Gebruikerstevredenheid scootmobiel en aangepaste fiets Advies aan Gemeente Purmerend en Onderzoeksverslag
In opdracht van de gemeente Purmerend door de opleiding ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam
Adviesteam Junior adviseurs: Senior adviseur:
Lotte Verheggen Miriam Wijermars Eric Tigchelaar
1
Titel: Subtitel: Auteurs: Opdrachtgever : Senior adviseur: Datum: Zoektermen:
Gebruikerstevredenheid scootmobiel en aangepaste fiets Advies aan Gemeente Purmerend en Onderzoeksverslag Lotte Verheggen Miriam Wijermars Gemeente Purmerend , S. Everaars Eric Tigchelaar 2 april 2008 Aangepaste Fiets, Gemeente, Scootmobiel, Tevredenheidonderzoek, WMO
©2008 Hogeschool van Amsterdam, ASHP, opleiding ergotherapie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens bestand of openbaar gemaakt, of enige vorm of op enige wijze, het zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
VOORWOORD Voor u ligt het eindresultaat van 10 weken hard werken. Eind januari 2008 kregen wij de opdracht om een advies uit te brengen aan de gemeente Purmerend. De inhoud van de opdracht sprak ons aan en daarop hebben wij besloten om deze kans niet te laten schieten, ondanks de reistijd van ruim 2 uur die wij door de afstand tot onze woonplaatsen voor lief moesten nemen. Zo konden we onderweg naar onze afspraken nog even overleggen alvorens de besprekingen in te gaan. Naast de vele uren in de trein hebben we een hele week fietsend in Purmerend doorgebracht, wat ons een kleine indruk heeft gegeven hoe het is om inwoner van deze stad te zijn. Al met al een leuke, leerzame maar drukke periode en wij hopen dan ook dat dit verslag een goede indruk geeft van onze inspanningen. Wij willen Eric Tigchelaar bedanken voor zijn inspanningen in de afgelopen tien weken, Saskia Everaars voor de begeleiding en inspanningen ter plaatse, Viola Langendam voor alle telefoontjes die zij voor ons heeft gepleegd en natuurlijk alle andere medewerkers van het Wmo-loket voor hun collegialiteit in de perioden dat wij in het stadhuis aan het werk waren. Daarnaast willen wij ook Stephanie Seanger bedanken voor geweldige begeleiding die zij ons geboden heeft en het daarom mede mogelijk heeft gemaakt dat wij nu kunnen afstuderen. Veel leesplezier! Lotte Verheggen en Miriam Wijermars
3
INHOUDSOPGAVE Inleiding
5
Deel 1 Adviesrapport Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten Advies
6 7 8
Deel 2 Onderzoeksrapport Achtergronden Wet maatschappelijke ondersteuning Scootmobielen Vraagstelling definitie van en operationalisatie van de begrippen Onderzoeksopzet wijze van dataverzameling wijze van data-analyse Resultaten aangepaste fietsen scootmobielen vragenlijsten interviews Discussie en Conclusie discussie conclusie Aanbevelingen voor vervolgonderzoek Literatuur
12 13 13 14 16 17 19 19 22 23 23 25 25 28 35 35 37 38 40
Bijlagen I II III IV V VI VII VIII IX
41 42 44 46 48 49 50 52 53 54
Artikel 1 Wet maatschappelijke ondersteuning Vragenlijst aangepaste fiets Vragenlijst scootmobiel Begeleidende brief schriftelijke enquête aangepaste fiets Begeleidende brief schriftelijke enquête scootmobiel Interviewscript Leidraad telefonische benadering respondenten Inleiding interview Codeboek
4
INLEIDING
Dit onderzoek is geschreven als afstudeeropdracht voor de studie ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam, in opdracht van de gemeente Purmerend. Sinds 1 januari 2007 voert de gemeente Purmerend de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit. In het kader van deze wet is de gemeente verplicht om voor inwoners die een beperking ondervinden in de zelfredzaamheid en participatie te compenseren. Dit betekent onder andere dat de gemeente ervoor moet zorgen dat die inwoners die problemen ondervinden bij het verplaatsen over middenlange afstand hiervoor een gepaste voorziening krijgen. Mocht een algemene voorziening niet voldoen, komen individuele voorzieningen aan de orde, waaronder bijvoorbeeld een scootmobiel of een aangepaste fiets, beide zijn vervoersvoorzieningen voor middenlange afstanden. In totaal heeft de gemeente Purmerend ongeveer 630 scootmobielen en ongeveer 150 driewielfietsen in bruikleen verstrekt. Een aantal weken na de levering van een dergelijke vervoersvoorziening vindt een korte evaluatie van de verstrekkings- en leveringsprocedure plaats, maar verder vindt er geen periodieke evaluatie van het gebruik van en de tevredenheid over de verstrekte voorzieningen plaats. De medewerkers van het Wmo-loket krijgen van inwoners te horen dat zij mensen zeggen te kennen die hun scootmobiel of aangepaste fiets niet of nauwelijks gebruiken. Omdat de gemeente Purmerend graag ziet dat verstrekte vervoersvoorzieningen optimaal gebruikt worden, wil zij graag weten hoe vaak de scootmobielen en driewielfietsen gebruikt worden, of de gebruikers nog tevreden zijn met de aan hun verstrekte voorziening en wat dit gebruik en deze tevredenheid bepaalt. De gemeente Purmerend heeft aan de opleiding Ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam gevraagd om een advies uit te brengen over hoe de beleidsvoering van het Wmo-loket verbeterd kan worden. Zodoende zijn twee studenten in januari 2008 begonnen aan een onderzoek naar het gebruik van en de tevredenheid over aangepaste fietsen en scootmobielen, verstrekt door de gemeente Purmerend in het kader van de Wmo. Omdat het hier een project van tien weken betrof, bleek het helaas niet mogelijk om beide vervoersvoorzieningen even uitgebreid te onderzoeken. Er is dan ook voor gekozen om een oriënterend onderzoek naar zowel de aangepaste fietsen als de scootmobielen uit te voeren, het beschrijvend deel van het onderzoek en het uiteindelijke advies alleen gericht op de, door de gemeente Purmerend verstrekte, scootmobielen en diens gebruikers. Het advies is als eerste opgenomen in dit verslag, en wordt voorafgegaan door een samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Deel twee bestaat uit het volledige onderzoeksrapport, met de theoretische achtergronden, vraagstelling, onderzoeksopzet, resultaten van het oriënterend onderzoek naar zowel aangepaste fietsen als scootmobielen en het beschrijvend onderzoek naar scootmobielen, discussie en conclusie en tot slot aanbevelingen voor eventueel vervolgonderzoek.
5
Deel 1 Adviesrapport
6
SAMENVATTING VAN DE BELANGRIJKSTE ONDERZOEKSRESULTATEN Een ruime meerderheid van de scootmobiel gebruikers geeft aan tevreden te zijn over de aan hun verstrekte voorziening. De door de gemeente Purmerend verstrekte scootmobielen worden meestal meerdere keren per week gebruikt, vaak ook meerdere malen per dag. De voornaamste redenen voor scootmobielgebruik zijn boodschappen doen, het bezoeken van vrienden, familie en kennissen en om in de buitenlucht te zijn. Dit komt overeen met het doel van de scootmobiel als vervoersmiddel voor de middenlange afstand om zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen. (Gemeente Purmerend 2007) Voor de meeste gebruikers voorziet de aan hen verstrekte scootmobiel grotendeels of zelfs helemaal in de vervoersbehoefte. Wanneer er gebruik gemaakt wordt van andere vervoersmiddelen naast de scootmobiel, is dit meestal van het collectief aanvullend vervoer. De grootste groep gebruikers geeft aan over geschikte stalling voor de scootmobiel te beschikken. Wanneer er problemen worden ervaren met de stalling komt dit meestal omdat deze niet of niet makkelijk toegankelijk is, doordat toegangswegen of -deuren te smal zijn of anderszins voor problemen zorgen. Ook stalling in huis of op een onbewaakte en vrij toegankelijke plaats worden als niet wenselijk ervaren. Het grootste deel van de gebruikers geeft aan goed overweg te kunnen met hun scootmobiel. Tijdens de interviews naar voren is gekomen dat lang niet iedereen rijlessen heeft gehad, maar in de meeste gevallen geeft men aan zelf in staat te zijn om de rijvaardigheid te verbeteren door het opdoen van steeds meer rijervaring. Gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de service die geboden wordt door het Wmo-loket van de gemeente Purmerend. De meningen over de service van de leverancier lopen sterk uiteen. De meeste gebruikers zijn tevreden, terwijl een klein deel van de gebruikers aangeeft zeer ontevreden te zijn. De gebruikers die niet tevreden zijn over de aan hun verstrekte scootmobiel geven als voornaamste redenen aan dat de snelheid en/of de actieradius van de voorziening niet voldoende is. Geïnterviewde gebruikers die te maken krijgen met terugkerende defecten en/of het gevoel hebben dat hun klachten niet serieus worden genomen door de leverancier geven vaker aan dat zij niet tevreden zijn. De onderzoekers waren dan ook erg verbaasd dat sommige gebruikers aangaven door te moeten rijden op een defecte en/of zelfs afgekeurde scootmobiel en dat lang niet alle gebruikers over een tijdelijke scootmobiel konden beschikken wanneer de eigen scootmobiel niet bruikbaar was. In de gevallen waar dit voorkwam bleek namelijk, dat de gebruiker weer terug moest vallen op anderen voor vervoer, en zo tijdelijk een terugval maakte in onafhankelijkheid, wat lijnrecht staat tegenover het eigenlijke doel van de scootmobiel. Ook de staat van fietspaden, wegen en stoepen in Purmerend was voor de geïnterviewde gebruikers vaak reden tot ergernis.
7
ADVIES Het grootste gedeelte van de gebruikers van een, door de gemeente Purmerend verstrekte, scootmobiel aangeeft tevreden te zijn met hun voorziening, getuige ondermeer de vele dankbetuigingen die door de gebruikers zijn toegevoegd aan de vragenlijsten. Punten die de gebruikers positief ervaren en dus behouden dienen te worden zijn de toegankelijkheid van het Wmo-loket van de gemeente en het prettige contact met de medewerkers van het Wmo-loket. Uit het onderzoek komen een aantal punten naar voren waarop de gemeente Purmerend haar beleid zou kunnen aanpassen om het gebruik van en de tevredenheid over de scootmobielen te optimaliseren.
Procedures rondom scootmobielen Er blijkt weinig bekend bij de gebruikers over de stappen waaruit procedures rondom de scootmobiel, zoals aanvraag of vervanging, bestaan. Hier hoort ook bij dat de gebruikers niet op de hoogte zijn van de te verwachten duur van een dergelijke procedure. Het verschaffen van helderheid hierover kan ergernis bij de gebruiker voorkomen, bijvoorbeeld in de vorm van een folder die verstrekt wordt bij de ontvangstbevestiging van de aanvraag. Het gaat dan om de volgende punten: - Stapsgewijze weergave van de (globale) inhoud van een aanvraagprocedure. Hierbij valt te denken aan; aanvraag komt binnen bij gemeente, gemeente beslist of extern advies gewenst is, CIZ wordt ingeschakeld voor dit advies, CIZ brengt advies uit, gemeente beschikt over de aanvraag (op grond van dit advies), aanvrager ontvangt beschikking. - Stapsgewijze weergave van de (globale) inhoud van de leveringsprocedure. Hierbij valt te denken aan; gemeente stelt leverancier op de hoogte van de positieve beschikking, leverancier plant een passing en stelt na passing offerte op, gemeente keurt offerte goed en geeft toestemming tot levering, scootmobiel wordt door leverancier afgeleverd. - Vermelding dat er voor een scootmobiel adequate stalling aanwezig moet zijn alvorens de voorziening geleverd wordt. - Het globale tijdspad dat met de bovenstaande (afzonderlijke) stappen gemoeid is. Omdat de procedures rond scootmobielen niet al te veel verschillen van die rond andere individuele vervoersvoorzieningen, zou dit in een algemene folder over dit onderwerp opgenomen kunnen worden. Hierbij moet worden opgetekend dat er ook veel onbekendheid is over de mogelijkheden van een persoonsgebonden budget en de voorwaarden waarop dit verkregen kan worden. Het valt aan te bevelen om ook dit in de folder op te nemen. Eigen bijdrage De eigen bijdrage zoals die op dit moment wordt toegepast op scootmobielen met een snelheid boven de 10 km/uur, blijkt erg verwarrend voor gebruikers en daardoor reden tot ontevredenheid. Eén van de redenen hiervoor is de hoogte van het bedrag (€345,-), dat voor gebruikers met een laag inkomen een te grote uitgave blijkt te zijn. Wellicht kan de mogelijkheid tot een inkomensafhankelijke bijdrage onderzocht worden.
8
Een andere reden is de onduidelijkheid over waarom en hoe vaak een eigen bijdrage betaald moet worden, bijvoorbeeld wanneer een scootmobiel uit depot wordt geleverd of wanneer een scootmobiel binnen 5 jaar vervangen wordt. Uit overleg met een medewerker van het Wmo-loket blijkt dat zij op dit moment ook niet over een leidraad te beschikken waarin de toepassing van dit beleid in de praktijk wordt uitgelegd. Een mogelijke oorzaak hiervoor ligt in het feit dat deze beleidsregel niet makkelijk naar de individuele gebruiker te vertalen valt, wat het juist belangrijk maakt om over een goede werkinstructie te beschikken om dit helder aan de gebruikers te kunnen uitleggen. Daarnaast is het wenselijk om de bepalingen rond de eigen bijdrage op te nemen in de folder over individuele voorzieningen, of, wanneer dit niet mogelijk blijkt te zijn, te verwijzen naar een aparte folder waarin de eigen bijdrage helder wordt uitgelegd. Stalling Bij lang niet alle gebruikers is bekend dat zij een beroep kunnen doen op het Wmoloket bij vragen over de stalling van de scootmobiel. Zo blijken de gebruikers die problemen hebben met de toegankelijk van de stalling zich niet altijd bewust van de mogelijkheid om dit aan de gemeente voor te leggen. Hierover zou meer duidelijk kunnen worden verschaft, bijvoorbeeld door dit in een folder op te nemen. Diensten R.H.C. Verhoef Revalidatie Techniek Er is gebleken dat de gebruikers van de scootmobielen niet altijd op de hoogte zijn van de diensten die R.H.C. Verhoef Revalidatie Techniek biedt. Daarbij komt dat sommigen van hen de instructie bij aflevering niet voldoende vinden. Om ervoor te zorgen dat de gebruikers in ieder geval over deze informatie kunnen beschikken, zou er aan gedacht kunnen worden om bij levering van de scootmobiel naast de mondelinge toelichting en de gebruikershandleiding een kleine, algemene folder te verstrekken met daarin de volgende punten: - algemeen onderhoud van de scootmobiel (o.a. accu’s opladen en regelmatig gebruiken) - Contactinstructie bij defecten aan de scootmobiel - Plaats en tijdstip van de onderhoudsspreekuren op verschillende locaties in de gemeente Purmerend - Informatie geven over waar de gebruiker terecht kan met vragen over aanpassingen en extra’s aan de scootmobiel. - De klachtenregeling van Verhoef Revalidatietechniek Er is onduidelijkheid over de jaarlijkse keuring die de scootmobielen moeten ondergaan. Tijdens de interviews is gebleken dat dit niet bij alle gebruikers gebeur t, terwijl dit wel gewenst is. Wanneer scootmobielen worden afgekeurd, gebeurt het dat de gebruiker geen vervangende, tijdelijke scootmobiel tot zijn beschikking heeft in de aanloop tot het krijgen van een nieuwe voorziening. Hierdoor zijn zij genoodzaakt om door te rijden met een afgekeurde scootmobiel, wat niet wenselijk en in sommige gevallen zelfs gevaarlijk is. Daarnaast blijkt dat ook gebruikers van scootmobielen die al langere tijd (meer dan een paar dagen) in reparatie zijn, niet altijd over een vervangende, tijdelijke scootmobiel kunnen beschikken. Het is dus ten zeerste gewenst dat er gekeken wordt naar de mogelijkheden voor het verstrekken van tijdelijke scootmobielen, zodat zij die door omstandigheden niet over
9
hun eigen scootmobiel kunnen beschikken geen terugval in zelfstandigheid hoeven te ervaren. Daarbij komt dat van de tijdelijke scootmobielen die wel verstrekt worden, de onderhoudsstaat niet altijd optimaal is waardoor sommigen niet geschikt zijn om als vervangende scootmobiel gebruikt te worden. Tijdens de interviews is meermalen naar voren gekomen dat de gebruikers niet durven te vertrouwen op de accu-indicatie, die aangeeft hoe lang er nog met de scootmobiel gereden kan worden. Hierdoor vermijdt men langere afstanden, die men wel wil rijden; bijvoorbeeld naar ’t Twiske, de Beemster of omliggende dorpen als Edam en Volendam. Een oplossing hiervoor zou het plaatsen van een kilometerteller kunnen zijn. De onderhoudsspreekuren die geboden worden op het Gildeplein en bij het Jaap van Praaghuis worden als prettig ervaren. Aangezien de stad Purmerend nog altijd groeit en er vooral aan de zuidkant van de stad nieuwe huizen bijkomen, valt het te overwegen om de onderhoudsspreekuren, die nu in het noorden van de stad plaatsvinden, uit te breiden naar de nieuwe wijken. Omdat het is gebleken dat de onderhoudsspreekuren niet bij alle gebruikers bekend zijn, zou hier meer bekendheid aan gegeven kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden doormiddel van een affiche in de wachtruimte van het Wmo-loket Rijles Het valt op dat veel gebruikers aangaven slechts één rondje, om het gebouw van de leverancier, hebben gereden. Het is niet bekend of dit haalbaarheidslessen betrof. Hoewel er slechts een beperkt deel van de gebruikers aangeeft behoefte aan rijles te hebben, blijkt dat zij niet weten waar zij deze zouden kunnen aanvragen. Hierover zou de gemeente meer duidelijkheid kunnen verschaffen. Zowel de standaard voor training met de scootmobiel van de NVE (2003) als de gebruikers zelf geven aan dat bijzondere vaardigheden en aandacht voor het opbouwen van zelfvertrouwen vast onderdeel van scootmobielrijlessen zouden moeten zijn. Op dit moment is het nog onduidelijk hoe de rijlessen, wanneer deze gegeven worden, er in de praktijk uitzien. Toegankelijkheid van de Gemeente Purmerend Er is gebleken dat de fietspaden in de Purmer en Purmer-Noord door hun schuine stand voor afwatering als erg vervelend worden ervaren om met een scootmobiel overheen te rijden. De scootmobiel gaat namelijk scheef hangen, wat het gevoel geeft dat deze om kan vallen. Bovendien moet de gebruiker tegensturen, wat veel kracht kost. Daarnaast wordt ook de toestand van veel andere fietspaden, wegen en stoepen in de gemeente Purmerend als slecht benoemd, doordat deze ongelijk zijn en veel kuilen of hobbels bevatten. Specifiek genoemd in dit geval zijn de asfaltpaden rondom wijkcentrum ’t Noot, waar boomwortels door het wegdek heenkomen. Ook het hele oude stadshart wordt door zijn ongelijke bestrating als onprettig ervaren. Mogelijk dat er eens goed gekeken kan worden naar de staat van de openbare wegen en paden in Purmerend. Bij kruispunten met stoplichten waar de bedieningsknop voor het fietserslicht dicht op de rijweg staat, geeft dit gebruikers van scootmobielen problemen wanneer de oversteekplaats samenvalt met de schuinte van de afwatering. Door het gewicht van de scootmobiel remmen deze trager op een helling en kan dit ervoor zorgen dat deze
10
niet voor de rijweg tot stilstand komt. Het vlak maken van de oversteek of het verder van de rijweg af plaatsten van de bediening voor het fietserslicht zouden hiervoor oplossing kunnen zijn.
11
Deel 2 Onderzoeksrapport
12
ACHTERGRONDEN De literatuurstudie voorafgaande aan dit onderzoek was gericht op twee onderwerpen; namelijk literatuur die betrekking heeft op de wetgeving van toepassing op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en literatuur die betrekking heeft op het gebruik van scootmobielen.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is per 1 januari 2007 in werking gesteld. Hoewel deze wet landelijk beleid is, is één van de kenmerken van de wet dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij de lokale overheden (zoals gemeenten) ligt. Het is dan ook van belang om onderscheid te maken tussen het landelijk beleid dat voor heel Nederland geldt en het beleid zoals dat, in dit geval, door de gemeente Purmerend is opgesteld.
Landelijk beleid De Wmo is onder andere in plaats van de Wet Voorzieningen Gehandicapten gekomen en bestaat uit de volledige WVG, waaraan een onderdeel van de AWBZ is toegevoegd. Het doel van de invoering van de Wmo was om een krachtige sociale structuur te creëren waar zelforganisatie, maatschappelijke binding en eigen verantwoordelijkheid een belangrijke plaats innemen, die voorliggend is aan professionele arrangementen van zorg, cultuur, ontspanning en welzijn. Hiermee wordt bedoeld dat jong en oud, ongeacht zijn maatschappelijke of economische positie, ongeacht of iemand beperkingen ondervindt of niet, moet kunnen meedoen in de maatschappij. Soms lukt dat meedoen niet op eigen kracht; in dat geval kan het nodig zijn om mensen te ondersteunen in hun bijdrage aan de samenleving en het herstellen van hun zelfredzaamheid en om mensen toe te rusten om maatschappelijk te participeren. Met behulp van de Wmo wil de overheid dat mogelijk maken door ruimte te bieden aan particulier initiatief om elkaar te ondersteunen en door - als mensen en hun omgeving het niet zelf kunnen - de gemeentelijke overheid de verantwoordelijkheid te geven deze ondersteuning te organiseren. (Kamerstukken Wmo, 2005) Gemeente Purmerend Op grond van artikel 1 onder g onderdeel 4,5 en 6 van de Wmo (bijlage I) is de gemeente Purmerend verplicht om beperkingen die een persoon ondervindt in zijn zelfredzaamheid en participatie te compenseren. Dit betekent dat het college van de gemeente Purmerend adequate voorzieningen moet treffen die een persoon met beperkingen in staat stelt om een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich te verplaatsen per vervoersmiddel, medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De voorzieningen die hier in de gemeente Purmerend onder vallen zijn hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen, voorzieningen voor het verplaatsen in en rond de woning en voorzieningen voor het lokaal verplaatsen. (Gemeente Purmerend, 2007) Voorzieningen voor het lokaal verplaatsen worden ook wel vervoersvoorzieningen genoemd. Deze voorzieningen kunnen bestaan uit: (Gemeente Purmerend, 2007) - een algemene voorziening waaronder een collectieve vervoersvoorziening
13
- een vervoersvoorziening in natura - een financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten - een persoonsgebonden budget te besteden aan een vervoersvoorziening Bij collectieve vervoersvoorzieningen valt te denken aan een pasje waarmee men gebruik kan maken van taxi’s en rolstoelbusjes tegen de kosten van regulier openbaar vervoer. Mocht dit niet adequaat of toereikend zijn, kan er gekozen worden voor een individuele voorziening. Als deze in natura wordt geleverd, betekent dit dat de gemeente zorg draagt voor de levering en het onderhoud van de vervoersvoorziening. Bij een persoonsgebonden budget (pgb) krijgt de aanvrager een bedrag vergelijkbaar met de kosten van een voorziening in natura om deze zelf aan te schaffen en is dan ook zelf verantwoordelijk voor het onderhoud hiervan. Een financiële tegemoetkoming kan worden verstrekt wanneer de aanvrager in aanmerking komt voor collectief vervoer, maar er de voorkeur aan geeft in de eigen auto te blijven rijden. De tegemoetkoming wordt dan gebruikt om de auto aan te passen. (Gemeente Purmerend, 2006) Aangepaste fietsen en scootmobielen zijn vervoersvoorzieningen in natura, of kunnen door de gebruiker doormiddel van een pgb zelf worden aangeschaft. In dit onderzoek zijn alleen in natura verstrekte voorzieningen meegenomen. Een aangepaste fiets is speciaal ontworpen en bestemd voor personen met een beperking. Hieronder vallen onder andere; driewielfietsen, vierwielfietsen, tandems, duofietsen en hand aangedreven ligfietsen. Bij deze fietsen wordt een eigen bijdrage gevraagd, die overeenkomstig is met de kosten van een nieuwe fiets. Scootmobielen zijn bedoeld voor vervoer op de korte en middenlange afstand. In principe wordt een scootmobiel met een snelheid van 10 km per uur verstrekt. Wanneer dit medisch/ergonomisch niet geschikt is kan uitgeweken worden naar een scootmobiel uit een ander segment. Deze heeft naast een aantal extra aanpassingen een hogere snelheid, 12 of 15 km per uur. Bij deze hogere snelheid wordt een eigen bijdrage gevraagd. Indien de gebruiker dit bedrag niet kan of wil betalen, wordt de snelheid van de scootmobiel afgesteld op 10 km per uur. (Gemeente Purmerend, 2006) Scootmobielen Er is slechts een zeer beperkte hoeveelheid wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp gevonden. Wel zijn er bij de Hogeschool van Amsterdam twee eerdere afstudeeronderzoeken naar scootmobiel gebruik in twee verschillende Nederlandse gemeenten bekend, die gebruikt zijn als achtergrond van dit onderzoek.
Wetenschappelijk onderzoek Bij het zoeken naar studies over de scootmobielen is er vooral informatie te vinden over de wijze van scootmobiel verstrekking en de criteria waarop deze in Nederland zijn gebaseerd. Deze literatuur is echter niet van directe relevantie voor dit onderzoek en wordt om die reden ook niet gebruikt. De enige studie die wel van belang lijkt is die van Nitz (2008), die aangeeft dat beheersing van een scootmobiel niet vanzelfsprekend is en wijst op het belang van rijlessen en toetsing van de rijvaardigheid. Dit sluit aan bij de adviezen van de NVE, die wijst op het belang van gestructureerde rijlessen in hun standaard voor scootmobieltraining (NVE, 2003). Hierin wordt ook gewezen op angst als belemmerende factor voor scootmobielgebruik.
14
Door in het beschrijvend onderzoek aandacht te besteden aan de vorm en inhoud van eventuele rijlessen die de gebruikers hebben gehad, kan nagegaan worden of dit aansluit op de literatuur. Eerdere afstudeerprojecten In 1998 is er onderzoek gedaan naar scootmobielgebruik in de gemeenten Tilburg en Gilze-Rijen en in 2000 in de gemeente Gouda. Uit deze onderzoeken komen de volgende zaken naar voren die invloed hebben op gebruik en tevredenheid; Weersomstandigheden, (onderhouds)staat van stoepen, straten en wegen, onderhoudsstaat van scootmobielen, gewenste aanpassingen aan scootmobiel of stalling, angst voor verkeer, omvallen of stilvallen met de scootmobiel, behoefte aan rijlessen, gebrekkige instructies over gebruik en onderhoud onduidelijkheid over wie te benaderen voor reparatie, vervangen en aanpassing van de scootmobiel. Ook veranderingen in lichamelijk functioneren of de sociale kring rondom de gebruiker kunnen van invloed zijn. (Leenders et al., 2000; van Herk et al., 1998) Door deze informatie te verwerken in het interview voor het beschrijvend onderzoek, kan gekeken worden of deze factoren ook in de gemeente Purmerend van toepassing zijn.
15
VRAAGSTELLING De gemeente Purmerend is geïnteresseerd in het gebruik van en de tevredenheid over de voorzieningen die zij in het kader van de Wmo verstrekken. In dit geval heeft de gemeente gevraagd een advies uit te brengen hoe zij het gebruik van de door hen verstrekte aangepaste fietsen en scootmobielen kunnen optimaliseren. Hoewel zowel aangepaste fietsen als scootmobielen beide in natura verstrekte persoonlijke vervoersvoorzieningen voor middenlange afstanden zijn, zijn ze door de verschillen in technische eigenschappen niet makkelijk met elkaar te vergelijken. Dit sluit aan bij de verschillen in de kenmerken van de gebruikers die van de ene of de andere voorziening gebruik maken. Er is dan ook voor gekozen om onderscheid te maken tussen beide groepen. De tijd die er voor dit onderzoek beschikbaar was, maakte het echter niet mogelijk om even uitgebreid onderzoek te doen naar beide vervoersvoorzieningen. Omdat de gemeente Purmerend veel meer gebruikers van scootmobielen dan gebruikers van aangepaste fietsen kent, ligt het voor de hand dat naar die eerste groep de meeste aandacht naar uit gaat en de vraagstelling breder is. De uiteindelijke vraagstelling luidt dan ook: Hoe is het gebruik van en de tevredenheid over de, door de gemeente Purmerend verstrekte, aangepaste fietsen? Subvragen hierbij zijn: o Hoe vaak en waarvoor worden aangepaste fietsen gebruikt? o In hoeverre voorziet een aangepaste fiets in de oplossing van het vervoersprobleem? o Beschikken gebruikers over adequate stalling voor de aangepaste fiets? o Hoe tevreden zijn gebruikers van een aangepaste fiets over de voorziening? o Welke redenen zijn er voor ontevredenheid over de aangepaste fiets? Hoe ervaren de gebruikers van een, door de gemeente Purmerend verstrekte, scootmobiel het gebruik van hun voorziening, welke redenen geven zij hiervoor aan en welke behoeften en aanvullende wensen hebben zij op dit gebied? Subvragen hierbij zijn: o Hoe vaak en waarvoor worden scootmobielen gebruikt? o In hoeverre voorziet een scootmobiel in de oplossing van het vervoersprobleem? o Welke vervoersmiddelen worden er naast de scootmobiel gebruikt? o Beschikken gebruikers over adequate stalling voor de scootmobiel en wat maakt deze stalling (on)geschikt? o Heeft de gebruiker rijles gehad en was deze afdoende? o Hoe tevreden zijn de gebruikers over de scootmobiel? o Hoe tevreden zijn de gebruikers over de service rond de scootmobiel? o Wat bepaalt deze tevredenheid bij de gebruikers? o Welke behoeften en aanvullende wensen hebben de gebruikers om de tevredenheid te optimaliseren?
16
Definitie en operationalisatie van de begrippen Aangepaste fiets Een fiets speciaal ontworpen en bestemd voor personen met een beperking, verstrekt in het kader van de Wmo als vervoersvoorziening voor de middenlange afstand. Adequate stalling Een plaats waar de vervoersvoorziening vorst- en vochtvrij kan staan en de gebruiker de voorziening zelf in en uit kan plaatsen. Behoeften Van de gebruiker afgeleide, medisch noodzakelijke, eisen waaraan de scootmobiel moet voldoen om adequaat te zijn. Gebruik Alle factoren die te maken hebben met het in het bezit hebben van en rijden op een scootmobiel en terug te voeren zijn op de technische aspecten van de scootmobiel en zijn stalling. Hierbij valt te denken aan; - Actieradius - Snelheid - Acceleratie - Draaicirkel - Bedieningsmogelijkheden - Stabiliteit - Vering - Instellingsmogelijkheden - Zitting - Verlichting - Remmen - Accu’s - Dagelijks onderhoud - Grootte van de stalling - Toegang tot de stalling - Invloed van weersomstandigheden Gebruiker Persoon die in het bezit is van, een door de gemeente verstrekte, scootmobiel of aangepaste fiets. Hieronder vallen ook alle aspecten van het in het bezit hebben van en het rijden op de scootmobiel of aangepaste fiets, die terug te voeren zijn op de mogelijkheden en beperkingen van de persoon. Hierbij valt te denken aan: - ziektebeeld en prognose - mentale vaardigheden - fysieke mogelijkheden - rijvaardigheid - onzekerheid en/of angsten - Invloed van weersomstandigheden op de gebruiker
17
Gemeente Purmerend Opdrachtgever voor dit onderzoek; de gemeente Purmerend is bijna 25 km2 groot en telt ruim 78.000 inwoners. Leverancier R.H.C. Verhoef Revalidatie Techniek, hulpmiddelenleverancier voor de gemeente Purmerend. Scootmobiel Open elektrisch voertuig op drie of vier wielen, bestemd voor mensen met een beperking, verstrekt in het kader van de Wmo als vervoersvoorziening voor de middenlange afstand. Geen rolstoel. Service Alle aspecten van de diensten die verstrekt worden door de, bij de scootmobiel, betrokken instanties als de gemeente Purmerend, de leverancier en het CIZ. Hierbij valt te denken aan; - Contact; zowel telefonisch, schriftelijk als fysiek - Klantgerichtheid - Klachtenafhandeling - Procedures; rond de aanvraag, aflevering, onderhoud en vervanging van de scootmobiel. - Openheid van zaken - Bereikbaarheid Tevreden(heid) De mate waarin wensen en behoeften van de gebruiker overeenstemmen met het gebruik van en de service rond de scootmobiel. Wensen Een persoonlijk verlangen die de gebruiker gerealiseerd hoopt te zien met betrekking tot (het gebruik van) de scootmobiel. Geen behoefte. Woonachtig in de gemeente Purmerend Als inwoner ingeschreven in het gemeenteregister van de gemeente Purmerend.
18
ONDERZOEKSOPZET Zoals in de vraagstelling al is aangegeven, is er onderzoek gedaan naar zowel aangepaste fietsen als scootmobielen, maar zijn de scootmobielen uitgebreider onderzocht. Dit komt er in de praktijk op neer dat er een oriënterend onderzoek door middel van schriftelijke enquêtes is verricht naar beide vervoersvoorzieningen, waarvan de resultaten apart zijn verwerkt, en daarna nog een beschrijvend onderzoek naar de tevredenheid over de door de gemeente Purmerend verstrekte scootmobielen, met behulp van een serie interviews. Wijze van dataverzameling Om een overzichtelijk beeld te geven van de verschillende onderzoeksmethoden, wordt eerst het oriënterend onderzoek en daarna het beschrijvend onderzoek beschreven.
Oriënterend onderzoek Zoals hierboven al beschreven is dit deel van het onderzoek uitgevoerd door middel van een schriftelijke enquête. Hiervoor zijn twee vragenlijsten opgesteld; één voor de aangepaste fietsen en één voor de scootmobielen. Deze vragenlijsten bestonden uit zowel open als gesloten vragen, waarbij er in sommige gevallen meerdere keuzemogelijkheden waren. Als basis voor deze vragenlijsten is een bestaande vragenlijst gebruikt die de gemeente Purmerend enkele jaren geleden gebruikt heeft voor een zelfde soort onderzoek. Deze vragenlijst is aangepast op basis van gezond verstand en er zijn vervolgens twee versies van gemaakt, waarbij in de ene versie het woord ‘scootmobiel’ is gebruikt en in de andere de woorden ‘aangepaste fiets’. Beide versies zijn terug te vinden in bijlage II en III Deze vragenlijsten zijn met een begeleidende brief (bijlage IV en V) verstuurd naar de gebruikers van een, door de gemeente Purmerend verstrekte, scootmobiel of aangepaste fiets, die hem na hem te hebben ingevuld in een bijgevoegde envelop retour konden zenden. Beschrijvend onderzoek Om zo goed mogelijk te kunnen achterhalen welke redenen de gebruikers van een, door de gemeente Purmerend verstrekte, scootmobiel aangeven voor de ervaren tevredenheid, is er gekozen voor een semi-gestructureerd interview, dat bij de mensen thuis werd afgenomen door de twee onderzoekers. Hoewel er de mogelijkheid was tot telefonisch interviewen van de deelnemers, is er de voorkeur gegeven aan persoonlijke interviews. Dit omdat de interviews dan langer konden duren en er meer mogelijkheden waren om dieper op bepaalde onderdelen in te gaan. (Emans, 1990) Uitgaande van een pilot van 3 interviews op één dag en zes volledige dagen interviewen met zes interviews per dag, konden er 39 gebruikers geïnterviewd worden. Door te kiezen voor een pilot was er de mogelijkheid om de inhoud van het interview aan te passen nadat deze in de praktijk was uitgeprobeerd. De interviews zijn op band opgenomen. Om tijd te besparen tijdens de analyse, zijn er tijdens het interview al systematisch aantekeningen gemaakt zodat alleen die momenten teruggeluisterd hoefden te worden waarbij de opgeschreven gegevens onvoldoende informatie boden.
19
Er is in de operationalisatie gesteld dat tevredenheid bepaald wordt door de afstemming van gebruik en service met de wensen en medisch noodzakelijke behoeften van de gebruiker. Het interview was dan ook gericht op de aspecten die betrekking hebben op het gebruik, de gebruiker en de service, zoals die benoemd zijn in de operationalisatie. De volgorde en vorm waarin dit gebeurde, is vastgelegd in het interviewscript dat terug te vinden is in bijlage VI. De interviews hadden een maximale duur van 45 minuten. Dit omdat dit voldoende tijd was om alle informatie te verzamelen en het een afgebakende tijdsperiode was die voor de respondent te overzien viel. Dit komt overeen met de bevindingen van Baarda et al. (2000), die beschrijven dat een heldere tijdsafbakening de bereidheid om mee te werken onder de respondenten vergroot. Waarborgen van de betrouwbaarheid en validiteit van het interview Er is voor gekozen om steeds dezelfde persoon de interviews te laten afnemen en de ander te laten schrijven; dit om verschillen tussen interviewstijlen en interpretatieverschillen te voorkomen. Daarnaast is er gebruik gemaakt va n een interviewscript (zie bijlage VI), om er voor te zorgen dat in elk interview de vragen op een eenduidige manier werden gesteld en dat dezelfde punten in dezelfde volgorde aan bod zouden komen. Door gezamenlijk bij de interviews aanwezig te zijn, kon de interviewer zicht richten op het verkrijgen van informatie, terwijl de ander de verkregen informatie noteerde en zo garandeerde dat deze niet verloren ging. Bovendien was de kans kleiner dat er onderwerpen niet aan bod kwamen, omdat de notulist de interviewer hierop kon attenderen gedurende het interview. Ook is de verdere bewerking betrouwbaarder doordat beide onderzoekers de koppeling konden maken tussen de notulen en de omstandigheden van het interview. Tot slot zorgden opnames tijdens de interviews ervoor dat de exacte bewoording tijdens de analyse kon worden teruggezocht. (Boeije, 2005) Door de onderwerpen in het interviewscript te baseren op voorgaande afstudeerprojecten, (wetenschappelijke) literatuur over dit onderwerp en informatie uit het oriënterend onderzoek, was de verwachting dat deze nauw aansluiten bij de werkelijkheid. Daarbij is er met het interviewscript een pilot uitgevoerd, waarna deze op enkele punten aangepast is (Cook, 2001). Op basis van het principe dat wat voor de uitersten geldt, ook voor de middelsten geldt is er gekozen voor een trekking met maximale variatie. (Boeije, 2005) Deelnemers Alle gebruikers van een, door de gemeente Purmerend verstrekte, aangepaste fiets of scootmobiel hebben een, aan hen persoonlijk geadresseerde, vragenlijst ontvangen. De adresgegevens van deze personen zijn door de gemeente verstrekt. Op 13 februari 2008 zijn de enquêtes verstuurd en 10 maart 2008 is als sluitingsdatum genomen. Alle vragenlijsten die binnen deze periode zijn teruggestuurd, in het onderzoek zijn meegenomen, alles wat later is teruggestuurd, kon niet meer verwerkt worden. Er zijn in totaal ongeveer 780 vragenlijsten verstuurd, waarvan er 656 zijn teruggekomen. Uit de teruggestuurde vragenlijsten van scootmobielgebruikers zijn die formulieren geselecteerd waar positief was geantwoord op de vraag of er naar aanleiding van dit onderzoek contact met de gebruiker opgenomen mocht worden, waaruit de respondenten voor de interviews zijn geselecteerd om de kans op medewerking zo
20
groot mogelijk te maken. In totaal hebben 96 gebruikers aangegeven dat er contact met hen opgenomen mocht worden. Om een zo groot mogelijke hoeveelheid aan informatie te verkrijgen, zijn die deelnemers gekozen waarvan verwacht werd dat zij op basis van de op de vragenlijst gegeven antwoorden de grootste verscheidenheid aan informatie konden bieden. (Boeije, 2005) Hierbij is er van uitgegaan dat er een verschil is tussen die gebruikers die aangeven tevreden te zijn, en zij die aangeven ontevreden te zijn. Het is mogelijk dat `tevreden’ gebruikers minder behoeften en wensen hebben, of dat zij oplossingen hebben gevonden om aan hun behoeften en wensen te voldoen die de `ontevreden´ gebruikers niet hebben gerealiseerd. Bij het verwerken van de vragenlijsten is gebleken dat de `ontevreden’ gebruikers hiervoor veel verschillende redenen aangeven. Omdat er verwacht werd dat de redenen van `tevreden’ gebruikers meer met elkaar overeen komen, is ervoor gekozen om voor 2/3 (23) van de respondenten gebruikers te selecteren die aangaven niet of niet zo tevreden te zijn, en voor 1/3 (11) van de respondenten gebruikers die aangaven tevreden te zijn. De selectie van deze deelnemers hebben is gedaan op basis van de ingevulde vragenlijsten; namelijk door die gebruikers te kiezen die de meeste verschillende antwoorden hebben gegeven. Uitgaande van de mogelijkheid dat `tevreden’ gebruikers oplossingen hebben gevonden voor problemen die de `ontevreden’ gebruikers nog wel ervaren, is de groep met minder tevreden gebruikers als eerste geïnterviewd. Door de informatie die dit opleverde te verwerken in de interviews met de `tevreden’ gebruikers, is geprobeerd informatie te verkrijgen over de wijze waarop zij met deze problemen zijn omgegaan. De voor het interview geselecteerde gebruikers werden telefonisch benaderd door een medewerker van het Wmo-loket of door de onderzoekers zelf. In dit telefoongesprek werd uitgelegd wat het doel van het interview was en kregen de geselecteerde gebruikers de vraag of zij aan het interview wilden meewerken. Vervolgens werd een datum en tijdstip voor afname afgesproken. Het stond de respondenten vrij om deelname te weigeren. Ethische verantwoording Deelname aan het interview was volstrekt vrijblijvend; respondenten konden op elk moment hun medewerking stopzetten. Tijdens de telefonische benadering werd duidelijk gemaakt waarom deze persoon werd benaderd en waar zijn contactgegevens vandaan kwamen. Hierbij werd vermeld dat de verwerking van het interview anoniem zou zijn en de opdrachtgever niet op de hoogte zo u worden gesteld wie de geselecteerde respondenten waren. Dit alles stond in de leidraad voor dit telefoongesprek, zie bijlage VII. Het advies aan de gemeente dat op basis van deze interviews werd geschreven, is zo opgesteld dat het geen nadelige gevolgen heeft voor de gebruikers van een scootmobiel. Het doel van het interview en dit onderzoek werd het tijdens het interview als eerste worden behandeld, om een valse voorstelling van zaken te voorkomen. Hiervoor is een standaard inleiding op papier gezet, die terug te vinden is in bijlage VIII De opnames en aantekeningen van het interview zijn na verwerking vernietigd. Omdat dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Purmerend en de interviews mogelijk gevoelige informatie kunnen bevatten, zulle n de uitkomsten van dit onderzoek niet aan derden worden verstrekt zonder toestemming van de opdrachtgever.
21
Wijze van data-analyse De verschillende onderzoeksmethodes leveren twee typen data op, die beiden op hun eigen wijze verwerkt dienen te worden. Hieronder staat beschreven hoe dat in dit onderzoek gebeurd is.
Schriftelijke enquêtes Er is voor beide vervoersvoorzieningen een aparte file aangemaakt in MS Excel, waarin de gegevens uit de vragenlijsten zijn ingevoerd aan de hand van een code boek dat is terug te vinden in bijlage IX. Vervolgens is er een uitdraai gemaakt van die vragen waarbij de gebruikers zelf een toelichting konden geven en zijn, waar dit kon, per vraag de vergelijkbare antwoorden gegroepeerd en door een overkoepelend antwoord vervangen. Hierdoor bleef het databestand overzichtelijk, zonder al te veel informatie te verliezen. Vervolgens is het databestand gekopieerd naar SPSS 14.0, waarmee de statistische berekeningen zijn uitgevoerd. Omdat het grootste gedeelte van de data van nominaal dan wel ordinaal niveau is, was het slechts mogelijk om non-parametrische testen uit te voeren. Eventuele verbanden tussen variabelen zijn dan ook berekend met Spearmans rangcorrelatiecoëfficiënt, terwijl verschillen zijn getoetst met een Wilcoxon-MannWithney toets of een ?2, afhankelijk van het aantal keuzemogelijkheden per variabele. Bij elke toets is er uitgegaan van een a van 0.05. Interviews Omdat het voor dit onderzoek niet nodig was om de interviews zeer uitgebreid te analyseren, is er geen gebruik gemaakt van software specifiek gericht op het analyseren van interviews, maar er gewerkt met MS Excel. Om de data goed te kunnen analyseren is een file aangemaakt waarbij er voor elke hoofdvariabele (gebruiker, gebruik, leverancier en gemeente Purmerend) een eigen werkblad beschikbaar was. Vervolgens zijn in de aantekeningen de relevante tekstfragmenten onderstreept en op de bijbehorende werkbladen ingevoerd onder een passend label. Om de hoeveelheid informatie op de afzonderlijke werkbladen overzichtelijk te houden, is ervoor gekozen om werkbladen met de volgende variabelen toe te voegen; lessen, rijvaardigheid, persoonlijke ervaringen, onderhoudsstaat van de scootmobiel, snelheid, actieradius, stalling, procedures en toegankelijkheid van de gemeente Purmerend. De labels op deze werkbladen bestonden op hun beurt uit verschillende aspecten van de genoemde variabele; onder ‘lessen’ vielen bijvoorbeeld de labels ‘op welk moment’, ‘hoe vaak’ en ‘inhoud van de les’, terwijl onder ‘gemeente Purmerend’ bijvoorbeeld ‘acties rond aanvraag’, ‘acties rond vervanging’, ‘acties rond rijlessen’ en ‘algemene indruk’ vielen. Fragmenten met nagenoeg dezelfde inhoud zijn waar mogelijk samengevoegd, en het aantal malen dat een bepaald fragment in verschillende interviews voorkwam is geturfd; dit om de file overzichtelijk te houden zonder de verhouding tussen de verschillende gebruikerservaringen uit het oog te verliezen. Zo kon een goede indruk worden gekregen van het belang van de informatie in de tekstfragmenten. Alle werkbladen zijn vervolgens apart uitgeprint en op basis van de per label geordende informatie uit de interviews en het aantal malen dat deze voorkwam, zijn de bevindingen opgetekend.
22
RESULTATEN In dit hoofdstuk worden zowel de resultaten van de schriftelijke enquêtes als die van de interviews besproken. Als eerste worden de resultaten van het oriënterend onderzoek naar het gebruik van de door de gemeente Purmerend verstrekte aangepaste fietsen gegeven; vervolgens de resultaten van het oriënterend en beschrijvend onderzoek naar het gebruik van en de tevredenheid over de door de gemeente Purmerend verstrekte scootmobielen. Aangepaste fietsen Van de ongeveer 150 verstuurde vragenlijsten aan gebruikers van een door de gemeente Purmerend verstrekte aangepaste fiets, hebben 102 personen de vragenlijst teruggestuurd. Hiervan gaven zeven mensen aan geen gebruik te maken van een aangepaste fiets: voor één persoon was de fiets inmiddels te klein geworden, twee personen hadden de fiets nog niet in hun bezit, één persoon gaf aan een andersoortige voorziening te hebben, terwijl een ander nooit een aangepaste fiets heeft gehad. Van één persoon is niet duidelijk geworden waarom de fiets niet meer gebruikt wordt en de laatste persoon was inmiddels verhuisd. Gebruik Van de 95 personen die de aan hen verstrekte aangepaste fiets wel gebruiken, geeft een klein deel aan dat het gebruik afhankelijk is van het weer, en zij in de zomer over meer gebruik van de aangepaste fiets maken dan in de herfst of winter. Ruim 92% maakt naast de aangepaste fiets ook gebruik van ander vervoer. Figuur 1 geeft aan hoe vaak er over het algemeen van de aangepaste fiets gebruik wordt gemaakt, daarnaast geeft figuur 2 aan waarvoor de gebruikers hun aangepaste fiets gebruiken. 80 7
9
maandelijks
23
wekelijks dagelijks onbekend 56
aantal keren aangegeven
70 60 50 40
om boodschappen mee te doen bezoeken van familie/vrienden/kennisen bezoeken van vereniging of club om uitstapjes mee te maken
30
om in beweging te blijven
20
om in de buitenlucht te zijn
10
voor overige doelen
0
fig. 1: gebruiksintensiviteit aangepaste fietsen n = 97
fig. 2: gebruiksdoelen aangepaste fietsen n= 97, meerdere antwoorden per persoon mogelijk
Verreweg het grootste gedeelte van de gebruikers geeft aan tevreden te zijn met de aangepaste fiets; 83% is tevreden tegenover 17% niet (zo) tevreden gebruikers, waarvan er maar 2 echt ontevreden zijn. Opvallend is dat hoewel er zoveel tevreden gebruikers zijn, ruim 52% aangeeft dat de aangepaste fiets de eventuele vervoersproblemen niet of maar deels oplost. Er blijkt dan ook geen verband te bestaan tussen de tevredenheid en de mate waarin het vervoersprobleem door de aangepaste fiets wordt opgelost (p= 0.739). 23
Stalling 80% van de gebruikers geeft aan over een geschikte stalling te beschikken. Van de overige 20% gaf ongeveer 1/3 aan (8 personen) dat de stalling niet geschikt was, en ongeveer 2/3 (14 personen) aan dat het in- en uitrijden van de stalling problemen geeft. In tabel 1 staat een overzicht van de omstandigheden die de stalling ongeschikt of moeilijk toegankelijk maken. tab. 1: problemen met stalling
Stalling ongeschikt Aanpassing afgewezen Stalling niet bereikbaar Slechte dakconstructie Te klein
Aantal keren aangegeven
Problemen met in- en uitrijden aangegeven
Aantal
keren
1 1 1 4
Deur te smal Deur valt dicht Drempel te hoog Te weinig ruimte
3 1 1 7
Fietsvaardigheid 68 gebruikers geven aan prima met de aangepaste fiets overweg te kunnen, 21 personen redelijk goed en 5 personen niet zo goed met de fiets te kunnen omgaan. Er heeft slechts 1 persoon aangegeven behoefte te hebben aan fietslessen; 24 gebruikers verwachten het zelf te leren of krijgen daar al hulp bij van anderen. Tevredenheid Zoals al eerder aangegeven, is het merendeel van de gebruikers tevreden met de aangepaste fiets. De overige 16 personen geven de volgende redenen aan voor hun ontevredenheid, zoals weergegeven in tabel 2; tab. 2: redenen voor ontevredenheid
Reden
Aantal keren aangegeven
Begeleiding nodig Fiets vaak defect Fiets te klein Fiets fietst niet meer lekker Fiets fietst te zwaar Geen jaarlijkse controle Problemen met accu Rechtervoet moeilijk op de trapper te houden Stalling niet adequaat Fiets stuurt te zwaar Trapondersteuning is onvoldoende Wil een andere fiets
2 1 4 1 3 1 2 1 1 2 1 2
In totaal zouden 14 gebruikers graag zien dat de gemeente contact met hen opneemt.
24
Scootmobielen VRAGENLIJSTEN Er zijn in totaal ongeveer 630 vragenlijsten verstuurd aan gebruikers van een, door de gemeente Purmerend verstrekte, scootmobiel, waarvan er 563 zijn teruggekomen. Dit komt neer op ruim 89%. Zes van de teruggestuurde vragenlijsten konden niet worden verwerkt; in vier gevallen was de gebruiker reeds overleden, in twee gevallen was de geadresseerde verhuisd. In totaal 21 personen gaven aan geen gebruik (meer) te maken van de aan hen verstrekte scootmobiel. De redenen die zijn hiervoor aangaven zijn verwerkt in tabel 3. tab. 3: redenen voor geen gebruik maken van de scootmobiel Aantal keren aangegeven
Reden Scootmobiel is reeds opgehaald Angstig bij gebruik Geen behoefte meer Verandering in lichamelijke klachten Wil graag les Scootmobiel net in bezit Scootmobiel nog niet in bezit Nooit scootmobiel gehad Rijdt nog niet zeker Gebruik afhankelijk van weersomstandigheden Wil een andere scootmobiel
4 3 1 5 2 1 1 1 2 1 2
Gebruik Er zijn in totaal dus 536 personen die hebben aangegeven gebruik te maken van de aan hen verstrekte scootmobiel. Het va lt hierbij op dat regelmatig aan wordt gegeven dat het gebruik afhankelijk is van de weersomstandigheden, waarbij er met mooi weer meer gebruik gemaakt wordt en bijvoorbeeld de lagere temperaturen in de winter voor minder gebruik zorgen. In een paar gevallen is het gebruik afhankelijk van de gezondheidstoestand van de gebruiker. Figuur 3, 4 en tabel 4 geven een overzicht van hoe vaak en waarvoor de door de gemeente Purmerend verstrekte scootmobielen gebruikt worden. 600 500
10 maandelijks 226
222
wekelijks dagelijks
aantal keren aangegeven
42
400 300 200
onbekend
100
om boodschappen mee te doen bezoeken van familie/vrienden/kennisen bezoeken van vereniging of club om uitstapjes mee te maken om in de buitenlucht te zijn voor overige doelen
0
fig. 3: gebruiksintensiviteit scootmobielen n = 498
fig. 4: gebruiksdoelen scootmobielen n= 551, meerdere antwoorden per persoon mogelijk
25
tab. 4: overige gebruiksdoelen scootmobielen
Doel
Aantal keren aangegeven
alles behandelaars begraafplaats hobby hond uitlaten kapper kerk kinderen naar school brengen met partner fietsen vakantie (vrijwilligers)werk zwembad anders
9 71 2 7 3 3 4 3 2 5 8 3 4
Vervoersbehoefte Een scootmobiel wordt verstrekt als vervoersvoorziening voor middenlange afstanden. Op de vragenlijst kon worden aangegeven of de door de gemeente Purmerend verstrekte scootmobiel het vervoersprobleem oplost en welke andere vervoersmiddelen als aanvulling op de scootmobiel gebruikt worden. Ruim 28% van de gebruikers geeft aan dat de scootmobiel hun vervoersprobleem volledig oplost. 51.5% geeft aan dat hun vervoersprobleem grotendeels wordt opgelost, 17.8% geeft aan dat hun vervoersprobleem slechts voor een klein deel wordt opgelost. Slechts 1.5% geeft aan dat hun vervoersprobleem niet is opgelost met hun scootmobiel. tab. 5: overig aanvullend vervoer
250 eigen auto aantal keren aangegeven
200
150
auto van derden
Overige vervoersmiddelen
Aantal keren aangegeven
particuliere taxi
Vervoer via zorgverzekeraar VVO Brommobiel Canta Fiets Driewielfiets Miniscootmobiel Rolstoel Snorfiets
5 5 1 1 1 1 1 10 2
collectief vervoer
100
Openbaar vervoer overig
50 geen 0
fig. 5: vormen van vervoer naast de scootmobiel n = 551, meerdere antwoorden per persoon mogelijk
Figuur 5 laat zien welke vormen van vervoer worden gebruikt naast de door de gemeente Purmerend verstrekte scootmobiel. 10% van de gebruikers geeft aan geen gebruik te maken van aanvullend vervoer. Naast de in de vragenlijst geboden opties, konden de gebruikers aangeven van welke andere vervoerstypen zij gebruik maken; dit is weergegeven in tabel 5.
26
Stalling Verreweg de meeste gebruikers stallen hun scootmobiel in een schuur, box of garage. Daarna staan de scootmobielen het meest in huis of in een collectieve ruimte. 87% van de gebruikers heeft aangegeven dat de stalling die zij voor de scootmobiel hebben geschikt is. 23 personen hebben aangegeven niet te beschikken over een geschikte stalling en in 60 gevallen ondervinden de gebruikers problemen met het in- en uitrijden van de stalling. In tabel 6 staat een overzicht van de omstandigheden die volgens de gebruikers deze problemen veroorzaken. Tab. 6 problemen met stalling
Problemen met in- en uitrijden
Aantal keren aangegeven
Deuren lastig te openen Deuren sluiten te snel Drempel bij ingang Kan stalling niet zelf in- of uitrijden Probleem niet adequaat opgelost Oprit niet ideaal Scootmobiel is te zwaar Te weinig ruimte in de stalling Toegangswegen en ingang te smal Voorzieningen nog niet gerealiseerd
9 3 7 3 1 3 1 10 24 2
Stalling ongeschikt Staat buiten op galerij Garage Staat in huis, in de weg Staat in Jaap van Praaghuis In- en uitrijden lastig Officiële stalling nog niet af Officiële stalling niet toegankelijk Stalling is te ver weg
Aantal keren aangegeven
4 1 4 2 4 1 4 2
Rijvaardigheid Op de vraag hoe goed de gebruikers met de aan hen verstrekte scootmobiel over weg kunnen, geeft 87% prima als antwoord. Zo’n 11% geeft aan redelijk met de scootmobiel overweg te kunnen en slechts 1 persoon zegt niet met de scootmobiel uit de voeten te kunnen. In totaal 10 gebruikers geven aan behoefte te hebben aan (extra) rijlessen. Tevredenheid Ruim 86% van de gebruikers geeft aan tevreden te zijn over de aan hen verstrekte scootmobiel. Slecht 1.5% van de gebruikers is echt ontevreden, 9.5% is niet zo tevreden en 13 personen hebben deze vraag niet beantwoord. Tabel 7 laat zien welke redenen de gebruikers geven voor hun onte vredenheid. tab. 7: redenen voor ontevredenheid
Reden voor ontevredenheid
Aantal keren aangegeven
aanpassing is afgewezen actieradius is te klein bediening is onprettig scootmobiel is afgekeurd Bestrating is slecht onvoldoende vering geen bescherming tegen weersomstandigheden geen spatborden kan banden niet zelf oppompen lader aankoppelen is lastig lichaamsmaten en scootmobielmaten komen niet overeen stabiliteit is onvoldoende slecht onderhoud
1 9 3 1 2 7 4 1 1 1 2 9 3
27
Vervolg tab. 7: redenen voor ontevredenheid
Reden voor ontevredenheid
Aantal keren aangegeven
slechte prestaties hobbelt erg stuur stuitert scootmobiel gaat te langzaam vaak defect te weinig verlichting trekt langzaam op remt langzaam trekt naar links of rechts zit niet goed
1 2 2 16 8 2 2 1 2 1
Hoewel er een verband bestaat tussen de mate waarin het vervoersprobleem is opgelost en de tevredenheid van de gebruiker, is dit verband erg klein (? = 0.089, p = 0.017). Er is dan ook geen verschil in tevredenheid tussen de gebruikers die aangeven dat hun vervoersprobleem wel is opgelost en diegenen die aangeven dat het niet of voor maar een klein deel is opgelost (p = 0.094). Er blijkt ook geen verschil in tevredenheid te zijn tussen de gebruikers die wel over een geschikte stalling beschikken en de gebruikers die problemen met de stalling aangeven (p = 0.140). INTERVIEWS Uiteindelijk zijn er 37 interviews ingepland, inclusief de pilot. Bij twee respondenten was het niet mogelijk om het geplande interview af te nemen; één persoon bleek niet thuis op het afgesproken tijdstip, de ander had de afspraak afgezegd. In totaal zijn er dus 35 interviews afgenomen. Omdat de pilot interviews inhoudelijk weinig tot niets verschillen van de rest van de interviews, zijn deze in de resultaten meegenomen. Van de geïnterviewde gebruikers hadden er 11 op de vragenlijst aangegeven dat zij tevreden zijn met de scootmobiel, 18 dat zij niet zo tevreden zijn en 5 dat zij ontevreden zijn. Eén van de geïnterviewde personen had bij deze vraag niets ingevuld. Gebruiker Persoon die in het bezit is van, een door de gemeente verstrekte, scootmobiel of aangepaste fiets. Hieronder vallen ook alle aspecten van het in het bezit hebben van en het rijden op de scootmobiel of aangepaste fiets, die terug te voeren zijn op de mogelijkheden en beperkingen van de persoon. Ziektebeeld en prognose Verreweg het grootste gedeelte van de geïnterviewden geeft aan door lichamelijke klachten moeite met lopen te hebben, variërend van het slechts kunnen nemen van een paar passen tot hooguit honderd meter te kunnen lopen. Ook het hebben van een beperkte conditie op medische grond wordt genoemd; daarnaast zijn er enkelen die door evenwichtsstoornissen genoodzaakt zijn van een scootmobiel gebruik te maken. Over het algemeen zijn de geïnterviewden in de loop van de tijd steeds meer van hun scootmobiel gebruik gaan maken doordat het ziektebeeld verslechterd en zij in de loop van de tijd meer van de scootmobiel afhankelijk worden.
28
Invloed van weersomstandigheden Uit de interviews komt naar voren dat een groep gebruikers het vervelend vindt dat een scootmobiel geen beschutting tegen te elementen biedt. Vooral kou wordt als hinderlijk ervaren, omdat dit in sommige gevallen de lichamelijke klachten verergert. Hoewel enkelen aangaven over een schootskleed te beschikken, blijkt dit niet altijd afdoende. Naast kou blijkt ook blootstelling aan wind en regen een reden om bij dergelijk weer geen gebruik van de scootmobiel te maken. Daarentegen zijn er ook geïnterviewden die aangeven dat zij ongeacht het weer met de scootmobiel op pad gaan. Angsten en onzekerheden Het merendeel van de geïnterviewden geeft aan zich veilig te voelen op hun scootmobiel. Een aantal van hen gaf echter aan zich niet veilig te voelen tussen het snelverkeer op de grote weg en de stoep te verkiezen. Daarnaast geeft een klein aantal geïnterviewden aan zich niet veilig te voelen op hun scootmobiel waarbij de reden lag bij het feit dat de scootmobiel geen 4 maar 3 wielen heeft. Het gevoel leeft dat een scootmobiel met 3 wielen instabieler is. Ervaring met vallen (al dan niet van de gebruiker zelf) heeft over het algemeen een negatieve invloed op het gevoel van veiligheid. Rijvaardigheid Naar voren is gekomen dat lang niet alle gebruikers les heeft gehad in het rijden met een scootmobiel. Bij de gebruikers die wel les hebben gehad, gaf een groot deel aan dat zij enkel een rondje in en rond de winkel van de leverancier hebben gereden. Lessen die bestonden uit meerdere sessies waren meestal opgebouwd uit het binnen aanleren van basisvaardigheden, waarna bijzondere verrichtingen op straat werden geoefend; deze opbouw werd als prettig ervaren. Er is in de groep geïnterviewde gebruikers weinig behoefte aan (extra) rijles. Mensen ervaren recente verkeersdeelname, als fietser of automobilist als een pré in het leren rijden. Mensen die zich onzeker voelen op de scootmobiel geven aan meer behoefte aan lessen te hebben dan mensen die zich zeker voelen. Bij de laatste groep leeft het gevoel “al doende leert men”. Slecht een paar van de geïnterviewden geeft aan contact met het Wmo-loket te hebben over extra rijlessen, de rest weet niet waar of hoe zij rijlessen zouden kunnen aanvragen. De geïnterviewden geven aan hun snelheid aan te passen aan omgeving en rekening houden met het overige (voetgangers)verkeer, maar dat er anderen zijn die dit onvoldoende doen en zo de verdraagzaamheid ten opzichte van scootmobielen in gevaar brengen. Gebruik Er blijkt een verschil te bestaan in de gebruiksduur van scootmobielen, de ene gebruiker maakt in 20 jaar gebruik van slechts drie scootmobielen, terwijl een andere gebruiker na vier jaar al toe is aan de derde scootmobiel. Uit de interviews kwam naar voren dat een scootmobiel gemiddeld vijf tot zeven jaar mee gaat voordat deze wordt afgekeurd of afgeschreven. Over het algemeen ligt de reden waarom een gebruiker een nieuwe scootmobiel krijgt bij de technische staat waarin de scootmobiel verkeert.
29
Over het algemeen zijn de geïnterviewden tevreden over de onderhoudsstaat en de bedieningsmogelijkheden van hun scootmobiel. Als er klachten worden geuit, gaat dit in de meeste gevallen om persoonlijke wensen met betrekking tot de bediening. Hoewel deze wensen per gebruiker verschillen, is naar voren gekomen dat het mandje voor op de Booster Winner te laag is om vanuit de scootmobiel te bereiken en de Auriga spatborden mist, waardoor de kleding van de gebruiker vies wordt door opspattend vuil. Maar er wordt ook aangegeven dat sommige scootmobielen langzamer rijden dan de gebruiker gewend is, langzaam afremmen of optrekken (wat voor onveilige situaties kan zorgen) of regelmatig spontaan stil komen te staan. Dit zijn ernstige problemen en een aantal van de geïnterviewde gebruikers die hiermee te maken kregen, geeft aan zich angstig te voelen wanneer zij na dergelijke ervaringen van dezelfde scootmobiel gebruik moesten maken. “Je zit eigenlijk met angst op dat ding”, zoals een gebruikster vertelde. Actieradius Wanneer aan de gebruiker werd gevraagd wat de actieradius was van de scootmobiel, bleek dat niemand zeker leek te weten hoever de scootmobiel kon rijden. Gebruikers gaven aan te moeten vertrouwen op de accu-indicatie, maar uit hun ervaring is gebleken dat die niet altijd de juiste indicatie weergeeft. Hierdoor durft een deel van de gebruikers niet zo ver te rijden als zij zouden willen, uit angst om stil te komen staan. Over het algemeen is de actieradius van de scootmobielen voldoende voor het dagelijks vervoer binnen Purmerend, maar niet voldoende voor uitstapjes in de omgeving van Purmerend. Snelheid De snelheid van de verschillende scootmobielen varieert tussen de 5 en de 15 km per uur. Het merendeel van de gebruikers is tevreden met de snelheid van hun scootmobiel, maar wanneer men niet tevreden is met de snelheid wil men harder kunnen, bijvoorbeeld om mee te komen met een fietsende partner of een kennis op een snellere scootmobiel. “Bij 10 km ben je helemaal zo’n nummer, daar komt ze aan op d’r scootmobieltje” aldus een scootmobielgebruiker. Er is lang niet altijd een eigen bijdrage betaald om ook daadwerkelijk sneller te kunnen; een enkele keer is de keuze niet geboden, maar meestal blijkt het bedrag van de eigen bijdrage te hoog voor de gebruiker. Daarnaast blijkt er weinig kennis te zijn over het beleid en de exacte hoogte van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage wordt vooral als obstakel ervaren wanneer de gebruiker graag sneller zou willen gaan, maar financieel niet in staat is om deze te betalen. Wanneer een scootmobiel echter de toegezegde snelheid, waarvoor betaald is, niet haalt (bijvoorbeeld wanneer de scootmobiel door mankementen niet meer zo snel gaat als de gebruiker gewend is), wordt dit als een grote ergernis ervaren. Stalling Hoewel de meeste geïnterviewden aangaven over een geschikte stalling te beschikken, blijkt slechte toegankelijk heid van de stalling vaak reden tot ergernis. Drempels en weinig ruimte om te manoeuvreren zijn hierbij de vaakst gehoorde belemmeringen. En wanneer de stalling zelf wel in orde is, blijken de toegangsdeuren van verscheidene wooncomplexen nog een hindernis op zich; soms
30
moeten ze handmatig geopend worden, wat niet lukt vanaf de scootmobiel, of vallen ze te snel dicht wanneer ze wel elektrisch bediend kunnen worden. In meerdere gevallen heeft de gemeente voor de aanpassing van de stalling gezorgd of is deze door de gemeente vergoed. Toch blijkt niet iedereen op de hoogte van deze mogelijkheid. In enkele gevallen is het de geïnterviewde niet duidelijk waarom de gewenste aanpassing niet gerealiseerd is; bijvoorbeeld wanneer de afgewezen voorziening in een naastgelegen, gelijkwaardig pand wel aangelegd is, of omdat de gemeente voor afhandeling verwijst naar de woningbeheerder, die op zijn beurt weer terugverwijst naar de gemeente. Service Alle aspecten van de diensten die verstrekt worden door de, bij de scootmobiel, betrokken instanties als de gemeente Purmerend en de leverancier. Wmo-loket gemeente Purmerend De meeste geïnterviewden geven hierbij aan dat zij over het algemeen weinig met de gemeente te maken hebben, maar dat als het er is, het contact met de medewerkers van het Wmo-loket als prettig wordt ervaren. Sommigen geven aan het taalgebruik van de medewerkers te officieel te vinden en liever in lekentaal te worden toegesproken. Een enkeling is ronduit ontevreden. Wel komt uit de interviews naar voren dat er nog veel onduidelijkheid is wanneer men een beroep kan doen op de diensten van het Wmo-loket. Aanvraag scootmobiel Hoewel een deel van de geïnterviewden aangaf zelf de aanvraag te hebben gedaan via het Wmo-loket, is het vaak een arts of behandelaar geweest die de gebruikers op de mogelijkheid van een scootmobiel wees. Meestal is de aanvraag dan ook door de verwijzer of door derden afgehandeld. De tijd die met de totale aanvraagprocedure gemoeid was, verschilt per geval. Het valt op dat lang niet alle geïnterviewden op de hoogte waren van de inhoud van de procedure en de tijd die de afzonderlijke stappen in beslag konden nemen. Een aantal geïnterviewden gaf aan dat ze het gevoel hadden zich te moeten bewijzen tegenover de keuringsarts van het CIZ, terwijl volgens hen anderen veel eerder een scootmobiel toegewezen kregen zonder hier, volgens hen, recht op te hebben. Sommigen vonden de aanvaag lang duren. Levering scootmobiel Bij de passing van de scootmobiel geven een aantal gebruikers aan dat zij bij de leverancier een keuze hebben mogen maken uit twee of meerdere typen scootmobielen. Deze passing gebeurt vaak op een nieuw model van de beschikbare typen scootmobielen, maar bij levering gaat het soms om een depot scootmobiel. Een aantal mensen geeft aan dat zij hier van tevoren niet over ingelicht waren en geven aan dat zij niet tevreden zijn met het feit dat zij een tweedehands scootmobiel geleverd krijgen, terwijl andere mensen dit niet als een probleem ervaren. Tevens geven een aantal mensen aan dat de scootmobiel waarop zij hebben gepast een hogere snelheid haalde dan de scootmobiel die zij hebben gekregen, maar het is hen vaak niet bekend wat hiervoor de reden is.
31
Een aantal van de geïnterviewden gaf aan voor hun huidige scootmobiel een Solo te hebben gehad, zij hadden graag dit type weer gehad, maar helaas zit deze niet meer in het assortiment. Sommigen zijn tijdens de passing geadviseerd over welk type scootmobiel hen het beste zou liggen, terwijl enkele anderen aangeven dit juist te hebben gemist. Wanneer de scootmobiel uiteindelijk wordt geleverd blijkt dat de uitleg van de leverancier niet altijd voldoende voor de gebruiker. Sommigen gaven aan dat de werknemers die de scootmobiel kwam afleveren niet op tijd kwamen of juist haast hadden, waardoor de uitleg minimaal bleef. Onderhoud Bijna alle geïnterviewden weten dat zij de leverancier kunnen bellen bij problemen, maar een enkeling weet niet dat diensten met betrekking tot de scootmobiel niet meer door Eveanwinkel worden verzorgd, maar door Verhoef Revalidatietechniek zijn overgenomen. De spreekuren van de leverancier bij het Jaap van Praaghuis en op het Gildeplein zijn bij de meeste gebruikers bekend, maar precieze plaats en tijd zijn soms helemaal niet bekend. Wanneer men op straat stil komt te staan is de monteur meestal snel ter plaatse, maar een enkeling heeft de ervaring dan lang te moeten wachten. Sommige van de geïnterviewden zijn van mening dat de leverancier niet direct komt helpen als je thuis staat met kapotte scootmobiel, omdat situatie dan niet dringend zou zijn. Over algemeen heerst de indruk dat de leverancier probeert om de scootmobiel voor de voordeur te repareren en de scootmobiel alleen meeneemt voor reparatie als de reparatie niet buiten de werkplaats kan worden gedaan. Een aantal geïnterviewden geeft aan dat lang duurt voordat De leverancier een afspraak voor reparatie kan maken. Sommigen zeggen ook dat lang duurt voor de reparatie gedaan is en het zomaar kan dat je scootmobiel langer kwijt bent dan is toegezegd en dat het contact met de gebruiker hierover soms niet optimaal is. Wat hierbij opvalt, is dat er bij een reparatie die langer duurt dan een paar dagen niet altijd een tijdelijke scootmobiel wordt verstrekt. De geïnterviewden die hiermee te maken hebben gehad, geven aan dit erg vervelend te vinden omdat zij hierdoor voor hun dagelijks vervoer weer van anderen afhankelijk zijn, zolang de reparatie duurt. Veel gebruikers zijn niet op de hoogte van een jaarlijkse keuring van de scootmobiel en geven aan hier wel behoefte aan te hebben. Over algemeen is het gevoel over het contact met de monteurs goed, enkelen geven echter aan dat sommige monteurs niet nauwkeurig genoeg kijken (“ze trappen een keer tegen de banden en dat is het dan”) of ze willen het aangegeven probleem snel repareren zonder naar de onderliggende oorzaak te zoeken. Vervanging De meeste scootmobielen worden vervangen wanneer zij door de leverancier zijn afgekeurd. Opvallend is wel dat de periode tussen het moment van afkeuring en de levering van een nieuwe scootmobiel een aantal maanden in beslag kan nemen. Een aantal van de geïnterviewden gaf aan niet te begrijpen waarom dit is, omdat volgens hen procedures onnodig herhaald worden (een keuring door het CIZ of het nemen van haalbaarheidslessen) waardoor de levering van een vervangende scootmobiel voor hen te lang op zich laat wachten. Sommigen gaven ook aan dat een monteur van Verhoef had gemeld dat de scootmobiel was afgekeurd en dat zij dit aan de gemeente zou doorgeven, maar de gebruikers hebben, inmiddels enkele weken later, nog niets van de laatstgenoemde instantie vernomen.
32
In een aantal gevallen kregen de gebruikers een tijdelijke scootmobiel van de leverancier voor de duur van de vervangingsprocedure, terwijl anderen aangeven al enkele maanden noodgedwongen gebruik te moeten maken van een afgekeurde, en nog steeds defecte, scootmobiel. Vooral dit laatste leidt tot ergernis, onder andere omdat de gebruikers die dit overkomt zich niet veilig voelen wanneer zij van de scootmobiel gebruik moeten maken. Het blijkt dat deze gebruikers hierdoor minder gebruik maken van de scootmobiel dan zij zouden willen, uit angst dat de scootmobiel er zomaar mee ophoudt. Leverancier De ervaringen met Verhoef Revalidatietechniek lopen sterk uiteen. Een grote groep geïnterviewden geeft aan dat zij de service van Verhoef als goed ervaren en hier nog nooit problemen mee hebben gehad. Eén van de geïnterviewden vertelde dat Verhoef zijn uiterste best had gedaan om een pechgeval ver buiten de regio naar tevredenheid op te lossen. De gebruikers die echter niet tevreden te zijn, geven aan het gevoel te hebben dat hun klachten niet serieus genomen worden door de leverancier. Hieronder vallen bijvoorbeeld gebruikers die gebruik moeten blijven maken van een defecte scootmobiel en voor hun gevoel veel moeite moeten doen voordat de afkeuring en vervanging rond is. Maar ook gebruikers met minder ernstige klachten voelen zich tekort gedaan wanneer de monteurs van Verhoef aangeven dat zij “wel elke dag een rondje moeten rijden” omdat de scootmobiel anders “lui” zou worden. Over het algemeen blijkt dat men tevreden is met de service van Verhoef Revalidatietechniek, al is “Evean was beter” een veelgehoorde uitspraak. Toegankelijkheid van de gemeente Purmerend Uit de interviews kwam naar voren dat volgens de meeste gebruikers het wegdek in de gemeente Purmerend te wensen over laat. “Neemt u maar van mij aan, er bestaan in Purmerend geen gladde wegen”, werd er gezegd op de vraag hoe men de wegen in de gemeente ervaart. Vooral in het oude stadsha rt vindt men de straten erg ongelijk, maar ook over andere fietspaden wordt vermeld dat deze vol kuilen en hobbels zitten, of dat de tegels ongelijk liggen. “Als je door een kuil gaat zit je hart in je hersens” vertelde een gebruikster over het rijden op een scootmobiel met weinig vering op een dergelijke weg. Daarnaast worden de fietspaden in de Purmer en Purmer-Noord genoemd als onprettig omdat deze schuin aflopen naar de afwatering, waardoor de scootmobiel scheef gaat hangen. Ook hellingen naar de oversteek bij kruispunten met stoplichten worden als vervelend ervaren omdat het daar lastig is om goed af te remmen en men dicht op de weg moet staan om het stoplicht te kunnen bedienen. Eén geïnterviewde gaf aan de bochten na de bruggen over de ringvaart te krap te vinden, en zei hier al eens doorgeschoten en in het water terechtgekomen te zijn. Over het algemeen vinden de geïnterviewden dat de stoepen voldoende op- en afritten hebben, maar sommigen vinden de helling hiervan te steil. De staat van de stoepen vinden de geïnterviewden niet optimaal, er liggen vaak tegels los en de stoepen zijn vaak ongelijk. Ook noemde een aantal gebruikers dat er veel ostakels op de stoep staan, waardoor deze niet met een scootmobiel gebruikt kunnen worden. Ook lang niet alle winkels zijn volgens de geïnterviewden toegankelijk met een scootmobiel, omdat de schappen te dicht op elkaar staan en er geen ruimte is om te manoeuvreren. Veel van de geïnterviewden gaven ook aan de markt op dinsdag niet
33
meer te kunnen bezoeken, omdat het te smal en te druk is om er met een scootmobiel tussendoor te komen. Tot slot meldt een deel van de geïnterviewden dat het aanvullend openbaar vervoer uitgevoerd door Connexxion te wensen overlaat; vaak duurt de wachttijd langer dan 15 minuten voor of na de gereserveerde tijd.
34
DISCUSSIE EN CONCLUSIE Discussie Dit onderzoek is uitgevoerd om de gemeente Purmerend van een gepast advies te kunnen voorzien om hun beleid met betrekking tot de verstrekte scootmobielen te optimaliseren. Om dit advies te kunnen schrijven is de volgende vraag gebruikt als leidraad voor het onderzoek; hoe ervaren de gebruikers van een, door de gemeente Purmerend verstrekte, scootmobiel het gebruik van hun voorziening, welke redenen geven zij hiervoor aan en welke behoeften en aanvullende wensen hebben zij op dit gebied? Daarnaast is er een oriënterend onderzoek gedaan naar het gebruik van en de tevredenheid over de door de gemeente Purmerend verstrekte aangepaste fietsen, dat uitging van de volgende vraag; hoe is het gebruik van en de tevredenheid over de, door de gemeente Purmerend verstrekte, aangepaste fietsen? Als eerste wordt geprobeerd een antwoord te geven op de vragen met betrekking tot de aangepaste fietsen, daarna zullen de scootmobielen aan bod komen.
Aangepaste fietsen De respons op de verstuurde enquêtes was 68%. Dit is ruimschoots hoger dan de minimumrespons van 50% die voorafgaand aan dit onderzoek is gesteld. Zelfs na aftrek van die vragenlijsten die niet bruikbaar waren voor verwerking, bleef nog een respons over va n ruim 63% wat voldoende is om betrouwbare resultaten te verkrijgen. Het grootste gedeelte van de verstrekte aangepaste fietsen wordt wekelijks gebruikt; slechts 7 werden er niet meer gebruikt. Hoewel er dus gezegd kan worden dat de door de gemeente Purmerend verstrekte aangepaste fietsen voorzien in een vervoersbehoefte, valt het op dat meer dan de helft van de gebruikers aangeeft dat deze voorziening het vervoersprobleem niet of maar deels oplost. Dit valt mogelijk te verklaren door de kenmerken van de gebruikers van deze voorziening; veel van hen zijn kinderen (de vragenlijsten waren geadresseerd aan ouders/verzorgers) en daarnaast woont bijna 25% van de gebruikers in een sociowoning of gezinsvervangend tehuis. Hieruit kan opgemaakt worden dat de fiets niet het primaire vervoersmiddel is, wat ook gestaafd wordt door het feit dat slechts 8% geen gebruik maakt van een ander vervoersmiddel dan de aangepaste fiets. Dit is ook op te maken uit het feit dat verreweg de meeste gebruikers aangeven hun aangepaste fiets gebruiken om in beweging te blijven of om in de buitenlucht te zijn. Verreweg het grootste gedeelte van de gebruikers beschikken over een geschikte stalling voor hun aangepaste fiets. Bij diegenen die aangeven dat dit niet het geval is, wordt gebrek aan ruimte om te stallen of om in de stalling te komen het vaakst als reden gegeven. Dit kan verklaard worden door het feit dat een aangepaste fiets vaak breder (in het geval van een model met drie of vier wielen) of langer (tandem) is dan een reguliere fiets. Ruim 80% van de gebruikers geeft aan tevreden te zijn met de aan hun verstrekte aangepaste fiets, slechts twee gebruikers zijn echt ontevreden. In de meeste gevallen kan de ontevredenheid worden verklaard door het feit dat de geleverde voorziening niet (meer) adequaat is.
35
Scootmobielen De respons op de enquêtes verstuurd aan gebruikers van door de gemeente Purmerend verstrekte scootmobielen lag nog hoger dan die van de aangepaste fietsen; met ruim 89% teruggestuurde vragenlijsten van de ongeveer 630 die er verstuurd zijn kan er niet anders worden gezegd dat dit een hele hoge respons is. Er kan dan ook vanuit worden gegaan dat de uitkomsten van het onderzoek verricht op basis van de vragenlijsten overeenkomen met wat er daadwerkelijk speelt in de gemeente Purmerend. Over het algemeen worden de scootmobielen meerdere keren per week gebruikt, vaak ook meerdere malen per dag. De voornaamste redenen voor scootmobielgebruik zijn boodschappen doen, het bezoeken van vrienden, familie en kennissen en om in de buitenlucht te zijn. Dit komt overeen met het doel van de scootmobiel als vervangend vervoersmiddel voor de middenlange afstand om zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen. (Gemeente Purmerend 2007). “Ik was 4 jaar niet weggeweest, dan gaat er een hele nieuwe wereld voor je open” aldus een scootmobielgebruiker. Bij bijna 80% van de gebruiker voorziet de aan hen verstrekte scootmobiel grotendeels of zelfs helemaal in de vervoersbehoefte. In tegenstelling tot de gebruikers van aangepaste fietsen wordt er minder vaak van een ander vervoersmiddel naast de verstrekte voorziening gebruik gemaakt. Wanneer dit wel het geval is, is dit meestal collectief aanvullend vervoer. Bijna 90% van de gebruikers geeft aan over geschikte stalling voor de scootmobiel te beschikken. Wanneer er problemen worden ervaren met de stalling komt dit meestal omdat deze niet of niet makkelijk toegankelijk is, doordat toegangswegen of -deuren te smal zijn of anderszins voor problemen zorgen. Ook stalling in huis of op een onbewaakte en vrij toegankelijke plaats worden als niet wenselijk ervaren. Het grootste deel van de gebruikers geeft aan goed te overweg te kunnen met hun scootmobiel. Hoewel tijdens de interviews naar voren is gekomen dat lang niet iedereen volwaardige rijlessen heeft gehad, blijkt dat men in de meeste gevallen in staat is om de rijvaardigheid zelf te verbeteren door het opdoen van steeds meer rijervaring. Wel zou er volgens de geïnterviewden aandacht moeten worden besteed aan bijzondere vaardigheden als het nemen van stoepen en hellingen, en het aanpassen van de snelheid aan de omgeving. Uit de vragenlijsten blijkt dat 10 gebruikers daadwerkelijk behoefte te hebben aan rijles. In de interviews kwam hierover naar voren dat een gebrek aan zelfvertrouwen tijdens het rijden een reden is om zich onveilig te voelen op de scootmobiel. Deze bevindingen komen overeen met de richtlijn van de NVE, die aan beide aspecten aandacht besteed in de handleiding voor scootmobieltraining (NVE, 2003) Ruim 86% van de gebruikers geeft aan tevreden te zijn over de aan hun verstrekte scootmobiel. De gebruikers die niet tevreden zijn over de aan hun verstrekte scootmobiel geven als voornaamste redenen aan dat de snelheid en/of de actieradius van de voorziening niet voldoende is. Geïnterviewde gebruikers die te maken krijgen met terugkerende defecten en/of het gevoel hebben dat hun klachten niet serieus worden genomen door de leverancier geven vaker aan dat zij niet tevreden zijn. De onderzoekers waren dan ook erg verbaasd dat sommige gebruikers aangaven door te moeten rijden op een defecte en/of zelfs afgekeurde scootmobiel en dat lang niet alle gebruikers over een tijdelijke scootmobiel konden beschikken wanneer de eigen scootmobiel niet bruikbaar was. In de gevallen waar dit voorkwam bleek namelijk, dat de gebruiker weer terug moest vallen op anderen voor vervoer,
36
en zo tijdelijk een terugval maakte in onafhankelijkheid, wat lijnrecht staat tegenover het eigenlijke doel van de scootmobiel. Gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de service die geboden wordt door het Wmo-loket van de gemeente Purmerend. Wel geven zij aan dat er meer duidelijkheid mag komen over de procedures en de tijdspaden die daarmee gemoeid zijn en dat ook de regels rondom de eigen bijdrage duidelijker moeten worden. Het geven van inzicht in deze beleidsaspecten zou veel ergernis bij de gebruikers kunnen wegnemen. De meningen over de service van de leverancier lopen sterk uiteen. De meeste gebruikers zijn tevreden, terwijl een klein deel van de gebruikers aangeeft zeer ontevreden te zijn. Redenen voor ontevredenheid liggen vaak in ervaringen met lange wachttijden, onvolledige reparaties en het al eerder aangegeven gevoel niet serieus te worden genomen. Conclusies • •
•
In het algemeen zijn de gebruikers van door de gemeente Purmerend verstrekte aangepaste fietsen tevreden en maken regelmatig gebruik van hun voorziening. Scootmobielgebruikers zijn grotendeels tevreden over de aan hen verstrekte voorziening. Redenen voor ontevredenheid zijn inadequate stalling , de onderhoudsstaat van de scootmobiel en in hun ogen beperkte mogelijkheden van de voorziening. Samengevat zouden de scootmobielgebruikers meer informatie willen over procedures rondom de scootmobiel, meer mogelijkheden ten opzichte van snelheid en actieradius en het gevoel willen hebben altijd serieus te worden genomen door de betrokken instanties.
37
AANBEVELINGEN VOOR VERVOLGONDERZOEK Dit onderzoek valt eigenlijk in twee delen uit een; een oriënterend onderzoek met behulp van schriftelijke enquêtes e n een beschrijvend onderzoek door middel van semi-gestructureerde interviews. Oriënterend onderzoek Omdat er maar weinig tijd was om de vragenlijsten voor de enquêtes op te stellen, is er gebruik gemaakt van een bestaande vragenlijst, die op basis van gezond verstand is aangepast. Bij de verwerking van deze lijsten bleek dat met name de vraagstelling voor de gebruikers van aangepaste fietsen niet altijd even geschikt was, omdat deze regelmatig door ouders/verzorgers zijn ingevuld en niet door de gebruiker zelf. Bovendien bleek uit de antwoorden van beide groepen gebruikers dat het taalgebruik in de vragen te officieel en daardoor niet altijd even duidelijk was. Hieruit komen de volgende aanbevelingen voort: • Er moet beter gekeken worden naar de kenmerken van de gebruikersgroepen zodat de vragen en de antwoordmogelijkheden beter aansluiten bij de specifieke eigenschappen van de gebruikers van verschillende voorzieningen. • Het taalgebruik in de vragenlijst moet makkelijk te begrijpen zijn; officieel taalgebruik blijkt niet altijd goed begrepen te worden • Maak bij vragen die kunnen leiden tot mogelijk nadelige gevolgen voor de gebruikers duidelijk onderscheidt in welke gevallen dit wel of niet van toepassing is. • Om een goed beeld te blijven houden van het actuele gebruik van en tevredenheid over de door de gemeente Purmerend verstrekte voorzieningen is het wenselijk een dergelijke enquête periodiek te herhalen. Hierbij valt te denken aan één keer per twee jaar. Omdat de vragenlijst vrij uitgebreid is, achten de onderzoekers hem niet geschikt om jaarlijks of nog vaker verstrekt te worden. Beschrijvend onderzoek Zoals al in de onderzoeksopzet beschreven, is er op verschillende manieren geprobeerd om de validiteit en betrouwbaarheid zo groot mogelijk te maken. Door gebruik te maken van een pilot kon het interviewscript nog worden aangepast, maar dit bleek nauwelijks nodig. De aantekeningen die tijdens de interviews zijn gemaakt waren over het algemeen voldoende voor de analyse, slechts op een paar momenten is er van de bandopnamen gebruik gemaakt. Wel kwam er tijdens de analyse naar voren dat het van belang is om de verkregen informatie overzichtelijk te ordenen. Hieruit komen de volgende aanbevelingen voort: • Het afnemen van een grote hoeveelheid interviews achter elkaar is erg intensief; zorg voor voldoende rust en afleiding tussendoor om ook bij de laatste interviews van de dag of week nog de volledige aandacht bij het interview te kunnen houden. • Maak gebruik van voldoende tabbladen met daarop elkaar aanvullende maar niet overlappende variabelen, waarop per keer een overzichtelijk aantal labels staat om de informatie uit de interviews gemakkelijk te kunnen ordenen, of maak gebruik van speciaal voor kwalitatieve analyse ontworpen software.
38
Overige adviezen voor vervolgonderzoek •
•
Tijdens dit onderzoek is duidelijk geworden dat er nog onvoldoende informatie is over de vorm en inhoud van de rijlessen die de gebruikers van scootmobielen ontvangen. Het lijkt daarom gewenst om hier meer onderzoek naar te verrichten. De diensten zoals deze geleverd worden door R.H.C. Verhoef Revalidatie Techniek zijn een onderdeel van de procedures rondom scootmobielgebruik. De informatie hierover die in dit onderzoek is beschreven, is afkomstig van de scootmobiel gebruikers. Praktijkonderzoek bij de leverancier zou een completer beeld van hun werkwijze kunnen geven.
39
LITERATUUR Baarda, dr. D.B., Goede, dr. M.P.M. en Kalmin, dr. M. (2000): Enquêteren en gestructureerd interviewen, Groningen: Wolters-Noordhoff. Boeije, H. (2005): Analyseren in kwalitatief onderzoek, denken en doen, Boom Onderwijs. Cook, J.V. (2001): Qualitative Research in Occupational Therapy, Strategies and Experiences, Albany NY: Delmar Thomson Learning. Emans, B. (1990): Interviewen, theorie, techniek en training, derde druk, Groningen: Wolters-Noordhoff. Gemeente Purmerend (2006): Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning, versie 0.3 dd 09-12-2006. Gemeente Purmerend (2007): Verordening maatschappelijke ondersteuning en Toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning. Herk, N. van, Lamberts, A., Martens, L. en Schot, L. (1998): ‘Ik noem hem Zoef…’, onderzoeksverslag over het gebruik van de scootmobiel in de gemeente Tilburg en Gilze-Rijen, Hogeschool van Amsterdam; afstudeerproject opleiding ergotherapie. Leenders, C. Made, M. van der, Noordeloos, P. en Toebak, N. (2000): Tevredenheidsonderzoek scootmobielgebruik in de gemeente Gouda, onderzoeksverslag, Hogeschool van Amsterdam; afstudeerproject opleiding ergotherapie. Leenders, C. Made, M. van der, Noordeloos, P. en Toebak, N. (2000): Tevredenheidsonderzoek scootmobielgebruik in de gemeente Gouda, adviesrapport, Hogeschool van Amsterdam; afstudeerproject opleiding ergotherapie. Nitz, J.C. (2008): Evidence from a cohort of able bodied adults to support the need for driver training for motorized scooters before community participation, Patient Education and Counseling, vol. 70, pp. 276-280. NVE (2003) Ergotherapeutische standaard voor training met elektrische rolstoel en scootmobiel, handleiding en stroomschema, Utrecht: Lemma. Staatssecretariaat van Volksgezondheid, welzijn en sport (2005): maatschappelijke ondersteuning, kamerstukken II 2004-2005, 30 131. Op 30-01-2008 ontleend aan: http://www.st-ab.nl/wetwmomvt.htm
Wet
40
BIJLAGEN I II III IV V VI VII VIII IX
Artikel 1 Wet maatschappelijke ondersteuning Vragenlijst aangepaste fiets Vragenlijst scootmobiel Begeleidende brief schriftelijke enquête aangepaste fiets Begeleidende brief schriftelijke enquête scootmobiel Interviewscript Leidraad telefonische benadering respondenten Inleiding interview Codeboek
41
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 Staatsblad 2006 351 1 Artikel 1 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; b. mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt; c. maatschappelijke opvang: het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissitua tie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving; d. vrouwenopvang: het tijdelijk bieden van onderdak en begeleiding aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld; e. openbare geestelijke gezondheidszorg: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg; f. versla vingsbeleid: maatschappelijke zorg gericht op verslaafden, alle individuele geneeskundige verslavingszorg daaronder niet begrepen, en preventie van verslavingsproblemen, met inbegrip van activiteiten in het kader van de bestrijding van overlast door versla ving; g. maatschappelijke ondersteuning: 1°. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; 2°. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden; 3°. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4°. het ondersteunen van mantelzorgers daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers; 5°. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem; 6°. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer; 7°. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd; 8°. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen; 42
9°. het bevorderen van verslavingsbeleid; h. huishoudelijke verzorging: het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort; i. steunfunctiewerk: activiteiten die het uitvoeren of voorbereiden daarvan, ondersteunen van het door de gemeente te voeren beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning. 2. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met: a. echtgenoot: geregistreerde partner; b. gehuwd: als partner geregistreerd. 3. Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen besluiten wordt: a. als gehuwd of als echtgenoot mede aangemerkt de ongehuwde meerderjarige die met een andere ongehuwde meerderjarige een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad; b. als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is. 4. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten va n de huishouding dan wel anderszins. 5. Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en: a. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de toepassing van deze wet daarmee gelijk zijn gesteld, b. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de een door de ander, c. zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract, of d. zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding, bedoeld in het vierde lid. 6. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke registraties, en gedurende welk tijdvak, in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het vijfde lid, onderdeel d. 7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het blijk geven zorg te dragen voor een ander, zoals bedoeld in het vierde lid.
43
Vragenlijst gebruik aangepaste fiets Invulinstructie:
U kunt bij elke vraag het gewenste antwoord aankruisen. Wanneer er … achter het antwoord staat, kunt u het antwoord in uw eigen woorden toelichten.
Vragenlijst:
1. Gebruikt u de aan u verstrekte aangepaste fiets? O Ja O Nee, ga verder naar vraag 12 2. Hoe O O O
vaak gebruikt u de fiets? … keer per week … keer per maand Minder vaak, namelijk …
3. Waarvoor gebruikt u de fiets? (meerdere antwoorden mogelijk) O Om boodschappen te doen O Om familie, vrienden, kennissen te bezoeken O Om naar een club of vereniging te gaan O Om uitstapjes mee te maken O Om in beweging te blijven O Om in de buitenlucht te zijn O Een ander doel, namelijk… 4. Lost de fiets uw vervoersprobleem op? O Ja, helemaal O Ja, voor het grootste deel O Ja, voor een klein deel O Nee, helemaal niet 5. Maakt u gebruik van een ander vervoersmiddel als aanvulling op uw aangepaste fiets? O Ja, namelijk (meerdere antwoorden mogelijk) O De eigen auto O De auto van derden O Het openbaar vervoer O Het collectief vervoer (zoals de regiotaxi) O Een particuliere taxi O Een ander vervoermiddel, namelijk… O Nee 6. Heeft u een geschikte stallingruimte voor de fiets? O Ja, namelijk… O Nee, omdat… O Stalling is aanwezig, alleen het in/uitrijden met de fiets van de stalling geeft problemen, omdat… 7. Vindt u dat u goed met de fiets overweg kunt? O Ja, ik vind dat ik prima met de fiets overweg kan, ga dan naar vraag 9 O Ja, ik vind dat ik redelijk met de fiets overweg kan. O Nee, ik vind dat ik niet zo goed met de fiets overweg kan.
44
8. Vindt u dat u extra les nodig heeft voor het gebruik van de fiets? O Ja, daar heb ik behoefte aan O Nee, ik leer het zelf en/of iemand helpt mij daar bij O Nee, ik denk niet dat dat helpt 9. In hoeverre bent u tevreden met de fiets? O Ik ben tevreden O Ik ben niet zo tevreden O Ik ben ontevreden 10. Waarom bent u niet zo tevreden of ontevreden over de fiets? O Ik ben niet tevreden, omdat ...
11 Wilt u dat een medewerker van loket Wmo naar aanleiding van deze vragenlijst contact met u opneemt? O Ja, graag O Nee, dat is niet nodig
Alleen invullen wanneer u uw aangepaste fiets niet meer gebruikt: 12. Waarom maakt u geen gebruik (meer) van de fiets? O Ik maak geen gebruik meer van de fiets, omdat…
13. Wilt u dat de fiets door Verhoef Revalidatie Techniek opgehaald wordt? O Ja O Nee, omdat…
Wij danken u voor uw medewerking!
45
Vragenlijst gebruik scootmobiel Naam: Geboortedatum: Adres: Telefoonnummer: In bezit van scootmobiel sinds: Invulinstructie:
U kunt bij elke vraag het gewenste antwoord aankruisen. Wanneer er … achter het antwoord staat, kunt u het antwoord in uw eigen woorden toelichten.
Vragenlijst:
1. Gebruikt u de aan u verstrekte scootmobiel? O Ja O Nee, ga verder naar vraag 12 2. Hoe O O O
vaak gebruikt u de scootmobiel? … keer per week … keer per maand Minder vaak, namelijk …
3. Waarvoor gebruikt u de scootmobiel? (meerdere antwoorden mogelijk) O Om boodschappen te doen O Om familie, vrienden, kennissen te bezoeken O Om naar een club of vereniging te gaan O Om uitstapjes te maken O Om in de buitenlucht te zijn O Een ander doel, namelijk… 4. Lost de scootmobiel uw vervoersprobleem op? O Ja, helemaal O Ja, voor het grootste deel O Ja, voor een klein deel O Nee, helemaal niet 5. Maakt u gebruik van een ander vervoersmiddel als aanvulling op uw scootmobiel? O Ja, namelijk (meerdere antwoorden mogelijk) O De eigen auto O De auto van derden O Het openbaar vervoer O Het collectief vervoer (zoals de regiotaxi) O Een particuliere taxi O Een ander vervoermiddel, namelijk… O Nee
46
6. Heeft u een geschikte stallingruimte voor de scootmobiel? O Ja, namelijk… O Nee, omdat… O Stalling is aanwezig, alleen het in/uitrijden met de scootmobiel van de stalling geeft problemen, omdat… 7. Vindt u dat u goed met de scootmobiel overweg kunt? O Ja, ik vind dat ik prima met de scootmobiel overweg kan, ga dan naar vraag 9 O Ja, ik vind dat ik redelijk met de scootmobiel overweg kan. O Nee, ik vind dat ik niet zo goed met de scootmobiel overweg kan. 8. Vindt u dat u extra les nodig heeft voor het gebruik van de scootmobie l? O Ja, daar heb ik behoefte aan O Nee, ik leer het zelf en/of iemand helpt mij daar bij O Nee, ik denk niet dat dat helpt 9. In hoeverre bent u tevreden met de scootmobiel? O Ik ben tevreden O Ik ben niet zo tevreden O Ik ben ontevreden 10. Waarom bent u niet zo tevreden of ontevreden over de scootmobiel? O Ik ben niet tevreden, omdat ...
11 Wilt u dat een medewerker van loket Wmo naar aanleiding van deze vragenlijst contact met u opneemt? O Ja, graag O Nee, dat is niet nodig Alleen invullen wanneer u uw scootmobiel niet meer gebruikt: 12. Waarom maakt u geen gebruik (meer) van de scootmobiel? O Ik maak geen gebruik meer van de scootmobiel, omdat…
13. Wilt u dat de scootmobiel door Verhoef Revalidatie Techniek opgehaald wordt? O Ja O Nee, omdat…
Wij danken u voor uw medewerking!
47
Geachte meneer, mevrouw, Via de Wet voorzieningen gehandicapten of de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft u een aangepaste fiets. De gemeente heeft deze voorziening destijds van Verhoef Revalidatie Techniek gekocht en betaalt maandelijks een bedrag voor onderhoud en reparatie. De gemeente houdt regelmatig onderzoek naar het gebruik van deze voorzieningen. Wij zijn benieuwd of u de verstrekte aangepaste fiets gebruikt en zo ja, of u er tevreden over bent. Gebruikt u de aangepaste fie ts niet meer, dan zijn wij benieuwd naar de reden(en) daarvoor. Wij verzoeken u om bijgaande vragenlijst in te vullen en terug te sturen door middel van bijgevoegde antwoordenveloppe aan het loket Wmo. Een postzegel is niet nodig. Wij danken u bij voorbaat voor uw medewerking. Het is mogelijk dat de onderzoekers aan de hand van deze vragenlijst nog contact met u op willen nemen. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met het loket Wmo, van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 15.00 uur, telefoonnummer 0299 452210. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Purmerend Namens dezen, Mevr. C.H.M. van Groningen-Schuitemaker Teammanager Wmo
48
Geachte meneer, mevrouw, Via de Wet voorzieningen gehandicapten of de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft u een scootmobiel. De gemeente heeft deze voorziening destijds van Verhoef Revalidatie Techniek gekocht en betaalt maandelijks een bedrag voor onderhoud en reparatie. De gemeente houdt regelmatig onderzoek naar het gebruik van deze voorzieningen. Wij zijn benieuwd of u de verstrekte scootmobiel gebruikt en zo ja, of u er tevreden over bent. Gebruikt u de scootmobiel niet meer, dan zijn wij benieuwd naar de reden(en) daarvoor. Wij verzoeken u om bijgaande vragenlijst in te vullen en terug te sturen door middel van bijgevoegde antwoordenveloppe aan het loket Wmo. Een postzegel is niet nodig. Wij danken u bij voorbaat voor uw medewerking. Het is mogelijk dat de onderzoekers aan de hand van deze vragenlijst nog contact met u op willen nemen. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met het loket Wmo, van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 15.00 uur, telefoonnummer 0299 452210. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Purmerend Namens dezen, Mevr. C.H.M. van Groningen-Schuitemaker Teammanager Wmo
49
INTERVIEWSCRIPT Gebruiker Ziektebeeld en Prognose - Kunt u mij vertellen waarom u een scootmobiel nodig heeft? o Beperkingen o Prognose o Lichamelijke en geestelijke gevolgen hiervan - Is dit veranderd sinds u de scootmobiel heeft? Weersinvloeden op de gebruiker - Heeft het weer invloed op het gebruik van uw scootmobiel? § Zo ja, waar bestaat dit uit? o Regen o Wind o Temperatuur (hitte/kou) Rijvaardigheid - U heeft aangegeven dat u … met de scootmobiel overweg kunt. Kunt u ons uitleggen waarom u dat vindt? - Heeft u scootmobielrijlessen gehad? § Zo ja, waar bestonden deze uit? Wat heeft u eraan gehad? § Zo nee, wat was hier de reden voor? - waar zou u les in (gehad) willen hebben? Onzekerheid/angsten - Ervaart u het rijden op de scootmobiel als veilig? § Wat bepaalt dit gevoel voor u? - Bent u wel eens bang op de scootmobiel? § Zo ja, in welke situaties bent u bang? • Heeft dit invloed op uw rijgedrag? o Zo ja, in welk opzicht • Heeft dit invloed op het gebruik van uw scootmobiel? § Andere weggebruikers § Wegligging § Staat waarin de wegen verkeren Gebruik -
Hoe lang gebruikt u al een scootmobiel? Is dit uw eerste scootmobiel? § Zo nee, wat was de reden van vervanging? Waarvoor gebruikt u uw scootmobiel zoal? Hoe groot zijn de afstanden die u met uw scootmobiel aflegt? o Waarom juist deze afstanden? Is dit veranderd sinds u de scootmobiel heeft? Wat kan uw scootmobiel allemaal? o Actieradius (hoe ver kunt u er mee rijden?) o Snelheid (hoe hard kunt u er mee rijden? o Acceleratie (Hoe snel trekt hij op en remt hij af?) o Draaicirkel (Kunt u de bochten maken die u wilt maken?) o Bedieningsmogelijkheden (sturen, gas geven, knoppen)
50
o o o o o o
Bedieningsgemak (Kunt u de scootmobiel makkelijk bedienen?) Stabiliteit (Is de scootmobiel stabiel?) Vering (Is er vering aanwezig op de scootmobiel?) Instellingsmogelijkheden (Kunt u dingen zelf instellen?) Zitting Verlichting
-
Hoe onderhoudt u uw scootmobiel? o Opladen o Schoonhouden
-
Bent u tevreden met de mogelijkheden van uw scootmobiel? § Zo ja, waarom wel? § Zo nee, waarom niet?
-
Hoe is de stalling van uw scootmobiel geregeld? o grootte o toegang o stroom o afschermingsmogelijkheden (van weer en beschadiging/diefstal
-
Bent u tevreden met de stalling van uw scootmobiel § Zo ja, waarom wel? § Zo nee, waarom niet?
-
Hoe ervaart u het wegdek in de gemeente Purmerend?
Service -
Kunt u mij vertellen hoe de aanvraag/vervanging van uw scootmobiel is verlopen? Hoe heeft u het contact met de gemeente ervaren? Heeft u toen uw scootmobiel vervangen werd, een tijdelijke scootmobiel gehad?
-
Hoe heeft u de levering van de scootmobiel ervaren? Zijn er zaken rond aanvraag en levering die in uw ogen anders hadden gemogen? § Zo ja, welke?
-
Kunt u mij vertellen waar wie u moet benaderen als u scootmobiel stuk gaat § Heeft u hier ervaring mee? § Hoe is dit bevallen? Bent u bekent met de spreekuren van Verhoef? Hoe ervaart u het contact met Verhoef?
-
Kunt u mij vertellen waar u terecht kunt met vragen over de scootmobiel, bijvoorbeeld voor aanpassing of vervanging?
-
Bent u tevreden met de service rond uw scootmobiel? § Zo ja, waarom wel? § Zo nee, waarom niet?
Dit waren al onze vragen, heeft u nog aanvullingen? Dan willen wij u heel hartelijk bedanken voor uw medewerking!
51
leidraad telefoongesprek afspraak interview § §
§
§ §
stel je voor en vermeldt dat je van het Wmo-loket bent geef aan dat je belt over; - Twee studenten ergotherapie doen voor het Wmo-loket een afstudeeronderzoek naar scootmobielen. - Meneer/Mevrouw heeft hier onlangs een vragenlijst over ontvangen en teruggestuurd - De studenten willen graag door middel van een interview meer informatie krijgen - Meneer/Mevrouw heeft aangegeven dat er contact met hem/haar opgenomen mocht worden, vandaar dat u gebeld wordt. Vertel wat het interview in zal houden; - Het interview wordt bij u thuis afgenomen door de twee studenten en duurt ongeveer 45 minuten - In het interview zal dieper in worden gegaan op de onderwerpen die in de vragenlijst over het gebruik van uw scootmobiel aan de orde zijn gekomen - De informatie uit het interview wordt zorgvuldig en anoniem verwerkt. - Het meewerken heeft voor u geen verdere gevolgen m.b.t. de scootmobiel. Vraag of Meneer/Mevrouw hier aan mee wil werken en maak een afspraak als zij akkoord gaan Bedank voor Meneer/Mevrouw voor hun tijd/medewerking
Belangrijk: - mensen mogen altijd weigeren om mee te werken, het is niet de bedoeling om hen over de streep te trekken om wel mee te doen. - als mensen er over na willen denken, kun je afspreken om hen terug te bellen - kunnen mensen niet op de aangegeven data, dan houdt het op en worden vriendelijk bedankt.
52
Inleiding Ik wilde beginnen met nog eens duidelijk uit te leggen wat de hele bedoeling van dit interview is. Ik ben dus … en net als … ben ik student ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam. Wij zijn bezig met ons afstudeeronderzoek en de gemeente Purmerend heeft ons gevraagd om het gebruik van de door hen verstrekte scootmobielen te onderzoeken en hen advies te geven over hoe zij hun beleid kunnen verbeteren ten opzichte van het gebruik van de scootmobielen. Er is een vragenlijst rondgestuurd naar alle mensen, waaronder u, die een scootmobiel van de gemeente hebben gehad. Aan de hand hiervan hebben we een algemene indruk gekregen van het gebruik. Om een wat breder beeld te krijgen over de problemen die mensen ervaren en de eventuele oplossingen die zij zouden willen zien, houden wij een aantal interviews. Op de vragenlijst heeft u ingevuld dat u … tevreden bent. Wij willen graag weten waarom u dat vindt, omdat dit ons helpt een goed advies op te stellen. Omdat u bij het invullen van de vragenlijst heeft aangegeven dat er contact met u opgenomen mocht worden, hebben wij u benaderd, Wij hebben uw adresgegevens van het Wmo-loket, maar wij kunnen u verzekeren dat dit interview anoniem zal worden verwerkt en dat de gemeente dus niet zal weten welke antwoorden van u afkomstig zijn. Tijdens het interview maken we aantekeningen en we zouden dit interview graag op band willen opnemen, zodat wij na afloop van het interview uw antwoorden nogmaals kunnen beluisteren indien dat nodig is. Wij zijn de enigen die deze band eventueel zullen beluisteren en de band zal, samen met de aantekeningen na het verwerken worden vernietigd. Het interview zelf zal maximaal drie kwartier duren. Deze vragen zullen onder andere gaan over waarom u een scootmobiel gebruikt , over wat u met de scootmobiel doet of wilt doen, over wat de scootmobiel kan en over wat er volgens u moet gebeuren, zodat u de scootmobiel zo goed mogelijk kunt gebruiken. Ik zal de vragen stellen, terwijl … de aantekeningen maakt, Ik zal u de vragen stellen aan de hand van de lijst die ik hier heb. Ik zou aan u willen vragen om hier een zo goed en zo volledig mogelijk antwoord op te geven. Het kan zijn dat … zonodig aanvult als ik iets vergeet. Dat was wat ik wilde zeggen, heeft u hier nog vragen over? Vindt u het goed als we het op deze manier gaan doen? Dan gaan we nu beginnen.
53
vraag omschrijving gebruikt u 1 voorziening
antwoord
2 hoevaak per jaar reden
code
ja nee max 365 vrije tekst, steekwoorden
1 0
wel niet wel niet wel niet wel niet wel niet wel niet wel niet vrije tekst, steekwoorden helemaal grotendeels klein deel niet
1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0
wel geen wel geen
1 0 1 0
wel geen
1 0
wel geen wel geen wel geen vrije tekst, steekwoorden wel niet vrije tekst, steekwoorden wel niet vrije tekst, steekwoorden
1 0 1 0 1 0
3 waarvoor gebruikt u boodschappen bezoek vereniging uitstapjes alleen fiets
beweging buitenlucht overig
namelijk 4 oplossing
3 2 1 0
ander 5 vervoersmiddel eigen auto auto derden openbaar vervoer collectief vervoer particuliere taxi anders
6
stalling
namelijk ja
ja omdat nee
nee omdat
1 0
1 0
54
vraag omschrijving in/uitrijden in/uitrijden omdat 7
overweg
8
extra les
9
tevreden
10 11
ontevreden omdat contact
12 13
waarom geen gebruik ophalen
woonvorm
antwoord
code
wel niet vrije tekst, steekwoorden prima redelijk nee ja nee, zelf nee, helpt niet ja niet zo ontevreden vrije tekst, steekwoorden wel niet vrije tekst, steekwoorden wel niet
1 0
zelfstandig/thuis aanleunwoning verzorgingshuis verpleeghuis gezinsvervangendtehuis sociowoning
0 1 2 3 4 5
2 1 0 2 1 0 2 1 0
1 0
1 0
55