Gebruikershandleiding voor BusinessObjects Dashboard Builder

Gebruikershandleiding voor BusinessObjects Dashboard Builder

BusinessObjects Dashboard Builder 3.1 Windows

Copyright

© 2008 Business Objects, an SAP company. Alle rechten voorbehouden. Business Objects is de eigenaar van de volgende octrooien in de VS die betrekking kunnen hebben op producten die door Business Objects worden aangeboden en gelicentieerd: 5,295,243; 5,339,390; 5,555,403; 5,590,250; 5,619,632; 5,632,009; 5,857,205; 5,880,742; 5,883,635; 6,085,202; 6,108,698; 6,247,008; 6,289,352; 6,300,957; 6,377,259; 6,490,593; 6,578,027; 6,581,068; 6,628,312; 6,654,761; 6,768,986; 6,772,409; 6,831,668; 6,882,998; 6,892,189; 6,901,555; 7,089,238; 7,107,266; 7,139,766; 7,178,099; 7,181,435; 7,181,440; 7,194,465; 7,222,130; 7,299,419; 7,320,122 en 7,356,779. Business Objects en de bijbehorende logo's, BusinessObjects, Business Objects Crystal Vision, Business Process On Demand, BusinessQuery, Cartesis, Crystal Analysis, Crystal Applications, Crystal Decisions, Crystal Enterprise, Crystal Insider, Crystal Reports, Crystal Vision, Desktop Intelligence, Inxight en de bijbehorende logo's, LinguistX, Star Tree, Table Lens, ThingFinder, Timewall, Let There Be Light, Metify, NSite, Rapid Marts, RapidMarts, het Spectrum-ontwerp, Web Intelligence, Workmail en Xcelsius zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Business Objects en/of aan Business Objects gelieerde bedrijven in de Verenigde Staten en/of andere landen. SAP is het handelsmerk of gedeponeerde handelsmerk van SAP AG in Duitsland en in verschillende andere landen. Alle hierin genoemde namen kunnen de handelsmerken zijn van de respectieve eigenaren.

Externe contribuanten

De producten van Business Objects in deze versie kunnen herdistributies bevatten van software van externe contribuanten. Een aantal van deze afzonderlijke onderdelen is mogelijk ook beschikbaar onder een alternatieve licentie. Een gedeeltelijke lijst met externe contribuanten die hiervoor toestemming hebben gegeven of gevraagd en de vereiste kennisgevingen zijn beschikbaar op: http://www.businessobjects.com/thirdparty 2008-09-26

Inhoud Hoofdstuk 1 Dashboard Builder

9

Over dit document.....................................................................................10 Hoofdstuk 2 Dashboards

11

Mijn dashboard..........................................................................................13 Bedrijfsdashboards....................................................................................13 Een dashboard afdrukken ........................................................................13 Dashboards configureren..........................................................................14 Een bedrijfsdashboard maken.............................................................14 Een dashboardtabblad of -subtabblad configureren............................16 Tabbladen en subtabbladen aan dashboards toevoegen....................17 De indeling van een dashboard wijzigen..............................................18 Een dashboardtabblad of -subtabblad hernoemen..............................22 Tabbladen en subtabbladen in dashboards verplaatsen......................23 Een bedrijfsdashboard, tabblad of subtabblad kopiëren......................23 Een dashboard, tabblad of subtabblad verwijderen.............................24 De analyse-toolbox in de dashboardbewerkingsmodus en in de samengestelde analyse........................................................................25 Dashboardeigenschappen...................................................................26 Analyses in dashboards.............................................................................26 Analyses en dashboards......................................................................26 Analyses toevoegen aan dashboards..................................................27 Acties op uitgeklapte werkbalk bij analyses.........................................28 De weergave van Crystal Reports-rapporten in een dashboard configureren.........................................................................................29 De weergave van Web Intelligence-rapporten in een dashboard configureren.........................................................................................31


3

Inhoud

Een navigatielijst gebruiken op een dashboardtabblad........................32 De Viewer-analyse in dashboards........................................................33 Inhoud koppelen in dashboards...........................................................36 Hoofdstuk 3 Analyses gebruiken

39

Analyses op basis van één gegeven of doelstelling..................................40 Wat is een universe-query?.......................................................................40 Gegevens voor universe-query's..........................................................40 Een universe-query voor een analyse definiëren.................................41 Een filter definiëren voor analyses waarin universe-query's worden gebruikt.................................................................................................42 De weergavegegevens voor een universe-query in de analyses ballondiagram, cirkeldiagram en radardiagram definiëren...................43 Analyseweergavemodi...............................................................................43 Een analyse maken...................................................................................46 Een analyse maken via Dashboard Builder.........................................46 Een analyse maken via InfoView.........................................................47 Een analyse maken op basis van een bestaande analyse..................47 Gegevensbronnen voor analyses........................................................48 Een analyse bewerken..............................................................................49 Analyses en documenten koppelen...........................................................49 Koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven................................................................................................50 Koppelen naar meerdere documenten van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query...............................................50 Koppelen van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query naar een document of analyse....................................52 Variabelen gebruiken voor dynamische koppelingen naar documenten..........................................................................................54 Informatie naar de Viewer-analyse in een dashboard verzenden met behulp van openAnalytic......................................................................97 Een analyse via e-mail verzenden.............................................................98

4


Inhoud

Een analyse downloaden..........................................................................99 Een analyse uit een InfoView-map verwijderen.......................................100 Een analyse in een map opslaan............................................................100 Een analyse als document opslaan.........................................................101 Analyses die u kunt maken in Dashboard Builder...................................102 Dashboard Builder-analyses..............................................................102 Gegevensverkenningsanalyses op basis van gegevens, gegevensaanwijzingen en universe-query's.......................................121 Doelstellings- en strategieanalyses in Performance Manager...........142 Process Analysis-controlediagramanalyses.......................................196 Signaalanalyse op basis van regels van Performance Manager.......251 Voorspellende analyses op basis van voorspellende modellen.........254 Setanalyses........................................................................................280 Extra...................................................................................................299 Hoofdstuk 4 Dashboard Builder Scheduler

303

Geplande taken weergeven in Scheduler................................................304 Geplande taken beheren in Scheduler...............................................304 Een geplande taak toevoegen in Scheduler............................................306 Het vernieuwen van gegevens plannen in Scheduler........................306 Het vernieuwen van een set plannen in Scheduler............................307 Het vernieuwen van een voorspellend model plannen in Scheduler..308 Het vernieuwen van een analyse plannen in Scheduler....................308 Het vernieuwen van een controlediagram plannen in Scheduler.......309 Een geplande taak maken in Scheduler..................................................309 Object uitvoeren in een geplande gebeurtenistaak............................310 Het doel in een geplande taak in Scheduler instellen........................311 Aangepaste gegevens in analyses naar afzonderlijke ontvangers versturen............................................................................................312 Server.................................................................................................314 Gebeurtenissen..................................................................................314


5

Inhoud

Hoofdstuk 5 Dashboard- en analyseprogramma's

317

Wat is Dashboard Builder?......................................................................318 Wat is Performance Manager?................................................................318 Wat is Predictive Analysis?......................................................................318 Wat is Process Analysis?........................................................................319 Wat is Set Analysis?................................................................................319 Hoofdstuk 6 Analysecatalogus in dashboards en analyses

321

Analyse in de analysecatalogus..............................................................322 Gegevensanalyses in de analysecatalogus............................................322 Voorbeeldtrendanalyses.....................................................................322 Voorbeeldvergelijkingsanalyses.........................................................325 Voorbeelddeviatieanalyses................................................................328 Statistische analyses in de analysecatalogus.........................................331 Voorbeeldprognoseanalyses..............................................................332 Voorbeeldcorrelatieanalyses..............................................................335 Voorbeeldprojectie- en distributieanalyses.........................................337 Set Analytics in de analysecatalogus......................................................338 Lidmaatschapsoverzicht.....................................................................339 Migrantenvergelijking.........................................................................339 Migratie per laag.................................................................................339 Spreidingsdiagram voor meerdere sets.............................................340 Percentage van groepstotaal.............................................................340 Percentage van bedrijf.......................................................................341 Setvergelijking....................................................................................341 Set tegenover bedrijf..........................................................................341 Set tegenover groepsgemiddelde......................................................341 Set tegenover totale groei van groep.................................................342 Set tegenover omzet van groep.........................................................342

6


Inhoud

Voorbeelden van voorspellende analyses in de analysecatalogus.........342 Procescontroleanalyses in de analysecatalogus.....................................343 Procescontroleanalyses.....................................................................344 Procescontroleanalyses.....................................................................350 Hoofdstuk 7 Dashboard Builder-termen

353

Aggregatiefuncties...................................................................................354 Wat is rekenkundig gemiddelde?.......................................................354 Functies voor gemiddelde..................................................................354 Aantal-functies....................................................................................354 Wat is geometrisch gemiddelde?.......................................................355 Wat is harmonisch gemiddelde?........................................................355 Wat is een mediaan?..........................................................................356 Wat is maximum?...............................................................................356 Wat is minimum?................................................................................356 Wat is een Kurtosis-populatie?...........................................................356 Wat is populatie-asymmetrie?............................................................357 Wat is standaarddeviatie van populatie..............................................357 Wat is populatievariantie?..................................................................358 Wat is een Kurtosis-steekproef?........................................................358 Wat is steekproefasymmetrie?...........................................................358 Wat is standaarddeviatie van steekproef?.........................................359 Wat is steekproefvariantie?................................................................359 Wat is som?........................................................................................359 Wat is unieke som?............................................................................360 Wat is een signaal of waarschuwing?......................................................360 Wat is een analyse?................................................................................360 Wat is een gegeven?...............................................................................360 Uitleg over zwevend gemiddelde.............................................................361 Wat is het zwevend gemiddelde?.......................................................361 Transformaties van zwevend gemiddelde..........................................361


7

Inhoud

Wat is één exponentiële effening?.....................................................365 Bijlage A

Meer hulp verkrijgen

Index

8


367

371

Dashboard Builder

1

1

Dashboard Builder Over dit document

Dashboard Builder is een BusinessObjects dashboard- en analyseprogramma waarmee u de prestaties in uw bedrijf kunt beheren en traceren met behulp van analyses en dashboards. Ook kunt u er het vernieuwen van gegevens, sets, controlediagrammen, voorspellende modellen en analyses mee plannen. Met behulp van deze documentatie kunt u het volgende doen: • Informatie bekijken over analyses en dashboards • Een dashboard of analyse maken • Een vernieuwing plannen Verwante onderwerpen

• • • • • • •

Wat is Dashboard Builder? op pagina 318 Dashboard- en analyseprogramma's op pagina 317 Wat is een analyse? op pagina 360 Dashboards op pagina 11 Een bedrijfsdashboard maken op pagina 14 Een analyse maken op pagina 46 Een geplande taak toevoegen in Scheduler op pagina 306

Over dit document In de Gebruikershandleiding voor Dashboard Builder vindt u informatie over de manier waarop u analyses en dashboards kunt maken met Dashboard Builder, de specifieke toepassing voor dashboards en analyses.

10


Dashboards

2

2

Dashboards Mijn dashboard

Dashboard Builder is de toepassing van Dashboards en analyses waarmee u dashboards kunt maken die uw activiteiten binnen de organisatie zichtbaar maken. Dashboard Builder biedt de mogelijkheid om dashboards te beheren, zodat uw organisatie de bedrijfsactiviteiten kan bijhouden en meer inzicht krijgt in de gang van zaken. Dashboards kunnen de volgende items bevatten: • Analyses • Web Intelligence-, Xcelsius- en Desktop Intelligence-documenten • Crystal Reports • PDF-documenten voor Adobe Reader • Microsoft Excel-werkbladen • Microsoft Word-documenten • Tekstbestanden • RTF-bestanden (Rich Text Format) • Microsoft PowerPoint-presentaties • Hyperlinks U kunt de volgende typen dashboards maken, aanpassen en weergeven: •

Bedrijfsdashboards Bedrijfsdashboards bevatten analyses die zijn gemaakt via InfoView of in het menu voor bedrijfsdashboards voor openbare weergave. Een bedrijfsdashboard kan verschillende tabbladen en subtabbladen bevatten.

•

Persoonlijke dashboardtabbladen in "Mijn dashboard" In Mijn dashboard worden uw persoonlijke dashboardtabbladen opgeslagen, die persoonlijke analyses en bedrijfsanalyses kunnen bevatten waarvan u de parameters tot op zekere hoogte kunt wijzigen voor uw persoonlijke weergave. Een persoonlijk dashboard kan een of meer tabbladen bevatten.

Opmerking:

U kunt tabbladen van Mijn dashboard niet kopiëren naar bedrijfsdashboards, of tabbladen en subtabbladen van een bedrijfsdashboard naar Mijn dashboard. U kunt echter wel dezelfde analyses en objecten ervoor gebruiken. Verwante onderwerpen

• •

12

Een bedrijfsdashboard maken op pagina 14 Mijn dashboard op pagina 13


Dashboards Mijn dashboard

Mijn dashboard "Mijn Dashboard" is uw locatie waarin u persoonlijke dashboardtabbladen maakt en waarmee u in één oogopslag inzicht hebt in uw strategische informatie. U hebt de volgende mogelijkheden: • "Mijn dashboard" structureren volgens een management- of procesmethodologie die u wenst. • Bedrijfsdashboardsanalyses opnemen waartoe u toegang hebt.

Bedrijfsdashboards Bedrijfsdashboards bieden essentiële informatie voor een hele organisatie of specifieke groepen mensen. Bedrijfsdashboards zijn eenvoudig aan te passen volgens de opvattingen van het management over het delen van informatie. Zijn bedrijfsdashboards veilig?

Enkele manieren om de toegang tot gegevens in een bedrijfsdashboard te beheren zijn: •

• •

Op mapniveau: bedrijfsdashboards worden opgeslagen in de "openbare mappen" van InfoView. Beheerders kunnen met behulp van instellingen de toegang tot een map beperken of dit met behulp van accountinstellingen voor individuele gebruikers of gebruikersgroepen doen. Met behulp van gebruikersrechten: alleen gebruikers met bepaalde bewerkingsrechten kunnen bedrijfsdashboards bewerken. Toegang tot universe-gegevens: In Designer stelt u de toegangsrechten in voor de volledige universe of delen van de universe.

Een dashboard afdrukken Tip:

Als u een dashboard met een grote hoeveelheid objecten wilt afdrukken, is het raadzaam om de printerinstellingen te wijzigen in Liggend om de beste resultaten te krijgen. 1. Klik in een dashboard op Afdrukvoorbeeld.


13

2

2

Dashboards Dashboards configureren

Het venster Afdrukvoorbeeld wordt weergegeven met afdrukopties en een voorbeeld van het tabblad of de tabbladen van het dashboard die worden afgedrukt. 2. Selecteer in het venster Afdrukvoorbeeld een van de volgende opties: • Huidig tabblad als u alleen het tabblad wilt afdrukken dat momenteel wordt weergegeven. Dit is de standaardoptie. •

Alle tabbladen als u alle tabbladen en subtabbladen wilt afdrukken van het dashboard dat momenteel wordt weergegeven.

3. Klik op Afdrukken. Elk tabblad van het dashboard wordt op een afzonderlijke pagina afgedrukt. Opmerking:

De inhoud van het dashboard wordt aangepast zodat deze op één pagina past. Het kan voorkomen dat bepaalde items daarom kleiner worden weergegeven. In het afdrukvoorbeeld wordt de dashboardweergave weer ingesteld op de standaardweergave. Als u bijvoorbeeld een dashboard met snelheidsmeter hebt, worden standaard de gegevens voor het segment Utrecht voor het jaar 2007 geladen. U kunt het segment veranderen in Zeeland en de schuifregelaar verplaatsen naar 2005. Als u opAfdrukvoorbeeld klikt, worden de gegevens voor Zeeland voor het jaar 2005 niet geladen. In plaats daarvan worden de gegevens voor Utrecht voor het jaar 2007 geladen. U kunt vervolgens kiezen of u het segment wilt veranderen in Zeeland op de af te drukken pagina en op Afdrukken klikken.

Dashboards configureren Een bedrijfsdashboard maken Een goed dashboard dient ter informatie en motivatie, plus het definiëren van strategieën. 1. Verzamel de volgende informatie:

14



•

•

•

•

Een overzicht van de informatie die u met het dashboard of dashboardtabblad wilt overbrengen. Maak bij het maken van een bedrijfsdashboard een analyse van de doelgroep om vast te stellen welke informatie nodig is. Als sprake is van veel informatie, kunt u deze eventueel in categorieën indelen en voor elke categorie een tabblad in het dashboard maken. Een overzicht van de inhoud die u wilt gebruiken. Analyses kunnen snelheidsmeters, strategietoewijzingen en rapporten van Web Intelligence, Desktop Intelligence of Crystal Reports bevatten. Een ruwe schets van de indeling van de analyses op de dashboardtabbladen en subtabbladen. Meer informatie is niet altijd beter: een onoverzichtelijk en overvol dashboard werkt averechts. Een overzicht van kwesties rondom de gegevensbeveiliging van bedrijfsdashboards: welke gegevens zijn geschikt voor uw doelgroep? Hoe veel details wilt u laten zien?

2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Voer in InfoView een van de volgende handelingen uit om een bedrijfsdashboard te maken: • Klik opOpenen > Dasboards en analyses en klik vervolgens op de koppeling Nieuw onder "Bedrijfsdashboards". • Klik op Dashboards > Bedrijfsdashboard maken. • Klik opDocumentenlijst > Nieuw > Bedrijfsdashboard. Opmerking:

Iedereen met toegang tot bedrijfsdashboards kan de wijzigingen zien die u aanbrengt. 3. Typ een naam voor het bedrijfsdashboard. 4. Geef de map op waarin u het dashboard wilt opslaan. Sla persoonlijke dashboards op in uw persoonlijke mappen en bedrijfsdashboards in "openbare mappen". 5. 6. 7. 8.

Selecteer een categorie. Klik op OK. Klik op Dashboard bewerken om het dashboard te bewerken. Klik op een van de volgende opties: • Opslaan om de nieuwe definitie of aangebrachte wijzigingen toe te passen. • Annuleren om de aangebrachte wijzigingen te annuleren en terug te keren naar de vorige opgeslagen versie.


15

2

2


•

Bewerkingsmodus afsluiten om de bewerkingsmodus te verlaten. Als u de wijzigingen niet hebt opgeslagen, worden hiermee de wijzigingen geannuleerd die zijn aangebracht sinds de laatste keer dat is opgeslagen.

Verwante onderwerpen

• • • • •

Een dashboardtabblad of -subtabblad configureren op pagina 16 Mijn dashboard op pagina 13 Bedrijfsdashboards op pagina 13 Tabbladen en subtabbladen aan dashboards toevoegen op pagina 17 Dashboardeigenschappen op pagina 26

Een dashboardtabblad of -subtabblad configureren Het volgende proces is van toepassing op: • Tabbladen en subtabbladen van "Bedrijfsdashboards" • Tabbladen van "Mijn dashboard" 1. Selecteer in Mijn dashboard of Bedrijfsdashboards het dashboardtabblad of -subtabblad dat u wilt bewerken. 2. Klik op Dashboard bewerken. De bewerkingswerkbalken voor de dashboardobjecten en de analyse-toolbox worden weergegeven. Opmerking:

U kunt alleen bedrijfsdashboards bewerken als u de juiste bewerkingsrechten hebt of als u het bedrijfsdashboard zelf hebt gemaakt. Als u een bedrijfsdashboard bewerkt, zijn de wijzigingen zichtbaar voor iedereen die het bekijkt. 3. U kunt de eigenschappen configureren door op de pijl te klikken naast de titel van het dashboard, tabblad of subtabblad en Eigenschappen te selecteren. 4. Selecteer de indelingsstijl. De "analyse-toolbox" wordt weergegeven. 5. Selecteer analyseobjecten in de "analyse-toolbox" en sleep deze naar het opmaakgebied. Pas de grootte en positie volgens het gewenste dashboardontwerp aan.

16



Opmerking:

Analyses die u sleept naar en bewerkt in de dashboardtabbladen, worden opgeslagen op de CMS (Central Management Server) als onderdeel van het dashboard. Analyses die u via InfoView met Dashboard Builder maakt, worden als afzonderlijke InfoObjects op de CMS opgeslagen. 6. U kunt naar behoefte tabbladen of subtabbladen aan het dashboard toevoegen. 7. Klik op een van de volgende opties: • Opslaan om de nieuwe definitie of aangebrachte wijzigingen in het dashboard toe te passen. • Annuleren om de aangebrachte wijzigingen in het dashboard te annuleren en terug te keren naar de vorige opgeslagen versie. • Bewerkingsmodus afsluiten om de bewerkingsmodus te verlaten. Als u de wijzigingen niet hebt opgeslagen, worden hiermee de wijzigingen geannuleerd die zijn aangebracht sinds de laatste keer dat is opgeslagen. Verwante onderwerpen

• • • •

Tabbladen en subtabbladen aan dashboards toevoegen op pagina 17 De indeling van een dashboard wijzigen op pagina 18 Een bedrijfsdashboard maken op pagina 14 De analyse-toolbox in de dashboardbewerkingsmodus en in de samengestelde analyse op pagina 25 • Dashboardeigenschappen op pagina 26

Tabbladen en subtabbladen aan dashboards toevoegen U kunt naar behoefte tabbladen toevoegen aan een persoonlijk dashboard en tabbladen en subtabbladen aan bedrijfsdashboards. Dit geldt voor tabbladen in "Mijn dashboard" en tabbladen en subtabbladen in "Bedrijfsdashboards". 1. Klik in "Mijn dashboard" of in een bedrijfsdashboard op Dashboard bewerken. 2. Voer een van de volgende handelingen uit:


17

2

2


•

Klik op "Nieuw tabblad toevoegen" om een tabblad voor Mijn dashboard te maken. • Klik op "Nieuw tabblad toevoegen" om een tabblad of subtabblad voor Bedrijfsdashboards te maken. Er wordt een cursor weergegeven. 3. Typ een naam en druk op Enter. U kunt de naam wijzigen wanneer u dat wilt in de bewerkingsmodus door de klikken op de pijl naast de naam van het tabblad en Naam wijzigen te selecteren. 4. Configureer het tabblad of subtabblad. 5. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. 6. Als u klaar bent met het wijzigen van het dashboard, klikt u op Bewerkingsmodus afsluiten. Verwante onderwerpen

•

Een dashboardtabblad of -subtabblad configureren op pagina 16

De indeling van een dashboard wijzigen Dit geldt voor dashboardtabbladen en -subtabbladen in Mijn dashboard en Bedrijfsdashboards. •

Selecteer de indelingsstijl in de dashboards die u bewerkt: • Als u objecten in een dashboard wilt plaatsen zonder een bepaalde indeling te gebruiken, selecteert u de indeling "Vrije vorm". • Als u een vooraf gedefinieerde indeling wilt, selecteert u de indeling "Sjabloon". U kunt een indeling met kolommen, rijen of kolommen en rijen selecteren. • Voor het maken van een dashboard met een kolomstructuur selecteert u de indeling "Vergrendelen". Opmerking:

Wanneer u de indeling van een dashboard wijzigt dat analyses bevat, worden de analyses ingepast in de nieuwe indeling. Verwante onderwerpen

• •

18

Een dashboardtabblad of -subtabblad configureren op pagina 16 De weergaveopties van een dashboardanalyse configureren op pagina 21



•

Werken met een dashboard of samengestelde analyse in de indelingsmodus Vrije vorm op pagina 19 • Een dashboard wijzigen in de indelingsmodus Sjabloon op pagina 20

Werken met een dashboard of samengestelde analyse in de indelingsmodus Vrije vorm In de indeling "Vrije vorm" kunt u objecten op een dashboardtabblad of -subtabblad of samengestelde analyse plaatsen zonder een bepaalde indeling te gebruiken. In de modus "Vrije vorm" kunt u de rasteropties gebruiken voor het uitlijnen van objecten. 1. Selecteer in de bewerkingsmodus voor dashboard of samengestelde analyse Vrije vorm in de lijst "Indeling". De "Analyse-toolbox" verschijnt in een leeg gebied in de indeling. Klik op Toolbox om de "Analyse-toolbox" te deactiveren of te activeren. Opmerking:

Als u schakelt naar "Vrije vorm" vanuit een andere indelingsmodus, blijven de objecten in het indelingsgebied op de oorspronkelijke positie. 2. U activeert het raster door een van de volgende rasterformaten te selecteren in de vervolgkeuzelijst "Rastergrootte": • Klein • Middelgroot • Groot Als u een rastergrootte selecteert, worden rasterlijnen weergegeven in het indelingsgebied. Aals u geen raster wilt, selecteert u Geen. 3. Activeer Op raster uitlijnen als u wilt dat objecten in het indelingsgebied langs de rasterlijnen worden uitgelijnd. 4. U selecteert objecten door ze van de "analyse-toolbox" naar het indelingsgebied te slepen. U kunt de objecten van grootte en positie veranderen. 5. Als u klaar bent met de indeling, doet u het volgende: • Als u een dashboardtabblad of - subtabblad maakt, klikt u op Opslaan. Opmerking:

Als u tijdens het proces besluit de dashboardwijzigingen niet te behouden sinds de laatste keer dat u hebt opgeslagen, klikt u op


19

2

2


Annuleren. Het dashboard verschijnt in de weergavemodus zonder de wijzigingen. •

Als u een samengestelde analyse maakt, klikt u op OK.


• • •

Acties op uitgeklapte werkbalk bij analyses op pagina 28 Analyses toevoegen aan dashboards op pagina 27 De analyse-toolbox in de dashboardbewerkingsmodus en in de samengestelde analyse op pagina 25 • Tabbladen en subtabbladen aan dashboards toevoegen op pagina 17 • De weergaveopties van een dashboardanalyse configureren op pagina 21 • Samengestelde analyse op pagina 299

Een dashboard wijzigen in de indelingsmodus Sjabloon De indelingsmodus Sjabloon biedt een keuze uit verschillende indelingen voor dashboardobjecten. 1. Selecteer in de bewerkingsmodus voor dashboard de optie Sjabloon in de lijst "Indeling". 2. Kies een sjabloon in de lijst "Vooraf gedefinieerde sjablonen". Opmerking:

Als u naar "Sjabloon" overschakelt vanuit een andere modus, heeft dit op de volgende manier gevolgen voor het dashboard: • Wanneer u overschakelt vanuit de modus "Vrije vorm" worden de objecten, als ze niet in een bepaalde volgorde staan, in kolommen gezet. Selecteert u een sjabloon, dan worden de dashboardobjecten zo verplaatst dat ze passen in de rijen en kolommen van de sjabloon die u hebt geselecteerd. • Als u overschakelt vanuit de modus "Vergrendelen" en een sjabloon selecteert, worden de dashboardobjecten zo verschoven dat ze in de cellen van de sjabloon passen. • Wanneer er meer objecten dan tijdelijke aanduidingen zijn in de geselecteerde vooraf gedefinieerde sjabloon, worden de extra analyses aan de onderzijde van het dashboard geplaatst. • Er kunnen lege plekken ontstaan wanneer u overschakelt naar een sjabloon of heen en weer schakelt tussen sjabloons. Orden de analyses zo nodig opnieuw.

20



3. Met Schaalhoogte kunt u de dashboardrijen aanpassen aan de hoogte van het browservenster als u dit venster hebt vergroot of verkleind. 4. Met Schaalbreedte kunt u de dashboardkolommen aanpassen aan de breedte van het browservenster als u dit venster hebt vergroot of verkleind. Opmerking:

Schaalbreedte en Schaalhoogte zijn alleen beschikbaar in de sjabloonmodus. 5. Als u een lege cel in tweeën wilt splitsen, klikt u op een van de volgende pictogrammen op de celwerkbalk: Optie

Beschrijving

"Component verti- Met deze optie spilts u de cellen in cellen naast elkaar. caal splitsen" "Component horizontaal splitsen"

Met deze optie splitst u de cellen en wordt de ene cel boven de andere geplaatst.

Opmerking:

De opties zijn alleen beschikbaar in de modus Sjabloon. 6. Als u klaar bent met het dashboard, klikt u op Opslaan. Opmerking:

Als u tijdens het proces besluit de dashboardwijzigingen niet te behouden sinds de laatste keer dat u hebt opgeslagen, klikt u op Annuleren. Het dashboard keert terug naar de laatst opgeslagen versie. Verwante onderwerpen

•

De analyse-toolbox in de dashboardbewerkingsmodus en in de samengestelde analyse op pagina 25 • Werken met een dashboard of samengestelde analyse in de indelingsmodus Vrije vorm op pagina 19 • De weergaveopties van een dashboardanalyse configureren op pagina 21

De weergaveopties van een dashboardanalyse configureren 1. Selecteer een dashboardtabblad of -subtabblad en klik op Dashboard bewerken.


21

2

2


2. Klik op de titelbalk van de dashboardanalyse die u wilt bewerken, op het pictogram van "bewerken". 3. Selecteer het tabblad Indeling. 4. Kies een van de volgende opties: Optie

Beschrijving

Een venster binnen een tabblad

Activeer deze optie als u de analyse wilt weergeven als object op dit tabblad.

Een koppeling, zodat Activeer deze optie als u de analyse wilt alleen de naam weergeven als een gekoppeld object dat wordt zichtbaar is uitgevouwen zodra u erop klikt. Wanneer u deze optie selecteert, kunt u de opties Vensterkader weergeven en Uitgevouwen balk weergeven niet gebruiken. Opmerking:

Als u op een koppeling binnen een dashboard klikt dat een Viewer-analyse bevat, wordt de gekoppelde bestemming geopend in de Viewer.

Vensterkader weergeven

Activeer deze optie als u een kader rondom een analyse wilt plaatsen.

Uitgevouwen balk weergeven

Activeer deze optie als u wilt dat de titel van het dashboardobject een actieve koppeling wordt die tot volledig scherm wordt uitgevouwen zodra u erop klikt.

5. Klik op OK om de configuratie op te slaan en terug te keren naar de dashboardindeling.

Een dashboardtabblad of -subtabblad hernoemen 1. Selecteer in Mijn dashboard of Bedrijfsdashboards het tabblad of subtabblad dat u wilt bewerken.

22



2. Klik op Dashboard bewerken. 3. Klik op de pijl naast de titel die u wilt wijzigen. 4. Selecteer Naam wijzigen. Het naamveld is geactiveerd. 5. Typ de nieuwe naam en druk op Enter. 6. Als u klaar bent met het wijzigen van het dashboard, klikt u op Opslaan > Bewerkingsmodus afsluiten.

Tabbladen en subtabbladen in dashboards verplaatsen 1. Selecteer in Mijn dashboard of Bedrijfsdashboards het dashboard dat of de dashboardpagina die u wilt bewerken. 2. Klik op Dashboard bewerken. 3. Selecteer het tabblad of subtabblad in het dashboard en sleep het naar de nieuwe locatie. Opmerking:

Een subtabblad van een bedrijfsdashboard kunt u ook naar een ander tabblad in het dashboard slepen. 4. Als u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, klikt u op Opslaan > Bewerkingsmodus afsluiten.

Een bedrijfsdashboard, tabblad of subtabblad kopiëren Als u een tabbladconfiguratie voor een bedrijfsdashboard wilt maken die lijkt op een reeds bestaande, kunt u tijd besparen door een kopie van het bestaande dashboard te maken en de kopie vervolgens een andere naam te geven en deze te wijzigen. U kunt bijvoorbeeld een standaardwelkomsttabblad voor een bedrijfsdashboard maken met het bedrijfslogo, documentenlijsten en enkele veelvoorkomende indicatoren.


23

2

2


Opmerking:

Bij het kopiëren van tabbladen en subtabbladen van bedrijfsdashboards worden tevens de analyses erop gekopieerd. De subtabbladhiërarchie in een gekopieerd tabblad wordt ook gekopieerd. 1. Selecteer in "Bedrijfsdashboards" het dashboard, tabblad of subtabblad dat u wilt wijzigen. 2. Klik op Dashboard bewerken. 3. Klik op de pijl naast de titel van het tabblad dat u wilt kopiëren en selecteer Kopiëren. Er wordt een kopie van het object rechts van de bestaande objecten weergegeven met de titel plus een editienummer. Als u bijvoorbeeld een kopie maakt van het tabblad 'Omzet', is de titel van de kopie 'Omzet(1)'. 4. U kunt, als u dit wilt, de naam van het item wijzigen. 5. Als u klaar bent met het wijzigen van het dashboard, klikt u op Opslaan > Bewerkingsmodus afsluiten. Opmerking:

U kunt een dashboardtabblad opnieuw maken met behulp van dashboardobjecten in de categorie "Bestaande analyses" in de analyse-toolbox. Selecteer het item en sleep het naar de dashboardindeling. Verwante onderwerpen

• •

Een dashboardtabblad of -subtabblad hernoemen op pagina 22 De analyse-toolbox in de dashboardbewerkingsmodus en in de samengestelde analyse op pagina 25

Een dashboard, tabblad of subtabblad verwijderen Deze procedure geldt voor tabbladen in "Mijn dashboard" en dashboards, tabbladen en subtabbladen in "Bedrijfsdashboards". 1. Selecteer in Mijn dashboard of Bedrijfsdashboards het item dat u wilt verwijderen. 2. Klik op Dashboard bewerken. 3. Klik op de pijl naast de titel van het item en selecteer Verwijderen. 4. Klik op Ja in het bevestigingsvenster. Het item wordt verwijderd.

24



5. Als u klaar bent met het wijzigen van het dashboard, klikt u op Opslaan > Bewerkingsmodus afsluiten.

De analyse-toolbox in de dashboardbewerkingsmodus en in de samengestelde analyse De "Analyse-toolbox" bevat de volgende analysecategorieën van waaruit u analyses kunt verslepen en neerzetten op uw dashboardtabbladen en -subtabbladen plus de indeling van samengestelde analyses: •

"Analysecatalogus" Deze categorie bevat vooraf gedefinieerde analyses die u kunt toepassen op uw gegevens.

•

"Analyseservices" Deze categorie bevat interfaceonderdelen van Dashboard Builder.

•

"Bedrijfsanalyses" Deze categorie bevat analyses voor gebruik in de dashboards in de lijst Bedrijfsdocumenten, geordend in mappen en categorieën.

•

"Bestaande analyses" Deze categorie bevat alle analyses die in bedrijfsdashboards worden weergegeven, geordend naar dashboard. Opmerking:

U kunt geen bedrijfsdashboards kopiëren naar tabbladen van Mijn dashboard. •

"Lijst met analyses" Deze categorie bevat de analyses die u hebt opgeslagen in uw persoonlijke lijstbestanden en in die van het bedrijf, en die zich in uw Postvak IN van InfoView bevinden.

•

"Nieuwe analyse" Deze categorie bevat de lijst met vooraf gedefinieerde analysesjablonen die u kunt aanpassen voor de weergave van uw gegevens.


25

2

2

Dashboards Analyses in dashboards

Tip:

Maak de toolbox groter of kleiner met behulp van de rechterbenedenhoek. Klik op Toolbox op de menubalk van het dashboard om de toolbox te activeren of te deactiveren. Verwante onderwerpen

• •

Samengestelde analyse op pagina 299 Een bedrijfsdashboard maken op pagina 14

Dashboardeigenschappen U kunt het eigenschappenmenu voor een dashboard, tabblad of subtabblad in de bewerkingsmodus weergeven door op de pijl te klikken naast de naam van het dashboard, tabblad of subtabblad. Configureer de volgende eigenschappen: •

De Help-URL Typ of kopieer in het tekstvak de standaard Help-URL. Standaard wordt met het home-tabblad de on line Help van Dashboard Builder geopend.

•

Opmaakmodel U kunt een opmaakmodel voor een dashboard selecteren. U stelt de standaardoptie in bij de voorkeuren voor InfoView. Opmerking:

Dashboards nemen de stijl over van het opmaakprofiel dat is geselecteerd in de InfoView-voorkeuren. Subtabbladen van bedrijfsdashboards nemen de stijl over van de tabbladen van hun bovenliggende bedrijfsdashboard.

Analyses in dashboards Analyses en dashboards In dashboards en analyses zijn analyses documenten waarin u de gegevens plaatst die u via een dashboard wilt bekijken. Analyses kunnen zijn gebaseerd

26



op query's van Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence, of informatie gerelateerd aan gegevens, doelstellingen of universes weergeven. Er zijn twee methoden om met analyses in dashboards te werken: • U kunt een analyse maken via InfoView, deze opslaan in een openbare of persoonlijke map op de CMS, de vernieuwing ervan plannen in Dashboard Builder > Scheduler en de analyse invoegen in een of meer dashboards. • U kunt een analyse in een dashboard maken, waarna deze als een ingesloten object in het dashboard wordt opgeslagen. Opmerking:

Het is mogelijk om rapporten van Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence te gebruiken en de query's ervan vanuit een dashboard te wijzigen. U kunt echter zelf geen query's in dashboards maken. De weergegeven analyse-informatie in dashboards is beveiligd in de gegevensbron. U kunt een analyse in een dashboard bewerken in de bewerkingsmodus door te klikken op het pictogram Bewerken op de analysewerkbalk. Verwante onderwerpen

•

De weergave van Web Intelligence-rapporten in een dashboard configureren op pagina 31 • De weergave van Crystal Reports-rapporten in een dashboard configureren op pagina 29

Analyses toevoegen aan dashboards Een dashboard bestaat uit tabbladen met analyses. Deze analyses leveren belangrijke informatie. U kunt toevoegen aan dashboardanalyses die zijn opgeslagen op de CMS (Central Management Server) of zijn ingesloten in andere dashboards. 1. Voer een van de volgende handelingen uit: • Open in Mijn dashboard een bestaand tabblad of maak een tabblad. • Open in Bedrijfsdashboards een bestaand dashboard of maak een tabblad of subtabblad.


27

2

2


2. Klik op Dashboard bewerken. 3. Navigeer in de "Analyse-toolbox" naar de analyse die u wilt toevoegen: • Als u een analyse wilt invoegen uit de CMS, selecteert u deze in de categorieën "Lijst met analyses", "Bedrijfsanalyses" of "Bestaande analyses". • Als u een nieuwe analyse wilt invoegen en deze wilt aanpassen via het dashboard, selecteert u deze in de categorieën "Analysecatalogus" of "Nieuwe analyses". Opmerking:

Geselecteerde analyses uit deze categorieën die in een dashboard zijn geconfigureerd, worden opgeslagen als ingesloten objecten in het dashboard en niet als onafhankelijke InfoObjects op de CMS. Ingesloten objecten worden tijdens het openen altijd vernieuwd. Het is efficiënter om gebruik te maken van InfoObjects waarvoor u een vernieuwing hebt gepland. Raadpleeg de sectie over Scheduler in de documentatie voor Dashboard Builder 4. U kunt de grootte en positie van de analyse in het dashboard naar behoefte wijzigen. 5. Als u klaar bent met het wijzigen van het dashboard, klikt u op Opslaan > Bewerkingsmodus afsluiten. Opmerking:

U kunt een CMS-analyse snel toevoegen aan een nieuwe of bestaande pagina van Mijn dashboard door te klikken op Toevoegen aan Mijn dashboard in de weergavemodus van de analyse. Verwante onderwerpen

•

De analyse-toolbox in de dashboardbewerkingsmodus en in de samengestelde analyse op pagina 25 • Analyses en dashboards op pagina 26

Acties op uitgeklapte werkbalk bij analyses Wanneer u op de naam van een analyse klikt in een dashboard of een analyse rechtstreeks weergeeft vanuit de persoonlijke of bedrijfsmappen, wordt de analyse uitgeklapt en beslaat de volledige pagina. Ook verschijnt een uitgeklapte werkbalk.

28



Opmerking:

In de bewerkingsmodus van de analyse kunt u de uitgeklapte werkbalk activeren of deactiveren. U kunt de volgende acties uitvoeren voor de analyse: • Toevoegen aan Mijn dashboard Klik op deze koppeling als u de analyse wilt toevoegen aan het tabblad Mijn dashboard. •

Bewerken Klik op deze koppeling om de bewerkingsmodus te activeren. Opmerking:

Wanneer u een analyse bewerkt die op de Central Management Server is opgeslagen, bewerkt u alle exemplaren van de analyse in alle dashboards waarin de analyse voorkomt. •

Opslaan Klik op deze koppeling als u de analyse wilt opslaan. Opmerking:

U kunt deze actie niet gebruiken bij ingesloten dashboardanalyses. Aangezien deze analyses rechtstreeks in het dashboard zijn gemaakt, bevatten ze alleen gegevens als het dashboard wordt geopend en kunnen ze alleen als onderdeel van het dashboard worden opgeslagen. •

Opslaan Als Klik op Opslaan als als u de analyse de eerste keer opslaat of als u de analyse op een andere locatie wilt opslaan.

De weergave van Crystal Reports-rapporten in een dashboard configureren U kunt de volgende opties toepassen op Crystal Reports-rapporten in een dashboard:


29

2

2


Categorie

Viewer

Optie

Effect op het rapport

Onderdeelviewer

Alleen het eerste deel van het rapport is zichtbaar.

Paginaviewer

Het hele rapport wordt in de standaardviewer weergegeven.

%

U kunt kiezen voor een weergave van 25%, 50% of 100%

Aangepast zoomniveau

Geef een zoomniveau op als u de optie Aangepast zoomniveau selecteert.

Op aanvraag

De rapportinhoud wordt vernieuwd wanneer het rapport wordt geopend.

Zoomniveau

De rapportgegevens zijn afkomstig Nieuwste exemplaar van de laatste keer dat het rapport werd geopend.

Rapportin houd

Laatste exemplaar per gebruiker

De rapportgegevens zijn afkomstig van de laatste keer dat het rapport werd geopend voor een specifieke gebruiker.

Het rapport wordt geopend bij het Standaardrapporton bronobject dat u hebt gedefinieerd derdeel in de rapportonderdeelviewer.

30



Categorie

Optie


Het rapport wordt geopend bij het rapportonderdeel dat u opgeeft.

Instellingen voor rapportonderdeel

Zoek de informatie voor deze optie in het dialoogvenster "RapportopSpecifiek rapporton- ties" van het rapport. derdeel De optie Objectnaam is de naam • Objectnaam: van het rapportobject dat u wilt ge• Gegevenscontext bruiken als doelobject. Als u de optie Gegevenscontext wilt instellen, voert u de gegevenscontext in die u wilt gebruiken in het doelobject.

Zie de documentatie bij Crystal Reports voor informatie over rapportonderdelen en de rapportonderdeelviewer.

De weergave van Web Intelligence-rapporten in een dashboard configureren U kunt bepalen hoe een Web Intelligence-rapport wordt weergegeven in een dashboard. Als u een rapport eenmaal naar een dashboard hebt gesleept, kunt u de weergave van het gehele rapport of slechts één deel van het rapport configureren. • U selecteert een onderdeel van het Web Intelligence-rapport door er met de rechtermuisknop op te klikken en Dit rapportonderdeel selecteren te selecteren. Terwijl u het rapportonderdeel weergeeft, kunt u de weergave ervan bewerken door te klikken op het pictogram Bewerken. • Als u de selectie van een rapportonderdeel wilt opheffen, klikt u met de rechtermuisknop op het onderdeel en selecteert u Selectie van dit rapportonderdeel opheffen. Het hele rapport wordt weergegeven.


31

2

2


U kunt de volgende opties toepassen: Optie


Volledig rapport weergeven

Het rapport wordt weergegeven met een werkbalk die alle opties bevat. Raadpleeg de Web Intelligencedocumentatie voor informatie over deze opties.

Het rapport wordt weergegeven met een compacte Rapport werkbalk, waarvan de opties worden bepaald door de weergeven in rechten van de gebruiker. Zo kunt u ruimte besparen compacte modus in de weergave van het rapport. Als u een rapportonderdeel hebt geselecteerd, wordt deze optie standaard geselecteerd en wordt de id van het onderdeel weergegeven in het tekstvak. U kunt Specifiek rappordeze id gebruiken in andere toepassingen. tonderdeel weergeven Opmerking: Deze optie is niet geldig voor de volledige rapportweergave.

Een navigatielijst gebruiken op een dashboardtabblad Met een navigatielijstanalyse in combinatie met de Viewer-analyse kunt u de ruimte op een dashboardtabblad optimaal gebruiken. De navigatielijstanalyse fungeert dan als een actieve 'inhoudsopgave'. 1. Klik in de bewerkingsmodus voor dashboard op Toolbox om de "Analyse-toolbox" te activeren. 2. Sleep de Navigatielijst uit de categorie "Nieuwe analyse" naar het dashboardindelingsgebied.

32



3. Sleep Viewer uit de categorie "Nieuwe analyse" naar het dashboardindelingsgebied en pas het formaat aan met behulp van het pictogram in de linkerbenedenhoek. 4. Sleep een analyse uit een willekeurige categorie in de "Analyse-toolbox" naar de navigatielijst. Onthouden:

Als u het dashboard bewerkt in de modus "Vergrendelen", houdt u de Ctrl-knop ingedrukt terwijl u met de muis objecten versleept en neerzet in de navigatielijst. Wanneer u in de navigatielijst een object selecteert, wordt dat in de viewer weergegeven. 5. Klik op het pictogram voor bewerken in de titelbalk van de navigatielijst. Het deelvenster Inhoud en indeling wordt geopend. 6. Op het tabblad "Inhoud" kunt u het volgende doen: • Mappen maken waarin u de analyses ordent (optioneel). • Items van de navigatielijst ordenen. • Eigenschappen van de items van de navigatielijst bewerken, met inbegrip van de analyse-eigenschappen. • Items verwijderen uit de navigatielijst. • De naam van een item wijzigen. 7. Typ op het tabblad "Indeling" een titel en een beschrijving en selecteer de weergaveopties en een opmaakmodel. 8. Klik op OK om de configuratie van inhoud en indeling op te slaan. Raadpleeg de documentatie van Dashboard Builder voor meer informatie over het configureren van analyse-eigenschappen. Verwante onderwerpen

• •

De Viewer-analyse in dashboards op pagina 300 De weergaveopties van een dashboardanalyse configureren op pagina 21

De Viewer-analyse in dashboards Standaard worden objecten die zijn opgeroepen vanuit een analysekoppeling in de volledige dashboardruimte geopend. De Viewer-analyse biedt de mogelijkheid om objecten die zijn opgeroepen uit analyses via


33

2

2


analysekoppelingen met openAnalytic-variabelen weer te geven in de door u gewenste grootte. Als u bijvoorbeeld in een dashboard met een Viewer een titel van een vak met een koppeling selecteert in een gegevensstructuur, wordt de doelanalyse weergegeven in de Viewer. Dit stelt u in staat om de gegevensstructuur en de doelanalyse naast elkaar te bekijken. In een ander voorbeeld hebt u een Web Intelligence-rapport gemaakt en wilt u de gekoppelde items in het rapport selecteren, waarbij het gekoppelde document wordt weergegeven in de Viewer. De Viewer-analyse is vooral handig in combinatie met de navigatielijstanalyse. U gebruikt de navigatielijst als een 'inhoudsopgave' en de Viewer als de weergave-portlet. Hiermee wordt u dashboardruimte opgeslagen. U vindt de Viewer-analyse in de dashboardbewerkingsmodus, in Toolbox > Nieuwe analyse. Sleep de Viewer naar het dashboardindelingsgebied en pas het formaat aan met behulp van het pictogram in de linkerbenedenhoek om deze toe te voegen aan het dashboard. Verwante onderwerpen

• •

Een navigatielijst gebruiken op een dashboardtabblad op pagina 32 OpenAnalytic-variabelen voor gebruik in analyses op basis van doelstelling, gegeven en universe-query op pagina 54 • De titel van het vak configureren in een gegevensstructuuranalyse op pagina 155

Informatie naar de Viewer-analyse in een dashboard verzenden met behulp van openAnalytic Met behulp van de openAnalytic-syntaxis kunt u informatie uit de volgende documenten die zijn opgeslagen op de CMS (Central Management Server) verzenden naar een Vierwer-analyse op een dashboard. • Web Intelligence-rapporten • Crystal Reports • Tekstanalyse • Desktop Intelligence-rapporten • Analyse webpagina

34



Voorbeeldsyntaxis: [LINK NAME IN DASHBOARD]

De belangrijkste items in het voorbeeld zijn aa-open-inlist.jsp en tar get='hiddenframe'. 1. Kopieer de voobeeldsyntaxis en plak deze in een teksteditor. 2. Vervang [WEB APPLICATION LOCATION] door de locatie van de webtoepassing na http://. Bijvoorbeeld: http://<server>:<poort>/PerformanceManagement/jsp 3. Voer de juiste informatie in na de variabelen. 4. Vervang [LINK NAME IN DASHBOARD] door de naam van de koppeling zoals u wilt dat deze wordt weergegeven. 5. Kopieer en plak de tekst in de volgende locatie: • Voor een Web Intelligence-, Crystal Report- of Desktop Intelligence-rapport kopieert u de tekst in de cel van de query en voert u een rapport uit. • Voor een tekstanalyse gaat u naar de bewerkingsmodus en plakt u de tekst in het tekstvak "Voer tekst of HTML in voor weergave" en selecteert u html. Sla de analyse op in de openbare mappen. • Voor een webpagina-analyse gaat u naar de bewerkingsmodus en plakt u op het tabblad "Inhoud" de tekst in het tekstvak "De webpagina-URL invoeren" en selecteert u OK. Selecteer op het tabblad "Indeling" bij de sectie "Weergeven als"Een koppeling, zodat alleen de naam zichtbaar is. 6. Ga in InfoView naar Dashboards > Bedrijfsdashboard maken. 7. Geef de titel op, selecteer een openbare map en klik op OK. 8. Klik op Dashboards > Bedrijfsdashboards ordenen en selecteer uw dashboard. 9. Klik op Dashboard bewerken. 10. Vouw vanaf de "analyse-toolbox" de lijst "Bedrijfsanalyses" open om uw rapport te zoeken en sleep dit naar de dashboardindeling. 11. Vouw vanaf de "analyse-toolbox" de lijst "Nieuwe analyse" open en sleep de "Viewer"-analyse van de lijst naar de dashboardindeling.


35

2

2


12. Klik op Opslaan en vervolgens op Bewerkingsmodus afsluiten. Klik op een willekeurig gekoppeld item in het rapport en het doel wordt weergegeven in de viewer.

Inhoud koppelen in dashboards Door inhoudskoppelingen kunt u gegevens verzenden van een Xcelsius-analyse (de bron) naar de volgende doelanalyses in een dashboard: • Xcelsius-analyses Xcelsius-analyses die zijn gedefinieerd als doelanalyses, ontvangen gegevens van de bronanalyse en vervolgens worden deze gegevens gebruikt als invoer voor de variabelen in het Xcelsius-model. •

Rapporten van Crystal Reports, Web Intelligence en Desktop Intelligence Wanneer de gebruiker werkt met een Xcelsius-analyse die als bronanalyse is gedefinieerd, worden de dynamische waarden automatisch doorgegeven aan de aanwijzingen in de rapporten van Crystal Reports, Web Intelligence en Desktop Intelligence die als doelanalyse zijn geselecteerd op het tabblad of subtabblad Dashboard Builder. Opmerking:

Als u een koppeling maakt naar een rapport zonder aanwijzingen, wordt de doelanalyse niet beïnvloed door een inhoudskoppeling en worden de gegevens niet gewijzigd. U kunt een inhoudskoppeling in een dashboard configureren met de bewerkingsmodus in het bewerkingsvenster voor een bron- of doeldocument, of via de koppeling Inhoudskoppeling op de werkbalk van het dashboard.

Een inhoudskoppeling instellen tussen analyses in een dashboard U moet dynamische communicatie instellen tussen de analyses van Xcelsius en de analyses in rapporten van Crystal Reports, Web Intelligence en Desktop Intelligence die op een tabblad of subtabblad Dashboard Builder zijn geplaatst. De analyses in rapporten van Crystal Reports en Desktop Intelligence worden op een tabblad of subtabblad Dashboard Builder

36



geplaatst. Tijdens de uitvoering worden gegevens van een Xcelsius-bronanalyse verzonden naar de analyses in rapporten van Crystal Reports, Web Intelligence en Desktop Intelligence. De door de bronanalyse verzonden gegevens worden in de doelanalyse als parameterwaarden gebruikt. Deze parameterwaarden worden als invoer voor aanwijzingen gebruikt in de rapporten van Crystal Reports, Web Intelligence en Desktop Intelligence, of in het bereik van een gegevenswerkblad in een Xcelsius-model. Onthouden:

Als een Xcelsius-analyse als brondocument wordt gebruikt, moet deze worden geconfigureerd met een portal-verbinding van de provider. Als een Xcelsius-analyse als doeldocument wordt gebruikt, moet deze worden geconfigureerd met de portal-verbinding van de gebruiker. Zie de gebruikersdocumentatie bij Xcelsius voor meer informatie over het configureren van portal-verbindingen in een Xcelsius-analyse. De ontwerper moet gebruikmaken van het onderdeel FSCommand om de dynamische communicatie tussen een Xcelsius-bron en andere doelanalyses (behalve Xcelsius-doelen) te vergemakkelijken. De naam van de opdrachttekst voor het onderdeel FSCommand moet worden ingesteld op queryparams. De ontwerper moet opendocument-syntaxis gebruiken bij het maken van de gegevens in de sectie parameters. Deze gegevens worden door de Xcelsius-bron verzonden naar de doelanalyses (rapporten van Crystal Reports, Web Intelligence en Desktop Intelligence) en daar als waarden voor aanwijzingen gebruikt. 1. Kies in de Analyse-toolbox de bewerkingsmodus voor het dashboard en sleep de Xcelsius-bronanalyse naar de dashboardindeling. 2. Sleep een of meer doelanalyses naar de dashboardindeling. Opmerking:

Inhoudskoppelingen worden in de volgende doelanalyses gebruikt: • Xcelsius-analyses • Crystal Reports • Web Intelligence-rapporten • Desktop Intelligence-rapporten 3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op de werkbalk van het dashboard op Inhoudskoppeling. Het venster Inhoudskoppeling wordt weergegeven met een vervolgkeuzelijst waar u de bronanalyse kunt selecteren.


37

2

2


•

Klik op een werkbalk voor het bewerken van analyses op het pictogram Bewerken en selecteer het tabblad Inhoudskoppeling Het tabblad Inhoudskoppeling wordt weergegeven en de analyse is automatisch geselecteerd als bronanalyse.

4. Als de bronanalyse nog niet is geselecteerd, kiest u een analyse in de vervolgkeuzelijst. In de lijst Doelanalyses worden nu de analyses weergegeven waaraan de bronanalyse kan worden gekoppeld. 5. Selecteer de doelanalyses. 6. Klik op OK.

38


Analyses gebruiken

3

3

Analyses gebruiken Analyses op basis van één gegeven of doelstelling

De gegevens in een analyse kunnen afkomstig zijn uit een gegeven, een doelstelling, of een op een universe gebaseerde, Web Intelligence-, Desktop Intelligence-, Crystal Reports- of Xcelsius-query. U kunt analyses maken en aan uw dashboards toevoegen als u uw gegevens op een betekenisvolle en efficiënte manier wilt weergeven. Business Objects biedt vooraf samengestelde analysesjablonen die bij de dashboard- en analysetoepassingen worden geleverd.

Analyses op basis van één gegeven of doelstelling U kunt de volgende analyses maken op basis van één gegeven of doelstelling: • Meter • Interactieve gegevenstrend • Pareto-diagram

Wat is een universe-query? Universe-query's verwijzen naar gegevens van relationele gegevensbronnen en OLAP-gegevensbronnen, en kunnen doelstellingen van andere gegevensbronnen bevatten via een universe, en bovendien behalve gegevens ook doelstellingen en tolerantieniveaus weergeven. Voor informatie over het aanpassen van universes op basis waarvan op query's gebaseerde gegevens moeten worden gemaakt, raadpleegt u de documentatie van Designer.

Gegevens voor universe-query's Analyses kunnen gegevens gebruiken die zijn verkregen via een query van een Business Objects-universe die is geëxporteerd in Designer. Universes voor deze typen query's hoeft u niet te importeren via Dashboards en Analyses instellen.

40


Analyses gebruiken Wat is een universe-query?

Alle beveiligingsvoorwaarden die in Designer voor deze universes zijn gemaakt, worden overgenomen wanneer u een analyse maakt. Objecten met beveiligingsbeperkingen in de universe zijn bijvoorbeeld niet zichtbaar in het dialoogvenster Query.

Een universe-query voor een analyse definiëren 1. Selecteer in de sectie gegevensselectie van het bewerkingsvenster van de analyse Query definiëren. 2. Selecteer in het deelvenster "Query definiëren" de universe waarop u de query wilt baseren. Als uw universe niet op de lijst staat, klikt u op Lijst vernieuwen. Als de universe nog steeds niet wordt weergegeven, klikt u op Zoeken en migreert u ernaar. 3. Selecteer een universe-object en klik op >> om het object toe te voegen aan het lijstvak "Resultaatobjecten". Filters worden automatisch toegevoegd aan het lijstvak "Queryfilters". Klik op << om items uit het lijstvak te verwijderen. 4. Klik op OK om het bestand op te slaan. Het bewerkingsvenster van de analyse wordt opnieuw geopend. Verwante onderwerpen

• • • • • • • •

De weergavegegevens voor een universe-query in de analyses ballondiagram, cirkeldiagram en radardiagram definiëren op pagina 43 Een meteranalyse configureren met behulp van een gegeven, doelstelling of universe-query op pagina 113 Een ballondiagramanalyse configureren op pagina 118 Een cirkeldiagramanalyse configureren op pagina 119 Een radardiagramanalyse configureren op pagina 120 Een interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's configureren op pagina 102 Een Pareto-diagramanalyse configureren op pagina 165 De eigenschappen van de gegevensstructuuranalyse configureren op pagina 153


41

3

3

Analyses gebruiken Wat is een universe-query?

Een filter definiëren voor analyses waarin universe-query's worden gebruikt Voordat u de volgende stappen kunt uitvoeren, moet u in het bewerkingsvenster van de analyse Universe-query selecteren in de lijst "Gegevens selecteren voor weergave" en de universe-query definiëren. Met een filter verfijnt u de lijst met gegevens die wordt weergegeven. Dit is handig wanneer de universe waarop u de query uitvoert veel gegevens bevat. 1. Als u een filter aan de analyse wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen onder "Analysefilter". Als u een bestaand filter wilt bewerken, selecteert u het filter in het lijstvak "Analysefilter" en klikt u op Bewerken. 2. Selecteer in het deelvenster "Filter maken" een dimensie in de lijst "Resultaatobjecten" 3. Selecteer een dimensie in de lijst "Beveiligde dimensie". 4. Selecteer Alle segmenten gebruiken wanneer deze analyse wordt weergegeven zodat alle gebruikers alle segmenten kunnen zien die aan het gegeven zijn gekoppeld. Als u niet wilt dat de gebruikers de segmenten zien, selecteert u Niets weergeven 5. Klik op OK. Het filter wordt weergegeven in het lijstvak "Analysefilter". Als u een filter wilt verwijderen, selecteert u dit filter in het lijstvak "Analysefilter" en klikt u op Verwijderen. Verwante onderwerpen

• •

42

Een universe-query voor een analyse definiëren op pagina 41 De weergavegegevens voor een universe-query in de analyses ballondiagram, cirkeldiagram en radardiagram definiëren op pagina 43


Analyses gebruiken Analyseweergavemodi

De weergavegegevens voor een universe-query in de analyses ballondiagram, cirkeldiagram en radardiagram definiëren Voordat u de volgende stappen kunt uitvoeren, moet u in het bewerkingsvenster van de analyse Universe-query selecteren in de lijst "Gegevens selecteren voor weergave" en de universe-query definiëren. 1. Als u het volgende configureert: • een cirkeldiagram - selecteer de waarde die u wilt weergeven. • een ballon- of radardiagram - selecteer een primaire waarde en een of meer secundaire waarden. 2. Selecteer een dimensie in de lijst "Dimensie voor X-as en schuifregelaar". 3. Selecteer een dimensie voor de segmentenlijst. 4. Voeg indien gewenst filters toe. Verwante onderwerpen

• Een filter definiëren voor analyses waarin universe-query's worden gebruikt op pagina 42 • Een ballondiagramanalyse configureren op pagina 118 • Een cirkeldiagramanalyse configureren op pagina 119 • Een radardiagramanalyse configureren op pagina 120

Analyseweergavemodi De weergave-indelingen zijn: • • • •

SVG – Scalable Vector Graphics. Deze indeling is minder interactief dan de applet. Applet – de Java-applet maakt interactieve bewerking van de analyse mogelijk. Flash – Macromedia Flash biedt een interactievere interface zonder vaste-schijfruimte. HTML – met de HTML-weergave kunt u toegankelijkheid bieden voor 508-compatibele analyses.

De volgende tabel bevat de weergavemodi voor de analyses.


43

3

3


Analyse

SVG

Applet

Flash

HTML

Signalen

X

Ballondiagram Controlediagram

X X

Krommepassing

X

Frequentiehistogram

X

Meter

DHTML

X

X

Doelstelling

X

X

Abonnementen op doelstellingen

X

Detail van beïnvloeder op basis X van doelstellingen Afzonderlijke lijst Detail van beïnvloeder

X X

Diagram Beïnvloeder/toename X Interactieve gegevenstrend

X

Belangrijkste beïnvloeders

X

X

Tekengebied met vertraging

X

Kaart

X

Lidmaatschap

X

Gegevensprognose

X

X X

Gegevenslijst Gegevensstructuur

44

X

X X



Analyse

SVG

Applet

Gegevensoverzicht

X

X

Migratie

X

X

Diagram Modeltoename

X

Multiset met gelijktijdige gebeurtenissen

X

Flash

HTML

DHTML

X

Navigatielijst

X

Normale kans

X

Pareto

X

Cirkeldiagram

X

Profiler

X

Radardiagram

X

Scorecard

X

Effening

X

Strategietoewijzing

X

Tekst

X

Tekengebied van variabel profielvak

X

Aantal visuele gegevens

X

Webpagina

X X


45

3

3

Analyses gebruiken Een analyse maken

Een analyse maken Analyses worden gemaakt om prestatieniveaus en trends voor specifieke gegevens te visualiseren. De gegevens kunnen afstammen van enkele gegevens of doelstellingen, voorspellende modellen, sets die zijn opgeslagen in de opslagruimte van Performance Manager of ad hoc query's van een universe. U kunt op de volgende manieren analyses maken: • • •

via InfoView via Dashboard Builder U kunt een analyse rechtstreeks in een dashboard maken, waarna deze als een ingesloten object in het dashboard wordt opgeslagen. Opmerking:

Het is mogelijk om rapporten van Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence te gebruiken en de query's ervan vanuit een dashboard te wijzigen. U kunt echter zelf geen query's in dashboards maken. Verwante onderwerpen

• • •

Wat is een analyse? op pagina 360 Een analyse maken via InfoView op pagina 47 Een analyse maken via Dashboard Builder op pagina 46

Een analyse maken via Dashboard Builder U kunt analyses maken op de pagina Nieuwe analyse maken van Dashboard Builder. 1. Klik in InfoView op Openen > Dashboards en analyses > Dashboard Builder > Nieuwe analyse maken. De soorten analyses worden per categorie weergegeven. 2. Selecteer een categorie. Rechts worden de analyses in de geselecteerde categorie weergegeven. 3. Selecteer een analyse.

46



Raadpleeg de desbetreffende sectie in de documentatie voor Dashboards en analyses voor meer informatie over het configureren van een specifieke analyse. Verwante onderwerpen

• • •

Een analyse als document opslaan op pagina 101 Een analyse via e-mail verzenden op pagina 98 Analyses toevoegen aan dashboards op pagina 27

Een analyse maken via InfoView U kunt analyses rechtstreeks in InfoView maken. 1. Klik op de introductiepagina van InfoView op Documentenlijst > Nieuw > Analyse. De soorten analyses worden per categorie weergegeven. 2. Selecteer een categorie. Rechts worden de analyses in de geselecteerde categorie weergegeven. 3. Selecteer een analyse. Raadpleeg de desbetreffende sectie in de documentatie voor Dashboard Builder voor meer informatie over het configureren van een specifieke analyse.

Een analyse maken op basis van een bestaande analyse U kunt voor een bestaande analyse die is gebaseerd op universe-query's, gegevens en doelstellingen een andere gegevensbron opgeven en de analyse als een nieuwe analyse opslaan. Opmerking:

U kunt de gegevensbron van analyses op basis van query's vanuit Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence niet wijzigen. U kunt de query wel bewerken om een analyse te maken. U vindt het proces voor de bewerking van query's in de documentatie voor Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence.


47

3

3


1. Selecteer de analyse waarop u de nieuwe analyse wilt baseren. 2. Klik op Bewerken. Het bewerkingsvenster van de analyse wordt geopend. Raadpleeg de "analysecatalogus" in de documentatie van Dashboards en analyses voor meer informatie over de configuratie van analyses.

Gegevensbronnen voor analyses Het is van cruciaal belang om de juiste gegevens te kiezen voor een analyse. De gegevens die u selecteert, zijn afhankelijk van de bedrijfsvraag die u wilt beantwoorden, het type analyse dat u kiest en welke gegevens voor u beschikbaar zijn. De gegevens kunnen bestaan uit: •

een gegeven gemaakt in Designer Een gegeven wordt gedefinieerd met objecten in een universe die in Designer zijn gemaakt opgeslagen in de Central Mangement Server. Gegevensdefinities worden opgeslagen in de gegevensopslagruimte van Performance Manager.

•

een universe-query gemaakt in Dashboard Builder of Performance Manager Een universe-query gebruikt gefilterde gegevens die zijn geëxporteerd uit een specifieke universe.

•

een voorspellend model of gegevens op basis van modellen gemaakt in Predictive Analysis Raadpleeg de documentatie voor Predictive Analysis voor meer informatie over prestatiemodellen.

•

een doelstelling gemaakt in Performance Manager Raadpleeg de documentatie voor Performance Manager voor meer informatie. In een meteranalyse kunt u bijvoorbeeld doelstellingsgegevens weergeven die zijn geretourneerd door promptwaarden.


• •

48

Wat is een gegeven? op pagina 360 Wat is een doelstelling? op pagina 273


Analyses gebruiken Een analyse bewerken

•

Wat is een universe-query? op pagina 40

Een analyse bewerken In deze sectie wordt beschreven hoe u het volgende kunt doet: • Analyses toevoegen aan dashboards • Analyses opslaan als documenten • Analyses e-mailen • Een analyse uit de InfoView-map verwijderen • Een analyse in een map opslaan • Een analyse maken op basis van een bestaande analyse • Analyses koppelen aan documenten of andere analyses Raadpleeg de sectie Analysecatalogus in de documentatie van Dashboard Builder voor informatie over het bewerken van een bepaalde analyse. Verwante onderwerpen

• • • • • • •

Analyses toevoegen aan dashboards op pagina 27 Een analyse als document opslaan op pagina 101 Een analyse via e-mail verzenden op pagina 98 Een analyse uit een InfoView-map verwijderen op pagina 100 Een analyse in een map opslaan op pagina 100 Een analyse maken op basis van een bestaande analyse op pagina 176 Koppelen naar meerdere documenten van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query op pagina 50 • Koppelen van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query naar een document of analyse op pagina 52 • Analyses en documenten koppelen op pagina 49

Analyses en documenten koppelen Door koppelingen aan analyses toe te voegen, kunnen eindgebruikers van een analyse navigeren naar andere analyses of documenten die informatie bevatten voor verdere analyse.


49

3

3

Analyses gebruiken Koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven

Koppelen naar analyses die gebruik maken van één doelstelling, gegeven of universe-query

U kunt een koppeling maken met een of meer documenten en u kunt in een koppeling aanwijzingsparameters opnemen. Het toevoegen van aanwijzingsparameters betekent dat de gegevens die in de doelstellingsanalyse of het doeldocument worden weergegeven, dynamisch worden gegenereerd volgens de waarden die in de eerste analyse worden weergegeven. U kunt een koppeling maken met: • één analyse of document • meer analyses en documenten Verwante onderwerpen

•

Koppelen van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query naar een document of analyse op pagina 52 • Koppelen naar meerdere documenten van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query op pagina 50

Koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven Koppelen naar meerdere documenten van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query U kunt vanuit een analyse op basis van een doelstelling of gegeven koppelingen maken naar meerdere documenten. Dit is met name nuttig voor diepteanalyses. 1. Hoe u toegang krijgt tot de opties voor het koppelen van analyses aan andere documenten, is afhankelijk van de vraag of u een nieuwe analyse maakt of een bestaande analyse bewerkt. • Voer een van de volgende handelingen uit in InfoView als u een analyse maakt: • Ga naar Openen > Dashboard Builder > Nieuwe analyse maken. • Ga naar Lijst met documenten > Nieuw > Analyse.

50



•

Als u een analyse bewerkt, selecteert u de analyse en klikt u op Bewerken.

2. Vouw Navigatie uit. 3. De volgende stap hangt af van wat u wilt: • Als u de titel van de analyse wilt laten koppelen naar meerdere documenten, dan klikt u op Meerdere koppelingen onder "Legenda/titel gebruiken als hyperlink voor navigatie naar". • Als u wilt voorzien in gegevenspuntnavigatie zodat gebruikers op een gegevensresultaat kunnen klikken om een gefilterd document weer te geven met andere resultaten voor die specifieke tijdsperiode, klikt u op Meerdere koppelingen onder "Gegevenspunt gebruiken Als hyperlink voor navigatie naar". Het dialoogvenster Navigatiekoppeling bewerken verschijnt. 4. Klik op Toevoegen en vervolgens op Bladeren om het document te selecteren of typ de URL in het tekstvak als u een webpagina wilt koppelen. 5. Hier kunt u verschillende koppelingen naar documenten toevoegen. 6. Klik op Bijwerken en vervolgens op OK. De koppeling naar meerdere documenten wordt weergegeven. Bijvoorbeeld: Drill Down Group Level||openAnalytic.jsp?Document Name=Drill+Down+Group+Level&RepositoryType=C&Repository Name=Feature Examples&DocumentExt=rpt&DocumentId=AWbJO JEYvvVMnbtXEQ2An0s&sContentType=OnDemand&mode=full||Total Sales.rpt||openAnalytic.jsp?DocumentName=TotalSales.rpt&Repos itoryType=C&RepositoryName=Feature Samples&Docu mentExt=rpt&DocumentId=AdLEddSQNTlDhMiLiHoD7II&sContent Type=OnDemand&mode=full||Business Objects||http://www.busi nessobjects.com

In dit voorbeeld wordt de meervoudige koppeling gemaakt met: • Drill Down Group Level • Het rapport TotalSales • www.businessobjects.com De syntaxis van de koppeling is de volgende: name1||URL||name2||URL||name3||URL


51

3

3


7. Klik op OK als u de koppelingen wilt controleren. De analyse verschijnt. 8. Plaats de cursor op een gegevenspunt of titel. Als de koppelingen correct zijn gedefinieerd, verschijnt een pop-upmenu met de lijst van doeldocumenten. 9. Klik op het gewenste doeldocument. Opmerking:

Wanneer u koppelt vanuit doelstellingsanalyses en voorspellende analyses, moet u de koppeling handmatig invoeren. Verwante onderwerpen

•

OpenAnalytic-variabelen voor gebruik in analyses op basis van doelstelling, gegeven en universe-query op pagina 54 • Variabelen gebruiken voor dynamische koppelingen naar documenten op pagina 54

Koppelen van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query naar een document of analyse Door koppelingen aan analyses toe te voegen, kunnen eindgebruikers van een analyse navigeren naar andere analyses of documenten die informatie bevatten voor verdere analyse. U kunt in een koppeling aanwijzingsparameters opnemen. Het toevoegen van aanwijzingsparameters betekent dat de gegevens die in de doelstellingsanalyse of het doeldocument worden weergegeven, dynamisch worden gegenereerd volgens de waarden die in de eerste analyse worden weergegeven. 1. Hoe u toegang krijgt tot de opties voor het koppelen van analyses naar andere documenten, is afhankelijk van de vraag of u een analyse maakt of een bestaande analyse bewerkt: • Voer een van de volgende handelingen uit in InfoView als u een analyse maakt: • Ga naar Openen > Dashboard Builder > Nieuwe analyse maken.

52



• •

Ga naar Nieuw > Analyse.

Als u een analyse bewerkt, selecteert u de analyse en klikt u op Bewerken.

2. Vouw Navigatie uit. 3. De volgende stap is afhankelijk van de vraag of u de titel of gegevenspunten aan een doeldocument wilt koppelen: • Als u de titel van de analyse aan meerdere documenten wilt koppelen, klikt u op Bladeren onder "Legenda/Titel gebruiken als hyperlink voor navigatie naar". • Als u wilt voorzien in gegevenspuntnavigatie zodat gebruikers op een gegevensresultaat kunnen klikken om een gefilterd document weer te geven met andere resultaten voor die specifieke tijdsperiode, klikt u op Bladeren onder "Gegevenspunt gebruiken als hyperlink voor navigatie naar". Het dialoogvenster "Menu met navigatiekoppelingen bewerken" verschijnt. 4. Klik op op Toevoegen en vervolgens op Bladeren om het document te selecteren of typ de URL in het tekstvak als u een webpagina wilt koppelen. Opmerking:

Wanneer u koppelt vanuit doelstellingsanalyses en voorspellende analyses, moet u de koppeling handmatig invoeren. 5. Klik op Bijwerken en vervolgens op OK. De URL naar het document wordt in het vak URL weergegeven. De URL ziet er als volgt uit: openAnalytic.jsp?DocumentName= &RepositoryType= C&RepositoryName= &DocumentExt=<EXTN>& DocumentId= &sContentType=OnDemand&mode=full

6. Klik op OK als u de koppelingen wilt controleren. De analyse verschijnt. 7. Plaats de cursor op een gegevenspunt of titel. 8. Wanneer de cursor de vorm van een handje krijgt, klikt u op het gegevenspunt of de titel. Het doeldocument wordt weergegeven.


53

3

3



•

OpenAnalytic-variabelen voor gebruik in analyses op basis van doelstelling, gegeven en universe-query op pagina 54 • Koppelen naar meerdere documenten van een analyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query op pagina 50 • Variabelen gebruiken voor dynamische koppelingen naar documenten op pagina 54 • Variabelen gebruiken voor dynamische koppelingen naar documenten op pagina 54

Variabelen gebruiken voor dynamische koppelingen naar documenten U kunt variabelen opnemen in de koppelingen naar documenten zodat het doeldocument wordt gefilterd door de waarden voor een bepaald gegeven of doel, of een bepaalde dimensie of set. Verwante onderwerpen

•

OpenAnalytic-variabelen voor gebruik in analyses op basis van doelstelling, gegeven en universe-query op pagina 54

OpenAnalytic-variabelen voor gebruik in analyses op basis van doelstelling, gegeven en universe-query De volgende tabel bevat een beschrijving van de variabelen die u kunt gebruiken wanneer u koppelingen tussen analyses maakt. Opmerking:

Voor een analyse op basis van universe-query waarbij een aanwijzing is gedefinieerd, kunt u alle OpenAnalytic-variabelen gebruiken.

54

Variabele

Beschrijving

$METRIC_ID$

Gegevens-id

$METRIC_NAME$

Gegevensnaam

$SUBJECT_ID$

Onderwerp-id



Variabele

Beschrijving

$SUBJECT_NAME$

Onderwerpnaam

$SET_ID$

Set-id

$SET_NAME$

Setnaam

$SET2_ID$

Id van 2de set (als het gegeven is gebaseerd op twee sets)

$SET2_NAME$

Naam van 2de set (als het gegeven is gebaseerd op twee sets)

$POPULATION_ID$

Populatie-id

$POPULATION_NAME$

Populatienaam

$DIM_ID$

Dimensie-id

$DIM_NAME$

Dimensienaam

$DIM2_ID$

Id van 2de dimensie

$DIM2_NAME$

Naam van 2de dimensie

$GOAL_NAME$

Naam van het doel dat met analyses is geassocieerd.

$GOAL_ID$

Id van het doel dat met analyses is geassocieerd.

$SLICE_CODE$

Waarde van het segment (code)

$SLICE_NAME$

Waarde van het segment (naam)

$CONDITION_ID$

Klasse-id van de bron-universe

$MEASURE_NAME$

Naam van waarde

$MIN_SLICE$

Eerste segment van de dimensie die wordt gebruikt voor de x-as (QOU).


55

3

3


Variabele

Beschrijving

$MAX_SLICE$

Laatste segment van de dimensie die wordt gebruikt voor de x-as (QOU).

$CURRENT_SLICE$

Huidige segment van de dimensie die wordt gebruikt voor de x-as (QOU).

$BEGIN_DATE$

Begindatum van de weergegeven periode

$END_DATE$

Einddatum van de weergegeven periode

$CURRENT_DATE$

Huidige periode (Correspondeert met een gegevenspunt in een trend.)

$MAP_CODE$

Code voor de weergegeven regio

$MAP_NAME$

Naam van de weergegeven regio

$MAP_LONGNAME$

Lange naam van de weergegeven regio

$MODEL_ID$

Model-id

$INFLUENCER_ID$

Id van beïnvloeder

$INFLUENCER_NAME$

Naam van beïnvloeder

OpenAnalytic-variabelen voor doelstellingsvariantie- en Pareto-analyses Pareto-analyse

U kunt alleen de variabele $METRIC_ID$ gebruiken voor koppelingen vanuit een Pareto-analyse. Doelstellingsvariantieanalyses

U kunt de volgende variabelen gebruiken om te koppelen vanuit analyses voor doelstellingsvariantie: • $CONDITION_ID$ • $CONDITION_NAME$ • $DIM_ID$

56



• • • • • • • • • • • • • • • •

$DIM_NAME$ $GOAL_ID$ $MEASURE_NAME$ $METRIC_ID$ $METRIC_NAME$ $POPULATION_ID$ $POPULATION_NAME$ $SET_ID$ $SET_NAME$ $SET2_ID$ $SET2_NAME$ $SLICE_CODE$ $SLICE_NAME$ $SUBJECT_ID$ $SUBJECT_NAME$ $USER$

Opmerking:

Voor een analyse op basis van universe-query waarbij een aanwijzing is gedefinieerd, kunt u alle OpenAnalytic-variabelen gebruiken. Verwante onderwerpen

•


OpenAnalytic-variabelen voor toewijzingsanalyses In deze tabel ziet u welke variabelen u kunt gebruiken om een koppeling te maken vanuit toewijzingsanalyses die gegevens of een universe-query gebruiken. Opmerking:

Voor een analyse op basis van universe-query waarbij een aanwijzing is gedefinieerd, kunt u alle OpenAnalytic-variabelen gebruiken.


57

3

3


Toewijzingsanalyse die gegevens gebruikt

Toewijzingsanalyse die een universe-query gebruikt

Variabele Koppeling met titel

Koppeling Koppeling met toewijzmet titel ingsitem

Koppeling met toewijzingsitem

X

X

X

X

$METRIC_NAME$ X

X

X

X

$SUBJECT_ID$

X

X

X

X

$SUB JECT_NAME$

X

X

X

X

$SET_ID$

X

X

X

X

$SET_NAME$

X

X

X

X

$SET2_ID$

X

X

X

X

$SET2_NAME$

X

X

X

X

$POPULA TION_ID$

X

X

X

X

$POPULA TION_NAME$

X

X

X

X

$DIM_ID$

X

X

X

X

$DIM_NAME$

X

X

X

X

$METRIC_ID$

$GOAL_NAME$

X

$GOAL_ID$

58

X

X

$SLICE_CODE$

X

X

X

$SLICE_NAME$

X

X

X



Toewijzingsanalyse die gegevens gebruikt

Toewijzingsanalyse die een universe-query gebruikt

Variabele Koppeling Koppeling met toewijzmet titel ingsitem

Koppeling met toewijzingsitem

$CONDITION_ID$ X

X

X

X

$CONDI TION_NAME$

X

X

X

X

$MEA SURE_NAME$

X

X

X

X

$BEGIN_DATE$

X

X

$END_DATE$

X

X

X

X

X

X

X

X

Koppeling met titel

$MAP_CODE$ $MAP_NAME$

X

$MAP_LONG NAME$ $USER$

X X

X

X X

X


•


OpenAnalytic-variabelen voor gegevenslijst- en strategietoewijzingsanalyses In deze tabel ziet u welke variabelen u kunt gebruiken om een koppeling te maken vanuit gegevenslijst- en strategietoewijzingsanalyses (alleen op basis van doelstellingen, gegevens of universe-query's).


59

3

3


Gegevenslijst

Strategietoewijzing

Koppeling met titel

Gekoppelde analyse

$METRIC_NAME$

X

X

$SUBJECT_ID$

X

X

$SUBJECT_NAME$

X

X

$SET_ID$

X

X

$SET_NAME$

X

X

$SET2_ID$

X

X

$SET2_NAME$

X

X

$POPULATION_ID$

X

X

$POPULATION_NAME$

X

X

$DIM_ID$

X

X

$DIM_NAME$

X

X

$GOAL_NAME$

X

X

$SLICE_CODE$

X

X

$SLICE_NAME$

X

X

$CONDITION_ID$

X

X

$CONDITION_NAME$

X

X

$MEASURE_NAME$

X

X

$USER$

X

X

Variabele

60



Opmerking:


•


OpenAnalytic-variabelen voor gegevensstructuur- en gegevensoverzichtanalyses In deze tabel ziet u welke variabelen u kunt gebruiken om een koppeling te maken vanuit gegevensstructuur- en gegevensoverzichtanalyses. Opmerking:

Voor een analyse op basis van universe-query waarbij een aanwijzing is gedefinieerd, kunt u alle OpenAnalytic-variabelen gebruiken. Gegevensstructu Gegevensoverzicht ur Variabele Gekoppelde analyse

Koppeling Koppeling met met setnaam gegevenspunt

$METRIC_ID$

X

$METRIC_NAME$

X

X

$SUBJECT_ID$

X

X

$SUBJECT_NAME$

X

X

X

$SET_ID$

X

X

X

$SET_NAME$

X

X

X

$POPULATION_ID$

X

X

$POPULATION_NAME$

X

X

$DIM_ID$

X

X


61

3

3


Gegevensstructu Gegevensoverzicht ur Variabele Gekoppelde analyse

Koppeling Koppeling met met setnaam gegevenspunt

$DIM_NAME$

X

X

$GOAL_NAME$

X

$GOAL_ID$

X

$SLICE_CODE$

X

X

$SLICE_NAME$

X

X

$CONDITION_ID$

X

X

$CONDITION_NAME$

X

X

$MEASURE_NAME$

X

X

$BEGIN_DATE$

X

$END_DATE$

X

$CURRENT_DATE$

X

$USER$

X

X

X


•


OpenAnalytic-variabelen voor de analyses Meest vluchtige gegevens en Setlidmaatschap In deze tabel ziet u welke variabelen u kunt gebruiken om een koppeling te maken vanuit de analyses Meest vluchtige gegevens en Setlidmaatschap.

62



Variabele

Meest vluchtige gegevens

Setlidmaatschap

Analysekoppel Gegeven ing spunt

Gegevenspunt

$METRIC_ID$

X

X

$METRIC_NAME$

X

X

$SUBJECT_ID$

X

X

X

$SUBJECT_NAME$

X

X

X

$SET_ID$

X

X

X

$SET_NAME$

X

X

X

$SET2_ID$

X

X

$SET2_NAME$

X

X

$POPULATION_ID$

X

X

$POPULATION_NAME$

X

X

$DIM_ID$

X

X

$DIM_NAME$

X

X

$SLICE_CODE$

X

X

$SLICE_NAME$

X

X

$CONDITION_ID$

X

X

$CONDITION_NAME$

X

X

$MEASURE_NAME$

X

X

$BEGIN_DATE$

X

X

$END_DATE$

X

X


63

3

3


Variabele

Meest vluchtige gegevens

Setlidmaatschap

Analysekoppel Gegeven ing spunt

Gegevenspunt

$CURRENT_DATE$

X

X

$USER$

X

X

X

Opmerking:


•


OpenAnalytic-variabelen voor analyses van belangrijkste beïnvloeders U kunt de volgende variabelen gebruiken om een koppeling te maken vanuit analyses van belangrijkste beïnvloeders: • • •

$MODEL_ID$ $INFLUENCER_ID$ $INFLUENCER_NAME$

Opmerking:


•


OpenAnalytic-variabelen voor de analyse Gegevensprognose U kunt de volgende variabelen gebruiken om een koppeling te maken naar gegevensprognose-analyses: • • •

64

$METRIC_ID$ $BEGIN_DATE$ $END_DATE$



OpenAnalytic-variabelen voor de analyse Interactieve gegevenstrend In deze tabel ziet u welke variabelen u kunt gebruiken om een koppeling te maken vanuit interactieve gegevenstrends op basis van doelstellingen, gegevens of universe-query's. Variabele

Legenda

Gegevenspunt

$METRIC_ID$

X

X

$METRIC_NAME$

X

X

$SUBJECT_ID$

X

X

$SUBJECT_NAME$

X

X

$SET_ID$

X

X

$SET_NAME$

X

X

$SET2_ID$

X

X

$SET2_NAME$

X

X

$POPULATION_ID$

X

X

$POPULATION_NAME$

X

X

$DIM_ID$

X

X

$DIM_NAME$

X

X

$SLICE_CODE$

X

X

$SLICE_NAME$

X

X

$CONDITION_ID$

X

X

$CONDITION_NAME$

X

X

$MEASURE_NAME$

X

X

$MIN_SLICE$

X

X


65

3

3


Variabele

Legenda

Gegevenspunt

$MAX_SLICE$

X

X

$CURRENT_SLICE$

X

$USER$

X

X

$BEGIN_DATE$

X

X

$CURRENT_DATE$ $END_DATE$

X X

X

Opmerking:


•


OpenAnalytic-variabelen voor een migratieanalyse U kunt de volgende variabelen gebruiken om een koppeling te maken vanuit een gegevenspunt in de migratieanalyse voor Set Analysis: • • • • •

$SUBJECT_ID$ $SUBJECT_NAME$ $SET_ID$ $SET_NAME$ $USER$

Opmerking:


•

66




OpenAnalytic-variabelen voor meteranalyses In deze tabel ziet u welke variabelen u kunt gebruiken om een koppeling vanaf meters. Variabele

Gegeven

Universe-query

$METRIC_ID$

X

$METRIC_NAME$

X

$SUBJECT_ID$

X

$SUBJECT_NAME$

X

$SET_ID$

X

$SET_NAME$

X

$SET2_ID$

X

$SET2_NAME$

X

$POPULATION_ID$

X

$POPULATION_NAME$

X

$DIM_ID$

X

X

$DIM_NAME$

X

X

$DIM2_ID$

X

$DIM2_NAME$

X

$GOAL_NAME$

X

$GOAL_ID$

X

$SLICE_CODE$

X

$SLICE_NAME$

X

X


67

3

3


Variabele

Gegeven

$CONDITION_ID$

X

$CONDITION_NAME$

X

$MEASURE_NAME$

X

Universe-query

X

$MIN_SLICE$

X

$MAX_SLICE$

X

$CURRENT_SLICE$

X

$BEGIN_DATE$

X

$END_DATE$

X

$CURRENT_DATE$

X

$USER$

X

OpenAnalytic-variabelen voor de cirkel-, ballon- en radardiagrammen In de volgende tabel kunt u zien naar welke variabelen u kunt koppelen vanuit cirkel-, ballon- en radarduagrammen:

68

Variabele

Cirkeldiagram

Ballondiagram

$METRIC_ID$

X

X

$METRIC_NAME$

X

X

$GOAL_ID$

X

$GOAL_NAME$

X

$BEGIN_DATE$

X

X

X

$END_DATE$

X

X

X


Radardiagram


Variabele

Cirkeldiagram

$CURRENT_DATE$ X

Ballondiagram

Radardiagram

X

X

Opmerking:


•


OpenAnalytic-variabelen voor gegevensverkenningsanalyses Vanuit gegevensverkenningsanalyses kunt u een koppeling maken naar de volgende variabelen, die tekengebied met vertraging, frequentiehistogram, tekengebied voor normale kans, vereffening en kromme-aanpassing omvatten: • $METRIC_ID$ • $METRIC_NAME$ • $BEGIN_DATE$ • $END_DATE$ • $CURRENT_DATE$ Opmerking:


•


nbPrompts nbPrompts is een parameter die wordt gebruikt in aangepaste koppelingen tussen analyses en documenten die zijn opgeslagen op de Central Management Server en waarin aanwijzingen zijn toegestaan, waaronder analyses, Crystal Reports-rapporten, Desktop Intelligence- en Web


69

3

3


Intelligence-documenten. Met behulp van nbPrompts kunt u de aanwijzing(en) in het doeldocument met openAnalytic-variabelen vullen.

nbPrompts-syntaxis in koppelingen van analyses op basis van doelstelling en gegeven Hierna ziet u voorbeelden van de nbPrompts-syntaxis: openanalytic.jsp?...&mode=full&nbPrompts=1 &[analytic_prompt_name]=$METRIC_NAME$ openanalytic.jsp?...&mode=full&nbPrompts=3 &[analytic_prompt1]=$METRIC_NAME$&[analytic_prompt2]= $BEGIN_DATE$&[analytic_prompt3]=$END_DATE$

waarbij openanalytic.jsp?...&mode=full automatisch wordt opgenomen in het adres wanneer u het doeldocument selecteert en u de overige tekst toevoegt met de volgende syntaxis: &nbPrompts=[#]&[analytic_prompt_name]= $METRIC_NAME$

waarbij u [#] vervangt door het aantal, en voor elke aanwijzing de tekenreeks &[aanwijzingsnaam_analyse]=$METRIC_NAME$ toevoegt, waarbij [aanwijzingsnaam_analyse] wordt vervangen door de naam van de aanwijzing in de analyse of het document.

openDocument gebruiken in dashboards en analyses De openDocument.jsp maakt gebruik van de context "opendoc" om objecten te openen vanuit een document of dashboard in InfoView. Gebruik de volgende syntaxis: /OpenDocument/opendoc/ openDocument.jsp?iDocID=vscmMCXk &sIDType=CUID&sType=null&sInstance=Last

waarbij vscmMCXk de id van het dashboard is. Opmerking:

Gebruik relatieve koppelingen naar documenten in InfoView in plaats van absolute als u van plan bent om servers te gaan migreren.

70



U kunt als volgt openDocument gebruiken om een dashboard te openen vanuit een document of dashboard: /OpenDocument/opendoc/openDocument.jsp? iDocID=vscmMCXk&sIDType=CUID&sType=null

U kunt als volgt openDocument gebruiken om een analyse te openen vanuit een document of dashboard: /OpenDocument/opendoc/openDocument.jsp? iDocID=vscmMCXk&sIDType=CUID&sType=null

Voorbeeld: sInstance in de syntaxis van openDocument

Gebruik de parameter sInstance=Last met de functie OpenDocument om het laatste exemplaar van een Web Intelligence of Desktop Intelligence-rapport op te halen. U moet de volledig werkzame URL van het doeldocument opgeven om de parameter te laten werken. Opmerking: sInstance=Last werkt niet voor de functie OpenAnalytic.

URL-rapportage met openDocument Via URL-rapportage met openDocument beschikt u over URL-toegang tot meerdere documenttypen door een URL-tekenreeks door te geven aan een BusinessObjects Enterprise-server. openDocument bevat opdrachten waarmee u kunt opgeven hoe rapporten worden gegenereerd en weergegeven. Gebruik openDocument in BusinessObjects Enterprise om koppelingen tussen systemen te maken van en naar de volgende documenttypen: •

.wid: Web Intelligence-documenten

•

.rep: Desktop Intelligence-documenten

•

.rpt: Crystal-rapporten

•

.car: OLAP Intelligence-rapporten

URL voor OpenDocument opbouwen In de volgende secties wordt het gebruik van de functie openDocument beschreven. Ook wordt toegelicht hoe de URL wordt gemaakt.


71

3

3


Een URL voor OpenDocument is meestal als volgt opgebouwd: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?<parameter1>&<parameter2>&...&<parameterN>

De exacte syntaxis van de parameter is afhankelijk van de implementatie. •

Voor Java-implementaties gebruikt u openDocument.jsp in plaats van de parameter .

•

Voor .NET-implementaties gebruikt u opendocument.aspx in plaats van de parameter .

De URL wordt opgebouwd met de parameters die zijn vermeld in Overzicht van openDocument-parameters op pagina 75. Parameters samenvoegen

U kunt parameters samenvoegen met het teken &. Typ geen spaties voor of achter het teken &. Bijvoorbeeld: sType=wid&sDocName=Verkoop2003 Tussen twee parameters moet altijd het teken & staan. Spaties en speciale tekens in parameterwaarden

Omdat spaties in bepaalde browsers niet worden herkend, mogen de parameters van de koppeling geen spaties of andere speciale tekens bevatten waarvoor URL-codering nodig is. Voorkom een verkeerde interpretatie van speciale tekens door een URLEncode-reeks te definiëren in de brondatabase, zodat het speciale teken wordt vervangen door een escape-reeks. Het speciale teken wordt dan genegeerd in de database, zodat de parameterwaarde correct wordt geïnterpreteerd. Bepaalde relationele databasesystemen bevatten functies waarmee het ene speciale teken kan worden vervangen door een ander teken. Als u een escape-reeks maakt voor het plusteken (+), kunt u de database instrueren om het plusteken te interpreteren als een spatie. Een documenttitel als 'Verkooprapport voor 2003' geeft u in dit geval als volgt op in de parameter DocName: &sDocName=Verkooprapport+voor+2003& Met deze syntaxis wordt voorkomen dat de spaties in de titel verkeerd worden geïnterpreteerd in de database.

72



Eindspaties in parameterwaarden

Eindspaties aan het einde van parameterwaarden en namen van aanwijzingen moeten worden weggehaald. Vervang de eindspaties niet door het plusteken (+). In de viewer kan het onduidelijk zijn of het plusteken als deel van de aanwijzing of als spatie moet worden geïnterpreteerd. Als de aanwijzing bijvoorbeeld luidt: Select a City:_

(waarbij _ een spatie is) typt u de volgende tekst in de koppeling: lsSSelect+a+City:=Paris

De spaties in de aanwijzing zijn vervangen door het plusteken en de eindspatie is verwijderd. Zie Overzicht van openDocument-parameters op pagina 75 voor meer informatie over parameters voor aanwijzingen in de koppeling. Hoofdlettergebruik

In alle parameters voor openDocument wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. Maximumlengte van koppeling

Een gecodeerde URL mag niet uit meer dan 2083 tekens bestaan. Parameterwaarden in koppelingen naar subrapporten

U kunt geen parameterwaarden doorgeven aan een subrapport van een Crystal-doelrapport.

De parameter lsS gebruiken met OLAP Intelligence-rapporten Als het doeldocument een OLAP Intelligence-rapport (.CAR) is, kunt u de parameter lsS gebruiken om aanwijzingen op te geven. De parameters worden doorgegeven als een tekenreeks met URL-codering op basis van de unieke naam van de parameter die in het OLAP Intelligence-rapport is ingesteld.


73

3

3


Voorbeeld: een rapport openen op een specifieke pagina

Als 23CAA3C1-8DBB-4CF3-BA%2CB8%2CD7%2CF0%2C68%2CEF%2C9C%2C6F de unieke naam in URL-codering is voor de paginaparameter in het OLAP Intelligence-rapport, gebruikt u de volgende URL om het OLAP Intelligence-rapport op pagina 2 te openen: http://<servername>:<port>/OpenDocument/?sType=car&sIDType=InfoObject&iDocID=440&lsS23CAA3C1-8DBB4CF3-BA%2CB8%2CD7%2CF0%2C68%2CEF%2C9C%2C6F=2

Voorbeeld: een kubusparameter openen

Als 8401682C-9B1D-4850-8B%2C5E%2CD9%2C1F%2C20%2CF8%2C1%2C62 de unieke naam in URL-codering is voor de kubusparameter waarmee de warehousekubus in de Supermarkt 2000-catalogus in MSAS wordt geopend, gebruikt u de volgende URL om deze kubusparameter te openen: http://<servername>:<port>/OpenDocument/?sType=car&sIDType=InfoObject&lsS8401682C-9B1D-48508B%2C5E%2CD9%2C1F%2C20%2CF8%2C1%2C62=CATALOG%3DFood Mart%202000,CUBE%3Dwarehouse&iDocID=616

De parameter lsM gebruiken met OLAP Intelligence-rapporten Als het doeldocument een OLAP Intelligence-rapport (.CAR) is, kunt u de parameter lsM gebruiken om aanwijzingen op te geven. De parameters worden doorgegeven als een tekenreeks met URL-codering op basis van de unieke naam van de parameter die in het OLAP Intelligence-rapport is ingesteld. Zoals het geval was met de parameter lsS, worden de lsM-parameters ook als tekenreeks in URL-codering doorgegeven met de unieke naam van de parameter die in het OLAP Intelligence-rapport is ingesteld. Voorbeeld: Een rapport openen http://<servername>:<port>/OpenDocument/?sType=car&sIDType=InfoObject&lsMADC216EA-D9A5-42B5AE%2C21%2C84%2CA9%2CF9%2C6E%2C31%2C7=[%5BCustomers%5D.%5BCoun try%5D.%26%5BMexico%5D],[%5BCustomers%5D.%5BCoun try%5D.%26%5BCanada%5D]&iDocID=544

74



Dit is een ledensetparameter waarmee een rapport wordt geopend waarin Klanten > Land > Spanje en Klanten > Land > Denemarken worden weergegeven.

Overzicht van openDocument-parameters Deze sectie bevat een kort overzicht van openDocument en een lijst met beschikbare parameters. Daarnaast wordt informatie gegeven over de beschikbare opdrachten, het specifieke gebruik hiervan en relevante voorbeelden. Opmerking:

Het document met de openDocument-koppeling wordt het bovenliggende document genoemd. Dit bevindt zich op het bovenliggende systeem. Het document waarnaar de koppeling verwijst, wordt ook wel het doeldocument genoemd. Dit bevindt zich op het doelsysteem. Tabel 3-10: Platformparameters

Parameter

Beschrijving

iDocID op pagina 79

Document-id.

sDocName op pagina 79

Documentnaam.

sIDType op pagina 80

Crystal-objecttype.

sKind op pagina 81

Het bestandstype van het Desktop Intelligence-doeldocument.

sPath op pagina 81

De naam van de map en submap met het doeldocument


75

3

3


Parameter

Beschrijving

sType op pagina 82

Het bestandstype van het doeldocument of rapport.

token op pagina 82

Een geldig aanmeldingstoken voor de huidige CMS-sessie.

Tabel 3-11: Invoerparameters

76

Parameter

Beschrijving

lsC op pagina 83

Geeft een contextgebonden aanwijzing weer als er onduidelijkheid bestaat tijdens het genereren van SQL (alleen Business Objectsen Web Intelligence-documenten).

lsM[NAME] op pagina 84

Geeft meerdere waarden voor een aanwijzing weer, [NAAM] is de tekst van de aanwijzing.

lsR[NAME] op pagina 85

Geeft een bereik van waarden voor een aanwijzing weer, [NAAM] is de tekst van de aanwijzing.

lsS[NAME] op pagina 86

Geeft een waarde voor een enkele aanwijzing aan. [NAAM] is de tekst van de aanwijzing.

sInstance op pagina 87

Geeft aan welk exemplaar van het doelrapport moet worden geopend.



Parameter

Beschrijving

sPartContext op pagina 87

In Crystal Reports is een rapportonderdeel gekoppeld aan een gegevenscontext.

sRefresh op pagina 88

Geeft aan of er moet worden vernieuwd als het doeldocument of het doelrapport is geopend.

Alleen voor Crystal-doeldocumenten: geeft aan of met de koppeling het hele doelrapport sReportMode op pagina 89 of alleen het rapportonderdeel uit sReport Part moet worden geopend. Geeft aan welk rapport moet worden geopend sReportName op pagina 89 als het doeldocument meerdere rapporten bevat.

sReportPart op pagina 90

Geeft aan welk onderdeel van het doelrapport moet worden geopend.

Tabel 3-12: Uitvoerparameters

Parameter

Beschrijving

NAII op pagina 91

Zorgt ervoor dat de selectiepagina van de aanwijzing wordt weergegeven.

sOutputFormat op pagina 92

Geeft aan in welke indeling het doeldocument moet worden geopend.


77

3

3


Parameter

Beschrijving

sViewer op pagina 92

Geeft de geselecteerde rapportviewer aan (alleen CR en CA)

sWindow op pagina 93

Geeft aan of het doelrapport in het huidige browservenster of in een nieuw venster wordt geopend.

openDocument-platformparameters In deze sectie vindt u uitleg over de beschikbare openDocument-platformparameters en een aantal voorbeelden van het gebruik van opdrachten. Een URL voor OpenDocument is meestal als volgt opgebouwd: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?<parameter1>&<parameter2>&...&<parameterN>



•


Opmerking:

Variabelen worden aangegeven met punthaken. U moet de juiste waarde invoeren voor deze variabelen. Bijvoorbeeld: u moet de naam van uw server opgeven in plaats van <servernaam> waar deze parameter voorkomt in de onderstaande codevoorbeelden, en u moet uw poortnummer opgeven in plaats van <poort>,

78



iDocID Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

Waarden

iDocID

Document-id.

Ja*

Document-id (InfoObjectID).

Opmerking:

*sDocName of iDocID is verplicht. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid&sDocName=SalesReport&iDocID=2010

Opmerking:

U kunt de document-id vinden door naar het document te navigeren in Central Management Console (CMC). Op de pagina met eigenschappen voor het document vindt u de document-id en de cuid. Gebruik deze waarde voor de parameter iDocID.

sDocName Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

Waarden

Documentnaam zonder extensie sDocName

Als meerdere documenten dezelfde naam Ja* hebben, geeft u het juiste document op met iDo cID.

Documentnaam.


79

3

3


Opmerking:

*sDocName of iDocID is verplicht. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+200

sIDType Syntaxis

sIDType

Beschrijving

Verplicht?

Type object-id voor CMS (Central Management Ja* Server).

Waarden

• • • • •

CUID GUID RUID ParentID InfoObjectID (stan-

daard)

Opmerking:

*Alleen verplicht als het doel een rapport van Crystal Reports of OLAP Intelligence is (sType=rpt of sType=car) in een objectpakket. Gebruik anders sPath en sDocName. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?iDocID=2010&sIDType=CUID

80



sKind Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

sKind

Het bestandstype van het Desktop IntelligenceJa* doeldocument.

Waarden

•

FullClient

Opmerking:

*Alleen verplicht als het doel een Desktop Intelligence-document is. Gebruik anders sType. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sKind=FullClient

sPath Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

sPath

De naam van de map en submap met het doeldoc- Ja* ument

Waarden

Map en/of submap: [map],[submap]

Opmerking:

*Alleen verplicht als er een waarde is opgegeven voor sDocName en als deze niet uniek is. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+2005


81

3

3


sType Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

Het bestandstype van het Ja doeldocument of -rapport.

sType

Waarden •

wid

•

rpt

•

car

Opmerking:

Deze parameter wordt genegeerd voor niet-specifieke documenten. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid

token Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

token

Een geldig aanmeldingstoken voor de huidige Nee CMS-sessie.

Waarden

De aanmeldingstoken voor de huidige CMSsessie.

Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid&sDocName=Sales+in+2003&token=

openDocument-invoerparameters In deze sectie vindt u uitleg over de beschikbare openDocument-invoerparameters en een aantal voorbeelden van het gebruik van opdrachten.

82






•


Opmerking:


lsC Syntaxis

lsC

Beschrijving

Verplicht?

Geeft een contextgebonden aanwijzing weer als er onduidelijkheid bestaat tijdens het genereren van SQL (alleen Business Objects- en Web Intelli- Nee gence-documenten). Opmerking:

Waarden

Een waarde voor een aanwijzing waarmee een ambiguïteit in de aanmaak van SQL wordt opgelost.

Niet ondersteund door OLAP Intelligence.


83

3

3


Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid&sDocName=SalesReport&iDocID=2010&lsC=Sales

lsM[NAME] Syntaxis

lsM[NAME]

Beschrijving

Verplicht?

Waarden

•

Diverse waarden voor de aanwijzing, gescheiden door komma's. Als het doel een Crystal-rapport is, moet elke waarde tussen vierkante haken staan. Als het doel een OLAP Intelligence-rapport is, gebruikt u de MDX WITH-clausule (zie De parameter lsS gebruiken met OLAP Intelligence-rapporten op pagina 73 en De parameter lsM gebruiken met OLAP Intelligence-rapporten op pagina 74).

•

no_value (alleen voor

Geeft meerdere waarden voor een aanwijzing aan. Nee [NAAM] is de tekst van de aanwijzing.

optionele parameters)

Opmerking:

U kunt optionele parameters uit de aanwijzing verwijderen door deze in de openDocument-queryreeks in te stellen op no_value. Als u een optionele

84



parameter niet in de OpenDocument-queryreeks opneemt, wordt er een standaardparameter toegepast. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=rpt&sDocName=SalesReport&lsMSe lect+Cities=[Paris],[London]

lsR[NAME] Syntaxis

lsR[NAME]

Beschrijving

Geeft een reeks waarden voor een aanwijzing aan. [NAAM] is de tekst van de aanwijzing.

Verplicht?

Waarden

•

Een reeks waarden voor de aanwijzing, gescheiden door twee punten (..). Als het doel een Crystal-rapport is, moet het bereik tussen vierkante haken en/of haakjes staan (gebruik vierkante haken voor waarden die u in het bereik wilt opnemen en haakjes voor waarden die u wilt uitsluiten).

•


Nee

Opmerking:

Niet ondersteund door OLAP Intelligence.


Opmerking:

U kunt optionele parameters uit de aanwijzing verwijderen door deze in de openDocument-queryreeks in te stellen op no_value. Als u een optionele parameter niet in de OpenDocument-queryreeks opneemt, wordt er een standaardparameter toegepast.


85

3

3


Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=rpt&sDocName=SalesReport&lsRTime+Peri od:=[2000..2004)

lsS[NAME] Syntaxis

lsS[NAME]

Beschrijving

Geeft een waarde voor een enkele aanwijzing aan. [NAAM] is de tekst van de aanwijzing.

Verplicht?

Waarden

•

Een enkele waarde voor de aanwijzing (zie De parameter lsS gebruiken met OLAP Intelligence-rapporten op pagina 73 en De parameter lsM gebruiken met OLAP Intelligence-rapporten op pagina 74).

•


Nee


Opmerking:

U kunt optionele parameters uit de aanwijzing verwijderen door deze in de openDocument-queryreeks in te stellen op no_value. Als u een optionele parameter niet in de OpenDocument-queryreeks opneemt, wordt er een standaardparameter toegepast. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid&sDocName=SalesReport&iDocID=2010&lsSSe lect+a+City=Paris

86



sInstance Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

Waarden •

User (Koppeling met

het laatste exemplaar waarvan de huidige gebruiker eigenaar is.) •

Geeft aan welk exemplaar van het doelrapport Nee moet worden geopend.

sInstance

Last (Koppeling met

het laatste exemplaar van het rapport.) •

Param (Koppeling met

het laatste exemplaar van het rapport met dezelfde parameterwaarden.)

Opmerking:

Gebruik deze parameter in combinatie met sDocName. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+2003&sReport Part=Part1&sInstance=User

sPartContext Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

sPartContext

In Crystal Reports is een rapportonderdeel gekopJa* peld aan een gegevenscontext.

Waarden

De gegevenscontext van het rapportonderdeel.


87

3

3


Opmerking:

*Alleen verplicht als er een waarde is opgegeven voor sReportPart. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+2005&sReport Part=Part1&sPartContext=0-4-0

Opmerking:

De parameters sReportPart en sPartContext worden ondersteund met de normale DHML-viewer (sViewer=html). In de DHTML-viewer wordt niet de eerste rapportpagina weergegeven, maar de pagina en de context waar het gedeelte voorkomt, en het gedeelte is gemarkeerd.

sRefresh Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

Waarden •

Y (Het document

wordt vernieuwd.)

sRefresh

Geeft aan of er moet worden vernieuwd als het Nee doeldocument of het doelrapport is geopend.

•

N (Het document

wordt niet vernieuwd. De functie Vernieuwen bij openen overschrijft deze waarde.)

Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid&sDocName=SalesReport&iDocID=2010&sRefresh=Y

88



sReportMode Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

sReportMode

Alleen voor Crystal-doeldocumenten: geeft aan of met de koppeling het hele doelrapport of alleen het Nee rapportonderdeel uit sRe portPart moet worden geopend.

Waarden

•

Full

•

Part

Opmerking:

Krijgt standaard de waarde Full als deze parameter niet is opgegeven. Deze parameter wordt alleen gebruikt als een waarde is opgegeven voor sReport Part. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+2003&sReport Part=Part1&sReportMode=Part

sReportName Syntaxis

Beschrijving

sReportName

Geeft aan welk rapport moet worden geopend als het doeldocument meerdere rapporten bevat.

Verplicht?

Waarden

Nee

Rapportnaam voor Web Intelligence-documenten, subrapport voor Crystal Reports, pagina's voor OLAP Intelligence-rapporten.


89

3

3


Opmerking:

Krijgt standaard de waarde van het eerste rapport als deze parameter niet is opgegeven. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid&sDocName=Sales+in+2003&sReportName=First+Re port+Tab

sReportPart Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

sReportPart

Geeft aan welk onderdeel van het doelrapport moet Nee worden geopend.

Waarden

De naam van het rapportonderdeel.

Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+2003&sReport Part=Part1

Opmerking:

De parameters sReportPart en sPartContext worden ondersteund met de normale DHML-viewer (sViewer=html). In de DHTML-viewer wordt niet de eerste rapportpagina weergegeven, maar de pagina en de context waar het gedeelte voorkomt, en het gedeelte is gemarkeerd.

openDocument-uitvoerparameters In deze sectie vindt u uitleg over de beschikbare openDocument-uitvoerparameters en een aantal voorbeelden van het gebruik van opdrachten.

90






•


Opmerking:


NAII Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

Waarden •

Y (Alle aanwijzingen waarvoor waarden zijn opgegeven bij lsS, lsM of lsR worden vooraf geselecteerd.)

•

N (Alleen de aanwijzingen waarvoor waarden zijn opgegeven bij lsS, lsM of lsR.)

Zorgt ervoor dat de selectiepagina van de aanwijzing wordt weergegeven. NAII

Opmerking:

Alleen ondersteund door Web Intelligence-documenten.

Nee

Voorbeeld: http:/<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid&sDocName=SalesReport&iDocID=2010&NAII=Y


91

3

3


sOutputFormat Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

sOutputFormat

Geeft aan in welke indeling het doeldocument Nee moet worden geopend.

Waarden

• • • •

H (HTML) P (PDF) E (Excel) W (Word)

Opmerking:

Krijgt standaard de waarde HTML als deze parameter niet is opgegeven. Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+2003&sOutput Format=E

sViewer Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

Waarden

• • sViewer

Geeft aan in welke viewer het document wordt Nee weergegeven.

• •

92


html part(alleen Crystal

Reports-rapporten) actx (alleen Crystal Reports-rapporten) java (alleen Crystal Reports-rapporten)


Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+2003&sView er=html

Voorbeeld: Opmerking: Als u parameters in de URL wilt gebruiken met de ActiveX-viewer, voegt u :connect toe aan de URL, gevolgd door de parameters. http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sPath=[Sales+Reports]&sDocName=Sales+in+2003&sViewer=ac tx:connect&IsMCountry=[Thailand],[Norway]

sWindow Syntaxis

Beschrijving

Verplicht?

sWindow

Geeft aan of het doelrapport in het huidige browservenster of in een Nee nieuw venster wordt geopend.

Waarden •

Same (Huidig browser-

venster.) •

New (Er wordt een

nieuw browservenster geopend.)

Voorbeeld: http://<servername>:<port>/OpenDocument/opendoc/?sType=wid&sDocName=SalesReport&iDocID=2010&sWindow=New

Contextgebonden rapportkoppelingen Met de functie openDocument kunt u contextkoppelingen maken tussen Crystal-rapporten, OLAP Intelligence-rapporten en Web Intelligence-documenten. U maakt hiervoor een URL met de


93

3

3


openDocument-syntaxis en voegt deze URL vervolgens in een Crystal-rapport, OLAP Intelligence-rapport of Web Intelligence-document in. Met contextgebonden rapportkoppelingen kunnen rapportontwerpers koppelingen maken van en naar documenten die zijn opgeslagen in een Crystal Reports-omgeving (onbeheerd) of in een BusinessObjects Enterprise-omgeving (beheerd). Wanneer dergelijke koppelingen eenmaal zijn gemaakt, kunnen gebruikers de navigatiepaden volgen die zijn ingesloten in de gekoppelde documenten. Met deze functie kunt u BusinessObjects- en Web Intelligence-documenten aanroepen vanuit Crystal Reports en omgekeerd. Deze functie is afhankelijk van de functionaliteit waarmee gebruikers het volgende kunnen doen: •

Web Intelligence- of Business Objects-documenten koppelen binnen het documentdomein.

•

Rapportobjecten koppelen in Crystal Reports.

Klik op een koppeling om naar die sectie te gaan: •

Een koppeling invoegen in een Crystal-rapport op pagina 94

•

Een koppeling maken naar een ander rapport of document vanuit een OLAP Intelligence-rapport op pagina 95

•

Koppelingen maken in Web Intelligence-documenten op pagina 96

Een koppeling invoegen in een Crystal-rapport Met openDocument kunt u hyperlinks maken in Crystal Reports. Op het tabblad Hyperlink van het veld Opmaakeditor kunt u een koppeling maken naar een ander rapport of document. 1. Open het bronrapport in Crystal Reports. 2. Klik met de rechtermuisknop op het veld waarin u de openDocument-koppeling wilt invoegen en selecteer Opmaak in het snelmenu. 3. Selecteer het tabblad Hyperlink in de opmaakeditor. 4. Selecteer Website op internet. 5. Laat het veld Adres website in het gebied Hyperlinkinformatie leeg en klik op de knop Formule-editor voor opmaak.

94



6. Voer de openDocument-koppeling als volgt in: "http://[openDocument parameters]"+{Article_lookup.Fami ly_name}

[openDocument-parameters] worden beschreven in Overzicht van openDocument-parameters op pagina 75 en met {Article_lookup.Family_name} kunnen contextafhankelijke gegevens worden doorgegeven via het rapport. Opmerking:

Test de koppeling in een browservenster voordat u deze invoegt in een rapport of document. 7. Klik op Opslaan en sluiten om de Formuleworkshop te sluiten. 8. Klik in de Formule-editor op OK om de koppeling op te slaan.

Een koppeling maken naar een ander rapport of document vanuit een OLAP Intelligence-rapport Met openDocument kunt u hyperlinks maken in OLAP Intelligence-rapporten. 1. 2. 3. 4. 5.

Open het bronrapport in de ontwerptoepassing van OLAP Intelligence. Selecteer Actiebeheer in het menu Hulpprogramma's. Klik op Nieuw om een nieuwe actie te maken. Typ een actienaam. Selecteer het gebied waarop de actie (koppeling) betrekking heeft.

6. Voer de openDocument-koppeling in met de parameters en de syntaxis die zijn beschreven in dit document. Tip:

Test de koppeling in een browservenster voordat u deze invoegt in een rapport of document. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Klik op OK om de koppeling op te slaan. Sluit het dialoogvenster Actiebeheer. Maak een analyseknop in het bronrapport. Klik met de rechtermuisknop op de analyseknop. Selecteer Eigenschappen in de vervolgkeuzelijst en selecteer Bewerken. Klik op Een actie starten.


95

3

3


13. Selecteer de actie die overeenkomt met de openDocument-koppeling die u hebt gemaakt in stap 3 tot en met 6. 14. Klik op OK.

Koppelingen maken in Web Intelligence-documenten U kunt in een universe objecten definiëren waarmee Web Intelligence- en BusinessObjects-gebruikers rapporten kunnen maken waarin de geretourneerde waarden koppelingen bevatten naar andere rapporten en documenten. Wanneer deze rapporten naar de gegevensopslagruimte worden geëxporteerd, kunnen gebruikers klikken op geretourneerde waarden die worden weergegeven als hyperlinks om een ander gekoppeld document te openen dat is opgeslagen in het documentdomein van de gegevensopslagruimte. U maakt deze koppelingen door de functie openDocument op te nemen in de definitie van een object in Designer. Meer informatie

Zie de handleiding Building Reports Using the WebIntelligence Java Report Panel voor volledige informatie over het maken van koppelingen in Web Intelligence-rapporten. U kunt rapporten koppelen in een universe door een object (het koppelingsobject) te maken waarvan de geretourneerde waarden hetzelfde zijn als de waarden die als invoer worden gebruikt voor een aanwijzing in een bestaand rapport (het doelrapport). Met de functie OpenDocument kunnen de waarden van het koppelingsobject worden geretourneerd als hyperlinks. Wanneer de gebruiker op een hyperlink klikt, wordt de waarde gebruikt als de aanwijzingsinvoer voor het doelrapport. U kunt met het koppelingsobject op dezelfde manier documenten maken als met andere objecten. Gebruikers kunnen vervolgens op de hyperlinks klikken om gedetailleerdere documenten te openen die zijn gerelateerd aan het koppelingsobject.

96



Gebruik de functie openDocument in de Select-instructie van het object om een koppelingsobject te maken. In de Select-instructie voor een koppelingsobject wordt de volgende volgorde aangehouden: ':<port>/OpenDocument/?sDocName=<document name>&sType=<document type>&iDo cID=<document id>&lsS<prompt message>='+object SELECT+'">'+ob ject SELECT+''

De samenvoegingsoperator (+) geldt voor Microsoft Access-databases. Gebruik de juiste operator voor uw doel-RDBMS. Raadpleeg de Handleiding voor Designer voor meer informatie over de Select-instructie, het maken van koppelingsobjecten en het gebruik van koppelingsobjecten in InfoView.

Informatie naar de Viewer-analyse in een dashboard verzenden met behulp van openAnalytic Met behulp van de openAnalytic-syntaxis kunt u informatie uit de volgende documenten die zijn opgeslagen op de CMS (Central Management Server) verzenden naar een Vierwer-analyse op een dashboard. • Web Intelligence-rapporten • Crystal Reports • Tekstanalyse • Desktop Intelligence-rapporten • Analyse webpagina Voorbeeldsyntaxis: [LINK NAME IN DASHBOARD]

De belangrijkste items in het voorbeeld zijn aa-open-inlist.jsp en tar get='hiddenframe'. 1. Kopieer de voobeeldsyntaxis en plak deze in een teksteditor.


97

3

3

Analyses gebruiken Een analyse via e-mail verzenden

2. Vervang [WEB APPLICATION LOCATION] door de locatie van de webtoepassing na http://. Bijvoorbeeld: http://<server>:<poort>/PerformanceManagement/jsp 3. Voer de juiste informatie in na de variabelen. 4. Vervang [LINK NAME IN DASHBOARD] door de naam van de koppeling zoals u wilt dat deze wordt weergegeven. 5. Kopieer en plak de tekst in de volgende locatie: • Voor een Web Intelligence-, Crystal Report- of Desktop Intelligence-rapport kopieert u de tekst in de cel van de query en voert u een rapport uit. • Voor een tekstanalyse gaat u naar de bewerkingsmodus en plakt u de tekst in het tekstvak "Voer tekst of HTML in voor weergave" en selecteert u html. Sla de analyse op in de openbare mappen. • Voor een webpagina-analyse gaat u naar de bewerkingsmodus en plakt u op het tabblad "Inhoud" de tekst in het tekstvak "De webpagina-URL invoeren" en selecteert u OK. Selecteer op het tabblad "Indeling" bij de sectie "Weergeven als"Een koppeling, zodat alleen de naam zichtbaar is. 6. Ga in InfoView naar Dashboards > Bedrijfsdashboard maken. 7. Geef de titel op, selecteer een openbare map en klik op OK. 8. Klik op Dashboards > Bedrijfsdashboards ordenen en selecteer uw dashboard. 9. Klik op Dashboard bewerken. 10. Vouw vanaf de "analyse-toolbox" de lijst "Bedrijfsanalyses" open om uw rapport te zoeken en sleep dit naar de dashboardindeling. 11. Vouw vanaf de "analyse-toolbox" de lijst "Nieuwe analyse" open en sleep de "Viewer"-analyse van de lijst naar de dashboardindeling. 12. Klik op Opslaan en vervolgens op Bewerkingsmodus afsluiten. Klik op een willekeurig gekoppeld item in het rapport en het doel wordt weergegeven in de viewer.

Een analyse via e-mail verzenden U kunt analyses via e-mail verzenden naar andere gebruikers van Dashboards en analyses.

98


Analyses gebruiken Een analyse downloaden

Opmerking:

U kunt een analyse niet vanuit een dashboard via e-mail verzenden. 1. Open de analyse en klik op E-mail. 2. Selecteer de indeling van het e-mailbericht in de lijst: • CSV • HTML Er verschijnt een leeg e-mailbericht waaraan de analyse is gekoppeld. 3. Voer het e-mailadres en desgewenst een bericht in en verstuur het e-mailbericht. Verwante onderwerpen

•

Een analyse downloaden op pagina 99

Een analyse downloaden U kunt de volgende analyses downloaden als CSV of HTML: Analyse

CSV

Controlediagram

X

Meter

HTML

X

Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen

X

Afzonderlijke lijst

X

Detail van beïnvloeder

X

Diagram Beïnvloeder/toename

X

Interactieve gegevenstrend

X


X

Gegevensprognose

X


X


X

X


•

Acties op uitgeklapte werkbalk bij analyses op pagina 28


99

3

3

Analyses gebruiken Een analyse uit een InfoView-map verwijderen

•

Een analyse via e-mail verzenden op pagina 98

Een analyse uit een InfoView-map verwijderen U kunt analyses verwijderen die u hebt opgeslagen in bedrijfsmappen of persoonlijke mappen. Opmerking:

Wanneer u een analyse verwijdert waarnaar door een dashboard wordt verwezen, verschijnt er een foutbericht in het dashboard met de mededeling dat het document niet meer in het systeem bestaat. 1. Selecteer vanuit InfoView de map waarin de analyse zich bevindt. 2. Selecteer de analyse die u wilt verwijderen door het selectievakje naast de naam in te schakelen. 3. Klik op de knop Verwijderen op de werkbalk.

Een analyse in een map opslaan U kunt analyses opslaan in "Mijn mappen" of "Openbare mappen" in InfoView. 1. Klik terwijl de analyse is geopend op Opslaan of Opslaan als. De pagina "Een analyse opslaan" wordt weergegeven. 2. Voer in het veld "Titel" de titel van de gegevensstructuur in. 3. Voer in het veld "Beschrijving" een beschrijving in. De beschrijving wordt naast de titel van de analyse weergegeven wanneer de analyse in InfoView is opgeslagen. De beschrijving is optioneel. 4. In het veld "Trefwoorden" kunt u trefwoorden invoeren die nuttig zijn wanneer u het document in InfoView zoekt. Deze stap is optioneel. 5. Klik op de pijlknop naast "Weergavemodus" en selecteer de gewenste bestandsindeling voor de gegevensstructuur. 6. Geef aan of u de analyse "Handmatig" of "Wanneer geopend" wilt vernieuwen.

100


Analyses gebruiken Een analyse als document opslaan

7. Kies of u een vorige versie van dezelfde analyse wilt overschrijven of de oudere versie wilt behouden. 8. Blader naar de map waarin u de analyse wilt opslaan. 9. Klik op OK. De analyse wordt opgeslagen in InfoView.

Een analyse als document opslaan Met de optie "Downloaden" in de bewerkingsmodus van een analyse kunnen sommige analyses worden opgeslagen als CSV-bestand of HTML-bestand (508). De volgende analyses kunnen worden gedownload: Analyse

CSV

Controlediagram

X

Meter

HTML 508

X

Detail van beïnvloeder op basis van doelstellinX gen Afzonderlijke lijst

X

Detail van beïnvloeder

X

Diagram Beïnvloeder/toename

X

Interactieve gegevenstrend

X

X


X

Gegevensprognose

X


X


X


101

3

3

Analyses gebruiken Analyses die u kunt maken in Dashboard Builder

Analyses die u kunt maken in Dashboard Builder Dashboard Builder-analyses Interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's Interactieve gegevenstrend De interactieve gegevenstrendanalyse geeft trends weer met behulp van lijnen en staven. U kunt de volgende soorten gegevens gebruiken: • een universe-query • één doelstelling of gegeven U kunt de interactieve gegevenstrendanalyse zowel met gesegmenteerde als met niet-gesegmenteerde gegevens gebruiken. U kunt de totale waarde (het globale segment) weergeven, evenals de gesegmenteerde weergave (als u de juiste rechten hebt om de afzonderlijke segmenten en het globale segment te bekijken). Met de interactieve gegevenstrendanalyse kunt u afzonderlijke dimensiewaarden filteren. Wanneer u een gesegmenteerd gegeven aan de analyse in het venster Gegevensselectie toevoegt, is een segmentfilter beschikbaar. Verwante onderwerpen

•

Een interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's configureren op pagina 102 • Wat is een universe-query? op pagina 40

Een interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's configureren Opmerking:

De gebruikersinterface voor deze analyse is gewijzigd en aangepast aan de richtlijnen van Sectie 508. 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van de interactieve gegevenstrendanalyse de gegevens die u wilt weergeven:

102



•

Prestatiegegevens Als u deze optie selecteert, kunt u gegevens en een standaarddoelstellingstype selecteren.

•

Bovenste gegevens Gebruik Bovenste gegevens wanneer u zicht wilt richten op een bepaald aantal gegevens op basis van de classificatie ervan. Als u deze optie selecteert, moet u de bovenste X aantal gegevens opgeven. Wijs indien nodig een variantniveau en type toe. U kunt bijvoorbeeld de bovenste vijf waarden kiezen met een toename in absolute waarde.

•

Setgegevens Als Set Analysis is geïnstalleerd kunt u Setgegevens selecteren en één set of meerdere sets kiezen om de gegevens te verfijnen.

•

Alleen doelstellingen Gebruik deze optie als u alleen doelstellingstrends wilt weergeven.

•

Universe-query Selecteer deze optie om een query voor een universe te definiëren.

2. Als u een kleur voor een gegeven wilt opgeven, selecteert u het gegeven in de lijst en klikt u op Kleur. Het kleurvak wordt weergegeven. 3. Selecteer het gegeven en klik op Segmenten als u segmenten wilt voor een gegeven. Opmerking:

Als aan de afzonderlijke segmenten geen beveiligingsrechten voor specifieke gebruikers zijn gekoppeld, wordt in plaats van een segment de globale waarde van de dimensie weergegeven die met het gegeven is geassocieerd. 4. U kunt een tijdvenster definiëren door een van de volgende opties te selecteren en de datums of perioden op te geven: • Alles • Tussen • Van • Tot • Laatste periode


103

3

3


5. Selecteer een segment en klik op OK. Opmerking:

Als u geen toegang hebt tot het geselecteerde segment, wordt het volgende bericht weergegeven wanneer u de analyse probeert weer te geven: "U hebt geen toegang tot deze gegevens." 6. U kunt desgewenst nog koppelingen naar andere analyses configureren. 7. De diagram- en legenda-eigenschappen instellen. 8. De kolommen en knopinfo aanpassen. Verwante onderwerpen

• • • • • • • •

Wat is een universe-query? op pagina 40 Interactieve gegevenstrend op pagina 102 Een universe-query voor een analyse definiëren op pagina 41 De interactieve gegevenstrendanalyse koppelen met andere analyses of documenten op pagina 104 Diagram- en legenda-eigenschappen voor interactieve gegevenstrendanalyses op pagina 106 Kolommen aanpassen in interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses op pagina 151 Indelingen voor interactieve gegevenstrendanalyses op pagina 105 De knopinfo aanpassen in de meter-, interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses op pagina 152

De interactieve gegevenstrendanalyse koppelen met andere analyses of documenten U kunt een koppeling gebruiken om van een gegevenspunt verder te analyseren naar een gedetailleerd rapport. U kunt de periode (beginen einddatum) doorgeven wanneer u op een gegevenspunt in de interactieve gegevenstrendanalyse klikt. 1. Vouw in het bewerkingsvenster van de analyse Navigatie- en legendaopties uit. 2. De volgende stap hangt af van het type analyse of document dat u wilt koppelen: • Als u een gegevensstructuur wilt koppelen, selecteert u Koppeling naar gegevensstructuur. • Als u de titel van de analyse wilt koppelen aan een enkel document, klikt u op Bladeren onder "Legenda/Titel gebruiken als hyperlink voor

104



•

navigatie naar" en bladert u vervolgens naar het document of klikt u op Meerdere koppelingen als u koppelingen naar meerdere documenten wilt maken. Als u wilt voorzien in gegevenspuntnavigatie zodat de gebruikers op een gegevensresultaat kunnen klikken om een gefilterd document te bekijken dat andere resultaten bevat voor die specifieke tijdsperiode, klikt u op Bladeren onder "Gegevenspunt gebruiken als hyperlink voor navigatie naar" en bladert u naar het document of klikt u op Meerdere koppelingen als u koppelingen naar meer documenten wilt maken.


•

Variabelen gebruiken voor dynamische koppelingen naar documenten op pagina 54 • Analyses en documenten koppelen op pagina 49

Indelingen voor interactieve gegevenstrendanalyses U kunt interactieve gegevenstrendanalyses in twee indelingen maken: • •

Momentopname (SVG-wiewer) – deze is nuttig als u de analyse wilt afdrukken. Interactieve weergave – deze is nuttig als u op interactieve wijze een on line analyse wilt weergeven van de gegevens die in de analyse worden weergegeven.

Opmerking:

Dit onderwerp is voor interactieve gegevenstrendanalyses op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's

De weergavemodi voor interactieve gegevenstrends configureren • Vouw in het bewerkingsvenster van de analyse Weergavemodus uit.


105

3

3


Optie Venster Geselecteerde gegevens verbergen

Beschrijving

Klik hier om het venster met gegevens te verbergen. Het Paneel Geselecteerde gegevens bevat de geselecteerde gegevens met de gerelateerde data.

Venster DiagramopKlik hier om het venster Diagramopties te verberties verbergen

gen.

Begin verbergen

Einde verbergen

Klik hier om de beginkolom in de trendtabel te verbergen. Klik hier om de eindkolom in de trendtabel te verbergen.

Procentuele afwijkKlik hier om de kolom Procentuele afwijking in de ing verbergen

trendtabel te verbergen.

Afwijking verbergen

Klik hier om de kolom Afwijking in de trendtabel te verbergen.


•

De interactieve gegevenstrendanalyse koppelen met andere analyses of documenten op pagina 104 • Diagram- en legenda-eigenschappen voor interactieve gegevenstrendanalyses op pagina 106 • Grafiekopties in het interactieve gegevenstrenddiagram op pagina 112

Diagram- en legenda-eigenschappen voor interactieve gegevenstrendanalyses U kunt de volgende diagram- en legenda-eigenschappen instellen voor interactieve gegevenstrendanalyses: •

106

De procentuele afwijking die u voor de geselecteerde gegevens wilt weergeven.



• •

Het gewenste diagramtype (bijvoorbeeld lijndiagram, staafdiagram, enzovoort). De titel die u boven de interactieve gegevenstrendanalyse wilt weergeven.

Opmerking:

Dit onderwerp is voor interactieve gegevenstrendanalyses op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's Verwante onderwerpen

• •

Indelingen voor interactieve gegevenstrendanalyses op pagina 105 De interactieve gegevenstrendanalyse koppelen met andere analyses of documenten op pagina 104

Diagram- en legenda-eigenschappen instellen voor een interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstelling, gegeven of universe-query 1. Vouw in het bewerkingsvenster van de analyse Diagram en legenda uit. 2. Selecteer een van de volgende opties in de keuzelijst "Gegevenstype": • Onbewerkt • % van bron • % afwijking van bron • Afwijking • % afwijking • Huidig tegenover vorig • Cumulatieve som • Maandcumulatie • Kwartaalcumulatie • Jaarcumulatie 3. Selecteer Logaritmische schaal als u zeer uiteenlopende gegevens hebt. Als u dat niet doet, is de eerste weergave van het diagram van weinig waarde omdat de schaal de grafiek grotendeels scheef zal trekken. 4. Selecteer GGR-zones op achtergrond weergeven als u de interactieve gegevenstrendanalyse wilt gebruiken voor het tegelijk navigeren in en weergeven van de doelstellingsinformatie. U kunt deze optie allen toepassen als er maar één gegeven wordt weergegeven. Als u deze optie gekoppeld wilt zien aan een doelstelling voor een bepaald gegeven, moet u het doelstellingstype van deze doelstelling gebruiken.


107

3

3


5. Selecteer een waarde in de keuzelijst "Vergelijken met". 6. Selecteer het diagramtype dat u wilt weergeven in de keuzelijst "Diagramtype". 7. Definieer de minimum- en maximumwaarden voor de schaalwaarde van de Y-as met behulp van de optie Handmatig gedefinieerd, van X tot X 8. In de sectie "Titel" hebt u de volgende mogelijkheden: • Activeer Naam van gegeven/doelstelling gebruiken als de titel van de analyse de naam van het eerste gegeven of de doelstelling moet weergeven. • Activeer Weergavetekst en typ een titel. 9. Als u een legenda in het diagram wilt, activeert u Legenda weergeven. 10. Als u segmenten wilt weergeven in het diagram wilt, activeert u Segmenten weergeven. 11. Sla de analyse op of pas andere eigenschappen aan. Verwante onderwerpen

• Gegevenstypen voor interactieve gegevenstrenddiagrammen op pagina 108

Gegevenstypen voor interactieve gegevenstrenddiagrammen U kunt een van de volgende typen gegevens of doelstellingen selecteren om weer te geven: • •

Onbewerkt: de onbewerkte waarde van het gegeven of de doelstelling. % van bron: de deling tussen twee waarden van een enkel gegeven. Algemene formule is: gegevenswaarde huidige periode / gegevenswaarde bronperiode. Op het tabblad Analyse hangt Bron af van het geselecteerde tijdvenster. Bijvoorbeeld: • een maandelijks gegeven waarvan de laatste waarde sept.-2000 is. Als u Tijdvenster Laatste 6 maanden hebt geselecteerd, is de bronperiode april 2000. • een maandelijks gegeven waarvan de eerste waarde jan.-1999 is. Als u Tijdvenster Alles hebt geselecteerd, is de bronperiode jan.-1999. Een '% van bron'-trend begint altijd op 100%.

•

108

% afwijking van bron: de relatieve afwijking tussen een huidige waarde en een bronwaarde van één gegeven.



Algemene formule is: (gegevenswaarde huidige periode gegevenswaarde bronperiode) / gegevenswaarde bronperiode. Het voordeel van '% afwijking van bron' ten opzichte van '% van bron' is dat hiermee de richting van de afwijking beter wordt weergegeven. Een negatief '% afwijking van bron' betekent dat de afwijking negatief is. Een positief '% afwijking van bron' betekent dat de afwijking positief is. Een '% afwijking van bron'-trend begint altijd op 0%. •

Afwijking: het verschil tussen twee waarden. Algemene formule is: gegevenswaarde huidige periode - gegevenswaarde vorige periode. De vorige periode is relatief ten opzichte van de huidige periode. Bijvoorbeeld: • een maandelijks gegeven met een afwijking van een jaarlijkse tussenruimte. De resulterende waarde voor januari 2001 stelt de absolute waarde voor van de afwijking tussen de waarde van januari 2001 en de waarde van januari 2000. • een maandelijks gegeven met een afwijking van een tussenruimte van naastgelegen punt. De resulterende waarde voor januari 2001 stelt de absolute waarde voor van de afwijking tussen de waarde van januari 2001 en de waarde van december 2000.

•

% afwijking: de relatieve afwijking tussen twee waarden van een enkel gegeven of een enkele doelstelling. Algemene formule is: (gegevenswaarde huidige periode gegevenswaarde vorige periode) / gegevenswaarde vorige periode. Het voordeel van 'Procentuele afwijking' ten opzichte van 'Afwijking' is dat hiermee de vergelijking mogelijk is tussen twee gegevens die verschillende eenheden hebben (bijvoorbeeld aantal klanten versus totale omzet) en eenheden in verschillende grootten (bijvoorbeeld omzet in honderd miljoen euro versus winst in tien miljoen euro). Het voordeel van 'Procentuele afwijking' ten opzichte van 'Huidig tegenover vorig' is dat hiermee de richting van de afwijking beter wordt weergegeven. Negatieve procentuele afwijking betekent dat de afwijking negatief is. Positieve procentuele afwijking betekent dat de afwijking positief is.

•

Huidig tegenover vorig: de deling van twee waarden van een enkel gegeven of een enkele doelstelling.


109

3

3


Algemene formule is: gegevenswaarde huidige periode / gegevenswaarde vorige periode. Het voordeel van 'Huidig tegenover vorig' ten opzichte van 'Afwijking' is dat hiermee de vergelijking mogelijk is tussen twee gegevens die verschillende eenheden hebben (bijvoorbeeld aantal klanten versus totale omzet) en eenheden in verschillende grootten (bijvoorbeeld omzet in honderd miljoen euro versus winst in tien miljoen euro). • • • •

Cumulatieve som Maandcumulatie Kwartaalcumulatie Jaarcumulatie

Diagramtypen voor interactieve gegevenstrendanalyses U kunt de volgende diagramtypen voor interactieve gegevenstrends selecteren: •

Lijnen In dit diagram worden de gegevenspunten door een lijn met elkaar verbonden.

•

Staven In dit diagram wordt elk gegevenspunt als een staaf weergegeven.

•

Gestapelde staven In dit diagram wordt elk gegevenspunt als een staaf weergegeven die is gesegmenteerd volgens de dimensies in het gegeven.

•

% Gestapelde staven In dit diagram wordt elk gegevenspunt als een staaf weergegeven die is gesegmenteerd volgens de dimensies in het gegeven. De staaf wordt groter of kleiner op basis van de percentagewijziging ten opzichte van het vorige gegevenspunt.

110



Kolommen aanpassen in interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses Opmerking:

Deze stappen zijn van toepassing op de interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses die gebruikmaken van gegevensbronnen op basis van doelstelling, gegeven en universe-query. 1. Vouw Kolommen aanpassen uit in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Selecteer in de lijst "Beschikbare items" de kolommen die u wilt weergeven en klik op >>. 3. Als u de naam van een kolom wilt wijzigen, selecteert u de kolom in een lijst en klikt u op Naam wijzigen. 4. Als u de weergave wilt aanpassen, kunt u ook de volgende opties inschakelen: • Koptekst weergeven Selecteer deze optie om een koptekst weer te geven. Opmerking:

Er wordt geen koptekst toegevoegd voor mappen. •

Dubbele items verwijderen Met deze optie voorkomt u dubbele gegevens. Aan een gegeven kunnen verschillende doelstellingen zijn gekoppeld. Wanneer deze optie echter is ingeschakeld, worden alle gegevens met betrekking tot een gegeven slechts eenmaal weergegeven.

•

Grijze achtergrond om de rij Gebruik deze optie om een grijze achtergrond om de rij weer te geven. Hierdoor is de lijst beter leesbaar.


•

Een interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's configureren op pagina 102 • Een gegevenslijstanalyse configureren met gegevens en doelstellingen op pagina 150


111

3

3


De knopinfo aanpassen in de meter-, interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses Met de knopinfo kunt u aanvullende informatie over een analyse weergeven. Opmerking:

Deze stappen zijn van toepassing op de interactieve gegevenstrend-, meteren gegevenslijstanalyses die gebruikmaken van gegevensbronnen op basis van doelstelling, gegeven en universe-query. 1. Vouw Knopinfo aanpassen uit in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Selecteer een item in het vak "Beschikbare items" en klik op >>. Herhaal deze stap zo vaak als nodig is. 3. Als u per ongeluk een item hebt geselecteerd, markeert u het item in het rechtervak en klikt u op <<. Opmerking:

Als u de naam van een item wilt wijzigen, klik u op Naam wijzigen. Verwante onderwerpen

•

Een interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's configureren op pagina 102 • Een gegevenslijstanalyse configureren met gegevens en doelstellingen op pagina 150 • Een meteranalyse configureren met behulp van een gegeven, doelstelling of universe-query op pagina 113

Grafiekopties in het interactieve gegevenstrenddiagram In het interactieve gegevenstrenddiagram beschikt u over grafiekopties in een menu.

U kunt de volgende acties uitvoeren met dit menu: 1. Het diagramtype wijzigen.

112



2. 3. 4. 5.

De legenda activeren of deactiveren. De analyse van het vorige jaar activeren of deactiveren. De analyse van de doelwaarden activeren of deactiveren. Het gegevenstype wijzigen.

U activeert dit menu via het bewerkingsvenster van de analyse. Verwante onderwerpen

• Diagramtypen voor interactieve gegevenstrendanalyses op pagina 110 • Gegevenstypen voor interactieve gegevenstrenddiagrammen op pagina 108 • De weergavemodi voor interactieve gegevenstrends configureren op pagina 105

Meteranalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's Meter Een meter markeert de status van een gegeven en de monitoren of waarden ervan vergeleken met een dimensiewaarde voor een bepaalde dimensie, zoals tijd. De meter kan in de volgende indelingen worden weergegeven: • • • •

Barometer (standaardoptie) Snelheidsmeter Thermometer Verkeerslicht

U kunt een meter maken die is gebaseerd op één gegeven, doelstelling of universe-query. Verwante onderwerpen

•

Een meteranalyse configureren met behulp van een gegeven, doelstelling of universe-query op pagina 113

Een meteranalyse configureren met behulp van een gegeven, doelstelling of universe-query 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van de meteranalyse de gegevens die u wilt weergeven: • Gegevens


113

3

3


Als u deze optie selecteert, kunt u gegevens en een standaarddoelstellingstype selecteren. • •

Aanwijzing voor een gegeven Doelstellingsgegevens Selecteer Doelstellingsgegevens als u een Performance Manager-doelstelling wilt selecteren als gegevensbron.

•

Aanwijzing voor een doelstelling Gebruik deze optie als u alleen doelstellingstrends wilt weergeven.

•

Universe-query Selecteer deze optie om een query voor een universe te definiëren.

2. Als u in segmenten wilt navigeren, selecteert u Navigatie in dimensiesegmenten toestaan. Wanneer deze optie is geactiveerd, kunt u door alle segmenten van het gegeven navigeren. Als u liever navigeert in één segment of segmentgroep, klikt u op Segment kiezen en daarna op Segmenten om een bepaald dimensiesegment te kunnen selecteren. Opmerking:

De optie voor navigeren in segmenten werkt alleen voor dimensies die segmenten bevatten en kunt u niet gebruiken bij de optie Universe-query. Voor aanwijzingen kunt u deze optie alleen inschakelen, geen segment opgeven. 3. U kunt een tijdvenster definiëren door een van de volgende opties te selecteren en de datums of perioden op te geven: • Alles • Tussen • Van • Tot • Laatste periode 4. Selecteer een meterstijl in de lijst "Weergavestijl". • Snelheidsmeter • Thermometer • Barometer • Verkeerslicht • Horizontaal Verkeerslicht

114



• Verticaal Verkeerslicht Het stijlpictogram verandert en geeft de weergavestijl aan. 5. Afhankelijk van wat u voor de geselecteerde analyse wilt opgeven, gaat u naar: 6. Klik op OK om de configuratie op te slaan. Verwante onderwerpen

• • • • •

De knopinfo aanpassen in de meter-, interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses op pagina 152 De diagramopties aanpassen in een meteranalyse op pagina 117 De diagrameigenschappen configureren in een meteranalyse van een enkel gegeven, een doelstelling of een universe-query op pagina 115 Een universe-query voor een analyse definiëren op pagina 41 Vragen om gegevens in analyses waarbij gebruik wordt gemaakt van universe-gegevens op pagina 124

De diagrameigenschappen configureren in een meteranalyse van een enkel gegeven, een doelstelling of een universe-query Voor meteranalyses op basis van een enkel gegeven of een universe-query configureert u de diagrameigenschappen terwijl u de analyse maakt of bewerkt. 1. Stel de begrenzingen in. De standaard zonebegrenzing is ingesteld op Automatisch berekend op basis van waarden , waarmee de instelling van de zone wordt gebaseerd op de waarden. Als u het bereik van de waarden op de meter wilt beperken, kunt u zelf begrenzingen instellen voor de zone door Handmatig gedefinieerd te selecteren en de instellingen voor van en tot toe te voegen. 2. Stel de zonedefinitie in: • Automatisch gesplitst in gelijke grootten Met deze optie verdeelt u de meter in drie zones van gelijke omvang. •

Handmatig ingevoerd Met de optie "Handmatig ingevoerd" stelt u voor elke zonekleur de meetzones in op basis van waardebereik. Als u de begrenzingen van de zones hebt ingesteld met de optie "Handmatig ingesteld", kunt u nog steeds de 'excluded' meetgegevens in de kleurzone opnemen.


115

3

3


Opmerking:

Deze optie werkt niet goed bij gebruik van de schuifregelaars; de 'uitgesloten' meetgegevens worden nog steeds opgenomen in het bereik van de waarde die u hebt ingesteld voor de schuifregelaars in Eigenschappen > Algemeen. •

Handmatig ingevoerd als % Met de optie "Handmatig ingevoerd als %" stelt u voor elke zonekleur de meetzones in op basis van waardebereik.

3. U kunt de kleur van een zone wijzigen door op de zone te klikken en daarna op het gekleurde vak eronder. Het kleurkeuzevenster wordt geopend waarin u een nieuwe kleur voor de zone kunt kiezen of de kleur van de zone kunt aanpassen.

De navigatieopties instellen voor meteranalyses Opmerking:

Deze stappen zijn niet van toepassing op meteranalyses van Performance Manager. 1. Vouw Navigatieopties uit in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Activeer Koppeling naar gegevensstructuur weergeven indien aanwezig als u een koppeling wilt maken met een of meer gedefinieerde gegevensstructuren, waarbij het gegeven of de doelstelling, gedefinieerd voor een gegeven in de gegevenslijst, het hoofdgegeven is in de gegevensstructuur. Raadpleeg de documentatie van Performance Manager voor meer informatie over gegevensstructuren. Opmerking:

Deze optie kunt u niet gebruiken bij meters die een universe-query als gegevensbron gebruiken. 3. Als u een koppeling wilt maken met een document op de Central Management Server, klikt u op Bladeren en selecteert u het gewenste document. De naam van de koppeling wordt in het tekstvak weergegeven als onderdeel van een openAnalytic-koppeling. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling,

116



universe-query en gegeven voor meer informatie over openAnalytic en de bijbehorende variabelen. 4. Als u een koppeling wilt maken met meer dan een document op de Central Management Server, klikt u op Meerdere koppelingen. In het venster "Menu met navigatiekoppelingen bewerken" kunt u zoveel koppelingen toevoegen als u wilt. Ook kunt u de volgorde van de koppelingen in het lijstvak wijzigen.

De diagramopties aanpassen in een meteranalyse In de sectie met diagramopties in het verwerkingsvenster van de meteranalyse kunt u het uiterlijk van de meteranalyse wijzigen. 1. Vouw Diagramopties uit in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Voor de titel van de meter kunt u de gegevensnaam gebruiken, de standaardoptie, of Tekstweergave activeren en de gewenste naam in het tekstvak typen. 3. Selecteer in de sectie Weergaveopties de items die u bij de meter wilt weergeven: • Dimensieschuifregelaar Met de dimensieschuifregelaar kunt u navigeren tussen de tijdsperioden van een meter. Wanneer u deze optie activeert, wordt de schuifregelaar onderaan de snelheidsmeter of barometer weergegeven, of naast de lijn in de thermometer of het verkeerslicht. •

Dimensiewaarde Wanneer u deze optie activeert, wordt de geselecteerde schuifregelaarwaarde net boven de schuifregelaar weergegeven.

•

Gegevenswaarde - vorige periode Selecteer deze optie als u het getal van de gegevenswaarde van de vorige periode wilt zien in de vorm van een tweede, kleine naald in de meter.

•

Gegevenswaarde Selecteer deze optie als u het getal van de gegevenswaarde onderaan de snelheidsmeter of de barometer wilt weergeven, of naast de lijn van de thermometer of het verkeerslicht.

•

Naam doelstelling


117

3

3


Selecteer deze optie als u wilt dat de naam van de doelstelling wordt weergegeven als knopinfo op de driehoek met de doelstellingswaarde. •

Doelstellingswaarde Selecteer deze optie als u de doelstellingswaarde wilt weergeven in de vorm van een driehoek op de buitenrand van de snelheidsmeter of barometer, of langs de linkerzijde van de thermometer of het verkeerslicht.

4. Als u een teken wilt weergeven in de meterschaalverdeling boven de waarde van dimensie of doelstelling, geeft u een tekenreeks op in het vak "Symbool". Als de dimensiewaarde bijvoorbeeld een bedrag in dollars is, typt u het dollarsymbool ($) in het vak. Opmerking:

U hoeft geen weergaveopties te activeren om het symbool weer te geven. Verwante onderwerpen

•

Een meteranalyse configureren met behulp van een gegeven, doelstelling of universe-query op pagina 113

Ballondiagram Een ballondiagramanalyse geeft een complexe vergelijking over een langere termijn weer. Als u gesegmenteerde gegevens gebruikt, gebruikt u drie gesegmenteerde gegevens, zoals omzet, marge en marktaandeel, die een bepaalde dimensie delen. Voor een universe-queryanalyse wordt u gevraagd drie waarden te selecteren plus een dimensie die door de waarden wordt gedeeld (bijvoorbeeld Land). U kunt ook een andere gezamenlijke dimensie selecteren als schuifregelaar.

Een ballondiagramanalyse configureren 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van het ballondiagram een gegevensbron uit de sectie "Gegevens selecteren voor weergave": • Universe-query • Gegevens

118



Als u Gegevens selecteert, selecteer dan primaire en secundaire gegevens en stel het tijdvenster in. 2. Stel een limiet in voor de segmenten. 3. In de sectie "Opties voor diagrammen" dient u de naamopties in te stellen. • Als u een gegeven gebruikt, gebruik dan de naam van het gegeven voor de analyse door Gegevensnaam gebruiken te activeren. • Als u een universe-query gebruikt of u wilt een andere naam dan de naam van het gegeven gebruiken, activeert u Weergavetekst en typt u de naam in het tekstvak. 4. Stel de navigatieopties in. Verwante onderwerpen

•

De navigatieopties instellen voor de analysen ballondiagram, cirkeldiagram, radardiagram en gegevensverkenning op pagina 123 • Een universe-query voor een analyse definiëren op pagina 41

Cirkeldiagram Een cirkeldiagram is nuttig als u met behulp van een schuifregelaar de grootte van bepaalde waarden die een dimensie vormen, verhoudingsgewijs wilt weergeven voor een bepaalde periode. Deze analyse vindt u in de categorie gegevensverkenning van Dashboard Builder. In een cirkeldiagramanalyse ziet u de proportionele grootte van een bepaald gegeven door de proportionele grootte van de dimensies (segmenten) van een bepaald gegeven weer te geven gedurende een bepaalde periode (schuifregelaar). Voor een analyse die is gebaseerd op een universe-query wordt u gevraagd een waarde en de eerste dimensie hiervan weer te geven. U kunt ook een andere dimensie selecteren als de waarde voor de schuifregelaar.

Een cirkeldiagramanalyse configureren 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van het cirkeldiagram een gegevensbron uit de sectie "Gegevens selecteren voor weergave". • Universe-query • Gegevens


119

3

3


Als u Gegevens selecteert, selecteer dan primaire en secundaire gegevens. •

Als u Aanwijziging voor een gegeven selecteert, voert u de aanwijzingstekst in het tekstvak in.

2. Stel een limiet in voor de segmenten. 3. Als u een gegevensaanwijzing of gegevens maakt, moet u ook het tijdvenster instellen. 4. In de sectie "Opties voor diagrammen" dient u de naamopties in te stellen. • Als u een gegeven gebruikt of een gegevensaanwijzing maakt, gebruik dan de naam van het gegeven voor de analyse door Gegevensnaam gebruiken te activeren. • Als u een universe-query gebruikt of u wilt een andere naam dan de naam van het gegeven gebruiken, activeert u Weergavetekst en typt u de naam in het tekstvak. 5. Stel eventueel de navigatieopties in. Verwante onderwerpen

• •

Een universe-query voor een analyse definiëren op pagina 41 Vragen om gegevens in analyses waarbij gebruik wordt gemaakt van universe-gegevens op pagina 124 • De navigatieopties instellen voor de analysen ballondiagram, cirkeldiagram, radardiagram en gegevensverkenning op pagina 123

Radardiagram In een radardiagramanalyse ziet u een vergelijking gedurende een bepaalde periode van diverse waarden voor een bepaald gesegmenteerd gegeven of een universe-waarde die homogeen moet zijn en niet te veel moet veranderen gedurende de periode (bijvoorbeeld een verhouding of marktaandeel).

Een radardiagramanalyse configureren 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van het radardiagram een gegevensbron uit de sectie Gegevens selecteren voor weergave. • Universe-query • Gegevens

120



Als u Gegevens selecteert, selecteer dan primaire en secundaire gegevens en stel het tijdvenster in. 2. Stel een limiet in voor de segmenten. 3. In de sectie "Opties voor diagrammen" dient u de naamopties in te stellen. • Als u een gegeven gebruikt, gebruik dan de naam van het gegeven voor de analyse door Gegevensnaam gebruiken te activeren. • Als u een universe-query gebruikt of u wilt een andere naam dan de naam van het gegeven gebruiken, activeert u Weergavetekst en typt u de naam in het tekstvak. 4. Stel eventueel de navigatieopties in. Verwante onderwerpen

• •

Een universe-query voor een analyse definiëren op pagina 41 De navigatieopties instellen voor de analysen ballondiagram, cirkeldiagram, radardiagram en gegevensverkenning op pagina 123

Gegevensverkenningsanalyses op basis van gegevens, gegevensaanwijzingen en universe-query's De technieken in gegevensverkenningsanalyses worden toegepast naast de opeenvolgende metingen in het algemeen en tijdreeksen in het bijzonder. De lijndiagrammen onthullen cycli, trends of seizoensgebondenheid in een reeks met behulp van technieken voor vereffening, kromme aanpassen en transformatie. De gegevensverkenningsanalyses maken gebruik van de kracht van Xcelsius-sjablonen. Met Dashboard Builder beschikt u over de volgende gegevensverkenningsanalyses: • • • • •

Kromme aanpassen Frequentiehistogram Tekengebied met vertraging Tekengebied voor normale kans Vereffening


121

3

3


Analyses configureren: frequentiehistogram, kromme aanpassen, tekengebied met vertraging, tekengebied voor normale kans of vereffening 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van de analyse de gegevens die u wilt weergeven. Optie

Beschrijving

Gegevens

Met Gegevens kunt u een gegeven selecteren waarop u gegevens kunt verkennen.

Vragen om gegevens

Met Vragen om gegevens kunt u een aanwijzing instellen.

Universe-query Met Universe-query kunt u een query uitvoeren op een universe.

2. Als u een gesegmenteerd gegeven wilt gebruiken, activeert u Segment kiezen en klikt u op Segmenten om de segmenten te selecteren die u in het diagram wilt opnemen. 3. Kies de opties voor het diagram. 4. Kies de navigatieopties. 5. Configureer de aangepaste parameters voor de volgende items: • Frequentiehistogram • Kromme aanpassen • Tekengebied met vertraging: als u de analyse Tekengebied met vertraging configureert, moet u de vertragingsperiode instellen. Lag 1 betekent dat we een verspreiding gebruiken van Yt tegen Yt-1. Lag 2 betekent dat we een verspreiding gebruiken van Yt tegen Yt-2. • Vereffening: als u een analyse maakt van vereffening van het zwevend gemiddelde of de lokale regressie, moet u in de lijst "Grootte van vereffenend venster" het aantal punten kiezen om het onmiddellijke vereffeningseffect op de gegevens in een lijndiagram te zien. Hoe groter het venster, hoe vlakker de effeningslijn. Als u een analyse van vereffening van een zwevend gemiddelde configureert, moet u een type zwevend gemiddelde selecteren. Raadpleeg Zwevend gemiddelde uiteengezet in de

122



gegevensverkenningstermen voor meer informatie over zwevende gemiddelden. Verwante onderwerpen

• • • • • • • • • • •

Vragen om gegevens in analyses waarbij gebruik wordt gemaakt van universe-gegevens op pagina 124 Een universe-query voor een analyse definiëren op pagina 41 Opties voor diagrammen in gegevensverkenningsanalyses op pagina 123 De navigatieopties instellen voor de analysen ballondiagram, cirkeldiagram, radardiagram en gegevensverkenning op pagina 123 Frequentiehistogram op pagina 125 Aangepaste parameters in een frequentiehistogram op pagina 125 Kromme aanpassen op pagina 131 Aangepaste parameters in een analyse Kromme aanpassen op pagina 132 Tekengebied met vertraging op pagina 134 Tekengebied voor normale kans op pagina 134 Vereffening op pagina 135

De navigatieopties instellen voor de analysen ballondiagram, cirkeldiagram, radardiagram en gegevensverkenning 1. Als u een koppeling wilt maken naar de diagramtitel en legenda, activeert u Titel/legenda gebruiken als hyperlink voor navigatie naar en klikt u op Bladeren om de analyse te selecteren. 2. ls u de gegevenspunten in het diagram wilt koppelen, activeert u Gegevenspunt gebruiken als hyperlink voor navigatie naar en klikt u daarna op Bladeren om de analyse te selecteren. Verwante onderwerpen

• • • •

Analyses en documenten koppelen op pagina 49 Een ballondiagramanalyse configureren op pagina 118 Een cirkeldiagramanalyse configureren op pagina 119 Een radardiagramanalyse configureren op pagina 120

Opties voor diagrammen in gegevensverkenningsanalyses Deze stappen zijn van toepassing op de gegevensverkenningsanalyses, die het volgende omvatten: • Frequentiehistogram • Kromme aanpassen


123

3

3


• • •

Tekengebied met vertraging Normale kans Vereffening

Opties voor diagrammen Optie

Beschrijving

Gegevensnaam gebruiken

Gebruik deze optie als u wilt dat het diagram de gegevensnaam als titel krijgt.

Weergavetekst

Gebruik deze optie als u een andere naam dan de gegevensnaam als titel wilt gebruiken.

Vragen om gegevens in analyses waarbij gebruik wordt gemaakt van universe-gegevens Met Vragen om gegevens in de lijst "Gegevens selecteren voor weergave" in het bewerkingsvenster van de analyse kunt u een aanwijzing opgeven die wordt weergegeven zodra de analyse wordt geopend. Met deze aanwijzing kunt u een gegeven in de universe selecteren en het laatste gegeven dat u met de aanwijzing hebt geselecteerd, wordt altijd standaard weergegeven. U geeft ook de tekst van de aanwijzing op. Als u bijvoorbeeld een aanwijzing wilt opgeven voor een productlijn-universe, kunt u een vraag maken als: "Welke productlijn wilt u zien?" De optie Aanwijzing voor een gegeven kunt u gebruiken bij een cirkeldiagramanalyse, een meteranalyse en een gegevensverkenningsanalyse. Verwante onderwerpen

• •

Een cirkeldiagramanalyse configureren op pagina 119 Een meteranalyse configureren met behulp van een gegeven, doelstelling of universe-query op pagina 113 • Analyses configureren: frequentiehistogram, kromme aanpassen, tekengebied met vertraging, tekengebied voor normale kans of vereffening op pagina 122

124



Frequentiehistogram Organisaties kunnen op diverse gebieden binnen het bedrijf gebruik maken van histogrammen. De afdeling Human Resources kan bijvoorbeeld de spreiding van leeftijd en salaris van medewerkers analyseren, een marketinganalist van een bedrijf kan het aantal klanten bekijken op binding en levensduur en een kwaliteitsanalist van een automerk kan de variabiliteit in de remafstand van een nieuw model onderzoeken. In een frequentiehistogramanalyse worden geaggregeerde waarden (tellingen van gegevenspunten) weergegeven op de verticale as ten opzichte van gegevensintervallen op de horizontale as. Er wordt geen rekening gehouden met de volgorde van gegevenspunten, waardoor deze analyse kan worden gebruikt voor zowel opeenvolgende als niet-opeenvolgende gegevens, zoals het salaris van medewerkers of de leeftijd van klanten. Deze analyse werkt goed als onderdeel van een kwadrantanalyse waarin verschillende aspecten van een reeks waarden worden weergegeven die de belangrijkste functies van een gegevensset in één oogopslag duidelijk maken. Het frequentiehistogram is interactief in die zin dat u het aantal balken kunt wijzigen dat in het diagram zichtbaar is.

Aangepaste parameters in een frequentiehistogram Wanneer u een frequentiehistogram configureert, moet u de aangepaste parameters instellen in het bewerkingsvenster van de analyse. Parameter

Beschrijving

Handmatig

Activeer Handmatig als u het aantal staven wilt opgeven.

Geef het aantal staven op dat u in het frequentiehisAantal staven in het histogram wilt weergeven. Raadpleeg de onderstaande togram sectie voor hulp bij de beslissing hoeveel staven u het beste kunt kiezen.


125

3

3


Bepalen hoeveel staven het histogram moet weergeven

In de volgende tabel ziet u hoe u de distributie van een gegevensset het beste als staven kunt weergeven: Grootte van gegevensset

Aantal staven

Minder dan 50

5-7

50 - 99

6 - 10

100 - 250

7 - 12

Histogrammen: een casestudy op fabricagegebied In een autofabriek worden willekeurig zeventig auto's van de montageband gehaald voor een kwaliteitsinspectie. Voor elke auto wordt de remafstand van een snelheid van 55 km/u (35 mijl/u) tot volledige stilstand gemeten. In de volgende tabel worden de metingen van de remafstand tijdens de inspectie in aantal voet weergegeven:

126

39

54

21

42

66

50

56

62

59

40

41

75

63

58

32

43

51

60

65

48

61

27

46

60

73

36

38

54

60

36

35

76

54

55

45

71

54

46

47

42

52

47

62

55

49

39

40

69

58



52

78

56

55

62

32

57

45

84

36

58

64

67

62

51

36

73

37

42

53

49

Er worden zeven intervallen van gelijke grootte gedefinieerd die alle gegevenspunten van 21 tot en met 84 dekken; vervolgens worden de 70 gegevenspunten toegwezen aan de respectievelijke intervallen en voor elk interval als volgt geteld: Intervalnummer:

1

2

3

4

5

6

7

Intervallimieten:

(20-29)

(3039)

(4049)

(50-59)

(6069)

(7079)

(8089)

11

16

20

14

6

1

Aantal gegevens per 2 interval:

De grafische weergave van de aantallen per interval in een staafdiagram levert het volgende histogram op:

N

70


127

3

3


Intervalbreedte

10.000

Minimum

12.000

Maximum

84.000

Gemiddelde

52.300

Sigma

12.980

Het histogram is vrijwel symmetrisch van vorm. Wanneer een intervalbreedte van vijf wordt gekozen in plaats van tien, krijgt het diagram meer staven en een andere vorm.

128

N

70

Intervalbreedte

5.000

Minimum

12.000

Maximum

84.000

Gemiddelde

52.300



Sigma

12.980

U ziet dat de beschrijvende statistieken (N, Minimum, Maximum, Gemiddeld en Sigma) onveranderd blijven, of het histogram vijf of tien staven heeft. Dit komt omdat beide zijn gebaseerd op dezelfde afzonderlijke gegevenspunten; alleen de samenvatting door middel van het diagram is anders, vanwege de wijziging van de intervallen. In het volgende histogram worden intervallen van vijftien gebruikt.

N

70

Intervalbreedte

15.000

Minimum

21.000

Maximum

84.000

Gemiddelde

52.300

Sigma

12.980

Uit deze voorbeelden kunt u opmaken dat de keuze voor het juiste interval belangrijk is om de beste weerspiegeling te vormen van de distributie van de gegevensset.


129

3

3


Om de symmetrie van een gegevensset te beoordelen, verdient het aanbeveling om naast het histogram een tekengebied voor normale kans te gebruiken, dat als stabieler wordt beschouwd. In tegenstelling tot het histogram waarin alleen geaggregeerde tellingen worden weergegeven, worden in het tekengebied voor normale kans de afzonderlijke gegevenspunten weergegeven.

130

N

70

Intervalbreedte

15.000

Minimum

21.000

Maximum

84.000

Gemiddelde

52.300

Mediaan

53.500

Asymmetrie

0.0814

Standaarddeviatie

12.980

Kurtosis-coëfficiënt

-0.2683



R2

0.9938

De grafiek is zo ontworpen dat wanneer de gegevens een normale distributie volgen, de punten een een lineair patroon te zien geven; er kan een rode lijn op de gegevens worden gepast om de normaliteit te helpen evalueren.

Kromme aanpassen U kunt de volgende krommeanalyses gebruiken om trends te analyseren: • Eenvoudige trendkrommen • S-vormige krommen Wanneer u de voltooide analyse weergeeft, kunt u de aangepaste parameters vanuit het interactieve menu van de analyse wijzigen. Kleinste kwadraten

Bij de analyse Kromme aanpassen wordt gebruik gemaakt van de kleinste kwadratenmethode om de trend en de s-vormige krommen te schatten die gedurende een bepaalde periode het beste bij de gegevenswaarden passen. Van alle krommen wordt een lineaire functie gemaakt in de vorm Y = a + b T.

S-vormige krommen S-vormige krommen ontstaan meestal wanneer de cumulatieve verkoopcijfers van producten worden uitgezet over een bepaalde periode. Het aanpassen van een s-vormige kromme aan de eerste maanden of jaren van gegevens stelt een bedrijf in staat een schatting te maken van het maximale verkoopniveau van het product. Ook helpt het de gebruiker om te schatten hoe lang het duurt voordat de verkoop zich stabiliseert. De volgende variaties van de s-vormige kromme worden aanbevolen: •

Logistiek De logistieke kromme wordt vaak gebruikt voor de beschrijving van de verkoopgroei van een nieuw product: eerst een kennismakingsperiode met weinig verkoop, snel stijgend als verkoop in de populatie toeneemt


131

3

3


en weer dalend als de vraag naar het product een verzadigingspunt heeft bereikt). De logistieke kromme wordt ook wel de Pearl-kromme genoemd. •

Gompertz De Gompertz-kromme is een groeikromme die lijkt op de logistieke kromme, maar in tegenstelling tot de logistieke kromme niet symmetrisch is.


• •

Wat is de Gompertz-kromme? op pagina 136 Wat is een logistieke kromme? op pagina 137

Eenvoudige trendkrommen U kunt de volgende eenvoudige trendkrommen gebruiken voor kromme aanpassen: •

Lineair De lineaire kromme toont de gegevens met een rechte lijn; geschikt voor gegevens die in elke periode met hetzelfde aantal veranderen.

•

Exponentieel In de exponentiële kromme wordt geprobeerd de tijdreeks in te passen in een aflopende of oplopende kromme; deze vorm werkt met gegevens die in elke periode in dezelfde verhouding toenemen of afnemen.

•

Macht, logaritmisch, hyperbool De machtkromme, logaritmische kromme en hyperboolkromme zijn vergelijkbaar met de exponentiële kromme, met het verschil dat de mate van groei of afname een ander patroon volgt.

Aangepaste parameters in een analyse Kromme aanpassen Wanneer u een analyse Kromme aanpassen configureert, moet u de aangepaste parameters instellen in het bewerkingsvenster van de analyse.

132



Parameter

Beschrijving U hebt de volgende mogelijkheden: • Als u een eenvoudige trendkromme wilt maken, gebruikt u: • • • • •

Kromme •

Lineair Exponentieel Macht Logaritmisch Hyperbool

Als u een s-vormige kromme wilt maken, gebruikt u: • •

Gompertz Logistiek

Perioden voorspellen

Met deze parameter kunt u gegevenswaarden extrapoleren over toekomstige perioden. Geef het aantal perioden op dat u wilt voorspellen op basis van de gepaste kromme.

Laatste perioden voorspellen

Met deze parameter kunt u de kromme-aanpassing toepassen op uitsluitend de meest recente waarden in plaats van op alle gegevenspunten.

Limiet (Logistiek en Gompertz)

Activeer Limiet als u voor de curve een bovenste limiet wilt instellen.


• • • • • • • •

S-vormige krommen op pagina 131 Eenvoudige trendkrommen op pagina 132 Wat is de Gompertz-kromme? op pagina 136 Wat is een hyperbolische kromme? op pagina 137 Wat is een logistieke kromme? op pagina 137 Wat is een exponentiële kromme? op pagina 136 Wat is een vermogenskromme? op pagina 142 Wat is een logaritmische kromme? op pagina 137


133

3

3


Tekengebied met vertraging Met de analyse met een tekengebied met vertraging maakt u patronen in achtereenvolgende gegevens zichtbaar (bijvoorbeeld in een tijdreeks) die in een lijndiagram mogelijk over het hoofd zijn gezien. Het tekengebied met vertraging is een spreidingsdiagram waarin één enkele reeks waarden als invoer wordt gebruikt en dat als uitvoer de volgende reeks genereert: •

Yt - de waarde op tijd t

•

Yt-1 - de waarde op tijd t minus vertraging

De waarde van Yt-l wordt uitgezet op de horizontale as, terwijl de waarde van Yt wordt uitgezet op de vertical as. De diagram wordt standaard weergegeven met vertraging=1. De gebruiker kan de vertraging vergroten van 1 tot ieder geheel getal dat kleiner is dan het totale aantal onbewerkte waarden. Een tekengebied met vertraging waarin resultaten worden weergegeven in de vorm van een ovaal is typerend voor sinusoïdale gegevens, wat niet zichtbaar is in een lijndiagram waar de punten continu omhoog en omlaag gaan.

Tekengebied voor normale kans Tekengebied voor normale kans is een spreidingsdiagram waarin de gegevenspunten een rechte lijn volgen, mits de gegevensset normaal wordt gedistribueerd. De volgorde van de gegevens wordt niet behouden als het gaat om opeenvolgende metingen. Opmerking:

De tijdsvolgorde van de gegevenspunten wordt volledig genegeerd bij het maken van een tekengebied voor normale kans. Op de y-as van het diagram staan de onbewerkte waarden van de meting en op de x-as staan z-waarden op basis van classificatiestatistieken. Om de waarden voor de x-as te verkrijgen, berekent u de classificatiestatistieken op basis van de positienummers met behulp van een van de volgende methoden: • Middelpuntclassificatie = (positie - 0,5) / n

134



• •

Mediaanclassificatie type I = (positie -0,3) / (n+ 0,4) Mediaanclassificatie type II = (positie -3/8) / (n+ 1/4)

waarbij n staat voor het totale aantal waarden in de gegevensset.

Vereffening Effening is een visualisatietechniek waarmee de onderliggende trends of cycli van gegevens worden vergroot. In sommige reeksen is de seizoensgebonden variatie zo sterk dat daardoor trends of cycli worden verborgen die u de geobserveerde waarde beter zouden laten begrijpen. Een vereffening werkt als een filter waardoor seizoensgeboden variatie of ongebruikelijke waarden worden verwijderd en schommelingen op lange termijn in de reeks beter opvallen. De volgende standaardtechnieken voor de effening van tijdreeksgegevens zijn beschikbaar: • • • •

Zwevend gemiddelde gewogen zwevend gemiddelde Vereffening afwijkende waarde Lokale regressie-vereffening

Zwevend gemiddelde Met de analyse met het zwevend gemiddelde kunt u een opeenvolging van waarden effenen om de gemiddelde waarden te berekenen van een indicator in een zwevend tijdvenster. U selecteert het aantal punten om het directe vereffeningseffect op de gegevens in een lijndiagram te zien. Hoe groter het venster, hoe vlakker de effeningslijn.

Lokale regressie-vereffening De lokale regressie-vereffening is vergelijkbaar met de techniek van het gewogen zwevend gemiddelde, behalve dat niet het gemiddelde van de gegevenspunten die zijn inbegrepen in het zwevende tijdvenster wordt berekend, maar er een regressielijn op de gegevens wordt gepast op basis van de gewogen kleinste kwadratenmethode. Verwante onderwerpen

•

Vereffening zwevend gemiddelde op pagina 136


135

3

3


Vereffening afwijkende waarde Bij vereffening van afwijkende waarden worden meerdere glijdende medianen toegepast op de gegevens, waardoor de geëffende lijn niet wordt beïnvloed door extreme waarden (ook bekend als uitschieters).

Vereffening zwevend gemiddelde U kunt de volgende typen gewogen zwevende gemiddelden maken in de vereffeningsanalyse: • • •

2 x 4 zwevend gemiddelde MA Spencer MA Henderson

Raadpleeg Zwevend gemiddelde uiteengezet in de gegevensverkenningstermen voor meer informatie over zwevende gemiddelden.

Gegevensverkenningstermen Wat is een exponentiële kromme? Een exponentiële relatie tussen de variabelen X en Y wil zeggen dat Y-gegevens veranderen met hetzelfde percentage voor een bepaalde absolute wijziging van X. De exponentiële-krommevergelijking is: Y = a exp(bX)

waarbij a en b constanten zijn.

Wat is de Gompertz-kromme? De Gompertz-kromme is een S-vormige groeikromme die lijkt op de logistieke kromme, maar alleen niet symmetrisch is. De Gompertz-krommevergelijking is: Y = L exp(-b exp(-k X) )

waarbij L de limiet is en b en k constanten zijn.

136



Wat is een hyperbolische kromme? Een hyperbolische relatie tussen de variabelen X en Y wil zeggen dat Y-gegevens met dezelfde absolute hoeveelheid voor een gegeven absolute wijziging van het omgekeerde van X worden gewijzigd. De vergelijking van de hyperbolische kromme is: Y = a + (b/x)

Wat is een logaritmische kromme? Een logaritmische relatie tussen de variabelen X en Y wil zeggen dat Y-gegevens wijzigen met dezelfde absolute hoeveelheid voor een gegeven percentage wijziging van X. De vergelijking van de logaritmische kromme is: Y = a + b ln(X)

waarbij a en b constanten zijn en In het natuurlijke logaritme.

Wat is een logistieke kromme? De logistieke kromme, ook wel Pearl-kromme genoemd, is een s-vormige, symmetrische groeikromme. De logistieke kromme wordt vaak gebruikt voor de beschrijving van de verkoopgroei van een nieuw product (eerst een kennismakingsperiode met weinig verkoop, snel stijgend als verkoop in de populatie toeneemt en weer dalend als de vraag naar het product een verzadigingspunt heeft bereikt). De logistieke-krommevergelijking is: Y = L / ( 1 + a exp(-b X) )

waarbij L de limiet is en a en b constanten zijn.

Uitleg over zwevend gemiddelde Wat is het zwevend gemiddelde? Bij gegevensanalyse gebruikt u het zwevend gemiddelde om de gemiddelde waarde van een indicator te berekenen over een bepaalde periode. In sommige tijdreeksen is de seizoensgebonden variatie zo sterk dat daardoor trends of cycli worden verborgen die erg belangrijk zijn om het proces dat wordt geobserveerd te kunnen begrijpen.


137

3

3


Een zwevend gemiddelde kan worden gebruikt als een effeningsmethode die seizoensgebonden gegevens verwijdert en fluctuaties op lange termijn in de reeks duidelijker maakt. Zwevende gemiddelden kunnen ook worden gebruikt voor prognoses.

Transformaties van zwevend gemiddelde Transformatie

Gebruik

MA 2x12

Bij een maandelijkse tijdreeks gebruikt u MA 2x12 om seizoensgebonden gegevens te verwijderen.

MA 2x24, MA 2x36

Als u een sterker filter voor seizoensgebonden gegevens nodig hebt, gebruikt u MA 2x24 of MA 2x36 voor maandelijkse reeksen.

MA 3x3, MA 3x9, MA 3x5

Ook bekend als dubbel zwevend gemiddelde. Dit zwevend gemiddelde wordt berekend voor een reeks gegevenspunten die al het resultaat is van een zwevend gemiddelde.

MA exponentieel gewogen

Een transformatie van zwevend gemiddelde. MA Henderson is een andere methode om een gecentreerd, symmetrisch gewogen zwevend gemiddelde te berekenen. De 5- en 7-punts gemiddelden worden gebruikt voor kwartaalreeksen. De 9-, 13- en 23-punts MA henderson 9-pt, gemiddelden worden gebruikt voor maandreeksen. 13-pt, 23-pt

Opmerking:

alle methoden voor zwevend gemiddelde zijn extern gedefinieerd in het bestand Stats.ini dat u desgewenst kunt aanpassen. MA lineair gewogen

138



Transformatie

Gebruik

MA lineair gewogen gecentreerd

Deze methode om een zwevend gemiddelde voor dezelfde maanden te berekenen, maakt gebruik van MA dezelfde maan- een tijdvenster met vast interval, maar met niet-continden ue gegevenspunten. Dit is handig als u seizoensgebonden gegevens wilt effenen of prognoses voor dergelijke gegevens wilt maken.

MA spencer 15-pt, 21-pt

Het Spencer gewogen zwevend gemiddelde is een benadering voor het berekenen van een zwevend gemiddelde dat een kubieke trend in de gegevens compenseert. Deze bestaat uit twee gemiddelden: één voor 15 perioden en de andere voor 21 perioden. Spencer-gewichten zijn gecentreerd en symmetrisch.


• • •

MA exponentieel gewogen op pagina 363 MA lineair gewogen op pagina 363 MA lineair gewogen gecentreerd op pagina 364

MA exponentieel gewogen Een transformatie van zwevend gemiddelde. Een MA exponentieel gewogen transformatie geeft de vereiste parameter voor het aantal punten als resultaat. De parameter voor de effeningsconstante is verplicht: • Als deze kleiner is dan 1, hebben huidige gegevens meer gewicht. • Als deze gelijk is aan 1, heeft elk punt evenveel gewicht (hetzelfde als een eenvoudig zwevend gemiddelde). • Als deze groter is dan 1, hebben oude gegevens meer gewicht. De enkelvoudige exponentiële effeningsprognose kan worden uitgedrukt als een gewogen zwevend gemiddelde, waarbij exponentieel steeds minder


139

3

3


gewicht op de gegevens wordt toegepast naarmate de observaties ouder worden. Daarom wordt deze methode 'exponentiële effening' genoemd. De prognose voor de volgende periode is daarom: Ft+1 = aYt+a(1 - a)Yt–1 + a(1 - a)²Yt–2 + a(1 - a)³Yt–3 + … + a(1 - a)^ t–1 Y1+a(1 - a)^ t F1

waarbij a een constante is tussen 0 en 1, en F1 de initiële waarde is die gewoonlijk de waarde Y1 krijgt. Kies voor a waarden dicht bij het cijfer nul (0) als de reeks veel willekeurige variatie heeft. Kies waarden dicht bij het cijfer 1 als u wilt dat de prognosewaarden sterk afhangen van recente wijzigingen in de werkelijke waarden.

MA lineair gewogen Een transformatie van zwevend gemiddelde. U gebruikt een gewogen zwevend gemiddelde als u de huidige gegevens meer gewicht wilt geven. Gewichten kunnen automatisch worden berekend met een functie. De weegfunctie voor een lineair gewogen zwevend gemiddelde wordt als volgt gedefinieerd: W(p)=(2/n(n+1)) p

waarbij p de volgorde is van de gegevenspunten in het zwevende bereik dat loopt van 1 tot n. De som van de gewichten moet één (1) zijn. De weegfunctie voor een exponentieel gewogen zwevend gemiddelde wordt als volgt gedefinieerd: W(p)=power(a,n-p)

waarbij a de effeningsconstante is en p de volgorde van de gegevenspunten in het zwevende bereik dat loopt van 1 tot n. Bij effeningsconstanten die kleiner zijn dan 1, hebben recente gegevens meer gewicht. Als de effeningsconstante 1 is, is het gewicht van elk punt gelijk. Als de effeningsconstante groter is dan 1, hebben oudere gegevens meer gewicht dan recente gegevens.

140



MA lineair gewogen gecentreerd Een transformatie van zwevend gemiddelde. Een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde, ook wel dubbel zwevend gemiddelde genoemd, wordt berekend voor een reeks gegevenspunten die al het resultaat is van een zwevend gemiddelde. Bij een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde wordt het grootste deel van het gewicht toegewezen aan het middelste deel van de gegevens. Een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde is handig om seizoensinvloeden uit gegevens te verwijderen. Als uw tijdreeks een kwartaal beslaat, gebruikt u MA 2x4. Als u een sterker filter voor seizoensgebonden gegevens nodig hebt, gebruikt u MA 2x8 of MA 2x12 voor kwartaalreeksen.

MA gecentreerd Een transformatie van zwevend gemiddelde. Verwante onderwerpen

•

Wat is het zwevend gemiddelde? op pagina 361

Wat is één exponentiële effening? Eén exponentiële effening (SES, Single Exponential Smoothing) is een prognosemethode die het beste werkt voor gegevens die geen trend, seizoensbinding of onderliggend patroon hebben. De prognose wordt gemaakt door de fouten in de prognose van de voorgaande periode aan te passen. Als Yt de werkelijke observatie voor periode t is en Ft de prognose voor dezelfde periode, dan is de prognose voor de volgende periode: Ft+1 = Ft+a(Yt–Ft)

waarbij a een constante tussen 0 en 1 is. Een SES-analyse wordt gemaakt op basis van de tijdreeks-universe. De SES-wegingsfunctie is ingebouwd in de universe. De eindgebruiker kan verschillende waarden van de effeningsconstante uitproberen om de beste waarde te vinden.


141

3

3



•

MA exponentieel gewogen op pagina 363

Wat is een vermogenskromme? Een vermogensrelatie tussen de variabelen X en Y wil zeggen dat Y-gegevens wijzigen met hetzelfde percentage voor een gegeven percentage wijziging van X. De vergelijking van de vermogenskromme is: Y = a Xb

Doelstellings- en strategieanalyses in Performance Manager Performance Manager biedt de volgende doelstellingsanalyses: • • • • • • • •

Doelstelling Abonnementen op doelstellingen Kaart Gegevenslijst Gegevensstructuur Gegevensoverzicht Pareto Strategietoewijzing

Doelstelling De doelstellingsanalyse geeft de gegevenstrend, deviatie of cumulatieve deviatiekromme in een bepaalde periode of in tolerantiezones voor een doelstelling aan.

Een doelstellingsanalyse configureren 1. Vouw in het bewerkingsvenster van de doelstellingsanalyseSelecteer de doelstelling die u wilt weergeven uit. 2. Selecteer een universe en vervolgens een doel in de lijst. 3. Selecteer een doelstellingsweergave in de sectie "Diagrameigenschappen":

142



•

•

Selecteer Variantie om de variantie van de gegevenswaarden te zien vanuit de doelstellingswaarden in een bepaalde tijdsperiode of over GGR-zones. Selecteer Deviatie om de cumulatieve deviatiecurve weer te geven in een bepaalde tijdsperiode of over GGR-zones.

4. Als u in de titel van de analyse een hyperlink wilt instellen naar een analyse in de Central Management Server, activeert u Titel gebruiken als hyperlink voor navigatie naar, klikt u op Bladeren en navigeert u naar de analyse. De hyperlinktekst verschijnt in het tekstvak in een openAnalytic-tekenreeks. U kunt deze tekenreeks bewerken. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven in de documentatie voor meer informatie over openAnalytic. 5. Selecteer Trend van doelstelling weergeven om de werkelijke doelstellingswaarden voor de perioden in te delen. Standaarddiagramlijnen geven de variantie van gegevens weer gedurende een bepaalde tijd. 6. Als u de goede, acceptabele en slechte prestaties in respectievelijk de groene, gele en rode zone in de doelstellingsanalyse wilt weergeven, selecteert U GGR-zones op achtergrond weergeven. 7. Wilt u de bereikte doelstelling als een percentage weergeven in plaats van als een absolute waarde, dan selecteert u Percentage van doelstelling weergeven. 8. Selecteer onder Tijdvenster een van de volgende opties voor de tijdschuifregelaar: • Volledig bereik van doelstelling weergeven Kies deze optie als u het bereik van de doelstelling wilt weergeven dat tijdens het maken van de doelstelling is gedefinieerd. •

Alleen de laatste x gegevenswaarden in bereik van de doelstelling weergeven Als u deze optie selecteert, moet u een waarde kiezen uit de vervolgkeuzelijst.


143

3

3


Abonnementen op doelstellingen Met de analyse Abonnementen op doelstellingen kunt u de lijst "Mijn doelstellingen" weergeven met de doelstellingen waarop een gebruiker is geabonneerd. Dezelfde doelstellingen ziet u bij Strategy Builder > Thuis > Toegewezen items.

Een analyse Abonnementen op doelstellingen configureren Er moeten doelstellingen zijn toegewezen aan uw rol in Performance Manager, anders is de lijst met abonnementen op doelstellingen leeg. 1. Vouw Gewenst gedrag voor invoer/selectie in het bewerkingsvenster van de analyse uit en selecteer een van de volgende opties: Optie

Beschrijving

Gekoppeld inzicht weergeven in viewer

Selecteer deze optie als u de doelstellingen in de lijst wilt laten koppelen naar hun respectievelijke inzichttabbladen.

Gekoppelde analyse weergeven in viewer

Selecteer deze optie als u de doelstellingen in de lijst wilt laten koppelen naar hun standaardanalyse.

Niets - selectie van scorekaartitem niet toestaan

Als u deze optie kiest, bevatten de doelstellingen op de lijst geen koppelingen.

2. Selecteer in de sectie "Standaard groeperen op" de manier waarop u de lijst wilt sorteren. 3. Selecteer in de sectie "Weer te geven Kenmerk-kolommen" een van de volgende opties:

144



Optie

Beschrijving

Eenvoudige lijst weergeven met de kolommen Naam, Trend en Status

Selecteer deze optie als u de lijst met abonnementen op doelstellingen wilt beperken tot kolommen voor de naam van de doelstelling, de trendpijl en de statuspictogrammen.

Doelwaarden, werkelijke waarden en variantie toevoegen

Kies deze optie als u niet alleen de naam van de doelstelling, de trend en de status wilt weergeven, maar ook de informatie over de doelwaarde van de doelstelling, de werkelijke doelwaarde en de variatie van de doelstelling vanuit de doelwaarde.

4. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.

Kaart In een toewijzingsanalyse worden geografische indicatoren weergegeven, zoals omzet voor een bepaald land of verkoop per staat. In een toewijzingsanalyse kunt u gegevens weergeven vanuit gesegmenteerde gegevens, universe-query's of prestatiemodellen. U kunt drillen in de kaarten voor gedetailleerdere informatie. Als u bijvoorbeeld een kaart van de Verenigde Staten gebruikt met details van de totale omzet van het land en u klikt op een staat, zoals Nebraska, worden de staat en de omzet van deze staat weergegeven.

Een toewijzingsanalyse configureren Met deze stappen maakt u een toewijzingsanalyse met gesegmenteerde gegevens en universe-query's. 1. Selecteer een kaart in de sectie "Gegevens selecteren voor weergave" in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Selecteer een item uit "Kaartobject koppelen per" waarmee u de overeenstemming instelt tussen de analyse en de universe-classificatie. • Naam De naam kan bijvoorbeeld in de staatclassificatie de volgende zijn: CA, AZ en NV. •

Lange naam


145

3

3


De lange naam kan bijvoorbeeld bij dezelfde staatclassificatie de naam Californië, Arizona en Nevada zijn. •

Code De code kan bijvoorbeeld bij dezelfde staatclassificatie 06, 04 en 32 zijn.

3. Selecteer de oorsprong van de gegevens: • Een gesegmenteerd gegeven gebruiken • Een universe Gebruiken 4. Geef in de sectie "Kaarteigenschappen " het aantal bereiken op dat u de kaart wilt geven. 5. U kunt voor elk bereik een kleur opgeven door het bereik te selecteren en de kleur op te geven. U kunt de kleurcode rechtstreeks opgeven of op Palet klikken en een kleur kiezen in het palet. 6. Geef de bereikgrenzen op. Dit kan automatisch gebeuren of u kunt ze handmatig instellen. Als u Handmatig ingestelde bereiken hebt geselecteerd, moet u ook het bereikpercentage opgeven. 7. Stel de diagrameigenschappen in. 8. Stel de navigatieopties in. 9. U moet in de sectie "Tijdvenster" de tijdsperiode instellen. • Als de kaart is gebaseerd op een gesegmenteerd gegeven, moet u het aantal perioden opgeven. • Als de kaart is gebaseerd op universe-objecten, moet u een keuze maken uit "Laatste", de kalendereenheid of periode, of "Van" en de beginen einddatums en -tijden opgeven. Verwante onderwerpen

• •

Universe-objecten selecteren voor een toewijzingsanalyse op pagina 147 Een gesegmenteerd gegeven selecteren voor een Pareto-diagram of een toewijzingsanalyse op pagina 147 • Diagrameigenschappen instellen voor toewijzingsanalyses op pagina 148 • Navigatie-eigenschappen instellen in een toewijzingsanalyse op pagina 148

146



Een gesegmenteerd gegeven selecteren voor een Pareto-diagram of een toewijzingsanalyse Voordat u een gesegmenteerd gegeven selecteert, moet u een universe hebben waarin de dimensies op hiërarchische wijze worden gedefinieerd. Als u dit niet doet, krijgt u de melding 'Juiste gegevens niet gevonden' wanneer u probeert een analyse op een lager te maken van een structuur, omdat de analyse niet weet waarin te drillen. 1. Vouw in het bewerkingsvenster van het pareto-diagram of de toewijzing Gegevens selecteren voor weergave uit en selecteer vervolgens Een gesegmenteerd gegeven gebruiken. 2. Klik op Gegeven selecteren. 3. Klik in het dialoogvenster "Selecteer een gegeven" op de pijl naast de vervolgkeuzelijst en selecteer een onderwerpgebied (of klasse) in de lijst. 4. Selecteer een gegeven. Opmerking:

alleen gesegmenteerde gegevens worden weergegeven. 5. Klik op OK. De naam van het geselecteerde gegeven wordt weergegeven in het vak Gegeven. Verwante onderwerpen

• •

Een Pareto-diagramanalyse configureren op pagina 165 Een toewijzingsanalyse configureren op pagina 145

Universe-objecten selecteren voor een toewijzingsanalyse Met deze stappen maakt u een toewijzingsanalyse met gesegmenteerde gegevens en universe-query's. 1. Vouw in het bewerkingsvenster van de analyse Gegevens selecteren voor weergave uit en selecteer Een universe gebruiken. 2. Klik Op Selecteer objecten. 3. Selecteer in het dialoogvenster "Selecteer objecten" een "Onderwerpgebied " in de lijst. 4. Selecteer een waarde. 5. Selecteer de classificatie. Dit is een dimensie uit de universe.


147

3

3


6. Selecteer een aggregatiemethode. 7. Selecteer een dimensiehiërarchie. 8. Als u filters wilt toevoegen, klikt u op het gewenste filter in het linkerdeelvenster en klikt u vervolgens op >> om het filter aan de querydefinitie toe te voegen. 9. Klik op OK om terug te keren naar het bewerkingsvenster. U ziet uw selecties in de sectie "Gegevens selecteren voor weergave". Verwante onderwerpen

•

Een toewijzingsanalyse configureren op pagina 145

Diagrameigenschappen instellen voor toewijzingsanalyses Met de diagrameigenschappen wordt aangegeven hoe de toewijzing in de analyse wordt weergegeven. Met deze stappen maakt u een toewijzingsanalyse met gesegmenteerde gegevens en universe-query's. 1. Geef in de sectie "Diagrameigenschappen" van het bewerkingsvenster van de analyse de titel op. • Kaartnaam gebruiken Met deze optie kunt u de analyse de titel geven van de kaart die u hebt geselecteerd in de sectie "Gegevens selecteren voor weergave". •

Gegevensnaam gebruiken Met deze optie kiest u de gegevensnaam als titel van de analyse. Opmerking:

Deze optie is niet beschikbaar als u Een universe gebruiken hebt geselecteerd in de sectie "Gegevens selecteren voor weergave". •

Weergavetekst Met deze optie kunt u een andere naam kiezen voor de analyse. Typ de naam van de analyse in het tekstvak naast "Tekstweergave".

2. Als u een gesegmenteerd gegeven gebruikt en het gegeven als legenda wilt weergeven, activeert u Legenda weergeven.

Navigatie-eigenschappen instellen in een toewijzingsanalyse Met deze stappen kunt u een koppeling configureren tussen een toewijzingsanalyse waarin gesegmenteerde gegevens en universe-query's

148



worden gebruikt en een andere analyse. U kunt een aanwijzing aan een andere analyse doorgeven, maar niet andersom. Vanuit de toewijzingsanalyse kunt u bijvoorbeeld naar een interactieve analyse gaan, maar u kunt vanuit een interactieve gegevenstrendanalyse niet terugkeren naar de toewijzingsanalyse. 1. Als u een koppeling wilt maken naar een andere analyse, activeert u Selecteer een analyse die u wilt koppelen aan: en klik op Bladeren om een analyse te selecteren. Met deze optie kunt u een variabele doorgeven aan een andere analyse. 2. Als u een analyse wilt koppelen vanuit een willekeurige locatie op de kaart, activeert u Selecteer een analyse die u vanuit afzonderlijke kaartlocaties wilt koppelen: en klik op Bladeren om een analyse te selecteren. Als u bijvoorbeeld klikt op de titel van een kaart van de Verenigde Staten die alle staten bevat, dan kunt u een document/analyse openen en de waarde Verenigde Staten doorgeven. Wanneer u op een staat klikt, kunt u verder analyseren naar een andere kaart of een documentanalyse openen en daaraan de waarde CA of Californië doorgeven. 3. Klik op OK. De naam van de analyse wordt in het veld weergegeven. U kunt de openAnalytic-tekenreeks wijzigen. Raadpleeg de sectie met koppelingen vanuit analyses die zijn gebaseerd op doelstelling, universe-query en gegevens in de documentatie voor meer informatie.

Het tijdvenster selecteren in een toewijzingsanalyse U kunt de gegevens opgeven voor de laatste zekere tijdsperiode. Net zoals de laatste vijf minuten, uur, dag, maand en jaar, kunt u de tijdsperiode opgeven Van en Tot. 1. Vouw Tijdvenster uit in het bewerkingsvenster van de toewijzingsanalyse. 2. Selecteer een tijdsperiode in de vervolgkeuzelijst of definieer het aantal tijdsperioden dat u in de gegevens wilt opnemen. 3. Klik op OK. Verwante onderwerpen

• Een toewijzingsanalyse configureren op pagina 145 • Diagrameigenschappen instellen voor toewijzingsanalyses op pagina 148 • Navigatie-eigenschappen instellen in een toewijzingsanalyse op pagina 148


149

3

3


Gegevenslijst Een gegevenslijst biedt een aangepaste weergave van gegevens en doelstellingsgegevens. Met deze flexibele analyse kunt u een lijst met gegevens onder een map samenstellen of gewoon een platte lijst met gegevens. U kunt opgeven wat u in de gegevenslijst wilt zien. Dat kan de volgende informatie zijn: • •

opgegeven gegevens. extra informatie met betrekking tot gegevens, bijvoorbeeld de naam van het gegeven, de gegevenswaarde, de doelstelling en de status van de doelstelling

Opmerking:

De gebruikersinterface voor deze analyse is gewijzigd en aangepast aan de richtlijnen van Sectie 508.

Een gegevenslijstanalyse configureren met gegevens en doelstellingen 1. Klik op Toevoegen in de sectie "Gegevens/doelstellingen die u wilt weergeven" in het bewerkingsvenster van de analyse. Opmerking:

U kunt items ook verwijderen of de naam ervan wijzigen, en filters toevoegen aan gesegmenteerde gegevens in de lijst. U kunt de lijst ordenen door mappen toe te voegen en de items in de mappen te plaatsen met behulp van de pictogrammen voor omhoog en omlaag. 2. Kolommen aanpassen. 3. Knopinfo aanpassen. 4. Activeer onder "Navigatieopties" de optie Koppeling naar gegevensstructuur weergeven indien aanwezig als u een koppeling wilt maken met een of meer gedefinieerde gegevensstructuren, waarbij het gegeven of de doelstelling, gedefinieerd voor een gegeven in de gegevenslijst, het hoofdgegeven is in de gegevensstructuur. Raadpleeg de documentatie van Performance Manager voor meer informatie over gegevensstructuren. 5. Als u een koppeling wilt maken met een document op de Central Management Server, klikt u op Bladeren en selecteert u het gewenste document.

150



De naam van de koppeling wordt in het tekstvak weergegeven als onderdeel van een openAnalytic-koppeling. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven voor meer informatie over openAnalytic en de bijbehorende variabelen. 6. Als u een koppeling wilt maken met meer dan een document op de Central Management Server, klikt u op Meerdere koppelingen. In het venster "Menu met navigatiekoppelingen bewerken" kunt u zoveel koppelingen toevoegen als u wilt. Ook kunt u de volgorde van de koppelingen in het lijstvak wijzigen. Verwante onderwerpen

•

Kolommen aanpassen in interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses op pagina 151 • De knopinfo aanpassen in de meter-, interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses op pagina 152

Kolommen aanpassen in interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses Opmerking:

Deze stappen zijn van toepassing op de interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses die gebruikmaken van gegevensbronnen op basis van doelstelling, gegeven en universe-query. 1. Vouw Kolommen aanpassen uit in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Selecteer in de lijst "Beschikbare items" de kolommen die u wilt weergeven en klik op >>. 3. Als u de naam van een kolom wilt wijzigen, selecteert u de kolom in een lijst en klikt u op Naam wijzigen. 4. Als u de weergave wilt aanpassen, kunt u ook de volgende opties inschakelen: • Koptekst weergeven Selecteer deze optie om een koptekst weer te geven. Opmerking:

Er wordt geen koptekst toegevoegd voor mappen. •

Dubbele items verwijderen


151

3

3


Met deze optie voorkomt u dubbele gegevens. Aan een gegeven kunnen verschillende doelstellingen zijn gekoppeld. Wanneer deze optie echter is ingeschakeld, worden alle gegevens met betrekking tot een gegeven slechts eenmaal weergegeven. •

Grijze achtergrond om de rij Gebruik deze optie om een grijze achtergrond om de rij weer te geven. Hierdoor is de lijst beter leesbaar.


•

Een interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's configureren op pagina 102 • Een gegevenslijstanalyse configureren met gegevens en doelstellingen op pagina 150

De knopinfo aanpassen in de meter-, interactieve gegevenstrenden gegevenslijstanalyses Met de knopinfo kunt u aanvullende informatie over een analyse weergeven. Opmerking:

Deze stappen zijn van toepassing op de interactieve gegevenstrend-, meteren gegevenslijstanalyses die gebruikmaken van gegevensbronnen op basis van doelstelling, gegeven en universe-query. 1. Vouw Knopinfo aanpassen uit in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Selecteer een item in het vak "Beschikbare items" en klik op >>. Herhaal deze stap zo vaak als nodig is. 3. Als u per ongeluk een item hebt geselecteerd, markeert u het item in het rechtervak en klikt u op <<. Opmerking:

Als u de naam van een item wilt wijzigen, klik u op Naam wijzigen. Verwante onderwerpen

•

Een interactieve gegevenstrendanalyse op basis van doelstellingen, gegevens en universe-query's configureren op pagina 102 • Een gegevenslijstanalyse configureren met gegevens en doelstellingen op pagina 150 • Een meteranalyse configureren met behulp van een gegeven, doelstelling of universe-query op pagina 113

152



Gegevensstructuur Met de gegevensstructuur kunt u de relaties zien in complexe bedrijfssituaties. U definieert een gegevensstructuur in Performance Manager met behulp van modellen die zijn gemaakt van gegevens, monitoren en dimensies, en configureert een gegevensstructuuranalyse vanuit InfoView of Dashboard Builder. U kunt een gegevensstructuur maken waarin een van de volgende items wordt weergegeven: • • •

de relatie van een afgeleid gegeven een hiërarchie, gebaseerd op een gegeven en een dimensie of op het gegeven zelf een vrije relatie die u zelf definieert

Inzicht in de vakken van de gegevensstructuur In een gegevensstructuur bevat elk vak een item in het model. In dit vak vindt u de volgende informatie: •

In de titelbalk: • Aan de linkerzijde: pictogrammen voor uitvouwen en invouwen (+/-) • Aan de rechterzijde: pictogrammen voor gegevenstrendcontrole, de status van doelstellingen, om verwante documenten te openen en naar een andere gegevensstructuur te gaan en om statusmarkeringen weer te geven. • Wanneer u de muis op de titel plaatst, ziet u knopinfo waarin de naam, de status, de doelwaarde en de variantie van de doelstelling wordt weergegeven.

•

In de informatiesectie: • de waarde van het gegeven • de aanwezigheid van wijzigingen • de doelwaarde van de doelstelling

De eigenschappen van de gegevensstructuuranalyse configureren 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van de analyse een structuur uit de lijst Structuur selecteren die u wilt weergeven. 2. Geef zo nodig een standaard type doelstelling op. 3. Stel de diagrameigenschappen in.


153

3

3


4. Configureer de titel van het vak. 5. Klik in de sectie "Inhoud van vak" op Toevoegen om velden te selecteren voor de lijst. Als u een veld uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u het gewenste veld en klikt u op Verwijderen. Als u de naam van een veld wilt wijzigen, klikt u op Naam wijzigen en typt u de nieuwe naam. Wilt u de positie van de velden in de lijst wijzigen, dan kunt u dit doen met de pictogrammen voor omhoog en omlaag die zich rechts boven het lijstvak bevinden. Opmerking:

Hoe meer velden u toevoegt, des te groter moet het uiteindelijke gegevensstructuurvak zijn. Als u veel gegevens toevoegt, wordt de structuur erg vol. Het verdient aanbeveling niet meer dan drie van de belangrijkste gegevensvelden in het vak te plaatsen en de resterende gegevensvelden weer te geven als knopinfo. 6. Als u de kleur van het vak wilt wijzigen, typt u de naam van de kleur of klikt u op Palet en selecteert u de kleur in de kleurkiezer. Als u daarentegen wilt dat de kleur van de vakstatus de status aangeeft van de doelstelling van de gegevensanalyse, activeert u Vullen met kleur van doelstellingsstatus. Opmerking:

De standaardkleur van het vak is wit. 7. Klik in "Knopinfo van vak" op toevoegen om velden te selecteren voor de lijst. Wilt u de positie van de velden in de lijst wijzigen, dan kunt u dit doen met de pictogrammen voor omhoog en omlaag die zich rechts boven het lijstvak bevinden. 8. Selecteer in de sectie "Tijdvenster" de optie Laatste periode weergeven om de gegevens van de laatste vernieuwde periode. 9. Als u een andere periode dan de laatste vernieuwde periode wilt kiezen, selecteert u Specifieke periode selecteren en geeft u de gewenste periode op. Verwante onderwerpen

• De diagrameigenschappen in een gegevensstructuuranalyse configureren op pagina 155

154



•

De titel van het vak configureren in een gegevensstructuuranalyse op pagina 155 • Velden die u kunt gebruiken in gegevensstructuur- en strategietoewijzingsanalyses op pagina 157

De titel van het vak configureren in een gegevensstructuuranalyse 1. Vouw de sectie "Titel van vak" uit in het bewerkingsvenster van de analyse en selecteer het veld dat fungeert als titel van het vak. 2. Als u een vak wilt koppelen aan een analyse in de Central Management Server, selecteert u Een analyse aan elk vak koppelen en klikt u op Bladeren om naar de analyse te navigeren. Als u meer dan een analyse aan het vak wilt koppelen, klikt u op Meerdere koppelingen. U ziet een openAnalytic-koppeling in het tekstvak. U kunt deze tekst bewerken. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven voor meer informatie. 3. Activeer Waarschuwingsteken weergeven als u een rood vlaggetje naast de titel van het vak wilt zien als ten minste één subknooppunt in gevaar is. 4. Activeer Doelstellingsstatus weergeven als u een pictogram van de doelstellingsstatus naast de titel van het vak wilt zien. 5. Activeer Gegevenstrend weergeven als u een pictogram van de gegevenstrend naast de titel van het vak wilt zien. Verwante onderwerpen

•

De eigenschappen van de gegevensstructuuranalyse configureren op pagina 153 • Analyse van een doelstellinggerichte strategiekaart configureren op pagina 169 • Velden die u kunt gebruiken in gegevensstructuur- en strategietoewijzingsanalyses op pagina 157

De diagrameigenschappen in een gegevensstructuuranalyse configureren 1. Vouw Diagrameigenschappen uit in het bewerkingsvenster van de analyse en selecteer Verticale structuur of Horizontale structuur. In de verticale structuur worden de elementen van de gegevensstructuur van boven naar beneden weergegeven en in de horizontale structuur van links naar rechts.


155

3

3


Tip:

Als u meer dan enkele gegevens op elk niveau hebt, is de horizontale structuur overzichtelijker. 2. Kies een titel voor de gegevensstructuuranalyse. • Selecteer Structuurtitel gebruiken als u de naam van de gegevensstructuur wilt gebruiken als titel voor de analyse. • Selecteer Weergavetekst als u zelf een titel wilt maken en typ de titel in het tekstvak. 3. Als u in de titel van de analyse een hyperlink wilt instellen naar een document op de Central Management Server, activeert u Titel gebruiken als hyperlink voor navigatie naar, klikt u op Bladeren en navigeert u naar de analyse. Wanneer u het document selecteert en op OK klikt, wordt de tekst van de hyperlink in de vorm van een openAnalytic-tekenreeks weergegeven in het hyperlinktekstvak. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven voor meer informatie over het bewerken van deze tekenreeks. 4. Als u een achtergrondafbeelding wilt weergeven op de gegevensstructuuranalyse, activeert u Een achtergrondafbeelding weergeven en klikt u op Bladeren om het afbeeldingsbestand te selecteren. 5. Selecteer de pijlindeling. 6. Selecteer het maximumaantal niveaus op een pagina. Opmerking:

De hoogte van het vak is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid velden die u in het vak opneemt, maar ook van het aantal niveaus en niet-gevouwen niveaus dat u instelt in een gegevensstructuur. Hoe groter het aantal niveaus, des te kleiner de structuur en de bijbehorende vakken. 7. Selecteer een lijnstijl. 8. Selecteer het aantal niet-gevouwen niveaus. Opmerking:

De vakken worden kleiner naarmate de niveaus in een analyse niet-gevouwen zijn. Hoe groter de hoeveelheid niveaus, des te kleiner de structuur en de bijbehorende vakken. Gebruik deze optie in beperkte mate.

156



9. Selecteer de breedte van het vak. 10. Selecteer Hoofditem als laatste weergeven als u de gegevensstructuur wilt weergeven met het hoofditem onder aan de analyse. Het hoofdgegeven wordt standaard boven aan de analyse weergegeven, waarna de takken zich uitspreiden met de andere gegevens. Verwante onderwerpen

•

De eigenschappen van de gegevensstructuuranalyse configureren op pagina 153

Velden die u kunt gebruiken in gegevensstructuur- en strategietoewijzingsanalyses In de volgende tabel vindt u de velden die u kunt kiezen om informatie te verschaffen in een gegevensstructuur- of strategietoewijzingsanalyse, via vaknamen (alleen gegevensstructuur), inhoud en knopinfo. Vaknaam Knopinfo Inhoud vak gegevensstrucvak tuur

Veld

Beschrijving

% bereik van doelstelling

Geeft het percentage bereik van de doelstelling weer

X

X

% wijziging

Geeft het percentage wijziging weer van het gegeven ten opzichte van de vorige periode

X

X

Geeft de doel% variantie van stellingsvariantie weer, doelstelling gedeeld door de doelwaarde

X

X

X

X

Agendanaam

Geeft de naam weer van de agenda die aan X het gegeven is gekoppeld


157

3

3


158

Vaknaam Knopinfo Inhoud vak gegevensstrucvak tuur

Veld

Beschrijving

Wijzigen

Geeft de wijziging weer van het gegeven ten opzichte van de vorige periode

X

X

Naam doelstelling

Geeft de naam van de X doelstelling weer

X

X

Doelwaarde doelstelling

Geeft de doelwaarde van de doelstelling weer

X

X

Doelwaarde doelstelling vorige periode

Geeft de doelwaarde van de doelstelling weer voor de vorige periode

X

X

Doelwaarde doelstelling vorig jaar

Geeft de doelwaarde van de doelstelling weer in het vorige jaar

X

X

Doel stellingstrend

Geeft de trend van een doelstelling weer met behulp van een trendpijl

X

X

Doel stellingstype

Geeft het type doelstelling weer

X

X

Doel stellingsvari antie

Geeft de werkelijke waarde van een gegeven weer min de doelwaarde van de doelstelling

X

X



Veld

Beschrijving

Laatste gegevensperiode

Geeft de laatste gegevensperiode weer


Lange beschrijv- Geeft de gegevensing beschrijving weer

X

X

X

X

Laagste tolerantie

Geeft de laagste tolerantie van de doelstelling weer

X

X

Waarde

Geeft de naam weer van de waarde die aan X het gegeven is gekoppeld

X

X

Geeft de gegevenscode weer, die deel Gegevenscode X uitmaakt van de definitie van het gegeven

X

X

Gegevens laatst vernieuwd op

Geeft de laatste vernieuwing van een gegeven aan

X

X

Gegevensnaam

Geeft de naam van het X gegeven weer

X

X

Eigenaar gegevens

Geeft de naam van de gegevenseigenaar weer

X

X

Geeft de gegevenGegevenstrend strend weer met behulp van een trendpijl

X

X


159

3

3



Veld

Beschrijving

Gegevenseen heid

Geeft de eenheid weer die aan het gegeven is gekoppeld

X

X

Gegevenswaarde

Geeft de waarde van het gegeven weer

X

X

Geeft de waarde van Gegevenswaarde het gegeven weer in - vorige periode vergelijking met de vorige periode

X

X

Geeft de waarde van Gegevenswaarde het gegeven weer in - vorig jaar vergelijking met het vorige jaar

X

X

Vorige gegevensperiode

X

X

X

X

Geeft de waarde van het gegeven weer in de vorige periode

Geeft de waarde van Gegevensperihet gegeven weer in ode vorig jaar het vorige jaar

160

Set

Geeft de naam weer van de set die aan het X gegeven is gekoppeld.

X

X

Set2

Geeft de naam weer van de tweede set die aan het migratiegegeven is gekoppeld

X

X

Segmentnaam

Geeft de naam van het X segment weer

X

X




Veld

Beschrijving

Onderwerp

Geeft de naam weer van het onderwerp dat X aan het gegeven is gekoppeld

X

X

Subset

Geeft de naam weer van de subset die aan X het gegeven is gekoppeld

X

X

Hoogste tolerantie

Geeft de hoogste tolerantie van de doelstelling weer

X

X

Gegevensoverzicht De analyse Gegevensoverzicht geeft u een actuele momentopname van de lijst met beschikbare sets. Naast het lidmaatschap van elk gegeven dat voor de set of groep is gedefinieerd, bevat deze analyse ook gegevens voor Nieuwe leden, Blijvers en Afmelders in de lijst met de gegevensstatus. De analyse verschaft belangrijke metagegevens die aan de gekozen set zijn gekoppeld. De gegevens in het overzicht vormen een goed uitgangspunt om op de hoogte te blijven van de status van sets, groepen en gegevens, en om beslissingen te nemen over welke gegevens u moet toevoegen.

Een gegevensoverzichtsanalyse configureren 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van de gegevensoverzichtsanalyse welke sets u in de analyse wilt weergeven. 2. Als u een hyperlink wilt toevoegen aan de setnaam die koppelt naar een analyse op de Central Management Server, activeert u in de sectie "Navigatieopties" de optie Setnaam gebruiken als hyperlink voor de navigatie naar en klikt u op Bladeren om naar de analyse te navigeren.


161

3

3


In het venster voor de hyperlinktekst wordt de tekst van de hyperlink weergegeven in een openAnalytics-tekenreeks. U kunt deze tekenreeks bewerken. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven in de documentatie voor meer informatie over openAnalytic. 3. Als u het trenddiagram wilt verbergen, activeert u Geen automatische trend weergeven wanneer op een diagramelement wordt geklikt. wanneer deze optie niet actief is, kunt u een item in de diagramlijst selecteren, waarna het bijbehorende gegevenstrenddiagram wordt weergegeven. Deze optie is handig als u meer ruimte in de lijst nodig hebt voor kolommen. 4. Als u op de gegevenspunten een hyperlink wilt instellen naar een analyse op de Central Management Server, vouwt u de sectie "Navigatieopties" voor het gegevenspunt uit, activeert u Gegevenspunt gebruiken als hyperlink naar en klikt u op Bladeren om naar de analyse te navigeren. In het venster voor de hyperlinktekst wordt de tekst van de hyperlink weergegeven in een openAnalytics-tekenreeks. U kunt deze tekenreeks bewerken. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven in de documentatie voor meer informatie over openAnalytic. 5. Selecteer een modus in de sectie "Weergavemodus". 6. Selecteer in de sectie "Tijdvenster" een venster uit de vervolgkeuzelijst. Verwante onderwerpen

•

Een gegevensset instellen voor de analyse gegevensoverzicht, lidmaatschap, mirgatie of multiset met gelijke gebeurtenissen op pagina 281 • Analyseweergavemodi op pagina 174

Een gegevensset instellen voor de analyse gegevensoverzicht, lidmaatschap, mirgatie of multiset met gelijke gebeurtenissen Opmerking:

Als u een gegevensoverzichtanalyse configureert, kunt u ook gegevens selecteren zonder sets. 1. Vouw Kies de sets die in deze analyse moeten worden weergegeven uit in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Selecteer de set die u wilt opnemen: • Alle beschikbare sets

162



•

Alle sets in deze onderwerpgebieden Als u deze optie selecteert, kunt u de onderwerpgebieden kiezen in het deelvenster aan de rechterzijde.

•

Deze specifieke sets Als u deze optie selecteert, kiest u de gewenste sets door ze te selecteren in het linkerdeelvenster en ze toe te voegen aan het rechterdeelvenster.

3. Als u Deze specifieke sets hebt geselecteerd, kunt u een aanwijzing toevoegen door op Toevoegen te klikken onder het lijstvak "Geselecteerde sets" Verwante onderwerpen

• •

Een gegevensoverzichtsanalyse configureren op pagina 161 Een analyse lidmaatschap, migratie of multiset met gelijktijdige gebeurtenissen configureren op pagina 280

Pareto-diagram Een Pareto-diagramanalyse volgt het Pareto-principe, ook wel de 80-20 regel genoemd, dat er niet meer dan 20% van de middelen nodig is om 80% van de problemen op te lossen. Met deze analyse kunt u een gegeven bijhouden gedurende een dimensieachtige tijdsperiode. De Pareto-analyse profiteert van de OLAP-functies van het gegevenssysteem van Business Objects Enterprise voor berekening en drillen. Een Pareto-diagram is nuttig voor het stellen van prioriteiten wanneer zich een aantal problemen of oorzaken tegelijk voordoet, omdat de gegevens grafisch en in volgorde van frequentie worden geordend. Segmenten worden weergegeven als verticale staven. Een lijn geeft aan wanneer de drempelwaarde is bereikt. Het Pareto-diagram kan worden gebruikt om meetgegevens of gegevens uit een universe weer te geven. Met gegevensperioden kunt u diverse Pareto-diagrammen maken voor een bepaalde termijn. Een Pareto-diagram is een type histogram waarin de staven in aflopende volgorde worden geordend, zodat de meest linkse staven in het diagram de meeste aandacht moeten krijgen. Dit type diagram bevat een cumulatieve kromme die de toegevoegde bijdrage van elke categorie (bijvoorbeeld staaf) voorstelt.


163

3

3


Het Pareto-diagram wordt dikwijls gebruikt voor probleemoplossing ten behoeve van kwaliteitsverbetering. U kunt zo makkelijker de paar werkelijk belangrijke defecten onderscheiden van de veel talrijkere, maar minder belangrijke defecten. Het is een eenvoudig, maar zeer nuttig hulpmiddel dat op verschillende gebieden inzetbaar is. Gebruik het Pareto-diagram in de volgende situaties: •

•

Problemen of defecten identificeren die regelmatig voorkomen. Deze analyse kan worden toegepast op waarden als klachten, geretourneerde artikelen of reparaties. De oorzaken van hoge kosten identificeren om het financiële eindresultaat te verbeteren.

De analyse bestaat uit de volgende onderdelen: •

Grafiekbalk De grafiekbalk van het Pareto-diagram biedt de volgende functies: • knopinfo Wanneer u de muis over een staaf beweegt, ziet u knopinfo met de naam van het item, de bijbehorende waarden en het huidige en cumulatieve percentage. •

drillen Wanneer u met de rechtermuisknop op een staaf klikt, kunt u een niveau omhoog of omlaag drillen. Als u bijvoorbeeld een locatie heeft als dimensie die is ingesteld op regioniveau, dan kunt u omhoog drillen naar 'land' of omlaag drillen naar 'stad'.

Opmerking:

Wanneer u met de rechtermuisknop op een staaf klikt, kunt u de leden weergeven van de items die zijn opgenomen in de categorie "Overige". De categorie "Overige" geeft in één staaf een overzicht van alle leden die in het Pareto-diagram geen afzonderlijke staaf hebben. •

Schuifbalk Met de schuifbalk kunt u de gegevens weergeven van een gegeven op basis van de dimensie die u aan de analyse hebt toegewezen. U kunt met de schuifbalk ook het weergegeven bereik van de gegevens uitvouwen of invouwen.

•

164

Legenda



In de legenda vindt u de titel van elk item dat in de analyse wordt weergegeven. Als u meer dan een diagram tegelijk weergeeft, kunt u een item selecteren in de legenda, waarna dit item wordt gemarkeerd in alle diagrammen waarin het voorkomt, ook als het item eventueel in een categorie Overige is opgenomen. •

Lijn van cumulatieve som De lijn van de cumulatieve som is een rode lijn met gegevenspunten die een visuele weergave vormt van de cumulatieve som. De gegevenspunten zijn voorzien van knopinfo waarin de werkelijke hoeveelheid wordt weergegeven.

Een Pareto-diagramanalyse configureren 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van de analyse de gegevens die u wilt weergeven: • als u Gebruik een gesegmenteerd gegeven selecteert: Klik op Selecteer gegeven om een gesegmenteerd gegeven te kiezen. •

als u Een universe gebruiken activeert: Klik op Selecteer objecten om de objecten uit een universe te kiezen.

2. Stel de diagrameigenschappen in. 3. Stel het tijdvenster in voor het diagram. • Als u kiest voor een diagram op basis van een gesegmenteerd gegeven, moet u de perioden definiëren. • Kiest u voor een diagram op basis van universe-objecten, dan kiest u een van de volgende items: • "Laatste" Als u deze optie kiest, dan moet u de kalendereenheid en de periode instellen. •

"Van""Tot" Geef de beginen einddatums en de tijdstippen van begin en einde op.

4. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Verwante onderwerpen

•

Pareto-diagram op pagina 163


165

3

3


•

Een gesegmenteerd gegeven selecteren voor een Pareto-diagram of een toewijzingsanalyse op pagina 147 • Universe-objecten selecteren voor een Pareto-diagram op pagina 166 • De diagrameigenschappen instellen voor een Pareto-diagram op pagina 167 • De tijdsperiode bepalen voor een Pareto-diagram op basis van een gesegmenteerd gegeven op pagina 167

Universe-objecten selecteren voor een Pareto-diagram 1. Vouw in het bewerkingsvenster van het Pareto-diagram Gegevens selecteren voor weergave uit en selecteer vervolgens Een universe gebruiken. 2. Klik op Selecteer objecten. 3. Configureer in het dialoogvenster "Selecteer objecten" het volgende: • Selecteer een onderwerpgebied. Opmerking:

alleen Enterprise-onderwerpgebieden worden weergegeven. •

Selecteer een waarde. Deze informatie wordt gebruikt voor de Y-as van het Pareto-diagram.

•

Selecteer de classificatie. Dit is een dimensie van de universe en wordt gebruikt voor de X-as van het Pareto-diagram.

•

U kunt als u dat wilt ook een dimensie selecteren uit "Pareto voor elke". Als u een dimensie selecteert, geeft de analyse een Pareto-diagram weer voor elke waarde van de dimensie.

4. Als u filters wilt toevoegen, klikt u op het gewenste filter in het linkerdeelvenster en klikt u vervolgens op >> om het filter aan de querydefinitie toe te voegen. 5. Klik op OK om terug te keren naar het bewerkingsvenster. U ziet uw selecties in de sectie "Gegevens selecteren voor weergave". In deze sectie kunt u uw selecties wijzigen. Verwante onderwerpen

•

166

Een Pareto-diagramanalyse configureren op pagina 165



De tijdsperiode bepalen voor een Pareto-diagram op basis van een gesegmenteerd gegeven Gesegmenteerde gegevens worden gedefinieerd over een bepaalde tijdsperiode en kunt u dan ook op basis van tijd weergeven. U kunt de historie van het gegeven over een bepaalde tijdsperiode weergeven of het laatste aantal perioden opgeven. 1. Vouw Tijdvenster uit. 2. Klik op de juiste optie: • Hele geschiedenis Selecteer deze optie als u de resultaten van de gegevens voor alle perioden wilt weergeven. •

Laatste X periode(s) Selecteer deze optie als u resultaten wilt weergeven voor een periode die u kiest in de vervolgkeuzelijst

3. Klik op OK om de analyse op te slaan of ga verder met bewerken. Verwante onderwerpen

•

Een Pareto-diagramanalyse configureren op pagina 165

De diagrameigenschappen instellen voor een Pareto-diagram U kunt opgeven hoe u Pareto-diagrammen wilt weergeven en u kunt vanuit de titel van het Pareto-diagram koppelingen maken naar andere documenten. 1. Vouw Diagrameigenschappen uit in het bewerkingsvenster van het Pareto-diagram. 2. Typ in het vak "Titel" de titel die u in het diagram wilt weergeven. 3. Als u de titel van het pareto-diagram wilt koppelen aan een ander document met gerelateerde gegevens, schakelt u Titel gebruiken als hyperlink voor navigatie naar in en klikt u op Bladeren. Selecteer het doeldocument en klik op OK. 4. Typ of selecteer in het vak "Aantal Pareto-staven" het aantal staven dat u in het diagram wilt opnemen. 5. Voer het aantal diagrammen in dat u in het venster wilt weergeven. Opmerking:

u kunt maximaal vijf diagrammen tegelijk weergeven. Elk diagram correspondeert met een periode van het geselecteerde gegeven.


167

3

3


6. Als u de schaal wilt weergeven in procenten in plaats van in eenheden, zelecteert u Schaal weergeven in procenten 7. Als u de cumulatieve kromme wilt weergeven, selecteert u Cumulatieve kromme weergeven. 8. Als u legenda's wilt weergeven, activeert u Legenda weergeven. Opmerking:

De staaf Overige bestaat uit een groep items (bijvoorbeeld oorzaken) die allemaal kleiner zijn dan de kleinste afzonderlijke staaf. Deze komt altijd op de laatste plaats, ongeacht de grootte. Verwante onderwerpen

• •

Analyses en documenten koppelen op pagina 49 Pareto-diagram op pagina 163

Strategietoewijzing Een strategietoewijzing is een diagram dat een totaalbeeld geeft van de strategische prioriteiten van een organisatie. Het is een model van de wijze waarop een organisatie waarde kan creëren. Het concept van strategietoewijzingen is geïntroduceerd door Kaplan en Norton, die de methodologie van de 'Balanced Scorecard' ontwikkelden. Met strategietoewijzigen kunt u: • • • •

• •

belangrijke doelen toewijzen strategische doelstellingen definiëren en kenbaar maken door specifieke doelstellingen te koppelen in verbanden tussen oorzaken en gevolgen Verbanden tussen oorzaak en gevolg voor de doelstellingen aangeven. Aangeven of het huidige gegeven een op- of neerwaartse trend vertoont en de indicator koppelen aan meer informatie over trends in een bepaalde periode. Een koppeling maken met een analyse die meer informatie voor het gegeven bevat. Doelstellingen plaatsen op een achtergrondafbeelding die de perspectieven van de bedrijfsstrategie vertegenwoordigt.

De interface van de strategietoewijzing biedt de volgende voorzieningen:

168



• • • • •

een vrije-vormindeling waarin geen structuurniveaus hoeven te worden gevolgd inhoud die kan worden geconfigureerd relaties tussen doelstellingen zichtbaar maken. tekstitems die de inhoud van de toewijzing kunnen versterken (zoals een titel voor de strategietoewijzing of een opmerking) informatieve tekst invoegen die verschijnt wanneer de muis op een object wordt geplaatst

Analyse van een doelstellinggerichte strategiekaart configureren 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van de strategiekaartanalyse een universe uit de vervolgkeuzelijst. De doelstellingen die zijn toegekend aan de universe worden in de onderstaande lijst weergegeven. 2. Als u een doelstelling wilt toevoegen aan de strategiekaart, klikt u op een doelstelling en sleept u deze uit de keuzelijst naar het indelingsgebied van de strategiekaart aan de rechterkant. Herhaal deze stap als dat nodig is. 3. Voeg tekstitems toe. 4. Als u een Help-item wilt toevoegen, klikt u op Help-item toevoegen, typt u de Help-tekst in het tekstvak en klikt u op OK. Herhaal deze stap als dat nodig is. 5. Klik op Opties om de opties van de strategiekaartanalyse te bewerken. 6. Stel de diagrameigenschappen in. 7. Klik in de sectie "Inhoud van vak" op Toevoegen om velden te selecteren voor de lijst. Als u een veld uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u het gewenste veld en klikt u op Verwijderen. Als u de naam van een veld wilt wijzigen, klikt u op Naam wijzigen en typt u de nieuwe naam. Wilt u de positie van de velden in de lijst wijzigen, dan kunt u dit doen met de pictogrammen voor omhoog en omlaag die zich rechts boven het lijstvak bevinden. Opmerking:

Hoe meer velden u toevoegt, des te groter moet het uiteindelijke strategiekaartvak zijn. Als u veel gegevens toevoegt, wordt de kaart erg vol. Het verdient aanbeveling niet meer dan drie van de belangrijkste


169

3

3


gegevensvelden in het vak te plaatsen en de resterende gegevensvelden weer te geven als knopinfo. 8. Als u de kleur van het vak wilt wijzigen, typt u de naam van de kleur of klikt u op Palet en selecteert u de kleur in de kleurkiezer. Als u daarentegen wilt dat de kleur van de vakstatus de status aangeeft van de doelstelling, activeert u Vullen met kleur van doelstellingsstatus Opmerking:

De standaardkleur van het vak is wit. 9. Klik in "Knopinfo van vak" op Toevoegen om velden te selecteren voor de knopinfo. Wilt u de positie van de velden in de lijst wijzigen, dan kunt u dit doen met de pictogrammen voor omhoog en omlaag die zich rechts boven het lijstvak bevinden. 10. Selecteer in de sectie "Tijdvenster" de optie Laatste periode weergeven om de gegevens van de laatste vernieuwde periode. 11. Als u een andere periode dan de laatste vernieuwde periode wilt kiezen, selecteert u Specifieke periode selecteren en geeft u de gewenste periode op. Als u een item van een strategiekaart wilt verwijderen, markeert u het item en drukt u op de knop Delete van uw toetsenbord. Verwante onderwerpen

•

Tekstitems configureren in een doelstellinggerichte strategiekaart op pagina 173 • Grafiekeigenschappen in een strategiekaart configureren op pagina 170

Grafiekeigenschappen in een strategiekaart configureren Deze stappen gelden voor strategiekaarten die gebruik maken van doelstellingen van Performance Manager. 1. Vouw Grafiekeigenschappen uit in het bewerkingsvenster van de strategiekaartanalyse. 2. Selecteer een contourindeling voor het vak: • Selecteer Rechthoek als u de inhoud van het vak in een rechthoekig vak wilt weergeven. • Selecteer Ovaal als u de inhoud van het vak in een ovalen vak wilt weergeven.

170



•

Selecteer Geen als u de inhoud van het vak zonder achtergrondkleur of contour wilt weergeven. Opmerking:

Als u deze optie selecteert, zijn de instelling van de kleuropvulling en Vullen met kleur van doelstellingsstatus niet beschikbaar. Daarnaast blijft een achtergrondafbeelding achter de tekst in het vak zichtbaar. Als de achtergrondafbeelding donker is, zal de tekst in het vak niet zichtbaar zijn. 3. Selecteer een breedte van het vak. 4. Als u een achtergrondafbeelding wilt instellen, activeert u Een achtergrondafbeelding weergeven, klikt u op Bladeren en navigeert u naar de afbeelding. Selecteer vervolgens een zoompercentage om de afbeelding passend te maken aan de strategiekaart. 5. Geef de locatie op van de pictogrammen in de vakken van de strategiekaart. 6. Als u het pictogram Trend wilt weergeven in het vak, activeert u Pictogram Trend weergeven. 7. Als u het pictogram Doelstellingsstatus wilt weergeven in het vak, activeert u Pictogram Doelstellingsstatus weergeven. 8. Als u lange namen van doelstellingen in een vak op twee regels wilt weergeven, activeert u Naam van doelstelling op twee regels weergeven. 9. Activeer Koppeling naar gegevensstructuur weergeven indien aanwezig als u een koppeling wilt maken met een of meer gedefinieerde gegevensstructuren, waarbij het gegeven of de doelstelling, gedefinieerd voor een gegeven in de gegevenslijst, het hoofdgegeven is in de gegevensstructuur. Raadpleeg de documentatie van Performance Manager voor meer informatie over gegevensstructuren. Opmerking:

Deze optie kunt u niet gebruiken bij meters die een universe-query gebruiken. 10. Als u de vakken wilt koppelen aan een analyse in de Central Management Server, activeert u Een analyse aan elk vak koppelen en klikt u op Bladeren om naar de analyse te navigeren.


171

3

3


De naam van de koppeling wordt in het tekstvak weergegeven als onderdeel van een openAnalytic-koppeling. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven voor meer informatie over openAnalytic en de bijbehorende variabelen. Als u meer dan een analyse aan de vakken wilt koppelen, klikt u op Meerdere koppelingen. In het venster Menu met navigatiekoppelingen bewerken kunt u zoveel koppelingen toevoegen als u wilt. Ook kunt u de volgorde van de koppelingen in het lijstvak wijzigen. Verwante onderwerpen

•

Analyse van een doelstellinggerichte strategiekaart configureren op pagina 169

Items koppelen in de indeling van de strategiekaartanalyse Koppelingen tussen items

Klik in het indelingsgebied van de strategiekaart op een van de kleine vakken die zijn verbonden met het strategiekaartitem waarmee u een koppeling wilt maken en sleep de muis naar een van de kleine vakken die zijn verbonden met het doelstrategiekaartitem. Een lijn koppelt de twee items aan elkaar en een pijl geeft de richting van de koppeling aan. Een koppeling verwijderen

Als u een koppeling tussen twee objecten wilt verwijderen, voert u de volgende handelingen uit: • Selecteer de koppeling en druk op Verwijderen. • Klik met de rechtermuisknop op de koppeling en selecteer Item verwijderen. De pijlrichting van een koppeling bewerken

Als u de pijlrichting van een koppeling wilt bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op de koppeling en selecteert u Bewerken. Selecteer in het deelvenster "Koppeling bewerken" een richting voor de koppeling en klik op OK.

172




•


Tekstitems configureren in een doelstellinggerichte strategiekaart Deze stappen gelden voor een strategiekaart die wordt gebruikt voor doelstellingen van Performance Manager. 1. In het indelingsgebied van de strategiekaart doet u het volgende: • dubbelklik op een bestaand tekstitem om het te bewerken. • Klik op Tekstitem toevoegen om een nieuw tekstitem te maken. 2. Typ of wijzig tekst in het vak "Tekst" van het deelvenster Tekstitem bewerken. 3. Kies een tekengrootte. 4. Als u een hyperlink wilt instellen naar een analyse in de Central Management Server, activeert u Tekst gebruiken als hyperlink en klikt u op Bladeren om het document te selecteren. Als u meer dan een koppeling wilt toevoegen aan tekstitems, klikt u op Meerdere koppelingen. De hyperlinktekst verschijnt in het tekstvak met behulp van een openAnalytic-variabele. U kunt deze tekst bewerken. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven in de documentatie voor meer informatie over hyperlinks en openAnalytic. Opmerking:

Schakel Tekst gebruiken als hyperlink uit om de hyperlink te verwijderen. 5. Klik op OK. Verwante onderwerpen

•


Pannen in een strategiekaart Als een strategiekaart niet in het browservenster past, houdt u Alt ingedrukt en sleept u de kaart in de gewenste positie.


173

3

3


U kunt ook de knopScroll lock op uw toetsenbord inschakelen en Alt + pijltjestoets gebruiken.

Zoomen in een strategiekaart • Houd Ctrl ingedrukt en sleep het gebied dat u wilt vergroten. • Houd Ctrl ingedrukt en klik op het gebied waarop u wilt inzoomen. • Houd Ctrl + Shift ingedrukt en klik op het gebied waarop u wilt uitzoomen. • U kunt ook met de rechtermuisknop klikken en Inzoomen, Uitzoomen of Oorspronkelijke weergavekiezen in het snelmenu.

Analyseweergavemodi De weergave-indelingen zijn: • • • •

SVG – Scalable Vector Graphics. Deze indeling is minder interactief dan de applet. Applet – de Java-applet maakt interactieve bewerking van de analyse mogelijk. Flash – Macromedia Flash biedt een interactievere interface zonder vaste-schijfruimte. HTML – met de HTML-weergave kunt u toegankelijkheid bieden voor 508-compatibele analyses.

De volgende tabel bevat de weergavemodi voor de analyses. Analyse

SVG

Applet

Flash

HTML

Signalen

X

Ballondiagram Controlediagram

X X

Frequentiehistogram

X

Doelstelling

174

X

Krommepassing

Meter

DHTML

X

X X


X


Analyse

SVG

Applet

Flash

HTML

Abonnementen op doelstellingen

DHTML X

Detail van beïnvloeder op basis X van doelstellingen Afzonderlijke lijst Detail van beïnvloeder

X X

Diagram Beïnvloeder/toename X Interactieve gegevenstrend

X


X

X

Tekengebied met vertraging

X

Kaart

X

Lidmaatschap

X

Gegevensprognose

X

X X

Gegevenslijst

X

Gegevensstructuur

X

Gegevensoverzicht

X

X

Migratie

X

X


X

Multiset met gelijktijdige gebeurtenissen

X

X

Navigatielijst Normale kans

X

X X


175

3

3


Analyse

SVG

Applet

Flash

Pareto

X

Cirkeldiagram

X

Profiler

HTML

X

Radardiagram

X

Scorecard

X

Effening Strategietoewijzing

DHTML

X X

Tekst

X


X

Aantal visuele gegevens

X

X

Webpagina

X

Een analyse maken op basis van een bestaande analyse U kunt voor een bestaande analyse die is gebaseerd op universe-query's, gegevens en doelstellingen een andere gegevensbron opgeven en de analyse als een nieuwe analyse opslaan. Opmerking:

U kunt de gegevensbron van analyses op basis van query's vanuit Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence niet wijzigen. U kunt de query wel bewerken om een analyse te maken. U vindt het proces voor de bewerking van query's in de documentatie voor Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence. 1. Selecteer de analyse waarop u de nieuwe analyse wilt baseren. 2. Klik op Bewerken.

176



Het bewerkingsvenster van de analyse wordt geopend. Raadpleeg de "analysecatalogus" in de documentatie van Dashboards en analyses voor meer informatie over de configuratie van analyses.

Voorbeeldgegevensanalyses Gegevensanalyses in de analysecatalogus U kunt een nieuwe analyse maken op basis van vooraf gedefinieerde analyses op het tabblad Gegevensanalyses van de Analysecatalogus in Dashboard Builder. Verwante onderwerpen

• •

Een analyse maken op basis van een bestaande analyse op pagina 176 Een analyse maken op pagina 46

Voorbeeldgegevensanalyses op basis van Web Intelligence-query's De volgende voorbeeldanalyses zijn beschikbaar op het tabblad met gegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • • • • • • •

Jaarlijkse groei Veranderingsvergelijking Dubbele gegevensvergelijking Kiviat-diagram Overzicht Percentagevergelijking Radardiagram Onbewerkt tegenover bewerkt Samenvoegingsvergelijking Wijzigingen per jaar

Opmerking:

Deze analyses zijn gebaseerd op een Web Intelligence-query op de voorbeeld-universes van Business Objects.

Jaarlijkse groei Jaarlijkse groei is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder. Deze analyse is gebaseerd op een Web Intelligence-query en toont het jaarlijkse groeitempo van een bepaald gegeven.


177

3

3


Jaarlijkse groei wordt berekend met een '% afwijking'-gegeven en een jaarlijks verschil.

Veranderingsvergelijking Veranderingsvergelijking is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die sets op een bepaald tijdstip met elkaar vergelijkt. Er wordt bepaald welke sets zich boven het gemiddelde bevinden. Veranderingsvergelijking voorziet in een gemeenschappelijke basis voor het vergelijken van wijzigingen in verschillende gegevens. Dit is met name nuttig wanneer gegevens worden gemeten in verschillende eenheden (bijvoorbeeld Aantal klanten versus Totale omzet). U kunt de gewenste tussenruimte selecteren. Als u tussenruimte 1 kiest, wordt de wijziging berekend vanaf de naastgelegen periode. Als u voor maandelijkse gegevens tussenruimte 12 kiest, wordt de wijziging een jaarlijkse wijziging. Opmerking:

Deze analyse is gebaseerd op een Web Intelligence-query op de voorbeeld-universes van Business Objects.

Dubbele gegevensvergelijking Dubbele gegevensvergelijking is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en vergelijkt en contrasteert twee gegevenssubsets die verschillende schalen nodig hebben. Met deze analyse kunt u een van twee gegevens voor dezelfde subset dan wel een van twee subsets vergelijken met hetzelfde gegeven. U kunt bijvoorbeeld het aantal en de gemiddelde inkoop van het laatste kwartaal voor leden van een bepaalde set vergelijken of u kunt de gemiddelde inkoop van het laatste kwartaal van de Blijvers en Afmeldingen van een set met elkaar vergelijken. Opmerking:

178

•

gebruik een van de volgende elementen: • twee gegevens met één subset • één gegeven met twee subsets

•




Kiviat-diagram Het Kiviat-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder beoordeelt uw organisatie of product. Opmerking:


Overzicht De overzichtsanalyse in de gegevensanalysevoorbeelden in de analysecatalogus van Dashboard Builder geeft u een voorbeeld van een Web Intelligence-query met een actuele momentopname van de lijst met beschikbare sets. Naast het lidmaatschap van elk gegeven dat voor de set of groep is gedefinieerd, bevat deze analyse ook gegevens voor Nieuwe leden, Blijvers en Afmelders in de lijst met de gegevensstatus. De analyse verschaft belangrijke metagegevens die aan de gekozen set zijn gekoppeld. De gegevens in het overzicht vormen een goed uitgangspunt om op de hoogte te blijven van de status van sets, groepen en gegevens, en om beslissingen te nemen over welke gegevens u moet toevoegen. U kunt de volgende details weergeven: • • • •

Naam Beschrijving Aanmaakdatum Frequentie van vernieuwing

Nadat u een set hebt geselecteerd voor weergave, checkt u de vernieuwingsperiode en de datum waarop de laatste vernieuwing heeft plaatsgevonden. Dit geeft u de context waarin u de gegevens in de lijst met de gegevensstatus moet interpreteren. Deze lijst geeft de meest recente vernieuwingsperiode van elk gegeven weer voor verschillende subsets: Leden, Nieuwe leden, Blijvers en Afmeldingen. Door middel van een keuzelijst kunt u de gegevens bekijken die in meerdere sets voorkomen: Migreren van, Migreren naar, Overlappende leden, Tegelijk afgemelde leden en Tegelijk aangemelde nieuwe leden.


179

3

3


De setlijst en de gegevens voor de geselecteerde set worden weergegeven. Klik op de gegevensdetails als u een grafische voorstelling wilt weergeven. U kunt het diagram op verschillende manieren weergeven: als lijndiagram, staafdiagram, Percentage van bron of Procentuele afwijking van bron. De setdetails kunt u weergeven op basis van waarden of op basis van een subset.

Percentagevergelijking Percentagevergelijking in de voorbeeldgegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder vergelijkt sets met een normgegeven. Een diagram van een percentagevergelijking geeft een bepaalde norm weer als een vlakke lijn met de waarde nul. Als de lijn van een vergeleken gegeven boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de gegeven norm. Als de lijn tot onder nul daalt, presteert het vergeleken gegeven slechter dan de gegeven norm. De gegeven norm kan een index zijn of een prestatiegegeven op het hoogste niveau. De formule voor Percentagevergelijking is: (Compared Metric/Benchmark Metric) - 1

Opmerking:


Radardiagram Het radardiagram is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig om uw bedrijf of product op visuele wijze te vergelijken met de bedrijfstak of de concurrentie. Opmerking:

Deze analyse is gebaseerd op een Web Intelligence-query.

Onbewerkt tegenover bewerkt Onbewerkt tegenover bewerkt is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft verborgen trends weer vanuit variërende gegevenswaarden. Met Onbewerkt tegenover bewerkt krijgt u gegevenswaarden tegenover bewerkte waarden voor een effeningsmethode die in een lijst is geselecteerd. Effening kan worden

180



gebruikt om seizoensgebondenheid te verwijderen, zodat de langetermijnfluctuaties duidelijker worden. Opmerking:

• •

zorg ervoor dat de effeningsmethoden zijn ingesteld voor alle kalenders. Deze analyse is gebaseerd op een Web Intelligence-query op de voorbeeld-universes van Business Objects.

Samenvoegingsvergelijking Samenvoegingsvergelijking is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die een matrix weergeeft van jaar ten opzichte van voorgaand jaar per segment op een bepaald tijdstip. De lichtgrijze cijfers zijn totalen per filter. De gebruiker kan de tijdsamenvoeging kiezen. Opmerking:

• •

zorg ervoor dat de tijdsamenvoegingsmethoden zijn ingesteld voor alle kalenders. Deze analyse is gebaseerd op een Web Intelligence-query op de voorbeeld-universes van Business Objects.

Wijzigingen per jaar Wijzigingen per jaar is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is alleen van toepassing op additieve gegevens (tenzij het een jaarlijks gegeven betreft). Het toont de perioden van groei met hoodletters. Opmerking:


Voorbeeldgegevensanalyses op basis van Desktop Intelligence-query's De volgende voorbeeldanalyses zijn beschikbaar op het tabblad met gegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • •

Deviatie van jaarlijkse wijziging Deviatie van SMA Deviatie van opgegeven doel Deviatietrend Bereikwaarden van zwevend gemiddelde


181

3

3


• • • •

Profielvergelijking Bereikvergelijking Shewhart-u-diagram Bovenste segmenten

Opmerking:

Deze analyses zijn gebaseerd op een Desktop Intelligence-query op de voorbeeld-universes van Business Objects.

Deviatie van jaarlijkse wijziging Deviatie van jaarlijkse wijziging is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont hoeveel een gegeven afwijkt van de jaarlijkse relatieve wijziging (bijvoorbeeld de doelstelling). Met deze analyse kunt u de voortgang van de verkoopcijfers van het huidige jaar ten opzichte van die van het vorige jaar volgen. Elke staaf stelt de deviatie van een bepaalde periode voor. De lijn stelt de cumulatieve deviatie voor. Als de lijn boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de doelstelling. Daalt de lijn tot onder nul, dan presteert het vergeleken gegeven slechter dan de doelstelling. Opmerking:

Deze analyse is gebaseerd op een Desktop Intelligence-rapport waarvoor de voorbeeld-universes van Business Objects zijn gebruikt.

Deviatie van het gemiddelde van dezelfde maanden Deviatie van gemiddelde van dezelfde maanden is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont hoeveel een gegeven afwijkt van het gemiddelde van dezelfde maanden (bijvoorbeeld de doelstelling). Elke staaf stelt de deviatie van een bepaalde periode voor. De lijn stelt de cumulatieve deviatie voor. Als de lijn boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de doelstelling. Daalt de lijn tot onder nul, dan presteert het vergeleken gegeven slechter dan de doelstelling. Opmerking:


182



Deviatie van opgegeven doel Deviatie van opgegeven doel is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont hoeveel een gegeven afwijkt van een doel dat een ander gegeven is. Elke staaf stelt de deviatie van een bepaalde periode voor. De lijn stelt de cumulatieve deviatie voor. Als de lijn boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de doelstelling. Daalt de lijn tot onder nul, dan presteert het vergeleken gegeven slechter dan de doelstelling. Opmerking:

•

•

Gebruik de analyse Deviatietrend (die zich ook in de analysecatalogus van Dashboard Builder bevindt) om de cumulatieve deviatie te volgen voor een langetermijnreeks. Deze analyse is gebaseerd op een Desktop Intelligence-rapport waarvoor de voorbeeld-universes van Business Objects zijn gebruikt.

Deviatietrend De deviatietrend is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig om de deviatie te volgen van een doel en te voorspellen of de totale doelstelling al dan niet zal worden gehaald. De deviatietrend is geschikt voor seizoensgebonden gegevens en langetermijnreeksen. De effen lijn stelt de cumulatieve deviatie voor, geïndexeerd op het totale doel. De gebruiker kan de begindatum voor de trend selecteren. Opmerking:


Bereikwaarden van zwevend gemiddelde Bereikwaarden van zwevend gemiddelde is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont de onbewerkte waarden van een bepaald gegeven (zwarte lijn) binnen bereikwaarden van zwevende gemiddelden (groene lijnen). U kunt een signaal maken die meldt wanneer de lijn van de onbewerkte gegevens de onderste of bovenste bereikwaarde raakt. Bereikwaarden van zwevend gemiddelde kan ook worden gebruikt om de juiste drempelwaarden voor signalen te vinden.


183

3

3


Bereikwaarden van zwevend gemiddelde geven ook de afstand in standaarddeviaties aan tussen de onbewerkte waarden en het zwevende gemiddelde. Lengte en Offset zijn twee parameters die door de gebruiker worden opgegeven wanneer de analyse wordt uitgevoerd. Zij definiëren het zwevende-tijdvenster. Hogere en lagere bereikwaarden geven de afstand in standaarddeviaties weer tussen de onbewerkte waarden en het zwevende gemiddelde. Opmerking:


Profielvergelijking Profielvergelijking is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die twee gesegmenteerde gegevens op een bepaald tijdstip met elkaar vergelijkt. Opmerking:

Deze analyse is gebaseerd op een Desktop Intelligence-rapport.

Bereikvergelijking Bereikvergelijking is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die het bereik per segment weergeeft. De grijze dunne staaf geeft het bereik aan. De rode/zwarte markering geeft de gemiddelde waarde aan. Deze analyse kan alleen worden uitgevoerd voor gesegmenteerde gegevens met minimum, maximum en gemiddelde waarden. Opmerking:


Shewhart-u-diagram Het Shewhart-u-diagram is een voorbeeldgegevenscontrolediagram in de analysecatalogus van Dashboard Builder dat wordt gebruikt in kwaliteitsbeheer. Het is geschikt om het gemiddeld aantal defecten per eenheid te meten wanneer de omvangen van steekproeven verschillen. UCL-lengte en LCL-niveau zijn twee parameters die door de gebruiker worden opgegeven wanneer de analyse wordt uitgevoerd.

184



Opmerking:

Deze analyse is gebaseerd op een Desktop Intelligence-rapport waarvoor de voorbeeld-universes van Business Objects zijn gebruikt. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een Shewhart-controlediagram? op pagina 244 Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235

Bovenste segmenten Bovenste segmenten is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont de beste/slechtste presteerders tussen de segmenten van een bepaald gegeven in de huidige periode. Deze analyse laat zien welke segmenten voor het eerst de top bereiken en welke zijn afgevallen. Naast de huidige status wordt ook aangegeven hoe dikwijls een segment de top heeft bereikt en wat de vorige positie was (bijvoorbeeld de positie in de vorige periode). Opmerking:


Voorbeeldvergelijkingsanalyses De volgende voorbeeldvergelijkingsanalyses zijn beschikbaar in de sectie met gegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • • • • • •

Veranderingsvergelijking Kiviat-diagram Pareto-diagram Percentagevergelijking Profielvergelijking Radardiagram Bereikvergelijking Samenvoegingsvergelijking Bovenste segmenten

Veranderingsvergelijking Veranderingsvergelijking is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die sets op een bepaald tijdstip met elkaar vergelijkt. Er wordt bepaald welke sets zich boven het gemiddelde bevinden.


185

3

3


Veranderingsvergelijking voorziet in een gemeenschappelijke basis voor het vergelijken van wijzigingen in verschillende gegevens. Dit is met name nuttig wanneer gegevens worden gemeten in verschillende eenheden (bijvoorbeeld Aantal klanten versus Totale omzet). U kunt de gewenste tussenruimte selecteren. Als u tussenruimte 1 kiest, wordt de wijziging berekend vanaf de naastgelegen periode. Als u voor maandelijkse gegevens tussenruimte 12 kiest, wordt de wijziging een jaarlijkse wijziging. Opmerking:




Pareto-diagram Het Pareto-diagram op het tabblad met gegevensanalysevoorbeelden in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een type histogram waarin staven in aflopende volgorde zijn geordend, van links naar rechts. Dit diagram bevat een cumulatieve kromme die de toegevoegde bijdrage van elke categorie weergeeft. Verwante onderwerpen

•


Percentagevergelijking Percentagevergelijking in de voorbeeldgegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder vergelijkt sets met een normgegeven. Een diagram van een percentagevergelijking geeft een bepaalde norm weer als een vlakke lijn met de waarde nul. Als de lijn van een vergeleken gegeven boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de gegeven norm. Als

186



de lijn tot onder nul daalt, presteert het vergeleken gegeven slechter dan de gegeven norm. De gegeven norm kan een index zijn of een prestatiegegeven op het hoogste niveau. De formule voor Percentagevergelijking is: (Compared Metric/Benchmark Metric) - 1

Opmerking:









187

3

3



• •




Voorbeeldtrendanalyses De volgende voorbeeldanalyses zijn beschikbaar in de sectie met gegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • •

Jaarlijkse groei Dubbele gegevensvergelijking Overzicht Onbewerkt tegenover bewerkt Wijzigingen per jaar

Jaarlijkse groei Jaarlijkse groei is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder. Deze analyse is gebaseerd op een Web

188



Intelligence-query en toont het jaarlijkse groeitempo van een bepaald gegeven. Jaarlijkse groei wordt berekend met een '% afwijking'-gegeven en een jaarlijks verschil.


•


•


Onbewerkt tegenover bewerkt Onbewerkt tegenover bewerkt is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft verborgen trends weer vanuit variërende gegevenswaarden. Met Onbewerkt tegenover bewerkt krijgt u gegevenswaarden tegenover bewerkte waarden voor een effeningsmethode die in een lijst is geselecteerd. Effening kan worden gebruikt om seizoensgebondenheid te verwijderen, zodat de langetermijnfluctuaties duidelijker worden. Opmerking:

• •



189

3

3


Wijzigingen per jaar Wijzigingen per jaar is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is alleen van toepassing op additieve gegevens (tenzij het een jaarlijks gegeven betreft). Het toont de perioden van groei met hoodletters. Opmerking:


Statistische voorbeeldanalyses Statistische analyses in de analysecatalogus Statistische analyses zijn gebaseerd op Web Intelligence- en Desktop Intelligence-query's op de voorbeeld-universes van Business Objects. U kunt deze analyses aanpassen door ze met gegevens te vullen en zo uw eigen analyses te maken. Verwante onderwerpen

• •


Voorbeeldcorrelatieanalyses De volgende vergelijkingsanalyses zijn beschikbaar op het tabblad met statistische analyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • •

ACF-tekengebied Correlatiestaven Correlatietekengebied Tekengebied met vertraging

Opmerking:

De gegevensbron voor deze analyses is gebaseerd op de voorbeeldgegevens die bij Business Objects zijn geleverd. U kunt de query bewerken om een analyse te maken. U vindt het proces voor de bewerking van query's in de documentatie voor Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence.

190



ACF-tekengebied Het ACF-tekengebied (auto-correlatiefunctie) is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont de automatische correlatie binnen een enkele tijdreeks bij elke vertraging. De verschillende vertragingen liggen op de X-as. De correlatiecoëfficiënten liggen op de y-as. Het ACF-tekengebied is nuttig voor de identificatie van seizoensgebonden of cyclische patronen in een tijdreeks. Het kan ook worden gebruikt om te controleren of observaties onafhankelijk zijn. Opmerking:


Correlatiestaven Een analyse met correlatiestaven is een statistisch voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die de relatie tussen twee gegevens aanduidt. De staven worden geordend aan de hand van de grootte van het bovenste gegeven. Als het patroon van het onderste gegeven het patroon van het bovenste gegeven spiegelt, is er een correlatie tussen de twee gegevens. Wordt het spiegeleffect omgekeerd, dan is de correlatie negatief. Opmerking:

De gegevens moeten hetzelfde berekeningsinterval hebben en voor deze analyse is vereist dat alle geschiedenisperioden van het gegeven beschikbaar zijn. Deze analyse is gebaseerd op een Web Intelligence-query op de voorbeeld-universes van Business Objects.

Correlatietekengebied Een analyse met correlatietekengebied in de statistische voorbeelden in de analysecatalogus van Dashboard Builder geeft de relatie tussen twee gegevens aan. De lineaire koppeling tussen de tijdreeksen van twee gegevens wordt gemeten. De correlatiecoëfficiënt (r) kan van een uiterste waarde –1 (perfecte negatieve correlatie) via nul lopen tot een uiterste waarde van +1 (perfecte positieve correlatie). Het teken van de correlatiecoëfficiënt geeft de richting aan van de relatie tussen de twee gegevens. Als de correlatiecoëfficiënt positief is, worden de


191

3

3


gegevens samen groter en kleiner. Als de correlatiecoëfficiënt negatief is, wordt het ene gegeven groter terwijl het andere gegeven kleiner wordt. Als de correlatiecoëfficiënt nagenoeg nul is, worden de gegevens in relatief ongerelateerde richtingen verplaatst. De grootte van de correlatiecoëfficiënt is een waarde van de kracht van de koppeling. Met andere woorden: als de absolute waarde van de correlatie zich van nul verwijdert, zijn de twee gegevens sterker gekoppeld. De grafiek moet dit echter wel bevestigen. Opmerking:

Gebruik alle perioden die beschikbaar zijn in de gegevensgeschiedenis. De gegevens moeten hetzelfde berekeningsinterval hebben. Deze analyse is gebaseerd op een Desktop Intelligence-rapport waarvoor de voorbeeld-universes van Business Objects zijn gebruikt.

Tekengebied met vertraging Het ACF-tekengebied is een voorbeeldprocescontroleanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die meerdere vertragingen tegelijk laat zien. Het tekengebied met vertraging toont gegevenswaarden versus vertraagde waarden voor een bepaalde tussenruimte. Hiermee kunt u gemakkelijker seizoensgebonden of cyclische patronen in een tijdreeks herkennen. Tekengebied met vertraging kan ook worden gebruikt om te controleren of observaties onafhankelijk zijn, wat een belangrijke aanname is van statistische procescontrolediagrammen. Opmerking:


Voorbeeldprognoseanalyses De volgende analyses zijn beschikbaar in de sectie met statistische analyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • •

192

Jaarlijkse wijzigingen voorspellen Zwevend gemiddelde - Zwevende regressie S-vormige trend Zwevend gemiddelde van dezelfde dagen Zwevend gemiddelde van dezelfde maanden



• • •

Zwevend gemiddelde van hetzelfde kwartaal Eén exponentiële effening Standaardtijdtrends

Opmerking:

Deze analyses zijn gebaseerd op Desktop Intelligence-documenten.

Jaarlijkse wijzigingen voorspellen Jaarlijkse wijzigingen voorspellen is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en nuttig om een jaar vooruit te voorspellen. U hebt de gegevens van minstens twee jaren nodig om te kunnen voorspellen. Deze prognosemethode past de relatieve wijzigingen per jaar toe op de onbewerkte gegevens en projecteert het resultaat van het volgende jaar. Opmerking:


S-vormige trend De s-vormige trend is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont de s-vormige trend die past bij de gegevensreeks. Er worden twee modellen voorgesteld: • •

Logistieke kromme Gompertz-kromme

Probeer verschillende waarden van L (bovenlimiet van de kromme) om de limiet te bepalen die de laagste MAPE-fout heeft in de tabel. Bij deze analyse kunt u uw gegevens voorspellen met de methode Trendextrapolatie. Wanneer u de analyse uitvoert, kunt u het aantal perioden kiezen dat u wilt voorspellen. Wanneer de verkoopcijfers van een product worden uitgezet over de tijd, volgen deze dikwijls een s-vormige kromme. Dit is het geval als de verkoop langzaam begint toe te nemen, vervolgens sterk afneemt en tot slot stabiliseert op een bovenlimiet L. Een verkooppatroon van dit type ziet men dikwijls bij een product dat de levenscyclus van het product volgt. Dikwijls volgt de tijdspreiding van het aantal bedrijven dat een product produceert ook een s-vormige kromme. Het aanpassen van een s-vormige kromme aan de eerste maanden of jaren van gegevens is belangrijk, omdat het een bedrijf in staat stelt een schatting te maken van L, het maximale verkoopniveau van het product. Door de


193

3

3


s-vormige kromme aan te passen, kunnen we ook schatten hoe lang het duurt voordat de verkoop zich stabiliseert. Dergelijke informatie kan nuttig zijn voor capaciteitsplanning en strategische planning. Opmerking:


• •


Zwevend gemiddelde van dezelfde dagen Zwevend gemiddelde van dezelfde dagen is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig om dagelijkse gegevens een week vooruit te voorspellen. U kunt kiezen hoeveel weken u in de berekening van de prognose wilt opnemen. Als u drie weken kiest, is de prognose het gemiddelde van de waarden van dezelfde dagen in de afgelopen drie weken. Opmerking:


Zwevend gemiddelde van dezelfde maanden Zwevend gemiddelde van dezelfde maanden is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig om maandelijkse gegevens een jaar vooruit te voorspellen. U kunt kiezen hoeveel jaren u in de berekening van de prognose wilt opnemen. Als u drie jaar kiest, is de prognose het gemiddelde van de waarden van dezelfde maanden in de afgelopen drie jaar. Opmerking:


Zwevend gemiddelde van hetzelfde kwartaal Zwevend gemiddelde van hetzelfde kwartaal is een statistische analyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig om kwartaalgegevens een jaar vooruit te voorspellen. Deze analyse is geschikt voor seizoensgebonden gegevens.

194



U kunt kiezen hoeveel jaren u in de berekening van de prognose wilt opnemen. Als u drie jaar kiest, is de prognose het gemiddelde van de waarden van dezelfde kwartalen in de afgelopen drie jaar. Opmerking:


Eén exponentiële effening Eén exponentiële effening (SES) is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en berekent prognoses met behulp van het gewogen zwevend gemiddelde van voorbije waarden van de gegevens. In tegenstelling tot een zwevend gemiddelde dat aan de voorbije waarden eenzelfde gewicht toekent, kent SES gewichten toe die geometrisch afnemen naarmate u teruggaat in de tijd. Aan recente gegevens wordt meer gewicht toegekend. SES is geschikt voor gegevens zonder trend of seizoenspatronen. Opmerking:


Voorbeeldprojectie- en distributieanalyses De volgende vergelijkingsanalyses zijn beschikbaar op het tabblad met statistische analyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • •

Afstand van doel Begin- en eindknooppunt

Opmerking:


Afstand van doel Afstand van doel is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig als u wilt zien hoe lang het duurt om een gegeven doelwaarde te bereiken. Met Afstand van doel kunt u gemakkelijker een realistisch doel definiëren op basis van gegevenstrends in het verleden.


195

3

3


Opmerking:


Begin- en eindknooppunt Begin- en eindknooppunt is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft snel een beeld van de distributievorm van een bepaald gegeven. Het ziet eruit als een gekanteld histogram. Het belangrijkste voordeel ten opzichte van een histogram is dat de originele gegevenswaarden bewaard blijven. Gegevenswaarden worden gesplitst in beginen eindknooppunten. Beginen eindknooppunt werkt goed met een relatief klein aantal observaties (niet meer dan 100). Eenheid en beginintervallen zijn twee parameters die de gebruiker moet invoeren. Opmerking:


Process Analysis-controlediagramanalyses Controlediagramanalyse op basis van een controlediagram in Process Analysis Controlediagrammen zijn statistische hulpmiddelen voor kwaliteitsverbetering. Controlediagrammen zijn in de jaren '20 ontwikkeld voor productie-omgevingen en later aangepast ten behoeve van kwaliteitsverbetering in alle bedrijfsonderdelen. U moet een controlediagram maken in Process Analysis, waarna u het als een analyse kunt toevoegen aan dashboards via Dashboard Builder. Een controlediagram heeft verschillende functies: • •

196

Significante veranderingen signaleren. Onderscheid maken tussen algemene en bijzondere oorzaken van variatie.



• •

Bijdragen aan de verbetering van processen, zodat deze consistent en reproduceerbaar worden. Een functie (bijvoorbeeld gemiddelde) van procesmetingen uitzetten ten opzichte van het aantal of de tijd van een steekproef.

Een standaardcontrolediagram bevat: •

Controlelimieten De fluctuatie van de punten binnen de limieten is het resultaat van variatie die inherent is aan het proces (algemene oorzaken/oorzaken van veranderingen). De punten buiten de controlelimieten zijn gebaseerd op bijzondere oorzaken van variatie (zoals menselijke fouten of niet-geplande gebeurtenissen).

•

Een middellijn De middellijn vertegenwoordigt het gemiddelde van het proces en is relatief aan de specificatie of het interne doel.

•

Patronen In controlediagrammen worden trends, verschuivingen en instabiliteit weergegeven.

In het controlediagram wordt onderscheid gemaakt tussen algemene oorzaken van variatie (zoals punten binnen de controlelimieten) en bijzondere oorzaken van variatie (zoals punten buiten de controlelimieten). Opmerking:

U kunt de informatie over een gegevenspunt weergeven door het punt in het diagram aan te wijzen met de muis.

Een controlediagramanalyse configureren U moet een controlediagram in Process Analysis maken. Vervolgens kunt u dit controlediagram opnemen als een analyse in dashboards. 1. Voer een van de volgende handelingen uit: • In een dashboard: a. Klik op Dashboard bewerken. b. Sleep vanaf de analysetoolbox > Nieuwe analyse het controlediagram naar de dashboardindeling. c. Klik op het pictogram Bewerken. •

Ga in de Dashboard Builder naar Nieuwe analyse maken > Process Analysis > Controlediagram.


197

3

3


2. Selecteer in het eigenschappenscherm van het controlediagram een universe uit de lijst onder "Beschikbare controlediagrammen". Klik indien nodig op Beschikbare controlediagrammen om de lijst met controlediagrammen van de door u geselecteerde gegevensbron te vernieuwen. 3. Selecteer het controlediagram dat u wilt bewerken. Het diagram wordt in het rechterdeelvenster weergegeven. Mogelijk moet u naar rechts schuiven om de "Geselecteerde grafiek(en)" weer te geven en omlaag schuiven om alle weergaveopties te zien. U kunt ook de rand tussen het linker- en rechterdeelvenster naar links slepen totdat de lijst "Geselecteerde grafiek(en)" wordt weergegeven. 4. Selecteer de grafieken die u in het diagram wilt weergeven in de lijst "Geselecteerde grafiek(en)". Door Ctrl ingedrukt te houden en vervolgens te klikken, kunt u items in de lijst selecteren of de selectie van items ongedaan maken. 5. Selecteer het aantal steekproeven dat in de grafiek van het controlediagram moet verschijnen. Optie

Beschrijving

Hele geschiedenis weergeven

Activeer deze optie als u voor de grafiek van het controlediagram de hele geschiedenis wilt weergeven.

Alleen de laatste X steekproeven weergeven

Activeer deze optie om het aantal weergegeven steekproeven te beperken en selecteer het aantal steekproeven.

6. Selecteer de weergaveopties.

198



Optie

Beschrijving

ABC-zones weergeven

Activeer deze optie om ABC-zones zichtbaar te maken in de grafiek.

Alarmen tonen in grafiek

Activeer deze optie om alarmen weer te geven in de grafiek.

Tabel met grafiek weergeven

Activeer deze optie om de gegevenstabel bij de grafiek weer te geven.

7. Klik op OK. 8. Als u deze analyse rechtstreeks in een dashboard hebt gemaakt, wordt deze als onderdeel van het dashboard opgeslagen en automatisch vernieuwd wanneer het dashboard wordt geopend. Klik op Opslaan. Als u deze analyse op het tabblad "Nieuwe analyse maken" in Dashboard Builder hebt gemaakt, klik dan op Opslaan of Opslaan als en sla de analyse in een persoonlijke of openbare map op. Het opslaan gebeurt op de Central Management Server. U kunt opslaan naar een persoonlijk dashboardtabblad door te klikken op Toevoegen aan Mijn dashboard. Verwante onderwerpen

• • •

Wat zijn ABC-zones? op pagina 224 Wat zijn alarmregels? op pagina 230 Een alarm voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 208

Een controlediagram in Process Analysis bewerken 1. Ga naar Dashboards en analyses > Process Analysis > Controlediagram en selecteer het diagram dat u wilt bewerken. 2. Gebruik de volgende opties voor het diagram:


199

3

3


Optie

Beschrijving

Toevoegen aan Mijn Hiermee voegt u het diagram toe aan de lijst in Mijn dashboard dashboard. Downloaden

Hiermee downloadt u het diagram naar uw computer.

Bewerken

Hiermee kunt u de grafiek van het controlediagram bewerken.

E-mail

Hiermee e-mailt u het controlediagram naar iemand.

Opslaan

Hiermee slaat u het controlediagram op.

Opslaan als

Hiermee slaat u het controlediagram in een map en een categorie op.

Vernieuwen

Hiermee vernieuwt u de inhoud.

Opmerking:

U kunt de informatie over een gegevenspunt in het diagram weergeven door het punt in het diagram met de muis aan te wijzen. Als u het controlediagram groter wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op het controlediagram en kiest u Inzoomen. Als u het controlediagram kleiner wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op het controlediagram en kiest u Uitzoomen. Verwante onderwerpen

•

Een controlediagram maken in Process Analysis op pagina 200

Een controlediagram maken in Process Analysis U moet een controlediagram maken met behulp van Process Analysis voordat u het toegankelijk kunt maken voor gebruik in dashboards op het tabblad "Nieuwe analyse maken" in Dashboard Builder. 1. Ga naar Dashboards en analyses > Process Analysis > Controlediagram. 2. Klik in het deelvenster "Beschikbare controlediagrammen" op Toevoegen. De wizard "Nieuw controlediagram " wordt geopend.

200



Opmerking:

In de Wizard "Nieuw controlediagram" hoeft u de stappen niet in een bepaalde volgorde af te werken. U kunt met Volgende>> en <
U kunt de vernieuwing van een controlediagram plannen in Dashboard Builder > Scheduler. Verwante onderwerpen

• • • • • •

De naam en het type van een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 201 De gegevensverzameling voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 203 De limieten voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 206 Een alarm voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 208 Wat is Process Analysis? op pagina 319 Wat is een controlediagram? op pagina 233

De naam en het type van een controlediagram in Process Analysis configureren 1. Typ in de stap "Naam en type" van de Wizard "Nieuw controlediagram" een naam in het vak "Naam". 2. Selecteer een van de volgende controlediagramtypen: • Controlediagram Kenmerken


201

3

3


•

Controlediagram voor variabelen Als u het diagram "Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik" of het diagram "Zwevend gemiddelde & zwevend bereik" selecteert, moet u het "bereik" instellen.

Opmerking:

De volgende instellingen worden niet gebruikt voor het diagram "Zwevend gemiddelde en zwevend bereik". Als dit het diagram is dat u maakt, klikt u op Volgende om de gegevensverzameling te configureren. 3. Selecteer een diagram in de lijst "Diagram selecteren". 4. Als u het "ontrolediagram Kenmerken" maakt en de middellijn wilt instellen op nul, klikt u op Gestandaardiseerd. 5. U kunt naar keuze ook de "EWMA" configureren. 6. Ook kunt u de "Cumulatieve som" configureren. 7. Klik op Volgende om naar de volgende stap in de Wizard "Nieuw controlediagram" te gaan. Verwante onderwerpen

• • • • • • • •

De gegevensverzameling voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 203 Wat is een controlediagram Kenmerken? op pagina 230 Wat is een controlediagram voor variabelen? op pagina 248 Wat is een diagram Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik? op pagina 236 Wat is een diagram Zwevend gemiddelde & zwevend bereik? op pagina 242 Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245 Wat is EWMA? op pagina 235 Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234

Het EWMA instellen voor een controlediagram in Process Analysis 1. Selecteer EWMA in de stap "Naam en type" van de Wizard "Nieuw controlediagram". 2. Voer de parameter voor de wegingsfactor in. 3. Voer in het vak "EWMAo" het doel in voor het diagram.

202



Opmerking:

Als u de opties "EWMA" en "Gestandaardiseerd" tegelijkertijd gebruikt, wordt het EWMA gebaseerd op de waarden in gestandaardiseerde controlediagrammen. Verwante onderwerpen

• • • • •

De naam en het type van een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 201 Wat is EWMA? op pagina 235 Wat is een EWMAo? op pagina 236 Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245 Wat is wegingsfactor? op pagina 249

Een CUSUM instellen voor een controlediagram in Process Analysis De CUSUM kan in het diagram Kenmerken en in het diagram Variabelen worden gebruikt. •

Stel in de stap "Naam en type" van de Wizard "Nieuw controlediagram" de volgende waarden in voor de bovenste en de onderste cusom: • "Doel" • "Voorsprong" • "Speling" • "Beslissingsinterval"


• • • • • • •

De naam en het type van een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 201 Wat is een controlediagram voor variabelen? op pagina 248 Wat is een controlediagram Kenmerken? op pagina 230 Wat is het CUSUM-doel? op pagina 234 Wat is traag? op pagina 245 Wat is een beslissingsinterval? op pagina 235 Wat is een voorsprongwaarde? op pagina 236

De gegevensverzameling voor een controlediagram in Process Analysis configureren 1. Selecteer in de stap "Gegevensverzameling" van de Wizard "Nieuw controlediagram"Aggregatiegegevens of Afzonderlijke gegevens.


203

3

3


Opmerking:

Als u een diagram Defecten (c) of een diagram Defecten per eenheid (u) maakt, kunnen alleen aggregatiegegevens worden verzameld. De optie "Afzonderlijke gegevens" is in dat geval niet beschikbaar. Als u het diagram Variabelen maakt, kunnen er alleen Afzonderlijke gegevens worden verzameld. In dat geval is de optie "Aggregatiegegevens" niet beschikbaar. De optie "Afzonderlijke gegevens" wordt gebruikt voor het diagram Percentage afgewezen (p) of het Diagram aantal afgewezen (np) wanneer de metingen voor elke afzonderlijke inspectie worden uitgedrukt met een gelukt/mislukt-status. 2. Selecteer een steekproef in de lijst "Steekproeven" of klik op Steekproef toevoegen om de parameters in te stellen. 3. Selecteer desgewenst een filter. 4. Ga als volgt te werk als u een diagram maakt: • Controlediagram Variabelen: selecteer het waarde-object in de lijst "Waarden". • Diagram Percentage afgewezen (p) of Aantal afgewezen (np) voor afzonderlijke gegevens: kies een "Ja/Nee-waarde" in de lijst. • Diagram Percentage afgewezen (p) of Aantal afgewezen (np) voor aggregatiegegevens: selecteer objecten in de lijsten "Aantal afgewezen" en "Aantal geïnspecteerd". • Diagram Defecten per eenheid (u): selecteer objecten in de lijsten "Aantal defecten" en "Aantal eenheden". • Diagram Defecten (c): selecteer een object in de lijst "Aantal defecten". 5. Als u gegevens binnen een dimensie wilt onderverdelen, selecteert u deze optie in de lijst "Onderverdelen op". Er wordt een lijst weergegeven met alle mogelijke waarden op basis waarvan het product kan worden afgewezen. 6. Klik op Volgende om naar de volgende stap in de Wizard "Nieuw controlediagram" te gaan. Verwante onderwerpen

•

De naam en het type van een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 201 • De steekproeflijst in mijn controlediagram is leeg op pagina 213 • De limieten voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 206

204



• • • • •

Wat is een diagram Defecten (c)? op pagina 235 Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235 Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243 Wat is het diagram Aantal afgewezen (np)? op pagina 242 Wat is een steekproef? op pagina 298

Een filter toevoegen aan een controlediagram in Process Analysis 1. Klik in de stap "Gegevensverzameling" van de Wizard "Nieuw controlediagram" op Filter toevoegen. 2. Typ een naam in het vak "Filternaam". 3. Klik op een onderwerp in de lijst "Onderwerpgebied ". 4. Selecteer ten minste één filter dat moet worden gebruikt bij het genereren van het controlediagram. 5. Klik op OK. Een steekproef toevoegen aan een controlediagram in Process Analysis 1. Klik op Steekproef toevoegen in de stap "Gegevensverzameling" van de Wizard "Nieuw controlediagram". 2. Typ in het venster "Een nieuwe steekproef maken" een naam in het vak "Steekproefnaam". 3. Selecteer een van de volgende steekproeftypen: • Systematisch Met deze optie worden de steekproeven op een regelmatig tijdsinterval ingesteld. Als u Systematisch selecteert, definieert u de volgende parameters: •

Omvang steekproef Geef de omvang op van de steekproef waarvan een gemiddelde wordt afgeleid.

•

Grootte tussenruimte Grootte tussenruimte is het aantal metingen dat tussen twee steekproeven moet worden overgeslagen. De standaardwaarde is 0.

•

Tijdstempel


205

3

3


De tijdstempel is de weergave van de datum en tijd waarop de steekproef begint. •

Op tijd gebaseerd Als u Op tijd gebaseerd selecteert, moet u het tijdsinterval opgeven.

•

Op basis van agenda Selecteer een aangepaste agenda met specifieke datums en tijden voor uw specifieke vereisten. Als u bijvoorbeeld een controlediagram wilt maken voor de verkoopcijfers twee dagen voor Kerst, maakt u een aangepaste agenda en gebruikt u deze voor de steekproef.

4. Stel de "begintijd" van de steekproef in door op het agendapictogram te klikken. 5. Stel de "eindtijd" in door het selectievakje in te schakelen en op het agendapictogram te klikken. 6. Klik op OK. Verwante onderwerpen

•

Wat is een steekproef? op pagina 298

De limieten voor een controlediagram in Process Analysis configureren Deze stap in de Wizard "Nieuw controlediagram" is optioneel. U moet de naam, het type en de gegevensverzameling al hebben ingesteld voor het controlediagram. 1. De limieten van het controlediagram instellen. 2. De specificatielimieten instellen. 3. Klik opVolgende om alarmen voor het controlediagram te maken. Verwante onderwerpen

• Specificatielimieten voor een controlediagram in Process Analysis instellen op pagina 208 • De controlelimieten voor een controlediagram in Process Analysis instellen op pagina 207 • Een alarm voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 208

206



De controlelimieten voor een controlediagram in Process Analysis instellen Opmerking:

Zorg ervoor dat de basislijnlimieten overeenkomen met het bereik van het diagram, anders worden de limieten en de middellijn niet weergegeven. 1. Als u limieten wilt aanbrengen in de waarden, klikt u in de stap "Limieten" van de Wizard "Nieuw controlediagram" op Waarden invoeren en stelt u de volgende parameters in: • "Bovenste controlelimiet" • "Middellijn" • "Onderste controlelimiet" 2. Als u een automatische berekening wilt instellen, klikt u op Automatische berekening en stelt u de volgende parameters in: • "Basislijnvenster van steekproef""naar steekproef" Met deze instelling stelt u een bereik van steekproeven vast waarbinnen de controlelimieten worden berekend. De standaardwaarde is 20 punten. Tip:

maak het controlediagram zonder limieten om de meest representatieve steekproef te vinden en bewerk het controlediagram om de basislijn in te stellen op de steekproef die uw voorkeur heeft. •

"Afstand van middellijn" Met deze instelling legt u de afstand van de middellijn vast. De standaardwaarde is drie.

•

"Verwijderde steekproeven" Voer afzonderlijke steekproeven gescheiden door puntkomma’s in.

•

"Doel p0" Als u de middellijn automatisch wilt berekenen, laat u de waarde van Doel c0 leeg.

3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Stel een specifieke limiet in (optioneel). • Klik op Volgende om een controlediagramalarm te maken.


207

3

3



• Specificatielimieten voor een controlediagram in Process Analysis instellen op pagina 208 • Een alarm voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 208 • Wat houdt alle resultaten rond middellijn in een controlediagram in? op pagina 232 • Wat is een steekproef? op pagina 298

Specificatielimieten voor een controlediagram in Process Analysis instellen U stelt specificatielimieten in voor een controlediagram om het volgende te kunnen doen: • Een alarm definiëren dat wordt geactiveerd wanneer een punt de specificatielimieten overschrijdt. • De limieten weergeven en de capaciteitsindexen op basis van de specificatielimieten berekenen met behulp van een Desktop Intelligence-rapport. Het verdient aanbeveling specificatielimieten alleen in 'afzonderlijke' controlediagrammen weer te geven. 1. Geef in de stap "Limieten" van de sectie "Specificatielimieten" in de Wizard "Nieuw controlediagram" de bovenste en onderste limieten op van acceptabele resultaten. 2. Klik op Volgende om naar de volgende stap in de Wizard "Nieuw controlediagram" te gaan. Verwante onderwerpen

•

De limieten voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 206 • Een alarm voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 208 • Wat zijn specificatielimieten? op pagina 245

Een alarm voor een controlediagram in Process Analysis configureren U kunt een alarm optioneel gebruiken om te worden gewaarschuwd wanneer sprake is van een niet-willekeurig patroon.

208



Opmerking:

•

Voordat u een alarm configureert, moet u een regel maken in Performance Manager. Zonder regel vindt er geen communicatie plaats tussen het alarm en het regelsysteem. Zie de documentatie voor Performance Manager voor informatie over regels. • Een geselecteerd alarm kan voortdurend geactiveerd blijven of u kunt het laatste geactiveerde alarm opslaan in de gegevensopslagruimte. 1. Selecteer een diagram in de stap "Alarm" van de Wizard "Nieuw Controlediagram". Opmerking:

Het controlediagram Variabelen kan een alarm voor elk gegevenstype bevatten. 2. Selecteer een alarm in de lijst "Alarmnaam" of klik op Alarm toevoegen. 3. Klik op Geactiveerd om het alarm te activeren. 4. Klik op Laatste geactiveerde alarm in gegevensopslagruimte behouden om de alarmen op te slaan in de logboekbestanden van de gegevensopslagruimte. 5. Selecteer in de lijst "Type gebeurtenis": • E-mail • Signaal • Benoemde gebeurtenis Opmerking:

Er zijn twee vooraf gemaakte gebeurtenissen (SPMail en SPAlert), waarmee de gebeurtenissen worden geactiveerd. Zonder deze gebeurtenissen worden er geen signalen geactiveerd. Als u een gegevensopslagruimte maakt, moet u ervoor zorgen dat de gebeurtenissen daarin voorkomen. Als deze gebeurtenissen niet aan de nieuwe gegevensopslagruimte zijn toegevoegd, moet u de gebeurtenissen maken. 6. Ga als volgt te werk als u een van de volgende gebeurtenissen hebt geselecteerd: • E-mail: voer het e-mailadres van de geadresseerde van het signaal in. • Signaal: voer de naam van de eigenaar van Business Objects in. • Benoemde gebeurtenis: voer de parameters in.


209

3

3


Een benoemde gebeurtenis is gebaseerd op een regel in het regelsysteem die in de Central Management Console is geregistreerd. 7. Als u een e-mailsignaalgebeurtenis instelt, kunt u het controlediagram koppelen door op het pijlvak naast Controlediagram te klikken. 8. Als u een document wilt koppelen, klikt u op Bladeren en selecteert u het document in de gegevensopslagruimte. Opmerking:

Raadpleeg de documentatie voor Dashboard Builder voor meer informatie over signalen. 9. Klik op Voltooien. U hebt de diagramstructuur gedefinieerd maar niet de gegevens. 10. Klik op Vernieuwen om de gegevens voor het diagram te genereren. Het diagram wordt in het rechterdeelvenster weergegeven. Opmerking:

U kunt de vernieuwing van een controlediagram plannen in Dashboard Builder > Scheduler. Verwante onderwerpen

•

Een alarm toevoegen aan een controlediagram in Process Analysis op pagina 210 • Process Analysis-signalen functioneren niet in mijn nieuwe gegevensopslagruimte op pagina 215

Een alarm toevoegen aan een controlediagram in Process Analysis 1. Klik in de stap "Alarm" van de Wizard "Nieuw controlediagram" op Alarm toevoegen. 2. Typ een naam in het vak "Alarmnaam". Het venster "Een nieuw alarm maken" wordt geopend. 3. Selecteer regels die moeten worden gebruikt om het alarm te activeren: • De volgende alarmen volgen de Western Electric-regels: • Eén punt buiten de specificatielimieten • Eén punt buiten de controlelimieten • 2 van de 3 opeenvolgende punten in zone A (dezelfde zijde) • 4 van de 5 opeenvolgende punten in zone B (dezelfde zijde)

210



•

Deze alarmen volgen de trendregels: • 8 opeenvolgende punten aan dezelfde zijde van de middellijn • 6 opeenvolgende punten, toenemend of afnemend • 14 opeenvolgende punten, afwisselend boven en beneden

•

15 opeenvolgende punten in zone C, erboven of eronder Dit alarm detecteert een te lage spreiding (het patroon waarbij alle resultaten rond de middellijn staan) dat zich voordoet bij een verkeerde steekproef of als gevolg van een afname van procesvariabiliteit waarmee geen rekening is gehouden bij het berekenen van de limieten voor het controlediagram.

•

8 opeenvolgende punten aan beide zijden van de middellijn, zonder punt in zone C Dit alarm detecteert een te hoge spreiding (het gemixte patroon) dat zich bijvoorbeeld voordoet in een X-staafdiagram waarin twee streekproeven van twee verschillende computers zijn gemixt.

4. Klik op OK. Het venster "Een nieuw alarm maken" wordt gesloten. De stap "Alarm" van de Wizard Nieuw controlediagram wordt opnieuw geopend zodat u het nieuwe alarm kunt configureren. Verwante onderwerpen

• • • • • •

Een alarm voor een controlediagram in Process Analysis configureren op pagina 208 Wat zijn specificatielimieten? op pagina 245 Wat zijn de Western Electric-regels in controlediagrammen? op pagina 249 Wat is de trendregel? op pagina 246 Wat is een oververspreiding in een controlediagram? op pagina 242 Wat houdt alle resultaten rond middellijn in een controlediagram in? op pagina 232


211

3

3


Een Web Intelligence-rapport gebruiken als ingangspunt om naar de controlediagrammen van Process Analysis te navigeren 1. Geef een Web Intelligence-query op met behulp van een universe 'Controlediagrammen' die ten minste de objecten naam uitvoering en uitvoerings-id bevat. 2. Geef een rapportvariabele op waarmee de URL naar de controlediagramanalyse wordt aangegeven, bijvoorbeeld: (=...")

en geef de celweergave-eigenschap 'inhoud lezen als hyperlink' op. 3. Vernieuw het document zodat de nieuwe controlediagrammen in het Web Intelligence-rapport worden weergegeven.

Navigatietips voor controlediagrammen Pannen in een controlediagram in Process Analysis De SVG-viewer bevat geen schuifbalken, maar u kunt onderdelen van een controlediagram die niet in het venster passen wel verplaatsen en zo zichtbaar maken. Houd de Alt-toets ingedrukt en versleep de weergave om het controlediagram te verplaatsen. De cursor verandert in een handje. Opmerking:

Als Scroll Lock is ingeschakeld, kunt u ook Alt ingedrukt houden en de pijltoetsen gebruiken.

Inzoomen op een controlediagram in Process Analysis Als u wilt inzoomen op een controlediagram, voert u een van de volgende handelingen uit: • Houd Ctrl ingedrukt en klik op het gedeelte waarop u wilt inzoomen. De cursor verandert in een vergrootglas met een plusteken. Klik op het controlediagram om in te zoomen.

212



Ga op een van de volgende manieren te werk om terug te keren naar de standaardweergave van het controlediagram: • Klik met de rechtermuisknop op het diagram en selecteer Oorspronkelijke weergave of Uitzoomen. • Druk op Ctrl+Shift en klik op het controlediagram.

Een controlediagram in Process Analysis afdrukken 1. Klik met de rechtermuisknop op het controlediagram en selecteer SVG weergeven. Het controlediagram wordt in een nieuw browservenster weergegeven. 2. Gebruik de functie afdrukken van de webbrowser om de afdrukstand "Liggend" te kiezen en de afdruk te maken.

Problemen met controlediagrammen in Process Analysis oplossen Deze sectie bevat oplossingen voor enkele problemen die in controlediagrammen van Process Analysis kunnen voorkomen.

De onderste grafiek van mijn controlediagram is een platte nullijn Het controlediagram X-balk & bereik of het controlediagram X-balk & standaarddeviatie bevat een bereikgrafiek of een standaarddeviatiegrafiek met een platte nullijn. Met het Process Analysis-systeem wordt één rij per steekproefeenheid van de query opgehaald. De standaarddeviatie- en bereikstatistieken worden op basis van één aggregatiewaarde berekend en geven daarom voor elke steekproefeenheid nul als resultaat. Actie: verwijder de aggregatiefunctie uit het waarde-object.

De steekproeflijst in mijn controlediagram is leeg De steekproeflijst in de stap "Gegevensverzameling" van de Wizard "Nieuw controlediagram" in Process Analysis, is leeg. Oorzaak: als u het controlediagram "Afzonderlijke Onderdelen & zwevend bereik" of het controlediagram "Zwevend gemiddelde en zwevend bereik" maakt en de steekproeflijst is leeg, is de juiste steekproef niet beschikbaar.


213

3

3


In de Wizard "Nieuw controlediagram" wordt de steekproeflijst gefilterd op systematische steekproeven met de omvang 1. Actie: maak een systematische steekproef met de omvang 1.

De limieten en middellijn worden niet weergegeven in mijn controlediagram U hebt de automatische-berekeningslimieten opgegeven, maar alleen de uitvoeringslijn wordt weergegeven. Oorzaak: de basislijn is breder dan de diagramgeschiedenis. Actie: voer een of meer van de volgende stappen uit: • • •

Beperk de berekening van de basislijnlimieten zodat deze overeenkomen met het bereik van het diagram en vernieuw het diagram. Voer meer geschiedenis in. Wacht totdat het bereik van het diagram overeenkomt met de basislijnberekening.

De uitvoeringslijn geeft voortdurend dezelfde waarde weer in mijn controlediagram De uitvoeringslijn van het controlediagram geeft dezelfde waarde weer. Oorzaak: het Process Analysis-systeem voert één query uit voor elke uurlijkse steekproef voor een controlediagram waarvoor de uurlijkse op tijd gebaseerde instelling is gebaseerd op een universe die de volgende datumaanwijzingen gebruikt: • •

@Prompt('BEGIN_DATE','D',,mono,free) @Prompt('END_DATE','D',,mono,free)

Het predikaat tijd bevat wel het element dag, maar de tijd ontbreekt. Alle uurlijke query's voor een bepaalde dag zijn gelijk en leveren dan ook dezelfde resultaten op. Actie: vervang de datumaanwijzingen in fact_table.fact_timestamp door datum-tijdaanwijzingen: • •

@Prompt('BEGIN_DT','D',,mono,free) @Prompt('END_DT','D',,mono,free)

Een nieuw lid in de bestaande groep wordt niet in het controlediagram weergegeven. Een nieuw lid van een groep wordt niet in het controlediagram weergegeven.

214



U hebt bijvoorbeeld een controlediagram met de naam 'Kosten per afdeling' gemaakt en er is zojuist een nieuwe afdeling aan de brondatabase toegevoegd. U hebt het controlediagram vernieuwd, maar deze nieuwe afdeling wordt niet in het diagram weergegeven. Maak een nieuw controlediagram voor de groep.

Process Analysis-signalen functioneren niet in mijn nieuwe gegevensopslagruimte U beschikt over een nieuwe gegevensopslagruimte waarvoor u controlediagrammen en alarmregels hebt gedefinieerd, maar de signalen functioneren niet; er worden wel rode cirkels weergegeven in de grafiek. Maak de volgende signalen op het subtabblad "Regels" van Performance Manager: •

SPCAlert Het bereik van deze regel moet openbaar zijn en de regelbeschrijving als volgt: Voor deze benoemde gebeurtenis: SPCAlert als er aan een voorwaarde is voldaan het signaal maken: SPC Alert.

•

SPCMail Het bereik van deze regel moet openbaar zijn en de regelbeschrijving als volgt: Voor deze benoemde gebeurtenis: SPCMail als er aan een voorwaarde is voldaan een e-mail verzenden.

Raadpleeg de documentatie voor Performance Manager voor meer informatie over het maken van regels.

Er worden geen decimalen weergegeven in het controlediagram De getallen in de legenda van het controlediagram zijn afgekapt en de decimalen ontbreken. Wijs in de bron-universe van het controlediagram een getalnotatie toe aan de meetwaarde via het menu dat wordt weergegeven als u met de rechtermuisknop klikt. Werk de universe bij in Dashboards en analyses instellen en controleer via de eigenschappen van het waarde-object of de getalnotatie is bijgewerkt.


215

3

3


Grote getallen gaan over de rand van het controlediagram heen Door de controlediagramanalyse ontstaan grote getallen die over de rand van de grafiek heen worden weergegeven. Pas een '/1000'-transformatie toe op de SQL van het waardeobject waarop het controlediagram is gebaseerd en wijs een aangepaste notatie toe via het menu dat wordt weergegeven als u met de rechtermuisknop klikt. Zorg ervoor dat u de universe bijwerkt in Dashboard en analyses instellen. Klik op het waardeobject om de getalnotatie te zien in het instelscherm van de universe. U moet het controlediagram wissen en vernieuwen om de nieuwe notatie weer te geven in de analyse.

De EWMA-uitvoering is gelijk aan de Shewhart-uitvoering in mijn controlediagram. U hebt de wegingsfactor '1' opgegeven. Bij de EWMA-berekening wordt een gewicht van 100% toegekend aan de huidige steekproef van de X-balk, terwijl 0% wordt toegekend aan de vorige steekproeven. Gewoonlijk wordt een wegingsfactor tussen 0,05 en 0,25 gebruikt. Geef de wegingsfactor 0,2 op om een gewicht van 20% toe te kennen aan de huidige steekproef.

Een dashboard met te veel controlediagrammen maken Als u veel controlediagrammen hebt gemaakt en deze diagrammen in een bedrijfsdashboard wilt opnemen, hoeft u de procedure "Nieuwe analyse maken" in Dasboard Builder niet telkens opnieuw uit te voeren voor elk controlediagram. Gebruik de invoegtoepassing voor controlediagrammen als analyse. Selecteer in de bewerkingsmodus van een dashboard Werkset > Analyseservices > Controlediagrammen. Telkens wanneer een controlediagram wordt gemaakt, wordt het diagram automatisch in het bedrijfsdashboard weergegeven. De eindgebruiker selecteert een controlediagram in de lijst aan de linkerzijde en het controlediagram wordt weergegeven aan de rechterzijde.

216



De eerste keer duurt het erg lang voordat het controlediagram is vernieuwd Oorzaak: u hebt een controlediagram gemaakt met een steekproef die op tijd is gebaseerd (bijvoorbeeld Elk uur). Daarbij kan de eerste vernieuwing van het diagram veel tijd kosten. Als de onbewerkte brongegevens bijvoorbeeld op 1 september 2004 beginnen en de begindatum van de steekproef is opgegeven als '1 januari 2004', wordt met het regelsysteem vanaf 1 januari voor elk uur één query uitgevoerd. Er worden nutteloze query's (24x30x8) uitgevoerd. Actie: gebruik een nauwkeurigere steekproef. In het voorbeeld hierboven gebruikt u de begindatum '1 sept 2004'. Opmerking:

Dit probleem treedt niet op bij systematische steekproeven waarbij één query wordt gebruikt voor alle perioden vanaf de begindatum tot de huidige datum. Verwante onderwerpen

•

Wat is een steekproef? op pagina 298

Tijdsperioden weergeven op de x-as van het controlediagram U hebt een controlediagram in Process Analysis gemaakt met een steekproef die op tijd is gebaseerd, maar u kunt de tijd niet op de x-as weergeven. Probleem: op de x-as van het controlediagram wordt het steekproefnummer weergegeven en de tijdsperiode wordt alleen in de knopinfo weergegeven. Oplossing: gebruik een aangepast Desktop Intelligence-rapport met behulp van de universe 'Controlediagrammen' (CI_SPC.unv) om de periode weer te geven op de x-as.

Er worden geen specificatielimieten weergegeven in het controlediagram U hebt specificatielimieten opgegeven voor een controlediagram, maar in de analyse worden alleen de controlelimieten weergegeven. Met de controlediagramanalyse kunt u alleen de controlelimieten weergeven. U kunt geen specificatielimieten weergeven. Specificatielimieten zijn van toepassing op afzonderlijke metingen, maar niet op de samenvattingsstatistieken die in controlediagrammen worden gebruikt (zoals X-balk, Bereik, Standaarddeviatie en Zwevend gemiddelde).


217

3

3


Specificatielimieten kunnen daarom alleen worden gebruikt voor het controlediagram Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik. Dit diagram bevat de waarde-objecten bovenste en onderste specificatielimiet waarmee u een Desktop Intelligence-query kunt maken en de specificatielimieten in een trendlijngrafiek kunt weergeven.

Procescontroleanalyses De volgende voorbeelden zijn gebaseerd op de controlediagramanalyse. U vindt de voorbeelden als volgt: Dashboard Builder > Analysecatalogus > Procescontroleanalyses, voorbeelden: Shewhart-diagrammen voor kenmerkgegevens • • • • • •

c-diagram u-diagram Gestandaardiseerd u-diagram np-diagram p-diagram Gestandaardiseerd p-diagram

Shewhart-diagrammen voor variabele gegevens • • • • •

X-balk & bereik X-balk & standaarddeviatie Mediaan en bereik Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik Zwevend gemiddelde en zwevend bereik

CUSUM- en EWMA-diagrammen • • • • • •

Cusom voor defecten Cusom voor afzonderlijke onderdelen Cusom voor X-balk EWMA voor afwijzingen EWMA voor afzonderlijke waarden EWMA op X-balk


•

218

Controlediagramanalyse op basis van een controlediagram in Process Analysis op pagina 196



c-diagram Het c-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van de Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (c). Het houdt het aantal defecten, fouten en ongelukken bij met een constante steekproefgrootte. Verwante onderwerpen

•

Wat is een diagram Defecten (c)? op pagina 235

Cusom voor defecten Het diagram Cusom voor defecten op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (C) met een cumulatieve som. Dit diagram is een preventiemiddel, omdat het signalen geeft wanneer defecten dreigen te gaan optreden. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234 Wat is een diagram Defecten (c)? op pagina 235

Cusom voor afzonderlijke onderdelen Het diagram Cusom voor afzonderlijke onderdelen op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (c) met een cumulatieve som waarbij de optie voor afzonderlijke gegevens is ingeschakeld. Dit diagram signaleert kleine wijzigingen in het afzonderlijke diagram. Verwante onderwerpen

• •


Cusom voor X-balk De diagramanalyse Cusom voor X-balk op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (c) Met een cusum. Het diagram signaleert kleine wijzigingen in X-balkdiagramgegevens. Verwante onderwerpen

•

Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234


219

3

3


•


EWMA voor afzonderlijke waarden Het diagram EWMA voor afzonderlijke waarden op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (c) met een EWMA waarbij de optie voor afzonderlijke gegevens is ingeschakeld. U kunt dit diagram gebruiken wanneer de gegevens niet onafhankelijk zijn of automatisch gecorreleerd zijn. Verwante onderwerpen

• •

Wat is EWMA? op pagina 235 Wat is een diagram Defecten (c)? op pagina 235

EWMA voor afwijzingen Het diagram EWMA voor afwijzingen op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Percentage Afgewezen (p) met de ewma geconfigureerd en gemaakt als gestandaardiseerde controlediagrammen. Het signaleert kleine verschuivingen in een p-diagram of gestandaardiseerd p-diagram. Verwante onderwerpen

• • •

Wat is EWMA? op pagina 235 Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243 Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245

EWMA op X-balk Het diagram EWMA op x-balk op het tabblad Procescontroleanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Defecten (c) met een EWMA. Het signaleert kleine wijzigingen in X-balkgegevens. Verwante onderwerpen

• •

220




Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik Het diagram Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder geeft aan hoe u afzonderlijke waarden kunt bewaken.

Mediaan en bereik Het diagram Mediaan en bereik op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een analyse die variabelen bewaakt met een constante en relatief kleine steekproefomvang. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een mediaan? op pagina 356 Wat is een bereik? op pagina 243

Zwevend gemiddelde en zwevend bereik Het diagram Zwevend gemiddelde en zwevend bereik op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder bewaakt afzonderlijke waarden waarbij elk voorbeeld één waarde heeft. Verwante onderwerpen

• Wat is een diagram Zwevend gemiddelde & zwevend bereik? op pagina 242 • Wat is het zwevend gemiddelde? op pagina 361 • Wat is een bereik? op pagina 243

np-diagram Het np-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Aantal afgewezen (np). Verwante onderwerpen

•

Wat is het diagram Aantal afgewezen (np)? op pagina 242

p-diagram Het p-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Percentage afgewezen (np).


221

3

3



•

Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243

Gestandaardiseerd p-diagram Het gestandaardiseerde p-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Percentage afgewezen (np) waarvan een gestandaardiseerd controlediagram is gemaakt. Dit diagram is nutttig voor kortdurende productie. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245 Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243

u-diagram Het u-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Defecten per eenheid (u). Verwante onderwerpen

•

Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235

Gestandaardiseerd u-diagram Het gestandaardiseerde u-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Defecten per eenheid (u) waarvan een gestandaardiseerd controlediagram is gemaakt. Dit diagram maakt de limieten van het u-diagram vlakker. Het is nutttig voor kortdurende productie. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245 Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235

X-balk & bereik Het diagram X-balk & bereik op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder bewaakt een variabele met een constante en relatief kleine steekproefomvang. Verwante onderwerpen

•

222

Wat is een diagram X-balk & bereik? op pagina 250



X-balk & standaarddeviatie Het voorbeelddiagram X-balk & standaarddeviatie op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder bewaakt variabele gegevens met een variabele of constante steekproefomvang. Verwante onderwerpen

•

Wat is een diagram X-balk & standaardeviatie? op pagina 250

Procescontroleanalyses De volgende voorbeelden van Desktop Intelligence-controlediagrammen zijn beschikbaar op Dashboard Builder > Analysecatalogus > Procescontroleanalyses: • •

SPC ACF-tekengebied Tekengebied met SPC-vertraging

Opmerking:

Deze analyses zijn gebaseerd op Desktop Intelligence-rapporten van de voorbeeld-universes van Business Objects. U kunt deze tot op bepaalde hoogte wijzigen met behulp van Desktop Intelligence- of Web Intelligence-rapporten.

SPC ACF-tekengebied Het diagram SPC ACF-tekengebied op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram dat automatische correlatie weergeeft binnen één tijdreeks bij elke vertraging. De verschillende vertragingen liggen op de X-as. De correlatiecoëfficiënten liggen op de y-as. Het AFC-tekengebied is nuttig voor het herkennen van seizoensgebonden of cyclische patronen in een tijdreeks. U kunt dit diagram ook gebruiken om te controleren of observaties onafhankelijk zijn.

Tekengebied met SPC-vertraging Het diagram Tekengebied met SPC-vertraging op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram dat gegevenswaarden weergeeft tegenover vertraagde waarden voor een bepaalde vertraging. Hiermee kunt


223

3

3


u gemakkelijker seizoensgebonden of cyclische patronen in een tijdreeks herkennen. Het tekengebied met vertraging kan ook worden gebruikt om te controleren of observaties onafhankelijk zijn, hetgeen een belangrijke veronderstelling is bij Process Analysis-diagrammen. Gebruik het SPC ACF-tekengebied als u in een oogopslag meerdere vertragingen wilt zien.

Process Analysis-termen A tot C Wat zijn ABC-zones? In Process Analysis worden controlediagramzones gebruikt bij het testen op instabiliteit en het herkennen van onnatuurlijke patronen. Controlediagrammen bevatten zes zones: drie bovenste en drie onderste zones. De scheidslijn van elke zone is exact een derde van de afstand van de middellijn tot de bovenste of de onderste controlelimiet.

Aan elke zone is een kans gekoppeld. Hoe kleiner de afstand van de zone tot de middellijn, hoe groter de kans. De kansen van de zones zijn gebaseerd op de standaard normale kromme. Verwante onderwerpen

•

224

Wat is een controlediagram? op pagina 233



Aggregatiefuncties Wat is rekenkundig gemiddelde? Het rekenkundig gemiddelde (ook wel gemiddelde of eenvoudig gemiddelde genoemd), is de som van de waarden, gedeeld door het aantal waarden. Het rekenkundig gemiddelde is relevant in gevallen waar diverse aantallen worden samengevoegd om een totaal te berekenen. Het beantwoordt de volgende vraag: als alle hoeveelheden dezelfde waarde zouden hebben, wat zou die waarde moeten zijn om hetzelfde totaal te bereiken? Verwante onderwerpen

• •

Wat is harmonisch gemiddelde? op pagina 355 Wat is geometrisch gemiddelde? op pagina 355

Functies voor gemiddelde • Gemiddelde: geeft het gemiddelde per transactie als resultaat. • Gemiddelde per afzonderlijk onderdeel: geeft het gemiddelde per afzonderlijk onderdeel in een subset als resultaat. • Uniek gemiddelde: geeft het gemiddelde per transactie van unieke waarden als resultaat. Aantal-functies De volgende aantal-functies zijn beschikbaar: • Totaal aantal: telt het aantal keren dat alle waarden voorkomen. • Uniek aantal: telt het aantal keren dat een unieke waarde voorkomt. • Aantal NULL: telt het aantal keren dat null-waarden voorkomen.

Wat is geometrisch gemiddelde? Het geometrisch gemiddelde is de wortel van n van het product van de n waarden. Hoewel minder vaak gebruikt dan het rekenkundig gemiddelde, is het geometrisch gemiddelde geschikt voor het berekenen van gemiddelden van verhoudingsgetallen, zoals wisselkoersen, rentetarieven of inflatiecijfers. Algemeen is het geometrisch gemiddelde relevant wanneer diverse hoeveelheden worden vermenigvuldigd om een bepaald product te verkrijgen. Het geometrisch gemiddelde beantwoordt de vraag: als alle hoeveelheden dezelfde waarde zouden hebben, wat zou die waarde moeten zijn om


225

3

3


hetzelfde product te bereiken? De formule voor het geometrisch gemiddelde is als volgt:

Opmerking:

De waarden moeten groter zijn dan nul (0). Verwante onderwerpen

• •

Wat is harmonisch gemiddelde? op pagina 355 Wat is rekenkundig gemiddelde? op pagina 354

Wat is harmonisch gemiddelde? Het harmonisch gemiddelde is omgekeerd evenredig met het rekenkundig gemiddelde van de omgekeerd evenredige getallen van de waarden. Het wordt gebruikt voor het berekenen van gemiddelde aantallen, zoals afstand per tijdseenheid of snelheid. De formule voor harmonisch gemiddelde is:


• •

Wat is rekenkundig gemiddelde? op pagina 354 Wat is geometrisch gemiddelde? op pagina 355

Wat is een mediaan? De mediaan is het middelpunt van waarden die zijn gesorteerd van klein naar groot of van groot naar klein. De gegevensset bevat evenveel waarden boven de mediaan als daaronder. De mediaan is minder gevoelig voor uitschieters (extreme waarden of fouten) dan het rekenkundig gemiddelde. Bij een oneven aantal waarden is de mediaan de middelste waarde in de gesorteerde set. Bij een even aantal waarden is de mediaan het rekenkundig gemiddelde van de twee middelste waarden. Eén waarde ten opzichte van de mediaan is:

226



Diepte van de mediaan = (aantal waarden + 1) / 2 Verwante onderwerpen

•

Wat is een diagram Mediaan & bereik? op pagina 237

Wat is maximum? Als aggregatiefunctie retourneert maximum de maximumwaarde van een reeks waarden.

Wat is minimum? Als aggregatiefunctie retourneert minimum de laagste waarde van een reeks waarden.

Wat is een Kurtosis-populatie? De Kurtosis-coëfficiënt meet de relatieve pieken van de kromme op basis van de distributie van waarden. Een normale distributie heeft een Kurtosis-coëfficiënt van 0. Een Kurtosis-coëfficiënt hoger dan 0 geeft aan dat de distributie meer pieken vertoont dan de standaard normale distributie. Een Kurtosis-coëfficiënt lager dan 0 geeft aan dat de distributie minder pieken heeft dan de standaard normale distributie. De formule voor populatie van de Kurtosis-coëfficiënt is:

Wat is populatie-asymmetrie? De asymmetriestatistiek meet de mate waarin een variabele afwijkt van symmetrie met de gemiddelde waarde in het midden. Een asymmetriewaarde van nul (0) betekent dat de distributie een asymmetrische kromme vertoont. Een positieve waarde geeft aan dat de waarden zich voornamelijk links van het midden bevinden en dat de meest extreme waarden rechts van het midden staan. Een negatieve asymmetriewaarde duidt op een concentratie van waarden rechts van het midden. Een distributie met positieve asymmetrie komt vaker voor dan een distributie met negatieve asymmetrie. Een voorbeeld van een positieve asymmetrie is de distributie van inkomen:


227

3

3


De formule voor populatie-asymmetrie is:

Wat is standaarddeviatie van populatie Geeft de vierkantswortel van de populatievariantie als resultaat. Standaarddeviatie wordt uitgedrukt in dezelfde eenheid als de gegevens. De formule voor de standaarddeviatie van een populatie is:

Wat is populatievariantie? Variantie is de som van de gekwadrateerde deviaties van het gemiddelde, gedeeld door n-1 of n. De formule voor populatievariantie is:

Wat is een Kurtosis-steekproef? De Kurtosis-coëfficiënt meet de relatieve pieken van de kromme op basis van de distributie van waarden. Een normale distributie heeft een Kurtosis-coëfficiënt van 0. Een Kurtosis-coëfficiënt hoger dan 0 geeft aan dat de distributie meer pieken vertoont dan de standaard normale distributie. Een Kurtosis-coëfficiënt lager dan 0 geeft aan dat de distributie minder pieken heeft dan de standaard normale distributie. De formule voor een Kurtosis-steekproefcoëfficiënt is:

228



Wat is steekproefasymmetrie? De asymmetriestatistiek meet de mate waarin een variabele afwijkt van symmetrie met de gemiddelde waarde in het midden. Een asymmetriewaarde van nul (0) betekent dat de distributie een asymmetrische kromme vertoont. Een positieve waarde geeft aan dat de waarden zich voornamelijk links van het midden bevinden en dat de meest extreme waarden rechts van het midden staan. Een negatieve asymmetriewaarde duidt op een concentratie van waarden rechts van het midden. Een distributie met positieve asymmetrie komt vaker voor dan een distributie met negatieve asymmetrie. Een voorbeeld van een positieve asymmetrie is de distributie van inkomen.

De formule voor steekproefasymmetrie is:

Wat is standaarddeviatie van steekproef? Geeft de vierkantswortel van de steekproefvariantie als resultaat. Standaarddeviatie wordt uitgedrukt in dezelfde eenheid als de gegevens. De formule voor de standaarddeviatie van een steekproef is:

Wat is steekproefvariantie? Variantie is de som van de gekwadrateerde deviaties van het gemiddelde, gedeeld door n-1 of n. De formule voor steekproefvariantie is:


229

3

3


Wat is som? Som retourneert het totaal van een reeks numerieke waarden.

Wat is unieke som? Unieke som retourneert het totaal van een reeks unieke numerieke waarden.

Wat zijn alarmregels? Alarmregels worden in Process Analysis-controlediagrammen gebruikt om speciale oorzaken op te sporen en te signaleren. Het Shewhart-controlediagram is een efficiënt middel om middelgrote tot grote verschuivingen te vinden. Een manier om de kracht van Shewhart-diagrammen te versterken, is door regels te gebruiken die een aanvulling vormen op de normale regel voor de controlelimieten. Verwante onderwerpen

• • • • •

Wat zijn zoneregels? op pagina 250 Wat is de trendregel? op pagina 246 Wat zijn specificatielimieten? op pagina 245 Wat is een Shewhart-controlediagram? op pagina 244 Wat is de regel voor controlelimieten? op pagina 233

Wat is een signaal of waarschuwing? Een signaal of waarschuwing van Dashboards en analyses informeert de gebruiker over belangrijke veranderingen in het bedrijf. Signalen worden gemaakt als onderdeel van een regel in Performance Manager.

Wat is een controlediagram Kenmerken? In Process Analysis bevat het controlediagram Kenmerken kenmerkgegevens. Bij de beslissing welk type controlediagram u kiest, kunt u de volgende tabel gebruiken.

230



Gegevenstype Proportie

Grote verschuiving

Kleine verschuiving

Percentage afgewezen (p), diagram

Aantal defecten

Defecten (c), diagram

Defecten per eenheid (u), diaAantal afgewezen (np), digram agram CUSUM of EWMA op het diagram Percentage afgewezen (p) of het diagram Aantal afgewezen (np)

CUSUM of EWMA op het diagram Defecten (c) of het diagram Defecten per eenheid (u)


• • • • • • • •

Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245 Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243 Wat is het diagram Aantal afgewezen (np)? op pagina 242 Wat is EWMA? op pagina 235 Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235 Wat is een diagram Defecten (c)? op pagina 235 Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234 Wat zijn kenmerkgegevens? op pagina 231

Wat zijn kenmerkgegevens? U kunt kenmerkgegevens classificeren en tellen, zoals het aantal afwijzingen in een proces.


231

3

3


Kenmerkgegevens hebben vaak de vorm van aantallen. Als u de kwaliteitseigenschap niet in cijfers kunt aangeven of dit niet handig is, kunt u het onderzochte item onderverdelen in twee groepen: goedgekeurd/afgewezen, goed/slecht, ja/nee. Voorbeelden van kenmerkgegevens zijn: Aantal afgewezen producten, Aantal onvolledige bestellingen en Aantal te late leveringen.

Wat is een onderverdeling? In Process Analysis is het doel van een onderverdeling meerdere controlediagrammen via één proces te maken. U kunt een controlediagram onderverdelen in alle relevante categorieën. Een typisch voorbeeld van een onderverdeling is een diagram Percentage afgewezen (p) definiëren voor elk defecttype dat de afwijzing van een bepaald item tot gevolg heeft. Verwante onderwerpen

• •

Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243 Wat is een controlediagram? op pagina 233

Wat houdt alle resultaten rond middellijn in een controlediagram in? In het volgende voorbeeld van een controlediagram in Process Analysis staan 15 opeenvolgende punten in zone C.

232



Een dergelijk geval doet zich voor bij een verkeerde steekproef of als gevolg van een afname van procesvariabiliteit waarmee geen rekening is gehouden bij het berekenen van de limieten voor het controlediagram. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een steekproef? op pagina 298 Wat is een controlediagram? op pagina 233

Wat is een controlediagram? In Process Analysis bevat een controlediagram de variatie in de resultaten van een bedrijfsproces gedurende een bepaalde periode. Controlediagrammen bevatten een boven- en ondergrens die de verwachte variatie in het proces aangeven en een middellijn die de gemiddelde waarde van de punten in het diagram aangeeft. Controlediagrammen met afhankelijke gegevens (of gegevens met automatische correlatie) produceren te veel valse waarschuwingen, zelfs bij een laag correlatieniveau in een bepaalde periode. De eenvoudigste manier is om het interval tussen steekproeven groot genoeg te maken om de effecten van automatische correlatie zo klein mogelijk te houden.

Wat is de regel voor controlelimieten? In Process Analysis bepaalt de regel voor controlelimieten dat één punt de controlelimieten overschrijdt. Het is een efficiënt middel om middelgrote tot grote verschuivingen te vinden.


233

3

3


Wat is een CUSUM-controlediagram? CUSUM is een afkorting van 'cumulative sum' (cumulatieve som). In Process Analysis heeft een CUSUM-controlediagram een lang geheugen en is het geschikt voor het opsporen van kleine verschuivingen in het proces. Een CUSUM-controlediagram kan twee vormen aannemen: tabellarisch of V-masker. Voor het definiëren van eenzijdige CUSUM of FIR CUSUM (Fast Initial Response) verdient de tabellarische vorm voorkeur boven de V-maskervorm. De tabellarische CUSUM bevat twee statistieken, de eenzijdige bovenste CUSUM en de eenzijdige onderste CUSUM, waarmee de afleidingen boven en onder een door de gebruiker opgegeven doelwaarde zijn geaccumuleerd. Verwante onderwerpen

• • • •

Wat is het CUSUM-doel? op pagina 234 Wat is traag? op pagina 245 Wat is een voorsprongwaarde? op pagina 236 Wat is een beslissingsinterval? op pagina 235

Wat is het CUSUM-doel? In Process Analysis is het CUSUM-doel een CUSUM-waarde waaruit de deviatie wordt berekend. De tabellarische waarde bevat twee statistieken, de eenzijdige bovenste CUSUM en de eenzijdige onderste CUSUM, waarmee de afleidingen respectievelijk boven en onder een doelwaarde zijn geaccumuleerd. Het is mogelijk om een tabulaire CUSUM te definiëren voor controle van slechts één zijde van de doelwaarde of een tweezijdige tabulaire CUSUM waarin de doelwaarden aan de boven- en onderzijde verschillen. Verwante onderwerpen

•


D tot P Wat is gegevensdistributie? Gegevens worden beschreven met een kansverdeling die wordt gebruikt om het theoretische gemiddelde (zoals de middellijn), de theoretische standaarddeviatie (zoals Sigma) en de natuurlijke variatie van de gegevens (zoals controlelimieten) te bepalen.

234



De meest gebruikelijke typen gegevensverdeling zijn normaal, binomiaal en poisson.

Wat is een beslissingsinterval? In Process Analysis geeft het beslissingsinterval in een CUSUM-berekening het niveau aan waarop de limiet moet worden getekend. De waarde van Traag en het beslissingsinterval moeten als veelvoud van sigma worden ingevoerd. Verwante onderwerpen

• •

Wat is traag? op pagina 245 Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234

Wat is een diagram Defecten (c)? Een diagram Defecten (c) houdt het aantal defecten, fouten of ongelukken per maateenheid bij als de kans op het ontstaan van een defect klein is. Dit diagram is geschikt als u meer dan één defect per steekproef wilt meten. Voor dit diagram worden altijd dicht bij elkaar liggende limieten gebruikt.

Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? Een diagram Defecten per eenheid (u) houdt het aantal defecten per eenheid bij voor een variabele of constante steekproefomvang.

Wat zijn verwijderde steekproeven? In controlediagrammen van Process Analysis zijn verwijderde steekproeven punten die u mogelijk van het basislijnvenster wilt uitsluiten omdat ze niet onder controle zijn.

Wat is EWMA? In Process Analysis kan een EWMA (exponentieel gewogen voortschrijdend gemiddelde) in een controlediagram worden gebruikt om het gemiddelde


235

3

3


van het proces uit te zetten op basis van een berekend gewogen gemiddelde van eerdere steekproeven. EWMA-diagrammen kunnen kenmerkgegevens of variabele gegevens bevatten. EWMA-diagrammen worden gebruikt om kleine verschuivingen in hoofdzakelijk statische processen te vinden. Het EWMA-diagram kan als compromis tussen het Shewhart-diagram en het cusum-diagram worden beschouwd. Het maakt gebruik van een zwevend gemiddelde waarbij recente waarden zwaarder wegen dan oudere waarden. Het geheugen is instelbaar via de wegingsfactor. Hoe hoger de wegingsfactor, hoe korter het geheugen. Verwante onderwerpen

• • • •

Wat is wegingsfactor? op pagina 249 Wat zijn variabele gegevens? op pagina 249 Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234 Wat zijn kenmerkgegevens? op pagina 231

Wat is een EWMAo? In Process Analysis is de EWMAo de doel- of middellijn van een EWMA-diagram. Dit is de beginwaarde voor de EWMA-berekening.

Wat is een voorsprongwaarde? In Process Analysis wordt een voorsprongwaarde in CUSUM-berekeningen gebruikt voor het verbeteren van de gevoeligheid van CUSUM bij het begin. Deze parameter wordt ook wel de FIR-parameter (Fast Initial Response) genoemd. Verwante onderwerpen

•


Wat is een diagram Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik? Een diagram Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik houdt afzonderlijke waarden bij met een voorbeeld van elke waarde. U moet een zwevend bereik opgeven.

Wat is een mediaan? De mediaan is het middelpunt van waarden die zijn gesorteerd van klein naar groot of van groot naar klein. De gegevensset bevat evenveel waarden boven de mediaan als daaronder.

236



De mediaan is minder gevoelig voor uitschieters (extreme waarden of fouten) dan het rekenkundig gemiddelde. Bij een oneven aantal waarden is de mediaan de middelste waarde in de gesorteerde set. Bij een even aantal waarden is de mediaan het rekenkundig gemiddelde van de twee middelste waarden. Eén waarde ten opzichte van de mediaan is: Diepte van de mediaan = (aantal waarden + 1) / 2 Verwante onderwerpen

•


Wat is een diagram Mediaan & bereik? In Process Analysis wordt een diagram Mediaan & bereik gebruikt om een variabele met een constante en relatief kleine steekproefomvang te controleren. Mediaan is minder gevoelig voor extreme waarden dan X-balk. Verwante onderwerpen

• • •

Wat is een controlediagram voor variabelen? op pagina 248 Wat is een bereik? op pagina 243 Wat is een mediaan? op pagina 356

Uitleg over zwevend gemiddelde Wat is het zwevend gemiddelde? Bij gegevensanalyse gebruikt u het zwevend gemiddelde om de gemiddelde waarde van een indicator te berekenen over een bepaalde periode. In sommige tijdreeksen is de seizoensgebonden variatie zo sterk dat daardoor trends of cycli worden verborgen die erg belangrijk zijn om het proces dat wordt geobserveerd te kunnen begrijpen. Een zwevend gemiddelde kan worden gebruikt als een effeningsmethode die seizoensgebonden gegevens verwijdert en fluctuaties op lange termijn in de reeks duidelijker maakt. Zwevende gemiddelden kunnen ook worden gebruikt voor prognoses.


237

3

3



Gebruik

MA 2x12


MA 2x24, MA 2x36






Opmerking:

alle methoden voor zwevend gemiddelde zijn extern gedefinieerd in het bestand Stats.ini dat u desgewenst kunt aanpassen. MA lineair gewogen MA lineair gewogen gecentreerd

238



Transformatie

Gebruik





• • •

MA exponentieel gewogen op pagina 363 MA lineair gewogen op pagina 363 MA lineair gewogen gecentreerd op pagina 364

MA exponentieel gewogen Een transformatie van zwevend gemiddelde. Een MA exponentieel gewogen transformatie geeft de vereiste parameter voor het aantal punten als resultaat. De parameter voor de effeningsconstante is verplicht: • Als deze kleiner is dan 1, hebben huidige gegevens meer gewicht. • Als deze gelijk is aan 1, heeft elk punt evenveel gewicht (hetzelfde als een eenvoudig zwevend gemiddelde). • Als deze groter is dan 1, hebben oude gegevens meer gewicht. De enkelvoudige exponentiële effeningsprognose kan worden uitgedrukt als een gewogen zwevend gemiddelde, waarbij exponentieel steeds minder gewicht op de gegevens wordt toegepast naarmate de observaties ouder worden. Daarom wordt deze methode 'exponentiële effening' genoemd.


239

3

3


De prognose voor de volgende periode is daarom: Ft+1 = aYt+a(1 - a)Yt–1 + a(1 - a)²Yt–2 + a(1 - a)³Yt–3 + … + a(1 - a)^ t–1 Y1+a(1 - a)^ t F1





MA lineair gewogen gecentreerd Een transformatie van zwevend gemiddelde. Een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde, ook wel dubbel zwevend gemiddelde genoemd, wordt

240



berekend voor een reeks gegevenspunten die al het resultaat is van een zwevend gemiddelde. Bij een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde wordt het grootste deel van het gewicht toegewezen aan het middelste deel van de gegevens. Een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde is handig om seizoensinvloeden uit gegevens te verwijderen. Als uw tijdreeks een kwartaal beslaat, gebruikt u MA 2x4. Als u een sterker filter voor seizoensgebonden gegevens nodig hebt, gebruikt u MA 2x8 of MA 2x12 voor kwartaalreeksen.


•



waarbij a een constante tussen 0 en 1 is. Een SES-analyse wordt gemaakt op basis van de tijdreeks-universe. De SES-wegingsfunctie is ingebouwd in de universe. De eindgebruiker kan verschillende waarden van de effeningsconstante uitproberen om de beste waarde te vinden. Verwante onderwerpen

•



241

3

3


Wat is een diagram Zwevend gemiddelde & zwevend bereik? In Process Analysis wordt een diagram Zwevend Gemiddelde & zwevend bereik gebruikt voor het bijhouden van afzonderlijke waarden als elke steekproef telkens één waarde heeft. U moet een zwevend bereik opgeven voor dit diagram. Verwante onderwerpen

•


Wat is niet-statistisch onder controle? In Process Analysis is een proces niet onder controle als de variatie van het proces speciale oorzaken heeft en het proces onvoorspelbaar is.

Wat is het diagram Aantal afgewezen (np)? In Process Analysis wordt in een diagram Aantal afgewezen (np) het aantal (niet de verdeling van) items in een constante steekproefomvang weergegeven dat over specifieke eigenschappen beschikt.

Wat is een oververspreiding in een controlediagram? In het volgende voorbeeld ziet u acht opeenvolgende punten aan elke kant van de middellijn staan, terwijl er in zone c geen punten staan.

242



Oververspreiding doet zich bijvoorbeeld voor in een X-staafdiagram waarin steekproeven van twee verschillende computers zijn gemixt.

Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? In Process Analysis wordt in een diagram Percentage afgewezen (p) de verdeling van items met speciale eigenschappen weergegeven, met name van afwijkende producten of transacties, of met een constante of variabele steekproefomvang.

Q tot Z Wat is een bereik? In Dashboards en analyses is het bereik van een set observaties het verschil tussen de grootste en kleinste waarden. Uitschieters in de gegevensset geven meestal een vertekend beeld. Een bereik is uitsluitend gebaseerd op twee waarden, niet op de hele gegevensset. Een bereik geeft spreiding aan, maar heeft geen relatie met het gemiddelde. De bereikstatistiek kan gemakkelijk worden afgeleid met de SQL-aggregatiefuncties Max en Min. Bereik = maximumwaarde – minimumwaarde Verwante onderwerpen

•


Wat is het regelsysteem? In de Business Objects-toepassingen voor Dashboards en analyses kunt u het regelsysteem gebruiken om een bepaalde gebeurtenis te identificeren,


243

3

3


te analyseren, te voorspellen en hierop te reageren. Het regelsysteem waarschuwt de gebruiker wanneer een proces niet beheerbaar is.

Wat is een steekproef? Een steekproef is een populatiegroep met opgegeven informatie. In het ideale geval zult u een grote steekproef vaak willen analyseren om de meest nauwkeurige schattingen en de meest recente informatie te verkrijgen. In Process Analysis zijn in een grote steekproef kleine verschuivingen beter zichtbaar en worden wijzigingen sneller ontdekt zonder dat het aantal valse waarschuwingen toeneemt. Opmerking:

Start de steekproef wanneer gegevens beschikbaar zijn. Als er geen gegevens zijn, kan het langer duren dan nodig is om de steekproef te genereren.

Wat is een Shewhart-controlediagram? De Shewhart-controlediagrammen voor afwijzingen zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de gegevens een binomiale verdeling hebben. De Shewhart-controlediagrammen voor defecten zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de gegevens een Poisson-verdeling hebben. In Shewhart-controlediagrammen wordt de normale gegevensverdeling gebruikt om de binomiale verdeling en Poisson-verdeling van gegevens te benaderen. Waarom zijn de Shewhart-diagrammen niet altijd voldoende?

In Shewhart-controlediagrammen worden alleen de procesgegevens in het laatste getekende punt gebruikt. Deze diagrammen hebben geen geheugen: eerdere observaties hebben geen invloed op de waarschijnlijkheid van toekomstige signalen waarmee wordt aangegeven dat iets niet onder controle is. Verwante onderwerpen

• • • •

244

Wat is de trendregel? op pagina 246 Wat is gegevensdistributie? op pagina 234 Wat is EWMA? op pagina 235 Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234



Wat is traag? In Process Analysis geeft de waarde van Traag (ook referentiewaarde genoemd) het niveau aan waarop in de CUSUM-berekening rekening wordt gehouden met een deviatie. Opmerking:

De waarde van Traag en het beslissingsinterval moeten als veelvoud van sigma worden ingevoerd. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een beslissingsinterval? op pagina 235 Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234

Wat zijn specificatielimieten? In Process Analysis zijn specificatielimieten limieten voor de vereisten voor het product of de dienst die zijn gebaseerd op de gewenste waarde. Specificatielimieten zijn van toepassing op afzonderlijke waarden.

Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? Een gestandaardiseerd (genormaliseerd) controlediagram wordt geschaald en opnieuw gecentreerd zodat de middellijn op nul staat, en de bovenste en de onderste controlelimiet respectievelijk op 3 en -3. Bij gestandaardiseerde controlediagrammen weet u zeker dat de controlegrenzen rechte lijnen in het diagram zijn. Wanneer de standaardisering op het diagram Percentage afgewezen (p) of het diagram Defecten per eenheid (u) wordt toegepast, worden de controlelimieten van een variabele breedte gewijzigd in controlelimieten van constante breedte. Verwante onderwerpen

• • • •

Wat is een controlediagram Kenmerken? op pagina 230 Wat is een controlediagram? op pagina 233 Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235 Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243

Wat is statistisch onder controle? In Process Analysis is een proces statistisch onder controle als de variatie van het proces alleen wordt veroorzaakt door algemene oorzaken.


245

3

3


Het proces is om die reden stabiel en voorspelbaar.

Wat is systematische variatie in een controlediagram? In het volgende voorbeeld ziet u 14 opeenvolgende punten die afwisselend hoog en laag zijn geplaatst.

Dit patroon kan het gevolg zijn van te veel aanpassingen door de gebruikers.

Wat is de trendregel? In Process Analysis detecteert de trendregel opwaartse of neerwaartse en systematische variatie in een Shewhart-controlediagram. Trend kunt u gebruiken om enig geheugen in te voeren, waardoor u kleine verschuivingen sneller vindt: • acht opeenvolgende punten aan dezelfde kant van de middellijn • zes opeenvolgende punten die hoger of lager zijn getekend Een opwaartse of neerwaartse trend opsporen.

246



•

14 opeenvolgende punten die afwisselend hoger en lager zijn getekend Systematische variatie.


• • •

Wat zijn zoneregels? op pagina 250 Wat is een Shewhart-controlediagram? op pagina 244 Wat zijn alarmregels? op pagina 230

Wat is een opwaartse trend in een controlediagram? In het volgende voorbeeld zijn zes opeenvolgende punten steeds hoger getekend.

Een trendpatroon kan het gevolg zijn van geleidelijke verslechtering van de apparatuur of vermoeidheid van de gebruiker.

Wat is een variabele? In Process Analysis en Predictive Analysis is een variabele een gemeten kenmerk of eigenschap. De variabele kan bestaan uit 'werkelijke gegevens' of uit gegevens die zijn afgeleid op basis van een zoekopdracht, aggregatie of andere berekening. Een variabele kan zijn: • Een dimensie die in een BusinessObjects-universe is gedefinieerd. • Een waarde. • Een afgeleide variabele die een berekening op basis van waarden, dimensies en/of sets vertegenwoordigt die interactief door een gebruiker is gedefinieerd.


247

3

3



• • •

Wat is een afgeleide variabele? op pagina 273 Wat zijn variabele gegevens? op pagina 249 Wat is een controlediagram voor variabelen? op pagina 248

Wat is een controlediagram voor variabelen? In Process Analysis worden controlediagrammen voor variabelen gebruikt voor het tekenen van variabele gegevens en het controleren van het gemiddelde en de variabiliteit van variabelen. Deze diagrammen zijn gebaseerd op de normaliteitsveronderstelling: dat de onderliggende distributie van de waarden normaal is. Een controlediagram voor variabelen bestaat uit twee grafieken: • De bovenste grafiek controleert het gemiddelde. • De onderste grafiek controleert de variabiliteit. Gebruik de volgende tabel wanneer u een controlediagram moet kiezen.

Grote verschuiving

Kleine verschuiving

Steekproefomvang n > 1

Steekproefomvang n = 1

X-balk & bereik

Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik

X-balk & standaarddeviatie Mediaan & bereik

Zwevend gemiddelde & zwevend bereik

CUSUM of EWMA op het gemiddelde of de mediaan

CUSUM of EWMA op de afzonderlijke onderdelen

De X-balk geeft het gemiddelde aan, en het bereik of de standaarddeviatie geeft de variabiliteit aan. Verwante onderwerpen

• • • •

248

Wat is een diagram X-balk & standaardeviatie? op pagina 250 Wat is een diagram X-balk & bereik? op pagina 250 Wat zijn variabele gegevens? op pagina 249 Wat is een CUSUM-controlediagram? op pagina 234



• • • •

Wat is EWMA? op pagina 235 Wat is een variabele? op pagina 279 Wat is een diagram Mediaan & bereik? op pagina 237 Wat is een diagram Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik? op pagina 236 • Wat is een diagram Zwevend gemiddelde & zwevend bereik? op pagina 242

Wat zijn variabele gegevens? In Process Analysis zijn variabele gegevens doorlopende gegevens die via meting zijn verkregen, bijvoorbeeld lengte, tijd, kracht, temperatuur en druk. Wanneer de kwaliteitseigenschap als getal kan worden gemeten, zoals hoogte, wordt dit een variabel gegeven genoemd. Voorbeelden van variabele gegevens zijn: duur, kosten, volume, temperatuur en nettomarge. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een variabele? op pagina 279 Wat is een controlediagram voor variabelen? op pagina 248

Wat is wegingsfactor? Dit is een belangrijke instelling voor het EWMA-diagram. Met de wegingsfactor bepaalt u het gewicht dat aan steekproeven wordt toegekend. Als de factor 0,2 is, wordt 20% van het gewicht toegekend aan de meest recente steekproef en 80% aan de vorige steekproeven. In het algemeen is een factor tussen 0,05 en 0,25 meestal een goede keuze. Gebruik lagere waarden van de wegingsfactor om kleinere verschuivingen te vinden. Verwante onderwerpen

•

Wat is EWMA? op pagina 235

Wat zijn de Western Electric-regels in controlediagrammen? De Western Electric-regels (ook Western Electric Company-Regels of de WECO-regels genoemd) worden gebruikt om te bepalen of een proces niet onder controle is en onverwachte variatie ondergaat. Elke Western Electric-regel identificeert een situatie die statistisch gezien zeer onwaarschijnlijk alleen veroorzaakt zal zijn door willekeurige variaties.


249

3

3


In het volgende voorbeeld staan vier van de vijf punten in zone B of daaronder.

Wat is een diagram X-balk & bereik? In Process Analysis registreert een diagram X-balk & bereik variabele constanten in een relatief kleine steekproefomvang (bij voorkeur minder dan 10). De X-balk geeft het gemiddelde aan en het bereik geeft de variabiliteit aan.

Wat is een diagram X-balk & standaardeviatie? In Process Analysis registreert een diagram X-balk & standaarddeviatie variabele gegevens bij een variabele of constante steekproefomvang van bij voorkeur groter dan 10. De X-balk geeft het gemiddelde aan en de standaarddeviatie geeft de variabiliteit aan.

Wat zijn zoneregels? In Process Analysis kunt u zoneregels gebruiken om enig geheugen in te voeren, waardoor u kleine verschuivingen sneller vindt. Alarmregels voor het Shewart-controlediagram, in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld door de Western Eelctric Company, worden gebaseerd op de ABC-zones en gebruikt voor het signaleren van te hoge en te lage spreiding. Verwante onderwerpen

• • • •

250

Wat zijn ABC-zones? op pagina 224 Wat zijn alarmregels? op pagina 230 Wat is een Shewhart-controlediagram? op pagina 244 Wat is de trendregel? op pagina 246



Signaalanalyse op basis van regels van Performance Manager Een signaalanalyse genereert een lijst met signalen die doorgaans worden geactiveerd door voorwaarden die zijn toegepast op gegevenswaarden en externe processen die gegevens wegschrijven naar de signaaltabel. U maakt signalen als onderdeel van een Performance Manager-regel. Raadpleeg de documentatie van Performance Manager voor meer informatie over regels en de bijbehorende signalen. Een signaalanalyse is een perfecte aanvulling op een lijst voor dashboardnavigatie die koppelingen bevat naar de analyses op grond waarvan de regels zijn gemaakt.

Een signaalanalyse configureren Opmerking:

De gebruikersinterface voor deze analyse is gewijzigd en aangepast aan de richtlijnen van Sectie 508. 1. Selecteer het toepasselijke type signaal voor elke categorie. U maakt of bewerkt een analyse in een deelvenster voor de configuratie van signalen dat een lijst met bedrijfscategorieën bevat en signalen op drie niveaus: • Informatieve waarschuwingen • Belangrijke waarschuwingen • Kritieke waarschuwingen 2. Kies de gewenste weergaveopties: • Sorteren op U kunt alle signalen sorteren op grond van datum, en wel in oplopende of in aflopende volgorde. •

Koptekstsectie blokkeren tijdens bladeren Activeer deze optie als u de koptekstinformatie wilt blokkeren terwijl u door de signalen bladert, zodat u sneller en gemakkelijker kunt lezen.

•

Koptekst van waarschuwingskolom verbergen


251

3

3


U gebruikt deze optie als u de koptekst van signalen wilt verbergen. • •

Alleen persoonlijke signalen weergeven Waarschuwingen met dezelfde titel slechts eenmaal weergeven

3. Klik op OK om de configuratie op te slaan.

Signaalanalyse, functies De lijst Actie uitvoeren

Vanuit de lijst "Actie uitvoeren" kunt u het volgende doen: Actie

Effect

Verwijderen

Het signaal dat u voor verwijdering hebt gemarkeerd, is verwijderd.

Uitstellen

Het voordeel van uitstellen is dat u een signaal niet hoeft te verwijderen. U kunt het signaal wegzetten voor hergebruik op een later tijdstip.

Als ongelezen markeren

De naam van het signaal wordt vetgedrukt. U gebruikt deze optie als u een signaal hebt gelezen, maar nog geen actie hebt ondernomen en daaaraan wilt worden herinnerd.

Als gelezen markeren De naam van het signaal is niet langer vetgedrukt. Bijlage als ongelezen Het pictogram van de bijlage bij het signaal is een markeren gewoon pictogram. Bijlage als gelezen markeren

Het pictogram van de bijlage van het signaal bevat een vinkje.

Alle signalen in de lijst worden geselecteerd. Elke actie Alle waarschuwingen die u selecteert in de lijst Actie uitvoeren heeft nu beselecteren trekking op alle signalen.

252



Opmerking:

Als u meer dan een item wilt selecteren in de lijst met signalen, selecteert u een signaal en kunt u met Ctrl + klik elk ander gewenst signaal selecteren. De weergavelijst

Met de opties in de weergavelijst kunt u de lijst met signalen filteren. Optie

Weergave van

Standaardweergave

Alle signalen

Kritieke waarschuwingen

Alleen kritieke signalen

Belangrijke waarschuwingen

Alleen belangrijke signalen

Informatieve waarschuwingen

Alleen informatieve signalen

Openbare waarschuwingen

Alleen openbare signalen

Persoonlijke waarschuwingen

Alleen persoonlijke signalen

Lezen-waarschuwingen

Alleen lezen-signalen

Niet-gelezen-waarschuwingen

Alleen niet-gelezen-signalen

De lijst met signalen

U kunt met de lijst het volgende doen: •

• • • •

Als u de sorteervorm van de lijst wilt wijzigen, klikt u op de koptekst van een kolom. Wanneer u bijvoorbeeld alle items met bijlagen wilt zien, klikt u op de koptekst van de kolom met bijlagen. U opent een bijlage door erop te klikken. De bijlage wordt dan in een apart browservenster geopend. Als u de informatieve tekst van een signaal wilt zien, klikt u op het pijltje dat voor het onderwerp van het signaal wordt weergegeven. Wilt u de lijst met signalen vernieuwen, dan klikt u op het vernieuwingspictogram aan de rechterzijde van de lijst "Weergave". Als u een signaal wilt verwijderen, selecteert u het betreffende signaal in de lijst en klikt u op het verwijderingspictogram in de linkerbenedenhoek van de signaalanalyse.


253

3

3


Voorspellende analyses op basis van voorspellende modellen Een voorspellend model selecteren om te analyseren in een voorspellende analyse 1. Selecteer onder Dashboard Builder > Nieuwe analyse maken een analyse in de categorie "Voorspellende analyses". 2. Selecteer de universe waarop het model bestaat. 3. Selecteer het model. Verwante onderwerpen

• • • • •

Diagram Modeltoename op basis van voorspellende modellen op pagina 268 Analyse Belangrijkste beïnvloeders op basis van voorspellende modellen op pagina 262 Diagram Beïnvloeder/toename op basis van voorspellende modellen op pagina 260 Analyse Detail van beïnvloeder op basis van voorspellende modellen op pagina 259 Analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en voorspellende modellen op pagina 255

Voorbeelden van voorspellende analyses in de analysecatalogus De voorbeeldanalyses van Predictive Analysis in de analysecatalogus zijn gebaseerd op de volgende analyses: • Analyse van beïnvloeder • Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen • Detail van beïnvloeder • Diagram Beïnvloeder/toename • Belangrijkste beïnvloeders • Diagram Modeltoename • Tekengebied van variabel profielvak •

254

Lijsten en voorspellingen



• •

Gegevensprognose Afzonderlijke lijst

Raadpleeg de documentatie voor Predictive Analysis voor meer informatie over werken met deze analyse. Verwante onderwerpen

• • • • • • • • •

Wat is Predictive Analysis? op pagina 318 Analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en voorspellende modellen op pagina 255 Afzonderlijke lijst op basis van voorspellende modellen op pagina 258 Analyse Detail van beïnvloeder op basis van voorspellende modellen op pagina 259 Diagram Beïnvloeder/toename op basis van voorspellende modellen op pagina 260 Analyse Belangrijkste beïnvloeders op basis van voorspellende modellen op pagina 262 Gegevensprognose-analyse op basis van gegevens op pagina 265 Diagram Modeltoename op basis van voorspellende modellen op pagina 268 Tekengebied van variabel profielvak op basis van voorspellende modellen op pagina 270

Analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en voorspellende modellen De analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen in Predictive Analysis werpt licht op het type relatie tussen een variabele en het belangrijkste resultaat of de belangrijkste doelstelling. De analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen biedt: • •

Een histogramweergave van statistieken die zijn berekend met het modelsysteem dat de analyse Belangrijkste beïnvloeders ondersteunt. Een gedetailleerde weergave van de relatie tussen één beïnvloedersvariabele en één resultaat of doelstelling.

Gebruik Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen in de volgende gevallen:


255

3

3


•

•

'Hot-spots' (gedeelten met ongewoon hoge of lage statistische waarden) herkennen in de relatie tussen een variabele en een resultaatwaarde of indicator. Variabelen die als belangrijk worden weergegeven in Belangrijkste beïnvloeders profileren in termen van beschrijvende statistieken per bin.

Met Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen kunt u een antwoord vinden op vragen als: • • •

Waar zijn de belangrijkste breekpunten in de variabele Afvloeiing personeel en waar zijn de afvloeiingsaantallen het hoogst? Welke leeftijdsgroepen zorgen ervoor dat leeftijd als belangrijke beïnvloeder van de aankoopfrequentie wordt gezien? Wat heeft de grootste invloed op uitval en doorvoer van apparatuur? Hoe? Opmerking:

Deze vraag wordt beantwoord door de analyse Belangrijkste beïnvloeders (wat) en de analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen (hoe). Verwante onderwerpen

•

Analyse Belangrijkste beïnvloeders op basis van voorspellende modellen op pagina 262 • Wat is een beïnvloedervariabele? op pagina 276

De analyse Detail van Beïnvloeder op basis van doelstellingen configureren 1. Selecteer een voorspellend model. 2. Selecteer de beïnvloeder en de doelstelling die u wilt weergeven 3. Selecteer een gegevensmodel dat u wilt weergeven en klik op >>. Het gegeven wordt weergegeven in de lijst Geselecteerde gegevens. 4. Selecteer de weergaveopties. 5. Klik op OK om de configuratie op te slaan. Verwante onderwerpen

• Een voorspellend model selecteren om te analyseren in een voorspellende analyse op pagina 254 • De weergaveopties in Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en Detail van beïnvloeder instellen op pagina 257 • Wat is een doelstelling? op pagina 273 • Wat is een gegeven? op pagina 360

256



•

Wat is een beïnvloedervariabele? op pagina 276

De weergaveopties in Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en Detail van beïnvloeder instellen 1. Selecteer de volgorde waarin u de lijst wilt sorteren. 2. Selecteer een binning-optie. Optie

Beschrijving

Basis-binning

Selecteer deze optie om de uiteindelijke binning te genereren nadat het model is gegenereerd.

Uiteindelijke binning voor doelstelling

Een voorspellend model is gebaseerd op een populatie, beïnvloeders en doelstellingen. Onder afgeleide variabelen kunt u door de gebruiker gedefinieerde binning definiëren voor beïnvloeders. U kunt bijvoorbeeld een binning definiëren voor Leeftijd door Leeftijd in vijf bereiken te verdelen [0-25], [25-40], [40-60], [60-80], [80-100]. Deze informatie wordt gebruikt tijdens het genereren van een voorspellend model. Als geen door de gebruiker gedefinieerde binning is opgegeven, wordt er automatisch een gemaakt. Opmerking: Als u de analyse Detail van beïnvloeder configureert, moet u de doelstelling selecteren waarvoor u uiteindelijke binning wilt.


•

Analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en voorspellende modellen op pagina 255 • Analyse Detail van beïnvloeder op basis van voorspellende modellen op pagina 259 • Wat is binning? op pagina 272


257

3

3


Afzonderlijke lijst op basis van voorspellende modellen Afzonderlijke lijst is een analyse waarbij een set gegevens wordt geassembleerd voor een groep afzonderlijke waarden die modelscores en afgeleide variabelen bevat. Gebruik Afzonderlijke lijst als u een voorspellend model wilt toepassen op de onderdelen van een set of op afzonderlijke onderdelen die aan specifieke criteria voor doelen, speciale verwerking en/of integratie met externe systemen voldoen. Net als bij andere analyses, kan het vernieuwen van Afzonderlijke lijst met regelmatige intervallen worden gepland. De lijst kan in XML-indeling worden weergegeven en opgeslagen. Met Afzonderlijke lijst kunt u een antwoord vinden op vragen als: •

Welke werknemers komen het meest in aanmerking voor senior management?


• •

Wat is een afgeleide variabele? op pagina 273 Wat is een voorspellend model? op pagina 278

De analyse Afzonderlijke Lijst configureren 1. Selecteer een populatie en een filter (indien nodig) en klik vervolgens op Volgende. 2. Als u een item wilt selecteren in de lijst "Beschikbare objecten", klikt u op het gewenste item en daarna op >>. U kunt extra kolommen toevoegen en ervoor kiezen slechts een speficiek aantal rijen weer te geven. 3. Als u een kolom uit een ander model wilt toevoegen, klikt u op Extra kolom toevoegen. Selecteer vervolgens een object en klik op OK. Het object wordt weergegeven in de lijst "Geselecteerde gegevens". Opmerking:

Als u een object wilt verwijderen uit de lijst "Geselecteerde objecten", selecteert u het object en klikt u op <<.

258



4. Als u het aantal rijen in de afzonderlijke lijst wilt beperken, activeert u Alleen eerste en geeft u het aantal rijen op in het tekstvak "Rijen" of navigeert u naar het aantal met behulp van + of -. 5. Klik op OK.

Analyse Detail van beïnvloeder op basis van voorspellende modellen De analyse Detail van beïnvloeder komt overeen met de analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen omdat voor beide de categorieën ('bins') kunnen worden gebaseerd op statistische optimalisering met betrekking tot een belangrijk resultaat of 'doelstelling'. De analyse Detail van beïnvloeder verschilt echter van de analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen omdat hierbij een variabele per subbereikwaarde (of bin) wordt geprofileerd op basis van waarden die zijn gedefinieerd in een Business Objects-universe. De analyse Detail van beïnvloeder presenteert statistieken op basis van doelstellingen op binniveau. De analyse wordt beïnvloed door de volgende deviatiewaarden: • • •

Deviatie van doelstelling Deviatie van doelstelling met teken Gewogen deviatie van doelstelling

De volgende doelstelling versterkt de invloed: • • •

Percentage van doelstelling Gemiddelde waarde van doelstelling Standaarddeviatie van doelstelling

U kunt een beïnvloeder presenteren op basis van: • • •

Meetwaarden in de Business Objects-universe (analyse Profiel van beïnvloeder). Prestatiegegevens met betrekking tot een of meer resultaten (doelstellingen) (analyse Detail van beïnvloeder). Door de gebruiker gedefinieerde binning of binning op basis van modellen die is geoptimaliseerd voor een geselecteerde doelstelling. Profielprestaties voor doelstelling A op basis van subgroepen die zijn geoptimaliseerd voor doelstelling B.


259

3

3


Opmerking:

De analyse Beïnvloeder kan geoptimaliseerde binnings weergeven waardoor belangrijke breekpunten in de relaties tussen beïnvloeder en doelstelling zichtbaar worden. Verwante onderwerpen

• • •

Wat is een doelstelling? op pagina 273 Wat is binning? op pagina 272 Wat is een beïnvloedervariabele? op pagina 276

De analyse Detail van beïnvloeder configureren 1. Selecteer een voorspellend model. 2. Selecteer de beïnvloeder en de doelstelling die u wilt weergeven 3. Selecteer een model en een onderwerp dat u wilt weergeven en klik op >>. Het gegeven wordt weergegeven in de lijst "Geselecteerde gegevens". 4. Selecteer de weergaveopties. Verwante onderwerpen

• Een voorspellend model selecteren om te analyseren in een voorspellende analyse op pagina 254 • De weergaveopties in Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en Detail van beïnvloeder instellen op pagina 257 • Wat is een doelstelling? op pagina 273 • Wat is een gegeven? op pagina 360 • Wat is een beïnvloedervariabele? op pagina 276

Diagram Beïnvloeder/toename op basis van voorspellende modellen Het diagram Beïnvloeder/toename is een analyse die de relatie tussen een beïnvloedersvariabele en een binair resultaat of een binaire doelstelling aangeeft. Hierbij wordt een standaarddiagram met cumulatieve ophoging gebruikt. Net als bij Detail van beïnvloeder en Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen wordt met de analyse van het diagram Beïnvloeder/toename een variabele per subbereikwaarde, of bin, geprofileerd maar dit gebeurt op

260



een manier waarbij zowel de resultaatvariabele als de binfrequentie in overweging worden genomen. Bins van de beïnvloeder worden in aflopende volgorde van aantallen reacties op de horizontale as geplaatst. De modellijn geeft het cumulatieve percentage signalen aan dat kan worden bereikt door als doelstelling een toenemend percentage van de totale populatie te nemen. Uitgegaan wordt van de minst frequente waarde voor signaal of reactie. Met het diagram Beïnvloeder/toename kunt u een antwoord vinden op vragen als: •

Is het hoge belang van leeftijd als beïnvloeder van het aantal reacties op maandelijkse e-mailcampagnes gebaseerd op (a) uitschieters in een of twee specifieke leeftijdsgroepen, (b) de differentie tussen twee grote leeftijdsgroepen of (c) een geleidelijke toename of afname van het aantal reacties bij toenemende leeftijd?

Gebruik het diagram Beïnvloeder/toename in de volgende gevallen: •

•

•

'Hot-spots' (gedeelten met ongewoon hoge of lage statistische waarden) identificeren in de relatie tussen een variabele en een resultaatwaarde of indicator - dit op een manier die het percentage van de populatie dat in rekening wordt genomen, omvat. Variabelen die als belangrijk worden weergegeven in Belangrijke beïnvloeders profileren in termen van cumulatieve ophoging - de basis voor de berekening van de prioriteit. De beste subbereikwaarden van een belangrijkste-beïnvloedervariabele herkennen voor gebruik bij het maken van segmenten.

De analyse van diagram Beïnvloeder/toename configureren 1. Selecteer een voorspellend model. 2. Selecteer de beïnvloeder en de doelstelling. 3. Selecteer een gegevensmodel en klik op >>. Het gegeven wordt weergegeven in de lijst "Geselecteerde gegevens". 4. Selecteer de gegevensopties:


261

3

3


Optie

Beschrijving

Uiteindelijke binning voor doelstelling

Selecteer deze optie om de uiteindelijke binning te genereren nadat het model is gegenereerd.

Basis-binning

Een voorspellend model is gebaseerd op een populatie, beïnvloeders en doelstellingen. Onder afgeleide variabelen kunt u door de gebruiker gedefinieerde binning definiëren voor beïnvloeders. U kunt bijvoorbeeld een binning definiëren voor leeftijd door leeftijd in vijf bereiken te verdelen [0-25], [-25-40], [-40-60], [60-80], [-80-100]. Deze informatie wordt gebruikt tijdens het genereren van een model. Als geen door de gebruiker gedefinieerde binning is opgegeven, wordt er automatisch een gemaakt.

Beste toename

Kies deze optie als u voor elke bin de reactie met de beste maximale ophoging eerst wilt weergeven.

Modeltoename

Kies deze optie als u bins wilt ordenen op basis van de modelresultaten.


• Een voorspellend model selecteren om te analyseren in een voorspellende analyse op pagina 254 • Wat is een beïnvloedervariabele? op pagina 276 • Wat is een voorspellend model? op pagina 278 • Wat is binning? op pagina 272

Analyse Belangrijkste beïnvloeders op basis van voorspellende modellen De analyse Belangrijkste beïnvloeders geeft grafisch het belang aan van verschillende variabelen als beïnvloeders of voorspellers van een of meer belangrijke resultaten. Gebruikers kunnen belangrijkste beïnvloeders instellen als ze de variabelenprioriteit of de uiteindelijke relevantie van een gegeven zonder de invloed van verwante variabelen willen weergeven.

262



Gebruik Belangrijkste beïnvloeders in de volgende gevallen: • •

U wilt zien welke waarden of dimensies het best de belangrijkste resultaten voorspellen. U wilt weten of u met dezelfde of met verschillende variabelen verschillende typen resultaten kunt bereiken.

De analyse presenteert statistieken op basis van doelstellingen op beïnvloedersniveau. De analyse wordt beïnvloed door de volgende waarden: •

Prioriteit Met Prioriteite wordt gemeten hoe goed met de variabele zelf op de waarden van de doelstelling wordt geanticipeerd. Dit wordt als percentage van de mogelijke maximumwaarde weergegeven.

•

Veroudering Veroudering is een gegeven voor geavanceerde gebruikers. Het gegeven wordt berekend op basis van de mate waarin de prioriteit is gewijzigd sinds het model voor het laatst is gegenereerd. Waarden boven de vijf geven aan dat het model mogelijk opnieuw moet worden gegenereerd om de binning op basis van doelstellingen van de variabele opnieuw te optimaliseren.

•

Uiteindelijke relevantie Uiteindelijke relevantie is een geavanceerd gegeven dat de bruikbaarheid van de variabele aangeeft voor het anticiperen op doelstellingswaarden - dit buiten andere beïnvloeders in het model met overlappende effecten. Dit is het beste gegeven voor het toekennen van prioriteit wanneer een model wordt vereenvoudigd. U dient echter voorzichtig te zijn omdat een zeer belangrijke variabele kan worden weergegeven met een lage uiteindelijke relevantie als de variabele sterk verband houdt met een andere variabele waarvan de kracht iets sterker was tijdens de meest recente vernieuwing (tijdens een volgende vernieuwing kunnen twee van dergelijke variabelen van plaats wisselen door willekeurige variantie).

Met Belangrijkste beïnvloeders kunt u een antwoord vinden op vragen als: •

•

Welke kenmerken en gedrag zijn het vaakst gekoppeld aan een hoog aankoopvolume? Welke kenmerken en gedrag zijn het vaakst gekoppeld aan een hoog afvloeiingsrisico? Waar zijn de beïnvloeders van risico- en omzetresultaten gelijk en waar zijn ze verschillend?


263

3

3


• • •

Welke dimensies of waarden moet ik gebruiken om segmenten te maken met een hoge waarde, hoog potentieel of hoog risico? Welke factoren zijn van invloed op het succes van een verkoper? Wat heeft de grootste invloed op uitval en doorvoer van apparatuur? Hoe? Opmerking:

Deze vraag wordt beantwoord door de analyse Belangrijkste beïnvloeders (wat) en de analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen (hoe). Verwante onderwerpen

•

Analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en voorspellende modellen op pagina 255

De analyse Belangrijkste beïnvloeders configureren 1. Vouw Selecteer het model dat u wilt analyseren in het bewerkingsvenster van de analyse uit en selecteer de universe waarop het model bestaat. 2. Selecteer het voorspellende model in de lijst"Geselecteerd model". Mocht het model niet worden weergegeven, dan klikt u op het vernieuwingspictogram naast "Geselecteerd model". De bij het model behorende beïnvloeders en doelstellingen worden weergegeven in de lijsten "Gekoppelde beïnvloeders" en "Geselecteerde doelstelling(en)". 3. Selecteer een beïnvloedersniveau in de lijst "Gegeven dat u wilt weergeven". 4. Configureer in de sectie "Weergaveopties" de volgende opties: • Als u niet wilt dat beïnvloeders op de lijst staan die langer verouderd zijn dan een bepaalde limiet, activeert u Beïnvloeders verbergen indien langer verouderd dan en typt u een limiet. • Als u de beïnvloeders in een bepaalde volgorde op de lijst wilt weergeven, activeert u Sorteren in X volgorde van X voor doelstelling X • Als u een hyperlink wilt maken van de legenda naar een document, activeert u Legenda gebruiken als hyperlink voor navigatie naar en gaat u naar het document. 5. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.

264




•

Analyse Belangrijkste beïnvloeders op basis van voorspellende modellen op pagina 262

Gegevensprognose-analyse op basis van gegevens Met de analyse Gegevensprognose kunt u het volgende doen: • • •

De gegevensgeschiedenis grafisch weergeven en een of meer punten in de toekomst voorspellen. Automatisch cycli opsporen en aanpassen, zoals terugkerende patronen op bepaalde dagen van de week of maand. Met behulp van bereikwaarden van fouten en retrospectieve 1-puntsvoorspellingen de betrouwbaarheid van prognoses aangeven.

Gebruik Gegevensprognose in de volgende gevallen: •

•

U wilt zonder kennis van statistieken een prognose van tijdreeksgegevens voor meerdere punten in de toekomst maken die automatisch worden bijgewerkt. U wilt inzicht krijgen in de nauwkeurigheid van prognoses via bereikwaarden van fouten en retrospectieve prognoseoverlay.

Met Gegevensprognose kunt u een antwoord vinden op vragen als: • •

Zal in de komende 90 dagen de vraag het niveau van geplande voorraden voor een willekeurige einde-maandpiek overstijgen? Hoe groot is de kans dat de verkopers hun verkoopdoelen niet halen?

Opmerking:

U kunt alle combinaties van de detrended methode en codering van het cyclisch verloop testen, en de beste combinatie selecteren op basis van de volgende criteria: • Elimineer modellen waarbij Corr (voorspeld, actueel) niet statistisch significant is. • Selecteer het model met de kleinste wortel van gemiddelde gekwadrateerde fout: RMSE = sqrt(sum((forecasti-actuali)2)/N)

Aandachtspunten

•

Voor een juiste projectie hebt u minimaal 18 punten nodig.


265

3

3


•

Voor deze analyse kunnen geen gegevenssegmenten worden gebruikt.


•

Wat is een detrended gegevensprognose? op pagina 267

De gegevensprognose-analyse configureren U kunt een gegeven op basis van modellen voor deze analyse instellen. Gegevens op basis van modellen worden gemaakt in Predictive Analysis. Raadpleeg de documentatie voor Predictive Analysis voor meer informatie. 1. Vouw in het bewerkingsvenster van de analyse Prognoseparameter uit en klik op Gegeven selecteren. 2. Selecteer een gegeven op basis van modellen. 3. U kunt telkens een ander gegeven op basis van modellen selecteren als de analyse wordt vernieuwd, door Een aanwijzing toevoegen te activeren en de tekst voor de aanwijzing in het venster te typen. De aanwijzing is altijd standaard van toepassing op het laatst geselecteerde gegeven op basis van modellen waarvoor de aanwijzing wordt gebruikt. 4. Geef het aantal prognoseperioden op. 5. Vouw Weergaveopties uit en typ een titel voor de analyse. 6. U kunt een hyperlink instellen naar een Central Management Server-analyse vanuit de legenda van het diagram door Legenda gebruiken als hyperlink voor navigatie naar te activeren en te klikken op Bladeren om de analyse op te zoeken. De hyperlinktekst verschijnt in het tekstvak in een openAnalytic-tekenreeks. U kunt deze tekenreeks bewerken. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven in de documentatie voor meer informatie over openAnalytic. 7. Selecteer een foutbandbreedte: • Selecteer Liberaal om de foutbandbreedte te laten vermenigvuldigen als +1,96 keer L2 tot -1.96 keer L2. • Selecteer Conservatief om de foutbandbreedte te laten vermenigvuldigen als +3 keer L2 tot -3 keer L2, waarbij L2 de fout van de gemiddelde gekwadrateerde wortel is. De foutbandbreedte geeft de toegestane foutmarge aan.

266



8. Selecteer een steekproefgegevensset om een populatie te verdelen in specifieke onderdelen voor gebruik bij het genereren van modellen. • Selecteer Volledig om drie kwart van de gegevens te gebruiken voor schatting en een kwart van de gegevens voor validatie. • Selecteer Geoptimaliseerd om alle gegevens te gebruiken voor schatting en de laatste twee derde van de gegevens voor validatie. De standaardmodus, "Volledig", is een goede optie voor kleinere gegevenssets en gegevens met trends. De modus "Geoptimaliseerd" werkt beter voor gegevens met cycli.

Wat is een detrended gegevensprognose? Voor een gegevensprognoseanalyse wordt het volgende detrended coderingsalgoritme gebruikt: Verschilberekening aangrenzende punten:

xt = xt-1

Dubbele verschilberekening:

xt = xt-1 + (xt-1 – xt-2) = 2*xt-1 – xt-2

Lineaire regressie:

xt = A + B*t

Gegeneraliseerde regressie op tijd:

xt = A + B*t + C*t² + D*log(t) + E*sqrt(t)

De gecodeerde waarde is het detrended gemiddelde van het signaal in alle gegevenspunten met hetzelfde reeksnummer. Voor elk detrended algoritme geldt het volgende: • • •

•

Er wordt een prognose gemaakt voor alle waarden met reeksnummer 1. Overblijvende waarden worden berekend als (prognose – werkelijk). Het gemiddelde van deze overblijvende waarden in alle waarden met reeksnummer 1 wordt gebruikt als de cyclische codering van punten die overeenkomen met reeksnummer 1. Hetzelfde wordt toegepast op gegevenspunten met andere reeksnummers.

De codering van het cyclisch verloop van het detrended signaal omvat: • •

Standaard seizoensgebonden variabelen (zoals dag van de week, maand of jaar). Herhaalde codering van reeksen aangrenzende punten in tijd.


267

3

3


Diagram Modeltoename op basis van voorspellende modellen Met het diagram Modeltoename kunt u het volgende doen: •

•

De gecombineerde kracht van meerdere variabelen profileren voor het voorspellen van een binaire doelstelling in termen van cumulatieve ophoging. De relatie aangeven tussen de combinatie van ALLE beïnvloedersvariabelen in een voorspellend model en een binair resultaat of een binaire doelstelling. Hierbij wordt een standaarddiagram met cumulatieve ophoging gebruikt (wordt in databasemarketing gebruikt).

Het diagram Modeltoename bevat de volgende gegevens: • •

•

Bins van de modelscorevariabele, in aflopende volgorde van aantal reacties op de horizontale as geplaatst. Een modellijn die het cumulatieve percentage signalen aangeeft dat kan worden bereikt door als doelstelling een toenemend percentage van de totale populatie te nemen. Een signaal of een reactie die de minst frequente waarde voorstelt.

Gebruik het diagram Modeltoename in de volgende gevallen: • •

Bepalen hoeveel voorspellende kracht het totaal van een reeks variabelen bevat. Bepalen wat het beste scheidingspunt is voor doelstellingen op basis van waarden van een modelscorevariabele (indien in combinatie met afzonderlijke lijst gebruikt).


•

Afzonderlijke lijst op basis van voorspellende modellen op pagina 258

De analyse van diagram Modeltoename configureren 1. Selecteer een voorspellend model. 2. Selecteer items in de lijsten "Gekoppelde beïnvloeders" en "Geselecteerde doelstelling" door Ctrl ingedrukt te houden en met de muis te klikken. Verwante onderwerpen

• Een voorspellend model selecteren om te analyseren in een voorspellende analyse op pagina 254

268



Diagram Modeltoename: tips De volgende tips zijn beschikbaar voor het configureren van een diagram Modeltoename. Inzicht Scores maken Omvang steekproef Verkregen sets Opnieuw genereren bij vernieuwen Kruisverkoopanalyse

Inzicht U kunt het inzicht in het diagram Modeltoename als volgt optimaliseren: • •

Neem zoveel mogelijk potentieel relevante variabelen op. Gebruik modellen met meerdere doelstellingen en analyseconfiguraties van belangrijke beïnvloeders


•

Analyse Belangrijkste beïnvloeders op basis van voorspellende modellen op pagina 262

Scores maken U kunt het diagram Modeltoename als volgt optimaliseren voor scores: • •

Minimaliseer het aantal beïnvloeders door beïnvloeders met lage uiteindelijke relevantie uit te sluiten. Vermijd modellen voor meerdere doelstellingen.

Omvang steekproef Let op het volgende wanneer u de omvang van een steekproef selecteert: • •

Gebruik voor betrouwbare trendanalyses een absolute grootte voor de steekproef en geen percentage. Gebruik alleen grote steekproeven als u trends in zwakke (bijvoorbeeld minder belangrijke) relaties nauwkeurig in kaart wilt brengen.


269

3

3


•

•

Gebruik modellen met één beïnvloeder of de analyse Tekengebied van variabel profielvak als u doelstellingswaarden per bin wilt kwantificeren tegen 100% steekproeven van grote populaties. Verhoog de omvang van de steekproef als de regels voor opnieuw genereren te vaak worden gestart.


•

Tekengebied van variabel profielvak op basis van voorspellende modellen op pagina 270

Verkregen sets Gebruik zo nodig verkregen sets om de prestaties te verhogen: • •

Beperk de populatiedefinitie tot set/subset-voorwaarden. Maak gebruik van set/subset-lidmaatschapvariabelen.

Opnieuw genereren bij vernieuwen Gebruik "Opnieuw genereren bij vernieuwen" in beperkte mate, want het opnieuw genereren van een model neemt veel meer tijd in beslag dan een simpele vernieuwingsactie.

Kruisverkoopanalyse Gebruik voor de optimalisatie van het diagram Modeltoename voor kruisverkoopanalyse dezelfde variabelen als beïnvloeders en doelstellingen in modellen voor meerdere doelstellingen. Opmerking:

Dit is niet geschikt voor voorspellingen (waarbij de doelstellingen bekend moeten zijn).

Tekengebied van variabel profielvak op basis van voorspellende modellen Tekengebied van variabel profielvak is een analyse waarmee de relatie tussen een variabele (teken of numeriek) en een numerieke waarde wordt weergegeven met behulp van een standaardgrafiek met een tekengebied van het vak. Voor elke subbereikwaarde of 'bin' van de geselecteerde variabele wordt een tekengebied van een vak weergegeven dat de minimumwaarden,

270



maximumwaarde en de kwartielen (25ste, 50ste en 70ste percentiel) aangeeft van de distributie van de profielwaarden. Bij een alternatieve configuratie worden tekengebieden van vakken weergegeven op basis van gemiddelde en standaarddeviaties. U gebruikt het tekengebied van variabel profielvak in de volgende gevallen: •

•

•

U wilt weten hoe de distributie van een profielwaarde verschilt per variabele bin, bijvoorbeeld bereik, variabiliteit en overhellendheid of 'asymmetrie'. Daarentegen wordt de analyse Detail van beïnvloeder gebruikt om variabelen tegenover verschillende waarden naast elkaar te profileren op basis van een eenvoudige aggregatie, zoals het gemiddelde. U wilt het verschil in variatie tussen het bereik en de distributie van een KPI (Key Performance Indicator) voor verschillende waarden van een focuskenmerk analyseren om de consistentie van prestaties te begrijpen en te verbeteren. U wilt de relatie tussen een focuskenmerk en een profiel- of resultaatwaarde zodanig samenvatten dat de invloed van extreme waarden en onevenwichtige verdelingen duidelijk wordt.

Met Tekengebied van variabel profielvak kunt u een antwoord vinden op vragen als: • •

Hoe is de som van transactietarieven verspreid over accounts van verschillende leeftijden? Hoe zijn de prestaties van accountmedewerkers per regio verdeeld?


•

Analyse Detail van beïnvloeder op basis van voorspellende modellen op pagina 259

De analyse Tekengebied van variabel profielvak configureren 1. Selecteer de universe waarop de populatie bestaat. Klik op knop Vernieuwen naast "Geselecteerde populatie" om te zorgen dat u over de meest recente lijst beschikt. 2. Selecteer een populatie. 3. Selecteer de beïnvloeder en binning. Raadpleeg de documentatie voor Predictive Analysis voor meer informatie over het maken van een binning. 4. Selecteer een gegeven om in het tekengebied te gebruiken.


271

3

3


Opmerking:

Het gegeven moet een binning bevatten. 5. Selecteer de weergaveopties. De statistieken worden geselecteerd door een standaardconfiguratie te kiezen. De volgende parameters zijn de standaardconfiguraties: Optie

Beschrijving

Geselecteerd Selecteer Bereik of Deviatie. variabiliteit

• • Min

Laag

Mid

Hoog

Max

Bereik: minimum, maximum, 25%, 50%, 75% Deviatie: mean, mean + -sigma, mean + -3*sigma

Geef voor "Bereik " de laagste waarde van de waarde op voor elke bin. Voer voor "Deviatie" -3 sigma in. Geef voor "Bereik" het 25% percentiel op voor elke bin. Voer voor "Deviatie" -1 sigma in. Geef voor "Bereik" de mediaanwaarde op voor elke bin. Voer voor "Deviatie" het gemiddelde in. Geef voor "Bereik" het 75% percentiel op voor elke bin. Voer voor "Deviatie" +1 sigma in. Geef voor "Bereik" de hoogste waarde van de waarde op voor elke bin. Voer voor "Deviatie" +3 sigma in.

6. Klik op OK.

Predictive Analysis-termen Wat is binning? In Predictive Analysis kunt u met binning het waardenbereik van een variabele comprimeren tot een kleiner aantal, bijvoorbeeld een binning van leeftijd in leeftijdsgroepen.

272



Binning kan expliciet zijn gedefinieerd of statistisch zijn afgeleid. Verwante onderwerpen

•

Wat is een variabele? op pagina 279

Wat is een Boolean? In Predictive Analysis is Boolean een gegevenstype dat een voorwaarde vertegenwoordigt waarvan de waarden alleen de logische waarden WAAR of ONWAAR kunnen zijn. In het programma worden deze waarden respectievelijk aangegeven als 1 en 0. Boolean-variabelen worden gebruikt wanneer een binaire doelstelling gewenst is. Momenteel kunnen Boolean-waarden alleen in de analyses Modeltoename en Beïnvloeder/toename als doelstellingen worden geprofileerd. Vooral logische operators en de functie isinpopulation() zijn handig voor het definiëren van Boolean-variabelen.

Wat is een afgeleide variabele? Afgeleide variabelen zijn door de gebruiker gedefinieerde gegevenselementen die worden afgeleid van universe-objecten en/of het lidmaatschap van een set. De universe zelf ondersteunt het definiëren van variabelen in de vorm van waarden en dimensies die op basis van brongegevens worden berekend. Ontwerpers van toepassingen kunnen het bereik van de variabelen die beschikbaar zijn voor Predictive Analysis op een veiligere en gemakkelijkere manier uitbreiden dan door universes aan de installatie toe te voegen of te wijzigen. Daarnaast zijn voor sommige Predictive Analysis-berekeningen Boolean-doelvariabelen vereist. Deze kunnen alleen via het gebruik van afgeleide variabelen worden ingeschakeld. Verwante onderwerpen

• • •

Wat is een Boolean? op pagina 273 Modelgegevenstypen in Predictive Analysis op pagina 276 Wat is een variabele? op pagina 279

Wat is een doelstelling? Een doelstelling meet de prestaties van een bepaald gegeven. Doelstellingen kunnen numeriek of Boolean zijn en positief of negatief, afhankelijk van de


273

3

3


gewenste uitkomst. Een doelstelling bestaat uit een doelstellingswaarde en, optioneel, een tolerantiezone. Aan een doelstelling wordt een doelstellingsstatus toegewezen op basis van de prestaties van het gekoppelde gegeven. Als de werkelijke waarde van het gegeven boven de doelstellingswaarde en voorbij de tolerantie uitkomt, is de status van de doelstelling groen. Als de werkelijke waarde van het gegeven binnen het tolerantiebereik valt, is de status van de doelstelling geel. Als de werkelijke waarde van het gegeven onder de doelstellingswaarde en voorbij de tolerantie uitkomt, is de status van de doelstelling rood.

De status van een doelstelling is afhankelijk van de trendkleur van het gekoppelde gegeven: een gegeven Omzet dat boven de tolerantiegrens ligt, heeft de status groen en een gegeven Kosten dat boven de tolerantiegrens ligt, de status rood. Een doelstelling wordt gemaakt op basis van een gegeven: •

•

Een doelstelling heeft dezelfde agenda als het gekoppelde gegeven. Zo volgt een doelstelling op basis van een maandelijks gegeven intervallen van een maand en volgt een doelstelling op basis van een fiscale week intervallen van een fiscale week. Een doelstelling heeft hetzelfde type als het gekoppelde gegeven. Een doelstelling op basis van een gegeven Omzet heeft bijvoorbeeld het type 'Toename is in orde'.

Aan een gegeven kunnen verschillende doelstellingen zijn gekoppeld. Een gegeven kan bijvoorbeeld de doelstellingen Planning, Voorspelling en Vergelijking hebben. Verwante onderwerpen

•

274

Wat is doelstellingsstatus? op pagina 275



•

Wat is een Boolean? op pagina 273

Wat is doelstellingsstatus? Aan de status van een doelstelling kunnen de prestaties van een gegeven eenvoudig worden afgelezen. De positie van de werkelijke waarde van het gegeven binnen een tolerantiezone van een opgegeven periode bepaalt de doelstellingsstatus voor een gegeven periode. Bij de status van een doelstelling wordt rekening gehouden met de polariteit van een gegeven. De volgende kleuren geven de status van een doelstelling aan: • Groen geeft een doelstelling aan die op schema ligt. • Geel geeft een doelstelling aan waarvan de prestaties binnen het tolerantiebereik vallen. • Rood geeft een doelstelling aan waarvan de prestaties onder de ingestelde doelwaarden vallen. • Grijs geeft aan dat de status niet is bepaald - de tolerantiewaarde en/of de gegevenswaarde ontbreken. Een doelstelling kan ook de status grijs hebben als de laatste periode van het bijbehorende gegeven voorligt op de laatste periode van de doelstelling. Het equivalent van het pictogram voor de doelstellingsstatus is een numerieke status in het regelsysteem. Verwante onderwerpen

•

Wat is een doelstelling? op pagina 273

Wat is binning op basis van een doelstelling? In Predictive Analysis is binning op basis van een doelstelling geoptimaliseerd voor een doelstelling of resultaat. Een dergelijke binning benadrukt alleen de verschillen in het waardenbereik voor een beïnvloeder die overeenkomen met aanzienlijke verschuivingen in het percentage of het gemiddelde van de waarde van een opgegeven doelvariabele. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de enige belangrijke leeftijdsverschillen die gevolgen hebben voor het aantal reacties op een marketingcampagne, "jonger dan 20, 20-63 en 64+" zijn. Tijdens het genereren van een model wordt dit automatisch door het modelsysteem van de beïnvloeder berekend. Verwante onderwerpen

•

Wat is binning? op pagina 272


275

3

3


• •

Wat is een doelstelling? op pagina 273 Wat is een variabele? op pagina 279

Wat is een structuur? Een structuur is de duur van de tijdsperioden of segmenten waaruit de gegevens bestaan. De gegevensstructuur kan variëren in tijdspanne en hangt af van de agenda: hoe fijner de structuur, hoe korter de periode tussen de berekeningen van gegevenswaarden. Verwante onderwerpen

•

Wat is een gegeven? op pagina 360

Wat is een beïnvloedervariabele? Een beïnvloedervariabele wordt als beschrijvende of gedragsmatige informatie gebruikt, bijvoorbeeld leeftijd, provincie of berekeningen. De primaire modelgegevenstypen voor een beïnvloeder zijn: • Doorlopend • Nominaal • Rangtelwoorden Verwante onderwerpen

• •

Wat is een variabele? op pagina 279 Modelgegevenstypen in Predictive Analysis op pagina 276

Modelgegevenstypen in Predictive Analysis Objecten hebben invloed op de weergave van gegevens in het model.

276

Bronnen

Gegevenstype van bron

Gegevenstype van beïnvloeder

Gegevenstype van doelstelling

Desktop IntelligenceObjecten

Teken

Nominaal

Niet van toepassing

Numeriek

Doorlopend, Rangtelwoord

Doorlopend, Niet van toepassing



Bronnen

Afgeleide variabele

Gegevenstype van bron

Gegevenstype van beïnvloeder

Gegevenstype van doelstelling

Datum

Niet van toepass- Niet van toepassing ing

Boolean

Nominaal

Boolean

Teken

Nominaal

Niet van toepassing

Numeriek

Doorlopend, Rangtelwoord

Doorlopend, Niet van toepassing

Datum

Niet van toepass- Niet van toepassing ing

Gegevenstype Doorlopend

Het gegevenstype Doorlopend is het standaardgegevenstype voor numerieke variabelen. Gebruik dit type niet voor variabelen die numerieke codes in plaats van werkelijke getallen vertegenwoordigen (bijvoorbeeld postcodes). Behandel dergelijke variabelen als nominale variabelen. Gegevenstype Nominaal

Een nominaal gegevenstype is een waarde die geen inherente sortering heeft, zoals Geslacht. Alle tekenobjecten van een BusinessObjects-universe worden als nominale waarden verwerkt. Gegevenstype Rangtelwoord

Rangtelwoordvariabelen hebben een sortering, maar zonder evenredigheid. Zo is de afstand tussen aangrenzende waarden bijvoorbeeld niet gedefinieerd. Verwante onderwerpen

•

Wat is een Boolean? op pagina 273


277

3

3


Wat is een nieuw lid? In de analyse van sets is een nieuw lid een afzonderlijk onderdeel dat in een bepaalde periode in een set was opgenomen maar in de voorgaande periode niet de set was opgenomen. De analyseperiode komt in dit geval overeen met de vernieuwingsperiode van de set. Er zijn geen gegevens vereist om deze analyse uit te voeren. Verwante onderwerpen

•


Wat is een afmelding? Een afmelding is een afzonderlijk onderdeel dat in een bepaalde periode niet in een set was opgenomen maar in de voorgaande periode wel in de set was opgenomen.

Wat is een gegeven? Een gegeven of een KPI is een werkelijke waarde voor prestaties. Een gegeven wordt gedefinieerd met objecten in de universe en bestaat meestal uit: • een waarde • een filter • een datumbeperking Met gegevens kunt u de werkelijke prestaties bijhouden en vergelijken met een doelstelling of u kunt gegevens gebruiken om een trend te projecteren. Gegevens kunnen ook zijn gebaseerd op een set-universe. Met setgegevens kunt u een waarde voor een bepaald onderwerp binnen een set gedurende een bepaalde periode bijhouden.

Wat is een populatie? In Dashboards en analyses is een populatie een benoemde query waarmee een groep wordt gedefinieerd die van belang is.

Wat is een voorspellend model? Een voorspellend model is een door de gebruiker opgegeven configuratie van het voorspellende berekeningssysteem. Om een voorspellend model in te stellen, kiest de gebruiker de beïnvloeders, de doelstellingen en de populatie waarbinnen relaties worden gekwantificeerd.

278




•

Wat is een populatie? op pagina 278

Wat is de wortel van de gemiddelde gekwadrateerde fout? De wortel van de gemiddelde gekwadrateerde fout (RMSE of Root-Mean-Squared Error) is vaak het criterium bij het toewijzen van de juiste effeningsconstante. Selecteer de effeningsconstante met de kleinste RMSE-waarde.

Wat is het regelsysteem? In de Business Objects-toepassingen voor Dashboards en analyses kunt u het regelsysteem gebruiken om een bepaalde gebeurtenis te identificeren, te analyseren, te voorspellen en hierop te reageren. Het regelsysteem waarschuwt de gebruiker wanneer een proces niet beheerbaar is.



Wat is een variabele? In Process Analysis en Predictive Analysis is een variabele een gemeten kenmerk of eigenschap. De variabele kan bestaan uit 'werkelijke gegevens' of uit gegevens die zijn afgeleid op basis van een zoekopdracht, aggregatie of andere berekening. Een variabele kan zijn: • Een dimensie die in een BusinessObjects-universe is gedefinieerd. • Een waarde.


279

3

3


•

Een afgeleide variabele die een berekening op basis van waarden, dimensies en/of sets vertegenwoordigt die interactief door een gebruiker is gedefinieerd.


• • •

Wat is een afgeleide variabele? op pagina 273 Wat zijn variabele gegevens? op pagina 249 Wat is een controlediagram voor variabelen? op pagina 248

Setanalyses Een analyse lidmaatschap, migratie of multiset met gelijktijdige gebeurtenissen configureren Met de analyses lidmaatschap, migratie en multiset met gelijktijdige gebeurtenissen in Set Analysis worden de trends onderzocht in ingestelde gegevens, hoewel verschillende facetten van deze trends onder de loep worden genomen. De configuratie van deze analyse is grotendeels hetzelfde, met de volgende verschillen: • De lidmaatschapsanalyse werkt met een set die alle leden in een of meer sets bevat. • De migratieanalyse werkt met een of meer sets die informatie weergeven over migranten die van set veranderen, zoals nieuwe leden. • De analyse multiset met gelijktijdige gebeurtenissen werkt met een of meer sets waarin de diverse activiteiten van nieuwe leden, blijvers en afmelders worden gevolgd. 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van de analyse welke sets u in de analyse wilt weergeven. 2. Als u een hyperlink wilt toevoegen aan de setnaam die koppelt naar een analyse op de Central Management Server, activeert u in de sectie "Navigatieopties" de optie Setnaam gebruiken als hyperlink voor de navigatie naar en klikt u op Bladeren om naar de analyse te navigeren. In het venster voor de hyperlinktekst wordt de tekst van de hyperlink weergegeven in een openAnalytics-tekenreeks. U kunt deze tekenreeks bewerken. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses

280



op basis van doelstelling, universe-query en gegeven in de documentatie voor meer informatie over openAnalytic. 3. Als u het trenddiagram wilt verbergen, activeert u Geen automatische trend weergeven wanneer op een diagramelement wordt geklikt. Wanneer deze optie niet actief is, kunt u een item in de diagramlijst selecteren, waarna het bijbehorende gegevenstrenddiagram wordt weergegeven. Deze optie is handig als u meer ruimte in de lijst nodig hebt voor kolommen. 4. Als u op de gegevenspunten een hyperlink wilt instellen naar een analyse op de Central Management Server, vouwt u de sectie "Navigatieopties" voor het gegevenspunt uit, activeert u Gegevenspunt gebruiken als hyperlink naar en klikt u op Bladeren om naar de analyse te navigeren. In het venster voor de hyperlinktekst wordt de tekst van de hyperlink weergegeven in een openAnalytics-tekenreeks. U kunt deze tekenreeks bewerken. Raadpleeg de sectie over koppelingen maken vanuit analyses op basis van doelstelling, universe-query en gegeven in de documentatie voor meer informatie over openAnalytic. 5. Selecteer een modus in de sectie "Weergavemodus". 6. Selecteer in de sectie "Tijdvenster" een venster uit de vervolgkeuzelijst. Verwante onderwerpen

•

Een gegevensset instellen voor de analyse gegevensoverzicht, lidmaatschap, mirgatie of multiset met gelijke gebeurtenissen op pagina 281

Een gegevensset instellen voor de analyse gegevensoverzicht, lidmaatschap, mirgatie of multiset met gelijke gebeurtenissen Opmerking:

Als u een gegevensoverzichtanalyse configureert, kunt u ook gegevens selecteren zonder sets. 1. Vouw Kies de sets die in deze analyse moeten worden weergegeven uit in het bewerkingsvenster van de analyse. 2. Selecteer de set die u wilt opnemen: • Alle beschikbare sets • Alle sets in deze onderwerpgebieden Als u deze optie selecteert, kunt u de onderwerpgebieden kiezen in het deelvenster aan de rechterzijde.


281

3

3


•

Deze specifieke sets Als u deze optie selecteert, kiest u de gewenste sets door ze te selecteren in het linkerdeelvenster en ze toe te voegen aan het rechterdeelvenster.

3. Als u Deze specifieke sets hebt geselecteerd, kunt u een aanwijzing toevoegen door op Toevoegen te klikken onder het lijstvak "Geselecteerde sets" Verwante onderwerpen

• •

Een gegevensoverzichtsanalyse configureren op pagina 161 Een analyse lidmaatschap, migratie of multiset met gelijktijdige gebeurtenissen configureren op pagina 280

Lidmaatschap Met de analyse Lidmaatschap in Set Analysis kunt u trends voor sets opsporen en een geselecteerde set voor een bepaalde periode weergeven. Leden van een set zijn in de set opgenomen vanaf de meest recente setvernieuwing. Blijvers van een set zijn in de set opgenomen sinds meerdere setvernieuwingen. Als dezelfde klant bijvoorbeeld een kist goede wijn had gekocht in maart en april, was deze klant opgenomen in het aantal blijvers en leden van de set Wijnverzamelaars. Verwante onderwerpen

•

Wat is een blijver? op pagina 299

Migratie De migratieanalyse in Set Analysis toont de verplaatsing van leden van de ene set naar een andere set in de vorm van een grafiek. Opmerking:

Voor de migratie-analyse hebt u setgegevens met migranten tussen meerdere sets nodig. Raadpleeg de documentatie voor Set Analysis voor meer informatie over sets. Raadpleeg de documentatie voor Performance Manager voor meer informatie over setgegevens.

282



Multiset met gelijktijdige gebeurtenissen De analyse Multiset met gelijktijdige gebeurtenissen laat gelijktijdige in- en uitvoerstromen in een bepaalde periode zien. Opmerking:

Gebruik setgegevens met nieuwe leden en afmeldingen voor meerdere sets. Raadpleeg de documentatie voor Set Analysis voor meer informatie over sets. Raadpleeg de documentatie voor Performance Manager voor meer informatie over setgegevens. Nieuwe leden van een set zijn in de set opgenomen vanaf, maar niet voor, de meest recente setvernieuwing. Verwante onderwerpen

• •

Wat zijn gegevens op basis van meerdere sets? op pagina 283 Wat is een nieuw lid? op pagina 297

Wat zijn gegevens op basis van meerdere sets? Voor een bepaalde set kunt u meerdere subsets, waarden of transformaties selecteren om meerdere gegevens te definiëren. Voor een bepaalde groep kunt u gegevens definiëren voor elke set die bij de groep hoort. U kunt voor een bepaald niveau van de boomstructuur alle gegevens onder dat niveau vernieuwen of wissen. U kunt een weergave gebruiken per waarde, per set, per subset of per groep. Met gegevens voor meerdere sets kunt u relaties tussen sets over een bepaalde periode bijhouden. Er zijn vier typen gegevens voor meerdere sets opgenomen in het product: •

"Migranten" Migranten zijn personen die van een bepaalde laag naar een andere laag zijn gegaan. Migranten (in een bepaalde periode) van set A naar set B zijn: leden die zich bij set A in de desbetreffende periode hebben afgemeld en die zich in dezelfde periode bij set B hebben aangemeld. Migrantengegevens zijn alleen van toepassing op tijdelijke sets. Deze zijn niet verwisselbaar; dit betekent dat migranten van A naar B verschillen van migranten van B naar A.

•

"Overlappende leden"


283

3

3


Overlappende leden van set A en B zijn: leden van set A in de desbetreffende periode die ook lid zijn van set B in dezelfde periode. Overlappende leden zijn alleen van toepassing op tijdelijke sets. Deze zijn verwisselbaar; dit betekent dat de overlappende leden van set A en B gelijk zijn aan de overlappende leden van set B en A. •

"Tegelijk aangemelde nieuwe leden" Tegelijk aangemelde nieuwe leden (in een bepaalde periode) van set A en B zijn: nieuwe leden van set A in de desbetreffende periode die lid zijn geworden van set B in dezelfde periode. Tegelijk aangemelde nieuwe leden zijn alleen van toepassing op tijdelijke sets. Deze zijn verwisselbaar; dit betekent dat de tegelijk aangemelde nieuwe leden van set A en B gelijk zijn aan de tegelijk aangemelde nieuwe leden van set B en A.

•

"Tegelijk afgemelde leden" Tegelijk afgemelde leden (in een bepaalde periode) van set A en B zijn: leden die zich bij set A in de desbetreffende periode hebben afgemeld en die zich in dezelfde periode bij set B hebben afgemeld. Tegelijk afgemelde leden zijn alleen van toepassing op tijdelijke sets. Deze zijn verwisselbaar; dit betekent dat de tegelijk afgemelde leden van set A en B gelijk zijn aan de tegelijk afgemelde leden van set B en A.

Profiler De analyse Profiler in Set Analysis analyseert de informatie van afzonderlijke onderdelen op de niveaus Lidmaatschap en Gegeven. Met Individual Profiler kunt u sets maken om een profiel te maken van uw klanten op manieren die een antwoord geven op uw zakelijke vragen. Afzonderlijke klanten kunnen bij meerdere sets of interessegroepen behoren. Zo kunnen afzonderlijke klanten tegelijk behoren bij een specifieke leeftijdsgroep, geografische locatie en burgerlijke staat. U kunt klanten classificeren, analyseren en op verschillende manieren verwerken met settechnieken. U kunt zeer brede of zeer specifieke sets maken om uw klanten te categoriseren op manieren die relevant zijn voor uw bedrijf.

284



De analyse Profiler configureren Profiler analyseert de informatie van afzonderlijke onderdelen op de niveaus Lidmaatschap en Gegeven. 1. Selecteer in het bewerkingsvenster van Profiler de weergaven die u wilt weergeven in de analyse. U selecteert of deselecteert alle weergaven onder "Lidmaatschap" of "Gegevens" door ze op het basisniveau te activeren of te deactiveren. 2. Selecteer de onderwerpen die u wilt weergeven. U kunt alle onderwerpen weergeven of in de lijst met beschikbare onderwerpen een keuze maken. 3. Voer de id in. Deze id komt overeen met de kolomnaam in de setdimensietabel. 4. Klik op OK om de configuratie op te slaan. Verwante onderwerpen

•

Wat is een onderwerp? op pagina 299

Analyse Aantal visuele gegevens De analyse Aantal visuele gegevens in Set Analysis telt dimensieobjecten in een set. Met deze analyse kunt u de setpopulaties opsporen met significante hoeveelheden leden op basis waarvan u analysescenario's kunt maken. Aantal visuele gegevens helpt u bij setsteekproeven. Met Aantal visuele gegevens kunt u de volgende functies uitvoeren: •

• •

Door de database navigeren met behulp van de vooraf gedefinieerde objectstructuren om de gegevenscategorieën te vinden die nodig zijn om de huidige set te vullen. Eigen objectstructuren voor gegevensnavigatie maken. Het volgende weergeven: • De inhoud van de databasecategorieën in de detailvensters. Deze detailvensters bevatten informatie over de inhoud van de categorieën en het verband met andere categorieën. • De onderdelen van een categorie.


285

3

3


• •

De relatie tussen de categorieën in het bovenste en het onderste venster zoals aangegeven in de objectstructuur. Het aantal leden dat op dat moment in de set is opgenomen, zoals aangegeven in de weergavebalk van de toepassing.

Snelle aantallen van Set Analyzer gebruiken in Aantal visuele gegevens

Een snel aantal is een vooraf berekende, geaggregeerde actie gemaakt in Set Analyzer dat een overzicht geeft van het aantal segmenten. Met snelle aantallen navigeert u sneller door de objectstructuren, waardoor u sneller items in een set kunt selecteren. Als snelle aantallen is gedefinieerd, verloopt het ophalen van gegevens veel sneller omdat de gegevens al zijn berekend en opgeslagen in settabellen. Raadpleeg de beheerdershandleiding van Set Analyzer voor meer informatie over snelle aantallen en objectstructuren. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Set Analyzer voor meer informatie over objectstructuren. Verwante onderwerpen

• • •

Wat is een objectstructuur? op pagina 297 Wat is een snel aantal? op pagina 296 Wat is een steekproef? op pagina 298

De analyse Aantal visuele gegevens configureren 1. Vouw in de bewerkingsmodus van Aantal visuele gegevens de sectie "Visuele gegevensdefinitie opgeven" uit. 2. Selecteer een setonderwerp in de vervolgkeuzelijst "Onderwerp". 3. Selecteer de brontabel in de vervolgkeuzelijst "Bron". De objectstructuur wordt in een lijst met de dimensiehiërarchie weergegeven. 4. Selecteer een of meer dimensies en voeg deze toe aan het aantal visuele gegevens door te klikken op >. U kunt dimensies ook selecteren erop te dubbelklikken. Wanneer u een dimensie aan de lijst toevoegt: •

286

Als u een waarde selecteert, verschijnt het venster "Toegevoegde veldvoorwaarde". Hier kunt u een "Ja/Nee-voorwaarde" toewijzen.



Opmerking:

Deze voorwaarde is optioneel en alleen beschikbaar voor dimensies met een snel aantal. De ingestelde voorwaarde verfijnt de lijst met aantallen. Als u de aantallen voor alle items van de dimensie wilt zien, deactiveert u Ja/Nee-voorwaarde en klikt u op OK. Wanneer u een dimensie toevoegt zonder snelle telling, kunt u geen veldvoorwaarde toevoegen. Kies de optie om exacte aantallen weer te geven. Als de Ja/Nee-voorwaarde gelijk is voor de waarde, klikt u op Standaard om de voorwaarde niet vaker te hoeven maken. •

Als u een gegeven selecteert, wordt een venster geopend waarin u het type telling selecteert voor plaatsing in de dimensie. Als een snel aantal is toegewezen aan het gegeven, kiest u Alleen schattingen. Als u liever een exact aantal wilt of geen snel aantal hebt toegewezen aan het gegeven, kiest u Exacte aantallen.

5. Klik op Opties om de volgende analyseopties in te stellen: • Activeer Indien vereist atijd bron gebruiken als u geen schattingen wilt en de bronfeitentabellen altijd geraadpleegd moeten worden. • Activeer Indien beschikbaar altijd schattingen gebruiken als u altijd snelle aantallen wilt gebruiken. • Activeer Ja/Nee-voorwaarden standaard instellen op Ja. Wanneer u een dimensie selecteert voor het aantal gegevens, is de dimensie standaard ingesteld op Nee en selecteert u de leden van de dimensie die u wilt gebruiken in Aantal visuele gegevens. Het activeren van deze opties bespaart u tijd als u alle leden wilt gebruiken voor alle aantallen visuele gegevens, of uitgaat van Ja en de leden selecteert die niet moeten worden weergegeven. 6. Selecteer een modus in de sectie "Weergavemodus".

Set Analytics in de analysecatalogus De Set Analytics-voorbeelden zijn gebaseerd op Web Intelligence-query's en zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: •

Lidmaatschapsanalyses: • Lidmaatschapsoverzicht • Wijziging in lidmaatschap


287

3

3


•

Lidmaatschapsstatus

•

Setgegevensanalyses: • Spreidingsdiagram voor meerdere sets • Percentage van groepstotaal • Percentage van bedrijf • Setvergelijking • Set tegenover bedrijf • Set tegenover groepsgemiddelde • Set tegenover totale groei van groep • Set tegenover omzet van groep

•

Migratieanalyses: • Migrantenvergelijking • Migratie per laag

Lidmaatschapsoverzicht Lidmaatschapsoverzicht is een Set Analysis-voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft aan hoe het aantal leden over een bepaalde periode is opgesplitst in het aantal nieuwe leden en het aantal blijvers (positieve staven). Dit kan worden vergeleken met het aantal afmeldingen, dat als negatieve staven wordt weergegeven.

Migrantenvergelijking Migrantenvergelijking is een voorbeeld van een setanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die gegevens op basis van migranten vergelijkt. De standaardnettostroom maakt de vergelijking mogelijk van gegevens die in verschillende eenheden worden gemeten. Om deze analyse te kunnen uitvoeren, moet u migrantengegevens definiëren.

Migratie per laag Migratie per laag is een voorbeeld van een setanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft algemene migratietrends naar sets in hogere of sets in lagere lagen aan. Dit is een tabelanalyse waarin het aantal migranten tussen sets in verschillende lagen en de algehele migratie omhoog en omlaag worden weergegeven. Om deze analyse te kunnen uitvoeren, moeten de namen van de sets zijn gesorteerd op alfanumerieke volgorde die hun relatieve posities aangeeft (bijvoorbeeld Laag 1, Laag 2, Laag 3, enzovoort) en moeten de migrantengegevens zijn gedefinieerd.

288



Spreidingsdiagram voor meerdere sets Spreidingsdiagram voor meerdere sets is een voorbeeld van een setanalyse-tekengebied met spreiding in de analysecatalogus van Dashboard Builder waarin het aantal nieuwe leden, afmeldingen en blijvers gelijktijdig wordt vergeleken met de werkelijke waarden van de gegevens, zoals kosten en omzet. Een Spreidingsdiagram voor meerdere sets bevat een momentopname van twee of meer subsets van een set. De x- en y-as van het tekengebied met spreiding worden met twee gegevens gedefinieerd. Tip: u kunt gemakkelijk door de verschillende perioden bladeren. Gebruik deze analyse om de huidige waarden van verschillende subsets met betrekking tot twee waarden tegelijk te vergelijken. Als u bijvoorbeeld wilt weten of er sprake is van een opkomende trend in de omzet/kosten-verhoudingen onder nieuwe leden en afmeldingen, kunt u de omzet tegenover kosten voor nieuwe leden en afmeldingen tekenen en de relatieve posities ervan vergelijken.

Percentage van groepstotaal Percentage van groepstotaal is een voorbeeld van een setanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft aan hoeveel een set bijdraagt aan het totaal van een groep. Deze analyse kan worden gebruikt voor sets die elkaar uitsluiten. De analyse Percentage van groepstotaal vergelijkt twee gegevens die in een andere maateenheid worden uitgedrukt. Wanneer deze analyse wordt toegepast op een set elkaar uitsluitende lagen waarin alle afzonderlijke onderdelen zijn opgenomen met het gegeven Aantal (bijvoorbeeld Aantal afzonderlijke onderdelen) en het gegeven Opbrengsten, is deze analyse een 80/20-regeldiagram voor een bepaalde periode.

Percentage van bedrijf Percentage van bedrijf is een voorbeeld van een setanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft aan hoeveel een set bijdraagt aan het bedrijfstotaal. De formule voor Percentage van bedrijf is: Set Metric / Enterprise Metric


289

3

3


Setvergelijking Setvergelijking is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die sets op een bepaald tijdstip met elkaar vergelijkt. In een Setvergelijking wordt onderscheid gemaakt tussen sets die zich boven het gemiddelde (blauwe streep) bevinden en sets die zich daaronder bevinden.

Set tegenover bedrijf Set tegenover bedrijf is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die nuttig is voor de vergelijking van een setgegeven ten opzichte van het bedrijf. Met het percentage van de bron beginnen beide regels met dezelfde waarde (100%) om de vergelijking te vereenvoudigen.

Set tegenover groepsgemiddelde Set tegenover groepsgemiddelde is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die nuttig is voor de vergelijking van een onbewerkte setwaarde ten opzichte van de gemiddelde waarde van een groep. Het gemiddelde van de groep wordt berekend door de gemiddelde waarden van de sets binnen de groep te berekenen.

Set tegenover totale groei van groep Set tegenover totale groei van groep is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die nuttig is voor de vergelijking van een onbewerkte setwaarde ten opzichte van de totale groei van een groep. Totale groei is een oplossing voor de schaalkwestie van de onbewerkte waarde van de set tegenover het totaal van de groep. De trend van het totaal van de groep wordt relatief ten opzichte van de beginwaarde van de trend van de set, waardoor de totale groei van de groep altijd begint met dezelfde waarde als de trend van de set.

Set tegenover omzet van groep Set tegenover omzet van groep is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die nuttig is voor de vergelijking van de omzet van een set ten opzichte van de omzet van een groep.

290



In deze analyse wordt het aantal wijzigingen (‘churn’) in een lidmaatschap aangeduid. De analyseperiode komt in dit geval overeen met de vernieuwingsperiode van de set. Er zijn geen gegevens vereist om deze analyse uit te voeren.

Afzonderlijke analyses van Set Analysis Een afzonderlijke analyse biedt gedetailleerde geschiedenisinformatie waarin de ontwikkeling van de relatie tussen een afzonderlijk onderdeel en het bedrijf wordt beschreven. Een dergelijke analyse kan worden gebruikt om profielen van klanten, producten en partners te bepalen. Een afzonderlijke analyse ondersteunt het herkennen van een patroon in een bepaalde periode, hetgeen tot nieuwe segmentatie-ideeën kan leiden. De analyse biedt niet alleen kenmerkgegevens op het niveau van de afzonderlijke onderdelen, maar ook de informatie die nodig is om de relatiegeschiedenis te begrijpen. Door profielen van belangrijke klanten bij te houden, kunnen patronen worden ontdekt die het belangrijke gedrag binnen een set voorspellen. Ook kan het gedrag van een afzonderlijk onderdeel worden vergeleken met een bredere populatie binnen de set. Op het tabblad "Afzonderlijk" in Set Analysis vindt u voorbeelden van analyses waarmee het gedrag wordt geanalyseerd van het geselecteerd onderdeel ten opzichte van een of meer sets: • • •

Profiler Afzonderlijk staand Lidmaatschap • Huidig lidmaatschap • Geschiedenis lidmaatschap • Samenvatting lidmaatschap

•

Voorbeelden van gegevensanalyses voor Set Analysis • Gegevenstrends • Samenvatting gegevens • Sets tegenover afzonderlijke items

Profiler De analyse Profiler in Set Analysis analyseert de informatie van afzonderlijke onderdelen op de niveaus Lidmaatschap en Gegeven. Met Individual Profiler


291

3

3


kunt u sets maken om een profiel te maken van uw klanten op manieren die een antwoord geven op uw zakelijke vragen. Afzonderlijke klanten kunnen bij meerdere sets of interessegroepen behoren. Zo kunnen afzonderlijke klanten tegelijk behoren bij een specifieke leeftijdsgroep, geografische locatie en burgerlijke staat. U kunt klanten classificeren, analyseren en op verschillende manieren verwerken met settechnieken. U kunt zeer brede of zeer specifieke sets maken om uw klanten te categoriseren op manieren die relevant zijn voor uw bedrijf.

Afzonderlijk staand Afzonderlijk staand is een onderdeel van een analyse Afzonderlijke set waarmee beschrijvende informatie wordt weergegeven over een bepaald onderdeel. Er kunnen rapporten en documenten zijn gekoppeld die aanvullende informatie bevatten, zoals de transactiegeschiedenis, als deze tijdens de configuratie zijn ingesteld. Deze analyse biedt een interface voor twee soorten informatie: • •

Standaarddimensie- of kenmerkgegevens Gedetailleerde informatie, zoals transactiegeschiedenissen of andere gegevens

Opmerking:

De weergegeven velden zijn afhankelijk van de toegangsrechten die de systeembeheerder aan uw profiel heeft toegewezen.

Huidig lidmaatschap Huidig lidmaatschap is een afzonderlijke setanalyse waarin de samengevatte informatie van een afzonderlijke set lidmaatschap op een bepaald tijdsmoment wordt weergegeven. Het tijdstip is standaard ingesteld op vandaag of op de einddatum voor het geselecteerde tijdvenster als u de samenvatting van het tijdstip weergeeft nadat u de weergave Periode (Samenvatting of Geschiedenis) hebt geopend. Met deze analyse kunt u de informatie in de weergave Samenvatting beter interpreteren (u kunt bijvoorbeeld beter zien of de gegevens van de periode consistent zijn met historisch gedrag of kenmerkend zijn voor een wijziging).

292



Geschiedenis lidmaatschap Geschiedenis lidmaatschap is een afzonderlijke Set Analysis-analyse waarin de details worden weergegeven van een lidmaatschapshistorie van een geselecteerd onderdeel. Elke rij bevat de lidmaatschapsepisoden binnen het geselecteerde tijdsinterval voor het geselecteerde afzonderlijke onderdeel. Elke lijnenset vertegenwoordigt één lidmaatschapsepisode. De minimumlengte van een episode die voor een bepaalde set wordt weergegeven, wordt bepaald door de vernieuwingsfrequentie van de set. U kunt de tijdvensterliniaal gebruiken om een tijdvenster te selecteren waarin de geschiedenis wordt weergegeven. De structuur van de liniaal bepaalt of de tijdliniaalaanwijzers zijn ingesteld op dagen, weken, maanden, kwartalen of jaren. Met de zoomknoppen kunt u het datumbereik dat op de liniaal wordt weergegeven, uitbreiden of beperken. Wanneer u de breedte van het tijdsvenster wijzigt, kan de episodeweergave worden gewijzigd. Bij grotere intervallen wordt de weergavestructuur ruimer. Als het interval tussen aangrenzende episoden te kort is om goed te worden weergegeven in de schaal van de vensterbreedte, wordt de tekenreeks die voor de regel wordt gebruikt, gewijzigd om de ontbrekende gegevens weer te geven. U kunt sets selecteren via de standaardbewerking met structuurlijsten. De lidmaatschapsgeschiedenis bevat informatie over de geschiedenis van het lidmaatschap van een onderdeel in een bepaalde periode. Onderbroken lijnen geven aan dat het afzonderlijke onderdeel binnen een set is verplaatst.

Samenvatting lidmaatschap Samenvatting lidmaatschap is een afzonderlijke Set Analysis-analyse waarin een samenvatting wordt weergegeven van het lidmaatschap van een afzonderlijk onderdeel in de diverse tijdvensters. Deze analyse lijkt op Huidig lidmaatschap, maar u kunt de tijdliniaal gebruiken om een interval te kiezen in plaats van één datum. Ook de kolommen zijn op een vergelijkbare manier gedefinieerd, maar deze zijn beperkt tot het geselecteerde tijdvenster op de tijdliniaal. Selecteer de set om datums van lidmaatschapsepisoden binnen het geselecteerde tijdvenster weer te geven. De volgende informatie wordt weergegeven:


293

3

3


• •

• •

Aanwezigheid: het totale aantal dagen in de set aanwezig sinds de eerste dag als nieuw lid Aantal verschijningen: het totale aantal malen gedurende de geselecteerde periode dat het afzonderlijke onderdeel uit de set is verwijderd en weer in de set is opgenomen. Gemiddelde duur: de gemiddelde duur van de periode waarin het afzonderlijke onderdeel deel uitmaakte van de set. % aanwezigheid: procentuele waarde van de aanwezigheidsdagen in de set.


•

Huidig lidmaatschap op pagina 292

Voorbeelden van gegevensanalyses voor Set Analysis De volgende "Afzonderlijke analyses" bieden een krachtig handvat om de ontwikkeling van een afzonderlijk onderdeel ten opzichte van een of meer gegevens gedurende een bepaalde periode te observeren: • • •

Gegevenstrends Samenvatting gegevens Sets tegenover afzonderlijke items

Om een zinvolle interpretatie van afzonderlijke gegevens te vergemakkelijken, kunt u de tabbladen "Samenvatting" en "Trend" gebruiken om afzonderlijke informatie met een of meer gegevens te vergelijken. De gekozen structuur op het tabblad "Gegeven" is gebaseerd op het eerste geselecteerde gegeven.

Samenvatting gegevens De analyse Samenvatting gegevens op het tabblad Afzonderlijk van Set Analysis geeft een samenvattende weergave van de gegevenswaarden van een onderdeel. Deze analyse bevat waarden voor het afzonderlijke onderdeel in een geselecteerde periode, plus waarden in de dichtstbijzijnde periode. In Samenvatting gegevens is het berekeningsinterval voor het afzonderlijke onderdeel gelijk aan het observatietijdsinterval. De meest recente vernieuwingsdatum van de gegevenswaarde wordt weergegeven, evenals de waarde zelf. De datumnotatie geeft aan wat de gegevensstructuur is. Om ervoor te zorgen dat de waarden van het

294



afzonderlijke onderdeel direct met de gegevenswaarden kunnen worden vergeleken, selecteert u een structuur en klikt u op de tijdliniaal om één periode van de structuur te selecteren. Waarden van het geselecteerde gegeven van die structuur worden in normaal lettertype weergegeven. In andere gevallen worden de waarden grijs weergegeven en worden de volgende criteria toegepast om de meest overeenkomende gegevenswaarde te kiezen: • • •

Wat is het meest recente, volledig in het totaal opgenomen subinterval van de geselecteerde periode. Welk interval heeft de langste periode (met gegevens) die het grootste deel van de geselecteerde periode omvat. Welk interval heeft de kortste periode onder de een of meer kortere perioden die het geselecteerde interval raken die het meest recent is (met gegevens).

Een gegevenswaarde wordt met het standaardlettertype weergegeven als het geselecteerde tijdsinterval overeenkomt met de periode voor het gegeven en daarvoor een waarde bestaat. Gegevensperioden zijn één dag, week, maand, kwartaal of jaar.

Gegevenstrends Gegevenstrendanalyse op het tabblad Afzonderlijk van Set Analysis is een voorbeeld van een gegevenstrendanalyse waarin de tijdreekstrend van gegevens voor een geselecteerd onderdeel in een bepaalde periode weer. Deze analyse bevat trends voor Business Objects-waarden die voor een geselecteerd afzonderlijk onderdeel over een geselecteerd tijdsinterval zijn berekend. Dit zijn trends voor de gegevens van het geselecteerde afzonderlijke onderdeel. U kunt ook sets selecteren en de trend van het afzonderlijke onderdeel met een of meer sets weergeven. Als u Gegevenstrends instelt, kiest u de gegevens voor weergave door de set te selecteren in de setstructuurlijst en maakt u een keuze uit beschikbare gegevens-/transformatiecombinaties. U kunt eerst kiezen welke gegevens moeten worden weergegeven. In de daaropvolgende stap kunt u de berekening en weergave instellen van de waarden van het afzonderlijke onderdeel voor het geselecteerde gegeven.

Sets tegenover afzonderlijke items Sets tegenover afzonderlijke items is een voorbeeld van een afzonderlijke analyse van Set Analysis waarin een gegevenstrendlijn voor een afzonderlijk


295

3

3


onderdeel wordt vergeleken met die van een of meer sets. Met deze analyse kunt u een gegevenstrendlijn voor een afzonderlijk onderdeel vergelijken met die van een of meer sets. U kunt waarden rechtstreeks vergelijken of u kunt trends vergelijken met behulp van het percentage afwijking van de bron. Met sets tegenover afzonderlijke items kunt u een afzonderlijk onderdeel vergelijken met setgemiddelden gedurende een bepaalde periode of, wat nuttig kan zijn in een B2B-scenario, vergelijken welk deel van de settotalen is gebaseerd op het geselecteerde afzonderlijke onderdeel. Opmerking:

gebruik % afwijking van bron wanneer u trendlijnen voor totalen of aantallen vergelijkt terwijl het gegeven 'gemiddelde per afzonderlijk onderdeel' niet beschikbaar is. Ook kunt u de onbewerkte waarden weergeven om trends te analyseren met betrekking tot het deel van de totale gegevenswaarde dat gebaseerd is op het geselecteerde afzonderlijke onderdeel.

Set Analysis-termen Wat is een afgebroken blijver? In de analyse van sets is een afgebroken blijver een afzonderlijk onderdeel dat aan het einde van de analyseperiode in de set was opgenomen en dat net in de voorgaande periode in de set was opgenomen, maar vertrok tijdens de analyseperiode.

Wat is een doorlopende blijver? Bij de analyse van sets is een doorlopende blijver iemand die in een set aanwezig is aan het einde van de analyseperiode, die ook net voor deze periode aanwezig was en die tijdens de analyseperiode niet is vertrokken.

Wat is een snel aantal? Een beheerder van Set Analyzer maakt snelle aantallen in Set Architect. Een snel aantal is een vooraf berekende, geaggregeerde actie gemaakt in Set Analyzer, dat een overzicht geeft van het aantal segmenten. Met snelle aantallen navigeert u sneller door de objectstructuren, waardoor u sneller items in een set kunt selecteren. De beheerder van Set Analyzer kan ook snelle aantallen voor specifieke perioden plannen in Set Architect, waardoor de prestaties van het netwerk verbeteren. Raadpleeg de beheerdershandleiding van Set Analyzer voor

296



meer informatie over snelle aantallen en objectstructuren. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Set Analyzer voor meer informatie over objectstructuren. Verwante onderwerpen

•

Wat is een objectstructuur? op pagina 297

Wat is een nieuw lid? In de analyse van sets is een nieuw lid een afzonderlijk onderdeel dat in een bepaalde periode in een set was opgenomen maar in de voorgaande periode niet de set was opgenomen. De analyseperiode komt in dit geval overeen met de vernieuwingsperiode van de set. Er zijn geen gegevens vereist om deze analyse uit te voeren. Verwante onderwerpen

•


Wat is een afmelding? Een afmelding is een afzonderlijk onderdeel dat in een bepaalde periode niet in een set was opgenomen maar in de voorgaande periode wel in de set was opgenomen.

Wat is migratie? In Set Analysis is migratie de verplaatsing van afzonderlijke klanten van een set naar een andere set.

Wat is een objectstructuur? In Set Analysis maken objectstructuren gegevens in de brondatabase zichtbaar, zodat gebruikers kunnen drillen om items te vinden voor gegevenssets. Een beheerder van Set Analyzer maakt objectstructuren in Set Analyzer nadat de opslagruimte van de set met de juiste metagegevens is geconfigureerd. Doorgaans wordt ten minste één objectstructuur gemaakt. Gebruikers van Set Analyzer kunnen deze objectstructuren vervolgens gebruiken om de inhoud van hun sets te definiëren in de weergave Visuele gegevens van Set Analyzer. Ook kunnen gebruikers van Set Analyzer zelf aangepaste objectstructuren maken. De rijen in de brontabellen hebben relaties, inherent aan de


297

3

3


gegevens, die wijzen naar waarden die kunnen worden gebruikt voor het categoriseren. Deze waarden zijn zelden uniek en komen voor in talrijke records of rijen in de tabel. De waarden kunnen worden gebruikt om gegevens te groeperen en staan vaak op hiërarchische wijze in verband met andere waarden in andere kolommen. Een tabel kan talrijke inherente hiërarchieën bevatten die aangeven hoe deze kolommen aan elkaar zijn gerelateerd. Het definiëren van deze hiërarchieën als objectstructuren is een handige methode om gebruikers van Set Analyzer die niet vertrouwd zijn met de structuur van de gegevens toegang te bieden tot de tabelitems. De objectstructuren in Set Analyzer hoeven geen onderliggende logische hiërarchie te hebbem, maar kunnen worden opgebouwd uit elke willekeurige combinatie van geschikte objecten in de opslagruimte van de set.

Wat is behoud? Bij de analyse van sets is behoud het aantal blijvers als ledenpercentage aan het einde van de voorgaande periode. Verwante onderwerpen

•

Wat is een blijver? op pagina 299



Wat is segmentatie? In Set Analysis is segmentatie een manier om een groep afzonderlijke personen, zoals klanten, potentiële klanten en leveranciers, onder te verdelen in categieën ofwel sets. Meestal sluiten groepen elkaar uit, maar ze kunnen ook overlappend zijn.

298



Wat is een blijver? In de analyse van sets is een blijver een afzonderlijk onderdeel dat in een bepaalde periode in een set is opgenomen en in de voorgaande periode ook in de set was opgenomen.

Wat is een onderwerp? In Set Analysis geeft het onderwerp het centrale thema aan voor de sets die daarop zijn gebaseerd. Een set kan gegevens voor één onderwerp bevatten, bijvoorbeeld klanten, accounts, producten, enzovoort. In de context van een bepaalde klant kunt u sets definiëren die voorwaarden op basis van de verschillende tabellen en weergaven bevatten waarin de klant wordt beschreven.

Wat is omzet? Bij de analyse van sets is omzet het aantal afmeldingen als percenatge van de leden aan het einde van de voorgaande periode. Verwante onderwerpen

•

Wat is een afmelding? op pagina 297

Extra Samengestelde analyse In de samengestelde analyse kunt u een of meer combinaties van analyses op een pagina maken. De analyses die hier deel van uitmaken, worden afzonderlijk bewerkt. De samengestelde analyse is nuttig wanneer u inhoud hebt die u wilt herhalen op meer dan één dashboardtabblad. Als u bedrijfsdashboards bijvoorbeeld wilt voorzien van een standaardtitelpagina of -kop met het bedrijfslogo en de bedrijfsnaam plus vertrouwelijke informatie, kunt u een samengestelde analyse maken met al deze informatie en deze opslaan in een openbare map. Of u wilt bijvoorbeeld dezelfde analyses opnieuw gebruiken in een specifieke indeling, die u dan kunt opslaan in een samengestelde analyse. U kunt vervolgens andere samengestelde analyses maken op basis van deze analyse, maar de gegevensbron opnieuw instellen in elk exemplaar.


299

3

3


De samengestelde analyse kan werken met de vieweranalyse in een dashboard, zodat bij het klikken op een koppeling in een analyse de bestemming verschijnt in de viewer en niet in een afzonderlijk browservenster. Verwante onderwerpen

• •

De Viewer-analyse in dashboards op pagina 300 Werken met een dashboard of samengestelde analyse in de indelingsmodus Vrije vorm op pagina 19

De Viewer-analyse in dashboards Standaard worden objecten die zijn opgeroepen vanuit een analysekoppeling in de volledige dashboardruimte geopend. De Viewer-analyse biedt de mogelijkheid om objecten die zijn opgeroepen uit analyses via analysekoppelingen met openAnalytic-variabelen weer te geven in de door u gewenste grootte. Als u bijvoorbeeld in een dashboard met een Viewer een titel van een vak met een koppeling selecteert in een gegevensstructuur, wordt de doelanalyse weergegeven in de Viewer. Dit stelt u in staat om de gegevensstructuur en de doelanalyse naast elkaar te bekijken. In een ander voorbeeld hebt u een Web Intelligence-rapport gemaakt en wilt u de gekoppelde items in het rapport selecteren, waarbij het gekoppelde document wordt weergegeven in de Viewer. De Viewer-analyse is vooral handig in combinatie met de navigatielijstanalyse. U gebruikt de navigatielijst als een 'inhoudsopgave' en de Viewer als de weergave-portlet. Hiermee wordt u dashboardruimte opgeslagen. U vindt de Viewer-analyse in de dashboardbewerkingsmodus, in Toolbox > Nieuwe analyse. Sleep de Viewer naar het dashboardindelingsgebied en pas het formaat aan met behulp van het pictogram in de linkerbenedenhoek om deze toe te voegen aan het dashboard. Verwante onderwerpen

• •

Een navigatielijst gebruiken op een dashboardtabblad op pagina 32 OpenAnalytic-variabelen voor gebruik in analyses op basis van doelstelling, gegeven en universe-query op pagina 54 • De titel van het vak configureren in een gegevensstructuuranalyse op pagina 155

300



Tekstanalyse U gebruikt een tekstanalyse wanneer u een blok tekst aan een dashboard wilt toevoegen. De tekst kan een koptekst zijn, beschrijvende tekst, HTML en zelfs een OpenAnalytic-hyperlink die in een dashboardviewer een document opent op de Central Management Server. Een tekstanalyse configureren

De beste werkwijze bij het maken van HTML-code of tekst voor een koppeling voor gebruik in de analyse is het maken van de code in een teksteditor. Vervolgens kopieert en plakt u de syntaxis in het analysetekstvak. U kunt de volgende eigenschappen voor deze analyse instellen: •

Type tekst (zonder opmaak of HTML)

•

Gebruikt opmaakmodel


•

Informatie naar de Viewer-analyse in een dashboard verzenden met behulp van openAnalytic op pagina 97 • De Viewer-analyse in dashboards op pagina 300

Webpagina-analyse De Webpagina-analyse is beschikbaar in "Nieuwe categorie" van de analyse-toolbox van Dashboard Builder. U kunt hiermee webpagina's of afbeeldingen weergeven in dashboards. U kunt een URL of een relatief pad naar een afbeelding gebruiken.


301

3

3


302


Dashboard Builder Scheduler

4

4

Dashboard Builder Scheduler Geplande taken weergeven in Scheduler

Planning houdt in dat een actie op een vooraf gedefinieerd tijdstip wordt uitgevoerd. Door te plannen vermijdt u het gebruik van bronnen tijdens piekuren. Op de pagina "Scheduler" in Dashboard Builder kunt u de volgende acties uitvoeren voor bestaande taken:

Geplande taken weergeven in Scheduler In Scheduler worden de beschikbare planningstaken weergegeven. De volgende informatie wordt weergegeven in de lijst met beschikbare taken: •

"Taak" De namen van de objecten die zijn gepland om te vernieuwen.

•

"Frequentie" De frequentie van de geplande vernieuwing (zie de informatie over het uitvoeren van objecten voor een beschrijving).

•

"Starttijd" De eindtijd van de geplande taak.

•

"Eindtijd" De eindtijd van de geplande taak.

Als u de lijst met geplande taken wilt vernieuwen, klikt u op Taakoverzicht. Verwante onderwerpen

•

Object uitvoeren in een geplande gebeurtenistaak op pagina 310

Geplande taken beheren in Scheduler In Dashboard Builder > Scheduler kunt u de volgende acties uitvoeren voor bestaande geplande taken: • • •

Nieuwe taak toevoegen Geplande taken weergeven De geschiedenis van een geplande taak weergeven


•

304

Geplande taken weergeven in Scheduler op pagina 304


Dashboard Builder Scheduler Geplande taken weergeven in Scheduler

• •

Een geplande taak toevoegen in Scheduler op pagina 306 De planningsgeschiedenis in Scheduler op pagina 305

De planningsgeschiedenis in Scheduler Klik op Geschiedenis om de geschiedenis van een geplande taak weer te geven. In het dialoogvenster "Geschiedenis" wordt de uitvoeringsgeschiedenis van de geselecteerde taak weergegeven. De uitvoeringsgeschiedenis bevat de volgende informatie: • • • •

"Totaal geretourneerde exemplaren": het totaal aantal exemplaren van de planning dat in de geschiedenislijst wordt weergegeven. "Status": de status van de planning: in behandeling (voor een taak die momenteel wordt uitgevoerd), mislukt of geslaagd. "Exemplaartijd": het tijdstip waarop het exemplaar van de planning is uitgevoerd. "Uitgevoerd door": de naam van de gebruikersaccount die de planning heeft uitgevoerd.

Opmerking:

Klik op Geschiedenislijst vernieuwen als u de lijst met exemplaren in het geschiedenisvenster wilt vernieuwen. In het deelvenster "Geschiedenisdetails" wordt de volgende informatie weergegeven over de planning en de bijbehorende geschiedenis: • • • • • •

"Status": de status van de planning: in behandeling (voor een taak die momenteel wordt uitgevoerd), mislukt of geslaagd "Aanmaaktijd": het tijdstip waarop de taak is gemaakt. "Gebruikte server": de naam van de server die de planning heeft uitgevoerd. "Extern doel" "Starttijd": het tijdstip waarop het exemplaar begint. "Eindtijd": het tijdstip waarop het exemplaar eindigt.


• •

Server op pagina 314 Het doel in een geplande taak in Scheduler instellen op pagina 311


305

4

4

Dashboard Builder Scheduler Een geplande taak toevoegen in Scheduler

Een geschiedenisexemplaar van een planning verwijderen in Scheduler 1. Selecteer in Dashboard Builder > Scheduler het exemplaar in de lijst. 2. Klik op Verwijderen. Gedetailleerde informatie over een exemplaar weergeven in Scheduler 1. Selecteer in Dashboard Builder > Scheduler het exemplaar in de lijst. 2. Klik op Detailgegevens bekijken. Het venster "Geschiedenisdetails " wordt geopend.

Een geplande taak verwijderen uit Scheduler 1. Selecteer in Dashboard Builder > Scheduler een geplande taak in de lijst van taken. 2. Klik op Verwijderen. 3. Klik op OK om de verwijdering van de taak te bevestigen.

Een geplande taak toevoegen in Scheduler Voordat u automatische taken plant, configureert u de "Scheduler-parameters" in Dashboards en analyses instellen > Parameters > Opties. Stel in Dashboard Builder > Scheduler de planning in voor het automatisch vernieuwen van de volgende objecten: • gegevens • sets • modellen • analyses • controlediagrammen

Het vernieuwen van gegevens plannen in Scheduler 1. Klik in Dashboard Builder > Scheduler boven de lijst met geplande taken op Toevoegen > Gegeven vernieuwen.

306



Het dialoogvenster "Nieuwe planning" wordt geopend. 2. Klik op Kiezen om het venster "Gegevensselectie" te openen. 3. Selecteer de gegevens waarvan u de vernieuwing wilt plannen en klik op OK. 4. Selecteer in het dialoogvenster "Nieuwe planning" de optie "Wissen" die u op de gegevensvernieuwing wilt toepassen: • Wissen is niet vereist: het gegeven wordt vóór de vernieuwing niet gewist • Alle perioden wissen: de gegevens van alle perioden in de gegevenskalender worden vóór de vernieuwing gewist • Vorige perioden selecteren om te wissen: selecteer het aantal vorige perioden waarvoor gegevens vóór de vernieuwing worden gewist 5. Klik op Volgende. Het dialoogvenster "AFScheduleProgram" wordt geopend. Verwante onderwerpen

• •

Een geplande taak toevoegen in Scheduler op pagina 306 Een geplande taak maken in Scheduler op pagina 309

Het vernieuwen van een set plannen in Scheduler U moet een geldige licentie hebben voor de module Set Analysis om het vernieuwen van sets te kunnen plannen. 1. Klik in Dashboard Builder > Scheduler boven de lijst met geplande taken op Toevoegen > Set vernieuwen. Het dialoogvenster "Nieuwe planning" wordt geopend. 2. Klik op Kiezen om het venster Setselectie te openen. 3. Selecteer de set waarvan u de vernieuwing wilt plannen en klik op OK. 4. Selecteer in het dialoogvenster "Nieuwe planning" de Setoptie die u op de setvernieuwing wilt toepassen: • Opnieuw maken: de setgegevens worden vóór het vernieuwen opnieuw gemaakt. • Voltooien: de laatste stap van de set wordt uitgevoerd, terwijl aantallen uit vorige stappen behouden blijven.


307

4

4


•

Aantal builds: bepaalt het aantal builds vóór de vernieuwing van de set

5. Klik op Volgende. Het dialoogvenster "AFScheduleProgram" wordt geopend. Verwante onderwerpen

•

Een geplande taak maken in Scheduler op pagina 309

Het vernieuwen van een voorspellend model plannen in Scheduler 1. Klik in Dashboard Builder > Scheduler boven de lijst met geplande taken op Toevoegen > Model vernieuwen. Het dialoogvenster "Nieuwe planning" wordt geopend. 2. Selecteer het onderwerpgebied waarin het model zich bevindt. 3. Selecteer het model waarvan u de vernieuwing wilt plannen. 4. Optioneel kunt u het selectievakje Openbaar inschakelen als u het model beschikbaar wilt maken voor alle gebruikers. De modelnaam, populatie, beïnvloeders, doelstellingen en vernieuwingsdatum van het geselecteerde model worden weergegeven. 5. Klik op OK. Het dialoogvenster "AFScheduleProgram" wordt geopend. Verwante onderwerpen

•


Het vernieuwen van een analyse plannen in Scheduler 1. Klik in Dashboard Builder > Scheduler op Toevoegen > Analyse vernieuwen. Het dialoogvenster "Nieuwe planning" wordt geopend. 2. Klik op Kiezen om de analyse te kiezen die u wilt vernieuwen. Het dialoogvenster "Documentenlijst" wordt geopend.

308


Dashboard Builder Scheduler Een geplande taak maken in Scheduler

3. Selecteer de analyse die u wilt vernieuwen in de lijst met beschikbare documenten. U kunt optioneel op Documentenlijst klikken als u de lijst met beschikbare documenten wilt vernieuwen. 4. Klik op OK. Het dialoogvenster "AFScheduleProgram" wordt geopend. Verwante onderwerpen

•


Het vernieuwen van een controlediagram plannen in Scheduler U moet een geldige licentie hebben voor de module Process Analysis om het vernieuwen van controlediagrammen te kunnen plannen. 1. Klik in Dashboard Builder > Scheduler boven de lijst met geplande taken op Toevoegen > Controlediagram vernieuwen. Het dialoogvenster "Nieuwe planning" wordt geopend. 2. Klik op Kiezen om een controlediagram te selecteren. 3. Optioneel kunt u Wissen vóór vernieuwen activeren als u de gegevens in het controlediagram wilt wissen. 4. Klik op Volgende. Het dialoogvenster "AFScheduleProgram" wordt geopend. Verwante onderwerpen

•


Een geplande taak maken in Scheduler 1. Selecteer in Dashboard Builder > Scheduler een geplande taak in de lijst van taken. 2. Als u een analysevernieuwing als de geplande taak hebt geselecteerd, selecteert u een doel voor de planning. Deze optie is niet beschikbaar voor de andere typen taken. 3. Selecteer een server voor de planning. 4. Optioneel koppelt u beschikbare gebeurtenissen aan de planning.


309

4

4


5. Klik op Planning. Verwante onderwerpen

• •

Object uitvoeren in een geplande gebeurtenistaak op pagina 310 Het doel in een geplande taak in Scheduler instellen op pagina 311

Object uitvoeren in een geplande gebeurtenistaak Afhankelijk van het tijdframe dat u hebt gekozen voor een geplande gebeurtenis in Scheduler, kunnen aanvullende velden worden weergegeven:

310

Veld

Beschrijving

Nu

De planning wordt uitgevoerd zodra u de regel toepast.

Eenmaal

De planning wordt eenmaal uitgevoerd. Selecteer de gewenste begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.

Elk uur

De planning wordt om de N uren en X minuten uitgevoerd. Selecteer het uur (N) en de minuut (X) waarop de planning moet worden uitgevoerd, de begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.

Dagelijks

De planning wordt om de N dagen eenmaal uitgevoerd. Selecteer de dag (N) waarop de planning moet worden uitgevoerd, de begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.

Wekelijks

De planning wordt elke week op de geselecteerde dag uitgevoerd. Selecteer de dagen van de week waarop de planning moet worden uitgevoerd, de begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.

Maandelijks

De planning wordt om de N maanden uitgevoerd. Selecteer de maand waarin de planning moet worden uitgevoerd (waarbij N een kalendermaand is van 1 tot en met 12), de begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.



Veld

Beschrijving

Nde dag van de maand

De planning wordt op de Nde dag van elke maand uitgevoerd. Selecteer de dag (N) waarop de planning moet worden uitgevoerd, de begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.

1e maandag van de maand

De planning wordt op de eerste maandag van elke maand uitgevoerd. Selecteer de begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.

Laatste dag van de maand

De planning wordt op de laatste dag van elke maand uitgevoerd. Selecteer de begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.

Dag X van de Nde week van de maand

De planning wordt op dag X van de Nde week van de maand uitgevoerd. Selecteer de week (N) en de dag (X) waarop de planning moet worden uitgevoerd, de begindatum en -tijd, en de einddatum en -tijd.

Agenda

De planning wordt uitgevoerd op basis van een agenda die is gedefinieerd en opgeslagen in de CMC.


• •

Het doel in een geplande taak in Scheduler instellen op pagina 311 Een geplande taak maken in Scheduler op pagina 309

Het doel in een geplande taak in Scheduler instellen De optie "Doel" is alleen beschikbaar voor analysevernieuwingen . 1. Selecteer in Dashboard Builder > Scheduler een van de volgende doelen: • Standaard Enterprise-locatie De analyse wordt vernieuwd en naar de standaardlocatie verzonden. • •

Standaard-Postvak IN Specifiek Postvak IN


311

4

4


2. Klik op Planning. Verwante onderwerpen

• •

Het vernieuwen van een analyse plannen in Scheduler op pagina 308 Een taak plannen voor een Postvak IN in Scheduler op pagina 312

Een taak plannen voor een Postvak IN in Scheduler Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst de e-mailopties configureren in Dashboards en analyses instellen > Parameters. Raadpleeg de documentatie voor Dashboards en analyses instellen voor meer informatie. 1. Maak een analyse en sla deze op als een bedrijfsdocument in de map "Openbaar". 2. Klik in Dashboard Builder > Scheduler op Toevoegen > Analyse vernieuwen. 3. Klik op Kiezen en selecteer de analyse in de juiste map. 4. Klik op Volgende. Het dialoogvenster "AFScheduleProgram" wordt geopend. 5. Selecteer in de sectie Doel de optie Specifiek Postvak IN. 6. Selecteer Gebruikers of Groepen in de lijst "Kiezen" om de ontvangers(s) van de e-mail op te geven. 7. Gebruik de zoekfunctie om gebruikers of groepen te zoeken. 8. Selecteer gebruikers of groepen in de lijst "Beschikbare ontvangers" en voeg deze met de pijlknoppen toe aan de lijst "Geselecteerde ontvangers". 9. Klik op Planning. Verwante onderwerpen

•


Aangepaste gegevens in analyses naar afzonderlijke ontvangers versturen Door beperkingen te definiëren op de gegevens die u plant, kunt u ook aangepaste gegevens naar afzonderlijke ontvangers versturen. Op die manier zorgt u ervoor dat alleen de gegevens die relevant zijn voor een gebruiker,

312



worden weergegeven in de analyse die deze gebruiker in het Postvak IN ontvangt. U stelt deze beperkingen in Designer in en past ze toe in Dashboard Builder (raadpleeg de documentatie voor Designer voor meer informatie over het Designer-gedeelte van de werkstroom).

Een beperking op een universe instellen in Designer 1. Open in Designer de universe waarvoor u een beperking wilt instellen en selecteer de klasse of het object waarvoor u de beperking wilt maken. 2. Selecteer Hulpprogramma's > Beveiliging beheren > Beveiligingsbeperkingen beheren. 3. Klik in het venster Toegangsbeperkingen beheren onder Beschikbare beperkingensets op Nieuw. 4. Geef de nieuwe beperkingenset een naam. 5. Klik in het venster Beperkingenset bewerken op het tabblad Rijen. 6. Klik op Toevoegen en kies de tabel waarop u een beperking wilt instellen. 7. Klik in het venster Beveiliging nieuwe rij op de pijl om de beschikbare tabellen weer te geven. 8. Selecteer in de tabelbrowser de tabel waarop u de beperking wilt instellen en klik op OK. 9. Klik in het venster Beveiliging nieuwe rij op de pijl naast het deelvenster Where-clausule om het venster Where-definitie te openen. 10. Stel in het venster Where-clausule de Where-clausule samen die u op de tabel wilt toepassen en klik op OK. 11. Klik op OK om het venster Beperkingenset bewerken te sluiten. 12. Klik in het venster Toegangsbeperkingen beheren op Gebruikers of groepen toevoegen. 13. Voeg in het venster Gebruikers en groepen selecteren de gebruikers of groepen toe waarop u de toegangsbeperking wilt toepassen en klik op OK. 14. Selecteer in het venster Toegangsrechten beheren de beperkingenset in het linkerdeelvenster en de gebruikers/groepen waarop u deze wilt toepassen in het rechterdeelvenster. Klik vervolgens op Toepassen en op OK.


313

4

4


Een universe-beperking toepassen op een analyse 1. Open in Dashboard Builder de analyse waarop u de beveiligingsbeperkingen wilt toepassen. 2. Definieer in het bewerkingsvenster van de analyse een query voor de universe waarvoor u de beperking hebt gedefinieerd. 3. Sla de resulterende analyse op. 4. Maak een nieuw dashboard met de analyse. 5. Selecteer onder "Ophaaleigenschappen document" de optie Controleer of het Postvak IN van het dashboard... en klik op OK. 6. Klik op Toepassen en sluiten. 7. Plan in Dashboard Builder > Scheduler de bronanalyse. 8. Selecteer onder "Doel" de optie Specifiek Postvak IN en kies de gebruikers of groepen waarvoor u de analyse wilt plannen. 9. Klik op Planning. Ontvangers ontvangen aangepaste versies van de analyse op basis van hun rechten. Verwante onderwerpen

•


Server Stel onder "Servergroep" de standaardserver in die u voor de planning van het object wilt gebruiken. U kunt de standaarwaarde ook instellen op servers van een bepaalde groep of alleen servers gebruiken van de geselecteerde groep. De serveropties kunt u wijzigen in Dashboards en analyses instellen > Parameters > Opties > Scheduler-parameters. Raadpleeg de documentatie voor Dashboards en analyses instellen voor meer informatie.

Gebeurtenissen Selecteer een van de volgende beschikbare gebeurtenissen:

314



• •

Gebeurtenissen waarop wordt gewacht: gebeurtenissen waarvan de uitvoering de geplande taak start Te activeren gebeurtenissen na voltooien: gebeurtenissen die worden geactiveerd nadat de planning is uitgevoerd

Gebeurtenissen worden door een beheerder in de CMC (Central Management Console) gemaakt. Raadpleeg de beheerdersdocumentatie bij BusinessObjects Enterprise voor meer informatie over het maken van gebeurtenissen.


315

4

4


316


Dashboard- en analyseprogramma's

5

5

Dashboard- en analyseprogramma's Wat is Dashboard Builder?

Dashboards en analyses van BusinessObjects verbinden doelstellingen, gegevens en mensen teneinde de bedrijfsvoering, analyses en acties in een organisatie te verbeteren. Gegevens verschaffen actuele momentopnamen van de KPI's (belangrijkste procesindicatoren) en door doelstellingen te volgen, kunt u de resultaten van dagelijkse activiteiten bewaken. Business Objects biedt over de volgende hulpmiddelen om trends in uw gegevens te herkennen: • • • • •

Dashboard Builder Performance Manager Set Analysis Predictive Analysis Process Analysis

Wat is Dashboard Builder? Dashboard Builder is een BusinessObjects dashboard- en analyseprogramma waarmee u de prestaties in uw bedrijf kunt beheren en traceren met behulp van analyses en dashboards. Ook kunt u er het vernieuwen van gegevens, sets, controlediagrammen, voorspellende modellen en analyses mee plannen.

Wat is Performance Manager? BusinessObjects Performance Manager helpt organisaties acties af te stemmen op de strategie. Door doelstellingen in te stellen en prestaties bij te houden op scorekaarten, kunnen mensen hun inspanningen concentreren, met anderen samenwerken en aanbevolen acties volgen om de prestaties van de organisatie als geheel te verbeteren.

Wat is Predictive Analysis? BusinessObjects Predictive Analysis toont snel de belangrijkste zakelijke factoren op basis van uw gegevens en voorspelt toekomstige zakelijke condities. Met behulp van deze analyse kunnen makkelijker proactieve beslissingen worden genomen, doordat inzicht wordt verschaft via gebruiksvriendelijke dashboards in de gehele organisatie.

318


Dashboard- en analyseprogramma's Wat is Process Analysis?

Wat is Process Analysis? BusinessObjects Process Analysis kan voor diverse doeleinden worden gebruikt. • • •

De mechanismen van kwaliteitscontrole automatiseren. Initiatieven voor kwaliteitsverbetering ondersteunen door kwaliteitsvariabelen in de onderneming automatisch te volgen. Specifieke bedrijfsprocessen weergeven waar variatie bestaat en mogelijkheden voor verbetering signaleren middels krachtige, geautomatiseerde controlediagrammen en waarschuwingen voor kwaliteitsbeheer op het web.

Wat is Set Analysis? BusinessObjects Set Analysis helpt organisaties bij het definiëren, volgen en analyseren van segmenten die het succes van bedrijfsactiviteiten bepalen.


319

5

5

Dashboard- en analyseprogramma's Wat is Set Analysis?

320


Analysecatalogus in dashboards en analyses

6

6

Analysecatalogus in dashboards en analyses Analyse in de analysecatalogus

Analyse in de analysecatalogus Dashboard Builder biedt een groot aantal voorbeeldanalyses die u een indruk geven van de analyses die u op uw eigen gegevens kunt toepassen. U kunt een aantal van deze voorbeeldanalyses aanpassen met uw eigen gegevens.

Gegevensanalyses in de analysecatalogus U kunt een nieuwe analyse maken op basis van vooraf gedefinieerde analyses op het tabblad Gegevensanalyses van de Analysecatalogus in Dashboard Builder. Verwante onderwerpen

• •


Voorbeeldtrendanalyses De volgende voorbeeldanalyses zijn beschikbaar in de sectie met gegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • •

Jaarlijkse groei Dubbele gegevensvergelijking Overzicht Onbewerkt tegenover bewerkt Wijzigingen per jaar

Jaarlijkse groei Jaarlijkse groei is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder. Deze analyse is gebaseerd op een Web Intelligence-query en toont het jaarlijkse groeitempo van een bepaald gegeven. Jaarlijkse groei wordt berekend met een '% afwijking'-gegeven en een jaarlijks verschil.

322


Analysecatalogus in dashboards en analyses Gegevensanalyses in de analysecatalogus


•


•


Overzicht De overzichtsanalyse in de gegevensanalysevoorbeelden in de analysecatalogus van Dashboard Builder geeft u een voorbeeld van een Web Intelligence-query met een actuele momentopname van de lijst met beschikbare sets. Naast het lidmaatschap van elk gegeven dat voor de set of groep is gedefinieerd, bevat deze analyse ook gegevens voor Nieuwe leden, Blijvers en Afmelders in de lijst met de gegevensstatus. De analyse verschaft belangrijke metagegevens die aan de gekozen set zijn gekoppeld. De gegevens in het overzicht vormen een goed uitgangspunt om op de hoogte te blijven van de status van sets, groepen en gegevens, en om beslissingen te nemen over welke gegevens u moet toevoegen. U kunt de volgende details weergeven: • • •

Naam Beschrijving Aanmaakdatum


323

6

6


•

Frequentie van vernieuwing

Nadat u een set hebt geselecteerd voor weergave, checkt u de vernieuwingsperiode en de datum waarop de laatste vernieuwing heeft plaatsgevonden. Dit geeft u de context waarin u de gegevens in de lijst met de gegevensstatus moet interpreteren. Deze lijst geeft de meest recente vernieuwingsperiode van elk gegeven weer voor verschillende subsets: Leden, Nieuwe leden, Blijvers en Afmeldingen. Door middel van een keuzelijst kunt u de gegevens bekijken die in meerdere sets voorkomen: Migreren van, Migreren naar, Overlappende leden, Tegelijk afgemelde leden en Tegelijk aangemelde nieuwe leden. De setlijst en de gegevens voor de geselecteerde set worden weergegeven. Klik op de gegevensdetails als u een grafische voorstelling wilt weergeven. U kunt het diagram op verschillende manieren weergeven: als lijndiagram, staafdiagram, Percentage van bron of Procentuele afwijking van bron. De setdetails kunt u weergeven op basis van waarden of op basis van een subset.

Onbewerkt tegenover bewerkt Onbewerkt tegenover bewerkt is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft verborgen trends weer vanuit variërende gegevenswaarden. Met Onbewerkt tegenover bewerkt krijgt u gegevenswaarden tegenover bewerkte waarden voor een effeningsmethode die in een lijst is geselecteerd. Effening kan worden gebruikt om seizoensgebondenheid te verwijderen, zodat de langetermijnfluctuaties duidelijker worden. Opmerking:

• •


Wijzigingen per jaar Wijzigingen per jaar is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is alleen van toepassing op additieve gegevens (tenzij het een jaarlijks gegeven betreft). Het toont de perioden van groei met hoodletters.

324



Opmerking:


Voorbeeldvergelijkingsanalyses De volgende voorbeeldvergelijkingsanalyses zijn beschikbaar in de sectie met gegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • • • • • •

Veranderingsvergelijking Kiviat-diagram Pareto-diagram Percentagevergelijking Profielvergelijking Radardiagram Bereikvergelijking Samenvoegingsvergelijking Bovenste segmenten

Veranderingsvergelijking Veranderingsvergelijking is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die sets op een bepaald tijdstip met elkaar vergelijkt. Er wordt bepaald welke sets zich boven het gemiddelde bevinden. Veranderingsvergelijking voorziet in een gemeenschappelijke basis voor het vergelijken van wijzigingen in verschillende gegevens. Dit is met name nuttig wanneer gegevens worden gemeten in verschillende eenheden (bijvoorbeeld Aantal klanten versus Totale omzet). U kunt de gewenste tussenruimte selecteren. Als u tussenruimte 1 kiest, wordt de wijziging berekend vanaf de naastgelegen periode. Als u voor maandelijkse gegevens tussenruimte 12 kiest, wordt de wijziging een jaarlijkse wijziging. Opmerking:



325

6

6




Pareto-diagram Het Pareto-diagram op het tabblad met gegevensanalysevoorbeelden in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een type histogram waarin staven in aflopende volgorde zijn geordend, van links naar rechts. Dit diagram bevat een cumulatieve kromme die de toegevoegde bijdrage van elke categorie weergeeft. Verwante onderwerpen

•


Percentagevergelijking Percentagevergelijking in de voorbeeldgegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder vergelijkt sets met een normgegeven. Een diagram van een percentagevergelijking geeft een bepaalde norm weer als een vlakke lijn met de waarde nul. Als de lijn van een vergeleken gegeven boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de gegeven norm. Als de lijn tot onder nul daalt, presteert het vergeleken gegeven slechter dan de gegeven norm. De gegeven norm kan een index zijn of een prestatiegegeven op het hoogste niveau. De formule voor Percentagevergelijking is: (Compared Metric/Benchmark Metric) - 1

326



Opmerking:









327

6

6



• •




Voorbeelddeviatieanalyses De volgende voorbeelden zijn beschikbaar op het tabblad met gegevensanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • •

328

Deviatie van jaarlijkse wijziging Deviatie van het zwevende gemiddelde Deviatie van het gemiddelde van dezelfde maanden Deviatie van opgegeven doel Deviatietrend



• •

Bereikwaarden van zwevend gemiddelde Shewhart-u-diagram

Deviatie van jaarlijkse wijziging Deviatie van jaarlijkse wijziging is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont hoeveel een gegeven afwijkt van de jaarlijkse relatieve wijziging (bijvoorbeeld de doelstelling). Met deze analyse kunt u de voortgang van de verkoopcijfers van het huidige jaar ten opzichte van die van het vorige jaar volgen. Elke staaf stelt de deviatie van een bepaalde periode voor. De lijn stelt de cumulatieve deviatie voor. Als de lijn boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de doelstelling. Daalt de lijn tot onder nul, dan presteert het vergeleken gegeven slechter dan de doelstelling. Opmerking:


Deviatie van het gemiddelde van dezelfde maanden Deviatie van gemiddelde van dezelfde maanden is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont hoeveel een gegeven afwijkt van het gemiddelde van dezelfde maanden (bijvoorbeeld de doelstelling). Elke staaf stelt de deviatie van een bepaalde periode voor. De lijn stelt de cumulatieve deviatie voor. Als de lijn boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de doelstelling. Daalt de lijn tot onder nul, dan presteert het vergeleken gegeven slechter dan de doelstelling. Opmerking:



329

6

6


Deviatie van opgegeven doel Deviatie van opgegeven doel is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont hoeveel een gegeven afwijkt van een doel dat een ander gegeven is. Elke staaf stelt de deviatie van een bepaalde periode voor. De lijn stelt de cumulatieve deviatie voor. Als de lijn boven nul uitkomt, presteert het gegeven beter dan de doelstelling. Daalt de lijn tot onder nul, dan presteert het vergeleken gegeven slechter dan de doelstelling. Opmerking:

•

•

Gebruik de analyse Deviatietrend (die zich ook in de analysecatalogus van Dashboard Builder bevindt) om de cumulatieve deviatie te volgen voor een langetermijnreeks. Deze analyse is gebaseerd op een Desktop Intelligence-rapport waarvoor de voorbeeld-universes van Business Objects zijn gebruikt.

Deviatietrend De deviatietrend is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig om de deviatie te volgen van een doel en te voorspellen of de totale doelstelling al dan niet zal worden gehaald. De deviatietrend is geschikt voor seizoensgebonden gegevens en langetermijnreeksen. De effen lijn stelt de cumulatieve deviatie voor, geïndexeerd op het totale doel. De gebruiker kan de begindatum voor de trend selecteren. Opmerking:


Bereikwaarden van zwevend gemiddelde Bereikwaarden van zwevend gemiddelde is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont de onbewerkte waarden van een bepaald gegeven (zwarte lijn) binnen bereikwaarden van zwevende gemiddelden (groene lijnen). U kunt een signaal maken die meldt

330


Analysecatalogus in dashboards en analyses Statistische analyses in de analysecatalogus

wanneer de lijn van de onbewerkte gegevens de onderste of bovenste bereikwaarde raakt. Bereikwaarden van zwevend gemiddelde kan ook worden gebruikt om de juiste drempelwaarden voor signalen te vinden. Bereikwaarden van zwevend gemiddelde geven ook de afstand in standaarddeviaties aan tussen de onbewerkte waarden en het zwevende gemiddelde. Lengte en Offset zijn twee parameters die door de gebruiker worden opgegeven wanneer de analyse wordt uitgevoerd. Zij definiëren het zwevende-tijdvenster. Hogere en lagere bereikwaarden geven de afstand in standaarddeviaties weer tussen de onbewerkte waarden en het zwevende gemiddelde. Opmerking:


Shewhart-u-diagram Het Shewhart-u-diagram is een voorbeeldgegevenscontrolediagram in de analysecatalogus van Dashboard Builder dat wordt gebruikt in kwaliteitsbeheer. Het is geschikt om het gemiddeld aantal defecten per eenheid te meten wanneer de omvangen van steekproeven verschillen. UCL-lengte en LCL-niveau zijn twee parameters die door de gebruiker worden opgegeven wanneer de analyse wordt uitgevoerd. Opmerking:


• •

Wat is een Shewhart-controlediagram? op pagina 244 Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235

Statistische analyses in de analysecatalogus Statistische analyses zijn gebaseerd op Web Intelligence- en Desktop Intelligence-query's op de voorbeeld-universes van Business Objects. U kunt


331

6

6


deze analyses aanpassen door ze met gegevens te vullen en zo uw eigen analyses te maken. Verwante onderwerpen

• •


Voorbeeldprognoseanalyses De volgende analyses zijn beschikbaar in de sectie met statistische analyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • • • • • •

Jaarlijkse wijzigingen voorspellen Zwevend gemiddelde - Zwevende regressie S-vormige trend Zwevend gemiddelde van dezelfde dagen Zwevend gemiddelde van dezelfde maanden Zwevend gemiddelde van hetzelfde kwartaal Eén exponentiële effening Standaardtijdtrends

Opmerking:


Jaarlijkse wijzigingen voorspellen Jaarlijkse wijzigingen voorspellen is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en nuttig om een jaar vooruit te voorspellen. U hebt de gegevens van minstens twee jaren nodig om te kunnen voorspellen. Deze prognosemethode past de relatieve wijzigingen per jaar toe op de onbewerkte gegevens en projecteert het resultaat van het volgende jaar. Opmerking:


332



S-vormige trend De s-vormige trend is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont de s-vormige trend die past bij de gegevensreeks. Er worden twee modellen voorgesteld: • •

Logistieke kromme Gompertz-kromme

Probeer verschillende waarden van L (bovenlimiet van de kromme) om de limiet te bepalen die de laagste MAPE-fout heeft in de tabel. Bij deze analyse kunt u uw gegevens voorspellen met de methode Trendextrapolatie. Wanneer u de analyse uitvoert, kunt u het aantal perioden kiezen dat u wilt voorspellen. Wanneer de verkoopcijfers van een product worden uitgezet over de tijd, volgen deze dikwijls een s-vormige kromme. Dit is het geval als de verkoop langzaam begint toe te nemen, vervolgens sterk afneemt en tot slot stabiliseert op een bovenlimiet L. Een verkooppatroon van dit type ziet men dikwijls bij een product dat de levenscyclus van het product volgt. Dikwijls volgt de tijdspreiding van het aantal bedrijven dat een product produceert ook een s-vormige kromme. Het aanpassen van een s-vormige kromme aan de eerste maanden of jaren van gegevens is belangrijk, omdat het een bedrijf in staat stelt een schatting te maken van L, het maximale verkoopniveau van het product. Door de s-vormige kromme aan te passen, kunnen we ook schatten hoe lang het duurt voordat de verkoop zich stabiliseert. Dergelijke informatie kan nuttig zijn voor capaciteitsplanning en strategische planning. Opmerking:


• •


Zwevend gemiddelde van dezelfde dagen Zwevend gemiddelde van dezelfde dagen is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig


333

6

6


om dagelijkse gegevens een week vooruit te voorspellen. U kunt kiezen hoeveel weken u in de berekening van de prognose wilt opnemen. Als u drie weken kiest, is de prognose het gemiddelde van de waarden van dezelfde dagen in de afgelopen drie weken. Opmerking:


Zwevend gemiddelde van dezelfde maanden Zwevend gemiddelde van dezelfde maanden is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig om maandelijkse gegevens een jaar vooruit te voorspellen. U kunt kiezen hoeveel jaren u in de berekening van de prognose wilt opnemen. Als u drie jaar kiest, is de prognose het gemiddelde van de waarden van dezelfde maanden in de afgelopen drie jaar. Opmerking:


Zwevend gemiddelde van hetzelfde kwartaal Zwevend gemiddelde van hetzelfde kwartaal is een statistische analyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig om kwartaalgegevens een jaar vooruit te voorspellen. Deze analyse is geschikt voor seizoensgebonden gegevens. U kunt kiezen hoeveel jaren u in de berekening van de prognose wilt opnemen. Als u drie jaar kiest, is de prognose het gemiddelde van de waarden van dezelfde kwartalen in de afgelopen drie jaar. Opmerking:


334



Eén exponentiële effening Eén exponentiële effening (SES) is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en berekent prognoses met behulp van het gewogen zwevend gemiddelde van voorbije waarden van de gegevens. In tegenstelling tot een zwevend gemiddelde dat aan de voorbije waarden eenzelfde gewicht toekent, kent SES gewichten toe die geometrisch afnemen naarmate u teruggaat in de tijd. Aan recente gegevens wordt meer gewicht toegekend. SES is geschikt voor gegevens zonder trend of seizoenspatronen. Opmerking:


Voorbeeldcorrelatieanalyses De volgende vergelijkingsanalyses zijn beschikbaar op het tabblad met statistische analyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • • • •

ACF-tekengebied Correlatiestaven Correlatietekengebied Tekengebied met vertraging

Opmerking:

De gegevensbron voor deze analyses is gebaseerd op de voorbeeldgegevens die bij Business Objects zijn geleverd. U kunt de query bewerken om een analyse te maken. U vindt het proces voor de bewerking van query's in de documentatie voor Web Intelligence, Crystal Reports of Desktop Intelligence.

ACF-tekengebied Het ACF-tekengebied (auto-correlatiefunctie) is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en toont de automatische correlatie binnen een enkele tijdreeks bij elke vertraging. De verschillende vertragingen liggen op de X-as. De correlatiecoëfficiënten liggen op de y-as.


335

6

6


Het ACF-tekengebied is nuttig voor de identificatie van seizoensgebonden of cyclische patronen in een tijdreeks. Het kan ook worden gebruikt om te controleren of observaties onafhankelijk zijn. Opmerking:


Correlatiestaven Een analyse met correlatiestaven is een statistisch voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die de relatie tussen twee gegevens aanduidt. De staven worden geordend aan de hand van de grootte van het bovenste gegeven. Als het patroon van het onderste gegeven het patroon van het bovenste gegeven spiegelt, is er een correlatie tussen de twee gegevens. Wordt het spiegeleffect omgekeerd, dan is de correlatie negatief. Opmerking:

De gegevens moeten hetzelfde berekeningsinterval hebben en voor deze analyse is vereist dat alle geschiedenisperioden van het gegeven beschikbaar zijn. Deze analyse is gebaseerd op een Web Intelligence-query op de voorbeeld-universes van Business Objects.

Correlatietekengebied Een analyse met correlatietekengebied in de statistische voorbeelden in de analysecatalogus van Dashboard Builder geeft de relatie tussen twee gegevens aan. De lineaire koppeling tussen de tijdreeksen van twee gegevens wordt gemeten. De correlatiecoëfficiënt (r) kan van een uiterste waarde –1 (perfecte negatieve correlatie) via nul lopen tot een uiterste waarde van +1 (perfecte positieve correlatie). Het teken van de correlatiecoëfficiënt geeft de richting aan van de relatie tussen de twee gegevens. Als de correlatiecoëfficiënt positief is, worden de gegevens samen groter en kleiner. Als de correlatiecoëfficiënt negatief is, wordt het ene gegeven groter terwijl het andere gegeven kleiner wordt. Als de correlatiecoëfficiënt nagenoeg nul is, worden de gegevens in relatief ongerelateerde richtingen verplaatst.

336



De grootte van de correlatiecoëfficiënt is een waarde van de kracht van de koppeling. Met andere woorden: als de absolute waarde van de correlatie zich van nul verwijdert, zijn de twee gegevens sterker gekoppeld. De grafiek moet dit echter wel bevestigen. Opmerking:

Gebruik alle perioden die beschikbaar zijn in de gegevensgeschiedenis. De gegevens moeten hetzelfde berekeningsinterval hebben. Deze analyse is gebaseerd op een Desktop Intelligence-rapport waarvoor de voorbeeld-universes van Business Objects zijn gebruikt.

Tekengebied met vertraging Het ACF-tekengebied is een voorbeeldprocescontroleanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die meerdere vertragingen tegelijk laat zien. Het tekengebied met vertraging toont gegevenswaarden versus vertraagde waarden voor een bepaalde tussenruimte. Hiermee kunt u gemakkelijker seizoensgebonden of cyclische patronen in een tijdreeks herkennen. Tekengebied met vertraging kan ook worden gebruikt om te controleren of observaties onafhankelijk zijn, wat een belangrijke aanname is van statistische procescontrolediagrammen. Opmerking:


Voorbeeldprojectie- en distributieanalyses De volgende vergelijkingsanalyses zijn beschikbaar op het tabblad met statistische analyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder: • •

Afstand van doel Begin- en eindknooppunt

Opmerking:



337

6

6

Analysecatalogus in dashboards en analyses Set Analytics in de analysecatalogus

Afstand van doel Afstand van doel is een voorbeeldgegevensanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en is nuttig als u wilt zien hoe lang het duurt om een gegeven doelwaarde te bereiken. Met Afstand van doel kunt u gemakkelijker een realistisch doel definiëren op basis van gegevenstrends in het verleden. Opmerking:


Begin- en eindknooppunt Begin- en eindknooppunt is een statistische voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft snel een beeld van de distributievorm van een bepaald gegeven. Het ziet eruit als een gekanteld histogram. Het belangrijkste voordeel ten opzichte van een histogram is dat de originele gegevenswaarden bewaard blijven. Gegevenswaarden worden gesplitst in beginen eindknooppunten. Beginen eindknooppunt werkt goed met een relatief klein aantal observaties (niet meer dan 100). Eenheid en beginintervallen zijn twee parameters die de gebruiker moet invoeren. Opmerking:


Set Analytics in de analysecatalogus De Set Analytics-voorbeelden zijn gebaseerd op Web Intelligence-query's en zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: •

338

Lidmaatschapsanalyses: • Lidmaatschapsoverzicht • Wijziging in lidmaatschap



•

Lidmaatschapsstatus

•

Setgegevensanalyses: • Spreidingsdiagram voor meerdere sets • Percentage van groepstotaal • Percentage van bedrijf • Setvergelijking • Set tegenover bedrijf • Set tegenover groepsgemiddelde • Set tegenover totale groei van groep • Set tegenover omzet van groep

•

Migratieanalyses: • Migrantenvergelijking • Migratie per laag

Lidmaatschapsoverzicht Lidmaatschapsoverzicht is een Set Analysis-voorbeeldanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft aan hoe het aantal leden over een bepaalde periode is opgesplitst in het aantal nieuwe leden en het aantal blijvers (positieve staven). Dit kan worden vergeleken met het aantal afmeldingen, dat als negatieve staven wordt weergegeven.

Migrantenvergelijking Migrantenvergelijking is een voorbeeld van een setanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder die gegevens op basis van migranten vergelijkt. De standaardnettostroom maakt de vergelijking mogelijk van gegevens die in verschillende eenheden worden gemeten. Om deze analyse te kunnen uitvoeren, moet u migrantengegevens definiëren.

Migratie per laag Migratie per laag is een voorbeeld van een setanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft algemene migratietrends naar sets in hogere of sets in lagere lagen aan. Dit is een tabelanalyse waarin het aantal


339

6

6


migranten tussen sets in verschillende lagen en de algehele migratie omhoog en omlaag worden weergegeven. Om deze analyse te kunnen uitvoeren, moeten de namen van de sets zijn gesorteerd op alfanumerieke volgorde die hun relatieve posities aangeeft (bijvoorbeeld Laag 1, Laag 2, Laag 3, enzovoort) en moeten de migrantengegevens zijn gedefinieerd.

Spreidingsdiagram voor meerdere sets Spreidingsdiagram voor meerdere sets is een voorbeeld van een setanalyse-tekengebied met spreiding in de analysecatalogus van Dashboard Builder waarin het aantal nieuwe leden, afmeldingen en blijvers gelijktijdig wordt vergeleken met de werkelijke waarden van de gegevens, zoals kosten en omzet. Een Spreidingsdiagram voor meerdere sets bevat een momentopname van twee of meer subsets van een set. De x- en y-as van het tekengebied met spreiding worden met twee gegevens gedefinieerd. Tip: u kunt gemakkelijk door de verschillende perioden bladeren. Gebruik deze analyse om de huidige waarden van verschillende subsets met betrekking tot twee waarden tegelijk te vergelijken. Als u bijvoorbeeld wilt weten of er sprake is van een opkomende trend in de omzet/kosten-verhoudingen onder nieuwe leden en afmeldingen, kunt u de omzet tegenover kosten voor nieuwe leden en afmeldingen tekenen en de relatieve posities ervan vergelijken.

Percentage van groepstotaal Percentage van groepstotaal is een voorbeeld van een setanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft aan hoeveel een set bijdraagt aan het totaal van een groep. Deze analyse kan worden gebruikt voor sets die elkaar uitsluiten. De analyse Percentage van groepstotaal vergelijkt twee gegevens die in een andere maateenheid worden uitgedrukt. Wanneer deze analyse wordt toegepast op een set elkaar uitsluitende lagen waarin alle afzonderlijke onderdelen zijn opgenomen met het gegeven Aantal (bijvoorbeeld Aantal

340



afzonderlijke onderdelen) en het gegeven Opbrengsten, is deze analyse een 80/20-regeldiagram voor een bepaalde periode.

Percentage van bedrijf Percentage van bedrijf is een voorbeeld van een setanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder en geeft aan hoeveel een set bijdraagt aan het bedrijfstotaal. De formule voor Percentage van bedrijf is: Set Metric / Enterprise Metric

Setvergelijking Setvergelijking is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die sets op een bepaald tijdstip met elkaar vergelijkt. In een Setvergelijking wordt onderscheid gemaakt tussen sets die zich boven het gemiddelde (blauwe streep) bevinden en sets die zich daaronder bevinden.

Set tegenover bedrijf Set tegenover bedrijf is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die nuttig is voor de vergelijking van een setgegeven ten opzichte van het bedrijf. Met het percentage van de bron beginnen beide regels met dezelfde waarde (100%) om de vergelijking te vereenvoudigen.

Set tegenover groepsgemiddelde Set tegenover groepsgemiddelde is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die nuttig is voor de vergelijking van een onbewerkte setwaarde ten opzichte van de gemiddelde waarde van een groep. Het gemiddelde van de groep wordt berekend door de gemiddelde waarden van de sets binnen de groep te berekenen.


341

6

6

Analysecatalogus in dashboards en analyses Voorbeelden van voorspellende analyses in de analysecatalogus

Set tegenover totale groei van groep Set tegenover totale groei van groep is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die nuttig is voor de vergelijking van een onbewerkte setwaarde ten opzichte van de totale groei van een groep. Totale groei is een oplossing voor de schaalkwestie van de onbewerkte waarde van de set tegenover het totaal van de groep. De trend van het totaal van de groep wordt relatief ten opzichte van de beginwaarde van de trend van de set, waardoor de totale groei van de groep altijd begint met dezelfde waarde als de trend van de set.

Set tegenover omzet van groep Set tegenover omzet van groep is een Set Analytics-voorbeeld in de analysecatalogus van Dashboard Builder die nuttig is voor de vergelijking van de omzet van een set ten opzichte van de omzet van een groep. In deze analyse wordt het aantal wijzigingen (‘churn’) in een lidmaatschap aangeduid. De analyseperiode komt in dit geval overeen met de vernieuwingsperiode van de set. Er zijn geen gegevens vereist om deze analyse uit te voeren.

Voorbeelden van voorspellende analyses in de analysecatalogus De voorbeeldanalyses van Predictive Analysis in de analysecatalogus zijn gebaseerd op de volgende analyses: • Analyse van beïnvloeder • Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen • Detail van beïnvloeder • Diagram Beïnvloeder/toename • Belangrijkste beïnvloeders • Diagram Modeltoename

342


Analysecatalogus in dashboards en analyses Procescontroleanalyses in de analysecatalogus

• •


Lijsten en voorspellingen • Gegevensprognose • Afzonderlijke lijst

Raadpleeg de documentatie voor Predictive Analysis voor meer informatie over werken met deze analyse. Verwante onderwerpen

• • • • • • • • •

Wat is Predictive Analysis? op pagina 318 Analyse Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen en voorspellende modellen op pagina 255 Afzonderlijke lijst op basis van voorspellende modellen op pagina 258 Analyse Detail van beïnvloeder op basis van voorspellende modellen op pagina 259 Diagram Beïnvloeder/toename op basis van voorspellende modellen op pagina 260 Analyse Belangrijkste beïnvloeders op basis van voorspellende modellen op pagina 262 Gegevensprognose-analyse op basis van gegevens op pagina 265 Diagram Modeltoename op basis van voorspellende modellen op pagina 268 Tekengebied van variabel profielvak op basis van voorspellende modellen op pagina 270

Procescontroleanalyses in de analysecatalogus De volgende voorbeelden van procescontrolediagrammen zijn beschikbaar in de analysecatalogus: • •

Procescontroleanalyses Procescontroleanalyses


•

Controlediagramanalyse op basis van een controlediagram in Process Analysis op pagina 196 • Procescontroleanalyses op pagina 350


343

6

6


•

Procescontroleanalyses op pagina 344

Procescontroleanalyses De volgende voorbeelden zijn gebaseerd op de controlediagramanalyse. U vindt de voorbeelden als volgt: Dashboard Builder > Analysecatalogus > Procescontroleanalyses, voorbeelden: Shewhart-diagrammen voor kenmerkgegevens • • • • • •

c-diagram u-diagram Gestandaardiseerd u-diagram np-diagram p-diagram Gestandaardiseerd p-diagram

Shewhart-diagrammen voor variabele gegevens • • • • •

X-balk & bereik X-balk & standaarddeviatie Mediaan en bereik Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik Zwevend gemiddelde en zwevend bereik

CUSUM- en EWMA-diagrammen • • • • • •

Cusom voor defecten Cusom voor afzonderlijke onderdelen Cusom voor X-balk EWMA voor afwijzingen EWMA voor afzonderlijke waarden EWMA op X-balk


•

344

Controlediagramanalyse op basis van een controlediagram in Process Analysis op pagina 196



c-diagram Het c-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van de Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (c). Het houdt het aantal defecten, fouten en ongelukken bij met een constante steekproefgrootte. Verwante onderwerpen

•


Cusom voor defecten Het diagram Cusom voor defecten op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (C) met een cumulatieve som. Dit diagram is een preventiemiddel, omdat het signalen geeft wanneer defecten dreigen te gaan optreden. Verwante onderwerpen

• •


Cusom voor afzonderlijke onderdelen Het diagram Cusom voor afzonderlijke onderdelen op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (c) met een cumulatieve som waarbij de optie voor afzonderlijke gegevens is ingeschakeld. Dit diagram signaleert kleine wijzigingen in het afzonderlijke diagram. Verwante onderwerpen

• •



345

6

6


Cusom voor X-balk De diagramanalyse Cusom voor X-balk op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (c) Met een cusum. Het diagram signaleert kleine wijzigingen in X-balkdiagramgegevens. Verwante onderwerpen

• •


EWMA voor afzonderlijke waarden Het diagram EWMA voor afzonderlijke waarden op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram Defecten (c) met een EWMA waarbij de optie voor afzonderlijke gegevens is ingeschakeld. U kunt dit diagram gebruiken wanneer de gegevens niet onafhankelijk zijn of automatisch gecorreleerd zijn. Verwante onderwerpen

• •


EWMA voor afwijzingen Het diagram EWMA voor afwijzingen op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Percentage Afgewezen (p) met de ewma geconfigureerd en gemaakt als gestandaardiseerde controlediagrammen. Het signaleert kleine verschuivingen in een p-diagram of gestandaardiseerd p-diagram. Verwante onderwerpen

• • •

346

Wat is EWMA? op pagina 235 Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243 Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245



EWMA op X-balk Het diagram EWMA op x-balk op het tabblad Procescontroleanalyse in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Defecten (c) met een EWMA. Het signaleert kleine wijzigingen in X-balkgegevens. Verwante onderwerpen

• •


Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik Het diagram Afzonderlijke onderdelen & zwevend bereik op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder geeft aan hoe u afzonderlijke waarden kunt bewaken.

Mediaan en bereik Het diagram Mediaan en bereik op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een analyse die variabelen bewaakt met een constante en relatief kleine steekproefomvang. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een mediaan? op pagina 356 Wat is een bereik? op pagina 243

Zwevend gemiddelde en zwevend bereik Het diagram Zwevend gemiddelde en zwevend bereik op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder bewaakt afzonderlijke waarden waarbij elk voorbeeld één waarde heeft. Verwante onderwerpen

• Wat is een diagram Zwevend gemiddelde & zwevend bereik? op pagina 242


347

6

6


• •

Wat is het zwevend gemiddelde? op pagina 361 Wat is een bereik? op pagina 243

np-diagram Het np-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Aantal afgewezen (np). Verwante onderwerpen

•

Wat is het diagram Aantal afgewezen (np)? op pagina 242

p-diagram Het p-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Percentage afgewezen (np). Verwante onderwerpen

•

Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243

Gestandaardiseerd p-diagram Het gestandaardiseerde p-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Percentage afgewezen (np) waarvan een gestandaardiseerd controlediagram is gemaakt. Dit diagram is nutttig voor kortdurende productie. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245 Wat is het diagram Percentage afgewezen (p)? op pagina 243

u-diagram Het u-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Defecten per eenheid (u).

348




•

Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235

Gestandaardiseerd u-diagram Het gestandaardiseerde u-diagram op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een diagram Defecten per eenheid (u) waarvan een gestandaardiseerd controlediagram is gemaakt. Dit diagram maakt de limieten van het u-diagram vlakker. Het is nutttig voor kortdurende productie. Verwante onderwerpen

• •

Wat is een gestandaardiseerd controlediagram? op pagina 245 Wat is een diagram Defecten per eenheid (u)? op pagina 235

X-balk & bereik Het diagram X-balk & bereik op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder bewaakt een variabele met een constante en relatief kleine steekproefomvang. Verwante onderwerpen

•

Wat is een diagram X-balk & bereik? op pagina 250

X-balk & standaarddeviatie Het voorbeelddiagram X-balk & standaarddeviatie op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder bewaakt variabele gegevens met een variabele of constante steekproefomvang. Verwante onderwerpen

•

Wat is een diagram X-balk & standaardeviatie? op pagina 250


349

6

6


Procescontroleanalyses De volgende voorbeelden van Desktop Intelligence-controlediagrammen zijn beschikbaar op Dashboard Builder > Analysecatalogus > Procescontroleanalyses: • •

SPC ACF-tekengebied Tekengebied met SPC-vertraging

Opmerking:

Deze analyses zijn gebaseerd op Desktop Intelligence-rapporten van de voorbeeld-universes van Business Objects. U kunt deze tot op bepaalde hoogte wijzigen met behulp van Desktop Intelligence- of Web Intelligence-rapporten.

SPC ACF-tekengebied Het diagram SPC ACF-tekengebied op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram dat automatische correlatie weergeeft binnen één tijdreeks bij elke vertraging. De verschillende vertragingen liggen op de X-as. De correlatiecoëfficiënten liggen op de y-as. Het AFC-tekengebied is nuttig voor het herkennen van seizoensgebonden of cyclische patronen in een tijdreeks. U kunt dit diagram ook gebruiken om te controleren of observaties onafhankelijk zijn.

Tekengebied met SPC-vertraging Het diagram Tekengebied met SPC-vertraging op het tabblad Procescontroleanalyses in de analysecatalogus van Dashboard Builder is een voorbeeld van een controlediagram dat gegevenswaarden weergeeft tegenover vertraagde waarden voor een bepaalde vertraging. Hiermee kunt u gemakkelijker seizoensgebonden of cyclische patronen in een tijdreeks herkennen. Het tekengebied met vertraging kan ook worden gebruikt om te controleren of observaties onafhankelijk zijn, hetgeen een belangrijke veronderstelling

350



is bij Process Analysis-diagrammen. Gebruik het SPC ACF-tekengebied als u in een oogopslag meerdere vertragingen wilt zien.


351

6

6


352


Dashboard Builder-termen

7

7

Dashboard Builder-termen Aggregatiefuncties

Aggregatiefuncties Wat is rekenkundig gemiddelde? Het rekenkundig gemiddelde (ook wel gemiddelde of eenvoudig gemiddelde genoemd), is de som van de waarden, gedeeld door het aantal waarden. Het rekenkundig gemiddelde is relevant in gevallen waar diverse aantallen worden samengevoegd om een totaal te berekenen. Het beantwoordt de volgende vraag: als alle hoeveelheden dezelfde waarde zouden hebben, wat zou die waarde moeten zijn om hetzelfde totaal te bereiken? Verwante onderwerpen

• •

Wat is harmonisch gemiddelde? op pagina 355 Wat is geometrisch gemiddelde? op pagina 355

Functies voor gemiddelde • • •

Gemiddelde: geeft het gemiddelde per transactie als resultaat. Gemiddelde per afzonderlijk onderdeel: geeft het gemiddelde per afzonderlijk onderdeel in een subset als resultaat. Uniek gemiddelde: geeft het gemiddelde per transactie van unieke waarden als resultaat.

Aantal-functies De volgende aantal-functies zijn beschikbaar: • Totaal aantal: telt het aantal keren dat alle waarden voorkomen. • Uniek aantal: telt het aantal keren dat een unieke waarde voorkomt. • Aantal NULL: telt het aantal keren dat null-waarden voorkomen.

354



Wat is geometrisch gemiddelde? Het geometrisch gemiddelde is de wortel van n van het product van de n waarden. Hoewel minder vaak gebruikt dan het rekenkundig gemiddelde, is het geometrisch gemiddelde geschikt voor het berekenen van gemiddelden van verhoudingsgetallen, zoals wisselkoersen, rentetarieven of inflatiecijfers. Algemeen is het geometrisch gemiddelde relevant wanneer diverse hoeveelheden worden vermenigvuldigd om een bepaald product te verkrijgen. Het geometrisch gemiddelde beantwoordt de vraag: als alle hoeveelheden dezelfde waarde zouden hebben, wat zou die waarde moeten zijn om hetzelfde product te bereiken? De formule voor het geometrisch gemiddelde is als volgt:

Opmerking:

De waarden moeten groter zijn dan nul (0). Verwante onderwerpen

• •

Wat is harmonisch gemiddelde? op pagina 355 Wat is rekenkundig gemiddelde? op pagina 354

Wat is harmonisch gemiddelde? Het harmonisch gemiddelde is omgekeerd evenredig met het rekenkundig gemiddelde van de omgekeerd evenredige getallen van de waarden. Het wordt gebruikt voor het berekenen van gemiddelde aantallen, zoals afstand per tijdseenheid of snelheid. De formule voor harmonisch gemiddelde is:


•

Wat is rekenkundig gemiddelde? op pagina 354


355

7

7


•

Wat is geometrisch gemiddelde? op pagina 355

Wat is een mediaan? De mediaan is het middelpunt van waarden die zijn gesorteerd van klein naar groot of van groot naar klein. De gegevensset bevat evenveel waarden boven de mediaan als daaronder. De mediaan is minder gevoelig voor uitschieters (extreme waarden of fouten) dan het rekenkundig gemiddelde. Bij een oneven aantal waarden is de mediaan de middelste waarde in de gesorteerde set. Bij een even aantal waarden is de mediaan het rekenkundig gemiddelde van de twee middelste waarden. Eén waarde ten opzichte van de mediaan is: Diepte van de mediaan = (aantal waarden + 1) / 2 Verwante onderwerpen

•


Wat is maximum? Als aggregatiefunctie retourneert maximum de maximumwaarde van een reeks waarden.

Wat is minimum? Als aggregatiefunctie retourneert minimum de laagste waarde van een reeks waarden.

Wat is een Kurtosis-populatie? De Kurtosis-coëfficiënt meet de relatieve pieken van de kromme op basis van de distributie van waarden. Een normale distributie heeft een Kurtosis-coëfficiënt van 0. Een Kurtosis-coëfficiënt hoger dan 0 geeft aan

356



dat de distributie meer pieken vertoont dan de standaard normale distributie. Een Kurtosis-coëfficiënt lager dan 0 geeft aan dat de distributie minder pieken heeft dan de standaard normale distributie. De formule voor populatie van de Kurtosis-coëfficiënt is:

Wat is populatie-asymmetrie? De asymmetriestatistiek meet de mate waarin een variabele afwijkt van symmetrie met de gemiddelde waarde in het midden. Een asymmetriewaarde van nul (0) betekent dat de distributie een asymmetrische kromme vertoont. Een positieve waarde geeft aan dat de waarden zich voornamelijk links van het midden bevinden en dat de meest extreme waarden rechts van het midden staan. Een negatieve asymmetriewaarde duidt op een concentratie van waarden rechts van het midden. Een distributie met positieve asymmetrie komt vaker voor dan een distributie met negatieve asymmetrie. Een voorbeeld van een positieve asymmetrie is de distributie van inkomen:

De formule voor populatie-asymmetrie is:

Wat is standaarddeviatie van populatie Geeft de vierkantswortel van de populatievariantie als resultaat. Standaarddeviatie wordt uitgedrukt in dezelfde eenheid als de gegevens. De formule voor de standaarddeviatie van een populatie is:


357

7

7


Wat is populatievariantie? Variantie is de som van de gekwadrateerde deviaties van het gemiddelde, gedeeld door n-1 of n. De formule voor populatievariantie is:

Wat is een Kurtosis-steekproef? De Kurtosis-coëfficiënt meet de relatieve pieken van de kromme op basis van de distributie van waarden. Een normale distributie heeft een Kurtosis-coëfficiënt van 0. Een Kurtosis-coëfficiënt hoger dan 0 geeft aan dat de distributie meer pieken vertoont dan de standaard normale distributie. Een Kurtosis-coëfficiënt lager dan 0 geeft aan dat de distributie minder pieken heeft dan de standaard normale distributie. De formule voor een Kurtosis-steekproefcoëfficiënt is:

Wat is steekproefasymmetrie? De asymmetriestatistiek meet de mate waarin een variabele afwijkt van symmetrie met de gemiddelde waarde in het midden. Een asymmetriewaarde van nul (0) betekent dat de distributie een asymmetrische kromme vertoont. Een positieve waarde geeft aan dat de waarden zich voornamelijk links van het midden bevinden en dat de meest extreme waarden rechts van het midden staan. Een negatieve asymmetriewaarde duidt op een concentratie van waarden rechts van het midden. Een distributie met positieve asymmetrie komt vaker voor dan een distributie met negatieve asymmetrie. Een voorbeeld van een positieve asymmetrie is de distributie van inkomen.

358



De formule voor steekproefasymmetrie is:

Wat is standaarddeviatie van steekproef? Geeft de vierkantswortel van de steekproefvariantie als resultaat. Standaarddeviatie wordt uitgedrukt in dezelfde eenheid als de gegevens. De formule voor de standaarddeviatie van een steekproef is:

Wat is steekproefvariantie? Variantie is de som van de gekwadrateerde deviaties van het gemiddelde, gedeeld door n-1 of n. De formule voor steekproefvariantie is:

Wat is som? Som retourneert het totaal van een reeks numerieke waarden.


359

7

7

Dashboard Builder-termen Wat is een signaal of waarschuwing?

Wat is unieke som? Unieke som retourneert het totaal van een reeks unieke numerieke waarden.

Wat is een signaal of waarschuwing? Een signaal of waarschuwing van Dashboards en analyses informeert de gebruiker over belangrijke veranderingen in het bedrijf. Signalen worden gemaakt als onderdeel van een regel in Performance Manager.

Wat is een analyse? Een analyse is een standaard analysetechniek om aan de hand van gegevens meer inzicht te krijgen in de bedrijfsprestaties en om signalen, lijsten en interactieve invoegtoepassingen voor gegevensvisualisatie te maken. U kunt analyses toevoegen aan uw dashboards als u uw gegevens op een betekenisvolle en efficiënte manier wilt weergeven.

Wat is een gegeven? Een gegeven of een KPI is een werkelijke waarde voor prestaties. Een gegeven wordt gedefinieerd met objecten in de universe en bestaat meestal uit: • een waarde • een filter • een datumbeperking Met gegevens kunt u de werkelijke prestaties bijhouden en vergelijken met een doelstelling of u kunt gegevens gebruiken om een trend te projecteren. Gegevens kunnen ook zijn gebaseerd op een set-universe. Met setgegevens kunt u een waarde voor een bepaald onderwerp binnen een set gedurende een bepaalde periode bijhouden.

360


Dashboard Builder-termen Uitleg over zwevend gemiddelde

Uitleg over zwevend gemiddelde Wat is het zwevend gemiddelde? Bij gegevensanalyse gebruikt u het zwevend gemiddelde om de gemiddelde waarde van een indicator te berekenen over een bepaalde periode. In sommige tijdreeksen is de seizoensgebonden variatie zo sterk dat daardoor trends of cycli worden verborgen die erg belangrijk zijn om het proces dat wordt geobserveerd te kunnen begrijpen. Een zwevend gemiddelde kan worden gebruikt als een effeningsmethode die seizoensgebonden gegevens verwijdert en fluctuaties op lange termijn in de reeks duidelijker maakt. Zwevende gemiddelden kunnen ook worden gebruikt voor prognoses.


Gebruik

MA 2x12


MA 2x24, MA 2x36






361

7

7


Transformatie

Gebruik


Opmerking:

alle methoden voor zwevend gemiddelde zijn extern gedefinieerd in het bestand Stats.ini dat u desgewenst kunt aanpassen. MA lineair gewogen MA lineair gewogen gecentreerd





• •

362

MA exponentieel gewogen op pagina 363 MA lineair gewogen op pagina 363



•

MA lineair gewogen gecentreerd op pagina 364

MA exponentieel gewogen Een transformatie van zwevend gemiddelde. Een MA exponentieel gewogen transformatie geeft de vereiste parameter voor het aantal punten als resultaat. De parameter voor de effeningsconstante is verplicht: • Als deze kleiner is dan 1, hebben huidige gegevens meer gewicht. • Als deze gelijk is aan 1, heeft elk punt evenveel gewicht (hetzelfde als een eenvoudig zwevend gemiddelde). • Als deze groter is dan 1, hebben oude gegevens meer gewicht. De enkelvoudige exponentiële effeningsprognose kan worden uitgedrukt als een gewogen zwevend gemiddelde, waarbij exponentieel steeds minder gewicht op de gegevens wordt toegepast naarmate de observaties ouder worden. Daarom wordt deze methode 'exponentiële effening' genoemd. De prognose voor de volgende periode is daarom: Ft+1 = aYt+a(1 - a)Yt–1 + a(1 - a)²Yt–2 + a(1 - a)³Yt–3 + … + a(1 - a)^ t–1 Y1+a(1 - a)^ t F1




363

7

7




MA lineair gewogen gecentreerd Een transformatie van zwevend gemiddelde. Een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde, ook wel dubbel zwevend gemiddelde genoemd, wordt berekend voor een reeks gegevenspunten die al het resultaat is van een zwevend gemiddelde. Bij een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde wordt het grootste deel van het gewicht toegewezen aan het middelste deel van de gegevens. Een gecentreerd gewogen zwevend gemiddelde is handig om seizoensinvloeden uit gegevens te verwijderen. Als uw tijdreeks een kwartaal beslaat, gebruikt u MA 2x4. Als u een sterker filter voor seizoensgebonden gegevens nodig hebt, gebruikt u MA 2x8 of MA 2x12 voor kwartaalreeksen.


•

364





waarbij a een constante tussen 0 en 1 is. Een SES-analyse wordt gemaakt op basis van de tijdreeks-universe. De SES-wegingsfunctie is ingebouwd in de universe. De eindgebruiker kan verschillende waarden van de effeningsconstante uitproberen om de beste waarde te vinden. Verwante onderwerpen

•



365

7

7


366



A

A


Online documentatiebibliotheek

Business Objects biedt een volledige documentatieset voor alle producten en implementaties daarvan. De online documentatiebibliotheek bevat de meest actuele versie van de Business Objects-productdocumentatie. U kunt bladeren in de inhoud van de bibliotheek, zoeken in tekst, handleidingen online lezen of deze downloaden als PDF-versies. De bibliotheek wordt regelmatig bijgewerkt met nieuwe inhoud, zodra deze beschikbaar is. Voor toegang tot de online documentatiebibliotheek gaat u naar http://help.sap.com/en klikt u op Business Objects boven aan de pagina. Aanvullende bronnen voor ontwikkelaars

https://boc.sdn.sap.com/developer/library/ Online Klantendienst

De website van de klantendienst van Business Objects bevat informatie over programma's en services van de klantendienst. Tevens bevat de website koppelingen naar een uitgebreide hoeveelheid technische informatie, waaronder Knowledge Base-artikelen, downloads en ondersteuningsforums. http://www.businessobjects.com/support/ De beste implementatieoplossing voor uw bedrijf

Business Objects-consultants kunnen u begeleiden vanaf de initiële analysefase tot de oplevering van uw implementatieproject. Expertise is beschikbaar in relationele en multidimensionele databases, in connectiviteiten, databaseontwerphulpmiddelen, aangepaste embedding-technologie en meer. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale verkoopkantoor of met Business Objects: http://www.businessobjects.com/services/consulting/ Mogelijkheden voor training

Business Objects biedt een cursuspakket variërend van traditioneel klassikaal onderwijs tot gerichte e-learningcursussen die voorzien in uw studiebehoeften en een studiemethode van uw voorkeur. U vindt meer informatie op de website Business Objects Education:

368



http://www.businessobjects.com/services/training Feedback sturen

Hebt u suggesties voor verbetering van de documentatie? Vindt u iets met name goed of handig? Neem contact op met Business Objects en wij zullen ons best doen ervoor te zorgen dat uw suggestie in de volgende versie van de documentatie wordt meegenomen: mailto:[email protected] Opmerking:

Als uw probleem een Business Objects-product en niet de documentatie betreft, neemt u contact op met onze experts van de Klantendienst. Ga voor informatie over de Klantendienst naar: http://www.businessobjects.com/sup port/.

Business Objects-productinformatie

Voor informatie over alle Business Objects-producten gaat u naar: http://www.businessobjects.com.


369

A

A


370


Index A Aantal visuele gegevens, analyse beschrijving 285 configureren 286 Abonnementen op doelstellingen, analyse beschrijving 144 configureren 144 Afzonderlijke lijst, analyse 258 configureren 258 alarmen in controlediagrammen 208, 210 analyse maken vanuit een bestaande 47, 176 universe-beperkingen 314 Analyse cirkeldiagram opties voor navigatie 123 Analyse van diagram modeltoename 268 configureren 268 omvang steekproef 269 opnieuw genereren bij vernieuwen 270 optimaliseren voor inzicht 269 optimaliseren voor kruisverkoopanalyse 270 optimaliseren voor scores 269 tips 269 verkregen sets gebruiken 270 analyse van zwevend gemiddelde diagramopties 123 analyse-toolbox 25 analyses Aantal visuele gegevens 286 bewerken 49 downloaden 99 en dashboards 26 enkel gegeven of doelstelling 40 filters 42

analyses (vervolg) gegevensbronnen 48 koppelen 49 koppelen aan meerdere documenten 50 koppelen met behulp van variabelen 54 koppelen met nbPrompts 69, 70 koppelen vanuit een doelstellings-, gegevenof universe-query-analyse 52 maken 46 maken in Dashboard Builder 46 maken in InfoView 47 navigatielijst 32 opslaan 100 opslaan als document 101 toevoegen aan dashboards 27 vernieuwing plannen 308 verwijderen 100 verzenden via e-mail 98 viewer 32 weergavemodi 43, 174 weergaveopties voor binning 257 werkbalkacties 28 automatische berekening in controlediagrammen 207

B Ballondiagramanalyse beschrijving 118 configureren 118 gegevensweergave definiëren 43 OpenAnalytic-variabelen 68 opties voor navigatie 123 barometer 113 configureren 113


371

Index

barometer (vervolg) diagrameigenschappen 115 diagramopties 117 gebaseerd op een universe-query 41 knopinfo 112, 152 koppelingen vanuit 116 bedrijfsdashboards 13 Belangrijkste beïnvloeders, analyse beschrijving 262 configureren 264 OpenAnalytic-variabelen 64 benoemde gebeurtenissen in controlediagrammen 208

C c-diagram voorbeeldanalyse 219, 220, 345, 346, 347 voorbeelddiagram 219, 345 Cirkeldiagramanalyse beschrijving 119 configureren 119 gegeven aanwijzingen 124 gegevensweergave definiëren 43 OpenAnalytic-variabelen 68 controlediagramanalyse 196 controlediagrammen maken 200 in dashboards 216 voorbeeldanalyse 221, 348 voorbeeldanalyses 222, 348 voorbeelden 218, 344 Controlediagramanalyse configureren 197 problemen in controlediagrammen oplossen 213 voorbeeld 219, 220, 221, 345, 346, 347 voorbeeld c-diagram 219, 345 voorbeeldanalyse 221, 222, 223, 347, 348, 349 controlediagrammen afdrukken 213

372

controlediagrammen (vervolg) alarmen instellen 208, 210 alle resultaten rond middellijn 232 als controlediagramanalyses 196 benoemde gebeurtenis 208 bewerken 199 controlelimieten instellen 207 cumulatieve som instellen 203 decimalen in diagrammen 215 Desktop Intelligence, voorbeeld 223, 350 diagramtype instellen 201 ewma 235 EWMA configureren 202 EWMAo configureren 202 EWMAo-doel 236 filter instellen 205 in- en uitzoomen 212 instellingen voor gegevensverzameling 203 limieten configureren 206 maken in Process Analysis 200 onderverdelingswaarden 214 opwaartse trend 247 pannen 212 problemen met diagramlijnen oplossen 214 problemen met getallen oplossen 216 problemen met grafiek oplossen 213 problemen oplossen 213, 216 Process Analysis, signalen 215 specificatielimieten 217 specificatielimieten instellen 208 standaardisatie gebruiken met EWMA 202 steekproeflijst 213 steekproeven 205 systematische variatie 246 te hoge spreiding 242 tijdsperioden 217 uitvoeringslijn 214 vanuit een Web Intelligence-rapport 212 vernieuwen 217 verniewing plannen 309 voorbeelden 218, 344


Index

controlediagrammen (vervolg) voorbeelden van vertraging en interval 223, 350 wegingsfactor instellen 202 Western Electric-regels 249 Crystal Reports in dashboards 29 cumulatieve som configureren in een controlediagram 203 cusum voorbeeld c-diagram 219, 345 voorbeeldanalyse 219, 345, 346

D dashboard builder beschrijving 318 dashboardeigenschappenmenu 26 dashboards 12 aanpassen 16, 18 afdrukken 13 analyse-toolbox 25 analyses toevoegen 27 controlediagrammen 216 Crystal Report-opties 29 eigenschappenmenu 26 en analyses 26 indelingsmodus sjabloon 20 inhoud koppelen 36 inhoudskoppeling instellen 36 kopiëren 23 maken 14 Mijn dashboard 13 naam wijzigen 22 navigatielijst 32 persoonlijk 13 tabbladen en subtabbladen toevoegen 17 verplaatsen 23 verwijderen 24 viewer 32 vrije vorm, indelingsmodus 19 Web Intelligence-rapportopties 31

dashboards (vervolg) weergaveopties voor dashboardanalyse 21 werkbalk Analyse gebruiken 28 zakelijk 13 dashboards en analyses toepassingen 318 Desktop Intelligence voorbeeldanalyse 183, 184, 185, 187, 188, 191, 192, 193, 194, 196, 327, 328, 330, 332, 333, 334, 335, 337, 338 voorbeeldcontrolediagram 184, 331 voorbeelddeviatieanalyse 182, 183, 329, 330 voorbeelddoelanalyse 195, 338 voorbeeldgegevensrelatieanalyse 191, 336 voorbeeldprognoseanalyse 195, 335 voorbeeldtrendanalyse 193, 333 Detail van beïnvloeder op basis van doelstellingen, analyse 255 binning 257 configureren 256 weergaveopties 257 Detail van beïnvloeder, analyse 259 binning 257 configureren 260 weergaveopties 257 detrended gemiddelde 267 Diagram Beïnvloeder/toename, analyse 260 configureren 261 diagrameigenschappen meters 115 Pareto-diagram 167 Strategietoewijzingsanalyses 170 diagrammen Interactieve gegevenstrendanalyse 106, 107, 112 diagramopties gegevensverkenningsanalyse 123 meters 117 diagramtypen Interactieve gegevenstrendanalyse 110


373

Index

doelstellingen status 275 Doelstellingsanalyse beschrijving 142 configureren 142 OpenAnalytic-variantievariabelen 56

E Effeningsanalyse 135 diagramopties 123 ewma 235 EWMA gebruiken met gestandaardiseerde controlediagrammen 202 instellen 202 voorbeeldanalyse 220, 346, 347 EWMAo 236

F filters in controlediagrammen 203, 205 voor analyse van universe-query's 42 Frequentiehistogramanalyse 125 aangepaste parameters 125 configureren 122 diagramopties 123 gegeven aanwijzingen 124 gegevensverkenningsanalyse 121 histogram casestudy 126 OpenAnalytic-variabelen 69 opties voor navigatie 123

G gebeurtenissen in controlediagrammen 208 gegeven aanwijzingen 124 gegevens afmeldingen in set 283

374

gegevens (vervolg) migranten in set 283 nieuwe leden in set 283 op basis van meerdere sets 283 overlappend in set 283 vernieuwing plannen 306 gegevenslijstanalyse beschrijving 150 kolommen aanpassen 111, 151 OpenAnalytic-variabelen 59 Gegevenslijstanalyse configureren 150 knopinfo 112, 152 gegevensoverzichtanalyse OpenAnalytic-variabelen 61 Gegevensoverzichtanalyse beschrijving 161 configureren 161 set kiezen 162, 281 Gegevensprognose, analyse beschrijving 265 configureren 266 detrended gemiddelde 267 OpenAnalytic-variabelen 64 gegevensstructuuranalyse beschrijving 153 OpenAnalytic-variabelen 61 Gegevensstructuuranalyse configureren 153 diagrameigenschappen configureren 155 gegevensstructuurvak uiteengezet 153 titel van het vak configureren 155 velden met vakinformatie 157 Gegevenstrends, analyse voorbeeldtrendanalyse 295 gegevenstypen doorlopend 276 nominaal 276 rangtelwoorden 276 gegevensverkenningsanalyse beschrijving 121 configureren 122


Index

gegevensverkenningsanalyse (vervolg) gegeven aanwijzingen 124 gegevensverzameling in controlediagrammen 203 geplande taken analyse vernieuwen 308 beheren 304 controlediagram vernieuwen 309 de bestemming instellen 311 e-mails naar een Postvak IN 312 exemplaren 305 exemplaren verwijderen 306 gegeven vernieuwen 306 gepersonaliseerde gegevens verzenden 312 informatie exemplaar 306 maken 309 objectschema's uitvoeren 310 planningsgeschiedenis 305 set vernieuwen 307 toevoegen 306 universe-beperkingen voor gepersonaliseerde gegevens 313 verwijderen 306 voorspellend model vernieuwen 308 weergeven 304

I Individual Profiler, analyse beschrijving 284, 291 inhoud koppelen instellen 36 Interactieve gegevenstrendanalyse beschrijving 102 configureren 102 diagrammen en legenda's 106, 107 diagramopties 112 diagramtypen 110 knopinfo 112, 152 kolommen aanpassen 111, 151 koppelen 104

Interactieve gegevenstrendanalyse (vervolg) OpenAnalytic-variabelen 65 typen diagramgegevens 108 weergave-indelingen 105 weergavemodus 105

K knopinfo Gegevenslijstanalyse 112, 152 Interactieve gegevenstrendanalyse 112, 152 meteranalyse 112, 152 kolommen Gegevenslijstanalyse 111, 151 Interactieve gegevenstrendanalyse 111, 151 koppelen aan meerdere documenten 50 analyses in dashboards 36 koppeling gegevensstructuuranalyse weergeven in meters 116 naar een document of analyse 52 openDocument 70 Kromme aanpassen, analyse 131 aangepaste parameters 132 configureren 122 diagramopties 123 eenvoudige trendkrommen 132 gegeven aanwijzingen 124 gegevensverkenningsanalyse 121 OpenAnalytic-variabelen 69 opties voor navigatie 123 s-vormige krommen 131

L legenda's Interactieve gegevenstrendanalyse 106, 107 lidmaatschapanalyse beschrijving 282


375

Index

lidmaatschapanalyse (vervolg) OpenAnalytic-variabelen 62 Lidmaatschapanalyse configureren 280 set kiezen 162, 281 limieten configureren in controlediagrammen 206

M meest vluchtige gegevens, analyses OpenAnalytic-variabelen 62 meteranalyse configureren 113 diagrameigenschappen 115 gegeven aanwijzingen 124 knopinfo 112, 152 koppelingen vanuit 116 OpenAnalytic-variabelen 67 Meteranalyse 113 diagramopties 117 migratieanalyse beschrijving 282 OpenAnalytic-variabelen 66 voorbeeldanalyse 288, 339 voorbeeldtrendanalyse 288, 339 Migratieanalyse configureren 280 set kiezen 162, 281 modellen gegevenstypen 276 verniewing plannen 308 Multiset met gelijktijdige gebeurtenissen, analyse beschrijving 283 configureren 280 set kiezen 162, 281

N Navigatielijst, analyse in dashboards 32

376

nbPrompts 69 analyses op basis van doelstelling en gegeven 70

O onderverdeling in controlediagrammen 203 op tijd gebaseerde steekproeven 205 OpenAnalytic 52 met Vieweranalyse 34, 97 OpenAnalytic-variabelen belangrijkste beïnvloeders, analyse 64 cirkel-, ballon- en radardiagrammen 68 doelstellingsvariantie 56 gegevenslijst 59 gegevensoverzicht 61 gegevensprognose 64 gegevensstructuur 61 gegevensverkenningsanalyse 69 in analyses op basis van doelstelling, gegeven en universe-query 54 interactieve gegevenstrendanalyse 65 meters 67 migratieanalyse 66 snelheidsmeter 67 Strategietoewijzing 59 toewijzingsanalyses 57 vluchtige gegevens en setlidmaatschap 62 voor het koppelen van analyses 54 openDocument 71 in analyses 70 in dashboards 70 invoerparameters 82 overzicht parameters 75 platformparameters 78 syntaxis 71 uitvoerparameters 90 opties voor navigatie ballondiagram 123 cirkeldiagram 123 gegevensverkenningsanalyse 123 radardiagram 123


Index

P

S

p-diagram voorbeeldanalyse 220, 346 parameters openDocument 78, 82, 90 overzicht openDocument 75 Pareto-analyse OpenAnalytic-variantievariabelen 56 voorbeeldanalyse 186, 326 Pareto-diagramanalyse beschrijving 163 configureren 165 configureren met universe-objecten 166 diagrameigenschappen 167 gesegmenteerde gegevens 147, 167 Performance Manager beschrijving 318 Predictive Analysis beschrijving 318 problemen oplossen controlediagram, alarmen 215 controlediagrammen 213, 214, 215, 216, 217 Process Analysis beschrijving 319 Profiler, analyse beschrijving 284, 291 configureren 285

samengestelde analyse analyse-toolbox 25 beschrijving 299 samenvatting gegevens, analyse 294 scheduler 304 gebeurtenissen selecteren 314 standaardprinter instellen 314 Set Analytics voorbeeld lidmaatschapanalyse 293 voorbeeld van analyse huidig lid 292 voorbeeld Web Intelligence-query’s 287, 338 voorbeeldanalyse 288, 289, 290, 293, 294, 295, 339, 340, 341, 342 voorbeeldanalyse, afzonderlijk staand 292 voorbeeldmigratietrendanalyse 288, 339 voorbeeldomzetanalyse 290, 342 voorbeeldspreidingstekengebied 289, 340 voorbeeldtrendanalyse 295 sets gegevens op basis van 283 vernieuwing plannen 307 Signalen, analyse beschrijving 251 configureren 251 gebruiken 252 snelheidsmeter 113 configureren 113 diagrameigenschappen 115 diagramopties 117 gebaseerd op een universe-query 41 knopinfo 112, 152 koppelingen vanuit 116 OpenAnalytic-variabelen 67 specificatielimieten controlediagrammen 217 specificatielimieten in controlediagrammen 208 steekproeven in controlediagrammen 203 op basis van agenda 205

R Radardiagram, analyse beschrijving 120 Radardiagramanalyse configureren 120 gegevensweergave definiëren 43 OpenAnalytic-variabelen 68 opties voor navigatie 123 regels in controlediagrammen 210 signalen 252


377

Index

steekproeven (vervolg) op tijd gebaseerd 205 systematisch 205 steekproeven op basis van agenda 205 Strategietoewijzing, analyse beschrijving 168 configureren 169 diagrameigenschappen 170 in- en uitzoomen 174 items koppelen 172 OpenAnalytic-variabelen 59 pannen 173 tekstitems 173 velden met vakinformatie 157 syntaxis openDocument 71 systematische steekproeven 205

T Tekengebied met profielvak voor variabelen, analyse 270 configureren 271 tekengebied met vertraging, analyse gegeven aanwijzingen 124 gegevensverkenningsanalyse 121 Tekengebied met vertraging, analyse 134 configureren 122 diagramopties 123 OpenAnalytic-variabelen 69 opties voor navigatie 123 Tekengebied voor normale kans, analyse 134 configureren 122 diagramopties 123 gebruikt met histogrammen 126 gegeven aanwijzingen 124 gegevensverkenningsanalyse 121 OpenAnalytic-variabelen 69 opties voor navigatie 123 tekstanalyse beschrijving 301

378

thermometer 113 configureren 113 diagrameigenschappen 115 diagramopties 117 gebaseerd op een universe-query 41 knopinfo 112, 152 koppelingen vanuit 116 toewijzingsanalyse configureren 145 OpenAnalytic-variabelen 57 tijdvenster 149 universeobjecten selecteren 147 Toewijzingsanalyse beschrijving 145 diagrameigenschappen configureren 148 gesegmenteerde gegevens 147 navigatie-eigenschappen 148 typen diagramgegevens in Interactieve gegevenstrendanalyses 108

U universe-beperkingen toepassen 314 universe-query's 40 definiëren 41 definitie 40

V Vereffening afwijkende waarden, analyse configureren 122 diagramopties 123 gegeven aanwijzingen 124 gegevensverkenningsanalyse 121 opties voor navigatie 123 Vereffening lokale regressie, analyse configureren 122 diagramopties 123 gegeven aanwijzingen 124 gegevensverkenningsanalyse 121 opties voor navigatie 123


Index

Vereffening zwevend gemiddelde, analyse configureren 122 diagramopties 123 gegeven aanwijzingen 124 opties voor navigatie 123 Vereffeningsanalyse gegeven aanwijzingen 124 OpenAnalytic-variabelen 69 opties voor navigatie 123 vereffening afwijkende waarden 136 vereffening lokale regressie 135 Vereffening zwevend gemiddelde 136 Zwevend gemiddelde 135 Vereffeningsanalyses 121 configureren 122 Verffening zwevend gemiddelde, analyse gegevensverkenningsanalyyse 121 verkeerslichtmeter 113 configureren 113 diagrameigenschappen 115 diagramopties 117 gebaseerd op een universe-query 41 knopinfo 112, 152 koppelingen vanuit 116 Viewer, analyse beschrijving 33, 300 informatie laten versturen naar 34, 97 met navigatielijst 32 met openAnalytic 34, 97 voorspellende modellen selecteren 254

W Web Intelligence Setmomentopname, analyse 179, 323

Web Intelligence (vervolg) voorbeeldanalyse 177, 178, 179, 180, 181, 185, 186, 187, 188, 189, 190, 191, 322, 323, 324, 325, 326, 327, 328, 336 Web Intelligence-query's voorbeeldanalyse 287, 338 Web Intelligence-rapporten in dashboards 31 Webpagina-analyse 301 weergavemodi analyses 43, 174 weergaveopties binning 257

X Xcelsius-analyses inhoudskoppeling instellen 36

Z zwevend gemiddelde transformaties 138, 139, 140, 141, 238, 239, 240, 361, 363, 364 ZG exponentieel gewogen 139, 239, 363 ZG lineair gewogen 140, 240, 363 ZG lineair gewogen gecentreerd 141, 240, 364 Zwevend gemiddelde, analyse configureren 122 gegeven aanwijzingen 124 gegevensverkenningsanalyse 121 opties voor navigatie 123


379

Index

380


Gebruikershandleiding voor BusinessObjects Dashboard Builder

Recommend Documents