Gebruikershandleiding LCD Monitor BBA Dashboard
Pum ps
for
results
VEILIGHEIDSSYMBOLEN Deze handleiding gebruikt de volgende regels om BELANGRIJKE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID te melden. Lees en volg alstublieft ALLE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES op. BELANGRIJKE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID – EEN GEVAAR DAT, INDIEN NIET VERMEDEN, KAN LEIDEN TOT LICHT/IETS ZWAARDER LETSEL. BELANGRIJKE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID – EEN GEVAAR DAT KAN LEIDEN TOT ERNSTIG LETSEL OF DE DOOD BELANGRIJKE en DRINGENDE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID: EEN GEVAAR DAT, INDIEN NIET VERMEDEN, KAN LEIDEN TOT ERNSTIG LETSEL OF DE DOOD. WAARSCHUWING BELANGRIJKE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID – EEN GEVAAR DAT, INDIEN NIET VERMEDEN, KAN LEIDEN TOT SCHADE AAN DE APPARATUUR. LET OP ADDITIONELE BELANGRIJKE INFORMATIE © 2013 BBA Pompen & Buizen BV Apeldoorn, Nederland Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BBA Pumps BV Disclaimer Ondanks alle zorg die is besteed aan het samenstellen van tekst en afbeeldingen kan noch de auteur noch de uitgever worden gehouden aan mogelijke schade die het gevolg is van eventuele fouten in deze publicatie. Het originele handboek is in het Engels geschreven. De overige talen zijn een vertaling van de oorspronkelijke instructies. Een vertaling kan soms resulteren in afwijkingen in de interpretatie van de inhoud en de betekenis van tekst. In het geval van een geschil zullen de originele in het Engels geschreven instructies worden beschouwd als enige en authentieke bron voor het vaststellen van de inhoud en de betekenis van de tekst. Dit handboek geeft de stand van de techniek weer op het moment van uitgifte. BBA Pumps BV behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande aankondiging tussentijds wijzigingen door te voeren in zowel technische- als uitvoeringsspecificaties. Dit document dient volledig gelezen en begrepen te worden alvorens men de apparatuur die hierin beschreven wordt gaat installeren, testen of bedienen. Bovendien dient dit document bewaard te worden voor huidige en toekomstige gebruikers van deze apparatuur. Indien men zich niet strikt houdt aan de waarschuwingen en rekening houdt met de gevaren die in dit document beschreven staan zou dit kunnen leiden tot schade aan de apparatuur, schade aan goederen, lichamelijk letsel of de dood. Algemene veiligheidsvoorschriften Deze producten zijn niet ontworpen of goedgekeurd voor gebruik als essentieel component van een veiligheidstoestel of systeem dat is bedoeld om lichamelijk letsel te voorkomen, levens te beschermen of schade aan goederen te voorkomen. De omschrijvende Original Equipment Manufacturer (OEM- fabrikant van het oorspronkelijke toestel) en/of degene die een BBA dashboard installeert is verantwoordelijk voor alle veiligheidslabeling en opleidingen met betrekking tot het veilig bedienen van dit dashboard en het bedienen van de specifieke machine waar dit dashboard op geïnstalleerd is – inclusief het zich houden aan de reguleringen betreffende uitlaatgassen. Alleen correct opgeleide en gecertificeerde personen mogen het BBA Pumps product installeren, testen, onderhouden en repareren. BBA Pumps producten zijn niet ontworpen voor of bedoeld voor gebruik bij toepassingen waarbij explosiebestendige componenten vereist zijn. Bovendien zijn BBA Pumps producten niet ontworpen of bedoeld voor toepassing in gevaarlijke of explosieve omstandigheden. De installateur van dit product is uitsluitend verantwoordelijk voor installatie die voldoet aan alle CE normen met betrekking tot de toepassing van het BBA dashboard, de beveiliging van het toestel, algemene veiligheidsnormen, labeling en waarschuwingen.
Neem voor vragen contact op met: Hoofkantoor BBA Pumps +31 (0)314 36 84 44 E-mail:
[email protected] Website: www.bbapumps.com
2
DISCLAIM MER RESERV VE motor sto op Dit dashb board of deze kabelboom he eeft mogelijk e een optionele reserve motorrstop. Het enigge doel van de eze reserve m motorstop is om m de motor te kunnen uitsc hakelen indien n de sleutelschakelaar defeect is. De sleutel/scchakelaar dien nt altijd te word den gebruikt a als eerste meth hode om de motor m uit te zettten. Let er als stublieft op dat de e reserve moto orstop NIET be edoeld is als N NOODSTOP voor v de machine/de apparat atuur, of om ge ebruikt te worden a als NOODSTO OP om veilighe eidsredenen. D De producent van de machine dient dezee te voorzien van een OODSTOP scchakelaar om te t voldoen aan n de veiligheid dsvoorschriften of de functioonaliteit om he et toestel aparte NO in noodge evallen direct te t kunnen stoppen.
AUTO- Start DISCLAIMER Dit dashboard is mogelijk uitg gerust met een automatisch h motor startsyysteem, waard door de m motor/machine te allen tijde a automatisch zou kunnen sta arten of stoppeen. Daarom: de motor kan zonde er waarschuwing of aankond diging starten het is UITSLUITEND U D de verantwo oordelijkheid van v de eigenaaar/installateur// ge ebruiker om te e zorgen voor labels, zichtba are en hoorba are waarschuw wingen om de gebruiker te e waarschuwen dat het toesstel gaat opsta arten. p voo ordat er ENIG G onderhoud of gebruik ALTIJD lockk out/tag out procedures co onfiguratiewerrk wordt uitgevvoerd. configu ureer GEEN d door de gebruiiker te program mmeren functiies als het das shboard zzich in de “AU UTO” stand bevindt (sleutel in auto-start positie). p Het da ashboard diennt ALLEEN g geconfigureerrd te worden als a de sleutel i n de “Run” po ositie staat. . OPTIONELE NOODSTOP:: 1. Trek de AU UX Engine STO T” (weg van de e voorkant vann het dashboard) zodat OP knop “UIT de motor kan werken. UX Engine ST TOP knop “IN” (naar de voorrkant van het ddashboard toe e) om de 2. Druk de AU RESERVE motorstop toe te e passen.
LET OP: DISCLAIMER R uitlaatgasse en algemeen board heeft mo ogelijk voorzie eningen voor in g zoalls KRACHTRE EGENERATIE E (FORCE Dit dashb nput door de gebruiker REGEN),, VERHINDER R REGENERA ATIE (INHIBIT REGEN), INT TERLOCK, en n andere, speccifiek bedoeld om te voldoen a aan de Amerikkaanse en inte ernationale reg gels voor uitlaatgassen. Verrantwoordelijkkheid voor de input i in verband m met uitlaatgasssen en het vo oldoen aan de regels voor uitlaatgassen ligt uitsluitend bij de eigenaa ar en/of gebruikerr van de mach hine/motor waa ar dit dashboa ard op aanges sloten is.
CHUWING: NA ALEVING RE EGELS UITLA AATGASSEN/A AUTO-START T DISCLAIME ER WAARSC Dit dashb board is uitgerust met param meters die doo or de gebruike er kunnen word den geprogram mmeerd en die kunnen leiden tot automatisch starten s en stoppen van de m motor/machine. Als functie van v het uitlaattgassysteem kan k de achine (mogeliijk) via de ECU U van de moto or, bepaalde vereiste v toepassingen zoalss regeneratie van v de motor/ma DPF of an nder onderhou ud aan het uitlaatgassystee em opstarten terwijl de moto or loopt. De eiggenaar/gebruiker van de motor//machine is uitsluitend aans sprakelijk voorr alle negatiev ve effecten of schade s aan dee motor, het uitlaatgasssysteem of an ndere schade die zou kunne en ontstaan als a gevolg van het starten off stoppen van de motor/ma achine tijdens iedere door he et ECU veroo rzaakte gebeu urtenis in het uitlaatgassyste u eem.
3
Automatische bediening Het BBA dashboard is voorzien van een geavanceerd, automatisch Start/Stop systeem dat aan vrijwel iedere eis kan voldoen. Input met twee vlotters of een druksensor maken een groot aantal controlescenario’s mogelijk. Single switch mode maakt betrouwbare bediening met een enkele vlotter mogelijk. Bediening met twee vlotters maakt meer hysterese mogelijk indien gewenst. De transducerinput maakt eenvoudige start/stop bediening mogelijk door niveau of druk en onderhoudsstanden met snelle aanpassing. - Te programmeren hoge en lage vastgestelde punten controleren start/stop bediening. - Gelijke onderhoudsstanden monitoren de bedieninginput en passen de motorsnelheid aan zodat deze met instelbare agressiviteit gelijk loopt aan het ingestelde doel. - Input met twee schakelaars kan worden gecombineerd met de transducer input voor meervoudige veiligheid om verstopping of defecten aan de transducer sensor te voorkomen.
Gashendel De standaard Ramp Throttle gebruikt een tuimelschakelaar om de integrale controle over de gashendel aan te passen. Alle commando’s van de gashendel worden direct naar de motor gestuurd met behulp van de CANbus throttle control. Let op: Throttle control vereist dat u CANbus throttling toestaat in de ECU. CANbus throttling wordt ook wel Torque Speed Control of TSC1genoemd. Andere opties om de gashendel te bedienen zijn bijvoorbeeld Digital Rotary Throttle, Two-State Throttle (Idle/Run) of Three-State Throttle (Idle/Intermediate/Run). De Digital Rotary kan geïnstalleerd worden met de Throttle Ramp Throttle of Three-State Throttle om de snelheden voor de Idle, Intermediate en Run standen naar wens aan te passen. Service Timers De display biedt zestien(16) service timers om de gebruiker op noodzakelijk onderhoud te wijzen. De tijdsinterval voor iedere timer kan ingesteld worden met tussenpozen van 10 uur. Na de zelftest van het display is een pop-up zichtbaar indien een timer is afgegaan, waardoor de gebruiker een melding krijgt dat er onderhoud nodig is. De boodschap wordt bij iedere power up vertoond totdat de verlopen timer wordt uitgeschakeld of gereset.
Messenger Telemetrie Optie Het optionele Messenger systeem biedt een groot aantal functies om de investering in de apparatuur te beschermen en te ondersteunen. Remote monitoring kan aangeven dat er onderhoud nodig is, dat er operationele problemen zijn en dat het toestel niet correct bediend wordt, of het kan de locatie doorgeven met een geo-fence alarm. De interface met webbrowser maakt het mogelijk een compleet machinepark te controleren vanaf één centrale locatie. Neem contact op met BBA Pumps voor meer informatie. Mechanisch gestuurde motoren Op mechanisch gestuurde motoren voert de LCD display de ECU functie uit door lage oliedruk, hoge temperatuur en twee andere motorische storingen te controleren. Drie analoge inputs versturen de oliedruk, motortemperatuur en het brandstofniveau via de CANbus naar het display en andere J1939 apparaten. De motorsnelheid kan bediend worden door een mechanische gashendel.
Waarschuwing! Indien er vervangende onderdelen nodig zijn raadt BBA Pumps u aan vervangende onderdelen te gebruiken die door BBA Pumps worden geleverd, of onderdelen met gelijkwaardige specificaties. Indien u geen gehoor geeft aan deze waarschuwing kan dit leiden tot voortijdige defecten, schade aan het product, lichamelijk letsel of dood.
Introductie
4
D monitor is een universeel platform waa armee zowel elektronische als a mechaniscch gestuurde Deze LCD Het solide onttwerp op dieselmottoren kunnen worden gecon ntroleerd, bed iend en autom matisch gestarrt en gestopt. H basis van n microprocesssoren gebruikt semiconducttoren met hoo og vermogen in n plaats van oouderwetse elektrome echanische relais om betrou uwbare schake eling onder ho oge spanning te garanderenn. Grafische meterpag gina’s of een enkele e grote analoge meter worden getoo ond op het 4.25” diagonale LLCD scherm. Vrijwel iedere SA AE J1939 para ameter die doo or de ECU (En ngine Control Unit) wordt ge emeten kan w worden weerge egeven, inclusief R RPM, de temp peratuur van de d koelvloeisto of, oliedruk, urrenteller, voltage en diagnosstische codes. Een analoge input voor het brandstofnive eau stuurt deze e informatie via v de CANbus s naar het dispplay en andere e J1939 n. Het transrefflectieve display met backlig ght is gemakk kelijk af te leze en, zowel in fe l zonlicht als in totale apparaten duisterniss en heeft een n robuuste beh huizing met IP P67 rating. alarmsituaties worden in duidelijke taal ge etoond via pop p-up boodscha appen en kunnnen bekeken worden w in Huidige a de alarmlijst. Diverse diagnostische d schermen s ma aken het moge elijk om de CANbus datastreeam in detail te onderzoe eken. Met het Configuratie Menu kunnen n gebruikers de d getoonde in nformatie naarr eigen wens aanpasse en: metrische of Amerikaans se eenheden, schermtaal en e verschillend de andere paraameters zoals s de meterwee ergave op warre grootte. Vie er heldere LED D’s onder het display d geven Auto Standbyy, Preheat, Sto op en de Waarschu uwingsstatus weer. w Vijf kno oppen geven ttoegang tot ee en button barr die afhankelijjk is van de co ontext indien een e knop van 1 tot 4 ingedru ukt wordt. De grafische mennustructuur ge ebruikt gemakk kelijk te begrijp pen iconen om m de huidige fu unctie van de knop weer te geven. Als er 5 seconden ge een activiteit is s geweest verd dwijnt de buttoon bar.
Knop 1 Analoge Meter s Pagina’s Herhaaldelijk doorloopt drukken d vier pagin na’s analoge m meters (16 in tota aal).
Knop 2 Digitale Metter Pagina’s k Herhaaldelijk drukken doorloopt vier pagina’s s digitale meters (16 in n totaal).
Kn nop 3 nkele Analoge En Me eter He erhaaldelijk dru opt ukken doorloo all e beschikbare e naloge meters. an
Knop p4 Actieve Alarm Pagin na Geeftt alle actieve alarm msignalen weerr inclus sief een besch hrijving in duidelijke taal.
Knop 5 sen meters Aanpass Configureert de paramete ers die op de meterrpagina’s worden weergegeven.
De meeste pro oblemen met elektronisch e ge estuurde moto oren kunnen worden w opgesppoord met de Let op: D diagnostissche meldinge en van de ECU. Gebruik he et display of de e ECU diagnose om foutcoddes te bekijken n. Informatie e over de statu us van de mottor en diagnosstische codes die op het CA ANplus displayy worden geto oond worden a aangeleverd do oor de CANbu us.
5
Handmattige bedienin ng bedieningssleu utel naar de “rrun” positie te draaien wordt de ECU geactiveerd, alle LLED’s gaan te egelijk aan Door de b en er worrdt een start-up scherm geto oond terwijl err een zelftest wordt w uitgevoe erd. Als het dissplay langer dan d 1 seconde piept geeft ditt een fout in de e zelftest aan.. Gebruikers kunnen k deze fo out proberen tte herstellen door d terug naar de defaultt (standaard) instellingen (zzie Configuratiemenu voor details). d Neem m contact op met m BBA te gaan n Pumps alls deze fout bllijft optreden. Nadat hett start-up sche erm gewist is laat het displa ay de standen van de virtuelle meters zienn. De eerste ke eer worden de analoge me eters getoond, maar het disp play gebruikt het h laatst geto oonde scherm bij alle volgen nde startKeuze Voorkeursscherm voor details). ups (zie K Als de EC CU voorverwarmt als de sleutel naar de “rrun” positie wo ordt gedraaid licht de Preheeat LED op. De D voorverwarmingstijd is afhankelijk va an atmosferiscche en motoris sche omstandigheden. Nadaat u gewacht heeft tot de Prehe eat LED uit is gegaan g slaat de d motor aan door de sleutelschakelaar naar n de startppositie te draaien en deze vastt te houden to ot de motor sta art. De ECU verwa armt alleen voo or onder speccifieke conditie es. Indien nodiig kunt u probe beren de motorr te Let op: D starten do oor de sleutel naar de startp positie te draa aien zonder te wachten tot het h lampje uit iis. De sleute elschakelaar iss veergeladen om automatissch terug te gaan naar de “rrun” positie alss deze losgela aten wordt. De e sleutelschakkelaar heeft ee en interlock om m te voorkome en dat deze na aar de “start” ppositie gedraa aid kan worden te erwijl de motor loopt. De sle eutelschakelaa ar moet naar de d “off” positie e worden gedraaaid om de startinterlock te resette en voordat de schakelaar s we eer naar de “s start” positie ka an worden geddraaid. Throttle C Control gashendelbed diening dat geïnstalleerd is, in combinatie e met de geconfigureerde w waarden van Het type g Minimum m Requested RPM, Idle RP PM, Intermediiate RPM, Ru un RPM en Ma aximum Requ uested RPM bepalen d de bediening van v de gashen ndel. Motorsne elheid kan wo orden aangepa ast tot hoger ddan de Run RP PM en lager dan n Idle RPM ma aar kan niet lager zijn dan M Minimum Req quested RPM of hoger dan Maximum Re equested RPM. De ECU bepaalt hoe de motorr reageert op h het gevraagde e vermogen en n staat niet toee dat de moto orsnelheid onder hett ECU minimu um of maximum m RPM raakt. Let op: D De Minimum Requested R RP PM en Maxim mum Requestted RPM kunn nen alleen gecconfigureerd worden w met behu ulp van de Con nfigurator. Zie e Configuratiie hieronder voor v meer inforrmatie. Ramp Th hrottle aard Ramp Throttle Th gebruiikt een tuimelsschakelaar om m de gevraagd de motorsnelheeid aan te pas ssen. Na De standa het opsta arten is de gevvraagde motorrsnelheid Idle RPM. Door op p de afbeeldin ng van de haas as te druk kken en d snelheid met 25 RPM om mhoog. Door het h indrukken en vasthoude n van de afbe eelding weer los tte laten gaat de van de ha aas zal de motor binnen een n paar second den op volle sn nelheid draaie en. Op dezelfdde manier nee emt de snelheid a af als de afbeelding van de schildpad wordt inge edrukt.
6
Automatische Start/S Stop Bedienin ng Als de systeemsleutel naar n de Autos start positie wo ordt gedraaid lichten alle LE ED’s een keer op, wordt de Auto Sta andby indicato or verlicht en wordt w het startt-up scherm ge etoond terwijl er een zelftesst wordt uitgev voerd. Nadat hett start-up sche erm gewist is laat het displa ay de transduc cerstand en de e schakelaarsttatus zien op de Transduc cer/Switch meter. Alle ande ere CANbus w waarden zullen n aan ngeven, omdaat de ECU nu niet n onderspa anning staat. Na N 1 minuut wordt het displa ay op standby y gezet om ene ergie te bespaaren. Het automatische start/stop p systeem werkt nog steeds, zoals te zien n is aan de Au uto Standby LED. L den voor een automatische start zich voo ordoen start heet scherm wee er op, het Zodra de geconfigureerde voorwaard et throttle conttrol profiel zoa als geconfigure eerd. Het flexiibele throttle profiel p dashboarrd start de mottor en volgt he omvat verschillende sn nelheden en tijjden voor een groot aantal scenario’s. s Als de ge econfigureerde e voorwaarden n voor een sto op zich voordo oen verlaagt he et dashboard de motorsnelh heid volgens h het throttle pro ofiel en stopt de d motor. Als d de geconfigure eerde startsitu uatie zich voorrdoet voordat het afsluitingssproces voltoo oid is zal de motor m weer op de eerdere sn nelheid gaan draaien d tot de stopsituatie zich z voordoet.. uwing Automa atisch Start/Sto op! Als de sle utel in de auto ostart positie staat s en er zichh een startsitu uatie Waarschu voordoet zal het dashb board direct opstarten. Conffigureer de pa arameters altijjd door de sleeutel naar “run” te Configureer he et dashboard niet in de auto ostart positie. Gebruik altijd d lock out/tag out procedure es bij draaien. C onderhou ud aan autosta art apparaten! Stop Voorvalllen Start en S en Stop voorvvallen worden bepaald door de combinatie e van de Startt/Stop Mode een Functie. Zie e de tabel De Start e hieronderr voor Start/Sttop Modes Sngl Swiitch Dual Swiitch Transduc cer Xducer & Sw
Scha akelaar 1 contrroleert de auto omatische bed diening. De in nput van beide e schakelaars controleert de e automatische e bediening. De in nput van de tra ansducer conttroleert de automatische bed diening. . De in nput van de tra ansducer conttroleert de auto omatische bed diening, met dde dubbele schakkelaarmodus als a back up. A Als de transducer niet vraagt om een autoomatische cyc clus zal de input van de schak kelaar, indien iingezet, de tra ansducer overrriden.
+
7
Start/Stop Functies
Empty Fill Maintain Out Maintain In Modus
Gebruikt de gekozen modus om het niveau of de druk te verlagen. Gebruikt de gekozen modus om het niveau of de druk te verhogen. Gebruikt de transducer om het niveau of de druk onder of op de ingestelde waarde te houden. Gebruikt de transducer om het niveau of de druk op of boven de ingestelde waarde te houden.
Functie
Empty
Fill
Start
SW1 dicht
SW1 open
Stop
SW1 open
SW1 dicht
Dual Switch
Start
SW1 en SW2 dicht
SW1 en SW2 Open
Stop
SW1 en SW2 open
SW1 and SW2 Close
Transducer
Start
Boven hoogste ingestelde waarde Onder laagste ingestelde waarde Boven hoogste ingestelde waarde of SW1en SW2 dicht Onder laagste ingestelde waarde of SW1 en SW2 open
Sngl Switch
Stop Xducer & Sw
Start
Stop
Maintain Out
Onder laagste ingestelde Boven hoogste waarde ingestelde waarde Boven hoogste Onder laagste ingestelde ingestelde waarde waarde Onder laagste ingestelde Boven hoogste waarde ingestelde waarde of of SW1 en SW2 open SW1 en SW2 dicht Boven hoogste ingestelde Boven hoogste ingestelde waarde waarde of of SW1 en SW2 dicht SW1 en SW2 dicht
Maintain In
Onder laagste ingestelde waarde Boven hoogste ingestelde waarde Onder laagste ingestelde waarde of SW1 en SW2 open Onder laagste ingestelde waarde of SW1 en SW2 open
Let op: Als de input van de schakelaars een startvoorval veroorzaakt in de Xducer & Sw modus kan de motor alleen gestopt worden door middel van de schakelaars. Maintain Functies De Maintain In en Maintain Out functies passen de motorsnelheid aan om het transducerniveau op de ingestelde doelwaarde te houden (Target Set Point). De Servo Gain bepaalt hoe fel de throttle wordt bijgesteld, terwijl de Servo Delay bepaalt hoe vaak de throttle wordt bijgesteld.
Let op: Maintain functies zijn alleen beschikbaar in de Transducer of Xducer & Sw modus. De richting waarin de throttle wordt bijgesteld is afhankelijk van de gekozen modus, zoals in de tabel te zien is.
Transducer Status
Maintain Out
Maintain In
Boven doel
Snelheid verhogen
Snelheid verminderen
Onder doel
Snelheid verminderen
Snelheid verhogen
8
Dead Ban nd an het niveau van de transd ducer fluctuere en rond het In bepaalde situaties ka et Point zoalss het waternive eau op een da ag met veel wind. w Om contin nu Target Se aanpasse en bij de mainttain functies te e voorkomen kan een “dead d band” worde en ingeprogrrammeerd. De eze waarde vo oorkomt aanpa assing van de throttle zo lan ng de waarden binnen dezze band blijven vallen (zie d diagram). In prrincipe wordt de d dan beschouw wd als op de doelwaarde d zo olang deze bin nnen de dead snelheid d band valt. De ingevoerde e dead band is s een waarde b boven en ond der de Let op: D doelwaarrde. Als de doe elwaarde bijvo oorbeeld 5.0 vvoet is met een n dead band van v 0.1 voet lloopt de dead band van 4.9 tot 5.1 voet. play LCD Disp ons maken de user interface e eenvoudigerr door het tone en van een bu utton bar boveen de knoppen als een Soft butto van de ee erste 4 knoppe en (knop 1 tot 4, beginnend d van links) wo orden ingedruk kt. De iconen oop de button bar b verandere en om de huid dige functie va an iedere knop p weer te geve en. De button bar verdwijnt na 5 seconde en als er verder ge een knoppen worden w ingedrrukt. Verschillende software s versiies kunnen ietts afwijkende displays d hebben. Let op: V Analoge Meter Pagina a’s De Analo oge Meter Pag gina’s bieden n vier onafhankkelijke pagina’s met analoge meters. Om m de Analoge Meter M Pagina’s te activeren dient d u een van n de eerste vie er knoppen in te drukken zo odat de bovennste button barr wordt weergege even, en dan knop k 1 in te drrukken. U kun nt de verschille ende pagina’s doorlopen dooor herhaald knop 1 in te drukke en. De vier standaard meter pagina’s zijn hieronder te zien. z
Let op: H Het aantal uren n dat de motor gelopen hee eft wordt weerg gegeven als een e digitale waaarde, zelfs op p de Analoge M Meter Pagina’’s. De default meter pagina’’s staan voor 13 selecties omdat de tachoograaf links bo ovenin wordt herrhaald op iede ere pagina. Alle 16 m meters kunnen door de gebru uiker geconfig gureerde worden om een ap pplicatiespecififiek overzicht van v de CANbus d data te creëre en. De meters op de huidige e pagina kunnen veranderd worden met bbehulp van de Adjust Mode; da aarvoor drukt u op knop 5 terwijl de b button bar zichtbaar is. De meters m op allee vier de pagin na’s kunnen veranderd word den door de te e veranderen pagina te kiez zen en vervolg gens naar de A Adjust Mode te gaan. In Adjust Mode is een nieuwe n button n bar te zien diie de functies van de knopp pen laat zien. K Knop 1 corres spondeert meter links bovven, knop 2 me et de meter re echts boven, knop k 3 met de meter links onnder en knop 4 met de met de m meter recchts onder. Do oor de knoppen meerdere ke eren in te druk kken kunt u ee en andere parrameter voor de d meter kiezen. U verlaat de Ad djust Mode door knop 5 in te e drukken en de nieuwe con nfiguratie op tee slaan, zelfs wanneer er geen sstroomtoevoerr is. Er kan slechts 1 meterselecttie per pagina weergegeven n worden. Let op: E Om een m meterselectie te verplaatsen n moet de besstaande locatie e eerst veranderd d worden. Metterselectie is beperkt b tot de informatie die e momente eel ontvangen wordt. Meterp pagina’s kunne en geconfigurreerde worden in n demo moduss om iedere ondersteunde p parameter te selecteren. Zie Toezich ht Data Param meters voor e een complete lijst l van beschikba are parameterrs. Adjust Mo ode kan in hett Configuratie e Menu uitgesschakeld word den om ongewilde e veranderingen te voorkom men.
9
Digitale M Meter Pagina a’s De Digita ale Meter Pag gina’s laten de ezelfde inform matie zien als de d Analoge Me eter Pagina’s maar dan uits sluitend digitaal. O Om de Digitale e Meter Pagina’s in te schakkelen dient u een e van de ee erste vier knopppen in te druk kken zodat de bovenste buttton bar zichtba aar is, en dan knop 2 in te drukken. d U kun nt verschillendde pagina’s se electeren p 2 herhaaldelijk in te drukk ken. De vier sta andaard mete er pagina’s zijn n hieronder afg fgebeeld. door knop ag.1 Pa
Pag. 2
Pag. 3
Pag. 4
Let op: D De 16 meters op o de Analoge e en Digitale M Meter Pagina’s s zijn hetzelfde e. Aanpassinggen in de Analloge of Digitale M Meter Pagina’ss hebben invlo oed op dezelfd de meter in de e andere modu us.
Analoge Meter Enkele A M gebruikt het gehele dissplay voor één n enkele grote e De Enkelle Analoge Meter analoge m meter. U kunt deze modus inschakelen do oor een van de d eerste vier knoppen in te drukken zodat de bove enste button b bar zichtbaar wordt, w en dan knop 3 bare meter kunt u kiezen do oor herhaaldelijk knop 3 in te in te drukkken. De zichtb drukken in de Enkele Analoge A Meterr modus, terwiijl de menubalk zichtbaar is. De e momenteel zichtbaar z is wo ordt opgeslage en als het toes stel niet onderr meter die spanning staat (zie Op pslaan voorke eurscherm).
Let op: D De meterselecctie is beperkt tot de informa atie die momen nteel ontvange en wordt. Zie Toezicht Datta Paramete ers voor een complete c lijst van beschikba are parameterrs.
Schakelaar Meter M Analoge Transducer/S oge Transduc cer/Schakelaa ar Meter laat d de waarden van de transducer en De Analo de situatie e van de inputt van de schakelaar. De linkkerkolom geefft de waarden weer als een balkd diagram met een e digitale wa aarde daarond der. De rechte erkolom geeft aan a of de schakelaa ars “open” zijn n, weergegeve en door een w wijzer die naar beneden staa at, of “dicht”, weergegeven door d een wijzer dit naar bove en staat.
Transducer Meter M Digitale T De Digita ale Transduce er Meter toont de transduce er waarde uits sluitend als ee en digitale waarde. D De situatie van n de schakelaars is niet te zzien op de Dig gitale Transducer Meter.
10
Alarmen Actieve A Er versch hijnt een knipp perend pop-up scherm over het huidige sc cherm als er een e actief alarm m ontvangen wordt. De pop-up ge eeft een besch hrijving in gew wone taal, naa ast het standaa ard SPN/FMI (Suspect ( Paraameter Numbe er/Failure Mode Ind dicator – numm mer van de vermoedelijke pa arameter/storingsmodus ) paar p zoals geddefinieerd in de SAE J1939 sta andaard. Indie en ingeschakeld klinkt evene eens een piep pend geluid als s hoorbaar tekken.
d alarmboodschap, alarm lijjst schermen d die onbevestig gde omstandig gheden en beevestigde alarm msituaties Voorbeeld laten zien n. Na bevestig ging wordt de exit e knop actief. Let op: D De standaard J1939 J afkortin ngen worden g gebruikt voor alarmsituaties a . MS = Most S Severe (bijzon nder ernstig), M MOD= Modera ately Severe (vrij ( ernstig), L LS = Least Severe (minst errnstig). Alarm Lijjst oegang tot de Alarm Lijst do oor welke knop p dan ook in te e drukken terw wijl er een alarrm pop-up op het U krijgt to scherm te e zien is, of do oor een van de e vier eerste kknoppen in te drukken zodatt de button baar te zien is, en n dan knop 4 in te drukkken. Alarmsitu uaties die nog niet bevestigd d zijn worden g getoond in grijjs op zwart, te erwijl bevestigdde situaties in n zwart op grijs getoond worden. De D lijst laat oo ok zien wannee er het alarm plaatsvond, p als s het aantal geelopen uren beschikba aar is. Het me eest recente allarm wordt ge etoond aan hett begin van de e lijst. U kunt dde lijst doorlop pen door er met kn nop 1 en knop 2 n te scrollen. doorheen uaties worden bevestigd doo or het indrukke en van knop 3 Alarmsitu De Alarm m Lijst kan gesloten worden door het indru ukken van kno op 5 als de ala armsituaties beevestigd zijn. In de rech hter bovenhoe ek van het disp play is een ala armindicator te zien zolang er actiieve alarmsitu uaties zijn. De indica ator en de alarrmboodschapp pen in de lijst w worden autom matisch verwijd derd als het allarm gedurend de een aantal seconden niet meer m ontvange en wordt. Let op: A Alleen actieve storingen zijn zichtbaar in d de alarmlijst. Zodra Z een storring is opgelosst wordt deze automatissch uit de lijst verwijderd. Gebruik de mottordiagnose om m eerdere acttieve storingenn te bekijken.
Configu uratie Om de monitor aan te passen p aan de e eisen van ee en specifieke applicatie zijn een groot aa ntal paramete ers te eren. U kunt to oegang krijgen n tot de meest gangbare parrameters doorr het configure Configurratie Menu va an het display in te gaan. Pa arameters die niet vaak worden veranderdd en die param meters die over het a algemeen moe eten worden beperkt b zoals d en toegankelijjk via de Conffigurator. de Maximum RPM zijn allee De Confiigurator is een Windows® PC P programm ma en een hard dware adapterr waarmee allee parameters van het dasbhoarrd geheel toeg gankelijk zijn. Neem N alstublie eft contact op met BBA Pum mps voor meeer informatie over de Configurrator.
Co onfiguratie Me enu Dit Confiiguratie Menu u maakt het de e gebruiker mo ogelijk om verrschillende parameters in tee stellen, zoals s Amerikaa anse of metriscche eenheden n, schaalgrenzzen voor de ta achograaf en onderhoudstim o mers. U krijgt toegang tot het co onfiguratiemen nu door knop 5 (de rechterkn nop) in te druk kken en vast te houden in w welke modus dan d ook, gedurend de ten minste 3 seconden. Indien er een P PIN (of een wa achtwoord) is ingesteld moeet de correcte PIN worden in ngevoerd om toegang t te krijjgen tot het co onfiguratiemen nu. Het bovenste configurattiemenu wordtt getoond zoals hierronder. en knop 2 . Knop 1 make en het mogelijkk om te kiezen n tussen Display, System, Autostart, Se ettings, wer. Door knop p4 in te e drukken sele ecteert u het gekozen menuu item aangege even door Telemetrrie of Db View dikgedrukkte tekst en de e selectiepijl Ieder ite em wordt in detail beschrev ven op de volggende pagina’s s.
11
Alle instellingen worden n automatisch h opgeslagen a als u het huidiige menu verla aat, zelfs als hhet toestel gee en stroom krijgt.
Het Configuratiemen nu en de 6 ke euzemogelijkkheden. geven wordt do oor knop Selecteerr het menu item dat aangeg in te drukken. Met knop p5
4
verla aat u de config guratiemodus.
Let op De mees ste configurati eaanpassinge en hebben dire ect effect. So ommigen, zoa als Idle RPM, ttreden in werk king bij de volg gende power uup.
Display M Menu akt het de geb bruiker mogelijjk items te con nfigureren die invloed hebbeen op hoe info ormatie Het Displlay Menu maa wordt wee ergegeven.
12
Units Me enu Dit menu maakt het de gebruiker mo ogelijk de unitss voor snelheid, afstand, dru uk, volume enn temperatuur onafhankkelijk van elkaa ar in te stellen. Knop 4 e waarden vooor het geselec cteerde doorloopt alle beschikbare item.
d Snelheid
MPH (mijllen per uur) km/h (kilo ometer per uurr) Knts (knopen)
Afstand
Mijlen km (kilometers) NM (nautiische mijlen)
Druk
PSI (poun nds per vierka nte inch) bar (baro ometrische uniits) kPa (kilop pascals)
Volume
Gal (Amerikaanse gallo ons) erial gallons) IGal (Impe Liters
Tempera atuur
°F (Fahrenheit) °C (Celsiu us).
Taal Men nu ogelijk te kieze en tussen Eng gels, Zweeds, Frans, Duits, S Spaans, Italia aans, Dit menu maakt het de gebruiker mo Nederlands en Portuge ees. De huidig ge geselecteerrde waarde wo ordt aangegev ven door het vvinkje. Met M knop 4 e aangegeven waarde selec cteren. kunt u de
Beep Button B De soft bu p horen n als dit item ingeschakeld is. Button beeep kan worden uttons laten een hoorbare pieptoon uitgescha akeld door dit item op “off” te e zetten. De h hoorbare piep klinkt nog wel wanneer er zzich een alarm m voordoet.. Met knop 4 kunt u voo or “aan” of “uitt” kiezen.
13
enu Meter Me ogelijk het uite erlijk van de ge etoonde meterrs te configureeren. Knop 3 Dit menu maakt het de gebruiker mo rt de vorige wa aarde terwijl kn nop 4 d e volgende wa aarde van hett zichtbare item m selecteert. selecteert
Max RPM M Stelt de h hele schaal van de RPM in zoals z aangege even op de tac chograaf. RPM 2 2500, 3000, 3500, 4000, 45 500, 5000, 600 00, 7000, 8000 0 of 9000 Max Speed hele schaal van de snelheid in zoals aang gegeven op de e snelheidsme eter Stelt de h MPH 1 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 5 55, 60, 70, 75, 80, 85, 95 5 of 100 km/h 2 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 9 100, 110, 1 120, 130, 140,, 150 of 160 Quad Ad djust Maakt he et de gebruikerr mogelijk de Adjust A Mode vvan de Analog ge en Digitale Meter Pagina’’s uit te schak kelen. schakelt de d Quad Adjust uit, terwijl kknop 4 deze d inschakelt. Knop 3 Het uitsch hakelen van de d Adjust Mode e vergrendelt de huidige co onfiguratie van de meter zoddat de gebruik ker de configura atie niet per on ngeluk kan verranderen. Service Stelt de zzestien (16) on nderhoudsinterval in uren in n en resets de service timer.. Het instellen van de servic ce interval op 0 scha akelt de timer uit en het worrd “uit” wordt w weergegeven..
Door knop 4
e drukken kun nt u de geseleccteerde servic ce timer aanpa assen. in te
verkleint de service inttervaltijd terwijjl knop 2 de service in ntervaltijd verggroot. Knop 3 Knop 1 de ongeveer 3 seconden vasthouden rese ets de “volgen nd onderhoud over..” naar dee huidige serv vice gedurend interval. D De beschrijvingen van de se ervice timer ku unnen verande erd worden met behulp vann de Configurrator. Let op Het is nie et mogelijk om de service tim mers in te stelllen als de uren dat het toestel in bedrijf iss niet door hett display ontvange en worden.
14
Systeem m Menu Het Syste em Menu maa akt het de geb bruiker mogelijjk items te con nfigureren die invloed hebbeen op de man nier waarop het systeem functioneert. Kn nop 4 doo orloopt de bes schikbare waa arden voor hett gekozen item m.
Demo Het displa ay ondersteun nt diverse dem mo’s die kunne en werken mett gesimuleerde e data. Moduss 1 simuleert snelheidssgegevens en motorparame eters. Modus 2 simuleert uits sluitend motorrparameters. M uleert Modus 2 simu snelheidssgegevens, mo otorparameterrs en alarmme eldingen. Modus 0 schakelt de Demo Modde uit. De Dem mo wordt automatissch op 0 (Off) ingesteld als live data ontva angen wordt. Restore D Defaults Dit maaktt het mogelijk om alle inform matie over con nfiguratie te resetten naar de e standaard A Amerikaanse metrische e units. Ook O het displa ay wordt geresset naar de oo orspronkelijke configuratie.
of
De standa aard instelling gen zijn: Instelling g Taal Pieptonen n Service T Timers Display m mode Meterpag gina’s Quad aan npassing Demo Mo ode Motor Display C CAN Adres Alarm Filtter SPN Verssie Speed So ource PIN invoe er PIN Max. RPM M Max. snelheid Eenheid/ssnelheid Afstand in n Druk in Volume in n Temperattuur in
Metriisch US Engels Aan Uit Analoge me eters Standaard Aan 0 (Uit) 0 40 Glb 1 Auto Uit 1111 2500 40 MPH 60 km/h MPH km/h Mijl km PSI kPa Gal l ºF ºC
15
Com View wer Geeft de ontvangen CA ANbus data en n de motorcon nfiguratie die door d de ECU verzonden v woordt weer.
J1939 Vie ewer Dit scherm m biedt een hexadecimale dump d van de boodschappen die op de CA ANbus ontvanngen zijn. Dez ze viewer geeft de rruwe data wee er. Gebruik de e Db Viewer o om de gedecodeerde data weer w te geven..
Knop 1 zet het display d stil statistieksscherm laat zien.
terwijl knop 2
het CA ANbus data
Engine C Config Dit scherm m geeft de mo otorconfiguratiie die van de E ECU ontvange en is weer.
Knop 2 selecteert rt.
selectee ert de volgend de pagina van de motorconffiguratie terwijl knop 1
de vorige pag gina
ettings J1939 Se Dit scherm m maakt het mogelijk m om aa anpassingen tte maken die specifiek s zijn voor v de J19399 data link.
Engine S Source Selecteerrt welke bron de d display geb bruikt voor de metergegevens. Ieder appa araat op een JJ1939 netwerk k heeft een uniekk adres (binne en het bereik 0-254) 0 waarva an het display gebruik kan maken. m Het dissplay gebruikt een enkele da atabron; normaal gesproken n de ECU op a adres 0.
Let op Onjuiste cconfiguratie va an het Engine Source adress zal ertoe leid den dat er gee en data beschiikbaar is om weer w te geven.
16
Display A Add stel een uniekk adres, en datt geldt ook voo or het display,, Het standaarrd display Zoals eerrder gemeld heeft ieder toes adres is 4 40, het aanbevvolen adres vo oor installatiess met een enk kele motor. Let op play Adres kan ataconflicten op o de CANbuss. Het onjuisst configureren van het Disp n leiden tot da Alarm Fillter Deze insttelling stelt vasst of het displa ay alarmsituatties van alle bronnen weergeeft (Glb ofweel globaal) of alleen a van het brona adres zoals ge especificeerd bij b het instellen n van de Engiine Source (S Src ofwel sourc rce). SPN Vers sion Selecteerrt de standaarrd SPN (Suspe ect Parameterr Number) con nversiemethod de versie naarr 1, 2 of 3. Verrsie 4 wordt auttomatisch opgespoord, maa ar bij oudere m motoren die co onversiemetho ode 1, 2 of 3 geebruiken moe et deze paramete er correct ingesteld worden. Let op met de leveran ncier van uw motor m om de p passende SPN N conversieme ethode versie vast te stellen n. Door Overleg m een onjuiste selectie zu ullen alarmme eldingen incorrrect worden weergegeven. w
Speed So ource Er zijn 3 b bronnen van snelheidsdata s die het displa ay kan decode eren. De instellingen voor deeze parameterr zijn AUTO, N NMEA, WHEEL L, NAV en OF FF. AUTO geefft prioriteit aan n de bronnen (van ( hoog tot laag): NMEA, WHEEL (PGN 652 265), NAV (PG GN 65272). De D selectie kan n naar één van de beschikb bare bronnen ggeforceerd wo orden door deze expliciet te selectteren. Door OF FF te selectere ren zal het disp play geen enk kele bron van ssnelheidsdata a meer volgen. PIN Inste ellingen PIN beve eiliging is stand daard uitgesch hakeld. Iedere e keer dat een n gebruiker hett Configuratiee Menu ingaa at nadat deze funcctie is ingesch hakeld wordt hem gevraagd een PIN code e in te voeren.
PIN Invoe eren Dit maaktt het mogelijk om het invoerren van een P PIN code Aan of o UIT te zette en. Om het invvoeren van PIN N codes in te scha akelen selecte eert u PIN Setttings en druktt u knop 4 in. De huidiige code moett ingevoerd wo orden (standaarrd code is 1111) als veilighe eidsmaatregel . Nadat de PIN N is ingevoerd d is de functie geactiveerd. Het invoeren van een PIN code c wordt uittgeschakeld d oor PIN Entry y op “UIT” te ze etten. De cijferss van de PIN worden w ingevo oerd door de ccorrespondere ende getallen in te toetsen. K Knop 1 past p het eerste cijffer van de PIN N aan. Knop 2 past he et tweede cijfer aan, knop 3 het derdde cijfer en knop 4 het vierde e cijfer. De PIN N wordt ingevo oerd met behu ulp van knop 5. 5 Veranderring PIN Dit maaktt het mogelijk de PIN code te t veranderen n. De gebruike er wordt gevraa agd de huidigee code in te vo oeren.
17
De gebruiker wordt gevvraagd om een nieuwe PIN..
De nieuw we PIN code moet m bevestigd d worden voord rdat de PIN da aadwerkelijk ve eranderd worddt.
Als de nie euwe PIN codes overeenkomen wordt ee en bevestiging gsscherm weergegeven.
Als de tw wee ingevoerde e codes niet overeenkomen n wordt een foutmelding wee ergegeven en blijft de oude PIN actief.
Waarsch huwing odus niet lang Indien de e PIN code is aangepast a en de nieuwe PIN N code verlore en gaat is de configuratiemo c ger toeganke elijk. Om de PIN te wissen moet m het displa ay voor service e naar BBA Pumps gestuurrd worden.
About Geeft de volgende prod ductinformatie e weer:
ID/Build EEPROM M PART No o VERS CHK SOURCE E LIB1 LIB2
Serie enummer van het display Aanta al invoeren op p EEPROM Nummer unit onde erdeel Nummer software versie Flash h memory controlesom Bron ontvangen ge egevens Libra ary versie van het low level ssystem Libra ary versie van de low level G Graphical Disp play Interface (indien ( gebruikkt)
Let op v totdat de berekenin ng van de con ntrolesom volto ooid is. De berrekening van de U kunt ditt scherm niet verlaten controlesom duurt onge eveer 10 seco onden en is vo oltooid wannee er de controlesomwaarde veerandert van Calculatiing… naar een hexadecima ale waarde zoa als 0x704E – OK
18
Autostarrt Menu Dit subme enu maakt hett de gebruikerr mogelijk de a automatische start/stop func ctie. Zie Autom matic Start/S Stop Functie vvoor meer info ormatie.
Modus Dit menu selecteert de basismodus van v de automa atische start/s stop functie. Knop 4 Single Sw witch, Dual Sw witch, Transdu ucer of Xducerr & Sw. Functie Dit menu selecteert de automatische e start/stop fun nctie. Knop 4 ntain In. and Main
dooorloopt de functies
doorloopt de opties Em mpty, Fill, Main ntain Out
Throttling Menu aakt het de geb bruiker mogel ijk de throttle control c te conffigureren. Hett throttling men nu maakt Het throtttling menu ma het moge elijk om de auttomatische sta art/stop throttle e profielen te programmeren p n zoals afgebeeeld in het vollgende diagram.
Idle RPM M Selecteerrt de RPM die het regulering gssysteem ve rgt om stationair te lopen. Id dle kan ingestteld worden om m te compenseren voor ach hterliggende ciircuits zoals hyydraulische po ompen of com mpressoren. Iddle RPM is de laagste snelheidssinstelling van de optionele two-state of th hree-state thro ottle schakelaa ars. Let op De minim male motorsnelheid wordt ge eregeld door d de ECU. Als ge evraagd wordtt om een lageere snelheid za al de motor op de minimale ECU E snelheid gaan lopen. R RPM grenzen zijn in het das shboard geproogrammeerd om o de aangevra dering van he aagde snelheid d te begrenzen. Voor verand et dasbhoard Minimum M Req quested RPM M en Maximum m Requested d RPM moet de e Configurato or gebruikt wo orden.
diate RPM Intermed gssysteem ve rgt voor gemid ddelde snelhe eid. De gemidddelde snelheid d kan Selecteerrt de RPM die het regulering gebruikt w worden om po omp- of ladings slijnen voor te e bereiden op gebruik tijdens de automatissche start/stop. Intermediiate RPM is oo ok de middelste instelling va an optionele th hree-state thro ottle schakelaaar. Let op de Intermedia ate RPM instelt op dezelfde e snelheid als de d Idle RPM en e de Ramp tto Run op 0 se econde Indien u d heeft u in principe een automatische functie met tw wee versnellin ngen.
Run RPM M Selecteerrt de RPM die het regulering gssysteem ve rgt voor normale snelheid. Dit D is de norm male snelheid waarop w de start/stop funcctie. Run RPM motor loo opt tijdens de automatische a M is de hoogste snelheidinsttelling van de optionele two-state of three-state e throttle schakelaars.
19
Ramp Up p/Down Dit subme enu configureert het snelheidsprofiel voo r de automatis sche start/stop p functie
Warm Up ps Selecteerrt het aantal se econden waarrop de motor sstationair loop pt voor deze ve ersnelt naar inntermediate. De D warm up tijd begint wanneer de starter losg gelaten wordt.. ps Ramp Up Selecteerrt het aantal se econden om van v stationair naar intermed diate te versne ellen na de waarm-up. Intermed diate s Selecteerrt het aantal se econden waarrop de motor o op intermediatte snelheid loo opt voordat deeze versnelt naar normale ssnelheid. Ramp to Run s econden om van v intermedia ate snelheid naar normale snelheid s te verrsnellen na ee en Selecteerrt het aantal se intermediate warm-up Ramp Do own s Selecteerrt het aantal se econden om van v huidige sn nelheid te vertragen naar sta ationair draaieen. De vertragingstijd begint alss het automatische start/stop systeem ee n stopvoorval signaleert. Cool Dow wn m Selecteerrt het aantal minuten m waarop stationair ge edraaid wordt na ramp down n tijd. Aan hett einde van de e cool down perriode wordt de e motor gestop pt.
Servo eert het servo profiel voor autostart mainttain modes Configure
Gain Bepaalt d de felheid van de maintain servo s modes. Delay 10mS Bepaalt h hoe snel de ma aintain servo mode m reageerrt op niveauve eranderingen.
20
Transduc cer Dit subme enu configureert het transdu ucertype en in nstelbare punten.
Type Selecteerrt Niveau of Drruk. Range Selecteerrt het correcte bereik voor het h transducerttype. High Set Point Voor Emp pty en Mainta ain Out modes s stelt u hier h het niveau in waarop w een au utostart cycluss begint. Voorr Fill en Maintain In modes ste elt u hier het niiveau in dat de e cyclus beëin ndigt. Maintain Point Stelt het sstreefniveau in n voor de maintain modes. Low Set Point pty en Mainta ain Out modes s stelt u hier h het niveau in waarop w een au utostart cycluss eindigt. Voor Fill en Voor Emp Maintain In stelt u hierr het niveau in waarop de cyyclus begint. Dead Ban nd Hier stelt u de vereiste afwijking van het streefnive eau in om de motorsnelheid m te wijzigen.
Starter enu configureert de opties voor v de startre egulering voorr de autostart. Dit subme
Restart p pogingen Selecteerrt het aantal ke eren dat een herstart h gepro obeerd wordt. Delay Sec Restart D Selecteerrt het aantal se econden dat gewacht g wordtt voor een herrstart geprobeerd wordt. Start on Sec Selecteerrt het maximalle aantal seco onden dat de sstarter in gebru uik kan zijn.
21
Settings Menu Dit subme enu maakt hett de gebruikerr mogelijk om de hardware te t configureren.
Governo or Hiermee kunt u wissele en tussen Elec ct (elektroniscch aangestuurrde) en Mech (mechanisch aangestuurde e) e motoren func ctioneert de LCD als een EC CU, die motorinsttellingen. Voorr mechanisch aangestuurde motorpara ameters zoalss oliedruk en te emperatuur do oorgeeft op de e CANbus. Let op elen van regulatorfuncties vereist een stro oomcyclus voo or kalibratie va an de RPM. D De Configurattor is Het wisse nodig om mechanische e motorparame eters te config gureren.
CP750 CA AN Add Selecteerrt het adres da at het display gebruikt g om m met de CANplu us I/O board te e communicerren. Het stand daard I/O Board adres is 128. Let op gevens worden n bij mechanis sche aansturin ng altijd doorgegeven met adres a 0. Motorgeg
Waarsch huwing onfigureren va an het CAN Ad dres zorgt dat het display ge een I/O Board d gegevens onntvangt voor de display Onjuist co menu’s en kan leiden to ot dataconflictten op de CAN Nbus.
Calibrate e RPM Kalibreertt de tachogrraafinput voor mechanisch h aangestuurrde motoren zodat het C CANplus I/O board de motorsne elheid kan meten. Dit signaal kan n geleverd worden doo or een dynnamo freque entie tap, naderingssschakelaar. Een optionele e versterker/s chakelingdele er kan toegevoegd wordenn voor gebruik k met een magnetische pickup.
Let op RPM kalib breren is allee en beschikbaa ar op mechanissch aangestuurde motoren. De RPM moeet gekalibreerrd worden om de au utomatische sttart/stopfunctie e te laten werkken.
Start de m motor en meett de RPM mett een handtach hograaf. Selec cteer Calibrate e RPM en gebbruik de knopp pen die correspon nderen met de e cijfers van de e RPM om ditt getal in te voeren. Knop 1 past hett eerste cijfer van v de RPM aan n. Knop 2 past het twe eede cijfer aan n, knop 3 het derde cijjfer en knop 4 het vie erde cijfer. De RPM w wordt ingevoe erd met knop 5. 5 Als de ka alibratie voltooid is gaan de LED’s knipperren in een patroon. Er is een stroomcycluus vereist om door d te gaan mett de configurattie of om het toestel in werkking te stellen.
22
put Aux Outp Selecteerrt de reserve output o functie en biedt een sschakelaar me et 1 amp. Running De output iss actief als de e motor RPM d de 500 RPM overschrijdt. o AS Arme ed De output iss actief als de sleutelschake elaar in de Autostart positie staat en de m motor niet gesttopt is als gevolg va an een storing. At Speed d De output iss actief als de motor op of b boven het norm male werkende e RPM draait. Prestart De output wordt w geactive eerd bij het pre estart alarm, 10 1 seconden voor v de motor automatisch start. s Let op De Aux O Output is alleen n beschikbaarr op een conne ector in het I/O O Board. De prestart p alarm tijd kan alleen n met behulp va an de Configurator aangepast worden.
Alarm Ins stellingen Configure eert de vastge estelde punten n voor de alarm mmeldingen van de transducer. Het alarm m wordt doorgegeven als SPN 1 1083 met FMI 1 voor een allarm van laag niveau en FM MI 0 voor een alarm a van hooog niveau.
Low Leve el Stelt het llaagste niveau u van het trans sduceralarm i n. High Lev vel Stelt het h hoogste nivea au van het tran nsduceralarm in.
Telemetrrie Menu Dit menu maakt het mo ogelijk om het optionele tele emetriesysteem m te configure eren.
Telem J1939 Adres Bepaalt h het adres dat de d telemetriem module gebruikkt voor CANbu us communica atie. Let op Het displa ay kan niet communiceren met m de teleme etriemodule als s dit adres nie et correct is. Modbus A Adres Selecteerrt het Modbus slave adres dat d de telemettriemodule geb bruikt voor Mo odbus communnicatie. Status ormatie over te elemetrie en modem m status die van de telemetriemodule ontvangen wordt. Geeft info
23
Db Viewe er De Datab base Viewer geeft alle data weer die doorr het display worden w gecontroleerd en deccodeert de ge egevens, Dit diagno ostische hulpm middel maakt het mogelijk o om informatie te bekijken die e normaal niett weergegeven wordt.
U kunt do oor de lijst scro ollen met knop p
en 2
en geslo oten worden met m knop 5.
Let op base Viewer iss altijd Engelsttalig, welke taa al er verder oo ok gekozen is. De Datab Opslag V Voorkeurscherm m Het displa ay slaat autom matisch het huidige scherm op als het voo orkeurscherm na een vertraaging van onge eveer 15 seconden n. Het display zal het laatste e opgeslagen scherm weerg geven als het systeem de voolgende keer wordt gestart Let op Met Resttore Defaults kunt u de Ana aloge Meter P Pagina’s en de standaard me eters terugzet etten in de oorspronkkelijke stand.
Pop-up Beri chten en alarrmmeldingen n Service R Required Gebruikers kunnen tot wel 16 onderh houdstimers (iin uren) instellen in het Con nfiguratie menuu. De Service e Required d pop-up word dt weergegeve en bij het opsta arten als één of o meer van deze timers veerlopen zijn. Ee en willekeurige knop indru ukken laat de pop-up p verdwiijnen. Als er geen knop wordt ingedrukt ssluit de pop-up p na ongeveerr 5 seconden.
Pop-up w waarschuwinge en voor noodz zakelijk onderh houd en datac communicaties storing. Data Com mmunications s Failure Het icoon n dat staat voo or een datacom mmunicatiesto oring knippert als het display y geen data oontvangt. De waarschu uwing verdwijn nt en het toesttel werkt weer zodra er data a worden ontva angen. Let op Als het En ngine Source adres niet corrrect is geconffigureerd is err geen data be eschikbaar vooor het display.. Data Nott Available Meters en n de Db Viewe er zullen weergeven n als de gewen nste gegevens s niet beschikbbaar zijn. De displaywa aarde wordt weer w normaal als a de parame eterdata ontvangen worden. Let op meter waarde en weer omdatt er geen spannning op de ECU staat. In Autosttart Standby geeft alleen de transducer m
24
Licht en contrast aanpassen Het indrukken van knop p 5 (helemaal rechts) als err geen menubalk is opent de e menubalk vooor licht en co ontrast. Het displa ay heeft verscchillende nivea aus voor back--lights, waardo oor het ook in het donker affgelezen kan worden. w Het nivea au van verlichtting wordt aan ngepast door kknop 1 (minde er licht) of knop p 2 (meer lichtt) in te e drukken Contrast w wordt op deze elfde manier aangepast a mett behulp van knop k 3 en 4.
Let op Het displa ay past het co ontrast aan naa ar aanleiding vvan de omgev vingstemperattuur. Handmattig aanpassen n is alleen nodig bij e extreme klima aatswisselinge en. U verlaat het menu doo or knop 5 el uitgezet worrdt. het toeste
in te drukke en. De instellin ngen voor lichtt en contrast bblijven behoud den als
Let op Als het co ontrast slecht is afgesteld ku unnen de oorsspronkelijke in nstellingen worden hersteld door knop 1 tot en met 4 tegelijke ertijd in te drukken. Deze ac ctie verandert niets aan and dere door de gebruiker g ingesstelde configu uraties. Button L Lock De vijf knoppen van he et display kunn nen geblokkee erd worden zo odat de gebruik ker niet per onngeluk instellin ngen kan verandere en of overgaat naar een and dere display m modus. U scha akelt de blokke ering van de kknoppen in door knop 1 en knop 5 tegelijkertijd in te drukken en deze 1 secconde vast te houden. Als u dit nogmaalss doet werken n de knoppen weer normaall. Indicatorss Auto Sta andby LED (groen) Indien de e Auto Standb by LED continu brandt geeft ft dit aan dat de sleutelschak kelaar in de auutostartpositie e staat en en. dat het syysteem opgestart kan worde Pre eheat LED (ge eel) Indien de e Preheat LED D continu brandt geeft dit aa an dat het toes stel aan het vo oorverwarmenn is. Als de LED uitgaat, v en kan de motor ge estart worden. is de voorrverwarming voltooid Let op De LCD d display rapporrteert alleen alls de ECU om m voorverwarm ming vraagt. Niet alle motorcconfiguraties zijn z geschikt vvoor de installlatie van hulpm middelen voorr een koude sttart.
D (rood) Engine Stop LED e Engine Stop p LED continu brandt geeft d dit aan dat de ECU de moto or heeft gestoppt vanwege ee en storing. Indien de Let op mering van de e ECU bepaaltt de reacties o op waarschuw wingen en storingen. Normaaal kan de ECU U Programm geprogram mmeerd word den om af te sllaan, de stroo mcapaciteit te e verlagen of tot uitval door tte werken. De e LCD display ge eeft alleen de omstandighed den weer zoa ls gemeld doo or de ECU.
W Waarschuwing gs LED (geel)) Een Waa arschuwings LED L die contin nu brandt wijsst op een waarrschuwing doo or de ECU. Let op De Waarsschuwings LE ED wordt niet gebruikt g in de Mechanische e Besturings smodus
Meters nen worden to oegevoegd do oor blinde ka appen te verw wijderen en dee meter te ins stalleren. Analoge meters kunn andaard conttrolesystemen wordt hierv voor geen bedrading of interface gelevverd. Bij de sta
25
Functie e Uitlaatsy ysteem LET OP: ALGEMENE DISCLAIMER R Dit dashb board heeft mo ogelijk voorzie eningen voor in nput van de gebruiker zoals s FORCE REG GENERATION N, INHIBIT REGENE ERATION, INT TERLOCK, en anderen zoal s aangegeven n in Amerikaan nse en internaationale regule eringen voor uitlaatgassen. De verantwoorde elijkheid voor w wat ingevoerd d wordt met be etrekking tot uiitlaatgassen en e het voldoen a aan de regels ligt uitsluitend d bij de eigena aar en/of gebru uiker van het toestel/de t mottor waar dit da ashboard op gemon nteerd is.
WAARSC CHUWING
e gebruikshand dleiding zoals aangeleverd door de produucent van de motor m Lees en begrijp de e motor levert u specifieke informatie in veerband met he et zorgvvuldig. De producent van de uitlaa atgassysteem m van uw mottor. Deze info ormatie heeftt te maken meet onderhoud d, procedures en ve eiligheid. Indie en u zich niet exact houdt aan de instructties en schema’s van d motor kan dit mogelijk le eiden tot schad de of letsel bij uzelf en/of an nderen. de prroducent van de
Het LCD L display do oet melding va an berichten over o uitlaatgas ssen zoals onttvangen van de d ECU. Afhan nkelijk van hett ontvangen b bericht kunnen n er iconen of symbolen s weeergegeven wo orden op het scherm. Somm mige berichten//iconen worde en weergegeven als een oveerlay (symboo ol zoals links te zien). Ande ere symbolen//iconen kunnen het grootste e deel van het scherm bedekken. De gebru uiker MOET met m de door de e producent vo oorgeschreven n procedures/a /acties reagere en op de mede edelingen op het h display. Ho oud er alstublieft rekening mee m dat de aaanwijzingen zo oals weerrgegeven doorr het display kkunnen verschillen per motorproducent, evvenals per mo odel dat door dezelfde prod ducent geleverrd wordt.
Voorbe eelden (niiet volledig g) van mo ogelijke aa anwijzinge en op het u uitlaatgas s display y en algem mene defin nities zoalls volgt:
De deeltjesfilter van de motor heeft mogelijk reg generatie nodig g. R Regeneratie van v het uitlaats systeem is actief en de te emperatuur va an de uitlaat is mogelijk ho oog. De presta aties van de motor worden n mogelijk beïn nvloed. Rode LED: ka an alleen bran nden of tegelijk met andere symbolen. Kan mogelijkk knipperen U Uitroepteken- zwarte achterrgrond Motor stop Kan alleen branden of tege elijk met andere symb bolen en/of LE ED’s
26
Overzzicht REGEN// INHIBIT scha akelaar Gebru uik van de RE EGEN/ INHIBIT T schakelaar kkan variëren, afhan nkelijk van de motorproduce ent. Op syystemen met een e enkele schakelaar zoalss hier getoond d is de REGEN kant van de tuimelschakelaar ecchter actief (de sttand om de sc chakelaar vastt te houden is bij iedere produ ucent anders) om een regen neratie van heet uitlaatsystee em te “fo rceren”. De m middelste positie van de scha akelaar maaktt het de ECU moge elijk om “autom matisch” te reg genereren Als de e INHIBIT kan nt van de tuimelschakelaar aactief is, wordtt regeneratie belemmerd. b Let op p: geforceerde e regeneratie is ALLEEN beeschikbaar wa anneer dit do oor de motor ECU E wordt toegestaan via w weergave van de toepa asselijke symb bolen (zie docu umentatie vann de motorrproducent vo oor meer inform matie).
27
Typisch J1939 bedradingschema De meeste elektronisch gestuurde motorinstallaties bevatten een kabelboom met een ingebouwde J1939 backbone. Gebruik een gedraaid, afgeschermd paar met een drain wire voor CANbus bedrading, eindigend met 120Ω resistors aan ieder einde. De maximale lengte voor de bus is 131 ft(40 m) en verbindingen dienen niet langer te zijn dan 39 inch (1m).
Kabelboom Verzegelde connectoren De meegeleverde Deutch verzegelde weersbestendige stekker heeft een afsluitring die tegen de klok in gedraaid moet worden om de connectoren uit elkaar te halen. Om de connectoren weer aan te sluiten en te verzegelen moet de afsluitring met de klok mee gedraaid worden. Waarschuwing BBA Pumps raadt het gebruik van isolerende silicone of afdichtmiddelen met verzegelde connectoren niet aan. Deze chemicaliën kunnen de verzegeling aantasten en water binnenlaten. Gebruik de door BBA Pumps geleverde pluggen om de connectoren te verzegelen als er draden verwijderd zijn.
28
Niet verzegelde connectoren Voor niet verzegelde connectoren die aan weer en wind blootgesteld zijn raadt BBA Pumps u aan isolerende silicone te gebruiken om de contactpunten te beschermen. Waarschuwing BBA Pumps raadt het gebruik van afdichtmiddelen bij niet verzegelde connectoren niet aan. Afdichtmiddelen houden vocht vast in de connector en dit werkt roesten in de hand. Routing kabelboom De minimale routing radius van de kabelboom dient ten minste twee keer de diameter van de kabelboom zelf te zijn. Knikken binnen 1 inch (25 mm) van iedere connector dienen vermeden te worden om te voorkomen dat de verzegeling vervormt, waardoor vocht de connector kan binnendringen.
Startmotor Excitatieconnectie BBA dashboards zijn uitgerust met een zware sleutelschakelaar met lange levensduur. De binnenkomende stroomsterkte kan echter zeer hoog zijn als de startmotoren van de motor worden gestart, vooral met een laag batterijvoltage en onder lage omgevingstemperaturen. Na verloop van tijd kan zulke piekstroom schade aanrichten aan uw sleutelschakelaar en dashboard circuits. Storingen door hoogspanning vallen niet onder de garantie! De motor/starterbedrading van alle BBA dashboard installaties dient daarom een startrelais te bevatten om de stroom door de sleutelschakelaar en/of het auto-startcircuit te minimaliseren.
Algemene specificaties Startrelais Minimale kwalificatie Startrelais (continu) Rating 60A@12V Maximale spanning excitatie Startrelais 5A@12V
30A@24V 3A@24V
BBA Pumps levert passende zware relais en generieke startrelais bedradingsets in zowel 12v als 24V; neem alstublieft contact op met uw BBA Pumps leverancier voor meer informatie.
29
Vereisten batterijcircuit Waarschuwing Fouten in de bedrading kunnen de oorzaak zijn van elektrische geluiden, onbetrouwbare werking en kan schade aanbrengen aan het reguleringsysteem of andere componenten. Alle stroomverbindingen moeten vrij zijn van vreemde materialen, waaronder verf, dat een goede verbinding kan verstoren. Er moet een betrouwbare, speciale stroomkring worden aangelegd voor het controlesysteem. BBA Pumps adviseert om een directe stroomverbinding naar de accu aan te leggen. Aarden door delen van het frame wordt niet aangeraden.! Alle circuitpaden moeten in staat zijn om alle mogelijke spanningsincidenten zonder schade te kunnen verwerken. Draai de polariteit van de accu niet om. Proberen de motor te starten terwijl de polariteit van de accuaansluitingen verwisseld is kan leiden tot schade aan het controlesysteem. Positieve accuaansluiting Het elektronische controlesysteem werkt op elektrische systemen van 12 VDC of 24 VDC. De ongeschakelde positieve accuaansluiting aan het controlesysteem wordt gemaakt met de weerbestendige connector. Het controlesysteem biedt een geschakelde positieve batterij, beschermd door halfgeleidende MOSFETs. Deze outputs zijn integraal beschermd tegen overbelasting en kortsluiting. Een integrale 40 AMP trage zekering beschermt het ongeschakelde positieve accucircuit. Door het controlesysteem op een aparte stroomvoorziening aan te sluiten wordt het risico op schade aan het systeem verkleind. Waarschuwing Het loskoppelen van de accu terwijl de motor loopt kan elektrische componenten beschadigen. Als u een schakelaar gebruikt om te accu los te koppelen adviseert BBA Pumps het gebruik van een schakelaar met twee polen om zowel de accu als de dynamo output los te koppelen. Let op Er kunnen maximaal drie ringterminals aangesloten worden om een stroomlijn om de integriteit van de verbinding te garanderen. Het gebruik van meer dan drie terminals kan ertoe leiden dat de verbinding loslaat. Laag voltage Als het voltage van het controlesysteem langer dan één tiende seconde onder de 6 volt komt kan het controlesysteem resetten, waardoor de zelftest gereactiveerd wordt. Het resetten van het controlesysteem is hetzelfde als de sleutelschakelaar snel naar “uit” en weer terug naar “run” draaien zonder de motor te starten. Laag voltage kan veroorzaakt worden door een ontladen accu, plotselinge pieken door externe apparaten, verkeerde kabelafmetingen, gebrekkige bedrading of blikseminslagen in de omgeving.
30
Onderdrukken van spanningspieken Waarschuwing Installatie van een systeem om spanningspieken te onderdrukken is vereist. BBA Pumps houdt zich aan de SAE voorschriften voor elektrische installaties. Inductieve onderdelen zoals relais, solenoïdes en motoren genereren spanningspieken en geluid in de elektrische circuits. Niet onderdrukte spanningspieken kunnen de SAE specificaties overschrijven en de elektronische bediening schaden. Relais en solenoïdes met ingebouwde onderdrukkingsdiodes worden aanbevolen waar mogelijk. Zie de illustratie voor de correcte installatie van diodes als ingebouwde onderdrukking van spanningspieken niet beschikbaar is. Vindt de inductieve onderdelen voor zover mogelijk bij de onderdelen van het elektronische controlesysteem. Indien elektrische motoren worden gebruikt zou het ook nodig kunnen zijn om isolerende relais toe te voegen om spanningspieken en geluid te elimineren en back feed te voorkomen. Lassen op apparatuur met elektronische bediening Correcte lasprocedures zijn vereist om schade aan elektronische bediening, sensoren en bijbehorende componenten te mijden. Het onderdeel dient indien mogelijk verwijderd te worden voor het lassen. De volgende procedures moeten gevolgd worden als het component gelast moet worden terwijl het nog op apparatuur met elektronische bediening geïnstalleerd is. Deze procedure zal het risico op schade aan het component verkleinen. Waarschuwing Aard het lasapparaat niet via elektrische componenten zoals de aarding van de besturing of de sensoren! Onjuist aarden kan schade aan de elektrische componenten veroorzaken! Klem de aardkabel van het lasapparaat aan het component dat gelast wordt. Zet de klem zo dicht mogelijk bij de las om de kans op schade te verkleinen. .
1. Stop de motor. Draai de sleutelschakelaar naar de OFF positie. 2. Haal de negatieve accukabel van de accu. 3. Open een van de geïnstalleerde schakelaars om de accu los te koppelen. 4. Haal indien mogelijk de stekker voor het controlesysteem uit het stopcontact. 5. Verbind de lasgrondkabel zo dicht mogelijk aan het gebied dat gelast moet worden 6. Bescherm de kabelboom tegen lasrestanten en spatten. 7. Gebruik standaard lasmethoden om te materialen te lassen.
31
Troubleshooting Bedieningssysteem Het bedieningssysteem voert geen zelftest uit Mogelijke oorzaak Bescherming tegen overbelasting is los gestoten Accu verkeerd aangesloten Storing bedieningssysteem
Mogelijke oplossing Verhelp de storing, vervang of reset de bescherming tegen overbelasting Sluit de accu correct aan (zie Vereisten Accucircuit) Repareer of vervang bedieningssysteem
Bedieningssysteem voert zelftest uit, de motor slaat aan, loopt en slaat af Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Motor Stop LED aan Verhelp ECU stop conditie, gebruik ECU diagnostiek Display geeft geen data weer Mogelijke oorzaak Geen spanning op display Motor Source adres onjuist Display Adres onjuist Probleem displayconfiguratie CANbus storing ECU verstuurt geen data
Mogelijke oplossing Draai sleutel om, controleer of het display in de kabelboom is geplugd Verander het Motor Adres in configuratie Verander het Display Adres to 40 (standaard) Reset display met behulp van Standaarden herstellen Controleer CANbus (zie CANbus Testen) Repareer of vervang ECU
Onjuiste RPM in Mechanische Modus Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Dashboard niet gekalibreerd Doorloop Kalibreer RPM om de fout te corrigeren Ratio tachograaf veranderd Kalibreer RPM opnieuw Een Waarschuwing of Shut down testen Een shut down simulatie met motoren met ECU controle vereist het gebruik van het ECU diagnostische hulpmiddel. Kijk in de documentatie van het diagnostische hulpmiddel om een waarschuwing of een shut down te simuleren. CANbus Testen De ECU stuurt de meeste informatie via de CANbus naar het display. CANbus is een internationale databus die gebruikt wordt om SAE J1939 te ondersteunen. Als deze verbinding verbroken of onjuist beëindigd wordt kan het display geen ECU parameters zoals aantal gelopen uren, oliedruk en diagnostische codes weergeven. Deze testprocedure helpt om de probleemlocatie te identificeren. 1. Ontkoppel de accu. Waarschuwing Deze test moet worden uitgevoerd als de accu losgekoppeld is! Het niet loskoppelen van de accu kan leiden tot schade aan de ECU, het dashboard of de testapparatuur! 2. Stel vast welke aansluiting voor de motordiagnose is. Verbindt een ohmmeter over de CANbus pinnen van de diagnostiekstekker. 3. Een meting van 60Ω geeft aan dat beide einden van de bus werken en de bus intact is. 4. Een meting van 120Ω geeft aan dat maar één einde van de bus werkt. Zoek de CANbus terminator op de kabelboom van de motor en verwijder deze. a. Een ohmmeting van 120Ω geeft aan dat de bus naar de terminator in het dashboard volledig is en dat het probleem zich tussen het dashboard en de motorterminator bevindt. b. Als de ohmmeter een open circuit meet geeft dit aan dat de bus naar de motorterminator toe intact is en dat het probleem zich tussen het dashboard en de diagnostische stekker bevindt. 5. Installeer de terminator resistor opnieuw en sluit de accu weer aan. a. Als het ECU diagnostische hulpmiddel beschikbaar is kunt u dit gebruiken om te controleren dat de ECU de CANbus gegevens doorgeeft. Kijk in de documentatie van de ECU om de fout op te sporen en te corrigeren. b. Als er nog een dashboard beschikbaar is om te testen, vervang dan het dashboard om te bepalen of de storing in het dashboard zelf zit.
32
Foutcodes bij diagnose (DTC) De foutcodes van de CANbus Diagnose bestaan uit 2 cijfers: het Suspect Parameter Number (SPN) en de Failure Mode Identifier (FMI). De SPN geeft aan in welk subsysteem de storing zich bevindt, en de FMI geeft aan om welk soort storing het gaat. Typische SPNs Standaard SPN codes worden gedefinieerd door SAE J1939-71. ECUs geven niet alle standaard codes. Producenten kunnen extra SPN codes toevoegen, bovenop de codes opgesomd in J1939-71. Kijk in de documentatie van de ECU voor de gebruikte SPNs. SPN Omschrijving 51 Throttle Positie 91 Positie versnellingspedaal 94 Druk olieafgifte 98 Niveau Motorolie 100 Druk Motorolie 110 Temperatuur koelvloeistof motor 111 Niveau koelvloeistof
FMI De FMI codes worden gedefinieerd door SAE J1939-71. Kijk in de ECU documentatie voor de juiste interpretatie van FMI codes voor een specifieke SPN. FMI 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Tot 30 31
Omschrijving Data geldig maar hoger dan normaal operationeel bereik Data geldig maar lager dan normaal operationeel bereik Data onregelmatig, intermitterend of onjuist Voltage boven normaal of hoge kortsluiting Voltage onder normaal of lage kortsluiting Stroom minder dan normaal of open circuit Stroom meer dan normaal of geaard circuit Mechanisch systeem reageert niet correct Abnormale frequentie, pulsbreedte of tijd Abnormale update snelheid Abnormale veranderingssnelheid Foutmodus niet vast te stellen Defect intelligent toestel of component Kalibratie nodig Speciale instructies Data geldig maar hoger dan normaal operationeel bereik (minst ernstig) Data geldig maar hoger dan normaal operationeel bereik (gemiddeld ernstig) Data geldig maar lager dan normaal operationeel bereik (minst ernstig) Data geldig maar lager dan normaal operationeel bereik (gemiddeld ernstig) Foutieve netwerkdata ontvangen Gereserveerd voor toewijzing in de toekomst Niet beschikbaar of bestaande situatie
33
Gecontrolleerde Data Parameters P In deze ta abel staan de motor en transmissie param meters die worden bijgehouden via de CA ANbus. De parameters kunnen w weergegeven worden w op de meterpagina’ss of de enkele e analoge meter die geconfiigureerd kunnen worden door de gebruiker. DB is een n afkorting voo or de interne database d waarrin alle gegeveens over de motor/tran nsmissie opslaat. Toegang tot de volledig ge database is s mogelijk op het display meet de Db View wer in het Configurratiemenu.
Icon
Param meter
Meter M Pagina’’s Enkele M Meter Elektriisch (Volts of Amps) Elektrisch h Potentieel ● ● Accuvolta age, geschake eld ● ● Netto acccustroom ● Voltage dynamo d ● ● Dynamosstroom ● ● Brandstof (L, Gal, IGal) o of (L/h IGal/h)) of (km/L, MP PG of IMPG) Brandsto ofniveau ● ● Verbruiksssnelheid ● ● Brandsto oftemperatuur ● ● Directe brandstofbespa b aring ● Brandsto ofbesparing ● Brandsto of ● Verbruiksssnelheid ● Totale ho oeveelheid verrbruikte brand dstof Brandsto oflekkage 1 Brandsto oflekkage 2 Afstand (km,, mijlen of nau utische mijlen) Nog af te e leggen afstan nd ● Afstand rit r ● Totale affstand voertuig g ● Druk k (kPa, PSI off bar) Brandsto ofdruk ● Baromete er druk ● Reserved druk 1 ● ● Turbodru uk ● ● Druk luch htinlaat ● Druk diffe erentieel luchttfilter ● Injector Meting M Rail 1 Druk D ● Injector Meting M Rail 2 Druk D ● Druk mottorkoelvloeisto of ● Motorolie e druk ● ● Druk tran nsmissieolie ● ● Koppelingsdruk ● Air Start Druk ● Injector Bedieningsdru B k ● ● Temp peratuur (°C of o °F) Tempera atuur motorkoe elvloeistof ● ● Tempera atuur motor intercooler ● Tempera atuur motorolie e ● ● Tempera atuur transmiss sieolie ● ● Tempera atuur turbo olie e ● Tempera atuur inlaatspru uitstuk ● ● temperattuur luchtinlaat ● ● Tempera atuur uitlaat ● ● Tempera atuur reserve 1 ● ● Tempera atuur motor EC CU
Da atabase ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
34
Icon
Param meter
Meter M pagina’s
Uitlaatga as Port 1 Temperatuur ● Uitlaatga as Port 2 Temperatuur ● Turbo In nlaat Temperratuur ● Pe ercentage (% %) Accelera atiepositie ● Niveau motorolie m ● Niveau koelvloeistof k f ● Ventilato orsnelheid ● Gevraag gd Percentag ge koppel ● Huidige koppel moto orpercentage e ● Percenta age lading op RPM ● Snelheid (R RPM, km/h, MPH M of KTS) Input Asssnelheid ● Output Assnelheid A ● Motorsn nelheid ● Turbo 1 Snelheid ● Gewensste operationele motorsne elheid ● Ventilato orsnelheid ● Snelheid d voertuig ● Tijd (h) Totaal aantal a gelope en uren ● Aantal gelopen g uren/rit ● Onderho oudsuren Diversen Koppelo omvormer Lo ock-Up actieff Transdu ucer ● Huidige versnelling ● Geseleccteerde versn nelling ● CANTX uitschakeling CANpluss I/O
meter Enkele m
Da atabase
● ● ● ● ● ● ●
●
●
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
●
● ● ● ● ● ●
Afkorting gen De eenhe eden MPG en Gal gelden vo oor Amerikaan nse “gallons”. Voor niet-Amerikaanse galllons (Groot Brrittannië, Canada e etc.) worden de d eenheden IMPG of IGAL gebruikt. N sttaat voor Nauttische Mijlen. K KTS staat voo or knopen. Let op Als een p parameter niett door de CANbus wordt doo orgegeven is het h niet mogelijk deze te seelecteren. Als een e geconfigu ureerde param meter niet besc chikbaar is wo ordt weergegeven. w
35
Woordenlijst CAN Controller Area Network (ook CANbus genoemd); een serieel communicatieprotocol voor het gebruik van elektronische motoren. DTC
Diagnostic Trouble Code; de combinatie van SPN en FMI waarmee een specifieke storing word aangegeven.
ECU
Engine Control Unit; een elektronisch toestel dat verantwoordelijk is voor het controleren en toezicht houden op de werking van de motor.
ECM
Engine Control Module; een andere naam voor de ECU
FMI
Failure Mode Identifier; omschrijft het soort storing gevonden in het subsysteem zoals aangegeven door het SPN.
GPS
Global Positioning System; een systeem van satellieten en ontvangstapparatuur dat gebruikt wordt om posities op aarde te berekenen, gebruikt voor navigatie.
J1939 SAE motordataprotocol dat CAN 2.0B gebruikt. LCD
Liquid Crystal Display; een displaytechnoligie die elektriciteit gebruikt om kristallen in een speciale vloeistof te polariseren. Onder spanning verandert de polarisatierichting van de kristallen, waardoor een donkerdere plek ontstaat.
NMEA National Marine Electronics Association, een serieel communicatieprotocol voor gebruik op zee. RS-232 Standaard elektrische interface voor seriële communicatie. RS-485 Standaard differentieel elektrische interface voor seriële communicatie. SAE
Soft
Society of Automotive Engineers; professionele vereniging van technici in de transportindustrie die de meeste standaarden binnen de auto-industrie bepaalt voor het testen, meten en ontwerpen van auto’s en hun onderdelen. Drukknoppen waarvan de functie veranderd kan worden bij gebruik
Buttons SPN
Suspect Parameter Number; een getal dat gebruikt wordt om een specifiek element, component of een parameter in verband met de ECU aan te duiden.
36
BBA Pumps BV Postbus 498 7000 AL Doetinchem - Netherlands p +31 (0)314-368 436 e
[email protected] i www.bbapumps.com