FP241W 24" breedbeeld LCD-monitor Gebruikershandleiding
Copyright i Copyright © 2006 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation worden gereproduceerd, uitgezonden, overgezet, opgeslagen in een gegevensopvraagsysteem of vertaald naar welke taal of computertaal dan ook, in welke vorm of op welke wijze dan ook, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze.
Disclaimer BenQ Corporation aanvaardt geen aansprakelijkheid en verleent geen garanties, hetzij nadrukkelijk of stilzwijgend, met betrekking tot de inhoud van deze documentatie en aanvaardt geen enkele impliciete aansprakelijkheid ten aanzien van verkoopbaarheid of geschiktheid voor enig bepaald doel. Daarnaast behoudt BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te wijzigen en periodiek wijzigingen in de inhoud aan te brengen zonder de verplichting van BenQ Corporation om enige persoon op de hoogte te brengen van dergelijke revisies of wijzigingen.
Voor de beste prestaties en een lange levensduur van uw monitor adviseren wij u deze veiligheidsinstructies op te volgen Netspanningsveiligheid • De netstekker isoleert dit apparaat van de netspanning. • Voor dit apparaat fungeert het netsnoer als netspanningsschakelaar. Het stopcontact dient zich in de buurt van het apparaat te bevinden en gemakkelijk toegankelijk te zijn. • Zorg ervoor dat de gegevens van de netspanning overeenkomen met de gegevens op het identificatieplaatje. Bent u er niet zeker van welke soort netspanning beschikbaar is, neem dan contact op met uw dealer of uw energieleverancier.
Onderhoud en reiniging • Reinigen. Haal de stekker van de monitor altijd uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Reinig het oppervlak van de LCD monitor met een niet-pluizende, zachte doek. Vermijd het gebruik van vloeibare reinigingsmiddelen, reinigingsmiddelen in spuitbussen of glasreinigers. • De sleuven en openingen aan de achterzijde en de bovenkant van de behuizing zijn voor ventilatie bedoeld. Zorg ervoor dat deze niet bedekt of afgesloten worden. Plaats uw monitor nooit in de buurt van of op een verwarming of andere warmtebron. Bouw het product niet in tenzij er een deugdelijke ventilatie aanwezig is. • Plaats geen voorwerpen in en/of mors geen water of andere vloeistoffen op dit product.
Service • Probeer dit product niet zelf te repareren. Door het openen of verwijderen van de behuizing kunt u blootgesteld worden aan gevaarlijke spanningen of andere risico's. Wanneer er sprake is van enig hierboven vermeld verkeerd gebruik of van een ander ongeluk zoals het vallen of het verkeerd behandelen van het product, neem dan contact op met een geautoriseerd service center.
2
Inhoudsopgave Voor u begint ........................................................................................................................ 4 De monitor leren kennen ..................................................................................................... 6 Voorkant ......................................................................................................................6 Achterkant (1) .............................................................................................................6 Achterkant (2): locaties van stekkers & aansluitingen ...............................................7 Rechterkant ..................................................................................................................7 De monitor in elkaar zetten ................................................................................................. 8 De hoogte en hoek van de monitor aanpassen ........................................................12 De monitor draaien (optioneel) ...............................................................................13 Het meeste uit uw BenQ monitor halen ........................................................................... 16 Installatie van de monitor op een nieuwe computer ...............................................17 Aanpassen van de monitor op een bestaande computer .........................................18 Installatie op Windows XP systemen .......................................................................19 Installatie op Windows 2000 systemen ....................................................................21 Het uitvoeren van de Windows Wizard Apparaatstuurprogramma bijwerken .....22 Instellen van de schermresolutie ........................................................................................ 24 Instelling van de beeldherhalingsfrequentie ...................................................................... 25 Beeldoptimalisering ............................................................................................................ 26 Het aanpassen van de monitor .......................................................................................... 27 Het bediedingspaneel ................................................................................................27 OSD (On Screen Display) menustructuur ..............................................................28 Sneltoetsmodus ..........................................................................................................30 Hoofdmenu-modus ..................................................................................................33 Problemen oplossen ........................................................................................................... 45 Veelgestelde vragen (FAQ) ........................................................................................45 Meer hulp nodig? .......................................................................................................46 Ondersteunde PC-timings ................................................................................................. 47 Specificaties ......................................................................................................................... 48
Inhoudsopgave
3
1. Voor u begint De FP241W biedt optimale beeldkwaliteit op een videoresolutie van 1920 x 1200. Zorg dat uw grafische kaart een resulotie van 1920 x 1200 ondersteunt. Let er bij het uitpakken op dat u de volgende items ontvangen heeft. Indien een van de items ontbreekt of beschadigd is, neem dan contact op met uw leverancier waar u het apparaat gekocht heeft. BenQ LCD monitor
Monitorvoet
Beknopte handleiding
CD-rom
Netsnoer (Beeld kan verschillen per product per regio)
4
Voor u begint
Signaalkabel: D-Sub
Signaalkabel: DVI-D (optioneel)
USB kabel
Webcam (optioneel)
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor het geval dat u de monitor later nog eens moet vervoeren. Het piepschuim is ideaal als bescherming tijdens het transport.
Voor u begint
5
2. De monitor leren kennen Voorkant
Achterkant (1)
1. USB-poort voor optionele webcam 2. USB-poorten voor aansluitingen op de ingebouwde USB-hub 3. Kabelhouder 4. Afsluiten / ontgrendelen knop
6
De monitor leren kennen
Achterkant (2): locaties van stekkers & aansluitingen
1. Stroomaansluiting
5. Component ingangen
2. DVI-D ingang
6. Composiet ingang
3. HDMI ingang
7. S-Video ingang
4. D-Sub ingang
8. USB-hub voor aansluiting op USB-port van een computer
Rechterkant
1. Aan / uit
5. MENU / EXIT
2. ENTER / PIP
6. Modus
3. t / Helderheid
7. Input / Swap (Ingang / Wisselen)
4. u/ Contrast
8. i key
Voor meer informatie over deze toetsen, zie Het bediedingspaneel op pagina 27.
De monitor leren kennen
7
3. De monitor in elkaar zetten Mocht de computer zijn ingeschakeld, zet deze dan uit voordat u verder gaat. Wacht met het plaatsen van de stroomkabel of het inschakelen van de monitor totdat u hiertoe de instructie krijgt.
1. Pak de monitorvoet uit de verpakking en plaats deze op een recht oppervlak.
2. Maak de monitor vast aan de voet zodat deze vastzit. Plaats de groeven aan de achterkant van de monitor tegen de uitsteeksels op de monitorvoet, en duw vervolgens de monitor naar voren totdat u een klik hoort.
3. Trek de monitor helemaal uit en kantel hem om te draaien. De monitor staat nu in de laagste positie en u dient te drukken op de knop Afsluiten / ontgrendelen aan de onderkant van de voet om de monitor in de hoogste positie te plaatsen.
8
De monitor in elkaar zetten
Kantel vervolgens de monitor. Om te voorkomen dat de rand van het LCD-scherm de monitorvoet raakt tijdens het draaien, trekt u de monitor helemaal naar boven naar de hoogste positie voordat u het scherm draait.
Draai de monitor 90 graden tegen de wijzers van de klin in (vanaf de achterkant) zoals is geïllustreerd. Wilt u de monitor in een verticale positie (portretstand) gebruiken, zie De monitor draaien (optioneel) op pagina 13 voor meer informatie.
De monitor in elkaar zetten
9
4. De PC videokabel aansluiten.
Of
Gebruik niet tegelijk een DVI-D-kabel en D-Sub-kabel op dezelfde PC. De enige situatie waarin beide kabels kunnen worden gebruikt is als ze op twee verschillende PC's met correcte videosystemen worden gebruikt.
Steek het ene uiteinde van de DVI-D kabel in de DVI-D aansluiting van uw monitor en het andere uiteinde in de DVI-D poort van uw computer. (optioneel). Het DVI-D systeem wordt gebruikt voor een rechtstreekse digitale verbinding tussen de videobron en digitale LCD-monitors of -projectors. Digitale videosignalen geven een superieure beeldkwaliteit in vergelijking met analoge videosignalen.
Verbind de connector van de D-Sub kabel (het uiteinde zonder de ferrietkern) met de D-Sub aansluiting van de monitor. Verbind de andere connector van de D-Sub kabel (het uiteinde met de ferrietkern) met de video D-Sub aansluiting van uw computer. Draai de op de connectoren aanwezige schroeven vast om te voorkomen dat de connectoren tijdens het gebruik per ongeluk losraken.
5. De USB-kabel op de hub aansluiten. Gebruik de USB-kabel om de USB-aansluiting op de achterkant van de monitor te verbinden met een USB-poort op de computer.
10
De monitor in elkaar zetten
Of
6. De stroomkabel aansluiten op de monitor. Steek het ene eind van de stroomkabel in de aansluiting 'POWER IN' aan de achterkant van de monitor. Steek het andere eind nog niet in een stopcontact.
7. De monitor terugdraaien. Draai de monitor 90 graden met de wijzers van de klok mee (vanaf de achterkant) zoals geïllustreerd, en draai de monitor in de gewenste hoek.
Plaats de monitor zodanig en in zo'n hoek dat ongewenste weerspiegelingen van lichtbronnen tot een minimum worden beperkt.
8. Leg de kabels door de kabelhouder. Neem de kabels bijeen en trek ze door de kabelhouder aan de achterkant van de monitorvoet.
De monitor in elkaar zetten
11
9. De stroom inschakelen. Steek het ander eind van de stroomkabel in een naburig stopcontact.
Beeld kan verschillen per product per regio.
Schakel de monitor in door op de aan/uit-toets bovenaan in de rij toetsen op de rechterrand van de monitor te drukken. Schakel ook de computer in, en volg de instructies in Deel 4: Het meeste uit uw BenQ monitor halen op pagina 16 om de monitorsoftware te installeren.
De hoogte en hoek van de monitor aanpassen De hoogte van de monitor aanpassen Til het beeldscherm rustig op en trek de voet uit in de gewenste hoogte. De voet kan maximaal 150mm worden uitgetrokken. Als de monitor in de laagste positie vast zit, druk dan op de knop Afsluiten / ontgrendelen.
12
De monitor in elkaar zetten
De hoek van de monitor aanpassen Voor het comfortabel bekijken van afbeeldingen op het scherm kunt u de monitor niet alleen 20 graden naar boven en 5 graden naar beneden kantelen, maar kunt u de monitor ook nog eens 45 graden naar links of rechts draaien.
De monitor draaien (optioneel) De LCD-monitor ondersteunt weergave in de portretstand, zodat u uw specifieke desktopapplicatie op het scherm kunt passen zonder dat u het beeld naar beneden hoeft te schuiven. Voordat u het scherm in de portretstand draait, installeert u eerst de Pivot software van de bijgesloten CD. De Pivot software installeren 1. Open het bestand START_PIVOT.EXE in de map met de naam Pivot op de bijgesloten CD. 2. Volg de instructies op het scherm om de software te installeren. 3. Nadat het systeem opnieuw is opgestart, ziet u het pictogram Pivot Software Control het systeemvak. Klik op het pictogram en kies 90 graden draaien,
in
, om het beeld te
draaien. U kunt deze actie annuleren door 0 graden draaien te kiezen
.
4. Schakel de stroom uit en volg onderstaande stappen.
De monitor in elkaar zetten
13
Het beeldscherm draaien 1. Trek de monitor helemaal uit en kantel deze. Til het beeldscherm rustig op en trek de voet uit tot de maximum hoogte is bereikt. Als de monitor nu in de laagste positie staat, dient u te drukken op de knop Afsluiten / ontgrendelen aan de onderkant van de voet om de monitor in de hoogste positie te kunnen plaatsen.
De voet moet in de hoogte worden uitgetrokken zodat de monitor van de landschapstand in de portretstand kan worden gedraaid.
Kantel vervolgens de monitor.
2. Draai de monitor 90 graden met de wijzers van de klok mee zoals is geïllustreerd.
Om te voorkomen dat de rand van het LCD-scherm de monitorvoet raakt tijdens het draaien, trekt u de monitor helemaal naar boven naar de hoogste positie voordat u het scherm draait.
14
De monitor in elkaar zetten
3. Zet de monitor in de gewenste kijkhoek.
De monitor in elkaar zetten
15
4. Het meeste uit uw BenQ monitor halen Monitors en USB-hubs De BenQ FP241W LCD Monitor is een modern state-of-the-art toestel. Niet alleen maakt het gebruik van de nieuwste LCD-beeldtechnologie – het bevat een ingebouwde 3-poorts USB 2.0 hub. Doordat slechts één USB 2.0 poort van de computer wordt gebruikt worden andere vrijgemaakt voor andere zaken, en biedt de ingebouwde hub handige en makkelijke toegang voor uw USB-toestellen. U kunt de USB hub gebruiken om uw USB-toetsenbord, USB-muis en USB webcam allemaal tegelijk te gebruiken. Of als u het toetsenbord en muis direct op de computer aansluit, kunt u de USB-poorten op de monitor gebruiken voor het aansluiten van digitale camera, digitale videocamera, USB reader, USB printer, USB geheugenstick of andere USB toestellen. Wat moet ik doen? Het enige dat u hoeft u doen, is het aansluiten van de monitorkabels zoals beschreven is in De monitorhardware installeren in deze gebruikershandleiding, de computer en monitor in te schakelen, en vervolgens bent u klaar voor plug-and-play met USB, Windows en de USB-hub van de BenQ LCD Monitor. Windows 2000 en latere versies hebben geïntegreerde USB ondersteuning. Het detecteert en herkent USB-apparaten automatisch en installeert de benodigde stuurprogramma's om ze te laten functioneren. Als bij uw USB-toestel een stuurprogramma van de fabrikant of aangepaste software is geleverd, hoeft u Windows alleen in de richting van dat stuurprogramma te wijzen, en Windows installeert het stuurprogramma. Hoe haal ik het meeste uit m'n nieuwe monitor? Om alle opties van uw nieuwe BenQ kleuren-LCD flatscreenmonitor het beste te kunnen benutten, stelt u om te beginnen de grafische kaart in op een standaardresolutie van 1920 x 1200 en vervolgens kunt u beginnen met de installatie van de aangepaste BenQ LCD Monitor stuurprogrammasoftware die op de BenQ LCD Monitor CD-ROM staat. De te volgen procedure voor een succesvolle installatie van het BenQ LCD Monitor stuurprogramma wordt bepaald door de omstandigheden onder welke u uw BenQ LCD Monitor wilt aansluiten en installeren. Deze omstandigheden hebben betrekking op welke versie van Microsoft Windows u gebruikt, of u de monitor aansluit en de software installeert op een nieuwe computer (zonder bestaand monitor stuurprogramma), of dat u een bestaande computer (waarop een monitor stuurprogramma geïnstalleerd is) van een nieuwe monitor voorziet. Windows zal echter in beide gevallen, zodra u de eerstvolgende keer uw computer inschakelt (nadat u de monitor met uw computer verbonden heeft), automatisch de nieuwe (of andere) hardware herkennen en de Nieuwe hardware gevonden wizard opstarten. Volg de instructies van de wizard totdat deze vraagt om een monitormodel te selecteren. Klik op dat moment op de Disk beschikbaar knop, plaats de BenQ LCD Monitor cd-rom en selecteer het juiste monitormodel. Meer details en stap-voor-stap instructies voor zowel een nieuwe computer (automatisch) als het aanpassen van een bestaande computer volgen. Zie: • Installatie van de monitor op een nieuwe computer op pagina 17. • Aanpassen van de monitor op een bestaande computer op pagina 18. Als u een gebruikersnaam en paswoord nodig heeft om op uw Windows computer in te loggen, moet u als systeembeheerder of als lid van de systeembeheerdersgroep ingelogd zijn om het monitor stuurprogramma te kunnen installeren. Bovendien, als uw computer met een netwerk verbonden is dat voorzien is van toegangsbeveiliging, is het mogelijk dat de netwerkinstellingen het u verhinderen de software op uw computer te installeren. 16
Het meeste uit uw BenQ monitor halen
Installatie van de monitor op een nieuwe computer De volgende instructies beschrijven de procedure voor het selecteren en installeren van het BenQ LCD Monitor stuurprogramma op een nieuwe computer waarop nooit tevoren een monitor stuurprogramma geïnstalleerd is geweest. Deze instructies zijn uitsluitend van toepassing op een computer die nooit eerder gebruikt is en waarop de BenQ LCD Monitor de allereerste monitor is die op deze computer wordt aangesloten. Als u de BenQ LCD Monitor aansluit op een bestaande computer waarop al eerder een andere monitor aangesloten is geweest (en waarop reeds een monitor stuurprogramma geïnstalleerd is), moet u de volgende instructies overslaan. In plaats daarvan moet u de instructies volgen voor - Aanpassen van de monitor op een bestaande computer.
1. Volg de instructies in De monitor in elkaar zetten op pagina 8. Zodra Windows (2000 of latere versie) opgestart is, wordt de nieuwe monitor automatisch gedetecteerd en zal de Nieuwe hardware gevonden wizard opstarten. Volg de wizard totdat de optie Hardware Stuurprogramma Installeren verschijnt.
2. Plaats de BenQ LCD Monitor cd-rom in een cd-loopwerk van de computer. 3. Selecteer optie Geschikte driver voor mijn apparaat zoeken, en klik op Volgende. 4. Selecteer de optie cd-rom drives (vinkje bij alle overige opties verwijderen) en klik op Volgende. 5. Controleer of de wizard de juiste naam van uw monitor "BenQ FP241W" geselecteerd heeft en klik op Volgende. 6. Klik op Einde. 7. Start de computer opnieuw op.
Het meeste uit uw BenQ monitor halen
17
Aanpassen van de monitor op een bestaande computer De volgende instructies beschrijven de procedure voor het handmatig aanpassen van een bestaand monitor stuurprogramma op uw Microsoft Windows computer. De instructies zijn momenteel als compatibel getest (en uitsluitend geadviseerd) voor Windows 2000 en Windows XP besturingssystemen. Het is goed mogelijk dat het BenQ LCD Monitor stuurprogramma voor uw model uitstekend werkt met andere versies van Windows, echter, op het moment dat deze handleiding samengesteld werd, heeft BenQ dit stuurprogramma niet getest op andere Windows versies en kan daarom de goede werking ervan op dergelijke systemen niet garanderen.
Het installeren van een monitor stuurprogramma omvat het selecteren van een geschikt informatiebestand (.inf) op de BenQ LCD Monitor cd-rom voor het specifieke monitormodel dat u aangesloten heeft en het laat Windows de overeenkomstige stuurprogrammabestanden vanaf de cd installeren. U hoeft het proces alleen maar in de juiste richting te sturen. Windows heeft een speciale Wizard om deze taak automatisch uit te voeren en u tijdens het proces van bestandsselectie en installatie te begeleiden. Zie:
18
•
Installatie op Windows XP systemen op pagina 19.
•
Installatie op Windows 2000 systemen op pagina 21.
Het meeste uit uw BenQ monitor halen
Installatie op Windows XP systemen 1. Open Eigenschappen voor beeldscherm. De snelste weg naar Eigenschappen voor beeldscherm is via het Windows bureaublad. Klik met de rechter muisknop op het bureaublad en selecteer Eigenschappen in het pop-up-menu. Als alternatief kunt u ook via Configuratiescherm in het Windows menu Eigenschappen voor beeldscherm komen. In de Windows XP versie, vindt u Configuratiescherm direct onder Start. De menukeuzes die weergegeven worden hangen af van het type weergave dat voor uw computer geselecteerd is. • •
Onder Klassieke weergave, klikt u op Start | Configuratiescherm | Beeldscherm. Onder Categorieweergave, klikt u op Start | Configuratiescherm | Vormgeving en thema's | De beeldschermresolutie wijzigen.
Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm verschijnt.
2. Klik op de tab Instellingen en vervolgens op de knop Geavanceerd. Het venster Geavanceerde eigenschappen voor Beeldscherm verschijnt.
3. Klik op de tab Beeldscherm en selecteer de ‘Plug and Play Monitor’ uit de lijst. Wanneer er maar één beeldscherm in de lijst staat, is deze al voor u geselecteerd.
4. Klik op de knop Eigenschappen. Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm verschijnt. Wanneer de leverancier van het stuurprogramma als BenQ wordt weergegeven en het model overeenkomt met dat van uw nieuwe monitor, dan is het juiste stuurprogramma reeds geïnstalleerd en hoeft u verder niets te doen. Sluit het venster Eigenschappen voor Beeldscherm. Echter, als BenQ niet als de fabrikant wordt weergegeven, of het juiste monitormodel niet getoond wordt, dient u de volgende instructies verder op te volgen.
5. Klik op de tab Stuurprogramma en vervolgens op de knop Stuurprogramma bijwerken. De Hardware Update Wizard verschijnt nu. Volg de instructies van de wizard en de onderstaande stappen:
6. Plaats de BenQ LCD Monitor cd-rom in een cd-loopwerk van de computer waarop u de monitor heeft aangesloten. 7. Selecteer de optie ‘Installeren van lijst of specifieke lokatie’ en klik op Volgende. 8. Selecteer de optie ‘Meest geschikte stuurprogramma op deze lokaties zoeken’ en selecteer tevens ‘Zoek verwijderbare media’, klik vervolgens op Volgende. Wacht nu terwijl de wizard de drives doorzoekt. Wanneer de wizard klaar is met zoeken dient hij het BenQ stuurprogramma op de cd die bij uw monitor hoort gevonden en geselecteerd te hebben; in dit geval ‘BenQ FP241W’ in de lokatie ‘d:\driver\BenQFP241W.inf ’ of soortgelijk. Als u het besturingssysteem Windows XP Professional x64 Edition gebruikt, selecteer dan het BenQ-stuurprogramma uit de map “d:\Driver\For_Windows_XP_Pro_x64_Edition”. De letter waarmee uw cd-loopwerk wordt aangegeven kan, afhankelijk van uw computer, anders zijn dan in het bovenstaande voorbeeld – het kan zijn ‘D:’ of ‘E:’ of ‘F:’ enz.
Het meeste uit uw BenQ monitor halen
19
9. Selecteer (enkelklik) het bestand met de naam ‘BenQ FP241W’ op de cd en klik vervolgens op de knop Volgende. Nu worden de juiste beeldscherm stuurprogrammabestanden gekopieerd en op uw computer geïnstalleerd.
10. Klik op Einde. Hiermee wordt de wizard afgesloten en keert u terug naar het venster Eigenschappen voor Beeldscherm, nu met de nieuwe naam BenQ FP241W Eigenschappen.
11. Klik op Sluiten, OK, en OK. Daarmee sluit u het venster Eigenschappen voor Beeldscherm. U hoeft Windows XP niet opnieuw op te starten omdat het stuurprogramma voor de BenQ LCD Monitor direct functioneert zonder dat u verder iets hoeft te doen.
20
Het meeste uit uw BenQ monitor halen
Installatie op Windows 2000 systemen De volgende instructies dient u niet op te volgen wanneer u de monitor op een computer met het Windows XP (of latere versie) besturingssysteem installeert. In dat geval verwijzen wij u naar de instructies in paragraaf Installatie op Windows XP systemen op pagina 19.
1. Open Eigenschappen voor Beeldscherm. De snelste weg naar Eigenschappen voor Beeldscherm is via het Windows bureaublad. Klik met de rechter muisknop op het bureaublad en selecteer Eigenschappen in het pop-up-menu. Als alternatief kunt u ook via Configuratiescherm in het Windows menu Eigenschappen voor beeldscherm komen. In de Windows versies 200 vindt u Configuratiescherm onder menukeuze Instellingen. Klik op Start | Instellingen | Configuratiescherm | Beeldscherm. Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm verschijnt.
2. Klik op de tab Instellingen en vervolgens op de knop Geavanceerd. Het venster Geavanceerde beeldschermeigenschappen verschijnt.
3. In Windows 2000, klikt u op de tab Beeldscherm en de knop Eigenschappen. Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm verschijnt.
4. In Windows 2000, klikt u op de tab Stuurprogramma en de knop Stuurprogramma bijwerken. De Wizard apparaatstuurprogramma bijwerken verschijnt.
Zie: Het uitvoeren van de Windows Wizard Apparaatstuurprogramma bijwerken op pagina 22.
Het meeste uit uw BenQ monitor halen
21
Het uitvoeren van de Windows Wizard Apparaatstuurprogramma bijwerken 1. Laad de met uw monitor meegeleverde BenQ LCD Monitor cd-rom. Plaats de cd-rom in een cd-loopwerk van de computer waarop u de monitor heeft aangesloten. De taalkeuzepagina voor de autorun gebruikershandleiding verschijnt in uw webbrowser. U kunt een taal kiezen en de on-line versie van deze handleiding in het volgende venster bekijken. U kunt vervolgens de handleiding afdrukken wanneer u liever off-line werkt. Wanneer u klaar bent: Annuleer de browser aangezien u deze voor de Wizard apparaatstuurprogramma bijwerken niet nodig heeft.
2. Start de Windows Wizard apparaatstuurprogramma bijwerken en klik op Volgende. Voor instructies, zie Installatie op Windows 2000 systemen op pagina 21.
3. Selecteer de optie ‘Toon lijst van bekende stuurprogramma's...' en klik op Volgende. 4. Klik op de Disk beschikbaar knop. Het venster Installeren van disk verschijnt.
5. Klik op de knop Bladeren en navigeer naar de BenQ LCD Monitor cd-rom. Dit is de cd die u in stap 1 hierboven geladen heeft. Het cd-loopwerk zal een Windows letteraanduiding hebben (zoals D: of E: of F:). Selecteer de letteraanduiding die overeenkomt met het loopwerk waarin u de cd geplaatst heeft.
6. Dubbelklik op de map 'Stuurprogramma’. De inhoud van de stuurprogramma-map verschijnt. Als u het besturingssysteem Windows XP Professional x64 Edition gebruikt, dubbelklik dan op de map met de naam “For_Windows_XP_Pro_x64_Edition” in de weergegeven map “Driver” (Stuurprogramma).
7. Klik op de knop Openen. Hiermee keert u terug naar het venster Installeren van disk en is het adres toegevoegd aan de map BenQ LCD Monitor CD ‘Stuurprogramma’ in het veld met de naam ‘Kopieer fabrikantbestanden van:’. Het veld zal zoiets bevatten als "D:\stuurprogramma", of "E:\stuurprogramma", of "F:\stuurprogramma".
8. Klik op de knop OK. Hiermee keert u terug naar de Wizard apparaatstuurprogramma bijwerken.
9. Selecteer (enkelklik) het bestand met de naam BenQ FP241W en klik vervolgens op de knop Volgende. 10. Klik op Volgende. Nu worden de juiste beeldscherm stuurprogrammabestanden naar uw computer gekopieerd.
11. Klik op Einde. In geval van Windows 2000 wordt hiermee de wizard afgesloten en keert u terug naar het venster Eigenschappen voor Beeldscherm, nu met de nieuwe naam BenQ FP241W Eigenschappen.
12. In Windows 2000 klikt u op Sluiten. Hiermee wordt het venster BenQ FP241W Eigenschappen afgesloten en keert u terug naar het venster Geavanceerde eigenschappen voor beeldscherm.
22
Het meeste uit uw BenQ monitor halen
Indien u dat wilt, kunt u nu de beeldherhalingsfrequentie en andere beeldschermeigenschappen aan uw wensen aanpassen. Zie Instelling van de beeldherhalingsfrequentie op pagina 25 voor details.
13. In geval van Windows 2000 klikt u op OK. Hiermee wordt het venster Geavanceerde eigenschappen voor beeldscherm afgesloten en keert u terug naar het venster Eigenschappen voor beeldscherm. Indien u dat wilt, kunt u nu de schermresolutie wijzigen (gebied en kleur). Zie Instellen van de schermresolutie op pagina 24 voor details.
14. Klik op OK. Hiermee sluit het venster Eigenschappen voor beeldscherm en wanneer u de schermresolutie heeft gewijzigd zal Windows 2000 u vragen om deze wijzigingen te bevestigen. Klik op OK en vervolgens op Ja.
Het meeste uit uw BenQ monitor halen
23
5. Instellen van de schermresolutie Vanwege de aard van de LCD-technologie, is de beeldresolutie altijd dezelfde. Het allerbeste beeld voor uw FP241W bereikt u met een resolutie van 1920 x 1200. Dit wordt de “natuurlijke resolutie” of maximale resolutie genoemd – het levert het scherpste beeld op. Lagere resoluties worden op een volledig scherm middels een interpolatiemethode weergegeven. Wazig beeld bij pixelgrenzen kan optreden bij de geïnterpoleerde resolutie, afhankelijk van het beeldtype en de oorspronkelijke resolutie. Maak volledig gebruik van LCD-technologie door de standaardresolutie voor het beeldscherm van de PC in te stellen op 1920 x 1200, zoals hieronder wordt beschreven. Let er op dat niet alle PC videokaarten deze resolutie ondersteunen. Als dit inderdaad niet wordt ondersteund, kijk dan op de website van de fabrikant van de videokaart voor een update van het stuurprogramma voor uw model videokaart zodat deze resolutie wordt ondersteund. Stuurprogramma's van videokaarten worden regelmatig vernieuwd en geschikt gemaakt voor resoluties van nieuwe hardware. Indien nodig dient u eventueel de videokaart van de PC te vervangen en te vernieuwen zodat de standaardresolutie van de monitor ondersteund wordt.
1. Open Eigenschappen voor beeldscherm en selecteer de Settings tab. U kunt Eigenschappen voor beeldscherm openen door met de rechter muisknop op het Windows bureaublad te klikken en in het pop-up-menu Eigenschappen te selecteren.
2. Gebruik de schuif in de ‘Screen area’ sectie om de schermresolutie in te stellen. Selecteer de aanbevolen resolutie van 1920 x 1200 en klik vervolgens op Toepassen. Wanneer u een andere resolutie selecteert, dient u zich te realiseren dat deze afwijkende resolutie geïnterpoleerd is en dientengevolge mogelijk een minder scherpe weergave van het beeld geeft in vergelijking met de instelling van de natuurlijke resolutie.
3. Klik op OK en daarna op Ja. 4. Sluit het Eigenschappen voor beeldscherm venster.
24
Instellen van de schermresolutie
6. Instelling van de beeldherhalingsfrequentie In geval van een LCD-display hoeft u niet te kiezen voor de hoogste beeldherhalingsfrequentie, omdat het technisch onmogelijk is dat een LCD-display flikkert. Het beste resultaat bereikt u door gebruik te maken van de fabrieksmodi die reeds op uw computer ingesteld zijn. U vindt een tabel met de fabrieksmodi in de paragraaf 'Specificaties' van deze gebruikershandleiding: Ondersteunde PC-timings op pagina 47. Voor de natuurlijke resolutie van 1920 x 1200 kunt u kiezen tussen 60 hertz.
1. Dubbelklik op het Beeldscherm icoontje in het Configuratiescherm. 2. In het venster Eigenschappen voor beeldscherm selecteert u de tab Instellingen en klikt u vervolgens op de knop Geavanceerd. 3. Selecteer de tab Adapter en kies een passende beeldherhalingsfrequentie die aansluit op één van de fabrieksmodi zoals aangegeven in de specificatietabel. 4. Klik op Wijzig, OK en vervolgens op Ja. 5. Sluit het Eigenschappen voor beeldscherm venster.
Instelling van de beeldherhalingsfrequentie
25
7. Beeldoptimalisering De eenvoudigste manier om een optimaal beeld te krijgen vanaf een analoge (D-Sub) ingang, is het gebruik van “i key” functie. Druk op de “i key” om de instellingen van het scherm automatisch in te stellen en te optimaliseren. Als u op de monitor een digitale videobron aansluit via een digitale (DVI) kabel, worden de “i key” en de functie Auto-aanpassing uitgeschakeld, omdat de monitor automatisch het beste beeld weergeeft. Controleer, als u de functie van de “i key” gebruikt, of de aangesloten grafische kaart van de computer is ingesteld op de standaardresolutie (1920 x 1200) van de monitor.
Indien u dat wilt, kunt u altijd de geometrische instellingen van het scherm handmatig wijzigen door middel van de toetsen op de monitor. Om u hierbij te helpen, heeft BenQ een schermtest hulpprogramma gemaakt waarmee u onder meer op beeldkleur en grijswaarden kunt controleren. 1. Start het testprogramma auto.exe van de cd-rom. U kunt het programma eventueel ook via het bureaublad van uw computer opstarten. Wij raden u echter aan om auto.exe te gebruiken. Zodra u auto.exe opstart, verschijnt er een testpatroon. 2. Druk op de i key-toets op de monitor. 3. Druk op de MENU toets om in het monitor On-Screen-Display (OSD) menu te komen. 4. Gebruik de knoppen t of u om SCHERM te selecteren en druk op de ENTER knop om het menu te openen. 5. Wanneer u een verticale ruis ziet (als een gordijn effect-glinstering van verticale lijnen), druk dan op de t of u toets om Pixelfrequentie te selecteren en druk vervolgens op de ENTER
toets. Druk daarna op de t of u toets om de monitor in te stellen totdat de ruis verdwenen is.
6. Wanneer u een horizontale ruis ziet, druk dan op de t of u toets om Fase te selecteren en druk vervolgens op de ENTER toets. Druk daarna op de t of u toets om de monitor in te stellen totdat de ruis verdwenen is.
26
Beeldoptimalisering
8. Het aanpassen van de monitor Het bediedingspaneel
1. “Aan/uit”: Het toestel in- of uitschakelen. 2. “ENTER/PIP”-toets: Open submenu's en selecteer items. Deze toets is tevens de sneltoets voor het activeren van de PIP (Picture-in-Picture)-functie en voor het selecteren van een video-ingang voor het PIP-venster. 3.
t (Omhoog)-toets: Om omhoog te navigeren of een waarde te verhogen. Deze toets is tevens de sneltoets voor Helderheid.
4.
u (Omlaag)-toets: Om omlaag te navigeren of een waarde te verlagen. Deze toets is tevens de sneltoets voor Contrast.
5. “MENU/EXIT” toets: Activeert het hoofdmenu van de OSD en keert terug naar het vorige menu of sluit de OSD. 6. “Modus”-toets: Schakelen tussen verschillende modi, waaronder Standard (Standaard), Movie (Film), Dynamics (Dynamiek), en Photo (Foto). 7. “Input /Swap (Ingang / Wisselen)”-toets: Handmatig schakelen tussen verschillende videosignalen die op de monitor kunnen zijn aangesloten voor het hoofdvenster, of het schakelen tussen ingangssignalen tussen hoofdvenster en PIP-venster. 8. “i key”: Automatisch aanpassen van verticale positie, fase, horizontale positie en pixelklok. OSD = On Screen Display (Weergave op het scherm). De sneltoetsen geven een geleidelijke schaal weer om de waarde van de betreffende instelling aan te passen, en functioneren alleen als het OSD-menu niet wordt weergegeven. Weergave van sneltoetsen verschijnt enkele seconden nadat de laatste toets is ingedrukt. Zie Sneltoetsmodus op pagina 30.
Het aanpassen van de monitor
27
OSD (On Screen Display) menustructuur DISPLAY (SCHERM)
Auto Adjustment (Auto-aanpassing) H. Position (Hor. positie) V. Position (Vert. positie) Pixel Clock (Pixel Clock) Phase (Phase) Red (Rood)
PICTURE (BEELD)
Brightness(Helderheid)
Normal (Normaal)
Green (Groen)
Contrast(Contrast) Sharpness (Scherpte)
Bluish (Blauwe t.) Reddish (Rode tint) User Mode (Voorkeur) Reset Color (Kleur herstellen)
Blue (Blauw)
Color (Kleuren) Hue (Kleurtinten)
Yes (JA) No (NEE)
Saturation (Verzadiging) Kleurtinten en Verzadiging kunnen niet worden gebuikt als het ingangssignaal D-Sub of DVI-D is.
PICTURE ADVANCED (BEELD GEAVANC.)
Picture Mode (Beeldmodus)
Standard (Standaard)
Senseye Demo (Demo Senseye)
Movie (Film ) Dynamics (Dynamiek) Photo (Foto) ON (AAN) OFF (UIT)
PIP
Input (Input) Size (PIP afmetingen) H. Position (Hor. positie) V. Position (Vert. positie) Contrast Sharpness (Scherpte)
D-sub/Composite (D-sub/Composiet) DVI/S-Video HDMI Component OFF (UIT) Small (Klein) Medium Large (Groot)
28
Het aanpassen van de monitor
SYSTEM (SYSTEEM)
Input OSD Settings (OSD-instellingen) Information (Informatie) Reset All (Beginwaarden)
D-sub
English
DVI
French (Français)
HDMI
German (Deutsch)
Component
Italian (Italiano)
S-Video
Spanish (Español) Polish/Japanese (Polski/ 日本語 ) Czech/ Traditional Chinese (Česky/ 繁體中文 ) Hungarian/Simplified Chinese (Magyar/ 简体中文 ) Serbo-croatian (Srpskohrvatski (jezik))
Language (Taal) H. Position (Hor. positie) V. Position (Vert. positie) Display Time (Tijd weergeven) OSD Lock (OSD-vergrendeling) Yes (JA)
Romanian (Română) Dutch (Nederlands) Russian (Русский) Swedish (Svenska) Portuguese (Português)
No (NEE) 5 sec. 10 sec. 15 sec. 20 sec. 25 sec. 30 sec. ON (AAN) OFF (UIT)
Het aanpassen van de monitor
29
Sneltoetsmodus De monitortoetsen dienen als sneltoetsen voor directe toegang tot bepaalde functies als het menu momenteel niet op het scherm te zien is. Sneltoets Helderheid Druk op de t toets om de indicator voor Brightness (Helderheid) weer te geven. Druk verder op de t toets om de helderheid van het scherm te verhogen, of op de u toets om de helderheid van het scherm te verlagen, en druk op de MENU toets om af te sluiten. Sneltoets Contrast Druk op de u toets om de indicator van de Contrast weer te geven. Druk verder op de t toets om het contrast van het scherm te verhogen, of op de u toets om het contrast van het scherm te verlagen, en druk op de MENU toets om af te sluiten. PIP sneltoets Druk op de Enter-toets om het picture-in-picture-venster in te schakelen en de picture-in-picture bronsignaal te selecteren. Door deze toets een aantal keren in te drukken schakelt u tussen de video-ingangen of schakelt u de PIP-functie uit. Als de berichten van de gewenste video-ingang wordt weergegeven, laat dan de toets los om het PIP-bronsignaal in te stellen. Het bericht blijft 3 seconden op het scherm staan. De instelling wordt direct geactiveerd. Met deze opdracht wordt een venster met een tweede bronsignaal weergegeven. Zo kunt u beelden van 1 computer graphic/PC videobron (D-sub, DVI, HDMI*, of Component) en 1 videobron (Composiet of S-video) weergeven. De PIP-functie kan niet 2 computer graphic/PC videobronnen of 2 videobronnen gebruiken om PIP uit te voeren. *HDMI, de afkorting staat voor High Definition Multimedia Interface, is de eerste door de industrie ondersteunde, ongecomprimeerde, volledig digitale audio/video-interface tussen audio/videobronnen en audio en/of videomonitors. Anders dan andere stekkers, kan een HDMI-stekker zowel video- als audiosignalen via dezelfde kabel vervoeren en ongecomprimeerde digitale audio en video voor de hoogste beeldkwaliteit overdragen. Het ondersteunt digitale televisies (DTV), set-top boxes, DVD-spelers, DVD-recorders enz. De HDMI-stekker op de FP241W ondersteunt alleen videosignalen.
30
Het aanpassen van de monitor
• Als het bronsignaal van het hoofdvenster van een computer graphic/PC videosignaal (D-sub, DVI, HDMI, of Component) is, ziet u achtereenvolgens de volgende berichten die de videosignalen van het PIP-venster aangeven.
PIP uit en afsluiten •Als het bronsignaal van het hoofdvenster van een videosignaal (Composiet of S-video) afkomstig is, ziet u achtereenvolgens de volgende berichten die de computer graphic/PC videosignalen van het PIP-venster aangeven.
PIP uit en afsluiten
Sneltoets Modus Door een aantal keren op de toets te drukken schakelt u tussen de 4 modi voor het hoofdvenster, waaronder Standard (Standaard), Movie (Film), Dynamics (Dynamiek) en Photo (Foto). De instelling wordt direct geactiveerd. Zie ook Picture Mode (Beeldmodus) op pagina 39.
Het aanpassen van de monitor
31
Sneltoets Ingang/Wisselen Door een aantal keren op de Input/Swap (Ingang/Wisselen) toets te drukken selecteert u een ingangssignaal voor het hoofdvenster of verwisselt u als de PIP-functie is geactiveerd de ingangssignalen van hoofdvenster en PIP-venster. Om aan te geven welk ingangssignaal moet worden gebruikt, laat u de knop los als u het bericht van de gewenste bron ziet, wat ongeveer 3 seconde duurt. De instelling wordt direct geactiveerd. • Als de PIP-functie OFF (UIT) is, kies dan uit de computer graphic/PC videosignalen en videosignalen. Om aan te geven welk ingangssignaal u gebruikt, laat u de toets los als het bericht verschijnt. De berichten van de ingangssignalen worden in onderstaande volgorde weergegeven:
De Computer Graphic/PC Video ingangssignalen omvatten D-sub, DVI, HDMI, en Component, en de Video ingangssignalen zijn Composiet en S-video.
• Als de PIP-functie ON (AAN) staat, kies dan uit verschillende ingangssignalen van het huidige videotype (Computer Graphic/PC video of Video) voor het hoofdscherm. De cyclus wordt in een specifieke volgorde uitgevoerd. Door op de knop te blijven drukken wordt het bronsignaal van het hoofdvenster verwisselt met het bronsignaal van het PIP-venster. Om aan te geven welk ingangssignaal u gebruikt, laat u de toets los als het bericht verschijnt. Als de huidige bron van het hoofdvenster een Computer Graphic/PC video ingangssignaal is, worden de ingangssignalen in onderstaande volgorde weergegeven:
Als de huidige bron van het hoofdvenster een Video ingangssignaal is, worden de ingangssignalen in onderstaande volgorde weergegeven:
De PIP-functie kan niet 2 computer graphic/PC videobronnen of 2 videobronnen gebruiken om PIP uit te voeren. Om het ingangssignaal voor het PIP-venster op te geven, drukt u op Enter om een selectie te maken. Zie ook PIP sneltoets op pagina 30. 32
Het aanpassen van de monitor
Hoofdmenu-modus U kunt de OSD (On Screen Display) menu gebruiken om alle instellingen van de monitor aan te passen. Druk op de MENU-toets om het volgende hoofdmenu van OSD te openen. 1
2
3
4
5
Er zijn 5 hoofdmenu's in de OSD: 1. DISPLAY (SCHERM) 2. PICTURE (BEELD) 3. PICTURE ADVANCED (BEELD GEAVANC.) 4. PIP (Picture in Picture) 5. SYSTEM (SYSTEEM) Gebruik de toetsen t (Omhoog) of u (Omlaag) om een menu-item te markeren, en druk op de ENTER-toets om de instellingen van het Menu-item te openen. Er zijn 14 verschillende menutalen, zie “Language (Taal) op pagina 29” onder “OSD Settings” (OSD-instellingen) voor meer details.
Voor meer informatie over elk menu, zie de volgende pagina's: • Menu DISPLAY (SCHERM) op pagina 34 • Menu PICTURE (BEELD) op pagina 36 • Menu PICTURE ADVANCED (BEELD GEAVANC.) op pagina 39 • Menu PIP (Picture-in-Picture) op pagina 40 • Menu SYSTEM (SYSTEEM) op pagina 42
Het aanpassen van de monitor
33
Menu DISPLAY (SCHERM) 1. Druk op de MENU-toets om het hoofdmenu te openen. 2. Druk op de toetsen t of u om DISPLAY (SCHERM) te selecteren en druk op de ENTER-toets om het menu te openen. 3. Druk op de toetsen t of u om de markering te verplaatsen naar een menu-item en druk vervolgens op de ENTER-toets om het betreffende item te selecteren. 4. Druk op de toetsen t of u om wijzigingen of selecties te maken. 5. Keer terug naar het vorige menu door op de MENU-toets te drukken. De huidige beeldmodus wordt rechtsboven in de hoek van het hoofdmenu weergegeven. Zie Picture Mode (Beeldmodus) op pagina 39 voor meer informatie.
Item Auto Adjustment (Auto-aanpassing)
Functie Optimaliseert automatisch de scherminstellingen en past deze toe. De i key is een ‘sneltoets’ voor deze functie. Als u op de monitor een digitale videobron aansluit via een digitale (DVI)-kabel, worden de i key en de functie Auto Adjustment (Auto-aanpassing) uitgeschakeld.
34
Het aanpassen van de monitor
Handeling Druk op de ENTER -toets om deze optie te selecteren en aanpassingen te maken.
Bereik
H. Position (Hor. positie) V. Position (Vert. positie) Pixel Clock
Past de horizontale positie van het beeld aan. Past de verticale positie van het beeld aan. Past de frequentietiming van de pixelklok aan zodat deze synchroon loopt met het videosignaal van de analoge ingang. Niet van toepassing op een digitaal ingangssignaal. Zie ook: Beeldoptimalisering op pagina 26.
Phase (Fase)
Past de fasetiming van de pixelklok aan zodat deze synchroon loopt met het videosignaal van de analoge ingang. Niet van toepassing op een digitaal ingangssignaal.
0 tot 100 0 tot 100 0 tot 100
Druk op de toetsen t of u om de waarde aan te passen. 0 tot 63
Zie ook: Beeldoptimalisering op pagina 26.
Het aanpassen van de monitor
35
Menu PICTURE (BEELD) 1. Druk op de MENU-toets om het hoofdmenu te openen. 2. Druk op de toetsen t of u om PICTURE (BEELD) te selecteren en druk op de ENTER-toets om het menu te openen. 3. Druk op de toetsen t of u om de markering te verplaatsen naar een menu-item en druk vervolgens op de ENTER-toets om het betreffende item te selecteren. 4. Druk op de toetsen t of u om wijzigingen of selecties te maken. 5. Keer terug naar het vorige menu door op de MENU-toets te drukken.
Item Brightness (Helderheid)
Functie Past de balans aan tussen lichte en donkere tinten.
Handeling
Contrast
Past de mate van verschil tussen donkerheid en lichtheid aan.
Druk op de t -toets om het contrast te verhogen en druk op de u-toets om het contrast te verlagen.
Druk op de t -toets om de helderheid te verhogen en druk op de u-toets om de helderheid te verlagen.
Bereik 0 tot 100
0 tot 100
Druk op de t-toets om de 1 tot 5 duidelijkheid van het beeld te verbeteren en druk op de u-toets om het beeld zachter te maken. Color (Kleuren) – Druk op ENTER om het meu Color (Kleuren) te openen. Sharpness (Scherpte)
36
Past de duidelijkheid en zichtbaarheid van de randen van zaken in het beeld aan.
Het aanpassen van de monitor
Normal (Normaal)
Bluish (Blauw tinten)
Hiermee kunnen video's en foto's worden weergegeven met natuurlijke kleuren. Dit is de kleur die standaard is ingesteld.
Past een koele tint toe op de afbeelding en is standaard ingesteld op de standaard witte kleur van de PC-industrie. Reddish Past een warme tint toe (Rood tinten) op de afbeelding en is standaard ingesteld op de standaard witte kleur van de kranten. User Mode Past de kleurtint van het (Voorkeursinstel.) beeld aan. De mate waarin de primaire kleuren Red (Rood), Green (Groen) en Blue (Blauw) op het beeld worden gemengd kan worden aangepast. De standaardinstelling is 50. Het verlagen van één of meer kleuren vermindert de invloed van de betreffende beeld op de kleurtint van het beeld. Als u bijvoorbeeld het niveau van Blue (Blauw) vermindert, verschuift de kleurtint van het beeld richting geel. Als u Green (Groen) vermindert, verschuift de kleurtint van het beeld richting magenta.
Druk op de toetsen t of
u om deze optie te selecteren.
Druk op de toetsen t of u en vervolgens op de ENTER-toets om Red (Rood), Green (Groen), of Blue (Blauw) te selecteren. Gebruik vervolgens de toetsen t of u om kleuraanpassingen te maken.
Druk op MENU om het menu Color (Kleuren) te verlaten. Reset Color Herstelt de Druk op de toetsen t of (Kleur herstellen) kleurinstelling User u om de instellingen aan Mode (Voorkeursinstel.) te passen. in de fabrieksstandaard.
• Red (Rood) (0 tot 100) • Green (Groen) (0 tot 100) • Blue (Blauw) (0 tot 100)
• Yes (JA) • No (NEE)
Het aanpassen van de monitor
37
Kleurtinten
Past het niveau aan van de primaire kleur of mengsel van kleuren in het beeld. Deze functie kan niet worden gebuikt als het ingangssignaal D-Sub of DVI-D is.
Verzadiging
Past de puurheid en intensiteit aan van de kleuren in het beeld. Deze functie kan niet worden gebuikt als het ingangssignaal D-Sub of DVI-D is.
38
Het aanpassen van de monitor
0 tot 100
Druk op de t of u-toetsen om de markering naar een menu-item te verplaatsen en druk vervolgens op de t of u-toetsen om de waarde aan te passen.
0 tot 100
Menu PICTURE ADVANCED (BEELD GEAVANC.) 1. Druk op de MENU-toets om het hoofdmenu te openen. 2. Druk op de toetsen t of u om PICTURE ADVANCED (BEELD GEAVANC.) te selecteren en druk op de ENTER-toets om het menu te openen. 3. Druk op de toetsen t of u om de markering te verplaatsen naar een menu-item en druk vervolgens op de ENTER-toets om het betreffende item te selecteren. 4. Druk op de toetsen t of u om wijzigingen of selecties te maken. 5. Keer terug naar het vorige menu door op de MENU-toets te drukken.
Item Picture Mode (Beeldmodus)
Functie
Handeling
Selecteert een beeldmodus die het beste past bij het soort afbeeldingen op het scherm. • Standard (Standaard) - voor standaard PC-toepassingen.
Druk op de toetsen t of u om de instellingen aan te passen.
• Movie (Film) - voor het weergeven van video's.
Bereik • Standard (Standaard) • Movie (Film) • Dynamics (Dynamiek) • Photo (Foto)
• Dynamics (Dynamiek) - voor het weergeven van landschapsvideo's en het spelen van games. • Photo (Foto) - voor het weergeven van stilstaande beelden. Senseye Demo (Demo Senseye)
Geeft een voorbeeld van het beeld met gebruik van de in Picture Mode (Beeldmodus) geselecteerde modus. Het scherm wordt opgedeeld in twee vensters; het linkervenster geeft het beeld in de Standaardmodus weer, en het rechtervenster geeft het beeld weer in de opgegeven modus.
Druk op de toetsen t of u om de instellingen aan te passen.
• ON (AAN) • OFF (UIT)
Het aanpassen van de monitor
39
Menu PIP (Picture-in-Picture) 1. Druk op de MENU-toets om het hoofdmenu te openen. 2. Druk op de toetsen t of u om PIP te selecteren en druk op de ENTER-toets om het menu te openen. 3. Druk op de toetsen t of u om de markering te verplaatsen naar een menu-item en druk vervolgens op de ENTER-toets om het betreffende item te selecteren. 4. Druk op de toetsen t of u om wijzigingen of selecties te maken. 5. Keer terug naar het vorige menu door op de MENU-toets te drukken.
Item Input
Functie Selecteert de video-ingang voor het PIP-venster. Gebruik dit om de ingang in te stellen op het verbindingstype van de gebruikte videokabel. Zie ook PIP sneltoets op pagina 30.
Size (PIP-afmeting) H. Position (Hor. positie) V. Position (Vert. positie)
40
Past de grootte van het PIP-venster aan. Past de horizontale positie van het PIP-venster aan. Past de verticale positie van het PIP-venster aan.
Het aanpassen van de monitor
Handeling Druk op de toetsen t of u om de instellingen aan te passen.
Bereik • Composite (Composiet) • S-Video
Met deze opdracht wordt een venster met een tweede bronsignaal weergegeven. Zo kunt u beelden van 1 computer graphic/PC videobron (D-sub, DVI, Component, of HDMI) en 1 videobron (Composiet of S-video) weergeven. De PIP-functie kan niet 2 computer graphic/PC videobronnen of 2 videobronnen gebruiken om PIP uit te voeren.
Druk op de toetsen t of u om de instellingen aan te passen.
• OFF (UIT) of • D-sub • DVI • HDMI • Component • OFF (UIT) • Small (Klein) • Medium • Large (Groot) 0 tot 100
Druk op de toetsen t of u om de waarde aan te passen.
Contrast
Sharpness (Scherpte)
Past de mate van verschil aan tussen donkere en lichte delen van de beelden in het PIP-venster. Past de duidelijkheid en zichtbaarheid aan van de randen van zaken in het beeld van het PIP-venster.
Druk op de t -toets om het contrast te verhogen en druk op de u-toets om het contrast te verlagen.
0 tot 100
Druk op de t-toets om de duidelijkheid van het beeld te verbeteren en druk op de u-toets om het beeld zachter te maken.
0 tot 100
Het aanpassen van de monitor
41
Menu SYSTEM (SYSTEEM) 1. Druk op de MENU-toets om het hoofdmenu te openen. 2. Druk op de toetsen t of u om SYSTEM (SYSTEEM) te selecteren en druk op de ENTER-toets om het menu te openen. 3. Druk op de toetsen t of u om de markering te verplaatsen naar een menu-item en druk vervolgens op de ENTER-toets om het betreffende item te selecteren. 4. Druk op de toetsen t of u om wijzigingen of selecties te maken. 5. Keer terug naar het vorige menu door op de MENU-toets te drukken.
Item Input
Functie Handeling Selecteert de Druk op de toetsen t of video-ingang voor u om de instellingen aan te het hoofdvenster. passen. Gebruik dit om de ingang in te stellen op het verbindingstype van de gebruikte videokabel.
Bereik • Composite (Composiet) • S-Video • D-sub • DVI • HDMI • Component
Zie ook Sneltoets Ingang/Wisselen op pagina 32.
OSD Settings (OSD-instellingen) – Druk op ENTER om het meu OSD Settings (OSD-instellingen) te openen.
42
Het aanpassen van de monitor
Language (Taal)
H. Position (Hor. positie) V. Position (Vert. positie) Display Time (Tijd weergeven)
Stelt de taal van het OSD-menu in.
Druk op de toetsen t of u om de waarde aan te passen.
• English • Français • Deutsch • Italiano • Español • Polski/ 日本語
• Česky/ 繁體中文 De taalopties op de OSD • Magyar/简体中文 kunnen verschillen van de • Srpskohrvatski opties die rechts zijn (jezik) weergegeven, afhankelijk • Română van het product dat in uw • Nederlands regio wordt geleverd. • Русский • Svenska • Português 0 tot 100
Past de horizontale positie van het OSD-menu aan. Past de verticale positie van het OSD-menu aan. Druk op de toetsen t of Past de tijdsweergave u om de waarde aan te van het OSD aan. passen.
0 tot 100 • 5 sec. • 10 sec. • 15 sec. • 20 sec. • 25 sec. • 30 sec.
Het aanpassen van de monitor
43
OSD Lock (OSD-vergrendelin g)
Zorgt dat de • ON (AAN) Druk op de toetsen t of monitorinstellingen u om de instellingen aan te • OFF (UIT) niet per ongeluk passen. kunnen worden veranderd. Als deze functie is Als de OSD is geactiveerd, worden vergrendeld, kunt de OSD-bediening en OSD-bediening weer sneltoetshandelingen activeren door de uitgeschakeld. 'ENTER-knop 15 seconden ingedrukt te houden om de OSD Lock (OSD-vergrendeling) te openen en veranderingen te maken. Daarnaast kunt u de toetsen t of u gebruiken om “UIT” te kiezen in het submenu “OSD-vergrendeling” in het menu “OSD-instellingen”, zodat alle besturingselementen in het OSD beschikbaar zijn.
Druk op MENU om het menu OSD Settings (OSD-instellingen) te verlaten. Information Geeft de kenmerken Druk op de ENTER -toets van de huidige om deze optie te selecteren. (Informatie) instellingen van de monitor weer. Reset All Stel alle instellingen Druk op de toetsen t of • Yes (JA) voor modus, kleur (Beginwaarden) u om de instellingen aan te • No (NEE) en geometrie in op passen. de standaard fabriekswaarden.
44
Het aanpassen van de monitor
9. Problemen oplossen Veelgestelde vragen (FAQ) Het beeld is niet scherp: Lees de paragraaf Instellen van de schermresolutie op pagina 24, selecteer vervolgens de juiste resolutie en beeldherhalingsfrequentie en stel e.e.a. in aan de hand van deze instructies. Maakt u gebruik van een VGA verlengkabel?
Verwijder bij wijze van test de verlengkabel. Is het beeld nu scherp? Zo nee, optimaliseer dan het beeld door de instructies in paragraaf Instelling van de beeldherhalingsfrequentie op pagina 25 op te volgen. Door eventueel signaalverlies bij gebruik van verlengkabels kan het beeld onscherp worden. U kunt dit signaalverlies beperken door een verlengkabel met een beter signaalgeleidend vermogen of met een geïntegreerde signaalversterker te gebruiken. Is het beeld uitsluitend onscherp bij resoluties lager dan de natuurlijke (maximum) resolutie?
Lees de paragraaf Instellen van de schermresolutie op pagina 24. Selecteer de maximum resolutie. Er zijn pixelfouten zichtbaar: Eén of meer pixels is/zijn continue zwart, wit, rood, groen, blauw of heeft/hebben een andere kleur.
• Reinig het LCD-scherm. • Zet het scherm een paar keer aan en uit. • Dit zijn pixels die continue aan of uit staan. Het is een normaal defect dat bij de LCD-technologie voorkomt. Het beeld heeft een afwijkende kleur: Het beeld is geel, blauw of paars gekleurd.
Selecteer MENU > PICTURE (BEELD) > Color (Kleuren) > Reset Color (Kleur herstellen), en kies vervolgens “YES” (JA) in het berichtvak “CAUTION” (WAARSCHUWING) om de kleurinstellingen te herstellen naar de standaard fabriekswaarden. Als het beeld nog steeds niet in orde is en de OSD ook een afwijkend kleur heeft, betekent dit, dat één van de drie primaire kleuren in het ingangssignaal ontbreekt. Controleer vervolgens de connectoren van de signaalkabel. Als er een pin gebogen of afgebroken is, neem dan contact op met uw dealer voor de nodige ondersteuning. Er is geen beeld: Is de LED van het beeldscherm groen gekleurd?
Wanneer de LED groen oplicht en de mededeling “Out of Range” op het scherm verschijnt, betekent dit, dat u een weergavemodus gebruikt die deze monitor niet ondersteunt. Wijzig de instelling naar een modus die wel ondersteund wordt. Lees hiertoe de paragraaf “Ondersteunde PC-timings op pagina 47” . Aanbevolen modus is 1920 x 1200 op 60Hz. Een vage schaduw van het statisch beeld wordt zichtbaar op het scherm:
• Activeer de functie Energiebeheer om de computer en monitor in een stroombesparende slaapstand te schakelen als deze niet actief in gebruik is. • Gebruik een schermbeveiliging om het inbranden van het beeld te voorkomen.
Problemen oplossen
45
Is de LED van het beeldscherm oranje gekleurd?
Wanneer de LED oranje oplicht, is de energiebeheermodus ingeschakeld. Druk op een willekeurige toets van het computertoetsenbord of beweeg de muis. Wanneer dat niet helpt, controleer dan de connectoren van de signaalkabel. Als er een pin gebogen of afgebroken is, neem dan contact op met uw dealer voor de nodige ondersteuning. Brandt de LED van het beeldscherm helemaal niet?
Controleer de aansluiting van de voedingsspanning, de externe voeding en de netschakelaar. Het beeld is vervormd, knippert of flikkert: Lees de paragraaf Instellen van de schermresolutie op pagina 24, selecteer vervolgens de juiste resolutie en beeldherhalingsfrequentie en stel e.e.a. in aan de hand van deze instructies. Het beeld is in een bepaalde richting verschoven: Lees de paragraaf Instellen van de schermresolutie op pagina 24, selecteer vervolgens de juiste resolutie en beeldherhalingsfrequentie en stel e.e.a. in aan de hand van deze instructies. De OSD-besturingselementen zijn ontoegankelijk:
•Als de OSD is vergrendeld, kunt de OSD-bediening weer activeren door de 'ENTER'-knop 15 seconden ingedrukt te houden om de OSD Lock (OSD-vergrendeling) te openen en veranderingen te maken. •Daarnaast kunt u de toetsen t of u gebruiken om “UIT” te kiezen in het submenu “OSD-vergrendeling” in het menu “OSD-instellingen” (Menu SYSTEEM), zodat alle besturingselementen in het OSD beschikbaar zijn.
Meer hulp nodig? Wanneer u na het raadplegen van deze gebruikershandleiding nog steeds problemen heeft, neem dan contact op met uw dealer of stuur een e-mail naar:
[email protected]
46
Problemen oplossen
10. Ondersteunde PC-timings Resolutie 640 x 350 720 x 400 640 x 480 640 x 480 640 x 480 640 x 480 800 x 600 800 x 600 800 x 600 832 x 624 1024 x 768 1024 x 768 1024 x 768 1024 x 768 1152 x 864 1152 x 870 1152 x 900 1152 x 900 1280 x 960 1280 x 1024 1280 x 1024 1280 x 1024 1280 x 1024 1600 x 1200 1920 x 1200
Inkomende weergavemodus (Input timing) Horizontale Verticale Pixel frequentie (kHz) frequentie (Hz) frequentie (MHz) 31.47 70.08 25.17 31.47 70.08 28.32 31.47 60.00 25.18 35.00 67.00 30.24 37.86 72.80 31.50 37.50 75.00 31.50 37.88 60.32 40.00 48.08 72.19 50.00 46.87 75.00 49.50 49.72 74.55 57.29 48.36 60.00 65.00 56.48 70.10 75.00 60.02 75.00 78.75 60.24 74.93 80.00 67.50 75.00 108.00 68.68 75.06 100.00 61.80 66.00 94.50 71.81 76.14 108.00 60.00 60.00 108.00 64.00 60.00 108.00 75.83 71.53 128.00 80.00 75.00 135.00 81.18 76.16 135.09 75.00 60.00 162.00 75.00 60.00 162.09
Opmerking DOS DOS DOS Macintosh VESA VESA VESA VESA VESA Macintosh VESA VESA VESA Macintosh VESA Macintosh SUN 66 SUN VESA VESA IBMI VESA SPARC2 VESA VESA
• Als gevolg van verschillen in signaalfrequentie van VGA kaarten die niet overeenkomen met de algemeen geldende standaards, kan de beeldkwaliteit niet optimaal zijn. Dit is echter geen defect. U kunt eventueel de beeldkwaliteit verbeteren door een automatische instelling te wijzigen of door handmatig de fase-instelling en de pixelfrequentie in het “DISPLAY (SCHERM)” menu te veranderen. • Voor een langere levensduur van het product, raden wij u aan de energiebeheerfunctie (powermanagement functie) van uw computer te gebruiken.
Ondersteunde PC-timings
47
11. Specificaties Model Beeldschermtype
FP241W 24.0”, actief, TFT
Zichtbare diagonaal
611,32 mm
Resolutie (maximaal)
1920 x 1200
Kleuren
16,7 miljoen
Contrast / Helderheid
1000:1 / 500 cd/m2
Responstijd*
16 ms 6 ms (GTG*)
Kijkhoek (links/rechts, boven/beneden) Regelfrequentie
178, 178 (CR>10)
Beeldfrequentie Beelddiagnostiek
56 - 76 Hz modi binnen deze parameters Digitaal, OSD Technologie, i key (automatische beeldinstelling)
Besturingselementen
7 toetsen i key.
Functies
Energiebeheer
Contrast, helderheid, vert. & hor. beeldpositie, fase, pixelklok, kleurbalans, klearpalet, kleurtinten, verzadiging, OSD in diverse talen, OSD-positie, OSD-vergrendeling, ingangsselectie, PIP-ingangsselectie, PIP-aanpassing, beeldmodus, Demo senseye VESA DPMS, EPA
Max. energieverbruik
< 95 Watt (zonder USB poort)
Energieverbruik Standby
< 1 Watt
Ingangssignaal
RGB analoog 0.7 Vpp/75 Ohm positief, DVI-D, Composite (Composiet), Component, S-Video, HDMI
Synchronisatie
TTL aparte signaalconnectie 15-pins mini D-sub kabel 0 °C - 40 °C
Temperatuur (gebruik) Luchtvochtigheid (gebruik) Certificaten
48
Specificaties
30 - 82 kHz Multi- frequentiemonitor
10% - 90% TCO 03, TCO 06, TÜV/Ergonomics, TÜV/GS, FCC Class B, ISO 13406-2, VCCI, CB Report, CE, C-Tick, BSMI, Fimko, GOST, CSA, CCC, MIC
Stroom
Automatisch geschakelde energietoevoer, 100-240 V, 50-60 Hz
Kantelen (omhoog/omlaag)
-5° ~ +20 °
Draaien (links/rechts)
45°/45°
Aanpassing van de hoogte
150 mm
Omdraaien
0° ~ 90 ° met wijzers van de klok mee
Afmetingen (H x B x D)
567 x 474,2 x 248,4 mm
Gewicht Accessoires
10,6 kg BenQ Webcam
*Responstijd: De tijd tussen het uitschakelen, vervolgens inschakelen en tenslotte weer uitschakelen van een pixel (of van zwart naar wit en terug naar zwart). Een lage responstijd is gewenst voor het weergeven van bewegende beelden zonder 'ghosting'. De Responstijd die voor vele LCD-monitors wordt opgegeven betreft de specifieke overgang van zwart naar wit en weer terug naar zwart, het zegt niets over de tijd die nodig is om te schakelen tussen de vele grijstinten en kleuren die het volledige beeld opmaken. *Grijs naar Grijs of GTG-responstijd: “Real world” video bevat een combinatie van zwart/wit-beelden. Over het algemeen kost het een pixel meer tijd over te schakelen naar een tussenliggend intensiteitsniveau (zwart/wit of kleur) dan de overgang naar volledig zwart of volledig wit. De “Grijs naar grijs responstijd” van een LCD-scherm kan over het algemeen tussen de 30 en 40 ms zijn en de “Responstijd” is 12 ms. BenQ's AMA technologie vermindert in sterke mate de GTG (Gray to Gray) responstijd, zodat bewegende delen van het beeld duidelijker zijn, ongeacht de beeldinhoud. Met Advanced Motion Acceleration (AMA) kan de gemiddelde GTG responstijd zelfs slechts 6 ms zijn.
Specificaties
49