KPN Mobile Connect Dashboard Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave 1. Installatie van de “KPN Mobile Connect” Dashboard-software
3
2. Beschrijving van de grafische gebruikersinterface van KPN Mobile Connect
7
2.1 KPN Mobile Connect starten
7
2.2 Interface-overzicht
7
3. Internet Services 3.1 Verbinding maken met internet 3.2 Statistische informatie
4. SMS Services
9 9 10
11
4.1 Een bericht maken en verzenden
11
4.2 Inbox
12
4.2.1 Een bericht zoeken
12
4.2.2 Een bericht bekijken
12
4.3 Outbox
13
4.4 Belangrijk, Concept, Prullenbak en Rapport
13
4.5 Een bericht op de SIM-kaart bekijken
13
4.6 SMS-instellingen
14
5. Telefoonboek
16
5.1 Telefoonboekbeheer in Lokaal
16
5.2 Telefoonboekbeheer op de SIM-kaart
18
5.3 Importeren/exporteren
19
6. Instellingen en informatiequery’s
20
6.1 De taal wijzigen 20 6.2 PIN-bewerkingen 20 6.3 Een apparaat kiezen 21 6.4 Diagnostische informatie bekijken 21 6.5 Instellingen - Opties 21 6.6 Opstartinstellingen 22 6.7 Data Verbruiks-limiet 22 6.8 Profielbeheer 25 6.9 Netwerkinstellingen 27
7. Veelgestelde vragen
29
8. Acroniemen en afkortingen
30
1 Installatie van de “KPN Mobile Connect” Dashboard-software Zodra u de USB-Modem in uw laptop of Desktop-PC steekt, zal de installatie automatisch starten. Volg daarna de onderstaande scherm-voorbeelden en de aanwijzigen op het scherm. De Installatie en de schermen zijn gebaseerd op Windows XP. Op andere besturingssystemen kan het er enigszins anders uit zien.
De dashboard software zal nu automatisch opstarten en direct vragen op de PIN-code van uw SIM-kaart. Voor een nieuwe (U)SIM-kaart is de PIN standaard 0000.
Vervolgens verschijnt het Hoofdvenster van het Dashboard programma:
Door nu op de knop “Verbinden” te klikken, maakt u direct verbinding met het Internet.
2 Beschrijving van de grafische gebruikersinterface van KPN Mobile Connect 2.1 KPN Mobile Connect starten Als u KPN Mobile Connect handmatig wilt starten, dubbelklikt u op het snelkoppelingspictogram van KPN Mobile Connect op het bureaublad. Opmerking: • Als u de PIN-code (Personal Identity Number) moet invoeren, voert u de juiste code in en klikt u op OK. Als u de juiste PIN- of PUK-code ( PIN Unblocking Key) niet invoert, zijn de netwerkfuncties niet beschikbaar. • De SIM-kaart wordt geleverd door de serviceprovider. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie.
2.2 Interface-overzicht Snelkoppelingspictogrammen In de volgende tabel vindt u de snelkoppelingspictogrammen die beschikbaar zijn in KPN Mobile Connect. Pictogram
Functie
De interface Connect weergeven.
Een query uitvoeren naar de statistieken voor de overgedragen gegevens.
De interface SMS weergeven.
De interface Telefoonboek weergeven.
Statusinformatie In de volgende tabel vindt u alle statusinformatie die kan worden weergegeven. Statusinformatie
Beschrijving
Netwerksignaal De signaalsterkte van het netwerk wordt met het volgende pictogram weergegeven:
Netwerkinformatie
Het profiel van het huidige netwerk wordt weergegeven.
Nieuw bericht Als de prompt voor SMS-berichten is ingeschakeld, gebeurt het volgende als u een nieuw bericht hebt ontvangen:
• Het pictogram
• Rechts onder aan het scherm van de pc wordt het dialoogvenster
knippert in de statusbalk.
Prompt weergegeven.
Ongelezen bericht
Als er een ongelezen bericht is, gaat u als volgt te werk:
• Het pictogram
• Als u de muisaanwijzer op het pictogram plaatst, wordt het aantal
knippert in de statusbalk.
ongelezen berichten weergegeven.
Netwerkverbinding
Informatie over de netwerkverbinding:
•
: Er is verbinding met het netwerk.
•
: Er is geen verbinding met het netwerk.
Overgedragen gegevens
•
: Er worden gegevens gedownload.
•
: Er worden gegevens ge-upload.
3 Internet Services 3.1 Verbinding maken met internet Nadat u de netwerk- en verbindingsinstellingen hebt geconfigureerd, kunt u verbinding maken met het netwerk via KPN Mobile Connect.
U kunt via een van de volgende opties verbinding maken met het netwerk:
1. Klik op
.
2. Selecteer het juiste profiel in het vervolgkeuzemenu. 3. Klik op Verbinden. 4. Start vervolgens de browser op de pc voor toegang tot het netwerk.
Opmerking: • Als de verbinding tot stand is gebracht, worden in de hoofdinterface gegevens weergegeven over het huidige netwerk, inclusief de verbindingsduur, gegevensstatistieken, overdrachtgegevens, enzovoort. • Als de verbinding met het netwerk tot stand is gebracht, klikt u op “Verbreken” om deze te verbreken..
Hoofdscherm tijdens een actieve verbinding:
3.2 Statistische informatie Gebruik de functie Statistieken om het verkeer over het netwerk te controleren. Statische informatie bekijken
Hoofdscherm voor Statistieken:
U kunt als volgt te werk gaan om de statistische informatie te bekijken: 1. Klik op
.
2. Klik in de navigatiestructuur op de volgende tabs om de gewenste grafiek weer te geven. • Overbrengen: Bekijk de snelheid van uploads en downloads, en gegevens over de huidige verbinding. • Statistieken: Bekijk de huidige verbindingsduur, de laatste resettijd, en upload- en downloadgegevens per week, maand en jaar.
Statische informatie resetten U kunt als volgt te werk gaan om de statistische informatie te resetten: 1. Klik in de navigatiestructuur met de rechtermuisknop op een tab. 2. Kies Statistieken resetten. 3. Klik in het dialoogvenster Bevestigen op Ja. 4. Of klik op de knop “Reset Teller”.
4 SMS Services KPN Mobile Connect biedt ondersteuning voor SMS-services. In de lokale mailbox kunt u zonder beperkingen berichten opslaan. U kunt de berichten hier ook eenvoudig beheren.
Hoofdscherm voor SMS:
4.1 Een bericht maken en verzenden 1. Klik op
om de interface SMS weer te geven.
2. Klik op
om de interface Nieuw weer te geven.
3. Voer het nummer van de ontvanger in via een van de volgende opties: • Klik op Verzenden naar… Selecteer vervolgens een telefoonnummer in de interface Nummer selecteren. • Voer het nummer van de ontvanger direct in. 4. Voer de berichtinhoud in. 5. Na de bewerkingen hebt u de keuze uit de volgende opties: • Klik op Verzenden om het bericht te verzenden. • Klik op Opslaan om het bericht als concept op te slaan. • Klik op Sluiten om het bewerken van het huidige bericht te beëindigen. Als u in het dialoogvenster Bevestigen op Ja klikt, kan het bericht worden opgeslagen in Concept.
Opmerking: • U kunt een bericht versturen naar een groep van maximaal 20 telefoonnummers. De nummers moeten worden gescheiden door ‘,’. • Een bericht kan maximaal 2048 Engelse lettertekens bevatten. • Elk bericht kan maximaal 160 Engelse lettertekens bevatten. Als de berichtinhoud de maximumgrootte overschrijdt, wordt de inhoud voor verzending automatisch gescheiden in verschillende berichten.
4.2 Inbox In Inbox worden de ontvangen berichten opgeslagen. Als u de interface Inbox wilt weergeven, gaat u als volgt te werk: om de interface SMS weer te geven.
1. Klik op
2. Kies Lokaal > Inbox om de interface Inbox weer te geven.
4.2.1 Een bericht zoeken Klik op
. Voer vervolgens de naam of het telefoonnummer van de afzender van het bericht, een deel van de
berichtinhoud of de ontvangsttijd in.
Opmerking: • U kunt een deel van de berichtinhoud invoeren om het bericht te zoeken. Alle velden van het bericht worden ondersteund. • Als u het bericht zoekt, wordt de lijst met overeenkomende berichten automatisch bijgewerkt op basis van de informatie die u hebt ingevoerd. De overeenkomende contactpersonen in de gezochte groep worden weergegeven. Er wordt niets weergegeven als er geen overeenkomend bericht is gevonden.
4.2.2 Een bericht bekijken U kunt een bericht in de inbox als volgt bekijken: 1. Selecteer het bericht dat u wilt lezen. 2. Klik op het geselecteerde bericht. De naam en het telefoonnummer van de afzender van het bericht, de inhoud van het bericht en de ontvangsttijd worden onder de berichtenlijst weergegeven. 3. Klik met de rechtermuisknop op het geselecteerde bericht voor de volgende opties: • Bewerken: Het bericht opnieuw bewerken. • Beantwoorden: Het bericht in de interface Bewerken opnieuw bewerken, en het bericht verzenden naar de afzender van het bericht. • Nummer opslaan: In de interface Nieuwe contactpersoon aanvullende informatie invoeren en de contactpersoon opslaan. • Verwijderen: Het bericht verwijderen. • Alle verwijderen: Alle berichten in de inbox verwijderen.
Opmerking: • U kunt Shift of Ctrl ingedrukt houden en klikken op de berichten die u wilt selecteren, of u kunt op Ctrl + A drukken om alle berichten in de lijst te selecteren. • De berichten die zijn verwijderd uit de inbox, worden opgeslagen in de prullenbak. • U kunt maximaal één bericht per keer doorsturen.
U kunt ook op de snelkoppelingspictogrammen boven de berichtenlijst klikken om de volgende bewerkingen uit te voeren: •
: Het geselecteerde bericht beantwoorden.
•
: Het geselecteerde bericht doorsturen.
•
: Het geselecteerde bericht verwijderen.
4.3 Outbox In Outbox worden verzonden berichten opgeslagen. Dit geldt zowel voor berichten waarvan het verzenden is geslaagd, als voor berichten waarvoor dit niet zo is. Als u de interface Outbox wilt weergeven, gaat u als volgt te werk: 1. Klik op
om de interface SMS weer te geven.
2. Kies Lokaal > Outbox om de interface Outbox weer te geven. Opmerking: Raadpleeg “Inbox” op pagina 11 voor meer informatie.
4.4 Belangrijk, Concept, Prullenbak en Rapport In Belangrijk worden uw belangrijke berichten opgeslagen. In Concept worden conceptberichten opgeslagen. In Prullenbak worden berichten opgeslagen die zijn verwijderd uit de lokale mailbox. In Rapport worden afleveringsrapporten opgeslagen nadat u de berichten hebt verzonden. Opmerking: • Raadpleeg ‘Inbox’ op pagina 11 voor meer informatie. • Berichten die zijn verwijderd van de SIM-kaart, worden niet opgeslagen in de prullenbak. • Als u berichten in de prullenbak verwijdert, worden deze berichten permanent verwijderd. Wees voorzichtig bij deze bewerking.
4.5 Een bericht op de SIM-kaart bekijken Als u een SIM-kaart gebruikt in de terminal, kunt u de verzonden en ontvangen berichten opslaan op de SIM-kaart. De bewerkingen voor berichten op de SIM-kaart zijn hetzelfde als die voor berichten in de lokale inbox voor berichten. Raadpleeg ‘Inbox’ op pagina 11 voor meer informatie.
Opmerking: • Neem contact op met uw serviceprovider om te controleren of een SIM-kaart vereist is. • De SIM-kaart wordt geleverd door de serviceprovider. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie.
U kunt een bericht verplaatsen van de SIM-kaart naar de lokale inbox of outbox. 1. Klik op
om de interface SMS weer te geven.
2. Klik op de tab SIM. 3. Selecteer een of meer contactpersonen in de lijst met contactpersonen en klik op de rechtermuisknop. 4. Klik met de rechtermuisknop op het geselecteerde bericht voor de volgende opties: • Lokaal maken: De geselecteerde berichten verplaatsen van de SIM-kaart naar Lokaal. • Alle lokaal maken: Alle berichten verplaatsen van de SIM-kaart naar Lokaal. 5. Klik in het dialoogvenster Bevestigen op OK.
Opmerking: • Als de berichten op de SIM-kaart worden verplaatst naar Lokaal, worden de berichten verwijderd van de SIM-kaart. • De ontvangen berichten op de SIM-kaart worden verplaatst naar de lokale inbox, en de verzonden berichten op de SIM-kaart worden verplaatst naar de lokale outbox.
4.6 SMS-instellingen Kies Extra > Opties en klik op de map SMS.
Hoofdscherm voor SMS-instellingen:
Instellingen voor SMS-waarschuwingen In het gebied SMS-prompt kunt u de visuele prompt en de audioprompt selecteren.
Optie
Beschrijving
Visuele prompt bij Als u een nieuw SMS-bericht ontvangt, wordt een dialoogvenster weergegeven. nieuw SMS’je
U kunt vervolgens het volgende doen:
• Op Bekijken klikken om het nieuwe bericht te bekijken. • Op Sluiten klikken om het bericht later te bekijken. Audioprompt bij nieuw SMS’je U kunt het volgende doen: • Op Bladeren klikken om een geluidsbestand voor nieuwe SMS-berichten te selecteren. • Op Testen klikken om het geluid voor SMS-berichten af te spelen, en op Stoppen klikken om het afspelen te stoppen. Als u nu een nieuw bericht ontvangt, wordt het geselecteerde geluidsbestand afgespeeld. Opmerking: Het geluidsbestand voor SMS-berichten moet een WAV- of MIDI-bestand zijn.
Het nummer voor het berichtencentrum en de geldigheidsduur van berichten instellen Informatie over het nummer van het berichtencentrum wordt geleverd op de SIM-kaart. Als de SIM-kaart is geplaatst, wordt de informatie automatisch gewijzigd. Als de informatie leeg is of als u de informatie per ongeluk verwijdert, neemt u contact op met de serviceprovider. De geldigheidsduur van berichten is de periode dat berichten opgeslagen worden in het berichtencentrum. De opties hiervoor zijn 12 uur, 24 uur, en Maximaal.
Een afleveringsrapport opvragen U kunt Afleveringsrapport opvragen selecteren om de functie voor afleveringsrapporten in te schakelen. Als deze functie is ingeschakeld, ontvangt u via het netwerk een statusrapport over het verzonden bericht.
5 Telefoonboek U kunt de contactpersonen in het telefoonboek eenvoudig beheren met KPN Mobile Connect. Hoofdscherm voor Telefoonboek:
5.1 Telefoonboekbeheer in Lokaal U kunt als volgt te werk gaan om het lokale telefoonboek te openen: om de interface Telefoonboek weer te geven.
1. Klik op
2. Klik op Lokaal in de navigatiestructuur.
Een contactpersoon maken om de interface Nieuwe contactpersoon weer te geven.
1. Klik op
2. Voer de informatie in. 3. Klik op OK om de contactpersoon op te slaan. Opmerking: De contactinformatie mag niet leeg zijn of alleen spaties en tekens voor nieuwe regels bevatten.
Een contactpersoon zoeken Klik op
. Voer vervolgens de contactinformatie in.
Opmerking: • U kunt een deel van de contactinformatie invoeren om contactpersonen te zoeken. Alle velden uit het telefoonboek worden ondersteund. • Als u de contactpersoon zoekt, wordt de lijst met contactpersonen automatisch bijgewerkt op basis van de informatie die u hebt ingevoerd. De overeenkomende contactpersonen in de gezochte groep worden weergegeven. Er wordt niets weergegeven als er geen overeenkomende contactpersoon in de groep is gevonden.
Een contactpersoon bekijken U kunt contactpersonen als volgt bekijken: 1. Open het lokale telefoonboek en selecteer een contactpersoon om de informatie te bekijken. 2. Klik op de geselecteerde contactpersoon. De naam, het mobiele telefoonnummer, het zakelijke telefoonnummer, het thuistelefoonnummer, het e-mailadres, en overige opmerkingen worden onder de lijst met contactpersonen weergegeven. 3. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde contactpersoon om de volgende opties weer te geven: • Contactpersoon bewerken: De informatie over de contactpersoon wijzigen. • Contactpersoon wissen: De contactpersoon verwijderen. • Verzenden: Een bericht of visitekaartje verzenden naar het mobiele telefoonnummer van de contactpersoon.
U kunt ook op de snelkoppelingspictogrammen boven de lijst met contactpersonen klikken om de volgende bewerkingen uit te voeren: •
De geselecteerde contactpersoon bewerken.
•
De geselecteerde contactpersoon verwijderen.
•
Een SMS-bericht of visitekaartje verzenden naar het mobiele telefoonnummer van de contactpersoon.
Groepsbeheer U kunt groepen maken om de lokale contactpersonen in categorieën te beheren.
Een groep maken U kunt groepen maken om de lokale contactpersonen in categorieën te beheren. 1. Klik met de rechtermuisknop op Lokaal in de navigatiestructuur en kies Nieuwe groep. 2. Voer de groepsnaam in.
Opmerking: • De groepsnaam mag niet leeg zijn, of gelijk aan een bestaande groepsnaam. • U kunt alleen lokale contactpersonen beheren in groepen.
Een groepsnaam aanpassen 1. Selecteer de groepsnaam die u wilt aanpassen. 2. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde groep in de navigatiestructuur en kies Groepsnaam wijzigen. 3. Voer de nieuwe groepsnaam in.
Opmerking: U kunt de naam van de twee standaardgroepen, Lokaal en SIM-kaart, niet wijzigen.
Een contactpersoon toevoegen U kunt een contactpersoon uit Lokaal als volgt toevoegen aan een andere groep: 1. Selecteer een of meer contactpersonen in Lokaal. 2. Versleep de geselecteerde contactpersonen naar een andere groep. Opmerking: Als u de geselecteerde contactpersonen versleept terwijl u Ctrl ingedrukt houdt, worden de contactpersonen gekopieerd naar de andere groep. Als u de knop niet ingedrukt houdt, worden de contactpersonen verplaatst.
U kunt een contactpersoon als volgt toevoegen aan een groep: 1. Selecteer een groep in de navigatiestructuur. 2. Klik op
of klik met de rechtermuisknop in de lijst met contactpersonen en kies Nieuwe contactpersoon.
3. Voer de informatie in.
Een contactpersoon verwijderen 1. Geef de lijst met contactpersonen weer voor een groep. 2. Selecteer de contactpersoon die u wilt verwijderen. 3. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde contactpersoon en kies Verwijderen uit groep. Opmerking: De contactpersoon wordt verwijderd uit de groep, maar niet uit het telefoonboek.
Een groep verwijderen 1. Klik met de rechtermuisknop op een groep in de navigatiestructuur en kies Groep wissen. 2. Klik op OK.
Opmerking: Als u een groep verwijdert, worden de contactpersonen in de groep niet verwijderd. Deze bevinden zich nog steeds in het telefoonboek van Lokaal, of in andere groepen.
5.2 Telefoonboekbeheer op de SIM-kaart U kunt de contactpersonen opslaan op de SIM-kaart. De bewerkingen voor contactpersonen op de SIM-kaart zijn vergelijkbaar met de bewerkingen voor contactpersonen in Lokaal. Raadpleeg ‘Telefoonboekbeheer in Lokaal’ op pagina 15 voor meer informatie.
Opmerking: • Neem contact op met uw serviceprovider om te controleren of een SIM-kaart vereist is. • De SIM-kaart wordt geleverd door de serviceprovider. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie.
5.3 Importeren/exporteren U kunt de contactpersonen uit Lokaal of van de SIM-kaart exporteren naar een CSV-bestand. U kunt ook contactpersonen vanuit een CSV-bestand importeren naar Lokaal of de SIM-kaart. Opmerking: Selecteer een of meer contactpersonen in het lokale telefoonboek. Versleep de contactpersonen in de navigatiestructuur naar de SIM-kaart. De contactpersonen worden vervolgens geëxporteerd naar het telefoonboek van de SIM-kaart.
Contactpersonen importeren U kunt de contactpersonen vanuit een CSV-bestand importeren naar het lokale telefoonboek, of naar de SIM-kaart. 1. Klik op
om de interface Telefoonboek weer te geven.
2. Klik op Lokaal of SIM in de navigatiestructuur. 3. Klik met de rechtermuisknop op de lijst met contactpersonen en kies Importeren. 4. Kies een bestand om te importeren. Klik op Openen om de interface Veldtoewijzing weer te geven. 5. Versleep de waarde in het bestand naar het overeenkomende veld aan de rechterkant. 6. Klik op OK. Opmerking: • Het maximum aantal contactpersonen dat kan worden opgeslagen op de SIM-kaart, is afhankelijk van de capaciteit van de SIM-kaart. • Als u contactpersonen importeert naar de SIM-kaart terwijl de capaciteit van de kaart is overschreden, wordt het importeren automatisch gestopt. Dit is niet van invloed op de inhoud van de geïmporteerde contactpersonen.
Contactpersonen exporteren U kunt contactpersonen exporteren uit het lokale telefoonboek en vanaf de SIM-kaart. De geëxporteerde contactpersonen kunnen alleen worden opgeslagen in een CSV-bestand. 1. Klik op
om de interface Telefoonboek weer te geven.
2. Klik op Lokaal of SIM in de navigatiestructuur. 3. Kies een of meer van de volgende bewerkingen: • Kies een of meer contactpersonen en klik op de rechtermuisknop. Kies Geselecteerde contactpersonen exporteren. • Klik met de rechtermuisknop op de lijst met contactpersonen en kies Alle contactpersonen exporteren. 4. Kies de locatie waar u de contactpersonen wilt opslaan. 5. Voer een bestandsnaam in en klik op Opslaan.
Opmerking: U kunt Shift of Ctrl ingedrukt houden en klikken op de contactpersonen die u wilt selecteren, of u kunt op Ctrl + A drukken om alle contactpersonen in de lijst te selecteren.
6 Instellingen en informatiequery’s 6.1 De taal wijzigen In KPN Mobile Connect hebt u de keuze uit verschillende interfacetalen. Als de software is gestart, kunt u Extra > Taal selecteren om de taal te wijzigen.
6.2 PIN-bewerkingen Als u een SIM-kaart gebruikt in uw terminal, wordt ongeoorloofd gebruik van de kaart voorkomen met de PINcode (Personal Identity Number). U kunt de PIN-code aanpassen, en de PIN-controle in- en uitschakelen.
Opmerking: De PIN- en PUK-code (PIN Unblocking Key) worden bij de SIM-kaart geleverd. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie.
De PIN-code van een nieuwe (U)SIM-kaart van KPN is standaard 0000.
De PIN-controle in- en uitschakelen U kunt de PIN-controle inschakelen. Als de controle is ingeschakeld, moet u de PIN-code invoeren als u KPN Mobile Connect opnieuw start. • Inschakelen: Kies Extra > PIN-bewerkingen > PIN-controle inschakelen. • Uitschakelen: Kies Extra > PIN-bewerkingen > PIN-controle uitschakelen.
De PIN-code aanpassen 1. Kies Extra > PIN-bewerkingen > PIN wijzigen. 2. Voer in het dialoogvenster PIN wijzigen de huidige en de nieuwe PIN-code in. 3. Voer de nieuwe PIN-code nogmaals in. 4. Klik op OK om de wijziging op te slaan. Opmerking: De PIN-code moet een numerieke reeks zijn die bestaat uit 4-8 cijfers.
De PIN-code invoeren Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u de juiste PIN-code invoeren om de netwerkfuncties te kunnen gebruiken. 1. Nadat u KPN Mobile Connect hebt gestart, wordt het dialoogvenster PIN invoeren weergegeven. 2. Voer de juiste PIN-code in. 3. Klik op OK om de controle te voltooien.
Opmerking: Als u een vooraf ingesteld aantal keren een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd en kunt u deze niet gebruiken tot u de PUK-code hebt ingevoerd. In KPN Mobile Connect wordt het resterend aantal pogingen voor het invoeren van de PIN- en PUK-code weergegeven.
De PIN-blokkering opheffen 1. Als de SIM-kaart is geblokkeerd, wordt het dialoogvenster PIN-blokkering opheffen weergegeven nadat u KPN Mobile Connect hebt gestart. 2. Voer de juiste PUK-code in. 3. Voer de nieuwe PIN-code in. 4. Klik op OK om de wijziging op te slaan.
6.3 Een apparaat kiezen KPN Mobile Connect biedt ondersteuning voor verschillende terminalproducten. Als KPN Mobile Connect is gestart, wordt de gekoppelde terminal automatisch gezocht. Als er twee of meer terminals worden gevonden, worden de aangesloten terminals weergegeven in de interface Apparaat kiezen. Kies hier de terminal die moet worden gestart. Klik vervolgens op OK. Als er twee of meer terminals zijn aangesloten op de pc, kunt u het gebruikte apparaat kiezen of wijzigen terwijl KPN Mobile Connect wordt uitgevoerd. 1. Kies Extra > Apparaat kiezen. 2. Selecteer een apparaat in de lijst met apparaten. 3. Klik op OK om de huidige terminal uit te schakelen en te schakelen naar de geselecteerde terminal.
6.4 Diagnostische informatie bekijken Kies Extra > Diagnose om informatie weer te geven over KPN Mobile Connect en de SIM-kaart, zoals het aantal berichten en contactpersonen dat is opgeslagen op de SIM-kaart, de firmwareversie, de hardwareversie, en het IMSI-nummer.
Opmerking: • Het aantal berichten/contactpersonen op de SIM-kaart wordt weergegeven als XX/YY. XX is het aantal berichten/contactpersonen en YY is de capaciteit van de SIM-kaart. • De diagnostische informatie is afhankelijk van de gebruikte terminal.
6.5 Instellingen - Opties Hoofdscherm voor Optie-instellingen:
6.6 Opstartinstellingen U kunt instellen dat KPN Mobile Connect automatisch wordt gestart als Windows wordt gestart, en dat de interface wordt geminimaliseerd nadat deze is opgestart. 1. Kies Extra > Opties. 2. Klik op Algemeen in de navigatiestructuur. 3. U kunt de volgende opties selecteren: • Starten bij opstarten Windows: KPN Mobile Connect wordt automatisch gestart als Windows wordt opgestart. • Venster bij opstarten minimaliseren: De interface van KPN Mobile Connect wordt automatisch geminimaliseerd nadat het programma is gestart. 4. Klik op OK om de configuratie te voltooien.
6.7 Data Verbruiks-limiet Hoofdscherm Data Verbruiks-limiet:
In dit instellingen-scherm kunt u uw eigen data-limiet instellen, indien u een data-abonnement heeft met een beperkte data-bundel (max. aantal MB’s). De KPN Mobile Connect software zal u dan helpen met het bewaken van uw data-verbruik en uw data-limiet, zodat u niet overvallen wordt door onverwachte hoge kosten bij het ver overschrijden van uw data-limiet.U kunt zelfs een automatische herhaling instellen, Dagelijks of Maandelijks, en u bepaalt zelf de ingangsdatum hiervan. Uw Data-verbruik kunt u blijven bewaken in het sub-scherm “Statistieken”. In dit voorbeeld is een data-verbruiks-limiet van 500 MB ingesteld.
In onderstaand scherm is het totale data-verbruik op dit moment ca. 104MB, dus nog ruim onder de ingestelde verbruiks-limiet van 500 MB. De data-teller is nu LICHT-BLAUW.
Zodra het totale data-verbruik een punt bereikt van 25% van de door u ingestelde data-limiet, dus 125 MB in dit voorbeeld, krijgt u een waarschuwings-melding (pop-up) die u hiervan op de hoogte stelt:
Tevens kunt u in onderstaand scherm zien dat het totale data-verbruik nu meer dan 125 MB is, en de data-teller is veranderd in GROEN.
Zodra het totale data-verbruik een punt bereikt van 50% van de door u ingestelde data-limiet, dus 250 MB in dit voorbeeld, krijgt u een waarschuwings-melding (pop-up) die u hiervan op de hoogte stelt:
Tevens kunt u in onderstaand scherm zien dat het totale data-verbruik nu meer dan 250 MB is, en de data-teller is veranderd in GEEL.
Zodra het totale data-verbruik een punt bereikt van 75% van de door u ingestelde data-limiet, dus 375 MB in dit voorbeeld, krijgt u een waarschuwings-melding (pop-up) die u hiervan op de hoogte stelt:
Tevens kunt u in onderstaand scherm zien dat het totale data-verbruik nu meer dan 375 MB is, en de data-teller is veranderd in ORANJE.
Zodra het totale data-verbruik nu het punt bereikt van de door u ingestelde data-limiet, dus 500 MB in dit voorbeeld, krijgt u wederom een waarschuwings-melding (pop-up) die u hiervan op de hoogte stelt:
Tevens kunt u in onderstaand scherm zien dat het totale data-verbruik nu meer dan 500 MB is, en de data-teller is veranderd in ROOD.
6.8 Profielbeheer U kunt via een van de volgende opties de interface Profielbeheer weergeven: 1. Kies Extra > Opties. 2. Kies Profielbeheer in de navigatiestructuur.
Hoofdscherm voor Profiel-beheer:
Belangrijk: Vanaf de levering van uw USB-Modem zijn door KPN reeds de benodigde profielen op de juiste manier voor u ingesteld. Voor normaal gebruik is het dus NIET nodig deze aan te passen.
Klik op de tab Inbellen om de interface Inbellen weer te geven. Opmerking: • Als het huidige netwerktype een 3G- of GPRS-netwerk (General Packet Radio Service) is, klikt u op de tab Inbellen. • Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie over het instellen van het profiel.
Een inbelprofiel maken 1. Klik op Nieuw om de profielnaam, het toegangsnummer, de gebruikersnaam, het wachtwoord, de APN (Access Point Name) en de APN-status in te stellen. Daarnaast kunt u een standaardapparaat selecteren. 2. Klik op Geavanceerd om de IP-informatie, het verificatieprotocol, de DNS (Domain Name Server) en de WINS (Windows Internet Name Service) in te stellen. 3. Klik op OK om de geavanceerde instellingen op te slaan en terug te keren naar de interface Inbellen. 4. Klik op OK. Het dialoogvenster Prompt wordt weergegeven. 5. Klik op Ja om de instellingen op te slaan, of klik op Nee om de wijzigingen te annuleren.
Een inbelprofiel bewerken 1. Selecteer een instelling in de vervolgkeuzelijst Profielnaam. 2. Klik op Bewerken om de profielnaam, het toegangsnummer, de gebruikersnaam, het wachtwoord, de APN en de APN-status te wijzigen. Daarnaast kunt u een standaardapparaat selecteren. 3. Klik op Geavanceerd om de IP-informatie, het verificatieprotocol, de DNS en de WINS in te stellen. 4. Klik op OK om de geavanceerde instellingen op te slaan en terug te keren naar de interface Inbellen. 5. Klik op OK. Het dialoogvenster Prompt wordt weergegeven. 6. Klik op Ja om de instellingen op te slaan, of klik op Nee om de bewerkingen te annuleren.
Een inbelprofiel verwijderen 1. Selecteer een instelling in de vervolgkeuzelijst Profielnaam. 2. Klik op Wissen. Het dialoogvenster Prompt wordt weergegeven. 3. Klik op Ja om de instelling te wissen, of klik op Nee om het verwijderen te annuleren.
Een inbelprofiel importeren 1. Klik op Importeren om de interface Importeren weer te geven. 2. U kunt de volgende opties selecteren: • U kunt de 3G/GPRS-netwerkexploitanten in de lijst selecteren. • U kunt klikken op Bladeren en een PROF-bestand selecteren dat u wilt importeren. Klik vervolgens op Openen. 3. Klik in de interface Importeren op OK.
Een inbelprofiel exporteren 1. Klik op Exporteren om de interface Exporteren weer te geven. 2. Selecteer een of meer netwerkexploitanten en klik op OK. 3. Selecteer de locatie waar u het bestand wilt opslaan, en voer de bestandsnaam in. Klik vervolgens op Opslaan. Opmerking: Het inbelprofiel van de geselecteerde exploitant wordt geëxporteerd naar een PROF-bestand (een configuratiebestand).
6.9 Netwerkinstellingen U kunt de interface Netwerk als volgt weergeven: 1. Kies Extra > Opties. 2. Kies Netwerk in de navigatiestructuur.
Hoofd-scherm Netwerk-instellingen [Tab 1]:
Hoofd-scherm Netwerk-instellingen [Tab 2]:
Een netwerktype selecteren U kunt verschillende netwerktypen selecteren om netwerken snel te kunnen zoeken en snel verbinding met de netwerken te maken. 1. Klik op de tab Netwerktype. 2. Selecteer het gewenste netwerktype in de vervolgkeuzelijst Netwerktype. 3. Selecteer de gewenste frequentieband in de vervolgkeuzelijst Band. 4. Klik op Toepassen. 5. Klik op OK om de instellingen op te slaan en in te schakelen.
Een registratiemodus selecteren U kunt een zoek- en registratiemodus instellen nadat u het netwerktype hebt geselecteerd. 1. Klik op de tab Registratiemodus. 2. Selecteer Automatisch zoeken en registreren of Handmatig zoeken en registreren.
Automatisch zoeken en registreren Als u Automatisch zoeken en registreren selecteert, wordt het opgegeven netwerk automatisch gezocht en geregistreerd.
Handmatig zoeken en registreren 1. Selecteer Handmatig zoeken en registreren. 2. Klik op Vernieuwen. 3. Selecteer de naam van een exploitant in de lijst. 4. Klik op Registreren.
7 Veelgestelde vragen Wat moet ik doen als ik geen toegang kan krijgen tot internet? 1. Controleer de signaalsterkte van het netwerk. 2. Controleer of u de draadloze online service hebt geactiveerd. U kunt bij de lokale netwerkexploitant navragen hoe u deze service kunt activeren. 3. Als de draadloze online service is geactiveerd, controleert u de netwerkinstellingen volgens de instructies in ‘3. Internet Services’ op pagina 12.
Waarom kan slechts een deel van de geplakte inhoud worden weergegeven tijdens het bewerken? Als u een bericht bewerkt, kunnen maximaal 2048 Engelse of Chinese tekens worden ingevoerd. Als de geplakte informatie meer tekens bevat, wordt het teveel aan tekens automatisch verwijderd.
Waarom wordt er geen prompt weergegeven als ik een bericht ontvang? U hebt de visuele prompt voor berichten niet ingeschakeld. Kies Extra > Opties > SMS. Selecteer in het gebied SMS-prompt de optie Visuele prompt bij nieuw SMS’je.
Waarom kan ik het telefoonnummer niet plakken? Een geldig telefoonnummer bevat alleen de volgende tekens: 0123456789#*+. Controleer of er geen andere tekens staan in de geknipte of gekopieerde tekst.
8 Acroniemen en afkortingen Numeriek 3G The Third Generation (de Derde Generatie) A APN
Access Point Name
D DNS
Domain Name Server
G GPRS
General Packet Radio Service
GSM
Wereldwijd systeem voor mobiele communicatie
P PIN
Personal Identity Number
PUK
PIN Unblocking Key
S SIM
Subscriber Identity Module
W WINS
Windows Internet Name Service