Gebruikershandleiding BREEAM-NL In-Use Toolbox

Gebruikershandleiding BREEAM-NL In-Use Toolbox Yii framework - versie v1.1

Maart, 2014 Geschreven door: Dutch Green Building Council

Inhoudsopgave 1. Inleiding ..................................................................................................................................... 3 2. Registreren voor een gebruikersaccount .................................................................................. 4 2.1 Nieuwe of bestaande organisatie ........................................................................................ 4 2.2 Wachtwoord vergeten .......................................................................................................... 5 3. De applicatie .............................................................................................................................. 6 3.1 Portfolio’s ............................................................................................................................. 6 3.2 Assets .................................................................................................................................. 7 3.3 Kruimelpad .......................................................................................................................... 7 3.4 Zoeken ................................................................................................................................. 8 3.5 Tabellen/Lijsten .................................................................................................................... 8 3.6 Creditlijst filteren .................................................................................................................. 8 3.7 Gebruikersindicatoren ......................................................................................................... 9 3.8 Statuspictogrammen ............................................................................................................ 9 4. Gebruikersaccounts ................................................................................................................ 10 4.1 Organisatiebeheer ............................................................................................................. 10 4.2 Gebruikersgegevens bewerken ........................................................................................ 11 4.3 Organisatie-e-maildomeinen ............................................................................................. 11 5. Gebruikersmogelijkheden ........................................................................................................ 12 5.1 Expert ................................................................................................................................. 12 5.2 Assessor ............................................................................................................................ 12 6. Het toevoegen van een portfolio .............................................................................................. 13 6.1 Het toevoegen van een expert aan een portfolio .............................................................. 14 6.2 Het toevoegen van een asset aan een portfolio ................................................................ 14 7. Het toevoegen van een asset .................................................................................................. 15 7.1 Assetgegevens .................................................................................................................. 15 7.2 Assetdocumenten .............................................................................................................. 17 7.3 Gebruiksfuncties ................................................................................................................ 17 7.4 Koppelen van een asset aan portfolio’s ............................................................................ 18 7.5 Het koppelen van experts aan een asset .......................................................................... 18 8. Het toevoegen van een assessment ....................................................................................... 19 8.1 Het invullen van een assessment ...................................................................................... 20 8.2 Invullen van een vraag ....................................................................................................... 21 8.3 Het kopiëren van een assessment naar andere assets .................................................... 22 8.4 Het registreren van een assessment ................................................................................. 23 9. Het beoordelingsproces .......................................................................................................... 24 9.1 Het koppelen van een assessor aan een assessment ...................................................... 24 9.2 Assetgegevens beoordelen ............................................................................................... 25 9.3 Vraag beoordelen .............................................................................................................. 26 9.4 Inspectierapport en notulen startbijeenkomst uploaden ................................................... 28 9.5 Assessment indienen ......................................................................................................... 30 10. Scoreweergave ...................................................................................................................... 31 11. Rapportages .......................................................................................................................... 32 11.1 Expertrapportages ........................................................................................................... 32 11.2 Assessorrapportages ...................................................................................................... 33 12. Scoreberekening ................................................................................................................... 34 12.1 Zelfassessmentscore ....................................................................................................... 34 12.2 Beoordeelde score .......................................................................................................... 34

2

Gebruikershandleiding BREEAM-NL In-Use Toolbox

Dutch green building council, 2014

1. Inleiding Deze handleiding beslaat de meeste functies van de BREEAM-NL Assessmenttool In-Use. In deze handleiding gaan wij in op de volgende onderwerpen: Registreren als gebruiker, Gebruikersaccounts, Toevoegen van een Portfolio, Toevoegen van een Asset, Koppelen van Experts aan een Portfolio, Koppelen van Experts aan een Asset, Toevoegen van een Assessment en het Invullen van een Vragenlijst. De benodigde stappen om een project voor certificering in aanmerking te laten komen staan hieronder opgesomd. 1. U bent als gebruiker bekend in de Assessmenttool In-Use en heeft dus een In-Useaccount. Heeft u dit niet, dan kunt u deze op www.assessmenttool.nl aanvragen. 2. Voer het te certificeren project in onder uw Assets. 3. Open het project en maak een nieuwe assessment aan. a. Koppel eventueel externe experts aan het project mocht u deze nodig hebben voor uw project. 4. Start met het vullen van de assessment. 5. Kies een Assessor en koppel deze aan het Assessment. 6. De Assessor zorgt ervoor dat het assessment wordt beoordeeld en wordt ingediend bij de DGBC. Let er in de applicatie op, dat: Een Asset is van een organisatie Een expert kan alle assets zien van zijn eigen organisatie. Een organisatie kan meerdere assets hebben. Een organisatie kan meerdere portfolio’s hebben. Een portfolio kan meerdere assets bevatten. Een asset kan maximaal in één portfolio zitten. Een assessment is gekoppeld aan een asset. Een asset kan meerdere assessments hebben. Er is 1 assessor gekoppeld aan een assessment. Er kunnen meerdere experts gekoppeld worden aan een asset. Er kunnen meerdere experts gekoppeld worden aan een portfolio. Opmerking vooraf: het wordt ten strengste aanbevolen ten minste Internet Explorer versie 10 of hoger te gebruiken. Oudere versies geven schermen niet altijd op de juiste wijze weer. Bovendien zijn oudere versies tegenwoordig onvoldoende veilig. Anderzijds raden wij het gebruik van FireFox, Chrome, Opera of Safari sterk aan. Met deze browsers heeft u de beste gebruikerservaring van onze Assessmenttools.

2. Registreren voor een gebruikersaccount Op de inuse.assessmenttool bent klikt u eerst op “Start nu” om de assessmenttool voor BREEAM In-Use te starten. Als u nog geen inloggegevens hebt voor de Assessmenttool In-Use dient u zich vooraf te registreren als gebruiker. Dit doet u door te klikken op “Ik wil mij registreren als nieuwe gebuiker” op het inlogscherm.

Figuur 1: Inlogscherm.

2.1 Nieuwe of bestaande organisatie Houdt u er rekening mee dat wanneer uw organisatie niet in de lijst van bestaande organisaties staat u moet kiezen voor de eerste optie “(nieuwe organisatie, vul hieronder in)” en in het veld “Organisatie” uw organisatienaam moet invullen. Na het registreren van uw organisatie en gebruikersaccount verschijnt uw organisatie wel in de lijst met bestaande organisaties en kunnen volgende gebruikers van uw organisatie de organisatie kiezen uit deze lijst.

Figuur 2: Registratiescherm met ingevulde gegevens.

4



2.2 Wachtwoord vergeten Mocht u onverhoopt uw inloggegevens kwijt zijn of uw wachtwoord vergeten kunt u van de optie “Wachtwoord vergeten” gebruik maken.

Figuur 3: Het opnieuw instellen van een wachtwoord.

Het systeem vraagt om uw gebruikersnaam en uw e-mailadres waarmee u uzelf geregistreerd heeft. Er wordt een e-mail verzonden met een link waarmee u uw wachtwoord kunt wijzigen.

Dutch green building council 2013


5

3. De applicatie De BREEAM-NL In-Use Toolbox opent na inloggen met de lijst assessments waarbij u betrokken bent. De meest recente assessments staan bovenaan, zo kunt u direct verder waar u gebleven was. De bovenste grijze balk is de Single Sign On (SSO) balk, met één login kunt u alle tools en websites van DGBC bereiken. In het groene deel staan de menuknoppen: Home, Portfolio’s, Assets, Assessments.

Figuur 4: Openingsscherm na het inloggen

3.1 Portfolio’s Portfolio’s zijn optioneel. Deze objecten worden enkel gebruikt voor het handig groeperen van overeenkomende assets. Een portfolio is dus meer een administratieve eenheid.

Figuur 5: Het portfolio-overzicht van portfolio’s van mijn organisatie en waaraan ik als gebruiker gekoppeld ben.

6



3.2 Assets Assets zijn de gebouwen of gebouwdelen. U ziet onder Assets een complete lijst van assets waar u toegang tot heeft. Dit zijn assets van uw organisatie, assets waar u aan bent gekoppeld als gebouwbeheerder of expert of assets die in een portfolio vallen waaraan u bent gekoppeld als assetmanager.

Figuur 6: Lijst met alle assets.

3.3 Kruimelpad Het kruimelpad van de Assessmenttool is volledig aanklikbaar. Het is nu mogelijk om terug te gaan naar een vorig scherm uit het pad dat u doorliep in de applicatie.

Figuur 7: Voorbeeld van volledig aanklikbaar kruimelpad.



7

3.4 Zoeken Door in het invoerveld onder de kolomtitel uw zoekterm in te vullen gaat het systeem direct zoeken binnen alle resultaten naar elementen waarin de zoekterm voorkomt. Als men dus zoekt naar ‘gr’ dan komen alleen die projecten terug waarin de letters ‘gr’ voorkomen.

Figuur 8: Snelzoeken in lijsten.

3.5 Tabellen/Lijsten De getoonde tabellen of lijsten kunnen per kolom gesorteerd worden door op de titel van de kolom te klikken. De sortering is dan afwisselend open aflopen. In onderstaand voorbeeld zijn de resultaten op Asset gesorteerd.

Figuur 9: Sortering van lijsten.

Als de lijst meer elementen bevat dan 25 komt er een paginering onder de lijst te staan. Deze maakt het mogelijk om verder in de lijst te kijken als zoeken nog steeds te veel opties terug geeft.

Figuur 10: Paginering onder lijsten.

3.6 Creditlijst filteren Bij een assessment is het mogelijk de creditlijst te filteren. De hele BREEAM-NL In-Use heeft ruim 200 vragen, door ze slim te filteren is het eenvoudiger de vragen te vinden en gestructureerd te werken. Filters zijn mogelijk op: zoektitel, scoregroep, categorieën, verantwoordelijkheid, validatie en overig. Zo kunt u bijvoorbeeld eenvoudig de beheer vragen tonen, die de verantwoordelijkheid hebben van de huurder en met “weet niet” beantwoord zijn.

8



Figuur 11: Voorbeeld van een geopende harmonica met de vragen voor de categorie Management getoond.

3.7 Gebruikersindicatoren Op meerdere plekken zult u in de tool het “bekijken” icoon tegenkomen. Als u hierop klikt gaat u naar de uitgebreide gegevens van dat specifieke portfolio, asset, assessment, benchmark. Daar kunt u ook wijzigingen aanbrengen of zelfs het gehele project verwijderen.

Figuur 12: bekijken.

3.8 Statuspictogrammen In de vragenlijst kan snel gezien worden wat de status van een vraag is. Een visuele indicatie wordt gegeven voor de vraag. De verschillende statussen zijn hieronder kort weergegeven.

Figuur 13: Vraag niet ingevuld, Vraag Ingevuld, vraag goedgekeurd door assessor, vraag afgekeurd door assessor.



9

4. Gebruikersaccounts 4.1 Organisatiebeheer Als u de gegevens van uw organisatie wilt aanpassen, klik dan op “Mijn gegevens” in de grijze SSO balk of u vult direct het webadres in http://auth.dgbc.nl. Dan kunt rechtsboven inloggen, of wellicht bent u reeds ingelogd.

Figuur 14: auth.dgbc.nl met het inlogscherm.

Hier kunt u alle gegevens van uw organisatie bewerken. Onderaan kunt u ook een afbeelding toevoegen aan uw organisatie. Als u hier uw logo upload dan komt dit logo terug in de rapportages en certificaten.

Figuur 15: Wijzig organisatie gegevens.

10



4.2 Gebruikersgegevens bewerken U bent in de applicatie bekend met de door u ingevulde gebruikersgegevens. Deze zijn aanpasbaar door rechtsboven in het scherm te klikken op “Wijzig mijn gegevens”.

Figuur 16: Wijzig mijn gegevens.

Hier kunt u uw gegevens aanpassen. Tevens ziet u onderaan voor tools u rechten heeft. Ontbreken er tools of rollen, die u wel wenst te gebruiken? Stuur dan een mail naar [email protected] , dan passen wij dit aan.

Figuur 17: Het bekijken van uw rechten in de tools.

4.3 Organisatie-e-maildomeinen DGBC controleert bij aanvraag van een account altijd of u aan het juiste bedrijf bent gekoppeld. Dit doet DGBC middels het domeinnaam van uw email adres. Gebruik daarom altijd uw bedrijfsemail om een account aan te maken, dit voorkomt problemen bij goedkeuring.



11

5. Gebruikersmogelijkheden De Assessmenttool In-Use kent twee rollen. De verschillende rollen zijn: 1. Expert 2. Assessor U als gebruiker bent standaard “expert”.

5.1 Expert Als expert kunt u portfolio’s, assets en assessments aanmaken. Experts hebben de rechten om aanpassingen aan te brengen in de portfolio’s, assets en assessments die zij zelf hebben aangemaakt en waar zij aan gekoppeld zijn.

5.2 Assessor Als assessor kunt u gekoppeld worden aan een assessment door iemand die het assessment mag aanpassen. Het assessment, asset en portfolio komen pas in uw overzicht naar voren zodra het assessment de status “Geregistreerd” heeft. Als assessor kunt u de door de expert ingevulde vragen nakijken en beoordelen.

12



6. Het toevoegen van een portfolio

Figuur 18: Lijst van huidige portfolio's met de optie tot het toevoegen van een portfolio.

Figuur 19: Het toevoegen van een portfolio.



13

6.1 Het toevoegen van een expert aan een portfolio U kunt experts toevoegen aan uw portfolio om voor u de assets te beheren van het portfolio. U voegt een persoon als expert toe aan uw portfolio door het “bekijk portfolio” icoontje te klikken of op de titel van het portfolio te klikken in de portfoliolijst.

Figuur 20: Optie voor het bewerken van uw Portfolio: Bekijk Portfolio.

Daar vindt u het alle portfolio gegevens en kun u tevens experts toewijzen en assets toevoegen. Indien een expert portfolio rechten heeft gekregen, kan hij/zij nieuwe experts koppelen aan het portfolio, welke vervolgens dezelfde rechten ontvangt. Met portfolio rechten kunnen ze ook assets wijzigen of toevoegen in het portfolio.

6.2 Het toevoegen van een asset aan een portfolio Door een portfolio te bewerken kunt u er assets aan toevoegen. Dit doet u door op “Assets Toewijzen” te klikken en uit de lijst met beschikbare assets de assets te selecteren en het portfolio op te slaan. U kunt echter ook via het asset deze direct koppelen aan een bestaand portfolio. U bewerkt hiervoor het asset en selecteert de portfolio’s waarin dit asset valt. Een asset kan aan één of geen portfolio gekoppeld zijn. Het is niet mogelijk assets in meerdere portfolio’s te plaatsen.

14



7. Het toevoegen van een asset Als expert kun u assets aanmaken. Hiervoor gaat u naar het overzicht “Assets” bovenin de groene menubalk. In het onderstaande scherm is de lijst met Assets nog leeg. Klik op “Voeg een nieuw Asset toe” om een nieuw asset aan te maken.

Figuur 21: Het toevoegen van een asset kan via de assetlijst.

7.1 Assetgegevens Hier kunt u alle assetgegevens opgeven die het systeem nodig heeft. Door op de groene balken te klikken met “Assetgegevens”, “Locatie”, “Omschrijving” etc. klappen de informatievelden uit.

Figuur 22: Invullen asset en basis gebouwgegevens.

Het pandidentificatienummer bepaalt of uw asset een gebouw of unit is. Als u bij “Pandidentificatienummer” het BAG-nummer invult (PandID) van het hele gebouw, kunt u in het



15

geval van een gebouwdeel certificering het “Adresseerbaar object” aanvullend invoeren. Bij nummers zijn op te vragen met link als u op de “i” achter de regel klikt.

Figuur 23: BAG-nummers worden ingevuld als unieke assetnummers.

Een aantal velden zijn verplicht deze staan met een ster (*) gemarkeerd.

16



7.2 Assetdocumenten Het tabblad “Documenten” laat u alle gekoppelde bestanden zien die bij uw asset horen. In dit tabblad kunt u ook nieuwe bestanden uploaden, zodat deze beschikbaar worden als bewijslast bij vragen. U kunt dan bij het invullen van uw vraag het geüploade bestand kiezen.

Figuur 24: Alle assetdocumenten op één pagina.

7.3 Gebruiksfuncties Daarnaast kunnen er één of meerdere gebruiksfuncties toegevoegd worden die van toepassing zijn voor uw asset. Als u een gebruiksfunctie selecteert, bijvoorbeeld ‘kantoor’ dan moet u hiervoor ook het bruto aantal vierkante meters vloeroppervlak (BVO) invullen. Let op: vul dit getal in zonder komma’s of punten.

Figuur 25: Het toevoegen/verwijderen van een gebruiksfunctie voor een asset.



17

7.4 Koppelen van een asset aan portfolio’s Er kan gekozen worden om het asset te koppelen aan één of meerdere portfolio’s. De verschillende portfolio’s van de organisatie staan opgesomd en kunnen individueel geselecteerd worden.

Figuur 26: Het selecteren van portfolio's waar dit asset onder valt.

7.5 Het koppelen van experts aan een asset Als u een asset heeft aangemaakt, kunt u en mede experts uit uw bedrijf het project zien en aanpassen. Het koppelen van (externe) experts gebeurt bij het bewerken van een asset. Ga daarvoor naar de lijst met “assets” bovenin de groene menubalk en selecteer het asset dat u wilt aanpassen, en klik op de plus (+) achter de naam van de experts die u wilt toevoegen.

Figuur 27: Selecteren van experts van een andere organisatie.

18



8. Het toevoegen van een assessment Het toevoegen van een assessment kunt u doen op de pagina “Assessments” in groene menubalk. Een assessment is altijd gekoppeld aan een asset. Een asset kan meerdere assessments hebben. Selecteer van welk asset u een assessment wilt doen en tegen welk schema.

Figuur 28: Een assessment aanmaken voor een Asset.

Let op: Gebruik de vragenlijst waartegen uw project geregistreerd is, indien uw pand (nog) niet geregistreerd is gebruik dan het meest recente schema. Na het aanmaken krijgt u het volgende scherm te zien. Het assessment is aangemaakt.

Figuur 29: Een assessment toegevoegd: de assessment overzicht pagina .



19

Indien u op assessments klikt in de groene menubalk, zult ook zien dat de assessment in de lijst is opgenomen. Ook via het asset overzicht zijn de assessments te bereiken. Ga naar de “Assets” in de groene menubalk. Daar vindt u het met al uw aangemaakte assets. Klik op één van de aangemaakte assets en dan komt u op de pagina met alle informatie over dat specifieke asset. Onderaan dit assetoverzicht staat het zojuist gemaakte assessment in de lijst met assessments van het asset.

Figuur 30: Lijst met assessments van het asset.

Een assessment is altijd gekoppeld aan een asset, en is dus via het “assets” overzicht en de “assessments” overzicht te bereiken.

8.1 Het invullen van een assessment Als u nu kiest voor uw zojuist toegevoegde assessment, of een reeds bestaande assessment, dan komt uw weer op het openingspagina van het assessment, met daar weergegeven de basis informatie: registratienummer, organisatie, asset, schema etc. (Figuur x) Om te starten met het invoeren van de creditlijst gaat u linksboven naar “Invoeren Creditlijst”

Figuur 31: De volledige vragenlijst van dit Assessment.

Alle vragen worden nu weergegeven. Aan de linkerkant is het mogelijk te kiezen welke vragen u in de lijst wilt tonen. Zo blijft de lijst met vragen (ruim 200) behapbaar. Als eindgebruiker wilt u

20



bijvoorbeeld alleen de beheer- en gebruikvragen behandelen die onder uw verantwoordelijkheid vallen. Als assessor mogelijk alleen de vragen die nog niet gevalideerd zijn.

8.2 Invullen van een vraag Het selecteren van een vraag uit de vragenlijst opent de credit.

Figuur 32: Credit weergave.

De credit bestaat uit een aantal verschillende delen: • Knop “vorige”, knop “volgende”, het creditnummer, credittitel, status, beschikbare punten. • Knop “opslaan”, knop “Bewijs toevoegen of bekijken”, knop “uitnodigen expert”. • Credit vraag. • Antwoordopties met beschikbare punten per optie. • Verantwoordelijkheid: default waarde aangevinkt. Dit is voor interne afstemming, heeft geen invloed op de eindscore. • Toelichting: verantwoording door expert. • Informatie: bewijsvoering, toelichting, referenties. • Validatie: voor de assessor, om een credit onderbouwd goed te keuren of af te keuren. • Knop “Opslaan”, Knop “vorige”, knop “volgende”. • Bij “Opslaan” wordt de vraag opgeslagen en blijft u op dezelfde pagina, bij “Vorige” of “Volgende” slaat de pagina op en gaat u direct naar de vorige of volgende pagina.



21

Indien u iets aanpast in de credit en de credit (het rood omlijnde deel) verlaat, krijgt u een pop-up waarschuwing: “Weet u zeker dat u deze pagina wilt verlaten? U heeft nog wijzigingen in dit credit die niet opgeslagen zijn.” Zo wordt voorkomen dat u ongewenst data verliest.

8.3 Het kopiëren van een assessment naar andere assets Voor het invullen van een groot aantal assets kan het voorkomen dat deze dezelfde antwoorden hebben voor meerdere vragen uit een vragenlijst. Wat u kunt doen is voor één van deze assets de compleet invullen en deze later kopiëren naar andere relevante assets binnen een portfolio. Een assessment kopieert u door op het pictogram voor ‘kopiëren naar asset’ te klikken onderaan de asset overzicht pagina (klik assets in de groene menubalk, en selecteer het asset dat u als bron wilt gebruiken).

Figuur 33: Assessmentlijst met kopieerfunctie.

Het kiezen voor de kopieerfunctie van een assessment brengt u op onderstaand scherm. Hier kunt u kiezen welke vragen u wilt kopiëren en naar welke assets uit een portfolio u dit wilt doen.

Figuur 34: Het selecteren van bronvragen, die u wilt gaan kopiëren.

De lijst met getoonde vragen laat alle vragen zien. De gekopieerde gegevens bevatten alleen antwoorden op vragen, bewijslast en verantwoordingsteksten. Validatieteksten en beoordeling door een assessor worden niet gekopieerd. Mocht het asset waarnaar u wilt kopiëren nog geen assessment hebben dan kunt u een nieuw aan te maken assessment selecteren. Let op: de vragen worden overschreven, dus wees voorzichtig met het kopiëren van assessmentvragen naar reeds bestaande assessments.

22



8.4 Het registreren van een assessment U kunt uw assessment registreren bij de DGBC via de optie “Registreren” in het assessmentoverzicht. Eerst krijgt u de algemene voorwaarden te zien. En voordat uw registratie wordt verzonden komt u op onderstaand overzicht.

Figuur 35: Assessment registreren (samengesteld scherm).

Na controle van alle gegevens kunt u uw registratie indienen.



23

9. Het beoordelingsproces Als u assessor bent voor het schema BREEAM-NL In-Use en u heeft een gebruikersaccount voor de Assessmenttool In-Use waar de DGBC u assessorrechten heeft gegeven dan kunt u toegevoegd worden aan assessments als assessor. Zodra u bent gekoppeld aan een assessment welke geregistreerd is komt de bovenliggende asset en portfolio in uw lijst met assets en portfolio’s naar voren. Bent u wel BREEAM-NL In-Use Assessor maar

9.1 Het koppelen van een assessor aan een assessment Voor het koppelen van een assessor aan uw assessment ter controle van de ingevulde vragen wijzigt u het assessment. U doet dit door te navigeren naar de assetpagina waar onder de assetgegevens de lijst met gekoppelde assessments getoond wordt.

Figuur 36: Lijst met assessments onder een asset.

U wijzigt het assessment door op het wijzigpictogram te klikken voor het juiste assessment. In onderstaand scherm kunt u een gecertificeerde assessor kiezen voor uw assessment. Enkel Assessoren zijn te zien die de opleiding voor assessor met goed gevolg hebben afgerond én die een account voor de assessmenttool hebben aangemaakt. Indien u niet de assessor in de lijst ziet staan dient u contact op te nemen met uw assessor.

24



Figuur 37: Koppelen van een assessor aan uw assessment.

Na het koppelen van de assessor is uw assessment niet direct zichtbaar voor de assessor. Uw assessment wordt pas definitief zichtbaar voor de assessor als u uw assessment heeft geregistreerd. De assessor kan dus alleen geregistreerde assessments beoordelen.

9.2 Assetgegevens beoordelen Als assessor moet u ook de assetgegevens beoordelen. U doet dit door het asset te openen. U vult bij uw beoordeling altijd een toelichting in.

Figuur 38: Het beoordelen van de assetgegevens.

U kunt vanuit dit scherm ook direct het assessment openen waarvan u de assessor bent. Het kan voorkomen dat er meerdere assessments in de lijst staan en het kan ook voorkomen dat een assessor van een ander assessment de assetgegevens al heeft gecontroleerd. U hoeft dit dus niet nogmaals uit te voeren.



25

Figuur 39: Een asset welke is gecontroleerd door de assessor.

Als u het asset heeft beoordeeld en opgeslagen wordt dit direct zichtbaar in het assetoverzicht. De expert kan het asset niet meer wijzigen nadat een assessor het asset heeft goedgekeurd.

9.3 Vraag beoordelen Als u het assessment heeft geopend ziet u onderstaand overzicht. Dit overzicht is het zelfde als wat de expert ziet, u kunt snel zien wat de status van de vragen is.

Figuur 40: De vragenlijst met de status van de verschillende vragen duidelijk weergegeven.

26



Door te klikken op een vraag kunt u een vraag openen en deze bekijken. Onder in het scherm, zoals hieronder, staan voor u de opties om de vraag te beoordelen. U kunt als assessor de ingevulde vraag niet veranderen en een goedgekeurde vraag door een assessor is door een expert niet meer aan te passen.

Figuur 41: Het beoordelen van een vraag door het oordeel in te vullen en de validatie in te voeren.



27

9.4 Inspectierapport en notulen startbijeenkomst uploaden Een assessor heeft vaak de behoefte om documenten te uploaden op “asset niveau”. Dit zijn dus geen documenten die specifiek aan een vraag te koppelen zijn maar geldig zijn voor meerdere vragen of een heel Assessment.

9.5

Figuur 42: Bij de Assetgegevens heeft een Assessor de mogelijkheid om documenten te uploaden.

28



Figuur 43: Het toevoegen van bewijsmateriaal.



29

9.6 Assessment indienen Op de assessment overzichtspagina is de knop “Indienen” beschikbaar voor u als assessor bij geregistreerde assessments. Met deze optie dient u het assessment in bij de DGBC ter certificering.

Figuur 44: Optie "Assessment Indienen" voor het indienen van het assessment bij de DGBC.

Zodra u op de knop “Indienen” klikt wordt er een e-mail gestuurd naar de DGBC met de melding dat het assessment definitief nagekeken is. U kunt na het indienen dus ook geen vragen meer beoordelen, het assessment wordt bevroren en de knop wordt verborgen. U wordt verzocht het assessorrapport naar de DGBC te sturen ter certificering.

30



10. Scoreweergave De behaalde (zelfassessment)score in de Assessmenttool In-Use kan op twee verschillende manieren worden weergegeven. Een eerste weergave is een tabel met categoriescores per onderdeel de andere weergave is een weergaven door een staafdiagram per onderdeel.

Figuur 45: Scoreblok rechtsboven bij vragenlijst met link naar Gedetailleerde score weergave.

De tabelweergave geeft, net zoals in de Assessmenttool Nieuwbouw, een overzicht van de categoriescores voor elk onderdeel plus een totaalscore per onderdeel en de behaalde sterrenrepresentatie. De tabel geeft de categoriescore, de categorieweging en het resultaat per categorie. Alle resultaten opgeteld geeft de score voor dat onderdeel.

Figuur 46: Gedetailleerde scoreweergave.



31

11. Rapportages De verschillende rapportages en opties worden hieronder toegelicht.

Figuur 47: De knop "Rapportages genereren", voor het genereren van rapportages.

11.1 Expertrapportages Als Expert kunt u een rapport afdrukken over de voortgang van het Assessment. Er zijn verschillende opties beschikbaar voor de rapportage. U moet minstens één van de getoonde opties selecteren voor in uw rapport. Hoe meer opties u selecteert hoe uitgebreider uw rapport wordt.

32



Figuur 48: Afdrukken van Expertrapportage.

11.2 Assessorrapportages Als Assessor krijgt u geen opties aangeboden voor de inhoud van het rapport, maar u kunt wel de volgorde van de vragen in het rapport aanpassen.

Figuur 49: Afdrukken van assessorrapportage.



33

12. Scoreberekening

Gezondheid

Energie

Transport

Water

Materialen

Afval

Landgebruik & Ecologie

Vervuiling

Asset Beheer Gebruik

Management

De totale BREEAM-NL In-Use-score wordt als volgt berekend. Elk onderdeel krijgt een eigen score. Elk onderdeel heeft een eigen categoriescore. De categoriescore wordt gewogen en de totalen opgeteld voor elk onderdeel. Zie de onderstaande tabel.

15 12

21 15 15

25 31.5 19.5

9 18.5

8 5.5 3.5

12 7.5 4.5

3 11.5

8 12.5 5

14 13 10.5

Figuur 50: Scoreberekening voor het keurmerk BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik.

12.1 Zelfassessmentscore De zelfassessmentscore geeft de score weer voor alle ingevulde vragen van het assessment. Dit is een indicatieve score en is in de praktijk meestal hoger dan de uiteindelijke score.

12.2 Beoordeelde score De beoordeelde score is de uiteindelijke score van alle vragen die goedgekeurd zijn door de assessor. Deze score komt ook op het certificaat te staan en wordt op dezelfde manier berekend als de zelfassessmentscore met uitzondering dat alleen de goedgekeurde vragen worden meegenomen in de berekening.

34



Gebruikershandleiding BREEAM-NL In-Use Toolbox

Recommend Documents