Gebiedsdossier
Terschelling Grondwaterbeschermingsgebieden in Fryslân 2013
Gebiedsdossier: een risico-inventarisatie van een drinkwaterwinning
Terschelling Gebiedsdossier grondwaterbeschermingsgebieden in Fryslân
Provincie Fryslân 7 maart 2013 Definitief rapport 9W7289
HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTE & MOBILITEIT
Chopinlaan 12 Postbus 8064 9702 KB Groningen +31 50 521 42 14
Telefoon
+31 50 526 14 53
Fax
[email protected] www.royalhaskoning.com Amersfoort 56515154
Documenttitel
Terschelling Gebiedsdossier grondwaterbeschermingsgebieden in Fryslân
Verkorte documenttitel
Gebiedsdossier Terschelling
Status
Definitief rapport
Datum
7 maart 2013
Projectnaam
Gebiedsdossiers Fryslân
Projectnummer
9W7289
Opdrachtgever
Provincie Fryslân
Referentie
Auteur(s)
9W7289/R00033/ALO/Gron
ir. A. (Anke) Lodder, drs. C.M. (Carolien) Steinweg
Collegiale toets en vrijgave door Datum/paraaf
dr.ir. C. (Cors) van den Brink 7 maart 2013
A company of Royal Haskoning
E-mail Internet KvK
SAMENVATTING In het Waterhuishoudingsplan Fryslân 2010-2015 ‘Wiis mei Wetter’ is opgenomen dat de provincie Fryslân als Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) maatregel voor de twaalf Friese drinkwaterwinningen gebiedsdossiers zal opstellen. Een gebiedsdossier is een document dat een risico-inventarisatie bevat van (kwetsbare) drinkwaterwinningen. Het gebiedsdossier bestaat uit feiten over de winning en de aanwezige verontreinigingen en een analyse daarvan: een feitendocument. Dit feitendocument vormt de basis voor het formuleren van maatregelen en afspraken daarover om de risico’s voor de winning weg te nemen of te verminderen, om zo te komen tot de realisatie van de KRW en het provinciale grondwaterbeschermingsbeleid. Bij het opstellen van de gebiedsdossiers is een belangrijke rol weggelegd voor de waterleidingbedrijven en de gemeenten. Ook andere relevante partijen worden bij de gebiedsdossiers betrokken. In dit gebiedsdossier is voor de winning Terschelling alle relevante informatie verzameld en weergegeven, met vooral aandacht voor de verontreinigingsbronnen die de kwaliteit van de winning kunnen beïnvloeden. Deze informatie is geïnterpreteerd in termen van risico’s voor de winning. Een samenvatting van de bevindingen uit het gebiedsdossier is weergegeven in onderstaande tabel A.
Winning
Ruwwaterkwaliteit
Puntbronnen
Lijnbronnen
Samenvattende tabel analyse actuele risico’s Kwetsbaarheid winning
Terschelling
2
2
1
1
bronnen
Calamiteitenplannen
Belasting
Diffuse
Tabel A.
Niet relevant
1
Toelichting op de resultaten van de analyse (tabel A) Geen probleem (1)
Aandachtspunt (2)
Actueel risico (3)
Kwetsbaarheid winning
Weinig kwetsbaar
Matig kwetsbaar
Kwetsbaar
Ruwwaterkwaliteit
Geen verontreinigingen in
Wel verontreinigingen in
Wel verontreinigingen in
het ruwwater aangetroffen.
ruwwater, maar geen
ruwwater, overschrijding
overschrijding van de norm van de norm Belasting (puntbronnen,
Combinatie van
diffuse bronnen en
kwetsbaarheid en belasting grondig volgen van de
Belasting is zodanig, dat het Nader onderzoek gewenst om de aard en omvang van
lijnbronnen)
leidt niet tot een knelpunt.
ontwikkelingen onder en
de bedreiging in te schatten.
boven maaiveld voldoende
Dit kan aanleiding zijn voor
zal zijn.
het opstellen van maatregelenpakketten.
Calamiteitenplannen
Bescherming via de
Bescherming via de
calamiteitenplannen
calamiteitenplannen varieert calamiteitenplannen
voldoende gewaarborgd.
per beheerder.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
-i-
Bescherming via de onvoldoende gewaarborgd.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Op basis van dit gebiedsdossier kunnen in een vervolgfase maatregelen worden ontwikkeld die gericht zijn op preventie en risicobeheersing. Deze maatregelen kunnen worden opgenomen in een uitvoeringsprogramma. Hiermee vult het gebiedsdossier het bestaande grondwaterbeschermingsbeleid aan en geeft het invulling aan de KRWdoelstelling voor drinkwater.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
- ii -
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
1 1 1 1 2 2
Aanleiding Doel Aanpak Gebruik Status
2
INVALSHOEKEN GEBIEDSDOSSIER 2.1 Inleiding 2.2 Invalshoek 1: Actuele risico’s 2.3 Invalshoek 2. Huidige kwaliteit ruwwater 2.4 Invalshoek 3. Staat van bescherming 2.5 Doorwerking invalshoeken in gebiedsdossier 2.6 Relatie tussen activiteiten aan maaiveld en de ruwwaterkwaliteit 2.7 Risico’s van verontreinigingen basis voor nemen van maatregelen
3
GRONDWATERBESCHERMINGSBELEID EN KADERRICHTLIJN WATER 3.1 Grondwaterbeschermingsbeleid 3.2 Kaderrichtlijn Water 3.3 Uitvoering KRW
9 9 9 10
4
KENMERKEN VAN DE WINNING 4.1 Huidige situatie en omgeving 4.2 Intrekgebied 4.3 Theoretische kwetsbaarheid van het watersysteem 4.4 Bewezen kwetsbaarheid van het watersysteem 4.4.1 Beschrijving ruwwaterkwaliteit en zuivering 4.4.2 Monitoring 4.4.3 Toetsing ruwwaterkwaliteit
13 13 17 18 22 22 23 23
5
KENMERKEN BELASTING VANAF HET MAAIVELD 5.1 Inleiding 5.2 Puntbronnen 5.3 Lijnbronnen 5.3.1 Aanwezige lijnbronnen 5.3.2 Rioolbeheer gemeente Terschelling 5.4 Diffuse belasting door bestaande activiteiten 5.4.1 Bodemgebruik 5.4.2 Bestrijdingsmiddelengebruik gemeente Terschelling 5.5 Beschermingsbeleid en -praktijk 5.5.1 Provinciaal en Rijksbeleid 5.5.2 Bestemmingsplan 5.5.3 Grondwaterbeschermingszone Terschelling 5.6 Lopende projecten
25 25 25 27 27 28 28 28 29 30 30 31 31 31
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
3 3 3 5 5 6 6 7
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
6
ANALYSE RISICO’S 6.1 Inleiding 6.2 Risico’s puntbronnen 6.3 Risico’s lijnbronnen 6.4 Risico’s diffuse bronnen 6.5 Calamiteitenplannen 6.5.1 Algemeen
33 33 33 35 36 38 38
7
SAMENVATTING ANALYSE 7.1 De resultaten in één oogopslag 7.2 Kwetsbaarheid 7.3 Ruwwaterkwaliteit 7.4 Puntbronnen 7.5 Lijnbronnen 7.6 Diffuse bronnen 7.7 Calamiteitenplannen
39 39 39 40 40 40 40 40
8
LITERATUURLIJST
41
BIJLAGEN 1. Scores diffuse belasting
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding Aanleiding voor het opstellen van een gebiedsdossier is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW 2000/60/EG). Hoofdstuk 3 gaat verder in op de KRW. De KRW stelt dat water dat gebruikt wordt voor drinkwater met de toegepaste zuiveringsstappen moet voldoen aan de drinkwaterrichtlijn (98/83/EG). Daarnaast dienen waterlichamen beschermd te worden om achteruitgang van de kwaliteit te voorkomen en om het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist te verlagen. Het gebiedsdossier is een instrument dat bijdraagt aan het realiseren van de KRWdoelstelling en vult hiermee het generieke grondwaterbeschermingsbeleid aan. Het is de basis voor het formuleren en implementeren van maatregelen.
1.2
Doel Doel van het gebiedsdossier is het scheppen van een gemeenschappelijk inzicht in de factoren die van belang zijn voor de kwaliteit van het onttrokken grond- en oppervlaktewater. Hierdoor ontstaat inzicht in de potentiële aanwezige bronnen van bedreigingen of verontreinigingen (punt, lijn, diffuus) en de daarbij behorende stoffen die het halen van de KRW-doelen kunnen belemmeren. In onderstaand tekstkader is de beschrijving voor gebiedsdossiers opgenomen, zoals geformuleerd door de VROM-werkgroep gebiedsdossiers. In een gebiedsdossier wordt door de betrokken partijen informatie verzameld die van belang is voor de waterkwaliteit ter plaatse van de drinkwaterwinning. Op basis van deze informatie worden mogelijke beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, ontwikkeld. Vervolgens nemen de betrokken partijen – uitgaande van het gebiedsdossier - een besluit over de daadwerkelijk uit te voeren maatregelen.
1.3
Aanpak Het gebiedsdossier geeft inzicht in de aanwezigheid van bronnen van bedreigingen in de omgeving, inzicht in de huidige kwaliteit van de drinkwaterwinning en de planologische bescherming. In het gebiedsdossier zijn in ieder geval de volgende onderdelen gedocumenteerd. 1. Invalshoeken gebiedsdossier (hoofdstuk 2). 2. Beschrijving van het grondwaterbeschermingsbeleid en de Kaderrichtlijn Water (hoofdstuk 3). 3. Beschrijving van de winning (hoofdstukken 4). 4. Beschrijving van de bronnen van bedreigingen/verontreiniging (hoofdstuk 5). 5. Analyse van de risico’s (hoofdstuk 6).
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron -1-
7 maart 2013
1.4
Gebruik Het gebiedsdossier is op verschillende manieren in te zetten:
1.5
Als communicatiemiddel om verschillende partijen inzicht te geven in de factoren die van belang zijn voor de kwaliteit van het onttrokken water en het geproduceerde drinkwater. Bij het ontwikkelen van effectieve maatregelen voor het bereiken van de KRWdoelstellingen voor wat betreft de bronnen voor drinkwaterbereiding. Als toetsingskader voor de drinkwaterfunctie bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld ruimtelijke plannen. Bij de ontwikkeling van waterveiligheidsplannen door drinkwaterbedrijven voor het onderdeel bronnen.
Status Dit dossier kan gezien worden als een ‘feitendocument’. In dit document zijn de factoren die van belang zijn voor de kwaliteit van het onttrokken grondwater systematisch verzameld en geanalyseerd. Op basis hiervan bestaat inzicht in de mogelijk aanwezige aspecten die het halen van de KRW-doelstelling zouden kunnen belemmeren. Het ‘feitendocument’ is een basis om met relevante partijen afspraken te maken over maatregelen die effectief zijn voor de verbetering van de grondwaterkwaliteit ter plaatse van de drinkwaterwinning. De te nemen maatregelen worden samen met de betrokken partijen in een uitvoeringsprogramma opgenomen. Dit uitvoeringsprogramma wordt aansluitend op de vaststelling van de gebiedsdossiers opgesteld. Voor het actueel houden van de gebiedsdossiers wordt aangesloten bij de KRW-cyclus. Bij elke actualisatie wordt beoordeeld of de monitoringsinspanning voldoende is. Bij het actualiseren van de gebiedsdossiers wordt ook aandacht besteed aan de ruimtelijke ontwikkelingen en de relevantie daarvan. Conform de landelijke afspraken neemt de provincie het initiatief (minimaal 6-jaarlijks (KRW-cyclus) of zoveel vaker als relevant is) tot actualisatie van de gebiedsdossiers.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling -2-
Definitief rapport
2
INVALSHOEKEN GEBIEDSDOSSIER
2.1
Inleiding De essentie van een gebiedsdossier bestaat uit drie verschillende invalshoeken: 1. Actuele risico’s. 2. Huidige kwaliteit ruwwater. 3. Staat van bescherming. De actuele risico’s (invalshoek 1) zijn in kaart gebracht door de theoretische kwetsbaarheid van het watersysteem te combineren met de mate van belasting van activiteiten aan maaiveld. Dit inzicht in risico geeft aanleiding tot maatregelen op basis van het voorzorgsprincipe uit het provinciale grondwaterbeschermingsbeleid en de voorkantsturing in de ruimtelijke ordening in intrekgebieden. De maatregelen worden ondersteund doordat een toetsing is uitgevoerd in het gebiedsdossier van de ruwwaterkwaliteit op basis van de drinkwaternormen (invalshoek 2). Een normoverschrijding voor antropogene stoffen kan gezien worden als een bewezen kwetsbaarheid van de winning. Tenslotte richt de staat van bescherming (invalshoek 3) zich op de planologische bescherming van de drinkwaterwinning. Rijk en provincies dienen het drinkwaterbelang ruimtelijk te verankeren in de eigen beleidsplannen en verordeningen. Onderstaand worden de drie invalshoeken verder uitgewerkt. De uitwerking is gebaseerd op Ten Heggeler, M et al., 2010. Gebiedsdossiers voor kwetsbare drinkwaterwinningen in Overijssel. H2O/6 – 2010.
2.2
Invalshoek 1: Actuele risico’s1 De eerste invalshoek brengt de actuele risico’s van bepaalde activiteiten voor de ruwwaterkwaliteit van een winning in beeld. Om deze risico’s te bepalen wordt eerst de theoretische kwetsbaarheid van de drinkwaterwinning onderzocht. De theoretische kwetsbaarheid is samengesteld uit een aantal kenmerken van de winning, namelijk de dikte van de slechtdoorlatende lagen, de kwetsbaarheid van de bovengrond voor infiltratie en de verblijftijden van het grondwater (‘afstand tot de winning in jaren’). Met deze benadering is het mogelijk voor een winning een ruimtelijk gedifferentieerd beeld van de kwetsbaarheid te maken. Dit zijn de REFLECT-kwetsbaarheidskaarten (zie box 2.1). Hoewel de scoretoedeling arbitrair is, en daarmee kwalitatief, is voor alle winningen dezelfde methode gehanteerd en kan de kwetsbaarheid van de winningen in Fryslân onderling vergeleken worden. De REFLECT-kwetsbaarheidskaart geeft een ‘theoretische’ kwetsbaarheid, op basis van een aantal kenmerken van de winning. Naast de theoretische kwetsbaarheid van de winning worden ook de verontreinigingen in het intrekgebied van de winning in beeld gebracht. Bij het in beeld brengen van de verontreinigingen is onderscheid gemaakt tussen puntverontreinigingen, lijnverontreinigingen en diffuse verontreinigingen. 1
Voor een uitgebreide beschrijving van de methodiek voor de actuele risico’s wordt verwezen naar het rapport ‘Risico-inventarisatie grondwaterbeschermingsgebieden in de provincie Drenthe, Royal Haskoning/Anantis, eindrapport 9S2683, 21 september 2007’.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron -3-
7 maart 2013
Box 2.1 REFLECT (bron: Laeven et al., 1999)2 REFLECT is een risicobeoordelingsmethodiek waarmee het totale risico van (verschillende vormen van) grondgebruik voor een grondwaterwinning kan worden geschat. Het gaat om relatieve risico’s waarmee ruimtelijke differentiatie inzichtelijk wordt gemaakt en waarmee een afweging kan worden gemaakt bij functieverandering (is er sprake van verbetering of verslechtering?). Binnen REFLECT heeft het risico betrekking op de kwaliteit van de grondstof voor de drinkwatervoorziening. Het risico wordt ingeschat door de kenmerken van de functie te combineren met de kenmerken ondergrond c.q. de kwetsbaarheid van de winning:
Kenmerken van de functie: een relatieve kans op een verontreiniging per type grondgebruik (functiegerelateerde belasting, gebaseerd op scores voor diffuse belasting, kans op calamiteiten en handhaafbaarheid).
Kwetsbaarheid: een relatieve score voor de fysische kwetsbaarheid van de winning op basis van de bodemopbouw, reistijden en reactiviteit van het afdekkend pakket – dit criterium geeft aan in welke mate het effect van een verontreiniging kan worden gereduceerd door processen tijdens de bodempassage, o.a. bepaald door de chemische samenstelling van de betreffende bodem.
De toepassing van REFLECT binnen de gebiedsdossiers betreft het inzichtelijk maken van de fysische kwetsbaarheid als kenmerk van de winning, en het gebruik daarvan bij de beoordeling van de risico’s van potentiële verontreinigingen. REFLECT is vooral bedoeld voor ‘eenvoudige’ situaties en geeft inzicht in het type risico en of er sprake is van een (kwalitatieve) verbetering of verslechtering. Het is daarmee voor gemeenten een handzaam instrument.
Door de theoretische kwetsbaarheid met de verontreinigingen te combineren, ontstaat inzicht in de risico’s van verontreinigingen voor de winning (zie figuur 2.2). Dit inzicht in risico’s geeft aanleiding tot maatregelen op basis van het voorzorgsprincipe uit het provinciale grondwaterbeschermingsbeleid en de voorkantsturing in de ruimtelijke ordening in intrekgebieden (zie figuur 2.2).
2
Laeven, M.P., Beekman, W., Drogendijk, L.J.L., van Bergen, P., Brink, C. van den, 1999. Functieverweving en duurzame waterwinning REFLECT: bepaling van risico’s van functies voor grondwaterwinningen. Kiwa in samenwerking met Iwaco. SWE 99.007.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling -4-
Definitief rapport
Figuur 2.2
Schematisch overzicht aanpak opstellen gebiedsdossiers en maatregelenpakketten
Opstellen gebiedsdossiers
Bodemkaart bovengrond
Dikte slechtdoorlatende lagen Boven bepompt pakket
Kwetsbaarheidskaart winning (REFLECT-kaart)
Verblijftijdzonering grondwater
Analyse Actuele risico’s functies / landgebruik
Functies / landgebruik
Diffuse belasting
Puntbronnen
Risicovolle activiteiten voor grondwaterkwaliteit
Analyse puntbronnen
Risico’s per winning
Analyse lijnbronnen
Lijnbronnen
Kwetsbaarheidskaart winning (REFLECT-kaart) als onderlegger
Maatregelenpakket & uitvoeringsprogramma (Fase II)
2.3
Invalshoek 2. Huidige kwaliteit ruwwater Naast de theoretische kwetsbaarheid (eerste invalshoek), wordt in de tweede invalshoek de ‘feitelijke’ of ‘bewezen’ kwetsbaarheid in kaart gebracht. Hiervoor zijn de ruwwatergegevens van individuele winputten getoetst aan de normen die in het Waterleidingbesluit staan en (bij wijze van early warning) aan 75 procent van die norm. Deze normen gelden voor het water ‘uit de kraan’. Door het toetsen van het ruwwater aan deze normen wordt in beeld gebracht welke stoffen er door de zuivering minimaal uit moeten worden gehaald om te voldoen aan de drinkwaternorm. Of, anders gezegd, door deze toets wordt aangetoond of de winning feitelijk kwetsbaar is voor stoffen of stofgroepen afkomstig van antropogene activiteiten aan maaiveld uit het verleden. Maatregelen die worden genomen tegen deze stoffen en de achterliggende oorzaken verlagen dus in principe de zuiveringsinspanning.
2.4
Invalshoek 3. Staat van bescherming De derde invalshoek richt zich op de bescherming van de drinkwaterwinning. Rijk en provincies dienen het drinkwaterbelang ruimtelijk te verankeren in de eigen beleidsplannen (Nota Ruimte respectievelijk de provinciale Omgevingsplannen/ streekplannen) en verordeningen (AmvB Ruimte respectievelijk provinciale Omgevingsverordeningen). Dit sluit aan op de provinciale regels voor de aangewezen intrek- en beschermingsgebieden op grond van de Wet milieubeheer (Wm).
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron -5-
7 maart 2013
In de Wet milieubeheer is aangegeven welke aspecten geregeld kunnen worden in een provinciale verordening ter bescherming van de drinkwaterwinning. Monitoring van de kwaliteit en kwaliteitsontwikkeling van het grondwater dient onder meer inzicht te geven in de vraag of het ruimtelijke beschermingsbeleid aangepast dient te worden, bijvoorbeeld het evalueren van bepaalde activiteiten en functies binnen grondwaterbeschermingsgebieden, en het al dan niet verbreden van de activiteiten en functies die binnen die gebieden geweerd worden.
2.5
Doorwerking invalshoeken in gebiedsdossier In het gebiedsdossier worden de kenmerken van de winning beschreven aan de hand van de verschillende, hiervoor beschreven invalshoeken. In figuur 2.3 is de samenhang tussen de verschillende onderdelen schematisch weergegeven. Figuur 2.3
Overzicht doorwerking invalshoeken in het gebiedsdossier
Invalshoek 1: huidige kwaliteit ruwwater
Invalshoek 2: actuele risico’s
Invalshoek 3: staat bescherming
Bewezen kwetsbaarheid
Kenmerken winning: theoretische kwetsbaarheid (REFLECT)
Planologische bescherming
Kenmerken belasting: beschrijving bronnen van (mogelijke) verontreiniging
Analyse resultaten: actuele risico’s
Risico’s per winning Vergunningverlening Handhaving Monitoring
Opstellen maatregelen & uitvoeringsprogramma
2.6
Relatie tussen activiteiten aan maaiveld en de ruwwaterkwaliteit De kenmerken van het geohydrologische en geohydrochemische systeem in het intrekgebied van een drinkwaterwinning bepalen hoe kwetsbaar een winning is voor belastende antropogene activiteiten aan maaiveld. Deze kwetsbaarheid kan worden getypeerd door de reistijden van het grondwater, vanaf maaiveld tot in de winputten, en de spreiding daarvan. De reistijd bepaalt in combinatie met de stofeigenschappen en de reactiviteit van de ondergrond in grote mate hoe lang het duurt voordat een antropogene stof vanaf maaiveld in de winputten terechtkomt, en – wanneer omzettingsprocessen een rol spelen – in welke vorm en concentratie. De relatie tussen verontreinigingen en emissies aan maaiveld komt daarmee in veel gevallen vertraagd en /of gemaskeerd tot 9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling -6-
Definitief rapport
uiting in de ruwwaterkwaliteit. De samenhang tussen activiteiten aan maaiveld, het geohydrologisch systeem en de ruwwaterkwaliteit is schematisch weergegeven in figuur 2.4. Dit figuur geeft weer dat activiteiten aan maaiveld uit het verleden, in combinatie met de natuurlijke grondwaterkwaliteit, de huidige ruwwaterkwaliteit in de winputten bepalen. De huidige activiteiten aan maaiveld bepalen de toekomstige antropogene beïnvloeding van het ruwwater. Er zit een tijdspad tussen de activiteiten aan maaiveld en de ruwwaterkwaliteit. In die periode veranderen of verdwijnen belastende activiteiten aan maaiveld of is de belasting van de activiteit sterk veranderd. Dit maakt het in veel gevallen erg lastig om een causale relatie te leggen tussen de ruwwaterkwaliteit en activiteiten aan maaiveld. In specifieke gevallen en voor specifieke stoffen zijn wel voldoende gegevens en modelinstrumenten beschikbaar, zoals voor nutriënten, om een schatting te geven van de ontwikkeling van de ruwwaterkwaliteit. Voor deze gevallen kunnen specifieke maatregelen ten behoeve van het verbeteren van de ruwwaterkwaliteit aan maaiveld nader worden onderbouwd.
2.7
Risico’s van verontreinigingen basis voor nemen van maatregelen De theoretische kwetsbaarheid van het watersysteem en de mate van belasting van activiteiten aan maaiveld kan wel kwalitatief in beeld gebracht worden. Door het combineren van deze gegevens in het gebiedsdossier is het risico van een bepaalde activiteit voor de ruwwaterkwaliteit in beeld gebracht. Dit inzicht in risico geeft aanleiding tot maatregelen op basis van het voorzorgsprincipe uit het provinciale grondwaterbeschermingsbeleid en de voorkantsturing in de ruimtelijke ordening in intrekgebieden. De maatregelen worden ondersteund doordat in het gebiedsdossier een toetsing is uitgevoerd van de ruwwaterkwaliteit op basis van de drinkwaternormen. Een normoverschrijding voor antropogene stoffen kan gezien worden als een bewezen kwetsbaarheid van de winning.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron -7-
7 maart 2013
Figuur 2 2.4
Sam menhang ruim mtelijke afstem mming, tussen activiteiten in n de ondergro ond en aan het maa aiveld t.o.v. de e grondwaterk kwaliteit t.b.v. drinkwateron nttrekking
9W7289 9/R00033/ALO//Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossiier Terschelling g -8-
Deefinitief rapporrt
3
GRONDWATERBESCHERMINGSBELEID EN KADERRICHTLIJN WATER
3.1
Grondwaterbeschermingsbeleid De bescherming van drinkwaterwinningen wordt op verschillende manieren beleidsmatig vastgelegd. Zowel de gemeenten als de provincies als het Rijk hebben hier een rol in. Op Rijksniveau is de bescherming vastgelegd in verschillende wetten, waaronder de Wet milieubeheer, de Waterwet en de Wet bodembescherming. Daarnaast geven de Kaderrichtlijn Water, het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water (Bkmw) en de grondwaterrichtlijn aanwijzingen voor het provinciale beleid. De Kaderrichtlijn Water wordt nader toegelicht in paragraaf 3.2. De waterbedrijven zijn belanghebbenden bij een goede grondwaterkwaliteit. Daarom werkt de provincie samen met de waterbedrijven om het grondwaterbeschermingsbeleid uit te voeren. Op grond van de Waterwet en de Wet milieubeheer is de provincie bevoegd gezag voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Daarnaast heeft de provincie als bestuursorgaan de zorg dat het veiligstellen van een duurzame drinkwatervoorziening in al zijn overige besluiten en beschikkingen wordt meegewogen (art. 2 Drinkwaterwet). Daarom hanteert de provincie, naast het generieke beleid voor de bescherming van het grondwater, aanvullend provinciaal beleid. Uitgangspunten bij het generieke beschermingsbeleid zijn:
Rekening houden met de risico’s die de duurzame waarborging van de kwaliteit van het grondwater in gevaar kunnen brengen. Voorkomen dat schadelijke stoffen op of in de bodem terechtkomen. Voorkomen dat ingrepen in de bodem plaatsvinden.
De provincie Fryslân heeft de mogelijkheid om de grondwaterwinningen te beschermen via het Streekplan, de Verordening Romte Fryslân en de Provinciale milieuverordening Fryslân. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 5.5. Door vervolgens per grondwaterbeschermingsgebied maatwerk te leveren krijgt de bescherming optimaal invulling. Dit maatwerk wordt geleverd door het opstellen van gebiedsdossiers, waarvan dit document er één is.
3.2
Kaderrichtlijn Water De Kaderrichtlijn Water (KRW) is in de Nederlandse wetgeving verankerd met de Implementatiewet eg-kaderrichtlijn water (2005), de Waterwet (2009) en het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water (Bkmw, 2009). Zowel de KRW (artikel 7, eerste, tweede en derde lid) als de Grondwaterrichtlijn (2006, overwegingen 1, 3, 15 en 22) vereist een specifieke bescherming van oppervlaktewateren grondwaterlichamen waaruit water wordt onttrokken ten behoeve van de bereiding van water dat is bestemd voor menselijke consumptie (drinkwaterwinning). Voor deze waterwinning gelden milieukwaliteitseisen en streefwaarden. Aan de milieukwaliteitseisen dient sinds 22 december 2009 te worden voldaan. Streefwaarden zijn er op gericht dat de kwaliteit van grondwaterlichamen waarin een waterwinlocatie Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron -9-
7 maart 2013
voor de bereiding van drinkwater is gelegen, zodanig verbetert dat het niveau van zuivering van het onttrokken water kan worden verlaagd. De milieukwaliteitseisen en streefwaarden voor grondwater waaruit water wordt onttrokken voor de bereiding van drinkwater zijn vastgelegd in het Bkmw 2009 (Besluit kwaliteitseisen en monitoring water, besluit januari 2010). De oppervlaktewater- en grondwaterlichamen met onttrekkingen voor menselijke consumptie (KRW, artikel 7) behoren tot de beschermde gebieden en zijn tevens opgenomen in het Nationaal Register Beschermde Gebieden (op grond van artikel 6 en bijlage IV KRW). Afgezien van opname in het register Beschermde gebieden komt het belang van grond- en oppervlaktewater voor de drinkwaterbereiding vooral tot uitdrukking in KRW artikel 7.3 (geen verdere verslechtering opdat de zuiveringsinspanning op termijn kan afnemen). Verder is er nationaal beschermingsbeleid van kracht. De KRW brengt in dit bestaande beleid geen verandering teweeg.
3.3
Uitvoering KRW Nederland is verdeeld over vier internationale stroomgebieddistricten: Rijndelta, Maas, Schelde en Eems. Tot een stroomgebieddistrict behoort niet alleen het water van de hoofdrivier, maar al het water in het betreffende gebied. De provincie Fryslân valt onder het stroomgebied Rijndelta, in het deelstroomgebied Rijn-Noord. Binnen een stroomgebied zijn oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen gedefinieerd. De waterwingebieden zijn een onderdeel van een grondwaterlichaam. De Ministerraad heeft 27 november 2009 het stroomgebiedbeheerplan (SGBP) Rijndelta 2009-2015 (Nederlandse deel) definitief vastgesteld. In een SGBP zijn doelen en maatregelen opgenomen ten behoeve van de verbetering van de waterkwaliteit. Een maatregel uit het SGBP is het aanleggen van gebiedsdossiers voor alle waterwinningen voor de openbare drinkwatervoorziening op basis van een gebiedsanalyse en een nadere detaillering van de beschermde gebieden. Deze maatregel dient voor de kwetsbare winningen per 2012 operationeel te zijn en per 2014 voor de niet-kwetsbare winningen. Onderstaande tabel 3.1 geeft voor de provincie Fryslân een overzicht van de grondwaterbeschermingsgebieden, indeling grondwaterlichamen en kwaliteitstoestand. Hierbij worden de bedreigingen vanaf maaiveld afgezet tegen de geohydrologische kwetsbaarheid. De scores op de kwaliteitscriteria zijn bepaald aan de hand van eerdere inzichten.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 10 -
Definitief rapport
Overzicht indeling waterwingebieden naar deelstroomgebied en kwaliteitstoestand
Rijn-Noord
Garyp*
Fryslân
Rijn-Noord
Fryslân
Rijn-Noord
Fryslân
puntbronnen
Potentieel risico door
oppervlaktewater
vanuit
Potentieel risico
middelen
gewasbeschermings
Potentieel risico door
nitraat landbouw
Winveld
Provincie Fryslân
Type winning
Kwaliteitscriteria
Stroomgebied
Karakterisering winningen
Potentieel risico door
Tabel 3.1
I
0
0
0
0
Oudega
I
0
0
0
0
Spannenburg
I
0
0
0
0
Rijn-Noord
Nij Beets
II
1
1
1
1
Fryslân
Rijn-Noord
Oldeholtpade
II
1
1
1
1
Fryslân
Rijn-Noord
Terwisscha
II
1
1
1
1
Fryslân
Rijn-Noord
Vlieland
II
1
1
1
1
Fryslân
Rijn-Noord
Terschelling
II
1
1
1
1
Fryslân
Rijn-Noord
Ameland Hollum
II
1
1
1
1
Fryslân
Rijn-Noord
Ameland Buren
II
1
1
1
1
Fryslân
Rijn-Noord
Schiermonnikoog*
II
1
1
1
2
Fryslân
Rijn-Noord
Noardburgum*
III
2
1
1
1
3
At-risk: er zijn KRW-relevante knelpunten actueel aanwezig. Het treffen van maatregelen is noodzakelijk.
2
Possible at-risk: mogelijk ontstaat er in de toekomst (weer) een knelpunt. Actie gevraagd aan derden of treffen van interne maatregelen nodig.
1
Niet at-risk en geohydrologisch matig kwetsbaar tot kwetsbaar: geen knelpunten aanwezig.
0
Niet at-risk en geohydrologisch niet kwetsbaar
Indeling in categorieën In samenwerking met de 3 waterbedrijven (WMD, Waterbedrijf Groningen en Vitens) in Noord-Nederland zijn de winningen ingedeeld in een vijftal categorieën. De klasse indeling geeft een indicatie van de huidige kwaliteitstoestand en de potentiële gevoeligheid (kwetsbaarheid) voor verontreinigingen. Het betreft de volgende categorieën: I: Ruwwater is schoon; de winning is niet kwetsbaar. II: Ruwwater is belast met nitraat en/of gewasbeschermingsmiddelen; de waterkwaliteit verbetert, huidig beleid afdoende. III: Ruwwater is schoon; winning is kwetsbaar. Of de waterkwaliteit met het huidige beleid gaat verbeteren moet afgewacht en zorgvuldig in de gaten gehouden worden. IV: Ruwwater is belast; maatregelen zijn nodig om de waterkwaliteit goed te krijgen. V: Ruwwater is belast en de winning is dermate kwetsbaar dat ingrijpende maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren. * In het SGBP Rijn-Delta is Garyp evenals winning Noardburgum en Schiermonnikoog ingedeeld in categorie 2: risico op achteruitgang en noodzaak tot aanvullende maatregelen (tabel 6-3 op pagina 150 en kaart 9b). De reden is gelegen in verzilting.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron - 11 -
7 maart 2013
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 12 -
Definitief rapport
4
KENMERKEN VAN DE WINNING
4.1
Huidige situatie en omgeving Aan de westkant van het Waddeneiland Terschelling ligt de waterwinning Terschelling. De waterwinning ligt ten noorden van de kern West-Terschelling. In het grondwaterbeschermingsgebied van de waterwinning ligt één waterwingebied. De waterwinning Terschelling is een semi-gespannen tot gespannen winning, wat betekent dat het gewonnen water afkomstig is uit een gedeeltelijk tot geheel afgesloten watervoerend pakket. De onttrekking vindt plaats op een diepte van circa 33 tot 40 meter beneden maaiveld (m-mv). Het vergunningsdebiet voor de winning is 0,19 miljoen m3 per jaar. De werkelijk onttrokken hoeveelheden grondwater lagen in de periode 2004 – 2009 tussen de 0,14 en 0,19 miljoen m3 per jaar. Het ruwwater van de winning Terschelling wordt getypeerd als brak. Het wordt onttrokken uit kalkrijke watervoerende pakketten en is anaeroob van karakter. Het water is goed van kwaliteit. Wel is er beperkt sprake van menselijke beïnvloeding, gezien de bestrijdingsmiddelen die in meerdere winputten zijn aangetroffen. Het grondgebruik in het onderzoeksgebied is natuur/duingebied.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron - 13 -
7 maart 2013
Figuur 4 4.1
Top pografie winning Terschellin ng
Onderzzoeksgebied d In het g gebiedsdosssier van Terschelling wo ordt het onderzoeksgebied gebruiktt als buitenccontour voorr het in kaarrt brengen va an de risico''s voor de winning. w Binnnen het onderzzoeksgebied d vallen het waterwingeb w bied, het gro ondwaterbes schermingsggebied, de bereke ende 100-jaa arszone vanaf maaiveld en de berekende 25-ja aarszone in hhet bepom mpte pakket (zie ( figuur 4.2). De bere ekeningen hiervoor zijn uitgevoerd u m met behulp van ee en grondwate ermodel.
9W7289 9/R00033/ALO//Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossiier Terschelling g - 14 -
Deefinitief rapporrt
Opgemerkt wordt dat het huidige grondwaterbeschermingsgebied is gebaseerd op grondwatermodel berekeningen, die zijn uitgevoerd voor het bepompte pakket. De 25jaarszone (de basis voor het grondwaterbeschermingsgebied) is zodanig gedefinieerd dat de stroomlijnen in deze zone er 25 jaar of minder over doen om de pompputten te bereiken. Uitgangspunt bij de berekeningen is de vergunde onttrekkingshoeveelheid van 0,19 miljoen m3/jaar. Om onzekerheden in de thans beschikbare berekeningen te ondervangen ligt het onderzoeksgebied ruim rond de 100-jaarszone vanaf maaiveld en de 25-jaarszone in het bepompte pakket. Het onderzoeksgebied kan gezien worden als het zoekgebied voor bedreigingen. Door het onderzoeksgebied ruim te nemen worden alle mogelijke bedreigingen voor de winning in kaart gebracht. Het onderzoeksgebied is volledig gelegen binnen de gemeente Terschelling.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron - 15 -
7 maart 2013
Figuur 4 4.2
Ond derzoeksgebie ed Terschellin ng
er betreft een n beschrijvin ng van de hu uidige situattie en de huiidige Het gebiedsdossie md op de rissico’s vanaf maaiveld, door menselijijke risico’ss. Hierbij wordt ingezoom activite eit. Toekomsstige ontwikk kelingen wo rden alleen aangeduid. Daaruit vooortkomende risico’ss voor de win nning worde en meegeno omen in de re eguliere actualisatie vann het gebiedsdossier (ee ens per 6 jaa ar of zoveel vaker als nodig).
9W7289 9/R00033/ALO//Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossiier Terschelling g - 16 -
Deefinitief rapporrt
4.2
Intrekgebie ed Het bereken nd intrekgeb bied vanaf m maaiveld staa at in figuur 4.3. 4 Figuur 4.3
Berekend d intrekgebied d vanaf maaive eld
h intrekgeb bied vanaf maaiveld m ligtt binnen eenn gebied me et een De 100-jaarrszone van het straal van 1 kilometer ro ond het putttenveld. Op basis van het ‘berekendd intrekgebie ed vanaf maaivveld (100-jaa arszone)’ is een zonerin ng gemaakt ‘100-jaarszoone vanaf maaiveld’ waarbij w het be erekende in ntrekgebied zoveel z moge elijk weergeegeven is als s een Gebiedsdossie er Terschelling Definitief rappo ort
9W77289/R00033/A ALO/Gron - 17 -
7 ma aart 2013
aaneengesloten gebied (figuur 4.2). Hierdoor kan het ‘berekend intrekgebied vanaf maaiveld’ (licht) afwijken van de ‘100-jaarszone vanaf maaiveld’. Van de winning Terschelling is geen responscurve beschikbaar. Hierdoor kan niet worden bepaald hoeveel procent van het volume opgepompt water een verblijftijd heeft van minder dan 100 jaar.
4.3
Theoretische kwetsbaarheid van het watersysteem De theoretische kwetsbaarheid van een winning is afhankelijk van de geohydrologische opbouw van het watersysteem. Hieronder worden de geohydrologische kenmerken van de winning Terschelling besproken, op basis van het geohydrologische profiel (figuur 4.5). Boven de filters van de winning Terschelling ligt één slechtdoorlatende laag. Deze laag bestaat uit zanden en kleien van de formaties van Naaldwijk en Eem. Het is een laag van zanden met dunne kleilagen (de slechtdoorlatende lagen), waarvan onzeker is of deze aaneengesloten zijn. Onder deze lagen bevinden zich de filters van de winning Terschelling. De filters bevinden zich tussen de 33 en 40 m-mv. De winning vindt plaats in één watervoerend pakket. Dit grof zandige pakket bestaat uit de Eem formatie (zand) en de formaties van Urk (zand), Appelscha (zand) en Peize – Waalre (zand). Tussen de onderkant van de filters en de zoet-zout grens bevinden zich geen slechtdoorlatende lagen. Hierdoor bestaat de mogelijk dat de zoet-zout grens wordt opgetrokken door de winning. Bij een geo-elektrisch onderzoek zijn evenwel geen aanwijzingen gevonden dat het zoet-zout grensvlak wordt opgetrokken (upconing) door de winning. Tussen de onderkant van de filters van de pompputten en het zoet-zout grensvlak bevindt zich nog 60 meter zoet water. Upconing is geen reëel risico.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 18 -
Definitief rapport
Figuur 4.5
Geohydro ologisch profiiel Terschellin ng
eving in het figuur f is nog g volgens de e oude naam mgeving van de lithostra atigrafie De naamge eenheden. Deze D naamg geving is in 2003 gewijz zigd. In tabel 4.1 staat zzowel de nieuwe als de oude e naamgevin ng van de forrmaties die in het geohy ydrologischee profiel van n Terschelling g staan. Tabel 4.1
Oude en nieuwe name n van de litho ostratigrafie ee enheden
Naamgeving in figuur (oude e naamgeving))
Nieuwe na aamgeving
Formatie van Westand (zand d)
Formatie va an Naaldwijk
Formatie van Westland/Eem
Formatie va an Naaldwijk/Ee em formatie
Formatie van Eem/Urk/Ensch hede
Eem formatie/Formatie van n Urk/Formatie vvan Appelscha// an Peize – Waa alre Formatie va
De theoretissche kwetsb baarheid van n het waters systeem is geschat op bbasis van de REFLECT methodiek. m
Gebiedsdossie er Terschelling Definitief rappo ort
9W77289/R00033/A ALO/Gron - 19 -
7 ma aart 2013
De bodemkaart, de dikte van de slechtdoorlatende lagen boven putfilters en de reistijden vanaf maaiveld zijn beoordeeld en gecombineerd. Uit deze verschillende kaartbladen is een kwetsbaarheidskaart berekend (zie figuur 4.6). De kwetsbaarheidscore met behulp van REFLECT2 is als volgt berekend:
Kwetsbaarheidscore =
(score voor bodemtype + score voor slechtdoorlatende laag + score voor reistijd vanaf maaiveld) 3
Score voor het bodemtype: hierbij wordt het bodemtype omgezet in een score voor de kwetsbaarheid. Bijvoorbeeld het bodemtype met code2 = hVc (koopveengronden op zeggeveen, rietzeggeveen, of mesotroof broekveen) krijgt een kwetsbaarheid van 3.2. Hn23 (laardpozolgronden; lemig fijnzand) krijgt een score van 7.5. Oppervlaktewater krijgt een score van 9.5. Deze hoge score voor oppervlaktewater wordt veroorzaakt doordat er geen bodemprocessen zijn die een eventuele verontreiniging kunnen vasthouden en/of afbreken. Score voor de slechtdoorlatende lagen: hiervoor zijn de geohydrologische regis II kaarten gebruikt (kaarten die onderscheid maken tussen slechtdoorlatende lagen (sdl) en watervoerende pakketten (wvp)). Binnen de onderzoeksgebieden is gekeken hoe dik de slechtdoorlatende lagen zijn die boven de bovenkant van de filters liggen. Hierbij is aangenomen dat als de bovenkant van een scheidende laag boven de bovenkant van de filters ligt, de gehele dikte van scheidende laag boven de filters ligt. Deze aanname kan gedaan worden doordat er geen filters worden geplaatst in slechtdoorlatende lagen. De volgende indeling voor de dikte en bij behorende score is aangehouden: Dikte van slechtdoorlatende laag (m)
Score voor slechtdoorlatende laag
0
10
0-0.5
9
0.5-1.0
8
1.0-2.0
7
2.0-4.0
6
4.0-7.0
5
7.0-10.0
4
10.0-15.0
3
15.0-20.0
2
>20.0
1
Score voor reistijden. Voor de reistijd vanaf maaiveld is de volgende indeling gebruikt: Reistijd
Score
0-10 jaar
8
10-25 jaar
5
25-50 jaar
4
50-100 jaar
3
Overig
1
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 20 -
Definitief rapport
Met deze be enadering is s het mogelijjk voor een winning een n ruimtelijk ggedifferentieerd beeld van de d kwetsbaarheid te makken. Hoewe el de scoreto oedeling arbiitrair is en daarmee kw walitatief, is voor v alle win nningen dez zelfde metho ode gehanteeerd en kan de kwetsbaarheid van de winningen w o nderling verrgeleken worden. De kw wetsbaarheid dskaart geeft een ‘th heoretische’’ kwetsbaarh heid, op bas sis van een aantal a kenm merken van de d winning. Vo oor de kleurto oekenning g geldt: hoe ro oder de kleur, des te kwe wetsbaarder het gebied. Figuur 4.6
Theoretis sche kwetsbaa arheid
Gebiedsdossie er Terschelling Definitief rappo ort
9W77289/R00033/A ALO/Gron - 21 -
7 ma aart 2013
De gebieden met een score 1, 2 en 3 worden beschouwd als niet kwetsbaar, de gebieden met een kwetsbaarheid in de klassen 4 t/m 7 worden beschouwd als matig kwetsbaar en de gebieden die in kwetsbaarheidklassen 8 t/m 10 vallen worden beschouwd als zeer kwetsbaar. De winning Terschelling is in het grondwaterbeschermingsgebied ‘matig kwetsbaar’ en in het gebied rondom het waterwingebied zelfs ‘zeer kwetsbaar’. Dit zijn de roze en rode kleuren in figuur 4.6. De hoge kwetsbaarheid van deze delen van het gebied wordt veroorzaakt door het ontbreken van een afdekkend, slechtdoorlatend pakket, de kwetsbare zanderige bodem en de korte reistijden. Buiten het grondwaterbeschermingsgebied is het zuidwestelijke deel van het onderzoeksgebied het kwetsbaarst door de afwezigheid van het afdekkend pakket. In een hoefijzer vorm loopt van het midden van het onderzoeksgebied richting het noorden (praktisch om het grondwaterbeschermingsgebied heen) een minder kwetsbaar gedeelte (gele kleur). De kwetsbaarheid is daar lager doordat hier wel een afdekkend pakket aanwezig is. De dikte van het afdekkend pakket is maximaal 5 meter. Het afdekkend pakket is in het noordoosten van het onderzoeksgebied weer dunner, waardoor de kwetsbaarheid daar weer groter wordt (roze kleur). De winning Terschelling bevindt zich “buitendijks”, buiten de zogenaamde primaire waterkering. Binnen deze kering geldt een maximale veiligheidsgarantie en zijn partijen juridisch en technisch gezien aanspreekbaar in het geval de primaire kering niet meer aan de te stellen eisen voldoet. In het buitendijkse duingebied ligt dat allemaal wat minder duidelijk. Wel zijn er door het rijk afspraken gemaakt voor de instandhouding van de basiskustlijn (de hoeveelheid zandvolume in de zeereep). Overstroming, inundatie van de wingebieden met zout zeewater heeft verzilting van het zoete grondwater tot gevolg en zal voor een langere tijd desastreuze gevolgen hebben voor de drinkwatervoorziening. De “buitendijkse ligging” van wingebieden is derhalve een risico door de theoretische bedreiging van een mogelijke inundatie. Het wingebied Terschelling ligt echter midden op het eiland. Het overstromingsrisico is daarom klein. De combinatie van de matige tot hoge kwetsbaarheid van het grondwaterbeschermingsgebied en de matige kwetsbaarheid van het onderzoeksgebied met het kleine overstromingsrisico van de winning, maakt dat de kwetsbaarheid van de winning wordt beoordeeld als ‘aandachtspunt’.
4.4
Bewezen kwetsbaarheid van het watersysteem
4.4.1
Beschrijving ruwwaterkwaliteit en zuivering Het grondwater wordt onttrokken uit kalkrijke watervoerende pakketten en is anaeroob van karakter. Filters liggen op een diepte van 33 tot 40 m-mv. Het ruwwater wordt getypeerd als brak. Het water is goed van kwaliteit. Er is beperkt sprake van menselijke beïnvloeding, gezien het aantreffen van bestrijdingsmiddelen in meerdere winputten. Er is een aantal normoverschrijdingen voor zuivering gerelateerde parameters als TOC, ijzer en mangaan. Deze overschrijdingen veroorzaken geen zuiveringsproblemen. Daarnaast komen voor kleur en hardheid in een aantal putten normoverschrijdingen voor. In 2009 is membraanfiltratie voor ontkleuring en ontharding opgeleverd. De 9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 22 -
Definitief rapport
chloride-ontwikkeling is een aandachtspunt. Er is een licht stijgende trend waargenomen vanaf de jaren 60. Vanaf 2000 is het chloridegehalte min of meer stabiel. De aanwezigheid van OMIVE (organische microverontreinigingen) in het ruwwater is onwaarschijnlijk. De toename van het chloridegehalte is toe te schrijven aan het saltspray-effect. Het onttrokken ruwwater wordt ter plaatse door Vitens gezuiverd door membraanfiltratie in combinatie met beluchting en snelfiltratie. Hiermee worden van nature aanwezige stoffen (zoals ijzer, natrium, chloride en hardheid) verwijderd en wordt het water ontkleurd. Het geproduceerde reinwater (leidingwater) voldoet daarmee aan de wettelijke vereisten. 4.4.2
Monitoring Het grondwaterkwaliteitsmeetnet voor de winning Terschelling is operationeel sinds eind 80er jaren. Het ontwerp is beschreven in de Iwaco rapporten ‘Grondwaterkwaliteitsmeetnet drinkwaterwingebieden in de Provincie Friesland’ 20.119 (Eindrapport, 1988) en 20.306 (Aanvullend onderzoek: Waddeneilanden, 1989). Het meetnet is gericht op het monitoren van mogelijke toestroming van brak of zout grondwater en op de bedreigingen vanaf maaiveld in de omgeving.
4.4.3
Toetsing ruwwaterkwaliteit De kwaliteit van het ruwwater in individuele pompputten is getoetst aan de drinkwaternorm. Het doel van deze toetsing is het beoordelen van de antropogene (menselijke) beïnvloeding van het ruwwater. Als gevolg van een eventuele antropogene beïnvloeding kan extra zuivering nodig zijn om drinkwater te produceren dat aan de drinkwaternorm voldoet. De toetsing van het ruwwater is uitgevoerd op basis van de ruwwaterrapportage van Vitens uit 2010. In deze rapportage wordt per pompput een waarde gegeven voor de gemeten parameters in de periode 2000-2010. De periode is gelijk aan de KRW periode 2000 – 2010. De waardes in deze rapportage zijn getoetst aan de wettelijke drinkwaternorm en 75% daarvan. De resultaten van deze toetsing staan in tabel 4.2. Tabel 4.2
Stoffen die in het ruwwater van de winning Terschelling de wettelijke norm of 75% van de wettelijke norm overschrijden voor de KRW-periode 2000 – 2010 Aantal winputten met
Aantal winputten met
een overschrijding
een overschrijding van
van de norm
75% van de norm
Ammonium
8
8
0,2 mg/l
IJzer
8
8
0,2 mg/l
Mangaan
8
8
0,05 mg/l
Bromacil
1
1
0,1 μg/l
Dinoterb
2
3
0,1 μg/
Stof
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
Drinkwaternorm
9W7289/R00033/ALO/Gron - 23 -
7 maart 2013
Uit tabel 4.2 blijkt dat in het ruwwater stoffen aanwezig zijn die de wettelijke norm of 75% van de wettelijke norm overschrijden voor de KRW periode 2000 – 2010. De wettelijke norm van deze stoffen wordt door vijf stoffen overschreden. De analysefrequentie van organische microverontreinigingen in de winputten is vierjaarlijks. Voor dit gebiedsdossier betekent dit dat er per winput 2 à 3 analyses zijn gedaan. Bovendien is het analysepakket in de laatste jaren flink uitgebreid, wat betekent dat sommige stoffen nog slechts één keer zijn geanalyseerd. Een vermelding van de vondst van een stof in het gebiedsdossier kan dus op slechts één analyse gebaseerd zijn. IJzer, mangaan en ammonium zijn drie van nature voorkomende stoffen die de norm overschrijden. De normoverschrijdingen van deze drie stoffen zijn structureel. De norm wordt met meer dan 2x de normwaarde overschreden. IJzer, mangaan en ammonium zijn stoffen die nature voorkomen in het grondwater in gehalten boven de drinkwaternorm. Een standaard grondwaterzuivering is er daarom op ingericht om deze stoffen te verwijderen. Bromacil en dinoterb zijn bestrijdingsmiddelen. De normoverschrijdingen van deze stoffen zijn incidenteel, maar komen wel voor in meerdere winputten. De concentratie aan bestrijdingsmiddelen in het ruwe water ligt ruim beneden de drinkwaternorm. Dit komt door de menging van het water met water uit de andere pompputten. De ruwwaterkwaliteit wordt beoordeeld als ‘aandachtspunt’ vanwege de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 24 -
Definitief rapport
5
KENMERKEN BELASTING VANAF HET MAAIVELD
5.1
Inleiding In dit hoofdstuk worden kenmerken van de belasting vanaf maaiveld beschreven. De volgende typen bedreigingen worden onderscheiden:
Puntbronnen (hoofdstuk 5.2). Lijnbronnen (hoofdstuk 5.3). Diffuse bronnen (functies) (hoofdstuk 5.4). Planologische bescherming (hoofdstuk 5.5).
Hieronder worden deze typen bedreigingen verder uitgewerkt voor het onderzoeksgebied Terschelling.
5.2
Puntbronnen Een overzicht van het onderzoeksgebied Terschelling met daarin de locaties met potentiële verontreinigen is weergegeven in figuur 5.1, op de volgende pagina. De puntbronnen zijn ontleend aan het Nazca-i bestand van de provincie Fryslân. Dit bestand bevat een overzicht van alle locaties die potentieel verontreinigd zijn. Locaties die potentieel verontreinigd zijn, zijn onderverdeeld in zogeheten UBI-klassen, de Uniforme Bron Indeling potentieel bodemvervuilende activiteiten. De UBI-klasse is een indicatie van de kans dat er op een locatie daadwerkelijk sprake is van verontreiniging van het grondwater: hoe hoger de UBI-klasse, hoe groter de kans op verontreiniging. Dempingen worden vaak meegenomen als potentiële puntbronnen. De provincie heeft de dempingen nader onderzocht. Zij beschouwt de dempingen niet als potentieel risico voor de bodem- en grondwaterkwaliteit. De dempingen vormen daarmee ook geen risico voor de winning. De rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) van Wetterskip Fryslân zijn ook (standaard) in de legenda opgenomen, omdat ook deze mogelijke puntbronnen zijn. Uit de figuur blijkt dat er binnen het onderzoeksgebied geen locaties aanwezig zijn die potentieel verontreinigd zijn.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron - 25 -
7 maart 2013
Figuur 5 5.1
Potentiële puntbrronnen in het onderzoeksgebied Tersche elling
9W7289 9/R00033/ALO//Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossiier Terschelling g - 26 -
Deefinitief rapporrt
5.3
Lijnbronne en
5.3.1
Aanwezige lijnbronnen De belangrijjkste lijnbron nnen in de o omgeving va an de winnin ng Terschell ing zijn weergegeve en in figuur 5.2. 5 De kaarrt laat zien dat d zich geen lijnbronne n bevinden in het onderzoekssgebied. De dichtstbijzijn nde lijnbron,, meer dan een e kilometeer buiten hett onderzoekssgebied, is een e persleidiing. In parag graaf 6.3 wo ordt nader inngegaan op de d risico’s van de lijnbronn nen. Figuur 5.2
Lijnbronn nen in de omg geving van de waterwinning g Terschelling g
Gebiedsdossie er Terschelling Definitief rappo ort
9W77289/R00033/A ALO/Gron - 27 -
7 ma aart 2013
5.3.2
Rioolbeheer gemeente Terschelling In het onderzoeksgebied bevindt zich geen riolering, noch persleidingen. Het rioolbeheer van de gemeente Terschelling is dan ook niet relevant voor de waterwinning Terschelling.
5.4
Diffuse belasting door bestaande activiteiten
5.4.1
Bodemgebruik Het huidige landgebruik in omgeving van de winning Terschelling staat in figuur 5.3. Deze kaart is gebaseerd op de CBS bodemgebruikskaart uit 2006. De bodemgebruikklassen uit de CBS kaart zijn gekoppeld aan een belastingsscore. De belastingsscores voor de verschillende bodemgebruikklassen zijn opgenomen in bijlage 1.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 28 -
Definitief rapport
Figuur 5.3
Bodemge ebruik in het o onderzoeksge ebied van de waterwinning w T Terschelling
dwaterbesch hermingsgeb bied en ook in het onderzoeksgebieed zijn geen In het grond activiteiten aanwezig a die een hoge diffuse bela asting veroorzaken. In pparagraaf 6.4 4 wordt nader ingeg gaan op de risico´s r van diffuse bron nnen. 5.4.2
Bestrijdingssmiddelenge ebruik gemee ente Tersch helling Waar onkruid verwijderd wordt, doe et de gemee ente Tersche elling dit meechanisch/ delgingsmidd delen. handmatig, zonder verd Gebiedsdossie er Terschelling Definitief rappo ort
9W77289/R00033/A ALO/Gron - 29 -
7 ma aart 2013
5.5
Beschermingsbeleid en -praktijk
5.5.1
Provinciaal en Rijksbeleid Provincie De provincie kent de volgende mogelijkheden om de grondwaterwinningen te beschermen: het Streekplan, de Verordening Romte Fryslân en de Provinciale milieuverordening Fryslân. Streekplan/structuurvisie Het beleid met betrekking tot grondwaterbescherming is verankerd in het Streekplan. Provinciale Staten van Fryslân hebben op 13 december 2006 het Streekplan voor Fryslân vastgesteld. Het plan is de schakel tussen het abstracte rijksbeleid en het concrete karakter van gemeentelijk ruimtelijk beleid. In het streekplan worden ondermeer de milieubeschermingsgebieden vastgelegd en onderdeel hiervan zijn de grondwaterbeschermingsgebieden. Verordening Romte Fryslân Op 15 juni 2011 hebben Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân vastgesteld. De verordening stelt regels die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. Met betrekking tot de bescherming van de drinkwaterwingebieden zijn in deze verordening geen nadere eisen opgenomen. Provinciale milieuverordening Fryslân (PMV) Om de drinkwaterwinning te beschermen zijn grondbeschermingsgebieden ingericht en vastgelegd in de Provinciale milieuverordening Fryslân (PMV). De bevoegdheid van de provincie om zaken in de PMV te regelen staat in de Wet milieubeheer. De provincie mag binnen grondwaterbeschermingsgebieden een aantal zaken regelen: instructiebepalingen, verboden bedrijven en stoffen, regels aan activiteiten binnen en buiten inrichtingen etc. Van al deze bevoegdheden is in de Wet milieubeheer aangegeven hoever ze gaan, dus waar de grens voor de provincie ligt. Bij alle bevoegdheden, die de Wet milieubeheer aan de provincie geeft om zaken in de PMV ten aanzien van inrichtingen binnen grondwaterbeschermingsgebieden te regelen, is aangegeven dat het moet gaan om inrichtingen waarvoor het verbod op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder de Wabo geldt. In de PMV worden dus alleen eisen opgenomen die gelden voor het milieudeel van de omgevingsvergunning. In de PMV zijn geen weigeringsgronden opgenomen voor het bouwdeel van de omgevingsvergunning. Een aanvraag om omgevingsvergunning die strijdig is met de PMV kan door GS alleen geweigerd worden voor het milieuonderdeel van de omgevingsvergunning. Voor het overige heeft GS geen bevoegdheid. Voor het weigeren van het bouwdeel van de omgevingsvergunning is het bestemmingsplan bepalend/van toepassing. Uit toetsing aan het bestemmingsplan moet blijken of voor het bouwwerk al dan niet een omgevingsvergunning verleend kan worden.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 30 -
Definitief rapport
Rijk Vanuit het Rijk worden via de Drinkwaterwet regels en kaders voor een duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening gesteld. Dit moet zorgen voor een hoge kwaliteit van het drinkwater en leveringszekerheid. 5.5.2
Bestemmingsplan De planologische instrumenten die de gemeenten ter beschikking staan zijn de structuurvisie en het bestemmingsplan. Hiervan is het bestemmingsplan het belangrijkste instrument, welke ook juridisch bindend is. Regels met betrekking tot grondwaterbeschermingsgebieden mogen evenwel niet gesteld worden in een bestemmingsplan. Het is niet toegestaan voor een lagere overheid om zaken te regelen die al door een hogere overheid (PMV) zijn geregeld, tenzij in de hogere regelgeving specifiek wordt vermeld dat de lagere overheid dat moet doen. Het grondwaterbeschermingsgebied aangeven op de juridisch geldende planverbeelding is strikt gezien bedoeld als signalering. Daarbij is het wenselijk (sinds de komst van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening zelfs verplicht), dat regels zijn verbonden aan iets dat is vermeld op de juridisch geldende planverbeelding. Wanneer dat niet is gebeurd, dan is de aanduiding op de kaart een loze verwijzing en dat is niet toegestaan.
5.5.3
Grondwaterbeschermingszone Terschelling Met de huidige berekeningen strekt de 25-jaarszone in het bepompte pakket zich uit tot buiten het grondwaterbeschermingsgebied. De provincie zal de zonering evalueren en eventueel aanpassen aan de nieuwe situatie.
5.6
Lopende projecten
Pilot Watervoorziening Terschelling. Opstellen beheerplan in het kader van Natura2000 (inpassen van bestaand gebruik) en waterwinning in samenwerking met terreineigenaar Staatsbosbeheer.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron - 31 -
7 maart 2013
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 32 -
Definitief rapport
6
ANALYSE RISICO’S
6.1
Inleiding In dit hoofdstuk wordt de beschrijving van de winning (hoofdstuk 4) gecombineerd met de beschrijving van de belasting vanaf maaiveld (hoofdstuk 5). Met deze analyse wordt specifiek voor een drinkwaterwinning de belasting vertaald in risico’s voor de grondwaterkwaliteit. Figuur 6.1
Schematisch overzicht van analyse van diffuse belasting (functies), puntbronnen en lijnbronnen
Kwetsbaarheidskaart winning (REFLECT-kaart) Analyse / Actuele risico’s functies / landgebruik Functies / landgebruik
Diffuse belasting
Puntbronnen
Puntbronnen met risico’s voor grondwaterkwaliteit
Analyse / puntbronnen
Analyse / lijnbronnen
Lijnbronnen
Kwetsbaarheidskaart winning als onderlegger (REFLECT-kaart)
6.2
Risico’s puntbronnen In paragraaf 5.2 is reeds vastgesteld dat er in het onderzoeksgebied van de winning Terschelling geen potentiële puntbronnen aanwezig zijn. Figuur 6.2 combineert de kwetsbaarheid van de winning met eventuele potentiële puntbronnen. Het feit dat er geen potentiële puntbronnen zijn, maakt dat figuur 6.2 nu feitelijk alleen de kwetsbaarheid laat zien.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron - 33 -
7 maart 2013
Figuur 6 6.2
Ges selecteerde po otentiële punttbronnen, gecombineerd me et de theoretissche kwe etsbaarheid va an de winning g Terschelling
n potentiële puntbronnen p n binnen hett onderzoeksgebied maaakt dat de Het ontbreken van ordt beoorde eeld als ‘gee en probleem’. belasting met punttbronnen wo
9W7289 9/R00033/ALO//Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossiier Terschelling g - 34 -
Deefinitief rapporrt
6.3
Risico’s lijjnbronnen Figuur 6.3 geeft g een ov verzicht van aanwezige lijnbronnen die liggen inn het onderzoekssgebied, gec combineerd met de theo oretische kw wetsbaarheidd van het gebied. Figuur 6.3
Lijnbronn nen, gecombin neerd met de theoretische kwetsbaarheid d van de winn ning Terschellling
Er bevinden n zich in het onderzoekssgebied gee en lijnbronne en. In de huiddige situatie e worden de risico’s r van aanwezige a llijnbronnen beoordeeld als ‘geen prrobleem’. Gebiedsdossie er Terschelling Definitief rappo ort
9W77289/R00033/A ALO/Gron - 35 -
7 ma aart 2013
6.4
Risico’s diffuse bronnen In het grondwaterbeschermingsbeleid van de provincie Fryslân wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten gebruiksfuncties aan maaiveld (zie ook bijlage 1):
Functies die samengaan met de drinkwaterwinning, zogenaamde harmoniërende functies (score 1). Functies die mogelijk een risico vormen voor de grondwaterkwaliteit (score 2). Functies die waarschijnlijk een risico vormen voor de grondwaterkwaliteit (score 3).
Uitgaande van de CBS bodemgebruikskaart is een inschatting gemaakt van de actuele risico’s door de beoordeling van de diffuse belasting te combineren met de theoretische kwetsbaarheid van de winning. Een ruimtelijk overzicht van de actuele risico’s staat weergegeven in figuur 6.4.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 36 -
Definitief rapport
Figuur 6.4
Actuele risico’s door d diffuse bronne en, gerelateerd d aan het huid dige landgebru uik voor de winnin ng Terschellin ng
sgebied is Na atura2000 gebied. g Deze e functie harrmonieert met m de Het gehele onderzoeks ng. Het risico o van de difffuse bronnen wordt beo oordeeld als ‘geen probleem’. waterwinnin
Gebiedsdossie er Terschelling Definitief rappo ort
9W77289/R00033/A ALO/Gron - 37 -
7 ma aart 2013
6.5
Calamiteitenplannen
6.5.1
Algemeen Risico’s voor de drinkwatervoorziening door lijnbronnen zijn deels gerelateerd aan de continue belasting door een dergelijke bron, maar deels ook aan calamiteiten. De calamiteiten die voor de belasting van het grondwater relevant zijn, zijn calamiteiten op vaarwegen, het spoor en wegen. De beschikbaarheid van een calamiteitenplan draagt bij aan het beheersen van dergelijke risico’s. De hulpverlening in geval van calamiteiten wordt gecoördineerd door de veiligheidsregio’s. Deze veiligheidsregio’s hebben een werkwijze waarin afstemming met betrokken partijen – waaronder provincie, waterschap, Rijkswaterstaat, gemeenten – geregeld is. In aanvulling hierop hebben regionale brandweerkorpsen een ambtenaar gevaarlijke stoffen in dienst die adviseert in geval van calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Indien sprake is van verspreiding – of er een vermoeden bestaat dat dit aan de orde is – wordt de bevoegde of beherende instantie(s) geïnformeerd waarvan mogelijk belangen geschaad kunnen worden. Dit betreft in de regel de milieupolitie (overigens geen bevoegde of beherende instantie in dit kader) en/of de grondeigenaar, het waterschap en Vitens. De calamiteit wordt vervolgens, voor wat betreft de dreiging ‘waterverontreiniging’ conform het calamiteitenplan van de betrokken beheerder of bevoegd gezag aangepakt. Het borgen van het grondwaterbelang en/of de drinkwaterfunctie van grond- of oppervlaktewater moet dan ook in deze (onderliggende) plannen geregeld worden. Er zijn in het onderzoeksgebied geen wegen of waterwegen aanwezig. Er zijn dus ook geen calamiteiten te verwachten, gekoppeld aan deze wegen. Voor de waterwinning Terschelling betekent dit dat een beoordeling van de risico’s van de mate van borging van het grondwaterbelang in calamiteitenplannen niet relevant is.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 38 -
Definitief rapport
7
SAMENVATTING ANALYSE Het gebiedsdossier geeft inzicht in de aanwezigheid van bronnen van bedreigingen in de omgeving en inzicht in de huidige kwaliteit van de drinkwaterwinning.
7.1
De resultaten in één oogopslag Onderstaand wordt een samenvatting van de resultaten van de analyse weergegeven (tabel 7.1 en 7.2), gevolgd door een toelichting op de resultaten.
Winning
Ruwwaterkwaliteit
Puntbronnen
Lijnbronnen
Samenvattende tabel analyse actuele risico’s Kwetsbaarheid winning
Terschelling
2
2
1
1
Tabel 7.2
bronnen
Calamiteitenplannen
Belasting
Diffuse
Tabel 7.1
Niet relevant
1
Toelichting op de resultaten van de analyse (tabel 7.1) Geen probleem (1)
Aandachtspunt (2)
Actueel risico (3)
Kwetsbaarheid winning
Weinig kwetsbaar
Matig kwetsbaar
Kwetsbaar
Ruwwaterkwaliteit
Geen verontreinigingen in
Wel verontreinigingen in
Wel verontreinigingen in
het ruwwater aangetroffen.
ruwwater, maar geen
ruwwater, overschrijding
overschrijding van de norm van de norm Belasting (puntbronnen,
Combinatie van
diffuse bronnen en
kwetsbaarheid en belasting grondig volgen van de
Belasting is zodanig, dat het Nader onderzoek gewenst om de aard en omvang van
lijnbronnen)
leidt niet tot een knelpunt.
ontwikkelingen onder en
de bedreiging in te schatten.
boven maaiveld voldoende
Dit kan aanleiding zijn voor
zal zijn.
het opstellen van maatregelenpakketten.
Calamiteitenplannen
7.2
Bescherming via de
Bescherming via de
calamiteitenplannen
calamiteitenplannen varieert calamiteitenplannen
Bescherming via de
voldoende gewaarborgd.
per beheerder.
onvoldoende gewaarborgd.
Kwetsbaarheid De combinatie van de matige tot hoge kwetsbaarheid van het grondwaterbeschermingsgebied en de matige kwetsbaarheid van het onderzoeksgebied met het kleine overstromingsrisico van de winning, maakt dat de kwetsbaarheid van de winning wordt beoordeeld als ‘aandachtspunt’.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron - 39 -
7 maart 2013
7.3
Ruwwaterkwaliteit Uit de inventarisatie van de huidige kwaliteit van het ruwwater, blijkt dat de winning weinig kwetsbaar is voor activiteiten aan maaiveld. De normoverschrijdingen in het ruwwater worden door stoffen die van nature voorkomen in grondwater. Incidenteel zijn in meerdere winputten overschrijdingen van twee bestrijdingsmiddelen gemeten. De mengwaterkwaliteit blijft ver onder de drinkwaternormen. De ruwwaterkwaliteit wordt vanwege de aanwezigheid van de bestrijdingsmiddelen beoordeeld als ‘aandachtspunt’.
7.4
Puntbronnen Er bevinden zich geen puntbronnen in het gebied. Het risico van belasting door puntbronnen wordt beoordeeld als ‘geen probleem’.
7.5
Lijnbronnen Er bevinden zich geen lijnbronnen in het gebied. Het risico van belasting door lijnbronnen wordt beoordeeld als ‘geen probleem’.
7.6
Diffuse bronnen In het onderzoeksgebied komen alleen functies voor die harmoniëren met de functie waterwinning, het gehele gebied is namelijk Natura2000 gebied. Er is in het gebied geen sprake van een (hoge) diffuse belasting. De diffuse belasting wordt beoordeeld als ‘geen probleem’.
7.7
Calamiteitenplannen Omdat zich in het onderzoeksgebied geen (water)wegen bevinden, is een beoordeling van de calamiteitenplannen van de beheerders van deze (water)wegen niet relevant.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling - 40 -
Definitief rapport
8
LITERATUURLIJST
Laeven, M.C., W. Beekman, L.J.L. Drogendijk, P. van Bergen en C. van den Brink [1999]. Functieverweving en duurzame waterwinning. REFLECT: bepaling van risico’s voor grondwaterwinningen. KIWA/IWACO rapport no. SWE 99.007. Ministeries van LNV, V&W en VROM [2008]. Ontwerp Besluit kwaliteitseisen en monitoring water. Ministerie van V&W [2008]. Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta. 22 december 2008. NWO [2010]. Afspraken invoering gebiedsdossiers waterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening (16 juni 2010), opgesteld door de projectgroep gebiedsdossiers waterwinning bestaande uit vertegenwoordigers van provincies, Rijkswaterstaat, gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven, het ministerie van VROM (initiatiefnemer en voorzitter) en het RIVM (penvoerder). Provincie Fryslân [2011]. Verordening Romte Fryslân, door GS vastgesteld 15 juni 2011. Provincie Fryslân [2010]. Provinciale milieuverordening Fryslân, door GS vastgesteld 1 oktober 2011. Provincie Fryslân [2009]. Waterhuishoudsplan Fryslân 2010 – 2015, ‘Wiis mei Wetter’, door PS vastgesteld op 7 november 2009. Ten Heggeler, M et al. [2010]. Gebiedsdossiers voor kwetsbare drinkwaterwinningen in Overijssel. H2O/6 – 2010. Van den Brink, C. en M. Buitenkamp [2005]. Gebiedsdossiers als instrument voor gebiedsgericht grondwaterbeschermingsbeleid. Haskoning/Anantis rapportno. 9P9795 in opdracht van de provincie Overijssel. Van den Brink, C. en M. Buitenkamp [2006]. Vernieuwing grondwaterbeschermingsbeleid. Haskoning/Anantis rapportno. 9R9684 in opdracht van VROM. Van den Brink, C., M. Buitenkamp en J. van Grootheest [2007a]. Risicoinventarisatie grondwaterbeschermingsgebieden in de provincie Drenthe. Haskoning/Anantis rapportno. 9S2683 in opdracht van de provincie Drenthe. Van den Brink, C. en M. Buitenkamp [2007b]. Vaststellen maatregelenpakket grondwater KRW. Haskoning/Anantis rapportno. 9S6231 in opdracht van de provincies Drenthe, Groningen, Fryslan, Overijssel en Gelderland. Van den Brink, C., M. ten Heggeler en J. van Essen [2012]. Uitvoeringsprogramma gebiedsdossiers in Overijssel. H2O, 14/15, 2011, pp. 22-23. Van Veen, R. en C. van den Brink [2008]. Actualisatie gebiedsbeschrijving RijnNoord. Royal Haskoning rapportno. 9T2681 in opdracht van de provincies Drenthe, Groningen, Fryslan, Overijssel en Gelderland. Van den Brink, C. en J. van Essen [2010]. Beoordelen drinkwaterwinningen. Position paper in opdracht van de provincies Drenthe, Groningen, Fryslân en Overijssel. Royal Haskoning rapportno. 9W0979. Vitens. Factsheets en overige data betreffende de drinkwaterwinningen. Wuijts, S., H.F.M.W. van Rijswick en H.H.W. Dik [2007]. Gebiedsdossiers voor drinkwaterbronnen; Uitwerking van risico’s en ontwikkeling van maatregelen. RIVM rapportno. 734301032/2007 in opdracht van VROM.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron - 41 -
7 maart 2013
Bijlage 1 Scores diffuse belasting
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Scores diffuse belasting De scores die zijn toegekend aan de diffuse belasting/landgebruikfuncties staan in onderstaande tabel. Tabel B.1
Toegekende score aan de diffuse belasting van landgebruiksfuncties
Functie- hoofdaanduiding
Omschrijving
Score
Bebouwd
Woongebied
2
Bebouwd
Detailhandel en horeca
2
Bebouwd
Openbare voorziening
2
Bebouwd
Sociaal-culturele voorziening
2
Bebouwd
Bedrijfsterrein
3
Semi-bebouwd
Stortplaats
3
Semi-bebouwd
Wrakkenopslagplaats
3
Semi-bebouwd
Begraafplaats
3
Semi-bebouwd
Delfstofwinplaats
3
Semi-bebouwd
Bouwterrein
2
Semi-bebouwd
Semi verhard overig terrein
2
Recreatie
Park en plantsoen
1
Recreatie
Sportterrein
2
Recreatie
Volkstuin
2
Recreatie
Dagrecreatief terrein
2
Recreatie
Verblijfsrecreatie
2
Landbouw
Glastuinbouw
2
Landbouw
Overig agrarisch gebruik
2
Bos & natuur
Bos
1
Bos & natuur
Droog natuurlijk terrein
1
Bos & natuur
Nat natuurlijk terrein
1
Binnenwater
Randmeer
2
Binnenwater
Spaarbekken
2
Binnenwater
Water met recreatieve functie
2
Binnenwater
Water met delfstofwinningsfunctie
3
Binnenwater
Vloei- en/of slibveld
3
Binnenwater
Overig binnenwater
2
Score 1/groen = ‘toegestaan’ Score 2/geel = ‘onder voorwaarden toegestaan’ Score 3/rood = ‘verboden’ Daarnaast worden binnen REFLECT een aantal bronnen onderscheiden die formeel een lijnbron zijn, maar een zodanig oppervlak hebben dat ze (ook) bijdragen aan een diffuse belasting. Deze staan weergegeven in tabel B.2.
Gebiedsdossier Terschelling Definitief rapport
Bijlage 1 -1-
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Tabel B.2 Toegekende score aan de diffuse belasting van grote lijnbronnen Functie-
Omschrijving
Score
hoofdaanduiding Verkeer
Spoorweg
3
Verkeer
Autoweg (incl. parkeerterrein en
3
transferia) Verkeer
Vliegveld
3
Waterweg
Overig binnenwater
3
Buisleidingen
Belangrijke leidingtracés
3
Score 1/groen = ‘toegestaan’ Score 2/geel = ‘onder voorwaarden toegestaan’ Score 3/rood = ‘verboden’ Deze score toekenning is gebaseerd op de REFLECT-scores (KIWA/IWACO, 1999), waar nodig aangepast door de begeleidingsgroep. In geval van twijfel is steeds gekozen voor de score ‘2’ (onder voorwaarden toegestaan) om de feitelijke beoordeling van een functie of ontwikkeling gevalsgericht en afhankelijk van de specifieke situatie te kunnen maken en zo min mogelijk functies op voorhand toe te staan dan wel te verbieden.
9W7289/R00033/ALO/Gron 7 maart 2013
Gebiedsdossier Terschelling -2-
Definitief rapport
Gebiedsdossier
Oldeholtpade Grondwaterbeschermingsgebieden in Fryslân 2013
Gebiedsdossier: een risico-inventarisatie van een drinkwaterwinning