Gebiedsdossier Doorn Bescherming waterwinning ten behoeve van drinkwatervoorziening
Datum: 12 juni 2012, Kaarten geactualiseerd 9 nov 2015 Definitief rapport
Documenttitel Status Datum vaststelling Datum definitieve versie Opdrachtgever Auteurs
Gebiedsdossier Doorn Definitief rapport, vastgesteld in gebiedsgesprek 28 november 2011 12 juni 2012 Kaarten geactualiseerd 9 nov 2015 Provincie Utrecht A.A. (Lideke) Vergouwen (Grontmij BV) M.J.M. (Marc) Vissers (Grontmij BV) I. (Inge) Rosenthal (Vitens) S. (Sandy) Mensing (Provincie Utrecht)
Website Rapportnummer
http://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/ alleonderwerpen/drinkwater/drinkwaterwinning 80D8445D
@Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
Gebiedsdossier Doorn
0
SAMENVATTING GEBIEDSDOSSIER DOORN
0.1
Inleiding
In 2010 is in het nationaal wateroverleg (NWO) afgesproken om vóór 2015 voor alle winningen voor de openbare drinkwatervoorziening zogenaamde ‘gebiedsdossiers’ op te stellen volgens een door het RIVM ontwikkeld protocol. Voor de grondwaterwinningen vervullen de provincies daarbij de regierol. De provincie heeft sinds 2002 ervaring met deze 'gebiedsaanpak' en het vernieuwen van de gebiedsdossiers geeft ook uitvoering aan het grondwaterplan (2008-2013). In deze gebiedsdossiers wordt informatie over de winning beschreven en worden de risico's voor de grondwaterkwaliteit op een overzichtelijke manier in beeld gebracht. Op basis van het dossier worden maatregelen opgesteld om de kwaliteit van het grondwater te beschermen, zodat kan worden voldaan aan de eisen voortkomend uit de KRW. De maatregelen zullen eventueel worden opgenomen in het stroomgebiedsbeheerplan 2015 voor de Kaderrichtlijn Water. De gebiedsdossiers zijn opgesteld onder regie van de provincie in samenwerking met de betrokken gebiedspartijen, ieder vanuit de verantwoordelijkheid voor bepaalde taken en bevoegdheden. Ook de uitvoering van de maatregelen zal gebaseerd worden op deze samenwerking en rolverdeling. Het onderhavige gebiedsdossier is het gebiedsdossier van de winning Doorn.
0.2
Kenmerken winning Doorn
De grondwaterwinning Doorn is sinds 2010 een winning van drinkwaterbedrijf Vitens (voorheen eigendom van Bronwaterleidingmaatschappij Doorn). Het is een kleine, zeer ondiep (-5 tot -22 m NAP) gelegen winning waarvan het intrekgebied voornamelijk uit bosgebied bestaat. De winning levert drinkwater voor Doorn. Het grondwater dat wordt onttrokken is aeroob en zacht. Voordat het water in het leidingnet wordt gepompt hoeft alleen maar kalk te worden toegevoegd. Momenteel wordt overwogen, mede gezien de kwetsbaarheid en de benodigde investeringskosten, de winning op termijn te sluiten.
0.3
Signaleringsdiagram
Om de grondwaterkwaliteit, het risico op verontreiniging, het beschermingsbeleid en de uitvoering daarvan overzichtelijk in beeld te brengen wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘signaleringsdiagram’. Voor het opstellen van dit signaleringsdiagram zijn 8 aspecten die van belang zijn voor de bescherming van de winning beoordeeld door de actoren die in het ‘gebiedsproces’ van deze winning zijn betrokken. Het signaleringsdiagram is als volgt opgebouwd, en is weergegeven in Figuur 1: · Links is het ‘resultaat’ van de bescherming en van de historische activiteiten tot nu toe in beeld gebracht. Het risico van de huidige functies (sector 8) is matig (deels bos en deels bebouwd gebied). De situatie van de winning Doorn is momenteel weliswaar goed, omdat geen (!) zuivering (7) nodig is om het water geschikt te maken voor consumptie, maar toch worden in het ruwwater (6) stoffen aangetroffen die de drinkwaternorm naderen. Ook in waarnemingsputten (5) op enige afstand van de winning worden probleemstoffen aangetroffen. · Rechts in het diagram is de huidige status van de bescherming bovengronds (1 en 2) en ondergronds (3 en 4) beoordeeld. Wanneer deze goed is zijn de gezamenlijke partijen het erover eens dat de bescherming adequaat is vastgelegd en wordt uitgevoerd. Ten aanzien van de huidige bescherming zijn door de actoren diverse verbeterpunten en aandachtspunten gesignaleerd. Provincie Utrecht
1
Gebiedsdossier Doorn
0.4
Kenschets problemen winning Doorn
De winning Doorn heeft problemen veroorzaakt door gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen. Het is nog niet duidelijk hoe de concentraties zich zullen ontwikkelen. Daarnaast worden risico’s gezien in de diverse historische bronnen van bodemverontreiniging, mede door de grote kwetsbaarheid van de winning. Momenteel ontbreekt inzicht in de risico’s doordat een meetnet met waarnemingsfilters ontbreekt. Door de actoren worden daarnaast nog een aantal problemen en aandachtspunten gesignaleerd om de huidige bescherming te verbeteren. Onder anderen kunnen beschermingszones beter in bestemmingsplannen worden opgenomen zodat minder risico op ‘verkeerde functies’ in het beschermingsgebied aanwezig is.
Effect Resultaat (Risico’s)
Actie prestaties (Risicobeheersing)
1 Planologische 8 Risico op verontreiniging bescherming mbt huidige functies door huidige functies
7 Zuiveringsinspanning
6 Kwaliteit ruwwater
5 Kwaliteit toestromend grondwater
Figuur 1
0.5
2 Milieuregelgeving
Bovengrond
Ondergrond 3 Bescherming mbt ondergrondse activiteiten
4 Aanpak bestaande verontreinigingen
Signaleringsdiagram met de score voor de winning Doorn op de acht indicatoren
Toelichting beoordeling score signaleringsdiagram en maatregelen
Uit een analyse van de risico’s blijkt dat diverse verbeteringen mogelijk zijn ten opzichte van de huidige situatie. Er zijn diverse maatregelen geformuleerd. De belangrijkste daarvan (met name winningsspecifieke maatregelen) zijn in de onderstaande tabel 1 weergegeven. In tabel 2 zijn algemene maatregelen weergegeven die voor alle kwetsbare winningen in de provincie Utrecht en voor de winningen in de Utrechtse Heuvelrug gelden.
Provincie Utrecht
2
Gebiedsdossier Doorn
Tabel 1. Nr signalerings-
Toelichting signaleringsdiagram winningspecifieke risico’s en voorstel maatregelen Beoordelingscriterium
Risicobeoordeling
Voorstel maatregel
1 Planologische
Beschermingsbeleid: vóórkomen
Onvolledige weergave be-
Grondwaterbescherming beter laten
bescherming
beschermingszones in bestem-
schermingszo-
doorwerken in de bestemmingsplannen
met betrekking tot
mingsplannen en kaarten.
diagram
nes/voorschriften in de be-
(juiste weergave van begrenzingen en
huidige
stemmingsplannen van de
voorschriften).
functie
gemeente Utrechtse heuvelrug,
2 Milieuregelge-
Onderdelen:
GWBG contouren nieuwe
ving
·
Verloopt handhaving vol-
PMV groter dan huidige,
gens plan
daardoor deel van de ‘be-
Zijn de ‘nieuwe’ contouren
schermingszone’ nog niet
(ingang 2012) bescher-
beschermd
·
Invoeren nieuwe PMV
mingszones ruimer dan huidige 3 Bescherming
Onderdelen:
met betrekking tot
·
ondergrondse activi-
Geen knelpunten
n.v.t.
Zanderij Maarn
Provincie is daarmee bezig, Gezien de
Koude warmteopslag binnen 50-jaarszones
·
Lekkende riolering
teiten 4 Aanpak bodem-
Aanpak bodemverontreinigings-
verontreinigingen
locaties die risicovol kunnen zijn voor de winning
grote afstand tot de winning parkeren. Stortplaats noorden Doorn
Nieuwe stortplaats, bekend bij provincie. Voortgang wordt gemonitoord.
Verontreinigingen afkomstig
Vitens is reeds in dit proces betrokken,
van stortplaats Maarsbergen
daarom is dit een aadachtspunt, geen maatregel. Nagaan in hoeverre de meetputten van Vitens de eventuele pluim kunnen detecteren
5 Kwaliteit toe-
Beoordeling grondwaterkwaliteit
Niet te beoordelen door
Inrichten van een kwaliteitsmeetnet
stromend
in waarnemingsputten t.o.v.
ontbreken waarnemingsput-
(early warning) rondom de winning (Vi-
grondwater
drinkwaternorm
ten
tens) Nagaan of bestaande buizen iets kunnen zeggen over risico’s: inrichten kwaliteitsmeetnet voorlopig niet aan de orde.
Risico voor bestrijdingsmiddelen in de winning
Monitoring en interpretatie van put uit provinciale meetnet (put B32D0165) (KRW-maatregel) en consequenties voor ruwwater achterhalen.
6 Kwaliteit
Beoordeling ruwwaterkwaliteit in
ruwwater
pompputten t.o.v. drinkwater-
Bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen
Zie ad 5
n.v.t.
norm 7 zuiverings-
Is de zuiveringsinspanning gro-
De zuiveringsinspanning
inspanning
ter dan hoort bij een natuurlijke
past bij een natuurlijke
grondwaterkwaliteit?
grondwaterkwaliteit
8 Risico op ver-
Risico’s tengevolge van diffuse
Scoort matig
ontreiniging
belasting
Diverse algemene maatregelen ‘Utrechtse Heuvelrug’, onder anderen
door huidige
acties voortkomend uit ‘Schoon grond-
functies
water Utrechtse heuvelrug’.
Provincie Utrecht
3
Gebiedsdossier Doorn
GWBG= grondwaterbeschermingsgebied, PMV= provinciale milieuverordening
Tabel 2. Nr signalerings-
Voorstel algemene maatregelen geldend voor alle kwetsbare winningen en voor de winningen in de Utrechtse Heuvelrug Beoordelingscriterium
Algemene maatregel
1 Planologische
Beschermingsbeleid: vóórko-
Definiëren begrenzing intrekgebied
bescherming
men beschermingszones in
met betrekking tot
bestemmingsplannen en kaar-
Sturingsinstrumenten RO inzetten binnen de gehele Utrechts Heuvel-
huidige
ten.
rug (dit is in feite de huidige situatie, echter nog niet volledig uitge-
diagram
werkt)
functie
Bewustwording particulieren ten aanzien van functies van beschermingszones en gebruik van stoffen binnen deze zones. 2 Milieuregelge-
Onderdelen:
ving
·
Verloopt handhaving volgens plan
·
Volgen autonome ontwikkelingen binnen gebiedsgesprekken Nadere analyse calamiteitenplannen
Zijn de ‘nieuwe’ contouren (ingang 2012) be-
Uitvoeren ‘gebiedsschouw’ ter verdere verbetering en optimalisatie
schermingszones ruimer
van de handhaving
dan huidige 3 Bescherming
Onderdelen:
Op korte termijn een algemene maatregel uitvoeren (per 1 jan 2013
met betrekking tot
·
Koude warmteopslag
moeten diepe gesloten systemen wel gemeld worden) om inzicht in
binnen 50-jaarszones
bodemenergiesystemen te krijgen.
ondergrondse activi-
·
Lekkende riolering
teiten 4 Aanpak bodem-
Aanpak bodemverontreini-
Voortzetting monitoring grondwater en communicatie omtrent monito-
verontreinigingen
gingslocaties die risicovol
ring binnen het gebiedsproces
kunnen zijn voor de winning 8 Risico op ver-
Risico’s tengevolge van diffu-
Diverse algemene maatregelen ‘Utrechtse Heuvelrug’, onder anderen
ontreiniging
se belasting door bestrij-
acties voortkomend uit ‘Schoon grondwater Utrechtse heuvelrug’.
door huidige
dingsmiddelen en wegenzout
functies
0.6
Nieuwe ruimtelijke plannen
Bij nieuwe ruimtelijke functies is het belangrijk om in een vroegtijdig stadium het grondwaterbeschermingsbelang mee te wegen bij de uitwerking van deze ontwikkelingen. In het gebiedsdossier is een werkwijze daarvoor opgenomen. Zo dienen risicovolle functies bij voorkeur niet in de beschermingszones gepositioneerd te worden. Als het toch niet anders kan, dan bij voorkeur in de minder kwetsbare delen betreffende beschermingszone én in combinatie met emissiereducerende maatregelen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken. Niet risicovolle functies kunnen juist wel geplaatst worden binnen de kwetsbare delen van de beschermingszones.
Provincie Utrecht
4
Gebiedsdossier Doorn
Inhoudsopgave 0
1
2
3
4
5
Samenvatting gebiedsdossier Doorn .......................................................................................1 0.1
Inleiding ...............................................................................................................................1
0.2
Kenmerken winning Doorn ...................................................................................................1
0.3
Signaleringsdiagram ............................................................................................................1
0.4
Kenschets problemen winning Doorn ...................................................................................2
0.5
Toelichting beoordeling score signaleringsdiagram en maatregelen .....................................2
0.6
Nieuwe ruimtelijke plannen ..................................................................................................4
Inleiding .....................................................................................................................................7 1.1
Wat is een gebiedsdossier? .................................................................................................7
1.2
Waarom een gebiedsdossier?..............................................................................................7
1.3
Leeswijzer ...........................................................................................................................8
Basisinformatie .........................................................................................................................9 2.1
Inleiding ...............................................................................................................................9
2.2
Waterwinning en zuivering ...................................................................................................9
2.3
Opbouw van de ondergrond ............................................................................................... 12
2.4
Grondwaterstroming en verblijftijden .................................................................................. 14
2.5
Oppervlaktewater............................................................................................................... 15
2.6
Puntbronnen ...................................................................................................................... 16
2.7
Ondergronds ruimtegebruik ............................................................................................... 21
2.8
Lijnbronnen........................................................................................................................ 22
2.9
Diffuse bronnen ................................................................................................................. 23
2.10
Kwaliteit van ruwwater en grondwater: bewezen kwetsbaarheid ......................................... 28
2.11
Meer informatie?................................................................................................................ 30
Beschermingsbeleid en praktijk ............................................................................................. 31 3.1
Inleiding ............................................................................................................................. 31
3.2
PMV beschermingszones en regels ................................................................................... 32
3.3
Planologische doorwerking beschermingszones ................................................................ 36
3.4
Ruimtelijke ontwikkelingen ................................................................................................. 38
Analyse risico’s en maatregelen ............................................................................................ 39 4.1
Inleiding ............................................................................................................................. 39
4.2
Signaleringsdiagram .......................................................................................................... 39
4.3
Voorstel maatregelen ......................................................................................................... 43
Gebiedsgerichte aanpak .........................................................................................................48 5.1
Inleiding ............................................................................................................................. 48
Provincie Utrecht
5
Gebiedsdossier Doorn
5.2
Gebiedsgesprekken ........................................................................................................... 48
5.3
Afspraken .......................................................................................................................... 49
1
Bijlage 1 Literatuurlijst ..............................................................................................................0
2
Bijlage 2 Kaarten in A4 ..............................................................................................................2
3
Bijlage 3 Toetsing waterkwaliteit ..............................................................................................0
4
Bijlage 4 Notulen gebiedsgesprekken ......................................................................................2
5
Bijlage 5 Begrippenlijst .............................................................................................................3
6
Bijlage 6 Beleid en regelgeving ................................................................................................0
7
Bijlage 7 Concept afspraken over adequate grondwaterbescherming ...................................0
8
Bijlage 8 Toelichting signaleringsdiagram...............................................................................1
Provincie Utrecht
6
Gebiedsdossier Doorn
1
INLEIDING
1.1
Wat is een gebiedsdossier?
Het voorliggende gebiedsdossier bevat informatie over de waterwinning Doorn. In een gebiedsdossier wordt door de betrokken partijen informatie verzameld die van belang is voor de (grond)waterkwaliteit ter plaatse van de waterwinning voor drinkwater (zie ook RIVM, 2010a). Op basis van deze informatie worden mogelijke beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, ontwikkeld en in het dossier opgenomen. Vervolgens nemen de betrokken partijen – uitgaande van het gebiedsdossier – een besluit over de daadwerkelijk uit te voeren maatregelen. De (concept)afspraken over samenwerking en te nemen maatregelen maken onderdeel uit van het gebiedsdossier.
1.2
Waarom een gebiedsdossier?
Wet- en regelgeving In de Drinkwaterwet is het duurzaam veiligstellen van de openbare drinkwatervoorziening aangemerkt als "dwingende reden voor groot openbaar belang". In de Kaderrichtlijn Water (artikel 4) is aanvullend opgenomen dat lidstaten maatregelen moeten nemen om de inbreng van verontreinigende stoffen in het grondwater te voorkomen of te beperken. Specifiek voor waterwinningen voor drinkwater is opgenomen (artikel 7) dat lidstaten moeten zorgen voor de nodige bescherming van grondwater teneinde het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist, te verlagen. Met name dit laatste is leidend voor de te treffen maatregelen, de prioritering ervan en de benodigde afspraken over een adequaat beschermingsniveau. Provinciaal beleid De Provincie Utrecht beschermt haar openbare drinkwatervoorziening via de risicobenadering in het beschermingsbeleid en de voorkantsturing in de Ruimtelijke Ordening (RO). De risicobenadering houdt in dat voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater risicovolle activiteiten worden geweerd. Voorkantsturing houdt in dat er bij RO-ontwikkelingen naar gestreefd wordt dat de waterwinningen voor drinkwater zoveel mogelijk omgeven zijn met harmoniërende, ‘grondwatervriendelijke’, functies. Dit gebeurt in een zo vroeg mogelijk stadium van het RO-proces. Om goed invulling te kunnen geven aan zowel de risicobenadering als de voorkantsturing is inzicht nodig in de factoren die van belang zijn voor de kwaliteit van het onttrokken grondwater (RIVM, 2007, 2010). De Provincie Utrecht heeft ervoor gekozen om deze informatie voor de kwetsbare winningen te bundelen in ‘Gebiedsdossiers’. Deze dossiers maken onderdeel uit van de gebiedsaanpak per waterwinning. Dit houdt onder meer in dat het gebiedsdossier actueel wordt gehouden inclusief de prioritering en afspraken die nodig zijn om de winningen adequaat te beschermen. Wat is de meerwaarde van het Gebiedsdossier? Het gebiedsdossier bevat gebiedsinformatie die relevant is voor de grondwaterkwaliteit nabij de waterwinning voor drinkwater Doorn. U kunt deze informatie gebruiken als u bijvoorbeeld werkt aan een structuurvisie, een bestemmingsplan, een bestemmingsplanwijziging, een ruimtelijke ontwikkeling, een watergebiedsplan, een waterplan, een watertoets, een ruimtelijke ontwikkeling, het afkoppelen van hemelwater of het verlenen van milieuvergunningen/ontheffingen en de daarop volgende handhaving.
Provincie Utrecht
7
Gebiedsdossier Doorn
1.3
Leeswijzer
Leeswijzer: hoofdstukindeling Het Gebiedsdossier bestaat uit vier hoofdstukken: Basisinformatie over de winning en het intrekgebied Beschermingsbeleid en praktijk Analyse risico’s en maatregelen Gebiedsgerichte aanpak
à hoofdstuk 2 à hoofdstuk 3 à hoofdstuk 4 à hoofdstuk 5
Daarnaast is er een handleiding ‘Gebiedsdossiers’ opgesteld waarin onder meer is beschreven op welke wijze dit gebiedsdossier tot stand is gekomen. Tevens bevat deze handleiding achtergrondinformatie zoals een toelichting op het signaleringsdiagram (hoofdstuk 4). Welke hoofdstukken zijn voor mij met name relevant? Handhaving en toezicht: Ruimtelijke Ordening: Waterbeheer: Beleidsmedewerkers:
Hoofdstuk 3 en 4 Hoofdstuk 2 en 3 en 4 Hoofdstuk 2, 3 en 4 Hoofdstuk 4 en 5
Status en doelgroepen Het gebiedsdossier is een ‘levend’ document en bevat geen nieuw beleid of regelgeving. Met ‘levend’ wordt bedoeld dat het dossier regelmatig wordt aangevuld en geactualiseerd. Deze aanvulling kan bijvoorbeeld bestaan uit de verslagen van de gebiedsgesprekken of uit een afsprakenlijst waarmee invulling wordt gegeven aan de benodigde adequate bescherming van de waterwinning. Informatievoorziening Het gebiedsdossier bevat de gebiedsspecifieke informatie over de winning Doorn. Op de website van de Provincie is algemene informatie te vinden over beleid en regelgeving met betrekking tot de bescherming van het grondwater waaruit drinkwater wordt gewonnen. Via het loket van de website zijn interactieve, gedetailleerde kaarten van de grondwaterbeschermingszones te downloaden. De Provincie is voornemens om in 2012 de website aan te passen zodat meer gebiedsspecifieke informatie per winning beschikbaar komt.
Actualisatie grondwaterbeschermingszones Sinds het opstellen van dit gebiedsdossier in 2011 zijn de grondwaterbeschermingszones gewijzigd, bij de wijziging van de Provinciale Milieuverordening in 2013. De kaarten in dit gebiedsdossier zijn in november 2015 hierop geactualiseerd.
Provincie Utrecht
8
Gebiedsdossier Doorn
2
BASISINFORMATIE
2.1
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de feitelijke basisinformatie. In de paragrafen 2.2 t/m 2.4 worden de kenmerken van de winning nader toegelicht, n.l. het type winning, de beschermende werking van de ondergrond, de herkomst van het grondwater in de winning en de verblijftijden van het water vanaf maaiveld tot aan de onttrekking. In de daarop volgende paragrafen 2.5 t/m 2.9 wordt ingegaan op de mogelijke invloeden op de kwaliteit van het grondwater. Dit betreft de ligging van oppervlaktewater, het ondergronds ruimtegebruik, maar ook de verschillende typen verontreinigingen (lijnbronnen, puntbronnen en diffuse bronnen). Tot slot wordt in paragraaf 2.10 de huidige kwaliteit van het opgepompte water beschreven. In bijlage 2 zijn alle in de tekst gepresenteerde kaarten in groter formaat opgenomen. Rond een winning is sprake van verschillende (beschermings)zones (waterwingebied, grondwaterbeschermingsgebied, 100-jaarsaandachtgebied, 50-jaarszone, intrekgebied). In bijlage 5 is met figuren toegelicht hoe deze zones gedefinieerd zijn.
2.2
Waterwinning en zuivering
2.2.1 Ligging winning De grondwaterwinning Doorn is sinds 2010 een winning van drinkwaterbedrijf Vitens (voorheen eigendom van Bronwaterleidingmaatschappij Doorn). De winning is gelegen ten noordwesten van Doorn en ligt in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De winning ligt op de flank van de Utrechtse Heuvelrug in een bosrijk gebied en deels in bebouwd gebied. De maaiveldhoogte in het intrekgebied is +6 tot +23 m NAP. De ligging van de winning en de beschermingszones zijn weergegeven in Figuur 2-1. Een groot deel van het gebied valt binnen de EHS (Ecologische Hoofdstructuur). Ten zuiden van de winning zijn Natura 2000 en TOP gebieden (verdroogde gebieden) aanwezig. Twee winputten liggen net buiten het grondwaterwingebied. In overleg is destijds besloten deze stituatie zo te laten en geen aanpassing van de begrenzing te maken. 2.2.2 Kenmerken winning en zuivering De winning Doorn is een freatische, aerobe winning. Het grondwater wordt onttrokken uit het freatische pakket op een diepte van -5 tot -22 meter NAP. Het is een zeer ondiepe winning en daarmee een zeer kwetsbare winning. Via een vacuümzuigsysteem wordt het grondwater onttrokken. Dit is een onttrekkingsysteem dat kwetsbaar en volgens Vitensnormen niet duurzaam is. Vervanging van dit systeem door diepe pompputten met een eigen onderwaterpomp is moeilijk, omdat er te weinig ruimte op het terrein beschikbaar is. De kwaliteit van het onttrokken grondwater is zodanig dat geen extra zuivering nodig is. Het water is zacht waardoor het nodig is om kalk aan het water te doseren voordat het als drinkwater het leidingnet in wordt gestuurd. Vitens overweegt om de winning op termijn te sluiten, vermoedelijk tussen 5 à 10 jaar.
Provincie Utrecht
9
Gebiedsdossier Doorn
Figuur 2-1
Ligging winning Doorn met beschermingszones (bron: Provincie Utrecht, geoloket)
2.2.3 Kwantiteitsaspecten De winning heeft momenteel een vergunningscapaciteit van 1.6 miljoen m 3/jaar. In Figuur 2-2 is de werkelijk onttrokken hoeveelheid water weergegeven. Het onttrokken debiet is met circa 800.000 m3/jaar de helft van de vergunningscapaciteit. 2.2.4 Voorzieningsgebied winning Het voorzieningsgebied van de winning Doorn is het stedelijke gebied van Doorn en de nabije omgeving. De inzetbaarheid van de winningen in het zuidoosten van Utrecht is een blijvend aandachtspunt van Vitens. Afhankelijk van uitkomst van een scenariostudie naar de inzet Driebergen, Doorn, Leersum en Cothen kunnen winningen worden uit- of afgebouwd. Met name de toekomst van de winning Doorn is onzeker, zie paragraaf 2.2.2. Wanneer andere winningen worden uitgebouwd is verdiepen een reële optie om risico's voor de waterkwaliteit te verkleinen.
Provincie Utrecht
10
Gebiedsdossier Doorn
1,800,000
POMPSTATION DOORN Huidige vergunning
1,600,000
Onttrekkingsdebiet (m3/jaar)
1,400,000
1,200,000
1,000,000
800,000
600,000
400,000
200,000
0 1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
Jaar
Figuur 2-2
Onttrekking winning Doorn de afgelopen 40 jaren (bron: Provincie Utrecht)
Figuur 2-3
Voorzieningsgebied winningen rondom de winning Driebergen (bron: Vitens)
Provincie Utrecht
11
2005
2010
Gebiedsdossier Doorn
2.3
Opbouw van de ondergrond
2.3.1 Bodemopbouw Vanwege het ontbreken van scheidende lagen in de ondiepe ondergrond en daardoor de beperkte bescherming voor invloeden vanaf het maaiveld is de winning Doorn aangemerkt als ‘zeer kwetsbaar’ door de provincie Utrecht en Vitens. De winning Doorn onttrekt grondwater uit het freatische watervoerende pakket. In Figuur 2-6 is een regionale geohydrologische dwarsdoorsnede opgenomen waarin de bodemopbouw en de te onderscheiden watervoerende pakketten en scheidende lagen zijn weergegeven.
Figuur 2.4
geohydrologische dwarsdoorsnede (bron: Grondwateratlas Provincie Utrecht, Tauw, 2005)
In Figuur 2-5 is de geologische laagopbouw volgens het landelijk model Regis II weergegeven in een dwarsdoorsnede over het intrekgebied. Figuur 2-6 toont de laagopbouw ter plaatse van het waterwingebied in meer detail op basis van een boorbeschrijving (DINO, boring B32C0190). Provincie Utrecht
12
Gebiedsdossier Doorn
Z
Figuur 2-5
N
Geohydrologische dwarsdoorsnede winning Doorn (bron: DINOLOKET - REGIS). Het begin- en eindpunt van de doorsnede is weergegeven in Figuur 2.1.
2.3.2 Watervoerende pakketten In het gebied is geen deklaag aanwezig. Aan maaiveld is dus direct het eerste (freatisch) watervoerend pakket aanwezig. Het eerste watervoerende pakket bestaat uit een circa 30 meter dik zandpakket waarvan de bovenste 20 meter is opgestuwd. Door de stuwing en scheefstelling van bodemlagen is in dit deel anisotropie aanwezig waardoor de grondwaterstroming licht kan afwijken van het verloop van de stijghoogte. Onder de gestuwde lagen zijn zanden van de Peize-Waalre formatie aanwezig.
Figuur 2-6
Laagopbouw diepe boring nabij de winning B32C0190
Provincie Utrecht
13
Gebiedsdossier Doorn
2.3.3 Scheidende lagen In de gestuwde afzettingen worden op verschillende dieptes leemlagen aangetroffen van varierende dikte. Deze relatief slecht doorlatende afzettingen vormen geen lateraal aaneengesloten scheidende laag en hebben met name invloed op de lokale grondwaterstroming. De eerste scheidende laag wordt aangetroffen op een diepte van circa -65m NAP en bestaat uit een circa 10 m dik kleipakket (Waalre 3 klei). De formatie van Maassluis vormt de geohydrologische basis op -90m NAP. Uit boringen (DINOLOKET) blijkt dat de bodem overwegend zandig is (met grofzandige lagen) met tussen de -25 en -30 m-mv een 2 meter dikke leemlaag. In één van de 9 boringen nabij de winning is op -17, -26 en -31 m-mv leem gevonden. Ondiepe leemlagen zijn dus nauwelijks aanwezig.
2.4
Grondwaterstroming en verblijftijden
2.4.1 Regionale grondwaterstroming In regionaal opzicht is sprake van zuidwestelijk gerichte grondwaterstroming vanaf de Utrechtse Heuvelrug, waar neerslag infiltreert naar het lagergelegen poldergebied en de rivier de Lek.
120 110 100 89% 90
Volume water (%)
80 70 60 50 40 30 20 10 0 0.1
1
10
100
1000
tijd (jaren)
Figuur 2-7
Cumulatieve responscurve van waterwinning voor drinkwater Doorn (bron: berekeningen Royal Haskoning, 2010) met het HYDROMEDAH model. Er is sprake van een fout berekening omdat de lijn doorloopt tot 120%
2.4.2 Verblijftijdscurve Uit de verblijftijdscurve (ook wel ‘responscurve’) van de winning blijkt dat binnen de 100jaarszone 89% van het volume drinkwater wordt gewonnen (zie Figuur 2-7). Dit betekent dat het merendeel van het intrekgebied is beschermd met de huidige beleid- en regelgeving. De Provincie Utrecht
14
Gebiedsdossier Doorn
overige circa 10% van het onttrokken water is ouder dan 100 jaar en zal de komende eeuw nog geheel geen invloed van antropogene verontreinigingen ondervinden. 2.4.3 Ruimtelijke verdeling verblijftijd De ruimtelijke verdeling van de verblijftijd is weergegeven in Figuur 2-8. De aangegeven beschermingszones zijn de huidige, wettelijk vastgestelde zones. Het aangegeven intrekgebied betreft recente berekeningsresultaten t.b.v. de nieuw vast te stellen beschermingszones. Slechts een klein deel van het grondwater (circa 10%) komt van buiten de 100-jaarszone, waarvan weer ongeveer de helft (circa 5%) meer dan 200 jaar. Dit maakt grondwaterbescherming tot een locale opgave, en niet tot een regionale opgave. Het grondwaterdeel met korte verblijftijden (10-25 jaar) omvat al een groot deel van de bebouwing van Doorn. Dit is een kwetsbaar gedeelte van de winning. Grondwater met een verblijftijd tussen de 25 en 100 jaar komt grotendeels van het bosgebied.
Figuur 2-8
2.5
Verblijftijd in jaren van winning Doorn (bron: berekeningen HYDROMEDAH-model, versie 2010)
Oppervlaktewater
In het intrekgebied van de winning Doorn is weinig oppervlaktewater aanwezig (zie Figuur 2-9). Er zijn een aantal vijvers aanwezig. Langs de wegen bevinden zich geen sloten. De doorgangswegen zijn gerioleerd en langs de overige wegen infiltreert afstromend regenwater direct in de bodem.
Provincie Utrecht
15
Gebiedsdossier Doorn
Figuur 2-9
2.6
Oppervlaktewatersysteem in de omgeving van winning Doorn. Blauwe lijnen zijn waterlopen, de pijlen wijzen de afvoerrichting (bron: TOP10-kaart en WVE).
Puntbronnen
2.6.1 Historische puntbronnen bodemverontreiniging Binnen de beschermingsgebieden van de winning liggen diverse oude puntbronnen van bodemverontreiniging. Deels zijn deze bronnen gesaneerd, maar deels kunnen oude puntbronnen van bodemverontreiniging een risico vormen voor de winning. Het beleid van de provincie ten aanzien van deze verontreinigingen is in onderstaand kader beschreven. Vervolgens worden de meest risicovolle bodemlocaties en probleemlocaties nader beschreven.
Beleid puntbronnen De uitvoering van beleid voor het aanpakken van bodem- en grondwaterverontreinigingen is gebaseerd op de Wet bodembescherming (Wbb). Bedreiging van kwetsbare objecten - waaronder waterwinningen voor drinkwater - speelt een belangrijke rol bij de prioritering van de aanpak van bodemverontreinigingen in het kader van de Wbb. We maken onderscheid in puntbronnen die een risico vormen voor de volksgezondheid (humaan), ecologie (ecologisch) en verspreiding via grond- en oppervlaktewater (verspreiding).
Provincie Utrecht
16
Gebiedsdossier Doorn
1
In het ‘Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties’ is landelijk afgesproken de bodemsaneringsoperatie versneld tot een verantwoord einde te brengen. In het kader hiervan zijn alle nog niet (voldoende) onderzochte locaties geselecteerd waar een vermoeden bestaat dat sprake kan zijn van een mogelijk risicovolle (’spoedeisende’) verontreiniging en opgenomen op een werklijst van ‘potentiële spoedlocaties’. Daarnaast is in de Kaderrichtlijn water (KRW) beleid vastgelegd gericht op een goede kwaliteit van grondwater dat gebruikt wordt voor drinkwaterproductie. In 2007 heeft daarvoor in opdracht van de 2 Provincie Utrecht een inventarisatie plaatsgevonden van risico’s van verspreiding van puntbronnen naar deze grondwaterwinningen. Deze lijst van puntbronnen (‘KRW-puntbronnen’) omvat zowel verontreinigingen waarvan reeds vaststaat dat sprake is van verspreidingsrisico’s, als locaties waarop zich mogelijk een bedreigende verontreiniging bevindt. Deze locaties moeten nog (nader) worden onderzocht en zijn in 2009 opgenomen in de Europese Stroomgebiedbeheerplannen voor de KRW. Daarmee is de KRW-verplichting vastgelegd de betreffende verontreiniging voor 2015 aan te pakken. In de meeste gevallen betreft dit onderzoek. Alle (potentiële) KRW-puntbronnen zijn tevens opgenomen op de provinciale werklijst van ‘potentiële spoedlocaties’. Deze locaties hebben naast de aanduiding “potentieel spoed vanwege verspreiding” in het kader van de Wbb dus ook een KRW-label meegekregen en zijn daarmee dubbel in beeld. Alle locaties op deze werklijst worden onderzocht. Wanneer uit dit (vervolg)onderzoek blijkt dat geen sprake is van een ernstige verontreiniging of wanneer blijkt dat er wel verontreiniging is, maar deze brengt geen risico’s met zich mee, dan wordt het onderzoek beëindigd en vormt de locatie geen aandachtspunt meer. Uiteindelijk zal de lijst van potentiële spoedlocaties leeg zijn en maken we alleen nog onderscheid tussen locaties met een spoedeisende verontreiniging en locaties waarbij we geen spoedeisende verontreinigingen verwachten. Verontreinigingen die humane risico’s met zich meebrengen moeten uiterlijk in 2015 zijn gesaneerd dan wel moeten de risico’s zijn weggenomen. Uiterlijk op 31 december 2015 moeten alle locaties bekend zijn waar sprake is van onaanvaardbare verspreidingsrisico’s of ecologische risico’s. De reeds bekende verontreinigingen die voor de drinkwaterproductie van belang zijn worden al jaren gevolgd en mogen grotendeels bekend worden verondersteld. Provincie Utrecht volgt deze bekende locaties vanuit haar rol als bevoegd gezag vanuit de Wbb 3 en ziet toe op aanpak daarvan. De waterbedrijven monitoren verontreinigingen in pompputten en waarnemingsputten. Aangetroffen verontreinigingen kunnen aanleiding zijn om dit gezamenlijk als knelpunt te benoemen en te zoeken naar de mogelijke verontreinigingsbron. Deze locaties met verspreidingsrisico naar drinkwaterwinningen worden voor zover mogelijk in het gebiedsdossier nader beschreven. Op de kaart (Figuur 2-10) zijn van de hierboven beschreven locaties 3 typen locaties weergegeven: · KRW-puntbronnen: locaties met mogelijk verspreidingsrisico naar winningen (Grontmij, 2007 ) · Beschreven locaties: aandachtspunten i.v.m. mogelijk verspreidingsrisico naar winningen · Spoedlocaties: ernstige verontreinigingen met verspreidingsrisico naar winningen 4
1
Dit convenant is ondertekend door het rijk, IPO, de VNG en Unie van waterschappen en is gepubliceerd in de Staatscourant, nr. 18077, 26 november 2009. 2 Inventarisatie puntbronnen grondwaterwinningen – KRW detailanalyse provincie Utrecht, Grontmij Nederland bv i.o.v. Provincie Utrecht, 1 november 2007. 3 Gemeente Amersfoort en Utrecht zijn bevoegd gezag vanuit de Wbb binnen de eigen gemeente 4 De lijst met spoedlocaties is bij het opstellen van dit gebiedsdossier niet beschikbaar. In de loop van 2013 wordt de lijst met geïdentificeerde spoedlocaties gepubliceerd.
Provincie Utrecht
17
Gebiedsdossier Doorn
Figuur 2-10
Bodemverontreinigingen in de omgeving van winning Doorn (bron: Provincie Utrecht). In deze kaart zijn alleen de besproken locaties gelabeld, in de bijlagekaart zijn alle locaties gelabeld.
In 2010 is door Grontmij een inventarisatie uitgevoerd van bodemverontreinigingslocaties rond drinkwaterwinning Doorn. In dit rapport zijn de volgende conclusies getrokken: Op basis van een deskstudie van Grontmij (2010) in combinatie met het raadplegen van archieven, digitale informatie, en navraag bij Provincie en Milieudienst is voor alle bekende verontreiniginglocaties in en om de winning Doorn nagegaan hoe groot het risico voor de grondwaterkwaliteit kan zijn. · Op basis van deze inventarisatie komen wij tot de conclusie dat de verontreinigingen zich voornamelijk aan de rand van het 100 jaars aandachtsgebied bevinden, en dat het zodoende theoretisch mogelijk is dat aanwezige verontreinigingen de winning nog moeten bereiken. · Uit de nadere inventarisatie is gebleken dat op alle locaties waar onderzoek is uitgevoerd het grondwater niet of nauwelijks verontreinigd is doordat het vooral verontreinigingen met immobiele stoffen betreft. Het risico voor de winning is tengevolge van die locaties zeer klein. · Op enkele plaatsen is nog geen onderzoek uitgevoerd. Voor de Hbb-locaties, waarbij dit het geval is, is op basis van historisch onderzoek de kans op grootschalige verontreiniging met VOCl of andere mobiele stoffen zeer klein gezien de schaal en aard van de activiteiten. Voor Wbb-locaties waar nog geen beschikking voor is genomen bleek uit de dossiers dat er geen mobiele stoffen zijn aangetroffen en het grondwater meestal schoon te noemen is. · Benzineservicestations binnen het intrekgebied zijn door het toepassen van selectiecriteria niet op de spoedlijst voor de aanpak van bodemverontreiniginglocaties gekomen. Van deze locaties gaat een zeer klein maar niet ondenkbaar risico uit. Provincie Utrecht
18
Gebiedsdossier Doorn
· Alleen op de locatie ‘de zanderij’ (noordpunt 100-jaarszone) is een verontreiniging met VOCl gevonden. Daarnaast worden de volgende bodemverontreinigingen vermeld: Defensieterrein (Defensieterrein en Van Braam Houckgeestkazerne) UT031500012 en UT031500041 In Figuur 2-11 zijn de eigendommen van Defensie weergegeven (bron: Defensie). Het betreft grotendeels bebost gebied. Dichtbij het waterwingebied Doorn binnen het grondwaterbeschermingsgebied bevindt zich de Van Braam Houckgeest kazerne (het mariniersgebouw). Op de kazerne vinden o.a. de volgende activiteiten plaats: · Tankinstallatie voor motorvoertuigen; · Inpandige wasplaats voor motorvoertuigen; · Opslaggebouw voor gevaarlijke stoffen (PGS 15) tot 10 ton; · Werkplaats motorvoertuigen. Het rioolstelsel is een verbeterd gescheiden stelsel. Het hemelwater van de parkeerplaatsen gaat via olie-afscheiders naar het DWA (droog weer afvoer). Bij grote regenval stort het hemelwater over op het HWA (hemelwaterafvoer) en infiltreert buiten de kazerne via een infiltratie vijver in de bodem. Deze infiltratie vijver ligt in het 100-jaarsaandachtsgebied. Het hemelwater van de daken van de gebouwen loost op het DWA. Ter plaatse van het defensieterrein hebben meer dan 10 jaar geleden twee saneringen plaatsgevonden. Er is een monitoringspeilbuis geplaatst nabij het waterwingebied. De stortplaats Maarsbergen (UT033200002) betreft een omvangrijke stortplaats gelegen ten oosten van de drinkwaterwinning, net buiten de beschermingszones. Er is sprake van een pluim met verontreinigd grondwater (VOCl) op grote diepte (60 tot 80 m –mv) binnen de 100-jaarzone. De pluim wordt al jarenlang gemonitord. De bron van deze locatie ligt ver ten oosten van de winning (3km). De zanderij (UT033200026) bestaat uit 3 deellocaties · Olie/bitumenfabriek · Kolenopslag/vuilstort · Awzi, benzine opslag materialen en laswerkzaamheden Onderzoeken zijn aanwezig vanaf 1992. Uit Grontmij (1998a) komt het volgende naar voren: er zijn geen of nauwelijks verontreinigende stoffen in het grondwater aangetroffen; in de bodem zijn kolen, koolteer en PAK aangetroffen. In deelgebied C (put) is een vlek met een doorsnede van 25 meter en een volume van 9000m3 verontreinigd met VOCL in concentraties van 17 tot 60 μg/l. De vlek is afgeperkt (Grontmij (1998b)). Benzineservicestations Naast de bovengenoemde lokaties moet rekening worden gehouden met specifieke verontreinigingen afkomstig van benzineservicestations. Dit zijn verontreinigingen die in Elvhis5 als ‘voldoende onderzocht’ staan aangegeven terwijl er sprake kan zijn van een MTBE6 verontreiniging, die niet bij de onderzoeken en saneringen is meegenomen. Er zit als het ware een 5
Het digitale systeem van de provincie waarin alle informatie over bodemverontreinigingen is opgenomen, voorheen (tot 2011) werd het systeem GLOBIS gebruikt. 6 Aan benzine wordt sinds 1988 vaak methyl-tert-butylether (MTBE) toegevoegd om de klopvastheid te verhogen. Vroeger werd daarvoor het zeer giftige tetraëthyllood (TEL) gebruikt (loodhoudende benzine).
Provincie Utrecht
19
Gebiedsdossier Doorn
‘gat’ tussen het toevoegen van MTBE aan brandstoffen (als loodvervanger) en de AMvB Tankstations waarin deze stof moet worden meegenomen. Monitoring voor de Wet milieubeheer bevatte geen MTBE. Hierdoor kan het zijn dat er wel brandstof met MTBE is gelekt dat niet gedetecteerd is. Dit is een voor de winning ongewenste situatie. Vanuit de ervaringen in Zuid Holland, waar hiertoe een methode is ontwikkeld, zal een provinciebrede analyse van alle benzineservicestations 10-20 verdachte stations opleveren, waarvan een klein deel in beschermde gebieden. Voorlopig worden beleidsontwikkelingen afgewacht. De locaties die van belang kunnen zijn, zijn genoemd in Grontmij (2007). De Provincie Utrecht heeft geen specifiek beleid ontwikkeld ten aanzien van MTBE en dus wordt het generieke beleid gevolgd. Mogelijke risico’s kunnen op verschillende manieren worden afgedekt.
Figuur 2-11
Ligging defensieterrein. Nabij het waterwingebied ligt de Van Braam Houckgeest kazerne.
2.6.2 Risico´s op nieuwe verontreinigingen door bedrijven Binnen het grondwaterbeschermingsgebied van Doorn liggen negentien bedrijven, inclusief het pompstation (voor de ligging, zie Figuur 2-12).
Provincie Utrecht
20
Gebiedsdossier Doorn
Tabel 2-1. Bedrijven binnen de grondwaterbeschermingsgebieden (bron: Milieudienst Zuid Oost Utrecht). Milieucategorie
Aantal bedrijven in huidige grondwa-
Huidige bezoekfrequentie Milieudienst in relatie tot toe-
terbeschermingsgebied
zicht en handhaving
onbekend
1
In 2010 uitgevoerd
3
2
In 2010 uitgevoerd
2
8
In 2010 uitgevoerd
1
8
In 2010 uitgevoerd
Totaal
19
De categorie 3 bedrijven (bedrijven met de hoogste risicoscore) betreffen een automobielbedrijf aan de Woestduinlaan en een zwembad aan de Mariniersweg.
Figuur 2-12
2.7
Bedrijven in de omgeving van winning Doorn (bron: Milieudienst Zuid Oost Utrecht).
Ondergronds ruimtegebruik
2.7.1 KWO installaties In de 100-jaarszone van winning Doorn bevinden zich geen installaties voor Koude Warmte Opslag (KWO). KWO installaties kunnen een risico vormen voor de drinkwaterwinningen, mede als gevolg van de lokale opwarming van het grondwater.
Provincie Utrecht
21
Gebiedsdossier Doorn
Het beleid ten aanzien van KWO installaties is weergegeven in Tabel 3-1 (de KWO installatie moet liggen buiten de 50-jaarszone van het watervoerend pakket waarin zich de KWO bevindt, dat wil zeggen er moet minimaal een verblijftijd van 50 jaar tussen de KWO installatie en de putten van de drinkwaterwinning zijn). 2.7.2 Overig ondergronds ruimtegebruik Uitgezonderd lijnbronnen is er, voor zover bekend, geen sprake van risicovol ondergronds ruimtegebruik binnen de grondwaterbeschermingszones, daarbij doelend op gebruik anders dan in KWO-installaties. Ondergrondse bebouwing (kelders, tunnels, aquaducten, etc.) leveren geen kwaliteitsrisico’s voor het grondwater op en zijn daarom niet beoordeeld. Zie voor lijnbronnen (onder andere ook de ondergrondse lijnbron riolering) paragraaf 2.8.
2.8
Lijnbronnen
In het intrekgebied van de winning Doorn liggen diverse lijnvormige elementen die de kwaliteit van het grondwater kunnen beïnvloeden, bijvoorbeeld bij calamiteiten. Wegen De belangrijkste lijnvormige elementen zijn de provinciale wegen N225 (Dorpsstraat/Driebergestraatweg) en N227 (Amerfoortseweg). Van deze wegen is invloed van wegenzout te verwachten, en vormen calamiteiten een risico voor de winning. Riolering Ook speelt de riolering van het stedelijk gebied een rol als lijnelement. Het hele gebied is gerioleerd. De toestand van het riool is goed. In 2008 is het hele riool gereinigd en geïnspecteerd (bron gemeente Utrechtse Heuvelrug). In Doorn bevonden zich een paar rioolbreuken en die zijn direct hersteld. De slechte stukken zijn vervangen. Inspectie gebeurt gemiddeld eens in de acht jaar. Slechte stukken worden vaker geïnspecteerd. Er wordt vervangen op basis van kwaliteit en niet op basis van leeftijd. Doorgaande wegen zijn niet afgekoppeld en de overige wegen zijn dit wel. Wegwater van niet doorgaande wegen wordt geïnfiltreerd in infiltratievoorzieningen. Particulieren infiltreren zelf hun overtollige water in de zandige grond. Er komt binnenkort een nieuw gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Leidingen Ook is gekeken naar buisleidingen voor transport van risicovolle stoffen, zoals transportleidingen van gas, olie, benzine, kerosine, chemische producten en industriële gassen. Binnen de 100-jaarszone van de winning zijn geen buisleidingen aanwezig, ook niet vlak langs de grenzen. De belangrijkste lijnbronnen met bijbehorende risico’s zijn opgenomen in Figuur 2-13 en Tabel 2-2.
Provincie Utrecht
22
Gebiedsdossier Doorn
Figuur 2-13
Lijnbronnen rondom winning Doorn (bron: Bestand Bodemgebruik, CBS).
Tabel 2-2. Lijnbronnen rondom winning Doorn Lijnbron
Belangrijkste risico
Regionale wegen N225 en N227
Calamiteiten vormen een risico voor de winning, invloed van wegenzout te verwachten
Riolering
Lekkage vanuit verouderde riolering zorgt voor een belasting van het grondwater met stoffen zoals macroparameters en geneesmiddelen
2.9
Diffuse bronnen
2.9.1 Inleiding Het risico van diffuse verontreiniging voor een winning wordt bepaald door twee factoren: de belasting ten gevolge van het grondgebruik en de kwetsbaarheid van de winning. Met de REFLECT methodiek worden de risico’s voor de winning ingeschat door een beoordeling van de diffuse belasting te maken. Door deze belastingsscore te combineren met de fysische kwetsbaarheid van de winning is dit te vertalen in een risicoscore. Deze score wordt op een risicokaart weergegeven (zie ook Figuur 2-14 en Kader).
Provincie Utrecht
23
Gebiedsdossier Doorn
-bodemtypen
Kaart
-Weerstandsbiedende lagen
gebruiksfuncties
-Verblijftijd
Tabel met risicoscore per gebruiksfunctie
Figuur 2-14
Opbouw risicokaart
Kader risico’s Risico’s van het huidige landgebruik via REFLECT Om de risico’s van het huidige landgebruik te duiden, zijn twee kaarten van de Reflectmethodiek gecombineerd: Kwetsbaarheidkaart De kwetsbaarheid is samengesteld uit een aantal kenmerken van de winning, namelijk de dikte van de slechtdoorlatende lagen boven het bepompte pakket, de kwetsbaarheid van de bovengrond (bodemtype) en de verblijftijdzonering van het grondwater (‘afstand tot de winning in jaren’). Met deze benadering is het mogelijk voor een winning een ruimtelijk gedifferentieerd beeld van de kwetsbaarheid te maken met een score tussen 1 en 10. Deze kaart is opgenomen in de kaartenbijlage. Belastingkaart De belastingscore is berekend op basis van de grondgebruikfunctie. Het risico van de grondgebruikfunctie voor de grondwaterkwaliteit is opgesplitst in drie factoren; diffuse belasting, calamiteiten en handhaafbaarheid. De belasting is met REFLECT ingedeeld in drie categorieën functies “harmoniserend”, “mogelijk risicovol onder voorwaarden” en “risicovol”, met een score tussen 1 en 3. Voor de winning is vervolgens een belastingskaart gemaakt met de belastingsscore. De belastingkaart is opgenomen in de kaartenbijlage. Risico’s diffuse bronnen De belasting van bestaande activiteiten en de kwetsbaarheid van de winning zijn gecombineerd tot een inschatting van de risico’s. Zowel de belasting als de kwetsbaarheid zijn gescoord in drie categorieën. Dit resulteert in een ruimtelijk beeld met als indeling drie kleuren: geen probleem, groen (I), aandachtspunt, geel (II) en risico’s, rood (III).
Een matig tot hoge kwetsbaarheid in combinatie met functies die mogelijk risicovol zijn voor het grondwater kan aanleiding geven tot een actueel risico in delen van het intrekgebied van de winning vanaf maaiveld. Een hoge risico-score op een plaats zal echter niet betekenen dat er ook sprake is van risico’s door diffuse verontreiniging. Dit zal alleen het geval zijn wanneer een groot deel van het intrekgebied van de winning ‘rood’ en ‘geel’ gekleurd is.
Provincie Utrecht
24
Gebiedsdossier Doorn
In de volgende paragrafen worden de kaart met gebruiksfuncties, de kaart met functiegerelateerde belasting, de kwetsbaarheidskaart en de risicokaart gepresenteerd. 2.9.2 Gebruiksfuncties De kaart met gebruiksfuncties waaruit de diffuse belastingen kunnen worden afgeleid is weergegeven in Figuur 2-15. Het waterwingebied ligt in een bosrijk gebied aan de rand van Doorn. Het landgebruik in het grondwaterbeschermingsgebied is deels bos- en natuurgebied en deels bewoond gebied. De woningen in het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied zijn hoofdzakelijk grote woningen met ruime tuinen. Daarnaast bevinden zich in het grondwaterbeschermingsgebied een aantal sportvelden (Sportterrein Marinierskazerne, tennisclub en een manage).
Figuur 2-15
2.9.3
Gebruiksfuncties ter plaatse van winning Doorn (bron: Bestand Bodemgebruik, CBS).
Belasting bij verschillend landgebruik
Bestrijdingsmiddelengebruik De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft in haar beleid geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken op verhardingen, openbaar groen en begraafplaatsen en sluit hierbij aan bij het Convenant afkoppelbeleid Utrechtse Heuvelrug dat door de gemeente is ondertekend. Op sportvelden worden wel bestrijdingsmiddelen gebruikt maar er is een pilot gaande ook daar de middelen achterwege te laten. Bij de Gemeenteraad staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Daarom is het aannemelijk dat ook in tijden van schaarste dit beleid niet zal veranderen. Het bestrijdingsmiddelengebruik door particulieren kan aanzienlijk zijn, aangezien er binnen de beschermingszones relatief grote huizen met omvangrijke tuinen aanwezig zijn.
Provincie Utrecht
25
Gebiedsdossier Doorn
De Milieudienst heeft in opdracht van de provincie binnen grondwaterbeschermingsgebieden posters verspreid waarin de provinciale regels omtrent het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn weergegeven samen met een kaart van de beschermingsgebieden. Deze posters zijn verspreid via bouwmarkten en tuincentra. Op het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij bedrijven heeft men meer grip dan bij particulieren. Veel mensen weten nog steeds niet wat het inhoudt dat ze binnen een beschermingsgebied wonen. Kaarten zijn niet altijd opgehangen of zijn al weer weg. Er is contact geweest met tuincentra om apart schap te maken met middelen die je wel mag gebruiken. Dit is een gemiste kans. Er is een evaluatie geweest waarbij de vraag is of moest worden doorgegaan. Voorgang loopt via Chris den Engelsman. Communicatie is via diverse kanalen mogelijk, en moet periodiek ingevuld worden! Binnen het grondwaterbeschermingsgebied bevindt zich de Doornse Golfclub ter plaatse van een voormalig bosbad (Mariniersweg 3). Golfbanen dienen hun bestrijdingsmiddelengebruik administratief bij te houden. Deze administratie is opvraagbaar. In 2012 organiseert de provincie een evenement met als thema golf en chemische middelen. In het Ludenbos bevinden zich drie graveltennisbanen van de tennisclub Ludenti. Achter de watertoren bevinden zich nog twee nieuwe banen van deze club. Al deze banen bevinden zich binnen het grondwaterbeschermingsgebied. Tennisbanen gebruiken middelen om algengroei en gladheid tegen te gaan. Infiltratie van deze middelen is bij de nieuwe banen niet te verwachten vanwege het gesloten systeem. Bij de gravelbanen kan wel belasting van bestrijdingsmiddelen optreden. Ook is het niet uitgesloten dat bestrijdingsmiddelen worden gebruikt bij de tegelpaden. 2.9.4 Potentiële risico’s Met behulp van de Reflect-methodiek is een kaart vervaardigd die het risico voor belasting ten gevolge van de aanwezigheid van diffuse bronnen weergeeft (Figuur 2-17). In Figuur 2-16 zijn de scores voor belasting en kwetsbaarheid weergegeven. De gehele winning Doorn is zeer kwetsbaar voor verontreiniging, met name de kern van de winning (bijna het gehele beschermingsgebied heeft een zeer korte verblijftijd). De belasting aan maaiveld is relatief laag (geen bedrijventerreinen). Stedelijke bebouwing vormt het grootste deel van het landgebruik. Uit Figuur 2-17 blijkt wat de percelen zijn waar de grootste risico’s liggen voor de winning. Deze percelen bestaan hoofdzakelijk uit het stedelijk gebied van Doorn. Hierbinnen valt overigens een groot deel dat kan worden gekenmerkt als bosgebied. Vanuit de bospercelen infiltreert regenwater dat rijk is aan nitraat/en of organisch stof naar het grondwater. Met name redoxprocessen en kationomwisseling in de bodem leiden tot een toename van het ijzer-, mangaan-, sulfaat- en CO2 gehalte en de totale hardheid in de ondiepe winputten.
Provincie Utrecht
26
Gebiedsdossier Doorn
Figuur 2-16
Belasting en kwetsbaarheid winning Doorn
Provincie Utrecht
27
Gebiedsdossier Doorn
Figuur 2-17
2.10
Relatieve risicobeoordeling diffuse belasting op basis van bestaand landgebruik en kwetsbaarheid ondergrond bij winning Doorn
Kwaliteit van ruwwater en grondwater: bewezen kwetsbaarheid
In de voorgaande paragrafen is vanuit verschillende optieken gekeken naar de risico’s die nabij de drinkwaterwinning Doorn aanwezig zijn. De verschillende typen belasting en de geohydrologische kwetsbaarheid zijn daarbij in kaart gebracht en er is een risico-kaart opgesteld. De kwaliteit van het ruwwater geeft behalve in het risico ook inzicht in de ‘bewezen kwetsbaarheid’ van de winning. Aanwezigheid van verontreinigingen in ruwwater bewijzen dat verontreinigingsbronnen daadwerkelijk in de winning terecht kunnen komen. Daarmee kan de ruwwaterkwaliteit een onderbouwing vormen voor de risico-analyse en voor eventuele maatregelen. 2.10.1 Kwaliteit ruwwater Bij de bespreking van de kwaliteit van het ruwwater die vastgesteld wordt door het analyseren van het water uit de individuele pompputten (het onbehandelde opgepompte water), wordt onderscheid gemaakt in de macroparameters en de microverontreinigingen. De macroparameters zijn de parameters die van nature voorkomen en waarvan de (relatief hoge) gehalten worden bepaald door het bodemtype waarin het grondwater zich bevindt, zoals magnesium, calcium, hardheid, pH etc. De microverontreinigingen zijn de parameters die in lage gehalten voorkomen en die in het grondwater terecht komen door belasting van de bovengrond met verontreinigingen.
Provincie Utrecht
28
Gebiedsdossier Doorn
Macroparameters Het grondwater is van acceptabele kwaliteit, waaruit met zeer eenvoudige zuivering drinkwater wordt gemaakt. De pompputten onttrekken stuwwalwater met sporen van verzuring en stedelijke verontreiniging. Het water is vrij zacht, onderverzadigd, en oxisch. Het bicarbonaatgehalte is aan de lage kant. In Tabel 2-3 zijn de analysegegevens van de ruwwaterkwaliteit van pompstation Doorn weergegeven van de jaren 2008 en 2010. Het betreft gemiddelde waarden. Oudere data zijn niet beschikbaar. Het grondwater wordt opgepompt met een zuigsysteem. Monstername op pompputniveau is daarom zeer bewerkelijk. Tabel 2-3. Analysegegevens ruwwater pompstation Doorn.
Stof Aluminium (Al), na aanzuren Ammonium Ammonium AOX (ads. org. geb. halog.) BAM Calcium Chloraat Chloride EGV (20 °C) IJzer Kalium Koloniegetal 22 °C, 3 dg Koolstofdioxide Magnesium Mangaan Natrium Nitraat Nitraat Nitriet Nitriet Sulfaat Totaal organisch koolstof (TOC) Opgelost Organisch Koolstof (DOC) Totale hardheid Waterstofcarbonaat Zink Zuurgraad bij 20°C Zuurstof MTBE
# 9 9 4 8 9 9 1 8 21 8 8 9 8 9 9 9 9 9 3 9 9 4 9 9
2008 2010 Gem. WaarGem. Waarde # de Eenh. 1 18.50 µg/l 0.05 8 0.03 mg N/l 0.06 7 0.04 mg NH4 / l 4.68 3 0.10 µg/l 22.82 8 23.71 mg/l 3 5.33 µg/l 27.55 8 25.10 mg/l 25.01 8 24.34 mS/m 0.01 2 0.01 mg/l 1.84 8 1.86 mg/l 245.10 17 85.59 per ml 20.83 2 22.00 mg/l 5.59 8 6.07 mg/l 77.11 8 0.11 mg/l 15.88 8 17.20 mg/l 4.36 7 4.30 mg N/l 19.31 8 19.19 mg NO3 / l 0.00 6 0.00 mg N/l 0.01 7 0.01 mg NO2 / l 32.37 8 32.47 Mg/l 0.61 2 0.64 mg/l 1 0.58 mg/l 0.71 8 0.84 mmol/l 47.59 8 47.25 mg/l 4.16 1 4.00 µg/l 6.65 8 6.64 pH 2.93 8 2.73 mg/l 2 0.10 µg/l
Microverontreinigingen Op basis van de KRW dienen waterwinningen voor drinkwater beoordeeld te worden op het voldoen van het water aan de normen van het Waterleidingbesluit (toets cf art 7.2 KRW). Het Provincie Utrecht
29
Gebiedsdossier Doorn
ruwwater van de individuele pompputten van de winning Doorn overschrijdt voor geen van de parameters de drinkwaternorm. BAM is in 2010 aangetroffen in een gehalte gelijk aan de drinkwaternorm. Het water kan als zeer zacht worden bestempeld. 2.10.2 Mogelijke oorzaken normoverschrijdingen ruwwater BAM is een onkruidbestrijdingsmiddel, dat voornamelijk langs spoorbanen wordt gebruikt. Nabij de winning Doorn is geen sprake van een spoorbaan. Mogelijk is BAM ook elders gebruikt als onkruidbestrijdingsmiddel. BAM is inmiddels verboden. Er is daarom een dalende trend te verwachten. 2.10.3 Kwaliteit reinwater Het reinwater van de winning (dit is het water na zuivering) voldoet aan de gestelde eisen voor drinkwater. 2.10.4 Kwaliteit toestromend grondwater Er is erg weinig bekend van het grondwater op basis van metingen in waarnemingsputten. Dergelijke gegevens zijn bij Vitens niet voor handen. Binnen het provinciaal meetnet is slechts één put aanwezig in het intrekgebied. Dit is put B32D0165. Hierin zijn geen bestrijdingsmiddelen aangetroffen en heeft het grondwater de eigenschappen van schoon water geïnfiltreerd in bosgebied.
2.11
Meer informatie?
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste basisinformatie op hoofdlijnen. In onderstaande tabel is opgenomen waar u meer aanvullende informatie kunt vinden (niet uitputtend). Daarnaast vindt u in bijlage 1 een literatuurlijst. Tabel 2-4
Enkele aanvullende informatiebronnen
Geo-informatie
Bronhouder
Website
Grondwaterbeschermingsbeleid
Provincie Utrecht
Bodemonderzoeken, bodemsaneringen en bodembelastende activiteiten Bedrijven
Provincie Utrecht
http://www.Provincieutrecht.nl/onderwerpen/water/drinkwater/ www.bodemloket.nl
Aardgasleidingen en brandstofleidingen Kabels en leidingen
Milieudienst Zuid oost Utrecht/ risicokaart Kadaster
Provincie Utrecht
Milieudienst Zuid Oost Utrect
Geoloket milieudienst ZOU: http://portaal.milieudienstzou.nl/milieudienstzou/ Geoloket/tabid/245/language/nl-NL/Default.aspx http://nederland.risicokaart.nl/risicokaart.html?prv=utrecht http://www.kadaster.nl/klic/
30
Gebiedsdossier Doorn
3
BESCHERMINGSBELEID EN PRAKTIJK
3.1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat op hoofdlijnen een beschrijving van beleid en regelgeving voor zover relevant voor de specifieke situatie van de winning Doorn. Het beleid en de bijbehorende regelgeving die invloed hebben op de kwaliteit van het grondwater bij waterwinningen stoelt op twee pijlers: · Beschermingsbeleid. Dit beleid heeft tot doel emissies van verontreinigingen naar de ondergrond te beperken en richt zich op het gebruik en de gebruiksfuncties aan maaiveld ter plaatse van de verschillende beschermingzones rond een winning. Met gebods- en verbodsregels worden verschillende vormen van gebruik verboden/beperkt en/of aan regels gebonden. Dit beleid is voornamelijk vastgelegd in de provinciale milieuverordening (PMV) en de bijbehorende regels en in het Grondwaterplan van de Provincie Utrecht. · Ruimtelijke ordening. Via provinciale en gemeentelijke structuurvisies, de provinciale ruimtelijke verordening en bestemmingsplannen vindt er planologische bescherming ter plaatse van de beschermingszones plaats. Immers sommige functies zijn minder belastend voor de grondwaterkwaliteit dan andere. Bij functiewijzigingen in 100-jaarszones, waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden, en in het Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug moet rekening worden gehouden met het water winbelang, en moet worden toegelicht hoe de bescherming gestalte krijgt. In bijlage 6 is een overzicht opgenomen waarbij per verantwoordelijke overheid de relevante wetgeving is weergegeven en de uitwerking daarvan in de praktijk naar plannen, verordeningen en vergunningen is weergegeven. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in bestaande situaties en nieuwe situaties. · Bestaande situaties dienen getoetst te worden aan de van toepassing zijnde regels die vallen onder het beschermingsbeleid. Ontoelaatbare situaties dienen aangepakt te worden. · Nieuwe situaties (functiewijzigingen), die vastgelegd worden via het ruimtelijke ordeningsspoor, moeten allereerst voldoen aan het bestaande beschermingsbeleid. Daarnaast moet er naar gestreefd worden de belasting van de bodem met milieuvreemde stoffen te verminderen ten opzichte van de huidige situatie. Immers de Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt dat de zuiveringsinspanning van grondwater dat gebruikt wordt als drinkwater tenminste gelijk moet blijven, maar bij voorkeur moet afnemen. Nieuw geplande ruimtelijke functies binnen de beschermingszones dienen daarom getoetst te worden op grond van hun potentiële emissie naar het grondwater. Bij het bepalen of gebruik of functies (huidig of toekomstig) toelaatbaar zijn in de grondwaterbeschermingszones kunt u in het kort als volgt aan de slag gaan: 1. Bestaand gebruik A. Toelaatbaar ja of nee Kijk of het bestaande gebruik toelaatbaar is op grond van de van toepassing zijnde regels (zie ook Figuur 3-1, taak is van handhaving, afhankelijk van de huidige vergunning milieudienst of Provincie).
Provincie Utrecht
31
Gebiedsdossier Doorn
B1. Toelaatbaar nee · Neem maatregelen bij ontoelaatbaar gebruik · In geval van een bestaande bodemverontreiniging is de Wet bodembescherming van toepassing en dient bij een risico voor verspreiding van verontreinigingen naar het grondwater richting drinkwaterwinning de verontreiniging gesaneerd of beheerst te worden. B2. Toelaatbaar ja. · Risico’s: kijk bij toelaatbare functies wat de emissie naar het grondwater binnen de beschermingszone zal zijn (voor emissie zie Tabel 3-4); · Mitigatie:r educeer de risico’s van de functie door het nemen van mitigerende maatregelen bijvoorbeeld het stoppen met toepassen van bestrijdingsmiddelen (huidig) of een locatie zodanig inrichten dat toepassen van bestrijdingsmiddelen niet nodig zal zijn. In Tabel 3-4 is een eerste aanzet gegeven voor mitigerende maatregelen. 2. Wijziging in functie of gebruik De Provincie ontwikkelt een methodiek die gebruikt kan worden bij RO advisiering (Het Handboek). Deze methodiek is nog niet definitief. Wanneer deze gereed is wordt onderstaande paragraaf aangepast. Grofweg zal de beoordeling er als volgt uit kunnen zien: A. Kijk eerst of de geplande functie/gebruik toegestaan is op basis van het beschermingsbeleid. Indien dit het geval is doorloop dan de volgende stappen. B. Huidige risico’s: kijk wat (theoretisch) de emissie naar het grondwater is bij de huidige functie (voor emissies zie Tabel 3-4); C. Toekomstige risico’s: kijk wat de emissie naar het grondwater zal zijn bij de voorgenomen functie (voor emissies zie Tabel 3-4); D. Wanneer de emissie van het voorgenomen gebruik hoger zal zijn dan de emissie bij de bestaande functie zijn er twee mogelijkheden: · Zoek een andere locatie voor de functie · Voorzie in maatregelen om de voorspelde emissie te reduceren. Het is belangrijk om op te merken dat de bodem op elke locatie anders is en dat nieuwe functies op veel verschillende manieren gerealiseerd kunnen worden (bv. duurzame versus reguliere woningbouw). Dit betekent dat grondwaterbescherming maatwerk is. De informatie die in het gebiedsdossier is opgenomen heeft als belangrijkste doel om een eerste indicatie te geven van de risico’s en de (on)mogelijkheden. Het gebiedsdossier dient als basis om het gesprek aan te gaan met de betrokken partijen.
3.2
PMV beschermingszones en regels
3.2.1 Beschermingszones en bescherminsgbeleid winning Doorn De winning Doorn heeft een waterwingebied, een grondwaterbeschermingsgebied en een 100-jaarsaandachtsgebied. Op deze zones is de PMV van toepassing. In het 100jaarsaandachtsgebiedgelden geen specifieke PMV regels, wel de bijzondere zorgplicht en bescherming bij functieveranderingen. Daarnaast is er bij de winning Doorn een 50jaarszone aangewezen als signaleringszone7. Binnen de 50-jaarszone mogen geen KWOsystemen worden aangelegd. Het verbod is vastgesteld in het Grondwaterplan van de Provincie Utrecht, vanwege de risico’s die open KWO-systemen geven voor de winning. Figuur 7
De 50-jaarszone wordt per watervoerend pakket bepaald.
Provincie Utrecht
32
Gebiedsdossier Doorn
3-1 bevat voor een willekeurige winning een overzicht met de PMV regels die gelden in de verschillende beschermingszones en de 50-jaarszone8.
Figuur 3-1
Overzicht regelgeving in de verschillende beschermingszones.
In Tabel 3-1 is de regelgeving beknopt samengevat voor veel voorkomende vormen van ruimtelijk gebruik zoals woningbouw, afkoppelen en Koude Warmte Opslag. Uit de praktijk blijkt dat dergelijke overzichten meerwaarde hebben, maar ook dat beleid en regelgeving niet altijd voldoende concreet zijn om direct vast te stellen welke activiteiten wel of niet zijn toegestaan (en zo ja, onder welke voorwaarden).
8
De inhoud van de betreffende regels staat op: www.provincie-utrecht.nl/grondwaterbescherming
Provincie Utrecht
33
Gebiedsdossier Doorn
Tabel 3-1
Overzicht op hoofdlijnen van de regelgeving voor veel voorkomend vormen van ruimtelijk gebruik in de beschermingszones van winningen. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar de PMV, de PRV en Figuur 3-1.
Activiteiten
Waterwingebied
Regelgeving algemeen
In het waterwingebied zijn alleen activiteiten t.b.v. de drinkwaterwinning toegestaan, alle andere activiteiten zijn niet toegestaan.
Afkoppelen hemelwater
Verboden (PMV art 7)
Woningbouw
Onder voorwaarden toegestaan (PMV art 7)
Nieuwe bovengrondse infrastructuur (parkeerterreinen en wegen)
Verboden (PMV art 7)
Nieuwe ondergrondse infrastructuur
Verboden (PMV art 7)
Koude Warmte Opslag en bodemwarmtewisselaars
Verboden (PMV art 7)
Toepassing (licht) verontreinigde grond Boren in verband met diepinfiltratie Boren waterputten
Onder voorwaarden toegestaan (PMV art 7) Verboden (PMV art 7)
Verboden voor nietdrinkwatertoepassingen (PMV art 7)
Grondwaterbeschermingsgebied (winning is kwetsbaar) Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet worden getoetst of het risico voor het grondwater afneemt en in elk geval niet toeneemt (stand-still principe, Provinciale Ruimtelijke Verordening). Een aantal inrichtingen, stoffen en activiteiten is verboden (Provinciale Milieu Verordening) of gereguleerd. In het convenant Afkoppelen Utrechtse Heuvelrug is beleid geformuleerd voor afkoppelen. PMV art. 16 en 17 zijn van toepassing: Afkoppelen is verboden, behalve als is voldaan aan bepaalde voorwaarden. . PMV art. 16 en 17 zijn van toepassing: Over de aard van het te gebruiken materiaal, in verband met ‘Afkoppelen hemelwater’. PMV art. 16 en 17 zijn van toepassing : Parkeerterreinen (voor meer dan 10 2) voertuigen of groter dan 150 m binnen en buiten de bebouwde kom moeten verhard zijn met vloeistofkerend materiaal. Voor parkeerplaatsen en wegen gelden regels voor afkoppelen (‘zie Afkoppelen hemelwater’). Het is verboden nieuwe buisleidingen aan te leggen. Wijziging of vervanging van bestaande leidingen moet vooraf worden gemeld (PMV art 16 en 17). Verboden (PMV art 16 en 17)
Het landelijk Besluit bodemkwaliteit is van toepassing
100-Jaarsaandachtsgebied Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet worden getoetst of het risico voor het grondwater afneemt en in elk geval niet toeneemt (stand-still principe). De regels van de PRV gelden hier wel, de regels van de PMV niet behalve de Bijzondere zorgplicht.
In het convenant Afkoppelen Utrechtse Heuvelrug is beleid geformuleerd voor afkoppelen. Bij het hanteren van dit beleid wordt binnen het 100jaarsaandachtsgebied voldaan aan de zorgplicht.* Zie ‘Regelgeving algemeen’
Zie ‘Regelgeving algemeen’
Zie ‘Regelgeving algemeen’
Open systemen verboden binnen de 50 jaarszone. (Grondwaterplan Provincie Utrecht). Dit moet aangetoond worden bij de vergunningaanvraag voor de KWO in het kader van de vergunning Waterwet. Het landelijke Besluit bodemkwaliteit is van toepassing.
Verboden (PMV art 16)
Weliswaar toegestaan maar vanwege de risico's is de Provincie zeer terughoudend.
Niet toegestaan onder de dieptegrens (3m –mv, 10 m –mv of 30 m –mv) (PMV art 16 en 17)
Toegestaan
* In het project Schoon grondwater wordt dit beleid geëvalueerd
3.2.2 Toezicht en handhaving beschermingsbeleid Ter controle op de naleving van wettelijke milieuregels binnen de hiervoor beschreven beschermingszones worden door de Provincie Utrecht gebiedsschouwen uitgevoerd. Bij een gebiedsschouw worden relevante inrichtingen en locaties bezocht. Een gebiedsschouw bestaat globaal uit de volgende stappen: 1. Voorbereiding: gesprekken met relevante partijen, inventarisatie van relevante/urgente onderwerpen, afspraken maken over de uitvoering, checklisten opstellen etc. 2. Dossier onderzoek: gericht op controle van de verleende vergunningen etc. Provincie Utrecht
34
Gebiedsdossier Doorn
3. Locatiebezoek 4. Veldcontrole 5. Vervolg en evaluatie: het betreft onder meer een rapportage van de gevolgde werkwijze en de resultaten. De Provincie Utrecht is in gesprek met de betrokken overheden om vast te stellen hoeveel toezicht en handhaving nodig is om een adequate grondwaterbescherming te realiseren. De afspraken die zij hierbij maken worden vastgelegd in een contract. Het concept van dit contract is opgenomen in bijlage 7. 3.2.3 Calamiteiten Wanneer er sprake is van een calamiteit binnen de hiervoor beschreven beschermingszones (en ook daarbuiten) dient door de betrokken gebiedsactoren direct handelend te worden opgetreden conform geldende calamiteitenplannen. In Tabel 3-2 is een overzicht opgenomen van organisaties die een rol spelen bij de afhandeling van calamiteiten in het intrekgebied en is een korte beschrijving gegeven van de te volgen procedures. Niet alle partijen beschikken over een calamiteitenplan. Tabel 3-2 Organisatie
Provincie Utrecht
Calamiteiten Adviseert om bij een dringende milieucalamiteit te bellen met: 0800-0225510 (milieuklachtentelefoon)
Milieudienst
112 (bij ‘levensgevaar en acuut milieugevaar’)
Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Algemeen nummer 0343- 56 56 00
Waterschap HDSR Vitens
030-634 57 00 (alarmnummer Waterschap) Heeft wel een calamiteitenplan, maar voor milieucalamiteiten is de Provincie aanspreekpunt
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Utrechts Landschap
Geen informatie Algemeen nummer 030 - 220 55 55
Provincie Utrecht
Opmerking
- verwijst op internet onder andere naar het waterschap voor waterverontreiniging - Provincie informeert direct het drinkwaterbedrijf - het Kabinet van de Provincie adviseert en ondersteunt de commissaris van de Koningin in de uitoefening van zijn rijkstaken, waaronder rampenbestrijding - verwijst bij rampen naar de gemeente - verwijst op internet onder andere naar de Provincie (tel. 030 – 69 99 500) en de politiemilieudienst (030-6772225) Er is bij de gemeente geen calamiteitenplan ten aanzien van milieucalamiteiten. Er staat op de website geen specifiek nummer aangegeven om te bellen in geval van milieucalamiteiten
- Vitens wordt geïnformeerd door de Provincie (milieuklachtentelefoon) - er is wel een klachtlijn voor storingen - er is bij Vitens een veiligheidscoordinator die zich ook met calamiteiten bezighoudt
Eigenaar deel bosgebied 100-jaarszone
35
Gebiedsdossier Doorn
3.3
Planologische doorwerking beschermingszones
3.3.1 Bestemmingsplannen De genoemde beschermingszones horen door te werken in de bestemmingsplannen van de gemeentes, zowel in de plannen als op kaart. Uit Tabel 3-3 blijkt dat er vier relevante bestemmingsplannen zijn, waarvan één nog in ontwikkeling. Het waterwingebied, het grondwaterbeschermingsgebied en de 100-jaarszone is niet opgenomen op alle plankaarten en er wordt in de toelichtingen ook niet altijd naar verwezen. Op dit moment (begin 2012) worden alle bestemmingsplannen geactualiseerd. Tabel 3-3
Grondwaterbescherming in relevante bestemmingsplannen.
Bestemmingsplan
Kaart
Toelichting en voorschriften
Woongebieden en recreatieterreinen
Er is geen grondwaterbeschermingsgebied en waterwingebied opgenomen.
In de toelichting is niet opgenomen dat het gebied onderdeel uitmaakt van het grondwaterbeschermingsgebied
Doorn Centrum
Er is een grondwaterbeschermingsgebied en waterwingebied opgenomen Het waterwingebied heeft de gebiedsaanduiding ‘milieuzone waterwingebied’ gekregen.
In de toelichting is opgenomen dat het gebied onderdeel uitmaakt van het grondwaterbeschermingsgebied In de regels is bepaald dat hier uitsluitend ten behoeve van het waterwingebied gebouwd mag worden.
De begrenzing van het grondwaterbeschermingsgebied en de 100-jaarsaandachtszone is niet op de plankaart opgenomen. Wordt momenteel opgesteld
In de regels is geen directe juridische koppeling met die gebieden opgenomen, geen verwijzing naar de PMV.
Doorn Buitengebied
Doorn Noord:
3.3.2 Hoe omgaan met functieveranderingen? Bij functieveranderingen in het grondwaterbeschermingsgebied dient eerst nagegaan te worden of deze nieuwe functie/gebruik toegestaan is op basis van de regels behorend bij de PMV, en of de nieuwe functie/gebruik harmoniëert met het beschermingsbeleid op basis van het Grondwaterplan Provincie Utrecht (50-jaarszone voor KWO), en eventueel het Convenant afkoppelen. Daarnaast geldt, vanuit de provinciale ruimtelijke structuurvisie en ruimtelijke verordening, voor het waterwingebied, het grondwaterbeschermingsgebied en het 100jaarsaandachtsgebied en het Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug het stand-still principe. Dit betekent dat de belasting door stoffen niet mag toenemen en bij voorkeur dient af te nemen. In Tabel 3-4 is voor een aantal vormen van landgebruik een indicatieve score van de belasting door verschillende stofgroepen gegeven, met voorbeelden van mitigerende maatregelen. Een functiewijziging of herstructurering die zou kunnen leiden tot een verhoging van de belasting van stoffen naar de winning maar desalniettemin doorgang vindt, kan in veel gevallen door het nemen van maatregelen zodanig worden ingepast dat een verhoging van de belasting kan worden voorkomen, en wordt voldaan aan het stand-still principe.
Provincie Utrecht
36
Gebiedsdossier Doorn
Tabel 3-4
9
Relatieve emissies verschillende functies en mitigerende maatregelen.
Activiteit
Zware metalen
Bestrijdingsmiddelen
Akkerbouw intensief
5
10
Mobiele organische componenten (halogenen, aromaten) 5
Akkerbouw biologisch
2
2
2
Veeteelt intensief
4
6
4
Veeteelt biologisch
2
2
2
Tuinbouw
3
10
3
Boomgaard
2
8
3
Landgoed
1
3
3
Camping
2
2
12
Volkstuinen
7
8
7
Wonen, hoge dichtheid, regulier
4
3
10
Wonen, hoge dichtheid, duurzaam
3
1
9
Kantoren, onderwijs
3
2
7
Winkels, bedrijven, horeca (MKB)
4
2
10
Plantsoenen en stadspark
3
4
3
Sportvelden
2
5
2
Industrie intensief
10
3
20
Wegen
10
3
17
Parkeerterrein, transferium
10
4
17
Maatregelen om risico’s te beperken (selectie)
Locatiekeuze Overstappen op biologische akkerbouw Overstappen op biologische veeteelt Locatiekeuze Reductie bestrijdingsmiddelen Overstappen op biologische tuinbouw Reductie bestrijdingsmiddelen Milieuvriendelijk ontwerp Geen bestrijdingsmiddelen Centrale parkeerplaats met voorzieningen Centraal afkoppelen Locatiekeuze Voorlichting, biologische volkstuinen Milieuvriendelijk ontwerp Voorlichting, verbod op autowassen, centraal afkoppelen Geen bestrijdingsmiddelen Idem Milieuvriendelijk ontwerp Geen bestrijdingsmiddelen Centrale parkeerplaats Centraal afkoppelen Idem Milieuvriendelijk ontwerp Geen bestrijdingsmiddelen, Alternatieve onkruidbestrijding, kunstgras Locatiekeuze Milieuvriendelijk ontwerp Vloeistofdichte vloeren Locatiekeuze Aansluiten op riolering Centraal afkoppelen Locatiekeuze Aansluiten op riolering
Een hoog getal (rood) betekent hoge emissie en een laag getal (groen) een lage emissie. Met nadruk wordt opgemerkt dat het gaat om indicaties voor de stofgroepen zware metalen, bestrijdingsmiddelen en organische verontreinigingen uitgaande van een gemiddeld landgebruik. Met mitigerende maatregelen kan de belasting sterk verlaagd worden.
3.3.3 Locatiekeuze Uit Tabel 3-4 kan op hoofdlijnen een indruk worden verkregen van de relatieve risico’s van een nieuwe functie. Functies met relatief veel risico’s voor de grondwaterkwaliteit worden bij voorkeur geplaatst op locaties die niet of minder kwetsbaar zijn. Bijvoorbeeld een locatie buiten de 100-jaarszone of anders een minder kwetsbare plek in de 100-jaarszone. Voor functies met relatief weinig risico’s (zoals natuur) wordt bij voorkeur juist een kwetsbare locatie gekozen (gele of rode kleur in de kwetsbaarheidskaart Figuur 2-16).
9
Bron: systeembenadering Provincie Utrecht. De in de systeembenadering gehanteerde scores zijn gebaseerd op de Reflect methodiek (zie bijlage 1 van de Handleiding en Kiwa 1999)
Provincie Utrecht
37
Gebiedsdossier Doorn
3.4
Ruimtelijke ontwikkelingen
De verwachte ontwikkelingen binnen de 100-jaarszone van de winning Doorn zijn weergegeven in Tabel 3-5. Het is belangrijk om in een vroeg stadium het grondwaterbeschermingsbelang mee te wegen bij de uitwerking van autonome ontwikkelingen. Tevens wordt aanbevolen om deze ontwikkelingen te bespreken en te actualiseren tijdens de jaarlijkse gebiedsgesprekken. Tabel 3-5
Relevante ontwikkelingen binnen de 100-jaarszone met een mogelijk effect op de grondwaterkwaliteit. In de laatste kolom een indicatieve beoordeling van het effect op de grondwaterkwaliteit, gegeven volgens de volgende classificatie: Knelpunt: Er is mogelijk sprake van een groot negatief effect op de grondwaterkwaliteit. Ook met inrichtingsmaatregelen resteert er waarschijnlijk nog een negatief effect Aandachtspunt: Mogelijk is er sprake van een negatief effect op de grondwaterkwaliteit. Met de juiste inrichtingsmaatregelen kan dit effect naar verwachting worden voorkomen. Neutraal: Waarschijnlijk vrijwel geen effect op de grondwaterkwaliteit Harmoniërend: Er is naar verwachting sprake van een positief effect op de grondwaterkwaliteit Versterkend: Er is sprake van een sterk positief effect op de grondwaterkwaliteit Nr .
Autonome Ontwikkeling
Initiatiefnemer
Planning
Locatie
1
?
?
Binnen 50jaarszone
2
BMO oorlogsslachtoffercentrum wordt uitgebreid 18 stuks verzorgingswoningen Woningbouw 10 woningen
?
3
Woningbouw 16 woningen
4
Woningbouw 1 woning
Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Utrechtse Heuvelrug ?
Woestduinlaan binnen GWBG Kampweg, binnen GWBG Amersfoortseweg, binnen GWBG
Provincie Utrecht
?
?
38
Beoordeling effect op grondwaterkwaliteit Aandachtspunt
aandachtspunt
Aandachtspunt
Neutraal
Gebiedsdossier Doorn
4
ANALYSE RISICO’S EN MAATREGELEN
4.1
Inleiding
Allereerst worden de (mogelijke) risico’s ter plaatse van de drinkwaterwinning aangegeven voor de huidige situatie. Deze risico’s worden samengevat met een score in het zogenaamde signaleringsdiagram. Het signaleringsdiagram is primair een communicatie-tool. Het geeft snel een beeld hoe goed of hoe slecht het gaat in de huidige situatie met de winning. Het is een thermometer die om de drie tot zes jaar vernieuwd kan worden. Bij de onderdelen van het signaleringsdiagram wordt toegelicht of er sprake is van risico’s die een rol spelen voor de toekenning van de score in het signaleringsdiagram. In paragraaf 4-3 zijn maatregelen geformuleerd om de kwaliteit van het grondwater te verbeteren, bij het huidig gebruik en het voorgenomen gebruik. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in maatregelen die specifiek zijn voor de winning en algemene maatregelen die voor alle winningen van toepassing zijn.
4.2
Signaleringsdiagram
Figuur 4-1 bevat het zogenoemde ‘signaleringsdiagram’. Dit is een schematische weergave van de score van de winning Doorn op acht beleidscriteria 10. Bij het linkerdeel van deze figuur gaat het om de feitelijke huidige situatie. Bij het rechterdeel van de figuur gaat het om de inzet van instrumenten om de winning te beschermen. Bij het bovenste deel van de figuur gaat het om de bovengrond en bij het onderste deel van de figuur om de ondergrond. Voor een toelichting op het signaleringsdiagram wordt verwezen naar Bijlage 8. Bij de scores wordt onderscheid gemaakt in de beoordelingen groen (goed), matig (geel) en onvoldoende (rood). De scores zijn gebaseerd op de huidige situatie. Bij ieder criterium wordt aanvullend ook ingegaan op de toekomstige situatie in die gevallen waarbij veranderingen bekend zijn (bijvoorbeeld autonome ontwikkelingen). Bij de verschillende criteria kunnen maatregelen geformuleerd worden om het risico voor de winning te reduceren. Het betreft maatregelen die gebaseerd zijn op het risico in de huidige situatie maar ook maatregelen die passen bij een verwacht risico in de toekomstige situatie. Deze maatregelen zijn beschreven in paragraaf 4-3. In de maatregelentabellen wordt verwezen naar het criterium in het signaleringsdiagram waar het risico is beschreven. In het algemeen kan gesteld worden dat bij een criterium dat als goed beoordeeld is een maatregel niet direct als urgent wordt beoordeeld. Toch zijn er ook bij de meeste criteria die als goed beoordeeld zijn, maatregelen te bedenken die de belasting van het grondwater kunnen reduceren en dus een verbetering van de drinkwaterkwaliteit tot gevolg hebben.
10
In de Handleiding Gebiedsdossiers (Tauw, 2010) is een algemene toelichting op dit diagram opgenomen.
Provincie Utrecht
39
Gebiedsdossier Doorn
Effect Resultaat (Risico’s)
Actie prestaties (Risicobeheersing)
1 Planologische 8 Risico op verontreiniging bescherming mbt huidige functies door huidige functies
7 Zuiveringsinspanning
2 Milieuregelgeving
Ondergrond 3 Bescherming mbt ondergrondse activiteiten
6 Kwaliteit ruwwater
5 Kwaliteit toestromend grondwater
Figuur 4-1
Bovengrond
4 Aanpak bestaande verontreinigingen
Signaleringsdiagram met de score voor de winning Doorn op de acht indicatoren
Hierna worden alle indicatoren van het signaleringsdiagram besproken. 1) Planologische bescherming Bij dit criterium wordt nagegaan in hoeverre in de bestemmingsplannen voldoende aandacht besteed is aan de aanwezigheid van een drinkwaterwinning, zowel wat betreft weergave van de beschermingszones op kaart, als tekstueel bij de toelichting. De planologische bescherming is als onvoldoende geclassificeerd. In meerdere bestemmingsplannen staan de grenzen van het grondwaterbeschermingsgebied niet ingetekend op kaart. Het 100-jaarsaandachtsgebied is in geen enkel bestemmingsplan aangegeven op kaart. In de toelichting en voorschriften (regels) wordt wel aandacht besteed aan de geldende beleidsregels omtrent het waterwingebied maar niet aan de beleidsregels ten aanzien van het grondwaterbeschermingsgebied. 2) Milieuregelgeving en beleid Bij dit criterium wordt beoordeeld in hoeverre alle milieuregelgeving (PMV en uitvoering vergunningen) actueel is en in hoeverre de handhaving verloopt volgens de gemaakte afspraken over een adequate bescherming.
Provincie Utrecht
40
Gebiedsdossier Doorn
Er zijn 19 bestaande bedrijven binnen het huidige grondwaterbeschermingsgebied. Hiervan zijn twee bedrijven categorie 3, n.l. het zwembad en een automobielbedrijf. Beide zijn een mogelijk risico voor de grondwaterkwaliteit. In 2010 zijn alle bedrijven door de Milieudienst bezocht Er zijn toen geen onrechtmatigheden aangetroffen. Dit onderdeel van het criterium is derhalve goed. In de nieuwe PMV worden de begrenzingen van de beschermingszones aangepast. Doordat met een nieuw grondwatermodel is gewerkt zijn zones vaak licht verschoven en anders van afmeting. Tot de tijd dat de nieuwe PMV ingaat (naar verwachting in 2012) is een deel van het intrekgebied niet beschermd met de status grondwaterbeschermingsgebied. Het grondwaterbeschermingsgebied van de winning Doorn wordt namelijk in oostelijke, zuidelijke en westelijke richting iets groter dan het huidige. Om deze reden is dit criterium als matig geclassificeerd. Aanvullend wordt opgemerkt dat uit de recente herberekening van de intrekgebieden blijkt dat het water dat onttrokken wordt door de winning Doorn voor circa 10% afkomstig is van het gebied buiten de 100 jaarszone, waarvan een deel (circa 5 %) een reistijd heeft van meer dan 200-jaar. Dit betekent dat op de lange termijn maar een klein deel van het water waarschijnlijk afkomstig zal zijn uit gebieden die momenteel niet worden beschermd door aanvullend beleid en regelgeving. Aan de andere kant betekent het ook dat maar een klein deel van het onttrokken water vanwege de ouderdom zeer schoon is. Dit maakt grondwaterbescherming grotendeels een locale opgave, en niet tot een regionale opgave. Vitens overweegt binnen 5 à 10 jaar de winning te sluiten. Wanneer dat het geval is er geen sprake meer van water dat afkomstig is van buiten de 10 tot 25-jaarszone en is er alleen nog sprake van een locale opgave. Calamiteiten(plannen) Wat betreft calamiteiten is geconstateerd dat er bij de meeste partijen te weinig accurate calamiteitenplannen voorhanden zijn. Dit is al geconstateerd tijdens het opstellen van het eerdere gebiedsdossiers en is inmiddels al als aandachtspunt benoemd voor alle gebiedsdossiers (zie verder onder 4.3). 3) Bescherming met betrekking tot ondergrondse activiteiten. Bij dit criterium wordt beoordeeld of het beleid en de regelgeving met betrekking tot het voorkomen van risico’s van ondergronds ruimtegebruik actueel/adequaat zijn en adequaat worden uitgevoerd (vergunningverlening en controle). Beleid en regelgeving met betrekking tot het voorkomen c.q. beperken van de risico’s van ondergronds ruimtegebruik zoals Koude Warmte Opslag is als goed geclassificeerd. Er bevinden zich geen KWO installaties binnen het 100-jaarsaandachtsgebied. Vanuit het stedelijk gebied vindt voor zover bekend geen belasting van het grondwater als gevolg lekke riolering plaats. De riolering is namelijk goed. In 2008 is het hele riool gereinigd en geïnspecteerd. 4) Aanpak bestaande verontreinigingen Bij dit criterium wordt beoordeeld in hoeverre risicovolle bodemverontreinigingslocaties vóór 2015 voldoende gesaneerd/beheerst of onderzocht worden waardoor antropogene verontreinigingen de winning niet zullen bereiken. De meeste verontreinigingen die aanwezig waren zijn gesaneerd en restverontreinigingen worden gemonitord. Alleen bij de ‘zanderij’ in de noordhoek van het 100-jaars aandachtsgeProvincie Utrecht
41
Gebiedsdossier Doorn
bied is een lichte kleinschalige grondwaterverontreiniging met VOCl aangetroffen. De grootste bedreiging wordt gevormd door de pluim met verontreinigd grondwater (VOCl) op grote diepte (60 tot 80 m –mv) binnen de 100-jaarzone die afkomstig is vanaf de stortplaats Maarsbergen. De pluim wordt al jarenlang gemonitord. Deze pluim kan een bedreiging vormen voor de drinkwaterkwaliteit. In 2010 heeft een inventariserend onderzoek plaatsgevonden naar bodemverontreinigingen die mogelijk een bedreiging zouden kunnen vormen voor de winning Doorn. Uit deze inventarisatie is gebleken dat een deel van de bedreigende locaties is gesaneerd (o.a. ter plaatse van de van Braam Houckgeest kazerne). Met een monitoringspeilbuis wordt eventuele verspreiding van een restverontreiniging gecontroleerd. Daarnaast is van een aantal andere locaties die met een dossieronderzoek zijn onderzocht geconcludeerd dat het risico voor bedreiging van het grondwater zeer klein is. Op grond van de pluim vanaf de stortplaats Maarsbergen die richting de winning stroomt (met nog onbekende snelheid) wordt dit criterium als matig beoordeeld. 5) Kwaliteit toestromend grondwater Bij dit criterium wordt beoordeeld of de grondwaterkwaliteit in de peilfilters van waarnemingsputten de drinkwaternorm van het Waterleidingbesluit (toets cf art 7.2 KRW) overschrijdt. De kwaliteit van het toestromende grondwater kan alleen worden beoordeeld op basis van één peilbuis van het provinciale meetnet. De kwaliteit van het grondwater in deze peilbuis is goed. Omdat deze ene waarneming onvoldoende bescherming garandeert voor de winputten wordt dit criterium als matig beoordeeld. 6) Kwaliteit ruwwater Op basis van de KRW dienen waterwinningen voor drinkwater beoordeeld te worden op het voldoen van het water aan de normen van het Waterleidingbesluit (toets cf art 7.2 KRW). De gemiddelde kwaliteit van het ruwwater is overwegend goed. Alleen BAM is in 2010 in een gehalte gelijk aan de drinkwaternorm aangetroffen. Dit geeft aanleiding extra aandacht te vragen voor de kwaliteit van het ruwwater en dit criterium wordt daarom als matig beoordeeld. 7) Zuiveringsinspanning Bij dit criterium wordt gekeken of het niveau van de zuivering past bij een natuurlijke grondwaterkwaliteit. De behandeling van het ruwwater van de winning Doorn bestaat uitsluitend uit een kalkdosering. Er zijn geen plannen voor uitbreiding van de zuivering. Het huidige niveau van zuivering past bij de natuurlijke (grond)waterkwaliteit. Het niveau van de zuivering is daarom als goed geclassificeerd. 8) Risico’s op verontreiniging door huidige functies Bij dit criterium wordt het risico ten gevolge van diffuse belasting van de huidige functies, dat is vastgesteld met de Reflectmethodiek, beoordeeld (zie Figuur 2-17). De scores binnen de 100-jaarszone zijn omgezet naar één gebiedsgemiddelde score van de 100-jaarszone. De volgende beoordeling van de gebiedsgemiddelde score is gehanteerd: goed 1.0 – 1.75, matig 1.76 – 2.25, onvoldoende 2.26 – 3.0. Met behulp van de Reflect methodiek zijn de risico’s van de huidige functies bepaald. De kaart (Figuur 2-17) is omgezet naar één gebiedsgemiddelde score van de 100-jaarszone.
Provincie Utrecht
42
Gebiedsdossier Doorn
Voor de winning Doorn is de gemiddelde score 2,1 op een schaal van 1 tot 3. Daardoor scoort de winning als matig. De Reflect methodiek gaat uit van algemene kentallen ten aanzien van belasting bij bepaald landgebruik. Specifiek voor de winning Doorn is de volgende belasting van toepassing. Diffuse belastingen als gevolg van bestrijdingsmiddelengebruik en als gevolg van gladheidbestrijding worden als een risico gezien. Het gaat hierbij om historische belasting vanuit openbaar terrein. De gemeente Utrechtse Heuvelrug gebruikt momenteel geen chemische bestrijdingsmiddelen meer en is zeer terughoudend met het gebruik van strooizout. Het gebruik door particulieren kan omvangrijk zijn vanwege het vele particuliere groen/grote tuinen binnen de woonkern Doorn. De omvang hiervan is nog niet in beeld gebracht. In het ruwwater is BAM aangetroffen, deels mogelijk afkomstig van gebruik in stedelijk gebied. Het grondwater is dus kwetsbaar voor middelen, en het gebruik ervan is daarom een aandachtspunt. BAM is inmiddels verboden en de concentratie in het ruwwater zal daardoor afnemen. Wat betreft lijnbronnen vormen de aanwezige provinciale wegen een risico vanwege mogelijke calamiteiten en middelen ten behoeve van gladheidbestrijding. Toekomstige ontwikkelingen Tenslotte is een aantal autonome ontwikkelingen aangedragen door de gemeente Utrechtse Heuvelrug (twee blokjes woningen van 10 en 16 huizen en een centrum met 18 verzorgingswoningen) die een aandachtspunt vormen wat betreft de relatie met de winning. De belasting van de functie wonen is namelijk hoger dan van de functie natuur.
4.3
Voorstel maatregelen
4.3.1 Winningspecifieke maatregelen In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. is een set maatregel(en) benoemd met vermelding van de actor(en) die daarvoor in eerste instantie ‘aan de lat’ staat/staan. De maatregelen refereren naar risico’s die in de beschrijving bij het signaleringsdiagram zijn beschreven. De in deze tabel genoemde risico’s en maatregelen zijn winningspecifiek. Daarnaast zijn algemene risico’s/aandachtspunten en hiermee samenhangende maatregelen te benoemen, die naar verwachting voor meerdere – of alle - winningen binnen de provincie Utrecht gelden en er zijn maatregelen die specifiek voor de hele Utrechtse Heuvelrug gelden. Deze algemene risico’s/maatregelen en de maatregelen specifiek voor de Utrechtse heuvelrug worden beschreven in aansluiting op Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., in paragraaf 4.3.2. Genoemde maatregelen zijn door de betrokken gebiedsactoren tijdens het opstellen van dit gebiedsdossier benoemd als realistisch en haalbaar en vormt dan ook de basis voor verdere bespreking en uitwerking in de gebiedsgesprekken. Voor zowel de winningsspecifieke maatregelen als de algemene maatregelen geldt dat met sommige maatregelen al een begin is gemaakt, maar deze dienen gecontinueerd te worden en met andere maatregelen dient nog begonnen te worden.
Provincie Utrecht
43
Gebiedsdossier Doorn
Tabel 4-1 Overzicht winningspecifieke risico’s en voorstel maatregelen voor de winning Doorn Nr signalerings-
Beoordelingscriterium
Risicobeoordeling
Voorstel maatregel
Actoren
1 Planologische
Beschermingsbeleid: vóórkomen
Onvolledige weergave be-
Grondwaterbescherming beter
Gemeente
bescherming
beschermingszones in bestem-
schermingszo-
laten doorwerken in de be-
met betrekking tot
mingsplannen en kaarten.
Diagram
nes/voorschriften in de be-
stemmingsplannen (juiste
huidige
stemmingsplannen van de
weergave van begrenzingen
functie
gemeente Utrechtse heuvel-
en voorschriften).
rug, 2 Milieuregelge-
Onderdelen:
GWBG contouren nieuwe
Ving
·
Verloopt handhaving vol-
PMV groter dan huidige,
gens plan
daardoor deel van de ‘be-
Zijn de ‘nieuwe’ contouren
schermingszone’ nog niet
(ingang 2012) bescher-
beschermd
·
Invoeren nieuwe PMV
Provincie
mingszones ruimer dan huidige 3 Bescherming
Onderdelen:
met betrekking tot
·
ondergrondse activi-
Geen knelpunten
n.v.t.
Zanderij Maarn
Provincie is daarmee bezig,
Koude warmteopslag binnen 50-jaarszones
·
Lekkende riolering
teiten 4 Aanpak bodem-
Aanpak bodemverontreinigings-
verontreinigingen
locaties die risicovol kunnen zijn
Provincie
gezien de grote afstand tot de
voor de winning
winning parkeren. Stortplaats noorden Doorn
Nieuwe stortplaats, bekend bij
Provincie
provincie. Voortgang wordt gemonitoord. Verontreinigingen afkomstig
Vitens is reeds in dit proces
van stortplaats Maarsbergen
betrokken, daarom is dit een
Vitens, provincie
aadachtspunt, geen maatregel. Nagaan in hoeverre de meetputten van Vitens de eventuele pluim kunnen detecteren 5 Kwaliteit toe-
Beoordeling grondwaterkwaliteit
Niet te beoordelen door
Inrichten van een kwali-
Vitens,
stromend
in waarnemingsputten t.o.v.
ontbreken waarnemingsput-
teitsmeetnet (early warning)
provincie
grondwater
drinkwaternorm
ten
rondom de winning (Vitens) Nagaan of bestaande buizen iets kunnen zeggen over risico’s: inrichten kwaliteitsmeetnet voorlopig niet aan de orde.
Risico voor bestrijdingsmiddelen in de winning
Monitoring en interpretatie van put uit provinciale meetnet (put B32D0165) (KRWmaatregel) en consequenties voor ruwwater achterhalen.
6 Kwaliteit
Beoordeling ruwwaterkwaliteit in
ruwwater
pompputten t.o.v. drinkwater-
Bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen
norm 7 zuiverings-
Is de zuiveringsinspanning gro-
Provincie Utrecht
De zuiveringsinspanning
44
Provincie, Vitens
Gebiedsdossier Doorn
Nr signalerings-
Beoordelingscriterium
Risicobeoordeling
ter dan hoort bij een natuurlijke
past bij een natuurlijke
grondwaterkwaliteit?
grondwaterkwaliteit
8 Risico op ver-
Risico’s tengevolge van diffuse
Scoort matig
ontreiniging
belasting
Voorstel maatregel
Actoren
Diverse algemene maatrege-
Gemeente
len ‘Utrechtse Heuvelrug’
en provin-
Diagram inspanning
door huidige
cie
functies
4.3.2 Algemene risico’s en maatregelen Onderstaande maatregelen zijn geldig voor alle winningen in de Provincie Utrecht. De relevantie van deze algemene maatregelen is voor iedere specifieke winning verschillend. Maatregelen ten gevolge van wijziging PMV De huidige grondwaterbeschermingszones komen niet overeen met de meest recente inzichten ten aanzien van de intrekgebieden. De provincie is bezig om de beschermingszones aan te passen en de gewijzigde grenzen op te nemen in de nieuw op te stellen Provinciale Milieu Verordening (PMV). In samenhang hiermee dient een aantal vervolgacties te worden uitgevoerd door provincie en milieudiensten: · Beoordelen huidige bedrijfsactiviteiten in de uit te breiden beschermingszones in relatie tot de eisen vanuit de PMV. · Definiëren van overgangsbeleid voor bestaande bedrijven. · Bij RO processen die momenteel worden opgestart in de nieuwe gebieden waar mogelijk al anticiperen op de toekomstige status van deze gebieden. · (Her)beoordeling van de spoedeisendheid van de aanpak van aanwezige bodemverontreinigingen in de uit te breiden beschermingszones. · Verwerken van de wijzigingen van PMV in de bestemmingsplannen. Bodemsaneringslocaties Continueren aanpak spoedlocaties. Dit vergt behalve aandacht van de provincie ten aanzien van de uitvoering van het bodemsaneringsprogramma ook aandacht binnen het gebiedsproces. De maatregel is het binnen het gebiedsproces monitoren van de voortgang en uitkomsten van de onderzoeken en van de aanpak van de potentiële spoedlocaties. Voor tankstations geldt dat binnen de Wbb deze vaak niet zijn onderzocht op MTBE, en dat ze niet als spoedlocatie zijn gezien bij de inventarisatie van de puntbronnen. Gezien het grote aantal locaties is een nadere afweging noodzakelijk. Ondergrondse activiteiten Ten aanzien van gesloten KWO systemen, zowel diepere als de ook in de toekomst vergunningsvrije ondiepe systemen geldt als algemene maatregel om hier overzicht van te krijgen. Open systemen moeten nu gemeld worden, gesloten systemen niet. Kans op lekkage van bijvoorbeeld glycol. Op korte termijn algemene maatregel uitvoeren (per 1 jan 2013 moeten diepe gesloten systemen wel gemeld worden). Toezicht en handhaving Wat betreft het onderdeel ‘Toezicht en handhaving’ is in het verleden al geconstateerd dat de taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn, maar dat er nog nader afspraken moeten worden gemaakt over de gewenste omvang van toezicht en handhaving bij de categorie 1 – 4 Provincie Utrecht
45
Gebiedsdossier Doorn
bedrijven binnen grondwaterbeschermingsgebieden. De provincie en betrokken overheden hebben een concept-contract opgesteld met mogelijke afspraken inzake de samenwerking, prioriteit handhaving en de gebiedsschouw (zie bijlage 7). Calamiteiten Wat betreft mogelijke calamiteitensituaties ten aanzien van het gebruik van provinciale en rijkswegen, spoorwegen en transportleidingen dienen calamiteitenplannen te worden beoordeeld op actualiteit en waar nodig te worden geactualiseerd: · Is een calamiteitenplan aanwezig (o.a. gesprek met Prorail, Rijkswaterstaat, Vitens/OASEN en VRU)? · Is de informatie in dit calamiteitenplan voldoende voor een adequate bescherming van de drinkwaterbelangen? · Zo nee, welke verbeteringen dienen hierin te worden aangebracht? Bestrijdingsmiddelen · Inventarisatie bestrijdingsmiddelengebruik bij golfbanen en tennisverenigingen. · Voorlichting beheerders van sportterreinen over het gebruik van bestrijdingsmiddelen binnen grondwaterbeschermingsgebieden · Voorlichting burgers over het gebruik van bestrijdingsmiddelen binnen grondwaterbeschermingsgebieden · Overleg Prorail over middelengebruik. Uit gebiedsdossiers Overijssel blijkt dat Prorail werkt met DOB en soms nog roundup. Dit middel is echter verboden binnenkort. Maatregel geldt voor Bilthoven, Bunnik, Driebergen, Groenekan, Soestduinen, Autonome ontwikkelingen Voor alle verwachte (nieuwe) autonome ontwikkelingen binnen de 100-jaarszone en het infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug geldt dat het belangrijk is om in een vroegtijdig stadium het grondwaterbeschermingsbelang mee te wegen bij de uitwerking van deze ontwikkelingen. Hiertoe dienen deze ruimtelijke ontwikkelingen minimaal jaarlijks te worden besproken en geactualiseerd tijdens het gebiedsgesprek. Communicatie · Vastleggen afspraken rondom gebiedsproces + gebiedsdossier (zie ook hoofdstuk 5) · Vastleggen van de frequentie en typen gegevens die in het kader van de gebiedsprocessen worden uitgewisseld (ruwwaterkwaliteit, voortgang onderzoek puntbronnen, vestiging bedrijven, autonome ontwikkelingen, etc )
Provincie Utrecht
46
Gebiedsdossier Doorn
Tabel 4.2 Nr
Signale-
Algemene maatregelen specifiek voor de Utrechtse Heuvelrug Risico
Maatregel
Actor(en)
Type maatregel
Het op lange termijn aan-
Definiëren begrenzing intrekgebied
Provincie
Technisch
trekken van een groot
Sturingsinstrumenten RO inzetten bin-
Provincie
Beleidsmatig
deel water afkomstig uit
nen de gehele Utrechts Heuvelrug (dit
gebied dat momenteel niet
is in feite de huidige situatie, echter nog
wordt beschermd met
niet volledig uitgewerkt)
aanvullend beleid en re-
Bewustwording particulieren ten aan-
Waterbedrijf,
Beleidsmatig
gelgeving.
zien van functies van beschermingszo-
Gemeente
ringsdiagram nr UH1
1
nes en gebruik van stoffen binnen deze zones. UH2
4
Puntbronnen bodemver-
Voortzetting monitoring grondwater en
Vitens + provin-
ontreiniging
communicatie omtrent monitoring bin-
cie
Beleidsmatig
nen het gebiedsproces. UH3
8
Zout
Terughoudend strooibeleid (KRW-
Gemeente
Beleidsmatig
Monitoring en interpretatie van meetfil-
Provincie
Technisch
ters (KRW-maatregel)
Utrecht
inventarisatie gebruik chemische mid-
Provincie
Onderzoeks-
delen regio (KRW-maatregel)
Utrecht
maatregel
evaluatie gebruik chemische bestrij-
Provincie
Onderzoeks-
dingsmiddelen (1x per 2 jaar) (KRW-
Utrecht
maatregel
Emissiereductie Utrechtse Heuvelrug:
Provincie
Beleidsmatig
stimulering minder uitspoeling (zoals
Utrecht
maatregel) UH4
8
Bestrijdingsmiddelen
UH5
8
Bestrijdingsmiddelen
UH6
8
Bestrijdingsmiddelen
maatregel) UH7
8
Bestrijdingsmiddelen
Lami-projecten) (KRW-maatregel) UH8
8
Bestrijdingsmiddelen
Barometer Zilver in de gemeente
Gemeente
Beleidsmatig
Provincie, MD
Beleidsmatig
Beleidsmatig
(KRW-maatregel) UH9
8
Bestrijdingsmiddelen
Optimaliseren voorlichting particulieren woonachtig in GWGB’s. Hiervoor binnen het project Schoon water UH diverse kanalen gebruiken.
UH10
8
Gevoeligheid van de
Handhaven met de provincie overeen-
Provincie,
pompputten voor het aan-
gekomen gemeentelijk beleid ten aan-
Gemeente
trekken van verontreini-
zien van onder meer bestrijdingsmidde-
gingen uit stedelijk gebied
len zoals benoemd in beleidskader
(waaronder restanten
‘Schoon grondwater Utrechtse heuvel-
bestrijdingsmiddelen)
rug’
Provincie Utrecht
47
Gebiedsdossier Doorn
5
GEBIEDSGERICHTE AANPAK
5.1
Inleiding
In juni 2010 is landelijk afgesproken dat de Provincies in de komende jaren gebiedsdossiers opstellen voor de grondwaterwinningen voor drinkwater. De Provincies hebben hierin een regierol. De Provincie Utrecht volgt de landelijke aanpak, maar hanteert wel een Utrechts accent. Utrecht heeft de filosofie dat je er met een gebiedsdossier alleen nog niet bent. Het proces erom heen met gebiedsgesprekken is minstens net zo belangrijk om grondwaterbescherming tot een stevig fundament te maken. Bescherming van kwetsbare winningen is een continu proces. De gebiedsaanpak is dat dus ook. Twee typische elementen van de Utrechtse aanpak zijn de gebiedsschouw en het signaleringsdiagram. Het signaleringsdiagram is primair een communicatie-tool. Het geeft snel een beeld hoe goed of hoe slecht het gaat met de winning. Het is een thermometer die elke drie jaar vernieuwd wordt. De gebiedsschouw is een rondgang door het gebied rond de winning om in praktijk te zien wat er aan de hand is op het gebied van handhaving. Dit kan zijn bij bedrijven of particulieren, tijdens activiteiten en festiviteiten. De schouw vindt plaats in samenwerking met meerdere partijen, ieder vanuit hun eigen invalshoek, deskundigheid of bevoegdheid. De gebiedsschouw heeft zowel een element van toezicht, communicatie, voorlichting en onderzoek in zich. De gebiedsschouw vindt eens per vier jaar plaats onder regie van de Provincie (zie verder paragraaf 3.2.1 onder ‘Toezicht en handhaving van bedrijven’).
5.2
Gebiedsgesprekken
Het streven is jaarlijks voor de winning Doorn een gebiedsgesprek te organiseren. Aan de hand van de acht indicatoren (zie Figuur 4-1 ) en de tabellen in dit hoofdstuk bespreken de betrokken partijen de (eerder vastgestelde en te actualiseren) knelpunten, ontwikkelingen, maatregelen en afspraken. Onderstaande tabellen bevatten een overzicht van de genodigden en verantwoordelijkheden. De gemaakte afspraken worden in bijlage 4 toegevoegd aan het dossier in de vorm van de notulen van het gebiedsgesprek. De Provincie Utrecht heeft de rol van gebiedscoördinator. De taken die bij deze rol horen zijn: bijhouden informatie over het gebied, jaarlijks organiseren en voorzitten gebiedsgesprek, het gebiedsdossier actualiseren, overzicht houden en voortgang bewaken uitvoering maatregelen en afspraken, adviseren over gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. Ook de andere organisaties spelen een belangrijke rol; denk aan gemeente, milieudienst, drinkwaterbedrijf en waterschap. Deze organisaties hebben taken en bevoegdheden in het gebied. Het gaat erom ieders taken en verantwoordelijkheden optimaal te benutten en samen te werken waar deze elkaar overlappen. Bij het toedelen van maatregelen, projecten of acties in de gebiedsaanpak is het principe dat de taak volgt naar gelang de wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De kosten voor de uitvoering van maatregelen komen in beginsel voor de partij die daarvoor beleidsverantwoordelijkheid draagt. Ook het drinkwaterbedrijf kan als belangrijke belanghebbende partij een bijdrage leveren. In Tabel 5-1 en Tabel 5-2 zijn de organisatorische aspecten rond de gebiedsgesprekken Doorn nader uitgewerkt.
Provincie Utrecht
48
Gebiedsdossier Doorn
Tabel 5-1. Gebiedsgesprekken Doorn: contactpersonen Organisatie
Contactpersonen
Contactpersonen
Provincie Utrecht
Sandy Mensing (ge-
[email protected]
biedscoördinator) Vitens
Inge Rosenthal
[email protected]
Milieudienst Zuid Oost Utrecht
Gonneke Cornelisse/
[email protected]
Rob Hosman Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Annemarie ter Schure
[email protected]
Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden
Paul Molleman
[email protected]
Tabel 5-2. Gebiedsgesprek Doorn: organisatorische aspecten Onderdeel
Invulling
Frequentie
Jaarlijks
Organisatie
Provincie, de gebiedscoördinator
Verslaglegging en een jaarlijkse actualisatie van de digitale
Provincie
versie van het gebiedsdossier (onder andere toevoegen van verslagen) Genodigden
Zie tabel 5.1
Voorbereiding
Gemeente informeert gebiedscoördinator tijdig over bestemmingsplanwijzigingen en ruimtelijke ontwikkelingen.
Mogelijke locatie voor gesprek
?
Belangrijkste agendapunten
- de acht indicatoren uit figuur 4.1. - autonome ontwikkelingen (zie §3.4) - aanbevelingen, (potentiële) maatregelen en gemaakte afspraken (§4.2)
5.3
Afspraken
De Provincie kiest ervoor om het gebiedsdossier inclusief concept maatregelen in eerste instantie ambtelijk in het gebiedsgesprek vast te stellen. Eventueel volgt formele vaststelling later. Verder stelt de Provincie voor om de consequenties voor organisaties in uren en middelen op management niveau vast te leggen en zo mogelijk aan te sluiten bij bestaande samenwerkingsverbanden. Dit betreft handhaving, toezicht, participeren in de gebiedsaanpak, deelnemen aan de gebiedsschouw. Daarnaast kan, indien wenselijk er besloten worden om bepaalde maatregelen en werkafspraken bestuurlijk vast te leggen, bijvoorbeeld KRW maatregelen die worden opgenomen in het Stroomgebiedbeheerplan. Daarnaast is het nodig om besturen over de voortgang te blijven informeren. De gebiedscoördinator bewaakt de voortgang en neemt het initiatief om de voortgang van maatregelen binnen het gebiedsgesprek te agenderen en eventuele knelpunten naar een hoger plan te tillen. Tabel 5-3. Opzet voor afsprakenlijst Maatregel
Partij
Beschrijving
Provincie
maatregel
Gemeente
Verantwoordelijkheden
Geraamde inzet van middelen Tijdsbesteding
Milieudienst Waterschap
Provincie Utrecht
49
Middelen
Gebiedsdossier Doorn
1
BIJLAGE 1
LITERATUURLIJST
Commissie Integraal Waterbeheer, 2002, rapport Afstromend wegwater”, Den Haag EC, 2000, Kaderrichtlijn Water; Richtlijn 2000/60EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor de communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid. Geconsolideerde tekst, samengesteld door het Conslegsysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 16/12/2001 EC, 2006, Grondwaterrichtlijn; RICHTLIJN 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand Grontmij, 1998a, Aanvullend bodemonderzoek zanderij Maarn Grontmij, 1998b, Evaluatierapport sanering Zanderij te Maarn Grontmij, 2007, Inventarisatie puntbronnen grondwaterwinningen; KRW Detailanalyse Provincie Utrecht, PN228270 Grontmij, 2010, Verontreinigingslocaties rondom drinkwaterwinning Doorn; Inventarisatie en risico-analyse, PN 297509 Kiwa ,1999, Functieverweving en Duurzame Waterwinning REFLECT: bepaling van risico’s van functies voor grondwaterwinningen Provincie Utrecht, 1993, Uitwerkingsplan grondwaterbeschermingsgebieden 1993-1997 Provincie Utrecht, 2003, Provinciale milieuverordening (PMV) Provincie Utrecht, 2007, Grondwaterplan Provincie Utrecht 2008-2013 RIVM, 2007, Gebiedsdossiers voor drinkwaterbronnen; Uitwerking van risico's en ontwikkeling van maatregelen, RIVM Rapport 734301032/2007 RIVM, 2010a, Afspraken invoering gebiedsdossiers waterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening (16 juni 2010); Document opgesteld door de projectgroep gebiedsdossiers waterwinning bestaande uit vertegenwoordigers van Provincies, Rijkswaterstaat, gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven, het ministerie van VROM (initiatiefnemer en voorzitter) en het RIVM (penvoerder). RIVM, 2010b, Evaluatie en actualisatie protocol gebiedsdossiers, RIVM Rapport 609716002/2010 Royal Haskoning, 2010, Beschermingszones drinkwaterwinningen in de provincie Utrecht, begrenzingen berekend Tauw, 2010, Handleiding Gebiedsdossiers Provincie Utrecht Provincie Utrecht
0
Gebiedsdossier Doorn
TCB, 1985, Advies beschermingsgrondslag grondwaterbeschermingsgebieden, Rapport Technische Commissie Bodembescherming Vitens, 2010, Factsheets winningen Vitens Vitens, 2011, Ruwwaterkwaliteitsrapportages winningen Utrecht
Provincie Utrecht
1
Gebiedsdossier Doorn
2
BIJLAGE 2
Provincie Utrecht
KAARTEN IN A4
2
Gebiedsdossier Doorn
Provincie Utrecht
0
Gebiedsdossier Doorn
Provincie Utrecht
1
Gebiedsdossier Doorn
Provincie Utrecht
2
Gebiedsdossier Doorn
Provincie Utrecht
3
Gebiedsdossier Doorn
Provincie Utrecht
4
Gebiedsdossier Doorn
Provincie Utrecht
5
Gebiedsdossier Doorn
Provincie Utrecht
6
Gebiedsdossier Doorn
3
BIJLAGE 3
TOETSING WATERKWALITEIT
Toetswaarden buiten drinkwaterbesluit 2011: Tabel I. Toetswaarden die zijn gebruikt maar die niet vallen binnen het drinkwaterbesluit Stof
Waarde
Eenheid
Medicijnen
0
ng/l
Overige VOCl
0
μg/l
chloraat (who, 2005 guideline)
700
μg/l
trichloormethaan, broomdichloormethaan, tetrachloormethaan
1
μg/l
Overige stoffen (bijv. EDTA, benzylbutylftalaat, 4-n-nonylfenol, 4octylfenol, p,p'-DDE)
0
μg/l
Toetswaarden uit drinkwaterbesluit 2011: Tabel II. Chemische parameters Stof
Waarde
Eenheid
Acrylamide
0,10
μg/l
Antimoon
5,0
μg/l
Arseen
10
μg/l
Benzeen
1,0
μg/l
Benzo(a)pyreen
0,010
μg/l
Boor
0,5
mg/l
Bromaat
1,0
μg/l
Cadmium
5,0
μg/l
Chroom
50
μg/l
Cyaniden (totaal)
50
μg/l
1,2-Dichloorethaan
3,0
μg/l
Epichloorhydrine
0,10
μg/l
Fluoride
1,0
mg/l
Koper
2,0
mg/l
Kwik
1,0
μg/l
Lood
10
μg/l
Nikkel
20
μg/l
Nitraat
50
mg/l
Nitriet
0,1
mg/l
N- nitrosodimethylamine (NDMA)
12
ng/l
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) (som)
0,10
μg/l
Polychloorbifenylen (PCB’s) (individueel)
0,10
μg/l
PCB’s (som)
0,50
μg/l
Pesticiden (individueel)
0,10
μg/l
Pesticiden (som)
0,50
μg/l
Seleen
10
μg/l
Tetra- en trichlooretheen (som)
10
μg/l
Trihalomethanen (som)*
25
μg/l
Vinylchloride
0,10
μg/l
* tribroommethaan, trihalomethanen (som), dibroomchloormethaan
Tabel IIIa. Indicatoren – Bedrijfstechnische parameters
Provincie Utrecht
0
Gebiedsdossier Doorn
Stof
Waarde
Eenheid
Ammonium
0,20
mg/l
Chloride
150
mg/l
DOC/TOC
Geen abnormale verandering
mg/l
Geleidingsvermogen
125 bij 20 °C
mS/m
Hardheid (totaal)
>1
mmol/l
Tabel IIIb. Indicatoren – Organoleptische/esthetische parameters Stof
Waarde
Eenheid
Sulfaat
150
mg/l
Aluminium
200
μg/l
Natrium
150
mg/l
Waarde
Eenheid μmol X/l
Aromatische aminen
– (waarde 0 aangehouden) 1
(Chloor)fenolen
1
μg/l
Diglyme(n)
1
μg/l
Ethyl tert-butyl ether (ETBE)
1
μg/l
Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen
1
μg/l
Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen
1
μg/l
Methyl tert-butyl ether (MTBE)
1
μg/l
Monocyclische koolwaterstoffen / aromaten
1
μg/l
Overige antropogene stoffen
1
μg/l
Tabel IIIc. Indicatoren – Signaleringsparameters Stof AOX
Provincie Utrecht
1
μg/l
Gebiedsdossier Doorn
4
BIJLAGE 4
Provincie Utrecht
NOTULEN GEBIEDSGESPREKKEN
2
Gebiedsdossier Doorn
5
BIJLAGE 5
BEGRIPPENLIJST
Zones rond een winning 1. Winningstypen In de Provincie Utrecht wordt onderscheid gemaakt tussen drie type winningen, gebaseerd op de hoogte van de onttrekkingsfilters van de winningen:zie figuur B 5.1
Figuur B 5.1. Winningstypen in de Provincie Utrecht (gebaseerd op figuur winningstype uit ‘Uitwerkingsplan grondwaterbeschermingsgebieden’ (Provincie Utrecht 1993, naar TCB 1985).
Rond iedere winning kunnen één of meerdere zones onderscheiden worden (Provincie Utrecht, 1991): Intrekgebied Het intrekgebied van een winning is het gebied waarvan het aan maaiveld geïnfiltreerde water naar de winning toestroomt. Elke winning heeft zijn eigen intrekgebied. Voor een voorbeeld, zie Figuur B 5.2. Waterwingebied Het waterwingebied is het kleinste beschermingsgebied rond een drinkwaterwinning. Het is het gebied waarbinnen zich het puttenveld bevindt. Het waterwingebied omvat het gebied rond de putten met een minimale verblijftijd van 60 dagen met een minimum van 30 meter vanaf de individuele winputten. De verblijftijd van 60 dagen is gekozen, omdat in het algemeen wordt aangenomen dat een dergelijke verblijfduur in de ondergrond voldoende is om bacteriologische verontreinigingen af te breken. Omdat de waterwingebieden erg kwetsbaar zijn geldt hier het strengste beschermingsniveau. Provincie Utrecht
3
Gebiedsdossier Doorn
Grondwaterbeschermingsgebied Het grondwaterbeschermingsgebied is de maximale projectie van de punten in het 1e watervoerende pakket, van waaraf het grondwater een periode van 25 jaar of minder nodig heeft om de pompputten te bereiken. Hiermee is de reistijd naar de winning, van 25 jaar of minder, gedekt. Het gaat hierbij dus alleen om de projectie van het oppervlak dat zich in het eerste watervoerend pakket bevindt. Twee voorbeelden zijn weergegeven in Figuur B 5.3. Boringsvrije zone Bij diepe winningen onder goed afsluitende lagen is het van belang dat scheidende lagen niet doorboord worden waardoor vermeden wordt dat deeltjes vanaf maaiveld via het boorgat de winning kunnen bereiken. Hiertoe kan een boringsvrije zone worden geïntroduceerd. De boringsvrije zone is de maximale projectie van de punten, waarbinnen de reistijd naar de winning 25 jaar of minder is. De grootste projectie van de 25-jaarsverblijftijd wordt gevonden in het watervoerende pakket waaruit wordt onttrokken, maar in theorie kan ook in een ander watervoerend pakket een grotere boringsvrije zone zijn. In de Provincie Utrecht komt dit niet voor. Voorbeeld boringsvrije zone zie Figuur B 5.4. 100-jaarsaandachtgebied. Binnen het 100 jaarsaandachtsgebied is de reistijd vanaf maaiveld naar de waterwinning 100 jaar of minder. 50-jaarszone De 50-jaarszone is de grootste projectie van de punten per watervoerend pakket, van waaraf het grondwater een periode van 50 jaar of minder nodig heeft om de pompputten te bereiken. Deze 50-jaarszones worden per watervoerend pakket bepaald (zie Figuur B 5.5.). Er is dus een aparte 50-jaarszone voor het eerste en voor het tweede watervoerend pakket. De 50-jaarszones worden gehanteerd ten behoeve van de vergunningverlening voor KWOsystemen.
Intrekgebied
Figuur B 5.2..Schematische weergave van een intrekgebied
Provincie Utrecht
4
Gebiedsdossier Doorn
Figuur B 5.3
Twee voorbeelden grondwaterbeschermingsgebieden. Het gaat in beide gevallen om de maximale projectie van stroombanen met een reistijd kleiner dan of gelijk aan 25-jaar die zich in het eerste watervoerend pakket bevinden (Provincie Utrecht, 1993, naar: TCB, 1985)
Figuur B 5.4
Voorbeeld boringsvrije zone (in dit geval winningtype B) (Provincie Utrecht, 1993, naar: TCB, 1985)
Provincie Utrecht
5
Gebiedsdossier Doorn
Figuur B 5.5
Voorbeeld 50-jaarszones (Grontmij, 2007). Verschillende 50-jaarszones in verschillende watervoerende pakketten
Provincie Utrecht
6
Gebiedsdossier Doorn
6
BIJLAGE 6
BELEID EN REGELGEVING
Overzicht beleid en regelgeving Per verantwoordelijke overheid wordt in onderstaande tabel de relevante wetgeving en de uitwerking daarvan in de praktijk naar plannen, verordeningen en vergunningen weergegeven. Het doel van dit overzicht is het bieden van inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende wettelijke kaders en het constateren van eventuele leemtes in de huidige uitwerking in de praktijk voor het beschouwde gebied. Tabel 6.1. Overzicht relevante wetgeving en beleidsplannen, verordeningen en vergunningen ten aanzien van provincie, gemeente en Rijk Overheid
Wet
Rijk
Drinkwaterwet
Provincie
Plannen Verordeningen Vergunningverlening
Huidige Aanduiding
Betekenis Bescherming
Regels en kaders voor een duurzame veiligstellen van de drinkwatervoorziening
Hoge kwaliteit van het drinkwater. Leveringszekerheid.
Stroomgebiedskarakterisering, Beheersplan Maatregelen-programma
Grondwaterlichamen met onttrekking voor menselijke consumptie
Administratief, rapportage eenheid. Op onttrekkingspunt moet worden voldaan aan kwaliteitseisen. Bevorderen van RO functies die bijdragen aan kwalitatief goed grondwater. Stellen van voorwaarden aan RO functies ter verkleining risico grondwaterverontreiniging. Weren van functies met risico op grondwaterverontreiniging. Verbod/beperking risicovolle activiteiten/bedrijven.
Wet bodembescherming Kaderrichtlijn Water, geïmplementeerd in Waterwet en Wet milieubeheer Wet ruimtelijke ordening Waterwet Wet milieubeheer
Algemene regels
Structuurvisie Provinciale ruimtelijke verordening Provinciaal Waterplan Milieubeleidsplan
Planologische bescherming beschermingszones. Stand-still benadering. Doorwerking naar gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen. Preventie via verbodsbepalingen in de PMV
Wet milieubeheer
Grondwaterplan Utrecht
Waterwingebied Grondwaterbeschermingsgebied (25-jaarszone in bepompt pakket), 50-jaarszone (i.v.m. KWO) Waterwingebied. Grondwaterbeschermingsgebied. 100-jaarsaandachtsgebied. Boringsvrije zone.
Provinciale milieuverordeniing Utrecht en regels Grondwaterbescherming
Gemeente
Wet ruimtelijke ordening
Vergunningverlening en handhaving Bestemmingsplan Structuurvisie
Wet milieubeheer
Vergunningverlening en handhaving
Waterwet
Waterplan
Provincie Utrecht
0
Planologische bescherming van de beschermingszones Planologische bescherming van de beschermingszones
Vastlegging begrenzing beschermingszones. Instructie- en verbodsbepalingen voor activiteiten binnen waterwingebieden, grondwaterbeschermings-gebieden en boringsvrije zones. Vergunningplichtige inrichtingen: regels in de PMV Vastleggen van het ruimtegebruik (rechtsgeldig). Strategische afstemming tussen functies. Vergunningplichtige inrichtingen: regels in de PMV Verbeteren van de kwaliteit en de kwantiteit van gronden oppervlaktewater op gemeentelijk niveau
Gebiedsdossier Doorn
Overheid
Wet
Waterschap
Waterwet
Provincie Utrecht
Plannen Verordeningen Vergunningverlening Waterbeheerplan
Huidige Aanduiding
Betekenis Bescherming
Bevat doelen en (KRW) maatregelen
1
Gebiedsdossier Doorn
7
BIJLAGE 7 CONCEPT AFSPRAKEN OVER ADEQUATE GRONDWATERBESCHERMING
Provincie Utrecht
0
Gebiedsdossier Doorn
8
BIJLAGE 8
Provincie Utrecht
TOELICHTING SIGNALERINGSDIAGRAM
1