Manuscript toespraak
29-04-2013
Mevr. Dr. Eva Högl - lid van de Bondsdag, toespraak t.g.v. de Nederlandse herdenkingsplechtigheid op 4 mei 2013
Geachte heer Snep, Geachte ambassadeur, Geachte gasten van de herdenkingsplechtigheid, Dames en heren,
Het is voor mij een grote eer vandaag tijdens deze herdenkingsplechtigheid het woord te mogen voeren. Samen met u herdacht ik in de twee minuten stilte de Nederlandse slachtoffers sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, de meer dan honderdduizend vermoorde Nederlandse joden, de meer dan 1500 Nederlandse gevangenen die het concentratiekamp Sachsenhausen niet hebben overleefd. Dit leed veroorzaakt door Duitsers - heeft onmiskenbare littekens achtergelaten in het collectieve geheugen van Nederland en heel Europa.
Ik sta hier voor u als Duits staatsburger die zich bewust is van de historische last en schuld van haar land. Het is voor mij daarom zeker geen vanzelfsprekendheid om vandaag op deze historische plaats het woord tot u te mogen richten.
Ik sta hier ook als Europees burger die is opgegroeid in een Europa van de vrede, de vrijheid en de menselijkheid; een burger die leeft in een Europa van verzoening en begrip. Dat ik in 1990 in Nederland Europees recht studeerde en daar de Duitse hereniging meemaakte, heeft mijn geloof in het Europese vredesproject duidelijk gevormd.
Aan de 68 jaar vrede in Europa ging echter de wreedheid en onmenselijkheid vooraf van het
nationaalsocialisme, dat zijn schaduw over Nederland en het Europese vasteland wierp en zoveel dood, angst, verdriet en leed veroorzaakte. Hieraan herinnert de huidige herdenkingsdag. Maar het karakter van deze herinnering is aan een belangrijke verandering onderhevig. De afstand in tijd tot het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt steeds groter. De herinneringen van de tijdsgetuigen, de schokkende en aangrijpende beschrijvingen van deze periode door de heer Snep en andere overlevenden verbleken steeds meer.
Daarom is het belangrijk dat er vanuit de herinnering van het verleden een verantwoordelijkheid voor de toekomst ontstaat. Een verantwoordelijkheid voor vrede, vrijheid en menselijkheid in Europa die tegenwoordig actueler is dan ooit.
Dat maakt mij mijn werk als woordvoerster van de SPD in de NSU-commissie van de Duitse Bondsdag duidelijk. De rechts-extremistische terreurgroep NSU (Nationaalsocialistische Ondergrondse) was 14 jaar lang in Duitsland ondergedoken en vermoordde ongemerkt en koelbloedig 10 mensen – negen mannen met een Turkse en Griekse achtergrond en een politieagente.
Deze afschuwelijke daden laten zien: rechtsextremisme, antisemitisme en xenofobie zijn geenszins relicten uit het verleden. Ze zijn ook vandaag de dag nog serieus te nemen gevaren voor onze democratie; voor alles wat u en ik, Nederlanders en Duitsers, wij Europeanen op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog hebben opgebouwd: namelijk 68 jaar vrede en tolerantie in Europa.
68 jaar na het einde van het nationaalsocialisme is de strijd tegen de mensonterende ideologie hiervan, tegen antisemitisme en racisme nog geenszins beëindigd. Het is veeleer onze voortdurende verantwoordelijkheid en plicht om hiertegen resoluut op te treden.
Geachte dames en heren, De huidige herdenkingsdag herinnert eraan dat 68 jaar vrede, vrijheid en menselijkheid de rotsvaste historische grondslag van onze toekomst is; dat rechts-extremisme, antisemitisme en xenofobie in Europa geen plaats mogen hebben.
Alleen als we deze herinnering gezamenlijk dag in dag uit levend houden, zal de geschiedenis zich niet nog eens herhalen en Europa het voorbeeld van vrede en
tolerantie blijven dat we in de afgelopen 68 jaar zijn geworden.