Jaardocument St. Antonius Ziekenhuis
Gastvrij Topziekenhuis Het Jaar 2009: Beleid in uitvoering, uitvoering met beleid
Colofon Versie: 1.3 Goedgekeurd tijdens de Raad van Toezichtsvergadering d.d. 10 mei 2010 Eindredactie: drs L.A.A. van Reeuwijk, secretaris Raad van Bestuur (Jaardocument) Dr. Ir. F.F.J.M. Schaepkens RC, manager Financien & Informatievoorziening (Jaarrekening)
3
INHOUD DEEL I MAATSCHAPPELIJK VERSLAG
5
VOORWOORD RAAD VAN BESTUUR
7
VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
9
VERSLAG VAN DE MEDISCHE STAF
17
1. UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGGEVING
20
2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
21
2.1 ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS
21
2.2 STRUCTUUR VAN DE ORGANISATIE
21
2.3 BESTURINGSMODEL
23
2.4 KERNGEGEVENS
23
2.5 BELANGHEBBENDEN
27
3. GOVERNANCE
29
3.1 BESTUUR EN TOEZICHT
29
3.2 BEDRIJFSVOERING
30
3.3 CLIËNTEN(BE)RAAD
34
4. BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES
35
4.1 MEERJARENBELEID
35
4.2 ALGEMEEN BELEID
36
4.3 ICT
41
4.4 VASTGOED
42
4.5 ALGEMEEN KWALITEITSBELEID
45
4.8 KWALITEIT TEN AANZIEN VAN MEDEWERKERS
57
4
4.9 SAMENLEVING
59
4.10 FINANCIEEL BELEID
70
4.11 VOORUITBLIK
74
DEEL II JAARREKENING
75
DEEL VI BIJLAGEN
137
PUBLICATIES
145
ST. ANTONIUS ZIEKENHUIS NIEUWEGEIN
145
ST ANTONIUS ZIEKENHUIS UTRECHT
163
5
DEEL I MAATSCHAPPELIJK VERSLAG
6
7
Voorwoord Raad van Bestuur Het jaar 2009 is voor het St. Antonius Ziekenhuis een goed jaar geweest. Het St. Antonius Ziekenhuis levert op tal van terreinen bovengemiddelde prestaties. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft in 2009 ook weer laten zien dat zij als “gastvrij topziekenhuis” zorgdraagt voor excellente zorg en service aan patiënten, bezoekers en familie. Daarnaast zijn er goede financiële resultaten gehaald. Dit komt onder andere tot uitdrukking in hoge scores op diverse ranglijsten. Zo werden we opnieuw 1e in de Elsevier lijst van beste ziekenhuizen, we haalden het certificaat Investors-in-People en zijn ook in 2010 weer Topwerkgever. Door deze instanties worden wij geroemd om onze teamgeest & collegialiteit, alsmede de mogelijkheden tot ontplooiïng, opleidingen en het werken met hart & ziel. Ook in financiele lijstje komen we als beste topklinische ziekenhuis naar voren. Verder kregen we een nominatie voor de veiligheidsprijs van de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) voor onze opleidingen inzake patiëntveiligheid, we hebben een uitstekende, vernieuwde introductie voor nieuwe medewerkers, kregen erkenning voor het onderzoek van de Cardiologie, en de Antonius Academie kwam tot stand. Het ziekteverzuim daalde op alle locaties tot zo’n 4%. De functieherverdeling tussen Nieuwegein en Utrecht kreeg goed vorm; het spoorboekje van de lateralisatie van de zorg klopte precies, zodat we op 31 maart 2009 de naam St. Antonius Ziekenhuis ook op de Utrechtse locaties konden aanbrengen. In 2009 zijn allerlei overgangsproblemen grotendeels overwonnen. En met onze keuze voor kwaliteit door bundeling van de verloskunde, kindergeneeskunde en IC, krijgt het ziekenhuis steeds weer steun. De fusie is afgerond. De afdelingen zijn vrijwel allemaal geïntegreerd over de locaties heen, protocollen en werkwijzen zijn geharmoniseerd, mede door de inzet van vele medewerkers. De telefonische bereikbaarheid is sterk verbeterd en het Electronisch Patienten Dossier wordt door vrijwel alle vakgroepen en ook al veel verpleegafdelingen gebruikt. En tal van afdelingen werden in 2009 verbouwd of uitgebouwd. Aandacht behoefde in 2009 de bedrijfsvoering, het terugdringen van personeel-niet-in-loondienst (gedetacheerden) en het oplopen van de patiëntgebonden kosten. Desondanks is het financiele resultaat goed. In 2010 is het ook topprioriteit om de financiën goed op orde te houden, vooral ook met het oog op de jaren na 2010. Dan wordt immers in Nederland flink bezuinigd en nemen de kosten van de nieuwbouw een aanvang. Daar hebben we de medewerking van maatschappen, leidinggevenden en medewerkers hard bij nodig. De Raad van Bestuur acht een financieel gezond ziekenhuis van groot belang voor onze toekomst en werkgelegenheid, zeker in deze tijd van marktwerking. We pakken dit aan door kwaliteit en doelmatigheid aan elkaar te koppelen. Kwaliteit leidt immers tot doelmatigheid.
Verder staan ons in 2010 andere belangrijke zaken te wachten, zoals het slaan van de eerste paal in Leidsche Rijn en het 100-jarig jubileum. Ook komt in 2010 een bezoek van de accreditatiecommissie van het NIAZ. De verbetering van kwaliteit en veiligheid blijft een belangrijk aandachtspunt, evenals de gastvrijheid voor onze patiënten met het programma Symphony 440. Met trots kijken we terug op onze tradities van onze voorlopers, waarin de waarden liefde/zorg voor de patiënt en toewijding evenzeer centraal stonden. Dit zijn waarden en tradities die wij voort willen zetten door ze zichtbaar te maken in ons gedrag, zowel naar elkaar als naar onze patiënten. Die waarden zijn: • gastvrij en top voor loyale patiënten; • toewijding en zorg (hart en ziel); • ambitie en discipline; • samen werken (als een Symfonieorkest).
8
Hopelijk kunnen wij in de toekomst onze waarden behouden ook in deze tijden van marktwerking en grotere druk op financiën. In het voorwoord willen wij graag alle specialisten, medewerkers en vrijwilligers bedanken voor alle inspanningen bij het bereiken van de wederom goede resultaten en realisatie van de doelstellingen. De Raad van Bestuur van Stichting St. Antonius Ziekenhuis heeft de jaarrekening 2009 vastgesteld in de vergadering van 20 april 2010. Was getekend, Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Mei 2010
De heer M. Rook MBA Voorzitter
dr. H.C.M. Haanen Lid, patiëntenzorg
drs. A.G. Kloet Lid, patiëntenzorg
ir. F.A.M. Spijkers Lid, Bedrijfsvoering
De ondertekening van het jaardocument is verplicht. Ter voorkoming van handtekeningfraude, zijn de handtekeningen niet zichtbaar in de publicatiestukken. Een volledig ondertekend exemplaar wordt ten kantore bewaard.
9
Verslag van de Raad van Toezicht In dit jaarverslag legt de Raad van Toezicht verantwoording af over zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar. De Raad van Toezicht is onder de indruk van de prestaties welke op het gebied van de medisch-specialistisch, verpleegkundig en overige opleidingen worden geleverd. Ook de inzet en output op het gebied van het onderzoek is, getuige de vele publicaties die in het jaardocument zijn opgenomen, voor een algemeen ziekenhuis, fors. In het verslagjaar 2009 heeft de Raad van Toezicht vooral aandacht geschonken aan hiernavolgende onderwerpen.
Fusie en lateralisatie Via voortgangsrapportages is de Raad van Toezicht regelmatig op de hoogte gesteld van de vorderingen van het proces van fusie en lateralisatie in de organisatie. Het fusie- en lateralisatieproces zal in 2010 worden afgerond. Gestelde doelen zijn gehaald in het fusie- en lateralisatieproces.
Huisvesting en Nieuwbouw De Raad van Toezicht heeft in diverse vergaderingen nauwlettend het proces van de voorbereiding van de nieuwbouw in Leidsche Rijn gevolgd. Het Definitief Ontwerp is vastgesteld en de aanbestedingsprocedure is goedgekeurd. De nieuwe ontwikkelingen inzake de kapitaallasten en de onzekerheden over de marktwerking brengen risico’s met zich mee. De aard en omvang van deze veranderingen hebben een zeer grote invloed op de toekomst van het St. Antonius Ziekenhuis. De Raad van Bestuur heeft een aantal modellen en scenario’s opgesteld die rekening houden met deze ontwikkelingen en de mogelijkheden de bedrijfsvoering hieraan aan te passen. Dit is gebeurd in de vorm van scenario’s. De Raad van Toezicht heeft in overleg met de Raad van Bestuur de scenario’s bekeken en deze als overzienbaar gekwalificeerd. De Raad van Toezicht heeft in 2009 de financiering van de nieuwbouw in Leidsche Rijn en de verbouwing van Nieuwegein goedgekeurd. Tevens heeft de Raad van Toezicht in 2009 de nieuwbouw in Leidsche Rijn goedgekeurd.
Risico’s en veiligheid De Raad van Toezicht wordt regulier op de hoogte gesteld van de risico’s en de patiëntveiligheid in het St. Antonius Ziekenhuis. De Raad van Toezicht heeft geconstateerd dat de Raad van Bestuur zich bewust is van het belang van de beheersing van deze risico’s en dat preventief maatregelen genomen moeten worden. Alleen op deze wijze kan een situatie geschapen worden, dat alle aspecten van de bedrijfsvoering ‘in control’ zijn.
Kwaliteit De Raad van Toezicht geeft op systematische wijze aandacht aan de kwaliteit van de kerntaken patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Hiervoor is een jaarlijkse ontmoeting ingericht met een vertegenwoordiging van de medische staf.
Governance Op basis van de actualiteiten in de Governance heeft de Raad van Toezicht gesproken over governance. In 2009 is de Raad van Toezicht gestart met de volgende initiatieven: 1. Opstellen van jaarkalender Raad van Toezicht voor 2010. Dit is in oktober 2009 vastgesteld. 2. Opstellen van informatieprotocol RvB – RvT. Dit is in maart 2010 vastgesteld. 3. Opstellen van een beleidsrapportage en een dashboard voor de Raad van Toezicht met de belangrijkste indicatoren voor toezichthouding. Dit is in maart 2010 voor het eerste besproken in de Raad van Toezicht. 4. Zelfevaluatie binnen Raad van Toezicht Voor een meer uitgebreidde beschrijving, zie hoofdstuk 3. De Raad van Toezicht doet verslag conform de gestelde relevante normen van de algemene rekenkamer en indien van toepassing, aan de codes voor goed bestuur, conform de zorgbrede governance codes. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten op de indeling van het ‘Modeldocument ziekenhuisconcern’ 2009 van het Ministerie van VWS en de Uitgangspunten van verslag: rapportage van de Algemene Rekenkamer “Goede voorbeelden en tips voor een beter verslag, verslagen van raden van toezicht vergeleken”, maart 2009.
Samenstelling De Raad van Toezicht bestond in het verslagjaar uit negen leden. De leden beschikken over uiteenlopende achtergronden en kennisgebieden: financieel-economische, juridische, bestuurlijke, sociale zaken en arbeidsverhoudingen, gezondheidszorg, onderwijs, bedrijfsleven. De leden van de Raad van Toezicht hebben geen zakelijke binding met het St. Antonius Ziekenhuis en zijn afkomstig uit verschillende maatschappelijke sectoren. Behoudens de remuneratiecommissie en Auditcommissie zijn er geen specifieke aandachtsgebieden, maar is sprake van collegiaal toezicht vanuit de specifieke maatschappelijke achtergrond van eenieder. Derhalve zijn de aandachtsgebieden niet ingevuld.
10
Naam Hoofdfuncties Prof. dr. H.P.M. Adriaansens Hoogleraar Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht Dean Roosevelt Academy Middelburg Universiteit Utrecht Drs. J.L.A.M. Halkes Gepensioneerd, laatste functie: Lid Raad van Bestuur Universitair Medisch Centrum Utrecht R.G. van Ingen Gepensioneerd, laatste functie: Directeur Stichting Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs Mr. M.W. Guensberg Gepensioneerd, laatste functie bestuursvoorzitter CMS Derks Star Busmann NV Dr. J. Kremers Gepensioneerd, laatste functie: Vice-voorzitter Beleidscomité Robeco Groep en directeur Rodamco N.V. J.P. Fokker Gepensioneerd, laatste functie: Directeur SHV Makro
Nevenfuncties Voorzitter Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Voorzitter Stichting Perdix (onderwijs voor hoogbegaafden) Lid Stichtingsbestuur GITP (Gemeenschappelijk Instituut voor Toegepaste Psychologie) Lid Commissie Sirius Excellence Programma, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Lid Redactieraad Beleid en Maatschappij Lid Bestuur ECOLAS (European Colleges of Liberal Arts and Scienes) Lid Wetenschappelijke Raad Zeeland Lid Stichtingsbestuur School of Music, Middelburg Lid van verschillende adviesraden m.b.t. Studentenorkest Alcmaeon Lid adviesraad Arduin Academie Vice-voorzitter Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Toezicht Axion Continu, Utrecht Lid Raad van Commissarissen Woningbouwcorporatie BO-EX, Utrecht Lid Raad van Commissarissen Octopus BV, Utrecht Bestuurslid, secretaris Van Baaren Stichting en Van Baaren MuseumStichting, Utrecht Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Commissarissen Jaarbeurs Holding BV Lid Raad van Commissarissen Reehorst BV Voorzitter Raad van Commissarissen VNU-Exhibitions Europe Non executive Board member UFI (Exhibition Association) Board supervisor VNU-Asia/ Shanghai Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Lid college van beroep tuchtrechtspraak Mediator Lid Raad van Toezicht IDA Foundation Lid Bestuur International Charity Fund Voorzitter Stichting Vrienden Stadsschouwburg Utrecht Plaatsvervangend rechter Utrecht Bestuurder Tuinzing Stichting Commissaris van Mosselgroep BV Commissaris Heering UAS BV Adviseur CMS Derks Star Busmann NV Partner/opleider Guensberg/Nordbeck Raadgevend Bureau Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Voorzitter Bestuur Innovatie Netwerk Agrocluster en Groene Ruimte, Den Haag Lid Bestuur Optas, Den Haag Voorzitter Bestuur Stichting Merita, Zeist Voorzitter Raad van Commissarissen BV Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector, Utrecht Voorzitter Bestuur Stichting Administratiekantoor Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector, Zeist Voorzitter Hein Wellens Fonds, Maastricht Voorzitter Internationale Adviesraad, Universiteit van Maastricht Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis President-commissaris Centraal Boekhuis Lid Raad van Toezicht Reinaerde Utrecht Bestuurder Stichting Tuinzing
11
Naam Hoofdfuncties Nevenfuncties Drs. J.J.Tj. van den Hul-Omta Oud directeur Interprovinciaal Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis overleg, portefeuille Zorg, Voorzitter Raad van Toezicht Stichting CITO en Cultuur, Welzijn, Onderwijs Vice-voorzitter Raad van Commissarissen CITO-BV, Arnhem Voorzitter Raad van Toezicht Koninklijke Kentalis te St. Michielsgestel Voorzitter Raad van Toezicht Ipabo Voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Rivor Lid Raad van Commissarissen ’s Heeren Loo Zorggroep, Amersfoort Lid Raad van Commissarissen Stichting Kleurrijk Wonen, Culemborg/ Geldermalsen/Leerdam Lid van de Raad van Toezciht van PTHU Lid Bestuur Stichting Achmea Slachtofferhulp Lid RvC. Woonbron Prof. dr. G.J.H. van Hoof Hoogleraar Internationaal Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Recht Universiteit Utrecht Advocaat te Nieuwegein/IJsselstein Lid van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken Juridisch adviseur Fame Holding B.V., Nijmegen Ir. B.F. Dessing Gepensioneerd, laatste Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis functie: Voorzitter van de Raad Lid Bestuur Prof. dr. Jaap Swierenga Stichting van Bestuur van zorgverzekeraar Lid RvT Pensioenfonds van De Nederlandse Bank VGZ-IZA-Trias-Univé Lid RvB Nederlandse Publieke Omroep/NOS (Kroonbenoeming) Lid Raad van Advies Akkermans&Partners Lid Raad van Advies Royal Haskoning Lid Raad van Advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Lid Raad van Advies Mentaal Beter Adviseur Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders Industry expert Waterland private equity investments Lid van Bestuur Walter Maas Huis Lid RvT Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Lid RvC Zorgcoöperatie Nederland Lid Zorginnovatie Platform Ministerie van VWS Lid RvT Revalidatiecentrum De Hoogstraat Lid visitatiecommissie Stichting Spoorwegpensioenfonds en Stichting Pensioenfonds Openbaar vervoer.
Werving en selectie nieuwe leden In mei 2009 heeft de Raad van Toezicht ingestemd met de herbenoemingen van de heren Guensberg en Kremers voor een nieuwe termijn als lid conform het rooster van herbenoeming en aftreden. Prof. dr. H.P.M. Adriaansens Drs. J.L.A.M. Halkes R.G. van Ingen Mr. M.W. Guensberg Dr. J. Kremers J.P. Fokker Drs. J.J.Tj. van den Hul-Omta Prof. dr. G.J.H. van Hoof Ir. B.F. Dessing
Eerste benoeming 1994 1984 1995 1983 1991 2000 1994 1999 2007
Herbenoeming 2011 2010 2011 2013 2013 2012 2010 2012 2011
12
Informatiebronnen en aantallen vergaderingen De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar 2009 zes keer in vergadering bijeen. In alle vergaderingen was een meerderheid van de leden van de Raad van Bestuur aanwezig. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft daarnaast frequent overleg met de (voorzitter van de) Raad van Bestuur. 2009 dhr. Adriaansens voorzitter RvT dhr. Halkes lid RvT mw. V.d. Hul lid RvT dhr. Van Hoof lid RvT dhr. Fokker lid RvT dhr. Van Ingen lid RvT dhr. Guensberg lid RvT dhr. Kremers lid RvT dhr. Dessing lid RvT dhr. Rook voorzitter RvB dhr. Spijkers lid RvB dhr. Haanen lid RvB dhr. Kloet lid RvB mw. Van Reeuwijk secretaris RvT/RvB
febr X X X X X X X X X X X X X X
maart X X X - X - X X X X X X X X
mei X X X X X - - X X X X X X X
sept X X - X X X - X X X X X X X
okt X X X X X X X X X X X X X X
dec X X X X X X X X X X X X X
Reglement en Organisatie De Raad van Toezicht heeft een reglement, waarin de taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Reglement en de statuten van de stichting geven inhoud aan het toezicht op en het samenspel met de Raad van Bestuur, en ook op het functioneren van de Raad zelf. Zoals hierboven toegelicht wijkt de werkwijze van de Raad van Toezicht op één punt af van de Zorgbrede Governancecode, zijnde de maximale zittingsduur van leden van de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht kent een remuneratiecommissie en een Auditcommissie. De remuneratiecommissie fungeert als selectie- en benoemingscommissie en doet voorstellen inzake de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht en van de Raad van Bestuur. De remuneratiecommissie is regelmatig bij elkaar gekomen in 2009 in het kader van de beoogde opvolging van de huidige voorzitter van de Raad van Bestuur voor eind 2010. De Auditcommissie ziet toe op het financieel-economisch beleid (financiële informatieverschaffing, begroting, jaarrekening, belangrijke investeringen en leningen, systeem van risicobeheersing en –controle, keuze van de accountant) en adviseert de Raad van Toezicht hierin.
Zelfevaluatie De Raad van Toezicht heeft in 2007 een zelfevaluatie uitgevoerd. In de oktobervergadering van 2009 is opnieuw gesproken over het functioneren Raad van Toezicht en de procedure voor werving van nieuwe leden Raad van Toezicht. Gezien het vertrek van enkele leden heeft binnen de Raad van Toezicht tevens een herbezinning plaatsgevonden over zijn eigen profiel en samenstelling. Hiermee wordt bij de werving rekening gehouden.
Bezoldiging Raad van Toezicht De bezoldiging bedraagt 8000 euro voor de voorzitter en 6000 euro voor de leden per jaar.
Jaarverslag en jaarrekening/Overleg met externe accountant Het jaardocument 2008 is in aanwezigheid van de externe accountant besproken, goedgekeurd en vastgesteld op 19 mei 2009. De managementletter van de accountant met onder meer zijn bevindingen over het financiële beheer, planning en control, administratieve gegevens en geautomatiseerde gegevensverwerking, werd behalve in de Auditcommissie, ook in de plenaire vergadering van de Raad van Toezicht besproken.
13
Beleidsrapportage Per kwartaal worden beleidsrapportages opgesteld voor de Raad van Toezicht vanuit de Raad van Bestuur. De beleidsrapportages bevat de volgende aspecten: 1. Productie en financiën 2. Kwaliteit en veiligheid 3. Reputatie/gastvrijheid 4. Medisch specialistisch handelen (relatie RvB – medische staf, cohesie en samenwerking binnen medische staf) 5. Speciale opgaven (Samenwerking, fusie/lateralisatie, nieuwbouw/verbouw) 6. Medewerkers De aspecten worden weergegeven aan de hand van kritische succesfactoren en een korte toelichting.
Jaarplan Raad van Toezicht De Raad van Toezicht vergadert conform een jaarplan. Naast de onderwerpen vanuit de Planning en Control Cyclus is in 2009 een jaarkalender ingevoerd, waarin de hoofdthema’s in de beleidsvorming terugkomen in de agendering van de Raad van Toezichtsvergaderingen. De onderwerpen worden gepresenteerd door de portefeuillehouders binnen de Raad van Bestuur, al dan niet ondersteund door betrokken medisch specialisten en/of managers. De vergaderingen in mei, september en december hebben een vast karakter. De beleids- rapportages hebben daarbij het karakter van evaluatie en zo nodig aanvullende actie. Zij beïnvloeden zo de beleidsdocumenten voor het volgend jaar.
Vergadering
Vast onderwerp
Februari Maart
Thema bijeenkomst (zie hieronder)
Mei
Jaardocument/Jaarrekening Beleidsrapportage t/m maart
Thema bijeenkomst (zie hieronder) Werkbezoek/rondleiding over locatie Nieuwegein
September Beleidsrapportage t/m juni inclusief Gesprek met Stafbestuur Beleidskader 2010 Halfjaarcijfers Oktober Thema bijeenkomst (zie hieronder) Werkbezoek/rondleiding over locaties Utrecht December Beleidsrapportage t/m oktober Jaarplan en begroting 2010 In iedere vergadering komt een thema aan de orde. In sommige maanden is er beperkter tijd beschikbaar vanwege de vaste onderwerpen. Thema’s zijn: • Bouw/verbouw • ICT/logistiek • Kwaliteit/veiligheid • Innovatie, topklinische zorg, research
• • • •
HRM (waaronder Bedrijf naar je hart) Marketing, positionering (waaronder Symphony 440) Governance Samenwerking/Ondernemerschap (waaronder ZBC’s)
Er is gekozen voor flexibiliteit van agendering van de thema’s, aangezien de actualiteit deze zal beïnvloeden. (in 2009 was dit de financiering van de nieuwbouw/verbouw).
Perspectief en aandachtspunten De onderwerpen die in de vergaderingen aan de orde kwamen, waren: 16-2-2009 Patiëntveiligheid en kwaliteit Voortgang Samenwerkende Ziekenhuizen Voortgang fusie Aanpassing statuten nav Cliëntenberaad 30-3-2009 Financiering Nieuwbouw/Verbouw Stand van zaken voorlopige resultaten/ voortgang jaarrekening/jaarverslag Antonius Academie Samenwerking Ziekenhuis Rivierenland Tiel 23-4-2009 Definitief Ontwerp Leidsche Rijn Financiering Bouw 18-5-2009 Accountantsverslag 2008 Jaardocument/jaarrekening 2008 Vervolg financiering bouw Activiteitenplan oncologiecentrum midden nederland 2009-2010 29-6-2009 Financiering bouw 14-9-2009 Gesprek met de medische staf Jaarplan medische staf 2010 Beleidskader 2010 Brief van Rook/Adriaansens aan de Medische Staf ZBC Cardiologie Fusievoorstel SSSV Bunnik en AZN Voorzet voor Programma van Eisen aan Balanced Score Card Financieel Verslag 1e half jaarcijfers 2009 Aanvulling Treasury Statuut 26-10-2009 Conceptprofiel voorzitter Raad van Bestuur Beoogde procedure voor werving van voorzitter Functioneren Raad van Toezicht Procedure voor werving van nieuwe leden Raad van Toezicht Selectieprocedure accountant Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen Financiele positie avn het ziekenhuis incl. concept verslag auditcommissie Aanbesteding nieuwbouw Leidsche Rijn Actualiteiten mbt tot goverance en discussie wat betekent dit voor de Raad van Toezicht? Samenvatting van actualiteiten mbt Goverance Brief van minister Klink aan de 2e kamer en de reactie van NVZ en BOZ
14
Jaarplan Raad van Toezicht 2010 Stimulering Utrechtse locaties Ondertekenen notulen van de besluiten tot fusie SSSV-azn Uitnodigen van 2 Raad van Toezichtsleden voor Cliëntenberaad op 16-11-2009 14-12-2009 Voorzitterschap STZ Vaststellen van jaarplan en begroting 2010 Begroting 2010 private activiteiten Treasuryplan 2010 Voortgang aanbesteding en financiering bouw Naamgeving Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen Tweede discussie: Actualiteiten met betrekking tot Governance en discussie wat betekent dit voor de Raad van Toezicht? Samenvatting van actualiteiten mbt Governance Brief van Klink aan de 2e kamer en de reactie van NVZ en BOZ Opzet van beleidsrapportage van Raad van Bestuur aan Raad van Toezicht Schriftelijke goedkeuring aan Statuten wijziging St. Antonius Zorgservices en Antonius Zorgservices Beheer BV Tijdens iedere vergadering zijn door middel schriftelijke adstructies de belangrijkste actuele zaken besproken.
Remuneratiecommissie De remuneratiecommissie fungeert als selectie- en benoemingscommissie en doet voorstellen inzake de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht en van de Raad van Bestuur. De remuneratiecommissie is regelmatig bij elkaar gekomen in 2009 in het kader van de beoogde opvolging van de huidige voorzitter van de Raad van Bestuur voor eind 2010. De conclusies en aanbevelingen werden vervolgens in de plenaire vergaderingen van de Raad van Bestuur behandeld. De Remuneratiecommissie bestaat uit de volgende leden: de heer prof. dr. H.P.M Adriaansens en de heer ir. B.F. Dessing. De commissie wordt ondersteund door mevrouw drs. L.A.A. van Reeuwijk, secretaris RvT/RvB. De volgende onderwerpen zijn behandeld: 26-10-2009 Conceptprofiel voorzitter Raad van Bestuur Beoogde procedure voor werving van voorzitter Raad van Bestuur Functioneren Raad van Toezicht Procedure voor werving van nieuwe leden Raad van Toezicht 14-12-2009 Actualiteiten mbt tot goverance en discussie wat betekent dit voor de Raad van Toezicht? Tweede discussie: Actualiteiten met betrekking tot Governance en discussie wat betekent dit voor de Raad van Toezicht? Actualiseren van reglement Raad van Toezicht
Auditcommissie De Auditcommissie kwam in 2009 zes keer bijeen. Daar werden met het lid van de Raad van Bestuur, de portefeuillehouder Bedrijfsvoering en, wanneer nodig de externe accountant, de volgende onderwerpen behandeld: Datum 10-03-2009 22-04-2009 (extra) 06-05-2009 12-06-2009 31-08-2009 12-10-2009 30-11-2009
Onderwerp Rapportage treasuryplan Voorlopige resultaten 2008 Voortgang financiering Aangepaste begroting politheek Financiering nieuwbouw Jaarrekening St. Antonius Ziekenhuis 2008 Geconsolideerde jaarrekening St. Antonius Ziekenhuis Jaarrekening private activiteiten Accountantsverslag 2008 St. Antonius Ziekenhuis Voortgang financiering Voortgang financiering Halfjaar cijfers per 30 juni 2009 Voortgang Treasury Beleid Voortgang financiering Addendum Treasury Statuut Beleidskader 2010 Samenwerkingsverbanden Fusie Sint Antonius Ziekenhuis met SSSV (Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen) Deelname in Cardiologie Holdings St. Antonius Ziekenhuis – Gooi Ontwikkelingen exploitatieresultaat Voortgang financiering , inclusief WFZ en GO-regeling Voortgang Treasury Voorbereiding verkoop oude locaties Utrecht Verkoop panden Oudenrijn en Overvecht Jaarplan en Begroting 2010 St. Antonius Ziekenhuis Jaarplan en Begroting 2010 Private entiteiten Treasury Jaarplan 2010 Voortgang Treasury Jaarplan Voortgang financiering Voortgang aanbesteding
De conclusies en aanbevelingen werden vervolgens in de plenaire vergaderingen van de Raad van Bestuur behandeld. Ook werd het verslag van de vergadering van de Auditcommissie bij de vergaderstukken van de Raad van Toezichtbijeenkomsten gevoegd. De Auditcommissie bestaat uit de volgende leden: de heer R.G. van Ingen, voorzitter, de heer J.L.A.M. Halkes, lid, de heer F.A.M. Spijkers, lid Raad van Bestuur (in 2009 vervangen door de heer Rook) en de heer F.F.J.M. Schaepkens, manager Financiën en Informatievoorziening als secretaris.
15
2009 maart dhr. Van Ingen (voorzitter) RvT X dhr. Halkes RvT X dhr. Spijkers RvB - dhr. Rook RvB X dhr Schaepkens Secretaris X Dhr Dessing (geen lid van
april X - - X X X
mei X X - X X
aug X X - X X
okt X X - X X
nov X X X X X
auditcommissie, maar eenmaal extra vanuit RvT toegevoegd aan de vergadering)
Bespreken functioneren bestuur
Dankwoord
In oktober 2009 heeft de Raad van Toezicht het functioneren van de Raad van Bestuur beoordeeld. Tijdens de evaluatie van deze gesprekken wordt de Raad van Bestuur zowel collectief als individueel beoordeeld op het behalen van eerder overeengekomen toetsbare doelstellingen. De Raad van Toezicht heeft tijdens de terugrapportage aan de Raad van Bestuur zijn tevredenheid uitgesproken met de behaalde toetsbare doelstellingen en de duidelijke progressie bij de steeds hogere eisen die aan bestuurders worden gesteld. Hierbij kwam zowel de onderlinge samenwerking en rolopvatting aan de orde alsook zijn relatie tot de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht acht de Raad van Bestuur competent en de wisselingen binnen de Raad van Bestuur (sinds de concernvorming zijn op twee posities nieuwe bestuurders gekomen) hebben de continuïteit van bestuur niet gehinderd. Met name wordt de waardering genoemd voor de wijze waarop de zakelijke en medische bedrijfsvoering in elkaars verlengde zijn geplaatst en de wijze waarop de Raad van Bestuur in haar beleid de medische en verpleegkundige staf en de ondernemingsraad betrokken houdt. De Raad van Toezicht is van oordeel dat de aan de Raad van Bestuur gestelde doelen van het jaarplan 2008 grotendeels in 2009 gehaald zijn. De Raad van Toezicht heeft geconstateerd dat van belangenverstrengeling geen sprake is.
De medewerkers en de raad van bestuur en de medische staf hebben in het afgelopen jaar hun beste krachten aan het ziekenhuis gegeven en grote inzet getoond. De contacten met de adviesorganen Ondernemingsraad, cliëntenberaad en stafbestuur zijn constructief geweest. De Raad van Toezicht wil graag zijn erkentelijkheid uitspreken naar de Raad van Bestuur, Medische Staven, alle medewerkers en vrijwilligers van het ziekenhuis voor de door hen getoonde inzet.
Vaststellen bezoldiging bestuurders De bezoldiging van de bestuurders geschiedt conform de NVZDregeling van 2001. In 2009 werden alleen vaste inkomens gehanteerd en geen bonussen.
Vooruitblik De Raad van Toezicht heeft als aandachtspunten voor de komende periode genoemd: de verdergaande stelselwijzigingen en de besturing van het ziekenhuis in relatie tot de medische staf, de positie van het St Antonius als topklinisch ziekenhuis, samenwerking, innovatie, onderzoek & onderwijs.
De Raad van Toezicht heeft het jaarverslag 2009 goedgekeurd op 10 mei 2010. Was getekend, Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis
Prof. dr. H.P.M. Adriaansens Voorzitter De ondertekening van het jaardocument is verplicht. Ter voorkoming van handtekeningfraude, zijn de handtekeningen niet zichtbaar in de publicatiestukken. Een volledig ondertekend exemplaar wordt ten kantore bewaard.
16
17
Verslag van de Medische Staf De Vereniging Medische Staf (VMS) verenigt de medisch speciallisten van het St. Antonius Ziekenhuis.
Samenstelling van bestuur medische staf De medische staf wordt vertegenwoordigd door het bestuur van de medische staf. In 2009 heeft het Stafbestuur enkele wijzigingen ondergaan. Op 1 november 2009 heeft de heer L.J. Bras de voorzittershamer, na vele jaren, neergelegd. Per deze datum heeft de heer R.J. Snijder, sinds 2006 lid van het Stafbestuur, de voorzittersrol op zich genomen. De heer Bras werd per deze datum vice-voorzitter van het Stafbestuur en voorzitter van de Stafmaatschap. De heer F.W.Huisman trad af als lid van het Stafbestuur in april 2009. In november trad de heer dr. M. Tersmette af, na jarenlang als lid en vice-voorzitter van het Stafbestuur te hebben gefungeerd en tevens was hij voorzitter van de Stafmaatschap. De heer E.B.M. Theunissen is teruggetreden als 2e vice-voorzitter. De bestuurssamenstelling met de verdeling van functies was ultimo 2009 als volgt: • R.J. Snijder, longarts, voorzitter Stafbestuur • L.J. Bras, anesthesioloog-intensivist, vice-voorzitter Stafbestuur en penningmeester a.i. • E.B.M. Theunissen, chirurg, secretaris • dr. H.W. van Es, radioloog • dr. J.I. Hoff, neuroloog • mw. E.F.H. van der Linden, uroloog • dr. O.J.M. Vogels, neuroloog • mw. drs. H.A.M. Neefs, adviseur.
Leden medische staf In het jaar 2009 hebben diverse personele mutaties plaatsgevonden binnen de Medische Staf. Er zijn zestien nieuwe leden toegetreden tot de Medische Staf, waarvan één als buitengewoon lid. Tien leden hebben het St. Antonius Ziekenhuis verlaten. Benoemingen in 2009: 01-01-2009 01-01-2009 01-01-2009 01-01-2009 01-02-2009 01-02-2009 01-03-2009 05-03-2009 01-05-2009 01-06-2009 01-07-2009
C.B. Hunting, internist mw. M. van der Vorst, kinderarts dr. J.A. Kummer, patholoog S. Rigter, anesthesioloog mw. S.E.M. Evelein-Oomen, GZ-psycholoog mw. G.J.M. Herder, longarts H.H.E. van Melick, uroloog mw. M. Verhoef, revalidatiearts mw. A.H. Pijlman, internist P.H.E. Hilkens, neuroloog B.M. Stubenitsky, plastisch chirurg
01-07-2009 01-07-2009 01-08-2009 01-11-2009 01-12-2009
dr. D.J.F. Nieuwenhuijs, anesthesioloog P.J. van der Schaar, MDL-arts S. Koppen, dermatoloog M. van Tilborg, oogarts (locatie Utrecht) E.J. Daeter, cardio-thoracaal chirurg
Vertrokken leden Medische Staf in 2009: 01-02-2009 P.A.W.A. Renardel de Lavalette, kinderarts 01-03-2009 dr. H.T.M. ter Beek, anesthesioloog 01-03-2009 dr. G.J. van Meel, oogarts (locatie Utrecht) 01-04-2009 R. Oltmans, internist 01-05-2009 T.F.M.C. Specken, plastisch chirurg 01-06-2009 dr. M.A.A.M. Schepens, cardiothoracaal chirurg 01-09-2009 dr. P.A.M. van Hees, MDL-arts 01-09-2009 J.L. van Velde, dermatoloog 01-10-2009 A.G. de Bree, anesthesioloog 01-10-2009 dr. ir. F.J. Benning, klinisch fysicus De samenstelling van de Medische Staf per ultimo 2009 is weergegeven in een bijlage van dit jaardocument. Het aantal leden ultimo 2009 van de Vereniging Medische Staf bedroeg 267, waarvan 23 leden buitengewoon Staflid zijn.
Ambitie De ambitie van de medische staf is het realiseren en verder ontwikkelen van goede medische zorg, zowel regulier als topklinisch en topreferent met daarnaast het opleiden van medisch specialisten en andere medische en paramedische beroepen en het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek. Voor 2009 kwam daarbij het uitwerken van de fusie op een constructieve en stimulerende wijze en het bevestigen van het vertrouwen en goede kwaliteit en veiligheid van het ziekenhuis zoals aangegeven door het publiek. Speerpunten van het bestuur van de medische staf zijn: 1. Veiligheid en kwaliteit 2. Medische Opleidingen 3. Innovatie en Onderzoek 4. Externe Samenwerking Deze worden hieronder toegelicht.
1. Veiligheid en kwaliteit De rol van de medisch specialist en de bijbehorende verantwoordelijkheden als het gaat om waarborgen van veilige en kwalitatief hoogstaande zorg, was in 2009 een actueel thema. Dit betreft
18
niet alleen de kwaliteit van het individueel medisch (technisch) handelen door de specialisten, maar ook de kwaliteit en veiligheid van diverse thema’s, behandelingen en processen in huis.
A. Landelijke 10 veiligheidsthema’s in het kader van Veiligheidsmanagementsysteem De 10 landelijke veiligheidsthema’s zijn onder leiding van en met behulp van diverse specialisten nader ontwikkeld en uitgewerkt. Voor ieder van de tien landelijke thema’s zijn werkgroepen actief. - De werkgroep POWI (post operatieve wondinfecties) werkt aan vier speerpunten waaronder (protocollering en onderzoek van de) luchtbeheersing in de operatiekamer en handhygiëne. - De werkgroep vroegtijdige herkenning sepsis heeft zich in het bijzonder op ‘compliance’ van de resuscitatie bundel gericht waardoor een relatieve reductie van de 28-daagse mortaliteit als gevolg van sepsis op de intersive care van 18% is bereikt. - De werkgroep medicatieveiligheid heeft een aantal interventies doorgevoerd gericht op het verbeteren van de medicatieoverdracht. - Het project “Vitale bedreigde functies”. De kans op overleven bij patiënten neem toe bij een adequate reactie bij de eerste signalen van klinische achteruitgang. Hiertoe is het zogenaamde Spoed Interventie Team (SIT) opgericht. Dit team functioneert reeds. Eerste evaluaties zijn positief. - De werkgroep Kwetsbare ouderen: Dit project is gestart met het inventariseren van activiteiten op organisatorisch gebied: screenen risico’s en regiefunctie t.b.v. continuïteit van zorg op patiëntniveau. Er is gestart met uitvoering van activiteiten, maar nog niet alles is gerealiseerd zoals de regiefunctie en verslaglegging in het verpleegkundig electronisch patiënten dossier. - Ten aanzien van het project Acuut Myocard Infarct is er een dossieranalyse uitgevoerd en protocol voor nachtelijke controle liesbloeding ingevoerd. - Ten aanzien van het project verwisselingen van patiënt en bij patiëntis er een Time-out procedure ingevoerd. - Ten aanzien van het project hoogrisico medicatie: is de aandacht verschoven van radiofarmaca en cytostatica (reeds geregeld) naar insuline en anti-stolling medicatie. - Sinds dit jaar wordt tweemaal per jaar wordt een organisatiebrede bewustwordingscampagne georganiseerd. Thema’s in 2009 waren medicatieveiligheid en handhygiëne. - Voorkomen van lijden door pijn: Bij klinische patiënten met pijn (o.a. postoperatieve patiënten en kankerpatiënten) wordt met een zekere regelmaat de pijn gemeten door middel van de VAS score. Dit wordt vastgelegd in het electronisch patiënten dossier). Afhankelijk van de score wordt de pijnmedicatie aangepast of een pijnarts geconsulteerd.
B. Complicatieregistratie In 2009 voeren vrijwel alle maatschappen een complicatieregistratie. Het aandeel dan een complicatieregistratie voert is 94%. Hiervan volgen 24 maatschappen de landelijke richtlijn en bezitten 5 maatschappen over een eigen systeem. Slechts 2 maatschappen bezitten geen complicatieregistratie. De algemene wens is om het zoveel mogelijk elektronisch, via het electronisch
patiënten dossier, in te kunnen voeren. Teneinde het registreren en analyseren van complicaties te optimaliseren is in 2009 een opzet voor een elektronisch complicatie registratie systeem ontwikkeld, waarbij gebruik gemaakt wordt van de formulieren van de landelijke wetenschappelijke verenigingen. Een aantal maatschappen heeft middels een pilot vastgesteld dat het systeem verbetering behoeft met betrekking tot analyse- en rapportagefunctionaliteit. Dit wordt verder doorgevoerd in 2010.
C. Individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS) Het systeem Individueel Functioneren Medisch Specialist (IFMS) is een belangrijke pijler in het kwaliteitsbeleid van de medische staf. De primaire doelstelling is een continue verbetering van het professioneel handelen en daarmee een verdere verbetering van de kwaliteit van de patiëntenzorg. Met IFMS voeren de medisch specialisten periodiek een gesprek met een daarvoor speciaal getrainde collega-specialist over de kwaliteit van zorg, de persoonlijke ontwikkeling van de betrokken specialist, diens relatie met collega’s en de omgang met patiënten, het management en andere relevante zaken. Voor IFMS houdt iedere medisch specialist een eigen portfolio bij en brengt daarmee zelf zijn/haar professioneel functioneren in kaart. Het portfolio is een web-based programma. Het Stafbestuur heeft gekozen voor de Multisource Feedback (MSF) methode. Naast het bijwerken van het portfolio wordt een zelfevaluatie verricht met behulp van een vragenlijst. Daarnaast wordt een vragenlijst verstuurd naar 8 collega’s, 8 medewerkers en 25 patiënten. Nadat deze gegevens zijn verzameld, vindt een één op één gesprek plaats met de auditor. Eind 2008 is het IFMS geïntroduceerd binnen de medische staf. In 2009 zijn elf auditoren opgeleid. Deze hebben met elkaar de eerste IFMS gesprekken gevoerd. Er zullen op korte termijn nog tien auditoren worden opgeleid. In 2010 zullen de auditoren ook met andere stafleden IFMS gesprekken voeren. Het doel is dat ultimo 2010 zestig leden van de medische staf een IFMS gesprek hebben gevoerd.
D1.
Kwaliteitscommissies
Er zijn diverse commissies actief op het gebied van kwaliteit waarin leden van de medische staf participeren. In dit document bij het onderdeel kwaliteit en patiëntveiligheid vindt u een uitgebreide toelichting op o.a. de MIP-commissie, de klachtencommissie en de stuurgroep kwaliteit & patiëntveiligheid. Hierbij worden de activiteiten in 2009 van enkele staf- en ziekenhuiscommissies op het gebied van kwaliteit kort toegelicht.
D2.
Necrologiecommissie:
Deze commissie kent sinds medio 2009 een nieuwe opzet. Nieuw is dat een drietal externe medisch specialisten betrokken zijn voor de beoordeling van de ingebrachte dossiers van overleden patiënten. De necrologiecommissie heeft tot doel het opsporen van de vermijdbare sterfgevallen en het formuleren van verbetervoorstellen aan betreffende specialisten. Maandelijks worden deze besproken aan de hand van casussen in een plenair overleg met stafleden en assistenten.
19
D3.
Commissie Antistolbeleid
De commissie antistolbeleid bestaat uit 14 specialisten uit verschillende disciplines. De commissie werkt volgens het principe dat bij een beoogde revisie de betrokken specialismen ingeschakeld worden om hieraan vorm te geven. In 2009 is het protocol met betrekking tot het “antistolbeleid bij cardiologische- en cardio-thoracale patiënten”.
D4.
Anti-Infectiecommissie
De Anti-Infectiecommissie stelt beleid op en brengt adviezen uit aan de directie op het gebied van infectiepreventie en ziekenhuishygiëne. In 2009 kwam de Anti-Infectiecommissie vijfmaal bijeen waarbij ondermeer aandacht is besteed aan de volgende onderwerpen: Landelijk punt-prevalentieonderzoek naar ziekenhuisinfecties, bewustwordingscampagne handhygiëne, beleid Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO), Scopen kwaliteitsgroep en de seizoensinfluenza en de nieuwe Influenza (“Mexicaanse griep”).
2. Externe samenwerking De samenwerking met de huisartsen, tandartsen, verloskundigen, paramedici in de eerste lijn blijft van groot belang. Steeds meer zal een gemeenschappelijk traject worden aangeboden aan de patiënten en diens vertegenwoordigers waarbij onderlinge afstemming, veiligheid, efficiëntie en persoonlijke afstemming van belang zijn. De overgang zal daarbij wel gemaakt worden van het informele contact van samenwerken op basis van vertrouwen naar een meer professioneler vorm waarbij procedures en afspraken zijn vastgelegd en gekenmerkt wordt door onderling respect. ICT en moderne telefonie zijn belangrijke ondersteunende faciliteiten. Ook de samenwerking met andere ziekenhuizen blijft van belang (zie paragraaf 2,5).
Medisch Coördinatie Centrum Het verbeteren van de relatie en samenwerking met huisartsen (en verloskundigen) is het aandachtsgebied van het Medisch Coördinatie Centrum St. Antonius (MCC). Het MCC richt zich op het helder krijgen en optimaliseren van processen tussen huisarts en specialist, samen ontwikkelen en implementeren van transmurale zorgafspraken en het beleidsmatig vormgeven van de samenwerking tussen eerste en tweede lijn. In het jaar 2009 stond de verbetering van de berichtgeving van specialist aan huisarts hoog op de agenda. Door de invoering van het Edifactbericht gekoppeld aan het EPD is voor een groot deel elektronische berichtgeving gerealiseerd. De inspanningen om de berichtgeving te verbeteren gaan door in het jaar 2010. In samenwerking met de WDH en de vakgroep Maag-DarmLeverziekten is een contactavond met als thema ‘live endoscopie’ georganiseerd, de nascholing goed bezocht en is positief ontvangen. In het kader van de afronding van de fusie is een activiteit georganiseerd voor huisartsen, om huisartsen te laten kennis maken met de gefuseerde ziekenhuizen. Wegens het beperkte aantal aanmeldingen is de activiteit geannuleerd.
Verschillende specialismen hebben nascholing in de vorm van bed-side-teaching georganiseerd.
3. Ten slotte algemene werkwijze Werving en selectie van nieuwe leden van de medische staf In 2009 is de benoemingsprocedure van nieuwe stafleden (deels) gewijzigd. Het Stafbestuur heeft een nieuwe procedure opgesteld, besproken in de Stafraad in november en vastgesteld in een Algemene leden Vergadering in december 2009.
Vergaderingen Stafbestuur Het Stafbestuur heeft wekelijks vergaderd met de Raad van Bestuur. Belangrijke overlegpunten van het wekelijks overleg van het Stafbestuur en de Raad van Bestuur in 2009 betroffen, lateralisatie, het kwaliteits- en veiligheidsbeleid, ondernemerschap, innovatie, het toetsbaar en transparant opstellen van het ziekenhuis en de staf (zoals bijv. de prestatie-indicatoren en de opzet van een systeem van IFMS), de DBC-systematiek en de gevolgen hiervan, de bouw in Utrecht en in Nieuwegein, het beleid inzake de relatie met huisartsen, de positionering van het ziekenhuis en de ICT/ het EPD.
Vergaderingen Stafraad De Stafraad heeft in 2009 tien maal vergaderd op 8 januari, 5 februari, 5 maart, 2 april, 7 mei, 4 juni, 2 juli, 3 september, 1 oktober en 5 november. Standaard werd in de stafraadvergadering de voortgang lateralisatie, de installatie benoemingscommissies en de voordracht nieuwe stafleden besproken.
Algemene leden vergaderingen (ALV) Er heeft op 3 december 2009 een Algemene Leden Vergadering (ALV). Tijdens deze ledenvergadering werden besproken het project optimalisatie van de DBC-registratie, de SPIDMA (specialist in dienst van de maatschap)-notitie werd geaccordeerd en werd de nieuwe benoemingsprocedure vastgesteld.
Jaarverslag van de medische staf Een uitgebreid verslag van de resultaten van de Medische Staf is uitgebracht als een apart jaarverslag 2009. Het Stafbestuur heeft een positief advies gegeven over het jaarverslag en de jaarrekening 2009. Was getekend, Stafbestuur St. Antonius Ziekenhuis
R.J. Snijder Voorzitter De ondertekening van het jaardocument is verplicht. Ter voorkoming van handtekeningfraude, zijn de handtekeningen niet zichtbaar in de publicatiestukken. Een volledig ondertekend exemplaar wordt ten kantore bewaard.
20
1. Uitgangspunten van de verslaggeving In dit document doen de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur verslag van de mate waarin onze doelstellingen voor 2009 zijn gerealiseerd. Het jaardocument zoals dat vervolgens is ontstaan, is zeer omvangrijk en zal op verschillende onderdelen niet altijd even toegankelijk zijn voor de lezer. Daarom zal naast dit jaardocument een publieksvriendelijke digitale uitgave beschikbaar komen.
• Daarnaast zijn aparte paragrafen voor ICT en Vastgoed opgenomen omdat deze gebieden grote impact hebben op ons primair proces en aanzienlijke investeringen vergen in de komende jaren. • Economische, milieu en sociale aspecten komen o.a. in de paragraaf samenleving aan de orde. • Ten slotte komen in Deel II de financiële prestaties aan de orde: de jaarrekening.
De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij het opstellen van de jaarverslaggeving: • De verslaggevingperiode is het boekjaar 2009. • De reikwijdte betreft de rechtspersoon St. Antonius Ziekenhuis. • Het St. Antonius Ziekenhuis is op 1 oktober 2009 gefuseerd met de Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen. In deze juridische fusie is de Stichting St. Antonius Ziekenhuis de verkrijgende rechtspersoon en de Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen de verdwijnende stichting. • De Stichting St. Antonius Ziekenhuis heeft alle rechten en plichten van de Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen overgenomen, waaronder het opstellen van het jaardocument en de jaarrekening. • Het St. Antonius ziekenhuis hanteert de verplichte indeling van het Jaardocument.
Proces
Opbouw
Informatiebronnen
Het jaardocument is als volgt opgebouwd: • Het verslag van de Raad van Toezicht is een apart onderdeel van het jaardocument. • Tevens is het verslag van de Medische Staf als apart onderdeel opgenomen in het jaardocument • Daarna volgt het verslag van de Raad van Bestuur • In hoofdstuk 2 wordt aandacht besteed aan het profiel van de organisatie en een aantal kerngegevens van het St. Antonius Ziekenhuis. • In hoofdstuk 3 komen onderwerpen aan de orde die te maken hebben met de besturing van het ziekenhuis, de bedrijfsvoering en de wijze waarop de besturing en medezeggenschap is geregeld (corporate governance). • In hoofdstuk 4 komen het beleid en de plannen voor 2009 van het ziekenhuis kort aan de orde. Tevens wordt ingegaan op de prestaties in 2009. De prestaties zijn gekoppeld aan de plannen voor 2009. • Omdat wij van mening zijn dat in het modeldocument weinig aandacht besteed wordt aan het beleid en de prestaties op het terrein van opleiding en onderzoek, is hier onder de paragraaf ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ expliciet aandacht aan besteed.
Voor het jaardocument geldt dat het document Jaarverantwoording Zorginstellingen 2009 van het Ministerie van VWS, zoals gezegd met uitzondering van vastgoed, ICT en onderzoek en opleidingsparagraaf. Daarnaast zijn de volgende rapportages als informatiebronnen gebruikt: • Uitgangspunten van verslag: rapportage van de Algemene Rekenkamer “Goede voorbeelden en tips voor een beter verslag, verslagen van raden van toezicht vergeleken”, maart 2009. • Corporate governance zorginstellingen, jaarverslagen 2008 – meting 2009, Ernst & Young, maart 2010 • Brief aan de Tweede Kamer “Ruimte en rekenschap in de zorg en ondersteuning” minister Klink en staatssecretaris Bussemaker d.d. 9 juli 2009. • Rapport “ Governance en kwaliteit van zorg” Raad voor de Volksgezondheid, 2009
Dit jaardocument is door middel van vele medewerkers tot stand gekomen. De eindredactie lag in handen van de voorzitter en secretaris Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur heeft op 20 april 2010 over het jaardocument en de jaarrekening een besluit genomen ter vaststelling. Het jaardocument en de jaarrekening zijn voor inzage door de accountant vrijgegeven. Tevens is het jaardocument/jaarrekening voor advisering aan het medisch stafbestuur en ondernemingsraad voorgelegd. Op 26 april 2010 heeft de Auditcommissie het jaardocument/jaarrekening tijdens haar vergadering besproken. Tenslotte heeft de Raad van Toezicht op 17 mei 2010 het jaardocument en de jaarrekening in haar vergadering goedgekeurd, in bijzijn van de externe accountant. Daarna is het jaardocument op 31 mei 2010 gedeponeerd bij het CIBG.
21
2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer(s) Nza Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
Stichting St. Antonius Ziekenhuis Koekoekslaan 1 3435 CM Nieuwegein 088 – 320 30 00 010-0901 41177415
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Op tactisch niveau functioneren zorgeenheden, medisch-ondersteunende eenheden en algemeen-ondersteunende eenheden (zie het organigram). Verder is een specifieke plaats in de organisatie ingeruimd voor de Antonius Academie). Hierbinnen participeren drie zelfstandige organisatie-onderdelen: Bureau Onderwijs en Wetenschap (coördinatie medisch-specialistische opleidingen en co-assistentenonderwijs), Camera (coördinatie verpleegkundige en andere opleidingen, mobiliteitsbank en coaching) en de Bibliotheek. Met uitzondering van de Beeldvormende Technieken zijn alle medisch-ondersteunende eenheden binnen het St. Antonius Ziekenhuis geïntegreerd en werkzaam voor alle lokaties.
2.2 Structuur van de organisatie Het St. Antonius Ziekenhuis heeft drie ziekenhuislocaties, te weten in Nieuwegein, Utrecht Oudenrijn en Utrecht Overvecht. Daarnaast beschikt het St. Antonius Ziekenhuis over meerdere buitenpoliklinieken, Utrecht Veldhuizen, Polikliniek Utrecht Vleuterweide en Polikliniek Houten.
Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis
Raad van Bestuur
Ondernemingsraad
Medische Staf
St. Antonius Ziekenhuis
Academie Bestuursstaf
OK/IC centrum
Paramedisch Behandeling en Revalidatie
Algemene ondersteuning
Medische ondersteuning
Zorgeenheid
Bureau Onderwijs & Wetenschap
April 2009
Medische Mircobiologie en Immunologie
Vastgoed & Techniek
Eenheid Hart-Long
Pathologie
Faciliteiten & Services
Eenheid Heelkunde
Klinische Chemie
Inkoop
Klinische Farmacie
Informatie en Communicatie Technologie
Eenheid Hersenen
Klinische Fysica
Financiën & Informatievoorziening
Medisch & Verpleegkundig Bibiliotheek
Camera
Eenheid Geneeskunde
Nucleaire Geneeskunde
Eenheid Vrouw/Kind
Beeldvormende Technieken
Personeel & Organisatie
Communicatie
Radiologie
Geestelijke Verzorging
22
De zorgeenheden worden aangestuurd door een managementteam, bestaande uit een zorgmanager en een medisch manager (bij het OK/IC centrum en Beeldvormende Technieken twee medisch managers). De andere eenheden kennen een eenhoofdige leiding m.u.v. het Klinisch Chemisch Laboratorium en Pathologie. Zij kennen tevens een tweehoofdig management. Zowel de Raad van Toezicht als de Raad van Bestuur hebben reglementen die gebaseerd zijn op de rapporten over corporate governance (Zorgbrede governancecode).
Medische staf Alle (medisch) specialisten die werkzaam zijn in het ziekenhuis, zijn lid van de Vereniging Medische Staf. Naast een Stafbestuur is er sprake van een Stafraad, waarin gemandateerde afgevaardigden per maatschap of vakgroep zitting hebben. De Stafraad komt maandelijks bijeen. De Algemene Ledenvergadering komt daarnaast tenminste één maal per jaar bijeen. Verder zijn de vrijgevestigde medische specialisten verenigd in de Stafmaatschap. Een groot aantal stafleden verleent actieve medewerking aan diverse staf- en ziekenhuiscommissies. Ook zijn stafleden actief als medisch manager op tactisch niveau of als medisch coördinator op operationeel niveau.
Ondernemingsraad De ondernemingsraad bestaat uit 21 leden en kent vier commissies, te weten: algemeen beleid, sociaal beleid, financieel beleid en zorgbeleid. De OR geeft invulling aan haar medezeggenschapstaak vanuit de visie dat er een balans moet zijn tussen zowel het medewerkerbelang als het bedrijfsbelang, waardoor een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau van zorg wordt bereikt. De OR functioneert op strategisch niveau als gesprekspartner van de Raad van Bestuur. De OR bevordert het belang van de medewerkers en van de organisatie (werkklimaat, arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden). In 2009 is een veelheid aan onderwerpen besproken. De OR heeft recent een eigen Jaarverslag 2009 uitgebracht. De OR heeft in 2009 de volgende onderwerpen/stukken besproken. • Instemmingsaanvragen (“zaken die het personeel aangaan”): Kraptetoeslag OK/IC-medewerkers, Werktijden telefonie, Werktijden Beeldvormende Technieken, Harmonisatie oproepcontracten, Klokkenluiderregeling, Aan te wijzen vakantiedag 2010, Kraptetoeslag dialysemedewerkers, Aanpassing rooster transport locatie Overvecht, Reglement identiteits- en toegangspassen, Rooster transport locatie Nieuwegein • Adviesaanvragen (“zaken die de organisatie aangaan”): Röntgenvoorziening Transmuraal Centrum Houten, Polikliniek Vleuterweide, Reorganisatieplan Assortimentsbeheer en Verpleegkundig (Hulpmiddelen) Magazijn Fase I, Verhuizing Klinische Neurofysiologie/Vaatfunctie, Elektronische Medicatie Dossier / Elektronisch Voorschrijf Systeem (EMD / EVS), Samengaan ethische commissies, Status- en privacycommissie, Contourennota Marketing & Communicatie, Reorganisatie afdeling 5 locatie Oudenrijn, Cardiologie Informatie Systeem,
Fase 1 reorganisatieplan neurologie / neurochirurgie, Informatiemanager, Multidisciplinair Vasculair Centrum (M-VIC), Integratie Avond/Nacht/Weekendhoofden coördinatoren en hoofdwachten, Signalering kindermishandeling, Vaststelling richtlijnen investeringen, Ambulante zorg Heelkunde, Integratie transferbureau en bureau Nazorg, Planning- en controlcyclus, Businessplan Antonius Academie, Financiering nieuwbouw / masterplan, Reorganisatie afdeling H2 locatie Nieuwegein, Integratie flexbureau, Organisatiestructuur Klinische Fysica en Instrumentatie, Fusie Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen (SSSV) en St. Antonius Ziekenhuis, Archief, Herziene opzet wond- en decubituscommissie, Herregistratie (BIG) & Kwaliteitsregister verpleegkundigen en verzorgenden, Duaal management Pathologie, Avondspreekuur locatie Nieuwegein, Herziene reanimatiecommissie, Reglement behandeling en bemiddeling patiëntenklachten, Reorganisatie Spoedeisende Eerste Hulp (SEH), Bezoektijdenregeling St. Antonius Ziekenhuis, Reorganisatieplan Infectiepreventie, Integratie Klinische Neurofysiologie/vaatfunctie, Organisatiewijziging OK/IC, Parkeerreglement patiënten en bezoekers, Roomservice, Reglement Meldingscommissie Incidenten Patiëntenzorg (MIP) en Veilig Incident Melden (VIM), Integratie TOP-teams (Trauma Opvang Personeel), Addendum reorganisatie Vrouw & Kind, Jaarplan / begroting 2010, Opheffing Sociaal Fonds (instelling kleiner Sociaal Fonds St. Antonius Ziekenhuis), Besluitvormingsproces I-projecten • Advies- en instemmingsaanvragen Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen (VSZ): Convergentie ICT, Personeelsinformatiesysteem, Magneet Ziekenhuizen • Diversen: Nieuwbouw Utrecht en verbouw Nieuwegein, Jaarplannen 2009, Aanbevelingen kaderbrief 2010, Financiële stand van zaken (o.a. managementrapportages), Oprichting Spoed Interventie Team, Startnotitie Samenwerking St. Antonius met Ziekenhuis Rivierenland te Tiel, NIAZ heraccreditatie, Bedrijf naar je Hart / Investors in People, Initiatiefvoorstel OR inzake avondspreekuren, Continuïteitsplan en draaiboek influenza, Antonius Open
Verpleegkundige Adviesraad De Verpleegkundige Adviesraad adviseert de Raad van Bestuur en het zorgmanagement over het inhoudelijke ziekenhuisbeleid dat betrekking heeft op de verpleegkundige discipline. Waar nodig vindt afstemming plaats met de OR. De raad vertegenwoordigt de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep, de grootste beroepsgroep in het ziekenhuis. Alle verzorgenden en verpleegkundigen van het St. Antonius Ziekenhuis zijn automatisch lid van de VAR. Het VAR-bestuur heeft in 2009 regelmatig vergaderd en enkele malen een Speaker’s Corner georganiseerd. Dit is een forum voor verpleegkundigen en verzorgenden om collega’s te informeren over actuele, beroepsgerelateerde onderwerpen. Ook verpleegkundig consulenten, verpleegkundig studenten, specialisten en beleidsmedewerkers kunnen van het podium gebruik maken.
23
Cliënten(be)raad Binnen het St. Antonius Ziekenhuis is een cliëntenberaad opgericht per 1 januari 2009. Het cliëntenberaad heeft geen vaste samenstelling en bestaat uit maximaal 50 leden. Door hun aanwezigheid op een vergadering van het cliëntenberaad worden de aanwezigen door de Raad van Bestuur geacht te zijn benoemd tot lid van het cliëntenberaad voor de periode die afloopt op het tijdstip dat de eerstvolgende vergadering van het cliëntenberaad aanvangt. Op deze manier ontstaat een cliëntenraad met een structureel karakter, die een wisselende samenstelling kan hebben. Voor een verdere beschrijving verwijzen wij naar hoofdstuk 3.3.
2.3 Besturingsmodel De organisatie wordt bestuurd vanuit een aantal hoofdprincipes, te weten: • Oriëntatie op de patiënt staat centraal. De organisatie is gericht op meerwaarde van de kwaliteit van en afstemming tussen zorgprocessen. • Er is een nauwe betrokkenheid van de medische staf en de ondernemingsraad bij het beleid en de besturing van het ziekenhuis. • De leiding van de zorgeenheden draagt integrale managementverantwoordelijkheid (is verantwoordelijk voor en geeft sturing aan zowel zorginhoudelijke als bedrijfsvoeringaspecten). • De organisatie wordt gekenmerkt door een ‘platte’ organisatiestructuur, met drie echelons: Raad van Bestuur, management en medewerkers. Er wordt gebruik gemaakt van o.a. de volgende besturingsinstrumenten: • Sturing aan de hand van een planning en controlcyclus: inclusief beleidskader en Jaarplan/Begroting door Raad van Bestuur en jaarplannen van de managers. • Verantwoording via prestatie-indicatoren.
Toelatingen Door de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) worden vanaf 1 januari 2006 academische, algemene, categorale ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra instellingen voor medisch specialistische zorg (IMSZ) genoemd. Het St. Antonius Ziekenhuis is een IMSZ (type 2): alle voorkomende zorg wordt geleverd.
2.4 Kerngegevens Het St. Antonius Ziekenhuis is een algemeen topklinisch opleidingsziekenhuis dat zich richt op patiëntenzorg, opleiding en onderzoek. Het St. Antonius ziekenhuis heeft vestigingen in Utrecht, Nieuwegein en Houten. Het St. Antonius Ziekenhuis biedt reguliere basiszorg in haar eigen verzorgingsgebied. Daarnaast heeft het ziekenhuis diverse topklinische functies, conform de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen en een aantal topreferente functies. Voor veel specialismen heeft het ziekenhuis een centrum- of doorverwijsfunctie (topreferente functie). Omdat topzorg, innovatie en onderzoek belangrijk zijn, wordt voortdurend geïnvesteerd in moderne en geavanceerde technieken voor zowel diagnostiek als behandeling. Zo beschikt het ziekenhuis over moderne beeldvormende technieken (MRI, CT en PET-scan), endoscopische operatiekamers en moderne faciliteiten voor moleculaire diagnostiek.
24
Opleiding en onderzoek zijn onlosmakelijk verbonden met het St. Antonius Ziekenhuis. De volgende specialismen hebben opleidingen:
Overzicht medische opleidingen Opleiding Type Erkenning Anesthesiologie A Cardiopulmonale chirurgie A Cardiologie A Longziekten A Chirurgie B Gynaecologie B Inwendige geneeskunde B Maag-Darm-Leverziekten B Klinische Chemie Volledige opleiding Klinische Farmacologie Volledige opleiding Klinische Fysica Volledige opleiding Klinische Neurofysiologie Deelopleiding Medische Microbiologie B Neurologie B Nucleaire Geneeskunde A Nucleaire Geneeskunde A Orthopedie P3 Pathologie B Plastische chirurgie B Psychiatrie Stage Kindergeneeskunde B Radiologie A Revalidatiegeneeskunde B SEH Volledige opleiding Urologie B Vaatchirurgie Vervolgopleiding Darmchirurgie Vervolgopleiding Ziekenhuisapotheek Volledige opleiding Verpleeghuisgeneeskunde Stage Gezondheidspsycholoog Volledige opleiding Daarnaast worden (gespecialiseerde) opleidingen voor verpleegkundig, ondersteunend en diagnostisch personeel in huis verzorgd. Deze opleidingsfaciliteiten zijn ondergebracht bij het bedrijfsonderdeel St. Antonius Academie dat ook opleidingen in het kader van het MDPprogramma (management development) verzorgt. Overzicht (verpleegkundige) opleidingen via St. Antonius Academie Verpleegkundige niveau 4 Theorie en praktijkopleiding Verpleegkundige niveau 5 Praktijkopleiding Operatieassistent (chirurgie en anesthesie) Praktijkopleiding Cardiopulmonale chirurgie Theorie en praktijk Intensive care Theorie en praktijk Spoedeisende hulp Theorie en praktijk Cardiac care Theorie en praktijk Medium care Theorie en praktijk Pulmonologie Theorie en praktijk Specialisten en medewerkers zijn actief op het gebied van onderzoek, wat jaarlijks de nodige publicaties oplevert.
25
In onderstaand tabel is een aantal kerngegevens per ultimo 2009 opgenomen evenals ter vergelijking de cijfers 2008.
Kerngegevens, productie, personeel en opbrengsten Nadere kerngegevens Aantal erkende bedden Waarvan bedden voor hartbewaking Waarvan bedden voor intensive care met mogelijkheid voor beademing Waarvan bedden voor intensive care zonder mogelijkheid voor beademing Waarvan bedden voor de PAAZ Spoedeisende Hulp 7 x 24 uur beschikbaar Nadere kerngegevens Gemiddelde verpleegduur Aantal opnamen exclusief overnamen en dagverpleging Aantal eerste polikliniekbezoeken Aantal overige polikliniekbezoeken Aantal dagverplegingdagen of deeltijdbehandelingen Waarvan aantal zware dagverplegingsdagen Aantal klinische verpleegdagen Nadere kerngegevens WBMV-zorg en topkliniek Beademingen IC Poliklinische cytostaticabehandelingen Open hart operaties ICD’s Katheterablaties PTCA’s Cardio vasculaire stents Hemodialyse: met EPO Hemodialyse: zonder EPO Neurostimulatie – implantatie Beenmergtransplantatie
2009 1.113 15 26 10 37
2008 1.113 15 26 10 37
2009 ja
2008 Ja
2009 5,7 39.379 224.931 323.027 49.416 5.330 225.185
2008 5,7 41.665 223.265 323.934 47.465 5.660 238.159
2009 3.429 5.927 1.963 358 588 2.725 2.978 14.413 1.733 73 28
2008 3.043 5.804 1.921 352 465 2.762 3.080 14.534 1.348 54 29
Het St. Antonius Ziekenhuis wil door volume in de zorgverlening te creëren niet alleen de efficiëntie van de bedrijfsvoering verbeteren, maar ook, doordat faciliteiten dan ‘dedicated’ ingericht kunnen worden voor bepaalde doelgroepen van patiënten, de service aan de patiënten verbeteren. Onderdeel hiervan is dat voor veel sub-specialismen ook 7 x 24 uurs beschikbaarheid gerealiseerd is. Het bestuur van het St. Antonius Ziekenhuis vormt door middel van een personele unie ook het bestuur van de Stichting Antonius Mesos Zorgservices (AMZS). Via deze stichting bestaat de mogelijkheid om private activiteiten in een aparte rechtspersoon onder te brengen. De belangrijkste activiteit betreft die van de poliklinische apotheek in het St. Antonius Ziekenhuis locatie Nieuwegein alsmede een ZBC (Zelfstandig Behandel Centrum). Bij de apotheek kunnen patiënten na een poliklinisch bezoek hun medicatie verkrijgen. Daarnaast kan deze apotheek de ontslagmedicatie verzorgen van klinisch opgenomen patiënten. De begeleiding van de patiënt bij ontslagmedicatie begint al voordat de patiënt het ziekenhuis verlaat en is, vanwege de afstemming met de klinische disciplines, een grote bijdrage aan de kwaliteit van zorg. Zij vervult ook een functie voor inwoners in de regio die geen patiënt van het ziekenhuis zijn. De parkeervoorziening op de locatie Nieuwegein is uitbesteed aan Q-park BV. Via een dochter van de Stichting AMZS houdt het ziekenhuis betrokkenheid bij het parkeren, ondermeer door uitgifte van de grond in (onder-)erfpacht, door een regeling waarbij het ziekenhuis indirect deelt in overwinsten van de parkeervoorziening, en door een regeling inzake parkeren door personeelsleden van het ziekenhuis.
26
Tot slot is in AMZS ook een ZBC, Antonius Behandel Centrum, ondergebracht dat specifieke zorg levert aan zorgverzekeraars. Het betreft met name zorg die in de huidige bekostiging niet goed beprijsd is en waar het ziekenhuis een grote mate van expertise in heeft. In 2009 is het volume zorg dat via het Antonius Behandel Centrum geleverd wordt toegenomen omdat enkele specifieke, zeer dure en slecht beprijsde behandelingen via het Behandelcentrum geleverd zijn.
Kerngegevens capaciteit, personeel, bedrijfsopbrengsten, productie 2009 2008 Capaciteit Aantal feitelijk beschikbare bedden (klinische en dag/deeltijdbehandeling) op 31 december 846 824 Waarvan feitelijk beschikbare PAAZ- en PACZ-bedden 37 37 Personeel Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten op 31 december Aantal FTE personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten op 31 december Aantal medische specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) op 31 december Aantal FTE medische specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) op 31 december
4860 3436 272 240
4.736 3299 283 251
Bedrijfsopbrengsten x € 1.000 Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten A-segment Waarvan omzet B-segment Overige bedrijfsopbrengsten
2009 334.365 232.900 66.499 35.016
2008 318.329 240.514 42.211 35.604
Productie Aantal in verslagjaar geopende DBC’s Percentage verkeerde-bed-patiënten gemiddeld in verslagjaar
306.300 1,4%
279.575 1%
Vergunningen op grond van artikel 2 Wet bijzondere medische verrichtingen op 31 december Categorie Vergunning Transplantaties Niertransplantatie Harttransplantatie Longtransplantatie Levertransplantatie Pancreastransplantatie Transplantatie van de dunne darm Haematopoëtische stamceltransplantaties Transplantatie van de eilandjes van Langerhans Radiotherapie Bijzondere neurochirurgie Hartchirurgie Openhartoperatie (OHO) Automatic implantable cardiovertor defibrillator (AICD) Ritmechirurgie Percutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA) Klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering In vitro fertilisatie (IVF) Neonatale intensive care unit (NICU)
Ja/nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee
27
Aanwijzingen op grond van artikel 8 Wet bijzondere medische verrichtingen op 31 december Aanwijzing Pediatrische intensive care unit (PICU) Hemofiliebehandeling Traumazorg Pijnrevalidatie en revalidatietechnologie HIV-behandelcentra (Humaan Immunodeficiëntie Virus) Cochleaire implantaties Uitnameteams orgaandonatie
2.5 Belanghebbenden Het St. Antonius Ziekenhuis kent een groot aantal stakeholders, die in vijf groepen zijn te groeperen: • patiënten(organisaties); • zorgverzekeraars; • overheid en (zijn) inspecties (gemeentelijk, provinciaal en landelijk); • andere instanties en bedrijven; • andere zorgaanbieders. Met de eerste drie groepen zijn de relaties, zoals die bij alle ziekenhuizen bestaan. Wel zijn er enkele specifieke relaties, zoals: • aan de Stichting Cliëntenbelang is het enquêterecht voor patiënten toebedeeld, zoals opgenomen in de WTZi; • met zorgverzekeraar Agis en de regiovertegenwoordiging van ZN zijn contracten gesloten rond de omvang en kwaliteit van de zorgproductie in het A-segment en daarnaast met alle zorgverzekeraars voor de zorgproductie in het B-segment; • met de Gemeente Nieuwegein is sprake van een Samenwerkingsovereenkomst inzake o.a. bestemmingsplan en parkeren; • met tal van zorgaanbieders wordt samengewerkt in het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorg); • met vele bedrijven en instanties bestaan overeenkomsten over samenwerking, leveranties, e.d., belangrijke overeenkomsten betreffende leningen, medische apparatuur, bouwaangelegenheden en financieringen en parkeren. In deze paragraaf geven wij een overzicht van de andere zorgaanbieders waarmee het St. Antonius Ziekenhuis een samenwerkingsrelatie heeft.
Santeon Ziekenhuizen In 2007 hebben vijf samenwerkende topklinische ziekenhuizen de Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen opgericht. Naast het St Antonius Ziekenhuis participeren hierin het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (Amsterdam), het Canisius-Wilhemina Ziekenhuis (Nijmegen), het Catharina-ziekenhuis (Eindhoven), het Martini Ziekenhuis (Groningen), en met ingang van 1 januari 2009 het Medisch Spectrum Twente (Enschede). De samenwerkende ziekenhuizen richten zich als landelijke vereniging vooral op de hoogwaardige kwaliteit van behandeling en zorg, het versterken van de bijzondere positie die de ziekenhuizen hebben als opleidingsziekenhuizen voor medisch specialisten en zorgprofessionals, de profilering als goed werkgever en het behalen van
Ja/nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
schaalvoordeel voor een aantal back-office activiteiten als ICT en inkoop. Vanaf 31 maart 2010 profileert de Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen zich als Santeon.
Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) Met 26 andere opleidingsziekenhuizen in Nederland werkt het St. Antonius Ziekenhuis samen in de Vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Kern van het samenwerkingsverband van deze ‘Teaching Hospitals’ vormen de medisch specialistische opleidingen en de topklinische en topreferente functies. De STZ-ziekenhuizen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor: • het bevorderen van hoogwaardige patiëntenzorg, topklinische behandeling en topreferente zorg; • onderwijs en opleidingen in brede zin; • toegepast wetenschappelijk onderzoek; • zorginnovatie.
Stichting Partners in Gezondheidszorg In het voorjaar van 1998 werd tussen het toenmalige Academisch Ziekenhuis Utrecht (thans het Universitair Medisch Centrum Utrecht) en het St. Antonius Ziekenhuis een samenwerkingsovereenkomst getekend, gericht op intensivering van de inhoudelijke samenwerking tussen beide ziekenhuizen. Later dat jaar werd dit geformaliseerd in een gezamenlijke stichting Partners in Gezondheidszorg. De samenwerking richtte zich in eerste instantie vooral op de hart-longdisciplines. In 2004 is het samenwerkingsdocument van 2004 uitgebreid tot andere functies en disciplines. In 2009 verliep de samenwerking conform dit document. De financiële samenwerking binnen de hart-longdisciplines werd afgebouwd en de statuten van de stichting zijn daaraan aangepast.
Rhijnhuysen In de stichting Rhijnhuysen, welke in 1996 is ontstaan uit de samenwerking tussen het St. Antonius Ziekenhuis en Ziekenhuis Oudenrijn (voorganger van Mesos Medisch Centrum), werken thans ongeveer 20 zorgaanbieders samen op het gebied van verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg, thuiszorg, huisartsenzorg, geestelijke gezondheidszorg en laboratoriumdiagnostiek. Rhijnhuysen brengt een eigen jaarverslag uit.
28
Ziekenhuis Rivierenland Tiel In 2009 hebben diverse gesprekken plaatsgevonden met het Stafbestuur en de Raad van Bestuur van het ziekenhuis Rivierenland te Tiel met het Stafbestuur en de Raad van Bestuur van het St. Antonius inzake mogelijkheden voor een samenwerking. In mei 2009 heeft de Stafraad van het St. Antonius Ziekenhuis akkoord gegeven op de intentie tot een nauwere samenwerking. De Raden van Bestuur en Stafbesturen hebben afgesproken zich in te spannen dat op deelgebieden initiatieven tot samenwerking worden genomen. Dit zal gefaseerd geschieden. Door de beide raden van bestuur en de beide stafvoorzitters is een extern bureau de opdracht gegeven de vakgroepen/maatschappen van acht specialismen te begeleiden bij een verkenning van de mogelijkheden tot samenwerking. Daarbij wordt onder meer gedacht aan het verbeteren en eventueel uitbouwen van het verwijspatroon, samenwerking inzake subspecialisatie en andere onderdelen die van belang worden geacht zoals kennisdeling en consultatie. De specialismen waar in eerste instantie een verkenning wordt uitgevoerd zijn cardiologie, interne geneeskunde, (vaat)chirurgie, anesthesiologie / intensivisten, (interventie-) radiologie, longgeneeskunde, urologie en kindergeneeskunde (kinderdiabetes). Het streven is om in 2010 het verkennend onderzoek af te ronden.
AlNatal Sinds 1 januari 2005 bestaat het geboortecentrum AlNatal. Dit is een zelfstandig centrum, waarin het St. Antonius Ziekenhuis, vrijgevestigde specialisten en de verloskundigenpraktijk De Spildraai samenwerken.
Transmuraal Centrum Houten In dit centrum werkt het St. Antonius Ziekenhuis nauw samen met de Houtense huisartsen op drie terreinen: de huisartsenpost, de poliklinieken en de huisartsenkliniek.
Transmurale Apotheek De Transmurale Apotheek St. Antonius Beheer BV is een openbare apotheek op de begane grond van het St. Antonius Ziekenhuis (doorgaans de ‘Antonius Apotheek’ genoemd). Voor de uitvoering van de transmurale apotheek is een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen gezondheidszorgcentrum de Roerdomp en het St. Antonius Ziekenhuis. De apotheek fungeert als schakelpunt tussen de intra- en extramurale zorg. Patiënten kunnen direct bij ontslag of na een polikliniekbezoek hun medicijnen ophalen in de Antonius Apotheek. De patiënten zijn erg enthousiast over deze service. De Antonius Apotheek is operationeel vanaf 19 juni 2006.
Samenwerking met GG&GD Utrecht en GGD MiddenNederland Het St. Antonius Ziekenhuis, GG&GD Utrecht en GGD MiddenNederland hebben op 19 juli 2007 een samenwerkingsovereenkomst getekend met daarin duidelijke afspraken over onderlinge samenwerking en afstemming. Met de ondertekening van dit convenant wordt het Medisch Microbiologisch en Immunologisch Laboratorium van het St. Antonius Ziekenhuis per 1 september 2007 officieel een regionaal Openbare GezondheidsZorg (OGZ)laboratorium.
Stichting “Ketenzorg Lek en Hollandsche IJssel eo” Een initiatief van de huisartsen in Nieuwegein en IJsselstein, heeft begin december 1998 het St. Antonius Ziekenhuis benaderd met de wens hun huisartsenpost (HAP) in het ziekenhuis te vestigen. Op dit verzoek is door de directie en het medisch Stafbestuur positief gereageerd. Samenwerking tussen de HAP en de afdeling Spoed Eisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis werd toen al door beide partijen van belang geacht. Ten behoeve van de medisch inhoudelijke samenwerking is in 1999 een werkgroep samengesteld die een visie op samenwerking (integratie HAP en SEH) heeft ontwikkeld. De basisvoorwaarden voor deze samenwerking zijn destijds door zowel de huisartsen (stichting Nachtwacht en Regionale Huisartsen Vereniging), alsook de medische staf en Raad van Bestuur van St. Antonius Ziekenhuis besproken en geaccordeerd. De Stichting “Ketenzorg Lek en Hollandsche IJssel eo” (opgericht in 2008) is een geformaliseerd podium waarin alle transmurale en/of ketenzorgthema’s gecentraliseerd worden bestuurd en georganiseerd. De acute zorg en de rechtstreeks betrokken partners (ziekenhuis, medisch specialisten en huisartsen) hebben een plaats in de beherend rechtspersoon.
Leidsche Rijn Julius Gezondheidszorgcentra Het St. Antonius Ziekenhuis is een van de oprichtende partijen geweest voor de eerstelijns gezondheidscentra. In de toekomst zal er intensief worden samengewerkt met het ziekenhuis, dat in het verzorgingsgebied Leidsche Rijn haar diensten aanbiedt. Een snelle en intensieve samenwerking met het Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra en het St. Antonius Ziekenhuis heeft vele positieve gevolgen voor de patiënten uit Leidsche Rijn (one stop shopping, korte lijnen zorgverleners, minder reistijd voor de patiënten).
Q-Park Op basis van het Masterplan Huisvesting is in 2007 gestart met de bouw van de definitieve parkeergarage. Deze garage is door een externe partij (Q-Park), in nauw overleg met het St. Antonius Ziekenhuis, ontwikkeld, gebouwd en geëxploiteerd. De nieuwe parkeergarage op locatie Nieuwegein is vrijdag 10 april 2009 geopend. De garage biedt ruimte aan 1450 auto’s en is eigendom van Q-park. Vanaf maandag 27 april 2009 is de nieuwe rijwielstalling naast de parkeergarage in gebruik genomen. De tijdelijke parkeergarage is in 2009 gedemonteerd.
29
3. Governance 3.1 Bestuur en toezicht 3.1.1 Zorgbrede Governance Code Het St. Antonius Ziekenhuis hanteerde tot 2009 de NVZ-governancecode. De per 1 januari 2009 geïntroduceerde Zorgbrede Governancecode heeft de NVZ-governancecode vervangen; dit heeft niet geleid tot nieuwe governance-aspecten. Op één enkel punt wordt de code niet toegepast. In het St. Antonius Ziekenhuis kan de zittingstermijn van een lid van de Raad van Toezicht langer zijn dan de in de code opgenomen termijn van 2 x 4 jaar. De Raad van Toezicht hecht zeer aan continuïteit bij gebleken geschiktheid, welke in het verleden zo succesvol is gebleken. Inperking van de zittingsduur mag geen -onjuiste- oplossing zijn voor het niet aanspreken op en evalueren van het eigen functioneren; daarbij is het ongewenst goed functionerende leden van de Raad van Toezicht uit te laten treden op het moment dat zij nog een belangrijke rol vervullen.
Actualiteiten Governance in de Zorg In een uitgebreide brief aan de Tweede Kamer van 9 juli 2009 heeft de minister van VWS beleidsvoorstellen geformuleerd waarmee hij ruimte wil geven aan zorgaanbieders voor verdere ontwikkeling van vraaggestuurde zorg en tevens waarborgen willen creëren op gebied van patiëntveiligheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. De voorstellen in de brief van de minister richten zich op vier terreinen: 1. Goed bestuur: de positie van bestuur en intern toezicht van zorgaanbieders moet versterkt en geprofessionaliseerd worden. 2. Continuïteit van zorg en ondersteuning: om bedreiging van de continuïteit van zorg te voorkomen worden de volgende maatregelen voorgesteld: een early warning systeem en een “kliklijn” door de Nza bij financiële en/of kwaliteit/veiligheidsproblemen De minister onderschrijft het standpunt van de RVZ en de NZa dat de overheid in beginsel niet moet interveniëren bij instellingen met financiële problemen, ook niet als het cruciale zorg betreft. Uitzondering zijn die gevallen waarin het waarborgen van continuïteit van zorg nà het moment van faillissement evident meer nadelige maatschappelijke effecten heeft dan vóór het faillissement. 3. Samenwerking: In de brief worden maatregelen voorgesteld voor beperkingen die gesteld kunnen worden aan samenwerkingsvormen. Deze maatregelen betreffen a) verduidelijking van wat wel en niet is toegestaan op gebied van samenwerking b) verbeteren interne besluitvormingsproces betreffende fusies c) stellen van scherpere voorwaarden aan fusies waarbij het belang van cliënt voorop staat. Er komt een zorgspecifieke fusietoets door IGZ voorafgaand aan de melding bij de NMa op basis van de fusie-effect rapportage. De minister onderschrijft de conclusie van de onderzoekscommissie verticale
integratie van zorgverzekeraars en zorgaanbieders dat een wettelijk verbod op verticale integratie niet noodzakelijk en niet proportioneel is. 4. Resultaatafhankelijke vergoeding: In de brief gaat de minister tenslotte in op de intrede van risicodragend kapitaal in de zorg. Er komt geen ruimte voor commerciële ondernemingen (ook niet in 2012 wat het kabinet betreft) en bestaande BV’s moeten zich naar de nieuwe regelgeving voegen. Een winstexperiment voor de ziekenhuissector wordt niet wenselijk geacht. Er volgt een nadere uitwerking van de voorwaarden waaronder privaat kapitaal met een resultaatsafhankelijke vergoeding is toegestaan. Bezien wordt op welke wijze dit via de maatschappelijke onderneming kan plaatsvinden. Eerder in 2009 kwam het rapport “Governance en kwaliteit” van de Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) uit. Dit rapport was opgesteld op verzoek van de minister waarbij de vraagstelling was hoe kwaliteit van zorg (beter) te waarborgen valt in een stelsel van gereguleerde marktwerking. Volgens het RVZ rapport ligt de oorzaak van problemen rond governance en kwaliteit vooral in rolonduidelijkheid en zou de oplossing gezocht moeten worden in scherpere verantwoordelijkheidstoedeling en niet in meer overheidsregulering en toezicht. Op basis van de actualiteiten in de Governance heeft de Raad van Toezicht gesproken over governance. In 2009 is de Raad van Toezicht gestart met de volgende initiatieven: 1. Opstellen van jaarkalender Raad van Toezicht voor 2010. Dit is in oktober 2009 vastgesteld. 2. Opstellen van informatieprotocol RvB – RvT. Dit is in maart 2010 vastgesteld. 3. Opstellen van een beleidsrapportage en een dashboard voor de Raad van Toezicht met de belangrijkste indicatoren voor toezichthouding. Dit is in maart 2010 voor het eerste besproken in de Raad van Toezicht. 4. Zelfevaluatie binnen Raad van Toezicht Voor een meer uitgebreidde beschrijving, zie hoofdstuk 3. Voor de komende jaren zijn de volgende initiatieven gepland binnen de Raad van Toezicht • Er wordt gestreeft naar diversiteit als principe (naar leeftijd, sexe, culturele achtergrond, discipline) • Minimaal 1 lid van de RvT zal zorgprofessional zijn • Zelf evaluatie • Het cliëntenberaad heeft afgezien van het benoemingsrecht Aan de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht samen: • Formuleren van een gezamenlijke visie op governance • Formuleren van omgangsvormen op gebied van kwaliteit en professioneel handelen tussen Raad van Toezicht, Raad van Bestuur en medisch specialisten • Expliciteren van de functie die de instelling heeft in de sa-
30
menleving en de rol die zij speelt in borging van inhoudelijke belangen.
3.1.2 Raad van Bestuur Het St. Antonius Ziekenhuis kent een reglement voor de Raad van Bestuur waarin de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur zijn geëxpliciteerd. Kernelementen zijn de verhouding tot de Raad van Toezicht, verantwoording, taakverdeling, functioneren, besluitvorming en (het niet aanwezig zijn van) belangenverstrengeling. In onderstaande tabel zijn alleen de nevenfuncties opgenomen welke niet uit hoofde van de hoofdfunctie worden vervuld.
Samenstelling Raad van Bestuur M. Rook MBA Ir. F.A.M. Spijkers Dr. H.C.M. Haanen Drs A.G. Kloet
Voorzitter Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Voorzitter Raad van Toezicht Hogeschool Utrecht Lid Raad van Bestuur Tuinzing Stichting Voorzitter van STZ (sinds 2010) Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Toezicht Julius Gezondheidscentrum Leidsche Rijn Lid Raad van Toezicht Hospice Nieuwegein Lid advies- en arbitragecommissie GVU NV Lid Raad van Toezicht Utrecht Centrum voor de Kunsten (UCK) Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Lid Bestuur Transmuraal Centrum Houten Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Bestuur Tuinzing Stichting Lid Bestuur Rhijnhuysen Lid Bestuur Transmuraal Centrum Houten Lid van RvC Politheek
Secretaris Raad van Bestuur: mw. drs. L.A.A. van Reeuwijk
3.1.3 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestond in het verslagjaar uit negen leden. De leden beschikken over uiteenlopende achtergronden en kennisgebieden: financieel-economische, juridische, bestuurlijke, sociale zaken en arbeidsverhoudingen, gezondheidszorg, onderwijs, bedrijfsleven. Zie eerder het ‘Verslag Raad van Toezicht’.
3.2 Bedrijfsvoering De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de bepaling, uitvoering en monitoring van de strategie en de doelstellingen van het ziekenhuis. De Raad van Bestuur delegeert bevoegdheden aan managers van zorgeenheden, medisch ondersteunende en algemeen ondersteunende eenheden. Om de verantwoordelijkheden
van Raad van Bestuur en managers vorm te geven wordt een aantal instrumenten gebruikt voor de planning en control. Ten eerste is het meerjarenbeleid door de Raad van Bestuur vastgelegd en door de Raad van Toezicht goedgekeurd. Dit meerjarenplan voorziet in ziekenhuisbrede speerpunten en concrete doelstellingen op het terrein van zorg, onderwijs en onderzoek voor de jaren 2008 – 2012. Zie verder in het jaardocument. Tevens zijn voor de jaren tot en met 2012 doelstellingen neergelegd voor de omzet en voor de hoogte van het eigen vermogen. In de toelichting op de jaarrekening worden de doelstellingen en realisatie daarvan verder toegelicht. Ten tweede werkt het ziekenhuis met een planning & controlcyclus die steeds een jaar omvat. Afgeleid van het meerjarenbeleid en van het beleidsplan van de medische staf wordt die planning voor een jaar begonnen met een beleidskader in juli van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. Het beleidskader omvat naast verkenningen van relevante ontwikkelingen en voorgenomen beleid een overzicht van de SMART doelstellingen die de Raad van Bestuur nastreeft voor het komende begrotingsjaar. Het beleidskader bevat voor de managers van de eenheden concrete doelstellingen die zij dienen te vertalen in jaarplannen en begrotingen van de eenheden. Ten derde worden in het najaar met alle maatschappen in aanwezigheid van de verantwoordelijke managers van de zorgeenheden door de Raad van Bestuur gesprekken gevoerd over de verwachte ontwikkelingen in hun vakgebied en productierealisatie in het lopende jaar en de productieontwikkeling in het komende jaar. De verwachte productieontwikkeling voor het komende jaar is één van de bouwstenen voor de interne budgetten van de eenheden. Ten vierde stellen managers op basis van het beleidskader en gelet op de uitkomsten van de productiebesprekingen een conceptjaarplan en budgetaanvraag voor hun eenheid op. Het conceptjaarplan bevat concrete doelstellingen op ondermeer de gebieden van personeel, productie, financiën, kwaliteit, patiëntveiligheid en logistiek en wordt samen met de budgetaanvraag besproken met de Raad van Bestuur. Ten vijfde stelt de Raad van Bestuur op basis van het beleidskader en de conceptjaarplannen van de eenheden een jaarplan op waarin het beleid voor het komende jaar en de daarvan afgeleide prestatie-indicatoren zijn vastgelegd. Tevens stelt de Raad van Bestuur de begroting op welke ook de budgettoekenningen voor de eenheden omvat. Jaarplan en begroting worden besproken in de Auditcommissie en ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Op basis hiervan ontvangen alle managers in december een budgetbrief waarin zijn opgenomen het budget voor het komende jaar, de doelstellingen voor de predatie-indicatoren voor de eenheid en de toewijzing van investeringen. Ten zesde wordt gedurende het jaar maandelijks gerapporteerd over de voortgang van de productie en de begroting per eenheid
31
en voor het ziekenhuis. Maandelijks worden deze rapportages besproken in de Raad van Bestuur en, per eenheid, in de werkoverleggen tussen portefeuillehouder Raad van Bestuur en managers. Vanwege de veranderingen in de bekostiging en de toegenomen betekenis van prestatiebekostiging zal de sturing met ingang van het jaar 2011 intern veranderd worden. Niet langer zijn kostenbudgetten leidend maar een besturingsmodel dat managers in staat stelt om integrale afwegingen te maken van kosten én opbrengsten. Daarbij passen zorgeenheden die op hun margebijdrage worden afgerekend en inkoop van medisch ondersteunende producten bij de medisch ondersteunende eenheden. Een dergelijk systeem bevordert integraal management en een voortdurend streven naar efficiency, mede door gebruik te maken van benchmark-gegevens. Tot slot wordt na afloop van het jaar de jaarrekening opgesteld en worden met de managers de resultaten van de eenheden besproken en geëvalueerd. De Inspectie voor de Gezondheidszorg hanteert de zogenaamde IGZ-indicatoren. Voor de zorginkoop hanteren zorgverzekeraars ook prestatie-indicatoren. Beide sets met indicatoren worden door de Raad van Bestuur gevolgd; mede op basis hiervan worden verbeterpunten geformuleerd. Ter beheersing van financiële risico’s wordt een door de Raad van Toezicht goedgekeurd Treasurystatuut gehanteerd waarin is vastgelegd welke functionarissen bevoegdheden hebben financiële transacties af te sluiten, en welke financiële posities ingenomen mogen worden. Het Treasurystatuut sluit uit dat speculatieve posities inzake rente, valuta of eigen vermogensinstrumenten worden ingenomen. Jaarlijks wordt een treasuryjaarplan opgesteld waarin de voorziene financieringstransacties zijn opgenomen. Onderdeel van de treasuryplannen is de beheersing van rente- en herfinancieringsrisico’s. In 2009 is een financieringsarrangement gesloten dat bestaat uit roll-over leningen met variabele rente. Om het rente-risico te beheersen is een interest rate swap (IRS) contract gesloten. Jaarlijks wordt gemonitord wat het rente- en herfinancieringsrisico is voor de komende 25 tot 30 jaar op basis waarvan beheersingsmaatregelen genomen kunnen worden. Aangezien in 2009 omvangrijke financieringen zijn aangegaan met banken, is in 2008 intern een model ontwikkeld dat zicht geeft op de ontwikkeling van resultaat en eigen vermogen gegeven een aantal externe factoren zoals presentatiekortingen, rente en kapitaallastenvergoeding. Dit model bevat tevens de belangrijkste “stuurknoppen”die gebruikt kunnen worden om tegenvallers uit hoofde van externe factoren te kunnen opvangen. De belangrijkste zijn productiegroei en productiviteitsverbetering. Het model is onderworpen aan een deskundig onderzoek, is gebruikt ten behoeve van het afsluiten van de financiering en zal jaarlijks bijgesteld worden naar aanleiding van de werkelijke prestaties van het ziekenhuis, de nieuwste inzichten omtrent overheidsbeleid, groei en dergelijke. Meer dan voorheen wordt gestuurd op de
solvabiliteitsratio’s en op de kasstroom; dit laatste met name in de vorm van de debt service capacity ratio die aangeeft in welke mate de operationele kasstroom toereikend is om aan rente- en aflossingsverplichtingen te voldoen. Nagestreefd wordt een minimale waarde van 1,1. Intern wordt gewerkt aan een verdere verbetering en versterking van de interne controle op zowel productie, DBC’s als financiële verantwoordingen. Er is een intern controleplan en maandelijks worden de financiële rapportages gevalideerd. De Raad van Bestuur heeft op 9-2-2010 een DBC-verklaring afgegeven waarin zij bevestigd dat over het verslagjaar 2009 voldaan is aan de eisen die gesteld worden in de Regeling Administratieve Organisatie en Interne Controle inzake DBC registratie en facturatie. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur verklaard dat met 95% zekerheid minder dan 5% van de declaraties fout is. Deze verklaringen zijn gewaarmerkt door de externe accountant en voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring. De validatiegraad van DBC’s was over 2009 99,1% tegenover 98,8% over 2008. De doelstelling is een percentage boven de 99% ofschoon de instabiliteit van het DBC-systeem en de (frequente) ingrijpende wijzigingen daarin op zich leiden tot onvermijdbare uitval. De validatiegraad heeft de voortdurende aandacht van de Raad van Bestuur en wordt tweewekelijks gerapporteerd en besproken. De juistheid van de DBC-registratie wordt gecontroleerd door middel van steekproeven zoals voorgeschreven in de landelijke beleidsregels. In de tweede helft van 2009 is begonnen met de voorbereidingen op de implementatie van DOT per 1 januari 2011. Er is een projectleider benoemd en een projectorganisatie ingericht. Doelstelling is allereerst om de hele infrastructuur ten behoeve van DOT in gereedheid te hebben. Deze infrastructuur wordt gedomineerd door ICT-aspecten en is eind maart 2010 gereed. Daarna wordt de aandacht gericht op de analyse van de output van de landelijke grouper in vergelijking tot de huidige DBC-output. Met managers en specialisten zal geanalyseerd worden welke consequenties DOT heeft voor de bedrijfsvoering. De laatste stap is het aanpassen van de managementinformatie aan de DOT-structuur. Vooralsnog is er ten behoeve van de interne besturing uitgegaan van DOT en prestatiebekostiging, al dan niet onder een Z-waarde, per 1 januari 2011. Het nu bekende uitstel tot 2012 betekent dat er een extra jaar voorbereidings- en vergelijkingstijd is om de effecten van DOT en prestatiebekostiging te verwerken in de bedrijfsvoering. Na de zomer 2009 is een project gestart onder de naam “Gezonde praktijkvoering”. Dit project, onder directe aansturing van de Raad van Bestuur, heeft als doelstellingen: de bronregistratie sterk te verbeteren om een volledige en juiste registratie van activiteiten te waarborgen, de samenwerking tussen managers, maatschappen en financiële ondersteuning zodanig in te richten dat beschikbare informatie optimaal gebruikt wordt in de bedrijfsvoering en de focus van de besturing te verplaatsen van kosten naar
32
rendement en winstmarge. Naar verwachting wordt dit project in het 2e kwartaal van 2010 overgedragen aan de staande organisatie. In het verlengde zal dan ook de interne besturing zodanig aangepast worden dat de focus en de prikkels op het realiseren van een positieve winstmarge komen te liggen. Mede vanwege de in 2006 verkregen NIAZ-accreditatie zijn alle procedures beschreven en vindt periodiek steekproefsgewijs controle plaats op de naleving van de procedures. Begin 2008 heeft het NIAZ een aanvullende visitatie uitgevoerd om te toetsen of verbeterpunten zoals geformuleerd in 2006 in voldoende mate uitgevoerd zijn. Dit heeft geleid tot verlenging van het accreditatiecertificaat tot 2010. Inmiddels is de accreditatie gestart. De Raad van Bestuur is er zich van bewust dat de bedrijfsvoering risico’s oproept en heeft een systeem van interne controle en planning & control om deze risico’s tijdig te onderkennen en te beheersen. Belangrijke elementen hierin zijn de planning & control cyclus, de maandelijkse rapportages over productie, financiën en predatie-indicatoren, functiescheidingen, treasuryplannen, procuratie en monitoring van (externe) ontwikkelingen. Deze instrumenten geven de Raad van Bestuur een bepaalde mate van zekerheid dat risico’s tijdig onderkend en beheerst kunnen worden. Toch bestaat er vanzelfsprekend altijd een kans op het optreden van risico’s en calamiteiten. Door vermogensvorming en verzekering worden deze risico’s in het algemeen afgedekt.
Financiële risico’s De Raad van Bestuur ziet als grootste risico het overheidsbeleid inzake de bekostiging. Aan de ene kant is sprake van kortingen op de ziekenhuisbudgetten ten gevolge van door de ziekenhui-
zen nauwelijks te beïnvloeden volumegroei. Deze kortingen zijn zo omvangrijk dat het hoge eisen stelt aan de interne besturing en flexibiliteit om ze tijdig te kunnen opvangen. Aan de andere kant werkt de overheid aan een nieuw stelsel voor de bekostiging van de ziekenhuizen. Omdat niet, of niet tijdig, bekend is hoe dit stelsel concreet vorm krijgt, leidt dit tot inherente risico’s voor het ziekenhuis. Sinds 2008 wordt intern gewerkt met een model dat op hoofdlijnen inzicht geeft in de gevolgen van overheidsbeleid, zoals kortingen en kapitaallastenvergoedingen, en macro-economische omstandigheden zoals loonstijgingen en inflatie op de financiële resultaten. Tevens geeft het model inzicht in de effecten van maatregelen zoals productiviteitsverbetering en kostenbesparingen. Dit model wordt jaarlijks herijkt op basis van de financiële resultaten en de financiële positie alsmede de meest recente inzichten aangaande bekostiging, overheidsbeleid en ontwikkelingen in de sector en de economie. Waar nodig kan de Raad van Bestuur een mix van maatregelen toetsen op de effectiviteit en zo bestaand beleid bijsturen. Mede in relatie tot de financiering en de daarbij gebruikte modellen is begin 2009 een risico-inventarisatie beschreven die besproken is in Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Deze inventarisatie geeft inzicht in de belangrijkste risico’s en mogelijke maatregelen om deze te beheersen.
Niet financiële risico’s Het St. Antonius Ziekenhuis levert zorg op een patiëntveilige en patiëntvriendelijke topzorg. Dat wil zeggen: doeltreffend, doelmatig, patiëntgericht én van goede kwaliteit. Het St. Antonius Ziekenhuis valt onder de Kwaliteitswet zorginstellingen. Ten aanzien van de volgende gebieden heeft de Raad van Bestuur beleid ontwikkeld:
Patiëntveiligheid De visie op patiëntveiligheid hangt in de eerste plaats samen met de perceptie van de patiënt. Patiënten van het St. Antonius Ziekenhuis hebben bij binnenkomst én bij verlaten van het ziekenhuis een gevoel van veiligheid. Dit omdat zij vooraf al vertrouwen hebben in het ziekenhuis en omdat hun verblijf in het ziekenhuis en het resultaat van hun behandeling dit vertrouwen heeft bevestigd. Zorgverleners van het St. Antonius Ziekenhuis handelen hierbij zorgvuldig, hebben permanent aandacht voor veiligheidsaspecten en zien het als hun verantwoordelijkheid om alle aspecten van veiligheid openlijk aan de orde te stellen. Er is een cultuur waarin het vanzelfsprekend is om te leren van wat mis ging en effectief daarnaar te handelen. De Raad van Bestuur, Bestuur Medische Staf en Leidinggevenden bevorderen de veiligheidscultuur en faciliteren de ontwikkeling van een Veiligheidheids-managementsysteem door het verstrekken van adequate middelen, het vormgeven aan het leren van fouten en de implementatie van verbeterprojecten.
Reputatiemanagement De Raad van Bestuur heeft recent een positioneringtraject afgerond voor het ziekenhuis na de fusie. Vanaf 2009 zal de naamgeving en huisstijl van het ziekenhuis na de fusie (met vooralsnog
33
drie locaties) worden geïntroduceerd. Hierbij zijn internet, public relations (eerste lijn, huisartsen en verloskundigen) en voorlichting aan bezoekers en patiënten de drie meest ingezette marketingcommunicatiefuncties. De Raad van Bestuur ziet het belang zien van een goede reputatie in de veranderende markt. Daarom is sinds 2006 een marketingmanager aangesteld.
Arbeidsmarkt De toenemende krapte op de arbeidsmarkt dwingt ons meer dan ooit een aantrekkelijke werkgever te zijn en te investeren in de arbeidstoekomst van onze medewerkers. Zorgelijk is echter dat de tekorten vooralsnog zullen blijven toenemen, eerder en sterker bij de gespecialiseerde functies. Goede arbeidsomstandigheden en ruime loopbaanmogelijkheden zijn belangrijke voorwaarden voor het St. Antonius Ziekenhuis om personeel te werven én te behouden. Ook het vergroten van de inzetbaarheid van oudere medewerkers is een belangrijk instrument om het personeelsbestand op peil te houden. Hierbij participeert het St. Antonius Ziekenhuis in de campagne ‘Het Ziekenhuis Zorgt’ van de NVZ. Dit is een meerjarige campagne, die de positieve aspecten en ontwikkelingen in de ziekenhuiszorg onder de aandacht moet brengen. Er is in het voorjaar van 2007 een sociaal plan afgesloten zoals dat past bij een Bedrijf naar je Hart. Daarin wordt aan medewerkers gevraagd mee te werken aan de veranderingen waarbij tegenover staat dat medewerkers de komende vijf jaar werk- en inkomenszekerheid krijgen bij de kleine reorganisaties in het kader van organisatieontwikkeling en bij de nu bekende grote reorganisaties, zoals de fusie, de verhuizing naar Leidsche Rijn en de invoering van het EPD. In september 2007 hebben de zorgmanagers en P&O een stuurgroep opgericht voor het in kaart brengen van de huidige problemen op de arbeidsmarkt, de effecten daarvan op ons bedrijf en de te verwachten ontwikkeling hiervan. De stuurgroep richt zich op korte termijn acties (binnen een maand uit te voeren), middellange termijn acties (binnen drie maanden uit te voeren) en lange termijn acties die meer gericht zijn op beleid en instrumenten. In 2008 zullen deze activiteiten geïntensiveerd en verbreed worden over het gehele bedrijf.
Bestuurlijke verhoudingen Raad van Bestuur/Stafbestuur en Cohesie binnen medische staf Binnen het ziekenhuis wordt bij de behandeling van vele patiënten intensief samengewerkt tussen specialisten van diverse disciplines. Goede samenwerking leidt tot én goede kwaliteit van het werk én een aantrekkelijk werkklimaat. Om de leider in processen te zijn, is de staf zich terdege bewust dat er samengewerkt wordt met andere zorgprofessionals om tot een goed resultaat te kunnen komen. Door externe omstandigheden zoals de invoering van de DBC’s en ZBC activiteiten bestaat de mogelijkheid dat de cohesie binnen de staf onder druk kan komen te staan omdat er veranderingen komen in inkomenspositie en mogelijkheden voor participaties in de private instellingen. Door de invoering van de DBC’s voor specialisten en niet voor het ziekenhuis per 1 januari 2008 zoals al genoemd wordt de druk verder opgevoerd. Hiervoor zijn tussen de Raad van Bestuur en de Stafmaatschap verdere afspraken gemaakt (de zogenaamde “zachte landing” regeling).
Bij fusie is extra aandacht in de vorm van “social events” ter verbetering van de saamhorigheid.
Rampenopvangplan Het ziekenhuis heeft een wettelijke beschreven rol bij de opvang van rampen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft recent een onderzoek naar de voorbereiding op Rampenopvang door ziekenhuizen aangekondigd. Binnenkort verwacht het ziekenhuis een audit. Onze organisatie beschikt over een Rampenopvangplan. Hiervoor is een trainingprogramma ontwikkeld. Er worden regelmatig trainingen gehouden, zowel intern als extern, met de regionale organisatie van rampenopvang, om het Rampenopvangplan en de specifieke rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de opgeschaalde hulpverlening tijdens rampsituaties, te oefenen.
34
3.3 Cliënten(be)raad Het St. Antonius Ziekenhuis kende in 2009 een cliëntenberaad. In 2008 heeft de Raad van Bestuur van het St. Antonius Ziekenhuis deelgenomen aan het project ‘vormgeving van medezeggenschap van cliënten in algemene ziekenhuizen in de huidige Nederlandse gezondheidszorg’ van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Uit onderzoek door de Erasmus Universiteit Rotterdam is gebleken dat het cliëntenraadsmodel bij veel zorginstellingen - met name bij instellingen in de kortdurende zorg - geen geschikt middel is om de doelen van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) mee te bereiken. Die doelen - het vergroten van de mondigheid van de cliënt, het versterken van zijn rechtspositie en het aansluiten van het zorgaanbod op de zorgvraag kunnen beter via andere, meer bij de betreffende zorginstellingen passende, vormen van cliëntenparticipatie worden bereikt. De resultaten van dit onderzoek vormen input voor het voorstel voor vernieuwd medezeggenschap voor patiënten van het St. Antonius Ziekenhuis. Binnen het St. Antonius Ziekenhuis is een cliëntenberaad opgericht per 1 januari 2009. Het cliëntenberaad heeft geen vaste samenstelling en bestaat uit maximaal 50 leden. Door hun aanwezigheid op een vergadering van het cliëntenberaad worden de aanwezigen door de Raad van Bestuur geacht te zijn benoemd tot lid van het cliëntenberaad voor de periode die afloopt op het tijdstip dat de eerstvolgende vergadering van het cliëntenberaad aanvangt. Op deze manier ontstaat een cliëntenraad met een structureel karakter, die een wisselende samenstelling kan hebben. Het cliëntenberaad is in 2009 vier maal bijeen gekomen. Onderwerpen waren: Vergadering 23 februari 2009 • Beleving van patiëntveiligheid door patiënten • Werkwijze Cliëntenberaad Vergadering 20 april 2009 • Roomservice • Advies Bezoektijdenregeling St. Antonius Ziekenhuis Vergadering 28 september 2009 • Doorontwikkeling van het Cliëntenberaad • Bijdrage van Cliëntenberaad aan lustrumjaar 2010 • Beoordeling teksten Oncologiecentrum Vergadering 16 november 2009 • Regeling Behandeling Patiëntenklachten en Regeling Bemiddeling Patiëntenklachten • Jaarplan en Begroting 2010 • Instellen commissie Communicatie en commissie Kwaliteit/ Patiënttevredenheidsonderzoek Het St. Antonius Ziekenhuis peilt de mening van de cliënten intensief, door middel van specifieke focusgroepen (chronische patiënten) en een patiënttevredenheidsonderzoek, uitmondend
in projecten ter verbetering van de service, bejegening en patiëntenlogistiek. Ook wordt periodiek overlegd met CliëntenBelang Utrecht, aan wie ook het enquêterecht conform de WTZi voor patiënten is toegekend. Tevens zijn er specifieke samenwerkingsprojecten met patiëntenverenigingen op het gebied van oncologiezorg en cardiologische vaatchirurgische interventies. Tenslotte peilen ook de verzekeraars steeds intensiever de mening onder verzekerde cliënten inzake de ziekenhuiszorg (bijvoorbeeld het CAHPS-onderzoek van Agis en de CQ-index). Medisch-inhoudelijk en zorginhoudelijk doet het St. Antonius Ziekenhuis intensief mee aan onderzoeken van de Consumentenbond en de Inspectie Gezondheidszorg (prestatie-indicatoren).
35
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid De gezondheidszorg is sterk aan het veranderen. Ziekenhuizen krijgen te maken met meer ondernemersrisico’s: • marktwerking doet steeds meer zijn intrede; • het verzekeringsstelsel is drastisch veranderd; • het financiële systeem wijzigt; • een forse toename van prestatiekortingen; • variabiliseren van kapitaallasten. Tegelijkertijd neemt de behoefte aan transparantie toe. Patiënten, verzekeraars en overheid vragen om een grotere openheid over medische prestaties, service en organisatie. Deze externe ontwikkelingen beïnvloeden in sterke mate het (meerjaren)beleid van het St. Antonius Ziekenhuis. Dagelijks werken circa 283 artsen en circa 4800 medewerkers aan de verdere verbetering en uitbouw van de huidige, toonaangevende en vernieuwende positie op de markt van de gezondheidszorg. Daarbij past de ambitie om onze organisaties professioneel in te richten en aan te sturen evenals het creëren van een optimaal opleidings- en klinisch researchklimaat voor medisch specialisten en andere (para)medische professionals. Uitgangspunt hierbij is het belang van de patiënt.
Missie Het St. Antonius Ziekenhuis is een gastvrij topziekenhuis.
Visie Het St. Antonius Ziekenhuis is leidend in medische diagnostiek en behandeling, zorg, opleiding en toegepast onderzoek met een medische topkwaliteit en passie voor excellentie. Patiënten, verwijzers en medewerkers zijn loyaal aan het ziekenhuis.
Kernwaarden • • • •
Medische topkwaliteit Veiligheid Hoffelijkheid Passie voor excellentie.
Strategische doelen en keuzes voor 2009 – 2012 De ambitie van het ziekenhuis is om blijvend toonaangevend te zijn op medisch, innovatief en bedrijfsvoeringgebied. Binnen een ambitieuze en servicegerichte cultuur (“high tech & high touch”). Het ziekenhuis werkt aan één ijzersterk merk met eenduidige positionering op zorg, opleiding en onderzoek. Hierbij zijn alle maatschappen, zonodig gefaseerd, gefuseerd in de toekomst. Het ziekenhuis streeft naar behoud van de leidende functie in opleidingen (zowel medisch, verpleegkundig en paramedisch), met een eigen onderwijsinstituut, uiteindelijk op beide locaties. De topklinische functies worden verder uitgebouwd, mede dankzij
de verbreding van de basiszorg. Binnen het ziekenhuis is tijdens avond-, nacht- en weekenduren, subspecialistische zorg aanwezig. Bestaande gespecialiseerde medische centra worden verder uitgebouwd en nieuwe centra worden opgericht.
In 2012: • Heeft het ziekenhuis een breed en kwalitatief hoogwaardig productenpalet. • Heeft het ziekenhuis een hoge patiënt-/verwijzers en medewerkerloyaliteit. Patiënten, verwijzers en medewerkers zijn loyaal aan het ziekenhuis. Deze elementen versterken elkaar. Bevindt het ziekenhuis zich op een sterk concurrerende plaats en presteert daar goed. Stakeholders zien hierbij het St. Antonius Ziekenhuis als een “gastvrij topziekenhuis” met een medische topkwaliteit. • Is het ziekenhuis excellent op de benoemde ziekenhuisbrede speerpunten, zowel in medisch specialistische diagnostiek en behandeling, zorg, onderwijs en onderzoek: - Cardiologie - Cardio-Thoracale Chirurgie - Longziekten - Vasculaire zorg - Oncologische zorg - Maag-Darm-Leverziekten - Regionale IC - Vrouw & Kind Centrum - Psychiatrie en Psychologie • Heeft het St. Antonius Ziekenhuis tenminste het marktaandeel met 10% vergroot in met name Utrecht. • Zijn de mogelijkheden benut voor groei in adherentie van de specialismen, die onder het gemiddelde adherentie zitten, te weten Urologie, Orthopedie, Heelkunde, Neurochirurgie, Keel-, Neus- en Oorheelkunde, Oogheelkunde, Neurologie en Dermatologie. Deze beoogde groei zal al dan niet in samenwerking met strategische partners dienen plaats te vinden. • Is de samenwerking tussen het ziekenhuis en de eerste lijn verder versterkt, met name op het terrein van CVA, COPD, coronair lijden, dementie, depressie, diabetes melitus, hartfalen en diagnostiek. • Is de te leveren basiszorg efficiënt georganiseerd met een optimale patiëntenlogistiek; • Zijn diverse multidisciplinaire centra waarin gemeenschappelijke patiëntenbesprekingen en gezamenlijke onderwijsbijeenkomsten vaste onderdelen daarin zijn, verder opgezet en uitgebouwd. • Zijn de mogelijkheden voor het aanbieden van ouderenzorg (i.c. geriatrische zorg) als onderdeel van de medisch specialistische zorg die het ziekenhuis biedt, verder verkend.
36
Onderwijs In 2012:
Onderzoek In 2012:
• Is (financiële en organisatorische) optimalisatie van opleidingsbevoegdheden voor de specialismen bereikt. • Werkt de Antonius Academie aan vernieuwing in opleidingen. • Besteden opleiders en medisch specialisten structureel ruim tijd aan onderwijs o.a. nemen zij deel aan teach-the-teachertrainingen. • Zijn er voldoende opgeleide verpleegkundigen en paramedici voor de eigen organisatie. • Is een strategische opleidingsplan en het bijbehorende leerportaal voor bedrijfsopleidingen door P&O ontwikkeld en beschikbaar voor alle medewerkers.
• Is onderzoek voor de specialisten binnen de benoemde ziekenhuisbrede speerpunten een structureel onderdeel van de praktijkvoering. • Stimuleert het wetenschapsfonds de wetenschappelijke projecten binnen de benoemde ziekenhuisbrede speerpunten. • Streeft het ziekenhuis binnen de benoemde ziekenhuisbrede speerpunten naar tenminste 1 aios per specialisme met een promotietraject. • Is de wetenschappelijke productie met 10% toegenomen. De ambitie van het St. Antonius Ziekenhuis wordt verwoord als gastvrij topziekenhuis. Hiervoor zijn er drie strategische opgaven opgesteld: 1. Samenwerking/Netwerken binnen de Santéon groep, STZ, ziekenhuizen in de regio, Stichting Partners (zie paragraaf 2.5) 2. Fusie en lateralisatie van zorg; 3. Nieuwbouw in Leidsche Rijn en verbouw in Nieuwegein.
4.2 Algemeen beleid Het jaar 2009 stond voor het St. Antonius Ziekenhuis in het teken van letterlijk en figuurlijk bouwen aan een excellent ziekenhuis: letterlijk in de vorm van verbouw/nieuwbouw in Nieuwegein en verdere voorbereiding van nieuwbouw in Leidsche Rijn. Maar ook in figuurlijke zin kenmerkt het beleidsjaar zich door bouwen; bouwen aan de organisatie met als doel om de dienstverlening klantgerichter, overzichtelijker en doelmatiger te maken. In deze paragraaf worden de resultaten van de speerpunten van 2009 gepresenteerd, voor zover deze elders in dit hoofdstuk niet aan de orde komen:
Landelijke strategische samenwerking De landelijke samenwerking van het St Antonius Ziekenhuis in de Vereniging De Samenwerkende Ziekenhuizen (VSZ) is in 2009 verder uitgebouwd met ondersteuning vanuit het centrale programmabureau. Door de onderlinge samenwerking kunnen inzichten en vernieuwingen in alle deelnemende ziekenhuizen snel worden ingevoerd. Het doel is een landelijke keten, gericht op de hoogwaardige kwaliteit van behandeling, zorg en opleiding, waarbij zo nodig onderling kan worden doorverwezen. Daarbij behoudt ieder ziekenhuis zijn eigen naam, identiteit en zeggenschap over de (interne) besluitvorming. Na een fase van laverend verkennen in 2008, zijn in 2009 concrete resultaten zichtbaar en merkbaar geworden. Zo is op het gebied van kwaliteit nu in alle de zes ziekenhuizen een necrologiecommissie actief, naar het model zoals in 2008 in het OLVG werd ontwikkeld, en werd in 2009 binnen de Vereniging onderzoek verricht naar de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de HSMR. Op het gebied van Onderwijs en Onderzoek zijn onder meer de mogelijkheden voor de gezamenlijke aanschaf van eenzelfde elektronische leeromgeving verkend en hebben enkele pilots rondom
37
attitudetraining en klantgerichtheidtraining van AIOS gedraaid. Op het terrein van farmacie is gestart met geneesmiddeleninkoopbeleid. Daarnaast is in 2009 een gezamenlijk ICT-beleid vastgesteld, wat in grote lijnen is uitgewerkt in het ICT-convergentieplan 20102015. Onderdeel daarvan is het oprichten van een gezamenlijk ICT-Shared Services Center. Op het terrein van HRM is belangrijke voortgang geboekt: alle ziekenhuizen houden komende jaren een identiek medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO), dat tevens functioneert als diagnose voor het behalen van het ‘Investors in People’-certificaat. Alle zes de ziekenhuizen hebben in 2009 het CRF-keurmerk in de wacht gesleept en zijn benoemd tot Topwerkgever 2010. Om vast te kunnen stellen wat voor verpleegkundige professionals nog beter kan, doet de VSZ mee aan de landelijke pilot Excellente Zorg van de V&VN en de NPCF, met subsidie van VWS. Tenslotte zijn in 2009 de voorbereidingen getroffen voor het nieuwe naam en het beeldmerk van de Vereniging. De VSZ krijgt vanaf 30 maart 2010 een nieuwe naam Santeon, waarmee we ons als kwaliteitsmerk naar buiten gaan profileren. De nieuwe naam wordt als ondersteunend merk aan de naam van de individuele deelnemende ziekenhuizen toegevoegd.
Integratie en Lateralisatie. In 2009 is hard gewerkt aan de verdere integratie binnen het St. Antonius Ziekenhuis, zoals het afstemmen van werkwijzen, protocollen enz. In het licht van de fusie heeft de Raad van Bestuur op 15 april 2008 een besluit genomen over het lateralisatieplan “Spoorboekje: de trajecten uitgewerkt”. In dit plan is de verdere zorgverdeling voor de komende jaren uitgewerkt, zodat op de locatie Nieuwegein “high risk” zorg en op de locatie Utrecht “low risk” zorg wordt verleend. Voorwaarden voor deze zorgverdeling zijn dat per 1 januari 2008 een stabilisatie-/observatiefunctie op de SEH van de locatie Utrecht Oudenrijn operationeel is waarbij de medische opvang voor zowel acute patiënten van de SEH als voor acute situaties op de verpleegafdelingen op een adequate wijze is gewaarborgd en dat de medische ondersteuning en de medische covering buiten kantoortijd van een niveau zullen zijn dat aansluit op het patiëntenvolume. Tevens wordt door de (zorg-)managers gewerkt aan werkbare tijdelijke oplossingen en een aanzet gegeven voor structurele oplossingen voor de facilitaire ondersteuning van het werken op meerdere locaties op het gebied van telefoon, polikliniekafspraken, preoperatieve screening, opname- en OK planning en integratie van de ziekenhuisinformatiesystemen. Het lateralisatieplan is in 2009 conform planning uitgevoerd.
alle locaties polikliniek houden: Transmuraal Centrum Houten, Utrecht Oudenrijn, Utrecht Overvecht en Utrecht Leidsche Rijn en Nieuwegein. De dagbehandeling van de Kindergeneeskunde is gevestigd in Utrecht Overvecht. Met de concentratie van de klinische verpleegafdeling van de kindergeneeskunde, is het lateralisatieplan volledig uitgevoerd.
Multidisciplinaire Centra In de tweede helft van 2009 is het volgende nieuwe centrum opgericht: Flebologiecentrum (spataderen) in Overvecht. In 2009 heeft de uitbouw van bestaande centra waaronder Multidisciplinair Vaatcentrum, AlNatal voor Vrouw Kind zorg, Oncologiecentrum, Regionale IC, Acute Zorgpost, Centrum voor Psychosomatiek, plaatsgevonden.
Alnatal Per 1 januari is de IC geconcentreerd in Nieuwegein. De verpleegafdeling Kindergeneeskunde van locatie Utrecht Oudenrijn is op 13 maart 2009 verhuisd naar locatie Nieuwegein. Door deze concentratie is het ziekenhuis in staat 24 uur per dag, zeven dagen in de week aan het kind de meest veilige en kwalitatief beste medische zorg te bieden. Ondersteunende disciplines zoals anesthesie, spoed-ok, laboratorium, röntgen en dergelijke zijn ieder moment van de dag op locatie Nieuwegein aanwezig. Er blijft op locatie Utrecht Oudenrijn een kinderarts dag en nacht beschikbaar voor spoedeisende hulp. De kinderartsen blijven op
Op 16 februari 2009 verhuisde de afdeling Verloskunde van locatie Utrecht Oudenrijn naar Nieuwegein. Zowel de laatste bevalling op locatie Utrecht Oudenrijn als de eerste bevalling vanuit Utrecht bij AlNatal op locatie Nieuwegein zijn voorspoedig verlopen. Op zondag 15 februari 2009 vond de laatste bevalling plaats op locatie Utrecht Oudenrijn. Het meisje kwam om 22.01 uur in het ziekenhuis ter wereld. De eerste bevalling vanuit Utrecht bij AlNatal op locatie Nieuwegein was op dinsdag 17 februari 2009. Het jongetje werd om 16.32 uur geboren.
38
Oncologiecentrum
Acute zorg
St. Antonius Ziekenhuis heeft het Oncologiecentrum opgericht om de zorg voor kankerpatiënten te verbeteren en de wachttijden te verkorten. Het Oncologiecentrum is met 3.000 nieuwe patiënten per jaar de grootste in de regio Midden-Nederland. Het centrum heeft veel kennis en ervaring met bijna alle vormen van kanker.
In het St. Antonius Ziekenhuis is een acute zorgpost actief (zie paragraaf 2.4 Stichting “Ketenzorg Lek en Hollandsche IJssel eo”). Per 14 september 2009 is St. Antonius Ziekenhuis gestart in samenwerking met de huisartsen van Nieuwegein met de Acute Zorgpost in Nieuwegein voor de avonden, nachten en weekeinden. Tot nu toe verloopt de samenwerking zonder problemen. Een aandachtspunt hierbij is de afronding van de financiële afspraken met de zorgverzekeraars voor deze innovatieve wijze van samenwerking. De vorming van de Acute Zorgpost Nieuwegein wordt ondersteund door de zorgverzekeraars. De startkosten worden via een eenmalige ophoging van de locatie productiegebonden component van het ziekenhuis vergoed. Daarnaast dient de exploitatie van de Acute Zorgpost Nieuwegein budgetneutraal te verlopen, zonder financiële nadelen voor één van de betrokken partijen (aanbieders en zorgverzekeraars) ten opzichte van de niet gefuseerde situatie. Dit verloopt via een “financieel hekwerk”. Het ziekenhuis heeft met Agis een financieel hekwerk voor enkele jaren afgesproken om het initiatief van de Acute Zorgpost in een “prikkelarme” omgeving tot bloei te laten komen.
Ten aanzien van de ontwikkeling van het oncologisch centrum en de verbetering van de oncologische zorg is inmiddels een aantal lijnen uitgezet. Dit is vastgelegd in het meerjarenplan van het oncologiecentrum Ten eerste is er een aparte website (vallend onder de algemene site) gemaakt voor het oncologisch centrum. Doel is om deze website verder uit te breiden met visuele middelen (filmpjes) zodat (potentiële) patiënten in ieder geval virtueel al via één voordeur het oncologisch centrum binnen komen. Ten tweede is de Inspectie op basis van visitaties binnen een aantal ziekenhuizen (waaronder het St. Antonius) gekomen tot een set van eisen aan de oncologische zorgketen. Een van die eisen betreft het ontwikkelen van zorgpaden voor oncologische zorg en het invoeren van casemanagement. St. Antonius ziekenhuis heeft hier inmiddels voor alle grote kankersoorten zorgpaden opgesteld. Daarnaast wil St Antonius ziekenhuis bij de opzet van zorgpaden nadrukkelijk aandacht besteden aan het verkorten van het diagnostisch proces. Ten slotte heeft de Inspectie aangegeven dat per zorgpad een duidelijke regisseur aangewezen moet worden. Het St. Antonius ziekenhuis heeft hier inmiddels een start mee gemaakt op het terrein van de long en darmoncologie.
Acuut Zorgteam Voor stroomlijning van de acute zorg tussen Utrecht en Nieuwegein is een Acuut Zorgteam opgericht. Deze heeft de eindrapportage opgeleverd. Hierin zijn diverse afspraken gemaakt om de acute zorg tussen de SEH’s en tussen de SEH en de afdelingen te protocolleren. Ook is de Acute Zorgraad opgericht om de acute zorg binnen de organisatie permanent te monitoren.
Spoed Interventie Team De manager van het oncologiecentrum, de heer Schramel (longarts), monitort samen met het bestuur en de oncologiecommissie de voortgang van de verdere ontwikkeling van het oncologisch centrum en de verdere verbetering van de oncologische zorg in St Antonius Ziekenhuis. De komst van een centrum voor radiotherapie zal de verdere ontwikkeling van de oncologie verder stimuleren.
Diabetes Centrum Op dinsdag 17 februari 2009 bestond het Diabetescentrum officieel 20 jaar. Het centrum werd in 1989 geopend in een oude, sfeervolle villa in Bilthoven.De doelstelling was om binnen een sfeer, die niet direct doet denken aan een ziekenhuis, totale diabeteszorg te bieden. Het team rondom de patiënt bestond uit internisten, diabetesverpleegkundigen, diëtisten, pompinstructrice, podotherapeut, pedicure en psychotherapeuten. Deze samenwerking tussen verschillende disciplines was voor die tijd vooruitstrevend. Men vond het heel belangrijk de patiënt bij zijn behandeling te betrekken. Daarnaast wilde men als team ook fysiek naast elkaar werken om gemakkelijker met elkaar te kunnen overleggen. Deze zeer patiëntvriendelijke en betrokken behandeling maakte dat veel mensen met diabetes uit het hele land hun weg naar Bilthoven wisten te vinden. Er is sindsdien veel veranderd. Anno 2009 zit het team op locatie Utrecht Overvecht. Hierbij houdt men vast aan de patiëntvriendelijke sfeer en werkwijze.
Op 21 september 2009 is op locatie Nieuwegein het Spoed Interventie Team (S.I.T.) gestart gegaan. Het team bestaat uit een artsassistent (arts in opleiding tot anesthesioloog), een IC-verpleegkundige en afhankelijk van de situatie een intensivist. Het S.I.T. werkt naast het reeds bestaande reanimatieteam. Verschil tussen het S.I.T. en het reanimatieteam is, dat het S.I.T. in een eerder stadium wordt gemobiliseerd. Het doel van het S.I.T. is: gezamenlijk zorgen dat kritisch zieke patiënten in het ziekenhuis op tijd passende zorg krijgen in een passende omgeving.
Relatie eerste lijn. De relatie met de huisartsen is van essentieel belang. Zowel in Nieuwegein als in Utrecht is een Medisch Coördinerend Centrum (MCC) werkzaam met huisartsen en specialisten van het ziekenhuis. Doel ervan is knelpunten in de (transmurale) processen op te lossen en initiatieven te ontwikkelen op professioneel en zorginnovatief gebied. De facilitaire ondersteuning door de ziekenhuizen van de huisartsen in de regio werd in 2009 voortgezet. In het koploperproject van VWS is het huidige ZIJN-project uitgebreid naar Utrecht Stad. Dit in samenwerking met het Diakonessenhuis en Primair Huisartsenposten. In het kader van het koploperproject is tevens het initiatief genomen voor ondersteuning van huisartsen bij de keuze van nieuwe HIS-systemen.
39
Zorgdomein
Naamgeving
In 2009 is het St. Antonius Ziekenhuis gestart met de introductie van de verwijsmethodiek en ZorgDomein. Dit geeft de huisartsen uit ons verzorgingsgebied vanaf 31 maart 2010 de mogelijkheid digitaal te verwijzen naar ons ziekenhuis. In 2009 is de stuurgroep ingericht, het contract afgesloten, huisartsen in ons verzorgingsgebied zijn benaderd, presentaties in huis zijn gegeven voor informatie en draagvlak. Via ZorgDomein kan de huisarts de patiënt ‘vooraanmelden’ en de verwijsbrief digitaal versturen. Zo weet de polikliniek welke (combinaties van) afspraken voor de patiënt gemaakt moeten worden. De aanmelding komt in de e-mail box van de betreffende poli. De verwijsbrief komt direct in het EPD zodra de patiënt een afspraak heeft gemaakt. ZorgDomein geeft de huisarts inzicht in het zorgaanbod van het ziekenhuis met daarbij de actuele toegangstijden. Het gaat hierbij in eerste instantie om de reguliere verwijzingen naar de locaties van het St. Antonius. De al bestaande verwijsafspraken tussen specialist en huisarts die afgelopen jaren door het MCC zijn ontwikkeld zijn, worden in het juiste format gezet en zijn vanaf 31 maart 2010 ook beschikbaar via ZorgDomein. Het ziekenhuis wil met deze methodiek een betere afstemming met de huisartsen krijgen. Het voordeel voor de patiënt is dat deze direct op het juiste spreekuur komt.
Vanaf 31 maart 2009, is het logo van de nieuwe ziekenhuisorganisatie St. Antonius Ziekenhuis te zien op de gevels van de locaties Utrecht Oudenrijn en Utrecht Overvecht. Na een korte toespraak van Maarten Rook, voorzitter van de Raad van Bestuur, hebben twee abseilers op de gevel van locatie Utrecht Oudenrijn een geveldoek onthuld met het nieuwe logo.
Patiënten boeken voortaan zelf voor vier poli’s poliafspraak via website met @-Pointment Sinds 7 april 2009 kunnen patiënten op locatie Nieuwegein voor 4 specialismen zelf een afspraak regelen via internet. De patiënt boekt de afspraak direct in het afsprakensysteem, en kiest zelf datum, tijdstip en arts. Snel, veilig en eenvoudig. Het systeem @-Pointment maakt de nieuwe manier van online afspraken maken mogelijk. Met dit systeem kunnen patiënten snel en eenvoudig afspraken maken. Op basis van de gegevens die de patiënt invoert, worden vrije plaatsen getoond in het spreekuur dat aansluit op de (verwachte) aandoening. De patiënt selecteert uit de beschikbare opties de afspraak die het beste schikt. Indien nodig ontvangt de patiënt ook direct de relevante patiënteninformatie. Voor patiënten die hun afspraken liever via de telefoon regelen verandert er niets. Zij kunnen uiteraard hun afspraak ook gewoon telefonisch maken.
Ranglijsten Nummer 1 in de lijst De beste ziekenhuizen van Elsevier Voor de veertiende keer presenteert weekblad Elsevier in samenwerking met onderzoeker en beleidsadviseur Peter Lagendijk ‘De beste ziekenhuizen’. In deze editie extra aandacht voor de veiligheid van de patiënt en de kwaliteit van de organisatie. Het St. Antonius in Nieuwegein staat bovenaan, gevolgd door het Sint Franciscus (Rotterdam) en het Leids Universitair Medisch Centrum.
St. Antonius 26ste en 34ste plek in AD Ziekenhuis Top 100 Het St. Antonius Ziekenhuis neemt in 2009 een 26ste en 34ste positie in de AD Ziekenhuis Top 100 van het Algemeen Dagblad. Nummer 1 is het Atrium Medisch Centrum in Heerlen. Vorig jaar scoorde het St. Antonius Ziekenhuis nog een derde (Nieuwegein) en negentiende (Utrecht) plek in de Ziekenhuis Top 100. Opvallend is de grote variatie tussen vorig jaar en dit jaar. De Raad van Bestuur heeft de uitkomsten met het stafbestuur besproken en daar waar nodig verbeteringen aangebracht. In 2010 zal het St. Antonius ziekenhuis als een ziekenhuis met meerdere lokaties op de ranglijst verschijnen.
40
St. Antonius scoort hoog in Elsevier Nationale top-10 specialismen Elsevier en onderzoeker/beleidsadviseur Peter Lagendijk vroeg de deskundigen in de zorg om zelf 28 specialismen in de Nederlandse ziekenhuizen te beoordelen en heeft aan de hand daarvan een landelijke top-10 gemaakt. Voor de volgende specialismen is het St. Antonius Ziekenhuis geëindigd in de landelijke top-3: Cardiochirurgie (1e plaats), Cardiologie (1e plaats), Longziekten (2e plaats), Anesthesie/ Pijnbestrijding (3e plaats), Nucleaire Geneeskunde (3e plaats). De beoordelingen zijn afkomstig van medisch specialisten, hoofdverpleegkundigen, en hoofden van bijvoorbeeld afdelingen intensive care en operatiekamer, huisartsen, managers en bestuurders van ziekenhuizen. Zij beoordeelden maximaal vier aan hen bekende ziekenhuizen, en gaven aan of de desbetreffende specialismen in een ziekenhuis in positieve zin opvallen door medische prestaties en praktijkvoering. De ranglijsten zijn gebaseerd op het percentage ondervraagden dat per ziekenhuis voor een specialisme/ maatschap een compliment uitdeelt. In totaal vulden 4441 informanten de enquête in, van wie 2519 specialisten. De verdeling van specialisten over de 28 onderzochte disciplines vormt een afspiegeling van de landelijke verhoudingen. Voor twaalf specialismen waar veel patiënten terechtkomen, was de respons hoog genoeg om per regio het beste ziekenhuis aan te wijzen. Elsevier presenteert voor deze twaalf specialismen een vergelijking voor 15 regio’s. Dat zijn de regio’s waarbinnen patiënten doorgaans ‘hun’ ziekenhuis kiezen of worden doorverwezen. Ook in de specialismen per regio doet het St. Antonius het goed. In de top 2 zijn geëindigd: Longziekten (1e plaats), Cardiologie (1e plaats), Oncologie (1e plaats), Interne Geneeskunde (1e plaats), Urologie (1e plaats), Oogheelkunde (2e plaats), Neurologie (2e plaats), Chirurgie (2e plaats) en Orthopedie (2e plaats).
Zorglogistiek Beleid Het beter organiseren van de zorglogistiek verdiende ook in 2009 weer volop aandacht. De focus ligt hierbij op verkorting van de toegangstijden en wachttijden tot de Treeknormen dan wel korter; verkenning van de mogelijkheden voor het one-stop-shopmodel en het stroomlijnen van het gehele zorgproces voor de verrichtingen uit het B-segment, oncologie en zorgtrajecten.
Inspanningen Er is een ToC (Theory of Constraints) traject in de voorafgaande jaren opgestart om ToC ziekenhuisbreed in te voeren op de verpleegafdelingen alsmede op de SEH’s. Dit is in navolging op de succesvolle pilot met TOC in 2006 op 3 afdelingen binnen de zorgeenheid geneeskunde. Hierdoor werd de doorstroom bevorderd en de ligduur met 20-40% gereduceerd, waarbij de resultaten 1 jaar na de pilot stabiel bleven. Eind 2009 passen 15 verpleegafdelingen verdeeld over 3 locaties en 4 zorgeenheden TOC toe. Dit betekent in totaal 421 bedden waarop de Jonah applicatie die TOC ondersteunt, gebruikt wordt. Gezien ervaringen met TOC in ziekenhuizen in Engeland is besloten TOC niet te implementeren
binnen de zorgeenheid vrouw en kind evenals op verpleegafdelingen die hun zorgprocessen volledig ingericht hebben middels klinische paden. Hiermee is de ligduur al blijvend gereduceerd. Op alle TOC afdelingen samen is gemiddeld een ligduurverkorting bereikt van 7,4% (exclusief overnames). In Nieuwegein is de ligduur gemiddeld met 1% afgenomen en in Utrecht gemiddeld met 19% afgenomen. De in de doelstelling beschreven ligduur verkorting voor chirurgische afdelingen is niet bereikt. Het resultaat is een ligduurtoename van 17%. Op alle beschouwende afdelingen samen is een ligduurverkorting van 19% bereikt. De ligduurtoename op chirurgische afdelingen locatie Nieuwegein is te verklaren door het feit dat ten gevolge van de lateralisatie meer hoog complexe patiënten behandeld worden in Nieuwegein dan vóór de lateralisatie. Dus een verschuiving in patiëntenmix met een hogere ligduur als gevolg. De LEAN methodiek is een mooi vervolg op TOC. Een werkgroep heeft de mogelijkheden onderzocht om de OK planning en opname planning te optimaliseren om zo de bedden ook in de toekomst nog doelmatiger te gebruiken en opnamestops te minimaliseren. Momenteel bereidt het electieve zorgteam een rapportage voor met aanbevelingen. De inventarisatie van de huidige status van beschreven zorgpaden en van zorgpaden in ontwikkeling is gereed voorafgaande aan de zelfevaluatie (november 2009) voor de NIAZ accreditatie in 2010.
Nieuwe MRI locatie Utrecht Oudenrijn Vanaf 3 juni 2009 kunnen patiënten gebruik maken van een nieuwe MRI-scanner in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht. Het geavanceerde apparaat op locatie Utrecht Oudenrijn is voorzien van de modernste technieken en is patiëntvriendelijker.Door de grotere opening is de MRI-scanner toegankelijker voor zwaardere personen. Bovendien biedt het apparaat een uitkomst voor patiënten die claustrofobisch zijn. Het apparaat is bovendien een kwalitatieve verbetering. De oude scanner was 1 Tesla, de nieuwe is 1,5 Tesla. Diverse onderzoeken kunnen nu sneller worden gedaan. Patiënten kunnen zo beter worden behandeld.
41
Prestaties Speerpunt in beleidskader
Doelstelling
Toelichting van beleidsinitiatieven.
wachttijden mbt de De norm is < 2 weken De doelstellingen zijn deels gehaald. toegangstijden oncologie De wachttijden mbt de toegangstijden oncologie bedragen: • Interne: 1 week • Long: 2 weken MDL: 4 weken toegangstijd polikliniek De norm is 100% binnen vier weken De doelstelling is deels gehaald. In Nieuwegein kan 22% van de oncologie patiënten binnen 4 weken op de polikliniek terecht. In Utrecht is dit 100%. Toegangstijden voor kliniek De gestelde normen zijn <2 dagen voor De Doelstellingen zijn deels gehaald. en polikliniek kliniek en < 14 dagen voor polikliniek. • Kliniek Nieuwegein: 7 dagen • Polikliniek Nieuwegein: 37,3 dagen • Kliniek Utrecht: 1 dag • Kliniek Utrecht: 7,4 dagen ongeplande sessie De norm is < 1% • De doelstelling is gehaald. De ongeplande sessie afzeggingen afzeggingen OK OK is < 1% Gemiddelde ligduur norm is 6,0 dagen voor Nieuwegein De doelstelling is deels gehaald en 5,0 voor Utrecht De gemiddeld verpleegduur is: • Nieuwegein: 6,02 (6,3 in 2008) • Utrecht: 5,33 (5,47 in 2008) De gemiddelde Norm is > 90% Doelstelling is gehaald. Bedbezetting De gemiddelde Bedbezetting is In Nieuwegein: • Obv open bedden: 90,37% In Utrecht • Obv open bedden: 90,09%
4.3 ICT Beleid Eind 2005 is de aanzet gegeven tot een ICT Masterplan. In 2006 is dit plan vastgesteld, waarmee de basis is gelegd voor een concernbreed informatiebeleid voor de komende jaren, met vier prioriteiten: • het elektronisch patiëntendossier; • zorglogistiek (afspraken, opnameplanning, orders, etc.); • transmurale informatie-uitwisseling met huisartsen en andere zorgaanbieders; • datamanagement voor prestatie-indicatoren, kostprijsberekeningen (DBC-systematiek) en marktgegevens.
Inspanningen De vraag naar ICT producten is groter dan het aanbod c.q. beschikbare budget. Dit vraagt om krachtig informatiemanagement. In 2009 is informatiemanagement gestart door de komst van de informatiemanagers. Informatiemanagement is erop gericht informatie- en communicatietechnologie zodanig in te zetten dat de strategie en doelstelling van het St. Antonius Ziekenhuis wordt gerealiseerd. Het informatiemanagement draagt zorg voor de overkoepelende regie, coördinatie en prioriteitstelling, waardoor er consistentie en coherentie ontstaat tussen de bedrijfs- en informatieprocessen en de verschillende taakvelden.
Het St. Antonius Ziekenhuis wil de kwaliteit en efficiency van de patiëntenzorg verbeteren door een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). Deze St. Antonius Ziekenhuis-brede projecten hebben in 2009 flinke voortgang geboekt. De voorbereiding voor de organisatiebrede invoering van het Elektronisch Patiëntendossier was ook in 2009 in volle gang. De voorbereiding is in 2009 gestart om een Electronisch Voorschrijfsysteem in te voeren. Dit wordt beoogd eind 2010/begin 2011 operationeel te zijn.
Implementatie GLIMS door Klinische Chemie Het GLIMS is het nieuwe laboratorium informatiesysteem voor de Klinische Chemie. Het is in februari 2009 succesvol geïmplementeerd. Het implementeren van GLIMS brengt een aantal voordelen met zich mee: • eén systeem voor zowel locatie Utrecht als locatie Nieuwegein; • uniforme werkwijze binnen beide ziekenhuizen; • betere dienstverlening. Het ziekenhuis voldoet aan de NEN 7510 norm.
42
De volgende beleidsspeerpunten zijn (gedeeltelijk) gehaald in 2008: Speerpunt in beleidskader
Doelstelling
Elektronisch Een werkend ziekenhuisbreed EPD Patiëntendossier Elektronisch De invoering van EVS Voorschrijfsysteem
Inmiddels zijn vrijwel alle vakgroepen en maatschappen van een papieren naar een digitale situatie overgegaan. In 2010 is het EPD volledig in de organisatie ingevoerd, evenals het EVD (Elektronisch Verpleegkundig Dossier). Extractie van informatie uit het EPD ten behoeve van externe en interne kwaliteitsindicatoren en stuurinformatie is in 2009 verder opgepakt.
Uitstekende beoordeling plan van aanpak informatiebeveiliging in 2009 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het College bescherming Persoonsgegevens (CBP) hebben in 2008 gerapporteerd dat de informatiebeveiliging bij de onderzochte ziekenhuizen niet aan de norm (NEN 7510) voldeed. Aan deze ziekenhuizen heeft men toen een plan van aanpak gevraagd om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen met daaraan gekoppeld de realisatietermijn. Als vervolg hierop heeft de IGZ ook aan de overige 72 ziekenhuizen, waaronder het St. Antonius Ziekenhuis, gevraagd om dit voorjaar met een plan van aanpak voor informatiebeveiliging te komen. Daaraan gekoppeld eist de Inspectie tevens dat elke organisatie in 2010 een verplichte externe audit laat uitvoeren om te toetsen in hoeverre de ziekenhuizen aan de norm voor informatiebeveiliging voldoen. Een aantal speerpunten uit het plan van aanpak zijn: een risicoanalyse van het IntraZis laten uitvoeren door TNO (reeds in uitvoering), overgang naar het gebruik van sterke wachtwoorden en het starten van een bewustwordingscampagne over informatiebeveiliging. De IGZ heeft de ingediende plannen van aanpak aan de hand van een uniform toetsingskader laten bestuderen, analyseren en beoordelen door een extern bureau. Dit toetsingskader was vooraf niet bekend bij de ziekenhuizen. Uit de rapportage bleek dat het plan van aanpak als één van de weinige op vrijwel alle onderdelen voldeed.
Toelichting van beleidsinitiatieven. De doelstelling is grotendeels gehaald. Activiteiten lopen een aangepaste planning (met lichte vertraging. Beoogd doel is om in 2010 het EPD ziekenhuisbreed ingevoerd te hebben. De doelstelling is niet gehaald. De voorbereiding van EVS start in 2010.
4.4 Vastgoed Beleid Speerpunten voor de bouw waren in 2009 de ontwikkeling van de nieuwbouw in Leidsche Rijn en de uitvoering van het Masterplan Huisvesting voor de locatie Nieuwegein. Buiten de in het Masterplan genoemde projecten worden geen (grootschalige) initiatieven meer genomen ten aanzien van bouw. Aan dit beleidsvoornemen ligt de financiering van de nieuwbouw en lopende projecten ten grondslag.
Inspanningen In het kader van de Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen is het crossfunctioneel team gebouwen en onderhoud opgestart. Inmiddels zijn goede contacten gelegd waarmee verschillende werkgroepen, waaronder contracten, energie etc. van start zijn gegaan. De inspanningen per locatie worden hieronder bij de prestaties weergegeven.
Prestaties Nieuwbouw Leidsche Rijn Begin 2009 is het definitief ontwerp gereed gekomen. Na de besteksfase te zijn doorlopen is de aanbesteding gestart. De inschrijving en gunning van het werk was in het najaar van 2009. In 2010 kan de eerste paal worden geslagen, waarmee de bouw tot begin 2013 een feit is. In 2013 verhuizen de locaties Utrecht Oudenrijn en Utrecht Overvecht naar deze nieuwe locatie.
Locatie Nieuwegein • De oplevering van de casco bouw voor vleugel A op de 2e en 3e verdieping was op 26 maart. De verdere afbouw vindt plaats in 2010. • Vleugel Zuid is met een 2e en 3e verdieping uitgebreid. Daarna is de 1e verdieping verbouwd. In 2009 zijn deze vleugels volledig in gebruik genomen door diverse ondersteunende eenheden en functies. • Vanaf maart zijn de verpleegafdelingen aan de tramzijde uitgebreid. Vleugel B 2 is tevens afgebouwd en in september in gebruik genomen. De resterende afdelingen zijn casco gebouwd en zullen met de renovatie verpleegafdelingen worden voltooid. • De nieuwe hoofdentree is op 10 april in gebruik genomen. Eind 2009 is gestart met de inrichting van het buitenterrein
43
•
• •
•
•
•
•
•
•
en plein. De entreehal is inmiddels ingericht met 5 winkelpaviljoens en een aantal zitelementen. De huidige locaties van de firma Vermaat in het middengebied op de begane grond en tweede verdieping zijn verhuisd naar deze nieuwe paviljoens. Gelijkertijd met de hoofdentree is op 10 april de nieuwe parkeergarage van Q-Park geopend. De parkeergarage beschikt over 1.450 parkeerplaatsen, verdeeld over 7 verdiepingen. Naast de toegang van de garage, aan de Doorslag, is tevens een nieuwe rijwielstalling in gebruik genomen. Deze rijwielstalling is verdeeld in een deel voor patiënten en bezoekers en een deel voor medewerkers. Na ingebruikname van parkeergarage en rijwielstalling zijn twee tijdelijke parkeergarages en één bestaande rijwielstalling afgebroken. Voor de komst van een PET CT en SPECT CT is vleugel C bg intern verbouwd. Bij de ingebruikname van het Vasculair Interventie Centrum is grenzend aan de bestaande catheterisatie-kamers ruimte ontstaan voor de realisatie van een extra kamer voor röntgencardio. Vanwege de specifieke ingrepen is deze kamer uitgerust met een personeelssluis en voorzien van HEPA gefilterde, verhoogde luchtventilatie. De kamer is sinds april in gebruik. De verbouwing van E 2 is in februari opgeleverd. De afdeling is met 4 verloskamers uitgebreid naar 10 verloskamers. Door een aanpassing van de voormalige gynaecologische verpleegbedden zijn er nu 25 kraambedden. Daarnaast zijn een aantal nevenruimtes aangepast om de juiste logistiek te bereiken. Tussen de verloskamers is een teampost gerealiseerd, voor een goede en snelle bereikbaarheid. De verbouwing van G 2 is begin februari gestart en in oktober opgeleverd. De verbouwing bestond uit het verplaatsen van onder andere de koffiekamer en studieruimten, uitbreiding met twee tweebedskamers en aanpassing van de voorzieningen op de High Care en Medium Care, waardoor bij extreme drukte twee extra bedplaatsen beschikbaar zijn. De bespreekruimte op D 1 is vernieuwd en tevens zijn voor de Longen drie werkkamers en een overlegruimte gemaakt. Op de polikliniek Longziekten is hierdoor meer ruimte ontstaan voor onderzoek en behandeling. Nabij het observatorium in vleugel G bg is een garderobe verbouwd tot behandelkamer voor pijnbestrijding behandelingen, die tot dan in operatiekamer 15 plaatsvonden. Met het vrijkomen van OK15 is er meer capaciteit voor andere disciplines op de OK-afdeling. Mogelijk zullen er in de toekomst ook andere afdelingen gebruik gaan maken van deze behandelkamer. Tevens zijn in het observatorium twee extra bedden gerealiseerd en is de koffiekamer van de OK-afdeling vergroot. Het personeelsrestaurant is ingrijpend verbouwd. Het uitgiftebuffet voldeed niet meer aan de bestaande eisen en de technische installatie was sterk verouderd. De CCU hartbewaking is eind 2008 verhuisd naar de nieuwe e 3. Hiermee werd de weg vrij gemaakt om deze afdeling in twee fasen te renoveren. Hiermee beschikt de afdeling over éénbeds- en vierbedskamers. Samen met de eerder gerealiseerde uitbreiding op de kop van g 3 beschikt de afdeling uiteindelijk over 42 bedden.
• De Dienst Geestelijke verzorging is intern verplaatst van F 1 naar M 3. Naast werkkamers is er op de nieuwe locatie een stilteruimte / kapel en Islamitische Gebedsruimte met wasplaats gerealiseerd.
Locatie Utrecht Oudenrijn • De voormalige rookruimte is verbouwd tot een ruimte voor de niersteenverguizer. Dit project is opgeleverd in maart 2009. • Op de polikliniek van de locatie Utrecht Oudenrijn is een flink aantal afdelingen intern verhuisd. Hiermee is voor verschillende specialismen noodzakelijke capaciteitsuitbreiding gerealiseerd. Tevens is de polikliniek opnieuw geschilderd, waarmee een frisse moderne uitstraling is ontstaan. Hiermee kan deze locatie weer even vooruit in de aanloop naar de verhuizing naar Leidsche Rijn. • In verband met efficiënter gebruik en zelf faciliteren van de afdeling Medische Microbiologie en Immunologie is op de huidige polikliniek Cardiologie een gedeelte bestemd voor de MMI. Uitbesteden van deze functie is daardoor niet langer noodzakelijk.
Locatie Utrecht Overvecht • Na opmerkingen vanuit de inspectie is het noodzakelijk geworden een centrale scopenwasruimte op locatie Overvecht te faciliteren. Deze is 3 juni in gebruik genomen. • Afdeling 7 is geheel verbouwd voor de polikliniek Neurologie, Klinische Neurofysiologie en vaatfunctie. • In verband met verplaatsen van de mammacare naar locatie Overvecht een gammacamera op deze locatie gefaciliteerd • In verband met functie herverdeling is de polikliniek Orthopedagogiek verhuisd van de locatie Nieuwegein naar locatie Utrecht Overvecht.
In 2009 zijn diverse nieuwe centra geopend. Cardicare in Blaricum (cardiologie)
Op zaterdag 14 november 2009 opende St. Antonius Cardicare, het nieuwe cardiologische centrum aan de Kloosterhof 4 in Blaricum, van 10.00 - 15.00 uur haar deuren voor het publiek.
44
dontologische behandelingen. De specialisten van het St. Antonius Ziekenhuis, locatie Nieuwegein, werken ook op de nieuwe locatie, waardoor de patiënt dezelfde kwaliteit en service krijgt aangeboden. Een patiënt die op de nieuwe locatie binnenstapt, komt in een ruime, rustige en comfortabel ingerichte omgeving. Dankzij de uitbreiding van de nieuwe locatie kunnen patiënten sneller worden geholpen, met de nieuwste technieken.
Vele mensen uit de wijde omgeving van Blaricum kwamen een kijkje nemen in dit patiëntvriendelijke centrum voor mensen met hart- en vaatziekten. Ze gingen in gesprek met de cardiologen en de gespecialiseerde verpleegkundigen die uitleg gaven over de verschillende soorten onderzoeken die er bij St. Antonius Cardicare plaatsvinden. Ook was er gelegenheid om deze apparatuur en de verschillende ruimten te bekijken. Erg veel belangstelling was er voor de snelcursus reanimeren en het opmeten van de bloeddruk.
Poliklinieken Vleuterweide St. Antonius Ziekenhuis Polikliniek Utrecht Vleuterweide is officieel op 8 april 2009 geopend. Polikliniek Utrecht Vleuterweide is de nieuwe naam en locatie van de Polikliniek Leidsche Rijn, die tot eind maart in Veldhuizen was gevestigd. Door deze verhuizing kunnen patiënten in Vleuten beter worden geholpen. Ook poliklinische zorg is nu beter bereikbaar. Op verwijzing van de huisarts kunnen patiënten een afspraak maken met de kinderarts, gynaecoloog, internist, orthopeed, keel-, neus- en oorarts, reumatoloog, revalidatiearts en uroloog. Binnenkort starten ook spreekuren van de dermatoloog, maag-darm-leverarts, neuroloog en plastisch chirurg. De nieuwe polikliniek is gevestigd op de tweede etage in het Julius Gezondheidscentrum. Huisartsen en specialisten zitten nu samen in één gebouw. De zorg voor patiënten wordt zo nog beter op elkaar afgestemd (o.a. tav verwijzingen).
St. Antonius Cardicare is een gezamenlijk initiatief van de afdeling Cardiologie van het St. Antonius Ziekenhuis en het St. Antonius Ziekenhuis. Met Cardicare komt topkwaliteit op het gebied van cardiologie dichtbij patiënten in de regio Gooi en Vechtstreek. Het centrum is op 27 oktober 2009 geopend door Maarten Rook en Lucas Boersma, cardioloog. De aanloop van patiënten is groter dan verwacht.
Lokatie Kaakchirurgie van van het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/Vleuten-De Meern
Op 18 november jl. was de officiële opening van de nieuwe, tweede locatie Utrecht/Vleuten-De Meern van Kaakchirurgie van het St. Antonius Ziekenhuis. De officiële opening werd verricht door Maarten Rook, voorzitter Raad van Bestuur, St. Antonius Ziekenhuis. Veel tandartsen, specialisten, omwonenden en andere belangstellenden uit de omgeving Utrecht, Vleuten, De Meern kwamen een kijkje nemen in deze patiëntvriendelijke locatie voor mensen met kaak- en mondziekten. Ze gingen in gesprek met de kaakchirurgen en de medewerkers die uitleg gaven over de verschillende soorten behandelingen en nieuwe apparatuur. Ook was er gelegenheid om deze apparatuur en de verschillende ruimten te bekijken. Patiënten met kaak- en mondziekten kunnen vanaf heden ook terecht bij Kaakchirurgie op de nieuwe locatie Utrecht/ Vleuten-De Meern van het St. Antonius Ziekenhuis. Iedereen kan hier terecht voor alle kaakchirurgische ingrepen, implantologische en endo-
45
4.5 Algemeen kwaliteitsbeleid Algemeen Het St. Antonius Ziekenhuis heeft als missie een gastvrij topziekenhuis voor cliënten en medewerkers te zijn en te blijven. Hierbij is het St. Antonius Ziekenhuis leidend in medische diagnostiek en behandeling, zorg, opleiding en toegepast onderzoek met een medische topkwaliteit en passie voor excellentie. Patiënten, verwijzers en medewerkers zijn loyaal aan het ziekenhuis.
Kwaliteitssysteem
Het kwaliteitsbeleid is primair gericht op een adequate invulling van deze missie onder andere door het systematisch opzetten, toetsen en borgen van een kwaliteitssysteem en een daarmee samenhangend veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Verder zijn kwaliteitsbepalende indicatoren benoemd en bijbehorende doelstellingen voor 2009 gesteld, deze komen later in dit document aan de orde. De volgende beleidsspeerpunten zijn (gedeeltelijk) gehaald in 2008:
Aspect Doelstelling 2009 Kwaliteitssysteem Traject t.b.v. heraccreditatie in 2010 inzetten Veiligheidsmanagement- Uitrol 10 landelijke thema’s systeem Uitrol trainingsprogramma’s patiëntveiligheid Uitrol VIM meldingssysteem
Necrologiecommissie en sterftecijfers In het St Antonius worden necrologiebesprekingen gehouden met als doel een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van de medisch-specialistische zorg. Conform het Reglement Necrologiecommissie houdt een (externe) Necrologiecommissie casuïstiekbesprekingen over overleden patiënten. Aan de hand van deze besprekingen kunnen eventuele onvolkomenheden in de geleverde patiëntenzorg worden opgespoord. Evaluatie van de ziekenhuismortaliteit moet leiden tot identificatie van de vermijdbare risicofactoren en verbeteracties. In 2009 hebben twee plenaire casuïstiekbesprekingen plaatsgevonden. Aantal sterfgevallen klinisch opgenomen patiënten
2009 907
Sinds kort worden voor de Nederlandse ziekenhuizen gestandaardiseerde sterftecijfers opgesteld. Deze Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) wordt in Nederland met de nodige voorzichtigheid geïntroduceerd als een indicator voor kwaliteit van zorg. Het St Antonius ziekenhuis heeft binnen Santeon onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van de HSMR. Er is een trenden vergelijkingsanalyse uitgevoerd, waarvoor bij Prismant alle patiëntengegevens van de jaren 2003 tot en met 2007 zijn opgevraagd. De resultaten zijn gepubliceerd in Medisch Contact en het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Uit de analyse bleek dat de huidige gegevens nog onvoldoende vergelijkbaar zijn, onder meer door coderingsverschillen. Er waren grote verschillen tussen de onderzochte ziekenhuizen in de codering van de hoofddiagnose, opname-urgentie en nevendiagnoses. Dit heeft een potentieel grote invloed op de HSMR-uitkomsten van de ziekenhuizen. De codeervariaties berustten op interpretatieverschillen bij het coderen, verschillen in de beschikbaarheid van codeurs, kwaliteit van ontslagbrieven en dossiers en al dan niet tijdige aanlevering hiervan.
Resultaat 2009 Traject op schema; zelfevaluatie uitgevoerd en ingeleverd NIAZ heeft een “GO” afgegeven 10 landelijke thema’s in uitrol Trainingsprogramma conform planning uitgerold VIM op 40% van de afdelingen
In een bijeenkomst met medisch specialisten en medisch administrateurs zijn afspraken gemaakt om te komen tot een eenduidiger codering en een betrouwbare gegevensset die als basis kan dienen voor onderlinge uitwisseling en verbetering. Op basis van de uitwisseling van ervaringen en best practices kunnen dan doelgerichte verbetervoorstellen geformuleerd worden. Het doel is om in 2010 een betrouwbare gegevensset te realiseren, zodat de HSMR’s beter onderling vergelijkbaar zijn.
Opbouw kwaliteitssysteem Sinds 2003 heeft het ziekenhuis actief gewerkt aan de opbouw van het kwaliteitssysteem en de NIAZ-accreditatie hiervan. Het NIAZ bestuur heeft in november 2006 besloten het accreditatiebewijs af te geven met een geldigheid van één jaar. Bij de accreditatie zijn 14 verbeterpunten vastgesteld waarvoor een actieplan is opgesteld. In 2007 is de implementatie van het actieplan ter hand genomen. De toets op het actieplan heeft in 2008 succesvol plaatsgevonden waardoor het ziekenhuis zijn accreditatiestatus verlengd heeft tot november 2010. In 2009 zijn de voorbereidingen voor heraccreditatie in 2010 in gang gezet. Naast het huidige ziekenhuisbrede NIAZ accreditatiebewijs beschikken de volgende afdelingen ook over een eigen specifiek certificeringbewijs: • Klinisch Chemisch Laboratorium (CCKL) • Medische Microbiologie en Immunologie (CCKL) • Pathologie (CCKL) • Pharmacie (GMPz bereidingen en GMP verpakken/etiketteren/afleveren) • Interne Geneeskunde/Stamceltransplantatie (JACIE) • Faciliteiten en Services (ISO en HACCP) • Vastgoed & Techniek (ISO) • Vastgoed & Techniek (TNO-keur voor medische ruimten) • Dialyse (HKZ) • Tevens beschikt het ziekenhuis over een IiP (Investors in People) certificeringbewijs.
46
Opbouw Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) In 2009 heeft de opbouw van het VMS veel prioriteit gekregen. In feite is een VMS onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem. In 4.4.4 wordt de implementatie van het VMS nader beschreven.
IGZ Prestatie-indicatoren Prestatie-indicatoren zijn signalen op grond waarvan men een indruk kan krijgen van de geleverde veiligheid, doelmatigheid en effectiviteit van de zorg. Het sinds 2003 jaarlijks rapporteren van prestatie-indicatoren maakt de zorg transparanter; een ontwikkeling die het St. Antonius Ziekenhuis van harte toejuicht. De maatschappelijk zo gewenste openheid wordt hiermee aan patiënten geboden. Naast deze externe verantwoording is het stimuleren
van interne kwaliteitsverbetering een doel. Voor de ziekenhuisorganisatie en de Medische Staf betekent het een voortdurend willen werken aan het optimaliseren van de zorg. Soms is het vergaren van informatie een eenvoudige taak. In andere gevallen vraagt het meer werk. Het een en ander heeft er toe geleid dat het ziekenhuis de inzameling van gegevens gestructureerd laat plaatsvinden door toedoen van de afdeling ‘Financiën & Informatievoorziening’. De rapportage van de indicatoren van de basisset 2009 vindt plaats via de website www.ziekenhuizentransparant.nl en via de website van het eigen ziekenhuis. Een samenvatting van de rapportage 2009 is weergegeven in de volgende tabel.
Nr Prestatie indicator Landelijk Antonius 2008 2008 1.2 Decubitus puntprevalentie onderzochte patiënten 4,3% 5,3% 1.2 Decubitus puntprevalentie opgenomen patiënten 3,7% 4,9% 1.3 Decubitus incidentie heupvervanging 1,1% 0,5% 2.1 Percentage volwassene gescreend op ondervoeding nvt 12% 2.1 Percentage volwassenen geclassificeerd op matige ondervoeding nvt 12% 2.1 Percentage volwassenen geclassificeerd op ernstige ondervoeding nvt 13% 2.1 Screening kinderen nvt niet 2.2 Percentage ernstig ondervoede patiënten met total heup nvt niet 2.2 Perc. ernstig ondervoede patiënten total heup en adequate eiwitinname op dag 4 nvt niet 2.2 Precentage ernstig ondervoede patiënten adequate eiwitinname op 4de dag nvt niet 3.1 Volledigheid gegevens cytosticumaanvraag gewicht + lichaamsoppervlakte 98% 98% 3.1 Volledigheid gegevens cytostaticum dosering nb 100% 3.1 Volledigheid gegevens cytostaticum datum toediening nb 96% 4.1 Zorgict inzage kliniek; aantal functies 7,9 9 4.1 Zorgict inzage polikliniek; aantal functies 7,9 9 4.1 Zorgict inzage apotheek; aantal functies nvt nvt 4.1 Zorgict invoer orders kliniek; aantal functies 4,4 6 4.1 Zorgict invoer orders polikliniek; aantal functies 4,5 6 5.1 Powi surveillance voor hoeveel van de 5 genoemde specialismen nb 40% 6.1 % specialismen met complicatie registratie volgens landelijke richtlijn 91% 86% 6.1 % specialismen met complicatie registratie eigen systeem 6.1 % specialismen dat regelmatig (maandelijks/wekelijks) complicaties bespreekt 65% 86% 7.2 Pijnmeting verkoever 94% 100% 7.2 Pijnmeting afdeling 70% 100% 7.3 Pijnscores; percentage > 7 5,60% 0,18% 8.1 Volume AAA ongeacht urgentie 48,5 174 8.2 Volume oesophaguscardiaresectie 23,7 20 10.1 Ongeplande heroperaties colorectaal 6,6% 7,9% 10.2 % chirurgische resecties colorectaal carcinoom aangeleverd aan DSCA nb nb 11.1 Afgezegde operaties 1,80% 2,75% 13.1 VOKS percentiel primair nvt 79% 13.1 VOKS percentiel secundair nvt 59% 14.1 Gemiddeld aantal HbA1c bepalingen per patiënt per jaar 2,60 2,20 14.1 Gemiddelde HbA1c 7,5 8,1 14.2 Oogheelkundige controle diabetes 82% 88% 15.1 Mortaliteit in 2009 patiënten >70 jaar na consult in 2008 nb nb 15.2 Mortaliteit na AMI in ziekenhuis < 65 jaar 1,5% 2,8% 15.2 Mortaliteit na AMI in ziekenhuis >= 65 jaar 6,3% 5,6%
Antonius 2009 2,4% 2,2% 0,7% 37% 16% 23% niet 0% 100% 42% 95% 99% 100% 11 11 3 8 8 40% 70% 22% 68% 100% 100% 0,08% 241 22 15% 100% 1,59% nb nb 2,04 7,8 88% 6% 1,5% 0,0%
47
15.3 15.4 15.4 16.1 17.1 17.1 18.2 18.2 19.2 20.1 21.1 21.2 21.3
Evaluatie inbrengen pacemaker, deelname systematische evaluatie Heropname hartfalen < 75 jaar Heropname hartfalen >= 75 jaar CVA: percentage patiënten trombolyse behandeling < 1 uur % heupfractuur behandeld binnen 1 dag ASA 1-2 % heupfractuur behandeld binnen 1 dag ASA 3-5 Percentage achtergebleven kankerweefsel borstsparende operatie Percentage patiënten achtergebleven kankerweefsel onbekend Percentage patiënten wachttijd tussen oogoperaties >= 28 dagen Postoperatieve opnameduur na blinde darmoperatie bij kinderen Evaluatie functioneren medisch specialisten: Jaargesprekken Evaluatie functioneren medisch specialisten: IFMS Regeling mogelijk disfunctioneren medisch specialisten
nvt 8,6% 7,8% 65% 90% 81% 9,6% 0,4% 90% 1,7 - 6,3 nvt nvt nvt
nvt 7,5% 10,3% 43% 89% 83% 6,5% 0,0% 93% 2,4 nvt nvt nvt
Ja 7,2% 9,7% 76% 87% 87% 10,0% 0,0% 96% 3,2 5% 5% Ja
nb: niet beschikbaar nvt: niet van toepassing
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten Beleid Het beleid van het St. Antonius Ziekenhuis is gericht op het verlenen van hoogwaardige patiëntenzorg in een patiëntvriendelijke en veilige omgeving. De uitgangspunten hierbij zijn: • Patiënten (en familie en naasten) ervaren een professionele attitude van alle medewerkers met wie zij in aanraking komen gedurende het gehele zorgtraject. • Patiënten worden op correcte wijze bejegend en ervaren een servicegerichte dienstverlening. • Patiënten ervaren de verschillende zorgmomenten, geboden door verschillende disciplines, op vaak verschillende zorgmomenten, als één geheel. • Patiënten die in zorg zijn genomen worden binnen een bepaald tijdsbestek geholpen. Dit betreft zowel de afzonderlijke delen van het zorgtraject als het traject in zijn geheel. • De patiëntenzorg die door alle disciplines wordt geleverd voldoet steeds aan de actuele professionele standaard, waarbij de medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor het op peil houden van de hiervoor benodigde kennis en vaardigheden. • De patiëntenzorg is afgestemd op de reële zorgbehoefte van de individuele patiënt. De Raad van Bestuur heeft in 2009 een gedragscode voor patiënten vastgesteld.
Medische Ethische Commissie De medisch ethische commissie onderzoekt of zwangerschapsafbreking binnen het ziekenhuis heeft plaatsgevonden conform het geformuleerde beleid inzake zwangerschapsafbreking zoalsomschreven in de identiteitsnota’s. De commissie onderzoekt of euthanasie en/of hulp bij zelfdoding binnen het ziekenhuis heeft plaatsgevonden conform het beleid inzake euthanasie en hulp bij zelfdoding zoals omschreven in de identiteitsnota’s. De commissie behandelt vragen van medewerkers op het gebied van ethiek; dergelijke vragen kunnen betrekking hebben op het formuleren van morele uitgangspunten inzake medische ethiek of een ver-
zoek zijn tot ethische reflectie op een voorgelegde casus. 4. De commissie volgt landelijke ontwikkelingen betreffende medische ethiek en maakt deze bekend binnen het ziekenhuis. Tenslotte brengt de commissie brengt advies uit aan de Raad van Bestuur over vraagstukken op het gebied van ethiek. De commissie is multidisciplinair samengesteld en bestaat uit tenminste vier leden. De voorzitter van de commissie is een lid Raad van Bestuur met aandachtsgebied patiëntenzaken. De leden van de commissie worden benoemd door de Raad van Bestuur. De commissie bestaat bij voorkeur uit de volgende leden: een lid Raad van Bestuur met aandachtsgebied patiëntenzaken, een ziekenhuispastor, een beschouwend specialist, een snijdend specialist, een intensivist, een zorgmanager, een verpleegkundige, een psychiater of psycholoog en een juridisch adviseur. De commissie is in 2009 vier maal bijeen geweest.
Inspanningen Dat het ziekenhuis de afgelopen jaren dit beleid succesvol heeft doorgevoerd blijkt onder andere uit de verworven accreditatie. Hierbij heeft zij naar genoegen van het NIAZ aangetoond te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Zorginstelling. Daarmee heeft zij blijk gegeven de organisatie zo te hebben ingericht dat derden, zoals patiënten, samenwerkingspartners en verzekeraars er op kunnen vertrouwen dat: • op een reproduceerbare wijze de zorg op een adequaat niveau van kwaliteit wordt voortgebracht, • de veiligheid van patiënten en medewerkers deugdelijk is geborgd en • de instelling genoegzaam een op verbetering gerichte bedrijfscultuur heeft. In januari 2009 is gestart met de pilots Roomservice op de locaties Nieuwegein en Utrecht Oudenrijn. Roomservice stelt de wensen van de patiënt en zijn gast(en) centraal. Door bundeling van alle facilitaire taken in een team, kan het ziekenhuis efficiënter werken en zo onze dienstverlening voor de gasten uitbreiden.
48
Nieuwe patiëntenpassen per 17 augustus Patiënten van St. Antonius Ziekenhuis mogen zelf hun patiëntenpas maken met behulp van een patiëntregistratiezuil. Met de patiëntregistratiezuil laat de patiënt zijn identiteitsbewijs uitlezen, waarop de zuil een patiëntenpas met een unieke barcode uitprint. Patiënten kunnen zich identificeren met een paspoort, ID-bewijs (oud of) of nieuw rijbewijs. Er wordt dan automatisch gebruikgemaakt van de op de chip aanwezige digitale pasfotoinformatie. Het St. Antonius wil stapsgewijze functies aan de patiëntregistratiezuil toevoegen. Bij onder meer medicijnverstrekking of (bloed)onderzoek is met de pasjes in één handomdraai een extra controle op patiëntgegevens mogelijk. Alle behandelingen en onderzoeken die de patiënt krijgt, kunnen dan ook eenvoudig en snel automatisch in het Ziekenhuis Informatiesysteem of het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) worden vastgelegd. Inmiddels maakt één op de tien ziekenhuizen al gebruik van pasjes met foto, maar het St. Antonius is het eerste ziekenhuis waar de patiënten de pasjes zelf aanmaken.
Prestaties Patiënttevredenheid Medio 2004 besloot de Raad van Bestuur om ziekenhuisbreed, structureel en periodiek de mening van patiënten over de geleverde zorg te gaan meten. Inmiddels heeft deze meting al een aantal jaren in de verschillende locaties van het St. Antonius Ziekenhuis op de poliklinieken en verpleegafdelingen plaatsge-
vonden. De meetmethoden tussen locaties verschilden in het verleden. Vanaf het meetjaar 2009 is het patiënttevredenheidsonderzoek echter op alle locaties digitaal afgenomen. Door deze nieuwe meetmethode zijn de scores in vergelijking met de voorgaande meetjaren met 0,2 gedaald. We zijn er echter van overtuigd dat deze meetmethode een beter beeld geeft van de uiteindelijke tevredenheid doordat niet op het moment van consult wordt gemeten, maar 2 tot 3 maanden later (conform de landelijke CQ Index, het onderzoek voor patiëntenervaringen). In 2009 heeft ook een groot aantal functieafdelingen voor het eerst deelgenomen aan het PTO. In totaal deden nu 106 afdelingen mee. De kernvragenlijst bevraagt in 17 vragen zes aspecten van de zorgverlening, namelijk ontvangst, behandeling verpleegkundigen/polikliniekpersoneel, behandeling artsen, informatievoorziening, zelfstandigheid en vertrek/nazorg. De norm was in 2005 gesteld op 4,3 voor alle kernitems. Door de landelijke daling en de gewijzigde onderzoeksmethodiek dient de benchmark en daarmee dus ook de norm aangepast te worden. Het voorstel is om de benchmark aan te passen met –0,2 voor de andere meetmethode en de norm vervolgens te stellen op ‘Aangepaste benchmark (BM) + 0,1 ambitie’. Hieronder een overzicht van de aangepaste norm per kernitem en de resultaten voor 2009.
Kernitem Norm ontvangst 4,03 behandeling poli-medewerker / verpleegkundige 3,99 behandeling arts 4,14 informatie 3,86 zelfstandigheid 3,83 vertrek/nazorg 3,60 Totaal gemiddelde 3,91
Poliklinieken Verpleegafdelingen Resultaat 2009 Norm Resultaat 2009 3,95 4,07 4,00 3,84 4,11 3,97 4,19 4,02 3,93 3,82 3,63 3,67 3,79 3,77 3,80 3,49 3,49 3,58 3,85 3,85 3,82
De algemene conclusie is dat ons ziekenhuis op het gebied van patiënttevredenheid het iets beter doet dan de benchmark en nog iets onder de gestelde norm blijft.
49
Klachten Algemeen In het ziekenhuis zijn voor de bemiddeling van klachten twee vaste en één waarnemend klachtenfunctionaris aangesteld. Klagers kunnen een klacht indienen per brief, per telefoon, door middel van persoonlijk bezoek en via de website van het ziekenhuis (invullen van een klachtenformulier). De klachtenfunctionaris bemiddelt vanuit een onafhankelijke positie in het ziekenhuis en spreekt geen oordeel uit over de gegrondheid van een klacht. De klachtenbemiddeling vindt plaats in overleg met de klager. Bij blijvende onvrede kan de klacht worden voorgelegd aan de klachtencommissie. Dit kan ook zonder dat er een bemiddelingsprocedure aan voorafgaat. De klachtencommissie voor patiënten is een onafhankelijk optredende commissie, die tot eind 2009 werd geleid door een onafhankelijke voorzitter (gepensioneerd huisarts) en vice-voorzitter (rechter/vice-president rechtbank). Op 1 januari 2010 is het voorzitterschap overgedragen aan de vice-voorzitter. De commissie vormt in haar samenstelling een gerede afspiegeling van medewerkers, verwijzers naar- en gebruikers van- het ziekenhuis. De commissie wordt gevormd door 5 externe en 4 interne leden waaronder patiëntenvertegenwoordigers, specialisten, (psychiatrisch) verpleegkundigen en huisartsen.
Resultaten Klachtenbemiddeling Patiënten In 2009 hebben de klachtenfunctionarissen in totaal 984 klachten in bemiddeling genomen; bestaande uit 1242 deelklachten. In vergelijking het voorgaande jaar, waarin 659 klachten (bestaande uit 868 deelmeldingen) werden bemiddeld, is dit een toename van 33%. Dit is grotendeels verklaarbaar door ervaren problemen in het logistieke proces voor patiënten in de eerste 2 maanden van 2009. De Raad van Bestuur heeft daar al vanaf eind 2008 acties op ingezet o.a. door verbeteringen binnen het bureau opname. Een andere verklaring hangt samen met het toenemen van het aantal ingediende klachten per e-mail; in 2008 werd slechts 7% van de klachten via e-mail ingediend en 2009 is dit gestegen tot 24 %. Klagers dienden hun klachten dit jaar echter nog steeds het liefst telefonisch in (41%), gevolgd door e-mail (24 %), per brief (19 %) en het persoonlijke bezoek (16%). De meest voorkomende klachtencategorie betrof organisatie (47%): wachttijden, telefonische bereikbaarheid en problemen met afspraken. Het aantal klachten betreffende methodisch technische zaken betrof 21% (2008: 25 %) en bejegening 15% (2008: 17%). De overige klachten hadden betrekking op de categorieën: gebrekkige voorlichting (11 %), financiën (3 %) en voorzieningen (3%); vergelijkbaar met vorige jaren. Het gemiddeld aantal dagen tussen een melding van een klacht en de afronding bedroeg 13 dagen (2008: 17 dagen). Van de 1242 deelklachten werden er 587 (48%) deelklachten ingediend met een preventief doel (het voorkomen van herhaling van de klachtwaardige situatie). In totaal 263 deelklachten (22 %) hadden als doel een nieuwe afspraak voor poli of opname te regelen. Antwoord verkrijgen op vragen of verwachten van een excuus van beklaagden, werden respectievelijk in 6% en 4% als reden opgegeven.
De volgende tabel toont hoe de klachten verdeeld waren over geledingen in het ziekenhuis op wie de klachten van toepassing waren: Geleding 2008 2009 Ondersteunend 43% 58% Artsen 39% 27% Verpleegkundigen 16% 12% Paramedisch 2% 3% Een aantal klachten heeft geleid tot verbetermaatregelen waaronder: verbetering van wachttijden op de SEH door aanstellen van triageverpleegkundigen, uniformeren van afsprakensystemen en aanvraagformulieren, en het maken van afspraken over transport van patiënten tussen verschillende locaties.
Resultaten behandeling Klachtencommissie Patiënten In 2009 is het aantal nieuw in behandeling genomen (deel) klachten in vergelijking met het voorgaand jaar licht gestegen. Het aantal deelklachten dat een klager indiende nam per klacht ook iets toe. Klachtencommissie Aantal nieuw ingediende klachten Aantal nieuw ingediende deelklachten Aantal uitspraken Aantal deelklachten waarover een uitspraak werd gedaan
2008 19 44 18
2009 23 53 17
42
40
Met een gemiddelde doorlooptijd van 5 maanden werd dit jaar niet in alle gevallen voldaan aan de in het klachtenreglement gestelde termijn van 4 maanden. Conform het reglement ontvingen betrokkenen hierover tussentijds bericht. De reden van vertraging is vooral gelegen in de soms trage reacties van betrokken partijen door zowel klagers als beklaagden (met name gedurende de tweede schriftelijke ronde van repliek en dupliek), planning van tweezijdige hoorzitting en opvragen van externe informatie, bijvoorbeeld bij huisartsen. De commissie is dan ook van plan om in het komende klachtenjaar extra in te zetten op versnelde afhandeling. Eind 2009 waren er 10 klachtzaken, bestaande uit 20 deelklachten, nog niet afgerond. Bij de klachtencommissie werd in 2009 50 % van het aantal klachten ingediend met als doel correctie beklaagden, 22,5 % voorkomen van herhaling. Van de overige klachten werd 17,5% ingediend gericht op excuus van beklaagden, 7,5 % om antwoord te krijgen op onduidelijkheden c.q. vragen. Slechts 1 % gaf aan een klacht in te dienen ter voorbereiding op het indienen van een vordering tot schadevergoeding. Van de deelklachten waarover in 2009 een uitspraak werd gedaan, hadden 18 deelklachten betrekking op methodisch technische zaken, 13 op relatie, 6 op voorlichting en 5 op organisatorische zaken. Dit sluit aan bij de aard en hoeveelheid van de klachten in voorgaande klachtjaren. Bij klachten die hun oorsprong hadden op het gebied van methodisch technisch ging het bijvoorbeeld over medicatiefouten, gemiste diagnosen of onvoldoende begeleiding tijdens behandeling. Bij het merendeel van klachten over relatie betrof dit klachten over onvriendelijke bejegening. Organisatorische klachten hadden betrekking op parkeerbeleid of
50
schoonmaakactiviteiten. Klachten over voorlichting betroffen alle tekortschietende voorlichting over een behandeling aan patiënt en/ of familie. In tegenstelling tot de resultaten uit de bemiddeling, wordt bij de klachtencommissie het minst geklaagd over ondersteunend personeel; dit betrof slecht 2 deelklachten. Het meest werd geklaagd over artsen (34 deelklachten), gevolgd door 10 deelklachten over verpleegkundigen. Over paramedisch personeel werd bij de commissie geen klacht ingediend. Bij het merendeel van de klachten gaven beklaagden in hun schriftelijke verweer zelf al aan welke verbetermaatregelen zij genomen hadden, zoals maatregelen om wachttijden om een afspraak te kunnen maken te verkorten, verbeteren van voorlichting over het functioneren van een opleidingsziekenhuis aan patiënten. Dit had
tot gevolg dat de klachtencommissie slechts bij 3 van de 17 klachten een aanbeveling heeft doen uitgaan: Aan de Raad van Bestuur om erop toe te zien dat er een dubbel check methode na een herbeoordeling (volgens de zogenaamde vangnetconstructie SEH) werd nageleefd. Deze aanbeveling werd opgevolgd. Aan beklaagden om de voorlichting te verbeteren bij een spoedeisend onderzoek. Deze aanbeveling werd opgevolgd door de RvB en onder de aandacht gebracht bij betrokkenen. Naar aanleiding van een klacht over dossiervoering deed de commissie beklaagde de aanbeveling het correctierecht toe te passen. Ook deze aanbeveling werd opgevolgd.
Overzichtstabel Klachtencommissie klachtjaar 2008+2009 Aantal nieuwe klachten ingediend bij de klachtencommissie Aantal nieuw ingediende deelklachten bij de klachtencommissie Aantal door de klachtencommissie in behandeling genomen klachten (uitspraak) Aantal door de klachtencommissie in behandeling genomen deelklachten (uitspraak) Aantal klachtzaken nog niet afgerond in 2008 Aantal deelklachten nog niet afgerond in 2008 Aantal klachtzaken waarbij de klachtencommissie advies heeft uitgebracht Aantal deelklachten dat gegrond/ gedeeltelijk gegrond is verklaard Hoorzittingen Ingetrokken klachten Gemiddelde doorlooptijd
Aantal 2008 19 44 18 42 5 12 5 12 gegrond (5 gedeeltelijk) 3 1 5 maanden
Aantal 2009 23 54 17 41 10 20 3 20 gegrond (3 gedeeltelijk) 4 1 5 maanden
Toegankelijkheid De toegankelijkheid van voorzieningen ten behoeve van patiënten kan worden afgemeten aan: toegangstijden, afzeggingen, verpleegduur en telefonische bereikbaarheid. De volgende tabel geeft de doelstellingen en de behaalde resultaten voor 2009. De meeste doelstellingen zijn redelijk tot goed gehaald. Uitzondering vormt doelstelling voor toegangstijden tot de poliklinieken. Aspect Toegangstijden Afzeggingen Verpleegduur Telelefonische bereikbaarheid
Doelstelling 2009 Poli 100% binnen 4 wk OK 100% binnen 7 wk Ongeplande sessie-afzeggingen OK < 2% Ongeplande sessie-afzeggingen Poli < 2% Gemiddelde verpleegduur 6,0 dagen 85% op alle plekken
Resultaat 2009 Poli 57% OK 90% OK 1,7% Poli 0,0% 5,7 dagen 84%
51
Veiligheid Algemeen Veiligheidsaspecten voldoen aan de door NIAZ-norm gestelde eisen conform de Kwaliteitsnorm Zorginstelling 2.0 bèta versie.
Doelstellingen Onder de noemer van patiëntveiligheid zijn de volgende ziekenhuisbrede doelstellingen in 2009 nagestreefd en gedeeltelijk gehaald: Patiëntveiligheid Aspect Opzetten VIM commissies Uitrol training patiëntveiligheid Decubitus Elektronische complicatieregistratie
Doelstelling 2009 40% van afdelingen geïmplementeerd 30% doelpopulatie getraind < 5% Introductie bij 100% specialismen
Opzetten patiënt veiligheidsmanagementsysteem (VMS) In 2009 is de opbouw van het VMS voortgezet. Hierbij zijn de volgende zaken opgestart/gerealiseerd: Leiderschap: De stuurgroep kwaliteit & patiëntveiligheid, met vertegenwoordiging van Raad van bestuur, medische staf, zorgmanagement en kwaliteitsmanagement, heeft als taak op zich genomen om onderstaande zaken te initiëren, monitoren en bij te sturen. Training: Een uitgebreid trainingsprogramma patiëntveiligheid is ziekenhuisbreed uitgerold. Na een bewustwordingscampagne zijn de trainingsprogramma’s voor specialisten, afdelingshoofden en medewerkers van het ziekenhuis uitgerold. De volgende organisatiedelen zijn in 2009 getraind: Hart-Long, Interne Geneeskunde, Vrouw-Kind, Hersenen, OK/IC. De training vindt plaats in multidisciplinair verband en loopt door tot in 2010. De trainingen zijn gebaseerd op risicoprofielen die artsen en leidinggevenden, voorafgaande aan de training opstellen. Tijdens de training zijn op grond hiervan afdelingsspecifieke verbeterplannen opgesteld die in een direct daarop volgende fase gedeeld werden met de medewerkers van de afdeling. Veilig melden: De implementatie van het veilig melden en locaal afhandelen van incidenten is in 2009 voortgezet. Zie hiervoor ‘verslag MIP commissie’. Landelijke thema’s: Voor ieder van de tien landelijke thema’s zijn werkgroepen actief. De werkgroep POWI werkt aan vier speerpunten waaronder luchtbeheersing in de OK en handhygiëne. De werkgroep sepsis heeft zich in het bijzonder op ‘compliance’ van de resuscitatie bundel gericht waardoor een relatieve reductie van de 28-daagse mortaliteit als gevolg van sepsis op de IC van 18% is bereikt. De werkgroep medicatieveiligheid heeft een aantal interventies doorgevoerd gericht op het verbeteren van de medicatieoverdracht en de werkgroep bedreigde vitale functies heeft een vernieuwd Spoed Interventie Team (SIT) opgesteld inclusief een ziekenhuisbreed escalatieprotocol. Complicatieregistratie: Teneinde het registreren en analyseren van complicaties te stimuleren onder de maatschappen is in 2009 een eerste opzet voor een elektronisch complicatie registratie systeem ontwikkeld, waarbij gebruik gemaakt wordt van de formulieren van de landelijke koepels. Vier maatschappen hebben middels een pilot vastgesteld dat het systeem verbetering be-
Resultaat 2009 Gehaald Gehaald Gehaald 2,4% Beperkt tot pilot
hoeft met betrekking tot analyse- en rapportagefunctionaliteit. Dit wordt verder doorgevoerd in 2010.
Verslag MIP commissie Algemeen Een van de mogelijkheden om patiëntveiligheid te vergroten en de kwaliteit van zorg te verbeteren is het analyseren van MIPmeldingen (meldingen incidenten patiëntenzorg). Binnen de MIPmeldingen worden zowel daadwerkelijke incidenten als bijnaincidenten gemeld. Het doel is de oorzaken van deze incidenten te achterhalen en deze oorzaken weg te nemen om herhaling van deze incidenten in de toekomst te voorkomen.
Ontwikkelingen 2009 Sinds 2006 wordt gebruik gemaakt van elektronisch melden via de MIP-Expert® 2.4. Iedere medewerker binnen het St. Antonius ziekenhuis kan met behulp van dit pakket de incidenten melden. Vanaf 20 mei 2009 is er een nieuwe versie van de MIP-Expert® 2.9 in gebruik genomen, waarbij per afdeling een VIM-commissie wordt samengesteld die verantwoordelijk is voor de afhandeling van de MIP-meldingen. De VIM-commissie vult per melding een risicomatrix in, waarbij de mate van schade voor de patiënt en de frequentie van voorkomen op de afdeling worden meegenomen. Uit deze bepaling ontstaat een kleurcodering: groen, geel, oranje of rood. De kleur van de melding geeft aan of de melding door de VIM-commissie decentraal (groen, geel en oranje) afgehandeld dient te worden, of bij ernstig letsel of fataal letsel (een enkele keer oranje en rood) de melding door de MIP-commissie afgehandeld dient te worden. De training van de afdelingen om met een VIM-commissie te werken vindt plaats sinds mei 2009. Ruim 75% van de afdelingen is begonnen met de behandeling van MIP-meldingen, en ruim 40% van de afdelingen sluit de MIPmeldingen al doormiddel van een VIM-commissie af. De overige afdelingen zullen het komende jaar worden getraind en gestimuleerd om ook het afhandelen doormiddel van de VIM-commissie in te voeren.
52
Meldingen en verbeteracties
Kwartaalrapportages
In 2009 zijn in totaal 3310 MIP-meldingen gedaan. Dit is een stijging van 61% ten opzichte van 2008. De toename van de meldingen komt vooral door de invoering van de nieuwe MIP-Expert® 2.9 en de toegenomen aandacht hiervoor door de decentrale afhandeling op de afdelingen. Het aantal MIP-meldingen per maand ligt rond de 275, waarbij er gedurende de zomer maanden minder meldingen worden gedaan, maar er ook minder bedden bezet worden en er beperkt operatieprogramma wordt gedraaid.
Vanuit de MIP-commissie wordt ieder kwartaal een MIP-rapportage opgesteld. Hierin wordt over het afgelopen kwartaal, een overzicht gegeven van de aantallen meldingen, categorie meldingen en de indeling in de risicomatrix. Tevens wordt een overzicht gegeven van het aantal meldingen per afdeling en hoeveel van de meldingen in behandeling zijn genomen door de VIM-commissies. Op deze wijze kunnen de managers sturen op het functioneren van de VIM-commissies. MIP gegevens over 2009
Aantal MIP-meldingen per maand ziekenhuisbreed 40 0 35 0 30 0 25 0 20 0 15 0 10 0 5 0
Functie melder Verpleegkundigen Medisch specialisten Arts-assistenten Overig Totaal
aantal 2402 89 113 706 3310
procentueel 73% 3% 3% 21% 100%
Categorie MIP melding Behandeling / verzorging / overig* Behandeling / verzorging* Overig* Bloedproducten Medicatie (incl infusie) Vallen Totaal
aantal 544 337 646 66 1148 569 3310
procentueel 16% 10% 20% 2% 35% 17% 100%
0 Ja n
Fe b
Mr t
Ap r
Me i
Ju n
Aantal meldingen
Ju l gemiddeld e
Au g
Se p
Ok t
Ne v
De c
95% BI
Naar aanleiding van de meldingen die de MIP-commissie heeft ontvangen, ofwel op basis van de risicomatrix ofwel op verzoek van een VIM-commissie op een afdeling, zijn acties uitgezet. Deze acties omvatten aanbevelingen voor veranderingen en processen door afdelingen, maatschappen en commissies (valpreventie, medicatieveiligheid etc). Daarnaast wordt er onderzoek verricht door de MIP-commissie doormiddel van de SIRE methodiek bij ernstige incidenten. In 2009 zijn er 13 SIRE onderzoeken uitgevoerd of worden momenteel uitgevoerd. In een aantal gevallen resulteerde dit niet in aanbevelingen en werd geconcludeerd dat er sprake was van een niet te vermijden complicatie. In meer dan de helft van de SIRE onderzoeken resulteerde dit in aanbevelingen om protocollen of werkwijzen aan te passen en/of nieuw beleid op te stellen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: aanscherping van het ‘gazen tel protocol’ en een advies voor training voor de manier van vragen stellen tijdens de ‘time-out procedure’ op de operatiekamer. Ook op decentraal niveau werden er verbeteracties gestart. Een voorbeeld is het project op de IC waarbij er naar aanleiding van meerdere meldingen over laboratoriumbuis verwisselingen is gekeken naar basisoorzaken. Op basis hiervan is het protocol rondom de bloedafname op de IC aangepast en zijn de medewerkers door middel van afdelingsoverleg, posters en een pakkende slagzin geïnformeerd over het nieuwe protocol. Het aantal verwisselingen met laboratoriumbuizen is hierdoor sterk verminderd. Ook het gebruik van ‘niet storen-hesjes’ bij het uitdelen van medicatie is gericht op het verminderen van fouten bij de toediening van medicatie.
Andere registratiesystemen Naast de MIP-Expert®, worden er op twee plekken ook nog meldingen geregistreerd doormiddel van andere systemen zoals Transfusie Reactie in Patiënten (TRIP) voor hemovigilantie en het kwaliteitssysteem op de pathologie (U-DPS van PALGA).
* Vanwege de invoering van de nieuwe MIP-Expert® 2.9 is er een opsplitsing gekomen in de categorie behandeling / verzorging en de categorie overig. Tot en met 19 mei 2009 werden deze meldingen in één categorie gemeld.
Bijzonderheden in type meldingen Uit de tabel ‘Categorie MIP melding’ is op te maken dat de grootste groep meldingen te maken heeft met behandeling / verzorging / overige meldingen. Hierin zitten bijvoorbeeld meldingen over labbuisverwisseling, patiëntverwisseling, afspraken of OK’s die niet doorgaan en het niet of laat in consult komen. Maar ook communicatie en overdrachtsproblematiek wordt hierin veelvuldig gemeld. De eerder genoemde decentrale verbetermaatregelen zijn voorbeelden hoe VIM-commissies met de MIP meldingen proberen de patiëntveiligheid te vergroten. De tweede grote groep MIP-meldingen zijn de medicatie-incidenten met 35% van alle meldingen. De opvallende meldingen hierin betreffen vooral MIP-meldingen rondom antistolling medicatie, insuline en antibiotica. Via de commissie medicatieveiligheid worden deze zaken nader onderzocht en worden ziekenhuisbrede verbeterprojecten opgestart. Ook de invoering van het Elektronisch voorschrijfsysteem het komende jaar moet een deel van de medicatie-incidenten voorkomen. Het aantal meldingen valincidenten is in absolute aantallen gelijk gebleven aan vorig jaar. Er wordt momenteel gewerkt aan invoering van de ‘PAR-lijst’ in het Verpleegkundig-EPD waardoor het makkelijker wordt valpreventie ziekenhuisbreed
53
onder de aandacht te brengen en te zorgen voor een groter bewustzijn van de mogelijkheden tot het voorkomen van vallen.
Processen en maatregelen ter borging van de kwaliteit van de zorg In 4.3 is beschreven hoe de kwaliteit en continuïteit van de zorg geborgd is door middel van het opgebouwde kwaliteitssysteem getoetst aan de NIAZ norm. In samenhang hiermee zijn er binnen het ziekenhuis een aantal kwaliteitsbewakende commissies actief. Van de activiteiten van de Klachtencommissie is een verslag opgenomen in 4.4.2 en van de MIP-commissie in 4.4.4. Van de activiteiten van de overige commissies in 2009 volgt hieronder een kort verslag.
Verslag Interne Auditoren Binnen het geïntegreerd kwaliteitsbeleid maakt de interne audit deel uit van de kwaliteitscyclus . Vanuit de voorwaarden voor de NIAZ-accreditatie wordt geëist dat het interne auditsysteem volledig operationeel is. Dit houdt in dat aan de hand van auditrapportages actieplannen gemaakt zijn en dat de voortgang van verbeteracties gevolgd wordt. Vanaf januari 2009 is de NIAZ-norm 2.0 geïntroduceerd. De implementatie van deze norm is het afgelopen jaar deels gerealiseerd. Zowel de oude als de nieuwe norm zijn gebruikt bij de uitvoering van de audit.Vanaf 2010 worden alle audits definitief volgens de norm 2.0 uitgevoerd. De auditorenpool bestaat uit 40 auditoren. Het afgelopen jaar zijn 7 auditoren gestopt wegens vertrek naar elders, vanwege zwangerschap of in verband met studie. De groep medisch specialisten binnen het auditteam is in het najaar uitgebreid. Er zijn vier specialisten opgeleid en zij zullen vooral ingezet worden bij de uitvoering van procesaudits. Het afgelopen jaar zijn er twee bijeenkomsten georganiseerd voor de auditoren. Doel van de bijeenkomsten is het uitwisselen van ervaringen en het bespreken van de voortgang van de planning. Het werken met de nieuwe norm is eveneens besproken. Voor 2009 stonden 16 audits gepland waarvan 12 in 2009 zijn afgerond. De overige 4 audits zijn doorgeschoven naar 2010. Binnen de planning zijn drie grote afdelingen geauditeerd namelijk het OK-centrum, de CSA en de Intensive Care. Deze audits hebben meer inzet en tijd gekost dan gebruikelijk is bij de ‘normale’ afdelingsaudits. De meeste afdelingen zien het belang van de interne audit in. Zij herkennen de verbeterpunten en gaan hiermee aan de slag. Er wordt bijvoorbeeld hard gewerkt aan het veiligheidsmanagementsysteem en er is veel aandacht voor medewerkers in de vorm van scholing en het gebruik van het portfolio. De verbeterpunten verschillen per afdeling maar er is een aantal verbeterpunten dat organisatiebreed onvoldoende geïmplementeerd is. Voorbeeld hiervan is de apparatuur die onvoldoende gestickerd is en hoe te handelen bij calamiteiten. Aan de afdelingen die moeite hebben met de uitvoering van de interne audit zal komend jaar meer aandacht worden besteed.
54
Wond en Anti-decubitus commissie In 2009 heeft de Commissie 3 maal vergaderd, de volgende zaken kwamen aan de orde: 1. De opzet van de commissie is vernieuwd; de belangrijkste elementen zijn: De commissie doet voorstellen m.b.t. het lange termijn wond- en decubitusbeleid van het ziekenhuis, evalueert dit beleid en adviseert het management en de Raad van Bestuur hierover. Het beleid is er op gericht de decubitusprevalentie in het ziekenhuis zo laag mogelijk te houden en waar mogelijk te verlagen. Multi-disciplinaire samenstelling, waarbij een beschouwend en een snijdend specialist, een revalidatie-arts en een verpleegkundig consulent decubitus als vaste leden en zo nodig anderen op afroep kunnen worden gevraagd. Onderzoek en innovaties op het gebied van decubitus- en wondpreventie initiëren. De Raad van Bestuur en het management kunnen de commissie vragen om voorstellen te formuleren ter verlaging van decubitusprevalentiecijfers; 2 x per jaar vergaderingen. 2. Tijdens de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen (LPZ)meting decubitus wordt op een specifieke dag op specifieke afdelingen geïnventariseerd welke patiënten decubitus graad 2 t/m 4 hebben. Vastgesteld is de volgende verbeterpunten na te streven: LPZ betreft een momentopname in het jaar, waarbij grote schommelingen mogelijk zijn; er is behoefte aan een structurele decubitusmeting en -registratie (dagelijks). Structurele scholing met betrekking tot anti-decubitus maatregelen (preventie en behandeling) van verpleegkundigen via aandachtsvelders. Mogelijkheden voor het opnemen van de decubitusregistratie in het EPD.
Verenigde Commissies Mensgebonden Onderzoek (VCMO) Aantal ingediende studies In 2009 zijn 39 nieuwe onderzoeksaanvragen ingediend in verhouding tot 38 aanvragen in 2008. Er zijn in 2009 nog 10 aanvragen afgehandeld die in 2008 zijn aangeboden, maar waarvoor in 2008 nog geen besluit kon worden gegeven. Van 17 onderzoeksaanvragen kon in 2009 nog geen besluit worden gegeven en deze worden in 2010 verder afgehandeld. Van de 39 ingediende studies vielen 3 studies niet onder de WMO en is één studie na indiening teruggetrokken door de sponsor. In 2009 lag het aantal onderzoeksaanvragen hoger dan in 2008 en heeft de commissie in totaal 28 besluiten gegeven voor aanvragen die in 2009 en 2008 zijn ingediend. Het totaal aantal besluiten in 2009 is daarmee nagenoeg gelijk aan het aantal besluiten in 2008.
Indieners Van de 39 onderzoeksaanvragen die in 2009 in behandeling zijn genomen, zijn er 24 (62%) ingediend door onderzoekers vanuit het Antonius, 6 (15%) vanuit het OLVG, 4 (10%) vanuit het Meander en 4 (10%) vanuit het Diakonessenhuis. Er is één studie die zowel vanuit het Meander als het OLVG is ingediend (3%). Van de 39 onderzoeksaanvragen zijn er 12 (30%) door de industrie ge-
sponsord dit is gelijk aan het aantal industrie gesponsorde studies in 2008. De commissie ontving 11 (28%) geneesmiddelenstudies, waarvan 5 (45%) geneesmiddelenstudies eigen geïnitieerd waren.
Verdeling per specialisme De onderzoeksaanvragen die in 2009 bij de VCMO zijn ingediend door onderzoekers uit de deelnemende centra van de VCMO, zijn afkomstig van de volgende specialismen: Cardiologie (13), Chirurgie (6), Interne geneeskunde (5), Orthopedie (3), Anesthesiologie (2), Gynaecologie (2), Longziekten (1), Heelkunde (1), Neurologie (1), Medische Microbiologie (1), Ziekenhuisapotheek (1), Psychologie (1), Oogheelkunde (1), Taal en Communicatie (1).
Beoordelingstermijn De gemiddelde beoordelingstermijn was 59 dagen. De wettelijke beoordelingstermijn voor geneesmiddelenstudies bedraagt 60 dagen en voor niet-geneesmiddelenstudies 2 x 56 dagen. Van 2 geneesmiddelenstudies is de wettelijke termijn overschreden. Het aantal dagen, dat de onderzoekers gebruiken om antwoorden te geven op vragen van de commissie bedroeg gemiddeld 41 dagen.
Lokale commissie Toetsing Medische Experimenten (LTME) Aantal ingediende studies In 2009 zijn bij de commissie 75 WMO protocollen ingediend met een verzoek voor een advies over de lokale uitvoerbaarheid. In verhouding tot 72 WMO protocollen in 2008 is dit dus een stijging van 4%. Daarnaast zijn er 15 adviesaanvragen uit 2007 en 2008 afgehandeld. Van 28 WMO protocollen kon in 2009 nog geen advies worden afgegeven en deze worden in 2010 verder afgehandeld. Daarnaast zijn er 37 studies aangeboden die niet onder de werking van de WMO vallen. Het aantal niet-WMO studies is in vergelijking tot 2008 toegenomen met 12%. In 2009 zijn door de LTME geen negatieve adviezen gegeven. Het aantal ingediende WMO protocollen is ongeveer gelijk gebleven in verhouding tot 2008. Het aantal aangeboden studies dat niet onder de werking van de WMO valt is licht gestegen in 2009.
Aantal protocollen per specialisme De WMO protocollen die in 2009 bij de LTME zijn ingediend, zijn afkomstig van de volgende specialismen: Interne geneeskunde (22), Cardiologie (14), Longziekten (9), Gynaecologie (9), Neurologie (7) Heelkunde (6), Kindergeneeskunde (3), Nucleaire geneeskunde (1), Revalidatie (1), Psychologie (1), Anesthesiologie (1) en Dermatologie (1). De niet-WMO protocollen die in 2009 bij de LTME zijn ingediend zijn afkomstig van de volgende specialismen: Chirurgie (6) Cardiologie (5), Interne geneeskunde (5), Cardiologie (5), Longziekten (2), Neurologie (3), Gynaecologie (3) MDL (3), Intensive care (3), Nucleaire geneeskunde (2), Zorgeenheid hart/long (1), Kindergeneeskunde (1), Microbiologie (1), Anesthesie (1) en Sociale geneeskunde (1).
55
Commissie Antistolbeleid
Commissie Bloedtransfusie
De commissie antistolbeleid bestaat uit 14 specialisten uit verschillende disciplines. De commissie werkt volgens het principe dat bij een beoogde revisie de betrokken specialismen ingeschakeld worden om hieraan vorm te geven. In 2009 is een aantal vacatures in de commissie weer opgevuld en heeft de dermatologie zitting genomen in de commissie. In 2009 is het protocol tweemaal gereviseerd, beide met betrekking tot het “antistolbeleid bij cardiologische- en cardio-thoracale patiënten”. De commissie heeft eenmaal een plenaire bijeenkomst gehad. De reden hiervoor was om een volledige revisie van zowel het protocol als de werkwijze met betrekking tot layout, overzichtelijkheid en verantwoordelijkheden te bereiken. De implementatie hiervan is nog niet gestart.
De commissie bloedtransfusie is in 2009 eenmaal plenair bijeengekomen, en eenmaal zijn vergaderstukken verstuurd met de mogelijkheid hierop te reageren. Met uitzondering van 2007, waarin het bloedverbruik licht daalde, was 2009 het derde jaar waarin een duidelijke stijging van het verbruik zichtbaar was. De commissie buigt zich hier al jaren over. Meerdere uitgebreide inventarisaties leverden weliswaar mogelijkheden tot besparing op maar netto geen reductie in het bloedverbruik. Een evidente boosdoener voor het verhoogd bloedverbruik is het steeds frequenter gebruik van plaatjesremmende therapie, die door verwijzende centra niet tijdig gestaakt wordt. Tevens is de hematologische intensive care een grootgebruiker die gezien de complexiteit van de aandoeningen een grote druk op de bloedbank legt. Voor zowel voor de cardio-thoracale chirurgie als voor de hematologie geldt dat er adequaat getransfundeerd lijkt te worden. Het verbruik over beide locaties, alsmede het totaal en de stijging t.o.v. 2008 zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Nieuwegein % tov 2008 Utrecht % tov 2008 Totaal % tov 2008 EC 11596 +15 % 1413 -26 % 13009 +8 % TC 1759 +6 % 21 -50 % 1780 +5 % FFP 3100 +10 % 2 -97 % 3102 +7 % EC= erytrocytenconcentraat, TC = trombocytenconcentraat, FFP = fresh frozen plasma
Gezien de verplaatsing van high care zorg naar Nieuwegein dienen de getallen over het gehele ziekenhuis te worden bekeken. De kosten voor bloedproducten zijn hiermee in 2009 met 7 % gestegen ten opzichte van 2008. Naar aanleiding van het blijvend stijgen van bloedverbruik heeft de commissie medio 2009 een “rappel” uitgevaardigd aan alle artsen binnen het St Antonius Ziekenhuis om een bewustzijn te creëren voor het blijvend stijgend verbruik. Hierin werd het verbruik per specialisme, de hiermee samengaande kosten en een vergelijk met een aantal gelijkwaardige STZ huizen opgenomen. Dit stuk leverde een aantal reacties op, met als blijvend resultaat een door de cardio-thoracale chirurgie opgerichte werkgroep met als doel alternatieven voor allogene transfusies te bekijken. Een belangrijk aandachtspunt blijft de hemovigilantie, waarvoor binnen AMG de hemovigilantiemedewerker actief is. Haar taak is het bewaken van de bloedtransfusieketen van aanvraag tot toediening, alsmede het registreren, inschatten en melden van bijwerkingen. De inschatting is dat bijwerkingen op bloedproducten door verpleegkundige en behandelaar adequaat herkend en gemeld worden. In 2009 werden geen meldingen ontvangen met een ernstgraad 3 of 4 (direct levensbedreigende ernstige morbiditeit of mortaliteit t.g.v. een bloedtransfusie), en werden slechts enkele graad 2 reacties gemeld, met als gevolg niet geplande ziekenhuisopnames of overplaatsing naar intensive care. Voor een gedetailleerd overzicht van meldingen en bloedverbruik wordt verwezen naar het jaarverslag hemovigilantie 2009.
Kosten € 2.655.456 € 868.394 € 552.576
Anti-Infectiecommissie Nieuwegein en Utrecht De Anti-Infectiecommissie stelt beleid op en brengt adviezen uit aan de directie op het gebied van infectiepreventie en ziekenhuishygiëne. Zij baseert zich daarbij op adviezen van de Inspectie van de Gezondheidszorg en op de landelijke richtlijnen zoals die van de Werkgroep Infectie Preventie. In 2009 kwam de Anti Infectiecommissie vijfmaal bijeen waarbij ondermeer aandacht is besteed aan de volgende onderwerpen: • Landelijk puntprevalentieonderzoek (= prestatie-indicator) naar ziekenhuisinfecties in samenwerking met PREZIES (Preventie van Ziekenhuisinfecties door Surveillance). Dit jaar namen we voor de 3de keer deel; • Luchtbeheersplan operatiecomplex; • Bewustwordingscampagne handhygiëne; • Beleid Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO); • Project Infectiepreventieverpleegkundige. Taken: voorlichting geven aan en afnemen van kweken bij de patiënten met een BRMO; ondersteuning infectieregistratie; • Implementatie isolatievoorschriften; • Vaccinatie Varicella Zoster vaccinatie bij medewerkers; • Luchtmetingen schimmelsporen afdeling D2; • Actieplan patiëntveiligheid postoperatieve wondinfecties; • Registratie postoperatieve wondinfecties; • Fusie afdeling Hygiëne en Infectiepreventie Nieuwegein met afdeling Infectiepreventie Utrecht; • Scopen kwaliteitsgroep; • De seizoensinfluenza- en de Nieuwe Influenza-vaccinatie bij medewerkers; • Nieuwe Influenza;
56
• Uitslagen waterkweken rein waterkelders en ringleiding dialysesysteem; • Advies algemene inrichtingseisen verpleeg- en behandelafdeling bij verbouwingen; • Deelname Landelijke MRSA-prevalentie-studie.
57
4.8 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers Beleid Goede arbeidsomstandigheden en ruime ontwikkelings- en loopbaanmogelijkheden zijn belangrijke mogelijkheden voor het St. Antonius Ziekenhuis om personeel te werven èn te behouden. Ook het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers is een belangrijk instrument om blijvend over voldoende en goed gekwalificeerde medewerkers te kunnen beschikken.
ment ingezet. In december 2009 is het gehele ziekenhuis geaccrediteerd voor het Investors in People keurmerk. Het ziekenhuis heeft deze accreditatie gekregen, voorzien van een aantal aandachtspunten. Deze verdienen in 2010 de nodige aandacht. In oktober 2010 zal een nieuwe accreditatie plaatsvinden. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar de wijze waarop medewerkers zich kunnen ontwikkelen binnen de beoordelingssystematiek met behulp van jaargesprekken, competentieprofielen en Persoonlijke Ontwikkelingsplannen. Er is een leiderschapsprogramma en een talentprogramma binnen het St Antonius Ziekenhuis.
Excellente Zorg ziekenhuizen Gedragscode De gemeenschappelijke kernwaarden van het St Antonius Ziekenhuis zijn: Voortreffelijk, Vooruitstrevend, Vlot en Vriendelijk. Het gedrag van medewerkers in een organisatie weerspiegelt de gemeenschappelijke waarden. Vandaar dat op basis van deze waarden, de vier V’s, een gedragscode is opgesteld voor iedereen die werkzaam is in het ziekenhuis. In 2009 is dit verder vertaald is Gastvrij Topziekenhuis.
Klokkeluidersregeling De Raad van Bestuur van het St. Antonius Ziekenhuis acht het van belang dat degenen die ten behoeve van het ziekenhuis werkzaam zijn, op adequate en veilige wijze melding kunnen doen van eventuele vermoedens van misstanden in het ziekenhuis. Het St Antonius Ziekenhuis beschikt over een klokkeluidersregeling.
Inspanningen Topwerkgeverschap Het St Antonius ziekenhuis is in 2009 net als in 2008 uitgeroepen tot Topwerkgevers van Nederland. CRF, specialist op het gebied van onderzoek naar arbeidsmarktontwikkeling, heeft dit bekend gemaakt in hun lijst van Topwerkgevers in de NRC-bijlage Topwerkgevers Nederland 2009. Sinds een aantal jaren publiceert CRF jaarlijks een uitgave met Topwerkgevers. Vorig jaar heeft het St. Antonius ziekenhuis (inclusief voormalig Mesos) deze titel als eerste ziekenhuizen van Nederland behaald. CRF voert voor de lijst van Topwerkgevers een onafhankelijk en objectief onderzoek uit. Alleen werkgevers die voldoen aan de strenge eisen van het arbeidsvoorwaardenonderzoek van CRF en goed scoorden op het schriftelijke onderzoek en op de aansluitende interviews kwamen in aanmerking voor de titel Topwerkgever Nederland 2009. Het St. Antonius ziekenhuis heeft bewezen optimaal in te spannen om de loopbaan van jonge medewerkers te faciliteren. Het ziekenhuis behaalde de hoogste score van alle ziekenhuizen. Ook het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Canisius Wilhelmina ziekenhuis, Catharina ziekenhuis, Medisch Spectrum Twente en Martini ziekenhuis, partners binnen Santeon, zijn dit jaar Topwerkgever geworden.
Bedrijf naar je Hart/Investors in People In 2005 is men gestart met het project Bedrijf naar je Hart. Het St. Antonius Ziekenhuis wil een bedrijf zijn dat haar medewerkers aan zich bindt doordat het op een goede manier investeert in de ontwikkeling van alle medewerkers (door middel van gerichte feedback en waardering). Investors in People is hierbij als instru-
In 2008 heeft een delegatie van de V&VN en de NPCF in de VS, met een grote deelname uit het St. Antonius Ziekenhuis, het Excellente Zorg concept verkend. De aanleiding voor de V&VN en de NPCF om deze reis te organiseren waren de resultaten die ziekenhuizen in Amerika met behulp van het Excellente Zorg concept bereiken. Het gaat daarbij om een significant hogere score op de kwaliteit van de zorg en de patiëntveiligheid, in samenhang met een hogere arbeidstevredenheid bij verpleegkundigen, een gering verloop en een grote aantrekkelijkheid op de arbeidsmarkt. Na afloop van de reis is de conclusie getrokken dat het Excellente Zorg concept bijdraagt aan het oplossen van drie problemen binnen de gezondheidszorg in Amerika: het op peil houden van het concurrerend vermogen van de zorginstellingen, namelijk door het investeren in verpleegkundigen. de arbeidsmarktproblematiek, namelijk door de voorwaarden te scheppen voor een aantrekkelijke werkomgeving en een hoge arbeidstevredenheid voor verpleegkundigen. de transparantie, de patiëntveiligheid en de kwaliteit van zorg, namelijk door de patiëntveiligheid en de kwaliteit van zorg met behulp van (verpleegsensitieve) kwaliteitsindicatoren transparant te maken. De V&VN en de NPCF hebben besloten om het Excellente Zorg concept te vertalen naar de Nederlandse situatie. Dit voornemen is besproken met de minister en de staatssecretaris. Zij zijn geïnteresseerd en gaan een pilot in Nederland steunen. Aan deze pilot doet het St. Antonius Ziekenhuis in het verband van de Samenwerkende Ziekenhuizen mee om een vertaling te maken naar Nederland naar Excellente Zorg. Een aandachtspunt bij deze vertaling van het concept betreft de rollen van de verpleging en van de medisch specialisten. Deze rollen zijn in de Nederlandse en in de Amerikaanse situatie zeer verschillend. Excellente Zorg kan een waardevol concept worden om het verpleegkundig domein inhoud, positie en aanzien te geven en verpleegkundigen weer professionals te laten worden. Dit in samenhang met de medisch specialisten en met de andere zorgverleners. In het licht van Excellente Zorg zijn in 2009 de voorbereidingen getroffen voor de invoering van het kwaliteitsregister van V&VN in 2010 in het ziekenhuis. Het kwaliteitsregister voorziet in registratie van kwalitatieve eisen aan werkervaring. De wetgever heeft het borgen van de deskundigheidsbevordering als taak bij de beroepsgroep zelf neergelegd.
Verzuim en Gezondheid In het voorjaar van 2007 heeft de Raad van Bestuur een nieuwe aanpak vastgesteld voor het terugdringen van het ziekteverzuim in de komende jaren. Het target voor 2009 (peildatum 31/12) is
58
4,0% organisatiebreed. Deze target is gehaald. In het jaar 2009 is het ingezette beleid met betrekking tot ziekteverzuim gecontinueerd èn uitgebreid met de thema’s vitaliteit, gezond en veilig werken (arbo) en duurzame inzetbaarheid. Gezondheidsmanagement is het systematisch managen van de effecten van de bedrijfsactiviteiten op de gezondheid van medewerkers met als doel de gezondheid van mens en organisatie te bevorderen. Gezondheidsmanagement gaat verder dan risicobeheersing en het voorkomen van verzuim en omvat ook preventief gebruik maken van beschikbare instrumenten en middelen. Door de veranderingen in de CAO is vitaliteit en duurzame inzetbaarheid een belangrijk thema dat vanaf 2009 gaat spelen in het kader van leeftijdsgebonden personeelsbeleid.
Toeslag voor medewerkers OK/IC De Raad van Bestuur heeft in 2009 de kraptetoeslag toegekend aan de gediplomeerde medewerkers die werken in moeilijke omstandigheden welke zich elders minder voordoen. De toeslag is gegeven, omdat de gediplomeerde medewerkers van de OK en IC op bijzondere wijze kans hebben gezien om de OK en IC draaiend te houden, temidden van de vele vacatures, personeel van detacheringbureaus en de talrijke leerlingen op de afdeling. Het ziekenhuis hoopt met deze bijdrage het werkklimaat op de OK en IC zodanig te verbeteren dat de vaste medewerkers behouden worden en dat extra vaste medewerkers aangetrokken kunnen worden, teneinde zo de zeer hoge kosten van detacheringen te verlagen. Prestaties St. Antonius Ziekenhuis Uitstroom (incl. oproepkr.) Instroom (incl. oproepkr.)
Aantal 752
FTE 439
893
573
St. Antonius Ziekenhuis Verzuim (exclusief zwangerschapsverlof) Verzuim totaal personeel in loondienst
4,06 %
St. Antonius Ziekenhuis Totaal personeel
Moeilijk vervul- bare vacatures per 31 december 55
Totaal aantal vacatures per 31 december 66
Korte toelichting op de cijfers: De uitstroom van personeel inclusief oproepkrachten is ten opzichte van het jaar 2008 in absolute zin licht toegenomen met 19. Procentueel is het verloop, afgezet tegen het totaal aantal medewerkers in dienst op 31 december, vrijwel gelijk gebleven. In 2008 was dit 15,31% en in 2009 was dit 15,32%. De instroom van personeel inclusief oproepkrachten is ten opzichte van het jaar 2008 in absolute zin toegenomen met 40. Procentueel is de instroom, afgezet tegen het totaal aantal medewerkers in dienst op 31 december, licht gestegen. In 2008 was dit 17,8 % en in 2009 was dit 18,2%.
Het ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof in 2009 is ten opzichte van 2008 vrijwel gelijk gebleven. In 2008 was het gemiddelde ziekteverzuimpercentage 4,0% en in 2009 was dit 4,06% Het aantal openstaande vacatures op 31 december 2009 is gedaald ten opzichte van het aantal openstaande vacatures op 31 december 2008 namelijk van 84 naar 66. Het aantal moeilijk vervulbare vacatures is echter vrijwel gelijk gebleven. In 2008 betrof dit 56 vacatures tegen 55 in 2009.
TOP-team St. Antonius Ziekenhuis Beleid De Raad van Bestuur heeft op 1 november 2009 het voorgenomen besluit genomen de TOP-teams van de locaties Nieuwegein en Utrecht te integreren. In de praktijk functioneerde het team al als één team. Het TOP-team is na de integratie een onderdeel van P&O Gezondheid.
Inspanningen In 2009 zijn er 6 incidenten bij het TOP-team gemeld. De leden van het TOP-team hebben 17 gesprekken gevoerd met een gezamenlijke tijdsduur van 12,65 uur. De incidenten betroffen traumatisch ervaringen op de werkvloer (overlijden, agressie, bejegening) en waren individuele en groepsgesprekken. De aard van de gesprekken betrof veelal uitleg over traumaverwerking en/ of een schokkende gebeurtenissen en/of ondersteuning door een ‘luisterend oor’. In 2009 is doorgegaan met het geven van klinische lessen aan afdelingen en poli’s van het Antonius, uitgebreid met afdelingen/ poli’s van de locaties in Utrecht. Structureel worden lessen verzorgd voor de opleiding voor verpleegkundigen en verzorgt het TOP-team jaarlijks enkele speakerscorners van de VAR. Het TOP-team vergadert 2-maandelijks met als doel intervisie en het bespreken van beleid. In maart heeft de jaarlijkse 1-daagse training plaatsgevonden. Op 31 december 2009 bestond het TOP-team Nieuwegein uit 10 leden. Het TOP-team wordt ondersteund door een secretaresse.
Prestaties Geen van de meldingen heeft werkverzuim tot gevolg gehad. De gesprekken leidden tot verwerking of verdere actie, ondernomen door de medewerker zelf. In twee gevallen werd doorverwezen naar een psycholoog. In één geval naar de Klachtencommissie voor medewerkers.
Klachtencommissie voor medewerkers Beleid In het verslagjaar 2009 werd nader gestalte gegeven aan de in 2008 na de fusie afgesproken werkwijze van de commissie. Steeds vaker probeerde de commissie te bemiddelen bij klachten van medewerkers en na meldingen van medewerkers dat zij overwogen een klacht in te dienen. De ervaring uit voorgaande jaren had geleerd dat dit tot een snel en succesvol resultaat kan leiden.
59
Inspanningen en Prestaties In 2009 kwamen bij de commissie 10 klachten/meldingen binnen, alle van algemene aard. • Bij één klacht werd de behandelingsprocedure gevolgd. De klacht werd gegrond verklaard en de Raad van Bestuur nam een besluit conform het advies van de commissie. • Twee klachten zijn door bemiddeling opgelost en hoefden daarom niet behandeld te worden. • In het geval van twee klachten bleken de klagers bij nader inzien de voorkeur te geven aan juridische stappen tegen het ziekenhuis waarvoor zij externe deskundigen inschakelden. • Drie meldingen betroffen problemen met de leidinggevende die nog niet door de melders met de hogere leidinggevende waren besproken. Volgens de geldende procedure werd gevraagd dit eerst te doen. Aan het einde van het verslagjaar was het resultaat hiervan nog niet bekend. • Bij één melding werd na advisering door de commissie -en vooral ondersteuning door de vertrouwenspersoon- het probleem in onderling overleg opgelost. • Eén melding werd bemiddeld en eindigde in een vertrekregeling tussen de melder en het ziekenhuis. • Negen van de zaken hadden betrekking op een conflict tussen een medewerker en diens leidinggevende(n); in drie daarvan werd ook P&O een verwijt gemaakt. • De tiende zaak was gericht tegen P&O. Er zijn 47 gesprekken gevoerd met de klachtencommissie met een gezamenlijke tijdsduur van 47,25 uur. Commissie en vertrouwenspersonen vergaderden twee keer om algemene aangelegenheden te bespreken. Aan de orde kwam onder meer de voorbereiding van een trainingsdag “manipuleren weren” die begin 2010 heeft plaatsgevonden. Daarnaast is ieder kwartaal een intervisiebijeenkomst gehouden waarbij de aanpak en voortgang van lopende klachten besproken werden. Door het vertrek van vertrouwenspersoon Jitty Wardekker medio 2009 ontstond een vacature die werd waargenomen door de andere vertrouwenspersoon Bert van der Weide. Begin 2010 is als nieuwe vertrouwenspersoon Juul Langejans benoemd. Door wisselingen in de commissie zal vacaturevervulling in 2010 nader aandacht krijgen.
4.9 Samenleving Beleid Het ziekenhuis heeft een belangrijke maatschappelijke positie in de eigen regio, maar ook ver daar buiten. Het ziekenhuis onderhoudt nauwe contacten met de Gemeente Nieuwegein, het provinciebestuur, de regionale en landelijke inspectiediensten, het provinciale patiënten-consumentenplatform, patiëntenverenigingen en vele andere instanties.
Inspanningen V&VN en het St. Antonius Ziekenhuis ontvangen Minister Klink Op 5 oktober 2009 heeft minister Klink samen met de Tweede Kamerleden Sabine Uitslag van het CDA en Anja Timmer van de PvdA een werkbezoek gebracht aan het St. Antonius Ziekenhuis. De minister en Kamerleden bezochten het St. Antonius Ziekenhuis om zich te laten informeren over kwaliteitszorg en patiëntveiligheid. Ook woonden ze de 20.000e inschrijving bij in het Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. De minister en de Kamerleden brachten ook een bezoek aan het Multidisciplinair Vasculair Interventiecentrum (M-VIC) van het St. Antonius. Hierbinnen werken diverse specialismen nauw met elkaar samen om de patiënt met vaatlijden de beste zorg te bieden. Daarnaast lieten zij zich informeren over projecten rondom patiëntveiligheid, medische innovatie en onderzoek in het St. Antonius Ziekenhuis. Zowel verpleegkundigen als medische specialisten vertelden op gedreven wijze hoe zij deze onderwerpen in de dagelijkse praktijk ervaren.
Bezoek van staatssecretaris Heemskerk Op 7 december 2009 bezocht staatssecretaris Heemskerk ons ziekenhuis. Hij is zeer geïnteresseerd in het werken met open standaarden in automatiserings- processen. Mede hierdoor kunnen kosten worden verlaagd, omdat organisaties minder afhankelijk kunnen worden van vooral Microsoft toepassingen.
Het ziekenhuis zorgt Het St. Antonius Ziekenhuis participeert in de landelijke campagne ‘Het Ziekenhuis Zorgt’ van de algemene Nederlandse ziekenhuizen. Dit is een meerjarige campagne die de positieve aspecten en ontwikkelingen in de ziekenhuiszorg onder de aandacht moet brengen. De doelen van de campagne worden zichtbaar gemaakt, zoals posters en ansichtkaarten en de nieuwe website www.hetziekenhuiszorgt.nl. De campagne wordt zowel in de ziekenhuizen als daarbuiten gevoerd. Er is gekozen voor een multimediale aanpak.
Eettafelproject Het ziekenhuis heeft het project Eettafelproject in 2009 overgedragen aan het vernieuwde restaurant in ‘t Huis aan de Vecht, een woonzorgcentrum voor ouderen in de wijk Overvecht. Het project waarbij 55-plussers uit de wijk Overvecht het Personeelsrestaurant bezochten om een hapje te eten, bestaat sinds 1996. Voor (alleenstaande) ouderen biedt het dagelijks een mooie gelegenheid om onder de mensen te komen en met buurtbewoners een
60
maaltijd te delen tegen een redelijke prijs. De vrijwilligers van het Eettafelproject van St Antonius Ziekenhuis, locatie Utrecht Overvecht, hebben van Burgemeester Wolfsen van Utrecht op 20 maart 2009 een Domtoren in Goud ontvangen. Zij ontvangen deze speciale blijk van waardering vanwege hun grote inzet. De Domtoren in Goud is een in 1998 door burgemeester en wethouders ingestelde blijk van waardering voor vrijwilligers die zich langdurig voor de stad en het vrijwilligerswerk hebben ingezet.
Samenwerking St. Antonius Ziekenhuis en Politie Utrecht Het convenant samenwerking tussen St. Antonius Ziekenhuis en Politie Utrecht is op 14 juli 2009 ondertekend door dr. H.C.M.
Haanen, lid van de Raad van Bestuur en H. Slijpen van de politie regio Utrecht.Het St. Antonius Ziekenhuis en de politie regio Utrecht hebben afspraken gemaakt over de werkwijze en de opvang van niet-wilsbekwame personen in crisissituaties. Hiermee sluit het St. Antonius Ziekenhuis aan op de reeds bestaande afspraken tussen de politie, Altrecht en Centrum Maliebaan. De partijen verbinden zich tot samenwerking bij • het voorkomen van crisissituaties bij patiënten; • het verbeteren van de opvang, behandeling en/of begeleiding bij crisissituaties; • het terugdringen van het aantal agressie incidenten; • het verbeteren van de opvang na een agressie incident.
Prestaties De volgende beleidsspeerpunten zijn (gedeeltelijk) gehaald in 2009: Speerpunt in beleidskader Doelstelling Actief bestuurlijk overleg Het opbouwen van de verdere relatie door middel van gesprekken op bestuurlijk niveau met de belangrijkste verzekeraars
Toelichting van beleidsinitiatieven Doelstelling is gehaald. De gesprekken op Raad van Bestuursniveau zijn gevoerd.
Actief accountteam Het accountteam brengt de huidige situatie in beeld en stelt een accountplan op richting de verzekeraars
Doelstelling is gehaald.
Voorkeursrelatie met AGIS Het ziekenhuis en AGIS leggen de afspraken vast.
Doelstelling is gehaald.
Versterking van samenwerking Uitbouw van samenwerking met Tiel met ziekenhuizen in de regio
Doelstelling is deels gehaald. De samenwerking met Tiel wordt intensief verkend
De samenwerking met Woerden is lopende.
Verkenning van mogelijkheden van uitbouw van samenwerking met Woerden.
Accountplan Het accountteam dient verder versterkt te worden. Het accountteam heeft een accountplan met speerpunten voorbereid. Het programma zichtbare zorg vraagt extra aandacht. Contactpersonen zijn hiervoor aangesteld
Zorgverzekeraar Agis heeft het St. Antonius Ziekenhuis geselecteerd als één van de ziekenhuizen die de beste resultaten leveren bij liesbreuk, heup en knie, borstkanker, incontinentie (bij de vrouw) en staar. Het St. Antonius Ziekenhuis blijft minimaal één jaar voorkeursziekenhuis voor deze behandelingen. Ook in 2009 werd het St. Antonius Ziekenhuis door Menzis en UVIT als voorkeursziekenhuis voor enkele specifieke ingrepen geselecteerd.
61
Activiteiten van de Commissie Orgaan-en Weefseldonatie en de donatiefunctionaris in 2009 Beleid en Inspanningen Reguliere activiteiten betroffen scholing, monitoring van en feedback op het handelen, en informatieverstrekking aan nabestaanden. Specifieke activiteiten betroffen: • continuering van het twee jaar durende multi-center onderzoek naar ervaringen van nabestaanden van overledenen van de intensive care met het donatiegesprek, • invoering van passage over donatie in de standaard ontslagbrief in het EPD, • ontwikkeling van applicatie voor screening potentiële donor in het EPD , • invoering raadplegen Donorregister door coördinerend IC-verpleegkundige , • opstarten van deelname LUMC-pilot met zelfstandig werkend uitnameteam, • invoering van tekst over donatie op het internet, • samenwerking ingezet met huisartsen in de voorlichting over donatie.
Prestaties De kwaliteit van zorg bij orgaandonatie nam toe door een 100 procent raadpleging van het Donorregister bij medisch geschikt geachte orgaandonoren. Dit is conform de Wet op de orgaandonatie, maar belangrijker nog, het doet het meest recht aan de wilsbeschikking van de overleden patiënt. Bovendien werd beduidend vaker dan in 2008 toestemming verkregen. Mogelijk is dit het gevolg van de grotere aandacht voor donatie op de intensive care door scholing en feedback aan betrokken artsen. Ook bij potentiële weefseldonoren verbeterde de zorg door een toegenomen percentage raadplegingen van het Donorregister. Orgaandonatie Overledenen Intensive Care Potentieel (=medisch geschikt als orgaandonor) Herkenning potentieel Toestemmingstraject • Arts heeft donatie niet besproken/geen donatievraag gesteld • Donatievraag gesteld zonder raadpleging Donorregister waarna weigering nabestaanden • Raadpleging Donorregister • Bezwaar in Donorregister • Totaal verkregen toestemming voor donatie - Toestemming van nabestaanden bij patiënten met ‘toestemming’ in het Donorregister - Toestemming van nabestaanden als hen toestemming werd gevraagd Orgaandonaties Weefseldonatie Overledenen totaal Potentieel (% van aantal overledenen) Herkenning potentieel (% van potentieel) Raadpleging Donorregister bij door de arts geschikt geachte weefseldonoren (%) Toestemming aan nabestaanden gevraagd Toestemming door nabestaanden gegeven (%) Weefseldonaties (% van potentieel)
2008 293 19 19
2009 259 15 15
2 3 14 3 2 1 van 1 1 van de 13 2
0 0 15 1 10 3 van 3 7 van 11 7
2008 922 236 (26%) 192 (81%) 140 (73%) 163 48 (30%) 37 (16%)
2009 918 251 (27%) 198 (79%) 167 (79%) 178 56 (32%) 44 (18%)
62
Commissie Signalering Kindermishandeling Beleid Op 26 mei 2009 heeft de Raad van Bestuur het besluit genomen één commissie Signalering Kindermishandeling te benoemen. Doelstelling van dit beleid is om kindermishandeling zo vroegtijdig mogelijk te signaleren. De commissie is in 2009 5 keer bij elkaar geweest voor vorming van beleid, het opzetten van scholing en het initiëren van casuïstiekbesprekingen.
Inspanningen In 2009 is gewerkt aan een structurele, efficiënte en, voor alle locaties, uniforme registratie met koppeling aan het electronisch patiënten dossier. Op beide spoedeidende hulplokaties heeft de implementatie van dit registratieprogramma inmiddels plaatsgevonden. Op andere afdelingen en poliklinieken waar kinderen worden gezien of behandeld gaat dit in 2010 gebeuren.
hebben besteed aan het eerste schooljaar, en daarna geen kans meer zien het vervolg van de opleiding - deze duurt vier jaar - ook nog voor hun rekening te nemen. Antonius WATOTO is in 1981 opgericht door medewerkers van het St. Antonius Ziekenhuis, naar aanleiding van ervaringen van Marijke Vroege, IC-verpleegkundige, die als vrijwilliger naar Kenia was vertrokken. De activiteiten van Antonius WATOTO (de letterlijke betekenis: “kinderen”) worden in Kenia begeleid en gecontroleerd door de echtgenoot van Marijke, Ephraim Gathaiya, vanuit hun woonplaats Nairobi. Ephraim Gathaiya was leraar, werkte later als secretaris-generaal van het Rode Kruis in Kenia en is thans voorzitter van een non-gouvernementele organisatie die zich inzet voor ouderen in Kenia. Hij selecteert de kinderen, bezoekt regelmatig de scholen en houdt contact met de kinderen en hun (groot-)ouders. Hij rapporteert hierover zeer regelmatig aan het bestuur van Antonius WATOTO, per brief en via e-mail.
Prestaties Met de Antonius Academie zijn afspraken gemaakt over de scholing van het ziekenhuispersoneel (invoering 2010). Verder is er gestart met de scholing van specialisten in de vorm van een refereeravond voor Gynaecologen, georganiseerd in een coproductie met het Diakonessenhuis. De commissie heeft voorbereidingen getroffen om het regionale protocol ‘Oudermeldingen op de SEH’ medio 2010 van kracht te laten worden. De commissie heeft samenwerking gezocht met Centrum Maliebaan, een instelling voor verslavingspsychiatrie in de provincie Utrecht, om de behandeling van jongeren die zich op de SEH presenteren na letsel voortkomend uit alcoholmisbruik, te verbeteren. Het beleid dat gericht is op het voorkomen van hersenschade in de vorm van voorlichting en/of gesprekken na de behandeling met kind en ouders is in ontwikkeling genomen. Verder is er samenwerking gezocht met het management van de Huisartsenpost (HAP) om de signaleringprotocollen, waar nodig, op elkaar te laten aansluiten. Op de kinderafdeling en kinderpoli’s is onder leiding van 2 commissieleden het verbeterproject ‘Zorg om kindermishandeling’ gestart. In 2009 is een Intranetsite opgezet.
Maatschappelijk ondernemen Het St. Antonius Ziekenhuis ondersteunt de volgende doelen:
Antonius WATOTO: Financiële ondersteuning onderwijs armste kinderen in Kenia Beleid Goed en toegankelijk onderwijs is een eerste vereiste om een land en zijn bewoners tot verdere ontwikkeling te brengen. De stichting Antonius WATOTO heeft zich daarom ten doel gesteld om in Kenia de kinderen uit de armste gezinnen financieel te ondersteunen bij het volgen van voortgezet onderwijs (secondary school).
Inspanningen Dit onderwijs wordt nog steeds onvoldoende door de overheid gefinancierd, in tegenstelling tot het basisonderwijs. Het gaat hierbij om kinderen van wie de ouders vaak hun geringe bezit al
Antonius WATOTO ontvangt jaarlijks ongeveer 10.000 Euro aan giften voor het schoolgeld van de 30 kinderen. De collectegelden van het ziekenhuis zijn hierbij een belangrijke bron van inkomsten. Daarnaast tracht de stichting extra gelden te werven voor projecten binnen de scholen, zoals nieuwbouw van klaslokalen, inrichting en inventaris. Ephraim Gathaiya doet namens de scholen voorstellen voor dergelijke projecten en de stichting Antonius WATOTO probeert zoveel mogelijk wensen te honoreren, afhankelijk uiteraard van de opbrengst van de acties onder de donateurs. Hij begeleidt ook bouwprojecten, die zoveel mogelijk door ouders van de kinderen zelf worden uitgevoerd. De laatste jaren is aan dergelijke projecten steeds door Antonius WATOTO, enige duizenden euro’s per jaar besteed.
Prestaties Antonius WATOTO ondersteunt ieder jaar ongeveer 30 kinderen bij het volgen van hun opleiding. In de loop van de afgelopen 25 jaren heeft de stichting in totaal 168 kinderen in staat gesteld hun vervolgopleiding te voltooien. Sommige kinderen zijn daarna gaan studeren, anderen zijn aan het werk gegaan. Ook bij deze vervolgopleidingen heeft Antonius WATOTO ondersteuning geboden. De stichting Antonius WATOTO hoopt op deze wijze nog veel Keniaanse kinderen in staat te kunnen stellen een goede opleiding te volgen om zó hun kansen, die van hun familie en hun gemeenschap aanzienlijk te verbeteren.
Twee zusterziekenhuizen van het St. Antonius Ziekenhuis: Rundu State Hospital in Namibië en het Sengerema Hospital in Tanzania. Beleid Mede vanuit de support van het St. Antonius Ziekenhuis zijn de ziekenhuizen uitgegroeid van een missieziekenhuis tot een district hospital, dat een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van zorg en voor de ontwikkeling van het onderwijs.
63
Inspanningen Jaarlijks doneert de Raad van Bestuur een bedrag van 14.621.913 euro aan het Sengerema Hospital in Tanzania. Ook het Rundu State Hospital heeft in 2009 25.000 euro (inkomsten als gevolg van verkoop van een kalender) ontvangen. Bezoek delegatie uit Rundu aan ons ziekenhuis in Nieuwegein Op vrijdag 3 juli 2009 heeft het St. Antonius Ziekenhuis een delegatie ontvangen van de burgemeester en wethouders uit Rundu. Hierbij is dieper ingegaan op wat de ziekenhuizen voor elkaar kunnen betekenen in relatie tot onder andere de HIV/Aids problematiek en de hoge kindersterfte in Rundu. Vervolgens is
de delegatie rondgeleid en heeft zij een bezoek gebracht aan het Medisch Microbiologisch Lab, de Kinderafdeling en AlNatal.
Prestaties Het Sengerema Hospital in Tanzania heeft dit geld in 2009 besteed aan de opleiding en bijscholing van gespecialiseerde verpleegkundigen middels een studiefonds. Ook het Rundu State Hospital in Nambie heeft het geld besteed aan de gespecialiseerde verpleegkundigen, met name in de peri-natale zorg en zorg aan kinderen.
De volgende beleidsspeerpunten zijn (gedeeltelijk) gehaald in 2009: Speerpunt in beleidskader Verbeterde servicegerichtheid
Doelstelling 100% Loyale Patiënten, met een patiënttevredenheid van 4,3 of hoger (op een schaal van 1-5)
Toelichting van beleidsinitiatieven Doelstelling is deels gehaald. Met name informatievoorziening en nazorg scoren significant lager zowel in Nieuwegein als Utrecht.
Verder uitbouwen van relaties met patiëntorganisaties
Een werkend cliëntenberaad per 1 januari 2009
Doelstelling is gehaald. Een cliëntenberaad is opgericht.
Afsluiting en uitvoering van het convenant met NPCF
Doelstelling is gehaald.
Relationeel: “kennen en gekend” Versterking van MCC’s worden door huisartsen en ziekenhuis· Uitbouw van afdeling huisartsenzorg
Doelstelling is deels gehaald.
Inhoudelijk: het verlenen van geïntegreerde zorg en verder- gaande samenwerking
Doelstelling is deels gehaald. Er zijn diverse gezamenlijke werkafspraken gemaakt per specialismen.
Uitbouw van medische geïntegreerde zorg voor met name chronische patiënten
Ondersteunend: mn op het terrein Voortgang van WDHproject van de ICT ondersteuning Invoering van Zorgdomein 100% gebruik van Edifact Hogere telefonische bereikbaarheid (85%)
Diverse gesprekken hebben plaatsgevonden. Momenteel wordt gezamenlijk geïnvesteerd om het concept Magneet ziekenhuizen van de VS naar Nederland over te brengen.
Er zijn diverse contact avonden geweest waarin medische zorg centraal stond. Er is een regionale werkgroep osteoporose gestart. Er heeft bed side teaching plaatsgevonden. Er zijn diverse gezamenlijke werkafspraken gemaakt per specialismen. Er is een mini symposium plaatsgevonden op het terrein van de urologie.
Doelstelling is deels gehaald. Project loopt met vertraagde planning. Doelstelling is gehaald. Zorgdomein is in maart 2010 ingevoerd. Doelstelling is deels gehaald. De rapportage via Edifact heeft veel aandacht gekregen in 2009 in de MCC’s. De doelstelling is gehaald. De telefonische bereikbaarheid is 84% bereikbaarheid ziekenhuisbreed, waarvan 36% binnen 20 seconden. .
64
Bruiloft in het ziekenhuis
Medische vervolgopleidingen In 2009 is een erkenning ontvangen voor de opleiding tot KNOarts. In 2009 zijn er 22 medisch specialismen van het St. Antonius Ziekenhuis in bezit van een opleidingserkenning door MSRC en 10 door wetenschappelijke verenigingen.
Initiële opleiding geneeskunde Het aantal jaarplaatsen bedroeg in 2009 52, die door 8 maatschappen worden verzorgd. In totaal hebben 520 medische studenten hun co-schap in het St. Antonius gevolgd. In 2009 zijn de co-assistentschappen door het UMC Utrecht met een positief resultaat gevisiteerd.
Co-assistentenonderwijs
Tim Pessel en Diana Loos zijn vrijdag 6 november 2009 in het huwelijk getreden. Verloskunde AlNatal, gevestigd in het St. Antonius Ziekenhuis, heeft dit samen met het ziekenhuis mogelijk gemaakt. De bruid is 30 weken zwanger en verwacht een tweeling. Vader en moeder hebben extra begeleiding nodig tijdens deze zwangerschap, waardoor Diana Loos in het ziekenhuis in Nieuwegein moet blijven. De bruiloft was al op deze dag (6 november) gepland, maar moest bijna worden afgeblazen. Gelukkig kon het huwelijk door een gemeenteambtenaar worden voltrokken in het ziekenhuis, in aanwezigheid van familie en genodigden. Met veel plezier hebben het AlNatal-team en een aantal ziekenhuis- medewerkers dit voor het bruidspaar zo bijzondere moment georganiseerd.
Opleidingen Het St. Antonius Ziekenhuis is één van de oudste niet-academische opleidingsklinieken in Nederland. Het ziekenhuis verzorgt opleidingen voor medisch specialisten, verpleegkundigen, laboranten en paramedici. Het St. Antonius Ziekenhuis maakt als Teaching Hospital deel uit van de STZ (Samenwerkende Topklinische Opleidingsziekenhuizen). Binnen het STZ neemt het St. Antonius Ziekenhuis een vooraanstaande plaats in als grootste opleidingsziekenhuis betreffende het aantal erkende medische en verpleegkundige opleidingen en artsen in opleiding tot specialist. De medische, verpleegkundige, paramedische en bedrijfsopleidingen worden georganiseerd en gefaciliteerd door de Antonius Academie, het leerhuis van het St. Antonius Ziekenhuis. Hiermee levert de Antonius Academie een bijdrage in de continue ontwikkeling van het St. Antonius Ziekenhuis als topklinisch opleidingsziekenhuis.
In het St. Antonius Ziekenhuis verzorgen vrijwel alle specialismen opleiding voor co-assistenten. Zij kunnen in het eerste jaar via Studentencoördinatie geplaatst worden voor een verpleegkundige stage. In het derde, vierde en vijfde jaar van de opleiding kunnen zij de benodigde co-schappen voor hun opleiding tot basisarts in het St. Antonius Ziekenhuis volgen bij de maatschappen.
Medisch specialistische vervolgopleidingen: kwalitatief In 2009 is gestart met de voorbereidingen van de implementatie van de gemoderniseerde opleidingsplannen, die door het Centraal College Medische Specialismen (CCMS) zijn vastgesteld. Er is een visiedocument geschreven dat voor de afdeling medische vervolgopleidingen zal dienen als basis voor het meerjaren beleidsplan.
65
Proefvisitaties Verder is een plan opgesteld voor het organiseren van proefvisitaties. De nieuwe opleidingseisen van het CCMS benadrukken het belang van een tijdige en goede voorbereiding op de MSRCvisitaties. Daarom zal de afdeling Medische Opleidingen van de Antonius Academie samen met de COC proefvisitaties organiseren. Deze proefvisitaties hebben tot doel dat de leden van de opleidingsgroep zich scherper bewust worden van (onvermoede) aspecten die bij een visitatie een rol spelen en zich realiseren welke informatie er ontbreekt om de opleiding tijdens de visitatie goed aan de visitatiecommissie te kunnen presenteren. De eerste proefvisitatie zal begin 2010 plaatsvinden.
Meting onderwijsklimaat medische vervolgopleidingen Eind 2008 is de D-RECT vragenlijst uitgezet onder de aios in het St. Antonius Ziekenhuis. De gegevens zijn in 2009 geanalyseerd en gepresenteerd in de COC-vergadering. De conclusie op hoofdlijnen is dat de D-RECT een betrouwbare methode is om het door aios ervaren opleidingsklimaat in kaart te brengen. De aios zijn positief over het opleidingsklimaat, maar er zijn natuurlijk wel verbeterpunten. Zo kwam naar voren dat aios op vertrouwelijke basis van gedachten willen wisselen over hun opleiding. Naar aanleiding hiervan zijn twee vertrouwenspersonen aangesteld. In 2009 is in de OOR Utrecht gestart met het Kwaliteitszorgsysteem medische vervolgopleidingen OOR Utrecht. Het project met de naam dOORkijk heeft als doel om te komen tot continue verbetering en vernieuwing van de medische vervolgopleidingen. Bij de opleiding tot medisch microbioloog is in 2009 de 0-meting verricht. Bij interne geneeskunde, heelkunde en longgeneeskunde zijn in 2009 de eerste voorbereidingen gestart. Bij deze opleidingen zullen de 0-metingen in 2010 plaatsvinden.
Teach the Teacher cursus In 2009 hebben 20 opleiders en plaatsvervangend opleiders een Teach the Teacher cursus gevolgd. De Teach the Teacher cursus, module I is gevolgd door 6 opleiders. Module II is in totaal gevolgd door 2 opleiders. 4 Opleiders namen in 2009 deel aan Module III. De basismodule, die open is gesteld voor overige leden van de opleidersgroep, is in totaal door 8 personen gevolgd.
Visitaties In 2009 zijn de volgende medische vervolgopleidingen gevisiteerd: • Cardiologie • Neurologie en Klinische Neurofysiologie • Plastische Chirurgie • Psychiatrie Deze visitaties hebben geleid tot hernieuwde erkenningen. De rapportages van de visitatiecommissies, en voor zover relevant de verbeterplannen, zijn door de betreffende opleiders in de COC gepresenteerd. Aan de opleidingen Anesthesiologie, Heelkunde en Urologie is uitbreiding van de erkenning verleend voor locatie Utrecht.
Het totaal aantal assistenten in opleiding tot specialist (inclusief de zgn. ‘béta beroepen, SEH-artsen en GZ-psycholoog) in 2009 bedroeg 144,36 fte. In de tabel wordt het percentage fte per specialisme weergegeven. 2008 Specialisme gem. FTE/ mnd Anesthesiologie 17,42 Cardiologie 18,20 cardio-thoracale chirurgie 4,00 Gynaecologie 2,77 Heelkunde 7,25 Heelkunde VO CTC Heelkunde VO orthopedie 2,08 Heelkunde VO urologie 1,00 interne geneeskunde 10,30 interne geneeskunde VO cardiologie 7,75 interne geneeskunde VO klinische geriatrie 1,00 interne geneeskunde VO longgeneeskunde 0,83 interne geneeskunde VO MDL 1,58 interne geneeskunde VO Nucleaire gen. 0,92 kindergeneeskunde 3,53 klinische chemie 1,58 klinische farmacie 3,25 klinische fysica 0,33 KNO Longziekten 8,28 MDL 4,28 medische microbiologie 3,15 Neurologie 2,33 klinische neurofysiologie 1,54 nucleaire geneeskunde 2,91 Orthopedie 3,05 Pathologie 1,75 PB&R 1,00 Plastische chirurgie 1,25 GZ-psychologie 1,78 Psychiatrie 4,33 Radiologie 9,52 Spoedeisende geneeskunde 6,20 Urologie 3,00 TOTAAL 138,16
2009 gem. FTE/mnd 17,28 19,68 4,33 2,46 5,00 0,50 3,58 10,05 7,72 1,00 2,58 2,50 1,25 3,45 1,00 3,75 1,00 9,40 4,63 3,33 2,25 2,70 1,57 4,87 2,50 0,97 2,25 1,78 2,54 9,55 6,39 2,50 144,36
Discipline overstijgend onderwijs (DOO) In 2009 zijn er 5 sessies discipline overstijgend onderwijs (DOO) georganiseerd door de afdeling Medische Opleidingen. Dit onderwijs is bestemd voor arts-assistenten, co-assistenten en andere geïnteresseerden, zoals de research nurses en nurse practitioners).
66
De onderwerpen waren divers: • Beeldvorming (verzorgd door nucleaire geneeskunde) • Multivariate analyse (verzorgd door methodoloog) • Infectiepreventie (verzorgd door MMI) • Melden moet (verzorgd door Klinische Farmacie en LAREB) • Surviving sepsis (verzorgd door Sepsis Interventie Team en intensivisten)
Centrale Opleidingscommissie De opleiders en plaatsvervangend opleiders in het St. Antonius Ziekenhuis zijn lid van de Centrale Opleidingscommissie (COC). De COC is verantwoordelijk voor het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de medische opleidingen en het opleidingsklimaat. De commissie is in 2009 vier maal bijeengekomen voor een vergadering. Tijdens deze vergaderingen hebben twee gastsprekers een presentatie verzorgd: • prof. dr. E.W.M.T. ter Braak, hoogleraar medisch onderwijs in het UMC Utrecht, over het regionale kwaliteitszorgsysteem en de voorzitter van het CCMS, • prof. dr. R.J. Stolker, voorzitter CCMS, over de vernieuwde opleidingsplannen en de veranderende rol van de COC daarbij. Vanaf 2009 worden de rapportages van de visitatiecommissies in de COC besproken. De afdeling Medische Opleidingen ondersteunt en adviseert de COC. Vanaf het najaar 2009 vindt de coördinatie tussen de Centrale Opleidingscommisie en de afdeling Medische Opleidingen plaats in de Commissie Medische Opleidingen. Deze commissie is in 2009 twee keer bij elkaar geweest.
OOR Utrecht De Onderwijs- & Opleidings Regio Utrecht speelt een belangrijke rol bij de verdeling van capaciteit en regionale afspraken op het gebied van kwaliteit en strategie. In 2009 hebben vier bestuurlijke vergaderingen plaatsgevonden, waar besluiten zijn genomen over de verdeling van instroom nieuwe aios, detacheringovereenkomsten, bestuurlijk reglement en het project regionale kwaliteitszorg. De bestuurvergaderingen zijn voorbereid in een overleg van leerhuismanagers en hoofden opleiding.
Verpleegkundige opleidingen de St. Antonius Academie De Academie verzorgt verpleegkundige (vervolgopleidingen) en bedrijfsopleidingen voor ongeveer 2500 professionals per jaar. Vele vervolgopleidingen en trainingen worden voor verpleegkundigen uit andere ziekenhuizen verzorgd. Naast opleiding en training leidt of ondersteunt de Academie projecten zoals BE-learning en patiëntveiligheid. Ook Loopbaanontwikkeling en Coaching maakt deel uit van de Academie. De Academie verzorgt een volledig, door de beroepsvereniging V&VN, geaccrediteerd aanbod van scholingactiviteiten. In 2009 het digitaal leerportaal verder ontwikkeld. Alle verpleegkundigen, verzorgenden en doktersassistenten van het ziekenhuis
hebben toegang gekregen tot het E-abonnement Zorg. Via dit abonnement hebben zij toegang tot ongeveer 25 e-learningprogramma’s zoals Verpleegkundig Rekenen en Basic Life Support. Medewerkers van het St. Antonius Ziekenhuis kunnen een e-abonnement afsluiten en krijgen hiermee toegang tot actuele e-learning programma’s. Sinds 2007 heeft de Academie het bestuur en de directie van de Stichting Specifieke Scholing voor Verpleegkundigen (SSSV) gevoerd. Vanaf die tijd zijn het onderwijs en de bedrijfsvoering succesvol gereorganiseerd. Dit heeft er toe geleid dat op 30 oktober 2009 de SSSV en de stichting St. Antonius Ziekenhuis zijn gefuseerd. De Antonius Academie heeft door deze fusie het aantal verpleegkundigen vervolgopleidingen uitgebreid met tien beschouwende vakken. In 2009 is de Antonius Academie opnieuw een ESF subsidie toegekend met een maximale omvang van €400.000,- over het schooljaar 2009-2010. De verwachting is dat deze subsidie tot 2013 jaarlijks toegekend zal worden aan de Academie. Op 20 november 2009 hebben Wendy Stouten, vasculair verpleegkundige E3 en Eelkje Wolf, nurse practitioner Cardiologie een abstract award gewonnen tijdens het CarvasZ congres in Rotterdam. Om voor de award in aanmerking te komen is een poster ingediend en een presentatie gegeven over de verpleegkundige hartinfarctpoli. Met deze poli is het verpleegkundig voorlichtingstraject verschoven van klinisch naar ambulant.Van de tien inzendingen vond de commissie de verpleegkundige hartinfarctpoli het meest innovatief. Elke jaar strijden verpleegkundigen tijdens het CarvasZ congres in Rotterdam om deze award. Het is georganiseerd door de NVHVV(Nederlandse Vereniging voor Hart en Vaat Verpleegkundigen). De NVHVV wil met deze award verpleegkundigen aanmoedigen vernieuwende projecten en verpleegkundig (wetenschappelijk) onderzoek te delen met collega’s. Aan de award zit verbonden een certificaat, promotie in vakblad de Cordiaal en een geldbedrag van 150 euro. Medisch nucleair werker Ingrid Strijbosch heeft tot haar grote vreugde de Medisystem Award 2009 gewonnen. Zij kreeg deze tweede prijs begin oktober voor een zogenaamde posterpresentatie over de invloed van een koolhydraatarm dieet op de opname door het lichaam van de radioactieve stof 18F-FDG. De stof wordt gebruikt om ontstekingen op te sporen. De presentatie werd gegeven tijdens het congres van de European Association for Nucleair Medicine in Barcelona. Het onderzoek is onder begeleiding van nucleair geneeskundigen Ruth Keijsers en Jules Lavalaye uitgevoerd in ons ziekenhuis.
67
Innovatie en Onderzoek Beleid In de positionering van het ziekenhuis speelt het wetenschappelijk karakter een belangrijke rol. Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek draagt sterk bij aan een positieve beoordeling door het publiek en onder collega’s. De interactie tussen wetenschappelijke ontwikkelingen innovaties in het ziekenhuis is groot. Door het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek is het kennisniveau van de ontwikkelingen binnen de vakgebieden groot. Hierdoor wordt de basis gelegd voor innovaties in het primaire proces. De vraag die zich voordoet is hoe het wetenschapsklimaat verder verbeterd kan worden en op welke manier de positie verstrekt kan worden. De uit onderzoek voortkomende resultaten zullen van invloed moeten zijn op de verdeling van de budgetten voor innovatie en geneeskundige ontwikkeling waarbij mogelijk meerjarige toezeggingen kunnen bijdragen aan innovaties die nieuw onderzoek kunnen genereren.
Inspanningen Introductie van de Mitralis clip Het St. Antonius Ziekenhuis behandelde in 2009 als eerste in Nederland hartpatiënten met speciaal ontwikkelde clip. Het St. Antonius Ziekenhuis biedt patiënten met een ernstige lekkage van de hartklep (mitralisinsufficiëntie) een nieuwe behandelmethode, die gebruik maakt van een speciaal ontwikkelde clip, de MitralisClip. Hartpatiënten die niet kunnen worden behandeld door middel van een hartoperatie kunnen hiermee toch worden geholpen. Het St. Antonius Ziekenhuis is het zesde ziekenhuis in Europa dat deze nieuwe techniek toepast. Wereldwijd is de ingreep meer dan 400 keer uitgevoerd, waarbij de clip in 96 procent van de gevallen succesvol werd geplaatst. Bij patiënten met een lekke hartklep sluit de mitralisklep niet meer goed waardoor (een deel van het ) bloed terugstroomt in het hart. Het bloed (en daarmee zuurstof) wordt hierdoor minder goed door het lichaam gepompt. Het gevolg is dat de patiënt kampt met klachten als kortademigheid en vermoeidheid. Van de Nederlandse bevolking lijdt 1 à 2 procent van de mensen tussen de 26 en 84 jaar aan hartklepfalen, waarbij meestal sprake is van lekkende hartkleppen.Het St. Antonius Ziekenhuis heeft de afgelopen week de eerste twee patiënten met succes behandeld. Cardioloog Jan van der Heyden: “De clip wordt met behulp van een catheter via de liesader onder echocardiografische begeleiding ingebracht en geplaatst. Dit betekent dat wij de hartfunctie door middel van bewegende beelden nauwgezet kunnen volgen, de lekkage kunnen beoordelen en direct zien of de MitralisClip op de juiste plek zit. De clip werkt als een soort veertje dat zorgt dat de hartklep zich goed sluit en opent waardoor het bloed optimaal naar de linker hartkamer stroomt.” De ingreep duurt in totaal ongeveer 3 à 4 uur en de patiënt kan na gemiddeld drie dagen naar huis. Een grote hartoperatie om de hartklep te vervangen of te repareren is door de MitralisClip niet meer noodzakelijk. Voor mensen met een zeer slechte long- of nierfunctie die niet meer kunnen worden geopereerd, biedt deze
ingreep een uitkomst. Tot nog toe kregen deze patiënten meestal medicijnen voorgeschreven, maar die werken vaak niet afdoende. De nieuwe techniek resulteert in een betere prognose en levensverwachting. Eerste onderhuids implantatie van ICD succesvol Onder leiding van dr. Boersma heeft op 14 oktober 2009 om 10.00 uur een onderhuidse implantatie plaatsgevonden van een geheel nieuwe ICD. De 68-jarige patiënt heeft de hele operatie opgewekt doorstaan en was tijdens de operatie voortdurend in gesprek met de arts over wat er op dat moment gebeurde.Samen met het Verenigd Koninkrijk heeft Nederland de primeur van deze ‘2.0 versie van een ICD’. ICD staat voor Implanteerbare Cardioverter-defibrillator. Dit is een geïmplanteerd reanimatiekastje dat een sterke elektrische schok aan het hart kan geven in het geval van een levensbedreigende hartritmestoornis. De patiënt krijgt de schok, anders dan bij een defibrillatie van buiten, nu van binnenuit toegediend. Dr. Lucas Boersma (St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht) heeft samen met Prof. Jordaens (Erasmus MC Rotterdam), Prof. Wilde (AMCU Amsterdam), en Prof. Van Gelder (UMCG Groningen) meegewerkt aan de ontwikkeling van dit volledig onderhuidse ICD systeem. Het nieuws is goed opgepikt door verschillende media. Onder andere het Leidsch Dagblad, Noord Hollands Dagblad, Haarlems Dagblad berichtten erover nog voordat de implantatie plaats had gevonden. Percutane Hartklepinterventies In december 2009 heeft het St. Antonius Ziekenhuis op grond van de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het uitvoeren van percutane hartklepinterventies. Het Ministerie heeft laten weten hiervoor 5 instellingen een vergunning te verlenen. In het betreffende planningsbesluit is verder opgenomen dat de dotter- en ICD-verrichtingen vergunningsplichtig blijven en niet al te zeer meer worden uitgebreid. De Inspectie is opgedragen de kwaliteit nauwlettend in de gaten te houden (planningsbesluit is bijgevoegd). Start commissie geneeskundige innovatie In 2009 is het Fonds geneeskundige Ontwikkeling en het Innovatiefonds gebundeld tot één fonds, het fonds geneeskundige innovatie. In april van dit jaar heeft de Raad van Bestuur, met een positief advies van het Stafbestuur, hiertoe een besluit opgesteld waarbij de belangrijkste uitgangspunten waren: • verdeling gelden 80% speerpunten, 20% overigen; • innovatie-initiatieven kunnen voor maximaal 3 jaar gefinancierd worden. Er is een nieuwe reglement opgesteld waarin o.a. de samenstelling, de selectiecriteria, de besluitvorming, de werkwijze en de speerpunten van de nieuwe commissie zijn benoemd. Er zijn in 2009 drie projecten toegewezen, waarbij voor het project Biobank voor een 3-tal jaren gelden uit het innovatiefonds zijn toegewezen.
68
Prestaties St. Antonius doet mee in de wereldtop Uit onderzoek van Medisch Contact blijkt dat het St. Antonius Ziekenhuis mee doet aan de wereldtop. Het vakblad presenteert ieder jaar een overzicht van de meest geciteerde klinisch wetenschappelijke studies met Nederlandse inbreng. Daarin maakt zij onderscheid tussen de Top Tien 2007, Hollands Glorie 2007 en de top vijf van Hot Papers 2008. Het St. Antonius scoort de eerste plaats in de Top Tien met haar onderzoek naar stents “Sirolimusgecoate vs. ongecoate stents”. Met de publicatie “Probiotica profylaxe bij acute pancreatitis” staat het ziekenhuis derde in de Hot Papers. Ook bij de Hollands Glorie doet St. Antonius het goed met een vierde plek met de publicatie “Sequentiële vs. gecombineerde chemo bij darmkanker”. Veel meer dan andere ziekenhuizen kan het St. Antonius Ziekenhuis beschikken over een medische staf die voor een groot deel is gepromoveerd. Dit is vooral het geval voor de disciplines: • Cardiopulmonale Chirurgie; • Cardiologie; • Longziekten; • Inwendige Ziekten (inclusief Maag-Darm-Leverziekten); • Algemene Chirurgie; • Gynaecologie; • Dermatologie; • Klinische Chemie; • Medische Microbiologie; • Nucleaire Geneeskunde; • Pathologie; • Klinische Fysica; • Anesthesiologie; • Neurologie; • Plastische Chirurgie; • Radiologie. In de genoemde vakgebieden is in alle gevallen sprake van een medisch-specialistische opleiding; in zes vakgebieden gaat het daarbij om een eigen zelfstandige opleiding met een beperkte inbreng vanuit een academisch ziekenhuis. De grote maatschappen hebben eigen R&D-afdelingen, met eigen ‘research nurse’ en andere medewerkers. Hiervan is die van de Cardiologie het grootst. Ook sterke afdelingen als Klinische Chemie, Pathologie, Medische Microbiologie, Klinische Farmacie, Nucleaire Geneeskunde, Radiologie en Klinische Fysica zijn hierbij essentieel. Het St. Antonius Ziekenhuis kan tevens beschikken over een eigen Toetsingscommissie Medische Ethiek (TME) en voert de regie over een gezamenlijke Commissie Mensgebonden Onderzoek (VCMO), welke het onderzoek beoordeelt van het St. Antonius Ziekenhuis, het Diakonessenhuis te Utrecht, het Meander Medisch Centrum te Amersfoort en binnenkort het OLVG te Amsterdam.
Er zijn maar enkele ziekenhuizen buiten de academische ziekenhuizen, die een zodanig aantal onderzoeken doen dat zij voldoen aan de eisen van de Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek. De wetenschappelijke poot bureau Onderwijs & Wetenschap staat onder leiding van dr. F. Schramel, longarts.
Verenigde Commissies Mensgebonden Onderzoek (VCMO) In 2009 zijn 39 nieuwe onderzoeksaanvragen ingediend in verhouding tot 38 aanvragen in 2008. Er zijn in 2009 nog 10 aanvragen afgehandeld die in 2008 zijn aangeboden.
Lokale commissie Toetsing Medische Experimenten (LTME) In 2009 zijn bij de commissie 75 WMO protocollen ingediend met een verzoek voor een advies over de lokale uitvoerbaarheid. Daarnaast zijn er 15 adviesaanvragen uit 2007 en 2008 afgehandeld. Van 28 WMO protocollen kon in 2009 nog geen advies worden afgegeven en deze worden in 2010 verder afgehandeld. Daarnaast zijn er 37 studies aangeboden die niet onder de werking van de WMO vallen. In 2009 zijn door de LTME geen negatieve adviezen gegeven.
Vrijwilligers Beleid De maatschappelijke waardering komt mede tot uitdrukking in het werk dat vele vrijwilligers met liefde in het St. Antonius Ziekenhuis verrichten In totaal zijn er binnen het ziekenhuis ± 500 vrijwilligers actief, waarvan 340 in locatie Nieuwegein en 160 in de locaties Utrecht Oudenrijn en Utrecht Overvecht.
Inspanningen en prestaties Het gaat hierbij om vrijwilligers van o.a. de patiëntenvervoersdienst, de Dienst Geestelijke Verzorging, de Unie voor Vrijwilligers (UVV), de Radio Amateurs Netwerk Organisatie (RANO). Met elkaar vormen vrijwilligers een onmisbare schakel in de keten van de dienstverlening. De werkzaamheden die de vrijwilligers verrichten zijn een zeer welkome aanvulling op het werk van de beroepskrachten. De vrijwilligers van de Patiëntenvervoersdienst zorgen er bijvoorbeeld voor dat patiënten van verpleegafdeling naar de operatieafdeling of onderzoeksafdeling worden vervoerd. Daarnaast is een aantal vrijwilligers als gastvrouw werkzaam op diverse (verpleeg)afdelingen. Vrijwilligers van de Dienst Geestelijke verzorging worden ingeschakeld voor het ronddelen van de weekbrief en het vervoer van patiënten rond de zondagse kerkdiensten en vieringen. Voor patiënten in het ziekenhuis verzorgt de RANO de radioprogramma’s. Tot slot de vrijwilligers van de Unie van Vrijwilligers (UVV) afdeling Nieuwegein. Zij zijn met name in locatie Nieuwegein actief bij de bloemverzorging, de boekenuitleen aan patiënten, de kinderopvang voor polikliniekbezoekers, het rijdend winkeltje, gastvrouwprojecten en het onderhouden van vriendschappelijk contact met uitbehandelde patiënten die nog in het ziekenhuis moeten blijven. Sinds 2007 is een nieuw vrijwilligersbeleid van kracht hetgeen o.a. betekent dat alle vrijwilligers geregistreerd staan, een identificatiepas dragen, gevaccineerd zijn en behandeld worden
69
als medewerkers. Begin 2010 is in het kader van de fusie de integratie van het vrijwilligerswerk binnen de drie locaties in gang gezet.
Milieu Beleid De wettelijke voorschriften en regelgeving is uitgangspunt bij de milieuhandhaving. Een duidelijke link ligt hierbij met de energievoorziening en mogelijke alternatieven voor energieopwekking en opslag van koude en warmte in de bodem.
Inspanningen Op de locaties in Utrecht zijn geen wijzigingen ten opzichte van 2008. De locatie Nieuwegein is bezocht door de milieuinspectie. Hierbij zijn twee kleine afwijkingen geconstateerd in de administratieve verplichtingen, welke inmiddels zijn gecorrigeerd. Gestart is met energiemanagement. D.m.v. rapportages wordt energiegebruik versus milieubeheer in beeld gebracht.
Prestaties Bij de ontwikkeling van de nieuwbouw in Nieuwegein zijn mogelijkheden benut voor warmteterugwinning via de luchtbehandelingsystemen.
Energie Beleid
caties, zijn medewerkers opgeroepen meer UIT te doen – verlichting UIT, verwarming UIT, kraan UIT en apparatuur UIT – en daarmee tienduizenden euro’s per jaar te besparen voor nog betere zorg. Hiermee is de dialoog over energiegebruik gestart. Veel medewerkers geven aan al te doen aan energiebesparing. Anderen hebben goede tips hoe het ziekenhuis of hun eigen afdeling meer aan besparing kan doen. In 2010 krijgt de campagne een vervolg met doelgerichte besparingsacties op de afdelingen.
Prestaties Het energieverbruik is op alle locaties, ondanks uitbreidingen en productieverschuivingen, redelijk stabiel. De energiekosten daarentegen stijgen al jaren. Door monitoren wordt het energieverbruik nauwlettend gevolgd waardoor directe maatregelen verspilling van energie kunnen voorkomen.
Rampenopvang Beleid De voorbereiding op opvang bij rampen en grootschalige ongevallen is vastgelegd in de beleidsregels Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Binnen de keten van geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), dienen ziekenhuizen als onderdeel van de ‘witte kolom’ voorbereid te zijn op het opvangen van slachtofferstromen. Ziekenhuizen moeten beschikken over een geoefend Ziekenhuis Rampen Opvang Plan (ZiROP).
Het energiebudget staat al jaren onder druk op de drie locaties. Enerzijds is dit een gevolg van de sterk gestegen energietarieven, anderzijds door uitbreiding van gebouwen, apparatuur en installaties. De groei van het aantal computers en computergestuurde installaties is enorm. Desondanks is het doel om in de energiegrafieken een rechte, of nog beter, dalende lijn (minus 3% per jaar ten opzichte van het vorig jaar) te tonen.
Inspanningen
Inspanningen
De organisatie van de rampenopvang is bekrachtigd door het instellen van het Crisisteam, bestaande uit leden van de Raad van Bestuur, Zorgmanagement en coördinatoren uit de medische-, verpleegkundige, medisch ondersteunende- en algemeen ondersteunende disciplines. Een nieuwe ontwikkeling die tijdens het O-T-O traject is beoefend, is het Operationeel Team Acute Zorg (OT-AZ). Het OT-AZ is een overlegorgaan van leidinggevenden van Spoedeisende hulp en OK/IC Centrum, voorgezeten door de Medisch Coördinator Crisisteam. De samenwerking tussen Crisisteam en OT-AZ zorgde tijdens oefeningen voor een “Command & Control” structuur, waardoor intramuraal effectief leiding wordt gegeven tijdens rampsituaties.
Vanwege het toegenomen verbruik in de afgelopen jaren en de verwachte toename in de komende jaren is er begin dit jaar gestart met het vergroten van de capaciteit van de basis elektriciteitsvoorzieningen op de locatie Nieuwegein. In acht fases zijn de (inkoop)transformatoren van Eneco vervangen waardoor meer elektrische capaciteit beschikbaar is. Ook de voedingskabels naar de laagspanningsruimten zijn vervangen en de verdeelinrichtingen in het souterrain deels verzwaard. Tevens zijn drie noodstroomaggregaten vervangen. Om Eneco de gelegenheid te geven hun transformatoren te vervangen is er een tijdelijke opstelling geplaatst die gedurende de diverse fases de levering van spanning overneemt. Vanaf februari tot medio mei 2009 is er, naast de gebruikelijke arbeidstijden, in diverse weekenden ‘s nachts werkzaamheden uitgevoerd. Dit moment is gekozen omdat het energiegebruik dan dermate laag is dat er zonder spanningsonderbrekingen geschakeld kan worden. Middels een uitgebreid draaiboek en de aanwezigheid van voldoende uitvoerenden is de overlast van de gebruikers in het ziekenhuis nihil geweest. Eind november 2009 is een energiebesparingcampagne gestart met de introductie van Dr Energy. Tijdens de lunch, op de drie lo-
In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft ZonMW in 2005/2006 een kwaliteitsverbeterprogramma rampenopvang Ziekenhuizen opgesteld. Het door Faciliteiten & Services ingediende programmavoorstel is in 2007 met een subsidie gehonoreerd en gedurende 2008 en 2009 uitgevoerd.
De samenwerking binnen de Witte kolom is geborgd door deelname aan een centraal overleg van regionale (voorbereidend) crisiscoördinatoren van de ziekenhuizen in de Utrechtse regio, onder aansturing van Bureau GHOR. Deze samenwerking is in november 2009 beklonken door de Raden van Bestuur met het ondertekenen van een intentieverklaring tot samenwerking tussen de deelnemende ziekenhuizen. Een voor Nederland uniek samenwerkingsverband. Tevens neemt het St. Antonius Ziekenhuis deel aan het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ).
70
Het rampenopvangplan wordt periodiek gereviseerd. Deze revisie wordt ter beoordeling voorgelegd aan het Crisisteam. Het O-T-O traject wordt cyclisch geborgd in de jaarplanning. Het rampenopvangplan is opgenomen in het kwaliteitsmanagementsysteem. Op afdeling G3 van locatie Nieuwegein is in januari 2009 een ziekenhuisbrede noodvoorziening geopend voor de acute opvang van longpatiënten voor een periode van 4 weken. Als gevolg van de heersende influenza- en pneumonie-epidemie afgelopen weken is het aantal acute longpatiënten fors toegenomen. Op de Spoedeisende Hulp waren twee keer zoveel patiënten binnen gekomen met een longaandoening. Zonder deze voorziening kon het ziekenhuis deze patiënten niet opnemen. Doorverwijzen naar andere ziekenhuizen is niet mogelijk, omdat deze ook vol zaten.
Prestaties Beoogd uitgangspunt bij de rampenopvang is het realiseren van een cyclische samenhang tussen rampenopvangplan en opleidentrainen-oefenen (O-T-O). Het rampenopvangplan is formeel door de Raad van Bestuur vastgesteld. 2009 stond in het teken van het ten uitvoer brengen en verder ontwikkelen van de oefensystematiek voor rampenopvang. Het jaaropleidingsplan O-T-O is succesvol doorlopen in nauwe samenwerking met het Bureau GHOR van de Veiligheidsregio Utrecht en het Bureau Traumacentrum Isala Klinieken Zwolle.
4.10 Financieel beleid Het financiële beleid in 2009 is vooral bepaald door het aangaan van langlopende financiering ten behoeve van het Masterplan op de locatie Nieuwegein en de nieuwbouw in Utrecht. In juni 2009 is met een consortium bestaande uit Rabobank en BNG een overeenkomst gesloten die voorziet in een rekening-courant faciliteit gedurende de bouwfase met de mogelijkheid aansluitend te consolideren in leningen met een looptijd van 15 tot 30 jaar. Deze financiering heeft een omvang van € 285 mln. en wordt voor 1/3 deel geborgd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector. De leningen zijn zogenaamde roll-over leningen met een variabele rente (Euribor). Een “traditionele”, vastrentende lening kan door geen enkele bank aangeboden worden. Om het renterisico af te dekken is een interest rate swap (IRS) gesloten. Door deze IRS wordt via een zogenaamde renteruil de variabele rente omgezet in een vaste rente van 4,35%. Voor zover de rentekosten vallen in het A-segment was er tot 2009 sprake van rentenormeringsregels van de NZA die sterk negatief uitpakten voor ziekenhuizen met roll-over leningen. In de loop van 2009 heeft de NZA de betreffende regels zodanig aangepast dat roll-over leningen in combinatie met een IRS dezelfde behandeling krijgen als traditionele leningen. Daarmee is voor het St. Antonius ziekenhuis een belangrijk potentieel nadeel weggenomen. Naast de financiering van het onroerend goed (Masterplan en nieuwbouw) is ook een vijfjarige revolverende kredietfaciliteit met Rabobank overeengekomen. Deze faciliteit voorziet over de periode 2009 tot en met 2013 in een jaarlijkse lening van maximaal € 10 mln. per jaar voor de financiering van inventarisgoederen zoals CT’s en O.K.-apparatuur. Op 1 maart 2010 is op basis van een aanbestedingsprocedure een overeenkomst gesloten met een aannemer voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis op de locatie Utrecht-Leidsche Rijn voor een bedrag van € 117 mln. De nieuwbouw vangt medio 2010 aan en begin 2013 zal de nieuwe locatie in gebruik genomen worden. De combinatie van bouw en financiering wordt sterk beïnvloed door de bekostigingsystematiek. Na het verschijnen van de kapitaallastenbrief in maart 2005 en het afschaffen van het bouwregime per 1 januari 2008 is er onzekerheid ontstaan over de wijze waarop kapitaallasten (rente en afschrijving) vergoed worden. Het St. Antonius ziekenhuis probeert op basis van actuele inzichten te anticiperen op veranderingen in de bekostiging. Met het Masterplan en de nieuwbouw worden afschrijving en rente over een periode van 25 tot 30 jaar bepaald. Beleidsmatig anticipeert het ziekenhuis hierop door met behulp van modelsimulaties te bepalen welke kosten investeringen met zich meebrengen en hoe verschillende varianten van bekostiging invloed hebben op de kapitaallastenvergoeding. De rode draad in alle tot nu toe door het Ministerie van VWS voorgestelde beleidslijnen die over het algemeen gedragen wordt door de diverse veldpartijen zoals NVZ, verzekeraars en NZA, is dat in de prijs van prestaties een
71
opslag verwerkt wordt ter dekking van de kapitaallasten. Over de precieze hoogte, de technische uitwerking en de datum van implementatie bestaat voortdurende onzekerheid. De brief van de Minister van VWS van 19 maart 2010 voorzag in bekostiging door middel van een opslag op zorgprestaties. Een dergelijke wijze van bekostiging zou voor het St. Antonius ziekenhuis adequaat zijn. Het ziekenhuis gebruikt modellen om diverse varianten en hun consequenties door te rekenen alsmede om te bepalen welke maatregelen genomen moeten worden om de financiële positie van het ziekenhuis gezond te houden. Uit de modellen blijkt dat voortdurende productiviteitsverbetering op personele inzet en voortschrijdende efficiëntie op overige kosten samen met voortdurende groei noodzakelijk zijn om financieel gezond te blijven. Overigens laten de modellen ook zien dat generieke kortingen van de overheid op de kosten van ziekenhuiszorg een grotere impact hebben op het financiële resultaat dan de kapitaallasten. Inmiddels is duidelijk dat de huidige bekostigingssystematiek nog minimaal tot 1 januari 2012 gecontinueerd wordt.
De Raad van Bestuur van het ziekenhuis heeft bovenstaande beleid vertaald in een intern beleid dat voorziet in een verbetering van de winstmarge tot circa 3% van de omzet (thans circa 1,0% - 1,5%) door een reductie van 3% op de interne kostenbudgetten en een daaraan gekoppelde verdergaande groei van het eigen vermogen. Ten aanzien van de Immateriële Vaste Activa heeft de Raad van Bestuur van het St. Antonius ziekenhuis besloten deze in de balans separaat te classificeren en eerder getroffen afwaarderingen (impairment) terug te nemen. In de reguliere bekostiging wordt versneld afgeschreven op deze post voor zover deze is overgeheveld naar het B-segment volgens de beleidsregel van de NZA die voorziet in integrale vergoeding van deze versnelde afschrijvingen. Het financiële beleid is vooral gericht op verbetering van de productiviteit en behoud en versterking van de solvabiliteit van het ziekenhuis. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste kerncijfers over 2009 met als vergelijking 2008 en 2007 weergegeven.
x € 1.000 2009 Extern budget (A-segment) 232.900 B-segment 66.449 Subtotaal A- en B-segment 299.349 Overige opbrengsten 35.016 Personeelskosten 176.469 Afschrijvingen van vaste activa 22.427 Overige bedrijfskosten: - patiëntgebonden kosten 79.400 - overige kosten 48.628 Financiële lasten 3.378 Dotatie reserves 0 Netto resultaat 4.063 Netto winstmarge 1,22% Liquiditeit 0,53 Solvabiliteit: eigen vermogen / balanstotaal 23.6% Solvabiliteit: eigen vermogen / omzet 21,0%
De totale omzet van het St. Antonius ziekenhuis is met ruim € 16,0 mln., 5,0% gestegen. Het externe budget is met € 7,6 mln. gedaald. Deze daling bestaat uit een overheveling van een deel van het A-segment naar het B-segment alsmede een hogere vergoeding voor kapitaallasten, prijsindexen en volumestijging. Rekening is gehouden met op basis van de beleidsregels van de NZA te ontvangen vergoedingen voor versnelde afschrijving op Immateriële Vaste Activa. Daarnaast is een stijging in de omzet in het B-segment zichtbaar van € 24,2 mln. De totale omzet uit hoofde van DBC-productie stijgt daarmee met € 16,6 mln. ofwel 5,8%. Deze stijging is deels het gevolg van prijscorrecties op de omzet, deels het gevolg van compensatie van kapitaallasten en deels door groei van de productie. De verschuiving van A-segment naar
2008 240.514 42.211 282.725 35.604 167.747 17.430
2007 245.837 16.635 262.472 43.012 159.858 19.998
75.961 45.112 3.412 4.326 4.341 1,36%
70.149 46.055 1.737 2.036 3.830 1,26%
0,67 21,7% 19,7%
0,70 20,6% 17,6%
B-segment is het gevolg van de overheveling van een aanzienlijk deel van het A-segment naar het B-segment per 1 januari 2009. De overige opbrengsten zijn met € 0,6 mln. (1,7%) gedaald. De bedrijfslasten, exclusief financiële lasten, stijgen met € 20,7 mln. (6,8%). Deze stijging is groter dan de stijging van de omzet. Hierdoor daalt het bedrijfsresultaat van € 12,1 mln. in 2008 naar € 7,4 mln. in 2009. In percentage van de omzet daalt dit van 3,8% in 2008 naar 2,2% in 2009. De personele kosten stijgen met € 8,7 mln.; een stijging van 5,2%. Deze stijging komt voor 1% voort uit een stijging van de personele bezetting en voor circa 2% uit hoofde van de in 2009
72
afgesloten CAO die voorzag in een structurele salarisverhoging, een verhoging van de eindejaarsuitkering en een eenmalige uitkering. Zichtbaar is tevens dat door krapte op de arbeidsmarkt de kosten van inhuur van personeel stijgen; met name waar het gaat om gespecialiseerd personeel op O.K., dialyse en IC. Deze inzet van gedetacheerd personeel wordt maar ten dele gecompenseerd door verminderde inzet van personeel in loondienst. Binnen enkele eenheden is gedurende 2009 overformatie opgebouwd. De Raad van Bestuur heeft maatregelen getroffen om deze overformatie, bij het uitblijven van de verwachte productiestijging, in lijn te brengen met de actuele verwachtingen aangaande de productiestijging. De afschrijvingen op vaste activa stijgen met € 5 mln. ofwel 29%. Rekening is gehouden met versnelde, via het externe budget te vergoeden, afschrijvingen op immateriële vaste activa. Deze stijging is het gevolg van de investeringen die in de afgelopen jaren gedaan zijn in met name het Masterplan op de locatie Nieuwegein. Vooralsnog worden deze gestegen afschrijvingslasten vergoed in het externe budget voor zover ze onder het A-segment vallen. Aangaande de vergoedingen van kapitaallasten in de bekostigingssystematiek van het A-segment zijn modellen en scenarioanalyses gemaakt. In het B-segment is op de lange termijn bezien de in de prijzen verwerkte kapitaallastenvergoeding toereikend. Op basis van de lange termijn scenario’s worden de kosten van de investeringen in Masterplan en nieuwbouw naar verwachting gedekt uit de daarvoor gedurende de gebruiksduur te ontvangen vergoedingen in extern budget danwel productprijs. Uitgedrukt in een percentage van de bedrijfslasten stijgen de afschrijvingen van 5,7% naar 7,0%. Deze stijging zal de komende jaren doorzetten; na afronding van de bouwprojecten zal dit percentage weer dalen. De overige bedrijfslasten stijgen met € 7 mln. ofwel 5,7%. De belangrijkste oorzaak van deze kostenstijging is het verwerken van € 4,1 mln. aan kosten uit hoofde van aanloopkosten en kleinere bouwkundige aanpassingen met een onderhoudskarakter die voortvloeien uit het Masterplan van de locatie Nieuwegein. Gezien de onzekerheid over de kapitaallastensystematiek heeft de Raad van Bestuur besloten om bijkomende kosten van een aantal projecten niet te activeren. Afgezien van deze incidentele post is het beeld van de overige bedrijfskosten als volgt. Binnen de overige bedrijfskosten dalen de algemene kosten met € 1,4 mln. ten gevolge van incidentele lasten die verwerkt zijn in de jaarrekening 2008. De patiëntgebonden kosten stijgen met € 3,4 mln. (4,5%) door een toename van het gebruik van dure geneesmiddelen, welke deels gecompenseerd worden in het externe budget, en door toenemende kosten van dure devices. De toename van devices is een trend die reeds een aantal jaren zichtbaar is en die samenhangt met de toegenomen mogelijkheden op het gebied van interventies. De kosten van voedingsmiddelen en hotelmatige kosten zijn eveneens gestegen, met € 0,8 mln. (8,8%) onder meer door een toename van de schoonmaakkosten door een toename in het aantal vierkante meters.
De financiële baten en lasten laten een beperkte afname zien; 1,0%. Deze beperkte afname is samengesteld uit een toename van de rentelasten (€ 0,4 mln.) op kortlopende schulden en een iets hogere toename van de op creditgelden ontvangen baten. Het netto resultaat na dotaties van reserves is gedaald van € 4,3 mln. in 2008 naar € 4,1 mln. in 2009. Daarmee is de winstmarge op de omzet gedaald van 1,36% in 2008 naar 1,2% in 2009. Het beleid van het St. Antonius ziekenhuis is gericht op het realiseren van een structurele winstmarge van 3% op de omzet. Dit beleid is eind 2009 geformuleerd en vertaald in de begroting 2010 die een doelresultaat van 3% van de omzet kent. Onderdeel van het financiële beleid is de voortdurende versterking van de vermogenspositie. Het St. Antonius Ziekenhuis streeft naar een goede solvabiliteit. In onderstaande tabel is de solvabiliteit, uitgedrukt als eigen vermogen in verhouding tot de omzet, weergegeven. Realisatie Doelstelling 2005 15,3% 14,3% 2006 16,6% 15,2% 2007 17,6% 16,6% 2008 19,7% 17,8% 2009 21,0% 18,8% Ten opzichte van het gemiddelde van de Nederlandse algemene ziekenhuizen heeft het St. Antonius Ziekenhuis een goede solvabiliteit. Ook in de benchmark van de STZ-ziekenhuizen scoort het St. Antonius Ziekenhuis in de groep van 25% best presterende ziekenhuizen op dit onderdeel. Het St. Antonius ziekenhuis staat hierbij op de eerste plaats. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in renovatie en uitbreiding. In onderstaande tabel zijn de investeringen weergegeven. Ook de komende jaren zal het investeringsvolume groot zijn, vanwege uitbreiding en renovatie van de bestaande bouw op de locatie Nieuwegein en de nieuwbouw op de locatie Utrecht Leidsche Rijn. x € 1.000 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Inventarissen 11.188 14.058 9.571 21.067 11.627 19.551
Gebouwen 19.533 8.144 15.712 16.674 27.021 28.251
De investeringen in inventarissen hebben betrekking op zowel de vervanging van de bestaande apparatuur als op de aanschaf van nieuwe apparatuur, noodzakelijk vanwege nieuwe medisch-technische ontwikkelingen. Het voorziene investeringsniveau voor de komende jaren bedraagt circa € 8 mln. voor inventaris; voor gebouwen is er sprake van een langetermijnplanning. De overheid is voornemens de huidige systematiek van nacalculatie van de kapitaallasten (rente en afschrijving) af te schaffen en te vervangen door een systematiek waarbij de kapitaallasten integraal in de tarieven verwerkt zijn. De verwerking in de tarieven
73
gebeurt op basis van de landelijk gemiddelde kapitaallasten. Door de overgang van de systematiek ontstaan voor het ziekenhuis een tweetal nieuwe risico’s: het renterisico op financiering en het terugverdienrisico op investeringen. De Raad van Bestuur zal beleidsmatig het renterisico beheersen door financiering en rentevastperiodes af te stemmen op de looptijd van investeringen. Daarnaast zijn rentederivaten gekocht om renteposities deels te fixeren. Op deze wijze worden de inkomstenstromen ter dekking van de rentelasten gematcht met die rentelasten. Tevens heeft de Raad van Bestuur een lange termijn investeringsprognose met een looptijd van 30 jaar gemaakt, waarbij de kapitaallasten geconfronteerd worden met het kapitaallastencomponent in de inkomsten. Dit leidt tot relatief beperkte schommelingen in het jaarlijkse saldo, die op de lange termijn elkaar uitmiddelen, wat zorgt voor een stabiele exploitatie. De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft begin 2009 een nieuwe Richtlijn 655 Zorginstellingen uitgebracht. Omdat in de Regeling Verslaglegging WTZi de verplichte waardering van materiële vaste activa op verkrijgings- of vervaardigingsprijs en in Richtlijn 655 Zorginstellingen de verplichte afschrijvingstermijnen zijn vervallen, heeft het St. Antonius Ziekenhuis met ingang van het verslagjaar 2009, het eerste verslagjaar waar de nieuwe verslagleggingregels betrekking op hebben, de presentatie van de materiële vaste activa in de toelichting op de balans aangepast. Door de voornemens van de overheid de huidige systematiek van nacalculatie van de kapitaallasten af te schaffen en de vrijgave van de kapitaallasten in het B-segment ontstaat meer aandacht voor de terugverdiencapaciteit van materiële vaste activa. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft op basis van haar investeringsplannen berekend dat de investeringen in bestaande en nieuwe materiële vaste activa, onder voorbehoud van juistheid van een aantal aannamen over toekomstige ontwikkelingen in onder meer bekostiging, inflatie, rentestanden en efficiencykortingen, terugverdiend kunnen worden in de exploitatie. Derhalve is er geen indicatie dat er sprake is van een duurzame waardevermindering in de materiële vaste activa. Afwaarderingen van materiële vaste activa, behoudens reguliere afschrijvingen, hebben evenals in 2008 dan ook niet plaatsgevonden. In onderstaande tabel is de productie weergegeven in ongewogen aantallen, ongeacht het segment waar ze in vallen. 2009 Opnames 39.379 Verpleegdagen 225.185 Dagverplegingen 49.416 Eerste polikliniekbezoeken 224.931 Herhaalbezoeken 323.027 Gemiddelde verpleegduur werkelijk 5,72 doelstelling 5,9
2008 %tov 2008 41.665 94,5 238.159 94,5 47.465 104,1 223.265 100,7 323.934 99,7
De klinische productie van het St. Antonius Ziekenhuis is in 2009 lager geweest dan de productie in 2008, maar de poliklinische productie en de dagverplegingen zijn gestegen. De investeringen in materiële activa zijn evenals in 2008 vrijwel geheel gefinancierd uit de reguliere liquiditeit. Er is voor € 5 mln. aan nieuwe langlopende financiering aangetrokken; in 2008 was dit € 15 mln. De financiering uit reguliere liquiditeit is het gevolg van de ook in 2009 weer optredende overfinanciering; zowel in 2008 als in 2009 circa € 30 mln. Omdat deze overfinanciering uiteindelijk aan zorgverzekeraars terugbetaald dient te worden en de komende jaren verdergaande investeringen gedaan worden is de in 2009 afgesloten financiering noodzakelijk. De validatiegraad van DBC’s is over 2009 99,1%; in 2008 was die 98,8%. De doelstelling is een percentage boven de 99% ofschoon de instabiliteit van het DBC-systeem en de (frequente) ingrijpende wijzigingen daarin op zich leiden tot onvermijdelijke uitval. De validatiegraad heeft de voortdurende aandacht van de Raad van Bestuur en wordt maandelijks gerapporteerd en besproken. De Validatiegraad wordt steeds belangrijker nu medisch specialisten geheel en het ziekenhuis in zeer belangrijke mate afhankelijk zijn van de kasstromen uit hoofde van facturatie van DBC’s. De juistheid van de DBC-registratie wordt gecontroleerd door middel van steekproeven. Jaarlijks worden de verplichte 1.052 DBC’s getrokken en gecontroleerd. De juistheid van de DBC-registratie was 98,5%; in 2008 94,6%. Deze stijging is toe te schrijven aan de versterkte interne controle en een toegenomen aandacht voor bronregistraties, DBC-coderingen en validatie. Doel is de juistheid te verbeteren tot 99% wat bemoeilijkt wordt door de instabiliteit van en de wijzigingen in de DBC-systematiek. Belangrijke ontwikkelingen voor het ziekenhuis met een meerjarige financiële impact zijn het Masterplan Huisvesting, de nieuwbouw op de locatie Utrecht Leidsche Rijn en het EPD. Het huidige Masterplan Huisvesting voor de locatie Nieuwegein voorziet voor de periode tot 2015 investeringen in renovatie en verbouw. Na afloop van dit Masterplan is het St. Antonius Ziekenhuis in staat op deze locatie een substantieel hoger productievolume te faciliteren met een ‘state of the art’ infrastructuur. Tevens voldoet het ziekenhuis aan de eisen die patiënten en bezoekers stellen aan een modern en patiëntvriendelijk ziekenhuis. De nieuwbouw in Utrecht Leidsche Rijn leidt tot een ‘state of the art’ locatie waar patiënten gastvrij ontvangen kunnen worden en behandeld worden met de modernste medische technieken. Het EPD (Elektronisch Patiënten Dossier) voorziet in de introductie van een volledig digitaal beschikbaar patiëntendossier en de afbouw van de huidige papieren statusvorming.
5,7 6,2
100
74
4.11 Vooruitblik Focus op topzorg Het St. Antonius Ziekenhuis heeft een breed en kwalitatief hoogwaardig productenpalet. De verwachting is dat vooral op de basiszorg concurrentie zal ontstaan. Door het benoemen van de ziekenhuisbrede speerpunten en hierbij te richten op topklinische en topreferente zorg (‘topzorg’) worden de eventuele nadelige effecten van regionale concurrentie beperkt. Door de deelname aan Santeon wordt de landelijke positie versterkt. Hierbij is de juiste verhouding in basiszorg/topzorg van belang, om op (financieel) verantwoorde wijze het hoogwaardig profiel van te ziekenhuis te versterken. Onze, van oudsher, medische speerpunten (onze “kroonjuwelen”), de zorg voor “hart, longen, vaten”, bevinden zich in een gunstig klimaat. Door de vergrijzing wordt een groter beroep gedaan op deze zorg. Het St. Antonius Ziekenhuis is een ziekenhuis, waarin de volgende speerpunten zijn benoemd: • Cardiologie • Cardio-Thoracale Chirurgie • Longziekten • Vasculaire zorg • Oncologische zorg • Maag-Darm-Leverziekten • Regionale IC • Vrouw & Kind centrum • Psychiatrie en Psychologie Hoffelijkheid en patiëntveiligheid zullen opnieuw speerpunten zijn van het beleid, ten dienste van de patiënt. Nu de NIAZ-accreditatie is verworven, zal krachtig worden doorgegaan met de verdere verbetering van de kwaliteit en vooral de patiëntveiligheid. Externe vergelijking, transparantie en verant-
woording voor deze aspecten worden maatschappelijk steeds meer gevraagd en zullen een grote rol spelen in de keuzes van zorgconsumenten en zorgverzekeraars. De prioriteit van ons werk blijft de komende jaren uitgaan naar de patiënt, niet alleen medisch-inhoudelijk en verpleegkundig, maar ook op punten als service en bejegening.
Kredietcrisis De in 2009 in alle hevigheid losgebarsten kredietcrisis heeft vooralsnog met name invloed op de kosten van financiering en de financieringsvoorwaarden. Het ziekenhuis houdt rekening met aanzienlijke generieke kortingen van de overheid in de komende jaren. Dit legt een grote druk om de financiele positie van het ziekenhuis. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft tegelijkertijd innovatie hoog in het vaandel staan. Het brede besef is aanwezig dat het een uitdaging is de ambities in de komende jaren mogelijk te blijven maken. Daarom is in 2009 een ambitieus besparingsprogramma gestart. Het doel van het programmateam Besparingen is om 10 miljoen te besparen binnen 1 jaar waarbij kwaliteit en doelmatigheid hand in hand gaan. De investeringen in huisvesting en ICT zullen de komende jaren fors toenemen ten gunste van de patiënten en medewerkers. In de komende jaren zal de focus van beleid liggen op de krachtige combinatie van kwaliteits- en doelmatigheidsinitiatieven binnen het ziekenhuis. In het licht van de weer moeilijker wordende arbeidsmarkt wordt het project ‘Bedrijf naar je Hart’ en Gastvrijheid (Symphony 440) met kracht voortgezet. Medewerkers, specialisten en vrijwilligers vormen het belangrijkste kapitaal in een steeds competitievere omgeving.
75
DEEL II JAARREKENING
76
77
INHOUDSOPGAVE
Pagina
5.1 Jaarrekening 2009
78
5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2009 5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2009 5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2009 5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2009 5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa/(financiële vaste activa) 5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2009 5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2009 5.1.10 Balans per 31 december 2009 5.1.11 Resultatenrekening over 2009 5.1.12 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5.1.13 Toelichting op de balans per 31 december 2009 5.1.14 Mutatieoverzicht materiële vaste activa/(financiële vaste activa) 5.1.15 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 5.1.16 Overzicht langlopende schulden ultimo 2009 5.1.17 Toelichting op de resultatenrekening over 2009
78 80 81 82 85 94 98 99 100 106 107 108 110 120 124 125 126
5.2 Overige gegevens
131
5.2.1 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6
131 131 131 132 133
Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Accountantsverklaring
78
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (na resultaatbestemming) Ref. 31-dec-09 31-dec-08 € €
ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa 1 16.736.000 39.000 Materiële vaste activa 2 202.672.000 195.010.000 Financiële vaste activa 3 753.000 382.000 --------------- --------------Totaal vaste activa 220.161.000 195.431.000 Vlottende activa Voorraden 4 6.448.000 4.667.000 Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s 5 27.597.000 30.601.000 Vorderingen en overlopende activa 6 22.696.000 37.326.000 Effecten 8 80.000 0 Liquide middelen 9 22.578.000 21.774.000 --------------- --------------Totaal vlottende activa 79.399.000 94.368.000 --------------- --------------Totaal activa 299.560.000 289.799.000 ============ ============
79
Ref.
31-dec-09 €
31-dec-08 €
PASSIVA Eigen vermogen 10 Kapitaal 1.000 1.000 Collectief gefinancierd gebonden vermogen 68.231.000 61.064.000 Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 2.077.000 1.327.000 Bestemmingsfondsen 15.000 -36.000 --------------- --------------Totaal eigen vermogen 70.324.000 62.356.000 Voorzieningen 11 9.174.000 7.959.000 Langlopende schulden 12 74.134.000 79.788.000 Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 56.173.000 39.919.000 Kortlopende schulden en overlopende passiva 13 89.755.000 99.777.000 --------------- --------------Totaal passiva 299.560.000 289.799.000 ============ ============
80
5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2009
Ref.
2009 €
2008 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 15 232.900.000 240.514.000 Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 16 6.100.000 4.655.000 Omzet B-segment 17 66.449.000 42.211.000 Overige bedrijfsopbrengsten 18 31.393.000 32.251.000 --------------- --------------Som der bedrijfsopbrengsten 336.842.000 319.631.000 BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 19 177.293.000 168.477.000 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 20 22.509.000 17.512.000 Overige bedrijfskosten 21 129.199.000 121.468.000 --------------- --------------Som der bedrijfslasten 329.001.000 307.457.000 BEDRIJFSRESULTAAT 7.841.000 12.174.000 Financiële baten en lasten 22 -3.401.000 -3.446.000 --------------- --------------RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 4.440.000 8.728.000 Buitengewone baten uit hoofde van waardering immateriële vaste activa 23 3.174.000 0 --------------- --------------RESULTAAT BOEKJAAR 7.614.000 8.728.000 ============ ============
81
5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT
Ref. €
2009 € €
2008 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat 7.841.000 12.174.000 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 6.885.000 6.092.000 - mutaties voorzieningen 1.215.000 97.000 - mutatie bestemmingsreserve 127.000 4.326.000 --------------- -------------- 8.227.000 10.515.000 Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden -1.781.000 238.000 - mutatie onderhanden werk DBC’s 2.754.000 -1.227.000 - vorderingen 14.380.000 5.592.000 - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot 16.504.000 10.600.000 - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen) -9.772.000 1.834.000 --------------- --------------- 22.085.000 17.037.000 --------------- --------------Kasstroom uit bedrijfsoperaties 38.153.000 39.726.000 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 38.153.000 39.726.000 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa -43.705.000 -38.194.000 Desinvesteringen materiële vaste activa 29.158.000 9.209.000 Investeringen immateriële vaste activa -16.697.000 0 Effecten -80.000 0 Overige investeringen in financiële vaste activa -375.000 8.087.000 --------------- --------------- Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -31.699.000 -20.898.000 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen 5.000.000 15.000.000 Aflossing langlopende schulden -10.654.000 -8.614.000 Aflossing financiële vaste activa 4.000 80.000 --------------- --------------- Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -5.650.000 6.466.000 --------------- --------------Mutatie geldmiddelen 804.000 25.294.000 ============ ===========
82
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5.1.4.1 Algemeen Algemeen Op 29 oktober 2009 zijn de Stichting St. Antonius ziekenhuis en de Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen juridisch gefuseerd. Bij deze fusie is de Stichting St. Antonius ziekenhuis de verkrijgende en Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen de verdwijnende rechtspersoon. Tot en met het verslagjaar 2008 hebben beide rechtspersonen een eigen jaarrekening opgesteld conform vigerende wet- en regelgeving. In de jaarrekening 2009 van de Stichting St. Antonius ziekenhuis zijn de cijfers van de Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen verwerkt.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn in overeenstemming met de vereisten van de Regeling Jaarverslaggeving WTZi en Richtlijn 655 Zorginstellingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Materiële vaste activa “De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen gebaseerd op de door het Nederlandse Zorgautoriteit vastgestelde beleidsregels c.q. de economische levensduur indien er sprake is van substitutievrijheid. Investeringen met een aanschafbedrag van minder dan € 4.500,-worden niet als vaste activa geboekt. Afgeschreven wordt met ingang van de maand van ingebruikneming. Indien er indicaties zijn voor duurzame waardevermindering dan wordt getoetst of de boekwaarde hoger is dan de terugverdiencapaciteit, zijnde de hoogste van de opbrengstwaarde en bedrijfswaarde. Is de boekwaarde hoger dan de terugverdiencapaciteit dan vindt een extra afschrijving plaats tot de hoogte van deze terugverdiencapaciteit. In 2008 en ook in 2009 is op basis van modellen berekend of de huidige en toekomstige investeringen in materiële vaste activa terugverdiend kunnen worden door middel van reguliere exploitatie. Deze modellen zijn gebaseerd op door de controlerend accountant getoetste veronderstellingen welke uit de aard der zaak onderhevig zijn aan onzekerheid. Op grond van de uitkomsten van de betreffende modellen hebben er geen extra afschrijvingen plaatsgevonden.
Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het vorig verslagjaar.
Wijziging bekostiging kapitaallasten, overgangsregime en aanpassing Regeling verslaggeving WTZi en Richtlijn 655 Zorginstellingen
Consolidatie
Met de brieven van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van 13 juni 2007 (kenmerk CZ/TSZ/2771129) en 9 juli 2007 (kenmerk MC-U-2783995) en de wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi van 13 december 2007 zijn belangrijke wijzigingen in de regelgeving rondom zorgvastgoed en de bekostiging van vaste activa aangekondigd. Per 1 januari 2008 is het bouwregime voor ziekenhuizen afgeschaft; hierdoor ontstaat meer vrijheid in bouwen, maar tevens vervalt de garantie van het Ministerie van VWS op de vergoeding van afschrijvingen en rentelasten. Het risico van de dekking van kapitaallasten van het vastgoed en daarmee van de boekwaarde ligt daardoor meer en meer bij de ziekenhuizen.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn begrepen de verbonden rechtspersonen waarover feitelijke beleidsbepalende zeggenschap kan worden uitgeoefend. In de geconsolideerde jaarrekening is het cijfermateriaal van Stichting St. Antonius Ziekenhuis, Stichting Antonius Zorgservices, Antonius Zorgservices Beheer B.V., Sint Antonius Parkeer Exploitatie B.V., Stichting Antonius Behandelcentrum, Transmurale Apotheek Sint Antonius Beheer B.V. (80%) en Antonius Behandel Centrum B.V. (50%) begrepen. Hierbij is voor ABC BV de methode van proportionele consolidatie gehanteerd.
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen bestede kosten, verminderd met afschrijvingen gebaseerd op in de bekostiging (extern budget) te ontvangen vergoeding voor afschrijvingen. Er wordt expliciet rekening gehouden met de terugverdiencapaciteit van de immateriële vaste activa.
Richtlijn 655 Zorginstellingen is met ingang van boekjaar 2009 aangepast aan het vervallen van het bouwregime en de (voorgenomen) wijzigingen in de bekostiging van de kapitaallasten van het vastgoed. Door de wijziging van de bekostigingssystematiek komt een einde aan verwerking en waardering van vaste activa (met name vastgoed) op grond van de bekostigingsvoorschriften. De verwerking en waardering van vaste activa dient hiermee volgens de algemene verslaggevingsregels van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving plaats te vinden. Op 1 april 2010 heeft de Ministerie van VWS het overgangsregime kapitaallasten voorgelegd aan de Tweede Kamer. Dit overgangsregime geeft, aflopend in de tijd, gedeeltelijke zekerheid voor oudbouw- en nieuwbouwproblematiek van het vastgoed en zekerheid voor de afwikkeling van de voormalige Immateriële Vaste Activa (door versnelde afschrijving en vergoeding in de
83
budgetten). Dit overgangsregime wordt nog uitgewerkt door de NZa, waarna de precieze implicaties duidelijk worden. Er is nog geen duidelijkheid over de hoogte, invoeringsdatum en wijze van integrale prestatiebekostiging en DOT-systematiek. Vooralsnog loopt voor het A-segment de bekostiging van kapitaallasten door op basis van nacalculatie. Mogelijk vanaf 2012 is sprake van integrale tarieven.
Waardering Materiële vaste activa Algemeen Het vervallen van het stelsel van bekostiging waarbij een integrale vergoeding voor de werkelijke afschrijvingskosten van vaste activa was opgenomen, kan daarmee ook gevolgen hebben voor de waardering van de materiële vaste activa. De overgangsregeling zou, afhankelijk van de impact en uitwerking door de NZa, voor diverse problemen van oudbouw en recente nieuwbouw, in ieder geval een gedeeltelijke en tijdelijke oplossing moeten bieden. Daarnaast heeft de NZa de bevoegdheid van eigen beleidsregels af te wijken ten einde maatwerk oplossingen te kunnen bieden voor additionele problematiek. Met ingang van 2012 zal de bekostiging van ziekenhuizen mogelijk overgaan op de DOT-systematiek. Er is landelijk nog onduidelijkheid over eventuele prestatiebekostiging en de wijze van financiering van kapitaallasten in de DOT-systematiek, specifiek voor bijzondere functies (WBMV en vaste segment) en over de uitwerking van het overgangsregime kapitaallasten. Bedrijfswaarde De ingeschatte bedrijfswaarde op basis van voor het aantrekken van de financiering gehandteerde modellen is minimaal gelijk aan de boekwaarde eind 2009. De Raad van Bestuur stelt zich op het standpunt dat de in het verleden verkregen rechten tot nacalculatie, bij de overgang dienen te leiden tot een adequate afrekening van eventuele nadelige gevolgen. Eind 2009 is hiertoe een inventarisatie door de NZa uitgevoerd om de aard en omvang van de problematiek in kaart te brengen. Voor de immateriële activa biedt het overgangregime kapitaallasten helderheid. De Raad van Bestuur ziet geen aanleding tot bijsteling van de boekwaarde. Afschrijvingen en gebruiksduur De tot en met 2009 gehanteerde afschrijvingstermijnen behoeven naar de mening van de Raad van Bestuur thans geen aanpassing. Dit gegeven de resterende gebruiksduur.
Financiële vaste activa De hieronder begrepen kapitaalbelangen en leningen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Rekening wordt gehouden met duurzame waardevermindering. Er is geen sprake van deelnemingen waarop invloed van betekenis kan worden uitgeoefend.
Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdend met mogelijke oninbaarheid.
Financieringstekort/overschot De post ‘Financieringstekort/overschot’ heeft betrekking op het verschil tussen de ontvangen DBC-declaraties, vergoedingen e.d. en het berekende externe budget.
Collectief gefinancierd gebonden vermogen “Reserve aanvaardbare kosten: Deze reserve dient ter egalisatie van de jaarlijkse overschotten en tekorten op de externe budgetten vanaf 1983.
Niet-collectief gefinancierd gebonden vermogen Deze reserve is gevormd vanwege de resultaten op private activiteiten. Jaarlijks vindt hierop een dotatie en een onttrekking plaats.
Egalisatierekening afschrijving instandhoudingsinvesteringen Deze reserve wordt overeenkomstig de beleidsregels van de NZa gevormd ter egalisatie van de in het wettelijk budget begrepen bedragen voor afschrijvingen van instandhoudingsinvesteringen. Een overschot/tekort ten opzichte van de werkelijke afschrijvingskosten wordt toegevoegd respectievelijk onttrokken aan de egalisatierekening.
Effecten Effecten worden gewaardeerd tegen marktwaarde; waarderesultaten worden verwerkt in de resultatenrekening.
84
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor per balansdatum bestaande verplichtingen waarvan omvang en tijdstip van afwikkeling betrouwbaar te schatten zijn danwel ter egalisatie van onderhoudskosten over de jaren waarop ze betrekking hebben. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.
Langlopende schulden Hierin wordt opgenomen het nog niet afgeloste deel van de aangegane leningen onder aftrek van de aflossingsverplichting binnen één jaar na balansdatum.
Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s “Onderhandenwerk DBC’s heeft betrekking op DBC’s die vóór balansdatum geopend zijn en die per balansdatum nog niet afgesloten zijn. Het onderhandenwerk wordt als volgt gewaardeerd: • B-segment tegen kostprijs van de verrichtingen of, indien lager, de DBC-waarde.Hierbij is geen rekening gehouden met een opslag voor kapitaalslasten. • A-segment tegen het door de NZa vastgestelde verrichtingentarief voor de reeds uitgevoerde verrichtingen of, indien lager, de DBC-waarde.
Derivaten Derivaten welke dienen ter afdekking van renterisico’s die betrekking hebben op toekomstige kasstromen worden gewaardeerd tegen kostprijs en de betreffende kastroomafdekking wordt verwerkt als een kostprijshedge. Hieraan ligt documentatie ten grondslag aangaande het beleid en de relatie tussen de derivaten en de afgedekte positie.
5.1.4.3 Grondslagen voor de resultaatbepaling “De baten en lasten ten aanzien van het betreffende boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij in het boekjaar tot ontvangsten of uitgaven hebben geleid. Baten worden verantwoord als ze zijn gerealiseerd; verliezen als zij voorzienbaar zijn. Het wettelijke budget wordt berekend aan de hand van de door de NZa goedgekeurde aanvaardbare kosten aangevuld met intern berekende aanpassingen hierop. Nagekomen budgetaanpassingen over voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden in de resultatenrekening van dit boekjaar verwerkt. De omzet uit hoofde van DBC’s in het B-segment wordt bepaald op grond van de in het boekjaar gefactureerde omzet, gecorrigeerd voor de mutatie in het Onderhandenwerk DBC’s. De vergoedingen voor diensten en verrichtingen berekend aan derden betreffen medische onderzoeken en verrichtingen waarvoor geen vergoeding via het budget van aanvaardbare kosten wordt verkregen en doorberekening van niet-medische prestaties. “Als budgetresultaat wordt verantwoord het verschil tussen het toegekende extern budget, verhoogd met de W.D.S.-opbrengsten
(W.D.S. = Wijziging Declaratie Structuur) en de opbrengsten van de B-segment DBC’s, en de kosten in het verslagjaar. Het voordelige dan wel nadelige saldo wordt toegevoegd aan, respectievelijk onttrokken aan, de onder het eigen vermogen begrepen ‘Reserve aanvaardbare kosten’.”
Pensioenen Het St. Antonius Ziekenhuis heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregelling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. De werkelijk betaalde pensioenkosten worden verantwoord in de exploitatierekening.
85
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 1. Immateriële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Immateriële activa 16.736.000 39.000 --------------- --------------Totaal immateriële vaste activa 16.736.000 39.000 ============ ============ Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2009 2008 € € Boekwaarde per 1 januari 39.000 55.000 Bij: herclassificatie 16.587.000 0 Bij: herwaarderingen 3.174.000 0 Af: afschrijvingen 3.064.000 16.000 Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0 Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0 Af: desinvesteringen 0 0 --------------- --------------Boekwaarde per 31 december 16.736.000 39.000 ============ ============
Toelichting: In 2007 is rekening gehouden met een waardevermindering op de post Immateriële Vaste Activa vanwege toenmalige inzichten in de toekomstige vergoedingen voor kapitaallasten. Met het oog op het huidige beleid van de minister van VWS als verwoord in zijn brieven aan de Tweede Kamer is deze waardevermindering niet meer noodzakelijk. Daarnaast zijn aanloopkosten geherclassificeerd van de materiële vaste activa naar de immateriële vaste activa.
2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € WTZi-vergunningsplichtige investeringen 68.276.000 71.820.000 WTZi-meldingsplichtige investeringen 75.623.000 73.343.000 WMG-gefinancierde investeringen 58.661.000 49.679.000 Niet WTZi/WMG gefinancierde vaste activa 112.000 168.000 --------------- --------------- Totaal materiële vaste activa 202.672.000 195.010.000 ============ ============ Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2009 2008 € € Boekwaarde per 1 januari 195.010.000 173.285.000 Bij: investeringen 43.705.000 38.652.000 Af:herclassificatie -16.586.000 0 Af: afschrijvingen 18.837.000 16.927.000 Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0 Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0 Af: desinvesteringen 620.000 0 --------------- --------------- Boekwaarde per 31 december 202.672.000 195.010.000 ============ ============
86
Niet WTZi- WTZi- WMG- WTZi/WMG- vergunningspl. meldingspl.- gefinancierde gefinancierde investeringen investeringen investeringen vaste activa Totaal € € € € € Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde 137.121.000 94.274.000 88.886.000 535.000 320.816.000 - cumulatieve afschrijvingen 65.301.000 20.931.000 39.207.000 367.000 125.806.000 --------------- --------------- --------------- --------------- --------------- Boekwaarde per 1 januari 2009 71.820.000 73.343.000 49.679.000 168.000 195.010.000 Mutaties in het boekjaar - investeringen 4.480.000 19.671.000 19.554.000 0 43.705.000 - herwaarderingen 0 0 0 0 0 - afschrijvingen 3.084.000 5.745.000 9.952.000 56.000 18.837.000 - extra afschrijvingen NZa goedgekeurd 0 0 - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde 5.041.000 13.627.000 0 0 18.668.000 .cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 .cumulatieve afschrijvingen 101.000 1.981.000 0 0 2.082.000 - desinvesteringen aanschafwaarde 480.000 1.966.000 8.044.000 0 10.490.000 cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 cumulatieve afschrijvingen 480.000 1.966.000 7.424.000 0 9.870.000 --------------- --------------- --------------- --------------- --------------- per saldo 0 0 620.000 0 620.000 Mutaties in boekwaarde (per saldo) -3.544.000 2.280.000 8.982.000 -56.000 7.662.000 Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde 136.080.000 98.352.000 100.396.000 535.000 335.363.000 - cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 - cumulatieve afschrijvingen 67.804.000 22.729.000 41.735.000 423.000 132.691.000 --------------- --------------- --------------- --------------- --------------- Boekwaarde per 31 december 2009 68.276.000 75.623.000 58.661.000 112.000 202.672.000 ============ ============ ============ ============ ============ Toelichting: “De verzekerde waarde van de materiële activa bedraagt per 31 december 2009 € 630.453.000,--. Voor een nadere specificatie van de posten ‘WTZi-vergunningsplichtig’ en ‘WTZi-meldingsplichtig’ verwijzen wij naar de bijlagen. De investeringen in inventaris hebben enerzijds betrekking op de vervanging van bestaande apparatuur, vaak onder gelijktijdige verbetering van de functionaliteit en anderzijds op de aanschaf van nieuwe apparatuur noodzakelijk voor nieuwe medisch-technologische ontwikkelingen. De investeringen in gebouwen maken deel uit van het Masterplan huisvesting van het St. Antonius Ziekenhuis. Dit Masterplan (locatie Nieuwegein) voorziet in de periode van 2005 tot circa 2010 in een renovatie van bestaande bouwdelen (na circa 25 jaar gebruik) en tegelijk in uitbreiding van de capaciteit. Vanwege de wijzigingen in het bekostigingsregime van de ziekenhuizen, meer in het bijzonder de bekostiging van de kapitaallasten (rente en afschrijving) is de waardering van de materiële vaste activa begin 2009 opnieuw bezien. Onderzocht is of, en zo ja in hoeverre, er
87
sprake is van een eventuele bijzondere waardevermindering van de materiële vaste activa. Per de datum van het vaststellen van de jaarrekening was er een zodanig grote mate van onzekerheid over de nieuwe bekostiging van de ziekenhuiszorg, dat het niet mogelijk was de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde van de materiële vaste activa betrouwbaar vast te stellen. Vooralsnog is de oude systematiek gehandhaafd. De materiële vaste activa zijn niet bezwaard met hypotheek en in eigendom van St. Antonius Ziekenhuis.
3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Deelnemingen 3.000 7.000 Vorderingen op deelnemingen 750.000 375.000 --------------- --------------Totaal financiële vaste activa 753.000 382.000 ============ ============ Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: --------------- € Boekwaarde per 1 januari 2009 382.000 Bij: kapitaalstorting 0 Bij: verstrekte lening 375.000 Af: ontvangen aflossing leningen 0 Af: waardeverminderingen -4.000 --------------- Boekwaarde per 31 december 2009 753.000 ============ Toelichting: De vorderingen op deelnemingen hebben betrekking op de overeenkomst met de Stichting Gezondheidscentra Leidsche Rijn Julius Centrum.
4. Voorraden De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Medische middelen 6.062.000 4.004.000 Voedingsmiddelen 129.000 237.000 Hulpmiddelen 116.000 263.000 Overige voorraden: - benodigdheden voor onderhoud terreinen, gebouwen, installaties en energie 141.000 163.000 --------------- --------------Totaal voorraden 6.448.000 4.667.000 ============ ============ Toelichting: Inventarisatie van de voorraad op alle afdelingen (onder meer operatiekamers, röntgen-cardiologie en de klinische farmacie) geeft een actueel beeld van de voorraad. Een voorziening voor incourantheid van voorraden wordt niet noodzakelijk geacht. De waarde van de niet in de balans opgenomen consignatievoorraad bedraagt ultimo 2009 € 1.786.000,-- (2008 € 1.654.000,--).
88
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Onderhanden werk DBC’s A-segment 18.806.000 26.653.000 Onderhanden werk DBC’s B-segment 8.541.000 3.948.000 Onderhanden werk derden 250.000 0 --------------- --------------Totaal onderhanden werk 27.597.000 30.601.000 ============ ============ Toelichting: “Door uitbreiding van het B-segment per 1 januari 2009 ontstaat een afname in het A-segment en een stijging in het B-segment.” Door gerichte maatregelen(tijdige afsluiting van de DBC en beperking van de validatie uitval) is de hoeveelheid onderhanden werk in 2009 gedaald. DBC’s zijn niet hoger gewaardeerd dan het geldende tarief (A-segment) of de verkoopprijs (B-segment). Op het onderhanden werk is een bedrag van € 2 mln. (2008 € 1 mln.) in mindering gebracht in verband met mogelijk onterecht geopende DBC’s.
6. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Vorderingen op debiteuren 17.393.000 28.679.000 Vooruitbetaalde bedragen 4.020.000 8.520.000 Nog te ontvangen bedragen 1.283.000 127.000 --------------- --------------- Totaal vorderingen en overlopende activa 22.696.000 37.326.000 ============ ============ Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 511.000,-- (2008 € 512.000,--). Op de post debiteuren zijn de voorschotten (€ 47,3 mln) welke ontvangen zijn van zorgverzekeraars in mindering gebracht.
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2006 2007 2008 2009 totaal € € € € € Saldo per 1 januari 9.641.000 -19.165.000 -30.395.000 -39.919.000 Financieringsverschil boekjaar -28.072.000 -28.072.000 Correcties voorgaande jaren -9.641.000 4.706.000 3.083.000 -1.852.000 Betalingen/ontvangsten 0 13.670.000 0 13.670.000 --------------- --------------- --------------- --------------- --------------Subtotaal mutatie boekjaar -9.641.000 18.376.000 3.083.000 -28.072.000 -16.254.000 ============ ============ ============ ============ ============ Saldo per 31 december 0 -789.000 -27.312.000 -28.072.000 -56.173.000 Stadium van vaststelling (per erkenning): c c b a a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa
89
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2009 2008 € € Wettelijk budget aanvaardbare kosten 232.900.000 240.514.000 Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget: Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen 244.043.000 245.209.000 Honoraria-opbrengsten voor specialisten in loondienst 5.310.000 3.709.000 Mutatie onderhanden werk DBC A-segment -7.847.000 -472.000 - ontvangen voorschotten (AWBZ-instellingen) 4.071.000 6.635.000 - kassiersfunctie samenwerkingsverbanden -691.000 -640.000 - overige opbrengsten 16.086.000 16.468.000 --------------- --------------- Totaal financieringsverschil -28.072.000 -30.395.000 ============ ============ Toelichting: Over de vaststelling van de nacalculatie 2008 loopt nog een bezwaarschrift van het ziekenhuis bij de NZa.
8. Effecten De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € ING perpetuals 80.000 0 --------------- --------------- Totaal effecten 80.000 0 ============ ============ Toelichting: Het betreft ING-perpetual welke tegen marktwaarde gewaardeerd worden.Deze zijn verkregen door de fusie met de SSSV.
9. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Bankrekeningen 22.574.000 21.761.000 Kassen 4.000 13.000 --------------- --------------- Totaal liquide middelen 22.578.000 21.774.000 ============ ============ Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het St. Antonius Ziekenhuis. De kredietfaciliteit op de rekening-courant bedraagt € 30 mln. Daarnaast heeft het ziekenhuis ten behoeve van de financiering van onderhanden werk ook nog een faciliteit van € 30 mln.
90
PASSIVA 10. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Bestemmingsfondsen Totaal eigen vermogen Kapitaal Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 € Kapitaal 1.000 --------------- 1.000 ============
31-dec-09 31-dec-08 € € 1.000 1.000 68.231.000 61.064.000 2.077.000 471.711 1.327.000 15.000 -36.000 --------------- --------------70.324.000 62.356.000 ============ ============ Resultaat- bestemming € 0 --------------- 0 ============
Overige Saldo per mutaties 31-dec-2009 € € 0 1.000 --------------- --------------0 1.000 ============ ============
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 bestemming mutaties 31-dec-2009 € € € € Reserve aanvaardbare kosten: Reserve aanvaardbare kosten 43.532.000 4.565.000 0 48.097.000 Algemene reserve 1.854.000 0 0 1.854.000 Bestemmingsreserves: Egalisatie afschr. Instandhoudingsinvesteringen 212.000 -212.000 0 0 Reserve ontwikkeling medische speerpunten 865.000 -163.000 0 702.000 Reserve patiënt- en medicatieveiligheid 722.000 -23.000 0 699.000 Reserve afschrijving inventarissen 12.379.000 0 0 12.379.000 Reserve kapitaallasten B-segment 1.500.000 3.000.000 0 4.500.000 --------------- --------------- --------------- --------------Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 61.064.000 7.167.000 0 68.231.000 ============ ============ ============ ============ Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 bestemming mutaties 31-dec-2009 € € € € Algemene reserves: St. Antonius Ziekenhuis 1.519.000 70.000 373.000 1.962.000 Private entiteiten -192.000 309.000 -2.000 115.000 Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 1.327.000 379.000 371.000 2.077.000 ============ ============ ============ ============ Bestemmingsfondsen Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 bestemming mutaties 31-dec-2009 € € € € Derdenbelang voor De Roerdomp in de Transmurale Apotheek Sint Antonius Beheer B.V. -36.000 49.000 2.000 15.000 ============ ============ ============ ============
91
11. Voorzieningen Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 31-dec-2009 € € € € Groot onderhoud 5.157.000 0 897.000 4.260.000 Tijdelijke parkeergelegenheid 388.000 0 388.000 0 Opgebouwde, niet opeisbare rechten inz. jubileumuitk. 2.414.000 0 0 2.414.000 Reorganisatievoorziening 2.500.000 0 2.500.000 --------------- --------------- --------------- --------------Totaal voorzieningen 7.959.000 2.500.000 1.285.000 9.174.000 ============ ============ ============ ============ Toelichting per categorie voorziening: De voorziening Groot onderhoud dient ter egalisatie van de kosten van groot onderhoud. Gezien de ouderdom van onze instelling zal binnen afzienbare tijd vervanging en/of revisie plaatsvinden van gebouwen en installaties. In eerste instantie zullen de toegewezen trekkingsrechten en de gelden voor instandhoudingsinvesteringen hiervoor gebruikt moeten worden. Naar verwachting zullen de toegewezen trekkingsrechten niet voldoende zijn om onderhoud, vervanging, verbouwing etc. volledig te kunnen financieren. Het saldo per 1 januari 2002 is ontstaan op basis van 3% van de aanschafwaarde van gebouwen en installaties. Daarnaast is in 2002 een bedrag ad € 3.051.000,- toegevoegd op grond van de financiële onderbouwing in het Lange Termijn HuisvestingsPlan. Het betreft de benodigde financiële middelen voor groot onderhoud, die gedurende de komende vier jaren niet gefinancierd kunnen worden uit reguliere exploitatiemiddelen of door de overheid toegekende specifieke middelen. Doordag in de uitvoering van deze plannen vertraging is opgelopen, zal dit saldo in de komende jaren worden verbruikt. Het actuele masterplan geeft de behoefte aan bouwkundige aanpassingen welke groter is dan de voorziening. De reorganisatievoorziening is getroffen om de kosten te dekken die gepaard gaan met het realiseren van de in de begroting 2010 opgenomen taakstelling van 3% van de interne budgetten. Naast kosten van interim-management, advisering inzake de reorganisatie en kosten van ondersteuning wordt rekening gehouden met een reductie van op het personeelsbestand. De post opgebouwde niet opeisbare rechten inzake jubileumuitkeringen is de contante waarde per 31 december 2009 van in de toekomst verschuldigde uitkeringen in verband met jubilea van personeelsleden. Hierbij is rekening gehouden met de vertrekkans en een salarisstijging van 4%. Door de ingebruikname van de nieuwe parkeergarage is de voorziening tijdelijke parkeergelegenheid niet meer nodig. Met de kosten welke in 2009 nog ten laste hiervan zijn gebracht is het saldo ultimo jaar nihil.
92
12. Langlopende schulden De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Schulden aan kredietinstellingen 74.134.000 79.788.000 Overige langlopende schulden 0 0 --------------- --------------- Totaal langlopende schulden 74.134.000 79.788.000 ============ ============ Het verloop is als volgt weer te geven: 2009 2008 € € Stand per 1 januari 88.402.000 80.016.000 Bij: nieuwe leningen 5.000.000 15.000.000 Af: aflossingen 10.563.000 6.614.000 --------------- --------------- Stand per 31 december 82.839.000 88.402.000 ============ ============ Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 8.705.000 8.614.000 --------------- --------------- Stand langlopende schulden per 31 december 74.134.000 79.788.000 ============ ============ Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 8.705.000 8.614.000 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 74.134.000 79.788.000 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 42.566.000 41.440.000 Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
13. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Schulden aan kredietinstellingen 15.000 77.000 Crediteuren 19.026.000 30.597.000 Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 8.705.000 8.614.000 Belastingen en sociale premies 14.339.000 8.330.000 Schulden terzake pensioenen 2.400.000 2.100.000 Nog te betalen salarissen 5.874.000 6.021.000 Vakantiedagen 2.968.000 2.284.000 Overige schulden 18.586.000 32.728.000 Overlopende passiva 17.842.000 9.026.000 --------------- --------------- Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 89.755.000 99.777.000 ============ ============ Toelichting: De afname van de schulden op korte termijn word veroorzaakt door de post crediteuren. De post belastingen en sociale kosten stijgt doordat in 2008 een bedrag van € 4,3 mln. verantwoord werd onder overlopende passiva.
93
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten Het verloop is als volgt weer te geven: 2009 2008 € € Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 36.545.000 51.502.000 Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 576.000 897.000 Bij: investeringsruimte verslagjaar 0 6.095.000 Af: investeringen verslagjaar 16.936.000 21.949.000 --------------- --------------- Beschikbare investeringsruimte 31 december 20.185.000 36.545.000 ============ ============ Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte: 4.626.000 Langlopende huurcontracten Het totaal van de jaarlijks verschuldigde bedragen uit hoofde van langlopende huurverplichtingen bedraagt ca. € 1.897.000,--. De looptijd bedraagt vijf tot tien jaar en heeft betrekking op ruimten, kopieerapparatuur en leasecontracten van auto’s. Waarborgfonds voor de Zorgsector Een deel van de langlopende leningen is ondergebracht bij het Waarborgfonds voor de Zorgsector. De stichting is gehouden om een obligo te betalen wanneer het risicovermogen van het Waarborgfonds minder dan het garantieniveau bedraagt. Voor het ziekenhuis is ultimo 2009 het bedrag aan geborgde leningen € 43.196.000,-- en derhalve een recht van obligo van 3% ad € 1.296.000,--. De Fortisbank heeft een bankgarantie afgegeven aan de Gemeente Utrecht in verband met de erfpacht op de grond van het nieuw te bouwen ziekenhuis in Leidsche Rijn. In juni 2009 is met een consortium bestaande uit Rabobank en BNG een overeenkomst gesloten die voorziet in een rekening-courant faciliteit gedurende de bouwfase met de mogelijkheid aansluitend te consolideren in leningen met een looptijd van 15 tot 30 jaar. Deze financiering heeft een omvang van € 285 mln. en wordt voor 1/3 deel geborgd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector. De leningen zijn zogenaamde roll-over leningen met een variabele rente (Euribor). Een “traditionele”, vastrentende lening kan door geen enkele bank aangeboden worden. Om het renterisico af te dekken is een interest rate swap (IRS) gesloten. Door deze IRS wordt via een zogenaamde renteruil de variabele rente omgezet in een vaste rente. Naast de financiering van het onroerend goed (Masterplan en nieuwbouw) is ook een vijfjarige revolverende kredietfaciliteit met Rabobank overeengekomen. Deze faciliteit voorziet over de periode 2009 tot en met 2013 in een jaarlijkse lening van maximaal € 10 mln. per jaar voor de financiering van inventarisgoederen zoals CT’s en O.K.-apparatuur. Op 1 maart 2010 is op basis van een aanbestedingsprocedure een overeenkomst gesloten met een aannemer voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis op de locatie Utrecht-Leidsche Rijn voor een bedrag van € 117 mln. De nieuwbouw vangt medio 2010 aan en begin 2013 zal de nieuwe locatie in gebruik genomen worden. Normatieve vierkante meters Inzake de vergoeding van normatieve vierkante meters in het externe budget heeft het Ministerie van VWS toegezegd met terugwerkende kracht de vergoeding te verhogen. Het St. Antonius ziekenhuis en SAPE B.V. zijn gezamenlijk gedagvaard in een bodemprocedure inzake de vraag of het St. Antonius ziekenhuis een aanbestedende dienst is.
0,0%
0 0 0
0 0 0 0
0
0 0 0
0
0,0%
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december 2009
Afschrijvingspercentage
4.781.000
0 0 0 0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd
4.781.000 0 0
121.000
0 0 0 0
0 0 0
121.000 0 0 0
4.660.000
0
Boekwaarde per 1 januari 2009
4.660.000 0
€
0 0
€
Grond
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
5.1.6.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
5,0%
132.000
530.000 0 398.000
-24.000
0 0 0 0
0 0 0
0 0 24.000 0
156.000
530.000 374.000
Terreinvoorzieningen €
2,0%
36.336.000
83.490.000 0 47.154.000
-6.609.000
0 0 0 0
5.041.000 0 101.000
0 0 1.669.000 0
42.945.000
88.531.000 45.586.000
€
Gebouwen
0 0 0
0 0 0
0 0 0 0
0 0
5,0%
3.370.000
11.720.000 0 8.350.000
-560.000
480.000 0 480.000 0
0 0 0
0 0 560.000 0
3.930.000
12.200.000 8.270.000
Verbouwingen €
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5,0%
4.711.000
16.613.000 0 11.902.000
-831.000
0 0 0 0
0 0 0
0 0 831.000 0
5.542.000
16.613.000 11.071.000
€
Installaties
0,0%
18.946.000
18.946.000 0 0
4.359.000
0 0 0 0
0 0 0
4.359.000 0 0 0
14.587.000
14.587.000 0
Onderhanden Projecten €
68.276.000
136.080.000 0 67.804.000
-3.544.000
480.000 0 480.000 0
5.041.000 0 101.000
4.480.000 0 3.084.000 0
71.820.000
137.121.000 65.301.000
Subtotaal vergunning €
202.672.000
335.363.000 0 132.691.000
7.662.000
10.490.000 0 9.870.000 620.000
18.668.000 0 2.082.000
43.705.000 0 18.837.000 0
195.010.000
320.816.000 125.806.000
€
Totaal
94
13.627.000 0 1.981.000
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0,0%
5,0%
Afschrijvingspercentage
6.211.000
58.747.000
Boekwaarde per 31 december 2009
6.211.000 0 0
526.000
69.479.000 0 10.732.000
1.325.000
0 0 0 0
0 0 0
526.000 0 0
5.685.000
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0 0 0 0
16.445.000 0 3.474.000
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
57.422.000
Boekwaarde per 1 januari 2009
5.685.000 0
€
€
66.661.000 9.239.000
Onderhanden Projecten
Trekkings rechten
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
5.1.6.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
64.958.000
75.690.000 0 10.732.000
1.851.000
0 0 0 0
13.627.000 0 1.981.000
16.971.000 0 3.474.000
63.107.000
72.346.000 9.239.000
€
Subtotaal
10,0%
10.665.000
22.662.000 0 11.997.000
429.000
1.966.000 0 1.966.000 0
0 0 0
2.700.000 0 2.271.000
10.236.000
21.928.000 11.692.000
€
Instandhouding
0
0 0 0
0
0 0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
0 0
€
10.665.000
22.662.000 0 11.997.000
429.000
1.966.000 0 1.966.000 0
0 0 0
2.700.000 0 2.271.000
10.236.000
21.928.000 11.692.000
75.623.000
98.352.000 0 22.729.000
2.280.000
1.966.000 0 1.966.000 0
13.627.000 0 1.981.000
19.671.000 0 5.745.000
73.343.000
94.274.000 20.931.000
Subtotaal meldingsplichtige activa € €
Subtotaal
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
95
17.813.000 0 8.933.000
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
20,0%
10,0%
Afschrijvingspercentage
74.000
57.300.000
Boekwaarde per 31 december 2009
178.000 0 104.000
-20.000
98.477.000 0 41.177.000
8.880.000
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
14.000 0 14.000 0
0 0 0
0 0 20.000
94.000
192.000 98.000
Vervoermiddelen €
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
5.305.000 0 5.305.000 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0
48.420.000
Boekwaarde per 1 januari 2009
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
85.969.000 37.549.000
€
Inventaris
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
5.1.6.3 WMG-gefinancierde vaste activa
33,3%
1.287.000
1.741.000 0 454.000
122.000
2.725.000 0 2.105.000 620.000
0 0 0
1.741.000 0 999.000
1.165.000
2.725.000 1.560.000
Automatisering €
58.661.000
100.396.000 0 41.735.000
8.982.000
8.044.000 0 7.424.000 620.000
0 0 0
19.554.000 0 9.952.000
49.679.000
88.886.000 39.207.000
Subtotaal WMG €
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
96
112.000
Boekwaarde per 31 december 2009
20,0%
535.000 0 423.000
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
Afschrijvingspercentage
-56.000
0 0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 56.000
168.000
Boekwaarde per 1 januari 2009
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
535.000 367.000
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
€
Installlaties
5.1.14.4 Niet WTZi/WMG-gefinancierde vaste activa
0
0 0 0
0
0 0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
0 0
€
535.000 0 423.000 0 112.000
-56.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 56.000
168.000
535.000 367.000
Subtotaal Niet WTZi/WMGgefinancierde vaste activa €
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
97
98
5.1.7.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD) € Waarde per 1 januari 2009
€ 20.272.000
Nieuwbouw Leidsche Rijn 4.359.000 Overkapping 2.045.000 Renovatie G3 879.000 Afbouw E3 729.000 Cbg: spect CT 616.000 Herindeling terreinen 573.000 Herinrichting G2 570.000 Aanpassen cleanrooms 531.000 Vooruitbetaald op diverse projecten 427.000 Activering vooruitbetalingen diverse projecten t/m 2008 -5.744.000 --------------- 4.985.000 --------------- 25.257.000 ============
Nat. Nederlanden Nat. Nederlanden ING NWB NWB ASN Bank BNG Fortis Bank Fortis Bank NWB NWB BNG Fortis Bank BNG NWB NWB NWB BNG ASN Bank Rabobank ING ASN Bank
Leninggever
22-12-95 15-01-96 01-02-97 05-01-04 01-06-04 01-10-04 30-09-04 01-07-01 01-10-06 30-03-01 30-03-01 30-09-01 01-06-03 01-07-05 30-06-05 03-10-05 01-03-06 01-10-06 01-09-08 01-04-08 01-08-06 29-04-09
Datum
6.171.000 12.705.000 7.000.000 11.340.000 12.930.000 10.206.000 9.075.000 1.860.000 1.361.000 4.538.000 4.538.000 4.538.000 5.105.000 2.720.000 12.860.000 1.815.000 3.431.000 2.040.000 10.000.000 5.000.000 500.000 5.000.000
€
Hoofdsom
20 28 21 19 19 18 16 20 12 15 15 10 15 10 20 10 10 10 10 15 5 20
Totale looptijd
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2009
BIJLAGE
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair
Soort lening
6,935% 7,350% 3,660% 4,690% 3,710% 4,250% 3,485% 6,640% 5,830% 4,880% 4,880% 4,810% 3,820% 3,022% 3,505% 2,990% 3,535% 4,020% 4,495% 3,830% 5,250% 4,770%
% 2.161.000 7.260.000 1.429.000 8.951.000 10.207.000 7.937.000 6.807.000 545.000 272.000 2.268.000 2.268.000 1.135.000 3.404.000 1.904.000 10.931.000 1.271.000 2.745.000 1.632.000 10.000.000 5.000.000 275.000 0 88.402.000
€ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5.000.000 5.000.000
€
Nieuwe Werke- Restschuld 31 leningen in lijkedecember 2009 rente 2008
308.000 454.000 1.429.000 598.000 1.360.000 568.000 567.000 91.000 46.000 303.000 303.000 453.000 340.000 272.000 643.000 181.000 343.000 204.000 1.000.000 1.000.000 100.000 0 10.563.000
€
Aflossing in 2009
1.853.000 6.806.000 0 8.353.000 8.847.000 7.369.000 6.240.000 454.000 226.000 1.965.000 1.965.000 682.000 3.064.000 1.632.000 10.288.000 1.090.000 2.402.000 1.428.000 9.000.000 4.000.000 175.000 5.000.000 82.839.000
€
Restschuld 31 december 2009
308.000 4.540.000 0 5.382.000 5.448.000 4.544.000 3.402.000 0 0 606.000 606.000 0 1.360.000 272.000 7.073.000 181.000 686.000 408.000 4.000.000 0 0 3.750.000 42.566.000
€
Restschuld over 5 jaar
6 15 0 14 13 13 11 5 5 7 7 2 9 6 16 6 7 7 9 4 2 20
Resterende looptijd in jaren eind 2009
lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair
Aflossingswijze
308.000 454.000 0 598.000 681.000 568.000 567.000 91.000 46.000 303.000 303.000 453.000 340.000 272.000 643.000 181.000 343.000 204.000 1.000.000 1.000.000 100.000 250.000 8.705.000
€
Aflos-sing 2009
staatslening staatslening staatslening staatslening staatslening staatslening staatslening waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds
Gestelde zekerheden
99
100
15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2009 2008 € € € € Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 240.514.000 245.837.000 Productieafspraken verslagjaar 2.703.000 6.698.000 Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 4.057.000 4.736.000 Prijsindexatie materiële kosten 845.000 2.564.000 Groei normatieve kapitaalslasten 0 0 --------------- -------------- 4.902.000 7.300.000 Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten 136.000 193.000 - materiële kosten 0 0 - normatieve kapitaalslasten 0 0 --------------- -------------- 136.000 193.000 Beleidsmaatregelen overheid: - generieke budgetkortingen -328.000 -3.467.000 - FB-onderhoud 805.000 0 --------------- --------------- 477.000 -3.467.000 Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente 1.344.000 1.678.000 - afschrijvingen 2.964.000 1.156.000 - overige 0 0 --------------- --------------- 4.308.000 2.834.000 Overige mutaties: Uitbreiding B-segment -20.140.000 -18.881.000 --------------- --------------- -20.140.000 -18.881.000 --------------- --------------- Subtotaal wettelijk budget boekjaar 232.900.000 240.514.000 --------------- --------------- Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 232.900.000 240.514.000 ============ ============
101
BATEN 16. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Zorgprestaties tussen instellingen (WDS) 6.100.000 4.655.000 --------------- --------------- Totaal 6.100.000 4.655.000 ============ ============ Toelichting: De toename van deze post wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename van de trialopbrengsten, inclusief opbrengsten voorgaande jaren en de opbrengsten van de poliklinische fysiotherapie.
17. Toelichting omzet B-segment De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Gefactureerde DBC’s 61.606.000 40.512.000 Mutatie onderhandenwerk B-segment 4.593.000 1.699.000 Mutatie onderhandenwerk derden 250.000 0 --------------- --------------- Totaal 66.449.000 42.211.000 ============ ============ Toelichting: Door uitbreiding van het B-segment per 1 januari 2009 is de omzet gestegen. Hiertegenover staat een daling van het externe budget in het A-segment.
18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
2009 €
2008 €
Overige dienstverlening 3.061.000 2.370.000 Opleidingsfonds 20.585.000 18.592.000 Overige opbrengsten 7.747.000 11.289.000 --------------- --------------Totaal 31.393.000 32.251.000 ============ ============ Toelichting: De stijging van de opbrengsten uit hoofde van het opleidingsfonds is ontstaan doordat er meer aios’en opgeleid zijn. De daling van de overige opbrengsten is ontstaan doordat afrekeningen van externe budgetten over oude jaren in 2008 hoger waren dan in 2009 (respectievelijk € 8,6 mln. en € 4,1 mln.).
102
LASTEN 19. Personeelskosten De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Lonen en salarissen 132.332.000 127.456.000 Sociale lasten 17.792.000 17.267.000 Pensioenpremies 11.174.000 10.137.000 Andere personeelskosten 4.187.000 4.327.000 Subtotaal 165.485.000 159.187.000 Personeel niet in loondienst 11.808.000 9.290.000 --------------- --------------- Totaal personeelskosten 177.293.000 168.477.000 ============ ============ Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE’s) per segment: Algemene en administratieve functies 575 567 Hotelfuncties 401 415 Patiëntgebonden functies 2.157 2.143 Leerling-verpleegkundig personeel 169 157 Terrein- en gebouwgebonden functies 45 41 --------------- --------------- Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 3.347 3.323 Toelichting: Als gevolg van de cao-stijging zijn de salariskosten met ongeveer 2% gestegen. Daarnaast stijgen deze kosten door het hoger aantal fte’s en is de stijging van de voorziening vakantiedagen hier opgenomen.
20. Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa 3.064.000 16.000 - materiële vaste activa 8.877.000 9.566.000 - financiële vaste activa 5.000 5.000 Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa 10.563.000 7.925.000 --------------- --------------- Totaal afschrijvingen 22.509.000 17.512.000 ============ ============ Toelichting: De meerkosten op de afschrijving van automatiseringsapparatuur worden veroorzaakt door enerzijds een buiten gebruikstelling van een aantal posten en anderzijds door een verhoging van het afschrijvingspercentage van 20% naar 33%.
103
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2009 € --------------- Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 22.509.000 waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 11.946.000 ============ In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa 3.084.000 - WTZi-meldingsplichtige vaste activa 5.745.000 - WMG-gefinancierde vaste activa 9.952.000 - Niet WTZI/WTG-gefinancierde vaste activa 56.000 --------------Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 18.837.000 ============
LASTEN 21. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 10.364.000 9.528.000 Algemene kosten 25.052.000 22.380.000 Patiënt- en bewonersgebonden kosten 80.200.000 75.961.000 Onderhoud en energiekosten 7.360.000 7.246.000 Huur en leasing 2.327.000 1.830.000 Dotaties en vrijval voorzieningen 3.896.000 4.523.000 --------------- --------------- Totaal overige bedrijfskosten 129.199.000 121.468.000 ============ ============ Toelichting: De stijging van de hotelmatige kosten wordt met name veroorzaakt door de vervoerskosten van patiënten tussen de locaties ten gevolge van lateralisatie van de zorg. De stijging van de algemene kosten heeft betrekking op de verantwoording van incidentele posten. De toename van de patiëntgebonden kosten wordt veroorzaakt door de toename van het aantal complexe patiënten.
22. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Rentebaten 767.000 300.000 Rentelasten -4.168.000 -3.746.000 --------------- --------------- Totaal financiële baten en lasten -3.401.000 -3.446.000 ============ ============ Toelichting: De rentelasten worden nagecalculeerd door de NZa via de rentenormeringsbalans.
104
23. Buitengewone baten en lasten De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Activering immateriële activa 3.174.000 0 --------------- --------------- Totaal buitengewone baten en lasten 3.174.000 0 ============ ============ Toelichting: Dit resultaat is ontstaan door de activering van immateriële vaste activa welke in het verleden volledig was afgeschreven.
24. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? 1 Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? 4 De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2009 is als volgt: Naam Rook Spijkers Haanen Kloet 1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder 01-01-09 01-01-09 01-01-09 01-01-09 werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van ja ja ja ja het bestuur? 3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder 31-dec-09 31-dec-09 31-dec-09 31-dec-09 werkzaam in uw organisatie? 4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het ja nee nee nee bestuur geweest? 5 Hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest 12 0 0 0 in het verslagjaar? 6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 1 1 1 1 7 Welke salarisregeling is toegepast? 3 3 3 3 8 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 100% 100% 100% 100% 9 Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaars- 200400 200400 200400 200400 uitkeringsalaris en andere vaste toelagen 10 Bruto-onkostenvergoeding 9.700 7.200 7.600 10.800 11 Werkgeversbijdrage sociale lasten 5.400 7.000 8.100 6.000 12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU 21.400 21.400 21.400 21.400 13 Ontslagvergoeding 0 0 0 0 14 Bonussen 0 0 0 0 15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b) 236.900 236.000 237.500 238.600 Toelichting: Aan alle bestuurders is een auto ter beschikking gesteld met een aanschafwaarde van ca. € 48.000,--. Er is tot dat bedrag geen eigen bijdrage, anders dan de bijtelling voor de inkomstenbelasting.
105
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2009 is als volgt: 2009 2008 Naam Functie Bezoldiging Bezoldiging € € Adriaansens Toezichthouder 8.000 8.000 Guensberg Toezichthouder 6.000 6.000 Van Hoof Toezichthouder 6.000 6.000 V.d. Hul-Omta Toezichthouder 6.000 6.000 Kremers Toezichthouder 6.000 6.000 Fokker Toezichthouder 6.000 6.000 Van Ingen Toezichthouder 6.000 6.000 Halkes Toezichthouder 6.000 6.000 Dessing Toezichthouder 6.000 6.000 Blankert Toezichthouder 0 1.500 --------------- -------------- 56.000 57.500 ============ ============ Toelichting: Behoudens de voorzitter ontvangen alle toezichthouders dezelfde bezoldiging.
25. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) De bezoldiging van de functionarissen die over 2009 in het kader van de Wopt verantwoord worden, is als volgt: 1 Functionaris (functienaam) directeur vereniging 2 In dienst vanaf (datum) 1-jan-09 3 In dienst tot (datum) 31-dec-09 4 Belastbaar loon (in €) 208.000 5 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €) 0 6 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €) 0 --------------Totaal beloning in kader van de Wopt (4, 5 en 6) 208.000 ============ Toelichting: Dit betreft salariskosten welke doorberekend worden aan Santeon.
26. Honoraria accountant 2009 2008 € € De honoraria van de accountant over 2009 zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening 115.000 104.720 2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 20.000 20.000 3 Niet controle diensten 140.815 127.354 --------------- --------------- Totaal honoraria accountant 275.815 252.074 ============ ============
106
5.1.10 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (na resultaatbestemming) Ref. 31-dec-09 31-dec-08 € €
ACTIVA
Vaste activa Immateriële vaste activa 1 16.713.000 0 Materiële vaste activa 2 202.394.000 194.669.000 Financiële vaste activa 3 1.318.000 642.000 --------------- --------------Totaal vaste activa 220.425.000 195.311.000 Vlottende activa Voorraden 4 6.279.000 4.490.000 Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s 5 27.347.000 30.601.000 Vorderingen en overlopende activa 6 21.683.000 36.904.000 Effecten 8 80.000 0 Liquide middelen 9 22.229.000 21.697.000 Totaal vlottende activa 77.618.000 93.692.000 --------------- --------------- Totaal activa 298.043.000 289.003.000 ============ ============ Ref. 31-dec-09 31-dec-08 € €
PASSIVA
Eigen vermogen 10 Kapitaal 1.000 1.000 Collectief gefinancierd gebonden vermogen 68.231.000 61.064.000 Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 1.962.000 1.519.000 --------------- --------------Totaal eigen vermogen 70.194.000 62.584.000 Voorzieningen 11 9.174.000 7.959.000 Langlopende schulden 12 74.059.000 79.613.000 Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 56.173.000 39.919.000 Kortlopende schulden en overlopende passiva 13 88.443.000 98.928.000 --------------- --------------- Totaal passiva 298.043.000 289.003.000 ============ ============
107
5.1.11 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2009 Ref. 2009 2008 € € BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 15 232.900.000 240.514.000 Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 16 6.100.000 4.655.000 Omzet B-segment (na aftrek kapitaallasten) 17 66.449.000 42.211.000 Overige bedrijfsopbrengsten 18 28.916.000 30.949.000 --------------- --------------Som der bedrijfsopbrengsten 334.365.000 318.329.000 BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 19 176.469.000 167.747.000 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 20 22.427.000 17.430.000 Overige bedrijfskosten 21 128.028.000 121.073.000 --------------- --------------Som der bedrijfslasten 326.924.000 306.250.000 BEDRIJFSRESULTAAT 7.441.000 12.079.000 Financiële baten en lasten 22 -3.378.000 -3.412.000 --------------- --------------- RESULTAAT BOEKJAAR 4.063.000 8.667.000 BUITENGEWONE BATEN UIT HOOFDE VAN WAARDERING IMMATERIELE VASTE ACTIVA 23 3.174.000 0 --------------- --------------- RESULTAAT NA BUITENGEWONE BATEN 7.237.000 8.667.000
108
5.1.12 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.12.1 Algemeen Algemeen Op 29 oktober 2009 zijn de Stichting St. Antonius ziekenhuis en de Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen juridisch gefuseerd. Bij deze fusie is de Stichting St. Antonius ziekenhuis de verkrijgende en Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen de verdwijnende rechtspersoon. Tot en met het verslagjaar 2008 hebben beide rechtspersonen een eigen jaarrekening opgesteld conform vigerende wet- en regelgeving. In de jaarrekening 2009 van de Stichting St. Antonius ziekenhuis zijn de cijfers van de Stichting Specifieke Scholing Verpleegkundigen verwerkt.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn in overeenstemming met de vereisten van de Regeling Jaarverslaggeving WTZi en Richtlijn 655 Zorginstellingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het vorig verslagjaar.
5.1.12.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen bestede kosten, verminderd met afschrijvingen gebaseerd op in de bekostiging (extern budget) te ontvangen vergoeding voor afschrijvingen. Er wordt expliciet rekening gehouden met de terugverdiencapaciteit van de immateriële vaste activa.
Materiële vaste activa “De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen gebaseerd op de door het Nederlandse Zorgautoriteit vastgestelde beleidsregels c.q. de economische levensduur indien er sprake is van substitutievrijheid. Investeringen met een aanschafbedrag van minder dan € 4.500,-worden niet als vaste activa geboekt. Afgeschreven wordt met ingang van de maand van ingebruikneming. Indien er indicaties zijn voor duurzame waardevermindering dan wordt getoetst of de boekwaarde hoger is dan de terugverdiencapaciteit, zijnde de hoogste van de opbrengstwaarde en bedrijfswaarde. Is de boekwaarde lager dan de terugverdiencapaciteit dan vindt een extra afschrijving plaats tot de hoogte van deze
terugverdiencapaciteit. In 2008 en ook in 2009 is op basis van modellen berekend of de huidige en toekomstige investeringen in materiële vaste activa terugverdiend kunnen worden door middel van reguliere exploitatie. Deze modellen zijn gebaseerd op door de controlerend accountant getoetste veronderstellingen welke uit de aard der zaak onderhevig zijn aan onzekerheid. Op grond van de uitkomsten van de betreffende modellen hebben er geen extra afschrijvingen plaatsgevonden.
Wijziging bekostiging kapitaallasten, overgangsregime en aanpassing Regeling verslaggeving WTZi en Richtlijn 655 Zorginstellingen Met de brieven van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van 13 juni 2007 (kenmerk CZ/TSZ/2771129) en 9 juli 2007 (kenmerk MC-U-2783995) en de wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi van 13 december 2007 zijn belangrijke wijzigingen in de regelgeving rondom zorgvastgoed en de bekostiging van vaste activa aangekondigd. Per 1 januari 2008 is het bouwregime voor ziekenhuizen afgeschaft; hierdoor ontstaat meer vrijheid in bouwen, maar tevens vervalt de garantie van het Ministerie van VWS op de vergoeding van afschrijvingen en rentelasten. Het risico van de dekking van kapitaallasten van het vastgoed en daarmee van de boekwaarde ligt daardoor meer en meer bij de ziekenhuizen. Richtlijn 655 Zorginstellingen is met ingang van boekjaar 2009 aangepast aan het vervallen van het bouwregime en de (voorgenomen) wijzigingen in de bekostiging van de kapitaallasten van het vastgoed. Door de wijziging van de bekostigingssystematiek komt een einde aan verwerking en waardering van vaste activa (met name vastgoed) op grond van de bekostigingsvoorschriften. De verwerking en waardering van vaste activa dient hiermee volgens de algemene verslaggevingsregels van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving plaats te vinden. Op 1 april 2010 heeft de Ministerie van VWS het overgangsregime kapitaallasten voorgelegd aan de Tweede Kamer. Dit overgangsregime geeft, aflopend in de tijd, gedeeltelijke zekerheid voor oudbouw- en nieuwbouwproblematiek van het vastgoed en zekerheid voor de afwikkeling van de voormalige Immateriële Vaste Activa (door versnelde afschrijving en vergoeding in de budgetten). Dit overgangsregime wordt nog uitgewerkt door de NZa, waarna de precieze implicaties duidelijk worden. Er is nog geen duidelijkheid over de hoogte, invoeringsdatum en wijze van integrale prestatiebekostiging en DOT-systematiek. Vooralsnog loopt voor het A-segment de bekostiging van kapitaallasten door op basis van nacalculatie. Mogelijk vanaf 2012 is sprake van integrale tarieven.
Waardering Materiële vaste activa Algemeen Het vervallen van het stelsel van bekostiging waarbij een integrale vergoeding voor de werkelijke afschrijvingskosten van vaste activa was opgenomen, kan daarmee ook gevolgen hebben voor de
109
waardering van de materiële vaste activa. De overgangsregeling zou, afhankelijk van de impact en uitwerking door de NZa, voor diverse problemen van oudbouw en recente nieuwbouw, in ieder geval een gedeeltelijke en tijdelijke oplossing moeten bieden. Daarnaast heeft de NZa de bevoegdheid van eigen beleidsregels af te wijken ten einde maatwerk oplossingen te kunnen bieden voor additionele problematiek. Met ingang van 2012 zal de bekostiging van ziekenhuizen mogelijk overgaan op de DOT-systematiek. Er is landelijk nog onduidelijkheid over eventuele prestatiebekostiging en de wijze van financiering van kapitaallasten in de DOT-systematiek, specifiek voor bijzondere functies (WBMV en vaste segment) en over de uitwerking van het overgangsregime kapitaallasten. Bedrijfswaarde De ingeschatte bedrijfswaarde op basis van voor het aantrekken van de financiering gehandteerde modellen is minimaal gelijk aan de boekwaarde eind 2009. De Raad van Bestuur stelt zich op het standpunt dat de in het verleden verkregen rechten tot nacalculatie, bij de overgang dienen te leiden tot een adequate afrekening van eventuele nadelige gevolgen. Eind 2009 is hiertoe een inventarisatie door de NZa uitgevoerd om de aard en omvang van de problematiek in kaart te brengen. Voor de immateriële activa biedt het overgangregime kapitaallasten helderheid. De Raad van Bestuur ziet geen aanleding tot bijsteling van de boekwaarde. Afschrijvingen en gebruiksduur De tot en met 2009 gehanteerde afschrijvingstermijnen behoeven naar de mening van de Raad van Bestuur thans geen aanpassing. Dit gegeven de resterende gebruiksduur.
Egalisatierekening afschrijving instandhoudingsinvesteringen Deze reserve wordt overeenkomstig de beleidsregels van de NZa gevormd ter egalisatie van de in het wettelijk budget begrepen bedragen voor afschrijvingen van instandhoudingsinvesteringen. Een overschot/tekort ten opzichte van de werkelijke afschrijvingskosten wordt toegevoegd respectievelijk onttrokken aan de egalisatierekening.
Effecten Effecten worden gewaardeerd tegen marktwaarde; waardemutaties worden verwerkt in de resultatenrekening.
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor per balansdatum bestaande verplichtingen waarvan omvang en tijdstip van afwikkeling betrouwbaar te schatten zijn danwel ter egalisatie van onderhoudskosten over de jaren waarop ze betrekking hebben. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.
Langlopende schulden Hierin wordt opgenomen het nog niet afgeloste deel van de aangegane leningen onder aftrek van de aflossingsverplichting binnen één jaar na balansdatum.
Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s
De hieronder begrepen kapitaalbelangen en leningen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Rekening wordt gehouden met duurzame waardevermindering. Er is geen sprake van deelnemingen waarop invloed van betekenis kan worden uitgeoefend.
“Onderhandenwerk DBC’s heeft betrekking op DBC’s die vóór balansdatum geopend zijn en die per balansdatum nog niet afgesloten zijn. Het onderhandenwerk wordt als volgt gewaardeerd: • B-segment tegen kostprijs van de verrichtingen of, indien lager, de DBC-waarde.Hierbij is geen rekening gehouden met een opslag voor kapitaalslasten • A-segment tegen het door de NZa vastgestelde verrichtingentarief voor de reeds uitgevoerde verrichtingen of, indien lager, de DBC-waarde.“
Vorderingen
Derivaten
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdend met mogelijke oninbaarheid.
Derivaten welke dienen ter afdekking van renterisico’s die betrekking hebben op toekomstige kasstromen worden gewaardeerd tegen kostprijs en de betreffende kastroomafdekking wordt verwerkt als een kostprijshedge. Hieraan ligt documentatie ten grondslag aangaande het beleid en de relatie tussen de derivaten en de afgedekte positie.
Financiële vaste activa
Financieringstekort/overschot De post ‘Financieringstekort/overschot’ heeft betrekking op het verschil tussen de ontvangen DBC-declaraties, vergoedingen e.d. en het berekende externe budget.
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Reserve aanvaardbare kosten: Deze reserve dient ter egalisatie van de jaarlijkse overschotten en tekorten op de externe budgetten vanaf 1983.
Niet-collectief gefinancierd gebonden vermogen Deze reserve is gevormd vanwege de resultaten op private activiteiten. Jaarlijks vindt hierop een dotatie en een onttrekking plaats.
110
Grondslagen voor de resultaatbepaling “De baten en lasten ten aanzien van het betreffende boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij in het boekjaar tot ontvangsten of uitgaven hebben geleid. Baten worden verantwoord als ze zijn gerealiseerd; verliezen als zij voorzienbaar zijn. Het wettelijke budget wordt berekend aan de hand van de door de NZa goedgekeurde aanvaardbare kosten aangevuld met intern berekende aanpassingen hierop. Nagekomen budgetaanpassingen over voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden in de resultatenrekening van dit boekjaar verwerkt. De omzet uit hoofde van DBC’s in het B-segment wordt bepaald op grond van de in het boekjaar gefactureerde omzet, gecorrigeerd voor de mutatie in het Onderhandenwerk DBC’s. De vergoedingen voor diensten en verrichtingen berekend aan derden betreffen medische onderzoeken en verrichtingen waarvoor geen vergoeding via het budget van aanvaardbare kosten wordt verkregen en doorberekening van niet-medische prestaties.“ “Als budgetresultaat wordt verantwoord het verschil tussen het toegekende extern budget, verhoogd met de W.D.S.-opbrengsten (W.D.S. = Wijziging Declaratie Structuur) en de opbrengsten van
de B-segment DBC’s, en de kosten in het verslagjaar. Het voordelige dan wel nadelige saldo wordt toegevoegd aan, respectievelijk onttrokken aan, de onder het eigen vermogen begrepen ‘Reserve aanvaardbare kosten’.”
Pensioenen Het St. Antonius Ziekenhuis heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregelling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. De werkelijk betaalde pensioenkosten worden verantwoord in de exploitatierekening.
5.1.13 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
ACTIVA 1. Immateriële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Immateriële vaste activa 16.713.000 0 --------------- --------------- Totaal immateriële vaste activa 16.713.000 0 ============ ============ Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2009 2008 € € Boekwaarde per 1 januari 0 0 Bij: herclassificatie 16.587.000 0 Bij: herwaarderingen 3.174.000 0 Af: afschrijvingen 3.048.000 0 Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0 Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0 Af: desinvesteringen 0 0 --------------- --------------- Boekwaarde per 31 december 16.713.000 0 ============ ============ Toelichting: In 2007 is rekening gehouden met een waardevermindering op de post Immateriële Vaste Activa vanwege toenmalige inzichten in de toekomstige vergoedingen voor kapitaallasten. Met het oog op het huidige beleid van de minister van VWS als verwoord in zijn brieven aan
111
de Tweede Kamer is deze waardevermindering niet meer noodzakelijk. Daarnaast zijn aanloopkosten geherclassificeerd van de materiële vaste activa naar de immateriële vaste activa.
2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € WTZi-vergunningsplichtige investeringen 68.276.000 71.820.000 WTZi-meldingsplichtige investeringen 75.623.000 73.343.000 WMG-gefinancierde investeringen 58.404.000 49.369.000 Niet WTZi/WMG-gefinancierde vaste activa 91.000 137.000 --------------- --------------Totaal materiële vaste activa 202.394.000 194.669.000 ============ ============ Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2009 2008 € € Boekwaarde per 1 januari 194.669.000 172.881.000 Bij: investeringen 43.702.000 38.648.000 Af: herclassificaties -16.586.000 0 Af: afschrijvingen 18.771.000 16.860.000 Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0 Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0 Af: desinvesteringen 620.000 0 --------------- --------------- Boekwaarde per 31 december 202.394.000 194.669.000 ============ ============
112
Niet WTZi- WTZi- WMG- WTZi/WMG- vergunningspl. meldingspl.- gefinancierde gefinancierde investeringen investeringen investeringen vaste activa Totaal € € € € € Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde 137.121.000 94.274.000 88.432.000 535.000 320.310.000 - cumulatieve afschrijvingen 65.301.000 20.931.000 39.063.000 367.000 125.641.000 -------------- ------------- --------------- --------------- --------------- Boekwaarde per 1 januari 2009 71.820.000 73.343.000 49.369.000 168.000 194.669.000 =========== =========== ============ ============ ============ Mutaties in het boekjaar - investeringen 4.480.000 19.671.000 19.551.000 0 43.702.000 - herwaarderingen 0 0 0 0 0 - afschrijvingen 3.084.000 5.745.000 9.896.000 56.000 18.771.000 - extra afschrijvingen NZa goedgekeurd 0 0 - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde 5.041.000 13.627.000 0 0 18.668.000 .cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 .cumulatieve afschrijvingen 101.000 1.981.000 0 0 2.082.000 0 0 - desinvesteringen aanschafwaarde 480.000 1.966.000 8044000 0 10.444.000 cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 cumulatieve afschrijvingen 480.000 1.966.000 7.424.000 0 9.824.000 -------------- ------------- --------------- --------------- --------------- per saldo 0 0 620.000 0 620.000 Mutaties in boekwaarde (per saldo) -3.544.000 2.280.000 9.035.000 -56.000 7.725.000 =========== =========== ============ ============ ============ Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde 136.080.000 98.352.000 99.939.000 535.000 334.900.000 - cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 - cumulatieve afschrijvingen 67.804.000 22.729.000 41.535.000 423.000 132.506.000 -------------- ------------- --------------- --------------- --------------- Boekwaarde per 31 december 2009 68.276.000 75.623.000 58.404.000 112.000 202.394.000 =========== =========== ============ ============ ============ Toelichting: “De verzekerde waarde van de materiële activa bedraagt per 31 december 2009 € 630.453.000,--. Voor een nadere specificatie van de posten ‘WTZi-vergunningsplichtig’ en ‘WTZi-meldingsplichtig’ verwijzen wij naar de bijlagen. De investeringen in inventaris hebben enerzijds betrekking op de vervanging van bestaande apparatuur, vaak onder gelijktijdige verbetering van de functionaliteit en anderzijds op de aanschaf van nieuwe apparatuur noodzakelijk voor nieuwe medisch-technologische ontwikkelingen. De investeringen in gebouwen maken deel uit van het Masterplan huisvesting van het St. Antonius Ziekenhuis. Dit Masterplan (locatie Nieuwegein) voorziet in de periode van 2005 tot circa 2010 in een renovatie van bestaande bouwdelen (na circa 25 jaar gebruik) en tegelijk in uitbreiding van de capaciteit. Vanwege de wijzigingen in het bekostigingsregime van de ziekenhuizen, meer in het bijzonder de bekostiging van de kapitaallasten (rente en afschrijving) is de waardering van de materiële vaste activa begin 2009 opnieuw bezien. Onderzocht is of, en zo ja in hoeverre, er sprake is van een eventuele bijzondere waardevermindering van de materiële vaste activa. Per de datum van het vaststellen van de jaarrekening was er een zodanig grote mate van onzekerheid over de nieuwe bekostiging van de ziekenhuiszorg, dat het niet mogelijk was de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde van de materiële vaste activa betrouwbaar vast te stellen. Vooralsnog is de oude systematiek gehandhaafd. De materiële vaste activa zijn niet bezwaard met hypotheek en in eigendom van St. Antonius Ziekenhuis.
113
3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Deelnemingen 200.000 0 Leningen 1.115.000 635.000 Overige vorderingen 3.000 7.000 --------------- --------------Totaal financiële vaste activa 1.318.000 642.000 ============ ============ Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: € Boekwaarde per 1 januari 2009 642.000 Bij: kapitaalstorting St. Antonius Cardiologie Centrum Gooi BV 200.000 Bij: verstrekte lening 575.000 Af: ontvangen aflossing leningen -95.000 Af: waardeverminderingen -4.000 --------------- Boekwaarde per 31 december 2009 1.318.000 ============ Toelichting: In het verleden is er aan de Stichting Gezondheidscentra Leidsche Rijn Julius Centrum een lening verstrekt van € 750.000,-- waarvan in 2009 € 375.000,-- werd betaald. “Aan de Transmurale Apotheek werd eerder een lening verstrekt en in 2009 nog een aanvullende lening van € 200.0000,--.
4. Voorraden De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Medische middelen 5.893.000 3.827.000 Voedingsmiddelen 129.000 237.000 Kantoormiddelen 116.000 263.000 Overige voorraden: - benodigdheden voor onderhoud terreinen, gebouwen, installaties en energie 141.000 163.000 --------------- --------------Totaal voorraden 6.279.000 4.490.000 ============ ============ Toelichting: Inventarisatie van de voorraad op alle afdelingen (onder meer operatiekamers, röntgen-cardiologie en de klinische farmacie) geeft een actueel beeld van de voorraad. Een voorziening voor incourantheid van voorraden wordt niet noodzakelijk geacht. “De waarde van de niet in de balans opgenomen consignatievoorraad bedraagt ultimo 2009 € 1.786.000,-- (2008 € 1.654.000,--).”
114
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Onderhanden werk DBC’s A-segment 18.806.000 26.653.000 Onderhanden werk DBC’s B-segment 8.541.000 3.948.000 --------------- --------------Totaal onderhanden werk 27.347.000 30.601.000 ============ ============ Toelichting: “Door uitbreiding van het B-segment per 1 januari 2009 ontstaat een afname in het A-segment en een stijging in het B-segment.” Door gerichte maatregelen(tijdige afsluiting van de DBC en beperking van de validatie uitval) is de hoeveelheid onderhanden werk in 2009 gedaald. DBC’s zijn niet hoger gewaardeerd dan het geldende tarief (A-segment) of de verkoopprijs (B-segment). Op het onderhanden werk is een bedrag van € 2 mln. (2008 € 1 mln.) in mindering gebracht in verband met mogelijk onterecht geopende DBC’s.
6. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Vorderingen op debiteuren 17.004.000 28.052.000 Vooruitbetaalde bedragen 4.020.000 8.725.000 Nog te ontvangen bedragen 659.000 127.000 --------------- --------------- Totaal vorderingen en overlopende activa 21.683.000 36.904.000 ============ ============ Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 511.000,-- (2008 € 512.000,--). Op de post debiteuren zijn de voorschotten welke ontvangen zijn van zorgverzekeraars in mindering gebracht.
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2006 2007 2008 2009 totaal € € € € € Saldo per 1 januari 9.641.000 -19.165.000 -30.395.000 -39.919.000 Financieringsverschil boekjaar -28.072.000 -28.072.000 Correcties voorgaande jaren -9.641.000 4.706.000 3.083.000 -1.852.000 Betalingen/ontvangsten 0 13.670.000 0 13.670.000 Subtotaal mutatie boekjaar -9.641.000 18.376.000 3.083.000 -28.072.000 -16.254.000 --------------- --------------- --------------- --------------- --------------- Saldo per 31 december 0 -789.000 -27.312.000 -28.072.000 -56.173.000 ============ ============ ============ ============ ============ Stadium van vaststelling: c c b a a = interne berekening b = overeenstemming met zorgverzekeraars c = definitieve vaststelling NZa
115
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2009 2008 € € Wettelijk budget aanvaardbare kosten 232.900.000 240.514.000 Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget: Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen 244.043.000 245.209.000 Honoraria-opbrengsten voor specialisten in loondienst 5.310.000 3.709.000 Mutatie onderhanden werk honoraria voor specialisten in loondienst 0 0 Kapitaalslasten DBC B-segment 0 0 Overige opbrengsten 16.086.000 16.468.000 Nog te factureren DBC A-segment 0 0 Mutatie onderhanden werk DBC A-segment -7.847.000 -472.000 Afrekening overfinanciering 0 0 Afrekening lumpsum 0 0 Overige mutaties 0 0 - Kassiersfunctie samenwerkingsverbanden -691.000 -640.000 - Ontvangen voorschotten PAAZ(AWBZ) 4.071.000 6.635.000 --------------- --------------- Totaal financieringsverschil -28.072.000 -30.395.000 ============ ============ Toelichting: Over de vaststelling van de nacalculatie 2008 loopt nog een bezwaarschrift van het ziekenhuis bij de NZa.
8. Effecten De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € ING perpetuals 11 80.000 0 --------------- --------------- Totaal effecten 80.000 0 ============ ============ Toelichting: Het betreft ING-perpetual welke tegen marktwaarde gewaardeerd worden.Deze zijn verkregen door de fusie met de SSSV.
9. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Bankrekeningen 22.225.000 21.684.000 Kassen 4.000 13.000 --------------- --------------- Totaal liquide middelen 22.229.000 21.697.000 ============ ============ Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het St. Antonius Ziekenhuis. De kredietfaciliteit op de rekening-courant bedraagt € 30 mln. Daarnaast heeft het ziekenhuis ten behoeve van de financiering van onderhanden werk ook nog een faciliteit van € 30 mln.
116
PASSIVA 10. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-09 31-dec-08 € € Kapitaal 1.000 1.000 Collectief gefinancierd gebonden vermogen 68.231.000 61.064.000 Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 1.962.000 1.519.000 --------------- --------------Totaal eigen vermogen 70.194.000 62.584.000 ============ ============ Kapitaal Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 bestemming mutaties 31-dec-2009 € € € € Kapitaal 1.000 0 0 1.000 --------------- --------------- --------------- --------------- 1.000 0 0 1.000 ============ ============ ============ ============ Collectief gefinancierd gebonden vermogen Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 bestemming mutaties 31-dec-2009 € € € € Reserve aanvaardbare kosten: Reserve aanvaardbare kosten 43.532.000 4.565.000 0 48.097.000 Algemene reserve 1.854.000 0 0 1.854.000 Bestemmingsreserves: Egalisatie afschrijvingen 212.000 -212.000 0 0 Reserve ontwikkeling medische speerpunten 865.000 -163.000 0 702.000 Reserve patiënt- en medicatieveiligheid 722.000 -23.000 0 699.000 Reserve kapitaallasten 1.500.000 3.000.000 0 4.500.000 Reserve afschrijving inventarissen 12.379.000 0 0 12.379.000 --------------- --------------- --------------- --------------- Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 61.064.000 7.167.000 0 68.231.000 ============ ============ ============ ============ Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 bestemming mutaties 31-dec-2009 € € € € Algemene reserve 1.519.000 70.000 373.000 1.962.000 --------------- --------------- --------------- --------------- Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 1.519.000 70.000 373.000 1.962.000 ============ ============ ============ ============ Toelichting: Het niet-collectief vermogen is toegenomen, enerzijds door een dotatie vanuit de overige opbrengsten en anderzijds door het resultaat uit de SSSV. Het eigen vermogen van de SSSV per 1 januari 2009 is veranwoord onder de overige mutaties.
117
11. Voorzieningen Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2009 31-dec-2009 € € € € Groot onderhoud 5.157.000 0 897.000 4.260.000 Tijdelijke parkeergelegenheid 388.000 0 388.000 0 Opgebouwde, niet opeisbare rechten inz. jubileumuitk. 2.414.000 0 0 2.414.000 Reorganisatievoorziening 0 2.500.000 2.500.000 --------------- --------------- --------------- --------------Totaal voorzieningen 7.959.000 2.500.000 1.285.000 9.174.000 ============ ============ ============ ============ Van de voorzieningen is een bedrag van circa € 2 mln. kortlopend. Toelichting per categorie voorziening: De voorziening Groot onderhoud dient ter egalisatie van de kosten van groot onderhoud. Gezien de ouderdom van onze instelling zal binnen afzienbare tijd vervanging en/of revisie plaatsvinden van gebouwen en installaties. In eerste instantie zullen de toegewezen trekkingsrechten en de gelden voor instandhoudingsinvesteringen hiervoor gebruikt moeten worden. Naar verwachting zullen de toegewezen trekkingsrechten niet voldoende zijn om onderhoud, vervanging, verbouwing etc. volledig te kunnen financieren. Het saldo per 1 januari 2002 is ontstaan op basis van 3% van de aanschafwaarde van gebouwen en installaties. Daarnaast is in 2002 een bedrag ad € 3.051.000,- toegevoegd op grond van de financiële onderbouwing in het Lange Termijn HuisvestingsPlan. Het betreft de genodigde financiële middelen voor groot onderhoud, die gedurende de komende vier jaren niet gefinancierd kunnen worden uit reguliere exploitatiemiddelen of door de overheid toegekende specifieke middelen. Doordat in de uitvoering van deze plannen vertraging is opgelopen, zal dit saldo in de komende jaren worden verbruikt. Het actuele masterplan geeft de behoefte aan bouwkundige aanpassingen welke groter is dan de voorziening. De reorganisatievoorziening is getroffen om de kosten te dekken die gepaard gaan met het realiseren van de in de begroting 2010 opgenomen taakstelling van 3% van de interne budgetten. Naast kosten van interim-management, advisering inzake de reorganisatie en kosten van ondersteuning wordt rekening gehouden met een reductie van het personeelsbestand. De post opgebouwde niet opeisbare rechten inzake jubileumuitkeringen is de contante waarde per 31 december 2009 van in de toekomst verschuldigde uitkeringen in verband met jubilea van personeelsleden. Hierbij is rekening gehouden met de vertrekkans en een salarisstijging van 4%. Door de ingebruikname van de nieuwe parkeergarage is de voorziening tijdelijke parkeergelegenheid niet meer nodig. Met de kosten welke in 2009 nog ten laste hiervan zijn gebracht is het saldo ultimo jaar nul.
118
12. Langlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec-09 31-dec-08 € € Schulden aan kredietinstellingen 74.059.000 79.613.000 --------------- --------------- Totaal langlopende schulden 74.059.000 79.613.000 ============ ============ Het verloop is als volgt weer te geven: 2009 2008 € € Stand per 1 januari 88.127.000 79.641.000 Bij: nieuwe leningen 5.000.000 15.000.000 Af: aflossingen 10.463.000 6.514.000 --------------- --------------- Stand per 31 december 82.664.000 88.127.000 ============ ============ Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 8.605.000 8.514.000 --------------- --------------- Stand langlopende schulden per 31 december 74.059.000 79.613.000 ============ ============ Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 8.605.000 8.514.000 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 74.059.000 79.613.000 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 42.566.000 41.440.000 Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
13. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Schulden aan kredietinstellingen 15.000 32.000 Crediteuren 18.806.000 30.103.000 Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 8.605.000 8.514.000 Belastingen en sociale premies 14.258.000 8.330.000 Schulden terzake pensioenen 2.400.000 2.100.000 Nog te betalen salarissen 5.874.000 5.940.000 Vakantiedagen 2.968.000 2.284.000 Overige schulden 17.675.000 9.026.000 Overlopende passiva 17.842.000 32.599.000 --------------- --------------- Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 88.443.000 98.928.000 ============ ============ Toelichting: De afname van de schulden op korte termijn word veroorzaakt door de post crediteuren. De post belastingen en sociale kosten stijgt doordat in 2008 een bedrag van € 4,3 mln. verantwoord werd onder overlopende passiva.
119
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten Het verloop is als volgt weer te geven: 2009 2008 € € Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 36.545.000 51.502.000 Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 576.000 897.000 Bij: investeringsruimte verslagjaar 0 6.095.000 Af: investeringen verslagjaar 16.936.000 21.949.000 --------------- --------------- Beschikbare investeringsruimte 31 december 20.185.000 36.545.000 ============ ============ Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte: 4.626.000 Langlopende huurcontracten Het totaal van de jaarlijks verschuldigde bedragen uit hoofde van langlopende huurverplichtingen bedraagt ca. € 1.897.000,--. De looptijd bedraagt vijf tot tien jaar en heeft betrekking op ruimten, kopieerapparatuur en leasecontracten van auto’s. Waarborgfonds voor de Zorgsector Een deel van de langlopende leningen is ondergebracht bij het Waarborgfonds voor de Zorgsector. De stichting is gehouden om een obligo te betalen wanneer het risicovermogen van het Waarborgfonds minder dan het garantieniveau bedraagt. Voor het ziekenhuis is ultimo 2009 het bedrag aan geborgde leningen € 43.196.000,-- en derhalve een recht van obligo van 3% ad € 1.296.000,--. De Fortisbank heeft een bankgarantie afgegeven aan de Gemeente Utrecht in verband met de erfpacht op de grond van het n ieuw te bouwen ziekenhuis in Leidsche Rijn. In juni 2009 is met een consortium bestaande uit Rabobank en BNG een overeenkomst gesloten die voorziet in een rekening-courant faciliteit gedurende de bouwfase met de mogelijkheid aansluitend te consolideren in leningen met een looptijd van 15 tot 30 jaar. Deze financiering heeft een omvang van € 285 mln. en wordt voor 1/3 deel geborgd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector. De leningen zijn zogenaamde roll-over leningen met een variabele rente (Euribor). Een “traditionele”, vastrentende lening kan door geen enkele bank aangeboden worden. Om het renterisico af te dekken is een interest rate swap (IRS) gesloten. Door deze IRS wordt via een zogenaamde renteruil de variabele rente omgezet in een vaste rente. Naast de financiering van het onroerend goed (Masterplan en nieuwbouw) is ook een vijfjarige revolverende kredietfaciliteit met Rabobank overeengekomen. Deze faciliteit voorziet over de periode 2009 tot en met 2013 in een jaarlijkse lening van maximaal € 10 mln. per jaar voor de financiering van inventarisgoederen zoals CT’s en O.K.-apparatuur. Op 1 maart 2010 is op basis van een aanbestedingsprocedure een overeenkomst gesloten met een aannemer voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis op de locatie Utrecht-Leidsche Rijn voor een bedrag van € 117 mln. De nieuwbouw vangt medio 2010 aan en begin 2013 zal de nieuwe locatie in gebruik genomen worden. Normatieve vierkante meters Inzake de vergoeding van normatieve vierkante meters in het exerne budget heeft het Ministerie van VWS toegezegd met terugwerkende kracht de vergoeding te verhogen. Het St. Antonius ziekenhuis en SAPE B.V. zijn gezamenlijk gedagvaard in een bodemprocedure inzake de vraag of het St. Antonius ziekenhuis een aanbestedende dienst is.
0,0%
0 0 0
0 0 0 0
0
0 0 0
0
0,0%
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december 2009
Afschrijvingspercentage
4.781.000
0 0 0 0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd
4.781.000 0 0
121.000
0 0 0 0
0 0 0
121.000 0 0 0
4.660.000
0
Boekwaarde per 1 januari 2009
4.660.000 0
€
0 0
€
Grond
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
5.1.14.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
5,0%
132.000
530.000 0 398.000
-24.000
0 0 0 0
0 0 0
0 0 24.000 0
156.000
530.000 374.000
Terreinvoorzieningen €
2,0%
36.336.000
83.490.000 0 47.154.000
-6.609.000
0 0 0 0
5.041.000 0 101.000
0 0 1.669.000 0
42.945.000
88.531.000 45.586.000
€
Gebouwen
0,0%
0
0 0 0
0
0 0 0 0
0 0 0
0 0 0 0
0
0 0
€
5,0%
3.370.000
11.720.000 0 8.350.000
-560.000
480.000 0 480.000 0
0 0 0
0 0 560.000 0
3.930.000
12.200.000 8.270.000
Verbouwingen €
5.1.14 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5,0%
4.711.000
16.613.000 0 11.902.000
-831.000
0 0 0 0
0 0 0
0 0 831.000 0
5.542.000
16.613.000 11.071.000
€
Installaties
0,0%
18.946.000
18.946.000 0 0
4.359.000
0 0 0 0
0 0 0
4.359.000 0 0 0
14.587.000
14.587.000 0
Onderhanden Projecten €
68.276.000
136.080.000 0 67.804.000
-3.544.000
480.000 0 480.000 0
5.041.000 0 101.000
4.480.000 0 3.084.000 0
71.820.000
137.121.000 65.301.000
Subtotaal vergunning €
202.394.000
334.900.000 0 132.506.000
7.725.000
10.444.000 0 9.824.000 620.000
18.668.000 0 2.082.000
43.702.000 0 18.771.000 0
194.669.000
320.310.000 125.641.000
€
Totaal
120
13.627.000 0 1.981.000
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0,0%
5,0%
Afschrijvingspercentage
6.211.000
58.747.000
Boekwaarde per 31 december 2009
6.211.000 0 0
526.000
69.479.000 0 10.732.000
1.325.000
0 0 0 0
0 0 0
526.000 0 0
5.685.000
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0 0 0 0
16.445.000 0 3.474.000
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
57.422.000
Boekwaarde per 1 januari 2009
5.685.000 0
€
€
66.661.000 9.239.000
Onderhanden Projecten
Trekkings rechten
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
5.1.14.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
64.958.000
75.690.000 0 10.732.000
1.851.000
0 0 0 0
13.627.000 0 1.981.000
16.971.000 0 3.474.000
63.107.000
72.346.000 9.239.000
€
Subtotaal
10,0%
10.665.000
22.708.000 0 12.043.000
429.000
1.920.000 0 1.920.000 0
0 0 0
2.700.000 0 2.271.000
10.236.000
21.928.000 11.692.000
€
Instandhouding
10,0%
0
0 0 0
0
0 0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
0 0
€
10.665.000
22.708.000 0 12.043.000
429.000
1.920.000 0 1.920.000 0
0 0 0
2.700.000 0 2.271.000
10.236.000
21.928.000 11.692.000
75.623.000
98.398.000 0 22.775.000
2.280.000
1.920.000 0 1.920.000 0
13.627.000 0 1.981.000
19.671.000 0 5.745.000
73.343.000
94.274.000 20.931.000
Subtotaal meldingsplichtige activa € €
Subtotaal
5.1.14 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
121
17.810.000 0 8.877.000
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
10,0%
10,0%
Afschrijvingspercentage
74.000
57.043.000
Boekwaarde per 31 december 2009
178.000 0 104.000
-20.000
98.020.000 0 40.977.000
8.933.000
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
14.000 0 14.000 0
0 0 0
0 0 20.000
94.000
192.000 98.000
Vervoermiddelen €
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
5.305.000 0 5.305.000 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0
48.110.000
Boekwaarde per 1 januari 2009
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
85.515.000 37.405.000
€
Inventaris
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
5.1.14.3 WMG-gefinancierde vaste activa
33,3%
1.287.000
1.741.000 0 454.000
122.000
2.725.000 0 2.105.000 620.000
0 0 0
1.741.000 0 999.000
1.165.000
2.725.000 1.560.000
Automatisering €
58.404.000
99.939.000 0 41.535.000
9.035.000
8.044.000 0 7.424.000 620.000
0 0 0
19.551.000 0 9.896.000
49.369.000
88.432.000 39.063.000
Subtotaal WMG €
5.1.14 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
122
0 20,0%
20,0%
Afschrijvingspercentage
0 0 0
91.000
483.000 0 392.000
0
0 0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
0 0
€
Boekwaarde per 31 december 2009
-46.000
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 46.000
137.000
Boekwaarde per 1 januari 2009
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
483.000 346.000
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
€
Installlaties
5.1.14.4 Niet WTZi/WMG-gefinancierde vaste activa
483.000 0 392.000 0 91.000
-46.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 46.000
137.000
483.000 346.000
Subtotaal Niet WTZi/WMGgefinancierde vaste activa €
5.1.14 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
123
124
5.1.15.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG) € Waarde per 1 januari 2009
€ 20.272.000
Nieuwbouw Leidsche Rijn 4.359.000 Overkapping 2.045.000 Renovatie G3 879.000 Afbouw E3 729.000 Cbg: spect CT 616.000 Herindeling terreinen 573.000 Herinrichting G2 570.000 Aanpassen cleanrooms 531.000 Vooruitbetaald op diverse projecten 427.000 Activering vooruitbetalingen diverse projecten t/m 2008 -5.844.000 -------------- 4.885.000 -------------- 25.157.000 ============
Nat. Nederlanden Nat. Nederlanden ING NWB NWB ASN Bank BNG Fortis Bank Fortis Bank NWB NWB BNG Fortis Bank BNG NWB NWB NWB BNG ASN Bank Rabobank ASN Bank Totaal
Leninggever
22-12-95 15-01-96 01-02-97 05-01-04 01-06-04 01-10-04 30-09-04 01-07-01 01-10-06 30-03-01 30-03-01 30-09-01 01-06-03 01-07-05 30-06-05 03-10-05 01-03-06 01-10-06 01-09-08 01-04-08 29-04-09
Datum
6.171.000 12.705.000 7.000.000 11.340.000 12.930.000 10.206.000 9.075.000 1.860.000 1.361.000 4.538.000 4.538.000 4.538.000 5.105.000 2.720.000 12.860.000 1.815.000 3.431.000 2.040.000 10.000.000 5.000.000 5.000.000
€
Hoofdsom
20 28 21 19 19 18 16 20 12 15 15 10 15 10 20 10 10 10 10 15 20
Totale looptijd
lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair
Soort lening
5.1.16 Overzicht langlopende schulden ultimo 2009 (enkelvoudig)
BIJLAGE
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
6,935% 7,350% 3,660% 4,690% 4,610% 4,250% 3,540% 4,240% 3,990% 3,980% 4,880% 4,810% 3,820% 3,022% 3,505% 2,990% 3,535% 4,020% 4,495% 3,830% 4,77%
% 2.161.000 7.260.000 1.429.000 8.951.000 10.207.000 7.937.000 6.807.000 545.000 272.000 2.268.000 2.268.000 1.135.000 3.404.000 1.904.000 10.931.000 1.271.000 2.745.000 1.632.000 10.000.000 5.000.000 0 88.127.000
€ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5.000.000 5.000.000
€ 308.000 454.000 1.429.000 598.000 1.360.000 568.000 567.000 91.000 46.000 303.000 303.000 453.000 340.000 272.000 643.000 181.000 343.000 204.000 1.000.000 1.000.000 0 10.463.000
€ 1.853.000 6.806.000 0 8.353.000 8.847.000 7.369.000 6.240.000 454.000 226.000 1.965.000 1.965.000 682.000 3.064.000 1.632.000 10.288.000 1.090.000 2.402.000 1.428.000 9.000.000 4.000.000 5.000.000 82.664.000
€ 308.000 4.540.000 0 5.382.000 5.448.000 4.544.000 3.402.000 0 0 606.000 606.000 0 1.360.000 272.000 7.073.000 181.000 686.000 408.000 4.000.000 0 3.750.000 42.566.000
€
Nieuwe Restschuld 31 Werke- Restschuld 31 Aflossing in Restschuld leningen in december december lijke2009 over 5 jaar 2009 2008 2009 rente
6 15 0 14 13 13 11 5 5 7 7 2 9 6 16 6 7 7 9 4 20
Resterende looptijd in jaren eind 2009
lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair
Aflossingswijze
308.000 454.000 0 598.000 681.000 568.000 567.000 91.000 46.000 303.000 303.000 453.000 340.000 272.000 643.000 181.000 343.000 204.000 1.000.000 1.000.000 250.000 8.605.000
€
Aflos-sing 2010
staatslening staatslening staatslening staatslening staatslening staatslening Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds Waarborgfonds
Gestelde zekerheden
125
126
15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2009 2008 € € € € Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 240.514.000 245.837.000 Productieafspraken verslagjaar 2.703.000 6.698.000 Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 4.057.000 4.736.000 Prijsindexatie materiële kosten 845.000 2.564.000 Groei normatieve kapitaalslasten 0 0 --------------- -------------- 4.902.000 7.300.000 Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten 136.000 193.000 --------------- --------------- --------------- 136.000 193.000 Beleidsmaatregelen overheid: - generieke budgetkortingen -328.000 -3.467.000 - FB-onderhoud 805.000 0 --------------- --------------- --------------- 477.000 -3.467.000 Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente 1.344.000 1.678.000 - afschrijvingen 2.964.000 1.156.000 --------------- --------------- --------------- 4.308.000 2.834.000 Overige mutaties: Uitbreiding B-segment -20.140.000 -18.881.000 --------------- --------------- --------------- -20.140.000 -18.881.000 Subtotaal wettelijk budget boekjaar 232.900.000 240.514.000 --------------- --------------- Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 232.900.000 240.514.000 ============ ============
127
BATEN 16. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Zorgprestaties tussen instellingen (WDS) 6.100.000 4.655.000 --------------- --------------- Totaal 6.100.000 4.655.000 ============ ============ Toelichting: De toename van deze post wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename van de trialopbrengsten, inclusief opbrengsten voorgaande jaren en de opbrengsten van de poliklinische fysiotherapie.
17. Toelichting omzet B-segment De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Gefactureerde DBC’s 61.606.000 40.512.000 Mutatie onderhandenwerk B-segment 4.593.000 1.699.000 Mutatie onderhandenwerk derden 250.000 0 --------------- --------------- Totaal 66.449.000 42.211.000 ============ ============ Toelichting: Door uitbreiding van het B-segment per 1 januari 2009 is de omzet gestegen. Hiertegenover staat een daling van het externe budget in het A-segment.
18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
2009 €
2008 €
Overige dienstverlening 3.061.000 2.370.000 Opleidingsfonds 20.585.000 18.592.000 Overige opbrengsten 5.270.000 9.987.000 --------------- --------------- Totaal 28.916.000 30.949.000 ============ ============ Toelichting: De stijging van de opbrengsten uit hoofde van het opleidingsfonds is ontstaan doordat er meer aios’en opgeleid zijn. De daling van de overige opbrengsten is ontstaan doordat afrekeningen van externe budgetten over oude jaren in 2008 hoger waren dan in 2009 (respectievelijk € 8,6 mln. en € 4,1 mln.).
128
LASTEN 19. Personeelskosten De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Lonen en salarissen 131.772.000 126.896.000 Sociale lasten 17.624.000 17.167.000 Pensioenpremies 11.094.000 10.067.000 Andere personeelskosten: Andere personeelskosten 4.171.000 4.327.000 Subtotaal 164.661.000 158.457.000 Personeel niet in loondienst 11.808.000 9.290.000 --------------- --------------- Totaal personeelskosten 176.469.000 167.747.000 ============ ============ Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE’s) per segment: Algemene administratieve functies 575 567 Hotelfuncties 401 409 Patiëntgebonden functies 2.142 2.110 Leerling-verpleegkundig personeel 169 170 Terrein- en gebouwgebonden functies 45 43 --------------- --------------- Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 3.332 3.299 ============ ============ Toelichting: Als gevolg van de cao-stijging zijn de salariskosten met ongeveer 2% gestegen. Daarnaast stijgen deze kosten door het hoger aantal fte’s en is de stijging van de voorziening vakantiedagen hier opgenomen.
20. Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa 3.048.000 0 - materiële vaste activa 8.867.000 9.498.000 - financiële vaste activa 5.000 7.000 Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa 10.507.000 7.925.000 --------------- --------------- Totaal afschrijvingen 22.427.000 17.430.000 ============ ============ Toelichting: De meerkosten op de afschrijving van automatiseringsapparatuur worden veroorzaakt door enerzijds een buiten gebruikstelling van een aantal posten en anderzijds door een verhoging van het afschrijvingspercentage van 20% naar 33%.
129
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2009 € --------------- Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 22.427.000 waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 11.920.000 ============ In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa 3.084.000 - WTZi-meldingsplichtige vaste activa 5.745.000 - WMG-gefinancierde vaste activa 9.896.000 --------------Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 18.725.000 ============ Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 334.417.000 Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 132.481.000
21. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 10.364.000 9.528.000 Algemene kosten 24.721.000 21.985.000 Patiëntgebonden kosten 79.400.000 75.961.000 Onderhoud en energiekosten 7.352.000 7.246.000 Huur en leasing 2.299.000 1.830.000 Dotaties voorzieningen 3.892.000 4.523.000 --------------- --------------Totaal overige bedrijfskosten 128.028.000 121.073.000 ============ ============ Toelichting: De stijging van de hotelmatige kosten wordt met name veroorzaakt door de vervoerskosten van patiënten tussen de locaties ten gevolge van lateralisatie van de zorg. De stijging van de algemene kosten heeft betrekking op de verantwoording van incidentele posten. De toename van de patiëntgebonden kosten wordt veroorzaakt door de toename van het aantal complexe patiënten.
22. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Rentebaten 764.000 300.000 Rentelasten -4.142.000 -3.712.000 --------------- --------------- Totaal financiële baten en lasten -3.378.000 -3.412.000 ============ ============ Toelichting: De rentelasten worden nagecalculeerd door de NZa via de rentenormeringsbalans.
130
23. Buitengewone baten en lasten De specificatie is als volgt: 2009 2008 € € Activering immateriële activa 3.174.000 0 --------------- --------------- Totaal buitengewone baten en lasten 3.174.000 0 ============ ============ Toelichting: Dit resultaat is ontstaan door de activering van immateriële vaste activa welke in het verleden volledig was afgeschreven.
131
5.2 OVERIGE GEGEVENS
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van Stichting St. Antonius Ziekenhuis heeft de jaarrekening 2009 vastgesteld in de v ergadering van 20 april 2010. De raad van toezicht van de Stichting St. Antonius Ziekenhuis heeft de jaarrekening 2009 goedgekeurd in de v ergadering van 10 mei 2010.
5.2.3 Resultaatbestemming Resultaatbestemming geconsolideerde jaarrekening Het resultaat is als volgt verdeeld: 2009 2008 € € Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten 4.565.000 4.402.000 Bestemming niet-collectief vermogen 379.000 242.000 Bestemming patiënt- en medicatieveiligheid -23.000 322.000 Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen 0 2.843.000 Bestemming kapitaallasten B-segment 3.000.000 1.500.000 Ontrekking ontwikkeling medische speerpunten -163.000 -39.000 Ontrekking egalisatie instandhoudingsinvesteringen -212.000 -542.000 Derdenbelang De Roerdomp en Te betalen vennootschapbelasting 68.000 0 --------------- -------------- 7.614.000 8.728.000 ============ ============ Resultaatbestemming enkelvoudige jaarrekening Het resultaat is als volgt verdeeld: 2009 2008 € € Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten 4.565.000 4.341.000 Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen -212.000 -542.000 Bestemming inventarissen 0 2.843.000 Bestemming niet-collectief vermogen 70.000 242.000 Onttrekking ontwikkeling medische speerpunten -163.000 -39.000 Bestemming patiënt- en medicatieveiligheid -23.000 322.000 Bestemming kapitaallasten B-segment 3.000.000 1.500.000 --------------- -------------- 7.237.000 8.667.000 ============ ============
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum In 2010 werd opdracht gegeven tot het bouwen van het nieuwe ziekenhuis in Leidsche Rijn tot een bedrag van € 117 mln.
132
5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
W.G. M. Rook MBA
W.G. dr. H.C.M. Haanen W.G. drs. A.G. Kloet
W.G. ir. F.A.M. Spijkers
5.2.6 Accountantsverklaring De accountantsverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
W.G. prof.dr. H.P.M. Adriaansens
133
Accountantsverklaring
134
135
136
137
DEEL VI BIJLAGEN
138
Ondernemingsraad per 31 december
Zorgeenheid Hart-Long
2009
J. van de Groep, manager zorg/bedrijfsvoering E.G. Mast, cardioloog, medisch manager
mw. V. Cooymans, vice-secretaris mw. H. Dijk, lid (secretaris per 1 december 2009) dhr. F. van Ee, lid dhr. R. Eggenhuizen, lid mw. M. Karidas, lid dhr. G. Muis, voorzitter dhr. R. Pijnacker, lid dhr. D. Pinas, lid mw. M. Roozenboom, lid mw. C. v.d. Wal, lid vacature kiesgroep Zorg dhr. D. Boonstoppel, lid mw. M. Bruijs, lid (tot 1 september 2009) mw. R. Duijveman, lid dhr. H. Dissel, lid mw. J. Houweling, lid (tot 1 maart 2009) dhr. C. van Ooijen, lid dhr. H. Scheepmaker, lid mw. H. Stap, lid dhr. F. Strik, vice-voorzitter mw. I. Zijdel, secretaris (tot 1 december 2009)
Ambtelijk secretariaat Mw. J. Groenendijk (tot 1 december 2009) Mw. M. van Hoorn Dhr. G. Morren
Medische Stafbestuur De bestuurssamenstelling met de verdeling van functies was ultimo 2009 als volgt: R.J. Snijder, longarts, voorzitter Stafbestuur L.J. Bras, anesthesioloog-intensivist, vice-voorzitter Stafbestuur en penningmeester a.i. E.B.M. Theunissen, chirurg, secretaris dr. H.W. van Es, radioloog dr. J.I. Hoff, neuroloog mw. E.F.H. van der Linden, uroloog dr. O.J.M. Vogels, neuroloog
Zorgeenheid Heelkunde Mw. A.J. Charpentier-Kuil, manager zorg/bedrijfsvoering E. van de Pavoordt, chirurg, medisch manager
Zorgeenheid Geneeskunde Mw. T.L. Borghuis, manager zorg/bedrijfsvoering Dr. W.J.W. Bos, internist, medisch manager
Zorgeenheid Vrouw Kind Mw. M. Barten, manager zorg/bedrijfsvoering S. Veersema, gynaecoloog, medisch manager
Zorgeenheid Hersenen Mw. Y. van Vliet, manager zorg/bedrijfsvoering H. Koers, psychiater, medisch manager
Medisch-ondersteunende eenheden Beeldvormende Technieken Dr. J.P.M. van Heesewijk, radioloog, medisch manager afdeling radiologie Dr. M.J. Suttorp, cardioloog, medisch manager röntgen-cardio C. Bredenhof, manager
Geestelijke Verzorging Ds. M.W. Bakema A.H.J.M. de Haan mw. I. Kool mw. N. Overvliet drs J.J.H. Roding W. Smit J.J. Tersmette Ds. S. Visser
Klinisch Chemisch Laboratorium Dr. D. van Loon, klinisch chemicus M. Figee
Klinische Farmacie M.M. Tjoeng, ziekenhuisapotheker
De functie van adviseur werd vervuld door mw. drs. H.A.M. Neefs.
Klinische Fysica en Instrumentatie
Zorgeenheden Zorgeenheid OK/IC L.J. Peek, manager zorg/bedrijfsvoering C.J. Pronk, anesthesioloog/intensivist, medisch manager (aandachtsgebied ICU) E.J.M. Andriessen, anesthesioloog, medisch manager (aandachtsgebied OK-complex)
Ir. F.J. Benning, klinisch fysicus
Medische Microbiologie en Immunologie Dr. B.M. de Jongh, medisch microbioloog
Nucleaire Geneeskunde Dr. J.F. Verzijlbergen, nucleair geneeskundige
139
Paramedische Behandeling en Revalidatie
ICT
Mw. A.E. Langezaal-Flohil, revalidatie arts, medisch manager J.W.M. Verhoef, manager
G. Krediet
Inkoop Pathologie
P.M. van Eijden
Dr. P.C. de Bruin
Personeel & Organisatie Mevrouw M. Noz (a.i.)
Algemeen ondersteunende eenheden
Vastgoed & Techniek
Marketing en Communicatie
W. Corsten
Mw. C. Codée
Antonius Academie
Faciliteiten & Services F. Kolkman
Directie Financiën & Informatievoorziening
Dr. P.Chr. de Jong Mw. dr. M. Kaljouw
Dr. Ir. F.F.J.M. Schaepkens RC
(Medisch) specialistische opleidingen per 31-12-2009 Specialisme
Erkenning tot
Opleider
MSRC erkende opleidingen A/P/GV Anesthesiologie 16.05.2013 Dr. H.P.A. van Dongen Cardiologie 10.09.2009 Dr. W. Jaarsma Cardio-Thoracale Chirurgie 22.01.2014 Dr. W.J. Morshuis Gynaecologie 12.04.2009 Dr. H.S. The Heelkunde 08.09.2010 Dr. P.M.N.Y.H. Go Inwendige Geneeskunde 09.11.2011 Dr. A.B.M. Geers Kindergeneeskunde 01.05.2012 Dr. J.A. Schipper Longziekten en Tuberculose 22.01.2009 Prof. dr. J.M.M. van den Bosch MDL-arts 11.05.2011 Dr. R. Timmer Neurologie/Klinische Neurofysiologie 12.11.2009 Dr. E.H.J.F. Boezeman (KNF) Dr. H.W. Mauser (Neurologie) Nucleaire Geneeskunde 25.01.2009 Mw. Dr. M.M.C. van Buul Orthopedie 10.12.2010 Dr. M.R. Veen Plastische Chirurgie 07.09.2009 Dr. A.B. Mink van der Molen Radiologie 07.09.2011 Dr. J.P.M. van Heesewijk Revalidatiegeneeskunde 17.06.2012 H.G.A. Hacking Urologie 06.08.2011 Dr. P.L.M. Vijverberg B/G Medische Microbiologie 08.09.2010 Dr. B.M. de Jongh Pathologie 11.04.2013 Dr. C.A. Seldenrijk Psychiatrie 11.11.2009 H. Koers
Opleidingen erkend door de betrokken wetenschappelijke verenigingen
Plv. opleider
Dr. P. Bruins Dr. J.M. ten Berg Dr. M.A.A.M. Schepens Dr. J.H. Schagen van Leeuwen Dr. B. van Ramshorst Dr. W.J.W. Bos W.A.F. Balemans Dr. J.C. Grutters Dr. P.A.M. van Hees tot april/ mei 2009 .. Dr. B.L.A.M. Weusten vanaf april/ mei 2009 H.P. Siegers Dr. J.F. Verzijlbergen H. van der Hoeven T.F.J.M.C. Specken Dr. H.W. van Es geen A.A.G.M. Giesbers Dr. M. Tersmette Dr. P.C. de Bruin
140
Specialisme
Erkenning tot
Opleider
Plv. opleider
Chirurgische Gastro-enterologie * Klinische Chemie Klinische Farmacologie (overigen) Klinische Farmacologie (zapo en internist) Medische Immunologie Klinische Fysica Psychologie: opleiding GZ- psycholoog Spoedeisende Geneeskunde Vaatchirurgie Ziekenhuisapotheker
23.01.2009 01.03.2009 12.09.2010 10.05.2011
Dr. B. van Ramshorst Dr. D. van Loon Mw. Dr. C.A.J. Knibbe Mw. Dr. V.H.M. Deneer
Dr. Ir. H.J.T. Ruven E.H.H. Wiltink
01.12.2010 17.01.2013 Rapport volgt
Mw. dr. A.M.E. Claessen Dr. Ir. C.P.A. van Swol C.E. Flik
Dr. A.J. van Houte Ir. J.B.A. Habraken
20.09.2010 23.01.2009 01.11.2011
Dr. E.R. Hammacher Dr. H.D.W.M. van de Pavoordt Dr. M.M. Tjoeng
Dr. A.B.M. Geers
Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie Psychiatrie 01.07.2011 Stageplaats erkenning door KNMG Deelstage verpleeghuisarts 01.09.2010 * in samenwerking met UMCU
E.H.H. Wiltink
H. Koers G.A.M. Roelfs
Dr. A.B.M. Geers (interne geneeskunde) Dr. H.W. Mauser (neurologie)
141
Bijlage samenstelling medische staf ultimo 2009 ALGEMENE CHIRURGIE
CARDIOLOGIE, locatie Utrecht
dr. L.M. de Brauw dr. P.M.N.Y.H. Go dr. E.R. Hammacher dr. R. Koelemij R.H.W. van de Mortel dr. H.D.W.M. van de Pavoordt dr. B. van Ramshorst M.J.M. Segers mw. dr. A.B. Smits E.B.M. Theunissen dr. J.P.P.M. de Vries A.J.M. van Wieringen* dr. M.J. Wiezer dr. J. Wille dr. Ph. Wittich
R. Bergshoeff Tj.A.R. van Lier H. Roozendaal mw. dr. M.A.M. Stofmeel-Schweizer R.M. van Tooren
CARDIOTHORACALE CHIRURGIE W.J. van Boven E.J. Daeter dr. R.H. Heijmen T.L. de Kroon dr. W.J. Morshuis U. Sonker A. Yilmaz
DERMATOLOGIE ANESTHESIOLOGIE mw. O.W.H.M. Borchert dr. H.P.A. van Dongen W.J. Hofsté L.J. Hoogenboom A.L. Liem H.J.A. Nijhuis J. Poell L.P. Reusen
Anesthesioloog-intensivist E.J.M. Andriessen L.J. Bras dr. P. Bruins A.J.G. Craenen M. van Iterson A.J.W.J. van der Lely Dr. D.J.F. Nieuwenhuijs C.J. Pronk S. Rigter dr. R.M.J. Wesselink E. Scholten J.W. Wirds
CARDIOLOGIE. locatie Nieuwegein E.T. Bal dr. J.M. ten Berg dr. L.V.A. Boersma F.D. Eefting J. van der Heyden dr. W. Jaarsma E.G. Mast dr. H.W.M. Plokker dr. B.J.W.M. Rensing dr. M.J. Suttorp dr. E.F.D. Wever M.C.E.F. Wijffels
mw. dr. A.Y. Goedkoop S. Koppen mw. B.U.G.A. Meijer dr. P.H.A. Steegmans dr. R.A. Tupker dr. R.I.F. van der Waal
GYNAECOLOGIE dr. E. van Beek mw. A.S. Blankhart mw. A.M. Bouwmeester dr. G.C.M. Graziosi dr. M.H. Houwert-de Jong M.E. Kars J.G. Lange mw. J.N. van der Leij mw. dr. W.M. Monincx mw. dr. L.S.M. Ribbert dr. J.H. Schagen van Leeuwen dr. H.S. The S. Veersema mw. M.M.A. Vernooij G.A. Wennink
INWENDIGE ZIEKTEN Internisten: dr. W.J.W. Bos dr. I.A. Eland dr. A.B.M. Geers dr. P. Hengeveld C.B. Hunting dr. W.T. Jellema dr. P.C. de Jong dr. H.R. Koene mw. dr. M. Los mw. A.H. Pijlman dr. G.E.M.G. Storms
142
dr. S.G.L. van der Vegt mw. dr. G. Veth dr. H.H. Vincent mw. dr. I.M.M.J. Wakelkamp O. de Weerdt
KLINISCHE CHEMIE
Internist-intensivist
KLINISCHE FARMACIE
mw. dr. H.S. Biemond-Moeniralam A.J. Meinders
mw. dr. V.H.M. Deneer A. van Dijk dr. E.M.W. van de Garde mw. dr. C.A.J. Knibbe M.M. Tjoeng E.H.H. Wiltink
Maag-darm-leverartsen: A. Al-toma M.C.J.M. Becx P.J. van der Schaar P.H.G.M. Stadhouders dr. M.F.J. Stolk J. Tenthof van Noorden dr. R. Timmer dr. B.L.A.M. Weusten
Reumatoloog: dr. E.J. ter Borg mw. M.A.W. Geurts mw. S.A. Vreugdenhil
dr. C.M. Hackeng dr. D. van Loon dr. ir H.J.T. Ruven
Poliklinisch/transmuraal apotheker mw. M. Meijs* mw. K.I. Oostrom*
KLINISCHE FYSICA ir J.B.A. Habraken* dr. L. Romijn dr. ir C.F.P. van Swol
KLINISCHE GENETICA B.P.M. van Nesselrooy*
KAAKCHIRURGIE dr. J.P.A. van den Bergh J.W.F.H. Frenken F.W. Huisman S.A. Zijderveld
Bijzondere tandheelkunde dr. M.S. Cune* A.J.G. Francois* mw. dr. M.E. Geertman* mw. M.E. van Leer* A.H.O. Riem* H.P. Volkers*
KINDERGENEESKUNDE W.A.F. Balemans mw. M. ten Berge-Kuipers mw. H.E. Blokland-Loggers mw. M. van Dongen-Baal mw. J.K. ten Haaf mw. J.L.A.M. van Hillegersberg-Schilder mw. J.J.G. Hoorweg-Nijman mw. I.M.A. Lukkassen mw. E.D.M. Post A.W.M. Rupert dr. J.A. Schipper T.J. van Veen mw. A.M. Vlieger mw. M. van der Vorst mw. H. van Wieringen mw. D.H.H. van der Zwet-Fandri
KNO HEELKUNDE dr. M.P. Copper F.J.M. Disch L. Hakim D. Kupperman P.H.M. Mulder L.C. Prins
LONGZIEKTEN mw. F.T. van Beek Prof. dr. J.M.M. van den Bosch V.A.M. Duurkens dr. J.C. Grutters mw. S.W.A. van Haarlem mw. G.J.M. Herder mw. D.A. van Kessel mw. B.A.H.A. van Mackelenbergh dr. J.J. Mager dr. F.M.N.H. Schramel R.J. Snijder J. van der Zeijden
MEDISCHE MICROBIOLOGIE dr. B.M. de Jongh J.A. Kaan dr. M. Tersmette B.J.M. Vlaminckx dr. G.P. Voorn
143
IMMUNOLOGIE
PATHOLOGIE
mw. dr. A.M.E. Claessen* dr. A.J. van Houte* mw. H.C.W. van Velzen-Blad*
NEUROCHIRURGIE
dr. P.C. de Bruin dr. K.C. Kuijpers dr. J.A. Kummer dr. M.F.M. van Oosterhout dr. C.A. Seldenrijk
dr. P.H.J.M. Elsenburg W.B.M. Slooff*
PLASTISCHE CHIRURGIE
dr. E.H.J.F. Boezeman mw. dr. S.C. Tromp
mw. A. Braakenburg dr. A.B. Mink van der Molen M.B. Stubenitsky dr. D.H. Zonnevylle
NEUROLOGIE
PSYCHIATRIE
dr. S.T.F.M. Frequin P.H.E. Hilkens dr. J.I. Hoff dr. E.L.J. Hoogervorst dr. H.W. Mauser mw. dr. M.F.G. van der Meulen H.M. Schippers W.J. Schonewille H.P. Siegers mw. dr. L.L. Teunissen dr. O.J.M. Vogels dr. P.H. Wessels
mw. L.M.T. Breteler Dr. J.M.Th. van Griensven mw. J.M. Hegeman H. Koers R.H.H. Lanting mw. G.A.M. Roelfs mw. N.D. Schiemanck J.C.A.M. van Trier
KLINISCHE NEUROFYSIOLOGIE
PSYCHOLOGIE
mw. dr. M.M.C. van Buul mw. R.G.M. Keijsers dr. J. Lavalaye dr. J.F. Verzijlbergen
mw. E.D. van den Assem mw. S.E.M. Evelein-Oomen mw. C.E. Flik mw. N. Plandsoen mw. M.S. Storm van Leeuwen-Kassens mw. N. van der Veer F.A.M. Vernooij mw. E.G.H.M. Voogt-Blommerde
OOGHEELKUNDE, locatie Nieuwegein
Klinische pedagogiek
J.H.G.M. Bistervels J.M. Hillenius C.A.G.M. Vester
mw. S.D. Blankenheym-van der Walle*
NUCLEAIRE GENEESKUNDE
OOGHEELKUNDE, locatie Utrecht mw. S.R.S. Debrabandere mw. A.M.P. Muradin-Toolens M. van Tilborg
ORTHOPEDAGOOG Y. de Boer, gezondheidszorgpsycholoog
RADIOLOGIE, locatie Nieuwegein T.L. Bollen J.W.B.M. Casparie dr. H.W. van Es dr. J.P.M. van Heesewijk M. van Leersum T.Th.C. Overtoom dr. M.J.L. van Strijen J.A. Vos dr. J. Zapletal
ORTHOPEDIE dr. M. van Dijk H. van der Hoeven L.N. Marting M.J.G.M. Speth dr. M.R. Veen J.A.C. Zijl
RADIOLOGIE, locatie Utrecht P.T.M. Appelman H.H. Bonnet W.K. Brand F.A. Breuking J.P. Gelissen H.W. Kooiman
144
RADIOTHERAPIE mw. M Albregts* Dr. S.Y. El Sharouni*
REVALIDATIE H.G.A. Hacking mw. A.E. Langezaal-Flohil F.J. Slim mw. M. Verhoef*
UROLOGIE A.A.G.M. Giesbers K.W.H. Gisolf mw. E.F.H. van der Linden A.R. Meijer H.H.E. van Melick M.G. Onaca dr. P.L.M. Vijverberg
OVERIGE J. Geurts, transmuraal huisarts* J. de Waard, verpleeghuisarts* G.D. Krediet, manager ICT* L.M.T. Blaas-de Regt, seksuologe* * Buitengewone stafleden
Toehoorders Dr. ir. J.M.T. Bakker, Afdeling experimentele Cardiologie, Academisch Medisch Centrum te Amsterdam
145
Publicaties St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Getallen Totaal Proefschriften Journal Abstracts Overig
480 5 264 (waarvan 20 Epub ahead of print) 112 99
Proefschriften Besselink MGH. Prevention and intervention strategies in acute pancreatitis. s.l.: s.n., 2009. Proefschrift Universiteit Utrecht Grootenboers MJJH. Regional chemotherapy of the lung : investigations of isolated lung perfusion and selective pulmonary artery perfusion. s.n.: s.l., 2009. Proefschrift Universiteit Utrecht Slieker MG. Prognosis in cystic fibrosis : trends and predictors. s.l.: s.n., 2009. Proefschrift Universiteit Utrecht Wasowicz-Kemps DK. Trends in day surgery in the Netherlands. s.l.: s.n., 2009. Proefschrift Universiteit Utrecht Westerweel PE. Vascular progenitor cells in renal and cardiovascular disease. s.l.: s.n., 2009. Proefschrift Universiteit Utrecht
Journal Aanen MC, Bredenoord AJ, Numans ME, Samson M, Smout AJ. Reproducibility of Symptom Association Analysis in Ambulatory Reflux Monitoring. American Journal of Gastroenterology 2009; 103(9):2200-2208. Aanen MC, Bredenoord AJ, Samsom M, Smout AJ. Reliability of oesophageal pH recording for the detection of gastro-oesophageal reflux. Scandinavian Journal of Gastroenterology 2009; 43(12):1442-1447. Aanen MC, Weusten BLAM, Numans ME, de Wit NJ, Samsom M, Smout AJ. Effect of proton-pump inhibitor treatment on symptoms and quality of life in GERD patients depends on the symptom-reflux association. Journal of Clinical Gastroenterology 2009; 42(5):441-447. Agterof MJ, ter Borg EJ. Erythematous pigmentation of the arm for more than ten years. Netherlands Journal of Medicine 2009; 66(4):176, 179. Ahlers SJGH, van Gulik L, van der Veen AM, van Dongen HPA, Bruins P, Belitser SV, de Boer A, Tibboel D, Knibbe CAJ. Comparison of different pain scoring systems in critically ill patients in a general ICU. Critical Care (London) 2009; 12(1):R15. Akdim F, Kastelein JJ, Gaudet D. The ENHANCE study and marketing ezetimibe. JAMA 2009; 299(23):2747-2748. Alipour A, van Oostrom AJHHM, Izraeljan A, Verseyden C, Collins JM, Frayn KN, Plokker HWM, Elte JW, Castro Cabezas M. Leukocyte activation by triglyceride-rich lipoproteins. Arteriosclerosis,
Thrombosis & Vascular Biology 2009; 28(4):792-797. Amini M, Harmsze AM, Tupker RA. Patient’s Estimation of Efficacy of Various Hyperhidrosis Treatments in a Dermatological Clinic. Acta Dermato-Venereologica 2009; 88(4):356-362. Beckers MMJ, Verzijlbergen JF, van Buul MMC, Prins MH, Biesma DH. The potential role of positron emission tomography in the detection of occult cancer in 25 patients with venous thromboembolism. Annals of Oncology 2009; 19(6):1203-1204. Besselink MGH, van Santvoort HC, Buskens E, Boermeester MA, van Goor H, Timmerman HM, Nieuwenhuijs VB, Bollen TL, van Ramshorst B, Witteman BJ, Rosman C, Ploeg RJ, Brink MA, Schaapherder AF, Dejong CH, Wahab PJ, van Laarhoven CJ, van der Harst E, van Eijck CH, Cuesta MA, Akkermans LM, Gooszen HG. Probiotic prophylaxis in predicted severe acute pancreatitis: a randomised, double-blind, placebo-controlled trial. Lancet 2009; 371(9613):651-659. Besselink MGH, van Santvoort HC, Buskens E, Boermeester MA, van Goor H, Timmerman HM, Nieuwenhuijs VB, Bollen TL, van Ramshorst B, Witteman BJ, Rosman C, Ploeg RJ, Brink MA, Schaapherder AF, Dejong CH, Wahab PJ, van Laarhoven CJ, van der Harst E, van Eijck CH, Cuesta MA, Akkermans LM, Gooszen HG, Acute Pancreatitis Werkgroep Nederland. Probioticaprofylaxe bij voorspeld ernstige acute pancreatitis: een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde trial. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(12):685-696. Blusse van Oud-Alblas B, Fioole B, Jansen MC, van Duijnhoven FH, van Hillegersberg R, Rijken AM, van Coevorden F, Borel Rinkes IH. Radiofrequente ablatie van colorectale levermetastasen: resultaten vanaf de eerste toepassing in Nederland. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(15):880-886. Boellaard R, Oyen WJ, Hoekstra CJ, Hoekstra OS, Visser EP, Willemsen AT, Arends B, Verzijlbergen FJ, Zijlstra J, Paans AM, Comans EF, Pruim J. The Netherlands protocol for standardisation and quantification of FDG whole body PET studies in multi-centre trials. European journal of nuclear medicine and molecular imaging 2009; 35(12):2320-2333. Boersma LVA, Wijffels MCEF, Oral H, Wever EFD, Morady F. Pulmonary vein isolation by duty-cycled bipolar and unipolar radiofrequency energy with a multielectrode ablation catheter. Heart Rhythm 2009; 5(12):1635-1642. Boersma LVA. The editorial by Dr. Kistler on the use of the MultiElectrode Ablation. Heart Rhythm 2009; 5(12):e2-e3. Bogte A, Bredenoord AJ, Smout AJ. Diagnostic yield of oesophageal pH monitoring in patients with chronic unexplained cough. Scandinavian Journal of Gastroenterology 2009; 43(1):13-19. Bollen TL, van Santvoort HC, Besselink MGH, van Leeuwen MS, Horvath KD, Freeny PC, Gooszen HG, Dutch Acute Pancreatitis Study Group. The Atlanta Classification of acute pancreatitis revisited. British Journal of Surgery 2009; 95(1):6-21. Botta L, Bruins P, van Muiswinkel KW, D’Andrea A, Di Bartolomeo R, Yilmaz A. Intraoperative endobronchial tube displacement requiring unplanned extracorporeal circulation support. Journal of extra-corporeal technology 2009; 40(2):135-137. Botta L, Sonker U, Heijmen RH. Diffuse atherosclerosis of thoracic aorta involving supraaortic and coronary arteries: single-stage surgical revascularization. Thoracic & Cardiovascular Surgeon
146
2009; 56(8):490-492. Botta L, van Putte BP, Sonker U, van Boven WJP. Successful surgical management of late coronary sequelae in a young woman with Kawasaki disease. Thoracic & Cardiovascular Surgeon 2009; 56(3):182-184. Botta L, Yilmaz A, Schepens MAAM. Streptococcidal infection of the aortic arch: aggressive evolution managed by homograft replacement. Acta Cardiologica 2009; 63(1):85-86. Bouman HJ, van Werkum JW, Hackeng CM, Verheugt FW, ten Berg JM. The importance of anticoagulant agents in measuring platelet aggregation in clopidogrel and aspirin treated patients. Journal of Thrombosis & Haemostasis 2009; 6(6):1040-1042. Bowles EC, Hillenius JM, Biesma DH, Kortbeek LM, de Jongh BM. Postnataal verworven oculaire toxoplasmose bij een volwassen vrouw. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152:B57. Braam RL, van Uum SH, Lenders JW, Thien T. Bromide as marker for drug adherence in hypertensive patients. British Journal of Clinical Pharmacology 2009; 65(5):733-736. Braam RL, Walhout RJ, Jaarsma W, van Es HW, Rensing BJWM. An unexpected finding in a patient with haematuria. Netherlands Heart Journal 2009; 16(4):137, 146. Bredenoord AJ, Draaisma WA, Weusten BLAM, Gooszen HG, Smout AJPM. Mechanisms of acid, weakly acidic and gas reflux after anti-reflux surgery. Gut 2009; 57(2):161-166. Bredenoord AJ, Onaca MG, van Ramshorst B, Biesma DH. Sigmoïdcarcinoom als langetermijncomplicatie na ureterosigmoïdostomie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(4):213215. Bredenoord AJ, Smout AJ. Esophageal motility testing: impedance-based transit measurement and high-resolution manometry. Gastroenterology Clinics of North America 2009; 37(4):775791. Bredenoord AJ, Smout AJ. High-resolution manometry. Digestive & Liver Disease 2009; 40(3):174-181. Bredenoord AJ, Smout AJ. Refractory gastrooesophageal reflux disease. European Journal of Gastroenterology & Hepatology 2009; 20(3):217-223. Bredenoord AJ, Smout AJPM. Therapieresistentie van gastrooesofageale refluxklachten: zure reflux, niet-zure reflux of geen reflux. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(47):2548-2552. Bredenoord AJ. Impedance-pH monitoring: new standard for measuring gastro-oesophageal reflux. Neurogastroenterology & Motility 2009; 20(5):434-439. Breugem CC, Mink van der Molen AB. What is ‘Pierre Robin sequence’? Journal of Plastic, Reconstructive & Aesthetic Surgery: JPRAS 2009; [Epub ahead of print]. Breunis WB, van Mirre E, Bruin M, Geissler J, de Boer M, Peters M, Roos D, de Haas M, Koene HR, Kuijpers TW. Copy number variation of the activating FCGR2C gene predisposes to idiopathic thrombocytopenic purpura. Blood 2009; 111(3):1029-1038. Bruggink AH, van Oosterhout MFM, de Jonge N, Gmelig-Meyling FH, de Weger RA. TNFalpha in patients with end-stage heart failure on medical therapy or supported by a left ventricular assist device. Transplant Immunology 2009; 19(1):64-68. Bruins Slot MH, van der Heijden GJ, Rutten FH, van der Spoel OP,
Mast EG, Bredero AC, Doevendans PA, Glatz JF, Hoes AW. Hearttype Fatty acid-binding protein in Acute Myocardial infarction Evaluation (FAME): background and design of a diagnostic study in primary care. BMC Cardiovascular Disorders 2009; 8:8. Cannata-Andia JB, Fernandez-Martin JL, Zoccali C, London GM, Locatelli F, Ketteler M, Ferreira A, Covic A, Floege J, Gorriz JL, Rutkowski B, Ferreira A, Memmos DE, Verbeelen D, Tielemans C, Teplan V, Bos WJW, Nagy J, Kramar R, Goldsmith DJ, Martin PY, Wuethrich RP, Pavlovic D, Benedik M. Current Management of Secondary Hyperparathyroidism: a Multicenter Observational Study (COSMOS). Journal of Nephrology 2009; 21(3):290-298. Canton RF, Scholten DE, Marsh G, de Jong PC, van den Berg M. Inhibition of human placental aromatase activity by hydroxylated polybrominated diphenyl ethers (OH-PBDEs). Toxicology & Applied Pharmacology 2009; 227(1):68-75. Carbonnelle S, Bernard A, Doyle IR, Grutters JC, Francaux M. Fractional exhaled NO and serum pneumoproteins after swimming in a chlorinated pool. Medicine and science in sports and exercise 2009; 40(8):1472-1476. Colli A, Verhoye JP, Heijmen RH, Strauch JT, Hyde JAJ, Pagano D, Antunes M, Koertke H, Ohri SK, Bail DHL, Leprince P, van Straten BHM, Gherli T. Antithrombotic therapy after bioprosthetic aortic valve replacement: ACTION Registry survey results. European Journal of Cardio-Thoracic Surgery 2009; 33(4):531-536. Compter A, van der Wouw P, Schonewille WJ, Vos JA, Algra A, Lo T, Mali W, Moll F, Kappelle L. VAST: Vertebral Artery Stenting Trial. Protocol for a randomised safety and feasibility trial. Trials 2009; 9:65. Cserni G, Bianchi S, Vezzosi V, van Diest P, van Deurzen CHM, Sejben I, Regitnig P, Asslaber M, Foschini MP, Sapino A, Castellano I, Callagy G, Arkoumani E, Kulka J, Wells CA. Variations in sentinel node isolated tumour cells/micrometastasis and non-sentinel node involvement rates according to different interpretations of the TNM definitions. European Journal of Cancer 2009; 44(15):2185-2191. Daemen J, Kuck KH, Macaya C, Legrand V, Vrolix M, Carrie D, Sheiban, I, Suttorp MJ, Vranckx P, Rademaker T, Goedhart D, Schuijer M, Wittebols K, Macours N, Stoll HP, Serruys PW, ARTSII,Investigators. Multivessel Coronary Revascularization in Patients With and Without Diabetes Mellitus 3-Year Follow-Up of the ARTS-II (Arterial Revascularization Therapies Study-Part II) Trial. Journal of the American College of Cardiology 2009; 52(24):1957-1967. de Boer AH, Wissink J, Hagedoorn P, Heskamp I, de Kruijf W, Bunder R, Zanen P, Munnik P, van Rijn C, Frijlink HW. In vitro performance testing of the novel Medspray wet aerosol inhaler based on the principle of Rayleigh break-up. Pharmaceutical Research 2009; 25(5):1186-1192. de Borst GJ, Meijer R, Lo RH, Vosmeer HW, Ackerstaff RGA, Moll FL. Effect of carotid angioplasty and stenting on duplex velocity measurements in a porcine model. Journal of Endovascular Therapy 2009; 15(6):672-679. de Borst GJ, Zanen P, de Vries JPPM, van de Pavoordt HDWM, Ackerstaff RGA, Moll FL. Durability of surgery for restenosis after carotid endarterectomy. Journal of Vascular Surgery 2009; 47(2):363-371.
147
de Graauw N, Carpay HA, Slooff WBM. The paracondylar process: an unusual and treatable cause of posttraumatic headache. Spine 2009; 33(9):E283-E286. de Groot E, van Leuven SI, Duivenvoorden R, Meuwese MC, Akdim F, Bots ML, Kastelein JJ. Measurement of carotid intima-media thickness to assess progression and regression of atherosclerosis. Nature clinical practice Cardiovascular medicine 2009; 5(5):280288. de Haan J, Geers ABM, Berghout A. Gitelman syndrome in pregnancy. International Journal of Gynecology & Obstetrics 2009; 103(1):69-71. de Jong JR, van Ramshorst B, Gooszen HG, Smout AJ, van Buul MMC. Weight Loss After Laparoscopic Adjustable Gastric Banding is not Caused by Altered Gastric Emptying. Obesity Surgery 2009; [Epub ahead of print]. de Korte FI, van Werkum JW, Vijverberg PLM, ten Berg JM. Late Coronary Stent Thrombosis Complicating Urologic Surgery. European Urology 2009; 54(1):221-225. de Voer RM, van der Klis FR, Engels CW, Rijkers GT, Sanders EA, Berbers GA. Development of a fluorescent bead-based multiplex immunoassay to determine the IgG subclass responses to meningococcal serogroup A and C polysaccharides. Clinical and vaccine immunology : CVI 2009; 15(8):1188-1193. de Vos AM, Prokop M, Roos CJ, Meijs MF, van der Schouw YT, Rutten A, Gorter PM, Cramer MJ, Doevendans PA, Rensing BJWM, Bartelink ML, Velthuis BK, Mosterd A, Bots ML. Peri-coronary epicardial adipose tissue is related to cardiovascular risk factors and coronary artery calcification in post-menopausal women. European Heart Journal 2009; 29(6):777-783. de Vos AM, Rutten A, van de Zaag-Loonen HJ, Bots ML, Dikkers R, Buiskool RA, Mali WP, Lubbers DD, Mosterd A, Prokop M, Rensing BJWM, Cramer MJ, van Es HW, Moll FL, van de Pavoordt HDWM, Doevendans PA, Velthuis BK, Mackaay AJ, Zijlstra F, Oudkerk M. Non-invasive cardiac assessment in high risk patients (The GROUND study): rationale, objectives and design of a multi-center randomized controlled clinical trial. Trials 2009; 9:49. Deng R, Lu M, Korteweg C, Gao Z, McNutt MA, Ye J, Zhang T, Gu J. Distinctly different expression of cytokines and chemokines in the lungs of two H5N1 avian influenza patients. Journal of Pathology 2009; 216(3):328-336. Dentener MA, Creutzberg EC, Pennings HJ, Rijkers GT, Mercken E, Wouters EF. Effect of infliximab on local and systemic inflammation in chronic obstructive pulmonary disease: a pilot study. Respiration 2009; 76(3):275-282. Derksen WJ, Gisbertz SS, Pasterkamp G, de Vries JPPM, Moll FL. Remote superficial femoral artery endarterectomy. Journal of Cardiovascular Surgery 2009; 49(2):193-198. Derksen WJ, Verhoeven BA, van de Mortel RH, Moll FL, de Vries JPPM. Risk Factors for Surgical-Site Infection Following Common Femoral Artery Endarterectomy. Vascular & Endovascular Surgery 2009; [Epub ehead of print]. Devos SA, Constandt L, Tupker RA, Noz KC, Lucker GP, Bruynzeel DP, Schuttelaar ML, Kruyswijk MR, van Zuuren EJ, Vink J, Coenraads PJ, Kiemeney LA, van der Valk PG. Relevance of positive patch-test reactions to fragrance mix. Dermatitis 2009; 19(1):43-47.
Dewilde W, Boersma LVA, Delanote J, Pollet P, Scholzel B, Wever EFD, Vandekerckhove Y. Symptomatic arrhythmogenic right ventricular dysplasia/cardiomyopathy. A two-centre retrospective study of 15 symptomatic ARVD/C cases and focus on the diagnostic value of MRI in symptomatic ARVD/C patients. Acta Cardiologica 2009; 63(2):181-189. Dewilde W, Jaarsma W, Scholzel B. Pseudo aneurysm due to dehiscence of a Bentall conduit resulting in systolic aortic compression. International Journal of Cardiology 2009; 130(1):e50-e51. Dewilde W, Kurvers M, Jaarsma W. Aorta-atrial fistula, a rare complication of prosthetic valve endocarditis. European Journal of Echocardiography 2009; 9(3):419-421. Dewilde W, ten Berg JM, Scholzel B. An anomalous right coronary artery originating from the mid portion of the left descending artery. International Journal of Cardiology 2009; [Epub ahead of print]. Dirksen MT, Vink MA, Suttorp MJ, Tijssen JG, Patterson MS, Slagboom T, Kiemeneij F, Laarman GJ, Paclitaxel-Eluting Stent versus Conventional Stent in Myocardial Infarction with ST-Segment Elevation (PASSION) investigators. Two year follow-up after primary PCI with a paclitaxel-eluting stent versus a bare-metal stent for acute ST-elevation myocardial infarction (the PASSION trial): a follow-up study. EuroIntervention 2009; 4(1):64-70. Disselhoff BC, der Kinderen DJ, Kelder JC, Moll FL. Randomized clinical trial comparing endovenous laser with cryostripping for great saphenous varicose veins. British Journal of Surgery 2009; 95(10):1232-1238. Disselhoff BC, der Kinderen DJ, Kelder JC, Moll FL. Randomized Clinical Trial Comparing Endovenous Laser Ablation of the Great Saphenous Vein with and without Ligation of the Saphenofemoral Junction: 2-year Results. European Journal of Vascular & Endovascular Surgery 2009; 36(6):713-718. Ehrlich MP, Nienaber CA, Rousseau H, Beregi JP, Piquet P, Schepens MAAM, Bartoli JM, Schillinger M, Fattori R. Short-term conversion to open surgery after endovascular stent-grafting of the thoracic aorta: The Talent thoracic registry. Journal of Thoracic and Cardiovascular Surgery 2009; 135(6):1322-1326. El Harchaoui K, Akdim F, Stroes ES, Trip MD, Kastelein JJ. Current and future pharmacologic options for the management of patients unable to achieve low-density lipoprotein-cholesterol goals with statins. American journal of cardiovascular drugs : drugs, devices, and other interventions 2009; 8(4):233-242. Endeman H, Herpers BL, de Jong BA, Voorn GP, Grutters JC, van Velzen-Blad HCW, Biesma DH. Mannose-binding lectin genotypes in susceptibility to community acquired pneumonia. Chest 2009; 134(6):1135-1140. Endeman H, Schelfhout V, Voorn GP, van Velzen-Blad HCW, Grutters JC, Biesma DH. Clinical features predicting failure of pathogen identification in patients with community acquired pneumonia. Scandinavian Journal of Infectious Diseases 2009; 40(9):715-720. Fioole B, de Haas RJ, Wicherts DA, Elias SG, Scheffers JM, van Hillegersberg R, van Leeuwen MS, Borel Rinkes IH. Additional value of contrast enhanced intraoperative ultrasound for colorectal liver metastases. European Journal of Radiology 2009; 67(1):169-176.
148
Fox MR, Bredenoord AJ. Oesophageal high-resolution manometry - moving from research into clinical practice. Gut 2009; 57(3):405-423. Furnée EJB, Draaisma WA, Broeders IA, Smout AJ, Gooszen HG. Surgical reintervention after antireflux surgery for gastroesophageal reflux disease: a prospective cohort study in 130 patients. Archives of Surgery 2009; 143(3):267-274. Gelinck LBS, van der Bijl AE, Visser LG, Huizinga TWJ, van Hogezand RA, Rijkers GT, Kroon FP. Synergistic immunosuppressive effect of anti-TNF combined with methotrexate on antibody responses to the 23 valent pneumococcal polysaccharide vaccine. Vaccine 2009; 26(27-28):3528-3533. Gerritse MB, Veersema S, Timmermans A, Brolmann HA. Incorrect position of Essure microinserts 3 months after successful bilateral placement. Fertility & Sterility 2009; [Epub ahead of print]. Geuzebroek GSC, Ballaux PhKEW, van Hemel NM, Kelder JC, Defauw JJAM. Medium-term outcome of different surgical methods to cure atrial fibrillation: is less worse? Interactive Cardiovascular and Thoracic Surgery 2009; 7(2):201-206. Groenemeijer BE, Bakker A, Slis HW, Waalewijn RA, Heijmen RH. An unexpected finding late after repair of coarctation of the aorta. Netherlands Heart Journal 2009; 16(7-8):260-263. Guelen I, Mattace-Raso FU, van Popele NM, Westerhof BE, Hofman A, Witteman JC, Bos WJW. Aortic stiffness and the balance between cardiac oxygen supply and demand: the Rotterdam Study. Journal of Hypertension 2009; 26(6):1237-1243. Guelen I, Westerhof BE, van der Sar GL, van Montfrans GA, Kiemeneij F, Wesseling KH, Bos WJW. Validation of brachial artery pressure reconstruction from finger arterial pressure. Journal of Hypertension 2009; 26(7):1321-1327. Hagemeijer MC, van Oosterhout MFM, van Wichen DF, van Kuik J, Siera-de Koning E, Gmelig Meyling FH, Schipper ME, de Jonge N, de Weger RA. T cells in cardiac allograft vasculopathy are skewed to memory Th-1 cells in the presence of a distinct Th-2 population. American Journal of Transplantation 2009; 8(5):1040-1050. Hagendoorn J, Koelemij R. Diagnose in beeld (392). Een vrouw met roodheid en zwelling van de mamma. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(42):2287. Hagendoorn J, van Lammeren G, Boerma D, van der Beek E, Wiezer MJ, van Ramshorst B. Cytoreductive surgery and hyperthermic intraperitoneal chemotherapy for peritoneal carcinomatosis from colorectal and gastrointestinal origin shows acceptable morbidity and high survival. European Journal of Surgical Oncology 2009; [Epub ahead of print]. Harmsze AM, van Houte M, Deneer VHM, Tupker RA. Exercise-induced Sweating in Healthy Subjects as a Model to Predict a Drug’s Sweat-reducing Properties in Hyperhydrosis: a Prospective, Placebo-controlled, Double-blind Study. Acta Dermato-Venereologica 2009; 88(2):108-112. Haveman LM, van Es HW, ten Berge-Kuipers M. Rugpijnklachten op de kinderleeftijd: behandelbare oorzaken opsporen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(7):353-358. Heestermans AACM, van Werkum JW, Taubert D, Seesing TH, von Beckerath N, Hackeng CM, Schomig E, Verheugt FW, ten Berg JM. Impaired bioavailability of clopidogrel in patients with a STsegment elevation myocardial infarction. Thrombosis Research
2009; 122(6):776-781. Hellings WE, Moll FL, de Vries JPPM, Ackerstaff RGA, Seldenrijk CA, Met R, Velema E, Derksen WJ, de Kleijn DPV, Pasterkamp G. Atherosclerotic plaque composition and occurrence of restenosis after carotid endarterectomy. JAMA 2009; 299(5):547-554. Hellings WE, Moll FL, de Vries JPPM, de Bruin PC, de Kleijn DP, Pasterkamp G. Histological characterization of restenotic carotid plaques in relation to recurrence interval and clinical presentation: a cohort study. Stroke 2009; 39(3):1029-1032. Hellings WE, Pasterkamp G, Verhoeven BA, de Kleijn DP, de Vries JPPM, Seldenrijk CA, van den Brock T, Moll FL. Verschillen in samenstelling van de atherosclerotische plaque tussen mannen en vrouwen als verklaring voor het geringere succes van carotisendarteriectomie bij vrouwen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(48):2624-2631. Hemmer JM, Kelder JC, van Heesewijk JPM. Stereotactic largecore needle breast biopsy: analysis of pain and discomfort related to the biopsy procedure. European Radiology 2009; 18(2):351354. Hemmink GJM, Bredenoord AJ, Weusten BLAM, Monkelbaan JF, Timmer R, Smout AJ. Esophageal pH-Impedance Monitoring in Patients With Therapy-Resistant Reflux Symptoms: ‘On’ or ‘Off’ Proton Pump Inhibitor? American Journal of Gastroenterology 2009; 103(10):2446-2453. Heron M, Grutters JC, van Velzen-Blad HCW, Veltkamp M, Claessen AME, van den Bosch JMM. Increased Expression of CD16, CD69, and Very Late Antigen-1 on Blood Monocytes in Active Sarcoidosis. Chest 2009; 134(5):1001-1008. Heron M, Slieker WA, Zanen P, van Lochem EG, Hooijkaas H, van den Bosch JMM, van Velzen-Blad HCW. Evaluation of CD103 as a cellular marker for the diagnosis of pulmonary sarcoidosis. Clinical Immunology 2009; 126(3):338-344. Hirsch A, Nijveldt R, van der Vleuten PA, Tio RA, van der Giessen WJ, Marques KM, Doevendans PA, Waltenberger J, ten Berg JM, Aengevaeren, WR, Biemond BJ, Tijssen JG, van Rossum AC, Piek JJ, Zijlstra F. Intracoronary infusion of autologous mononuclear bone marrow cells in patients with acute myocardial infarction treated with primary PCI: Pilot study of the multicenter HEBE trial. Catheterization & Cardiovascular Interventions 2009; 71(3):273281. Huisman P, Grutters JC, van den Bosch JMM. Pulmonale alveolaire proteinose: ziekte door stapeling van surfactans en nieuwe behandeling met sargramostim. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(26):1450-1454. Iijima R, Ndrepepa G, Mehilli J, Neumann FJ, Schulz S, ten Berg JM, Bruskina O, Dotzer F, Dirschinger J, Berger P, Schömig A, Kastrati A. Troponin level and efficacy of abciximab in patients with acute coronary syndromes undergoing early intervention after clopidogrel pretreatment. Clinical Research in Cardiology 2009; 97(3):160-168. Ince I, de Wildt SN, Tibboel D, Danhof M, Knibbe CAJ. Tailor-made drug treatment for children Creation of an infrastructure for datasharing and population PK-PD modeling. Drug discovery today 2009; [Epub ahead of print]. Janssen MP, de Borst GJ, Mali WP, Kappelle LJ, Moll FL, Ackerstaff RGA, Rothwell PM, Brown MM, van Sambeek MR, Buskens E. Ca-
149
rotid Stenting versus Carotid Endarterectomy: Evidence Basis and Cost Implications. European Journal of Vascular & Endovascular Surgery 2009; 36(3):258-266. Janssen R, Krivokuca I, Kruize AA, Koenderman L, Lammers J-WJ. Adalimumab-induced bronchospasm: not a class effect. Thorax 2009; 63(5):472-473. Janssen R, Vlaminckx BJM, Seldenrijk CA, Voorn GP, Grutters JC. Strongyloides stercoralis hyperinfection mimicking accelerated form of idiopathic pulmonary fibrosis. Lancet Infectious Diseases 2009; 8(7):456. Jottard K, Hoff C, Maessen J, van Ramshorst B, van Berlo CLH, Logeman F, Dejong CHC. Life and death of the nasogastric tube in elective colonic surgery in the Netherlands. Clinical Nutrition 2009; [Epub ahead of print]. Judson MA, Baughman RP, Costabel U, Flavin S, Lo KH, Kavuru MS, Drent M, the Centocor T48 Sarcoidosis investigators, Grutters JC. Efficacy of infliximab in extrapulmonary sarcoidosis: results from a randomised trial. European Respiratory Journal 2009; 31(6):1189-1196. Kastelein JJ, Akdim F, Stroes ES, Zwinderman AH, Bots ML, Stalenhoef AF, Visseren FL, Sijbrands EJ, Trip MD, Stein EA, Gaudet D, Duivenvoorden R, Veltri EP, Marais AD, de Groot E. Simvastatin with or without ezetimibe in familial hypercholesterolemia. New England Journal of Medicine 2009; 358(14):1431-1443. Keijsers R, van Buul MMC, Lavalaye J, Verzijlbergen JF. Klinisch denken en beslissen in de praktijk. Een man met een zwelling van beide kaakhoeken. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(30):1700-1701. Keijsers RGM, Verzijlbergen JF, Rensing BJWM, Grutters JC. Cardiac sarcoidosis: a challenge to measure disease activity. Journal of Nuclear Cardiology 2009; 15(4):595-598. Keijsers RGM, Verzijlbergen JF, van Diepen DM, van den Bosch JMM, Grutters JC. 18F-FDG PET in sarcoidosis: an observational study in 12 patients treated with infliximab. Sarcoidosis Vasculitis & Diffuse Lung Diseases 2009; 2009(25):2-143-50. Keunen RW, Hoogenboezem R, Wijnands R, van den Hengel AC, Ackerstaff RGA. Introduction of an embolus detection system based on analysis of the transcranial Doppler audio-signal. Journal of Medical Engineering & Technology 2009; 32(4):296-304. Knaapen P, Germans T, Camici PG, Rimoldi OE, ten Cate TFJ, ten Berg JM, Dijkmans PA, Boellaard R, van Dockum WG, Gotte MJ, Twisk JW, van Rossum AC, Lammertsma AA, Visser FC. Determinants of coronary microvascular dysfunction in symptomatic hypertrophic cardiomyopathy. American Journal of Physiology Heart & Circulatory Physiology 2009; 294(2):H986-H993. Knibbe CAJ, Peeters MYM. Response to “pharmacodynamics of propofol in critically ill patients”. Clinical Pharmacology & Therapeutics 2009; 84(5):547. Knibbe CAJ, Tjoeng MM. Clinical pharmacist on intensive care unit saves lives and reduces costs. Critical Care Medicine 2009; 36(12):3269-3270. Koelemij R, Wille J. Diagnose in beeld (378). Een vrouw met een subunguale pigmentatie aan de linker hallux. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(25):1418. Kolditz DP, Wijffels MCEF, Blom NA, van der Laarse A, Hahurij ND, Lie-Venema H, Markwald RR, Poelmann RE, Schalij MJ, Gittenber-
ger-de Groot AC. Epicardium-derived cells in development of annulus fibrosis and persistence of accessory pathways. Circulation 2009; 117(12):1508-1517. Kropman RHJ, de Vries JPPM, Segers MJM. Surgical repair of a gunshot injury to the left carotid artery: case report and review of literature. Vascular & Endovascular Surgery 2009; 42(2):180-183. Kuijk LM, Mandey SH, Schellens I, Waterham HR, Rijkers GT, Coffer PJ, Frenkel J. Statin synergizes with LPS to induce IL-1beta release by THP-1 cells through activation of caspase-1. Molecular Immunology 2009; 45(8):2158-2165. Kwakkel-van Erp JM, Otten HG, Paantjens AW, van Kessel DA, van Ginkel WG, van den Bosch JMM, van de Graaf EA. Soluble CD30 measured after lung transplantation does not predict bronchiolitis obliterans syndrome in a tacrolimus/mycophenolate mofetilbased immunosuppressive regimen. Journal of Heart & Lung Transplantation 2009; 27(10):1172-1175. Kwakkel-van Erp JM, van de Graaf EA, Paantjens AW, van Ginkel WG, Schellekens J, van Kessel DA, van den Bosch JMM, Otten HG. The killer immunoglobulin-like receptor (KIR) group A haplotype is associated with bronchiolitis obliterans syndrome after lung transplantation. Journal of Heart & Lung Transplantation 2009; 27(9):995-1001. Langenveld J, Veersema S, Bongers MY, Koks CA. Tubal perforation by Essure: three different clinical presentations. Fertility & Sterility 2009; 90(5):2011.e5-2011.e10. Letteboer TG, Mager HJ, Snijder RJ, Lindhout D, Ploos van Amstel HK, Zanen P, Westermann CJJ. Genotype-phenotype relationship for localization and age distribution of telangiectases in hereditary hemorrhagic telangiectasia. American journal of medical genetics Part A 2009; 164A(21):2733-2739. Lie-Venema H, Eralp I, Markwald RR, van den Akker NM, Wijffels MCEF, Kolditz DP, van der Laarse A, Schalij MJ, Poelmann RE, Bogers AJ, Gittenberger-de Groot AC. Periostin expression by epicardium-derived cells is involved in the development of the atrioventricular valves and fibrous heart skeleton. Differentiation 2009; 76(7):809-819. Lind JS, Herder GJM, Smit EF. Nieuwe middelen voor de behandeling van gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom: remmers van de epidermale groeifactorreceptor en van de angiogenese. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(16):928932. Lokhorst HM, Schmidt-Wolf I, Sonneveld P, van der Holt B, Martin H, Barge R, Bertsch U, Schlenzka J, Bos GM, Croockewit S, Zweegman S, Breitkreuz I, Joosten P, Scheid C, van Marwijk-Kooy M, Salwender HJ, van Oers MH, Schaafsma R, Naumann R, Sinnige H, Blau I, Verhoef G, de Weerdt O, Wijermans P, Wittebol S, Duersen U, Vellenga E, Goldschmidt H, Dutch-Belgian HOVON, German GMMG. Thalidomide in induction treatment increases the very good partial response rate before and after high-dose therapy in previously untreated multiple myeloma. Haematologica 2009; 93(1):124-127. Luermans JGLM, Post MC, Plokker HWM, ten Berg JM, Suttorp MJ. Complications and mid-term outcome after percutaneous patent foramen ovale closure in patients with cryptogenic stroke. Netherlands Heart Journal 2009; 16(10):332-336.
150
Luermans JGLM, Post MC, Schrader R, Sluysmans T, Vydt T, Vermeersch P, Chessa M, Onorato E, Goy JJ, Budts WI. Outcome after percutaneous closure of a patent foramen ovale using the Intrasept device: a multi-centre study. Catheterization & Cardiovascular Interventions 2009; 71(6):822-828. Luermans JGLM, Post MC, Temmerman F, Thijs V, Schonewille WJ, Plokker HWM, Suttorp MJ, Budts WI. Closure of a patent foramen ovale is associated with a decrease in prevalence of migraine: a prospective observational study. Acta Cardiologica 2009; 63(5):571-577. Lutgendorff F, Trulsson LM, van Minnen LP, Rijkers GT, Timmerman HM, Franzen LE, Gooszen HG, Akkermans LM, Soderholm JD, Sandstrom PA. Probiotics enhance pancreatic glutathione biosynthesis and reduce oxidative stress in experimental acute pancreatitis. American journal of physiology Gastrointestinal and liver physiology 2009; 295(5):G1111-G1121. Maassen MS, Hendrix MJ, van Vugt HC, Veersema S, Smits F, Nijhuis JG. Operative Deliveries in Low-Risk Pregnancies in The Netherlands: Primary versus Secondary Care. Birth 2009; 35(4):277282. Meerveld-Eggink A, de Weerdt O, Rijkers GT, van Velzen-Blad HCW, Biesma DH. Vaccination coverage and awareness of infectious risks in patients with an absent or dysfunctional spleen in the Netherlands. Vaccine 2009; 26(52):6975-6979. Meijboom WB, Meijs MFL, Schuijf JD, Cramer MJ, Mollet NR, van Mieghem CAG, Nieman K, van Werkhoven JM, Pundziute G, Weustink AC, de Vos AM, Pugliese F, Rensing BJWM, Jukema JW, Bax JJ, Prokop M, Doevendans PA, Hunink MGM, Krestin GP, de Feyter PJ. Diagnostic Accuracy of 64-Slice Computed Tomography Coronary Angiography: A Prospective, Multicenter, Multivendor Study. Journal of the American College of Cardiology 2009; 52(25):2135-2144. Meinders AJ, Meinders AE. Het lopen van de Nijmeegse Vierdaagse: schatting van de risico’s. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(28):1557-1559. Messa P, Macario F, Yaqoob M, Bouman K, Braun J, von Albertini B, Brink H, Maduell F, Graf H, Frazao JM, Bos WJW, Torregrosa V, Saha H, Reichel H, Wilkie M, Zani VJ, Molemans B, Carter D, Locatelli F. The OPTIMA study: assessing a new cinacalcet (Sensipar/Mimpara) treatment algorithm for secondary hyperparathyroidism. Clinical Journal of The American Society of Nephrology: CJASN 2009; 3(1):36-45. Met R, Janssen LI, Wille J, Langezaal AE, van de Mortel RH, van de Pavoordt HDWM, de Vries JPPM. Functional Results After Through-Knee and Above-Knee Amputations: Does More Length Mean Better Outcome? Vascular & Endovascular Surgery 2009; 42(5):456-461. Metz R, Verleisdonk EJ, van der Heijden GJ, Clevers GJ, Hammacher ER, Verhofstad MH, van der Werken C. Acute Achilles tendon rupture: minimally invasive surgery versus nonoperative treatment with immediate full weightbearing--a randomized controlled trial. American Journal of Sports Medicine 2009; 36(9):16881694. Miedema A, Stubenitsky BM, Jansen NJ, Mink van der Molen AB, van Vught AJ. Improving outcome in meningococcal disease: don’t forget compartment syndrome! Pediatric critical care medi-
cine 2009; 9(3):e20-e22. Mink van der Molen AB, Janssen K, Specken TF, Stubenitsky BM. The modified Honig velopharyngoplasty - a new technique to treat hypernasality by palatal lenghtening. Journal of Plastic, Reconstructive & Aesthetic Surgery: JPRAS 2009; [Epub ahead of print]. Mol F, Strandell A, Jurkovic D, Yalcinkaya T, Verhoeve HR, Koks CA, van der Linden PJ, Graziosi GCM, Thurkow AL, Hoek A, Hogstrom L, Klinte I, Nilsson K, van Mello NM, Ankum WM, van der Veen F, Mol BW, Hajenius PJ, European Surgery in Ectopic Pregnancy study group. The ESEP study: salpingostomy versus salpingectomy for tubal ectopic pregnancy; the impact on future fertility: a randomised controlled trial. BMC Women’s Health 2009; 8:11. Mrazek F, Kvezereli M, Garr E, Kubistova Z, Kriegova E, Fillerova R, Arakelyan A, Ruven HJT, Drabek J, van den Bosch JMM, Kolek V, Welsh KI, Grutters JC, du Bois RM, Petrek M. Complement receptor 1 single nucleotide polymorphisms in Czech and Dutch patients with sarcoidosis. Tissue Antigens 2009; 71(1):77-80. Muhs BE, Vincken KL, Teutelink A, Verhoeven EL, Prokop M, Moll FL, Verhagen HJ. Dynamic cine-computed tomography angiography imaging of standard and fenestrated endografts: differing effects on renal artery motion. Vascular & Endovascular Surgery 2009; 42(1):25-31. Ndrepepa G, Kastrati A, Mehilli J, Neumann FJ, ten Berg JM, Bruskina O, Dotzer F, Seyfarth M, Pache J, Dirschinger J, Berger PB, Schomig A. One-year clinical outcomes with abciximab vs. placebo in patients with non-ST-segment elevation acute coronary syndromes undergoing percutaneous coronary intervention after pre-treatment with clopidogrel: results of the ISAR-REACT 2 randomized trial. European Heart Journal 2009; 29(4):455-461. Neubert A, Wong IC, Bonifazi A, Catapano M, Felisi M, Baiardi P, Giaquinto C, Knibbe CAJ, Sturkenboom MC, Ghaleb MA, Ceci A. Defining off-label and unlicensed use of medicines for children: Results of a Delphi survey. Pharmacological research 2009; 58(56):316-322. Nieuwenhuizen L, Biesma DH. Central nervous system myelomatosis: review of the literature. European Journal of Haematology 2009; 80(1):1-9. Nieuwenhuizen L, Verzijlbergen JF, Wiltink EHH, Grutters JC, Biesma DH. A possible role of 18F-FDG positron-emission tomography scanning in the early detection of rituximab-induced pneumonitis in patients with non-Hodgkin’s lymphoma. Haematologica 2009; 93(8):1267-1269. Nijdam ME, Plantinga Y, Hulsen HT, Bos WJW, Grobbee DE, van der Schouw YT, Bots ML. Pulse pressure amplification and risk of cardiovascular disease. American Journal of Hypertension 2009; 21(4):388-392. Noordzij M, Korevaar JC, Dekker FW, Boeschoten EW, Bos WJW, Krediet RT, Bossuyt PM, Geskus RB. Mineral Metabolism and Mortality in Dialysis Patients: A Reassessment of the K/DOQI Guideline. Blood Purification 2009; 26(3):231-237. Onuta G, Westerweel PE, Zandvoort A, van Riezen M, Rozing J, Hillebrands JL, Verhaar MC. Angiogenic sprouting from the aortic vascular wall is impaired in the BB rat model of autoimmune diabetes. Microvascular research 2009; 75(3):420-425. Oosterheert JJ, Bonten MJM, Schneider MME, Buskens E, Lam-
151
mers JWJ, Hustinx WNM, Kramer MHH, Prins JM, Slee PHThJ, Kaasjager K, Hoepelman IM. Vroege omschakeling van intraveneuze naar orale antibiotica even effectief als standaard intraveneuze therapie bij ernstige, buiten het ziekenhuis opgelopen pneumonie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(5):269274. Paantjens AW, Kwakkel-van Erp JM, van Ginkel WG, van Kessel DA, van den Bosch JMM, van de Graaf EA, Otten HG. Serum thymus and activation regulated chemokine levels post-lung transplantation as a predictor for the bronchiolitis obliterans syndrome. Clinical & Experimental Immunology 2009; 154(2):202-208. Peeters MYM, Aarts LP, Boom FA, Bras LJ, Tibboel D, Danhof M, Knibbe CAJ. Pilot study on the influence of liver blood flow and cardiac output on the clearance of propofol in critically ill patients. European Journal of Clinical Pharmacology 2009; 64(3):329-334. Peeters MYM, Bras LJ, DeJongh J, Wesselink RMJ, Aarts LP, Danhof M, Knibbe CAJ. Disease Severity Is a Major Determinant for the Pharmacodynamics of Propofol in Critically Ill Patients. Clinical Pharmacology & Therapeutics 2009; 83(3):443-4. Petrov MS, Besselink MGH, van Santvoort HC, Gooszen HG. Acute Biliary Pancreatitis Without Cholangitis: The Growing Role of EUS. Annals of Surgery 2009; 248(2):345-347. Petrov MS, van Santvoort HC, Besselink MGH, van der Heijden GJ, van Erpecum KJ, Gooszen HG. Early Endoscopic Retrograde Cholangiopancreatography Versus Conservative Management in Acute Biliary Pancreatitis Without Cholangitis: A Meta-Analysis of Randomized Trials. Annals of Surgery 2009; 247(2):250-257. Petrov MS, van Santvoort HC, Besselink MGH, van der Heijden GJ, Windsor JA, Gooszen HG. Enteral Nutrition and the Risk of Mortality and Infectious Complications in Patients With Severe Acute Pancreatitis: A Meta-analysis of Randomized Trials. Archives of Surgery 2009; 143(11):1111-1117. Pompen M, Gok M, Novak A, van Wuijtswinkel R, Biesma B, Schramel FMNH, Stigt J, Smit H, Postmus P. Direct costs associated with the disease management of patients with unresectable advanced non-small-cell lung cancer in The Netherlands. Lung Cancer 2009; [Epub ahead of print]. Post MC, van Gent MWF, Snijder RJ, Mager JJ, Schonewille WJ, Plokker HWM, Westermann CJJ. Pulmonary Arteriovenous Malformations and Migraine: A New Vision. Respiration 2009; 76(2):228-233. Pouw RE, Gondrie JJ, Sondermeijer CM, ten Kate FJ, van Gulik TM, Krishnadath KK, Fockens P, Weusten BLAM, Bergman JJ. Eradication of Barrett Esophagus with Early Neoplasia by Radiofrequency Ablation, with or without Endoscopic Resection. Journal of Gastrointestinal Surgery 2009; 12(10):1627-1637. Ridwan BU, Koning CJ, Besselink MGH, Timmerman HM, Brouwer EC, Verhoef J, Gooszen HG, Akkermans LM. Antimicrobial activity of a multispecies probiotic (Ecologic 641) against pathogens isolated from infected pancreatic necrosis. Letters in Applied Microbiology 2009; 46(1):61-67. Riezebos RK, Ronner E, ter Bals E, Slagboom T, Smits PC, ten Berg JM, Kiemeneij F, Amoroso G, Patterson MS, Suttorp MJ, Tijssen JG, Laarman GJ. Immediate versus deferred coronary angioplasty in non-ST-elevation acute coronary syndromes. Heart 2009; [Epub ahead of print].
Robroeks CM, van de Kant KD, van Vliet D, Kester AD, Hendriks HJ, Damoiseaux JG, Wodzig WK, Rijkers GT, Dompeling E, Jobsis Q. Comparison of the anti-inflammatory effects of extra-fine hydrofluoroalkane-beclomethasone vs fluticasone dry powder inhaler on exhaled inflammatory markers in childhood asthma. Annals of allergy, asthma & immunology 2009; 100(6):601-607. Rodriguez-Feo JA, Hellings WE, Moll FL, de Vries JPPM, van Middelaar BJ, Algra A, Sluijter J, Velema E, van der Broek T, Sessa WC, de Kleijn DP, Pasterkamp G. Caveolin-1 influences vascular protease activity and is a potential stabilizing factor in human atherosclerotic disease. PLoS ONE 2009; 3(7):e2612. Rosias PP, Robroeks CM, Kester A, den Hartog GJ, Wodzig WK, Rijkers GT, Zimmermann LJ, van Schayck CP, Jobsis Q, Dompeling E. Biomarker reproducibility in exhaled breath condensate collected with different condensers. European Respiratory Journal 2009; 31(5):934-942. Schagen van Leeuwen JH, Lange RR, Jonasson AF, Chen WJ, Viktrup L. Efficacy and safety of duloxetine in elderly women with stress urinary incontinence or stress-predominant mixed urinary incontinence. Maturitas 2009; 60(2):138-147. Schelfhout V, Van De Velde V, Pauwels R, Joos G. The effect of the leukotriene receptor antagonist zafirlukast on neurokinin Ainduced bronchoconstriction in patients with asthma--A comparison with leukotriene D4 induced broncoconstriction. Pulmonary pharmacology & therapeutics 2009; 21(2):276-284. Schepens MAAM. Invited commentary. Annals of Thoracic Surgery 2009; 86(2):489-490. Schepens MAAM. Re: “thoracic aortic endografting in patients with connective tissue disease”. Journal of Endovascular Therapy 2009; 15(5):626-627. Schijf LJ, Becx MC, de Bruin PC, van der Vegt SG. Whipple’s disease: easily diagnosed, if considered. Netherlands Journal of Medicine 2009; 66(9):392-395. Schiphorst AHW, Besselink MGH, Boerma D, Timmer R, Wiezer MJ, van Erpecum KJ, Broeders IA, van Ramshorst B. Timing of cholecystectomy after endoscopic sphincterotomy for common bile duct stones. Surgical Endoscopy 2009; 22(9):2046-2050. Schrover IM, Weusten BLAM, Besselink MGH, Bollen TL, van Ramshorst B, Timmer R. EUS-guided endoscopic transgastric necrosectomy in patients with infected necrosis in acute pancreatitis. Pancreatology 2009; 8(3):271-276. Schuurman JP, Go PMNYH, Bleys RL. Anatomical branches of the superior rectal artery in the distal rectum. Colorectal Disease 2009; [Epub ahead of print]. Sharouni SYE, Aerts JGJV, Sesan S, de Ruysscher DKM, Groen HJM, Paul MA, Smit EF, Vonk EJA, Verhagen AF, Schramel FMNH. Behandeling van patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom stadium III: gelijktijdig hooggedoseerde chemotherapie en radiotherapie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(50):27142717. Siebenga J, Leferink VJ, Segers MJM, Elzinga MJ, Bakker FC, Ten DH, Rommens PM, Patka P. A prospective cohort study comparing the VAS spine score and Roland-Morris disability questionnaire in patients with a type A traumatic thoracolumbar spinal fracture. European Spine Journal 2009; 17(8):1096-1100.
152
Sijssens KM, Rijkers GT, Rothova A, Stilma JS, de Boer JH. Distinct cytokine patterns in the aqueous humor of children, adolescents and adults with uveitis. Ocular immunology and inflammation 2009; 16(5):211-216. Six AJ, Backus BE, Kelder JC. Chest pain in the emergency room: value of the HEART score. Netherlands Heart Journal 2009; 16(6):191-196. Slim FJ, Hoeksma AF, Maas M, Faber WR. A clinical and radiological follow-up study in leprosy patients with asymptomatic neuropathic feet. Leprosy Review 2009; 79(2):183-192. Snijders TJ, Notermans NC. Progressieve, opstijgende neurologische uitval: een spinaal epiduraal abces dat zich presenteert als het syndroom van Guillain-Barré. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(25):1436-1439. Sondermeijer BM, Macgillavry MR, Tan HL. Left superior vena cava, a remnant of embryological development. Netherlands Heart Journal 2009; 16(5):173-174. Sonke GS, Beerepoot LV, Los M. A patient with subdiaphragmatic air. Netherlands Journal of Medicine 2009; 66(2):89-90. Steenhuis TJ, van Aalderen WM, Bloksma N, Nijkamp FP, van der Laag J, van Loveren H, Rijkers GT, Kuis W, Hoekstra MO. BacilleCalmette-Guerin vaccination and the development of allergic disease in children: a randomized, prospective, single-blind study. Clinical & Experimental Allergy 2009; 38(1):79-85. Stettler C, Allemann S, Wandel S, Kastrati A, Morice M-C, Schomig A, Pfisterer ME, Stone GW, Leon MB, Suárez de Lezo J, Goy JJ, Park SJ, Sabate M, Suttorp MJ, Kelbaek H, Spaulding C, Menichelli M, Vermeersch P, Dirksen MT, Cervinka P, de Carlo M, Erglis A, Chechi T, Ortolani P, Schalij MJ, Diem P, Meier B, Windecker S, Juni P. Drug eluting and bare metal stents in people with and without diabetes: collaborative network meta-analysis. British Medical Journal 2009; 337:a1331. Swen JJ, Wilting I, de Goede AL, Grandia L, Mulder H, Touw DJ, de Boer A, Conemans JM, Egberts TC, Klungel OH, Koopmans R, van der Weide J, Wilffert B, Guchelaar HJ, Deneer VHM. Pharmacogenetics: from bench to byte. Clinical Pharmacology & Therapeutics 2009; 83(5):781-787. Swinkels BM, Braam RL, Rensing BJWM, Jaarsma W, Defauw JJAM, Plokker HWM. Onverklaarde rechtsdecompensatie na een openhartoperatie: denk aan het hartzakje. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(35):1901-1906. Swinkels BM, ten Cate TJF, Haenen NA, Rensing BJWM, Defauw JJAM, Jaarsma W. Myocardial perforation by a guidewire crossing a stenotic aortic valve during cardiac catheterization. International Journal of Cardiology 2009; [Epub ahead of print]. te Riele WW, Sze YK, Wiezer MJ, van Ramshorst B. Conversion of failed laparoscopic gastric banding to gastric bypass as safe and effective as primary gastric bypass in morbidly obese patients. Surgery for obesity and related diseases 2009; 4(6):735-739. te Riele WW, Vogten JM, Boerma D, Wiezer MJ, van Ramshorst B. Comparison of weight loss and morbidity after gastric bypass and gastric banding. A single center European experience. Obesity Surgery 2009; 18(1):11-16. ten Berg JM, van Werkum JW. Point-of-care platelet function testing in patients undergoing PCI: is it ready for use in clinical practice? EuroIntervention 2009; 4 Suppl C:C72-C74.
ten Bruggenkate CM, Schulten EA, Zijderveld SA. Chirurgische dilemma’s. De sinusbodemelevatie. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2009; 115(12):668-672. ten Cate TJF, Scheffer MG, Sutherland GR, Verzijlbergen JF, van Hemel NM. Right ventricular outflow and apical pacing comparably worsen the echocardioghraphic normal left ventricle. European Journal of Echocardiography 2009; 9(5):672-677. ter Borg EJ, Slee PHThJ, Seldenrijk CA. Monoarthritis of the elbow due to metastatic colon carcinoma: diagnosis based on the presence of adenocarcinoma cells in synovial fluid. Rheumatology International 2009; 28(11):1177-1178. Timmermans A, Gerritsen MBE, Brent C, Opmeer PhD, Jansen FW, Mol BWJ, Veersema S. Diagnostic accuracy of endometrial thickness to exclude polyps in women with postmenopausal bleeding. Journal of clinical ultrasound 2009; 36(5):286-290. Timmermans A, Opmeer BC, Veersema S, Mol BW. Re: Pain experienced during transvaginal ultrasound, saline contrast sonohysterography, hysteroscopy and office sampling: a comparative study. Ultrasound in Obstetrics & Gynecology 2009; 32(1):118-119. Timmermans A, van Dongen HPA, Mol BW, Veersema S, Jansen FW. Hysteroscopy and removal of endometrial polyps: A Dutch survey. European Journal of Obstetrics, Gynecology, & Reproductive Biology 2009; 138(1):76-79. Tuinman PR, de Nes LC, Blaauwgeers JL, Koene HR, Peters SH, Hart W. Klinisch denken en beslissen in de praktijk. Een man met pijn in de heup en koorts. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(28):1560-1567. Valkering KP, van der Hoeven H, Pijnenburg BC. Posterolateral elbow impingement in professional boxers. American Journal of Sports Medicine 2009; 36(2):328-332. van Asbeck EC, Hoepelman AI, Scharringa J, Herpers BL, Verhoef J. Mannose binding lectin plays a crucial role in innate immunity against yeast by enhanced complement activation and enhanced uptake of polymorphonuclear cells. BMC Microbiology 2009; 8(1):229. van Asch CJ, Balemans WAF, Rovers MM, Schilder AG, van der Ent CK. Atopic disease and exhaled nitric oxide in an unselected population of young adults. Annals Allergy, Asthma & Immunology 2009; 100(1):59-65. van Boven WJP, Gerritsen WBM, Driessen AH, Morshuis WJ, Waanders FG, Haas FJLM, van Dongen EP, Aarts LP. Myocardial oxidative stress, and cell injury comparing three different techniques for coronary artery bypass grafting. European Journal of Cardio-Thoracic Surgery 2009; 34(5):969-975. van de Garde EMW, Endeman H, Deneer VHM, Biesma DH, SayedTabatabaei FA, Ruven HJT, Leufkens HG, van den Bosch JMM. Angiotensin-converting enzyme insertion/deletion polymorphism and risk and outcome of pneumonia. Chest 2009; 133(1):220225. van de Garde EMW, Endeman H, van Hemert RN, Voorn GP, Deneer VHM, Leufkens HG, van den Bosch JMM, Biesma DH. Prior outpatient antibiotic use as predictor for microbial aetiology of community-acquired pneumonia: hospital-based study. European Journal of Clinical Pharmacology 2009; 64(4):405-410. van de Mortel RH, Vahl AC, Balm R, Buth J, Hamming JF, Schurink GW, de Vries JPPM. Collective experience with hybrid procedures
153
for suprarenal and thoracoabdominal aneurysms. Vascular 2009; 16(3):140-146. van de Veire NR, Marsan NA, Schuijf JD, Bleeker GB, Wijffels MCEF, van Erven L, Holman ER, de Sutter J, van der Wall EE, Schalij MJ, Bax JJ. Noninvasive imaging of cardiac venous anatomy with 64-slice multi-slice computed tomography and noninvasive assessment of left ventricular dyssynchrony by 3-dimensional tissue synchronization imaging in patients with heart failure scheduled for cardiac resynchronization therapy. American Journal of Cardiology 2009; 101(7):1023-1029. van den Berg MM, Voskuijl WP, Boeckxstaens GE, Benninga MA. Rectal compliance and rectal sensation in constipated adolescents, recovered adolescents and healthy volunteers. Gut 2009; 57(5):599-603. van den Bergh RC, Moll FL, de Vries JPPM, Yeung KK, Lock TM. Arterio-ureteral fistula: 11 new cases of a wolf in sheep’s clothing. Journal of Urology 2009; 179(2):578-581. van den Besselaar AMHP, Haas FJLM, van der Graaf F, Kuypers AWHM. Harmonization of fibrinogen assay results: study within the framework of the Dutch project ‘Calibration 2000’. International Journal of Laboratory Hematology 2009; [Epub ahead of print]. van den Bosch WF, Graafmans WC, Pieter D, Westert GP. Hartcentra en het effect van bijzondere medische verrichtingen op het gestandaardiseerde ziekenhuissterftecijfer. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(21):1221-1227. van den Branden BJL, Bruggeling WA, Corbeij HM, Dunselman PH. Spontaneous coronary artery dissection in the postpartum period. Netherlands Heart Journal 2009; 16(12):412-414. van der Bruggen T, Kaan JA, Heddema ER, van Hannen EJ, de Jongh BM. Snelle diagnostiek van psittacose met behulp van een recent ontwikkelde realtime-PCR. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(34):1886-1888. van der Heyden J, Lans HW, van Werkum JW, Schepens MAAM, Ackerstaff RGA, Suttorp MJ. Will Carotid Angioplasty Become the Preferred Alternative to Staged Or Synchronous Carotid Endarterectomy in Patients Undergoing Cardiac Surgery? European Journal of Vascular & Endovascular Surgery 2009; 36(4):379-384. van der Laan A, Hirsch A, Nijveldt R, van der Vleuten PA, van der Giessen WJ, Doevendans PA, Waltenberger J, ten Berg JM, Aengevaeren WR, Zwaginga JJ, Biemond BJ, van Rossum AC, Tijssen JG, Zijlstra F, Piek JJ. Bone marrow cell therapy after acute myocardial infarction: the HEBE trial in perspective, first results. Netherlands Heart Journal 2009; 16(12):436-439. van der Lee C, Scholzel B, ten Berg JM, Geleijnse ML, Idzerda HH, van Domburg RT, Vletter WB, Serruys PW, ten Cate TFJ. Usefulness of clinical, echocardiographic, and procedural characteristics to predict outcome after percutaneous transluminal septal myocardial ablation. American Journal of Cardiology 2009; 101(9):13151320. van Deurzen CHM, Seldenrijk CA, Koelemij R, van Hillegersberg R, Hobbelink MG, van Diest PJ. The microanatomic location of metastatic breast cancer in sentinel lymph nodes predicts nonsentinel lymph node involvement. Annals of Surgical Oncology 2009; 15(5):1309-1315.
van Duynhoven YT, Friesema IH, Schuurman T, Roovers A, van Zwet AA, Sabbe LJ, van der Zwaluw WK, Notermans DW, Mulder B, van Hannen EJ, Heilmann FG, Buiting A, Jansen R, Kooistra-Smid AM. Prevalence, characterisation and clinical profiles of Shiga toxin-producing Escherichia coli in The Netherlands. Clinical Microbiology & Infection 2009; 14(5):437-445. van Eck JW, van Hemel NM, Kelder JC, van den Bos AA, Taks W, Grobbee DE, Moons KG. Poor health-related quality of life of patients with indication for chronic cardiac pacemaker therapy. Pacing & Clinical Electrophysiology 2009; 31(4):480-486. van Eck JWM, van Hemel NM, van den Bos A, Taks W, Grobbee DE, Moons KGM. Predictors of improved quality of life 1 year after pacemaker implantation. American Heart Journal 2009; 156(3):491-497. van Gent MWF, Kuiper MA, Manschot Th, Jerzewsky A, Rommes JH, Spronk PE. Subarachnoïdale bloeding met de klinische presentatie van een circulatiestilstand bij acuut myocardinfarct. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(6):331-335. van Gent MWF, Post MC, Snijder RJ, Swaans MJ, Plokker HWM, Westermann CJJ, Overtoom TThC, Mager JJ. Grading of Pulmonary Right-To-Left Shunt With Transthoracic Contrast Echocardiography: Does It Predict the Indication for Embolotherapy? Chest 2009; [Epub ahead of print]. van Hees BC, de Ruiter G, Wiltink EHH, de Jongh BM, Tersmette M. Optimizing use of ciprofloxacin: a prospective intervention study. Journal of Antimicrobial Chemotherapy 2009; 61(1):210213. van Hooft JE, Fockens P, Marinelli AW, Timmer R, van Berkel AM, Bossuyt PM, Bemelman WA, Dutch Colorectal Stent Group. Early closure of a multicenter randomized clinical trial of endoscopic stenting versus surgery for stage IV left-sided colorectal cancer. Endoscopy 2009; 40(3):184-191. van Houte M, Harmsze AM, Deneer VHM, Tupker RA. Effect of oxybutynin on exercise-induced sweating in healthy individuals. Journal of Dermatological Treatment 2009; 19(2):101-104. van Meeuwen JA, Nijmeijer S, Mutarapat T, Ruchirawat S, de Jong PC, Piersma AH, van den Berg M. Aromatase inhibition by synthetic lactones and flavonoids in human placental microsomes and breast fibroblasts -- A comparative study. Toxicology & Applied Pharmacology 2009; 228(3):269-276. van Meeuwen JA, van Son O, Piersma AH, de Jong PC, van den Berg M. Aromatase inhibiting and combined estrogenic effects of parabens and estrogenic effects of other additives in cosmetics. Toxicology & Applied Pharmacology 2009; 230(3):372-382. van Muiswinkel KW, Meuzelaar JJ. Het papillair fibro-elastoom van het hart als zeldzame oorzaak van een hersenembolie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(27):1532-1536. van Putte BP, Bantal N, Snijder RJ, Morshuis WJ, van Boven WJP. Acute massive pulmonary embolism treated by thrombo-embolectomy using intermittent deep hypothermic circulatory arrest. Interactive Cardiovascular and Thoracic Surgery 2009; 7(3):412413.
154
van Putte BP, Grootenboers MJJH, van Boven WJP, Hendriks JM, van Schil PE, Guetens G, de Boeck G, Pasterkamp G, Schramel FMNH, Folkerts G. Pharmacokinetics of Gemcitabine when delivered by Selective Pulmonary Artery Perfusion for the Treatment of Lung Cancer. Drug Metabolism and Disposition 2009; 36(4):676681. van Putte BP, Schepens MAAM. Ascending-descending aortic bypass for the treatment of concomitant severe co-arctation, aortic valve disease and hypoplastic aortic arch. Acta Chirurgica Belgica 2009; 108(2):244-246. van Santvoort HC, Besselink MGH, Gooszen HG. Het verkrijgen van medisch-ethische goedkeuring voor een multicentrische, gerandomiseerde trial: prospectieve evaluatie van een moeizaam proces. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(38):2077-2083. van Santvoort HC, Besselink MGH, Timmerman HM, van Minnen LP, Akkermans LM, Gooszen HG. Probiotics in surgery. Surgery 2009; 143(1):1-7. van Santvoort HC, Bollen TL, Besselink MGH, Banks PA, Boermeester MA, van Eijck CH, Evans J, Freeny PC, Grenacher L, Hermans JJ, Horvath KD, Hough DM, Lameris JS, van Leeuwen MS, Mortele KJ, Neoptolemos JP, Sarr MG, Vege SS, Werner J, Gooszen HG. Describing peripancreatic collections in severe acute pancreatitis using morphologic terms: an international interobserver agreement study. Pancreatology 2009; 8(6):593-599. van Schil PE, Hendriks JM, van Putte BP, Stockman BA, Lauwers PR, ten Broecke PW, Grootenboers MJJH, Schramel FMNH. Isolated lung perfusion and related techniques for the treatment of pulmonary metastases. European Journal of Cardio-Thoracic Surgery 2009; 33(3):487-496. van ‘t Hof AWJ, ten Berg JM, Heestermans T, Dill T, Funck RC, van Werkum JW, Dambrink JH, Suryapranata H, van Houwelingen G, Ottervanger JP, Stella P, Giannitsis E, Hamm C. Prehospital initiation of tirofiban in patients with ST-elevation myocardial infarction undergoing primary angioplasty (On-TIME 2): a multicentre, double-blind, randomised controlled trial. Lancet 2009; 372(9638):537-546. van Werkum JW, Harmsze AM, Elsenberg EHAM, Bouman HJ, ten Berg JM, Hackeng CM. The use of the VerifyNow system to monitor antiplatelet therapy: A review of the current evidence. Platelets 2009; 19(7):479-488. van Werkum JW, ten Berg JM, Plokker HWM, Kelder JC, Suttorp MJ, Rensing BJWM, Tersmette M. Staphylococcus aureus infection complicating percutaneous coronary interventions. International Journal of Cardiology 2009; 128(2):201-206. van Werkum JW, ten Berg JM. Platelet reactivity as a risk-factor for stent thrombosis: can this be one of the currently available appropriate methods to determine platelet reactivity? EuroIntervention 2009; 4 Suppl C:C11-C16. van Werkum JW, Topcu Y, Postma S, Kelder JC, Hackeng CM, ten Berg JM, Verheugt FW. Effects of diabetes mellitus on platelet reactivity after dual antiplatelet therapy with aspirin and clopidogrel. Thrombosis & Haemostasis 2009; 99(3):637-639. Veersema S, Vleugels MP, Moolenaar LM, Janssen CA, Brolmann HA. Unintended pregnancies after Essure sterilization in the Netherlands. Fertility & Sterility 2009; [Epub ahead of print].
Venhuizen AC, Hustinx WN, van Houte AJ, Veth G, van der Griend R. Three cases of Pneumocystis jirovecii pneumonia (PCP) during first-line treatment with rituximab in combination with CHOP-14 for aggressive B-cell non-Hodgkin’s lymphoma. European Journal of Haematology 2009; 80(3):275-276. Verbeek WH, Goerres MS, von Blomberg BM, Oudejans JJ, Scholten PE, Hadithi M, Al-toma A, Schreurs MW, Mulder CJ. Flow cytometric determination of aberrant intra-epithelial lymphocytes predicts T-cell lymphoma development more accurately than T-cell clonality analysis in Refractory Celiac Disease. Clinical Immunology 2009; 126(1):48-56. Verbeek WH, van de Water JM, Al-toma A, Oudejans JJ, Mulder CJ, Coupe VM. Incidence of enteropathy--associated T-cell lymphoma: a nation-wide study of a population-based registry in The Netherlands. Scandinavian Journal of Gastroenterology 2009; 43(11):1322-1328. Verrij EA, van Montfrans G, Bos WJW. Reintroduction of RivaRocci measurements to determine systolic blood pressure? Netherlands Journal of Medicine 2009; 66(11):480-482. Verrij EA, Vincent HH, Bos WJW. Rule of thumb to calculate mean arterial pressure at the brachial artery level. Journal of Hypertension 2009; 26(5):1043-1045. Verstappen SM, Jacobs JW, van der Veen MJ, Heurkens AH, Schenk Y, ter Borg EJ, Blaauw AA, Bijlsma JW, on the behalf of the Utrecht Rheumatoid Arthritis Cohort study group. Intensive treatment with methotrexate in early rheumatoid arthritis: aiming for remission. Computer Assisted Management in Early Rheumatoid Arthritis (CAMERA, an open-label strategy trial). Reumatologie 2009; 3(1):9. Verzijlbergen F, Conemans E, van Eck-Smit BLF, Oyen W, Heitbrink M, Ophof PJA, van Waes PFGM. The rapid growth of multimodality imaging in Europe Multimodality (MM) imaging: Enhancement through interlacing. European journal of nuclear medicine and molecular imaging 2009; 35(6):1221-1229. Vis JC, Timmermans J, Post MC, Budts W, Schepens MAAM, Thijs V, Schonewille WJ, de Bie RM, Plokker HWM, Tijssen JG, Mulder BJ. Increased prevalence of migraine in Marfan syndrome. International Journal of Cardiology 2009; [Epub ahead of print]. Visscher S, Schurink CA, Melsen WG, Lucas PJ, Bonten MJ. Effects of systemic antibiotic therapy on bacterial persistence in the respiratory tract of mechanically ventilated patients. Intensive Care Medicine 2009; 34(4):692-699. Visser LE, Kyei-Faried S, Belcher DW, Geelhoed DW, Schagen van Leeuwen JH, van Roosmalen J. Failure of a new antivenom to treat Echis ocellatus snake bite in rural Ghana: the importance of quality surveillance. Transactions of the Royal Society of Tropical Medicine and Hygiene 2009; 102(5):445-450. Vlaar AM, de Nijs T, Kessels AG, Vreeling FW, Winogrodzka A, Mess WH, Tromp SC, van Kroonenburgh MJ, Weber WE. Diagnostic Value of I-Ioflupane and (123)I-Iodobenzamide SPECT Scans in 248 Patients with Parkinsonian Syndromes. European Neurology 2009; 59(5):258-266. Vlaar AM, de Nijs T, van Kroonenburgh MJ, Mess WH, Winogrodzka A, Tromp SC, Weber WE. The predictive value of transcranial duplex sonography for the clinical diagnosis in undiagnosed parkinsonian syndromes: comparison with SPECT scans. BMC Neuro-
155
logy 2009; 8:42. Vlieger AM, Benninga MA. Complementary therapies for pediatric functional gastrointestinal disorders. Journal of Pediatric Gastroenterology Nutrition 2009; 47(5):707-709. Vlieger AM, Blink M, Tromp E, Benninga MA. Use of Complementary and Alternative Medicine by Pediatric Patients With Functional and Organic Gastrointestinal Diseases: Results From a Multicenter Survey. Pediatrics 2009; 122:e446-e452. Voet A, Luermans JGLM, Thijs V, Herroelen L, Post MC, Troost E, Budts W. New-onset and persistent migraine early after percutaneous atrial septal defect closure disappear at follow-up. Acta clinica Belgica 2009; 63(4):262-268. Vogten JM, Gerritsen WBM, Ackerstaff RGA, van Dongen EP, de Vries JPPM. Perioperative microemboli and platelet aggregation in patients undergoing carotid endarterectomy. Vascular 2009; 16(3):154-160. Vonk MC, Broers B, Heijdra YF, Ton E, Snijder RJ, van Dijk AP, van Laar JM, Bootsma H, van Hal PT, van den Hoogen FH, van Daele PL. Systemic sclerosis and its pulmonary complications in the Netherlands An epidemiological study. Annals of the Rheumatic Diseases 2009; [Epub ahead of print]. Vrieling A, Voskuil DW, Bosma A, Majoor DM, van Doorn J, Cats A, Depla ACTM, Timmer R, Witteman BJM, Wesseling J, Kampman E, van’t Veer LJ. Expression of insulin-like growth factor system components in colorectal tissue and its relation with serum IGF levels. Growth Hormone & IGF Research 2009; [Epub anead of print]. Walhout RJ, Plokker HWM, Meijboom EJ, Doevendans PA. Advances in the management and surveillance of patients with aortic coarctation. Acta Cardiologica 2009; 63(6):771-782. Wasowicz-Kemps DK, Slootmaker SM, Kemps HM, Borel-Rinkes IH, Biesma DH, van Ramshorst B. Resumption of daily physical activity after day-case laparoscopic cholecystectomy. Surgical Endoscopy 2009; [Epub ahead of print]. Weda M, Zanen P, de Boer AH, Barends DM, Frijlink HW. The therapeutic index of locally acting inhaled drugs as a function of their fine particle mass and particle size distribution: a literature review. Current drug delivery 2009; 5(2):142-147. Westerhof BE, Guelen I, Stok WJ, Lasance HA, Ascoop CAPL, Wesseling KH, Westerhof N, Bos WJW, Stergiopulos N, Spaan JA. Individualization of transfer function in estimation of central aortic pressure from the peripheral pulse is not required in patients at rest. Journal of Applied Physiology 2009; 105(6):1858-1863. Westerhof BE, Mattace-Raso FU, Guelen I, van Popele NM, Hofman A, Witteman JC, Bos WJW. Potential association between aortic stiffness, diastolic/systolic pressure time index and the balance between cardiac oxygen supply and demand: a word of caution. Journal of Hypertension 2009; 26(11):2251-2252. Westerweel PE, den Ouden K, Nguyen TQ, Goldschmeding R, Joles JA, Verhaar MC. Amelioration of anti-Thy1-glomerulonephritis by PPAR-gamma agonism without increase of endothelial progenitor cell homing. American Journal of Physiology - Renal Physiology 2009; 294(2):F379-F384. Westerweel PE, Rabelink TJ, Rookmaaker MB, Grone HJ, Verhaar MC. RANTES is required for ischaemia-induced angiogenesis, which may hamper RANTES-targeted anti-atherosclerotic the-
rapy. Thrombosis & Haemostasis 2009; 99(4):794-795. Westerweel PE, Verhaar MC. Directing myogenic mesenchymal stem cell differentiation. Circulation Research 2009; 103(6):560561. Widdershoven JC, Beemer FA, Kon M, Dejonckere PH, Mink van der Molen AB. Possible mechanisms and gene involvement in speech problems in the 22q11.2 deletion syndrome. Journal of plastic, reconstructive & aesthetic surgery : JPRAS 2009; 61(9):1016-1023. Wille J, van der Waal RIF. Diagnose in beeld (381). Een man met pijnlijke, rode vlekken op de voet. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(29):1626-1627. Yang KG, Raijmakers NJ, van Arkel ER, Caron JJ, Rijk PC, Willems WJ, Zijl JAC, Verbout AJ, Dhert WJ, Saris DB. Autologous interleukin-1 receptor antagonist improves function and symptoms in osteoarthritis when compared to placebo in a prospective randomized controlled trial. Osteoarthritis Cartilage 2009; 16(4):498-505. Yilmaz A, van Putte BP, van Boven WJP. Completely thoracoscopic bilateral pulmonary vein isolation and left atrial appendage exclusion for atrial fibrillation. Journal of Thoracic & Cardiovascular Surgery 2009; 136(2):521-522. Zhang J, Regieli JJ, Schipper M, Entius MM, Liang F, Koerselman J, Ruven HJT, van der Graaf Y, Grobbee DE, Doevendans PA. Inflammatory gene haplotype-interaction networks involved in coronary collateral formation. Human Heredity 2009; 66(4):252-264. Zijderveld SA, van den Bergh JPA, Schulten EA, ten Bruggenkate CM. Anatomical and surgical findings and complications in 100 consecutive maxillary sinus floor elevation procedures. Journal of Oral & Maxillofacial Surgery 2009; 66(7):1426-1438. Zijlstra H, Boeije HR, Larsen JK, van Ramshorst B, Geenen R. Patients’ explanations for unsuccessful weight loss after laparoscopic adjustable gastric banding (LAGB). Patient education and counseling 2009; [Epub ahead of print]. Zijlstra H, Larsen JK, de Ridder DT, van Ramshorst B, Geenen R. Initiation and Maintenance of Weight Loss after Laparoscopic Adjustable Gastric Banding. The role of Outcome Expectation and Satisfaction with the Psychosocial Outcome. Obesity Surgery 2009; [Epub ahead of print]. Zonnevylle EDH, van der Waal RIF. Diagnose in beeld (368). Een kind met een zwelling in het gelaat na een hondenbeet. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(15):874-875.
Abstracts Alipour A, van Oostrom AJHHM, van Wijk JPH, Verseyden C, Plokker HWM, Jukema JW, Rabelink AJ, Cabezas MC. Dissociation of postprandial clearance of chylomicrons and VLDL1 in MBL deficiency: Role of the innate immune system in postprandial lipemia? Atherosclerosis Supplements 2009; 9(2):88-89. Backus BE, Konijnenberg M, Verburg E, Verzijlbergen JF. Reproducibility of Myocardial SPECT with 201Tl. European Journal of Nuclear Medicine & Molecular Imaging 2009; 35(suppl 2):S254. Backus BE, Verburg FA, Konijnenberg MW, Verzijlbergen JF. Myocardial perfusion SPECT: Rest and stress in one acquisition. Journal of Nuclear Cardiology 2009; 15(4):S19. Barlo NP, van Moorsel CHM, Grutters JC, van den Bosch JMM. Clinical description of a population of Dutch IPF patients. European
156
Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract P3475. Bartelink IH, Bredius RGM, Egberts TCG, Suttorp MJ, Bierings M, Knibbe CAJ, Zwaveling J, Boelens JJ. 194: Intravenous Busulfan in Children Prior to Haematological Stem Cell Transplantation, How Narrow is the Therapeutic Window? Biology of Blood and Marrow Transplantation 2009; 14(2, Supplement 1):71-72. Boersma LVA, Scharf C, Kanagaratnam P, Davies W, Peters N, Fyn S, Rowland E, Grace A, Morady F, Oral H. Netherlands Heart Journal 2009. Boersma LVA, Wijffels MCEF, Morady F, Oral H. PV antrum isolation by phased bipolar-unipolar RF ablation with a circular multielectrode catheter. Boston AF symposium 2009. Boersma LVA, Wijffels MCEF, Wever EFD, Oral H. PV antrum isolation by phased bipolar-unipolar RF ablation with a circular multielectrode catheter. Netherlands Heart Journal 2009. Boersma LVA, Wijffels MCEF, Wever EFD, Morady F, Oral H. PV antrum isolation by phased bipolar-unipolar RF ablation with a circular multi-electrode catheter. Heart Rhythm 2009;(Suppl). Boersma LVA, Wijffels MCEF, Wever EFD, Oral H, Morady F. Clinical efficacy of PV antrum ablation for AF by duty-cycled RF energy thorough a novel circumlinear decapolar catheter. Heart Rhythm 2009; 5(Suppl):S19. Boersma LVA, Scharf C, Davies W, Kanagaratnam P, Paul V, Rowland E, Grace A, Fyn S, Oral H, Morady F. Multi-electrode ablation with duty-cycled low power bipolar/uniplolar RF energy for chronic AF. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):410. Boersma LVA, Wijffels MCEF, Wever EFD, Oral H, Morady F. PV antrum ablation for PAF by duty-cycled bipolar/unipolar RF energy through a novel circular decapolar catheter. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):409. Boezeman EHJF. 33. Inhibition of cortical laser evoked potentials by transcutaneous electrical nerve stimulation. Clinical Neurophysiology 2009; 119(3):e37. Bouman HJ, van Werkum JW, Postma S, Elsenburg EHAM, ten Berg JM, Hackeng CM. Cangrelor enhances P2Y12 inhibition and decreases interindividual variability in the magnitude of residual platelet reactivity. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):80. Braak SJ, van Strijen MJL, van Leersum M, van Es HW, van Heesewijk JPM. Effective Dose during Needle interventions: RealTime 3D Fluoroscopy Guidance versus CT-Fluoroscopy. Radiological Society of North America 94th Scientific Assembly and Annual Meeting 30 November- 5 December 2009 Chicago USA 2009. Braak SJ, van Strijen MJL, van Leersum M, van Es HW, van Heesewijk JPM. Dose during Needle interventions: Real-Time 3D Fluoroscopy Guidance versus CT (-fluoroscopy). 20th International Conference of Society for Medical Innovation and Technology August 28-30 2009 Vienna Austria 2009. Braak SJ, van Strijen MJL, van Leersum M, van Es HW, van Heesewijk JPM. Real-Time 3D-fluoroscopy Guidance during Needle Interventions: Results of the first 61 patients. 20th International Conference of Society for Medical Innovation and Technology August 28-30 2009 Vienna Austria 2009. Braak SJ, van Strijen MJL, van Leersum M, van Es HW, van Heesewijk JPM. Considerable reduction of the effective dose
during needle interventions: real-time 3D-fluoroscopy guidance versus CT-fluoroscopy. Radiologendagen 2009 October 9 & 10 2009 Rotterdam The Netherlands 2009. Braak SJ, van Strijen MJL, van Leersum M, van Es HW, van Heesewijk JPM. Real-Time 3D-fluoroscopy Guidance during Needle Interventions: Results of the first 85 patients. Radiologendagen 2009 October 9 & 10 2009 Rotterdam The Netherlands 2009. Brantjes HM, Niers LEM, Renardel de Lavalette PAWA, van Loon D, Ruven HJT. Cyanose bij een pasgeborene. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):94. Brugts MP, Luermans JGLM, Lentjes EGWM, van Trooyen - van Vrouwenerff NJ, van der Horst FAL, Slee PHThJ, Janssen JAMJL. Heterophilic antibodies may be a cause of falsely low total IGF-I levels. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;53-54. Cobelens PM, van Putte BP, Kavelaars A, Heijnen CJ, Kesecioglu J. Increased lung inflammation caused by low-pressure ventilation and lung ischemia-reperfusion injury. Intensive Care Medicine 2009; 34(suppl 1):S52. Cobelens PM, van Putte BP, van der Kaaij N, Lachmann B, Kavelaars A, Heijnen CJ, Kesecioglu J. Exogenous surfactant treatment alters inflammatory mediators during lung ischemia-reperfusion injury. Intensive Care Medicine 2009; 34(suppl 1):S50. Covic A, Fernandez-Martin JL, Floege J, Ketteler M, London G, Locatelli F, Gorriz JL, Rutkowski B, Ferreira A, Memmos D, Teplan V, Tielemans C, Verbeelen D, Nagy J, Bos WJW, Kramar R, Goldsmith D, Pavlovic D, Wüthrich RP, Martin PY, Benedik M, Cannata-Andia JB, COSMOS group. Treatment Of Secondary Hyperparathyroidism And K-DOQI Guidelines Achievement. COSMOS, A European Observational Study. ASN 2009. Custers IM, Flierman P, Maas P, Cox T, van Dessel HJHM, Gerards MH, Mochtar MH, Janssen CAH, van der Veen F, Moll BWJ. A multicenter randomised controlled trial assessing the effectiveness of immobilisation versus immediate mobilisation after intrauterine insemination. Human Reproduction 2009; 23(Suppl 1):i25. Dang L, Boersma LVA, Oral H, Morady F, Candinas R, Scharf C. Multi-electrode catheters using low energy phased radiofrequency for ablation of chronic atrial fibrillation. Europace 2009; 10:i184. de Brauw M, van Wagensveld B. De marktmeester laat het liggen : patiënten de dupe van onwerkbare DBC’s voor bariatrische chirurgie. Medisch Contact 2009; 63(36):14641467. de Jong-Pleij EAP, Bilardo CM, Pistorius LR, Tromp E, Ribbert LSM. The Frontal-Fetal-Face vertical at 16-34 weeks’ gestation: A reference line for fetal profile anomalies with 3D ultrasound. Ultrasound in Obstetrics & Gynecology 2009; 32(3):363. de Jong-Pleij EAP, Ribbert LSM, Manten GT, Tromp E, Bilardo CM. The maxilla-nasion-mandibula angle at 16-34 weeks’ gestation: An objective 3D ultrasound measurement for the anteroposterior relationship of the jaws. Ultrasound in Obstetrics & Gynecology 2009; 32(3):353-354. de Jong PA, Nagtegaal M, de Jong H, Grutters JC, van den Bosch JMM, Karthaus VLJ, van Es HW, van Heesewijk JPM, Braak SJ,
157
van Ginneken B, Prokop M. A computed tomography (CT) score for sarcoidosis: observer variation and correlation with lung function. ECR 2009. de Vries JPPM, Versteeg D, Dol E, Hoefer I, de Kleijn D, van Dongen EP. Arterial surgery is associated with toll-like receptor 2 and 4 decrease which is influenced by smoking. Interactive Cardiovascular and Thoracic Surgery 2009; 7(suppl 1):S58. Derksen JW, Gisbertz SS, Velema E, Hellings W, de Kleijn DP, Vink A, de Vries JPPM, Moll FL, Pasterkamp G. Abstract 6061: Femoral Atherosclerotic Plaque Characteristics are Independent Predictors for Major Systemic Cardiovascular Events. Circulation 2009; 118(Suppl):S1054. Elsenburg EHAM, van Werkum JW, Topcu Y, Postma S, Kelder JC, ten Berg JM, Hackeng CM. Effects of Diabetes Mellitus on platelet reactivity after dual antiplatelet therapy with aspirin and clopidogrel. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):79-80. Ferreira A, Fernandez-Martin JL, Floege J, Ketteler M, London G, Locatelli F, Gorriz JL, Rutkowski B, Teplan V, Covic A, Kramar R, Nagy J, Bos WJW, Tielemans C, Verbeelen D, Pavlovic D, Martin PY, Wüthrich R, Benedik M, Goldsmith D, Memos D, Cannata-Andia JB. Are calcifications underdiagnosed in European hemodialysis patients? Results from cosmos. ERA-EDTA 2009. Gerritsen WBM, van Boven WJP, Driessen AHG, van Dongen HPA, van Loon D, Ruven HJT. Myocardial oxidative stress, and cell injury comparing three different techniques for CABG; a pilot study. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):78-79. Gisbertz SS, Derksen WJM, Velema E, Hellings WE, de Kleijn DPV, de Vries JPPM, Moll FL, Pasterkamp G. Alcohol use reduces cardiovascular events in patients with peripheral arterial occlusive disease, possibly due to plaque stabilisation. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):83-84. Haas FJLM, Schutgens REG, Biesma DH. Improvement of the performance of d-dimer assays in the elderly. Haematologica 2009; 93(Suppl 1):342-343. Haas FJLM, Schutgens REG, Biesma DH. Improving the Efficacy of Non-Radiologic Exclusion of Deep Venous Thrombosis in the Elderly Using the Thrombin Generation Assay. Blood 2009; 112(ASH Annual Meeting Abstracts):3815. Haas FJLM, Meijer P, Schutgens REG, Biesma DH, Kluft C. Elastase degradation products of fibrinogen and venous thromboembolism. Journal of Thrombosis & Haemostasis 2009; 6(Suppl 1):36. Haas FJLM, Meijer P, Schutgens REG, Biesma DH, Cluft K. Elastase degradation products of fibrinogen and venous thromboembolism. Haematologica 2009; 93(Suppl 1):148. Hackeng CM, van Werkum JW, Heestermans AACM, Taubert D, Seesing TH, van Beckerath N, Schömig E, Verheugt FWA, ten Berg JM. Impaired bioavailability of clopidogrel in patients with a STsegment elevation myocardial infarction. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):80-81. Heestermans T, van Werkum JW, ten Berg JM, Giannitsis E, Dill T, Dambrink JH, Hamm C, van ‘t Hof A. Abstract 6022: The Effect of Pre-Hospital Tirofiban on Early Stent Thrombosis in STEMI Patients Undergoing Primary PCI. Circulation 2009;
118(Suppl):S1049. Hemmink GJM, Bredenoord AJ, Weusten BLAM, Timmer R, Smout AJP. Supragastric belching in patients with reflux symptoms: SAT005. Neurogastroenterology & Motility 2009; 20(Supplement 1):84. Heron M, Grutters JC, Rijkers GT, Hijdra D, Claessen AME, van den Bosch JMM. CD4+Foxp3+ regulatory T cells from lungs of healthy subjects. European Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract 358. Heron M, Grutters JC, Hijdra D, Claessen AME, van den Bosch JMM. Differently activated CD103- and CD103+ lymphocytes in lungs of healthy subjects. European Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract E4229. Ionita GM, Peeters W, Karia SS, Vink A, Schoneveld A, de Vries JPPM, Moll FL, Pasterkamp G, de Kleijn DP. Mrp8 and Mrp14, endogenous ligands of Toll-like receptor 4, are associated with rupture-prone human atherosclerotic plaques. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):525. Karthaus VLJ, Donkers HHLM, van Moorsel CHM, Grutters JC, van den Bosch JMM. Association of clusters of pulmonary function data with SNP polymorphisms in sarcoidosis patients. European Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract 3168. Kastelijn EA, Zanen P, Ruven HJT, Cramer M-J, Lammers J-W, van de Graaf E. 55: Cotinine Levels in Serum and Urine and %HbCO as Exclusion Criteria in Lung Transplantation. Journal of Heart & Lung Transplantation 2009; 27(2 Suppl 1):S79. Keijsers RGM, Verzijlbergen JF, van den Bosch JMM, Oyen W, Ruven HJT, Grutters JC. Correlatie van ACE en sIL2-R met 18FFDG PET in 122 sarcoidose patiënten. Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde 2009; 30(3):133-134. Ketteler M, Floege J, Fernandez-Martin JL, London G, Locatelli F, Gorriz JL, Ferreira A, Rutkowski B, Teplan V, Covic A, Kramar R, Nagy J, Bos WJW, Tielemans C, Verbeelen D, Pavlovic D, Martin PY, Wüthrich R, Benedik M, Goldsmith D, Memos D, Cannata-Andia JB, COSMOS group. Differences in the management of secondary hyperparathyroidism and in patient characteristics among countries participating in cosmos. ERA-EDTA 2009. Korthagen NM, van Moorsel CHM, Barlo NP, Ruven HJT, van den Bosch JMM, Grutters JC. High serum levels of YKL-40 in IPF. European Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract P3536. Kruit A, Grutters JC, van den Bosch JMM, Ruven HJT. MUC1 568 A/G specific serum CA 15-3 levels in healthy Dutch women. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):68. Kwakkel-van Erp JM, van de Graaf EA, Paantjens AAM, van Ginkel WGJ, Nossent GD, van Kessel DA, van den Bosch JMM. 527: KIR Gene Content Recipient Associated with the Development of BOS after Lung Transplantation. Journal of Heart & Lung Transplantation 2009; 27(2 Suppl 1):S249. Le TTN, Meinders AJ, van Muilwijk J, de Jongh BM, Vlaminckx BJM. A case of fatal, undetected Haemophilus parainfluenzae endocarditis: the role of the bloodculture system. Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie 2009; 16(Suppl):S80-S81.
158
Lokhorst H, van der Heul C, Roerdink H, de Weerdt O. An Observational Post Authorization Study on the Use of Bortezomib in Multiple Myeloma Patients in the Netherlands: Results of An Interim Analysis. Blood 2009; 112(ASH Annual Meeting Abstracts):5200. Luermans JGLM, Post MC, ten Berg JM, Plokker HWM, Suttorp MJ. No benefit of patent foramen closure in older patients with cryptogenic stroke. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):579-580. Maas KW, Sharouni SY, Phernambucq EC, Stigt JA, Groen HJ, van den Borne BE, Senan S, Paul RM, Smit EF, Schramel FMNH. A phase II study of weekly docetaxel/cisplatin and concurrent radiotherapy followed by surgery in patients with stage III non-small cell lung cancer (NSCLC). Journal of Clinical Oncology 2009; 26(15S Supplement):7586. Nagtegaal M, Hijdra D, van Moorsel CHM, Grutters JC, van den Bosch JMM, Rijkers GT. Cytokine and chemokine composition of bronchoalveolar lavage fluid and exhaled breath condensate of healthy individuals. European Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract E4236. Nieuwenhuizen L, Verzijlbergen JF, Wiltink EHH, Grutters JC, Biesma DH. 18F-Fluorodeoxyglucose Positron-Emission Tomography abnormalities in patients with rituximab-induced pneumonitis. Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde 2009; 30(3):139. Nieuwenhuizen L, Timmer R. Mycobacterium xenopi as an unusual cause for a infectious colitis: a case report. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;106. Nieuwenhuizen L, Biesma DH. Central nervous system myelomatosis: review of the literature. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;68-69. Nieuwenhuizen L, Verzijlbergen JF, Wiltink EHH, Grutters JC, Biesma DH. A relatively high incidence of rituximab-induced pneumonitis detected by positron emission tomography in patients treated with rituximab for non-Hodgkin’s lymphoma. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;68. Nijveldt R, van der Vleuten RA, van der Laan AM, Afsharzada F, Piers LH, van der Giessen WJ, ten Berg JM, Waltenberg JL, Aengevaeren WR, Doevendans PA, Biemond BJ, Tio RA, van Rossum AC, Tijssen JG, Zijlstra F, Piek JJ. Intracoronary Infusion of Mononuclear Cells After Primary Percutaneous Coronary Intervention: The HEBE Trial. Circulation 2009; 118(22):2316. Noordzij M, Bos WJW, Boeschoten EW, Dekker FW, Krediet RT, Korevaar JC. Progression of vascular calcification from the start of dialysis treatment. Nephrology Dialysis Transplantation Plus 2009; 1(Suppl 2):ii341. Noordzij M, Bos WJW, Boeschoten EW, Dekker FW, Krediet RT, Korevaar JC. Progression of Aortic Calcification during Dialysis Treatment is Widespread and Increases Mortality Risk. ASN 2009. Noordzij M, Bos WJW, Boeschoten EW, Dekker FW, Krediet RT, Korevaar JC. Vascular calcification is widespread and progresses over time in haemodialysis and peritoneal dialysis patients. ERA-
EDTA 2009. Oosterhuis WP, van der Horst M, Kootstra-Ros JE, van Loon D, Ulenkate HJLM, Wulkan RW. Start van een kwaliteitsprogramma met externe rondzending voor interpretatie van laboratoriumuitslagen. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):76. Peeters W, Hellings WE, de Kleijn DP, Moll FL, Schoneveld A, de Vries JPPM, Pasterkamp G. Natural history of carotid atherosclerotic plaque emodeling after tia or stroke. Atherosclerosis Supplements 2009; 9(1):5. Peeters W, Hellings WE, de Kleijn DPV, Schoneveld A, de Vries JPPM, Moll FL, Pasterkamp G. Symptomatic carotid atherosclerotic plaques stabilize following stroke; insights into the natural process of atherosclerotic plaque stabilization following ischemic events. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):628. Peeters W, de Kleijn DP, Moll FL, Hellings WE, Vons K, Velema E, de Vries JPPM, Pasterkamp G. Acetylsalicylic acid use is associated with increased cytokine expression in atherosclerotic carotid plaques. Atherosclerosis Supplements 2009; 9(1):47-48. Post MC, Plokker HWM, Kelder JC, Snijder RJ. Long-term efficacy of bosentan therapy in inoperable chronic thromboembolic pulmonary hypertension. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):562. Post S, van den Broek A, van Oostrom O, Sluijter J, Rensing BJWM, Smits A, Verhaar M, Goumans M-J, Doevendans P. Increased availability but defective homing capacities of circulating cells in patients with acute myocardial infarction. Circulation Research 2009;(Late-Breaking Basic Science Abstracts From the American Heart Association Scientific Sessions, 2009 New Orleans, Louisiana November 8 - 12, 2009):Abst. 3531. Post S, Boomsma MF, Biesma DH, Eland IA. A potentially deceptive complication of an orbital fracture. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;57-58. Postma S, van Werkum JW, Parlak E, Bouman HJ, Elsenburg EHAM, ten Berg JM, Hackeng CM. Assessing different determinants of platelet function as potential risk factors for coronary stent thrombosis: a case-control study. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):80. Rahel BM, Suttorp MJ, Laarman GJ, ten Berg JM, Kelder JC, Bosschaert MAR. Three-year Clinical Outcome After Primary Stenting of Totally Occluded Native Coronary Arteries: PRISON II Study. Journal of the American College of Cardiology 2009; 51(10 suppl 2):B19. Robertson AGN, Griffin SM, Ward C, Pearson JP, Bredenoord AJ, Dark JH, Fisher AJ, Lordan J, Corris PA. Qualitative and quantitative assessments of aspiration in the immediate post-lung transplantation period. Thorax 2009; 63(Suppl VII):A10-A11. Rutten A, de Vos AM, van der Zaag H, Zijlstra F, Rensing BJWM, Mosterd A, Mali WPTM, Prokop M, Bots ML, Oudkerk M. Coronary calcium scoring in cardiac asymptomatic patients with peripheral arterial disease: Is it useful? ESR 2009;Abstract B-442. Ruven HJT, Deneer VHM, van Kessel DA, van den Bosch JMM. TPMT, MDR-1 and CYP3A5*3 genotype frequencies in lung trans-
159
plantation patients. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):85. Sanders L, van Gullik L, Knibbe CAJ, Driessen A, Bruins P, Morshuis WJ. Pain on the intensive care after sternotomy is predictive for chronic thoracic pain. 28th International Symposium on Intensive Care and Emergency Medicine Brussels March 18-23 2009. Saouti N, Morshuis WJ, Heijmen RH, Snijder RJ. Long-term outcome after pulmonary endarterectomy for chronic thromboembolic pulmonary hypertension: single institution experience. Interactive Cardiovascular and Thoracic Surgery 2009; 7(Suppl 3):S209. Schepens MAAM. Management of thoracoabdominal aortic disease: surgical challenge. Annals of Vascular Diseases 2009; 1:S28. Schepens MAAM. Cerebral and spinal cord protection in aortic surgery. Annals of Vascular Diseases 2009; 1:S27. Scholzel B, Swaans MJ, Idzerda HHD, Bergmeijer T, Kelder JC, Yilmaz A, Schepens MAAM, ten Berg JM. Morrow septal myectomy and percutaneous transluminal septal myocardial ablation for hypertrophic obstructive cardiomyopathy, a single centre comparison. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):56. Schuurman JP, Go PMNYH, Bleys RLAW. Anatomical study of the arterial vascularisation of the corpus cavernosum recti questions the use of a Doppler probe in hemorrhoidal ligation therapy: F036. Colorectal Disease 2009; 10(Supplement 2):6. Schuurman JP, Go PMNYH. Results of the hemorrhoidal ligation therapy from a patient perspective: P336. Colorectal Disease 2009; 10(Supplement 2):60. Scicluna BP, Remme CA, Verkerk AO, Amin AS, Tanck MW, Beerkman L, Deneer VHM, Chevalier C, Oyama F, Miyazaki H, Nukina N, Escande D, Houlgatte R, de Bakker JM, Veldkamp M, Tan HL, Wilde AA, Bezzina CR. Abstract 1504: Scn4b Is A Genetic Modifier Of Cardiac Conduction Disease In Mice. Circulation 2009; 118(Suppl):S339. Sluman MA, de Weerdt O, ten Berg JM. Amyloidosis mimicking hypertrophic obstructive cardiomyopathy. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;77-78. te Boome LCJ, Koene HR. An exceptional case of the return of Polycythemia Vera after reduced intensity allogeneic hematopoietic stem cell transplantation for myelofibrosis. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;28-29. ten Cate TJF, van Hemel NM, Backus BE, Jaarsma W, Verzijlbergen JF. A novel approach to identify patients at high coronary risk in the presence of abnormal activated left ventricles. Journal of Nuclear Cardiology 2009; 15(4):S33. ten Cate TJF, van Hemel NM, Boogaard MD, Verzijlbergen JF. How to appreciate perfusion defects in patients with left bundle branch block and right ventricular apical pacing. Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde 2009; 30(1):40. Teunissen LL, Vlam L, Vogels OJM, Notermans NC. Severity but not prevalence of restless legs syndrome is higher in chronic idiopathic axonal polyneuropathy: P71. Journal of Sleep Research
2009; 17(Supplement 1):114. van de Garde EMW, Deneer VHM, Souverein P, van den Bosch JMM, Leufkens H. Validation of community-acquired pneumonia: high positive predictive value for ICD-9 codes. European Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract P2203. van den Branden BJL, Post MC, Jaarsma W, ten Berg JM, Suttorp MJ. New bioabsorbable septal repair implant for percutaneous closure of a patent foramen ovale: short-term results of a single-centre experience. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):579. van den Branden BJL, Post MC, Jaarsma W, ten Berg JM, Suttorp MJ. Abstract 3050: New Bioabsorbable Septal Repair Implant for Percutaneous Closure of a Patent Foramen Ovale : ShortTerm Results of a Single-Centre Experience. Circulation 2009; 118(18):S808. van Hannen EJ, van Oostveen C, Kool L, Vlaminckx BJM. Epidemiology and molecular screening of ESBL-producing Enterobacteriaceae in a Dutch hospital: P619. Clinical Microbiology & Infection 2009; 14(Supplement 7):S149. van Hannen EJ, van Oostveen C, Kool L, Vlaminckx BJM. Epidemiology and molecular screening of E SBL producing Enterobacteriaceae in a Dutch hospital. Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie 2009; 16(Suppl):S91. van Laarhoven A, Kaan JA, Schippers HM, Mager JJ, van der Meulen MF. Drie patienten met tuberculeuze meningitis; behandeling al starten bij waarschijnlijkheidsdiagnose. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(25):1445-1446. van Loon D, Ruven HJT, van Schaik H. 6-Sigma en validatie van apparatuur. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):77. van Moorsel CHM, Grutters JC, Karthaus VLJ, Ruven HJT, van den Bosch JMM. A haplotype of HLA-class II and BTNL2 associates with the diagnosis of extrinsic allergic alveolitis (EAA). European Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract E409. van Moorsel CHM, van Kessel DA, Grutters JC, Ruven HJT, van den Bosch JMM. The occurrence of CFTR mutations in patients with bronchiectasis. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(2):87. van Randen A, Laméris W, van Es HW, ten Hove W, van Keulen EM, Henneman OD, van Leeuwen MS, Bossuyt PMM, Boermeester MA, Stoker J. Radiological features of the diagnosis acute appendicitis on ultrasonography and CT. European Radiology 2009; 18(Suppl 2):B25-B26. van Selm S, Overtoom ThC, van Heesewijk JPM, van Es HW, Giesbers AAGM, Vijverberg PLM. Behandeling van UPJ-stenose met een nieuw ontwikkelde ballonkatheter: de Overtoom-stent. Nederlands Tijdschrift voor Urologie 2009; 7:189. van Vulpen LFD, Koene HR, de Weerdt O. A complicated course in the treatment of ATLL in an HTLV-1 positive woman from the Dominican Republic. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;73.
160
van Werkum JW, Heestermans AACM, Suttorp MJ, Kelder JC, Koolen JJ, Brueren BR, van ‘t Hof AWJ, Dambrink JH, Verheugt FWA, ten Berg JM. The Dutch stent thrombosis registry: casecontrol study in 437 patients with stent thrombosis. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):582. van Werkum MH, Vos JA. Retinal embolization during carotid angioplasty and stenting. Cardiovascular and Interventional Radiology Society of Europe Annual Scientific meeting Copenhagen, Denmark 2009. Veltkamp M, Grutters JC, van Moorsel CHM, Rijkers GT, Ruven HJT, van den Bosch JMM. A possible role for toll-like receptor (TLR) 5 in fibrotic pulmonary sarcoidosis. European Respiratory Journal - Supplement 2009; 32(Suppl 52):Abstract 199. Verrij EA, Geers ABM, Biesma DH. Unusual presentations of an Epstein-Barr virus infection. 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;80. Verzijlbergen JF, Keijsers RGM, Grutters JC, Lavalaye J, van Buul MMC, van den Bosch JMM. The TEM classification of sarcoidosis based on F-18 DG-PET. Indian Journal of Nuclear Medicine 2009; 23:204. Vlot EA, Ruven HJT, Biemond-Moeniralam HS. Hypoglycemia counterregulatory response in critically ill patients. Intensive Care Medicine 2009; 34(suppl 1):S97. Wijffels MCEF, van Oosterhout MFM, Vos MA, Beekman JD, Boersma LVA. Characterization of lesions in swine atrium using novel multi-electrode ablation catheters. European Heart Journal 2009; 29(Suppl 1):412. Wolzak H, van der Wagen L, van Kuilenburg ABP, Ruven HJT, Los M. Extreme toxicity after first course of oxaliplatin and capecitabine; implication for DPD analysis? 20e Internistendagen Abstractboek (Abstracts submitted to the Annual Meeting of the Netherlands Association of Internal Medicine, 23-25 April 2009, Maastricht, the Netherlands) 2009;84. Zwart B, van Werkum JW, Heestermans AACM, Kelder JC, Zomer AC, van ‘t Hof AW, Verheugt FW, ten Berg JM. Abstract 4480: Triggering Mechanisms of Coronary Stent Thrombosis: Data from the Dutch Stent Thrombosis Registry. Circulation 2009; 118(Suppl):S896.
Overig Ascoop CAPL, Boersma LVA. Wat is het verschil tussen pulseless electric activity (PEA) en elektromechanische dissociatie (EMD)? Vademecum permanente nascholing huisartsen 2009;(Oktober). Baan A. Vertrouwen, vooruitgang en professionalisering. Critical care : multidisciplinair vakblad 2009; 5(1):2. Backus BE. Coronarialijden. In: Six AJ, Budde RPJ, Cramer MJM, Backus BE, editors. De cardiologie vereenvoudigd : een didactische wegwijzer voor hartfunctielaboranten, gespecialiseerde verpleegkundigen, paramedici, artsen, researchmedewerkers. Den Haag: Lemma, 2009: 33-53. Besselink MGH, van Santvoort HC, Bollen TL, Boermeester MA, Dejong CH, Gooszen HC. Management of patients with severe acute pancreatitis in the new millenium: prophylaxis, nutrition, imaging and intervention. Netherlands Journal of Critical Care
2009; 12(1):14-19. Besselink MGH, Santvoort HC, Buskens E, Boermeester MA, van Goor H, Timmerman HM, Nieuwenhuijs VB, Bollen TL, van Ramshorst B, Witteman BJ, Rosman C, Ploeg RJ, Brink MA, Schaapherder AF, de Jong Ch, Wahab PJ, van Laarhoven CJ, van der Harst E, van Eijck CH, Cuesta MA, Akkermans LMA, Gooszen HG, for the Dutch Pancreatitis Study Group. Probioticaprofylaxe bij voorspeld ernstige acute pancreatitis: een multicentrische gerandomiseerde placebogecontroleerde trial. Nederlands Tijdschrift voor Heelkunde 2009; 17(4). Biemond-Moeniralam HS. Alle tradities overboord. Medisch Contact 2009; 63(51-52):2120-2121. Boersma LVA. Cardiale resynchronisatie. In: van der Wall EE, van de Werf F, Zijlstra F, editors. Cardiologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009: 229-235. Boomsma MF, van der Linden ASA, van Heesewijk JPM. Diagnose in beeld (337). Een zuigeling met een bomberende fontanel. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(1):58. Bos WJW, van der Waal RIF. Kippenvel in de nek, oksels en liezen. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(3):100. de Brauw M, Wittich P, Smits AB, Hofman P. De liesbreuk en galblaas express : de zorg vanuit patiëntenperspectief georganiseerd. Best Practices Zorg 2009; 1(2):18-21. de Groot AC, Tupker RA. De plaats van tacrolimus en pimecrolimus in de behandeling van constitutioneel eczeem. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(3):82-86. de Groot H, Kruyt JM, van der Zee JS, Tupker RA, Hoekstra MO. Effectiviteit en veiligheid van sublinguale immunotherapie met graspollentabletten bij seizoensgebonden allergische rinoconjunctivitis. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(2):65-68. de Kok JB, van der Meer J, Stroobants AK, Henskens YMC, Ponjee GAE, van Wijk EM, Hackeng CM, Scharnhorst V, Mulder AB. Veneuze trombo-embolie: wanneer zijn laboratoriumtesten voor trombofilie zinvol? Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(4):228-232. de Ruiter SC, Draaisma WA, Wiezer MJ, Borel Rinkes IHM. Is partiële hepatectomie nog nodig wanneer colorectale levermetastasen na neoadjuvante chemotherapie verdwenen zijn? Een casus en literatuurstudie. Nederlands Tijdschrift voor Heelkunde 2009; 17:68-71. de Vries JPPM, Pasterkamp G, Moll FL. Histological and biochemical (carotid) plaque analysis in relation to clinical outcome in vascular patients. In: Greenhalgh RM, editor. Vascular and endovascular consensus update. Biba publishing, 2009. Deer T, Krames ES, Hassenbusch S, Burton A, Caraway D, Dupen S, Eisenach J, Erdeck M, Grigsby E, Kim P, Levy R, McDowell G, Mekhail N, Panchal S, Prager J, Rauck R, Saulino M, Sitzman T, Staats P, Stanton-Hicks M, Stearns L, Willis KD, Witt W, Follett K, Huntoon M, Liem AL, Rathmell J, Wallace M, Buchser E, Cousins M, Donck AV. Future Directions for Intrathecal Pain Management: A Review and Update From the Interdisciplinary Polyanalgesic Consensus Conference 2007. Neuromodulation 2009; 11(2):92-97. Deer T, Krames ES, Hassenbusch S, Burton A, Caraway D, Dupen S, Eisenach J, Erdeck M, Grigsby E, Kim P, Levy R, McDowell G, Mekhail N, Panchal S, Prager J, Rauck R, Saulino M, Sitzman T, Staats P,
161
Stanton-Hicks M, Stearns L, Willis KD, Witt W, Follett K, Huntoon M, Liem AL, Rathmell J, Wallace M, Buchser E, Cousins M, Donck AV. Management of Intrathecal Catheter-Tip Inflammatory Masses: An Updated 2007 Consensus Statement From An Expert Panel. Neuromodulation 2009; 11(2):77-91. Fredrikze A. Gewapend tegen rampen op de IC. Critical care : multidisciplinair vakblad 2009; 5(2):23-24. Frenken JWFH. Bloedlink: een mondbodembloeding. NVOI bulletin 2009;(oktober):7-8. Geuzebroek GSC, van de Kraats EJ, van Boven WJP, Yilmaz A. Thoracoscopische pulmonaalvenenisolatie voor behandeling van medicamenteus resistent symptomatisch “lone”boezemfibrilleren. Cordiaal 2009; 29(4):112-116. Gisbertz SS, de Vries JPPM, Moll FL. Distal cutting endarterectomy. In: Greenhalgh RM, editor. Vascular and endovascular consensus update. Biba publishing, 2009. Gooszen HC, Besselink MGH, van Santvoort HC, Buskens E, Boermeester MA, van Goor H, Nieuwenhuijs VB, Bollen TL, van Ramshorst B, Witteman BJ, Rosman C, Ploeg RJ, Brink MA, Schaapherder AF, Dejong CH, Wahab P, van der Harts E, van Eijck CH, Cuesta MA, Akkermans LM, van der Graaf Y, van Duijn L. PROPATRIA: een zorgvuldig voorbereid en zorgvuldig uitgevoerd onderzoek. Expertise en recht 2009;(4):138-140. Graven A, Tan E, Morshuis WJ. Leidt het klinisch pad vanzelfsprekend tot efficiëntere zorg? Cordiaal 2009; 29(5):154-157. Grutters JC, van den Bosch JMM. Connective Tissue Disorders. In: Albert RK, Spiro SG, Jett JR, editors. Clinical respiratory medicine. Philadelphia, Pa: Mosby Elsevier, 2009: 713-727. Grutters JC, Drent M. Sarcoïdose: een update voor de clinicus practicus. Pulmo-Didact 2009; 11(3):1-16. Haas FJLM, van Wijk EM, Ponjee GAE. De diagnostische waarde van de D-dimeerbepaling. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(4):232-238. Hackeng CM, van Wijk EM. Heparine-geïnduceerde trombocytopenie: een wolf in schaapskleren. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(4):246250. Hammacher ER. Athroscopische geleide behandeling van syndesmoseletsels-brief aan de redactie. Nederlands Tijdschrift voor Traumatologie 2009; 4:133. Hendriksen J, ten Cate D, van Meeuwen E. Screenen met SLIM. Een screeningsinstrument voor de ondervoeding bij patiënten na openhartchirurgie. Cordiaal 2009; 29(1):8-11. Herder GJM, Schramel FMNH. De plaats van adjuvante chemotherapie bij het radicaal geopereerde niet-kleincellig longcarcinoom. Nederlands Tijdschrift voor Oncologie 2009; 5(2):69-76. Hoekstra T, Bouman J, Rijkaart J. Handhygiëne in de praktijk. Tijdschrift voor Hygiëne en Infectiepreventie 2009; 27(6):145-147. Hoekstra T, van Brakel I, Westerman C, Binnekamp P. Patiëntveiligheid in de praktijk. KIZ 2009; 1(5):12-16. Hoekstra T, Jeschke Y, Neggers H, Scheurwater I, Stehouwer P, Weeda W. Ontwikkeling klinisch pad longchirurgie. Oncologica 2009; 25(1):16-19. Hoogenboom LJ. Patient wordt niet wakker. In: Snijdelaar DG, Kalkman CJ, Scheffer GJ, editors. Probleemgeoriënteerd denken in de anesthesiologie. de Tijdstroom, 2009: 143-152.
Kaljouw MJ, Vandeputte MLJHHM. Dokters willen de baas blijven. Medisch Contact 2009; 63(23):1008-1009. Koelemij R, van der Waal RIF. Recalcitrant unilateraal eczeem op de borst ? Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(7):246. Koelemij R, Wille J, de Vries JPPM, van der Waal RIF. Het subunguaal melanoom: ongewone lokalisatie, lastige diagnose. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(7):243-245. Kranenborg H, Meinders AJ, Frequin STFM, Teunissen LL, Mauser HW, Vogels OJM. Bepalen van de prognose van een coma na reanimatie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(22):1296-1297. Lameris W, van Randen A, Wiezer MJ, van Geloven AAW, Simons MP, Busch ORC, Gulikvan TM, Bossuyt PMM, Stoker J, Boermeester MA. De waarde van computed tomography bij vrouwen met verdenking acute appendicitis en een negative echografie voor appendicitis. Nederlands Tijdschrift voor Heelkunde 2009; 17(6). Lavalaye J, Grutters JC, van de Garde EMW. Fibrose activiteit bij patiënten met longfibrose, mogelijkheden van molecular imaging. Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde 2009; 30(4):193-197. Leclercq E, Kremer LCM. Op de hoogte blijven van relevante literatuur: ‘really simple syndication’(RSS)-feeds binnen PubMed. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(4):221-224. Leliefeld HHJ. Afwijkingen aan penis en scrotum in beeld. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, Healthcare Communications, 2009. Marcheix B, Rousseau H, Bongard V, Heijmen RH, Nienaber CA, Ehrlich M, Amabile P, Beregi JP, Fattori R. Stent Grafting of Dissected Descending Aorta in Patients With Marfan’s Syndrome: Mid-Term Results. Journal of the American College of Cardiology: Cardiovascular Interventions 2009; 1(6):673-680. Meijer BUGA, Vos JA. Pijn in de lies bij de dermatoloog? Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(6):203. Peeters MYM, Knibbe CAJ, Tibboel D, Danhof M. Individueel sederen bij kwetsbare groepen. PK-PD-modellen voor midazolam en propofol. Pharmaceutisch Weekblad 2009; 35:34-35. Pellikaan W, Hoekstra T, Vogels OJM, Schonewille WJ. Time is brain : onderzoek naar ‘door-to-needle’ tijd bij het herseninfarct. Cordiaal 2009; 29(2):50-53. Postma S, Elsenberg EHAM, van Werkum JW, ten Berg JM, Hackeng CM. Clopidogrel-ongevoeligheid: to test or not to test? Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(4):265-270. Rijkers GT, Kroese FGM, Kallenberg CGM, Derksen RHWM. Immunologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009. Schaaij G, Hoekstra T. De zorgassistent werkzaam op een afdeling hartchirurgie. Onderwijs en gezondheidszorg 2009; 32(3):15-18. Schaepkens FFJM. Waardering van vaste activa van ziekenhuizen. HEADline 2009;(107):10-13. Schepens MAAM, Waanders F. Monitoring the Brain: Near Infrared Spectroscopy. In: Coselli JS, LeMaire SA, editors. Aortic Arch Surgery: Principles, Stategies and Outcomes. Wiley-Blackwell, 2009. Sengers FB, Niers LEM, Rijkers GT, Hoekstra MO. Pre- en probiotica bij allergie: huidige klinische inzichten. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(6):201-211.
162
Slee PHThJ. Casuïstiek in de inwendige geneeskunde: medische vignetten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009. Slieker MG. Prognose van taaislijmziekte; trends en voorspellers. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(6):231-233. Sluman MA, ten Berg JM, Westerveld HE. Pathofysiologie, risicofactoren, diagnostiek en therapie van hart- en vaatziekten: mannen en vrouwen zijn anders. Bijblijven 2009; 24(7):13-22. Sluman MA. Hollands Dagboek cardioloog i.o. Maayke Sluman. NRC Handelsblad 2009;(september 27/28). Snijder RJ. Porto-pulmonary hypertension. In: Benecke NI, editor. Yearbook Pulmonary Hypertension. 2009: 53-65. Stekelenburg J, Janszen EWM, Lagro MGP, Hulsbergen MH, van Lonkhuijzen LRCW, Schagen van Leeuwen JH, van Diem M, van Roosmalen J, van Dillen J. Obstetrische ectoscopie : terugdringen moedersterfte vereist naar buiten gerichte blik. Medisch Contact 2009; 63(8):321-325. Stevens WBC, Koene HR, Novotný VMJ. Trombocytengroeifactoren als behandeling van idiopathische trombocytopenische purpura. Nederlands Tijdschrift voor Hematologie 2009; 5(1):28-30. Stolk MFJ. Moeten patiënten die lang geleden een Billroth-I- of -II-operatie hebben ondergaan in verband met ulcuslijden, regelmatig gastroscopisch worden gecontroleerd? Vademecum permanente nascholing huisartsen 2009;(Augustus). Swaans MJ, Braam RL, Heijmen RH, Plokker HWM, Jaarsma W. Three-Dimensional Transesophageal Echocardiography in a Patient With Early Failure of Mitral Valve Repair: Why Are We Still Looking at a Three-Dimensional Structure in 2 Dimensions? Circulation: Cardiovascular Imaging 2009; 1(3):282-283. Swinkels BM, Braam RL, Rensing BJWM, Jaarsma W, Defauw JJAM, Plokker HWM. Onverklaarde rechtsdecompensatie na een openhartoperatie: denk aan het hartzakje. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(45):2482. ten Berg JM. Patiënten met diabetes mellitus niet dotteren? HealthDirect Cardiologie 2009; 4(4):8. ten Berg JM. Pericardziekten. In: van der Wall EE, van de Werf F, Zijlstra F, editors. Cardiologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009: 423-429. ten Berg JM. Bij wie glycoproteïne-IIb/IIIa-blokkers? HealthDirect Cardiologie 2009; 4(3):8-9. ten Rouwelaar H, Schaepkens FFJM. More effective by involvement in management: An empirical study about Dutch Financial Controllers working in the Health care sector. PREBEM working paper 2009; 15. Timmer-de Mik L, van der Waal RIF, Canninga-van Dijk MR, Dikland WJ, Bruijnzeel-Koomen CAFM. Een patiënt met nodulaire amyloïdose op basis van MGUS. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(3):93-96. Timmermans A, Opmeer BC, Veersema S, Mol BW. Author response to: Hysteroscopy is not warrented as a first line investigation for postmenopausal bleeding. BJOG 2009; 115(3):411-412. Timmermans A, Veersema S. Poliepverwijderen. In: Jansen FW, Trimbos-Kemper T, editors. Hysteroscopische chirurgie : de basis. Noordwijk: Laurier, 2009: 133-141. Tromp SC. KNF bij bewegingsstoornissen. Van tremorregistratie tot botuline toxine injectie. Elektronische syllabus na- en bijscholingscursus Nederlandse Vereniging van Laboranten Klinische
Neurofysiologie 2009;10-15. Tromp SC, Mess WH. Transcraniële echografie bij extrapiramidale aandoeningen. KNF dagen 2009 Nascholing KNF centraal KNF 2009;35-44. Tupker RA. Richtlijn ‘constitutioneel eczeem’. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(2):57-64. Tupker RA. Mestcelgestuurde huidinflammatie is verminderd bij afwezigheid van sensibele zenuwen. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(4):141-142. Tupker RA. Pathofysiologie van nachtelijk krabben bij kinderen met atopisch eczeem: rol van ‘brain-derived neurotrophic factor’ en ‘substance P’. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(1):24-25. Tupker RA. Nieuwe ontwikkelingen bij urticaria. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009;(Suppl : Praktische toepassingen en nieuwe inzichten in de allergologie):6-9. van de Garde EMW, Endeman H, van Hemert RN, Voorn GP, Deneer VHM, Leufkens HGM, van den Bosch JMM, Biesma DH. Antibioticagebruik voor ziekenhuisopname voorspelt microbiologische etiologie van pneumonie. PW Wetenschappelijk Platform 2009; 2(5):109-111. van de Garde EMW. Statines ter preventie van pneumonie. Huisarts en wetenschap 2009; 51(4). van de Wal RMA, Plokker HWM, Voors AA. Stabiele angina pectoris : katheter of pil? Hart Bulletin 2009; 39(4):91-94. van der Waal RIF, van der Waal I. Knobbels op de tong. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(1):21. van Es HW, van Heesewijk JPM, Rensing BJWM, van der Heyden J. Niet-ischemische cardiomyopathieën: myocarditis, hypertrofische, restrictive en geditaleerde cardiomuopathie. Edurad 2009; 60:16-19. van Everdingen J, Dom G, Giesbers AAGM, Gisolf KWH, Grutters JC, Haas FJLM, van der Heyden JAS, van Buul MMC, Wijffels MCEF, [et al.]. Medisch onderzoek van A tot Z : het hoe en waarom van 100 belangrijke tests. Den Haag: Consumentenbond, 2009. van Goor A. 11th Annual Scientific Meeting. Heart Failure Society of America, Washington, DC, 16-19 september 2007. Cordiaal 2009; 29(1):22-23. van Hemel NM. Chronische en tijdelijke hartstimulatie met pacemakers. In: van der Wall EE, van de Werf F, Zijlstra F, editors. Cardiologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009: 313-321. van Kuijk AWR, Goedkoop AY. De medicamenteuze behandeling van artritis psoriatica. Farmacotherapie online 2009. van Loon K, Slee PHThJ. Twee mannelijke patiënten met hypogonadisme: een laatgestelde diagnose. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde Studenten-editie 2009; 11(2):32-35. van Moorsel CHM, van den Bosch JMM, Grutters JC, Ruven HJT, van Kessel DA. The occurrence of CFTR mutations in patients with bronchiectasis. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(3):190-191. van Riessen S, Wasowicz-Kemps DK, Besselink MGH, Bollen TL, Vos JA, Onaca MG, Segers MJM. Massive portal vein thrombosis and kidney rupture following blunt abdominal trauma: A diagnostic and therapeutic dilemma. Injury Extra 2009; 39(2):71-75.
163
van Schaik RHN, Grandia L, de Goede A, Bet PM, Bekers O, Duchelaar H-J, Goldschmidt HMJ, Meijer MMC, Mulder H, van der Weide J, Deneer VHM. Nederlandse consensus: CYP2D6 genotype ‘1-0’ ingedeeld als intermediaire metaboliseerder. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2009; 33(1):52-53. van Werkum JW, Hackeng CM, Smit J-JJ, van ‘t Hof AWJ, Verheugt FWA, ten Berg JM. Monitoring antiplatelet therapy with point-of-care platelet function assays: a review of the evidence. Future Cardiology 2009; 4(1):33-55. van Werkum JW, Witte OA, ten Berg JM, Verheugt FWA. Late coronaire stenttrombose als complicatie van drug-eluting stents. Hart Bulletin 2009; 39(1):4-9. Veersema S. Sterilisatie. In: Jansen FW, Trimbos-Kemper T, editors. Hysteroscopische chirurgie : de basis. Noordwijk: Laurier, 2009: 185-193. Veld U. Slikken, een vak apart. Critical care : multidisciplinair vakblad 2009; 5(4):11-13. Veneman ThF, Eland IA, Storms GEMG. Insulinetherapie bij type 2 diabetes : waar slaat de wegschaal heen? Nederlands Tijdschrift voor Diabetologie 2009; 6(4):168-174. Vergeer WJF, Wiltink EHH, Geers ABM. Nierfunctiestoornissen bij ouderen : gevolgen voor het toedienen van medicatie. Tijdschrift voor Verpleeghuiskunde 2009; 33(1):6-9. Vergeer WJF, Wiltink EHH, Achterberg WP. Medicatievoorschrijfgedrag bij verpleeghuispatiënten met nierfunctiestoornissen. Tijdschrift voor Verpleeghuiskunde 2009; 33(4):110-113. Vernooij CM, Braak SJ, Verweij BH, Frequin STFM. Een acute dwarslaesie op basis van een spontaan acuut spinaal subduraal hematoom. Tijdschrift voor neurologie & neurochirurgie 2009; 109(1):27-31. Verrij EA, ter Borg EJ. Een pijnlijke verdikking van de derde teen. Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie 2009;(3):31-32. Verzijlbergen JF. Reactie op het inspectierapport ‘Nucleaire Geneeskunde nog niet op orde’. Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde 2009; 30(3):141-142. Wille J, van der Waal RIF. Furunkels na vakantie in Costa Rica. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(2):69.
Publicaties St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Getallen Totaal Proefschriften Journal Abstracts Overig
22 0 11 1 10
Dissertatie Amini M, Harmsze AM, Tupker RA. Patient’s Estimation of Efficacy of Various Hyperhidrosis Treatments in a Dermatological Clinic. Acta Dermato-Venereologica 2009; 88(4):356-362. Bouwman JJ, Visseren FL, Bouter KP, Diepersloot RJA. Infectioninduced inflammatory response of adipocytes in vitro. International Journal of Obesity 2009; 32(6):892-901. Devos SA, Constandt L, Tupker RA, Noz KC, Lucker GP, Bruynzeel DP, Schuttelaar ML, Kruyswijk MR, van Zuuren EJ, Vink J, Coenraads PJ, Kiemeney LA, van der Valk PG. Relevance of positive patch-test reactions to fragrance mix. Dermatitis 2009; 19(1):43-47. Disselhoff BCVM, der Kinderen DJ, Kelder JC, Moll FL. Randomized Clinical Trial Comparing Endovenous Laser Ablation of the Great Saphenous Vein with and without Ligation of the Saphenofemoral Junction: 2-year Results. European Journal of Vascular & Endovascular Surgery 2009; 36(6):713-718. Harmsze AM, van Houte M, Deneer VH, Tupker RA. Exercise-induced Sweating in Healthy Subjects as a Model to Predict a Drug’s Sweat-reducing Properties in Hyperhydrosis: a Prospective, Placebo-controlled, Double-blind Study. Acta Dermato-Venereologica 2009; 88(2):108-112. Hellings WE, Moll FL, de Vries JP, de Bruin PC, de Kleijn DP, Pasterkamp G. Histological characterization of restenotic carotid plaques in relation to recurrence interval and clinical presentation: a cohort study. Stroke 2009; 39(3):1029-1032. Kaan JA, van Dijk Y, Mascini EM, van Kessel RP, Schellekens JF. Een verloskundige betrokken bij patienten met kraamvrouwenkoorts in drie verschillende ziekenhuizen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(41):2245-2248. Schijf LJ, Becx MC, de Bruin PC, van der Vegt SGL. Whipple’s disease: easily diagnosed, if considered. Netherlands Journal of Medicine 2009; 66(9):392-395. van der Bruggen T, Kaan JA, Heddema ER, van Hannen EJ, de Jongh BM. Snelle diagnostiek van psittacose met behulp van een recent ontwikkelde realtime-PCR. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(34):1886-1888. van Houte M, Harmsze AM, Deneer VH, Tupker RA. Effect of oxybutynin on exercise-induced sweating in healthy individuals. Journal of Dermatological Treatment 2009; 19(2):101-104.
164
Abstract van Laarhoven A, Kaan JA, Schippers HM, Mager JJ, van der Meulen MF. Drie patienten met tuberculeuze meningitis; behandeling al starten bij waarschijnlijkheidsdiagnose. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2009; 152(25):1445-1446.
Overig Broekhuijsen M, Kleintjes S, van Veldhuizen-Staas G, Post EDM. Borstvoeding. Houten: Spectrum, 2009. de Brauw M, Wittich PH, Smits A, Hofman P. De liesbreuk en galblaas express : de zorg vanuit patiëntenperspectief georganiseerd. Best Practices Zorg 2009; 1(2):18-21. de Groot AC, Tupker RA. De plaats van tacrolimus en pimecrolimus in de behandeling van constitutioneel eczeem. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2009; 18(3):82-86. de Groot H, Kruyt JM, van der Zee JS, Tupker RA, Hoekstra MO. Effectiviteit en veiligheid van sublinguale immunotherapie met graspollentabletten bij seizoensgebonden allergische rinoconjunctivitis. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(2):65-68. Leliefeld HHJ. Afwijkingen aan penis en scrotum in beeld. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, Healthcare Communications, 2009. Smits A, Theunissen E, van Duivenboden J. Afscheid van de ontslagbrief : Snelle en digitale informatieoverdracht van chirurg naar huisarts. Medisch Contact 2009; 63(42):1716-1718. Tupker RA. Mestcelgestuurde huidinflammatie is verminderd bij afwezigheid van sensibele zenuwen. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(4):141-142. Tupker RA. Nieuwe ontwikkelingen bij urticaria. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009;(Suppl : Praktische toepassingen en nieuwe inzichten in de allergologie):6-9. Tupker RA. Pathofysiologie van nachtelijk krabben bij kinderen met atopisch eczeem: rol van ‘brain-derived neurotrophic factor’ en ‘substance P’. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(1):24-25. Tupker RA. Richtlijn ‘constitutioneel eczeem’. Nederlands Tijdschrift voor Allergie 2009; 8(2):57-64.
165
Bijlage Samenvatting van IGZ prestatie indicatoren Nr Prestatie indicator Landelijk Antonius 2008 2008 1.2 Decubitus puntprevalentie onderzochte patiënten 4,3% 5,3% 1.2 Decubitus puntprevalentie opgenomen patiënten 3,7% 4,9% 1.3 Decubitus incidentie heupvervanging 1,1% 0,5% 2.1 Percentage volwassene gescreend op ondervoeding nvt 12% 2.1 Percentage volwassenen geclassificeerd op matige ondervoeding nvt 12% 2.1 Percentage volwassenen geclassificeerd op ernstige ondervoeding nvt 13% 2.1 Screening kinderen nvt niet 2.2 Percentage ernstig ondervoede patiënten met total heup nvt niet 2.2 Perc. ernstig ondervoede patiënten total heup en adequate eiwitinname op dag 4 nvt niet 2.2 Percentage ernstig ondervoede patiënten adequate eiwitinname op 4de dag nvt niet 3.1 Volledigheid gegevens cytosticumaanvraag gewicht + lichaamsoppervlakte 98% 98% 3.1 Volledigheid gegevens cytostaticum dosering nb 100% 3.1 Volledigheid gegevens cytostaticum datum toediening nb 96% 4.1 Zorgict inzage kliniek; aantal functies 7,9 9 4.1 Zorgict inzage polikliniek; aantal functies 7,9 9 4.1 Zorgict inzage apotheek; aantal functies nvt nvt 4.1 Zorgict invoer orders kliniek; aantal functies 4,4 6 4.1 Zorgict invoer orders polikliniek; aantal functies 4,5 6 5.1 Powi surveillance voor hoeveel van de 5 genoemde specialismen nb 40% 6.1 % specialismen met complicatie registratie volgens landelijke richtlijn 91% 86% 6.1 % specialismen met complicatie registratie eigen systeem 6.1 % specialismen dat regelmatig (maandelijks/wekelijks) complicaties bespreekt 65% 56% 7.2 Pijnmeting verkoever 94% 100% 7.2 Pijnmeting afdeling 70% 100% 7.3 Pijnscores; percentage > 7 5,60% 0,18% 8.1 Volume AAA ongeacht urgentie 48,5 174 8.2 Volume oesophaguscardiaresectie 23,7 20 10.1 Ongeplande heroperaties colorectaal 6,6% 7,9% 10.2 % chirurgische resecties colorectaal carcinoom aangeleverd aan DSCA nb nb 11.1 Afgezegde operaties 1,80% 2,75% 13.1 VOKS percentiel primair nvt 79% 13.1 VOKS percentiel secundair nvt 59% 14.1 Gemiddeld aantal HbA1c bepalingen per patiënt per jaar 2,60 2,20 14.1 Gemiddelde HbA1c 7,5 8,1 14.2 Oogheelkundige controle diabetes 82% 88% 15.1 Mortaliteit in 2009 patiënten >70 jaar na consult in 2008 nb nb 15.2 Mortaliteit na AMI in ziekenhuis < 65 jaar 1,5% 2,8% 15.2 Mortaliteit na AMI in ziekenhuis >= 65 jaar 6,3% 5,6% 15.3 Evaluatie inbrengen pacemaker, deelname systematische evaluatie nvt nvt 15.4 Heropname hartfalen < 75 jaar 8,6% 7,5% 15.4 Heropname hartfalen >= 75 jaar 7,8% 10,3% 16.1 CVA: percentage patiënten trombolyse behandeling < 1 uur 65% 43% 17.1 % heupfractuur behandeld binnen 1 dag ASA 1-2 90% 89% 17.1 % heupfractuur behandeld binnen 1 dag ASA 3-5 81% 83% 18.2 Percentage achtergebleven kankerweefsel borstsparende operatie 9,6% 6,5% 18.2 Percentage patiënten achtergebleven kankerweefsel onbekend 0,4% 0,0% 19.2 Percentage patiënten wachttijd tussen oogoperaties >= 28 dagen 90% 93% 20.1 Postoperatieve opnameduur na blinde darmoperatie bij kinderen 1,7 - 6,3 2,4 21.1 Evaluatie functioneren medisch specialisten: Jaargesprekken nvt nvt 21.2 Evaluatie functioneren medisch specialisten: IFMS nvt nvt 21.3 Regeling mogelijk disfunctioneren medisch specialisten nvt nvt nb: niet beschikbaar nvt: niet van toepassing
Antonius 2009 2,4% 2,2% 0,57% 53,2% 7,4% 12,7% gedeeltelijk 0% 100% 42% 95% 99% 100% 11 11 3 8 8 40% 77% 16% 68% 100% 100% 0,08% 241 22 9,9% 100% 1,59% nb nb 2,04 7,8 88% 6% 0,0% 1,5% Ja 7,2% 9,7% 76% 87% 87% 3,2% 0,0% 96% 3,2 5% 5% Ja
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179