Het Verzekeringsblad 99e jaargang 4 juni 2009 nr.
11
Geen Bgfo maar provisieplafond Achmea verrast Wabeke ‘Staatsverzekeraars spelen vals’
Alex Klein (Universiteit Nyenrode):
‘Ga weer verstandig adviseren’
www.vbnet.nl
10128028
19 | 11 | 09
VB Branchedag 2009 americahal apeldoorn
Bea Kolkman
Mail of bel voor meer informatie
[email protected] | (0570) 64 88 93
www.branchedag.nl
COVER
‘Ga weer verstandig adviseren’ Als relatieve buitenstaander houdt Alex Klein, o.a. assistenthoogleraar aan de Universiteit Nyenrode, de branche een spiegel voor waarin het verleden en de toekomst van de branche samenkomen. De fouten uit het verleden zijn volgens hem de sleutel om toekomstige problemen voor de consument voortijdig te elimineren. Door weer verstandig te adviseren, zal het intermediair hierin de belangrijkste speler zijn. Door zijn onderscheidend vermogen concreet te maken, kan hij zelfs uitgroeien tot dé bondgenoot van de consument.
10 6 14 18 20
Rubrieken
INH O U D
Achmea verrast Wabeke en WPC is boos
Achmea komt polishouders van beleggingsverzekeringen tegemoet voor een bedrag van in totaal 315 miljoen euro. Dat is veel te weinig, schreeuwt de Stichting Woekerpolisclaim en stapt naar de rechter. Ombudsman Wabeke ontloopt zijn verantwoordelijkheid en houdt zich op de vlakte als het gaat om zijn instemming in dezen. Volgens Achmea komen 200.000 van haar 800.000 beleggingspolishouders voor compensatie in aanmerking. Geen sinecure en daarom ook vanuit maatschappelijk perspectief gezien, belangrijk genoeg om er dieper in te duiken.
Vermogensadvisering heeft de toekomst
Onlangs zaten zes concurrenten uit de wereld van vermogensbeheer een avond lang bij elkaar om het vrijblijvend over de toekomst van hun vakgebied te hebben. Uit het gesprek werd duidelijk dat sparen op een renterekening te weinig soelaas biedt om inflatie en koopkracht het hoofd te bieden. Ook moet de overheid haar enorme crisisinvesteringen zien terug te verdienen, wat ongetwijfeld gevolgen gaat krijgen voor AOW en andere toekomstvoorzieningen. Ziedaar: (advisering rond) particuliere vermogensvorming wordt steeds belangrijker.
Onafhankelijk en objectief advies
In 2001 startte Paul Jansen samen met zijn compagnons Kees Swinkels en Marcel van Leeuwen het bedrijf EBC Nederland vanuit de visie om toegevoegde waarde te creëren aan financiële dienstverlening in de lijn werkgever-werknemer-privé. “Langdurige klantrelaties bereik je alleen met het geven van transparante, heldere adviezen die afgestemd zijn op de daadwerkelijke klantbehoefte.” Zij startten in een periode met grote ontevredenheid in de zakelijke markt, maar toch of juist daardoor bleek hun aanpak de sleutel tot succes.
Hoofdredactioneel
5
Nieuws
6
Onder meer: - De Jager tegen belastingontduiking - Aandelen levensverzekeraars minder waard
9
Intermediair Onder meer: - Provisieplafond i.p.v. Bgfo - FIDIN boos op Kockelkoren
PFP
14
Onder meer: - Renteplafond bij SNS - Dga-pensioenberekeningstool
Jurisprudentie
16
Sjoerd Meijer - Zorgplicht scholen bij pesten
Zorg & Inkomen
22
Onder meer: - Heksenjacht op onverzekerden - AOV’ers vergrijzen
Met name(n)
23
Feiten & Cijfers
24
- Nassau: ‘Staatsverzekeraars spelen vals’ - Klaverblad, DAS en Yarden
ICT & Internet
26
Onder meer: - ANVA en SCOPE samen in CRM - Yoron en Voordeel op internet maken vuist
Verzekerend Buitenland
27
Nieuws
28
Barbier
30
Liever een polis dan een krop sla
De digitalisering van onze leefwereld neemt steeds verder toe. Men shopt steeds gemakkelijker via de computer, het soort aankopen wordt ook steeds diverser. Het vertrouwen in internet neemt daarbij steeds verder toe. Opvallend is ook dat er duidelijke verschillen zijn in de mate waarin consumenten verschillende productgroepen via internet willen aanschaffen. De polis drukt hierbij bijvoorbeeld de krop sla uit het online winkelmandje. Toch vinden veel mensen het aanschaffen van financiële producten via internet nog wel een brug te ver.
nummer 11 - 4 juni 2009
3
Laat uw medewerkers niet wachten tot het 5 voor 12 is! Wft PE behalen? Nu online, makkelijk en zonder stress! 27 december 2009 is dichterbij dan u denkt Al over een paar maanden, op 27 december 2009, moet
De Wft PE modules van Kluwer e-studies:
iedereen binnen de financiële dienstverlening de Wft PE hebben behaald. Met de volledig Wft-proof Kluwer e-studies
PE Basisopleiding + consumptief krediet
(ontwikkeld i.s.m. het IFK) kunnen uw medewerkers deze nu
PE Hypothecair krediet (incl./excl. Beleggen)
nog op tijd behalen. Vanachter hun eigen PC! Maar wacht
PE Verzekeren leven (incl./excl. Beleggen)
niet tot het 5 voor 12 is…
PE Verzekeren schade (particulieren & bedrijven)
De voordelen van Kluwer e-studies Leren vanachter de eigen PC Volg leervorderingen van uw medewerkers online Eenvoudig ingrijpen en coachen waar nodig Snel aantonen dat uw medewerkers Wft-proof zijn Maatwerk is mogelijk Aanvullende klassikale ondersteuning is mogelijk
Over een paar maanden moeten uw medewerkers hun Wft PE hebben behaald. Schrijf ze vandaag nog in!
In-company mogelijkheden
Voordeel…ook financieel! Stel, een werknemer volgt 4 lessen ´buiten de deur´. Een half uur eerder weg van het werk betekent dan 2 uur minder werktijd. En een reis-afstand van 30 kilometer betekent bovendien al snel een extra reiskostenvergoeding. Kosten die u bespaart met Kluwer e-studies!
Meer informatie en inschrijven www.kluweropleidingen.nl/WFTPE telefoon: 0570 67 35 68 e-mail:
[email protected]
COLOFON
HOOFDREDACT ION EEL
Het Verzekeringsblad onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910 hoofdredactie Michiel Huisman ■ redactie Alex Klein (adjunct-hoofdred.), Yvonne Neppelenbroek (eindred.), Erwin Loer, Rick de Ruiter (web). ■ secretariaat Elly Gravendeel (red. ass.). T 0570-647730, F 0570-647815, Postbus 23, 7400 GA Deventer E
[email protected], W www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer T 0570-647111 ■ uitgever Stephanie Keij ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, T 0570-673444, F 0570-691555 E
[email protected] ■ abonnementsprijs 2009 € 108,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode. ■ losse nummers Losse nummers: € 7,50 excl. btw; VB Gidsen: € 12,25 excl. btw. ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Emilie Kars-van der Goes T 0570-648 912 F 0570-619 179 E
[email protected] Media order: Toos Schurink T 0570-648912 F 0570-649819 E
[email protected] Sluitingsdatum: Dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Boshoff & Dekker, Deventer ■ vormgeving Mediabuilders, Zutphen ■ druk Thieme Almere bv ■ ISSN 0165-7909 ■
Kluwer BV legt-uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Diep triest Op pagina 6 van dit VB treft u een voorlopig dieptepunt aan van alles wat ik in mijn korte journalistieke carrière als hoofdredacteur van dit blad heb meegemaakt. Het gaat om het gedoe rond de financiële tegemoetkoming van Achmea inzake woekerpolissen. Met alle geweld van de wereld kan ik niet anders dan constateren dat hier sprake is van een ernstige mate van het ontlopen van verantwoordelijkheden. Van een volstrekt gebrek aan wederzijds vertrouwen. En van slechte communicatie. Het gevolg is dat de polishouder niet weet waar hij aan toe is. Een slechte zaak! Voor de lezer die het vorige week allemaal niet heeft kunnen volgen: er zijn twee dingen aan de orde. Achmea zegt expliciet dat de financiële tegemoetkoming die ze voor polishouders van beleggingsverzekeringen treft, de instemming van de Ombudsman heeft, maar draait er verderop in een persbericht een beetje omheen. Wabeke zelf ontkent noch bevestigt, kortom verschaft geen duidelijkheid. Zijn taak vooraf bestaat er slechts uit toe te zien dat het format van zijn aanbeveling over compensatie aan polishouders gevolgd wordt. Over de hoogte en reikwijdte van de compensatie na toepassing van het format matigt hij zich geen oordeel aan. Instemming? Hij gaat daar niet over, vindt hij, en merkt de al dan niet toereikendheid van de tegemoetkoming wel achteraf, als er klachten komen. Verantwoordelijkheidsgevoel? Maar – instemming of niet – allereerst gaat het erom: is de door Achmea getroffen regeling slechter dan die van eerder gesloten akkoorden? De Stichting WPC vindt van wel, maar argumenteert vervolgens ondeugdelijk en tendentieus. Daarmee laadt ze ernstig de verdenking op zich dat haar kritiek voortspruit uit onvrede over het feit dat de tegemoetkoming van Achmea naar verhouding voor minder polishouders geldt dan in eerdere akkoorden met andere verzekeraars het geval was. Nu akkoord gaan met Achmea betekent ernstig gezichtsverlies en een deuk in het vertrouwen in eigen macht en kracht om de alsmaar stijgende lijn in de akkoorden van Delta Lloyd via Nationale-Nederlanden, ASR en SNS Reaal vast te houden en liever nog uit te bouwen. Als polishouder van een beleggingsverzekering (jawel, ik behoor ook tot dat gilde) verwacht ik dat Wabeke alsnog laat horen of de tegemoetkoming van Achmea nu wel of niet zijn instemming heeft. Pak je verantwoordelijkheid! Schep duidelijkheid. Ik verwacht verder dat de Stichting WPC haar snoeiharde kritiek beter onderbouwt en als ze dat niet kan, fors gas terugneemt. En Achmea heeft volgens mij de dure plicht om haar polishouders uit te leggen dat ze met deze tegemoetkoming een adequate, reële en dus bevredigende oplossing hebben. Tenslotte: als vakjournalist die de branche zeer ter harte gaat, kan ik niet anders dan verwachten dat partijen hun ogen openen voor het feit dat deze handelwijze het vertrouwen in de branche en het imago niet bevordert. En dat kan – na alle mooie beloftes dienaangaande – natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Michiel Huisman
[email protected]
nummer 11 - 4 juni 2009
5
NI EU W S
Achmea compenseert, Wabeke verrast en WPC is boos Achmea komt polishouders van beleggingsverzekeringen tegemoet voor een bedrag van in totaal 315 miljoen euro. Dat is veel te weinig, schreeuwt de Stichting Woekerpolis-claim en stapt naar de rechter. Ombudsman Wabeke ontloopt zijn verantwoordelijkheid en houdt zich op de vlakte als het gaat om zijn instemming in dezen. Het gaat om 800.000 polishouders van beleggingsverzekeringen, waarvan er volgens Achmea 200.000 voor compensatie in aanmerking komen. Geen sinecure en daarom ook vanuit maatschappelijk perspectief gezien, belangrijk genoeg om
in een persbericht: “Volgens Eureko bedraagt de waarde van de compensatie op einddatum € 315 miljoen, inclusief een fonds van € 40 miljoen voor polishouders in een schrijnende situatie. Slechts een kleine minderheid van de Eureko-polishouders – circa 25% – ontvangt uiteindelijk enige compensatie. Daarmee scoort de regeling van Eureko aanmerkelijk slechter dan die van collega-verzekeraars met een vergelijkbaar marktaandeel, zoals ING (Nationale-Nederlanden) en Reaal. Deze maatschappijen compenseren veel meer polishouders: circa 55% (ING/NN) en 45% (Reaal). Bovendien hebben zij per direct veel hogere bedragen uitgetrokken voor hun klanten. Ook voor polishouders in een schrijnende situatie heeft Eureko veel minder over dan ING (€ 70 miljoen) en Reaal (€ 52,5 miljoen).”
er dieper in te duiken. Het is wellicht goed nog even in herinnering te brengen hoe het ook alweer zit met die aanbeveling van de Ombudsman als het om compensatie van beleggingsverzekeringen gaat. We doen dat met woorden van Wabeke zelf uit wiens mond we optekenen: “Ik kijk allereerst of de regeling qua format voldoet aan mijn eerder gepubliceerde aanbeveling (die overigens door iedereen is overgenomen – red. Het VB). Vervolgens is aan de orde of de tegemoetkoming past binnen de ‘best practice’ die we met Delta Lloyd initieel hebben neergezet. Daarna kijk ik hoe de tegemoetkoming zich verhoudt met de lijn die na Delta Lloyd in gang is gezet door achtereenvolgens Nationale-Nederlanden, ASR en SNS Reaal. Van het voorstel van Achmea dat aan mij is voorgelegd, constateer ik dat deze daarmee in lijn is. Ik heb dan ook aangenomen dat de consument (lees: de Stichtingen Woekerpolisclaim en de Stichting Verliespolis) net zo tevreden is met dit compromis, dat uiteindelijk op tafel is gelegd, als ik dat ben. Dat dit niet het geval is, getuige het persbericht van de Stichting Verliespolis WPC, verraste mij zeer.” Geconfronteerd met de vraag waarom Wabeke ‘meetekent’ en dus zijn instemming geeft aan de tegemoetkoming van Achmea, tegen de wil van WPC (en Verliespolis) in, antwoordt de Ombudsman: “Ik geef helemaal geen instemming. Ik constateer dat Achmea conform mijn aanbeveling en in lijn met eerder bereikte overeenkomsten van Delta Lloyd, NationaleNederlanden, ASR en SNS Reaal is. Ik hoef ook geen instemming te geven. Dat is mijn taak niet. Als achteraf blijkt dat de berekeningen van Achmea ontoereikend zijn, dan merk ik dat wel aan de klachten die ik ontvang en in behandeling neem. Achmea zal dan alsnog over de brug moeten komen.” De Stichting Woekerpolisclaim stelt, overigens in lijn met de Stichting Verliespolis, de compensatie van Achmea (veel) te laag te vinden. Beide organisaties zeggen dat Achmea een slechtere regeling aanbiedt dan de verzekeraars waarmee zij wel schikkingen heeft bereikt. De Stichting Woekerpolisclaim
6
Achmea zelf ontkent dat de Stichting Woekerpolisclaim een punt heeft met te stellen dat het uiteindelijke bedrag voor compensatie, maar ook het aantal te compenseren polishouders, veel te laag is. Een woordvoerder van Achmea stelt desgevraagd: “Wij hebben conform de aanbeveling gehandeld met als uitgangspunt de kostenpercentages per categorie beleggingsverzekering zoals de Ombudsman die in zijn aanbeveling heeft onderscheiden. Dat wij niettegenstaande het grote aantal beleggingsverzekeringen in de portefeuilles van de Achmea-bedrijven toch lager uitkomen dan onze concurrenten in zowel de hoogte van het te compenseren bedrag als het aantal te compenseren polishouders komt omdat wij tegen relatief lage kosten hebben gewerkt. Vooral waar het onze ‘directe labels’ betreft.” Waarom dan toch die ophef van Stichting WPC? Er zijn maar twee mogelijkheden. Of de ‘dekkingsgraad’ die Achmea berekent voor de compensatie is inderdaad te laag (wat Achmea dus ontkent en de Stichting WPC stelt). Of de Stichting WPC heeft andere, meer manipulatieve, bedoelingen met haar kritiek. Hoe dan ook: de gang naar de rechter is wat WPC betreft onvermijdelijk. Wat de zaak verder compliceert is het onduidelijke standpunt van Wabeke. Geeft hij nu wel of niet zijn instemming aan de tegemoetkoming van Achmea. Achmea meent van wel en stelt dit expliciet in de aanhef van haar persbericht (“...die de instemming heeft van de Ombudsman Financiële Dienstverlening...”), maar is er verderop in het persbericht ook niet duidelijk in. Wabeke zelf neemt, zoals we hiervoor al zagen, niet heel duidelijk afstand. Noch van de geclaimde instemming van Achmea, noch van de kritiek van WPC en Verliespolis. Hoewel niet expliciet de taak van de Ombudsman mag je toch verwachten dat hij in een zaak van groot maatschappelijk belang, desnoods in overleg met de branche, de toezichthouder en de overheid, hierover duidelijkheid verschaft. Het gaat alleen al bij Achmea om 800.000 polishouders en voor verzekeraars in het algemeen om claims op assets die
nummer 11 - 4 juni 2009
NIEU WS
er waarachtig niet om liegen en minister Bos als crisissponsor van de financiële sector langzamerhand slapeloze nachten moet bezorgen. Dat is reden genoeg om er net even dat schepje verantwoordelijkheidsgevoel bovenop te doen. Langzamerhand worden de verregaand verkilde verhoudingen tussen enerzijds de twee stichtingen (met WPC voorop, zo durven wij te stellen) en anderzijds verzekeraars, zodanig dat de Ombudsman, maar ook de toezichthouder!, zich niet langer meer afzijdig kunnen houden onder verwijzing naar hun toezicht achteraf. Dat die verhoudingen tot het vriespunt zijn verkild, is inmiddels een publiek geheim en dat de Ombudsman dit haarscherp aanvoelt, lijkt ons boven alle twijfel verheven. Hem staan alleen zijn formele taken achteraf ter beschikking om zich achter te verschuilen. Dat is de makkelijke weg. Naar onze mening verdient een andere weg de voorkeur: trek de stoute schoenen aan, verschaf duidelijkheid en geef – al dan niet langs stille diplomatieke weg – met rugdekking van toezichthouder en/of overheid een duidelijk signaal af naar beide partijen. De prijs is te hoog en het maatschappelijk belang is te groot om het bij de ordinaire ruzie te laten die het nu geworden is. Al met al trekken we drie conclusies: 1. Wabeke zal meer moeten (mogen) doen dan zijn strikte, formele rol in dezen. 2. De beide stichtingen dienen in onze ogen minder manipulatief en meer feitelijk te argumenteren en niet van onderhandelingstafels weg te lopen als ze hun zin niet krijgen. Bereikte resultaten bij eerdere schikkingen zijn mooi, maar zijn geen graadmeter om hetzelfde af te dwingen als de andere partij om moverende redenen anders meent te moeten besluiten om hetzelfde effect (adequate compensatie conform ‘Wabeke’) te bereiken. Het blijven onderhandelingen. 3. Achmea heeft een dure informatieplicht naar haar klanten om haar gelijk te bewijzen. Zeker nu er geen schikking getroffen is. Volgens ons nog een hele klus. ■ Michiel Huisman
DAS besteedt klantcontact uit De groep Juridisch Advies van DAS Rechtsbijstand krijgt al langere tijd meer telefonische vragen dan verwacht en besteedt het eerstelijns telefonisch advies op het gebied van arbeidsrecht, contractuele aansprakelijkheid en onroerendgoedzaken daarom uit aan contact center SNT, dat in Groningen over een Juridisch Customer Contactcenter (JCC) beschikt. DAS noemt twee redenen voor de toegenomen hoeveelheid telefonische vragen: de omzetgroei van DAS en de financiële crisis, waardoor er veel meer vragen komen over onder meer arbeidsgeschillen.
Inbraakalarm voor de buren Interpolis is samen met de gemeente Tilburg een proef gestart met het inbraakalarmeringssysteem Alert4Home. Er is iets bijzonders met dit systeem. Het verschil met een gewoon alarmsysteem is namelijk dat bij Alert4Home de hulp wordt ingeroepen van de omgeving. Zodra een bewoner denkt dat er ongewenst bezoek in zijn woning is, krijgen buren een sms met de oproep de omgeving in de gaten te houden, en kan de bewoner de politie alarmeren. Informatie die buurtbewoners vervolgens verstrekken, kan een belangrijke rol spelen bij het oplossen van het misdrijf. Alert4Home doet hiermee een beroep op de onderlinge betrokkenheid van buren. ■
‘Leidraad klare taal’ Transparantie en consumentenvertrouwen beginnen bij duidelijke taal. Het belang hiervan bij polisvoorwaarden, bijsluiters en offertes wordt ernstig onderschat, zowel door de branche als de AFM. Dat meent althans Ruud Dekker, directeur marketing van For All Finance, van wiens hand hierover onlangs een artikel in Het Financieele Dagblad is geplaatst. Volgens Dekker is het de AFM die het voortouw moet nemen om verandering in de situatie te brengen: “Het ontbreekt aan glasheldere regels over communicatie. Het is een gemiste kans dat de AFM aspecten als volledigheid en het nietmisleidend zijn belangrijker lijkt te vinden dan duidelijkheid. Temeer daar de oplossing eenvoudig is en snel toepasbaar. Dat kan met een accurate ad-hocorganisatie, heldere regels, schriftelijke communicatie en een strenge eindredactie.” Als de AFM het pleidooi van Dekker omarmt, ligt wellicht weer een nieuwe AFM-leidraad in het verschiet. De ‘leidraad klare taal’ misschien, of zou ‘klare’ als in onbruik geraakt bijvoeglijk naamwoord dan ook meteen in de ban worden gedaan? ■ (ingezonden mededeling)
Ervaring in binnen- en/of buitendienst? Stuur je CV naar
[email protected]
De rechtsbijstandverzekeraar wil de kwaliteit van het eerste klantcontact via SNT waarborgen door DAS-trainingen te geven op het JCC en door DAS-adviseurs regelmatig te laten meeluisteren met gesprekken van de JCC-medewerkers met klanten. ■
Telefoon 0183 – 681166 www.aqurance.nl
nummer 11 - 4 juni 2009
7
NI EU W S
Zand in motor samenleving
Sterke stijging bedrijfsincasso’s
Staatssecretaris van Financiën Jan-Kees de Jager (CDA) is onlangs fel van leer getrokken tegen belastingontduikers. In een artikel in Het Financieele Dagblad noemde hij hen het zand in de motor van de samenleving. “Wie geld onttrekt aan het zicht van de fiscus, pleegt contractbreuk met de samenleving. Geld waarover geen belasting is betaald – zwart geld – is dan ook niet te rechtvaardigen.” De Jager streeft er daarom naar dat alle geldstromen transparant en inzichtelijk zijn.
In het eerste kwartaal van 2009 was het aantal incassozaken in Nederland ongekend hoog. Ten opzichte van het eerste kwartaal in 2008 vond een stijging plaats van meer dan 50 procent, ten opzichte van het eerste kwartaal van 2007 zelfs 244 procent. Dit blijkt uit de eerste Incassobarometer van Atradius. Deze barometer brengt het aantal incassozaken tussen bedrijven in beeld en zal voortaan ieder kwartaal door Atradius worden uitgegeven. In de zakelijke dienstverlening, inclusief de kleinere financiële bedrijven (maar zonder de banksector), laat de Incassobarometer een stijging van 20 procent van het geclaimde bedrag zien, met een lichte daling van het aantal claims (-4 procent).
Daartoe moet enerzijds het voldoen aan de belastingplicht worden vereenvoudigd en anderzijds harder worden opgetreden tegen belastingontduikers. Dat laatste wil de staatssecretaris onder meer doen door de boete voor spaarders die op buitenlandse rekeningen geld buiten het zicht van de fiscus houden, te verhogen naar 300 procent. De drijfveer van De Jager is duidelijk: wie geen belasting betaalt, laat anderen opdraaien voor de overheidstaken die ten goede van iedereen komen, profiteert Jan-Kees de Jager daarmee van oneigenlijk voordeel ten opzichte van mensen die dat wel doen (dit geldt zowel voor particulieren als bedrijven) en draagt daarmee bij aan een algehele daling van de belastingmoraal: ‘Als mijn concurrent niet betaalt en extra investeringen kan doen door het geld dat hij achterhoudt, dan zou ik gek zijn als ik niet hetzelfde deed.’ ■
Aandelen levensverzekeraars minder waard De Nederlandse levensverzekeringsmaatschappijen hadden aan het einde van het eerste kwartaal van 2009 7,3 mld euro aan beursgenoteerde aandelen in bezit. Eind 2006 was dit nog ruim drie keer zoveel, aldus De Nederlandsche Bank. Volgens DNB zijn er verschillende oorzaken voor deze afname. De levensverzekeringsmaatschappijen hebben uiteraard de gevolgen van de dalende aandelenbeurzen in de laatste twee kwartalen van 2008 ondervonden. Daarnaast is een verschuiving zichtbaar van beleggingen in beursgenoteerde aandelen naar verhandelbaar schuldpapier. Sinds het tweede kwartaal van 2007 zijn vooral beursgenoteerde aandelen verkocht. De aankoop van verhandelbaar schuldpapier heeft met name in het eerste en tweede kwartaal van 2007, het derde en vierde kwartaal van 2008 en het eerste kwartaal van 2009 plaatsgevonden. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2009 was voor 131,6 mld euro belegd in verhandelbaar schuldpapier tegen 111 mld een jaar eerder. ■
8
Angst Atradius denkt dat de stijging van het aantal incasso’s is ingegeven door de angst op wanbetaling: “Debiteuren rekken de betalingstermijn steeds langer op om zo de eigen cashflow te verbeteren. Zij moeten zelf ook vaak langer wachten op hun geld en proberen het gemis aan liquide middelen op deze manier te compenseren. We zien ook dat ondernemers hun openstaande facturen steeds sneller ter incasso indienen. Ondernemers zijn bang voor faillissementen bij afnemers en door openstaande facturen sneller ter incasso in te dienen, beperkt men het ondernemersrisico. Bovendien is het percentage incasso’s dat succesvol wordt afgerond, hoger naarmate de factuur minder oud is.” De kredietverzekeraar verwacht dat het aantal incasso’s de komende maanden nog blijft toenemen. ■
Zuinig met toptalent branche Financiële dienstverleners lopen het risico hun toptalent te verliezen als gevolg van kortetermijnplanning en slechte communicatie. Dit blijkt uit onderzoek van internationaal recruitment- en interimbedrijf Badenoch & Clark onder meer dan 700 professionals bij banken en andere financiële dienstverleners in Europa. De toegenomen werkdruk en lagere betaling van professionals in de financiële sector legt een zware druk op hen, meent Badenoch & Clark. Op korte termijn zal dit tot een verslechtering van de prestaties van financiële dienstverleners leiden en op langere termijn kan zelfs een leegloop van talent optreden. Het recruitmentbedrijf ziet echter ook licht aan de horizon. Haar onderzoek laat ook zien dat driekwart van de financiële dienstverleners niet van plan is nog meer te snijden in het personeelsbestand. 40 procent is zelfs van plan meer mensen aan te nemen in de tweede helft van 2009. De enorme ontslaggolf lijkt te stagneren, er is sprake van meer optimisme en hierdoor ontstaat meer vraag naar getalenteerde kandidaten. Het gaat dan met name om professionals op het gebied van accounting en finance, bancaire diensten en compliance. ■
nummer 11 - 4 juni 2009
INT ERM ED IA IR
Voorstel: provisieplafond van 25%
FIDIN wil geen uitbreiding Bgfo FIDIN wil de provisiehoogte bij woonlasten- en kredietbeschermers bij wet maximeren tot 25 procent om daarmee uitbreiding van het Bgfo naar deze productgroepen te voorkomen. Het Verbond wuift dit voorstel weg en houdt vast aan een Bgfo-uitbreiding. Dat verbaast FIDIN op haar beurt ten zeerste. Het ministerie van Financiën wil een halt toeroepen aan excessieve provisies die soms over woonlasten- en kredietbeschermers worden betaald. Een steekproef van de AFM liet provisies zien tot 80 procent van de koopsom voor kredietbeschermers (bij consumptief krediet) en 45 procent op woonlastbeschermers (bij hypothecaire kredieten). Extremen die het ministerie met afschuw hebben vervuld. Zij bezint zich daarom nu op verdere maatregelen ten aanzien van uitvaartverzekeringen en woonlasten- en kredietbeschermers. “Linksom of rechtsom”, betoogt FIDIN met een knipoog naar het motto van het AM-congres onlangs, waar bestuurslid Niels Mourits de Federatie-plannen introduceerde, “gaan die maatregelen voor het intermediair meer administratieve lasten en dus kosten opleveren. Zeker als die maatregelen een uitbreiding van het Bgfo naar deze producten behelzen.” Het is daarom dat de belangenorganisatie nu met een eigen alternatief komt, dat het ministerie – als het even kan – moet adopteren in plaats van een Bgfo-uitbreiding. Met een wettelijke provisiemaximalisatie op woonlasten- en kredietbeschermers wordt volgens FIDIN het probleem bij de wortel aangepakt en worden intermediairs die zich verre houden van onredelijke provisies op deze producten, niet opgezadeld met nog meer administratieve lasten. De discussie strekt zich van de beschermers uit tot uitvaartverzekeringen, dus in politiek-Den Haag zal zeker de vraag rijzen waarom FIDIN niet direct ook een provisieplafond op uitvaartverzekeringen voorstelt. “Eerst maar eens het AFMonderzoek naar uitvaartverzekeringen afwachten”, reageert
een woordvoerder van FIDIN. “Als daar de feiten boven tafel zijn, hebben we er een mening over, maar laten we niet op de zaken vooruitlopen.” FIDIN wil voorkomen dat ook uitvaartverzekeringen en misschien nog andere producten onder het Bgfo gaan vallen, omdat hierdoor de veelheid aan administratieve verplichtingen en dus de extra administratieve lasten van het Bgfo ook voor deze producten marktbreed zou gaan gelden, waar het geen marktbreed probleem betreft. Een ander gevaar van steeds verdergaande Bgfo-uitbreiding is dat het intermediair op een onoverbrugbare concurrentieachterstand wordt gezet ten opzichte van direct writers, voor wie de Bgfo-regels niet gelden. Voor eenzelfde product adviseert een direct writer straks niet, terwijl een intermediair – vóór hij een advies afgeeft – allereerst een klantprofiel en dossier moet aanleggen, met alle extra kosten die daarbij horen.
Verbond houdt vast aan Bgfo Het Verbond van Verzekeraars voelt niets voor het voorstel van FIDIN en houdt vast aan de door haar eerder al ondersteunde optie voor verbreding van het Bgfo-regime naar woonlastenen kredietbeschermers en uitvaartverzekeringen, omdat daardoor “helderheid over de beloning van de adviseur ontstaat en zekerheid dat de behoeften van de klant leidend zijn.” Zij vindt het FIDIN-voorstel een te vergaande ingreep in de marktvrijheid die het belang van de consument niet optimaal zou dienen. Een gelegenheidsargument, reageert FIDIN. Mourits: “Deze maatregel is robuust, grijpt inderdaad in de markt in, maar is vooral eenvoudig uitvoerbaar en beslist adequaat. Hoe kan het Verbond provisiemaximering een te zware maatregel vinden, terwijl het Verbond zelf groot pleitbezorger is van totale afschaffing van bonussen en zelf op uitbanning van excessieve provisies op genoemde producten bij haar leden heeft aangedrongen? Wij zien niet in waarom het Verbond liever het intermediair opzadelt met enorme administratieve lasten, dan te kiezen voor deze eenvoudige oplossing.” ■ Erwin Loer
FIDIN boos over uitspraken Kockelkoren Volgens de NVA en de NBVA is de vergelijking die AFMbestuurslid mr. Theodor Kockelkoren eerder maakte tussen het ontvangen van provisie en het snoepen van de strooppot van aanbieders (zie Het VB, nr. 9), zeer slecht gevallen bij hun achterban. De Federatie FIDIN, vindt bovendien de uitspraak van Kockelkoren dat ‘de hoogte van de AFM-facturen beperkt is, afgezet tegen de verdiensten van een gemiddeld intermediairbedrijf’, ongepast en volstrekt niet aan de orde. FIDIN kwalificeert de uitspraken als respectloos en niet passend bij de taakopvatting van de toezichthouder.
Ophouden met vooroordelen De AFM moet, wat FIDIN betreft, eindelijk eens ophouden
vooroordelen uit te spreken over zaken waar zij niet over gaat. FIDIN: “Beter kan zij zich bezighouden met haar taak om de door haar benoemde ‘onderkant’ van de financiële dienstverleningsmarkt effectief op te ruimen. De taak van de AFM is het houden van toezicht en niet het sturen van de markt.” Ook in het visiedocument dat de AFM heeft gemaakt en dat nu ter consultatie voorligt, over de uitleg van de inducementregels, rept zij over haar voorkeur voor fee boven provisie. FIDIN heeft naar eigen zeggen al herhaaldelijk bezwaar daartegen aangetekend en zal ook de politiek gaan informeren over haar opvattingen over dit soort uitlatingen van de toezichthouder. ■
nummer 11 - 4 juni 2009
9
Fotografie: Wilco van Dijen
I N T ER V I EW
Als relatieve buitenstaander houdt Alex Klein de branche een spiegel voor waarin het verleden en de toekomst van de branche samenkomen. De fouten uit het verleden zijn volgens hem de sleutel om toekomstige problemen voor de consument voortijdig te elimineren. Door weer verstandig te adviseren, zal het intermediair hierin de belangrijkste speler zijn. Door zijn onderscheidend vermogen concreet te maken, kan hij zelfs uitgroeien tot dé bondgenoot van de consument. Hoe hij dit bereikt, beschrijft Klein in zijn nieuwste boek de ‘Ster van Succes’.
Alex Klein (Universiteit Nyenrode):
‘Ga weer verstandig adviseren’ Alex Klein (1969) studeerde bedrijfskunde aan de Universiteit Nyenrode en behaalde zijn MBA-titel aan de University of Rochester in de Verenigde Staten. Ook rondde hij de studie communicatiekunde af, studeerde hij verkoopmanagement en behaalde hij Europa’s hoogste postacademische graad in strategische marketing. Hij was eerder verkoopleider bij de glasfabriek in Leerdam en financieel directeur bij een internationaal opererende beveiligingsorganisatie. Momenteel is hij assistent-hoogleraar aan de Universiteit Nyenrode en als docent verbonden aan verscheidene andere hogescholen en business schools in de vakgebieden (financiële) bedrijfskunde en marketing & sales management. Daarnaast schrijft hij voor De Telegraaf columns over consumentenfinanciën en is hij auteur van de financiële roman ‘Regengeluk’. Zijn persoonlijke slogan: Kwaliteit onderscheidt! Alex Klein woont samen met zijn vriendin Kyra en hond Cooper. In de schaarse vrije uren is hij te vinden in de bossen van de Hoge Veluwe, traint hij in de sportschool of in het zwembad.
10
nummer 11 - 4 juni 2009
INT ER VIEW
Geprofiteerd van hebzucht De hebzucht van de Amerikanen is volgens Klein het begin geweest van de wereldwijde kredietcrisis en alle ellende die daaruit voortgekomen is. “Mensen die per maand 7500 euro te besteden hebben en nog tekort komen, dat is toch complete waanzin? Aan de andere kant hebben wij Europeanen er mede van geprofiteerd dat de Amerikanen op de pof leefden, want gemiddeld één op de drie exportproducten gaat naar Amerika. Wereldwijd werd er geprofiteerd van de koopdrang in Amerika. Dat is nu dus gigantisch misgegaan.” Maar ook in Nederland heeft Klein het gedrag van consumenten zien veranderen. Ook hier is de hebzucht toegeslagen en ook hier is men ver gegaan in het bevredigen van de behoeftes. Het resultaat is torenhoge schulden en beursvermogens die voor een groot gedeelte zijn verdampt. Een groep consumenten is hierdoor direct in de problemen gekomen en voor een andere groep dreigt dat op termijn ook te gebeuren. Voor die laatste groep hoeft het allemaal nog geen gelopen race te zijn, stelt Klein.
Verstandig adviseren Hij is van mening dat de financieel adviseur veel dreigende problemen kan oplossen door verstandig te adviseren. Dat biedt hem in een markt vol wantrouwen weer volop kansen om onderscheidend te zijn. “De financiële wereld weet waar de zaken zijn misgegaan en ook bij de consumenten die in het verleden boven de financieringsnormen hebben geleend, dringt het langzaam door. Maar juist die consumenten hebben nu baat bij een goed advies. Ga klanten die een tophypotheek met een lage rente hebben gesloten, persoonlijk benaderen en zoek samen uit hoe je nu al kunt inspelen op een aankomende hogere rentelast bij verlenging van de hypotheek. Wacht niet af tot het moment daar is, maar onderneem actie om te voorkomen dat die klant straks zijn huis uit moet. Toen leek het of het allemaal mogelijk was wat de klant zich wenste. De opeenstapeling van financieringen was ook toegestaan en het werd als redelijk normaal beschouwd. Met de wetenschap van nu kun je stellen dat de financieringsnormen in het verleden veel te ruim zijn genomen. Met die boodschap moet de adviseur nu vroegtijdig bij zijn klant aan de bel trekken om gezamenlijk een financiële escalatie op termijn te voorkomen. Aan de hand van positief en negatief denkbare scenario’s bijvoorbeeld. Is bij een lastenstijging van twintig procent de financiering nog haalbaar voor de klant? Als er nu een adviseur opstaat die een constructie bedenkt waarmee de problemen voor straks min of meer opgelost kunnen worden, dan zal hem dat zeker geen windeieren leggen. En waar er één is, volgen er meer. Voor de klant is het toekomstmuziek, en daarom moet u er nu al werk van maken.”
cieel planner heeft ons destijds prima geholpen, maar vervolgens heb ik nooit meer iets van hem gehoord. De hele wereld staat in vuur en vlam, er gebeurt van alles. Hoe kan het nou dat mijn adviseur zijn klanten niet periodiek vraagt of alles goed gaat, of hij ergens mee kan helpen, of er privézaken zijn veranderd? Een telefoontje of er vragen zijn over de kredietcrisis. Zo eenvoudig kan het zijn om je betrokkenheid met je klant te laten zien. Maar ik hoor al twee jaar niets.” De echt onafhankelijke adviseur kan volgens Klein heel dicht bij de klant komen. Veel meer dan de adviseur bij de bank die de producten van zijn werkgever pusht. Toch vraagt hij zich af of de onafhankelijke adviseurs deze kans breed zullen aangrijpen. “Met alle respect, ook de onafhankelijke adviseur is een verkoper die naar zijn eigen portemonnee kijkt. Wil je dichter bij de klant komen, dan zul je toch echt het belang van de klant boven je eigen portemonnee moeten stellen. Uiteindelijk dient het belang van de klant het rendement op de lange termijn. De eigen portemonnee dient slechts het rendement op de korte termijn. Een echt goede adviseur voelt dat aan.”
Financieel analfabetisme Als Klein naar de consument in het algemeen kijkt, dan ergert hij zich enorm aan het financieel analfabetisme. “Er zijn zoveel mensen die niet kunnen rekenen, de gevolgen van financiële zaken niet kunnen overzien. Hierdoor worden ze op allerlei fronten misbruikt, ook bij de aanschaf van financiële producten. Er wordt eerst gekeken naar de wensen, de invulling van de betaling komt op de tweede plaats. Dat
‘Met alle respect, ook de onafhankelijke adviseur is een verkoper die naar zijn eigen portemonnee kijkt’
is ook iets wat je in de leenreclames ziet gebeuren. Mensen zien iets moois en vragen zich niet af of ze dat kunnen betalen. Nee, ze vragen zich af of ze iemand kunnen vinden die hun wens kan financieren. Daar zit de crux. De emotie is belangrijker geworden dan de ratio. Mensen zouden zich eerst moeten afvragen welk bedrag ze kunnen uitgeven alvorens er iets moois wordt uitgezocht waarmee een emotie wordt opgebouwd.”
Adviseren met verstand Mager klantcontact Klein ziet wel problemen voor de adviseur die na het afsluiten van de producten, zijn klanten uit het oog is verloren. Enerzijds omdat de klant financieel niet meer interessant was, anderzijds omdat de beschikbare tijd opging aan het zoeken naar nieuwe prospects. Nu zal hem dat parten spelen, bijvoorbeeld in zijn geloofwaardigheid richting de klant. Klein heeft zelf ook zijn ervaringen op dit gebied: “Wij hebben twee jaar geleden dit huis gekocht. De finan-
Maar nu zegt een consument tegen zijn adviseur: ‘Ik wil dat huis en jij moet daar linksom of rechtsom een financiering voor regelen’. Zegt die adviseur eerlijk dat een financiering op gronden van de persoonlijke omstandigheden van de klant niet mogelijk is, dan is hij deze klant kwijt. Die reageert vanuit zijn emotie en wil hoe dan ook dat huis. Lukt het niet bij zijn adviseur, dan lukt het wel bij een ander. “Natuurlijk is dat een duivels dilemma, je moet toch aan het eind van de maand geld verdiend hebben om brood op de plank te krijgen. Een
nummer 11 - 4 juni 2009
11
I N T ER V I EW
adviseur moet in zo’n geval toch nee durven zeggen. En dat is in het verleden te weinig gebeurd. Op zichzelf ook niet vreemd, want toen kon het en werd het door iedereen als redelijk normaal gezien. Nu liggen de kaarten anders. De inzichten zijn veranderd, ook bij de consument. Het verstand moet terugkeren in de advisering. Want is het wel verstandig een tophypotheek te sluiten met een rentevasttermijn van vijftien jaar op basis van twee inkomens, waarbij de man van 22 en de vrouw van 21 allebei aangeven geen kinderwens te hebben?”
deel je daar zelf bij hebt. Schroom niet om je daarbij te meten met de grote namen. Leg uit wat je meer biedt dan een ING, Rabobank of ABN AMRO. Jij kent de klant, ziet de klant dagelijks lopen in het dorp en weet in het algemeen wat er in zijn privésfeer gebeurt. Dat is het onderscheidende vermogen van een adviseur die zijn klant kent en regelmatig contact met hem onderhoudt. Vertaal je producten en diensten naar een herkenbaar en concreet klantvoordeel en de klant is bereid meer te betalen dan bij die andere, afstandelijke aanbieder. What’s in it for me?”
Adviseur moet ondernemen
Ster van Succes
Denken in de lijn van de klant, dat is het motto wat de adviseur volgens de leer van Klein moet nastreven. Als ondernemer moet de adviseur vindingrijk genoeg zijn om klanten te
De Ster van Succes is een door Klein ontwikkeld model dat inzicht geeft door overzicht; over vakgebieden heen inzicht in het bedrijfsresultaat. Het stelt ondernemingen, dus ook financiële dienstverleners, in staat hun onderscheidend vermogen concreet te maken. Het overzicht laat zien waar verbeteringen kunnen worden doorgevoerd en maakt het mogelijk terug te zoeken wat de oorzaak van de (financiële) achterstand is. De Ster van Succes bestaat uit zes factoren (sterpunten), die bepalen of een onderneming voldoende onderscheidend vermogen heeft. Kloppen alle zes de factoren, dan kun je vaststellen wat de onderneming anders maakt ten opzichte van de concurrentie en waardoor klanten bereid zijn om bij dat bedrijf aan te kloppen en niet bij een ander.
‘De adviseurs vonden zichzelf betrouwbaar, hadden alle opleidingen gevolgd en jarenlange ervaring. Maar op de vraag ‘Wat heeft de klant aan dit alles?’ bleef het stil’
behouden en nieuwe klanten aan zich te binden. De tijd dat klanten bij de adviseur in de rij stonden om een product te sluiten, is voorbij. De consument is veranderd en kijkt veel meer naar zijn eigen belangen als een keuze gemaakt wordt. “De branche heeft jarenlang verdiend aan de hebzucht van de consument en van zichzelf. Maar de tijd dat het geld vanzelf binnen kwam rollen, dat je een klant nog nee kon verkopen, die tijd is echt voorbij. De branche moet weer ondernemen en dat betekent denken vanuit de klant. Voor de adviseurs die dat niet gewend zijn, zal dat eng klinken maar het is niet onmogelijk.” Ondernemen betekent ook financieel risico lopen. Daar zit volgens Klein een oplossing voor het beloningssysteem. Een klant die niet in staat is om de advieskosten in één keer te betalen, kun je een adviesabonnement aanbieden tegen een maandelijkse vergoeding. Daarmee is het niet anders dan vroeger, toen deze betaling in de vorm van provisie door de verzekeraar op de rekening-courant werd bijgeschreven en de klant die in de vorm van een premieopslag betaalde. “Maar het voordeel is dat de klant en niet de leverancier het advies betaalt, en daarmee is de verkoper vanuit de optiek van de klant ook echt zijn adviseur.”
What’s in it for me? De prijs die een klant voor een product wil betalen, wordt bepaald door verschillende factoren. Volgens Klein is de belangrijkste vraag die hierbij gesteld moet worden ‘What’s in it for me?’ “Een consument is best bereid meer te betalen voor een product als hij maar weet waarom hij dat dubbeltje meer moet uitgeven om het op termijn vanwege de duurzaamheid van het advies weer terug te verdienen. Laat je klant dus zien welk voordeel hij bij jullie samenwerking heeft en welk voor-
12
Model: Ster van Succes
Onderscheid Sterpunt één is Onderscheid. Wat maakt een bedrijf zo bijzonder dat de klant bereid is zijn geld daar uit te geven? Om hier achter te komen, moet de ondernemer nú echt bij zichzelf te rade gaan: - Kun jij gemakkelijk omschrijven wat het voordeel voor de klant is om met jou in zee te gaan? - Wat is de werkelijke reden van de klant om voor jouw bedrijf te kiezen? Onlangs heeft Klein met een accountmanager van een hypotheekverstrekker een aantal hypotheekadviseurs bezocht. Voor zijn lezingen wilde hij van de adviseurs weten wat er nu
nummer 11 - 4 juni 2009
INT ER VIEW
speelt in hun wereld. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat de adviseurs zelf heel goed weten waar ze goed in zijn, maar niet de vertaalslag kunnen maken naar hetgeen de klant echt nodig heeft. Klein: “De adviseurs vonden zichzelf betrouwbaar, hadden alle opleidingen gevolgd en jarenlange ervaring. Maar op de vraag ‘Wat heeft de klant aan dit alles?’ bleef het stil. En daarmee raak je de kern van het probleem. Zorg dat je het onderscheidende vermogen kunt omzetten in klantvoordeel.” Hij vervolgt: “Waarom komt de klant juist bij jou? Alleen om je blauwe ogen, je mooie stropdas of het moderne pand? Waarmee ben je voor die klant onderscheidend ten opzichte van die duizenden collega’s waaruit hij kan kiezen? De eenvoudigste manier om hier achter te komen, is door het aan de klant zelf te vragen. Hoe vaak per week bel je zelf een klant met de vraag: ‘Waarom heb je voor mij gekozen? Wat gaf de doorslag?’”
Marketing
onderscheidend vermogen. Ook moet de adviseur niet de verleiding aangaan om met zijn prijzen te stunten. “Concurreren op prijs heeft geen zin, dan kom je er aan het einde van de maand met je marge ook niet meer uit. Ook hier geldt weer: als je de klant kunt overtuigen van je toegevoegde waarde voor hem, dan is hij bereid voor jou te kiezen. Zet jezelf niet neer als marktkoopman.”
Ontwikkeling Sterpunt zes ten slotte is Ontwikkeling. Een ondernemer moet ook in slechte economische tijden blijven investeren en reserveren in het uitbouwen van zijn sterke punten. Welke marketing-‘P’ (Product, Prijs, Promotie, Personeel, Presentatie, Processen, Propositie) is voor verbetering vatbaar en hoeveel winstkansen zie je met bestaande/nieuwe producten en in bestaande/nieuwe markten? Sterke punten zijn het uitgangspunt voor blijvend trouwe klanten en haalt nieuwe klanten naar je toe. ■
Sterpunt twee is Marketing. Als duidelijk is wat je onderscheidend vermogen is, dan kun je dit gaan uitdragen. “Gebruik bijvoorbeeld je klanten als reclameobject”, licht Klein toe. “Laat hen vertellen waarom ze bij jou komen, wat jou volgens hen beter maakt dan die anderen in de markt. En zoek voor jezelf uit welke vormen van marketing het beste werken om klanten binnen te halen; telefonisch contact, reclame in een dagblad of in het lokale suffertje? Als je het niet weet, kun je ook niet sturen op verbetering!”
Alex Klein, Het Verzekeringsblad
Personeel Sterpunt drie is Personeel. Leeft het personeel ook naar de bijzonderheid die de ondernemer wil uitstralen? Ook hier kan de ondernemer zichzelf twee vragen stellen: - Hoe bedrijfsbetrokken is zijn personeel en hoe meet hij dat? - Levert zijn personeel meer waarde op dan het geld kost? Volgens Klein zijn er twee soorten ondernemers te onderscheiden. De één is ondernemer, de ander is het geworden. De eerste is ondernemer vanuit gevoel en passie, een bepaalde zendingsdrang die de ‘geworden’ ondernemer niet heeft. Medewerkers hebben die passie vaak minder of helemaal niet. Dat maakt volgens Klein het personeel tot een kwetsbare schakel tussen klant en bedrijf. “Een klant hoort het wanneer een medewerker met of zonder glimlach de telefoon opneemt. Een medewerker die er alleen zit om zijn salaris te verdienen, straalt dat uit naar de klant. Personeel bepaalt voor een belangrijk deel de uitstraling van een merk.”
Erkenning Sterpunt vier is Erkenning. De klant kent nu de toegevoegde waarde van de ondernemer voor hem. Maar wil hij daar ook extra voor betalen? Erkenning vertaalt zich ook in het aantal klanten dat jouw bedrijf bij nieuwe klanten aanbeveelt.
Financiën Sterpunt vijf is Financiën. De financiële branche heeft te maken met fors teruglopende inkomsten en hogere (toezicht) kosten. Volgens Klein moet de adviseur als ondernemer voorzichtig omgaan met het schrappen van kosten, hoe verleidelijk dat ook lijkt in minder goede tijden. Het schrappen in de kosten moet niet ten koste gaan van het opgebouwde
nummer 11 - 4 juni 2009
13
PFP
‘Vermogensadvisering heeft de toekomst’ Onder leiding van Het VB en op initiatief van het jubilerende Legal & General (25 jaar in Nederland) waren
waar het te hoge verwachtingen betreft en aanmoedigt waar nodeloos de kans op een goed rendement niet benut of onderschat wordt, meer dan welkom is.
zes concurrenten uit de wereld van vermogensbeheer een avond lang elkaars tafel- en gespreksgenoten. Een unieke gelegenheid om de consensus te zoeken en verschillen in aanpak en visie te duiden zonder dat deze ten nadele van de één en ten voordele van de ander moesten worden beslecht. Centraal in dit ‘rondetafelgesprek’ stonden de randvoorwaarden die gesteld kunnen worden aan en de deskundigheid die nodig is om tot goede vermogensadvisering te komen. En natuurlijk de
Deskundigheid Vurig pleitbezorger voor deskundige advisering is Arno Dolders (Legal & General). En ook nu pleitte hij er bij zijn tafelgenoten voor om gezamenlijk eraan bij te dragen dat het intermediair op het terrein van vermogensadvisering deskundig kan worden en blijven. “Ik ben bereid om daarin te investeren”, probeert Dolders die daarmee aan tafel echter niet direct mede-investeerders werft, ook al stemt iedereen in met de noodzaak ervan. De hand op de knip in deze dure tijd is de onuitgesproken reactie van de anderen. Of kwam de proefballon gewoon te vroeg?
vraag wie dit advies het beste kan geven. Een korte impressie van dit gesprek. Gaandeweg tekent zich aan tafel de consensus af over elementen van goede en klantgerichte advisering, nl. deskundigheid, transparantie en zorgvuldige advisering. Specifiek voor de markt van vermogensbeheer en daarbij behorende beleggingsadvisering geldt aanvullend dat een flinke injectie nuchterheid, die het welbegrepen sentiment bij de consument al naargelang het beleggingsklimaat tempert
Transparantie Met zijn Vlaamse achtergrond was Frederik Meheus (Black Rock) in de gelegenheid het Nederlandse spectrum van vermogensbeheerders een spiegel voor te houden: “Waarom praten jullie Hollanders altijd alleen maar over de kosten van het product en het advies. Ik denk dan: Ga gewoon aan het werk! Wees vooral transparant in wat je doet voor de klant. En adviseer discipline in spaargedrag. Gewoon elke maand opnieuw een bedrag opzij zetten. Dan krijg je vanzelf spreiding en ondervang je klappen.”
Zorgvuldig adviseren Jan Lodewijk Roebroek (Fortis) en Arthur van der Wal (ING) zetten allebei ‘life cycle’-producten in de markt. En zij zijn daarbij bepaald niet de enigen. Maar onderlinge verschillen tussen de producten van deze twee aanbieders in toepassing van het ‘life cycle’-principe zijn er wel degelijk. In contrast met deze twee aanbieders staat de opvatting van Dolders die vindt dat life cycle niet in het product zelf ingebakken moet zitten, maar juist door het advies vorm en inhoud dient te krijgen. “De adviseur werkt volgens de principes van life cycle zijn advies uit, maar hoeft daarbij in de productkeuze niet alleen aan ‘life cycle’-producten vast te zitten. Het is de adviseur zelf die zijn ervaring, deskundigheid en selectieve vermogen inbrengt om zo tot invulling van het ‘life cycle’-principe te komen.”
Heeft het vermogensadvies in Nederland toekomst? En zo ja, wie spelen hierin dan welke rol? En hoe ziet zo’n advies eruit? Gespreksgenoten van Het VB hierover waren (v.l.n.r.): Jan Lodewijk Roebroek, CEO Fortis Investments; Arthur van der Wal, managing director ING Investment Management; Frederik Meheus (zittend), managing director Black Rock IM (Benelux); Arno Dolders, algemeen directeur Legal & General; Volkert de Klerk, directeur SNS Bank Beleggingsfondsen; Frans Mahieu, managing director Kempen Capital Management; Chris Suiker, managing director Wholesale Distribution Robeco
14
Frans Mahieu (Kempen) trekt de lijn van het klantbelang dat in life cycle voorop staat, rigoureus door. De strikte toepassing van het ‘life cycle’-principe kan ertoe leiden dat beleggingshorizon en klantprofiel leidt tot een beleggingsmix, waarbij de klant – tegen alle marktsentimenten in – zwaar in aandelen moet beleggen. “Geen bezwaar”, vindt Mahieu, “als je werkelijk de belangen van de klant boven tafel hebt gekregen en als tussen klant en adviseur daarover eenstemmigheid is, kan je advies indruisen tegen wat de klant gevoelsmatig zelf zou kiezen.” Volgens hem tekent dat juist “de professionaliteit en deskundigheid van de adviseur die er niet voor terug moet deinzen om tegen het gevoel van de klant in, het beste advies te geven.” Een stelling waarmee hij zijn gesprekspartners aan tafel zichtbaar tot nadenken aanzet. Dat is wel erg bevoogdend? Of toch niet?
nummer 11 - 4 juni 2009
P FP
Onderbouwing Mahieu vindt weerklank, bijvoorbeeld bij Volkert de Klerk (SNS). Nog maar net in zijn nieuwe directiefunctie benoemd, geeft hij blijk van een nuchtere kijk op de markt die hij klaarblijkelijk liever met feiten en cijfers onderbouwt dan met sentimenten. Als enige van zijn tafelgenoten heeft hij ter voorbereiding op het gesprek een grafiek meegenomen, waarmee hij de waardes, hoogte- en dieptepunten van aandelenbeleggingen onderbouwt. En als het gesprek een actuele wending krijgt naar de zojuist door de AFM opgelaten en snel weer door de regering lekgeschoten proefballon over het aan banden leggen van tophypotheken, weet hij het issue met enkele kille cijfers tot zijn essentie terug te brengen: “de totale woningschuld in ons land bedraagt nog geen 33% van de waarde van de totale woningvoorraad. Dat is in andere Angelsaksische landen wel wat anders. De Klerk benadrukt eveneens dat transparantie in kosten en informatievoorziening volgens eenduidige en algemeen aanvaarde maatstaven, van belang is. Met diens pleidooi voor objectieve, meetbare feiten en cijfers, raakt De Klerk ook bij Chris Suiker (Robeco) een snaar, die stelt dat: “het faillissement van Lehman Brothers gezien kan worden als een beleidsfout, waardoor de economische situatie in het vierde kwartaal 2008 en het eerste kwartaal 2009 is verergerd.” De slotconclusie van het gesprek mag dan wellicht niet verrassend zijn, het belang ervan is er niet minder groot om. Aan de basis van een goed vermogensadvies staat een financieel plan dat uitgaat van de doelstellingen van de klant. Vervolgens bepalen de beleggingshorizon en het klantprofiel samen
het risicoprofiel, op basis waarvan het beleggingsmandje van de klant gevuld wordt. Periodiek dienen klantprofiel en beleggingshorizon te worden herijkt en moet een inschatting gemaakt worden of de geformuleerde doelstellingen nog haalbaar zijn. Deze ‘check & act’-cyclus noemen we life cycle. Een mooi concept, vindt iedereen, maar het hoeft niet per definitie volledig dichtgetimmerd te worden in een product om vervolgens als hét panacee voor alle vermogensvraagstukken gepresenteerd te worden. Wél is deskundigheid van de adviseur een noodzaak. Het gaat daarbij niet alleen om kennis, maar zeker ook om de juiste adviesvaardigheden, expertise en transparantie. Daarin kan het intermediair wat vermogensadvisering betreft in zijn algemeenheid nog een stap maken. Maar dan ligt er ook een mooi adviesterrein braak. Want, in alle onzekerheid zijn twee dingen ook tijdens dit gesprek nog eens duidelijk geworden: 1 Om inflatie en koopkracht het hoofd te bieden, biedt sparen op een renterekening gewoon te weinig soelaas. Met andere woorden: vermogensadvisering is noodzakelijk. 2 Particuliere vermogensvorming wordt steeds belangrijker omdat de overheid, linksom of rechtsom, de enorme investeringen die ze doet om in deze tijd van crisis de economie in de benen te houden en financiële instellingen te ondersteunen, terug moet verdienen. Dat gaan we merken op de toekomstige Rijksbegroting. Iedereen kan op zijn vingers natellen dat AOW en andere toekomstvoorzieningen dan niet per definitie ontzien worden. Zelf doen, en daar tijdig mee beginnen, is dus de boodschap. ■ Michiel Huisman
Renteplafond bij SNS
Dga-pensioenberekeningstool
De Spaarrekening Hypotheek van SNS kan nu ook in combinatie met de SNS Plafondrente gesloten worden. Met de hypotheek, gekoppeld aan een spaarrekening, claimt SNS zekerheid en flexibiliteit. Zekerheid omdat de klant een maandelijkse variabele rente betaalt en dus maandelijks van renteverlagingen kan profiteren met een vooraf afgesproken renteplafond (maximum), waardoor de rente nooit hoger kan worden dan vooraf is overeengekomen. De flexibiliteit zit vooral in de mogelijkheden van extra aflossingen; extra sparen en extra stortingen op de geblokkeerde spaarrekening. ■
Pensioenberekeningen, stamrechtberekeningen en de berekening voor fiscale lijfrenteaftrek zijn webbased mogelijk met Kluwer Pensioen Online. Het gaat om een nieuwe dga-pensioenberekeningstool voor pensioenadviseurs, accountants en fiscalisten.
WoonLife Hypotheek Vorige week introduceerde Welke Financiële Diensten haar nieuwe WoonLife Hypotheek. De hypotheek is ontwikkeld samen met MNF Bank. Kenmerkend aan de hypotheek is de mogelijkheid om verschillende aflosvormen aan het leningsdeel te koppelen. Bijvoorbeeld een bankspaarrekening. Verhoging van de hypotheek kan via een kredietfaciliteit die ook als ‘rentevakantie’ ingevuld kan worden. Dit betekent dat dan de rentelasten naar de toekomst verschuiven. De maandlasten zijn dan natuurlijk wel lager. ■
Behalve berekeningen, verschaft de tool ook modellen voor pensioen-, stamrecht en financieringsovereenkomsten. Voor de tool is geen aanschafprijs verschuldigd. De gebruiker betaalt 649 euro per jaar. De berekeningen zijn gebaseerd op de weliswaar weinig gebruikte fiscaal optimale premie/koopsommethode, maar de keuze daarvoor is weloverwogen gemaakt: “fiscaal gezien gaat het om de meest optimale rekenmethode”, aldus een van de pensioenspecialisten, David Bakker, die aan de wieg van het product stond. Meer weten over het product, de ondersteuning en opleidingsmogelijkheden? Kluwerpensioenonline.nl. ■
nummer 11 - 4 juni 2009
15
JU R I SP R U D ENTIE
Zorgplicht scholen bij pesten Pesten op school is een groot en hardnekkig probleem. Kinderen kunnen bikkelhard ten opzichte van elkaar zijn. Pesten kan ernstige psychische klachten voor de gepeste leerling met zich brengen. Sinds de jaren negentig wordt dit onderkend en wordt er veel aan gedaan om dit te verbeteren. En welke rol speelt de aansprakelijkheidsverzekeraar?
In 1994 hebben bijvoorbeeld alle scholen het Nationaal Onderwijsprotocol tegen Pesten toegestuurd gekregen. Dit zogenoemde pestprotocol biedt een plan van aanpak tegen pesten. Kenmerkend voor het pestprotocol is dat scholen hieraan zelf invulling geven. Het pestprotocol vraagt een actieve inzet van leraren, leerlingen, ouders en andere betrokkenen om een sociaal veilig klimaat te creëren op school.
De Commissie vond deze klacht gegrond. Hoewel de School aanvoerde dat geen pestgedrag is waargenomen en dat er regelmatig voorvallen waren tussen leerlingen, vond de Commissie dat niet aannemelijk was gemaakt dat de School voldoende heeft gedaan naar aanleiding van het gemelde pestgedrag. Ook zou onvoldoende onderzoek zijn gedaan naar de mate waarin het kind mogelijk gepest werd.
De meerderheid van de scholen heeft inmiddels als onderdeel van hun beleid ten aanzien van pesten een dergelijk pestprotocol opgesteld. Ondanks dit protocol zal het pesten als universeel verschijnsel nooit helemaal verdwijnen.
Ook de Inspectie voor het onderwijs heeft in een rapport van 2004 over deze School geconstateerd dat als er zaken spelen die vragen om een schoolgerichte aanpak en een duidelijke grote betrokkenheid van ouders, dat de School het wel eens laat afweten. Tevens heeft de Inspectie vastgesteld dat de School een pestprotocol heeft, maar dat kennelijk niet iedereen zich volledig aan de afspraken houdt en er zo langzamerhand weer ruimte is ontstaan voor ongewenst gedrag.
Aansprakelijkheid school Maatschappelijke veranderingen hebben ervoor gezorgd dat in sommige gevallen ouders van gepeste leerlingen of leerlingen die zelf zijn gepest, een schadeclaim indienen tegen scholen en schoolbesturen. Het enkel handhaven van een pestprotocol vrijwaart een school niet altijd voor eventuele aansprakelijkheid voor de schadelijke gevolgen van pesten. In de zaak die we vandaag bespreken, staat de vraag centraal of een school aansprakelijk is voor de schadelijke gevolgen van pesten die een leerling op die school heeft ondervonden.
Verzorgd door: mr. S.Y.Th. Meijer, advocaat bij Nauta Dutilh N.V.
De ouders van een jongen die is gepest door een medeleerling besloten in 2003 een aantal klachten in te dienen bij de Klachtencommissie voor het Katholieke Onderwijs (hierna: de Commissie) tegen de directeur en adjunct-directeur van de onder een stichting vallende school (hierna: de School). Een van deze klachten was dat de School niet adequaat heeft gereageerd op het pestgedrag dat hun zoon van een medeleerling heeft moeten ondervinden.
Advies om in de polisvoorwaarden op te nemen dat scholen verplicht zijn een actief beleid rondom pesten te voeren 16
Schadevergoeding Bij de kantonrechter vorderen de ouders vergoeding van gemaakte kosten van psychologische hulp en smartengeld. De ouders verwijten de School tekort te zijn geschoten in de nakoming van de uit de leerovereenkomst voortvloeiende verplichting een pestbeleid te hebben en te hanteren. Verder vinden ze dat de School onrechtmatig heeft gehandeld door onzorgvuldig te zijn geweest bij de aanpak van de bij hun zoon gerezen problemen gedurende de periode dat hij onderwijs volgde. De kantonrechter heeft echter de vorderingen afgewezen.
Het hoger beroep In hoger beroep achten de ouders het nalaten van de School het pestgedrag ten opzichte van hun zoon te signaleren onrechtmatig. Ook onrechtmatig zou zijn het afhouden van verzoeken van de ouders gezamenlijk actie te ondernemen of tot samenwerking met de kinderpsycholoog over te gaan. Ze verwijten de School te laat op professionele wijze de problematiek van het kind te hebben laten onderzoeken. De ouders achten de School aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade.
nummer 11 - 4 juni 2009
J URISPRUDEN T IE
In hoger beroep hebben de ouders toegelicht dat hun zoon lijdt aan een vorm van autisme en aan het syndroom van Gilles de la Tourette. Het hof meent dat de School niet kan worden verweten deze bijzondere kenmerken van het kind niet eerder te hebben onderkend. Ook heeft de School aangevoerd dat het kind zeer veel extra aandacht heeft gekregen. De School heeft zelfs besloten een School Video Interactie Training te houden. De ouders hebben echter verboden daarbij opnamen van het kind te maken. Het onderzoek is daardoor niet van de grond gekomen. De School heeft niet ontkend dat de zoon is geconfronteerd met pesten door een medeleerling. Na onderzoek op School is geconstateerd dat de problemen mede lagen in het gedrag van de zoon. Het ging hierbij om ongepast taalgebruik zoals schelden en vloeken, door de klas lopen, douches opendraaien voor de gymles etc. Ook vertoonde het kind zelf pestgedrag. Wanneer het kind daarop werd aangesproken zei hij dat hij van zijn vader mocht slaan en pesten. De ouders hebben dit onvoldoende weersproken.
school is niet al in beginsel aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door pesten door leerlingen van die school, alleen al op basis van het enkele feit dat dit pesten heeft plaatsgevonden. Een school kan wel een verwijt worden gemaakt als zij tekort is geschoten in het nemen van maatregelen die redelijkerwijze van haar kunnen worden gevergd ter voorkoming en bestrijding van dit pesten. Een schending van de zorgplicht kan bijvoorbeeld worden aangenomen als de school in haar algemeen beleid of op andere wijze geen of te weinig oog had voor een veilig schoolklimaat of indien de concrete situatie op de school aanleiding gaf tot het nemen van (specifieke) beleidsmaatregelen, die de school vervolgens heeft nagelaten. Nu in deze zaak is gebleken dat een pestbeleid in ontwikkeling was ten tijde van de gebeurtenissen en dit pestbeleid er inmiddels ook is en dat voldoende is gebleken dat de School aandacht heeft geschonken aan het kind, is de School niet aansprakelijk voor de schade die zou zijn geleden door het gepeste kind.
Pestbeleid ontwikkelen Naar het oordeel van het hof had het de voorkeur verdiend eerder een pestbeleid te ontwikkelen en heeft het wellicht geschort aan de communicatie met de ouders, maar dit betekent niet dat de School een zodanig relevant verwijt valt te maken dat zij toerekenbaar tekort is geschoten of onrechtmatig heeft gehandeld. Het gaat erom dat de School erop toeziet dat pesten zoveel mogelijk wordt voorkomen. Niet is gebleken dat de School in dit opzicht is tekortgeschoten of onrechtmatig heeft gehandeld. Uit een samenvatting van het onderzoek van de kinderpsycholoog blijkt dat het kind een kwetsbare jongen is bij wie weinig ‘eigenheid’ aanwezig is en die de indruk maakt in zijn overweging mee te nemen wat zijn ouders vinden. De School verwijst hiernaar en wijst in dit verband onweersproken erop dat het kind steeds negatiever gedrag op school begon te vertonen naarmate het conflict tussen de ouders en de School grotere vormen begon aan te nemen. Het hof komt tot de slotsom dat de School niet toerekenbaar tekort is geschoten en ook niet onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.
Bijzondere zorgplicht Op een school rust een bijzondere zorgplicht ten aanzien van de gezondheid en veiligheid van de leerlingen die aan haar zorg zijn toevertrouwd en onder haar toezicht staan. Een school heeft namelijk een bijzondere relatie met de leerlingen van die school.
Pestprotocol In de praktijk blijkt het – ook gezien eerdere rechtspraak – nog niet heel eenvoudig te zijn om een school veroordeeld te krijgen voor de gevolgen van pesten. Een aandachtspunt voor scholen is wel dat zij moeten aantonen voldoende inspanning te hebben geleverd ten aanzien van het voorkomen en bestrijden van pesten. Dit kan bijvoorbeeld door het instellen van een Pestprotocol. Hiermee kan de school aantonen een beleid te voeren ten aanzien van pesten. Een school moet dan vervolgens wel bij het signaleren van pesten handelen in overeenstemming met het Pestprotocol, anders ligt aansprakelijkheid voor de daaruit voortvloeiende schade wel weer voor de hand.
Claims voorkomen Aansprakelijkheidsverzekeraars van scholen kunnen gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en de toegenomen claimcultuur, vaker geconfronteerd worden met claims van ouders vanwege door hun kinderen als gevolg van pesten op school geleden schade. Aan te raden is om in de polisvoorwaarden op te nemen dat scholen verplicht zijn een actief beleid rondom pesten te voeren om eventuele toekomstige torenhoge claims – bijvoorbeeld als gevolg van een gemiste carrière – in te dammen. ■
De bijzondere zorgplicht houdt in dat een school alle inspanningen moet verrichten die redelijkerwijze van haar kunnen worden gevergd om een veilig schoolklimaat te bieden. Bij de beoordeling of een school aansprakelijk is voor de schadelijke gevolgen van pesten op die school, wordt gekeken of de school deze bijzondere zorgplicht heeft geschonden. Het hof heeft in deze zaak geoordeeld dat de school in dit geval deze bijzondere zorgplicht niet heeft geschonden. Een
nummer 11 - 4 juni 2009
17
ON D ER N EM ER S CHA P
Paul Jansen (EBC Nederland):
‘Het is ons ding om alle klanten een onafhankelijk en objectief advies te geven’ “Geluk betekent voor mij; beleef het Leven met Leren, Liefde en Lol. Leren, omdat wij ons persoonlijk continu moeten ontwikkelen in het belang van klant, organisatie en onszelf. Liefde: voor het vak, voor je klanten en je omgeving. En de lol, om de mooie momenten in het leven te kunnen delen met anderen. Zowel privé als zakelijk, ook en vooral in ons adviesvak. Het is niet meer voldoende om je bestaande klanten alleen een goede service te bieden. Kennis, kunde en vaardigheden dienen ingebed te zijn in je bedrijfsvoering. Dat vraagt naast ondernemerschap om visie.” Die eigenschappen verenigt Paul Jansen ontegenzeggelijk in zich.
In 2001 startte hij samen met zijn compagnons Kees Swinkels en Marcel van Leeuwen het bedrijf EBC Nederland vanuit de visie om toegevoegde waarde te creëren aan financiële dienstverlening in de lijn werkgever-werknemer-privé. “De basisgedachte bestaat uit het geven van transparante, heldere adviezen die afgestemd zijn op de daadwerkelijke klantbehoefte. Dat is het begin waarmee je kunt bouwen aan langdurige klantrelaties.” In een tijd waarin het economisch klimaat niet gunstig leek om een onderneming op het gebied van employee benefits en personal finance te starten, bleek dit de sleutel tot succes. De ‘EBhype’ was danig getaand en de zakelijke markt was verzadigd. “Het viel me op, dat in die wereld een grote mate van ontevredenheid heerste. Klanten waren niet gelukkig met de diensten en producten die aangeboden werden en het intermediair kreeg geen beloning naar waarde. De adviseurs die zich meer als verkopers gedroegen, ontvingen een bovenmatige provisie. De adviseurs die wel een oprechte dienst verleenden, bleken zoveel arbeidsintensieve uren in hun klanten te steken, dat de hoogte van de provisie daar ontoereikend voor was. De kracht van ons lag destijds in het besluit om niet naar klanten te gaan om direct producten te verkopen, maar om eerst eens te luisteren en diensten daarop af te stemmen. Dit was nieuw voor ons vakgebied en in onze branche. Mijn vraag was: ‘Wat wil je dat wij voor je uit handen nemen?’ We werken nog altijd vanuit die gedachte. Aan de hand van de klantwensen maken wij een inschatting van het aantal uren en afspraken over de beheerwerkzaamheden. Die vertalen wij vervolgens in een aantal tariefuren. Dat bedrag zetten wij tegenover de provisie. Hierbij gaat het ons niet om het model, maar om voor de klant het totale kosten- en opbrengstenplaatje inzichtelijk te maken. Vervolgens sluiten wij contracten met een looptijd van drie tot vijf jaar, omdat we
18
in langdurige relaties geloven in plaats van vluchtige klantcontacten. Die contracten kun je zien als voorlopers van de huidige, verplichte dienstverleningsdocumenten.”
Provisie is betalingsvorm Het moet een hele toer geweest zijn om in die tijd openheid van provisie te kunnen geven. “De branche was er nog niet klaar voor”, beaamt Jansen. “Verzekeraars stonden niet te popelen om nettopremies prijs te geven. Maar wij merkten dat de klanten ons zagen als hun adviseurs en niet als een verlengstuk van de maatschappijen. Hun vraag beperkte zich niet tot een productoplossing. Zij hadden behoefte aan professionele dienstverlening op het terrein van employee benefits en pensioenen. HRM’ers hebben in de eerste plaats behoefte aan kennis en kunde en willen die op een echt objectieve manier ontvangen. Daar hebben ze graag geld voor over. Dat levert ons op de korte termijn winst op, maar wel met een langetermijnwaarde.” Jansen houdt van motto’s – “Ik vind het geweldig om mensen te inspireren en dat kan het beste door kernachtig je gedachten uit te leggen waardoor je doordringt in iemands belevingswereld” – en spreekt van het ‘ABC van EBC Nederland’. “Dat staat voor Advies, Beheer en Communicatie van pensioen- en zorgvoorzieningen voor werkgevers en werknemers, die op maat zijn afgestemd op hun organisatie- en medewerkersdoelstellingen. Wij geloven heilig in adviseurs die de problemen van de klant wegnemen. Een oplossing kan zijn het aanbieden van een product of het verlenen van diensten. Vaak gaat het om een combinatie. Dan is het ook vanzelfsprekend dat je die dienstverlening vertaalt in een honorarium en dat ontvang je deels in de vorm van een fee en deels in de vorm van provisie. Provisie is in die redenering een betalingsvorm en geen beloningsvorm.”
Persoonlijk jaarverslag “Eigenlijk is het wel raar”, bedacht Jansen zich, “dat we bezig zijn met het regelen van pensioenen en employee benefits voor medewerkers van wie we de persoonlijke situatie niet kennen. En dat terwijl alle collectieve en persoonlijke financiële producten voor hen als communicerende vaten werken.” Je kunt daarvoor allerlei ingewikkelde constructies bedenken, maar dat is precies wat EBC Nederland niet wilde. “Het enige wat iemand wil weten over zijn financiële situatie is welk bedrag hij netto kan besteden, nu en in de toekomst, rekening houdend met een aantal scenario’s. ‘Wat blijft er over als ik met pensioen ga, arbeidsongeschikt raak, eerder stop met werken, overlijd?’, dat zijn de vragen waarop mensen een antwoord willen hebben. Wij geloven niet zozeer dat een klant uit is op een zo groot mogelijk vermogen. Het gaat hem erom dat hij lekker kan leven en daaraan moet geld
nummer 11 - 4 juni 2009
ONDERNEM ERSC H A P
dienstbaar zijn. Als je te weinig financiële armslag hebt, is dat heel vervelend, maar teveel is ook weer niet nodig. Niemand verheugt zich erop met een banksaldo van drie miljoen het graf in te gaan.” Vanuit die gedachte ontwikkelde EBC Nederland de ‘Financiële Foto’, nu bekend als ‘Persoonlijk Jaarverslag’. “Werknemers kunnen pas goede keuzes maken, als ze volledig inzicht hebben in hun persoonlijke financiële situatie. Die mogelijkheid bieden we op een volslagen objectieve manier en zonder daaraan enig advies te hangen. We laten het netto besteedbaar inkomen zien op diverse momenten en praten niet over producten. Kijk, wij vinden financiële dienstverlening als vak ontzettend leuk, maar klanten delen dat enthousiasme echt niet. Wel kun je hen ervan overtuigen dat financieel bewustzijn financiële rust biedt. Dat bereik je door de klant inzicht in de eigen situatie te geven en dat vooral op een transparante manier, waardoor hij voelt dat hij een eerlijke relatie met zijn adviseur opbouwt.”
Daarmee geven jullie wel een unique selling point uit handen met het risico dat mogelijke prospects bij een andere adviseur terechtkomen. “Mogen we niet ook een beetje ideëel denken, in het belang van de hele bedrijfstak?”, luidt zijn wedervraag. “Uiteindelijk is het ons ding om alle klanten, bedrijven en particulieren, een onafhankelijk en objectief advies te geven. Als die gedachte in de branche gaat overheersen, hebben we aan iets moois kunnen meewerken en iedereen wil uiteindelijk toch iets moois bereikt hebben? Laten we niet vergeten dat we ooit met z’n allen begonnen zijn met het slijten van producten op basis van angst. Nu zijn we in staat de klanten te vertellen dat ze het geld beter in hun zak kunnen houden, als ze een bepaalde voorziening niet nodig blijken te hebben.” ■ Jan Aikens
Het Persoonlijk Jaarverslag is niet alleen weggelegd voor de meer welgestelden. “Wij bedienen zowel de kantinemedewerker als de leden van de raden van bestuur. De gemiddelde prijs van het jaarverslag ligt rond de 750 euro en dat bedrag verrekenen we, mochten we tot productverkoop komen.”
Voorbeeld van excellente advisering Het AFM-rapport over hypotheekadvisering dat in 2007 verscheen en voor veel ophef zorgde, toonde ook de positieve kanten van de bedrijfstak. De toezichthouder noemde het Persoonlijk Jaarverslag ‘een aansprekend voorbeeld van een heldere en begrijpelijke presentatie van een inventarisatie van de financiële uitgangspositie. De heldere, grafische ondersteuning en het toegankelijk Nederlands helpen de consument zijn financiële positie in te zien en zijn wensen af te stemmen. Een dergelijk overzicht is naast toegankelijk ook behoorlijk efficiënt dankzij de standaardisatie: in relatief korte tijd kunnen alle relevant financiële gegevens worden ingevoerd, waarna het softwaresysteem de Financiële Foto genereert. Dit biedt een uitstekende basis voor een integraal financieel plan.’ “Natuurlijk waren we blij en trots met dit oordeel van de AFM. Daarnaast heeft het systeem ook een functie voor onze eigen organisatie. Het borgt namelijk de hoge eisen die wij aan onze dienstverlening stellen, doordat je een compleet beeld hebt van je klant en zodoende ook een goede zorgplicht uit kan oefenen. Het is eigenlijk een volledig klant- en risicoprofiel. De adviestool is als het ware volledig ingebed in het bedrijfsproces en onze strategie.” De lof van de AFM is bij collega’s niet onopgemerkt gebleven. “We kregen daar zoveel vragen over dat we besloten hebben een nieuw bedrijf in het leven roepen, Financieel Life Support, dat het Persoonlijk Jaarverslag beschikbaar stelt aan collega-adviseurs. Via dit instrument kunnen we de mogelijkheid bieden de bedrijfsvoering binnen de branche op een hoger plan te tillen. Dat lukt overigens alleen”, waarschuwt Jansen, “wanneer de software een onlosmakelijk onderdeel wordt van het bedrijfsproces en dat betekent concreet dat de adviseur wel beschikt over voldoende kennis, kunde en vaardigheden om de gegevens goed in te voeren en de uitkomsten naar waarde weet in te schatten.”
Paul Jansen (43, getrouwd en een zoon) bouwde EBC Nederland ‘van scratch’ op tot het huidige bedrijf, dat bestaat uit een team van ruim dertig hooggekwalificeerde professionals. Dankzij zijn inzicht in de markt en vooral in de wensen van de klant wist hij met zijn aanstekelijk enthousiasme een bedrijf met een geheel eigen strategie neer te zetten. Begrippen als ‘de klant centraal’, transparantie, klantprofiel en reconstrueerbaarheid bracht hij al in 2001 in de praktijk, een moment overigens waarop dit alles nog geen gemeengoed was. Nu oogst hij waardering voor zijn visie. Van de ruim 200 zakelijke relaties, die 600 directieleden en 28.000 werknemers vertegenwoordigen, en van de branche en ook openlijk van de AFM. Zijn vrije tijd besteedt hij voor een belangrijk deel aan reizen. “Ik vind het geweldig interessant om te zien hoe andere mensen leven.” Op dit moment bereidt hij een reis voor naar de Noordpool. Wat ligt er verder nog in het verschiet? “Nog heel wat, maar in elk geval vind ik het heel spannend wie de Verzekeringsaward wint in de categorie Adviesorganisatie van het Jaar, waarvoor we genomineerd zijn.”
nummer 11 - 4 juni 2009
19
M A R KTO N D ER ZO E K
Online winkelmandje bevat meer polissen dan boodschappen De digitalisering van onze leefwereld neemt steeds verder toe. Consumenten shoppen steeds gemakkelijker via de computer en het soort aankopen wordt ook steeds diverser. Het vertrouwen in internet neemt daarbij steeds verder toe. Opvallend is daarbij dat er duidelijke verschillen zijn in de mate waarin consumenten verschillende productgroepen via internet willen aanschaffen. De polis drukt hierbij bijvoorbeeld de krop sla uit het online winkelmandje. Op het werk, maar ook thuis maakt een overgrote meerderheid van de Nederlanders gebruik van internet. Breedbandinternet is inmiddels een standaardfaciliteit voor vrijwel alle Nederlanders. Ruim 90% heeft toegang tot internet, zo blijkt uit gegevens van het CBS, waarbij consumenten ook steeds meer de beschikking hebben over de snelle internetvarianten (ADSL of kabel). Het gebruik van kabel zit in de lift ten opzichte van het gebruik van ADSL, hoewel ADSL momenteel nog steeds het meest gebruikte type internetverbinding is.
Gebruik van internet Consumenten gebruiken internet voor zeer diverse zaken. Vrijwel iedereen gebruikt internet om te e-mailen, opvallend is ook de populariteit van internetbankieren: 90% van degenen die het voorbije jaar een polis hebben afgesloten, geeft aan te internetbankieren. Hiermee wordt door deze doelgroep meer via internet gebankierd dan dat er informatie wordt gezocht of wordt gesurft. Grafiek 1. Toepassing internet
Ook in de financiële wereld neemt het gebruik van internet sterk toe. Voor een belangrijk deel gaat het om de voorfase van het verkooptraject, mensen oriënteren zich steeds meer op financiële producten, voordat het product daadwerkelijk aangeschaft wordt. Met name de meer eenvoudige producten worden steeds vaker via internet aangeschaft, waarbij het niet langer louter schadepolissen zijn die online worden gesloten. Ook bijvoorbeeld risico- en lijfrenteverzekeringen worden vaker via internet gevonden. De impact van deze ontwikkelingen op de financiële markt wordt steeds duidelijker. Deze ontwikkelingen zijn voor GfK aanleiding geweest tot het uitvoeren van het onderzoek ‘E-Insurance Consument’. Dit onderzoek biedt verzekeringsmaatschappijen handvatten hoe om te gaan met alle ontwikkelingen op het gebied van online verzekeren. Voor dit onderzoek zijn bijna 2700 respondenten ondervraagd die in de afgelopen twaalf maanden een financieel product hebben afgesloten.
97
E-mailen 90
Online bankzaken regelen 78
Zoeken van informatie t.b.v. vrije tijd
78
Surfen (in het algemeen) 72
Doen van aankopen 64
In de gaten houden van het nieuws 57
Zoeken van informatie t.b.v. studie en/of werk 50
Zoeken van informatie over financiële producten en diensten
48
Sociale netwerksites (Hyves, Facebook, Linked-in) 43
Downloaden (bijv. films, muziek) 39
Chatten/MSN
39
Online spellen 17
Discussiëren met mensen via forums etc.
22
Andere zaken 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Informatie zoeken over financiële producten en diensten staat met 50% binnen de top 10 van zaken die mensen online doen. Hiermee worden financiële zaken door meer mensen online gedaan dan bijvoorbeeld het bijhouden van een sociale netwerksite of het spelen van online spellen; een opvallende uitkomst. Vrijwel iedereen die de afgelopen twaalf maanden een financieel product heeft aangeschaft, doet aankopen via internet (78%). In enkele jaren is het kopen van producten via internet aantoonbaar gebruikelijk geworden. De laatst gedane aankoop wordt met een gemiddelde rapportcijfer van 8,1 gewaardeerd; dit impliceert dat consumenten over het algemeen zeer tevreden zijn over de aankopen via internet. De kans op herhalingsaankopen zal dan ook groot zijn. Wat kopen consumenten dan allemaal online? De top 3 van producten die de laatste twaalf maanden zijn aangeschaft, bestaat uit vakanties (denk aan o.a. Sunweb.nl, Vaya.nl, etc.), boeken/tijdschriften (bijv. bol.com) en kleding/schoenen (via sites van kledingketens). Kijkend naar de verschillen in productsoorten, valt op dat internet voor de aankoop van zeer diverse producten wordt ingezet.
Eric Landwaart (l.) en Michel van der List
20
Sieraden en juwelen, levensmiddelen en geneesmiddelen worden het minst vaak aangeschaft via internet. Dit beeld is duidelijk terug te zien in grafiek 2. Wanneer consumenten gevraagd
nummer 11 - 4 juni 2009
M ARK CO-ASSURA TONDER ZNOTEK IE
Grafiek 2. Aanschaf producten via internet afgelopen 12 maanden
Onderzoek naar E-insurance 53
Vakanties/het boeken van reizen 51
Boeken en tijdschriften 45
Kleding/schoenen Tickets/kaarten voor concerten, theater e.d.
42
Beeld en geluid (cd's, dvd's, mp3's)
42 30
Foto's 25
Telecommunicatie-apparatuur/computer 21
Huishoudelijke apparatuur 19
Financiële producten en diensten 16
Amusement/spellen 12
Foto- en filmapparatuur Geneesmiddelen
6
Levensmiddelen
5 5
Sieraden en juwelen 0
10
20
30
40
50
60
Grafiek 3. Producten die per definitie niet via internet worden gekocht 67
Geneesmiddelen
Naast het consumentenonderzoek wordt momenteel ook een intermediaironderzoek uitgevoerd. Hierbij wordt dieper ingegaan op zaken waar het intermediair zich mee bezig kan houden om up-todate te blijven en zich staande kan houden in het digitale tijdperk. Geïnteresseerd in één of beide onderzoeken?
[email protected].
58
Sieraden en juwelen
57
Levensmiddelen 30
Financiële producten en diensten 27
Kleding/schoenen 25
Foto- en filmapparatuur
24
Telecommunicatie-apparatuur/computer
24
Huishoudelijke apparatuur 16
Amusement/spellen Beeld en geluid (cd's, dvd's, mp3's)
12
Foto's
12
Vakanties/het boeken van reizen
7
Tickets/kaarten voor concerten, theater e.d.
7
Het E-insurance onderzoek van GfK biedt meerdere inzichten op het gebied van online oriëntatie, afsluiten en wensen en behoeften. Het onderzoek bestaat uit een consumentenonderdeel waarin wordt ingezoomd op wat zij op financieel gebied doen via internet en wat hun toekomstverwachtingen zijn. In interviews met consumenten is ingegaan op alle zaken die spelen op het gebied oriëntatie, afsluiten, online mogelijkheden en toekomstperspectieven. In een kwantitatief vervolg zijn de verkregen inzichten op basis van deze gesprekken onder een groot aantal personen gestaafd, zodat duidelijke conclusies getrokken kunnen worden.
7
Boeken en tijdschriften 0
10
20
30
40
wordt welke producten ze per definitie niet via internet zouden aankopen (zie grafiek 3), is hetzelfde lijstje te zien. Twee op de drie consumenten geeft aan dat ze absoluut niet van plan zijn geneesmiddelen via internet aan te schaffen. Op de tweede en derde plaats volgen sieraden en levensmiddelen als aankopen die per definitie niet via internet aangeschaft gaan worden. Op grote afstand staan financiële producten en diensten op de vierde plaats; voor 30% van de Nederlanders is het aanschaffen van financiële producten via internet nog een brug te ver. Als belangrijkste reden om producten niet via internet aan te schaffen, wordt het niet kunnen passen of aanraken genoemd, maar deze reden heeft vanzelfsprekend niets te maken met financiële producten. Belangrijkste reden voor de terughoudendheid van het online aanschaffen van financiële producten, is het gebrek aan veiligheid. Let wel, dit is dus niet de belangrijkste drempel om aankopen via internet te doen, waar in het verleden juist deze veiligheid nog drempels opwierp voor online aankopen.
Online afsluiten van financiële producten Van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder die de afgelopen twaalf maanden een financieel product heeft aangeschaft, heeft ongeveer een kwart dit via internet gedaan. De meeste van deze financiële producten worden direct bij de verzekeraar afgesloten: 59% sluit het product af via de website van een verzekeraar. Ondanks dat vergelijkingssites zeer populair zijn voor het vergelijken van verzekeringen, sluit uiteindelijk maar 16% de verzekering af via een vergelijkingssite. Ruim één op de tien sluit een product af via de site van een
50
60
70
80
bank; het gaat hier met name om hypotheken, leningen en levensverzekeringen.
Internet en het intermediair De website van een intermediair is niet populair om een verzekering af te sluiten, slechts 6% gebruikt deze site om een product te sluiten. Enerzijds is het in de huidige tijd een flinke uitdaging om de samenleving te overtuigen van het nut van een adviseur. Anderzijds zijn ook niet alle intermediairs online voldoende actief om goed te concurreren met het directe kanaal én de scherp uitziende en steeds verder geoptimaliseerde vergelijkingssites. Wanneer de consument zich steeds meer richt op online vergelijken plus afsluiten en hierbij de traditionele adviseur uit het oog verliest, wordt het nog moeilijker om het hoofd boven water te houden. Een lichtpuntje is dat consumenten tijdens oriëntatie veelvuldig gebruikmaken van vergelijkingssites en dat producten ook daadwerkelijk via deze sites worden afgesloten. Bovendien is de consument ook via internet op zoek naar advies omtrent verzekeringsproducten. Voor de adviseur is het belangrijk om bestaande klanten te wijzen op digitale mogelijkheden voor zover hij die reeds aanbiedt, zoals het vergelijken van producten en het bieden van online advies. Anderzijds zal er door de intermediairs die internet nog steeds als een medium zien dat afbreuk doet aan hun traditionele adviespraktijk, goed in de spiegel gekeken moeten worden. De online vaart der volkeren is niet meer te stoppen, daar niet in meegaan, zet de individuele assurantieadviseur op termijn buitenspel. Joris van Dongen, Michel van der List en Eric Landwaart
nummer 11 - 4 juni 2009
21
ZO R G & I N KOME N
UVIT laat fusievoortgang onderzoeken Op zijn voor intern gebruik bedoelde weblog schrijft Edwin Velzel, voorzitter raad van bestuur UVIT, dat de Boston Consulting Group is gevraagd onderzoek te doen naar de voortgang van het fusietraject. Met de uitkomsten wil het bestuur een zorgvuldige afweging maken van de toekomstige stappen in het proces, en zal gekeken worden of de uitgangspunten voor de fusie nog steeds kloppen met de huidige situatie. Univé en VGZ-IZA-Trias zijn per 1 januari 2007 formeel gaan samenwerken. Hierdoor ontstond destijds een bedrijf met bijna 5 miljoen verzekerden, waarvan ruim 4,2 miljoen zorgverzekerden. Een woordvoerder laat weten dat deze stap in het fusietraject zeker niet moet worden gezien als een poging tot het afblazen van de fusie, zoals hier en daar is gesuggereerd. “In een fusietraject van dit formaat is een dergelijk tussentijds onderzoek naar de voortgang van de integratie een hele gewone en gebruikelijke stap. Het is belangrijk om te weten of we nog op de juiste koers zitten en/of een lichte wijziging daarvan nodig is.” Vakbond de Unie heeft de gesprekken met UVIT over de voortgang van de cao-onderhandelingen door deze ontwikkeling voor de tweede keer opgeschort. Afgesproken is om in juni 2009 nogmaals bij elkaar te komen en te beoordelen hoe verder moet worden gegaan met het cao-overleg. De vakbond sluit niet uit dat een eventueel door het UVIT-bestuur te nemen nieuwe beslissing over de koers voor de volgende stappen in het veranderingsproces van belang kunnen zijn voor het overleg over de bedrijfs-cao. ■
AOV’ers vergrijzen Mensen met een arbeidsongeschiktheidsverzekering worden steeds ouder. De gemiddelde leeftijd van mensen met een AOV lag de afgelopen jaren rond de 41, maar is intussen gestegen naar 42 jaar, terwijl het aandeel ‘jonge’ verzekerden daalt. Dit blijkt uit cijfers van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS). Het CVS verzamelt en analyseert jaarlijks de portefeuille van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Het merendeel van de verzekerden (79 procent) heeft zich zowel voor rubriek A (het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid) als voor rubriek B (de daaropvolgende jaren) verzekerd. Zo’n achttien procent had zich vorig jaar niet verzekerd voor rubriek A en slechts drie procent had geen dekking voor rubriek B. De mensen zonder A-dekking komen vooral voor in de beroepsklassen met het laagste risico op arbeidsongeschiktheid. ■
PNO zoekt partner De onderlinge waarborgmaatschappij PNO Ziektekosten onderzoekt de mogelijkheid om tot een samenwerking met een andere zorgverzekeraar te komen. PNO Ziektekosten verzorgt de collectieve ziektekostenregeling voor iedereen die werkzaam is in de bedrijfstak media. Volgens directievoorzitter Leo Witkamp is het bedrijf nu nog een aantrekkelijke partner. De maatschappij staat er financieel goed voor en ook het aantal verzekerden is nog steeds groeiende; in 2008 met 4,3 procent tot 23.969.
Stijging uitvoeringskosten
Heksenjacht op onverzekerden De ministerraad heeft op voorstel van minister Klink van VWS ingestemd met een wetsvoorstel om het aantal onverzekerden terug te dringen. Het wetsvoorstel ‘Opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering’ bevat maatregelen om mensen te achterhalen die ondanks hun verzekeringsplicht geen zorgverzekering hebben. Volgens het wetsvoorstel krijgen onverzekerden die zijn achterhaald eerst een brief van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Daarin worden ze aangespoord een zorgverzekering af te sluiten. Laten zij dit na, dan krijgen ze een boete. Als na een nieuwe bestandsvergelijking blijkt dat de betrokkene nog steeds niet verzekerd is, dan wordt voor de tweede keer een boete opgelegd. Degenen die na twee boetes nog altijd onverzekerd blijken, zal het CVZ ambtshalve verzekeren bij een zorgverzekeraar. Zij zijn dan een jaar lang een bestuursrechtelijke premie verschuldigd ter hoogte van de standaardpremie. Deze wordt zo mogelijk via bronheffing geïnd. ■
22
Witkamp: “Maar als je de ontwikkelingen in de zorgmarkt nader beschouwt, ontstaat er voor de nabije toekomst een minder rooskleurig beeld. Er is sprake van verder stijgende toezichtsdruk en verzwaring van administratieve lasten als gevolg van de Zorgverzekeringswet en de toekomstige uitvoering van de AWBZ. Als we nu niet handelen, leidt dit tot een stijging van de uitvoeringskosten, waar onze verzekerden straks de dupe van worden.” PNO zoekt een zorgverzekeraar die service hoog in het vaandel heeft staan en waarmee op meerdere gebieden schaalvoordelen te behalen zijn. ■
Videodagboeken NN-campagne De arbeidsongeschikte ondernemers Linda Roosloot, Riny van Abel en Roger Ruhulessin gaan in een videodagboek op Eenidealewereld.nl vertellen hoe hun re-integratie verloopt. Het dagboek maakt onderdeel uit van de Nationale-Nederlandencampagne ‘Een ideale wereld’. Hierin vraagt de maatschappij aandacht voor het belang van financiële bescherming en reintegratie bij arbeidsongeschiktheid voor ondernemers. ■
nummer 11 - 4 juni 2009
M ET NAM E( N )
Vertrek De Grave bij DSB Frank de Grave – heeft nu al zijn functie als CFO bij DSB Bank neergelegd. De raad van bestuur en De Grave hebben hiertoe in goed overleg besloten. Er zou sprake zijn van “onvoldoende match” in de persoonlijke verhoudingen binnen de raad van bestuur. De Grave trad toe tot DSB Bank per 15 maart 2009 als opvolger van Gerrit Zalm die de bankencombinatie ABN AMRO/Fortis in opdracht van minister Wouter Bos zou gaan leiden. De Grave was eerder werkzaam als voorzitter van de raad van bestuur van NZA en daarvoor genoot hij landelijke bekendheid, o.a. als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister van Defensie.
Uitbreiding Yarden Klaas de Boer – is aangesteld als directeur Financiën en Informatiemanagement bij Yarden. Met zijn benoeming is het directieteam van Yarden weer compleet en bestaat de directie nu uit: Peter van Wageningen (directievoorzitter), Jan Willem van Holst (directeur Verzekeringen), Sabrina Franken (directeur Uitvaartverzorging) en Klaas de Boer (directeur Financiën en Informatiemanagement). De Boer was eerder werkzaam bij Friesland Bank en Achmea Sociale Zekerheid.
Directeur Pensioen NN benoemd David Knibbe – is benoemd tot directeur Pensioen van Nationale-Nederlanden. Knibbe is nu directeur Intermediair Leven & Pensioen bij Nationale-Nederlanden. Hij volgt directeur Corporate Pensioen Frits van Bruggen op die zijn carrière buiten ING voortzet. Knibbe is eveneens voorzitter van de raad van commissarissen van pensioenuitvoerder AZL neemt zitting in de raad van commissarissen van “De Hoop” en in de Partner Council van Netspar.
Directiebenoeming Delta Lloyd Edwin Grutterink – is benoemd tot directeur Group HRM. Hij volgt hiermee Ben Sinnige op die besloten heeft het bedrijf na een dienstverband van ruim twaalf jaar te verlaten. Momenteel is Grutterink actief als directeur Operations Schade & Tussenpersoon bij ABN AMRO Verzekeringen, een functie die hij al vijftien jaar vervult.
Vertrek Beumer bij ASR Rob Beumer – neemt na een dienstverband van ruim 25 jaar afscheid van ASR als directeur Financieel Intermediair Beheer. Hij gaat zich toeleggen op adviesfuncties buiten ASR. Beumer was in het verleden werkzaam bij de politie en ging vervolgens aan de slag bij Amev. Er is nog geen opvolger benoemd.
Diana Monissen naar De Friesland Diana Monissen – verruilt haar baan als directeur-generaal curatieve zorg bij het ministerie van VWS voor een functie als voorzitter van de raad van bestuur van De Friesland Zorgverzekeraar. Zij keert daarmee – na een jaar van afwezigheid – terug naar in de zorgverzekeringsbranche. Eerder was Monissen werkzaam bij o.a. Agis en Amicon. Monissen geeft aan zich in die omgeving beter thuis te voelen dan in de politiek-bestuurlijke omgeving. Haar taak bij het ministerie wordt tijdelijk waargenomen door de plaatsvervangend directeur-generaal Arnold Moerkamp. Monissen volgt Hans Feenstra op die de overstap maakte naar het Martini Ziekenhuis Groningen.
Van Olphen voorzitter Ecofin Gerard van Olphen – is benoemd tot voorzitter van de Economics and Finance Committee (Ecofin) van de CEA (de Europese koepelorganisatie van de verzekeringsindustrie). Van Olphen, in het dagelijkse leven chief financial officer van Eureko is daarmee de opvolger van Jos Streppel. Streppel legde zijn functie neer in verband met pensionering. Eerder trad Streppel al terug als CFO van AEGON.
Vertrek Hans Groot bij Cunningham
DAS benoemt CFO
Hans Groot – de vorig jaar aangetreden CEO van Cunningham Lindsey vertrekt per 1 juli 2009. Door een vernieuwde opzet van de internationale structuur zullen een aantal landen, waaronder Nederland en Frankrijk rechtstreeks rapporteren aan de Global Executive Committee. De functie van CEO Cunningham Lindsey Europe komt hiermee te vervallen en wordt er afscheid genomen van Hans Groot. Binnenkort volgt meer informatie over de invulling van de nieuwe organisatiestructuur.
Harry van der Wal – treedt in dienst als chief financial officer bij DAS. In deze functie zal van der Wal, als voormalig senior manager bij KPMG, eindverantwoordelijk zijn voor alle financiële aangelegenheden binnen DAS. Eerder werkte Van der Wal al in diverse financiële en operationele functies bij ANWB, Rentokil, Achmea en Laurus.
Managing director voor Hiscox Pierre-Olivier Desaulle – is benoemd tot managing director van Hiscox Europe. Hij is sinds 2000 algemeen directeur van Hiscox France. Desaulle zal vanuit Frankrijk opereren en rapporteren aan CEO Bronek Masojada. De landenmanagers van België, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden en de Europese Global Risk zullen direct aan Desaulle rapporteren. Hij volgt overigens in deze functie Michael Gould op, die als interim managing director aan Hiscox Europe verbonden was. Gould pakt zijn functie als chief operating officer van Hiscox Group weer op.
In memoriam Paul Nouwen overleden Op 74-jarige leeftijd is Paul Nouwen overleden. Hij genoot vooral bekendheid als hoofddirecteur van de ANWB. Daarvoor heeft hij verscheidene jaren als directeur van het Levenbedrijf van Nationale-Nederlanden gewerkt. Na zijn pensionering bij de ANWB vervulde hij nog jaren talloze nevenfuncties. Zo was hij voorzitter van de Verbondscommissie Gedragscode Verzekeraars en vervulde hij o.a. een commissariaat bij Robein Leven.
nummer 11 - 4 juni 2009
23
F E I T EN EN C IJFE R S
Nassau: ‘staatsverzekeraars’ spelen vals Niet de cijfers, hoewel die bepaald goed waren, zetten de toon bij de presentatie van het jaarverslag van Nassau verzekeringen, maar de ongemeen felle kritiek op de met overheidssteun werkende bankverzekeraars. Directeur Dick de Boer verwoordde publiekelijk de opvattingen die al langere tijd in de wandelgangen circuleren: “De overheidsdeelname in verzekeraars verstoort op dit moment in hevige mate het ‘level playing field’ waar iedere speler recht op heeft”, nam hij geen blad voor de mond. Hij herinnerde eraan dat banken door de staat overeind gehouden worden om het systeem in stand te kunnen houden. “Die overheidssteun is niet bedoeld voor de niet-systematische delen. Daarom moeten die buiten de steun gezet worden, bijvoorbeeld via veilingen.” En dat is hard nodig, vindt De Boer, “omdat op dit moment de goed functionerende nietoverheidsgesteunde partij moet concurreren met een gesubsidieerde onderneming. Zolang dat niet gebeurt, vinden wij een vennootschapsbelastingpauze voor goed functionerende partijen gerechtvaardigd.” Onverbloemd beschuldigde hij de ‘staatsverzekeraars’ ervan dat zij bezig zijn met het dumpen van
premies, zowel in Nederland als in het buitenland. “Zolang die praktijken doorgaan, zal het moeilijk worden om zowel Nassau’s groeipad als de gewenste combined ratio te realiseren”, waaraan hij toevoegde er wel van uit te gaan dat zijn maatschappij die ook in 2009 onder de 100% te kunnen houden. Ondanks, zoals het Nassau het noemt, “de extreme en fundamentele veranderingen in de economische omstandigheden”, boekte de maatschappij in 2008 goede resultaten. De geboekte premie steeg met 6% van 90,2 mln naar 90,6 mln euro. De combined ratio ging wel omhoog van 79,2% naar 82,6%, maar bleef goed binnen de perken. Toch eindigde het boekjaar met een aanzienlijk lagere winst, wat geheel toegeschreven moet worden aan de waardedaling van de beleggingen. Er bleef voor belastingen 2,4 mln euro over, tegenover 14,7 mln in 2007. De solvabiliteit blijft zeer hoog, namelijk 327% van de wettelijk vereiste norm. Nassau is de schadeverzekeraar binnen de Bloemers Nassau Groep, die zich onder meer beweegt op het terrein van beroepsen bestuurdersaansprakelijkheid. In dat segment verwacht de maatschappij een toename in het aantal aansprakelijkstellingen van bestuurders, onder meer door groei in het aantal faillissementen, en een stijging van beroepsaansprakelijkheidsclaims. ■
Klaverblad boekt verlies in schade en leven Klaverblad meldt in het jaarverslag over 2008 dat de crisis
Kerncijfers (in duizenden euro’s)
niet veel gevolgen heeft gehad op de gang van zaken bin-
Bruto premies schade
nen de onderneming, al heeft de waarde van de beleggin-
Geleden schade
gen er wel fors onder geleden. Ook herinnert de maatschap-
Technisch resultaat schade
pij eraan nooit beleggingsverzekeringen gevoerd te hebben
Bruto premies leven
en dus geen last te hebben van reserveringen voor “in het
Technisch resultaat leven
verleden gevoerde producten die minder in het belang van consumenten waren dan destijds gedacht of gesuggereerd werd.” Maar de harde cijfers laten een heel ander beeld zien dan deze voor stakeholders opbeurende woorden. De omzet is in 2008 wel gegroeid, maar erg winstgevend was die niet. De directie wijst op het grote succes van de in september 2007 gelanceerde Royaal autoverzekering die heeft gezorgd voor een toename van het aantal verzekerde personenauto’s met bijna 40%. Daar staat tegenover dat het technisch resultaat voor motorrijtuigverzekeringen ernstig verslechterde, namelijk van 2,3 mln negatief in 2007 tot min 23,8 mln in 2008. De motorrijtuigenportefeuille vertegenwoordigt ruim de helft van Klaverblad’s schadesegment. Het ligt dus voor de hand dat het totale schadebedrijf dieper in de rode cijfers terechtkwam. Ook leven deed het minder dan in het
24
Totaal resultaat voor belastingen
2008
2007
100.774
89.963
71.259
61.840
-/- 32.121
-/- 2.264
59.864
53.475
-/- 2.064
7.562
-/- 66.017
32.875
voorgaande jaar. De winst verdampte helemaal en ook daar moesten verliescijfers geschreven worden. De Zoetermeerse maatschappij kan overigens deze klappen goed opvangen dankzij een zeer stevige kapitaalpositie. Ook aan het eind van 2008 bedroeg de aanwezige solvabiliteit nog het viervoudige van wat wettelijk vereist is. Met een zucht van verlichting constateert de directie dat er een einde lijkt te komen aan “een lange periode van zware concurrentie die vooral op prijs wordt gevoerd. Dit openbaart zich al concreet door verhogingen van de premies voor autoverzekeringen die enkele concurrenten (en niet de kleinste) hebben doorgevoerd. In andere branches lijken de premies zich te stabiliseren.” Klaverblad hoopt dat deze trend bijdraagt aan een verbetering van de verhouding tussen premie-inkomen en kosten. ■
nummer 11 - 4 juni 2009
FEIT EN EN CIJFERS
DAS is crisisbestendig Het komt niet veel voor dat een verzekeraar over 2008 een beleggingswinst kan melden. DAS kan dat wel. Het directe rendement op beleggingen kwam uiteraard met 1,7 mln een stuk lager uit dan in 2007 (9,4 mln), maar was ondanks de afboeking op de waarden van de aandelen met bijna 8 miljoen euro nog wel positief. De winst voor belastingen bedroeg 28,2 mln euro en dat betekent een stijging met 6,4% ten opzichte van 2007. Opvallend is de toename van het gemiddeld aantal werknemers op fulltimebasis, dat steeg van 886 tot 1020. Die stijging is toe te schrijven aan de instroom van medewerkers van de incassobedrijven door de groei in volume en door de groei van het aantal juristen bij het verzekeringsbedrijf ook als gevolg van het gestegen volume. DAS beweegt zich op drie markten en op alle drie realiseerde zij groei. Op de incassomarkt heeft DAS haar marktpositie verder verstevigd, zowel door acquisities als door autonome omzetgroei. In de zakelijke markt scoorde de maatschappij met een serie nieuwe producten die zij begin 2008 voor mkb’ers en zzp’ers op de markt bracht onder de naam DASVoorDeZaak. Een half jaar later volgde voor het particuliere segment DAS voor iedereen. Rechtsbijstand is nog steeds een groeimarkt en daar heeft DAS van geprofiteerd. De sector Legal Services heeft vorig jaar grote stappen gezet op weg naar het werken met uitsluitend digitale dossiers. De afdelingen die zich bezighouden met schadeverhaal werken sinds medio 2007 geheel papierloos. Verder heeft DAS veel aandacht
Kerncijfers (x 1.000 euro) Omzet
2008
2007
207.305
180.597
1.707
9.437
43.958
41.637
Opbrengst beleggingen Provisies Overige bedrijfskosten
53.338
42.650
Resultaat voor belastingen
28.215
26.502
Resultaat na belastingen
19.042
18.540
Reserves
76.853
65.556
Vereiste solvabiliteitsmarge
28.635
27.047
Aanwezige solvabiliteitsmarge
62.326
50.702
besteed aan de doorontwikkeling van het telefonische, juridische advies. Ook is er een start gemaakt met de inzet van hbo-juristen in de rechtshulpverlening.
Stuwend effect De omzet steeg van 180,6 mln naar 207,3 mln euro. Het leeuwendeel daarvan bestaat uit premie-inkomen dat toenam van 152,4 naar 172,3 mln. De overige inkomsten komen uit incasso’s, deurwaarders en creditmanagement. De recessie kent ook positieve kanten voor een rechtsbijstandverzekeraar. DAS constateert dat de economische situatie en de onzekerheid die dit voor ondernemers en consumenten met zich meebrengt, een stuwend effect hebben op de vraag naar verzekeringen. Aan de andere kant verwacht de maatschappij dat hierdoor tegelijkertijd het aantal rechtshulpverzoeken en daarmee de personeelsbezetting zal toenemen. ■
Yarden groeit, maar maakt verlies “Zwaar tegenvallend.” Met deze woorden vat directievoorzitter Peter van Wageningen de financiële resultaten van Yarden in 2008 samen. Hij duidt daarbij op het forse verlies van 49 miljoen euro, dat schril afsteekt tegen de 35 mln euro winst in 2007. Het verlies werd uiteraard voor een belangrijk deel veroorzaakt door de ingestorte beurskoersen, maar niet helemaal. De beleggingsresultaten leverden een negatief saldo op van 43 mln. Voor het overige verlies geeft het jaarverslag geen verklaring, maar dat kan te maken hebben met het feit dat het intermediaire kanaal voor Yarden steeds belangrijker wordt. De groei van het aantal verzekeringen vond vooral daar plaats en dat vertaalde zich in een stevige toename van de verkoopkosten, namelijk van 21,8 naar 40,6 miljoen. Het waren met name de onafhankelijke adviseurs die ervoor zorgden dat de premieopbrengst steeg van 54,1 naar
69,8 mln euro, waarvan 52,7 mln in de vorm van periodieke premies. Het totaal verzekerde kapitaal bedroeg eind vorig jaar 605 mln euro. Door het verlies maakte de solvabiliteit op het verzekeringsbedrijf een duikeling. Bedroeg die in 2007 nog 115%, in 2008 was dat nog 72%. “We hebben voldoende rendement uit obligaties om onze verplichtingen op lange termijn na te komen,” aldus Van Wageningen. “Yarden verdient daarnaast ook op het exploiteren van eigen crematoria en begraafplaatsen, die ook door concurrenten worden gebruikt.”
Uitvaartbedrijf groeit Uit de cijfers blijkt dat het uitvaartbedrijf een steeds prominentere plaats gaat innemen bij Yarden. Aan uitvaarten werd een omzet geboekt van 81,6 mln, tegenover 69,8 mln euro aan verzekeringen. Het bedrijf verzorgde in 2008 11.490 begrafenissen en 25.587 crematies, wat gelijk staat aan een marktaandeel van 31,6%. Nieuw in het boekjaar is, dat Yarden gestart is met franchisenemers, waardoor ook klanten buiten de eigen verzorgingsgebieden kunnen worden bereikt. ■
nummer 11 - 4 juni 2009
25
I CT & I N T ER N E T
Promis e-Claims 2.0 Op de afgelopen Assurantie Kennis Beurs heeft Promis Business Intelligence uit Nieuwegein de nieuwste versie van haar Promis e-Claims gepresenteerd, versie 2.0. Promis e-Claims richt (schade)processen in en bewaakt deze. In het programma zijn CRM-, HRM- en ERP-functionaliteiten geïntegreerd en bovendien voorziet het in koppelingen met de bekende calculatie-, informatie- en communicatiesystemen in de schadebranche. Versie 2.0 is volgens de makers niet alleen sprankelender en honderd procent grafisch geworden, maar er is door migratie naar het Unipaas 1.5-platform ook een basis gelegd om in de nabije toekomst Promis als zogenoemde ‘Rich Internet Application’ (afgekort: ‘RIA’) volledig via internet te ontsluiten, alsmede via mobiele telefoons en PDA’s. In Nederland en België maken momenteel een kleine achthonderd schade-experts, schadecorrespondenten en naturaherstellers gebruik van Promis e-Claims. ■
Anva en Scope samen in CRM Anva en Scope marketing technology werken sinds kort samen in CRM. Het resultaat daarvan is vorige week dinsdag gepresenteerd tijdens het AM-congres: de koppeling tussen Anva5 en Scope atp, de CRM-module van Scope. Daarmee bieden zij naar eigen zeggen het intermediair een gebruiksvriendelijke en flexibele softwareoplossing. “Gezamenlijk bieden wij het intermediair een combinatie van klantenbinding, het op de juiste manier inzetten van medewerkers en kwaliteits- en kostenbeheersing. Zowel op de korte als lange termijn zal dit zijn vruchten afwerpen en dat is een goed vooruitzicht in de donkere tijden van nu.” Anva is op CRM-gebied in 2007 een samenwerking met CRM Partners aangegaan. Volgens directeur Roel van Dijk van Anva werd de aanpak die in die samenwerking werd gekozen, echter als te ingewikkeld ervaren en is dat pad daarom verlaten. ANVA ging vervolgens op zoek naar een partner die zelf zijn software kon maken en heeft die nu gevonden in Scope.
Volmachtbackoffice voor Independer Iets eerder al is Anva ook een samenwerking aangegaan met Independer. Het Amersfoortse softwarehuis levert de online intermediair (bij de consument vooral bekend als vergelijkingssite en vaste tafelgast bij Radar) een backofficesysteem voor volmachtproductie dat medio juni operationeel is. Het volmachtpakket Anva5 wordt hiervoor geïntegreerd in bestaande CRM- en acceptatiesystemen van Independer. Het in volmacht aanbieden van verzekeringsproducten is een logische vervolgstap voor Independer. Het administratieve proces wordt hiermee verder geoptimaliseerd, zodat consumenten na een aanvraag of mutatie nog dezelfde dag een elektronische polis ontvangen. ■
26
Yoron en ‘Voordeel op internet’ maken een vuist Intermediair internetcollectief Voordeel op internet en Yoron, leverancier van complete websites met content voor het intermediair hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Deelnemers aan Voordeelopinternet.nl kunnen daardoor gebruikmaken van een speciaal Yoron-arrangement (o.a. gratis bouw van de website, eerste jaar geen licentiekosten en vanaf het tweede jaar tot maximaal 55 procent korting op het licentietarief. Omgekeerd zullen de huidige gebruikers van een ASSU-website van Yoron gewezen worden op de voordelen van aansluiting bij Voordeelopinternet.nl. Op die site kunnen internetklanten van intermediairs direct zorg-, schade-, uitvaart- en risicoverzekeringen afnemen. Op de uitvaart- en risicomodule zit een webbased vergelijkingstool van vrijwel alle aanbieders. Omdat de site zodanig is gemaakt dat het lijkt alsof deze van het deelnemende intermediair is, hoeft een adviseur geen tijd meer te steken in de bouw van zijn eigen internetshop, profiteert hij van gezamenlijke inkoop en is hij vindbaar op het web. Volgens Ron Meijer van Voordeel op internet betekent de samenwerking een doorbraak voor het intermediair in Nederland: “Eindelijk is het intermediair in staat om een vuist te maken tegen de grote spelers als Independer, Verzekeringssite en alle directe kanalen van zogenoemde intermediairverzekeraars.” ■
ASR digitaliseert verzuimmanagement ASR Verzekeringen komt werkgevers tegemoet die hun ASRverzuimverzekering met conventionele dekking hebben uitgebreid met de Servicemodule Arbo Zorg. Vanaf 2 juni is er een directe koppeling tussen Contractmanager van ASR Verzekeringen en het systeem van ArboNed en Maetis. Ziek- en herstelmeldingen die via Contractmanager worden ingediend, komen dan rechtstreeks in het systeem van ArboNed en Maetis terecht. Tot nu toe werden ziek- en herstelmeldingen die via Contractmanager binnenkwamen, door ASR Verzekeringen doorgestuurd naar de arbodienstverlener. Deze digitaliseringsslag zorgt ervoor dat de arbodienstverlening één tot twee dagen sneller kan starten. Volgens ASR Verzekeringen betekent dit voor werkgevers die gebruikmaken van de Servicemodule Arbo Zorg een afname van het verzuimpercentage en een ondersteuning van bedrijfscontinuïteit. De Servicemodule Arbo Zorg biedt een werkgever complete ondersteuning om te kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wet verbetering poortwachter. ■
nummer 11 - 4 juni 2009
VERZEK EREND B UIT EN L A N D
BELGIË Assurantiebelasting afgeschaft In België is de assurantiebelasting op kredietverzekeringen tegen commerciële risico’s en/of landenrisico’s vervallen. Met deze maatregel, die is genomen op verzoek van de ondernemersvereniging VBO, wil de overheid exporteurs stimuleren om een kredietverzekering te sluiten. Naar verwachting kost deze stimuleringsmaatregel de Belgische schatkist jaarlijks maximaal 15 miljoen euro. (De Verzekeringswereld)
Fors verlies voor verzekeraars Voor de Belgische verzekeringsindustrie was 2008 een jaar om snel te vergeten. Van de tien grootste verzekeringsmaatschappijen bij onze zuiderburen leden er vorig jaar in elk geval zes verlies. Twee verzekeraars moeten hun cijfers nog publiceren, maar het staat vast dat ook die rode cijfers zullen laten zien. AXA Belgium, KBC en Dexia leden de grootste verliezen. De verliezen werden veroorzaakt door de forse waardevermindering van de beleggingsportefeuille. Overigens was er ook het eerste kwartaal van dit jaar nog sprake van waardevermindering. (De Tijd)
VERENIGD KONINKRIJK Meer inbraken door recessie Volgens Aviva-dochter Norwich Union kan door de recessie tegen het eind van dit jaar het aantal woninginbraken wel eens met 50 procent zijn toegenomen. De verzekeraar schat dat er voor de jaarwisseling 140.000 woninginbraken meer zullen zijn en dat de schade aan gestolen zaken meer dan 421 miljoen Britse pond kan bedragen. (Post Magazine)
DUITSLAND Politiek wil geen provisie De kwaliteit van de door verzekeringstussenpersonen gegeven adviezen zijn beter als zij niet meer in de vorm van provisie worden beloond. Dat was de uitkomst van een op initiatief van het Bundesverbraucherministerium, het ministerie voor consumentenzaken, verrichte studie. Hans-Georg Jenssen van het Verband Deutscher Versiche-
rungsmakler (VDVM) is faliekant tegen afschaffing van provisie. Het zogenaamde Scandinavische model, waarbij de tussenpersoon door de klant wordt betaald, brengt volgens hem slechts ellende. Hij verwees daarbij naar Denemarken, waar de afschaffing van het provisiesysteem met zich meebracht dat de helft van de onafhankelijke verzekeringstussenpersonen van de markt verdween. Het VDVM blijft voorstander van het provisiesysteem en wijst erop dat de leden van deze organisatie zich moeten houden aan een transparantierichtsnoer. Die houdt in dat alleen het belang van de klant en niet het eigen belang van de makelaar een rol mag spelen bij het adviseren van een bepaald product. (Versicherungsmagazin)
Banenverlies in het vooruitzicht Bij de Ergo-groep gaat het niet goed: het kostenpercentage is veel te hoog en er is nauwelijks groei. Voor moederbedrijf Münchener Rück is dat allesbehalve een comfortabele situatie. Hoewel het eerder aangekondigde schrappen van 1800 arbeidsplaatsen door tegenwerking van de werknemers nog niet kon worden afgerond, vreest de ondernemingsraad van de op één na grootste verzekeringsgroep van Duitsland dat er nog meer arbeidsplaatsen zullen sneuvelen. Het lijkt erop dat de raad van bestuur maatregelen wil nemen op basis van de uitkomsten van een onderzoek door Bernstein Research, een dochterbedrijf van Münchener Rückaandeelhouder Alliance Bernstein, die op zijn beurt weer is verbonden met AXA. (Handelsblatt)
FRANKRIJK Er zit weer leven in Na het moeilijke jaar 2008 heeft de levensverzekeringsbranche in Frankrijk de wind weer in de rug. De productie in de maand april vormde een bevestiging van de in de daaraan voorafgaande maanden waargenomen opgaande tendens. De groei bedroeg 5 procent. Als pensioenvoorzieningen buiten beschouwing worden gelaten, was de stijging zelfs 18 procent. De groei
kwam in belangrijke mate door de verkoop van garantieproducten. De premie-inkomsten uit unit-linkedproducten bleven steken op tweederde van die van het voorgaande jaar. (La Tribune)
Niet opgevraagde uitkeringen Een Frans parlementslid wil dat er een parlementaire onderzoekscommissie wordt ingesteld om onderzoek te doen naar het schandaal van de niet opgevraagde levensverzekeringsuitkeringen. Volgens de volksvertegenwoordiger worden jaarlijks de uitkeringen van zo’n 170.000 levensverzekeringen niet opgevraagd. Volgens de regering blijft daarmee een bedrag van tussen 1 en 2 miljard euro in handen van verzekeraars, maar het Franse verbond van verzekeraars zegt dat het slechts om 950 miljoen euro gaat. (La Tribune)
PORTUGAL Lloyd’s nu ook in Lissabon Lloyd’s heeft een vergunning gekregen om in Portugal verzekeringen te sluiten. De door het Instituto de Seguros de Portugal afgegeven vergunning maakt het mogelijk dat Lloyd’s syndicates in Portugal coverholders benoemen, die namens hen verzekeringen accepteren. Lloyd’s heeft ook een kantoor geopend in Lissabon. In 2008 incasseerde Lloyd’s 17,6 Britse pond aan schadeverzekeringspremie uit Portugal. (Business Insurance)
ZWITSERLAND Varkensgriep: beperkt risico De varkensgriep vormt volgens Swiss Re een betrekkelijk klein risico voor herverzekeraars. Anders dan bij de Spaanse griep zijn er nu medicijnen beschikbaar. Swiss Re heeft berekend dat in de meeste ontwikkelde landen het aantal sterfgevallen per 1000 verzekerden met 1 tot 1,5 stijgt als zich een pandemie voordoet met een zwaarte die zich eens in de 200 jaar voordoet. Volgens deze berekeningen zou de Spaanse griep nu ook veel minder impact hebben gehad. De verklaring hiervoor is dat er nu antibiotica, vaccins en antistoffen beschikbaar zijn. (Post Magazine)
nummer 11 - 4 juni 2009
27
NI EU W S
VNAB Award 2009 voor Polak Schoute
NN integreert in 2009 Inkomen- & Pensioengame
Pim Polak Schoute, lid van de directie van Cunningham Lindsey Europe, heeft de VNAB Award 2009 ontvangen. Polak Schoute (foto rechts) kreeg de prijs overhandigd uit handen van Kees Krijgsman, vicevoorzitter van de VNAB, tijdens zijn met 700 branchegenoten druk bezochte ‘Farewell Reception’, op maandag 25 mei in het Concertgebouw in Amsterdam.
Nationale-Nederlanden lanceert in 2009 een geïntegreerde NN Inkomen&PensioenGame voor verzekeringsadviseurs. Vorig jaar konden deelnemers nog afzonderlijk spelen in een NN InkomensGame (sinds 2007) en een NN PensioenGame (sinds 2008). De NN Inkomen&PensioenGame is een landelijke competitie die adviseurs op een plezierige manier wil uitdagen hun kennis op het terrein van pensioen- en inkomensrisico’s te toetsen en te ontwikkelen. De Game begint dit jaar al in juni, bestaat uit vijf rondes en loopt door tot december. ■
ARAG-team wint Pleitwedstrijd
Met de jaarlijkse Award wil de VNAB een professional binnen de co-assurantiemarkt in het zonnetje zetten die zich op een bijzondere wijze verdienstelijk heeft gemaakt bij de behartiging van de belangen van de VNAB. Volgens Krijgsman heeft Polak Schoute de VNAB Award ontvangen voor zijn ambassadeurschap en professionele bijdrage, die hij over een periode van meer dan 35 jaar heeft geleverd ten behoeve van expertises en afwikkeling van schades in de co-assurantiemarkt in Nederland. ■
Vorige maand vond voor de derde keer de Pleitwedstrijd plaats, waarbij jonge juristen van rechtsbijstandverzekeraars met beperkte pleitervaring het in duo’s tegen elkaar opnamen. Tijdens de wedstrijd werden drie verschillende casussen op het gebied van privaatrecht en bestuursrecht behandeld door de teams. Per casus kreeg men een half uur de tijd voor eis, antwoord, repliek en dupliek, waarbij presentatietechniek, overtuigingskracht, spreekvaardigheid en improvisatievermogen centraal stonden. Het team Erik Schippers (foto links) en Ivonne van Delft (midden) van ARAG wonnen de wedstrijd, die werd begeleid door Menno Bentveld, bekend van onder meer het debatprogramma ‘Het Lager Huis’. De pleitwedstrijd is een initiatief van rechtsbijstandverzekeraars ARAG, SRK Rechtsbijstand, Stichting Achmea Rechtsbijstand (SAR), Stichting Rechtsbijstand Gezondheidszorg (SRG) en Stichting Univé Rechtshulp (SUR). ■
Cardif tegen kanker Vorige maand vond het Cardif Sponsortennistoernooi plaats op het terrein van Tennisvereniging Engelen in Den Bosch. Winnaars werden de teams van Maatwerk Financiële Dienstverlening Delta (zie foto) en van Buro Philip van den Hurk. Met het toernooi, bestaande uit dubbelpartijen, haalde Cardif 3000 euro op voor de Stichting Roparun. Die Stichting organiseert jaarlijks de Roparun (estafettewedstrijd van Parijs naar Rotterdam) ten bate van de kankerbestrijding. Cardif neemt dit jaar met een team deel aan de Roparun. ■
SEA Inkoopcongres in de maak De Stichting Excellent Advies organiseert in de nabije toekomst een inkoopcongres. Tijdens dit congres zullen aanbieders van producten en diensten in de financiële branche hun waar promoten, waarbij zo’n honderdvijftig adviseurs de aanbiedingen in een Idols-achtige setting zullen beoordelen. ■
28
nummer 11 - 4 juni 2009
NIEU WS
‘Dit is nu’ van start
Voogd pakt Ajax AEGON Cup
Delta Lloyd is de multimediale campagne ‘Dit is nu’ gestart, in eerste instantie op billboards en abri’s. Delta Lloyd wil met deze campagne in crisistijd een positief signaal geven: ‘Het glas is niet half leeg, maar half vol.’ Volgens Niek Hoek, voorzitter van de raad van bestuur van de Delta Lloyd Groep hebben we teveel de neiging elkaar de crisis in te praten. “Je kunt jezelf ook richten op de kansen voor de toekomst en het herstel dat onvermijdelijk na elke crisis weer komt. Dat is de boodschap van deze campagne.” ■
In de Amsterdam Arena streden teams van intermediairs, corporate clients en AEGON op 20 mei jl. om de Ajax AEGON Cup. Trotse winnaar van die cup werd Voogd & Voogd (zie foto), dat de finale tegen De Hypotheker glansrijk won met 8-1. Het toernooi is primair bedoeld voor marktpartijen om elkaar in een sportieve, ongedwongen setting beter te leren kennen. Het stond echter ook in het teken van Right To Play, dat zich ten doel stelt met sport en spel gemeenschappen te versterken en structuur te bieden in het leven van kinderen die dit nodig hebben. ■
Assurantie Hockey Toernooi Voor de 34e keer wordt dit jaar Assurantie Hockey Toernooi georganiseerd. Het vindt dit jaar plaats op vrijdag 4 september, op de velden van hockeyvereniging Klein Zwitserland in Den Haag. Voor meer informatie: Assurantiehockeytoernooi.nl. ■
Van goede zorg verzekerd
Marsh wint EU Award
Sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 schrijft Lidy Hartemink (foto rechts), directeur Gezondheidszorg bij Univé-VGZ-IZA-Trias (UVIT) regelmatig columns voor onder meer Metro, het Noord-Hollands Dagblad en de Leeuwarder Courant over de gezondheidszorg en de actieve rol die haar bedrijf daarin wil spelen. Vijftig van haar columns zijn nu gebundeld in het boek ‘Van goede zorg verzekerd’.
Marsh Risk Consulting heeft in Berlijn de Risk Service Provider van het Jaar-Award gewonnen in de Europese Management Awards. De prijs voor beste Risk Service Provider beloont partijen die opmerkelijke ontwikkelingen of verbeteringen hebben bereikt voor de risk management-gemeenschap. De afdeling Risk Consulting van Marsh ontving de prijs voor haar bijdrage in de ontwikkeling van Enterprise Risk Management, holistisch risicomanagement voor het middenbedrijf en het ontwikkelen van gereedschappen waarmee bedrijven beter kunnen reageren op de economische crisis. ■
De columns behandelen onderwerpen over de volle breedte van het zorg- en gezondheidsveld: het nut van verwenzorg, speciale acties voor mantelzorgers, een training om te stoppen met roken en tal van andere tips en adviezen op het gebied van gezondheid. Lidy Hartemink was in 2007 Vrouwelijk Manager van het Jaar. ■
nummer 11 - 4 juni 2009
29
SAT I R E
Theater “Heb jij dat in jouw branche ook? Ik bedoel dat gevoel, dat je wilt excelleren, tot het uiterste wilt gaan, je klant een paradijselijk gevoel wilt geven? Dat je je voor duizend procent wilt inzetten voor de mensheid en daar met grote tegenzin een kleine vergoeding voor moet vragen om de deurwaarders buiten de deur te houden?” Vaak begrijp ik na de eerste zin al wat voor een verhaal een klant me gaat vertellen, maar nu had ik geen idee welke kant de zwarte krullenbol op wilde. “Ik doorsta een grote crisis in mijn leven”, ging hij verder (ja, wie niet, zei ik niet hardop), “maar daar kom ik nu langzaam uit en ik ben niet de enige. Honderden van mijn collega’s zien nu het licht aan het einde van hun tunnelvisiebestaan. Met mij kruipen ze uit de rol die ze jarenlang noodgedwongen hebben moeten spelen, ontworstelen zich aan het juk dat anderen hun hadden opgelegd en voelen zich vrij om op te gaan in een reine en zuivere gemeenschap.” Hoe kun je op een subtiele manier vragen of je een sekteleider op je stoel hebt? “Verspreidt u het geestelijk erfgoed”, probeerde ik. “Integendeel, barbier. Ik verspreid materiële zekerheid. Misschien brengt de hemelse blik in mijn ogen u op een dwaalspoor, maar die is ontstaan op het moment dat zich de Grote Bewustwording van mij meester maakte. In mijn vorige leven werden mijn ogen vertroebeld door eurotekens”, legde hij uit. “Niet omdat ik per se rijk wilde worden. Ik was zekerheidsadviseur geworden uit liefde voor een vak met een nobel doel. Maar voordat ik het wist, stond ik midden tussen een zwerm producenten die me de ene na de andere stapel bankbiljetten in handen duwden. ‘Die stapel is voor jou als je mijn zekerheid verkoopt’. En het gekke is, barbier, dat je daar intrapt. Dat je er inderdaad oprecht in gaat geloven dat de ene zekerheid net zo zeker is als de andere zekerheid. Dat je tegelijkertijd de samenleving kunt dienen en je eigen zakken kunt vullen. Sterker: dat je klant ermee geholpen is dat je zoveel mogelijk bulkt in het geld, zodat je tijdens ingewikkelde adviesgesprekken niet afgeleid wordt door de vraag hoe je de BMW-dealer op tijd kunt betalen.”
Ik keek uit het raam, maar zag geen glimmende limousine in de straat. Hij volgde mijn blik. “Die BMW heb ik verkocht toen ik eindelijk begreep hoeveel schijnzekerheid ik de mensen had aangesmeerd. Zonder het te weten, natuurlijk. En het erge is, dat vrijwel al mijn zogenaamde collega’s zich daar nog steeds mee bezighouden. Maar niet ik en mijn mede-excellenties. Wij zijn geroepen om de tweedeling in onze branche zichtbaar te maken, om duidelijk te maken welke groep de klanten tilt en wie de branche op een hoger niveau tilt.” “Je begrijpt dat zoiets niet zachtzinnig kan gebeuren. Om het kaf van het koren te scheiden, heb je op zijn minst mensen als Henk-Jan Smits, Patricia Paay en Gordon nodig.” Zijn gepraat ging over in gemompel. Hij sprak niet meer tegen mij, maar mijmerde in zichzelf. “Ik zie het al voor me: een grote inkoopshow met allemaal zenuwachtige producenten in de foyer die aan Gerard Joling mogen uitleggen welk zekerheidstalent ze denken te bezitten. Om dan vervolgens een voor een het podium op te gaan om met spandoeken aangemoedigd door hun onderhorigen een presentatie te houden. Om te vertellen over de X-factor in hun product. Waarna het absolute hoogtepunt van de voorstelling kan beginnen; het grote afbranden door de jury.” Hij richtte het woord weer tot mij. “We zullen niet rusten, barbier, voordat iedereen in onze bedrijfstak niet meer zijn auto – al dan niet met chauffeur – centraal stelt, maar het heil van de mensheid. Daartoe zijn we geroepen en die missie zullen we uitvoeren en als het moet met de gesel in de hand.” Gelukkig was ik klaar en kon hij verdwijnen nadat ik met goed gespeelde tegenzin hem de rekening had gepresenteerd. “Die is weg, halleluja”, verzuchtte ik. ■
BARBIER 30
nummer 11 - 4 juni 2009
www.onderlinge.info
Financiële risico’s Je kunt ze bijsluiten. Je kunt ze ook uitsluiten. De Onderlinge ’s-Gravenhage dekt als levensverzekeringsmaatschappij voor zover mogelijk de financiële risico’s die mensen zelf niet kunnen of willen dragen. Daarom verkopen wij uitsluitend garantieproducten, en zorgen wij met een prudent beleid voor een solide financiële positie. Zo weet de Onderlinge ’s-Gravenhage ook in deze onzekere tijd een positief resultaat te boeken.