Functies besturen Dommelgroep

Functies besturen Dommelgroep A 01 02 03 04 05 06

Bestuurs -, directie- en managementfuncties directeur – Bestuurder (conform cao-bestuurders) Algemeen directeur (DD) Schooldirecteur (DA) Schooldirecteur (DB) Schooldirecteur (DC) Adjunct - directeur (AB/AC)

B.1 07 08 09 10 11

Basisonderwijs (BO) Leraar basisonderwijs (LA) Leraar basisonderwijs (LB) -Leraar basisonderwijs (LB ) Zorg -Leraar basisonderwijs (LB ) Coördinatie -Leraar basisonderwijs (LB) Expert leraarschap

B.2 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27

Onderwijs ondersteunende functies (BO) Onderwijsassistent (S4) Directiesecretaresse (S6) Managementassistent (S8) Officemanager (S8) Administratief en facilitair medewerker (S3) Administratief medewerker (S4) Medewerker financiële administratie (S5) Financieel- administratief medewerker (S7) Stafmedewerker automatisering (S10) Stafmedewerker personeel (S 10) Onderhoudsmedewerker (S4) Conciërge (S3) Medewerker schoonmaak (S1) School Businessmanager (S7) Coördinator WSNS (DB) Lerarenondersteuner (S7)

C.1 28 29 30

Speciaal Basisonderwijs (SBO) Leraar speciaal basisonderwijs (LB) Leraar speciaal basisonderwijs (LC) -Leraar speciaal basisonderwijs (LC) Coördinatie

C.2 31 32 33 34

onderwijsondersteunende functies (SBO) Orthopedagoog (S11) Psychodiagnostisch medewerker (S5) School maatschappelijkwerker (S8) Logopedist (S9)

D 35 36

Ondersteunende functies Dommelgroep Hoofd Financiën (S12) Hoofd Personeel en Organisatie (S12)

1

37 38 39

Senior medewerker personeels- en salarisadministratie (PSA) (S9) Medewerker personeels- en salarisadministratie (PSA) (S7) Coördinator Vervangerspool (11)

2

Functiebeschrijvingen bestuurs -, directie- en managementfuncties

3

01 Directeur – Bestuurder Salarisschaal: conform cao bestuurders Context De werkzaamheden worden verricht als directeur-bestuurder. Het College van Bestuur is een eenhoofdig College van Bestuur (hierna verder te noemen de directeur-bestuurder). De directeur-bestuurder is belast met het besturen van de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen. De directeur-bestuurder houdt bij de uitoefening van de werkzaamheden rekening met de, op de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen, van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en de op basis daarvan vastgestelde uitvoeringsregelingen, de statuten en de op basis daarvan vastgestelde interne regelingen, met de Code Goed bestuur van de PO-Raad alsmede met het door de Raad van Toezicht (RvT) voor de stichting vastgestelde strategische beleidskader (beleidsplan). De statuten, het bestuursreglement en het managementstatuut regelen de nadere verhouding tussen de directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht enerzijds en de directeuren / het directeurenberaad anderzijds. De directeur-bestuurder kan middels het managementstatuut bepaalde nader omschreven taken en bevoegdheden, binnen gegeven termijnen en kaders, mandateren aan medewerkers van de stichting c.q. de scholen (directeuren, plaatsvervangend directeuren en andere aan de school verbonden personeelsleden). De directeur-bestuurder is op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst bij de stichting. De directeurbestuurder wordt ondersteund door schooldirecties en door overige (staf)functionarissen. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting, alsmede op het functioneren van de directeur-bestuurder en op het gevoerde beleid. Daartoe kan de Raad van Toezicht een beoordelingsregeling opstellen. De directeur-bestuurder draagt er zorg voor dat de Raad van Toezicht adequaat wordt geïnformeerd over alle aangelegenheden, met name in relatie tot de in artikel 11 van het bestuursreglement in het bijzonder genoemde aangelegenheden. De Raad van Toezicht adviseert de directeur-bestuurder gevraagd en ongevraagd en kan actief nadere en aanvullende informatie opvragen en nadere kaders en regels stellen. De directeurbestuurder geeft direct leiding aan het (school)directiemanagement van de onderscheiden scholen en aan de (staf)medewerkers.

Resultaatgebieden 1. Draagt zorg voor het integraal management door:  het opstellen en (na goedkeuring door de RvT) vaststellen van het (strategisch) beleidskader / het strategisch beleidsplan;  het vaststellen (na goedkeuring door de RvT) van de begroting, begrotingswijzigingen en het jaarverslag (met daarin opgenomen de balans en de staat van baten en lasten);  het voorzitten/aansturen van het directeurenberaad met alle directeuren van de onder de stichting ressorterende scholen;  het zorgdragen voor de ontwikkeling van de kaders en uitvoering van het personeels- en organisatiebeleid, onder andere middels het verwezenlijken van de relevante indicatoren voor het beleid met betrekking tot het personeel, conform het door de Raad van Toezicht goedgekeurde strategisch beleidskader;  het initiëren, stimuleren, coördineren en ondersteunen van vernieuwing van het (onderwijs)beleid (bijvoorbeeld door projecten en experimenten) en de zorgstructuur, onder

4



    

andere middels het verwezenlijken van de relevante indicatoren voor het onderwijs, conform het door de Raad van Toezicht goedgekeurde strategisch beleidskader; het formuleren van richtlijnen voor het opzetten en bewaken van het financiële beleid (waaronder risicobeheersings- en controlesystemen alsmede het beleggingsbeleid van de stichting nadrukkelijk begrepen), onder andere middels het verwezenlijken van de relevante indicatoren voor het beleid met betrekking tot de financiën, conform het door de Raad van Toezicht goedgekeurde strategisch beleidskader; het (laten) uitvoeren van een adequaat huisvestingsbeleid, onder andere middels het verwezenlijken van de relevante indicatoren voor het beleid met betrekking tot de huisvesting, conform het door de Raad van Toezicht goedgekeurde strategisch beleidskader; het vaststellen van de procedures voor de planvorming van de diverse (beleids)plannen en de wijze van besluitvorming daarover; het desgewenst en desgevraagd jaarlijks maken van resultaatafspraken met het (directie)management en de stafmedewerkers; het sturen, coördineren en bewaken van de scholen en de overige onderscheiden organisatorische (staf)eenheden via de middelen (financiën (o.a. budgetprocedures) en personeel en organisatie); het coördineren van brede ontwikkelingen op het gebied van de kwaliteitsrapportages / onderwijsinhoudelijke zaken / samenwerkingsrelaties / enz.

2. Draagt zorg voor en initieert de ontwikkeling en uitvoering van het strategisch beleid op het niveau van de stichting en de onderscheiden scholen door:  het pro-actief opstellen van binnen het strategische beleidskader passende meerjaren bedrijfs-, beleidsen organisatieplannen, rekening houdend met onderwijskundige, maatschappelijke, bestuurlijke en demografische ontwikkelingen in de regio;  het (laten) vertalen van binnen het strategisch beleidskader passende meerjaren bedrijfs- en beleidsplannen naar jaarlijkse schoolplannen / activiteitenplannen / enz.;  het initiëren en aansturen van projecten en activiteiten in het kader van de afstemming van het (onderwijs- en zorg)aanbod van de stichting op maatschappelijke ontwikkelingen. 3. Profileert en vertegenwoordigt de stichting door:  het uitdragen van de identiteit en het katholieke en oecumenische gedachtegoed, onder andere middels het verwezenlijken van het doel van de stichting zoals omschreven in de statuten;  het vertegenwoordigen van de stichting en de onderscheiden scholen in en buiten rechte, naar buiten, op politiek en bestuurlijk terrein en naar in- en uitstroominstellingen;  het voeren van (decentraal georganiseerd) overleg met de personeelsvakorganisaties;  het voeren van overleg met de GMR;  het via het participeren in lokale (en regionale) netwerken beïnvloeden van ontwikkelingen die de werkvelden van de stichting middellijk en onmiddellijk raken;  het toetsen van de uitvoering van PR-, voorlichtings- en marketingbeleid. 4. Geeft middellijk of onmiddellijk leiding aan het (directie)management van de onderscheiden scholen en(stafmedewerkers van) de organisatorische eenheden en geeft middellijk leiding aan alle bij de stichting in dienst zijnde medewerkers, zodanig dat zij geïnspireerd zijn en zich inzetten om het doel van de stichting te verwezenlijken.

5

Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden 





de directeur-bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht over de kwaliteit van het ontwikkelde beleid en de mate waarin en de wijze waarop de beleidsdoelstellingen zijn gerealiseerd conform het gestelde in het strategisch beleidskader en in de verder (eventueel) gemaakte resultaat- of beoordelingsafspraken; de directeur-bestuurder verricht werkzaamheden binnen de kaders van de statuten van de stichting, het bestuursreglement, het managementstatuut en de geformuleerde en door de Raad van Toezicht goedgekeurde strategische beleidsuitgangspunten (strategisch beleidsplan); de directeur-bestuurder neemt beslissingen bij het opstellen van, en het bij de Raad van Toezicht verwerven van draagvlak, voor het strategisch beleidskader en bij de uitwerking conform de gestelde indicatoren naar beleidsplannen op financieel-, personeel-, kwaliteitszorg- en onderwijsgebied en over alle overige algemene aspecten van management-, beheer- en bedrijfsvoering binnen scholen en de overige organisatorische eenheden van de Stichting en bij het ter goedkeuring voorleggen van (met name bekende en in het bestuursreglement (artikel 1) vastgelegde voorgenomen (beleids)besluiten en -kaders aan de Raad van Toezicht.

Kennis en vaardigheden       

brede kennis van en inzicht in sociale, financieel-economische, juridische en politiekbestuurlijke aangelegenheden in bredere context dan alleen het eigen onderwijsterrein; kennis van en inzicht in de ontwikkelingen op het specifieke onderwijsgebied en de ontwikkelingen binnen de onderwijs- en zorgstructuur; kennis van en inzicht in bestuurlijke en politieke besluitvormingsprocessen; vaardigheid in het beïnvloeden van besluitvormingsprocessen binnen de lokale politiek; vaardigheid in het behartigen van het management van de onderscheiden scholen en organisatorische eenheden binnen de stichting als geheel; vaardigheid in het omgaan met tegengestelde belangen en het ontwikkelen van draagvlak voor het algemeen beleid; vaardigheid in het onderhandelen met gemeenten, ministerie en relevante marktpartijen over toekenning van middelen en gelden (waaronder begrepen doelsubsidies en projectgelden).

Contacten  



  

met het directeurenoverleg om medewerking te verkrijgen en draagvlak te verwerven voor de uitvoering (op schoolniveau) van (strategische) beleidsuitgangspunten en richtinggevende concepten; met de directeuren om resultaten (waaronder de onderwijsopbrengsten) te bespreken (onder andere bij functionerings- en beoordelingsgesprekken) en om afspraken te maken over inhoudelijke ontwikkelingen en personele, organisatorische en budgettaire aangelegenheden; met andere (onderwijs)instellingen, (politieke) onderwijsgerichte c.q. zorginstanties en anderszins gerelateerde instanties om het beleid en de belangen van de stichting en de onderscheiden scholen en organisatorische eenheden uit te dragen, te verdedigen en te behartigen; met andere bestuurlijk verantwoordelijken en leidinggevenden om afstemming en draagvlak te realiseren voor het relevante beleid van de stichting en de onderscheiden scholen en organisatorische eenheden bij mogelijke samenwerking; met de onderwijsinspectie over onderwijsaangelegenheden en onderwijsopbrengsten om verantwoording af te leggen; met de GMR en toezichthoudende organen in het algemeen om af te stemmen c.q. te onderhandelen c.q. verantwoording af te leggen;

6

 

met derden zoals gemeenten, ministerie(s), relevante marktpartijen e.d. over financiën, personeel, (onderwijs)beleid en algehele organisatorische aspecten om informatie te verstrekken, afstemming te realiseren en/of de belangen van de stichting en de onderscheiden scholen en organisatorische eenheden te verdedigen.

7

02

Algemeen directeur (DD) Salarisschaal 13 Uitvoerder: EdW adv.O&P Datum inrichting functie: november 2004 Context Het werkterrein van de algemeen directeur is het bovenschools beleid en integraal management van de stichting. De algemeen directeur is belast met beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken op bovenschools niveau met betrekking tot de identiteit, strategisch beleid, onderwijsbeleid, personeelsbeleid, financieel beleid en materieel beleid. De algemeen directeur geeft daartoe leiding aan de schooldirecteuren en coördineert de dagelijkse gang van zaken. De algemeen directeur legt verantwoording af aan het bestuur over de wijze waarop taken en gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend. Resultaatgebieden a. Is belast met de voorbereiding en uitvoering van het strategisch en bovenschools beleid door:  het zorgdragen voor het opstellen en vaststellen van concept beleidsplannen, jaarverslag, meerjaren-formatieplannen, schoolplannen, projectplannen e.d.;  het anticiperen op ontwikkelingen met betrekking tot wetgeving, politiek, onderwijsmarkt, bestuurlijke samenwerking;  het zorgdragen voor het beleid met betrekking tot de identiteit, het algemeen beleid en de strategische beleidsvoering;  het zorgdragen voor de voorbereiding en uitvoering van het onderwijsbeleid, personeelsbeleid, financieel beleid en materieel beleid;  het bewaken van de uitvoering en evaluatie van het vastgestelde beleid op schoolniveau;  het bewaken en optimaliseren van het interne systeem van kwaliteitszorg;  het zorgdragen voor het onderwijsmanagement, personeelsmanagement, financieel- en materiaal management;  het zorgdragen voor de bewaking van de concurrentiepositie en het zorgdragen voor een goede PR en marketing;  het vaststellen en uitvoeren van uitvoeringsregelingen ter goedkeuring van de kwaliteitszorg;  het creëren van een draagvlak voor alle beleidsterreinen. b.

Geeft leiding aan het bovenschools management en de bovenschoolse organisatie door:  het voorbereiden en voorzitten van het directeurenberaad;  het bevorderen van de professionele ontwikkeling van de schooldirecteuren;  het desgewenst deelnemen aan bovenschoolse werkgroepen en commissies het coördineren van bovenschools overleg;  het desgewenst bijwonen van teamvergaderingen en andere bijeenkomsten op de scholen;  het verzorgen van de bestuurlijke en bovenschoolse informatievoorziening naar (G)MR, management en het personeel;  het onderhouden van de contacten met het administratiekantoor voor zover dit bovenschools beleid betreft en indien nodig over schoolspecifieke zaken;  het voeren van managementgesprekken en beoordelingsgesprekken met schooldirecteuren;  het overleggen met het managementteam;  het aansturen van het centraal kantoor (bestuursbureau).

8

c.

Adviseert en vertegenwoordigt het bestuur door:  het deelnemen aan bestuursvergaderingen en deze mede inhoudelijk en procedureel voor te bereiden;  het deelnemen, als adviseur van het bestuur, aan op overeenstemming gerichte overleggen en bijeenkomsten (gemeentelijk besturenoverleg e.d.);  het namens het bestuur overleggen en onderhandelen met de GMR;  het bestuur periodiek te informeren middels managementrapportages en dergelijke over alle zaken die relevant zijn voor haar taakuitoefening;  het adviseren van het bestuur over het bovenschools beleid.

Speelruimte  De algemeen directeur is verantwoording schuldig aan het bestuur voor wat betreft de inhoud van zijn uitgebrachte (beleids)-adviezen en de voorbereiding en uitvoering van het strategisch beleid op alle beleidsterreinen;  De algemeen directeur neemt beslissingen over: - de richting van de beleidsontwikkeling van de aangesloten scholen, - de inhoud van (beleids-)adviezen, - de op- en vaststelling van concept beleidsplannen op bovenschools niveau, - algemene aspecten van het management, beheer en bedrijfsvoering binnen de organisatie, - het aansturen en beoordelen van schooldirecteuren, - de aanpak van bovenschoolse projecten.  De algemeen directeur werkt binnen de door het bestuur vastgestelde (strategische) beleidslijnen en kaders.

Kennis en vaardigheden De algemeen directeur beschikt over:  brede kennis van en inzicht in het landelijk, regionaal en lokaal onderwijsbeleid, en onderwijsontwikkelingen in het primair onderwijs;  inzicht en vaardigheid in het aansturen van (strategische) beleidsvormingsprocessen en veranderingsprocessen;  kennis van en vaardigheid in het leidinggeven aan een bovenschoolse onderwijsorganisatie;  inzicht in de taak en werkwijze van onderwijsinstellingen binnen het primair onderwijs;  vaardigheden op het gebied van integrale managementtechnieken en personele zaken;  vaardigheid in het opstellen van nieuw beleid en het voeren van bestuurlijk overleg, waarbij beleidsuitgangspunten en tegengestelde belangen worden uitgedragen respectievelijk worden verdedigd;  kennis van en inzicht in maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot primair onderwijs binnen de regio. Contacten De algemeen directeur onderhoudt contacten met:  interne en externe overlegorganen, waaronder de GMR om informatie te verstrekken, afstemming te realiseren en hierover te onderhandelen;  bestuur, adviescommissies, werkgroepen en leden van het directeurenberaad over beleids- en uitvoeringszaken om (bestuurlijke) adviezen te geven en om medewerking te verkrijgen over controversieel liggende onderwerpen en maatregelen;  ministerie, inspectie, vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen;  gemeenten, bedrijven en het administratiekantoor om beleid en belangen van de stichting en organisatie uit te dragen en te behartigen.

9

03

Schooldirecteur (DA)

Salarisschaal DA / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair onderwijs. Het bestuur/ bovenschoolse directie vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en vertaalt deze in afspraken en beleidskaders voor de school. De schooldirecteur voert het beleid uit en levert een bijdrage aan de meningsvorming. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de schooldirecteur beschreven. De schooldirecteur coördineert de onderwijsprocessen in de school, draagt zorg voor de uitvoering van het onderwijsproces, is belast met het personeelsmanagement en geeft onderwijs en begeleidt leerlingen. Op de school zijn een schooldirecteur, leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Coördinatie onderwijsprocessen  coördineert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school;  bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg);  bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school;  signaleert (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering en adviseert het bestuur over te nemen maatregelen;  onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school;  bereidt het overleg met de medezeggenschapsraad voor. 2. Uitvoering onderwijsproces  levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het onderwijsbeleid van de school en adviseert het bestuur hierover;  draagt zorg voor de opstelling van het schoolplan, de begroting en het jaarverslag van de school;  draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur;  beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen;  beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. 3. Personeelsmanagement  geeft leiding aan de medewerkers van de school;  stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers;  voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers en adviseert het bestuur over te nemen rechtspositionele maatregelen;  draagt zorg voor de uitvoering van de personele zorg en het personeelsbeheer op de school;  draagt zorg voor de werving en selectie van personeel voor de school;  adviseert bestuur/bovenschoolse directie over personele vraagstukken op de school;  draagt zorg voor de eigen professionalisering en het ontwikkelen van de vereiste competenties.

10

4. Onderwijs en leerlingbegeleiding Beslissingen, kader, en verantwoording Beslist bij/over: het coördineren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het opstellen van het schoolplan, de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school, het geven van les en leerlingbegeleiding. Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de specifieke beleidskaders van het bestuur. Verantwoording: aan bestuur/bovenschoolse directie over de coördinatie van de onderwijsprocessen in de school, de uitvoering van het onderwijsproces, het personeelsmanagement en de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding. Kennis en vaardigheden  theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs;  inzicht in taakstelling, organisatie en werkwijze van de school;  inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen;  vaardigheid in het organiseren en begeleiden van werkprocessen;  vaardigheid in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties;  vaardigheid in het leidinggeven aan professionals. Contacten  met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen;  met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld over politiek – onderwijskundige ontwikkelingen om overleg te voeren en af te stemmen;  met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken;  met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om af te stemmen en tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen;  met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken;  met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten.

11

04

Schooldirecteur (DB)

Salarisschaal DB / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair onderwijs. Het bestuur/bovenschoolse directie vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en stelt de kaders voor het onderwijs- en organisatiebeleid vast. De schooldirecteur voert het beleid uit en levert een bijdrage aan de meningsvorming. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de schooldirecteur beschreven. De schooldirecteur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, ontwikkelt het beleid van de school, zorgt voor de uitvoering van het onderwijsproces en is belast met het personeelsmanagement. Op de school zijn een schooldirecteur, verschillende typen leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school  organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school;  bewaakt de kwaliteit van het onderwijs (kwaliteitszorg);  bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactische klimaat van de school;  organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering;  neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijsen werkprocessen. 2. Beleidsontwikkeling school  vertaalt ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school (onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school;  is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van het onderwijsbeleid binnen de school;  realiseert multidisciplinaire beleidsprojecten;  adviseert en informeert het bestuur/algemeen directeur over het schoolplan en onderwijsprogramma's en legt beleidsvoorstellen voor aan de algemeen directeur of het bestuur. 3. Uitvoering bedrijfsvoering en onderwijsproces  draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school;  draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur of de algemeen directeur;  beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen;  beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. 4. Personeelsmanagement  geeft leiding aan de medewerkers van de school;  stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers;  voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers;  draagt zorg voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school;  draagt zorg voor de werving en selectie van personeel voor de school;  adviseert bestuur/bovenschoolse directie over personele vraagstukken op de school;  levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie. 12

Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het vertalen van ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school (onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers van de school. Kader: onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de beleidskaders van het bestuur en/of algemeen directeur. Verantwoording: aan bestuur/bovenschoolse directie over de leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, de bruikbaarheid en afstemming van het ontwikkeld beleid van de school, de uitvoering van de bedrijfsvoering en het onderwijsproces en het personeelsmanagement. Kennis en vaardigheden  brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs;  kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringprocessen;  inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits  inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen;  inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen;  vaardigheid in het organiseren en begeleiden van werkprocessen;  vaardigheid in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties;  vaardigheid in het leidinggeven aan professionals. Contacten  met ouders en medezeggenschapsraad over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen;  met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld over politiekonderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te komen;  met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van onderwijs en leerlingenzorg, onder andere in het samenwerkingsverband;  met vertegenwoordigers van gemeente(n) over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen;  met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen voor leerlingen te komen.

13

05

Schooldirecteur (DC)

Salarisschaal DC / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een zeer grote school voor primair onderwijs, soms met een of meer locaties. Het bestuur vervult in beleidsmatige en beheersmatig zin een toezichthoudende rol, waardoor de schooldirecteur beleidsmatig verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de integrale beleidsdoelstellingen voor bestuur/bovenschoolse directie. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van bestuur/bovenschoolse directie en schooldirecteur beschreven. De schooldirecteur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, ontwikkelt het beleid van de school, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces, is belast met het personeelsmanagement en draagt zorg voor de beleidsontwikkeling namens het bestuur. Op de school zijn een directeur, verschillende typen leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school  organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school;  bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg);  bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school;  organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering;  neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijsen werkprocessen;  onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van  onderwijs en leerlingenzorg, onder andere in het samenwerkingsverband;  onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school;  voert het overleg met de medezeggenschapsraad. 2. Beleidsontwikkeling school  vertaalt de door het bestuur vastgestelde strategische beleidslijnen in meerjaren onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school;  is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van het onderwijsbeleid binnen de school en de locaties;  adviseert en informeert het bestuur/ bovenschoolse directie over de jaarlijkse en meerjarenplannen en programma’s van de school en legt beleidsvoorstellen voor aan bestuur/bovenschoolse directie;  realiseert mede schooloverstijgende multidisciplinaire meerjaren beleidsprojecten;  participeert in de meningsvorming in de vergaderingen van het directeurenberaad/bestuur;  neemt deel aan schooloverstijgende beleidscommissies. 3. Uitvoering onderwijsproces  draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school;  draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van bestuur/ bovenschoolse directie;  beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen;  beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten.

14

4. Personeelsmanagement  geeft leiding aan de medewerkers van de school;  stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers;  voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers;  is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school;  is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school;  adviseert bestuur/bovenschoolse directie over personele vraagstukken op de school;  levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie;  draagt zorg voor de eigen professionalisering en het ontwikkelen van de vereiste competenties. 5. Beleidsontwikkeling namens bestuur/bovenschoolse directie  volgt en analyseert interne en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het functioneren van de organisatie en de afzonderlijke scholen;  ontwikkelt beleidsdoelen op basis van verkregen inzicht in de onderwijsvraag en adviseert bestuur/bovenschoolse directie hierover;  leidt projecten en/of is voorzitter van commissies en ontwikkelt beleid namens bestuur/bovenschoolse directie;  adviseert bestuur/bovenschoolse directie in het overleg met de gemeente over de totstandkoming van de educatieve agenda van de lokale overheid;  adviseert de bovenschoolse directie/bestuur over het scheppen van de benodigde randvoorwaarden. Beslissingen, kader, en verantwoording Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het vertalen van de door het bestuur vastgestelde strategische beleidslijnen in meerjaren onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers van de school, het ontwikkelen van beleidsdoelen op basis van verkregen inzicht in de onderwijsvraag en het adviseren van het bestuur hierover. Kader: algemeen geformuleerde strategische beleidskaders van het bestuur. Verantwoording: aan bestuur/bovenschoolse directie over de leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school en het ontwikkeld beleid van de school met een aantal grote locaties, de uitvoering van het onderwijsproces, het personeelsmanagement en de beleidsontwikkeling namens het bestuur. Kennis en vaardigheden  brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs;  kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringprocessen;  inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits;  inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen;  inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen;  vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen;  vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties;  vaardig in het leidinggeven aan professionals.

15

Contacten  met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen;  met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld over politiek – onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te komen;  met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen;  met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen voor Leerlingen te komen.

16

06

Adjunct-directeur (AB/AC)

Salarisschaal AB/AC Fuwasys

Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school. In het algemeen komt de functie voor bij basisscholen BO Y < 400-900, speciale basisscholen voor basisonderwijs SBO Y < 200 en/of scholen voor speciaal onderwijs SO Q <24 (voorgezet of WEC). Op de school zijn een directeur, adjunct-directeur(en), (senior) leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. De adjunct-directeur geeft, als adjunct-directeur, mede vorm aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs, draagt zorg voor de invulling en uitvoering van één of meerdere toegewezen beleidsterreinen op basis van afspraken met de integraal schoolleider , geeft mede richting aan de schoolorganisatie, geeft desgewenst zelf ook invulling aan het onderwijsleerproces en vervangt, in voorkomende gevallen, de directeur bij diens afwezigheid. Nadere informatie Schaal AB De werkzaamheden hebben vooral betrekking op het coördineren of sturen van taken op terreinen/onderdelen waar de doelen van het (onderwijs)beleid nog moeten worden uitgewerkt en geoperationaliseerd. Bij het aanboren van de juiste informatiebronnen/dragers is veelal sprake van nieuw, nog niet geoperationaliseerd beleid. Het betreft taken, waarbij na analyse met nieuwe benaderingen of methoden moet worden gezocht naar oplossingen of vanuit nieuwe invalshoeken oplossingen moeten worden aangedragen. Er is eindverantwoordelijkheid voor een afgerond takenpakket. In het algemeen komt dit functieniveau voor bij basisscholen BO Y < 900, speciale basisscholen voor basisonderwijs SBO Y < 200 en/of scholen voor speciaal onderwijs SO Q <24 (voorgezet of WEC). Schaal AC De werkzaamheden hebben betrekking op het sturen van taken op een breed en gevarieerd terrein/onderdeel van onderwijstaken, dan wel op een terrein/onderdeel met een gespecialiseerde onderwijstaak. Er is sprake van een zelfstandig in- en extern optreden, waarbij de oplossingsrichting en handelingswijze met betrekking tot de taken naar eigen inzicht worden bepaald. Voor de uitvoering van de taken wordt een ruime mate van inzicht, creativiteit, vaardigheid en initiatief vereist in het inschatten, oplossen en evalueren van naar aard en inhoud sterk uiteenlopende, in de onderlinge belangensfeer (zich kunnen voordoen van) conflicterende problemen/opvattingen. Er is eindverantwoordelijkheid voor een afgerond divers takenpakket. In het algemeen komt dit functieniveau voor bij basisscholen BO Y 900 of meer, speciale basisscholen voor basisonderwijs SBO Y 200 of meer en/of scholen voor speciaal onderwijs SO Q 42 of meer (voorgezet of WEC).

Werkzaamheden 1.

Geeft, als adjunct-directeur, mede vorm aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs door:  het mede opstellen van de jaarlijkse begroting en het jaarverslag;  het aangeven en interpreteren van leerlingprognoses;  het (doen) opstellen van een schoolplan en een -gids;  het coördineren van en/of optreden als projectleider bij vernieuwingsactiviteiten;  het ondersteunen van leraren;  het adviseren over en faciliteren van leerlingzaken en -zorg;

17

  

2.

het vormgeven van werkoverleg, organisatie en onderwijskundige overlegstructuur; het voorbereiden van het sociaal jaarverslag; het uitvoeren van de ARBO-wetgeving.

Draagt zorg voor de invulling en uitvoering van één of meerdere toegewezen beleidsterreinen (zoals onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en/of ICT) op basis van afspraken met de integraal schoolleider door:

Onderwijs:        Personeel:        Financiën:    

het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsaanbod; het (doen) tot stand komen van programmering of inhoud van de lessen; het organiseren en voorzitten van overleg; het faciliteren en (zonodig) deelnemen aan de professionaliseringactiviteiten van het onderwijsteam; het bewaken van examenprogramma's, programma's voor toetsing en afsluiting; het verzorgen van informatie en/of het faciliteren van de informatievoorziening binnen en buiten het afgebakende onderwijsaanbod; het voeren van functioneringsgesprekken met leraren.

het uitvoeren van taaktoedeling, functieverdeling en functiedifferentiatie; het bewaken van de taakomvang en -belasting; het mede ontwikkelen en vaststellen van promotiecriteria; het mede begeleiden van sollicitatieprocedures en procedures met betrekking tot personeelszorg. het begeleiden van personeel en het voeren van funtioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken; het bewaken van de personeelszorg, werkomstandigheden, veiligheid, contact met BGZ etc.; het doen van voorstellen voor na- en omscholing;

het aangeven van beleidsuitgangspunten voor het formatieplan; het verantwoorden van de personeelsadministratie; het mede beheren van het toegekende budget; het adviseren over beloningsbeleid;

Huisvesting:  het bewaken van het gebruik van het gebouw(en) en de middelen;  het (doen) opstellen van (periodieke) rapportages voor een hoger echelon;  het verantwoorden van de kwaliteit van de lokalen/huisvesting/inventaris ; ICT: 

3.   

het faciliteren van de ontwikkeling/scholing op het gebied van ICT.

Geeft mede richting aan de schoolorganisatie door: het deelnemen aan netwerken ten behoeve van (landelijk) aangegeven (financiële) beleidsen uitvoeringskwesties; het verzorgen van communicatieve zaken (intern en extern); het doen organiseren van huishoudelijke zaken.

18



4. 5.

het stellen van kaders, richtlijnen en procedures op het gebied van de schoolorganisatie. Geeft desgewenst zelf ook invulling aan het onderwijsleerproces. Vervangt, in voorkomende gevallen, de directeur bij diens afwezigheid.

Speelruimte   

de adjunct-directeur legt verantwoording af aan de integraal schoolleider over de kwaliteit van het opgedragen afgeronde takenpakket; de adjunct-directeur verricht werkzaamheden binnen de kaders van de wet en specifiek geformuleerde beleidslijnen; de adjunct-directeur neemt beslissingen bij de analyse van problemen en vraagstukken en bij het bepalen van oplossingen c.q. alternatieven binnen de vastgestelde begroting en managementafspraken.

Kennis en vaardigheden  

     

 

diepgaande of brede kennis van de ontwikkelingen in het primair onderwijs; kennis van de diverse deelgebieden van de beleidsterreinen binnen het primair onderwijs (o.a. onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en/of ICT) en van relevante aanverwante beleidsterreinen; inzicht in de organisatie van het primair onderwijs; inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere aanpalende onderwijsterreinen afspelen; inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen; inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits; vaardigheden in het opstellen van (beleids)nota's, notities en rapportages; vaardigheid in het tot afstemming komen m.b.t. het opstellen van adviesnota's, wetswijzigingen en beleidsvoorstellen alsmede in het kunnen afstemmen van verschillende deelgebieden en het afstemmen op andere beleidsterreinen en het daarbij houden van overzicht ten aanzien van alle actiepunten; vaardigheid in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; vaardigheid in het onderhouden van contacten.

Contacten    

met de integraal schoolleider over de uitvoering van taken om tot nadere afspraken te komen; met vertegenwoordigers van andere scholen om beleidskwesties te bespreken en (financiële) uitvoeringswensen met elkaar af te spreken; met leraren over de uitvoering van het onderwijs om tot nadere afspraken te komen. met ouders om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken en moeilijk bespreekbare onderwerpen ter sprake te brengen en desgewenst medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor het gedrag van de leerling.

19

Functiebeschrijvingen basis onderwijs

20

07

Leraar basisonderwijs (LA)

Salarisschaal: LA Werkterrein: Onderwijsproces ‐> Leraren Activiteiten: Beleids‐ en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen van informatie en vaardigheden Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs. De leraar LA geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding.  bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor;  geeft les aan en begeleidt leerlingen;  hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leer‐ en opvoedingsdoelen van de school;  creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen;  stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal‐culturele achtergronden;  structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen;  kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;  speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;  registreert en evalueert ontwikkelings‐ en leerprocessen van leerlingen en stelt op basis daarvan handelingsplannen op;  signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose;  begeleidt individuele leerlingen aan de hand van handelingsplannen;  coördineert de leerlingenzorg voor de eigen groep;  begeleidt leerlingen op basis van het zorgplan;  bespreekt probleemleerlingen met de seniorleraar of intern begeleider en/of de directeur;  begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijsassistent en/of stagiaires in de eigen les/groep;  bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers;  houdt het leerlingdossier bij;  geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid;  neemt deel aan teamvergaderingen;  organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit;  onderhoudt contacten met de ouderraad. 2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en ‐ontwikkeling.  draagt bij aan de formulering van leer‐ en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren;  vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten;  doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's;  zet mede, in teamverband, de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten.

21

3. Professionalisering  houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;  neemt deel aan scholings‐ en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;  houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden ‐Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding, het mede, in teamverband, uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en het verwerken van de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. ‐Kader: de onderwijs wet‐ en regelgeving, kerndoelen, leer‐ en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. ‐Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden  theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden;  kennis van de leerstof;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school;  inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties);  invoelingsvermogen en sociale vaardigheden;  vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden;  communicatieve vaardigheden. Werk‐ en denkniveau HBO werk‐ en denkniveau. Contacten  met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken;  met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken;  met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten;  met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner en/of onderwijsassistent om tot nadere afspraken te komen;  met collega (senior) leraren over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie.

22

08

Leraar basisonderwijs (LB)

Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces ‐> Leraren Activiteiten: Beleids‐ en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen van informatie en vaardigheden Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs. De leraar LB geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding.  bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor;  geeft les aan en begeleidt leerlingen;  hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leer‐ en opvoedingsdoelen van de school;  creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen;  stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal‐culturele achtergronden;  structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen;  kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;  speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;  registreert en evalueert ontwikkelings‐ en leerprocessen van leerlingen en stelt op basis daarvan complexe handelingsplannen op;  signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose;  begeleidt individuele leerlingen aan de hand van handelingsplannen;  coördineert de leerlingenzorg voor de eigen groep;  begeleidt leerlingen op basis van het zorgplan;  bespreekt probleemleerlingen met collega’s, intern begeleider en/of de directeur;  begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijsassistent en/of stagiaires in de eigen les/groep;  begeleidt (startende) leraren en collega’s bij onderwijs en leerlingbegeleiding en bij scholing en ontwikkeling;  begeleidt collega’s bij het opstellen van les‐ en opvoedingsdoelen en bij het opstellen en bijstellen van (complexe) handelingsplannen;  bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers;  houdt het leerling-dossier bij;  geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid;  neemt deel aan teamvergaderingen;  organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit;  onderhoudt contacten met de ouderraad. 2a. Bijdrage aan algemene onderwijsvoorbereiding en ‐ontwikkeling.  levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van onderwijsprocessen in de school en adviseert de directeur hierover;  signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en levert bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe onderwijsprogramma’s;  geeft vorm aan inhoudelijke ontwikkelingen binnen de school, doet voorstellen voor nieuwe

23

 

lesmethoden en programma’s en draagt zorg voor de implementatie hiervan; zet mede, in teamverband, de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten.

2b. Bijdrage aan voorbereiding en ontwikkeling op het eigen specialisme, bijvoorbeeld: ‐ onderwijsachterstanden; ‐ zorg; ‐ rekenen en taal.  formuleert met het team en/of de directeur doelen van de school op het eigen specialisme;  signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing of verbetering van beleid op het eigen specialisme en ontwikkelt daar plannen voor;  doet voorstellen aan het team en de directeur voor nieuwe programma’s en draagt zorg voor de implementatie ervan;  treedt op als inhoudelijk klankbord op het eigen specialisme en begeleidt of adviseert collega’s. 3. Professionalisering  houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;  neemt deel aan scholings‐ en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;  houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.  begeleidt (startende) docenten bij hun professionalisering in de vorm van supervisie intervisie,  coaching ,enz. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden ‐Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding, het begeleiden van collega's, het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en het op basis hiervan leveren van bijdragen aan de ontwikkeling en de verzorging van nieuwe onderwijsprogramma's, het ontwikkelen van plannen voor verbetering of vernieuwing van het beleid op het eigen specialisme. ‐Kader: de onderwijs wet‐ en regelgeving, kerndoelen, leer‐ en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. ‐Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, van de bijdragen aan de verbetering of vernieuwing van het beleid op het eigen specialisme en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden  theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden;  kennis van de leerstof;  gespecialiseerde onderwijskundige theoretische kennis en verdiepte kennis op het eigen specialisme;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school;  inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties); invoelingsvermogen en sociale vaardigheden;  vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden en het begeleiden van (startende) leraren;  communicatieve vaardigheden. Werk‐ en denkniveau HBO+ werk‐ en denkniveau door relevante cursussen, masterclasses, dan wel HBO‐masters.

24

Contacten  met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken;  met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken;  met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten;  met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner(s), onderwijs‐ en  klassenassistent(en) en over de voortgang in de contacten met hulpinstanties/hulpverleners om tot nadere afspraken te komen;  met de directeur over de bijdrage aan de beleidsontwikkeling om te adviseren;  met instanties en/of specialisten over ontwikkelingen op het eigen specialisme om informatie uit te wisselen.

25

09

Leraar basisonderwijs (LB) Zorg

Werkzaamheden 1. Algemeen  Administratieve en coördinerende werkzaamheden t.b.v. kinderen en/of leerkrachten observeren van leerlingen in klassensituaties, bespreken van de observatie met de leerkracht en adviseren ten aanzien van vervolgstappen;  plannen, bespreken en evalueren van het handelingsplan met de leerkracht;  coördineren van de aanmelding van een leerling voor interne zorg;  bepalen welke kinderen in aanmerking komen voor interne hulp door remedial teacher, onderwijsassistent (en orthopedagoge) en het organiseren deze hulp;  samen met de leerkracht de ouders wijzen op hulpverlenende instanties zoals logopedist, fysiotherapeut, Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk Werk, e.a.;  bepalen of extra onderzoek, intern en/of extern, geïndiceerd is en het organiseren van dit onderzoek;  coördineren van de verwijzing van een leerling voor externe zorg;  coördineren van de activiteiten met betrekking tot schoolverlaters;  mede de toelaatbaarheid van zij-instromers tot de school beoordelen en het coördineren van de toelating van deze leerlingen;  het terugplaatsen van leerlingen van het speciaal basisonderwijs naar het basisonderwijs coördineren;  samen met de leerkracht, ouders, directie en eventueel ingeschakelde instantie bespreken, of aanmelding bij het speciaal (basis)onderwijs wenselijk, cq. noodzakelijk is;  het proces van aanmelding voor plaatsing op het speciaal (basis)onderwijs, coördineren;  de aanvraag van een leerlinggebonden financiering coördineren, waaronder het (laten) invullen van het onderwijskundig rapport;  de contacten met de leerkracht, de ouders en de ambulant begeleider van het speciaal (basis)onderwijs coördineren en het bewaken van het opstellen van een begeleidings- en handelingsplan;  bewaken van procedures en toezien op het naleven van de afspraken;  coördineren en zorg dragen voor dossiervorming en -beheer van de zorgleerlingen;  overleg voeren met de directie over leerlingen;  toezien op goed contact tussen ouders en school als basis voor een goede samenwerking; 2. Begeleidende en coachende werkzaamheden a. Gericht op individuele leraren:       

collegiale consultatie verlenen, d.w.z. en advies geven aan leerkrachten met betrekking tot het pedagogisch en didactisch afstemmen op leerlingen; waarbij de leerkracht de verantwoordelijkheid houdt; groepsbesprekingen over toetsresultaten houden en nagaan of er adequate hulp wordt ingezet bij kinderen die opvallen; leerkrachten hulp bieden bij het opstellen van een groepsplan of individueel handelingsplan; leerkrachten ondersteunen bij het zoeken van remediërend materiaal en hen wegwijs maken in de orthotheek; systematisch klassenbezoeken afleggen en leerkrachten begeleiden ten aanzien van het klassenmanagement, wanneer daar behoefte aan is; leerkrachten ondersteunen bij gesprekken met ouders van zorgleerlingen; leerkrachten coachen;

26

b. Gericht op het team:       

opstellen van een toetskalender; zorgdragen voor de opzet van de orthotheek en het bijhouden daarvan; procedures en richtlijnen opstellen ten aanzien van de signalering binnen de school en het leerlingvolgsysteem actueel houden; verzamelen van de toetsgegevens en /of groepsoverzichten; analyses en schooloverzichten maken aan de hand van toetsgegevens en deze met het team bespreken; leerlingbesprekingen, intervisiebijeenkomsten houden over (gedrags)problemen bij leerlingen; modellen voor individuele- en groepsoverzichten ontwerpen en het gebruik bewaken.

3. Innoverende taken voor de school als organisatie:  in de schoolgids de paragrafen opstellen ten aanzien van de zorg voor leerlingen;  de ontwikkelingen binnen de zorgverbreding analyseren;  de zorgverbreding binnen de school als organisatie evalueren en ideeën tot ontwikkeling van beleid geven;  alert blijven op hiaten in de didactische leerlijnen binnen de school en de mogelijkheden tot verbetering hiervan onderzoeken;  initiatieven nemen tot verbetering van het didactisch en sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen binnen de school;  voorstellen doen en implementeren van keuzes voor nieuwe methoden en daarmee een bijdrage leveren aan de vernieuwing van het onderwijsaanbod;  het schoolplan en het meerjarenbeleidsplan, mede, opstellen en deze jaarlijks uitwerken tot jaarplannen; voor kennisoverdracht zorgen bij inhoudelijke vergaderingen;  een zorgplan voor de school opstellen en deze vertalen naar actieplannen;  in het jaarverslag de leerlingenzorg en onderwijskundige ontwikkelingen verzorgen;  het team op de hoogte stellen van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van zorgverbreding, materialen, methodes, orthodidactische middelen en software;  overleg voeren met de directeur en adviseren en meedenken ten aanzien van het (onderwijskundig) beleid van de school;  voorstellen doen ten aanzien van de nascholing van het team met betrekking tot de didactische aanpak en pedagogische lijn. 4. Vertegenwoordigende taken  contacten onderhouden met andere intern begeleiders onder meer uit het samenwerkingsverband;  contacten onderhouden met externe instanties als schoolarts, schoollogopedist, Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk Werk, RIAGG;  neemt desgevraagd deel aan bovenschoolse netwerken. Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Beslist bij/over: het analyseren van observaties van klassensituaties, van zorgactiviteiten, toetsresultaten en leerlingbesprekingen en het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs, en het op basis daarvan uitwerken van didactische leerlijnen, het opstellen van het schoolspecifieke zorgplan, het zorgen voor afstemming van dit plan tot het bovenschoolse (regionaal) zorgbeleid, het adviseren van collega’s t.a.v. begeleiding van een leerling, en het zorg dragen voor opzet en uitwerking van het leerlingvolgsysteem, alsook het op basis hiervan leveren van bijdragen aan de ontwikkeling en verzorging van zorgbeleid, het begeleiden van collega’s gericht op opstellen van handelingsplannen, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen, het

27

zorgplan en de beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over het eigen functioneren, de kwaliteit van de leerlingbegeleiding en het zorgbeleid (ontwikkeling en uitvoering), de bijdrage aan het formuleren van integraal onderwijsbeleid, de begeleiding/coaching van leraren gericht op zorgbeleid, de bijdrage aan de schoolorganisatie en over de afgesproken professionalisering. Kennis en vaardigheden.  theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden op het niveau van een afgeronde HBO+ opleiding, bereikt door gevolgde relevante cursussen (master classes) dan wel een HBO Master opleiding;  gevolgde IB opleiding, en daarmee gecertificeerd IB-er zijnd;  kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof;  vaardig in het opstellen van plannen en het geven van adviezen;  vaardig in het begeleiden en coachen van leraren;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school;  op basis van ervaring opgebouwd ruim inzicht in en vergaande kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(instanties);  kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden;  gespecificeerde kennis van en ruime ervaring in het omgaan met leer- en gedragsproblemen;  ruime ervaring in het samenwerken met andere disciplines;  invoelingsvermogen en sociale vaardigheden en vaardig in het motiveren van anderen;  communicatieve vaardigheden. Contacten  met leraren over de ondersteuningsvraag en de begeleiding van (zorg)leerlingen met als doel afspraken te maken en/of af te stemmen;  met ouders/verzorgers en/of (interne-/externe) specialisten om mede de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken, tot afstemming te komen over de aanpak van voorkomende specifieke ontwikkelingsvragen, en /of medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor de ontwikkeling van de leerling;  met collega leraren in de vorm van coaching, collegiale besprekingen/consultatie, waarbij een specifieke gerichtheid is op zorg voor leerlingen;  met hulpverlenende instanties en/of interne of externe specialisten om diagnoses te bespreken, begeleiding af te stemmen en om in gezamenlijkheid het zorgbeleid te ontwikkelen/bewaken;  met bovenschoolse organisaties en netwerken intern begeleiders om bovenschools (regionaal) zorgbeleid te ontwikkelen, te evalueren, te bewaken;  met interne / externe specialisten om afspraken te evalueren / tot nieuwe afspraken te komen.

28

10

Leraar basisonderwijs (LB) Coördinatie

Werkzaamheden 1. Initieert en coördineert de invulling en uitvoering van de vastgestelde onderwijskundige beleidskaders:  het vertalen van ontwikkelingen binnen de bouw/locatie/eenheid en diens omgeving naar voorstellen;  het coördineren van de ontwikkeling van leermiddelen, lesmateriaal en andere delen van het curriculum en de ontwikkeling van nieuwe onderwijsprogramma's;  het vertalen van de onderwijsprogrammering van de onderwijsinstelling naar jaarplannen van de bouw/locatie/eenheid;  het initiëren en stimuleren van scholing/bijscholing van aan de bouw/locatie/eenheid verbonden personeel. 2. Geeft functioneel leiding aan de bouw/locatie/eenheid:  het opstellen van een ontwikkelingsplan voor de bouw/locatie/eenheid;  het coördineren van de werkzaamheden van medewerkers binnen de eenheid;  het voeren van coachingsgesprekken met het personeel in het kader van professionele ontwikkeling;  het voorzitten van vergaderingen;  het afhandelen/behandelen van klachten ;  het verlenen van toestemming aan leerlingen om lessen te verzuimen;  het toezien op naleving van de regels die gelden voor de bouw/locatie/eenheid en ingrijpen bij overtredingen;  het organiseren van huishoudelijke taken; 3. Draagt mede zorg voor de uitvoering van het onderwijs binnen de bouw/locatie/eenheid:  levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsbeleid van de school als totaal, vertaalt deze in leer- en opvoedingsdoelen voor de bouw/locatie/eenheid en adviseert de directeur op basis van uitgevoerde evaluaties binnen de bouw/locatie;  optimaliseert leerprocessen en werkmethoden binnen de bouw/locatie/ eenheid en doet aan de directeur voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s;  zet mede de pedagogische koers van de school uit, voert hierover overleg met de leraren binnen de bouw/locatie/eenheid;  verzorgt informatie en/of faciliteert de informatievoorziening binnen en buiten de bouw/locatie/ eenheid; 4. Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid van de onderwijsinstelling:  het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen aan de directeur;  het deelnemen aan de vergaderingen van het managementteam;  het deelnemen (als voorzitter of als lid) aan commissies;  uitvoering geven aan één of meerdere door de directeur toegewezen beleidsterreinen;  het desgevraagd deelnemen aan bovenschoolse netwerken. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: de vertaling van de onderwijsprogrammering van de school naar ontwikkelings/jaarplannen voor de bouw/locatie/eenheid , waarin de benodigde aanpak en werkwijze voor de bouw/locatie/eenheid beschreven staan, bij het opstellen van een ontwikkelingsplan voor de bouw/locatie/eenheid, over de inhoud van adviezen aan de directeur en bij de coördinatie van zaken de eenheid betreffende; Kader: De onderwijs- wet- en regelgeving, de kerndoelen, de (voor alle beleidsterreinen geldende)

29

doelen en beleidslijnen van de school, en de kaders beleid van het bestuur; Verantwoording: verschuldigd aan de directeur voor wat betreft het eigen functioneren, de coördinatie en de realisatie van het beleid binnen de bouw/locatie/eenheid, de coördinatie van organisatorische zaken binnen de eenheid, de bijdrage aan de uitvoering van het onderwijs binnen de bouw/locatie/eenheid en de adviezen betreffende de ontwikkeling en uitvoering van het beleid van de onderwijsinstelling, de bijdrage aan de schoolorganisatie en over de afgesproken professionalisering. Kennis en vaardigheden.  theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden op het niveau van een afgeronde HBO+ opleiding, bereikt door gevolgde relevante cursussen (master classes) dan wel een HBO Master opleiding;  opleiding gericht op het coördineren en aansturen van processen;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school;  op basis van ervaring opgebouwd ruim inzicht in en vergaande kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(instanties);  kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden;  gespecificeerde kennis van en ruime ervaring in het omgaan met leer- en gedragsproblemen;  ruime ervaring in het samenwerken met andere disciplines;  invoelingsvermogen en sociale/communicatieve vaardigheden en vaardig in het motiveren van anderen;  vaardig in het begeleiden van professionals;  vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen. Contacten  met leraren over de uitvoering van het onderwijs met als doel tot afspraken te komen dan wel afstemming te bewerkstelligen;  met ouders/verzorgers en/of (interne-/externe) specialisten om mede de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken, tot afstemming te komen over de aanpak van voorkomende specifieke ontwikkelingsvragen, en /of medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor de ontwikkeling van de leerling;  met leraren in de vorm van coaching, collegiale besprekingen/consultatie alsook aansturing;  met hulpverlenende instanties en/of interne of externe specialisten/instanties om  begeleiding en beleid af te stemmen/te bewaken;  met vertegenwoordigers intern/extern over beleid om af te stemmen;  met interne / externe specialisten/instanties om afspraken te evalueren / tot nieuwe afspraken te komen.

30

11

Leraar basisonderwijs (LB) Expert leraarschap

Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding:  speelt in op de leefwereld van leerlingen uit verschillende leeftijdsgroepen en met meervoudige ontwikkelingsproblemen en begeleidt hen;  maakt in groepen de effecten van het gedrag van de leerlingen bespreekbaar en leert daarbij leerlingen het eigen groepsgedrag reguleren;  stelt voor leerlingen met meervoudige ontwikkelingsproblemen – evt. na consultatie deskundigen – handelingsplannen op;  onderhoudt contacten met collega leraren in verband met collegiale consultatie gericht op het signaleren van complexere problemen;  begeleidt collega's bij het opstellen van les- en opvoedingsdoelen en bij het opstellen en bijstellen handelingsplannen m.b.t. een of meerdere specialismen;  treedt op als inhoudelijk klankbord naar collega’s betreffende het omgaan met moeilijke groepen, leerlingen met meervoudige, complexe ontwikkelingsproblemen en m.b.t. een of meerdere specialismen; 2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en –ontwikkeling:  signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en levert op basis hiervan bijdragen aan de ontwikkeling en de verzorging van nieuwe onderwijsprogramma’s op algemeen of specialistisch gebied;  formuleert mede de kaders voor leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren op algemeen of specialistisch gebied;  vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten op het inhoudelijke specialisme(n) waar hij/zij taken in heeft;  geeft vorm aan inhoudelijke ontwikkelingen binnen de school, maakt beleid en planning voor het specialisme waarin hij/zij functioneert, en draagt zorg voor de implementatie;  draagt bij aan de pedagogische koers, zet deze in teamverband uit en verwerkt de koers in onderwijsprogramma's;  geeft het voorbeeld aan collega docenten daar waar het gaat om de beheersing, verdieping en verbreding van de (specifieke) kennis en vaardigheden;  treedt op als inhoudelijk klankbord op het specialistische onderwerpen;  begeleidt (aanstaande) leraren en collega’s bij (aspecten van) wat het onderwijs vraagt, en doet dit tevens bij scholing en ontwikkeling van medewerkers op specifieke thema’s;  participeert in coördinerend overleg inzake het zorgen voor afstemming van inzichten, werkvormen en beleidsontwikkelingen;  neemt desgevraagd deel aan bovenschoolse netwerken. 3. Professionalisering  Hij/zij professionaliseert zich voortdurend verder op hetgeen aan aanvullende kennis/specialisme is ontwikkeld. Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Beslist bij/over: het geven van les- en leerlingbegeleiding, het initiëren en in teamverband uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en het verwerken van de koers in werkvormen/ leeractiviteiten in de onderwijsprogramma’s, het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en het op basis hiervan leveren van bijdragen aan de ontwikkeling en verzorging van nieuwe onderwijsprogramma’s, het begeleiden van collega’s

31

gericht op opstellen (les- en opvoedings)doelen en/of handelingsplannen, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Verantwoordelijkheid: voor de kinderen van de groep, voor het onderwijsproces en de resultaten van de groep als geheel en van de individuele kinderen afzonderlijk, en is medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de school. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over het eigen functioneren, de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, de bijdrage aan de schoolorganisatie en over de afgesproken professionalisering. Kennis en vaardigheden  theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden op het niveau van een afgeronde HBO+opleiding, bereikt door gevolgde relevante cursussen (master classes) dan wel een HBO Master opleiding;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school;  op basis van ervaring opgebouwd ruim inzicht in en vergaande kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(instanties);  kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden;  gespecificeerde kennis van en ruime ervaring in het omgaan met leer- en gedragsproblemen;  ruime ervaring in het samenwerken met andere disciplines;  invoelingsvermogen en sociale vaardigheden;  communicatieve vaardigheden. Contacten  met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken;  met ouders/verzorgers en/of (intern-/externe) specialisten om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken, tot afstemming te komen over de aanpak van voorkomende specifieke ontwikkelingsvragen, en /of medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor de ontwikkeling van de leerling;  met collega leraren en intern begeleider over de eigen werkzaamheden in de vorm van coaching, collegiale besprekingen/consultatie;  met ouders/verzorgers, hulpverlenende instanties en/of interne of externe specialisten om diagnoses te bespreken en door te verwijzen;  met interne / externe specialisten om afspraken te evalueren / tot nieuwe afspraken te komen.

32

Functiebeschrijvingen onderwijs ondersteunende functies (BO)

33

12

Onderwijsassistent (S4)

Salarisschaal 4 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht op een (speciale) school voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. De onderwijsassistent ondersteunt de leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken en levert een praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement. Werkzaamheden 1. Assisteren van de leraar  begeleidt individuele leerlingen of kleine (sub)groepen van leerlingen die van de leraar taken/instructie hebben ontvangen;  ziet toe op leerlingen tijdens de les, pauzes, spel en vervoer en corrigeert gedrag;  helpt leerlingen bij expressie -activiteiten;  assisteert bij het samenwerken van leerlingen, het groepswerk en het werken in hoeken;  helpt leerlingen bij het werken aan onderwerpen in het documentatiecentrum;  signaleert problemen bij leerlingen en bespreekt deze met de leraar;  helpt bij de uitvoering van handelingsplannen voor leerlingen;  rapporteert (periodiek) over het waargenomen gedrag bij de leerlingen aan de leraar. 2. Bijdrage aan de organisatie van het klassenmanagement  richt het leslokaal in en ruimt na afloop van de lessen op;  vervaardigt illustraties en eenvoudige teksten voor projecten;  maakt het lesmateriaal gereed;  controleert de staat van les- en ontwikkelingsmateriaal en bespreekt het met de leraar;  levert een bijdrage aan de administratie van leerling-prestaties en andere leerling-gegevens;  vult voorraden van gebruiksmaterialen aan;  assisteert bij de organisatie van schoolactiviteiten;  draagt zorg voor de eigen professionalisering en de ontwikkeling van de vereiste competenties. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het begeleiden van individuele leerlingen of kleine (sub)groepen van leerlingen, het vervaardigen van illustraties en eenvoudige teksten voor projecten en de praktisch/organisatorische bijdrage van het klassenmanagement. Kader: werkafspraken over de assisterende taken. Verantwoording: functioneel aan de leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende over juistheid en tijdigheid van assistentie van de leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken, van praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement en van deelname aan professionalisering. Kennis en vaardigheden  vaktechnische kennis van eenvoudige didactische en pedagogische toepassingen;  bekendheid met groepsprocessen;  bekendheid met hygiëne, voeding en gezondheid van kinderen;  vaardigheid in het omgaan met en corrigeren van gedrag van leerlingen;  vaardigheid in het organiseren van groepjes in de klassensituatie;  vaardigheid in het uitvoeren van praktische/organisatorische werkzaamheden.

34

Contacten  met leerlingen over hun gedrag om ze op de regels te wijzen, vragen te beantwoorden en  corrigerend op te treden;  met de leraar om indrukken over de ontwikkeling van de leerling tijdens de lessituatie door te geven;  met andere onderwijsassistenten binnen de school om informatie uit te wisselen over het  maken van afspraken voor uit te voeren gemeenschappelijke taken;  met ouders over halen en brengen van leerlingen en over het gedrag van de leerling om  informatie te geven.

35

13

Directiesecretaresse (S6)

Salarisschaal 6 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een bestuursniveau van een stichting/ onderwijsinstelling voor primair onderwijs. De directiesecretaresse is onder verantwoordelijkheid van de bovenschoolse directie/College van Bestuur belast met het verlenen van secretariële ondersteuning aan (de leden van) de bovenschoolse directie/College van Bestuur. Werkzaamheden 1. Secretariële ondersteuning  behandelt de voor de bovenschoolse directie/College van Bestuur bestemde post, signaleert urgente (post)stukken en voegt de voor de afhandeling benodigde bescheiden bij;  deelt, in overleg, de agenda van de leden van de bovenschoolse directie/College van Bestuur in en bewaakt deze;  onderkent het belang van te maken afspraken en vervult een bufferfunctie;  bereidt administratief/organisatorisch vergaderingen en andere bijeenkomsten voor;  completeert en archiveert de vergaderstukken;  notuleert en werkt de notulen van de vergaderingen uit en bewaakt de voortgang en de afwikkeling van de daarin gemaakte afspraken en genomen besluiten;  legt naar onderwerp of project werk- en vergaderdossiers aan ten behoeve van de bovenschoolse directie/College van Bestuur en houdt deze bij;  zet een werkarchief voor de bovenschoolse directie/College van Bestuur op en houdt dat bij;  bewaakt tijdige en volledige aanlevering van de te archiveren stukken en completeert de dossiers;  concipieert naar eigen inzicht brieven en verzamelt en bewerkt daartoe (aanvullende) informatie;  onderhoudt (telefonische) contacten met medewerkers binnen de onderwijsinstelling (directeuren, administratie, e.d.) en met externe instanties over algemeen inhoudelijke aspecten van in behandeling zijnde onderwerpen. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het voorbereiden en de verslaglegging van vergaderingen, bij het zelfstandig concipiëren van brieven, bij het verzamelen en ordenen van gegevens en bij het maken. Kader: interne administratieve en procedurele werkafspraken die van belang zijn voor wijze en tijdstip van de uit te voeren werkzaamheden. Verantwoording: aan bovenschoolse directie/College van Bestuur over de inhoudelijke kwaliteit en de voortgang van de secretariële ondersteuning; en afhouden van afspraken voor de bovenschoolse directie/College van Bestuur. Kennis en vaardigheden  kennis van interne administratieve en procedurele voorschriften;  kennis van de Nederlandse taal en grammatica;  inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de brede scholengemeenschap en de werkzaamheden van de (centrale) directie;  vaardigheid in het tekstverwerken met de computer, het notuleren van vergaderingen, het uitwerken van notulen en het naar eigen inzicht concipiëren van brieven;  vaardigheid in het toegankelijk maken en bijhouden van archieven en werkdossiers;  vaardigheid in het te woord staan van derden voor het maken of afhouden van afspraken.

36

Contacten met derden over de secretariële afhandeling van zaken, om informatie uit te wisselen over inhoud en voortgang van in behandeling zijnde onderwerpen en om (agenda)afspraken te maken en af te houden (bufferfunctie) voor de bovenschoolse directie/College van Bestuur.

37

14. Managementassistent (S8) Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Kenmerkscores: 33332332333332 Somscore: 39 Salarisschaal: 8 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De managementassistent ondersteunt de algemene directie en het bestuur. Het werkterrein van de managementassistent is breed en gevarieerd, en omvat onder meer secretariële, administratieve, representatieve werkzaamheden warbij een grote mate van zelfstandigheid en (zelf) verantwoordelijkheid wordt verlangd. Werkzaamheden 1. Adviseert de algemene directie ten aanzien van ontwikkelingen op een aantal terreinen door o.a.: het bijhouden van relevante maatschappelijke, bestuurlijke en onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in de regelgeving; het adviseren over bijstellingen van het beleid op basis van de bovenstaande relevante ontwikkelingen; het aandragen van alternatieven ( voor noodzakelijke maatregelen) ter bijstelling van onderdelen van het beleid; het ten behoeve van overlegsituaties van de algemene directie opstelen van preadviezen; het voorbereiden van beantwoording van vragen van medezeggenschapsorganen; het zorg dragen voor het opvragen/verspreiden van relevante informatie voor de algemene directie; het ondersteunen van de algemene directie bij overleg; het leveren van een bijdrage aan studiedagen en bijeenkomsten op stichichtingsniveau; Het mede ontwikkelen van een systeem voor kwaliteitsbewaking; het voorbereiden van het jaarverslag van de stichting; het mede zorg dragen voor een adequaat managementinformatiesysteem; het bijwonen van loverleg van het bestuur’ het in opdracht van de algemene directie (mede) participeren in overlegnetwerken. 2. Assisteert de algemene directie in de dagelijkse werkzaamheden door: het verzogen –met een grote mate van zelfstandigheid- van algemene, specifieke (bij een beleidsterrein behorend) alsook vertrouwelijke correspondentie; het bewaken van de voortgang van stukken en het rappelleren over achterblijvende stukken; het verzamelen van verslagen van bijeenkomsten, deze ordenen en meenemen in de voorbereidingen van vergaderingen; het mede beheren van het archief, brieven, rapporten et cetra; het fungeren als aanspreekpunt/vraagbaak voor directeuren, personeelsleden en externe instanties betreffende opdrachten vanuit de algemene directie; het vervullen van een bufferfunctie tussen de algemene directie en interne personeelsleden/externe instanties;

38

-

het in opdracht van de algemene directie pearticiperen in beleidscommissie om secretariële/ondersteunende werkzaamheden uit te voeren; het naar onderwerp of project aanleggen en bijhouden van werk- en vergaderdossiers ten behoeve van de algemene directie; het zorg dragen voor relevante informatie (bulletin) naar de directeuren; het begeleiden en bewaken van procedures; het uitvoeren van opgedragen besluiten.

3. Bereidt bestuursvergaderingen voor en ondersteunt deze door: Het in samenspraak met de algemene directie opstellen van agenda’s; het verzogen en bijvoegen van relevante achtergrondinformatie en het attenderen op bijzondere aandachtpunten; het completeren en verzenden van vergaderstukken; het notuleren van de vergaderingen; het uitwerken van notulen en het zorg dragen voor verspreiding op korte termijn; het bewaken van de voortgang van genomen besluiten; het reserveren van vergaderruimten en vergaderfaciliteiten; het naar onderwerp of project aanleggen en bijhouden van werk- en vergaderdossiers ten behoeve van het bestuur. Kader, verantwoordelijkheden en bevoegdheden -

-

Beslist bij/over: het adviseren over bijstellingen van beleid, het aandragen van alternatieven, het assisteren van de algemene directie en het ondersteunen van het bestuur. Kader: wet- en regelgeving en specifieke beleidslijnen van de organisatie; verantwoording: aan de algemene directie over de advisering, het aandragen van alternatieven, de ondersteuning de algemene directie en het bestuur.

Kennis en vaardigheden -

beheerste HBO werk en denkniveau: administratieve/secretariële opleiding; theoretische en praktische kennis van een administratieve organisatie, procedures, werkwijzen en methodieken; kennis van de taakstelling, structuur en werkwijze van bestuur; inzicht in de bestuurlijke, organisatorische en functionele verhoudingen binnen en buiten organisaties; vaardigheid in het opstellen, bijsturen en realiseren van planningen van secretarieeladministratieve werkzaamheden; adviesvaardigheden; vaardigheid in het organiseren en coördineren; uistekende uitdrukkingsvaardigheid zowel mondeling als schriftelijk (tekstverwerking).

39

Contacten -

met personeelsleden en algemene directie om oplossingen te bereiken voor (voortgangs) problemen; met directeuren en incidenteel met personeelsleden om inlichtingen te vragen en informatie te geven over diverse regelingen en procedures; met bezoekers/gasten, om informatie te verstekken of op te vragen en om ze te ontvangen; met opdrachtgever(s) over de inhoud van de opdracht om de benodigde informatie te geven en te bepalen.

40

15

Office-manager (S8)

Plaats van de functie Werkt onder directe verantwoordelijkheid van de algemeen directeur. Functionele relaties  

Intern: alle interne en externe contacten rechtstreeks voortvloeiend uit de hoofdbestanddelen van de functie (zie punt 4); Extern: idem.

Functie-inhoud Hoofdbestanddelen van de functie Verzorging van beleidsmatige en secretariële en financiële ondersteuning en in die zin ook voor continuïteit binnen de organisatie. Hij/zij is verantwoordelijk voor de taken die door het bestuur en de algemeen directeur aan hem/haar zijn gedelegeerd. Algemeen:  Leidinggeven aan en aansturing van het secretariaat, gericht op een efficiënte en effectieve organisatie en zorgen voor de juiste werking van de administratieve organisatie, de interne controle, de registraties en voor de tijdige producties van managementinformatie en externe verantwoordingsrapportages;  Leidinggeven aan en aansturing van de administratief medewerkster, inclusief het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken;  Coördineren en aansturen van procedures die in de jaarplanning zijn opgenomen. bv kerstattenties, nieuwjaarsreceptie personeel, aanmelding kleuters;  Ondersteunen van de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het beleid, maar ook van de algemeen directeur bij het uitoefenen van zijn functie;  Ondersteuning van de algemeen directeur op het gebied van beleidsmatige, financiële en secretariële taken;  Het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de algemeen directeur;  Het verzamelen en verspreiden van informatie die voor de algemeen directeur van belang kan zijn en van belang kan zijn voor beleidsvoorbereidende/ beleidsuitvoerende werkzaamheden;  Het verzamelen, ordenen en bewerken van gegevens, het daaruit destilleren van informatie voor de algemeen directeur, opstellen van aandachtpunten/ (concept) preadviezen. Het mondeling verstrekken van of vragen om inlichtingen over algemeen administratieve aangelegenheden;  Coördineren en aansturen van de informatiestromen;  Het op basis van inhoudelijke aanwijzingen doen van schriftelijke mededelingen en/of opvragen van informatie;  Het samenstellen, beheren en complementeren van de werkdossiers en het werkarchief van de algemeen directeur en het aanleggen van vergaderdossiers;  Toezien op tijdige levering van de overeengekomen periodieke rapportage aan en van diverse geledingen;  Beheren en bewaken van de agenda van de algemeen directeur;  Het opstellen van jaarplanning;  Het zelfstandig verzorgen van correspondentie voor de algemeen directeur;  Het onderhouden van (telefonische) contacten met locaties en diensten binnen het bestuur en met externe instanties over onderwerpen die van belang zijn voor het uitoefenen van de functie.

41

       

Toezien op de aanwezigheid van toereikende middelen en infrastructuur t.b.v. het secretariaat en de algemeen directeur adviseren over de vervanging en/of aanschaf van noodzakelijk geachte middelen; Alle administratieve werkzaamheden voortvloeiend uit sollicitatieprocedures die door de algemeen directeur worden gestuurd; Het bijhouden van de reacties van (G) MR-en; Het inhoudelijk bijhouden van de website of aansturen hiervan; Het coördineren en aansturen van het personeelsblad/nieuwsbrieven; Het inhoudelijke voorbereiden en het actueel houden van het handboek door vastgestelde onderdelen erin te verwerken; Het coördineren en aansturen van documenteren en archiveren van het archief, zowel fysiek als digitaal; Het mede organiseren van studiedagen t.b.v. directies of personeel; Het organiseren van personeelsactiviteiten voor medewerkers van het bestuurskantoor;

T.a.v.bestuursvergaderingen en DBS-vergaderingen  In overleg met de algemeen directeur het voorbereiden (agenda, verzamelen benodigde stukken) en notuleren van vergaderingen, met name de bestuursvergaderingen en het overleg met de directeuren;  Het maken van het verslag van deze vergaderingen en de daarbij behorende besluitenlijst;  Het verspreiden van het verslag.;  Het bewaken van de voortgang van afspraken en besluiten;  Het opstellen van het jaarverslag van het bestuur. Financiën Begroting   

Voorbereiding en advisering begroting bovenschools management/bestuur en begroting gemeenschappelijke begroting aan de hand van de exploitatieoverzichten; Verstrekking financiële gegevens t.b.v. opstellen van begrotingen bovenschools management en begroting gemeenschappelijke activiteiten; Bewaking begroting bovenschools management en gemeenschappelijke begroting.

Boekhoudkundige en financieel-administratieve werkzaamheden            

Controleren ingekomen facturen en zonodig controleren door betrokken opdrachtgever; Zorg dragen voor een tijdige betaling; Codering facturen volgens begroting bovenschools management en begroting gemeenschappelijke activiteiten ten behoeve van de verwerking door het OSG; Opdrachtverstrekking van betalingen aan administratiekantoor middels toezending facturen en begeleidingsstaten; Verrekenen interne boekingen/ verrekeningen via memorialen t.b.v. het administratiekantoor; Periodiek controleren boekingen inkomsten en uitgaven exploitatie via infonet OSG; Declareren kosten bij derden en zonodig rappelleren; Archivering van betaalde facturen ( kopieën); Beheer van kleine kas ten behoeve van der aanschaf van zaken t.b.v. bestuurskantoor; Aanvragen subsidies bij gemeente en overheid en controle of deze ook inderdaad worden ontvangen; Contact met de contactpersoon financiële administratie van het OSG; Opstellen draaiboek en/of protocollen van betalingen volgens begroting BSM en gemeenschappelijke activiteiten.

42

Eventuele andere van belang zijnde opmerkingen omtrent de functie Van degene die deze functie bekleedt, wordt verwacht dat hij/zij:        

Een werk- en denkniveau bezit op HBO-niveau; Uitstekende beheersing heeft van Nederlands in woord en geschrift; Het vermogen heeft zelfstandig te werken; Organisatievermogen en flexibiliteit bezit; Besluitvaardigheid, resultaatgerichtheid en een klantvriendelijke instelling heeft; Op de hoogte is of wil blijven van regelingen voor en ontwikkelingen in het onderwijs; Goede communicatieve en sociale vaardigheden bezit; De vaardigheid bezit om te gaan met computerprogramma’s als Word - Acces – Internet en Excel en/of de bereidheid heeft zich daarin te bekwamen.

5. Waardering De functie wordt gewaardeerd op maximumschaal 8.

43

16

Administratief en facilitair medewerker (S3)

Salarisschaal 3 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een stichting/ onderwijsinstelling voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs of binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De administratief en facilitair medewerker verricht ondersteunende, administratieve en secretariële werkzaamheden. Werkzaamheden 1. Ondersteunende, administratieve en secretariële werkzaamheden  sorteert, registreert en distribueert intern ingekomen stukken;  draagt zorg voor de ondertekening van uitgaande stukken en houdt ten behoeve van de voortgangscontrole overzichten bij;  selecteert en frankeert de uitgaande post en verzendt e-mail- en faxberichten;  neemt de telefoon aan, beantwoordt eenvoudige vragen en verwijst bij complexere vragen door naar de juiste persoon;  typt conceptteksten uit en controleert de lay-out en het taalgebruik en geeft spellingsfouten/ inconsistenties in de tekstopbouw door;  voert gegevens in geautomatiseerde gegevenssystemen (bijv. voor de financiële administratie) in of muteert deze;  voert adressen in in een adressenbestand en houdt wijzigingen bij;  maakt overzichten, tabellen, grafieken en dergelijke;  verzorgt balie - en receptiewerkzaamheden, ontvangt bezoek, begeleidt bezoekers naar de gewenste persoon;  verstrekt inlichtingen van algemene aard aan bezoekers;  verzorgt bode en telefoondiensten;  voert lichte huishoudelijke werkzaamheden uit en verzorgt in dat kader lunches, koffie en dergelijke. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het sorteren, registreren en distribueren van intern ingekomen stukken, het verzorgen van balie - en receptiewerkzaamheden, het ontvangen van bezoek. Kader: werkafspraken, regels en voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende voor wat betreft de correcte en tijdige uitvoering van ondersteunende, administratieve en secretariële werkzaamheden. Kennis en vaardigheden  kennis van de interne administratieve en procedurele uitvoeringsvoorschriften;  kennis van de Nederlandse spelling en grammatica;  inzicht in de mogelijkheden van tekstverwerkingsprogramma's voor de productie en vormgeving van tekstmateriaal;  vaardigheid in het verwerken en opmaken van tekstmateriaal en het maken van overzichten, tabellen, schema's, grafieken, en dergelijke;  vaardigheid in de toepassing van voor de postbehandeling geldende procedures;  vaardigheid in het klantgericht te woord staan van bellers en bezoekers; vaardigheid in de bediening van fax- en data-entryapparatuur. Contacten  met medewerkers over het aangeleverde en geproduceerde materiaal waar bewerkingen op gepleegd moeten worden om informatie te vragen.

44

17

Administratief medewerker (S4)

Salarisschaal 4 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een stichting/ onderwijsinstelling voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs of binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De administratief medewerker verricht administratief ondersteunende werkzaamheden, financieel/cijfermatige werkzaamheden en balieen loketactiviteiten. Werkzaamheden 1. Administratieve ondersteuning  behandelt ingekomen en uitgaande post;  bereidt administratief vergaderingen en besprekingen voor;  doet op basis van inhoudelijke aanwijzingen schriftelijke mededelingen en/of vraagt informatie op;  werkt aangeleverde conceptteksten uit en controleert daarbij de lay-out en het taalgebruik;  notuleert vergaderingen en werkt de notulen uit;  legt werkdossiers aan en houdt deze bij;  verwerkt op aanwijzing administratieve gegevens;  verwerkt/muteert diverse soorten van gegevens in de leerlingenadministratie. 2. Financieel/cijfermatige werkzaamheden  stelt cijferoverzichten ten behoeve van statistische bewerkingen op;  beheer het NAW - bestand van debiteuren en crediteuren;  bereidt documenten voor die door het administratiekantoor moeten worden verwerkt. 3. Balie- en loketwerkzaamheden  verstrekt mondeling (telefonisch) inlichtingen aan ouders/verzorgers en leraren over algemene administratieve aangelegenheden;  verstrekt informatie aan ouders/verzorgers en leerlingen over administratieve regelingen. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het behandelen van ingekomen en uitgaande post, het opstellen van cijferoverzichten, het verstrekken van mondelinge (telefonisch) inlichtingen over algemene administratieve aangelegenheden. Kader: werkafspraken en administratieve voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en zorgvuldigheid van de administratief ondersteunende en financieel/cijfermatige werkzaamheden en van balie- en loketactiviteiten. Kennis en vaardigheden  vaktechnische kennis van administratieve voorschriften en procedures;  kennis van de Nederlandse spelling en grammatica;  kennis van de interne administratieve en procedurele uitvoeringsvoorschriften;  inzicht in de organisatie en werkwijze van de school;  vaardigheid in het tekstverwerken met de computer;  vaardigheid in het (telefonisch) te woord staan van derden. Contacten

45

  

met medewerkers van de school om gegevens te vragen en om gestelde vragen te kunnen beantwoorden; met medewerkers over het aangeleverde/geproduceerde materiaal om informatie uit te wisselen; met ouders/verzorgers en leerlingen om informatie te verstrekken.

46

18

Medewerker financiële administratie (S5)

Salarisschaal 5 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden over het algemeen verricht binnen een bestuursbureau van een stichting/onderwijsinstelling voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De medewerker financiële administratie verricht boekhoudkundige en financieel - administratieve werkzaamheden en levert een bijdrage aan diverse ondersteunende activiteiten. Werkzaamheden 1. Boekhoudkundige en financieel - administratieve werkzaamheden  controleert ingekomen facturen, codeert deze ten behoeve van de verwerking in de boekhouding en zorgt voor een tijdige betaling;  houdt kas -, bank- en giroafrekeningen bij en verwerkt de gegevens in de boekhouding;  voert een debiteuren- en crediteurenadministratie;  bewaakt vastgestelde budgetten;  draagt zorg voor archivering van alle boekhoudkundige bescheiden;  zorgt voor de inning van diverse financiële bijdragen, verzendt nota's en rappelleert;  beheert een kleine kas ten behoeve van de aanschaf van kantoorinventaris en lesmaterialen;  stelt overzichten met betrekking tot inkomsten en uitgaven samen. 2. Bijdrage aan diverse ondersteunende werkzaamheden  bestelt inventarisgoederen bij leveranciers op basis van offertes;  stelt basisinventarislijsten op, werkt deze bij en controleert periodiek de aanwezigheid en beschikbaarheid van inventarisgoederen;  verzamelt gegevens voor onderhoudscontracten;  sluit verzekeringen af en wikkelt eenvoudige schadegevallen af;  verleent medewerking aan onderzoeken door de accountantsdienst;  verzorgt mede de verhuur van lokalen, stelt daartoe standaardcontracten op en zorgt voor de facturering. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het controleren van ingekomen facturen, het coderen ten behoeve van de verwerking in de boekhouding en het zorgdragen voor een tijdige betaling, het opstellen van basisinventarislijsten, het bijwerken ervan en het periodiek controleren van de aanwezigheid en beschikbaarheid van inventarisgoederen. Kader: de voor de boekhouding/financiële administratie geldende regels en voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende voor wat betreft de juiste en tijdige boekhoudkundige en financieel - administratieve werkzaamheden en de tijdige bijdrage aan diverse ondersteunende activiteiten. Kennis en vaardigheden  kennis van algemeen boekhoudkundige richtlijnen;  kennis van boekhoudkundige technieken, het boekhoudsysteem en financieel - administratieve procedures en vaardigheid in het hanteren ervan;  kennis van de relevante delen van de comptabele wet- en regelgeving;  vaardigheid in de bediening van data-entryapparatuur;  vaardigheid in het opstellen van overzichten met betrekking tot inkomsten en uitgaven.

47

Contacten  met debiteuren en crediteuren over betalingen en facturen om informatie uit te wisselen over de stand van zaken;  met verzekeringsinstanties over verzekeringen en om eenvoudige schadegevallen administratief af te handelen;  met leveranciers en bedrijven over de (centrale) inkoop van inventarisgoederen om informatie  uit te wisselen.

48

19

Financieel- administratief medewerker (S 7)

Salarisschaal 7 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden over het algemeen verricht binnen een bestuursbureau van een stichting/onderwijsinstelling voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De eerste financieel - administratieve medewerker verricht boekhoudkundige en financieel administratieve werkzaamheden, verricht voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de begrotingssamenstelling en bereidt rapportages aan de bovenschoolse directie/College van Bestuur voor over financieel resultaat en vermogenspositie. Werkzaamheden 1. Boekhoudkundige en financieel - administratieve werkzaamheden  controleert ingekomen facturen, codeert deze ten behoeve van de verwerking in de boekhouding en zorgt voor een tijdige betaling;  houdt kas -, bank- en giroafrekeningen bij en verwerkt de gegevens in de boekhouding;  voert een debiteuren- en crediteurenadministratie;  bewaakt vastgestelde budgetten;  draagt zorg voor archivering van alle boekhoudkundige bescheiden;  zorgt voor de inning van ouderbijdragen, contributie schoolvereniging, gelden personeelsfonds  en dergelijke en verzendt nota's hiertoe en rappelleert zonodig;  beheert een kleine kas ten behoeve van de aanschaf van kantoorinventaris en lesmaterialen. 2. Voorbereidende werkzaamheden begrotingssamenstelling  stelt periodiek inkomsten- en uitgavenoverzichten samen;  verstrekt financiële gegevens ten behoeve van het opstellen van deelbegrotingen en meerjaren  ramingen;  stelt op basis van de door de (algemene) directie bepaalde uitgangsposities de conceptbegroting op;  stelt mede onderdelen van de jaarrekening op. 3. Voorbereiding rapportages over financieel resultaat en vermogenspositie  controleert financieel-economische cijfermatige informatie op juistheid en volledigheid en brengt zo nodig correcties aan;  stemt financiële deeladministraties op elkaar af;  signaleert verschillen tussen het vastgestelde budget en de ingediende rekeningen, bespreekt  mogelijke oorzaken met de budgethouders en doet aanbevelingen ter bijsturing. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het bewaken van vastgestelde budgetten, het periodiek samenstellen van inkomstenen uitgavenoverzichten, het signaleren van verschillen tussen het vastgestelde budget en de ingediende rekeningen, het bespreken van mogelijke oorzaken met de budgethouders en doet aanbevelingen ter bijsturing. Kader: de voor de financiële administratie geldende regels en voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende voor wat betreft de kwaliteit van boekhoudkundige en financieel - administratieve werkzaamheden, van voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de begrotingssamenstelling en van voorbereiding van rapportages over financieel resultaat en vermogenspositie aan de Bovenschoolse Directie/College van Bestuur.

49

Kennis en vaardigheden  kennis van de financiële wet- en regelgeving en van richtlijnen op het gebied van financieel beheer;  kennis van boekhoudkundige technieken, het boekhoudsysteem en financieel administratieve  procedures en vaardigheid in het hanteren ervan;  opstellen van managementoverzichten;  vaardigheid in het samenstellen van inkomsten- en uitgavenoverzichten. Contacten  met medewerkers binnen en buiten het bestuursbureau om informatie in te winnen in het kader van op te stellen managementrapportages, met budgethouders om te attenderen op over- c.q. onderschrijding om toelichting te geven op gesignaleerde verschillen tussen budget en ingediende rekeningen en om af te stemmen over mogelijke oplossingen;  met medewerkers van schooladministraties om procedures en werkwijze af te stemmen.

50

20

Stafmedewerker automatisering (S10)

Salarisschaal 10 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een stichting/ onderwijsinstelling voor primair onderwijs. De stafmedewerker automatisering adviseert de Bovenschoolse Directie/College van Bestuur op het gebied van informatievoorziening en automatisering van de instelling en coördineert de organisatie en inrichting van het beheer van harden software en de te onderscheiden netwerken. Werkzaamheden 1. Advisering Bovenschoolse Directie/College van Bestuur op het gebied van informatievoorziening en automatisering  inventariseert de informatiebehoefte van de organisatie en de wensen hiertoe;  levert bijdragen aan het informatieplan en stelt automatiseringsplannen op;  analyseert de bestaande informatievoorziening en signaleert knelpunten;  adviseert over gewenste aanpassingen en verbeteringen;  specificeert de systeemvereisten en adviseert over de organisatorische -, economische- en sociale aspecten die samenhangen met de informatievoorziening en automatisering;  stemt de informatievoorziening af op organisatie - en bedrijfsprocessen;  beheert het budget informatievoorziening en automatisering;  draagt zorg voor de ontwikkeling van specifieke toepassingen. 2. Coördinatie van de organisatie en inrichting van het beheer van hard- en software en de te onderscheiden netwerken  adviseert over en coördineert het inrichten van het service level management, change -, problem - en configuratiemanagementprocedures en capaciteitmanagement;  adviseert over standaards;  voert het datamanagement uit;  stelt richtlijnen en procedures op ten behoeve van gebruikers en automatiseringsmedewerkers;  instrueert en begeleidt gebruikers bij het beoordelen, testen en invoeren van onderwijsapplicaties;  draagt zorg voor beveiliging, back-up procedures etc.;  stuurt de netwerk-/systeembeheerders en de helpdesk aan. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het leveren van bijdragen aan het informatieplan en het opstellen van automatiseringsplannen, het adviseren over en coördineren van het inrichten van het service level management, change -, problem- en configuratiemanagementprocedures en capaciteitmanagement. Kader: het geformuleerde informatievoorzienings- en automatiseringsbeleid van de instelling en de beschikbaar gestelde budgetten. Verantwoording: aan de bovenschoolse directie/College van Bestuur voor wat betreft de kwaliteit van advisering op het gebied van informatievoorziening en automatisering van de instelling en van coördinatie van de organisatie en inrichting van het beheer van hard- en software en de te onderscheiden netwerken. Kennis en vaardigheden  theoretische kennis van het vakgebied automatisering;  kennis van informatievoorzienings- en automatiseringsmethoden, - technieken en -processen,

51

  

alsmede van kwaliteits- en service level management; kennis van en inzicht in de organisatie van de instelling; inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de beschikbare hard- en software; vaardigheid in het analyseren van de bestaande informatievoorziening en in het adviseren over aanpassingen en verbeteringen.

Contacten  met interne gebruikers over gebruikerswensen om deze af te kunnen zetten tegen de mogelijkheden, randvoorwaarden en het organisatiebelang;  met directie/management en specialisten over de inrichting van de informatievoorziening en automatisering om te komen tot afstemming en coördinatie;  met leveranciers van hard- en software over de aanschaf van producten en diensten om overleg te voeren over prijzen, leveringsvoorwaarden en dergelijke.

52

21

Stafmedewerker personeel (S10)

Salarisschaal 10 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een stichting/ onderwijsinstelling voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De stafmedewerker personeel adviseert de Bovenschoolse Directie/College van Bestuur op het gebied van het personeelsmanagement, voert het personeelsbeleid uit en adviseert over arbeidsrechtelijke en rechtspositionele regelgeving en beleid. Werkzaamheden 1. Advisering Bovenschoolse Directie/College van Bestuur op het gebied van personeelsmanagement  adviseert de algemeen directeur/voorzitter College van Bestuur en de schooldirecteuren over algemene personele aangelegenheden en bij problemen in de werksfeer en bij veranderingsprocessen;  adviseert over formatiewijzigingen, functie - en taakdifferentiatie en daarmee samenhangende  personele en financiële consequenties;  formuleert conceptbeleidsvoorstellen op het gebied van personeelsbeleid;  stelt (meerjaren)planningen op voor de personeelsbezetting op basis van een inventarisatie van de (veranderende) eisen van de organisatie en de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoefte;  draagt bij aan en adviseert over de opzet van reorganisatie - en veranderingsprocessen, evalueert deze alsmede het daarbij ingezette instrumentarium;  levert een bijdrage aan het opstellen van het personeelsbeleidsplan in afstemming met het strategisch beleidsplan en vertaalt dit naar passende personeelsinstrumenten;  adviseert over de arbeidsomstandigheden: de veiligheid, de gezondheid en het te voeren arbobeleid. 2. Uitvoering personeelsbeleid  adviseert bij de uitvoering van het personeelsbeleid en ondersteunt ondermeer bij personeelsgesprekken, Persoonlijk Ontwikkelingsplannen (POP), invoering competentiemanagement en invulling (na)scholingsplan;  doet voorstellen over evenwichtige beloningsverhoudingen binnen de instelling, bewaakt bevorderingsmomenten en doet voorstellen voor vaste aanstelling, ontslag en dergelijke;  stelt functiebeschrijvingen en waarderingsadviezen op;  inventariseert de wensen en verwachtingen van management en personeelsleden;  doet voorstellen over opleidings- en ontwikkelingsvraagstukken en begeleidt personeelsbeoordelingen;  geeft inhoudelijke en procedurele adviezen bij de werving en selectie van medewerkers en ziet toe op het correct verlopen van de werving- en selectieprocedures;  levert een bijdrage aan de introductie van nieuwe medewerkers;  adviseert bij aanstelling, overplaatsing, ontslag, arbeidsomstandigheden en conflictsituaties;  treedt voor directie/management en medewerkers op als aanspreekpunt voor personele zaken;  bewaakt de planning en voortgang in verband met de activiteiten uit het personeelsplan, reintegratietrajecten  bij arbeidsongeschiktheid, beoordelingsprocedures, opleidingsplannen, en dergelijke.

53

3. Advisering arbeidsrechtelijke en rechtspositionele regelgeving en beleid  doet voorstellen over de toepassing van de rechtspositionele regelingen en geeft toelichting daarop;  verwijst naar relevante externe instanties. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het adviseren over formatiewijzigingen, functie - en taakdifferentiatie en daarmee samenhangende personele en financiële consequenties, het doen van voorstellen over opleidings- en ontwikkelingsvraagstukken en begeleiden van personeelsbeoordelingen, het doen van voorstellen over de toepassing van rechtspositionele regelingen. Kader: het personeels- en organisatiebeleid en vastgestelde beleidslijnen van de organisatie, rechtspositionele regelingen, arbowetgeving, en dergelijke. Verantwoording: aan de Bovenschoolse Directie/College van bestuur over de kwaliteit van advisering op het gebied van personeelsmanagement, het uitvoering geven aan het personeelsbeleid en het adviseren over arbeidsrechtelijke en rechtspositionele regelgeving en beleid. Kennis en vaardigheden  kennis van het gehanteerde systeem van functiewaardering, van het personeelswerk en van  relevante wet- en regelgeving op dat terrein;  kennis van en inzicht in rechtspositionele regelingen voor onderwijspersoneel en daaraan  verbonden procedures en systemen;  inzicht in personeelsinstrumenten, met name personeelsbeoordeling en loopbaanbegeleiding;  inzicht in de organisatie en werkwijze van de scholen;  vaardigheid in het adviseren over personele en rechtspositionele aangelegenheden. Contacten  met directie/management van scholen over de uitvoering van het personeelsbeleid en over rechtspositionele regelingen om knelpunten te bespreken, ondersteuning te verlenen en af te stemmen over de toepassing van rechtspositionele regelingen;  met sollicitanten om hen op de hoogte te brengen van arbeidsvoorwaardelijke en procedurele aangelegenheden;  met medewerkers om informatie uit te wisselen en ondersteuning te verlenen bij personele aangelegenheden;  met externe instanties zoals opleidingsinstituten, arbeidsrechtelijke organisaties, uitkeringsinstanties, arbodienst om af te stemmen.

54

22

Onderhoudsmedewerker (S4)

Salarisschaal 4 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school of locatie voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De onderhoudsmedewerker/conciërge verricht onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouw(en), terreinen, installaties, apparatuur en inventaris van de onderwijsinstelling, verricht facilitaire werkzaamheden op school en treedt op bij conflicterend gedrag van leerlingen. Werkzaamheden 1. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden  controleert periodiek gebouw(en) en inventaris;  spoort storingen in installaties en apparatuur op en heft deze op;  schakelt zo nodig derden in voor het opheffen van storingen, houdt toezicht op de door hen verrichte reparaties c.q. gepleegd onderhoud;  doet voorstellen met betrekking tot de vervanging van apparatuur en installaties;  repareert vernielingen of draagt oplossingen aan voor aangebrachte vernielingen;  verricht eenvoudige timmer- en schilderwerkzaamheden;  plaatst of verplaatst tussenwanden en dergelijke;  legt elektrische leidingen om, legt extra stopcontacten aan en dergelijke;  legt administratieve gegevens, samenhangend met de te verrichten technische taken, vast; informeert personeelsleden over doel, doorlooptijden en aard van werkzaamheden. 2. Facilitaire werkzaamheden  verricht receptietaken;  neemt meldingen van ziekte van leerlingen aan, noteert absenten, te laat komen en dergelijke; voert inkoopopdrachten uit;  kopieert lesmateriaal en haalt post op en brengt deze weg;  signaleert schoon te maken onderdelen;  stuurt facilitair medewerkers aan;  houdt toezicht op de toegankelijkheid van vluchtwegen en kluisjes en op het vrijhouden van vluchtwegen;  houdt toezicht op de beveiliging binnen en buiten het gebouw (of de gebouwen);  verleent hulp bij calamiteiten, EHBO, BHV;  ondersteunt organisatorisch ouderavonden en bijeenkomsten. 3. Optreden bij conflicterend gedrag van leerlingen  grijpt in bij conflictsituaties tussen leerlingen conform vooraf gemaakte afspraken;  bespreekt ongewenst gedrag van leerlingen met de leidinggevende;  begeleidt geschorste leerlingen;  ziet toe op de uitvoering van strafmaatregelen waarvoor de conciërge wordt ingeschakeld. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het opsporen van storingen in installaties en apparatuur en het opheffen ervan, het verrichten van receptietaken als telefoonbediening, het ingrijpen bij conflictsituaties tussen leerlingen conform vooraf gemaakte afspraken. Kader: regels en werkafspraken, veiligheids- en inspectievoorschriften en technische voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid en zorgvuldigheid van de uitvoering van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en facilitaire werkzaamheden en van optreden bij

55

conflictsituaties tussen leerlingen. Kennis en vaardigheden  vaktechnische kennis en kennis van technische/veiligheidsvoorschriften en specificaties van algemene apparatuur en installaties en gebouwen;  inzicht in de werking van algemene apparatuur en installaties;  inzicht in de organisatie van een onderwijsinstelling;  vaardigheid in het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en in het verrichten van kleine verbouwingen;  vaardigheid in het optreden bij ordeverstoringen;  vaardigheid in het leidinggeven van ondersteunend personeel. Contacten  met melders van klachten en/of gebruikers van het gebouw(en) om informatie in te winnen bij het traceren van storingen en gebreken aan gebouwen en inventaris;  met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om informatie uit te wisselen;  met leraren en directie/management over gedrag van leerlingen om informatie uit te wisselen;  met leerlingen over hun gedrag om hen te corrigeren;  met derden over onderhoud en reparatie om de opdracht toe te lichten en om hen te begeleiden bij het uitvoeren van werkzaamheden;  met derden om hen (telefonisch) te woord te staan en hun vragen te beantwoorden of door te verwijzen.

56

23

Conciërge (S3)

Salarisschaal 3 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De conciërge verricht onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, verricht ondersteunende werkzaamheden en verricht werkzaamheden op het gebied van leerling-zaken. Werkzaamheden 1. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden  signaleert (ver)storingen;  verhelpt eenvoudige gebreken;  neemt klachten van technische aard aan en geeft deze door of meldt situaties (bijv. tijdens controlerondes);  legt administratieve gegevens samenhangend met de te verrichten technische taken vast;  verstrekt informatie aan personeelsleden over doel, doorlooptijden en dergelijke van werkzaamheden. 2. Ondersteunende werkzaamheden  beheert audiovisueel materiaal en zet dit klaar;  beheert het magazijn en bestelt etenswaar, schoonmaakartikelen en kantoorartikelen;  maakt kopieën;  serveert zonodig koffie, thee en frisdranken en dergelijke op vergaderingen;  verricht eenvoudige schoonmaakwerkzaamheden. 3. Werkzaamheden op het gebied van leerling-zaken  roept leerlingen tot de orde tijdens pauzes en of attendeert de leraar op ordeproblemen conform interne gedragsregels;  neemt meldingen van afwezigheid, ziekte, te laat komen en dergelijke aan;  ziet toe op strafmaatregelen waarvoor de conciërge wordt ingeschakeld. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het verhelpen van eenvoudige gebreken, het magazijnbeheer en het attenderen van de leraar op ordeproblemen. Kader: regels en werkafspraken, veiligheids- en inspectievoorschriften en technische voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en volledigheid van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, van ondersteunende werkzaamheden en van werkzaamheden op het gebied van leerling-zaken. Kennis en vaardigheden  praktisch gerichte kennis in het omgaan met apparaten en de toepassingsmogelijkheden ervan;  inzicht in de organisatie en werkwijze van de school;  vaardigheid in het oplossen van problemen bij klachten, storingen en onderhoud;  vaardigheid in de omgang met leerlingen bij ordeverstoringen passend binnen de daartoe gemaakte afspraken en schoolregels.

57

Contacten  met melders van klachten en/of gebruikers van het gebouw(en) om informatie in te winnen bij het traceren en dienstverlenend te zijn bij het verhelpen van storingen en gebreken aan gebouwen en inventaris;  met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om feitelijke informatie te verstrekken;  met leerlingen over hun gedrag om hen tot de orde te roepen.

58

24

Medewerker schoonmaak (S1)

Salarisschaal 1 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De medewerker schoonmaak houdt het afgesproken deel van het gebouw schoon conform schoonmaakplan, houdt de toiletbenodigdheden op peil en bewaakt de voorraad toiletartikelen en schoonmaakmiddelen. Werkzaamheden 1. Schoonmaakwerkzaamheden conform het schoonmaakplan  reinigen van vloeren, meubilair, schoolborden en toiletten;  afnemen van stof van randen, richels en buizen;  zemen van de ramen;  leegmaken van afvalbakken. 2. Op peil houden van de toiletbenodigdheden en bewaken van de voorraad schoonmaakmiddelen en toiletartikelen Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het reinigen van het meubilair en de toiletten en de signalering van teruglopende voorraden schoonmaakmiddelen en toiletartikelen. Kader: gedetailleerde werkafspraken en huisregels. Verantwoording: aan de leidinggevende over de wijze waarop de schoonmaakwerkzaamheden worden verricht en over het tijdig op peil houden van de toiletbenodigdheden. Kennis en vaardigheden  praktische kennis van schoonmaaktechnieken en -middelen;  vaardigheid in het hanteren van schoonmaakapparatuur en -middelen. Contacten  met de leidinggevende over praktische aangelegenheden om daarover gegevens te verschaffen of te ontvangen.

59

25 Schoolbusinessmanager (S7) Functienaam: School business Manager Salarisschaal: 7 Werkterrein: Bedrijfsvoering -> Managementondersteuning Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoering ondersteunende werkzaamheden, coördinatie van activiteiten en processen, managementondersteuning Datum: 07-09-2011 Uitvoerder: drs. M.A Boonstra-Kints 1. Context De school business manager rapporteert aan de directeur en is verantwoordelijk voor ondersteuning van de directeur en de voorbereiding en uitvoering van het financiële beleid, personeelszaken en facilitaire zaken. De school business manager is belast met de uitvoering van een aantal gedelegeerde werkzaamheden op het terrein van Financiën, Facilitaire zaken en Personeelszaken, deze worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de directeur. 2.

Resultaatgebieden

a. beleid Ondersteunt de directeur bij beleidsmatige beheerszaken op financieel en organisatorisch gebied door: ondersteunen en het geven van adviezen aan directeur bij het opstellen van begrotingen en het afleggen van financiële verantwoording; voorbereiden van stukken op het eigen beleidsterrein ten behoeve van (directie-)overleg het bewaken van de budgetten van organisatorische, financiële, huishoudelijke, administratieve en facilitaire beheerszaken; het doen van voorstellen voor procedurebeschrijvingen m.b.t. facilitaire en beheerszaken en het bewaken van procedures. b. -

-

-

Resultaatgebied administratieve ondersteuning het op belang en urgentie inschatten van binnengekomen post, het op eigen initiatief en naar eigen inzicht toevoegen van voor de afhandeling benodigde bescheiden; onderhouden van (telefonische) contacten met medewerkers binnen de onderwijsinstelling en met externe instanties over algemeen inhoudelijke aspecten van in behandeling zijnde onderwerpen; het houden van toezicht op het beheer van (geautomatiseerde) administraties en voor de school van belang zijnde informatie en documentatie; het beheren van het informatiesystemen (ParnasSys) en signaleren van mogelijke verbeteringen het signaleren van onregelmatigheden en het verstrekken van adviezen aan de directeur het schrijven van nota's en brieven aan de hand van globale aanwijzingen; het bijhouden en bewaken van de agenda en het controleren op het nakomen van de afspraken; het (doen) opzetten en bijhouden van het werkarchief van de directeur het verwerken en verzamelen van gegevens uit diverse administratie systemen en op basis hiervan opstellen van periodieke overzichten het aanleggen en bijhouden van dossiers het fungeren als eerste aanspreekpunt/vraagbaak voor interne medewerkers en externe instanties en personen over administratief-organisatorische aangelegenheden en over algemeen inhoudelijke aspecten van in behandeling zijnde onderwerpen; het vervullen van een bufferfunctie tussen de directeur en medewerkers respectievelijke externe instanties; het ontvangen en begeleiden van bezoek.

60

c. Resultaatgebied facilitaire zaken Coördineert onder verantwoordelijkheid van de directeur uitvoerende werkzaamheden op het gebied van facilitaire zaken op de eigen school: houdt toezicht op de voortgang en kwaliteit van lopende projecten m.b.t. huisvesting of onderhoud het in opdracht van de directeur uitvoeren van inkoopopdrachten voor apparatuur, goederen en materialen en het in dat kader opstellen van inkoop, lease- en onderhoudscontracten; het in opdracht van de directeur toezien op de staat van onderhoud van het schoolgebouw, apparatuur en materialen en het adviseren van de directeur met betrekking tot vervanging en reparatie; het voeren van overleg met leveranciers en onderhoudsbedrijven en de gebruikers over geleverde of gewenste goederen of schoonmaak- en onderhoudsdiensten en het aanvragen van offertes en het in opdracht van de directeur afsluiten van contracten; d. Resultaatgebied personele zaken Uitvoeren van diverse uitvoerende werkzaamheden op personeelsgebied: doorgeven van mutaties en contracten aan het administratiekantoor het verwerken van mutaties in de personeelsadministratie; het registeren van ziek- en herstelmeldingen van OP en OOP het houden van toezicht op de leerlingenadministratie het administratief verwerken van verlofaanvragen van leerlingen het fungeren als meldpunt bij ziekte of afwezigheid van personeel indien noodzakelijk inschakelen van de Vervangerspool, het zelf regelen van vervanging of het zorgdragen voor het inhuren van uitzendkrachten en vervanging het bijhouden van een verlof registratie; het berekenen van de vergoedingen van vrijwilligers en andere incidentele vergoedingen en deze doorgeven aan de (salaris-)administratie ; het in opdracht van de directeur uitvoeren van (rechtspositionele) regelingen en het eventueel verstrekken van schriftelijke/mondelinge informatie aan personeelsleden het op basis van verkregen informatie van het (bovenschoolse) stafbureau of administratiekantoor, verstrekken van advies aan personeelsleden over de bestaande regelingen als geheel en toegepast in individuele zaken; het beoordelen op volledigheid en verzorgen van aanvragen studiekosten, spaarloonregeling, verhuiskosten, bapo- en seniorenregeling, alle soorten verlof (onder andere betaald en onbetaald), vergoeding reis- en verblijfkosten, PC-prive, fietsproject en dergelijke; het versturen van werkgeversverklaringen ten behoeve van bijvoorbeeld gemeentelijke instellingen proactief op de hoogte zijn van nieuwe regelingen, arbeidsvoorwaarden en daarmee samenhangende arbeidsvoorwaarden e. -

Resultaatgebied coördinatie Aansturen en coördineren van de werkzaamheden van het (externe) schoonmaakpersoneel, de vrijwilligers en de conciërges het maken en bewaken van de voortgang van de uitvoering van facilitaire jaarplannen

3.

Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden

Beslist over/bij: het bewaken van de budgetten van organisatorische, financiële, huishoudelijke, administratieve en facilitaire beheerszaken, het uitvoeren van ondersteunende en administratieve werkzaamheden, het signaleren van mogelijke verbeteringen en onregelmatigheden, het beoordelen van het belang en de urgentie van voor de toegewezen leidinggevende bestemde post en telefoongesprekken, het bewaken van de voortgang ,van gemaakte afspraken, het uitvoering geven aan de personele zaken en het coördineren van activiteiten en processen met betrekking tot facilitaire zaken. Kader: administratieve en procedurele werkafspraken en processen die van belang zijn voor de wijze 61

waarop de werkzaamheden dienen plaats te vinden. Verantwoording: aan de directeur over de inhoudelijke kwaliteit en de voortgang van de administratieve en organisatorische ondersteuning, de uit te voeren werkzaamheden en coördinatie en over de kwaliteit van de inhoud van de adviezen. 4.

Kennis en vaardigheden

-

-

Theoretische en praktische Kennis van managementondersteunende werkwijzen en technieken, in het bijzonder op het gebied van facilitaire zaken, financiën en personeel. Kennis van de taakstelling, structuur en werkwijze van de onderwijsinstelling. Kennis van de geldende administratieve en interne voorschriften inzake middelenbeheer, dossiervorming en voortgangsbewaking. Kennis van de Nederlandse taal en grammatica Kennis van voor de functie van belang zijnde software toepassingen Inzicht in de organisatorische en functionele verhoudingen binnen de stichting, de organisatie en de aard van de in- en externe relaties Vaardigheid in het verzamelen en inzichtelijk maken van gegevens en het leveren van managementinformatie, het vormen en bijhouden van het archief en het opmaken van rapportages, begrotingen, overzichten, verslagen, nota's en dergelijke. Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid in de Nederlandse taal Communicatieve vaardigheden Organisatie sensitiviteit

5.

Contacten

-

Met stafdirectie FZ om te overleggen en informatie uit te wisselen Met de directeur over de voortgang van de werkzaamheden om te overleggen en voorstellen te doen ter verbetering van processen en werkwijzen Met het (bovenschools) stafbureau om informatie te verkrijgen en om informatie uit te wisselen Met het administratie kantoor om informatie uit te wisselen Met medewerkers van over afhandeling van beheerszaken, om informatie uit te wisselen. Met derden, om inhoudelijke informatie te verstrekken of op te vragen. Met leveranciers en externe instanties om informatie te verschaffen en of goederen en diensten in te kopen

-

-

62

26

Functiebeschrijving directeur/Coördinator WSNS

Functienaam: Organisatie: Werkterrein: Activiteiten: Inschaling:

Directeur/coördinator WSNS Samenwerkingsverband WSNS – centrale dienst (Strategisch) management – en bestuursondersteuning Beleid voorbereiden, ontwikkelen, uitvoeren, evalueren Coördineren en management van activiteiten en processen DB

1. Context In het samenwerkingsverband WSNS e.o. participeren 1 of enkele schoolbesturen. Het samenwerkingsverband WSNS is in het kader van de zorgverbreding WSNS verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van bovenschoolse activiteiten, zoals vastgelegd in het Zorgplan WSNS. De Centrale Dienst WSNS is belast met de algemene en bestuurlijke ondersteuning van het samenwerkingsverband en bestaat uit een directeur/coördinator met mogelijk een of meer medewerkers die ondersteuning verrichten ten behoeve van het primaire proces. De directeur/coördinator WSNS is onder verantwoordelijkheid van een bestuur en op basis van mandaat, belast met:  het ambtelijk secretariaat voor het bestuur,  de beleidsadvisering en -evaluatie inzake de zorgverbreding,  de voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het zorgplan,  de coördinatie van de bovenschoolse activiteiten uit het zorgplan,  de strategische en operationele leiding van de Centrale Dienst WSNS Op basis van het vastgesteld zorgplan heeft de directeur/coördinator volledige budget verantwoordelijkheid. 2. a.

Werkzaamheden Verricht als ambtelijk secretaris ondersteunende diensten voor het bestuur door:  het voeren van het ambtelijk secretariaat voor het bestuur inzake bestuurlijke en inhoudelijke zaken van het samenwerkingsverband;  het uitvoeren van inventarisaties met betrekking tot het (strategisch)beleid en het opstellen van beleidsadviezen;  het zorgdragen voor de inhoudelijke agenda en de verslaglegging van de bestuursvergaderingen;  het zorgdragen voor het secretariaat ten dienste van de PCL

b.

Is verantwoordelijk voor het (doen) ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van het beleid met betrekking tot:  het (strategisch) beleidsplan zorgverbreding;  het werk- en activiteitenplan zorgverbreding;  de voorbereiding en uitvoering van het vastgesteld beleid;  de evaluatie van de bovenschoolse activiteiten inzake zorgverbreding;  de methoden, technieken en procedures ter verbetering van de planning en controle van de activiteiten van het zorgplan;  de kwaliteitsbewaking van de activiteiten uit het zorgplan

c. Is verantwoordelijk voor het opstellen van de begroting, de besteding van het toegewezen zorgbudget en het beheer van de middelen door:  het (doen) opstellen van de ontwerpbegroting, de meerjarenraming en de jaarrekening;  het (doen) opstellen en indienen van de begroting en de meerjarenplanning op basis van leerlingenaantal, zorgbudget en gestelde doelen;  het geven van richtlijnen voor het opstellen van (deel)begrotingen en meerjarenramingen;  het beoordelen van ingediende begrotingsvoorstellen en ramingen;

63

 

het doen van voorstellen voor de verdeling van de beschikbare financiële middelen; het bewaken van de deelbudgetten en het toezien op de begrotingsuitvoering.

d. Is verantwoordelijk voor de coördinatie van de opgenomen activiteiten in het zorgplan door:  leiding te geven aan het Bovenschools Platform Leerlingen Zorg;  zorg te dragen voor de planning en coördinatie van de uit te voeren activiteiten;  toe te zien op een tijdige en correcte uitvoering van de toegewezen activiteiten;  toe te zien op een effectieve en efficiënte besteding van de toegewezen middelen voor de uitvoering van de activiteiten;  zorg te dragen voor de rapportage over het verloop en het resultaat van de zorgactiviteiten;  een bijdrage te leveren aan de personeelszorg en personeelsontwikkeling van medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van het zorgplan. e.

Geeft leiding aan eventueel aan te stellen medewerkers van de Centrale Dienst WSNS.

3.

Speelruimte  De directeur/coördinator WSNS is verantwoording schuldig aan het bestuur van het Samenwerkingsverband voor wat betreft de kwaliteit en de ontwikkeling van: het ambtelijk secretariaat, de beleidsontwikkeling, -uitvoering en -evaluatie, de begroting, budgettering en van de coördinatie.  Hij werkt op basis van algemene, strategische beleidsuitgangspunten van het bestuur, de vastgestelde begroting en meerjarenraming en het vastgestelde zorgplan van belang voor de voorbereiding en inhoud van de beleidsontwikkeling.  Hij neemt beslissingen over de inhoud van de (strategische)beleidsadviezen, de begrotingsvoorstellen, budgetteringsvoorstellen en ramingen en de uitvoering van de coördinatietaken. Dit alles binnen het vastgestelde beleid dat geoperationaliseerd is in het zorgplan.

4.

Kennis en vaardigheid  Kennis van bestuurlijke en beleidsvormingsprocessen.  Algemene theoretische en praktische kennis van WSNS.  Inzicht in rechtspositionele, formatieve en financiële problematieken rondom WSNS.  Vaardigheid in het leiding geven aan mensen in complexe processen.  Vaardigheid in het vertalen van strategisch beleidspunten in beleids- en werkplannen.  Vaardigheid in opstellen van beleidsnotities  Gevoel voor bestuurlijke verhoudingen en belangen.

5.

Contacten  Met bestuur van het Samenwerkingsverband, de algemeen directeur van de stichting, medewerkers van participerende scholen over het ontwikkelen, de uitwerking en de uitvoering van beleid, om beleidsstandpunten toe te lichten, weerstanden te bespreken en tot afstemming te komen.  Met administratiebureau ter zake van aangelegenheden betreffende financiën, personeelszaken, administratie, logistiek en secretariële ondersteuning.  Met derden, om (beleids)standpunten toe te lichten, informatie uit te wisselen en tot samenwerking te komen: o ouders o andere WSNS-samenwerkingsverbanden en verbanden VO/SVO, REC's, zorg- en onderwijsinstellingen en organisaties op landelijk en regionaal niveau o de overheid en de onderwijsinspectie

64

27

Lerarenondersteuner (S7)

Salarisschaal 7 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De lerarenondersteuner voert ondersteunende taken in onderwijs en leerlingbegeleiding uit onder de verantwoordelijkheid van een leraar, ondersteunt de onderwijsvoorbereiding en neemt deel aan professionalisering. Werkzaamheden 1. Ondersteuning onderwijs en leerlingbegeleiding  voert mede repeterende en routinematige lestaken uit en begeleidt (groepen) leerlingen;  draagt bij aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen;  stimuleert en begeleidt mede leerlingen bij de ontwikkeling van sociale vaardigheden;  structureert en organiseert de activiteiten van leerlingen in homogene en heterogene groepen,  inclusief subgroepen;  draagt bij aan het evalueren en corrigeren van onderwijsactiviteiten van leerlingen;  houdt zich op de hoogte van maatschappelijke ontwikkelingen en speelt er in de les op in;  signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt deze aan de orde bij de leraar;  begeleidt leerlingen op basis van instructie, handelingsplannen en zoals voorzien in het zorgplan;  houdt de voortgang en ontwikkeling van leerlingen bij en bespreekt deze met de leraar;  assisteert en participeert bij gesprekken van de leraar met de ouders tijdens de ouderavonden. 2. Ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding  draagt bij aan de voorbereiding van de dagelijkse onderwijsactiviteiten;  kiest en hanteert, op aangeven van de leraar, verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen;  draagt bij aan het formuleren van les- en opvoedingsdoelen;  houdt zich op de hoogte van maatschappelijke ontwikkelingen en draagt bij aan de vertaling hiervan in werkvormen en leeractiviteiten;  doet voorstellen voor de aanschaf van (leer)materiaal;  houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zonodig uit. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het bijdragen aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen, bij het kiezen en hanteren van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: werkafspraken, vastgestelde opdrachten binnen het lesplan, behandel- en zorgplannen. Verantwoording: functioneel aan de leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende over de kwaliteit van de ondersteuning van onderwijs en leerlingbegeleiding, van ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding en van deelname aan professionalisering.

65

Kennis en vaardigheden  theoretische en praktische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden;  kennis van de leerstof;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school;  vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden;  invoelingsvermogen en sociale vaardigheden. Contacten  met leerlingen om instructie te geven, de leerstof te bespreken en vragen te beantwoorden;  met leraren over de vorm en werkwijze van de lesondersteuning en leerlingbegeleiding om deze te bespreken en de leraren te informeren over de leerresultaten en leer- en gedragsproblemen;  met ouders over de ontwikkeling van de leerling ter assistentie van de leraar om informatie uit te wisselen;  met collega lerarenondersteuners over de eigen werkzaamheden in de vorm van informatieuitwisseling en collegiale consultatie.

66

Functiebeschrijvingen speciaal basis onderwijs

67

28 Leraar speciaal (basis)onderwijs (LB) Salarisschaal: LB Activiteiten: Beleids‐ en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen van informatie en vaardigheden FUNCTIEBESCHRIJVING Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor speciaal (basis)onderwijs. De school biedt opleiding en vorming aan leerlingen van met lichamelijke en/of verstandelijke handicaps en/of leerlingen die (zeer) moeilijk opvoedbaar zijn en/of (zeer) moeilijk kunnen leren en bereidt deze leerlingen voor op het vervolgonderwijs. De leraar speciaal (basis)onderwijs LB geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding.  bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor;  geeft les en begeleidt leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis van groepsplannen;  ontwikkelt bij leerlingen competentie (ervaren en geloven in eigen kunnen), autonomie (ervaren en weten dat jezelf een probleem aan kunt) en relatie (weten en voelen dat je gewaardeerd wordt);  hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leer‐ en opvoedingsdoelen;  creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen;  stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal‐culturele achtergronden;  structureert en coördineert activiteiten van leerlingen en organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen;  kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;  speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;  diagnosticeert en evalueert ontwikkelings‐ en leerprocessen van leerlingen, stelt complexe handelingsplannen op en bespreekt de voortgang in het begeleidingsteam;  begeleidt leerlingen zoals voorzien in het zorgplan;  onderhoudt contacten met begeleidingsdiensten en andere betrokkenen consulteert deskundigen zoals de jeugdarts, orthopedagoog, intern begeleider, logopedist, schoolmaatschappelijk werker en verwerkt hun adviezen in het handelingsplan;  begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijs‐ en/of klassenassistent;  bespreekt de voortgang, de ontwikkeling en de gedragsproblemen van leerlingen met ouders/verzorgers en bezoekt ouders/verzorgers;  houdt het leerlingdossier bij;  geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid;  neemt deel aan teamvergaderingen;  organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit;  onderhoudt contacten met de ouderraad.

68

2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en ‐ontwikkeling.  ontwikkelt een leerlijn waarin aandacht is voor de specifieke problematiek van de leerling;  ontwikkelt eigen lesmateriaal;  formuleert les‐ en opvoedingsdoelen voor de dagelijkse onderwijsuitvoering;  draagt bij aan de pedagogische koers, resulterend in onderwijsprogramma's;  draagt bij aan het formuleren van les‐ en opvoedingsdoelen;  vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten;  draagt bij aan de ontwikkeling van het (meerjaren) schoolplan;  houdt een werkdossier per groep bij;  houdt het leerlingdossier bij;  neemt deel aan teamvergaderingen;  organiseert buiten‐ en naschoolse activiteiten;  onderhoudt contacten met begeleidingsdiensten en andere betrokkenen. 3. Professionalisering.  houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;  neemt deel aan scholings‐ en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;  houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het geven van les en begeleiden van leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis van groepsplannen, het bijdragen aan de pedagogische koers, resulterend in onderwijsprogramma's, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet‐ en regelgeving, kerndoelen, leer‐ en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden  verdiepte theoretische didactische en pedagogische kennis ;  kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof;  inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen school en de basisscholen in de regio;  inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties);  invoelingsvermogen en sociale vaardigheden;  vaardigheid in het omgaan met gedragsproblemen;  vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden;  vaardig in het samenwerken met andere disciplines;  communicatieve vaardigheden. Werk‐ en denkniveau HBO+ werk‐ en denkniveau door relevante cursussen, masterclasses, dan wel HBO‐masters. Contacten  met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken;  met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken en moeilijk bespreekbare onderwerpen ter sprake te brengen en medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor het gedrag van de leerling;  met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten;

69

  

met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner(s), onderwijs‐ en klassenassistent(en) en over de voortgang in de contacten met hulpinstanties/hulpverleners om tot nadere afspraken te komen; met collega's, ouders/verzorgers, hulpinstanties en/of specialisten om diagnoses te bespreken en door te verwijzen; met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om af te stemmen en tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen.

70

29

Leraar speciaal (basis)onderwijs (LC)

Salarisschaal: LC Activiteiten: Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren, overdragen van informatie en vaardigheden FUNCTIEBESCHRIJVING Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een samenwerkingsverband met een school voor speciaal (basis)onderwijs. De school biedt opleiding en vorming aan leerlingen met lichamelijke en/of verstandelijke handicaps en/of aan leerlingen die (zeer) moeilijk opvoedbaar zijn en/of (zeer) moeilijk kunnen leren en bereidt deze leerlingen voor op het vervolgonderwijs. De leraar speciaal (basis)onderwijs LC draagt zorg voor de opvang van de meest complexe risicoleerlingen in het samenwerkingsverband, draagt zorg voor de gedragsbeïnvloeding van de risicoleerling, levert bijdragen aan de onderwijsvoorbereiding en de onderwijsontwikkeling, neemt initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking binnen het samenwerkingsverband en aan de samenwerking met andere instellingen, geeft mede richting aan de professionaliseringactiviteiten van leraren en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1a. Opvang van de meest complexe risicoleerlingen in het samenwerkingsverband.  bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor, ontwikkelt een leerlijn waarin aandacht is voor de specifieke problematiek van de leerling, ontwikkelt eigen lesmateriaal;  geeft les en begeleidt (groepen) leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis van een planmatige, specialistische manier van begeleiden;  ontwikkelt bij leerlingen competentie (ervaren en geloven in eigen kunnen), autonomie (ervaren en weten dat jezelf een probleem aan kunt) en relatie (weten en voelen dat je gewaardeerd wordt);  hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leeren opvoedingsdoelen;  creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen;  stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal culturele achtergronden;  structureert en coördineert activiteiten van leerlingen en organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen;  kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;  speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek,  gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;  signaleert (sociaal) pedagogische problemen, evalueert ontwikkelings- en leerprocessen bij leerlingen, stelt een diagnose en complexe handelingsplannen op;  biedt zelf hulp, bespreekt de voortgang in een begeleidingsteam of treedt in contact met de desbetreffende specialisten waarna begeleiding plaatsvindt van individuele leerlingen met specifieke meervoudige onderwijsbehoeften;  begeleidt leerlingen zoals voorzien in het zorgplan;  onderhoudt contacten met begeleidingsdiensten en andere betrokkenen;  consulteert deskundigen zoals de jeugdarts, orthopedagoog, intern begeleider, logopedist, schoolmaatschappelijk werker en verwerkt hun adviezen in het handelingsplan;  coördineert de leerlingenzorg in de school;  bespreekt de voortgang, de ontwikkeling en de gedragsproblemen van leerlingen met ouders/verzorgers en bezoekt ouders/verzorgers;  houdt het leerlingdossier bij;  geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid;

71

 neemt deel aan teamvergaderingen;  organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit;  onderhoudt contacten met de ouderraad. 1b. Gedragsbeïnvloeding van de risicoleerling.  ontwikkelt beleidsvoorstellen met betrekking tot de zorgtrajectbemiddeling waaronder activiteiten als signalering, onderzoek, advisering, begeleiding, handelingsplanning en PCL (permanente commissie leerlingenzorg) bespreking;  adviseert over de beleidsmatige aanpak van de begeleiding van risicoleerlingen;  begeleidt collega's bij de bespreking van de ontwikkeling van de leerling met de ouders/verzorgers;  zet een coachingstraject op voor collega-leraren;  bespreekt in het begeleidingsteam de (gedrags)ontwikkeling van de leerling;  consulteert deskundigen zoals jeugdarts, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk medewerker en intern begeleider en verwerkt hun adviezen. 2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en de onderwijsontwikkeling.  ontwikkelt voorstellen voor de vernieuwing van onderwijsprocessen in het samenwerkingsverband en adviseert de directeur hierover;  signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en levert op basis hiervan bijdragen aan de structurele ontwikkeling en de verzorging van nieuwe onderwijsprogramma's;  formuleert de kaders voor leer- en opvoedingsdoelen van het samenwerkingsverband, in onderlinge samenhang, bereidt de jaarlijkse en meerjarenplanning voor en adviseert de directeur hierover;  ontwikkelt de pedagogische koers resulterend in onderwijsprogramma's;  bereidt evaluaties voor van (onderwijskundige) beleidskeuzes;  vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten en inhoudelijke specialisme(n);  geeft vorm aan inhoudelijke ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband, doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's en draagt zorg voor de implementatie ervan. 3. Initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking binnen het samenwerkingsverband en aan de samenwerking met andere instellingen.  initieert overleg en samenwerking tussen leraren binnen het samenwerkingsverband;  treedt op als projectleider van onderwijskundige projecten (voorbereiding, ontwikkeling, implementatie en/of evaluatie);  leidt en/of participeert actief in vergaderingen;  ontwikkelt (inhoudelijke) kaders ter ondersteuning van de externe relaties met instellingen voor jeugdhulpverlening, jeugdgezondheidszorg, overig speciaal en voortgezet speciaal onderwijs waarbij het gaat om afstemming en samenwerking;  analyseert knelpunten in de hulpverlening en komt met oplossingsvoorstellen. 4. Mede richting geven aan de professionaliseringactiviteiten van leraren.  ontwikkelt beleidsmatige voorstellen met betrekking tot het planmatig ondersteunen van collega's uit het regulier onderwijs bij een (meer) structurele opvang van risicoleerlingen;  adviseert en ondersteunt collega's uit basisscholen in de regio over de specifieke aanpak, handelingsplannen en problemen van leerlingen die een specifieke benadering vragen.

72

5. Professionalisering.  houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;  neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;  houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.  begeleidt (startende) docenten bij hun professionalisering in de vorm van supervisie intervisie, coaching ,enz. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het geven van les en begeleiden van leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis van groepsplannen, het voorbereiden van de dagelijkse onderwijsactiviteiten, het ontwikkelen van een leerlijn waarin aandacht is voor de specifieke problematiek van de leerling, het ontwikkelen van eigen lesmateriaal, het ontwikkelen van beleidsvoorstellen met betrekking tot de zorgtrajectbemiddeling, het formuleren van de kaders voor leer- en opvoedingsdoelen van het samenwerkingsverband, in onderlinge samenhang, het voorbereiden van de jaarlijkse en meerjarenplanning, het ontwikkelen van (inhoudelijke) kaders ter ondersteuning van de externe relaties met instellingen, het ontwikkelen van beleidsmatige voorstellen. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over de opvang van de meest complexe risicoleerlingen in het samenwerkingsverband, de gedragsbeïnvloeding van de risicoleerling, de bruikbaarheid van bijdragen aan de onderwijsvoorbereiding en de onderwijsontwikkeling, de bruikbaarheid van initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking binnen het samenwerkingsverband en aan de samenwerking met andere instellingen, het mede richting geven aan de professionaliseringactiviteiten van leraren en de professionalisering. Kennis en vaardigheden  specialistische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden op uiteenlopende aandachtsgebieden;  kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof;  kennis van beleidsontwikkelingen op de toegewezen aandachtsgebieden;  inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen scholen in het samenwerkingsverband en de basisscholen in de regio;  inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties);  invoelingsvermogen en sociale vaardigheden;  vaardigheid in het omgaan met gedragsproblemen;  vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden;  vaardig in het samenwerken met andere disciplines;  specialistische communicatieve vaardigheden. Werk- en denkniveau HBO+ werk- en denkniveau door relevante cursussen, masterclasses, dan wel HBO-masters. Contacten  met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken;  met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken en moeilijk bespreekbare onderwerpen ter sprake te brengen en medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor het gedrag van de leerling;  met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten;  met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner(s), onderwijs- en klassenassistent(en) en over de voortgang in de contacten met hulpinstanties/hulpverleners om tot nadere afspraken te komen;

73

  

met collega's, ouders/verzorgers, hulpinstanties en/of specialisten om diagnoses te bespreken en door te verwijzen; met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om af te stemmen en tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen; met de directie, collega’s en (externe) deskundigen en instanties het geven van les en begeleiden van leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis van groepsplannen over beleidsontwikkelingen om af te stemmen en te adviseren.

74

Leraar speciaal basisonderwijs (LC) Coördinatie Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een samenwerkingsverband met een school voor speciaal (basis)onderwijs. De school biedt opleiding en vorming aan leerlingen met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen en/of aan leerlingen die (zeer) moeilijk opvoedbaar zijn en/of (zeer) moeilijk kunnen leren en bereidt deze leerlingen voor op het vervolgonderwijs. De leraar speciaal basisonderwijs (LC) coördinatie is een profiel, aanvullend op de functie leraar speciaal basisonderwijs (LC). De leraar speciaal basisonderwijs (LC) coördinatie werkt onder verantwoordelijkheid van de directeur, stuurt de locatie functioneel aan en regelt zaken volgens taakverdeling tussen de leraar speciaal basisonderwijs (LC) coördinatie en de directeur.

Werkzaamheden 1. Initieert en coördineert de invulling en uitvoering van de vastgestelde onderwijskundige beleidskaders:  het vertalen van ontwikkelingen binnen de locatie en diens omgeving naar voorstellen voor bijstelling van beleid en activiteiten op de locatie en ontwikkelen van concreet beleid;  het coördineren van de ontwikkeling van leermiddelen, lesmateriaal en andere delen van het curriculum en de ontwikkeling van nieuwe onderwijsprogramma's, binnen centrale kaders;  het vertalen van de onderwijsprogrammering van de onderwijsinstelling naar jaarplannen van de locatie;  het initiëren en stimuleren van scholing/bijscholing van aan de locatie verbonden personeel. 2. Geeft onder verantwoordelijkheid van de directeur functioneel leiding aan de locatie:  het mede opstellen van een meerjaren ontwikkelingsplan voor de locatie;  het coördineren van de werkzaamheden van medewerkers binnen de locatie en het mede zorg dragen voor vervanging tijdens ziekte van een medewerker;  het voeren van gesprekken in het kader van de gesprekkencyclus (met uitzondering van het beoordelingsgesprek) met het personeel (waaronder ook het expertiseteam) in het kader van functioneren en professionele ontwikkeling;  het voorzitten van vergaderingen;  het in afstemming met de directeur afhandelen/behandelen van klachten;  het, binnen centrale kaders, geven van toestemming aan leerlingen om lessen te verzuimen;  het toezien op naleving van de regels die gelden voor de locatie en ingrijpen bij overtredingen;  het organiseren en coördineren van huishoudelijke taken;  het fungeren als aanspreekpunt voor onderwijzend personeel en niet onderwijsgevend personeel (waaronder ook het expertiseteam) op de locatie. 3. Draagt mede zorg voor de uitvoering van het onderwijs binnen de locatie:  het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van onderwijs, leveren van bijdragen aan onderwijs(beleid), vertalen daarvan in leer- en opvoedingsdoelen en adviseert aan de directeur op basis van uitgevoerde evaluaties binnen de locatie;  het optimaliseren van leerprocessen en werkmethoden binnen de locatie en het doen van voorstellen aan de directeur aangaande nieuwe lesmethoden en programma’s;  het mede uitzetten van de pedagogische koers van de school, het voeren van overleg hierover met de leraren en het expertiseteam binnen de locatie;

75



het verzorgen van informatie en/of het faciliteren van de informatievoorziening binnen en buiten de locatie.

4. Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid van de onderwijsinstelling:  het mede ontwikkelen, uitdragen en bijdragen aan verdedigen van het onderwijsbeleid;  het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen aan de directeur;  het deelnemen aan de vergaderingen van het managementteam;  het deelnemen (als voorzitter of als lid) aan commissies;  uitvoering geven aan één of meerdere door de directeur toegewezen beleidsterreinen (beleidsvoorbereiding, -ontwikkeling en –uitvoering op basis van meerjarenkaders vanuit de directeur);  het deelnemen aan bovenschoolse netwerken.

Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het vertalen van de onderwijsprogrammering van de onderwijsinstelling naar jaarplannen van de locatie, het mede opstellen van een meerjaren ontwikkelingsplan voor de locatie, het voeren van gesprekken in het kader van de gesprekkencyclus (met uitzondering van het beoordelingsgesprek) met het personeel (waaronder ook het expertiseteam), het mede uitzetten van de pedagogische koers van de school en het voeren van overleg met de leraren en het expertiseteam binnen de locatie en het geven van uitvoering aan één of meerdere door de directeur toegewezen beleidsterreinen. Kader: de onderwijs- wet- en regelgeving, de kerndoelen, de (voor alle beleidsterreinen geldende) doelen en beleidslijnen van de school, en de kaders/ beleid van het bestuur. Verantwoording: aan de directeur voor wat betreft het initiëren en coördineren van de invulling en uitvoering van de vastgestelde onderwijskundige beleidskaders, het geven van functioneel leiding aan de locatie, het zorgdragen voor de uitvoering van het onderwijs binnen de locatie en de bruikbaarheid van adviezen/de bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid.

Kennis en vaardigheden.           

brede theoretische kennis van het vakgebied, waarbij inzicht in meerdere relevante beleidsterreinen (zoals sociale, juridische en financieel-economische) vereist is; HBO+ werk en denkniveau door relevante cursussen, masterclasses, dan wel HBO masters; opleiding gericht op het coördineren en aansturen van (verander)processen; inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school; op basis van ervaring opgebouwd ruim inzicht in en vergaande kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(instanties); kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden; gespecificeerde kennis van en ruime ervaring in het omgaan met leer- en gedragsproblemen; ruime ervaring in het samenwerken met andere disciplines; invoelingsvermogen en sociale/communicatieve vaardigheden en vaardig in het motiveren van anderen; vaardig in het aansturen, coachen, motiveren en begeleiden van professionals; vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen.

76

Contacten   

    

met de directeur om tot afstemming te komen van taken en verantwoordelijkheden; met leraren over de uitvoering van het onderwijs met als doel tot afspraken te komen dan wel afstemming te bewerkstelligen; met ouders/verzorgers en/of (interne-/externe) specialisten om mede de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken, tot afstemming te komen over de aanpak van voorkomende specifieke ontwikkelingsvragen, en /of medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor de ontwikkeling van de leerling; met leraren in de vorm van coaching, collegiale besprekingen/consultatie alsook aansturing; met het personeel om inzicht te verwerven in beweegredenen en het omgaan met belangentegenstellingen ten gunste van ontwikkeld beleid; met hulpverlenende instanties en/of interne of externe specialisten/instanties om begeleiding en beleid af te stemmen/te bewaken; met vertegenwoordigers intern/extern over beleid om af te stemmen; met interne /externe specialisten/instanties om afspraken te evalueren / tot nieuwe afspraken te komen.

77

Functiebeschrijvingen onderwijsondersteunende functies Speciaal basis onderwijs(SBO)

78

31

Orthopedagoog – psycholoog (S 11)

Salarisschaal 11 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een of meer (speciale) scholen voor basisonderwijs en/of (voortgezet) speciaal onderwijs. De orthopedagoog - psycholoog neemt deel aan de commissie van begeleiding en/of multidisciplinaire teamvergaderingen waarin handelingsplannen, behandelingsmethoden en ontwikkeling van de leerling worden besproken. De orthopedagoog - psycholoog ontwikkelt het beleid met betrekking tot plaatsing van leerlingen, verricht psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek gericht op een verantwoorde plaatsing van de leerlingen in de school en neemt deel aan professionalisering. Werkzaamheden 1. Beleidsontwikkeling  adviseert het (bovenschools) management over de ontwikkeling van het beleid op het vakgebied en op het gebied van leerlingenzorg en werkt hiertoe beleidsvoorstellen uit;  verricht onderzoeken en ontwikkelt het beleid op schoolniveau op gebied van leerlingenzorg;  draagt bij aan visie -ontwikkeling omtrent de doelstellingen en functie van dit beleid binnen de school;  neemt deel aan teamvergaderingen en draagt bij aan het tot stand komen van het schoolplan en de pedagogische en/of didactische aanpak van de leerlingen;  bespreekt het belang van het eigen specialisme in multidisciplinair verband. 2. Psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek  analyseert gegevens van arts en/of gegevens van toeleveringsscholen, na toestemming van ouders/verzorgers;  onderhoudt contacten met de ouders/opvoeders over de vorderingen en gedragingen van de leerling in de thuissituatie en adviseert over de behandeling van de leerling;  observeert de leerlingen individueel en in groepsverband;  verricht diagnostisch onderzoek, neemt tests af en analyseert de testresultaten ten behoeve van advisering, behandeling, begeleiding;  maakt verslagen van het psychologisch onderzoek ten behoeve van de bespreking met de leden van de commissie van begeleiding alsmede voor de dossiervorming van de leerling;  stelt een therapeutisch plan of handelingsplan voor begeleiding van probleemleerlingen op, bespreekt dit met de leraren en overige medewerkers en ziet toe op de uitvoering ervan;  voert herhalingsonderzoeken uit bij problemen of plaatsing van leerlingen in het reguliere onderwijs, in een andere niveaugroep of overgang naar het (voortgezet) speciaal onderwijs;  woont leerling-besprekingen bij, verwijst en begeleidt probleemleerlingen naar externe instellingen voor hulpverlening;  adviseert het onderwijsteam over individueel of groepsgerichte aanpak van de leerlingen;  geeft thematische voorlichting aan leerlingen en medewerkers over bepaalde probleemsituaties. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: bijdrage beleidsontwikkeling op schoolniveau, het verrichten van diagnostisch onderzoek, afnemen van tests en het analyseren van de testresultaten ten behoeve van advisering, behandeling, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school.

79

Verantwoording: aan de (bovenschoolse) directie van de school over de bruikbaarheid en afstemming van de beleidsontwikkeling en het psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek gericht op plaatsing van leerlingen in de school en van deelname aan professionalisering. Kennis en vaardigheden  specialistische kennis van (de ontwikkelingen op) het vakgebied van orthopedagogiek/orthodidactiek en het algemene terrein van de leerlingbegeleiding;  kennis van de gedragspatronen (onder andere van diverse culturele achtergronden) van de leerling(en);  kennis van het samenwerkingsverband, de zorgstructuur van het SBO/(V)SO en de sociale kaart in de regio;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school;  vaardigheid in het analyseren van problemen en het zoeken naar passende oplossingen;  vaardigheid in het (therapeutisch) begeleiden van leerlingen;  vaardigheid in het adviseren van ouders/opvoeders, het onderwijsteam en het (bovenschools) management. Contacten  met leerlingen om diagnoses te stellen;  met ouders/verzorgers over de resultaten van onderzoeken, de daaruit voortvloeiende adviezen en de uitwerking ervan naar handelingsplannen, waarbij van emotionele weerstand sprake kan zijn;  met het onderwijsteam over de persoonsgerichte of groepsgerichte aanpak van de leerlingen om af te stemmen en hen te adviseren;  met de leden van de commissie van indicatiestelling en/of begeleiding over de diagnose over de leerling om tot afspraken te komen;  met vertegenwoordigers van verwijzende scholen en scholen waarnaar verwezen wordt over gegevens, na toestemming ouders, met betrekking tot de leerling om af te stemmen en te adviseren;  met collegae, vakgenoten, specialisten en andere deskundigen over gedragsvraagstukken en/of de behaalde resultaten om tot evaluatie te komen.

80

32

Psychodiagnostisch medewerker (S 5)

Salarisschaal 5 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De psychodiagnostisch medewerker neemt testen af en/of doet onderzoeken bij leerlingen, verricht administratieve en ondersteunende werkzaamheden voor de orthopedagoog psycholoog en neemt deel aan professionalisering. Werkzaamheden 1. Afnemen van testen en/ of het doen van onderzoeken  verzamelt de voor het onderzoek relevante gegevens van de leerling door het opvragen van schriftelijke informatie;  doet voorstellen aan de orthopedagoog - psycholoog voor de af te nemen test(en);  voert een introducerend vraaggesprek met de leerling over de voor de uitvoering van het onderzoek relevante onderwerpen (achtergronden, motivatie, mogelijkheden, beleving en  dergelijke);  bezoekt zonodig, ter voorbereiding op het onderzoek, de leerling in de klas om de werkhouding en het taakgedrag te observeren;  neemt de volgens het testprogramma vastgestelde onderzoeken af met aandacht voor de opvang, motivering, instructie en begeleiding van de leerling;  verricht observaties van gedrag en werkwijze van de leerling en maakt een observatieverslag;  scoort en werkt de onderzoeksresultaten uit;  evalueert en bespreekt de onderzoeksgegevens van leerlingen met de orthopedagoog psycholoog;  neemt op verzoek van de orthopedagoog - psycholoog deel aan leerling-besprekingen met ouders/verzorgers, waarbij de inhoud van het onderzoeksverslag nader toegelicht wordt. 2. Administratieve en ondersteunende werkzaamheden  maakt een conceptplanning van de af te nemen onderzoeken;  beheert testen en voorraden testmateriaal;  beheert en archiveert de psychologische dossiers, waarin de psychologische gegevens van de leerlingen zijn opgenomen;  houdt overzichten bij van afgenomen testen, van leerlingen en van de verschillende soorten  testen;  stelt het onderzoeksverslag samen;  assisteert bij de organisatie van uitstapjes, vieringen, festiviteiten, en dergelijke;  houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zonodig uit. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het verzamelen van de voor het onderzoek relevante gegevens van de leerling door het opvragen van schriftelijke informatie, het beheren en archiveren van de psychologische dossiers, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten (van het team). Kader: vastgestelde handleidingen, regels en voorschriften. Verantwoording: functioneel aan de orthopedagoog/psycholoog en hiërarchische aan de leidinggevende over het juist en tijdig afnemen van testen en/ of het doen van onderzoeken, van administratieve en ondersteunende werkzaamheden voor de orthopedagoog/psycholoog en van de deelname aan professionalisering.

81

Kennis en vaardigheden  vaktechnische kennis van leerproblemen, ontwikkelingsproblemen, gedragsproblemen, en dergelijke, die kunnen samenhangen met de onderzoeksvraag;  kennis van het testmateriaal en de voorgeschreven wijze van afnemen;  vaardigheid in het omgaan met leerlingen in testsituaties;  vaardigheid in de beheersing van de geselecteerde onderzoeksinstrumenten, de instructies en afnametechnieken;  vaardigheid in het archiveren en beheren van de leerlingendossiers van de orthopedagoog/ psycholoog. Contacten  met de leerling tijdens het testen en observeren, instrueren en begeleiden;  met de orthopedagoog/psycholoog over de planning van de af te nemen testen om voorstellente doen;  met de orthopedagoog/psycholoog over de observaties en testen en het conceptverslag om de resultaten te bespreken;  met leraren en klassenassistenten t.b.v. het voorbereiden en plannen van de onderzoeken om informatie uit te wisselen;  met leden van het team om kennis en informatie uit te wisselen.

82

33

School maatschappelijk medewerker (S8)

Salarisschaal 8 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een of meer scholen voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs. Het belangrijkste aspect van schoolmaatschappelijk werk is de brugfunctie tussen kind, ouders, school en (jeugd)zorginstellingen. De schoolmaatschappelijk werker participeert in een multidisciplinair team op (bovenschools) schoolniveau, veelal bestaande uit een intern begeleider, een jeugdarts, een schoolpsycholoog en/of een orthopedagoog. De schoolmaatschappelijk werker verleent hulp aan leerlingen, ouders/verzorgers en leraren en neemt deel aan de professionaliseringactiviteiten. Werkzaamheden 1. Hulpverlening aan leerlingen, ouders/verzorgers en leraren  verzamelt en beoordeelt de voor de hulpvraag benodigde informatie en stelt (mede) handelingsplannen op;  coördineert de hulp- en dienstverlening en treedt op als casemanager;  ondersteunt en begeleidt ouders/verzorgers of leerlingen die zijn doorverwezen naar een instelling voor vervolghulp;  ondersteunt leerkrachten en/of ouders/verzorgers in het vinden van een betere omgang met de leerling en het vergroten van de competentie van de leerling en/of de ouders/verzorgers;  signaleert factoren die het functioneren van de leerlingen negatief kunnen beïnvloeden;  neemt deel aan informele bijeenkomsten, organiseert thema-avonden, voorlichtingsbijeenkomsten en groepswerk;  biedt consultatie aan leraren bij probleemverheldering en/of het voorbereiden van oudergesprekken;  zorgt voor deskundigheidsbevordering van leraren ten aanzien van hulpverlening;  organiseert activiteiten gericht op het vormgeven van de zorgstructuur;  neemt zonodig deel aan de commissie op het gebied van leerlingenzorg en/of indicatiestelling;  stelt rapportages op voor leerling-besprekingen en rapporteert aan andere deskundigen;  neemt deel aan teamvergaderingen en woont ouderavonden bij;  voert dossiervorming uit voor de inhoudelijke verantwoording naar de instelling (en als reflectie op het eigen werk);  voert overleg met het management van de school over het beleid ten aanzien van het eigen vakgebied. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het verzamelen en beoordelen van de voor de hulpvraag benodigde informatie, het (mede) opstellen van handelingsplannen, het zorgen voor deskundigheidsbevordering van leraren, het voeren van overleg met het management van de school over het beleid ten aanzien van het eigen vakgebied, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: het werkplan en uitvoeringsafspraken en de regels en voorschriften van de beroepscode voor maatschappelijk werkers. Verantwoording: functioneel in het multidisciplinaire team en hiërarchisch aan de leidinggevende over de kwaliteit van hulpverlening aan leerlingen, ouders/verzorgers en leraren en van deelname aan professionalisering.

83

Kennis en vaardigheden  theoretische en praktische kennis van het vakgebied (Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, jeugdhulpverlening) en methodische principes;  kennis van communicatie(technieken);  kennis van ontwikkelingspsychologie, orthopedagogiek en pedagogiek;  kennis van de sociale wetgeving;  inzicht in zorgstructuur, sociale kaart en problematiek "multiproblem"-gezinnen;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school;  praktische vaardigheden op het gebied van psychosociale - en gedragsproblematiek van leerlingen;  vaardigheid op het gebied van communicatie, gesprekstechnieken en conflicthantering.

Contacten  met ouders/verzorgers en/of leerlingen om de hulpvraag te formuleren van de leerling op school en/of in het gezin hen te begeleiden en te ondersteunen;  met leden uit multidisciplinaire teams over de begeleiding van leerlingen om afspraken te maken over de hulpverlening;  met collegae, vakgenoten, specialisten en andere deskundigen over gedragsvraagstukken, behaalde resultaten om tot evaluatie te komen;  met externe organisaties en/of deskundigen over probleemleerlingen en over de hulpverlening en/of doorverwijzing om afspraken te maken.

84

34

Logopedist (S9)

Salarisschaal 9 / FUWA PO R. Rijken en H. de Jong (SPO gecertificeerd en geregistreerd voor alle onderwijsversies van fuwasys) Datum inrichting functie: juli 2008 Context De werkzaamheden worden verricht binnen één of meer scholen voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs. De logopedist neemt deel aan multidisciplinaire (bestaande uit arts en andere specialisten/deskundigen) teamvergaderingen waarin handelingsplannen, methoden en voortgang van de leerling worden besproken. De logopedist draagt zorg voor het tot stand komen van de inbreng van het vak logopedie in het school -, zorg- en voorlichtingsplan van de school, verleent curatieve logopedie en neemt deel aan professionalisering. Werkzaamheden 1. Bijdrage school -en zorgplan van de school  voert overleg met directie/management van de school over het beleid van het eigen vakgebied;  toetst school - en zorgplannen op logopedische aspecten;  draagt zorg voor preventiemaatregelen, zoals het verzorgen van voorlichting aan ouders, leerlingen en leraren en het uitvoeren van logopedische screening en onderzoek;  doet voorstellen aan directie/management en leraren over te nemen maatregelen, te gebruiken methoden en technieken;  verricht mede toelatingsonderzoeken of onderzoeken op verzoek van ouders, leraren, en deskundigen;  ontwerpt testen en oefenmaterialen die gericht zijn op de spraak- en taalontwikkeling van leerlingen. 2. Curatieve logopedie  voert logopedisch onderzoek uit en stelt de diagnose;  behandelt de leerling op basis van het opgestelde handelingsplan en legt de resultaten vast;  voert overleg met betrokkenen zoals leraren, ouders, leerlingen en andere deskundigen over de behandeling, de voortgang en de resultaten;  consulteert en/of overlegt met andere deskundigen, behandelaars en begeleiders en verwijst (eventueel) door naar andere deskundigen;  stelt rapportages op voor leerling-besprekingen en andere deskundigen;  woont leerling-besprekingen bij vanuit de eigen vakinhoudelijke expertise;  neemt deel aan teamvergaderingen en woont ouderavonden bij;  voert de administratie verbonden aan de eigen werkzaamheden;  draagt zorg voor de eigen professionalisering en het ontwikkelen van de vereiste competenties. Beslissingen, kader en verantwoording Beslist bij/over: het toetsen van school -, zorg- en voorlichtingsplannen op logopedische aspecten, het uitvoeren van logopedisch onderzoek en het stellen van de diagnose, het participeren in kwaliteitskringen om te komen tot intercollegiale toetsing. Kader: beleidslijnen van de directie, regels van de beroepscode voor logopedisten (BIG). Verantwoording: functioneel in het multidisciplinaire team en hiërarchisch aan de leidinggevende over de kwaliteit van de bijdrage van het vak logopedie aan het school -, zorg- en voorlichtingsplan van de onderwijsinstelling, de verleende curatieve logopedie en de deelname aan professionalisering.

85

Kennis en vaardigheden  theoretische kennis en praktijkkennis op het vakgebied van logopedie;  kennis van didactische methoden en technieken en vaardigheid in de toepassing ervan;  inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school;  vaardigheid in het opzetten en aanpassen van handelingsplannen;  vaardigheid in het ontwikkelen en samenstellen van oefenmateriaal;  vaardigheid in het hanteren van de betreffende instrumenten. Contacten  met leidinggevenden, de orthopedagoog - psycholoog en andere specialisten/deskundigen en leraren over behandeling en behandelmethodes om informatie uit te wisselen en tot afstemming te komen;  met leerlingen in het kader van de begeleiding om te instrueren, te motiveren en te stimuleren;  met ouders om hen te informeren en de voortgang te bespreken;  met andere deskundigen om hen te consulteren, kennis uit te wisselen, door te verwijzen en af te stemmen.

86

Functiebeschrijving ondersteunende functies Dommelgroep

87

35

Hoofd financiën

Functie-informatie Functienaam: Salarisschaal: Indelingsniveau: Werkterrein: Activiteiten: Kenmerkscores: Somscore:

Hoofd financiën 12 Vc Bedrijfsvoering -> Financieel economische zaken Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen 444443 44444 4333 52

Context De werkzaamheden worden uitgevoerd voor de vijf besturen van de Dommelgroep; SKIPOS, SKOPOS, SKOSO, St. Christoffel en Leijestroom. In totaal vallen onder deze vijf schoolbesturen 40 basisscholen, en ongeveer 900 medewerkers en ongeveer 10.000 leerlingen. Het Hoofd Financiën ontwikkelt, professionaliseert en beheert de stafafdeling Financiën voor vijf schoolbesturen. In totaal vallen onder deze vijf schoolbesturen 40 basisscholen, 900 medewerkers en 10.000 leerlingen. Het Hoofd Financiën voert hoofdzakelijk werkzaamheden uit voor (algemeen) directeuren (-bestuurders) en de schooldirecties van de Dommelgroep. De stafafdeling Financiën bestaat uit een financieel controller, een financieel medewerker op Dommelgroep-niveau en een financieel /boekhoudkundige medewerker per bestuurskantoor. Het Hoofd Financiën is verantwoordelijk voor de aansturing van de werkzaamheden binnen de stafafdeling Financiën, met als doel om voor alle besturen een eenduidige/gelijke administratie plan- & controlcyclus te voeren. De afdeling Financiën ondersteunt de (algemeen) directeuren (-bestuurders) op het gebied van het financiële beleid van de stichting en is belast met de uitvoering er van door middel van het voeren van de financiële administratie, het opstellen van managementrapportages, jaarrekeningen en begrotingen en het beheren en onderhouden van de vaste activa van de stichtingen. Het Hoofd Financiën adviseert de (algemeen) directeuren (-bestuurders), de schooldirecties en de Raad van Toezicht / het bestuur over het financiële beleid van de stichting, geeft uitvoering aan dit beleid en de financiële jaarcyclus, voert de controlfunctie uit, beheert de financiële middelen van de stichting en levert vanuit de eigen expertise een bijdrage aan het stichtingsbrede (onderwijs)beleid.

Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering van de (algemeen) directeuren (-bestuurders)  Houdt externe ontwikkelingen en wet- en regelgeving bij op het gebied van financieel beleid;  adviseert gevraagd en ongevraagd m.b.t. de consequenties van deze ontwikkelingen voor de Dommelgroep;  toetst beleidsvoornemens op hun financieel-economische consequenties en draagt zo nodig alternatieven aan;  ondersteunt in financieel-economische aangelegenheden in contacten met o.m. gemeenten, ministerie, leveranciers en andere bedrijven en instellingen;  adviseert en ondersteunt bij de vorming en uitvoering van vermogensbeheer en liquiditeitsbeleid;  adviseert en ondersteunt bij de bespreking van het voorgenomen financiële beleid met de Raad van Toezicht / het bestuur en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR);  participeert in diverse interne overleggremia.

88

2. Ondersteuning en advisering van de schooldirecties  Formuleert richtlijnen t.b.v. de schooldirecties voor het opstellen en uitvoeren van hun jaaren meerjarenbegrotingen;  adviseert de individuele schooldirecties bij het opstellen van hun financiële beleid, begrotingen en budgetbestedingen;  draagt zorg voor de opstelling van periodieke managementrapportages t.b.v. de schooldirecties;  signaleert en analyseert verschillen tussen de vastgestelde schoolbegrotingen en de uitvoering daarvan en overlegt met de schooldirecties over de mogelijkheden tot correctie c.q. tussentijdse aanpassing van de begroting. 3. Totstandkoming van (kaderstellend) financieel beleid  Zet de (financiële) jaarplanning op, en coördineert en bewaakt de uitvoering daarvan;  coördineert (de voorbereidende handelingen m.b.t.) de opstelling van de jaar- en meerjarenbegroting en de daarmee samenhangende deelbegrotingen;  draagt zorg voor de opstelling van projectbegrotingen;  draagt zorg voor de opstelling van periodieke managementrapportages t.b.v. de (algemeen) directeuren (-bestuurders);  analyseert en beoordeelt voorgenomen beleidswijzigingen tijdens het lopende begrotingsjaar op hun consequenties voor de begroting;  signaleert en analyseert verschillen tussen de vastgestelde begroting en de uitvoering daarvan en overlegt met de (algemeen) directeuren (-bestuurders) over de mogelijkheden tot correctie c.q. tussentijdse aanpassing van de begroting;  draagt zorg voor het opstellen van de jaarrekening;  draagt zorg voor ondersteuning van de externe accountant bij het controleren van de jaarrekening.  draagt zorg voor de risicoanalyse en de beheersing van de risico’s. 4. Controlfunctie  Controleert de besteding van ontvangen gelden op het niveau van de stichting en op schoolniveau op doelmatigheid en rechtmatigheid en op naleving van de door de verstrekker gestelde voorwaarden;  rapporteert hierover aan de (algemeen) directeuren (-bestuurders);  doet zo nodig voorstellen ter verbetering;  rapporteert in bijzondere omstandigheden zelfstandig aan de Raad van Toezicht / het bestuur. 5. Middelenbeheer  Doet voorstellen aan de (algemeen) directeuren (-bestuurders) m.b.t. financieringen, investeringen en vermogensbeheer;  adviseert de (algemeen) directeuren (-bestuurders) over maatregelen ter beheersing van de kosten van de organisatie. 6. Administratieve organisatie  Adviseert de (algemeen) directeuren (-bestuurders) over de organisatie van administratieve processen m.b.t. financiën;  ontwikkelt instrumenten, regelingen en procedures t.b.v. de administratieve organisatie en werkt deze uit;  ziet toe op de naleving van de vastgestelde procedures;  is belast met en verantwoordelijk voor het voeren van een juiste financiële administratie. 7. Aansturing en coördinatie  Coördineert de afdeling financiën en stuurt deze aan;

89

 

verdeelt de werkzaamheden over de diverse medewerkers; ziet toe op een adequate uitvoering van de werkzaamheden.

Kader, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Beslist over/bij: de inhoud van de financiële adviezen en voorstellen, de financiële jaarplanning, de rapportages aan de (algemeen) directeuren (-bestuurders), controle van de besteding van ontvangen gelden, voorstellen met betrekking tot financieringen, regelingen en procedures t.b.v. de administratieve organisatie en de aansturing van de afdeling financiën. Kader: het strategisch beleid van de stichting, financiële wet- en regelgeving, het vastgestelde financiële beleid. Verantwoording: aan de (algemeen) directeuren (-bestuurders) voor wat betreft de bruikbaarheid van de voorstellen en adviezen, ondersteuning en advisering van de schooldirecties, totstandkoming van (kaderstellend) financieel beleid, de controlfunctie, het middelenbeheer, de kwaliteit van de financiële administratie en de wijze van aansturing aan de afdeling.

Kennis en vaardigheden  HBO+ - werk- en denkniveau  gespecialiseerde en actuele kennis van de financiële wet- en regelgeving en van de financiële administratieve processen in het primair onderwijs;  kennis van en inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot het (financiële) beleid van de stichting;  kennis van plannings- en voortgangsbewakingstechnieken en vaardigheid in het toepassen er van;  inzicht in de diverse beleidsterreinen van de stichting en de samenhang daarvan met de financiën;  inzicht in de organisatie en werkwijze van de Dommelgroep als geheel, de 5 besturen afzonderlijk en van de diverse scholen;  vaardigheid in het omgaan met verschillende belangen en in het (helpen) oplossen van aan financiën gerelateerde problemen;  vaardigheid in het mondeling en schriftelijk adviseren over financiële en bedrijfseconomische aangelegenheden;  vaardigheid in het aansturen van het onderwijsondersteunend personeel.

Contacten  Met de (algemeen) directeuren (-bestuurders), de schooldirecties, de Raad van Toezicht / Bestuur over het financiële beleid van de stichting om te informeren en adviseren en tot afstemming van beleid en uitvoering te komen;  met de schooldirecties over (de uitvoering van) het financiële beleid op schoolniveau om informatie uit te wisselen en waar nodig correcties aan te doen brengen in het financiële beleid van de school;  met relevante instanties (administratiekantoor, gemeenten, ministerie, Besturenraad e.d.) over aspecten van het financiële beleid en vermogensbeheer om informatie en adviezen in te winnen dan wel afstemming te verkrijgen over de uitvoering en interpretatie van wet- en regelgeving;  met de (algemeen) directeuren (-bestuurders) en collega-stafleden over de invulling van het algemene beleid en de plaats van het financiële beleid daarin om informatie uit te wisselen en afstemming te verkrijgen;  met de externe accountant over de controle van de jaarrekening om informatie uit te wisselen en afstemming te verkrijgen.

90

36

Hoofd personeel en organisatie

Functie-informatie Functienaam: Salarisschaal: Indelingsniveau: Werkterrein: Activiteiten: Kenmerkscores: Somscore:

Hoofd personeel en organisatie 12 Vc Bedrijfsvoering -> P&O Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen 44443 44434 4343 52

Context De werkzaamheden worden uitgevoerd voor de vijf besturen van de Dommelgroep; SKIPOS, SKOPOS, SKOSO, St. Christoffel en Leijestroom. In totaal vallen onder deze vijf schoolbesturen 40 basisscholen, en ongeveer 900 medewerkers en ongeveer 10.000 leerlingen. Het hoofd personeel & organisatie voert hoofdzakelijk werkzaamheden uit voor (algemeen) directeuren(-bestuurders) en de schooldirecties van de Dommelgroep. De stafafdeling P&O bestaat uit een hoofd personeel & organisatie, enkele P&O-medewerkers en enkele medewerkers personeels- en salarisadministratie. Het hoofd personeel & organisatie is verantwoordelijk voor de aansturing van de werkzaamheden binnen de stafafdeling P&O. Het hoofd personeel & organisatie ontwikkelt, professionaliseert en beheert de stafafdeling P&O voor de Dommelgroep. Het hoofd personeel & organisatie vertaalt de strategie van de besturen van de Dommelgroep naar een meerjaren Personeels en Organisatie (P&O) -beleid en adviseert de bestuurders over bijbehorende kaders en instrumentarium. Het hoofd personeel & organisatie draagt het (meerjaren) P&O-beleid uit en ondersteunt de schooldirecteuren bij de implementatie en uitvoering van hun decentraal P&O-beleid.

Resultaatgebieden 1. Ontwikkeling en uitvoering van het P&O-beleid  Het ontwikkelen, implementeren, evalueren, bijstellen en bewaken van (meerjaren) P&Obeleid op strategisch en tactisch niveau op basis van thema’s die voortkomen uit de CAO-PO, (nieuwe) wet- en regelgeving, uit de behoefte van besturen of op eigen initiatief omdat hij/zij ziet dat toegevoegde waarde mogelijk is;  het vertalen en ontwerpen van richtlijnen, procedures, reglementen en instrumenten voortkomend uit het ontwikkelde en geïmplementeerde P&O-beleid;  draagt zorg voor de integraliteit van P&O-beleid zowel binnen een bestuur als tussen de vijf besturen;  het opstellen van notities over aanpassingen en bijstellingen van te voorziene lange termijnontwikkelingen;  het analyseren van P&O-processen binnen de vijf besturen en het in kaart brengen van, en adviseren over personele en organisatorische consequenties en te nemen maatregelen;  het evalueren van reorganisatie- en veranderingsprocessen en het daarbij ingezette instrumentarium;  het bewaken van de kwaliteit van vastgesteld beleid en procedures; 2. Advisering op het gebied van P&O aan de (algemeen) directeuren(-bestuurders) en schooldirecties  Adviseert de (algemeen) directeur(-bestuurders) en schooldirecties over de implementatie van het ontwikkelde (meerjaren) P&O-beleid en bijbehorende instrumenten;

91

       

informeert (algemeen) directeur(-bestuurders) en schooldirecties over in te voeren en ingevoerd beleid en af te nemen instrumenten; adviseert de (algemeen)directeur(-bestuurders) en schooldirecties over de knelpunten die (kunnen) ontstaan bij de uitvoering van het P&O-beleid en bijbehorende instrument; adviseert de (algemeen) directeuren(-bestuurders) en de schooldirecties van de scholen over algemene personele aangelegenheden en bij problemen in de werksfeer en bij veranderingsprocessen; adviseert over formatiewijzigingen, functie- en taakdifferentiatie en daarmee samenhangende personele en financiële consequenties; adviseert over de afname van P&O-dienstverlening van instanties; adviseert over de aanpak inzake aanstelling, overplaatsing, ontslag, opleiding en/of conflictsituaties; neemt deel aan bestuursoverleg (algemeen)directeuren(-bestuurders) voor P&O aangelegenheden; genereert managementinformatie op P&O-gebied en bespreekt dit met (algemeen) directeuren(-bestuurders).

3.Coördinatie en aansturing van de stafdeling P&O  Stuurt de afdeling aan, coördineert en (her)verdeelt de taken;  stelt medewerkers van het stafbureau P&O op de hoogte van de ontwikkelingen die spelen of gaan spelen;  voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers van stafafdeling P&O conform de gesprekkencyclus. 4. Professionalisering  Zorgt er voor dat de voor de afdeling vereiste bekwaamheden op peil blijven en breidt deze zo nodig uit;  neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;  houdt zich via deelname aan netwerkbijeenkomsten, workshops, seminars/studiedagen, cursussen, trainingen en vakbladen op de hoogte van de ontwikkelingen op het eigen vakgebied binnen de branche;  adviseert medewerkers van stafafdeling P&O ten aanzien van professionalisering en ontwikkeling.

Kader, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Beslist over/bij: Het ontwikkelen, implementeren, evalueren, bijstellen en bewaken van P&O-beleid op strategisch en tactisch niveau, de inhoud van voorstellen/adviezen met betrekking tot ontwikkeling en uitvoering van het personeelsbeleid binnen de besturen van de Dommelgroep. Kader: het door de besturen vastgestelde beleid met betrekking tot rechtspositie, formatie, beloningsaangelegenheden, sociaal-beleid, etc. en de relevante wet- en regelgeving. Verantwoording: aan de (algemeen) directeuren(-bestuurders) van de vijf besturen voor wat betreft de bruikbaarheid van het ontwikkeld en uitgevoerd P&O-beleid en het daarbij horende instrumentarium, advisering op het gebied van P&O aan de (algemeen) directeuren(-bestuurders) van de vijf besturen, de kwaliteit van coördinatie en aansturing van de stafafdeling P&O en professionalisering.

Kennis en vaardigheden  Brede theoretische kennis op hbo+ werk en denkniveau, specifiek op het gebied van P&O;  kennis van (beleids)ontwikkelingen op het gebied van P&O en de daarop van toepassing zijnde wet- en regelgeving, maatschappelijke ontwikkelingen en van de relatie daarvan met andere beleidsterreinen;

92

        

kennis van de bestuurlijke verhoudingen, alsmede van zich daarin afspelende ontwikkelingen; vaardigheid in het overzien, analyseren en (proactief) oplossen van de zich voordoende problematiek op het personeelsgebied; vaardigheid in het opstellen van beleidsdocumenten, en daarmee samenhangende protocollen en instrumenten; in staat om strategische doelen op pragmatische wijze te implementeren; Vaardigheid in het omgaan met verschillende belangen; communicatieve en adviesvaardigheden; vaardigheid in het creëren van draagvlak; vaardigheid in het overtuigen van anderen en omgaan met conflicten; in staat te reflecteren op eigen functioneren en daarmee samenhangende resultaten; vaardig in het coachen, aansturen en ondersteunen van professionals.

Contacten  Met schooldirecties en (algemeen)directeuren(-bestuurders) over beleidsontwikkeling, beleidsimplementatie, instrumentontwikkeling en instrumentgebruik om te informeren en om tot afstemming te komen;  met overheidsvertegenwoordigers, adviseurs en controlerende instanties over beleidskeuzes en -ontwikkeling om deze beslissingen en standpunten toe te lichten en tot afspraken te komen;  met de stafmedewerkers over P&O aangelegenheden om afspraken te maken;  met collega vakspecialisten uit de sector over ontwikkelingen op het gebied van P&O om informatie uit te wisselen;  met externe instanties die diensten leveren aan één of meerdere besturen op het gebied van P&O om te onderhandelen en af te stemmen.

93

37

Senior medewerker personeels- en salarisadministratie (PSA) (S8)

Functie-informatie Salarisschaal: Indelingsniveau: Werkterrein: Activiteiten: Kenmerkscores: Somscore:

9 IVb Bedrijfsvoering -> P&O Bewerken van gegevens, coördineren 33333 33333 3333 42

Context De werkzaamheden worden uitgevoerd voor de vijf besturen van de Dommelgroep; SKIPOS, SKOPOS, SKOSO, St.-Christoffel en Leijestroom. In totaal vallen onder deze vijf schoolbesturen 39 basisscholen, en ongeveer 900 medewerkers en ongeveer 10.000 leerlingen. De afdeling PSA valt onder leiding van het hoofd P&O. De afdeling PSA bestaat uit een senior medewerker personeels- en salarisadministratie (PSA) en één of meerdere medewerkers personeels- en salarisadministratie. De senior medewerker personeels- en salarisadministratie voert werkzaamheden uit ten behoeve van de schooldirecties van de Dommelgroep vanaf het stafbureau P&O (het CPD). De senior medewerker-PSA is in de kern van de functie verantwoordelijk voor het tijdig, juist en zorgvuldig verwerken personele mutaties alsmede het adviseren en informeren van schooldirecties en medewerkers op PSA-gebied en CAO bepalingen. Daarnaast biedt deze beleidsondersteuning als het gaat om het verzamelen en inventariseren van gegevens en informatie. Verder is de senior medewerker-PSA verantwoordelijk voor de coördinatie van PSA-taken op de afdeling. De senior medewerker-PSA legt verantwoording af aan het hoofd P&O van de Dommelgroep.

Resultaatgebieden a. Het verwerken, controleren en beheren van de personeels- en salarisadministratie(PSA)  het ontwikkelen van voorstellen voor de inrichting van de personeels- en salarisadministratie, rekening houdend met wijzigingen in beleid en CAO en het adviseren ten aanzien van de te nemen beslissingen;  het verzorgen van de meer complexere salarisberekeningen en/of het controleren daarvan;  (het toezien op) het tijdig en correct verwerken van personele mutaties gezien de maandelijkse garantie en sluitingsdata;  het (digitaal) laten archiveren van alle personeelsbescheiden;  het aanleveren van psa-gegevens naar externe instanties (zoals DUO, vervangingsfonds, e.d.);  het verwerken van psa-gegevens die door externe instanties worden aangeleverd (zoals Belastingdienst, ABP, e.d.). b. Informeert en adviseert hoofd-P&O, -Financiën, schooldirecties en medewerkers  het bieden van beleidsondersteuning in de zin van het verzamelen, groeperen, inventariseren, analyseren en verwerken van gegevens en relevante ontwikkelingen;  het genereren van sturingsinformatie ten behoeve van managementrapportages;  het signaleren van knelpunten in administratieve processen en het aandragen van verbeteringen;  het meedenken over en het adviseren van het lijnmanagement in complexe CAOinhoudelijke, rechtspositionele kwesties;  het meedenken over en adviseren over systeemtechnische en procesmatige aanpassingen.

94

c. Coördinerende taken  het coördineren van PSA-taken onder de medewerkers die belast zijn met PSA-gerelateerde werkzaamheden en daarmee zorg dragen voor een evenwichtige werkverdeling;  het begeleiden en ondersteunen van de medewerkers die belast zijn met PSA-gerelateerde werkzaamheden. d.

Professionalisering  het deelnemen aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en collegiale consultatie;  het op de hoogte blijven, via deelname aan netwerkbijeenkomsten, workshops, studiedagen, cursussen, trainingen en vakbladen van ontwikkelingen op het eigen vakgebied;

Kader, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Beslist over: het verzorgen van de meer complexere salarisberekeningen en/of het controleren daarvan, het bieden van beleidsondersteuning in de zin van het verzamelen, groeperen, inventariseren, analyseren en verwerken van gegevens en relevante ontwikkelingen, het coördineren en (her)verdelen van PSA-taken onder de medewerkers van de personeels- en salarisadministratie en het op de hoogte blijven, via deelname aan netwerkbijeenkomsten, workshops, studiedagen, cursussen, trainingen en vakbladen van ontwikkelingen op het eigen vakgebied. Kader: de relevante wet- en regelgeving, CAO-PO en de door besturen van de Dommelgroep vastgesteld beleid en procedures met betrekking tot PSA gerelateerde aangelegenheden. Verantwoording: de senior medewerker PSA legt verantwoording af aan het hoofd P&O voor wat betreft de kwaliteit en de tijdigheid, correctheid en zorgvuldigheid van het verwerken, controleren en beheren van de personeels- en salarisadministratie(PSA), het informeren en adviseren van het hoofd-P&O, -Financiën, schooldirecties en medewerkers, de coördinerende taken en de eigen professionalisering. Kennis en vaardigheden  algemeen theoretische, praktisch gerichte kennis en ervaring van personeels- en salarisadministratie;  kennis van een loonadministratie softwaresystemen (Afas Profit);  kennis van wettelijke administratieve regels en voorschriften op het gebied van personeelsen salarisadministratie;  kennis van de cao PO;  vaardig in het interpreteren van wet- en regelgeving en deze kunnen vertalen naar de praktijk;  vaardig in het werken met verschillende tekstverwerkingssystemen, zoals Word en Excel;  vaardig in het effectief communiceren op verschillende niveau’s in de organisatie;  vaardig in het doorzien hoe verschillende belangen binnen de organisatie en daarbuiten liggen;  vaardig in het adviseren;  vaardig in het klant- en servicegericht handelen;  vaardig in het zorgvuldig en accuraat handelen;  vaardig in het werken met vertrouwelijke informatie;  vaardig in het coördineren van werkzaamheden;  vaardig in het reflecteren op eigen handelen. Contacten  met directie van de scholen en medewerkers van de vijf Dommelgroep besturen om informatie in te winnen, om toelichting te geven of om af te stemmen over mogelijke oplossingen op het gebied van PSA;

95

  

met de leidinggevende en overige stafmedewerkers over PSA aangelegenheden om afspraken te maken; met collega vakspecialisten uit de sector over ontwikkelingen op het gebied van PSA om informatie uit te wisselen; met verschillende externe instanties (ABP, DUO, KvK, UWV, Vervangingsfonds, Incassobureau’s, belastingdienst, e.d.) om informatie en gegevens uit te wisselen op het gebied van de PSA.

96

38

Medewerker personeels- en salarisadministratie (PSA) (S7)

Functie-informatie Salarisschaal: Indelingsniveau: Werkterrein: Activiteiten: Kenmerkscores: Somscore:

7 IIIc Bedrijfsvoering -> P&O Bewerken van gegevens, coördineren 32232 33233 23 22 35

Context De werkzaamheden worden uitgevoerd voor de vijf besturen van de Dommelgroep; SKIPOS, SKOPOS, SKOSO, St.-Christoffel en Leijestroom. In totaal vallen onder deze vijf schoolbesturen 40 basisscholen, en ongeveer 900 medewerkers en ongeveer 10.000 leerlingen. De afdeling PSA valt onder leiding van het hoofd P&O. De afdeling PSA bestaat uit een senior medewerker personeels- en salarisadministratie (PSA) en één of meerdere medewerkers personeelsen salarisadministratie. De medewerker personeels- en salarisadministratie voert werkzaamheden uit ten behoeve van de schooldirecties van de Dommelgroep vanaf het stafbureau P&O (het CPD). De medewerker-PSA werkt mee aan de kwaliteit en het tijdig, juist en zorgvuldig verwerken personele mutaties, alsmede het informeren van de senior medewerker PSA en schooldirecties. De medewerker-PSA legt verantwoording af aan het hoofd P&O van de Dommelgroep.

d.

Het verwerken en controleren van de personeels- en salarisadministratie(PSA) door:  het opstellen en versturen van aktes;  het opstellen en versturen van brieven t.a.v. loonwijzigingen bij ziekte of verlof;  het maken van proforma berekeningen en deze verzenden;  het nalopen van controlelijsten en de daaruit voortvloeiende acties oppakken;  het invoeren van reiskostenmutaties (reiskosten woon/werk en dienstreizen);  het doen van de administratie omtrent de werkkostenregeling (bv. fietsregeling) en uitruil van reiskosten met eindejaarsuitkering;  het opstellen van werkgeversverklaringen en deze verzenden;  het doen van administratieve handelingen ten aanzien van ziekteverzuim, zoals communicatie met UWV over ziekte- en herstelmeldingen, controles in het kader van Wet Verbetering Poortwachter (WVP) en versturen van brieven aan medewerkers t.a.v. WVPacties;  het (digitaal) archiveren van personeelsbescheiden;  het aanleveren van psa-gegevens naar externe instanties (zoals UWV, DUO, vervangingsfonds, e.d.);  het verwerken van psa-gegevens die door externe instanties worden aangeleverd (zoals UWV, Belastingdienst, ABP, e.d.);  het op verzoek aanpassen van eenvoudige instellingen in Afas (bijvoorbeeld met betrekking tot looncomponenten);  het verwerken van overige PSA-gegevens, zoals invoeren onkostenvergoedingen en inschaling losse invallers).

97

e. Informeert hoofd-P&O, -Financiën, schooldirecties, medewerkers en voert nauw overleg met de senior medewerker PSA door:  het signaleren van fouten in de personeelssalarisadministratie en in overleg met senior Medewerker PSA en/of Hoofd P&O deze indien mogelijk zelf oplossen;  het signaleren van knelpunten in administratieve processen en het aandragen van verbetervoorstellen;  het meedenken over en adviseren in CAO-inhoudelijke, rechtspositionele kwesties;  het meedenken over en adviseren over systeemtechnische en procesmatige aanpassingen.

c. Professionalisering door:  

het deelnemen aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en collegiale consultatie; het op de hoogte blijven, via deelname aan netwerkbijeenkomsten, workshops, studiedagen, cursussen, trainingen en vakbladen van ontwikkelingen op het eigen vakgebied;

Kader, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Beslist over: het nalopen van controlelijsten en de daaruit voortvloeiende acties, het signaleren van knelpunten in administratieve processen en het aandragen van verbetervoorstellen, het op de hoogte blijven, via deelname aan netwerkbijeenkomsten, workshops, studiedagen, cursussen, trainingen en vakbladen van ontwikkelingen op het eigen vakgebied. Kader: de relevante wet- en regelgeving, CAO-PO en de door besturen van de Dommelgroep vastgesteld beleid en procedures met betrekking tot PSA gerelateerde aangelegenheden. Verantwoording: de medewerker PSA legt verantwoording af aan het hoofd P&O voor wat betreft de kwaliteit en de tijdigheid, correctheid en zorgvuldigheid van het verwerken en controleren van de personeels- en salarisadministratie(PSA), het informeren van de senior medeweker PSA het hoofdP&O, -Financiën, schooldirecties en medewerkers en de eigen professionalisering.

Kennis en vaardigheden             

algemeen vaktechnische kennis en ervaring van personeels- en salarisadministratie; kennis van een loonadministratie softwaresystemen (Afas Profit); kennis van wettelijke administratieve regels en voorschriften op het gebied van personeelsen salarisadministratie; kennis van de cao PO; kunnen toepassen van wet- en regelgeving met betrekking tot personeelsadministratie; vaardig in het werken met verschillende tekstverwerkingssystemen, zoals Word en Excel; vaardig in het effectief communiceren op verschillende niveau’s in de organisatie; vaardig in het doorzien hoe verschillende belangen binnen de organisatie en daarbuiten liggen; vaardig in het adviseren; vaardig in het klant- en servicegericht handelen; vaardig in het zorgvuldig en accuraat handelen; vaardig in het werken met vertrouwelijke informatie; vaardig in het reflecteren op eigen handelen.

Contacten

98

   

met directie van de scholen en medewerkers van de vijf Dommelgroep besturen om informatie in te winnen of om toelichting te geven over mogelijke oplossingen op het gebied van PSA; met de leidinggevende en overige stafmedewerkers informatie uitwisselen over PSA aangelegenheden; met collega vakspecialisten uit de sector om informatie uit te wisselen over ontwikkelingen op het gebied van PSA; met verschillende externe instanties (ABP, DUO, KvK, UWV, Vervangingsfonds, Incassobureau’s, belastingdienst, e.d.) om informatie en gegevens uit te wisselen op het gebied van de PSA.

99

Coördinator Vervangerspool Functie-informatie Functienaam: Salarisschaal: Indelingsniveau: Werkterrein: Activiteiten: Kenmerkscores: Somscore:

Coördinator Vervangerspool 11 V.b Bedrijfsvoering -> P&O Bewerken van gegevens, coördineren 44343 43334 43 43 49

Context De werkzaamheden worden uitgevoerd voor de vijf besturen van de Dommelgroep; SKIPOS, SKOPOS, SKOSO, St. Christoffel en Leijestroom. In totaal vallen onder deze vijf schoolbesturen 39 basisscholen, ongeveer 850 medewerkers en ruim 9.000 leerlingen. Sinds 2002 werkt de besturen van de Dommelgroep op onderdelen samen. Eén van die onderdelen is een gezamenlijke vervangers-en invallerspool (VIP). De VIP bestaat sinds 2004 en is een wezenlijk onderdeel van de Dommelgroep. In de VIP zitten vaste invallers (poolers) en losse invallers. Dagelijks worden zij ingezet op vervangingen binnen de scholen van de Dommelgroep. Poolers worden vooral ingezet voor kortdurende vervangingen. Op langdurende vervangingen (zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, etc.) worden vooral “losse invallers” ingezet. De coördinator draagt zorg voor de planning en organisatie van vervangingen, de administratieve afhandeling van de vervangingen, ontwikkelt het vervangingsbeleid en werkt aan de (verdere) professionalisering van de individuele invallers en de pool als geheel. De verwachting is dat de koppeling van vervangingsvraag en –aanbod steeds meer digitaal gaat verlopen via een daarvoor beschikbaar systeem. Dit zal leiden tot minder administratieve last waardoor de coördinator zich meer kan richten op de coaching en begeleiding van invallers en het meedenken over beleidsmatige thema’s. De coördinator legt hiërarchisch verantwoording af aan het hoofd P&O van de Dommelgroep.

Resultaatgebieden Matcht en organiseert (complexe) vervangingen:     

Neemt, de binnengekomen vervangingsaanvragen in behandeling, ook op vooraf vastgestelde tijden, buiten de reguliere schooltijden; Koppelt passende vervangers aan de vervangingsaanvragen; Treedt in overleg met betrokken partijen om aanvullende informatie te verkrijgen; bijvoorbeeld bij complexe vervangingen; Voert de administratie samenhangend met de matching en organisatie van vervangingen; Draagt zorg voor een goede afwikkeling van de vervangingen in de richting van de salarisadministratie;

100



Beheert het digitaal vervangingssysteem door onder ander de informatie in dit systeem actueel te houden.

Genereert management informatie:    

Gebruikt de informatie uit het vervangingssysteem op effectieve en efficiënte wijze teneinde een maximale bezetting van poolers na te streven; Zorgt er voor dat we geen ongewenste verplichtingen aan gaan met losse invallers door de ketenregeling goed te monitoren; Genereert periodiek overzichten zoals het verbruik van invallers per school/stichting en de type vervangingsgronden per school/stichting; Kan vanuit de gegenereerde managementinformatie patronen herkennen, verbanden leggen met het vigerende beleid en doet naar aanleiding daarvan verbetervoorstellen en past het vervangingsbeleid daar op aan.

Coacht en begeleidt de poolers:      

Coacht en begeleidt de poolers ten einde de inzetbaarheid en professionaliteit van poolers te vergroten, de kwaliteit van de vervangingen te optimaliseren en het werkplezier binnen de pool hoog te houden; Stuurt de poolers inhoudelijk functioneel aan voor wat betreft hun vervangingswerkzaamheden; Is aanspreekpunt voor de poolers bij vragen en opmerkingen; Stelt een introductieprogramma op voor nieuwe poolers en begeleidt hen; Geeft periodiek invulling aan intervisie en themabijeenkomsten in het kader van professionalisering en leidt deze; Beoordeelt het functioneren van de ondersteunende medewerker(s) in de uitvoering van de coördinatietaak en voert in dat kader de formele gesprekken conform de gesprekkencyclus.

Ontwikkelt het vervangingsbeleid:      

Houdt ontwikkelingen bij die van invloed zijn op het vervangingsbeleid; Denkt mee over de koers van de VIP gezien de interne ontwikkelingen binnen de Dommelgroep en extern in de sector; Treedt op als sparringpartner voor hoofd P&O als het gaat over het ontwikkelingen van het vervangingsbeleid; Ontwikkelt het meerjaren vervangingsbeleid in samenspraak met het hoofd P&O; Ontwikkelt vervangingsprocedures en –protocollen; Evalueert periodiek het vervangingsbeleid, vervangingsprocedures en -protocollen.

Kader, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Beslist over: koppelt passende vervangers aan de vervangingsaanvragen, coacht en begeleidt de poolers, ten einde de inzetbaarheid van poolers te vergroten, de kwaliteit van de vervangingen te optimaliseren en het werkplezier binnen de pool hoog te houden en ontwikkelt het vervangingsbeleid in samenspraak met het hoofd P&O. Kader: wet en regelgeving op het gebied van werk en zekerheid, samenhangende richtlijnen en specifiek geformuleerde beleidskaders. Verantwoording: aan het hoofd P&O met betrekking tot de bruikbaarheid van het matchen en organiseren van (complexe) vervangingen, het coachen en begeleiden van de poolers, het genereren van managementinformatie en het ontwikkelen van het meerjaren vervangingsbeleid.

101

Kennis en vaardigheden              

Breed of gespecialiseerde theoretische kennis met betrekking tot het vakgebied; Inzicht in financieel-economische, juridische en onderwijskundige aangelegenheden; Kennis van wet- en regelgeving op het gebied van werk en zekerheid; Kennis van de cao PO; Kennis van het onderwijsproces; Kennis van geldende beleidskaders, protocollen en procedures; Vaardig in het coachen en begeleiden van leerkrachten; Vaardig in het beheren van het digitaal vervangingssysteem; Vaardig in het organiseren van bijeenkomsten en het voorzitten daarvan; Vaardig in het ontwikkelen van protocollen binnen gestelde beleidskaders; Vaardig in het systematisch en planmatig werken; Vaardig in het omgaan met stressvolle situatie; Communicatieve en schriftelijke vaardigheden; Ondernemende vaardigheden.

Contact

     

Met bestuurders en schoolleiders om af te stemmen en beleidsafspraken te maken ten aanzien van vervangingsvraagstukken en de te genereren (of gegenereerde) managementinformatie en deze in te passen in overkoepelend beleid; Met hoofd P&O om af te stemmen en afspraken te maken over implementatie van het vervangingsbeleid; Met hoofd Financiën over de personeelskosten van inzet van vervangers om afstemming te verkrijgen. Met leden van de stafafdeling (bijvoorbeeld salarisadministratie) om informatie te geven of te verkrijgen; Met vervangers om afspraken te maken over de vervangingen die zij invullen en afstemming te verkrijgen over hun verdere professionele ontwikkeling; Met medewerkers van ondersteunende instanties om informatie uit te wisselen over vervangings(-systeem)gerelateerde kwesties.

102