Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep (versie mei 2012)
FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LA) Gebruik de pijltjestoetsen om binnen een veld naar beneden of naar boven te gaan
Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek: Datum gesprek:
1.
Welbevinden
Welke momenten hebben de afgelopen periode veel voor je betekend? Wat waren inspirerende situaties, waar liep je warm voor? Wie of wat heeft je geïnspireerd? Waar ligt je inspiratie in je werk? Wat is het afgelopen jaar een uitdaging voor je geweest, die je hebt aangepakt? Wat is op dit moment een uitdaging voor je? Welke momenten hebben je veel energie gekost? Energievreters, bepaalde vergaderingen, gesprekken, bepaalde situaties of het ontbreken van iets?
2.
Resultaatgerichte afspraken vorig(e) gesprek(ken)
1
3.
Competenties leraar basisonderwijs (LA)
Neem de competenties met de medewerker door en bespreek met de medewerker in welke mate er ruimte is voor ontwikkeling van de betreffende competentie. Noteer de bevindingen. Je kunt hierbij gebruik maken van de begrippen: moet verbeteren; kan verder ontwikkelend worden; is voldoende ontwikkeld dus onderhouden. De hieruit voortvloeiende resultaatgerichte afspraken worden opgenomen bij punt 9. Voor gedragsvoorbeelden die bij de competenties horen, zie de bijlage bij dit formulier. Toelichting Interpersoonlijk competent Sensitiviteit
Integriteit
Pedagogisch competent Analyseren van ontwikkel- en leervragen
Vakinhoudelijk en didactisch competent Oordeelsvorming onderwijs
Organisatorisch competent Plannen en organiseren onderwijs
Voortgangsbewaking onderwijs
Competent in het samenwerken met collega’s Kwaliteitsgerichtheid onderwijs
Competent in reflectie en ontwikkeling Zelfontwikkeling
Algemeen Creativiteit
Flexibel gedrag
4.
Organisatie en Schoolontwikkeling
Bespreekt met de medewerker de volgende onderwerpen. Noteer de bevindingen. Leidinggevende(n) o.a. communicatie
Taakverdeling
Eigen inbreng
2
Besluitvorming
Beleid binnen school
5.
Professionalisering / Deskundigheidsbevordering
Wat doe je/heb je dit schooljaar gedaan aan professionalisering Welke wensen heb je t.a.v. je individuele professionalisering Wat heeft het je opgeleverd (voor jezelf/je groep/de organisatie)
6.
Loopbaan
Heb je een loopbaanvraag?
Waaraan wil je werken?
Wat heb je daarvoor nodig?
Hoe ziet het management jouw sterke (en ontwikkelings-) punten? Mobiliteit
7.
Aanvullende punten die de werkgever wil inbrengen
8. Omstandigheden welke de functievervulling hebben beïnvloed
3
9. Resultaatgerichte afspraken gemaakt in dit gesprek
Datum vervolggesprek en type gesprek
10. Ondertekening Datum:
Datum:
Handtekening medewerker voor:
Handtekening leidinggevende:
gezien
of
akkoord
4
Bijlage functioneringsgesprek leraar basisonderwijs (LA)
Competentieoverzicht leraar basisonderwijs (LA) Interpersoonlijk competent Sensitiviteit Zich bewust tonen van andere mensen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Gedrag laten zien dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen. Gedragsvoorbeelden: - Vraagt naar wat de ander beweegt en meemaakt en komt hier op terug; - Toont begrip voor afwijkende visies, ideeën, omgangsvormen en gewoonten van anderen; - Verwoordt gevoelens en behoeften van de ander; - Spreekt vertrouwen uit en geeft complimenten.
Integriteit Verantwoordelijkheid nemen voor het eigen handelen en zich gedragen in lijn met gemaakte afspraken gerelateerd aan de functie en aan de visie van de school. Gedragsvoorbeelden: - Handelt volgens de afspraken en richtlijnen die gelden binnen de functie en de school; - Komt uit voor gemaakte fouten; - Respecteert en beschermt aan hem toevertrouwde vertrouwelijke informatie; - Behandelt collega’s op een correcte en respectvolle wijze.
Pedagogisch competent Analyseren van ontwikkel- en leervragen Achterhalen van belangrijke informatie met betrekking tot de persoonlijke ontwikkel- en leervragen van leerlingen; helpen van leerlingen bij het analyseren en formuleren van hun ontwikkel- en leervragen. Gedragsvoorbeelden: - Ziet de ontwikkel- en leervragen van leerlingen; - Gebruikt verschillende manieren om (complexe) ontwikkel- en leervragen van leerlingen te onderzoeken; - Combineert informatie over de ontwikkel- en leervragen van leerlingen met bestaande informatie; - Verzamelt informatie over de achtergronden en oorzaken van leer- en ontwikkelvragen van leerlingen.
Vakinhoudelijk en didactisch competent Oordeelsvorming onderwijs Op basis van beschikbare informatie juiste en realistische conclusies trekken over de stand van zaken van de persoonlijke (competentie)ontwikkeling van leerlingen en het leerproces. Gedragsvoorbeelden: - Schat de capaciteiten en mogelijkheden van leerlingen goed in; - Betrekt alle relevante informatie alvorens een conclusie te trekken; - Benoemt vanuit eigen oordeel positieve en negatieve kanten; - Geeft verschillende argumenten die hebben geleid tot het oordeel.
Organisatorisch competent Plannen en organiseren onderwijs Leerproces van leerlingen vormgeven door doelen en prioriteiten aan te geven en hen de juiste middelen, tijd en andere benodigdheden aan te bieden om leerdoelen te bereiken. Gedragsvoorbeelden: - Formuleert concrete en meetbare doelstellingen voor zichzelf en voor anderen; - Stelt de relevante prioriteiten en handelt ernaar; - Schept randvoorwaarden om de zaken ordelijk en efficiënt af te werken; - Past opgestelde plannen aan als de situatie dit vraagt, maar houdt het uiteindelijke doel in de gaten;
Voortgangsbewaking onderwijs Ondernemen van acties op basis van geconstateerde resultaten om de voortgang van het leerproces van leerlingen zeker te stellen en stimuleren van leerlingen om zelf de voortgang van hun eigen leerproces te bewaken. Gedragsvoorbeelden: - Controleert de voortgang en resultaten van een werk- of leerproces; - Plant meetmomenten en gebruikt deze om de voortgang te meten; - Maakt aan het einde van gesprekken vervolgafspraken; - Anticipeert op knelpunten en belemmeringen.
5
Competent in het samenwerken met collega’s Kwaliteitsgerichtheid onderwijs Eisen stellen aan de kwaliteit van het onderwijs en het eigen werk en handelt daarnaar. Gedragsvoorbeelden: - Gaat gemakkelijk werkrelaties aan en bespreekt regelmatig de onderwijskwaliteit; - Spreekt collega’s aan op zaken die met kwaliteit te maken hebben en is zelf ook gemakkelijk aanspreekbaar; - Bespreekt regelmatig met anderen de kwaliteit van het eigen werk en vraagt de ander feedback; - Spreekt tijdig de zorg uit over tegenvallende kwaliteit van het door hem geboden onderwijs en doet verbetervoorstellen.
Competent in reflectie en ontwikkeling Zelfontwikkeling Inzicht hebben in eigen sterktes en zwaktes. Op basis hiervan acties ondernemen om eigen kennis, vaardigheden en competenties te vergroten/verbeteren en zodoende beter te presteren. Gedragsvoorbeelden: - Vraagt uit zichzelf feedback over het eigen functioneren; - Vraagt bij het krijgen van feedback naar concrete voorbeelden, accepteert suggesties ter verbetering; - Benoemt zowel sterke als zwakke punten van zichzelf; - Stemt eigen persoonlijke ontwikkelactiviteiten en –doelen af pp het beleid van de school en afspraken binnen het team.
Algemeen Creativiteit Met oorspronkelijke oplossingen komen voor problemen die met de functie verband houden. Nieuwe werkwijzen bedenken ter vervanging van bestaande als de bestaande oplossingen geen oplossing bieden voor het probleem. Gedragsvoorbeelden: - Stelt bestaande zaken ter discussie; stelt alternatieven voor; - Komt met verschillende voorstellen voor aanpak, die niet direct voor de hand liggen; - Brengt veel ideeën in bij een brainstorm; - Komt door vanuit meerdere invalshoeken te kijken tot nieuwe oplossingen of op nieuwe ideeën.
Flexibel gedrag Indien zich problemen of kansen voordoen de eigen gedragsstijl veranderen om het gestelde doel te bereiken. Gedragsvoorbeelden: - Pikt signalen op die duiden op weerstand bij de ander en past zijn gedrag hierop aan; - Verandert van gedragslijn als het gewenste effect in gevaar is; - Schakelt in een gesprek tussen vragen stellen en informatie geven; - Gebruikt zo nodig verschillende communicatiestijlen (naar ouders, leerlingen, collega’s, etc).
6
BEOORDELINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LA)
Naam werknemer Functie Naam beoordelaar Functie Datum gesprek Datum laatste functioneringsgesprek Datum vorige beoordeling Beoordelingstijdvak
Van:
tot:
1. Resultaatgerichte afspraken vorig(e) gesprek(ken)
Opmerkingen:
7
2. Competenties leraar basisonderwijs (LA) Onvoldoende Matig Voldoende Goed Zeer goed
:voldoet niet aan de voor de functie gestelde eisen; :voldoet in beperkte mate aan de voor de functie gestelde eisen; :voldoet in afdoende mate aan de voor de functie gestelde eisen maar er is ruimte voor verbetering; :voldoet aan de voor de functie gestelde eisen; :levert prestaties boven de aan de functie gestelde eisen.
Voor gedragsvoorbeelden die bij de competenties horen, zie de bijlage bij dit formulier. Onvoldoende
matig
Voldoende
Goed
Zeer goed
Onvoldoende
matig
Voldoende
Goed
Zeer goed
Interpersoonlijk competent Sensitiviteit Integriteit Pedagogisch competent Analyseren van ontwikkel- en leervragen Vakinhoudelijk en didactisch competent Oordeelsvorming onderwijs Organisatorisch competent Plannen en organiseren onderwijs Voortgangsbewaking onderwijs Competent in het samenwerken met collega’s Kwaliteitsgerichtheid onderwijs Competent in reflectie en ontwikkeling Zelfontwikkeling Algemeen Creativiteit Flexibel gedrag Opmerkingen:
3. Totaal beoordeling functioneren
Opmerkingen:
8
4. Omstandigheden welke de functievervulling hebben beïnvloed / aanvulling op de beoordeling
5. Aanvullingen medewerker
6.
Resultaatgerichte afspraken gemaakt in dit gesprek
7. Ondertekening Datum: Medewerker gezien
Datum: Leidinggevende akkoord
9
Bijlage beoordelingsgesprek leraar basisonderwijs (LA)
Competentieoverzicht leraar basisonderwijs (LA) Interpersoonlijk competent Sensitiviteit Zich bewust tonen van andere mensen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Gedrag laten zien dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen. Gedragsvoorbeelden: - Vraagt naar wat de ander beweegt en meemaakt en komt hier op terug; - Toont begrip voor afwijkende visies, ideeën, omgangsvormen en gewoonten van anderen; - Verwoordt gevoelens en behoeften van de ander; - Spreekt vertrouwen uit en geeft complimenten.
Integriteit Verantwoordelijkheid nemen voor het eigen handelen en zich gedragen in lijn met gemaakte afspraken gerelateerd aan de functie en aan de visie van de school. Gedragsvoorbeelden: - Handelt volgens de afspraken en richtlijnen die gelden binnen de functie en de school; - Komt uit voor gemaakte fouten; - Respecteert en beschermt aan hem toevertrouwde vertrouwelijke informatie; - Behandelt collega’s op een correcte en respectvolle wijze.
Pedagogisch competent Analyseren van ontwikkel- en leervragen Achterhalen van belangrijke informatie met betrekking tot de persoonlijke ontwikkel- en leervragen van leerlingen; helpen van leerlingen bij het analyseren en formuleren van hun ontwikkel- en leervragen. Gedragsvoorbeelden: - Ziet de ontwikkel- en leervragen van leerlingen; - Gebruikt verschillende manieren om (complexe) ontwikkel- en leervragen van leerlingen te onderzoeken; - Combineert informatie over de ontwikkel- en leervragen van leerlingen met bestaande informatie; - Verzamelt informatie over de achtergronden en oorzaken van leer- en ontwikkelvragen van leerlingen.
Vakinhoudelijk en didactisch competent Oordeelsvorming onderwijs Op basis van beschikbare informatie juiste en realistische conclusies trekken over de stand van zaken van de persoonlijke (competentie)ontwikkeling van leerlingen en het leerproces. Gedragsvoorbeelden: - Schat de capaciteiten en mogelijkheden van leerlingen goed in; - Betrekt alle relevante informatie alvorens een conclusie te trekken; - Benoemt vanuit eigen oordeel positieve en negatieve kanten; - Geeft verschillende argumenten die hebben geleid tot het oordeel.
Organisatorisch competent Plannen en organiseren onderwijs Leerproces van leerlingen vormgeven door doelen en prioriteiten aan te geven en hen de juiste middelen, tijd en andere benodigdheden aan te bieden om leerdoelen te bereiken. Gedragsvoorbeelden: - Formuleert concrete en meetbare doelstellingen voor zichzelf en voor anderen; - Stelt de relevante prioriteiten en handelt ernaar; - Schept randvoorwaarden om de zaken ordelijk en efficiënt af te werken; - Past opgestelde plannen aan als de situatie dit vraagt, maar houdt het uiteindelijke doel in de gaten;
Voortgangsbewaking onderwijs Ondernemen van acties op basis van geconstateerde resultaten om de voortgang van het leerproces van leerlingen zeker te stellen en stimuleren van leerlingen om zelf de voortgang van hun eigen leerproces te bewaken. Gedragsvoorbeelden: - Controleert de voortgang en resultaten van een werk- of leerproces; - Plant meetmomenten en gebruikt deze om de voortgang te meten; - Maakt aan het einde van gesprekken vervolgafspraken; - Anticipeert op knelpunten en belemmeringen.
10
Competent in het samenwerken met collega’s Kwaliteitsgerichtheid onderwijs Eisen stellen aan de kwaliteit van het onderwijs en het eigen werk en handelt daarnaar. Gedragsvoorbeelden: - Stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het onderwijs binnen de school; - Zet zich in om de kwaliteit van het eigen werk te verbeteren; - Bespreekt regelmatig met anderen de kwaliteit van het eigen werk en vraagt de ander feedback; - Spreekt tijdig de zorg uit over tegenvallende kwaliteit van het door hem geboden onderwijs en doet verbetervoorstellen.
Competent in reflectie en ontwikkeling Zelfontwikkeling Inzicht hebben in eigen sterktes en zwaktes. Op basis hiervan acties ondernemen om eigen kennis, vaardigheden en competenties te vergroten/verbeteren en zodoende beter te presteren. Gedragsvoorbeelden: - Vraagt uit zichzelf feedback over het eigen functioneren; - Vraagt bij het krijgen van feedback naar concrete voorbeelden, accepteert suggesties ter verbetering; - Benoemt zowel sterke als zwakke punten van zichzelf; - Stemt eigen persoonlijke ontwikkelactiviteiten en –doelen af op het beleid van de school en afspraken binnen het team.
Algemeen Creativiteit Met oorspronkelijke oplossingen komen voor problemen die met de functie verband houden. Nieuwe werkwijzen bedenken ter vervanging van bestaande als de bestaande oplossingen geen oplossing bieden voor het probleem. Gedragsvoorbeelden: - Stelt bestaande zaken ter discussie; stelt alternatieven voor; - Komt met verschillende voorstellen voor aanpak, die niet direct voor de hand liggen; - Brengt veel ideeën in bij een brainstorm; - Komt door vanuit meerdere invalshoeken te kijken tot nieuwe oplossingen of op nieuwe ideeën.
Flexibel gedrag Indien zich problemen of kansen voordoen de eigen gedragsstijl veranderen om het gestelde doel te bereiken. Gedragsvoorbeelden: - Pikt signalen op die duiden op weerstand bij de ander en past zijn gedrag hierop aan; - Verandert van gedragslijn als het gewenste effect in gevaar is; - Schakelt in een gesprek tussen vragen stellen en informatie geven; - Gebruikt zo nodig verschillende communicatiestijlen (naar ouders, leerlingen, collega’s, etc).
11
