FUNCTIEBOEK & FUNCTIEBOUWWERK

FUNCTIEBOEK & FUNCTIEBOUWWERK

1

Inhoud Voorwoord ........................................................................................................................................ 3 1.1 Inleiding ............................................................................................................................... 4 1.2 Keuze Functieboek O2A5................................................................................................... 4 1.3 Overzicht huidige normfuncties en niet-normfuncties ................................................. 5 1.4 Functieboek O2A5............................................................................................................... 6 1.5 Aard en omvang bovenschoolse functies ........................................................................ 6 2.1 Inleiding ............................................................................................................................... 7 2.2. Functiebouwwerk binnen O2A5....................................................................................... 7 2.3. Uitgangspunten met betrekking tot formatie ................................................................. 7 2.4. Functiebouwwerk O2A5 naar aantal ............................................................................... 8 3.1 Invoeringsplan..................................................................................................................... 9 3.2 Toekomstige nieuwe niet-normfuncties .......................................................................... 9 4. Wet BIO................................................................................................................................... 10 5. Bezwarenprocedures ............................................................................................................ 10 Bovenschoolsniveau (directie) O2A5........................................................................................... 13 Functienaam Algemeen directeur ......................................................................................... 13 Functienaam Lid managementteam ..................................................................................... 18 Bovenschoolsniveau (onderwijsondersteunend personeel) O2A5........................................ 20 Functienaam Beleidsmedewerker financiën........................................................................ 20 Functienaam Beleidsmedewerker personeel ....................................................................... 23 Functieomschrijving ICT-medewerker beleid............................................................................ 26 Functieomschrijving ICT-medewerker techniek en beheer ..................................................... 29 Functienaam Beleidsmedewerker huisvesting.................................................................... 32 Functienaam Medewerker financiën .................................................................................... 35 Functienaam Medewerker PSA............................................................................................. 38 Functienaam Secretarieel/administratief medewerker ...................................................... 41 Functienaam Directeur DA .................................................................................................... 44 Functienaam Directeur DB..................................................................................................... 47 Functienaam Directeur DC .................................................................................................... 50 Functienaam Adjunct-directeur ............................................................................................ 53 Functienaam Leraar basisonderwijs LA............................................................................... 56 Functienaam Senior leraar basisonderwijs LB..................................................................... 59 Onderwijsondersteunend personeel............................................................................................ 62 Functienaam Onderwijsassistent........................................................................................... 62 Functienaam Leraarondersteuner ......................................................................................... 65 Functienaam Overblijfcoördinator........................................................................................ 67 Functienaam : Administratief medewerker........................................................................... 69 Functienaam Conciërge .......................................................................................................... 71 Bijlage 1 ............................................................................................................................................ 73

2

Voorwoord In deze notitie wordt het Functieboek en het Functiebouwwerk van de Stichting O2A5 vastgesteld. Door de ontwikkeling van het onderwijs is specialisatie van leraren ontstaan en zijn diverse vormen van ondersteuning binnen de klas geïntroduceerd. Het management van de scholen heeft zich ontwikkeld, waarbij op diverse niveaus functies worden ingevuld. Specifieke deskundigheid wordt meer en meer op meerdere scholen ingezet, waardoor meerschoolse functies ontstaan. Werkgevers dienen afspraken te maken om helder in beeld te brengen welke functies binnen het primair onderwijs binnen het eigen bestuur beschikbaar zijn, voorzien van functiebeschrijvingen en salariëring. Tevens moet worden aangegeven welke functies daadwerkelijk worden ingezet op de scholen. O2A5 ziet het samenstellen van het functieboek als onderdeel van goed personeelsbeleid. Een functieboek biedt zicht op carrièreperspectief aan het zittende personeel enerzijds en biedt zicht op de mogelijkheden binnen O2A5 voor nieuw personeel.

3

1.

Functieboek

Werkgevers binnen het primair onderwijs zijn op grond van de CAO-PO 2006-2008, artikel 5.3, verplicht om voor 1 augustus 2008 met de (P)GMR op bestuursniveau afspraken te maken over de samenstelling van het functieboek. 1.1

Inleiding

Het functieboek is een verzameling van alle mogelijke functies inclusief beschrijving en waardering. Het kan zijn dat niet alle functies uit het functieboek in de formatie zijn opgenomen. In ieder geval moet er voor elke functie die is opgenomen in de formatie een beschrijving en waardering beschikbaar zijn. Bij de samenstelling van het functieboek, dient een keuze te worden gemaakt uit de volgende opties: A. de huidige normfuncties en de huidige niet-normfuncties blijven gehandhaafd, of B. de huidige normfuncties en de huidige niet-normfuncties blijven gehandhaafd en nieuwe niet-normfuncties worden geïntroduceerd en worden volgens FUWA-PO gewaardeerd, of C. alle functies worden volgens FUWA-PO gewaardeerd. De samenstelling van het functieboek op bestuursniveau betreft het geheel van functies naar soort en niveau met inachtneming van de normfuncties of van FUWA PO. De werkgever en de (P)GMR maken eveneens een afspraak over het geheel aan bovenschoolse functies naar soort, niveau en aantal. (bron: CAO-PO, art. 5.3) FUWA-PO staat voor FUnctieWAarderingsSYSteem voor Primair Onderwijs. FUWA-PO is een systeem dat organieke functies waardeert. In FUWA PO zijn 29 voorbeeldfuncties opgenomen. Dit zijn de meest gangbare functies op dit moment. Een organieke omschrijving van een functie geeft aan hoe de organisatie/de leidinggevende de functie ingevuld wil zien. Elke omschrijving is opgebouwd uit de context ofwel de plaats van de functie in de organisatie, de werkzaamheden en de speelruimte die men heeft bij de uitvoering van de werkzaamheden, de belangrijkste kennis en vaardigheden en een beschrijving van de aard en het doel van de functionele contacten. Door middel van scores wordt de indeling van de functie in het salaris waarderingssysteem bepaald. (bron: Katern 6 Vos/Abb, Functiewaardering en FUWA-PO)

1.2

Keuze Functieboek O2A5

Aangezien O2A5 de huidige functies wil handhaven en daarnaast de mogelijkheid wil benutten om nieuwe niet-normfuncties in het Functieboek O2A5 op te nemen, wordt gekozen voor optie B in de CAO-PO, art. 5.3: De huidige normfuncties en niet-normfuncties blijven gehandhaafd en nieuwe niet-normfuncties worden geïntroduceerd en worden volgens FUWA-PO gewaardeerd.

4

Het Functieboek O2A5 is een samenstelling van alle functies, met functiebeschrijvingen en functiewaarderingen die binnen O2A5 voorkomen of in de toekomst gewenst zijn. 1.3

Overzicht huidige normfuncties en niet-normfuncties

Binnen het primair onderwijs zijn er drie functiecategorieën te onderscheiden; • directie, • leraar en • onderwijsondersteunend personeel. Een aparte categorie vormt de ‘leraar in opleiding’. De werkzaamheden van deze functionaris (laatste student van een lerarenopleiding basisonderwijs) worden beschreven in een werkplan dat in overleg met de opleiding en praktijkschool wordt opgesteld. Binnen O2A5 is sprake van de volgende niveaus: I. bovenschools niveau (functies op bestuursbureau) II. school niveau In onderstaand overzicht van huidige norm-functies en niet-normfuncties treft u per niveau, de functiecategorie aan met de voorkomende functies. I.

Bovenschools niveau (functies op bestuursbureau) A. Directie 1. algemeen directeur 2. lid managementteam B. Onderwijsondersteunend personeel 1. beleidsmedewerker financiën 2. beleidsmedewerker personeel 3. beleidsmedewerker huisvesting 4. medewerker financiën 5. medewerker PSA (personeels- en salarisadministratie) 6. secretarieel/administratief medewerker

II. School niveau A. Directie 1. directeur 2. adjunct-directeur B. Leraar 1. leraar LA en LB

5

School niveau (vervolg) C. Onderwijsondersteunend personeel 1. onderwijsassistent 2. leerkrachtondersteuner 3. administratief medewerker 4. overblijfcoördinator 5. conciërge 1.4

Functieboek O2A5

Het Functieboek O2A5 bestaat uit de huidige normfuncties en niet-normfuncties binnen O2A5. De functiebeschrijvingen zijn vastgesteld door VOS/ABB en gewaardeerd met het FUWA PO en in deze notitie opgenomen in Hoofdstuk 6. Functiebeschrijvingen. Met het oog op toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ICT zijn functiebeschrijvingen van ICT-medewerker beleid en ICT-medewerker techniek en beheer reeds opgenomen in het Functieboek O2A5. Mocht in de toekomst behoefte zijn om medewerkers in deze functies te benoemen, zal een invoeringsplan (zie 3.1 Invoeringsplan) worden vastgesteld en doorlopen. 1.5

Aard en omvang bovenschoolse functies

Naast het Functieboek O2A5 wordt met de (P)GMR eveneens een afspraak gemaakt over het geheel aan bovenschoolse functies naar soort, niveau en aantal. De bovenschoolse functies worden op het bestuursbureau in aard en omvang als volgt ingezet. Peildatum 01-03-2008

Schaal Functiebeschrijving

Dir

Oop

Op

Totaal

05

secretarieel/administratief medewerker

0,6076

0,6076

06

PSA/financiën medewerker

1,0000

1,0000

09

beleidsmedewerker

0,4444

0,4444

10

beleidsmedewerker

1,5000

1,5000

14

algemeen directeur

DC

lid managementteam *

LA

leraar met ICT taak op bovenschools niveau

Totaal

1,2000

3,0000

3,0000 3,0000

1,2000

3,5520

1,8000

1,8000

3,0000

9,7520

* de leden van het managementteam zijn tevens belast met beleidstaken en hebben elk diverse portefeuilles onder hun beheer.

6

2.

Functiebouwwerk

2.1

Inleiding

Het functiebouwwerk bestaat uit die functies uit het functieboek die structureel in de formatie zijn opgenomen. O2A5 dient voor 1 augustus 2008 met de (P)MR een afspraak te maken over de invulling van het functiebouwwerk op schoolniveau voor wat betreft het geheel van functies naar soort, niveau en aantal, alsmede het beoogde invoeringstraject inclusief de invoeringsdatum. De inrichting van het functiebouwwerk op schoolniveau wordt binnen de kaders van het functieboek op bestuursniveau en in samenhang met het (meerjaren)formatieplan besproken. (bron: CAO-PO, art. 5.3)

2.2.

Functiebouwwerk binnen O2A5

Binnen O2A5 is de school het uitgangspunt van handelen. Het Functieboek O2A5 geeft de kaders aan waarbinnen de scholen de inrichting van het onderwijs vorm kunnen geven. Dit houdt in dat per school vastgesteld kan worden welke functies uit het Functieboek O2A5 in aantal en omvang nodig zijn voor een zo optimaal mogelijk functionerende schoolorganisatie. Hiermee ontstaat het functiebouwwerk per school. 2.3.

Uitgangspunten met betrekking tot formatie

Jaarlijks wordt het functiebouwwerk onder de loep genomen om te bepalen of wijzigingen, inkrimping dan wel uitbreiding gewenst is. Dit vindt plaats tijdens de formatiebesprekingen in samenhang met het bestuursformatieplan. Bij het samenstellen van het functiebouwwerk per school is de toegekende formatie leidend.

7

2.4.

Functiebouwwerk O2A5 naar aantal

2.4.1. Functiebouwwerk O2A5 op bestuursniveau In onderstaand overzicht treft u het Functiebouwwerk O2A5 op bestuursniveau aan. Peildatum 01-03-2008

Schaal

Functiebeschrijving

03

administratief medewerker

1

1

03

conciërge

1

1

04

onderwijs assistente

8

8

04

administratief medewerker

6

6

04

overblijf coördinator

1

1

05

secretarieel administratief medewerker

1

1

06

PSA/financiën medewerker

1

1

07

leerkracht ondersteuner

2

2

09

Beleidsmedewerker

1

1

10

Beleidsmedewerker

2

2

14

algemeen directeur

AA

adjunct directeur

4

4

DA

directeur

2

2

DB

directeur

19

19

DC

lid managementteam

3

3

LA

leraar

233

233

LB

leraar

3

3

LIOA

leraar in opleiding

1

1

24 238

290

Som:

Dir Oop

Op

Totaal:

1

1

28

2.4.2. Functiebouwwerk O2A5 op schoolniveau Tijdens de formatiebesprekingen vindt jaarlijks de invulling van het functiebouwwerk op schoolniveau plaats. De (P)MR geeft jaarlijks haar instemming aan het formatieplan en daarmee aan het functiebouwwerk per school.

8

3.

Nieuwe niet-normfuncties

O2A5 is voornemens om een nieuwe niet-normfunctie te introduceren, zijnde die van Intern Begeleider. Voorwaarden bij het vaststellen van een nieuwe niet-normfunctie is dat er • een functiebeschrijving gemaakt wordt en de functie gewaardeerd wordt conform het FUWA-PO systeem door een externe erkende organisatie; • een relatie is met de Wet BIO (competenties, zie hoofdstuk 4 van deze notitie); • een relatie is met de gesprekkencyclus (zie notitie Gesprekkencyclus O2A5). 3.1

Invoeringsplan

In het schooljaar 2008-2009 worden de voorbereidingen gedaan om te komen tot een nieuwe niet-normfunctie Intern Begeleider. Dit houdt in dat de volgende stappen moeten worden doorlopen: 1. functiebeschrijving en functiewaardering vaststellen conform het FUWA PO door een externe erkende organisatie; 2. de voorwaarden formuleren om in aanmerking te komen voor de functie Intern Begeleider, waaronder vaststellen van competenties, eindverantwoordelijkheid leerlingenzorg en het bepalen van inzet (voor gehele wtf ingezet, op meerdere scholen of een grote school); 3. consequenties formuleren met betrekking tot aanstelling en rechtspositie van de werknemer bij definitieve en/of voorlopige nieuwe niet-norm functie; 4. consequenties formuleren van inzet functie Intern Begeleider op formatie schoolniveau en bestuursniveau; 5. vaststelling van interne procedure voor de toekenning van de functie Intern Begeleider; 6. na het doorlopen van de voorgaande stappen wordt de nieuwe niet-normfunctie van Intern Begeleider voorgelegd aan de (P)GMR ter instemming 7. na instemming (P)GMR wordt de functie Intern Begeleider opgenomen in het Functieboek O2A5. Beschikbaarheid en invoering van de nieuwe niet-formfunctie Intern Begeleider binnen O2A5 is voorzien voor het schooljaar 2009/2010. 3.2

Toekomstige nieuwe niet-normfuncties

Mocht in de toekomst behoefte zijn aan nieuwe niet-normfuncties binnen O2A5 dan zal een zelfde invoeringsplan doorlopen worden, als bovengenoemd.

9

4.

Wet BIO

De wet beroepen in het onderwijs (wet BIO) is uitgangspunt voor de competenties van leerkrachten binnen O2A5. Onderstaande competenties zijn onderdeel van de beoordeling van de functies leerkrachten en onderwijsassistenten en leerkrachtondersteuner zoals opgenomen in de gesprekkencyclus van O2A5. Werken in de groep: 1. 2. 3. 4.

interpersoonlijk pedagogisch vakinhoudelijk/didactisch organisatorisch

Samenwerken met: 5. collega’s 6. ouders en anderen

7. Reflectie en ontwikkeling

Voor directeuren binnen O2A5 geldt het competentieprofiel welke is opgesteld door de NSA (Nederlandse Schoolleidersacademie). Onderstaande competenties zijn onderdeel van de beoordeling van directiefuncties en zijn opgenomen in de gesprekkencyclus van O2A5. 1980. 1981. 1982. 1983.

5.

zelfsturing intra-persoonlijk aansturen van professionals interpersoonlijk

1984. ontwikkelen, aansturen en begeleiden van primair proces 1985. organisatieontwikkeling 1986. organisatiebeleid en beheer 1987. onderwijsondernemerschap

Bezwarenprocedures

5.1 Interne bezwarencommissie Voorafgaand aan het traject van beschrijven en waarderen van niet-normfuncties wordt door de samenstellers van deze notitie geadviseerd om een interne bezwarenprocedure functiewaardering in te richten. Bij de inrichting hiervan is het model reglement interne bezwarencommissie in bijlage V van de CAO PO 2006-2008 van toepassing (zie bijlage I van deze notitie). De werknemer kan bij deze commissie bezwaar aantekenen als hij zich niet kan verenigen met de waardering van zijn functie of met de beschrijving van zijn functie in relatie tot de hem opgedragen taken.

10

De commissie draagt de naam Interne Bezwarencommissie FUWA PO. Zij is ingesteld en wordt in stand gehouden door de werkgever. De Commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden: een lid wordt benoemd op voordracht van de werkgever; een lid wordt benoemd op voordracht van de GMR; de voorzitter wordt benoemd op voordracht van de twee leden. De werkgever neemt na ontvangst van het advies van de interne bezwarencommissie een nieuw besluit, dat met redenen omkleed, schriftelijk aan de werknemer wordt meegedeeld. Het besluit tot inrichting van een Interne Bezwarencommissie FUWA PO wordt in overleg met de (P)GMR genomen. 5.2 Externe bezwarencommissie Alle scholen binnen O2A5 zijn via de VOS/ABB aangesloten bij de Landelijke Bezwarencommissie FUWA (LBC-fuwa). De werknemer kan bij deze commissie bezwaar aantekenen tegen het besluit, dan wel het nieuwe besluit als hij/zij zich niet kan verenigen met de waardering van zijn functie of met de beschrijving van zijn functie in relatie tot de hem opgedragen taken. De externe bezwarencommissie heeft tot taak de werkgever te adviseren omtrent het bezwaar dat de werknemer bij hem heeft ingediend.

11

6.

Functiebeschrijvingen

12

Bovenschoolsniveau (directie) O2A5 Functienaam

Algemeen directeur

Organisatie Stichting openbaar primair onderwijs Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Salarisschaal 14 Indelingsniveau Ve Werkterrein Management - > Directie/bestuur Activiteiten Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen Kenmerkscores 45444 4544 44 44 Somscore 59 Uitvoerder B. Wever Datum 07-07-2006 FUWASYS-versie 2002.1.41 FUNCTIEBESCHRIJVING Context Per 1 januari 2007 is het openbaar onderwijs van een aantal gemeenten in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden ondergebracht in een stichting openbaar onderwijs (O2A5). De stichting telt ca. 22 scholen (26 locaties). Het bestuur van deze stichting is het nieuwe bevoegde gezag van de 22 openbare scholen. Uitgangspunt van het model is een stichtingsbestuur op afstand met een algemeen directeur die zorg draagt voor het beleid en het beheer van de totale organisatie. De algemeen directeur is door het bestuur gemandateerd om hiërarchisch leiding te geven aan de schooldirecteuren en de andere medewerkers. De algemeen directeur mandateert de aan hem opgedragen leiding aan de scholen door aan de leden van het managementteam. Het managementteam bestaat uit drie leden Twee leden geven leiding aan de 22 schooldirecteuren. Elk geeft leiding aan een vergelijkbaar aantal directeuren. Daarnaast hebben zij een portefeuille, te weten onderwijs of personeel. Het 3e managementteamlid is belast met de portefeuille huisvesting en fungeert als interimdirecteur binnen de stichting. Eén van de leden van het managementteam zorgt voor het behalen van de gewenste onderwijsresultaten door het adequaat inzetten van personele en financiële middelen. Het managementteam zorgt voor de noodzakelijke coördinatie tussen de verschillende scholen, stimuleert dat het beleid wordt gerealiseerd door de schooldirecties, legt afspraken in managementcontracten vast, bewaakt het uitvoeringsproces en beoordeelt de resultaten. De schooldirecteuren zijn aangesteld voor het leidinggeven in de afzonderlijke scholen. Zij voeren het overleg met de medezeggenschapsraad van de school namens het bestuur. De

13

beide leden van het managementteam belast met de leiding aan de schooldirecteuren voeren het overleg met de groepsmedezeggenschapsraden in die gemeenten waar zulks van toepassing is. Zij voeren ook het overleg met de directeuren in de eigen regio. Zij doen dit namens het bestuur. De algemeen directeur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad namens het bestuur. Hij voert het overleg met voltallig directieberaad. Het bestuur vervult in beleidsmatige en beheermatige zin een toezichthoudende rol. De algemeen directeur draagt zorg voor de strategische beleidsvorming en strategische advisering. De leden van het managementteam zijn belast met de voorbereiding en uitvoering van het strategisch beleid. Bestuur en directieleden worden ondersteund door een stafbureau. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van het strategisch beleid en draagt zorg voor het behalen van de gewenste onderwijsresultaten door het adequaat inzetten van personele en financiële middelen. Bestuur en algemeen directeur zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit en het functioneren van de scholen. Het bestuur mandateert taken en bevoegdheden aan de algemeen directeur, die vastgelegd worden in het managementstatuut. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van strategische doelen, die door het bestuur worden vastgesteld, en neem beslissingen die gericht zijn op het realiseren van deze strategische doelstelling. Het effect van deze beslissingen is pas op lange termijn in te schatten. De algemeen directeur heeft het volgende profiel: - Integraal leiderschap van de totale organisatie. - Geeft leiding aan de schooldirecteuren. - Adviseert en ondersteunt het bestuur. - Is motor van de organisatie – zorg voor coördinatie en afstemming. - Vertegenwoordigt het bestuur in lokale en regionale overlegsituaties. - Voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de vakbonden. - Stuurt het interne stafbureau en het externe administratiekantoor of onderwijsservicebureau aan. - Stuurt overige externe relaties aan. De aandachtsgebieden voor de algemeen directeur zijn algemene leiding, missie, strategie van de organisatie, coördinatie en overleg binnen de organisatie, administratieve ondersteuning en hoofdlijnen van het onderwijsbeleid, kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid en financieel beleid.

14

De algemeen directeur geeft leiding aan de totale organisatie en zorgt voor de noodzakelijke coördinatie tussen de verschillende scholen en zorgt voor het integrale schooloverstijgende beleid. De algemeen directeur stimuleert dat het beleid wordt gerealiseerd door de schooldirecties, bewaakt het proces en beoordeelt de resultaten. De inzet van de algemeen directeur is mede gericht op het verlichten van de administratieve last van de schooldirecteuren, opdat zij zich sterker kunnen concentreren op hun onderwijskundige taak en zich volledig kunnen richten op de aansturing van de school. Het model biedt mogelijkheden voor een eenduidige, heldere structuur van taken en bevoegdheden, zowel tussen bestuur en management als tussen management en ondersteuning. De algemeen directeur is eindverantwoordelijk. Werkzaamheden 1. Draagt zorg voor de strategische beleidsvorming en – advisering aan het bestuur door: - het ontwikkelen van organisatiebrede strategische doelen en de advisering aan het bestuur hierover; - het vaststellen van algemene beleidskaders; - het aandragen van ideeën en concepten en beleidsvoorstellen over de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en de onderwijsorganisatie; - zorg te dragen voor de voorbereiding, ontwikkeling en implementatie en evaluatie van het organisatiebrede onderwijsbeleid en de bedrijfsvoering. 2. Geeft leiding en sturing aan de onderwijs- en ondersteunende processen in de scholen die onder het bestuur van de stichting vallen door: - binnen het door het bestuur vastgestelde strategische beleid de meerjarenbeleidsplannen van de scholen, de schoolbudgetten, de schoolplannen en het bestuursformatieplan vast te stellen; - het vertalen van de strategie van het bestuur naar de onderwijsstrategie en het onderwijsbeleid van de organisatie; - resultaatafspraken te maken met de directeuren van de scholen; - de directeuren van de scholen te adviseren bij de organisatorische en onderwijsinhoudelijke inrichting van de scholen; - schoolbeleidsplannen te beoordelen in samenhang met het meerjarenbeleid; - een systeem van kwaliteitsbewaking in de scholen te ontwikkelen en zorg te dragen voor de invoering en actualisatie hiervan.

15

3. Draagt zorg voor de onderwijsontwikkeling op de scholen door: - als voorzitter van het directieoverleg samen met de directeuren van de scholen zorg te dragen voor de signalering van onderwijskundige en organisatorische ontwikkelingen en leiding te geven aan daaruit voortvloeiende veranderingsprocessen en beleidsontwikkelingen; - samen met de directeuren van de scholen zorg te dragen voor een goed werken leerklimaat binnen het openbaar primair onderwijs; - initiatieven te nemen ter bevordering van de samenwerking op bovenschools niveau. 4. Levert een bijdrage aan de profilering van het openbaar primair onderwijs door: - de belangen van het openbaar primair onderwijs in de breedste zin van het woord te behartigen; - zorg te dragen voor een functionele relatie tussen het openbaar primair onderwijs en het openbaar voortgezet onderwijs; - het bestuur in overlegsituaties, in contacten met derden en in geschillen, procedures en processen te vertegenwoordigen. 5. Is verantwoordelijk voor de aanstelling, ontslag en overige rechtspositionele zaken betreffende het onderwijspersoneel en het ondersteunend personeel van de stichting. Adviseert het bestuur over aanstelling en ontslag betreffende de directeuren van de scholen. 6. Voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en met de vakbonden. 7. Stuurt de verdere organisatieontwikkeling van het openbaar primair onderwijs in het werkgebied aan. 8. Geeft leiding aan het stafbureau en aan de schooldirecteuren. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - De algemeen directeur legt verantwoording af aan het bestuur binnen de strategische bestuurskaders op hoofdlijnen, met betrekking tot integrale schooloverstijgende beleidsuitvoering, het vertalen van het strategische bestuursbeleid naar algemene beleidsuitgangspunten en kaders voor de scholen, het leiding geven aan de directeuren van de scholen en het stafbureau; - de algemeen directeur verricht werkzaamheden binnen de door het bestuur algemeen geformuleerde strategische beleidskaders; - de algemeen directeur neemt beslissingen over beleidsadvisering aan het bestuur, de beleidsvoorbereiding en – uitvoering op de diverse beleidsterreinen van de scholen en het leiding geven aan de schooldirecteuren.

16

Kennis en vaardigheden - Brede kennis van de ontwikkelingen in het primair onderwijs; - inzicht in de organisatie (o.a. financieel, personeel en materieel beheer) van het primair onderwijs; - inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere (onderwijs) werkterreinen afspelen; - vaardigheden in het omgaan met tegengestelde belangen en in het ontwikkelen van draagvlak voor nieuwe ideeën en concepten; - vaardigheid in het ontwikkelen, uitdragen en verdedigen van standpunten, nieuwe ideeën, onderwijsprogrammering, etc.; - vaardigheid in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; - vaardigheid in het onderhouden van contacten; - managementvaardigheden. Contacten - Met leden van het bestuur over beleidsaangelegenheden betreffende de school om bestuurlijke adviezen te formuleren; - met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de vakbonden om het beleid en de belangen van de organisatie uit te dragen, te verdedigen en te behartigen; - met vertegenwoordigers uit het lokale en regionale onderwijsveld en van de overheid over politieke aspecten van onderwijskundige ontwikkelingen om de standpunten van de organisatie in te brengen en te verdedigen; - met externe (rechterlijke) instanties over beroepszaken om controversieel liggende maatregelen en besluiten te verdedigen.

17

Functienaam

Lid managementteam

Organisatie Salarisschaal Indelingsniveau FUWASYS-versie Werkterrein Activiteiten

Stichting O2A5 13 Vd 13 - Vd Management - > Overig management Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen 44444 44444 44 44 56 mr. A.A. Wever 17-07-2007

Kenmerkscores Somscore Uitvoerder Datum

FUNCTIEBESCHRIJVING Werkzaamheden m.b.t. algemeen beleid en advisering algemeen directeur 1. Het MT-lid is samen met de overige leden van het MT actief bij het ontwikkelen en afstemmen van het te voeren beleid; 2. het MT-lid is verantwoordelijk voor een deel van de managementtaken overeenkomstig de taakverdeling die wordt opgesteld door de algemeen directeur. 3. het MT-lid informeert schriftelijk drie keer per jaar de algemeen directeur over verloop en resultaten van het gevoerde beleid van de scholen in de regio; 4. het MT-lid specialiseert zich in één of meerdere terreinen (onderwijs(kwaliteit), huisvesting, lokaal onderwijsbeleid, financiën, personeel en/of organisatie) en is ten aanzien van dit onderdeel de (beleids)initiatiefnemer; 5. het MT-lid adviseert over de aanstelling en het ontslag van locatiepersoneel en schooldirecteur; 6. het MT-lid zorgt voor de voordracht voor benoeming en ontslag van locatiepersoneel en schooldirecteur; 7. het MT-lid is verantwoordelijk voor de portefeuille onderwijs (kwaliteit), financiën, huisvesting, personeel en/of organisatie. Werkzaamheden m.b.t. het leiding geven aan scholen 9. Geeft leiding aan de (toegedeelde) scholen en de schooldirecteuren door middel van onder meer toetsing en voorstellen tot vaststelling van schoolplan, schoolgids, schoolformatieplan, scholingsplan en schoolbegroting; 10. maakt resultaatafspraken met de scholen; 11. schoolbeleids(jaar)plannen beoordelen in samenhang met het meerjarenbeleid; 12. helpt scholen een systeem van kwaliteitsbewaking te ontwikkelen en in te voeren c.q. te evalueren en te actualiseren; 13. voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de directeur(en);

18

14. is de voorzitter van het regionale directieoverleg; 15. voert minimaal één keer per jaar overleg met de MR van de scholen uit de toegewezen regio, eventueel GRMR; 16. geeft integraal leiding. Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden 1. Verricht namens de algemeen directeur de doorgemandateerde taken binnen in algemene termen omschreven kaders; 2. legt verantwoordelijkheid af aan de algemeen directeur en het bestuur over de uitvoering van de specifiek aan hem toegewezen managementtaken en over zijn bijdrage aan de ontwikkeling van het strategisch beleid van de stichting. 3. neem beslissingen over de uitvoering van de beleidsmatige en beheermatige werkzaamheden op de aan hem toegewezen terreinen en over de coördinatie van de beheersmatige werkzaamheden van externe instanties (binnen de afgesproken kaders). Kennis en vaardigheden 1. Beschikken over managementvaardigheden; 2. beschikken over communicatieve vaardigheden; 3. beschikken over vaardigheden in het opstellen van (nieuw) beleid, het afstemmen van nieuwe beleidsconcepten en in het voeren van bestuurlijk overleg; 4. vaardigheden in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; 5. brede kennis van de ontwikkelingen in het primair onderwijs; 6. vaardigheden in het omgaan met tegengestelde belangen en in het ontwikkelen van draagvlak voor nieuwe ideeën en concepten. Contacten 1. Met de directie en de MR van de toegedeelde scholen, eventueel GRMR; 2. met de vertegenwoordigers uit het lokale en regionale onderwijsveld en van de overheid om de standpunten, c.q. belangen van de organisatie in te brengen en te verdedigen; 3. met externe dienstverleners om overeenstemming te bereiken over de inhoud, randvoorwaarden en uitvoering van de te verlenen diensten voor de toegewezen scholen.

19

Bovenschoolsniveau (onderwijsondersteunend personeel) O2A5 Functienaam

Beleidsmedewerker financiën


Stichting O2A5 10 IVc 2002.1.41 Bedrijfsvoering - > Facilitaire Zaken Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Coördinatie van activiteiten en processen 43443 43333 33 43 47 drs. A.G. Wever 17-07-2007


FUNCTIEBESCHRIJVING Context Per 1 januari 2007 is het openbaar onderwijs van een aantal gemeenten in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden ondergebracht in een stichting openbaar onderwijs (O2A5). De stichting telt ca. 22 scholen (26 locaties). Het bestuur van deze stichting is het nieuwe bevoegde gezag van de 22 openbare scholen. Uitgangspunt van het model is een stichtingsbestuur op afstand met een algemeen directeur die zorg draagt voor het beleid en het beheer van de totale organisatie. De algemeen directeur is door het bestuur gemandateerd om hiërarchisch leiding te geven aan de schooldirecteuren en de andere medewerkers. De schooldirecteuren zijn aangesteld voor het leidinggeven in de afzonderlijke scholen. Zij voeren het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. De algemeen directeur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In beide gevallen gebeurt dat namens het bestuur. Het bestuur bepaalt het beleid op hoofdlijnen. Bestuur en directieleden worden ondersteund door een stafbureau. De beleidsmedewerker financiën houdt zicht op relevante ontwikkelingen in de omgeving, geeft mede vorm aan integraal beleid, stemt af met andere beleidsterreinen en doet dit actief met externe klanten. De beleidsontwikkelaar is zowel procesmatig als vakinhoudelijk adviseur voor directie, bestuur en management.

20

De beleidsmedewerker financiën: - initieert en ontwikkelt beleid teneinde bestuur, directie en management te kunnen ondersteunen bij het nemen van beslissingen; - houdt toezicht op relevante ontwikkelingen in weten regelgeving; - ontwikkelt en onderhoudt netwerken ten aanzien van het toegewezen beleidsveld; - adviseert over het toepassen en uitvoeren van diverse wetten, regelingen en procedures; - toetst en evalueert de uitvoering van het beleid en doet waar nodig voorstellen voor beleidsaanpassingen; - rapporteert periodiek omtrent de voortgang van de afgesproken resultaatsgebieden; - is controller. - De beleidsmedewerker financiën legt verantwoording af aan de algemeen directeur. Werkzaamheden 1. Advisering van de algemene directie door: a. het opstellen van de jaarlijks financiële cyclus en de bewaking van de planning; b. het opstellen van de (meerjaren)begroting en jaarrekening voor de stichting en het opstellen van adviezen op het terrein van financiën; c. het adviseren over de financiële consequenties van beleidsvoorstellen van anderen; d. het inventariseren van beleidsvoornemens van scholen met financiële consequenties en het beoordelen van ontwerpbegrotingen van scholen; e. het opstellen van analyses en adviezen inzake de verantwoordingsrapportages; f. het doen voorstellen inzake budgettering op bestuurs- en schoolniveau; g. het analyseren en beoordelen tijdens het lopende begrotingsjaar van voorgenomen beleidswijzigingen op budgettaire consequenties; h. het intern verstrekken van informatie over (nieuwe) ontwikkelingen, beleidsactiviteiten en andere relevante aspecten van materieel beleid en beheer. 2. Coördinatie van werkzaamheden op het financieel terrein door: a. het bewaken van de uitvoering van de jaarlijkse begrotingen; b. het signaleren van knelpunten en dreigende overschrijdingen en het doen van voorstellen voor de oplossing daarvan; c. het leveren van managementrapportages aan het bestuur, de algemene directie en de schooldirecties op financieel terrein; d. het vastleggen van administratieve organisatieprocessen en het doen van voorstellen voor aanpassing en verbetering van de gegevensverwerking en het managementrapportage systeem; e. controle van de bestedingen door de scholen op doelmatigheid en rechtmatigheid;

21

f.

het onderhouden van contacten met en het toezien op de uitvoering door het administratiekantoor van de financiële administratie.

Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden g. Beslist over: het ontwikkelen van de (meerjaren)begroting en andere beleidsdocumenten op het terrein van financiën, over het bewaken van de planning, over het beoordelen van ontwerpbegroting en de advisering daarover aan de algemene directie; h. kader: beleidslijnen van de algemene directie, de meerjarenbegroting, de financiële weten regelgeving, richtlijnen, begrotingsprocedures en leidraden voor financieel beheer. i. verantwoording: legt verantwoording af aan de algemeen directeur voor wat betreft de kwaliteit van de advisering aan de algemene directie op het terrein van begrotingsvoorbereiding, de jaarrekening, de coördinatie op dat terrein en de interne controleactiviteiten. Kennis en vaardigheden j. Kennis van de financiële weten regelgeving en het begrotingsproces; k. praktische en theoretische kennen van methoden voor de inrichting en beschrijving van de administratieve organisatie en vaardigheid in de toepassing daarvan; l. inzicht in de beleidsterreinen van de organisatie; m. vaardigheid in het voeren van overleg in het kader van de begrotingsvoorbereiding en uitvoering; n. vaardigheid in de uitvoering van interne controles; o. adviesvaardigheden. Contacten p. Met schooldirecteuren over begrotingsvoorstellen en begrotingsuitvoering om af te stemmen over eventuele bijstelling van de begroting of de inrichting van het beheer; q. Met derden over financieel-economische aangelegenheden om informatie te geven en af te stemmen; r. Met de externe accountant over de controle aanpak, uitvoeringen en bevindingen om tot afstemming te komen.

22

Functienaam

Beleidsmedewerker personeel




FUNCTIEBESCHRIJVING Context Per 1 januari 2007 is het openbaar onderwijs van een aantal gemeenten in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden ondergebracht in een stichting openbaar onderwijs (O2A5). De stichting telt ca. 22 scholen (26 locaties). Het bestuur van deze stichting is het nieuwe bevoegde gezag van de 22 openbare scholen. Uitgangspunt van het model is een stichtingsbestuur op afstand met een algemeen directeur die zorg draagt voor het beleid en het beheer van de totale organisatie. De algemeen directeur is door het bestuur gemandateerd om hiërarchisch leiding te geven aan de schooldirecteuren en de andere medewerkers. De schooldirecteuren zijn aangesteld voor het leidinggeven in de afzonderlijke scholen. Zij voeren het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. De algemeen directeur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In beide gevallen gebeurt dat namens het bestuur. Het bestuur bepaalt het beleid op hoofdlijnen. Bestuur en directieleden worden ondersteund door een stafbureau. De beleidsmedewerker personeel houdt zicht op relevante ontwikkelingen in de omgeving, geeft mede vorm aan integraal beleid, stemt af met andere beleidsterreinen en doet dit actief met externe klanten. De beleidsontwikkelaar is zowel procesmatig als vakinhoudelijk adviseur voor directie, bestuur en management.

23

De beleidsmedewerker personeel: - initieert en ontwikkelt beleid teneinde bestuur, directie en management te kunnen ondersteunen bij het nemen van beslissingen; - houdt toezicht op relevante ontwikkelingen in weten regelgeving; - ontwikkelt en onderhoudt netwerken ten aanzien van het toegewezen beleidsveld; - adviseert over het toepassen en uitvoeren van diverse wetten, regelingen en procedures; - toetst en evalueert de uitvoering van het beleid en doet waar nodig voorstellen voor beleidsaanpassingen; - rapporteert periodiek omtrent de voortgang van de afgesproken resultaatsgebieden; - is controller. - De beleidsmedewerker personeel legt verantwoording af aan de algemeen directeur. Werkzaamheden 1. Advisering van de algemene directie door: a. het zorgdragen voor het jaarlijkse bestuursformatieplan, waaronder het verzamelen van gegevens en het in procedure van het plan; b. het opstellen en becommentariëren van beleidsplannen, notities en adviezen op personeel terrein; c. het ontwikkelen en uitvoeren van (integraal) personeelsbeleid en beheer voor alle scholen; d. het intern verstrekken van informatie over (nieuwe) ontwikkelingen, beleidsactiviteiten en andere relevante aspecten van personeel. 2. Uivoeren en coördinatie van werkzaamheden op het gebied van personeelsbeleid door: a. het bewaken van de uitvoering van de CAO Primair onderwijs, waaronder het signaleren van afwijkingen en knelpunten en het daarop actie ondernemen richting algemene directie of schooldirectie; b. het verzorgen van Arbocontracten; c. het optreden als casemanager ziekteverzuim, waaronder het bewaken van procedures en het begeleiden van leerkrachten in het geval van ziekte of reïntegratie; d. het leveren van managementrapportages aan het bestuur, de algemene directie en de schooldirectie; idem voor de ‘Personeelswijzer’; e. het in samenwerking met het administratiekantoor opbouwen en onderhouden van een personeelsinformatiesysteem.

24

Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden a. Beslist over: het ontwikkelen van plannen en andere beleidsdocumenten op het terrein van personeel, over het verstrekken van informatie over de ontwikkelingen, over het toezicht houden op de uitvoering van plannen en het oplossen van knelpunten en bij het uitvoeren van het casemanagement; b. kader: het (meerjaren) bestuursformatieplan, de weten regelgeving op het terrein van personeel; c. verantwoording: legt verantwoording af aan de algemeen directeur voor wat betreft de kwaliteit van de advisering aan de algemene directie op het terrein van personele zaken en van de uitvoering van de werkzaamheden op dit terrein. Kennis en vaardigheden a. Kennis van de ontwikkelingen op het terrein van personele zaken; b. kennis van relevante weten regelgeving op het terrein van personeel en arbeidsvoorwaarden; c. kennis van de wettelijke procedures op het terrein van verzuim en reïntergratie; d. vaardigheid in het beoordelen van de financiële, juridische en rechtspositionele consequenties van beleid; e. vaardigheid in het voeren van overleg met schooldirecteuren, de Arbo-dienst en andere externe instanties; f. adviesvaardigheden. Contacten a. Met directeuren van scholen over personele vraagstukken om af te stemmen; b. met schooldirecteuren, de bedrijfsarts en personeelsleden in geval van verzuim, om af te stemmen; c. met het administratiekantoor over de correcte uitvoering van weten regelgeving en over het verzamelen van managementinformatie, om informatie uit te wisselen; d. met relevante externe instanties als het ministerie van onderwijs, besturenorganisaties, het vervangings- en participatiefonds en de UWV over rechtspositionele, procedurele en bekostigingszaken, om af te stemmen.

25

Functieomschrijving ICT-medewerker beleid 1. Functiebenaming ICT-medewerker beleid 2. Plaats van de functie Staffunctie binnen het stafbureau; nauw samenwerkend met de ICT-medewerker techniek en beheer. 3. Intern -

Functionele relaties met de algemeen directeur met de (bovenschoolse) directeuren van de scholen met de ICT-coördinator van de scholen met de beleidsmedewerker techniek en beheer alle interne contacten rechtstreeks voortvloeiend uit de hoofdbestanddelen van de functie

Extern - alle externe contacten rechtstreeks voortvloeiend uit de hoofdbestanddelen van de functie 4. Functie-inhoud Hoofdbestanddelen van de functie: A. Jaarlijkse inventarisatie en registratie van de ICT op de aangesloten scholen. • Het betreft hierbij zowel de infrastructuur, de software, de APS-licenties, de overige contracten en het gebruik. B. Het coördineren van het ICT-beleid. • Het zijn van aanspreekpunt binnen de stichting voor interne en externe relaties m.b.t. ICT. • Het opstellen van de ICT-taakverdeling. Het jaarlijks inventariseren en organiseren van nascholing op het gebied van ICT. •

C. Het voorbereiden en uitvoeren van het ICT-beleid. • Het jaarlijks evalueren en bijstellen van een bovenschools ICT-beleidsplan. • Het uitvoeren van alle overige werkzaamheden t.b.v. ICT van de goede gang van zaken binnen de scholen. • Het begeleiden van veranderingsprocessen binnen ICT. • Het formuleren en bewaken van ICT-doelstellingen. • Het mede initiëren van ICT-vernieuwingen. • Rapporteren aan en voeren van overleg met directies en bestuur. • Adviseren bij het opstellen van ICT-beleidsplannen per school. • Tussentijdse evaluatie m.b.t. de ICT-beleidsplannen.

26

• Adviseren bij administratief (netwerk)beheer. • Ondersteunen bij oplossen van administratieve (en in zekere mate technische) ICTproblemen. • Organiseren van het bovenschools ICT-overleg. • ICT-werkgroep; • ICT-contactpersonen; • ICT-subgroepen bijv. IB-ers. • Organiseren workshops eventueel uitgesplitst over de diverse hierboven genoemde geledingen. • Ondersteunen en adviseren van individuele ICT-coördinatoren. • Ondersteunen en adviseren van directeuren m.b.t. schooladministratie, communicatie e.d. • Automatiseringsprojecten mee opzetten en begeleiden en in overleg opleveren van en evalueren van werkzaamheden aan automatiseringsprojecten. • Het verzamelen en verspreiden van “Good Practices”. D. Het uitvoeren van de aspecten die gerelateerd zijn aan interne en externe relaties van het ICTbeleidsplan. • Het leiden van vergaderingen van het ICT-werkgroep van de stichting; tevens: • ICT-coördinatoren/contactpersonen; • ICT-subgroepen bijv. IB-ers. • Het opleiden, begeleiden en coachen van ICT-coördinator. • Overleg m.b.t. stageplaatsen; o.a. ICT-opleidingen. • Stagebegeleiding en –coördinatie voor kandidaten ICT-opleidingen. E. Het uitvoeren van de aspecten van het financiële beleid die gerelateerd zijn aan het ICTbeleidsplan. • Het mede voorbereiden en uitvoeren van de ICT-begrotingen. • Het mede beheren van specifieke ICT-budgetten. • Het afsluiten van leverings- en onderhoudscontracten op school- en bovenschools niveau. • Onderzoeken bovenschools APS contract op bestuursniveau. • Advisering over de aanschaf van hardware en software. F. Het onderhouden van interne en externe contacten m.b.t. hierboven genoemde taken. • Contacten onderhouden met externe organisaties (bijv. andere besturen, samenwerkingsverbanden, OBD, Hogescholen). • Onderzoeken van bredere samenwerking op het gebied van beheer en onderhoud met andere schoolbesturen.

27

F. Communicatie. • Het opzetten en coördineren van de communicatie tussen de scholen middels een nieuw te maken website voor de stichting bestaande uit een open deel en een gesloten deel. • Op de hoogte houden van de scholen van ICT-zaken middels nieuwsbrieven en email. A. Websites. • Het onderzoeken van nieuwe mogelijkheden m.b.t. websites. • Het organiseren van scholing m.b.t. websites • Zorg voor de actualisering van de websites door de scholen. B. Professionalisering. • De ICT-Beleidsmedewerker dient zich via professionalisering en het bezoeken van congressen, beurzen e.d. op de hoogte te houden van de mogelijkheden van ICT. 5. Eventuele andere van belang zijnde opmerkingen omtrent de functie Werkruimte: Flexplek binnen het stafbureau

28

Functieomschrijving ICT-medewerker techniek en beheer 1. Functiebenaming ICT-medewerker techniek en beheer 2. Plaats van de functie Staffunctie binnen het stafbureau; nauw samenwerkend met de ICT-medewerker beleid. 3. Functionele relaties Intern met de ICT-coördinator van de scholen met de beleidsmedewerker op het stafbureau alle interne contacten rechtstreeks voortvloeiend uit de hoofdbestanddelen van de functie Extern alle externe contacten rechtstreeks voortvloeiend uit de hoofdbestanddelen van de functie 4. Functie-inhoud Hoofdbestanddelen van de functie: A. Het voorbereiden en uitvoeren van het ICT-beleid: • Het mede initiëren van ICT-vernieuwingen. • Adviseren bij administratief (netwerk)beheer. • Ondersteunen en adviseren van individuele ICT-coördinatoren/contactpersonen. • Automatiseringsprojecten mee opzetten en begeleiden en in overleg opleveren van en evalueren van werkzaamheden aan automatiseringsprojecten. • Aanspreekpunt en coördineren van oplossen van technische problemen. • Organiseren van een help-desk. • Maken van Quick-starts voor software. • Voorstellen doen voor een beveiligingsplan; o.a. back-ups maken van belangrijke gegevens, antivirus. • Archivering schooladministratie/foto’s e.d. • Het verzamelen en verspreiden van “Good Practices”. B. Het uitvoeren van de aspecten die gerelateerd zijn aan interne en externe relaties van het ICTbeleidsplan. • Het opleiden, begeleiden en coachen van ICT-coördinator. • Het aansturen van extern ingehuurde deskundigen. • Overleg m.b.t. stageplaatsen; o.a. ICT-opleidingen. • Stagebegeleiding en –coördinatie voor kandidaten ICT-opleidingen.

29

C. Het uitvoeren van de aspecten van het financiële beleid die gerelateerd zijn aan het ICTbeleidsplan. • Het afsluiten van leverings- en onderhoudscontracten op school- en bovenschools niveau. • Advisering over de aanschaf van hardware en software. D. Het onderhouden van interne en externe contacten m.b.t. hierboven genoemde taken: • Gesprekspartner voor ICT–bedrijven. E. Techniek/technisch beheer. • Beheer omvat vele werkzaamheden en verantwoordelijkheden. Deze kunnen moeilijk door één enkele functionaris of leerkracht worden ingevuld. Vandaar dat wij dit als taak zien voor de helpdesk op het stafkantoor. • De drie dimensies van beheer. Wat moet er allemaal beheerd worden? Grofweg moeten er drie soorten zaken beheerd worden: 1. De netwerken, de computers (de apparatuur) met de bijgeleverde systeem-programmatuur (het operatingsystem, zoals bijvoorbeeld MS Windows). 2. De toepassingen. 3. De functionaliteit. • 1e lijns beheer door de ICT-coördinator op de school. De eerstelijns ondersteuning wordt geboden door iemand in de onmiddellijke omgeving van de gebruiker. De eerstelijns ondersteuning is een “must” voor elke school. Dit zal de ICT-coördinator zijn. • 2e lijns beheer door de beleidsmedewerkers vanaf het stafbureau. Tweedelijns ondersteuning lost in principe de problemen op die de eerstelijns ondersteuning niet aankan. Dit zal een taak zijn van de ICTBeleidsmedewerker. • 3e lijns beheer door de beleidsmedewerkers. Derdelijns ondersteuning omvat o.a. hulp op de werkvloer en regelen van reparaties e.d. en het beheer en onderhoud van email-accounts, spamfiltering en content filtering bij scholen gehost bij Case Elektronics. G. Websites. • Het maken en onderhouden van de website voor de stichting. • Het maken en onderhouden van de websites voor de diverse scholen. • Het ondersteunen van de scholen bij het maken en onderhouden van de website. A. Kantoorautomatisering. • Het opzetten en onderhouden van een intern netwerk en de daarbij horende werkstations en de scholing van de medewerkers op het stafbureau.

30

B. Professionalisering. • De ICT-beleidsmedewerker dient zich via professionalisering en het bezoeken van congressen, beurzen e.d. op de hoogte te houden van de mogelijkheden van ICT. 5. Eventuele andere van belang zijnde opmerkingen omtrent de functie Werkruimte: Flexplek binnen het stafbureau

31

Functienaam

Beleidsmedewerker huisvesting




FUNCTIEBESCHRIJVING Context Per 1 januari 2007 is het openbaar onderwijs van een aantal gemeenten in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden ondergebracht in een stichting openbaar onderwijs (O2A5). De stichting telt ca. 22 scholen (26 locaties). Het bestuur van deze stichting is het nieuwe bevoegde gezag van de 22 openbare scholen. Uitgangspunt van het model is een stichtingsbestuur op afstand met een algemeen directeur die zorg draagt voor het beleid en het beheer van de totale organisatie. De algemeen directeur is door het bestuur gemandateerd om hiërarchisch leiding te geven aan de schooldirecteuren en de andere medewerkers. De schooldirecteuren zijn aangesteld voor het leidinggeven in de afzonderlijke scholen. Zij voeren het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. De algemeen directeur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In beide gevallen gebeurt dat namens het bestuur. Het bestuur bepaalt het beleid op hoofdlijnen. Bestuur en directieleden worden ondersteund door een stafbureau. De beleidsmedewerker huisvesting houdt zicht op relevante ontwikkelingen in de omgeving, geeft mede vorm aan integraal beleid, stemt af met andere beleidsterreinen en doet dit actief met externe klanten. De beleidsontwikkelaar is zowel procesmatig als vakinhoudelijk adviseur voor directie, bestuur en management. De beleidsmedewerker huisvesting: - initieert en ontwikkelt beleid teneinde bestuur, directie en management te kunnen ondersteunen bij het nemen van beslissingen; - houdt toezicht op relevante ontwikkelingen in weten regelgeving; - ontwikkelt en onderhoudt netwerken ten aanzien van het toegewezen beleidsveld;

32

-

adviseert over het toepassen en uitvoeren van diverse wetten, regelingen en procedures; toetst en evalueert de uitvoering van het beleid en doet waar nodig voorstellen voor beleidsaanpassingen; rapporteert periodiek omtrent de voortgang van de afgesproken resultaatsgebieden; stelt voorstellen en verordeningen op.

De beleidsmedewerker huisvesting legt verantwoording af aan de algemeen directeur. Werkzaamheden 1. Advisering van de algemene directie door: - het opstellen en becommentariëren van beleidsplannen, notities en adviezen over materiële en huisvestingszaken; - het ontwikkelen en uitvoeren van het materieel beleid en beheer voor alle scholen; - het intern verstrekken van informatie over (nieuwe) ontwikkelingen, beleidsactiviteiten en andere relevante aspecten van materieel beleid en beheer. 2. Coördinatie van werkzaamheden op het gebied van huisvesting en materiële zaken door: - het bewaken van de uitvoering van het meerjarenonderhoudsplan; - het signaleren van knelpunten en het doen van voorstellen voor de oplossing daarvan; - het leveren van bijdragen aan managementrapportages aan het bestuur, de algemene directie en de schooldirectie; - het in samenwerking met het administratiekantoor opbouwen en onderhouden van informatiesystemen. Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden - Beslist over: het ontwikkelen van plannen en andere beleidsdocumenten op het terrein van huisvesting en andere zaken, over het verstrekken van informatie over de ontwikkeling, over het toezicht houden op de uitvoering van plannen en het oplossen van knelpunten; - kader: het meerjarenonderhoudsplan, de beschikbare investeringsbegroting, de weten regelgeving op het terrein en materiële zaken; - verantwoording: legt verantwoording af aan de algemeen directeur voor wat betreft de kwaliteit van de advisering aan de algemene directie op het terrein van huisvesting en materiële zaken en van de coördinatie van de werkzaamheden op dit terrein.

33

Kennis en vaardigheden - Kennis van de ontwikkelingen op het terrein van huisvesting en materiële zaken; - kennis van relevante weten regelgeving op het terrein van huisvesting en materiële zaken; - kennis van de werking van technische installaties binnen de gebouwen; - vaardigheid in het beoordelen van de financiële en technische consequenties van onderhoudsplannen; - vaardigheid in het voeren van overleg met gebruikers van gebouwen en aannemers en leveranciers; - adviesvaardigheden. Contacten - Met gebruikers van gebouwen (schooldirecteuren) over gebruikerswensen om deze af te kunnen zetten tegen de mogelijkheden, (financiële) randvoorwaarden en het organisatiebelang; - met aannemers en leveranciers, om afspraken te maken over uit te voeren projecten en de van toepassing zijnde specificaties en voorwaarden; - met relevante externe instanties als de gemeente, de brandweer en de arbeidsinspectie, over de beveiliging en de eisen die aan de gebouwen worden gesteld, om afspraken te maken en informatie uit te wisselen.

34

Functienaam

Medewerker financiën


Stichting O2A5 7 IIIc 2002.1.41 Bedrijfsvoering - > Facilitaire Zaken Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Bewerken gegevens 32232 33223 32 23 36 drs. A.G. Wever 17-07-2007


FUNCTIEBESCHRIJVING Context Per 1 januari 2007 is het openbaar onderwijs van een aantal gemeenten in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden ondergebracht in een stichting openbaar onderwijs (O2A5). De stichting telt ca. 22 scholen (26 locaties). Het bestuur van deze stichting is het nieuwe bevoegde gezag van de 22 openbare scholen. Uitgangspunt van het model is een stichtingsbestuur op afstand met een algemeen directeur die zorg draagt voor het beleid en het beheer van de totale organisatie. De algemeen directeur is door het bestuur gemandateerd om hiërarchisch leiding te geven aan de schooldirecteuren en de andere medewerkers. De schooldirecteuren zijn aangesteld voor het leidinggeven in de afzonderlijke scholen. Zij voeren het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. De algemeen directeur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In beide gevallen gebeurt dat namens het bestuur. Het bestuur bepaalt het beleid op hoofdlijnen. Bestuur en directieleden worden ondersteund door een stafbureau. De medewerker financiën is werkzaam binnen het stafbureau en verricht boekhoudkundige en financieel-administratieve werkzaamheden, verricht voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de begrotingssamenstelling en bereidt rapportages aan de algemeen directeur voor omtrent financieel resultaat en vermogenspositie.

35

Werkzaamheden 1. Verricht boekhoudkundige en financieel-administratieve werkzaamheden door: a. het controleren van inkomende facturen, deze coderen ten behoeve van de verwerking in de boekhouding en zorgen voor een tijdige betaling; b. het bijhouden van kas-, bank- en giroafrekeningen en de gegevens verwerken in de boekhouding; c. het voeren van een debiteuren- en crediteurenadministratie; d. het bewaken van vastgestelde budgetten; e. het zorgen voor een archivering van alle boekhoudkundige bescheiden; f. het beheren van een kleine kas ten behoeve van de aanschaf van kantoorinventaris en lesmaterialen. 2. Verricht voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de begrotingssamenstelling door: a. het periodiek samenstellen van inkomsten- en uitgavenoverzichten, al dan niet per school; b. het verstrekken van financiële gegevens ten behoeve van het opstellen van de begroting en/of deelbegrotingen en meerjarenramingen; het mede samenstellen van onderdelen van de jaarrekening. 3. Bereidt rapportages omtrent financieel resultaat en vermogenspositie aan de algemeen directie voor door: a. het controleren op juistheid en volledigheid van financieel-economische cijfermatige informatie en het zo nodig aanbrengen van correcties; b. het afstemmen op elkaar van financiële deeladministraties; c. het signaleren van verschillen tussen het vastgestelde budget en de ingediende rekeningen, het bespreken van de mogelijke oorzaken met de budgethouders en het doen van aanbevelingen ter bijsturing. Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden a. De medewerker financiën is verantwoording schuldig aan de algemeen directeur voor wat betreft boekhoudkundige en financieel-administratieve werkzaamheden, de rapportages betreffende resultaat en vermogenspositie en de voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de begrotingssamenstelling; b. de medewerker financiën werkt binnen de voor de financiële administratie geldende regels en voorschriften, van belang voor de correcte verwerking van financiële gegevens en de afstemming van financiële deeladministraties op elkaar; c. de medewerker financiën neemt beslissingen bij het beoordelen van verschillen tussen budget en ingediende rekeningen, bij het bewaken van budgetten en bij het samenstellen van inkomsten- en uitgavenoverzichten.

36

Kennis en vaardigheden a. Kennis van de financiële weten regelgeving en van richtlijnen op het gebied van financieel beheer; b. kennis van boekhoudkundige technieken, het boekhoudsysteem en financieeladministratieve procedures en vaardigheid in het hanteren ervan; c. vaardigheid in het opstellen van managementoverzichten. Contacten a. Met medewerkers binnen en buiten het stafbureau om informatie in te winnen in het kader van op te stellen managementrapportages, met budgethouders om te attenderen op over- c.q. onderschrijding om toelichting te geven op gesignaleerde verschillen tussen budget en ingediende rekeningen en het bespreken en aangeven van mogelijke oplossingen. b. met medewerkers van decentrale administraties om procedures en werkwijze af te stemmen.

37

Functienaam

Medewerker PSA


Stichting O2A5 8 IVa 2002.1.41 Bedrijfsvoering - > Facilitaire Zaken Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Coördinatie van activiteiten en processen 33332 33333 33 22 39 drs. A.G. Wever 17-07-2007


FUNCTIEBESCHRIJVING Context Per 1 januari 2007 is het openbaar onderwijs van een aantal gemeenten in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden ondergebracht in een stichting openbaar onderwijs (O2A5). De stichting telt ca. 22 scholen (26 locaties). Het bestuur van deze stichting is het nieuwe bevoegde gezag van de 22 openbare scholen. Uitgangspunt van het model is een stichtingsbestuur op afstand met een algemeen directeur die zorg draagt voor het beleid en het beheer van de totale organisatie. De algemeen directeur is door het bestuur gemandateerd om hiërarchisch leiding te geven aan de schooldirecteuren en de andere medewerkers. De schooldirecteuren zijn aangesteld voor het leidinggeven in de afzonderlijke scholen. Zij voeren het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. De algemeen directeur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In beide gevallen gebeurt dat namens het bestuur. Het bestuur bepaalt het beleid op hoofdlijnen. Bestuur en directieleden worden ondersteund door een stafbureau. Werkzaamheden 1. Het inrichting en uitvoeren van de personeels- en salarisadministratie door: a) het ontwikkelen van voorstellen voor de inrichting van de personeels- en salarisadministratie en het adviseren ten aanzien van de te nemen beslissingen; b) het verschaffen van informatie over de personeels- en salarisadministratie; c) het coördineren van het informatiebeheer/gegevensbeheer in verband met de ontwikkeling van het informatiesysteem; d) het mede onderhouden en aanpassen van de systemen ten behoeve van het interne beheer en de informatievoorziening; e) het genereren van sturingsinformatie voor het management.

38

2. Het adviseren en informeren door: a. het adviseren ten aanzien van de te nemen rechtspositionele beslissingen; b. het administratief (doen) ondersteunen van de wervings-, selectie- en ontslagprocedures; c. het leveren van informatie voor en bijdragen aan de totstandkoming van de meerjarenformatieplannen; d. het informeren over wijzigingen in regelgeving en de financiële consequenties hiervan. 3. Het uitvoeren van de rechtspositieregelingen en het verstrekken van informatie door: a. het (doen) uitvoeren van rechtspositionele regelingen op het gebied van aanstelling, bezoldiging, ontslag, afvloeiing en dergelijke; b. het (doen) verzorgen van aanvragen om taakvermindering op grond van leeftijd, toepassing van de ouderenregeling en de FPU-regeling, ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen en dergelijke; c. het laten uitvoeren van de weten regelgeving door de UWV bij (landurige) ziekte van personeelsleden; d. het verstrekken van informatie aan management en personeelsleden over gecompliceerde rechtspositionele aangelegenheden en hen behulpzaam zijn bij het indienen van aanvragen; e. het (doen) beheren van de personeels- en salarisadministratie en de personeelsdossiers; f. het (doen) berekenen van salarissen of controleren van de salarisinpassing van het personeel; g. het verzorgen van de afdracht van loonbelasting, sociale premies, pensioenbijdragen en dergelijke; h. het zorgen voor de toepassing en berekening van de lopende CAO-afspraken; i. het (doen) verzorgen van de input van salarisgegevens in de CASO en controleren van de output; j. het (doen) verwerken van mutaties in de personeels- en salarisadministratie.

39

Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden a. Beslist over/bij: het ontwikkelen van voorstellen voor de inrichting van de personeels- en salarisadministratie en het adviseren ten aanzien van de te nemen beslissingen, het (doen) uitvoeren van de rechtspositionele regeling op het gebied van aanstelling, bezoldiging, ontslag, afvloeiing en dergelijke, en het (doen) beheren van de personeels- en salarisadministratie en de personeelsdossiers; b. Kader: weten regelgeving en het vastgestelde beleid; c. Verantwoording: aan de algemeen directeur over de kwaliteit van de adviezen aan het managementteam bij de voorbereiding en uitvoering van het personeelsbeleid, de kwaliteit van de uitvoering van de rechtspositionele regelingen. Kennis en vaardigheden a. Theoretische en praktische kennis van en inzicht in de rechtspositie-, vergoedings- en tegemoetkomingsregelingen voor onderwijspersoneel en de daaraan verbonden procedures; b. kennis van de geldende (administratieve) regels en voorschriften inzake de personeels- en salarisadministratie; c. administratief inzicht; d. vaardigheid in het kunnen werken met geautomatiseerde (personeels- en salaris)systemen; e. vaardigheid in het samenstellen van sturingsinformatie; f. vaardigheid in het opstellen van rechtspositionele adviezen; g. vaardigheid in het organiseren en coördineren. Contacten a. Met management en medewerkers over rechtspositionele aangelegenheden om informatie uit te wisselen en/of nadere inlichtingen in te winnen; b. met diverse instanties (bijvoorbeeld belastingdienst, ziekenfondsen, ABP en arbeidsbureaus) over salarisgegevens om nadere gegevens/informatie te verstrekken of in te winnen; c. met het ministerie van OC&W, gemeenten, uitkeringsinstanties, sociale diensten, ABP en andere van belang zijnde instanties voor het onderhouden van contacten en de begeleiding van correspondentie op rechtspositioneel gebied om informatie te verkrijgen en te verstrekken.

40

Functienaam

Secretarieel/administratief medewerker

Organisatie Salarisschaal Indelingsniveau FUWASYS-advies FUWASYS-versie Werkterrein Activiteiten Kenmerkscores Somscore Uitvoerder Datum

Stichting O2A5 5 IIc 5-IIc 2002.1.41 Bedrijfsvoering - > Managementondersteuning Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden 32222 23222 22 22 30 drs. A.G. Wever 17-07-2007

FUNCTIEBESCHRIJVING Context Per 1 januari 2007 is het openbaar onderwijs van een aantal gemeenten in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden ondergebracht in een stichting openbaar onderwijs (O2A5). De stichting telt ca. 22 scholen (26 locaties). Het bestuur van deze stichting is het nieuwe bevoegde gezag van de 22 openbare scholen. Uitgangspunt van het model is een stichtingsbestuur op afstand met een algemeen directeur die zorg draagt voor het beleid en het beheer van de totale organisatie. Het bestuur bepaald het beleid op hoofdlijnen. Bestuur en directieleden worden ondersteund door een stafbureau. De algemeen directeur is door het bestuur gemandateerd om hiërarchisch leiding te geven aan de schooldirecteuren en de andere medewerkers van het stafbureau. De schooldirecteuren zijn aangesteld voor het leidinggeven in de afzonderlijke scholen. Zij voeren het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. De algemeen directeur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In beide gevallen gebeurt dat namens het bestuur. De secretarieel/administratief medewerker is werkzaam op het stafbureau en is belast met het verrichten van secretariële en administratieve ondersteuning van de algemeen directeur, het bestuur en de stafmedewerkers.

41

Werkzaamheden 1. Verleent secretariële ondersteuning door: a. het verzorgen van correspondentie; b. het registreren van in- en uitgaande post; c. het verzorgen van kopieerwerk en het verzenden van post; d. het notuleren van vergaderingen; e. het ondersteunen van de algemene directie, het bestuur en de stafmedewerkers bij administratieve handelingen; f. het zorgen voor telefonische bereikbaarheid van het kantoor; g. het maken van afspraken voor de algemene directie, het bestuur en de stafmedewerkers; h. het verzorgen van documentatie en bestuursarchief. 2. Het verrichten van overige werkzaamheden ter ondersteuning van de dagelijkse gang van zaken. Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden a. De secretarieel/administratief medewerker is verantwoording schuldig aan de algemeen directeur voor wat betreft de wijze van verzorging van de post, het notuleren van de vergaderingen, het administratief ondersteunen van stafmedewerkers en voor de kwaliteit en voortgang van de ondersteunende werkzaamheden, zoals correspondentie e.d.; b. de secretarieel/administratief medewerker werkt binnen interne administratieve werkafspraken en richtlijnen, van belang voor de wijze waarop en de tijd waarin de werkzaamheden dienen plaats te vinden; c. de secretarieel/administratief medewerker neem beslissingen bij het beoordelen van belang en urgentie van voor opdrachtgever bestemde post en telefoongesprekken, bij het maken van afspraken, bij het verrichten van administratieve werkzaamheden. Kennis en vaardigheden a. Kennis en managementondersteunende methoden en werkwijzen, alsmede theoretische en praktische kennis van de Nederlandse taal; b. kennis van reguliere archiverings- en documentatietechnieken; c. kennis van de interne administratieve en procedurele voorschriften; d. kennis van kantoorautomatiseringspakketten; e. kennis van bestandsinvoer en tekstverwerken met de computer en van de interne administratieve en procedurele regels en voorschriften en de toepassing daarvan; f. inzicht in de organisatorische en functionele verhoudingen binnen de organisatie en bekendheid met de aard van werkzaamheden van de algemeen directeur, het bestuur en de stafmedewerkers; g. vaardigheid in het te woord staan van derden.

42

Contacten e. Met derden binnen en buiten het stafbureau over de secretariële en administratieve afhandeling van zaken, om informatie uit te wisselen over de inhoud en de voortgang in de uitvoering daarvan en om (agenda)afspraken voor de algemene directie te maken.

43

School niveau O2A5 Functienaam

Directeur DA

Salarisschaal 10 / DA Werkterrein Management -> Schoolmanagement Activiteiten Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Coördinatie van activiteiten en processen Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair onderwijs. Het bestuur of de algemeen directeur vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en vertaalt deze in afspraken en beleidskaders voor de school. De directeur voert het beleid uit en levert een bijdrage aan de meningsvorming. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven. De directeur coördineert de onderwijsprocessen in de school, draagt zorg voor de uitvoering van het onderwijsproces, is belast met het personeelsmanagement en geeft onderwijs en begeleidt leerlingen. Op de school zijn een directeur, leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Coördinatie onderwijsprocessen. - coördineert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school; - bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg); - bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school; - signaleert (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering en adviseert het bestuur over te nemen maatregelen; - onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school; - bereidt het overleg met de medezeggenschapsraad voor. 2. Uitvoering onderwijsproces. - levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het onderwijsbeleid van de school en adviseert het bestuur hierover; - draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school; - draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur; - beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen; - beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. 3. Personeelsmanagement. - geeft leiding aan de medewerkers op de school;

44

-

stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers; voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers en adviseert het bestuur over te nemen rechtspositionele maatregelen; is verantwoordelijk voor de uitvoering van de personele zorg en het personeelsbeheer op de school; is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school; adviseert het bestuur over personele vraagstukken op de school.

4. Onderwijs en leerlingbegeleiding. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het coördineren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school, het geven van les en leerlingbegeleiding. - Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de specifieke beleidskaders van het bestuur. - Verantwoording: aan het bestuur of de algemeen directeur over de coördinatie van de onderwijsprocessen in de school, de uitvoering van het onderwijsproces, het personeelsmanagement en de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding. Kennis en vaardigheden - theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; - inzicht in het functioneren van de organisatie; - inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen; - adviesvaardigheden; - vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; - vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties; - vaardig in het aansturen van professionals. Contacten - met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen; - met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen) over politiek-onderwijskundige ontwikkelingen om overleg te voeren en af te stemmen; - met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; - met hulpverleners/specialisten (bijv. SBO/SO) over de problematiek van leerlingen om af te stemmen en tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen; - met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken;

45

-

met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten.

46

Functienaam

Directeur DB

Salarisschaal 11 / DB Werkterrein Management -> Schoolmanagement Activiteiten Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De functie kan ook voorkomen op afdelingsniveau bij een grote organisatie voor (voortgezet) speciaal onderwijs onder de benaming van bijvoorbeeld afdelingsdirecteur. Het bestuur of de algemeen directeur vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en stelt de kaders voor het onderwijs- en organisatiebeleid vast. De directeur voert het beleid uit en levert een bijdrage aan de meningsvorming. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven. De directeur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, ontwikkelt het beleid van de school, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces en is belast met het personeelsmanagement. Op de school zijn een directeur, meerdere typen leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school. - organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school; - bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg); - bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school; - organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering; - neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijs- en werkprocessen; - onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van - onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband; - onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school; - voert het overleg met de medezeggenschapsraad. 2. Beleidsontwikkeling (school). - vertaalt ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school (onderwijs, - welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school;

47

-

is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van het onderwijsbeleid binnen de school; realiseert multidisciplinaire beleidsprojecten; adviseert en informeert het bestuur of de algemeen directeur over de jaarlijkse en meerjarenplannen en programma's en legt beleidsvoorstellen voor aan de algemeen directeur of het bestuur.

3. Uitvoering onderwijsproces. - draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school; - draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur; - beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen; - beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. 4. Personeelsmanagement. - geeft leiding aan de medewerkers op de school; - stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers; - voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers; - is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school; - is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school; - adviseert het bestuur of de algemeen directeur over personele vraagstukken op de school; - levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie.

48

Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het vertalen van ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school - (onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school, - het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school. - Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de - beleidskaders van het bestuur. - Verantwoording: aan het bestuur of de algemeen directeur over de leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, het ontwikkeld beleid van de school, de uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement. Kennis en vaardigheden - brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; - kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringprocessen; - inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende - besluitvormingscircuits; - inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen; - inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde - werkprocessen; - adviesvaardigheden; - vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; - vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties; - vaardig in het aansturen van professionals. Contacten - met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen; - met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen /(scholings)instellingen) over - politiek-onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te komen; - met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen; - met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen voor leerlingen te komen.

49

Functienaam

Directeur DC

Salarisschaal 12 / DC Werkterrein Management -> Schoolmanagement Activiteiten Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een zeer grote school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs, soms met meerdere, grote locaties. Het bestuur vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en stelt de kaders voor het onderwijs- en organisatiebeleid vast. De directeur vertaalt deze naar beleidskaders en inzet van middelen voor de school/c.q. de locaties. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven. De directeur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, ontwikkelt het beleid van de school en adviseert het bestuur beleidsmatig, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces en is belast met het personeelsmanagement. Op de school zijn een directeur, meerdere typen leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school. - organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school; - bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg); - bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school; - organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering; - neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijs- en werkprocessen; - onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband; - onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school; - voert het overleg met de medezeggenschapsraad. 2. Beleidsontwikkeling voor de school en beleidsadvisering bestuur. - volgt en analyseert interne en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het functioneren van de organisatie; - vertaalt de door het bestuur vastgestelde strategische beleidslijnen in meerjaren - onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school;

50

-

is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van het onderwijsbeleid binnen de school /c.q. de locaties; adviseert het bestuur over te ontwikkelen beleidsdoelen, vernieuwing van het onderwijsbeleid en de onderwijsprogrammering; adviseert het bestuur in het overleg met de gemeente over de totstandkoming van de educatieve agenda van de lokale overheid; adviseert en informeert het bestuur over de jaarlijkse en meerjarenplannen en programma’s van de school en legt beleidsvoorstellen voor aan het bestuur; realiseert schooloverstijgende multidisciplinaire meerjaren beleidsprojecten participeert in de meningsvorming in de vergaderingen van het bestuur; neemt deel aan schooloverstijgende beleidscommissies en vertegenwoordigt het bestuur naar externe overlegpartners.

3. Uitvoering onderwijsproces. - draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school; - draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur; - beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen; - beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. 4. Personeelsmanagement. - geeft leiding aan de medewerkers op de school; - stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers; - voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers; - is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school; - is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school; - adviseert het bestuur over personele vraagstukken op de school; - levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: - het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het vertalen van de door het bestuur vastgestelde strategische beleidslijnen in meerjaren onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school. - Kader: - de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de - beleidskaders van het bestuur.

51

-

-

Verantwoording: aan het bestuur over de leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, het ontwikkeld beleid van de school en de beleidsadvisering aan het bestuur, de uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement.

Kennis en vaardigheden - brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; - kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringsprocessen; - inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende - besluitvormingscircuits; - inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen; - inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde - werkprocessen; - adviesvaardigheden; - vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; - vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties; - vaardig in het aansturen van professionals. Contacten - met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen; - met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen /(scholings)instellingen) over - politiek-onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te komen; - met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen; - met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen

52

Functienaam

Adjunct-directeur

Salarisschaal 10 / AA Werkterrein Management -> Schoolmanagement Activiteiten Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Overdragen van informatie en vaardigheden Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht op een grote school voor basisonderwijs of een school met meerdere locaties. Een directeur geeft leiding aan de school. De adjunct-directeur geeft mede vorm aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs, geeft invulling en uitvoering aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen, levert een bijdrage aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Mede vormgeving aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs. - treedt op als projectleider bij vernieuwingsactiviteiten; - stelt een schoolplan, leerlingprognoses en een schoolgids op; - stelt mede de jaarlijkse begroting, het jaarverslag en sociaal jaarverslag op; - voert voortgangsgesprekken met medewerkers en adviseert de directeur over rechtspositionele maatregelen; - geeft vorm aan het werkoverleg en de onderwijskundige overlegstructuur; - voert de ARBO-wetgeving uit; - onderhoudt contacten met ouders/verzorgers over de gang van zaken op de school. 2. Invulling en uitvoering aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen (zoals onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en/of ICT). Onderwijs: - levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsbeleid van de school, - draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen en adviseert de directeur hierover; - optimaliseert leerprocessen en werkmethoden, doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's door bijvoorbeeld in de randvoorwaardelijke sfeer oplossingen te bieden; - zet mede de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten; - bewaakt examenprogramma's, programma's voor toetsing en afsluiting; - faciliteert en neemt deel aan de professionaliseringactiviteiten van het onderwijsteam; - verzorgt informatie en/of faciliteert de informatievoorziening binnen en buiten het afgebakende onderwijsaanbod.

53

Personeel: - voert taaktoedeling, functieverdeling en functiedifferentiatie uit, bewaakt de taakomvang en - belasting; - begeleidt sollicitatieprocedures en procedures met betrekking tot personeelszorg; - begeleidt personeel en voert functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken; - bewaakt de personeelszorg, werkomstandigheden, veiligheid, contact met BGZ, e.d.; - doet voorstellen voor na- en omscholing. Financiën: - geeft beleidsuitgangspunten voor het formatieplan aan; - beheert mede het toegekende budget, verantwoordt de personeelsadministratie; - adviseert over beloningsbeleid. - bewaakt het gebruik van het gebouw( en) en de middelen; - stelt periodieke rapportages op voor een hoger echelon; - verantwoordt de kwaliteit van de lokalen/huisvesting/inventaris. ICT: - faciliteert de ontwikkeling/scholing op het gebied van ICT. 3.Bijdrage schoolorganisatie door: - neemt deel aan netwerken ten behoeve van (landelijk) aangegeven (financiële) beleids- en uitvoeringskwesties; - verzorgt communicatieve zaken (intern en extern); - organiseert huishoudelijke zaken; - stelt kaders, richtlijnen en procedures op op het gebied van de schoolorganisatie. 4. Professionalisering: - houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; - neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; - bestudeert relevante vakliteratuur. 5. Onderwijs en leerlingbegeleiding. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het mede opstellen van de jaarlijkse begroting, het jaarverslag en sociaal jaarverslag, het invulling en uitvoering geven aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen, - het verzorgen van communicatieve zaken en het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. - Kader: de onderwijs weten regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. - Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van het mede vormgeven aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs, van invulling en uitvoering aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen, van de bijdrage aan de schoolorganisatie en de professionalisering.

54

Kennis en vaardigheden - theoretische en praktische, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; - kennis van een van de diverse deelgebieden van de beleidsterreinen binnen het primair onderwijs (o.a. onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en/of ICT) en van relevante aanverwante beleidsterreinen; - inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen school; - inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverleningsinstanties; - invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; - vaardigheid in het leiding geven aan professionals; - vaardigheid in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; - vaardigheid in het onderhouden van contacten. Contacten - met leraren over de uitvoering van het onderwijs om tot nadere afspraken te komen; - met vertegenwoordigers van andere scholen om beleidskwesties te bespreken en (financiële) uitvoeringswensen met elkaar af te stemmen; - met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; - met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten; - met derden over facilitaire aangelegenheden om af te stemmen

55

Functienaam

Leraar basisonderwijs LA

Salarisschaal 9 / LA Werkterrein Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Overdragen van informatie en vaardigheden Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs. De leraar geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding. - bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; - geeft les aan en begeleidt leerlingen; - hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leer- en opvoedingsdoelen van de school; - creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; - stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaalculturele achtergronden; - structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; - kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert; - speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing; - registreert en evalueert ontwikkelingsen leerprocessen van leerlingen en stelt op basis daarvan handelingsplannen op; - signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose; - begeleidt individuele leerlingen aan de hand van handelingsplannen; - coördineert de leerlingenzorg voor de eigen groep; - begeleidt leerlingen op basis van het zorgplan; - bespreekt probleemleerlingen met de seniorleraar of intern begeleider en/of de directeur; - begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijsassistent en/of stagiaires in de eigen les/groep; - bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers; - houdt het leerlingdossier bij; - geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid;

56

- neemt deel aan teamvergaderingen; - organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit; - onderhoudt contacten met de ouderraad. 2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling. - draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren; - vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, - gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten; - doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's; - zet mede, in teamverband, de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten 3. Professionalisering. - houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; - neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; - houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding, het mede, in teamverband, uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en het verwerken van de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. - Kader: de onderwijs weten regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en - beleidslijnen van de school. - Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering.

57

Kennis en vaardigheden - theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en - vaardigheden; - kennis van de leerstof; - inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school; - inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties); - invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; - vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; - communicatieve vaardigheden. Contacten - met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; - met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; - met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten; - met collega (senior) leraren over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale - besprekingen/consultatie; - met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner en/of onderwijsassistent om tot nadere afspraken te komen.

58

Functienaam

Senior leraar basisonderwijs LB

Salarisschaal 10 / LB Werkterrein Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Overdragen van informatie en vaardigheden Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht op een basisschool die opleiding en vorming biedt aan leerlingen van 4 tot en met 12 jaar en leerlingen voorbereidt op het vervolgonderwijs. De senior leraar basisonderwijs geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, vervult de senior rol, levert een bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling, levert een bijdrage aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding. - bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; - geeft les en begeleidt leerlingen; - hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leer- en opvoedingsdoelen; - creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; - stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaalculturele achtergronden; - structureert en coördineert activiteiten van leerlingen en organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; - kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert; - speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing; - signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose, biedt zelf hulp of treedt in contact met de desbetreffende specialisten waarna begeleiding plaatsvindt van individuele leerlingen met specifieke meervoudige onderwijsbehoeften, aan de hand van handelingsplannen; - begeleidt leerlingen zoals voorzien in het zorgplan; - coördineert de leerlingenzorg in de school; - bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers; - houdt het leerling-dossier bij; - geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid; - neemt deel aan teamvergaderingen; - organiseert schoolactiviteiten en voert deze uit; - onderhoudt contacten met de ouderraad.

59

2. Senior rol. - registreert en evalueert ontwikkelingsen leerprocessen van leerlingen en stelt complexe handelingsplannen op; - onderhoudt contacten met collega leraren in verband met collegiale consultatie; - onderhoudt contacten met hulpinstanties, jeugdzorg, specialisten, andere onderwijsinstellingen, (V)SO en SBO; - begeleidt (aanstaande) leraren en collega's bij onderwijs en leerlingbegeleiding en bij scholing en ontwikkeling; - begeleidt collega's bij het opstellen van les- en opvoedingsdoelen en bij het opstellen en bijstellen van complexe handelingsplannen; - treedt op als inhoudelijk klankbord op het eigen specialisme. 3. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling. - levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van onderwijsprocessen in de school en adviseert de directeur hierover; - signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en levert op basis hiervan bijdragen aan de ontwikkeling en de verzorging van nieuwe onderwijsprogramma's; - formuleert de kaders voor leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren; - vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, - gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten en inhoudelijke specialisme(n); - geeft vorm aan inhoudelijke ontwikkelingen binnen de school en doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's en draagt zorg voor de implementatie ervan; - draagt bij aan de pedagogische koers, zet deze in teamverband uit en verwerkt de koers in onderwijsprogramma's. 4. Professionalisering: - houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; - neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; - houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding, het begeleiden van collega's bij het opstellen van les- en opvoedingsdoelen en bij het opstellen en bijstellen van complexe handelingsplannen, het initiëren van de pedagogische koers, het signaleren en analyseren van - behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en het op basis hiervan leveren van bijdragen aan de ontwikkeling en de verzorging van nieuwe onderwijsprogramma's, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. - Kader: onderwijs weten regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school.

60

-

Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, van de bijdragen aan de schoolorganisatie en van de professionalisering.

Kennis en vaardigheden - theoretische en praktische vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische kennis en vaardigheden; - kennis van de leerstof; - inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen school; - inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties); - invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; - vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; - communicatieve vaardigheden. Contacten - met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; - met ouders/verzorgers, hulpinstanties en/of specialisten over leer- en gedragsproblemen van leerlingen om moeilijk bespreekbare onderwerpen en knelpunten te bespreken en tot overleg en afstemming over oplossingsrichtingen te komen en om begeleiding, opvang en plaatsing te regelen; - met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; - met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten; - met de directeur over de bijdrage aan de beleidsontwikkeling om te adviseren.

61

Onderwijsondersteunend personeel Functienaam

Onderwijsassistent

Salarisschaal 4 Werkterrein Onderwijsproces -> Instructie en assistentie Activiteiten Verlenen van handen spandiensten Bedienen van c.q. werken met apparaten, systemen, gereedschap, instrumenten Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De onderwijsassistent ondersteunt de leraar/senior leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken, levert een praktische /organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement en neemt deel aan professionalisering. Werkzaamheden 1. Ondersteuning van de leraar/senior leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken. - begeleidt individuele leerlingen of kleine (sub)groepen van leerlingen die van de leraar/senior leraar instructie hebben ontvangen; - begeleidt leerlingen bij de verwerving van vaardigheden, ziet toe op het handen wassen, tanden poetsen e.d.; - inspireert leerlingen tot luisteren, op te ruimen, zich te concentreren, vragen te stellen, e.d.. houdt leerlingen in de gaten tijdens les, pauzes, spel en vervoer en corrigeert gedrag; - helpt leerlingen bij expressieactiviteiten; - assisteert bij het samenwerken van leerlingen, het groepswerk en het werken in hoeken; - ziet toe op het zelfstandig werken van leerlingen; - begeleidt individuele leerlingen bij niveau-lezen; - helpt leerlingen bij het uitdiepen van een onderwerp in het documentatiecentrum; - begeleidt leerlingen met een aparte leertaak en het registreren van het ontwikkelingsen leerproces; - surveilleert tijdens binnen- en buitenschoolse activiteiten en corrigeert gedrag van leerlingen; - signaleert problemen en bespreekt deze met de leraar/senior leraar; - helpt bij de uitvoering van handelingsplannen voor leerlingen; - rapporteert (periodiek) over het waargenomen gedrag bij de leerlingen aan de leraar/senior. 2. Praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement. - richt het leslokaal in en ruimt na afloop van de lessen op;

62

-

vervaardigt illustraties, e.d. voor projecten; maakt het lesmateriaal gereed; controleert de staat van les- en ontwikkelingsmateriaal en bespreekt het met de leraar; - levert een bijdrage aan de administratie van leerlingprestaties en andere leerlinggegevens; - vult voorraden aan; - assisteert bij de organisatie van uitstapjes, vieringen, festiviteiten, e.d.. 3. Professionalisering. - houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zonodig uit. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het begeleiden van individuele leerlingen of kleine (sub)groepen van leerlingen die van de leraar/senior leraar een aparte leertaak hebben gekregen, het vervaardigen van illustraties e.d. voor projecten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten - Kader: werkafspraken over de ondersteunende taken. - Verantwoording: functioneel aan de leraar/senior leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende over juistheid en tijdigheid van ondersteuning van de leraar/senior leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken, van praktische/organisatorische bijdrage - aan het klassenmanagement en van deelname aan professionalisering. Kennis en vaardigheden - vaktechnische kennis van eenvoudige didactische en pedagogische toepassingen (bijvoorbeeld - tellen bij rekenen); - bekendheid met groepsprocessen; - bekendheid met hygiëne, voeding en gezondheid van kinderen; - vaardigheid in het omgaan met en corrigeren van gedrag van leerlingen; - vaardigheid in het organiseren van groepjes in de klassensituatie en kinderopvang; - vaardigheid in het uitvoeren van praktische/organisatorische werkzaamheden.

63

Contacten - met leerlingen over hun gedrag om ze op de regels te wijzen en vragen te beantwoorden; - met de leraar/senior leraar om indrukken over de ontwikkeling van de leerling tijdens de lessituatie door te geven; - met andere onderwijsassistenten binnen de school om informatie uit te wisselen over het maken van afspraken voor uit te voeren gemeenschappelijke taken; - met ouders over halen en brengen van leerlingen en over het gedrag van de leerling om informatie te geven.

64

Functienaam

Leraarondersteuner

Salarisschaal : 7 Werkterrein : Onderwijsproces -> Instructie en assistentie Activiteiten : Overdragen van informatie en vaardigheden Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De lerarenondersteuner voert ondersteunende taken in onderwijs en leerlingbegeleiding uit onder de verantwoordelijkheid van een leraar, ondersteunt de onderwijsvoorbereiding en neemt deel aan professionalisering. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning onderwijs en leerlingbegeleiding . - voert mede repeterende en routinematige lestaken uit en begeleidt (groepen) leerlingen; - draagt bij aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; - stimuleert en begeleidt mede de sociale vaardigheden van leerlingen; - structureert, organiseert en plant de activiteiten van leerlingen in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; - kijkt mede na en corrigeert onderwijsactiviteiten van leerlingen; - houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing en speelt er in de les op in; - signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt deze aan de orde bij de leraar; - begeleidt leerlingen op basis van instructie, aan de hand van handelingsplannen en zoals voorzien in het zorgplan; - houdt de voortgang en ontwikkeling van leerlingen bij en bespreekt deze met de leraar; - assisteert en participeert bij gesprekken van de leraar met de ouders tijdens de ouderavonden. 2. Ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding. - bereidt mede de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; - kiest en hanteert, op aangeven van de leraar, verschillende didactische werkvormen en - leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen; - denkt mee over les- en opvoedingsdoelen; - houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en

65

-

techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing en denkt mee over de vertaling hiervan - in werkvormen en leeractiviteiten; - doet voorstellen voor de aanschaf van (leer)materiaal. 3. Professionalisering. - houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zonodig uit. 4. Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het bijdragen aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen, bij het kiezen en hanteren van verschillende didactische werkvormen en - leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. - Kader: werkafspraken, vastgestelde opdrachten binnen het lesplan, behandelen zorgplannen. - Verantwoording: functioneel aan de leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende over de kwaliteit van de ondersteuning van onderwijs en leerlingbegeleiding, van ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding en van deelname aan professionalisering. 5. Kennis en vaardigheden - theoretische en praktische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden

66

Functienaam Werkterrein Activiteiten Datum Versie Adviseur

Overblijfcoördinator

Opvang en verzorging Pedagogisch begeleiden Coördinatie van activiteiten november 2007 2004.1.55 S.H. Schouten (SPO gecertificeerd)

Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor basisonderwijs van de Stichting O2A5. De school organiseert tussenschoolse opvang voor de leerlingen. Het overblijven vindt plaats in een van de lokalen, het achterplein en in de kleutergymzaal. De overblijfcoördinator coördineert, op aanwijzing van de directie, de dagelijkse gang van zaken, is aanspreekpunt voor de andere overblijfkrachten, ouders en leerkrachten en voert lichte administratieve werkzaamheden uit. Werkzaamheden 1. Coördinatie van de dagelijkse gang van zaken. − Is zelf overblijfkracht en is aanspreekpunt voor de andere overblijfkrachten, ouders en leerkrachten; − begeleidt overblijfkrachten; − houdt toezicht op de leerlingen tijdens het eten en tijdens het spelen; − regelt vervanging bij afmeldingen van overblijfkrachten; − draagt zorg voor de aanwezige inventaris en het speelmateriaal; − ziet toe op de hygiënische omstandigheden gedurende het overblijven; − ziet toe op het ordentelijk achterlaten van ruimtes en schoolplein na afloop van het overblijven; − neemt het overblijfgeld in. 2.

Lichte administratieve werkzaamheden. − verzorgt de aanwezigheidsadministratie van de overblijvende leerlingen; − verzorgt de aanwezigheidsadministratie van vrijwillige overblijfkrachten of stagiaires; − draagt zorg voor de aan- en afmeldingsformulieren van vrijwillige overblijfkrachten of stagiaires.

67

Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: de algehele uitvoering van het overblijven. - Kader: werkafspraken, (boven)schoolse regels en voorschriften, pedagogisch en cultureel klimaat van de school. - Verantwoording: functioneel en hiërarchisch aan de directie van de school over de uitvoering van de werkzaamheden op basis van de naleving van regels en afspraken. Kennis en vaardigheden - bekendheid met groepsprocessen; - bekendheid met hygiëne, voeding en gezondheid van kinderen; - vaardigheid in het omgaan met en corrigeren van gedrag van leerlingen; - vaardigheid in het organiseren van groepjes in de overblijfsituatie en kinderopvang; - vaardigheid in het uitvoeren van praktische/organisatorische werkzaamheden. - is kindvriendelijk, sociaal vaardig, zelfstandig en stressbestendig. Contacten - met leerlingen over hun gedrag, om ze op de regels te wijzen, om vragen te beantwoorden, om ze vormen van tijdsbesteding aan te bieden; - met de teamleden over het gedrag van leerlingen en om overige informatie uit te wisselen; - met de directie over specifieke leerlingen of overblijfkrachten en over organisatie en uitvoering van de overblijf; - met ouders over de aanwezigheid van leerlingen en over het gedrag van de leerling en om overige informatie uit te wisselen.

68

Functienaam :

Administratief medewerker

Salarisschaal : 4 Werkterrein: Bedrijfsvoering - Managementondersteuning Activiteiten: Bewerken van gegevens Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs of binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De administratief medewerker verricht administratief ondersteunende werkzaamheden, financieel/cijfermatige werkzaamheden en balie- en loketactiviteiten. Resultaatgebieden 1. Administratieve ondersteuning - behandelt ingekomen en uitgaande post; - bereidt vergaderingen en besprekingen administratief voor (verzamelt en verzendt vergaderstukken en regelt vergaderruimte); - doet op basis van inhoudelijke aanwijzingen schriftelijke mededelingen en/of vraagt informatie op; - typt en werkt aangeleverde (handgeschreven en/of onvolledige) conceptteksten uit en controleert daarbij de lay-out en het taalgebruik; - notuleert vergaderingen en werkt de notulen uit; - legt naar onderwerp of project werkdossiers aan en houdt werkdossiers (verslagen, brieven, e.d.) bij; - verwerkt op aanwijzing administratieve gegevens op formulieren en in diverse overzichten. - verwerkt/muteert diverse soorten van gegevens in de leerlingenadministratie. 2. Financieel/cijfermatige werkzaamheden - stelt cijferoverzichten ten behoeve van statistische bewerkingen op; - beheer het NAW-bestand van debiteuren en crediteuren; - bereidt documenten die door het administratiekantoor moeten worden verwerkt voor. 3. Balie- en loketactiviteiten - verstrekt mondeling (telefonisch) inlichtingen aan ouders/verzorgers en leraren over algemene administratieve aangelegenheden; - verstrekt informatie aan ouders/verzorgers en leerlingen over administratieve regelingen.

69

Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het behandelen van ingekomen en uitgaande post, het opstellen van cijferoverzichten ten behoeve van statistische bewerkingen, het verstrekken van mondelinge (telefonisch) inlichtingen - aan ouders/verzorgers en leraren over algemene administratieve aangelegenheden; - Kader: werkafspraken en administratieve voorschriften; - Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en zorgvuldigheid van de administratief ondersteunende werkzaamheden, van financieel/cijfermatige werkzaamheden en van balie- en loketactiviteiten. 5. Kennis en vaardigheden - vaktechnische kennis van administratieve voorschriften en procedures; - kennis van de Nederlandse spelling en grammatica; - kennis van de interne administratieve en procedurele uitvoeringsvoorschriften; - inzicht in de mogelijkheden van tekstverwerkingsprogramma’s; - inzicht in de organisatie en werkwijze van de school; - vaardigheid in het uitwerken en opmaken van tekstmateriaal, overzichten, tabellen, schema's, grafieken, e.d.; - vaardigheid in het (telefonisch) te woord staan van derden. 6. Contacten - met medewerkers van de school om gegevens te vragen en om gestelde vragen te kunnen beantwoorden; - met medewerkers over het aangeleverde/geproduceerde materiaal om informatie uit te wisselen. - met ouders/verzorgers en leerlingen om informatie te verstrekken.

70

Functienaam

Conciërge

Salarisschaal 3 Werkterrein Bedrijfsvoering -> Facilitaire Zaken Activiteiten Verlenen van handen spandiensten Beheren/beveiligen van goederen, gebouwen en personen Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De conciërge verricht onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, verricht ondersteunende werkzaamheden en verricht werkzaamheden op het gebied van leerlingzaken. Werkzaamheden 1. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, rekening houdend met (technische) onderhoudsvoorschriften en -afspraken. - signaleert (ver)storingen; - verhelpt eenvoudige gebreken; - neemt, hoort klachten van technische aard aan; - geeft klachten van technische aard door of meldt (ad hoc) situaties (bijv. tijdens controle rondes); - legt administratieve gegevens samenhangend met de te verrichten technische taken vast; - verstrekt informatie aan personeelsleden over doel, doorlooptijden e.d. van werkzaamheden. 2. Ondersteunende werkzaamheden. - beheert audiovisueel materiaal en zet dit klaar; - beheert het magazijn en bestelt food, schoonmaakartikelen en kantoorartikelen; - maakt kopieën; - zet koffie en thee; - verricht eenvoudige schoonmaakwerkzaamheden. 3. Werkzaamheden op het gebied van leerlingzaken. - roept leerlingen tot de orde tijdens pauzes e.d.of attendeert de leraar op ordeproblemen - conform interne gedragsregels; - neemt meldingen van ziekte, te laat komen e.d. aan; - ziet toe op strafmaatregelen waarvoor de conciërge wordt ingeschakeld.

71

Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - Beslist bij/over: het verhelpen van eenvoudige gebreken, het magazijnbeheer en het attenderen van de leraar op ordeproblemen. - Kader: regels en werkafspraken, veiligheids- en inspectievoorschriften en technische voorschriften. - Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en volledigheid van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, van ondersteunende werkzaamheden en van werkzaamheden op het gebied van leerlingzaken. Kennis en vaardigheden - praktisch gerichte kennis in het omgaan met apparaten en de toepassingsmogelijkheden ervan; - inzicht in de organisatie en werkwijze van de school; - vaardigheid in het oplossen van problemen bij klachten, storingen en onderhoud - vaardigheid in de omgang met leerlingen bij ordeverstoringen passend binnen de daartoe gemaakte afspraken en schoolregels. Contacten - met melders van klachten en/of gebruikers van het gebouw(en) om informatie in te winnen bij het traceren en dienstverlenend te zijn bij het verhelpen van storingen en gebreken aan gebouwen en inventaris; - met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om feitelijke informatie te verstrekken; - met leerlingen over hun gedrag om hen tot de orde te roepen

72

Bijlage 1 CAO-PO 2006-2008 Bijlage V Modelreglement interne bezwarencommissie behorende bij hoofdstuk 5 van deze CAO 1. Begripsbepalingen Commissie de interne Bezwarencommissie als bedoeld in artikel 5.5 van deze CAO Externe Bezwarencommissie functiewaardering de Commissie als bedoeld in artikel 5.6 van deze CAO Werkgever De rechtspersoon die, of het bestuursorgaan dat het bevoegd gezag vormt van één of meerdere instellingen. Werknemer Het personeelslid die een dienstverband heeft bij de werkgever P(G)MR Personeelsgeleding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad. Werkdag dag, niet zijnde zaterdag, een zondag of een in de Algemen Termijnenwet genoemde erkende feestdag of een daarmee bij of krachtens wet gelijkstelde dag. Besluit het besluit als bedoeld in artikel 5.4, tiende lid, van deze CAO en artikel 4 van dit reglement. Nieuw besluit het besluit als bedoeld in artikel 5.5, vijfde lid van deze CAO en artikel 8 van dit reglement. 2. Instelling en samenstelling van de Commissie 1. De Commissie draagt de naam Interne Bezwarencommissie FUWA PO. Zij is ingesteld en wordt in stand gehouden door de werkgever. 2. De Commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden: - een lid wordt benoemd op voordracht van de werkgever; - een lid wordt benoemd op voordracht van de P(G)MR; - de voorzitter wordt benoemd op voordracht van de twee leden. De voorzitter mag geen werknemer zijn van het bevoegd gezag, noch deel uitmaken van het bevoegd gezag, en mag ook niet adviseur zijn van het bevoegd gezag. 3. De leden van de Commissie worden door de werkgever benoemd voor een periode van twee jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar voor eenzelfde periode. 4. In geval van een vacature wordt daarin terstond voorzien. Een lid, benoemd ter vervulling van een tussentijdse vacature treedt af op het tijdstip waarop zijn/haar voorgang(st)er zou zijn afgetreden. 5. De Commissie kan besluiten, al dan niet uit haar midden, een secretaris te benoemen. 3. Taak en bevoegdheden van de Commissie 1. De Commissie toetst of de werkgever in redelijkheid tot het besluit waartegen het bezwaar is gericht, heeft kunnen komen. De Commissie brengt hieromtrent een advies uit aan de werkgever.

73

2. De Commissie is bevoegd kennis te nemen van alle bescheiden die betrekking hebben op de waardering van de functie, de gevolgde procedure en de beschreven functie in relatie met de aan de werknemer opgedragen werkzaamheden. 4. Het bezwaarschrift 1. De werknemer dient bij de voorzitter van de Commissie een door hem ondertekend bezwaarschrift in binnen 6 weken waarbij wordt gevoegd: a. een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar wordt ingesteld; b. afschriften van de op het bezwaar betrekking hebbende stukken. 2. Het bezwaarschrift bevat: a. een opgave van de naam, voornamen en adres van de werknemer; b. een mededeling van het bezwaar en de gronden waarop dit berust. 3. De voorzitter tekent op de ingekomen stukken de datum van ontvangst aan en zendt bericht van ontvangst aan de afzender. 5. Vaststelling plaats en tijdstip van de mondelinge behandeling De voorzitter van de Commissie bepaalt op zo kort mogelijke termijn, doch uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van het bezwaarschrift, de plaats waar en het tijdstip waarop de behandeling van het bezwaar ter zitting zal plaatsvinden. Aan partijen wordt daarvan tijdig kennis gegeven. 6. De behandeling ter zitting 1. Het bezwaar wordt behandeld in een besloten zitting van de Commissie in aanwezigheid van partijen. 2. De voorzitter heeft de leiding van de zitting. Hij/zij geeft elk van de partijen de gelegenheid zijn standpunt toe te lichten. Werkgever kan zich door een gemachtigde laten vervangen. Partijen kunnen zich op eigen kosten door een raadsman/ -vrouw laten bijstaan. 3. Voordat de behandeling ter zitting wordt gesloten, deelt de voorzitter mede wanneer advies zal worden gegeven. 7. Beraadslaging en advisering 1. Indien het bezwaarschrift na de daarvoor gestelde termijn is ingediend, laat de Commissie de nietontvankelijkverklaring achterwege, indien de werknemer aantoont dat hij zo spoedig als redelijkerwijs verlangd kon worden, bezwaar heeft ingesteld. 2. De Commissie beraadslaagt en beslist in raadkamer. Zij besluit bij meerderheid van stemmen omtrent het uit te brengen advies. 3. De Commissie brengt binnen vier weken na de behandeling ter zitting advies uit aan de werkgever over het bezwaar en zendt een afschrift daarvan aan de werknemer. 8. Besluit De werkgever neemt na ontvangst van het advies van de Commissie binnen 20 werkdagen een nieuw besluit dat, met redenen omkleed, schriftelijk aan de werknemer wordt medegedeeld. 9. Termijnen 1. Voor de in dit reglement genoemde termijnen worden de periodes van de aan de instelling vastgestelde vakanties niet meegerekend.

74

2. Indien door dwingende omstandigheden de Commissie niet in staat is geweest binnen de daarvoor gestelde termijn een zitting te beleggen of advies te geven, wordt dit aan de werkgever en de werknemer medegedeeld en wordt zo spoedig mogelijk een zitting belegd ofwel advies gegeven. 10. Geheimhouding 1. Alle op de zaak betrekking hebbende stukken dienen ter vertrouwelijke kennisneming van de Commissie. Anderen dan de werkgever en de werknemer mogen vanwege de Commissie deze stukken niet inzien of hiervan afschriften of uittreksels maken, met uitzondering van de Externe Bezwarencommissie functiewaardering. 2. De leden van de Commissie en in voorkomend geval de secretaris zullen al hetgeen zij in verband met een bezwaar vernemen als vertrouwelijk beschouwen. 3. De personen die ter zitting verschijnen zullen tegenover derden het vertrouwelijk karakter van de zitting eerbiedigen. 11. Slotbepaling In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de voorzitter, de overige leden van de Commissie gehoord hebbende.

75

FUNCTIEBOEK & FUNCTIEBOUWWERK

Recommend Documents