Onderzoeksverslag
Televisie vs. // ft. online video
Jurjen van de Ridder // 1625847 Content Design // Seminar Dream Discover Do JDE-SCONT.3V-13 // 2014 - 2015 periode d // Madris Duric
// inleiding Een televisie is een telecommunicatiesysteem voor het verzenden en ontvangen van bewegende beelden en geluid. Door middel van verschillende zenders op de televisie, de zogenoemde televisiezenders, kunnen jij, ik en alle andere Nederlandse huishoudens vele televisieprogramma’s kijken. Je zou dus zeggen dat een televisie hét medium is om je favoriete programma’s, films en series te kijken, maar dit schijnt niet meer zo te zijn. Televisie is namelijk al lang niet meer wat het ooit geweest is. Dit komt door een fenomeen waar bijna elke Nederlander iedere dag gebruik van maakt, namelijk online video. Met online video bedoelt men alle bewegende beelden die via het internet bekeken worden. Het gaat hierbij om zowel korte video’s als langere video’s.
Hiermee kun je bijvoorbeeld op ieder gewenst moment een grappig filmpje, een speelfilm, een serie of een televisieprogramma kijken. Online video heeft de afgelopen jaren een enorme groei doorgemaakt en dit zou alleen nog maar meer toenemen in de loop van de tijd. We kunnen daardoor rustig zeggen dat Nederland massaal online video kijkt, want maar liefst 11,2 miljoen Nederlanders kijken naar video’s op het internet. Maar hoe staan de Nederlandse publieke omroepen tegenover online video? Hoe gaan zij om met de toename van content via online video? In dit onderzoeksverslag heb ik onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Door middel van een aantal deelvragen zal deze hoofdvraag nadrukkelijk uitgediept worden.
2
// inhoud // Inleiding 2 // Hoe gaan nederlandse publieke omroepen om met de toename van content via online video?
4
// 1. Welke nederlandse televisiezenders zijn er?
5
// 2. Wat houdt online video in en in hoeverre is online video opkomend? 6 // 3.1. Welke verschillende platformen zijn er die online video aanbieden en op welke manier bieden zij dit aan?
7
// 3.2. Op welke manier maken nederlandse televisiezenders gebruik van verschillende platformen? 8 // 4. Hoe gaan de Nederlandse publieke omroepen om met het feit dat online video erg populair is geworden?
9
// 5. in hoeverre zien de nederlandse publieke omroepen een verschil van de kijkcijfers, sinds online video bestaat?
11
// 6. is online video de toekomst?
12
// conclusie 13 // relevantie cmd-er 13 // bronnenlijst 14 // bijlagen 16 // Interview melvin maas
3
// Hoe gaan
Nederlandse publieke omroepen om met de toename van content via online video?
// 1. welke nederlandse televisiezenders zijn er? Een televisie. Iedereen weet wat het is, namelijk een telecommunicatiesysteem voor het verzenden en ontvangen van bewegende beelden en geluid. Bijna iedereen in Nederland heeft er wel één in huis. Om precies te zijn heeft 97,4% van de Nederlandse huishoudens een televisie ter beschikking. Dit is gebleken uit het kijkonderzoek van de SKO die in 2014 heeft plaatsgevonden. Het onderzoek is onder bijna 7,6 miljoen Nederlandse huishoudens gehouden. Door middel van verschillende zenders op de televisie, de zogenoemde televisiezenders, kunnen de Nederlandse huishoudens vele televisieprogramma’s kijken. Er zijn in Nederland publieke en commerciële omroepen. Deze omroepen kunnen landelijk, regionaal of lokaal zijn. De landelijke publieke omroepen (NPO1, NPO2 en NPO3) zorgen voor programma’s wat informatie, cultuur, educatie en amusement bevatten. De publieke omroepen bestaan uit landelijke omroeporganisaties. Deze omroeporganisaties bepalen de inhoud van de programma’s en zijn daar ook verantwoordelijk voor. Kort gezegd: zij maken de televisieprogramma’s. In overleg met de omroepverenigingen, bepaalt de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) dan welke programma’s worden uitgezonden op de publieke zenders. Er zijn op dit moment 10 omroeporganisaties, namelijk EO, VARA, AVROTROS, KRO, NCRV, VPRO, BNN, MAX, WNL en PowNed (Rijksoverheid, 2015).
Deze drie zijn omroepen met een specifieke programmataak, ook wel de taakorganisaties genoemd. Zo zorgt de NOS dagelijks voor het nieuws, sport en evenementen, de NTR zorgt voor programma’s voor allerlei maatschappelijke groepen en de STER zorgt voor reclame (Rijksoverheid, 2015). De televisie heeft ook regionale omroepen. Nederland heeft er hier dertien van. De regionale omroepen maken uitzendingen voor de inwoners van een bepaalde regio. Ook zijn deze omroepen de rampenzender als er in een bepaalde regio een ramp is gebeurd. Daarnaast zijn er nog lokale omroepen. Lokale omroepen verzorgen uitzendingen voor de inwoners van een bepaalde gemeente. Bijna alle Nederlandse gemeenten hebben een lokaal radio- en televisiestation, maar het aantal zenduren verschilt per omroep. Dit ligt namelijk aan de financiële steun die ze van de gemeente krijgen. Nederland telt ongeveer 300 lokale omroepen (Rijksoverheid, 2015). Naast die zijn er ook vele commerciële omroepen op de Nederlandse televisie. Commerciële omroepen hebben het doel om voordeel (winst) te behalen en krijgen daardoor geen overheidsgeld. Zij moeten het hebben van de reclame- en sponsorinkomsten. De commerciële omroepen die op de Nederlandse televisie te zien zijn, moeten toestemming hebben van het Commissariaat voor de Media. Dat geldt bijvoorbeeld voor SBS6, Net5 en Veronica. Zij zijn ook afhankelijk van de regels van de Nederlandse Mediawet. De zenders RTL4, RTL5, RTL7 en RTL8 zijn gevestigd in Luxemburg. Hierdoor vallen deze zenders onder de Luxemburgse wet.
Landelijke publieke omroepen
Commerciële omroepen
NPO 1 NOS NPO 2 NTR NPO 3 STER
RTL 4 Disney XD RTL 5 Veronica RTL 7 Nickelodeon RTL 8 24 Kitchen RTL Lounge Comedy Central RTL Crime MTV Nederland Telekids TLC Nederland SBS 6 Disney Channel SBS 9 Xite Net 5
Omroeporganisaties EO BNN VARA MAX AVROTROS WNL KRO PowNed NCRV Zapp VPRO Zappelin Regionale omroepen RTV Noord-Holland RTV West RTV Oost RTV Noord RTV Rijnmond RTV Drenthe RTV Utrecht
Omrop Fryslân Omroep Brabant Omroep Gelderland Omroep Zeeland Omroep Flevoland L1 TV
Lokale omroepen AT5 DRTV Baronie TV DHTV DTV Nijmegen 1 Radio & TV Omroep Walraven OOG TV West-Friesland TV TV Maastricht WOS TV RTV Hardenberg Seaport TV RTV Amstelveen
// Een korte lijst Van vele televisiezenders die in Nederland actief zijn.
5
// 2. Wat houdt online video in en in hoeverre is online video opkomend? Steeds vaker hoor je het, want steeds meer mensen gebruiken het. Online video. Met online video bedoelt men alle bewegende beelden die via het internet bekeken worden. Deze beelden worden op één of meerdere van de volgende apparaten bekeken: computer/laptop, smartphone, tablet, (smart) TV en/ of game console. Het maakt ook niet uit waar deze beelden bekeken worden. Ze kunnen dus op elke locatie bekeken worden, zoals thuis, bij anderen, op het werk, in het openbaar vervoer of ergens anders. Het gaat hierbij om zowel korte video’s als langere video’s. Denk hierbij aan de vele Youtube bloggers (vloggers) die met hun eigen gemaakte video vele views, reacties en abonnees krijgen of denk aan de website Dumpert.nl. Denk ook aan platformen, zoals Uitzending Gemist of RTL XL. Onder online video vallen dus ook tv-programma’s, zoals reality’s of showprogramma’s, tv-series en speelfilms, zolang deze maar online bekeken worden. Ook betaalde video’s, zoals Netflix of van Videoland vallen onder online video (Motivaction, 2014). Het internet geeft organisaties, ondernemingen (en Nederlandse televisiezenders) verschillende mogelijkheden voor communicatie en marketing. Online video is één van de mogelijkheden. Onderhand wordt het algemeen bekend dat dit marketinginstrument een belangrijk kanaal is en waar marketeers de komende tijd graag in willen investeren, want online video is steeds meer opkomend. Waarom? Omdat het internet al een erg lange tijd een belangrijke informatiebron is. Vele mensen bezoeken het internet om achter informatie te komen. Bezoekers verwachten daarom op websites snel informatie te vinden en tot zich te nemen. Zij zijn steeds minder bereid om teksten (nauwkeurig) te lezen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat 60% van de consumenten liever een video kijkt dan dat zij een tekst lezen (Frankwatching, 2013). Daarnaast maakt online video de afgelopen jaren een enorme groei door. Door middel van statistieken van Youtube wordt er laten zien dat er wereldwijd per minuut 300 uur aan video wordt geüpload en dat er per maand 6 miljard uur aan video’s bekeken worden op dit platform. Volgens de Cisco Visual Networking Index is in 2013 90% van het private IP-verkeer video en is in 2017 66% van al het mobiele dataverkeer video (Frankwatching, 2013). Uit het onderzoek van Motivaction blijkt dat twee derde (67%) van de Nederlanders in de leeftijd van 14 tot en met 65 jaar online video’s bekijkt. Ook is uit dat onderzoek gebleken dat veelal jongeren (14 - 34 jaar) video’s bekijken die online te zien zijn. Jarenlang was de televisie het enige apparaat waar mensen hun video’s op keken, maar hedendaags is dit niet meer het geval. Uit het Kijkonderzoek van SKO is gebleken dat in 2013 42% van de personen van 13 jaar en ouder naar televisieprogramma’s via een ander apparaat dan de televisie keek. In 2014 is dit percentage gestegen naar 44%. Het gaat hierbij dus om apparaten die in staat zijn om verbinding met het internet te maken, zoals een laptop. Ook het stijgende gebruik van mobiel internet is een belangrijke oorzaak voor de groei van online video. Dit komt doordat smartphones steeds beter en dataverbindingen steeds sneller worden, maar ondanks dat hebben de mobile devices nog niet de overhand wat betreft het gebruik van online video.
We kunnen dus rustig zeggen dat Nederland massaal online video kijkt, want maar liefst 11,2 miljoen mensen kijken op het internet naar video’s. Dit is meer dan 84% van alle mensen die internetten. Het is opvallend hoeveel online video’s we met zijn allen kijken. Dit is namelijk maar liefst ruim 3 miljard video’s per maand. Per kijker zijn dat 271 video’s per maand en bijna 10 video’s per dag. Dat is redelijk veel en dat klopt, want de Nederlander besteed gemiddeld meer dan 18 uur per maand van zijn tijd aan het kijken van online video (Ondernemer24.nl, 2014). De video’s bekijken we vooral via Social Media. De top 3 van meest gebruikte kanalen zijn Youtube, Facebook en Vimeo. Ook traditionele media zoals RTL XL en Uitzending Gemist staan in de top 10 van populaire kanalen. Een opkomend onderdeel die op de online video markt terecht is gekomen, zijn betaalde diensten, zoals Netflix. Er is nog niet een hele grote groep die betaalt voor het kijken van online video’s (films en series), maar er wordt hier wel groei van verwacht. Zowel in gebruikers als in aanbieders (Ondernemer24.nl, 2014). Ook volgens Bizzvideo.nl gaat video het internet veranderen. Anno 2015 heeft de techniek zich zodanig ontwikkeld dat het steeds gemakkelijker wordt om online video te kijken. Het doen van aankopen op de klassieke wijze is met de opkomst van het internet enorm veranderd. Ook het oriëntatieproces van de consument verandert met de tijd, waardoor het internet een rol heeft gekregen in dit proces. Je kunt dus zeggen dat door technische ontwikkelingen en veranderde consumentengedrag het aanbod van online video’s verder zal stijgen. Tenslotte wordt online video ook steeds vaker gebruikt in de marketing. Online video helpt namelijk de marketeer met rijkere content en verbetert de resultaten van de website. Consumenten zien online video ook vaak als een belangrijke factor bij online aankopen (Ondernemer24.nl, 2014). 80% van de consumenten is namelijk eerder geneigd om product te kopen na het zien van een productvideo (Cisco, 2011). Online video is daardoor de perfecte oplossing. Door gebruik te maken van visuele content speel je als ondernemer handig op de behoeftes van de kijker in. Feiten en cijfers • Volgens Cisco gaat het aantal video’s in 2016 zich verdubbelen. Dit betekent dat dan 55% van alle internetverkeer video is. • Youtube heeft meer dan 1 miljard gebruikers. Statistieken laten zien dat er wereldwijd 300 uur per minuut aan video wordt geüpload. Ook het aantal uur per maand dat mensen video’s bekijken op Youtube, stijgt elk jaar met 50%. • Volgens Rhythm NewMedia hebben mobiele video’s met “share buttons” 36% meer engagement. Online video bekijken leidt vaak tot actie. • Gemiddeld kijken we 10 online video’s per dag. • Via Facebook, e-mail en Whatsapp worden de meeste video’s gedeeld. • ComShore zegt dat 90% van alle consumenten video handig vinden bij het maken van keuzes. Web shops die online video’s tonen bij producten hebben een hogere conversie, want maar liefst 80% van de consumenten is eerder geneigd om product te kopen na het zien van een productvideo. • Door technische ontwikkelingen en veranderde consumentengedrag zal het aanbod van online video’s verder stijgen.
6
// 3.1. Welke Verschillende platformen zijn er die online video aanbieden en op welke manier bieden zij dit aan? Video is booming. Verwachtingen zijn dat in 2018 79% van al het consumenten internetverkeer uit video zal bestaan. Video krijgt daardoor een steeds belangrijkere rol in de content- en marketingstrategie van bedrijven. Je kunt als marketeer aan de slag op platformen, zoals Youtube, Vimeo en Facebook, maar je kunt er ook voor kiezen om naast het inzetten van video via social media ook een eigen Online Video Platform (OVP) te nemen (Frankwatching, 2015). Wat is een OVP? Volgens Frankwatching is een OVP één compleet systeem waarmee je op een handige en overzichtelijke manier je video’s kunt beheersen, publiceren en analyseren. Een OVP biedt dus een complete oplossing. Het is dus voor marketeers zeer handig om een eigen OVP te nemen, omdat consumenten steeds meer video wil zien. Doordat er tegenwoordig de mogelijkheid is voor een OVP, zie je dit daarom ook steeds vaker. Maar niet alleen marketeers maken gebruik van een OVP. Er komen namelijk steeds meer nieuwe Online Video Platforms met films en series, denk aan Netflix en Popcorn Time. Hieronder en hiernaast is een lijst te zien met verschillende platformen en op welke manier deze platformen video aan bieden. Youtube is de grootste aanbieder van online video. Youtube is een distributieplatform en biedt de mogelijkheid aan makers van originele content en aan adverteerders om op een makkelijke manier video’s te uploaden. Youtube geeft miljarden mensen de mogelijkheid om zelfgemaakte video’s te ontdekken, bekijken en te delen (Youtube, z.d.). Vimeo is net als Youtube een videowebsite waar gebruikers video’s kunnen uploaden, delen en bekijken. Het draait op Vimeo om kwalitatief goede content met een community van professionals, zoals kunstenaars, filmmakers en muzikanten. Het draait dus niet om geld verdienen en zoveel mogelijk views krijgen (Frankwatching, 2015). Facebook is een social netwerk site. Hierop delen gebruikers hun persoonlijke interesses met anderen. Facebook heeft het afgelopen jaar veel geïnvesteerd in video, waardoor er steeds meer video’s op Facebook geplaatst en bekeken worden (Frankwatching, 2015). Instagram is een mobiele app om foto’s en video’s uit te wisselen met andere gebruikers middels mobiele apparaten. Sinds het ook mogelijk is om video’s te uploaden is Instagram een uitstekende multimedia-app die door meer dan honderden miljoenen mensen wordt gebruikt (Androidplanet, z.d.). Dumpert is een platform waar je alle bizarre, grappige, schandalige en maffe video’s kunt bekijken. Gebruikers van dit platform kunnen video’s, foto’s en geluidsfragmenten uploaden en hier een waardering aan geven. Er wordt vaak grappig en schandelijk materiaal geplaatst waarop gebruikers zichzelf laten zien of een persiflage van zichzelf (Dumpert, z.d.).
Vine is een app waarmee je video’s van zes seconden kunt maken. Doordat het een video van slechts zes seconden is, is het de bedoeling om op een zo creatief mogelijke manier je boodschap over te brengen in beeld en geluid. Deze video’s kun je met je followers op verschillende soorten Sociale Media delen (Marketingfacts, 2013). Google Hangouts is Google’s eigen chatservice die de functionaliteiten van Google Talk, Google+ Messenger en Hangouts videochatten samenbrengt. Google Hangouts is een alles-in-één dienst die je op vele manieren laat communiceren met je contactpersonen. Door middel van Google Hangouts kunnen gebruikers videogesprekken voeren en opnemen, zodat je deze naar believen automatisch naar Youtube kan uploaden (Androidplanet, z.d.). Netflix is een on-demand video dienst. Dankzij Netflix kunnen de gebruikers online films en series streamen. De gebruiker hoeft hierdoor niet te wachten tot de film gedownload is, maar kan gelijk beginnen met kijken. Netflix wordt aangeboden in abonnementsvorm. Voor een paar euro in de maand, kan de gebruiker online films en series kijken (Netflix in Nederland, 2015). Popcorn Time is een online platform waarbij je de nieuwste films en tv-series kunt bekijken. Popcorn Time is in tegenstelling met Netflix gratis te gebruiken. Het aanbod en het gebruik van Popcorn Time is echter wel illegaal, want de videostreamingdienst maakt gebruik van torrents. Gebruikers kunnen de film of serie tijdens het downloaden direct kijken (Androidplanet, z.d.). Videoland is sinds kort een digitale videotheek geworden. Het heeft duizenden films en series uit binnen- en buitenland. In het aanbod vind je onder andere een groot aantal exclusieve titels van Nederlandse bodem. Met Videoland Unlimited kun je onbeperkt films en series kijken voor een vast bedrag per maand (Videoland, 2015). MovieMAX Online is een on-demand dienst waar je films kunt huren en downloaden in DVD kwaliteit met stereogeluid. MovieMAX Online heeft een groot aanbod in verschillende films en series. De huurprijs varieert verschilt per film (MovieMAX Online, z.d.). Pathé Thuis biedt films aan die kort geleden in de bioscoop hebben gedraaid. Wekelijks worden er nieuwe films aangeboden, waardoor het aanbod steeds uitgebreider wordt. Zo kan de gebruiker de nieuwste films zien. Alle films zijn voorzien van Nederlandse ondertiteling of worden Nederlands gesproken. Bij Pathé thuis kun je een film huren of kopen (Pathé Thuis, 2015).
7
// 3.2. op welke manier maken nederlandse televisiezenders gebruik van verschillende platformen? Door middel van deelvraag 3.1 werd er antwoord gegeven op de vraag welke verschillende platformen er zijn die online video aanbieden. Hier werd er vooral gekeken naar de online platformen waar video wordt aangeboden voor amusement, bijvoorbeeld op Social Media. Deze benoemde platformen zijn echter niet de enige platformen die online video aanbieden, want ook onze eigen Nederlandse televisiezenders hebben een aantal online video platformen. In opdracht van RTL Nederland heeft Millward Brown (2015) resultaten uit een wereldwijd onderzoek op het gebied van online video gebundeld. In dit onderzoek wordt er gezegd dat online video een waardevol onderdeel is van de media mix. Het profiteert van de audiovisuele kracht van de televisie en de actieve online omgeving. Uit het onderzoek blijkt ook dat de televisie en online video elkaar heel goed aanvullen. Dit komt doordat blootstelling aan meerdere kanalen het effect kan versterken. Ook wordt er 2 keer zo vaak online video bekeken dan televisie. In een artikel van van Ondernemer24 (2014) kunnen we lezen dat Nederland massaal online video kijkt. De televisiezenders zouden dus mee moeten gaan, voordat alles via het internet gaat. Hieruit blijkt dat het voor alle andere Nederlandse televisiezenders slim is om hier op in te spelen en hun televisieprogramma’s ook online aan te bieden. Hieronder is een overzicht gegeven van de online video platformen die onderdeel zijn van de Nederlandse televisiezenders. De eerste zeven zijn de bekendste online video platformen van de Nederlandse televisiezenders. Hierbij zijn Uitzending Gemist en NLziet de online video platformen voor de publieke omroepen. Ook kun je via de websites van de omroeporganisaties, zoals BNN, VARA, EO, AVROTROS, video’s terug kijken, video’s vooruit kijken of exclusief beeldmateriaal bekijken. Verder zijn er nog een aantal websites waarbij je online naar de televisie kan kijken. Je kunt hierbij alleen hetgeen zien wat er op dat moment op de televisie is. Deze websites zijn dus eigenlijk ook online video platformen, maar omdat het eigenlijk televisie kijken op de computer is, heb ik deze websites niet toegevoegd. RTL XL is het online video platform van RTL. Dankzij RTL XL kan iedereen hun favoriete tv-programma’s van alle RTL televisiezenders online terug kijken. Ook zijn er al afleveringen online te zien, voordat deze op de televisie zijn geweest (RTL XL, 2015). Uitzending Gemist is de online video platform van de publieke omroep. De site biedt de mogelijkheid om eerder uitgezonden televisieprogramma’s die op NPO1, NPO2 en NPO3 uitgezonden werden kosteloos terug te kijken (NPO, z.d.). SBS6 gemist is een online video platform waarbij de gebruiker televisieprogramma’s van de televisiezender SBS6 terug kan kijken (SBS6, 2015). Net5 gemist is een online video platform waarbij de gebruiker televisieprogramma’s van de televisiezender Net5 terug kan kijken (Net5, 2015).
KIJK is een online video platform waarbij de gebruiker naar programma’s van de televisiezenders SBS6, Net5, SBS9 en Veronica kan kijken wanneer het diegene uitkomt. De gebruiker kan op KIJK ook kijken naar exclusieve clips die nooit op tv zijn geweest. Ook zijn er al afleveringen online te zien, voordat deze op de televisie zijn geweest (Kijk, 2015). NLziet is een samengevoegde online videoplatform. Bij NLziet heb je namelijk toegang tot series, documentaires, reality, actualiteit, talkshows en amusement van de grootste Nederlandse televisiezenders. NLziet biedt televisieprogramma’s van de televisiezenders NPO1, NPO2, NPO3, RTL4, RTL5, RTL7, RTL8, SBS6, SBS9, Net5 en Veronica. Bij NLziet heeft de kijker eigenlijk drie voor de prijs van één, want je hebt toegang tot Uitzending Gemist, RTL XL en KIJK. Om toegang te hebben tot deze televisieprogramma’s heb je voor één vast bedrag per maand een abonnement nodig (NLziet.nl, 2015). Op de Nederlandse website van Nickelodeon kunnen gebruikers vele verschillende dingen doen, waaronder spelletjes spelen. Er is ook een menu waarbij de gebruikers video’s kunnen bekijken, waardoor Nickelodeon.nl ook een online video platform is. Het is geen ‘Nickelodeon gemist’, maar de gebruikers kunnen wel top video’s bekijken (Nickelodeon.nl, 2015). Op de Nederlandse website van Disney XD kunnen de gebruikers (net als bij Nickelodeon) ook video’s bekijken. Ook dit is geen ‘Disney XD gemist’, maar zijn er een aantal video’s die de gebruiker kan bekijken. Hierdoor wordt ook Disney XD een online video platform (Disneyxd.disney.nl, 2015). Ook op de Nederlandse website van Disney Channel kunnen de gebruikers (net als bij Nickelodeon en Disney XD) video’s bekijken. Ook dit is geen ‘Disney Channel gemist’, maar zijn er een aantal video’s die de gebruiker kan bekijken (Disneychannel.nl, 2015). De website van Comedy Central is niet helemaal een online video platform. Gebruikers kunnen hier namelijk geen programma’s terug of vooruit kijken. Wel kunnen gebruikers op deze website video’s bekijken, namelijk onder het kopje ‘Best Of Comedy Central’. Hier kunnen de gebruikers de beste video’s in de afgelopen tijd terug kijken (Comedycentral.nl, 2015). MTV Shows is de online video platform van MTV Nederland. De site biedt mogelijkheid om programma’s, die op MTV worden uitgezonden, terug te kijken (MTV.nl, 2015). TLC Video is de online video platform van TLC Nederland. De site biedt mogelijkheid om de beste video’s die uitgezonden zijn op dit televisiezender terug te kijken (TLC.nl, 2015). Op Xite.nl kun je via een livestream de televisiezender Xite volgen. Ook heeft Xite een menu met video’s, waar je verschillende video’s kunt bekijken, zoals de Dag Top 5 die elke dag ook op tv komt. Er zijn ook behind the scenes video’s en week mixen die de gebruiker kan bekijken. Hierdoor is de website van Xite ook een online video platform (Xite.nl, 2015).
Veronica Gemist is een online video platform waarbij de gebruiker televisieprogramma’s van de televisiezender Veronica TV terug kan kijken (Veronica tv, 2015).
8
// 4. Hoe gaan de Nederlandse publieke omroepen om met het feit dat online video erg populair is geworden? Om er achter te komen hoe Nederlandse publieke omroepen omgaan met het feit dat online video is toegenomen en om betere inzichten te krijgen, heb ik contact opgenomen met één van de omroeporganisaties van de publieke omroep, namelijk BNN-VARA. Ik ben in contact gekomen met Melvin Maas en ik heb hem mogen interviewen. Melvin Maas is onder andere een senior web redacteur bij BNN-VARA. Hij is verantwoordelijk voor het VARA merk als corporate merk en een X aantal titels. Daarnaast is hij ook een concept developer. Hij is onder meer verantwoordelijk voor dat er brainstorms zijn, dat er ontwikkeling zit in online concepten en dat BNN-VARA nieuwe dingen uit probeert. Uit het interview is gebleken dat BNN-VARA goed inspeelt op de komst van online video. Voornamelijk knipten BNN-VARA stukken content los uit televisieprogramma’s, om deze stukken video vervolgens online te zetten. Daarmee creëer je bereik, want het heeft daardoor een terugkijkfunctie. Die werkwijze is ondertussen al verouderd. Inmiddels heeft BNN-VARA een Camjo (Camera-Journalist) blok bij de redactie zitten. Daar zitten op dit moment zo’n vier Camjo’s en zij maken rationele content. Dat is content die niet in het televisieprogramma zit. BNN-VARA heeft gezien dat online video een enorme sprong heeft genomen, met name omdat het heel erg gepusht is door een aantal sociale kanalen. Een voorbeeld die Melvin Maas geeft is het programma De Beste Singer-Songwriter. Bij De Beste Singer-Songwriter staan de muziek en de personen centraal. Er is in het programma maar beperkte tijd. Iedere persoon doet daardoor maar één of twee liedjes, maar eigenlijk hadden ze in het televisieprogramma nog leuke grapjes of een toffe cover kunnen doen. BNN-VARA had er nog wel andere dingen in willen verwerken, maar dat kan vanwege de beperkte tijd niet. Dat soort content, wat dus nog niet geschoten is, dat gaan de Camjo’s dan maken. Zij maken dus extra content buiten het programma om wat dan weer online bekeken kan worden.
Doordat jongeren eigenlijk geen televisie meer kijken, maar vooral online te vinden zijn, beleven zij de programma’s op het internet in plaats van op de televisie. BNN-VARA speelt hier op in. Dit doen zij door dus zelf een team te hebben die extra content produceert wat dus exclusief voor online is. Hiermee maakt BNN-VARA hun kanalen ook meteen relevant, want wat heb je nou aan een online kanaal dat alleen maar herhaalt en waarmee je alleen maar programma’s kunt terug kijken? Op die manier probeert BNN-VARA hun meerwaarde en hun bestaansrecht te creëren. Een andere manier is een online content plan. Daarmee is BNN-VARA gaan kijken wat zij nog meer kunnen doen met online en dan met name online video. BNN-VARA deed al sinds een aantal jaar aan backstage filmpjes, bijvoorbeeld bij series zoals Overspel. Daar gingen zij met acteurs zitten om hun te interviewen. Met dit interview werd er een soort brugvideo tussen twee afleveringen gecreëerd. In deze brugvideo wordt er eigenlijk een extra cliffhanger op de cliffhanger van de uitgezonden aflevering gegeven om de mysterie nog groter te maken. Hoe BNN-VARA dat nog verder heeft geprobeerd te trekken, is bijvoorbeeld bij het programma Smeris. Een serieuze dramaserie met een komisch tintje. Wat BNN-VARA daar heeft gedaan is niet alleen die brugvideo maken, maar ook een interactieve video. Er wordt hierbij een vraag gesteld door één van de acteurs. Er komen dan bijvoorbeeld twee opties waar je op kan klikken. Dat heeft BNN-VARA gedaan om twee dingen te stimuleren, zowel het terugkijken van de video en met dat ze één van die twee opties kiezen, ze een letter krijgen. Met die letter, in combinatie met andere vragen, kun je uiteindelijk een code vormen. Als je die code hebt en invoert, kun je de eerste scene van de volgende uitzending zien. Dit is dus exclusief beeldmateriaal en dus nog nergens anders te zien. De diehard fans gaan daar natuurlijk ook over praten en daar gebeurt weer meer om heen, waardoor je een soort van buzz creëert (Melvin Maas, 2015). Hierdoor speelt BNN-VARA goed in op het feit dat online video steeds populairder is geworden. Zij geven er wending aan en maken zelf gebruik van online video. Andere omroepen maken ook gebruik van dit soort technieken, maar minder dan BNNVARA. BNN-VARA is namelijk één van de grootste omroepen.
// Melvin Maas Web Designer & Concept Developer
9
// 4. Hoe gaan de Nederlandse publieke omroepen om met het feit dat online video erg populair is geworden? Ondanks dat BNN-VARA online zo groot is, is de core business van een omroep nog steeds om radio en televisie te maken. Dat is een vrij conservatieve houding, want BNN-VARA is lang niet meer de radio- en televisiemakers van vroeger, want zij zijn net zo goed digital. Alles wat betreft digitale media is net zo happening als radio en televisie en in principe nog veel meer happening. Het is een wisselwerking. Als je nu alles online gaat gooien en niets meer op televisie, gaat je bereik en je relevantie enorm naar beneden (Melvin Maas, 2015). Daar moet een mix in komen, want er is nog een enorm grote groep die nog wel radio luistert en die nog wel televisie kijkt, met name mensen vanaf 30 jaar tot bejaarden. Maar ondanks dat, focust BNNVARA zich wel voornamelijk rondom de jongeren programma’s. Zij focussen zich steeds meer op een online entry point, waarmee je dus online begint. Hoe kan BNN-VARA de jongeren die online zitten nou aanspreken? Een voorbeeld hiervan is BNN 3 Op Reis Backpack. Tegenwoordig heb je natuurlijk vele vloggers en voornamelijk ook vakantie vloggers. Daar omheen heeft BNN-VARA een televisieprogramma bedacht, met daarin geïntegreerd een soort van digital component, namelijk die vloggers zelf. Die vloggers gaan uiteindelijk in het televisieprogramma met Jan Versteegh en Geraldine Kemper mee op reis. Daarvoor ligt er een heel groot traject, waar online het concept begon. Allereerst kon je je op internet aanmelden als vlogger. Daarna zijn er een aantal rondes geweest, waarbij de beste door gaan. Dit is allemaal online gebeurd. Na dat hele online traject is eigenlijk het televisieprogramma pas begonnen. Gedurende de opnames van het programma, maakten de vloggers hun videoblog. Zo blijven de kijkers tijdens het programma ook online. Digital first. Dat zulk soort concepten zal je veel meer gaan zien om jongeren te bereiken. Maar als er bijvoorbeeld een nieuw soort talkshow zou komen, zou dat weer eerst op de televisie succesvol gaan worden en daarna pas op Social Media. Daarna kun je ook pas met online video dingen gaan toevoegen. Het ligt heel erg aan je doelgroep en aan je merk, wie je wilt zijn en wat je wilt bereiken.
Nieuwsgierig naar het gehele interview? Blader dan door naar de bijlagen!
10
// 5. In hoeverre zien de nederlandse publieke omroepen een verschil van de kijkcijfers, sinds online video bestaat? Kijkcijfers laten zien hoeveel en welke mensen naar televisieprogramma’s, spots of zenders hebben gekeken. De omvang van het kijkerspubliek kan op verschillende manieren worden weergegeven, bijvoorbeeld in kijkdichtheid, bereik of marktaandeel. Deze resultaattypen belichten het kijkerspubliek ieder van een eigen kant. De kijkdichtheid geeft bijvoorbeeld het percentage personen weer dat gemiddeld per seconde naar een programma of spot heeft gekeken. Maar als het aantal kijkers laag is, zoals in de ochtend, drukt het marktaandeel beter uit hoe goed een programma of spot is bekeken. Het marktaandeel van een programma geeft aan hoeveel procent van de mensen die tijdens de uitzending televisie aan het kijken waren, voor dit programma koos. Bereik is net als kijkdichtheid een maat voor de omvang van het publiek. Soms gaat het er meer om dat veel mensen ‘bereikt’ worden en niet dat ze lang hebben gekeken. Het bereik is het aantal of het percentage binnen een bepaalde doelgroep dat ‘iets’ van een programma, zender of spot heeft gezien. Bij programma’s en zenders geldt dat een kijker ten minste 60 seconden aaneengesloten moet hebben gekeken. Het spotbereik is gelijkgesteld aan de kijkdichtheid van de beginminuut van de spot. Nu er steeds minder mensen televisie kijken en steeds meer mensen online zitten, zou je zeggen dat er een verschil in de kijkcijfers zit. Sommige mensen zeggen zelfs dat televisie aan het overlijden is, maar volgens Melvin Maas zou dit niet zo snel gaan. Je ziet in deze tijd wel enkele verschuivingen, maar als er gekeken wordt naar programma’s van BNN-VARA, zie je dat succesvolle titels alleen maar groter zijn geworden. De Wereld Draait Door heeft nu al 10 seizoenen en is bijvoorbeeld ieder seizoen gegroeid. Voorheen zat dit programma op NPO3, maar sinds twee jaar is DWDD naar NPO1 verhuisd. Toen het nog op NPO3 uitgezonden werd, zaten de kijkcijfers rond de 1.1 miljoen. Nu is dat gemiddeld 1.7 miljoen geworden. In die zin ervaart Melvin Maas niet dat televisie echt minder is geworden qua kijkcijfers. Echter kan je bij NPO3, de jongerenomroep, wel concluderen dat die zender geen enorme groei maakt. Dit komt doordat de jongeren steeds meer online te vinden zijn. Zo zie je bij De Beste Singer-Songwriter dat de online content bijna beter scoort dan de televisieprogramma zelf. Eerst deed De Beste SingerSongwriter het vrij goed met de kijkcijfers, zo’n 400.000/500.000 met uitschieters naar boven. Afgelopen seizoen zat het zo rond de 200.000. De online fragmenten hadden soms een bereik wat zelfs hoger lag dan de uitzending. Daaraan kun je zien dat een programma zoals De Beste Singer-Songwriter misschien online nog wel meer potentie heeft als op televisie. En hoe komt dat? Omdat de doelgroep van De Beste Singer-Songwriter online te vinden is en dus veel minder dan op televisie. Maar dat is meer een algemeen probleem waar de NPO3 ook tegen aan loopt (Melvin Maas, 2015).
Aan de andere kant kun je zeggen dat de televisieprogramma’s wellicht niet goed genoeg waren. Misschien werden de jongeren vorig jaar niet genoeg geprikkeld door de inhoud van de NPO3 programma’s, waardoor ze het dus niet interessant vonden om naar te kijken. Er kunnen nu toevallig vijf programma’s gedurende een jaar draaien, die zij wel heel interessant vinden en die dus wel heel hoog scoren. In hoeverre heeft het dan te maken met het medium? Misschien heeft het dan wel te maken met de inhoud van het medium, dus met de programma’s zelf? “Ik denk niet dat televisie enorm gedaald is”, aldus Melvin Maas. Ook worden de kijkcijfers tegenwoordig anders berekend als vroeger toen er nog geen online video was. Vanaf 1 januari 2008 is er namelijk een nieuwe regel van start gegaan. Sinds die datum rapporteert de SKO niet langer alleen het kijkgedrag tijdens het moment van uitzenden, dus op televisie, maar ook het uitgesteld kijken. Uitgesteld kijkgedrag houdt in dat er op een ander moment dan waarop de programma’s worden uitgezonden, de programma’s bekeken worden. Als mensen een programma opnemen of online op dezelfde dag terugkijken, of in één van de 6 daaropvolgende dagen, wordt dit mee gerekend met de kijkcijfers van de uitzending. De kijkcijfers van de uitzending en de terugkijkcijfers worden dan dus het totale kijkcijfer van het programma (Stichting Kijkonderzoek, 2015). De cijfers zijn pas na zeven dagen definitief. Een definitief kijkcijfer wordt ook wel KijkTotaal genoemd. Het kijkgedrag wat wordt gerapporteerd in het KijkTotaal bevat dus alle kijkcijfers dat tijdens de uitzending en uitgesteld kijken heeft plaatsgevonden binnen zes dagen na de uitzending (Stichting Kijkonderzoek, 2015). Daaruit blijkt dat er eigenlijk geen verschil van de kijkcijfers is, sinds online video op de markt is gekomen, want het wordt dus bij elkaar opgeteld. De losse online content die bijvoorbeeld BNN-VARA maakt worden niet opgeteld bij de kijkcijfers van de televisie. Deze kijkcijfers staan los van elkaar (Melvin Maas, 2015). Als je kijkt naar de kijkcijfers van Stichting Kijkonderzoek zie je dat er toename heeft plaatsgevonden met het televisie kijken. De Nederlander keek in 2014 gemiddeld 200 minuten (3 uur en 20 minuten) per dag televisie, terwijl dit in 2013 195 minuten (3 uur en 15 minuten) was. De stijging werd vooral veroorzaakt door twee grote sportevenementen, namelijk het WK voetbal en de Olympische winterspelen. Het percentage uitgesteld kijken, dus online video, steeg van 4,5% in 2013 naar 5,0% van de totale kijktijd. Als je kijkt naar de kijkcijfers van de publieke omroep zie je stijgingen en dalingen. NPO1 heeft namelijk in 2014 gemiddeld 466.000 kijkers per dag, terwijl dit in 2013 395.000 kijkers waren. NPO1 heeft daardoor een enorme stijging meegemaakt. Als je dan kijkt naar NPO3 zijn er weer dalingen te zien. In 2014 waren er namelijk 111.000 kijkers per dag en in 2013 waren dit er 139.000. Nu is dit online wel weer gestegen van 5,9% in 2013 naar 8,0% van de totale kijktijd in 2015. Hieruit kun je concluderen dat de doelgroep van NPO3, jongeren, veel minder televisie is gaan kijken en veel meer online is gegaan.
11
// 6. is online video de toekomst? Volgens de Cisco Visual Networking Index zal 69% van al het internet verkeer bestaan uit video. Het aantal uur per maand dat mensen video’s bekijken op Youtube stijgt elk jaar met 50%. Hieruit kun je concluderen dat online video de toekomst is. Ik vroeg deze vraag aan Melvin Maas en ook volgens hem gaat online video flinke sprongen nemen. De mensen van tegenwoordig zijn lui en willen gewoon geprikkeld worden door een verhaal, wat ze niet perse hoeven te lezen, maar wat ze voorgeschoteld krijgen in vorm van een video. Volgens Melvin zou dit in de toekomst niet veranderen. Deze vraag zou waarschijnlijk alleen nog maar meer gaan groeien. Online video zal ook nog best een ontwikkeling door gaan maken op basis van technieken. Denk bijvoorbeeld aan een ocolus rift (een virtual reality bril). Dat is 1 feature die ontwikkeld wordt, maar zo zijn er nog tal van andere functies. Ook zou online video groter worden om het simpele feit dat mensen zelf natuurlijk steeds meer online video maken. Je moet eens kijken wat er om je heen gebeurt. Je ziet dat er nu steeds meer user-generated content komt. Kijk naar de vloggers die hun webcam of hun go-pro camera pakken en filmen wat ze tof vinden. In een aantal jaar bouwen zij een basis op van een aantal abonnees op Youtube, waarmee ze hun brood mee kunnen verdienen. Alleen met die gegevens al zal video maken laagdrempeliger worden en technieken goedkoper, waardoor online video nog veel meer gaat groeien.
Ook zie je dat Youtube enorm populair is. Youtube is na Google één van de meest gebruikte zoekmachines. Eigenlijk is het best bizar om antwoord op je vraag te zoeken in een database van filmpjes, maar aan de andere kant is het super slim. Als jij wilt weten hoe een bepaald apparaat werkt, wordt er op Youtube in drie minuten uitgelegd hoe je het moet doen, terwijl je een hele handleiding krijgt die je zelf moet doorspitten, als je dit op Google zoekt. Online video zou dus een hele toevlucht gaan nemen door techniek, maar ook door betere verbindingen. Wi-Fi is super snel om video te streamen, maar ook 4G en alles wat daarna nog gaat komen. De faciliteiten zouden ook alleen maar beter worden en dat zou ons faciliteren om ook meer online te kijken. Er zou altijd wel een groepje zijn die televisie zou blijven kijken, maar de online voorziening wordt natuurlijk zoveel sneller, beter en uitgebreider. Waarom zou je over 20 jaar nog wachten op een televisieprogramma, als je het On Demand of als je het via je mobiel zo op ieder moment kan kijken. In principe is dat nu al zo. Alleen de cultuur is een beetje zo ingericht om het nog via de televisie te bekijken, want heel veel mensen leven nog rond de televisie. Jongeren daarentegen leven vooral rond die mobile devices, waardoor die online kanalen een enorme toevlucht nemen. De leeftijdscategorie waar wij onder vallen leven al beetje rondom die mobiel en onze kinderen gaan dat later nog meer doen. Melvin Maas denkt hierdoor dat het medium televisie dan steeds minder relevant wordt, maar dit wil niet zeggen dat televisieprogramma’s minder relevant worden. Televisieprogramma’s zouden namelijk nog prima online voort kunnen bestaan. Televisiemakers zullen dan wel in andere formats moeten gaan denken, want voor de televisie blijf je langer zitten, terwijl je online binnen 30 seconden weg bent als het niet leuk is. De transitie naar een andere format zou dan alsnog wel kunnen voorbestaan. De vorm van de televisie, dat fysieke ding wat in de woonkamer staat, zal dan waarschijnlijk op den duur wel veranderen.
12
// Conclusie
// relevantie cmd-er
Online video is de toekomst. Door meer user-generated content, betere technieken en betere verbindingen zal online video in de komende jaren nog meer stijgen. Ik ben er achter gekomen dat de Nederlandse publieke omroepen geen last van dit fenomeen hebben. Zij hebben een draai gegeven aan online video en spelen hier juist op in. Dit doen zij door extra content te produceren wat exclusief voor online is.
In de loop van de jaren krijg je bij CMD ervaring in verschillende soorten vakgebieden. Eén van deze vakgebieden is video. Ook kun je met je specialisatie kiezen om je te specialiseren in Content Design. Content heeft natuurlijk alles te maken met inhoud. Als je je nu eens inbeeld dat je voor een publieke omroep werkt, hoe zorg je er dan voor dat je verhaal staat? Hoe zorg je er voor dat de programma’s aanslaan bij je doelgroep?
In plaats van dat de Nederlandse publieke omroepen lage kijkcijfers hebben, wat ik had verwacht, omarmen zij online video en gebruiken zij het om hun kijkcijfers de baas te blijven of zelfs te vermeerderen. Er is daardoor een mix tussen televisieprogramma’s en online video. Dit omdat er een enorm grote groep is die nog wel gebruik maakt van traditionele media. Als je nu alles online gaat gooien en niets meer op televisie, gaat je bereik en je relevantie enorm naar beneden.
Als CMD-er moet je dan bewust zijn van de technologiën van deze tijd. Je moet je je bewust zijn van schiftingen onder verschillende media, zodat je daar op kan inspelen. Hierdoor kun je er dus voor zorgen dat je niet weg duikt voor het fenomeen online video, maar er juist op in speelt. Geef een draai aan online video en maak gebruik van deze technologische ontwikkeling.
Maar we leven tegenwoordig wel heel erg van de mobile devices, waardoor het medium televisie steeds minder relevant wordt. Want waarom zou je nog op een televisieprogramma die om 20.00 uur wordt uitgezonden, moeten wachten als je het de volgende dag ook kan kijken? Echter wilt dit niet zeggen dat televisieprogramma’s minder relevant worden, want deze kunnen in de toekomst namelijk nog prima online voortbestaan, maar dan wel in een andere format. Door mijn onderzoek ben ik er dus achter gekomen dat televisieprogramma’s juist versterkt worden door online video en kijkcijfers hetzelfde blijven / omhoog gaan. Het is daardoor niet televisie versus online video, wat ik van te voren dacht, maar televisie featuring online video.
In mijn essay kun je onder andere lezen hoe BNN-VARA heeft gezien dat online video een enorme sprong heeft genomen. Je kunt lezen hoe zij een draai hebben gegeven aan online video en hoe zij hier op inspelen. Zo blijkt dat de televisie en online video een wisselwerking is. Melvin Maas denkt dat de televisie op den duur zal veranderen. Jij kan als CMD-er (content, concept, visual, uxd) hier op inspelen om nieuwe formats te gaan bedenken, waardoor de televisieprogramma’s blijven bestaan. Ook kun je lezen dat online video onder marketeers en bedrijven steeds meer groeit. Bedrijven weten echter nog niet veel over deze nieuwe wereld. Jij kunt als CMD-er hier op inspelen, nu je weet dat je online video moet omarmen.
13
// Bronnenlijst • Androidplanet (z.d.). Google Hangouts: tips en downloads. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.androidplanet.nl/spotlight/hangouts/ • Androidplanet. (z.d.). Instagram voor Android: tips en trucs. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.androidplanet.nl/spotlight/instagram/ • Bizzvideo. (2015). Gepersonaliseerde video groeit mee. Geraadpleegd op 1 mei 2015, van http://www.bizzvideo.nl/online-video-groeit/ • Comedy Central. (2015). Best of Comedy Central. Geraadpleegd op 8 mei 2015, van http://www.comedycentral.nl • Disney Channel. (2015). Filmpjes. Geraadpleegd op 8 mei 2015, van http://www.disney.nl/disney-channel/filmpjes/ • Disney XD. (2015). Filmpjes. Geraadpleegd op 8 mei 2015, van http://disneyxd.disney.nl/filmpjes • Dumpert. (z.d.). Huisregels. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.dumpert.nl/huisregels/ • Encyclo.nl. (2015). Televisie. Geraadpleegd op 25 april 2015, van http://www.encyclo.nl/begrip/televisie • Encyclo.nl. (2015). Televisiezender. Geraadpleegd op 25 april 2015, van http://www.encyclo.nl/begrip/TELEVISIEZENDER • Frankwatching. (2013). 5 redenen om nu met video te beginnen. Geraadpleegd op 29 april 2015, van http://www.frankwatching.com/archive/2013/10/24/5-redenen-om-nu-met-video-te-beginnen/ • Frankwatching. (2013). De kracht van online video voor je contentstrategie. Geraadpleegd op 29 april 2015, van http://www. frankwatching.com/archive/2013/04/27/de-kracht-van-online-video-voor-je-contentstrategie-infographic/ • Frankwatching. (2013). Online video: wat kost het nu echt? Geraadpleegd op 29 april 2015, van http://www.frankwatching.com/archive/2013/09/23/online-video-wat-kost-het-nu-echt/ • Frankwatching. (2015). Waar moet je op letten bij het kiezen voor een online video platform? Vijf tips. Geraadpleegd op 2 mei 2015, van http://www.frankwatching.com/archive/2015/04/30/5-belangrijke-eigenschappen-voor-de-keuze-van-een-online-videoplatform/ • Frankwatching. (2015). Wat is de beste plek voor je video: Youtube, Vimeo of Facebook? Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http:// www.frankwatching.com/archive/2015/02/19/wat-is-de-beste-plek-voor-je-video-youtube-vimeo-of-facebook/ • Frankwatching. (2014). Welk online video-platform past bij jouw organisatie? Geraadpleegd op 2 mei 2015, van http://www. frankwatching.com/archive/2014/06/28/haal-het-maximale-uit-online-video-de-mogelijkheden-op-een-rij-infographic/ • KIJK. (2015). Over kijk.nl. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.kijk.nl/over • Marketingfacts. (2013). Vine: een ‘wat & hoe’ voor bedrijven. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.marketingfacts.nl/berichten/vine-een-wat-hoe-voor-bedrijven • Millward Brown (2015). Onderzoek online video. Geraadpleegd op 8 mei 2015, van http://www.adverterenbijrtl.nl/docs/default-source/digital/rtl_effectenvanonlinevideo-v8-mc-corr.pdf?sfvrsn=2 • Motivaction research and strategy. (2014). Onderzoek online video. Geraadpleegd op 29 april 2015, van http://www.sanoma.nl/media/uploads/files/2014/05/21/onderzoek_online_video_rapport.pdf • MovieMAX Online. (z.d.). Veel gestelde vragen. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.moviemaxonline.eu/klantenservice/faq/1/43/Website.html • MTV. (2015). TV Shows. Geraadpleegd op 8 mei 2015, van http://www.mtv.nl/shows • Net5. (2015). Programma gemist. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.net5.nl/video/ • Netflix in Nederland. (2015). Wat is Netflix? Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.netflixinnederland.nl/wat-is-netflix/ • Nickelodeon. (2015). Videos. Geraadpleegd op 8 mei 2015, van http://www.nickelodeon.nl/videos
14
// Bronnenlijst • NLziet. (2015). Het grootste aanbod. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van https://www.nlziet.nl/ • NPO. (z.d.). Wat is uitzending gemist en hoe kan ik hier naar kijken? Geraadpleegd op 3 mei 2015, van https://help.npo.nl/faqs/ wat-is-uitzending-gemist-en-hoe-kan-ik-hier-naar-kijken • Ondernemer24.nl. (2014). Het wie, wat en waar van online video in Nederland. Geraadpleegd op 1 mei 2015, van http://www. ondernemer24.nl/het-wie-wat-en-waar-van-online-video-nederland-infographic • Pathé Thuis. (2015). Wat is Pathé Thuis? Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.pathe-thuis.nl/help • Rijksoverheid. (2015). Media en publieke omroep. Geraadpleegd op 25 april 2015, van http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/media-en-publieke-omroep/vraag-en-antwoord/wat-voor-omroepen-zijn-er.html • RTL XL. (2015). Gemist. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.rtlxl.nl/#!/ • SBS6. (2015). Programma gemist. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.sbs6.nl/video/ • Stichting Kijkonderzoek (2015). Het kijkonderzoek in vogelvlucht. Geraadpleegd op 26 mei 2015, via https://kijkonderzoek.nl/het-kijkonderzoek-in-vogelvlucht • Stichting Kijkonderzoek (2015). Jaarpersbericht kijkcijfers. Geraadpleegd op 27 mei 2015, via https://kijkonderzoek.nl/images/Jaarpersberichten/Jaarpersbericht_2014.pdf • Stichting Kijkonderzoek. (2014). TV in Nederland 2014. Geraadpleegd op 25 april 2015, van https://kijkonderzoek.nl/images/TV_in_Nederland/150126_SKOTV_IN_NEDERLAND_2014.pdf • TLC. (2015). Video. Geraadpleegd op 8 mei 2015, van http://www.tlc.nl/video/ • Veronica tv. (2015). Programma gemist. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://www.veronicatv.nl/video/ • Videoland. (2015). Hoe werkt Videoland? Geraadpleegd op 3 mei 2015, van http://hulp.videoland.com/hc/nl/categories/200411931-1-HOE-WERKT-VIDEOLAND• Wikipedia. (2015). Lijst van televisiekanalen. Geraadpleegd op 25 april 2015, van http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_televisiekanalen_in_Nederland • Xite. (2015). Videos. Geraadpleegd op 8 mei 2015, van http://xite.nl/videos- Youtube. (z.d.). Over Youtube. Geraadpleegd op 2 mei 2015, van https://www.youtube.com/yt/about/nl/ • Youtube. (2015). Statistieken. Geraadpleegd op 1 mei 2015, van https://www.youtube.com/yt/press/nl/statistics.html • Melvin Maas (2015). Interview. Plaatsgevonden op 26 mei 2015.
15
// bijlagen // interview melvin maas 1. Wat is jouw functie (en wat zijn jouw werkzaamheden) bij BNN-VARA? “Ik ben web redacteur en concept developer. Binnen BNN-VARA is er een centrale web redactie die eigenlijk de web redactie oppakt voor alle titels die geen vaste web redacteur hebben. Bij grote programma’s zoals De Wereld Draait Door, Pauw of Spuiten en Slikken kun je je voorstellen dat daar gewoon een fulltime redacteur op de online kanalen kan zitten. Echter zijn er ook allerlei titels die dat niet hebben. Dat komt of omdat ze kortlopend zijn of niet het hele jaar er zijn of maar 1 seizoen hebben. Daar kunnen ze dan niet iemand voor een jaar fulltime op zetten. Zo zijn er dus heel veel titels die wij met de centrale web redactie oppakken. In die centrale web redactie ben ik een senior web redacteur. Ik ben verantwoordelijk voor in dit geval het VARA merk als corporate merk en een X aantal titels. Dus dat zijn vijf à zes op hetzelfde moment. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor het concept development. Dat wil inhouden dat ik verantwoordelijk ben voor dat er brainstorms zijn, dat er ontwikkeling zit in online concepten, dat we nieuwe dingen uit proberen, dat als Periscope gelanceerd wordt, dat we meteen kijken van oke, tof. Wat kunnen we hier mee doen? Waar is het relevant? Welk gevoel heeft dit? Bij welk merk past dat? Waar gaan we dat toepassen? En hoe? Dus implementatie ook. Daar houd ik mij voornamelijk mee bezig.” 2. Wanneer ben je begonnen bij BNN-VARA? “Onderhand zit ik hier al wel vier jaar. Ik ben in 2013 afgestudeerd van de opleiding Communication and Multimedia Design, maar ik zit hier al vanaf 2011. Ik heb namelijk in mijn derde jaar stage mogen lopen bij BNN-VARA en vanuit mijn stage heb ik direct een contract aangeboden gekregen. Ik zat toen op een andere afdeling dan waar ik nu zit, maar ik ben wel binnen de VARA afgestudeerd. Later is dit dus BNN-VARA geworden. Ik zou nog even uitleggen wat BNN-VARA nu eigenlijk is. BNNVARA is 1 bedrijf, maar we voeren nog heel nadrukkelijk een twee merken strategie, omdat wij denken dat op dit moment de VARA nog ver uit één ligt met hetgeen waar BNN voor staat. Je zou je kunnen voorstellen, we zijn twee verenigingen. Een lid van BNN (Spuiten en Slikken) kan zich totaal niet verenigen met het idee van een late night programma, zoals Pauw. En de 50-jarige Jeanet uit Groningen kan zich weer totaal niet verenigen met het Spuiten en Slikken, wat eigenlijk bedoeld is voor de 16-jarige Roy uit Amsterdam. Dat ligt zover uit elkaar, dat we wel 1 bedrijf zijn, maar wel twee merken naar buiten blijven voeren.” 3. Online video is steeds meer opkomend. Wat vind jij van online video? “Ik vind het heel erg veel toevoegen. Als je kijkt naar televisieprogramma’s dan wordt er in een televisieprogramma een inhoudelijke lijn uitgezet. Bij televisie heb je eigenlijk een bepaalde tijdspanner. Je hebt één tijdslot op een bepaalde zender en dat is heel kostbaar. Je kunt maar op één moment iets neer zetten met een bepaald programma. Online heb je natuurlijk eindeloos veel ruimte en kun je bij wijze van spreken voor iedereen iets maken, wat op iedere niche zit, wat op de televisie dus niet kan, want je moet toch een hoog kijkcijfer halen. Daar ligt die doelstelling dan ook anders. Online
moet je bereik creëren, maar je kan veel gesegmenteerder te werk gaan. Ik denk dat online video iets toevoegt, omdat visueel een verhaal vertellen veel beter werkt dan alleen een postje waar je alleen een tekstje hebt en een afbeelding. Wat je ook ziet is dat Facebook, Sociale Media in het algemeen, steeds meer video pushen. Video is natuurlijk een middel waar je makkelijk iets mee kan, want in een player kan je daarvoor ook reclame neer zetten. Nu doet Facebook dat nog niet, maar Youtube is dat uiteindelijk wel gaan doen. Ik denk dat Facebook dat binnenkort ook wel gaat introduceren. In dat geval vind ik het niet perse af doen aan het filmpje, maar wel aan het middel als video zijnde. Maar dat ligt dan aan Social Media. De toegevoegde waarde zit hem er in dat je op een audiovisuele manier je verhaal kan vertellen, online, waar dus minder beperkingen op zitten als op televisie. Ik denk dat dat een grote meerwaarde is.” 4. Hoe gaat BNN-VARA om met het feit dat online video erg populair is geworden in deze tijd en dus is toegenomen? “Voornamelijk knipten wij eerst stukken content los uit programma’s, zoals De Wereld Draait Door. Daar knipten wij dus bepaalde stukjes in de uitzending en die stukjes video zetten wij online. Daarmee creëer je natuurlijk bereik, want het heeft daardoor een terugkijkfunctie. Die werkwijze is inmiddels al verouderd. Inmiddels hebben we een Camjo (CameraJournalist) blok bij de redactie zitten. Daar zitten op dit moment zo’n vier Camjo’s en zij maken rationele content. Dus content die niet in het televisieprogramma zit. We hebben gezien dat online video een enorme sprong is gaan nemen met name omdat het heel erg gepusht is door een aantal sociale kanalen. Bij De Beste Singer-Songwriter staan de muziek en de personen centraal. Daar is er maar beperkte tijd, dus iedere persoon doet maar één of twee liedjes, maar eigenlijk hadden ze in het televisie programma nog leuke grapjes kunnen doen of bijvoorbeeld een toffe cover. We hadden er nog wel andere dingen in willen verwerken, maar dat kan niet. Dat soort content, wat dus nog niet geschoten is, dat gaan wij dan maken. We hebben dus een klein team zitten van Camjo’s. Zij maken extra content buiten het programma om. Zij kunnen dus produceren. Vanaf dan en dan gaat die titel lopen, dit zijn de kandidaten, laten we daar iets tofs voor bedenken. Dan kom ik om de hoek kijken, omdat we een brainstorm gaan organiseren. Wat kunnen we allemaal met die kandidaten? Wat gebeurt er in het programma? Wat moeten we voornamelijk niet online doen? Wat voor gemiste kansen heb je eigenlijk in het programma wat wij online juist moeten gaan doen? Dan kom je dus op ‘foute’ duetten, wat een beetje een guilty pleasure achtig idee heeft. Of een cover, dat ze hun favoriete nummer online doen. Zo zie je bij De Beste Singer-Songwriter dat de online content bijna beter scoort dan de televisieprogramma zelf. Eerst deed De Beste Singer-Songwriter het vrij goed met de kijkcijfers, zo’n 400.000/500.000 met uitschieters naar boven. Afgelopen seizoen zat het zo rond de 200.000. Terwijl de online fragmenten soms een bereik hadden wat hoger lag dan de uitzending. Daaraan kun je zien dat een programma zoals De Beste Singer-Songwriter misschien online nog wel meer potentie heeft als op televisie. En hoe komt dat? Omdat naar
16
// bijlagen // interview melvin maas mijn idee de doelgroep van De Beste Singer-Songwriter online zit en veel minder dan op televisie, maar dat is meer een algemeen probleem waar de NPO3 ook tegen aan loopt. Zoveel jongeren kijken eigenlijk geen televisie meer, die zitten meer online. Zij beleven de programma’s meer online dan op televisie. Die kijken eerder online iets terug op de site, of liever nog op Sociale Media. Hoe spelen wij daar op in? Door dus zelf een team te hebben die extra content produceert voor online, wat dus exclusief voor online is. Hiermee maken wij onze kanalen ook meteen relevant, want wat heb je nou aan een online kanaal dat alleen maar herhaalt en waarmee je alleen maar kunt terug kijken wat ook al op de televisie geweest is. Op die manier probeer je je meerwaarde en je bestaansrecht te creëren. Een andere manier is waarmee ik mee bezig ben geweest. Met dramaseries hebben we een online content plan en daarmee zijn we gaan kijken wat we nog meer kunnen doen met online en dan met name online video. We deden al sinds een aantal jaar, bijvoorbeeld bij series zoals Overspel, backstage filmpjes. Daar gingen we met acteurs zitten en hun interviewen. Van: Goh, in aflevering 3 doe je dit, waarom doe je dat? Wat gebeurt er dan in aflevering 4? Als een soort van brugvideo tussen aflevering 3 en 4. Daardoor wordt het ook weer relevant, want mensen zitten in het verhaal. Ze hebben bijvoorbeeld aflevering 1, 2 en 3 gekeken en bij aflevering 3 gebeurt er op het eind iets, de klassieke cliffhanger, wat gebeurt er dan? Online geven we die cliffhanger nog een extra cliff eigenlijk om de mysterie nog groter te maken. Dat soort dingen proberen we te bedenken. Hoe we dat nog verder hebben geprobeerd te trekken, is bijvoorbeeld bij Smeris. Het is een serieuze dramaserie, maar heeft een komisch tintje. Wat we daar hebben gedaan is niet alleen die brugvideo maken, maar ook een interactieve video. Wat we daar hebben gedaan is ook een interview gehouden met de acteurs en in het uiteindelijke filmpje stelt Jeroen jou bijvoorbeeld de vraag: ‘Leuk dat je afgelopen uitzending heb gekeken, maar in die ene scène, wat voor petje had ik daar eigenlijk op? Was dat blauw of geel? En dan komen er twee opties waar je op kan klikken. Dat hebben we gedaan om twee dingen te stimuleren, zowel het terugkijken van de video en met dat ze één van die twee opties kiezen, krijgen ze een letter. Met die letter, in combinatie met andere vragen, kun je uiteindelijk een code vormen. Als je die code hebt en invoert, kun je de eerste scène van de volgende uitzending zien, exclusief. Die is dus nog nergens anders te zien. De diehard fans kunnen daardoor dus al vooruit kijken. Die fans gaan daar natuurlijk ook over praten en daar gebeurt weer meer om heen en daardoor creëer je een soort van buzz. Dat is ook het inzetten van video om de diehard fans toch iets te geven. Die snakken naar content, naar invulling van de onvervulde gedachten die zij hebben over het programma en die vervullen wij door dat soort kleine video conceptjes te implementeren. 5. De televisie was dus eerst eigenlijk gewoon de televisie, maar doordat de jongeren vooral online te vinden zijn, worden zij ook naar online gestuurd. Willen jullie dat blijven doen? “De core business van een omroep is nog steeds om radio en televisie te maken. Dat is een vrij conservatieve houding, want we zijn lang niet meer de radio- en televisiemakers. We zijn net
zo goed digital. Alles wat betreft digitale media is net zo happening als radio en televisie en in principe nog veel meer happening. Alleen omroepen, en ook commerciële omroepen, zoals RTL, die hebben natuurlijk een verdienmodel ingericht op vroeger, voornamelijk van televisie. Je hebt televisieprogramma’s, die maak je interessant. Bij commerciële zenders zitten dan ook wat sluikreclame in, maar dan gaat het vooral om die kijker vast te houden. Het reclameblok waarmee je heel veel geld verdient, is zodat je dan ook het volgend programma mee kan financieren. Daar zit een bepaald verdienmodel achter. Bij de publieke omroep is dat iets anders. Wij krijgen geld vanuit de NPO. Dat doen we door middel van een intekening. Een intekening is niets anders dan een soort van pitch die je één keer in de zoveel tijd houdt als omroep, waar je zegt van we willen dit programma en dat programma. Dat kan radio, televisie of dus digital zijn. Een programma begint vaak bij de omroep vanuit televisie of radio en digital wordt daar later in gefietst en daar wordt dan een soort cross mediale samenhang van gemaakt, wanneer dat gewenst is en relevant wanneer dat goed blijkt voor de doelgroep. Maar jouw vraag is eigenlijk, gaan jullie ook meer kijken vanuit online. Dat is een beetje een strategie dingetje. Aan de ene kant zijn onze grootste afzetkanalen natuurlijk radio en televisie, maar wij zijn online één van de grootste omroepen. Dat wij online zo groot zijn, komt alleen maar omdat we de juiste mensen op de juiste plek hebben zitten, maar ook omdat we goede programma’s op de radio en televisie hebben, waardoor mensen deze ook online verder willen gaan volgen. Het is een wisselwerking. Als je nu alles online gaat gooien en niets meer op televisie, denk ik dat je je bereik en je relevantie enorm naar beneden gaat. Daar moet een mix in komen. Er is nog een enorm grote groep die nog wel radio luistert en die televisie kijkt, met name vanaf 30 jaar tot bejaardentehuis. Maar focussen ons wel voornamelijk rondom de jongeren programma’s. We focussen ons steeds meer op een online entry point, dus waar je online begint. We hebben nu het programma BNN 3 Op Reis Backpack. Allereerst stelden wij ons de vraag: hoe kunnen we de jongeren nou aanspreken? Je hebt natuurlijk vloggers en voornamelijk vakantie vloggers. Daar omheen hebben we een televisieprogramma bedacht, met daarin geïntegreerd een soort van digital component, namelijk die vloggers zelf. Die vloggers gaan uiteindelijk met Jan Versteegh en Geraldine Kemper mee op reis, maar dat is het televisieprogramma. Daarvoor ligt een heel groot traject, waar online het concept begon. Allereerst kon je je op internet aanmelden als vlogger. Daarna zijn er een aantal rondes geweest en dat is allemaal online gebeurd. Na het hele online traject is eigenlijk het televisieprogramma begonnen. Gedurende de opnames van het programma, maakten de vloggers hun videoblog. Tijdens het programma werden deze video blogs online er uit gegooid, maar het hele concept is eigenlijk begonnen met een online insteek. Digital first. Dat zulk soort concepten zal je veel meer gaan zien om jongeren te bereiken. Maar als er bijvoorbeeld een nieuw soort talkshow zou komen, zou dat weer eerst op de televisie succesvol gaan worden en daarna pas op Social Media. Daarna kun je ook pas met online video dingen gaan toevoegen. Het ligt heel erg aan je doelgroep en aan je merk, wie je wilt zijn en wat je wilt bereiken.”
17
// bijlagen // interview melvin maas 6. Weet jij hier ook iets over wat betreft de NPO? Of staat BNN-VARA echt apart van de NPO? “Wij zijn een omroep en in die zin onafhankelijk. Natuurlijk niet helemaal, want we zijn afhankelijk aan de NPO als het gaat om budget. Vanuit de regering krijgt de NPO een X aantal miljoen of miljard. De NPO is degene die dat budget verdeeld bij de omroepen. In zoverre zijn wij afhankelijk, want wij krijgen het geld van ze. De inhoud die wij maken, bepalen wij zelf. De NPO heeft geen invloed op hoe De Wereld Draait Door gemaakt wordt of welke onderwerpen er in Spuiten en Slikken aan bod komen. Wij maken de media. De intekening die ik net noemde, dat is eigenlijk het document, de pitch, die wij als omroep voorheen ieder jaar deden, maar nu wordt het kort cyclischer. Dus we gaan vaker intekenen. Op basis van die pitch gaat de NPO zeggen hoeveel geld wij krijgen per programma. En op basis daarvan kunnen wij dan de programma’s gaan maken. Digital tekent ook in voor een medium. Daar moeten wij dus ook een pitch voor geven om goedkeuring te krijgen van de NPO.” 7. Hebben er grote veranderingen in de afgelopen jaren plaats gevonden, sinds online video bestaat? “Er zijn wel een aantal lijnen te noemen. Waar je zag dat we voorheen voornamelijk fragmentjes vanuit de uitzending online zetten, was eigenlijk een terugkijkfunctie. Dus de functie van online video is veranderd van terug kijken, naar iets extra’s, backstage. Backstage zijn we eigenlijk nu al wel weer een beetje overheen gestapt, want het is nog steeds wel iets wat je wilt doen, maar bij backstage zit je wel dicht bij het programma, terwijl je misschien juist de andere kant op wilt gaan van een programma. Dat zie je bij De Beste Singer-Songwriter. Daar hebben wij ze uit de context van het programma gehaald. We hebben ze bijvoorbeeld in een mooi parkje in Utrecht gezet. Daar hebben ze een mooie cover voorbereid en dat is dan exclusief voor online. Het is daardoor van terug kijken naar exclusieve online content gegaan. Daarnaast is er nog een lijn / een ontwikkeling in de manier waarop je dat dan doet. Je hebt bijvoorbeeld ook dat de interactiviteit van video’s verandert. Vroeger kon je op play en stop drukken, maar nu ga je al naar interactieve mogelijkheden. Je kunt binnen het video frame klikken en je kunt de kijker iets laten delen. Dat is een ontwikkeling en misschien wordt dat in de toekomst wel een hele beleving. Dan heb je het niet meer over de functie van video, maar over de mogelijkheid van de techniek. Ik denk dat we daar in de toekomst echt heel veel meer mee kunnen.” 8. De Nederlandse huishoudens kunnen nu zelf kiezen wanneer zij hun tv-programma’s kijken. Wat merken jullie hier van? Zijn er overzichten waarbij er heel duidelijk wordt laten zien dat deze mensen meer via het internet kijken dan op de televisie? “Qua statistieken durf ik dat niet zo te zeggen, maar ik denk dat je wel kan concluderen dat steeds meer mensen, ook ouderen, online zitten en ook op de sociale media zitten. Of dat nou betekent dat persoon A eerst televisie keek en nu online kijkt is heel moeilijk te meten. We hebben kijkcijfers, dat is een los cijfer en we weten wat het online bereik is, dat is los. Maar je kunt natuurlijk vrij weinig zeggen over dat persoon A eerst daar zat of dat hij nu enkel en alleen nog maar online kijkt of dat hij ook nog steeds op televisie kijkt. Daar heb ik geen inzicht in.”
9. Is er een verschil van de kijkcijfers, sinds online video op de markt is gekomen? Is dit minder of meer geworden in de afgelopen jaren? “Je ziet wel verschuivingen. Sommige mensen zeggen dat televisie aan het dood gaan is, maar ik denk niet dat het zo snel gaat. Als ik naar onze programma’s kijk, dan zie ik dat onze succesvolle titels alleen maar groter zijn geworden. De Wereld Draait Door is bijvoorbeeld ieder seizoen gegroeid. Voorheen zat dit programma op NPO3, maar het is sinds twee jaar naar NPO1 verhuisd. Toen het nog op NPO3 uitgezonden werd, zaten de kijkcijfers rond de 1.1 miljoen en nu is dat gemiddeld 1.7 miljoen geworden. In die zin ervaar ik niet dat televisie echt minder is geworden qua kijkcijfer. Ik denk dat je bij NPO3 wel kan concluderen dat die zender geen enorme groei maakt, doordat de jongeren steeds meer online te vinden zijn. Aan de andere kant kun je ook zeggen dat de programma’s wellicht niet goed genoeg waren. Misschien werden de jongeren vorig jaar niet genoeg geprikkeld door de inhoud van de NPO3 programma’s, waardoor ze het dus niet interessant vonden om naar te kijken. Er kunnen nu toevallig vijf programma’s gedurende een jaar draaien, die zij heel interessant vinden, die heel hoog scoren. In hoeverre heeft het te maken met het medium of heeft het te maken met inhoud van het medium, met de programma’s zelf? Ik denk niet dat televisie enorm gedaald is.” 10. Worden de online views ook berekend tot de kijkcijfers? “Het ligt er aan in welk opzicht je dit bekijkt. Er is nu namelijk sinds kort een regel dat de terugkijkcijfers, dus dat het programma online terug gekeken wordt, van zes dagen na uitzending uiteindelijk worden samen geteld met het kijkcijfer van de uitzending. Dat wordt dus het totale kijkcijfer van het programma. Dit is algemeen zo, dus ook voor commerciële zenders. In die zin wordt dit dus samen genomen, maar de losse content die wij maken, wordt niet opgeteld bij de kijkcijfers van de televisie. Als je online een enorme groei laat zien, dan is het wel waarschijnlijker dat als jij vervolgens intekent met grote online plannen en de NPO ziet daar een lijn van groei in, dat ze dan zeggen dat je daar mee aan de gang mag gaan, omdat dat een enorme potentie laat zien. Dus online cijfers worden niet standaard opgeteld bij televisie of radio, maar er wordt wel los bekeken hoe veel bereik je hebt. En als je meer bereik hebt of als je een groei laat zien is het heel aannemelijk dat je bij een volgende intekening je meer budget gaat vergaren, maar het staat wel los van elkaar.” 11. Wat zijn jouw verwachtingen wat betreft online video? Is online video de toekomst? “Ik denk dat het nog een flinke sprong kan gaan maken. Mensen zijn lui en willen gewoon geprikkeld worden door een verhaal wat ze niet perse hoeven te lezen, maar wat ze voorgeschoteld worden in vorm van een video. Ik denk dat dat in de toekomst niet zal veranderen en dat die vraag alleen nog maar zou gaan groeien. Ik denk ook dat het nog best wel een ontwikkeling door zal gaan maken op basis van de technieken. Denk bijvoorbeeld aan een ocolus rift (een virtual reality bril). Dat is 1 feature die ontwikkeld wordt, maar zo zijn er nog tal van andere functies. En ik denk dat video ook groter gaat worden, al is het alleen maar om het simpele feit dat mensen zelf natuurlijk steeds meer video maken.
18
// bijlagen // interview melvin maas Je moet ook kijken wat er om je heen gebeurt en je ziet dat er nu steeds meer user-generated content komt. Kijk naar de vloggers die hun webcam pakken of tegenwoordig hun go-pro camera en filmen wat ze tof vinden. In een aantal jaar bouwen zij een basis op van een aantal abonnees op Youtube bijvoorbeeld, waarmee ze hun brood mee kunnen verdienen. Ik denk dat alleen die gegevens al, dat video maken laagdrempeliger wordt en technieken goedkoper dat video online nog veel meer gaat groeien. Je ziet hoe populair Youtube is. Youtube is na Google één van de meest gebruikte zoekmachines. Ik vind dat best bizar eigenlijk, om antwoord op je vraag te zoeken in een database van filmpjes, maar aan de andere kant is het super slim. Als jij wilt weten hoe een bepaald apparaat werkt, wordt er op Youtube in drie minuten uitgelegd hoe je het moet doen, terwijl je een hele handleiding krijgt, die je zelf moet doorspitten, als je dit op Google zoekt. Online video zou dus een hele toevlucht gaan nemen door techniek, maar ook door betere verbindingen. Wi-Fi is super snel om video te streamen, maar ook 4G en alles wat daarna nog gaat komen. De faciliteiten zouden ook alleen maar beter worden en dat zou ons faciliteren om ook meer te kijken.” 12. Kan je zelf nog iets toevoegen over online video versus de televisie, wat ik echt moet weten? “Ik zei net dat televisie niet dood gaat, maar ik denk dat ieder medium uiteindelijk toch wel een keer dood gaat. Dus ook de televisie gaat uiteindelijk een keer dood, maar niet alleen de televisie, ook online. Alleen dan praat je denk ik pas over heel ver weg in de toekomst. Er zou altijd wel een groepje zijn die televisie zou blijven kijken, maar de online voorziening wordt natuurlijk zoveel sneller, beter en uitgebreider. Waarom zou je over 20 jaar nog wachten op een televisieprogramma, als je het On Demand of als je het via je mobiel zo op ieder moment kan kijken. In principe is dat nu al zo. Alleen de cultuur is een beetje zo ingericht. Lekker eten voor de televisie. Heel veel mensen leven nog rond die televisie. Jongeren daarentegen leven vooral rond die mobile devices, waardoor die online kanalen een enorme toevlucht nemen. Wij leven al beetje rondom die mobiel en onze kinderen gaan dat later nog meer doen. Ik denk dan wel dat het medium televisie dan minder relevant wordt. Ik wil niet zeggen dat programma’s minder relevant worden. Ik denk namelijk dat programma’s prima online voort kunnen bestaan. Misschien net in andere formats. Televisiemakers zullen in andere formats moeten denken, in een andere spanningsboog. Televisie blijf je langer voor zitten, online ben je binnen 30 seconden weg als het niet leuk is. Ik denk dat de vorm van de televisie (fysiek) op den duur zal veranderen. Die transitie naar mobiel is natuurlijk al ingezet, maar ik denk gelijker tijd dat de vorm van televisieprogramma’s misschien met een andere format alsnog wel kan voorbestaan, maar dan in een ander device.”
19