Friese streken in beeld SWOT analyse als basis voor de streekagenda‟s
Maart 2012 Partoer CMO Fryslân Bernie van Ruijven
Met medewerking van Leon Crommentuijn
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding
5
2. Indicatoren voor streekanalyse
6
2.1
Selectie van indicatoren
6
2.2
Streekindeling
7
2.3
Meetmomenten: trends, stand en prognose
8
2.4
Operationalisering en datamateriaal
8
2.5
Analyse
10
3. Fryslân in beeld
11
3.1
Bevolkinggegevens
11
3.2
Demografische ontwikkelingen
18
3.3
Verstedelijking en wonen
23
3.4
Werkgelegenheid
24
3.5
Onderwijs en scholing
27
3.6
Inkomen en arbeid
28
3.7
Vitale dorpen
32
4. Sterkte-Zwakte analyse
34
4.1
Algemeen
34
4.2
Ruimtelijk-economische dimensie
37
4.3
Sociaal-economische dimensie
39
4.4
Sociaal-ruimtelijke dimensie
41
4.5
Sterkte-Zwakte op dimensieniveau
41
5. Friese streken in beeld
44
5.1
Noordoost Friesland
44
5.2
Noordwest Friesland
45
5.3
De Wadden
47
5.4
Zuidoost Friesland
48 3
5.5
Zuidwest Friesland
6. Reflectie en gedachten over vervolg
49 50
4
1.
Inleiding
De Provincie Fryslân gaat werken met Streekagenda‟s. Streekagenda‟s staan voor maatwerk per streek, zowel wat betreft inhoud, vorm en organisatie, als tempo. Essentieel is dat een Streekagenda geen vergaarbak is van allerlei losse wensen en projecten, maar gefocust is op een aantal belangrijke gezamenlijke bovenlokale gebiedsopgaven. Deze kunnen per streek verschillend zijn uitgewerkt. In de ene streek kan de focus meer liggen op het landschap en in een andere streek weer meer op recreatie en toerisme, leefbaarheid of economische ontwikkeling. Om meer grip te krijgen op de gebiedsspecifieke opgaven is Partoer CMO Fryslân gevraagd een - verantwoorde set aan indicatoren samen te stellen op grond waarvan de streekanalyses uitgevoerd kunnen worden - voorstel te doen over de operationalisering van de indicatoren - verkenning uit te voeren naar beschikbare kwantitatief datamateriaal - verkenning van de regionale verschillen uit te werken in termen van SterkteZwakte, Kans en Bedreiging (een zogenaamde SWOT-analyse). In deze rapportage zijn de resultaten beschreven beginnend met het kader van waaruit de set aan indicatoren geselecteerd is. Aansluitend volgt een toelichting op de indeling van de streken, de meetmomenten, de operationalisering en de analyseopzet. In hoofdstuk 3 worden de analyses op indicatorniveau uitgevoerd. Voor een goed beeld van de afzonderlijke streken worden naast de provinciale cijfers ook de landelijke gegevens opgenomen. De uitwerking op indicatorenniveau is de basis voor de Sterkte/Zwakte analyse, welke in hoofdstuk 4 aan de orde komt. In hoofdstuk 5 worden de resultaten vanuit de afzonderlijke streken gepresenteerd. De rapportage wordt afgesloten met een korte reflectie en gedachten over een vervolg. Deze uitwerking betreft hoofdzakelijk cijfers en dient als onderlegger voor een verdere vertaling van beleidsontwikkelingen in het kader van de Streekagenda‟s.
5
2.
Indicatoren voor streekanalyse
2.1 Selectie van indicatoren De selectie aan indicatoren is gebaseerd op een drietal dimensies1, waarlangs een streek in kaart gebracht kan worden, te weten de ruimtelijk-economische, een sociaaleconomische en sociaal-ruimtelijke dimensie (zie figuur 2.1). Sociaal
Sociaal-ruimtelijk
Sociaal-economisch
Ruimtelijk
Economisch Ruimtelijk-economisch
Figuur 2.1
Drie-dimensionaal model voor de selectie van indicatoren Bron: RIGO Research
De ruimtelijk-economische dimensie geeft een beeld over de „marktwaarde‟ of „concurrentiepositie‟ van de streek. Zo is een ruimtelijk-economisch vitale streek bijvoorbeeld gewild op de woningmarkt en biedt volop werkgelegenheid. Vanuit dat perspectief zijn indicatoren als mate van verstedelijking, wonen en de werkgelegenheid relevant. De sociaal-economische dimensie geeft een beeld over de mate waarin de bevolking van een streek deelt in de welvaart en de kansen die zij heeft om zich sociaal, cultureel en economisch te ontwikkelen en te ontplooien. Voor de sociaal-ecomonische dimensie zijn indicatoren als onderwijs en scholing, arbeid en inkomen relevant. De sociaal-ruimtelijke dimensie is gericht op de kwaliteit van de dagelijkse omgeving. Zijn er voldoende voorzieningen? Met andere woorden: Hoe vitaal zijn de dorpen in de streek? Naast de dimensie-gerelateerde indicatoren zijn bevolkingsgegevens en demografische ontwikkelingen belangrijk om het beeld van de streek beter te begrijpen. Daartoe zijn beide indicatoren aan de set toegevoegd. 1
Het drie-dimensionale model is ontwikkeld door RIGO Research. Het model is gebaseerd op drie pijlers, te weten sociale, fysieke (ruimtelijke) en economische factoren. De pijlers zijn met elkaar verbonden omdat het overheidsbeleid zich veelal tussen twee pijlers bevindt. Werkloosheid of armoede heeft zowel een sociale als economische kant. Leefbaarheid (onder andere schoon, heel en veilig) heeft sociale en fysieke kanten. Verbetering van de woningmarktpositie heeft zowel een ruimtelijke, fysieke (het gaat om de woningen) als een economische kant (de concurrentiepositie ten opzichte van andere woongebieden). Zo ontstaan drie dimensies, die telkens twee pijlers raken: ruimtelijk-economisch, sociaal-economisch en sociaal-ruimtelijk (fysiek).
6
Op grond van relevante beleidsdocumenten2345 van de Provincie en het rapport van de Noordelijke Rekenkamer6 verwachten wij met genoemde indicatoren een verantwoorde SWOT te kunnen uitvoeren. Voor een totaaloverzicht is in tabel 2.1 de selectie aan indicatoren samengevat. Tabel 2.1: Set aan indicatoren per dimensie Dimensie Algemeen Ruimtelijk-economisch Sociaal-economisch Sociaal-ruimtelijk
Indicatoren 1 bevolkingsgegevens 2 demografische ontwikkelingen 3 verstedelijking en wonen 4 werkgelegenheid 5 onderwijs en scholing 6 inkomen en arbeid 7 vitale dorpen
2.2 Streekindeling In het kader van de Streekagenda zijn de gemeenten in Fryslân ingedeeld in vijf streken. In tabel 2.2 is deze indeling opgenomen. Tabel 2.1: Indeling van Friese gemeenten naar streken Noordoost Friesland
Noordwest Friesland
Wadden
Achtkarspelen
Boarnsterhim
Ameland
Dantumadiel
Franekeradeel
Schiermonnikoog
Dongeradeel
Harlingen
Terschelling
Ferwerderadiel
het Bildt
Vlieland
Kollumerland c.a.
Leeuwarden
Tytsjerksteradiel
Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel
Zuidoost Friesland
Zuidwest Friesland
Heerenveen
Bolsward
Ooststellingwerf
Gaasterlân-Sleat
Opsterland
Lemsterland
Smallingerland
Nijefurd
Weststellingwerf
Skarsterlân Sneek Wûnseradiel Wymbritseradiel
2 3 4 5 6
Brusplak foar mienskiplik inisjatief. Wurkjen met Streekagenda‟s yn Fryslân. Gearwurkjen yn in netwurk. Provinsje Fryslân, 2010; Plattelânsrapport 2005-2008, Gedeputeerde Staten, 2010. Aginda Leefbar Plattelân Fryslân 2011-2013. It Waarglês foar Fryslân-monitoringskader plattelandsbeleid, Beleids- en Geo informatie Provincie Fryslân De sociaal economische vitalisering van het Friese platteland, Noordelijke Rekenkamer, 2011
7
De analyses worden naar deze indeling uitgevoerd. De gegevens van de regio Noordwest Friesland, waar de gemeente Leeuwarden bij ingedeeld is, worden uitgesplitst voor Leeuwarden en overig Noordwest Friesland. Reden hiervoor is dat de gemeente Leeuwarden, als grootste stedelijke kern in Fryslân, een grote invloed heeft op de ontwikkeling van de regio en dat deze ontwikkeling niet altijd gelijk hoeft te zijn aan de overige gemeenten in deze regio. 2.3 Meetmomenten: trend, stand en prognose In de uitwerking wordt gebruik gemaakt van verschillende meetmomenten, te weten de stand, de trend en de prognose. Stand slaat op de situatie anno nu, of het laatst beschikbare jaartal. Voor de beschrijving van de trend zijn de gegevens voor de ontwikkeling vanaf 2000 tot 2010 (of het laatst beschikbare jaartal) gebruikt. Voor de prognose is gebruikt gemaakt van de ontwikkeling vanaf nu tot 2030. Visueel ziet dat eruit zoals weergegeven in Figuur 1.
Figuur 1.2: Schematische weergave trend, stand en prognose 2.4 Operationalisering en datamateriaal In overleg met de Provincie zijn de indicatoren geoperationaliseerd in meetbare eenheden. Aansluitend is datamateriaal verzameld. Een belangrijk deel van de gegevens is afkomstig van CBS-statistieken. Voor sommige kenmerken zijn de gegevens geleverd door de Provincie Fryslân. Dat geldt in het bijzonder voor de prognosegegevens. Hierdoor sluit de uitwerking aan bij andere uitwerkingen en analyses uitgevoerd door de Provincie. Het nadeel is echter dat de analyses voor wat betreft de prognoses beperkt zijn tot de bevolkingsomvang, het aandeel 65+, de groene- en grijze druk en potentiële beroepsbevolking. In onderstaand overzicht is de operationalisering van de verschillende indicatoren en de bronnen van het datamateriaal toegelicht. Algemeen
7
Indicator 1: Bevolkingsgegevens Operationalisering Aantal inwoners
stand
trend
prognose
CBS-Statline
CBS-Statline
Percentage 65+7
CBS-Statline
CBS-Statline
Aantal alleenstaanden Aantal eenoudergezinnen
CBS-Statline
CBS-Statline
CBS-Statline, Provincie CBS-Statline, Provincie n.v.t
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t
Indicator sociaal-economische situatie (Noordelijke Rekenkamer 2011 blz. 123)
8
Indicator 2: Demografische ontwikkelingen Operationalisering Groene druk
stand
trend
prognose
CBS-Statline
CBS-Statline
Grijze druk
CBS-Statline
CBS-Statline
CBS-Statline, Provincie CBS-Statline, Provincie
stand
trend
Ruimtelijk-economisch dimensie Indicator 3: Verstedelijking en wonen Operationalisering Mate van verstedelijking (naar indeling kernen8) Gemiddelde WOZ waarde (koop)woningen
prognose
n.v.t.
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
stand
trend
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
CBS-Statline
CBS-Statline
n.v.t.
Indicator 5: Onderwijs en scholing Operationalisering Percentage voortijdig schoolverlaters
stand
trend
CBS-Statline
CBS-Statline
Indicator 6: Inkomen en Arbeid Operationalisering Potentiële beroepsbevolking
stand
trend
CBS-Statline
CBS-Statline
Provincie
Provincie
Indicator 4: Werkgelegenheid Operationalisering Aantal banen in: - landbouw9, bosbouw en visserij - delfstoffenwinning - industrie - energievoorziening - waterbedrijven en afvalbeheer - bouwnijverheid - handel - vervoer en opslag - horeca - informatie en communicatie - financiële dienstverlening - verhuur en handel van onroerend goed - specialistisch zakelijke diensten - verhuur en overige zakelijke dienstverlening - openbaar bestuur en overheidsdiensten - onderwijs - gezondheids- en welzijnszorg - cultuur, sport en recreatie - overige dienstverlening
Provincie
prognose
Sociaal-economische dimensie
Niet-werkende werkzoekenden
8 9
prognose n.v.t.
prognose CBS-Statline, Provincie n.v.t.
Indeling Friese kernen < 500 inwoners, 500 – 1500 inwoners, 1500 -5000 inwoners, 5000-15.000 inwoners en > 15.000 inwoners Indicator sociaal-economische situatie (Noordelijke Rekenkamer 2011 blz. 123)
9
Sociaal-ruimtelijke dimensie Indicator 7: Vitale dorpen Operationalisering Percentage complete dorpen (6 of 7 basisvoorzieningen) Percentage niet complete dorpen (3 – 5 basisvoorzieningen) Percentage beperkte dorpen (2 of minder basisvoorziening)
stand
trend
prognose
Provincie
n.v.t.
n.v.t.
Provincie
n.v.t.
n.v.t.
Provincie
n.v.t.
n.v.t.
2.5 Analyses De analyses worden eerst op indicatorniveau uitgevoerd, beginnend met de gegevens over de bevolking en demografische ontwikkelingen. Zoals gezegd, worden gegevens uitgewerkt naar verschillende meetmomenten, te weten stand, trend en prognose. Voor een goed beeld zijn naast het provinciale cijfer ook voor zover beschikbaar, de landelijke gegevens als totaal opgenomen. Bij de SWOT-analyse (hoofdstuk 4) worden de cijfers van de verschillende streken vergeleken met de ontwikkeling in de Provincie als geheel en voor Nederland gemiddeld. De resultaten van die vergelijkingen worden uitgedrukt in termen van Sterkte (++), Zwakte (--), Kans (+) en Bedreiging (-). Voor een aantal indicatoren ligt het niet direct voor de hand om deze in termen van sterkte of zwakte te definiëren. Daarom zullen wij steeds voorafgaand aan de analyse een aanname formuleren. Wanneer de waarde van een streek positief afwijkt ten opzichte van zowel het landelijke als het provinciale cijfer spreken wij van een Sterkte (++). Geldt de positieve afwijking alleen ten opzichte van het provinciale cijfer dan waarderen wij dat als een Kans (+). Omgekeerd wijst een negatieve afwijking ten opzichte van zowel het landelijke en provinciale cijfer op een Zwakte (--) en negatieve afwijking alleen ten opzichte van het provinciale gemiddelde op een Bedreiging (-). Voor het overzicht is gekozen om per indicator de SWOT uit te voeren. Hierdoor wordt inzichtelijk waar een streek in afwijkt ten opzichte van de andere streken, het provinciale beeld en landelijke ontwikkeling. Gezien het feit dat juist de combinatie van ontwikkelingen van verschillende indicatoren de oorzaak voor een sterkte-zwakte analyse is, zullen de indicatorscores ook in samenhang met elkaar, op dimensieniveau, beschreven worden.
10
3.
Fryslân in beeld
In dit hoofdstuk worden de analyseresultaten van de geselecteerde indicatoren gepresenteerd. Het gaat hierbij om de stand, trend en indien mogelijk ook om de prognose. De indicatorscores worden steeds uitgesplitst naar de vijf streken in Fryslân. Zoals gezegd, worden de gegevens van Noordwest Friesland nader gespecificeerd voor de gemeente Leeuwarden en overig gemeenten in Noordwest Friesland. Om een goed beeld te krijgen van de verschillende streken worden de gegevens aangevuld met de provinciale en landelijke cijfers. De resultaten worden zowel in tabellen als figuren weergegeven. Na de tabellen en figuren volgt een korte interpretatie van de resultaten. 3.1 Bevolkinggegevens De bevolking wordt in beeld gebracht aan de hand van het - aantal inwoners - aandeel 65-plussers - aandeel alleenstaanden - aandeel eenoudergezinnen Aantal inwoners Tabel 2.1: Aantal inwoners, stand, trend en prognose.
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
2000 125.000 187.900 88.900
trend 2000-2010 2010 (2000=100) 125.800 100,6 195.900 104,3 94.100
105,8
Prognose 2010-2030 2030 (2010=100) 117.400 93,1 201.200 102,9 102.300
108,7
99.000
101.800
102,8
98.900
97,2
10.400 172.400 128.800 624.500 15.864.000
10.300 180.800 133.500 646.300 16.577.600
99,2 104,8 103,7 103,5 104,5
9.500 190.600 136.800 655.500 17.380.200
93,1 105,2 102,5 101,4 105,1
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
11
Figuur 3.1:
Ontwikkeling van bevolkingsomvang 2000-2010 (2000 = 100). Bron: CBS Statline - bewerkingen Partoer
Figuur 3.2:
Verwachte ontwikkeling aantal inwoners, 2010-2030. Bron: CBS Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Interpretatie De Provincie Fryslân heeft 646.300 inwoners per 1 januari 2010 (zie tabel 3.1). De regio Noordwest Friesland is qua bevolkingsomvang de grootste regio met bijna 196.000 inwoners. Bijna de helft van het aantal inwoners in Noordwest Friesland woont in Leeuwarden (94.100). De Wadden is met 10.300 inwoners duidelijk de kleinste regio in Fryslân. Doordat deze regio qua bevolkingsomvang relatief klein is, zijn de ontwikkelingen hierdoor ook iets grilliger. In de periode 2000-2010 kennen de Wadden al een bevolkingskrimp: de bevolking neemt hier af met 0,8 procent. De andere regio‟s kennen alle nog een bevolkingsgroei. In Noordoost Friesland is de toename van het aantal inwoners met 0,6 procent het kleinst. Deze regio zal in de komende jaren overigens ook met een bevolkingskrimp te maken krijgen (zie figuur 3.2). De bevolkingsgroei in de andere regio‟s is iets groter dan het provinciale gemiddelde. De groei in de provincie Fryslân is daarentegen weer lager dan in Nederland gemiddeld. Alleen de regio Zuidoost Friesland is de groei gelijk aan het Nederlandse gemiddelde, in de andere regio‟s is deze iets lager. De prognose tot 2030 laat zien dat de provincie Fryslân nog licht zal groeien, alhoewel de groei wel afvlakt (zie figuur 3.2). De bevolking in de Provincie Fryslân groeit tot 2030 12
met 1,4 procent. Voor Noordwest –, Zuidoost - en Zuidwest Friesland is eveneens een toename van de bevolking te verwachten tot 2030. Ook is een afvlakking van de groei zichtbaar, met uitzondering voor Zuidoost Friesland. In Noordoost Friesland en de Wadden zal er tot 2030 een behoorlijke bevolkingskrimp optreden. Ten opzichte van 2010 zal de bevolking met bijna 7 procent afnemen in deze regio‟s. De ontwikkeling in Noordwest Friesland, zowel wat trend als prognose betreft, is sterk verschillend tussen Leeuwarden en de rest van de regio (zie tabel 3.1). Leeuwarden groeide in de afgelopen periode relatief sterk (+5,8%) en zal ook blijven groeien qua inwonertal in de nabije toekomst (+8,7%). Dit in tegenstelling tot de rest van de regio, waar de bevolkingsomvang in de afgelopen 10 jaar met 2,8 procent toenam en volgens de prognoses met bijna 3 procent zal afnemen. Aandeel 65+ Tabel 3.2: Aantal en aandeel 65+, 2000, 2009 en 2030.
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
2000 abs. 16.900 26.400
aandeel 13,5 14,1
2009 abs. 20.200 29.100
13.300
15,0
13.800
13,2
15.300
13.100
1.500 26.600 18.100 89.500 2.152.400
14,1 1.800 15,4 30.800 14,0 21.700 14,3 103.600 13,6 2.471.800
Prognose 2030 aandeel abs. 16,0 33.100 14,9 48.800
aandeel 28,2 24,2
14,6
20.900
20,4
15,1
27.900
28,2
17,3 3.000 17,1 48.100 16,3 35.500 16,1 168.500 15,0 4.102.100
31,4 25,3 26,0 25,7 23,6
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Tabel 3.3: Aandeel 65+ en ontwikkeling 2000-2009 en 2010-2030.
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
2000 13,5 14,1 15,0
2000-2009 2009 (2000=100) 16,0 118,5 14,9 105,7 14,6
97,4
Prognose aandeel 2030 28,2 24,2
2010-2030 (2010=100) 170,1 158,5
20,4
139,7
13,2
15,1
114,1
28,2
186,8
14,1 15,4 14,0 14,3 13,6
17,3 17,1 16,3 16,1 15,0
122,7 111,0 116,4 112,6 110,3
31,4 25,3 26,0 25,7 23,6
176,9 143,7 157,2 156,1 153,8
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
13
Figuur 3.3:
Ontwikkeling van aandeel 65+ 2000-2009. Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Figuur 3.4:
Verwachte ontwikkeling aandeel 65+, 2010-2030. Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Interpretatie De provincie Fryslân heeft in 2009 103.600 inwoners van 65 jaar of ouder. Dit is ruim 16 procent van de bevolking. De Waddeneilanden hebben naar verhouding het hoogste aandeel 65+, namelijk 17,3. Op de voet gevolgd door de regio Zuidoost Friesland met 17,1 procent. De regio Noordwest Friesland heeft laagste aandeel 65+, namelijk 14,9 procent. Belangrijk hierbij is dat dit lage percentage komt door het zeer lage aandeel in de gemeente Leeuwarden. Het aandeel 65+ in de overige gemeenten in de regio (15,1%) komt meer overeen met het aandeel 65+ in de regio Noordoost Friesland (16,0%). De komende jaren tot 2030 kent Nederland een sterke vergrijzing (zie figuur 3.4). Het aandeel 65+ neemt zelfs toe met ruim 50 procent tot bijna 24 procent van de totale bevolking. Ook in Friesland en in alle Friese regio‟s is een sterke toename van het aandeel 65+ te verwachten. Met uitzondering van de regio Zuidoost Friesland is deze toename sterker dan het landelijke gemiddelde. De sterkste toename is te verwachten in de overige gemeenten in Noordwest Friesland (+86,6%) en op de Waddeneilanden (+ 76,9%) procent. Volgens de huidige prognose is in 2030 het aandeel 65+ op de Wadden met 31,4 procent veruit het hoogste in de provincie. Alle Friese regio‟s zullen naar verwachting in 2030 een hoger aandeel 65+ kennen dan het landelijke gemiddelde. 14
Aandeel alleenstaanden Tabel 3.4: Aantal en aandeel alleenstaanden, 2000 en 2009
alleenstaanden 2000 abs. 11.900 31.600
waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
aandeel 24,7 37,4
2009 abs. 14.300 35.000
aandeel 27,9 38,7
20.700
46,2
22.400
46,7
10.900
27,4
12.600
29,6
1.600 20.700 14.900 80.700 2.272.200
36,3 29,0 28,5 30,9 33,4
1.700 24.200 16.900 92.000 2.619.400
36,7 31,3 30,3 31,3 33,6
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Tabel 3.5: Aandeel alleenstaanden en ontwikkeling 2000-2009
aandeel alleenstaanden
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
2000 24,7 37,4
2009 27,9 38,7
2000-2009 (2000=100) 112,8 103,5
46,2
46,7
101,1
27,4
29,6
107,8
36,3 29,0 28,5 30,9 33,4
36,7 31,3 30,3 31,3 33,6
101,1 108,0 106,2 106,5 107,2
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
15
Figuur 3.5:
Ontwikkeling van aandeel alleenstaanden 2000-2009. Bron: CBS-Statline - bewerkingen Partoer
Interpretatie Een hoog aandeel alleenstaanden kan duiden op een relatief jonge en/of oude bevolking. Het aandeel alleenstaanden in een bevolking is belangrijk voor het bepalen van de woningvraag. Hoe meer alleenstaanden des te meer woningen nodig zijn. In 2009 telt Friesland 92.000 alleenstaanden, dit is 31,3 procent van alle huishoudens (zie tabel 3.4). Dit is lager dan landelijk gemeten. Regionaal zijn er betrekkelijke grote verschillen. Het laagste aandeel alleenstaanden is te vinden in Noordoost Friesland (27,9%), het hoogste aandeel in Noordwest Friesland, namelijk 38,7 procent. Het hoge percentage in Noordwest Friesland wordt veroorzaakt door een hoog aandeel alleenstaanden in Leeuwarden (46,7%) In de overige gemeenten in Noordwest Friesland komt het percentage alleenstaanden (29,%) overeen met de percentages in de andere streken. Qua ontwikkeling is er de afgelopen jaren in Nederland een toename geweest van het aandeel alleenstaanden met ruim 7 procent (zie tabel 3.5). In Fryslân is deze toename gemiddeld net iets minder, namelijk 6,5 procent. Ook hier zijn er regionaal betrekkelijk grote verschillen. De regio met het laagste aandeel, Noordoost Friesland, kent in de afgelopen periode de sterkste toename, namelijk bijna 13 procent. In de Wadden is de toename het kleinst, namelijk net iets meer dan 1 procent.
16
Aandeel eenoudergezinnen Tabel 3.6: Aantal en aandeel eenoudergezinnen, 2000 en 2009
eenoudergezinnen 2000 abs. 2.300 4.500
waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
aandeel 4,6 5,2
2009 abs. 2.800 5.600
aandeel 5,4 6,2
2.500
5,6
3.200
6,6
2.000
4,6
2.400
5,7
200 3.700 2.500 13.200 396.400
5,0 4,9 4,6 4,9 5,7
200 4.400 3.000 16.000 474.900
4,3 5,7 5,3 5,0 5,8
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Tabel 3.7: Aandeel eenoudergezinnen en ontwikkeling 2000-2009
eenoudergezinnen
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
2000 4,6 5,2
2009 5,4 6,2
2000-2009 (2000=100) 117,0 119,8
5,6
6,6
117,4
4,6
5,7
122,9
5,0 4,9 4,6 4,9 5,7
4,3 5,7 5,3 5,0 5,8
85,6 117,0 115,0 117,0 114,9
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
17
Figuur 3.6:
Ontwikkeling van aandeel eenoudergezinnen 2000-2009. Bron: CBS-Statline - bewerkingen Partoer
Interpretatie Het aandeel eenoudergezinnen in de provincie Fryslân is gemiddeld 5 procent (zie tabel 3.6). Dit is lager dan het landelijke percentage (5,8%). Regionaal zijn er verschillen. De Wadden hebben het laagste aandeel eenoudergezinnen, namelijk 4,3 procent. De regio Noordwest Friesland heeft het hoogste aandeel eenoudergezinnen (6,2%). Het feit dat de gemeente Leeuwarden in deze regio gelegen is, is hier mede debet aan. In Leeuwarden is het aandeel eenoudergezinnen naar verhouding het hoogst (6,6%). Wat betreft de verandering in het aandeel eenoudergezinnen, is de trend ietwat grillig (zie tabel 3.7 en figuur 3.6). Dit komt ook door de relatief geringe aantallen (en aandelen) eenoudergezinnen. Een kleine verandering zorgt al voor een relatief grote verandering in de tijd. In Nederland neemt het aandeel eenoudergezinnen in de periode 2000-2010 toe met bijna 15 procent. In de provincie Fryslân is deze toename iets groter, namelijk 17 procent. Regionaal zijn de verschillen ook groter. Op de Waddeneilanden is het aandeel eenoudergezinnen met bijna 15 procent afgenomen, terwijl Noordwest Friesland een toename van bijna 20 procent laat zien. In de gemeente Leeuwarden (+17,4%) is de toename van het aantal eenoudergezinnen overigens iets lager dan in de overige gemeenten in de regio (+22,9%).
3.2 Demografische ontwikkelingen De demografische ontwikkelingen in de verschillende streken wordt in beeld gebracht aan de hand van de - groene druk en - grijze druk Groene druk De groene druk is het aandeel jongeren in de leeftijd van 0 - 19 jaar ten opzichte van de bevolking van 20 tot en met 64 jaar.
18
Tabel 3.8: Aantal jongeren en groene druk, 2000, 2009 en 2030
0-20 jaar 2000
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
Prognose 2030
2009
abs. 32.900 47.100
Groene druk 43,6 41,2
abs. 31.400 47.200
Groene druk 42,0 39,8
abs. 25.200 48.800
Groene druk 42,7 41,6
28.220
40,2
22.200
38,6
23.600
40,8
42,1
25.000
41,0
25.200
42,5
36,8 3.000 40,3 48.100 41,8 35.500 40,7 168.500 38,9 4.102.100
32,1 41,9 42,0 41,8 40,2
18.880
2.500 42.100 33.100 157.700 3.887.200
39,2 2.300 40,6 42.900 42,6 32.800 41,8 156.700 39,6 3.926.800
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Tabel 3.9: Groene druk en ontwikkeling groene druk, 2000, 2009 en 2030
Groene druk
Prognose 2000 43,6 41,2
2009 42,0 39,8
2000-2009 (2000=100) 96,3 96,7
waarvan: Leeuwarden
40,2
38,6
96,1
40,8
107,1
overig Noordwest Friesland
42,1
41,0
97,5
42,5
102,8
39,2 40,6 42,6 41,8 39,6
36,8 40,3 41,8 40,7 38,9
93,9 99,1 98,2 97,5 98,4
32,1 41,9 42,0 41,8 40,2
89,0 104,1 100,8 102,7 103,7
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
2030 42,7 41,6
2010-2030 (2010=100) 101,1 104,6
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Figuur 3.7:
Ontwikkeling van groene druk 2000-2009 (2000=100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer 19
Figuur 3.8:
Verwachte ontwikkeling groene druk 2010-2030 (2010 = 100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Interpretatie De groene druk is het aandeel jongeren tot 20 jaar ten opzichte van het aantal personen in de leeftijd van 20 tot en met 64 jaar. In 2009 is op landelijk niveau de groene druk bijna 39 procent, tegenover bijna 41 procent in de provincie Fryslân (zie tabel 3.8). In Fryslân zijn er dus naar verhouding meer jongeren ten opzichte van het aantal personen tussen 20 en 64 jaar dan landelijk gezien. Tussen de regio‟s bestaan er betrekkelijk grote verschillen in groene druk. De groene druk is het hoogst in Noordoost Friesland (42%) en betrekkelijk laag in de Wadden (36,8%). De trend in alle regio‟s is dat de groene druk afneemt. Deze ontwikkeling zien wij in alle regio‟s in Fryslân (zie tabel 3.9). Het is het sterkste in de Wadden (93,9%) en relatief gering in Zuidoost Friesland (99,1%). De prognoses geven aan dat in de periode 2010-2030 de groene druk weer zal toenemen (zie tabel 3.9). Overigens vindt in deze periode een omslag plaatst, tot 2020-2025 zal de groene druk afnemen en daarna pas weer gaan stijgen (zie figuur 3.8). Dit effect is zichtbaar in alle regio‟s, met uitzondering van de Wadden. Uitgaande van de prognoses zal de groene druk verder afnemen in de Wadden. Ondanks dit, zal het aantal jongeren in de Wadden nog wel licht toenemen in 2030. In Noordwest Friesland is er een verschil in ontwikkeling tussen Leeuwarden en de overige gemeenten. De naar verhouding sterke toename tot 2030 van de groene druk in Noordwest Friesland (+4,6%) is voor het grootste deel toe te schrijven aan de gemeente Leeuwarden (+7,1%). Grijze druk De grijze druk is het aandeel personen ouder dan 65 jaar vergeleken met het aantal personen tussen 20 en 64 jaar. De ontwikkelingen hierin zijn te vergelijken met het aandeel 65+, zij het dat hier dit vergeleken wordt met de bevolking in de potentiële beroepsbevolking (tussen 20 en 64 jaar).
20
Tabel 3.10: Aantal ouderen en grijze druk, 2000, 2009 en 2030
65 jaar en ouder 2000
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
Prognose 2030
2009
abs. 16.900 26.400
Grijze druk 22,4 23,1
abs. 20.200 29.100
Grijze druk 27,0 24,6
abs. 33.100 48.800
Grijze druk 56,0 45,3
13.300
24,8
13.800
23,9
20.900
36,2
21,6
15.300
25,1
27.900
55,9
28,5 3.000 28,9 48.100 27,6 35.500 26,9 168.500 24,5 4.102.100
60,5 47,9 49,8 49,1 43,3
13.100
1.500 26.600 18.100 89.500 2.152.400
22,9 1.800 25,7 30.800 23,3 21.700 23,7 103.600 21,9 2.471.800
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Tabel 3.11: Grijze druk en ontwikkeling grijze druk, 2000, 2009 en 2030
Grijze druk
Prognose 2000 22,4 23,1
2009 27,0 24,6
2000-2009 (2000=100) 120,6 106,2
waarvan: Leeuwarden
24,8
23,9
96,6
36,2
146,0
overig Noordwest Friesland
21,6
25,1
116,1
55,9
258,2
22,9 25,7 23,3 23,7 21,9
28,5 28,9 27,6 26,9 24,5
124,8 112,6 118,6 113,6 111,8
60,5 47,9 49,8 49,1 43,3
205,9 160,3 177,7 176,8 172,1
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
2010-2030 2030 (2010=100) 56,0 198,3 45,3 179,6
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
21
Figuur 3.9:
Ontwikkeling van grijze druk 2000-2009 (2000=100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Figuur 3.10:
Verwachte ontwikkeling grijze druk 2010-2030 (2010 = 100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Interpretatie In 2009 is de grijze druk in Fryslân (26,9%) hoger dan het landelijk percentage (24,5%). Tussen de regio‟s zijn er grote verschillen: Noordoost Friesland heeft in 2009 de laagste grijze druk (24,6%), Zuidoost Friesland de hoogste (28,9%). In Noordwest Friesland is een duidelijke tweedeling tussen Leeuwarden en de overige gemeenten. De grijze druk in de gemeente Leeuwarden (23,9%) is in vergelijking met de overige gemeenten in Noordwest Friesland (25,1%) niet alleen lager (zie tabel 3.10), maar zal naar verhouding ook veel minder toenemen (zie tabel 3.11: Leeuwarden +46%; overige gemeenten +158,2%). De verwachte ontwikkelingen voor de grijze druk geven een duidelijk beeld van de aankomende vergrijzing (zie tabel 3.11 en figuur 3.10). Zonder uitzondering zal in de aankomende periode het aantal ouderen ten opzichte van de 20/64 jarigen toenemen tot 43,3 procent. Dit betekent dat voor elke 100 personen tussen 20 en 64 jaar er ruim 43 ouderen zullen zijn.
22
Wat betreft toename laten dus de Wadden duidelijk de sterkste toename zien, een verandering van maar liefst 200 procent. In Zuidoost Friesland is de toename naar verhouding het minst, hier geeft de index een verandering van ruim 160 aan. 3.3 Verstedelijking en wonen Verstedelijking en wonen is geoperationaliseerd in twee meetbare variabelen, te weten - de mate van verstedelijking en - de WOZ waarde van (koop)woningen. Mate van verstedelijking De mate van verstedelijking is gerelateerd aan aantal en aandeel kleine kernen in een regio. Deze gegevens zijn alleen beschikbaar voor Fryslân. In tabel 3.12 en 3.13 is een overzicht gegeven voor het aantal en aandeel kernen naar grootteklasse. Tabel 3.12: Aantal kernen per grootteklasse
Aantal kernen per grootteklasse
Noordoost Friesland Noordwest Friesland Waarvan: Leeuwarden
< 500 38 61
>500 <1500 29 25
>1500 <5000 16 11
>5000 <15000 7 5
> 15000 0 1 1
6
2
1
0
55
23
10
5
0
11 36 78 285
6 29 29 143
1 14 10 63
0 4 3 24
0 2 1 5
< 500 42% 59%
>500 <1500 32% 24%
>1500 <5000 18% 11%
>5000 <15000 8% 5%
> 15000 0% 1%
Waarvan: Leeuwarden
60%
20%
10%
0%
10%
overig Noordwest Friesland
59%
25%
11%
5%
0%
61% 42% 64% 55%
33% 34% 24% 28%
6% 16% 8% 12%
0% 5% 2% 5%
0% 2% 1% 1%
overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân
Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Tabel 3.13: Aantal kernen per grootteklasse
Aandeel kernen per grootteklasse
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân
Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Interpretatie Fryslân telt als gevolg van het unieke, cultuurhistorische bepaalde nederzettingenpatroon een groot aantal zeer kleine kernen. Meer dan de helft van het totaal aantal kernen heeft minder dan 500 inwoners. Hier zijn enkele regionale verschillen zichtbaar. De Wadden en Zuidwest Friesland hebben naar verhouding het hoogste aandeel kleine kernen (rond de 60%). In Noordoost Friesland en Zuidoost Friesland is het aandeel kleine kernen relatief lager (iets meer dan 40%).
23
WOZ-waarde (koop)woningen Tabel 3.14: Gemiddelde WOZ-waarde (2000 en 2008)
WOZ-waarde 2000 63 50
2008 192 165
2000-2008 (2000=100) 304,8 330,0
Waarvan: Leeuwarden
43
147
341,9
overig Noordwest Friesland
57
184
321,1
80 65 62 60 80
269 206 209 192 233
336,3 316,9 337,1 320,0 291,3
(X 1.000 €) Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland Bron: CBS Statline - bewerkingen Partoer
Figuur 3.11: Ontwikkeling WOZ-waarde, 2000-2008 Bron: CBS-Statline - bewerkingen Partoer Interpretatie Naar verhouding is de WOZ-waarde in Friesland lager dan gemiddeld in Nederland. Gemiddeld is de WOZ-waarde in Nederland in 2008 ongeveer €233.000. In Fryslân is dit €192.000. Een woning in de Wadden is relatief het duurst, namelijk €269.000, en het goedkoopst in Noordwest Friesland (€165.000). Binnen Noordwest Friesland zijn ook nog grote verschillen te zien: in Leeuwarden is de gemiddelde woningwaarde €147.000,tegen gemiddeld genomen €184.000,- in de overige gemeenten. De ontwikkeling tussen 2000 en 2008 is nagenoeg vergelijkbaar met de ontwikkeling in Nederland, zij het dat de woningen in Fryslân gemiddeld iets sterker in waarde gestegen zijn. 3.4 Werkgelegenheid Van de werkgelegenheid geven wij de absolute cijfers over de werkgelegenheid per streek. De cijfers worden onderling vergelijkbaar gemaakt door een berekening per 1000 24
inwoners te geven (zie tabel 3.15). In tabel 3.16 zijn de cijfers uitgesplitst naar de verschillende sectoren. Tabel 3.15 Totale werkgelegenheid, per 1.000 inwoners 20-64 jaar, 2000 en 2009
werkgelegenheid
totaal
per 1.000 inwoners 20-64 jaar 2000-2009 2000 2009 (2000=100) 510 572 112,2 784 835 106,5
2000 38.400 89.700
2009 42.700 99.100
2000-2009 (2000=100) 111,2 110,5
waarvan: Leeuwarden
60.300
65.700
109,0
1.119
1.142
102,1
overig Noordwest Friesland
29.400
33.400
113,6
486
547
112,5
4.900 70.100 49.800 252.900 7.330.300
5.600 83.900 60.400 291.700 8.032.100
114,3 119,7 121,3 115,3 109,6
758 677 642 670 746
893 787 770 759 796
117,8 116,2 119,9 113,3 106,7
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Figuur 3.12: Ontwikkeling totale werkgelegenheid, 2000-2009 Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
25
Tabel 3.16: Ontwikkeling werkgelegenheid per sector en regio (2000 = 100) overig Noordoost Noordwest waarvan: Noordwest Friesland Friesland Leeuwarden Friesland Wadden landbouw , bosbouw en visserij delfstoffenwinning
Zuidoost Friesland
Zuidwest Friesland
Fryslân
Nederland
89,0
81,3
26,6
91,6
106,0
89,8
100,6
90,4
83,5
189,7
87,0
-
82,9
-
21,1
50,0
101,1
79,2
industrie
91,1
89,1
77,2
103,0
138,2
95,8
102,3
94,8
85,0
energievoorziening waterbedrijven en afvalbeheer
96,4
118,8
117,7
140,6
75,0
4185,7
29,5
136,2
110,0
23,2
133,7
122,4
265,6
29,4
136,5
268,4
138,9
106,4
106,4
98,3
90,7
106,4
110,7
121,2
116,9
110,5
105,5
94,5
88,6
73,5
105,7
107,7
130,9
107,5
105,2
104,0
vervoer en opslag
118,2
108,1
101,4
118,8
125,8
115,6
122,6
115,2
106,4
horeca informatie en communicatie financiële dienstverlening verhuur en handel van onroerend goed specialistisch zakelijke diensten verhuur en overige zakelijke dienstverlening openbaar bestuur en overheidsdiensten
114,1
105,8
118,1
91,4
112,7
118,9
109,5
111,6
113,0
175,6
150,4
143,2
206,7
483,3
271,1
160,4
175,7
111,3
82,2
98,4
101,8
51,3
83,6
85,4
77,5
92,7
93,2
67,8
113,5
100,6
136,4
270,0
116,2
143,8
113,9
119,7
178,4
135,6
124,6
166,1
229,5
128,9
196,3
148,9
134,0
105,7
139,3
132,5
164,9
127,3
132,5
153,6
137,0
114,3
111,3
114,7
117,0
100,8
81,3
90,0
109,3
108,6
107,6
onderwijs gezondheids- en welzijnszorg cultuur, sport en recreatie overige dienstverlening
113,6
110,6
106,5
125,2
115,1
132,6
118,7
118,1
120,6
145,0
133,9
133,1
136,5
119,9
148,7
148,0
142,4
132,6
151,7
133,8
137,4
127,4
107,9
165,3
144,4
144,5
130,3
145,0
118,2
101,9
148,9
117,1
147,5
169,1
140,6
120,4
totaal
111,2
110,5
108,8
113,8
114,2
119,7
121,3
115,3
109,6
bouwnijverheid handel
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Interpretatie Naar verhouding is de werkgelegenheid lager in Fryslân dan vergeleken met het landelijke gemiddelde. In 2009 zijn in Nederland gemiddeld genomen 796 banen per 1.000 inwoners in de leeftijd tussen 20 en 64 jaar, terwijl in Fryslân gemiddeld 759 banen per 1.000 inwoners 20-64 jaar worden geteld (zie tabel 3.15). Binnen Fryslân zijn grote verschillen als het gaat om de werkgelegheid in de regio‟s. De regio Noordoost Friesland heeft duidelijk de laagste werkgelegenheid (572 per 1.000 inwoners 20-64 jaar), en de Wadden duidelijk de hoogste werkgelegenheid (893 banen per 1000 inwoners 20-64 jaar). De meeste werkgelegenheid vinden wij in de gemeente Leeuwarden (1.142 banen per 1.000 inwoners 20-64 jaar), terwijl in de overige gemeenten van Noordwest Friesland de werkgelegenheid het laagst van de gehele provincie is (547 banen per 1.000 inwoner 20-64 jaar).
26
De ontwikkeling van de werkgelegenheid in Fryslân is in de periode 2000-2009 overigens niet ongunstig (zie tabel 3.15 en figuur 3.12). De toename in werkgelegenheid in Fryslân (113,3) zelfs sterker dan het landelijke gemiddelde (106,7). De ontwikkeling van de werkgelegenheid in Noordwest Friesland komt nagenoeg overeen met het landelijk beeld. Dit wordt veroorzaakt wordt door een achterblijvende groei van de werkgelegenheid in de gemeente Leeuwarden (102,1). In de overige gemeenten in Noordwest Friesland is de werkgelegenheid in dezelfde periode (2000-2009) met 12,5% toegenomen. De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de verschillende sectoren laat grote verschillen zien (zie tabel 3.16). Zo is bijvoorbeeld in Zuidoost Friesland de werkgelegenheid in de delfstofwinning teruggelopen naar 21,1, terwijl wij in Noordoost Friesland in dezelfde sector een toename in de werkgelegenheid zien van 89,7 procent. 3.5 Onderwijs en scholing Onderwijs en scholing wordt gemeten aan de hand van het aantal voortijdig schoolverlaters. Voortijdig schoolverlaters Tabel 3.17: Aantal en aandeel vroegtijdige schoolverlaters (t.o.v. bevolking 12-23 jaar)
aantal en aandeel vroegtijdige schoolverlaters 2005 abs. Noordoost Friesland 400 Noordwest Friesland 700
aandeel 1,8 2,0
2008 abs. 300 600
aandeel 1,6 1,7
2,1
300
1,8
waarvan: Leeuwarden
400
overig Noordwest Friesland
300
2,0
300
1,7
0 600 400 2.000
1,3 2,1 1,9 2,0
0 500 300 1.700
0,8 1,9 1,5 1,7
Wadden10 Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân
Bron: CBS Statline - bewerkingen Partoer
Tabel 3.18: Aandeel en ontwikkeling vroegtijdige schoolverlaters 2000-2005 (t.o.v. bevolking 12-23 jaar)
aandeel schoolverlaters 2005 1,8 2,0
2008 1,6 1,7
2005-2010 (2005=100) 86,5 84,8
waarvan: Leeuwarden
2,1
1,8
84,8
overig Noordwest Friesland
2,0
1,7
83,4
1,3 2,1 1,9 2,0
0,8 1,9 1,5 1,7
62,0 92,3 78,3 85,9
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân
Bron: CBS Statline - bewerkingen Partoer 10
De Wadden hebben naar verhouding een kleine schoolbevolking. Het aantal schoolverlaters is afgerond 0, aangezien alleen honderdtallen worden weergegeven. De aandelen zijn wel met de exacte cijfers berekend.
27
Figuur 3.13: Ontwikkeling vroegtijdige schoolverlaters 2000-2005 (2000 = 100). Bron: Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie Het percentage voortijdige schoolverlaters wordt berekend door het aantal voortijdige schoolverlaters te relateren aan het aantal jongeren tussen 12 en 24 jaar. De cijfers voor Nederland totaal zijn op moment van de analyses niet beschikbaar. Daarom worden de regionale cijfers alleen vergeleken met het provinciale gemiddelde. In 2008 is gemiddeld het aandeel schoolverlaters 1,7 procent. Op de Wadden is dit duidelijk het laagst met een percentage van 0,8 procent. In Zuidoost Friesland is het aandeel relatief het hoogst (1,9%). Qua ontwikkeling is er voor de hele provincie een daling te zien tussen 2005 en 2008 (met ongeveer 14%). Het meest positief komt hier ook De Wadden naar voren, hier is een daling van maar liefst 38 procent. Voorafgaand aan de sterke daling is op de Wadden eerst een toename gemeten. De betrekkelijk grote schommelingen in deze regio wordt veroorzaakt door het geringe aantal schoolgaande jongeren. De meest geringe daling is te zien in Zuidoost Friesland. Hier neemt het aandeel vroegtijdige schoolverlaters af met iets minder dan 8 procent. Overigens zijn de verschillen tussen de regio‟s betrekkelijk gering, met uitzondering dan voor de Wadden. 3.6 Inkomen en Arbeid Inkomen en arbeid is geoperationaliseerd in twee variabelen: - potentiële beroepsbevolking - niet-werkenden werkzoekenden Potentiële beroepsbevolking Over de potentiële beroepsbevolking kunnen we naast de stand en de trend ook de prognoses geven.
28
Tabel 3.19: Aantal en aandeel potentiële beroepsbevolking
Potentiële beroepsbevolking 2000 Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
2009
abs. aandeel 83.200 66,5 127.500 67,9 61.400 66.100
7.100 113.400 85.000 416.200 10.766.000
abs. 82.200 131.800
69,1
65.200
66,7
66.600
Prognose 2030 aandeel abs. 65,1 65.300 67,6 119.700
68,4 6.700 65,8 116.700 66,0 85.800 66,6 423.200 67,9 11.090.900
aandeel 55,6 59,5
69,7
64.800
63,4
65,7
54.900
55,5
65,4 5.400 64,7 110.300 64,5 78.000 65,6 378.600 67,3 10.423.200
56,4 57,9 57,0 57,8 60,0
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Tabel 3.20: Aandeel en ontwikkeling potentiële beroepsbevolking
Potentiële beroepsbevolking
Prognose aandeel 2030 55,6 59,5
2010-2030 (2010=100) 86,2 88,4
2000 66,5 67,9
2009 65,1 67,6
2000-2009 (2000=100) 97,9 99,6
waarvan: Leeuwarden
69,1
69,7
100,9
63,4
91,3
overig Noordwest Friesland
66,7
65,7
98,5
55,5
84,9
68,4 65,8 66,0 66,6 67,9
65,4 64,7 64,5 65,6 67,3
95,6 98,3 97,7 98,5 99,1
56,4 57,9 57,0 57,8 60,0
86,3 89,9 88,5 88,4 89,6
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Figuur 3.14: Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking 2000-2009 (2000 = 100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer 29
Figuur 3.15: Verwachte ontwikkeling potentiële beroepsbevolking 2010-2030 (2010 = 100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie De potentiële beroepsbevolking is de bevolking tussen de leeftijd 20 en 64 jaar. Dit geeft een indicatie over het aantal personen dat kan gaan deelnemen aan het arbeidsproces. Een grotere potentiele beroepsbevolking wordt economisch als positief gezien. Qua ontwikkeling tussen 2000 en 2009 verschillen de regio‟s sterker dan voor de toekomstig verwachte ontwikkeling (zie tabel 3.20). Tot 2030 zullen alle regio‟s te maken krijgen met een daling van de potentiële beroepsbevolking, voornamelijk als gevolg van de vergrijzing. Tot 2009 zien we echter grotere verschillen. De regio Noordwest Friesland heeft naar verhouding de meest gunstige ontwikkeling (-0,4%), zelfs boven het landelijke gemiddelde (-0,9%). De gemeente Leeuwarden (+0,9%) is volledig verantwoordelijk voor dit hogere regionale gemiddelde. De overige gemeenten in Noordwest Friesland (-1,5%) hebben een ontwikkeling vergelijkbaar met het provinciale gemiddelde. In de toekomst verschilt de ontwikkeling tussen de regio‟s niet sterk (zie tabel 3.20 en figuur 3.15). Wel steekt de verwachte ontwikkeling in de gemeente Leeuwarden (-8,7%) sterk positief af van de verwachte ontwikkelingen in Fryslân (-11,6%) en op landelijk niveau (-10,4%). Niet-werkende werkzoekenden Tabel 3.21: Aantal en aandeel potentiële niet-werkende werkzoekenden
niet-werkende werkzoekende 2000 abs. 4.300 8.400
aandeel 8,3% 10,5%
2010 abs. 4.000 7.300
aandeel 7,1% 8,0%
waarvan: Leeuwarden
5.400
14,0%
4.400
9,6%
overig Noordwest Friesland
3.000
7,2%
3.000
6,5%
300 6.200 4.000 23.200 508.800
7,5% 8,7% 7,5% 8,9% 7,1%
100 6.300 3.800 21.400
2,7% 7,7% 6,4% 7,3%
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
-
-
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
30
Tabel 3.22: Aandeel en ontwikkeling niet-werkende werkzoekenden
niet-werkende werkzoekende
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland
11
2000-2010
(2000=100)
(2000=100)
110,6
85,3
8,0%
107,6
76,6
9,6%
102,4
68,4
8,4%
6,5%
115,7
89,5
4,7% 9,7% 7,6% 9,6% 8,2%
2,7% 7,7% 6,4% 7,3%
62,3
36,3
110,8
88,6
101,3
84,6
107,5
82,4
2000 aandeel 8,3%
2006 aandeel 9,1%
2010 aandeel 7,1%
10,5%
11,3%
14,0%
14,4%
7,2%
7,5% 8,7% 7,5% 8,9% 7,1%
-
2000-2006
116,0
-
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Figuur 3.16: Ontwikkeling aandeel niet-werkende werkzoekenden 2000-2010 (2000=100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie Het aantal en aandeel niet-werkende werkzoekenden is een goede indicator voor het aantal personen dat wil werken. Dit aandeel is overigens niet noodzakelijk gelijk aan het aantal personen met een werkloosheidsuitkering. De ontwikkeling in het aandeel niet-werkende werkzoekenden verschilt relatief weinig tussen de regio‟s, met uitzondering van De Wadden. De Wadden kennen uiteraard een zeer verschillende ontwikkeling qua werkgelegenheid en werkzoekenden, als vergeleken met andere regio‟s. Bijvoorbeeld voor werkzoekenden met een hogere opleiding is het uitermate moeilijk een passende baan te vinden op De Wadden. Traditioneel trekken veel van deze mensen naar het vasteland. Voor de vergelijking tussen de regio‟s is het begin van de recessie duidelijk zichtbaar. Vanaf 2008 stijgt overal het aandeel niet-werkende werkzoekenden. Ondanks de grotere 11
Om de ontwikkelingen in de Friese regio‟s en Fryslân te kunnen vergelijken met het Nederlands gemiddelde is hier een afwijkende periode gehanteerd.
31
regionale verschillen in werkgelegenheidsontwikkeling (zie paragraaf 3.4), zijn de verschillen in het aandeel niet-werkende werkzoekenden gering. Een van de verklaringen hiervoor is dat (woon-werk) pendel een belangrijk deel van deze verschillen verkleint. In tegenstelling tot veel andere indicatoren, laat de gemeente Leeuwarden hier een duidelijk positievere ontwikkeling zien dan de andere gemeenten in Noordwest Friesland (zie tabel 3.22). De andere gemeenten in Noordwest Friesland hebben slechts een afname in het aandeel niet-werkende werkzoekenden van iets meer dan 10%, terwijl in Leeuwarden de afname meer dan 31% is. 3.7 Vitale dorpen De laatste indicator betreft de vitaliteit van de streek. De vitaliteit hangt af van het aantal basisvoorzieningen per dorp. Tot de basisvoorziening wordt een basisschool, supermarktvestigingen, huisarts, dorpshuizen, een halte voor Openbaar Vervoer, een bank of postagentschap en een woonzorgvoorziening gerekend. Beperkte dorpen zijn dorpen met hooguit twee basisvoorzieningen, niet-complete dorpen zijn dorpen met drie à vijf basisvoorzieningen en complete dorpen hebben zes of meer basisvoorzieningen. Tabel 3.23: Aantal kernen, ingedeeld naar beperkte dorpen, niet-complete dorpen en complete dorpen aantal kernen
Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân
beperkte dorpen 41 39
niet-complete dorpen 32 45
complete dorpen 17 19
totaal 90 103 10
4
5
1
35
40
18
93
8 36 65 189
6 33 41 157
4 16 15 71
18 85 121 417
Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Tabel 3.24: Aandeel kernen, ingedeeld naar beperkte dorpen, niet-complete dorpen en complete dorpen aandeel kernen beperkte dorpen 46% 38%
niet-complete dorpen 36% 44%
complete dorpen 19% 18%
totaal 100% 100%
waarvan: Leeuwarden
40%
50%
10%
100%
overig Noordwest Friesland
38%
43%
19%
100%
44% 42% 54% 45%
33% 39% 34% 38%
22% 19% 12% 17%
100% 100% 100% 100%
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân
Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Interpretatie Fryslân is een provincie met een betrekkelijk groot aandeel kleine kernen. Zeker in kleine en zeer kleine kernen is het aannemelijk dat niet alle voorzieningen aanwezig zullen zijn.
32
Van alle kernen in Fryslân wordt 45 procent getypeerd als beperkte dorpen, 38 procent als niet-complete dorpen en 17 procent als complete dorpen. Regionaal zijn hier enige verschillen. Het hoogste aandeel beperkte dorpen is in Zuidwest Friesland (54%), het laagste aandeel op de Wadden (44%). Niet-complete dorpen zijn er naar verhouding het meest in Noordwest Friesland (44%) en het minst wederom op de Wadden (33%).
33
4.
Sterkte-zwakte analyse
In dit hoofdstuk worden de streken op sterkte en zwakte geanalyseerd. In de SWOTanalyse worden de cijfers voor de vijf streken vergeleken met de ontwikkeling in de provincie als geheel en voor Nederland gemiddeld. De resultaten van die vergelijkingen worden uitgedrukt in termen van Sterkte (++), Zwakte (--), Kans (+) en Bedreiging (-). Voor een aantal indicatoren is het lastig om deze in termen van een SWOT te presenteren. Om toch grip te krijgen op het beeld zijn een aantal aannames gesteld. Deze worden steeds voorafgaand aan de analyses vermeld. 4.1
Algemeen
Bevolkingsomvang Ten aanzien van de bevolkingsomvang wordt een grotere bevolkingsontwikkeling gezien als een positieve trend, aangezien dit voor veel voorzieningen, maar ook voor werkgelegenheid, positief is aangezien het draagvlak verbeterd. In het voorgaande hoofdstuk hebben we gezien dat alleen de regio Zuidoost Friesland een groei zal kennen sterker dan het Nederlands gemiddelde, en dus ook boven het provinciale gemiddelde. Dit kan opgevat worden als een Sterkte (++) (zie tabel 4.1). De regio‟s Noordoost Friesland en de Wadden hebben te maken met een krimp. Aangezien de ontwikkeling niet alleen lager is dan het landelijke beeld, maar duidelijk lager is dan het provinciale gemiddelde hebben we hier niet te maken met een bedreiging, maar een Zwakte (--). De bevolkingsontwikkeling in Noordwest Friesland als geheel wordt gedefinieerd als een Bedreiging (-). De uitgesplitste cijfers laten een nuancering zien. De bevolkingscijfers voor gemeente Leeuwarden staan voor een Sterkte (++), terwijl de bevolkingscijfers voor de overige gemeenten in Noordwest Friesland op een Zwakte (--) wijzen. Aandeel 65+ Over de wijze waarop een SWOT gedefinieerd dient te worden voor het aandeel 65+ kan lang gediscussieerd worden. Voor de Streekagenda‟s is er voor gekozen om een sterkere toename dan het landelijke en het provinciale gemiddelde als een Zwakte (--) aan te merken. Een minder sterke toename dan het landelijke èn het provinciale gemiddelde wordt gezien als een Sterkte (++). Deze analyse moet echter als indicatief beschouwd te worden. Zoals al opgemerkt is de trend in de periode 2000-2009 positiever in de regio Noordwest Friesland (++). De positieve trend geldt overigens alleen voor de gemeente Leeuwarden. In de overige gemeenten van de regio is het aandeel 65+ een Zwakte (--). Daarmee komt het beeld in de overige gemeenten in Noordwest Friesland overeen met de andere regio‟s (Noordoost Friesland, de Wadden en Zuidwest Friesland) met uitzondering van Zuidoost Friesland, waar het aandeel 65+ als een Bedreiging (-) beschouwd kan worden. Met betrekking tot de prognose van het aan deel 65+ duidt het beeld in Zuidoost Friesland op een Sterkte (++), terwijl alle andere regio‟s een Zwakte (--) hebben. De vergrijzing zal in deze regio‟s zeer groot zijn, groter dan het provinciale en het landelijke gemiddelde.
34
Tabel 4.1: SWOT-analyse Algemeen (bevolkingsomvang, aandeel 65+, aandeel alleenstaanden, aandeel eenoudergezinnen, groene druk en grijze druk)
NoordNoordLeeuwar- overig Wadden oost west den Noordwest Friesland Friesland Friesland Bevolkingsomvang Trend Prognose Aandeel 65+ Trend Prognose Aandeel alleenstaanden Trend Aandeel eenoudergezinnen Trend Groene druk Trend Prognose Grijze druk Trend Prognose Gemiddeld
Zuidoost Friesland
ZuidFryslân west Friesland
---
-
++ ++
---
---
++ ++
-
-
---
++ --
++ ++
---
---
++
---
-
--
++
++
--
++
--
++
+
-
--
--
--
++
-
-
-
---
-++
-++
--
---
++ ++
--
-
----
++ --
++ ++ ++
----
----
++ ++
----
-
Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Alleenstaanden Ten aanzien het aandeel alleenstaanden is het eveneens arbitrair om aan te geven wat een Sterkte en wat een Zwakte is. Voor de analyse is er voor gekozen om een sterke toename van het aandeel alleenstaanden als een Zwakte aan te merken. Voor een vergelijking over de verschillende streken wordt hier wederom gekeken naar verschillen met het landelijke en provinciale gemiddelde. De regio‟s Noordoost Friesland en Zuidoost Friesland hebben een Zwakte (--) wat betreft de verandering in het aandeel alleenstaanden. De andere regio‟s in Fryslân hebben wat dit betreft een Sterkte (++). Hierbij zijn twee opmerkingen relevant. In de eerste plaats geldt dat “resultaten behaald in het verleden zijn geen garantie voor de toekomst”. Dat wil zeggen dat de komende vergrijzingsgolf in de nabije toekomst in veel regio‟s in Fryslân kan leiden tot een sterke toename in het aandeel alleenstaanden. De tweede opmerking betreft het beeld van Noordwest Friesland. In tegenstelling tot het aandeel alleenstaanden in Leeuwarden is het aandeel alleenstaanden in de overige gemeenten in Noordwest Friesland, net zoals in de regio‟s Noordoost Friesland en Zuidoost Friesland, een Zwakte (--).
35
Eenoudergezinnen Met betrekking tot het aandeel eenoudergezinnen is ervoor gekozen om een sterkere toename dan landelijk en provinciaal aan te merken als een Zwakte. In de regio Noordwest Friesland is sprake van een sterke toename van het aandeel eenoudergezinnen. Dat geldt zowel voor de gemeente Leeuwarden als de overige gemeenten in de regio. De regio Noordwest Friesland scoort op dit punt een Zwakte (--). Op de Wadden is sprake van een sterke afname van het aandeel eenoudergezinnen en kan derhalve worden aangemerkt als een Sterkte (++). In Noordoost Friesland, Zuidoost- en Zuidwest Friesland is het aandeel eenoudergezinnen lager dan het provinciaal gemiddelde, maar hoger dan landelijk gemeten, waardoor er sprake is van een Bedreiging (-). Groene druk De SWOT-analyse voor de groene druk gaat er van uit dat een sterkere toename in de groen druk een positieve ontwikkeling is. Als de ontwikkeling sterker is dan het landelijke gemiddelde en het provinciale gemiddelde wordt deze aangemerkt als een Sterkte. In het geval de ontwikkeling in de groene druk lager is dan het landelijke en provinciale gemiddelde merken we dit aan als een Zwakte. De groene druk is in de afgelopen jaren in alle regio‟s met uitzondering van Zuidoost- en Zuidwest Friesland aan te merken als een Zwakte (--). In Zuidwest Friesland is de trend minder negatief. Dat wil zeggen dat er sprake is van een Bedreiging (-). In Zuidoost Friesland is een positeve trend in de groene druk hetgeen aangemerkt kan worden als Sterkte (++). De prognoses zijn voor de verschillende regio‟s anders: in Noordwest en Zuidoost Friesland verwachten wij een positieve ontwikkeling (++), terwijl de overige regio‟s een negatievere ontwikkeling (--) te zien geven. Het positieve beeld in Noordwest Friesland geldt overigens alleen voor de gemeente Leeuwarden. De prognoses van de groene druk in de overige gemeenten in Noordwest Friesland is negatiever en aan te merken als een Bedreiging (-) Grijze druk Voor de SWOT-analyse wordt een sterkere toename van de grijze druk gezien als een negatieve ontwikkeling. Een minder sterke toename dan landelijk en provinciaal wordt gezien als een Sterkte. In Noordwest Friesland is de afgelopen jaren de grijze druk minder toegenomen dan het landelijke en provinciale gemiddelde. Qua trend scoort Noordwest Friesland als enige regio een Sterkte (++) op dit punt. De Sterkte moeten wij toeschrijven aan de ontwikkelingen van de grijze druk in de gemeente Leeuwarden. De ontwikkelingen in de andere gemeenten binnen de regio Noordwest Friesland moeten aangemerkt worden als een Zwakte (--). Ook in Noordoost Friesland, de Wadden en Zuidwest Friesland is sprake van een toename in de grijze druk, wat gezien moet worden als een Zwakte (--). De trend in Zuidoost Friesland is met een Bedreiging (-) iets gunstiger te noemen. In de nabije toekomst laten de meeste Friese regio‟s voor wat betreft de grijze druk een Zwakte (--) zien. Alleen de gemeente Leeuwarden en Zuidoost Friesland (++) springen er wat betreft de grijze druk in positieve zin uit. Desalniettemin neemt hier het aantal en aandeel ouderen sterk toe, maar veel minder sterk vergeleken met het provinciale en landelijke gemiddelde. In de onderste rij van tabel 4.1 is het algemene beeld met betrekking tot bevolkingsomvang en demografie weergegeven. Daaruit kunnen we opmaken dat alleen in de regio Zuidoost Friesland deze gemiddeld op te vatten is als een Sterkte (++). Dit komt 36
voornamelijk door de verwachte ontwikkeling tot 2030 en hangt grotendeels samen met de relatief grotere bouwproductie in deze regio. Voor de andere regio‟s is er sprake van een Bedreiging (-) of zelfs van een Zwakte (--). Zeker de regio‟s Noordoost Friesland en Noordwest Friesland kennen qua demografische ontwikkeling een verandering die de druk op de drie dimensies (ruimtelijk-economisch, sociaal-economisch en sociaal ruimtelijk) betrekkelijk groot maakt. Ook qua mogelijkheden in beleid stelt dit grenzen. De naar verhouding zwakke positie in Noordwest Friesland komt overigens voor het grootste deel door de ontwikkelingen in de overige gemeenten in de regio. Leeuwarden komt in de SWOT-analyse er zelfs beter uit dan de regio Zuidoost Friesland. 4.2
Ruimtelijk-economische dimensie
De ruimtelijk-economische dimensie is bepaald aan de hand van drie indicatoren, te weten: de mate van verstedelijking, de WOZ-waarde en de werkgelegenheid. De drie indicatoren laten afzonderlijke duidelijke verschillen zien (zie tabel 4.2). De soms tegengestelde scores op de afzonderlijke indicatoren is ook een indicatie voor de breedte van deze dimensie. Deze dimensie heeft enerzijds te maken met het woonklimaat, maar ook met het bedrijfseconomische klimaat. Gemiddeld zijn de verschillen echter veel geringer. De regio‟s Noordwest (en dan met name de gemeente Leeuwarden), Zuidoost en Zuidwest Friesland kennen een licht positieve score (+). Noordoost Friesland, de overige gemeenten in de regio Noordwest Friesland en de Wadden hebben een licht negatieve score (-). Tabel 4.2: SWOT-analyse Ruimtelijk-economische dimensie (mate van verstedelijking, WOZ-waarde en werkgelegenheid)
NoordNoordLeeuwar- overig Wadden oost west den Noordwest Friesland Friesland Friesland
Zuidoost Friesland
ZuidFryslân west Friesland
Mate van verstedelijking 0 WOZ waarde Stand + Trend Werkgelegenheid Stand -Trend + Gemiddeld -
0
0
0
-
0
0
12
++ --
++ --
++ --
---
+ -
+ --
+ -
++ -+
++ -+
-+ -
++ ++ -
++ +
++ +
+ +
Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Mate van verstedelijking In de mate van verstedelijking is gekeken naar het voorkomen van kernen (van verschillende omvang) in de provincie Fryslân. Cultuurhistorisch is het nederzettingenpatroon duidelijk anders bepaald in Fryslân als vergeleken met veel andere provincies. Ook binnen de provincie zijn hier duidelijke verschillen. Het feit dat 12
De gegevens voor deze indicator worden vergeleken met het gemiddelde voor de Provincie Fryslân. Deze heeft dus per definitie hiervoor geen score. Aangezien hiervoor geen nationale gegevens beschikbaar zijn, kunnen we in de SWOT-analyse niet spreken over een sterkte en/of zwakte, hoogstens over een (relatieve) kans of bedreiging.
37
veel dorpen ontstaan zijn als terpdorpen heeft gezorgd voor veel en naar verhouding kleine kernen. Het voorkomen van betrekkelijk veel kleine kernen kan als een sterk punt aangeduid worden. Echter, met betrekking tot draagvlak van voorzieningen, zoals een supermarkt en Openbaar Vervoer moet het voorkomen van een groot aandeel kleine kernen getypeerd worden als een niet-positieve ontwikkeling. Om deze gegevens voor verstedelijking vergelijkbaar te maken met de andere indicatoren wordt gekeken naar het aandeel zeer kleine kernen en het aandeel kleine kernen. Het aandeel zeer kleine kernen is leidend voor de typering. Voor de mate van verstedelijking komt alleen de regio De Wadden eruit als een regio met zowel een oververtegenwoordiging van zeer kleine als kleine kernen (-). De overige regio‟s hebben of alleen een lichte oververtegenwoordiging van zeer kleine kernen of allen voor kleine kernen. Toch speelt natuurlijk in veel regio‟s de kleine kernen problematiek zeer sterk, maar dit geldt voor de gehele provincie. WOZ waarde (koop)woningen Ook voor de SWOT-analyse van de WOZ-waarde is de stand en de trend meegenomen. Een goedkopere woning wordt in deze analyse als positief getypeerd. Qua trend wordt een mindere toename als positief getypeerd. In de interpretatie kwam al naar voren dat de woningen naar verhouding goedkoper zijn in de meeste Friese regio‟s, met uitzondering van de Wadden. Dit komt ook naar voren in de SWOT-analyse. De iets sterkere toename in de WOZ-waarde tussen 2000-2008 zorgt voor bedreigingen en zwaktes. De Wadden komen wat betreft WOZ-waarde en ontwikkeling als een Zwakte (--) naar voren. De WOZ-waarde is hoog op de Wadden en de toename in de afgelopen jaren was ook hoger dan zowel het landelijke als het provinciale gemiddelde. De andere regio‟s laten een gevarieerd beeld zien. Werkgelegenheid De SWOT-analyse voor de totale werkgelegenheid laat zien dat Noordwest Friesland en de Wadden als het gaat om de stand positief (++) scoren. Het positieve beeld in Noordwest Friesland wordt vooral veroorzaakt de gunstige cijfers van Leeuwarden. De stand over werkgelegenheid in de overige gemeenten in de regio Noordwest Friesland komt overeen met hetgeen wij in de regio Noordoost Friesland meten en is als Zwakte te kwalificeren. Qua ontwikkeling steken de Wadden, Zuidoost en Zuidwest Friesland sterk positief af ten opzichte van het nationale en provinciale gemiddelde. Noordoost Friesland kent een werkgelegenheidsontwikkeling boven het provinciale gemiddelde, alleen Noordwest Friesland heeft wat werkgelegenheidsontwikkeling een Zwakte (--). De Zwakte is toe te schrijven aan de minder gunstige ontwikkelingen over de werkgelegenheid in de gemeente Leeuwarden. De overige gemeenten in de regio Noordwest Friesland hebben als het gaat om de werkgelegenheid een Kans (+). Voor een compleet beeld is een SWOT analyses uitgevoerd over de ontwikkeling van de werkgelegenheid per sector (zie tabel 4.3). Ook hierbij zijn de cijfers vergeleken met het landelijke en provinciale gemiddelde. Uiteraard (door de vele sectoren) zijn de ontwikkelingen zeer divers. De reasultaten lenen zich het best om in gesprek met de verschillende streken nader te bekijken.
38
Tabel 4.3: SWOT-analyse ontwikkeling werkgelegenheid per sector en regio Noordoost Friesland
Noordwest Friesland
Leeuwarden
landbouw , bosbouw en visserij delfstoffenwinning
+
--
--
overig Noordwest Friesland ++
Wadden
Zuidoost Friesland
Zuidwest Friesland
Fryslân
++
+
++
+
++
+
nvt
+
nvt
--
--
+
industrie
+
+
--
++
++
++
++
+
energievoorziening
--
+
+
++
--
++
--
+
waterbedrijven en afvalbeheer bouwnijverheid
--
+
+
++
--
+
++
+
+
--
--
+
++
++
++
+
handel
--
--
--
++
++
++
++
+
vervoer en opslag
++
+
--
++
++
++
++
+
horeca
++
--
++
--
-
++
--
-
informatie en communicatie financiële dienstverlening verhuur en handel van onroerend goed specialistisch zakelijke diensten verhuur en overige zakelijke dienstverlening openbaar bestuur en overheidsdiensten onderwijs
+
+
+
++
++
++
+
+
--
++
++
--
--
--
--
-
--
--
--
++
++
-
++
-
++
+
--
++
++
--
++
+
--
++
+
++
+
+
++
+
++
++
++
--
--
--
++
+
--
--
--
++
--
++
-
-
gezondheids- en welzijnszorg cultuur, sport en recreatie overige dienstverlening
++
+
+
+
--
++
++
+
++
+
+
--
--
++
+
+
++
--
--
++
--
++
++
+
totaal
+
+
--
+
+
++
++
+
Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
4.3
Sociaal-economische dimensie
Voor de sociaal-economische dimensie zijn ook drie indicatoren geanalyseerd, namelijk: het aantal voortijdige schoolverlaters, de potentiële beroepsbevolking en de nietwerkende werkzoekenden. Ook hier komt naar voren dat de ontwikkelingen tussen de indicatoren en tussen de regio‟s sterker verschillen dan de gemiddelde score voor de dimensie. Gemiddeld is er sprake van een licht positieve ontwikkeling voor de sociaaleconomische dimensie in de Wadden (+) en Zuidwest Friesland (+). Deze kleine plus is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het naar verhouding geringe aandeel vroegtijdige schoolverlaters en het geringe aandeel niet-werkende werkzoekenden.
39
Tabel 4.4: SWOT-analyse sociaaleconomische dimensie (vroegtijdige schoolverlaters, potentiële beroepsbevolking en niet-werkende werkzoekenden)
NoordNoordLeeuwar- Overig Wadden oost west den NoordFriesland Friesland west Friesland Schoolverlaters Stand Trend Potentiële beroepsbevolking Trend Prognose Niet-werkende werkzoekenden Stand Trend Gemiddelde
Zuidoost Zuidwest Fryslân Friesland Friesland
+ -
+
+
+ +
+ +
-
+ +
0 0
---
++ --
++ ++
--
---
-++
--
-
+ -
-+ -
-++ +
+ -
++ ++ +
-+ -
++ ++ +
+ -
Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer
Voortijdig schoolverlaters Een zo laag mogelijk aandeel vroegtijdige schoolverlaters wordt beschouwd als het meest positieve. Een zo sterk mogelijke daling van dit aandeel wordt ook aangeduid als positief. Aangezien we (nog) niet over landelijke cijfers voor het aandeel vroegtijdige schoolverlaters beschikken, kunnen we alleen vergelijken met het provinciale gemiddelde. Het meest positief scoren de Wadden en Zuidwest Friesland. Zowel qua stand als qua trend is het resultaat van de SWOT hier een Kans (+). Negatief scoort Zuidoost Friesland. Dat geldt zowel voor de stand (-) als de trend (-). Noordoost Friesland kent een Bedreiging (-) als het gaat om de trend van het aantal voortijdig schoolverlaters. In Noordwest Friesland is de trend gunstiger (+). Dat geldt zowel voor de gemeente Leeuwarden als de overige gemeenten in de regio. Potentiële beroepsbevolking Bij een zo groot mogelijke potentiële beroepsbevolking scoort een regio positief. Ook een groei (of minder sterke daling ten opzichte van Fryslân en Nederland) is de score positief. Achterliggende reden hiervoor is dat zoveel mogelijk mensen zouden kunnen werken. Hier valt op dat qua trend Noordwest Friesland (++) er positief uitspringt. Het positieve beeld komt op conto van de gemeente Leeuwarden die zowel qua trend als prognoses zich sterk profileert. In de toekomst springt Zuidoost Friesland (++) er in positieve zin uit. Niet-werkende werkzoekenden Een zo laag mogelijk aantal en aandeel niet-werkende werkzoekenden wordt in de SWOT-analyse als positief omschreven. Hier komt de provincie Fryslân (en de regio‟s) er 13 positief uit voor wat betreft de trend, de ontwikkeling tussen 2000 en 2006. Qua huidige aandeel niet-werkzoekenden is de situatie zeer uiteenlopend. Alleen de Wadden en Zuidwest Friesland kennen een sterk positieve ontwikkeling, sterker dan het Nederlands en provinciaal gemiddelde. De andere regio‟s laten ook wel een positieve trend zien, maar die is minder sterk dan in de Wadden en Zuidwest Friesland. 13
Om de ontwikkelingen in de Friese regio‟s en Fryslân te kunnen vergelijken met het Nederlands gemiddelde is hier een afwijkende periode gehanteerd.
40
4.4
Sociaal-ruimtelijke dimensie
Voor de SWOT kijken wij naar het aandeel beperkte dorpen als het aandeel niet-complete dorpen. Hoe lager dit aandeel des te positiever een regio beoordeeld wordt. Aangezien voor dit onderwerp geen gegevens beschikbaar zijn op het landelijke niveau, wordt deze dimensie alleen beoordeeld in termen van kansen en bedreigingen (+ en -) en niet in termen van sterktes en zwaktes (++ en --). Om het verschil duidelijker naar voren te laten komen, is de over- dan wel ondervertegenwoordiging van het aandeel dorpen per categorie berekend. De resultaten hiervan zijn weergegeven in tabel 4.5. Tabel 4.5: SWOT analyse vitale dorpen (aandeel beperkte en niet-complete dorpen) over- en ondervertegenwoordiging Beperkte dorpen 1% -16%
niet-complete dorpen -6% 16%
Waarvan: Leeuwarden
-12%
33%
Overigen Noordwest Friesland
-17%
14%
-
Wadden Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân
-2% -7% 19% 0%
-11% 3% -10% 0%
+ -
Noordoost Friesland Noordwest Friesland
SWOT +
Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer
Zoals al opgemerkt in het voorgaande hoofdstuk, scoort de Wadden als het gaat om de vitaliteit van de dorpen positief. Dat geldt ook voor de gemeente Leeuwarden als onderdeel van de regio Noordwest Friesland. De andere regio‟s scoren alle negatief. Ook de regio‟s met een lager aandeel beperkte dorpen, hebben als gaat om de vitaliteit te maken met een Bedreiging (-), aangezien zij alle een relatief hoger aandeel nietcomplete dorpen hebben. Regio‟s met een hoger aandeel beperkte dorpen, hebben een lager aandeel niet-complete dorpen. Voor de SWOT-analyse betekent dit dat alle Friese regio‟s met uitzondering van de Wadden de huidige stand met betrekking tot voorzieningen in dorpen kunnen beschouwen als een Bedreiging. Alle regio‟s hebben relatief veel dorpen met weinig of zeer weinig voorzieningen. 4.5
Sterkte-zwakte op dimensieniveau
Voor de analyse op dimensieniveau zijn de + en – vervangen door de gemiddelde, berekende score, om zodoende meer nuance aan het beeld van de verschillende streken te kunnen geven.
41
Tabel 4.6: Samenvatting SWOT-analyse, met gemiddelde score per dimensie
Overigen NoordNoordNoordoost west Leeuwar- west Friesland Friesland den Friesland Wadden
ZuidZuidoost west NederFriesland Friesland Fryslân land
Algemeen
-1,9
-0,3
1,2
-1,9
-1,2
0,7
-1,2
-0,8
0
Ruimtelijk economisch
-0,2
0,0
0,0
-0,2
-0,2
0,2
0,0
0,0
0
Sociaaleconomisch
-0,7
-0,2
0,7
-0,2
0,3
-0,5
0,5
-0,3
0
-1
-1
1
-1
1
-1
-1
-1
0
Sociaalruimtelijk
De scores geven een positie van de regio ten opzichte van elkaar, vergeleken met het provinciale en het landelijke gemiddelde (=0). De negatieve waarde tussen -1 en -2 duidt op een Zwakte (--). Een negatieve waarde tussen 0 en – 1 staat voor een Bedreiging. Een positieve uitschieter van 0 tot 1 duidt op een Kans. Een positieve score tussen de 1 en 2 op een Sterkte. Algemeen: bevolking en demografische ontwikkelingen Bij drie van de vijf regio‟s (Noordoost Friesland, de Wadden en Zuidwest Friesland) is sprake van een Zwakte (lager dan -1) als het gaat om de demografische ontwikkelingen. De Zwakte heeft vooral te maken met een sterkere afname van het aantal inwoners in relatie met een sterkere vergrijzing. Noordwest Friesland laat als geheel een redelijk gunstig beeld zien (-0,2). Wanneer wij de resultaten uitsplitsen blijkt het gunstige beeld vooral door Leeuwarden (1,2) bewerkstelligd te worden. De bevolkingsontwikkeling in de overige gemeenten in de regio Noordwest Friesland (-1,9) komt als Zwakte overeen met de ontwikkelingen in Noordoost Friesland (-1,9). Zuidoost Friesland kent als enige regio in Fryslân een positieve bevolkingsontwikkeling (0,7). Ruimtelijk-economisch dimensie De ruimtelijk-economische dimensie is bepaald met de indicatoren mate van verstedelijking, WOZ-waarde en de werkgelegenheid. Gemiddeld genomen zijn er tussen de regio‟s geen grote verschillen. Alle regio‟s scoren rond het landelijk gemiddelde met een mange van – 0,2 (Noordoost Friesland en de Wadden) tot + 0,2 (Zuidoost Friesland). Sociaal-economisch dimensie In de sociaal-economische dimensie zijn voortijdige schoolverlaters, de potentiële beroepsbevolking en de niet-werkende werkzoekenden als indicatoren geanlyseerd. Kijken we naar de gemiddelde scores zien wij regionale verschillen. De sociaaleconomische situatie in Noordoost Friesland neigt met -0,7 naar een Zwakte, terwijl de sociaal-economische situatie in Zuidwest Friesland met een van 0,5 richting een Kans gaat. In de regio Noordwest Friesland is de sociaal-economische situatie in Leeuwarden (0,7) in vergelijking met de overige gemeenten in diezelfde regio (-0,2) veel gunstiger. Sociaal-ruimtelijk dimensie De sociaal-ruimtelijke dimensie kent één indicator, te weten de vitaliteit. Met uitzondering van de Wadden zijn de scores voor de streken in Fryslân minder positief. Dat wil zeggen dat het voorzieningenniveau in de gehele provincie met uitzondering van 42
de Waddeneilanden onder druk staat. De gemeente Leeuwarden een vrij gunstig resultaat op de sociaal-ruimtelijke dimensie, wat toegeschreven kan worden aan het grootstedelijke karakter van de gemeente.
43
5.
Friese streken in beeld
In dit hoofdstuk worden de resultaten per streek gepresenteerd. De bevolkingscijfers en de demografische ontwikkelingen worden gegeven in een tabel. De resultaten op de drie dimensie zijn weer gegeven in een figuur. De figuur is gerelateerd aan figuur 2.1 zoals wij die eerder in hoofdstuk 2 gebruikt hebben bij de selectie van relevante indicatoren. In de figuur worden drie lijnen gepresenteerd, één voor de score van de streek, één voor de provinciale score en één voor het Nederlandse gemiddelde. Het landelijke gemiddelde is per definitie de 0-lijn en staat voor het theoretisch gemiddelde. Een driehoek kleiner dan het zogenaamde theoretische gemiddelde duidt op een Bedreiging. Als de waarde voor een dimensie kleiner is dan -1 op een Zwakte. Een positieve uitschieter op één of twee dimensies duidt op een Kans (+1) of Sterkte (+2). Een grotere driehoek dan het theoretische gemiddelde geeft aan dat de streek positief scoort op alle dimensies. Op een vergelijkbare wijze kan de score van de streek vergeleken worden met het provinciale gemiddelde. De scores op de drie dimensies dienen overigens in samenhang met de bevolkingsgegevens en de demografische ontwikkeling beschouwd te worden. Diverse beleidsmaatregelen zijn afhankelijk van de bevolkingsgegevens en de demografische ontwikkeling en zullen daardoor beïnvloed worden. 5.1
Noordoost Friesland
Tabel 5.1: Samenvatting SWOT-analyse Noordoost Friesland algemeen (bevolking en demografie)
Noordoost Friesland Fryslân
trend --
prognose --
Figuur 5.1: Samenvatting SWOT-analyse Noordoost Friesland Demografisch gezien, moet de situatie in Noordoost Friesland bezien worden als een Zwakte (zie paragraaf 3.1 en 3.2). Ook in de toekomst zal dit niet veranderen. Dat wil zeggen dat Noordoost Friesland in de nabije toekomst te maken zal hebben met een verdergaande vergrijzing en ontgroening. 44
Vanuit deze wetenschap is de positie van Noordoost Friesland minder sterk dan het Nederlandse gemiddelde en ook duidelijk minder sterk dan in de rest van Fryslân. Met name sociaal-ruimtelijk heeft Noordoost Friesland een relatief slechtere uitgangssituatie dan gemiddeld. Maar ook voor de andere dimensies is de relatieve positie van de Noordoost Friesland op of onder het nationale (en provinciale) gemiddelde. 5.2
Noordwest Friesland
Tabel 5.2: Samenvatting SWOT-analyse Noordwest Friesland algemeen (bevolking en demografie)
Noordwest Friesland Fryslân
trend + -
prognose -
Figuur 5.2: Samenvatting SWOT-analyse Noordwest Friesland Noordwest Friesland heeft een licht positieve score wat betreft de trend in demografische ontwikkeling. Dit kan opgevat worden als een Kans. Deze kleine + heeft in belangrijke mate te maken met het naar verhouding lagere aandeel ouderen in deze regio. In de nabije toekomst zal ook hier de vergrijzing toenemen, wat natuurlijk zijn invloed zal hebben op de diverse dimensies. Noordwest Friesland geeft eveneens naar verhouding een iets mindere gemiddelde scores op de dimensies dan het nationale gemiddelde. Sociaaleconomisch en ruimtelijkeconomisch ligt de regio naar verhouding gelijk met het nationale (en ongeveer ook het provinciale) gemiddelde. Sociaal-ruimtelijk scoort de regio naar verhouding iets slechter. Zoals ook aangegeven bij de interpretaties van de verschillende indicatoren is de gemeente Leeuwarden sterk bepalend voor deze regio. Daarom zijn de analyses van de regio uitgesplitst naar de gemeente Leeuwarden en de overigen gemeenten. Wij beginnen met het totaal beeld van de gemeente Leeuwarden (zie figuur 5.3).
45
Figuur 5.3 laat goed zien dat de gemeente Leeuwarden duidelijk beter scoort op de onderscheiden dimensies. Vooral op de dimensie Ruimtelijk is de score hoger, en sterk bepalend voor de gehele regio. Hetzelfde, maar iets minder overheersend zien we terug voor de dimensie Sociaal.
Figuur 5.3: Samenvatting SWOT-analyse Leeuwarden De overige gemeenten in Noordwest Friesland hebben veelal indicatorscores onder het Nederlandse en provinciale gemiddelde. Op de economische dimensie is er bijna geen verschil met de gemeente Leeuwarden, maar voor de andere dimensies zijn de verschillen navenant.
Figuur 5.4: Samenvatting SWOT-analyse overige gemeenten Noordwest Friesland
46
5.3
De Wadden
Tabel 5.3: Samenvatting SWOT-analyse De Wadden algemeen (bevolking en demografie)
Wadden Fryslân
trend -
prognose --
Figuur 5.5: Samenvatting SWOT-analyse de Wadden Demografisch is de ontwikkeling op de Wadden net iets onder het Nederlandse gemiddelde. De afgelopen jaren en zeker in de nabije toekomst zullen de gevolgen en effecten van vergrijzing duidelijk merkbaar worden op de Wadden. Dit stelt mogelijkerwijs beperkingen aan de te volgen strategieën in de beleidsaanbevelingen en oplossingsrichtingen. In de nabije toekomst zullen met name de effecten van vergrijzing op de Wadden sterker zijn dan het nationale en provinciale gemiddelde. Ook al zal de demografische ontwikkeling op de Wadden leiden tot een zwakte, sociaalruimtelijk en sociaal-economisch gezien scoren de Wadden gemiddeld iets positiever dan het landelijke (en provinciale) gemiddelde. Dit zijn duidelijke sterke punten en/of kansen voor de Wadden. Wat betreft de Ruimtelijk-economische dimensie is de gemiddelde score net iets lager dan het landelijke gemiddelde.
47
5.4
Zuidoost Friesland
Tabel 5.4: Samenvatting SWOT-analyse Zuidoost Friesland algemeen (bevolking en demografie)
Zuidoost Friesland Fryslân
trend -
prognose ++ -
Figuur 5.6: Samenvatting SWOT-analyse Zuidoost Friesland De trend heeft in Zuidoost Friesland geleid tot een licht negatieve score ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde. In de toekomst is de verwachting dat dit zal omslaan naar een sterkte. De naar verhouding sterke groei van woningvoorraad en bevolking hangt hier natuurlijk direct mee samen. Zeker in vergelijking met het provinciale gemiddelde (en dus ook de meeste andere Friese regio‟s) zal dit ook ontwikkelingen op de onderscheiden dimensies positief kunnen beïnvloeden. Ondanks de verwachte sterkte in de demografische ontwikkeling, geeft de huidige situatie alleen een licht positieve score ten opzichte van het landelijke gemiddelde op de ruimtelijk-economische dimensie. De andere dimensies zijn neutraal tot een bedreiging. Beleidsmatig kan hier door de gunstige demografische ontwikkeling wellicht makkelijker beleid gevoerd worden om op de verschillende dimensies tot meer mogelijkheden te komen.
48
5.5
Zuidwest Friesland
Tabel 5.5: Samenvatting SWOT-analyse Zuidwest Friesland algemeen (bevolking en demografie)
Zuidwest Friesland Fryslân
trend -
prognose --
Figuur 5.7 Samenvatting SWOT-analyse Zuidwest Friesland Demografisch is de situatie in Zuidwest Friesland samen te vatten als een bedreiging. Gemiddeld scoort de regio minder dan het nationale gemiddelde. In de nabije toekomst zal dit zelfs omslaan naar een nog sterkere afwijking van het nationale (en provinciale) gemiddelde. Deze score heeft voor een belangrijk deel te maken met de naar verhouding sterke en sterkere vergrijzing in deze regio. Op de verschillende dimensies scoort de regio Zuidwest Friesland alleen iets beter dan het nationale gemiddelde op de sociaaleconomische dimensie. Deze score hangt samen met het naar verhouding lage aandeel niet-werkende werkzoekenden (lager dan provinciaal en nationaal). Op de ruimtelijk-economische dimensie wijkt de regio niet af van het landelijke gemiddelde. Hier wordt een minder gunstige ontwikkeling in de woningwaarde gecompenseerd door een sterk positieve werkgelegenheidsontwikkeling. Op de sociaal-ruimtelijke dimensie ligt de score duidelijk onder het provinciale gemiddelde. Het naar verhouding hoge aandeel kleine en zeer kleine kernen in deze regio is de verklaring voor deze score. Deze ruimtelijke structuur heeft ook invloed op de andere factoren.
49
6.
Reflectie en gedachten over het vervolg
Met deze eerste SWOT-analyse voor de Streekagenda zijn de trends en ontwikkelingen in beeld gebracht en geanalyseerd. De samenvattende figuren per streek geven een indicatie waar de huidige ontwikkelingen toe geleid hebben en waar de streek „staat‟. Om beter grip te krijgen op de interpretatie van de dimensies kunnen de indicatorscores opgevat worden als een „thermometer‟. De gemiddelde score van de indicatoren per dimensie geeft een beeld hoe de streek ervoor staat op een breder terrein. Aangezien een regio (of provincie) nooit in volledige autonomie een ontwikkeling heeft of kan doormaken, zijn de cijfers vergeleken met het provinciale en landelijke gemiddelde. Deze vergelijkingen zijn voor de verdere regionale uitwerking naar regionale beleidsaanbevelingen en oplossingsrichtingen zeer belangrijk. Deze geeft voor een deel de reikwijdte van de mogelijkheden aan. Mogelijke aanbevelingen en oplossingsrichtingen zijn daarnaast uiteraard ook afhankelijk van de toekomstige demografische ontwikkeling. Voor een adequate toepassing van deze SWOT-analyse in het overleg met de regio‟s is het noodzakelijk deze analyse een nadere inkleuring te geven. De huidige SWOT-analyse geeft het beeld voor de huidige stand, de huidige temperatuur, om de beeldspraak met betrekking tot thermometers te handhaven. Voor het vervolgtraject is het zinvol deze huidige stand in samenhang met mogelijke beleidsaanbevelingen en oplossingsrichtingen te analyseren. Hiervoor zou een SWOT II uitgevoerd kunnen worden, waar bepaalde sets van maatregelen nader tegen het licht worden gehouden en worden geanalyseerd in relatie tot de andere regio‟s en de onderscheiden dimensies. Op alle dimensies wordt al en zal ook in de toekomst beleid worden gevoerd. Voor de verdere inkleuring kan een SWOT II helpen om de kansrijke ontwikkelingen te inventariseren. Juist voor het overleg met de regio‟s zou een dergelijke exercitie extra informatie opleveren en de regio‟s verder kunnen helpen in het bepalen van de verdere invulling van de Streekagenda‟s. De mogelijkheden voor beleid kunnen geanalyseerd worden en gerelateerd worden aan de uitkomsten van de analyses in dit rapport. Deze wisselwerking tussen de nadere uitwerking van beleid en oplossingsrichtingen met de resultaten van deze SWOT-analyse geeft de Provincie en de regio‟s extra input voor een goede invulling van de streekagenda‟s.
50