Fotografisch afval
Omschrijving Fotografische afvalstoffen komen vrij in verschillende sectoren. Deze kunnen ruwweg onderverdeeld worden in 3 types: • Ontwikkellaboratoria; • Medische sector: o.a. ziekenhuizen, tandartsen en dierenartsen; • Grafische bedrijven: drukkerijen, .... In deze studie worden zowel de afvalfotochemicaliën als de vaste fracties belicht: • Ontwikkelingsvloeistof: zwart-wit, kleur en plaatontwikkelaar; • Fixeermiddel (zwart-wit) en bleekfixeermiddel (kleur); • Fotografische film. De verwerking van fotografisch afval is, vanuit economische motieven, in de eerste plaats gericht op het recupereren van het aanwezige zilver. Bij het ontwikkelen van zwart-wit foto’s wordt ongeveer 80% van het op de vaste fase aanwezige zilver verwijderd door de fixeervloeistof. Voor kleurenfoto’s gaat het om bijna 100%. De zilverconcentratie in fixeervloeistof loopt hierdoor op tot typisch 2–5 g/l. Het zilvergehalte in de ontwikkelaar is aanzienlijk lager, typisch 0,1 g Ag/l. Plaatontwikkelaar bevat geen zilver. De grafische industrie en de medische sector gebruiken quasi uitsluitend zwartwitfilms. De fotolaboratoria ontwikkelen daarentegen voornamelijk kleurenfilms. Na de ontwikkeling bevatten de films nog een restgehalte aan zilver. Hier kan een onderscheid gemaakt worden tussen negatieve- en positieve films. De medische sector gebruikt voornamelijk negatieve films. In de grafische sector worden daarentegen vooral positieve films aangewend. Negatieve films geven een transparant beeld op een zwarte achtergrond. Ze worden gekenmerkt door een groot niet-belicht oppervlak en bevatten bijgevolg een hoog restgehalte aan zilver. Bij positieve films daarentegen wordt het beeld, na ontwikkeling, zwart op een transparante ondergrond. Bij dit type concentreert het grootste deel van het aanwezige zilver in de fixeervloeistof.
1 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
Specifiek toepasselijke wetgeving Vlaams gewest ¾ Het decreet betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen van 2 juli 1981, zoals gewijzigd op 20 april 1994 en op 19 april 1995 (het Afvalstoffendecreet). ¾ Het uitvoeringsbesluit van het Afvalstoffendecreet, namelijk het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997 houdende het “Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer” (VLAREA), dat in werking trad 1 juni 1998: Alle vloeibare fracties zijn opgenomen in de lijst van gevaarlijke afvalstoffen (bijlage 2.4.1.2 van het VLAREA). ¾ Sectorale lozingsvoorwaarden voor de grafische industrie, VLAREM II, bijlage 5.3.2: De sectorale lozingsvoorwaarden vermelden een verbod op het lozen van fixeerbaden. Ontwikkelbaden zijn niet expliciet vermeld in de verbodsbepaling. Er dient echter opgemerkt te worden dat deze als vloeibare afvalstoffen te beschouwen zijn en dus hoe dan ook niet geloosd mogen worden. Europese Unie ¾ Richtlijn 91/689/EEG van 12 december 1991 betreffende gevaarlijke afvalstoffen. Hoeveelheden Onderstaande tabellen geven de evolutie (1996-1999) van de ingezamelde hoeveelheden fotografisch afval (ontwikkelaar, fixeermiddel en filmafval) voor Vlaanderen weer, ingezameld bij drukkerijen en in de medische sector (enkel ziekenhuizen en rust- en verzorgingstehuizen) [2]. Deze cijfers zijn gebaseerd op een statistisch verantwoorde steekproef van meldingsgegevens van bedrijfsafvalstoffen en werden door OVAM geëxtrapoleerd op basis van RSZ-gegevens. Naast de geëxtrapoleerde cijfers (EXTR) worden ook de 95% betrouwbaarheidsintervallen opgegeven (95% BI). De cijfers zijn sterk schommelend, maar geven aan dat de hoeveelheden afval van de drukkerijen en de medische sector zich in dezelfde grootteorde situeren. Fotografisch afval drukkerijen Productiejaar EXTR (ton) 1996 2.293 1997 3.032 1998 2.166 1999 2.526
95%BI (ton) 1.660 - 2.926 2.027 - 4.035 595 - 4.016 2.076 - 2.977
2 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
Fotografisch afval medische sector Productiejaar EXTR (ton) 1996 1.570 1997 2.483 1998 3.427 1999 1.296
95%BI (ton) 1.256 - 1.993 1.831 - 3.583 1.415 - 7.101 1.036 - 1.555
Voor fotostudio’s en fotolaboratoria is de bij OVAM beschikbare informatie te beperkt om een betrouwbare extrapolatie toe te laten. De hoeveelheid afval van de fotolaboratoria is echter geenszins verwaarloosbaar. De cijfers van OVAM geven vermoedelijk een onderschatting. De 2 voornaamste ophalers collecteren in België immers samen 7.000 ton afvalfotochemicaliën. Het zwaartepunt ligt hierbij in Vlaanderen. Via de KGA-inzameling door de Vlaamse gemeenten en intercommunales werd in 1999 55 ton afvalfotochemicaliën ingezameld [2]. Het gaat om ontwikkelaar, fixeermiddel en fotografisch zilver van hobbyisten. Deze hoeveelheid is duidelijk klein te opzichte van de eerder vernoemde sectoren. Daarnaast beschikt OVAM over gegevens met betrekking tot de invoer- en uitvoer van gevaarlijke afvalstoffen, inclusief fotografisch afval gehaald. Onderstaande tabel geeft de evolutie weer voor de periode 1996 - 2000 [2]. Invoer fotografisch afval 2000 in Vlaanderen (ton) Fixeerbaden 1.515 Ontwikkelbaden 238 Film- en celluloidafval 3
1999 (ton) 162 206 60
1998 (ton) 161 199 182
1997 (ton) 155 161 144
1996 (ton) 152 196 126
Uitvoer fotografisch 2000 afval vanuit Vlaanderen (ton) Fixeerbaden 4.451 Ontwikkelbaden 1.804 Film- en celluloidafval 81
1999 (ton) 4.743 2.153 849
1998 (ton) 4.216 2.646 955
1997 (ton) 2.368 2.186 1.594
1996 (ton) 3.143 1.226 908
De cijfers maken duidelijk dat er sprake is van een aanzienlijke netto uitvoer van fotografisch afval, voor verdere verwerking in het buitenland. Concreet gaat het om 3 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
Duitsland en Nederland. De invoer is voornamelijk afkomstig van het Groothertogdom Luxemburg en een gedeelte wederinvoer vanuit Nederland. Inzameling Fotografisch afval dient bij de bedrijven en gemeenten opgehaald te worden door erkende ophalers voor gevaarlijke afvalstoffen. Ontwikkelaar, fixeervloeistof en vast fotografisch afval (films) worden apart ingezameld. De ophalers stellen hiervoor de nodige recipiënten ter beschikking. In Vlaanderen zijn een zevental ophalers van fotografisch afval bekend bij OVAM [3]: • Martens Lucien, Zoersel; • Van Gansewinkel Chemie, Mol; • Demerisk, Eindhout; • Watco Ecoservice – divisie Watco Graphics, Gent; • Edelchemie, Dilsen-Stokkem; • Argentia, Lubbeek; • Machiels Recycling Technology, Wilsele. Vaak werken de ophalers in nauwe samenwerking met de federaties. Zo coördineert Febelgra de ophaling van fotografisch afval bij een aantal kleinere bedrijven uit de grafische sector, waarbij de ophaling in 2000 – 2001 door Watco Graphics verzorgd wordt. Het Vlaams Verbond der Tandartsen organiseert voor haar leden de ophaling van het medisch en fotografisch afval, in samenwerking met Destructo. Voorbehandeling Afvalfixeer bevat typisch 2 – 5 g Ag/l. In de praktijk worden fixeeroplossingen steeds ontzilverd voor ze met andere afvalfotochemicaliën gemengd en verwerkt worden. Het gaat hierbij om een hoofdzakelijk economisch gedreven proces. In Vlaanderen voeren Watco Graphics en Machiels Recycling Technology deze voorbehandeling uit. Verwerking Kenmerkend voor fotografisch afval is de sterke verwevenheid tussen de ophalers en de uiteindelijke verwerkers. Van de 7 ophalers zijn er 4 waarvan de verwerking geheel of gedeeltelijk binnen de groep gebeurd [4, 5, 6]: • Edelchemie voert het afval zonder voorbehandeling af naar het moederbedrijf te Panheel, Nederland. Het bedrijf hanteert het “waste-to-waste” principe, waarbij 4 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
in de mate van het mogelijke afvalstoffen worden gebruikt voor de verwerking van andere afvalstoffen. Films en papier worden als brandstof gedoseerd aan de pyrolyse-oven. De vloeistoffractie wordt, na ontzilvering en ontzwaveling, als wasvloeistof voor de rookgaszuivering gebruikt; • Argentia voert af naar het moederbedrijf te Moerdijk, Nederland. Er bestaan plannen om in de toekomst de ontzilvering in de Vlaamse vestiging uit te voeren. De vloeistoffen worden door het bedrijf EUG te Braunschweig, Duitsland, gebruikt voor de aanmaak van Renoxal. Dit product wordt als reductans geleverd aan de cementindustrie, voor dosering in de deNOx-installatie. Zuivere filmfracties worden met bleekfixeer gespoeld, om het aanwezige zilver te recupereren. De voorbehandelde films worden verder verwerkt door verbranding; • Watco Graphics ontzilvert de fixeer- en bleekfixeerbaden in Gent. Voor de verdere verwerking van de ontzilverde baden gebruikt Watco Graphics 2 kanalen: - VVM te Hoek, Nederland: fyisico-chemische en biologische behandeling; - EUG te Braunschweig, Duitsland: aanmaak van Renoxal. Zuivere films worden afgevoerd naar een bedrijf dat het aanwezige zilver recupereert door spoeling met een enzyme-oplossing. De overblijvende PETfractie komt in aanmerking voor materiaalrecyclage. De coördinaten zijn niet bekend. • Machiels Recycling Technology is de enige ophaler die de afvalfotochemicaliën volledig in Vlaanderen zelf verwerkt. De ontzilverde baden worden geïnjecteerd in de secundaire verbrandingskamer van de draaitrommeloven voor medisch afval en industrieel afval, in functie van de regeling van de temperatuur en/of de reductie van NOx. Zuivere films worden extern verwerkt. Evolutie Reeds geruime tijd wordt, als gevolg van de opkomst van digitale technieken, een vermindering verwacht van de hoeveelheden fotografisch afval [1]. De cijfers over de ingezamelde hoeveelheden laten echter nog niet toe om dit ondubbelzinnig te bevestigen. Enerzijds wordt een reductie verwacht in de medische sector. Hiervoor kunnen twee motieven vermeld worden: • De nieuwe beeldvormingstechnieken zijn bijzonder krachtig (o.a. driedimensioneel); • Voor de medische dossiers, zowel in ziekenhuizen als bij tandartsen, bestaat een sterke voorkeur voor digitale opslag. Dit is ruimtebesparend en laat een vlotte uitwisseling toe. Vooral in de ziekenhuizen is men reeds in grote mate overgestapt op digitale beeldvorming. Anderzijds dient opgemerkt te worden dat er ook een aantal toepassingen zijn, waaronder de controle van botbreuken, waarin de klassieke techniek de voorkeur 5 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
blijft genieten. Hieruit volgt dat een eenduidige uitspraak over de evolutie in de medische sector niet mogelijk is. Ook in de grafische sector zijn er digitale alternatieven (computer-to-plate) beschikbaar. De grotere drukkerijen in Vlaanderen maken hier reeds gebruik van. Bij meer kleinschalige drukkerijen bestaat er echter nog een zekere weerstand. De mate waarin digitale technieken reeds in zwang zijn, blijkt sterk van land tot land af te hangen. Zo zou Vlaanderen een grote voorsprong hebben ten opzichte van Nederland. Anderzijds kunnen ook toepassingen vermeld worden waarin het gebruik van fotografische films stijgt. Een voorbeeld hiervan is het niet-destructief onderzoek van industriële installaties en constructies. Vermits op middenlange termijn uitgegaan kan worden van een globale daling, zijn alle verwerkers met specifieke installaties voor de verwerking van fotografisch afval bezig met het verbreden van hun werkterrein en accepteren ze ook andere stromen. Zo verwerkt Edelchemie nu ook bruingoed. Referenties 1. PRESTI programma grafische en papierverwerkende industrie - sectorstudie, december 1996, uitgevoerd door ERM in opdracht van Febelgra en Fetra; 2. Mike Van Acoleyen, Databanken bedrijfsafvalstoffengegevens en in- en uitvoergegevens, OVAM, tel. 015 28.42.84, 2001; 3. Lijst van ophalers fotografisch afval, www.ovam.be; 4. Frederic Van Geyt, Watco Graphics, Gent, tel. 070 23.32.64, 2001; 5. Frank Steenhoudt, Machiels Recycling Technology, Wilsele, tel. 016 22.72.28, 2001; 6. Daniëlla Segers, FEBEM, Zaventem, tel. 02 757.91.70.
6 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)