Fotografie: van opname tot archivering – deel 1 Bruno Vandermeulen
6
7
8
9
10
11
12
1 3
Wat is een camera? •Zwarte doos: camera obscura •Sensor •Sluiter •Objectief •Diafragma
Sensor • Pixels
• Grootte 15
16
Camera •Compact (handig, weinig mogelijkheden) •SLR (groter, betere lenzen, verschillende soorten lenzen afhankelijk van gebruik, betere controle over belichting)
17
Wat is er mis?
18
Wat is er mis?
19
Wat is er mis? This image cannot currently be display ed.
20
Wat is er mis?
21
Wat is er mis?
22
Wat is er mis?
23
Wat is er mis?
24
Wat is er mis?
25
Wat is er mis?
26
Wat is er mis?
27
Wat is er mis?
28
Wat is er mis?
29
Te donker •Foto te weinig licht gekregen •Oplossing: –Meer licht –Langer belichten –Sluitertijd langer –Op de camera –Niet te lang •“Bewogen” foto 30
Te licht •Foto te veel licht gekregen •Oplossing: –korter belichten –Sluitertijd korter
31
Sluitertijd
32
Sluiter •In de camera •… 1/8 - 1/15 - … - 1/250 - 1/500 - … •Lange sluitertijd: laat veel licht binnen, kans op bewegingsonscherpte (1/8 sec) •Korte sluitertijd: laat weinig licht binnen, weinig kans op bewegingsonscherpte (1/250 sec) •1 stop verschil = half of dubbel zoveel licht
Is alles scherp? •Niet alles scherp •Oplossing: –Diafragma verkleinen –In de lens –Grote opening-kleine waarde •Weinig scherptediepte
–Kleine opening-grote waarde •Meer scherptediepte 34
Diafragma
35
Diafragma •In de lens •2.8 - 4 - 5.6 - 8 - 11 - 16 - 22 - 32 •kleine waarde: grote opening, laat veel licht binnen (bv f/2.8) •grote waarde: kleine opening, laat weinig licht binnen (f/16) •1 stop verschil = half of dubbel zoveel licht •scherptediepte
Scherptediepte •Zone waarbinnen alles scherp is •Wordt beïnvloed door: –Diafragma (kleine opening bv f/22 , grote scherptediepte) –Objectief (tele: kleine scherptediepte, groothoek grote scherptediepte –Afstand: hoe dichter, hoe kleiner; hoe verder, hoe groter
Scherptediepte f/4 - f/22
Belichting •Combinatie van sluitertijd en diafragma •Veel licht: korte sluitertijd en kleine opening, bv 1/250 f/16 •Weinig licht: lange sluitertijd en grote opening, bv 1/8 f/4 (statief gebruiken!)
Belichting
41
Objectief •Groothoek, normaal en tele (28mm, 50mm, 200 mm) •Zoom (bv 28-70, 70-210) •Macro (60 mm, 105 mm, 200 mm)
Lensvertekening •Groothoek –Creëert diepte –Bolvormig •Tele –Verdicht –Kussenvormig
Vervorming
24 mm
35 mm
90 mm
Vertekening
Groothoek
Normaal
Gevoeligheid •Zowel film als digitaal •100 - 200 - 400 asa •Hoe hoger gevoeligheid, hoe meer korrel/ruis, dus minder detail •Op zo laag mogelijke asa-waarde fotograferen
47
Histogram • Visuele weergave van tonaliteit
Onderbelichting
Overbelichting
48
De juiste kleur? •Instellen witbalans
49
50
Lichtmeting
•Lichtmeter in de camera meet gereflecteerd licht, niet opvallend licht •maakt gemiddelde
51
Programma’s
52
Programma’s camera •P: automatische instelling van diafragma en sluitertijd •S: sluitertijd zelf instellen, diafragma automatisch •A: diafragma zelf instellen, sluitertijd automatisch •M: volledig manueel •Sport/Landscape/Portrait/… 53
Licht •Hard licht: zonlicht, flitslicht, zeer hoog contrast, niet zo goed •Zacht licht: bewolkt, onder een afdak, in de schaduw, aan een raam, beter •Kunstlicht –studioflitsen –studiolampen
Te hard licht
Flits op camera
Hard licht
Zacht licht
Zacht licht met opheldering
contrast
59
Fotografie van objecten •Steeds in hoogste resolutie fotograferen •Gebruik zacht licht met weinig contrast •Gebruik een neutrale achtergrond •Zorg dat het onderwerp centraal in beeld staat en fotografeer parallel •Werk onder zo constant mogelijke omstandigheden •Fotografeer ook details •Met schaal 60 60
Schema opname object
61
Te hard licht
Flits op camera
Parallel aan onderwerp
Opname van schilderij of document •Gebruik hard licht •Maximale hoek van 45° tov onderwerp •Camera parallel aan onderwerp •Kijk uit voor reflectie •Fotografeer ook details
64
Schema opname boek of schilderij
65
66
Reflectie op schilderij
67
Fotografie van glas •Doorzicht •licht langs achter •op lichtbak
68
69
70
Fotografie van handschrift met bladgoud •wel zacht licht
71
Fotografie van glanzend voorwerp •Zacht licht •Werken met lichttent
72
Standbeelden •Langs alle zijden, met details
73
74
Munten en penningen •Hard licht van de zijkant: scheerlicht •Voor en achterkant
75