Longgeneeskunde
COPD: uw opname van dag tot dag
www.catharinaziekenhuis.nl
Inhoud De opnamedag (dag 0) ....................................................................... Wat gebeurt elke ochtend .................................................................. Dag 1 ................................................................................................... Dag 2 ................................................................................................... Dag 3 ................................................................................................... Dag 4 ................................................................................................... Dag 5 ................................................................................................... Dag 6 ................................................................................................... Dag 7 ................................................................................................... Tot slot ................................................................................................
Patiëntenvoorlichting:
[email protected] LON003 / COPD: uw opname van dag tot dag / 21-07-2014
2
4 5 6 7 7 7 8 8 8 9
COPD: uw opname van dag tot dag U bent via de Spoedeisende Hulp of via de polikliniek Longgeneeskunde opgenomen in het ziekenhuis in verband met hevige benauwdheidsklachten. Deze toename van benauwdheidsklachten wordt vaak veroorzaakt door een luchtweginfectie (longontsteking) in combinatie met COPD.
COPD is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Beide zijn aandoeningen aan de luchtwegen die het ademhalen moeilijker maken. Door een infectie/ontsteking in de luchtwegen/longen nemen deze benauwdheidsklachten toe. De longarts heeft besloten om u op te nemen om de benauwdheidsklachten te behandelen. Als u in het verleden al eerder bent opgenomen met een toename van benauwdheidsklachten op de longafdeling, merkt u dat de behandeling veranderd is. U krijgt bijvoorbeeld geen infuus met dexamethason meer, maar tabletten dexamethason. Deze veranderingen zijn ingevoerd om uw behandeling en de zorg die u nodig heeft te verbeteren. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat een behandeling met een infuus niet beter is dan een behandeling met tabletten. In deze brochure wordt de zorg die u ontvangt per dag duidelijk omschreven, waardoor u vanaf opname tot ontslag weet wat er gaat gebeuren. U kunt uzelf ook beter voorbereiden op wat er per dag gaat gebeuren. De ontslagdatum is al gepland op het moment dat u wordt opgenomen. In gesprekken met u en de arts wordt gezamenlijk besloten of die ontslagdatum ook haalbaar is. Het is goed om u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, spreek dan gerust een arts of verpleegkundige aan.
3
De opnamedag (dag 0)
Opname via de Spoedeisende Hulp De arts-assistent voert bij u een lichamelijk onderzoekt uit en stelt vragen over uw klachten. Er vinden verschillende onderzoeken plaats : • Er wordt bloed afgenomen via een bloedvat in uw elleboogplooi en pols. • Er wordt een röntgenfoto en een hartfilmpje gemaakt. • U geeft aan de arts door welke medicijnen u thuis gebruikt, hierin kunnen tijdens de opname veranderingen plaatsvinden. Als de arts klaar is met het onderzoek en besluit om u op te nemen, wordt u door verpleegkundigen van de afdeling opgehaald. Uw inhalatiemedicatie van thuis Als het mogelijk is, vragen wij u om uw eigen inhalatiemedicatie naar het ziekenhuis te laten brengen, door een familielid of kennis. Opname via de polikliniek Uw behandelend longarts besluit om u op te nemen na het lichamelijk onderzoek en naar aanleiding van uw klachten. Eenmaal op de afdeling wordt u verder onderzocht door de zaalarts, die door uw longarts op de hoogte is gebracht over uw opname. Op de verpleegafdeling Na de onderzoeken wordt u door een verpleegkundige opgehaald en ontvangen op de verpleegafdeling (13-west). Op uw kamer krijgt u uitleg over de werking van het bed, de bel en waar u het toilet kunt vinden. U ontvangt naast deze folder ook informatie over bezoektijden, de maaltijdvoorziening en de opnamewijzer. De verpleegkundige voert met u een kort opnamegesprek. Hierbij worden vragen gesteld over uw contactpersoon, mogelijke allergie, thuismedicijnen en eventueel andere gezondheidsproblemen. De verpleegkundige controleert dan ook uw bloeddruk, temperatuur, hartslag en uw zuurstofgehalte. U wordt gewogen en gevraagd naar veranderingen in uw gewicht. Als u hiervoor te benauwd bent of zich te ziek voelt, wordt samen met u besloten om dit de volgende dag te doen. 4
Afhankelijk van de opdracht van de arts aan de verpleegkundige krijgt u na de opname meteen medicijnen zoals vernevelingen, antibiotica, prednison of zuurstof. De verpleegkundige informeert u hierover. Het medicijn prednison kan uw bloedsuikers ontregelen. Als u geen suikerziekte heeft wordt uw bloedsuiker gedurende twee dagen gecontroleerd voor het ontbijt en de avondmaaltijd. Dit gebeurt met een prik in de vingertop. Als u suikerziekte heeft en daarvoor insuline gebruikt, dan wordt bij u vier keer per dag de bloedsuiker gecontroleerd via een vingerprik. Bij gebruik van tabletten vindt deze controle twee keer per dag plaats. Als u ‘s avonds laat of ’s nachts wordt opgenomen dan wordt de bloedsuiker de volgende dag bepaald.
Wat gebeurt elke ochtend
Rond 07.30 uur krijgt u medicijnen van de verpleegkundige en deze informeert u over het gebruik ervan. Na het ontbijt wordt bij u de bloeddruk, temperatuur en pols gemeten. De verpleegkundige overlegt met u hoe de persoonlijke verzorging wordt gedaan, dit is mede afhankelijk van uw benauwdheidsklachten. U wordt ook gevraagd hoe u de benauwdheid ervaart en of u daar een cijfer voor kunt geven tussen de 0 en 10. Hoe hoger het cijfer hoe meer benauwd u zich voelt. Daarnaast wordt ook gevraagd of u een verschil voelt bij rust of wanneer u een inspanning moet leveren. Deze score wordt drie keer per dag aan u gevraagd. Als u slijm ophoest krijgt u dagelijks een schoon opvangpotje waarin u dit slijm kwijt kunt. De verpleegkundige beoordeelt elke ochtend de kleur en hoeveelheid van het slijm. In de ochtend komt de zaalarts bij u aan het bed. Deze vraagt aan u hoe het met u gaat en bespreekt met u de ingezette behandeling. Natuurlijk kunt u dan ook uw vragen stellen. • Ligt u op kamer 1 t/m 8 dan komt op maandagochtend een longarts bij u aan bed. • Ligt u op kamer 9 t/m 16 dan komt een longarts op dinsdagochtend bij u aan bed. 5
Uw eigen longarts ziet u weer tijdens het controlebezoek op de polikliniek.
Dag 1
Vraaggesprek U en eventueel uw familie krijgt vandaag een uitgebreider opnamegesprek met de verpleegkundige. Het doel van dit gesprek is om u beter te leren kennen, vragen te beantwoorden en met u te praten over eventuele problemen rondom uw ziek zijn thuis. Aan de hand van dit gesprek wordt met u afgesproken voor welk probleem een oplossing wordt gezocht. Dit kan bijvoorbeeld zijn; het regelen van thuiszorg, voorlichting over inhaleren of COPD en hoe u thuis omgaat met plotselinge toename van benauwdheid. Ook de inhoud van deze folder wordt besproken en uw eventuele vragen worden natuurlijk beantwoord. Problemen die bij u kunnen ontstaan door het rookverbod in het ziekenhuis kunt u bespreekbaar maken bij de verpleegkundige. Deze adviseert u over het verminderen van de ontwenningsverschijnselen en kan hierbij ondersteunende medicatie laten voorschrijven. Als u wil stoppen met roken na de opname kunt u dit ook bespreekbaar maken en vragen naar de mogelijkheden die u hierbij kunnen ondersteunen. Andere hulpverleners De fysiotherapeut komt vandaag of morgen bij u langs en maakt met u een plan om aan verbetering van uw conditie te werken. Soms is het nodig om de diëtiste in te schakelen. Door benauwdheid is het soms moeilijk om goed te kunnen eten. In dat geval bespreekt de diëtiste met u wat u het beste kan eten om extra energie te krijgen. Onderzoek Vandaag wordt uw slijm opgestuurd voor onderzoek. U wordt gevraagd om slijm op te hoesten en dit kunt u opvangen in een potje. Dit slijm wordt onderzocht in een laboratorium om te controleren of er eventueel een bacterie in zit die de ontsteking zou kunnen veroorzaken. 6
Verder is het mogelijk dat de arts opdracht geeft om uw bloed verder te onderzoeken of wordt er nog een röntgenfoto gemaakt ter controle.
Dag 2
Tijdens een eerder gesprek met de verpleegkundige van de afdeling kan naar voren zijn gekomen dat u thuiszorg nodig heeft of dat u zich zorgen maakt hoe het na het ontslag verder moet. Als dit het geval is komt de transferverpleegkundige bij u langs en regelt de zorg die na uw ontslag nodig is. Deze maakt ook een afspraak met u en uw familie voordat u met ontslag gaat om de laatste details door te spreken. De verpleegkundige besteedt aandacht aan de vragen die u nog heeft over uw ziektebeeld. Ontslagdatum De arts vertelt u op welke datum het ontslag is vastgesteld. We streven ernaar om samen met u dit ontslag te laten plaatsvinden op die datum.
Dag 3
De verpleegkundige gaat met u na of alle informatie die u de afgelopen dagen heeft ontvangen duidelijk is. U kunt ook aangeven over welke onderwerpen u meer informatie wilt ontvangen en op welk moment. De verpleegkundige op de afdeling kan ook een afspraak voor u maken met de COPD verpleegkundige zodat u wordt geïnformeerd op de polikliniek. Op deze dag vraagt de verpleegkundige en/of de arts ook hoe het met u gaat. Wat wij graag van u willen weten is of: • het gevoel van benauwdheid afneemt; • u weer dingen kunt aanpakken zoals u thuis gewend was; • u een benauwdheidaanval heeft gehad en hoe vaak per dag; • u ertegenop ziet om naar huis te gaan en wat u eventueel moeilijk vindt; • u weer zin heeft in uw maaltijden.
Dag 4
Vandaag bespreekt de verpleegkundige wat al in gang is gezet om uw ontslag naar huis soepel te laten verlopen en of bij u nog vragen of onduidelijkheden daarover zijn. 7
Dag 5
De arts geeft aan dat u kunt stoppen met de vernevelingen en dat u weer start met inhalaties (pufjes). Gedurende de opname kan de arts besluiten om andere inhalaties voor te schrijven dan u voorheen gebruikte. U wordt hierover door de arts ingelicht en de verpleegkundige geeft u instructies over het inhaleren. De verpleegkundige neemt de voorbereidingen voor het ontslag met u door en laat u weten wat al geregeld is en wat er nog moet gebeuren. Onderwerpen die zeker aan de orde komen: • Heeft u iemand die u op de dag van ontslag op komt halen? • Brengt u zelf uw familie op de hoogte van het ontslag? • Is eventuele thuiszorg geregeld? • Is de zuurstof die u thuis moet gaan gebruiken geleverd en aanwezig?
Dag 6
U heeft vandaag een ontslaggesprek met de verpleegkundige over de zorg die u de afgelopen dagen heeft ontvangen. De arts maakt uw ontslagpapieren in orde, deze bestaan uit: • Brief voor uw huisarts • Recepten voor de apotheek • Overzicht van uw medicijnen • Controleafspraken • Eventueel een overdracht voor de thuiszorg • Telefoonnummer van de COPD verpleegkundige.
Dag 7
Dit is de dag van uw ontslag, u mag tussen 10.30 – 11.00 uur naar huis. U krijgt dan de ontslagpapieren van de verpleegkundige, die deze ook aan u uitlegt.
8
Vragen
Als u na de opname nog vragen heeft of er zijn onduidelijkheden dan kunt u tot 2 dagen na ontslag telefonisch contact opnemen met de verpleegafdeling Longgeneeskunde. Zij zijn 24 uur per dag bereikbaar. Bij klachten die ná twee dagen optreden, kunt u contact opnemen met uw huisarts.
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis Telefoon 040 - 239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 040 - 239 96 00 Verpleegafdeling Longgeneeskunde 040 - 239 83 00 Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Longgeneeskunde kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/ longgeneeskunde.
9
10
11
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven