Fotograaf: Dirkjan Kraan
Met het belastingplan 2013 presenteert het Kabinet het voorstel om de belastingvrijstelling voor de reiskostenvergoeding voor woon-werk verkeer af te schaffen. Deze uiterst effectieve maatregel om files en milieuproblemen te bestrijden is in een paar maanden tijd gedevalueerd tot de fel bestreden ‘forenzentaks’. De dynamiek van de verkiezingen en een gebrek aan informatie hebben het voorstel duidelijk geen goed gedaan. In de beeldvorming verliezen alle forenzen een belastingvoordeel maar in de werkelijkheid zal vooral een kleine groep forenzen, de veelrijders, hier effecten van merken. Het is zonde dat de discussie nauwelijks op basis van cijfers en feiten wordt gevoerd. Zeker omdat het denken over dit voorstel niet stil heeft gestaan én omdat er hele slimme varianten beschikbaar zijn. Zo behouden vrijwel alle voorstellen inmiddels een fiscale stimulans voor het OV. Andere voorstellen verlagen het niveau van de vergoeding tot maximaal de variabele autokosten en de forfaitaire reisaftrek (tot 0,10-0,13 ct per km). Daarmee blijft het positieve effect op milieu, files en de schatkist behouden, worden de scherpe randjes van de regeling verzacht en uitvoeringsproblemen omzeild. Feiten en cijfers zijn nodig voor een constructieve dialoog. Daarom beschrijven we in deze factsheet eerst de essentie van de huidige regeling en haar effecten op milieu en inkomen, gevolgd door een samenvatting. Vervolgens kijken we vooruit naar de effecten van verschillende varianten om de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer deels te gaan belasten
1. De huidige regeling reiskosten woon-werkverkeer Ongeveer de helft van de werknemers ontvangt van de werkgever een (deel van de) reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer. Deze vergoeding is vrijgesteld van belastingen tot maximaal €0,19 per km, of tot het niveau van de werkelijke kosten bij OV. Dit kost de staat jaarlijks 1,4 miljard (PBL 2012), omgerekend 200 euro per werkende Nederlander. Voor leaseauto’s wordt een bijtelling gerekend. Deze is onafhankelijk van het aantal privé en woon-werk kilometers. De bijtelling geldt niet voor mensen die kunnen aantonen minder dan 500 km privé te rijden én mensen met een elektrische auto . Effect op mobiliteit, files en milieu In 2004 trad een belangrijke wijziging in rond de reiskostenvergoeding. De fiscus liet het onderscheid tussen woon-werkverkeer en zakelijk verkeer los en ook reizigers die meer dan 30 kilometer naar het werk reden werden vanaf 2004 fiscaal vrijgesteld. Dit heeft gezorgd voor een hele snelle groei van de files (7,5%) en een sterke groei van de reisafstanden. Vooral het aantal mensen dat grote afstanden maakt is sterk toegenomen. De groei van het personenautoverkeer komt sinds 2000 vrijwel helemaal door de groei in het woon-werk verkeer (mobiliteitsbalans, 2010) Door de reiskostenvergoedingen voor het woon-werkverkeer vrij te stellen van belasting is er sprake van 10-15% meer files en 7% meer autokilometers, CO2 emissies en luchtvervuiling. 2
Figuur 1: Effect verruiming fiscale vrijstelling in 2004 bron KpVV
Tegelijkertijd remt de huidige regeling de duurzame mobiliteit. Zo is het aantal carpoolers in de loop der jaren met 20% afgenomen (KIM, 2010). Als de belastingvrijstelling wordt afgeschaft is 8% van de autorijders van plan weer met iemand mee te rijden (MuConsult 2012). Veel mensen zeggen bij afschaffing van de belastingvrijstelling vaker met goedkopere vervoersopties te gaan reizen zoals fiets (37%) en OV , 2e klasse in plaats van 1e klasse en vaker buiten de spits. Meer dan de helft gaat vaker thuiswerken en 42% heeft ook plannen om een baan in de buurt te zoeken (zie MuConsult, 2012). Effecten op de koopkracht
Ongeveer 50% van de werknemers krijgt geen reiskostenvergoeding (MuConsult, 2012) en slechts 37% van de werknemers krijgt een volledige vergoeding (Volkskrant salaris enquête 2012). Veel werkgevers geven geen vergoeding voor de korte afstanden tot 10/15 km (zie CAO bouw of verpleging) of geven helemaal geen vergoeding, zoals bij leraren. 52% van de werknemers heeft een reisafstand van minder dan 10km (CBS stattline), van hen krijgt slechts 25% een vergoeding (MuConsult 2012).
€ 0.19 per km is veel hoger dan de variabele kosten voor een auto en de kosten voor het OV. De variabele kosten voor een middenklasse auto (aanschafprijs van €20.000) is ongeveer €0,10/km voor een dieselauto en €0,14/km voor een benzineauto1. Sommige bedrijven geven een nog veel hogere reiskostenvergoeding en deze bedragen boven de 0,19 kunnen via de werkkostenregeling vaak ook belastingvrij worden vergoed (MuConsult, 2012). Dat werkt duurzaamheid tegen en is oneerlijk. Degenen die voor de meeste files, geluidshinder, luchtvervuiling en kosten voor de infrastructuur zorgen, krijgen de meeste vergoeding en de hoogste bijdrage van de fiscus. Ook als we geen rekening houden met de verschillen in de reiskostenvergoeding, blijkt dat een kleine groep veelrijders het overgrote deel van het vrijstellingsbudget opsoupeert (zie onderstaande tabel). 1
Voor een zuinige auto liggen de kosten lager, voor een grote onzuinige auto hoger. (zie grafieken in de bijlage). 3
50% rijdt weinig (minder dan 10 km); deze groep krijgt 12% van de vrijstelling. 15% is veelrijder (meer dan 30 km); deze groep krijgt meer dan 50% van het vrijstellingsbudget
Tabel 1 Verdeling van het fiscale voordeel over werknemers naar reisafstand reisafstanden % beroepswoon-werk 2010 bevolking
cumulatief
fiscaal voordeel gemiddeld
aandeel in de Cumulatief fiscale vrijstelling *
2% 0 tot 0,5 km
2%
0,5 tot 1 km
4%
€ 10
0%
0%
€ 30
0%
0%
€ 69
1%
1%
€ 123
1%
3%
€ 172
2%
4%
€ 247
4%
9%
€ 346
3%
12%
€ 494
7%
19%
€ 692
8%
27%
€ 988
15%
42%
€ 1.383
12%
54%
€ 1.778
10%
65%
35%
100%
6% 19% 1 tot 2,5 km
13% 27%
2,5 tot 3,7 km
8% 33%
3,7 tot 5 km
6%
5 tot 7,5 km
13%
46% 52% 7,5 tot 10 km
6%
10 tot 15 km
10%
62% 71% 15 tot 20 km
8%
20 tot 30 km
10%
81% 87% 30 tot 40 km
6%
40 tot 50 km
4%
92% 100% 50 km of meer
8%
> € 2000
Bron Bij de tabel CBS stattline 2012 Mobiliteitskenmerken_1708120946, belastingvoordeel is berekend op basis van 0,19 cent reiskostenvergoeding, 40% loonbelasting en 260 werkdagen. * bij benadering, verschil in reiskostenvergoedingen is hierbij niet meegenomen.
4
Relatie inkomen – fiscaal voordeel reiskostenvergoeding Uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland 2009 van Rijkswaterstaat blijkt dat Nederlanders die €15.000 tot €22.500 euro per jaar verdienen gemiddeld 11 kilometer per dag afleggen van en naar het werk. Voor Nederlanders die €30.000 euro of meer verdienen is dit meer dan twee keer zo hoog: 23 km per dag. Hogere inkomens krijgen daardoor veel meer vergoeding én dus meer fiscaal voordeel: €475,voor inkomens tot €20.000 bruto en €1.317,- tot €1.523,- voor inkomens van 50.000 en hoger. Effect op groene regelingen Bedrijven met een groene regeling geven vaak een hoger tarief voor OV en de fiets, stellen een maximum aan de reisafstand en/of werken met mobiliteitsbudgetten. Bijvoorbeeld cao rijksambtenaren, Rabobank, gemeenten zoals Zaanstad. De huidige reiskostenregeling sluit hier nog niet goed op aan. Het is voor bedrijven en werknemers fiscaal onvoordelig om een groene reiskostenregeling te hanteren. Immers bij een maximale vergoeding houden werknemers het meeste geld over van de uitgave van hun werkgever.
2. Effecten van de huidige regeling woon-werkverkeer in cijfers Files en kosten:
Afschaffen van de fiscale vrijstelling levert 12-19% minder files op en 2.5% CO2 winst (mobiliteitseffecten reiskostenmaatregelen begrotingsakkoord, Muconsult 2012). Ter vergelijking: dat is meer dan de 15 miljard investeringen in extra wegen de laatste 10 jaar hebben opgeleverd. Catshuisstukken budgettaire consolidatie
De huidige belastingvrijstelling kost 1,4 miljard (PBL, 2012), ongeveer 200 euro per werknemer per jaar.
Veel rijden loont. De vrijstelling van €0,19 per kilometer is 35-90 % hoger dan de gemiddelde variabele autokosten per kilometer (€0,10-0,14) (zie o.a. brief min financiën aan de kamer) en 46% hoger dan de aftrek voor OV (± €0,13 per kilometer).
Wie profiteert van de vrijstelling
Hoe hoger het inkomen, hoe hoger het fiscale voordeel. Werknemers met inkomens boven de 30.000 reizen twee keer langer dan inkomens tot 22.500 euro (Mobiliteitsonderzoek Nederland 2009) en hebben veelal riantere reiskostenvergoedingen.
5
45% van de mensen krijgt helemaal geen reiskostenvergoeding (MuConsult, 2012), slechts 37% van de mensen krijgt een volledige reiskostenvergoeding, 63 % dus niet (salaris enquête Volkskrant 2012).
Veel bedrijven geven geen reiskostenvergoeding voor een afstand tot 10/15 km (zie o.a. cao’s bouw, en verpleging).
Lagere inkomens profiteren het minst van de huidige regeling. Werknemers met inkomens boven de €50.000,- ontvangen gemiddeld 2,7 keer meer reiskostenvergoeding dan werknemers met een inkomen tot €30.000,- (MuConsult, 2012)
Werknemers in het MKB hebben vaak geen vergoeding. Grotere bedrijven, met hoogopgeleide werknemers ontvangen de meeste vergoeding (zie o.a. MuConsult 2012).
52 % van de werknemers reist minder dan 10 km van woning naar werk, daarvan ontvangt 75% geen reiskostenvergoeding (MuConsult,2012) deze groep krijgt minder dan 10% van fiscale voordeel (zie tabel 1).
15% van de werknemers reist meer dan 30 km van woning naar werk, zij ontvangen meer dan 50% van het fiscale voordeel (CBS stattline voor de reisafstanden).
In de huidige fiscale regeling genieten mensen met hogere inkomens, veelrijders en automobilisten gemiddeld het meeste voordeel. De meerderheid van werkend Nederland is nettobetaler aan de fiscale vrijstelling en zou baat hebben bij een herziening. Deze herziening is bovendien nodig omdat de huidige regels duurzame innovatie in de weg zitten, zoals het nieuwe werken, mobiliteitsbudgetten, carpoolen en (elektrische) lease fietsen. Een bredere invoering daarvan helpt gelijk om de reiskosten te verlagen. 3. Afschaffen belastingvoordeel forenzen Het afschaffen van de belastingvrijstelling voor het woon-werkverkeer zorgt voor 12%-19% minder files (Prinsjesdag-Ministerie van Financiën, 2012 o.b.v. onderzoek Muconsult 2012), en 2.5 % minder CO2, en minder luchtvervuiling en geluidshinder. Ter vergelijking: dat is, volgens de Cathuisstukken, meer opbrengst dan hetgeen die 15 miljard investeringen in extra wegen de laatste tien jaar hebben opgeleverd. Het is dus niet zo gek om na te denken over het afschaffen van dit belastingvoordeel. Gezien de maatschappelijke commotie die in verkiezingstijd is ontstaan, hebben verschillende politieke partijen inmiddels varianten op de regeling bedacht.
6
Effecten varianten Verschillende politieke partijen hebben in hun programma een variant opgenomen waarbij ze het OV ontzien, het vrijstellingstarief verlagen en / of een maximum aan de woon-werk afstand te stellen die vrijgesteld wordt van belasting. Over deze varianten op het Kabinetsvoorstel is weinig bekend. Het onderzoek in opdracht van het Kabinet (MuConsult, 2012) heeft hier niet naar gekeken en de doorrekeningen van PBL zijn zo gecomprimeerd dat de effecten van de verschillende varianten niet kunnen worden vergeleken. Toch valt hier wel e.e.a. over te zeggen. Variant 1: tarief voor zakelijk en woon-werk van 0,19 ct per km naar 0,10-0,13 ct per km 5 % minder files (KIM,2011). 1 miljard besparingen (KIM, 2011) Een aantal partijen pleit voor een maximum van de belastingvrijstelling op het niveau van de variabele autokosten en/of een 2e klas treinabonnement. De huidige vrijstelling van 0,19 ct per km is veel hoger dan de variabele kosten voor een middenklassenauto en ook hoger dan de huidige OV- aftrek. De effecten van deze variant op de koopkracht zijn beperkt. De grote winst van dit voorstel: gemiddeld genomen loont het dan niet meer om veel te reizen en het OV en zuiniger auto’s worden interessant als goedkopere alternatieven. Bijkomend voordeel: door het verlagen van de vrijstelling van zakelijk verkeer naar hetzelfde niveau als de vrijstelling voor het woonwerkverkeer is ook het uitvoeringsprobleem opgelost om onderscheid te maken tussen zakelijke kilometers en privé/woon-werk kilometers. Deze variant zal nog effectiever zijn als de vrijstelling van 13ct gekoppeld wordt aan een mobiliteitsbudget voor de werknemer. Variant 2: behoud van belastingvrijstelling voor OV De precieze effecten van het behoud van de stimulering voor het OV zijn niet duidelijk. Wel is bekend (CE, 2011) dat deze variant zorgt voor 10 % minder autokilometers. Eenderde hiervan komt door een verschuiving van auto naar OV en fiets (CE, 2011). De reductie van de files en de luchtvervuiling is groter dan de 12-19% minder files uit het wetsvoorstel van Prinsjesdag. Dat komt doordat een groter deel van de automobilisten zal overstappen naar het OV. Variant 3: vergoed tot maximaal 20-30 km woon-werkafstand De gemiddelde reisafstand voor de forens is 14 km. 70% van de mensen reist minder dan 20 km en 80% reist minder dan 30 km (zie tabel 1). Voor hen verandert er niets. Dat de maatregel desondanks effectief is blijkt uit het effect van de belastingverruiming in 2004. Het gebruik van de auto voor woonwerkverkeer boven de 30 km nam destijds met 17% toe. Tegelijkertijd levert deze variant een besparing op van ruwweg 500 miljoen euro (o.b.v. van tabel 1). Verschillende partijen combineren deze variant met variant 1 (verlagen vergoeding) of variant 2 (behoud OV). In een dergelijke combi nemen de effecten op de files, milieu en de begroting nog wat toe.
7
Vragen en antwoorden over de reiskostenvergoeding woon- werkverkeer 1. Wat is de essentie van de huidige regeling reiskosten woon-werkverkeer? Ongeveer de helft van de werknemers ontvangt van de werkgever een (deel van de) reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer. Deze vergoeding is tot maximaal 19 cent per km vrijgesteld van belastingen. De helft van de werknemers ontvangt op jaarbasis 1,3 miljard euro onbelaste vergoeding voor (een deel) van de reiskosten. 2. Waarom wil N&M dit wijzigen? Nederland is dichtbevolkt en door het drukke verkeer hebben we files, een slechte luchtkwaliteit en een hoge uitstoot van CO2. Minder en schoner reizen helpen om deze problemen aan te pakken. Dat kan door minder reizen ( Het Nieuwe Werken, dichter bij de woning te gaan werken, samen reizen) en door schonere mobiliteit (fiets/ov/zuinige en schone auto’s etc). De huidige reiskostenvergoeding woon-werkverkeer staat hier haaks op. De werknemer die de meeste woon-werkkilometers maakt, ontvangt de hoogste vergoeding. De onbelaste woon-werkvergoeding is in feite een bonus voor ver van je werk wonen en veel met de auto reizen. Een herziening is bovendien nodig omdat de huidige regels duurzame innovatie in de weg zitten. Bijvoorbeeld het nieuwe werken, mobiliteitsbudgetten, carpoolen, en (elektrische) lease fietsen. Een bredere invoering van deze initiatieven helpt gelijk om de reiskosten te verlagen. Natuur & Milieu stimuleert juist Het Nieuwe Werken (HNW) waarbij mensen bewuster / minder vaak reizen, vaker thuis werken of op een locatie dichter bij huis, zuinige auto’s en de (elektrische) fiets. Afschaffen van de belastingvrijstelling van de reiskostenvergoeding levert 10-15% minder files op. Dat is meer dan 10 jaar investeren in extra wegen heeft opgeleverd. Ter vergelijking: die investering kostte 15 miljard euro en leverde slechts 10% filewinst op (Bron: stukken Catshuisonderhandelingen 2012). Maar ook minder ingrijpende herzieningen zoals verlaging van het tarief naar 0,13 cent, maximeren van de afstand en ontzien van OV leveren een forse milieuwinst op. 3. Mensen die nu ver van hun werk wonen, kunnen toch niet ineens dichter bij gaan wonen? Nee, dat klopt. Maar op de langere termijn kunnen mensen wel meer rekening gaan houden met de reisafstand tussen wonen en werken. Op de korte termijn kan een deel van de mensen afspraken met hun werkgever maken in het kader van HNW, bijv. dat ze 1 dag per week thuis werken. Dat is voor veel meer mensen mogelijk dan je denkt. Ook kunnen werkgevers carpoolen en de (elektrische) fiets stimuleren. Uit onderzoek blijkt dat van de totale beroepsbevolking 4 miljoen mensen Het Nieuwe Werken kunnen toepassen. 1.8 miljoen mensen doen dat al daadwerkelijk, waarvan 800.000 heel intensief. HNW is goed voor mensen (betere werk-privé balans), goed voor werkgevers (minder kosten voor o.a. 8
kantoren en reizen) en goed voor het milieu (minder files en milieulasten en -kosten). Dit is een maatregel die de overheid gemakkelijk zelf kan nemen. 4. Mensen zijn gewend aan dit bedrag dat ze per maand ‘krijgen’ van hun werkgever. Ze zullen boos zijn als dit voordeel hen ontnomen wordt. We kunnen ons voorstellen dat mensen dit ervaren als het afpakken van een opgebouwd recht. Toch lijkt juist de huidige regeling oneerlijk want: Mensen die weinig vervuilen omdat ze kortere afstanden reizen , op de fiets komen of met het OV hebben veel minder fiscaal voordeel dan mensen die lange afstanden met de auto reizen. Veelrijders (>100km) daarentegen hebben een voordeel van meer dan 3.000 euro per jaar. Er zijn veel mensen die wel moeten reizen maar geen reiskostenvergoeding krijgen. Zij krijgen geen belastingvoordeel maar moeten wel meebetalen (via de belastingen) aan de onbelaste vergoeding van anderen. Hogere inkomens hebben veel meer belastingvoordeel, al snel twee keer zoveel (uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland 2009 van Rijkswaterstaat blijkt dat Nederlanders die 15.000 tot 22.500 euro per jaar verdienen gemiddeld 11 km per dag afleggen van en naar het werk. Voor Nederlanders die 30.000 euro of meer verdienen is dit meer dan twee keer zo hoog: 23 km per dag.) De bestaande royale regeling bestaat ook nog niet lang. In 2004 is de regeling verruimd, Tot die tijd gold een max. van 30 km woon-werkafstand voor de onbelaste vergoeding. Niet alle werkgevers geven een woon-werkvergoeding. De helft doet het niet. Overigens mogen werkgevers gewoon reiskosten blijven vergoeden. Het voorstel is om een deel van die vergoeding bij het inkomen op te tellen en daarover belasting te betalen. Dat is niet zo gek. Waarom zou je die vergoeding ook nog eens moeten vrijstellen van belasting? Vooruitstrevende bedrijven en de overheid zelf geven vaak een hogere vergoeding voor OV en fiets en alleen voor afstanden tot 30 km. Sommige bedrijven werken duurzame mobiliteit juist tegen door alleen een vergoeding te geven boven de 10 km en juist niet voor de fiets en OV. 5. Hoe zit het met zakelijke kilometers? Het belasten van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer is iets heel anders dan het vergoeden van de zakelijke kilometers die mensen rijden. Dat laatste valt hier buiten. De vergoeding voor zakelijke kilometers blijft onbelast. Wel bevelen wij aan om het niveau hiervan te verlagen naar OV aftrek en een redelijk zuinige wagen (0,13 i.p.v. 0,19). 6. Waarom kiest N&M voor een bezuinigingsmaatregel? Het milieu wordt hier toch niet beter van? In Europees verband is afgesproken om de uitstoot van CO2 met 20% te verminderen t.o.v. 1990. Dat is nodig om klimaatverandering binnen de perken te houden. Alle sectoren, behalve het verkeer, zijn bezig met het terugdringen van de CO2-uitstoot.
9
De groei van het personenautoverkeer komt vrijwel helemaal door de groei in het woon-werkverkeer. In 20 jaar is het woon-werkverkeer met bijna de helft toegenomen. Nederland heeft de langste woonwerkafstanden van Europa (OECD, 2010). En dat voor een compact land als Nederland. Nederland blijft achter bij de rest van Europa. De groei van de CO2-uitstoot is sinds 1990 zelfs 30% hoger dan gemiddeld in Europa (29,2%, t.o.v. 38,8 % in Nederland). Het is duidelijk dat het verkeer ook zijn steentje moet bijdragen. Duitsland laat zien dat het kan. Dat land slaagde erin om de CO2-uitstoot van het verkeer met een half procent te verminderen. Dat lijkt niet veel, maar het is het eerste land dat de trend weet te keren. Onder andere door het instellen van milieuzones in de steden (vieze auto’s worden geweerd) en een km heffing (MAUT) voor vrachtverkeer (deze heffing is voor schonere vrachtauto’s lager dan voor vervuilende). 7. Hoe zit het met de loodgieter, het busje van de bouwvakker etc? Een van de symbolen van de discussie was de loodgieter met zijn bestelbusje en de bouwvakker die met een bus van de zaak meereed en weinig invloed heeft op de reisafstand. Ongewenste effecten op deze groepen kunnen voorkomen worden met een goede uitwerking van de regeling en met een geschikte definitie voor zakelijk en woon-werkverkeer. En dat is nu ook precies wat met Prinsjesdag is voorgeteld door het Kabinet. Voor loodgieters, wijkverpleegkundigen en andere ambulante werknemers geldt dat het merendeel van de reizen naar de werkplek wordt aangemerkt als een zakelijke en dus onbelaste rit. Pas als langer dan een jaar naar dezelfde werkplek wordt gereisd, is sprake van woon-werkverkeer. Voor zzp’ers geldt dat reizen naar opdrachtgevers gelden als zakelijke kilometers, tenzij langer dan een jaar naar dezelfde werkplek gereisd wordt. Voor leaserijders en voor houders van openbaar vervoerabonnementen is overgangsrecht vastgesteld overeenkomstig het Begrotingsakkoord 2013.
10
Bijlage 1 : Voorbeelden reiskostenvergoeding Traditionele / niet groene regelingen 1. Cao bouw: - reiskostenvergoeding als > 15 kilometer/ dag woon-werk - OV; vergoeding van strippenkaarten en/of treinkaartjes tweede klasse. Normaal gesproken moet u de gebruikte kaartjes bij de werkgever inleveren. - Fiets € 0,80 per dag, Fiets met hulpmotor € 0,07 per kilometer; (min. € 0,89 per dag) - Motorvoertuig op minder dan 4 wielen € 0,22 per kilometer - Auto € 0,28 per kilometer (meer dan 2x zo hoog als OV dat komt op gemiddeld 0,13/km) 2. Cao verpleging; Artikel 10.1.1 Reiskosten woon-werkverkeer - reiskosten gebaseerd op 2e klasse OV + gebruik van brug, tunnel of veer. - maximaal €104,46 per maand - eigen bijdrage van de werknemer van 49,68.* (dus zo,n 54 euro/maand) (ook ongeveer 15 km voor eigen rekening) - Bij eigen vervoer het tarief, dat met inachtneming van het aantal af te leggen kilometers, bij vervoer per trein laagste klasse geldt. 3. Cao primair onderwijs - vergoeding bij afstanden boven de 7,1 kilometer bedraagt (enkele reis), ongeacht het vervoermiddel dat wordt gebruikt 4. Cao kenniscentra - vergoeding over de eerste 10.000 km tegen 0,30/km! (bij full time 24 km woon-werk afstand) Groene regelingen 1. Rijksambtenaren - Openbaar vervoer volledige vergoeding van de werkelijke kosten, uitgaande van de 2e klasse. - Eigen vervoer; - een laag tarief van € 0,05 per kilometer als de werkplek ‘doelmatig per openbaar vervoer bereikbaar is'. Hierbij geldt een maximum van € 45,- per maand; - een hoge vergoeding van € 0,16 voor de fiets en als de werkplek niet doelmatig bereikbaar is. Met een maximum van € 282,75 per maand (circa 80 km per dag, 40 km afstand) 2. Rabobank - Reiskosten tot 40 km vergoed. Hoogte onbekend. - kortingsregeling voor een NS-abonnement voor woon-werkverkeer en een fietsregeling. - Medewerkers met een leaseauto hebben daarnaast een NS Business Card, die voor zakelijke reizen en voor woon-werkverkeer gebruikt mag worden. Per reis kan zo bewust de keuze worden gemaakt tussen openbaar vervoer en de leaseauto.
11
3. Gemeente Zaandam - Woon-werkverkeer alleen een reiskostenvergoeding van 75% als ze met de fiets of het openbaar vervoer van huis naar het werk reizen. Medewerkers die toch met hun eigen auto naar het werk willen komen, krijgen hiervoor geen vergoeding meer en kunnen alleen in de garage parkeren tegen betaling van een(dure) parkeerkaart. - Gemeenteambtenaren kunnen geen dienstreizen meer maken met privé-auto’s. Hiervoor schaft de gemeente een voertuigenpark aan dat bestaat uit elektrische auto’s, A-label auto’s en elektrische scooters
12
Bijlage 2 : Grafieken variabele autokosten per kilometer
Bron bij beide grafieken: Ministerie van Financiën, 2009, kamerbrief variabele autokosten
13