KRAAN MRap Handleiding
1.04 © Copyright 2013 Kraan Bouwcomputing B.V.
Publicatiedatum: 11-11-2014
Alle gegevens in dit document vallen onder het auteursrecht. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, opgeslagen in een retrievalsysteem, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kraan Bouwcomputing B.V. Uit het gebruik van dit document vloeien geen garanties van Kraan Bouwcomputing B.V. voort. Kraan Bouwcomputing B.V. is niet aansprakelijk voor fouten in dit document noch voor schade die kan optreden als gevolg van de instructies in dit document. De afbeeldingen in dit document zijn gemaakt in Microsoft Windows ®. Afbeeldingen binnen het door u gebruikte besturingssysteem, of in de door u gebruikte versie van Windows kunnen hiervan afwijken. Kraan Bouwcomputing B.V. behoudt zich het recht voor wijzigingen in dit document in te voeren zonder voorafgaande berichtgeving. Dit document is automatisch gegenereerd.
KRAAN MRap
Inhoud 1
Inleiding .................................................................................................................................. 2 1.1
2
Algemeen........................................................................................................................ 3
Onderdelen Kraan Report Builder......................................................................................... 5 2.1
Secties ............................................................................................................................ 5 2.1.1 Menu...................................................................................................................... 7 2.1.1.1 Algemeen ................................................................................................ 7 2.1.1.2 Gridopties ................................................................................................ 9 2.1.1.3 Gegevens .............................................................................................. 10 2.1.1.4 Groepen................................................................................................. 10 2.1.1.5 Pagina instelling..................................................................................... 12 2.1.1.6 Dynamische of Statische hoogte ............................................................ 13 2.1.1.7 Subrapport ............................................................................................. 13 2.1.1.8 Gebied met voorwaarde ......................................................................... 14 2.1.2 Werkbalken .......................................................................................................... 15 2.1.2.1 Algemeen .............................................................................................. 16 2.1.2.2 Standaard componenten ........................................................................ 17 2.1.2.3 Gegevens componenten ........................................................................ 18 2.1.2.4 Geavanceerde componenten ................................................................. 21 2.1.2.5 Standaard .............................................................................................. 26 2.1.2.6 Bewerken............................................................................................... 27 2.1.2.7 Formaat ................................................................................................. 27 2.1.2.8 Grootte................................................................................................... 28 2.1.2.9 Stappen ................................................................................................. 29 2.1.2.10 Tekenen................................................................................................. 29 2.1.2.11 Uitlijnen of afstand ................................................................................. 30 2.1.3 Rapport Overzicht ................................................................................................ 31 2.1.4 Object Inspector ................................................................................................... 32 2.1.5 Gegevens Overzicht ............................................................................................ 33 2.1.6 Hoofdtab, Subrapport ........................................................................................... 33 2.1.7 Statusbalk ............................................................................................................ 34 2.1.8 RAP (Report Application Pascal) ......................................................................... 34 2.1.8.1 Tabblad Calc.......................................................................................... 35 2.1.8.2 Variabele ............................................................................................... 37
3
Wijzigingen aanbrengen in bestaande rapportages .......................................................... 40
4
Index ..................................................................................................................................... 43
Kraan Bouwcomputing B.V.
i
KRAAN MRap
1
Inleiding
De KRAAN programmatuur biedt de gebruiker de mogelijkheid documenten c.q. overzichten te genereren, waarbij gebruik wordt gemaakt van de in de KRAAN database opgeslagen gegevens. Naast lijstwerk dient steeds meer correspondentie (in de vorm van brieven en/of formulieren) te worden aangemaakt. Hierbij wil de gebruiker kunnen beschikken over de reeds in de database ingevoerde gegevens. Ook dienen te verzenden rapporten vaak in een eigen huisstijl te zijn opgemaakt. Om het een en ander te kunnen realiseren is in de KRAAN programmatuur een rapportgenerator genaamd 'Report Builder' opgenomen. Hiermee kan de gebruiker zelf zijn of haar documenten ontwerpen. De Kraan Report Builder is opgenomen in de volgende KRAAN modules:
Kopersbeheer Facturering Burgerwerk Loonopgave Inkoop
Gegevens zijn belangrijk voor het rapport en bepalen het 'dynamische' deel van het rapport. Tussen vaste teksten die gedefinieerd zijn in het formulier of rapport kunnen variabele gegevens worden geplaatst. Deze variabele gegevens zijn gegevens die in de database zijn opgeslagen. Dit zijn bijvoorbeeld de Naam, het Adres en de Woonplaats van een relatie (ook wel NAW-gegevens genoemd). Het bekendste voorbeeld van deze functionaliteit is de zogenaamde 'Word-merge'. Als een standaardbrief moet worden verzonden aan alle relaties (hierbij is de tekst van de brief voor elke relatie gelijk, echter het NAW-deel van de brief verschilt per relatie) wordt de standaardbrief als vaste tekst in het rapport opgenomen en worden de databasevelden
, , en <Woonplaats> in het variabele deel (het NAW-deel) van het rapport geplaatst. Op het moment dat het rapport wordt aangeroepen worden de databasegegevens in het rapport geplaatst en verschijnen alle brieven, automatisch gegenereerd. De kracht van een rapportgenerator als deze, is het kunnen opslaan van vaste en variabele gegevens in een rapportdefinitie, welke per rapportdefinitie van een variabele opmaak kan worden voorzien. Teneinde bovenstaande functionaliteit optimaal te kunnen gebruiken, worden in dit document de mogelijkheden van de Kraan Report Builder nader toegelicht.
Kraan Bouwcomputing B.V.
2
KRAAN MRap
1.1
Algemeen
De Kraan Report Builder kent de volgende indeling:
De volgende programmaonderdelen worden onderscheiden: 1. Ontwerp werkblad 2. Menu 3. Werkbalken 4. Rapport Overzicht 5. Object Inspector 6. Gegevens Overzicht 7. Hoofdtab, Subrapport 8. Statusbalk Bovenstaande onderdelen worden in het volgende hoofdstuk beschreven.
Kraan Bouwcomputing B.V.
3
KRAAN MRap
Opmerking Reportbuilder kent ook RAP (Report Application Pascal). Deze functionaliteit wordt hier niet behandeld.
Kraan Bouwcomputing B.V.
4
KRAAN MRap
2
Onderdelen Kraan Report Builder Secties (pagina 5)
Zie ook Secties .................................................................................................... 5
2.1
Secties
Algemeen In het ontwerp werkblad wordt het rapport of formulier ontworpen. Het werkblad bestaat uit de volgende secties:
Titel Koptekst Detail Voettekst Samenvatting
Titel en Samenvatting
De 'Titel' en de 'Samenvatting' komen éénmaal voor in het rapport. De 'Titel' aan het begin en de 'Samenvatting' aan het eind van het rapport.
Koptekst en Voettekst
De 'Koptekst' en de 'Voettekst' worden op elke pagina weergegeven.
Secties configureren
Elk van deze secties kan afzonderlijk worden geconfigureerd. Met behulp van het menu 'Report' worden ze geactiveerd of gedeactiveerd.
Naam sectie De secties worden van elkaar gescheiden door een balk met hierin de sectienaam (Titel, Koptekst, Detail, Voettekst, Samenvatting) voorafgegaan door het teken ^. Dit wil zeggen dat de betreffende sectie boven de balk staat. Grootte sectie De secties zijn in grootte aanpasbaar:
Beweeg hiertoe de muis over de sectiebalk tot het teken (verticale dubbele pijl) verschijnt. De balk is nu verschaalbaar. Klik op de linkermuisknop en beweeg in de gewenste richting. Laat de muisknop los zodra de gewenste afmeting is bereikt.
Let op: teneinde te kunnen wijzigen dient het teken (verticale dubbele pijl) zichtbaar te blijven.
Kraan Bouwcomputing B.V.
5
KRAAN MRap
Rechtermuismenu sectie De secties kennen het volgende rechtermuismenu:
Keuzes rechtermuismenu sectie StatischeHoogte Met 'StatischeHoogte' wordt aan de sectie een vaste hoogte gegeven. Deze wordt niet aangepast aan de hoeveelheid data die in het rapport wordt geplaatst. DynamischeHoogte Met 'DynamischeHoogte' wordt de hoogte van de sectie variabel. Dit wil zeggen, als in de koptekst een memoveld wordt afgedrukt met 10 regels, wordt de hoogte van de koptekst groter dan de hoogte van de koptekst behorende bij een memo met 2 regels. Bij gebruik van een 'statische' koptekst wordt of een deel van memo niet getoond, of ontstaat een gebied met witruimte. NieuwePagina Met 'Nieuwe Pagina' wordt vóór of ná de sectie een nieuwe pagina ingevoegd. Deze keuze is alleen beschikbaar in de secties 'Titel' en 'Samenvatting'. Indien bij 'Samenvatting' een nieuwe pagina wordt ingesteld, wordt dit vóór de samenvatting vastgelegd. Hierdoor wordt de samenvatting op een nieuwe pagina afgedrukt. Een nieuwe pagina bij 'Titel' voegt na de titel een nieuwe pagina in. Hierdoor wordt een titelpagina gecreëerd. Calculatie Volgorde 'Calculatie Volgorde…' wordt gebruikt binnen RAP en wordt in dit document niet besproken. Positie Met behulp van 'Positie' worden instellingen vastgelegd ten behoeve van de positie van de sectie. Het navolgende dialoogvenster verschijnt:
Voor de sectie 'Details' zijn een aantal extra opties beschikbaar:
Kraan Bouwcomputing B.V.
6
KRAAN MRap
Zichtbaar Met behulp van 'Zichtbaar' wordt aangegeven of de sectie zichtbaar moet zijn binnen het formulier. Indien voor 'Zichtbaar' is gekozen, wordt dit weergegeven middels een selectievinkje voor de betreffende keuze. Zie ook Menu .......................................................................................................7 Werkbalken .............................................................................................15 Rapport Overzicht ...................................................................................31 Object Inspector ......................................................................................32 Gegevens Overzicht ................................................................................33 Hoofdtab, Subrapport ..............................................................................33 Statusbalk ................................................................................................34 RAP (Report Application Pascal) ............................................................34
2.1.1
Menu
Algemeen (pagina 7) Gridopties (pagina 9) Gegevens (pagina 10) Groepen (pagina 10) Pagina instelling (pagina 12) Dynamische of Statische hoogte (pagina 13) Subrapport (pagina 13) Gebied met voorwaarde (pagina 14) Zie ook Algemeen ................................................................................................7 Gridopties ................................................................................................9 Gegevens ................................................................................................10 Groepen ..................................................................................................10 Pagina instelling ......................................................................................12 Dynamische of Statische hoogte ............................................................13 Subrapport...............................................................................................13 Gebied met voorwaarde ..........................................................................14
2.1.1.1 Algemeen De Kraan Report Builder heeft een menubalk met de volgende menukeuzes:
Kraan Bouwcomputing B.V.
7
KRAAN MRap
Bestand - Nieuw … - Nieuw rapport - Open … - Sluiten … - Opslaan - Opslaan als … - Laad subrapport … - Opslaan subrapport … - Pagina instellingen …
Bewerken - Ongedaan maken - Opnieuw - Knippen - Kopiëren - Plakken - Verwijderen - Selecteer alles - Naar voorgrond - Naar achtergrond
Beeld - Werkbalken - Linialen - Grid opties… - Weergave gegevens - Themes *)
*)
Report - Gegevens … - Titel - Samenvatting - Koptekst - Voettekst - Pagina Opmaak … - Groepen … - Overzicht Instellingen … - Tekst Vinden Instellingen … - Portret - Landschap *)
*)
Help - Help onderwerpen - Info … In de volgende paragrafen worden de met een gemarkeerde menukeuzes beschreven. *)
Kraan Bouwcomputing B.V.
8
KRAAN MRap
Zie ook Gridopties ............................................................................................... 9 Gegevens ............................................................................................... 10 Groepen .................................................................................................. 10 Pagina instelling ...................................................................................... 12 Dynamische of Statische hoogte ............................................................ 13 Subrapport .............................................................................................. 13 Gebied met voorwaarde ......................................................................... 14
2.1.1.2 Gridopties Met behulp van de menukeuze 'Beeld > Gridopties…' wordt het grid geconfigureerd. Het grid is een verzameling puntjes die in het rapport op in te stellen afstanden kan worden weergegeven. Deze puntjes worden gebruikt om tekst of velden uit te lijnen. De afstand tussen de puntjes wordt via het volgende venster ingesteld:
Venster Grid Opties Scherm Grid
Met behulp van dit selectievakje wordt het grid aan- of uitgezet.
Spring naar Grid
Middels dit selectievakje worden de objecten (teksten, velden, lijnen etc.) automatisch op het grid gezet.
Grid Afmeting X
De horizontale afstand tussen de puntjes.
Grid Afmeting Y
De verticale afstand tussen de puntjes.
Zie ook Algemeen ................................................................................................7 Gegevens ................................................................................................10 Groepen ..................................................................................................10 Pagina instelling ......................................................................................12 Dynamische of Statische hoogte ............................................................13 Subrapport...............................................................................................13 Gebied met voorwaarde ..........................................................................14
Kraan Bouwcomputing B.V.
9
KRAAN MRap
2.1.1.3 Gegevens Kraan Report Builder maakt gebruik van zogenaamde gegevenskanalen of 'data-pipelines' voor de gegevens uit de database. Deze gegevenskanalen kunnen worden gezien als voorgedefinieerde selecties, die door de betreffende Kraan applicatie worden aangemaakt en beschikbaar gesteld. De gebruiker kan geen 'eigen' selecties maken binnen Kraan Report Builder. De menukeuze 'Report > Gegevens (of Data)' stelt de rapportmaker in staat het 'standaard' datakanaal voor het formulier of rapport te kiezen. Worden hierna velden in het rapport opgenomen, dan behoeft niet meer te worden gekozen voor het gegevenskanaal, maar kunnen direct de gegevens uit het geselecteerde gegevenskanaal worden overgenomen.
Zie ook Algemeen ................................................................................................ 7 Gridopties ............................................................................................... 9 Groepen .................................................................................................. 10 Pagina instelling ...................................................................................... 12 Dynamische of Statische hoogte ............................................................ 13 Subrapport .............................................................................................. 13 Gebied met voorwaarde ......................................................................... 14
2.1.1.4 Groepen Via de menukeuze 'Report > Groepen' kan een hiërarchie in het rapport worden aangebracht. Gegevens worden gegroepeerd op de waarde van een bepaald veld. Met Groepen kunnen bijvoorbeeld subtotalen worden afgedrukt. Wanneer een groep wordt toegevoegd (Ctrl+G) komt een koptekst en een voettekst op die groep in het rapport te staan. Elk rapport of subrapport kan verdeeld worden in groepen. Groepen moeten gebruikt worden als er bijvoorbeeld een rapport moet komen waarin het totaal aantal uren per werknemer moet komen te staan. Er moet dan een groep op het veld FSWERKNEMERNR gemaakt worden, zodat de totalen (voettekst) per werknemernummer afgedrukt kunnen worden. Dus als een totaal per….. afgedrukt moet worden, moet een groep aangegeven worden.
Kraan Bouwcomputing B.V.
10
KRAAN MRap
Als voorbeeld kan in het voorgaande genoemde NAW-gegevens worden gegroepeerd op Woonplaats. Alle relaties worden in deze situatie op woonplaats gesorteerd. Van elke relatie kan per woonplaats bijvoorbeeld de relatienaam en het adres worden weergegeven. Dit rapport met groep kan er als volgt uitzien:
Bijzonderheden:
Een groep heeft een eigen kop- en voettekst en een detailvenster. In de koptekst kan de groepnaam (in het voorbeeld de woonplaats) worden weergegeven. In het detailvenster wordt bijvoorbeeld de relatienaam en het adres opgenomen. De grootte van elk van deze secties kan worden aangepast. Zie paragraaf 'Secties'. Een groep kan worden aangemaakt, bewerkt en verwijderd door: - Ctrl+G in te toetsen - Menu 'Report > Groepen…' Het volgende dialoogvenster verschijnt:
Naast het toevoegen, invoegen, wijzigen en verwijderen bevat het dialoogvenster het kader 'Bij verandering groep' en het kader 'Eigenschappen'. Kader: Bij verandering groep Start nieuwe pagina Met deze instelling wordt een nieuwe pagina gestart bij een nieuwe waarde voor de groep. Paginanummers op nul stellen
Kraan Bouwcomputing B.V.
11
KRAAN MRap
Hiermee wordt de paginanummering opnieuw gestart bij een nieuwe waarde voor de groep. Nieuwe pagina indien kleiner dan <waarde> Door deze instelling wordt overgegaan naar een nieuwe pagina, indien het aantal regels kleiner is dan het hier opgegeven aantal regels. Kader: Eigenschappen Hou groep bij elkaar Druk de groep af op de huidige pagina als deze geheel op de pagina past, anders wordt de groep op de volgende pagina afgedrukt. Herdruk groep kopteksten op vervolg pagina's Indien de groep ook op de volgende pagina wordt afgedrukt, ook op die volgende pagina de koptekst van de groep afdrukken. Druk groep kop- en voetteksten af indien geen gegevens Indien voor een groep geen gegevens behoeven te worden afgedrukt, worden door deze instelling toch de kop- en voettekst van de groep afgedrukt. Zie ook Algemeen ................................................................................................ 7 Gridopties ............................................................................................... 9 Gegevens ............................................................................................... 10 Pagina instelling ...................................................................................... 12 Dynamische of Statische hoogte ............................................................ 13 Subrapport .............................................................................................. 13 Gebied met voorwaarde ......................................................................... 14
2.1.1.5
Pagina instelling
Hier kunnen een aantal printer- en pagina-instellingen ingegeven worden:
printerkeuze welk papierformaat liggend of staand welke printer lade hoeveel kolommen (voor labels) kantmarges
Kraan Bouwcomputing B.V.
12
KRAAN MRap
Zie ook Algemeen ................................................................................................7 Gridopties ................................................................................................9 Gegevens ................................................................................................10 Groepen ..................................................................................................10 Dynamische of Statische hoogte ............................................................13 Subrapport...............................................................................................13 Gebied met voorwaarde ..........................................................................14
2.1.1.6 Dynamische of Statische hoogte Bij elk van de hierboven genoemde rapportonderdelen kan worden aangegeven of het dynamisch of statische hoogte moet zijn. Dynamische hoogte: hierbij zal de regel zo hoog zijn als de data welke er in staat.
Wordt Statische hoogte: hierbij zal de regel zo hoog zijn als aangegeven in het rapport.
Wordt
Zie ook Algemeen ................................................................................................ 7 Gridopties ............................................................................................... 9 Gegevens ............................................................................................... 10 Groepen .................................................................................................. 10 Pagina instelling ...................................................................................... 12 Subrapport .............................................................................................. 13 Gebied met voorwaarde ......................................................................... 14
2.1.1.7 Subrapport Met een subrapport kan data op een rapport worden verkregen uit een ander datakanaal dan de rest van het rapport (of afwijkend van de hoofdtab).
Kraan Bouwcomputing B.V.
13
KRAAN MRap
In onderstaand voorbeeld (factuur) is de hoofdtab op het datakanaal Factuur gemaakt. Hierin worden de velden Factuurnaam, Factuurpostcode, etc. weergegeven. Het subrapport Materiaal is op datakanaal Materiaal_Regels gemaakt om Hoeveelheid verkoopfactuur, bedrag inclusief korting weer te geven. Deze velden zijn niet beschikbaar vanuit het datakanaal Factuur.
Zie ook Algemeen ................................................................................................ 7 Gridopties ............................................................................................... 9 Gegevens ............................................................................................... 10 Groepen .................................................................................................. 10 Pagina instelling ...................................................................................... 12 Dynamische of Statische hoogte ............................................................ 13 Gebied met voorwaarde ......................................................................... 14
2.1.1.8
Gebied met voorwaarde
Een gebied met voorwaarde wordt ook gebruikt om iets af te drukken onder een bepaalde voorwaarde. Bijvoorbeeld: Op de factuur wilt u het woord CONCEPT alleen afdrukken indien de status van de factuur anders is dan Definitief. Dit is te realiseren door in het voorwaardegebied een DBtekst (Concept (J/N) te plaatsen.
Door bij de DBtekst het vinkje uit te zetten bij 'Zichtbaar' wordt deze niet afgedrukt.
Kraan Bouwcomputing B.V.
14
KRAAN MRap
Zie ook Algemeen ................................................................................................ 7 Gridopties ............................................................................................... 9 Gegevens ............................................................................................... 10 Groepen .................................................................................................. 10 Pagina instelling ...................................................................................... 12 Dynamische of Statische hoogte ............................................................ 13 Subrapport .............................................................................................. 13
2.1.2
Werkbalken
Algemeen (pagina 16) Standaard componenten (pagina 17) Gegevens componenten (pagina 18) Geavanceerde componenten (pagina 21) Standaard (pagina 26) Bewerken (pagina 27) Formaat (pagina 27) Grootte (pagina 28) Stappen (pagina 29) Tekenen (pagina 29) Uitlijnen of afstand (pagina 30)
Kraan Bouwcomputing B.V.
15
KRAAN MRap
Zie ook Algemeen ................................................................................................16 Standaard componenten .........................................................................17 Gegevens componenten .........................................................................18 Geavanceerde componenten ..................................................................21 Standaard ................................................................................................26 Bewerken ................................................................................................27 Formaat ...................................................................................................27 Grootte ....................................................................................................28 Stappen ...................................................................................................29 Tekenen ..................................................................................................29 Uitlijnen of afstand ...................................................................................30
2.1.2.1 Algemeen Werkbalken bevatten knoppen die gebruikt worden voor het uitvoeren van bepaalde functies, of het toevoegen van rapportonderdelen. Werkbalken worden op de volgende manier geactiveerd of gedeactiveerd:
Via het menu 'Beeld > Werkbalk': klik op de betreffende werbalk om deze te activeren dan wel te deactiveren (er staat een vinkje voor geactiveerde werkbalken)
Klik met de rechtermuisknop in de sectie van het scherm waar de werbalken worden getoond: klik op de betreffende balk om deze te activeren dan wel te deactiveren (er staat een vinkje voor geactiveerde werbalken).
Kraan Bouwcomputing B.V.
16
KRAAN MRap
In de volgende paragrafen worden werkbalken beschreven. Zie ook Standaard componenten ........................................................................ 17 Gegevens componenten......................................................................... 18 Geavanceerde componenten ................................................................. 21 Standaard ............................................................................................... 26 Bewerken ................................................................................................ 27 Formaat................................................................................................... 27 Grootte .................................................................................................... 28 Stappen................................................................................................... 29 Tekenen .................................................................................................. 29 Uitlijnen of afstand .................................................................................. 30
2.1.2.2
Standaard componenten
Knoppen werkbalk: Standaard componenten
Selecteer één of meer objecten
Label. Met behulp van deze knop wordt een korte vrije tekst geplaatst in het formulier. De tekst wordt ingevoerd met behulp van de werkbalk 'Bewerken' of door het label te selecteren met de linker muisknop en in de 'Object Inspector', in de sectie 'Text' bij 'Caption' de waarde in te voeren. Sluit af met <Enter> om de waarde op te slaan.
Memo. Met behulp van deze knop worden meerdere regels vrije tekst geplaatst in het formulier. De tekst wordt ingevoerd met behulp van de werkbalk 'Bewerken' of door het label te selecteren met de linker muisknop en in de 'Object Inspector', in de sectie 'Text' bij 'Caption', de waarde in te voeren. Sluit af met <Enter> om de waarde op te slaan.
Uitgebreide tekst ('Rich Text'). Met deze knop wordt opgemaakte vaste tekst toegevoegd aan het formulier. De tekst wordt ingevoerd door te rechterklikken op de uitgebreide tekst en in het menu te kiezen voor 'Bewerken'. In de 'Uitgebreide tekst' kunnen ook databasevelden worden opgenomen.
Systeem variabele. Met een systeemvariabele kan worden gekozen uit de volgende datatypes: - Datum: huidige datum - DatumTijd: huidige datum en tijd - Documentnaam: de documentnaam - AfdrukDatumTijd: de afdruk datum en tijd - PaginaTeller - PaginaSet
Kraan Bouwcomputing B.V.
17
KRAAN MRap
-
PaginaSetAflopend PaginaNo PaginaNoAflopend Tijd: de huidige tijd
Met bijvoorbeeld een 'DatumTijd' variabele wordt de afdrukdatum en -tijd weergegeven op het formulier.
Variabele. Wordt gebruikt in combinatie met RAP.
Afbeelding. Met behulp van deze knop wordt een afbeelding aan het formulier toegevoegd. Klik op de knop 'Afbeelding' in het lint en klik in het formulier. Plaats de afbeelding op de gewenste plaats. Door te rechterklikken op de afbeelding en vervolgens te klikken op 'Afbeelding..' kan een afbeelding worden gezocht op de lokale computer of het netwerk, en kan deze aan het formulier worden toegevoegd.
Vorm. Met een vorm wordt een rechthoek, een vierkant, een afgeronde rechthoek, een afgerond vierkant, een ellips of een cirkel getekend.
Lijn. Met deze knop wordt een lijn getekend.
Barcode. Met behulp van deze knop wordt een naar een barcode omgezette vaste tekst weergegeven in het formulier. De tekst kan worden ingevoerd met behulp van het lint 'Bewerken'. Door te rechterklikken op het barcode-object en vervolgens te klikken op 'Configureer...' kan het type barcode worden ingesteld. Zie ook Algemeen ................................................................................................16 Gegevens componenten .........................................................................18 Geavanceerde componenten ..................................................................21 Standaard ................................................................................................26 Bewerken ................................................................................................27 Formaat ...................................................................................................27 Grootte ....................................................................................................28 Stappen ...................................................................................................29 Tekenen ..................................................................................................29 Uitlijnen of afstand ...................................................................................30
2.1.2.3
Gegevens componenten
Knoppen werkbalk: Gegevens componenten Kraan Bouwcomputing B.V.
18
KRAAN MRap
DBTekst Met behulp van deze knop wordt een databaseveld geplaatst in het formulier. Bij het aanroepen van het formulier wordt dit veld gevuld met de betreffende waarde in de database. Dit databaseveld kan worden ingevoerd met behulp van de werkbalk 'Bewerken'. Kies hier de betreffende data-pipeline en het gewenste veld. Ook kan het DBTekst object worden geselecteerd met de linkermuisknop en door vervolgens in de 'Object Inspector' in de sectie 'Data' achter 'DataField' op de knop te drukken en hier het gewenste veld te selecteren met de linkermuisknop.
DBMemo Met een DBMemo object worden grote memovelden (meerdere regels) uit de database geplaatst in het formulier. Dit databaseveld kan worden ingevoerd met behulp van de toolbar 'Bewerken'. Kies hier de betreffende data-pipeline en het gewenste veld. Ook kan het DBMemo object worden geselecteerd met de linkermuisknop en door vervolgens in de 'Object Inspector' in de sectie 'Data' achter 'DataField' op de knop te drukken en hier het gewenste veld te selecteren met de linkermuisknop.
DBUitgebreideTekst (ook wel 'Rich Text') De tekst kan in de applicatie zijn voorzien van opmaak en deze opmaak is opgeslagen in het databaseveld. Met behulp van DBUitgebreideTekst kan deze informatie in het rapport worden opgenomen door het object op de juiste plaats in het rapport te plaatsen en te koppelen aan het betreffende veld uit de database. Dit databaseveld kan worden ingevoerd met behulp van de toolbar 'Bewerken'. Kies hier de betreffende data-pipeline en het gewenste veld. Ook kan het DBUitgebreideTekst object worden geselecteerd met de linkermuisknop en door vervolgens in de 'Object Inspector' in de sectie 'Data' achter 'DataField' op de knop te drukken en hier het gewenste veld te selecteren met de linkermuisknop.
Kraan Bouwcomputing B.V.
19
KRAAN MRap
DBCalculator Met behulp van DBCalculator worden berekeningen gemaakt. Bijvoorbeeld het optellen van waarden uit velden (zoals totalen en subtotalen), het tellen van records enzovoorts. Plaats het object in het formulier en koppel een hieraan databaseveld. De DBCalculator kent het volgende rechtermuismenu:
Bij 'Calculaties' kan de gewenste berekening worden ingesteld. Er kan worden gekozen uit: Aantal, Som, Minimum, Maximum, Gemiddeld.
DBAfbeelding Met deze knop wordt een afbeelding, die in de database is opgeslagen, weergegeven.
Kraan Bouwcomputing B.V.
20
KRAAN MRap
DBBarcode Met behulp van deze knop wordt een waarde in de database als barcode weergegeven. Deze knop kent het volgende rechtermuismenu:
Met behulp van de keuze 'Configureer…' wordt de barcode geconfigureerd. Het volgende dialoogvenster verschijnt:
Door de keuze 'AfdrukMenselijkLeesbaar' wordt de waarde van de barcode in leesbare tekens onder de barcode weergegeven. Zie ook Algemeen ................................................................................................16 Standaard componenten .........................................................................17 Geavanceerde componenten ..................................................................21 Standaard ................................................................................................26 Bewerken ................................................................................................27 Formaat ...................................................................................................27 Grootte ....................................................................................................28 Stappen ...................................................................................................29 Tekenen ..................................................................................................29 Uitlijnen of afstand ...................................................................................30
2.1.2.4
Geavanceerde componenten
Knoppen werkbalk: Geavanceerde componenten
Kraan Bouwcomputing B.V.
21
KRAAN MRap
Gebied Met behulp van de knop 'Gebied' wordt een gebied in het rapport gemaakt dat op zich zelf weer andere elementen (tekst, databasevelden) kan bevatten, die met andere werkbalken zijn aan te maken. Het voordeel van de functie 'Gebied' is dat deze gekoppeld kan worden aan bijvoorbeeld een memo met variabele hoogte. Het gebied eronder schuift in deze situatie mee. Dit voorkomt witruimte in het formulier. Subrapport Een subrapport is een rapport binnen een rapport. De procedure die moet worden gevolgd voor het maken van een subrapport, is vergelijkbaar met de procedure voor het maken van een standaardrapport. Een subrapport kan het merendeel van de kenmerken van een rapport bevatten, inclusief eigen selectiecriteria voor records. Een subrapport verschilt slechts op de volgende punten van een primair rapport: - Een subrapport wordt als een object in een primair rapport ingevoegd en kan niet als zelfstandig rapport bestaan (het is overigens wel mogelijk een subrapport als een primair rapport op te slaan). - Een subrapport kan in elke gewenste rapportsectie worden geplaatst en als de betreffende sectie wordt afgedrukt, wordt het gehele subrapport afgedrukt. - Een subrapport kan geen ander subrapport bevatten. De belangrijkste reden voor het gebruik van subrapporten is het aan elkaar koppelen van twee data-pipelines. Bijvoorbeeld, het hoofdrapport bevat het bouwnummer (KRAAN Kopersbeheer) en het subrapport bevat de meterkastlijst voor dat bouwnummer. Op deze wijze wordt per hoofdrapport (bouwnummer) het subrapport (meterkastlijst – meer- en minderwerk) afgewerkt. Het KRAAN programma Kopersbeheer werkt altijd met hoofd- en subrapport. Gebied met voorwaarde Een voorwaardegebied wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het weergeven van gegevens, indien deze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bijvoorbeeld als het veld 'KoopsomInclusiefBTW' ongelijk is aan 0 (nul), wordt het gebied met tekst 'Koopsom inclusief BTW' zichtbaar gemaakt.
Kraan Bouwcomputing B.V.
22
KRAAN MRap
Mastercalc Met behulp van Mastercalc (en Detailcalc) worden (sub)totaaltellingen uitgevoerd en afgedrukt. Detailcalc Een Detailcalc veld kan worden gekoppeld aan een Mastercalc veld. Bij het aanroepen van het rapport wordt vervolgens het totaal weergegeven in het Mastercalc veld. Een Detailcalc veld kan in het formulier worden geplaatst. Daarna kan met behulp van de werkbalk 'Bewerken' het betreffende veld waarover gerekend moet worden (bijvoorbeeld PrijsInclusiefBTW) worden gekozen: kies hier de betreffende data-pipeline en het gewenste veld. Ook kan het Detailcalc object worden geselecteerd met de linkermuisknop, en vervolgens in de 'Object Inspector' in de sectie 'Data' achter 'DataField' op de knop te drukken en hier het gewenste veld te selecteren met de linkermuisknop. In het rechtermuismenu van het Detailcalc object kan worden gekozen voor 'Master calc'. In het navolgende scherm kan worden gekozen voor het betreffende Mastercalc object waaraan dit Detailcalc veld wordt gekoppeld.
Mastercalc Het mastercalc veld wordt in het hoofdrapport geplaatst. In het rechtermuismenu kan worden gekozen voor Calculaties.
Hiermee wordt aangegeven welk type berekening het Mastercalc veld moet uitvoeren. Gekozen kan worden: - Count Tellen. Hoe vaak komt het Detailcalc veld voor in het subrapport - Sum Optellen - Minimum Wat is de minimum waarde in het Detailcalc veld - Maximum Wat is de maximum waarde in het Detailcalc veld - Gemiddeld Wat is de gemiddelde waarde in het Detailcalc veld
Kraan Bouwcomputing B.V.
23
KRAAN MRap
Detailcalc (Zie boven)
Resultaat tab (ook wel 'Crosstab') Een Resultaattab is een raster waarin waarden worden geretourneerd op basis van opgegeven criteria. De gegevens worden horizontaal en vertikaal tegen elkaar afgezet en worden weergegeven in compacte rijen en kolommen. Met deze indeling kunnen gegevens eenvoudig worden vergeleken en kunnen trends worden aangeven. Deze indeling bestaat uit drie elementen: 1. Rijen 2. Kolommen 3. Samenvattingsvelden
De rijen in een 'Resultaat tab' zijn horizontaal (van links naar rechts). In het bovenstaande voorbeeld is 'Handschoenen' een rij. De kolommen in een 'Resultaat tab' zijn verticaal (van boven naar beneden). In het bovenstaande voorbeeld is 'VS' een kolom. De samenvattingsvelden bevinden zich op de snijpunten van rijen en kolommen. De waarde op elk snijpunt geeft een samenvatting (som, aantal, enzovoort) van de records die voldoen aan de rij- en kolomcriteria. In het bovenstaande voorbeeld is de waarde op het snijpunt tussen 'Handschoenen' en 'VS' vier, het aantal verkochte handschoenen in de VS. Een Resultaat tab bevat ook verschillende totalen:
Aan het einde van elke rij wordt een totaal voor deze rij weergegeven. In het bovenstaande voorbeeld geldt dit totaal voor één product dat in alle landen is verkocht. Aan het einde van de rij 'Handschoenen' is de waarde 8, het totale aantal handschoenen dat in alle landen is verkocht. Met het rechtermuismenu van de 'Resultaat tab' wordt via de keuze 'Configureer…' de resultaat tab geconfigureerd.
Kraan Bouwcomputing B.V.
24
KRAAN MRap
De velden, weergegeven in de linkerkolom, kunnen naar de gewenste rij of kolom worden gesleept.
Sleep een bedragveld in de 'Resultaat tab', tussen 'nieuwe kolom' en 'nieuwe waarde' om een totaaltelling te genereren.
In de opmaakbalk kan vervolgens worden aangegeven welk type samenvatting of telling er weergegeven moet worden.
Er kan een keuze worden gemaakt uit: Aantal, Som, Minimum, Maximum en Gemiddeld. De subtotalen kunnen vervolgens met het rechtermuismenu onzichtbaar worden gemaakt. Het resultaat ziet er als volgt uit:
Kraan Bouwcomputing B.V.
25
KRAAN MRap
Zie ook Algemeen ................................................................................................ 16 Standaard componenten ........................................................................ 17 Gegevens componenten......................................................................... 18 Standaard ............................................................................................... 26 Bewerken ................................................................................................ 27 Formaat................................................................................................... 27 Grootte .................................................................................................... 28 Stappen................................................................................................... 29 Tekenen .................................................................................................. 29 Uitlijnen of afstand .................................................................................. 30
2.1.2.5
Standaard
Knoppen werkbalk: Standaard
Nieuw Met deze knop maakt u een nieuw leeg rapport aan. Aanbevolen wordt dit via het menu 'Report definitiebeheer' binnen de KRAAN applicatie uit te voeren. Openen Deze knop opent het dialoogscherm 'Openen' waarmee een ander rapport kan worden opgevraagd. Het actieve rapport wordt afgesloten. Indien een rapport nog niet is opgeslagen volgt de vraag 'Veranderingen opslaan naar…'. Opslaan Pagina instellingen Knippen, Kopiëren, Plakken.
Kraan Bouwcomputing B.V.
26
KRAAN MRap
Zie ook Algemeen ................................................................................................16 Standaard componenten .........................................................................17 Gegevens componenten .........................................................................18 Geavanceerde componenten ..................................................................21 Bewerken ................................................................................................27 Formaat ...................................................................................................27 Grootte ....................................................................................................28 Stappen ...................................................................................................29 Tekenen ..................................................................................................29 Uitlijnen of afstand ...................................................................................30
2.1.2.6 Bewerken Het menu 'Bewerken' is in het voorgaande reeds besproken. In tekstvelden wordt met behulp van deze werkbalk een waarde ingevoerd. Voor databasevelden wordt de data-pipeline en vervolgens het gewenste databaseveld gekozen. Zie ook Algemeen ................................................................................................ 16 Standaard componenten ........................................................................ 17 Gegevens componenten......................................................................... 18 Geavanceerde componenten ................................................................. 21 Standaard ............................................................................................... 26 Formaat................................................................................................... 27 Grootte .................................................................................................... 28 Stappen................................................................................................... 29 Tekenen .................................................................................................. 29 Uitlijnen of afstand .................................................................................. 30
2.1.2.7
Formaat
Knoppen werkbalk: Formaat
Opmaak veld Met deze knoppen wordt de opmaak van een veld aangepast. Van links naar rechts zijn de volgende knoppen beschikbaar: Het lettertype kiezen De tekengrootte van het karakter De tekst vet maken De tekst cursief maken De tekst onderstrepen De tekst links uitlijnen De tekst centreren
Kraan Bouwcomputing B.V.
27
KRAAN MRap
De tekst rechts uitlijnen De tekst uitvullen De tekstkleur aanpassen De achtergrondkleur aanpassen Met ankers (anchors) de tekst vastzetten (onder, links, rechts, boven) De tekst omlijnen
Gekozen kan voor alles, geen, links, rechts, boven of onder.
Het object naar de voorgrond halen Het object naar de achtergrond verplaatsen Zie ook Algemeen ................................................................................................16 Standaard componenten .........................................................................17 Gegevens componenten .........................................................................18 Geavanceerde componenten ..................................................................21 Standaard ................................................................................................26 Bewerken ................................................................................................27 Grootte ....................................................................................................28 Stappen ...................................................................................................29 Tekenen ..................................................................................................29 Uitlijnen of afstand ...................................................................................30
2.1.2.8
Grootte
Knoppen werkbalk: Grootte
Grootte veld Met deze knoppen wordt de grootte van een veld aangepast door haar te vergelijken met de grootte van een ander veld, middels: Breedte aanpassen aan smalste Breedte aanpassen aan breedste Hoogte aanpassen aan kleinste Afmeting aanpassen aan grootste
Selecteer hiertoe de gewenste velden en houdt de <Shift>-toets ingedrukt. Druk vervolgens op één van de beschreven knoppen.
Kraan Bouwcomputing B.V.
28
KRAAN MRap
Zie ook Algemeen ................................................................................................ 16 Standaard componenten ........................................................................ 17 Gegevens componenten......................................................................... 18 Geavanceerde componenten ................................................................. 21 Standaard ............................................................................................... 26 Bewerken ................................................................................................ 27 Formaat................................................................................................... 27 Stappen................................................................................................... 29 Tekenen .................................................................................................. 29 Uitlijnen of afstand .................................................................................. 30
2.1.2.9
Stappen
Knoppen werkbalk: Stappen
Verplaatsen veld Met deze knoppen wordt het (de) geselecteerde object(en) in kleine stappen verplaatst worden in de volgende richtingen: Een stap naar boven Een stap naar beneden Een stap naar links Een stap naar rechts Zie ook Algemeen ................................................................................................16 Standaard componenten .........................................................................17 Gegevens componenten .........................................................................18 Geavanceerde componenten ..................................................................21 Standaard ................................................................................................26 Bewerken ................................................................................................27 Formaat ...................................................................................................27 Grootte ....................................................................................................28 Tekenen ..................................................................................................29 Uitlijnen of afstand ...................................................................................30
2.1.2.10 Tekenen Knoppen werkbalk: Tekenen Opmaak lijn of vorm Met het menu 'Standaard componenten' wordt een tekenobject gemaakt met de knoppen 'Lijn' of 'Vorm' (rechthoek, vierkant, afgeronde rechthoek, afgerond vierkant, ellips of cirkel). Met
Kraan Bouwcomputing B.V.
29
KRAAN MRap
behulp van het lint 'Tekenen' wordt de opmaak van de lijn of vorm verzorgd. Van links naar rechts zijn de volgende knoppen beschikbaar: Opvulkleur Lijnkleur Lijndikte Lijnstijl
Elke knop heeft een menu waar de gewenste kleur, lijndikte of lijnstijl kan worden gekozen. Zie ook Algemeen ................................................................................................ 16 Standaard componenten ........................................................................ 17 Gegevens componenten......................................................................... 18 Geavanceerde componenten ................................................................. 21 Standaard ............................................................................................... 26 Bewerken ................................................................................................ 27 Formaat................................................................................................... 27 Grootte .................................................................................................... 28 Stappen................................................................................................... 29 Uitlijnen of afstand .................................................................................. 30
2.1.2.11 Uitlijnen of afstand Knoppen werkbalk: Uitlijnen of afstand Uitlijnen De knoppenbalk 'Uitlijnen of afstand' stelt de gebruiker in staat de velden ten opzichte van elkaar uit te lijnen. Dit uitlijnen gebeurt steeds op basis van het als eerste geselecteerde object. Selecteer hiertoe de gewenste velden en houdt de <Shift>-toets ingedrukt. Druk vervolgens op één van de knoppen op deze werkbalk. Van links naar rechts zijn de volgende knoppen beschikbaar: -
-
-
-
-
De geselecteerde velden links uitlijnen. Lijn de geselecteerde objecten uit aan de linkerkant van het als eerste geselecteerde object. De geselecteerde velden verticaal in het midden uitlijnen. Lijn de geselecteerde objecten uit ten opzichte van het midden van het als eerste geselecteerde object in een verticale lijn. De geselecteerde velden rechts uitlijnen. Lijn de geselecteerde objecten uit aan de rechterkant van het als eerste geselecteerde object. De geselecteerde velden boven uitlijnen. Lijn de geselecteerde objecten uit aan de bovenkant van het als eerste geselecteerde object. De geselecteerde velden horizontaal center uitlijnen. Lijn de geselecteerde objecten uit ten opzichte van het midden van het als eerste
Kraan Bouwcomputing B.V.
30
KRAAN MRap
-
-
geselecteerde object in een verticale lijn. De geselecteerde velden onder uitlijnen. Lijn de geselecteerde objecten uit aan de onderkant van het als eerste geselecteerde object. Gelijke afstand horizontaal. Gelijke afstand verticaal. Horizontaal in band centreren. Verticaal in band centreren. Zie ook Algemeen ................................................................................................ 16 Standaard componenten ........................................................................ 17 Gegevens componenten ........................................................................ 18 Geavanceerde componenten ................................................................. 21 Standaard ............................................................................................... 26 Bewerken ................................................................................................ 27 Formaat .................................................................................................. 27 Grootte .................................................................................................... 28 Stappen .................................................................................................. 29 Tekenen .................................................................................................. 29
2.1.3
Rapport Overzicht
Het 'Rapport Overzicht' geeft alle objecten in het formulier of rapport weer. Dit geldt zowel voor het hoofdrapport (hoofdtab) als voor de eventuele subrapporten. De objecten van het subrapport worden getoond zodra op het betreffende subrapport wordt geklikt (zie bovenstaande afbeelding). Deze weergave van objecten maakt het mogelijk het gewenste object snel te selecteren en de eigenschappen ervan te bewerken. Deze eigenschappen worden vervolgens weergegeven in de 'Object Inspector'.
Kraan Bouwcomputing B.V.
31
KRAAN MRap
Zie ook Menu ....................................................................................................... 7 Werkbalken ............................................................................................. 15 Object Inspector ...................................................................................... 32 Gegevens Overzicht ............................................................................... 33 Hoofdtab, Subrapport ............................................................................. 33 Statusbalk ............................................................................................... 34 RAP (Report Application Pascal) ............................................................ 34
2.1.4
Object Inspector
De eigenschappen van het in het 'Rapport Overzicht' geselecteerde object wordt in de 'Object Inspector' weergegeven. Deze 'Object Inspector' geeft sneller toegang tot functies die ook via het rechtermuismenu of met één van de knoppen in het lint zijn te benaderen. Zie ook Menu ....................................................................................................... 7 Werkbalken ............................................................................................. 15 Rapport Overzicht ................................................................................... 31 Gegevens Overzicht ............................................................................... 33 Hoofdtab, Subrapport ............................................................................. 33 Statusbalk ............................................................................................... 34 RAP (Report Application Pascal) ............................................................ 34
Kraan Bouwcomputing B.V.
32
KRAAN MRap
2.1.5
Gegevens Overzicht
In het 'Gegevens overzicht' worden de data-pipelines inclusief de daarin beschikbare velden weergegeven. Door op een data-pipeline te klikken worden de betreffende velden zichtbaar. Een veld kan desgewenst direct naar het formulier worden gesleept, waardoor een 'label' met tekst en het databaseveld op het formulier worden geplaatst.
Zie ook Menu ....................................................................................................... 7 Werkbalken ............................................................................................. 15 Rapport Overzicht ................................................................................... 31 Object Inspector ...................................................................................... 32 Hoofdtab, Subrapport ............................................................................. 33 Statusbalk ............................................................................................... 34 RAP (Report Application Pascal) ............................................................ 34
2.1.6
Hoofdtab, Subrapport
Een subrapport is een rapport binnen een rapport. De procedure die gevolgd dient te worden voor het maken van een subrapport, is vergelijkbaar met de procedure voor het maken van een standaardrapport. Een subrapport kan naast de eigen selectiecriteria voor records, het merendeel van de kenmerken van een rapport bevatten. De belangrijkste reden voor het gebruik van een subrapport is het aan elkaar koppelen van twee data-pipelines. Het hoofdrapport bevat bijvoorbeeld het bouwnummer (KRAAN Kopersbeheer), en het subrapport bevat de meterkastlijst voor dat bouwnummer. Op deze wijze wordt per hoofdrapport (bouwnummer) het subrapport (meterkastlijst – meer- en minderwerk) afgewerkt. Het KRAAN programma Kopersbeheer werkt altijd met hoofd- en subrapport. Hoofdrapporten en subrapporten zijn zichtbaar in het 'Rapport Overzicht' en als tabbladen onderaan het 'Ontwerpwerkblad'. Een nieuwe pagina na een record (bijvoorbeeld een brief aan een relatie) waarbij de brief niet de
Kraan Bouwcomputing B.V.
33
KRAAN MRap
gehele pagina vult, kan worden gegenereerd door in het hoofdrapport een samenvatting-sectie op te nemen en hier met behulp van het rechtermuismenu een 'Nieuwe pagina' in te stellen. De samenvatting moet hierbij een hoogte van 0 krijgen. Zie ook Menu ....................................................................................................... 7 Werkbalken ............................................................................................. 15 Rapport Overzicht ................................................................................... 31 Object Inspector ...................................................................................... 32 Gegevens Overzicht ............................................................................... 33 Statusbalk ............................................................................................... 34 RAP (Report Application Pascal) ............................................................ 34
2.1.7
Statusbalk
Statusbalk Informatie De statusbalk bevindt zich onderaan het scherm en geeft informatie over: - De naam van het object - De afstand links en top (boven) - De breedte van het object - De hoogte van het object Zie ook Menu ....................................................................................................... 7 Werkbalken ............................................................................................. 15 Rapport Overzicht ................................................................................... 31 Object Inspector ...................................................................................... 32 Gegevens Overzicht ............................................................................... 33 Hoofdtab, Subrapport ............................................................................. 33 RAP (Report Application Pascal) ............................................................ 34
2.1.8
RAP (Report Application Pascal)
De functionaliteit RAP is te vinden op het tabblad Calc (pagina 35). Zie ook Tabblad Calc ........................................................................................... 35 Variabele ................................................................................................. 37
Kraan Bouwcomputing B.V.
34
KRAAN MRap
2.1.8.1 Tabblad Calc Er zijn drie weergaven op het tabblad calc:
Bij Variabelen zijn alleen de variabelen zichtbaar Bij Gebeurtenissen zijn alle onderdelen van het rapport zichtbaar Bij Module zijn alle onderdelen van het rapport zichtbaar. Hieronder wordt aan de hand van voorbeelden uitgelegd wat mogelijk is op het tabblad Calc. Voorbeelden Als een negatief bedrag in het rood afgedrukt moet worden, dan kan onderstaande formule worden gebruikt op dat veld: if dbcalc2.fieldvalue < 0 then dbcalc2.font.color := clred;
Kraan Bouwcomputing B.V.
35
KRAAN MRap
Mag het veld 'BTW nummer' op een factuur niet zichtbaar zijn (Region3) als de factuur naar een particulier wordt gestuurd, dan wordt e.e.a. als volgt ingesteld:
Op het tabblad Calc moet onderstaande worden toegevoegd.
Dit heeft tot gevolg dat Region3 alleen wordt afgedrukt als de debiteur een bedrijf is. Zie ook Variabele ................................................................................................. 37
Kraan Bouwcomputing B.V.
36
KRAAN MRap
2.1.8.2 Variabele Een variabele is een veld dat opgebouwd wordt uit de data uit de database, vaste tekst of een combinatie daarvan. Om de invulling van een variabele te bepalen klikt u met de rechtermuiskknop op de variable en kiest u voor Calculaties... Hier kunnen de voorwaarden aangegeven worden voor de variabele.
Een eenvoudig voorbeeld van wat er in een variabele kan staan: Value := Opdrachtgever['FSPOSTPOSTCODE'] + ' ' + Opdrachtgever['FSPOSTPLAATS'] Nu zal op de afdruk de postpostcode en de postplaats van de opdrachtgever komen te staan, gescheiden door een spatie. Een ander voorbeeld: Value := Value + Bewakingsboekingen['FDKSTTOTAAL'] Hierbij wordt het totaal van de kosten aangegeven per bewakingscode. Bij elke variable moeten verschillende zaken ingesteld worden:
Er moet aangegeven worden wat voor soort variable het is. Hierbij kan aangehouden worden dat een tekst veld op String moet komen te staan en een getal (bedrag) op Dubbel.
Kraan Bouwcomputing B.V.
37
KRAAN MRap
Daarnaast moet de timing goed ingesteld worden. Dit kan door met rechts op de variable te klikken en te kiezen voor Timing:
Per rapport is dit verschillend. In bovenstaand voorbeeld is aangegeven dat het getal in de variable berekend moet worden nadat het datakanaal Bewakingsboekingen doorlopen is. Het moet op nul gezet worden aan het eind van de groep FSBEWAKINGSCODE om opnieuw berekend te worden voor de volgende bewakingscode.
Als er meerdere variabelen in een detail (of voettekst) staan moet de volgorde van deze variable bepaalt worden. Als op een regel een aantal variabelen staan die in een andere variable opgeteld worden, moeten eerst de variabelen berekend worden die opgeteld moeten worden, en dáárna pas de totaal variabele.
De volgorde kan aangepast worden door met rechts te klikken in de indeling waar de variabelen staan (voettekst of detail). Een ander voorbeeld voor een variabele is voor aanmaningen.
Plaats dit in een variabele en u ziet (als de aanmaning wordt afgedrukt) één sterretje als: de datum van vandaag minus de datum van de factuur groter is als 30 dagen. Is het resultaat meer dan 60 dagen dan komt er een sterretje bij etc, etc…
Kraan Bouwcomputing B.V.
38
KRAAN MRap
Zie ook Tabblad Calc ........................................................................................... 35
Kraan Bouwcomputing B.V.
39
KRAAN MRap
3
Wijzigingen aanbrengen in bestaande rapportages
Toevoegen grootboekrekening aan bestaande selectie Voorbeeld: In de rapportage WW2V moet een grootboekrekening toegevoegd worden voor het onderdeel Personeelskosten.
Open MRap, selecteer het aan te passen rapport en klik op de button voor ontwerp.
De Report Builder wordt nu geopend. Klik op het tabblad Calc.
Klik met de rechtermuisknop in het scherm links boven en kies Module
Kraan Bouwcomputing B.V.
40
KRAAN MRap
Klik vervolgens in het linker scherm op 'Gebeurtenis Afhandeling' en daarna in het rechter scherm op 'procedure DetailBeforePrint'.
In het scherm onder verschijnen de formules die in het rapport worden gebruikt. Scroll in dit scherm tot het onderdeel Personeel in het scherm staat.
Hier worden de grootboekrekeningen getoond die nu onderdeel uitmaken van de personeelskosten in de rapportage. Indien hier een grootboekrekening aan moet worden toegevoegd, dient de formule te worden aangepast. Stel dat grootboekrekening 799100 toegevoegd moet worden aan de selectie. De formule wordt dan: if ((sRubriek = '6') and (sKostensoort = '20')) then begin bPersoneel := True; Kraan Bouwcomputing B.V.
41
KRAAN MRap
end else begin if (Copy(sRekeningNummer, 1, 2) = '41') or (sRekeningNummer = '422400') or (Copy(sRekeningNummer, 1, 3) = '174') or (sRekeningNummer = '719100') or (sRekeningNummer = '739100') or (sRekeningNummer = '779100') or (sRekeningNummer = '789100') or (sRekeningNummer= '799100') then begin bPersoneel := True; end; end; Klik vervolgens met de rechtermuisknop en kies Compileren.
Als de formule goed is, verschijnt in het onderste scherm de tekst 'Compilatie compleet: 0 fouten'. Het rapport kan worden opgeslagen en de Report Builder kan worden afgesloten. Zie ook Inleiding................................................................................................... 2 Onderdelen Kraan Report Builder .......................................................... 5
Kraan Bouwcomputing B.V.
42
KRAAN MRap
4
Index
A Algemeen • 3, 7, 16
B Bewerken • 27
D Dynamische of Statische hoogte • 13
F Formaat • 27
G Geavanceerde componenten • 21 Gebied met voorwaarde • 14 Gegevens • 10 Gegevens componenten • 18 Gegevens Overzicht • 33 Gridopties • 9 Groepen • 10 Grootte • 28
H Hoofdtab, Subrapport • 33
I Inleiding • 2
M Menu • 7
O Object Inspector • 32 Onderdelen Kraan Report Builder • 5
P Pagina instelling • 12
R RAP (Report Application Pascal) • 34 Rapport Overzicht • 31
S Secties • 5 Standaard • 26 Standaard componenten • 17 Stappen • 29 Statusbalk • 34 Subrapport • 13
T Tabblad Calc • 35 Tekenen • 29
U Uitlijnen of afstand • 30
V Variabele • 37
W Werkbalken • 15 Wijzigingen aanbrengen in bestaande rapportages • 40