Ledenblad Nederlandse Vakbond Varkenshouders nr. 211 - mei 2013
De Gouden Krul Concurrentiepositie Nederland aangetast Bloeduitslagen van belang bij export Foto: Fotografie ‘Jeanette’
Boer aan het roer! De NVV heeft intern bestuurlijke discussie gevoerd over hoe verder na het opheffen van de huidige PVV structuur. Jarenlang heeft de NVV ervoor moeten vechten om de PVV organisatie lean en mean te krijgen, met een takenpakket dat meer op de praktijk is afgestemd en doorvoering van het principe ‘wie betaalt, bepaalt’. De laatste jaren was dit in grote lijnen het geval. Nu de politiek besloten heeft de productschappen in haar huidige vorm op te heffen, ontstaat er een nieuwe realiteit. Recent heeft minister Kamp een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aangeeft welke taken EZ van de huidige productschappen gaat overnemen en hoe hij dat organisatorisch gaat doen.
Opheffen productschappen niet goedkoper voor ondernemer Helaas ontbreekt in de brief van Kamp een financiële onderbouwing hoe hij de taken die EZ gaat overnemen en uitvoeren, gaat betalen. Inmiddels is bekend dat hiervoor maar een beperkt bedrag beschikbaar is en dat aanvullende financiering nodig zal zijn. Dat zal waarschijnlijk betekenen dat ondernemers (meer) moeten gaan betalen
voor de diensten die EZ gaat uitvoeren. Dat zou wettelijk mogelijk zijn via een retributie. En daarbij heeft het bedrijfsleven, zoals het er nu naar uitziet, maar beperkte invloed op de inhoud en het draagvlak voor de uitgevoerde of de geboden dienst. Dus de ondernemer is duurder uit met minder service. Als het aan de NVV ligt zal de Tweede Kamer Kamp hierop dienen te bevragen. Immers, de argumenten voor
afschaffing van de productschappen waren minder kosten en minder administratieve lasten voor de ondernemers. Dat lijkt nu volledig anders uit te pakken.
Positie varkenshouder(s) Omdat de opheffing een nieuwe realiteit is, heeft de NVV, naast overleg met de diverse organisaties die nu ook in het PVV zijn vertegenwoordigd, besloten om zelf een visie op te stellen waaraan een toekomstige nieuwe organisatie zou moeten voldoen. Uiteraard met het doel om de positie van de varkenshouder(s) te verbeteren. Daarvoor is eerst de huidige praktijk tegen het licht gehouden en vervolgens gekeken wat de (on)mogelijkheden zijn van toekomstige nieuwe structuren. Lees verder op pagina 3 >
Afschaffen productschappen is kans Het afschaffen van de productschappen houdt al maanden de gemoederen in de Nederlandse land- en tuinbouw bezig. En dan natuurlijk vooral mensen in de vergaderwereld. Vooralsnog zijn de ondernemers er niet of nauwelijks mee bezig. Ze zien wel. Tot nu toe wisten we wat we hadden maar we weten niet wat we terugkrijgen. Dat geldt zowel voor de ondernemers als voor de medewerkers van de schappen. Voor deze laatste categorie zijn het helemaal onzekere tijden. Maar de opheffing, hoe groot sommige nadelen ook zijn, biedt ook kansen. Nu het opheffen een gegeven is, betekent dit dat er ruimte is om iets nieuws te bouwen. Maar wat bouwen we dan? Wat mij betreft is dit dé kans om ook de positie van de primaire producent in de keten te versterken. Als we ons goed weten te organiseren (meer dan 60% van de sector vertegenwoordigen) zal waarschijnlijk Brussel in het nieuwe GLB de wettelijke basis en ruimte bieden om toch sectorbreed zaken collectief te regelen. Nederland heeft hier als lidstaat ook politieke invloed op. Daarnaast zou dit ook een goed moment zijn om ervoor te zorgen dat primaire sectoren hun
Verslag extra ALV 25 april 2013 Op 25 april jl. is een extra Algemene Ledenvergadering gehouden, waar het royement van twee leden behandeld werd. De voorzitter van de NVV gaf een toelichting op het besluit van het Landelijk Bestuur om tot royement over te gaan. Daarna kregen de betreffende twee leden de ruimte om zich te verweren tegen dit besluit, waarna de schriftelijke stemming plaatsvond. Na het tellen van de stemmen bleek een meerderheid van de aanwezige leden te zijn vóór royement van beide leden, waardoor het LB besluit werd gesteund en het royement nu een feit is.
2 De Trog - nr. 211 - mei 2013
positie in de keten versterken. De laatste maanden is wel gebleken dat de politiek in zowel Brussel als Den Haag zich stoort aan de machtige positie van de retail en de manier waarop men hiermee omgaat. Zoals het eenzijdig opleggen van kortingen aan leveranciers. Op allerlei manieren zoekt de politiek naar de rol die men moet of kan spelen om daar een nieuw evenwicht te vinden. Dus de huidige discussie rondom GLB en de productschappen is een uitgelezen en natuurlijk moment om daar inhoud aan te geven. Volgens mij moet dat kunnen door de mogelijkheden en positie van producentenorganisaties stevig, breed en solide neer te zetten. In de voorlopige concepten van het GLB die nu bekend zijn, is er zelfs grensoverschrijdende samenwerking tussen producentenorganisaties mogelijk. Ook dat biedt een interessant perspectief. Maar dan moeten we uiteraard eerst zelf richting politiek duidelijk maken dat we dit als primaire producenten ook daadwerkelijk willen. En we zullen het zelf inhoud moeten geven en moeten aandragen op welke manier dit zou kunnen. Dus de komende periode ligt de bal bij de boerenbestuurders om de
politiek hierover te informeren en hen te wijzen op de mogelijkheden die nu zijn ontstaan. Als men dan werkelijk iets wil doen aan de kwetsbare positie van de primaire bedrijven in de keten, dan heeft men nu de kans om daar inhoud aan te geven.
Wyno Zwanenburg De voorzitter
Foto: Ellen Meinen
Stoppen met PVV-heffing en veiligstellen reserves Het Landelijk Bestuur van de NVV wil zo snel mogelijk duidelijkheid over de financiële situatie bij het PVV. Er dient een goede inventarisatie te komen met betrekking tot de voorhanden zijnde reserves van de varkenssector en de betalingsverplichtingen die men nog heeft. Op grond daarvan kan dan besloten worden of het nog wel nodig is dat varkenshouders PVV-heffing blijven betalen, terwijl er sprake is van afbouw en uiteindelijk opheffing van het PVV. Lopende verplichtingen zouden ook uit de bestaande reserves kunnen worden
betaald. Het heeft geen enkele zin om te blijven heffen als dit niet nodig is. De NVV wil verder dat de resterende reserves van de varkenshouderij worden veiliggesteld.
Vervolg van pagina 1
Boer aan het roer! Producenten- of ketenorganisatie Op dit moment loopt in Brussel nog de discussie over het nieuwe GLB. Hierin zullen ook zaken worden geregeld die van invloed zijn op de mogelijkheid om toekomstige nieuwe organisaties op te richten waarbinnen een sector, producenten en/ of sectoren samenwerken. Op dit moment zijn hierbij twee opties denkbaar. Dat zijn een Producenten organisatie (PO) of een Interbranche organisatie (IBO). De IBO is dan een soort ketenorganisatie, vergelijkbaar met de samenwerking in het huidige productschap(pen). De exacte voorwaarden en spelregels van deze beide soorten organisaties zijn nu nog niet helemaal helder en zijn nog onderwerp van gesprek in Brussel. Duidelijk is wel dat nationale lidstaten invloed hebben hoe deze er uiteindelijk komen uit te zien. Beide opties hebben, indien zij een duidelijke meerderheid van ondernemers in een sector vertegenwoordigen, de eventuele mogelijkheid in zich om bindende regelgeving (Algemeen Verbindend Verklaring) voor een gehele sector te kunnen opleggen.
Overleg keten Als de NVV terugkijkt naar waar we de afgelopen jaren met ketenpartijen inhoudelijk zaken binnen PVV-verband hebben moeten afstemmen, is dat feitelijk minimaal. In andere bestuurlijke organen (o.a. Verbond van Den Bosch, inkoopspecificatie CBL, werkgroep antibiotica) wordt er meer met ketenpartijen en NGO’s gesproken en overleg gevoerd dan in PVV-verband.
Wie betaalt, bepaalt In relatie tot zeggenschap en besluitvorming heeft de NVV altijd de stelling ‘wie betaalt, bepaalt’ gehanteerd. En is het de NVV nog altijd een doorn in het oog geweest dat niet-betalers als het CBL en de vakbonden (werknemers) in het PVV-bestuur mee mochten beslissen. Daarnaast hebben andere, vaak kleinere sectoren, meegelift op de gelden die door de varkenshouderij bij elkaar zijn gebracht. Daarom dient een nieuwe structuur daadwerkelijk inhoud te geven aan ‘wie betaalt, bepaalt’ en ‘zeggenschap over eigen geld’.
Levende export steeds bepalender In het huidige PVV zijn er meerdere vertegenwoordigers vanuit de slachterijen en
verwerkers, terwijl er vanuit de veehandel maar één vertegenwoordiger is. Dat was in het verleden wel begrijpelijk, maar tegenwoordig wordt er steeds minder van de dieren van onze leden in Nederland zelf geslacht en verwerkt. In 2012 werden er 14 miljoen dieren geslacht met de laatste jaren een dalende tendens. Terwijl er in 2012 circa 7 miljoen biggen en 4 miljoen vleesvarkens werden geëxporteerd met de laatste jaren een stijgende tendens. In de huidige structuur is de positie van de Nederlandse slachterijen onevenredig groot ten opzichte van de levende exportpositie.
Sterk individueel ondernemerschap varkenshouder De structuur van de varkenssector is binnen agrarisch Nederland een hele specifieke. Het individuele ondernemerschap is onze kracht maar ook onze zwakte. De Nederlandse varkenshouders zijn vanuit hun boerenerf sterk internationaal georienteerd en doen zelf direct internationaal zaken (biggen en/of vleesvarkens) in internationale ketens. Er is niet sprake van één of meerdere sterke integraties die, zoals in andere sectoren, een regierol op belangrijke thema’s naar zich toe kunnen en/of willen trekken. Dat komt mede omdat er in de varkensketens geen sprake is van lever- of afnameplicht waardoor ketenpartijen regie kunnen afdwingen. Een nieuwe structuur is een uitgelezen kans om ervoor te zorgen dat de regierol, vanuit de georganiseerde primaire sector, op zichzelf wordt genomen. Deze analyse gemaakt hebbende, komt de NVV tot de volgende conclusie: De NVV is voorstander van het opzetten van een producentenorganisatie (PO), bestaande uit NVV en LTO, die een duidelijke regierol gaat vervullen voor de varkenshouderij en hiermee de invloed van de primaire sector versterkt.
50/50-structuur en onafhankelijke voorzitter, eigen middelen en een beperkt apparaat. De PO kan vervolgens weer deel uitmaken van een interbranche organisatie (IBO), maar meer voor de hand zou liggen dat NVV en LTO zelf in de IBO deelnemen. De primaire varkenshouderij brengt dus haar financiële middelen bijeen in de PO en niet in de IBO. Zo voorkom je dat andere sectoren ongewild meeliften. De PO maakt ook aanspraak op de bestaande reserves van de varkenshouderij bij het PVV en gebruikt deze als startkapitaal. Afhankelijk van de af te spreken uit te voeren taken kunnen wellicht deskundige mensen van de huidige PVV organisatie worden overgenomen.
Anderen moeten kiezen Inmiddels heeft de NVV haar visie gedeeld met de vakgroep varkens van LTO. Deze hebben aangegeven nog wat meer tijd nodig te hebben om tot een duidelijk standpunt te komen. Ook in een gesprek dat de NVV samen met LTO heeft gehad met 1varkensgeluid.nu is tekst en uitleg gegeven. De groep van 1varkensgeluid.nu ondersteunt de richting die de NVV heeft ingezet. Daarnaast gaat de NVV de komende periode ook in overleg met de andere partijen die deel uitmaken van de varkensketen en andere sectoren.
Ook betere (verdien)positie in keten Door nu als eerste duidelijk te kiezen voor een betere positie van de primaire producent in een nieuwe structuur wil de NVV ook aangeven dat deze wellicht mogelijkheden biedt voor de uitdagingen inzake het verdienmodel en margeverdeling in de keten.
Wat zou dan de structuur kunnen worden? NVV en LTO blijven eigenstandige belangenbehartigers met betrekking tot weten regelgeving, maar ook vooral eigen visievorming en ledenzeggenschap en ledeninvloed! Het deel collectieve programma’s gebeurt samen in een nieuwe PO met De Trog - nr. 211 - mei 2013
3
Mestinvesteringsfonds Om mestverwerking in Nederland te stimuleren komt er een mestinvesteringsfonds om initiatieven te kunnen ondersteunen. Initiatieven die onvoldoende eigen vermogen bezitten om de financiering rond te krijgen kunnen onder voorwaarden een beroep doen op het fonds. Het eigen vermogen zal minimaal uit 20 à 30% moeten bestaan om voor het fonds in aanmerking te kunnen komen. Al enkele maanden geleden ontstond het initiatief uit een collectief van organisaties verbonden met de agrarische sector. Bij de eerste gesprekken waren naast NVV en LTO ook Agrifirm, ForFarmers, De Heus, Rabobank, Friesland Campina en VION aanwezig. Uiteindelijk zullen alleen bedrijven uit de voersector het fonds gaan vullen. Bijna 90% van de voerproductie in Nederland zal deelnemen. Daarmee is het een zeer breed gedragen initiatief. NVV en LTO zullen vooral kennis inbrengen. Overigens wil ook de ZLTO investeren in regionale projecten. VION en Friesland Campina doen niet mee in het fonds maar zijn beide wel bezig met eigen initiatieven in mestverwerking.
Loket Via www.mestverwerkingsloket.nl is informatie beschikbaar voor geïnteresseerden. Ook kunnen bij dit loket aanvragen worden ingediend. Alleen bestaande en bekende technologieën worden gehonoreerd. De reden dat hiervoor wordt gekozen is dat er in korte tijd veel verwerking moet worden gerealiseerd. Tijd voor experimenten is er dus niet.
Nieuwe mestwetgeving pas na zomer naar kamer Door de wijzigingen in het concept wetsvoorstel voor de nieuwe mestwetgeving zal de nota van wijzigingen eerst opnieuw door de Raad van State moeten worden getoetst. Normaal gesproken duurt het een maand of drie voordat dit proces is afgerond. Hierdoor zal de behandeling in de Tweede Kamer waarschijnlijk niet meer voor het zomerreces kunnen plaatsvinden. Daarna moet het ook nog naar de Eerste Kamer voordat de wettekst in de Staatscourant kan worden geplaatst. Hierdoor lijkt het nu al duidelijk dat er pas diep in het najaar duidelijkheid komt over de nieuwe wetgeving. Het ligt wel in de lijn der verwachtingen dat de politieke partijen in meerderheid achter de plannen zullen blijven staan. Grootste verschil met de oude wettekst is dat de Mestplaatsingsovereenkomsten (MPO’s) uit het wetsvoorstel zijn gehaald. Hierdoor vervalt ook de verantwoording
4 De Trog - nr. 211 - mei 2013
vooraf. Dit betekent, in tegenstelling tot de oude wettekst, dat ook de Mestverwerkingsovereenkomsten (MVO’s) niet meer voorafgaand aan het jaar van productie hoeven te worden afgesloten, maar gedurende het jaar van productie. Ook bereidt staatssecretaris Dijksma een scenario voor dat, indien er niet voldoende mestverwerking van de grond komt in 2013, de overheid de mogelijkheid heeft om dierrechten te kunnen invoeren voor diersoorten die dat nu niet hebben, zoals bijvoorbeeld rundvee. Dit is echter een noodscenario. Het is vooral aan de markt om te laten zien dat er voldoende concrete plannen komen voor mestverwerking. Ook voor de melkveesector is het van de grond komen van mestverwerking dus van cruciaal belang.
NVV eist zekerheid over borging Momenteel wordt er binnen het Verbond van Den Bosch gewerkt aan de inkoopspecificaties van het varkensvlees van 2020. CBL wil deze specificaties op 13 mei 2013 aan hun consumenten presenteren. Deze bovenwettelijke eisen richten zich o.a. op dierwelzijn, antibiotica en milieu. De meerkosten van deze extra eisen zijn gedeeltelijk in beeld gebracht. De NVV heeft aangegeven duidelijkheid te willen hebben over de borging, zodat het niet mogelijk is om varkensvlees uit het buitenland in te voeren, dat niet aan dezelfde inkoopspecificaties voldoet. Deze garantie moet er zijn, voordat er gezamenlijk gecommuniceerd gaat worden.
Introductiemoment groepshuisvesting De overheid past dit jaar nog een gedoogbeleid toe wat betreft het introductiemoment van drachtige zeugen in de groep. De NVV is nog steeds van mening dat het uitgangspunt de Europese richtlijn moet zijn, dus 28 dagen, en dat een ander introductiemoment vanuit marktvraag dient te komen. De NVV beschikt ondertussen over een dossier waaruit blijkt dat 4 dagen niet overal en altijd even makkelijk met succes geïmplanteerd kan worden in de praktijk. Uit de verzamelde cijfers blijkt duidelijk dat het vroeg in de groep brengen van zeugen kan leiden tot een sterke verlaging van afbigpercentages, meer uitval van zeugen als gevolg van beenwerk en minder levend geboren biggen. Ook op bedrijven die
gebruik hebben gemaakt van de uitkomsten van het onderzoek naar kritische succesfactoren bij het vroeg in de groep brengen, konden problemen niet altijd worden opgelost. Hiermee wordt onrecht gedaan aan de eigenlijke reden waarom in Nederland de zeugen vroeg in de groep moeten, namelijk het verhogen van dierwelzijn. De NVV heeft een brief opgesteld richting de staatssecretaris van Economische Zaken, mevrouw Dijksma, waarin om een onderhoud gevraagd wordt om te spreken over deze nationale kop in de Nederlandse wetgeving. Invalshoeken voor dit gesprek zijn dat het welzijn van de zeugen niet altijd geborgd kan worden en dat door deze
boven Europese wetgeving de varkenshouderij een toegevoegde waarde wordt ontnomen. LTO heeft aangegeven deze brief mede te willen onderteken.
adverteren? Heeft u interesse om te adverteren in onze fullcolor Trog? Neem dan contact op met de NVV:
[email protected]
Bloeduitslagen monitoring van belang bij export Per 1 mei 2013 staat op het transportdocument (voor VVL)) geen vakje meer met daarin een verklaring dat het bloedonderzoek op ZvA en SVD heeftt plaatsgevonden. Dit heeft tot antonen dat zij voldoen aan de gevolg dat varkenshouders op een andere manier moeten aantonen viermaandelijkse PVV-verplichting van bloedonderzoek op SVD en ZvA als zij een exportcertificaat aanvragen. In plaats van een transportdocument met de verklaring kan de varkenshouder de bloeduitslagen van het laboratorium laten zien. De regelgeving zelf blijft ongewijzigd. Na het afschaffen van de RBD-stickers (1-2-2005) is informatie over monitoring op SVD en ZvA op de Transportdocumenten geprint. Ten tijde van de RBD-regeling was voorgeschreven dat handelaren, transporteurs, exportverzamelplaatsen en slachterijen verantwoordelijk waren voor controle op naleving van deze monitoringsplicht. Na beëindiging van de RBD-regeling is deze verantwoordelijkheid neergelegd bij de varkenshouder. Omdat deze informatie al acht jaar niet meer verplicht op het transportformulier hoeft te staan en de informatie ook niet
Voor binnenlandse transporten hoeft de varkenshouder niet aan te tonen dat aan de verplichting is voldaan. Het PVV houdt bij of bedrijven aan de verordening monitoring SVD en ZvA voldoen. Indien dit niet het geval is, is tuchtrecht van toepassing.
altijd juist was, is besloten deze informatie vanaf 13 mei van het formulier af te halen. Alleen bij exportcertificatie moet nog ngetoond dat aan de monitoworden aangetoond hting is voldaan. Dit kan door ringsverplichting ormulier van de bloedmonsters het uitslagformulier n aan de NVWA. te laten zien Handelaren en exportverzamelplaatsen kunnen een lijst opvragen bij het Productschap voor Vee en Vlees (PVV) van UBN’s en wil exporteren. Op die mawaarvoor men n vooraf vaststellen of een benier kan men drijf al dan niet exportwaardig is.
Foto: Fotografie ‘Jeanette’
De Trog - nr. 211 - mei 2013
5
Monitoring diergezondheid met Veekijker Als varkenshouder speelt u, samen met uw dierenarts dan wel voorlichter, een belangrijke rol in het kader van de varkensgezondheid in Nederland. Er lopen diverse monitorings- en bewakingsprogramma’s die worden gefinancierd door de varkenssector en het ministerie van Economische Zaken (EZ). Ook u als varkenshouder betaalt een deel van deze kosten zelf, dus niet via PVV-heffingen. De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) speelt een belangrijke rol in de uitvoering van deze programma’s.
Veekijker 2.0
2.0 genoemd en wordt nu uitgebreid met meerdere dierenartsenpraktijken. Uw dierenarts kan de gevraagde bedrijfsinformatie ten behoeve van Veekijker 2.0 vastleggen via een link naar de GD database. De aan Veekijker 2.0 deelnemende dierenartsen krijgen van GD ook informatie teruggekoppeld middels een overzicht van de gezondheidssituatie op bedrijven bij andere dierenartsen(praktijken) dan wel een weergave van de gezondheidssituatie in overig delen van Nederland. Daarnaast biedt deze wijze van registratie van bedrijfsbezoeken een extra mogelijkheid voor een vroege signalering van (nieuwe/ onbekende) ziekten.
U dan wel uw dierenarts kan met GD in contact komen indien gebruik wordt gemaakt van de onderdelen ‘Secties en Veekijker’. Binnen het onderdeel ‘Veekijker’ worden de signalen uit het veld verzameld, met name telefoontjes naar de helpdesk bij GD en bedrijfsbezoeken. Ruim drie jaar geleden is GD, op verzoek van het PVV en EZ, gestart met het invulling geven aan een nieuw onderdeel in de Veekijker. Deze pilot wordt uitgevoerd door vier dierenartsenpraktijken waarbij vijf dierenartsen de gezondheidsproblemen van de bezochte varkensbedrijven én de gestelde diagnoses in beeld brengen. Als zich op een bedrijf geen specifieke problemen voordoen, wordt deze informatie óók vastgelegd.
Antibioticagebruik verklaard
Deze aangepaste Veekijker wordt Veekijker
Deze wijze van vastleggen van informatie heeft als groot voordeel dat ook
schommelingen in antibioticagebruik kunnen worden gekoppeld aan de gestelde diagnoses. De NVV is van mening dat de varkenshouderij op deze wijze een instrument in handen krijgt dat zij richting politiek en maatschappij kan gebruiken om fluctuaties in antibioticagebruik objectief te verklaren en te onderbouwen. Deze is erg hard nodig gezien de enorme politieke en maatschappelijke druk rondom antibioticagebruik in de veehouderij. Vanwege het belang wordt nu ook voorgesteld om deze informatieverstrekking verplicht te laten worden in de geborgde dierenartsen en de IKB per 2014. Het invullen van Veekijker 2.0 vraagt een beperkte tijd van de dierenarts. Het huidige systeem van invullen is zodanig geautomatiseerd dat de benodigde extra tijd voor het vastleggen van de informatie beperkt is. De extra kosten kan de dierenarts bij u in rekening brengen. Van belang voor de individuele varkenshouder is het nog om te melden dat vastgelegde bedrijfsinformatie niet te herleiden is naar een individueel bedrijf.
Bodemenergie Besparen, comfort en betrouwbaar
Warmte-Koude Opslag (WKO) een buitenkans voor de agrarische sector. Zowel voor in de winter duurzaam verwarmen als zomers koelen. Voorkom hittestress bij uw dieren! Ook te combineren met beregening. Voor forse energiebesparingen en een verhoging van het welzijn van uw dieren!
www.geotherm.nl 6 De Trog - nr. 211 - mei 2013
De Gouden Krul In de varkenssector werken prachtige mensen die zich dag en nacht met hart en ziel inzetten voor hun bedrijf, dieren en omgeving. Als blijk van waardering reikt de varkenssector jaarlijks de Gouden Krul uit aan personen en bedrijven die laten zien hoe prachtig de varkenssector kan zijn. Om er een werkelijk beeld van te krijgen hoe mensen tegen de varkenshouderij aankijken, mag iedereen zelf de genomineerden bekijken en stemmen op de website van de Gouden Krul. Dit jaar wordt er gestemd op het mooiste varkensbedrijf in de omgeving. De varkenssector heeft drie prachtige varkensbedrijven genomineerd die zich op een positieve manier aanpassen aan de wensen van de maatschappij. Op www.degoudenkrul.nl kunnen we
kennis maken met drie gezinnen, te weten de familie Van Zutphen te Zijtaart, de familie Goselink te Albergen en de familie Bessembinder te Wierden. Zij laten maar al te graag hun bedrijven en varkens, waar ze zo trots op zijn, zien.
bezoeken en te kijken naar de mooie foto’s van de varkenshouderij. Op het mooiste varkensbedrijf kan vervolgens gestemd worden en op deze manier maakt men kans om een overheerlijk vleespakket of het boek van Christien Meindertsma over het varken in de hedendaagse maatschappij te winnen. De verkiezingen lopen tot oktober van dit jaar en aan het gezinsbedrijf met de meeste stemmen wordt de Gouden Krul bokaal overhandigd. De varkenshouderij heeft veel moois om te laten zien. Kom zelf kijken op www.degoudenkrul.nl en stem!
Via een gerichte social media campagne, zoals Twitter, Facebook en Google AdWords worden bezoekers gemotiveerd om de website van de Gouden Krul te
Stem op de mooiste varkenshouderij!
Maak kans op fantastische prijzen!
De genomineerden:
Familie Bessembinder
Familie Van Zutphen
Familie Goseling
Wierden
Zijtaart
Albergen
Afwikkeling ZvA: aantal entingen in beeld De NVV is volop bezig om de afwikkeling van de Ziekte van Aujeszky procedure voor u te verzorgen. De komende weken ontvangt u een brief van de NVV met daarbij een overzicht van het bij de Gezondheidsdienst (GD) geregistreerde aantal ZvA-entingen op de door u opgegeven UBN-nummer(s).
Wettelijke rente
Wij verzoeken u na controle van het aantal entingen het overzicht voor akkoord te ondertekenen en terug te sturen naar de
Zoals eerder gemeld is er één onderwerp waarover tussen de NVV en de SER onenigheid is ontstaan en dat is de periode waarover de wettelijke rente berekend is.
NVV. De verdere afwikkeling en uitbetaling worden gebaseerd op het aantal op dit overzicht weergegeven entingen. Om de afwikkeling spoedig te laten verlopen is het van belang dat de overzichten binnen de gestelde termijn worden geretourneerd.
Uiteraard dient dit, conform het eindvonnis, vanaf het begin van de Verordening 1993 te zijn. In april heeft de NVV een gesprek gehad met de SER. Hierbij is aan de SER meegedeeld dat, wanneer ze de wettelijke rente niet vanaf 1993 zullen betalen, de NVV een juridische procedure zal starten en/of een klacht zal indienen bij de Nationale Ombudsman. De SER heeft inmiddels aangegeven dat ze niet aan de eis van de NVV tegemoet zullen komen. De NVV is daarom bezig met het voorbereiden van de juridische procedure. U wordt uiteraard op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.
De Trog - nr. 211 - mei 2013
7
Praktijkonderzoek Het kabinet wil topsectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, nog sterker maken. Om dat te bereiken gaan overheid, bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekscentra samenwerken aan kennis en innovatie. De Nederlandse Agri & Foodsector blinkt uit in innovaties en productiviteit. Van de 40 belangrijkste voedsel- en drankbedrijven ter wereld hebben 12 een vestiging in Nederland. De sector wil zijn internationale positie verder versterken door te blijven investeren in kennis en innovatie. De groeiende vraag naar (gezond) voedsel biedt hiervoor kansen. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld voedsel ontwikkelen waarvoor minder grondstoffen nodig zijn.
Topsector Omdat de Nederlandse Agri & Food nu al een sterke positie heeft en mogelijkheden om nog verder te groeien, is de sector door het kabinet aangewezen als topsector. Dit houdt in dat de overheid samen met bedrijven en de wetenschap gericht in de sector investeert. De overheid financiert 50% van het totale onderzoeksbudget. De andere 50% komt vanuit het bedrijfsleven en de productschapsheffingen. De afgelopen maanden is er intensief overleg geweest tussen de overheid, wetenschap, kennisinstellingen en de varkenshouderij, waaronder de NVV, om invulling te geven aan de gewenste onderzoeken die nodig zijn voor de varkenssector om diens concurrentievoorsprong te versterken. Uiteindelijk is men gekomen tot een breed scala van onderzoeken, die elk begeleid worden door begeleidingscommissies die bestaan uit onderzoekers en belangenorganisaties.
Gezondheid In de begeleidingscommissie Varkensgezondheid zijn diverse onderzoeken ondergebracht die meer inzicht moeten geven in verschillende aandoeningen en waardoor ook het antibioticagebruik kan worden gereduceerd. Een van de onderzoeken is inzicht krijgen in de streptokokkenproblematiek. Uiteindelijk moeten uit dit onderzoek goede, onderbouwde adviezen en interventiestrategieën ter vermindering van streptokokkeninfecties komen.
8 De Trog - nr. 211 - mei 2013
Vleesvarkens Voor stallenbouw en mineralen is er ook een commissie. Hierin wordt er onder andere gezocht naar betere functiegebieden voor varkens. Centrale vraag is of een varken te sturen is om optimaal gebruik te maken van zijn functiegebieden door klimaat, voeding, inrichtingen en materialen. Door varkens gericht te laten mesten in een toiletstal is het gebruik van een luchtwasser misschien niet nodig en door een andere inrichting is het misschien mogelijk om een stal goedkoper uit te voeren. Ook worden hier systemen ontwikkeld voor monovergisting op bedrijfsniveau en wordt onderzocht of met restwarmte vanuit de stal mest kan worden ingedikt door middel van aangepaste luchtwassers. Alles in het kader van een energie neutrale varkenshouderij.
In dit project wordt ook gekeken naar het monitoren van de resultaten tijdens de ronde in plaats van altijd achteraf. Door het koppelen van water- en voerverbruik in combinatie met groeigegevens kan er tijdig worden bijgestuurd tijdens de lopende ronde. Ook het project ‘Mijn Varken’ wordt gecontinueerd. Hierin staat het varken zelf centraal en is het dier overal in de keten te volgen. Dit levert veel extra informatie op waarmee de varkenshouder snel slagen kan maken. Ook het PRRS project en Stoppen met castreren worden gecontinueerd.
Verdienmodel De centrale vraag in een nieuw onderzoek is hoe vlees op een andere manier tot waarde gebracht kan worden. De focus ligt niet op niches of conceptontwikkelingen maar op het verhogen van minimumeisen van het voor Nederland geproduceerde en in Nederland geconsumeerde vlees tot een bovenwettelijk niveau.
Sociale gelten De onderzoeken naar sociale gelten voor groepshuisvesting, Pro Dromi en groepshuisvesting kraamzeugen zijn ook gebundeld. Bij dit laatste onderzoek wordt er gekeken of zeugen tijdens het zogen geïnsemineerd kunnen worden waardoor een langere speenleeftijd behaald kan worden zonder dat dit te koste gaat van de technische resultaten. Met het verhogen van de speenleeftijd zijn eventueel diverse problemen rondom speenproblematiek beter onder controle te krijgen. Vermeld dient wel te worden dat dit specifieke onderzoek 100% gefinancierd wordt door de overheid. De NVV staat zeer sceptisch tegenover dit onderzoek en zal het proces kritisch volgen.
Lopend onderzoek Daarnaast worden enkele reeds lopende onderzoeken vervolgd. In Vitale Varkens worden de technische resultaten van de vleesvarkens tegen het licht gehouden en gekeken waar en hoe er verbeteringen mogelijk zijn. Iedere vleesvarkenshouder heeft nu reeds varkens die 1000 gram groeien met een voederconversie van 2,5.
Inzet NVV De NVV heeft zitting in alle begeleidingscommissies en bepaalt mede de gewenste richting van het onderzoek. Innovatie heeft de Nederlandse varkenshouderij altijd een voorsprong gegeven en innovaties dienen ook door te gaan. Uit de achterban krijgen we regelmatig kritische opmerkingen over diverse onderzoeken, vooral op gebied van welzijn. Om draagvlak en aansluiting te behouden is het van essentieel belang dat onderzoek niet mijlenver voorop loopt op de huidige varkenshouderij. De NVV is dan ook van mening dat welzijnsonderzoek meer dient te gebeuren vanuit de markt en dat overig onderzoek in de varkenshouderij meer gericht dient te worden op efficiëntie. Daarnaast pleit de NVV dat resultaten uit onderzoek nooit mogen dienen als onderbouwing van strengere wetgeving. EU-wetgeving moet altijd de basis blijven, dus ook voor Nederlandse varkenshouders.
Marktontwikkelingen Biggenprijzen 2013 exclusief btw
Prijzen in euro's
Net als voorgaande jaren hebben we ook dit jaar weer te maken met een tegenvallende vleesvarkensmarkt rond week 18 tot 20. In deze periode van het jaar vallen er regelmatig slachtdagen uit door allerlei feestdagen zoals Koninginnedag, Hemelvaart en Pinksteren. Hierdoor hebben slachterijen varkens genoeg, wat aangegrepen wordt om de prijs naar beneden bij te stellen om de eigen marges op te krikken. Dat de varkenshouder daar de dupe van wordt is kennelijk voor hen niet belangrijk. Slachterijen klagen vaak dat varkenshouders wispelturig zijn in het afleveren van varkens, maar op deze manier wordt dit ook flink in de hand gewerkt. Het wordt hoog tijd dat varkenshouders, handelaren en slachterijen betere afspraken gaan maken omtrent planning van aanvoer en aanbod en de prijsvorming die hierbij hoort. Op deze manier zijn er alleen maar verliezers en zijn de retailers de lachende partij.
Weeknummer
Varkensprijzen 2013 exclusief btw
Door de malaise op de vleesvarkensmarkt stort de biggenmarkt inmiddels ook in. Na een redelijk tot goed eerste kwartaal lijkt de beste periode van het jaar nu al weer voorbij voor de vermeerderaars. Het is maar de vraag of de voorjaarspiek wel hoog genoeg was om gemiddeld over 2013 voldoende rendement te kunnen halen. De vermeerderingssector is zo indirect ook het slachtoffer van de moeilijke vleesvarkensmarkt. Door de toegenomen productie per zeug in Europa neemt ook de productie van vlees toe. Komt nog bij dat slachtgewichten door de jaren flink zijn toegenomen.
Prijs in euro's
Biggen
Weeknummer
Toekomst VION Het zal u niet zijn ontgaan dat VION in zwaar weer terecht is gekomen. Nadat diverse takken afgestoten of verkocht zijn heeft men nu de Ingredients tak te koop gezet (slachtafval e.d.). VION wil zich daarna alleen nog richten op Food. Feitelijk dus op het slachten en verwerken van vlees van varkens en runderen. Het is voor de Nederlandse en Duitse varkenshouderij te hopen dat het tij snel zal keren bij VION en dat het bedrijf de zaken spoedig weer op orde zal hebben. VION is een belangrijke schakel voor de varkenshouderijketen in Noordwest-Europa. De Trog - nr. 211 - mei 2013
9
Resultaten van InterPIG bekend InterPIG is een internationaal netwerk verband van varkenseconomen uit 15 verschillende landen. Nederland wordt hierin vertegenwoordigd door het LEI. Vanaf 2010 worden de LEI activiteiten binnen InterPIG gefinancierd door het PVV. De NVV maakt deel uit van de PVV klankbordgroep die de analyse en rapportage van de InterPIG resultaten begeleidt. Het LEI- rapport bevat een kostprijsvergelijking van de productiekosten in 15 landen in InterPIG verband over het jaar 2011. De vergelijking is aangevuld met nadere analyses over verschillen tussen Nederland, Denemarken en Duitsland omdat dit directe concurrenten zijn. Ook is er een analyse uitgevoerd van de extra kosten door maatschappelijke wensen. In deze Trog worden een aantal onderdelen toegelicht uit het LEI-rapport.
Productiekosten 2011 In figuur 1 worden de kostprijzen van de deelnemende landen gepubliceerd. De kostprijs varieert van €1,24 in Brazilië tot €1,93 in Zweden. Binnen de EU heeft Denemarken met €1,57 de laagste kostprijs. Nederland zit daar met €1,60 een paar cent boven. Nederland verslechtert hiermee niet ten opzichte van Denemarken en Duitsland. Opvallend zijn de hoge kostprijzen in Groot Brittannië, Tsjechië en Zweden.
Figuur 1
Figuur 1 Productiekosten van varkens in verschillende landen, naar kostenfactor (€/kg warm geslacht gewicht, exclusief btw)
Productiviteit Nederland staat samen met Denemarken met 27 geproduceerde slachtvarkens jaarlijks per zeug aan top in de wereld. De verschillen tussen de landen wordt ook groter. Per jaar stijgt dit getal in Nederland, België, Duitsland en Denemarken met 0,55-0,6 geproduceerd slachtvarken per zeug per jaar. In landen met een lagere productie is de stijging ook minder. De kostprijs per big ligt in Nederland en Denemarken €9-10 per big lager ten opzichte van Duitsland.
Vervanging De vervanging van zeugen is met een percentage van ongeveer 55% hoog in de landen Ierland, Denemarken, Groot-Brittannië en Zweden. Nederland laat met 41% vervangingspercentage alleen Italië en Tsjechië onder zich met een vervangingspercentage van 31-33%.
Mestafzetkosten Met ruim 7 cent per kg geslacht gewicht zijn de mestafzetkosten in Nederland ongeveer 5 cent hoger dan in Duitsland en Denemarken. Oorzaak in Denemarken is de grote hoeveelheid eigen grond onder varkenshouders. Gemiddeld komt dit neer op €2,00 per ton. In Duitsland zijn de regionale verschillen groot. Landelijk gemiddelde is €2,60. Naar schatting een derde deel wordt uit de overschotgebieden over grotere afstanden getransporteerd voor gemiddeld €6,00 bijbetaling. De tendens in Duitsland is stijgend.
Gezondheidskosten Voerkosten De gemiddelde voerprijs voor een gesloten varkensbedrijf in Nederland was €279 per ton (in 2011). Dit is vergelijkbaar met Duitsland en Italië. Denemarken ligt met €260 per ton beduidend lager. Waarbij het verschil met Denemarken te verklaren is door eigen geteelde gewassen en ook wordt naar schatting op de helft van de bedrijven zelf gemengd. Dit laatste levert een voordeel op van €11 per ton. Wel zijn door de ongunstigere voederconversie de voerkosten per kg geslacht gewicht in Denemarken een cent hoger. Ook in Frankrijk ligt de voerprijs met €272 per ton lager dan bij ons.
Er wordt in het rapport geen vergelijking gemaakt tussen de verschillende landen. Wel wordt er geanalyseerd dat de kostprijs voor diergezondheid bij de vleesvarkens daalt en bij de zeugen stijgt. Verklaring hiervoor is de antibioticaverlaging in de sector. Bij de zeugen leidt o.a. de toenemende export tot een toename van entingen.
Energiekosten De energiekosten verschillen tussen landen maar per kg slachtgewicht ontlopen deze elkaar niet. In Nederland liggen vooral bij vleesvarkens de energiekosten hoger. Mogelijke verklaring hiervoor is het gebruik van luchtwassers. De energiekosten bij de zeugen liggen in Denemarken ondanks dat er beperkt wordt verwarmd, niet lager dan in Nederland. Opvallend is dat in Duitsland ondanks frequente toepassing van zonnepanelen de energiekosten niet lager liggen.
Maatschappelijke kosten Nederland steekt erg uit met 19 eurocent per kg geslacht gewicht voor maatschappelijke kosten (figuur 2). Frankrijk, Denemarken, Duitsland en Spanje zitten hier met 7-8 eurocent een dubbeltje onder. De grootste post is milieu waarbinnen mest de grootste bepalende factor is met 7 cent per kg slachtgewicht. De kosten voor emissiebeperkende maatregelen zijn voor Nederland circa 3,5 cent hoger dan in andere landen. Voor productierechten wordt alleen de rente berekend over een gemiddelde aanschafwaarde van €115 per varkensrecht. De hogere oppervlakte-eis
10 De Trog - nr. 211 - mei 2013
van Nederland en Duitsland leidt tot een verhoging van 1,5 cent. Ten opzicht van eerdere analyses waar met 23 cent rekening werd gehouden zijn de kosten voor maatschappelijke eisen gedaald. Oorzaak hiervan is het anders berekenen van productierechten en het dalen van de prijzen hiervan. Ook is ervan uitgegaan dat de groepshuisvesting zeugen niet leidt tot meerkosten. Dit in tegenstelling tot eerdere berekeningen.
dat de vleesvarkens daar op de Europese 0,65 m2 liggen. In Duitsland wordt wel weer iets duurder gebouwd. Per kg slachtgewicht liggen de huisvestingskosten in Nederland op €0,25. Voor Duitsland is dit getal €0,30. Geconcludeerd kan worden dat de Nederlandse varkenshouderij vooral goed is in biggenproductie en in de vleesvarkensproductie maar een matige concurrentiepositie heeft.
Beknopte voorlopige agenda Dagelijks Bestuur 13 mei
Openbare ALV NVP
Heteren
14 mei
Project Pilot Mineralenconcentraat
Utrecht
14 mei
Vergadering CvD IKB Nederland Varkens
Nijkerk
14 mei
Bestuur PVV
Zoetermeer
15 mei
Overleg EZ en VWS i.z. tweedekeus middelen antibiotica
Den Haag
16 mei
Vakbondenoverleg
Nijkerk
16 mei
Overleg aanpassingen draaiboeken MKZ, KVP en AVP
Den Haag
16 mei
Voorzittersoverleg
Heteren
22 mei
Dagelijks Bestuursvergadering
Barneveld
23 mei
Kennismakingsafspraak met Tweede Kamerlid
Den Haag
23 mei
Project vervroegen van signalering dierziektes
Nijkerk
25 mei
Schrijven van de Trog
Thuis
27 mei
Ledenvergadering Regio Zuidoost-Nederland
Asten
30 mei
Afspraak met Superunie
Beesd
30 mei
Landelijk Bestuursvergadering
Heteren
Overige vaste kosten De verschillen in investeringsbedragen in stallen zijn groot. Spanje is met €190 per vleesvarkensplaats het laagst in de EU. Nederland ligt met €440 per plaats ongeveer gelijk met Denemarken, ondanks het gegeven Figuur 2 Meerkosten door beleidsmaatregelen per land voor een gesloten varkensbedrijf (eurocent per kg slachtgewicht) Figuur 2
Als NVV staan we in de belangenbehartiging sterker als we onderbouwde cijfers met analyses hebben. Dit is belangrijk voor het inzicht in de concurrentiepositie van Nederland en de oorzaak van verschillen hierin. Cijfers zijn een goede basis voor inhoudelijke discussies met de Nederlandse politiek over de concurrentiepositie van Nederland.
De Trog - nr. 211 - mei 2013
11
NVV-informatie Secretariaat NVV: Postbus 591, 3770 AN Barneveld Tel: 0342 - 418 478 Fax: 0342 - 418 472 NVV-website: www.nvv.nl E-mail:
[email protected] Infolijn varkensprijzen: 0900-202 53 20 (€0,45/min) De Trog verschijnt maandelijks. ISSN 15684350 Contactpersonen in de regio: • regio Noord-Nederland: Nico Vierhoven, Beilen tel/fax:0593-523176/0593-542030 e-mail:
[email protected] • regio Salland: Willy Wolfkamp, Haarle tel/fax: 06-22248387/0548-595783 e-mail:
[email protected] • regio Twente: Gerrit Jan Klein Leetink, Markelo tel/fax: 0548-540107/0548-542333 e-mail:
[email protected] • regio Achterhoek: Johan Walvoort, Loerbeek tel/fax: 0316-531731/-e-mail:
[email protected] • regio Veluwe: Pieter Bouw, Voorthuizen tel/fax: 0342-472528/0342-472583 e-mail:
[email protected]
NVV – agenda 27 mei 2013, 20.00 uur, ledenvergadering Regio Zuidoost-Nederland, Best Western Hotel Nobis Asten te Asten 30 mei 2013, vergadering Landelijk Bestuur, De Bongerd te Heteren 17 juni 2013, Algemene Ledenvergadering (aanvangstijd en locatie volgen) 27 juni 2013, vergadering Landelijk Bestuur, De Bongerd te Heteren 26 september 2013, vergadering Landelijk Bestuur, De Bongerd te Heteren
Zij steunen de vakbond Talloze bedrijven sponsoren de NVV, onder andere: Nijsen/Granico Mengv. BV te Veulen Van Osch Uden BV te Uden Dopharma te Raamsdonksveer
Nysingh advocaten-notarissen te Apeldoorn AgruniekRijnvallei Voer BV te Wageningen
Infolijn NVV biggen- en vleesvarkensnotering: 0900-2025320 (€0,45/min) Op vrijdagmiddag kunt u via het varkensprijzeninformatienummer van de NVV vanaf 16.00 uur de actuele marktinformatie voor de komende week beluisteren. Naast de NVV Biggenprijs en de NVV Producenten Referentieprijs worden ook de ISN vleesvarkensnotering en de ISN slachtzeugenprijs voor de komende week bekend gemaakt.
Foto: Fotografie ‘Jeanette’
• regio Rivierengebied: Johnny Bull, Horssen tel/fax: 0487-542613/0487-540711 e-mail:
[email protected] • regio West-Nederland: Nico Kroes, Alphen a/d Rijn tel/fax:0172-433323/0172-436502 e-mail:
[email protected] • regio West-Brabant: Frank van der Burg, Alphen (NB) tel/fax: 013-5083427/013-5081364 e-mail:
[email protected] • regio Midden-Brabant/De Kempen: Lau Wouters, Bladel tel/fax: 0497-385872/0497-360717 e-mail: middenbrabant-dekempen@ nvv.nl • regio Veghel-Oss/Maaskant: Frans van Heertum, Schijndel tel/fax: 06-51346398/-e-mail:
[email protected] • regio Zuidoost-Nederland: Marco Botden, Vredepeel tel/fax: 0478-546334/-e-mail:
[email protected]
12 De Trog - nr. 211 - mei 2013
Volg NVV nu ook op Twitter via @NVVnieuws