© Yves Adams – Copyright Provincie West-Vlaanderen
23de graad
Fort Liefkenshoek zo lief nog niet! Oorlog en ellende en handel en wandel tussen polder en Schelde
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
Roos Cleiren, Kris Deckers, Linda Ivens, Ellen Van Goethem en Ilse Wagemans
© 2013
© Yves Adams
Zicht op de Schelde en Fort Liefkenshoek onderschrift
Colofon Het educatief pakket Fort Liefkenshoek - 3e graad “Fort Liefkenshoek, zo lief nog niet ! Oorlog en ellende en handel en wandel tussen polder en Schelde” is een uitgave van de Gemeente Beveren. Teksten en uitwerking: Roos Cleiren, Kris Deckers, Linda Ivens, Ellen Van Goethem en Ilse Wagemans Eindredactie: Carine Goossens en Bart De Bruyne Vormgeving: Collectief SAKADO (Antwerpen) De gemeente Beveren heeft waar nodig en voor zover mogelijk de vereiste rechten op het beeldmateriaal verkregen. Instellingen en / of personen die toch menen dat hun rechten zijn geschonden, kunnen contact opnemen met het gemeentebestuur via
[email protected]. Wettelijk depot: 2013/2701/03 Gemeente Beveren - Stationsstraat 2 - 9120 Beveren. Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
2
Woord voor af F
ort Liefkenshoek is een zestiende-eeuws verdedigingswerk op de linkeroever van de Schelde. Samen met het tweelingfort Lillo op de rechteroever beheerste het vanaf 1579 de stroom en moest het Antwerpen beschermen tegen het oprukkende Spaanse leger. Dat mislukte jammerlijk waardoor Fort Liefkenshoek meer dan tweehonderd jaar Noord-Nederlands grondgebied werd in de Zuidelijke Nederlanden. De gemeente Beveren kocht dit monument van Europees formaat aan in 1980 en koesterde sedertdien de stille droom om het een nieuwe, maatschappelijk relevante, bestemming te geven.
In de loop van de jaren 2000 kregen deze plannen concreet vorm. De gemeente Beveren liet de hoofdgebouwen – de kat en het officiersgebouw – grondig restaureren. Dankzij een gecombineerde financiële inspanning van Europa (Interreg III), Toerisme Vlaanderen, de provincie Oost-Vlaanderen en de gemeente Beveren kon het fort in september 2007 de deuren van een bezoekerscentrum openen, ingericht in de vier laatste zalen van de kat. Tegelijk maakte men werk van een nagelnieuw onthaalpunt en van de inrichting van de buitensite: een wandelpad op de dijkkruin, zitbanken, aangepaste toegangen voor andersvaliden, periscopen aan de uitkijktoren, bewegwijzering, … Vijf jaar later slaagde de gemeente erin om de thematiek van het bezoekerscentrum te vertalen naar interactieve en uitdagende applicaties, verhalen en spelconsoles voor alle jongeren van 7 tot 77 jaar. Hiermee werd een prikkelend en boeiend belevingscentrum ingericht dat de resterende acht zalen van de kat invult. Dit belevingscentrum sluit niet alleen naadloos aan op het bezoekerscentrum, maar verrijkt vooral het aanbod wereldoriëntatie voor het basisonderwijs. Om zowel de leerkrachten als de leerlingen te begeleiden in hun voorbereiding en hun naverwerking van een bezoek aan het Belevingscentrum fort Liefkenshoek, werkte een ploeg vrijwillige leerkrachten van het gemeentelijk basisonderwijs Beveren een educatief pakket uit voor de drie graden van het basisonderwijs. Voor de ontwikkeling van de drie pakketten is vertrokken vanuit de eindtermen, waarnaar voor elke les wordt verwezen. De doelstellingen en de inhoud van de pakketten zijn dan weer sterk geïnspireerd door de bewogen maatschappelijke rol die het fort in de loop van zijn bestaan heeft gespeeld. De gebruikte methodieken proberen de leerlingen voortdurend aan te zetten tot zelfwerkzaamheid en het nemen van eigen initiatieven. Het deel voor de derde graad (groepen 7 en 8 in Nederland) ligt hier voor u. Wij hopen van harte dat u deze lesvoorbereidingen en -naverwerkingen ten volle kunt inzetten in uw klas en dat uw leerlingen zullen genieten van een onvergetelijk bezoek aan het Belevingscentrum fort Liefkenshoek!
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
3
Voor de leerkr acht © foto
De lessenreeks “LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!” bestaat uit drie delen. In het eerste deel geeft de leerkracht drie lessen van telkens 50 minuten. In het tweede deel werken de kinderen een zelf gekozen thema uit op basis van het CLIM-principe (coöperatief leren in multiculturele groepen). De leerinhouden worden in dit lessenpakket gedeeltelijk meegegeven. De leerlingen kunnen ook zelf op zoek gaan naar inhouden die bij de gekozen thema’s passen. De leerkracht kiest zelf welke lesonderdelen hij of zij wenst te behandelen. De leerkracht kan ook nog inspiratie en afgewerkte lesonderdelen vinden rond andere thema’s in de educatieve pakketten voor de eerste en de tweede graad.
Deel 1
Les I
LIEFKENSHOEK: EEN FORT VAN FORMAAT! (Linda Ivens)
Deze les wil aan de leerlingen vertellen wat een fort precies is, hoe men in de loop der tijden gekomen is tot het bouwen van forten (dus wat er aan voorafging), hoe en waar forten werd gebouwd en waarom. Concreet willen we met de leerlingen nagaan waar we in onze omgeving forten aantreffen en waarom ze precies op die plaatsen zijn opgetrokken. Daarna bekijken we waar, wanneer en hoe Fort Liefkenshoek werd gebouwd. Deze les neemt ongeveer 50 minuten in beslag en wordt het best gegeven voor het bezoek aan het Belevingscentrum Fort Liefkenshoek, zodat de leerlingen ter plaatse gerichter kunnen observeren en verkennen. Na het bezoek aan het Belevingscentrum Fort Liefkenshoek volgt de verwerking die ongeveer 25 minuten in beslag neemt.
Les 2
DE GESCHIEDENIS VAN HET FORT LIEFKENSHOEK (Linda Ivens)
Na het bezoek met de leerlingen aan het Belevingscentrum Fort Liefkenshoek willen we in deze les de geschiedenis van het fort op een eenvoudige chronologische manier opbouwen. Zo verwerven de leerlingen inzicht in het belang van de rol van Fort Liefkenshoek in de ontstaansgeschiedenis van het koninkrijk Nederland en het koninkrijk België. Werken met een tijdsband is hier onontbeerlijk. Deze les duurt ongeveer 50 minuten.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
4
voor de leerkracht
Les 3
DUIZEND BOMMEN EN GRANATEN EN EEN BRUG (Linda Ivens)
Deze les gaat over de aanval van de Antwerpenaren op de vlotbrug die Alexander Farnese tijdens de Tachtigjarige Oorlog liet bouwen over de Schelde. Hij wou zo de scheepvaart (het handelsverkeer) naar Antwerpen belemmeren en de stad tot overgave aan het Spaanse bewind dwingen. Uiteindelijk heeft deze spectaculaire gebeurtenis geleid tot de scheiding der Nederlanden met alle gevolgen van dien voor onze regio (toen en nu nog steeds zichtbaar). Deze les neemt 50 minuten in.
DEEL ii II Deel CLIM-project – HET BELANG VAN WERELDHAVENS (Kris Deckers) Deze les behandelt het belang van de Schelde als verkeersader voor de haven van Antwerpen en het belang van Antwerpen als wereldhaven voor onze regio, Vlaanderen en Europa. De duur van deze lessenreeks is 5 x 50 minuten. De lessen worden gegeven volgens het CLIM-principe op basis van 1) afspraken en taakverdeling, 2) info verzamelen, 3) verwerking van de informatie, 4) voorbereiding van de presentatie, 5) de presentatie.
Deel DEEL iii III DIDACTISCHE GEZELSCHAPSSPELEN (Roos Cleiren, Ellen Van Goethem en Ilse Wagemans) Dit deel bevat vier uitgewerkte didactische gezelschapsspelen om in klas- of in groepsverband te spelen: 1. Een memoryspel rond de spilfiguren uit de geschiedenis van het fort Liefkenshoek 2. Een ganzenbordspel waarin de Rechten van het Kind voor het vijfde leerjaar (groep 7) en de Rechten van de Mens voor het zesde leerjaar (groep 8) centraal staan 3. Een handelsspel ‘Het leven zoals het was’ waarin de leerlingen kennismaken met allerlei handelswaren uit vroegere tijden 4. Een communicatiespel waarin de leerlingen zich bekwamen in verbale communicatie, gebarentaal en geheimschrift
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
5
DEEL I
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
6
Deel I
Les I
Les I
LIEFKENSHOEK:
EEN FORT VAN FORMA AT! Linda Ivens
LESDUUR Deze les kan het best gegeven worden als voorbereiding op het bezoek aan het Belevingscentrum Fort Liefkenshoek. Lesduur: 75 minuten De verwerking komt pas na het bezoek aan het fort en duurt 25 minuten.
MATERIAAL Fotomateriaal en prenten (te downloaden als bijlage) Stadsmuur van het oude Rome - Porta Nigra Trier - Carcassonne - een motte - oud stadsplan Brugge van Marcus Gerards - een katapult - een stormram - een kartouw - een mortier - een kanonkogel - plan oud-Nederlands vestingbouwkundig systeem - vesting Bourtange - vestingstadje Hulst - vierkant fort met bastions uit de Tachtigjarige Oorlog - stadsprent Antwerpen uit de zestiende eeuw - oudste plattegrond Fort Liefkenshoek - Fort Liefkenshoek 1743 - Fort Liefkenshoek onder Napoleon - luchtfoto Fort Liefkenshoek nu - koning Filips II van Spanje - hertog van Alva - Willem van Oranje - Marnix van Sint-Aldegonde - Napoleon Bonaparte.
Ander materiaal ❏❏ Historische tijdsband met grote historische perioden. ❏❏ Eenvoudige tijdsband met de bouwgeschiedenis van Fort Liefkenshoek met data en kleine afbeeldingen en verklaringen. ❏❏ Historische kaart van de Nederlanden in de tijd van Filips II. ❏❏ Historische kaart van het Scheldegebied rond Antwerpen onder Alexander Farnese tussen 1583-1585. ❏❏ Kaart van België/ kaart van Europa. ❏❏ Klassikale grote tweedimensionale bouwplaten met chronologische opbouw van het fort Liefkenshoek. ❏❏ Werkblad en kleine bouwplaat (om uit te knippen) voor de leerlingen (werkboekje p. 2). ❏❏ Internet in de klas of op school voor filmpjes en memoryspel. ❏❏ Werkboekje p. 1, 2, 3 en 4. Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
7
EINDTERMEN 5.9. De leerlingen kunnen belangstelling tonen voor het verleden, heden en toekomst, hier en elders. 2.9. De leerlingen kunnen waardering opbrengen voor inventieve technieken en constructies en voor de esthetische aspecten van technische constructies. 2.4. De leerlingen kunnen van een bestaande constructie zeggen aan welke eisen ze moet voldoen. 5.7. De leerlingen kennen de grote periodes uit de geschiedenis en kunnen duidelijke historische elementen in hun omgeving en belangrijke historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken, situeren in de juiste tijdsperiode aan de hand van een tijdsband. 5.8. De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor de kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 6.4. De leerlingen hebben een voorstelling van de kaarten van Vlaanderen, België en de wereld zodat de lln. in een praktische toepassingssituatie bepaalde zaken kunnen aanwijzen.
DOELSTELLINGEN ❏❏ De leerlingen kunnen de begin- en einddatum van de grote historische tijdsgehelen aanduiden op een tijdlijn. ❏❏ De leerlingen kunnen op de tijdlijn van de ‘Nieuwe Tijden’ enkele belangrijke data in verband met het fort Liefkenshoek aanduiden: het ontstaan, de Tachtigjarige Oorlog, de veranderingen onder Napoleon Bonaparte, WO I en WO II, … ❏❏ De leerlingen kunnen de structuur van een fort duiden als een voor militaire doeleinden noodzakelijk bouwwerk. ❏❏ De leerlingen kunnen de strategische ligging van het fort herkennen om militaire en economische doeleinden te verwezenlijken. ❏❏ De leerlingen kunnen begrippen die verband houden met militaire verdediging en bescherming in eenvoudige woorden verklaren of er beknopt over vertellen en er voorbeelden bij vermelden: een stadsmuur, een stadspoort, een motte, een burcht, een katapult, een stormram, buskruit, een kanon, een vesting, een vestingstad, een bastion, een fort, een natte gracht, ravelijnen, een sluis, de polders, wallen, munitie, de kat, een kruitmagazijn, een officiersgebouw, een poortgebouw, een bunker, een uitkijktoren, … ❏❏ De leerlingen kunnen de verschillen verwoorden tussen een middeleeuws verdedigingsbouwwerk en een vesting en/of een fort tijdens de ‘Nieuwe Tijden’. ❏❏ De leerlingen kunnen verschillende historische verdedigingsbouwwerken chronologisch ordenen. ❏❏ De leerlingen kunnen vertellen hoe een fort werd opgebouwd in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog. ❏❏ De leerlingen kunnen Fort Liefkenshoek (en ook Fort Lillo) situeren op de kaart van België. ❏❏ De leerlingen kunnen de ontstaansgeschiedenis van Fort Liefkenshoek vertellen. ❏❏ De leerlingen kunnen enkele historische figuren en groepen plaatsen bij de verschillende opbouwperioden van Fort Liefkenshoek: koning Filips II van Spanje, de hertog van Alva, Marnix van Sint-Aldegonde, Willem van Oranje, Alexander Farnese, de Staatsen, Napoleon Bonaparte, … ❏❏ De leerlingen kunnen met een reeks bouwplaten Fort Liefkenshoek in chronologische volgorde opbouwen.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
8
Fortificaties zijn van alle tijden: vluchtheuvels, mottes, omwallingen, kastelen, alleenstaande torens, citadellen, forten, bunkers, … Sinds mensenheugenis tracht de mens zich te beschermen tegen wilde dieren, natuurelementen, maar vooral tegen zijn begerige medemens.
© shutterstock
INHOUD EN INFO VOOR DE LEERKRACHT
Niet elke fortificatie kwam in om het even welke periode voor. De samenstelling en de conjunctuur van de maatschappij speelden hierin een grote rol. Enkele bekende voorbeelden hiervan: de stadsmuren rond het oude Rome, het Gravensteen in Gent, de bunkerlinies van WOI…
Porta Nigra Trier
© shutterstock
Door de ontdekking van het buskruit en de introductie van vuurwapens in de veertiende eeuw ontstond geleidelijk een noodzaak om verdedigingsbouwwerken aan te passen. Dikke verdedigingsmuren bezweken gewoon onder kanonvuur. Door de steeds verdergaande ontwikkeling van vuurwapens drong een nieuw vestingbouwkundig systeem zich op: torens en muren moesten plaats maken voor bastions. Dit systeem, dat in Italië ontstond, bood voldoende bescherming tegen de vuurkracht van de aanvallers en gaf voldoende plaats voor de optimale opstelling van de eigen kanonnen. Een vesting met bastions werd vakkundig opgetrokken uit aarde en steen. Maar de bouw ging vaak niet snel genoeg. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568 -1648) werd er vrijwel overal in de Nederlanden gevochten. De krijgskansen keerden geregeld. De vraag naar het snel aanleggen van verdedigingswerken was groot. De Vlaming Simon Stevin ontwierp vereenvoudigde verdedigingsbouwwerken die hoofdzakelijk werden gemaakt met aarde en hout. De aarde die nodig was om de wallen en bastions aan te leggen werd aan de buitenzijde van de vesting uitgegraven. Hierdoor ontstonden grachten die op hun beurt weer een extra hindernis voor de vijand betekenden. In de aarden wallen bleven kanonkogels makkelijker steken.
Simon Stevin
Fort Liefkenshoek is een prachtig voorbeeld van een Oud-Nederlands verdedigingsbouwwerk, gebouwd in Kallo aan de Schelde dicht bij Antwerpen. Het kan bogen over een machtig stuk geschiedenis en het was van het allergrootste belang bij de scheiding der Nederlanden. Fort Liefkenshoek werd gebouwd in 1579 ongeveer tegelijkertijd met Fort Lillo aan de overkant van de Schelde, volgens het idee van het Oud-Nederlands stelsel. Tijdens het Twaalfjarige Bestand (1609-1621) werd het alweer afgebroken en onmiddellijk vervangen door een nieuw fort, dat ontworpen werd door ingenieur David van Orliens. Het werd een vierkant fort met op de hoeken bastions of bolwerken. Deze bastions waren vanuit de binnenplaats bereikbaar via trappen. Onder deze trappen lagen bergplaatsen voor munitie en schuilplaatsen voor de kanonniers.
© Gemeentearchief Beveren
Gedurende de hele Tachtigjarige Oorlog werden deze soorten fortificaties (forten, schansen, redoutes) gebouwd en gebruikt, zowel aan de Staatse als aan de Spaanse zijde.
oude tekening van fort Liefkenshoek
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
9
© Stefaan Van Hul
Het fort was voorzien van een natte gracht, met daarin twee ravelijnen. Ravelijnen zijn kleine driehoekige versterkingen, volledig door water omgeven, die extra bescherming moeten bieden aan de achterliggende wal. De toegangspoort lag aan de kant van de Schelde. Aan landzijde was aan beide zijden een sluis aangebracht. Door de sluizen open te zetten konden de laag liggende polders rondom het fort onder water gezet worden. Na 1786 werd het fort een tijd niet meer onderhouden. Er bleven wel mensen wonen die in het fort woningen, winkeltjes en zelfs een molen en een kerk hadden gebouwd. natte gracht
© Stefaan Van Hul
Dat verandert tijdens het Franse bewind onder Napoleon Bonaparte. Napoleon wil van Antwerpen een militaire haven maken en dat gaat niet ongemerkt aan het fort Liefkenshoek voorbij. Napoleon laat alle oude gebouwen uit de Staatse tijd afbreken. Tussen 1811 en 1813 werd er een cavalier of kat gebouwd. Dit is een verhoogd sikkelvormig gebouw waarop geschut kan geplaatst worden. De kat bestaat uit twaalf ruimtes die werden gebruikt om voedsel en munitie op te slaan en om 400 soldaten onderdak te bieden. Verder bouwden de Fransen er twee bomvrije kruitmagazijnen en een officiersverblijf. Door de snel evoluerende militaire technologie verliest Fort Liefkenshoek in de negentiende eeuw zijn militaire functie. In 1924 wordt het fort verbouwd tot een volwaardig ziekenhuis dat moet dienen als quarantaineplaats voor de verzorging van opvarenden van grote stoomschepen (emigratie van Antwerpen naar Noord-Amerika met onder meer de Red Star Line) die getroffen werden door besmettelijke ziekten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bouwen de Duitse bezetters drie bunkers bij het fort.
cavalier of kat
Na 1945 neemt de Belgische marine zijn intrek in Fort Liefkenshoek en bouwt er een uitkijktoren met machtig uitzicht op de Schelde.
© Grafische Dienst Beveren
In 1980 kocht de gemeente Beveren Fort Liefkenshoek van de Belgische staat. Sinds 1985 staat het op de lijst van beschermde monumenten en landschappen. De Schelde
huidige plattegrond
De plattegrond van het fort is nog steeds dat van het oorspronkelijke vroeg zeventiende-eeuwse vestingwerk. Binnen de omwalling staan nog steeds de sikkelvormige kat, een kruitmagazijn en een officiersgebouw uit de Napoleontische tijd. De poortgebouwen dateren uit het midden van de negentiende eeuw. Twee bunkers kan je nog steeds bewonderen. Op de derde werd de uitkijktoren gebouwd. De gemeente Beveren werkt momenteel aan de restauratie en de herbestemming van het fort Liefkenshoek. In het voorjaar van 2012 opende een nieuw Belevingscentrum bij het al sinds 2007 bestaande Bezoekerscentrum. Dit nieuwe project past in het Europees Interreg IVa-project ‘Forten en Linies in Grensbreed Perspectief’ (Staats-Spaanse Linies uitgebreid met de provincies Antwerpen en Noord- Brabant).
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
10
© shutterstock
Het Gravensteen in Gent
LESVERLOOP Lesbegin ❏❏ Vertrek vanuit een foto van het Gravensteen in Gent. Laat de foto even observeren door de leerlingen. ❏❏ Stel vragen en laat verbanden leggen: - Wie kent dit gebouw, waar ligt het? - In welke tijd werd deze burcht gebouwd, door wie en waarom? - Wie woonden er, hoe en waar ergens in het gebouw? - Vertel wat je allemaal ziet aan dit bouwwerk? - Waarom heeft het zulke dikke muren en waarom is het omwald? Conclusie: dikke muren en een omwalling (soms met valbrug) waren toen nodig om zich te beschermen en te verdedigen tegen aanvallen. ❏❏ Ga terug in de tijd door prenten te tonen van vroegere verdedigingsbouwwerken: stadsmuren rond het oude Rome, de Porta Nigra in Trier als nog zichtbare restant van de oude Romeinse stadsmuren, een motte als voorloper van de burcht, de stadsmuren van Carcassonne, een middeleeuwse stad in Frankrijk die je nu nog steeds kan gaan bewonderen, en een oud stadsplan van Brugge van Marcus Gerards uit 1562. ßß http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Marcus_Gerards_-_volledige_kaart_-_Belgium.jpg ❏❏ Vraag aan de lln. of zij weten welke wapens er gebruikt werden om burchten en versterkte steden aan te vallen en/of te verdedigen. ❏❏ Toon het filmpje: ‘Een aanval op een kasteel’ ßß http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20031127_riddersenkastelen02 ❏❏ Bespreek het filmpje en benoem de wapens die werden gebruikt bij de aanval op dit kasteel.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
11
Lesmidden ❏❏ Toon een tweede filmpje met een gevecht: ‘War in the Renaissance’ ßß http://www.youtube.com/watch?v=Jaxc1X7k61A ❏❏ Stel vragen: - Wat hebben jullie precies gezien? - Speelt dit gevecht zich af in de middeleeuwen of later? Waarom wel/niet? - Met welke wapens wordt hier gevochten? - Zijn ze anders dan de middeleeuwse wapens? Waarin verschillen ze? Conclusie: andere wapens door de introductie van het buskruit. Dikke muren zijn dus ontoereikend geworden als bescherming tegen kanonkogels. ❏❏ Toon enkele prenten van kanonnen, wapens en soldaten uit de zestiende eeuw (een kartouw, een mortier, verschillende kanonkogels,…)
Andere soorten militaire en burgerlijke bouwwerken dringen zich op om zich te beschermen en te verdedigen tegen de vijand. In Italië bouwt men een nieuwe soort vesting gemaakt uit aarde, hout en steen, meestal een vijfhoek (of vierhoek of zeshoek) met op de hoekpunten een bastion. Door een bastion ziet men de vijand veel beter komen, er is geen dode hoek. Meestal ligt er ook nog een gracht of wal rond de vesting, dat betekent dus nog een extra bescherming (tracé à l’Italienne). De vesting Bourtange in Nederland is hiervan een mooi voorbeeld .
❏❏ Toon een prent of foto en bespreek (herkennen van de vijfhoek, de bastions, de omwalling). Ook het stadje Hulst in Zeeuws-Vlaanderen is een mooi voorbeeld. Toon een luchtfoto en bespreek.
Rond 1560 is het bijzonder onrustig in de Nederlanden die dan geregeerd worden door de Spaanse koning Filips II. De Nederlanden bestaan uit 17 provincies, waaronder ook het graafschap Vlaanderen. Er bestaat een streven naar meer godsdienstvrijheid, minder belastingen, minder werkloosheid en armoede en de hoge adel wil meer invloed op bestuursniveau. Dat ziet Filips II niet zitten. De volkse ontevredenheid neemt steeds toe en op 10 augustus 1566 raast de Beeldenstorm over het hele land. Het antwoord van Filips II is Alva die een bikkelhard beleid voert en de bloedraad opricht. Velen worden terechtgesteld, ook de graven Egmont en Hoorn (Brussel 1567). Willem van Oranje - een van de belangrijkste en invloedrijkste Koning Filips II edelmannen - komt in verzet en zo begint de Tachtigjarige Oorlog tussen de Spanjaarden en de Staatsen. Een langdurige en bloedige strijd, met wisselende successen, wordt gevoerd tussen de troepen van de Staatsen en de troepen die de Spaanse koning trouw zijn gebleven. Het front lag onder meer op de grens van de huidige Belgische provincies Westen Oost-Vlaanderen met het huidige Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen. Op en rond die frontlijn werden om het gebied te beveiligen, bestaande vestingstadjes zoals Hulst, IJzendijke, Sluis en Damme hersteld en versterkt en overal werden ook nieuwe verdedigingsbouwwerken gebouwd onder de vorm van forten en schansen. Dat moest heel snel gebeuren. Daarom werden de bastions en de wallen van een fort niet langer opgetrokken uit steen, maar met het zand van de uitgegraven beschermende grachten en met hout. De frontlijnen in dit gebied worden vandaag de Staats–Spaanse linies genoemd.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
12
❏❏ Dit stukje geschiedenis vertellen aan de hand van prenten en fotomateriaal van de historische personages, versterkte stadjes, enkele schansen, … ❏❏ Situeer deze gebeurtenis op de kaart van België, Europa, … ❏❏ Bekijk ook de kaart van de Staats-Spaanse linies. ❏❏ Verlies ondertussen de tijdsband niet uit het oog.
Slag bij Kallo
Al voor 1580 begint het Spaanse leger een bedreiging te vormen voor de opstandige stad Antwerpen. Het stadsbestuur, onder leiding van burgemeester Marnix van Sint-Aldegonde, laat in een snel tempo een reeks verdedigingswerken rond de stad bouwen. Om de verbinding van de Schelde met de Noordzee en de polders te beveiligen, worden de tweelingforten Lillo en Liefkenshoek in 1579 gebouwd.
❏❏ Situeren van Antwerpen, de Schelde, de Noordzee, de bouwplaats van de Forten Lillo en Liefkenshoek op de kaart van België. Toon de prent van Marnix van Sint-Aldegonde en een stadsprent van Antwerpen uit die tijd. Toon een oude prent met mogelijk de oudste plattegrond van het Fort ‘Lijfkenshouck’, waarop de ravelijnen duidelijk te zien zijn. ❏❏ Vertellen hoe Fort Liefkenshoek werd heropgebouwd in 1609: bouw het fort aan de hand van de bouwplaten samen met de lln. op, terwijl je vertelt.
1. een vierkant fort 2. de grote gracht waaruit de aarde werd gegraven, werd de natte gracht 3. met deze aarde werden de wallen opgeworpen 4. vier bastions op de hoeken 5. in de natte gracht twee ravelijnen 6. een toegangspoort langs de Schelde 7. aan weerzijden van het fort sluizen om de polders onder water te zetten 8. binnenin het fort ruimte voor het huisvesten van soldaten en de opslag van wapens en munitie
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
13
❏❏ Vergelijk de oudste plattegrond van het fort Liefkenshoek met een actuele luchtfoto van Liefkenshoek. ❏❏ Wat is er anders?
1. In het midden van het fort staat een halfrond gebouw; 2. erachter ook nog een groot stenen gebouw; 3. nog enkele kleinere gebouwen; 4. een witte uitkijkpost naar de Schelde; 5. de ravelijnen zijn verdwenen; 6. de sluizen zijn verdwenen; 7. er staan bunkers naast de witte uitkijktoren. witte uitkijkpost naar de Schelde
❏❏ Bouw met de bouwplaten het fort samen met de lln verder chronologisch op en vertel daarbij de geschiedenis van de bouwkundige evolutie.
1. Laat de kat, het officiersgebouw en het kruitmagazijn in het fort plaatsen. Napoleon Bonaparte krijgt het bewind over onze streek en besluit Fort Liefkenshoek te herbouwen als verdediging van Antwerpen en de Schelde tegen de Britse dreiging. Hij laat de kat bouwen. Dat is een sikkelvormig bouwwerk dat ruimte biedt voor munitie, voedsel en 400 soldaten (1811-1813). Op het dak kan geschut geplaatst worden. Hij laat ook twee bomvrije kruitmagazijnen bouwen en een officiersgebouw om zijn officieren in onder te brengen. Een kruitmagazijn wordt al vroeg weer afgebroken. 2. In 1815 wordt het fort weer Nederlands bezit en in 1839 wordt het fort Belgisch bezit. Tijdens deze periode verschijnen de poortgebouwen. Plaats de poortgebouwen op de bouwplaat. 3. Tijdens WO I worden op het fort drie betonnen bunkers gebouwd door de Duitse bezetter om de Schelde te controleren. Plaats de bunkers op de bouwplaat. 4. Na WO II bouwt de Belgische Zeemacht op één van de Duitse bunkers er nog een witte uitkijktoren bij. Plaats de uitkijktoren op de bouwplaat van het fort.
Verwerking (na het bezoek aan het fort) ❏❏ Klassikale (of groepsopdracht) bouwopdracht met grote bouwplaten (chronologische opbouw fort Liefkenshoek) ❏❏ Individuele verwerking in werkboekje p. 1, 2, 3 en 4 ❏❏ Memoryspel ‘Een stad als vesting’ ßß http://www.schooltv.nl/vroegerenzo/2199244/spelletjes/item/2206694/een-stad-als-vesting/ Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
14
BIBLIOGRAFIE
❏❏ AUDENAERT S. en GOOSSENS C., Fort Liefkenshoek, Bijscholing Beverse gidsen, 2007, 149 p. ❏❏ BAUWENS A., GOOSSENS C., STOCKMAN P., TERMOTE J. Stercktenbouw. Staats-Spaanse linies en versterkingen in Noord- en Zeeuws-Vlaanderen tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), Staats-Spaanse Linies, 2006, 38 p. ❏❏ DE VOS L., Burchten en forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Davidsfonds/Leuven, 2002, 264 p. ❏❏ TERMOTE J., Bastions voor koning en god. Forten en verdedigingswerken in het krekengebied van OostVlaanderen, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 2004, 78 p. ❏❏ COOLS H., VAN MEIRVENNE R., Het fort Liefkenshoek te Beveren, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 2005, 79 p. ❏❏ COOLS H., 1584-1585. Tussen reus en geus. Het Land van Beveren en het Beleg van Antwerpen, Heemkundige Kring Het Land van Beveren vzw, 1985, 71 p. ❏❏ OVERZICHTSKAART STAATS-SPAANSE LINIES in West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen, uitgever gemeente Sluis
WEBSITES
ßß http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Tachtigjarige_Oorlog§oldid=27337630 ßß http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/2 ßß http://www.youtube.com/watch?V=Jaxc1X7k61A ßß http://www.schooltv.nl/vroegerenzo/2199244/spelletjes/?offset=20&max=10
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
15
Les 2
DE GESCHIEDENIS VAN
FORT LIEFKENSHOEK Linda Ivens LESDUUR • Deze les wordt gegeven na het bezoek aan Fort Liefkenshoek • Lesduur: 75 minuten
MATERIAAL ❏❏ Tijdsband met de grote historische perioden. ❏❏ Tijdsband met de algemene geschiedenis van onze streken (blauwe tijdsaanduidingen), met de bouwgeschiedenis van Fort Liefkenshoek (groene tijdsaanduidingen), met de chronologische geschiedenis van het fort Liefkenshoek (rode tijdsaanduidingen), met belangrijke historische figuren en gebeurtenissen uit de geschiedenis van het fort Liefkenshoek (gele tijdsaanduidingen), met datumkaarten, prenten en verklarende kaarten. ❏❏ Prentenmateriaal van les 1: ’Liefkenshoek een fort van formaat!’ ❏❏ Kaartenmateriaal uit les 1: ’Liefkenshoek een fort van formaat!’ ❏❏ Internet in de klas of op de school. ❏❏ Voor de verwerking door groepswerk: De tijdsband: 1) met algemene geschiedenis, 2) met de bouwgeschiedenis van het Fort Liefkenshoek, 3) met de chronologische geschiedenis van Fort Liefkenshoek, 4) met belangrijke historische figuren en gebeurtenissen die thuishoren in de verschillende historische perioden van het fort. Bij elk onderdeel van de tijdsband horen datumkaarten met afbeeldingen en verklaringen (4 x 10). ❏❏ Werkboekje p.6.
EINDTERMEN 5.9. Belangstelling kunnen tonen voor het verleden, heden en toekomst, hier en elders. 5.7. De grote perioden uit de geschiedenis kennen en duidelijke historische elementen in hun omgeving en belangrijke historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken, kunnen situeren in de juiste tijdsperiode aan de hand van een tijdsband. 5.8. Aan de hand van een voorbeeld kunnen illustreren dat een actuele toestand, die voor de kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 6.4. Een voorstelling hebben van kaarten van Vlaanderen, België en de wereld, zodat ze in een praktische toepassingssituatie bepaalde zaken kunnen aanwijzen. Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
16
Deel I
Les 2
DOELSTELLINGEN ❏❏ De grote historische perioden op een tijdsband kunnen terugvinden, aanduiden en benoemen. ❏❏ De tijdsband van het fort Liefkenshoek kunnen plaatsen op de tijdsband met grote historische perioden. ❏❏ De bouwgeschiedenis van het fort Liefkenshoek chronologisch kunnen opbouwen aan de hand van een tijdsband. ❏❏ Historische gebeurtenissen en historische figuren die verband houden met de geschiedenis van het fort Liefkenshoek herkennen, benoemen, kunnen kaderen en situeren op de tijdsband van het fort Liefkenshoek. ❏❏ Historische figuren en gebeurtenissen die niet rechtstreeks verband houden met de geschiedenis van Fort Liefkenshoek, maar kaderen in dezelfde tijdsperioden, correct kunnen situeren op de tijdsband van het Fort Liefkenshoek.
INHOUD EN INFO VOOR DE LEERKRACHT
De tijd rond het ontstaan van Fort Liefkenshoek © Prado Madrid
Fort Liefkenshoek wordt als fort gebouwd door de Antwerpenaren in 1579 om de verbinding met de zee open te houden, de handel en de bevoorrading via de Schelde te verzekeren en om de stad te beschermen. Tijdens deze periode behoort Antwerpen tot de Zeventien Provinciën of de Nederlanden, die dan worden bestuurd door de Spaanse koning Filips II, de zoon van keizer Karel V. Al heel snel rijzen tussen Filips II en de hoge Nederlandse adel ernstige politieke en bestuurlijke tegenstellingen. Daarnaast steekt als gevolg van economische moeilijkheden en hoge belastingen sociale onrust de kop op. Bovendien groeit er een diepe kloof tussen de aanhangers van het oude katholieke geloof en de nieuwe protestantse stromingen. Filips II
In Antwerpen heerst er op dat moment een heel open, tolerante geest en mensen die omwille van hun overtuiging elders het leven zuur worden gemaakt, vinden in deze stad een toevlucht.
© Rijksmuseum Amsterdam
Willem van Oranje, opstandige edele, vestigt zich in 1578 met zijn gezin in Antwerpen. Daarmee werpt de stad zich op als hoofdstad van de opstandige Nederlanden en maakt werk van een sterke verdedigingsgordel. Filips II reageert vastberaden tegen de opstandige gewesten. De spanningen onder alle bevolkingslagen groeien uit tot een onafhankelijkheidsstrijd of een burgeroorlog die tachtig jaar zal duren en die de scheiding der Nederlanden als gevolg zal hebben.
Willem van Oranje
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
17
Chronologische geschiedenis van Fort Liefkenshoek
1568 Begin van de Tachtigjarige Oorlog
1579 De Antwerpenaren bouwen Fort Liefkenshoek en aan de overzijde van de Schelde Fort Lillo. 1584 Alexander Farnese verovert Fort Liefkenshoek op 10 juli. Willem van Oranje wordt vermoord in Delft op 10 juli.
1568: Begin van de Tachtigjarige Oorlog
1585 Fort Liefkenshoek wordt heroverd door de opstandelingen op 3 april. Antwerpen geeft zich op 17 augustus over aan Alexander Farnese op het kasteel Singelberg in Beveren. De Forten Liefkenshoek en Lillo blijven in handen van de opstandelingen, later de Staatsen genoemd.
1609-1621 Twaalfjarig bestand onder de aartshertogen Albrecht en Isabella. 1614 Fort Liefkenshoek wordt ontmanteld en vervangen door een groter fort met vierkante plattegrond en vier bastions of bolwerken en twee ravelijnen. 1638 De Staatsen wagen nog een poging om Antwerpen en de Zuidelijke Nederlanden te heroveren. Dat mislukt. De oorlog duurt voort tot 1648. 1648 Vrede van Münster: de Tachtigjarige Oorlog is voorbij. Fort Liefkenshoek blijft een noordelijke enclave in het Zuiden: een gereformeerde gemeenschap van militairen, burgers en geestelijkheid.
1747-1748 De Fransen bezetten Fort Liefkenshoek. 1648: Vrede van Münster
1748 De Oostenrijkers krijgen de Zuidelijke Nederlanden maar Fort Liefkenshoek blijft eigendom van de Verenigde Provincies (de Noordelijke Nederlanden). 1784 De Keteloorlog, een vruchteloze poging van de Oostenrijkers om de Scheldesluiting met de bijhorende tolheffingen op te heffen. 1786 De Nederlanders verlaten Fort Liefkenshoek. Het fort wordt eigendom van de Oostenrijkse staat.
1786-1794 Fort Liefkenshoek geraakt snel in verval. Voor de Oostenrijkers is het fort onbelangrijk. 1794 De Zuidelijke Nederlanden worden ingelijfd bij Frankrijk. Ook Fort Liefkenshoek komt in Franse handen. De Scheldevaart is weer vrij.
1808-1812 De Engelse bedreiging doet Napoleon Bonaparte besluiten Antwerpen als krijgshaven uit te bouwen. Hij ontmantelt het vervallen fort en bouwt een 1811: De Fransen bouwen de kat op nieuwe versterking met de kat, twee bomvrije Fort Liefkenshoek kruitmagazijnen en een officiersgebouw.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
18
Deel I
Les 2
1815 Napoleon verliest de slag van Waterloo. De Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden worden onder koning Willem I herenigd. Het nieuwe land heet het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. 1815-1839 Fort Liefkenshoek wordt gebruikt door de Nederlandse militairen. 1839 Fort Liefkenshoek wordt na de Belgische Omwenteling in 1830 en de scheiding van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, eigendom van het nieuwe koninkrijk België. De Nederlandse soldaten verlaten definitief het fort Liefkenshoek. 1839-1849 Fort Liefkenshoek is te fel verouderd als militaire
versterking en wordt een garnizoensplaats voor het Belgische leger.
1844: aan weerszijden van de toegangspoort wordt een poortgebouw opgetrokken.
1844 Bouw van de poortgebouwen aan weerszijden van de toegangspoort.
1849-1952 Het fort doet dienst als quarantaineplaats voor de verzorging van opvarenden van grote stoomschepen die getroffen zijn door besmettelijke ziekten. In 1924 wordt het fort omgebouwd tot een volwaardig ziekenhuis. 1914-1918 Duitse bezetting tijdens WO I. Er worden drie bunkers gebouwd op de wal van het fort. 1940-1945 Duitse bezetting tijdens WO II.
1952 Einde van de quarantainefunctie van Fort Liefkenshoek.
1945-1961 Fort Liefkenshoek is een basis van de Belgische zeemacht. Er wordt een uitkijktoren gebouwd op één van de bunkers. 1964-1973 Fort Liefkenshoek is een sociaal vakantieoord voor
1914-1918: de Duitse bezetter bouwt drie bunkers op Fort Liefkenshoek.
Belgische militairen en hun gezinnen.
1980 De gemeente Beveren koopt Fort Liefkenshoek van de Belgische Staat. 1985 Op 14 juni komt Fort Liefkenshoek op de lijst van beschermde monumenten. 2007 Op 15 september opent de gemeente Beveren in zalen 9 tot en met 12 van de kat het Bezoekerscentrum.
2009-2012 Plannen, ontwerpen en realisatie van een Belevingscentrum voor kinderen, jongvolwassenen en volwassenen. 2012 20 april 2012: opening van het Belevingscentrum in zalen 1 tot en met 8 van de kat.
1945-1961: de Belgische zeemacht bouwt een uitkijktoren op Fort Liefkenshoek.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
19
LESVERLOOP Lesbegin ❏❏ Laat de lln. de indrukken verwoorden die zij opdeden tijdens het bezoek aan Fort Liefkenshoek. ❏❏ Toon het filmpje ‘Onrust in de Nederlanden’ dat de sfeer en een beeld weergeeft van de tijd waarin Fort Liefkenshoek is opgetrokken: ßß http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050127_beeldenstorm01 ❏❏ Bespreek wat de lln. op het filmpje hebben gezien. Wat gebeurde er? Waar? Weten jullie iets over de personen op het filmpje? Kennen jullie deze gebeurtenis (beeldenstorm)? Gebeurden deze dingen ook in onze streek tijdens die periode? ❏❏ Situeer deze periode op de grote historische tijdsband. ❏❏ Situeer de Nederlanden tijdens het Spaanse bewind onder koning Filips II, op de historische kaart en vergelijk met de grenzen van ons land nu, op een kaart van België en/of Europa. ❏❏ Vertel kort en bondig over de historische omstandigheden waarin Fort Liefkenshoek is ontstaan. Gebruik de prenten uit les 1 ter illustratie. ❏❏ Hang de lege tijdsband op aan het bord. Op deze grote tijdsband staan 4 x 10 streepjes (dwars getekende tijdsaanduidingen). Elke reeks van 10 streepjes heeft een andere kleur en komt overeen met 10 opdrachten: 10 opdrachten over algemene geschiedenis -> blauwe tijdsaanduidingen 10 opdrachten over de specifieke geschiedenis van Fort Liefkenshoek ->rode tijdsaanduidingen 10 opdrachten over de architecturale geschiedenis van Fort Liefkenshoek -> groene tijdsaanduidingen 10 opdrachten over 10 belangrijke historische feiten of historische figuren die kunnen geplaatst worden bij de geschiedenis van Fort Liefkenshoek ->gele tijdsaanduidingen
Fort Liefkenshoek bouwkundig
16de eeuw
1600
17de eeuw
1700
18de eeuw
1800
19de eeuw
20ste eeuw
1900
1579
1844
1945-1961
de opstandelingen bouwen Fort Liefkenshoek om antwerpen te beschermen tegen de Spanjaarden.
aan weerszijden van de toegangspoort wordt een poortgebouw opgetrokken.
de Belgische zeemacht bouwt een uitkijktoren op Fort Liefkenshoek.
1614
De Schelde
Fort Liefkenshoek wordt afgebroken om plaats te maken voor een groter fort.
21ste eeuw
2000
1924
1985
2009-2012
Fort Liefkenshoek wordt omgevormd tot een heus ziekenhuis.
Fort Liefkenshoek wordt beschermd als monument.
Fort Liefkenshoek wordt beschermd als monument.
1810-1811
1914-1918
2007
Napoleon bouwt twee kruitmagazijnen, een officierswoning en de kat.
de duitse bezetter bouwt drie bunkers op Fort Liefkenshoek.
Fort Liefkenshoek wordt omgevormd tot een heus ziekenhuis.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
20
Deel I
Les 2
Lesmidden: groepswerk ❏❏ Verdeel de leerlingen in 4 werkgroepen. ❏❏ Verdeel de 4 blanco tijdsbanden met de 40 tijdsstreepjes, de tijdskaarten, woord- en tekstkaarten, prenten en foto’s onder de leerlingen. Tijdsband 1: 10 opdrachten algemene geschiedenis (blauwe streepjes) Tijdsband 2: 10 opdrachten specifieke geschiedenis van Fort Liefkenshoek (rode streepjes) Tijdsband 3: 10 opdrachten architecturale geschiedenis van Fort Liefkenshoek (groene streepjes) Tijdsband 4: 10 opdrachten historische feiten en historische figuren uit de geschiedenis van Fort Liefkenshoek (gele streepjes) ❏❏ In hun groep proberen de leerlingen op hun tijdsband, bij de tijdsstreepjes van hun kleur, de juiste data met de bijhorende afbeeldingen en verklaringen te leggen (De leerlingen mogen hier bronnen raadplegen of indien mogelijk gebruik maken van het internet). ❏❏ Daarna volgt een klassikale bespreking en worden de 4 verschillende tijdsbanden samengebracht op de grote klassikale tijdsband (met alle tijdsaanduidingen). Hier wordt voor de lln. duidelijk dat de algemene geschiedenis zijn weerslag heeft op de specifieke geschiedenis van het fort Liefkenshoek en zijn bouwkundige evolutie.
Aanvullingen bij de 4 tijdsbanden Tijdsband 1: algemene geschiedenis (blauw) 1568: Start van de Tachtigjarige Oorlog 1585: Val van Antwerpen 1638: Slag bij Kallo 1648: Vrede van Münster 1784: Keteloorlog 1808-1812: Napoleon bouwt Antwerpen uit als krijgshaven 1815: Napoleon verliest de Slag bij Waterloo 1830: België wordt onafhankelijk 1914-1918: Wereldoorlog I 1940-1945: Wereldoorlog II Tijdsband 2: geschiedenis van Fort Liefkenshoek (rood)
1584: Farnese verovert Fort Liefkenshoek voor korte tijd op de opstandelingen. 1679: Op Fort Liefkenshoek staan 27 huizen. 1747-1748: De Fransen bezetten Fort Liefkenshoek. 1786: Fort Liefkenshoek wordt Oostenrijks na bijna twee eeuwen Staats bezit te zijn geweest. 1794: Fort Liefkenshoek komt in Franse handen. 1815-1839: Fort Liefkenshoek is bezit van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. 1839-1849: Als Belgisch bezit wordt Fort Liefkenshoek enkel nog als garnizoensplaats gebruikt. 1849-1952: De Belgische overheid gebruikt Fort Liefkenshoek als quarantaineplaats. 1964-1973: Fort Liefkenshoek is een vakantieoord voor Belgische militairen en hun gezin. 1980: De gemeente Beveren koopt Fort Liefkenshoek van de Belgische Staat. Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
21
Tijdsband 3: Fort Liefkenshoek bouwkundig (groen) 1579: De opstandelingen bouwen Fort Liefkenshoek (en Fort Lillo) om Antwerpen te beschermen tegen de Spanjaarden. 1614: Fort Liefkenshoek wordt afgebroken om plaats te maken voor een groter fort. 1810-1811: Napoleon bouwt twee kruitmagazijnen, een officierswoning en de kat 1844: Aan weerszijden van de toegangspoort wordt een poortgebouw opgetrokken. 1924: Fort Liefkenshoek wordt omgevormd tot een heus ziekenhuis. 1914-1918: De Duitse bezetter bouwt drie bunkers op Fort Liefkenshoek. 1945-1961: De Belgische zeemacht bouwt een uitkijktoren op Fort Liefkenshoek. 1985: Fort Liefkenshoek wordt beschermd als monument. 2007: Het Bezoekerscentrum (lokalen 9 tot en met 12) opent de deuren. 2009-2012: Fort Liefkenshoek wordt ingericht als Belevingscentrum (lokalen 1 tot en met 8). Tijdsband 4: Historische feiten en historische figuren (geel) 1585: De eerste chocolade in Europa. 1638: De Franse koning Lodewijk XIV wordt geboren. 1640: Kunstschilder Pieter Paul Rubens sterft. 1756: Musicus en componist Wolfgang Amadeus Mozart wordt geboren. 1783: Eerste ballonvlucht door de broers Montgolfier. 1830: Leopold I wordt de eerste koning van België. 1876: Graham Bell vindt de telefoon uit. 1903: De eerste vlucht met een motorvliegtuig door de broers Wright. 1928: Alexander Flemming vindt de penicilline uit. 1946: Eckert junior en Mauchly vinden de computer uit.
1815-1839: Fort Liefkenshoek is bezit van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
22
De moord op Willem van Oranje
Verwerking Werkboekje p. 6: individuele oefening op een blanco tijdsband
❏❏ De lln. kunnen chronologisch een aantal historische gebeurtenissen ordenen, die betrekking hebben op de algemene geschiedenis, de bouwgeschiedenis van fort Liefkenshoek en de specifieke geschiedenis van Fort Liefkenshoek.
BIBLIOGRAFIE ❏❏ AUDENAERT S. en GOOSSENS C., Fort Liefkenshoek, Bijscholing Beverse gidsen, 2007, 149 p. ❏❏ COOLS H., VAN MEIRVENNE R., Het fort Liefkenshoek te Beveren, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 2005, 79 p.
WEBSITES
ßß http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050127_beeldenstorm01
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
23
Les 3
DUIZEND BOMMEN EN GR ANATEN EN EEN BRUG Linda Ivens
LESDUUR • Lestijd: 50 minuten
© Shutterstock - The Gallery Of Portraits With Memoirs
MATERIAAL ❏❏ Tijdsband met de grote historische perioden. ❏❏ Prentenmateriaal: portretten van Keizer Karel V, Filips II, Willem van Oranje, hertog van Alva, Requesens, Don Juan, Alexander Farnese, Marnix van Sint-Aldegonde, de Beeldenstorm, de terechtstelling van de graven Egmont en Ho(o)rne, de Scheldedijken doorstoken, het kasteel Singelberg, de schipbrug van Farnese, de aanval op de brug van Farnese met de ontploffing van De Hoop en De Fortuin, de stad Antwerpen in 1585, de triomfantelijke intocht van Alexander Farnese in Antwerpen, een kaart van de 17 Provinciën of de Nederlanden in de zestiende eeuw, een kaart van België
Keizer Karel V
EINDTERMEN 5.9. Belangstelling kunnen tonen voor het verleden, heden en toekomst, hier en elders. 5.7. De grote perioden uit de geschiedenis kennen en duidelijke historische elementen in hun omgeving en belangrijke historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken, kunnen situeren in de juiste tijdsperiode aan de hand van een tijdsband. 5.8. Aan de hand van een voorbeeld kunnen illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 6.4. Een voorstelling hebben van kaarten van Vlaanderen, België en de wereld, zodat ze in een praktische toepassingssituatie bepaalde zaken kunnen aanwijzen. 2.6. De leerlingen kunnen aan de hand van een al dan niet zelfgemaakte eenvoudige werktekening of handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de constructieactiviteit stap voor stap en veilig uitvoeren. 2.10. De leerlingen tonen zich bereid nauwkeurig en veilig te werken, geen materiaal te verkwisten en zorg te dragen voor hun gereedschap.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
24
© Museum Plantin-Moretus Antwerpen
De stad Antwerpen in 1585
DOELSTELLINGEN ❏❏ De grote historische perioden van de geschiedenis op een tijdsband kunnen terugvinden, aanduiden en benoemen. ❏❏ Historische gebeurtenissen en historische figuren die verband houden met de geschiedenis van het fort Liefkenshoek tussen 1568 en 1648 (de Tachtigjarige Oorlog) herkennen, benoemen, kunnen kaderen en situeren op de tijdsband van Fort Liefkenshoek. ❏❏ In eenvoudige woorden kunnen vertellen wanneer, hoe en waarom de Tachtigjarige Oorlog is begonnen in de Nederlanden en wat de gevolgen van deze burgeroorlog waren voor de Nederlanden, Vlaanderen, Europa. ❏❏ Het verhaal over de brug van Farnese en het beleg van Antwerpen aan de hand van enkele prenten en staakwoorden kunnen navertellen. ❏❏ Aan de hand van een beschrijving en een prent, de vlotbrug van Farnese kunnen reconstrueren met waardeloos materiaal. ❏❏ Op de kaart van België het fort Liefkenshoek, het fort Lillo, de stad Antwerpen, de Schelde, Beveren, de Noordzee, de grens tussen Nederland en België kunnen aanduiden. ❏❏ Op de kaart van België, de plaats waar de brug van Farnese ooit lag, kunnen terugvinden en aanduiden.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
25
INHOUD EN INFO VOOR DE LEERKRACHT De brug van Farnese en het beleg van Antwerpen
I
n het begin van de zestiende eeuw regeert Karel V, koning van het Spaanse rijk en keizer van het Heilige Roomse Rijk, over de Nederlanden. Zijn rijk is zo groot dat de zon er nooit ondergaat. Bij Spanje horen namelijk delen van Midden- en Zuid-Amerika. Die zijn door Columbus en andere ontdekkingsreizigers in naam van de Spaanse koning veroverd. Keizer Karel verblijft meestal in Gent waar hij in 1500 geboren werd. Hij heeft ook nog een paleis in Brussel. Tijdens de regering van Karel V keren zich vele mensen af van de katholieke kerk. Ze protesteren tegen de rijkdom van de katholieke kerk en willen een geloof dat eenvoudiger en oprechter is. Deze mensen worden protestanten genoemd. In de Nederlanden krijgt het protestantisme veel aanhangers. Karel V probeert het protestantisme teAlexander Farnese gen te werken en treft drastische maatregelen. Hij voert de Inquisitie in en vele mensen komen zo op de brandstapel terecht. In 1527 wordt zijn zoon Filips II geboren die een strenge Spaanse opvoeding krijgt en niets van onze volksaard begrijpt. Toch komt hij naar de Nederlanden en verblijft hij een poos aan het Brusselse Hof. Daar leert hij Willem van Oranje kennen, die op elfjarige leeftijd van zijn oom belangrijke bezittingen in de Nederlanden heeft geërfd. Daardoor werd Willem in één klap een machtig edelman in de Nederlanden. Keizer Karel, moe en uitgeput door zijn zware taak, doet in 1555 afstand van de troon en trekt zich terug in een klooster in Spanje waar hij nog drie jaar zal leven. Filips II wordt nu koning van het Spaanse rijk en heer van de Nederlanden. De Nederlanden bestaan op dat moment uit 17 verenigde provinciën en vormen een welvarend gebied. Filips II verblijft vanaf 1559 alleen nog maar in Spanje en spreekt geen woord Nederlands. Hij houdt niet van de Nederlanden maar kan de rijkdommen van het gebied best gebruiken om zijn grote rijk te financieren.
tholiek wil zijn of wil worden, riskeert de doodstraf. In het begin kan Willem van Oranje het goed vinden met Filips II. In 1559 benoemt Filips II Willem tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Dat betekent dat Willem van Oranje in die provincies plaatsvervanger is van de koning. Willem maakt via kunstenaars en geleerden kennis met nieuwe stromingen en ideeën. Hij vindt het regime van godsdienstige en politieke verdrukking, dat Filips II aan de Nederlanden oplegt, niet goed. Hij pleit voor verdraagzaamheid en meer inspraak in het bestuur van de Nederlanden. Daar wil Filips niets van weten en zo komen de vroegere jeugdvrienden lijnrecht tegenover elkaar te staan. Filips II eist dat Willem van Oranje een eed van trouw aflegt waarbij hij moet beloven alleen het katholieke geloof te steunen. Dat weigert Willem en vanaf dat moment wordt Willem van Oranje de leider van het verzet tegen de Spanjaarden. Vele edellieden sluiten zich bij Willem van Oranje aan zoals de graven Egmont en Ho(o)rne. In 1565 komt ook het gewone volk in opstand. Zij trekken naar kerken, verscheuren godsdienstige schilderijen en verbrijzelen heiligenbeelden. Deze antigodsdienstige acties worden de Beeldenstorm genoemd. Als antwoord hierop stuurt Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden. Die moet de orde herstellen en de ketterijen uitroeien. Alva richt de Raad van Beroerten of de Bloedraad op. Hij stelt sommige edellieden verantwoordelijk voor de Beeldenstorm. Die laat hij vervolgen, oppakken en terechtstellen. Zo laat hij op 5 juni 1568 de graven van Egmont en Ho(o)rne onthoofden op de Grote Markt van Brussel. Daar begint de Tachtigjarige Oorlog tussen de Staatsen onder leiding van Willem van Oranje en de Spaanse legers van Filips II (deze onafhankelijkheidsstrijd zal pas eindigen met de Vrede van Münster in 1648). Slag na slag wordt geleverd met wisselend succes. In 1573 wordt Alva uit de Nederlanden terug geroepen en vervangen door Requesens die dan weer wordt opgevolgd door Don Juan in 1576.
Filips II is een zeer trouw katholiek en vindt dat iedereen in zijn rijk dat ook moet zijn. Wie geen ka-
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
26
Ondertussen trekt Farnese rond en verovert stad na stad. Eind augustus 1583 rukt hij op naar Eeklo om de verbinding tussen Gent en Brugge te verbreken. Daar speelt de hoogbaljuw van het Waasland, Servaes van Steelant, het Land van Waas met alle versterkingen die er zich toen bevonden, zonder slag of stoot in handen van Alexander Farnese. Deze situatie is erg gevaarlijk voor de Antwerpenaren en om te beletten dat Farnese zich vanuit het binnenland meester zou maken van de Schelde, doorsteken de Staatsen onder leiding van Willem van Oranje, de grote Scheldedijk nabij Saeftinghe. Zo komt het overgrote deel van de polders onder water te staan (vanaf Burcht tot voorbij Hulst). Slechts enkele dijken blijven boven water.
Overal heerst er onrust in het land en in het Land van Waas duiken plunderende Spaanse soldaten op die moorden, vechten en brand stichten. Ook de stad Antwerpen wordt geplunderd. Halfweg de zestiende eeuw was Antwerpen met ongeveer 103 000 inwoners na Parijs de grootste stad in Noord-Europa. 45% van haar inwoners was protestant en er heerste een open en verdraagzame sfeer. Na de dood van Don Juan in 1578 verschijnt Alexander Farnese, prins van Parma, op het toneel. Willem van Oranje verhuist met zijn gezin naar Antwerpen om er zijn hoofdkwartier te vestigen. Maar reeds vanaf 1577 neemt Willem in en rond Antwerpen maatregelen met het oog op eventuele belegeringen en om de verbinding met de zee via de Schelde veilig te stellen. Hij laat overal rond Antwerpen schansen en forten bouwen, waaronder de forten Lillo en Liefkenshoek. De Antwerpenaren zijn er zich wel van bewust dat hij, die de schansen en forten in zijn macht heeft, de trafiek te water naar en van Antwerpen zal beheersen. Is dat de vijand, dan zou dat de doodsteek van de handel kunnen betekenen. Willem van Oranje benoemt in 1583 zijn geleerde vriend Filips van Marnix van Sint-Aldegonde tot buitenburgemeester van Antwerpen.
© Atlas van Stolk Rotterdam
Op 5 juli 1584 vestigt Alexander Farnese zich op het kasteel Singelberg in Beveren, een domein dat aan de rand van het overstromingsgebied ligt. Van daar kan Alexander Farnese zijn plannen uitstekend uitvoeren. Hij laat er geen gras over groeien en op 7 juli 1584 valt hij Fort Liefkenshoek aan. Na drie dagen hevige strijd veroveren de Spanjaarden het fort. Er volgt een vreselijk bloedbad waarbij wel 600 soldaten sneuvelen. Diezelfde dag, 10 juli 1584, wordt in Delft Willem van Oranje vermoord. Op 3 april 1585 wordt onder het bevel van Justinus van Nassau, met niet minder
De schipbrug van Farnese Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
27
© Atlas van Stolk Rotterdam
dan 200 schepen, Fort Liefkenshoek door de opstandelingen heroverd. Dit betekent een enorme tegenvaller voor het vermetel plan van Alexander Farnese. Sinds 1584 bouwt hij aan een vlotbrug over de Schelde, om de scheepvaart van en naar Antwerpen te beletten en zo de stad uit te hongeren. Farnese is bang dat de opstandelingen de brug zullen aanvallen, maar die houden zich meer bezig met het heroveren van de andere schansen aan de Schelde. Vanuit fort Sinte-Marie te Kallo (op de linkeroever) en vanuit fort Sint-Filips te Oordam (op de rechteroever) worden twee lange staketsels gebouwd met grote stevige boomstammen, die diep in de bedding van de rivier worden geheid. Het staketsel van fort Sinte-Marie strekt zich 450 voet (ongeveer 100 meter) ver in de Schelde uit, dat van fort Sint-Filips 950 voet (zo’n 280 meter). Die stevige boomstammen zijn met zwarte dwarsbalken met elkaar verbonden. Bovenop ligt een zware houten plankenvloer zodat er eigenlijk een soort brug wordt gevormd. Op het einde van elk staketsel is een soort platform gebouwd, waarop Spaanse soldaten voortdurend de wacht houden. Tussen de twee staketsels, om het midden van de rivier af te sluiten (ongeveer 1000 voet), laat Farnese 32 grote barken gekoppeld met zware kettingen naast elkaar aanleggen. Over de boten loopt ook een houten vloer, zodat de soldaten zich van de ene naar de andere oever kunnen verplaatsen om bijvoorbeeld wapens over te brengen. Elke boot is ook nog van artillerie voorzien.
Het enorme schip genaamd Fin de la guerre, gebouwd door de Antwerpenaren om de schipbrug van Parma te vernietigen, mei 1585.
Ook de Antwerpenaren krijgen het hard te verduren. Sinds midden december 1584 is geen enkel proviandschip er in geslaagd Antwerpen te bereiken. En nu de brug klaar is, begint de situatie er uitzichtloos uit te zien. Nadat Fort Liefkenshoek door de Staatsen heroverd wordt, beramen de Antwerpenaren een aanslag op de Farnesebrug om de Schelde weer vrij te krijgen. In de nacht van 4 op 5 april 1585 is het eindelijk zo ver. Twee Antwerpse schepen, De Hoop en De Fortuin, zijn door Federigo Giannibelli tot drijvende mijnen omgebouwd. De twee boten, vol springstof geladen, worden via de doorsteek aan de Boerenschans op de rechteroever van de Schelde gebracht, met de bedoeling ze naar de Farnesebrug te doen drijven. Die moet door een geweldige ontploffing voor altijd worden vernield. De twee vernietigende schepen worden voorafgegaan door een reeks brandschepen (platte schuiten) die voor de nodige camouflage moeten zorgen.
Om de brug optimaal te beschermen worden op een boogscheut ervan, zowel ten noorden als ten zuiden, nog 11 groepen van 3 schuiten aangebracht. Drie boten zijn telkens door sterke balken met elkaar verbonden. Op elke boot zijn scheepsmasten met ijzeren punten gemonteerd, die als lange spiesen naar mogelijke aanvallers zijn gericht. De brug is 2400 voet of ongeveer 720 m lang. In 1585 is de brug klaar. Om de vlotbrug te bouwen worden in het Waasland en omstreken bijna alle bruikbare bomen omgehakt. Alle dorpen worden aangemaand om wagens, werklieden en materialen te leveren. Weigeren ze dat, dan worden ze onmiddellijk gestraft met inkwartiering van Spaanse soldaten. Alle opeisingen waaraan de Wase bevolking ten prooi valt, gebeuren via hoogbaljuw Servaes van Steelant, die in 1584 ook op kasteel Singelberg gaat wonen. Doordat de Spaanse soldaten vaak hun soldij niet krijgen, plunderen zij de Wase dorpen. Er heerst ook hongersnood doordat de vruchtbare polders al meer dan een jaar onder water staan. Het Waasland wordt letterlijk leeggezogen.
De Spanjaarden, die voelen dat er iets op til is, hebben alle schansen tussen Antwerpen en de brug extra bewapend en van soldaten voorzien. Farnese laat zijn beste officieren op de brug postvatten. Alle brandende platte schuiten zijn uitgebrand vooraleer ze de brug bereiken of drijven af in het riet. Zo vergaat het ook het grote brandschip De Fortuin. Het schip loopt vast in het schor en ontploft met een enorme knal en een geweldige vuurstraal, die de oevers en de Schelde enkele ogenblikken in volle licht zet. Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
28
de Farnesebrug niet optimaal hersteld, de opstandelingen worden door het uitzicht misleid en ondernemen voorlopig niets.
Een weinig later komt De Hoop aangedreven. Door toeval heeft het schip de vlotten vermeden en door de sterke stroming is het tegen het paalwerk van het staketsel van de brug aan de linkeroever gevaren. Er gaan 20 minuten voorbij zonder dat er iets gebeurt. Het vuur op het schip brandt gewoon verder. Alle belangrijke Spaanse officieren hebben zich vlug op die plaats verzameld om het gebeuren van nabij op te volgen. Spaanse soldaten klimmen aan boord van De Hoop om het vuur te doven. Ze verspreiden met hun lansen het brandende hout en beseffen niet wat hen te wachten staat. Dan volgt plots een geweldige ontploffing waarbij enorme vlammen de omgeving mijlenver verlichten. De aarde beeft en het water van de Schelde wordt als een stormvloed opgezweept tegen de oever. Stenen en ijzeren brokstukken worden in het rond geslingerd en zaaien dood en vernieling. Farnese ontsnapt bij wonder aan de dood, maar honderden van zijn soldaten laten het leven aan en op de brug bij het fort Sinte-Marie. De brug wordt geweldig toegetakeld. Het staketsel en het platform langs de linkeroever en de eerste drie boten van de rij die het midden van de rivier versperren, zijn volledig vernield. Boten in de omgeving vatten vuur en zinken. Farnese weet dat de aangerichte schade onmogelijk onmiddellijk hersteld kan worden en hij verwacht al snel de vijandelijke vloot die voor anker ligt voor de forten Lillo en Liefkenshoek. Maar… er gebeurt niets.
Na een tijdje wordt er opnieuw strijd geleverd tegen de Spanjaarden onder leiding van Farnese. Na een bloedig gevecht op de Kauwensteinse dijk moeten de Staatsen echter het onderspit delven. Met deze nederlaag maakt een grote ontmoediging zich van de stad Antwerpen meester. De slinkende voedselvoorraden baren het stadsbestuur grote zorgen. Marnix van Sint-Aldegonde rekent eerst nog op allerlei hulp uit het Noorden maar uiteindelijk moet hij toegeven dat hij enkel door te onderhandelen met Farnese de Antwerpse bevolking nog kan redden. Na lang onderhandelen wordt op zaterdag 17 augustus 1585 de overgave van Antwerpen op het kasteel Singelberg in Beveren ondertekend. De triomfantelijke intocht van Alexander Farnese in Antwerpen vindt plaats op dinsdag 27 augustus 1585. Op vele plaatsen wordt gefeest, zelfs op de vlotbrug en in de schansen en de forten. Maar tegelijkertijd bereiden honderden of duizenden Antwerpenaren zich voor op het vertrek uit hun stad. Op de forten Lillo en Liefkenshoek horen de Hollandse en Zeeuwse zeelui niet zonder bittere gevoelens de vreugdezangen van de vijand. Het Waasland blijft achter met een niet minder wrange nasmaak als gevolg van de oorlogsgebeurtenissen en men maakt er zich zorgen over de toekomst. © Atlas van Stolk Rotterdam
De bemanning van de Antwerpse verkenningsboot, die het resultaat van de explosie moet vaststellen en een lichtfusee moet afschieten indien de aanslag zou slagen, is door de ontploffing zodanig geschrokken dat zij in grote haast naar Antwerpen terugkeert zonder iets gezien te hebben. Daar melden ze dat er niets gebeurd was… Justinus van Nassau wacht tevergeefs voor Fort Lillo op de lichtfusee, die als sein is afgesproken om over te gaan tot de aanval. En ook vanuit Antwerpen durft men niet uit te varen. Alexander Farnese neemt onmiddellijk maatregelen om de gehavende brug zo goed mogelijk te herstellen. Bij het krieken van de dag worden alle ambachtslieden uit de omgeving opgetrommeld om nieuwe pijlers in de rivierbedding te heien, ze met kettingen te verbinden en ze met dwarsliggers aaneen te klinken. Op de middag van 5 april lijkt alles opnieuw in orde en de werken worden afgerond met de vervanging van de vernielde vlotboten. Farnese laat nu ook een tweede rij boten aanbrengen om de vlotbrug nog beter te beschermen. Ook al is
Het opblazen met branders van de schipbrug aangelegd door Alexander Farnese in de Schelde vóór Antwerpen, 5 april 1585.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
29
Uiteindelijk zou de val van Antwerpen voor Antwerpen, het Land van Beveren en het Land van Waas rampzalige gevolgen hebben. ❏❏ In 1567 waren er in Antwerpen 103 000 inwoners. Vier jaar na de val van Antwerpen, in 1589, is de bevolking tot 42 000 zielen geslonken. ❏❏ Veel ambachtslieden, handelaars, beeldhouwers, kunstschilders, goudsmeden, kunstenaars, wetenschappers, … trokken weg uit Antwerpen om economische of godsdienstige redenen. Dat gebeurde ook in Brussel, Mechelen, Brugge en Gent. ❏❏ In onze streek en in de steden heerste er veel werkloosheid, honger en armoede. ❏❏ De Schelde werd voor alle handelsactiviteit met het Noorden afgesloten en zou pas twee eeuwen later opnieuw worden heropend. ❏❏ Het Land van Beveren lag op de frontlijn en de dreiging van aanvallen uit het Noorden bleef reëel zodat het overstromingsgebied gehandhaafd bleef. In de dorpen krioelde het van rondtrekkende soldaten en huurtroepen. Gevolg: armoede, honger, morele ongemakken en plunderingen. ❏❏ De Zuidelijke Nederlanden geraakten steeds meer in het slop terwijl de Noordelijke Nederlanden tot bloei kwamen (de Gouden Eeuw) onder meer door de toevloed van knappe ambachtslui, handelaren, wetenschappers en kunstenaars uit het Zuiden. ❏❏ In 1648, door het sluiten van de Vrede van Münster, werden de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden definitief van elkaar gescheiden. De onafhankelijkheid van Nederland was een feit geworden.
LESVERLOOP Lesbegin Toon het filmpje ‘Filips de Tweede, superschurk’, een fragment uit de serie Willem van Oranje (3.02 min.):
ßß http://www.youtube.com/watch?v=rRROcjhuYh8
❏❏ Bespreek wat er te zien was in het filmpje. ❏❏ Laat de leerlingen hun mening verwoorden over en hun gevoelens uiten bij de personages Filips II en Willem van Oranje. ❏❏ Kondig eventueel aan dat je een lang historisch verhaal gaat vertellen uit die tijd.
Lesmidden ❏❏ Deze les is een zuivere vertelles. ❏❏ Vertel de hele geschiedenis van de Tachtigjarige Oorlog, met de brug van Farnese en het Beleg van Antwerpen aan de hand van de bijgevoegde prenten. ❏❏ Hang de prenten op het bord. ❏❏ Vergeet niet regelmatig te situeren op de kaart van België. Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
30
Gebruik uit de vorige les ook de tijdsband en situeer de verschillende gebeurtenissen uit de Tachtigjarige Oorlog met de regeringsperiode van Filips II van Spanje, de Beeldenstorm, de terechtstelling van Egmont en Ho(o)rne, de periode van de hertog van Alva, Requesens, Don Juan en Alexander Farnese, de moord op Willem van Oranje, de bouw van de vlotbrug van Farnese, de aanval op de brug door de schepen De Hoop en De Fortuin, de val van Antwerpen, de Vrede van Münster…
Verwerking ❏❏ Klassikale constructieopdracht: bouw met de klas de vlotbrug van Farnese na met allerlei waardeloos materiaal zoals klei, karton, kurk, lege luciferdoosjes, satéstokjes, houten staafjes en blokjes, touw, enzovoort. ❏❏ Verdeel de klas in kleine groepjes die elk een deel van de brug nabouwen. ❏❏ Wat moet gebouwd worden (bekijk de oude prenten met de vlotbrug goed)?
• Linker- en rechteroever van de Schelde met een dijk (klei? zand?) • De rivier de Schelde in het blauw • Linkeroever: fort Sinte-Marie • Rechteroever: fort Sint-Filips • Staketsel met loopbrug en platform vanuit fort Sinte-Marie • Staketsel met loopbrug en platform vanuit fort Sint-Filips • Tussen de staketsels over het midden van de Schelde: 32 barken met artillerie, aan elkaar verbonden met kettingen. Over de barken ligt een loopbrug en lopen soldaten. • Ten noorden van de brug: 11 groepen van 3 boten met scherpe lansen op de boeg • Ten zuiden van de brug: ook 11 groepen van 3 boten met scherpe lansen op de boeg • Individuele verwerking: p. 9 en 10 in het werkboekje.
BIBLIOGRAFIE ❏❏ COOLS H., VAN MEIRVENNE R., Het fort Liefkenshoek te Beveren, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 2005, 79 p. ❏❏ COOLS H., 1584-1585 Tussen reus en geus. Het land van Beveren en het Beleg van Antwerpen, Heemkundige Kring Het Land van Beveren vzw, 1985, 71 p. ❏❏ AUDENAERT S. en GOOSSENS C., Fort Liefkenshoek. Bijscholing Beverse Gidsen, 2007, 149 p. ❏❏ ASAERT GUSTAAF, 1585 De val van Antwerpen en de uittocht van Vlamingen en Brabanders, Lannoo, 2004, 414 p.
WEBSITES ßß http://www.youtube.com/watch?v=rRROcjhuYh8
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
31
DEEL II
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
32
Deel Deel 2I
Les 1
Les 1 2
ECONOMIE EN HANDEL HET BELANG VAN WERELDHAVENS Kris Deckers
LESDUUR Lestijd: 50 minuten
MATERIAAL ❏❏ Atlas en klassieke wereldkaart. ❏❏ Internet in de klas of op school.
EINDTERMEN 2.3. De leerlingen kunnen voorzieningen of voorwerpen uit hun omgeving aangeven: leren effectief met informatica en informatieverwerking omgaan. 4.2. De leerlingen kunnen met een zelf gekozen voorbeeld illustreren hoe de prijs van een product tot stand komt. 4.4. De leerlingen kunnen illustreren dat welvaart zowel over de verschillende landen in de wereld als in België ongelijk verdeeld is. 5.8. De leerlingen kunnen illustreren aan de hand van een voorbeeld dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 5.9. De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders. 6.2. De leerlingen kunnen in een praktische toepassingssituatie op een gepaste kaart en op de globe evenaar, de polen, de oceanen, de landen van de Europese Unie en de werelddelen opzoeken en aanwijzen. 6.7. De leerlingen kunnen in de realiteit op een gepaste kaart een landelijke, stedelijke, toeristische en industriële omgeving herkennen en van elkaar onderscheiden. 7. De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen.
DOELSTELLINGEN ❏❏ De leerlingen kunnen aantonen dat veel producten die ze dagelijks gebruiken, overal ter wereld worden geproduceerd. ❏❏ De leerlingen kunnen het belang van een haven als draaischijf van import en export illustreren aan de hand van een wereldkaart met handelsroutes. ❏❏ De leerlingen kunnen een legende bij een kaart lezen en uitleggen. ❏❏ De leerlingen kunnen zelf informatie opzoeken in een atlas.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
33
© Daniel Leppens / Shutterstock.com
LESVERLOOP
Inleiding Bij het begin van de les wordt het doel van de les aan de leerlingen meegedeeld (zie doelstellingen). Heel veel producten die we elke dag gebruiken, worden niet in ons land geproduceerd. Vaak kan je op voorwerpen terugvinden in welk land ze zijn gemaakt (Made in …). Ook in onze school vinden we talrijke producten die niet bij ons zijn gefabriceerd. We gaan even op zoek om na te kijken of we kunnen achterhalen waar een aantal zaken werd gemaakt.
Containervervoer in de haven van Antwerpen
Duo-opdracht (5 min.) ❏❏ Zoek in de klas of de omgeving van de klas een aantal voorwerpen die de fabricatieplaats vermelden.
Klassikaal (5 min.) Welke landen worden vermeld als fabricatieplaats? ❏❏ De leerkracht schrijft die landen op het bord.
Groepsopdracht (10 min.) We zoeken de landen in een atlas op en we trachten te achterhalen hoe deze producten bij ons terecht zijn gekomen. Vermeld of laat opzoeken met welk transportmiddel de producten tot bij ons geraken en welke route zou kunnen gevolgd worden. ❏❏ Materiaal: atlas + klassikale wereldkaart op te zoeken via: ßß http://aardrijkskunde.hlz.nl/BN2%20map%20H1/BN2%20H1P4/BN2%20H1P4%20main%20E3.htm
Na een tiental minuten worden de resultaten op een wereldkaart genoteerd.
Vaststellingen na een klasgesprek (10 min.) ❏❏ West-Europa heeft de grootste aantallen import- en exporthoeveelheden in de wereld. ❏❏ Veel producten worden binnen West-Europa verhandeld. ❏❏ Een groot aantal producten wordt verhandeld buiten Europa. ❏❏ Havens spelen een belangrijke rol bij het importeren en exporteren van goederen over de hele wereld. ❏❏ De havens zorgen voor een grote werkgelegenheid.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
34
Deel Deel 2I
Les 1 2
Handel per schip en het belang van de Schelde als aanvoerroute Bekijken van filmpje over de haven Rotterdam (vergelijkbaar met de haven van Antwerpen):
De bijlagen 1 tot en met 4 kunnen door de leerkracht worden gebruikt als achtergrondinformatie bij de les over economie en handel via de havens. Deze informatie kan tijdens het leergesprek op een eenvoudige manier aan bod komen.
Bijlage 1 Tekst uit het filmpje over de haven van Rotterdam: ßß http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070419_haven01
Ik ben in de haven van Rotterdam, één van de grootste en belangrijkste havens ter wereld. Hier via de Nieuwe Waterweg komen schepen van over de hele wereld Europa binnen. En vanaf hier wordt hun lading dan verder vervoerd. Dat gebeurt ook weer per schip, op kleinere schepen, maar soms gaan de containers ook vrachtwagens op, treinen in of wordt het per pijpleiding verder vervoerd. En zo komen spullen uit de hele wereld bij mensen in Europa. Wel 460 miljoen mensen komen zo aan hun spullen. Hier wordt voor gezorgd dat alle schepen die naar Rotterdam toe komen op de goede manier de haven binnenvaren? Ja, dat klopt. Daar zorgt deze verkeersoperator op dit moment voor, die houdt het ook in de gaten, die ziet op een gegeven moment ook aan die contacten zoals ze daar dus varen ziet hij op een gegeven moment of dat d’r een gevaarlijke situatie ontstaat. Dan kan hij ze oproepen: “heeft u dat in de gaten?” en “wat gaat u eraan doen?”. Is er nou een containerschip wat zo meteen binnenkomt wat we hier even kunnen bekijken, dan gaan we daarna naar buiten om ‘m te zien? Dat is de Albert Maersk die je hier ziet op het scherm. De baas aan boord van dit schip is nu niet de kapitein zelf, maar een loods. En dat is iemand die hier werkt in de haven van Rotterdam. Die gaat aan boord een eindje vlak voordat het schip de haven inkomt, en die weet hier precies de weg en ook waar het schip naartoe moet. En die vertelt nu tegen die sleepboot die daarachter zit waar hij moet trekken, want dit schip is zó zwaar en groot, dat ie niet zelf even de bochten kan maken en daarom zit die sleepboot d’r nu achter, en die trekt ‘m als het ware de bocht om. Dit schip hier is een paar uur geleden aangekomen, d’r zaten wel twaalfduizend containers op en die grote grijze hijskranen, die hebben al die containers er af gehaald en nu zet ie er weer nieuwe op. Dat moet snel, want hoe langer dit schip hier ligt, hoe meer geld het kost. Nu is het mooie, dat ze hier allemaal oranje karretjes hebben die die containers aan- en afvoeren, er zit niemand op: die worden door een computer bestuurd. Geinig hè? Behoorlijk goed georganiseerd dus allemaal in deze gigantische haven in Rotterdam.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
35
© www.schooltv.nl
ßß http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070419_haven01
Containers Driekwart van het conventionele stukgoed wordt vervoerd in containers. Een belangrijk voordeel van de Antwerpse haven is de aanwezigheid van toonaangevende gespecialiseerde containerterminals, zowel op de Schelde als in de dokken. Belangrijke investeringen in infrastructuur en de uitbouw van een getijdendok met hoogtechnologische containerterminals, staan borg voor de consolidatie van de huidige marktpositie en de verdere ontwikkeling van de haven. In 2009 werden in de Antwerpse haven 87,3 miljoen ton containers (7,3 miljoen TEU) behandeld.
© Daniel Leppens / Shutterstock.com
Bijlage 2
Containerterminal De Scheldehaven ligt ongeveer 80 km verwijderd van de Noordzee. Deze inlandse ligging is een voordeel voor wie kosten wil beheersen en de markt effectief en efficiënt wil bedienen. Bij aankomst in de Antwerpse haven zijn de goederen immers al dichter bij de klant en blijven de kosten van het natransport per vrachtwagen, trein of binnenschip beperkt.
Ook Hamburg is vrij ver in het binnenland gelegen. Deze ligging is een belangrijke troef: binnen Noordwest-Europa is het gezamenlijk marktaandeel van de zeehavens Antwerpen en Hamburg gestegen van 35,1% in 1990 naar 48,1% in 2006. De haven van Antwerpen laat daarbij de snelste groei voor containerbehandeling optekenen in Noordwest-Europa. ßß Bron: www.havenvanantwerpen.be
Vloeibaar massagoed Met meer dan 3,6 miljoen m³ heeft de haven van Antwerpen een uitstekende positie inzake tankopslagcapaciteit. Met 1.474 opslagtanks is Antwerpen een belangrijke Europese speler. Bovendien loopt de capaciteit van de tanks uit roestvrij staal op tot 164.147 m³, wat van Antwerpen de wereldwijde marktleider maakt voor dit soort gesofisticeerde opslagtanks. De aanbieders van tankopslag in Antwerpen delen met elkaar de toewijding tot kwaliteit en flexibiliteit, gekoppeld aan een gezonde concurrentie, wat van de Antwerpse haven een kostcompetitieve distributielocatie maakt.
© Daniel Leppens / Shutterstock.com
Bijlage 3
Opslag van vloeibaar massagoed
In de Antwerpse haven ligt de nadruk op de distributie van chemicaliën, waarin de haven de sterkste positie van Europa bekleedt. Grote hoeveelheden ruwe aardolie worden via een rechtstreekse pijpleiding uit Rotterdam naar de raffinaderijen in de Antwerpse haven aangevoerd. Het ondergronds netwerk van 300 km pijpleidingen in het havengebied garandeert een kostengunstig, vlot en veilig transport van vloeibare goederen. In 2009 werd in de Antwerpse haven 39,5 miljoen ton vloeibaar massagoed behandeld. ßß Bron: www.havenvanantwerpen.be
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
36
Deel 2
Les I
De volledige westzijde van het Deurganckdok wordt uitgebaat door PSA HNN. PSA HNN richt de Deurganck Terminal in volgens het klassieke concept: containerkranen in combinatie met straddle carriers. Daarnaast werd alle infrastructuur voorzien voor het behandelen van zowel vrachtwagens, treinen als lichters. De Antwerp Gateway terminal, op de oostkaai van het Deurgandock, wordt beheerd door DP World. DP World werkt aan een proefproject om de straddle carriers te vervangen door RMG-technologie waarmee de containers volautomatisch worden gestapeld. Het bestaande Delwaidedok op de rechter Scheldeoever werd grondig gerenoveerd ten gevolge van de inplanting van de MSC Home Terminal op de zuidkant van het dok. In 2008 werd de terminal aan de noordkant van het Delwaidedok met 440 meter uitgebreid. Met een kaailengte van 2,9 kilometer kunnen aan de terminal heel wat schepen gelijktijdig worden behandeld. 21 containerkranen en 124 straddle carriers staan daarvoor in. De MSC Home Terminal kan jaarlijks 3,6 miljoen TEU behandelen. De MSC Home Terminal, waarin goederenbehandelaar PSA HNN en rederij Mediterranean Shipping Company (MSC) partners zijn, functioneert als Europese draaischijf voor de diensten van de MSC. Met 1400 aanlopen per jaar, is deze rederij veruit de belangrijkste containerrederij in de Antwerpse haven.
Containerkraan © Daniel Leppens / Shutterstock.com
Het Deurganckdok, het nieuwe containergetijdendok op de linker Scheldeoever, is sinds juli 2005 in gebruik en vertegenwoordigt een verdubbeling van de containeroverslagcapaciteit in de Antwerpse haven. Wanneer het Deurganckdok volledig operationeel is, kan het met zijn 450 meter breedte en nagenoeg 5,3 kilometer kaaimuur jaarlijks 7 miljoen TEU behandelen.
Gestapelde containers © Daniel Leppens / Shutterstock.com
Het Deurganckdok
© Daniel Leppens / Shutterstock.com
Bijlage 4
Ook de twee containerterminals op de Schelde, de NoordzeeContainerterminal en de Europaterminal, draaien op volle toeren. Beide zijn in handen van PSA HNN. Het zijn de ‘oudste’ getijdenterminals van de Antwerpse haven, in gebruik sinds 1990 en 1996. Samen beschikken ze over een containercapaciteit van 3,7 miljoen TEU. De twee terminals aan de Schelde waren tot voor kort de sterkhouders van de containeroverslag in de Antwerpse haven. Met de renovatie van het Delwaidedok (inbreiding) en met de bouw van het Deurganckdok (uitbreiding) bewijst de Antwerpse haven dat ze flexibel en efficiënt kan inspelen op de capaciteitsnoden van de markt. ßß Bron: www.havenvanantwerpen.be
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
37
CLIM-project: coöperatief leren in multiculturele groepen ßß Meer info op www.steunpuntico.be
Lessenreeks
DE SCHELDE:
BRON VAN LEVEN BETEKENIS VOOR DE MENS, DE WERKGELEGENHEID EN HET MILIEU
LESDUUR 5 x 50 minuten
MATERIAAL ❏❏ Atlas ❏❏ Internet in de klas of op school ❏❏ Presentatiesoftware (b. PowerPoint, Prezi, Open Office, …) ❏❏ Bronnenboekje ❏❏ CLIM-werkkaarten
EINDTERMEN 1.3. De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. 1.4. De leerlingen kennen in hun omgeving twee verschillende biotopen en kunnen er enkele veel voorkomende organismen in herkennen en benoemen. 1.5. De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. 1.6. De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt. 1.24. De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met het milieu. 2.1. De leerlingen herkennen in hun directe omgeving toepassingen van hefbomen, katrollen en bewegingsoverbrenging via tandwielen. 2.2. De leerlingen kunnen van voorzieningen of voorwerpen uit hun omgeving aangeven welke de energie- bron is die verantwoordelijk is voor de waargenomen beweging, verwarming of verlichting.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
38
Deel 2
CLIM
2.3 bis. De leerlingen leren effectief met informatica en informatieverwerking omgaan. 4.2. De leerlingen kunnen met een zelf gekozen voorbeeld illustreren hoe de prijs van een product tot stand komt. 4.4. De leerlingen kunnen illustreren dat welvaart zowel over de verschillende landen in de wereld als in België ongelijk verdeeld is. 5.8. De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 5.9. De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders. 6.2. De leerlingen kunnen in een praktische toepassingssituatie op een gepaste kaart en op de globe evenaar, de polen, de oceanen, de landen van de Europese Unie en de werelddelen opzoeken en aanwijzen. 6.7. De leerlingen kunnen in de realiteit op een gepaste kaart een landelijke, stedelijke, toeristische en industriële omgeving herkennen en van elkaar onderscheiden. 7. De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen.
DOELSTELLINGEN ❏❏ De leerlingen dragen verantwoordelijkheden voor een opgelegde taak. ❏❏ De leerlingen kunnen constructief samenwerken in kleine groepjes. ❏❏ De leerlingen kunnen gegevens verwerken tot een presentatie. ❏❏ De leerlingen kunnen leerinhouden voorstellen aan de klasgenoten. ❏❏ De leerlingen kunnen het eigen werk en dat van de klasgenoten kritisch en constructief evalueren. ❏❏ De leerlingen verwerven inzicht in het belang van een rivier voor de ontwikkeling van een gemeenschap en van het milieu.
GROEPSOPDRACHT (informatie voor de leerkracht)
Groepswerk, CLIM De activiteiten in deze les worden eenmaal uitgevoerd, daarom is het geen échte CLIM-les. Wel wordt een aantal elementen van CLIM overgenomen (o.a. groepswerk en rolverdeling). Wat ontbreekt is de rotatie van rollen en activiteiten. Het is de bedoeling dat de kinderen via dit groepswerk kennis maken met een aantal organisatorische componenten van CLIM, die ze later in een echt CLIM-thema kunnen gebruiken. Leerkrachten die ervaring hebben met CLIM-thema’s kunnen eventueel de groepen wel laten roteren. In een volgende namiddag kan men dan een andere groep, werkend met dezelfde informatie en gebruik makend van de voorstelling van de vorige groep, laten verder werken aan de activiteiten. Op die wijze krijgt men dan een echt CLIM-thema waarbij elke opdracht door elke groep uitgevoerd wordt.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
39
1. Vorm heterogene groepen We werken met heterogene groepen. Leren omgaan met verscheidenheid is immers het hoofddoel van intercultureel onderwijs. In elke groep is er sprake van cultuurverschillen tussen leerlingen: verschillen in levensstijl, waardebeleving en normen, maar ook verschillen in kennis en vaardigheden. Doorheen deze les krijgen kinderen kansen om eigen ervaringen, eigen belevingen en opvattingen te verwoorden. Op die wijze wordt aandacht besteed aan de culturele eigenheid van elk kind. Via coöperatieve werkvormen proberen we kinderen vooral te leren van en aan elkaar. We willen hen veel ervaringskansen geven om interactief te zijn, om samen te werken, om respect te ontwikkelen voor anderen.
2. Verduidelijk de rollen aan de hand van rolkaartjes Bij kleine klassen zullen meerdere rollen samen aan één kind moeten worden gegeven. Indien mogelijk worden vier à vijf groepjes gevormd van vier of vijf kinderen. Je kan de rollen op volgende wijze verdelen:
kapitein
verslaggever
materia almeester
❏❏ kapitein: 1 leerling
❏❏ verslaggever: 1 leerling
❏❏ materiaalmeester: 1 leerling
Bij groepen van vier leerlingen: tijdbewaker en bemiddelaar worden door één leerling waargenomen.
tijdbewaker
❏❏ tijdbewaker: 1 leerling
Elke leerling krijgt nu één kaartje met zijn/haar rol op.
bemiddelaar
❏❏ bemiddelaar: 1 leerling
3. Groepswerkopdrachten ❏❏ Je deelt aan elke groep de groepsopdracht uit. Je licht kort elke groepsopdracht toe, zodat ook alle groepen van elkaar weten wat andere groepen moeten doen. Als er voor jouw klas te moeilijke opdrachten zijn, kan je ze altijd aanpassen (bv. internet vervangen door cd-rom, boek, …). ❏❏ Je verdeelt de teksten over de verschillende groepen. Hierbij houd je rekening met de keuzes van de leerlingen. Voor sommige leerlingen kan het zinvol zijn om de teksten die moeten verwerkt worden, af te bakenen in kleine delen, zodat het werk overzichtelijk blijft voor alle leerlingen. ❏❏ Het is de bedoeling dat de leerlingen deze thema’s of een deeltje ervan, in hun groepje lezen en verwerken tot een presentatie. Ervaring met groepswerk is natuurlijk een pluspunt en de taken die elk groepslid moet uitvoeren, moeten duidelijk geformuleerd worden. De kernwoorden of kerngedachten zijn apart aangeduid in de tekst. Dit kan de leerlingen helpen om op een snelle manier de hoofdgedachte uit een tekst te filteren, zodat ze hun presentatie daarrond kunnen opbouwen. ❏❏ Als de inhoud van de tekst in alinea’s wordt verdeeld, kunnen de leerlingen bij elke alinea een dia maken die ze vervolgens kunnen illustreren met afbeeldingen die op diverse websites te vinden zijn. Veel bruikbare informatie is op de volgende sites te vinden: ßß www.wikipedia.be ßß http://www.hetzeeuwselandschap.nl/terreinen.php?id=9&rid=6&tid=21 ßß www.fortliefkenshoek.be.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
40
Deel 2
CLIM
❏❏ Als de leerlingen de gelegenheid krijgen om zelf foto’s over de tekstdelen op te zoeken via het internet, zullen ze er zeker in slagen om een mooie presentatie voor hun klasgenoten uit te werken. ❏❏ Volgende thema’s worden uitgebreid beschreven in een afzonderlijk bronnenboekje (opgenomen in het werkboekje voor de leerling): • Oriëntatie op een kaart van België ............................................................................................................ p. 11 • Ontstaan van de polders ..................................................................................................................... p. 11 - 13 • Sluizen ....................................................................................................................................................... p. 14 - 15 • De Schelde ........................................................................................................................................................ p. 16 • De zeevaart ..................................................................................................................................................... p. 17 • De binnenvaart ................................................................................................................................................ p. 18 • Het scheepsjargon .......................................................................................................................................... p. 19 • Bodemgebruik of verdeling van de landbouwoppervlakte .................................................................. p. 20 • Het Verdronken Land van Saeftinghe – geschiedenis .......................................................................... p. 21 • Het Verdronken Land van Saeftinghe – fauna ....................................................................................... p. 22 • Het Verdronken Land van Saeftinghe – flora ......................................................................................... p. 23
4. Groepswerk Jouw rol bestaat er nu in om de verschillende groepen te ondersteunen, te coachen, te begeleiden, ook en vooral als ze dreigen te ontsporen. Observeer ook in elke groep het groepsproces, de taakspanning, het rolgedrag, enzovoort.
5. De voorstelling In deze les presenteren de kinderen hun werk aan elkaar. ❏❏ Je bespreekt de opdracht van de groep met de klas zodat iedereen opnieuw mee is met het thema. ❏❏ Tijdens de voorstelling mogen de klasgenoten kernwoorden noteren. Na de presentatie voorzien de presentatoren een klein quizje met een vijftal vraagjes. De andere groepjes kunnen samen overleggen om de antwoorden te noteren. ❏❏ De groepen stellen hun werk voor aan elkaar. ❏❏ Bespreek samen kort elke voorstelling.
6. Evaluatie ❏❏ Het samen bespreken van de voorstellingen is al een evaluatievorm. ❏❏ Laat elke leerling individueel zijn rol in de groep evalueren (zie werkblad ‘evaluatie’) en dat bijhouden tot een volgende CLIM-activiteit. ❏❏ De voorstelling wordt door de klas geëvalueerd. We streven ernaar om de kinderen constructief te laten evalueren.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
41
© shutterstock
Het Verdronken Land van Saeftinghe
Aandachtspunten bij de evaluatie: • Zijn er duidelijke afbeeldingen gebruikt? • Is er duidelijk gesproken? • Hebben de leden van de groep goed op elkaar ingespeeld? • Is er goed gebruik gemaakt van multimedia? • Werd de inhoud van het thema duidelijk gebracht?
Na elke voorstelling volgen enkele belangrijke reflectievragen: • Wat zijn de doelstellingen bij deze les? Hebben we deze doelen bereikt (zie lesdoelen)? • Waarmee moet ik rekening houden als ik nog een presentatie moet geven? • Wat vond ik moeilijk? Of gemakkelijk? • Vond ik dit een leuke werkvorm?
Schematisch overzicht van de lessenreeks ❏❏ Les 1: duiding van de opdracht door de leerkracht + taakverdeling binnen de groep en groepsafspraken ❏❏ Les 2: informatie verzamelen over het thema ❏❏ Les 3: informatie verwerken + presentatie voorbereiden ❏❏ Les 4: informatie verwerken + presentatie voorbereiden ❏❏ Les 5 : presentatie aan de klasgenoten en evalueren van de resultaten en werkhouding
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
42
Deel 2
CLIM
OPDRACHTFICHE VOOR DE LEERLINGEN
Tijdens de volgende twee W.O.-lessen krijgen jullie de kans om een presentatie te maken over een thema dat jullie in het bronnenboekje vinden. Jullie kunnen de keuze maken uit elf onderwerpen.
Op het einde van deze twee lessen hebben jullie het volgende geleerd: ❏❏ een voorstelling over een onderwerp voor je klasgenoten uitwerken en presenteren: afbeeldingen zoeken, de hoofdgedachte van een tekst in een dia omzetten; ❏❏ goed kunnen samenwerken; ❏❏ aandachtig kunnen luisteren naar een presentatie van je klasgenoten; ❏❏ ontdekken wat je aan je eigen presentatie kan verbeteren; ❏❏ informatie over een thema opzoeken; ❏❏ een computer gebruiken om een presentatie op te stellen.
Verloop van de opdracht ❏❏ Kies uit het lijstje dat jullie hieronder vinden een thema waarover jullie een presentatie willen maken. ❏❏ Ga op zoek naar informatie en afbeeldingen over het gekozen thema. Jullie krijgen hiervoor twee lestijden de tijd. Veel informatie kunnen jullie terugvinden in jullie bronnenboekje. De afbeeldingen zoeken jullie op websites die bij de teksten vermeld staan. Jullie kunnen natuurlijk ook vrij surfen op het internet om mooie afbeeldingen te vinden. Ook een bezoek aan de bibliotheek kan jullie helpen om informatie over het thema te vinden. ❏❏ Verdeel de teksten eerst in korte alinea’s. Elke alinea kan je omzetten naar een dia waarbij je gepaste afbeeldingen zoekt. In de tekst in het bronnenboekje vinden jullie kernwoorden die zeker aan bod moeten komen in jullie presentatie. ❏❏ Zet de afbeeldingen in een PowerPointpresentatie en schrijf er telkens een beetje uitleg bij. ❏❏ Schrijf voor jezelf op een afzonderlijk blad nog extra uitleg. Tijdens de voorstelling aan jullie klasgenoten kunnen jullie dit blad gebruiken om naast de dia ook nog wat extra te vertellen over de afbeeldingen. ❏❏ Na deze voorbereiding is het de bedoeling dat jullie aan jullie klasgenoten een voorstelling geven over het thema. De presentatie mag maximum 10 minuten duren. ❏❏ Maak aan het einde van de presentatie ook een kleine quiz met een vijftal vragen over het thema. Die quiz kan je aan je klasgenoten voorleggen.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
43
© Shutterstock
© Shutterstock
11
Mogelijke thema’s THEMA 1
THEMA 2
Oriëntatie op een kaart van België
Ontstaan van de polders pagina 11 en 13 bronnenboekje
© Shutterstock
© Shutterstock
© Shutterstock
pagina 11 bronnenboekje
THEMA 3
THEMA 4
THEMA 5
pagina 17 bronnenboekje
© Shutterstock
De zeevaart
pagina 16 bronnenboekje
© Shutterstock
De Schelde
pagina 14 en 15 bronnenboekje
© Shutterstock
Sluizen
THEMA 6
THEMA 7
De binnenvaart
Het scheepsjargon
pagina 18 bronnenboekje
pagina 19 bronnenboekje
THEMA 8 Bodemgebruik of verdeling van de landbouwoppervlakte © Shutterstock
© Shutterstock
© Shutterstock
pagina 20 bronnenboekje
THEMA 9
THEMA 10
THEMA 11
Het Verdronken Land van Saeftinghe - geschiedenis
Het Verdronken Land van Saeftinghe – fauna
Het Verdronken Land van Saeftinghe – flora
pagina 21 bronnenboekje
pagina 22 bronnenboekje
pagina 23 bronnenboekje Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
44
45 FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
VERSLAGGEVER ❏❏ Jij schrijft het antwoord van de groep op en dat stel jij voor aan de klas. ❏❏ Jij brengt verslag uit over het verloop van het groepswerk. ❏❏ Hoe verliep het groepswerk? ❏❏ Wat waren de problemen in jouw groep ? Storende elementen, … ❏❏ Wat gaan jullie volgende keer anders/beter doen? ❏❏ Wat gaan jullie volgende keer net hetzelfde doen?
K APITEIN ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
Jij zorgt ervoor dat het groepswerk ordelijk verloopt. Jij zorgt ervoor dat iedereen voldoende aan bod komt. Jij zorgt ervoor dat elk groepslid meewerkt, meedenkt, meepraat ... Je neemt geen enkele beslissing op eigen houtje. Beslissingen nemen jullie maar als elk groepslid akkoord gaat.
1. uitknippen
Print deze kaarten op stevig papier en kleef ze dicht. Perforeer de 2 cirkeltjes en steek een touwtje door de gaatjes zodat je de kaartjes rond je hals kan hangen. 2. dichtkleven
3. plastificeren
k aartjes met de rolverdeling
q
DEEL 2
CLIM
46 FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
TIJDBEWAKER ❏❏ Jij zorgt ervoor dat het groepswerk binnen de afgesproken of voorziene tijd wordt afgewerkt. ❏❏ Waak er ook over dat bij spreekopdrachten iedereen aan bod komt en dat iedereen ongeveer evenveel tijd aan het woord is. ❏❏ Rem diegenen die te veel praten af. ❏❏ Spoor de zwijgers aan om ook mee te praten en mee te denken.
MATERIAALMEESTER ❏❏ Jij haalt het nodige materiaal voor het groepswerk: papier, lijm, verf, schaar, ... ❏❏ Jij zorgt er ook voor dat het materiaal terug op zijn plaats komt. ❏❏ Als iemand dus iets nodig heeft, zegt hij/zij dat aan jou en jij bezorgt het nodige materiaal.
47 FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
BEMIDDELAAR ❏❏ Jij moedigt tijdens het werk de groepsleden aan om mee te doen en elkaar te helpen. ❏❏ Alleen jij kunt de hulp van de leerkracht inroepen. ❏❏ Geef steeds positieve reacties en let erop dat niemand wordt afgebroken.
DEEL III
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
48
Deel 3
spel 1
DIDACTISCHE GEZELSCHAPSSPELEN Roos Cleiren, Ellen Van Goethem en Ilse Wagemans
spel 1
MEMORY
Centraal staan de hoofdpersonages uit de geschiedenis van het fort Liefkenshoek. In het Bezoekerscentrum Liefkenshoek krijgen zij ruime aandacht in functie van de bewogen geschiedenis van deze plek.
Materiaal 20 memorykaartjes • 1560: de Spaanse koning Filips II heerst over de erg onrustige Nederlanden • 1568-1648: de Tachtigjarige Oorlog is aan de gang • 1584: Alexander Farnese verovert Fort Liefkenshoek • 1584: Willem Van Oranje wordt vermoord • 1638: de Slag bij Kallo vindt plaats • 1810-1812: Napoleon Bonaparte laat nieuwe fortgebouwen optrekken waaronder de kat • 1815: Willem I herenigt de Noordelijke en Zuidelijk Nederlanden • 1577: oude plattegrond van Fort Liefkenshoek • 1815: Fort Liefkenshoek ten tijde van Napoleon • nu: het actuele Fort Liefkenshoek
Elk plaatje van het memoryspel (met jaartal en beknopte informatie) komt 2 x voor. Een kaartje ziet er als volgt uit:
1810-1812
Napoleon Bonaparte laat nieuwe
fortgebouwen optrekken waarond
er de kat
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
49
Voorbereiding voor de leerkracht ❏❏ Druk de kaartjes af op stevig papier, zodanig dat ze niet doorschijnen.
Lesverloop ❏❏ De leerkracht kan de kaartjes van het memoryspel flitsen (in chronologische volgorde) en de kinderen kort laten vertellen wat ze nog over deze persoon weten. ❏❏ Daarna kunnen de kinderen in groepjes van 2 à 3 personen met het memoryspel aan de slag.
Spelregels ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
Draai alle 20 kaartjes met de gedekte kant naar boven. De jongste speler mag beginnen. Elk mag om de beurt twee gedekte kaartjes omdraaien voor het hele groepje. Hij of zij leest luidop de tekst van de kaartjes voor. Zijn de twee plaatjes dezelfde, dan mogen deze kaartjes uit het spel worden verwijderd en mag deze speler nogmaals aan de beurt. ❏❏ Zijn de twee plaatjes verschillend, dan worden beide kaartjes weer gedekt op dezelfde plaats gelegd. ❏❏ De speler die de meeste kaartjes kan verzamelen, is de winnaar.
spel 2
rechtenspel
ganzenbord
Een Ganzenbordspel waarin de Rechten van het Kind voor het vijfde leerjaar (groep 7) en de Rechten van de Mens voor het zesde leerjaar (groep 8) centraal staan. In het Belevingscentrum Liefkenshoek staan de Kinderrechten op de gewelven van de zalen en 1 en 2. In de eerste drie zalen van het Belevingscentrum wordt namelijk de migratie in de zestiende eeuw (na de val van Antwerpen in 1585) en de negentiende eeuw (de grootscheepse migratie naar Amerika) gelinkt aan actuele migratie- en vluchtelingengolven.
Materiaal • speelbord (te downloaden) • 6 pionnen • 6 maal 12 rechtenkaarten (te downloaden) • dobbelsteen • opdrachtenkaarten (te downloaden)
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
50
Deel 3
spel 2
VIJFDE LEERJAAR – GROEP 7 RECHTENKAARTEN
• Recht op spel en ontspanning • Recht op een eigen mening (inspraak) • Recht op onderwijs • Recht op bescherming • Recht op een eigen geloof • Recht op gezondheidszorg • Recht op informatie • Recht op bescherming tegen zware arbeid • Recht op opvoeding • Recht op vereniging • Recht op privacy • Recht op voeding
RECHTENSPEL
recht
enspel
OPDRACHTENKAARTEN
• JE HEBT GELUK: Vanaf 15 januari 1992 wordt het verdrag van de kinderrechten in België toegepast. Ga naar het dichtstbijzijnde rechtenkaartje dat je nog niet in je bezit hebt. • JAMMER, De kinderrechten worden nog niet in alle landen toegepast. Keer terug naar je vorige vakje. • WELKOM in de leerlingenraad! Je krijgt hier het recht om je mening te uiten! Ga naar het rechtenvakje “recht op een eigen mening (inspraak)”. Als je dit kaartje al hebt, schenk het dan aan een van je tegenspelers. • Je bent een echte SPEELVOGEL, ga naar een neutraal vakje naar keuze. • Er wordt een nieuwe school geopend in Ethiopië, de kinderen uit de naburige dorpen zijn heel blij. Jij verzamelde met jouw klas geld om schriftjes aan te kopen. KNAP! Je mag 5 opeenvolgende sprongen maken naar keuze. • Je bent bang. Je beste vriend geeft je een troostende knuffel. Ga naar het vakje van de dichtstbijzijnde tegenspeler. • In de jeugdbeweging zijn jullie allemaal goede vrienden. Toch zijn er kinderen met een ander geloof. SUPER! Ga het naar het rechtenvakje “recht op een eigen geloof ”. • Oei, je bent gevallen en er is niemand om je te verzorgen. Leg één rechtenkaartje terug bij het juiste rechtenvakje. • Je hebt een probleempje, je begrijpt iets niet. Gelukkig legt de juf het jou graag uit! Maak drie extra sprongen naar keuze. • Er zijn nog veel landen waar kinderen goedkope arbeidskrachten zijn. Kinderen werken 10 uur per dag, vaak 7 dagen op 7 in fabrieken. Ze worden vaak slecht tot helemaal niet betaald. Alle spelers die dit kaartje “recht op bescherming tegen zware arbeid” al in hun bezit hadden, leggen dit terug bij het juiste rechtenvakje. • Soms kunnen kinderen waarvan de ouders niet voor hen kunnen zorgen terecht in een pleeggezin. Dit gezin zorgt voor hen, als hun eigen kind. JOEPIE! Je mag nog een keertje dobbelen. • In jouw dorp wordt een nieuwe jeugdbeweging opgericht! Iedereen die lid is van een sportclub, jeugdbeweging of naar de academie gaat mag het kaartje “recht op vereniging” nemen. • Jullie verhuizen. In het nieuwe huis krijg jij een nieuwe kamer voor jou alleen. Je vindt dit zo gezellig dat je nog een beetje langer wil blijven om te genieten van deze plaats. Sla de volgende beurt over. • Eén van je klasgenoten is zijn boterhammen vergeten. Jij geeft hem er eentje van de jouwe. Wat een knappe zet, hiervoor mag je een rechtenkaartje naar keuze kiezen.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
51
ZESDE LEERJAAR – GROEP 8 RECHTENKAARTEN
• Recht op asiel • Recht op onderwijs • Recht op voeding • Recht op rust en ontspanning • Recht op gelijkwaardigheid • Recht op leven in veiligheid • Recht op privacy • Recht op een vrije meningsuiting • Recht op een nationaliteit • Recht op onderdak • Recht op onschuld, tenzij het schuldig bewezen • Recht op een gezin
RECHTENSPEL RECH
TE N S
PE L
OPDRACHTENKAARTEN
• JE HEBT GELUK, Vanaf 1955 wordt het Europees verdrag van de rechten van de mens in België toegepast. Ga naar het dichtstbijzijnde rechtenkaartje dat je nog niet hebt. • Eén van je klasgenoten is zijn boterhammen vergeten. Jij geeft hem er eentje van de jouwe. Wat een knappe zet! Hiervoor mag je een rechtenkaartje kiezen. • Er wordt een nieuwe school geopend in Ethiopië. De kinderen uit de naburige dorpen zijn heel blij. Jij verzamelde met de gemeente geld om schoolmateriaal aan te kopen. KNAP! Je mag 5 opeenvolgende sprongen naar keuze maken. • Jullie verhuizen. In het nieuwe huis krijg jij een nieuwe kamer voor jou alleen. Je vindt dit zo gezellig dat je nog een beetje langer wil blijven om te genieten van deze plaats. Sla de volgende beurt over. • In Oostende is een groep mensen zonder papieren aangekomen op zoek naar een beter leven. Zij kunnen niet de nodige documenten voorleggen om in ons land te blijven. Naar hun eigen land, waar oorlog heerst, kunnen ze ook niet terug. VERSCHRIKKELIJK! Geef één rechtenkaartje naar keuze af. • Na een week hard werken hebben jullie dit wel verdiend! Jij mag een familieuitstapje kiezen. Ga naar een rechtenvakje naar keuze. • Bij onze buren is een kind geadopteerd. PROFICIAT. Om dit te vieren mag je je 5 achtereenvolgende vakjes naar keuze verplaatsen. • Na een grote diefstal worden 2 personen als schuldigen aangewezen. Zij beweren hier niets mee te maken te hebben. Onderzoek maakte duidelijk dat er slechts één dader was. Beiden zijn onschuldig tot het tegendeel bewezen is. In afwachting van het proces ga je terug naar je vorige vakje. • WELKOM in de leerlingenraad! Je krijgt hier het recht om je mening te uiten! Ga naar het rechtenvakje “recht op een eigen mening (inspraak)”. Als je dit kaartje al hebt, schenk het dan aan iemand van je tegenspelers. • Voor een nieuwe job in een bedrijf wordt er geen verschil gemaakt tussen mannen of vrouwen. Het belangrijkste is, dat het een goede werkkracht is! KNAP van de werkgever. Je mag je 3 achtereenvolgende vakjes naar keuze verplaatsen. • Sommige woningen moeten verdwijnen omdat de industrie uitbreidt. In naburige steden en gemeenten worden voor deze mensen andere woningen voorzien. DANKJEWEL! Ga naar de dichtstbijzijnde tegenspeler. • Blauwhelmen zijn soldaten die de vrede proberen te bewaren. Zij zorgen ervoor dat mensen in een veilige omgeving kunnen leven. Dobbel nog een keertje om de blauwhelmen vooruit te helpen. • Mensen zonder papieren tellen officieel niet meer mee. Wat is hun nationaliteit? Ze kunnen deze niet meer bewijzen. Zoek jij het even uit? Leg hiervoor een rechtenkaartje terug op het speelbord. Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
52
Deel 3
spel 2
Voorbereiding voor de leerkracht ❏❏ Druk het materiaal (het speelbord, de rechtenkaarten en de opdrachtenkaarten) af op stevig papier.
Lesverloop ❏❏ De leerkracht legt het doel van het spel en de spelregels uit. ❏❏ De leerlingen spelen het spel in groepjes van maximaal zes.
Spelregels Doel van het spel:
De spelers proberen de twaalf verschillende kaartjes met de kinderrechten te bemachtigen. De leerling die als eerste de 12 verschillende kaartjes heeft bemachtigd, mag Fort Liefkenshoek verlaten met de boot. Klaar voor de start?
Wie het hoogste aantal ogen dobbelt, mag het spel beginnen. Als je aan de beurt bent:
❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
Gooi de dobbelsteen. Verplaats je pion op het speelbord volgens het gegooide aantal ogen. Na elke worp met de dobbelsteen mag je de andere kant van het bord opgaan. Per dobbelsteenworp blijf je echter de gekozen richting volgen. Je mag met twee spelers op één vakje staan.
Spelverloop ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
Verzamel alle pionnen bij het startvakje. De eerste speler dobbelt en gaat het aantal gegooide vakjes vooruit. Komt hij op een “neutraal vakje”, dan gaat de beurt naar de volgende speler. Komt hij op “rechtenvakje”, dan krijgt deze speler het eerste kinderrechtenkaartje. Komt de speler op een “opdrachtenvakje”, dan leest hij de opdracht luidop voor en voert ze uit. De volgende speler is daarna aan de beurt. Vanaf de tweede worp kan de speler kiezen (indien mogelijk) of hij zich vooruit of achterwaarts verplaatst. De speler die de 12 kaartjes verzamelt, probeert zo snel mogelijk naar de aanlegsteiger te komen. Diegene die deze plaats als eerste bereikt, is de winnaar van het spel.
Bron ßß www.kinderrechten.be
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
53
spel 3
HANDELSSPEL Het leven zoals het was
Een handelsspel (Het leven zoals het was) waarin de leerlingen kennismaken met allerlei handelswaren uit vervlogen tijden. In het Belevingscentrum Liefkenshoek krijgen de leerlingen inzicht in de handelsmechanismes van de zestiende-achttiende eeuw terwijl ze in zaal 5 een reuzengroot Memoryspel spelen. In het Bezoekerscentrum krijgt de handel op en langs de Schelde ruime aandacht in zaal 10. Dit handelsspel is hierop gebaseerd.
Materiaal • speelbord (te downloaden) • goudstavenkaartjes (te downloaden) • kaarten met voorwerpen per beroep en achteraan een weetje (te downloaden) • 5 tolletjes (te downloaden) en 5 tandenstokers (zelf te voorzien) • 2 dobbelstenen (zelf te voorzien) • 1 schatkistje per speler (zelf te voorzien) • 1 pion per speler (zelf te voorzien) • 1 grote schatkist (zelf te voorzien)
HET SPEELBORD en de tolletjes • 5 vakjes met de dorpen in de buurt van het fort Liefkenshoek: Kieldrecht, Kallo, Verrebroek, Doel en de polders • 5 vakjes met de verschillende beroepen gelinkt met een dorp (visboer –Kieldrecht-, landbouwer –Doel-, schaapherder –polders-, turfboer –Verrebroek-, suikerfabrikant –Kallo-) • 5 keuzevakken (met een vraagteken) • 5 rampvakken: • STORM (alles van de visboer afgeven) • WATERSNOOD (alles van de landbouwer afgeven) • ROTKREUPEL (alles van de schaapherder afgeven) • LANGDURIGE VRIESKOU (alles van de turfoogst afgeven) • BRAND (alles van de suikerfabriek afgeven)
DE BEROEPEN- en VOORWERPENFICHES visboer
VISBOER
• boot, netten: 3 goudstaven Er werd alleen ’s nachts gevist. Overdag zouden de garnalen de netten kunnen zien, dan vingen de vissers nog geen halve kilo. Terwijl ze ’s nachts tot 100 kilo vingen. • werklui: garnaalpelsters, vissers, leurders: 1 goudstaaf Garnalen pellen is een moeilijke job en er zijn er weinig die het echt goed kunnen. De beste garnaalpellers van België en Nederland namen het ooit tegen elkaar op in een kampioenschap. • pekel/zout: 2 goudstaven In de middeleeuwen was zout een levensnoodzakelijk goed om verse voedingswaren te pekelen en zo langer te bewaren. • VERKOOP VAN GARNAAL: 1 goudstaaf Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
54
DEEL 3
SPEL 3
SCHAAPHERDER
SCHAAPHERDER • schapen: 3 goudstaven Schapen hebben soms te lijden onder natte weiden en krijgen zo rotkreupel. Deze ziekte tast de hoeven aan, waardoor schapen gaan hinken. De schaapherder snijdt de hoeven dan zo ver mogelijk af. Daardoor heeft het dier geen pijn meer. • 3 rammen: 1 goudstaaf In een kudde moeten drie rammen of mannelijke schapen aanwezig zijn. Wanneer twee rammen met elkaar in gevecht gaan, kan de derde tussenbeide komen. • herdershond: 2 goudstaven Een herdershond is een dier met een job. Vijf volwassenen volstaan niet om een kudde te leiden zoals één hond dat doet. Het opleiden van zo’n hond neemt veel tijd in beslag. Deze start wanneer de hond 6 maanden oud is. • VERKOOP VAN WOL: 1 goudstaaf
TURFBOER
TURFBOER
• bonkschep: 1 goudstaaf Een soort schop om een dunne laag van de bovenste turf, de zogenaamde bonk te verwijderen. • turfkar: 3 goudstaven De turfsteker steekt de brokken turf los en legt ze op een slagkar. Als ze droog genoeg zijn, worden ze zo gestapeld dat ze goed in de wind kunnen drogen. • veen: 2 goudstaven Veen is een bruinzwarte tot bruinrode grondsoort die zich onder moerassige omstandigheden ontwikkelt uit dode plantenresten. Gedroogd veen is turf. Het werd gebruikt als huisbrandstof, voor het brouwen van bier, bij het leerlooien, door steenbakkers, … Hierdoor kreeg het een economische waarde. Het werd het bruine goud genoemd. • VERKOOP VAN TURF: 1 goudstaaf
SUIKERFABRIEK
SUIKERFABRIEK
• suikerbieten: 1 goudstaaf Bieten vergen veel van de poldergrond, vandaar dat boeren met vruchtafwisseling werken. Dat wil zeggen dat na het oogsten van bieten, een jaar tarwe, een jaar aardappelen en nog eens een jaar tarwe moesten geteeld worden voor er opnieuw bieten konden geoogst worden. • transport: tractor: 3 goudstaven Boeren brachten hun bietenoogst zelf met de tractor naar de fabriek. • fabrieksgebouwen: 2 goudstaven De eerste suikerfabriek kwam er in 1868. Ze kreeg de naam “SUCRERIE DE CALLOO”. In deze fabriek verwerkte men suikerbieten uit de polders tot ruwe suiker. Dit betekent dat het eindproduct niet de suiker is, zoals wij hem kennen. • VERKOOP VAN SUIKER: 1 goudstaaf
LANDBOUWER
LANDBOUWER (met gemengd bedrijf)
• koeien: 2 goudstaven Goede koeien kalven jaarlijks. Vanaf dat moment geeft de koe melk. Als de melk te lang in de uier zit, wordt de melk slecht. Er wordt dus 2 maal per dag gemolken. De melkkitten (= kannen van 30 liter) worden boven op de dijk gezet om opgehaald te worden. • paard en kar: 3 goudstaven Voordat de tractor er was, zorgde het paard voor de nodige trekkracht. • tarwe: 1 goudstaaf Tarwe groeit weelderig, net zoals klaver, gerst, erwten, bonen en aardappelen. Dit komt door het laagje slib dat de poldergrond uiterst vruchtbaar maakt. • VERKOOP VAN GRANEN / GOEDEREN / MELK: 1 goudstaaf Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
55
Voorbereiding voor de leerkracht Druk het materiaal af (het speelbord, de kaarten, de tolletjes en de goudstaven) op stevig papier. Verzamel alle andere noodzakelijke spelonderdelen (pionnen, schatkisten, tandenstokers).
Lesverloop ❏❏ De leerkracht legt het doel van het spel en de spelregels uit. ❏❏ De leerlingen spelen het spel in klasverband of kleinere groepjes.
Spelregels Doel van het spel:
Centraal in het spel staan vijf dorpen uit de omgeving van het fort Liefkenshoek, die elk hun economische specialiteit hebben ontwikkeld. De dorpen voeren onderling handel. De spelers moeten ofwel ❏❏ van 1 dorp (of 2 dorpen) alle productiemiddelen (grondstoffen) en producten verzamelen (in totaal vier kaartjes). Van zodra één speler alle kaartjes van 1 of 2 dorp(en) heeft verzameld en is teruggekeerd naar het fort, is het spel uit en de winnaar bekend. ❏❏ binnen een afgesproken tijd zoveel mogelijk productiemiddelen en producten verzamelen. Wie na het verstrijken van de speeltijd het meeste kaartjes heeft verzameld, is de winnaar. Klaar voor de start?
❏❏ Iedere speler krijgt een aantal goudstaven als startkapitaal waarmee hij handel kan drijven. ❏❏ Iedere speler maakt zich klaar voor de start in het Fort Liefkenshoek. ❏❏ De jongste speler krijgt als eerste de beurt om te dobbelen en zijn pion op het bord te verplaatsen. Hij volgt de aanwijzingen op het bord. ❏❏ Wanneer een speler op een veld komt dat naar een dorp verwijst, verplaatst hij zijn pion naar het dorp. Bij de volgende beurt en zolang de speler in het dorp verblijft, mag hij met het tolletje draaien. Hiermee kan hij ofwel productiemiddelen (grondstoffen) of producten verzamelen ofwel weer op het speelbord terechtkomen in geval hij een dobbelsteen draait. ❏❏ Het draaien met de tol in het dorp kan hoogstens drie productkaarten opleveren. Om het vierde product- of grondstoffenkaartje van het dorp te bekomen, moet de speler handel drijven (kaartje kopen met goudstaven, ruilen) met de andere spelers. ❏❏ 1 speelbeurt bestaat ofwel uit 1 maal dobbelen ofwel uit 1 maal draaien aan het tolletje. ❏❏ Na elke speelbeurt en alleen dan krijgt een speler de kans om handel te drijven met een andere speler. ❏❏ Wanneer een speler op het bord op een rampvakje terechtkomt (overstroming, brand, …) moet hij al zijn verzamelde grondstoffenkaartjes van het dorp dat bij die ramp hoort, weer inleveren. ❏❏ Als een speler een grondstoffenkaartje ontvangt, leest hij het weetje op de rug hardop voor zijn medespelers voor. ❏❏ Als een speler op een vraagteken op het bord terechtkomt, neemt hij de bovenste kaart van het stapeltje vraagtekenkaarten af. Hij voert de opdracht op dit kaartje onmiddellijk uit. Hierna wordt het kaartje weer onderaan de vraagtekenstapel gelegd. Extra vakjes op het centrale spelbord:
❏❏ De schatkist: je moet één goudstaaf tol betalen. Leg deze terug op de goudstapel. ❏❏ De dobbelsteen: gooi nogmaals. Je mag van richting veranderen. Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
56
Deel 3
spel 4
spel 4
COMMUNICATIESPEL
Dankzij het communicatiespel kunnen de leerlingen zich bekwamen in verbale communicatie, gebarentaal of uitbeelden, tekentaal en liplezen.
Materiaal • rode sterren (100-tal) (te downloaden) • opdrachtkaarten in 5 corresponderende kleuren (te downloaden) • zandloper (zelf te voorzien)
DE OPDRACHTKAARTEN
UITBEELDEN
• garnaalpelster • turfsteker • visser • militair, soldaat • landbouwer • schaapherder • priester, predikant • kloosterzuster • verpleegster • leurder
liplezen
TEKENEN
• Farnesebrug • Kallo • Liefkenshoek • Keteloorlog • Red Star Line • kruitmagazijn • quarantaine • bastions • linie • Tachtigjarige Oorlog
• bunker • uitkijktoren • Fort Liefkenshoek • Schelde • kompas • polder • herdershond • haven • visvangst • suikerbiet
geheim schrift
‘ZEG ‘NS EUH’
• garnaal (niet gebruiken: zeedier, pellen) • pokken (niet gebruiken: ziekte, puisten, epidemie) • cholera (niet gebruiken: ziekte, bacterie, epidemie) • quarantainedouche (niet gebruiken: alleen, wassen) • latrine (niet gebruiken: toilet, wc) • kazemat (niet gebruiken: schuilplaats) • kogge (niet gebruiken: boot, schip) • bonk (niet gebruiken: knots) • dijkgraaf (niet gebruiken: polder, baas) • galjoen (niet gebruiken: schip)
• Nog geen turf hoog (zeer klein) • Hij kloof een turf in drieën (hij is erg zuinig) • Turven naar de venen sturen (overbodig werk doen) • Iemand het veen in sturen (iemand vermoorden) • In andermans veen is het goed turven (men springt royaler om met het bezit van anderen) • Die op het veen zit, ziet geen turfje (die overvloed heeft, kan veel verteren) • As is verbrande turf (aan een belofte (as) heb je niets) • Wie een kluitje heeft, heeft er graag een turfje bij (ieder probeert zijn bezit uit te breiden) • Iemand spreken door het oor van een turfmand (iemand in het diepste geheim spreken) • In het veen gaan werken (naar de gevangenis gaan)
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
57
Voorbereiding door de leerkracht Druk het aangeleverde materiaal af (de rode sterren en de opdrachtkaarten) op stevig papier of karton. Zorg voor een zandloper.
Lesverloop ❏❏ De leerkracht legt het doel van het spel en de spelregels uit. ❏❏ De leerlingen spelen het spel in groepjes of in de volledige groep.
Spelregels ❏❏ Leg de kaartjes op één stapel, alle kleuren door elkaar, met de opdrachten naar beneden. ❏❏ Diegene met de langste naam mag beginnen (wanneer de voornamen dezelfde lengte hebben, is de lengte van de familienaam bepalend). ❏❏ Neem het bovenste kaartje van de stapel en voer de opdracht binnen de tijd uit. Houd de zandloper dus goed in de gaten. ❏❏ Diegene die de correcte oplossing vindt, verdient een ster. De uitvoerder van de opdracht heeft dan een geslaagde missie en wint ook een ster. ❏❏ De beurt gaat door naar de volgende speler. ❏❏ Wie aan het einde van het spel het hoogste aantal sterren heeft verdiend, wint het spel.
Lessenreeks voor de derde graad van het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK ZO LIEF NOG NIET!
58