handel en wandel opdracht
een insigne van nu
Opdracht voor groep 4 t/m 8 Leerlingen maken een button waarmee ze laten zien waar zij voor staan. De opdracht is door hogere groepen ook uit te voeren in vilt en draad.
materiaal - papier en potloden - papier met daarop cirkels ter grootte van een button - stiften - een buttonapparaat, deze zijn ook te huur, en buttonmateriaal
Dit 13e eeuws insigne uit Rome is gevonden in Eindhoven. Er worden heel veel van deze in loodtin gegoten speldjes uit de grond gehaald, bij archeologische opgravingen maar ook door hobbyisten met metaaldetectors.
Voor een textiele versie - lapjes vilt in diverse kleuren - karton - borduurnaalden - borduurgaren - speldjes
groep 4 tOT EN MET 8 een insigne van nu vooraf Voer een klassengesprek over het gebruik van buttons, strikjes en armbandjes met een boodschap. Dat is niet alleen van deze tijd, in de middeleeuwen droegen mensen ook al speldjes op hun kleding. Zo’n insigne liet bijvoorbeeld zien bij welke club je hoorde, of je wel of juist niet gelovig was, of het herinnerde aan een speciale gebeurtenis of een feestdag.
aan de slag Elke leerling maakt drie lijstjes: van dingen waar ze voor staan, dingen waar ze tegen zijn en bij welke club(s) ze horen. Ieder kiest voor zichzelf één ding - de ‘boodschap’ die moet overkomen - en ontwerpt een teken dat die boodschap goed overbrengt. Vertel hen om details zo veel mogelijk weg te laten, dat heet stileren. Een eenvoudig teken is duidelijker!
Pelgrims waren de grootste insigneverzamelaars. Zij reisden van plaats naar plaats, van insigne naar insigne. De insignes samen vormden een soort reisdagboek.
Het uiteindelijke ontwerp wordt in kleur, in een voorgetekende cirkel van de goede maat met stiften uitgewerkt.
Vraag de leerlingen waar ze solidair mee zijn, waar ze zich bezorgd over maken en waar ze voor of juist tegen zijn. Wie is er lid van een club? Wanneer je ergens voor staat, wil je dat soms ook aan anderen laten zien!
voor de textiele versie Welke vorm past goed bij het onderwerp? Dat wordt de vorm van het insigne. Knip deze vorm uit karton. Knip het vilt zo groot dat het karton ermee bekleed kan worden. Neem met stofkrijt (of pastel) de ontwerptekening over op het vilt. Borduur de tekening. Bekleed het karton met het geborduurde teken en bevestig het speldje. Nu is het insigne klaar! afronding De leerlingen komen één voor één voor de klas met hun button op. Wie weet waar deze leerling voor staat? Vinden andere leerlingen dat ook belangrijk?
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
een insigne van nu
handel en wandel opdracht
een insigne van nu
Extra opdracht Werkblad symbolen Hieronder zie je allemaal symbolen, of tekens. Ze zijn heel bekend en de meeste mensen kennen de betekenis ervan. Verbind elk teken met de omschrijving die er volgens jou bij hoort:
Ichtusteken Het ichtusteken of vis is een herkenningsteken van Christenen. In de tijd van vervolgingen herkenden Christenen elkaar aan dit teken.
Venusteken. Het venusteken of vrouwenteken lijkt op een spiegel. Het bestaat uit de levenscirkel boven met daaronder een kruis van de geest.
Rode Polsband Band tegen geweld.
Gebroken geweertje Symbool van ontwapening.
Jacobsschelp Symbool van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella.
Lieveheersbeestje Symbool tegen zinloos geweld.
Roze driehoek Symbool van de homobeweging.
Red ribbon / rood strikje Symbool van solidariteit of medeleven met mensen die lijden aan aids.
Peace-teken Symbool van de vredesbeweging.
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
een insigne van nu
neem jezelf de maat
handel en wandel opdracht Opdracht voor groep 5 t/m 7 De leerlingen meten afstanden met behulp van hun eigen voeten en duimen. Door de relatie van hun eigen maten met die van klasgenoten, krijgen ze meer inzicht in maat en verhouding.
materiaal - - - - -
vellen tekenpapier, formaat A4 stroken stevig papier of dun karton linialen potloden viltstiften
groep 5 TOT EN MET 7 neem jezelf de maat vooraf Vraag de groep hoe je iets meet zonder meetlat. Bij spelletjes meten kinderen vaak met hun voeten. Dat werd vroeger ook gedaan in het dagelijks leven: dit soort lichaamsmaten werden gebruikt in de bouw en handel. Lengten werden gemeten in maten als duim, handpalm, voet of el (onderarmlengte). Daar komen ook de begrippen ‘duimstok’, ‘duimbreed’ of ‘ellenlang’ vandaan. Er waren zelfs wiskundigen die berekenden dat die maten een vaststaande verhouding hadden tot elkaar, bijvoorbeeld 1 voet = 12 duim. Het is dan natuurlijk wel lastig dat 3 voet van de één meer of minder is dan 3 voet van de ander. Daarom werden in elke stad standaardmaten vastgesteld. De Eindhovense voet bijvoorbeeld, is 29,2 cm lang. Rond 1750 bestonden er wel 55 verschillende ‘standaard’ voetmaten in Nederland. Tijdens het bewind van Napoleon werd in Frankrijk de meter ingevoerd en in 1821 werd het metrieke stelsel in Nederland verplicht, als eerste land ter wereld.
aan de slag Iedere leerling neemt een A4 en zet daar een blote voet op. Met potlood zetten ze een streepje achter de hiel en vóór de langste teen. De afstand daartussen wordt gemeten met een gewone liniaal, en daarna precies op een strook stevig papier afgetekend. Knip de strook op deze maat af en schrijf met viltstift naam en maat op de strook, bijvoorbeeld: ‘Voet Myriam 21,8 cm. Is er iemand die precies de ‘Eindhovense voet’ heeft? Doe hetzelfde met de breedte van de duim, het breedste stuk net onder de nagel. Hoeveel duimbreedten gaan er in een voetlengte? Met de eigen lengtematen gaan de leerlingen meten: de lengte, breedte en eventueel hoogte van bijvoorbeeld een tafel, het schoolbord, de deur, het klaslokaal, de gang. De gevonden maten worden genoteerd in voeten en duimen, bijvoorbeeld 8 voet + 5 duim. afronding De gevonden maten worden met elkaar vergeleken. Laat de verschillen extra goed uitkomen door de maten die met de grootste voeten gemeten zijn te vergelijken met de maten die zijn gemeten met de kleinste! Bij de lengte van de gang is het verschil veel groter dan bij de tafel, hoe zou dat komen? Wanneer alle voeten van de klas aan elkaar worden gelegd, hoe ver kom je dan? Laat de centimeters meten maar ook de stroken met de maten echt neerleggen. Voer deze opdracht tot slot ook met de duimen uit.
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
Nee,m jezelf de maat
wat komt waar vandaan
handel en wandel opdracht Opdracht voor groep 5 t/m 8 Leerlingen leren over de herkomst van voorwerpen, kennis en woorden die al lang geleden in Nederland ingeburgerd zijn geraakt.
materiaal -
Een kopie van werkblad 1 en 2 voor iedere leerling
groep 5 tOT EN mET 8 wat komt waar vandaan? Bij werkblad 1 vooraf Voer eventueel een klassegesprek over import van oudsher: handelaars en kruisvaarders brachten allerlei onbekende handelswaar mee terug, naar Nederland, zodat de mensen hier nieuwe dingen leerden kennen en waarderen. aan de slag De leerlingen maken de invuloefening op werkblad 1. afronding Bespreek de antwoorden klassikaal met behulp van onderstaande informatie. uit het Midden-Oosten De kruisvaarders brachten van hun tochten veel luxe artikelen mee naar huis, waaronder veel ook nieuwigheden, zoals windmolens, postduiven, heraldische symbolen en de gewoonte om lichaamsdelen te epileren. Ze raken hier allemaal in zwang. Nog belangrijker is de intellectuele bijdrage uit het Nabije Oosten aan onze cultuur: de filosofie, cijfers, cartografie, de geneeskunde, heelkunde en hospitalen. suiker Tijdens de kruistochten wordt zeer veel suiker mee teruggenomen naar Europa. Suiker is in die tijd moeilijk te krijgen en daarom erg kostbaar. het matras In Europa sliepen de mensen nog op strozakken!
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
schaken De naam schaken komt van sjah, dat is Perzisch voor koning. Schaakmat betekent: de koning is dood. uit China De zijderoute was een netwerk van wegen en karavaanroutes waarlangs vanuit Europa eeuwenlang, tot ver in de middeleeuwen, handel werd gedreven met China. tip Een andere lesbrief met opdrachten over de zijderoute kunt u vinden op: http://www.kennisnet.nl/po/leerkracht/perdagwijzer/zijderoute/ porselein Porselein was hier onbekend tot ver in de Middeleeuwen. De Italiaanse ontdekkingsreiziger Marco Polo maakte in China als één van de eerste Europeanen kennis met porseleinen bestek. Hij vergelijkt het glanzende materiaal met de tere roze schelp van een zeeslak, in de Italiaanse volksmond ‘porcella’ (varkentje), en noemt het dan porcellana. In Nederland wordt porselein bekend rond 1603, als Nederlanders drie Portugese schepen kapen die zijde en porselein vervoeren. Anders dan aardewerk is porselein hard, niet poreus, en een beetje transparant. Bovendien heeft het als voordeel dat het veel dunner te maken is dan aardewerk. De Chinezen wisten dit recept duizend jaar lang geheim te houden voor de rest van de wereld!
wat komt waar vandaan
wat komt waar vandaan
handel en wandel opdracht Bij werkblad 1 - vervolg papier In de eerste eeuw na Christus werd in China het papier uit-gevonden. Via de Arabische landen belandde het hier. thee In het begin wordt thee alleen door de stedelijke elite gedronken, in de achttiende eeuw is het de drank van de hele bevolking. uit het Verre Oosten Tussen 1600 en 1800 is de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de V.O.C., de grootste handels- en scheepvaartonderneming ter wereld. Nederlanders drijven handel tot in de verste uithoeken van Azië. Ze komen terug met scheepsladingen vol exotische goederen. Hierdoor verandert het dagelijks leven in Europa. Mensen gaan anders eten en drinken, gaan andere kleren dragen, ze richten hun huis anders in en ze komen natuurlijk meer te weten over Azië. tip Lees meer over de V.O.C. en specerijen op: http://www.webkwestie.nl/voc_specerijen/index.htm nootmuskaat De nootmuskaatboom groeide vroeger alleen op de Bandaseilanden op de Molukken. kruidnagelen Oorspronkelijk groeit deze specerij alleen in het wild op de Noordelijke Molukken. Vanaf 1625 concentreert de V.O.C. de kruidnagelteelt op Ambon: zij verplicht elke Ambonees tien kruidnagelboompjes te planten en te onderhouden. Bovendien dwingt zij de eilandbewoners ‘hongi-tochten’ te houden: expedities met oorlogsprauwen (boten), met als doel kruidnagelbomen op concurrerende plantages om te hakken. Rond 1650 had de V.O.C. voldoende greep op de kruidnagelhandel om de hele Europese markt te kunnen voorzien. rijst Door de eeuwen heen heeft rijst voor veel volkeren als basisvoedsel gediend. Het wordt op veel plaatsen in de tropen verbouwd. Rijst werd in Azië ook gebruikt als ruilobject, maar in Europa was niemand daarin geïnteresseerd. Na verloop van tijd werd rijst hier gebruikt als voeding voor het eigen personeel. Noord- en Zuid-Amerika Veel plantensoorten die voor ons niet meer zijn weg te denken, zijn pas naar Nederland gekomen na de ontdekking van Amerika.
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
de aardappel De aardappel is afkomstig uit Zuid Amerika. De Spanjaarden ontdekten de plant toen zij rond 1536 het huidige Peru en Chili veroverden. de tomaat Net als de aardappel, de paprika en de peper familie van de nachtschade. cacao De cacaoboom is oorspronkelijk afkomstig uit de stroomgebieden van de Amazone en de Orinoco in Zuid-Amerika.
Extra opdracht Ieder kind brengt één artikel mee naar school dat niet uit Nederland komt. De leerlingen zoeken in de ‘supermarkt’ die zo in de klas ontstaat drie artikelen uit die niet uit Nederland komen. Elk kind beschrijft de artikelen en zet erbij: - Uit welk land het artikel komt of waar het is gemaakt? - Hoe is het naar Nederland vervoerd? - Hoe lang heeft het artikel er volgens jou over gedaan om hier in de winkel terecht te komen?
wat komt waar vandaan
wat komt waar vandaan
handel en wandel opdracht Bij werkblad 2 Werkblad 2 wordt gebruikt voor een klassikale les. Sommige woorden erop zijn te herleiden, maar van de meeste is de herkomst waarschijnlijk verrassend. Een spelachtige aanpak van de les is daarom geschikt. Alle woorden ineens bespreken is wellicht veel, doe de activiteit dan in een aantal keren tot alle woorden aan bod geweest zijn. Er zijn met opzet geen woorden uit het Engels of Amerikaans opgenomen. Onderaan staat een extra opdracht die de leerlingen ook individueel kunnen uitvoeren. vooraf Geef een korte introductie: vraag de leerlingen welke buitenlandse woorden zij vaak gebruiken. Weten zij uit welke taal die zogenaamde leenwoorden oorspronkelijk komen? Uit welke taal komen de meeste? aan de slag Alle leerlingen hebben een kopie van werkblad 2 en een pen bij de hand. De les kan als spel worden gespeeld. Stel vragen aan de klas: wie kent de herkomst al van een van de woorden op het werkblad? Wie heeft daar een vermoeden van bij een bepaald woord? Vraag ook waarom. Gebruik onderstaande informatie, zodat het meer tot de verbeelding spreekt, vraag de leerlingen er wat van op te schrijven op hun werkblad.
Alcohol Arabisch: al + kohl (de + antimoonpoeder om de oogranden te omlijnen en accentueren, ver kregen door destillatie) Bakkebaard Duits: Backe (wang) Bink Zigeunertaal: beng (duivel) Draak Latijn: draco Enteren Spaans: entrar (naar binnen gaan) Envelop Frans: enveloppe Goulash Hongaars: gulyás (herder) Hangmat Spaans: hamaca Heks Duits: Hexe Helikopter Frans: hélicoptère; Grieks: helix + pteron (gedraaid + vleugel) Kans Frans: chance Keizer Latijn: caesar, van Julius Caesar Mammoet Russisch: mamont of mamot Markt Latijn: mercatus (koophandel, markt) Mazzel Hebreeuws: mazal (gesternte, geluk) Piano Italiaans: piano e forte (zacht en luid) Piekeren Maleis: pikir (denken) Schaakmat Arabisch: shah + mat (koning + hij stierf) Stroop Frans: sirop Tabak Spaans: tabaco Thee Maleis: teh; Chinees: te Tortilla Spaans:verkleinwoord van torta (ronde koek) Wodka Russisch: verkleinwoord van voda (water) Yoghurt Turks: yogurt
Weet iemand nog een ander voorbeeld van een woord dat allang is ingeburgerd.
Bron: Van Dale Etymologisch Woordenboek
afronding Bespreek klassikaal de lijst als alle woorden aan de beurt zijn geweest:. Bespreek uit welke talen de woorden komen. Waarom uit die talen? Hoe, wanneer en waarom kunnen die woorden in Nederland terecht zijn gekomen?
Extra opdracht Nog steeds komen er dagelijks woorden uit andere talen in het Nederlands terecht. Die nieuwe woorden kennende leerlingen waarschijnlijk beter dan hun ouders of grootouders! Welke woorden zijn dat bijvoorbeeld, en waar komen ze vandaan? Waar of met wie gebruik je ze vaak? Noteer drie van die woorden en schrijf er bij hoe je ze aan je opa of oma zou uitleggen.
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
wat komt waar vandaan
wat komt waar vandaan
handel en wandel opdracht Werkblad 1 De zaken in het lijstje hieronder zijn bekend voor de meeste mensen, maar dat waren ze niet altijd. Ooit werden ze uit andere gebieden in de wereld naar Nederland gebracht. Weet jij waar vandaan? Schrijf het land of gebied achter elk woord.
Rijst Nootmuskaat Het matras Papier Peperkoek Cacao Schaken De aardappel Thee Suiker Kruidnagelen De tomaat
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
wat komt waar vandaan
wat komt waar vandaan
handel en wandel opdracht Werkblad 2 De woorden in de lijst hieronder gebruiken we gewoon in het Nederlands. Oorspronkelijk komen ze uit andere talen. Schrijf achter elk woord uit welke taal je denkt dat het komt. Alcohol Bakkebaard Bink Draak Enteren Envelop Goulash Hangmat Heks Helikopter Kans Keizer Mammoet Markt Mazzel Piano Piekeren Schaakmat Stroop Tabak Thee Tortilla Wodka Yoghurt
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
wat komt waar vandaan
te koop
handel en wandel opdracht Opdracht voor groep 6 t/m 8 De leerlingen maken samen een advertentiespel.
materiaal - - -
papier en pen kaartjes in 3 verschillende kleuren stiften
groep 6 TOT EN MET 8 te koop! vooraf Aan het advertentiespel hebben al veel kinderen plezier beleefd en het is eenvoudig zelf te maken is. Het bestaat uit kaartjes in drie verschillende kleuren waarop zinsneden staan die samen advertenties vormen. Op één kleur staat een vraag of aanbod, bijvoorbeeld: ‘te koop gevraagd’, ‘te huur’, ‘vacature voor’, ‘biedt zich aan’ of ‘ter overname aangeboden’.
aan de slag Schrijf op het bord welke tekstsoort op welke kleur kaart moet komen. Deel de gekleurde kaartjes uit. De leerlingen werken in groepjes van drie. Ieder groepje schrijft op een kladblaadje een of twee advertenties, bestaand uit de drie tekstdelen: - vraag of aanbod - voorwerp, dier of persoon - aanvullende beschrijving
Een tweede kleur kaartjes vermeldt een voorwerp, dier of persoon, zoals: ‘sprekende papegaai’, ‘fraaie leren jas’, ‘een ruime garagebox’, ‘een set gietijzeren pannen’ of ‘ervaren oppas’. Op de derde kleur staat een aanvullende beschrijving, bijvoorbeeld: ‘modern vormgegeven’, ‘in zachte pasteltinten’, ‘zeer wendbaar in de lucht’, ‘waterdicht verpakt’ en ‘met gezondheidsverklaring’.
Vervolgens schrijven ze de tekstdelen met stift over op de kaartjes van de goede kleur. Tenslotte leggen de leerlingen hun advertenties leesbaar voor elkaar neer en ruilen en verschuiven ze de kaartjes om zo leuk mogelijke teksten te maken.
De kaartjes liggen op kleur gestapeld. Alle spelers pakken om beurten een kaartje en lezen de tekst voor. Zo ontstaan steeds andere onzinadvertenties zoals: ‘Wegens schuuropruiming gratis af te halen / vriendelijke grootmoeder / met nieuwe handvaten’.
afronding Met alle kaartjes van de leerlingen samen wordt het spel klassikaal gespeeld. Zet de leukste teksten weer op papier of op het bord.
Laat de leerlingen ter inspiratie advertenties verzamelen uit de krant of van internet.
hoofdstuk 2 - Handel en wandel
Vraag de leerlingen om de leukste varianten op te schrijven, eventueel per groepje één op het bord.
tip Laat de leerlingen een illustratie in collagevorm maken bij een van de teksten. Laat hen daarvoor foto’s, kopieën, tekening en tekst combineren.
te koop