Datum: ………………. Naam: ……………….
Formulier A. Inventarisatie takenpakket Om met uw leidinggevende afspraken over werkhervatting of werkuitbreiding te kunnen maken is een globaal inzicht nodig in uw takenpakket. Op basis hiervan kunt u bij de opbouw of uitbreiding van uw werk een mix van moeilijke en makkelijke taken afspreken. Maak een inventarisatie van uw takenpakket door: - uw werk te beschrijven in enkele hoofdtaken en neventaken. Beschrijf deze taken in de eerste kolom. - per taak het percentage tijd van uw normale werkweek in te schatten die u aan de genoemde taak besteedt of besteedde. Neem als uitgangspunt uw huidige baan en de gewone werkzaamheden die u verrichtte voordat u verzuimde. Geef het geschatte percentage weer in de tweede kolom. - per taak de uitvoerbaarheid op dit moment in te schatten. Score de uitvoerbaarheid van een taak tussen de 1 (heel gemakkelijk) en de 10 (niet uitvoerbaar). Gebruik hiervoor de derde kolom. Mijn taken zijn
1
2
3
4
5
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Hieraan besteed ik gemiddeld % van m’n werkweek
Hoe uitvoerbaar acht u deze taak nu? Vul in score 1-10, 1 = heel gemakkelijk uitvoerbaar 10 = niet uitvoerbaar
Datum: ………………. Naam: ……………….
Formulier B. Inventarisatie vermijding werkproblemen Benoem maximaal vijf concrete stressvolle situaties op het werk die spanning, angst of boosheid bij u oproepen. Denk bijvoorbeeld aan de moeilijke taken uit formulier A.
Kunt u de omschreven stressvolle situatie beïnvloeden? Score een A/B/C*
Vermijdt u de beschreven stressvolle situatie of bent u geneigd dat te doen wanneer u in deze situatie terecht komt? Omcirkel een cijfer uit het rijtje dat op dit moment het beste bij u past. 1= Nee, ik vermijd nooit, 10= Ja, ik vermijd altijd
Stressvolle situatie 1: 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10
Stressvolle situatie 2: 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10
Stressvolle situatie 3: 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10
Stressvolle situatie 4: 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10
Stressvolle situatie 5: 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10
* A= Ja, goed beïnvloedbaar, toegankelijk voor directe actie. B= Ja, beïnvloedbaar, maar niet onmiddellijk; vereist een planmatige aanpak of hulp van anderen is nodig of vaardigheden moeten worden verworven. C= Nee, niet-beïnvloedbaar. Ik moet de situatie (leren) accepteren.
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Datum: ………………. Naam: ……………….
Toelichting formulier C. Spanningsthermometer Maak een spanningsthermometer voor iedere stressvolle situatie die u belemmert in uw werk én die u op dit moment vermijdt of geneigd bent te vermijden. U stelt een spanningsthermometer op voor alle stressvolle situaties die u de moeite waard vindt om er anders of effectiever mee te leren omgaan. Stap 1: Kies één stressvolle situatie uit formulier B Kies een stressvolle situatie uit formulier B die uw functioneren op uw werk negatief beïnvloedt. Het gaat om die stressvolle situaties die u nu regelmatig vermijdt of geneigd bent te vermijden. Vooral de stressvolle situaties waarvan u inschat dat u die maar moet leren accepteren (score C uit formulier B) zijn mogelijk waardevol om beter mee te leren omgaan. Met name wanneer u inschat dat die situaties ‘nou eenmaal bij uw werk horen’. Stap 2: Beschrijf de stressvolle situatie zo concreet mogelijk Beschrijf de gekozen stressvolle situatie uit formulier B zo concreet mogelijk bovenaan formulier C. Ga met behulp van de hulpvragen na of de beschrijving concreet genoeg is! Wanneer dat niet het geval is maak de beschrijving dan zo concreet mogelijk. Voor concreet omschreven stressvolle situaties kunt u namelijk veel gemakkelijker een haalbare oplossing bedenken! Stap 3: Bedenk oefensituaties Bedenk voor de gekozen stressvolle situatie enkele oefensituaties op het werk die u geleidelijk voorbereiden op het omgaan met de gekozen stressvolle situatie zelf. Een goede oefensituatie heeft wel te maken met de stressvolle situatie maar heeft er tegelijkertijd enige afstand van. De oefensituatie roept een wel beetje spanning, angst of boosheid op en is vol te houden zonder dat u de spanning gaat vermijden. Het gaat er om diverse oefensituaties te bedenken die steeds iets moeilijker worden of iets meer spanning oproepen. De exacte volgorde van de oefensituaties wordt in volgende twee stappen bepaald. Beschrijf de oefensituaties zo concreet mogelijk in formulier C. Spanningsthermometer
Voorbeeld: Oefensituaties in een spanningsthermometer Denk aan iemand die nu bang is voor honden en weer wil leren omgaan met honden. De oefensituaties die steeds moeilijker worden zien er als volgt uit: de hond eerst op 100m afstand naderen (1), dan op 50 m (2), dan op 25 m.(3) etc. Hoe verder de afstand tot de stressvolle situatie des te minder spanning de oefensituatie oproept. De eerste oefensituatie is eenvoudig en roept weinig spanning op. Er wordt pas met een moelijker oefensituatie begonnen wanneer de eerste of vorige oefensituatie succesvol is doorlopen dat wil zeggen de oefensituatie is niet vermeden.
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Datum: ………………. Naam: ……………….
Stap 4: Schat in hoeveel spanning een oefensituatie oproept Schat vervolgens in de tweede kolom voor ieder oefensituatie hoeveel spanning de beschreven oefensituatie bij u oproept indien u de activiteit daadwerkelijk uitvoert of zou uitvoeren. Stap 5: Bepaal de volgorde van de oefensituaties Zet alle oefensituaties in volgorde van ‘roept geen/weinig spanning op’ naar ‘roept veel/heel veel spanning op’. Herhaal stap één tot en met vijf indien er meer stressvolle situaties zijn beschreven in formulier B die u vermijdt én die uw functioneren negatief beïnvloeden. Voorbeeld Formulier C Spanningsthermometer Beschrijf zo concreet mogelijk de gekozen stressvolle situatie uit formulier B. Een concrete omschrijving van een stressvolle situatie geeft zoveel mogelijk antwoord op vragen als: Wie is erbij? Op welke plaats speelt het zich af? Wie zegt wat? Uw gedachte of gevoel? Wat doet u? Wat doen anderen? (verpleegkundige) ………………………………………………………………..
Ik ben doodsbang om fouten te maken wanneer ik een patiënt moet voorbereiden op een operatie, met name wanneer het een spoedgeval is die tussendoor komt en ik de voorbereidingen alleen moet doen. Een fout maken in de administratie is niet zo erg, maar een fout maken bij patiënten mag niet. Dat is een ramp. Mijn doel is: ik wil weer graag patiëntenzorg doen ………………………….. Beschrijf oefensituaties op het werk die u helpen beter te leren omgaan met de stressvolle situatie. Maak de beschrijving van oefensituaties zo concreet mogelijk:
Hoeveel spanning, angst of boosheid roept de oefensituatie bij u op als u zich voorstelt of eraan denkt dat u die nu zou uitvoeren? 1= geen spanning, angst of boosheid 10= heel veel spanning, angst of boosheid
Oefensituatie 1: 1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Patiënten voorlichten over operatie Oefensituatie 2.
Kijken hoe een collega patiënten prikt
1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Oefensituatie 3.
Patiënten zelf prikken
1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Oefensituatie 4.
Patiënten samen met collega volledig voorbereiden op de operatie
1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Oefensituatie 5.
Patiënten zelfstandig volledig voorbereiden op operatie. Conclusie: Zet de nummers van de oefensituaties hiernaast in volgorde van ‘roept geen spanning op’ tot ‘roept heel veel spanning’ op.
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Oefensituatie(nr.). .1..roept de minste spanning, angst of boosheid op, dan Oefensituatie(nr.). .2,, dan Oefensituatie(nr.) ..3., dan Oefensituatie(nr.)…4., en dan Oefensituatie(nr.)…5…..
Datum: ………………. Naam: ……………….
Formulier C. Spanningsthermometer Beschrijf zo concreet mogelijk de gekozen stressvolle situatie uit formulier B. Een concrete omschrijving van een stressvolle situatie geeft zoveel mogelijk antwoord op vragen als: Wie is erbij? Op welke plaats speelt het zich af? Wie zegt wat? Uw gedachte of gevoel? Wat doet u? Wat doen anderen? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Beschrijf oefensituaties op het werk die u helpen beter te leren omgaan met de stressvolle situatie. Maak de beschrijving van oefensituaties zo concreet mogelijk:
Hoeveel spanning, angst of boosheid roept de oefensituatie bij u op als u zich voorstelt of eraan denkt dat u die nu zou uitvoeren? 1= geen spanning, angst of boosheid 10= heel veel spanning, angst of boosheid
Oefensituatie 1: 1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Oefensituatie 2. 1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Oefensituatie 3. 1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Oefensituatie 4. 1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Oefensituatie 5. 1—2—3—4—5—6—7—8—9—10
Conclusie: Zet de nummers van de oefensituaties hiernaast in volgorde van ‘roept geen spanning op’ tot ‘roept heel veel spanning’ op.
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Oefensituatie(nr.). .……roept de minste spanning, angst of boosheid op, dan Oefensituatie(nr.). .…., dan Oefensituatie(nr.) ….., dan Oefensituatie(nr.)…….,en dan Oefensituatie(nr.)……..
Datum: ………………. Naam: ……………….
Toelichting formulier D. Werktaken, formulier E. Planning werkuitbreiding, formulier F. Evaluatie werktaken en oefensituaties Concrete afspraken met uw leidinggevende maken over werkhervatting of werkuitbreiding is telkens een belangrijk moment in uw reïntegratie. Met steun van uw leidinggevende kunt u doorgaans makkelijker uw reïntegratie-wensen realiseren. Formulier D en E kunt u gebruiken om afspraken voor te bereiden en vast te leggen. Dat kunnen afspraken zijn over bijvoorbeeld de hoeveelheid werk dat wil zeggen over het aantal werkuren, over de verdeling van de werkuren, over makkelijke en moeilijke werktaken, over oefensituaties, en over de benodigde werkomgeving. Wanneer u formulier D en E gebruikt bij uw voorbereidingen op het gesprek met uw leidinggevende maak dan eerste ‘klad-versie’ van de beoogde afspraken in formulier D en E. U kunt de voorbereiding van de afspraken over werkhervatting of werkuitbreiding uiteraard ook samen met uw leidinggevende doen. Maak uiteindelijk een nette versie van formulier D en E om de gezamenlijke afspraken vast te leggen. Met een gedegen voorbereiding komt u goed beslagen ten ijs. Beschrijf in formulier D. Werktaken een mix van moeilijk - en makkelijk uitvoerbare taken die u in de eerstvolgende werkuitbreiding wilt gaan uitvoeren. Benut hiervoor de beschrijving van uw takenpakket in formulier A. Beschrijf ook in formulier D. de eerste en makkelijkste oefensituatie van de spanningsthermometer(s) (zie uw formulieren C) die u opneemt in de eerstvolgende werkuitbreiding. Benoem vervolgens per taak en per oefensituatie hoeveel tijd of hoeveel keer per dag, en hoeveel dagen per week u daaraan wilt gaan werken. Benoem indien nodig ook andere werkaanpassingen waarover u afspraken wilt maken. Nadat u formulier D hebt ingevuld kunt u een verdere planning opstellen van de daaropvolgende stappen in uw werkuitbreiding. Gebruik hiervoor formulier E. Planning werkuitbreiding. Een planning biedt houvast voor het te verwachten tempo van taakuitbreiding. Beschrijf voor iedere taakuitbreiding wederom een mix van moeilijke en makkelijke taken, en oefensituaties. Benut hiervoor uw formulieren A en C. Het tijdstip waarop een volgende taakuitbreiding wordt gepland is vooral ook een moment om stil te staan bij de werktaken en oefensituaties waarmee u tot dan toe bezig bent geweest. Het is aan te bevelen iedere stap in de taakuitbreiding met uw leidinggevende te evalueren en gezamenlijk te bepalen wat de voortgang betekent voor de eerstvolgende stap. Gebruik bij de evaluatie formulier F. Evaluatie werktaken en oefensituaties Uw eerste planning is een voorlopige planning en kan afhankelijk van de voortgang en met goede argumenten worden bijgesteld.
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Datum: ………………. Naam: ……………….
Formulier D. Werktaken Totaal aantal uren: …..per week.
Mix van moeilijke en makkelijke taken (zie formulier A) en de eerste oefensituatie van de spanningsthermometers (zie formulier C) Taak:
Taak:
Taak:
Taak:
Taak:
Oefensituatie:
Oefensituatie:
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Aantal Aantal uren/dg dg./wk of aantal keer/dag
Andere afspraken over werkaanpassingen
Datum: ………………. Naam: ……………….
E. Planning werkuitbreiding In hoeveel stappen en op welke termijn willen werknemer en leidinggevende toewerken naar volledige werkhervatting? Dit kan in meer of minder dan 5 werkuitbreidingen.
Werkuitbreiding 1.
Datum
Taken en oefensituatie(s)
2.
3.
4.
5.
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Aantal uur/dg
Aantal dg./wk
Datum: ………………. Naam: ……………….
F. Evaluatie werktaken en oefensituaties Wat ging goed?
Wat kan beter?
Conclusie voor volgende werkuitbreiding?
© Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid