JAARVERSLAG 2011
2
INHOUDSOPGAVE Fondsen en schenkers
3
Voorwoord Raad van Toezicht
4
Missie
5
Interview Benno Tempel, directeur
6
1. Collectie Belangrijke aankopen Belangrijke schenkingen
10
2. Tentoonstellingen Publiekstrekkers Overzicht tentoonstellingen
12
3. Educatie Activiteiten voor kinderen Cursussen en lezingen
26
4. Publieksbereik Marketing en communicatie Overzicht publicaties
28
5. Organisatie Medewerkers Vrienden van het Gemeentemuseum
33
6. Financiën
34
terug naar I N H O U D S O P G AV E
FONDSEN EN SCHENKERS Zonder de steun van partners, subsidiënten, sponsors, schenkers en onze Vriendenvereniging zou het Gemeentemuseum zijn doelen niet kunnen realiseren.
Gemeente Den Haag BankGiro Loterij Vereniging Rembrandt Mondriaan Fonds Prins Bernhard Cultuurfonds Fonds 1818 VSB Fonds RWE / Essent Klimaatfonds Den Haag Total Nederland N.V. The Total Foundation Catch plus Groupm Stijl advocaten Vanderven & Vanderven Oriental Art Dep. Int Vlaarderen, Vlaamse overheid Pels Rijcken & Droogleveever Fortuijn N.V. American Express Foundation ING bank Verbakel Bouwbedrijf B.V. Vrienden van het Gemeentemuseum Den Haag Diverse particuliere schenkers
3
terug naar I N H O U D S O P G AV E
4
VOORWOORD Raad van toezicht Vorig jaar vermeldden wij in het voorwoord dat 2010 een bijzonder jaar was, maar dat donkere wolken zich samenpakten. En helaas, een jaar later moeten we constateren dat een heftige storm is losgebarsten. De bezuinigingen op kunst en cultuur laten hun sporen na in de culturele sector. Het credo lijkt te zijn ‘meer voor minder’. Om die reden moet de kunst- en cultuursector, meer dan ooit tevoren, de gelederen sluiten. Samenwerken luidt het devies. Alleen dan is het mogelijk om met minder middelen meer te bereiken. Samenwerken is noodzakelijk op verschillende niveaus; binnen het museum, als museum met partners in Den Haag en als musea onderling. De samenwerking binnen het Gemeentemuseum zal overigens geen enkel probleem vormen. Er wordt steeds meer van de medewerkers gevraagd, maar dat wordt geweldig opgepakt. Het interessante programma, de fantastische publiciteit, bijzondere publicaties, boeiende lesprogramma’s en meer: zonder de betrokkenheid van alle medewerkers zou het museum niet zo goed kunnen functioneren. Dan zou het niet mogelijk zijn om al die bezoekers – Gemeentemuseum, GEM, Fotomuseum en Escher in het Paleis in totaal meer dan 400.000! – een bijzondere ervaring te bieden. We zijn daar trots op en dankbaar voor. Als museum is het noodzakelijk om, nog nadrukkelijker dan voorheen, de toegevoegde waarde van kunst te laten zien. Niet alleen vanwege de bezuinigingen zelf, maar ook vanwege de tone of voice waarmee de kunst- en cultuursector de afgelopen tijd is benaderd. Wij hebben ons hier enorm over verbaasd en aan geërgerd. Er werd naar onze mening volledig voorbijgegaan aan het feit dat cultuur een onmisbaar element is in onze samenleving. Het Gemeentemuseum Den Haag heeft zich door die opstelling echter zeker niet uit het veld laten slaan. Sterker nog, wij hebben een prachtig
visitekaartje afgegeven dat de rol van kunst onderstreept. De semipermanente opstelling Mondriaan & De Stijl is niet alleen bijzonder, maar bovenal van toegevoegde waarde voor ons land. Dit verhaal werd nog nergens verteld. Het Gemeentemuseum staat al sinds jaar en dag voor een proactieve aanpak. Het museum wil toonaangevend en leidend zijn. Het tentoonstellingsprogramma is divers. Soms spraakmakend, verrassend of vernieuwend, dan weer terugblikkend op het verleden, maar keer op keer interessant. Dat ziet de buitenwereld gelukkig ook. Dag in dag uit tonen we aan een breed publiek wat we in huis hebben. Van kunstliefhebber tot scholier, van jong tot oud, van toerist tot Hagenees: we mogen ze allemaal verwelkomen binnen Berlages muren. En zo hoort het ook, want het Gemeentemuseum is bij uitstek een open en dynamisch museum van en voor het publiek!
De heer J.N.A. van Caldenborgh (voorzitter) Mevrouw drs. A. Birnie De heer drs. S.J. van Driel Mevrouw mr. L.J. Griffith De heer mr. W.H.M. Pot Mevrouw G. Bekman De heer C.J. van den Driest
terug naar I N H O U D S O P G AV E
MISSIE Het Gemeentemuseum Den Haag is als openbare instelling altijd op zoek naar nieuwe manieren om in contact te komen met grote en diverse bezoekersgroepen. We zien het als voornaamste opdracht onze vooraanstaande positie, zowel nationaal als internationaal, als hoogwaardig museum voor moderne en eigentijdse kunst te handhaven en, voor zover nodig, verder uit te bouwen. Het Gemeentemuseum Den Haag wil een open, creatief en dynamisch museum zijn, met een sterke verankering in de samenleving. Dit wordt gereali seerd door een zorgvuldig beheer en ontsluiting van de collectie, een actief en gedurfd tentoonstellingsbeleid en een verwervingsbeleid dat zich richt op uitzonderlijke en wezenlijke toevoegingen aan het openbaar kunstbezit.
5
terug naar I N H O U D S O P G AV E
6
INTERVIEW Benno Tempel, directeur:
“Het Gemeentemuseum is een diamant met vele facetten” ‘Een diamant met vele facetten’, zo omschrijft directeur Benno Tempel het Gemeentemuseum. Deze diamant heeft in 2011 weer kunnen schitteren en flonkeren. Aansprekende tentoonstellingen, veel positieve publiciteit, een vaste plek voor Mondriaan & De Stijl en hoge bezoekersaantallen: het museum kan tevreden zijn. Toch was er helaas ook een keerzijde. Tempel blikt terug op een mooi, maar bewogen jaar. “Terugkijkend kan ik concluderen dat 2011 wederom een fantastisch jaar is geweest voor het Gemeentemuseum”, zo begint hij te vertellen. “Het was echter wel een jaar met een rauwe realiteit. In Den Haag is, anders dan in veel andere steden, gestart met bezuinigingen op kunst en cultuur. Voor ons museum hield dit in dat we ongeveer acht ton hebben moeten inleveren. Daarnaast is het steeds duidelijker geworden dat er bij de politiek gaten zitten in de kennis over een museum. Veel politici hebben weinig idee welke kosten daarmee gepaard gaan, welke geldstromen ernaar toe lopen of van wie de kunstwerken zijn. Dit is voor een groot deel ook aan de musea zelf te wijten. De politiek is de afgelopen decennia slecht op de hoogte gebracht en gehouden.” Bezuinigen In deze tijd van bezuinigingen moet iedereen een steentje bijdragen, dat realiseert ook de directie van het museum zich. “Maar er is wel iets speciaals aan de hand”, zegt Tempel. “Zo’n tien jaar geleden is een deel van de musea, waaronder het Gemeentemuseum, verzelfstandigd. Dit heeft geresulteerd in een enorme professionaliseringsslag. Sindsdien is het bezoekersaantal van ons museum verdubbeld, we hebben flink kunnen besparen en vele fondsen weten te werven. Nu wordt er in feite verwacht dat we nog een keer zo’n slag
maken. We worden eigenlijk gestraft voor ons goede beleid uit het verleden. Natuurlijk valt er op een aantal punten nog wel te bezuinigen, maar met de bedragen waar het nu om dreigt te gaan wordt het ons heel lastig gemaakt. Dit museum beheert een collectie van een ander, in ons geval van de Gemeente Den Haag. Zoals de plantsoenendienst zorgdraagt voor de bomen in de stad, zo dragen wij zorg voor de kunstwerken. Eigenlijk zouden we de gemeente een rekening moeten sturen voor de gemaakte kosten. Op die manier krijg je niet zomaar iets, maar verdien je het. Er hangt een prijskaartje aan het beheren van de collectie en voor een deel – denk aan vaste lasten als beveiliging en klimaat beheer – is daar moeilijk op te bezuinigen.” Publieksbereik Het publiek wist het Gemeentemuseum in 2011 weer in grote getalen te vinden. “In totaal hebben het Gemeentemuseum, Escher in het Paleis en GEM/Fotomuseum wederom meer dan 400.000 bezoekers getrokken. Dat aantal proberen we vast te houden door het programma dat we voeren, de activiteiten die we ontwikkelen en de aandacht die we onder andere via de media weten te realiseren. Net als andere grote musea kunnen we stellen dat we jaarlijks meer bezoekers trekken dan professionele sportclubs. Er zijn bovendien ruim 800.000 mensen met een museumjaarkaart. Musea hebben dus een gigantisch bereik en een enorme potentie. Kijk ook naar de media: kunst wordt hierin breed uitgemeten. Cultuur is een heel belangrijk onderdeel van onze samenleving. Om die reden zijn wij ervan overtuigd dat het goed is om samen te werken met andere organisaties. Wij voelen een maatschappelijke betrokkenheid en dat herkennen we bij menig andere club of instelling.” Het Gemeentemuseum heeft in 2011 de krachten gebundeld met ADO Den Haag. “Waarom?
terug naar I N H O U D S O P G AV E
7
INTERVIEW Omdat wij een enorme expertise hebben op het gebied van educatie voor de jeugd en andersom lopen wij graag mee met ADO, een belangrijk instituut in Den Haag. Ik vind het eigenlijk logisch dat instituten zoals de onze bij elkaar over de vloer komen.” Die overtuiging heeft geresulteerd in een innovatieve samenwerking voor de jeugd en de ADO kids tour blijkt goed te werken. Diamant met vele facetten Bezoekers moeten weten wat ze kunnen verwachten wanneer ze een museum bezoeken. Tempel geeft daarom aan dat elk museum een helder profiel moet hebben. “Ons profiel is diffuus, maar tegelijkertijd heel duidelijk. We hebben veel verschillende afdelingen; beeldende kunst, fotografie, prentenkabinet, mode, toegepaste kunst en muziekinstrumenten. Heel divers dus, maar op alle niveaus van wereldkwaliteit. Ik omschrijf het museum daarom graag als een diamant met vele facetten. Het Gemeentemuseum is een instituut van grote waarde, maar met verschillende kanten. Die gedachte heeft ons doen inzien dat je die verschillende facetten nog meer zichtbaar moet maken in het museum. Bijvoorbeeld door ook jaarlijks mode te tonen, door de permanente opstelling over Mondriaan & De Stijl en in de toekomst door middel van een permanente ruimte voor Delfts Blauw. We moeten die verschillende facetten van de diamant nadrukkelijker tonen en ermee naar buiten treden. Dat is nog niet zo eenvoudig, omdat we ons richten op verschillende doelgroepen. Dat maakt het ingewikkeld en intensief, zeker omdat de middelen beperkt zijn, maar het biedt ook kansen.” Mondriaan & De Stijl Het museum is er enorm trots op dat in het afgelopen jaar een nieuw concept is gerealiseerd. “Nederland is bij uitstek een land van kunstenaars. We hebben bijna elke eeuw kunstenaars van wereldfaam voortgebracht. In de Schetsontwerp Mondriaan & De Stijl vleugel, Gemeentemuseum Den Haag, Anne Holtrop en Krijn de Koning 2011
Nederlandse canon, vijftig vensters die van wezenlijk belang zijn voor wat Nederland vandaag de dag is, zijn drie vensters opgenomen over kunst: Rembrandt, Van Gogh en De Stijl. Toch kon je tot voor kort beter naar het MoMA gaan om iets over De Stijl te weten te komen. Daar moest hoognodig verandering in komen en daarom hebben we een hele vleugel permanent ingericht over Mondriaan & De Stijl. Er staat nu iets bijzonders. We hebben dit in relatief korte tijd weten te realiseren in samenwerking met de studio van kunstenaar Krijn de Koning en architect Anne Holtrop. Het verhaal wordt op een innovatieve manier verteld, uitgaande van de ideeën van De Stijl. We presenteren dus geen theorie of chronologisch verhaal, maar leggen uit wat de bedoelingen van de kunstenaars waren. We merken dat dit het voor de bezoekers makkelijker maakt om de kunstwerken te waarderen.” Het museum is een langdurige samenwerking aangegaan met het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam, het Centraal Museum in Utrecht en andere bruikleengevers en daarnaast is de tentoonstelling mede mogelijk gemaakt door American Express, het Mondriaan Fonds en het VSB Fonds. “Dit concept voorziet in een behoefte. Er komen veel bezoekers op af, waaronder middelbare scholen. Wij tonen daarmee aan dat het, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, wel degelijk mogelijk is om ook met een vaste collectie publiek te trekken.” Evenwichtig programma Het hele jaar door heeft het museum mensen weten te inspireren en enthousiasmeren dankzij een evenwichtig programma. Tempel licht er enkele hoogtepunten uit. “In de eerste plaats noem ik ook in dit kader de permanente opstelling Mondriaan & De Stijl, dat is echt een schot in de roos. Verder hebben de tentoonstellingen over James Ensor en over Parijs veel publiek getrokken. Heel bijzonder was de tentoonstelling over Chinees porselein. Een Nederlandse verzamelaar wilde een schenking van Chinees
terug naar I N H O U D S O P G AV E
8
INTERVIEW export porselein doen aan ons museum, maar het ging om collectiestukken die wij al in ons bezit hadden. We hebben geadviseerd om naar China te gaan waar dit niet meer aanwezig is. Het Shanghai museum was hier zo blij mee, dat wij een aantal topstukken van het keizerlijk porselein mochten tonen. Deze stukken waren nog niet eerder buiten China te zien! Deze samenwerking maakte weer eens duidelijk dat cultuur internationale samenwerking kan stimuleren. De politiek en het bedrijfsleven hadden hier in mijn ogen veel meer op in kunnen haken. Musea openen soms deuren die ook een ingang kunnen zijn voor andere partijen in de samenleving.”
ZomerExpo De ZomerExpo, de eerste landelijke beeldende kunst tentoonstelling met een open inschrijving, was een groot succes. Zowel bij de deelnemers, het publiek als de pers is de expo ontzettend goed ontvangen. “Het was niet alleen bijzonder om een keer zo’n democratische tentoonstelling te organiseren, het hielp ons ook om op educatief gebied uit te leggen wat kunst nu eigenlijk is. Want wat is nu het verschil tussen een amateur en een kunstenaar die er professioneel van kan leven? In 2012 organiseren we een vervolg op dit succes en ik hoop echt dat we dit kunnen laten uitgroeien tot een mooie traditie in Nederland.”
De tentoonstelling over Markus Lüpertz en Parijs, stad van de moderne kunst 1900-1960 noemt Tempel mooie voorbeelden van samenwerking met het bedrijfsleven. Die succesvolle exposities zijn mede mogelijk gemaakt door respectievelijk de Duitse energiemaatschappij RWE/Essent en het Total E&P Nederland B.V.. “Een heel ander publiek hebben we aan het eind van het jaar weten te bereiken met de tentoonstelling over poppenhuizen. In het Fotomuseum hebben we een prachtige tentoonstelling gehad met polaroids van Julian Schnabel en ook Gare du Nord – Nederlandse fotografen in Parijs was heel geslaagd. Met het GEM/Fotomuseum proberen we een breder publiek te interesseren voor hedendaagse kunst. Een tentoonstelling over het werk van Erwin Wurm in het GEM was daarom een logische keuze. Deze kunstenaar zoekt op een heel brede manier, veel breder dan alleen het kunstcircuit, contact met mensen. Natuurlijk zijn de bezoekersaantallen van het GEM/Fotomuseum anders dan die van het Gemeentemuseum zelf, maar we mogen niet klagen. Toch hopen we dat de bezoekersaantallen verder toenemen, juist omdat wij van oudsher zo’n kunstenaarsland zijn. Kunst is iets waarvan we zeker weten dat we er goed in zijn. Het zou jammer zijn als we die overtuiging en die positie verliezen.”
Verwervingen & aankopen In 2011 heeft het Gemeentemuseum prachtige objecten aan de collectie mogen toevoegen. “Maar”, zo verduidelijkt Tempel, “we streven er niet naar om zoveel mogelijk kunstobjecten te verwerven. We kopen alleen iets als het een wezenlijke toevoeging is op wat we al hebben. We zijn dus heel gericht op zoek naar wat bij ons past en hebben geen encyclopedische collectie voor ogen.” Rond het project Mondriaan & De Stijl heeft het museum enkele schenkingen ontvangen. “Werk van Bart van de Lek bijvoorbeeld, en een plantenstandaard van Vilmos Huszár. Verder heeft de familie van fotograaf Leonard Freed ons enkele foto’s geschonken waar we erg blij mee zijn. De collectie hedendaagse keramiek hebben we uitgebreid dankzij een schenking van kunstenaars Johnny Rolf en Jan de Rooden. Een aanschaf waar we heel blij mee zijn, is een zogenaamde namiddagjurk, model Braque, van Paul Poiret, een van de belangrijkste modeontwerpers van de twintigste eeuw. De jurk konden we op een veiling voor een paar honderd euro aanschaffen. We zullen deze tonen tijdens een tentoonstelling over zijn werk, waarschijnlijk in 2015. Onze collectie
terug naar I N H O U D S O P G AV E
9
INTERVIEW hedendaagse kunst hebben we verder weten te versterken met de aankoop van een sculptuur van de Belgische kunstenares Berlinde De Bruyckere. Haar werk, bijna schilderachtige sculpturen van was met pigmenten, past heel mooi bij kunstwerken van Francis Bacon, Bruce Nauman en Louise Bourgeois. Ook ben ik ontzettend blij met een aantal werken van Daan van Golden, een van de belangrijkste Nederlandse levende kunstenaars. De collectie van Rob van Koningsbrugge hebben we uitgebreid met een schuifschilderij, een drieluik, uit 1975. Het werk is met name bijzonder vanwege het kleurgebruik - geel, blauw en rood - dat natuurlijk mooi aansluit bij Mondriaan. Tot slot noem ik graag de aanschaf van een aantal foto’s van Jasper de Beijer, een Haagse fotograaf die heel expressief werk maakt.” In 2011 is ook de kiem gelegd voor een aantal aankopen die pas in 2012 gestalte zullen krijgen. Onder de mensen Het Gemeentemuseum streeft ernaar om moderne kunst, zowel hedendaags als klassiek-modern, in ons land meer onder de mensen te brengen. “Daar blijven we op inzetten door middel van onze tentoonstellingen, maar bijvoorbeeld ook door optical art te tonen in Escher in het Paleis. Daar komen vaak mensen die voor het eerst van hun leven naar een museum gaan en zich nog nooit positief hebben uitgelaten over hedendaagse kunst. Toch spreekt de optical art veel bezoekers aan. Dat vind ik fantastisch om te merken! We blijven als museum nieuwe initiatieven ontplooien en daar draagt elke medewerker aan bij. Het museum is als een goed voetbalteam. Mocht er iemand uitvallen, dan wordt het moeilijker, maar je gaat harder voor elkaar lopen om de wedstrijd alsnog te winnen. Mensen nemen verantwoordelijkheid en krijgen daar ook de ruimte voor. Dat leidt tot goede nieuwe ideeën en verdere aanscherping van de dingen waar we al mee bezig zijn.”
Hoewel 2011 een rauwe realiteit kende, overheerst een positief en strijdvaardig gevoel. “Onze bezoekersaantallen, het veelzijdige programma, de prachtige collectie, ons mooie gebouw en de gemotiveerde medewerkers: ze dragen een enorme belofte in zich voor de toekomst!”
terug naar I N H O U D S O P G AV E
10
1. COLLECTIE UITBREIDING VAN DE COLLECTIE De collectie is in 2011 uitgebreid met 81 objecten. Hiervan zijn er 48 toegevoegd aan de collectie moderne kunst en 32 aan die van de kunstnijverheid.
Belangrijke aankopen In 2011 heeft het Gemeentemuseum, mede dankzij de steun van het Mondriaan Fonds, de Vereniging Rembrandt en de Bankgiro Loterij, een aantal belangrijke aankopen kunnen realiseren op het gebied van de moderne kunst. Een voorbeeld hiervan is de verwerving van het werk Relic van Daan van Golden. Dit schilderij, dat eerder tijdens de Sixties! tentoonstelling in 2007 werd geëxposeerd, is een sleutelwerk binnen het oeuvre van de kunstenaar. Van Golden begon aan het schilderij in 1964 om het pas in 1989 af te ronden. Het werk vertegenwoordigt een belangrijke periode binnen het oeuvre van een van de meest invloedrijke schilders in Nederland van dit moment. Op een veiling in New York verwierf het museum een klein schilderij van de Poolse schilder Wilhelm Sasnal. Binnen de internationale hedendaagse schilderkunst is Sasnal een grote bekende, maar in Nederlandse openbare collecties is hij nog nauwelijks vertegenwoordigd. Het schilderij, dat een portret van zijn zoon Kacper voorstelt, vormt een welkome uitbreiding van de collectie hedendaagse schilderkunst, waartoe ook recente aankopen van werk van Michael Raedecker, Daniel Richter en Matthias Weischer behoren. Een opmerkelijke aanwinst is een beeld van Berlinde De Bruyckere. Deze Belgische kunstenares werd eind jaren negentig bekend met haar indringende sculpturen van kwetsbare, gehavende mensfiguren die het lijden van de mens centraal lijken te stellen. De in een monumentale Daan van Golden, Relic Pablo Picasso, Grand vase aux femmes nues, 1950
vitrine gepresenteerde sculptuur heeft een sacrale kwaliteit, is beklemmend en dwingt de bezoeker tot nadenken. Het werk sluit prachtig aan bij de schilderijen van bijvoorbeeld Francis Bacon en De Cell XXVI van Louise Bourgeois. Bijzondere schenkingen Dat kunstenaars het Gemeentemuseum een warm hart toedragen, blijkt uit de vele schenkingen die wij jaarlijks van hen mogen ontvangen. In 2011 kregen we een omvangrijke donatie van het kunstenaarsechtpaar Johnny Rolf en Jan de Rooden. Dankzij de ruim veertig keramische werken die wij uit de verzameling van deze twee keramisten mochten kiezen, is de collectie Nederlandse keramiek uit de laatste decennia van de vorige eeuw substantieel verrijkt. Beeldend kunstenaar Ralph Prins verblijdde het museum met een twintigtal foto’s van zijn hand, een mooie toevoeging aan onze collectie fotografie. Zoals elk jaar ontving de mode- en kostuumcollectie een aantal schenkingen van particulieren die hun eens gedragen haute couture een langer bestaan gunnen dan één mode seizoen. Zo kreeg het museum een unieke patchwork mantel, ontworpen door Fong Leng. Tot de omvangrijke gift van Jan en Len Aarntzen behoren topstukken als de creaties van John Galliano en Vivienne Westwood. ‘Een geschenk uit de hemel’ was de Grand vase aux femmes nues van Pablo Picasso. Deze vaas uit 1950 behoort tot zijn beste ontwerpen in keramiek. Het indrukwekkende object is versierd met een drietal naakte vrouwenfiguren die zich als vanzelfsprekend voegen naar de contouren van het trompet vormige lichaam van de vaas. Met deze aanwinst via de zogenaamde 120%-regeling viel niet alleen de verzameling van het Gemeentemuseum, maar ook de collectie Nederland een onbetwist hoogtepunt uit het keramische oeuvre van Picasso ten deel. Het grote belang van deze fiscale maatregel kan niet beter worden geïllustreerd.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
1. COLLECTIE Collectieprojecten In 2011 zijn twee omvangrijke collectieprojecten voortgezet. In de eerste plaats het Mondriaan restauratieproject, dat tot doel heeft de gehele collectie in zo’n staat te brengen dat deze weer kan deelnemen aan het (inter)nationale bruikleenverkeer. Het project is eind 2011 halverwege. Een tweede project is de standplaatsregistratie. Hierin worden alle objecten die in museaal bezit zijn, voorzien van een digitaal raadpleegbare standplaats. Eind 2011 zijn 55.000 objecten voorzien van een standplaats code. De verwachting is dat het project eind 2012 zal zijn afgerond, met uitzondering van een deel van de modecollectie. Dit deel, dat weinig tot niet deelneemt aan het museale verkeer, kost zoveel tijd om te behandelen dat het niet efficiënt meer is.
11
terug naar I N H O U D S O P G AV E
12
2. TENTOONSTELLINGEN In 2011 heeft het museum in het Berlage gebouw 24 tentoonstellingen georganiseerd en 9 tentoonstellingen in het GEM/ Fotomuseum. Deze hoeveelheid tentoonstellingen betekent een lichte daling ten opzichte van het programma in 2010. Dit is echter in overeenstemming met het algemene beleidsstreven om de frequentie van tentoonstellingen terug te brengen, uiteraard zonder hierbij in te boeten op de bezoekersaantallen. Het aantal tentoonstellingen is nog altijd groot. Om de doelstellingen wat betreft de bezoekersaantallen te halen, waren in het voor- en het najaar de belangrijkste publiekstrekkers gepland. In het voorjaar van 2011 is de James Ensor retrospectief georganiseerd. Deze tentoonstelling bracht vele positieve reacties teweeg. De ZomerExpo 2011 Anoniem gekozen met werken van (amateur)kunstenaars uit het hele land maakte veel goed. In het najaar golden twee tentoonstellingen als ware publiekstrekkers: XXSmall – de tentoonstelling over poppenhuizen – en Parijs, stad van de moderne kunst 1900-1960 – een tentoonstelling die voortkwam uit een collectieruil met het Centre Pompidou. De grote tentoonstelling over Markus Lüpertz, mede mogelijk gemaakt door het energieconcern RWE/Essent, bracht ook veel liefhebbers op de been. Er was gekozen voor een volstrekt nieuwe benadering van het oeuvre van deze vermaarde Duitse schilder, door het inhoudelijk aan het schitterende Berlage gebouw te koppelen.
Turing Toekenning
Toekenning In mei 2011 won het Gemeentemuseum Den Haag de tweejaarlijkse Turing Toekenning van € 450.000,- van de Turing Foundation. Met dit bedrag is het mogelijk om in 2012 een spectaculaire tentoonstelling over Alexander Calder te organiseren. Het museum is ongelooflijk blij en trots op de toekenning van deze prijs. De tentoonstelling over Calder zal Nederland in internationale aandacht plaatsen, met name in de Verenigde Staten, waardoor ook deuren zullen openen voor toekomstige tentoonstellingen van internationaal belang.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
13
2. TENTOONSTELLINGEN
DEFINITIEVE PLEK VOOR MONDRIAAN & DE STIJL Zonder twijfel is De Stijl de belangrijkste Nederlandse kunststroming van de twintigste eeuw en geniet een grote internationale reputatie. Het Gemeentemuseum Den Haag beschikt niet alleen over de grootste collectie Mondriaan ter wereld, maar bezit ook de meest brede collectie De Stijl wereldwijd. Omdat De Stijl van groot belang is geweest voor ons land – de beweging maakt samen met Rembrandt en Van Gogh deel uit van De canon van Nederland – heeft het Gemeentemuseum deze groep een definitieve plek in Nederland gegeven. Sinds 24 september kan het publiek de semipermanente tentoonstelling Mondriaan & De Stijl bezoeken. Er is een complete vleugel met een oppervlakte van 750 vierkante meter aan gewijd. De collectie Mondriaan van het Gemeentemuseum is uniek in de wereld en omvat bijna 300 werken. Alle stadia van Mondriaans indrukwekkende carrière zijn erin vertegenwoordigd. De grote variëteit aan werken stelt het museum in staat om de volledige artistieke ontwikkeling aan het publiek te tonen.
en werken van andere kunstenaars van De Stijl ging in het Gemeentemuseum hand in hand. In de permanente opstelling Mondriaan & De Stijl zijn Theo van Doesburg, Vilmos Huszár, Bart van der Leck, J.J.P. Oud, Gerrit Rietveld en Georges Vantongerloo naast Mondriaan de belangrijkste vertegenwoordigers. De thematische inrichting van Mondriaan & De Stijl is geënt op De woning – De straat – De stad, een artikel van Mondriaan uit 1925. De presentatie is levendig en laat de boeiende samenvloeiing van kunst, vormgeving en architectuur goed tot uitdrukking komen. De bekende kunstenaar Krijn de Koning en architect Anne Holtrop, tekende voor de vormgeving van de tentoonstelling. Het is feitelijk een kunstwerk an sich met als titel 63 spaces for a work. De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door American Express, Mondriaan Fonds, VSB Fonds, Centraal Museum Utrecht, het Nederlands Architectuur Instituut en Stijl Advocaten.
De essentie van de kunstbeweging De Stijl, actief vanaf 1917, was een nieuwe kunstvorm te vinden die volledig inzetbaar was. De beweging sloeg een brug tussen kunst, vormgeving, architectuur en samenleving. De Stijl zorgde voor grote vernieuwingen en inspireert kunstenaars, vormgevers en architecten tot op de dag van vandaag. Het belang van de groep is moeilijk te overschatten; zij speelt een centrale rol in de Europese avant-garde. Leden van de groep ontwikkelden ideeën over een ideale samenleving, beeldend kenmerkt de groep zich door het vereenvoudigen van vorm en reduceren van kleurgebruik. Het verzamelen van werk van Piet Mondriaan Foto: Gerrit Schreurs
terug naar I N H O U D S O P G AV E
14
2. TENTOONSTELLINGEN PUBLIEKSTREKKERS BERLAGE GEBOUW James Ensor Universum van een fantast 12 maart - 13 juni 2011
In het voorjaar van 2011 eerde het Gemeentemuseum James Ensor (1860-1949) met een groots overzicht. Het indrukwekkende oeuvre van deze Belgische expressionist is een ware maskerade en de tentoonstelling bood een blik in het universum van deze fantast. Aanvankelijk maakte de kunstenaar furore met zijn realisme. Later vond de grote omwenteling naar zijn fantasiewereld plaats. Een parade van groteske figuren, een dolle optocht van feestgangers met maskers, geschminkte vrouwengezichten, skeletten en carnavaleske poppen in felle- of juist pastelkleuren: de schilderijen van Ensor kennen uitersten. Ensor staat bekend om zijn veelzijdig en sensitief kleurgebruik, zijn vrije manier van schilderen, zijn fantasie en zijn onthulling van de lachwekkende staat van de mens.
Ensor was een uitzonderlijk colorist, met gedurfde kleur contrasten en tonaliteit. In zijn groteske schilderijen gebruikt hij het masker als instrument om de ware boosaardige en lachwekkende aard van de mensheid onthullen. Ensor was ook een buitengewoon grafisch talent, wat op deze tentoonstelling aan de hand van tekeningen en etsen duidelijk te zien was. De tentoonstelling belichtte ook de binding van Ensor met Nederland. Hij reisde al op jonge leeftijd door ons land en raakte geïnspireerd door de oude Hollandse meesters. Zijn werk werd in Nederland al snel goed ontvangen en zelfs tentoongesteld en verzameld en hij had een bijzondere relatie met Jan Toorop. De tentoonstelling is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, met dank aan Nationaal Archief/collectie Spaarnestad Photo en dankzij de steun van de Vlaamse Overheid.
Pronkzucht aan het hof Keizerlijk porselein uit Shanghai 16 april t/m 23 oktober 2011
Met het doorbreken van conventionele thema’s en het aanboren van nieuwe onderwerpen in de schilderkunst was Ensor een echte pionier en vernieuwer. Zijn werk werd niet overal onmiddellijk geaccepteerd en hij werd zelfs geweigerd op tentoonstellingen. In 1884 richtte hij daarom de tentoonstellingsvereniging Les XX op met gelijkgestemde kunstenaars. Kort na de Eerste Wereldoorlog werd Ensor al opgenomen in de canon van de moderne kunst en hoort hij samen met Edvard Munch, Ernst Ludwig Kirchner, Emil Nolde en Oskar Kokoschka tot de top van de Europese expressionistische kunst. Samen met René Magritte en Paul Delvaux behoort hij tot de voorhoede van de klassiek moderne Belgische kunst van internationale naam en faam.
Voor het keizerlijk hof in het oude China was alleen het beste goed genoeg. Daarom beschikte het over speciale fabrieken waar de crème de la crème van de Chinese keramiek werd gemaakt met de hoogste kwaliteit porselein, de meest vakbekwame werknemers en de mooiste kleurpigmenten. Het Shanghai Museum heeft in het Gemeentemuseum honderd topstukken van dit keizerlijk porselein getoond die nog nooit eerder buiten Azië te zien waren. In Pronkzucht aan het hof stonden de topstukken niet op zich: de symboliek en betekenis van de decoraties speelden in deze tentoonstelling een belangrijke rol. Zo maakte het publiek ook kennis met de bijzondere mythes en tradities van de Chinese cultuur.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
15
2. TENTOONSTELLINGEN Vanaf het begin van de zeventiende eeuw was Chinees porselein een geliefd verzamelobject in Nederland. Door de VOC geïmporteerde stukken vonden gretig aftrek op veilingen. Deze speciaal voor de export gemaakte objecten zijn echter van een mindere kwaliteit dan het porselein dat voor het keizerlijk hof werd gemaakt. Gedurende de Ming(1368-1643) en Qingdynasty (1644-1911) zijn talloze pronkstukken vervaardigd, meestal ceremoniële objecten. Deze waren van de allerhoogste kwaliteit illustreren de verfijnde levensstijl waarin de keizers zich eeuwenlang hebben gebaad. De decoraties op de prachtige werken zijn tot in de kleinste details uitgewerkt en symboliseren vaak heilwensen. Na de val van de keizerlijke macht tijdens de revolutie in 1911 raakte de collectie keizerlijk porselein verdeeld en werd deels vernietigd. Precies honderd jaar na dato was een representatieve selectie van dit porselein in het Gemeentemuseum te zien. Pronkzucht aan het hof is mogelijk gemaakt door de bijzondere band die de Nederlander Henk Nieuwenhuys met het Shanghai Museum heeft. Hij schonk enige jaren geleden zijn eigen collectie Chinees exportporselein aan dit museum, waar het nu permanent te zien is.
Markus Lüpertz in het Gemeentemuseum Den Haag, 2011. Foto: Gerrit Schreurs
Markus Lüpertz In ’t God’lijk Licht 25 juni t/m 2 oktober 2011
Voor de Duitse kunstschilder en beeldhouwer Markus Lüpertz (1941) is het overduidelijk dat kunst ver boven het dagelijks leven uitstijgt. In de media dikt hij zijn overtuiging aan door zijn onberispelijke en zelfverzekerde optreden als ‘Koning der schilders’. Ook in de architectuur van het Gemeentemuseum Den Haag komt de afstand tussen kunst en dagelijks leven op verschillende manieren tot uiting. Deze overeenkomst vormde het uitgangspunt voor dit grootse retrospectief. Aan de hand van thema’s is aandacht besteed aan recent werk, hoogtepunten uit zijn oeuvre én het genie Lüpertz zelf. Lüpertz behoort samen met Penck, Immendorff en Baselitz tot de generatie naoorlogse Duitse kunstenaars die het expressionisme nieuw leven inbliezen. Hij behoort al jaren tot de top van de hedendaagse Duitse kunstenaars. Zijn werk typeert zich door een veelzijdigheid en door zijn zoektocht naar het evenwicht tussen abstractie en figuratie, tussen vorm en kleur. In zijn schilderkunst is het landschap favoriet, terwijl in zijn beeldhouwwerk de menselijke figuur juist centraal staat. De creatieve ontwikkeling van een achttien meter hoog sculptuur – Hercules – ter herinnering aan het project Culturele Hoofdstad Ruhr 2010, speelde een grote rol in deze overzichtstentoonstelling. Verder toonde de expositie Lüpertz’ zoektocht naar een eigen taal die uitmondde in de dithyrambische schilderijen. Deze zijn vernoemd naar de dithyrambe, een loflied uit de klassieke oudheid op Dionysos, god van de geestdrift, wijn, roes en chaos. Andere thema’s waren bijvoorbeeld boomstammen en expliciete referenties aan de kunstgeschiedenis of literatuur, zoals Alice in Wonderland.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
16
2. TENTOONSTELLINGEN De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door de Duitse energiemaatschappij RWE/Essent. Voor het Gemeentemuseum Den Haag bood deze samenwerking de kans om, geheel in lijn met het nieuwe beleid van het museum, nieuwe publieksgroepen aan te trekken van over de grens en hedendaagse kunst aan een breed publiek te presenteren.
ZomerExpo 2011 – Anoniem gekozen. Nieuwe meesters van de lage landen 9 juli t/m 21 augustus 2011
Stichting ArtWorlds en het Gemeentemuseum Den Haag lanceerden op 9 december 2010 de eerste Nederlandse tentoonstelling met open inschrijving. En met succes! Begin 2011 hebben in totaal 2450 deelnemers uit het hele land zo’n 4750 werken ingezonden. Deze zijn in het voorjaar van 2011 op drie locaties in Nederland beoordeeld door een jury die bestond uit personen uit de museumwereld, de provinciale kunst- en cultuurinstellingen en uit bekende en minder bekende kunstenaars. Een selectie van 600 werken werd vervolgens getoond op de website van de ZomerExpo 2011, waarna uiteindelijk 250 werken zijn uitgekozen voor de tentoonstelling Anoniem gekozen in het Gemeentemuseum. De ZomerExpo 2011 gaf een beeld van de kunstbeoefening in Nederland in volle breedte zonder onderscheid te maken tussen de gevestigde en niet-gevestigde kunstwereld. De zeggingskracht en de kwaliteit was bepalend bij de keuze van het werk. Stichting ArtWorlds ontwikkelt projecten die verschillende kunstwerelden samenbrengt. Door de samenwerking met deze stichting en de ZomerExpo wil het Gemeentemuseum de publieksparticipatie vergroten. Het museum streeft naar een grote diversiteit aan publieksgroepen en wil zoveel mogelijk mensen laten kennismaken met verschillende Prijswinnaar (1e prijs) ZomerExpo 2011
kunstvormen zoals kunstnijverheid, mode, muziek, schilderkunst en tekenkunst. Het publiek werd actief betrokken bij de ZomerExpo doordat elke bezoeker een stem mocht uitbrengen op het meest aansprekende kunstwerk. Er waren namelijk drie stimuleringsprijzen verbonden aan de tentoonstelling van 10.000, 7.500 en 5.000 euro. De tweede prijs (€ 7.500) is gewonnen door Annemieke Alberts met haar schilderij (Be)Spiegelingen. De derde prijs (€ 5.000) ging naar Tilleke Schwarz voor haar werk Purr Chase. De publieksprijs van € 10.000 ging, met grote meerderheid van stemmen, naar het kunstenaarsduo Lonneke Gordijn en Ralph Nauta voor hun werk Fragile Future. Het werk is een combinatie van natuur en techniek; het bestaat uit tientallen lampjes die bedekt zijn met echte paardenbloempluisjes, met elkaar verbonden door een constructie van fosforbrons.
Mode Kunst Een affaire 3 september 2011 t/m 8 januari 2012
Wie kent niet de kleurige Mondriaanjurken die Yves Saint Laurent in 1965 ontwierp? Of de mini-jurkjes met hypnotiserende optische prints, geïnspireerd door op-art uit de jaren 60? Ze illustreren de innige relatie tussen mode en kunst. Couturiers weten de tijdgeest te vangen en te vertalen naar hun ontwerpen, terwijl kunstenaars kleding gebruiken als expressiemiddel om vorm te geven aan het totaalbeeld van hun ideeën. De tentoonstelling Mode Kunst, een affaire, liet zien dat bepaalde kleding gebruikt wordt door krachtige vrouwen om zich te onderscheiden en dat beeldende kunst in veel gevallen een grote inspiratiebron is voor ontwerpers. Tot de topstukken van de tentoonstelling behoorden creaties van Liberty’s, Sonia Delaunay, Schiaparelli, Yves Saint Laurent, Chanel en Givenchy.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
17
2. TENTOONSTELLINGEN
In de negentiende eeuw veranderde de rol van de mode en de plaats die kunst inneemt in de samenleving. Door toegenomen welvaart en nieuwe maatschappelijke verhoudingen werden zowel mode als kunst steeds meer middelen om uiting te geven aan persoonlijke smaak en identiteit. In Nederland zijn het rond 1900 eigenzinnige vrouwen als Aletta Jacobs, toneelspeelsters en concertzangeressen die zich met het dragen van artistieke kleding onderscheiden van de massa. Zij dragen niet langer korsetten met strak ingesnoerde tailles, maar los vallende jurken van verfijnde stoffen in kunstzinnige kleuren. Bewegingsvrijheid, dat was wat de moderne vrouw wilde. Kunstenaars als Henry van de Velde en Piet Zwart werden betrokken bij de esthetische vormgeving van deze nieuwe mode. De abstracte schilderkunst van de succesvolle ontwerpster en kunstenaar Sonia Delaunay – getrouwd met Robert Delaunay en bevriend met schilders als Mondriaan, Arp, Vantongerloo en Kandinsky - inspireerde in de jaren 20 tot diverse stof ontwerpen. In de kleding en hoeden van modeontwerpster Elsa Schiaparelli speelde het surrealisme een belangrijke rol. Zij maakt furore met truien met ingebreide das of matrozenkraag en werkt nauw samen met kunstenaars als Salvador Dalí en Jean Cocteau. Ook in de naoorlogse kunst is de kruisbestuiving vaak terug te zien. In de jaren 50 maakt Karel Appel gesigneerde stofontwerpen, in de jaren 60 verkoopt de Bijenkorf jurkjes geïnspireerd door op-art en in samenhang met het minimalisme in de beeldende kunst ontstaat er een grote voorkeur voor sobere, vaak asymmetrische ontwerpen. Ook wordt mode steeds vaker beschouwd als autonoom kunstwerk.
Parijs Stad van de moderne kunst 1900-1960 15 oktober 2011 t/m 29 januari 2012
Eind 2011 heeft het in grote getalen toegestroomde publiek genoten van beroemde meesterwerken van onder anderen Kandinsky, Brancusi, Picasso, Matisse, Miró, Giacometti, Léger, Braque en Delaunay. Deze topstukken waren ter beschikking gesteld door het prestigieuze Centre Pompidou in Parijs. De bruisende Franse hoofdstad oefende in de eerste helft van de twintigste eeuw een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op toekomstgerichte kunstenaars uit de hele wereld. Hier werd de moderne kunstgeschiedenis geschreven. Ook vanuit Nederland trokken de meest vooruitstrevende kunstenaars naar deze opwindende plek van vernieuwing en artistieke vrijheid. In de eerste helft van de twintigste eeuw werd de kunst in een enorm tempo vernieuwd. Aangemoedigd door de Eerste Wereldoorlog, gedreven door het idee van een betere toekomst of in reactie op de stijl van hun voorgangers, ontwikkelden kunstenaars in Parijs nieuwe stijlen in de meest wilde en uiteenlopende kleuren en vormen. Parijs was een artistieke vrijplaats, kunstenaars ontmoetten elkaar in het café, groepeerden zich, discussieerden en beïnvloedden elkaar en bevochten hun standpunten. Nog niet eerder werd de relatie tussen Parijs als hoofdkwartier van de moderne kunst en Nederland in beeld gebracht. Verscheidene Nederlandse kunstenaars hebben in Parijs cruciale stappen in hun carrière gezet en daar is in deze tentoonstelling speciale aandacht aan besteed. Piet Mondriaan is een sprekend voorbeeld, want na een bezoek aan Parijs gooide hij het roer om; zowel in zijn beroepsmatige- als in zijn persoonlijke leven. Maar ook Kees van Dongen, Karel Appel en Constant raakten geïnspireerd en
terug naar I N H O U D S O P G AV E
18
2. TENTOONSTELLINGEN beïnvloed door het wervelende, bloeiende artistieke leven in Parijs. De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt het Centre Pompidou in Parijs en door de ondersteuning van Total E&P Nederland B.V.
XXSmall Poppenhuizen en meer in miniatuur 12 november 2011 t/m 25 maart 2012
Poppenhuizen waren in de zeventiende en achttiende eeuw een serieuze zaak. Welgestelden spendeerden soms evenveel geld aan deze hobby als aan hun eigen woning. XXSmall voerde jong en oud mee in een modelwereld van heden en verleden. Zo waren er pronkpoppenhuizen uit de zeventiende eeuw te zien, maar ook eigentijdse miniatuurhuizen geheel ingericht in modern design. Het wonen door de eeuwen heen kwam geheel tot leven. Uitgangspunt van de tentoonstelling was een van de best bewaarde poppenhuizen in Nederland; dat van Sara Rothé uit ca. 1745 uit de collectie van het Gemeentemuseum Den Haag. Al in de Chinese en Griekse oudheid werden er voorwerpen in miniatuur gemaakt en in de loop der tijd is dat zo gebleven. Van stoelen tot bedden, van zilveren serviezen tot Delfts blauwe vazen, van koperen pannen tot de trouwjurk van prinses Mabel. XXSmall toonde vele voorbeelden. Bovendien was er een miniatuurmuseum ingericht met kleine, originele schilderijtjes of tekeningen van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw, waaronder Sol LeWitt, Damien Hirst en Louise Bourgeois. Extra aandacht was er voor zilveren miniaturen, inclusief een aparte publicatie. Ook de moderne tijd was goed vertegenwoordigd met een ADO poppenkamer in de vormgeving van De Stijl, een jaren vijftig modelwoning en een poppenhuis van Gerrit Rietveld. Verder waren er miniaturen van door Vitra
uitgebrachte designstoelen te zien, naast werk in miniatuur van Hollandse vormgevers en poppen in door Victor & Rolf handgemaakte couturekleding. Behalve de Nederlandse wooncultuur werden ook andere culturen in beeld gebracht. Zo waren er een Duits, een Engels en een Italiaans poppenhuis te zien, een Japanse keuken en een Chinese tempel. Een ander hoogtepunt vormde de compleet aangeklede boerderij die prinses Juliana kreeg van haar ouders voor haar tweede verjaardag. De tentoonstelling combineerde de huizen bovendien met poppen, die kleding droegen uit dezelfde periode of in hetzelfde thema. De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds en het door hen beheerde Margarethe Petronella Fonds en het Van der Vossen-Delbrück Fonds.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
19
2. TENTOONSTELLINGEN GEM / FOTOMUSEUM / GEMAK Erwin Wurm The Beauty Business 25 juni t/m 18 september 2011
Het GEM presenteerde in 2011 het eerste uitgebreide overzicht in Nederland van een van de meest belangrijke hedendaagse beeldhouwers van dit moment, de Oostenrijkse Erwin Wurm (1954). Zijn oeuvre heeft zich ontvouwd tot een humoristisch universum, waarin hijzelf, zijn publiek, kledingstukken, een gedachte of een handeling op sculpturele kwaliteiten worder onderzocht. Wurm bekritiseert, weliswaar lichtvoetig, de hedendaagse consumptiemaatschappij. Zo gaan zijn series fat houses en fat cars over huizen en auto’s als statussymbolen, tegelijkertijd verwijzen ze naar de Westerse welvaartsziekte obesitas. Het meest bekend is Wurm om zijn one minute sculptures, waarbij toeschouwers met een voorwerp en getekende instructie tot sculptuur maken. Wurm is in de jaren 70, toen conceptuele kunst nog als voorbeeld gold, opgeleid in Wenen. Kunstenaars van het Wiener Aktionismus hebben in de decennia daarvoor de body art al in Oostenrijk geïntroduceerd. Hoewel Wurm zegt niet geïnteresseerd te zijn in het lichaam an sich, is duidelijk dat zijn oeuvre in deze traditie wortelt. Zijn werk draait vooral om wat hij de basisprincipes van sculptuur noemt; het zoeken naar leegte, mogelijkheden en volume. Wurm maakte een aantal fotoseries voor bekende modemerken en voor Vogue maakte hij een fotoserie waarbij Claudia Schiffer zijn instructies onderging. De Red Hot Chili Peppers gebruikten zijn ideeën (one minute sculptures) voor hun muziekclip Can’t Stop. In de tentoonstelling was ook te zien dat Wurm de laatste jaren meubels vervaardigt, waarbij een kast dienst kan doen als stoel of andersom.
In de tentoonstelling was voor het eerst de nieuwe aanwinst, de Small Psychos Group (2010), van het Gemeentemuseum te zien. Deze installatie bestaat uit elf onzichtbare figuren, die bestaan bij de gratie van de elf truien die om een lichaam gevormd lijken. Wurm stelt bij dit werk de vraag hoezeer onze kleding of buitenkant onze identiteit en status bepaalt.
Gert & Uwe Tobias 12 maart t/m 13 juni 2011
In het voorjaar van 2011 werd voor het eerst het werk van de tweelingbroers Gert en Uwe Tobias (Roemenië, 1973) in Nederland museaal getoond met een, speciaal voor het GEM gemaakte, adembenemende installatie als tentoonstelling met recent werk. Het publiek liet zich verrassen in de wondere wereld van deze broers, die al sinds hun studie samenwerken. Met hun reusachtige houtsneden, keramische sculpturen en gouaches creëren zij een unieke beeldtaal die een onuitputtelijke fantasiewereld verraadt met cartoonachtige ogen op stokjes, een tollende blik, treurig ogende monden met grote hoektanden in monsterachtige, komische en bizarre gezichten. Soms zien we stripachtige figuurtjes die het midden houden tussen mens en dier. Hoe eigentijds de werken ook zijn, de wortels liggen in het historische modernisme. Zo doet de expressieve wereld van de kunstenaars denken aan de carnavaleske schilderijen van James Ensor, die gelijktijdig in het Gemeentemuseum te zien waren en door wie Gert en Uwe Tobias zich lieten zich inspireren. De tweelingbroers groeiden op in het Roemenië van dictator Nicolae Ceausescu en verhuisden in 1985 naar Duitsland. In hun werk verwijzen ze naar de Oost-Europese volks cultuur, vooral naar de kostuums en carnavalskleding. In hun meest recente werken, die speciaal voor Den Haag zijn
terug naar I N H O U D S O P G AV E
20
2. TENTOONSTELLINGEN gemaakt, lieten de kunstenaars zich inspireren door typisch Nederlandse onderwerpen als het zeventiende-eeuwse stilleven. Aan touwtjes en haken hangen zojuist geslachte dieren zoals een geit en geplukt gevogelte. Deze voorstellingen zijn enerzijds gruwelijk maar door de sierlijke vormen en toegevoegde bloemmotieven tegelijkertijd decoratief en prachtig van kleur. Het meest bekend zijn de twee broers door hun monumentale, kleurrijke houtsneden. Klassieke en expressionistische vormen worden afgewisseld met concrete vormen als leestekens tegen een rasterachtergrond die doet denken aan typewriters of videogames, waarbij ze beïnvloed zijn door Mondriaans geometrische abstractie en Bauhaus. De houtsneden met een rasterachtergrond behoren tot een serie werken met de titel Die Mappe die refereert aan patronen van folkloristisch borduurwerk waarvoor eenzelfde raster wordt gebruikt. Toch is hun artistieke universum veel groter dan dat, vaak worden hun werken verweven tot grootschalige installaties, van houtsneden gecombineerd met collage, tekeningen, gouaches, beelden en muurschilderingen. De keramische beelden zijn organisch van vorm, en laten figuren zien die gevangen lijken te zijn in hun zware materiaal met glazuurlaag. Soms laten ze hun duivelachtige hoofden hangen, waardoor ze eerder weemoedig dan gevaarlijk lijken.
FOTOMUSEUM Gare du Nord Nederlandse fotografen in Parijs 1900-1968 15 oktober 2011 t/m 15 januari 2012
Parijs, dáár moest je zijn. De Franse hoofdstad heeft decennialang een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op schrijvers en schilders van over de hele wereld. Ook Nederlandse fotografen trokken naar Parijs en legden het romantische straatbeeld met zijn bewoners vast. Foto’s van onder anderen Henri Berssenbrugge, Emmy Andriesse, Ed van der Elsken en Johan van der Keuken brachten in Gare du Nord de stad tot leven. Deze metropool speelde de hoofdrol in de tentoonstelling Parijs, stad van de moderne kunst 1900-1960, die gelijktijdig in het Gemeentemuseum Den Haag te zien was. Vanaf het moment dat Louis Daguerre de fotografie voor het eerst aan de wereld presenteerde in 1839, was Parijs behalve de stad van de moderne kunst ook het epicentrum van dit nieuwe medium. Nederlandse fotografen trokken in de jaren 20 en 30 naar de lichtstad om te studeren aan vakscholen of in de hoop het vak te mogen leren als assistent van grootheden als Man Ray en Berenice Abbott. In de jaren 50 hervond Parijs zijn aantrekkingskracht. De fotoboeken over Parijs van Nico Jesse, Ed van der Elsken en Johan van der Keuken, die in de jaren 1954-1963 verschenen, waren erg populair. Ze lieten een wereld zien waar de benepen Nederlander alleen maar van kon dromen. Jesse legde in tien dagen tijd bijvoorbeeld tweeduizend vrouwen vast en gaf daarmee een boeiend kijkje achter de Parijse gevels. Het publiek maakte kennis met de Parisienne in al haar facetten. Van der Elsken fotografeerde juist het echte straatleven, de wat rauwere kant van de samenleving. Vooral de wereld van de bohemien-kunstenaars rond Quartier Latin bracht hij in beeld.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
21
2. TENTOONSTELLINGEN Gare du Nord liet beelden zien van zo’n vijftig Nederlandse fotografen. Deze legden behalve het anonieme straatleven, ook beroemdheden vast zoals Orson Welles, Juliette Gréco, Christian Dior en de nog piepjonge Brigitte Bardot en Yves Saint Laurent. Daarnaast toonde het museum twee korte experimentele films: Études des mouvements à Paris van Joris Ivens uit 1927 en De Hallen van Parijs, van Paul Schuitema uit 1939.
Julian Schnabel Polaroids 15 januari t/m 17 april 2011
Julian Schnabel (1951) werd in de jaren 80 bekend als schilder van het grote, expressionistische gebaar. Als eerste museum ter wereld presenteerde het Fotomuseum Den Haag tachtig grootformaat polaroidfoto’s die een heel andere kant van hem tonen. Met zijn fotowerk neemt Schnabel de toeschouwer mee in zijn ateliers, naar zijn vrienden en familie. Het persoonlijke wordt kunst in zijn sfeervolle, bijna impressionistische beelden. Veel foto’s zijn in zwart-wit of sepia waardoor een nostalgische, bijna romantische sfeer overheerst, net als in de films die hij sinds de jaren 90 met veel succes regisseert. Tussen 2002 en 2006 fotografeerde Schnabel zijn directe omgeving met een zeldzame, handgemaakte polaroid camera uit de jaren 70. De camera heeft de grootte van een ijskast en maakt direct-klaarfoto’s van circa 50 x 60 cm. Schnabel nam hem jaren lang met zich mee en portretteerde alles om hem heen dat hem interesseert; familie en vrienden, zijn werken op tentoonstellingen in galeries of in zijn ateliers in Montauk, New York en de privé vertrekken van het Palazzo Chupi dat Schnabel zelf ontwierp en inrichtte in Manhattans Lower West Side. Het meest indrukwekkend
zijn de indringende zelfportretten en de portretten van zijn familie en vrienden, onder anderen Mickey Rourke, Christopher Walken en Lou Reed die zich ongedwongen laten fotograferen als ze bij Schnabel op bezoek zijn of wanneer ze samen iets ondernemen. Fotograferen met een polaroidcamera wordt gezien als de meest pure vorm van fotografie. Veranderen of knutselen kan niet en de karakteristieke kleuren, schaduwen en nuances zijn niet te overtreffen door de digitale technieken van tegenwoordig. Soms heeft Schnabel wel iets toegevoegd door delen van foto’s te verven om een extra effect te bereiken. Door met zijn foto’s naar zijn eigen leven te kijken, roept Schnabel fundamentele en existentiële vragen op over leven en dood. Niet alleen omdat sommige geportretteerden inmiddels zijn overleden, maar ook omdat een foto een voorbij moment weer kan laten herleven. Dit is een centraal thema in Schnabels werk; met zijn kunst verplaatst hij het verleden naar het heden en ontkent hiermee de werkelijkheid en de onvermijdelijkheid van de dood. Dat toont hij ook aan met polaroids van geesteszieken die Schnabel maakte van originele foto’s uit het eind van de negentiende eeuw. Met deze nieuwe opnames transformeert hij deze mensen naar de eenentwintigste eeuw.
Zilveren Camera 2010 22 januari t/m 27 februari 2011
In januari 2011 werd voor de 62e keer de Zilveren Camera uitgereikt, de belangrijkste prijs voor fotojournalisten in Nederland. De gelukkige winnaar van de Zilveren Camera 2010 was freelance fotograaf Evert-Jan Daniels (1968) met een foto die hij maakte in opdracht van het Algemeen Dagblad. De foto laat Mark Rutte zien, geflankeerd door Geert Wilders en Maxime Verhagen, op het moment dat de leiders van de
terug naar I N H O U D S O P G AV E
22
2. TENTOONSTELLINGEN drie partijen hadden besloten om een minderheidskabinet te vormen. Het beeld is uit bijna 10.000 foto’s verkozen tot de beste persfoto van 2010.
ESCHER IN HET PALEIS
De Canonprijs ging naar Rob Hornstra (1975) die onder de titel On the other side of the mountain een krant van 64 pagina’s maakte. Deze krant was uit te vouwen tot een complete doe-het-zelf-tentoonstelling. De krant maakt onderdeel uit van het vernieuwende en langlopende The Sochi Project waaraan Hornstra samen met schrijvend journalist Arnold van Bruggen werkt. Koos Breukel (1962) won de Nationale Portretprijs 2010 voor zijn foto van Mees Jongema. De jury beschreef dit portret als ‘prachtig, kwetsbaar en tegelijkertijd krachtig, met een mix aan emoties, een toekomst voor zich maar toch vol vraagtekens, heel close’. Het winnende portret is opgenomen in de Nationale Portrettengalerij van het Nationaal Historisch Museum. Dit museum heeft het portret tevens aan de fotografiecollectie van het Gemeentemuseum Den Haag geschonken.
Een recordaantal bezoekers, meer dan 100.000, heeft afgelopen jaar de fantasievolle werken van M.C. Escher (1898-1972) bewonderd. Escher in Het Paleis toont permanent bijna alle werken van deze wereldberoemde kunstenaar. De in 2011 geïnstalleerde Metamorphose III, een bijna zeven meter lange houtsnede van Escher in een speciale ronde lijst, vormt letterlijk en figuurlijk de kroon op de tentoonstelling Escher tot in de eeuwigheid. De tentoonstelling toont niet alleen wereldberoemde prenten, maar ook vroeg werk, zoals Italiaanse landschappen en studietekeningen. Verder is er aandacht voor zijn leven en werkwijze en kunnen bezoekers het werk van Escher op een interactieve manier ervaren.
Escher tot in de eeuwigheid
Escher in Het Paleis is gevestigd in het voormalige winterpaleis van koningin-moeder Emma. Dit museum is de enige plek in de hofstad en de wijde omgeving waar het publiek de paleisfunctie nog kan ervaren.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
2. TENTOONSTELLINGEN OVERZICHT ALLE TENTOONSTELLINGEN GEMEENTEMUSEUM DEN HAAG Hans Bellmer en Louise Bourgeois – Double Sexus
Koel Modern
t/m 16 januari 2011
t/m 17 april 2011
Landschappen van de ziel
László Moholy-Nagy – De kunst van het licht
t/m 30 januari 2011
29 januari – 1 mei 2011
Auke de Vries – Nesten
Pablo Picasso – Ik zoek niet, ik vind
t/m 13 februari 2011
5 februari – 4 september 2011
Berlage Totaal!
Robbie Cornelissen – Het Grote Geheugen
t/m 27 februari 2011
A nnemarie van Haeringen – De koningin die niet kon kiezen
19 februari – 22 mei 2011
James Ensor – Universum van een fantast
12 maart – 13 juni 2011
t/m 6 maart 2011
Marije Tolman – Ensor-De grote maskerade Imi Knoebel – Fishing
12 maart – 26 juni 2011
t/m 13 maart 2011
Een romantische kijk – De Rademakers Collectie Wat van ver komt
Collectiepresentatie kunstnijverheid
t/m 27 maart 2011
Collectiepresentatie: Haags porselein
26 maart – 5 juni 2011
16 april – 19 oktober 2011
t/m 27 maart 2011
Islamitisch keramiek
P ronkzucht aan het hof. Keizerlijk porselein wwuit Shanghai
t/m 3 april 2011
16 april – 23 oktober 2011
Collectiepresentatie: Eigentijds glas en keramiek
Stemmingmakerij
t/m 3 april 2011
14 mei – 26 juni 2011
23
terug naar I N H O U D S O P G AV E
24
2. TENTOONSTELLINGEN Brian Clarke – The Quick and the Dead
XXSmall. Poppenhuizen en meer in miniatuur
28 mei – 14 augustus 2011
12 november 2011 – 25 maart 2012
Marthe Wéry – Kracht van de eenvoud
Thé Tjong-Khing – Nacht in het poppenhuis
11 juni – 2 oktober 2011
Markus Lüpertz – In ’t God’lijk Licht
25 juni – 2 oktober 2011
O uborg Prijs 2011: André Kruysen. Uprising as passage
W outer van Reek – Keepvogel en Kijkvogel in het spoor van Mondriaan
2 juli – 30 oktober 2011
Z omerExpo 2011: Anoniem gekozen. Nieuwe meesters van de lage landen
9 juli – 21 augustus 2011
Günter Tuzina – Beschilderde tekeningen in de ruimte
20 augustus – 13 november 2011
Mode Kunst, een affaire
3 september 2011 – 8 januari 2012
Henk Peeters
10 september – 11 december 2011. Verlengd t/m 12 februari 2012
Mondriaan & De Stijl
Vanaf 24 september 2011
R echte stoelen, rechtschapen burgers. Wonen volgens ’t Binnenhuis (1900-1929)
8 oktober 2011 – 4 maart 2012
Parijs – Stad van de moderne kunst 1900-1960
15 oktober 2011 – 29 januari 2012
12 november 2011 – 5 februari 2012
26 november 2011 – 18 maart 2012
Collectie Dommering
Korpys/Löffler - The nuclear football. t/m 16 oktober 2011 Dora Garcia - Zimmer, Gespräche. 17 oktober 2011 – 25 maart 2012
terug naar I N H O U D S O P G AV E
2. TENTOONSTELLINGEN FOTOMUSEUM
GEM
Fieret – Tichý – Heyboer. ‘Het onvermoeibaar epos’
Op Papier - Hedendaags werk op papier uit de collectie van het Gemeentemuseum Den Haag
t/m 9 januari 2011
t/m 16 januari 2011
Julian Schnabel – Polaroids
15 januari – 27 maart 2011. Verlengd t/m 17 april 2011.
Cecily Brown
t/m 27 februari 2011
Emiel van Moerkerken (1916-1995)
23 april – 4 september 2011
Zilveren Camera 2010
22 januari – 27 februari 2011
Photo Academy Award
10 september – 9 oktober 2011
Gert & Uwe Tobias
12 maart – 13 juni 2011
G are du Nord – Nederlandse fotografen in Parijs 1900-1968
Marcel Dzama (A Game of Chess)
15 oktober 2011 – 15 januari 2012
12 maart – 13 juni 2011
Erwin Wurm – The Beauty Business
25 juni – 18 september 2011
Jonathan Meese – Total Zelbstportrait
1 oktober 2011 – 22 januari 2012
ESCHER IN HET PALEIS Escher tot in de eeuwigheid Emma, redster van Oranje
25
terug naar I N H O U D S O P G AV E
26
3. EDUCATIE Recordaantal basisschoolleerlingen Ook 2011 was weer een jaar vol activiteit en plezier. Het aantal leerlingen uit het primair onderwijs dat museumlessen volgde, steeg tot recordhoogte. Maar liefst 21.315 basisschoolleerlingen bezochten het museum en hun leerkrachten konden kiezen uit zo’n negentien verschillende lesprogramma’s. Ook aan het cultuurmenu in samenwerking met diverse erfgoedinstellingen in Den Haag droeg het museum zijn steentje bij. Activiteiten voor kinderen Buiten schooltijd bleven kinderen ook naar het museum komen, samen met ouders of grootouders. Tijdens schoolvakanties en in het weekeinde zijn in totaal 39 workshops georganiseerd waaraan 512 kinderen deelnamen. Daarbij waren er vier soorten kindertours waarmee kinderen op een leuke manier hun weg door het museum konden vinden. Niet meer weg te denken is inmiddels de permanente kinder museumzaal naast het museumatelier. Hier werden ook in 2011 de originele illustraties uit de kinderkunstboeken, die het museum samen met Uitgeverij Leopold uitgeeft, getoond in combinatie met de collectie. Ook konden kinderen hier zelf van alles maken en presenteren. In toenemende mate wisten gezinnen met jonge kinderen deze zaal te vinden.
Kinderkunstboeken De nieuwste titels in de serie kinderkunstboeken met bijbehorende kindertentoonstellingen in 2011 waren: Ensor – de grote maskerade van Marije Tolman, Keepvogel en Kijkvogel in het spoor van Mondriaan van Wouter van Reek, Mister Orange van Truus Matti en Nacht in het poppenhuis van Anna Woltz en Thé Tjong-Khing. De boekjes zijn een groot succes en twee delen zijn bovendien in de prijzen gevallen. Meneer Kandinsky was een schilder (2010) van Daan Remmerts de Vries, het eerste deel uit de serie, is bekroond met een Zilveren Griffel en het kinderboek van Wouter van Reek won de internationale illustratieprijs De Gouden Appel. Op de twee feestelijke kinderopeningen in 2011, die plaatsvonden in Wonderkamers, kwamen iedere keer zo’n vijfhonderd kinderen en ouders af. Inspiratie voor het voortgezet onderwijs Ook voor het voortgezet onderwijs was er een inspirerend activiteitenprogramma waaraan maar liefst 16.772 leerlingen deelnamen – een stijging van ruim tweeduizend leerlingen ten opzichte van 2010. Docenten konden naar het gelang het curriculum van school een keuze maken uit allerlei soorten interactieve rondleidingen, kijkwijzers en workshops. Onverminderd populair waren de examenkijkwijzers voor vmbo, havo en vwo. Maar een van de hoogtepunten was toch wel het unieke programma Klinkende kunst waarbij leden van het Residentieorkest stukken speelden in de museumzalen. De leerlingen ervoeren en onderzochten de overeenkomsten tussen beeldende kunst en muziek. Ook het project Dit ben ik rondom social media met het thema ‘identiteit & imago’ in samenwerking met het Haags Filmhuis en Digital Playground kan een succes worden genoemd.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
3. EDUCATIE Cursussen, lezingen en meer! Ook het in 2010 gestarte activiteitenprogramma voor volwassenen, getiteld Openbaringen, won aan bekendheid. Er werden vijf verschillende cursussen georganiseerd waar in totaal 128 mensen aan deelnamen. Het hele jaar door konden bezoekers op zondagmiddag mee met de instaprondleidingen. Maar ook de conservatoren van het museum stonden regelmatig op zaal of in de aula klaar om bezoekers welkom te heten en te informeren over de achtergronden van de tentoonstellingen en collecties. De door het museum georganiseerde lezingen, zeven soorten in totaal, werden goed bezocht. De rondleiding als klassieke vorm van publieksbegeleiding boette niet in aan populariteit. Het aanbod van een Mondriaan & De Stijl audiotour deed hier niets aan af. Helemaal nieuw en direct al een succes was de ZomerExpo, een tentoonstelling waar zowel professionele als amateurkunstenaars hun werk voor konden voordragen tijdens landelijke voorrondes. De Art Prof Dagen, met lezingen, workshops en adviesgesprekken voor (amateur) kunstenaars, waren zeer in trek.
Foto: Najib Nafid
27
terug naar I N H O U D S O P G AV E
28
4. PUBLIEKSBEREIK Hoge bezoekersaantallen Het afgelopen jaar is het Gemeentemuseum Den Haag (inclusief GEM/Fotomuseum) door in totaal 335.877 mensen bezocht. Het museum Escher in het Paleis vestigde een nieuw record met maar liefst 100.997 bezoekers. In totaal trokken de musea dus 436.874 bezoekers. Vooral de najaarstentoonstelling Parijs – Stad van de moderne kunst 1900-1960 was een enorme publiekstrekker. De hoge bezoekers aantallen tonen aan dat het publiek onze dynamische en diverse programmering weet te waarderen. Zowel ervaren kunstliefhebbers als nieuwe bezoekers weten hun weg naar het Gemeentemuseum te vinden. Marketing en communicatie Meer nog dan voorgaande jaren heeft het museum geïnvesteerd in de marketing van en communicatie over de activiteiten van het museum. Met succes, want dit resulteerde in bijzonder veel aandacht in dag- en weekbladen. De totale bruto mediawaarde van deze free publicity bedroeg ruim zestien miljoen euro. Ook de aandacht voor het museum op televisie is het vermelden waard. Ten tijde van de modetentoonstelling figureerde het museum als decor voor opnames van SBS6 en RTL 5 ten behoeve van programma’s die gingen over respectievelijk de catwalk en hairstylers. Rondom de Parijs-tentoonstelling heeft het museum extra geïnvesteerd in grote billboards in het centrum van de stad en op de toegangswegen naar de stad. Verder is in 2011 na lange tijd overeenstemming bereikt met de Welstand over het aanbrengen van grote, exclusief ontworpen billboards op de blinde wand van een huis. In de Sumatrastraat is nu een gevel voorzien van een afbeelding over de tentoonstelling Mondriaan en de Stijl.
In de loop van 2011 is de huisstijl van het Museum gestroomlijnd. In de publiciteit is naast de tentoonstellingen vooral ook het merk ‘Gemeentemuseum Den Haag’ centraal komen te staan. Online activiteiten Het ontwikkelen van een nieuwe website is in 2011 opgestart. De website, die in 2012 gereed zal zijn, zal onder andere een belangrijk deel van de collectie ontsluiten. In totaal gaat het om 8.500 objecten. Het museum heeft veel tijd gestoken in social media. Het aantal volgers groeide dan ook spectaculair en die groei zet door. Eind 2011 had het Gemeentemuseum op Facebook 2646 volgers, het GEM 2894 volgers en het Fotomuseum 5239 volgers. Op Twitter volgden aan het eind van het jaar 2822 personen het Gemeentemuseum (en in het eerste kwartaal van 2012 zijn daar al bijna 1000 volgers bij gekomen!) en telde het Fotomuseum 1707 volgers. Speciaal voor deze sterk groeiende groep van digitale volgers heeft het museum het afgelopen jaar korte filmpjes geproduceerd als teaser voor tentoonstellingen. Vooral het filmpje over de Parijs-tentoonstelling mocht zich op een grote populariteit verheugen.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
4. PUBLIEKSBEREIK Een bijzonder populair onderdeel op de Facebookpagina van het Gemeentemuseum is ‘favoriet kunstwerk medewerkers’. Door dit persoonlijke ‘kijkje achter de schermen’ kan het museum de eigen collectie op een orginele manier presenteren en tegelijkertijd ontstaat er een levendige discussie tussen en met onze ‘volgers’.
29
terug naar I N H O U D S O P G AV E
30
4. PUBLIEKSBEREIK Stad naar het Museum Het Gemeentemuseum heeft het Stadsdelenproject Stad naar het Museum voortgezet. De stadsdelen Leidscheveen / Ypenburg, Escamp en Laak waren elk voor ongeveer een half jaar te gast in het museum. De bewoners van elk stadsdeel mochten het museum gratis bezoeken en er werd een laagdrempelig en uitnodigend programma geboden. Het stadsdelenprogramma was ook dit jaar ongekend succesvol. Ruim 10% van de bewoners heeft het museum bezocht. In de zomermaanden was er een speciale terugkomactie voor de bewoners van stadsdelen die al eerder aan de beurt zijn geweest. Tegen een geringe vergoeding konden zij weer naar het museum. De reacties van bewoners, (maatschappelijke) organisaties en de politiek waren wederom zeer enthousiast. Vele inwoners komen, vaak voor het eerst, in het museum en linksom of rechtsom weet het museum hun hart te veroveren. Ook in de pers is er veel positieve aandacht besteed aan dit project. Het werd vaak aangehaald als een voorbeeld van een activiteit waarbij een museum in staat is een nieuw en breed publiek aan zich te binden. Het komende jaar staat in het teken van de stadsdelen die nog niet aan de beurt zijn geweest en wordt bekeken hoe dit programma opgenomen kan worden binnen de reguliere activiteiten van het museum. Samenwerking met ADO Nieuw in 2011 was de samenwerking met ADO Den Haag. Een samenwerking die zich primair richt op de kidsclub van ADO en andere jongeren tot 12 jaar. Doel van de samenwerking is dat elk kind uit Den Haag minimaal één keer in zijn leven bij ADO en in het Gemeentemuseum moet zijn geweest. Samen met ADO zijn enkele marketingacties ontwikkeld en dat werpt vruchten af. De samenwerking blijkt goed te werken.
Teamfoto ADO Den Haag voor Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan
Bright Minds Om zoveel mogelijk verschillende doelgroepen aan zich te binden is het Gemeentemuseum gestart met een nieuw gezelschap: Bright Minds. Een gezelschap jonge mensen uit overheid en bedrijfsleven dat een interessant en afwisselend programma in en buiten het museum krijgt aangeboden. Het gezelschap bestaat inmiddels uit circa 100 leden.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
31
4. PUBLIEKSBEREIK PUBLICATIES 2011 László Moholy-Nagy: De kunst van het licht
Keizerlijk porselein uit het Shanghai Museum
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstellling in het Gemeentemuseum Den Haag van 29 januari tot 1 mei 2011. De tentoonstelling was ook te zien in Circulo de Bellas Artes, Madrid en Martin-Gropius-Bau, Berlijn.
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de tentoonstelling Pronkzucht aan het hof, keizerlijk porselein uit Shanghai van 17 april t/m 23 oktober 2011 in het Gemeentemuseum Den Haag
Pablo Picasso: ik zoek niet, ik vind
Emiel van Moerkerken
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 5 februari tot 29 mei 2011
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Fotomuseum Den Haag van 23 april tot 4 september 2011
Robbie Cornelissen : het grote geheugen – the capacious memory
Marthe Wéry: de kracht van eenvoud
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 19 februari tot 22 mei 2011
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 11 juni tot 2 oktober 2011
Gert & Uwe Tobias
Markus Lüpertz: In ‘t God’lijk Licht – Markus Lüpertz: in Divine Light
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in GEM Den Haag van 12 maart tot 13 juni 2011
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 25 juni tot 2 oktober 2011
James Ensor : universum van een fantast
Anoniem gekozen: nieuwe meesters van de lage landen
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 12 maart t/m 13 juni 2011
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 9 juli t/m 21 augustus 2011
Een romantische kijk : De Rademakers Collectie Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling van 26 maart tot 5 juni. De tentoonstelling was ook te zien in de Hermitage, Sint Petersburg / M, Museum Leuven / in B.C. Koekkoek-huis, Kleef / Sinebrychoff Museum of Art, Helsinki.
Mode en Kunst: een affaire Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 3 september 2011 tot 8 januari 2012
terug naar I N H O U D S O P G AV E
32
4. PUBLIEKSBEREIK KINDERBOEKEN IN 2011 Het verhaal van De Stijl: Van Mondriaan tot Van Doesburg
Ensor – de grote maskerade, uitgegeven bij tentoonstelling James Ensor: universum van een fantast
Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de collectiepresentatie vanaf 17 september 2011
Marije Tolman
Jonathan Meese: Totalzelbstportrait Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in GEM Den Haag van 1 oktober 2011 tot 15 januari 2012
Rechte stoelen, rechtschapen burgers: wonen volgens ’t Binnenhuis (1900-1929) Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 8 oktober 2011 t/m 3 maart 2012
Parijs: Stad van de moderne kunst 1900-1960 Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 15 oktober 2011 t/m 29 januari 2012
Nederlandse zilveren miniaturen uit de 17de en 18de eeuw Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de tentoonstelling ‘XXSmall: poppenhuizen en meer in miniatuur’ in het Gemeentemuseum Den Haag van 12 november 2011 t/m 25 maart 2012
XXSmall: poppenhuizen en meer in miniatuur Tentoonstellingscatalogus Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag van 12 november 2011 t/m 25 maart 2012
Keepvogel en kijkvogel in het spoor van Mondriaan, uitgegeven bij tentoonstelling Mondriaan & De Stijl Wouter van Reek Winnaar ‘Gouden Appel 2011’
Mister Orange, uitgegeven bij tentoonstelling Mondriaan & De Stijl Truus Matti
Nacht in het poppenhuis, uitgegeven bij tentoonstelling XXSmall: poppenhuizen en meer in miniatuur Thé Tjong-Khing & Anna Woltz
terug naar I N H O U D S O P G AV E
33
5. ORGANISATIE Medewerkers Op 1 januari 2011 waren er 127 mensen in dienst van het Gemeentemuseum Den Haag, op 31 december 2011 waren dat er 123 (96,7 fte). In verband met (vervroegde) pensionering namen we afscheid van zeven medewerkers en er zijn twee nieuwe medewerkers in dienst genomen. Naast de groep vaste medewerkers is er ook in 2011 weer een grote groep actief geweest via bijvoorbeeld contracten en payrolling.
Raad van Toezicht In 2010 had de Raad van Toezicht van de Stichting de volgende samenstelling: De heer J.N.A. van Caldenborgh
voorzitter sinds 1 januari 2005, aftredend in 2013
Mevrouw drs. A. Birnie
lid sinds 1 maart 2009, herbenoeming 2013
De heer drs. S.J. van Driel
lid sinds 1 januari 2005, aftredend in 2013
Mevrouw mr. L.J. Griffith Ook in 2011 was het Gemeentemuseum erkend leerbedrijf, gecertificeerd door Ecabo en door het Kenniscentrum Handel. In totaal vonden vijftien studenten, zowel van mbo, hbo als universiteit, een stageplek in het museum.
De heer mr. W.H.M. Pot
lid sinds 1 december 2011, herbenoeming 2015
De heer C.J. van den Driest
Vrienden van het Gemeentemuseum De Vriendenvereniging steunt het Gemeentemuseum op verschillende manieren en daar is het museum ontzettend dankbaar voor. De vereniging maakt het bijvoorbeeld mogelijk om incidentele aankopen te doen of publicaties bij tentoonstellingen te realiseren. Zo maakten zij het in 2011 mede mogelijk om een werk aan te schaffen van Matthew Day Jackson. De leden – in 2011 waren het er ruim 2500 - dragen cultuur in zijn algemeenheid en het Gemeentemuseum in het bijzonder een warm hart toe.
lid sinds 1 januari 2005, aftredend in 2014
Mevrouw G. Bekman
Het ziekteverzuim vertoonde een lichte stijging naar 3,7%.
lid sedert 1 januari 2005, aftredend in 2014
lid sinds 1 december 2011, herbenoeming 2015
In 2011 heeft de Raad vier keer vergaderd. Er is gesproken over de kwartaalrapportages en daarnaast is onder andere stilgestaan bij de volgende onderwerpen: marketing, bezuinigingen Gemeente Den Haag en de financiële toekomst van het Gemeentemuseum. De raad volgt de richtlijnen voor Cultural Governance. Daarnaast heeft de Raad het contract verlengd met de directeur van het museum, Benno Tempel. De voltallige Raad van Toezicht heeft, op eigen kosten, samen met de directie van het museum een bezoek aan München gebracht ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling van Mondriaan en de Stijl in het Lenbachhaus in München.
terug naar I N H O U D S O P G AV E
6. FINANCIËN Financiële positie en interne beheersing
BALANS PER 31 DECEMBER 2011 31 december 2011
31 december 2010
ACTIVA A Vaste activa A.1 Materiele vaste activa
€
432.370
Totaal vaste activa
431.670 432.370
431.670
B Vlottende activa B.1 Onderhanden projecten
€
39.496
171.234
B.2 Voorraden
€
131.789
136.321
B.3 Vorderingen
€
964.152
907.390
B.4 Vooruitbetaalde bedragen
€
105.520
140.217
B.5 Liquide middelen
€
5.953.018
Totaal vlottende activa
€
7.193.975
7.170.449
TOTAAL ACTIVA
€
7.626.345
7.602.119
5.815.287
PASSIVA C Eigen vermogen Besteedbaar vermogen C.1 Vrij beschikbaar vermogen
€
1.231.096
1.327.623
C.2 Bestemmingsreserves
€
939.000
1.356.720
C.3 Bestemmingsfondsen
€
946.189
Totaal eigen vermogen
€
3.116.258
3.578.115
D Voorzieningen
€
1.690.918
1.874.278
Vastgelegd vermogen 893.772
E Kortlopende schulden en overlopende passiva E.1 Crediteuren
€
668.881
332.737
E.2 Overige schulden
€
1.402.288
1.180.287
E.3 Overlopende passiva
€
748.000
636.702
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
€
2.1819.169
2.149.726
TOTAAL PASSIVA
€
7.626.345
7.602.119
34
terug naar I N H O U D S O P G AV E
6. FINANCIËN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2011 Realisatie 2011
Begroot 2011
Realisatie 2010
€
3.599.568
2.666.700
3.290.334
BATEN A TOTALE OPBRENGSTEN Directe opbrengsten A.1
Publieksinkomsten
€
2.094.105
1.714.000
2.648.844
A.2
Overige inkomsten
€
1.281.065
738.000
423.484
€
224.398
214.700
218.006
B TOTALE BIJDRAGEN
€
10.407.172
9.727.500
11.871.600
B.3.1 Subsidie Gemeente Den Haag Meerjaren beleidsplan Kunst en Cultuur
€
9.090.653
9.010.000
9.763.977
B.3.2 Overige subsidie Gemeente Den Haag
€
23.000
0
44.300
B.4
€
1.293.519
717.500
2.063.323
€
14.006.740
12.394.200
15.161.934
C TOTALE BEHEERLASTEN
€
4.989.944
4.873.000
4.966.671
C.1 Beheerlasten personeel
€
2.127.350
2.073.000
2.072.494
C.2 Beheerlasten materieel
€
2.862.594
2.800.000
2.894.117
D TOTALE ACTIVITEITENLASTEN
€
9.582.159
8.060.000
9.563.311
D.1 Activiteitlasten personeel
€
4.863.921
4.654.000
4.784.507
D.2 Activiteitlasten materieel
€
4.718.238
3.406.000
4.778.804
TOTALE LASTEN (C+D)
€
14.572.103
12.933.000
14.529.982
Saldo Rentebaten en -lasten
€
103.506
100.000
97.500t
EXPLOITATIERESULTAAT
€
461.857
438.800
729.452
Indirecte inkomsten A.3
Indirecte inkomsten
Overige bijdrage
TOTALE BATEN (A+B) LASTEN
35
terug naar I N H O U D S O P G AV E
6. FINANCIËN
Realisatie 2011
Begroot 2011
Realisatie 2010
Resultaatbestemming Bestemmingsreserve inrichting Schatkamer gebied
€
424.500
Bestemmingsreserve aanbevelingen Erfgoedhuis Zuid Holland
€
6.780
Bestemmingsreserve Wonderkamers
€
Bestemmingsfondsen
€
52.417
Vrij beschikbaar vermogen
€
96.554
373.800
625.786
Totaal
€
0
0
0
300.000 65.000
154.780 400.000 441.554
36