Over flitslicht • Flitslicht = licht dat heel kort een onderwerp belicht (korter dan 1/1000e sec) • Kan afkomstig zijn van interne flitser, van een opzetflitser of van flitskop in studioflitser
Hoofdlicht • Als onderwerp in donker staat, is flitslicht de overheersende lichtbron, het hoofdlicht • Flitslicht is heel kortstondig, dus sluitertijd heeft weinig of geen effect op belichting van het onderwerp (dichtbij) • De sluitertijd heeft wel effect op de achtergrond, daar heeft het flitslicht dan weer geen effect op want het draagt niet zo ver
Algemene regel • Flitslicht zorgt voor de belichting van het onderwerp dichtbij • Sluitertijd zorgt voor de belichting van de achtergrond veraf
Opdracht flitslicht als hoofdlicht • Maak een foto van een item/persoon tegen een donkere achtergrond (bij valavond buiten) • Item/persoon op 3 à 5 m (bereik interne flits) • Maak de foto met de flits, maar telkens met een andere sluitertijd • M-stand, f4, iso 100 (let niet op balkje lichtmeter) • 1/125e // 1/60e // 1/30e // 1/8e // 0”5 // 1” … • Vergelijk hoofdonderwerp en achtergrond in alle foto’s (enkel verschil in belichting achtergrond)
Flitsen met korte en langere sluiter
4 elementen bepalen de belichting van het onderwerp bij flitsen • • • •
Richtgetal van de flitser (kracht van de lamp) Afstand tot het onderwerp (bereik flitslicht) Diafragmawaarde Lichtgevoeligheid, iso
Richtgetal van de flitser • Sterkte van gloeilamp = Watt, sterkte van flitser = richtgetal of GN (guide number) • Hoe hoger richtgetal, hoe straffer de lamp en hoe verder flitslicht reikt • Ingebouwde flits: 11 - 13 (minder krachtig) • Externe flits: 22 - 43 - 58 (veel krachtiger) • Richtgetal geldt meestal voor iso 100 • Richtgetal = maximale kracht van lamp, camera kan intensiteit ook verminderen (flitscompensatie: zie verder)
Iso beïnvloedt flitslicht • Flitslicht lijkt krachtiger te worden bij hogere iso-waarden • De sensor wordt gevoeliger voor licht, dus heeft flitslicht meer impact • Richtgetal van flitser verdubbelt (dubbel zo grote afstand overbruggen) wanneer iso verviervoudigt • Interne flits: richtgetal 12 bij 100 iso = richtgetal 24 bij 400 iso en richtgetal 48 bij 1600 iso
Opdracht Iso beïnvloedt flitslicht • Fotografeer ‘s avonds een niet verlicht onderwerp/gebouw in verte (stel afstand 10m) • M-stand, f4, 1/60e sec, iso 100, flitsen • Flits draagt niet ver genoeg, dus gebouw onzichtbaar • Iso 400 (x4) = richtgetal x2 = flits draagt dubbel zo ver (mss nog niet genoeg) • Iso 1600 (x4) = flitslicht gaat nog eens dubbel zo ver (nu is gebouw in verte wel zichtbaar)
Afstand tot het onderwerp • De kracht van een lichtbron neemt kwadratisch af met de afstand • Het licht heeft op 2m nog slechts ¼ van de kracht die het had op 1m. Op 3m is dit nog slechts 1/9 (1/3² of 11%) • De ingebouwde flitser (met laag richtgetal) levert op die afstand nog maar weinig licht, een opzetflitser met hoger richtgetal kan grotere afstanden overbruggen
Opdracht afstand tot het onderwerp • Fotografeer een persoon in het donker buiten • M-stand, f4, 1/60e sec, iso 200 (of 400), flitsen • Persoon wordt correct belicht door de flits, de achtergrond die zoveel verder ligt wordt niet belicht door de flits (kracht flitslicht neemt af naarmate afstand vergroot)
• Zet een onderwerp dichter dan de persoon, stel scherp op persoon en maak foto met flits • Persoon correct belicht door flits, dichter item overbelicht, verre achtergrond onderbelicht
Diafragmawaarde • Kleine diafragmawaarde (grote opening) laat meer teruggekaatst (flits)licht binnen dan een grote diafragmawaarde (kleine lensopening)
Flitser handmatig instellen • Om zelf de correcte belichting met flitslicht te bepalen, moet je met volgende formule rekening houden:
• Welk diafragma kies ik? – Richtgetal interne flitser is gekend: 12 – Afstand tot onderwerp inschatten: 3 m
• Dus f4 instellen
Flitser rekent voor ons • Met moderne camera en moderne flitser (liefst van zelfde merk als camera) moet je niet meer zelf rekenen. • Camera en flitser communiceren perfect met elkaar en wisselen de scherpstelafstand en diafragmawaarde uit zodat flitser perfect sterke of richtgetal kan instellen • Let erop dat je externe flitser dit kan: TTL
Maximale afstand berekenen
• Richtgetal interne flitser = 12 bij 100 iso • Kitlens op 18mm, f3,5 • Maximale afstand is dus 12 : 3,5 = 3,4 meter • Externe flitser met richtgetal 58 bij 100 iso • Maximale afstand is 58 : 3,5 = 16,6 meter
Maximale afstand berekenen
• Richtgetal x2 als iso x4 • Dus maximale afstand wordt in zelfde verhouding verhoogd • Bij 400 iso worden de maximale afstanden 6,8 meter (3,4 x2) en 33,2 meter (16,6 x2)
Geen flits: persoon onherkenbaar
Rechtstreeks flitslicht
Vorige foto • Rechtstreeks flitslicht belicht de persoon goed (alles op 1 bepaalde afstand), voorgrond kan overbelicht worden, achtergrond blijft donker • Met manuele flitser: heel wat rekenwerk om juiste diafragma te bepalen – Interne flits = richtgetal 12 bij 100 iso – bij iso 200 wordt dit 16,8 (richtgetal x2 als iso x4), dus 12 x √2 – Onderwerp op 5 meter – Dus diafragma moet zijn: 16,8 : 5 = 3,36 (f3,2)
• Gelukkig neemt TTL flitser dit rekenwerk over
Interne flitser • Iedere camera (behalve de topmodellen) heeft interne flitser: handig want altijd bij je • Wel niet echt krachtig • Licht van interne flits is hard, direct en koel • Flits recht boven objectief: dus flitslicht frontaal op onderwerp • Flitslicht als hoofdlicht (vb binnen) = zelden mooie foto (harde schaduw, koele kleur, rode ogen, …)
Diffuser op interne flits • Harde licht kan zachter worden door diffuser • = wit, half doorschijnend materiaal voor de flitser • Vormt flitslicht om van puntlicht (harde schaduwen) naar oppervlaktelicht (zachte schaduwen) • Sommige diffusers kan je op flitsschoen schuiven • Dankzij diffuser flitslicht van interne flitser binnen ook redelijk goed bruikbaar
Diffuser op interne flits
Interne flits zonder diffuser
Interne flits met diffuser
Interne flits perfect als invullicht • • • •
Interne flits werkt perfect als invullicht bij tegenlichtopnames buiten Kleur en eigenschappen van flits komen dicht in buurt van daglicht Dus prima om overdag buiten schaduwen op te helderen (door tegenlichtsituatie) Rekening houden met beperkt bereik van 3 tot 5 meter (of anders iso opdrijven of dichter gaan staan)
Interne flits als invulflits
Opzetflitser Voordelen opzetflitser tov interne flitser • Krachtiger • Kop draaien en kantelen voor indirect flitsen
Hot shoe • Externe flitser schuif je in flitsschoen camera • Elk merk heeft eigen aansturing externe flitser • Canon en Nikon gebruiken de standaard flitsschoen (ISO hot shoe). Sony gebruikt ander type hot shoe • Hot shoe betekent dat de camera de flitser automatisch kan aansturen (communicatie ts camera en flits)
• Cold shoe dient enkel als houder voor flits, fotograaf moet flits handmatig instellen
Hot shoe
Richtgetal opzetflitser • Richtgetal = belangrijk = kracht van de flits • Controleer zeker de voorwaarden waarbij richtgetal opgegeven wordt • Richtgetal 58 bij 105 mm is minder krachtig dan richtgetal 44 bij 50 mm (brandpuntsafstand verdubbelen = richtgetal x1,4. Dus laatste flitser heeft richtgetal van boven de 60 op 105 mm)
Flitskop opzetflitser • Kies flitser waarvan je kop kan verdraaien van links naar rechts en kan omhoog en omlaag kantelen • Je kan dan indirect flitsen, via plafond of witte muur die dan dienst doet als grote diffuser
TTL (door de lens) • Manuele flitsers zijn goedkoop, maar kunnen niet door camera aangestuurd worden • Je moet flitser dus handmatig instellen en dus alle berekeningen zelf maken (moeilijk) • Via TTL of E-TTL wordt de flitser ingesteld en gecontroleerd door de camera • Met TTL-flitser krijg je zonder veel moeite en rekenwerk correct belichte flitsfoto’s
Groothoekdekking opzetflitser • Intelligente flitsers maken de lichtbundel breder bij gebruik van breedhoeklens en smaller bij gebruik van telelens • Maw: de flitser zoomt mee met de camera, maar enkel binnen bepaalde grenzen (vb tussen 24 mm en 105 mm)
• Veel flitsers hebben ingebouwde reflector of groothoekadapter die licht nog breder doet verspreiden
Groothoekdekking opzetflitser
Master en slave • Meeste TTL-opzetflitsers kunnen draadloos met andere flitsers samenwerken • Opzetflitser die commando’s kan geven = master • Flitser die reageert op deze commando’s = slave • Meestal enkel topmodellen die master zijn, ze kunnen allemaal slave zijn
Master en slave • Recente camera’s (Canon 7D, 60D en 600D, Nikon D3200, D5100, D7000) kunnen de interne flitser als master gebruiken en zo een commando versturen zodat de opzetflitser als draadloze slave kan gebruikt worden • Voordeel van draadloos flitsen = niet meer gebonden aan frontaal licht. Veel meer vrijheid om met (zijdelings) licht te spelen
Autofocus hulplicht • In complete duisternis kan geen enkel objectief automatisch scherpstellen • Opzetflitser op de camera = in duister zorgt deze voor extra, krachtig infraroodlicht zodat camera toch kan scherpstellen
Vanglicht paneel • Betere flitsers hebben wit plaatje dat je kan in en uit schuiven • Wordt gebruikt bij foto’s van personen waarbij je indirect via plafond flitst • Via plaatje toch deel van licht rechtstreeks naar gezicht voor zachtere schaduwen en lichtpuntjes in de ogen • Perfect zelf te maken: visitekaartje met elastiekje
Diffuus flitslicht • Voor mooie zachte belichting zonder harde schaduwen moet je oppervlakte van de lichtbron zo groot mogelijk maken • Dit kan door indirect te flitsen via muur of plafond en door gebruik van diffusers
Indirect flitsen via plafond • Plafond moet wit zijn en niet te hoog • Flitser omhoog richten = brede lichtcirkel op plafond en weerkaatst op onderwerp • Licht dat van boven komt oogt natuurlijker • Richt flitser op plafond 1 à 2 m voor onderwerp, dan komt gereflecteerde licht van schuin boven en niet van recht boven (toch nog harde schaduwen onder ogen en kin)
Indirect flitsen via muur • Flitskop kantelen en via witte muur flitsen • Flitskop naar bovenkant muur richten zodat gereflecteerde licht ook weer vanaf een hogere positie komt • Vermijd dat het licht volledig van links of rechts komt omdat dan 1 helft van gezicht belicht wordt en de andere helft volledig onderbelicht (schaduw) blijft
Diffusers • Geen (wit) plafond of muur in de buurt om indirect te flitsen? Dan direct (rechtstreeks) flitsen maar met diffuser • Diffuser maakt oppervlakte van de lichtbron zo groot mogelijk zodat flitslicht zachter wordt en dus minder harde schaduwen ontstaan
Kleuren van diffusers • Diffuser kan neutraal wit zijn, maar ook geel of blauw. • Gele diffuser = warme gouden gloed (ideaal bij tegenlichtflitsen bij warme herfstzon of indirect binnen bij kunstlicht)
Ringflitser • Voor macrofotografie zijn opzetflitsers niet geschikt: (te dichtbij = hard licht en schaduwen) • Ringflitser op filterschroefdraad rond objectief. De eigenlijke flitser wordt via kabeltje verbonden met de eenheid die op flitsschoen van camera staat en zo via TTL met camera communiceert
Ringflitser • Licht van ringflitser valt rondom het onderwerp, dus nauwelijks schaduwen • Wil je toch schaduwen (om meer diepte te krijgen), kan je bij sommige ringflitsers een halve lichtcirkel uitschakelen • Interessant bij blinkende voorwerpen zoals juwelen en glas: zacht licht met weinig schaduwen • Richtgetal laag (10), niet krachtig, toch dicht bij onderwerp
Beter flitsen • Flitslicht kan frustrerend zijn • Foto’s gemaakt met interne flits hebben vaak last van over- of onderbelichting
Beter flitsen: onderbelichting • Camera op Auto of P-stand en flitsinstelling op automatisch: flits gaat automatisch af wanneer er te weinig licht is • Camera weet wel niet of je persoon dichtbij of gebouw veraf wilt fotograferen • In 1e geval: goed belichte foto (persoon herkenbaar) in 2e geval: onderbelichte foto (geen gebouw te zien, te donker, want interne flits draagt zover niet)
Onderbelichting opvangen • Is interne flitser niet krachtig genoeg om persoon of gebouw op grotere afstand te belichten? • Verhoog de iso en gebruik de flits (iso x4 = richtgetal x2)
• Weinig of niet zoomen (zodat je grootst mogelijke diafragmaopening kan gebruiken en dus zoveel mogelijk licht binnentrekt)
• Ga dichter bij je onderwerp staan (afstand x2 = flitskracht/4 of wanneer afstand halveert is flits 4x krachtiger)
Beter flitsen: overbelichting • Naast een maximale flitsafstand heb je ook een minimale flitsafstand. Alles wat dichter is dan dit punt zal overbelicht zijn • Je kan overbelichting gedeeltelijk opvangen door de flits minder krachtig te maken (iso verlagen, negatieve flitscompensatie – zie verder) of door het diafragma verder te sluiten (f22 laat minder licht door)
Nog een oorzaak van overbelichting • Overbelichting kan ook gevolg zijn van verkeerde scherpstelafstand • Wanneer je per ongeluk scherpstelt op gebouw 5m achter persoon, dan zal de maximale flitskracht ingezet worden om toch tot op die afstand te kunnen belichten. Alles wat dan dichter dan die afstand staat, is dan compleet overbelicht, terwijl dit je eigenlijke onderwerp is
Een typisch flitsprobleem • Flitslicht gebruiken in donkere omgeving: – Één bepaalde afstand waarop onderwerp correct belicht is – Alles wat dichter staat dan deze afstand wordt overbelicht (kracht van flitslicht te groot) – Alles wat verder staat dan deze afstand wordt onderbelicht (flitslicht niet krachtig genoeg meer)
Hoe los je dit op? • Om deze ganse tafel en achtergrond correct te belichten heb je zware studioflitsers nodig • De meer eenvoudige en betaalbare oplossing is je compositie aanpassen. Fotografeer per koppel ipv ganse tafel
Flitscompensatie • Net zoals vroeger belichtingscompensatie = hiermee kan je de belichting van het totale beeld (zowel voorgrond als achtergrond) optrekken (+1EV) of verminderen (-1EV) • Flitscompensatie heeft enkel invloed op het onderwerp dat door de flits belicht wordt en niet op de achtergrond verder af (want flitslicht draagt niet zo ver – achtergrond moet natuurlijk wel buiten bereik van de flits vallen)
Flitscompensatie • Is je geflitst onderwerp overbelicht? Dan is het flitslicht te fel. Kan je oplossen met een negatieve flitscompensatie • Ook te gebruiken wanneer een zwart geflitst onderwerp zwart moet blijven (neg flitscomp) • Is je geflitst onderwerp een beetje te donker? Positieve flitscompensatie, ook als flitslicht niet krachtig genoeg is, of als wit niet zuiver wit is.
Opdracht flitscompensatie • Maak een aantal portretfoto’s van elkaar (Mstand) waarbij je s experimenteert met flitscompensatie. • Bij (teveel) positieve compensatie kan het zijn dat de persoon te fel en onnatuurlijk belicht wordt door je flits • Bij (teveel) negatieve compensatie kan het flitslicht te zwak worden om de afstand voldoende te overbruggen
Flitsen in de P-stand • P-stand = automatische belichting (sluitertijd en diafragma door camera)
• Camera stelt sluitertijd van 1/60e sec in en kleinst mogelijke f-getal (grote opening) • Camera houdt geen rekening met achtergrond, enkel met scherpstelafstand. Flitsintensiteit wordt afgestemd op deze zone, alles verder weg zal onderbelicht zijn. Alles dichterbij zal overbelicht zijn
Flitsen in de P-stand • Flitsen op de P-stand levert de traditionele flitsfoto’s op: – Een correct belicht onderwerp (als het niet te dicht of te ver van de flits stond)
– Een onderbelichte tot onzichtbare achtergrond
• De P-stand biedt verder weinig ruimte om creatief te flitsen
Flitsen in de P-stand
Flitsen in de A(v)-stand • A-stand = jij kiest diafragmawaarde • Flitser verlicht het onderwerp op scherpstelafstand • F-getal en scherpstelafstand zijn gekend, dus camera regelt zelf de flitskracht. Minder krachtig bij korte scherpstelafstand of kleiner f-getal (grotere opening) • Camera kiest zelf sluitertijd en probeert achtergrond ook goed te belichten
Flitsen in de A(v)-stand • Camera kiest zelf sluitertijd, bij minder goede lichtomstandigheden zal deze te lang worden om uit de hand te fotograferen • Afhankelijk van de gekozen f-waarde bestaat kans dat bekomen sluitertijd te lang is om bewegende onderwerpen scherp te hebben • F22 = kans op overbelichting (klein gaatje, dus lange sluitertijd)
• F4 = kans op onderbelichting (groot gat, korte sluitertijd)
Flitsen in de A(v)-stand • Resultaten zijn dus niet altijd goed voorspelbaar • Dus gebruik de A-stand liever niet om te flitsen met je ingebouwde of TTL-opzetflitser
Flitsen in de S-stand (Tv) • Kies een korte sluitertijd als je de achtergrond donker wilt houden • Kies een langere sluitertijd als je de achtergrond wilt zien op de foto • Ingestelde sluitertijd heeft geen effect op de belichting van het onderwerp op de voorgrond (dit wordt belicht door het flitslicht) • Je weet dus perfect op voorhand of je sluitertijd nog ok is om uit de hand te fotograferen of als je statief nodig hebt
Flitsen in de S-stand (Tv) • Creatief flitsen doe je in sluitertijdvoorkeur en via de zelf gekozen sluitertijd bepaal je of achtergrond zichtbaar of onzichtbaar zal zijn
Flitsen in de S-stand (Tv)
Flitsen in de M-stand • M-stand = zelf diafragma en sluitertijd • Enkel nuttig met manuele flitsers • Via sluitertijd bepaal je belichting van achtergrond, diafragmawaarde moet je zelf berekenen volgens de formule (niet voortgaan op balkje lichtmeter)
Extra: creatief inflitsen met belichtingscompensatie • Sluitertijdvoorkeur 1/200e (synchrotijd), geen flits, persoon tegen heldere wolkenhemel • Bij veel licht: diafragma wijd open (f5,6) • Lucht is overbelicht • Negatieve belichtingscompensatie instellen (-2 EV), diafragma wordt kleiner, minder licht doorlaten (f11) = onderbelichten
Extra: creatief inflitsen met belichtingscompensatie • Wolkenhemel nu veel beter, meer doortekening. Persoon onherkenbaar door onderbelichten • Nu flitsen activeren • Flitslicht belicht nu onderbelichte persoon zodat deze goed op foto staat (evt 1 stopje negatieve flitscompensatie = iets natuurlijker)
• Bij minder fel licht starten op 1/100e maar steeds rekening houden met flitssynchro
Creatief inflitsen Sluitervoorkeur: 1/250e & f8 -3 EV: 1/250e & f22 Geen flits. Fletse lucht Geen flits. Lucht ok
-3EV en flitsen
Creatief inflitsen
Flitssynchronisatietijd • Camera op S-stand, zonder flitser en sluitertijd van 1/1000e sec : geen probleem • Activeer nu de interne of externe flits • Druk ontspanknop opnieuw half in • Sluitertijd is nu geen 1/1000e sec meer, maar 1/200e of 1/250e ook al staat camera nog steeds in sluitertijdvoorkeur • Camera valt nu terug op kortst mogelijke sluitertijd waarbij flitslicht gebruikt kan worden = flitssynchronisatietijd
Flitssynchronisatietijd • Deze flitssynchronisatietijd komt door de mechanische sluiter (staat vlak voor sensor en bestaat uit 2 horizontale gordijnen)
• Bij korte sluitertijden volgt tweede gordijn snel na het eerste zodat de afstand tussen beide gordijnen niet groot genoeg is om hele sensor zichtbaar te maken • Gevolg = slechts gedeelte van sensor wordt belicht door de flits en foto met zwarte boord (camera’s beletten dit tegenwoordig)
Sluitertijd korter dan flitssynchro
Sluitertijd korter dan flitssynchro
Sluitertijd langer dan flitssynchro • Pas vanaf een langere sluitertijd is de afstand tussen eerste en tweede gordijn groot genoeg om de sensor in z’n geheel te belichten • Die sluitertijd is de flitssynchronisatietijd • Hangt af van camera tot camera: meestal 1/200e of 1/250e sec
Sluitertijd langer dan flitssynchro
Sluitertijd langer dan flitssynchro
Beperkingen door flitssynchro • Flitssynchronisatietijd van 1/200e sec is niet zo heel erg snel en dus kan het moeilijk zijn om snel bewegende onderwerpen scherp te fotograferen (bevriezen) met flitslicht (sluitertijd valt terug op 1/200e sec – mss niet genoeg om actie te bevriezen)
• Kortere flitssynchro ook handig bij flitsen als invullicht bij tegenlichtopnames met klein fgetal (grote opening). Door langere sluitertijd (1/200e) en grotere lensopening (f4) meer kans op overbelichting (zie verder: kan opgevangen worden met Hi-speed flits via externe flits)
Opdracht beperking flitssynchro • Fotografeer een snelle actie (binnen) met flits. Door de flits valt sluitertijd terug op 1/200e en is actie niet meer helemaal bevroren • Maak nu zelfde actiefoto zonder flits, nu kan je snellere sluitertijd nemen, maar persoon te donker • Maak op zonnige dag een portret tegen licht (iso 100, f4). Tegenlicht = invulflits. Sluitertijd wordt 1/200e en kans op overbelichte achtergrond. Maak nu foto zonder flits
Slow sync flitsen • Flitsen kan met sluitertijd vanaf 1/200e sec (1/250e) en langer (1/125e, 1/60e, 1/2e, …) • Flitsen met lange(re) sluitertijd om achtergrond goed te belichten noemt slow sync flitsen • Op die manier bekom je mooie flitsfoto’s waarbij het flitslicht mooi gemengd is met het bestaande omgevingslicht (het ligt er niet meer vingerdik op dat er geflitst is)
Slow sync flitsen met Canon • Bij Canon camera’s zit deze optie niet bij de flitsfuncties, daarom: – Ga na P-stand, flits uit – Ontspanknop half in en onthoud sluitertijd – Zet camera op Tv-stand, stel sluitertijd van zopas in en activeer de flits – Is voorgrond over- of onderbelicht? Flitscompensatie – Is achtergrond over- of onderbelicht? Gewone belichtingscompensatie
Slow sync met Nikon & Sony • Kies bij de flitsfuncties voor slow sync of langzame synchronisatie • Deze flitsfunctie neemt het zoekwerk naar de juiste sluitertijd van je over • Hou er wel rekening mee dat je door langere sluitertijden een statief kan nodig hebben
Opdracht slow sync flitsen • Maak een nachtportret van een persoon tegen een verlichte stad/straat, … als achtergrond • Zet camera best op statief (langere sluitertijd) • Zet camera op P-stand, zonder flits en meet het licht • Zet camera nu op S-stand en stel deze sluitertijd in, activeer nu ook de flits • De langere sluitertijd zorgt voor belichting achtergrond, de flits belicht de persoon
Opdracht slow sync flitsen • Persoon moet wel stil blijven zitten • Bij Nikon en Sony kan dit ook automatisch door de flitsfunctie op slow sync te zetten
P-stand met flits = persoon ok
P-stand geen flits = achtergrond ok
Slow sync flitsen
Flitsen en langere sluitertijd: flits op 1e of 2e gordijn??? • Bij flitsen van bewegende onderwerpen en langere sluitertijden kan je kiezen om te flitsen op het 1e gordijn (bij het openen van de sluiter) of op het 2e gordijn (bij het sluiten van de sluiter) • Flitsen op 1e gordijn is de standaard instelling
Flitsen op 1e gordijn • Bij flitsen op het 1e gordijn zal er eerst geflitst worden en daarna zal nog even doorbelicht worden door de langere sluitertijd • Gevolg: bij bewegende onderwerpen ontstaan nu bewegingsvegen • Deze vegen staan voor het bewegend onderwerp zodat je de indruk krijgt dat het onderwerp “achteruit gaat”
Flitsen op
e 1
gordijn
Flitsen op 2e gordijn • Flitsen op 2e gordijn = eerst doorbelichten met langere sluitertijd en dan pas voor het sluiten van de sluiter gaat de flits af • Dit instellen doe je via het cameramenu (flitsinstellingen van interne flitser) of knopje op de externe flitser • Nu krijg je eerst de strepen en op het laatst het bevroren, geflitste voorwerp en zo ontstaat indruk daar item “vooruit gaat”
Flitsen op
e 2
gordijn
Flitsen op
e 2
gordijn
Flitsen op
e 1
of
e 2
gordijn
Flitsen op
e 1
of
e 2
gordijn
Flitsen op
e 2
gordijn
Flitsen op
e 2
gordijn
Flitsen op
e 2
gordijn
Flitsen op
e 2
gordijn
Opdrachten flitsen op
e 2
gordijn
• Start met een rijdend voertuig • Stel langere sluitertijd in (gebruik evt statief) • Experimenteer met flitsen op 1e en op 2e gordijn • Maak een aantal creatieve oefeningen op flitsen op 2e gordijn
Hi speed flitsen • Flitsen met sluitertijd korter dan flitssynchronisatietijd is met interne flitser niet mogelijk • Met opzetflitser kan dit wel: speciale functie Hi Speed Sync (meestal speciale knop op systeemflitser)
Waarom kortere sluitertijd? • Bij flitsen kan sluitertijd meestal niet korter dan 1/200e sec (1/250e) • Bij het fotograferen van zeer snelle bewegingen bij minder goede lichtomstandigheden zal de sluitertijd wellicht korter moeten zijn (vb 1/1000e sec) • Bij een buitenportret tegen licht. Klein f-getal = weinig scherptediepte = grote opening = laat veel licht door = korte sluitertijd. Invulflits activeren om schaduwen door tegenlicht uit te lichten = sluitertijd weer naar 1/200e waardoor achtergrond overbelicht wordt
Hoe werkt High Speed flitsen? • HSS werkt niet door 1 flits af te vuren, maar salvo van flitsen zodat er steeds licht valt tussen de nauwe opening van 1e en 2e gordijn • Gebeurt zodanig snel dat we dit als 1 flits zien • Flitslicht duurt langer dan normaal, dus de kracht ervan neemt af • In HSS draagt je flits dan ook zo ver niet (wordt aangegeven op lcd-scherm van je flitser)
Einde thema 4