NIEUWSBRIEF DECEMBER 2015
Fiscaal Dividendbelasting onder vuur Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft binnen korte tijd twee arresten gewezen die in Den Haag – en vooral op het Ministerie van Financiën – met gemengde gevoelens zullen zijn ontvangen. Het zijn dan ook niet de minste fiscale onderwerpen die onder vuur liggen. Het gaat om de dividendbelasting en de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting. Voor wat betreft de dividendbelasting heeft het Hof beslist dat het zo kan zijn dat Nederland eerder ingehouden dividendbelasting moet terugbetalen. Het gaat dan om elders in de EU woonachtige of gevestigde beleggers met een belang van minder dan 5% in een Nederlandse vennootschap. Zouden deze aandeelhouders gewoon in Nederland hebben gewoond dan hadden ze de dividendbelasting als voorheffing kunnen verrekenen met hun inkomsten‐ of vennootschapsbelasting. Dat kunnen ze echter nu niet. De dividendbelasting is voor hen geen voorheffing maar een eindheffing. En dat is volgens het Hof strijdig met het Europese recht, omdat (kortgezegd) buitenlanders hierdoor zwaarder belast worden dan in Nederland wonende aandeelhouders. Als de buitenlandse aandeelhouder in zijn woonstaat de dividendbelasting wel als voorheffing kan verrekenen (bijvoorbeeld door een belastingverdrag) doet zich die situatie weer niet voor. Het arrest zorgt voor veel onduidelijkheid. Het wachten is op een beslissing van de staatssecretaris. Wijzingen rondom fiscale eenheid vennootschapsbelasting Een beslissing van hetzelfde Hof is er de reden van dat er per 2016 een aanpassing zal gaan komen van het regime van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting. Tot nu toe is het zo dat om een fiscale eenheid te kunnen vormen alle betrokken vennootschappen in Nederland moesten zijn gevestigd. Een fiscale eenheid tussen grootmoeder en kleindochter (met een buitenlandse tussenholding) of twee zustervennootschappen (met een buitenlandse moeder) was in de regel niet mogelijk. Dat was, aldus het Hof, echter in strijd met de vrijheid van vestiging. Vooruitlopend op een wetswijziging per 2016 heeft Staatssecretaris Wiebes een besluit uitgebracht waaronder (weliswaar onder voorwaarden) toch een fiscale eenheid kunt vormen in de hiervoor geschetste situaties.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Ook hier zijn de exacte gevolgen van het arrest niet helemaal helder. De staatssecretaris behoudt zich daarom nadrukkelijk het recht voor de wet aan te passen bij ongewenste gevolgen van de nu ontstane nieuwe situatie. Leeftijdsgrens en discriminatie Sommige fiscale faciliteiten zijn gekoppeld aan een leeftijdsgrens. Neem nu de aftrek voor scholingskosten. Boven de 30 jaar is die afgetopt tot € 15.000 euro. Is dat nog terecht in een maatschappij waarin bijvoorbeeld de AOW‐leeftijd bijna jaarlijks stijgt? Een 32‐jarige (blijkbaar ben je dan al oud!) die een uiteraard dure opleiding tot verkeersvlieger begon vond van niet en vocht de leeftijdsgrens tot aan de Hoge Raad aan; leeftijdsdiscriminatie was zijn stelling. De Belastingdienst was het daar uiteraard niet mee eens, al had staatssecretaris Wiebes al eerder laten weten een onderzoek te zullen instellen naar de effectiviteit van de scholingsaftrek en de effectiviteit daarvan. De Hoge Raad (ECLI:NL:HR2015:3022) heeft de zaak nu voorgelegd aan het EU Hof van Justitie met de vraag of de door de wetgever aangevoerde argumenten voor een leeftijdsgrens aanvaardbaar zijn of niet. U dient, in afwachting van de beslissing van het Luxemburgse Hof, in gevallen waarin deze vraag relevant is door het tijdig indienen van een bezwaar‐ of beroepschrift te voorkomen dat eerder opgelegde aanslagen onherroepelijk komen vast te staan. WDBA loopt weer vertraging op Het vinden van een voor alle partijen aanvaardbare opvolger voor de bekende VAR blijft een zware bevalling. Staatssecretaris Wiebes heeft de Eerste Kamer verzocht om de opvolger van de VAR (de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties, WDBA) niet al per 1 januari 2016 maar pas per 1 april 2016 inwerking te laten treden. En van verder uitstel moet u beslist niet opkijken! Als gevolg daarvan zal de VAR nog niet per 1 januari 2016 afgeschaft worden en (vooralsnog enkele maanden) langer geldig blijven. In voorkomende gevallen kan zelfs een nieuwe VAR aangevraagd worden. Ook gaat een lange implementatietermijn gelden, namelijk tot 2017. Tot het moment dat u verplicht moet gaan werken volgens de WDBA zult u zich als opdrachtgever kunnen blijven beroepen op de vrijwarende werking van de VAR.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Als paddenstoelen… Ondanks de hiervoor gesignaleerde problemen rondom de WDBA schieten de door de Belastingdienst gepubliceerde voorbeeldovereenkomsten als paddenstoelen de grond uit. Bijna dagelijks worden op de site van de fiscus nieuwe voorbeeldovereenkomsten gepubliceerd voor alle mogelijk denkbare sectoren. De Belastingdienst publiceert sommige voorbeelden spontaan, maar belangenorganisaties van opdrachtgevers en opdrachtnemers, individuele opdrachtgevers en intermediairs kunnen hun conceptovereenkomsten ter beoordeling (en vervolgens ter publicatie) aan de Belastingdienst voorleggen. De verwachte doorlooptijd voor individuele aanvragen bedraagt zes weken. Het gebruikmaken van bestaande branche‐ of sectorovereenkomsten biedt sneller zekerheid, maar is natuurlijk wel confectie en geen maatwerk. Let er goed op dat een goedkeurende beoordeling door de fiscus de opdrachtnemer (net als bij de VAR) alleen iets zegt over de verplichte inhouding van loonheffingen en geen betrekking heeft op de vraag of de opdrachtnemer fiscaal bezien ondernemer is. Kamervragen over verhoogde schenkingsvrijstelling In het Belastingplan 2016 is de terugkeer van de (weliswaar licht gewijzigde) verhoogde schenkingsvrijstelling voorzien. Niet per 2016 trouwens, maar pas per 2017. Deze tijdelijke en per 2015 afgeschafte fiscale faciliteit voor het recht van schenking was destijds een groot succes. Misschien wel te groot, want de regeling lijkt aan zijn eigen succes ten onder te zijn gegaan. Over de nieuwe regeling zijn Kamervragen gesteld, waarvan de beantwoording teleurstellend, maar wel duidelijk is: ‐ De schenking dient besteed te worden aan de aankoop van een eigen woning dan wel het onderhoud aan of de verbetering van deze woning. Ook restschulden mogen er mee afbetaald worden. Afbetaling van studieschulden is echter geen kwalificerend doel, ook omdat dit voor de overheid te duur zou zijn; ‐ Uiteraard kan wel voor het aflossen van de studieschuld gebruik worden gemaakt van de bestaande schenkingsvrijstellingen; ‐
Ook te duur is invoering van de regeling reeds per 2016 en niet pas per 2017;
‐ Het kabinet houdt verder vast aan de leeftijdsgrens van 40 jaar voor de verhoogde schenkingsvrijstelling per 2017. Het laten vervallen hiervan zou vermogende particulieren teveel bevoordelen en ook hier geldt natuurlijk de gevreesde budgettaire derving. Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Verlaging drempel maandelijkse opgaaf ICL Verricht u als ondernemer intracommunautaire leveringen en diensten? Dan zult u weten dat u hiervan periodiek een ‘Opgaaf intracommunautaire prestaties’ (Opgaaf ICP) moet indienen. In beginsel maandelijks, maar een opgave per kwartaal volstaat als de intracommunautaire leveringen onder de drempel blijven of de ondernemer alleen diensten moet aangeven. De btw‐richtlijn hanteert als drempelbedrag voor de opgave van intracommunautaire leveringen per maand een totaalbedrag (zonder btw) van € 50.000 per kwartaal. Nederland hanteerde echter een drempelbedrag van € 100.000. Op last van de Europese Commissie zal ook Nederland de drempel met ingang van 1 januari 2016 verlagen naar € 50.000. Het nieuwe drempelbedrag geldt alleen maar voor leveringen. De Opgaaf ICP voor diensten kan nog steeds op kwartaalbasis gedaan kan worden. Verhuur van garageboxen en omzetbelasting Bent u verhuurder of huurder van één of meer garageboxen? Dan is het goed om te weten dat er geprocedeerd is over de vraag onder welke omstandigheden deze verhuur is vrijgesteld van omzetbelasting en wanneer niet. De hoofdregel (met de onvermijdelijke uitzondering) is duidelijk. Verhuur van een onroerende zaak is vrijgesteld van btw, met uitzondering van (onder meer) de verhuur van parkeerruimte voor voertuigen. Volgens de Belastingdienst moet het begrip parkeerruimte ruim uitgelegd worden, en geldt het dus ook voor garageboxen. Maar als die garageboxen niet uitsluitend als parkeerruimte worden gebruikt (maar bijvoorbeeld ook als bergruimte) kunnen de kaarten anders komen te liggen. In deze zaak beriep de verhuurder zich op een besluit van de staatssecretaris van Financiën (Besluit van 14 juli 2009, nr. CPP2008/137M), en hij werd daarin door de rechter in het gelijk gesteld. Hierdoor kunnen de btw‐gevolgen per situatie verschillen: soms wel en soms geen btw. Regel in de huurovereenkomst heel duidelijk welk gebruik is toegestaan en welk gebruik niet. Behalve voor de huurnota is de vraag vrijgesteld of niet natuurlijk ook van belang voor de voorbelasting van de verhuurder. Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Nieuw besluit belastbaar feit overdrachtsbelasting Er is een nieuw besluit verschenen over het belastbaar feit in de overdrachtsbelasting. Het besluit bevat onder meer een aanpassing in verband met wijzigingen in de wetgeving over de executoriale verkoop van onroerende zaken. Goedgekeurd is dat heffing van overdrachtsbelasting achterwege mag blijven bij de verkrijging door de juridische eigenaar van de economische eigendom van een onroerende zaak (of rechten waaraan deze is onderworpen, zoals erfpacht of opstal) als vervolgens en in onmiddellijke en rechtstreekse samenhang daarmee de juridische eigenaar de volledige eigendom overdraagt aan een derde. Uiteraard kan de koper in deze situatie geen beroep doen op de toepassing van artikel 13 WBR. Door dit besluit valt de koper bij een executoriale verkoop als het ware uit de keten van kopende partijen. Geen btw bij (ver)koop bitcoins Iedereen weet inmiddels wel zo’n beetje wat een bitcoin is, maar niemand heeft er ooit eentje gezien. Maar wat is nu de btw‐status van deze virtuele munt? Daarover heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie onlangs een beslissing genomen, en het resultaat is helder. Wie bitcoins koopt of verkoopt met resp. giraal of gewoon geld hoeft geen btw af te dragen. Ook virtuele valuta zoals de bitcoin delen namelijk in de vrijstelling in de omzetbelasting voor wettige betaalmiddelen. Zou dat niet het geval zijn, dan zou volgens het Hof deze vrijstelling ‘uitgehold’ worden. Dat de koers van deze virtuele munt op z’n zachtst gezegd grillig is en grote schommelingen vertoont is een ander ding… Bv en giftenaftrek Behalve de inkomstenbelasting kent ook de vennootschapsbelasting een regeling voor de aftrek van giften, de bekende giftenaftrek. Volgens de staatssecretaris wordt herhaaldelijk aan de Belastingdienst gevraagd of giften die verband houden met de persoonlijke vrijgevigheid van de aandeelhouder (bijvoorbeeld een gift aan ‘zijn’ kerk of ‘zijn’ politieke partij) wel in aanmerking komen voor giftenaftrek. Omdat de gift in verband zou staan met een persoonlijke behoefte van de aandeelhouder zouden dergelijke giften van de bv van aftrek zijn uitgesloten. Dat acht de staatssecretaris niet passend bij doel en strekking van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Daarom is nu goedgekeurd dat een gift door een vennootschap die is ingegeven door de persoonlijk charitatieve behoefte van de aandeelhouder, maar verder voldoet aan de vereisten voor giftenaftrek in de vennootschapsbelasting als gift in de vennootschapsbelasting wordt aangemerkt. Het besluit is inmiddels in werking getreden en kan een interessant alternatief opleveren voor een gift vanuit privé. Blauwe enveloppe gaat verdwijnen Per jaar verstuurt de Belastingdienst 150 miljoen blauwe enveloppen, wat neerkomt op iedere dag een vrachtwagen vol. En dat is echt niet meer van deze tijd. De bekende blauwe enveloppe (waarvan de kleur trouwens auteursrechtelijk beschermd is) gaat dan ook verdwijnen. De fiscus gaat volledig digitaal, nadat het parlement op 13 oktober 2016 heeft ingestemd met de ‘Wet elektronisch berichtenverkeer belastingdienst’. De overstap van brief naar digitaal zal stapsgewijs plaatsvinden, wat betekent dat naar verwachting over zeven jaar de allerlaatste blauwe envelop bij de fiscus de deur zal uitgaan. Om u verder te laten wennen aan de nieuwe manier van werken zult u de komende twee jaar alle fiscale post zowel per brief als digitaal gaan krijgen. En daarmee verdwijnt opnieuw een stukje romantiek uit het belastingrecht… Hoge vrijstelling voor gehuwde mantelzorger? Iemand die mantelzorg verleent kan onder voorwaarden voor de erfbelasting als partner worden aangemerkt. En daarmee bestaat dan – dat is natuurlijk de fiscale crux – recht op de hoge vrijstelling van € 633.014 (bedrag 2015). Voorwaarde daarbij is dan wel dat de erflater geen ‘eigen’ partner mag hebben, zoals de echtgenoot. In dat geval zouden namelijk twee personen aanspraak kunnen maken op de hoge vrijstelling. De eis dat ook de mantelzorger geen partner mag hebben heeft volgens de Rechtbank Zeeland‐West‐Brabant echter geen enkele functie. Er is dan ook naar het oordeel van de rechtbank sprake van een ongelijke behandeling zonder rechtvaardigingsgrond. In het berechte geval betrof het een getrouwde vrouw waarvan de vader inwoonde bij het gezin. Zijn dochter was zijn mantelzorger tot aan zijn overlijden. Na het overlijden van haar vader ontving zij een mantelzorgcompliment. De enige reden om de dochter de hogere vrijstelling te onthouden was dan ook het feit dat de dochter gehuwd was. Daar stak de rechtbank dus een stokje voor: ook een mantelzorger met partner kan recht hebben op de extra hoge vrijstelling. Mantelzorgers moeten zich niet direct rijk rekenen. Tegen de uitspraak van de rechtbank is inmiddels hoger beroep ingesteld. Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Sierviskwekerij is landbouwbedrijf Wanneer is sprake van een landbouwbedrijf? Die vraag is van belang voor toepassing van de landbouwvrijstelling. Volgens de Belastingdienst is enkel sprake van een landbouwbedrijf als de gefokte of gekweekte dieren bestemd zijn voor consumptie. Dat is volgens het Hof Arnhem‐Leeuwarden echter niet het geval. Volgens het hof is de enige vraag die er toe doet of de in het kader van een agrarische onderneming voortgebrachte dieren bestemd zijn voor de verkoop. Welk gebruik de koper vervolgens van de dieren zal gaan maken is volgens het hof niet van belang. De beslissing is van belang voor – zoals in het berechte geval – voor de kweek van siervissen. Maar ook de hippische sector kan met deze beslissing zijn voordeel doen. Geen naheffing parkeerbelasting bij foutief ingevoerd kenteken Steeds vaker dient een automobilist bij parkeerautomaten zijn kenteken in te voeren. Een middel in de strijd tegen illegaal doorverkochte parkeerkaartjes en tegelijkertijd een mooie bron van informatie voor de Belastingdienst. Maar een foutje is bij dat intoetsen natuurlijk snel gemaakt. Kan de gemeente in zullen gevallen een ‘naheffingsaanslag parkeerbelasting’ opleggen. Het Hof Amsterdam heeft nu beslist dat dit niet mogelijk is, omdat de parkeerders de verschuldigde parkeerbelasting gewoon hebben voldaan. Dat men door een verkeerd kenteken in te voeren niet voldaan heeft aan de verplichtingen van het Uitvoerings‐ en Aanwijzingsbesluit doet daar niet aan af. De door de gemeente in de procedure gemaakte vergelijking met het in de gracht werpen van het verschuldigde bedrag ging niet op. Want anders dan in die situatie was het verschuldigde bedrag hier gewoon door de gemeente ontvangen. Let op bij uw aangifte loonheffingen Voor de loonheffing telt 2015 geen 52 maar 53 weken. De Belastingdienst heeft nu laten weten dat de aangifte loonheffingen over week 53 van 2015 met daarin een inkomstenverhouding die begint op 1, 2 of 3 januari 2016 niet eerder dan op 1 januari 2016 gedaan kan worden. Stuurt u de aangifte loonheffingen met deze inkomstenverhouding in voor 1 januari 2016, dan keurt de Belastingdienst deze aangifte af. Meer informatie is te vinden op de site van de Belastingdienst.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Half jaar volstaat voor afhandeling WOZ‐bezwaar Als u het niet eens met de door of namens de gemeente vastgestelde WOZ‐waarde van uw pand kunt u tegen deze WOZ‐beschikking bezwaar maken. De gemeente heeft dan in beginsel een termijn van een jaar om uw bezwaarschrift te behandelen. Een vol jaar is langer dan de ‘redelijke termijn’ die eerder daarvoor door de Hoge Raad werd vastgesteld. De Hoge Raad vond een termijn van zes maanden voor de behandeling van een bezwaarschrift en anderhalf jaar voor de behandeling van een beroepschrift redelijk. Het is niet juist, aldus de Hoge Raad, om deze termijn enkel te laten afhangen van de wettelijke beslistermijn. Wel is het zo dat op grond van bijzondere omstandigheden een langere termijn kan gelden, maar het in dit geval door de wetgever aangevoerde argument van ‘piekbelasting’ (kort na het opleggen van de WOZ‐beschikkingen zal er immers massaal bezwaar gemaakt worden) rechtvaardigt een langere behandeltermijn niet. Verlengen van termijnen kan, opnieuw gaan lopen echter niet De laatste jaren is de strijd tegen zwart geld sterk opgevoerd. Niet alleen in de inkomstenbelasting, maar ook in de erfbelasting. Zo is de termijn waarbinnen navordering voor de erfbelasting kan plaatsvinden sinds 1 januari 2012 niet meer gebonden aan een termijn. Eeuwige navordering dus. Dit had tot gevolg dat in alle gevallen waarin per 1 januari 2012 nog navordering mogelijk zou zijn geweest de navorderingstermijn onbegrensd werd. Ook voor degenen die bijna in veilige haven dachten te zijn. Maar werd navordering door de wetswijziging ook weer mogelijk voor degenen die – weliswaar ten onrechte – al in veilige fiscale haven waren aangekomen? Met andere woorden: is de onbeperkte navorderingsbevoegdheid ook van toepassing op nalatenschappen waarvoor de navorderingstermijn op 1 januari 2012 al was verstreken? Rechtbank Gelderland heeft nu beslist dat dit niet het geval is. Uit de parlementaire geschiedenis volgt niet, aldus de rechtbank, dat de wetgever bedoeld heeft om onbeperkte terugwerkende kracht aan de regeling te verlenen, ook voor die gevallen waarin de navorderingsbevoegdheid op 1 januari 2012 al was vervallen. Door de Belastingdienst is tegen deze uitspraak inmiddels hoger beroep ingesteld.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Niet iedere kerk is ook een fiscaal goed doel Het is in de meeste gevallen geen groot probleem om een kerkelijke instelling de ANBI‐status te laten verwerven. Het gevolg daarvan is (onder meer) dat giften aan zo’n instelling fiscaal aftrekbaar zijn en dat over de ontvangen schenkingen of erfenissen geen erf‐ of schenkbelasting verschuldigd is. Maar dat een kerk altijd een ANBI‐instelling is, is geen vanzelfsprekendheid zo bleek bij het Hof Den Haag. De Scientology Kerk verkoopt dure cursussen aan haar leden en korting voor de minder draagkrachtigen is er niet bij. Volgens de rechter is deze kerk dan ook voornamelijk gericht op het maken van winst, en heeft zij geen recht op de fiscaal gunstige ANBI‐status. De kerk dient nu de eerder aan haar verleende ANBI‐beschikking in te leveren. Commissaris voortaan in dienstbetrekking Commissarissen opgepast! Zoals u zult weten staat een commissaris op grond van art. 3 eerste lid onderdeel g Wet LB 1964 in dienstbetrekking tot de vennootschap waaraan hij verbonden is. Het gevolg daarvan is dat op de commissarisbeloning loonheffingen ingehouden moet worden, tenzij een geldige VAR‐wuo of VAR‐dga overlegd kan worden. Commissarissen zijn overigens niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen, omdat er geen sprake is van een gezagsverhouding. Er hoeven dan ook geen premies werknemersverzekeringen ingehouden te worden. Maar met het verdwijnen van de VAR dient vanaf 1 april 2016 de commissarisbeloning altijd verloond te worden. De WDBA kent namelijk niet de mogelijkheid om de commissarisbeloning bruto uit te keren. Overigens is dit niet alleen zo bij de ‘echte’ commissaris, maar op iedereen die als toezichthouder op een organisatie werkzaam is. Vergeet verder niet dat voor de commissaris de normale administratieve verplichtingen van toepassing zijn. Zo dient ook de commissaris geïdentificeerd te worden aan de hand van een geldig identificatiebewijs en dient van dit bewijs een kopie bij de loonadministratie bewaard te worden. Kort telefonisch uitstel van betaling Wie tijdelijk niet in staat is om zijn belastingschulden te betalen kan telefonisch om kortdurend uitstel van betaling vragen. De Belastingdienst verleent dan onder voorwaarden voor maximaal vier maanden rentedragend uitstel van betaling. Uitstel wordt alleen gegeven voor al opgelegde aanslagen en dus niet voor nog op te leggen aanslagen.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Verder mag uw totale openstaande belastingschuld niet meer dan € 20.000 bedragen, mag er nog geen dwangbevel zijn uitgevaardigd en mag er in de openstaande belastingschuld geen onbetaalde vergrijpboete zijn begrepen. Wie verwacht ook na de termijn van vier maanden nog niet te kunnen betalen moet vooral geen kort telefonisch uitstel van betaling aanvragen. Er dient in dat geval gewoon schriftelijk uitstel van betaling aangevraagd te worden. De Belastingdienst verleent namelijk geen verder uitstel meer als al eerder kort telefonisch uitstel van betaling werd verleend. Opbrengst oldtimerbelasting valt tegen Echt oude auto’s (ook bekend als oldtimers) hebben altijd op een gunstige fiscale behandeling mogen rekenen. Er is immers sprake van rijdend erfgoed! Maar zoals het wel vaker gaat met gunstige fiscale regelingen: als er massaal gebruik van gemaakt wordt is de lol er voor de wetgever snel af. Zo ook met ‘jonge klassiekers’. Die mochten zich verheugen in een fiscaal vriendelijke behandeling in de motorrijtuigenbelasting en toch waren ze geschikt voor dagelijks gebruik. De vrijstelling voor deze jonge klassiekers werd daarom per 1 januari 2014 geschrapt. Probleem is nu dat de beoogde jaarlijkse opbrengst van 137 miljoen euro er niet komt. De werkelijke inkomsten liggen beduidend lager. Naar verluidt zijn veel van dit soort auto’s geëxporteerd. Geld heeft het dus niet echt opgeleverd. Wel schonere lucht, aldus de staatssecretaris. En dat is ook wat waard. Opnieuw valse fiscale e‐mails Het blijft een plaag: valse e‐mails. Dit keer vragen de zo op het eerste gezicht van de fiscus afkomstige e‐mails mensen een bedrag over te maken aan de ‘Belastingdienst’, in verband met een betalingsachterstand. Vanzelfsprekend behoort het opgegeven rekeningnummer niet toe aan de fiscus. De valse e‐mails zijn ondertekend door Peter Veld, de inmiddels vertrokken directeur‐generaal van de Belastingdienst. De fiscus laat weten nooit per mail om betaling van een rekening te vragen. Men verzoekt consumenten de mail niet te openen en onmiddellijk te verwijderen. Wie er toch in getrapt is kan contact opnemen met de Belastingtelefoon. Men kan u daar helpen met het doen van aangifte.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Dieselgate kost leaserijders geen geld ‘Dat heb ik weer’, zo heeft u misschien gedacht. U hebt met het oog op de lage bijtelling (en omdat het zo goed is voor het milieu natuurlijk) gekozen voor een auto met een lage uitstoot van schadelijke stoffen. En dan blijkt er met de testresultaten van die auto gesjoemeld te zijn: uw auto blijkt opeens helemaal niet zo milieuvriendelijk te zijn. Moet er nu gevreesd worden voor fiscale naheffingen? Dat blijkt niet zo te zijn. De Belastingdienst zal volgens minister Dijsselbloem van Financiën geen extra belasting bij de bedrogen automobilisten gaan heffen. Met de gebruikte formulering dat de automobilist geen naheffing zal krijgen laat de minister wel de mogelijkheid open dat er een blauwe enveloppe richting VW gaat. Maar dat is een andere zaak. Geactualiseerd besluit herinvesteringsreserve De wettelijke regeling rondom de herinvesteringsreserve is en blijft ingewikkeld. Daarom wordt deze regeling nader toegelicht in een besluit, dat van tijd tot tijd geactualiseerd wordt. Zo ook nu weer. Op 11 november 2015 is het verzamelbesluit herinvesteringsreserve geactualiseerd, onder gelijktijdige intrekking van het oude besluit. Het nieuwe besluit geldt met terugwerkende kracht tot en met 27 oktober 2015. In dit nieuwe besluit is er onder meer aandacht voor de vorming van een herinvesteringsreserve, de afboeking ervan op een bedrijfsmiddel, de toepassing van de boekwaarde‐eis, de voorwaarde van ‘eenzelfde economische functie’ en het begrip overheidsingrijpen.
Overig Verplicht per januari 2016: elke werknemer een bankrekening Eerder dit jaar is de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) van kracht geworden. Veel onderdelen van deze wet zijn al in juli 2015 ingegaan, maar op enkele onderdelen is het nog wachten tot 1 januari 2016. Eén van die komende wijzigingen betreft de verplichting van de werkgever om een bedrag ter grootte van het netto wettelijk minimumloonbedrag giraal aan de werknemer te betalen en wel op een rekening die (mede) op zijn of haar naam staat. Op deze wijze kan de overheid vaststellen dat tenminste het netto minimumloon aan de werknemer is betaald. Bij een contante betaling valt dat immers niet te bewijzen.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen
Kinderalimentatie De op 1 januari 2015 in werking getreden Wet Hervorming Kindregelingen heeft de vraag doen rijzen of het verhoogde kindgebondenbudget in mindering moet komen op de kosten van de kinderen óf dat het gewoon inkomen van de ontvangende ouder is. Voor onder meer de hoogte van de kinderalimentatie maakt het antwoord op deze vraag nogal wat uit. Begin oktober 2015 heeft de Hoge Raad beslist dat het kindgebondenbudget (ouderlijk) inkomen is en daarom moet worden meegenomen bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebondenbudget ontvangt. Voor betalers van kinderalimentatie zal deze beslissing meestal nadelig uitpakken (mits sprake is van voldoende draagkracht) omdat nu voor een hoger bedrag in de kosten van de kinderen bijdragen moet worden. Steeds meer vrijspraken Steeds vaker verlaten verdachten in een strafzaak de rechtszaal als vrij man. In 2014 werd maar liefst ruim tien procent van alle verdachten vrijgesproken. Twintig jaar eerder was dat nog maar vier procent. En het toch al hoge percentage vrijspraken stijgt gestaag. Bezuinigingen op justitie zouden de reden zijn voor het toegenomen aantal vrijspraken. Geen dubbele vergoeding Als een bemiddelingsbureau voor woonruimte een door een verhuurder aangeboden woning op zijn website plaatst, treedt het daarmee op als bemiddelaar voor de verhuurder. Het is de bemiddelaar dan verboden om voor zijn diensten ook aan de huurder een bedrag in rekening te brengen. Dat is zelfs het geval als de verhuurder zijn woonruimte gratis op de site mag laten plaatsen. In het berechte geval werden partijen door de bemiddelaar van elkaar gescheiden, zodat de huurder die interesse in een aangeboden woning had feitelijk verplicht was de diensten van de bemiddelaar in te schakelen. Enkel wanneer de website als – in de woorden van de Hoge Raad – als ‘elektronisch prikbord’ functioneert (aspirant‐ verhuurder en ‐huurder kunnen rechtstreeks met elkaar in contact treden) ligt dat anders. Wordt toch van beide partijen een vergoeding gevraagd dan is die afspraak ongeldig en kunnen eerder betaalde bedragen worden teruggeëist.
Nieuwsbrief december 2015 – Jongenelen & Tholhuijsen