Het belang van de woonomgeving
Zorgt de woonomgeving voor woontevredenheid? Tim Koolstra Master Thesis MSRE Gebiedsontwikkeling Amsterdam School of Real I
Het belang van de woonomgeving
Zorgt de woonomgeving voor woontevredenheid? Master Thesis MSRE Gebiedsontwikkeling Amsterdam School of Real Estate
Auteur
Tim Koolstra
[email protected]
Begeleiders
dr. G.J. Wallagh ir. drs. J.W.C. van Gurchom
‘s-Gravenzande, 15 april 2012
II
Voorwoord In september 2009 ben ik begonnen met de opleiding Master of Science in Real Estate aan de Amsterdam School of Real Estate. Na het afronden van de vakken gebiedsontwikkeling, marktanalyse en investeringsanalyse ben ik in februari 2011 gestart met mijn masterthesis. Deze masterthesis is geschreven als afsluiting van de opleiding. Door mijn functie als projectleider in de ruimtelijke ontwikkeling, is mijn interesse in het vak gebiedsontwikkeling altijd groot geweest. Mede daardoor is het onderwerp van mijn thesis de woonomgeving van Vinex-wijken geworden. De Vinex-wijken zijn dan ook de grootste gebiedsontwikkelingen in Nederland van de afgelopen jaren. Het onderwerp is, misschien niet geheel toevallig, ook actueel. Door de kredietcrisis, eurocrisis en mogelijke vastgoedcrisis, moet er wat gebeuren in de gebiedsontwikkeling. Indien er niks veranderd, zal de consument niet snel geneigd zijn om een woning te kopen en blijft de woningmarkt op slot zitten. Mogelijk dat de uitkomsten van deze masterthesis hieraan bij kunnen dragen. Alvorens te starten met de thesis viel mij tijdens het lezen van artikelen en discussiëren met vakgenoten op dat kennis over de woningmarkt veelal over de behoefte van de woonconsument naar woningen gaat. Je zou verwachten dat de kennis betreffende de woonomgeving groter zou zijn, omdat de consument de woonomgeving toch ook belangrijk zal vinden. Dit is namelijk de omgeving waarin de consument leeft. De uitkomsten van de thesis kunnen hopelijk in de toekomst gebruikt worden om beter in te spelen op de wensen van de woonconsument op het gebied van de woonomgeving. De publieke en private partijen moeten, mede door de veranderde woningmarkt, anders omgaan met het aanbod van woningen en die vraag beter in beeld hebben. Hopelijk kunnen de uitkomsten van de thesis hier een bijdrage aan leveren, zodat de woningmarkt beter gaat functioneren, doordat het aanbod op de woningmarkt beter aansluit bij de wensen van de consument. Uiteraard wil ik graag een aantal mensen bedanken, die mij bij het schrijven van deze thesis op verschillende manieren gesteund hebben. Allereerst wil ik Reza de Haan en Hans van Gurchom van mijn werkgever, Senze, bedanken dat zij mij de mogelijkheid hebben geboden om deze studie te volgen. Verder wil ik graag mijn begeleider, Guido Wallach, bedanken voor zijn ondersteuning, tijd en goede en bruikbare tips, waardoor ik op lastige momenten weer verder kon in het onderzoeksproces. Daarnaast wil ik mijn familie en vrienden bedanken die mij de afgelopen periode gesteund hebben. Tot slot wil ik in het bijzonder mijn vrouw, Jony Bruin, bedanken voor haar steun, aandacht en motiverende woorden. Zij heeft mij de ruimte gegeven om het onderzoek af te ronden, maar vooral ook gemotiveerd om door te gaan en de thesis af te ronden. ’s-Gravenzande, april 2012
Tim Koolstra III
Samenvatting De afgelopen jaren zijn er veel Vinex-wijken gerealiseerd, waar door veel vastgoedprofessionals kritiek op was. Deze kritiek loopt uiteen van weinig groen en water in de
wijk,
slechte
parkeervoorzieningen
tot
eenzijdige
bebouwing
en
te
hoge
bebouwingsdichtheid. Of de bewoners deze mening ook hebben is nooit goed geanalyseerd. Toch is het belangrijk om dit te weten, omdat de kwaliteit van de wijk de bewonerstevredenheid kan beïnvloeden. Met name de beoordeling van de kwaliteit van de woonomgeving is bij de onderzoeken regelmatig overgeslagen. Dit onderzoek geeft dan ook antwoord op de volgende centrale vraag: In hoeverre is de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van Vinex-wijken bepalend voor de tevredenheid van de bewoners? Vinex-wijken zijn ontstaan door de beleidsnota Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) uit 1990 van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Speerpunten van dit beleid zijn milieu, mainports Schiphol en de Rotterdamse haven en compacte en vitale steden. Door deze nota moesten circa 650.000 woningen met name gerealiseerd worden in en aan de bestaande steden. De uitleglocaties aan de bestaande steden zijn de zogenoemde Vinex-wijken. De markt was bijzonder kritisch over deze Vinex-wijken. Ze werden bestempeld als wijken met eenzijdig woningbouwprogramma en bevolkingssamenstelling, slechte parkeervoorzieningen, hoge woningdichtheid en beperkte voorzieningen. Naar verloop van tijd kwamen er wel steeds meer positieve geluiden, waarbij met name de kwaliteit, diversiteit en compactheid van de wijk geprezen werden. De bewoners zijn met name tevreden met de woning. Ook is men tevreden met de infrastructuur, behalve met de bereikbaarheid van het openbaar vervoer en de parkeervoorzieningen. Daarnaast is men ontevreden over de voorzieningen in de wijk. De woonomgeving kan in drie categorieën verdeeld worden, namelijk fysieke, sociale en functionele elementen. Fysieke elementen bestaan onder andere uit woningdichtheid, groen en water in de wijk. Functionele elementen bestaan onder andere uit infrastructuur, parkeren,
openbaar
vervoer
en
voorzieningen.
Sociale
elementen
bestaan
uit
bevolkingssamenstelling, inkomen, opleidingsniveau en veiligheid. De elementen, die met name van belang zijn voor de kwaliteit van de woonomgeving zijn de bebouwing, groen, water, voorzieningen, parkeren, openbaar vervoer, veiligheid en de bevolkingssamenstelling. Een kenmerkend element van de woonomgeving van Vinex-wijken is de diversiteit aan woonmilieus en architectuur. De diversiteit aan woonmilieus bestaat onder andere uit groenstedelijk, wonen aan het water, landelijk wonen, en centrumwoningen. Naast dit IV
element zijn de elementen groen, water, parkeervoorzieningen, infrastructuur, openbaar vervoer en voorzieningen ook kenmerkend voor Vinex-wijken. Om dieper op de tevredenheid van de bewoners in te gaan, is het onderwerp leefstijl aan het onderzoek toegevoegd. Bij het onderwerp leefstijl is gebruik gemaakt van het dominant, invloed, stabiel en consciëntieus model (DISC model) van William Marston en het Brand Strategy Research® model (BSR®-model) van SmartAgent. Het DISC model verdeelt mensen op basis van gedrag in vier groepen, namelijk dominant (rood), invloed (geel), stabiel (groen) en consciëntieus (blauw). Deze verdeling sluit aan op het BSR®-model dat bestaat uit vier werelden; vitaliteit (rood), harmonie (geel), bescherming (groen) en controle (blauw). Deze indeling is gebruikt in het praktijkonderzoek in de Vinex-wijk Ypenburg in Den Haag. De Vinex-wijk Ypenburg ligt op het grondgebied van de gemeenten Den Haag en PijnackerNootdorp tussen de Rijkswegen A12, A13 en A4. Ypenburg bestaat uit bedrijven- en kantorenlocaties en circa 11.000 woningen verdeeld over 5 plandelen met ruim 25.000 inwoners. Elk plandeel heeft zijn eigen stedenbouwkundige opzet, welke aansluit bij de opzet van de totale wijk. De namen zijn van de plandelen zijn De Singels, Boswijk, Waterveld, De Bras en De Venen. Elk plandeel heeft zijn eigen kenmerken en karakter door de sfeer, ruimtelijke eigenschappen en contrasten. Belangrijke verschillen in de opzet van de plandelen zijn het ruimtegebruik, de bebouwingsdichtheid, het type woningen, de woonmilieus,
de
parkeervoorzieningen,
de
voorzieningen,
zoals
winkels
en
kinderdagverblijven, de infrastructuur en de aansluiting op het openbaar vervoer. Hierdoor is de woonomgeving van de plandelen verschillend en goed te vergelijken. De plandelen, die het meest van elkaar verschillen zijn geselecteerd om nader te onderzoeken. Dit zijn de plandelen De Singels, Waterveld en Boswijk. Van de plandelen De Singels en Waterveld is één deelplan geselecteerd om nader te onderzoeken. Voor plandeel De Singels is dit deelplan 5 en voor plandeel Waterveld is dit deelplan 10. Plandeel Boswijk bestaat maar uit één deelplan, namelijk deelplan 8. De keuze voor de deelplannen is gemaakt op basis van de ruimtelijke kenmerken. De ruimtelijke kenmerken van deze deelplannen is kenmerkend voor de plandelen. In het onderzoek zijn de elementen van de woonomgeving van de drie deelplannen nader in kaart gebracht. Dit zijn de elementen, die de verschillen tussen de deelplannen weergeven en gelijk zijn aan de verschillen tussen de plandelen die hierboven beschreven staan. Na dit onderdeel is een enquête gehouden onder de bewoners van de drie deelplannen naar de tevredenheid over de kwaliteit van de woonomgeving.
V
De enquête bestaat uit de volgende onderdelen; persoonlijke vragen en vragen over de leefstijl, vragen over de woonsituatie, vragen over de wensen met betrekking tot de woning en buurt en stellingen over de tevredenheid met betrekking tot de woning en de buurt. Door de uitkomsten van de enquête zijn een aantal vragen beantwoord, die voortkomen uit een stroomschema. Het stroomschema is verdeeld in de volgende onderdelen;
buurten,
demografie,
leefstijl,
belangrijkheid,
tevredenheid,
zorgt
de
woonomgeving voor tevredenheid en welke elementen van de woonomgeving zorgen voor tevredenheid en ontevredenheid. Op basis van dit stroomschema zijn de volgende vragen beantwoord: -
Verschilt de tevredenheid per leefstijl?
-
Verschillen de wensen per woonstijl met betrekking tot de woonomgeving?
-
Is de woonomgeving bepalend voor de woonomgeving?
In totaal hebben 175 bewoners van de drie deelplannen de enquête ingevuld. Uit het onderzoek blijkt dat de leefstijl niet bepalend is voor de keuze voor een bepaalde woonomgeving. Mensen met dezelfde leefstijl kiezen voor één type woning. Mensen met de leefstijl geel kiezen meer voor een rijwoning, mensen met de leefstijl blauw kiezen meer voor een vrijstaande woning en mensen met de leefstijl groen kiezen meer voor een appartement. Mensen met de leefstijl rood kiezen heel wisselend voor een type woning, maar de verdeling naar soort woning sluit goed aan bij de diversiteit van Vinex-wijken. Tevredenheid over de woonomgeving van de consument kan dus niet gesegmenteerd worden op basis van leefstijl. De bewoners vinden de woning belangrijker dan de woonomgeving. Daarnaast zijn de bewoners ook meer tevreden met de woning dan met de woonomgeving. De conclusie van het onderzoek is dat de kwaliteit van de woonomgeving niet bepalend is voor de tevredenheid van de bewoners. De kwaliteit van de woning is bepalend voor de tevredenheid van de bewoners. Wel dragen een aantal elementen bij aan de tevredenheid van de bewoners. Welke elementen dit zijn, is afhankelijk van de voorkeuren van de bewoners. Na de keuze voor het type woning, wordt de keuze voor de woonomgeving gemaakt op basis van de meest opvallende elementen in de woonomgeving. In deelplan 5 zijn dit bijvoorbeeld de voorzieningen, in deelplan 8 het groen en in deelplan 10 het water. Met name fysieke en functionele elementen zorgen voor tevredenheid en de sociale en functionele elementen zorgen voor ontevredenheid. Met betrekking tot de ontevredenheid gaat het hierbij om de sociale elementen lawaai, overlast, vuil op straat en in de wijk en (verkeers)veiligheid. De functionele elementen, die voor onvrede zorgen, zijn het ontbreken van voldoende parkeervoorzieningen en voorzieningen voor jongeren. De fysieke elementen die de VI
bewoners belangrijk vinden en zorgen voor tevredenheid zijn groen, met name het privé groen (tuin), water, winkels, voorzieningen en de kwaliteit van de bebouwing. De functionele elementen die de bewoners belangrijk vinden en zorgen voor tevredenheid zijn bereikbaarheid, openbaar vervoer en autoluwte. De woonomgeving is dus wel degelijk van belang en de wensen van de consument met betrekking van de woonomgeving moeten daarom bij toekomstige ontwikkelingen meer in kaart worden gebracht en worden betrokken bij de planontwikkeling.
VII
Inhoudsopgave Voorwoord.................................................................................................................III Samenvatting ........................................................................................................... IV 1. Inleiding .............................................................................................................. 3 1.1
Aanleiding ...............................................................................................................3
1.2
Onderzoeksopzet ...................................................................................................5
1.3
Relevantie ...............................................................................................................5
1.4
Afbakening .............................................................................................................6
1.5
Onderzoeksmodel ..................................................................................................6
1.6
Leeswijzer ...............................................................................................................7
2. Achtergrond Vinex ............................................................................................. 8 2.1
Inleiding ..................................................................................................................8
2.2
Vinex .......................................................................................................................8
2.3
Ambities van de Vinex met betrekking tot de woonomgeving ............................9
2.4
Kritiek en lof Vinex ...............................................................................................10
2.5
Beoordeling Vinex-wijken door bewoners .........................................................12
3. Woonomgeving .................................................................................................15 3.1
Inleiding ................................................................................................................15
3.2
De kenmerken van de woonomgeving................................................................15
3.3
De kwaliteiten van de woonomgeving ................................................................16
3.4
De kenmerken en kwaliteiten van de woonomgeving van Vinex-wijken ..........18
3.5
Conclusie ..............................................................................................................20
4. Leefstijl ..............................................................................................................21 4.1
Inleiding ................................................................................................................21
4.2
DISC model ...........................................................................................................22
4.3
Leefstijlonderzoek in de woningmarkt................................................................23
4.4
De woonomgeving per leefstijl ............................................................................24
4.5
Conclusie ..............................................................................................................26
5. Onderzoek Vinex-wijk Ypenburg en bewonerstevredenheid ........................27 5.1
Inleiding ................................................................................................................27
5.2
Onderzoeksmethode ............................................................................................27
5.3
Selectie Vinex-wijk ...............................................................................................27 -1-
5.4
Vinex-wijk Ypenburg ............................................................................................28
5.4.1
Beschrijving Vinex-wijk Ypenburg....................................................................28
5.4.2
De stedenbouwkundige onderlegger van de gebiedsontwikkeling ...................28
5.4.3
Ruimtelijke onderdelen van de plandelen ........................................................29
5.4.4
Demografie van Ypenburg ..............................................................................35
5.4.5
Demografie van de plandelen..........................................................................36
5.4.6
Woningbouwprogramma .................................................................................38
5.4.7
Openbare ruimte per plandeel .........................................................................40
5.4.8
Voorzieningen en verkeer ...............................................................................41
5.4.9
Deelplannen ....................................................................................................42
5.5
Dataverzamelingsmethode / enquête..................................................................47
6. Resultaten relatie tussen tevredenheid bewoners en kwaliteit woonomgeving ........................................................................................................49 6.1
Inleiding ................................................................................................................49
6.2
Analyse .................................................................................................................49
6.2.1
Demografische informatie over de huishoudens ..............................................50
6.2.2
Woningen en buurt ..........................................................................................52
6.2.3
Leefstijl ............................................................................................................53
6.2.4
Wat vinden de bewoners belangrijk? ...............................................................55
6.2.5
Zijn de bewoners tevreden met de woonsituatie? ............................................57
6.2.6
Is de woonomgeving bepalend voor de tevredenheid? ....................................58
6.2.7
Welke elementen van de woonomgeving zorgen voor tevredenheid? .............59
6.2.8
Welke elementen van de woonomgeving zorgen voor minder tevredenheid? .60
6.3
Conclusie ..............................................................................................................61
6.4
Reflectie en aanbeveling......................................................................................63
Bijlagen...................................................................................................................... 1 Bijlage 1: Enquête bewonerstevredenheid .....................................................................1 Bijlage 2: Enquête bewonerstevredenheid met relaties tussen de vragen ...................4 Bijlage 3 Woningbouwprogramma ..................................................................................7 Bijlage 4 Ruimtegebruik per plandeel Ypenburg ............................................................8 Bijlage 5 Openbare ruimte per plandeel Ypenburg ......................................................10 Bijlage 6: Straatplan deelplannen ..................................................................................14 Bijlage 7: Analyse enquête resultaten ...........................................................................17 Bijlage 8: Deelplannen Ypenburg Pijnacker-Nootdorp ................................................61 -2-
1. Inleiding 1.1 Aanleiding ‘Leefbaarheid Vinex-wijken beroerd’ (Volkskrant 2006). ‘Vinex-wijk getto van de toekomst’ (AD, 2011). Dit zijn twee voorbeelden van koppen die de afgelopen jaren in de krant zijn verschenen. In deze artikelen wordt door diverse professionals kritiek geuit op de kwaliteit van Vinex-wijken. De kritiek is uiteenlopend van een tekort aan voorzieningen, overlast en onveiligheid tot een te hoge bebouwingsdichtheden. De vraag is of bewoners deze kritiek onderschrijven. Indien de bewoners deze kritiek delen, is het mogelijk dat de kwaliteit van de wijk invloed heeft op de bewonerstevredenheid. In 1993 werd door de rijksoverheid het plan vastgesteld om in de periode van 1995 tot 2005 circa 645.000 nieuwe woningen te realiseren (Boeijenga & Mensink, 2008). De intentie was om van dit totale aantal circa 455.000 woningen in en rondom de stadsgewesten te realiseren, in de zogenaamde Vinex-wijken (Lörzing, 2006). Deze wijken zijn beroemd en berucht geworden. Vinex staat voor Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra. Deze nota benoemde een aantal locaties in Nederland voor de bouw van deze wijken. Het doel van de bouw was de stedelijke vitaliteit te vergroten en het milieu te beschermen. In totaal zijn vanaf 1 januari 1995 tot 2005 circa 520.000 Vinexwoningen gebouwd. Hiervan zijn ruim 320.000 woningen in uitleggebieden gerealiseerd (Boeijenga & Mensink, 2008). Deze Vinex-wijken zijn gerealiseerd door overheden, woningcorporaties en marktpartijen, zoals projectontwikkelaars en bouwbedrijven. Zij willen de behoefte van de consument op de woningmarkt in kaart brengen, met als doel de juiste woningen in de markt te zetten. Naar deze marktbehoefte is dan ook veel onderzoek gedaan. Het driejaarlijks terugkerende WoonOnderzoek Nederland (WoOn) van de rijksoverheid is een voorbeeld van dergelijk onderzoek naar de woningbehoefte. Naar de behoefte van de bewoners aan de inrichting van de woonomgeving wordt bij nieuwbouw daarentegen beperkt onderzoek gedaan. Dit blijkt uit alle onderzoeken over de behoefte naar nieuwbouwwoningen. In deze onderzoeken wordt beperkt aandacht geschonken aan de woonomgeving. Dit is opmerkelijk vanwege het feit dat de woonomgeving mogelijk een essentieel onderdeel vormt van het besluit van de koop van een woning. De woonomgeving maakt namelijk een belangrijk onderdeel uit van de wijk waar de consument woont. De kwalitatieve elementen van de woonomgeving zijn in het onderzoek van Keers et al. (2004) wel al eens onderzocht. De relatie tussen tevredenheid van de bewoners en de elementen van de woonomgeving zijn in dit onderzoek niet geanalyseerd. De trend dat de kwaliteit van de woonomgeving steeds belangrijker wordt, is in 2006 al -3-
aangekaart (Van Dam & Visser, 2006). Van Dam en Visser hebben in hun onderzoek aangetoond dat bepaalde kwaliteiten van de woonomgeving tot uiting komen in de waarde en de transactieprijs van woningen. Doordat in 2006 nog gebouwd werd voor tekorten op de woningmarkt en de vraag het aanbod oversteeg, is het mogelijk dat de ruimtelijke kwaliteit en vormgeving van de woonomgeving minder prioriteit hebben gehad, dan de kwaliteit van de woningen. De woonomgeving bestaat onder andere uit groenvoorzieningen, infrastructuur, water en publieke voorzieningen. In de literatuur is over Vinex-wijken en de kwaliteit van deze wijken veel geschreven. Zowel lof als kritiek wordt geuit op de kwaliteit van Vinex-wijken. Hierbij gaat het niet alleen om de woningen, maar ook om de woonomgeving. Zaken die vaak benoemd worden als kritiekpunt zijn beperkte parkeermogelijkheden en te weinig groenvoorzieningen. Deze kritiek was vaak op persoonlijke titel en niet wetenschappelijk onderbouwd. Wel is er onderzoek gedaan naar de woonwensen van consumenten met betrekking tot de woning. Regelmatig worden in deze onderzoeken ofwel de woonwensen (Wassenberg et al., 1994) of de tevredenheid van bewoners (Van Iersel & Marsman, 1999) over de woningen in kaart gebracht. De Vinex-wijken komen in deze onderzoeken ook aan bod. De relatie tussen de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving en de tevredenheid van bewoners van Vinexwijken is nog niet onderzocht. Inzicht in de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving is in de toekomst van grote waarde bij de ontwikkeling van nieuwe woningen en het beheer en onderhoud van bestaande wijken. Mede door de huidige financiële crisis gaan consumenten wellicht kritischer te werk bij de aanschaf van een woning. De vraag is of de woonomgeving ook een rol zal spelen bij de aanschaf van een woning. Ook de verwachte krimp op korte termijn van het aantal inwoners in de regio’s, Noordoost-Groningen, Zeeuws-Vlaanderen en ZuidLimburg, zorgt voor een dalende vraag naar nieuwe woningen op de woningmarkt (Planbureau voor de Leefomgeving, 2010). Deze krimp geldt op de langere termijn ook voor de andere delen van Nederland (Van Duin & Garssen, 2010). De wensen van de woonconsument op het gebied van de woonomgeving zullen daardoor in belang toenemen, omdat de marktpartijen en overheden zich meer moeten onderscheiden in een woningmarkt met een dalende vraag.
-4-
1.2 Onderzoeksopzet Het gebrek aan informatie over de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit, de wensen over de woonomgeving en de tevredenheid van bewoners van Vinex-wijken, de ontwikkelingen in de woningmarkt en de kritiek dat Vinex-wijken achterstandswijken dreigen te worden, zijn de redenen om deze thesis te schrijven over het volgende onderwerp: De invloed van de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van Vinex-wijken op de tevredenheid van de bewoners. De centrale vraag is: In hoeverre is de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van Vinex-wijken bepalend voor de tevredenheid van de bewoners? Het doel van deze thesis is om te onderzoeken in hoeverre er een verband is tussen de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van Vinex-wijken en de tevredenheid van bewoners. De conclusie van deze thesis kan gebruikt worden bij de ontwikkeling, beheer en onderhoud van de woonomgeving van (Vinex-)wijken. Om de centrale vraag te beantwoorden zijn de volgende subvragen geformuleerd: -
Waar bestaat de woonomgeving uit?
-
Welke elementen van de woonomgeving zijn bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit?
-
Wat is de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van Vinex-wijken?
-
In hoeverre is de leefstijl bepalend voor de waardering van de woonomgeving?
-
Hoe is de tevredenheid van de bewoners van Vinex-wijken?
1.3 Relevantie In de aanleiding van dit onderzoek is al aangegeven dat er veel onderzoek wordt gedaan
naar
woningbehoefte.
Dit
wordt
zowel
door
marktpartijen,
overheden,
woningcorporaties als wetenschappers uitgevoerd. Er is nog geen onderzoek gedaan naar de relatie tussen de tevredenheid van bewoners van Vinex-wijken en de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving. Zeker gezien de huidige economische tijd en de huidige en toekomstige regionale bevolkingskrimp is het relevant om dit onderzoek uit te voeren. Met het inzicht in de ruimtelijke elementen van de woonomgeving in relatie tot de bewonerstevredenheid kan beter op de wensen van de consument ingespeeld worden.
-5-
1.4 Afbakening Het onderzoek wordt afgebakend door alleen de ruimtelijke kwaliteiten van de woonomgeving te onderzoeken in de Vinex-wijken. Vinex-wijken zijn, ondanks dat de meesten al voltooid zijn, interessant om te onderzoeken voor het toekomstig beheer en de wijkontwikkeling. Daarnaast zijn de Vinex-wijken, door een overeenkomende visie op het gebied van ontwerp en ontwikkeling, goed met elkaar te vergelijken. De Vinex-wijk Ypenburg in Den Haag is geselecteerd als te onderzoeken wijk. De keuze voor de wijk Ypenburg wordt in paragraaf 5.3 toegelicht. 1.5 Onderzoeksmodel De hiervoor genoemde centrale vraag en subvragen worden beantwoord door middel van een onderzoeksopzet die bestaat uit de onderdelen T (theorie), P (praktijk) en A (analyse). T. Theorie Literatuuronderzoek naar: -
Vinex, de kenmerken van Vinex-wijken en de negatieve en positieve bevindingen.
-
De kenmerken en kwaliteiten van de woonomgeving.
-
De kenmerken en kwaliteiten van de woonomgeving van Vinex-wijken.
-
De betekenis van tevredenheid bij bewoners in relatie tot leefstijl.
P. Praktijk -
Marktonderzoek naar de kwaliteiten van de woonomgeving van de Vinex-wijk Ypenburg.
-
Onderzoek door middel van een enquête naar de tevredenheid van bewoners en de kwaliteit van de woonomgeving van de Vinex-wijk Ypenburg.
A. Analyse -
Analyseren van het verband tussen de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van de Vinex-wijk Ypenburg en de tevredenheid van de bewoners. Om op een gedegen manier de centrale vraag en subvragen te beantwoorden, is bij
het onderzoek gekozen voor het afnemen van een schriftelijke enquête. Deze manier van dataverzameling sluit goed aan bij de vragen die in dit onderzoek beantwoord moeten worden. Met het afnemen van een enquête is het mogelijk om een duidelijk beeld te krijgen van de mening en attitude van de geënquêteerden. Daarnaast is gekozen voor een schriftelijke enquête, omdat je hiermee in een korte periode veel mensen kan bereiken. Verder is deze manier van interviewen makkelijker en goedkoper te organiseren en zorgt het voor minder sociaal wenselijke antwoorden, doordat het invullen van een enquête anoniem -6-
kan worden gedaan. De nadelen van de schriftelijke enquête zijn de langere voorbereidingstijd en het hogere percentage non-respons. Het doel van het onderzoek is de relatie en invloed van de woonomgeving op de tevredenheid van de bewoners te bepalen. Daarnaast wordt ook de leefstijl gekoppeld aan de tevredenheid en de kenmerken van de woonomgeving. Door middel van deze uitkomsten kunnen per doelgroep/leefstijl kaders voor de woonomgeving worden gemaakt, zodat de kenmerken van de woonomgeving in de toekomst beter bij de doelgroep/leefstijl aansluiten. Tot slot geeft het onderzoek ook antwoord op de vraag of de tevredenheid zich ook uit in de betrokkenheid van de bewoners bij de wijk. 1.6 Leeswijzer Nadat
in
de
inleiding
de
onderzoeksopzet,
het
onderzoeksmodel
en
de
onderzoeksafbakening samen met de centrale vraag en subvragen zijn besproken, wordt in hoofdstuk 2 de achtergrond van de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) behandeld. In dit hoofdstuk worden de ambities, kritiek en lof van de Vinex weergegeven. Vervolgens gaat hoofdstuk 3 over de theorie van de kenmerken en kwaliteiten van de woonomgeving en ook van de Vinex-wijken. Ook de theorie over het onderwerp leefstijl komt in dit onderzoek in hoofdstuk 4 aan bod. Na deze theorie wordt in hoofdstuk 5 de Vinex-wijk Ypenburg beschreven. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 het onderzoek afgesloten met de analyse van de enquête en de conclusie, die antwoord geeft op de centrale vraag.
-7-
2. Achtergrond Vinex 2.1 Inleiding Na de inleiding van dit onderzoek gaat dit hoofdstuk over de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex). Naast een inleiding over de Vinex zal dit hoofdstuk een beschrijving geven van de kenmerken van de woonomgeving, zoals die bedacht zijn in de Vinex. Tot slot zal een overzicht gegeven worden van de beoordeling van zowel bewoners als professionals over Vinex-wijken. Deze informatie is voor deze thesis als basis belangrijk, omdat hierdoor een duidelijk beeld ontstaat wat de ambities en ervaringen van Vinex met betrekking tot de woonomgeving zijn. 2.2 Vinex De Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) is een beleidsnota van het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, oftewel VROM. De afkorting Vinex is een bekend begrip geworden. Veel mensen bedoelen met Vinex de Vinex-wijken, die door het gehele land in de ‘uitleggebieden’ gerealiseerd zijn. Door middel van de Nota’s over de Ruimtelijke Ordening geeft de overheid aan hoe Nederland de komende periode ingericht moet worden. De eerste nota’s in de jaren ’60 en ’70 gaven richtlijnen over de spreiding van mensen en welvaart. Hierbij ging het in ruimtelijke zin over de locaties voor woningen en vestigingsplaatsen voor bedrijven. Een bekende term uit deze nota’s is groeikern. Bekende groeikernen zijn onder andere Nieuwegein, Purmerend en Zoetermeer (Boeijenga & Mensink, 2008). In de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening (1988) wordt het spreidingsbeleid los gelaten. Dit heeft ermee te maken dat de groeikernen meer slaapsteden geworden zijn, doordat er te weinig bedrijven gevestigd zijn. Dit leidt tot veel forensen en drukte op de wegen. In deze nota worden richtlijnen opgesteld om de bestaande steden een onderscheidend karakter te geven, waardoor de concurrentiepositie van de steden ten opzichte van Europa verbetert (Alders et al., 1991). De steden moesten stedelijke knooppunten worden, die goed bereikbaar zijn door middel van onder andere een goede infrastructuur voor het openbaar vervoer (VROM, 1991). Daarnaast werd veel aandacht besteed aan de mainports luchthaven Schiphol en de Rotterdamse haven. De Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) ontstond door de val en vorming van een kabinet. Deze nota is eind 1990 verschenen. Milieu was een belangrijk onderwerp dat gekoppeld werd aan de ruimtelijke ordening (VROM, 1991). Er werd gekozen om zoveel als mogelijk in en aan bestaande steden te bouwen. Dit zorgde voor beperkte overlast voor het milieu en meer vitaliteit voor de steden. Ruimtelijk betekende dit in de nota -8-
het aanwijzen van woningbouwlocaties, nieuw stadsgewestelijk railvervoer en investeringen in de mainports luchthaven Schiphol en de Rotterdamse haven (VROM, 1991). Met de 25 stadsgewesten zijn uiteindelijk convenanten gesloten, waardoor de locaties van de Vinexwijken vast kwamen te liggen (Boeijenga & Mensink, 2008). In deze convenanten stond onder andere welk deel van het nationale woningbouwprogramma per stadsgewest in de periode van 1995 tot 2006 gerealiseerd zou worden. Hierbij was het uitgangspunt dat 39% binnenstedelijk zou worden gerealiseerd en 61% op locaties dicht bij de stad op de zogenaamde ‘uitleglocaties’ (Boeijenga & Mensink, 2008). In totaal zijn in de Vinex periode van 1995 tot 2006 circa 828.000 woningen gerealiseerd, waarvan er circa 520.000 woningen zijn gebouwd, die gesubsidieerd zijn op basis van de Vinex (Boeijenga & Mensink, 2008). De afspraken van de Vinex hadden de doelstelling om circa 650.000 woningen te realiseren (Vrom, 1991). Het rijk gaf voor de realisatie van de woningbouwprogramma’s een subsidie (Besluit Locatiegebonden Subsidie, BLS), van in totaal 890 miljoen euro. Daarnaast werd ook nog circa 172 miljoen euro voor bodemsanering uitgekeerd en ruim 3 miljard euro voor openbaar vervoerprojecten (Alders et al., 1991). Naast de afspraken over woningbouw werden in de convenanten afspraken gemaakt over kantoorlocaties, natuurontwikkeling, infrastructuur
en
verplaatsing
van
glastuinbouw.
De
stadsgewesten
waren
dus
verantwoordelijk voor de verdere afspraken met de verschillende gemeenten. Na deze nota is de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra – Actualisering (Vinac) in 1997 opgesteld. De uitgangspunten bleven hetzelfde als in de Vinex. Er worden in deze nota aanvullende afspraken gemaakt over nieuwe woningbouwlocaties, infrastructuur en woningbouwprojecten die vertraging hadden opgelopen. Deze afspraken golden voor de periode van 2005 tot 2011. 2.3 Ambities van de Vinex met betrekking tot de woonomgeving Het kenmerkende uit de Vinex is het streven naar compacte verstedelijking (Alders et al., 1991). Dit streven zorgt voor het inperken van schade aan het milieu en het terugdringen van het probleem met de automobiliteit (VROM, 1991). Daarnaast was het streven om de realisatie van de functies wonen, werken, recreatie, parkeren en groenvoorzieningen zo veel als mogelijk te combineren (VROM, 1991). De criteria voor de te selecteren locaties waren ligging nabij het centrum van de stad, ontsluiting door middel van het openbaar vervoer, samenhang tussen de verschillende functies en landelijke open ruimten vrij houden (VROM, 1991). Doordat compacte verstedelijking, direct tegen de stad, niet altijd mogelijk was, heeft dit geleid tot een grote verscheidenheid aan wijken, qua ligging en opzet.
-9-
De omvang van de wijken is zeer divers. Van Ypenburg in Den Haag met 11.000 woningen tot een paar honderd woningen van Rietlanden in Emmen. De omvang en het aantal woningen heeft er voor gezorgd dat er wijken met een hoge dichtheid zijn gerealiseerd zoals IJburg in Amsterdam en Leidsche Rijn in Utrecht, maar ook wijken met een lage dichtheid zoals Zuiderburen in Leeuwarden. De woningdichtheid is hierbij zeer variabel met bijvoorbeeld 8 woningen per hectare in Zuiderburen Leeuwarden tot 40 woningen per hectare in Roomburg Leiden. Gemiddeld is de woningdichtheid van alle Vinex-wijken tussen de 20 en 25 woningen per hectare (Boeijenga & Mensink, 2008). Naast de omvang en dichtheid is ook het soort bebouwing typerend voor Vinex. De bebouwing is heel wisselend en is sterk afhankelijk van de opzet van de wijk. Een groot deel van de wijken is in deelplannen van gemiddeld 200 tot 800 woningen verdeeld. Dit zorgt voor een goede fasering en diversiteit in plannen waardoor diverse woonmilieus met een eigen identiteit, woningbouwprogramma en karakter ontstaan. Hierbij werd ook rekening gehouden met de cultuurhistorische waarden in de gebieden, die ingepast werden in de plannen. Naast archeologie werd ook het bestaande landschap, zoals bestaande dorpslinten ingepast in de wijk. De bestaande dorpslinten werden bijvoorbeeld gebruikt als langzaamverkeerroute of groene plek in de wijk (Boeijenga & Mensink, 2008). Deze ontwerpen sluiten goed aan bij de gedachte van de Vinex, waarbij compactheid centraal staat. Met betrekking tot de infrastructuur was het beleid gericht op het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer in plaats van de auto (VROM, 1991). Dit blijkt onder andere uit de grote investeringen, die in het openbaar vervoernetwerk zijn gedaan. Ook het gebruik van de fiets werd bevorderd door de voorzieningen voor fietsers te verbeteren. Tot slot moest een goede ontsluiting en aansluiting op de bestaande stad er voor zorgen dat de infrastructuur verbetert en minder knelpunten heeft. De ontsluiting is per wijk wisselend. Dit komt doordat de ene wijk direct aan de stad ligt en de andere wijk een fysieke barrière heeft zoals een snelweg of water (Boeijenga & Mensink, 2008). Dit vormt soms een knelpunt. De ontsluiting richting de omgeving is in Vinex-wijken vaak wel goed. 2.4 Kritiek en lof Vinex De discussie over de Vinex-wijken ging veelal over de uitleglocaties en niet over de binnenstedelijke ontwikkelingen (Boeijenga & Mensink, 2008). Over de binnenstedelijke wijken is minder geschreven dan over de wijken in de uitleggebieden. De binnenstedelijke wijken worden omschreven als wijken met een diversiteit aan woningen met voldoende voorzieningen in de omgeving. Blijkbaar werden de uitleglocaties door het grote publiek de Vinex-wijken genoemd. - 10 -
Vanaf 1994 is er al veel geschreven over de kwaliteit van Vinex-wijken. Volgens velen is onder andere duidelijk geworden dat de ambitie om een compact aantrekkelijk woonmilieu met groen, water en respect voor het milieu te realiseren geslaagd is. Vinex-wijken worden wel omschreven als eenzijdig in het woningbouwprogramma, bevolkingssamenstelling en functies (Vreeze, 1994). Daarnaast werd tijdens de realisatie van de Vinex-wijken snel duidelijk dat het streven naar beperking van de automobiliteit zou zorgen voor parkeerproblemen. Kritiek op de dichtheid was er ook. Dit was niet alleen kritiek op een te hoge dichtheid, maar ook op een te lage dichtheid (de Wildt et al., 1999). Naast de dichtheid werden veel Vinex-wijken saaie, eentonige en afzonderlijke buurten met beperkte architectonische en ruimtelijke kwaliteiten genoemd. Dit komt mede door de hoeveelheid eengezinswoningen. Veel Vinex-wijken hebben geen directe relatie met de bestaande stad, mede doordat er geen samenhang is tussen de stad en de nieuwe wijk. De wijk opereert hierdoor als zelfstandige wijk en wordt sneller als saai bestempeld, omdat het geen onderdeel vormt van de stad. De wijken liggen als geïsoleerde locaties naast de stad door fysieke barrières, zoals spoorwegen en snelwegen (Ponec, 1998). Daarbij was het openbaar vervoersnetwerk niet op tijd gereed om de bewoners naar de stad te verplaatsen, waardoor de wegenstructuur niet voldoende capaciteit had en de ontsluiting niet goed functioneerde. Tot slot was een belangrijke kritische noot dat bij de realisatie van de wijken te weinig rekening gehouden werd met de wensen van de woonconsument. Dit blijkt met name uit de te kleine kavels voor te hoge prijzen en te weinig voorzieningen (Van Staal, 2004). Naast veel negatieve kritieken waren er ook positieve geluiden. Volgens het onderzoek van De Wildt et al. uit 1999 blijkt dat Vinex-wijken, door deze te vergelijken met uitbreidingswijken uit de jaren ’80, kwalitatief beter zijn en er een positief beeld naar voren komt. De kwaliteit van de Vinex-wijken is dan beduidend hoger. Positieve geluiden kwamen na verloop van tijd steeds meer naar voren. Steeds vaker werden de Vinex-wijken als goede compacte wijken bestempeld met een goed openbaar vervoersnet, maar wel met eenzijdige bebouwing (Boeijenga & Mensink, 2008). In het onderzoek van Lörzing uit 2006 komt ook duidelijk naar voren dat de eerste kritieken uiteindelijk niet allemaal terecht zijn. Er is namelijk wel degelijk een grote diversiteit aan Vinex-wijken door de verschillen in type woningen, dichtheden, woonmilieus, identiteiten, architectuur en de plek die de wijk inneemt in het bestaande stedelijke weefsel. Daarnaast is de groennorm niet hoog, maar is de kwaliteit van het groen goed. Ook de nieuwe centra hebben vaak een betere plek in de wijk, dan de bestaande centra in de bestaande wijken en - 11 -
functioneert het openbaar vervoernetwerk, als het gerealiseerd is, over het algemeen net zo goed als in de rest van de stad. Deze positieve uitkomsten passen goed bij het feit dat het grootste gedeelte van de woningen voorspoedig verkocht is. Blijkbaar sluiten de dichtheid in de wijk en de kavelgrootte van de woningen aan bij de wensen van de consument. De negatieve kritiek had met name in het begin de overhand en is in de loop van de tijd verminderd, doordat ook de positieve punten van de Vinex-wijken gezien en benoemd werden. Het waren met name een aantal kwalitatief slechte Vinex-wijken, die voor het slechte imago zorgden. In deze wijken zijn met name te kleine kavels voor te hoge prijzen verkocht, waardoor het imago van de Vinex-wijk een slechte start had (Keers, 1998). 2.5 Beoordeling Vinex-wijken door bewoners Ondanks de kritiek werden de woningen in de Vinex-wijken zeer succesvol verkocht. Dit kan uiteraard met een gebrek aan aanbod te maken hebben, maar zal toch ook te maken hebben met de mening van de woonconsumenten over de Vinex-wijk. Naast de diverse marktpartijen hebben de bewoners uiteraard ook een mening over de Vinex-wijken. De mening van de bewoners over de kwaliteit van Vinex-wijken is sterk uiteenlopend. Toch valt een aantal zaken op. Over de woningen zijn de bewoners in de meeste onderzoeken tevreden. Daarbij moet aangegeven worden dat bewoners bij de keuze voor een woning bereid zijn meer in te leveren op de wensen betreffende de woonomgeving dan op de wensen van de woning (Van Iersel & Marsman, 1999). Belangrijke elementen, die een hoge score krijgen en gerealiseerd zijn in de Vinex-wijken, zijn ruime woningen, grote woonkamers en woningen met een goede kwalitatieve uitstraling. Een element, dat negatief beoordeeld wordt, is de grootte van de tuin (Helleman, 2000). Veel bewoners zijn over het algemeen positief over de Vinex-wijk. Dit komt doordat de woonwensen betreffende de woning ook gerealiseerd zijn (Wassenberg, 1994). Er was veel behoefte aan eengezinswoningen in de koopsector met de bovenstaande kenmerken. De bewoners zijn minder tevreden over de woonomgeving. Een slechte beoordeling in bijna alle onderzoeken is voor de parkeervoorzieningen. Ook het onderwerp slechte parkeervoorzieningen komt terug in de onderzoeken van Bijsterveld & Kraan (2004) en Boeijenga & Mensink (2008). Een lage parkeernorm was beleid van Het Rijk, wat door de consument niet is omarmd. Dit heeft geleid tot de huidige parkeerproblemen in meerdere Vinex-wijken. In het onderzoek van Van Iersel & Marsman uit 1999 blijkt dat, naast een lage beoordeling voor de parkeervoorzieningen, ook de beoordeling voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer, de voorzieningen (winkels, - 12 -
scholen en crèches) en de voorzieningen voor kinderen laag is. Bijsterveld & Kraan (2004) en Helleman (2000) geven naast de onderwerpen uit het onderzoek van Van Iersel & Marsman (1999) ook aan dat de groenvoorzieningen en bebouwingsdichtheid bij de bewoners een slechte beoordeling krijgen. Een
goede
beoordeling
voor
de
woonomgeving
wordt
gegeven
aan
de
wegenstructuur, bereikbaarheid met de auto en de structuur van de fiets- en wandelpaden (Wassenberg, 1994). Ondanks de kritiek op met name een aantal eigenschappen van de woonomgeving is de algemene score over Vinex-wijken van de bewoners hoog. Op basis van de kritiek van professionals zou de te verwachte score lager zijn. Professionals wijzen dan vaak op het feit dat bewoners hun woning en woonomgeving geen slechte score zullen geven, omdat ze er zelf voor gekozen hebben. Dit heet cognitieve dissonantie. Dit effect is middels meerdere onderzoeken, zoals Van Iersel & Marsman (1999), onderzocht en blijkt weinig invloed te hebben. De beoordeling van professionals blijkt te verschillen met de beoordeling van de bewoners. Het verschil van inzicht tussen de professionals en bewoners over de kwaliteit van Vinex-wijken is een belangrijk conclusie, die meegenomen wordt in het vervolg van dit onderzoek. De uiteindelijke gebruiker is toch in grote mate tevreden met de kwaliteit van Vinex-wijken. Blijkbaar sluiten de kenmerken van de woningen en de woonomgeving van de Vinex-wijken aan bij de wensen van de woonconsumenten.
Figuur 1. Plandeel De Singels
Figuur 2. Plandeel De Venen
- 13 -
Figuur 3. Plandeel Waterveld
Figuur 4. Centrum Ypenburg
Figuur 5. Plandeel Boswijk
Figuur 6. Plandeel De Bras (Bron: www.googlemaps.nl)
- 14 -
3. Woonomgeving 3.1 Inleiding Na een beschrijving van de Vinex in het vorige hoofdstuk zal dit hoofdstuk een analyse geven van de woonomgeving en in Vinex-wijken in het bijzonder. Aan de hand van dit hoofdstuk zullen de deelvragen ‘Waar bestaat de woonomgeving uit?’, ‘Welke elementen van de woonomgeving zijn bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit?’ en ’Wat is de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van Vinex-wijken?’ centraal staan. Als eerste zal een omschrijving worden gegeven van de kenmerken en kwaliteiten van de woonomgeving. Vervolgens zullen deze kenmerken en kwaliteiten van de woonomgeving van Vinex-wijken omschreven worden. 3.2 De kenmerken van de woonomgeving In het verleden zijn veel definities opgesteld om de woonomgeving te omschrijven. De meeste van deze definities grijpen terug op de definitie van Vitruvius, een architect uit het jaar 60 voor Christus (Daamen, 2005). Vitruvius gebruikte drie termen om de kwaliteit van een bouwwerk te omschrijven, namelijk venustas (schoonheid), utilitas (bruikbaarheid) en firmitas (degelijkheid) (Hendriks, 2009). Deze definitie is door het voormalige Ministerie van VROM vertaald in belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde. Deze definitie is in meerdere nota’s ruimtelijke ordening gebruikt. De gebruikswaarde bestaat uit meerdere functies, die op een veilige manier gebruikt kunnen worden. Eigenschappen die hierbij aansluiten zijn bereikbaarheid, functionaliteit en diversiteit. De belevingswaarde staat gelijk aan de leefbaarheid. Onderdelen van de woonomgeving, die hieronder vallen zijn imago, veiligheid, schoon en de kwalitatieve uitstraling. Bij de toekomstwaarde horen de termen duurzaamheid, flexibiliteit en beheerbaarheid. Naast de definitie en omschrijving van de woonomgeving bestaat de woonomgeving uit een aantal elementen. Deze elementen zijn eveneens te verdelen in drie categorieën. Dit zijn fysieke elementen, sociale elementen en functionele elementen (Van Dam & Visser, 2006). De functionele elementen bestaan uit de infrastructuur voor langzaam- en autoverkeer, beschikbaarheid van het openbaar vervoer en de bereikbaarheid en aanwezigheid van voorzieningen, zoals winkels en scholen en werkgelegenheid. De sociale elementen zijn de bevolkingssamenstelling, bevolkingsdichtheid, het aandeel koop- en huurwoningen en de sociale status van de wijk, die bestaat uit het inkomen, opleidingsniveau en werkeloosheidspercentage. Tot slot bestaan de fysieke elementen uit de woningdichtheid, kwaliteit van de bebouwde omgeving en openbare ruimte, de hoeveelheid groen, water en bedrijventerreinen (Van Dam & Visser, 2006). - 15 -
Fysieke elementen
Functionele elementen
Sociale elementen
Woningdichtheid
Infrastructuur voor langzaamverkeer
Bevolkingssamenstelling
Groen (privé en openbaar)
Infrastructuur voor autoverkeer
Bevolkingsdichtheid
Water
Parkeren
Aandeel koop- en huurwoningen
Bedrijventerrein
Openbaar vervoer
Gemiddeld inkomen
Kwaliteit van de bebouwde omgeving
Winkels en (zorg)voorzieningen
Opleidingsniveau
Kwaliteit van de openbare ruimte
Scholen
Werkeloosheidspercentage
Kinderdagverblijven
Veiligheid
Speelvoorzieningen Werkgelegenheid
Tabel 1. Onderdelen van de woonomgeving 3.3 De kwaliteiten van de woonomgeving Over welke elementen van de woonomgeving bepalend zijn voor de kwaliteit is veel geschreven. Het onderzoek van Florida (2002) beschrijft dat de drie factoren; ‘wat is er’, ‘wie er is’ en ‘wat gebeurt er’ steeds belangrijker worden bij de waardering van de ruimtelijke kwaliteit. Uit het onderzoek van Tilstra (2011) blijkt dat de beleving en het gebruik van de woonomgeving per type wijk sterk verschilt. Daarentegen zijn de wensen van de bewoners in elke wijk nauwelijks verschillend. Belangrijke kenmerken zijn groen, veiligheid en speelvoorzieningen. Uit het onderzoek van Visser & Van Dam (2006) blijkt dat van de drie elementen van de woonomgeving, de functionele en sociale elementen het meest bepalend zijn voor de woningprijs. De sociale elementen hebben alleen een prijsverlagend effect, indien deze eigenschappen negatief scoren. De fysieke elementen hebben het minst invloed op de woningprijs. Dit is opvallend, omdat uit een ander onderzoek (Wagteveld, 2007) blijkt, dat groen en water een prijsverhogend effect hebben. Daarbij moet wel aangegeven worden dat in het onderzoek van Visser & Van Dam (2006) naar de fysieke elementen als geheel is gekeken. Zo blijkt ook uit dit onderzoek dat de individuele elementen, zoals een bos en een waterplas, een verhogend effect op de woningprijs hebben. Consumenten selecteren hun woning, dus ook mede op basis van de woonomgeving. Hierbij moeten de sociale elementen passen bij de consument. Vervolgens wordt op basis van hun leefpatroon een keuze gemaakt voor de functionele elementen. Pas indien de sociale en functionele elementen van de woning en wijk voldoen aan de wensen van de consument, spelen de fysieke elementen - 16 -
een rol (Visser & Van Dam, 2006). Uiteindelijk zorgen de fysieke elementen van de woonomgeving voor de waardering. In het onderzoek van Keers et al. (2004) worden de elementen aangegeven, die voor de bewoners belangrijk zijn voor de kwaliteit van de woonomgeving. Belangrijke elementen zijn bebouwingsdichtheid, geen overlast, veiligheid, winkels, groen (privé en publiek), parkeren, bebouwing in de buurt, bevolkingssamenstelling, openbaar vervoer, scholen, speelvoorzieningen en kinderdagverblijven (Keers et al., 2004). Ook het onderzoek van Marlet (2009) bevestigt dat groen, scholen, kinderdagverblijven en veiligheid bepalend zijn voor de kwaliteit van de woonomgeving. Differentiatie in de bebouwing zorgt voor kwaliteit in de woonomgeving. Naast de differentiatie is de bebouwingsdichtheid in samenhang met het openbaar groen bepalend voor de kwaliteit van de woonomgeving. Indien gekozen wordt voor een hoge bebouwingsdichtheid, zal dit gecompenseerd moeten worden met openbaar groen in de vorm van bijvoorbeeld een park. Op deze wijze wordt de kwaliteit hoog gehouden. Naast openbaar groen, is voor veel mensen privé groen, zoals een tuin, erg belangrijk en bepalend voor de kwaliteit. Samen met de aanwezigheid van water is groen sterk bepalend in de kwaliteit van de woonomgeving en dus ook in de prijs van de woning. De vorige elementen uit het onderzoek van Keers et al. (2004) waren vooral kwaliteit verhogend, maar indien er niet voldoende parkeergelegenheid is, zal dit de kwaliteit verlagen. In welke manier de parkeervoorzieningen gesitueerd worden, maakt niet veel uit als het maar veilig is. Naast veiligheid in de wijk, zorgt een schone wijk voor meer kwaliteit. Ook de infrastructuur voor wandelaars, fiets- en motorverkeer is van belang voor de kwaliteit van de woonomgeving. Daarnaast
zorgen
de
voorzieningen,
zoals
winkels,
scholen,
kinderdagverblijven,
(zorg)voorzieningen en speelgelegenheden voor meer kwaliteit in de woonomgeving. Ondanks dat de meeste consumenten goede parkeervoorzieningen, winkels, goede infrastructuur en beschikbaar openbaar vervoer belangrijk vinden, zijn de bebouwing in de omgeving, het groen (privé en publiek), het water en de voorzieningen voor kinderen meer bepalend voor de kwaliteit van de woonomgeving.
- 17 -
3.4 De kenmerken en kwaliteiten van de woonomgeving van Vinex-wijken Een aantal fysieke kenmerken hebben veel Vinex-wijken gemeen. De wijken liggen met name aan de randen van de steden, waardoor een compacte stad ontstaat (Lörzing, 2008). De ligging van de wijken geven het karakter van een buitenwijk, maar er blijken toch grote verschillen te zijn. De verschillen ontstaan door de grootte, (geïsoleerde) ligging en voorzieningen. Hierdoor ontstaan stadsdelen, buitenwijken, nieuwe dorpen en nieuwe stedelijke eenheden (Lörzing, 2008). De woningdifferentiatie in de Vinex-wijken is bepaald op basis van de marktvraag. Hierdoor zijn er veel grondgebonden rijwoningen gebouwd. De differentiatie zit dus niet in het soort woning, maar wel in het woonmilieu. Er is door middel van woonmilieus, zoals groenstedelijk, wonen aan het water, landelijk wonen en centrumwoningen een grote diversiteit aan woningen in Vinex-wijken gemaakt. De meest voorkomende woonmilieus zijn groenstedelijke woonmilieus en stedelijke woonmilieus (Lörzing, 2008). Ook zijn er binnen dezelfde Vinex-wijken meerdere woonmilieus aanwezig. Daarnaast is in de verkaveling geëxperimenteerd met collectieve tuinen, waardoor hoge dichtheden gerealiseerd werden in een groene omgeving (Boeijenga & Mensink, 2008). Ook in de marktvraag naar particulier opdrachtgeverschap is in deze wijken ruim voorzien. Hierbij ging het tot nu toe veel om vrije kavels, waar vrijstaande woningen gerealiseerd konden worden. Dit is onder andere in Almere toegepast. De wijken zelf hebben geen typische structuur. In de verschillende wijken worden diverse structuren door elkaar heen gebruikt. Dit geeft een gevarieerd beeld aan stratenpatronen. Daarbij zijn de half gesloten bouwblokken typerend voor de Vinex-wijken (Lörzing, 2008). Deze ontstaan onder andere door de wooneilanden, woonpleinen en hoven. Doordat de consument steeds mondiger is geworden, bepaalt de architect steeds minder het uiterlijk van de woning. Ook in de woningmarkt is de klant steeds meer koning. Dit heeft ertoe geleid dat met name het beeldbepalende element van de woning, de gevel, de woningen van elkaar onderscheid. De woningindeling is vaak gelijk of vergelijkbaar. Men kiest voor een jaren dertig woning, een stolpboerderij of een Zaans huisje. Dit is ook sterk regiogebonden (Boeijenga & Mensink, 2008). Toch zijn er in de Vinex-wijken ook vernieuwende concepten ontworpen. De Vinex bood voor deze experimenten ruimte (Boeijenga & Mensink, 2008). In de Vinex-wijken komt veel en verschillend oppervlaktewater voor. Gemiddeld is 10% van de oppervlakte van de wijk gebruikt voor oppervlaktewater (Boeijenga & Mensink, 2008). Dit komt doordat voor de bouw van de wijk een goed afwateringssysteem gerealiseerd moest worden vanwege de vermeerdering van de verharding, zoals huizen, - 18 -
wegen en voetpaden. Naast deze verplichting is water ook gewenst door de woonconsument. Op dit moment wil men graag aan het water wonen. Dit is mogelijk gemaakt door veel eilanden te realiseren, waardoor veel woningen aan het water gebouwd konden worden. Daarbij zijn er ook mogelijkheden gecreëerd om een boot aan te leggen bij de woning. Niet alleen werd er nieuw water aangelegd, maar ook het bestaande water werd vaak ingepast in het plan (Boeijenga & Mensink, 2008). Het groen in Vinex-wijken kan op twee schaalniveaus bekeken worden (Boeijenga & Mensink, 2008). De eerste schaal is het groen in de wijk. Dit groen zorgt voor samenhang in de wijk en tussen de deelplannen. Het ligt verspreid in de wijk en vormt vaak ook een onderdeel van de hoofdplanstructuur. Hierbij kan je denken aan een grootschalig park of bos. De mate van groen is ook afhankelijk van het bestaande groen. Indien dit aanwezig is, zal de beleving van een groene woonomgeving sterker zijn. De tweede schaal is het groen van
de
buurt.
Dit
zijn
onder
andere
de
parken,
plantsoenen,
speelweiden,
hondenuitlaatzones en groenstrookjes. Daarnaast zijn de privétuinen hier ook een onderdeel van. Het groen op dit schaalniveau is niet kenmerkend voor Vinex-wijken, maar vergelijkbaar met andere woonwijken. Ook de functionele kenmerken zijn op een aantal vlakken vergelijkbaar. De parkeeroplossing in Vinex-wijken, die regelmatig gekozen is, is clustering van auto’s in zogenaamde parkeerkoffers. In de meeste Vinex-wijken is een lage parkeernorm gehanteerd van niet meer dan 1,5 parkeerplaats per woning. Dit sluit aan bij de doelstelling van de Vinex om de automobiliteit te verminderen en het gebruik van het openbaar vervoer en langzaam verkeer te stimuleren. Parkeren zorgt nu dus in veel Vinex-wijken voor overlast en problemen. De meest toegepaste oplossing is groen op te offeren voor parkeerplekken, wat de kwaliteit van de wijk niet altijd ten goede komt (Boeijenga & Mensink, 2008). Het aantal auto’s in het straatbeeld is nu dan ook groter dan men ontworpen had. Ook gebruiken bewoners steeds vaker hun voortuin als parkeerplek. Bij de inrichting van de infrastructuur was het uitgangspunt het verminderen van de problemen met de automobiliteit. Op basis van de Vinex is dus veel geïnvesteerd in het openbaar vervoer. Dit heeft onder andere geleid tot nieuwe tramlijnen in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag. Daarnaast zijn veel Vinex-wijken aangelegd bij een spoorlijn en hebben de wijken goede busverbindingen (Boeijenga & Mensink, 2008). Om de knelpunten van de automobiliteit niet te vergroten zijn de meeste Vinex-wijken direct ontsloten op het rijkswegennet. Daarbij is de interne ontsluiting ontworpen door middel van een ringweg of een centrale hoofdontsluiting (Boeijenga & Mensink, 2008). Door deze afsluiting en de routering wordt het sluipverkeer in de wijken veelal voorkomen en ontmoedigd. Voor - 19 -
voetgangers en fietsers zijn op basis van de Vinex veel routes aangelegd. Dit zijn zowel routes in de wijk als routes die de wijk ontsluiten met de rest van de stad (Boeijenga & Mensink, 2008). Elke Vinex-wijk heeft ook zijn eigen voorzieningen. Deze voorzieningen zijn zeer divers en per wijk verschillend. Een aantal voorzieningen die in wijken aanwezig zijn, zijn winkels, cultuurvoorzieningen, zorgvoorzieningen, horeca, scholen en kinderdagverblijven. Bijzondere voorzieningen zijn onder andere het voetbalstadion van ADO Den Haag in Ypenburg Den Haag en de tbs-kliniek in Almere Buiten-Oost (Boeijenga & Mensink, 2008). Naast deze voorzieningen zijn in de Vinex-wijken ook bedrijfsterreinen en kantoren gerealiseerd. De meeste van deze locaties liggen langs de snelweg op zichtlocaties. 3.5 Conclusie De elementen van de woonomgeving kunnen in drie categorieën worden verdeeld, namelijk fysieke elementen, sociale elementen en functionele elementen. Elk van deze drie categorieën bevat elementen die, op basis van de literatuur, de kwaliteit van de woonomgeving verhogen. De elementen die de kwaliteit van de woonomgeving bepalen zijn met
name
groen-
en
watervoorzieningen,
voorzieningen
zoals
winkels
en
kinderdagverblijven, optimale bebouwingsdichtheid, voldoende parkeervoorzieningen, goede bereikbaarheid, veiligheid en een schone wijk. De kenmerken en dus ook de kwaliteiten van de Vinex-wijken komen op een aantal punten overeen met de elementen die, op basis van de literatuur, de kwaliteit van de woonomgeving verhogen. Deze elementen zijn kenmerkend voor Vinex-wijken. Dit zijn de optimale dichtheid die meestal aansluit bij de wensen van de consument, voldoende wateren groenvoorzieningen en de voorzieningen, die per wijk verschillend zijn en dus ook niet altijd voldoen. De voorzieningen in de wijk zorgen dus niet in elke wijk voor meer kwaliteit in de woonomgeving. Tot slot zijn de bereikbaarheid en parkeervoorzieningen elementen van de Vinex-wijken, die niet goed functioneren. Deze elementen zorgen dus door het niet functioneren voor minder kwaliteit in de woonomgeving.
- 20 -
4. Leefstijl 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het fenomeen leefstijl beschreven. Leefstijl is een fenomeen waar in het verleden al veel over geschreven is. Bekende namen op dit gebied zijn onder andere Max Weber, Louis Wirth, Herbert Gans, Pierre Bourdieu en Gerhard Schulze. De overeenkomst in de theorieën van deze wetenschappers ligt in het feit dat de beschikbaarheid en het gebruik van economisch en cultureel kapitaal zorgen voor een differentiatie van leefstijlen (Van der Wouden & Kullberg, 2002). Over leefstijl bestaan in de wetenschap twee opvattingen. In de ene opvatting vormt leefstijl een combinatie van gedrag en leefpatronen thuis, op het werk, in de buurt en op andere plekken. In de andere opvatting is leefstijl persoonlijk gebonden, die tot uiting komt in kleding, woning, vrije tijdsbesteding, auto en andere individuele voorkeuren (Van der Land & Machielse, 2002). Ook in de woningmarkt wordt dit onderwerp steeds meer toegepast (Pinkster & Van Kempen, 2004) en zal daarom ook in het onderzoek meegenomen worden. De aandacht in de woningmarkt voor leefstijl is groter geworden om het aanbod beter af te stemmen op de vraag (Heijs et al., 2010). Daarnaast ligt de nadruk in het volkshuisvestingsbeleid steeds meer op keuzevrijheid. Door de diversiteit aan leefstijlen moet een grotere verscheidenheid aan woningen worden aangeboden (Pinkster & Van Kempen, 2004) en wordt de keuzevrijheid voor de consument groter. Dit sluit ook goed aan bij de maatschappelijke ontwikkeling dat de vraag van de consument veel gevarieerder is geworden (Westra, 2006). Leefstijl past goed bij de maatschappelijke ontwikkeling dat de woningmarkt veranderd is van een aanbiedersmarkt naar een vragersmarkt. Daarnaast is de maatschappij complexer geworden door een grotere variatie aan huishoudens (Heijs et al., 2010), waardoor de typen woningen uitgebreid moeten worden. De definitie van leefstijl is door verschillende onderzoekers op papier gezet. Wat vaak naar voren komt is dat leefstijl wat zegt over de gedachten, voorkeuren, gedragingen, opvattingen en activiteiten van mensen, welke bepaald zijn door economische, culturele, demografische en sociale kenmerken van deze individu. In dit onderzoek wordt de definitie van Pinkster en Van Kempen gehanteerd. ‘Leefstijl is een consistente set preferenties (attitudes) en gedrag op de leefgebieden werk, gezin, wonen, consumptie en vrije tijd’.
- 21 -
Het gaat niet meer alleen om het bepalen van de doelgroep op basis van de traditionele kenmerken leeftijd, huishoudensamenstelling, opleidingsniveau, arbeidssituatie en inkomen. Ook andere waarden spelen een belangrijke rol bij de bepaling van de doelgroep. Daarnaast worden de leefstijlen gebruikt voor het maken van verkoopbrochures, advertenties en programma van eisen (Westra, 2006). Door middel van leefstijl kunnen mensen in categorieën verdeeld worden. 4.2 DISC model De Amerikaanse psycholoog William Marston schreef in 1928 een boek over het zogenaamde dominant, invloed, stabiel en consciëntieus model (DISC model). DISC is een model dat inzicht geeft in hoe wij ons gedragen. Marston stelt dat mensen op vier verschillende manieren reageren, namelijk extravert, introvert, taakgericht en relatiegericht. Op basis van deze gedragingen heeft Marston vier type gedragsstijlen bepaald: dominant, invloed, stabiel en consciëntieus (DISC) (http://www.discprofile.com). Het type dominant is extravert en taakgericht.
Kenmerken
gedragsstijl
zijn
besluitvaardigheid,
bij
deze
controlebehoefte, prestatiedrang
en
uitdagingen aannemen. Relatiegericht zijn en extravertheid passen bij het type invloedrijke persoon. Aanwezig zijn, optimisme en anderen motiveren zijn belangrijke eigenschappen van deze stijl. Het type stabiel is net als de invloedrijke persoon relatiegericht, maar introvert.
Dit
type
zorgt
voor
goede Figuur 7. DISC model (Bron: www.discfactor.nl)
relaties, stabiliteit en harmonie. Tot
slot
passen de eigenschappen introvert
en
taakgericht bij de consciëntieuze persoon. Nauwkeurigheid en het vermijden van moeilijkheden passen bij dit type mens (www.discfactor.nl & http://www.quantumflow.nl). Door deze verdeling kan het gedrag vertaald worden in persoonlijke eigenschappen per persoon.
- 22 -
4.3 Leefstijlonderzoek in de woningmarkt Ook in de woningmarkt wordt het DISC model toegepast. Diverse partijen maken gebruik van dit model en hebben deze methode omgevormd tot hun eigen methode. Voorbeelden zijn Motivaction, NFO Trendbox, SmartAgent en NIPO. Het Brand Strategy Research® model (BSR®-model) van SmartAgent heeft veel raakvlakken met het DISC model en is ook goed te interpreteren. Het BSR®-model wordt gebruikt als voorbeeld voor de onderzoeksopzet van dit onderzoek. De persoonlijke eigenschappen geven een duidelijk beeld van de voorkeuren van de verschillende type mensen. Hierdoor wordt sneller duidelijk wat mensen willen en waarom zij bepaalde keuzes maken en voorkeuren hebben. Dit model geeft inzicht in de achterliggende normen, waarden, behoeften en motieven van mensen weten. Overzicht hebben van de normen en waarden, zorgt voor inzicht in drijfveren (Nijhuis & Schoemaker, 2002). Het model maakt gebruik van twee assen, namelijk de sociologische en de psychologische dimensie. Deze twee assen zorgen voor vier typeringen. Men valt in één van deze kwadranten, waardoor het gedrag en ook de voorkeuren bepaald kunnen worden. De kenmerken van de vier werelden zijn in figuur 8 te zien.
Figuur 8. Leefstijlen BSR®
Bron: www.smartagent.nl
Rode wereld: Vitaliteit Eigenzinnig, uitdaging zoeken, genieten en vrijheid zijn begrippen die in de rode wereld passen. Personen, die in deze wereld passen, hebben vaak een actief, avontuurlijk en druk leven. Ze zijn ruimdenkend, eigenwijs en zelfbewust. Ze doen de dingen op hun eigen manier en gaan graag hun eigen gang. "Carpe diem" is een belangrijk levensmotto. Personen in deze wereld zijn ondernemend bijvoorbeeld door naar concerten of het café te gaan. - 23 -
Gele wereld: Harmonie In de gele wereld passen de begrippen eerlijk, sociaal, gezellig en open. Personen in deze wereld hebben vaak een uitgebreide vrienden- en kennissenkring. Kenmerken zijn spontaniteit, vrolijkheid en gezelligheid. Deze personen verdelen hun aandacht zo goed mogelijk over hun werk, vrienden en gezin, waarbij het gezin op de eerste plaats komt. Een avondje uit of in de avond afspreken met vrienden wordt regelmatig gepland. Blauwe wereld: Controle Carrièregericht, status, exclusiviteit en controle zijn kernwoorden in de blauwe wereld. De blauwe wereld bestaat uit analytische, assertieve en intelligente mensen die streven naar een succesvolle carrière. Ze maken weloverwogen beslissingen en zijn bedachtzaam. Verder hebben ze graag overzicht en controle over de zaak. Men vindt status belangrijk en toont dit. Groene wereld: Bescherming De kernwoorden van de groene wereld zijn rust, zekerheid, traditioneel en veiligheid. Het karaker van personen in de groene wereld is te omschrijven als serieus, volgzaam, respectvol en fatsoenlijk. De personen leiden een rustig leven en vinden privacy een belangrijke waarde. Deze personen zijn vrij conservatief en traditioneel en zullen niet veel bekendheid hebben. Normen en waarden staan hoog in het vaandel en het zijn harde en loyale werkers. Liefde en warmte zijn belangrijke thema’s die men vindt bij familie en hechte vrienden. Als men vrij is, zal deze tijd besteed worden in en rondom het huis door de tuin op te ruimen of tv te kijken (www.smartagent.nl). 4.4 De woonomgeving per leefstijl Op de woningmarkt wordt leefstijl toegepast om de woonvoorkeuren in kaart te brengen. Dit is lastig omdat de relatie tussen leefstijl en woonvoorkeuren wederkerig is (Pinkster & Van Kempen, 2004). Daarnaast wonen mensen met verschillende leefstijlen toch in dezelfde omgeving. Een woonmilieu heeft altijd meerdere leefstijlen (Nio, 2002). Leefstijlen zijn dus geen woonstijlen (Weit. 2007). Dit komt doordat het woongedrag niet alleen bepaald wordt door leefstijl. De woonwensen op basis van de leefstijl van mensen zijn vaak niet gelijk aan het woongedrag in verband met de financiën (Pinkster & Van Kempen, 2004). Ontwikkelingen die woonvoorkeuren beïnvloeden: individualisering, de nieuwe ouderen die hoger opgeleid zijn met een minder belastend arbeidsverleden en een gezondere levenswijze en het aandeel allochtonen dat naar verwachting zal toenemen (Weit, 2007).
- 24 -
Ook de sociale, fysieke en functionele eigenschappen van de woning en woonomgeving zijn van belang. Met name de fysieke kwaliteiten, zoals woning, inrichting woonomgeving en onderhoud van de woningen zorgen voor waardering. De functionele kwaliteiten, zoals het aanbod van winkels, openbaar vervoer, sportgelegenheden en parkeermogelijkheden hebben geen directe invloed op de waardering van de wijk. Wel kan het aanbod van specifieke voorzieningen zorgen voor een aantrekkelijke woonwijk bij bepaalde doelgroepen (Van der Land & Machielse, 2002). De sociale kwaliteiten, zoals betrokkenheid van de bewoners, overlast en veiligheid hebben alleen invloed op de waardering als de sociale kwaliteiten niet goed zijn. Daarnaast houdt de waardering van de wijk sterk verband met de sociaal-economische status van de wijk (Booi & Dignum, 2007). De methodes, de traditionele en de leefstijlensegmentatie, kunnen elkaar versterken bij het in kaart brengen van de wensen van de doelgroepen. De traditionele variabelen hebben
een
belangrijke
verklarende
waarde
voor
de
woonmilieuvoorkeuren
van
huishoudens. De leefstijlvariabelen leiden tot een hogere voorspellende waarde (Pinkster & Van Kempen, 2002). Door middel van leefstijlen kunnen de wensen met betrekking tot verschillende kenmerken van de woning en woonomgeving bepaald worden (Nijhuis & Schoemaker, 2002). Dit zijn onder andere het woningtype, hoeveelheid groen, aanwezigheid van voorzieningen, sfeer in de buurt en de behoefte aan contact met de buurtbewoners. Deze wensen en betekenis van de ruimte, bestaande uit de woning en de woonomgeving zijn omschreven in de onderzoeken van Hagen (2002) en Weits (2007). Deze wensen en betekenis zijn vertaald in het kwadrantenmodel. Rode wereld: Ongebonden Deze rode woonomgeving biedt een grote diversiteit aan mogelijkheden en staat synoniem voor de mogelijkheden in het leven. Er treedt veel functiemenging op in een sociale heterogene omgeving met veel culturele expressie. De omgeving kan omschreven worden als stedelijk met elementen als horeca, dakterrassen, levendigheid en drukte (Hagen, 2002). Daarnaast is men stedelijk georiënteerd, omdat men graag gebruikt maakt van de voorzieningen in het centrum (Weits, 2007). Gele wereld: Stille luxe en Verankerden De gele woonomgeving moet zorgen voor interactie en staat ten dienst van het gezin. De omgeving is functioneel, die zorgt voor sociale contacten, speelruimte en goed toezicht op elkaars kinderen. zorgt voor een dorps karakter met een eigen identiteit. Men kent elkaar en elkaars normen en waarden, die geaccepteerd worden (Hagen, 2002). Men zoekt eigenlijk een ‘gewone’ woonwijk met een type woning warm, knus en traditioneel (Weits, 2007). - 25 -
Blauwe wereld: Dynamische individualisten De blauwe woonomgeving geeft de bewoners een gevoel van status. Het is niet functioneel, maar een decor waardoor men het eigen succes kan tonen. De omgeving wordt gekenmerkt door veel ruimte, herkenbare elementen, sociale homogeniteit en een duidelijk identiteit (Hagen, 2002). De woonomgeving van deze wereld is verdeeld in rustige, ruim opgezette woonmilieus en stedelijke gebieden (Weits, 2007). Groene wereld: Samenlevers en Terugtreders Dit is een meer private omgeving ten opzichte van de overige drie werelden. De private omgeving is vaak in eigendom van een groep bewoners. Dit is vaak een homogene groep mensen met gelijke normen en waarden. Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan woonwagencentra, hofjes en volkstuinen (Hagen, 2002). Ook meer teruggetrokken mensen vallen in dit segment. Zijn wonen graag in een overzichtelijke, veilige omgeving met veel groen, waarbij niet te veel bijzondere architectuur aanwezig is (Weits, 2007). 4.5 Conclusie Een leefstijlonderzoek geeft een weergave van de voorkeuren van verschillende type mensen. Door inzage in de voorkeuren van mensen, is ook sneller duidelijk wat zij willen en waarom. Door middel van het BSR®-model worden mensen in vier verschillende werelden geplaatst met elk hun eigen voorkeuren, normen en waarden, motieven en behoeften. De behoeften van de mensen met betrekking tot de woning en woonomgeving zijn in dit model ook in de vier werelden verdeeld. Dit theoretische kader over leefstijlen zal meegenomen worden in het verdere onderzoek. Het vormt een onderdeel van de enquête met als doel om te bepalen in hoeverre de leefstijl bepalend is voor de waardering van de woonomgeving.
- 26 -
5. Onderzoek Vinex-wijk Ypenburg en bewonerstevredenheid 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de methode van onderzoek beschreven. Verder wordt een toelichting gegeven op de keuze van de locatie, Vinex-wijk Ypenburg. Deze locatie zal beschreven worden aan de hand van de kwalitatieve ruimtelijke kenmerken van de woonomgeving. Tot slot wordt nader omschreven hoe de bewonerstevredenheid zal worden onderzocht. In dit onderzoek wordt de leefstijl van de consument meegenomen. In dit hoofdstuk komen de deelvragen ‘Wat is de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van Vinex-wijken?’ en ‘Hoe is de tevredenheid van de bewoners van Vinex-wijken?’ aan bod. 5.2 Onderzoeksmethode Om de centrale vraag te beantwoorden zal een toetsend onderzoek uitgevoerd worden. Door middel van het toetsende onderzoek kan een uitspraak worden gedaan over het verband tussen de bewonerstevredenheid en de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving. Voor dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van een casestudy. Als case is gekozen voor de Vinex-wijk Ypenburg. Door middel van deze casestudy worden de diverse ruimtelijke kenmerken van de wijk onderzocht. 5.3 Selectie Vinex-wijk In verband met tijd en bereikbaarheid is er voor gekozen om één Vinex-wijk met meerdere plandelen te onderzoeken. Wel moeten de plandelen zich duidelijk van elkaar onderscheiden, zodat de vergelijking per woonomgeving goed gemaakt kan worden. De Vinex-wijk Ypenburg in de gemeente Den Haag is geselecteerd als case, omdat deze wijk een omvang heeft van circa 11.000 woningen, welke verdeeld zijn over 5 ruimtelijke plandelen met woningbouw. Door deze ruime omvang kunnen de plandelen goed met elkaar vergeleken worden, waardoor de hypothese op een verantwoorde wijze onderzocht kan worden. De plandelen zullen op basis van de verschillen met elkaar vergeleken worden. Daarnaast is over de Vinex-wijk Ypenburg ruime informatie voorhanden, wat de analyse ten goede komt.
- 27 -
5.4 Vinex-wijk Ypenburg 5.4.1
Beschrijving Vinex-wijk Ypenburg
Buitenplaats Ypenburg is als ontwikkelingslocatie aangewezen in de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex). De locatie ligt in de oksel van de Rijkswegen A4, A12 en A13 en ten oosten van Delft. De gemeenten Den Haag, Pijnacker, Nootdorp en Rijswijk besluiten in 1993 om gezamenlijk het voormalige militaire vliegveld Ypenburg om te vormen tot een nieuwe woonlocatie. De locatie lag op het grondgebied van de gemeenten Nootdorp, Pijnacker en Rijswijk. De huidige wijk ligt op het grondgebied van de gemeenten Den Haag en Pijnacker-Nootdorp. De locatie is 600 hectare groot, waar naast woningen, 85 hectare bedrijven- en kantorenlocaties en 7000 m2 winkelcentrum gerealiseerd zijn (Venema, 2000). De wijk Ypenburg maakt onderdeel uit van het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg van de gemeente Den Haag. De wijk Ypenburg bestaat uit 7 buurten, namelijk Bosweide, Tedingerbroek, Singels, Morgenweide, De Venen, De Bras, Waterbuurt. Tedingerbroek heeft als enige buurt geen woningbouw. 5.4.2
De stedenbouwkundige onderlegger van de gebiedsontwikkeling
Vanaf 1996 is gestart met de bouw van deze wijk. Inmiddels, eind 2011, zijn alle plandelen bijna voltooid. Ypenburg is ontwikkeld als transformatiegebied en niet als stadsuitbreiding. Dit komt door het karakter van het omringende landschap, dat bestaat uit verschillende functies zoals park, kassengebied, recreatiegebied en (voor)stad. Daarnaast zorgen de Rijkswegen A4, A12 en A13 voor een fysieke barrière, waardoor men niet kan spreken van een stadsuitbreiding. Ypenburg bestaat stedenbouwkundig uit een raamwerk en velden. Het raamwerk is opgebouwd uit lanen en linten. Met name de lanen herinneren aan het voormalige vliegveld door de geometrische ordening (Venema, 2000). Een goed voorbeeld is de Landingslaan, die dezelfde ligging heeft als de baan van het voormalig vliegveld. De velden hebben ieder hun eigen kenmerken en karakter door de sferen, contrasten en ruimtelijke eigenschappen (Venema, 2000). Deze eigenschappen worden in de volgende paragraaf toegelicht. De ruimtelijke eigenschappen zijn onder andere bepaald door het onderliggende landschap. Ypenburg is ontwikkeld in de velden Boswijk, De Singels, Waterveld, De Venen en De Bras. De naam Waterveld is door de gemeente Den Haag gewijzigd in Waterbuurt en De Singels is verdeeld in Singels en Morgenweide. Daarnaast ligt het grootste deel van De Venen op het grondgebied van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.
- 28 -
Figuur 9. Raamwerk Masterplan
Bron: Venema, 2000
Figuur 10. De velden van Ypenburg
Bron: Van der Velde & Van der Vries, 2004
Figuur 11. Deelplannen Ypenburg
Bron: Van der Velde & Van der Vries, 2004 De velden/plandelen van Ypenburg zijn ontwikkeld door middel van deelplannen. In totaal zijn er 27 deelplannen ontwikkeld. Deze deelplannen zijn verdeeld in vier deelplannen langs de Rijksweg A12 als bedrijven- en kantorenlocaties (20, 24, 25, 26), twee bedrijvenlocaties (21, 22), twee gemengde plannen (11, 19), het centrumplan met een winkelcentrum (4) en 17 deelgebieden (0-3, 5-10, 12-18, 23) met voornamelijk woningbouw. 5.4.3
Ruimtelijke onderdelen van de plandelen
De Singels (Singels & Morgenweide) De Singels ligt ten noorden van de Landingslaan en wordt omschreven als de tuinstedelijke wijk van Ypenburg (Abbing et al., 2005). Dit gebied is ook de grootste wijk in Ypenburg, die door de gemeente in twee buurten is gescheiden, namelijk Singels en Morgenweide. De naam van de wijk verwijst naar één van de fysieke elementen van de wijk, namelijk de groene singels die door de wijk lopen. Het fysieke element, de bebouwing, van dit stedelijke woongebied is gecreëerd door gesloten bouwblokken, die uitkomen op een grotere open ruimte zoals de Landingslaan en de Boslaan (Venema, 2000). De bouwblokken hebben verschillende kenmerken en onderscheiden zich van elkaar, waarbij de openbare ruimte de continue factor is. De bebouwingsdichtheid is in dit plandeel het hoogst. Binnen het woongebied is er één doorgaande groene laan, die alle plandelen met elkaar verbindt. De structuur van de wijk bestaat uit doorgaande lanen, rechte straten en ruime plantsoenen. - 29 -
Daarnaast heeft het woongebied een openbaar toegankelijk karakter. Het karakter wordt mede bepaald door de gebruikte materialen, zoals gebakken klinkers voor de straat- en parkeerverharding en veel baksteen in aardkleuren en bijzondere metselverbanden. De functionele elementen in de wijk bestaan onder andere uit het winkelcentrum van Ypenburg,
een
belangrijke
doorgaande
fiets-
en
wandelverbinding
en
diverse
speelvoorzieningen. In het winkelcentrum bevinden zich voorzieningen zoals winkels, bibliotheek, kinderopvang, sporthal en horeca. Door het winkelcentrum heeft dit plandeel het meest stedelijke programma met een hoge woningdichtheid, veel openbare ruimte en goede ontsluiting met het openbaar vervoer. De bebouwing van deze wijk biedt diverse woontypen zoals herenhuizen, hofjeswoningen, Scandinavische en mediterrane woningen. Ook heeft dit plandeel het grootste aantal sociale woningen.
Figuur 12. Foto’s plandeel De Singels - 30 -
Plandeel Boswijk ( Bosweide) Dit plan in het noorden van Ypenburg is als villapark ontworpen. De fysieke elementen ‘bomen en water’ en het functionele element ‘slingerende lanen’ bepalen de sfeer in deze wijk (Abbing et al., 2005). Deze slingerende lanen zijn een uitzondering op de rest van het stedenbouwkundige plan van Ypenburg dat als een raamwerk is ontworpen. Deze wijk is hierdoor sterk onderscheidend van de rest van Ypenburg. Bij deze slingerende laan werd een breed profiel gewenst en verplicht gesteld. Door de wijk loopt één centrale kronkelende laan. Daarnaast werd ook een orthogonaal verkavelingsstramien verplicht gesteld, wat contrastrijke situaties oplevert met de slingerende lanen. Er ontstaan hierdoor diverse soorten kavels met verschil in diepte en vorm. Doordat de openbare ruimte tot een minimum beperkt bleef, zijn de kavels zijn in dit plandeel ruim opgezet. Het fysieke element, de kwaliteit van de bebouwing, heeft duidelijke en eenvoudige maatafspraken, waarbij garages uit het zicht blijven en een ruime voortuin zorgt voor een groene woonomgeving. De gebruikte materialen zijn veelal oranjerood met af en toe een wit accent. Daarnaast hebben de natuurlijke materialen een onregelmatige textuur (Venema, 2000). De functionele elementen van dit plandeel worden in paragraaf 5.5.2 omschreven.
Figuur 13. Foto’s plandeel Boswijk - 31 -
Plandeel Waterveld (Waterbuurt) In het zuidwestelijke deel van Ypenburg ligt het waterrijke plandeel Waterveld, dat als buurt de naam Waterbuurt heeft. Deze wijk bestaat uit elf eilanden, waardoor er op verschillende manieren aan het water kan worden gewoond en geleefd. Elk eiland heeft een eigen verhouding tussen de fysieke elementen woningen, tuinen en openbaar gebied en de verdeling tussen privé en collectief gebruik. Wonen aan het water op een eigen eiland geeft een gevoel van vrijheid. Door de gekozen verkavelingsstructuur hebben de eilanden lange zichtlijnen die passen bij het bestaande landschap (Venema, 2000). Daarnaast hebben alle eilanden een eigen karakter dat wordt versterkt door het gebruik van materiaalgebruik en kleuren. Een aantal eilanden maakt bij het fysieke element kwaliteit van de bebouwing, specifiek gebruik van één type kleur in zowel de bebouwing als de openbare ruimte. Dit zijn bijvoorbeeld naturel hout, zwartblauw en okergeel, wat verwijst naar de Noord-Europese waterarchitectuur (Venema, 2000). Verder zijn in deze wijk de oeverprofielen van de openbare ruimte verplicht gesteld, omdat de wijk veel water bezit. De functionele elementen van dit plandeel worden eveneens in paragraaf 5.5.2 omschreven.
Figuur 14. Foto’s plandeel Waterveld - 32 -
Plandeel De Bras Plandeel De Bras ligt in het meest zuidelijke deel van Ypenburg tegen Delft. Het ligt enigszins gescheiden van de rest van Ypenburg door de Brasserskade. In de directe omgeving liggen volkstuinen, boerderijen en opgroeiend bos (Venema, 2000). Zowel de fysieke als functionele elementen bepalen de sfeer in dit plandeel. Met name het fysieke element water en de functionele elementen infrastructuur voor langzaam verkeer en autoverkeer zijn hier bepalend in. De sfeer in deze wijk is landelijk, die versterkt wordt door water aan de tuin, lange paden en voetpaden langs het huis (Abbing et al., 2005). Het water is in de openbare ruimte minder aanwezig dan in het plandeel Waterwijk. Dit komt doordat het water aan de achtertuinen ligt en dus meer bij het privé hoort. Verder is bij de fysieke elementen geen gebruik gemaakt van een rigide raamwerk met een gescheiden weg en voetpad. Hierdoor ontstaat er een dorpsachtig karakter. Dit blijkt ook uit het gebruik van open hekwerk, waardoor de weg en de voortuin één geheel zijn. Samen met een smal wegprofiel van drieënhalve meter, een verspringende rooilijn en verschillende gevelkleuren wordt het dorpsachtige karakter versterkt.
Figuur 15. Foto’s plandeel De Bras (Bron: www.googlemaps.nl)
- 33 -
Plandeel De Venen Op de gemeentegrond van Pijnacker-Nootdorp en Den Haag is het plandeel De Venen gerealiseerd. Dit gebied is gerealiseerd binnen de bestaande omgeving, waardoor oude en nieuwe bebouwing in elkaar opgaan. In dit plandeel komen linten en hoven voor. De fysieke elementen, kwaliteiten van de bebouwing en openbare ruimte, in de linten zijn geïnspireerd door de boezemsloot en de oude boerderijen (Abbing et al., 2005). De woningen sluiten aan op de bestaande woningen, die bij de voormalige kassen hoorden. Deze woningen worden onderscheiden door de keuze van materiaal en kleur. Daarnaast worden de hoven omgeven door bomenrijen, waardoor deze in een groene omgeving komen te liggen. Het functionele element, infrastructuur, wordt gekenmerkt door intieme, smalle straten. De hoven hebben een gesloten karakter wat een mooi contrast oplevert met de lintbebouwing (Venema, 2000). De hoven zijn daarbij autoluw, wat mogelijk is door het functionele element, parkeren, onder de woningen in een garage te realiseren.
Figuur 16. Foto’s plandeel De Venen - 34 -
5.4.4
Demografie van Ypenburg
De sociale elementen van de woonomgeving worden in deze en de volgende paragraaf nader omschreven. Deze elementen gelden alleen voor Ypenburg, binnen de gemeentegrenzen van Den Haag. Een groot deel van het plandeel De Venen (1.792 woningen) valt binnen de gemeentegrenzen van Pijnacker-Nootdorp. Hier is in het verdere onderzoek geen rekening mee gehouden, omdat de uitkomsten dan niet meer zuiver zijn door het verschil in gemeenten. Op 1 januari 2011 woonden er 25.360 inwoners in Ypenburg (Den Haag, 2011). Deze inwoners zijn als volgt over de wijken verdeeld: Plandeel
Deelplannen
Aantal inwoners
Bosweide:
deelplan 8
Singels (& Morgenweide)
deelplannen 1 – 7
Waterveld:
deelplannen 0, 9 – 11
De Venen:
deelplannen 16 – 18, 23, 28
De Bras:
deelplannen 12 – 15
2.119 inwoners 12.441 inwoners 4.566 inwoners 477 inwoners 5.757 inwoners 25.360 inwoners
Tabel 2. Inwoners per plandeel Ypenburg Sociale gegevens van de inwoners 34,3% van de inwoners behoort tot de jongeren (in de leeftijd tot 20 jaar), 62,0% tot de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar en de overige 3,7% tot de ouderen (in de leeftijd van 64 jaar en ouder). Deze verdeling zorgt voor een gemiddelde leeftijd van 31 jaar en dat is lager dan het gemiddelde in de gemeente Den Haag. Van de inwoners is 34,5% allochtoon en 65,5% autochtoon. Het percentage allochtone inwoners is aanzienlijk lager dan het percentage van 47,8% in Den Haag. De 25.360 inwoners zijn verdeeld over 9.389 huishoudens. Dit betekent gemiddeld 2,7 inwoners per huishouden. Deze huishoudens zijn verdeeld in de volgende samenstelling: 45,0% samenwonend met kinderen, 23,4% samenwonend zonder kinderen, 20,8% alleenstaand en 10,8% eenoudergezinnen. Van deze huishoudens heeft 55,6% de woning in eigendom, huurt 21,2% een woning van een particuliere verhuurder en 22,2% huurt van een woningcorporatie. 1% van de woningen is nog niet bepaald op eigendomssituatie. Verder zijn de woningen verdeeld in 79.1% eengezinswoningen, 20,4% appartementen en 0,5% overig (Den Haag, 2011).
- 35 -
In 2008 had 48% van de bewoners van 16 jaar en ouder van het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg een hoog opleidingsniveau (hbo of wo). Ook het percentage middelbaar opgeleiden is met 36% relatief hoog. Hierdoor is het percentage laag opgeleiden met 16% lager dan het gemiddelde in de gehele gemeente Den Haag. Naast een hoog percentage hoog opgeleiden in het stadsdeel is het besteedbare inkomen in de wijk Ypenburg hoger dan gemiddeld in de gemeente Den Haag. In 2008 was het gemiddelde inkomen per huishouden € 43.800,-. Het gemiddelde voor heel Den Haag is € 31.500,-. Van alle wijken heeft Ypenburg met 21,8% een beperkt percentage lage inkomens. Het percentage midden inkomen is 41,7%. Van de huishoudens heeft 36,5% in dit stadsdeel een hoog inkomen (Den Haag, 2011). Het aantal huishoudens dat moeilijk kan rondkomen is dan ook relatief laag: 12,7% (19% voor heel Den Haag). Beoordeling van de wijk door de inwoners Het gevoel van veiligheid in Ypenburg is hoger dan in Den Haag. In Den Haag gaven de bewoners in 2010 de veiligheid in hun buurt gemiddeld een 6,5 en in Ypenburg een 7,0. Met name de sociale overlast en dreiging is lager dan in Den Haag. Naast de veiligheid zijn de soort problemen in de wijk te vergelijken met Den Haag. Parkeeroverlast, te hard rijden, hondenpoep en rommel op straat zijn de meest voorkomende problemen. Opvallend is dat de parkeeroverlast in Ypenburg als enige wijk hoger is dan in Den Haag (Den Haag, 2011). Verder geven de bewoners de woonomgeving een 7,5 ten opzichte van een 7,1 in Den Haag. Tot slot geven de bewoners van Ypenburg de sociale kwaliteit van de wijk een 5,8 (Den Haag, 5,4) en de fysieke kwaliteit van de wijk een 6,3 (Den Haag, 5,7). 5.4.5
Demografie van de plandelen
Ook de plandelen Waterveld, Boswijk en De Singels zullen nader omschreven worden op basis van de demografische gegevens. De keuze voor deze drie plandelen wordt nader toegelicht in paragraaf 5.4.8. De Singels Plandeel De Singels is door de gemeente Den Haag opgesplitst in twee buurten. Dit zijn zoals al eerder genoemd De Singels en Morgenweide. Op 1 januari 2011 was het aantal inwoners in De Singels 5.545 en in Morgenweide 6.896 inwoners. In totaal had dit plandeel 12.441 inwoners, verdeeld over 4.809 huishoudens. In de Singels zijn 25,4% van de huishoudens samenwonend zonder kinderen en 43,8% samenwonend met kinderen. Van de huishoudens bestaat 9,8% uit een eenoudergezin en 21,0% van de huishoudens bestaat uit alleenstaanden. In Morgenweide is het aantal alleenstaanden hoger met 25,1%, het aandeel samenwonen met kinderen (39,2%) of zonder kinderen (24,9%) lager en het aantal eenoudergezinnen hoger met 10,8%. - 36 -
De bevolkingsopbouw van zowel De Singels als Morgenweide is te vergelijken met die van de gemeente Den Haag. Van de bewoners van de Singels is 32,3% jongeren en van de bewoners van Morgenweide is 32,1% jongeren, 4,9% van De Singels en 3,6% van Morgenweide zijn ouderen en 62,8% van De Singels en 64,3% van Morgenweide behoort tot de groep 20 tot 64 jarigen. De gemiddelde leeftijd is in De Singels 32 jaar en in Morgenweide 31 jaar. De delen van de buurt zijn op dit vlak nagenoeg gelijk. Van de bewoners van De Singels is 66% van de bevolking autochtoon en 34% allochtoon. In Morgenweide is 61% autochtoon en 39% allochtoon. In De Singels is het aantal woningen in eigendom van de bewoners met 56% hoger dan in Morgenweide (46%). De sociale woningvoorraad in Morgenweide is 21% en in De Singels 28%. Tot slot is de particuliere woningvoorraad in De Singels 16% en in Morgenweide 33%. In De Singels staan 20,6% appartementen en in Morgenweide 37,9%. Het aandeel eengezinswoningen in Morgenweide is 62,1% en in De Singels 79,3%. Verder is 0,1% in De Singels overig type woning. Het besteedbaar inkomen in beide delen van de buurt ligt rond €41.000,-. Het hogere inkomen is meer vertegenwoordigd in De Singels met 36% ten opzichte van 31% in Morgenweide. Het lage inkomen is in beide delen gelijk met 22%. Met 47% is het midden inkomen meer aanwezig in Morgenweide dan in De Singels met 42%. Boswijk De buurt Boswijk had op 1 januari 2011 2.119 inwoners. Van deze bewoners is 56,5% 20 tot 64 jaar. Het aandeel ouderen in deze buurt is laag met 3,7%. Het aandeel jongeren is redelijk hoog met 39,8%. In deze buurt is de gemiddelde leeftijd 31 jaar. Verder is de buurt te verdelen in 73% autochtoon en 27% allochtoon. Het aantal huishoudens is Boswijk is 672. 59,7% van de huishoudens bestaat uit samenwonenden met kinderen en 22,6% uit samenwonenden zonder kinderen. Naast de samenwonenden is 13,4% alleenstaand en 4,3% een eenoudergezin. In deze buurt is het aandeel woningen in eigendom van de bewoners met 95,7% hoog. 4,3% is onderdeel van de particuliere huurvoorraad en er is geen sociale huurvoorraad. De buurt Boswijk bestaat voor 7,3% uit appartementen en voor 92,7% uit eengezinswoningen. Het gemiddeld besteedbaar inkomen is in deze buurt ook hoog met €71.600,-. Dit blijkt ook uit het percentage hoge inkomens in Boswijk van 76,4%. Het percentage midden inkomen is 12,5% en het percentage laag inkomen is 11,1%.
- 37 -
Waterveld In de buurt Waterveld wonen op 1 januari 2011 4.566 inwoners, welke verdeeld zijn over 1.770 huishoudens. Van deze huishoudens is 39,5% samenwonend met kinderen en 24,9% samenwonend zonder kinderen. Naast de samenwonenden is 23,3% alleenstaand en bestaat 12,3% van de huishoudens uit eenoudergezin. Van de 4.566 inwoners behoort 3,7% tot de ouderen en 32,1% tot de jongeren. 64,2% van de inwoners is 20 tot 64 jaar. De gemiddelde leeftijd in deze buurt is 31 jaar. Van de inwoners is 39% allochtoon en 61% autochtoon. Van de woningen is 51,7% in eigendom van de bewoners. Verder behoort 22,3% van de woningen tot de sociale huurwoningen en 26,0% tot de particuliere huurvoorraad. Van de woningen is 11,7% appartementen, 86,1% van de woningen is een eengezinswoning en 2,2% overig. Het gemiddelde besteedbaar inkomen in Waterveld is €38.100,-. Het percentage laag inkomen is 27,3%, midden inkomen 47,1% en het hoge inkomen is 25,6%. 5.4.6
Woningbouwprogramma
Het fysieke element, de woningen, is over de plandelen als volgt verdeeld: Plandeel
Deelplannen
Boswijk:
deelplan 8
De Singels:
Programma
Werkelijk (2011)
671 woningen
774 woningen
deelplannen 1 – 7
4.651 woningen
4.755 woningen
Waterveld:
deelplannen 0, 9 – 11
1.645 woningen
1.830 woningen
De Venen:
deelplannen 16 – 18, 23, 28
1.812 woningen
2.024 woningen1
De Bras:
deelplannen 12 – 15
1.925 woningen
1.885 woningen
10.697 woningen
11.268 woningen
Tabel 3. Inwoners per plandeel Ypenburg
1
232 woningen staan in Den Haag en 1.792 woningen in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Zie bijlage 8 voor de deelplannen in de gemeente Pijnacker-Nootdorp.
- 38 -
Type woningen per plandeel
Prijsklassen per plandeel Appartementen
100% 90%
100% Duur
80% Vrijstaande woningen
70% 60% 50%
2-onder-1kapwoningen
40% 30% 20%
Rijwoningen
10%
80% Midden 60% Sociaal
40%
20% 0%
0%
Singels
Singels BoswijkWaterwijkDe BrasDe VenenYpenburg
Grafiek 1. Type woningen per plandeel
Boswijk Waterwijk De Bras De Venen Ypenburg
Grafiek 2. Prijsklasse woning per plandeel
In bijlage 3 staat het gehele woningbouwprogramma van Ypenburg per plandeel en deelpan weergegeven. In het plandeel Boswijk zijn alleen woningen in het dure segment gerealiseerd. Dit blijkt ook uit het kleine percentage rijwoningen en appartementen en het hoge percentage vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen. De Venen hebben een verdeling naar woningtypen, welke te vergelijken is met de hele woonwijk Ypenburg. 64% rijwoningen, 5% twee-onder-één350
kapwoningen,
300
9%
vrijstaande
woningen en 23% appartementen.
250
In
200 150
Oppervlak in ha
100
Dichtheid won./ha
dit
plandeel
is
het
aantal
rijwoningen en appartementen het grootst. Ook de verdeling naar
50
prijsklasse
0
is
in
dit
plandeel
vergelijkbaar met geheel Ypenburg. 30% Grafiek 3. Oppervlakte per plandeel
sociaal,
26%
prijsklasse
midden en 44% dure woningen. Het hoogste percentage rijwoningen is
gerealiseerd in het plandeel Waterwijk. In dit plandeel is ook het aandeel woningen in de prijsklasse midden groter dan in de andere plandelen. Zowel het plandeel Singels als De Bras hebben een vergelijkbare verdeling naar prijsklassen als Ypenburg. Wel heeft het plandeel Singels een beperkt aantal vrijstaande woningen en een groter percentage appartementen. Bij het plandeel De Bras is het aandeel appartementen kleiner en het aandeel twee-onder-één-kapwoningen groter.
- 39 -
De gemiddelde woningdichtheid in Ypenburg is 35 woningen per hectare. De plandelen Singels en De Venen hebben een hogere woningdichtheid. In deze twee plandelen zijn ook de meeste woningen gerealiseerd. Waterwijk en De Bras hebben een woningdichtheid, die te vergelijken is met de woningdichtheid in heel Ypenburg. Boswijk heeft met 14 woningen per hectare een lage dichtheid. Dit komt ook overeen met de kavelgrootte per plandeel. De kavels in Boswijk zijn met het een gemiddelde kavelgrootte van 350 m2 per woning het grootst. Ruimtegebruik Ypenburg per plandeel
Kavelgrootte m2 350
120,0
300
100,0
250
80,0
200
Voorzieningen 60,0
150
Water Groen
100
40,0
Verharding Uitgeefbaar
50
20,0
0 Singels
Waterwijk
Boswijk
De Venen
De Bras
Ypenburg
Grafiek 4. Kavelgrootte per plandeel
5.4.7
0,0 Singels
Waterwijk
Boswijk
De Venen
De Bras
Ypenburg
Grafiek 5. Ruimtegebruik per plandeel
Openbare ruimte per plandeel
Alle plandelen, behalve Boswijk, bestaan uit meerdere deelplannen. Om de samenhang tussen de deelplannen te behouden, zijn voor de vijf plandelen richtlijnen opgesteld voor de inrichting van het openbaar gebied. Per plandeel bestonden de richtlijnen uit voorschriften voor de fysieke en functionele elementen van de openbare ruimte zoals de verharding, kunstwerken, meubilair en lichtmasten. Ook het woningbouwprogramma is per plandeel vastgesteld. Dit programma is op twee manieren bepalend voor de sfeer van het woonmilieu. Het soort woningen en het grondgebruik komen beiden voort uit het woningbouwprogramma en bepalen de sfeer van de wijk. Het grondgebruik beïnvloedt de sfeer in de wijk door de verdeling in tuinen en bebouwing (privé), openbaar groen, water en verharding (openbaar). Het ruimtegebruik van Ypenburg staat in bijlage 4 per plandeel en deelplan weergegeven. In het plandeel De Singels is veel grond bestemd voor de fysieke elementen, verharding en uitgeefbare grond (grond in privé eigendom), waardoor er een stedelijk karakter ontstaat. Daarnaast is in het plandeel Boswijk beperkte grond voor groen en verharding, waardoor de woningen een zo groot mogelijk kavel kunnen krijgen. De bosrijke wijk ontstaat door de ruim opgezette groene tuinen. In de plandelen De Bras en Waterwijk is - 40 -
het water het bepalende element in de openbare ruimte. Tot slot is in De Venen het ruimtegebruik vergelijkbaar met het gemiddelde ruimtegebruik in Ypenburg. In dit plandeel zijn de woningtypen in de linten en hoven bepalend voor de sfeer in de wijk. De ruimteverdeling in de wijk is dus naast het woningbouwprogramma de bepalende factor voor het karakter van de wijk. 5.4.8
Voorzieningen en verkeer
Het fysieke element voorzieningen is in de wijk zeer verspreid. Er zijn twee winkelcentra gerealiseerd, waarbij één winkelcentrum net buiten Ypenburg in Nootdorp ligt. Het winkelcentrum van Ypenburg ligt in het plandeel Singels. In dit winkelcentrum zijn naast winkels andere voorzieningen, zoals horeca, een kinderdagverblijf en een school aanwezig. Over de plandelen zijn voorzieningen zoals een multifunctioneel centrum, speelplekken, kinderdagverblijven en scholen gesitueerd. Met name in de plandelen Singels en De Bras zijn naast speelplekken in de wijk veel voorzieningen aanwezig (zie bijlage 5). De voorzieningen zijn door een netwerk van wegen voor alle plandelen goed te bereiken. Dit netwerk bestaat uit woonstraten (30 km per uur) en de hoofdwegen (50 km per uur). Daarnaast zijn door middel van doorgaande fietspaden de plandelen en de voorzieningen goed te bereiken. Het verminderen van autoverkeer en het bevorderen van fietsverkeer stond centraal bij het ontwerp van Ypenburg. Ook het openbaar vervoer, door middel van bussen en trams, zorgt voor vermindering van het autoverkeer in Ypenburg. De wegenstructuur en het openbaar vervoer worden weergegeven in bijlage 5. Door de parkeernorm in de wijk spelen er in Ypenburg problemen. Er wordt veel geparkeerd op plekken waar dit niet is toegestaan. De parkeernormen zijn erg laag (zie figuur 17). Woningtype
Parkeernorm
Voor Haagse begrippen zijn dit parkeernormen die
Meergezinswoning
1,15 pp/won
aan de lage kant zijn. De problemen in Ypenburg zijn
Eengezinswoning
1,3 pp/won
het grootst in het plandeel Singels, omdat dit
Goedkoop
1,0 pp/won
plandeel als eerste gerealiseerd is. De problemen
Middelduur
1,25 pp/won
met parkeren komen naar verwachting ook voor in de
Duur
1,5 pp/won
plandelen Waterwijk en De Bras. De plandelen, die
Figuur 17. Parkeernorm Ypenburg
later gerealiseerd zijn, delen van Boswijk en De Venen, hebben een hogere parkeernorm.
Op basis van onderzoek ‘Woonvoorkeuren in een veranderende maatschappij’ van Koos Weits uit 2007, kunnen de leefstijlen per plandeel bepaald worden. In dit onderzoek is het verband gelegd tussen de leefstijl en de woonvoorkeuren en vertaald naar woonmilieus. Aan de hand van dit onderzoek zijn de plandelen in te delen in de vier werelden, zoals in hoofdstuk 4 omschreven. De leefstijl per plandeel is als volgt: - 41 -
Plandeel
Woonmilieu
Omschrijving
De Singels
Tuindorp
Buiten-centrum groenstedelijk
Boswijk
Bosvilla’s,
vrije Landelijk wonen
kavels Waterveld
Wonen aan water
Leefstijl & Gele wereld & Rode wereld Groene wereld & Blauwe wereld
Landelijk wonen
Gele
wereld
&
Groenen wereld De Bras
Privéwijk
Landelijk wonen
Blauwe wereld & Groene wereld
De Venen
Hofjeswoningen gevarieerd wonen
& Landelijk wonen & Blauwe wereld & buiten-centrum
Groene wereld
Tabel 4. Leefstijl per plandeel
5.4.9
Deelplannen
De drie plandelen, die nader onderzocht worden zijn De Singels, Waterveld en Boswijk. Deze drie plandelen zijn gekozen, omdat deze drie plandelen het meest verschillend zijn en goed te vergelijken zijn. De keuze voor de deelplannen is gemaakt op basis van de kenmerken. Boswijk bestaat uit één deelplan, deelplan 8. In het plandeel Waterveld is deelplan 10 gekozen om verder te onderzoeken, omdat dit deelplan de eigenschappen van het plandeel Waterwijk goed weergeeft. Tot slot wordt in het plandeel Singels, het deelplan 5 verder beschreven en onderzocht. Deelplan 5 Dit deelplan ligt dicht tegen het centrum van Ypenburg aan en heeft veel voorzieningen in de buurt. Doordat het deelplan deel uitmaakt van een tuinstedelijke wijk, komen de volgende fysieke elementen voor. Door de ligging tegen het centrum, zijn er een aantal appartementencomplexen en een hoge woningdichtheid gerealiseerd. Verder zijn in het plan enkel drie woonstraten aan de doorgaande routes toegevoegd. De woonstraten zijn als groene laan uitgevoerd, waarbij de woningen van het plan zijn ontworpen door 6 architecten, waaronder Geurst en Schulze en Kühne & Co. Hierdoor ontstaat een grote variatie, zie tabel 5, aan (gesloten) woonblokken met grote open ruimten en ruime plantsoenen, wat representatief is voor het plandeel Singels. De bouwblokken zijn zo ontworpen dat er woonhofjes ontstaan (Venema, 2000). Ook het aantal sociale woningen en de dichtheid van dit deelplan passen goed bij het algemene beeld van het plandeel Singels. In bijlage 6 wordt het stratenplan van de drie deelplannen weergegeven. - 42 -
Figuur 18. Voorzieningen en Verkavelingsplan Deelplan 5 Bron: Van der Velde & De Vries, 2004 De functionele elementen bestaan onder andere uit een winkelcentrum met diverse winkels, een bibliotheek, een kinderdagverblijf en andere voorzieningen. In dit deelplan zijn er veel speelvoorzieningen voor kinderen en wordt er geparkeerd in de straat. Tot slot is dit deelplan goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Rijwoning 467
61%
Sociaal 36% 281
Midden 12% 89
Naam Vogelweide
2-onder-1-kap 4% 28
Groen 8,2% 1,3
Duur 399 52% Water 0,0
0,0%
Vrijstaand 1% 5
Appartement 35% 269
Aantal woningen 769
Aantal woningen 769 Voorzieningen Uitgeefbaar Verharding 27,9% 0,6 4,0% 9,7 59,9% 4,5
Tabel 5. Soorten woningen en grondverdeling deelplan 5
- 43 -
Oppervlakte ha 16,2
Deelplan 8 Deze wijk is ingedeeld in drie delen, bos, duin en tedingen (Van der Velde & De Vries, 2004). Binnen het fysieke element, kwaliteit van de bebouwing, is in deze drie delen dezelfde architectuur nagestreefd. Het referentiebeeld voor bos is de Utrechtse Heuvelrug, voor duin het duinlandschap in Zuid-Holland en voor tedingen de Haagse wijken Vogelwijk en Marlot (Venema, 2000).
Figuur 19. Voorzieningen, Verkavelingsplan en typologie Deelplan 8 Bron: Van der Velde & De Vries, 2004 on: Van der Velde & De Vries, 2004
De meeste woningen zijn georiënteerd op de twee fiets- en wandelroutes, die van noord naar zuid lopen, dwars door de wijk. De rijwoningen zijn gerealiseerd als 4-onder-1kapwoningen. Binnen het gebied is beperkte openbare ruimte en openbaar groen. De woningen hebben veel privé groen, waardoor een bosrijke omgeving ontstaat. Daarbij is de kwaliteit van de bebouwing hoog. De functionele elementen bestaan uit slingerende lanen met relatief een beperkt aantal voorzieningen. De voorzieningen, die aanwezig zijn, zijn speelplekken en een school. Parkeren wordt voornamelijk op eigen terrein opgelost en aan de rand van het deelplan is het openbaar vervoer gesitueerd.
- 44 -
Rijwoning 72
2-onder-1-kap 11% 282 42%
Sociaal 0% 0
Midden 0% 0
Naam Boswijk
Duur 671
Groen Water 21,5% 5,21 9,65
Vrijstaand 269
Appartement 48
40%
7%
Aantal woningen 671
Aantal woningen 100% 671
Voorzieningen Uitgeefbaar Verharding 11,6% 5,30 11,8% 0,00 0,0% 24,78 55,2%
Oppervlakte 44,90
Tabel 6. Soorten woningen en grondverdeling deelplan 8 Deelplan 10 Dit deelplan bestaat uit meerdere eilanden. Hierdoor is een hoog percentage water gerealiseerd, wat het kenmerkende fysieke element is voor dit plandeel. Er is veel water in de openbare ruimte. De eilandengroepen: Hageneiland, Rietveld, Patio-eiland en Waterhoeve I en II hebben elk hun eigen uitstraling en woningtypologie (Van der Velde & De Vries, 2004). Ook heeft elke eiland zijn eigen woningdichtheid en verhouding privé en openbaar groen. Daarbij wordt op elk eiland op een andere manier gebruik gemaakt van het water. Op het Patio-eiland en Hageneiland wordt het water gebruikt om een wooneiland te creëren, op het Rietveld eiland liggen woningen direct met een veranda of vlonder aan het water en op de Waterhoeven liggen de woningen in het water. De functionele elementen in dit deelplan bestaan uit een smalle infrastructuur, die eigenlijk alleen geschikt is voor bestemmingverkeer. Het openbaar vervoer gaat niet door, maar langs dit plandeel en het parkeren is opgelost in parkeerkoffers. Tot slot is het aantal voorzieningen beperkt tot een aantal speelplekken. Aan de rand van het deelplan zijn wel een basisschool, kinderdagverblijf en een groter speelplantsoen gerealiseerd.
Rijwoning 706
90%
2-onder-1-kap 28
Sociaal Midden 245 31% 308 Naam Deelplan 10
39%
Groen 4,7% 1,0
Duur 231 Water 5,6
4%
Vrijstaand 1
0%
Appartement 49
6%
Aantal woningen 784
Aantal woningen 29% 784 Voorzieningen Uitgeefbaar Verharding 25,4% 6,8 30,8% 0,1 0,4% 8,5 38,7%
Tabel 7. Soorten woningen en grondverdeling deelplan 10
- 45 -
Oppervlakte 22,0 ha
Figuur 20. Voorzieningen, Verkavelingsplan en typologie Deelplan 8 Bron: Van der Velde & De Vries, 2004
- 46 -
5.5 Dataverzamelingsmethode / enquête De enquête bestaat uit vier onderdelen. Deze onderdelen zijn persoonlijke vragen en vragen over de leefstijl, vragen over de woonsituatie, vragen over de wensen met betrekking tot de woning en buurt en stellingen over de tevredenheid met betrekking tot de woning en de buurt. De enquête is weergegeven in bijlage 1. De enquête werd per post verstuurd en kon ingevuld worden op papier of digitaal. De enquête is bezorgd aan de bewoners van de deelplannen 5, 8 en 10. De enquête is opgebouwd uit een aantal onderdelen, zodat deze onderwerpen met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Om de verbanden tussen de vragen en de onderwerpen te maken, is een stroomschema opgesteld. Dit schema ziet er als volgt uit:
Figuur 21. Stroomschema enquête
- 47 -
De enquête is opgebouwd op basis van het bovenstaande stroomschema. Door het stroomschema kunnen de subvragen en uiteindelijk de centrale vraag beantwoord worden. Door het stroomschema te volgen, worden de wijk en de bewoners steeds gedetailleerder onderzocht. Het stroomschema begint met de algemene gegevens van de wijk en de bewoners en vervolgens wordt ingezoomd op de leefstijl van de bewoners. Na deze analyse wordt onderzocht wat mensen belangrijk vinden en hoe de tevredenheid van de mensen is met betrekking tot de woonsituatie en de woonomgeving. Tot slot worden de elementen van de woonomgeving onderzocht, die bepalend zijn voor de tevredenheid en ontevredenheid van de bewoners. Door dit stroomschema te volgen, wordt onder andere antwoord gegeven op de volgende vragen: -
Verschilt de tevredenheid per leefstijl?
-
Verschillen de wensen per woonstijl met betrekking tot de woonomgeving?
-
Is de woonomgeving bepalend voor de woonomgeving?
Welke vragen in de enquête bij welk onderdeel van het stroomschema horen, wordt in bijlage 2 weergegeven. Om het aantal te versturen enquêtes (n) te bepalen is gebruik gemaakt van de volgende formule: N > % ‘ja’ x % ‘nee’ x (1,96)2 x (1/toegestane foutmarge %)2 . Doordat er vooraf geen gegevens bekend zijn over hoeveel procent ‘ja’ gaat antwoorden, wordt dit percentage op 50% gezet. De toegestane foutmarge is 5%. Op basis van deze formule wordt de fictieve steekproefgrootte bepaald van 328 enquêtes. Op basis van een geschatte respons van 20% zullen er 1640 enquêtes verstuurd moeten worden, wat neerkomt op een groot gedeelte van de gehele populatie (2.224 woningen) van de 3 deelplannen. De resultaten worden in de programma’s Excel en SPSS geanalyseerd.
- 48 -
6. Resultaten relatie tussen tevredenheid bewoners en kwaliteit woonomgeving 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven van het onderzoek. Verder wordt de betekenis van de uitkomsten omschreven en zal een conclusie opgesteld worden over de relatie tussen de bewonerstevredenheid en de ruimtelijke kwaliteiten van de woonomgeving van Vinex-wijken. De antwoorden op de centrale vraag en subvragen worden in de conclusie beantwoord. 6.2 Analyse Op basis van alle voorgaande analyses hebben de drie deelplannen de volgende kenmerken en kwalitatief ruimtelijke eigenschappen: Eigenschappen Plandeel Fysieke elementen Aantal woningen Woningtype Prijsklasse
Woningdichtheid
Deelplan 5 De Singels
Deelplan 8 Boswijk
Deelplan 10 Waterveld
769 woningen Rijwoningen (61%) Appartementen (35%) Sociaal: 36% Midden: 12% Duur: 52% 47 woningen / ha Hoge dichtheid Veel appartementen 8,2% Groene lanen
671 woningen Vrijstaande woningen (40%) 2-onder-1-kapwoningen (42%) Duur: 100%
784 woningen Rijwoningen (90%)
15 woningen / ha Lage dichtheid
Sociaal: 31% Midden: 39% Duur: 30% 36 woningen / ha Vinex dichtheid
21,5% 4,7% Weinig openbaar groen en veel Weinig privé en privé groen openbaar groen 0% 11,6% 25,4% Water Geen water Grote recreatieplas Veel privé en openbaar water Gesloten bouwblokken, Vrije kavels Diverse woningtypen Bebouwing diverse woningtypen Functionele elementen Veel voorzieningen Weinig voorzieningen Beperkte voorzieningen Voorzieningen + +/Winkels Winkelcentrum Geen winkels Winkels in de omgeving + + + Scholen Basisschool Voortgezet onderwijs Basisschool +/+ Speelvoorzieningen ++ Ruime plantsoenen Weinig speelplekken Voldoende speelplekken Groen
- 49 -
Kinderdagverblijven Parkeren Openbaar vervoer
++ +/+ In de straat Op eigen terrein ++ (2 bussen en 1 + (2 bussen en 1 tram) tram) Door de wijk Aan de rand van de wijk
+/+ Parkeerkoffers +/- (1 bus en 1 tram)
Gele wereld Rode wereld Tuindorp
Gele wereld Groene wereld Waterwijk
Aan de rand van de wijk
Sociale elementen Leefstijl Karakter
Groene wereld Blauwe wereld Boswijk
Tabel 8. Kenmerken en kwalitatief ruimtelijke eigenschappen per plandeel 6.2.1
Demografische informatie over de huishoudens
Op basis van de uitkomsten van de enquête zal tevredenheid van de bewoners getoetst worden. De uitkomsten van de analyse staan uitgewerkt in bijlage 7. In totaal hebben 175 mensen meegewerkt aan de enquête, 51% vrouwen en 49% mannen. Met deze steekproefgrootte en een betrouwbaarheidspercentage van 95% komt de steekproef foutmarge uit op 7,16%. Van deze steekproef woont 26% in deelplan 5 (De Singels/Morgenweide), 45% in deelplan 8 (Boswijk) en 29% in deelplan 10 (Waterveld). In alle drie de deelplannen is meer dan tweederde van de huishoudens samenwonend of gehuwd. In deelplan 8, Boswijk is dit percentage het hoogst (95%) en in deelplan 10 van Waterbuurt is dit het laagst (69%). Dat het percentage samenwonenden in Boswijk hoger is dan in de andere deelplannen kan te maken hebben met de duurdere woningen,
waarvoor
meer
dan
één
inkomen
nodig
is.
Het
lagere
percentage
samenwonenden of gehuwden in deelplan 10 komt mede door een hoger percentage alleenstaanden met kinderen (14%). Dit percentages ligt in deelplan 10 niet alleen hoger ten opzichte van de andere deelplannen, maar ook ten opzichte van de gehele wijk. Dit verschil is significant met Chi2 = 18,397; df = 6 en p < 0,05. Dit hogere percentages valt te verklaren door het hoge percentage rijwoningen in deelplan 10 (90%), waarvan ook een groot deel ten opzichte van de andere deelplannen in de prijsklasse ‘midden’ valt (39%). Alleenstaande ouders met kinderen hebben de ruimte nodig van een eengezinswoning, vanwege de kinderen, maar kunnen met één salaris geen woning in de prijsklasse ‘duur’ betalen.
- 50 -
Naast het significant hogere percentage samenwonenden en gehuwden in deelplan 8 is ook het percentage huishoudens met een inkomen van meer dan € 66.000,- significant hoger. Dit blijkt uit een enkelvoudige variantieanalyse ((n= 175)(F(2,167) = 28,559; p < 0,05). Het percentage middeninkomen (52%) en lager inkomen (21%) is opvallend hoger in deelplan 10. Deze analyse sluit goed aan bij het hogere percentage alleenstaanden in dit deelplan. Één salaris zal over het algemeen minder zijn dan het salaris van tweeverdieners samen. Tot slot is ook het opleidingsniveau in deelplan 8 significant hoger dan in de andere deelplannen (Chi2 = 24,242; df = 4 en p < 0,05). Het percentage mensen met een opleiding in het hoger beroepsonderwijs is in alle deelplannen met circa 40% overal nagenoeg gelijk. Het percentage lager opgeleiden met een opleiding in het voortgezet onderwijs zijn in de deelplannen 5 en 10 hoger dan gemiddeld. Deze uitkomsten zijn terug te lezen in de onderstaande grafieken 6 en 7. De andere grafieken, die horen bij de bovenstaande analyse zijn terug te vinden in bijlage 7. Opleidingsniveau per buurt
16% 28%
34%
De samenstelling van de huishoudens per buurt
14%
Academisch onderwijs
7%
5% 18%
11%
29% 14%
50%
28% 32%
45%
Gehuwd/samenwonend zonder kinderen
41%
66% 40%
48% 39% 25%
Alleenstaand met kinderen
24%
Hoger beroepsonderwijs
37%
35%
Alleenstaand
6%
55% 45%
Gehuwd/samenwonend met kinderen
Voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo)
10%
Morgenweide - Deelplan 5
Boswijk Deelplan 8
Waterbuurt Deelplan 10
Totaal
Grafiek 6. Opleidingsniveau per deelplan
Morgenweide Boswijk - Waterbuurt - Deelplan 5 Deelplan 8 Deelplan 10
Totaal
Grafiek 7. Soort huishouden per deelplan
- 51 -
6.2.2
Woningen en buurt
De verdeling van het soort woningen per deelplan van de steekproef komt goed overeen met de totale populatie van de deelplannen. Opvallende verschillen tussen de deelplannen zijn het grote aantal vrijstaande woningen (47%) en 2-onder-1-kapwoningen (44%) in deelplan 8 en het grote aantal rijwoningen in deelplan 5 (65%) en deelplan 10 (76%). De verschillen zijn significant met Chi2 = 111,057; df = 6 en p < 0,05. De steekproef geeft dus een goede weergave van het totaal aantal woningen in de deelplannen. Zowel het cijfer voor de woning als de buurt zijn gemiddeld niet gelijk. Op basis van de variantieanalyse blijkt dat het gemiddelde cijfer voor de woning en de buurt per deelplan significant verschillen, F > 1 en p < 0,05 (zie bijlage 7). Het cijfer dat de bewoners van de deelplannen geven aan hun woning is 8,1 (deelplan 5), 8,4 (deelplan 8) en 7,5 (deelplan 10). Hierbij moet aangegeven worden dat alleen het gemiddelde woningcijfer van deelplan 10 en deelplan 8 significant van elkaar verschillen. Het cijfer dat door de bewoners aan de buurt wordt gegeven is 6,9 (deelplan 5), 8,2 (deelplan 8) en 6,5 (deelplan 10). Het gemiddelde cijfer voor de buurt tussen de deelplannen is significant, behalve tussen deelplan 5 en 10 (zie bijlage 7). Woningtype per buurt
2% 8%
11%
8% 22%
47%
24%
Vrijstaande woning
25%
2-onder-1kapwoning
8%
Appartem ent
11%
76% 65%
Rijwoning
44% 41%
6% 3% Morgenweide Deelplan 5
Boswijk Deelplan 8
Waterbuurt Deelplan 10
Grafiek 8. Woningtype per deelplan
- 52 -
Totaal
6.2.3
Leefstijl
Uit de steekproef blijkt dat in de deelplannen veel mensen wonen, die binnen de leefstijlgroep geel (46,7%) en rood (26,7%) vallen. Groen (20,0%) en blauw (6,7%) komen significant minder voor (p = 7,16). Met name de beperkte aanwezigheid van de leefstijl blauw is opvallend. In deze wereld passen de kernwoorden carrièregericht, status, exclusiviteit en controle. De woonomgeving geeft de bewoners een gevoel van status. Deelplan 8 Boswijk sluit hier goed op aan, wat ook in paragraaf 5.4.7 wordt weergegeven. Procentueel wonen er in deelplan 8 Boswijk ook meer mensen met een ‘blauwe’ leefstijl, zie tabel 10. Toch is dit aandeel beperkt. Waarom ‘blauwe’ mensen niet voor dit deelplan hebben gekozen, ondanks dat het wel aansluit op hun behoeften is onduidelijk. Mogelijk heeft dit meer met het imago van Ypenburg en de Vinex-wijk te maken, dan met het deelplan zelf. Leefstijl per buurt
Welke leefstijl heeft u? 46,7%
50,0%
100,0% 90,0%
40,0%
26,7%
80,0%
35,0% 30,0%
16,7%
18,5%
45,0%
Rood
26,7%
25,0%
20,0%
20,0%
Geel Groen
15,0%
40,7%
52,8%
60,0% 50,0%
50,0%
40,0%
6,7%
10,0%
70,0%
Blauw
Rood 5,6%
3,3%
0,0%
20,0%
Rood
Blauw
Geel
Groen 10,0%
Grafiek 9. Leefstijl in het onderzoek
31,5%
25,0%
20,0%
0,0% Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Grafiek 10. Leefstijl per deelplan De verdeling van leefstijlen per buurt verschillen niet significant. Dit blijkt uit de Pearson Chi-Square. Deze waarde is 3,810 wat leidt tot een significantie van p = 0,702. Uit deze uitkomst kan geconcludeerd worden dat leefstijlen niet verdeeld kunnen worden per deelplan. Naast de significantie is de verdeling van leefstijlen per deelplan procentueel ook redelijk gelijk. De combinatie leefstijl en deelplan kan niet gemaakt worden. De personen met een verschillende leefstijl kiezen niet voor een specifiek deelplan en/of woonomgeving. Het soort woningen per leefstijl verschilt niet significant (p = 0,405). Er zijn wel een aantal opvallende uitkomsten. Het percentage vrijstaande woningen is duidelijk hoger in de leefstijl blauw (38%). Dit sluit aan op de kernwoorden status en exclusiviteit. De woonomgeving, die hierbij past, wordt gekenmerkt door veel ruimte, herkenbare elementen, sociale homogeniteit en een duidelijke identiteit. Dit resulteert uiteindelijk in rustige, ruim opgezette woonmilieus. - 53 -
Geel Blauw
9,3%
30,0%
5,0%
Groen
Het percentage rijwoningen is overduidelijk hoger in de leefstijl geel (52%). Kernwoorden in de ‘gele’ wereld zijn eerlijkheid, sociaal, gezelligheid en openheid. De rijwoning sluit goed aan op deze wereld doordat de mensen behoefte hebben aan contact en een uitgebreide vrienden- en kennissenkring. De woonomgeving moet zorgen voor interactie, ruimte om te spelen en goed toezicht en staat ten dienst van het gezin. De rijwoning als type past goed in de ‘gele’ wereld. Het percentage appartementen is opvallend hoger in de groene leefstijl. De groene leefstijl staat voor rust, zekerheid, traditie en veiligheid. De woonomgeving, die bij de groene leefstijl past, is een meer private omgeving ten opzichte van de overige drie werelden. De private omgeving is van een groep bewoners. Gezien de bovenstaande kernwaarden is het niet onlogisch dat mensen met een groene leefstijl meer kiezen voor een appartement. De ‘rode’ wereld heeft geen duidelijke voorkeur voor een soort woning en sluit aan bij de verdeling van de woningen van het totale beeld. Uit dit feit kunnen we concluderen dat de ‘rode’ wereld als leefstijl het beste aansluit bij de verdeling van de woningen in de Vinex-wijk Ypenburg. De kernwoorden die bij de rode leefstijl passen zijn eigenzinnig, uitdaging zoeken, genieten en vrijheid. Deze mensen zijn ruimdenkend, eigenwijs en zelfbewust. De woonomgeving van de rode leefstijl biedt een grote diversiteit aan mogelijkheden en staat synoniem voor de mogelijkheden in het leven. De ‘rode’ wereld past dan ook het beste bij de waarden van een Vinex-wijk.
Soort woning per leefstijl 100% 90%
20%
25%
rijwoning
70%
25% 34%
40%
2-onder-1-kapwoning 33% appartement
31%
25%
20%
10%
40%
52% 25%
50%
30%
vrijstaande woning 23%
38%
80%
60%
21%
27% 21%
9%
13%
Rood
Blauw
21% 11%
7%
0% Geel
Groen
Totaal
Grafiek 11. Soort woning per leefstijl
- 54 -
Op basis van de analyse kan met enige voorzichtigheid geconcludeerd worden dat de vier leefstijlen elk een voorkeur hebben voor een soort woning. Dit komt doordat het type woningen elk apart beter aansluit bij de wensen, eisen en waarden van de betreffende leefstijl. Per leefstijl ziet de voorkeur voor het type woning er als volgt uit: - Gele wereld; rijwoningen
- Blauwe wereld; vrijstaande woningen
- Rode wereld; gelijkmatig verdeeld - Groene wereld; appartementen Mensen met dezelfde leefstijl kiezen dus niet voor de woonomgeving, maar voor het type woning. Hierdoor kunnen meerdere leefstijlen in dezelfde woonomgeving wonen. Dit is een signaal dat de woning belangrijker is, dan de woonomgeving. Groepen mensen met een soortgelijk karakter, waarden en interesses kiezen heel diffuus voor een bepaalde woonomgeving en specifieker voor een type woning. Op basis van deze uitkomst zal de verdere analyse worden toegespitst op de verschillen van de deelplannen. De leefstijl zal bij deze verschillenanalyse geen rol spelen, omdat deze variabele niet leidt tot andere inzichten, doordat de leefstijlen per deelplan niet uiteenlopen. 6.2.4
Wat vinden de bewoners belangrijk?
Uit de enquête blijkt dat het type woning zowel in de wijk als in de deelplannen voor meer dan 50% van de mensen het meest belangrijk is (zie bijlage 7). Dit percentage ligt een stuk hoger dan voor de woonomgeving (tussen de 15% en 25%). In deelplan 5, waar de woningdichtheid hoog is, mede door het hogere percentage appartementen, is de woning zelfs voor meer dan 75% van de mensen het meest belangrijk. Welke fysieke elementen van de woonomgeving belangrijk zijn, is over het algemeen niet afhankelijk van de buurt. De buurten geven een redelijk gelijk beeld. Groen is het belangrijkste fysieke element van de woonomgeving. Uit meerdere vergelijkingen komt dit element als belangrijkste naar voren. Van het groen is de privé tuin het meest belangrijk (ruim 60%) ten opzichte van een groene omgeving, park en groen in de buurt. Het park als groen element is met circa 40% het minst belangrijk. Uiteraard zijn er een aantal uitzonderingen. In deelplan 10 is het groen minder belangrijk met een percentage 44,1%. In deelplan 5 zijn de voorzieningen (44,7%) belangrijker, waarbij het groen voor 39,5% van de mensen het belangrijkst is. Deelplan 5 ligt dan ook dicht bij het centrum van Ypenburg. Opvallend is dat het element groen ook belangrijker is dan parkeren. Dit geldt alleen niet voor deelplan 5. In dit deelplan is de dichtheid van het aantal woningen ook het hoogst. Dit zorgt voor een hogere parkeerdruk en verklaart waarom de bewoners dit belangrijker vinden. Opvallend is dat het fysieke element water in de wijk en de deelplannen het minst belangrijk (circa 40% - 50%) is. Dit is in vergelijking met elementen als groen, bebouwing, voorzieningen, parkeren en speelplantsoen. Dit geldt alleen niet voor deelplan 10. In dit - 55 -
deelplan wordt het element water belangrijker gevonden. Dit is te verklaren, doordat deelplan 10 onderdeel uitmaakt van Waterwijk, waar 25% van de grondoppervlakte bestaat uit water. Van het element water, wordt water in de buurt als meeste gewaardeerd (35% - 40%) in vergelijking met wonen aan het water, een vijver of een recreatieplas. De bewoners vinden wonen aan het water het minst belangrijk (circa 45% - 50%). Alleen in deelplan 10 is wonen aan het water met 47,1% het meest belangrijk. De bewoners hebben bewust voor een buurt met veel water gekozen en vinden wonen aan het water belangrijker. Van de functionele elementen school, kinderdagverblijf, winkel en zorgcentrum vindt 45% - 50% van de bewoners de winkels het belangrijkst. Het kinderdagverblijf is met hetzelfde percentage het minst belangrijk. Van de infrastructuur, die bestaat uit openbaar vervoer, autowegen, fietspaden en wandelpaden, vindt ruim 30% van de bewoners de autowegen het belangrijkst en meer dan 30% van de inwoners vindt het openbaar vervoer het minst belangrijk. Alleen in deelplan 8 vindt meer dan 35% van de bewoners de wandelpaden minder belangrijk dan het openbaar vervoer. Tot slot wordt door circa 30% van de inwoners de functionele elementen speelplantsoen en plek voor jongeren minder belangrijk gevonden dan de fysieke elementen openbaar groen en parkeren. Van de sociale elementen hechten de bewoners de meeste waarde aan rust (30% 35%) en privacy (30% - 40%) ten opzichte van contact met de buren en levendigheid. Verder hechten de bewoners de meeste waarde aan een veilige buurt ten opzichte van een schone buurt, groene buurt of goede buren. De bewoners vinden de woning belangrijker dan de woonomgeving. Toch blijken de elementen van de woonomgeving ook een rol te spelen. Uit de analyse komt duidelijk naar voren dat bewoners een aantal elementen van de woonomgeving belangrijk vinden. De leefstijl is hierbij niet de bepalende factor. Dit blijkt uit de analyse in paragraaf 6.2.3. De selectiecriteria voor de keuze van de woonomgeving en woning is mede afhankelijk van de voorkeuren van de bewoners. De bewoners kiezen bewust voor een woonomgeving, die bestaat uit elementen, die zij belangrijk vinden. Hierbij moet worden aangegeven dat de meest opvallende elementen, zoals de voorzieningen in deelplan 5, het groen in deelplan 8 en het water in deelplan 10, bepalend zijn voor de keuze. De elementen, die de voorkeur bepalen en die men belangrijk vindt, zijn groen, water, parkeren, winkels, voorzieningen, rust en veiligheid.
- 56 -
6.2.5
Zijn de bewoners tevreden met de woonsituatie?
Om antwoord te geven op de vraag of de bewoners tevreden zijn met de woonsituatie zijn vragen gesteld over de woning, buurt en woontevredenheid. Op basis van deze vragen blijkt dat de bewoners over het algemeen in alle deelplannen tevreden zijn met de woonsituatie. Van de inwoners is 46% het helemaal eens met de stelling of ‘men naar zijn zin woont’. De tevredenheid verschilt wel significant (p=0,001) per deelplan. In deelplan 8 Boswijk geeft een grotere groep mensen (63%) aan dat zij het helemaal eens zin met de bovenstaande stelling ten opzichte van 46% van alle mensen, die de stelling met helemaal eens beantwoorden. Dit is opvallend hoger dan in de andere deelplannen (deelplan 5 Morgenweide; 35% en deelplan 10 Waterbuurt; 31%). Het percentage mensen dat het oneens is met de stelling is duidelijk hoger in deelplan 5 Morgenweide (11%). Uit deze analyse blijkt dat de woontevredenheid in deelplan 8 Boswijk hoger is, dan in de andere deelplannen.
Buurtcijfer 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0
8,4
8,2 6,9
Woningcijfer
6,5
7,4
Buurtcijfer
8,4 8,2 8,0 7,8 7,6 7,4 7,2 7,0
8,1
8,0
7,5
Woningcijfer
Grafiek 13. Woningcijfer per deelplan
Grafiek 12. Buurtcijfer per deelplan
De tevredenheid over de woning is groter dan de tevredenheid over de buurt. Het gemiddelde cijfer van de tevredenheid over de woning komt neer op een 8,0 ten opzichte van een 7,4 voor de buurt. De tevredenheid over de woning in vergelijking met de buurt blijkt ook uit het feit dat de bewoners het meer eens zijn met de stelling of men tevreden is met de woning (helemaal eens; 51%) dan met de stelling of men tevreden is met de kwaliteit van de buurt (helemaal eens; 31%). Ook de verschillen tussen de deelplannen zijn duidelijk en significant (p>0,05). Zowel de tevredenheid over de woning en buurt is groter in deelplan 8 Boswijk. Op de stelling over de tevredenheid van de woning geeft 64% van de mensen en bij de stelling over de kwaliteit van de buurt geeft 56% van de mensen aan het helemaal eens te zijn. In deelplan 5 Morgenweide en deelplan 10 Waterbuurt is dit lager. Met name de tevredenheid over de buurt is in deelplan 5 Morgenweide (helemaal mee eens; 15%) en deelplan 10 Waterbuurt (helemaal mee eens; 8%) laag. Een grote groep mensen is niet - 57 -
tevreden (oneens & helemaal oneens) met de kwaliteit van de buurt in deelplan 5 Morgenweide en deelplan 10 Waterbuurt. In deelplan 5 Morgenweide is dit circa 17% en in deelplan 10 Waterbuurt circa 33%. Daarnaast zijn de bewoners in deelplan 10 Waterbuurt duidelijk minder tevreden met de woning. Uit de bovenstaande analyse blijkt dat de bewoners van deelplan 8 Boswijk het meest naar hun zin wonen en het meest tevreden zijn over de woning en de kwaliteit van de buurt. 6.2.6
Is de woonomgeving bepalend voor de tevredenheid?
Uit de analyse in de voorafgaande paragrafen blijkt dat de bewoners van deelplan 8 waar de duurdere woningen staan de woning een hoger cijfer geven en meer tevreden zijn met de woning dan in de andere deelplannen. Hieruit kan worden opgemaakt dat tevredenheid afhankelijk is van de kwaliteit, aangezien woningen in het duurdere segment ook meer kwaliteit zullen bieden. Dit geldt ook voor de woonomgeving. Bij de vormgeving van de woonomgeving wordt namelijk de soort woning en prijsklasse betrokken. Een dure vrijstaande woning zal minder goed verkopen als de uitstraling van de woonomgeving niet de juiste kwaliteit heeft. De kwaliteit van de woonomgeving volgt de kwaliteit en prijsklasse van de woningen. Zowel voor de tevredenheid over de woning als voor de tevredenheid over de woonomgeving is prijs bepalend. Daarnaast is de waardering in alle deelplannen voor de woning hoger dan voor de woonomgeving. Het kleinste verschil in de waardering wordt in deelplan 8 gegeven. Zoals al eerder aangegeven is, staan in dit deelplan de duurdere huizen, waar de woonomgeving op aan sluit. Op basis van het tevredenheidcijfer uit de analyse blijkt dat de waardering voor woningen belangrijker is, dan de waardering voor de woonomgeving. Dit komt doordat de tevredenheid over de woningomgeving de tevredenheid van de woning volgt. Daarnaast sluit de hoogte van de gemiddelde tevredenheid van de woning goed aan op de algemene tevredenheid. De tevredenheid over de woonomgeving ligt lager en sluit daar niet volledig op aan. Of mensen tevreden zijn met de woonsituatie wordt dus meer bepaald door de woning dan door de woonomgeving.
- 58 -
6.2.7
Welke elementen van de woonomgeving zorgen voor tevredenheid?
Naast het feit dat het fysieke element groen het meest belangrijk gevonden wordt, zijn de bewoners over dit element ook het meest tevreden. Dit geldt voor alle buurten. De tevredenheid over het groen in de buurten is wel significant verschillend. In deelplan 8 wordt de groene opzet van de buurt erg gewaardeerd. Over het groen is men in deelplan 8 dan ook meer tevreden dan in deelplan 10. Van het element groen sluit het privé groen aan op de wensen van de bewoners ook al verschilt het privé groen per deelplan aanzienlijk. Dit blijkt uit het feit dat de tevredenheid in alle deelplannen hoog is. Verder is een opvallend verschil tussen de buurten dat de bewoners uit deelplan 8 meer tevreden zijn over de bebouwing. De bebouwing straalt in dit deelplan kwaliteit uit, wat minder geldt voor de bebouwing in deelplan 10. In deelplan 10 is men meer tevreden met het fysieke element water en het feit dat de buurt autoluw is. Dit verschil is alleen niet significant. Deze verschillen zijn te verklaren door de opzet van de buurten. Deelplan 10 wordt gekenmerkt door de grote hoeveelheid water en de smalle straten met eenrichtingsverkeer. Door het smalle profiel komt alleen bestemmingsverkeer in dit deelplan. Van de functionele elementen is men in deelplan 5 meer tevreden met de voorzieningen in de wijk. Dit kan verklaart worden, doordat in dit deelplan meer voorzieningen gesitueerd zijn dan in de andere deelplannen. Daarbij is wel opvallend dat alle deelplannen redelijk tevreden zijn met de winkelvoorzieningen en dat er geen significant verschil is tussen de deelplannen. De afstand van de deelplannen naar de winkels is blijkbaar geen bepalende factor voor de tevredenheid over de winkels. Opvallend is dat bewoners van alle deelplannen aan speelvoorzieningen, voorzieningen voor jongeren, scholen en kinderdagverblijven minder waarde hechten. Dit kan te maken hebben met de huishoudensamenstelling, maar die bestaat voor meer dan 50% uit gezinnen met kinderen. Blijkbaar zijn deze voorzieningen minder van belang voor de tevredenheid over de woonomgeving. Wel is de rest van de mensen tevreden met de kwaliteit van de scholen en de kinderdagverblijven in de wijk. De parkeervoorzieningen worden in de deelplannen 8 en 10 goed gewaardeerd. De parkeermogelijkheden worden in deelplan 10 het best gewaardeerd. Minder tevreden met de parkeermogelijkheden zijn de bewoners van deelplan 5, waarbij de verschillen significant zijn. Uit de analyse van het ruimtegebruik blijkt ook dat het aantal parkeerplaatsen in deelplan 5 relatief lager is dan in de andere twee deelplannen. Dit leidt direct tot lagere tevredenheid. Naast het parkeren worden de anderen infrastructurele elementen goed gewaardeerd. Men is zowel tevreden over de bereikbaarheid van de deelplannen als over de fiets- en voetpaden. Alleen over de voetpaden in deelplan 10 is men minder tevreden. Dit zorgt dan ook voor een significant verschil. Als laatste - 59 -
functionele element is men zeer tevreden met het openbaar vervoer. Dit geldt voor alle deelplannen. Tot slot worden de sociale elementen in de deelplannen goed beoordeeld. Men is zeer tevreden met de veiligheid in alle buurten en heeft over het algemeen goed contact met de buren. Verder is de betrokkenheid bij het onderhoud en beheer van de buurt beperkt. De betrokkenheid is in deelplan 8 iets hoger. Daarbij is het opvallend dat de tevredenheid over het onderhoud hoger is in deelplan 8. Dit verschil is significant. Hieruit blijkt dat een actieve betrokkenheid van de bewoners bij het beheer en onderhoud van de buurt zorgt voor meer tevredenheid. 6.2.8
Welke elementen van de woonomgeving zorgen voor minder tevredenheid?
Uit de enquête blijkt dat de bewoners nauwelijks ontevreden zijn met de fysieke elementen. De ontevredenheid komt meer naar voren bij de functionele en sociale elementen. Van de verschillende voorzieningen zijn de bewoners ontevreden met de voorzieningen voor jongeren. Dit is bekend fenomeen binnen Vinex-wijken. Doordat wijken jaren geleden zijn gerealiseerd voor de toenmalige doelgroep, jonge gezinnen, sluit het aanbod van speelvoorzieningen nu niet meer aan. De kinderen zijn ouder geworden en de jongeren hebben behoefte aan andere voorzieningen, die niet gerealiseerd zijn. Om dit in de toekomst te voorkomen, zullen plannen niet alleen voor het heden, maar ook voor de toekomst gemaakt moeten worden. Verder is men over de verkeersveiligheid minder tevreden in alle deelplannen. Met name in deelplan 5. Dit verschil is significant. Dit heeft te maken
met
de
verkeersbelemmerende
maatregelen
in
deelplan
10
en
snelheidsverminderende maatregelen in deelplan 8. De bewoners zijn het minst tevreden met onvoldoende parkeervoorzieningen, lawaai en het vuil in de wijk. Alleen in deelplan 8 zijn de bewoners niet ontevreden over het vuil in de wijk. Dit komt mede door de actievere rol van de bewoners bij het beheer en het onderhoud van de buurt. In deelplan 10 zijn de bewoners niet ontevreden over de parkeermogelijkheden. In deelplan 5 is men vooral ontevreden over het aantal parkeerplaatsen en in deelplan 8 is men ontevreden over de situering van de parkeerplaatsen. Met betrekking tot het lawaai hebben de bewoners van deelplan 5 minder last van lawaai van de woonomgeving. Dit geldt voor namelijk in de deelplannen 8 en 10. De oorzaak in deelplan 8 is de Rijksweg A4.
- 60 -
6.3 Conclusie Dit onderzoek is gestart met het gegeven dat er veel onderzoek wordt gedaan naar de woningbehoefte van de consument. Bij deze onderzoeken wordt de woonomgeving vaak vergeten. De vraag is of deze beperkte aandacht voor de woonomgeving terecht is. In dit onderzoek is daarom de volgende vraag gesteld: ‘In hoeverre is de ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving van Vinex-wijken bepalend voor de tevredenheid van de bewoners?’ Om hier antwoord op te geven zijn eerst de elementen van de woonomgeving onderzocht. Vervolgens zijn de kwaliteiten van de woonomgeving van Vinex-wijken onderzocht.
Daarnaast
is
de
relatie
tussen
leefstijl
en
de
woning-
en
woonomgevingvoorkeuren geanalyseerd. Tot slot is getoetst in hoeverre de ruimtelijke kwaliteiten van drie deelplannen van de Vinex-wijk Ypenburg in Den Haag bepalend zijn voor de tevredenheid van de bewoners. Uit dit onderzoek blijkt dat niet de woonomgeving, maar de woning bepalend is voor de tevredenheid. Toch levert de woonomgeving ook zijn bijdrage aan de tevredenheid. Een aantal elementen van de woonomgeving zorgen voor een grotere tevredenheid. Hiermee is aangetoond dat de woonomgeving van belang is voor de (woon)tevredenheid van de consument. De beperkte aandacht voor de woonomgeving is dan ook niet terecht. Uit de analyse blijkt dat de bewoners van deelplan 8 van de Vinex-wijk Ypenburg het meest naar hun zin wonen en het meest tevreden zijn over de woning en de kwaliteit van de buurt. Over dit deelplan kan op basis van de kwalitatief ruimtelijke eigenschappen (paragraag 6.2) geconcludeerd worden dat dit deelplan niet de kwalitatief beste woonomgeving heeft. De andere twee deelplannen scoren op een aantal elementen duidelijk hoger. Toch is de tevredenheid in deelplan 8 het hoogst. In dit deelplan staan duurdere woningen dan in de andere deelplannen. De tevredenheid is dus mede afhankelijk van de prijs-/kwaliteitverhouding van de woningen. Daarbij wordt bij het ontwerp van de woonomgeving ook rekening gehouden met het type woningen en de prijs. De kwaliteit van de woonomgeving volgt de kwaliteit en prijsklasse van de woningen. Op basis van de analyse komt ook naar voren dat de waardering voor woningen belangrijker is, dan de waardering voor de woonomgeving. Het tevredenheidcijfer van de woning ligt namelijk hoger dan het cijfer van de woonomgeving. Daarnaast geven de bewoners ook aan dat ze de woning belangrijker vinden dan de woonomgeving. De woning bepaald dus meer dan de woonomgeving de tevredenheid van de bewoners over de woonsituatie.
- 61 -
Een opvallende conclusie is dat de elementen van de woonomgeving desondanks een rol spelen in de tevredenheid. Na de keuze voor het type woning, wordt bewust een bepaald soort woonomgeving gekozen. De selectiecriteria voor de keuze van de woonomgeving en woning is mede afhankelijk van de voorkeuren van de bewoners. De bewoners kiezen bewust voor een woonomgeving, die bestaat uit elementen, die zij belangrijk vinden. Hierbij moet worden aangegeven dat de meest opvallende elementen, de (winkel)voorzieningen in deelplan 5, het groen in deelplan 8 en het water in deelplan 10, mede bepalend zijn voor de keuze. Voor bewoners zorgen een aantal elementen van de woonomgeving voor tevredenheid. Met name fysieke en functionele elementen zorgen voor tevredenheid en de sociale en functionele elementen zorgen voor ontevredenheid. Met betrekking tot de ontevredenheid gaat het hierbij om de sociale elementen lawaai, overlast, vuil op straat en in de wijk en (verkeers)veiligheid en de functionele elementen parkeren en voorzieningen voor jongeren. De fysieke elementen die de bewoners belangrijk vinden en zorgen voor tevredenheid zijn groen, met name het privé groen (tuin), water, winkels, voorzieningen en de kwaliteit van de bebouwing. De functionele elementen die de bewoners belangrijk vinden en zorgen voor tevredenheid zijn bereikbaarheid, openbaar vervoer en autoluwte. De leefstijl is bij de tevredenheid over de woonomgeving en voorkeuren over de woonomgeving geen bepalende factor. Dit blijkt uit de analyse in paragraaf 6.2.3. Mensen met dezelfde leefstijl kiezen niet voor de woonomgeving, maar voor een type woning. Op basis van de analyse kan met enige voorzichtigheid geconcludeerd worden dat de vier leefstijlen elk een voorkeur hebben voor een soort woning. Dit komt doordat de verschillende soorten woningen elk apart beter aansluiten bij de wensen, eisen en waarden van de betreffende leefstijlen. Per leefstijl ziet de voorkeur voor het type woning er als volgt uit: - Gele wereld; rijwoningen
- Blauwe wereld; vrijstaande woningen
- Rode wereld; gelijkmatig verdeeld
- Groene wereld; appartementen
Meerdere leefstijlen kunnen dus in dezelfde woonomgeving wonen, omdat verschillende type woningen in dezelfde woonomgeving kunnen passen. Groepen mensen met een soortgelijk karakter, waarden en interesses kiezen heel diffuus voor een bepaalde woonomgeving en specifiek voor een type woning. Uit dit onderzoek blijkt dat het onterecht is dat er weinig onderzoek gedaan wordt naar de behoefte van de consument met betrekking tot de woonomgeving. In dit onderzoek komt naar voren dat de woning het belangrijkste element is voor de consument. Toch zijn een aantal elementen van de woonomgeving ook mede bepalend voor de tevredenheid van de bewoners. Dit geeft het belang aan van de woonomgeving. Het is dan ook aan te bevelen - 62 -
om de wensen van de consument met betrekking tot de woonomgeving goed te onderzoeken en de wensen in kaart te brengen. 6.4 Reflectie en aanbeveling Door het onderzoek uit te voeren in drie deelplannen van dezelfde wijk, maar wel met een totaal andere opzet van de woonomgeving, kan een goede vergelijking worden gemaakt welke elementen van de woonomgeving belangrijk zijn en welke elementen tot tevredenheid en ontevredenheid stemmen. De uitkomsten van dit onderzoek zullen met name over de tevredenheid over de woonomgeving en woning een goede zeggingskracht hebben. Ook de zeggingskracht over de elementen van de woonomgeving, die de bewoners belangrijk vinden is goed. Waar aanvullend onderzoek naar gedaan moet worden is de afhankelijkheid van de leefstijlen voor de tevredenheid van de bewoners. Uit het onderzoek is niet duidelijk naar voren gekomen, wat de wensen van de leefstijlen zijn op het gebied van de woonomgeving. Met betrekking tot de voorkeuren van de leefstijlen voor type woningen kan, met enige voorzichtigheid, een segmentatie gemaakt worden. Ook de vraag of de tevredenheid over de woonomgeving per leefstijl verschillend is, is niet beantwoord. Om op deze vragen antwoord te kunnen geven, zal de relatie tussen de leefstijlen en de woonomgeving nader moeten worden onderzocht. Door middel van de uitkomsten van een vervolgonderzoek kunnen de wensen en behoefte op het gebied van de woonomgeving, van verschillende doelgroepen op basis van de leefstijlen, in kaart worden gebracht. Deze informatie kan in de ontwikkeling van nieuwe wijken gebruikt worden om het aanbod beter af te stemmen op de potentiële doelgroep. Verder blijkt uit de conclusie dat niet de woonomgeving bepalend is voor de tevredenheid van de bewoners, maar de woning. Toch hebben een aantal elementen van de woonomgeving een rol bij de tevredenheid van de bewoners. Het dient tot aanbeveling bij de ontwikkeling van nieuwe woonwijken dat deze elementen bij het ontwerp meegenomen worden. Het gaat dus niet alleen om het creëren van nieuwe woningen, ook de woonomgeving is voor de consument bepalend of men een bepaalde woning koopt. Dit zal bij het begin van het proces al meegenomen moeten worden, vanwege de beperkte financiële middelen in een later stadium, om een kwalitatief goede woonomgeving te creëren. De kwaliteit zal dan meer in de woning zitten dan in de woonomgeving. Desondanks zal een woning zonder een goede woonomgeving minder goed verkopen. Om met de wensen van de woonomgeving rekening te kunnen houden, moeten gemeenten en
- 63 -
projectontwikkelaars vooraf aan de ontwikkeling in kaart brengen wie de doelgroep is en wat hun wensen zijn met betrekking tot de woonomgeving. Dit sluit aan bij het advies om nader onderzoek te doen naar de relatie tussen de leefstijlen en de woonomgeving. Dit kan bijvoorbeeld door middel van het versturen van een woonenquête onder de geïnteresseerde potentiële kopers. Hierdoor kan op basis van de uitkomsten van de enquête door de gemeente en projectontwikkelaar bepaald worden wie de doelgroep is en welke elementen van de woonomgeving de nadruk zullen krijgen. Dit proces zal vooraf aan het ontwerpen van het stedenbouwkundig plan moeten plaatsvinden, zodat het ontwerp niet al is afgerond en er geen wijzigingen in de woonomgeving kunnen worden gedaan. Daarnaast zijn met name een aantal elementen van de woonomgeving, die onder beheer en onderhoud vallen, mede bepalend voor de ontevredenheid van bewoners. Dit zijn onder andere lawaai, vuil op straat en in de wijk en (verkeers)veiligheid. Dit betekent dat bij de ontwikkeling van nieuwe wijken niet alleen gekeken moet worden naar de huidige wensen, maar zeker ook naar de toekomstige wensen in relatie tot het functioneren van de woonomgeving. Ontwerp de woonomgeving zo dat in de toekomst aanpassingen kunnen worden gedaan, waardoor elementen van de woonomgeving, waar men ontevreden over is, gewijzigd kunnen worden. Hiervoor moet de afdeling beheer en onderhoud van de gemeente in een vroegtijdig stadium betrokken worden bij de planontwikkeling van een nieuwe wijk, omdat zij de specialisten zijn op het gebied van beheer en onderhoud. Daarnaast heeft dit wederom te maken met de financiële middelen, die voor het beheer en onderhoud zijn gereserveerd. Zeker in tijden van bezuinigingen moet deze reserveringen vooraf gemaakt worden.
- 64 -
Literatuur
Abbing, A., Haaster, J. van, Labordus, R., Mil, W. van. (2005). Ypenburg, veroverd op de zee – Van vliegveld tot woonwijk. Nootdorp: Drukkerij Van de Sande.
Alders, J.G.M., Noordanus, P.G.A., Oosten, J.A.P. van. (1991). Vinex: Knooppunt of knelpunt? Voorburg: NEPROM.
Bijsterveld, K. & Kraan, R. (2004). Thema: Vinex; Wonen in een Vinex-wijk: is het echt zo erg?. Building Business, (5), 44-47.
Boeijenga, J., & Mensink, J. (2008). Vinex Atlas. Rotterdam.
Booi, H., Dignum, K. (2007). Woonstijl in schaduw van kwaliteit woonmilieus. Tijdschrift voor de volkshuisvesting, (1), 10-14.
Daamen, T. (2005). De kost gaat voor de baat uit: markt, middelen en ruimtelijke kwaliteit bij stedelijke gebiedsontwikkeling. Den Haag: SUN Architecture.
Dam, F. van, & Visser, P. (2006). De invloed van de woonomgeving op de woningprijs. Tijdschrift voor de volkshuisvesting, (3), 48-53.
Den Haag in cijfers (2011). www.denhaag.buurtmonitor.nl.
Duin, C. van, & Garssen, J. (2010). Bevolkingsprognose 2010-2060: sterkere vergrijzing, langere levensduur. Voorburg: CBS.
Florida, R. (2002). The Rise of the Creative Class. And how it’s transforming work, leisure, community and every day life. New York: Basic Books.
Hagen, G.J. (2002). Woonbeleving en leefconcepten. S&RO, (6), 36-39.
Heijs, W., Smeets, J., Leussink, M., Deursen, A. van (2010). Leefstijlen in het woondomein? Real estate magazine, (69), 30-34.
Helleman, G. (2000). Woning deugt, woonomgeving niet: Zorgen voor de Vinex?. Tijdschrift voor de volkshuisvesting, (3), 13-17.
Hendriks, P. (2009). Dudok revisited: een onderzoek naar de beleving en waardering van de stijlkenmerken van W.M. Dudok. Amsterdam: ASRE.
Iersel, J. van, & Marsman, G. (1999). Vinex-kwaliteit door de ogen van bewoners. Amsterdam: RIGO Research en Advies BV.
Keers, drs. G.P. (1998). Vinex: Vinex-woningbouw in de problemen?. BOSS magazine, (7), 10-11.
Keers, G., Hogenes, A., Pouw, N., & Giebers, I. (2004). Het wie, wat en waar van de woonomgeving. Amsterdam: RIGO Research en Advies BV.
Land, M. van der & Machielse, K. (2002). Faciliteren van leefstijlen. S&RO, (6), 29-35.
Lörzing, H. (2006). Axioma’s doorgelicht: Geen goed woord over voor Vinex. City Journal, (4), 32-35.
Lörzing, H. (2008). De onverwachte kwaliteiten van de Vinex. Grondzaken in de praktijk, (8), 6-8.
Marlet, G.A. (2009). De aantrekkelijke stad: moderne locatietheorieën en de aantrekkingskracht van Nederlandse steden. Nijmegen: VOC.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). (1991). Samenvatting van de Vierde nota Extra over de ruimtelijke ordening : op weg naar 2015 : deel 1 : ontwerp-planologische kernbeslissing. Den Haag: SDU uitgeverij.
Nijhuis,
M.
&
Schoemaker,
R.
woonbelevingsgroepen. S&RO, (6), 43-45.
(2002).
Normen
en
waarden
en
Nio, I. (2002). Van levenswijze tot lifestyles : over de bruikbaarheid van leefstijlen voor de ruimtelijke ordening. S&RO, (6), 6-9.
Pinkster, F., & Kempen, R. van (2002). Leefstijlen en Woonmilieuvoorkeuren. Utrecht: Nethur.
Pinkster, F., & Kempen, R. van (2004). Vraagtekens bij leefstijlen: de waarde van leefstijlen als leidraad voor woningbouw. Agora, 20, (3), 40-44.
Planbureau voor de Leefomgeving (2010). Van bestrijden naar begeleiden: demografische krimp in Nederland.
Ponec, ir. I.E. (1998). Vinex: Kwaliteit op Vinex-locaties. BOSS magazine, (7), 12-14.
Rengers, M., & Uffelen, X. van (2006). Leefbaarheid Vinex-wijken beroerd. Volkskrant, 1 juni 2006.
Staal, C. van. (2004). Thema: Vinex; De menselijke betekenis van Vinex in twee woorden samen te vatten: kinderen en ruimte. Building Business, (5), 36-39.
Tilstra, T. (2011). De openbare ruimte in de wijk ontrafeld. Universiteit Utrecht.
Velde, M. van der, & Vries, M. de. (2004). Atlas Ypenburg. Den Haag: Projectbureau Ypenburg.
Venema, H. (2000). Buitenplaats Ypenburg, Een bevlogen bouwlocaties. Bussum: THOTH.
Vinex-wijk (2011). Vinex-wijk getto van de toekomst. AD, 21 februari 2011.
Visser, P. & Dam, F. van. (2006). De prijs van de plek: Woonomgeving en woningprijs. Rotterdam: NAI Uitgevers.
Vreeze, N. de. (1994). De periferie centraal. Inspiraties en ambities bij de ontwikkeling
van
perifere
Vinex-locaties.
Rotterdam:
Stimuleringsfonds
voor
Architectuur.
Wagteveld, T.W. (2007). De waarde van groen en water bij woningbouw: een onderzoek naar de financiële aspecten van groen en water bij de ontwikkeling van nieuwe woonmilieus. Amsterdam: ASRE.
Wassenberg, drs. F.A.G., Kruythoff, dr. H.M., Leliveld, drs. T.A.L., & Heijde, drs. J.E.H. van der (1994). Wonen op niveau: De marktvraag voor VINEX-locaties in de Randstad gepeild. Delft: Onderzoeksinstituut OTB.
Wassenberg, drs. F.A.G., Kruythoff, dr. H.M., Leliveld, drs. T.A.L., & Heijde, drs. J.E.H. van der (1994). Woonwensen en realisatie van VINEX-locaties in de Randstad. Delft: Onderzoeksinstituut OTB.
Weits, K. (2007). Woonvoorkeuren in een veranderende maatschappij. Property research quarterly, (4), 33-38.
Westra, ir. H. (2006). Leefstijlen, woonplaatsvoorkeuren en meer… Boss Magazine, (april), 4-9.
Wildt, R. de, et al. (1999). De kwaliteit van Vinex-uitleglocaties. Den Haag: Rigo Research en Advies BV.
Wouden, R. van der & Kullberg, J. (2002). Stijloefeningen: Leefstijlen in onderzoek en praktijk. S&RO, (6), 10-20.
Websites
http://www.discprofile.com, 25 mei 2011.
http://www.smartagent.nl. 25 mei 2011.
http://www.smartagent.nl,
25
mei
2011.
belevingswerelden.
http://www.quantumflow.nl, 24 mei 2011.
burgerparticipatie
op
basis
van
Bijlagen
Bijlage 1: Enquête bewonerstevredenheid Nogmaals hartelijk dank dat u de tijd neemt voor het invullen van deze enquête. Voor het onderzoek is de informatie, die uit deze enquête komt, van groot belang. Zonder deze informatie kan er geen goede conclusie gemaakt worden over de relatie tussen de ruimtelijke kwaliteit van de buurt en de bewonerstevredenheid. Het invullen van deze enquête zal ongeveer …minuten in beslag nemen. Vragen over u en uw woonsituatie Deze enquête begint met een aantal vragen over uw woonsituatie en persoonlijke vragen. U kunt antwoord geven door het hokje aan te kruisen dat past bij uw antwoord. Persoonlijke vragen 1. Wat is uw geslacht? Man Vrouw 2. Wat is uw leeftijd? jonger dan 25 jaar 25 – 35 jaar
36 – 45 jaar 46 – 55 jaar
3. Hoe is de samenstelling van uw huishouden? alleenstaand alleenstaand met kinderen
56 – 65 jaar ouder dan 65 jaar gehuwd/samenwonend zonder kinderen gehuwd/samenwonend met kinderen
4. Wat is het bruto jaarinkomen van uw huishouden? Minder dan € 16.500 € 33.001 – € 66.000 € 16.500 – € 33.000 meer dan € 66.000 5. Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau? basisonderwijs voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo)
hoger beroepsonderwijs academisch onderwijs
6. Welke kenmerken passen het best bij uw karakter? assertief, zelfbewust, ambitieus, passie discipline, avontuurlijk, perfectie, controle gezellig, harmonieus, evenwichtig, spontaan warm, rustig, intimiteit, zekerheid 7. Welke typering over het huishouden of gezin past het beste bij u? ideaal gezin, warm gezin of gelukkig gezin statig gezin, stabiel huishouden of streng gezin rustig gezin, intiem gezin of geïsoleerd gezin dynamisch huishouden of ruimdenkend gezin 8. Welke hobby’s, interesses en/of vrije tijdsbestedingen passen het beste bij u? tv kijken, thuis klussen, tuinieren, geloofszaken chique feestjes, beleggen, auto’s/motoren, golf shoppen, kamperen, zwemmen, samen uitgaan squash, avontuurlijke vakanties, uit eten, skiën 9. Welke waarden passen het beste bij u? presteren, rationaliteit, status, onafhankelijk hartstocht, zelfontplooiing, uitdaging, expressie Woonsituatie 1. Wat voor type woning heeft u? appartement 2-onder-1-kapwoning
traditioneel, anonimiteit, conservatief, privacy respect, genieten, vriendschap, enthousiasme
rijwoning vrijstaande woning
2. Heeft u een huur- of koopwoning? huur koop 3. Wat is de waarde van uw woning? tot € 200.000, € 300.000,- tot € 500.000, € 200.00,- tot €300.000, € 500.000,- en duurder
-1-
4. Hoe lang woont u in Ypenburg? 0 – 1 jaar 5 – 10 jaar 1 – 5 jaar 10 jaar of langer
Instructies Bij de volgende vragen moeten de kenmerken gerangschikt worden op volgorde van belangrijkheid. Per vraag vult u het getal 1, 2, 3 en 4 één keer in. 1 is het minst belangrijk en 4 is het meest belangrijk.
Woning en buurt Wat vind u belangrijk:
1.
woning
___ woonomgeving
___ bebouwing
___ buren
___
2.
bebouwing
___ groen
___ water
___ voorzieningen
___
3.
groen wonen water groene
___ water
___ bebouwing
___
4. 5.
___ park
___ autowegen
___ wandelpaden
___ kinderdagverblijf
___ winkels
___ zorgcentrum
___ groen voor ___ plek jongeren met ___ contact buren ___ goede buren
___ speelplantsoen ___ water ___ openbaar ___ parkeren groen ___ levendigheid ___ privacy
___
___ schone buurt
___
aan ___ vijvers
7.
omgeving openbaar vervoer school
8.
parkeren
9.
speelplantsoen
6.
___ privé tuin
___ parkeren ___ water in buurt ___ groen in buurt ___ fietspaden
10. rust 11. veilige buurt
___ recreatieplas
de ___ de ___ ___ ___ ___ ___
___ groene buurt
Instructies Bij de volgende stellingen is het van belang dat u uw mening zo goed mogelijk weergeeft op de schaal die loopt van 1 tot en met 5. Deze schaalverdeling wordt hieronder uitgelegd. Per vraag omcirkelt u 1 getal. Helemaal mee oneens = 1
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Oneens = 2
Neutraal = 3
Eens = 4
Helemaal mee eens = 5
Ik woon naar mijn zin in [Boswijk]. Ik ben tevreden met mijn woning. Ik ben tevreden met de kwaliteit van de buurt. De woning geef ik het cijfer:________. De buurt geef ik het cijfer:________. Van de woonomgeving ben ik het meest _____________________________________ Van de woonomgeving ben ik het minst _____________________________________ De bebouwing in de buurt straalt kwaliteit uit. Er is voldoende groen in de buurt. De grootte van mijn privé groen (tuin, enz.) sluit aan bij mijn wensen. Het water in de buurt zorgt voor een mooie omgeving. De parkeergelegenheid in de buurt is goed. Fietspaden liggen op logische plekken in de buurt. De voetpaden zijn netjes en goed te gebruiken. Mijn woning en andere plaatsen in de buurt zijn goed bereikbaar. De verkeerssituatie in de buurt is veilig. Je kan goed gebruik maken van het openbaar vervoer. Er zijn voldoende winkelvoorzieningen. De speelvoorzieningen zijn goed bereikbaar en leuk voor de kinderen. Voorzieningen voor jongeren zijn voldoende aanwezig.
-2-
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
5 5 5
tevreden
met:
tevreden
met:
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
21. De kwaliteit van de scholen in de buurt sluiten goed aan bij mijn wensen. 1 2 3 4 5 22. Er zijn voldoende kinderdagverblijven in de buurt. 1 2 3 4 5 23. Ik voel me veilig in de buurt. 1 2 3 4 5 24. Ik heb regelmatig contact met mijn buren. 1 2 3 4 5 25. Ik ben actief betrokken bij het onderhoud en beheer van mijn buurt. 1 2 3 4 5 26. De buurt wordt goed onderhouden. 1 2 3 4 5 27. Wat zou u aan de woonomgeving willen veranderen?_____________________________________ Indien u opmerkingen heeft naar aanleiding van dit onderzoek, kunt u mij e-mailen via
[email protected]. Indien u het op het prijs stelt om de uitkomsten van dit onderzoek te ontvangen of kans wilt maken op de Gamma cadeaupassen van €50,-, kunt u uw e-mailadres invullen. U ontvangt dan ter zijner tijd de onderzoeksresultaten of een e-mail als u een Gamma cadeaupas gewonnen heeft. Hartelijk dank! E-mailadres:…...……………………………………………………………………………………………………
-3-
Bijlage 2: Enquête bewonerstevredenheid met relaties tussen de vragen Nogmaals hartelijk dank dat u de tijd neemt voor het invullen van deze enquête. Voor het onderzoek is de informatie, die uit deze enquête komt, van groot belang. Zonder deze informatie kan er geen goede conclusie gemaakt worden over de relatie tussen de ruimtelijke kwaliteit van de buurt en de bewonerstevredenheid. Het invullen van deze enquête zal ongeveer …minuten in beslag nemen. Vragen over u en uw woonsituatie Deze enquête begint met een aantal vragen over uw woonsituatie en persoonlijke vragen. U kunt antwoord geven door het hokje aan te kruisen dat past bij uw antwoord. Persoonlijke vragen DEMOGRAFIE 10. Wat is uw geslacht? Man Vrouw 11. Wat is uw leeftijd? jonger dan 25 jaar 25 – 35 jaar
36 – 45 jaar 46 – 55 jaar
12. Hoe is de samenstelling van uw huishouden? alleenstaand alleenstaand met kinderen
56 – 65 jaar ouder dan 65 jaar gehuwd/samenwonend zonder kinderen gehuwd/samenwonend met kinderen
13. Wat is het bruto jaarinkomen van uw huishouden? Minder dan € 16.500 € 33.001 – € 66.000 € 16.500 – € 33.000 meer dan € 66.000 14. Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau? basisonderwijs voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo)
hoger beroepsonderwijs academisch onderwijs
LEEFSTIJL 15. Welke kenmerken passen het best bij uw karakter? assertief, zelfbewust, ambitieus, passie discipline, avontuurlijk, perfectie, controle gezellig, harmonieus, evenwichtig, spontaan warm, rustig, intimiteit, zekerheid 16. Welke typering over het huishouden of gezin past het beste bij u? ideaal gezin, warm gezin of gelukkig gezin statig gezin, stabiel huishouden of streng gezin rustig gezin, intiem gezin of geïsoleerd gezin dynamisch huishouden of ruimdenkend gezin 17. Welke hobby’s, interesses en/of vrije tijdsbestedingen passen het beste bij u? tv kijken, thuis klussen, tuinieren, geloofszaken chique feestjes, beleggen, auto’s/motoren, golf shoppen, kamperen, zwemmen, samen uitgaan squash, avontuurlijke vakanties, uit eten, skiën 18. Welke waarden passen het beste bij u? presteren, rationaliteit, status, onafhankelijk hartstocht, zelfontplooiing, uitdaging, expressie DEMOGRAFIE Woonsituatie 5. Wat voor type woning heeft u? appartement 2-onder-1-kapwoning
traditioneel, anonimiteit, conservatief, privacy respect, genieten, vriendschap, enthousiasme
rijwoning vrijstaande woning
6. Heeft u een huur- of koopwoning? huur koop 7. Wat is de waarde van uw woning? tot € 200.000, € 300.000,- tot € 500.000,-
-4-
€ 200.00,- tot €300.000,-
€ 500.000,- en duurder
8. Hoe lang woont u in Ypenburg? 0 – 1 jaar 5 – 10 jaar 1 – 5 jaar 10 jaar of langer
Instructies Bij de volgende vragen moeten de kenmerken gerangschikt worden op volgorde van belangrijkheid. Per vraag vult u het getal 1, 2, 3 en 4 één keer in. 1 is het minst belangrijk en 4 is het meest belangrijk.
WAT VINDEN ZE BELANGRIJK? Woning en buurt Wat vind u belangrijk:
1.
woning
___ woonomgeving
___ bebouwing
___ buren
___
2.
bebouwing
___ groen
___ water
___ voorzieningen
___
3.
groen wonen water groene
___ water
___ bebouwing
___
4. 5.
___ park
___ autowegen
___ wandelpaden
___ kinderdagverblijf
___ winkels
___ zorgcentrum
___ groen voor ___ plek jongeren met ___ contact buren ___ goede buren
___ speelplantsoen ___ water ___ openbaar ___ parkeren groen ___ levendigheid ___ privacy
___
___ schone buurt
___
aan ___ vijvers
7.
omgeving openbaar vervoer school
8.
parkeren
9.
speelplantsoen
6.
___ privé tuin
___ parkeren ___ water in buurt ___ groen in buurt ___ fietspaden
10. rust 11. veilige buurt
___ recreatieplas
de ___ de ___ ___ ___ ___ ___
___ groene buurt
Instructies Bij de volgende stellingen is het van belang dat u uw mening zo goed mogelijk weergeeft op de schaal die loopt van 1 tot en met 5. Deze schaalverdeling wordt hieronder uitgelegd. Per vraag omcirkelt u 1 getal. Helemaal mee oneens = 1
Oneens = 2
Neutraal = 3
Eens = 4
Helemaal mee eens = 5
ZIJN DE BEWONERS TEVREDEN MET DE WOONSITUATIE? IS DE WOONOMGEVING BEPALEND VOOR DE TEVREDENHEID? WELKE ELEMENTEN VAN DE WOONOMGEVING BEPALEN DE TEVREDENHEID? WELKE ELEMENTEN VAN DE WOONOMGEVING ZORGEN VOOR MINDER TEVREDENHEID? 28. Ik woon naar mijn zin in [Boswijk]. 1 2 3 29. Ik ben tevreden met mijn woning. 1 2 3 30. Ik ben tevreden met de kwaliteit van de buurt. 1 2 3 31. De woning geef ik het cijfer:________. 32. De buurt geef ik het cijfer:________. 33. Van de woonomgeving ben ik het meest tevreden _____________________________________ 34. Van de woonomgeving ben ik het minst tevreden _____________________________________ BEBOUWING 35. De bebouwing in de buurt straalt kwaliteit uit. 1 2 3 OPENBAAR GROEN 36. Er is voldoende groen in de buurt. 1 2 3 PRIVÉ GROEN 37. De grootte van mijn privé groen (tuin, enz.) sluit aan bij mijn wensen. 1 2 3 WATER
-5-
4 4 4
5 5 5
met: met:
4
5
4
5
4
5
38. Het water in de buurt zorgt voor een mooie omgeving. 1 2 3 4 5 PARKEERGELEGENHEID 39. De parkeergelegenheid in de buurt is goed. 1 2 3 4 5 FIETSPADEN 40. Fietspaden liggen op logische plekken in de buurt. 1 2 3 4 5 VOETPADEN 41. De voetpaden zijn netjes en goed te gebruiken. 1 2 3 4 5 BEREIKBAARHEID 42. Mijn woning en andere plaatsen in de buurt zijn goed bereikbaar. 1 2 3 4 5 VEILIGHEID 43. De verkeerssituatie in de buurt is veilig. 1 2 3 4 5 OPENBAAR VERVOER 44. Je kan goed gebruik maken van het openbaar vervoer. 1 2 3 4 5 WINKELS 45. Er zijn voldoende winkelvoorzieningen. 1 2 3 4 5 SPEELVOORZIENINGEN 46. De speelvoorzieningen zijn goed bereikbaar en leuk voor de kinderen. 1 2 3 4 5 VOORZIENINGEN VOOR JONGEREN 47. Voorzieningen voor jongeren zijn voldoende aanwezig. 1 2 3 4 5 SCHOLEN 48. De kwaliteit van de scholen in de buurt sluiten goed aan bij mijn wensen. 1 2 3 4 5 KINDERDAGVERBLIJVEN 49. Er zijn voldoende kinderdagverblijven in de buurt. 1 2 3 4 5 VEILIGHEID 50. Ik voel me veilig in de buurt. 1 2 3 4 5 CONTACT MET BUREN 51. Ik heb regelmatig contact met mijn buren. 1 2 3 4 5 ACTIEF IN DE BUURT 52. Ik ben actief betrokken bij het onderhoud en beheer van mijn buurt. 1 2 3 4 5 ONDERHOUD 53. De buurt wordt goed onderhouden. 1 2 3 4 5 WENSEN 54. Wat zou u aan de woonomgeving willen veranderen?_____________________________________ Indien u opmerkingen heeft naar aanleiding van dit onderzoek, kunt u mij e-mailen via
[email protected]. Indien u het op het prijs stelt om de uitkomsten van dit onderzoek te ontvangen of kans wilt maken op de Gamma cadeaupassen van €50,-, kunt u uw e-mailadres invullen. U ontvangt dan ter zijner tijd de onderzoeksresultaten of een e-mail als u een Gamma cadeaupas gewonnen heeft. Hartelijk dank! E-mailadres:………………………………………………………………………………………………………
-6-
Bijlage 3 Woningbouwprogramma Plandeel Deelplan Naam Singels 1 Deelplan 1 Singels 2 Deelplan 2 Singels 3 Deelplan 3 Singels 4 Centrum Singels 5 Vogelweide Singels 6 De Binnensingel Singels 7 Morgenweide Singels
Type ontwikkeling Sociaal woningbouw 254 woningbouw 206 woningbouw 113 centrum 41 woningbouw 281 woningbouw 223 woningbouw 238 1356
Boswijk
woningbouw
8 Boswijk
Midden 356 237 186 109 89 87 305 1369
34% 37% 55% 23% 12% 14% 41% 29%
Duur 434 206 37 334 399 321 195 1926
42% 32% 11% 69% 52% 51% 26% 41%
0
0%
0
0%
671
100%
woningbouw woningbouw woningbouw gemengd
0 291 245 34 570
0% 38% 31% 46% 35%
0 363 308 0 671
0% 47% 39% 0% 41%
woningbouw woningbouw woningbouw woningbouw
162 160 164 156 642
32% 30% 50% 27% 33%
189 147 75 170 581
51 237 80
18% 41% 20%
168
0 536 3104
Waterwijk Waterwijk Waterwijk Waterwijk Waterwijk
0 9 10 11
Deelplan Deelplan Deelplan Deelplan
De De De De De
12 13 14 15
Brasserhout De Brasacker Hout & Plantage Biesland
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 28
De Hollandsche Meesters woningbouw Deelplan 17 woningbouw Deelplan 18 woningbouw gemengd bedrijven & kantoren bedrijven bedrijven Veenendael woningbouw bedrijven & kantoren bedrijven & kantoren bedrijven & kantoren woningbouw
Bras Bras Bras Bras Bras
De Venen De Venen De Venen
De Venen
De Venen De Venen Ypenburg Bron: Atlas Ypenburg
0 9 10 11
24% 32% 34% 8% 37% 35% 32% 29%
Aantal woningen Rijwoning 1044 831 649 594 336 80 484 0 769 467 631 477 738 556 4651 3005
80% 92% 26% 0% 61% 66% 75% 64%
2-onder-1-kap 43 20 81 0 28 0 85 257
4% 3% 27% 0% 4% 0% 12% 5%
Vrijstaand 7 0 0 0 5 0 0 12
1% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0%
Appartement Aantal woningen 163 16% 1044 35 5% 649 144 47% 305 481 100% 481 269 35% 769 250 34% 727 97 13% 738 1439 31% 4713
671
72
11%
282
42%
269
40%
48
7%
671
14 100% 119 15% 231 29% 40 54% 404 25%
14 773 784 74 1645
0 719 706 56 1481
0% 85% 90% 40% 83%
0 30 28 36 94
0% 4% 4% 26% 5%
14 0 1 49 64
100% 0% 0% 35% 4%
0 93 49 0 142
0% 11% 6% 0% 8%
14 842 784 141 1781
38% 28% 23% 30% 30%
149 224 86 243 702
30% 42% 26% 43% 36%
500 531 325 569 1925
309 278 162 227 976
62% 52% 51% 46% 53%
126 188 42 200 556
25% 35% 13% 41% 30%
24 24 31 46 125
5% 5% 10% 9% 7%
38 42 80 16 176
8% 8% 25% 3% 10%
497 532 315 489 1833
46 140 45
17% 24% 12%
181 207 266
65% 35% 68%
148 408 274
49% 70% 73%
40 28 6
13% 5% 2%
77 57 19
25% 10% 5%
39 90 76
13% 15% 20%
32%
234
44%
131
25%
310
59%
8
2%
0
0%
208
40%
0% 30% 25%
0 465 3086
0% 26% 25%
278 584 391 X X X X 533 X X X 19 1805 10697
5% 18%
153 623
413 2218
23% 16%
304 583 375 X X X X 526 X X X 0 1788 10786
19 100% 804 45% 4507 49%
-7-
1140 6674 Bron:
64% 82 55% 1271 Vinex Atlas
9% 12%
Bijlage 4 Ruimtegebruik per plandeel Ypenburg Plandeel Deelplan Naam Singels 1 Deelplan 1 Singels 2 Deelplan 2 Singels 3 Deelplan 3 Singels 4 Centrum Singels 5 Vogelweide Singels 6 De Binnensingel Singels 7 Morgenweide TOTAAL
Type ontwikkeling Groen woningbouw 1,7 woningbouw 0,8 woningbouw 0,2 centrum 1,0 woningbouw 1,3 woningbouw 3,1 woningbouw 1,5 9,61
7,1% 5,4% 4,0% 13,6% 8,2% 19,2% 8,2% 9,4%
Water 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,34
0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 2,1% 0,0% 0,3%
Boswijk
woningbouw
9,65
21,5%
5,21
11,6%
5,30
11,8%
0,00
0,0%
24,78
55,2%
44,90 ha
woningbouw woningbouw woningbouw gemengd
0,1 4,0 1,0 0,7 5,68
10,0% 19,3% 4,7% 14,3% 12,8%
0,2 1,9 5,6 0,0 7,47
17,0% 9,2% 25,4% 0,0% 11,5%
0,3 5,7 6,8 1,2 13,61
20,1% 27,6% 30,8% 24,5% 27,6%
0,0 0,0 0,1 0,0 0,09
0,0% 0,0% 0,4% 0,0% 0,1%
0,7 9,0 8,5 2,9 20,41
53,0% 43,8% 38,7% 61,2% 47,9%
1,3 20,6 22,0 4,7 47,28
ha ha ha ha ha
woningbouw woningbouw woningbouw woningbouw
0,4 0,4 0,7 0,4 2,04
2,9% 2,5% 7,6% 2,6% 3,9%
1,9 2,3 1,3 2,0 7,42
13,6% 12,6% 13,1% 11,7% 12,8%
4,6 5,6 1,8 4,7 16,64
33,4% 31,1% 18,3% 27,3% 27,5%
0,0 0,0 0,0 0,0 0,00
0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
6,9 9,7 5,9 10,0 32,54
50,2% 53,9% 60,9% 58,3% 55,8%
13,7 17,9 9,8 17,2 58,63
ha ha ha ha ha
0,7 2,8 1,2
5,0% 17,8% 9,1%
0,7 1,3 2,2
5,3% 8,4% 16,6%
3,1 5,1 1,0
22,3% 32,2% 7,4%
0,0 0,0 0,0
0,0% 0,0% 0,0%
9,4 6,5 8,8
67,4% 41,5% 66,9%
0,6
5,2%
0,5
3,9%
3,3
28,3%
0,0
0,0%
7,3
62,6%
0,1 5,36 32,34
3,7% 8,2% 11,1%
0,0 4,71 25,15
0,0% 6,8% 8,6%
0,1 12,54 78,11
6,3% 19,3% 23,4%
0,0 0,00 3,48
0,0% 0,0% 1,1%
1,3 33,32 169,11
90,0% 65,7% 55,8%
8 Boswijk
Waterwijk Waterwijk Waterwijk Waterwijk TOTAAL
0 9 10 11
Deelplan Deelplan Deelplan Deelplan
De Bras De Bras De Bras De Bras TOTAAL
12 13 14 15
Brasserhout De Brasacker Hout & Plantage Biesland
De Venen De Venen De Venen
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 28
De Hollandsche Meesters woningbouw Deelplan 17 woningbouw Deelplan 18 woningbouw gemengd bedrijven & kantoren bedrijven bedrijven Veenendael woningbouw bedrijven & kantoren bedrijven & kantoren bedrijven & kantoren woningbouw
De Venen
De Venen TOTAAL Bron: Atlas Ypenburg
0 9 10 11
-8-
Verharding Voorzieningen Uitgeefbaar Oppervlakte 7,2 29,8% 0,2 0,7% 15,1 62,5% 24,2 ha 3,8 26,2% 0,0 0,0% 10,0 68,4% 14,6 ha 1,3 27,2% 0,4 7,1% 3,1 61,7% 5,0 ha 3,4 47,8% 1,5 21,4% 1,2 17,1% 7,2 ha 4,5 27,9% 0,6 4,0% 9,7 59,9% 16,2 ha 4,0 24,5% 0,3 1,6% 8,6 52,7% 16,3 ha 5,7 31,7% 0,4 2,4% 10,4 57,7% 18,0 ha 30,02 30,7% 3,40 5,3% 58,06 54,3% 101,39 ha
14,0 ha 15,8 ha 13,2 ha ha ha ha ha 11,6 ha ha ha ha 1,4 ha 55,95 ha 308,15 ha
Ruimtegebruik per plandeel
Uitgeefbaar Verharding Groen Water Voorzieningen
Singels 58,1 30,0 9,6 0,3 3,4
Waterwijk 20,4 13,6 5,7 7,5 0,0
Boswijk 24,8 5,3 9,7 5,2 0,0
De Venen 33,3 12,5 5,4 4,7 0,0
De Bras 32,5 16,6 2,0 7,4 0,0
Ypenburg 33,8 15,6 6,5 5,0 0,7
Waterwijk 1645 47 35
Boswijk 671 45 15
De Venen 1805 56 32
De Bras 1925 59 33
Ypenburg 10697 308 35
Oppervlak en dichtheid per plandeel Singels 4651 101 46
Aantal woningen Oppervlak in ha Dichtheid won./ha Van der Velde & De Vries, 2004 Bron: Gemiddelde kavelgrootte Singels 125 m2 / woning Waterwijk 130 m2 / woning Boswijk 350 m2 / woning De Venen 145 m2 / woning De Bras 140 m2 / woning Ypenburg 150 m2 / woning Bron: Van der Velde & De Vries, 2004
-9-
Bijlage 5 Openbare ruimte per plandeel Ypenburg Plandelen Bron: (Van der Velde & De Vries, 2004)
Stedenbouwkundig raamwerk Bron: (Van der Velde & De Vries, 2004)
- 10 -
Deelplannen Bron: (Van der Velde & De Vries, 2004)
Voorzieningen Bron: (Van der Velde & De Vries, 2004)
- 11 -
Water- en groenstructuur Bron: (Van der Velde & De Vries, 2004)
Openbaar vervoer Bron: (Van der Velde & De Vries, 2004)
- 12 -
Wegenstructuur Bron: (Van der Velde & De Vries, 2004)
- 13 -
Bijlage 6: Straatplan deelplannen Deelplan 5 – De Singels
- 14 -
Deelplan 8 – Boswijk
- 15 -
Deelplan 10 – Waterveld
- 16 -
Bijlage 7: Analyse enquête resultaten Verdeling steekproef per buurt In welke wijk woont u? Frequency Morgenweide Boswijk Waterbuurt Totaal
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
46
26,3
26,3
26,3
78 51
44,6 29,1
44,6 29,1
70,9 100
175
100
100
In welke wijk woont u?
26%
29%
Morgenweide Boswijk Waterbuurt
45%
Geslacht steekproef per buurt Geslacht per buurt Man Morgenweide Boswijk Waterbuurt Totaal
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
17 47 22 85
37% 60% 43% 49%
Vrouw 29 31 29 89
40% 63%
63% 40% 57% 51%
Eindtotaal 46 78 51 175
57%
51%
43%
49%
Vrouw 60% 37%
Man
‘
- 17 -
Soort huishouden per buurt De samenstelling van de huishoudens per buurt
Alleenstaand Alleenstaand met kinderen Gehuwd/samenwonend zonder kinderen Gehuwd/samenwonend met kinderen Totaal
Morgenweide Deelplan 5 6 14% 3 7% 14 32% 21 48% 44 100%
Boswijk - Waterbuurt Deelplan 8 Deelplan 10 Totaal 4 9 19 5% 18% 11% 0 7 10 0% 14% 6% 22 12 48 29% 24% 28% 51 23 95 66% 45% 55% 77 51 172 100% 100% 100%
Chi-Square Tests Value
df
Asymp. Sig. (2-sided) 6 0,005
18,397a Likelihood Ratio 21,587 6 0,001 Linear-by-Linear Association 1,055 1 0,304 N of Valid Cases 172 a. 4 cells (33,3%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 2,56. Pearson Chi-Square
De samenstelling van de huishoudens per buurt
5% 14% 7%
18%
11% 6%
29% 14%
28% 32%
Alleenstaand
24% Alleenstaand met kinderen Gehuwd/samenwonend zonder kinderen
66% 55%
48%
Morgenweide - Deelplan 5
Gehuwd/samenwonend met kinderen
45%
Boswijk Deelplan 8
Waterbuurt Deelplan 10
Totaal
- 18 -
Leeftijd per eigenaar Leeftijd per buurt Jonger dan 25 jaar 25 - 35 jaar 36 - 45 jaar 46 - 55 jaar Morgenweide 1 8 19 Boswijk 1 30 Waterbuurt 2 7 24 Totaal 3 16 73
8 23 11 42
56 - 65 jaar ouder dan 65 jaar Eindtotaal 7 3 46 16 8 78 3 4 51 26 15 175
Wat is uw leeftijd? Sum of Squares Between Groups Within Groups Total
df
Mean Square
15,717
2
7,859
215,06
172
1,25
230,777
174
F
Sig. 6,285
0,002
Post Hoc Tests Multiple Comparisons Wat is uw leeftijd? Bonferroni (I) In welke buurt woont u?
(J) In welke buurt woont u?
95% Confidence Interval Mean Difference (I-J)
Morgenweide
-,543* 0,104
Boswijk Waterbuurt
Boswijk
Morgenweide
,543
Waterbuurt Waterbuurt
Std. Error 0,208
-,647
-1,05
-0,04
0,227
1
-0,45
0,65
*
0,208
0,029
0,04
1,05
*
0,201
0,005
0,16
1,13
0,227 0,201
1 0,005
-0,65 -1,13
0,45 -0,16
*
*. The mean difference is significant at the 0.05 level.
100%
90% 80% 70%
ouder dan 65 jaar 56 - 65 jaar
60%
46 - 55 jaar 50%
36 - 45 jaar
40%
25 - 35 jaar Jonger dan 25 jaar
30% 20% 10% 0% Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Eindtotaal
- 19 -
Upper Bound
0,029
,647 -0,104
Morgenweide Boswijk
Lower Bound
Sig.
Opleiding per buurt Opleidingsniveau per buurt
Voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo) Hoger beroepsonderwijs Academisch onderwijs Totaal
Morgenweide - Boswijk - Waterbuurt Deelplan 5 Deelplan 8 Deelplan 10 Totaal 15 8 20 43 35% 10% 39% 25% 16 31 23 70 37% 40% 45% 41% 12 39 8 59 28% 50% 16% 34% 43 78 51 172 100% 100% 100% 100%
Chi-Square Tests Value 24,242 a 26,051 1,725 172
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Asymp. Sig. (2sided)
df 4
0
4 1
0 0,189
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 10,75. Opleidingsniveau per buurt
16%
28%
34% 50%
45%
Academisch onderwijs
37% Hoger beroepsonderwijs
41%
Voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo)
40% 39%
35%
25% 10% Morgenweide - Deelplan 5
Boswijk Deelplan 8
Waterbuurt Deelplan 10
Totaal
Inkomen per buurt Bruto inkomen per buurt Minder dan €16.500 €16.500 - €33.000 €33.001 - €66.000 Meer dan €66.000 Eindtotaal Morgenweide 2 4 19 19 44 Boswijk 1 15 61 77 Waterbuurt 3 10 25 10 48 Totaal 5 15 59 90 169
- 20 -
ANOVA Wat is het bruto jaarinkomen van uw huishouden? Sum of Squares Between Groups Within Groups Total
df
Mean Square
F
25,582
2
12,791
74,795
167
0,448
100,376
169
Sig. 28,559
0
Post Hoc Tests Multiple Comparisons Wat is het bruto jaarinkomen van uw huishouden Bonferroni (I) In welke buurt woont u? (J) In welke buurt woont u?
Morgenweide
Boswijk
Boswijk Waterbuurt
Mean Difference (IJ) Std. Error * 0,126 -,532
95% Confidence Interval Lower Upper Bound Bound
Sig. 0
-0,84
-0,23
Waterbuurt
,375
*
0,14
0,024
0,04
0,71
Morgenweide
,532
*
0,126
0
0,23
0,84
Waterbuurt
,907
*
0,123
0
0,61
1,2
Morgenweide
-,375
*
0,14
0,024
-0,71
-0,04
Boswijk
-,907
*
0,123
0
-1,2
-0,61
*. The mean difference is significant at the 0.05 level.
Bruto inkomen per buurt
100% 21%
90% 80%
43% 53% Meer dan €66.000
70%
€33.001 - €66.000
79%
60%
€16.500 - €33.000
52% 50% 40%
Minder dan €16.500
43% 35%
30% 20% 10%
21% 9%
5% 0% Morgenweide
19%
1% 0% Boswijk
9%
6% Waterbuurt
3% Totaal
- 21 -
Soort woning per buurt Woningtype per buurt Morgenweide - Boswijk - Waterbuurt Deelplan 5 Deelplan 8 Deelplan 10 Appartement 10 5 4 22% 6% 8% 2-onder-1-kapwoning 5 34 4 11% 44% 8% Rijwoning 30 2 39 65% 3% 76% Vrijstaande woning 1 37 4 2% 47% 8% Totaal 46 78 51 100% 100% 100%
Totaal 19 11% 43 25% 71 41% 42 24% 175 100%
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Asymp. Sig. (2-sided)
df
111,057 a 131,245 3,455
6
0
6 1
0 0,063
175
a. 1 cells (8,3%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 4,99. Woningtype per buurt
2% 8%
11%
8%
24%
8% 47%
22%
25% Vrijstaande woning
11%
Appartement
76% 65%
Rijwoning
44% 41% 6% 3%
Morgenweide Deelplan 5
Boswijk -
Deelplan 8
2-onder-1-kapwoning
Waterbuurt Deelplan 10
Totaal
- 22 -
Woningcijfer per buurt De woning geef ik het cijfer? In welke buurt woont u? Mean Morgenweide Boswijk Waterbuurt Total
Std. Deviation
N
8,07 8,39 7,47 8,04
45 75 49 169
1,355 1,150 1,401 1,331
ANOVA De woning geef ik het cijfer? Sum of Squares Between Groups
df
Mean Square
24,996
2
12,498
Within Groups
272,791
166
1,643
Total
297,787
168
F
Sig.
7,605
0,001
Post Hoc Tests Multiple Comparisons De woning geef ik het cijfer? Bonferroni (I) In welke buurt woont u?
(J) In welke buurt woont u?
Morgenweide
Mean Difference (I-J) Std. Error -0,32 0,242
Boswijk
-0,9
0,26
0,597
0,265
0,076
-0,04
1,24
Morgenweide
0,32
0,242
0,562
-0,26
0,9
Waterbuurt
,917
*
0,235
0
0,35
1,49
-0,597
0,265
0,076
-1,24
0,04
-,917 *
0,235
0
-1,49
-0,35
Waterbuurt Boswijk
Waterbuurt
Morgenweide Boswijk
*. The mean difference is significant at the 0.05 level.
Woningcijfer 8,4 8,4 8,2 8,0 7,8 7,6 7,4 7,2 7,0
8,1
Sig. 0,562
95% Confidence Interval Lower Upper Bound Bound
8,0
7,5
Woningcijfer
- 23 -
Wijkcijfer per buurt De buurt geef ik het cijfer? In welke buurt woont u? Mean Morgenweide Boswijk Waterbuurt Total
Std. Deviation
N
6,93 8,21 6,46 7,37
45 75 48 168
1,388 1,097 1,557 1,526
ANOVA De buurt geef ik het cijfer? Sum of Squares
df
Mean Square
Between Groups Within Groups
100,973 287,763
2 165
Total
388,737
167
F
50,487 1,744
Sig.
28,948
0
Post Hoc Tests Multiple Comparisons De buurt geef ik het cijfer? Bonferroni (I) In welke buurt woont u?
(J) In welke buurt woont u?
Morgenweide
Mean Difference (I-J) Std. Error 0,249 -1,273 *
Boswijk
Boswijk
Waterbuurt
0
-1,88
-0,67
0,475
0,274
0,255
-0,19
1,14
Morgenweide
1,273
*
0,249
0
0,67
1,88
Waterbuurt
1,748
*
0,244
0
1,16
2,34
Morgenweide
-0,475
0,274
0,255
-1,14
0,19
Boswijk
-1,748
*
0,244
0
-2,34
-1,16
Buurtcijfer 8,2 6,9
6,5
Sig.
Waterbuurt
*. The mean difference is significant at the 0.05 level.
9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0
95% Confidence Interval Lower Upper Bound Bound
7,4
Buurtcijfer
- 24 -
Leefstijl per buurt Welke leefstijl heeft u?
Valid
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 32 18,3 26,7% 26,7 8 4,6 6,7% 33,3 56 32,0 46,7% 80,0 24 13,7 20,0% 100,0 120 68,6 100,0% 55 31,4 175 100,0
Rood Blauw Geel Groen Total System
Missing Total
Welke leefstijl heeft u? 46,7%
50,0% 45,0% 40,0% 35,0% 30,0%
Rood
26,7%
Blauw
25,0%
20,0%
Geel
20,0%
Groen
15,0% 6,7%
10,0% 5,0% 0,0%
Rood
Blauw
Geel
Groen
Welke leefstijl heeft u? Rood In welke buurt woont u?
Morgenweide Boswijk Waterbuurt
Total
Welke leefstijl heeft u? Blauw 6 20,0% 1 17 31,5% 5 9 25,0% 2 32 8
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Asymp. Sig. (2sided)
df
3,810 3,846 ,560
6 6 1
,702 ,698 ,454
120
- 25 -
Total 3,3% 9,3% 5,6%
Geel 15 22 19 56
Groen 50,0% 8 26,7% 40,7% 10 18,5% 52,8% 6 16,7% 24
30 54 36 120
Soort woning per leefstijl Case Processing Summary
Cases Valid N Wat voor woningtype heeft u? * Welke leefstijl heeft u?
120
Percent ,7
N
Missing Percent 55 ,3
N
Total Percent 175 1,0
Chi-Square Tests
Pearson ChiSquare Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association
N of Valid Cases
Value 9,359
9
Asymp. Sig. (2sided) ,405
9 1
,439 ,447
df
8,979 ,579
120
Soort woning per leefstijl 100% 90%
20%
25%
rijwoning
70%
25% 34%
40%
2-onder-1-kapwoning 33% appartement
31%
25%
20%
10%
40%
52% 25%
50%
30%
vrijstaande woning 23%
38%
80%
60%
21%
27% 21%
9%
13%
Rood
Blauw
21% 11%
7%
0% Geel
Groen
- 26 -
Totaal
Leefstijl per buurt 100,0%
16,7%
18,5% 90,0%
26,7%
80,0% 70,0% 40,7%
52,8%
60,0% 50,0%
50,0%
40,0%
Groen
Geel Blauw Rood
9,3% 5,6%
30,0% 3,3% 20,0% 10,0%
31,5%
25,0%
20,0%
0,0% Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Leefstijl per buurt 100,0%
18,5% 90,0%
16,7%
26,7%
80,0% 70,0% 40,7%
52,8%
60,0% 50,0%
50,0%
40,0%
Rood 5,6%
30,0% 3,3%
10,0%
31,5% 20,0%
25,0%
0,0% Morgenweide
Geel Blauw
9,3%
20,0%
Groen
Boswijk
Waterbuurt
- 27 -
Wat vindt men belangrijk? Wat vindt men belangrijk? (1)
Alle wijken 100,0% 20,9%
90,0%
7,9%
13,7% 7,2%
27,3%
80,0% 70,0%
57,6%
60,0%
4
23,7%
3
46,0%
2
50,0% 40,0%
43,2% 19,4%
55,4%
30,0%
20,0% 10,0%
7,2% 15,8%
1
25,9% 21,6% 7,2%
0,0% woning
woonomgeving
bebouwing
buren
Deelplan 5 Morgenweide 0,0%
100,0% 90,0%
10,5% 2,6%
80,0%
21,1%
70,0%
13,2%
28,9% 4
76,3%
60,0%
3
60,5%
50,0%
50,0%
2 1
40,0%
65,8%
30,0% 20,0%
7,9% 2,6%
10,0%
13,2%
26,3%
21,1%
0,0%
0,0% woning
woonomgeving
bebouwing
buren
Deelplan 8 - Boswijk 100,0% 26,5%
90,0% 80,0%
5,9%
14,7% 7,4%
27,9%
52,9%
4
70,0%
27,9%
60,0%
3
39,7%
2
50,0% 40,0%
41,2% 25,0%
30,0%
22,1%
20,0%
8,8%
10,0%
13,2%
50,0% 25,0%
11,8%
0,0% woning
woonomgeving
bebouwing
buren
- 28 -
1
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0%
80,0%
15,2%
18,2%
90,0%
12,1%
45,5%
4
70,0%
24,2%
18,2%
42,4%
60,0% 50,0%
21,2%
2 1
21,2%
40,0% 30,0% 20,0%
3
39,4% 9,1%
54,5%
33,3% 24,2%
10,0%
15,2%
6,1%
0,0% woning
woonomgeving
bebouwing
buren
Wat vindt men belangrijk? (2)
Alle wijken 100,0% 90,0%
40,6%
80,0% 70,0%
13,0%
18,8%
17,4%
29,7%
24,6%
2
33,3%
30,0% 10,0%
3
18,1%
50,0%
20,0%
4
26,8%
60,0% 40,0%
27,5% 22,5%
18,8%
33,3%
1
46,4% 21,7%
7,2%
0,0% bebouwing
groen
water
voorzieningen
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0% 80,0%
7,9% 23,7%
7,9% 39,5%
15,8%
4
44,7%
3
26,3% 60,0%
2
36,8%
18,4%
42,1%
40,0%
50,0% 20,0%
31,6%
0,0% bebouwing
18,4% 0,0% groen
1
18,4%
18,4% water
voorzieningen
- 29 -
Deelplan 8 - Boswijk 100,0%
24,2% 48,5%
80,0% 60,0% 40,0% 20,0%
12,1%
15,2%
18,2%
19,7%
4 3
13,6%
33,3%
2
48,5%
28,8%
27,3%
1
56,1% 10,6% 12,1%
15,2%
16,7%
0,0% bebouwing
groen
water
voorzieningen
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0% 80,0% 60,0%
20,6%
20,6%
26,5%
3 2
20,6% 35,3%
23,5%
5,9%
0,0%
1
17,6%
35,3%
35,3%
bebouwing
4
11,8%
38,2%
32,4%
26,5%
40,0% 20,0%
32,4%
17,6%
groen
water
voorzieningen
Wat vindt men belangrijk? (3)
Alle wijken 100,0% 80,0%
43,2%
20,0%
15,1%
19,4%
23,7%
4
28,8%
3 26,6%
23,0%
60,0%
40,0%
12,9%
2
36,0%
30,2%
1
25,2% 44,6%
15,8% 10,8%
25,2%
19,4%
0,0% groen
water
bebouwing
parkeren
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0% 80,0%
42,1%
20,0%
10,5% 23,7%
39,5%
34,2%
34,2% 15,8% 7,9%
44,7%
26,3%
18,4% 31,6%
15,8%
0,0% groen
water
4 3
31,6%
60,0% 40,0%
7,9% 15,8%
bebouwing
parkeren
- 30 -
2 1
Deelplan 8 - Boswijk 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
10,4%
17,9%
23,9%
14,9%
47,8%
4
26,9%
19,4%
3
31,3%
2
26,9%
40,3%
1
26,9%
55,2% 13,4%
17,9%
14,9%
11,9% groen
water
bebouwing
parkeren
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
35,3%
14,7%
23,5%
26,5%
17,6%
4 17,6%
32,4%
3
29,4%
32,4%
2 29,4%
1
20,6% 20,6% 11,8% groen
38,2%
26,5%
23,5%
water
bebouwing
parkeren
Wat vindt men belangrijk? (4)
Alle wijken 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
27,0%
12,4%
13,1%
23,4%
24,8%
29,9% 45,3%
22,6%
46,7%
16,8% vijvers
21,2% recreatieplas
4 3
32,8%
13,9%
wonen aan water
36,5%
18,2%
2 1
15,3% water in de buurt
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0%
80,0% 60,0%
18,9% 8,1%
5,4% 29,7%
32,4%
43,2%
3
21,6%
2
27,0% 48,6%
40,0%
35,1%
18,9%
51,4% 20,0%
16,2%
21,6%
10,8% 10,8%
0,0% wonen aan water
4
vijvers
recreatieplas
water in de buurt
- 31 -
1
Deelplan 8 - Boswijk 100,0% 80,0% 60,0%
21,2%
15,2%
19,7%
30,3%
22,7%
40,9%
3
27,3%
9,1%
22,7%
40,0%
47,0%
50,0% 20,0%
4
2 1
24,2% 19,7%
25,8%
16,7%
7,6% 0,0%
wonen aan water
vijvers
recreatieplas
water in de buurt
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0%
17,6%
80,0%
47,1%
8,8%
60,0%
2,9% 14,7%
38,2%
35,3%
35,3%
40,0% 20,0%
14,7%
50,0%
20,6%
4 3
38,2%
2 23,5% 11,8%
1
23,5% 17,6%
0,0%
wonen aan water
vijvers
recreatieplas
water in de buurt
Wat vindt men belangrijk? (5)
Alle wijken 100,0%
15,8%
80,0% 60,0%
12,2%
10,1%
18,7%
23,7%
61,9% 48,2%
3
28,1%
2 44,6%
40,0%
9,4% 5,8%
21,6% 20,0%
1
41,0%
23,0%
14,4%
4
21,6%
0,0% groene omgeving
privé tuin
park
groen in de buurt
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
5,3%
13,2%
26,3% 50,0%
13,2%
21,1%
68,4%
3
31,6% 44,7%
15,8%
2,6% 7,9%
21,1%
21,1%
groene omgeving
privé tuin
4
36,8% 21,1% park
groen in de buurt
- 32 -
2 1
Deelplan 8 - Boswijk 100,0%
13,4%
80,0%
60,0%
67,2%
50,7%
11,9%
7,5%
14,9%
25,4%
3
25,4%
2
46,3% 40,0% 20,0%
4
9,0% 1,5%
26,9%
22,4%
9,0%
1
47,8% 20,9%
0,0% groene omgeving
privé tuin
park
groen in de buurt
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0%
20,6%
23,5%
44,1%
80,0% 60,0%
23,5%
4 3
41,2% 17,6%
40,0%
29,4%
41,2%
26,5%
17,6%
2 1
11,8%
17,6% 20,0%
17,6%
11,8%
32,4%
23,5%
0,0% groene omgeving
privé tuin
park
groen in de buurt
Wat vindt men belangrijk? (6)
Alle wijken 100,0%
14,3%
26,4%
33,6%
80,0% 60,0% 40,0% 20,0%
25,7%
25,0% 23,6%
31,4%
20,0%
19,3%
20,0%
30,7%
26,4%
34,3%
4 3 2 1
26,4% 26,4%
16,4%
0,0%
openbaar vervoer
autowegen
wandelpaden
fietspaden
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
10,5% 31,6% 18,4%
21,1% 28,9%
openbaar vervoer
36,8%
21,1% 4
28,9% 31,6%
13,2% 28,9%
autowegen
3 2
21,1%
42,1%
18,4%
wandelpaden
23,7% 23,7%
fietspaden
- 33 -
1
Deelplan 8 - Boswijk 100,0%
14,7%
27,9%
32,4%
80,0% 60,0%
27,9%
23,5%
40,0%
17,6%
22,1%
20,0%
26,5%
22,1%
25,0%
4
19,1%
3
29,4% 29,4%
2
1
30,9% 36,8% 14,7%
0,0% openbaar vervoer
autowegen
wandelpaden
fietspaden
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0%
80,0% 60,0%
17,6%
32,4%
20,6% 11,8%
20,6%
32,4%
4 3
32,4%
2
35,3%
23,5%
40,0%
20,0%
17,6%
1
35,3% 41,2%
20,6%
32,4% 14,7%
11,8%
0,0%
openbaar vervoer
autowegen
wandelpaden
fietspaden
Wat vindt men belangrijk? (7)
Alle wijken 100,0% 80,0% 60,0% 40,0% 20,0%
9,4%
12,3% 29,7% 22,5%
15,9%
48,6%
36,2%
4 3
26,8%
2 25,4%
29,0% 44,9% 18,8%
31,2%
1
13,0% 13,0%
23,2%
0,0% school
kinderdagverblijf
winkels
zorgcentrum
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0% 23,7%
15,8%
80,0% 18,4%
55,3%
44,7%
42,1%
21,1%
42,1%
20,0% 15,8%
15,8%
13,2%
7,9% kinderdagverblijf
winkels
2
1 34,2%
0,0% school
4 3
28,9%
60,0% 40,0%
7,9%
13,2%
zorgcentrum
- 34 -
Deelplan 8 - Boswijk 80,0%
7,6%
9,1%
100,0%
39,4%
15,2%
43,9%
28,8%
19,7% 60,0%
2 31,8%
21,2%
20,0%
3
24,2%
40,0%
4
47,0%
56,1%
1
12,1%
15,2%
12,1%
16,7%
0,0% school
kinderdagverblijf
winkels
zorgcentrum
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0% 80,0%
17,6% 23,5%
14,7%
17,6% 17,6%
4
50,0%
41,2%
60,0% 29,4%
38,2%
40,0%
17,6%
11,8% 20,0%
29,4%
26,5%
20,6%
3 2
20,6%
1
23,5%
0,0%
school
kinderdagverblijf
winkels
zorgcentrum
Wat vindt men belangrijk? (8)
Alle wijken 100,0% 30,0%
80,0% 60,0%
39,3%
28,6% 32,9%
40,0%
15,0%
15,7%
22,1%
16,4%
27,9%
18,6%
12,9%
3 2 1
28,6%
20,0%
25,0%
4
35,0%
42,9%
9,3%
0,0% parkeren
groen
speelplantsoen
water
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0% 80,0%
42,1%
31,6%
15,8%
60,0% 26,3%
21,1%
42,1%
28,9%
21,1%
34,2%
5,3% 15,8% 31,6%
18,4% 13,2%
0,0% parkeren
1 47,4%
5,3% groen
3 2
40,0% 20,0%
4
speelplantsoen
water
- 35 -
Deelplan 8 - Boswijk 100,0%
50,0%
80,0% 60,0%
40,0% 20,0%
7,4%
16,2%
30,9%
14,7%
26,5%
3
29,4% 30,9% 13,2%
4
26,5%
30,9%
25,0%
2 1
11,8% 13,2%
30,9%
42,6%
0,0% parkeren
groen
speelplantsoen
water
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0%
23,5%
26,5%
80,0% 60,0% 40,0%
20,0%
29,4%
35,3% 11,8%
0,0%
parkeren
23,5%
11,8% 38,2%
20,6%
29,4%
44,1%
26,5%
4
20,6%
3
14,7%
2 1
38,2%
5,9% groen
speelplantsoen
water
Wat vindt men belangrijk? (9)
Alle wijken 100,0%
12,3%
13,8%
80,0%
23,2%
21,7%
35,5%
34,1%
60,0%
39,9%
26,8%
15,9% 29,0%
30,4%
4 3
40,0% 20,0%
34,1%
17,4%
28,3%
2 1
14,5% 23,2%
0,0% speelplantsoen plek voor jongeren openbaar groen
parkeren
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0%
13,2%
15,8%
80,0%
18,4%
18,4%
60,0%
34,2%
36,8%
26,3% 44,7%
3
36,8%
34,2%
23,7% 28,9%
2
26,3%
40,0% 20,0%
13,2%
5,3% 23,7%
0,0% speelplantsoen
plek voor jongeren
4
openbaar groen
parkeren
- 36 -
1
Deelplan 8 - Boswijk 100,0%
12,1%
12,1%
80,0%
24,2%
21,2%
60,0% 34,8%
45,5%
28,8%
3 27,3%
36,4%
2
27,3%
40,0%
20,0%
4
30,3%
30,3%
1
21,2%
7,6%
19,7%
21,2%
0,0% speelplantsoen plek voor jongeren openbaar groen
parkeren
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0%
11,8%
14,7%
80,0%
26,5%
26,5%
44,1%
14,7%
26,5%
40,0% 20,0%
23,5% 23,5%
4 3
60,0%
38,2%
29,4%
32,4%
17,6%
32,4%
2 1
11,8% 26,5%
0,0%
speelplantsoen
plek voor jongeren
openbaar groen
parkeren
Wat vindt men belangrijk? (10)
Alle wijken 100,0%
12,9%
19,4%
27,3%
16,5%
33,1% 80,0%
34,5%
4 3
60,0% 40,0%
17,3%
25,2% 17,3%
43,9%
1
46,8% 20,0%
24,5%
2
30,9%
15,8%
21,6% 12,9%
0,0% rust
contact met buren
levendigheid
privacy
Deelplan 5 - Morgenweide 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
2,6% 21,1% 36,8%
36,8%
39,5% 13,2%
3
18,4%
23,7%
26,3%
36,8% 18,4% 21,1% rust
2 1
47,4%
26,3%
23,7%
7,9% contact met buren
4
levendigheid
privacy
- 37 -
Deelplan 8 - Boswijk 100,0% 80,0% 60,0%
23,9%
40,0%
16,4%
20,0%
17,9%
19,4%
25,4%
16,4%
34,3%
28,4%
4 3
16,4%
34,3%
47,8%
22,4%
2 1
44,8%
25,4%
14,9%
11,9%
0,0% rust
contact met buren
levendigheid
privacy
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0%
26,5% 80,0% 60,0% 40,0%
20,0%
14,7%
17,6%
20,6%
20,6%
29,4% 17,6%
3
17,6%
2
29,4%
50,0%
1 44,1%
26,5%
4
41,2%
14,7%
14,7%
14,7%
0,0%
rust
contact met buren
levendigheid
privacy
Wat vindt men belangrijk? (11)
Alle wijken 100,0% 80,0%
60,0%
10,7%
11,4%
17,9%
31,4%
35,7%
21,4%
3
19,3%
2
60,0% 40,0% 20,0%
11,4% 7,9%
20,7%
35,7%
4
1
37,1% 41,4%
22,1%
15,7%
0,0%
veilige buurt
goede buren
schone buurt
groene buurt
Deelplan 5 - Morgenweide 5,3%
100,0%
80,0%
23,7% 63,2%
60,0% 40,0% 20,0%
18,4%
42,1%
13,2% 10,5%
4
18,4%
3
47,4%
2 1
57,9%
18,4%
7,9% 10,5%
28,9%
2,6%
0,0% veilige buurt
31,6%
goede buren
schone buurt
groene buurt
- 38 -
Deelplan 8 - Boswijk 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
10,3%
8,8%
17,6% 4
23,5% 63,2%
36,8%
27,9% 39,7%
11,8% 7,4% 17,6% veilige buurt
3 2
19,1%
1
33,8% 19,1% goede buren
35,3%
27,9%
schone buurt
groene buurt
Deelplan 10 - Waterbuurt 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
17,6% 50,0% 2,9% 8,8%
23,5% 4
29,4%
47,1%
20,6% 20,6%
38,2%
20,6% goede buren
3 2 1
32,4%
38,2%
veilige buurt
8,8%
35,3%
5,9% schone buurt
groene buurt
- 39 -
Zijn de bewoners tevreden met de woonsituatie? Woon naar mijn zin In woon naar mijn zin in de buurt? Frequency Valid
Missing
helemaal mee oneens oneens neutraal
2 9 18
eens helemaal mee eens Total System
Total
Valid Cumulative Percent Percent Percent 1,1 1,2 1,2 5,1 5,3 6,5 10,3 10,7 17,2
62 78 169 6
35,4 44,6 96,6 3,4
175
100,0
36,7 46,2 100,0
53,8 100,0
Case Processing Summary Cases Valid N Ik woon naar mijn zin in de buurt? * In welke buurt woont u?
Percent 169
N 1,0
- 40 -
Missing Percent 6
N ,0
Total Percent
175
1,0
In woon naar mijn zin in de buurt? Count
Ik woon naar mijn zin in de buurt?
In welke buurt woont u? Morgenweide Boswijk Waterbuurt Total 0 2 0 2
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Total
5 4 21 16
2 3 21 47
2 11 20 15
9 18 62 78
46
75
48
169
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 27,243 26,920 ,074
Asymp. Sig. (2-sided) 8 ,001 8 ,001 1 ,786
169
Woont u naar uw zin? 100% 90%
31%
35%
80%
46%
eens
63%
70% 60%
neutraal 42%
50%
oneens
46% 40%
37%
30%
helemaal mee oneens
28%
20%
9%
10%
11% 0%
0%
helemaal mee eens
Morgenweide
23% 4% 3% 3% Boswijk
4% 0% Waterbuurt
- 41 -
11% 5% 1% Totaal
Tevreden met de woning Ik ben tevreden met mijn woning? Frequency Valid
Missing
helemaal mee oneens oneens
Percent
Valid Percent
3
1,7
1,8
Cumulativ e Percent 1,8
4
2,3
2,4
4,1
neutraal
13
7,4
7,6
11,8
eens helemaal mee eens Total System
64 86
36,6 49,1
37,6 50,6
49,4 100,0
170 5
97,1 2,9
100,0
175
100,0
Total
Case Processing Summary Cases Valid N Ik ben tevreden met mijn woning? * In welke buurt woont u?
Percent 170
N 1,0
- 42 -
Missing Percent 5
N ,0
Total Percent
175
1,0
Ik ben tevreden met mijn woning? Count In welke buurt woont u?
Ik ben tevreden met mijn woning?
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Morgenweide 0
Total
Boswijk
Waterbuurt 1
Total 2 3
1 4 17 24
0 1 25 48
3 8 22 14
4 13 64 86
46
75
49
170
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 24,360 27,139 8,995
df
Asymp. Sig. (2-sided) 8 ,002 8 ,001 1 ,003
170
Bent u tevreden met uw woning 100% 90% 80%
29% 51%
52% 64%
70%
neutraal
60% 45%
50%
oneens
40% 30%
0%
38%
37%
20% 10%
helemaal mee eens eens
9% 2% 0% Morgenweide
33%
16%
1% 0% 1%
6% 4%
Boswijk
Waterbuurt
- 43 -
8% 2% 2% Totaal
helemaal mee oneens
Tevreden met de buurt Ik ben tevreden met de kwaliteit van de buurt? Valid Frequency Percent Percent Valid
Missing
Cumulativ e Percent
helemaal mee oneens oneens
6
3,4
3,6
3,6
19
10,9
11,2
14,8
neutraal
28
16,0
16,6
31,4
eens helemaal mee eens
63 53
36,0 30,3
37,3 31,4
68,6 100,0
169 6
96,6 3,4
100,0
175
100,0
Total System
Total
Case Processing Summary Cases Valid N Ik ben tevreden met de kwaliteit van de buurt? * In welke buurt woont u?
Percent 169
N 1,0
- 44 -
Missing Percent 6
N ,0
Total Percent
175
1,0
Ik ben tevreden met de kwaliteit van de buurt? Count In welke buurt woont u?
Ik ben tevreden met de kwaliteit van de buurt?
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Morgenweide 2
Total
Boswijk
Waterbuurt 0
Total 4 6
6 11 20 7
1 2 30 42
12 15 13 4
19 28 63 53
46
75
48
169
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 65,512 74,190 5,283
df
Asymp. Sig. (2-sided) 8 ,000 8 ,000 1 ,022
169
Bent u tevreden met de kwaliteit van de buurt? 100%
8%
15% 90%
31% 27%
80% 56% 70%
eens
43%
60%
neutraal 31%
50%
37% oneens
40% 30%
24% 40%
20% 10%
helemaal mee eens
25%
13% 4%
0% Morgenweide
17% 11%
3% 1% 0% Boswijk
8% Waterbuurt
- 45 -
4% Totaal
helemaal mee oneens
Welke elementen van de woonomgeving bepalen de tevredenheid en ontevredenheid? Van de woonomgeving meest tevreden met
Van de woomgeving het meest tevreden met
woning wijk
30,0
groen 25,9
water
25,0
ruimte winkels
20,0
voorzieningen uitzicht
15,0
uitstraling
11,7
parkeren
9,9 10,0
5,0
8,0
6,8 4,3
3,7
2,5
2,5
3,1
3,7
4,3 2,5
bereikbaarheid 5,6
2,5
autoluw
3,1
veilig rust
,0
buren
Van de woonomgeving meest tevreden met overig
120%
buren rust 100%
9% 0% 9% 0% 5% 7%
80%
11%
10%
13%
3% 6% 2%
11% 0% 1% 0%
15%
11% 0%
6% 2% 4% 0% 2% 0% 4%
5% 5%
60%
9% 45% 40%
14%
parkeren
4% 4% 2% 4% 1% 2% 2% 10% 7%
15%
6%
12%
3%
6%
4%
0%
Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 118,305 127,575 ,946
df
Asymp. Sig. (2sided) 38 ,000 38 ,000 1 ,331
162
- 46 -
voorzieningen
speelplaatsen infrastructuur winkels ruimte
groen wijk
9%
20%
uitzicht
water 26%
0%
2%
autoluw
3% 8%
23%
14% 11%
10%
Totaal
woning
Van de woonomgeving minst tevreden met Van de woonomgeving minst tevreden met 12,0 12,0
ruimte
12,0
11,3
11,3
parkeren
winkels infrastructuur
10,0
veilig buren voorzieningen
8,0 6,7 6,0
bebouwing
6,7
tuin
5,3
onderhoud
5,3
4,7
jongeren
4,7
lawaai 4,0
3,3
3,3
3,3
verkeer
3,3
gedrag bewoners
2,7 2,0
2,0
afval
2,0
vuil overig
,0
Van de woonomgeving minst tevreden met overig
120%
vuil afval
100% 20%
25%
25%
28%
gedrag bewoners verkeer
80%
15% 3% 5% 8% 3% 10%
60%
40%
8%
10% 8% 0% 13%
20%
2% 6% 3% 5%
12% 24%
5% 3% 5%
4% 2% 4%
12%
19% 6% 0% 5% 3% 9%
7%
11%
7% 5% 3% 5%
4% 15%
17%
11%
2% 0% 2% 2%
0% Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
80,924 94,780 3,932 150
Asymp. Sig. (2sided)
df 54 54 1
- 47 -
,010 ,001 ,047
lawaai
jongeren onderhoud buren veilig infrastructuur parkeren
Bebouwing van de buurt De bebouwing in de buurt straalt kwaliteit uit. Morgenweide De bebouwing in de buurt straalt kwaliteit uit. helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens Total
Boswijk
Waterbuurt
0 3 17 22 4 46
0 0 3 19 53 75
Total 8 11 15 15 0 49
8 14 35 56 57 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 116,751 134,985 14,257
8 8 1
Asymp. Sig. (2-sided) ,000 ,000 ,000
170
De bebouwing in de buurt straalt kwaliteit uit 100%
0%
9%
helemaal mee eens
90%
31%
34% eens
80% 48%
70%
71%
60%
neutraal 31%
oneens
33%
50%
helemaal mee oneens
40% 30%
22%
37%
21%
25%
20%
8% 5%
16%
10%
7% 0%
0%
4% 0%
Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
Groen in de buurt Er is voldoende groen in de buurt. Morgenweide Er is voldoende groen in de buurt.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Total
Boswijk
Waterbuurt
3
0
2
5
3 7 25 8
0 1 32 42
7 10 26 4
10 18 83 54
46
75
49
170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 52,717 61,368 1,637
8 8 1
170
- 48 -
Asymp. Sig. (2-sided) ,000 ,000 ,201
Er is voldoende groen in de buurt 100%
8%
helemaal mee eens
17% 32%
eens
80% 56% 53% 60%
neutraal
54% oneens 49% helemaal mee oneens
40% 20% 20%
43%
15%
11%
14%
7% 7% Morgenweide
6% 3%
4%
1% 0%
0%
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
Grootte van het privé groen De grootte van mijn privé groen (tuin, enz.) sluit aan bij mijn wensen. Morgenweide De grootte van mijn privé groen (tuin, enz.) sluit aan bij mijn wensen.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 1 4 9 19 12 45
Total
Waterbuurt 2 6 9 23 35 75
Totaal 4 5 11 17 10 47
7 15 29 59 57 167
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 13,098 12,846 1,901
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
,109 ,117 ,168
167
De grootte van mijn privé groen sluit aan bij mijn wensen 100% 90%
helemaal mee eens
21%
27%
34% 47%
80% 70% 60%
42%
35%
31%
40%
17%
20% 12%
20%
9% 2%
8% 3%
11% 9% 4%
9%
0% Morgenweide
Boswijk
oneens helemaal mee oneens
23%
30%
10%
neutraal
36%
50%
eens
Waterbuurt
Totaal
- 49 -
Water in de buurt Het water in de buurt zorgt voor een mooie omgeving. Morgenweide Het water in de buurt zorgt voor een mooie omgeving.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 0 3 11 20 11 45
Total
Waterbuurt 1 5 19 28 22 75
Totaal 3 0 6 20 20 49
4 8 36 68 53 169
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 12,799 15,478 1,451
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
,119 ,050 ,228
169
Het water in de buurt zorgt voor een mooie omgeving 100% 90%
helemaal mee eens
24%
29%
31% 41%
80%
eens
70% 60%
neutraal 44%
37%
oneens
40%
50% 41%
40%
helemaal mee oneens
30% 20% 10% 0%
24%
7% 0%
Morgenweide
25%
21% 12% 0% 6%
7% 1% Boswijk
5% 2%
Waterbuurt
Totaal
Parkeergelegenheid in de buurt De parkeergelegenheid in de buurt is goed. Morgenweide De parkeergelegenheid helemaal mee oneens in de buurt is goed. oneens neutraal eens helemaal mee eens Total
Boswijk 7 6 13 14 6 46
Waterbuurt 5 11 18 25 16 75
Totaal 1 7 3 23 15 49
13 24 34 62 37 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 18,009 19,618 9,769
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
170
- 50 -
,021 ,012 ,002
De parkeergelegenheid in de buurt is goed 100%
13%
21%
90%
helemaal mee eens
22% 31%
eens
80%
30% 70% 33% 50%
neutraal
36%
60%
oneens 47%
28%
40%
helemaal mee oneens
24%
20%
30% 13%
6%
20% 10%
14%
15% 14%
15%
7%
8%
2%
0% Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
Fietspaden in de buurt Fietspaden liggen op logische plekken in de buurt. Morgenweide Fietspaden liggen op helemaal mee oneens logische plekken in de oneens buurt. neutraal eens helemaal mee eens Total
Boswijk 0 4 13 22 7 46
Waterbuurt 1 2 14 37 21 75
Totaal 3 2 15 19 10 49
4 8 42 78 38 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 11,639 11,804 ,148
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
,168 ,160 ,701
170
De fietspaden liggen op logische plekken in de buurt 100%
15%
90%
28%
20%
22%
eens
80% 70% 60%
neutraal
48%
39% 46% 49%
50%
0%
31%
28%
20% 10%
oneens helemaal mee oneens
40% 30%
helemaal mee eens
25% 19%
9% 0% Morgenweide
3% 1% Boswijk
4% 6% Waterbuurt
5% 2% Totaal
- 51 -
Voetpaden in de buurt De voetpaden zijn netjes en goed te gebruiken. Morgenweide De voetpaden zijn netjes en goed te gebruiken.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 1 4 7 29 5 46
Total
Waterbuurt 0 6 12 36 21 75
Totaal 5 4 10 22 8 49
6 14 29 87 34 170
Chi-Square Tests Value
df
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Asymp. Sig. (2-sided)
15,991 16,623 1,388
8 8 1
,043 ,034 ,239
170
De voetpaden zijn netjes en goed te gebruiken 100%
11%
90%
16%
helemaal mee eens
20%
28%
eens
80% 70% 60%
neutraal
45%
63%
51%
oneens
48%
50%
helemaal mee oneens
40% 20%
30% 20%
15%
10%
9% 2%
0% Morgenweide
17%
16%
8%
8% 0%
10%
Boswijk
8% 4%
Waterbuurt
Totaal
De bereikbaarheid van de wijk Mijn woning en andere plaatsen in de buurt zijn goed bereikbaar. Morgenweide Mijn woning en andere helemaal mee oneens plaatsen in de buurt oneens zijn goed bereikbaar. neutraal eens helemaal mee eens Total
Boswijk 1 2 31 12 46
Waterbuurt 1 9 31 34 75
Totaal 1 4 30 14 49
3 15 92 60 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 10,164 10,374 ,011
Asymp. Sig. (2-sided) 6 6 1
170
- 52 -
,118 ,110 ,917
Mijn woning en andere plaatsen in de buurt zijn goed bereikbaar 100% helemaal mee eens 26%
90%
29%
35% eens
45%
80% 70%
neutraal
60% oneens
50% 61%
67%
40%
54%
41%
helemaal mee oneens
30% 20% 10%
12%
4% 2% 0%
0%
Morgenweide
Boswijk
9% 2% 0%
8% 2% 0%
1% 0%
Waterbuurt
Totaal
De verkeersveiligheid De verkeerssituatie in de buurt is veilig. Morgenweide De verkeerssituatie in de buurt is veilig.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 6 13 7 13 7 46
Total
Waterbuurt 4 8 21 20 22 75
Totaal 5 7 15 16 6 49
15 28 43 49 35 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 15,702 15,567 ,438
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
,047 ,049 ,508
170
De verkeerssituatie in de buurt is veilig 100%
12%
15%
90%
29%
21%
eens
80% 70%
33%
28%
29%
oneens
15%
40% 30%
28%
13%
31%
25%
14%
16%
10%
9%
28%
20% 10%
neutraal
27%
60% 50%
helemaal mee eens
11% 5%
0%
Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
- 53 -
helemaal mee oneens
Openbaar vervoer Je kan goed gebruik maken van het openbaar vervoer. Morgenweide Je kan goed gebruik maken van het openbaar vervoer.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 0 3 4 20 19 46
Total
Waterbuurt 1 3 14 37 20 75
Totaal 2 1 11 23 12 49
3 7 29 80 51 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df
Asymp. Sig. (2-sided)
9,318 9,926 3,368
8 8 1
,316 ,270 ,066
170
Je kan goed gebruik maken van het openbaar vervoer 100%
helemaal mee eens 24%
27%
90%
30%
41%
80%
eens
70%
neutraal
60% 47%
49%
50%
oneens
47%
43%
40%
helemaal mee oneens
30% 20% 9%
10%
7% 0%
0%
Morgenweide
22%
19%
17%
2% 4%
4% 1% Boswijk
4% 2%
Waterbuurt
Totaal
Winkelvoorzieningen Er zijn voldoende winkelvoorzieningen. Morgenweide Er zijn voldoende winkelvoorzieningen.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 1 4 10 24 7 46
Total
Waterbuurt 4 5 20 35 11 75
Totaal 2 7 10 25 5 49
7 16 40 84 23 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 3,913 3,908 1,053
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
170
- 54 -
,865 ,865 ,305
Er zijn voldoende winkelvoorzieningen 100%
10%
15%
15%
14%
helemaal mee eens
90% eens
80%
70%
51%
47%
52%
60%
neutraal
49%
oneens
50%
helemaal mee oneens
40% 30%
20%
27%
22%
24%
20% 10%
14%
7% 5%
9% 2%
9% 4%
4%
0% Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
Speelvoorzieningen voor kinderen De speelvoorzieningen zijn goed bereikbaar en leuk voor de kinderen. Morgenweide De speelvoorzieningen helemaal mee oneens zijn goed bereikbaar en oneens leuk voor de kinderen. neutraal eens helemaal mee eens Total
Boswijk
Waterbuurt
2 2 17 19 5 45
1 10 26 26 10 73
Totaal 0 1 26 15 6 48
3 13 69 60 21 166
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df
Asymp. Sig. (2-sided)
3,913 3,908 1,053
8 8 1
,865 ,865 ,305
170
De speelvoorzieningen zijn goed bereikbaar en leuk voor de kinderen 100%
11%
14%
13%
13%
helemaal mee eens
90% eens
80% 70%
42%
36%
31%
36% neutraal
60%
oneens
50% 40% 30%
36% 38%
helemaal mee oneens 54%
42%
2% 0%
8% 2%
20% 10%
4% 4%
0% Morgenweide
14% 1% Boswijk
Waterbuurt
Totaal
- 55 -
Voorzieningen voor jongeren Voorzieningen voor jongeren zijn voldoende aanwezig. Morgenweide Voorzieningen voor jongeren zijn voldoende aanwezig.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 6 12 21 6 0 45
Total
Waterbuurt 8 26 28 10 2 74
Totaal 3 13 28 3 1 48
17 51 77 19 3 167
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df
Asymp. Sig. (2-sided)
7,500 8,477 ,359
8 8 1
,484 ,388 ,549
167
Voorzieningen voor jongeren zijn voldoende aanwezig 0%
100%
14%
90%
2% 11%
2% 6%
3%
13%
helemaal mee eens eens
80% 70%
38%
47%
neutraal
46%
58%
60% oneens
50%
helemaal mee oneens
40% 35%
27%
30%
31% 27%
20% 13%
10%
11%
10%
6%
0%
Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
Kwaliteit van de scholen De kwaliteit van de scholen in de buurt sluiten goed aan bij mijn wensen. Morgenweide De kwaliteit van de scholen in de buurt sluiten goed aan bij mijn wensen.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk
1 0 21 16 6 44
Total
Waterbuurt 4 7 23 21 16 71
Totaal 1 6 23 10 6 46
6 13 67 47 28 161
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 12,693 16,071 1,890
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
161
- 56 -
,123 ,041 ,169
De kwaliteit van de scholen in de buurt sluiten goed aan bij mijn wensen 100%
13%
14%
17%
23%
90% 80%
helemaal mee eens eens
22% 36%
70%
29%
neutraal
30%
60% oneens
50% 50%
40% 30%
helemaal mee oneens
42%
32% 48%
20%
10%
0% 2%
10%
13%
6%
2%
8% 4%
0%
Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
Kinderdagverblijven Er zijn voldoende kinderdagverblijven in de buurt. Morgenweide Er zijn voldoende kinderdagverblijven in de buurt.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 0 0 20 18 5 43
Total
Waterbuurt 3 3 39 13 12 70
Totaal 0 2 27 13 6 48
3 5 86 44 23 161
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 12,256 14,431 ,857
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
,140 ,071 ,355
161
Er zijn voldoende kinderdagverblijven in de buurt 100%
12%
17%
13%
14%
27%
27%
helemaal mee eens
90%
80% 70%
19%
eens
42%
neutraal
60% oneens
50% 40% 30%
56%
helemaal mee oneens
56%
53%
4% 0%
3% 2%
47%
20% 10% 0%
0% Morgenweide
4% 4% Boswijk
Waterbuurt
Totaal
- 57 -
Veiligheid in de buurt Ik voel me veilig in de buurt. Morgenweide Ik voel me veilig in de buurt.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 0 5 7 27 7 46
Total
Waterbuurt 0 1 12 36 26 75
Totaal 1 4 13 26 5 49
1 10 32 89 38 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df
Asymp. Sig. (2-sided)
19,668 20,544 1,149
8 8 1
,012 ,008 ,284
170
Ik voel me veilig in de buurt 100%
10%
15%
helemaal mee eens
22%
90%
35%
eens
80% 70%
neutraal
53%
60%
59%
52%
oneens
50% 48%
helemaal mee oneens
40% 30%
27%
20%
15%
10%
11% 0%
0%
19%
16%
8% 2%
1% 0%
Morgenweide
Boswijk
6% 1%
Waterbuurt
Totaal
Contact met de buren Ik heb regelmatig contact met mijn buren. Morgenweide Ik heb regelmatig contact met mijn buren.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 1 5 10 20 10 46
Total
Waterbuurt 1 3 8 34 29 75
Totaal 1 4 12 23 9 49
3 12 30 77 48 170
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 11,307 11,529 ,006
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
170
- 58 -
,185 ,174 ,937
Ik heb regelmatig contact met mijn buren 100%
helemaal mee eens
18%
22%
90%
28% 39%
80%
eens
70%
neutraal
60%
47%
43%
oneens
45%
50% 45%
40% 30%
helemaal mee oneens
22%
24% 18%
20% 11%
11% 2%
10%
8% 2%
4% 1%
0% Morgenweide
Boswijk
7% 2%
Waterbuurt
Totaal
Actieve betrokkenheid bij beheer en onderhoud Ik ben actief betrokken bij het onderhoud en beheer van mijn buurt. Morgenweide Ik ben actief betrokken helemaal mee oneens bij het onderhoud en oneens beheer van mijn buurt. neutraal eens helemaal mee eens Total
Boswijk 14 15 10 7 0 46
Waterbuurt 10 18 28 9 8 73
Totaal 9 15 14 8 2 48
33 48 52 24 10 167
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df
Asymp. Sig. (2-sided)
13,833 15,888 2,064
8 8 1
,086 ,044 ,151
167
Ik ben actief betrokken bij het onderhoud en beheer van mijn buurt 100%
0% 15%
90% 80%
11%
14%
helemaal mee eens
12%
eens 29%
31%
neutraal
38%
60%
oneens
33%
40% 30% 20%
6%
17% 22%
70%
50%
4%
31%
29%
19%
20%
25% 30% 14%
10%
0% Morgenweide
Boswijk
Waterbuurt
Totaal
- 59 -
helemaal mee oneens
Onderhoud van de buurt De buurt wordt goed onderhouden. Morgenweide De buurt wordt goed onderhouden.
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
Boswijk 1 7 19 17 2 46
Total
Waterbuurt 0 1 19 34 21 75
Totaal 10 11 17 8 2 48
11 19 55 59 25 169
Chi-Square Tests Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
df 59,627 63,833 9,291
Asymp. Sig. (2-sided) 8 8 1
,000 ,000 ,002
169
De buurt wordt goed onderhouden 100%
80%
4%
4%
15%
90%
28%
17%
helemaal mee eens eens
37% 35%
70% 35%
neutraal
60%
40%
oneens
45%
50% 41%
23%
33%
21%
11%
30% 20% 10%
15% 2%
0% Morgenweide
25%
7%
1% 0% Boswijk
Waterbuurt
Totaal
- 60 -
helemaal mee oneens
Bijlage 8: Deelplannen Ypenburg Pijnacker-Nootdorp
Deelplan 16 (De Hollandsche Meesters) Dit deelplan van ontwikkelaar Heijmans Vastgoed) telt 290 woningen, onderverdeeld in: het Lint van Van Gogh (Fellowshiplaan): 26 huurwoningen en 53 koopwoningen; het Gilde van Rembrandt: 50 huurappartementen en 86 koopwoningen; het Landgoed van Vermeer: 75 kavels waar particulieren een eigen woning kunnen bouwen. Alle projectwoningen zijn inmiddels opgeleverd en vrijwel alle bewoond. Begin 2010 waren er nog 4 woningen onverkocht. Ook de woningen op de kavels zijn grotendeels gerealiseerd en bewoond. Begin 2010 waren nog enkele woningen in aanbouw en waren er nog 3 kavels te koop. Ten noordwesten van deelplan 16 wordt in opdracht van de gemeente de woonbuurt Vliehors met 14 (woonwagen)woningen gerealiseerd. Het streven is deze woonbuurt eind 2010 gereed te hebben.
Deelplan 17 (Les Bastides) Dit deelplan van Bouwfonds Ontwikkeling (voorheen Rabo Vastgoed) telt 583 woningen. Dit deelplan is vrijwel helemaal gereed; de drie hoven aan weerszijden van de Veenweg zijn al enige tijd klaar; hetzelfde geldt voor het lint van de Zuster Gerarduslaan, de appartementen langs de Laan van Nootdorp en de patiowoningen bij de velden van het sportpark Centrum. Het
project
Zusterhof
is
in
de
eerste
helft
van
2009
opgeleverd.
Voor 9 vrijstaande woningen aan de Droppinghof (project De Ruijter) blijkt in de huidige tijd te weinig belangstelling. Dit project is uit verkoop gehaald en wordt herontwikkeld.
Deelplan 18 Dit deelplan, dat door drie ontwikkelaars wordt gerealiseerd, kent vijf deelprojecten waarin bij elkaar 384 woningen worden gebouwd. De Grote Hof (straatnaam Zonnehof) van Bouwfonds Ontwikkeling met 246 woningen / appartementen is al enige tijd geleden opgeleverd en bewoond. Het Kleine Lint (7 woningen aan de Veengaarde) is eind 2009 opgeleverd; hier is nog 1 woning te koop. Ceres Projecten heeft aan de Windlusthof de Kleine Hof (107 huurwoningen en – appartementen)
ontwikkeld;
dit
project
wordt
- 61 -
door
Vestia
Nootdorp
verhuurd.
Aan het Westende heeft Vergeer Planontwikkeling het project Pose Parc (15 landhuizen) laten bouwen dat van december 2009 tot eind april 2010 wordt opgeleverd. Hier zijn nog 3 woningen te koop. Ten zuiden van de Kortelandseweg zal Vergeer tenslotte nog 7-8 vrijstaande of twee-onder-een-kapwoningen gaan bouwen. De startdatum daarvan is nog niet bekend.
Deelplan 23 (Veenendael / Tedingerdael) Dit
deelplan
van
ontwikkelaars
Amvest
en
AM
telt
517
woningen.
Allereerst zijn er de drie hoven (project Veenendael) met daarin in totaal 441 woningen en appartementen,
die
allemaal
zijn
gerealiseerd
en
verkocht
of
verhuurd.
Ten zuiden van de hoven is een lint (project Tedingerdael) ontwikkeld met daaraan 77 vrijstaande of twee-onder-een-kapwoningen. Het merendeel van deze woningen is opgeleverd en bewoond; 5 woningen zijn nog in aanbouw en 5 wachten nog op een koper. Van de opgeleverde woningen zijn er nog 4 onverkocht. Onderdeel van deelplan 23 is ook de bouw van 4 plus 5 vrijstaande of twee-onder-een-kapwoningen door DGM Property Development. De 4 woningen (alle verkocht) zullen begin 2010 opgeleverd worden. Van de 5 villa’s (ook alle verkocht) is er één in aanbouw. Deelplan 28 (L’Orangerie) Dit deelplan – eveneens van Bouwfonds Ontwikkeling - bevat 18 kavels waarop particulieren een woning kunnen bouwen. Op 15 kavels is inmiddels een woning gerealiseerd; op de resterende 3 is een woning in aanbouw. De verwachting is dat medio 2010 dit deelplan kan worden afgerond. Twee recent opgeleverde woningen zijn nog niet verkocht.
08-07-2011 http://www.pijnacker-nootdorp.nl/101792/Deelplannen_Ypenburg
- 62 -