FROM RUSSIA WITH LOVE 10 augustus 2008
Het begint in Rusland. De eerste indruk is goed. De reis ernaar toe verloopt niet geheel soepel. Wat te verwachten was. Met een half uur overstaptijd kan ik op mijn vingers natellen dat het vrijwel niet te halen is. Een extra vlucht mag de pret niet drukken en staat garant voor wederom een plastic vliegtuigmaaltijd; rubber ei, elastieken spaghetti en het aller ergste; vieze oploskoffie! (People, don't do this to me!). Van Amsterdam via Wenen naar Frankfurt (kwamen we hier ook niet net langs?), wachten en ein-de-lijk on a plane to St. Petersburg. Het is het wachten waard. Wat een geweldige stad! Klein detail is dat onze airport pick-up natuurlijk niet meer stond te wachten en we belachelijk veel betaald hebben voor een taxi. Maar wie begrijpt er iets van Roebels?? Ik smijt met geld op vakantie... En dat we 24 uur geen bagage hebben, want die zwerft nog ergens in Europa, is ook geen lekker begin. De sfeer in de stad en het begin van een spannende reis maakt het allemaal goed. Wat een toffe stad; talloze kerken, statige Engelse gebouwen, parken en pleinen, een imitatie qua waterwegen naar het Nederlandse grachtenstelselmodel (can't blame them for trying), Petrus & Paulus-vestiging, St. Isaac basiliek, Mariinskitheater, Kerk van de Verlosser op het Bloed (lijkt op de kathedraal van het rode plein in Moskou), Alexander Nevry Klooster met onder andere het graf van beroemde componisten, Hét Hermitage / winterpaleis, standbeelden, lekker eten en hippe mensen (Is paars haar in?). De stad is een enorme toeristische trekpleister. Terecht ook. Een prachtige, historische stad met 5 miljoen inwoners. In het verleden is het de hoofdstad van het Keizerrijk Rusland geweest. Het heeft achtereenvolgens de namen Petrograd en Leningrad gehad voordat het de huidige naam kreeg. Deze stad ademt cultuur uit, het is één groot museum op zichzelf staand. Je kunt er dagen vertoeven en onophoudelijk andere bezienswaardigheden bezoeken. De Nevski Prospekt is één van de bekendste straten van Sint-Petersburg. Aan deze ruim 4 kilometer lange straat bevinden zich vele bezienswaardigheden. De straat begint bij de Admiraliteit en eindigt bij het Alexander Nevski-klooster. En het weer...we zijn het gewend. Het is zo'n 15-20 graden met afwisselend zon en regen. Met een strak gezicht draag ik mijn knalgele spuuglelijk poncho, die tot de grond reikt. Who cares...the city makes it up! Alles is mooi, niet-te-missen en een ‘kodakmoment’. Dus knip ik gedwee alles wat voor mijn lens komt en geniet in de avond nogmaals van wat ik die dag live heb gezien. Het eten is niet het beste wat het land voortbrengt. Behalve de blini's...HEERLIJK! Dit zijn een soort van flensjes en het geval wil dat ik die lust. Nu ik van mening ben dat, ik met al dat wandelen door de stad (10 km per dag is geen uitzondering) aan het sporten ben, kan ik mijn ongezonde levensstijl tot een maximum drijven. Let's see what she can take. Het bier is overigens ook prima hier. De eerste contacten zijn al gelegd; we hebben gecommuniceerd (een gesprek mag ik het niet noemen) met de Russische kok van het hostel. Die direct over voetbal, en dan specifiek 'zijn' club, begint waar Dick Advocaat trainer/coach van is. Hilarisch trouwens dat hij als een soort van superman (maar dan in blauw - wit; de clubkleuren) afgebeeld staat op mega grote (denk alles in het groot hier in Rusland) billboards. Dan heb je echt wat bereikt... Na vier dagen gaan we met de nachttrein van St. Petersburg naar Moskou. Een houten plank is hier een bed... Een snurkende coupé-medeganger neem ik dan op de koop toen om het plaatje compleet te maken en troost mij met de gedachten dat dít hetgeen is waarom ik zo graag wilde reizen; alles anders dan normaal en/of thuis... (Kan iemand me bij mijn positieven brengen?)
©flipflopfiles
En dan Moskou. Het is acht uur in de ochtend wanneer we arriveren in de homestay. Houd in dat we in een hostelappartement verblijven en hier ergens in de woning zich een eigenaar bevind. Het ziet er prima uit en is op loopafstand van de metro, welke hard nodig is in Moskou. Deze stad is HUGE!!! En heeft wederom veel te bieden, vertrouwt de reisbijbel me toe. Let the city come to me! Ik sta te popelen. MOSKOU; BIGGGG CITY 13 augustus 2008
Ongelooflijk; meer dan 16 miljoen 'geregistreerde' mensen in deze enorme stad en een kwart daarvan aan auto's (de mooiste exemplaren trouwens)! Wat een drukte en hectiek, maar ook gezelligheid en o zo mooi. Vonden we St. Petersburg prachtig, Moskou heeft ook een schat aan historische gebouwen, musea, indrukwekkende geschiedenis en shoppingcenters. Deze duurste stad ter wereld maakt haar reputatie wel waar. Als koffiejunk ben ik veroordeeld om elke Starbucks op deze globe te bezoeken en voer braaf deze opdracht uit. Een bakkie van dit zwarte goeds kost me zo'n EUR 4,50 maar is het dubbel en dwars waard. Ik wordt weer een mens... We bevinden ons trouwens in de duurste winkelstraat in Moskou. Zeg maar de Ramblas van Barcelona of de Kalverstraat in ons land. Maar goed, als backpacker geef je natuurlijk grof geld uit... And what I LOVE the most about this city; er mag nog gerookt worden in de horeca! Waar ik uiteraard dankbaar gebruik van maak. Zoals afgesproken met mijn reismaat gaan we zeker ook 'los' op onze reis. En dat doen we (lees; 'ik') (maar gedeelde smart is halve smart). Traditiegetrouw dien je in dit reusachtig land, welke bekend staat om de wodka, mee te doen aan elke nationaal gebruik. En dit zet ons aan tot het kopen van een fles wodka. Naar mijn mening is het de vrouwenversie; een knalrood chemisch vocht in zo'n 'leuke fles'... En daar komen we achter. Wat een zoete troep! Na een paar shots lachen we onophoudelijk waarvan vreemde foto’s het bewijs zijn. Maar dit is meteen het laatste vrolijke bericht. Uiteraard maken we de fles meester en wordt vervolgd met ECHTE wodka; 40% vloeibare duivel (met dank aan Fedde voor de tweede lichting). Deze real shit verdenk ik ervan ordinaire spiritus te zijn waar een normaal mens de badkamer mee reinigt. Wat eraan vooraf gaat voordat ik de daadwerkelijk fles in handen heb, is dat we reeds de helft van de fles verorberd hebben. Maar dit blijkt niet voldoende voor drie dorstige, aangeschoten lui. En zo wijst de hosteleigenaar me erop dat er in de straat een slijterij is, in de supermarkt. Zijn zin is nog niet voluit uitgesproken of ik sta al in de lift. Wanneer ik onder invloed ben, zijn mijn acties adhoc en abrupt. Ik lijkt te vliegen naar de winkel, alsof wodka ook mijn brandstof is. Maar de bewegingen zijn net iets ongecontroleerder, wat maakt dat ik de shop letterlijk binnen struikel. Zijn de drempels hier hoger? Leedvermaak is blijkbaar universeel want jawel: ik zie de Russen lachen! Een unicum begrijp ik later. De hostelbaas is me gevolgd en ook hij heeft een brede grijns. Waarschijnlijk uit beleefdheid een bulderlach onderdrukt. Maar ik heb wel een nieuw te nuttigen fles nationale drank bemachtigd, waar we binnen no-time de bodem van zien. En zo ben ik binnen afzienbare tijd 'out of order'. Totaal nok! En ook de volgende dag. Wellicht heb ik er een kleine griep bij te pakken (zo voelt het voor mij en hiermee kan ik mijn reputatie nog enigszins redden), maar ik ben totaal van de wereld. De reiziger hoor... Ik slaap me een gat in de dag en na maximaal een half uur wakker te zijn, lig ik alweer naar de binnenkant van mijn ogen te kijken. Moskou in gedachten zeg maar. Mijn vriendin is alleen op pad en keert (goddank) ook terug, met mooie ervaringen in de pocket. Maar goed, we hebben hier een paar dagen gepland. Een volledige dag besteden we aan de zogenoemde highlights; het Rode Plein, Kremlin, Mausoleum en alles daar omheen. Voor het Mausoleum wachten we lang in de rij maar willen er perse naar binnen. Er zijn strenge regels welke duidelijk gemaakt worden via borden met plaatsjes. In een communistisch land met op elke straathoek een landsdiender, ga je niet ondeugend zijn en uitdagen. Ik loop netjes in het gareel en maak geen grappen. Binnen in het mausoleum is het donker en moet ik keurig in de rij (door-)lopen. Deze combinatie is
©flipflopfiles
geen gewenning en dat gaat fout. Ik struikel over een tree en word opgevangen door een militair. Met dank. Het is absoluut heel vreemd om naar het gebalsemde lichaam van Lenin te kijken. Hij ligt al, tientallen jaren, in de kist van Sneeuwwitje en kan het moeilijk serieus nemen. De kennis dat hij de ingewanden mist, maakt het er niet beter op. O.a. zijn hersenen welke wetenschappers wilden onderzoeken om zo de oorsprong van ‘geniale gedachten’ op te kunnen sporen. Goed dat dit luguber bezoek slechts een paar minuten is. We staan weer buiten, wat een opluchting. Hoe paradoxaal om vervolgens naar een uitbundig gekleurde kathedraal te gaan. Het is de Basilius kathedraal, bekend van afbeeldingen van het Rode Plein. Deze is gebouwd in opdracht van tsaar Iwan de Verschrikkelijke. Er wordt beweerd dat hij de architect de ogen liet uitsteken om zeker te weten dat hij nooit meer zoiets perfects zou maken. Op loopafstand is ook het Kremlin. Over een grote brug bereiken we de binnenplaats waar we naar rechts gedirigeerd worden. Aan de linkerkant is het nog operationele gedeelte waar de hoge heren zich bevinden. Er wordt dus streng op toegezien dat je niet de verkeerde kant uitloopt. Zoals bij mij het geval is. Zonder de taal te verstaan, begrijp ik direct wat er van me verwacht wordt. Sorry meneer. Als ware toeristen lopen we met open mond, grote ogen, camera in de hand en de Lonely Planet in de andere verbaasd rond over de schoonheid van deze historische gebouwen. De provinciaaltjes op pad. Maar wat is het indrukwekkend, overweldigend en groots! De metro op zich is ook al een spektakel. Prachtige, brede en lange gangen van marmer met reusachtige kroonluchters. Op de terugweg worden we getrakteerd op een klassiek concert, wat oorstrelend klinkt in de lange galmende gangen. Het is de ‘Danse Macabre’ (jawel, het lied welke te horen is in ‘Het Spookslot’ van de Efteling). Ongekend hoe geweldig goed dit is uitgevoerd en het klinkt in de metrogang. Het netwerk der ondergrondse hebben we snel door en dat doet ons vlot verplaatsen. Zo ook in de avond waarbij we enig risico nemen aangezien de gebrekkig Engels sprekende dame van het hostel vermoedelijk wat cijfers door elkaar haalt zodat we kunnen kiezen uit 3 tijden waarop de metro de laatste rit heeft; 22uur, 23uur en 1uur. De laatste lijkt ons het meest geschikt voor onze stapavond, dus gokken we hierop. Via een vriend heeft mijn reispartner een leuk (eet-)café doorgekregen en ook de reisgids geeft deze spot aan als zeer leuk; 'goedkoop' eten en later op de avond voeten van de vloer op de klanken van de DJ. Een drukke tent dus wachten we aan de bar met een (voor mij veilige) Corona en we genieten van het relaxmoment na een lange wandeldag. Ah nee, hoor ik hier Nederlanders... (houd je scherp over het al dan niet ongezouten en hardop geven van kritiek). En yep, twee mannen die een poging tot bestellen ondernemen. Ze zijn in staat tot het maken van een aardige conversatie en zo eindigen we gezamenlijk aan een tafel. Heerlijk gegeten, meerdere biertjes op, zonder een blackout te krijgen, en goed gezelschap. Beide piloot (helaas zonder uniform), goede stemming en één ervan was na tien minuten al bereid vrouw & kinderen het huis uit te mikken als ik in Amsterdam wil komen stappen. Daar houd ik van; mannen die actie ondernemen. Ik werk aan mijn contacten. Eenmaal terug en uit de metro, staan daar vier kerels te feesten op het plein bij ons tijdelijk verblijf. Drank & pizza en lachende gezichten (dat gebeurt niet vaak door russen, heb ik begrepen). Nog lichtelijk onder invloed en in betere sferen maak ik een opmerking in het Nederlands. Heb ik even niet meer in de gaten dat ik niet in ons kleine kikkerland ben... Maar goed, zij reageren erop. Tuurlijk is dan de eerste originele vraag waar we vandaag komen en nog origineler is de opmerking over voetbal. Nou vraag ik je!!! Maar goed, communicatief en sociaal als wij zijn, leggen we uit wie waar zit en welke clubs we hebben (hoor ik hier ook een voetbalkreet uit te persen van de club uit mijn stad?). Binnen no-time hebben we echte Russische Franse cognac uit een chique, plastic beker. Het is even verwarrend dat de echte Russische cognac uit Frankrijk komt... Met hun gebrekkig Engels komen we er ook niet uit, maar is niet het belangrijkste aangezien mijn aandacht zich verplaatst heeft naar een 'brandende' slokdarm. Oh my Buddha, wat ik dit spul sterk!!! De galante heren bieden direct citroenwater aan, blijkbaar al wetend wat mij te wachten stond. Spasibo, guys! Een onverklaarbaar lachsalvo volgt door iets wat op
©flipflopfiles
straat lijkt te gebeuren en wij niet lijken te begrijpen. Zij zien drie meiden een sexshop binnen gaan. Als ware ‘ontdekster’ ben ik ooit op tienertoer geweest naar Amsterdam en heb daar het sexmuseum bezocht. Tel daar de nachtelijke programma's van tv bij op, samen met de vrije geest der Nederland en je verwacht wel wat gewend te zijn. Ook ik loop naar binnen. Ranziger kan niet! Wat een vieze en in mijn ogen nutteloze zaken verkopen ze daar. Enfin, na een paar minuten ben ik een Russische sexshop ervaring rijker en kan ik afvinken van de vakantie to-do-list. We hebben een strak schema door de vele wensen, ontelbare mogelijkheden in deze stad en beperkte tijd, maar we spreken af dat we mochten uitslapen. Om 10uur gaat de wekker, maar het tempo zit er niet in. Langzaam beginnen is vakantie. Deze dag doorstaan we wederom de ervaring van de metro en komen ergens weer boven. Op het eerste muurtje waar we neerstrijken is er geen ruimte voor rust. Kennelijk zie ik eruit als een reisleider, zo met de kaart op schoot, want ik voorzie meerdere toeristen van advies. (Al dan niet het juiste...Sorry mevrouw uit Korea...). Zelf lopen we nog wat rond, kijken naar kathedralen, zien gouden torens, kijken naar de mensen kijken en dan sta je ineens in de duurste winkelstraten van Moskou. Chanel, Dior, Louis Vutton etc. Juist; datgene wat de backpacker niet nodig heeft en zeker deze verleiding (of zal ik 'verlijding' zeggen?!) niet. We trakteren onszelf op een sinas. Veel beter plan in ons geval. En dan; wederom inpakken en nog even van een douche genieten omdat het de komende dagen niet meer kan. Een ware 4-daagse (zie je wel; ik doe ook aan de vierdaagse!) met beperkte mogelijkheden. Maar ongetwijfeld een avontuurlijke treinreis. Niet in de laatste plaats als we de hele trein (iedereen in de 700 meter lange trein) de polonaise kunnen laten lopen, onder het zelf gezongen Alpen Express lied. Carnaval moet iedereen van kunnen genieten! Het volgende bericht zal komen vanuit Mongolië! Met als volgende missie; maak een Josti-band aldaar. TRANS SIBERIË EXPRESS 18 augustus 2008
De eerste indruk van de trein... Ik prijs mij gelukkig met de nodige inentingen en dat ik niet claustrofobisch ben! Een iets andere versie dat het rijtuig welke ons van St. Petersburg naar Moskou heeft gebracht. Deze lijkt rechtstreeks vanuit de jaren vijftig te stammen en sindsdien onophoudelijk gebruikt, zonder enige renovatie of modernisering. Ik heb me laten vertellen dat het hoofdkussen van kamelenhaar is. De plank bovenin de coupé doet dienst als mijn bed en de bekleding van de bank was voorheen een vloerkleed. Maar buiten dit alles is het een enorm aparte belevenis. Het instappen alleen al. Vooraf zijn we gewaarschuwd voor de Mongoolse wijze van entree. Voor de duidelijkheid; we gaan met een Mongoolse handelstrein. Houdt in dat deze mensen inkopen doen in Rusland en dit onderweg verkopen en/of op welke wijze dan ook gaan vervoeren naar Mongolië. En dit wordt ons overduidelijk op het perron alias pakhuis. Grote dozen, nog grotere tassen, zakken, alle varianten komen voorbij. Het goede advies vooraf luidt; laat ze eerst instappen en accepteer niet dat ze jouw coupé volzetten. En wat een spektakel! Overal staat de bagage en de vracht. Eenmaal binnen begint de grote uitlaatvoorstelling, stouwen maar. Elke vrije en mogelijke hoek/gat wordt benut. Een acrobatische toer om zelf, licht bepakt als we het vergelijken, naar de juiste plaats te komen. De ruimte is kleiner dan de vorige rit, maar klaarblijkelijk kan er meer in. We hebben lieve kompanen in de coupé. Één van de eerste vragen is of we de Russen ook zo onaardig vinden en sluit dit af met een grote lach. Ik vind haar meteen leuk.
©flipflopfiles
Ze duwt keurig alle spullen weg en laat ruimte voor ons over, om vervolgens haar landgenoten van het treinstel te gaan helpen alles weg te krijgen. In de coupé, onder de bank, in de bovenrekken, in de vloer in de gang, achter de verwarming en er zijn zelfs 'sleutels' welke de luiken in de tussenstukken van coupes en het plafond open krijgen. Liggend op mijn bed kijk ik naar een worst die aan een handvat bungelt. Wij zijn de enige toeristen in ons gedeelte. De mensen zijn aardig, spreken gebrekkig Engels, doen hun best een conversatie te maken in gebarentaal, maar het prettigst vind ik dat ze emotie tonen en kunnen lachen. Als aartslui persoon, ik erken deze eigenschap zelf, is het een super trip. Het enige dat ik doe is zitten, ouwehoeren, hangen, lezen, slapen, muziek luisteren en voor me uitstaren naar alles wat voorbij komt. De eerste nacht slapen op een hard bed levert de eerste blauwe plekken op. Maar who cares...het heeft een mooi verhaal. Rond 10uur worden we 'gewekt' door de drukte en chaotische handelswijze der Mongolen. Zonder op te hoeven kijken, kan ik ervan uitgaan dat we op een station zijn en dat betekent: handel. Grote pakken worden razendsnel en behendig opengesneden en jassen worden eruit gegist. Het stel uit onze coupé verkoopt twee jassen. Uiteraard trek ik ook een exemplaar aan en gebruik de gang als catwalk. Gelukkig kunnen ze hierom lachen. Daarnaast heb ik afgesproken dat ik ook een keer mee naar buiten ga om te verkopen en wil mijn saleskwaliteiten over de grens beproeven. En zo geschiedde... Waar ik eerder sprak over vier dagen niks doen, word ik hier voor de leeuwen gegooid. Met vier 'prachtige' tassen aan mijn arm en de mededeling dat ze 300 roebel zijn (no discussion!) sta ik daar in de menigte. De Russische taal uitgesloten en het besef dat ze Engels niet begrijpen, besluit ik het gewoon in het Nederlands te doen. Een passende marktstem bezit ik al, dus is het enkel zaak de juiste leuzen te schreeuwen. En wat hebben we gelachen! Ik maak mezelf een attractie en heb inderdaad de aandacht, na eerst wat schuchtere blikken te incasseren. De toeristen van de andere en onze trein zijn geanimeerde toeschouwers. 'Wie maakt me los, wie maakt me vrij?' 'Dames en heren (?), nieuwste mode, prima prijs!' 'Mooie tassen uit Hollanda!!' (Er was een oranje exemplaar bij...). 'Mensen, laatste ronde!!!' En zo verkoop ik drie van de vier tassen. Mijn nieuwe baas is tevreden. Voor wat betreft de hygiëne is het een ware beproeving. Wat thuis in vijf minuten gepiept is, gaat in de trein wat omslachtiger. De toilet met handenwasbakje dient voor het gehele ritueel (indien het open is dan, want na/tijdens/voor de stops is het gesloten en ze weigeren gerust om het daarna weer open te doen. Ook al loop je groen aan om je hoognodig moet toiletteren). Voorbereiding is het halve werk en helaas heb ik het slechts voor de helft onder de knie. Maar niets is onoverkomelijk. In zoverre heb ik nagedacht dat er wegwerpwashandjes in de tas zitten. Het laatste levert de moeilijkheid op, want deze zitten in de backpack... Juist, onder de bank. Maar goed, met zeeën van tijd is dit geen obstakel. Desondanks heb ik de gehele rugzak in het compartiment boven me geplaatst (tijdverdrijf...). Maar dan de persoonlijke schoonmaak. Eerst tandenpoetsen, terug om spullen weg te leggen (je wilt écht niet dat er hier iets valt, in het bijzonder de tandenborstel) en weer terug om nieuwe spullen op te halen. In de blijde verwachting dat de deur niet weer dicht is gemaakt en/of bezet is. Beetje douchegel, schone kleren aan en voilá, kind kan de was doen. Klaar in ongeveer een half uur. In de trein vinden we meerdere reizigers. Je kan niet anders dan zitten, praten en rondlopen. Wel gezellig zo met de andere backpackers waarmee we als sardientjes in een blik zitten. Als traktatie gaan we een avond 'uiteten' in de restauratiecoupé. Belachelijk duur en niet te eten. En daarna ff langs alle coupes om te chatten. En voorzichtig weer eens van de wodka te zippen...
©flipflopfiles
De Trans Siberië Express zelf is zo'n 700 meter lang en heeft, schat ik in, 12 treinstellen. In elk deel zijn 7 'kamers' met 4 bedden elk. Inderdaad: een enorm gevaarte. Mocht je willen lopen, dan is er de mogelijkheid zelf binnendoor naar het volgende dorp te lopen als je achterin zit. Omdat het zicht niet voorbij flitst, is mijn conclusie dat we niet heel hard rijden. Gezien mijn gebruikelijke race-gedrag is 120 km/uur langzaam dus hebben we hier wellicht een vertekend beeld. Met een beetje wiskunde denk ik dat we 80 km/uur rijden en daarmee 6000 km afleggen in 4 dagen. De tijd begrijp ik ondertussen niks meer van. De tip was om het uurwerk op Moskou-tijd te laten staan. Op deze manier is het mogelijk het tijdschema te volgen welke ophangt in de gang. Maar we reizen door de tijdzones. Makkelijk genomen: horizontaal van links naar rechts. Na een bepaalde 'grens' wordt er dan weer 1 uur bij opgeteld. Maar er staat natuurlijk geen bord langs de kant van de weg... Daarbij komt dat iedereen een andere mening heeft. De een heeft dit gezien, de ander dat gelezen en dan is er nog zomer- en wintertijd. I don't get it... De reis geeft tevens de mogelijkheid tot een lichte vorm van lichaamsbeweging. Doorgaans ben ik wars voor alles wat hiermee te maken heeft, maar er is geen ontkomen aan. Zoals gezegd kan lopen door de gang met obstakels wat flexibiliteit verlangen indien de handel in dozen en tassen staat te wachten om uitgeladen te worden. Meerdere keren per dag train (lees: ontwikkel) ik armspieren door mij aan verschillende stangen en andere uitstekende delen op te trekken om in bed te komen. De bovenste spieren scheuren wanneer ik een raam open wil doen. Makkelijkste weg is eraan gaan hangen en dan schuift het eenvoudig naar beneden. Wie niet sterk is, moet slim zijn. De grensovergang is een drama. Het duurt maar liefst drie uur en het merendeel worden we gesommeerd (ze zijn niet zo vriendelijk als bij ons) om in de trein te blijven. But a girl has to pee ones in a while... Dus verzoeken wij de minst streng kijkende militaire vriendelijk opzij te stappen en uit te kijken voor een exploderende blaas. Hij begreep het, zijn baas ook. Dus mogen de Dutchies rennen voor hun leven naar de toilet buiten. Het is me onduidelijk of het zo lang duurt omdat er daadwerkelijk iemand wordt opgepakt en afgevoerd. Maar dit is slechts de eerste grens: Rusland. Dan nog Mongolië. Ook dit is een lange zit, maar niet zo lang als de eerste. Eenmaal gearriveerd in Ulaanbatar gaan we met twee Duitse gasten mee naar een hostel. Met de andere toeristen spreken we later af. We kunnen eindelijk douchen (bye bye dreads) en buiten lopen. Het is de moeite met 30 graden en brandende zon. Het verlangen naar een echte maaltijd wordt een teleurstelling. De cheeseburger die ik op een terras bestel, komt uit een plastic zak. Op het bord is deze nog bevroren, maar komt wel vertrouwd uit de magnetron. Zit ik lekker buiten te genieten van mijn koude cheeseburger, krijg ik een sms van mijn vriendin of ik me bij het hostel wil melden. Ze heeft, samen met wat anderen, een trip geregeld. Hoe ze hieraan komen is me onduidelijk. Er is een 8-persoonsbus geregeld met een chauffeur en gids. Het is aan ons om een club van zes reizigers bij elkaar te krijgen. Dit lukt wonderwel, met Nederlanders ook nog. De route staat ons aan en start de dag erop al. We reizen wel met een verschillend schema. Ik heb ‘slechts’ in het totaal vier weken de tijd en mijn vriendin maakt met deze reis de start voor een trip van acht maanden. Als ik de dag erop meega, kan ik slechts tien dagen mee en verlaat haar dan halverwege. Ik gok het erop. In deze anderhalve week bezoeken we een groot Boeddhistisch Klooster, gaan naar een groot meer, hotsprings, de woestijn en dan is het voorbij. Nu is het plan dat ik in plaats van de bus terug, misschien wordt opgehaald door de Duitsers en de Engelse kerel. We zien wel hoe het loopt. De avond gebruiken we om een 'afscheidsdiner' te doen met de toeristen uit de trein. Erg gezellig, maar we zien niks van de stad. Op naar het laatste deel van de reis.
©flipflopfiles
AVONTUURLIJK MONGOLIË 31 augustus 2008
Treffender kan ik het niet omschrijven. Back to basic en Nepal-flashbacks. Wat hebben we weer meegemaakt! Het is ook zo’n heerlijk land waarbij je aan alles kan twijfelen wat gezegd wordt. En dan in het bijzonder of ik wel op tijd terug ben in Ulaanbaatar, de hoofdstad van Mongolië, aangezien ik halverwege de trip eruit gezet wordt. Dit zal nog spannend blijven, want laat ik eerst vertellen wat de trip überhaupt is. We starten met een bezoek aan het grootste en oudste klooster van Mongolië, het Amarbayasgalant monastery. Dit boeddhistisch klooster heeft ternauwernood de aanvallen door Stalin overleefd en is door Unesco gerestaureerd. Hier wonen 50 prakkiserende monniken, die dagelijks mediteren en studeren. Hierna rijden we naar het Khovsgolmeer in het noorden van Mongolië. We gaan paardrijden (ja, ik ook inderdaad) langs het water en richting een rendierfamilie. Deze dieren zijn vastgebonden aan bomen. Het is er veel te warm voor ze en zien er verveeld uit. Het is zo zielig dat we er niet naar kijken om duidelijk te maken dat wij, toeristen, dit afkeuren. Eenmaal terug doen wij een inspanning tot een persoonlijke hygiëne wasbeurt. Dat gaat niet vanzelf. Maar die lange lokken van mij mogen een keer een plens water hebben. Middels twee emmers doe ik een goede poging. Mijn vriendin helpt me erbij door te fungeren als ‘douchekraan’ en eindig met een fris koppie. Wat kan dit fijn zijn. We bezoeken ontelbaar veel kleine en onbekende dorpen waar we o.a. de nacht doorbrengen in een guesthouse of Ger (de witte nomadentent). Onderweg passeren we boeddhistische gedenkplaatsen waarbij we uit de auto moeten en drie rondes lopen om de stapel stenen met gekleurde vlaggetjes. Deze uitvoering staat voor geluk en zo springen telkens weer enthousiast de bus uit om vol overgave de rondjes te lopen. De laatste bestemming is ‘White Lake’, met een tocht naar de vulkaan en de heerlijke hotsprings waar we ons eindelijk losweken van alle viezigheid. Om dit alles te berijden zitten we niet in de beloofde 4x4 jeep, maar in een ordinaire, gedateerde minibus. Bedoeld om acht personen te vervoeren over honderden helse kilometers. We hebben chauffeur Sjaggie en de goed Engels sprekende gids Zaya bij ons. Een vooraf aanvankelijk keurig reisplan, blijkt een ‘leidraad’ te zijn. Aanpassing wordt o.a. veroorzaakt door ‘natuurgeweld’. Een bepaald aantal kilometers is in Nederland makkelijk te berekenen voor wat betreft de tijd. Dat blijkt hier toch even anders… Een weg in Mongolië is te vergelijk met een extreem slechte zandweg in het bos, voorzien van grote kuilen, vanzelfsprekende ook hobbels en talloze obstakels in de vorm van takken/stronken/hele bomen, een nomadenkaravaan, nauwelijks te ontwijken keien & stenen en overstekende beesten. Onze minibus zoekt de gevaren op en gaat volledig ‘off the road’ over een niet te achterhalen logica van een te kiezen weg. Is er wel een weg, kan ik me afvragen. Begrijpelijk dat de te verwachten aankomsttijd per uur verandert. Overnachten doen we doorgaans in een authentieke Ger, de Mongoolse nomadentent. Deze laat zich het best vergelijken met een kleine uitvoering van een circustent. Ondefinieerbaar in elkaar gezet met palen, touwen, wit doek en gekleurd lint. Binnen is doorgaans een grote stoof die het geheel verwarmt en het gat in de bovenkant dient voor ventilatie. Ook hier zijn bedden geen uitrustpunt aangezien het planken zijn met een dunne mat en een deken. Niet berekend op grote mensen, stoten wij met grote regelmaat het hoofd tegen de deurpost die (onhandig) wèl uit hard materiaal (hout) blijkt te bestaan. Onnodig te melden dat dit gepaard gaat met oud Hollands vloeken.
©flipflopfiles
De welbekende kodakmomenten zijn een doorn in het oog van de chauffeur die een duidelijk doel heeft; ons zo snel mogelijk van A naar B(eter) brengen. Toeristen welke we zijn, is alles adembenemend en willen stoppen voor elk mooi ogenblik. Doorgaans stappen we allemaal uit om het plaatje te schieten, maar wanneer we ons opgelaten voelen wordt er vanuit de bus geknipt. Raam open en inzoomen maar. Op een gegeven moment is het zo erg dat we regels maken. Ieder mag een ‘card’ inzetten voor de fotostops. Je krijgt er maar 3 per dag. Wil de één paarden fotograferen, zo wil de ander stoppen voor bergen en een volgende voor jaks. Een vertragende factor de gehele tocht. Zoals de andere groep, 4 backpackers in de minibus achter ons, pakkend weet te omschrijven; jullie stoppen voor elk beest! En dat zijn er in het geval van dit land zo’n 15 miljoen. Maar geef ze eens ongelijk, want wij stoppen inderdaad met grote regelmaat. Voor beesten (jaks, paarden, kamelen, kuddes schapen, geiten/bokken), landschapuitzichten, gedenktekens, mensen (nomaden, herders, toevallig passerende Mongolen, kinderen), meren/rivieren/beken en voor de nodige sanitaire stops of andere niet nader te verklaren behoeften. Wat overigens echt een onderwerp is onder reizigers, je vakantiegenoten op de hoogte houden van de innerlijke huishouding. Nergens kom ik dit onderwerp zo vaak tegen als op een buitenlandtrip. Klaarblijkelijk schijnt dit erbij te horen. Ware het niet dat het doorgaans ook bittere noodzaak is om de andere in te lichten dat de tijd opgeslokt kan worden door deze ongemakken. En zo hebben we een halve dag vertraging gehad doordat er vier van de zes ziek waren. Inclusief ikzelf. Het vermoeden bestaat dat het van het eten is geweest wat niet geheel hygiënisch wordt bereid. Overigens niks in dit land voldoet aan de menselijke maatstaf hiervoor… Voor ons is deze zwarte dag een hel. De vloeibare inhoud komt er bij ieder langs meerdere wegen retour. Aangezien er twee niet ziek zijn en ongeduldig worden, zetten de ‘lijken’ zich in de auto. Elke vijf minuten wordt er gestopt. Indien het binnen deze tijd valt, wordt er simpelweg uit het raam gekotst (excuus voor de onsmakelijke boodschap). Toiletrollen zijn de gehele reis niet aan te slepen en de toch al smerige toilethokken (een gat in de grond met wat houten palen eromheen) worden doorlopend bezocht en bevuild. Om op te knappen wens je enkel een warme douche. Of in ons geval; überhaupt een douche. Dit is voor dagen achtereen niet mogelijk. Om toch een vorm van persoonlijk onderhoud uit te voeren, vragen we een kan heet water, vermengen dit met wat koud water en het geheel in een bak wordt een wasritueel. Veel douchegel en een washand geeft een enigszins schoon gevoel. Het wassen van de haren is echt een brug te ver en doen we met ijskoud water een emmer en een beker. Je wordt er creatief van! Onze kleding zit ook onder de stof, vlekken en rook niet geheel fris meer. Dit gaat op dezelfde manier als waarop wij onszelf trachten te wassen; bak met warm water veel sop en schuren maar. Back to the old times. We hangen het op over het touw in de Ger, vuur stoken en een garantie voor dubbelzijdig geroosterde strings. Qua beweging bereik ik toch wel de top van mijn sportieve karakter. Paardrijden, ik draai er mijn hand niet meer voor om. Deze onervaren flexibele aap heeft maar liefst vijf uur (dit is mij vooraf niet verteld) op een paard gezeten! Hulde graag. Blauwe plekken, geschuurde delen, zere rug, kramp in mijn benen en vooral een pijnlijke kont. Daarnaast bestaat deze reis uit veel lopen en zelfs bergbeklimmen. Mijn tax is bereikt voor dit jaar, geef mijn portie maar aan Fikkie. En dan de onverwachte natuurverschijnselen. Thuis dacht ik toch enige voorbereiding gedaan te hebben en de weerpagina voorspelde duidelijk rond de 30 graden. Geheel hierop vertrouwende ga ik op pad met in mijn rugzak topjes, T-shirts en slippers. Optimistisch als ik ben ook twee bikini’s. Het lijkt alsof ik in het verkeerde land ben aangekomen. In mijn geval zou dat gerust kunnen. Tijdens de toer, blijkt de weidsheid van dit land ook een verschillend klimaat te bieden. Zo is het in de avond, en vooral nacht, stervend koud. Lig ik daar schattig in mijn niemendalletje. Hieraan toegevoegd mijn op-het-laatste-moment-in-de-rugzak-gestopte witte tennissokken voor ‘het geval
©flipflopfiles
dat’, maakt het de beste vakantiefoto. Dat hebben we natuurlijk niet gedaan. Laat ik daarbij zeggen dat ik ook de bewuste sokken heb aangehad in mijn toch al charmante klittenband slippers, dan hebben we dat ook maar gehad. Foute sokken en schoenen…; ik zeg – en - = +. Concluderend; ik ben übercool. Een jas heb ik ook niet bij me. Mijn vriendin is zo lief deze aan me uit te lenen, evenals haar gympies. Of dit is om het uitzicht met witte sportsokken in slippers te voorkomen, is me niet duidelijk… Daarnaast trek ik alle truien die ik bij me heb over elkaar aan. En wanneer je denkt dat het niet erger kan, dan sta je ineens in de sneeuw! Ja inderdaad, het sneeuwt op een morgen. Dusdanig dat wij gedwongen zijn tussen twee bergen in te blijven omdat onze ‘handige’ minibus de berg niet opkomt. Na een ochtend vervelen is de maat vol en zetten de ongeduldige reizigers druk op de ketel waardoor we zijn gaan rijden. De ‘volgbus’, welke wel goed is uitgerust, trekt ons de berg op. En dan de terugreis. Samen met een andere reiziger uit de groep, die ook voor de 10dagen is gegaan, worden we afgezet op een zogenoemde busplaats. Hier is het wachten totdat er een minibus vol is en dan rijden we naar Ulaanbaatar. Nou, dat hebben we geweten. In zo’n klein rijtuig kunnen best 20 personen. Wat had ik het benauwd. Het beloofde vertrek laat nog 2,5 uur op zich wachten. Het dorpje hebben we vier keer gezien door heen en weer te rijden van garage naar andere werkplaats; banden van lucht voorzien, olie bijvullen, sleutelen etc. Na eindelijk op weg te zijn, stoppen we na 20 kilometer. En krijgt de bus niet meer aan de praat. De maat is vol! We houden een auto aan en gaan liften, samen met een Mongoolse kerel en oude man. Ook geen ideale situatie, want de auto zou 13 jaar geleden al niet meer door de keuring zijn gekomen. De verwarming doet het niet, het raam staat open voor de kettingrokende chauffeur en ook om de ruitenwisser terug te duwen als deze weer uit de richting gaat en naast de auto hangt. Vanuit binnen kan hij zelf de deur niet meer openmaken en dit doet de bijrijder braaf. De achterbank helt over naar één kant en de kar rammelt aan alle kanten. Op het asfalt, wat zeldzaam is, gaat het nog wel. Maar eenmaal weer in het open veld wordt het minder. Een afgedankte racebak lijkt het. We schudden heftig heen en weer en denken dat de banden ieder moment kunnen klappen. Drie keer zijn we de auto uit gegaan om deze aan te duwen. Niet prettig in de regen en nemen drijfnat weer plaats op de achterbank. Deze is inmiddels al nat door het lekkende dak en het water komt zelfs door de roestige bodemplaat naar binnen. Ik begin tekenen van onderkoeling te vertonen. Midden in de nacht zijn we de weg kwijt. Ik kijk de dood in de ogen doordat er auto’s op ons afkomen en wij geen licht hebben. Één van de twee zal moeten uitwijken en dat doet onze coureur pas op het laatste moment! Eindelijk, na 13 uur rijden, komen we ’s nachts om 2.30uur in de hoofdstad aan. We vinden gelukkig een bed. De laatste dag besteden we aan bijkomen, inkopen doen, rondlopen en inpakken. In de avond gaan we met de leden van de andere bus (twee kiwi’s, een Spaanse dame met haar vriend uit Uruguay) uit eten. Afsluitend gaan we nog op stap in een Ierse pub en uiteindelijk lig ik om 2uur in bed, om er drie uur later weer uit te stappen voor de terugreis. Ik heb het leven gevierd na deze dollemansrit en het einde van een spannend avontuur. Alles is goed gegaan; ik heb de vluchten niet gemist deze keer en de overbruggingstijd van zes uur in Moskou heb ik doorstaan. Het is een geweldige reis geweest. Op naar de volgende! De afbeeldingen van deze reis vind je door onder het tabblad ‘foto’s’ op het land te klikken Andere interessante files: Reisroute Rusland & Mongolië Info file accommodatie boeken Info file vliegticket boeken Paklijst
©flipflopfiles