Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas AUTEUR De Clercq Evelien;MOERAERT WIM;BROODCOORENS MAARTEN
EIGENAAR BROODCOORENS MAARTEN
VALIDATIETEAM De Clercq Evelien;Martens Han;VERMINCK RUDI
EINDVERANTWOORDELIJKE Casier Maarten
ZOEKTERMEN :
Inhoudsopgave 1.
Doelstelling, omschrijving ............................................................................................................... 2
2.
Doelgroep, toepassingsgebied (inclusie- en exclusiecriteria) ......................................................... 2
3.
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden, rollen ........................................................................... 2
4.
Werkwijze, time-task matrix ............................................................................................................. 2 4.1 Visie ......................................................................................................................................... 2 4.2 Alternatieven ............................................................................................................................ 4 4.2.1
Algemene alternatieven ............................................................................................... 4
4.2.2
Alternatieven ter valpreventie ...................................................................................... 5
4.2.3
Alternatieven ter voorkoming van het uittrekken van katheters en sonden................. 5
4.2.4
Alternatieven bij onrustige patiënten ........................................................................... 5
4.3 Beslissing om al dan niet te fixeren ......................................................................................... 6 4.3.1
Inleiding ....................................................................................................................... 6
4.3.2
Wanneer fixeren?: ....................................................................................................... 6
4.4 Beslisboom tot vrijheidsberperkende maatregelen ................................................................. 6 4.5 Familie weigert dat de patiënt wordt gefixeerd ........................................................................ 8 4.6 Familie eist dat de patiënt wordt gefixeerd .............................................................................. 8 4.7 Onenigheid tussen arts en verpleegkundige omtrent fixatie ................................................... 9 4.8 Fixatiematerialen: hoe fixeren ................................................................................................. 9
5.
4.8.1
Gebruik van lendengordel ........................................................................................... 9
4.8.2
Gebruik van verpleeglaken .......................................................................................... 9
4.8.3
Gebruik van pols- en enkelbandjes ............................................................................. 9
4.8.4
Gebruik van bekkengordel ........................................................................................... 9
4.8.5 Gebruik van schoudergordel………………………………………………………………9 Formulieren en rapportering .......................................................................................................... 10 5.1 Algemeen fixatiedocument .................................................................................................... 10 5.2 Observatiefiche fysieke fixatie ............................................................................................... 10
6.
5.3 Fixatie via zorgplanning…………………………………………………………………………….10 Begrippen, definities, afkortingen .................................................................................................. 10
7.
Bijlagen, verwijzingen .................................................................................................................... 10 7.1 Beslisboom tot vrijheidsberovende maatregelen................................................................... 10 7.2 Wasvoorschriften en verdeling fixatiemateriaal ..................................................................... 12 7.3 Referenties ............................................................................................................................ 13
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 1/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
1.
Doelstelling, omschrijving -
2.
Richtlijn die de verpleegkundige op de verpleegafdelingen helpt om een beslissing te nemen al dan niet over te gaan tot fysieke fixatie. Ondersteunen rond hoe fixatiemateriaal te gebruiken.
Doelgroep, toepassingsgebied (inclusie- en exclusiecriteria)
Alle verpleegkundigen en zorgkundigen.
3.
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden, rollen
B1-handeling: “Deze handeling mag uitgevoerd worden door een verpleegkundige zonder een medisch voorschrift.” “De zorgkundige mag deze handeling uitvoeren in opdracht en onder toezicht van een verpleegkundige.”
4.
Werkwijze, time-task matrix 4.1 Visie Wat is fysieke fixatie?
elke handelingsmethode, materiaal of uitrusting aan of in de buurt van het lichaam van de patiënt aangebracht, die deze niet gemakkelijk kan verwijderen en die de bewegingsvrijheid van of de normale toegang tot het lichaam beperkt maar die tot doel heeft de veiligheid/het welzijn van de patiënt (of zijn medepatiënt of het personeel) te garanderen.
Fixatie-arm beleid Het uitgangspunt van het ziekenhuis is betrouwbare zorg garanderen. Fixeren, vastbinden of andere vrijheidsbeperkende maatregelen passen slechts in beperkte mate binnen dit kader . Enkele van de waarden die we wensen na te streven zijn deskundigheid en patiëntgerichtheid, we wensen onze taken kwalitatief uit te voeren en ons empathisch op te stellen met respect voor de patiënt. Rekening houdend met o.a. deze waarden blijft er weinig ruimte voor vrijheidsbeperkende maatregelen en fixatie. Als ziekenhuis kiezen we voor een fixatiearm beleid . Fixeren kan slechts in weloverwogen situaties en is eerder uitzondering dan regel. Bij alle handelingen moet het vermijden van fixatie op de eerste plaats komen. Bij een risicovolle situatie dienen voldoende alternatieven onderzocht te worden vooraleer er kan overgegaan worden tot fysieke fixatie.
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 2/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas Redenen daartoe zijn : Patiënten hebben recht op vrijheid en recht op kwaliteit van leven, om hiervan af te wijken moeten er grondige redenen zijn (patiëntenrechten). Fixatie blijkt uit wetenschappelijk onderzoek geen efficiënt middel te zijn om valincidenten te voorkomen. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is fixatie geen oplossing bij hoge werkdruk en personeelstekort. Wanneer een patiënt gefixeerd is, is er een verhoogd toezicht noodzakelijk en stijgt de werkdruk nog meer. Er zijn duidelijke risicofactoren verbonden aan fixeren: Fysiek : kans op huidletsels, decubitus, respiratoire complicaties, urinaire infectie en incontinentie, constipatie, spieratrofie, verhoogd risico op breuken, veranderd voedingspatroon, cardiale stress, … Psychosociaal:agressiviteit, verlatingsangst, verwardheid, afhankelijkheid, verlies van waardigheid, ontreddering ...
Toelichting Doelstelling van een verantwoord fixatie(arm)beleid: Fixeren: – Omwille van de juiste indicatie – Keuze van het correcte middel – Correcte werkwijze bij fixeren, m.a.w. veilig fixeren Verminderen van de duur van fixatie Verminderen van de gevolgen van fixatie Wettelijke bepalingen: patiëntenrechten. Recht op een kwaliteitsvolle dienstverlening: goed afwegen van de voordelen van fysieke fixatie t.o.v. de risico’s hieraan verbonden. Recht op informatie: de patiënt moet zo goed mogelijk geïnformeerd worden over elke voorgenomen behandeling. Ook eventuele alternatieven moeten worden besproken. Recht op toestemming: zonder toestemming kan geen enkele behandeling worden gestart of verder gezet. Wanneer de patiënt beslissingsonbekwaam is (dit wordt beoordeeld door een arts, die indien nodig het advies van een psychiater hiervoor inwint) wordt de toestemming gevraagd aan : - Een door de patiënt zelf (op voorhand) benoemde vertegenwoordiger - Een wettelijke vertegenwoordiger van de patiënt: de samenwonende echtgenoot, de wettelijk of feitelijk samenwonende partner > een meerderjarig kind > een ouder > een meerderjarige broer of zus. - Indien er geen wettelijke vertegenwoordiger is, of bij conflict tussen wettelijke vertegenwoordigers van dezelfde rang, of wanneer de wettelijke vertegenwoordiger een beslissing neemt die een bedreiging van het leven of ernstige aantasting van de gezondheid van de patiënt inhoudt zal de verpleegkundige of de arts de belangen van de patiënt behartigen (art. 14 §2 en art. 15§2 van de wet op de patiëntenrechten). In dit geval is multidisciplinair overleg noodzakelijk met een duidelijke vermelding in het patiëntendossier (op het medisch orderblad). Het is belangrijk de patiënt of zijn vertegenwoordiger rechtstreeks te betrekken in het zorg- en beslissingsproces. In acute situaties kan je onmiddellijk fixeren, de patiënt informeren over wat er gaat gebeuren en zo snel mogelijk de familie of de vertegenwoordiger op de hoogte brengen. Daar het in praktijk niet steeds haalbaar is de toestemming van de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger te verkrijgen op voorhand (daar dit enige aversie zou kunnen teweeg brengen), kunnen we de vraag tot toestemming ook vertalen in een meldingsplicht. Concreet betekent dit dat wanneer de patiënt gefixeerd wordt, de verantwoordelijke verpleegkundige of de dagverantwoordelijke van de afdeling, de opdracht heeft om de contactpersoon van de patiënt hierover in te lichten. DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 3/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
Vooraleer er wordt overgegaan tot fixatie, moet er overleg plaatsvinden. Het resultaat van dit overleg moet beschreven worden in het patiëntendossier (op het medisch orderblad).
Ethische reflectie: -
Wie is verantwoordelijk?
Het aanwenden van fixatiemiddelen als vrijheidsbeperkende maatregel is een technischverpleegkundige verstrekking waarvoor geen medisch voorschrift nodig is. Fysieke beveiliging is een B1 handeling: “maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemiddelen, isolatie/afzondering, beveiliging, toezicht” (wet verpleegkundige handelingen 18/06/1990). De verpleegkundige heeft autonoom beslissingsrecht, wanneer fixatie gebeurt om ernstige lichamelijke schade te voorkomen. Het blijft echter altijd een handeling met medische verantwoordelijkheid (KB nr. 78, 10/11/1967). Het is belangrijk een breed beslissingsdraagvlak te hebben: vooraleer over te gaan tot fysieke fixatie, overleg indien mogelijk met de patiënt, zijn familie, collega’s verpleegkundigen, de behandelende arts of de arts van wacht. Zo kunnen we komen tot een gedeelde en breed gedragen verantwoordelijkheid in het beslissingsproces rond fysieke fixatie en een betere communicatie met de patiënt en zijn familie. -
Wanneer is fixatie verantwoord?
Er bestaat geen éénduidig concept rond fysieke fixatie en de gebruikte materialen. Elke situatie is uniek. Drie elementen worden nagegaan: 1. analyse van de situatie: volledige kijk verschaffen op de specifieke en vaak complexe situatie bij een patiënt 2. zoeken naar handelingsmethoden: alle mogelijke alternatieven overwegen 3. verhelderen van de gevolgen: rekening houden met fysische én psychische gevolgen: de werking en het vertrouwen gaan afwegen. Drie waardecriteria helpen om de noodzaak af te wegen : 1. De bewegingsvrijheid van de patiënt mag alleen door fixatie beperkt worden wanneer de patiënt zelf niet meer in staat is zijn gedrag te kiezen of te controleren. 2. Fixatie is alleen verantwoord indien op korte en lange termijn meer schade kan worden voorkomen dan veroorzaakt. 3. Er moet een proportionele of redelijke verhouding zijn tussen de beperking van vrijheid en de bescherming van de veiligheid: niet meer en niet langer de vrijheid beperken dan nodig is.
4.2 Alternatieven 4.2.1 Algemene alternatieven -
-
fysische maatregelen: - activiteiten voor de patiënt, om de aandacht af te leiden - opstellen van een vertrouwd dagschema - toepassen van relaxatietechnieken bij de patiënt - voorzien in basisbehoeften, zoals eten en drinken bij de hand plaatsen, regelmatig toiletbezoeken voorzien, individuele plasschema’s… - hoog-laag bed in de laagste stand zetten psychologische maatregelen:
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 4/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas - praat met en luister naar de patiënt, geef uitleg bij wat je doet - oriënteer de patiënt in tijd en ruimte - bespreek de gedragsgrenzen - verwijder de angstbronnen fysiologische maatregelen: - het uitvoeren van een valbilan (TGUG,Tinetti …) - opvolgen van neveneffecten en interacties van bepaalde medicatie - opsporen van afwijkende bloeduitslagen (ionogram, PBO…) - uitschakelen of behandelen van onderliggende aandoeningen (pijn, depressie, urineweginfectie,lage zuurstofsaturatie…)
-
4.2.2 Alternatieven ter valpreventie -
plaats het bed in de laagste stand plaats de bedsponden omlaag (mogelijke valafstand verkleinen) probeer onrustige patiënten in de buurt van de verpleegpost te plaatsen zorg voor gesloten schoeisel zorg voor slipvrije vloerbekleding zorg voor een vlotte doorgang in de kamer laat de nachtverlichting branden reik mobiliteitsbevorderende hulpmiddelen aan herbekijk gedragsbeïnvloedende medicatie vraag aan familie om regelmatig aanwezig te zijn zorg ervoor dat de patiënt gemakkelijk bij zijn oproepsysteem kan
4.2.3 Alternatieven ter voorkoming van het uittrekken van katheters en sonden intraveneuze lijnen in de onderarm: - wikkel de ganse arm in een verband - gebruik naaldloze connectors / obturator. abdominale voedingssonde: - bedek de voedingssonde met een losse abdominale band - zorg ervoor dat de sonde niet zichtbaar is nasogastrische sonde: - kies een maagsonde met de kleinste diameter - zoek de meest comfortabele manier voor fixatie van de sonde - zorg voor zorgvuldige neus- en mondverzorging om irritatie en ongemak te verkomen. urinaire katheter: - fixeer de blaassonde op dij of buik - laat de patiënt een onderbroek dragen die de sonde bedekt - bespreek met de arts de mogelijkheid tot intermittente sondage - voorzie een beenzak indien de patiënt het urinezakje vergeet en toch rondstapt.
-
-
-
-
4.2.4 Alternatieven bij onrustige patiënten -
ga na wat de oorzaak kan zijn van het onrustige gedrag: honger of dorst, pijn, infectie, plasdrang, … een éénpersoonskamer kan de oplossing zijn. gebruik dwaaldetectie op de afdelingen waar dit voorzien is – transfer indien gewenst opname op – of transfer naar afdeling waar buitendeuren gecodeerd zijn laat de nachtverlichting branden (betere oriëntatie op de kamer) realiteitsoriëntatie ADL bezigheden, achtergrondmuziek, activiteiten aanbieden … vaste structuren, een herkenbaar dagschema aanbieden
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 5/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas -
adequate pijnbehandeling weet dat aanpassing van gedragsbeïnvloedende medicatie nodig kan zijn. gesloten buitendeuren stimuleer de betrokkenheid van de familie bij de zorg probeer rustgevende zorg toe te dienen (haarwassing, warm bad, …) vertrouwde verpleegkundigen de patiënt laten verzorgen stimuleer een tolerante houding van de verpleegkundigen plaats indien mogelijk de zetel in relaxpositie doe geen dagkledij aan bij patiënten met wegloopgedrag
4.3 Beslissing om al dan niet te fixeren 4.3.1 Inleiding Zoals reeds eerder vermeld is fixatie een verpleegkundige B1-handeling: “maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemiddelen, isolatie/afzondering, beveiliging en toezicht.” Voor verpleegkundigen, vroedvrouwen en personen die beroep hebben gedaan op de toepassing van art 54bis is een medisch voorschrift voor deze technische verpleegkundige interventie niet nodig. Zorgkundigen kunnen enkel handelen in opdracht van een verpleegkundige. De verpleegkundige ziet erop toe dat de fixatie correct is uitgevoerd. Bij een medisch voorschrift tot fixatie is de arts aansprakelijk voor de inhoud, niet voor de uitvoering ervan.
4.3.2 Wanneer fixeren?: Fixeren mag enkel toegepast worden wanneer alle andere maatregelen falen (zie alternatieven). Fixatie is alleen verantwoord indien er meer schade kan voorkomen worden dan veroorzaakt bij niet fixeren! Er wordt nooit langer gefixeerd dan nodig!
4.4 Beslisboom tot vrijheidsbeperkende maatregelen Beslissingsproces = volgorde van handelen, aandachtspunten en technische zorgvuldigheid
Is er een gevaar voor zichzelf of voor anderen? - Ernstig valrisico of fysieke beperkingen - Agressie of agitatie (verbaal of fysiek) - Verwardheid in plaats, tijd of ruimte of geen ziekte-inzicht - Weglopen, dwalen Is er een risico op onderbreking van levensnoodzakelijke therapie? Nee
- Analyseer de mogelijke oorzaken van het risicovolle gedrag - Verken alternatieven en implementeer deze zo nodig
Ja
Is de situatie urgent? (urgent = plots, kon niet voorzien worden, niet (be)handelbaar of fysiek agressief) Ja
- Beslis autonoom om te fixeren - Tracht altijd met een collega te overleggen - Overleg zo snel mogelijk met de familie en de arts Ga over tot fixatie! DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 6/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
Nee (in niet-urgente situatie) Ga bij risicovol gedrag de mogelijke oorzaken van dat gedrag na. Mogelijke oorzaken kunnen zijn: - negatieve effecten van medicatie - pijn en ongemak - deshydratatie - depressie - psychiatrische problematiek - verslavingsproblematiek - gevolg van het ziektebeeld vb: dementie - de fixatie zelf …
Kan de oorzaak van het gestelde gedrag weggenomen worden? Ja Indien er kan gewerkt worden aan de oorzaak van het gedrag dat tot fixatie leidt: neem de oorzaak weg.
Nee Ga op zoek naar alternatieven. Implementeer het mogelijke alternatief en evalueer het effect binnen het uur.
Is er een positief effect op het gedrag? Ja Behoud het alternatief Nee
Probeer andere alternatieven en evalueer opnieuw hun effect op het gedrag van de patiënt
Er zijn geen efficiënte alternatieven en de oorzaak van het risicovolle gedrag is niet (onmiddellijk) weg te nemen: Indien de patiënt wilsonbekwaam is overleg met collega of in team EN verwittig zo snel mogelijk de arts en familie. Bij consensus: ga over tot fixatie!
Uitvoering We kiezen voor een veilig fixatie-arm beleid. Gebruik het juiste fixatiemiddel in functie van de indicatie : 1-punt fixatie: de patiënt wordt op één plaats beperkt, nl. 1 polsbandje bij gevaar voor verwijderen medisch materiaal (vb. infuus bij patient met hemiplegie). 2-punt fixatie: 2 polsbandjes bij gevaar voor verwijderen medisch materiaal (vb. bij invasief beademde patient) 3-punt fixatie: de patiënt wordt in de lenden, én aan één voet en tegenovergestelde hand vastgemaakt. Dit is een veilige methode. Bij het gebruik van een lendengordel steeds 3-punt fixatie toepassen ! 4-punt fixatie: 3-punt fixatie en daarbij beide voeten vastmaken. 5-punt fixatie: 4-punt fixatie en daarbij beide handen vastmaken (4 en 5-punt fixatie kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden). Een verpleeglaken kan gebruikt worden om te verhinderen dat de patient uit bed kruipt en/of te verhinderen dat hij medisch materiaal verwijderd (vb. blaassondes, wonddrains). Over het algemeen wordt het gebruik van een verpleeglaken zowel door de patient als de familie als minder bedreigend ervaren dan een lendengordel. Dit is dan ook een waardig alternatief.
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 7/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
In het geval van extreme lichamelijke en/of psychische belasting van de patiënt bij driepuntsfixatie kan het gebruik van enkel een lendengordel op vraag van de arts toegestaan worden, als er voldaan wordt aan de volgende vereisten: -
Dit wordt besproken in het verpleegkundig team, met de dienstverantwoordelijke en de behandelende arts. De behandelende arts geeft een schriftelijke toestemming en noteert deze op het fixatieblad en het medisch dossier. Toezicht fixatie wordt verhoogd naar minstens 1x per uur.
Informeer de patiënt over wat er gaat gebeuren. Controleer of het fixatiemateriaal in orde is. Breng het materiaal correct aan. Observeer het gedrag en reacties van patiënt Zorg voor maximaal comfort en oproepsysteem binnen bereik van patiënt.
4.5 Familie weigert dat de patiënt wordt gefixeerd Indien de familie weigert om te fixeren is het belangrijk om in gesprek te treden met de familie: -
Vraag naar de oorzaken van weerstand en argumenteer waarom het noodzakelijk is om tot fixatie over te gaan. Bespreek het toepassen van alternatieven met de familie. Stel de familie voor om bij te patiënt te blijven, zodat fixatie kan uitgesteld worden of eventueel minder noodzakelijk is. Laat de familie het document: “weigeren van een tussenkomst van een beroepsbeoefenaar” (informed refusal) tekenen.
Indien er weerstand blijft en het voor de zorgverlening aan de patiënt noodzakelijk is dat deze dient gefixeerd te worden, is overleg in team, met aanwezigheid van de arts en dienstverantwoordelijke noodzakelijk. Indien nodig , kan men wettelijk tegen de wil van de familie ingaan. De vertegenwoordiger van de patiënt dient steeds op te treden in het belang van de patiënt. Indien de beroepsbeoefenaar oordeelt dat dit NIET het geval is, dan is hij als beroepsbeoefenaar gerechtigd om van de beslissing van de vertegenwoordiger af te wijken indien aan volgende voorwaarden cumulatief is voldaan: Men handelt in het belang van de patiënt. Men handelt om een bedreiging van het leven of een ernstige aantasting van de gezondheid van de patiënt af te wenden. Men beslist in multidisciplinair overleg. Rapporteer het overlegproces en de beslissing steeds in het patiëntendossier (medisch orderblad).
4.6 Familie eist dat de patiënt wordt gefixeerd Indien de familie eist dat de patiënt wordt gefixeerd, heb je als verpleegkundige het recht om dit niet te doen. - Overleg met collega’s en licht de arts in. - Noteer dit zorgvuldig in het patiëntendossier: start het fixatieformulier waarop je duidelijk noteert waarom je niet overgaat tot fixatie.
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 8/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
4.7 Onenigheid tussen arts en verpleegkundige omtrent fixatie In overleg trachten tot een compromis te komen. De arts motiveert schriftelijk. Bij absolute onenigheid wordt arts gevolgd. Casus moet verder besproken worden met dienstverantwoordelijke en diensthoofd zorg. Doel is om te leren uit dergelijke casussen.
4.8 Fixatiematerialen: hoe fixeren? (zie instructiekaarten op Enora) 4.8.1 Gebruik van lendengordel 4.8.2 Gebruik van verpleeglaken 4.8.3 Gebruik van pols- en enkelbandjes 4.8.4 Gebruik van bekkengordel 4.8.5. Gebruik van schoudergordel
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 9/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
5.
Formulieren en rapportering 5.1 Algemeen fixatiedocument (zie instructiekaart op Enora) 5.2 Observatiefiche fysieke fixatie (zie instructiekaart op Enora) 5.3 Fixatie via zorgplanning (zie instructiekaart op Enora)
6.
Begrippen, definities, afkortingen
7.
Bijlagen, verwijzingen 7.1 Beslisboom tot vrijheidsberovende maatregelen
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 10/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas INDICATIE: Gevaar voor zichzelf of anderen? Valrisico Onrust / agressie Weglopen/dwalen
- Analyseer mogelijke oorzaken van
NEE
gedrag - Implementeer alternatieven
Risico op onderbreking van levensnoodzakelijke therapie
▲
Gebruik CAMschaal
JA
URGENT? (= plots, kon niet voorzien worden,niet (be)handelbaar, fysiek agressief)
NEE
Ga de oorzaak van het gedrag na
+
Bekijk alternatieven
Implementeer alternatieven Is de oorzaak weg te nemen?
JA
■
Neem oorzaak weg
JA Behoud alternatief
NEE
- Beslis autonoom om te fixeren - Overleg zo snel mogelijk met de arts - Overleg met familie
- Overleg met de patiënt en/of de famile - Overleg met collega of in team
JA
Positief Effect?
♦
NEE
Ga over tot fixatie
UITVOERING: - Kies het correcte fixatiemiddel: start zo laag mogelijk! - Informeer de patiënt / Breng het materiaal correct aan - Observeer gedrag en reactie van de patiënt, controleer een 1e maal binnen half uur – nadien om de 2 uren - Zorg voor maximaal comfort en oproepsysteem binnen bereik van patiënt
RAPPORTAGE: - Start algemeen fixatieblad en voeg dit bij het medisch orderblad - Voor de controle: rapporteer op de observatiefiche fysieke fixatie
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 11/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
7.2 Wasvoorschriften en verdeling fixatiemateriaal Doel: ondersteuning bieden aan de afdeling, vermijden dat er fixatiemateriaal gehamsterd wordt op de afdeling en verlies van fixatiemateriaal tegengaan.
Wasvoorschriften: - Fixatiemateriaal wordt in de blauwe netzakken naar de linnenkamer gebracht. Aandachtspunten bij het naar beneden brengen van het linnen:
bij de verpleeglakens altijd de ritssluiting dicht doen,
bij de lendengordels altijd de sluitingen en magneten verwijderen: alle ijzeren pinnen moeten er uit! (reden: materiaal wordt nu hier gewassen, machines zijn niet zo sterk en kunnen sneller kapot gaan + deze worden niet opnieuw bevoorraad)
Verdeling van het materiaal: -
Centraal beheer van fixatiemateriaal: er is geen afdelingseigen materiaal meer. Alle materiaal wordt beheerd door de linnenkamer. Het is dus niet meer nodig om het materiaal te tekenen met een textielstift, of materiaal achter te houden op de afdeling.
-
Elke afdeling krijgt curverbakken bij de linnenvoorraad met fixatiemateriaal. Per afdeling een aangepaste dotatie, die op een lijst aan de curverbak hangt (vb. 3 lendengordels, 4x2 polsbanden, 2 verpleeglakens).
-
Het linnen wordt verpakt in plastiek folie: Pols- en enkelbanden worden per 2 verpakt Lendengordel wordt apart verpakt Verpleeglaken wordt apart verpakt. Handig om mee te nemen en op te bergen + tellen in de curverbakken is eenvoudiger.
-
2x/week wordt het fixatiemateriaal aangevuld vanuit de linnenkamer. Men gaat 2x/week langs op elke afdeling om te kijken of er materiaal te kort is en vanuit de linnenkamer vullen ze dit aan. Bij verhoogd gebruik van fixatiemateriaal zal je automatisch meer materiaal krijgen: wanneer een lendengordel in gebruik is, wordt er één aangevuld bij de reserve. Er wordt dus niet gewacht tot er een gordel in de was gaat vooraleer hij terug wordt bezorgd.
-
Wanneer materiaal beschadigd is of bij twijfel, gelieve dit door te geven aan de linnenkamer. Zo mogelijk zorgen zij dat het hersteld wordt.
-
Indien er slechts 1 polsband gebruikt wordt, wordt de niet-gebruikte polsband ook meegegeven naar de linnenkamer. Anders wordt er opnieuw gehamsterd op de afdelingen en is er binnen de kortste keren materiaal te kort. (Losse stukken zullen ook worden meegenomen door de mensen die de bevoorrading op de afdeling komen doen,.)
-
Bij problemen of materiaalbeheerder.
onduidelijkheden
contacteer
de
fixatieverpleegkundigen
of
de
Zie ook SLA fixatiemateriaal
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 12/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
7.3 Referenties -
Carrijn, E., et al. Cursusmodule fixatie. Niet-gepubliceerde uitgaven, 2005.
-
CBO. Het gebruik van vrijheidsbeperkende interventies in de zorg: een richtlijn voor verpleegkundigen en verzorgenden. Kwaliteitsinstituut van de Gezondheidszorg, 2001.
-
Dielis – Van Houts, A., et al. Op zoek naar een balans tussen veiligheid, vrijheid en vrijheidsbeperking: een literatuuronderzoek naar het gebruik van vrijheidsbeperkende interventie in de zorg voor ouderen in ziekenhuizen en verpleeghuizen.
-
Evans D., Hodgkinson B., Lamert L., Wood J., Kowanko I. Falls in acute hospitals. A systematic review. The Joanna Brigs Institute.
-
Evans D., Wood J., Lamnert L. Patient injury and physical restraint devices: a systematic review. Journal of advanced nursing. 2003. Nr 41 (3) pg 274-282.
-
Gebruiksaanwijzingen Segufix
-
Gemert L.A., en Schuurmans M.J. The Neecham Confusion Scale and the Delirium Observation. Screening Scale: capacity to discriminate and ease of use in clinical practice. BMC Nursing, 2003. Nr 6 (3)
-
Goeminne L., De Ridder D., Liégeois A. Fixeren of niet fixeren. Kluwer, Mechelen, 2003
-
Goeminne L. Waarom worden ouderen gefixeerd? Verpleegkunde en vroedkunde: zakboekje 2005-2006. Pg 29-56.
-
Hanger H.C., Ball M.C., Wood L.A. An analysis of falls in the hospital: can we do without bedrails? J Am Geriatr Soc, 1999, nr 47 pg 529-531.
-
Http://webh01.ua.ac.be/isop/02studerenfixatie2.html#a1 14 juni 2009
-
http://www.best.ugent.be/BEST3_NL/ 1 september 2011
-
http://www.ouderenhart.be – Fysieke en chemische fixatie als vrijheidsbeperkende maatregelen):
-
Milisen K., Vandenberghe J., et al. Richtlijn betreffende vrijheidsbeperkende maatregelen ter beveiliging van de patiënt in het UZ Leuven. Tijdschrift voor geneeskunde, 2006, vol 62(23) pg 1659-1662.
-
Mion L.C., Fogel J., Sandhu S, et al. Outcomes following physical restraint reduction programs in two acute care hospitals. Journal of Quality Improvement. 2001. Nr 27 (11) pg 605-618.
-
Posey. Veiligheidsinstructies Posey producten.
http://www.vereco.nl/veiligheidsinstructies.htm -
Reigle, J. The ethics of physical restraints in critical care. American association of critical-care nurses. 1996. Vol 7 (4). Pg 585-591.
-
Richtlijn preventie van valincidenten bij ouderen. ISBN 90-8523-026-8. 2004, Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie.
-
Slachmuylders, Franck, Ceulemans. Fysieke fixatie in Antwerpse ziekenhuizen, eindverslag PWO-project fixatie, 2009 DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 13/14
Zorgdepartement
PROTOCOL
Fixatie-arm beleid in AZ St-Lucas
-
Slagter D. Protocol: gebruik van de zweedse band (onrustband)
http://protocollen.dickshemepage.nl/zweedsband.html -
Slagter D. Protocol: gebruik van pols- en/of enkelriempjes
http://protocollen.dickshoempage.nl/polsenkelriempjesfixatie.html -
Talloen T. Opvattingen van verantwoordelijken voor het inhoudelijk zorgbeleid rond fysieke fixatie in Vlaamse rusthuizen. Projectthesis aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Licentiaat in de Medisch-Sociale Wetenschappen. Academiejaar: 20022003
-
Vassallo M., Azeem T., Pirwani M.F., Sharma J.C., Allen S.C. An epidemiological study of falls on integrated general medical wards. Int J Clin Pract. 2000. Nr 54. Pg 654-657.
-
Werkgroep vallen, verwardheid en fixatie AZ Maria Middelares. Fysische beveiliging. Fixatie van patiënten door middel van riemen, pols- en enkelbanden. 2006
-
Werkgroep fixatie AZ Sint-Lucas Gent. Visie fixatie-arm beleid – oktober 2014.
-
Werkgroep vallen, verwardheid en fixatie AZ Maria Middelares. Visie fixatiearm beleid. 2006
-
Werkgroep veiligheid UZ Gent. Beslissing tot al dan niet fixatie van patiënten. 2006
-
Werkgroep veiligheid UZ Gent. Gebruik van fixatiegordel in bed en pols en enkelbanden. 2006
-
Werkgroep veiligheid UZ Gent. Gebruik verpleegdeken bij geriatrische patiënten. 2006.
DOCUMENTREFERENTIE ZORG - 264
VERSIE {Versie}
PUBLICATIEDATUM 6/03/2015
De inhoud van dit document is enkel geldig indien in overeenstemming met de digitale versie
HERZIENINGSDATUM 6/03/2018 PAGINA pagina 14/14