Firelight-2-v4.indd 3
31-07-12 10:37
NUR 285/GGP091201 © MMXII Nederlandse editie: Blossom Books © MMXI Sophie Jordan First published by Harper, an imprint of HarperCollinsPublishers Oorspronkelijke titel: Vanish Nederlandse vertaling: Annemarie Dragt Omslagontwerp: Jeroen Murré Opmaak omslagbelettering: Titia Seveke Opmaak binnenwerk: Studio L.E.O. Alle rechten voorbehouden, inclusief het recht van reproductie in zijn geheel of in gedeelten, in welke vorm dan ook. Blossom Books is een imprint van Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V. blossombooks.nl
Firelight-2-v4.indd 4
31-07-12 10:37
Voor mijn literair agente Maura - omdat je zo veel meer bent
Firelight-2-v4.indd 5
31-07-12 10:37
Het hart dat werkelijk liefheeft, vergeet nooit. - Amerikaans spreekwoord
Firelight-2-v4.indd 6
31-07-12 10:37
1
S
oms droom ik dat ik val. Natuurlijk vlieg ik aan het begin van zo’n droom. Want dat kan
ik. Dat ben ik. Dat is mijn liefde.
Een paar weken geleden zou ik gezegd hebben dat het mijn grootste
liefde is, maar sindsdien is er veel veranderd. Of eigenlijk alles. In mijn dromen flits ik door de lucht, vrij en ongehinderd. Dan gebeurt er iets waardoor ik opeens naar beneden begin te tollen. Ik probeer me vast te klampen aan de lucht; mijn geschreeuw gaat verloren in de razende wind. Ik schiet omlaag, als een mens zonder vleugels. Een gewoon meisje, geen draki. Machteloos. Verdwaald. Zo voel ik me nu ook: alsof ik val zonder dat ik iets kan doen. Op geen enkele manier kan ik het tegenhouden. Ik zit gevangen in een nachtmerrie. Ik schrik altijd wakker voor ik de grond raak; dat is steeds weer mijn redding. Maar vanavond droom ik niet. Vanavond stort ik op de grond en het is minstens zo pijnlijk als ik had verwacht.
7
Firelight-2-v4.indd 7
31-07-12 10:37
Met mijn wang leun ik tegen het koele glas van het autoraam; ik kijk naar de donkere avond die langsglijdt. Cassian zit achter het stuur en ik tuur de roerloze duisternis in, naar rotsachtige tuinen en gestuukte huizen, op zoek naar een antwoord, een reden voor alles wat er is gebeurd. Het is of de hele wereld zijn adem inhoudt als we vaart minderen voor een stopbord. Mijn blik glijdt naar de zwarte lucht boven ons, die als een eindeloos diepe zee zonder sterren is, en me roept en veiligheid belooft. Mams stem zweeft naar me toe vanaf de achterbank, waar ze zacht tegen Tamra praat en probeert een reactie van haar te krijgen. Ik ruk mijn blik los van het raam en kijk over mijn schouder. Tamra huivert in mams armen. Ze heeft een lege blik in haar ogen; haar huid is doodsbleek. ‘Hoe gaat het met haar?’ vraag ik weer, want ik moet toch iets zeggen. Ik moet het weten. Heb ik haar dit aangedaan? Is dit ook al mijn schuld? ‘Wat is er met haar aan de hand?’ Mam fronst haar voorhoofd en schudt haar hoofd naar me alsof ik beter mijn mond kan houden. Ik heb hen allebei in de steek gelaten. Bovendien heb ik de regel overtreden die nooit overtreden mag worden: ik heb me in mijn ware vorm laten zien, aan mensen – erger nog, aan jagers en voor die vergissing zullen we allemaal moeten boeten. Dat besef is een last op mijn schouders, een verpletterend gewicht dat me diep in mijn stoel drukt. Ik kijk weer naar voren en merk dat ik onbeheersbaar zit te rillen. Ik sla mijn armen om me heen en klem mijn handen vast om ze stil te houden. Cassian heeft me gewaarschuwd dat ik maatregelen kan verwachten voor wat ik vanavond heb gedaan, en ik vraag me af of mijn straf al begonnen is. Ik ben Will kwijt. Tamra is in shock of nog erger. Mam 8
Firelight-2-v4.indd 8
31-07-12 10:37
kan me nauwelijks meer aankijken. Iedere ademhaling doet me zeer en de gebeurtenissen van deze avond staan op mijn netvlies gebrand. Hoe mijn mensenhuid veranderde en ik voor de neus van Wills familie manifesteerde. Mijn wanhopige vlucht door de krakend droge lucht om hem te bereiken. Maar als ik niet was gemanifesteerd en niet naar hem toe was gevlogen, dan zou hij nu dood zijn en dat had ik gewoon niet kunnen verdragen. Ik zal hem nooit meer zien, ook al heeft hij beloofd dat hij me zal vinden, maar hij leeft in elk geval nog wel. Cassian zit zwijgend naast me. Hij heeft zo veel gepraat als nodig was om mam bij ons in de auto te laten stappen. Hij heeft haar laten inzien dat er maar één optie was: met hem terugrijden naar het huis dat we zijn ontvlucht. Zijn vingers omklemmen het stuur zo stevig dat zijn knokkels wit zien. Ik denk niet dat hij zijn greep laat verslappen voor we uit Chaparral weg zijn. Of voor we veilig terug zijn in de kolonie. Veilig. Ik onderdruk een lachje – of het kan ook een snik zijn. Zal ik me ooit nog veilig voelen? De huizen vliegen voorbij. Ze staan hier verder uit elkaar omdat we de rand van de stad naderen. Nog even en we zijn hier weg. Weg uit deze woestijn en van de jagers. Weg van Will. Die laatste gedachte scheurt de toch al bloedende wond in mijn hart nog verder open, maar ik kan er niets aan veranderen. Hebben we eigenlijk ooit wel een kans gehad? Een draki en een draki-jager? Een jager bij wie draki-bloed door de aderen stroomt. Dat kan ik nog steeds niet echt bevatten; het wil maar niet tot me doordringen. Iedere keer dat ik mijn ogen sluit, zie ik voor me hoe zijn glanzende paarse bloed oplichtte in het donker. Net als het mijne. Mijn hoofd doet zeer. Ik kan dat afschuwelijke besef nog niet toelaten. Hoe redelijk Wills uitleg ook klonk, hoeveel ik ook van hem hou, 9
Firelight-2-v4.indd 9
31-07-12 10:37
het verandert allemaal niets aan het feit dat er gestolen bloed van mijn soortgenoten door zijn aderen stroomt. Cassian laat zijn adem opgelucht ontsnappen als we de stad achter ons laten. ‘Dat was het dan,’ mompelt mam terwijl de afstand tussen ons en Chaparral steeds groter wordt. Ik kijk naar haar en zie hoe ze achterom kijkt, door de achterruit. Al haar hoop op een betere toekomst moet ze nu achterlaten in Chaparral. Daar zouden we een nieuwe start maken, ver van de kolonie. En nu worden we teruggebracht. ‘Het spijt me, mam,’ zeg ik, niet omdat ik me verplicht voel, maar omdat ik het werkelijk meen. Mam schudt haar hoofd en opent haar mond om iets te zeggen. Maar er komt geen woord over haar lippen. ‘We hebben een probleem,’ kondigt Cassian aan. Recht voor ons wordt de weg geblokkeerd door een aantal voertuigen en we zijn gedwongen vaart te minderen. ‘Dat zijn ze,’ weet ik met moeite uit te brengen als we dichterbij komen. ‘Ze?’ vraagt mam. ‘Zijn dat jagers?’ Ik knik nadrukkelijk. Inderdaad, jagers. De familie van Will. Felle koplampen boren zich door het donker en verlichten Cassians gezicht. Zijn blik dwaalt naar de achteruitkijkspiegel alsof hij overweegt om te keren en ervandoor te gaan. Maar daar is het al te laat voor. Een van de auto’s trekt op om onze ontsnappingsroute te blokkeren en een paar donkere gedaanten gaan voor onze auto staan. Cassian trapt op de rem en knijpt hard in het stuur. Waarschijnlijk onderdrukt hij nu de impuls om hen plat te rijden. Ik probeer Will te ontdekken, want ik voel 10
Firelight-2-v4.indd 10
31-07-12 10:37
zijn aanwezigheid en weet dat hij zich ergens onder hen bevindt. Luide, ruwe stemmen schreeuwen ons toe dat we moeten uitstappen. Ik blijf stil zitten en duw mijn hete vingers diep in mijn blote benen, alsof ik op die manier mijn draki kan bereiken, die in mij verscholen zit. Er dreunt een vuist op ons dak en opeens zie ik in het halfduister de omtrek van een geweer. Cassian houdt mijn blik even vast om zonder woorden te zeggen wat ik al weet: we móéten dit overleven. Ook al betekent het dat we moeten doen wat alleen wij kunnen. Wat ik al gedaan heb en wat ervoor gezorgd heeft dat we nu in deze situatie terecht zijn gekomen. En waarom zouden we het ook níét doen? Ons geheim kunnen we in elk geval niet meer onthullen. Ik knik en stap dan uit de auto om de vijand tegemoet te treden. Wills neef Xander komt naar voren en richt zijn zelfvoldane blik op me. ‘Dacht je nou echt dat je er zomaar vandoor kon gaan?’ Ik voel een verstikkende pijn in mijn borst, en een diepe woede over wat deze monsters me vanavond hebben aangedaan. De as verzamelt zich in mijn keel en ik laat het vuur oplaaien in mijn binnenste, zodat ik klaar ben voor wat er gaat komen. Een van de jagers beukt met zijn vuist op de achterruit en brult naar mam en Tamra: ‘Uitstappen, jullie!’ Mam komt uit de auto met alle waardigheid die ze kan opbrengen, en trekt Tamra met zich mee. Sinds de gebeurtenissen op Big Rock is mijn zus nog bleker geworden en haar piepende ademhaling is duidelijk hoorbaar. Haar amberkleurige ogen, die zo op de mijne lijken, kijken wazig in het niets. Ze opent haar mond, maar er komen geen woorden. Ik stap naar haar toe om haar te ondersteunen. Tam voelt ijskoud aan en haar huid lijkt niet meer op huid, maar op versteend marmer. 11
Firelight-2-v4.indd 11
31-07-12 10:37
Cassian kijkt Xander vanuit de hoogte aan, als de prins die hij in feite ook is. Het licht weerkaatst in zijn lange, paars met zwarte haarlokken. Ik bevochtig mijn lippen en vraag me af hoe ik Xander ervan kan overtuigen dat hij me niet heeft zien manifesteren. ‘Wat wil je van ons?’ Wills neef prikt zijn vinger in mijn richting. ‘Oké, we beginnen met jou… Ik weet verdomme niet wat voor iets jij bent.’ ‘Blijf van haar af,’ gebiedt Cassian. Xander verplaatst zijn aandacht naar Cassian. ‘En daarna komen we bij jou, grote jongen… en dan mag je uitleggen hoe het kan dat je met Will in die afgrond bent gevallen zonder een schrammetje op te lopen.’ ‘Waar is Will?’ flap ik eruit. Ik moet het weten. Xander gebaart met zijn duim naar een van de auto’s. ‘Die ligt buiten westen op de achterbank.’ Ik tuur door het donker en zie inderdaad iemand onderuitgezakt achter in de auto liggen. Will. Zo dichtbij, maar hij had net zo goed aan de andere kant van de wereld kunnen zijn. De laatste keer dat ik hem zag, beloofde hij dat hij me zou vinden. Toen was hij gewond, maar nog wel bij kennis. Ik huiver bij de gedachte aan wat zijn eigen familie heeft gedaan om dat te veranderen. ‘Hij moet naar een dokter.’ ‘Dat komt wel. Als we klaar zijn met jullie tweeën.’ ‘Luister,’ zegt Cassian terwijl hij voor me gaat staan. ‘Ik weet niet wat je denkt…’ ‘Ik denk dat jij je bek moet houden. Ik was aan het woord.’ Xander pakt Cassian bij zijn schouder. Dat had hij beter niet kunnen doen. Cassian gromt en zijn huid krijgt een koolzwarte glans. In een flits beweegt hij en dan ligt Xander op zijn rug op de grond. Hij kijkt net zo verbaasd als de overige zes mannen die om ons heen staan. ‘Grijp hem!’ schreeuwt Xander. 12
Firelight-2-v4.indd 12
31-07-12 10:37
De anderen duiken op Cassian. Ik gil. Tussen de jagers zie ik nog net een glimp van Cassians gezicht. Ik krimp in elkaar bij het geluid van de beukende vuisten en wil hem te hulp schieten, maar ik word tegengehouden door vele handen. Een dierlijk gebrul klinkt op door de lucht. Het is Cassian. Hij wordt op de grond gehouden door een aantal jagers. Grijnzend zet Angus zijn voet op Cassians rug. Met zijn wang tegen het asfalt gedrukt, kijkt Cassian me aan. Zijn donkere ogen veranderen en de pupillen trekken zich samen tot verticale spleten. De stoom komt over mijn lippen, maar ik hou het tegen en schud mijn hoofd naar hem, om hem duidelijk te maken dat hij niets moet doen en moet wachten. Ik hoop nog steeds dat we ons hieruit kunnen praten. Dat hij niet hoeft te onthullen dat ook hij een draki is. Misschien kan ik hem beschermen. Misschien kan hij hier wegkomen met mam en Tamra. Dan voel ik de koude kus van een geweer dat tussen mijn ribben wordt geduwd. Ik verstijf. Mam schreeuwt en ik steek mijn hand op om haar ervan te weerhouden iets doms te doen. ‘Je moet bij Tamra blijven, mam. Zij heeft je nodig!’ Xander laat zijn donkere blik minachtend over me heen glijden. ‘Ik weet verdomd zeker wat ik gezien heb. Een freak met vleugels.’ Ik vecht tegen de angst, die me als een vurige golf dreigt te overspoelen. Met een schok realiseer ik me dat mijn draki niet naar buiten komt nu ik hem nodig heb. ‘Jacinda!’ schreeuwt Cassian en hij begint weer te vechten om los te komen. Xander blijft doorpraten. ‘Wees maar niet bang, we zullen je niet vermoorden. Dit is alleen maar een verdovingsgeweer. We houden je nog 13
Firelight-2-v4.indd 13
31-07-12 10:37
even in leven om uit te zoeken wat voor iets jij bent.’ Ze slaan Cassian weer in elkaar omdat hij probeerde zich los te worstelen. ‘Stop!’ Ik werk me langs Xander heen, maar Angus blokkeert mijn weg. Vol ontzetting kijk ik toe hoe ze Cassian steeds weer schoppen. ‘Stop nou! Hou alsjeblieft op!’ Mijn hart maakt een buiteling. Nu is het hard tegen hard. Het vuur explodeert in mijn longen en kruipt omhoog in mijn luchtpijp. Ik kan niet toestaan dat ze ons meenemen. Maar voor ik mijn verschroeiende adem kan laten ontsnappen, wervelt er opeens een vlaag kou om me heen. Een onnatuurlijke kilte. Ik huiver door de plotselinge verandering van temperatuur. Ik draai me om en mijn keel wordt dichtgesnoerd. Daar staat Tamra, in haar eentje. Mam kijkt met wijd opengesperde ogen van een afstandje toe. Het gezicht van mijn zus is doodsbleek en haar ogen zien er anders uit dan ik ze ken. Anders dan de mijne. Ik krijg de rillingen van die ijzige lichtgrijze kleur. Er slaat damp van haar af, alsof ze staat te stomen. Maar dit is een intens koude damp. De kille nevel groeit en rolt in een steeds groter wordende wolk om ons heen. Ze kronkelt en kromt haar lichaam, haar handen rukken aan haar blouse en trekken er een scheur in. Handen die opeens sprankelen en schitteren met een parelmoeren glans. Er is maar één andere draki die een dergelijke kleur heeft: Nidia, de neveldraki van onze kolonie. De wortels van Tamra’s haar veranderen in een zilverachtig wit, dat zich langzaam uitspreidt naar de haarpunten. De damp wordt dichter, een verkillende mist die aan thuis doet 14
Firelight-2-v4.indd 14
31-07-12 10:37