De primeur
druk9789021441351.indd 1
1/5/2012 2:37:37 PM
druk9789021441351.indd 2
1/5/2012 2:37:37 PM
ELLEN DEN HOLLANDER
De primeur
Amsterdam . Antwerpen 2012
druk9789021441351.indd 3
1/5/2012 2:37:37 PM
Q is een imprint van Em. Querido’s Uitgeverij bv, Amsterdam Copyright © 2012 Ellen den Hollander Voor overname kunt u zich wenden tot Em. Querido’s Uitgeverij bv, Singel 262, 1016 ac Amsterdam. Omslag Esther van Gameren Omslagbeeld Studio mpm / Getty Images Foto auteur Suzanne Liem isbn 978 90 214 4135 1 / nur 305 www.uitgeverijQ.nl
druk9789021441351.indd 4
1/5/2012 2:37:37 PM
1
‘Zijn er nog vragen?’ Ted Damens blik gleed langs de groep verslaggevers. Vanaf de korte kant van de tafel had hij goed zicht op de journalisten die er stuk voor stuk zorgelijk uitzagen. Enkele collega’s hadden rooddoorlopen ogen, zag hij. Naast hem onderdrukte een verslaggever een geeuw. Het was even na half tien, de eerste ochtendvergadering van de week. Normaal gesproken begon de vergadering stipt op tijd, om negen uur, maar vandaag was alles anders. Het duurde langer voordat iedereen kwam binnendruppelen en de sfeer was bedrukt. Ted Damen had zijn collega’s net officieel moeten vertellen wat de meesten al wisten: dat hun collega Timo Klein Bennink vroeg in de ochtend was gevonden op het platte dak, tien meter onder de galerij van zijn appartement. Het was onduidelijk wat er vannacht was gebeurd. De politie kon nog niets zeggen. Ted had eraan toegevoegd dat het een tragische geschiedenis was. Hij was verbijsterd dat zoiets kon gebeuren bij zijn krant. Nooit eerder had de dood zo plompverloren toegeslagen op de redactie. Lezers informeren over dood en verderf was iets rigoureus anders dan er zelf met je neus bovenop staan. Dat had hij allemaal gezegd. Nu was het stil. ‘Wat gaan we hiermee in de krant van morgen doen?’ De vraag kwam van Evelien Bos. Zij had intensief samengewerkt met Timo sinds hij was aangetreden bij de krant. Ted had hen allebei weggekaapt bij concurrerende media. Evelien was een jaar geleden begonnen bij zijn krant. Vlak voordat de hoofdredactie haar strikte, had ze een prijs gewonnen met een serie verhalen over een sekte in het oosten van het land. Timo was een paar maanden geleden aan boord gekomen. Hij had als freelancer naam gemaakt bij het opinieweekblad View, 5
druk9789021441351.indd 5
1/5/2012 2:37:37 PM
bekend van de spraakmakende onderzoeksverhalen. Daarmee had hij een paar mooie primeurs gescoord tijdens undercoveroperaties. Hij werd door zijn collega’s soms spottend wonderkind genoemd. De zoon van Günter Wallraff en de Messias waren andere bijnamen die achter zijn rug werden gebruikt. Timo en Evelien hadden ook samen verhalen voor de krant geschreven. De laatste tijd was Evelien zichzelf niet. Ze zag er vermoeid en soms ook verbeten uit. ‘Ted? Wat gaan we doen?’ Arnold Plezier, de nieuwschef, stootte hem aan. Evelien wachtte op antwoord. Ze leek er klaar voor om uit de vergadering te rennen om deze zaak tot op de bodem uit te zoeken. Gretig. Misschien wel iets te gretig, vond Ted. Ze kon beter wat rustiger aan doen. Hij keek Arnold vragend aan. De nieuwschef en hij knikten allebei. ‘Wat gaan we doen?’ vroeg Evelien. ‘En hoe?’ ‘Roel is al ter plekke,’ antwoordde Ted. Eveliens gezicht betrok. Met Roel bedoelde hij Roel Fransz, de meest ervaren verslaggever van de krant en ook de oudste van de nieuwsdienstploeg. Een beer van een vent die jarenlang op de economieredactie had gewerkt en drie journalistieke boeken had geschreven over Nederlandse multinationals. Een lastpak die zeer kritisch was op zijn eigen bedrijf en er niet voor terugschrok om het gedrag van zijn collega’s aan de kaak te stellen in het vakblad van de journalisten. Ted schraapte zijn keel. ‘Het lijkt mij duidelijk dat we met een verhaal zullen komen, maar over de aanpak moeten we het later hebben. Laat duidelijk zijn dat wij – en met “wij” bedoel ik de hoofdredactie en de directie – alles zullen doen om helderheid te krijgen over deze zaak.’ ‘Het belangrijkste lijkt me te achterhalen wat er is gebeurd,’ zei Evelien. Ze kreeg instemmende reacties van haar collega’s. Ted had die ochtend als eerste gebeld met de directeur van het krantenbedrijf. Ze hadden afgesproken dat de onderste steen boven moest komen. Of Timo’s dood met de krant te maken had of niet, dat deed er niet toe. 6
druk9789021441351.indd 6
1/5/2012 2:37:37 PM
‘Ja, dit moeten we grondig uitzoeken.’ ‘Dat lijkt me nogal logisch.’ ‘Ja maar, hoe zit het met...’ De opgewonden stemmen van de verslaggevers vulden de zaal. Ted wees Marcus Minnema aan, die het woord vroeg. Waarom hij juist die lastpost aanwees om iets te vragen, wist hij niet. Misschien om ervan af te zijn. ‘Wat wil je zeggen, Marcus?’ ‘Is ons werk gevaarlijk geworden?’ Marcus, de meester van de lastige vragen, leek à la minute antwoord te verwachten. Hij kon ongelooflijk drammen. Niet voor niets hadden zijn collega’s hem gekozen om de belangen van de redactie te verdedigen in de redactieraad. Hij was de klassieke luis in de pels. In de verkeerde pels, vond Ted. De scherpe en kritische vragen waarmee Minnema de directie en de hoofdredactie al jaren bestookte, hingen hem de keel uit. Natuurlijk was hun werk niet gevaarlijk. Er was geen aanleiding om te denken dat Timo’s dood iets met zijn werk te maken had. ‘Ik denk niet dat jullie werk ineens onveilig is geworden,’ begon Ted, maar hij werd in de rede gevallen door Marcus. ‘Jezus, jongens, het is nogal wat om zo jong dood te gaan.’ Marcus keek de kring rond. ‘Heeft de krant hem wel voldoende beschermd? Moeten wij niet eens goed worden geïnformeerd over de manier waarop de hoofdredactie met de veiligheid van de collega’s wil omgaan? Ik denk dat niemand erop zit te wachten om zo aan zijn einde te komen.’ Ted voelde zijn kaakspieren verstrakken, nu ging hij te ver. ‘Rustig, Marcus. Laten we even een paar dingen heel duidelijk stellen. Ten eerste is helemaal nog niet duidelijk wat hem is overkomen en ten tweede is er geen enkele aanwijzing dat dit iets met zijn werk als journalist te maken heeft.’ Ted probeerde kalm te blijven, maar de halve beschuldiging ergerde hem. Hij schoof naar het puntje van zijn stoel. Minnema was nog niet uitgesproken. ‘Ik ben nog steeds van mening dat er duidelijke regels moeten komen als het gaat om het beschermen van onze collega’s.’ Voordat hij verder kon gaan, sneed Ted hem de pas af. 7
druk9789021441351.indd 7
1/5/2012 2:37:37 PM
‘Dat is bekend, maar laten we die discussie niet op deze plek voeren.’ Hij probeerde zijn stem zo rustig mogelijk te laten klinken. ‘Iemand anders nog?’ ‘Nog één ding.’ Evelien weer. ‘Waar was Timo mee bezig?’ Ze keek Ted doordringend aan. Alle collega’s keken nu zijn kant uit, nieuwsgierig naar zijn antwoord. Ted wees naar de krant die voor hem op tafel lag. Waarom vroeg Evelien naar de bekende weg? Hij wilde korzelig reageren, maar hij hernam zich. ‘Zoals je zaterdag in de krant hebt kunnen lezen, heeft jullie collega een mooi verhaal gemaakt over de wethouder Jeugdzaken in Aalsmeer die in problemen is gekomen door zijn zoon. De jongen was verslaafd aan cocaïne.’ ‘Heeft dat iets te maken met Timo’s dood?’ vroeg Marcus. Ted stak zijn handen in de lucht en haalde zijn schouders op. Hij trok een verontschuldigend gezicht. ‘We weten nog maar heel weinig. Maar het lijkt me heel onwaarschijnlijk. Misschien is dat iets wat we kunnen uitzoeken. Evelien?’ ‘Ik heb het genoteerd.’ ‘De wethouder heeft netjes weerwoord gegeven,’ vulde Arnold aan. ‘En ik heb van Timo niet gehoord dat hij problemen had met dit verhaal.’ Ted trommelde met zijn handen op tafel. ‘Niemand meer iets te vragen?’ Het bleef stil. ‘Dan laat ik jullie verder over aan Arnold.’ Om aan te geven dat hij geen tekst meer had, knikte hij zijn collega’s bemoedigend toe, stond op en liep naar de deur. Na het sluiten van de deur keek hij nog even door het smalle raam. In de vergaderzaal zag hij de journalisten nog onderling verder praten. De dagelijkse brainstorm over de krant van morgen kon nog wel even wachten. Dit zou geen topdag worden. Geen man overboord. Er kwamen wel weer productieve dagen met mooie primeurs en smeuïge verhalen. Het was logisch dat de komende tijd de gesprekken vooral over Timo zouden gaan. 8
druk9789021441351.indd 8
1/5/2012 2:37:37 PM
De telefoon in de binnenzak van zijn geruite colbertjasje rinkelde. Hij pakte het ding uit zijn zak en drukte het gesprek weg. Zijn telefoon was onophoudelijk gegaan sinds het anp het bericht over Timo’s dood op het net had gezet. Hoewel hij tegen een anp-collega om half zeven alles al had gezegd wat hij wist, wilden andere media toch nog even een eigen quote halen. Zelfs twee buitenlandse persbureaus hadden gebeld toen hij nog onderweg was naar de krant. Het liefst had hij ze allemaal afgesnauwd, maar hij realiseerde zich dat zij alleen maar deden wat hun was gevraagd door hun chefs. Het aantal keren dat hij zelf dit soort gesprekken had gevoerd als verslaggever kon hij niet tellen. Je wist dat er hoogstwaarschijnlijk niets te halen viel, maar toch hoopte je op iets bijzonders, iets wat andere media niet hadden ontdekt of vergeten waren te vragen. Het was een rituele exercitie die hij zonder fut had afgewerkt. Nee, hij wist niet wat er was gebeurd. Nee, Timo had voor zover hij wist geen problemen. Nee, hij had niet de indruk dat Timo suïcidaal was. Nee, hij kon niet vertellen of Timo met een bijzonder verhaal bezig was geweest. Zeker, er heerste verslagenheid op de redactie. Hij was inderdaad een zeer slimme en doorgewinterde journalist. Een topjournalist, precies. Meer vragen nog? Ted haalde sterke espresso uit de koffieautomaat en kwam langs de kamer van Janet Kortekamp, de secretaresse van de hoofdredactie, die alle journalisten naar hem had doorverbonden. Ted draaide op voor de ongevraagde aandacht die zijn krant kreeg nu Floris Achterberg op vakantie was. De hoofdredacteur stond gewoonlijk de pers te woord. Zijn secretaresse zadelde hem daarom nu met die taak op. Hij vormde samen met Floris de hoofdredactie, dus hij had ook geen keus. Ted had geprobeerd Floris te bereiken, maar kreeg direct zijn voicemail. Hij had ingesproken dat hij hem dringend wilde spreken. Als Floris zijn telefoon weer aan zou doen, dan zou hij waarschijnlijk eerst alle krantensites bekijken. Dat had hij zelf ook gedaan toen hij om zeven uur zijn laptop opstartte. Alle nieuwssites hadden het bericht overgenomen, net als Teletekst. Ted ging opnieuw zijn kamer in. Hij was alleen even aange9
druk9789021441351.indd 9
1/5/2012 2:37:37 PM
schoven bij de vergadering om de collega’s een hart onder de riem te steken. Nu trok hij zich weer terug in zijn hok vlak bij de redactie, waarvan hij de deur meestal openliet. De kamerdeur van Floris was dicht, afgelopen weekend was hij vertrokken voor een vakantie van vier weken. Waarnaartoe ook alweer? Kenia of Botswana? Of allebei, dat kon ook. Ted had niet echt geluisterd toen Floris enthousiast vertelde over zijn safari. Niet zozeer omdat hij een safari oninteressant vond, maar omdat de trip hem jaloers maakte. Zijn eigen jaarlijkse fietsvakantie in Zuid-Frankrijk stak er zo flets bij af. Hij hoorde een klop op de deur en Janet stak haar hoofd om de hoek. Ze was die ochtend zijn kantoor binnen gekomen toen hij aan zijn zoveelste telefonische interview zat. Ze begon, net als hij, graag vroeg. Zonder een woord te zeggen had ze een kop koffie voor hem neergezet. Dat deed ze nooit, maar nu leek ze hem in de watten te willen leggen. Het was ook zo’n rotdag, had haar blik verraden toen ze zijn verbaasde gezicht zag. Nu zag ze er gehaast uit. ‘Kun je zo even...’ begon ze. ‘Nee, nu even niet!’ Ted stond op en duwde de deur van zijn werkkamer dicht in het beteuterde gezicht van Janet. Hij leunde tegen de deur en blies zijn wangen rond. Hij liet de lucht ontsnappen door zijn getuite lippen. Hij wreef over zijn knie en vertrok zijn gezicht. ‘Sorry Janet,’ fluisterde hij. ‘Jij kunt er ook niets aan doen.’ Hij liep naar het raam dat uitkeek over de redactie. Niet iedereen was die ochtend bij de vergadering aangeschoven, zag hij. Daar zat Anouk Kramer, de benjamin van de binnenlandredactie, voorovergebogen over haar bureau. Anton Brakema, de andere chef van de nieuwsdienst, stond naast haar en legde een hand op haar schouder. Lukas Brandenburg werkte ijzerenheinig door. Moest hij dat verdacht vinden? Ted voelde een onrustig gevoel opborrelen in zijn buik. Had een collega hier iets mee te maken? Moest hij nu iedereen gaan ondervragen? Een paar bureaublokken verderop bij de fotoredactie stonden een paar collega’s met bleke gezichten met elkaar te praten. Eigenlijk zou híj daar moeten staan. Rondlopen, motiveren, op10
druk9789021441351.indd 10
1/5/2012 2:37:37 PM
beuren. Vragen stellen. Floris zou die rol met flair vervullen. Hij kon zich er niet toe brengen. Ted trok zijn jasje uit en knoopte zijn stropdas los. Hij pakte zijn das en jas en gooide ze met een boog op de vergadertafel. In één beweging schoof hij een stapel papieren op zijn bureau opzij, liet zich zakken op zijn zwarte leren bureaustoel en rolde de stoel zo ver achteruit dat hij zijn voeten op zijn bureau kon leggen. Hij strekte zijn armen en vouwde daarna zijn handen in zijn nek, boog achterover en sloot zijn ogen. Gedachten over Timo vulden onmiddellijk zijn hersenpan. Ted realiseerde zich dat hij de journalist nauwelijks kende. Wat hij over Timo wist, was in een paar zinnen samen te vatten. Hij was nog geen vijfentwintig jaar en stond sinds zijn aantreden – een paar maanden geleden – bekend als de beste verslaggever van de krant. Net zoals Ted Evelien had aangenomen, had hij ook Timo naar de redactie gehaald. Het was een risico geweest, wist hij al die tijd, want Timo was een vrije vogel: iemand die zijn eigen plan trok. Hij was ooit bij deze krant begonnen als stagiair. Daarna had hij een tijd freelance gewerkt voor allerlei websites en bladen, totdat hij onderzoeksjournalist werd bij View. Ted had hem af en toe gepolst en na ruim vier jaar had Timo plotseling toch de overstap gemaakt. Ted was er trots op geweest, maar de wending had hem ook verbaasd. Meestal was het lastig om zo’n vrijbuiter bij een nieuwsredactie in te lijven. Vanaf de eerste dag schitterde hij bij de nieuwsdienst. De perfecte plek voor een nieuwsjager, zeker voor het type bikkel. Timo was collegiaal en – als hij op de blikken van vrouwelijke verslaggevers afging – ook nog aantrekkelijk. Een jongen om jaloers op te zijn. Toch had Ted nooit iets gemerkt van onderlinge animositeit tussen hem en zijn mannelijke collega’s. Maar had hij wel goed opgelet? vroeg hij zich nu af. Hij verweet zichzelf dat hij niet zo vaak op de redactievloer kwam. Dat was nu eenmaal het domein van de hoofdredacteur en van Arnold en Anton. Maar, zo probeerde hij zichzelf gerust te stellen, als er ernstige problemen waren geweest, dan had hij daar zeker van gehoord van Floris of Arnold. Hijzelf nam nieuwe collega’s aan en mocht de moeilijke gesprekken voeren als er 11
druk9789021441351.indd 11
1/5/2012 2:37:37 PM
conflicten waren, maar de dagelijkse kleine conflicten gingen gelukkig meestal langs hem heen. Dat hij die ochtend als eerste was gebeld door de politie was toeval. De beveiliging kon de hoofdredacteur niet bereiken en had het gesprek van de politie automatisch doorgeschakeld naar Janet, die meteen hem had gebeld. Hij stond zich net te scheren toen de telefoon ging. Het was iets voor half zeven. Hij hoorde Janets bericht en belde met wangen vol schuim de rechercheur terug. De man vertelde dat Timo Klein Bennink die nacht was gevonden bij het appartementencomplex waar hij woonde in het centrum van Amsterdam. Hij lag op het platte dak van de winkel vlak onder Timo’s balkon. Zijn portemonnee met bankpassen, perskaart en visitekaartjes was gevonden in zijn appartement. Even had Ted verbijsterd met de telefoon aan zijn schuimwang gestaan. Daarna had hij praktische vragen gesteld: wat was er gebeurd, was hij gevallen, waren er getuigen? In een grijs verleden deed hij ook een tijdje de portefeuille politie en justitie. Nu pas zag hij hoe journalisten hetzelfde deden als politiemensen: ze walsten over gevoeligheden heen door directe vragen te stellen. De rechercheur had er een hele reeks. Was Timo suïcidaal geweest? Had hij problemen? Ruzie met zijn familie? Was er een vete op de redactie? Allemaal vragen waarop Ted zelf ook een antwoord zou willen hebben, zo maakte hij de rechercheur duidelijk. Weer klopte iemand op de deur. Ted opende zijn ogen en wilde net weer in woede uitbarsten toen hij Evelien zag. Ze droeg een paarse jurk met een decolleté. Eigenlijk was het iets te fris voor zo’n flodderig geval. Eigenlijk was Evelien net zo’n risico als Timo, alleen op een andere manier. ‘Evelien, wat fijn om je te zien. Ga zitten.’ Hij sprong op en had meteen spijt. Hij zakte bijna in elkaar van de pijn. Hij negeerde de steken in zijn knie, hinkte een paar stappen en schoof een stoel van de vergadertafel naar zijn bureau. ‘Gaat het?’ Evelien keek bezorgd. ‘Ja, ja. Natuurlijk. Wat kan ik voor je doen?’ 12
druk9789021441351.indd 12
1/5/2012 2:37:37 PM
Hij wees naar de stoel. Evelien negeerde de uitnodiging om te gaan zitten. Ze zocht naar woorden. ‘Wat voor soort verhaal wil je? Een necrologie? Of wil je vooral op het nieuws gaan zitten?’ Wat een koele was ze toch. Eén bonk professionaliteit. Maar waarom friemelde ze zo nerveus met haar vingers aan haar jurk? ‘Wat vindt Arnold ervan? Hebben jullie elkaar al gesproken?’ ‘Nee, hij wilde dat ik dit met jou zou doornemen.’ Hij zag dat er rode vlekken in haar nek verschenen. Ted dacht even na. Hij was hier helemaal niet geschikt voor. In de rol van verslaggever had hij goed gefunctioneerd en als chef kon hij prima roosters in elkaar draaien, maar journalistieke afwegingen maken deed hij het liefst in teamverband, niet alleen. Het gaf hem de kriebels als hij in een weekenddienst de taak van Floris moest overnemen om de voorpagina in elkaar te timmeren. Als de verslaggevers mooie verhalen hadden geleverd, dan ging het wel. Op de nieuwsluwe zaterdagen en zondagen, waarop het schrapen was, kreeg hij het benauwd. Liever zorgde hij ervoor dat de financiën op orde waren. Hij schiep er genoegen in als hij de kosten in de hand wist te houden. ‘Wat weten we eigenlijk?’ ‘Niet zoveel, denk ik. Niet meer dan het anp meldt.’ ‘De politie? Komt er een onderzoek?’ ‘Dat lijkt me nogal logisch. Zal ik gaan rondbellen?’ Hij knikte. ‘Wil je een necrologie of wil je dat ik nieuws zoek?’ ‘Ja. Ja, dat laatste natuurlijk. Samen met Roel.’ ‘Goed.’ Ze wilde naar de deur lopen. ‘Hou me op de hoogte. En ik wil het stuk graag zien voordat je het naar Arnold stuurt.’ Ze draaide zich om en keek hem met een geïrriteerde blik aan. ‘Hoezo? Vertrouw je me niet?’ ‘Nee, nee. Dat is het niet. Ik wil gewoon graag weten wat je hebt gevonden.’ ‘Dan is het goed.’ Haar gezicht werd minder strak. De gebeur13
druk9789021441351.indd 13
1/5/2012 2:37:37 PM
tenissen van afgelopen zomer lagen nog heel gevoelig, zag Ted. Ze ging nu ook weer in de tegenaanval. ‘Schrijf jij het hoofdredactioneel commentaar hierover?’ Dat was een goed idee, bedacht Ted. Of toch niet? Het was lastig een standpunt in te nemen over een zaak waarin alles nog openlag. Dit was andere koek dan een meninkje debiteren over bezuinigingen op de zorg. ‘We weten niet eens wat er is gebeurd. Als iemand doodgaat aan kanker doen we dat toch ook niet. Dan plaatsen we hooguit een bericht.’ Hij dacht aan een collega die ze vorig jaar hadden verloren, Sjaak. Een eindredacteur die zijn hele leven bij de krant had gewerkt. Bij hem was een jaar geleden een hersentumor gevonden. Drie maanden later was hij dood. Nog geen vijftig jaar geworden. Journalisten haalden steeds vaker de pensioengerechtigde leeftijd niet dan wel. Sjaak zelf was degene die daar altijd de draak mee stak. Dat een vertegenwoordiger van het pensioenfonds een woord van dank uitsprak aan de groeve. Hoefde het fonds geen geld uit te keren. Ted hoopte van harte dat hij wel ooit rustig zou kunnen leven. Zijn tuin, de kleinkinderen tegen die tijd, eindelijk eens die grootse roman schrijven. ‘Dit is anders dan een slopende ziekte, volgens mij,’ zei Evelien. ‘Wie gaat er nou zo dood?’ Het leek er even op of ze in huilen zou uitbarsten. ‘Ja, natuurlijk,’ zei Ted snel. ‘Daar heb je gelijk in. Heb je familie van hem gesproken?’ ‘Nee, ik ken niemand van zijn familie. Goed. Dan ga ik maar.’ Evelien stond alweer half buiten, klaar om op pad te gaan. Ted knikte, stond op en liep achter haar aan de gang in. Hij wierp een blik op haar bleke kuiten. Er liepen twee rode striemen schuin over de witte huid. Misschien had ze met gekruiste benen gezeten. Daarboven haar brede heupen en ronde billen. Dikke billen had ze, die met elke beweging meedeinden onder het paarse tricot. Ted wendde zijn blik af. ‘Kom om een uur of drie nog even naar mijn kamer,’ riep hij haar na toen ze op een drafje naar de redactievloer terugliep. Ze 14
druk9789021441351.indd 14
1/5/2012 2:37:37 PM
holde verder en stak haar duim op om de afspraak te bevestigen, zonder zich om te draaien. Ted tapte heet water uit de koffieautomaat en liep naar de kamer van Janet. Hij zette het witte plastic bekertje op haar bureau. ‘Het spijt me van daarstraks. Ik weet niet wat me overviel.’ Janet glimlachte toegeeflijk en raakte zijn onderarm even aan. ‘Het geeft niet. Het is voor iedereen een moeilijke dag. Heb jij die papieren nog die ik had gevraagd? Die zijn nodig voor het prospectus.’ Ze pakte een theezakje uit haar lade en hing het in het water. Groene thee, zag hij. De bladeren in het builtje gaven het water de kleur van appelsap. ‘Dank je wel voor de thee.’ Hij knikte en bleef staan. ‘Weet jij iets over Timo’s privéleven? Ik bedoel, had hij een partner, ouders, broers, zussen?’ Janet keek hem verwonderd aan. ‘Bedoel je dat je nooit met Timo over zijn verleden hebt gesproken? Je weet er niets van?’ Ted schudde zijn hoofd en Janet keek hem ongelovig aan. ‘Waar heb jij geleefd de afgelopen tijd, onder een steen?’ Ted zweeg. Hij had soms de neiging om zich af te zonderen, maar dat het zo ernstig was, had hij zich niet gerealiseerd. ‘Wat is er dan?’ zei hij schaapachtig. ‘Timo verloor zijn ouders toen hij nog heel jong was. Eerst stierf zijn moeder en een jaar later ging zijn vader dood. Alle twee kanker. Dieptriest.’ ‘Broers of zussen?’ ‘Een zus, geloof ik. Dat zou je aan Evelien moeten vragen. Of aan Lara. Die weet zulke dingen zeker.’
15
druk9789021441351.indd 15
1/5/2012 2:37:37 PM
2
Evelien kroop onder haar bureau om de oplader van haar telefoon uit het stopcontact te trekken. ‘Ga door, ga door,’ riep Ron Krijgsman vrolijk. Evelien kwam met een gloeiend hoofd onder het bureau vandaan. Het snoer van haar oplader hield ze in haar hand. ‘Hé, Krijgsman. Doe jij eens even lekker rustig. Normaal zou ik er niets van zeggen maar op een dag als deze...’ ‘Nou zeg, ik wist niet dat het nog zo gevoelig lag.’ Ron Krijgsman grinnikte besmuikt en ging snel verder met zijn werk. Evelien verbeet haar ergernis. Met een driftig gebaar propte ze twee kranten die ze nog niet had gelezen in haar tas. De paraplu die ze naast haar bureau had gedroogd vouwde ze op en stak ze onder haar oksel. Ze had haast om van de redactie weg te komen. Dit was haar kans om alles goed te maken. ‘Succes,’ hoorde ze Lara Aardoom roepen. Ze draaide zich half om en zwaaide naar haar collega. ‘Dank je wel. Jij met je depressieartikel. Keep smiling.’ Lara vertrok haar gezicht in een grimas. Ze had de opdracht gekregen om een verhaal te schrijven over mensen met een extreme vorm van winterdepressie. Ze moest op zoek naar iemand die uit ervaring wist hoe ernstig zo’n stoornis je leven vergalde. Het moest ook nog iemand zijn die op de foto wilde, dus Lara kon aan de slag. Ze had op Twitter en Facebook al oproepen geplaatst. Evelien wandelde langs de nieuwsdesk. ‘Wacht even,’ riep Arnold. Ze kwam dichterbij en zette haar bagage naast Arnolds bureau neer. ‘Instructies?’ wilde ze weten. ‘Nee. Ik wil alleen zeker weten dat je dit kunt.’ ‘Hoezo? Denk je dat ik deze klus niet aankan?’ ‘Ik bedoel er niks mee.’ 16
druk9789021441351.indd 16
1/5/2012 2:37:37 PM
Arnold keek haar geamuseerd aan. ‘Jullie waren alleen bevriend geraakt, volgens mij.’ ‘Dus?’ ‘Echt, ik bedoel niet dat je dit niet kunt. Ik wil alleen zeker weten dat ik het niet beter aan iemand anders kan vragen.’ Evelien boog zich over het bureau heen. ‘Alles is nu weer goed. Ik heb mijn les geleerd. Ik kan dit.’ Ze wachtte de reactie van Arnold niet af, maar pakte haar spullen weer op. Arnold greep de afstandsbediening van de televisie die altijd op Teletekst afgesteld stond. Hij richtte het apparaatje op het scherm en las het bericht over Timo. ‘Nog niets nieuws. Op het anp trouwens ook niet. Heb je gezien dat het op Twitter wemelt van de berichten over Timo?’ ‘Ja, wat een onzin.’ Evelien schudde haar hoofd. Ze had zich eerst kwaad gemaakt over de reacties. Een beruchte grappenmaker met slechte smaak had die ochtend opgeroepen om redenen te verzinnen om zelfmoord te plegen. Door de zoekterm #timo te gebruiken, werd het even het populairste onderwerp op Twitter. ‘Ik hou het wel bij. Wind je er niet over op. Ze hebben geen idee. Ga maar gauw. Ik heb Ron Krijgsman gevraagd om alvast wat oude artikelen van Timo te zoeken. En misschien kan hij nog wat familieleden opsporen. O ja, Roel moest trouwens nog met zijn auto naar de garage, maar daarna komt hij weer naar het huis van Timo. Jullie moeten het werk maar even verdelen.’ ‘Ik bel hem wel vanuit de auto. Ik begin bij Timo’s huis en daarna zie ik wel. Wij bellen straks nog.’ ‘Prima. Doe voorzichtig, Bos,’ riep Arnold haar na. Ze keek over haar schouder en ving zijn blik. ‘En bel even voordat je gaat schrijven. Zet hem op.’ ‘Jaha,’ riep ze geërgerd en ze struikelde bijna over het hengsel van haar tas. ‘Ik meld me wel.’ Toen bedacht ze zich en ze liep opnieuw naar Arnold. Ze fluisterde. ‘Hoe zit het eigenlijk met die ruzie tussen Roel en Timo? Moet Ted dat niet weten? Ik ga ervan uit dat hij van niks weet, want hij begon er niet over.’ 17
druk9789021441351.indd 17
1/5/2012 2:37:37 PM
‘Ik vertel het wel. Maar je bedoelt toch niet...’ ‘Ik bedoel helemaal niets. Maar het lijkt me dat onze hoofdredactie moet weten dat twee collega’s pasgeleden een fikse ruzie hebben gehad. Man, ze gingen elkaar nog net niet te lijf.’ Arnold knikte. ‘Je hebt gelijk, ik zal het direct melden aan Ted.’ ‘Nog wat.’ Evelien sprak zacht. ‘Wat?’ ‘Is het wel een goed idee om hem hierop te zetten? Gezien die ruzies?’ ‘Was het echt zo heftig dan?’ Arnold keek even nadenkend voor zich uit. ‘We zien wel. Hij heeft niet geprotesteerd en volgens mij ging hij meteen aan de slag. Hup, wegwezen jij.’ ‘Dan moet je het zelf maar weten. Ik heb je gewaarschuwd.’ Roel Fransz was een ervaren verslaggever met een slechte reputatie. Briljant, licht arrogant en aartslui. De ruzie tussen hem en Timo ging over een artikel dat volgens Timo onvolledig was geweest. Hij had het op eigen houtje veranderd toen Roel naar huis was gegaan, zonder iets tegen Arnold of Anton te zeggen. Roel ging de volgende ochtend uit zijn dak voordat de ochtendvergadering begon. Waar Timo het gore lef vandaan had gehaald om aan zijn stuk te rommelen. En dan ook nog doodleuk zijn eigen naam bij die van hem boven het artikel zetten. Het was een incident, maar de twee journalisten hadden wel vaker bonje. Timo was rechtlijnig en de luiheid van zijn oudere collega ergerde hem bij vlagen mateloos. Roel zag zijn positie als sterverslaggever afbrokkelen bij elk voorpagina-artikel dat Timo fabriceerde. En dat waren er nogal wat de laatste tijd. Roel zou toch niet...? Evelien duwde de gedachte weg. Ze kon zich niet voorstellen dat haar collega ook maar iets met de dood van Timo te maken kon hebben. Roel was lastig, maar geen moordenaar. Ze liep via een omweg weg van de redactie, langs het bureau van Timo. Tussen hoge stapels A4’tjes, oude kranten, magazines en aantekeningenboekjes stond een waxinelichtje op batte18
druk9789021441351.indd 18
1/5/2012 2:37:37 PM
rijen met een ingelijste foto ernaast. Het aantrekkelijke gezicht van Timo lachte Evelien vriendelijk toe. Het was een bekende afbeelding, een foto die ook altijd prijkte bij bijzondere artikelen van Timo’s hand. Kennelijk had een collega van de fotoredactie vanochtend snel een afdruk van de foto gemaakt. Evelien sloot haar ogen en hoopte een moment intens dat hij er weer zou zijn als ze haar ogen zou openen. Ze kon het toch nog niet echt geloven. Voor de krant was een hoofdstuk afgesloten, maar ook voor haar. Hij nam hun verleden met zich mee. In de auto belde ze eerst naar Roel. Die was net weg bij Timo’s huis, vertelde hij. Een buurvrouw had hem kort te woord gestaan. Hij zou het huisnummer van die buurvrouw voor haar opzoeken en naar haar sms’en. Eveliens tweede telefoontje ging naar de politiewoordvoerder. In volle vaart vooruit, had ze besloten, alsof niet net een dierbare collega was gestorven. Alsof het een gewone werkdag was. Zo zou ze overeind blijven. Huilen had ze vanochtend al willen doen. Op de wc. Ze was expres in een toilettenblok gedoken op een andere verdieping van het gebouw. De derde etage werd niet verhuurd. Daar kon ze ongestoord brullen. Tot haar verwondering was de huilbui uitgebleven. Het ongeloof was nog groter dan het verdriet, had ze geconstateerd. Ze wilde de beelden niet toelaten. Hoe hij daar gelegen moest hebben. Hoe hij op de galerij had gestaan. Ineengezakt tegen de koude betegelde muur besefte ze dat dit de kans was om terug te komen. Om te bewijzen dat ze het nog in zich had. Om het verleden uit te wissen. De politie had nog bar weinig nieuwe feiten te melden, merkte Evelien toen ze de dienstdoende woordvoerder van de politie aan de lijn kreeg. ‘De doodsoorzaak staat nog niet vast en het onderzoek is in volle gang,’ zei Fleur Brugsma. Evelien kende haar al jaren, maar nu klonk ze nogal plechtstatig. ‘Zit je nou gewoon het persbericht voor te lezen?’ ‘Meer weten we nog niet,’ antwoordde ze. ‘Dat vodje dat jullie hebben gestuurd, ken ik wel. Een vierentwintigjarige Amsterdammer dood, bladibla. Werkte bij een 19
druk9789021441351.indd 19
1/5/2012 2:37:37 PM
dagblad. Jullie hebben de naam van Timo niet genoemd en de naam van de krant ook niet. Waarom eigenlijk?’ ‘Geen idee. Ik vind het ook vreemd dat we een bericht hebben verspreid.’ ‘Want?’ ‘Nou ja, zelfmoord melden wij nooit.’ ‘Waarom nu dan wel?’ ‘Misschien is het persbericht gemaakt omdat jouw collega papieren bij zich had en de agenten zijn naam herkenden. Timo is natuurlijk een bekende journalist.’ ‘Weten jullie al of Timo zelf is gesprongen?’ Evelien vond het afschuwelijk dat ze de woorden Timo en springen in één zin moest gebruiken. Het verbinden van zijn naam met suïcide lukte maar moeilijk. Timo was misschien iets ernstiger dan goed voor hem was, maar niet neerslachtig. Meteen schoot door haar heen dat hij er bij vlagen als een wrak had uitgezien. Wallen, ongewassen haar, weinig spraakzaam. Ze had er niet bij stilgestaan en niets gevraagd. Alleen zijn uiterlijk geregistreerd en geconstateerd dat hij veel te veel werkte, zoals zoveel collega’s. Zoals zijzelf. ‘Nou, wacht eens. Ik zie dat mijn collega een aanvulling op het bericht heeft gestuurd. Hij meldt: een misdrijf wordt niet uitgesloten.’ Even wist Evelien niets te zeggen. Betekende dit niet gewoon dat Timo was vermoord? ‘Wat wil dat zeggen?’ Ze wist precies wat die zinsnede betekende. Hoe vaak had ze geen berichten gemaakt voor de krant waarin die woorden voorkwamen? Moeder en kind dood gevonden in eigen woning. Een misdrijf wordt niet uitgesloten. Ongelofelijk dat die woorden nu op Timo sloegen. Hij was dood en waarschijnlijk was dat geen ongeluk. ‘Waren er nog bijzonderheden? Wie heeft hem gevonden?’ ‘Daarover kan ik helaas niets zeggen, hangende het onderzoek.’ Evelien wilde Fleur het liefst door de telefoon trekken met haar aanstellerige ‘hangende het onderzoek’, maar ze hield zich in. 20
druk9789021441351.indd 20
1/5/2012 2:37:37 PM
‘Iets anders dan? Vraag nog even voor mij na bij de leider van het onderzoek of er nog iets te melden valt. Timo is mijn collega en het lijkt me niet meer dan normaal dat wij ook te horen moeten krijgen wat er is gebeurd.’ De jonge woordvoerder verontschuldigde zich en beloofde Evelien terug te bellen als ze meer informatie had. ‘Natuurlijk,’ zei Evelien sarcastisch toen de vrouw had opgehangen. Ze zag dat ze een sms’je had van haar echtgenoot Philip. ‘Gaat ie goed?’ vroeg hij. ‘Ben je verhaal over T aan het maken?’ Ze stuurde een bericht waarin ze twee keer bevestigend antwoordde op zijn vragen. Eronder zette ze een x’je. Met een glimlach reed ze verder. Evelien reed door de stad, die zo goed bij Timo had gepast. In vergelijking met wereldsteden met miljoenen inwoners mocht de Nederlandse hoofdstad dan een dorp lijken, Timo had nergens anders willen wonen. De stad had voor hem alles op fietsafstand onder handbereik. Al bij hun eerste ontmoeting ontdekten Timo en zij dat ze naast de journalistiek ook andere interesses deelden. Samen bezochten ze soms de plaatselijke horeca. Ze hadden elkaar leren kennen vlak nadat Timo de overstap had gemaakt naar haar krant. Het klikte. Zij genoot van zijn cynische grappen, hij bewonderde de manier waarop zij keer op keer belangwekkend nieuws vond. Samen vormden ze sinds zijn aantreden bij de krant het ongekroonde koningskoppel van de nieuwsdienst. Sindsdien werkten ze soms samen en hielpen elkaar als dat nodig was. Het perfecte werkhuwelijk, vonden ze allebei. Dat Evelien getrouwd was met Philip en met hem twee zonen van zeven en negen had en hij geen relatie had, stond daarbuiten. Hij had in het voorjaar een keer verhalen uit zijn onstuimige liefdesleven opgedist, op een lome zondagmiddag met een glas port in de hand. Ze zaten toen aan haar keukentafel op hun bovenhuis in de Watergraafsmeer. De kinderen waren er ook, ze voetbalden in de woonkamer. Philip ging later met de kinderen naar het park en kwam na afloop bij hen zitten, nieuwsgierig geraakt door Eveliens geschater. Maar hoe openhartig Timo toen ook leek, Evelien voelde dat hij loog. Ze kon haar vinger 21
druk9789021441351.indd 21
1/5/2012 2:37:37 PM
er niet op leggen, maar er zat een andere kant aan hem. Een kant die hij niet wilde laten zien. Alsof hem iets dwarszat. Iets groots. Ze kon zich helemaal niet voorstellen dat hij zo’n heftig leven leidde. Voor zover zij wist, was hij altijd aan het werk. Het begon te miezeren toen Evelien Timo’s wijk in West in reed. Ze kwam niet vaak in dit gedeelte van de stad, maar ze kende als geboren en getogen Amsterdamse de weg tussen de flats. Ze snapte niet goed waarom Timo hier was blijven wonen toen hij beter ging verdienen en zich iets luxueuzers kon veroorloven. Misschien wilde hij tussen gewone mensen wonen om contact te houden met de wereld die voor journalisten in een grijze kantoorkolos heel ver weg is. Misschien was het ook wel luiheid die hem had gevangen in dit labyrint van flatgebouwen met witte schotels op de balkons. Ze had hem wel eens horen zeggen dat hij niet vaak in het centrum kwam. Na haar vragende blik had hij alleen maar geroepen: ‘Die toeristen!’ Alsof dat alles verklaarde. Daarna hadden ze het er nooit meer over gehad. Het was rustig in de winkelstraat. Een troosteloze maandagochtend met regen: wie niet naar buiten hoefde, bleef binnen. Evelien zag een paar zwarte paraplu’s en fietsers met plastic poncho’s. En twee bmo’s zoals een voormalig collega gesluierde vrouwen een keer spottend had omschreven: black moving objects. Ze liepen snel, leken geen zin te hebben om doornat te raken. Haar telefoon trilde. Een sms’je van Roel. Hij noemde het huisnummer van de buurvrouw van Timo die hij die ochtend had gesproken. Ze baalde dat ze niet als eerste bij de plaats delict was. Evelien reed haar Volkswagen Golf langzaam door de straat. Het raam aan de bestuurderskant had ze laten zakken zodat ze zich beter kon oriënteren. Beneden waren winkels, erboven waren vijf woonlagen. Timo’s flat was precies boven een belwinkel, op de bovenste etage. De entree voor de galerij moest aan de zijkant zijn, want tussen de winkels waren geen deuren die eruitzagen alsof ze naar woningen leidden. Evelien nam de eerste afslag rechts en parkeerde haar auto in de zijstraat. Routineus opende ze haar tas, nam haar laptop eruit en schoof hem onder de passagiersstoel. Daarna zocht ze haar blocnote 22
druk9789021441351.indd 22
1/5/2012 2:37:37 PM
en klemde haar balpen aan de omslag zodat ze straks niet zou hoeven zoeken. Daarna checkte ze nog een keer op haar telefoon op Twitter of er nog nieuwe berichten waren bijgekomen over Timo. Weer roddel en achterklap. Ze had alweer spijt dat ze had gekeken. Ze stapte haar auto uit. ‘Shit.’ Ze stond in een plas en voelde haar voet in een fractie van een seconde soppen in haar schoen. Lekker was dat. Ze sloot de deur af, leunde tegen haar auto en liet haar schoen van haar voet vallen. Met een driftig gebaar veegde ze de onderkant van haar voet droog aan haar jas. Het viel Evelien op hoe toegankelijk de jarenzeventigflat was. Ze hoopte dat ze de enige journalist was, want ze had er een broertje dood aan als concurrenten haar voor de voeten liepen. Of erger nog: dat ze achter andere media aanhobbelde, zodat betrokkenen haar zouden wegjagen als een lastig insect. Het schrikbeeld van sámen met een collega-journalist bij een belangrijke getuige thuis te belanden, maakte dat ze in dit soort gevallen altijd de benen uit haar lijf liep om als eerste te zijn. Nu was het helemaal van het grootste belang. Ze keek rond in de hal. Gek idee dat ze hier nooit eerder was geweest, terwijl zij en Timo toch zo close waren geweest. Er hingen geen camera’s of afgesloten deuren in het portiek, iedereen kon binnenlopen en vervolgens ongezien de galerij op gaan. Het rook er muf. De geelgrijze muren waren ooit wit geweest. Er zaten vlekken en vegen op. Evelien huiverde. Vreemd, dat een vieze omgeving direct onveilig aanvoelde. Kapotte ramen en de smerige vloer zorgden voor een nare sfeer. Het rook naar kots. Evelien zag een natte plek, vlak naast de brievenbussen. Ze liep ernaartoe en vond nummer 55. Timo’s naam stond er niet bij. Uit de brievenbus stak geen post of reclamedrukwerk. Ze ging op haar tenen staan om in de bus te gluren, maar ze was een paar centimeter te klein. Evelien keek om zich heen. Het portiek was leeg, op een paar vellen krantenpapier en een gebruikte papieren zakdoek na. In de hoek had een spin een indrukwekkend web geweven. 23
druk9789021441351.indd 23
1/5/2012 2:37:38 PM
De deur naar het trappenhuis was tegenover de entree. Ze trok de deur open en liep in één ruk door naar de vijfde verdieping. Boven wachtte ze tot ze op adem was gekomen voordat ze naar Timo’s voordeur liep. De galerij was overdekt. Zoals Evelien al verwachtte, was de voordeur van het appartement verzegeld. Ook de galerij was afgezet met rood-witte linten. De politie had de linten gespannen tussen Timo’s woning en de spijlen. Voor de deur lag een grote plas water. De kokosdeurmat was drijfnat. Evelien stapte opzij om de reling vast te grijpen. Ze wilde niet denken aan Timo die over het metalen hekwerk was gevallen, maar ze moest zich een beeld vormen van de gebeurtenissen van vannacht. Met tegenzin wierp ze een blik naar beneden. Het was hoog, veel te hoog, het duizelde haar. Beneden, op het platte dak van de winkel, had de politie een wit tentje neergezet. Dat was de plek waar Timo moest zijn neergekomen. Evelien bedacht hoe de ene arm van Timo naast zijn lichaam zou liggen, terwijl zijn andere hand in een knik naast zijn hoofd lag, alsof hij vanuit de verte naar haar wuifde. Instinctief deed ze een pas terug. Had ze maar een tikkeltje minder fantasie en inlevingsvermogen. Ze hurkte neer, haalde diep adem door haar neus en blies de lucht uit door haar getuite lippen. Ze had genoeg gezien. Toen de misselijkheid was gezakt, bukte ze en liep onder de linten door. Ze bekeek Timo’s voordeur nauwkeurig. Geen krassen op de groene verf, alleen zand en zwarte vegen aan de onderkant van de deur. Timo had zijn voordeur waarschijnlijk talloze keren opengeschopt met zijn schoen. Ze keek door het spionnetje, maar het kleine ronde gaatje gaf niet prijs wat zich achter de deur bevond. Evelien probeerde zich voor te stellen hoe Timo hier vannacht had gestaan. Was hij uit zijn huis gelokt? Of was iemand zijn woning binnen gedrongen? Wist hij wie er aan de deur stond? Of was dit toch een wanhoopsdaad geweest? Evelien stapte naar rechts, zodat ze door het keukenraam rechts van de deur kon gluren. Als ze op haar tenen ging staan en zich vasthield aan het venster, zou ze net naar binnen kunnen kijken. Ze pakte de rand vast met haar vingertoppen en 24
druk9789021441351.indd 24
1/5/2012 2:37:38 PM