noden•aanvragen missionarissen danken
“Finca del Nino” Colombia
Enige tijd geleden hebben wij dank zij u een project kunnen ondersteunen ten gunste van de “Finca del Nino” (de Boerderij van het Kind) in Colombia, in het Apostolisch Vicariaat van San Vicente del Caguán. Het huis ontvangt kinderen die, ondanks hun jeugdige leeftijd, al een hevig lijden achter de rug hebben. Zij zijn wezen of hebben in andere moeilijke situaties geleefd. Op “de Boerderij van het Kind” vinden zij de genegenheid en aandacht die zij nodig hebben en worden zij er tegelijkertijd op
Na school- en speeltijd helpen de kinderen een handje mee bij verschillende karweitjes.
voorbereid de toekomst het hoofd te bieden. Zij gaan naar school en nemen waar mogelijk ook deel aan diverse werkzaamheden op de boerderij. Pater José Cravero, missionaris van Consolata, econoom van het Vicariaat van San Vicente, schreef ons: “Het project waaraan u met veel enthousiasme hebt meegewerkt, is gerealiseerd. Er zijn dertig melkkoeien gekocht. Deze investering dient voor het verhogen van de melkproductie om de voeding van de kinderen te completeren. Verkoop van het meerdere bezorgt ons een winst, die gebruikt zal worden voor het onderhoud van de boerderij”. Dierbare lezers en lezeressen, uit de grond van ons hart een dank u wel voor de realisatie van dit project!
49 D
missionarissen danken “Mét HEM zijn, om gebroken te worden.” India 18 december vertrokken ze naar TanzaHet is me een intens genoegen om enkele nia. Hoe gezegend zijn we dat we ons mooie ervaringen met u te mogen delen. steentje kunnen bijdragen aan de grote Ik kniel voor de Heer vanwege Zijn vele missie-uitdaging van de wereldkerk. zegeningen. In de afgelopen jaren heeft Hij ons gezegend met veel priesterroepin- Het eucharistisch apostolaat met de medewerking van gen. In 2008 hadden kloosterzusters en we 26 priesterwijleken ontdekt steeds dingen. Zij werden nieuwe wegen en allen door `de Heer middelen voor de van de oogst` naar evangelisatie in ons verscheidene rijk eigen land. De jonge begroeide velden missionarissen die gezonden. In 2009 actief zijn in diverse werden we gezeapostolische en sogend met 25 nieuwe ciale werkzaamhepriesters. den, delen met grote De nieuwe kapel in tevredenheid hun ons theologisch ingeweldige prestaties stituut Sanathana is met ons. De diverse op 21 december 2009 manieren waarop we ingezegend. Het was proberen om `de laatsten, de minsten en een lang gekoesterde wens. Er zijn velen de verlorenen’ in onze verschillende misdie hiertoe bijgedragen hebben. siegebieden te bereiken, zijn niet in woorNu werken we in verscheidene missiegeden te vatten. Ik zeg dit alles met zoveel bieden; zij bruisen van leven en actividetails omdat u een constante inspiratie teiten van allerlei soort. Hoe kan ik de en steun geweest bent. Uw bijdragen en arbeiders op het veld prijzen! Alles wat vooral uw waardevolle gebeden waren zij vragen is ons gebed en onze steun. De onze kanalen van zegeningen. missies in Ittanagae, Thura en Diphu, vlakbij de grenzen met China en Bangla- Mijn gebed is voor u, uw donateurs en desh, werden in 2009 gestart. Onze jonge voor alles wat u onderneemt. missionarissen hebben met elkaar gemeen De uwe in de Eucharistische Heer, dat ze met grote voldoening werken, waarbij ze de ontberingen van het weer Pater George Kizhakkemury MCBS, en de moeilijke terreinen vergeten. In generaal overste Missiecongregatie van 2009 zonden we onze eerste missiepioniers het Heilig Sacrament naar het grote, uitgestrekte Afrika. Op 50
DE KERK GEFUNDEERD OP DE ROTS Ik ben inmiddels acht jaar in Cambodja en sinds vijf jaar pastoor van de kerk van het Kindje Jezus, een gemeenschap gelegen in de buitenwijken van Phnom Penh. De taak van pastoor vervul ik full–time vanaf 2008, omdat daarvoor de kerk en de parochie nog niet bestonden. Toentertijd woonde ik in het seminarie waar ik de functie bekleedde van geestelijk leider. Eerst hielden wij de plechtigheden in een huisje van hout, waar plaats was voor maximaal 150 personen. Nu bestaat dat gebouwtje niet meer en hebben we een zeer mooie kerk met 3000 plaatsen, die op zondag bijna vol is. Ik ben aan het leren om missionair pastoor te zijn, wat niet gemakkelijk is. Ik word met vragen bestormd en met de talloze behoeften van de mensen geconfronteerd. Van mij wordt verwacht daarop een antwoord te vinden. Ik ben alleen en het is moeilijk iemand te vinden om mee te overleggen. Vanaf januari maak ik me ergens zorgen over. Het is hier erg mooi: de kerk, de jonge en levendige gemeenschap, er wordt gebeden en
51
men doet goed aan de vieringen mee, maar buiten de gemeenschap leeft een massa armen, tot wie ik niet gewend ben toenadering te zoeken. Of liever, ik heb hen altijd benaderd door middel van structuren: via het ziekenverblijf, via het studentenhuis, de caritatieve activiteiten van de pastorale raad en de arme gezinnen van de jonge katholieken die ik ken. Alles oké! Maar er ontbreekt iets. Er ontbreekt de directe ontmoeting zonder tussenkomst, de ontmoeting met de arme, die je ontwapent omdat zijn problemen niet zijn op te lossen en omdat je hem niet eens over Jezus kunt vertellen, omdat hij boeddhist is en het niet zou begrijpen. Maar ik begrijp dat zonder die ontmoeting met deze armen die op 300 meter van de parochie wonen, (300 meter die slechts uit modder en modderpoelen bestaat of vol water omdat het aangrenzende meer de wijk heeft overstroomd) het de Kerk ontbreekt aan haar rots en het risico loopt op een dag in te storten. Ik probeer moed te vinden om er alleen heen te Kerk van het Kindje Jezus te Phnom Penh
gaan. Ik ben het niet gewend. Ik vraag aan mevrouw Som On, die verantwoordelijk is voor de parochiële Caritas, of ik met de fiets met haar mee kan gaan. Wij bezoeken twee bejaarde vrouwen, ze zien eruit als skeletten. Ze wonen in een ”huis“ gemaakt van hout en enkele stenen zonder pleisterwerk. Een van hen slaapt uitgeput en halfnaakt op een “bed”. Zij is alleen thuis, alle anderen zijn weg om hun dagelijkse
ik huil in stilte en vraag me af hoe je troost kunt bieden aan zo’n leed, als je niet eens kunt zeggen: Jezus houdt van je! Zo heb ik in de namiddag vele andere gezichten gezien, gezichten die ik langzaam zal leren kennen, als de Heer mij daartoe de moed geeft. Ik bezoek een ander huis. Een handvol kleinkinderen, kinderen, neven, echtgenotes enz. als in een kippenhok. De vrouw des huizes zit met droevige
strijd te leveren voor een handjevol rijst. De andere vrouw is ook alleen. Ze woont al net zo armoedig en ellendig. Ik zie aan de wand een foto hangen met het gezicht van een mooie jonge man. Het lijkt een begrafenisfoto. Ik vraag het haar. Het is een van haar kleinkinderen. Hij heeft zich drie weken geleden opgehangen omdat hij geen werk vond. Hij was 23 jaar oud. De vrouw huilt zachtjes. Ik ga naar buiten. Ook
Woning in de buitenwijk van Phnom Penh.
en uitgebluste ogen op een houten bedje dat ook dienst doet als tafel. Ze spreekt geen woord. Het is haar oudste zoon die het woord voert. Hij is 27 jaar, voor de tweede keer getrouwd omdat het eerste huwelijk is mislukt. Hun huis ligt aan de oever van het Japanse meer. Hij vraagt mij: “Wilt u een tocht maken met de boot?” 52
“Oké, laten we gaan,” zeg ik. Het is twaalf uur ‘s middags. De zon brandt en het meer is niets anders dan een riool in de open lucht van Phnom Penh, waarin deze arme families hun waterspinazie kweken, hun enige bron van inkomsten. In de boot zegt hij tegen me: “Ik heb hier altijd geleefd, ik heb nooit het meer verlaten”. “Heb je nooit Phnom Penh gezien?” vraag ik. “Ik ben er nooit geweest.” Jammer, met de fiets ben je in twintig minuten in het centrum van de stad. De armen leven in hun wereld en niemand wil de grens naar hen oversteken en deze stinkende plaatsen binnengaan waar mensen leven die het moeilijk hebben. Ondertussen denk ik na: Maar als ik naar deze verwaarloosde mensen ga, wat moet ik dan doen? Wat moet ik hen zeggen? En zal ik dat kunnen? Zullen ze mij accepteren? Het zijn de angsten van een burgerlijke missionaris! Terwijl ik dit schrijf, ben ik in retraite met de geestelijkheid van Cambodja. Ik wilde eigenlijk niet meedoen, maar de Heilige Geest heeft een manier
gevonden om me toch te laten komen. Met een beetje tegenzin doe ik mee, maar de geestelijk leidsman wint mij voor zich. Op een zeker moment zegt hij: “Zondag heb ik deelgenomen aan een heilige. Mis in een prachtige kerk met gebrandschilderde ramen. Er was een koor, er waren misdienaars en heel veel kinderen en jongeren. Het was een prachtige ervaring. Je kon de schoonheid van God inademen. Maar is dat genoeg? De armen die niet deelnemen, hoe bereiken we die?” Hij sprak over mijn parochie! Een bliksemschicht ging door mijn hoofd en daalde vervolgens af naar mijn hart: de schoonheid van de liturgie in onze eigen parochie kan de stank en de vuilnishopen van de sloppenwijken op ons grondgebied niet negeren, isoleren, uitsluiten of vergeten. Liturgie en sloppen zijn de twee gezichten. De twee aangezichten van dezelfde Christus: de verheerlijkte Christus en de lijdende Christus. Wij zouden de verheerlijkte Christus niet hebben als hij niet geaccepteerd had om gegeseld en gekruisigd te worden. Dat is het! De Kerk is pas gefundeerd op de rots, wanneer de schoonheid van de liturgie en de armoede, de ellende en de onrechtvaardigheid elkaar ontmoeten. Dáár zetelt de Kerk en zegt: Ik sta aan jouw kant, wil je Mij? “Heer, geef mij nu de moed de fiets te pakken en ook alleen naar die plaatsen te gaan waar Jij lijdt”.
P.Mario Ghezzi, Pime, Cambodja Schoolkind in Phnom Penh. 53
op korte golf
Kinderen zonder enkele zorg Indonesië, Jakarta - Miljoenen Indonesische kinderen zijn nog steeds beroofd van fundamentele rechten en blijven zeer kwetsbaar als gevolg van misbruik, uitbuiting en discriminatie. Dat blijkt uit het nieuwe rapport van de nationale NGO ”Coalitie voor Controle van Kinderrechten” die tussen 1997 en 2009 toezicht hield op de uitvoering van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (CRC VN). In het rapport staan
drag, laat de Indonesische wet kinderen van 12 jaar toe, seksuele betrekkingen te hebben, terwijl zij al met 8 jaar onderworpen zijn aan strafrechtelijke vervolging en gevangenisstraffen zoals volwassenen. Volgens de Nationale Commissie voor Kinderbescherming, is 89,8% van de kinderen die in 2009 in voorlopige hechtenis zaten, naar de gevangenis gestuurd. 57% van deze kinderen zit in de gevangenis samen met volwassenen. Het land had het Verdrag in 1990 bekrachtigd en in 2002 een presidentieel
een half jaar. 377 kinderen uit 14 provincies in het hele land werden onderzocht. Onder hen bevonden zich kinderen die de school hadden moeten verlaten, een aantal uit de inheemse bevolking en behorende tot religieuze minderheden, kinderen die seksueel misbruik overleefd hadden en straatkinderen. Het verslag van de coalitie is een mijlpaal omdat het gaat om een alternatief verslag dat vergeleken kan worden met de resultaten van de overheid. “De overheid doet alleen maar verslag van goede dingen”, luidt een verklaring van een vertegenwoordiger van de CRC, “terwijl ons verslag een stem geeft aan kinderen, waardoor ze deelnemen in de besluitvorming.” Fides Jonge missionarissen delen het Goede Nieuws met gevangenen
meerdere aanbevelingen voor de bescherming van de Indonesische kinderen. Zo is er de goedkeuring van de protocollen tegen de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie, het opnemen van wijzigingen in de grondwet met inbegrip van de rechten van kinderen. In tegenstelling tot het ver-
decreet uitgevaardigd om kinderen te beschermen. De coalitie vond het decreet echter ontoereikend en verzocht om een specifieke wet inzake de rechten van alle kinderen, om gratis onderwijs, om vrijheid van godsdienst en om toegang tot de gezondheidszorg. Het rapport is het resultaat van een studie van twee en
Mexico, Islas Maria - Voor het derde achtereenvolgende jaar heeft een groep van jonge missionarissen van de Anahuac Universiteit en enkele leden van de International Gevangenis Broederschap, geleid door voorzitter Pater Bernard Skertchly, met succes missies uitgevoerd in de gevangenis Islas Maria. Dit 54
op korte golf
jaar gingen 56 jongeren naar deze gevangenis in de Stille Oceaan om geestelijke bijstand te verlenen aan 1.600 gedetineerden, hun familie en ook aan het personeel dat werkzaam is in de gevangenis. Het eiland werd een gevangenis in 1905. Het is een gebied van 14 km lang en 12 km breed, waar de gevangenen hun straf uitzitten die tot 20 jaar kan oplopen. Het gebied is verdeeld in clusters, “Campamentos”, waar de gedetineerden in relatieve vrijheid wonen, vele samen met hun familie. De jonge missionarissen begonnen hun werk ‘s morgens vroeg direct na het ontbijt en het ochtendgebed, om terug te keren in de late namiddag als echte apostelen om samen te eten, te bidden en diep ontroerende verhalen uit te wisselen over wat ze die dag hadden meegemaakt. Het leven op Islas Maria werd door de missionarissen ervaren en beschreven als “de ontmoeting van menselijke ellende met de barmhartigheid van God”, omdat de mensen die er wonen ernstige misdaden hebben gepleegd. Ze hebben hun waardigheid en hun gezinnen verloren en leven in mensonwaardige omstandigheden” Fides 55
Franciscus Xaverius patroon Wereld Jongeren Dag Spanje, Madrid - St. Franciscus Xaverius, patroon van de missies, is een van de patroonheiligen van de Wereld Jongeren Dag (WJD) die in augustus 2011 in Madrid zal worden gehouden. De Heilige Stoel heeft de lijst van patroonheiligen goedgekeurd voor de volgende editie van de WJD. Allen zijn van Spaanse oorsprong: San Isidro Labrador, Santa Maria de la Cabeza, Johannes van het Kruis, St. Juan de Avila, St. Teresa van Avila, St. Rosa van Lima, St. Ignatius van Loyola, San Rafael Arnaiz en, inderdaad, Franciscus Xaverius. De lijst van heiligen zal de geschiedenis van de kerk in Spanje doorlopen vanaf de eerste heiligen van Madrid (San Isidro en Santa Maria), gevolgd door de oprichters van de Ongeschoeide Karmelieten en de Sociëteit van Jezus (St. Teresa en St. Ignatius), een groot zendeling van het Oosten (St. Franciscus Xaverius), de eminente vertegenwoordiger van de mystieke literatuur (Johannes van het Kruis), de voorvechter van de diocesane priesterlijke spiritualiteit (San Juan de Ávila), de eerste Hispanic-Amerikaanse
heilige (Santa Rosa) en een jonge man van onze tijd, recent heilig verklaard (San Rafael Arnaiz). Fides Wonder van het Jaar van de Priesters Australie, Sydney - Zes nieuwe priesters werden 11 juni jl. in Sydney tot priester gewijd en in Melbourne nog eens zes andere. Er is ook een aanzienlijke stijging van het aantal seminaristen in het hele land. Dit zijn de cijfers van het “wonder” in het Jaar voor de Priesters”, aldus Brendan Lane, rector van het Corpus Christi Seminarie in Melbourne. Hij merkt op dat het fenomeen ingaat tegen de trend van de daling van roepingen en priesterwijdingen in de afgelopen jaren. “Twintig jaar geleden, dachten we dat we misschien zouden verdwijnen”, zei hij, maar nu zijn de vooruitzichten heel anders. Het aartsbisdom heeft nu 63 seminaristen, een sterke toename gezien het feit dat er in 2000 slechts 17 waren. In Brisbane, waar in 2008 een nieuw seminarie is gebouwd, is het aantal seminaristen in twee jaar verdubbeld van 16 naar 32. Fides
Jongeren & missie
DE VRIJHEID VAN BAKHITA
(deel 2)
We vervolgen het verhaal van het slavenmeisje… Uiteindelijk werd ik een slavin in dienst van de moeder en de vrouw van een Turkse generaal. Elke dag werd ik met de zweep geslagen totdat ik bloedde. Op een dag besliste mijn meesteres dat het mijn beurt was om net zoals al de andere slaven op wrede wijze getatoeëerd te worden. Zij maakten 144 sneden in mijn borst, buik en armen. Daarna wreven ze zout in de wonden zodat de littekens niet konden genezen, maar erger werden en voor altijd zichtbaar zouden blijven. Ik kan maar een reden bedenken waarom ik niet stierf, dat was dat de Heer iets beters met mij voor had. Enige tijd later besliste de generaal terug te keren naar Turkije. Het was in 1883 dat ik gekocht werd door een Italiaanse consul, Callisto Legnani. Mijn lot leek uiteindelijk te keren. De consul was een geduldige en zachte persoon. Geen zweepslagen en straffen meer. Ik hoefde niet meer zo hard te werken en ik was gelukkig dat ik me nuttig kon maken. Het was in deze tijd dat Khartoem bedreigd werd door een groep islamitische revolutionairen, de Maddisten, die bezig waren de stad in te nemen. Daarom besloot de heer Legnani terug te keren naar Italië. Ik vroeg hem mij mee te nemen en hij stemde daarmee in. Na vele jaren met vreselijke meesters die me tot dan toe in hun bezit gehad hadden, leerde ik in Italië een geheel andere soort meester kennen. In het Venetiaanse dialect dat ik nu leerde, gebruikte men het woord “Paron” voor de levende God, Jezus Christus. Tot op dat moment had ik slechts meesters gekend die me verachtten en mishandelden, of in het beste geval mij een nuttige slavin vonden. Maar nu leerde ik de goede God kennen, die me diep in mijn hart kende, die me geschapen had en die altijd van me heeft gehouden. Ik voelde me geliefd door de opperste Meester, voor wie alle andere meesters slechts nederige dienaars zijn. Deze Meester had zelf geaccepteerd om zoals ik gegeseld en vernederd te worden. Hij onderging uiterste minachting tot zijn dood aan het kruis. De liefde van Jezus heeft mijn leven radicaal veranderd. Ik voelde mij geen slaaf meer, maar een vrij kind van God. Het besef dat ik als vrij mens geschapen was, gaf mij de kracht me te verzetten tegen het plan van mijn meester om me weer naar Soedan te verschepen. Ik ontving de sacramenten van Doopsel en Vormsel en de Heilige Communie
56
Jongeren & missie op 9 januari 1890 van kardinaal Domenico Agostini, patriarch van Venetië. In 1902, na mijn professie in de Congregatie van de Canossiaanse Zusters van Liefde, werd ik naar Schio gestuurd, waar ik verscheidene taken had, zoals kokkin, portierster en kosteres. Voor alle mensen was ik “moeder Moretta” vanwege mijn huidskleur. Voor kinderen, jongeren, ouderen en zelfs voor de soldaten, gedurende de twee wereldoorlogen in Noord-Italië, was ik de “huismoeder” die haar kinderen verwelkomt en liefheeft zonder onderscheid naar persoon. Jarenlang, tot aan haar dood op 8 februari 1947, was zij met al haar krachten bezig haar ware missie te vervullen: de liefde die ze van God, had ontvangen en haar had bevrijd, in woord en daad aan alle mensen verkondigen.
Levensloop van Bakhita 1869 - Bakhita wordt geboren in Soedan. Als ze zeven jaar is wordt ze door slavenhandelaren ontvoerd 1883 – Ze wordt gekocht door een Turkse legergeneraal en na verschillende keren verkocht te zijn, belandt ze in handen van Callisto Legnani, Italiaanse Consul ion Khartoem. 1885 – In Italië aangekomen wordt ze “cadeau gegeven” aan Maria Turina Michieli en wordt kindermeisje. 9 januari 1890 - Ze ontvangt het Doopsel van de patriarch van Venetië, nadat ze geweigerd heeft naar Afrika terug te keren om haar geloofsvorming af te maken.
57
8 december 1896 – Zij wijdt zich toe aan God in de Congregatie van de Canossiaanse Zusters van Liefde en wordt vervolgens overgeplaatst naar Schio en Vimercate. 8 februari 1947 – Na 50 jaar in vreugde en eenvoud in toewijding aan God te hebben geleefd, overlijdt ze te Schio. 17 mei 1992 – Zij wordt door Johannes Paulus II zalig verklaard. 2000 – Heilig verklaring door Paus Johannes Paulus II. Ze is de beschermheilige van Soedan.
zeggen: “Nu oordeelt U naar wat U ziet. Ik ben er zeker van dat ik niet afgewezen zal worden. Vervolgens zal ik naar Petrus gaan en zeggen; Nu kunt u uw deur achter me sluiten, want ik ben van plan te blijven.” •
Als ik in de lange tijd van mijn slavenleven de Heer gekend had, dan zou ik veel minder geleden hebben.
•
Ik overpeins hoe ik Jezus meer en meer kan kennen, zodat ik Hem meer en meer kan beminnen.
•
Weten jullie hoeveel vreugde het geeft God te kennen?
•
Ze wees naar Jezus aan het kruis en zei: Waar kun je een betere MEESTER vinden die bevrijdt?
•
Ik kan niet naar Afrika terugkeren omdat ik dan niet kan getuigen van mijn geloof in God. Ik houdt heel veel van mijn mevrouw en haar kind, maar ik wil God niet verliezen.
•
Toen ze God nog niet kende: Als ik dan keek naar de zon, de maan en de sterren, vroeg ik me altijd af wie de maker en meester van deze mooie dingen zou zijn. Ik voelde een diep verlangen Hem te zien, te kennen en eer te brengen.
•
Kon ik maar naar mijn mensen gaan, o Heer, en met luide stem uw goedheid verkondigen. O God, maak dat mijn geliefden en alle arme Afrikanen… U mogen kennen en van U houden!
Bakhita’s gedachten •
Ik ga stap voor stap naar de eeuwigheid. Ik draag twee tassen met me mee. Eentje met mijn zonden en de ander, die veel zwaarder is, met de oneindige verdiensten van Jezus Christus. Wanneer ik verschijn voor de Heer, zal ik mijn lelijke tas bedekken met de verdiensten van Onze Lieve Vrouw, waarna ik de andere tas zal openen en de verdiensten van haar Zoon Jezus Christus zal overhandigen aan de Eeuwige Vader. Ik zal Hem
58
Bagamoyo betekent … Bagamoyo (76 km verwijderd van Dar es Salaam), was een beroemde stad. Vandaag de dag, verwond en verpauperd, is het weinig meer dan een dorp. Haar geschiedenis is veelbetekenend. Gelegen aan een baai aan de Indische Oceaan, op slechts 42 kilometer van Zanzibar, werd zij in de 18e eeuw het belangrijkste handelscentrum van Oost-Afrika. Hier kwamen de slaven aan van het meer van Tanganika en van het Victoriameer om verhandeld te worden tegen parels, katoen en andere artikelen. Zij werden vervolgens verscheept naar Zanzibar en op de markten verkocht aan de Arabieren.
De missionarissen van Consolata kunnen erover meepraten. Toen zij in 1902 op weg naar Kenya in Zanzibar aankwamen, kochten zij twee jongens vrij aan wie zij de naam Giuseppe en Giacomo gaven. Giuseppe werd misdienaar en later missionaris bij dezelfde orde. Slavenhandel! Misschien dat het woord Bagamoyo haar wortels vindt in deze treurige werkelijkheid. “Bwaga moyo” zouden deze slaven bij hun aankomst aan de kust tegen zichzelf hebben gezegd: ”Vermoord je hart”. Deze beeldspraak zou hebben betekend: “Laat elke hoop om te vluchten varen.
Uitzicht op de baai van Bagamoyo. Hier meerden slavenschepen aan om slaven te ontschepen die in Kongo, Tanzania en de gehele oostkust gevangen waren genomen.
59
Nu ben je koopwaar, je bent niets. Met kettingen aan handen en voeten heb je ongeveer 1.200 kilometer gelopen, buiten adem, dorstig en ziek. Nu zul je scheep gaan en je zult voor altijd gescheiden zijn van juist datgene wat jou het meest dierbaar is. Vergeet je stam, je familie, je dorp en je taal.” Van een dergelijke onmenselijkheid die ongeveer een miljoen mensen heeft getroffen, getuigt het museum nabij de katholieke missiepost. Hakblokken, kettingen, zwepen en foto `s van aan de hals geketende slaven… zijn herinneringen aan een schandaal dat voorbij is. Maar niet volledig. De moderne slavernij is niet minder onderdrukkend
en niet minder funest voor de menselijke waardigheid. Bagamoyo is een kruispunt van heden en verleden. Men voelt als het ware nog de hijgende ademhaling van de leiders van de karavanen die terugkeren van lange reizen. “Bwaga moyo” zou vanuit deze invalshoek kunnen betekenen: “Neem de last van je hart.” En van daaruit een uitdrukking van opluchting na de vermoeiende reis. Een van hun liederen getuigt hiervan: “Wees gelukkig, mijn hart. Gooi alle zorgen overboord. Weldra bereik je de plaats van jouw dromen, de stad van de palmen: Bagamoyo. Ik was ver weg en mijn hart treurde elke keer als ik aan jou dacht, mijn parel, plaats van geluk.”
Buitenaanzicht van het fort waar de slaven werden opgesloten voordat ze ingescheept werden voor de lange reis naar Amerika.
60
Bagamoyo heeft een Arabisch karakter: de mensen, de huizen, de ingelegde deuren, de oude vesting, halteplaats van de slaven voordat ze werden ingescheept naar Zanzibar. Hier werden zij opgesloten in nauwe en verstikkende cellen. Bagamoyo was een vertrekpunt van Kragen en kettingen waarmee de slaven werden geketend. ontdekkingsreiziNationaal Museum van Bagamoyo. gers. De meest bekenden onder hen, Stanley en Livingstone, vertrokken van Vanuit missionair oogpunt is het kerkhof in daaruit. Het stoffelijk overschot van laatst- Bagamoyo veelbetekenend. De graven gegenoemde rustte daar voor één nacht. ven de leeftijd aan van de missionarissen die hier rusten: 27, 28, 29 jaar, sommigen Bagamoyo was destijds de hoofdstad zijn op latere leeftijd gestorven, maar het van Tanganika, een Duitse kolonie. Veel op jonge leeftijd sterven, als slachtoffer is vervallen, maar toch hebben enkele van malaria en andere tropische ziekten bouwwerken de tand des tijds doorstaan, was normaal. Zij zijn het vruchtbare zaad namelijk het postkantoor, het douanekan- geweest waaruit de Kerk in Tanzania en toor, een wapenopslagplaats, een school in de baai van de grote meren zich heeft en een ziekenhuis. Het ziekenhuis werd ontwikkeld in de loop van haar 130 jaar gebouwd door een weldoener uit India bestaan. om mensen van elk ras en elke godsdienst op te nemen. Voor die tijd een fantastisch Bagamoyo… Het is de hoofdstad van de teken van humaniteit en oecumene. ambachten in Tanzania. Jonge kunstenaars die over het verleden vertellen en Bagamoyo is de bakermat van de evange- de toekomst uitbeelden. Moge het een lisatie van Tanzania en van de gebieden toekomst zijn van vrijheid en schoonheid, rond de grote meren. Hier werden vele niet verminkt door de verschrikking van de slaven vrijgekocht en werd het fundament slavernij, in welke vorm dan ook. gelegd voor “Freedom Village” (Stad van de Vrijheid), gegrondvest op de eerbied voor P. Giuseppe Inverardi, het geloof van zijn stedelingen. Tanzania Hij zou uitgroeien tot een symbool en een waarschuwing voor de antislavenbewegingen. 61
VOLA, een vrouw vol doorzettingsvermogen en moed Het is niet altijd makkelijk voor jonge vrouwen om hun verlangens te vervullen. Het is de taak van een missiezuster om te helpen gezinnen en families te verzoenen en onderdrukten te ondersteunen en bemoedigen.
haar instructrice te maken. Dankzij de naaimachine, die u ons schonk, ontwikkelde Vola haar talenten. Een jonge man vroeg haar ten huwelijk. De ouders weigerden omdat ze hem te arm vonden. Vola werd door haar familie verWanneer er over Afrika gesproken wordt, stoten en haar broer, die haar verdedigde gaat het meestal over de armoede daar. eveneens. Valselijk beschuldigd door Maar vandaag zou de familie van Vola, ik u deelgenoot wilkwam haar vriend in len maken van iets de gevangenis, maar dat ons vreugde werd kort daarna via schenkt. Vreugde een vonnis weer vrijaan ons zusters en gelaten. ook aan u. Vola die geen anIn ons Centrum voor der steunpunt had plattelandsvrouwen dan ons Zusters te Fianarantsoa, Franciscanessen, ontvingen wij een missionarissen van jong meisje waarvan Maria, vertrouwde wij in enkele woorzich aan ons toe. den de levensloop Wij gaven haar ruim weergeven. Zij heet drie maanden onVola. Na de basisderdak in het Censchool wilde Vola trum. Met onze hulp verder studeren kocht zij een stuk maar haar ouders grond en bouwde waren hier tegen. er een huisje op om Daarom besloot ze daar met haar broer te gaan werken om De grote en kleine Soave. in te wonen. IJverig een vak te leren. Ze en zuinig slaagde stond vroeg op om koekjes te bakken, die zij erin haar lening beetje bij beetje terug zij op de markt verkocht, alvorens naar te betalen. het Centrum te komen. Met het verdiende geld heeft ze zich al de noodzakelijke mid- Met het gebed en de veelvuldige bezoeken delen kunnen verschaffen om zich in het van de zusters, bovenal van onze onverCentrum in te schrijven en haar studie te moeibare oudste zuster M. Agathe, lukte vervolgen. het de ouders met hun dochter te verzoeNa 3 jaar vorming bleek dat Vola veel aan- nen en werd het huwelijk gesloten. leg heeft voor handwerken en wij besloten Momenteel leeft Vola gelukkig in het 62
huisje met haar man en dochtertje, dat uit erkentelijkheid naar mij Soava heet, omdat ik hier zo genoemd word. Vola werkt nog steeds in ons Centrum, speciaal in het borduur- en weefatelier. Toegewijd, enthousiast, glimlachend, ijverig in haar werk, vriendelijk tegen allen, is zij een aanstekelijk voorbeeld voor de jonge meisjes
die haar proberen na te doen. God zij geloofd en we danken onze weldoeners voor hun edelmoedigheid die zoveel vreugde brengt. Vrede en vreugde voor u allen. Zr. Wladyslawa (Soava) Pirog fmm
Vola aan het werk: toegewijd, enthousiast en glimlachend.
“Zorg ervoor dat de missieliefde in uw hart niet verdwijnt, maar steeds groter wordt. Een plant die niet steeds weer begoten wordt, verdort! Het beste, ja het zekerste middel om de missieliefde levend te houden, is het lezen van missietijdschriften.” Z. Maria Theresia Ledóchowska
63
noden•aanvragen
India - Bevordering van de vrouw
Openingsceremonie op de “Dag van de Vrouw”.
Bij mijn bezoek aan uw klooster in Rome heb ik met u gesproken over ons missiewerk dat hoofdzakelijk uit verschillende activiteiten voor de ontwikkeling van arme kinderen bestaat. Meestal betreft het straatkinderen, kindslaven en vroegtijdige schoolverlaters, maar ook arme vrouwen en jonge meisjes uit de slums en de dorpen. We werken in het bisdom Shimoga in 8 dorpen en in 15 slums van het district Chitradurga (zuidwest India). Ik heb u toen een project gepresenteerd voor het opleiden van vrouwen en meisjes, zodat ze beter werk kunnen vinden en extra inkomen hebben. De opleiding is
ook bedoeld voor zelfontplooiing. Dit zal hen economisch sterker maken, wat zal leiden tot een betere sociale en culturele positie en ze zullen beter in staat zijn voor hun rechten als vrouwen op te komen. Alle kosten aan dit project verbonden komen voor onze rekening en met al onze ontwikkelingsactiviteiten vechten we om het hoofd boven water te houden. Uw bijdrage zal werkelijk een grote hulp zijn voor een betere toekomst van deze arme vrouwen en meisjes en getuigen van de liefde van Jezus Christus. Pater Jose Churavelikudilil Shimoga, India 64