Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
R02/07, juli 2002 ISSN 1383-8733 ISBN 90-5079-012-7 Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Inhoud
1 1.1 1.2
Inleiding Opzet onderzoek en reikwijdte Leeswijzer
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4
7 7 9 9 9 11
2.2.5
Baten en lasten Staat van baten en lasten Toelichting op staat baten en lasten Kwantificeringsstaat Vertaling wet- en regelgeving Opzet en werking administratieve organisatie/interne controle Continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking Voorschriften/besluiten misbruik
3 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.1.1 3.2.1.2 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 3.4.1 3.4.2 3.5
Distribuerend proces Controle op controle Toekomst Resultaten en bevindingen Landelijke bevindingen Bevindingen AG Bevindingen WW Bijzondere onderzoeken Fout- en probleemanalyse en verbetermaatregelen Foutanalyse per uitvoeringsinstelling Verbetermaatregelen Operationele sturing en beheersing rechtmatigheid Conclusie 2001 per uitvoeringsinstelling Algemeen oordeel over sturing en beheersing in 2001 Conclusie distribuerend
13 13 14 15 15 15 19 25 27 27 29 31 32 34 35
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Collecterend proces Bevindingen en conclusie controle op controle Resultaten en bevindingen Verbetermaatregelen en operationele sturing Oordeel rechtmatigheid en oordeel administratieve organisatie/interne controle
37 37 37 40
Beherend proces Bevindingen en conclusie controle op controle Resultaten en bevindingen Wet- en regelgeving Productkosten Ontvlechtingsvoorzieningen Toepassing Europese aanbestedingsrichtlijnen Verbetermaatregelen Oordeel IWI rechtmatigheid en oordeel administratieve organisatie/interne controle
43 43 43 43 44 45 45 47
5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.3 5.4
3
Inspectie Werk en Inkomen
5 5 6
12 12
41
48
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Lijst van afkortingen
49
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
51 70 71 72
1: 2: 3: 4:
Accountantsverklaringen per wet Wetgeving inzake de rechtmatigheidsverklaringen Kanttekeningen bij de cijfers distribuerend Begripsvorming
Publicaties van de Inspectie van Werk en Inkomen
4
Inspectie Werk en Inkomen
73
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
1
1 De processen zijn: beherend proces, collecterend proces en distribuerend proces.
1.1
Inleiding
Het katern Financiële rechtmatigheid beoogt inzicht te verschaffen in de rechtmatigheids- en tijdigheidsprestaties en de maatregelen die door de uitvoeringsinstellingen zijn getroffen om de rechtmatigheid en tijdigheid van de uitvoeringsprocessen1 te verbeteren. Daarnaast worden oordelen gegeven over de kwaliteit van de uitvoering van deze processen. Op grond van de wet Organisatie sociale verzekeringen 1997 (Osv 1997) dient de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) een rechtmatigheidsverklaring per wet af te geven. Bij het onderdeel financieel van de verantwoording sociale verzekeringen dient tevens een accountantsverklaring per wet te worden gevoegd. Deze accountantsverklaringen zijn in bijlage I opgenomen. Per 1 januari 2002 is de Wet structuur uitvoering werk en inkomen (SUWI) in werking getreden. Hierdoor is de organisatie van de uitvoering van de werknemersverzekeringen veranderd. Ook het toezicht is gewijzigd. IWI hoeft geen rechtmatigheidsverklaringen en accountantsverklaringen meer af te geven. De wetgeving hieromtrent is in bijlage twee beschreven.
Opzet onderzoek en reikwijdte Eén van de belangrijkste uitgangspunten van het toezicht is dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de zogenoemde controle-op-controlemethode. Om hier uitwerking aan te geven en om te komen tot het consolideren van controle-informatie van de uitvoeringsinstellingen zijn protocollen opgesteld. De structuur die door de wetgever in de Osv 1997 en Regeling rechtmatigheid (Rr) 1997 is gekozen, is, voor wat betreft rechtmatigheid, de volgende: • de uitvoeringsinstellingen leggen door middel van rechtmatigheidsverklaringen verantwoording af aan de toezichthouder; • de toezichthouder verifieert de rechtmatigheidsverklaringen van de uitvoeringsinstellingen; • de toezichthouder legt, door middel van een rechtmatigheidsverklaring per wet, op landelijk niveau verantwoording af aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Hoewel per 1 januari 2002 de sociale verzekeringen zijn geregeld in de Wet SUWI, geldt voor de verantwoording over het jaar 2001 nog de oude regelgeving Osv 1997 en Rr 1997. Het uitgangspunt van controle op controle is derhalve door IWI ook dit jaar gehandhaafd. IWI zoekt hierbij aansluiting bij de eigen verantwoordingsinformatie van de voormalige uitvoerende instellingen en hun eigen systemen van planning en control. In het geval door de uitvoeringsinstellingen voor de uitvoering van een wet geen goedkeurende accountantsverklaring wordt afgegeven of indien voor referentiediensten de tijdigheidsnorm (bijlage vier) niet wordt gehaald, dan dienen verbetermaatregelen te worden ontwikkeld. In deze gevallen dient gerapporteerd te worden over de plan-do-check-act cyclus. Voor het bepalen van de strekking van het accountantsoordeel gelden de volgende normen die zijn gebaseerd op de normen voor departementale accountantsdiensten: Norm betrouwbaarheid De accountant streeft bij de oordeelsvorming over een verantwoording naar een (relatief) hoge, maar geen absolute zekerheid. Een hoge mate zekerheid komt overeen met een betrouwbaarheid van 95 procent bij de toepassing van een statistische steekproef als controlemiddel.
5
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Norm nauwkeurigheid
Financiële fouten in de verantwoording Onzekerheden in de controle
Soort verklaring Goedkeurend
Met beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
≤ 1%
> 1% ≤ 3%
-
> 3%
≤ 3%
> 3% ≤ 10%
> 10%
-
De rechtmatigheid van uitkeringen de Ziektewet (ZW), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekeing (WAO), Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Waz), Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet Reïntegratie arbeidsgehandicapten (Rea) is veelal afhankelijk van de medische of arbeidsdeskundige beoordeling. De rechtmatigheid van het medische arbeidsdeskundige handelen valt niet onder de reikwijdte van de accountantsverklaring. Daarnaast zijn er beperkingen verbonden aan het onrechtmatigheidspercentage dat voortvloeit uit de dossiercontrole. Deze beperkingen zijn in bijlage drie beschreven.
1.2
Leeswijzer In hoofdstuk twee is de financiële verantwoording, met de toelichting op de staat van baten en lasten opgenomen. In hoofdstuk drie zijn de bevindingen en conclusies opgenomen uit het onderzoek distribuerend proces. In hoofdstuk vier en vijf volgen de bevindingen en conclusies van het onderzoek collecterend proces respectievelijk beherend proces. In bijlage één zijn de accountantsverklaringen per wet opgenomen. In bijlage vier worden de gehanteerde begrippen kwaliteit, rechtmatigheid, onvoldoende controlegegevens en tijdigheid beschreven. De volledige namen van de uitvoeringsinstellingen zijn voor de leesbaarheid afgekort tot Cadans (Cadans Uitvoeringsinstelling B.V.), Gak (Gak Nederland B.V.), GUO (GUO Uitvoeringsinstelling B.V.), SFB (SFB Uitvoeringsorganisatie Sociale Verzekeringen N.V.) en USZO (USZO B.V.).
6
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
2
Baten en lasten
In dit hoofdstuk is de staat van baten en lasten opgenomen, met daaraan gekoppeld een toelichting. De voorliggende verantwoording betreft de verantwoording, zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 onderdeel a. financieel van de Rr 1997. Er is gekozen om deze verplichte verantwoording per wet een praktische vorm te geven door middel van een geïntegreerde verantwoording waarbij, wanneer relevant, wetspecifieke informatie is opgenomen.
2.1
Staat van baten en lasten Tabel 2.1 Staat van baten en lasten per wet (WW, ZW, WAO, Waz en Wajong) en balansposten (1=1.000 euro)
Premiebaten Premiebaten RBD Rijksbijdragen Overige baten
WW
ZW
2001 WAO
6.351.505
-5.614
12.312.139
WAZ
Wajong
1.451.834 636
276.404
7.350
136.855
833.594 13.613 16.796
6.627.909
1.736
12.448.994
864.003
1.452.470
2.550.796
1.529.543
10.614.453
537.949
1.363.045
469.022 8.118 5.301 5.856
176.229 3.050 1.992 1.003
756.025 16.215 8.304 23.610
64.996 5.393 580 1.848
43.231 1.140 379 48
3.039.093
1.711.817
11.418.607
610.766
1.407.843
Activa *** Vorderingen op korte termijn* Liquide middelen
778.177 -56.894
125.245 1.098
1.079.138 12.870
16.245 146.300
32.522 30
Passiva*** Schulden op korte termijn Voorzieningen
733.868 178.091
122.568 24.729
1.033.736 160.257
207.124 2.581
64.395 2.848
Totaal baten Uitkeringslasten Uitvoeringskosten uitvoeringsinstelling** Uitvoeringskosten Lisv Uitvoeringskosten Ctsv Overige lasten Totaal lasten
*
** ***
7
Bij de controle van de financiële verantwoording bleek dat Cadans zijn post uitkeringsdebiteuren gebaseerd heeft op een minimumpositie. Dit geldt voor de wetten Werkloosheidswet (WW), ZW, WAO en Waz Uitvoeringskosten inclusief voorzieningen voortvloeiend uit de Technische werkgroep ontvlechting. De balansposten zijn opgenomen, zoals per wet vastgesteld. Een sluiting op wetsniveau tussen activa en passiva is op het niveau van de wet niet te maken.
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Tabel 2.2 Staat van baten en lasten per wet (TW, Rea, Bia, Finlo en Wazo) en balansposten (1=1.000 euro)
TW
Rea
2001 Bia
Finlo
Wazo
0 0 311.669 93
733.774 0 0 1.162
0 0 6.636 3
0 0 242 23
0 0 0 0
311.762
734.936
6.639
265
0
285.039
408.021
6.079
200
1.109
24.255 549 287 425
126.364 6.842 1.112 147.036
682 15 8 0
0 0 0 0
0 0 0 0
310.555
689.375
6.784
200
1.109
Activa*** Vorderingen op korte termijn* Liquide middelen
37.117 25.818
71.985 566
115 0
14 10
0 0
Passiva*** Schulden op korte termijn Voorzieningen
76.191 8.677
215.145 1.371
116 0
25 0
0 0
Premiebaten Premiebaten RBD Rijksbijdragen Overige baten Totaal baten Uitkeringslasten Uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen** Uitvoeringskosten Lisv Uitvoeringskosten Ctsv Overige lasten Totaal lasten
*
** ***
8
Bij de controle van de financiële verantwoording bleek dat Cadans zijn post uitkeringsdebiteuren gebaseerd heeft op een minimumpositie. Dit geldt voor de wetten Toeslagenwet (TW) en Rea Uitvoeringskosten inclusief TWO-voorzieningen De balansposten zijn opgenomen, zoals per wet vastgesteld. Een sluiting op wetsniveau tussen activa en passiva is op het niveau van de wet niet te maken.
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
2.2 2.2.1
Toelichting op de staat van baten en lasten Kwantificeringstabel De onderstaande tabel bevat een overzicht van de gekwantificeerde uitkomsten van de controle op de uitkeringslasten per wet. De uitkomsten komen voort uit de controles van de uitvoeringsinstellingen en de eventuele bijstelling hiervan door IWI. De opgenomen bedragen luiden in duizenden euro’s. De aansluitingsverschillen zijn absoluut opgenomen waardoor er op regelniveau geen sluiting is. Tabel 2.3 Kwantificeringstabel per wet (1 = 1000 euro)
Wet ZW WW WAO Waz Wajong Rea TW Bia Finlo Wazo
Verantwoord
Aansluitverschillen
Gecontroleerd
Onrechtmatig
Onrechtmatig
1.530.546 2.556.652 10.638.064 539.798 1.363.093 555.057 285.464 6.079 200 1.109
41.654 97.554 134.835 7.617 52.413 7.792 3.447 0 22 -
1.555.653 2.455.321 10.784.552 525.026 1.400.334 534.131 288.907 6.079 222 1.109
55.179 253.222 129.705 11.695 11.441 15.428 10.595 351 25 47
3,5% 10,3% 1,2% 2,2% 0,8% 2,9% 3,7% 5,8% 11,0% 4,2%
Het oordeel over de rechtmatigheid van alle wetten, behalve de Wet finaciering loopbaanonderbreking (Finlo) en Wet arbeid en zorg (Wazo), is tot stand gekomen met statistische steekproefcontroles. Bij de wet Finlo en Wazo is het oordeel tot stand gekomen op basis van deelwaarnemingen. Bij Cadans zijn bij de aansluiting tussen de steekproefmassa’s en de in de verantwoording opgenomen bedragen de ZW en WW aanzienlijke verschillen vastgesteld. Bij de afboekingen heeft IWI 5,7 miljoen aan onzekerheid geconstateerd. Bij GUO is nog steeds onduidelijkheid over de verantwoording van de wet Rea. GUO boekt in 2001 nog steeds de deelpopulatie artikel 29b ZW (arbeidsgehandicapte werknemers, die ziek zijn geworden) niet juist. Hoewel de toezichthouder hierover in 2001 al een verklaring aan GUO heeft gevraagd is deze tot nu toe nog niet geleverd. GUO heeft wel aangegeven dat vanaf april 2002 de boekingen goed verlopen. De deelpopulatie voorzieningen en subsidies, van de wet Rea, voortkomend uit de overgangsbepaling is een aflopende stroom. Vanaf 1999 is deze deelpopulatie bij GUO echter stijgend, een verklaring hiervoor is er nog steeds niet.
2.2.2
Vertaling wet- en regelgeving De uitvoeringsinstellingen vertalen nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving in werkinstructies voor medewerkers van de uitvoering. De instructies worden opgenomen in handboeken, die een belangrijk instrument vormen voor een rechtmatige wetsuitsvoering. IWI heeft vastgesteld dat alle uitvoeringsinstellingen adequate procedures volgen om voldoende te waarborgen, dat nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving tijdig op een juiste en volledige wijze in werkinstructies wordt verwerkt. In het algemeen wordt de naleving van de procedures door de interne accountantsdienst bewaakt, die zonodig adviseert over verbetering van het proces. Bij nagenoeg alle uitvoeringsinstellingen zijn inmiddels de handboeken (ook) via het interne netwerk digitaal beschikbaar gesteld. Dit heeft als voordeel dat aanpassingen in de werkinstructies snel binnen de organisatie kunnen worden verspreid. In verband met het opgaan van de uitvoeringsinstellingen in het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) wordt ernaar gestreefd om uiteindelijk tot één uniforme handleiding voor de wetsuitvoering te komen.
9
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Een toets is uitgevoerd op de aspecten juistheid, volledigheid en tijdigheid van de vertaling van de wet- en regelgeving in uitvoeringsinstructies. De criteria die bij deze beoordeling worden gehanteerd, zijn: • een wijziging is tijdig verwerkt, indien de instructie vóór de datum van inwerkingtreding is aangepast. In situaties, waarin de wijziging binnen één maand na de publicatie in werking treedt, wordt als datum één maand na de publicatie gehanteerd; • een wijziging is volledig verwerkt, indien alle voor de uitvoering relevante onderdelen van de wijziging zijn opgenomen; • een wijziging is juist als deze in overeenstemming is met de wet- en regelgeving. Uit onderstaande tabel blijkt dat in 2001 de kwaliteit van het aspect tijdigheid, hoewel ten opzichte van het jaar 2000 een lichte verbetering zichtbaar is, nog steeds forse tekortkomingen kent. Er is daarbij sprake van grote verschillen tussen de uitvoeringsinstellingen. De volledigheid en de juistheid van de wel verwerkte wijzigingen gaven op een enkele uitzondering na geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Tabel 2.4 Opmerkingen tijdigheid verwerking wijzigingen Uitvoeringsinstelling
Wijzigingen
Opmerkingen
Wijzigingen Opmerkingen Wijzigingen Opmerkingen
Cadans Gak 2 GUO SFB USZO Totaal
1999 46 1 64 46 46 1 11 213
1999 18 (39%) 19 (30%) 9 (20%) 4 (09%) 10 (91%) 60 (28%)
2000 56 64 57 61 42 280
2000 43 (77%) 20 (31%) 26 (46%) 10 (16%) 31 (74%) 130 (46%)
2001 87 90 77 79 81 414
2001 36 30 28 13 71 178
(41%) (33%) (36%) (16%) (88%) (43%)
1 Exclusief acht wijzigingen CSV vanwege het ontbreken van duidelijk instructiemateriaal. 2 Inclusief Wajong
Bij GUO en Cadans is sprake van een (aanzienlijke) verbetering van de kwaliteit op het aspect tijdigheid. Bij het Gak is sprake van een geringe vermindering. Dit hangt met name samen met een toename van niet tijdig verwerkte wijzigingen met betrekking tot de premieheffing en -inning. Bij de verwerking van wijzigingen in wet- en regelgeving welke voor de uitkeringsverzorging relevant zijn is bij deze laatste uitvoeringsinstelling sprake van een geringe verbetering van de kwaliteit op het aspect tijdigheid. Bij SFB is de kwaliteit van de uitvoeringsinstructies betreffende de uitkeringsverzorging goed op orde. Gezien de reactie van deze uitvoeringsinstelling ten aanzien van de verwerking van de wet- en regelgeving met betrekking tot de Coördinatiewet sociale verzekeringen (CSV), verwacht de inspectie dat in 2002 de kwaliteit ook voor wat betreft de premie-inning op orde zal zijn. Bij USZO is sprake van een zorgwekkende situatie. Slechts twaalf procent van de wijzigingen is tijdig verwerkt. Bovendien waren bij het afsluiten van het onderzoek (mei 2002) 42 van de 65 wijzigingen welke relevant zijn voor de uitkeringsverzorging (65 procent) nog steeds niet verwerkt. Van de zestien wijzigingen betreffende de premieheffing en -inning was er op dat moment niet één verwerkt. Het niet tijdig verwerken van wijzigingen in wet- en regelgeving in de uitvoeringsinstructies betrof voor een belangrijk deel wijzigingen die een gering gevolg hebben voor de toepassing van die wetten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om wijzigingen in: de aanwijzing van de bevoegde uitvoeringsinstelling bij de uitvoering van de WW, de in verband met de Wazo opnieuw vastgestelde controlevoorschriften voor de verschillende wetten, alsmede enige wijzigingen in de waardering van loonelementen in het kader van de CSV.
10
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Andere wijzigingen die door de uitvoeringsinstellingen niet tijdig zijn verwerkt hebben een groter belang. Hierbij gaat het onder meer om de wijziging van de beslistermijnen in verschillende wetten en wijzigingen in de Dagloonregelen WAO en in bijzonder dagloonbesluiten voor de berekening van het dagloon ZW en WW. Daarnaast hebben enkele uitvoeringsinstellingen de wijziging van de CSV in verband met de aanpassing van het stelsel van bestuurlijke boeten en het boetebesluit CSV niet verwerkt. Oordeel vertaling wet- en regelgeving Uit het uitgevoerde onderzoek over het jaar 2001 is vastgesteld dat de tijdigheid van de verwerking in algemene zin tekortkomingen laat zien. Ten opzichte van het jaar 2000 is de kwaliteit op dit aspect licht verbeterd. Er is evenwel sprake van grote verschillen tussen de uitvoeringsinstellingen. De kwaliteit van de uitvoeringsinstructies voor wat betreft de uitkeringsverstrekking is alleen bij SFB goed op orde. Bij GUO, Cadans en Gak is een (verdere) verbetering noodzakelijk. Bij USZO is de situatie zorgwekkend.
2.2.3
Opzet en werking administratieve organisatie/interne controle Onderdeel van de systeemgerichte controle door de accountantsdienst van de uitvoeringsinstellingen is de beoordeling van de werking van de administratieve organisatie/interne controle. Voor het controlejaar 2001 is hier op SFB na van afgezien, omdat er vrijwel geen wijzigingen zijn. Op basis van risicoanalyse heeft IWI bij Gak een onderzoek uitgevoerd naar de wijzigingen administratieve organisatie/interne controle. Dit onderzoek heeft niet geleid tot opmerkingen die dusdanig van invloed zijn op de rechtmatigheid van de uitkeringslasten. Bij USZO zijn wel wijzigingen in de administratieve organisatie en interne controle aangebracht als gevolg van de implementatie van de nieuw uit te voeren wetten ZW en WW. De interne accountantsdienst heeft door het (laten) uitvoeren van een quickscan de interne beheersing van het ZW- en WW-systeem beoordeeld. De tekortkomingen in het WW-systeem en -proces zijn aanzienlijk; het systeem bevatte niet alle benodigde functies en was instabiel. Het ZW-systeem en -proces is redelijk beheersbaar, wel verdient met name het proces van betaalbaar stellen van uitkeringen verbetering. GUO heeft in 2001 een permanente regresgroep gestart, die alle regreszaken van het GUO behandelt. De administratieve organisatie/interne controle van dit proces is ontoereikend en de periodieke informatie over uitstaande claims onvoldoende. Tabel 2.5 Administratieve organisatie/interne controle primaire processen
Distribuerend
Bij alle uitvoeringsinstellingen wordt IWI in alle wetten geconfronteerd met grote aantallen financiële en formele fouten. Deze fouten zijn voor een groot deel terug te voeren tot tekortkomingen in de werking van de administratieve organisatie/interne controle. Bij de werking van de administratieve organisatie/interne controle is een dringende verbetering noodzakelijk. De financiële fouten zijn tot uitdrukking gebracht in de rechtmatigheidspercentages per wet. In hoofdstuk 3 van dit katern wordt ingegaan op de operationele sturing en beheersing en de foutanalyse van de distribuerend processen. IWI heeft tekortkomingen geconstateerd in de opzet en werking van de administratieve organisatie/interne controle (AO/IC) van het collecterend proces. UWV zal verbetermaatregelen moeten ondernemen op met name de betrouwbaarheid van de basisregistraties, de naleving van het boetebesluit, het waar nodig opleggen van ambtshalve vaststellingen, het debiteurenbeheer en de looncontroles. Voor een aantal processen heeft IWI tekortkomingen heeft vastgesteld in de administratieve organisatie/interne controle (AO/IC). Dit betreft: kosten van reguliere producten, kosten van projecten en de Europese aanbestedingsrichtlijnen. In hoofdstuk vijf van dit katern zijn deze bevindingen nader beschreven en gewogen in het oordeel over de verantwoording van het beherende proces.
Collecterend
Beherend
11
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
2.2.4
Continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking IWI concludeert dat significante tekortkomingen ten aanzien van de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking bestaan. Slechts op onderdelen is sprake van een verbetering ten opzichte van het verslagjaar 2000. Dit wordt met name veroorzaakt doordat lopende projecten en verbeteracties nog slechts gedeeltelijk tot implementatie van maatregelen hebben geleid. In het katern ICT werknemers- en volksverzekeringen wordt verder op deze materie ingegaan. In het kader van de oordeelsvorming met betrekking tot de verantwoording sociale verzekeringen is niet gebleken dat de gesignaleerde tekortkomingen hebben geleid tot financiële onjuistheden van een materiële omvang (gerelateerd aan de gehanteerde norm van één procent). Dit neemt niet weg dat UWV erkent dat gesignaleerde tekortkomingen dienen te worden verholpen. Hiertoe is binnen UWV inmiddels een interdisciplinair project gestart.
2.2.5
Voorschriften/besluiten misbruik De toelichtingen van de uitvoeringsinstellingen zijn bruikbaar om te komen tot een toereikende toelichting bij de verantwoording sv per wet voor het onderwerp misbruik. Desondanks dient het proces om te komen tot een toereikende toelichting beter verankerd te worden in de organisatie. De uitvoeringsinstellingen hebben ten aanzien van diverse misbruikaspecten tekortkomingen geconstateerd. IWI heeft in aanvulling hierop nog meer tekortkomingen benoemd. Samengevoegd leiden deze op diverse punten tot nog te reduceren resterende onzekerheden. IWI heeft hierover overleg gevoerd met de directeur Handhaving van UWV. Deze heeft toegezegd de resterende onzekerheden in de komende periode zoveel mogelijk te reduceren door middel van daarop gerichte verbetermaatregelen. Die verbetermaatregelen liggen op het gebied van de risicoanalyse, maatregelen van AO/IC, aanvullend beleid en onderbouwing van resterende onzekerheden. Daarmee komen de voorgenomen maatregelen tegemoet aan de onvolkomenheden die IWI over het jaar 2001 nog heeft geconstateerd. IWI verwacht dat implementatie en werking van deze verbetermaatregelen aanvullend in beeld wordt gebracht. In het katern Handhaving werknemers- en volksverzekeringen wordt nader op deze materie ingegaan. Samenvattend concludeert IWI dat het misbruikbeleid in de distribuerende en collecterende functie toereikend is, dan wel nader wordt vormgegeven. Op grond hiervan heeft IWI geen beperking opgenomen voor het onderwerp misbruik derdebelanghebbende gegevens in de accountantsverklaring bij de financiële verantwoording per wet over 2001.
12
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
3
Distribuerend proces
3.1
Controle op controle In deze paragraaf wordt ingegaan op de vraag of IWI voor haar oordeelsvorming gebruik kan maken van de controlewerkzaamheden van de uitvoeringsinstellingen en of de verschillende protocollen worden nageleefd door de uitvoeringsinstellingen. De controleaanpak bij de uitkeringslasten door de uitvoeringsinstellingen is een gecombineerde aanpak van procesgerichte en gegevensgerichte controles. Om te komen tot oordeelsvorming is bij de uitkeringslasten een steekproefmethode voorgeschreven. Aan het onrechtmatigheidspercentage dat voortvloeit uit deze controle zijn beperkingen verbonden als indicator voor de kwaliteit van de uitvoering. Deze beperkingen zijn in bijlage drie beschreven. IWI heeft een review op risicoaspecten uitgevoerd om de uitgevoerde controlewerkzaamheden en daarmee de uikomsten van de uitvoeringsinstellingen te valideren.
3.1.1
Bevindingen en conclusie controle op controle distribuerende proces De onderstaande tabel breng voor iedere uitvoeringsinstelling in beeld in welke mate door IWI gebruik kon worden gemaakt van de controle op controlemethodiek. Tabel 3.1 Bruikbaarheid controles uitvoeringsinstellingen Cadans
Opzet Dossiercontrole Registraties Overige controle Naleving protocollen Oordeel IWI
Gak
+ +/+ +/+ +
+ + + + + +
GUO + + + +/+/+
SFB
USZO
+ +/+ + +/-
+/+/+ + +/-
+ = voldoende; +/- = redelijk; - = onvoldoende
Opzet Bij alle uitvoeringsinstellingen is de opzet van de controle nagenoeg conform de gemaakte afspraken. Bij USZO voldoet de opzet van de controle van de WW niet geheel aan de eisen. Een aantal aspecten is door de interne accountantsdienst van USZO niet in de controle meegenomen. IWI heeft aan de hand van een eigen onderzoek deze aspecten in het USZO-percentage betrokken. Voorts zijn bij USZO de massa ‘zieke werklozen’ en ‘artikel 29b ZW’ niet correct in de controle betrokken. Bovendien is in de controle-instructies niet opgenomen dat extern doorcontroleren dient te worden geregistreerd.
2 In de dossiercontrole beoordelen de accountantsdiensten of de vastgestelde uitkeringen voldoen aan wet en regelgeving.
13
Dossiercontrole/registraties De review op de dossiercontrole2 van de accountantsdiensten van de uitvoeringsinstellingen is in 2001 op een andere wijze uitgevoerd dan in voorgaande verslagjaren. Voor het jaar 2001 is besloten het uitgangspunt ‘een integrale beoordeling van de geselecteerde vaststellingsregels’ te verlaten en over te gaan op een review naar een aantal risicovolle uitvoeringsaspecten. De IWIbevindingen uit de review geven aanleiding tot het maken van opmerkingen over de beoordeling van de aard van de werkloosheid (verwijtbaarheid), het nakomen van de sollicitatieverplichting en de verplichting tot identificatie van de uitkeringsgerechtigde.
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
IWI is van mening dat de kwaliteit van de interne controlegeledingen, welke onder verantwoordelijkheid van de interne accountantsdienst steekproefcontroles uitvoeren, nog verder verbeterd kan worden. Vooral de controle bij Cadans en SFB naar de WW-aspecten sollicitatieactiviteiten en verwijtbare werkloosheid heeft geleid tot opmerkingen. Ook bij de registraties van de fouten door SFB en USZO zijn diverse onjuistheden ontdekt. Bovenstaande heeft tot gevolg gehad dat een aantal percentages door IWI bijgesteld diende te worden. Overige controles Behalve de dossiercontrole worden diverse andere controlewerkzaamheden uitgevoerd. Het betreft onder andere de beoordeling van de aansluitingen van de financiële administratie met de gecontroleerde massa. Daarnaast zijn procesgerichte controles uitgevoerd naar bijvoorbeeld eigenrisicodragers, vorderingen uitkeringsdebiteuren, bruto-netto traject en de uitvoering van de Wet Boeten, maatregelen, terug- en invordering sociale zekerheid (Boeten). IWI beoordeelt de uitgevoerde controlewerkzaamheden door de uitvoeringsinstellingen als voldoende en kan de bevindingen hiervan overnemen. Bij Cadans zijn bij de aansluiting tussen de steekproefmassa’s en de in de verantwoording opgenomen bedragen zijn bij de ZW en WW aanzienlijke verschillen vastgesteld. Daarnaast zijn er tekortkomingen in de controle naar de afboekingen. Bij GUO zijn niet alle procesgerichte controles uitgevoerd. Naleving protocollen De verantwoordingsrapportages zijn conform de voorschriften door de uitvoeringsinstellingen opgesteld. De inspanningsverplichting om op 1 mei 2002 de rapportages te leveren is door Cadans, GUO, SFB en USZO niet voor alle rapportages gehaald. Overigens zijn binnen de formele termijn (1 juni) alle rapportages ontvangen. De verantwoordingsrapportages zijn nagenoeg conform de voorschriften door de uitvoeringsinstellingen opgesteld. De inspanningsverplichting om de rapportages eerder te leveren heeft tot veel problemen geleid. Onderdeel van de steekproefcontroles is de beoordeling van de administratieve organisatie en interne controle. Door de interne accountantsdiensten zijn, op Cadans en SFB na, geen specifieke audits uitgevoerd op het terrein van de administratieve organisatie en interne controle. Als gevolg hiervan is een totaal oordeel door de andere uitvoeringsinstellingen niet gegeven. GUO heeft ook een aantal aspecten van het controleprotocol niet gevolgd (oordeel eigen risicodragers, geen controle Wajong, geen audit werknemers boete). IWI heeft de doelmatigheidsrapportages van de uitvoeringsinstellingen beoordeeld als een element van operationele sturing en beheersing, IWI kan steunen op de verantwoordingsrapportages met betrekking tot de doelmatigheid van de uitvoering. IWI plaatst kantekeningen bij de getrouwheid, zelflerend vermogen en toekomstgerichtheid van sommige doelmatigheidsrapportages. Conclusie controle op controle IWI kan in belangrijke mate gebruik maken van de controlewerkzaamheden van de interne accountantsdiensten van de uitvoeringsinstellingen. Bij Cadans (WW), Gak (ZW en TW), USZO (WAO, WW, Rea art 29b ZW en ZW), GUO (WAO) en SFB (WW, Waz en TW) hebben bijstellingen van de percentages plaatsgevonden.
3.1.2
Toekomst Om het in de toekomst voor IWI mogelijk te maken, met minder controlebelasting voor UWV, gebruik te maken van de uitkomsten van de controlewerkzaamheden van UWV is het noodzakelijk om een controleprotocol te ontwikkelen met daarin duidelijk opgenomen wanneer gebruik gemaakt dient te worden van gegevensgerichte controle en wanneer van systeemgerichte controle. Voorafgaand aan de controle van UWV dient de controleopzet van UWV worden afgestemd met IWI. Hiermee is in een vroeg stadium duidelijk of de opzet voldoende is en kan eventueel bij onvolkomenheden gesignaleerd worden.
14
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Voorts dient de te hanteren foutdefinitie beter te worden uitgewerkt. Te veel discussie is er de laatste jaren geweest over hoe bevindingen gewogen dienen te worden. Hiermee ontstaat voor de uitvoerder, opdrachtgever en toezichthouder meer duidelijkheid, op welke wijze UWV wordt beoordeeld.
3.2
Resultaten en bevindingen Deze paragraaf geeft een beeld van de uitvoering van het distribuerende proces per wet over het controlejaar 2001. Dit beeld wordt gevormd door de cijfers vanuit verschillend oogpunt te belichten. Naast de rechtmatigheidsscores wordt ingegaan op de tijdigheid van referentiediensten. Indien er sprake is van opvallende zaken of bekend zijnde achtergrondinformatie wordt dit bij de toelichting van de tabel opgenomen. Indien van toepassing worden conclusies van IWI toegevoegd.
3.2.1
Landelijke bevindingen De belangrijkste doelstelling van de uitvoeringsinstellingen is dat iedereen die recht heeft op een uitkering, tijdig de juiste uitkering ontvangt. In het onderzoek is deze doelstelling vertaald in de rechtmatigheidsvraag of de uitkering voldoet aan wet- en regelgeving. Om dit te beoordelen is door de uitvoeringsinstellingen een dossieronderzoek uitgevoerd naar de rechtmatigheid van de verantwoorden bedragen. In bijlage drie zijn de beperkingen van de uitkomsten van dit onderzoek beschreven. Eerst wordt ingegaan op de arbeidsongeschiktheidswetten, daarna de werkloosheidswet en vervolgens de overige wetten.
3.2.1.1 Bevindingen arbeidsongeschiktheidswetten ZW Tabel 3.2 Onrechtmatigheidspercentages 2000 en 2001 ZW.3
ZW
2001 2000
Landelijk
Cadans
Gak
GUO
SFB
USZO
3,2% 3,3%
5,1% 4,4%
2,4% 2,5%
6,8% 9,3%
1,0% 1,8%
1,3% NB
NB: USZO voerde deze wet in 2000 nog niet uit.
Bij de ZW is het onrechtmatigheidspercentage ongeveer gelijk gebleven. Cadans scoort slechter dan voorgaand jaar, met name de accuratessefouten vertonen ten opzichte van 2000 een stijgende lijn. Andere foutsoorten zijn onvoldoende onderzoek en de interpretatie wetten en beleid. De reorganisatie in 1999 bij Gak van de afhandeling Ziektewet van de uitzendkrachten heeft een positieve invloed op de hoogte van het percentage gehad. De berekening van de daglonen is de belangrijkste foutbron. Het gaat hierbij om fouten van diverse aard. Opvallend is, dat veel dagloonfouten een te lage uitkering tot gevolg hebben. De oorzaak is veelal te vinden in onvoldoende kennis of te wijten aan slordigheden. Bij GUO is de rechtmatigheid verbeterd, maar nog steeds onvoldoende. De verbetering is
3 De percentages kunnen afwijken van de percentages uit hoofdstuk twee. In de percentages in hoofdstuk twee zijn de deelmassa’s die niet gecontroleerd zijn als onrechtmatig meegewogen. Om een zinvolle trendanalyse uit te kunnen voeren zijn alleen de steekproefresultaten opgenomen.
15
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
vooral toe te schrijven aan het feit, dat de organisatie nu echt werk maakt om de gegevens boven water te krijgen bij steekproefdossiers met onvoldoende controlegegevens. Het ontstaan van dergelijke fouten vindt zijn oorsprong in tekortkomingen in de bedrijfsvoering en slordigheden door de uitvoerende medewerkers. De ontdekte fouten betreffen voornamelijk dagloonfouten als gevolg van onvolledige gegevensaanlevering met betrekking tot bijzondere dagloonbesluiten. Per 1 maart 2002 wordt met toestemming van het Lisv het bijzonder dagloonbesluit ZW bij GUO niet meer toegepast. Het Lisv is hier vorig jaar mee akkoord gegaan. De verwachting is, dat de hierdoor het percentage verder zal afnemen, maar niet voldoende om de één procentnorm te realiseren. Bij de Ziektewet scoort SFB met een percentage van één procent goed. De financiële fouten hadden in hoofdzaak betrekking op foutieve beoordeling van samenloopsituaties met andere wetten. Vanaf 2001 vallen overheids- en onderwijspersoneel onder de ZW en voert USZO deze wet voor het eerst uit. Bij de uitvoering van de ZW is voorrang gegeven aan het rechtmatig uitvoeren van de wet en niet aan de tijdigheid. Hierover zijn afspraken gemaakt met de werkgevers, zodat de zieke werknemer geen financiële gevolgen ondervindt. De oorzaken van niet tijdige afgifte van de beslissing waren naast een groter dan geraamd werkaanbod, late indiening van aanvragen door werkgevers, nieuw en te weinig personeel en een ZW-systeem dat niet alle benodigde functies bevatte. Begin 2001 zijn door USZO vooral zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen verstrekt. De relatief moeilijke gevallen zijn in de loop van het jaar opgepakt. De achterstand is niet meer ingehaald en een groot gedeelte van de aanvragen uit 2001 is pas in 2002 verwerkt. Het tweede halfjaar is ook gestart met de behandeling van aanvragen inzake ziekte door zwangerschap of bevalling. Het foutpercentage over het hele jaar is 1,3 procent, tegenover 0,03 procent het eerste halfjaar. Een verdere teruggang in 2002 bij dit deel van UWV zou voorkomen kunnen worden door adequate verbetermaatregelen te treffen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de ontwikkelde kennis van de overige uitvoeringsinstellingen. Vanaf 1 december 2001 vallen de relatief eenvoudige zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen onder de nieuwe wet Wazo. Hierdoor zullen de lasten van de ZW sterk dalen. WAO en Waz Tabel 3.3 Onrechtmatigheidspercentages 2000 en 2001 WAO en Waz4 Landelijk WAO Waz
2001 2000 2001 2000
1,1% 1,5% 2,2% 3,0%
Cadans 1,0% 1,1% 2,2% 3,0%
Gak 0,9% 1,5% 2,4% 2,4%
GUO 1,2% 2,1% 0,9% 2,4%
SFB 3,0% 3,0% 7,2% 10,9%
USZO 1,0% 0,8% Nvt Nvt
Nvt: deze wetten worden bij de uitvoeringsinstellingen wel uitgevoerd, maar de lasten zijn niet materieel.
Bij de WAO en Waz is een verbetering zichtbaar. Een verbetering van het onrechtmatigheidspercentage van de WAO en Waz kan niet snel worden bereikt, omdat een groot gedeelte van het totale bestand langlopend is. Cadans en Gak scoren goed bij de WAO, het merendeel van de overgebleven onrechtmatigheden heeft betrekking op dagloonfouten. Opvallend hierbij is, dat het met name te lage verstrekkingen betreft.
4 De percentages kunnen afwijken van de percentages uit hoofdstuk twee. In de percentages in hoofdstuk twee zijn de deelmassa’s die niet gecontroleerd zijn als onrechtmatig meegewogen. Om een zinvolle trendanalyse uit te kunnen voeren zijn alleen de steekproefresultaten opgenomen.
16
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Bij GUO hebben de ‘quick wins’ bij deze wetten geleid tot een positieve score. Het onrechtmatigheidspercentage van de Waz is hierdoor onder de één procent terecht is gekomen. GUO heeft bij de districtskantoren het archiveren en beheren van de dossiers verbeterd. Een aanvraag wordt pas in behandeling genomen indien het dossier volledig is. Daarnaast is veel beter dan voorheen werk gemaakt van het zogenaamde doorcontroleren van controledossiers waar documenten ontbraken. De overgebleven tekortkomingen betreffen vooral dagloonfouten. SFB scoort slecht, dit is een gevolg van het feit dat de informatie in de dossiers niet op orde is. In de controle is nu niet goed vast te stellen of de uitkering rechtmatig is geweest. Deze onzekerheden worden als onrechtmatig meegewogen. De fouten zijn vooral ontstaan bij de beoordelingen van het recht en hoogte van de uitkering. Opgemerkt wordt dat bij de Waz ten opzichte van 2000 een verbetering zichtbaar is. USZO scoort bij de WAO één procent. De laatste jaren heeft USZO bij de WAO net onder de één procent gescoord. Uit het IWI aspectenonderzoek komt naar voren dat de Wet op de indentificatieplicht (Wid) bij de WAO en Waz nog steeds niet bij alle uitvoeringsinstellingen goed wordt nageleefd. De identificatieplicht is bedoeld om een onrechtmatig gebruik van de sociale verzekeringswetten te voorkomen. Bij Cadans en USZO is het Nederlandse rijbewijs geaccepteerd als geldig identificatiedocument. Het rijbewijs wordt echter niet als zodanig in de Wid genoemd, hetgeen verband houdt met het ontbreken van vermelding daarop van de nationaliteit en de verblijfsstatus van de betrokkene. Alle uitvoeringsinstellingen hebben de procedures voor 1 januari 2002 rond deze wetsuitvoering aangescherpt en aangepast. Uitkeringsgerechtigden krijgen volgens de procedures vanaf die datum alleen nog een uitkering, indien identificatie op juiste wijze heeft plaatsgevonden en de vastlegging hiervan in het dossier opgenomen is. Indien in de steekproefcontrole het identificatiebewijs ontbreekt, wordt het dossier als onrechtmatig meegewogen. Wajong Tabel 3.4 Onrechtmatigheidspercentages 2000 en 2001 Wajong5
Wajong
2001 2000
Landelijk
Cadans
Gak
GUO
SFB
0,9% 0,8%
Nvt Nvt
0,9% 0,8%
Nvt Nvt
Nvt Nvt
USZO Nvt Nvt
Nvt: deze wetten worden bij de uitvoeringsinstellingen wel uitgevoerd, maar de lasten zijn niet materieel. De Wajong wordt nagenoeg volledig door het Gak uitgevoerd. De Wajong is een wet waarin weinig wordt gemuteerd. De rechtmatigheidsscore is min of meer stabiel. De Kopjesregeling is net als in voorgaande jaren de belangrijkste foutsoort. Gak heeft een specifieke audit aangekondigd naar deze problemen. Onrechtmatigheden als gevolg van onvoldoende controlegegevens De onrechtmatigheidspercentages zijn onder te verdelen in geconstateerde financiële fouten en gevallen waarin de rechtmatigheid niet onomstotelijk kan worden vastgesteld. In deze laatste groep zijn onvoldoende controlegegevens aanwezig om vast te stellen of de uitkering rechtmatig is vastgesteld. Hoge percentages op deze aspecten betekenen dat de administratieve organisatie en interne controle hiervan niet op orde is. Het minimaliseren van onzekerheden (posten met onvoldoende controlegegevens) is de laatste jaren een speerpunt van de review geweest. Door de uitvoeringsinstellingen zijn hiervoor verschillende verbetermaatregelen getroffen. In eerste instantie vooral gericht op een betere uitvoering van de steekproefcontrole. Indien in de te controleren dossiers documenten ontbraken zijn deze door middel van nader onderzoek in veel gevallen weer boven tafel gekomen. Dit betekent natuurlijk nog niet dat de massa hiermee verbeterd is op dit aspect. 5 De percentages kunnen afwijken van de percentages uit hoofdstuk twee. In de percentages in hoofdstuk twee zijn de deelmassa’s die niet gecontroleerd zijn als onrechtmatig meegewogen. Om een zinvolle trendanalyse uit te kunnen voeren zijn alleen de steekproefresultaten opgenomen.
17
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Grafiek 3.1 Onrechtmatigheidspercentage posten met onvoldoende controlegegevens Percentage fouten als gevolg van onvoldoende gegevens bij Waz, WAO, en ZW naar jaar 3 2,5 2
Waz
1,5
WAO
1
ZW
0,5 0 1999
2000
2001
De verbetermaatregelen zijn vooral gericht geweest om de ontbrekende documenten in de gecontroleerde dossiers boven water te krijgen. Deze maatregelen hebben goed gewerkt; er is een duidelijke positieve trend zichtbaar. Dit betekent echter niet dat bij de uitvoeringsinstellingen de administratieve organisatie/interne controle beter op orde is op deze aspecten. Dat dit nog niet het geval is, is vooral te zien aan het hoge aantal gevallen waarbij nader onderzoek noodzakelijk is. Daarnaast worden veel formele fouten geconstateerd.6 Dit speelt vooral bij de uitvoeringsinstellingen Cadans, GUO en SFB. Een verbetering van de dossiervorming bij deze uitvoeringsinstellingen kan de kwaliteit over de uitvoering verder verbeteren. Jaar ontstaan fout Grafiek 3.2 Jaar ontstaan van de fouten ZW en WAO en Waz
Onrechtmatigheid WAO en Waz naar jaar
ZW onrechtmatigheidspercentage (3,2%) naar jaar
2000
41%
<2000
18%
2000
8% 59%
2001 74%
2001
De uitkering ZW is een kortdurende uitkering. Hierdoor kunnen verbetermaatregelen snel effect sorteren. Nieuwe gevallen maken een groot deel uit van de jaarlijkse steekproef. De effecten van maatregelen op het onrechtmatigheidspercentage is hierdoor goed in beeld te brengen. Bij de wetten WAO en Waz is het percentage fouten van meer dan anderhalf jaar geleden veel groter dan bij de andere wetten. Voor de wetten WAO, Waz en Wajong worden relatief weinig gevallen beoordeeld met mutaties uit de jaren 2000 en 2001. De uitkomsten zeggen hierdoor weinig over de rechtmatigheid van de uitvoering van deze wetten in die periode. Door de huidige opzet van het onderzoek zijn effecten van verbetermaatregelen bij deze wetten dan ook niet snel in onrechtmatigheidspercentages te meten.
6 Formele fouten zijn fouten die geen financieel gevolg hebben voor de uitkering. Voorbeelden zijn onjuiste bedragen in de toekenningsbrief of documenten die in eerste instantie niet in het dossier aanwezig zijn, maar door middel van intern of extern doorcontroleren alsnog boven water komen.
18
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Tabel 3.5 Tijdigheidscores 2001 arbeidsongeschikheidswetten Cadans ZW: 1e betaling WAO: beslissing WAO: beslissing 1e herbeoordeling WAO: beslissing eenm. herbeoordeling Waz: beslissing Wajong: beslissing
Gak
SFB
USZO
32 58
(+2) (-12)
85 84
(0) (+13)
92 69
(+1) (-12)
17 45
(Ntb)
28
(-12)
28
(-12)
48
(-10)
56
(+15)
16 14 Nvt
(0) (-2)
50 34 Nvt
(-3) (-10)
41 (+19) Nvt Nvt
Onb 54 (+12) 66 (+8)
Tussen haakjes de absolute stijging of daling ten opzichte van 2000, onb. = onbekend
De ZW wordt bij USZO voor het eerst in 2001 uitgevoerd. USZO heeft gezien de geringe aantallen aanvragen geen systeem om vast te stellen of de Waz-beslissingen tijdig zijn genomen. GUO heeft niet over de tijdigheidsscores gerapporteerd. ZW De tijdigheid van de eerste betaling is bij Gak en SFB ten opzichte van het jaar 2000 gelijk gebleven. Cadans en USZO scoren erg slecht. 7 In het katern sociaal medisch handelen wordt dieper ingegaan op de tijdigheidsproblemen bij deze arbeidsongeschiktheidswetten.
WAO, Waz en Wajong7 In 2001 zijn majeure inhaalslagen gemaakt in het wegwerken van achterstanden in de eerste WAO-claimbeoordeling. Er is een convenant overeengekomen tussen Lisv en de uitvoeringsinstellingen met als inzet om alle achterstanden voor de totstandkoming van UWV weg te werken. Het wegwerken van achterstanden is een verklaring voor de daling van de tijdigheidsscore. Bij de tijdigheidscores tellen alleen afgehandelde dossiers mee. (Te laat) afgehandelde dossiers worden nu alsnog in het tijdigheidscijfer betrokken. Theoretisch mag worden verwacht dat de tijdigheidsscores zich in de komende periode gaan verbeteren, omdat een groot deel van de achterstanden is weggewerkt. Verder zouden de maatregelen die UWV onderneemt om structurele ondercapaciteit van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen op te vangen effect kunnen sorteren (bijvoorbeeld inzet niet-artsen en selectie kansrijke herbeoordelingen). Op GUO na, zijn de afspraken in de convenanten met het Lisv niet gehaald door de uitvoeringsinstellingen. Doordat de afhandeling van de WAO-claim absolute prioriteit binnen de uitvoeringsinstellingen heeft gekregen, zijn de meeste andere tijdigheidsscores verslechterd.
3.2.1.2 Bevindingen WW Tabel 3.6 Onrechtmatigheidspercentages WW8
WW
2001 2000
Landelijk
Cadans
Gak
GUO
SFB
USZO
9,7% 7,6%
17,0% 9,8%
5,8% 5,5%
6,5% 6,3%
30,2% 30,5%
37,7% Nvt
Nvt: USZO voerde in 2000 de WW nog niet uit. De rechtmatigheidsscore voor de WW is verder verslechterd. De belangrijkste foutsoorten zijn verwijtbare werkloosheid (aandeel 50 procent) en in mindere mate het onvoldoende toetsen op sollicitatieactiviteiten (aandeel 15 procent). 8 De percentages kunnen afwijken van de percentages uit hoofdstuk twee. In de percentages in hoofdstuk twee zijn de deelmassa’s die niet gecontroleerd zijn als onrechtmatig meegewogen. Om een trendanalyse uit te kunnen voeren zijn alleen de steekproefresultaten opgenomen.
19
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
De laatste jaren is het bestand van de WW door de hoog conjunctuur weinig gemuteerd. De instroom is beperkt gebleven, waardoor fouten uit het verleden meer invloed op het onrechtmatigheidspercentage hebben gekregen. Ook dit jaar is bij Cadans het onrechtmatigheidspercentage bijgesteld. Dit is vooral een gevolg van onvoldoende controle naar verwijtbare werkloosheid. Vorig jaar was bijstelling vooral een gevolg van het ontbreken van gegevens betreffende de minimale sollicitatieverplichtingen in de dossiers. Het aandeel in het onrechtmatigheidspercentage van dit aspect is voor dit controlejaar aanzienlijk gedaald. Hoewel het percentage WW bij het Gak is verslechterd, is er wel een structurele basis voor verbetering gelegd door de operationalisering van de Kwaliteitsvisie, waardoor het decentrale management beschikt over adequaat meet- en stuurinstrumentarium. Een positief punt is de verbetering van de uitvoering bij het Gak van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid. Het tegenvallend resultaat wordt verklaard door nieuwe dominante fouten (onder andere verwijtbare werkloosheid), hoge werkdruk en instroom van onervaren personeel. Bij GUO is een lichte verslechtering te zien. De belangrijkste foutsoorten zijn dagloonfouten en onjuiste vaststellingen van het gemiddeld aantal arbeidsuren. Alleen met aanvullende verbetermaatregelen is een verbetering te bewerkstellingen. Daarnaast heeft de mond- en klauwzeer (mkz)-crisis geleid tot een tijdelijke hausse van het aantal WW-aanvragen. Door de tijdsdruk en de omvang zijn hier veel fouten gemaakt. Zonder mkz-crisis was de uitvoering van de WW bij het GUO verbeterd. Net als voorgaand jaar is bij SFB het onrechtmatigheidspercentage WW bijgesteld. Dit heeft betrekking op de aspecten verwijtbaar werkloosheid en controle naar de sollicitatie activiteiten. SFB heeft naar aanleiding van de bevindingen in controlejaar 2000 verbetermaatregelen ontwikkeld. Deze maatregelen zijn met ingang van 1 januari 2002 geïmplementeerd. De getroffen maatregelen zijn afgestemd met de toezichthouder. Het overgrote deel van de opmerkingen bij SFB met betrekking op verwijtbaarheid zijn gelegen voor het controlejaar 2001. Vanaf 2001 vallen overheids- en onderwijspersoneel onder de WW en voert USZO deze wet voor het eerst uit. Dit gaat gepaard met veel problemen. De bevindingen bij deze uitvoeringsinstelling zijn dan ook zeer zorgwekkend. Door het falen van het WW-systeem bestonden begin 2001 problemen met het verstrekken van uitkeringen. Toen noodmaatregelen waren getroffen, is door USZO de prioriteit gelegd op het tijdig verstrekken van voorschotten en het wegwerken van ontstane achterstanden. Pas medio 2002 zijn acties ondernomen om de noodzakelijke controles op sollicitatie-activiteiten en flexwet op een correcte wijze uit te voeren. IWI voert thans onderzoek uit om tot een oordeel te komen over de verbeteraanpak van USZO. USZO heeft in 2001 niet alle verstrekte netto voorschotten kunnen bruteren. Door deze tekortkoming hebben 1.467 uitkeringsgerechtigden geen jaaropgave over 2001 ontvangen. Zij worden daarmee benadeeld, omdat de jaaropgave over 2002 te hoog zal zijn en dit kan consequenties hebben voor onder meer huursubsidies. USZO heeft deze problematiek nog niet aan de fiscus gemeld (wel voornemens) en ook niet in de verantwoording opgenomen. Het bedrag aan ‘nog af te dragen loonheffing’ en de ‘uitkeringslasten’ zijn daardoor te laag verantwoord. Uit de aspectcontrole van IWI komt naar voren dat de controle op verwijtbare werkloosheid en sollicitatieverplichtingen niet bij alle uitvoeringsinstellingen op orde is. Ook in de controle door de interne accountantsdienst worden deze aspecten vaak niet goed beoordeeld, waardoor bijstelling door IWI noodzakelijk is geweest. Verwijtbare werkloosheid De beoordeling van de verwijtbaarheid van de werkloosheid en meer specifiek of de werknemer voldoende verweer tegen het ontslag heeft gevoerd, is het belangrijkste aspect van de poortwachtersfunctie WW die de uitvoeringsinstelling vervult. Verwijtbare werkloosheid leidt tot een geheel of gedeeltelijke, tijdige of definitieve weigering van de uitkering. De verwijtbaarheid van de werkloosheid wordt vaak beoordeeld op grond van onvolledige informatie over de 20
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
feiten en omstandigheden van de gang van zaken bij het ontslag. Verder dient de werknemer alle mogelijkheden te benutten om zich te verweren tegen het ontslag. Met name doet zich dit voor in situaties waarin de arbeidsverhouding is ontbonden door de kantonrechter. In deze gevallen wordt vaak aangenomen dat geen sprake is van verwijtbare werkloosheid, omdat de kantonrechter heeft vastgesteld dat het niet zinvol is dat de arbeidsverhouding voortduurt. De toets van de kantonrechter, die geen eigen onderzoek instelt biedt echter in vrijwel alle gevallen onvoldoende feitelijke informatie over de achtergronden van het ontslag en de mogelijkheden van verweer. Uitvoeringsinstellingen zullen dan eigen, aanvullend onderzoek moeten instellen om mogelijke twijfel over het WW-recht uit te sluiten en op deze wijze een goede invulling te geven aan de poortwachtersfunctie WW. Sollicitatieverplichtingen De beoordeling van het naleven van de sollicitatieverplichtingen door de werknemer is een belangrijke functie van de uitvoeringsinstellingen in het kader van het reïntegreren van werknemers en het voorkomen van een onnodig beroep op WW-uitkering. Cadans, SFB en USZO zien in de praktijk onvoldoende toe op de naleving van de sollicitatieverplichtingen. Er bestaat aanleiding om de verplichtingen verder te normeren. De wettelijke sollicitatieverplichting is geconcretiseerd in met name de Lisv-mededeling van 29 januari 1998, M 98.18. Op grond van die mededeling dient de werknemer o.a. per week minimaal één concrete sollicitatie te verrichten. Deze norm is in de praktijk in het algemeen goed hanteerbaar. In gevallen waarin de werknemer niet voldoet aan de minimumnorm en de vraag aan de orde is of hij zich kan beroepen op bijzondere omstandigheden waarmee bij de beoordeling rekening zou moeten worden gehouden, biedt de mededeling echter onvoldoende houvast voor de besluitvorming. Te denken valt hierbij aan de werknemer met (medische) beperkingen in het verrichten van arbeid. In die gevallen is moeilijk vast te stellen of, en zo ja in welke mate met deze bijzondere omstandigheden rekening gehouden kan worden. Gebleken is dat uitvoeringsinstellingen wel toetsen of aan de minimumnorm is voldaan, maar vrijwel nooit nagaan of van de werknemer meer mag worden verwacht. Voorts is geconstateerd dat uitvoeringsinstellingen vaak niet nagaan om welke redenen concrete sollicitaties niet hebben geleid tot een dienstverband (de zgn. afloopcontrole). Grafiek 3.3 Onvoldoende controlegegevens WW per uitvoeringsinstelling in relatie tot totaal percentage Onrechtmatigheidspercentages WW naar uitvoeringsinstelling
40 35 30 vastgestelde onrechtmatigheid
35 20
als gevolg van onvoldoende gegevens
15 10 5 0 Cadans
Gak
GUO
SFB
USZO
Uit de grafiek blijkt dat een groot deel van de onrechtmatigheid veroorzaakt wordt door onvoldoende controlegegevens. Daarnaast is in veel gevallen noodzakelijk gebleken nader onderzoek in te stellen om de rechtmatigheid van de steekproefdossiers vast te stellen. Naast het feit dat er veel formele fouten worden geconstateerd, duidt dit op het niet geheel goed op orde zijn van de administratieve organisatie en interne controle.9, Door deze tekortkomingen op te lossen zou de kwaliteit van de uitvoering eenvoudig verbeterd kunnen worden. 9 Formele fouten zijn fouten die geen financieel gevolg hebben voor de uitkering. Voorbeelden zijn onjuiste bedragen in de toekenningsbrief of documenten die in eerste instantie niet in het dossier aanwezig zijn, maar door middel van intern of extern doorcontroleren alsnog boven water komen.
21
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
In de tweede helft van het jaar 2001 heeft een omslag plaats gevonden van daling werkaanbod via stabilisatie naar een lichte stijging aan het eind van het jaar bij Cadans en Gak. Deze omslag wordt echter met enige maanden vertraging weergegeven in de statistieken van het aantal toekenningen of referentieproduct primaire beslissing WW. Allereerst dient de beslissing binnen acht weken te worden genomen en daarna dient de beslissing nog geverifieerd te worden alvorens bij Lisv gedeclareerd en geteld kan worden. De stijging van het aantal aanvragen in de laatste maanden is derhalve niet terug te vinden in de statistieken over 2001. Uit het katern Werkbelasting werknemersverzekeringen van IWI wordt de verklaring voor de werkdruk gezocht in het niet aanpassen van de productienorm aan toegenomen complexiteit van de wetgeving, mondigheid van de klant en ervaringsgraad personeel. Dit betekent dat structureel te weinig mensen zijn begroot. In de eerste helft van 2001 kon de begrote bezetting in het algemeen ondanks de onjuiste norm de productie nog aan omdat het werkaanbod/productie lager was dan begroot. In het algemeen vertrekt meer ervaren personeel en wordt relatief onervaren personeel verworven. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de uitvoering. Tabel 3.7 Realisatie tijdigheidsscores 2001 WW (tussen haakjes de absolute stijging of daling ten opzichte van 2000) Cadans WW: afgifte beslissing 70 WW: 1e definitieve betaling 93 WW: voorschot 28
Gak
(-12) (+4) (0)
88 97 80
SFB
(-10) (-1) (-7)
87 91 95
USZO
(-6) (0) (+2)
17 90 -
Nvt Nvt Nvt
Nvt= niet van toepassing gezien het feit dat USZO de WW voor het eerst in 2001 uitvoert. GUO heeft niet over de tijdigheidsscore gerapporteerd. GUO heeft niet over de tijdigheidsscores gerapporteerd. In de tijdigheidsscore eerste definitieve betalingen USZO is ook de tijdigheidsscore WW-voorschot meegenomen. WW De tijdigheidsscores voor de pimaire beslissing van de WW zijn verslechterd ten opzichte van het jaar 2000. De fors verscherpte wettelijke norm van dertien weken naar acht weken blijkt niet te zijn vertaald in bijstelling van de procesnorm. In de onderhandeling tussen Lisv en uitvoeringsinstellingen heeft deze wijziging van wettelijke norm niet geleid tot financiële consequenties of bijstellingen van de gecontracteerde prestatienormen. De tijdigheid van betalingen blijft op hetzelfde niveau. Hieruit volgt dat door de uitkeringsinstellingen de prioriteit is gegeven aan de betalingen.
3.2.2.3 Overige wetten Tabel 3.8 Onrechtmatigheidspercentages 2000 en 2001 Rea10 Jaar
Rea
2001 2000
• • • • •
Landelijk
Cadans
Gak
GUO
SFB
USZO
2,8% 2,4%
3,2% 3,6%
2,7% 2,4%
7,7% 0,7%
1,9% 0,2%
1,1% 1,5%
De belangrijkste aspecten van de uitvoering van de wet Rea blijven buiten de scope van het rechtmatigheidsonderzoek. De oorzaak hiervan is dat de te controleren documenten in het medisch dossier van de uitvoeringsinstelling zijn opgeslagen. Voorbeelden hiervan zijn: inhoud van het reïntegratieplan; tijdige aanvang reïntegratieactiviteiten; arbeidsgehandicaptentoets; fase-indeling; volgen, bewaken en nazorg trajectplan. 10 De percentages kunnen afwijken van de percentages uit hoofdstuk twee. In de percentages in hoofdstuk twee zijn de deelmassa’s die niet gecontroleerd zijn als onrechtmatig meegewogen. Om een trendanalyse uit te kunnen voeren zijn alleen de steekproefresultaten opgenomen.
22
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
IWI is van mening dat dit belangrijke gedeelte van het proces in de toekomst in het rechtmatigheidsonderzoek van UWV betrokken dient te worden. De controlebevindingen van de overgebleven aspecten, bij de uitvoering van de wet Rea worden gekenmerkt door een veelheid aan foutsoorten. Er worden vooral veel fouten geconstateerd in de deelpopulaties art 29b ZW, daarnaast worden er diverse fouten gemaakt in het bepalen van de hoogte van de subsidies en voorzieningen. De oorzaak van de tekortkomingen is vooral te vinden in het gegeven dat relatief veel fouten het gevolg zijn van het ontbreken van de nodige accuratesse alsmede de benodigde informatie. Opvallend is de verslechtering bij GUO. GUO heeft hierop nog geen probleemanalyse uitgevoerd en er zijn dan uiteraard ook geen verbetermaatregelen getroffen. Tabel 3.9 Onrechtmatigheidspercentages 2000 en 2001 TW11
TW
Jaar
Landelijk
Cadans
Gak
GUO
SFB
USZO
2001 2000
3,7% 4,6%
4,8% 8,8%
2,6% 2,2%
7,9% 10,4%
4,0% 2,4%
NB NB
NB: Voor de wet TW (USZO) is gezien de materialiteit geen accountantsverklaring op uitvoeringsinstellingsniveau vereist. USZO voert wel een deelwaarneming uit.
TW De toeslagenwet verleent toeslagen op uitkeringen op grond van WW of arbeidsongeschiktheidswetten tot het relevante sociaal minimum aan bepaalde uitkeringsgerechtigden. De toeslag is onder meer afhankelijk van de leefvorm en gezinsinkomen. De TW-uitvoering bij Cadans is sterk verbeterd. Vooral de aanpassing van het mutatieformulier bij Cadans en het specifiek aandacht besteden aan de toepassing van de instructie beoordeling inkomsten van arbeid heeft hier voor zorggedragen. Het onrechtmatigheidspercentage bij het Gak is licht verslechterd. Het percentage wordt met name bepaald door gevallen, waarbij ten onrechte een toeslag werd toegekend. Bij GUO is een lichte verbetering zichtbaar, maar is het onrechtmatigheidspercentage nog erg hoog. Vooral de ingewikkelde beoordeling van jaarcijfers van zelfstandigen is de oorzaak van veel fouten. De verbeterde dossiervorming in het arbeidsongeschiktheidstraject heeft een gunstig effect op het percentage gehad. GUO stelt al jaren dat gezien de complexe beoordeling van de jaarstukken een verbetering bij de TW moeilijk te realiseren is. Bij SFB is een verslechtering opgetreden. Dit is vooral een gevolg van ontbrekende documenten in de dossiers. De wet is ingebed in dezelfde processen als arbeidsongeschiktheid en WW en bij het arbeidsongeschiktheidsproces was de informatie in de dossiers ook niet goed op orde. De maatregelen met betrekking tot het loonbegrip bij SFB hebben bijgedragen het feit dat dit aspect is verbeterd.
12 Eind 2000 heeft de toezichthouder een rapportage uitgebracht over de uitvoering van de wetten Rea, Bia en Finlo.
De wetten Bia, Finlo en Wazo zijn wetten waarbij door de uitvoeringsinstellingen deelwaarnemingen worden verricht. Hierdoor is het alleen mogelijk op landelijk niveau een percentage te bepalen.12 Het is hiermee niet mogelijk om per uitvoeringsinstelling een representatief percentage weer te geven. Wel is het mogelijk op landelijk niveau een percentage te bepalen.
11 De percentages kunnen afwijken van de percentages uit hoofdstuk twee. In de percentages in hoofdstuk twee zijn de deelmassa’s die niet gecontroleerd zijn als onrechtmatig meegewogen. Om een trendanalyse uit te kunnen voeren zijn alleen de steekproefresultaten opgenomen.
23
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Tabel 3.10 Landelijke onrechtmatigheidspercentages 2000 en 2001 overige wetten13 Wet
2000
2001
Bia Finlo Wazo
7,9% 15,4% Nvt
5,8% 11,0% 4,2%
Voor de wetten Bia, Finlo en Wazo is geen accountantsverklaring op uitvoeringsinstellingsniveau vereist. IWI geeft wel een landelijke accountantsverklaring, waarbij gebruik wordt gemaakt van de controlewerkzaamheden van de interne accountantsdienst -en van de uitvoeringsinstellingen. Deze werkzaamheden zijn te beperkt om op uitvoeringsinstellingsniveau een percentage weer te geven.
Bia Een Bia-uitkering komt overeen met een WW-uitkering en is in het WW-proces ingebed. Het percentage is licht verbeterd. De onrechtmatigheid wordt vooral bepaald door het aandeel van Gak. Ook de gevonden fouten bij SFB hebben dit jaar een aandeel op het landelijke percentage. Een adequate probleemanalyse en het treffen van maatregelen zijn noodzakelijk. Uit analyse bij Gak, blijkt dat de wet Bia wel goed uitgevoerd wordt, maar dat bij de toekenning van de uitkering niet altijd de juiste doelgroep wordt onderscheiden, waardoor de uitkering ten onrechte als Bia-uitkering wordt verstrekt. Een eenmaal toegekende Bia-uitkering gedraagt zich verder op dezelfde wijze als de reguliere WW-uitkering. In dat stadium worden niet veel extra fouten geconstateerd. Gak heeft de instructietekst aangepast door: • de scheiding tussen enerzijds mensen die voorafgaand wel en die voorafgaand geen WW-recht in de procesbeschrijving te verduidelijken; • het transparanter maken van de beschrijving wie precies tot de doelgroep van de Bia-uitkeringsgerechtigden hoort. Deze aanpassingen zijn begin 2002 gerealiseerd. Gezien het kleine aantal aanvragen Bia en de verwachte daling van de nieuwe aanvragen is het volgens Gak niet zinvol om daarnaast nog meer maatregelen te treffen. Finlo Het gebruik van de wet Finlo blijft ver achter bij de verwachtingen. Bij de uitvoeringsinstellingen heeft de wet dan ook een lage prioriteit. Het geconstateerde foutpercentage is hoog, hetgeen vooral het gevolg is, van de tekortkomingen die bij Gak worden geconstateerd. Daarnaast is als gevolg van het ontbreken van documenten bij Cadans de rechtmatigheid van drie van de vijf gecontroleerde dossiers niet vastgesteld. Gezien het feit, dat maar erg weinig personen betrokken zijn bij de uitvoering van deze wet, is verbetering eenvoudig te verwezenlijken. Uit het rechtmatigheidsonderzoek 1999 van het College van toezicht sociale verzekeringen (Ctsv) volgde dat het Lisv artikel 2, zevende lid van de wet onjuist heeft geïnterpreteerd. Het Lisv was ervan uitgegaan, dat indien wordt afgeweken van de eis van 12 maanden in dienst het voldoende is om een schriftelijke overeenstemming te hebben met de individuele werknemer. In deze wet is echter opgenomen, dat dit in eerste instantie met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiger dient te worden overeengekomen. De geconstateerde onrechtmatigheden hadden betrekking op het ontbreken van een dergelijke overeenkomst. Deze onjuiste interpretatie was opgenomen op het aanvraagformulier. Lisv heeft hierna aangegeven dat het aanvraagformulier vanaf begin 2001 aangepast is. Uit het onderzoek over 2001 blijkt, dat dit bij Gak en USZO nog niet heeft plaatsgevonden.
13 De percentages kunnen afwijken van de percentages uit hoofdstuk twee. In de percentages in hoofdstuk twee zijn de deelmassa’s die niet gecontroleerd zijn als onrechtmatig meegewogen. Om een trendanalyse uit te kunnen voeren zijn alleen de steekproefresultaten opgenomen.
24
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Vanaf 1 december 2001 valt de wet Finlo onder de nieuwe wet Wazo. Wazo De Wazo is in werking getreden op 1 december 2001. De volgende deelmassa’s worden onderkend: 1 zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen werknemers (ex-ZW); 2 zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen zelfstandigen (ex-Waz); 3 overige verlofregelingen (ex-wet Finlo en adoptie of pleegzorg). Een foutgevoelig aspect voor de uitvoering van de Wazo, is het overgangsmoment van uitkeringsgerechtigde van de ZW naar de Wazo en vice versa. De overgangsmomenten lijken adequaat door de uitvoeringsinstellingen te zijn opgepakt. Bij de uitvoering van de Wazo wordt gebruik gemaakt van de bestaande systemen. De procesbeschrijvingen, instructies en handboeken zijn op tijd door de uitvoeringsinstellingen aangepast. Uit de deelwaarnemingen die IWI heeft uitgevoerd, volgt dat er in de ZW deelpopulatie diverse dagloonfouten worden gemaakt. Dit zijn vooral tekortkomingen, die ook in de ZW al aan de orde waren.
3.2.3
Bijzondere onderzoeken Premies sociale verzekeringen De premies sociale verzekeringen maken deel uit van de verantwoording sociale verzekeringen. De overhevelingstoeslag (OHT) is door de invoering van de Wet brutering overhevelingstoeslag en lonen (Bol) met ingang van 1 januari 2001 komen te vervallen. In de verbandscontroles en cijferanalyses zijn door de uitvoeringsinstellingen geen tekortkomingen geconstateerd. Geconcludeerd kan worden dat de binnen de primaire uitkeringssystemen berekende premies sociale verzekeringen en loonheffing in het jaar 2001, uitgaande van correcte invoergegevens nodig voor de berekening van de premies sociale verzekeringen en inhoudingen loonheffing, correct tot stand zijn gekomen. Eigen risicodragers De uitvoerinsinstellingen laten in geval van verzekerden bij de eigen risicodragende werkgevers de uitbetaling achterwege. De uitkering wordt wel vastgesteld door de uitvoeringsinstelling. De betaling van de uitkeringen vindt echter plaats door de opdrachtgevers, waardoor de met de claimbeoordeling eigen risicodragers gemoeide uitkeringsbedragen niet tot uitdrukking komen in de verantwoording sociale verzekeringen. Gak concludeert dat het claimbeoordelingsproces, evenals in de vorige jaren, in zijn algemeenheid kwalitatief nog niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. De accountantsdienst heeft geadviseerd het claimbeoordelingsproces ten behoeve van de eigenrisicodragers in de kwaliteitsvisie van UWV/AG op te nemen. De uitvoering van de eigenrisicodragers bij SFB was onvoldoende geborgd in de administratieve organisatie met het risico dat ten onrechte WAO-betalingen konden plaatsvinden. De AO/IC is inmiddels aangepast. Tevens zijn maatregelen genomen om onjuiste betalingen uit het verleden te herstellen. De beoordeling van de administratieve organisatie en interne controle inzake het vaststellen van WAO-uitkeringen voor de eigenrisicodragers van USZO geeft geen aanleiding tot het maken van zwaarwegende opmerkingen. Afhandelen bezwaarschriften De interne accountantsdienst van het Gak concludeert dat de beheersingsmaatregelen op decentraal niveau in opzet voldoende zijn en dat er voldoende waarborgen bestaan dat in het kader van de bezwaarschriftenprocedures tijdige beslissingen worden genomen. In dit proces is het Minimum Controle Programma voorlopig stopgezet. Dit is in verband met de conversie van het systeem Registratie en Informatiesysteem Beroepszaken naar het systeem Hulp bij Informatie en Proces. Hierdoor wordt in onvoldoende mate de beheersingsmaatregelen inzake de kwaliteit van de interne registratie van de gegevens (juistheid en volledigheid) in het systeem Hulp bij Informatie en Proces gewaarborgd. Bij SFB zijn geen tekortkomingen in dit proces geconstateerd.
25
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid (werkgeversboete) In 2001 heeft Ctsv vastgesteld dat de uitvoering van de werkgeversboetes (art 71a WAO) in de jaren 1999 tot 2000 aanzienlijk is verbeterd ten opzichte van 1997 en 1998. Van het structureel afzien van de boeteoplegging of de invordering daarvan was in 1999 en 2000 geen sprake meer. Ook bleek dat in deze perioden de uitvoering van enkele onderdelen van de werkgeversboetes nog niet volledig bij alle uitvoeringsinstellingen op orde was. Het ging hierbij met name om het tijdig opleggen en invorderen van boetes. IWI heeft de uitvoeringsinstellingen gevraagd hierover cijfermatige informatie te verstrekken. Op grond daarvan constateert IWI dat er nog aanleiding is de uitvoering van de werkgeversboetes bij de uitvoeringsinstellingen Cadans, GUO, SFB en USZO te volgen. Onzekerheid is er over de volledigheid van het opleggen van boeten door de uitvoeringsinstellingen. Afhandeling van samenloopsignalen De accountantsdienst van het Gak heeft een onderzoek ingesteld naar de kwaliteit van de beheersingsmaatregelen welke door het verantwoordelijke management zijn getroffen om een juiste, tijdige en volledige afhandeling van signalen te waarborgen. De conclusie van dit onderzoek luidde dat de kwaliteit van de beheersmaatregelen van onvoldoende niveau is. De belangrijkste bevinding, die aan dit oordeel ten grondslag ligt, is het feit dat de aanbevelingen uit de voorgaande rapportage (die door het management zijn overgenomen) ten tijde van het verrichte onderzoek nog niet volledig waren geïmplementeerd. De Gemeenschappelijke Verwijsindex (GVI) wordt niet altijd consequent door de uitvoeringsinstellingen gevuld. Zo heeft USZO geen Rea-gegevens ingevoerd en was vorig jaar sprake van een achterstand met invoer van de gegevens. Daarnaast heeft niet iedere behandelaar toegang tot alle uitkeringssystemen. Hierdoor kan samenloop niet altijd vastgesteld kan worden. Terugvorderen en incasseren van ten onrechte betaalde uitkeringen Cadans heeft al jaren problemen met de aansluiting tussen de subadministraties uitkeringsdebiteuren en het grootboek. Deze aansluiting kan niet worden verkregen. Dit resulteert in onzekerheid over het bestaan en de waardering van deze vorderingen. Deze onzekerheid wordt veroorzaakt door het feit dat gedurende 2001 onvoldoende interne controlemaatregelen hebben bestaan ten aanzien van een tijdige, juiste en volledige op- en afboeking van de uitkeringsdebiteuren in de subadministraties en het grootboek. Tevens is gedurende 2001 gebleken dat een groot aantal (potentiële) terugvorderingen niet is ingesteld. De omvang hiervan ultimo 2001 kan niet worden vastgesteld. De interne accountantsdienst heeft hiervoor in de accountantsverklaringen een beperking opgenomen. In 2001 is er een verbeterplan ontwikkeld. De implementatie van de verbetermaatregel is feitelijk medio 2002 tot stand gebracht.
• • •
•
•
26
IWI heeft een zelfstandig onderzoek uitgevoerd bij het Gak op het verkrijgen van inzicht in en het vellen van een oordeel over de inrichting van de processen, de ontwikkelingen in aantallen en bedragen en de beheersbaarheid inzake het proces van de afhandeling openstaande posten (inclusief verhaalszaken en malusvorderingen). Onderstaand worden de belangrijkste bevindingen uit de rapportage weergegeven. Verder wordt verwezen naar de uitgebrachte rapportage. Conclusies ten aanzien van de afhandeling van de openstaande posten zijn: de organisatie en de processen met betrekking tot de afhandeling van de openstaande posten zijn in opzet adequaat. De werking laat echter in vele gevallen te wensen over; alle processen zijn uitgebreid beschreven. De handboeken en richtlijnen zijn uitgebreid en goed toegankelijk. Het proces wordt ondersteund door diverse goed bruikbare applicaties; er is dikwijls sprake van een onvoldoende kwaliteitscontrole op de juistheid van de terugvorderingsbeslissingen. Het afdelingsmanagement maakt onvoldoende gebruik van de middelen, die hen ten dienste staan om het proces adequaat aan te sturen en daarmee potentiële risico’s, waaronder overschrijding verjaringstermijnen, te verkleinen; er is onvoldoende gestuurd op het behalen van de in de managementcontracten opgenomen reductiedoelstelling van tien procent van het gesommeerde bedrag aan openstaande posten in het jaar 2001; op de zogenaamde probleemkantoren kon niet worden vastgesteld dat voorgestelde verbetermaatregelen ook daadwerkelijk werden getroffen.
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Aan boven vermelde conclusies heeft IWI een aantal aanbevelingen gekoppeld op het gebied van de organisatie en processen, de kwaliteitsborging en de sturings- en verantwoordingsinformatie. Op basis van interviews, rapporten en overzichten komt IWI tot de conclusie dat de organisatie en processen inzake het proces Verhaalszaken adequaat is ingericht. De kwaliteit wordt voldoende gewaarborgd door handboeken, instructiemateriaal, het bieden van een opleidingstraject en interne controles. Wel is IWI van mening dat het proces te weinig aandacht krijgt van het centrale management. Dit blijkt uit een al jaren lang bestaande onderbezetting op de afdeling, waaraan kennelijk onvoldoende wordt gedaan. Het gevolg is dat de werkvoorraad van circa vierduizendvijfhonderd gevallen niet structureel kan worden verminderd met als risico dat sommige verhaalszaken niet meer invorderbaar zijn. De interne accountantsdienst heeft een audit uitgevoerd naar het proces Verhaalszaken. Aanvullend op het onderzoek IWI kan worden vermeld dat er een probleem is met de aanlevering van alle gevallen door de districtskantoren, waardoor er onzekerheid bestaat met betrekking tot de volledigheid van de aanlevering. Onderzocht zal worden of dit aspect gelijktijdig kan worden verbeterd bij het uniformeren van het proces voor heel UWV. Met betrekking tot de malusinvorderingen is IWI van mening dat het van weinig zorgvuldigheid getuigt dat vrijwel alle vorderingen (circa 13,6 miljoen euro) niet meer tot op individueel niveau reproduceerbaar zijn. De inventarisatie verloopt evenmin voorspoedig. Bij GUO is de bewaking en beheersing van de ten onrechte verstrekte uitkeringen onvoldoende. De saldi van de ten onrechte verstrekte uitkeringen worden niet beheerst. Er is een gebrek aan adequate managementinformatie. In 2000 heeft GUO als maatregel een projectgroep gestart om de problemen op te lossen. De intentie was dat een nieuw systeem vanaf 1 januari 2001 operationeel zou zijn. De projectgroep is thans echter opgeheven zonder invoering van een nieuw systeem. Bij SFB worden de maandelijkse kwartaal aansluitingen tussen de subadministratie en financiële administratie niet altijd uitgevoerd. Hierdoor ontstaat er risico dat de weergegeven debiteurensaldi niet de juiste zijn en de verschillen niet of niet tijdig opgelost kunnen worden. De autorisatielijsten voor afboekingen zijn niet actueel. USZO beheerst de vorderingenproblematiek inzake de WAO redelijk. De nieuwe vorderingen zijn te herleiden naar individuele gevallen en periodiek worden aansluitingen tussen subadministratie en financiële administratie uitgevoerd. IWI is wel van mening dat het beleid inzake kwijtschelding van vorderingen niet altijd stringent wordt toegepast.
3.3
Fout- en probleemanalyses en verbetermaatregelen Indien de wettelijke rechtmatigheids- en tijdigheidsnormen niet gehaald zijn of er zijn ernstige tekortkomingen gesignaleerd op het vlak van interne controle en administratieve organisatie, dan dient de uitvoeringsinstelling te sturen op verbetering hiervan. De basis is een adequate foutanalyse. Deze foutanalyse vormt de kern van de probleemanalyse. De probleemanalyse is de start van elk verbetertraject. Sturing op verbetertrajecten is een verbijzonderde vorm van operationele sturing en beheersing. Het oordeel van de toezichthouder over fout- en probleemanalyses in 2000 was dat er nog veel ruimte is om bij het systematisch inventariseren en analyseren van fouten een stap voorwaarts te maken. Het verband tussen analyse en verbetermaatregelen werd niet altijd gelegd.
3.3.1
Foutanalyse per uitvoeringsinstelling Cadans Bij Cadans vinden vanuit verschillende geledingen probleemanalyses plaats. In de probleemanalyse worden systematisch gemaakte fouten bij wetsuitvoering geïnventariseerd en onderzocht op oorzaken. Daaraan worden verbetermaatregelen gekoppeld. De uitkomsten van foutoorzaken analyses voorzien van conclusies en aanbevelingen worden ter goedkeuring aan de directeur Verzekerden Relaties voorgelegd. Verbetermaatregelen worden uitgetest op een referentiekantoor alvorens ze door middel van een electronisch handboek over de vestigingen
27
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
worden verspreid. IWI concludeert dat Cadans een goede probleem- en foutanalyse kent waarvan de uitkomsten adequaat volgens het INK-model in de plan-do-check-act cyclus worden ingebracht. Gak Per wet zijn foutsoorten en foutoorzaken in kaart gebracht. Aan foutsoorten en foutoorzaken zijn verbetermaatregelen verbonden. Er is duidelijk getracht een verband te leggen tussen foutsoorten en foutoorzaken enerzijds en de verbetermaatregelen anderzijds. In de foutanalyses en de risicoanalyses voor nieuwe wetten en UWV-vorming, wordt rekening gehouden met externe factoren. In totaliteit bezien zijn probleemanalyses adequaat opgezet en uitgevoerd. GUO GUO verricht foutanalyses per wet waarbij foutsoorten en foutoorzaken onderscheiden worden. Uit deze analyses komt naar voren dat de foutoorzaken slordigheden/vergissingen/overig veel gebruikt worden. Naar het oordeel van IWI geven deze foutoorzaken vaak de werkelijke oorzaak niet goed weer, zodat geen adequate maatregelen getroffen worden. IWI is van mening dat deze oorzaken tot een minimum beperkt zou moeten blijven. Daarnaast is door GUO bij een aantal wetten ten onrechte geen analyse uitgevoerd. Verder worden de analyse mogelijkheden van het softwareprogramma Kosw@re niet ten volle benut. SFB SFB analyseert bevindingen op gestructureerde wijze vanuit diverse geledingen waaronder de rechtmatigheidscontroles (wetstechnische controles), de procesbeoordelingen door de interne accountantsdienst op wetstechnisch niveau in de primaire processen en de analyse van externe instanties zoals IWI. Onderdeel van de probleemanalyse is het systematisch inventariseren van gemaakte fouten en het analyseren van de oorzaken daarvan. Sinds 1999 is SFB gestart met het inrichten van de procedure voor het uitvoeren van een analyse van de foutoorzaken, waarbij rekening wordt gehouden met leereffecten en externe factoren. IWI concludeert dat SFB een goede probleemanalyse en foutanalyse kent. USZO USZO geeft aan niet te beschikken over een methode voor probleemanalyse bij de distribuerende functie. Hoewel de WAO voldeed aan de één procent norm en een foutanalyse formeel niet verplicht is, is IWI echter van mening dat uit oogpunt van kwaliteitsborging een structurele aanpak van de analyse van gemaakte fouten wel gewenst is. IWI heeft voor WAO en Rea wel een vorm van foutanalyse aangetroffen namelijk trendanalyses uit kwaliteitsmetingen. In verantwoordingsrapportages wordt zeer beknopt de relatie tussen aard van de fout, ingezette maatregelen en meting van het effect weergegeven. Bij nieuwe wetten zijn de mogelijkheden voor foutanalyse uiteraard beperkt. USZO liep al snel tegen een achterstand van de behandeling van de ZW-aanvragen aan. Door afspraken met werkgevers te maken is adequaat gereageerd op de ontstane situatie. Moeilijke gevallen zijn naar het tweede halfjaar doorgeschoven. Het tweede halfjaar scoort USZO dan ook veel slechter op de uitvoering van deze wet. Het is daarom noodzaak de problemen van de moeilijkere gevallen snel op te lossen en hier de benodigde maatregelen te treffen. Het systematisch opzetten van een foutanalyse zou het adequaat reageren met verbetermaatregelen bespoedigd kunnen hebben. Gelet op de ernstige problemen bij de uitvoering van de WW heeft de interne accountantsdienst in augustus 2001 een audit uitgevoerd op het WWsysteem en aanbevelingen gedaan. IWI is van mening dat de voormalige USZO-kantoren zouden kunnen profiteren van bij andere uitvoeringsinstellingen ontwikkelde ervaring op het gebied van fout- en probleemanalyses. Conclusie kwaliteit fout en probleemanalyse over 2001 In het algemeen stellen de uitvoeringsinstellingen, behalve GUO en USZO adequate fout- en probleemanalyses op. GUO en USZO kunnen bij verbetering van deze analyses gebruik maken van de kennis die opgedaan is bij de andere uitvoeringsinstellingen.
28
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
3.3.2
Verbetermaatregelen De toezichthouder volgt nu enige jaren de verbetertrajecten rechtmatigheid en heeft hiermee inzicht gekregen op de effectiviteit van bepaalde typen maatregelen. Het volgende patroon tekent zich af. De mate van effectiviteit en typen maatregelen is ondermeer afhankelijk van de mate van onrechtmatigheid, de mate waarin fouten te wijten zijn aan tekortkomingen in de bedrijfsvoering, dan wel dat er sprake is van dominante fouten die wijzen op verkeerde vertaling van wet- en regelgeving in instructie en onvoldoende kennisniveau bij medewerkers of systeemfouten. Hier dient wel aan toegevoegd te worden, dat maatregelen toekomstgericht zijn en geen effect hebben op de fouten die al in het bestand aanwezig zijn. In de situatie dat sprake is van een wet met langlopende uitkeringen, blijven met de huidige onderzoeksmethode de oude fouten nog lang doorwerken in het onrechtmatigheidspercentage. Verbetering van dit aandeel van het percentage is alleen mogelijk door de lopende dossiers opnieuw te beoordelen. Uit doelmatigheidsoverwegingen wordt deze maatregel bijna nooit uitgevoerd. Tekortkomingen in de bedrijfsvoering zijn terug te voeren op tekortkomingen in de administratieve organisatie en interne controle. Deze komt tot uitdrukking in hoge onrechtmatigheidspercentages (boven vijf procent) gecombineerd met veel formele fouten. Snel een redelijke reductie van de onrechtmatigheidspercentages is te bereiken door simpele maatregelen als doorcontroleren14 en het verbeteren van instructies en procedures met betrekking tot dossiervorming. Dit zijn vaak de zogenaamde ‘quick wins’. Vervolgens komt veel het patroon voor van hoge onrechtmatigheid (tussen drie procent en vijf procent) met veel financiële fouten waar dominante foutoorzaken aan te wijzen zijn. In deze situaties passen verbetertrajecten die bestaan uit gecombineerde maatregelen zoals hernieuwde instructies waarin wetgeving vertaald wordt, specifieke opleiding, implementatie van nieuwe manier van werken met monitoring uitvoering en effect. Dergelijke verbeteringstrajecten kennen een wat langere looptijd (tussen één en twee jaar). Is de onrechtmatigheid gedaald onder ongeveer twee procent (voor WW iets hoger en voor WAO iets lager) dan zijn de fouten vaak zeer divers. In dergelijke situaties is alleen door een adequaat kwaliteitsborgingssysteem waarbij fouten op individueel niveau worden gemeten en bijgestuurd een verdere verbetering te verwachten. Uiteraard hoeft niet gewacht te worden met het inrichten van een kwaliteitsborgingssysteem tot de onrechtmatigheid is gedaald. Het bovenstaand patroon geeft aan welk effect in welke situatie te verwachten valt.
14 Doorcontroleren wordt beschreven in bijlage vier.
Dit patroon wordt in het volgende schema samengevat. Percentage onrechtmatigheid Foutsoorten/-oorzaken
Verbetermaatregelen
Te verwachten effect
Boven vijf procent
Doorcontroleren, verbeteren dossiervorming, gerichte verbetering administratieve organisatie/ interne controle
Snel op korte termijn grote effecten
Tussen twee en vijf procent Veel financiële fouten met dominante foutoorzaken
Specifieke trajecten op dominante fouten, regelgeving, opleiding en systeemaanpassingen
Effect binnen één tot twee jaar
Onder twee procent
Algemeen kwaliteitsborgingssysteem met meetsysteem voor individuele fouten (ISO, INK, kwaliteitsvisie enzovoort)
Behoeft permanente aandacht voor blijvend effect
Veel formele fouten, tekortkoming in administratieve organisatie/ interne controle
29
Diverse patroon van incidentele fouten, geen dominante foutoorzaken
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
De uitvoeringsinstellingen hebben in 2001 vele honderden verbetermaatregelen getroffen en geïmplementeerd. Het voert te ver om in deze rapportage elke maatregel afzonderlijk te beoordelen. Hieronder volgt de stand van zaken in de verbeteraanpak van de uitvoeringsinstellingen. Arbeidsongeschiktheidswetten De rechtmatigheid WAO en Wajong scoren redelijk tot goed met een percentage rond de één procent. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het belangrijkste deel van de wetsuitvoeringen WAO, Waz en Wajong, het sociaal medisch handelen niet in het percentage mee wordt gewogen. In het katern Sociaal medisch handelen werknemersverzekeringen wordt ingegaan op dit traject van uitvoering van deze wetten. De uitvoering van de Waz (2,1 procent) wordt steeds beter. Bij de WAO en Waz hebben de ‘quick wins’ bij GUO en Cadans de laatste jaren goede resultaten bereikt. Verdere winst kan bij deze wetten worden gehaald door de compleetheid van informatie in de dossiers, onder andere bij SFB, te verbeteren. Verder dient de verbetering van de financiële onrechtmatigheid bij deze wetsuitvoering vooral te worden gezocht door inrichting van een permanent kwaliteitsborgingsysteem voor deze wetten. In deze wetten worden naast de financiële fouten erg veel formele fouten gemaakt. Dergelijke fouten kunnen door gerichte maatregelen worden verbeterd. Hierbij betreft het fouten als het ontbreken van enquêteformulieren en niet goed uitvoeren van de Wid. Bij de wetten WAO, Waz en Wajong is sprake van langlopende uitkeringen. Het onrechtmatigheidspercentage is dan ook een slechte indicator voor het meten van de effecten van verbetermaatregelen. Bij de ZW is een kleine verbetering zichtbaar. Het onrechtmatigheidspercentage is een goede indicator om de effecten van maatregelen bij een kortdurende uitkering als de ZW in beeld te brengen. De reorganisatie bij Gak van de afhandeling ziektewet van de uitzendkrachten heeft een positieve invloed op de hoogte van het percentage gehad. Uit de foutanalyse komt naar voren dat het onrechtmatigheidspercentage vooral wordt veroorzaakt door dagloonfouten. De grote verscheidenheid van de dagloonfouten is een probleem. Vereenvoudiging van de dagloonbesluiten zou hier uitkomst bieden. Daarnaast zijn bij een aantal uitvoeringsinstellingen ook veel tekortkomingen in administratieve organisatie/interne controle en dossiervorming geconstateerd. Het ontstaan van de fouten vindt zijn oorsprong in tekortkomingen in de bedrijfsvoering en slordigheden door de uitvoerende medewerkers. Als gevolg van de invoering van de nieuwe wet Wazo vallen alle zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen vanaf 1 december 2001 niet meer in de ZW maar in de Wazo. Een gevolg hiervan is, dat het uitgekeerde bedrag ZW in de toekomst erg klein zal worden. Hierdoor blijven er voornamelijk moeilijkere gevallen over die recht op de ZW hebben. Omdat het ZW-proces door de kleine massa minder aandacht zal krijgen en relatief moeilijke gevallen bevat, is er een groot risico dat het onrechtmatigheidspercentage in de toekomst zal stijgen. Verbetermaatregelen tijdigheid arbeidsongeschiktheid, zie katern Sociaal medisch handelen. WW De onrechtmatigheid bij de WW is in 2001 erg hoog en, ondanks vele maatregelen, de laatste jaren verder verslechterd. In het algemeen is de aanpak van uitvoeringsinstellingen gericht op het bestrijden van dominante foutbronnen. Dit laatste betekent niet dat de getroffen maatregelen niet effectief zijn geweest, want bepaalde fouten zijn verminderd (bijvoorbeeld Wet flexibiliteit en zekerheid bij Gak, onvoldoende sollicitatieactiviteiten bij Cadans en verwijtbaar werkloosheid bij SFB). Een andere oorzaak van de gedaalde rechtmatigheid is de sterke daling van de instroom van de WW de laatste jaren. Hierdoor is het bestand verouderd. Verbetermaatregelen kunnen op deze fouten geen effect meer sorteren. De belangrijkste foutsoorten in controlejaar 2001 zijn verwijtbaar werkloosheid (aandeel 50 procent) en sollicitatieactiviteiten (aandeel 15 procent). Zeventig procent van de gevallen met onvoldoende controle op verwijtbaar werkloosheid betreft uitkeringen die ontstaan zijn in 2001.
30
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Daarnaast is in 2001 de uitvoering WW geconfronteerd met een aantal crises (bijvoorbeeld de mkz). De laatste maanden is bij Gak en Cadans een iets hogere stijging van het werkaanbod (aantal aanvragen) dan voor die periode normaal is. De laatste jaren is er veel verloop van ervaren personeel, dat is vervangen door relatief onervaren personeel, hetgeen de kwaliteit van de uitvoering bij een complexe wet als de WW verder onder druk heeft gezet. IWI is van mening dat de huidige aanpak van bestrijden van dominante fouten in combinatie met permanente opleidingen en bijscholing van medewerkers gecontinueerd moet worden. De tijdigheid van de primaire beslissing is verslechterd. Dit is een gevolg van het aanscherpen van de wettelijke norm van dertien weken naar acht weken. De betalingen zijn over het algemeen wel conform de norm (met uitzondering van Cadans). De aanpak van de uitvoeringsinstellingen is gericht op het bewerkstellingen van proceswijzigingen en overwerk. IWI heeft geconstateerd dat Cadans de tijdigheid van primaire beslissingen op een onjuiste wijze meet. Cadans past de schaakklokmethode toe. Indien er vertraging is buiten de invloedsfeer van Cadans wordt de tijd stil gezet. Echter, in de Lisv-norm dat 90 procent van de primaire beslissingen aan de wettelijke norm moet voldoen, is reeds verdisconteerd dat bepaalde overschrijdingen van de wettelijke norm niet aan de uitvoeringsinstelling zijn te wijten. IWI acht de schaakklokmethode niet toelaatbaar. Rea Zoals al is aangegeven in paragraaf 3.2.2.3, blijft een belangrijk deel van de Rea-uitvoering buiten het onderzoek. Effecten van maatregelen bij de overgebleven aspecten zijn met het onrechtmatigheidspercentage goed in beeld te brengen. De foutsoorten binnen Rea zijn zeer divers. Dit betekent dat het moeilijk is specifieke maatregelen te treffen. IWI is van oordeel dat vooral bij GUO en in mindere mate bij Cadans en Gak door meer diepgravende foutanalyse maatregelen te ontwikkelen zijn. Anderzijds moet men zich vooral richten op een inrichting van een kwaliteitsmeetsysteem dat een individuele aanpak mogelijk maakt. Hierbij dienen de aspecten die op dit moment buiten het rechtmatigheidsonderzoek vallen te worden meegenomen.
3.4
Operationele sturing en beheersing rechtmatigheid Gelet op de fusie van de vijf uitvoeringsinstellingen tot één UWV heeft IWI besloten voor het verantwoordingsjaar 2001 slechts de operationele sturing en beheersing nader te beschouwen, omdat deze naar verwachting in het eerste UWV-jaar het minst zou wijzigen. Daardoor is de beoordeling van de operationele sturing en beheersing door de vijf uitvoeringsinstellingen in 2001 ook relevant in 2002. De strategische en tactische sturing en beheersing van de vijf uitvoeringsinstellingen heeft zich in 2001 gericht op de UWV-vorming. UWV zal op strategisch en tactisch niveau het snelst een eigen koers gaan formuleren. Om vast te stellen of een uitvoeringsinstelling het primaire proces in voldoende mate stuurt en beheerst, beoordeelt IWI of: • kaders die gelden ten aanzien van uitvoering van het primaire proces voldoende mogelijkheden bieden om het primaire proces goed uit te voeren (centrale sturings- en beheersingskaders; • het centraal niveau op adequate wijze het decentraal niveau aanstuurt en beheerst (centrale aansturing); • op decentraal niveau het primaire proces op een adequate wijze wordt aangestuurd, bijgestuurd en beheerst (interne of decentrale aan- en bijsturing en beheersing).
15 Ctsv R01/05 De sociale verzekeringen in 2000, blz. 96
31
Het voormalig Ctsv kwam in de rapportage De sociale verzekeringen in 200015 tot het oordeel dat in grote lijnen de opzet van de gebruikte systemen voor operationele sturing en beheersing gedurende het jaar 2000 sterk was verbeterd, maar de werking van operationele sturing en beheersing veelal de zwakste schakel bleef. Hieronder worden de conclusies per uitvoeringsinstelling over het jaar 2001 in beeld gebracht.
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
3.4.1
Conclusie 2001 per uitvoeringsinstelling Cadans IWI is van mening dat de centrale sturings- en beheersingskaders bij Cadans helder en consistent zijn geformuleerd. Het systeem van kwaliteitsborging gebaseerd op INK is in opzet en werking voldoende effectief. Het ICT-systeem dat de sector Zorg en Welzijn ondersteunt kent maandelijkse batchverwerking en is daardoor niet geschikt voor adequate reactie op mutaties, vragen en klachten van verzekerden en werkgevers. Op personeelsgebied doen zich problemen voor. Cadans beschikt in opzet over een adequaat centraal besturingssysteem van managementcontracten, met daarin opgenomen resultaatverplichtingen, maandelijkse verantwoordingsrapportages en bilaterale werkbesprekingen. De werking van het systeem is voldoende, zoals blijkt uit bijsturingsacties op grond van de maandrapportages. Plan-do-check-act-elementen zijn in opzet en werking aanwezig. De afspraken die in de bilaterale werkbesprekingen worden gemaakt worden echter niet op alle hiërarchische niveaus schriftelijk vastgelegd. De controle op gemaakte afspraken wordt hierdoor bemoeilijkt. Voor wat betreft het decentrale sturingssyteem luidt de conclusie van IWI dat het geheel aan indicatoren het uitvoerend proces voldoende houvast biedt ten aanzien van de sturing en beheersing. De gehanteerde kengetallen met betrekking tot prestatiemeting van de medewerker kunnen per team verschillen. Vergelijking en centrale sturing is hierdoor moeilijk realiseerbaar. Het systeem van overlegstructuren draagt ertoe bij dat sturingsinformatie de medewerkers op operationeel niveau bereikt. Niet op alle vestigingen waren de medewerkers op de hoogte van prestatienormen. Gak IWI heeft geconstateerd dat Gak in 2001 beschikt over centrale sturings- en beheerskaders en dat deze in het algemeen naar behoren functioneren. Het betreft de organisatiestructuur, het systeem van contractmanagement, het bestaan van geautomatiseerde uitvoeringssystemen, kwaliteitsborging door middel van ISO-certificering en algemene kaders voor personeelsbeleid. Het gegeven dat de centrale arbeidsvoorwaarden van Gak met enige vertraging reageren op marktontwikkelingen en ook dat de functieclassificatie van bepaalde functies tot interne mobiliteit leidt, draagt er mede aan bij dat Gak moeite heeft voor bepaalde functies bekwaam personeel te behouden en te werven. Voor wat betreft de centrale sturing constateert IWI dat de plan-do-check-act cylus in algemene zin adequaat is opgezet en voldoende functioneert. Ten opzichte van 2000 zijn de doelen beter geformuleerd. Verbetermogelijkheden bestaan nog ten aanzien van de act-fase. Er ontbreken criteria op grond waarvan het centraal management een reactie kan bepalen. Voor wat betreft de decentrale sturing functioneert de plan-do-check-act cyclus voor de WW. Met de invoering van de kwaliteitsvisie WW zijn de mogelijkheden voor een adequate check en act toegenomen. Gak heeft ondanks verzoek hiertoe van IWI, nog niet kunnen aantonen dat de kwaliteitsvisie effect heeft. Validering van de cijfers op basis waarvan wordt gestuurd, is volgens IWI noodzakelijk. Doordat de kwaliteitsvisie arbeidsongeschiktheid in 2001 nog niet geïmplementeerd was, bestonden er in de arbeidsongeschiktheidssector minder mogelijkheden om actueel prestaties te meten en bij te sturen. De check- en act-fase waren minder ver ontwikkeld dan bij de WW. GUO IWI is van oordeel dat GUO thans een helder en eenduidig besturingsconcept heeft gekozen dat ondersteund wordt door de organisatiestructuur, de nieuw geformuleerde taken-, verantwoordelijkheden- en bevoegdheidsverdeling en herijkte organisatiestructuren. De centrale aansturing en beheersing is gedurende 2001 sterk verbeterd met de herinrichting van de organisatiestructuur, de vernieuwde sturing en communicatiestructuur, de verbeterde managementinformatie en meer verbijzonderde aandacht voor kwaliteit c.q. rechtmatigheid. Harde effecten van de herinrichting divisie verzekerden zijn gezien de korte periode nog niet aantoonbaar. De kwaliteitsborging rechtmatigheid kan beter en kan ook meer management-aandacht gebruiken. De managementinformatie is in 2001 verbeterd. GUO maakt nog onvoldoende gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het softwarepakket Kosw@re dat de kwaliteitsmeting ondersteunt.
32
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
De nadruk van de decentrale sturing en beheersing van de primaire processen heeft in 2001 in overwegende mate gelegen op het behalen van interne productietargets inzake wegwerken van werkvoorraden en achterstanden. Deze sturing is als toereikend te beschouwen. De sturing en beheersing van de rechtmatigheid van de wetsuitvoering is nog niet voldoende. Met name de kwaliteitsborging baart IWI zorgen. SFB Bij SFB zijn de centrale kaders helder geformuleerd en en deze qua opzet consistent in elkaar. SFB is ISO gecertificeerd. De kwaliteitsborging is in opzet adequaat. Wel wordt geconstateerd dat de kwaliteitsmedewerkers in het proces nog veel fouten laten zitten. SFB hanteert het principe van integraal management. De werking vergde enige aanlooptijd, maar SFB kan steeds beter aangeven in hoeverre het besturings- en beheersingsinstrumentarium bijdraagt aan doelrealisatie. SFB beschikt over een adequaat Human Resource Management-instrumentarium en uit het feit dat het verloop van personeel niet groter is dan vorig jaar, mag afgeleid worden dat het voldoende werkt. Centrale sturing van de planning & control-cyclus op centraal niveau voldoet. Centraal beleid is op consistente wijze verwerkt in decentrale jaarplannen en doelstellingen. Rapportagelijnen ten aanzien van besturing en beheersing en verantwoording functioneren naar behoren. De Business Score Card fungeert als verantwoordingsinstrument waarmee gestuurd kan worden. De informatiefunctie is in technisch opzicht nog niet optimaal ingericht. Hieraan wordt gewerkt in samenspraak met IWI. IWI is van mening dat de wijze waarop sturing en beheersing op decentraal niveau is ingericht adequaat is. Een probleem is nog wel de onderbezetting bij de WW en het verloop arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen. USZO Voor wat betreft de centrale kaders voor personeelsbeleid kent USZO in relatie met ABP een aantrekkelijke set arbeidsvoorwaarden dat in de regel voldoende gekwalificeerd personeel aantrekt. Echter ook USZO kampt met een tekort aan arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen. Voor de overige centrale beheersingskaders dient onderscheid gemaakt te worden per wet. Uit het feit dat USZO voor het derde achtereenvolgende jaar rondom de één procent scoort voor de WAO, mag worden afgeleid dat de centrale sturings- en beheersingskaders voor deze wet hebben gefunctioneerd. In 2001 zijn de ZW en WW ingevoerd voor de verzekerdenpopulatie van de USZO. Voor deze wetten kon niet geboogd worden op bestaande centrale beheersingskaders, maar moesten nieuwe kaders ontwikkeld worden. Van de overige wetten die USZO uitvoert, hebben de TW en Waz een dermate geringe materiële betekenis dat deze niet meegenomen zijn in het onderzoek. Voor de WW geldt dat ten gevolge van technische problemen in het WW-systeem de productie volstrekt spaak liep en dat daardoor in 2001 de ontwikkelde centrale beheersingskaders (planning & control, kwaliteitsborging, geautomatiseerde systemen) niet hebben kunnen functioneren. Voor wat betreft de juistheid van de verbeteracties die USZO hierop heeft gezet, wordt een afzonderlijk IWI-onderzoek uitgevoerd op de uitkomsten waarvan deze rapportage nog niet vooruit kan lopen. Voor wat betreft de arbeidsongeschiktheidswetten (ZW, WAO, Rea) bestaat er in opzet een kwaliteitsborgingssysteem, maar heeft deze in elk geval voor ZW en Rea door onvoldoende capaciteit of een te groot werkaanbod, voldoende, maar niet optimaal gefunctioneerd. De organisatiestructuur voor de uitvoering van arbeidsongeschiktheidswetten is adequaat. Het WW-systeem heeft niet gefunctioneerd zoals bedoeld en daarmee niet bijgedragen tot een adequate uitvoering. Voor wat betreft de centrale aansturing van de arbeidsongeschiktheidswetten (WAO, Rea, ZW) is IWI van mening dat USZO een heldere structuur kent en voldoende middelen heeft voor sturing. De plan-do-check-act cyclus is weliswaar geen model dat formeel is ingevoerd bij USZO, maar wordt voor een belangrijke deel wel toegepast. In de tweede helft van 2001 nam de tijdigheid van de WAO af. Er zijn weliswaar bijsturingsmaatregelen getroffen maar deze hadden niet het gewenste effect. Qua planning en control wordt geconstateerd dat mede door een opeenstapeling van ICT release voor het WAO systeem de goede resultaten qua tijdigheid in de eerste helft 2001 teniet heeft gedaan.
33
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
De act-fase is moeilijk controleerbaar, omdat van de targetbesprekingen met het management geen verslagen wordt gemaakt. Echter in de tweede helft van 2001 hadden de bijsturingsmaatregelen niet het gewenste effect toen de tijdigheid WAO sterk afnam. IWI is van oordeel dat bij de decentrale aansturing voor de arbeidsongeschiktheidswetten (WAO, Rea en ZW) de plan-do-check-act cyclus in opzet herkenbaar is. De eerste drie fasen lijken goed verzorgd en voor een belangrijk deel te worden doorlopen maar de werking van de act-fase is te weinig inzichtelijk om er een uitspraak over te doen.
3.4.2
Algemeen oordeel over sturing en beheersing in 2001 IWI constateert dat in 2001 en dan met name de eerste helft van 2001 bijna alle uitvoeringsinstellingen de positieve ontwikkelingen van verbetering in de opzet van sturings- en beheersingssytemen van 2000 hebben gecontinueerd (kwaliteitsvisie Gak, ISO certificering Gak en SFB, INK model Cadans, nieuwe organisatiestructuur GUO, integraal management SFB, verbeterde managementinformatie bij Cadans en GUO). In 2001 is ervaring opgedaan met de nieuwe sturingsen beheersingsinstrumenten, maar nog niet overal kan de werking hiervan aangetoond worden. IWI constateert vanaf de tweede helft van 2001 een terughoudendheid met het verder optimaliseren van het sturings- en beheersinstrumentarium. Met de komst van één UWV dat zijn eigen kaders en sturings- en beheersingsinstrumentarium zal gaan ontwikkelen, is zo’n terughoudendheid begrijpelijk. Voor USZO was 2001 een bijzonder hectisch jaar. De ZW en WW werd voor het eerst uitgevoerd voor de verzekerdenpopulatie van de USZO. Vele centrale beheerskaders, die in opzet adequaat waren, hebben hier om verschillende redenen niet gewerkt, omdat beheersmaatregelen nog ontbraken. Ondanks positieve audits over aanpak van de invoering van de WW is het WW-systeem volledig vastgelopen en moesten er veel noodmaatregelen getroffen worden. Het centrale management van de uitvoeringsinstellingen heeft voor de arbeidsongeschiktheidswetten met name gestuurd op productie en het wegwerken van werkvoorraden en de tijdigheid van de eerste claim. Alleen GUO heeft het convenant hiertoe gehaald. Ondanks de prioriteit op productie en tijdigheid is de stijgende lijn in de rechtmatigheidspercentages gecontinueerd. Ook dit aspect heeft voldoende aandacht gekregen van het centrale management. De rechtmatigheid van de WW is niet verbeterd. Dit betekent echter niet dat de verbetermaatregelen niet effectief waren of dat de rechtmatigheid onvoldoende aandacht heeft gekregen. Belangrijke dominante foutbronnen zijn aangepakt. Er zijn evenwel nieuwe foutbronnen ontstaan en de werkdruk is toegenomen. Te gemakkelijk verklaart het centraal management de werkdruk door externe oorzaken (toegenomen werkaanbod). Te weinig wordt gekeken naar interne oorzaken (niet aanpassen van de norm aan veranderde omstandigheden) en interne mogelijkheden (werving, opleiding, ziekteverzuim enz). De tijdigheid is verslechterd maar de wettelijk normen zijn behoorlijk verscherpt. In het algemeen hebben de uitvoeringsinstellingen de plan-fase van plan-do-check-act cyclus sterk verbeterd. De doelstellingen zijn meer meetbaar en haalbaar, er wordt meer gebruik gemaakt van fout- en probleemanalyse. De do-fase is bij de werknemersverzekeringen in orde. Alle uitvoeringsinstellingen hebben in het algemeen de door hen getroffen maatregelen uitgevoerd. Nog onvoldoende is de check- (kwaliteit kwaliteitsmedewerkers, centrale monitoring) en act-fase (tijdige bijsturing, vastlegging afspraken targetbesprekingen). Nog steeds wordt het decentraal management sterk op de productie aangesproken, maar met het vooruitzicht van de publieke UWV krijgen de kwaliteitsindicatoren rechtmatigheid en tijdigheid steeds meer aandacht van het decentrale management. Door invoering van contractmanagement en business score card is op decentraal niveau duidelijk welke doelen gerealiseerd moeten worden. IWI acht echter uniformering van prestatieindicatoren op lokaal niveau een goede zaak. Hierdoor is interne benchmarking mogelijk en dat stimuleert tot onderzoek van best practices. Verbetermaatregelen worden in de regel adequaat uitgevoerd. Ten aanzien van de decentrale sturing zijn er in het algemeen meer mogelijkheden voor de check- en act-fase gekomen. Er wordt steeds vaker fouten op individueel niveau gemeten . Het lager management kan hier gericht op sturen.
34
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
IWI is van oordeel dat: • in het algemeen de centrale sturings- en beheersingskaders die gelden ten aanzien van uitvoering van het primaire proces voldoende mogelijkheden bieden om het primaire proces goed uit te voeren, maar dat vanwege diverse redenen (keuzes management, kwaliteit medewerkers, werkdruk) de werking voor verbetering vatbaar is; • in het algemeen het centraal niveau op adequate wijze het decentraal niveau aanstuurt en beheerst (centrale aansturing), maar dat er op onderdelen verbetermogelijkheden bestaan; • op decentraal niveau de mogelijkheden voor een adequate sturing en beheersing van de rechtmatigheid en tijdigheid van de distribuerende processen zijn toegenomen, maar dat door een nog steeds bestaande dominantie van sturing op productie deze mogelijkheden tot nu toe niet altijd optimaal zijn benut.
3.5
Conclusie distribuerend Algemeen Op de Wajong na voldoen alle wetten niet aan de één procent norm. Bij alle uitvoeringsinstellingen is sprake van grote aantallen formele en financiële fouten. Deze fouten zijn voor een groot deel terug te voeren tot tekortkomingen in de werking van de administratieve organisatie/interne controle. Bij de werking van de administratieve organisatie/interne controle en de dossiervorming worden nog veel tekortkomingen geconstateerd. Arbeidsongeschiktheidswetten De rechtmatigheidsscores van de WAO, Waz en Wajong zijn redelijk tot goed. Bij deze wetten is sprake van langlopende uitkeringen. Het onrechtmatigheidspercentage is dan ook een slechte indicator voor het meten van de effecten van verbetermaatregelen. Een aantal getroffen maatregelen door de uitvoeringsinstellingen hebben gewerkt. De verdere verbetering van de financiële onrechtmatigheid bij deze wetsuitvoeringen, dient vooral te worden gezocht in de inrichting van een permanent kwaliteitsborgingsysteem. IWI heeft vastgesteld, dat bij de uitvoeringsinstellingen de prioriteit in 2001 heeft gelegen in sturing en beheersing van productie en tijdigheid en dat er een hoge productie heeft plaatsgevonden, maar dat de tijdigheid niet is verbeterd. Deels wordt dit veroorzaakt doordat het wegwerken van achterstanden de tijdigheid negatief beïnvloedt. IWI concludeert dat de prioriteit op productie en tijdigheid de kwaliteit van de wetstechnische claimbeoordeling niet heeft geschaad. WW De onrechtmatigheid WW is in 2001 erg hoog en, ondanks vele maatregelen, de laatste jaren verder verslechterd. Een oorzaak van de gedaalde onrechtmatigheid, is de daling van de instroom van de WW de laatste jaren. Hierdoor is het bestand verouderd. IWI heeft wel geconstateerd dan de getroffen maatregelen op dominante fouten in 2000 (Wet flexibiliteit en zekerheid Gak, sollicitatieactiviteiten Cadans) hebben gewerkt, maar dat in 2001 onvoldoende gecontroleerd is op verwijtbare werkloosheid. IWI is van mening dat de huidige aanpak van bestrijden van dominante fouten in combinatie met permanente opleidingen en bijscholing van medewerkers gecontinueerd moeten worden. IWI is bezorgd over de uitvoering van de toetsing op verwijtbare werkloosheid en de controle naar onvoldoende solliciteren. Deze onderdelen zijn nog niet op orde en met name voor de poortwachtersfunctie WW van belang.
35
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
4
Collecterend proces
4.1
Bevindingen en conclusie controle op controle Naleving verantwoordingsprotocol Inhoudelijk voldeden de verantwoordingen sociale verzekeringen 2001 financieel van Gak, Cadans, SFB en USZO voor het onderdeel collecterend proces aan de vereisten van het Verantwoordingsprotocol 1999/2000. Bij GUO ontbraken de tabellen C1 en C2 met de voorgenomen en genomen verbetermaatregelen in 2001. Bij USZO waren de tabellen C1 en C2 gecombineerd. De tijdigheid van de aanlevering door de uitvoeringsinstellingen van de verantwoording sociale verzekeringen 2001 financieel en het Rapport van Bevindingen Interne accountantsdienst (IAD) is in paragraaf 3.1.2 al besproken. Naleving controleprotocol De IAD’en hebben de rechtmatigheid van de uitvoering van het collecterend proces van hun uitvoeringsinstelling gecontroleerd. De IAD’en van Gak, Cadans, USZO en SFB hebben een goedkeurende accountantsverklaring bij de rechtmatigheid afgegeven. De IAD GUO heeft een afkeurende accountantsverklaring afgegeven. De IAD’en hebben bij hun controlewerkzaamheden grotendeels voldaan aan de vereisten in het Controleprotocol (financieel) uitvoeringsinstellingen inzake de opzet en uitvoering van de controle. Verbeterpunten hierbij voor de accountantsdienst voor 2002 vormen met name de audit trail, de reikwijdte en diepgang van de uitgevoerde controles, de kwantificering van fouten en het beredeneerd oordeel per deelproces. IWI en de accountantsdienst UWV zullen in 2002 nadere afspraken maken over het controleprotocol collecterend proces. Oordeel over al dan niet kunnen steunen op controlewerkzaamheden interne accountantsdienst/externe accountant IWI kan per saldo voldoende steunen op de controlewerkzaamheden van de IAD’en van de uitvoeringsinstellingen.
4.2
Resultaten en bevindingen Algemeen De benodigde financiële middelen voor de uitvoering van de werknemersverzekeringen worden door de uitvoeringsinstellingen en de Rijksbelastingdienst verzameld door premieheffing en premie-inning en aangevuld met directe Rijksbijdragen. Premieheffing en premie-inning, ook wel het collecterend proces genoemd, betreft de vaststelling en inning van de door werkgevers en werknemers wettelijk verschuldigde premies. De premieheffing voor de WAO, WW en Zfw vindt plaats door de uitvoeringsinstellingen. De premieheffing voor de Waz vindt plaats door de Rijksbelastingdienst. Voor de wetten Waz, Wajong, TW en Bia is sprake van Rijksbijdragen. De premieheffing en premie-inning door de Rijksbelastingdienst en de Rijksbijdragen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de uitvoeringsinstellingen en het toezicht van IWI. De overige sociale verzekeringswetten komen direct ten laste van de werkgever (ZW) of indirect ten laste van de WW- (Finlo/Wazo, Rea) en WAOpremies (Rea). Actuele ontwikkelingen rond het collecterend proces zijn: • het samengaan van de vijf uitvoeringsinstellingen tot UWV per 1 januari 2002; • het streven naar administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in de sociale verzekeringen in de vorm van het wetsontwerp Walvis (Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringswetten);
37
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
• de totstandkoming van één polisadministratie voor zowel het collecterende als distribuerende proces, die gebaseerd is op het beginsel Premieafdrachtsystematiek op basis van nominatieve aangifte (Pana) en • het denken over een eventuele toekomstige overdracht van delen van de uitvoering van het collecterend proces aan de Rijksbelastingdienst. Al deze ontwikkelingen maken dat op termijn een harmonisatie en integratie van de nu nog per uitvoeringsinstelling uitgevoerde collecterende processen gewenst is.
•
•
• •
Processtappen Het collecterend proces bestaat uit verschillende stappen, beginnend bij de inschrijving van werkgever en eindigend bij de looncontrole. De volgende deelprocessen kunnen worden onderscheiden: basisregistraties. De uitvoeringsinstellingen zijn wettelijk verplicht een verzekerdenadministratie (VZA) te voeren, waarin gegevens van werkgevers en verzekerde werknemers op systematische wijze zijn vastgelegd, worden bijgehouden en zijn te raadplegen. Onderscheiden worden de basisregistratie van werkgevers, werknemers/dienstverbanden; loon- en premievaststelling. De uitvoeringsinstelling bepaalt de door de werkgever verschuldigde premie op basis van de door de werkgever vanaf zijn inschrijving periodiek verstrekte loonopgave per werknemer. De werkgever is verantwoordelijk voor de juiste, volledige en tijdige aanlevering van de loonopgaven. Er zijn op dit moment twee hoofdsystemen van premievaststelling; 1 GUO, USZO en de bedrijfstakken Bouw en Schilders van SFB kennen een systeem van Pana; 2 de premievaststelling bij het Gak, Cadans, maar ook de bedrijfstak Baggers van SFB is gebaseerd op een systeem waarbij de werkgever een voorschotheffing over de verwachte premieloonsom betaalt gevolgd door een definitieve afrekening na afloop van het jaar; premie-inning/debiteuren. Het premie-inningsproces betreft het zo spoedig en volledig mogelijk innen van de vastgestelde premie, met het Boetebesluit werkgever CSV als sanctiemiddel; looncontrole. De looncontrole vormt het sluitstuk van het collecterend proces. De uitvoeringsinstelling stelt hiermee één keer in de vijf jaar door onderzoek bij de werkgever vast of de door hem aangeleverde loonopgaven juist, volledig en tijdig zijn geweest en de hiervan afgeleide premievaststelling correct is geweest. Basisregistraties Een toereikende AO/IC rondom de invoer van gegevens in de basisregistraties (inschrijving werkgevers, meldingen dienstverbanden en periodieke en jaarloonopgaven) is van wezenlijk belang voor een rechtmatige premievaststelling en de looncontrole daarop. Werkgevers De betrouwbaarheid van de basisregistratie werkgevers laat bij drie van de vijf uitvoeringinstellingen (Cadans, Gak, GUO) te wensen over door tekortkomingen in de administratieve organisatie en interne controle, met name bij de inschrijving van nieuwe werkgevers en bij de vaak ontbrekende toetsing van de betrouwbaarheid (juistheid en volledigheid) van gegevens door bestandsvergelijking met externe (authentieke) bronnen als bijvoorbeeld Kamer van Koophandel, Rijksbelastingdienst of Staatscourant. Het hierdoor ontstane premierisico is, althans voor 2001, gering. Werknemers/Dienstverbanden De betrouwbaarheid van de basisregistraties van werknemers/dienstverbanden (waaronder de verzekerdenadministratie) met daarin opgenomen de gegevens over de verzekeringsplicht laat bij drie van de vijf uitvoeringinstellingen (Cadans, GUO, USZO) te wensen over omdat enerzijds werkgevers verplichtingen niet nakomen en anderzijds de eigen administratieve organisatie en interne controle tekortkomingen vertoont. Ook hier gaat het met name om de inschrijving van nieuwe werknemers en nieuwe dienstverbanden en om de vaak ontbrekende toetsing van de betrouwbaarheid (juistheid en volledigheid) van gegevens door bestandsvergelijking met externe (authentieke) bronnen als gemeentelijke basisadministratie, GVI en Rijksbelastingdienst. Ten dele heeft dit ook te maken met moeilijkheden bij de invoering van nieuwe geautomatiseerde systemen (Cadans, USZO). Het hierdoor ontstane premierisico is echter, althans voor 2001, gering.
38
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Sturing en beheersing basisregistraties IWI heeft, gezien het belang voor de toekomstige polisadministratie, specifiek gekeken naar de operationele sturing en beheersing van de basisregistraties. IWI concludeert dat de plan-docheck-act cyclus op operationeel niveau bij alle uitvoeringsinstellingen te herkennen is. Met name het do-check-act gedeelte is nog onvoldoende. IWI maakt hierbij de kanttekening dat ook bij een goed werkende plan-do-check-act cyclus ondanks de inspanningen van de uitvoeringsinstellingen de rechtmatigheid niet altijd (automatisch) hoeft te verbeteren. Ook andere factoren kunnen hierop van invloed zijn (aanlevering gegevens door werkgevers, verouderde geautomatiseerde systemen, beschikbaar en deskundig personeel, motivatie, en dergelijke). Op korte termijn heeft een niet actuele en vervuilde verzekerdenadministratie al directe negatieve gevolgen voor zowel de premie-inning als de uitkeringsverstrekking, maar op langere termijn brengt het ook voor de looncontroles, de bestrijding van misbruik en de beoogde invoering van een polisadministratie risico’s met zich mee. Voorschotheffing/Loon- en premievaststelling De voorschotheffing en premievaststelling zijn nagenoeg volledig geautomatiseerde processen. Bij de drie uitvoeringsinstellingen die een systeem van Pana hanteren is van voorschotheffing principieel geen sprake meer omdat premie over de werkelijke loonsommen wordt afgedragen. IWI constateert dat in het Pana-systeem van USZO het initiatief voor de premieafdracht nadrukkelijk bij de aangesloten werkgevers is gelegd, dat de verplichte jaarloonopgave formeel is afgeschaft en de uitvoeringsinstelling volgend is aan de werkgevers. IWI is van oordeel dat deze werkwijze hoge eisen stelt aan de organisatie doordat het de mogelijkheden tot interne procesbeheersing, met name die van de procesinvoer, in vergelijking met de andere twee Pana systemen ernstig beperkt. USZO kan op dit moment, gezien de problemen bij de afstemming van vorderingen op ontvangsten, nog niet aan die hoge eisen voldoen. Bij twee van de Pana systemen (GUO, USZO) blijven verder de verplichte ambtshalve vaststellingen standaard achterwege vanwege het ontbreken van de noodzakelijke programmatuur om ambtshalve vaststellingen te kunnen verrichten (GUO) respectievelijk een afwijkende rappelprocedure met interestnota’s (USZO). Het risico bestaat dat te laat aanleverende werkgevers hierdoor ten onrechte niet worden aangeslagen en/of beboet. De premieheffing over uitkeringen heeft bij alle uitvoeringsinstellingen rechtmatig plaatsgevonden. IWI heeft bij enkele uitvoeringsinstellingen de juistheid van de toepassing van de gedifferentieerde premie WAO (Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidswetten (Pemba)) niet kunnen vaststellen (GUO; door onvoldoende controlewerkzaamheden van de interne accountantsdienst), dan wel hierin tekortkomingen geconstateerd (Cadans: ten onrechte geen Pemba-percentage of administratiekosten in rekening gebracht). IWI heeft tekortkomingen in de uitvoering van de vrijwillige verzekeringen geconstateerd bij enkele uitvoeringsinstellingen. Dit betrof met name (het risico van) onterechte inschrijving (Cadans, GUO, SFB), (het risico van) onjuiste premieberekening (Cadans, SFB), toerekening aan het onjuiste premiejaar (Cadans) en ontbrekende controlewerkzaamheden van de interne accountantsdienst (USZO). De onrechtmatige uitbesteding door SFB van een gedeelte van het collecterend proces (met name basisregistratie en premie-inning) voor de sectoren Schilders en Baggers is met ingang van 2002 beëindigd. De bij diverse uitvoeringsinstellingen geconstateerde tekortkomingen inzake Pana, ambtshalve aanslagen, Pemba, vrijwillige verzekeringen en onrechtmatige uitbesteding hebben naar het oordeel van IWI over 2001, gerelateerd aan de rechtmatigheidsnorm (één procent van de premiebaten), geen belangrijk financieel gevolg gehad.
39
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Premie-inning/debiteuren Het debiteurenbeheer vertoont, ondanks verbeteringen bij enkele uitvoeringsinstellingen (Cadans, GUO), nog tekortkomingen. Deze betreffen met name debiteurenbewaking (Cadans ex-Detam), rappellering (Gak), de waardering van debiteuren (GUO) en afboekingen (GUO heeft geen afboekingsmodule), bevoegdheden SFB, USZO. USZO heeft bovendien de al genoemde problemen bij de afstemming van vorderingen op ontvangsten. Boetebesluit werkgevers CSV Het Boetebesluit werkgevers CSV, dat het Besluit Administratieve Boeten Coördinatiewet sociale verzekering heeft opgevolgd, is in 2001 alleen door Gak volledig toegepast. Cadans en SFB hebben overigens wel voor 2002 een herstelactie met terugwerkende kracht in 2001 aangekondigd. Het niet uitvoeren van het Boetebesluit en het achterwege laten van ambtshalve vaststellingen is in belangrijke mate het gevolg van interne automatiseringsproblemen. Het doel van het Boetebesluit en de ambtshalve vaststellingen is om zowel preventief als repressief de werkgever te stimuleren om tot een juiste, tijdige en volledige gegevensaanlevering en premieafdracht aan de uitvoeringsinstelling te komen. Wanneer dit niet gebeurt kan dit uiteindelijk weer tot extra werk voor de uitvoeringsinstelling leiden. Tenslotte leidt het tot een ongewenste rechtsongelijkheid tussen werkgevers. Looncontroles Het ontbreekt IWI aan voldoende informatie over de realisatie van het door Lisv voorgeschreven looncontrolebeleid door de uitvoeringsinstellingen door onvoldoende verantwoordingsinformatie van de betrokken looninspectieafdelingen en door onvoldoende aanvullende controlewerkzaamheden van de interne accountantsdiensten. De uitvoeringsinstellingen hebben de voorgeschreven controledichtheid over 2001 niet gehaald (GUO en SFB), onvoldoende onderbouwd (Cadans) of met een afwijkend beleid (USZO) gerealiseerd. In hoeverre met de looncontroles over de periode 1997-2001 voldoende controledichtheid over het premiejaar 1996 is gerealiseerd is bij gebrek aan verantwoordingsinformatie onduidelijk. Hoeveel premieloonsom 1996 hiermee ongecontroleerd is verjaard is eveneens onbekend, maar de mogelijke premiederving wordt door IWI gezien de uitkomsten van de looncontrole onderzoeken als niet materieel ingeschat. De meeste uitvoeringsinstellingen (GUO, SFB, USZO) geven ook onvoldoende inzicht in de mate waarin de uitkomsten van looncontroles tot correcties van de premienota’s hebben geleid. Tenslotte kan niet worden vastgesteld of het Samenwerkingsconvenant met de Rijksbelastingdienst is nageleefd en uitgevoerd. Het belang van de looncontrole als sluitstuk van het collecterend proces maakt dat de verantwoording van het looncontrolebeleid, de resultaten uit looncontroles en de bedrijfsvoering belangrijke aandachtspunten voor de UWV zijn om tot een uniforme en rechtmatige uitvoering te komen. Overzicht verantwoorde premiebaten Premiebaten (euro x 1.000) WAO WW
2001
2000
1999
1998
12.312.139 6.351.505
11.618.158 6.623.794
11.027.761 6.061.789
10.488.833 5.842.089
De ontwikkeling van de premiebaten, een stijging bij de WAO en een daling bij de WW, wordt verklaard door de relatief grotere daling van de WW-premie ten opzichte van de andere premies bij een gestegen aantal verzekerden.
4.3
Verbetermaatregelen en operationele sturing GUO en USZO hebben, overeenkomstig het Verantwoordingsprotocol, in de Verantwoording sociale verzekeringen 2001 specifiek gerapporteerd over de rechtmatigheid van de verbeteringstrajecten. Daarnaast heeft Cadans overeenkomstig een specifieke afspraak gerapporteerd over zijn verbetermaatregelen ter eliminatie van een frauderisico.
40
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Het ontbreken bij GUO van de tabellen C1 en C2 met de voorgenomen en genomen verbetermaatregelen collecterende functie in 2001 betekent dat de rapportage voor wat betreft de volledigheid, consistentie en transparantie niet toereikend is. IWI heeft zich uit andere toezichtinformatie over de verbeteringstrajecten een oordeel kunnen vormen. IWI heeft geoordeeld dat de sturing en beheersing van de analyse van knelpunten in de uitvoering, het ontwikkelen van verbetermaatregelen en het evalueren van de ingevoerde verbetermaatregelen voldoende is. De implementatie van verbetermaatregelen is in 2001 onvoldoende geweest als gevolg van de managementbeslissing om een aantal verbetermaatregelen door te schuiven naar 2002. IWI heeft onzekerheid over de toereikendheid van de beschrijving van de verbetermaatregelen in de verantwoordingsrapportage. USZO heeft verbetermaatregelen collecterend, zoals vastgelegd in het Masterplan, ingezet op een groot deel van de over 2000 geconstateerde tekortkomingen. Het doel en de voortgang worden beschreven, maar hoe de voortgang wordt bewaakt en het effect wordt gemeten is echter onvoldoende aangegeven. IWI kan hierdoor niet beoordelen of de sturing en beheersing verbetermaatregelen adequaat geschiedt. Wel is duidelijk dat de implementatie van een aantal verbetermaatregelen in 2001 onvoldoende is geweest. De IAD is nog bezig met de evaluatie van de werking en de effecten van de ingezette verbetermaatregelen. Cadans heeft in zijn rapportage toereikend gerapporteerd over de opzet en werking van zijn verbetermaatregelen ter eliminatie van het frauderisico bij premierestituties. De werking hiervan moet nog worden vastgesteld.
4.4
Oordeel rechtmatigheid en oordeel administratieve organisatie/ interne controle IWI is van oordeel dat de premiebaten over 2001 rechtmatig zijn, gerelateerd aan de rechtmatigheidsnorm (één procent van de premiebaten), en juist zijn verantwoord.
• • • • •
41
IWI constateert tekortkomingen in de beheersing van de AO/IC, met in het verlengde daarvan de rechtmatigheid, van het collecterend proces. Deze betreffen met name: de betrouwbaarheid van de basisregistraties; de naleving van het Boetebesluit; het waar nodig opleggen van ambtshalve vaststellingen; het debiteurenbeheer; en de looncontroles.
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
5
Beherend proces
5.1
Bevindingen en conclusie controle op controle Naleving verantwoordingsprotocol Op grond van het verantwoordingsprotocol dienen de uitvoeringsinstellingen een uiteenzetting te geven omtrent de administratieve organisatie en interne controle van het beherend proces. De kosten van uitvoering van overeenkomsten dienen per categorie te worden gesplitst en te worden gespecificeerd naar wet/fonds respectievelijk product en projecten. IWI heeft vastgesteld dat de uitvoeringsinstanties en het Lisv aan de eisen van het verantwoordingsprotocol hebben voldaan. Gak heeft met het opstellen van de verantwoording sociale verzekeringen gewacht tot de besluitvorming door de voorzitter van de raad van bestuur van UWV over de opgestelde afrekening. IWI heeft deze verantwoording nog niet ontvangen. De andere uitvoeringsinstellingen hebben een verantwoording sociale verzekeringen opgesteld op basis van de ingediende afrekening. IWI heeft kosten van diensten en producten die door de voorzitter raad van bestuur UWV niet zijn geaccepteerd bij het opstellen van geconsolideerde verantwoording sociale verzekeringen buiten beschouwing gelaten. Naleving controleprotocol en oordeel controle werkzaamheden IAD/EA Ten tijde van het opstellen van dit rapport zijn nog geen accountantsverklaringen ontvangen met betrekking tot de uitvoeringskosten van het Gak en het Lisv. Bij alle uitvoeringsinstellingen heeft IWI kunnen steunen op de werkzaamheden van de interne accountantsdiensten. In een aantal gevallen is de controle door middel van een joint audit uitgevoerd met externe accountants. Vanaf 2002 zijn de interne accountantsdiensten samengevoegd tot de accountantsdienst (AD) van de UWV en is de AD verantwoordelijk voor de controle en certificering, inclusief rechtmatigheid van de verantwoording. Bij een aantal onderdelen van de controle zijn opmerkingen gemaakt bij de diepgang van de controle. De controle op de naleving van de Europese aanbestedingsregels bij het GUO vindt IWI ontoereikend. Daarnaast is vastgesteld dat in een aantal gevallen verbeteringen ten opzichte van 2000 hebben plaatsgevonden. Ten opzichte van 2000 heeft de IAD Gak het niet naleven van de aanbestedingsregels gekwantificeerd en in haar oordeel betrokken. IWI heeft de oordelen van de accountantsdiensten inzake de uitvoeringskosten over het algemeen overgenomen. Ten aanzien van de Europese aanbestedingsregels is de oordeelsvorming bijgesteld (GUO en Cadans) en is een hoger bedrag als onrechtmatig aangemerkt. Ten aanzien van de SFB heeft IWI inzake de afgerekende referentiediensten een hoger bedrag als onzekerheid aangemerkt.
5.2 5.2.1
Resultaten en bevindingen Wet- en regelgeving In het kader van de afrekening met het (voormalige) Lisv is nagegaan of de afrekening voldoet aan de Lisv-mededelingen. IWI heeft geconstateerd dat tussen medewerkers van het Lisv-secretariaat en de uitvoeringsinstellingen (‘technisch niveau’), net als in voorgaande jaren, aanvullend op de mededelingen afspraken zijn gemaakt, die niet schriftelijk zijn vastgelegd. Tevens is op een aantal punten afgeweken van de Lisv-voorschriften met (informele) toestemming van het Lisv, omdat – naar wordt gesteld –, de richtlijnen niet praktisch uitvoerbaar zijn. IWI vindt dat dit soort situaties in de toekomst moet worden vermeden.
43
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Daarnaast stelt IWI vast dat de uitvoeringsinstellingen verschillend met de regelgeving omgaan. De ene uitvoeringsinstelling (Gak) past de declaratie op basis van controles aan om aan de afrekeningvoorschriften te voldoen, terwijl een andere (Cadans) dit nalaat. Ook dit vindt IWI een ongewenste situatie.
5.2.2
Productkosten Kosten van reguliere producten Het Lisv besteedt alle uitvoerende taken uit aan een uitvoeringsinstelling door middel van administratie- en jaarovereenkomsten. De jaarovereenkomsten kennen standaard een diensten- en projectenoverzicht. Hierin zijn onder meer de overeengekomen aantallen en tarieven opgenomen van de diensten die in een contractjaar worden afgenomen. In principe liggen de tarieven vast en worden deze bij de afrekening gehanteerd. De aantallen af te nemen en te vergoeden diensten worden bepaald op basis van een formule of op basis van de werkelijk gerealiseerde aantallen, al of niet gebonden aan een maximum. Een rechtmatige uitvoering van het jaarcontract op dit punt staat of valt met een juist aantal gedeclareerde diensten. De toezichthouder heeft in voorgaande jaren geconstateerd dat de wijze waarop de producten door de uitvoeringsinstellingen worden geteld en afgerekend niet overeenkomt met de daarover in de jaarcontracten gemaakte afspraken. De oorzaak is zowel gelegen in een onvoldoende functioneren van de administratieve organisatie en interne controle, al is het op ad hoc basis, vaak mondeling en achteraf, aanpassen van de contractuele afspraken met het Lisv. Hoewel verbeteringen in gang zijn gezet om de producttellingen op een correcte wijze te laten verlopen, is hier sprake van een dermate complex proces dat IWI heeft besloten dit onderdeel van de uitvoering als risicovol te duiden en in haar review extra aandacht aan te geven. Uit onderzoek bij het Gak is bekend dat de rechtmatigheid van de geleverde diensten alleen kan worden bepaald door een statistische steekproef achteraf. IWI heeft de andere uitvoeringsinstellingen gevraagd eveneens een dergelijk onderzoek over 2001 te verrichten. Cadans en Gak hebben zo’n steekproef verricht. Gak heeft op grond hiervan zijn afrekening aangepast. Cadans is hiertoe niet over gegaan. Een bedrag van 5,4 miljoen euro van de verantwoorde productkosten van Cadans is daarmee onrechtmatig. GUO, USZO en SFB hebben wel gegevensgerichte controles uitgevoerd, maar hiermee kunnen geen uitspraken over de totale volumina worden gemaakt. Bij deze drie uitvoeringsinstellingen wordt een bedrag van 3,1 miljoen euro als onrechtmatig beschouwd. Ruim 40,0 miljoen euro van de verantwoorde productkosten beschouwt IWI als onzeker. Hiervan is 37,0 miljoen euro toe te schrijven aan SFB. De relatief grote post bij deze laatste uitvoeringsinstelling, komt voort uit de door de interne accountantsdienst geconstateerde leemtes in de administratieve organisatie en interne controle waardoor een onzekerheid bestaat over de juistheid en volledigheid van de afgerekende volumina. IWI stelt vast dat van de totale reguliere productie 8,6 miljoen euro (inclusief 0,1 miljoen euro van het Gak) onrechtmatig is en 40,0 miljoen euro onzeker. Projectkosten Projecten dienen te worden afgerekend op basis van werkelijke additionele kosten. Dit betreft kosten voor de door Lisv te financieren uitvoering van projecten, die niet gedekt worden door de tarieven van de referentiediensten. Er is een maximum gesteld aan de te vergoeden kosten. IWI heeft in haar review geconstateerd dat het vaststellen van de additionaliteit veel aandacht heeft gekregen binnen de uitvoering, respectievelijk controle door de accountantsdiensten. Niettemin is geconstateerd dat de additionaliteit niet in alle gevallen is vastgesteld. Dit betreft met name de doorbelastingen van intern personeel. De IAD Cadans geeft aan dat zij onvoldoende zekerheid heeft kunnen krijgen over de additionaliteit van de intern doorbelaste uren. De onzekerheid heeft IWI gesteld op 1,7 miljoen euro. Evenals in 2000 heeft IWI een deel van de projectkosten, gebaseerd op interne uren, als onrechtmatig aangemerkt. Dit deel betreft een opslag voor indirecte kosten, marktconformiteit
44
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
en BTW. De toezichthouder week hiermee af van de IAD die van mening was dat deze handelswijze conform de Lisv-definitie is. Het geschatte bedrag bedraagt 0,6 miljoen euro. Samenvattend is ten aanzien van de projectkosten 0,7 miljoen euro onrechtmatig (inclusief 0,1 miljoen euro bij USZO) en een bedrag van 2,3 miljoen euro (hierin is een bedrag van 0,6 miljoen euro van GUO begrepen) als onzeker aangemerkt.
5.2.3
Reorganisatievoorzieningen De reorganisatievoorzieningen zijn over het algemeen gevormd op grond van een sociaal plan. Voor zover kosten niet ten laste van de voorzieningen bij het (voormalige) Lisv gedeclareerd kunnen worden, komen deze lasten voor eigen rekening van de uitvoeringsinstantie. Voorts wordt een deel van de lasten rechtstreeks ten laste van de fondsen gebracht. IWI heeft vastgesteld dat de aan de voorzieningen onttrokken bedragen c.q. gedeclareerde kosten rechtmatig tot stand zijn gekomen.
5.2.4
Toepassing Europese aanbestedingsrichtlijnen De aanbestedingsrichtlijnen van de Europese Gemeenschap zijn ook van toepassing op de uitvoeringsorganisaties in de sociale zekerheid. Daarnaast dienen de uitvoeringsinstanties het niet naleven van de richtlijnen in de oordeelsvorming over het beherend proces mee te wegen en dienen waar nodig in de accountantsverklaring hieraan specifiek aandacht te besteden. Over 2000 is vastgesteld dat voor een aanzienlijk deel de richtlijnen niet zijn nageleefd dan wel onvoldoende in de controle zijn betrokken. Er is daarom voor dit onderwerp specifiek aandacht gevraagd. IWI heeft vastgesteld dat bij de meeste instanties hieraan gehoor is gegeven en aanzienlijke verbeteringen zijn aangebracht, mede in het licht van de totstandkoming van UWV. Zo heeft het Gak besloten om de totale aanbestedingen te centraliseren bij de afdeling Concern Inkoop. Verder zijn besluiten inzake inkoopprocuratie en mandatering aangescherpt. Concern Inkoop heeft ter ondersteuning systemen aangekocht die de bewaking van de naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen moet garanderen. De verwachting is dat deze systemen in 2002 operationeel zijn. Bij USZO is in het kader van naleving van de Europese aanbestedingen een selectiecommissie en een task force ingesteld. Over het algemeen is vastgesteld dat de juistheid van de aanbestedingen is gewaarborgd. De volledigheid van naleving van de aanbestedingsrichtlijnen is in 2001 echter niet gewaarborgd. De IAD Gak heeft in dit kader op basis van leveranciersanalyse een schatting gemaakt van het bedrag wat met grote mate van waarschijnlijkheid niet Europees is aanbesteed. Van de totale inkoop is 77,5 procent afgedekt door Europees aanbestede raamcontracten. Daarnaast bestaat 15 procent van de inkoop uit inkopen beneden het aanbestedingsbedrag (bestellingen bij kleine leveranciers). Door de IAD Gak is dan ook aangegeven dat de resterende onrechtmatigheid maximaal 7,5 procent bedraagt van het inkoopvolume, doordat naleving van de aanbestedingsprocedures binnen de operationele eenheden niet kan worden gegarandeerd. Hierdoor wordt een bedrag van maximaal 29,5 miljoen euro als onrechtmatig aangemerkt. Dit ligt in dezelfde orde van grootte als het in 2000 door Ctsv geschatte bedrag op basis van crediteurenanalyse. Ook bij andere uitvoeringsinstellingen (Cadans, SFB, GUO) wordt aangegeven dat de volledigheid van naleving in de organisatie niet is gewaarborgd. De IAD SFB heeft ter compensatie aanvullende controle uitgevoerd op de inkopen boven het normbedrag. De onrechtmatigheid bij SFB bedraagt 0,5 miljoen euro. Ten aanzien van GUO stelt IWI vast dat de IAD nauwelijks een controle heeft uitgevoerd op de naleving van de aanbestedingsregels. IWI heeft zelf een inschatting gemaakt van het bedrag dat niet Europees is aanbesteed (8,7 miljoen euro onrechtmatig, 2,5 miljoen euro onzeker). Bij Cadans wordt een bedrag van 4,9 miljoen euro als onrechtmatig beschouwd. IWI constateert dat, op basis van de inschattingen van de IAD’en, van een aanzienlijk deel van de inkopen niet is vastgesteld, dat de aanbestedingsrichtlijnen zijn gevolgd. In andere gevallen is vastgesteld dat wel is aanbesteed maar ten onrechte geen melding achteraf heeft plaatsgevonden. Ook deze inkopen heeft IWI als onrechtmatig aangemerkt. Daarnaast is IWI van mening
45
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
dat niet in alle gevallen, waarin beroep wordt gedaan op de in de richtlijnen vervatte uitsluitingsgronden, dit terecht is. Bij USZO leidt dit tot een onrechtmatigheid van 2,1 miljoen euro. Voorts hebben externe consultants na onderzoek van aanbestedingen bij USZO geconcludeerd dat vraagtekens zijn te stellen bij de argumenten om aanbestedingen buiten de Europese aanbestedingsprocedures te houden. Nader onderzoek is nodig om na te gaan of de argumenten houdbaar zijn. Bij diverse uitvoeringsinstellingen is aangegeven dat aankopen hebben plaatsgevonden op grond van in voorgaande jaren afgesloten inkoop/raamcontracten. Indien in 2001 een dergelijk contract (stilzwijgend) wordt verlengd, moet Europees worden aanbesteed. Er bestaat op dit punt onzekerheid over de juiste naleving van de richtlijnen. IWI heeft in deze gevallen geen poging gedaan om deze onzekerheid te kwantificeren. De juiste naleving is een verantwoordelijkheid van de (toekomstige UWV) directie. Niet naleving kan aanzienlijke financiële consequenties hebben in verband met mogelijke claims. IWI constateert dat bij Lisv een bedrag van 3,5 miljoen euro aan projecten is uitgegeven, waarbij niet duidelijk is of de Europese aanbestedingrichtlijnen zijn toegepast. IWI merkt dit bedrag als onzeker aan. Ten gevolge van het bovenstaande heeft IWI een bedrag van 45,7 miljoen euro als onrechtmatig en een bedrag van 6,1 miljoen euro als onzeker aangemerkt; hierboven komt een onbekend bedrag dat als PM in de tabel wordt geduid. De reden is dat bij de argumenten van de uitvoeringsinstellingen om niet tot Europese aanbesteding over te gaan kanttekeningen zijn te plaatsen. Nader onderzoek is nodig om de validiteit van die argumenten te toetsen.
46
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Resumé Tabel 1 Totaaloverzicht onrechtmatigheden en onzekerheden (x 1.000 euro) Verantwoord 1)
Onrechtmatigheid
Onzekerheid
Kosten van reguliere producten 1.388.562 Kosten van projecten 163.510 Voorzieningen 14.612 Apparaatskosten Lisv (exclusief projecten) 57.355 Toepassing Europese aanbestedingsrichtlijnen n.v.t. Totaal 1.624.039
8.556 724
40.011 2.348
45.731 55.011
6.075 + PM 48.434 + PM
1)
Verantwoorde bedragen inclusief correcties voorzitter RvB UWV en exclusief TWO voorzieningen.
Tabel 2 Overzicht van bevindingen naar wet (x 1.000 euro) Wetten
Verantwoord
Onrechtmatig
Onzekerheid
Waz Wajong WAO Rea WW ZW TW Bia Wor Zfw Totaal *
64.995 43.139 707.405 125.383 446.129 149.394 23.919 682 9.803 53.185 1.624.037
3.700 1.500 24.300 3.300 14.700 4.300 900 0 400 1.800 54.900
2.370 90 24.470 1.700 14.740 2.670 600 80 240 1370 48.330
*
5.3
) Bedragen wijken iets af van totalen in tabel 1 als gevolg van afrondingsverschillen.
Verbetermaatregelen Op basis van het rechtmatigheidonderzoek in voorgaande jaren is een aantal risico’s benoemd. In de voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk zijn zij aan de orde gekomen. De conclusie is dat uitvoeringsinstellingsbreed de uitvoering van het beherend proces substantiële tekortkomingen kent. Dit geldt, al naar gelang het de uitvoeringsinstelling betreft, voor de producttellingen, de juiste bepaling van de kosten van projecten en de toepassing van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Het ligt in de rede om van de uitvoering te verwachten dat zij verbeteringen aanbrengt in de betreffende administratieve processen. Met de invoering van SUWI wordt echter ook een wijziging aangebracht in de bekostiging en afrekening van de door de uitvoering te leveren diensten. UWV en ministerie van SZW werken samen aan de uitwerking. Hoewel op dit moment nog niet precies bekend is hoe de financieringsmethodiek vorm gaat krijgen, is de stand van zaken in het overleg tussen UWV en ministerie, dat het UWV zal afrekenen op basis van geproduceerde eenheden of clusters van diensten. Voorts is reeds afgesproken om de veranderingsprocessen projectmatig te financieren. Op zich blijft de systematiek van producttellingen en de bekostiging van projecten op basis van additionele financiering dan bestaan. Op basis van de ervaring met de referentiedienstensystematiek benadrukt IWI het belang van een consequente toepassing
47
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
van de regelgeving, waarbij de uitvoering zorg draagt voor een adequate administratieve organisatie, ingericht naar deze regelgeving. De derde genoemde tekortkoming bij de uitvoering betreft de toepassing van de Europese aanbestedingsrichtlijnen (EAR). IWI heeft in het eerste kwartaal 2002 onderzoek verricht naar de wijze waarop UWV vanaf 2002 de Europese aanbestedingsrichtlijnen (EAR) toepast. Zij constateert dat UWV de coördinatie van een correcte toepassing van de EAR voortvarend heeft aangepakt. Gezien de tekortkomingen die het Ctsv in voorgaande jaren heeft geconstateerd met betrekking tot een correcte toepassing van de EAR door de voormalige uitvoeringsinstellingen, is het geen eenvoudige opgave om de aanbestedingen op korte termijn volledig in overeenstemming met de EAR te brengen. UWV werkt aan een gesloten systeem, waarmee op de middellange termijn de toepassing van de EAR voldoende is geborgd. In grote lijnen komt deze borging neer op het sluiten van raamcontracten, waarbinnen alle betreffende diensten en producten kunnen worden besteld. De raamcontracten worden Europees aanbesteed door de directie concerninkoop. Via vastgelegde en gecertificeerde procedures wordt de toepassing van de EAR geborgd. Deze procedures zijn door IWI beoordeeld. Voor de tussenliggende periode heeft UWV maatregelen getroffen, die mogelijke risico’s tot een aanvaardbaar niveau moeten terugdringen. Zo laat het verleden zien dat de meeste risico’s lagen bij de ICT-uitbestedingen, naast huisvesting de belangrijkste uitgavenpost van de uitvoering. Door de budgetten voor deze twee uitgavencategorieën te centraliseren bij respectievelijk concernstaf ICT en Facilitaire Zaken (en de inkoop via genoemde procedures te borgen) is dit risico thans geminimaliseerd. Enig resterend risico is gelegen in de mogelijkheid dat decentraal verbintenissen worden aangegaan die niet onder een raamovereenkomst vallen. Hierdoor zou het drempelbedrag van de EAR ongemerkt kunnen worden overschreden. Het management is via interne richtlijnen op dit risico gewezen. Bewaking vindt plaats via audits van de accountantsdienst en controle van de financiële administratie. Het vigerende risico houdt in dat controle achteraf geschiedt en mogelijke contracten dan reeds zijn afgesloten. IWI is resumerend van mening dat UWV binnen de huidige administratieve organisatie alle mogelijkheden aanwendt om een correcte toepassing van de EAR te bewerkstelligen. Het bovenstaande richt zich op het aangaan van nieuwe verplichtingen. Daarnaast geldt echter nog als risico de categorie lopende contracten, waarbij vaak sprak is van een stilzwijgende verlenging. UWV dient zich er van bewust te zijn dat stilzwijgende verlenging ook een beslismoment behelst. Om die reden dienen de diensten verbonden aan deze contracten zo spoedig mogelijk volgens de Europese richtlijnen aanbesteed te worden. Overigens beseft IWI dat door het complexe karakter van zowel de Europese regelgeving, als de beschouwde contracten het niet altijd op voorhand duidelijk is welke werkwijze tot een rechtmatige aanbesteding leidt. Het is van belang dat UWV passende maatregelen neemt om deze duidelijkheid te creëren.
5.4
Oordeel rechtmatigheid en oordeel administratieve organisatie/interne controle De inspectie constateert dat de uitvoeringsinstellingen in 2001 verbeteringen in hun administratieve organisatie en interne controle hebben aangebracht. Echter, zij stelt vast dat de inrichting van het beherend proces bij de meeste uitvoeringsinstellingen nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Gebreken liggen vooral bij de toepassing van de Europese aanbestedingsrichtlijnen, de bepaling van de kosten van projecten en de juiste vaststelling van de af te rekenen productaantallen. De inspectie oordeelt dan ook afkeurend over het beherend proces bij de werknemersverzekeringen.
48
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Lijst van afkortingen AO/IC Bia Boeten Bol Cadans CBBS Ctsv CVS CWI EDP Finlo Gak GUO IAD ICT ISO IWI Lisv Osv Pemba Rea Rr RvB SFB SUWI SZW TW USZO UWV Wajong Walvis WAO Waz Wazo Wid Wor WW ZW
49
Administratieve organisatie en interne controle Wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid Wet brutering overhevelingstoeslag en lonen Cadans Uitvoeringsinstelling B.V. Claimbeoordelings- en borgingssysteem College van toezicht sociale verzekeringen Coördinatiewet sociale verzekeringen Centrum voor Werk en Inkomen Elektronic Data Processing Wet Financiering loopbaanonderbreking Gak Nederland B.V. GUO Uitvoeringsinstelling B.V. Interne accountantsdienst Informatie- en communicatietechnologie International Organization for Standardization Inspectie Werk en Inkomen Landelijk instituut sociale verzekeringen Organisatiewet sociale verzekeringen Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidswetten Wet Reïntegratie arbeidsgehandicapten Regeling rechtmatigheid Raad van Bestuur SFB Uitvoeringsorganisatie Sociale Verzekeringen N.V. Wet structuur uitvoering werk en inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Toeslagenwet USZO B.V. Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringen Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen Wet arbeid en zorg Wet op de identificatieplicht Wet op de ondernemingsraden Werkloosheidswet Ziektewet
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Bijlage 1
Accountantsverklaringen per wet Accountantsverklaring Ziektewet (ZW) 2001 Wij hebben de Verantwoording Sociale Verzekeringen 2001 van de Ziektewet van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Ziektewet, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 3,5 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (1.555.653.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. De controles op de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen hebben geleid tot een geschatte onrechtmatigheid van 2,9 procent van de gecontroleerde uitvoeringskosten (149.394.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door tekortkomingen in de AO/IC van de processen van de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Van de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen kon tot een bedrag van 2.670.000 euro (1,8 procent) door ons onvoldoende zekerheid worden verkregen. De onzekerheid wordt veroorzaakt door het feit dat onvoldoende interne controlemaatregelen zijn getroffen betreffende de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Wij zijn van oordeel dat gelet op het belang van het hetgeen in de vorige alinea’s is gesteld, de in dit verslag opgenomen financiële verantwoording niet voldoet aan de hierboven omschreven eisen en derhalve niet juist is.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
51
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 1,2 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (10.784.552.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. De controles op de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen hebben geleid tot een geschatte onrechtmatigheid van 3,4 procent van de gecontroleerde uitvoeringskosten (707.405.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door tekortkomingen in de AO/IC van de processen van de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Van de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen kon tot een bedrag van 24.470.000 euro (3,5 procent) door ons onvoldoende zekerheid worden verkregen. De onzekerheid wordt veroorzaakt door het feit dat onvoldoende interne controlemaatregelen zijn getroffen betreffende de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Wij zijn van oordeel dat, de in dit verslag opgenomen financiële verantwoording met uitzondering van de geschatte onrechtmatigheid in de uitkeringen en geschatte onrechtmatigheid en onzekerheid in de uitvoeringskosten voldoet aan de hierboven omschreven eisen.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
53
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 2,2 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (525.026.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. De controles op de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen hebben geleid tot een geschatte onrechtmatigheid van 5,7 procent van de gecontroleerde uitvoeringskosten (64.995.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door tekortkomingen in de AO/IC van de processen van de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Van de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen kon tot een bedrag van 2.370.000 euro (3,6 procent) door ons onvoldoende zekerheid worden verkregen. De onzekerheid wordt veroorzaakt door het feit dat onvoldoende interne controlemaatregelen zijn getroffen betreffende de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Wij zijn van oordeel dat, de in dit verslag opgenomen financiële verantwoording met uitzondering van de geschatte onrechtmatigheid in de uitkeringen en geschatte onrechtmatigheid en onzekerheid in de uitvoeringskosten voldoet aan de hierboven omschreven eisen.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
55
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 0,8 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (1.400.334.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. De controles op de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen hebben geleid tot een geschatte onrechtmatigheid van 3,5 procent van de gecontroleerde uitvoeringskosten (43.139.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door tekortkomingen in de AO/IC van de processen van de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Wij zijn van oordeel dat, de in dit verslag opgenomen financiele verantwoording voldoet aan de hierboven omschreven eisen.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
57
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Werkloosheidswet (WW) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001 van de Werkloosheidswet van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Werkloosheidswet, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 10,3 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (2.455.321.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. De controles op de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen hebben geleid tot een geschatte onrechtmatigheid van 3,3% van de gecontroleerde uitvoeringskosten (446.129.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door tekortkomingen in de AO/IC van de processen van de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Van de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen kon tot een bedrag van 14.740.000 euro (3,3 procent) door ons onvoldoende zekerheid worden verkregen. De onzekerheid wordt veroorzaakt door het feit dat onvoldoende interne controlemaatregelen zijn getroffen betreffende de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Wij zijn van oordeel dat gelet op het belang van hetgeen in de vorige alinea’s is gesteld, de in dit verslag opgenomen financiële verantwoording niet voldoet aan de hierboven omschreven eisen en derhalve niet juist is.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
59
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Rea) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 2,9 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (534.131.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. De controles op de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen hebben geleid tot een geschatte onrechtmatigheid van 2,6 procent van de gecontroleerde uitvoeringskosten (125.383.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door tekortkomingen in de AO/IC van de processen van de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Van de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen kon tot een bedrag van 1.700.000 euro (1,4 procent) door ons onvoldoende zekerheid worden verkregen. De onzekerheid wordt veroorzaakt door het feit dat onvoldoende interne controlemaatregelen zijn getroffen betreffende de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Wij zijn van oordeel dat, de in dit verslag opgenomen financiele verantwoording met uitzondering van de geschatte onrechtmatigheid in de uitkeringen en geschatte onrechtmatigheid en onzekerheid in de uitvoeringskosten voldoet aan de hierboven omschreven eisen.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
61
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Toeslagenwet (TW) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001, onderdeel financieel uitvoeringsinstellingen, van de Toeslagenwet van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Toeslagenwet, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 3,7 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (288.907.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. De controles op de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen hebben geleid tot een geschatte onrechtmatigheid van 3,8 procent van de gecontroleerde uitvoeringskosten (23.919.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door tekortkomingen in de AO/IC van de processen van de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Van de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen kon tot een bedrag van 600.000 euro (2,5 procent) door ons onvoldoende zekerheid worden verkregen. De onzekerheid wordt veroorzaakt door het feit dat onvoldoende interne controlemaatregelen zijn getroffen betreffende de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Wij zijn van oordeel dat gelet op het belang van hetgeen in de vorige alinea’s is gesteld, de in dit verslag opgenomen financiële verantwoording niet voldoet aan de hierboven omschreven eisen en derhalve niet juist is.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
63
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Tijdelijke wet Beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria (Bia) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001, onderdeel financieel uitvoeringsinstellingen, van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria van het College van toezicht sociale verzekeringen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 5,8 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (6.079.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. Van de uitvoeringskosten uitvoeringsinstellingen kon tot een bedrag van 80.000 euro (11,7 procent) door ons onvoldoende zekerheid worden verkregen. De onzekerheid wordt veroorzaakt door het feit dat onvoldoende interne controlemaatregelen zijn getroffen betreffende de kosten van reguliere producten, kosten van projecten en Europese aanbestedingsrichtlijnen. Wij zijn van oordeel dat gelet op het belang van hetgeen in de vorige alinea’s is gesteld, de in dit verslag opgenomen financiële verantwoording niet voldoet aan de hierboven omschreven eisen en derhalve niet juist is.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
65
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Wet financiering loopbaanonderbreking (Wet finlo) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001, onderdeel financieel uitvoeringsinstellingen, van de Wet financiering loopbaanonderbreking van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Wet financiering loopbaanonderbreking, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 11,0 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (222.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. Wij zijn van oordeel dat gelet op het belang van hetgeen in de vorige alinea’s is gesteld, de in dit verslag opgenomen financiële verantwoording niet voldoet aan de hierboven omschreven eisen en derhalve niet juist is.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
67
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Accountantsverklaring Wet arbeid en zorg (Wazo) 2001
Wij hebben de Verantwoording sociale verzekeringen 2001, onderdeel financieel uitvoeringsinstellingen, van de Wet arbeid en zorg van de Inspectie Werk en Inkomen gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Werk en Inkomen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording sociale verzekeringen, onderdeel financieel te verstrekken. Bij onze controle hebben wij nagegaan of de financiële verantwoording voldoet aan de volgende eisen: • dat de verantwoording is opgesteld onder overeenkomstige toepassing van de Regeling rechtmatigheidsverklaring 1997 en nader daarbij gestelde voorschriften; • dat de verantwoording getrouw weergeeft de baten en lasten van het jaar 2001; • dat de in de verantwoording opgenomen baten en lasten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Wet arbeid en zorg, de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 en algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te zijn gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij hebben controles, waaronder een steekproef, op de uitkeringslasten uitgevoerd. De op basis van deze controles geschatte onrechtmatigheid bedraagt 4,2 procent van de gecontroleerde uitkeringslasten (1.109.000 euro). De onrechtmatigheid werd veroorzaakt door een onjuiste wetsinterpretatie. Wij zijn van oordeel dat gelet op het belang van hetgeen in de vorige alinea’s is gesteld, de in dit verslag opgenomen financiële verantwoording niet voldoet aan de hierboven omschreven eisen en derhalve niet juist is.
Zoetermeer, 1 juli 2002 De door de Inspectie Werk en Inkomen aangewezen registeraccountant,
Drs. A.A. Been RA
69
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Bijlage 2
Wetgeving inzake de rechtmatigheidsverklaringen In de Regeling rechtmatigheidsverklaring sociale verzekeringen 1997 (Rr 1997) is invulling gegeven aan de in artikel 84, vierde lid, Osv 1997 aan de minister van SZW gegeven bevoegdheid. In de Rr 1997 is bepaald dat de rechtmatigheidsverklaring van de uitvoeringsinstelling bestaat uit een gemotiveerd eenduidig oordeel over de uitvoering van de betreffende wetten en is gebaseerd op een zogenoemde ‘verantwoording sociale verzekeringen’ die iedere uitvoeringsinstantie opstelt. In de rechtmatigheidsverklaring van de uitvoeringsinstantie worden de belangrijkste bevindingen van de deskundigen van de uitvoeringsinstanties opgenomen. De verantwoording sociale verzekeringen wordt overeenkomstig artikel 84, tweede en derde lid, Osv 1997 verbijzonderd en bestaat uit de volgende onderdelen: a financieel; b verbeteringstraject uitvoering; c andere elementen van rechtmatigheid. Bij het onderdeel financieel van de verantwoording sociale verzekeringen wordt een accountantsverklaring gevoegd. Bij de onderdelen verbeteringstraject uitvoering en andere elementen van rechtmatigheid dienen (nader te definiëren) oordelen van deskundigen te worden gevoegd. Het rechtmatigheidsoordeel is dus breder dan een accountantsverklaring; ook oordelen van andere deskundigen worden meegewogen in het rechtmatigheidsoordeel. Essentie van de regeling is dat er onderscheid gemaakt wordt tussen de verantwoording (af te leggen door de organisatie) en de controle daarop (uit te voeren door deskundigen) en dat er (zowel voor de verantwoording als de daarop betrekking hebbende controle) onderscheid gemaakt wordt tussen de elementen financieel, verbeteringstraject uitvoering en andere elementen van rechtmatigheid.
• • • • • • • • • •
Het onderzoek betreft de uitgaven en ontvangsten krachtens de volgende wetten en regelingen: de Werkloosheidswet (WW) de Ziektewet (ZW); de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO); de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz); de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) de Toeslagenwet (TW); de Wet op de (re)ïntegratie arbeidsgehandicapten (Rea); de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria (Bia); de Wet financiering loopbaanonderbreking (Finlo; tot 1 december 2001; opgegaan in de Wazo); de Wet Arbeid en Zorg (Wazo; vanaf 1 december 2001). Anders dan in de Osv 1997 vindt de verantwoording overeenkomstig SUWI, vanaf controlejaar 2002, over de rechtmatigheid plaats door middel van een verantwoordingsdocument (jaarrekening/jaarverslag). Dit document heeft niet alleen betrekking op de rechtmatigheid van de grote geldstroom, maar ook op de rechtmatigheid van de kleine geldstroom. Het begrip rechtmatigheidsverklaringen komt te vervallen. In de SUWI wet is geregeld, dat de toezichthouder een jaarverslag uitbrengt met daarin opgenomen een integrale rapportage van de bevindingen over de rechtmatigheid en doelmatigheid, waaronder begrepen doeltreffendheid, van de uitvoering van wettelijke taken door het UWV.
70
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Bijlage 3
Kanttekeningen bij de cijfers distribuerend In de rechtmatigheidsscore bij het distribuerende proces komt de rechtmatigheid van het totale lopende bestand16 aan de orde. Bij de wetten WAO, Waz en Wajong wordt de score vooral bepaald door voorafgaand aan het jaar 2001 gemaakte fouten17. Hierdoor geven de cijfers niet voor alle wetten een goed beeld van het actuele functioneren van de uitvoeringsinstellingen.
16 Het lopende bestand bestaat uit nieuwe uitkeringen in 2001 en uitkeringen die voor 2001 zijn ontstaan. Op de laatste groep kan in 2001 eventueel wel een mutatie (bijvoorbeeld herbeoordeling) hebben plaatsgevonden.
Aan het onrechtmatigheidspercentage dat voortvloeit uit de dossiercontrole als indicator voor de kwaliteit van de uitvoering zijn beperkingen verbonden.
17 Dit zijn wetten met een langere uitkeringsduur.
• • • • •
Bij de WAO, Waz, Wajong en ZW blijft het sociaal medisch traject buiten de reikwijdte van het onderzoek. De uitvoering van dit gedeelte van de wetsuitvoering wordt niet onderzocht in het kader van het financiële rechtmatigheidsonderzoek, maar in het kader van de beoordeling van het sociaal medisch handelen. Bij de Wet (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Rea) blijft ook een aantal aspecten van de uitvoering buiten de reikwijdte van het rechtmatigheidsonderzoek. De oorzaak hiervan is dat de te controleren documenten in het medisch dossier van de uitvoeringsinstelling zijn opgeslagen. Voorbeelden van dergelijke documenten zijn: inhoud van het reïntegratieplan; tijdige aanvang reïntegratieactiviteiten; arbeidsgehandicaptentoets; fase-indeling; volgen, bewaken en nazorg trajectplan. Buiten dat een belangrijk traject als het sociaal medisch handelen niet in de accountantscontrole wordt meegenomen, bepalen accountantstechnische afspraken voor een gedeelte de weging van fouten om te komen tot het onrechtmatigheidspercentage. Indien bijvoorbeeld een deelmassa van een wetsuitvoering niet of niet toereikend door de interne accountantsdiensten van de uitvoeringsinstelling gecontroleerd is, wordt deze deelmassa door IWI geheel onrechtmatig meegewogen. In deze situatie kun je niets over de kwaliteit van de uitvoering zeggen. Daarentegen worden dossiers waarin documenten ontbreken, die echter door nader onderzoek intern of extern boven water komen, niet als financieel onrechtmatig meegewogen. In deze situatie zou de kwaliteit van de uitvoering echter juist onvoldoende kunnen zijn. De kwaliteit van de uitvoering wordt niet alleen bepaald door de rechtmatigheid maar ook door aspecten als klantgerichtheid, klantvriendelijkheid, tijdigheid en doelmatigheid. Uit het bovenstaande blijkt dat er beperkingen zijn aan het onrechtmatigheidspercentage. Desalniettemin is het zinvol de ontwikkeling, met inachtneming van deze beperkingen, in beeld te brengen. De mening van IWI is dat deze beperkingen in de toekomst gereduceerd moeten worden om een echte kwaliteitsmeter voor de rechtmatigheid van de uitvoering te ontwikkelen. Hierbij zou het onderzoek gericht dienen te zijn op de mutaties (nieuwe gevallen, herbeoordelingen, etc.) van het afgelopen jaar met daarin opgenomen het sociaal medisch traject. IWI zal een voorstel hiervoor inbrengen in de werkgroep Verantwoording & Controle.
71
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Bijlage 4
Begripsvorming Rechtmatigheid De rechtmatigheid is, met beperkingen (zie Bijlage drie), een belangrijke indicator voor de kwaliteit van de uitvoering. De rechtmatigheidsscores van de uitvoeringsinstellingen worden berekend op basis van de werkzaamheden van kwaliteitsafdelingen, interne accountantsdiensten en IWI. IWI beoordeelt de rechtmatigheid van de uitkeringsverzorging mede door steekproefcontroles. Op basis van steekproeven wordt vastgesteld hoe groot de omvang van de fouten is in relatie tot de omvang van de totale steekproef. In de steekproefcontrole wordt, conform de definitie uit het Controleprotocol (financieel) uitvoeringsinstellingen 1999/2000 en volgende jaren, als (rechtmatigheids)fout aangemerkt elke post waarvan niet ondubbelzinnig kan worden vastgesteld dat aan alle voorwaarden van wet- en regelgeving is voldaan. De rechtmatigheidsnorm van 99 procent en de afgeleide oordelen zijn ontleend aan de normen die door de departementale accountantsdiensten worden gehanteerd. Rechtmatigheid is een indicator voor de door de uitvoeringsinstellingen gemaakte fouten. Van een fout is sprake als de uitkeringsverzorging niet conform wet- en regelgeving plaatsvindt. Bij de vaststelling van de rechtmatigheid is een onderscheid te maken in de onderstaande fouten: 1 fouten die consequenties hebben voor de uitkeringsgerechtigde. De consequenties van de financiële fouten kunnen worden onderverdeeld in consequenties voor hoogte, recht of duur van de uitkering; 2 fouten waarbij het niet met zekerheid is vast te stellen of de juiste uitkeringsgerechtigde de juiste uitkering heeft ontvangen. Met andere woorden: er zijn onvoldoende controlegegevens aanwezig.
18 Voorheen ‘onzekerheden’
Onvoldoende controlegegevens IWI verstaat onder steekproefposten met onvoldoende controlegegevens posten waarbij het door het ontbreken van documenten niet mogelijk is om het dossier op rechtmatigheid te beoordelen (bijvoorbeeld niet ter controle geleverde dossiers, ontbrekende dossierstukken, nog niet afgeronde vaktechnische discussies).18 In het controleprotocol financieel zijn, met vermelding van een fasering in de uitvoering van de controle, aan de uitvoeringsinstellingen aanvullende acties toegestaan om de rechtmatigheid alsnog vast te stellen (doorcontroleren). Het onderwerp ‘onzekerheden’ is de laatste jaren een speerpunt. Heeft een post onvoldoende controlegegevens, dan wordt deze aan het eind van de controleperiode (eerste halfjaar 2001 tot 1 januari 2002 en tweede halfjaar 2001 tot 1 mei 2002) als geheel fout (onrechtmatig) gerekend. Dit betekent dat voor dergelijke posten tot die datum de mogelijkheid bestaat om ontbrekende stukken te achterhalen. Eventuele ontbrekende documenten na die datum worden definitief als fout (onrechtmatig) aangemerkt. Tijdigheid Naast de rechtmatigheid is de tijdigheid van de uitkeringsverzorging een belangrijk thema in de onderhavige rapportage. In de jaarovereenkomsten tussen het Lisv en de uitvoeringsinstellingen zijn hierover afspraken gemaakt. De normen voor de tijdigheid van de uitkeringsverzorging zijn afkomstig uit de Algemene wet bestuursrecht en de wet Terugdringing Beroep op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (eerste herbeoordeling en eenmalige herbeoordeling). Binnen dit kader is het Besluit Beslistermijnen sociale verzekeringswetten (Stb. 1998, 418) tot stand gekomen. In de jaarovereenkomsten van het Lisv met de uitvoeringsinstellingen is veelal een tijdigheidsnorm van negentig procent vastgesteld, met daarbij de restrictie dat deze norm na twee jaar wordt geëvalueerd. Tijdigheid is geen onderdeel van de rechtmatigheid, maar maakt wel deel uit van het begrip kwaliteit. De tijdigheidsnorm is gesteld op negentig procent; omdat de wet geeft ruimte om in uitzonderingsgevallen van de voor de tijdigheid gestelde termijnen af te wijken. De tijdigheidsscores worden veelal vanuit de logistieke systemen berekend en kunnen dus, in tegenstelling tot de rechtmatigheidsscores, direct worden gemeten.
72
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 2002 Jaarplan 2002 Brochure Inspectie Werk en Inkomen R02/01 Implementatie wet SUWI bij gemeenten Tweede onderzoek naar de gemeentelijke voorbereidingen op de nieuwe Structuur Werk en Inkomen R02/02 Uitvoering werknemersverzekeringen Stand van zaken rechtmatigheid eerste halfjaar 2001 R02/03 Gegevensbeheer 2000 R02/04 Invoering van de euro bij uitvoeringsorganisaties sociale verzekeringen Eindrapportage R02/05 Geschikt of ongeschikt De rol van arbeidsdeskundigen bij de WAO-beoordeling R02/06 Financiële scheiding publiek en privaat bij uitvoeringsinstellingen Zesde vervolgrapportage ontvlechting R02/07 De sociale verzekeringen in 2001 Naast dit rapport is een aantal katernen uitgebracht die dieper ingaan op de behandelde toezichtthema’s - Handhaving werknemers- en volksverzekeringen - ICT werknemers- en volksverzekeringen - Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen - Sociaal medisch handelen werknemersverzekeringen - Werkbelasting werknemersverzekeringen - Volksverzekeringen R02/08 Jaarverslag toezicht gemeenten en zelfstandige bestuursorganen 2001 Meerjarenplan 2002-2005 en Jaarplan 2003 R02/09 Afhandeling openstaande posten UWV Gak Eindrapport U kunt deze publicaties opvragen bij: Afdeling Communicatie Postbus 100 2700 AC Zoetermeer Telefoon (079) 329 17 63
[email protected] www.iwiweb.nl
73
Inspectie Werk en Inkomen
Financiële rechtmatigheid en verbetertraject werknemersverzekeringen