FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken van een voorziening wordt op grond van artikel 22 van de Verordening, een eigen bijdrage of een eigen aandeel in rekening gebracht met uitzondering van het bepaalde in lid 6 en 7 van dit artikel. De eigen bijdrage wordt op grond van artikel 16 Wmo vastgesteld en geïnd door het CAK (Centraal Administratie Kantoor). De gemeente heeft het CAK gemandateerd voor het opleggen en innen van het eigen aandeel. lid 2. Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 18,00 per vier weken, met dien verstande dat indien het inkomen meer bedraagt dan € 22.905 het bedrag van € 18,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 22.905 Lid 3. Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 18,00 per vier weken, met dien verstande dat indien het inkomen meer bedraagt dan € 16.007 het bedrag van € 18,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 16.007. Lid 4. Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 28.306 het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 28.306 Lid 5. Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 22.319 het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 22.319.
Lid 6. In afwijking van artikel 22 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning geldt dat geen eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd of wordt gehanteerd voor: a. een rolstoel; b. een algemene voorziening; c. een verhuiskostenvergoeding; d. personen tot 18 jaar aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend.
Lid 7. De gebruiker van de voorziening ‘collectief vraagafhankelijk vervoer’, zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2012 betaalt een tarief per kilometer. De hoogte van dit tarief is afgestemd op de gemiddelde kosten van het openbaar vervoer. De gebruiker betaalt dit tarief aan de vervoerder.
2
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Artikel 2. Periode waarover een eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd Lid 1. De eigen bijdrage voor Hulp bij het Huishouden is verschuldigd zolang van de voorzieningen gebruik wordt gemaakt. Lid 2. De eigen bijdrage voor een voorziening verstrekt in bruikleen, waarbij de gemeente de voorziening huurt, is verschuldigd zolang van de voorziening gebruik wordt gemaakt. Lid 3. Bij het verstrekken van een individuele voorziening, met uitzondering van lid 1 en lid 2, wordt over een periode van 39 perioden een eigen bijdrage of eigen aandeel gevraagd. Lid 4. Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die in eigendom is van de aanvrager, kan gedurende maximaal 39 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedurende maximaal die periode een met toepassing van de daarvoor geldende regels berekende bedrag in mindering worden gebracht. Artikel 3. De kostprijs van een voorziening Lid 1. De eigen bijdrage en het eigen aandeel kunnen niet meer bedragen dan de kostprijs van een voorziening. Lid 2. Een jaar bestaat uit 13 perioden van 4 weken. Lid 3. De kostprijs Hulp bij het Huishouden in natura is het product van het aantal uren geleverde hulp en het betreffende uurtarief. Lid 4. De kostprijs Hulp bij het Huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget is het product van het aantal uren geïndiceerde hulp en het betreffende uurtarief. Lid 5. De kostprijs van een woonvoorziening of vervoershulpmiddel wordt afgeleid van een vastgesteld normbedrag, een goedgekeurde offerte, dan wel de overeengekomen (huur) prijs van de voorziening met de gecontracteerde leverancier. Lid 6. Bij verstrekking van vervoershulpmiddelen of roerende woonvoorzieningen vanuit een depot wordt de kostprijs bepaald door de eenheidsprijs van het kernassortiment, ongeacht of de voorziening daadwerkelijk uit het kernassortiment afkomstig is en de beheertarieven.
3
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Hoofdstuk 2. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 4. Algemene bepalingen bij een persoonsgebonden budget Lid 1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. Lid 2. Verstrekking van een persoongebonden budget bij woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen wordt toereikend geacht voor een periode van 5 jaar en is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering. Lid 4. Na afloop van de gebruiksduur wordt pas dan een nieuw persoonsgebonden budget dan wel een voorziening in natura verstrekt als de technische levensduur van het hulpmiddel is verstreken. Lid 5. Bij gebruikmaking van het hulpmiddel langer dan de gebruiksduur, blijft het college een persoonsgebonden budget voor onderhoud en reparatie en eventueel verzekering verstrekken. De belanghebbende is verplicht in dat geval het onderhouds- en servicecontract en ingeval van een elektrische rolstoel of scootmobiel, de verzekering te verlengen. Lid 6. Het persoonsgebonden budget wordt aan de budgethouder of diens wettelijke vertegenwoordiger als volgt uitgekeerd: a. periodieke kosten van diensten of voorzieningen worden maandelijks achteraf uitgekeerd; b. één keer voor de aanschaf van een voorziening inclusief de kosten voor onderhoud, reparatie en eventueel verzekering; c. in jaarlijkse termijnen voor onderhoud en reparatie van een voorziening.
Artikel 5. Overwegende bezwaren Overwegende bezwaren om niet tot verstrekking van een persoongebonden budget over te gaan, zoals bedoeld in artikel 19 van de verordening zijn: a. het is op grond van aanwijzingen tijdens onderzoek duidelijk geworden dat er ernstige vermoedens bestaan dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget; b. de gevraagde voorziening eerder in de vorm van een persoonsgebonden budget is verstrekt en waarvan de technische levensduur niet is verstreken; c. wanneer uit onderzoek duidelijk is geworden dat er sprake is van een progressief ziektebeeld of wanneer het een kind in de groei betreft; d. collectief vraagafhankelijk vervoer.
4
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Hoofdstuk 3 Resultaat: het kunnen voeren van een huishouden Artikel 6 Hoogte van het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden Het bedrag dat per uur wordt vergoed bedraagt voor: a. hulp bij het huishouden door een niet daartoe opgeleid persoon die niet werkzaam is voor een instelling: € 13,68 per uur; b. hulp bij het huishouden waarbij de kassiers en bemiddelingsfunctie wordt ingekocht: € 15,89 per uur; c. voor hulp bij het huishouden, waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist, door een persoon die daarvoor is opgeleid: € 20,19 per uur. d. wanneer belanghebbende ervoor kiest om hulp bij het huishouden in te kopen via een zorgaanbieder, wordt het uurtarief vastgesteld op het gemiddelde uurtarief dat de gemeente betaalt aan de gecontracteerde aanbieders van zorg in natura. Artikel 7. Omvang hulp bij het huishouden Het aantal uren en minuten huishoudelijke hulp wordt vastgesteld aan de hand van de noodzakelijk te verrichten werkzaamheden op basis van een gestelde indicatie. Artikel 8. Verantwoording besteding persoongebonden budget hulp bij het huishouden a. Steeksproefsgewijs vindt controle van het persoonsgebonden budget plaats. b. Wanneer belanghebbende is opgenomen in de steekproef ontvangt hij of zij een verantwoordingsformulier. c. De belanghebbende dient een schriftelijke overeenkomst af te sluiten met de door hem of haar ingeschakelde zorgverleners. d. Betalingen aan de zorgverleners mogen uitsluitend via de bank. e. Belanghebbende houdt urenbriefjes bij. f. Het volledige persoonsgebonden budget dient verantwoord te worden, er is geen sprake van een verantwoordingsvrij bestedingsbedrag.
5
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Hoofdstuk 4 Resultaat: het normaal gebruik kunnen maken van een woning Artikel 9. Hoogte verhuiskostenvergoeding De hoogte van de verhuiskostenvergoeding bedoeld in artikel 10 lid 4 van de Verordening bedraagt € 3.276,60 Artikel 10 Hoogte persoonsgebonden budget 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een woonvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst compenserende voorziening. 2. De goedkoopst compenserende voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst. 3. Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten worden toegekend. 4. Het persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de voorziening.
Artikel 11. Hoogte tegemoetkoming bij bouwkundige woonvoorzieningen De hoogte van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming voor bouwkundig woonvoorzieningen wordt vastgesteld door het calculatieprogramma SCIO CalPro+ of aan de hand van een door het college goedgekeurde offerte en het berekende eigen bijdrage of eigen aandeel. In geval van een offerte mogen de volgende kosten worden meegenomen: a. De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening; b. De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991; c. Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen. d. De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom; e. De leges voorzover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening; f. De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting; g. Renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen; e. De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen de oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, volgens de tabel in artikel 5.4; h. De door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn; i. De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing; j. De kosten van aansluiting op een openbare nutsvoorziening; k. Administratiekosten van de verhuurder als daarover schriftelijk afspraken zijn gemaakt.
6
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Artikel 12 Gereedmelding Na voltooiing van de werkzaamheden in het kader van de woningaanpassing, maar uiterlijk binnen 40 weken na het verlenen van toestemming voor het aanpassen van de woning, verklaart de woningeigenaar aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. De ze gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget.
7
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Hoofdstuk 5 Resultaat: het zich kunnen verplaatsen in en om de woning Artikel 12 Verplichtingen De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte voorziening voldoende te laten onderhouden en, voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren. In geval van een scootmobiel of een elektrische rolstoel is het verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van het middel.
Artikel 13 Hoogte persoonsgebonden budget 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een vervoershulpmiddel is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst compenserende voorziening. 2. De goedkoopst compenserende voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst. 3. Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor onderhoud, service en verzekering worden toegekend. 4. Het persoonsgebonden budget voor onderhoud, service en verzekering wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de voorziening.
8
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Hoofdstuk 6 Resultaat: het zich lokaal kunnen verplaatsen per vervoermiddel Artikel 14. Hoogte persoonsgebonden budget 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een woonvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst compenserende voorziening. 2. De goedkoopst compenserende voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst. 3. Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten worden toegekend. 4. Het persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de voorziening.
9
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2 012
Hoofdstuk 7 Slotbepaling Artikel 15. Inwerkingtreding Dit besluit is vastgesteld in de vergaderding van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen van …..en treedt in werking met ingang van 1 augustus 2012. Artikel 16. Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2012".
10