Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen. Mannen en personen van allochtone afkomst zijn ondervertegenwoordigd, vooral in het primair onderwijs. januari 2011
1. Inleiding Het onderwijs is een relatief vergrijsde sector, de verwachting is dat de komende jaren de generatie babyboomers zal uitstromen naar pensioen en tekorten in bepaalde regio’s zullen ontstaan of zullen toenemen. Om die reden is het interessant om te kijken hoeveel mensen hun bevoegdheid halen en in kunnen stromen in het onderwijs. In de eerste paragraaf worden de ontwikkelingen voor de verschillende soorten lerarenopleidingen toegelicht, in de paragrafen daarna wordt ook aandacht besteed aan de aantallen gediplomeerden per vakkencluster en worden tekortvakken onder de loep genomen. Ten slotte wordt gekeken naar de man-/vrouwverhoudingen onder de gediplomeerden en de vertegenwoordiging van westerse en niet-westerse allochtonen onder de afgestudeerden.
2. Gediplomeerden per soort lerarenopleiding Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) 8000
2004
2005
2006
2007
2008
7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 leraar bo
•
• •
•
leraar so
leraar vo 2e graads
leraar vo 1e gr. hbo
leraar vo 1e gr. ulo
Van alle lerarenopleidingen studeren aan de lerarenopleidingen voor het basisonderwijs verreweg de meeste studenten af. In de opleidingen in het eerstegraads gebied is het aantal gediplomeerden het laagst, het aantal ligt in de getoonde jaren steeds rond de duizend studenten. De meerderheid van deze gediplomeerden bestaat uit docenten lichamelijke opvoeding. In de genoemde jaren is hun aandeel onder de gediplomeerden binnen het eerstegraads hbo steeds zo’n 60 à 75 procent; Het aantal gediplomeerden voor de lerarenopleiding voor het basisonderwijs (pabo) is tussen 2004 en 2008 teruggelopen met bijna 20 procent tot 5.912 gediplomeerden in 2008; Het aantal gediplomeerden van de opleiding voor het speciaal onderwijs liep in 2008 met bijna 30 procent terug ten opzichte van 2007. In absolute aantallen ging het om ruim duizend gediplomeerden minder. In 2008 waren er 2.655 gediplomeerden met een bevoegdheid voor het speciaal onderwijs; Het aantal gediplomeerden voor de tweedegraads lerarenopleidingen loopt na een kleine daling in de jaren ervoor weer op tot 3.487 in 2008;
Deze en meer gegevens zijn te vinden op www.stamos.nl
pagina 1 van 6
•
Het aantal gediplomeerden bij de universitaire lerarenopleidingen (ulo’s) schommelt in de getoonde jaren een beetje, maar het aantal personen dat afstudeert ligt steeds rond de duizend.
3. Gediplomeerden per vakkencluster In onderstaande grafiek komt het aantal gediplomeerden per vakkencluster aan de orde voor de verschillende lerarenopleidingen die een bevoegdheid voor het voortgezet onderwijs opleveren. Figuur 2: Gediplomeerden lerarenopleidingen per vakkencluster 2004-2008 (bron: hbo-raad, bewerkt door sbo) 1200
2004
2005
2006
2007
2008
1000 800 600 400 200 0 2e graads hbo
1e graads hbo exact
1e graads ulo
2e graads hbo
1e graads hbo maatschappij
1e graads ulo
2e graads hbo
1e graads hbo talen
1e graads ulo
2e graads hbo
1e graads ulo
kunst
Maatschappij • Binnen het tweedegraads hbo-gebied zijn de meeste gediplomeerden te vinden binnen het vakkencluster maatschappij. In 2008 studeerden hier 1.120 personen af; • Ook bij de eerstegraads universitaire opleidingen studeerden de meeste mensen af binnen het vakkencluster maatschappij: 249 personen studeerden af in 2008. Exact • Het aantal gediplomeerden binnen het tweedegraads cluster exact is met wat schommelingen teruggelopen in 2008 ten opzichte van 2004. In 2008 studeerden nog 460 mensen af aan deze opleidingen. In 2004 waren dit er 527; • Aan de eerstegraads universitaire lerarenopleidingen is het aantal gediplomeerden sinds 2004 jaarlijks teruggelopen. In 2004 studeerden 210 studenten af, maar in 2008 liep dit met 37 procent terug tot 133 gediplomeerde studenten. Talen • Het aantal gediplomeerden binnen het talencluster schommelde tussen 2004 en 2008 bij zowel de eerstegraads als de tweedegraads lerarenopleidingen. In 2008 werden de meeste gediplomeerden binnen dit cluster gehaald door de tweedegraads studenten, gevolgd door de universitaire eerstegraads opleidingen en daarna de eerstegraads hbo’ers.
4. Tekortvakken Het onderwijs behoort tot de relatief meest vergrijsde sectoren en de komende jaren zullen veel docenten uitstromen naar pensioen. Omdat in veel regio’s het aantal leerlingen voorlopig nog niet daalt, betekent dit dat de leraren die met pensioen gaan de komende jaren vervangen zullen moeten worden. Voor een aantal vakken komen er onvoldoende nieuwe leraren bij om aan die vraag te voldoen, de zogenaamde tekortvakken. Dit is zowel in het eerste- als in het tweedegraads gebied het geval, maar omdat in het tweedegraads gebied meer lesuren worden gegeven, zijn de tekorten daar groter. Er zijn geen ramingen op vakniveau bekend, maar de volgens de
Deze en meer gegevens zijn te vinden op www.stamos.nl
pagina 2 van 6
vacaturecijfers is de vraag het grootst bij de exacte vakken en Engels, Duits en economie. In de paragrafen hierna wordt gekeken naar het aantal personen dat een bevoegdheid voor deze vakken. Begonnen wordt met een aantal bètavakken: wis-, natuur- en scheikunde. In de paragraaf daarna wordt aandacht besteed Engels en Duits en economie
4.1. Wiskunde, natuurkunde en scheikunde Binnen de bètavakken is er vooral sprake van tekorten voor het vak wiskunde. Hierbij gaat het zowel om eerste- als tweedegraads vakdocenten. Ook bij natuur- en scheikunde is er sprake van tekorten. Figuur 3: Gediplomeerden lerarenopleidingen wiskunde, natuurkunde en scheikunde 2004-2008 (bron: hbo-raad, bewerkt door sbo) 300
2004
2005
2006
2007
2008
250 200 150 100 50 0 HBO 2e graads
HBO 1e graads wiskunde
ULO 1e graads
HBO 2e graads
HBO 1e graads natuurkunde
ULO 1e graads
HBO 2e graads
HBO 1e graads
ULO 1e graads
scheikunde
Wiskunde • Voor het vak wiskunde is het aantal gediplomeerden voor zowel de tweedegraads- als beide eerstegraads opleidingen in 2008 teruggelopen ten opzichte van 2004. In 2004 studeerden nog 307 studenten af met een bevoegdheid voor wiskunde, maar na een kleine toename van het totaal in 2005 en 2006 liep dit aantal per 2007 flink terug. In 2008 studeerden 216 studenten af met een bevoegdheid voor het vak wiskunde; • Bij de tweedegraads wiskundeopleiding liep het aantal gediplomeerden in 2008 met een kwart terug ten opzichte van 2004. In 2004 studeerden nog 217 studenten af, maar in 2008 waren dit er nog maar 217; • Bij de eerstegraads universitaire lerarenopleiding studeerden in 2004 nog 49 studenten af. De jaren daarna liep het aantal gediplomeerden hier steeds verder terug, in 2008 studeerden nog maar 19 studenten af aan deze eerstegraads opleiding. Natuurkunde • Ook het totale aantal gediplomeerden met een bevoegdheid voor het vak natuurkunde lag in 2008 lager dan in 2004. Er studeerden in 2008 in totaal 119 studenten af in dit schoolvak, tegenover 137 in 2004. De oorzaak van de afname van het aantal gediplomeerden ligt met name bij de eerstegraads opleidingen; • Het aantal personen dat afstudeerde met een tweedegraads bevoegdheid natuurkunde nam wèl toe: ten opzichte van 2004 ging dit om 10 procent meer gediplomeerden (86 personen) in 2008. Scheikunde • Het aantal personen dat afstudeerde om les te geven in het vak scheikunde liep terug van in totaal 119 gediplomeerden in 2004 naar 82 in 2008; • Bij de eerstegraads HBO-opleiding nam het aantal gediplomeerden ten opzichte van 2004 eerst toe tot 28 in 2006, om daarna terug te lopen tot 14 afgestudeerden in 2008. Ook bij de universitaire lerarenopleiding studeerden in 2008 14 personen af.
Deze en meer gegevens zijn te vinden op www.stamos.nl
pagina 3 van 6
4.2. Engels, Duits en economie Bij een aantal van de moderne vreemde talen is of dreigt er een tekort in verschillende regio’s in Nederland. Er is vooral vraag naar docenten Engels en Duits. Daarnaast is er vraag naar docenten economie. Hieronder wordt gekeken naar hoeveel mensen de lerarenopleidingen verlaten met een bevoegdheid voor deze vakken. Figuur 4: Gediplomeerden lerarenopleidingen Engels, Duits en economie 2004-2008 (bron: hbo-raad, bewerkt door sbo) 350 2004
2005
2006
2007
2008
300 250 200 150 100 50 0 HBO 2e graads
HBO 1e graads
ULO 1e graads
HBO 2e graads
HBO 1e graads
Engels
Duits
ULO 1e graads
HBO 2e graads
HBO 1e graads
ULO 1e graads
economie
Engels • Het totaal aantal gediplomeerden met een bevoegdheid voor het vak Engels is in 2008 met personen toegenomen ten opzichte van 2004 toen studeerden totaal 350 mensen af; • De groei van de gediplomeerden voor het vak Engels is toe te schrijven aan de tweedegraads opleidingen. In 2004 studeerden iets meer dan 250 studenten af aan deze opleiding, maar in 2008 waren dit er meer dan 300; • Bij beide eerstegraads opleidingen liep het aantal gediplomeerden voor het vak Engels in de periode 2004-2008 na wat schommelingen in de tussenliggende jaren uiteindelijk in 2008 toch terug ten opzichte van 2004. In 2008 haalden ruim 80 studenten hun eerstegraads bevoegdheid. Duits • In 2008 haalden iets minder studenten hun bevoegdheid voor het vak Duits dan in 2004; • Voor het vak Duits is met name het aantal gediplomeerden binnen het eerstegraads gebied in 2008 sterk teruggelopen ten opzichte van 2004. Binnen de eerstegraads opleidingen studeerden in 2008 in totaal 37 personen af met een eerstegraads bevoegdheid. In 2004 waren er bijna 2 keer zoveel, namelijk 72; • Binnen het tweedegraads gebied nam het aantal gediplomeerden voor het vak Duits na wat schommelingen in de tussenliggende jaren in 2008 juist met ruim een kwart toe ten opzichte van 2004. In 2004 studeerden 97 studenten af, in 2008 waren dat 122 geworden. Economie • In 2008 studeerden 311 studenten af met een bevoegdheid voor het vak economie. Dit aantal ligt hoger dan het voorgaande jaar, maar nog altijd lager dan in 2005, toen nog 387 personen hun bevoegdheid voor dit vak haalden; • Ten opzichte van 2004 daalde het aantal gediplomeerden bij zowel de tweedegraads als de universitaire lerarenopleiding in 2008 met ongeveer 10 procent. Bij de tweedegraads opleiding studeerden in 2008 bijna 240 studenten af en bij de eerstegraads universitaire opleiding haalden 50 studenten hun bevoegdheid voor het vak economie;
Deze en meer gegevens zijn te vinden op www.stamos.nl
pagina 4 van 6
Met wat schommelingen ligt het aantal studenten voor de eerstegraads hbo-opleiding economie in 2008 weer ongeveer op hetzelfde niveau als in 2004. In 2008 studeerden er 22 studenten af aan deze opleiding.
•
5. Aandeel mannen onder gediplomeerden aan de lerarenopleidingen In de media wordt vaak gesproken over de feminisering van het onderwijs. In het totale onderwijs is minder dan een kwart van de werknemers in het onderwijs man. In het basisonderwijs is een op de vijf werknemers man. Hoewel in het voortgezet onderwijs het aantal mannelijke en vrouwelijke werknemers ongeveer gelijk verdeeld is, neemt het aandeel vrouwen ook in deze sector al jaren gestaag toe. Een evenwichtig personeelsbestand wordt gezien als een meerwaarde voor de school als organisatie, maar ook voor de leerlingen. In dat licht is het interessant om te kijken wat het aandeel is van de mannen onder de gediplomeerden van de verschillende lerarenopleidingen. Figuur 5: Percentage gediplomeerde mannen per soort lerarenopleiding 2004-2008 (bron: hbo-raad, bewerkt door sbo) 60 2004
2005
2006
2007
2008
50
40
30
20
10
0
leraar bo
•
• •
•
•
leraar so
leraar vo 2e graads
leraar vo 1e graads hbo
leraar vo 1e graads ulo
Het basisonderwijs is een sector waarbinnen mannelijke werknemers sterk ondervertegenwoordigd zijn. Het aandeel van mannen onder de pabo-gediplomeerden lijkt op de korte termijn weinig soelaas te bieden. De laatste jaren is iets meer dan 1 op de 10 afgestudeerden van de pabo man; In 2004 was het aandeel mannen onder de gediplomeerden voor de opleiding voor het speciaal onderwijs nog bijna 16 procent, in 2008 was dit teruggelopen tot iets meer dan 1 op de 10; Hoewel op dit moment het aantal mannen en vrouwen in het voortgezet onderwijs nog redelijk evenwichtig is verdeeld, loopt het aandeel mannelijke afstudeerders bij de grootste leverancier voor vo-docenten, de tweedegraadsopleiding, gestaag terug. In 2004 was het aandeel mannen onder de gediplomeerden nog 40 procent, maar in 2008 was dit teruggelopen tot iets meer dan 36 procent; Mannen vormden tussen 2004 en 2008 al minimaal de helft van het aantal afgestudeerden aan de eerstegraads hbo-opleiding, maar hun aandeel is in deze periode wèl gestaag toegenomen tot ruim 56 procent van de gediplomeerden in 2008. In dat jaar studeerden iets minder dan duizend studenten af aan dit type lerarenopleiding; Binnen de universitaire lerarenopleidingen schommelde het aandeel mannen onder de gediplomeerden tussen 2004 en 2008 rond de 40 procent. In 2008 studeerden aan de universitaire lerarenopleidingen in totaal iets minder dan 600 mannen en vrouwen af.
Deze en meer gegevens zijn te vinden op www.stamos.nl
pagina 5 van 6
6. Aandeel allochtonen onder de gediplomeerden aan de lerarenopleidingen Behalve aandacht voor de man-/vrouwverhoudingen binnen het onderwijs, moet voor een evenwichtig personeelsbestand ook gekeken worden naar het aandeel allochtone medewerkers op scholen. Om ook op dit gebied een divers personeelsbestand te bewerkstelligen, zou ook het aandeel van allochtone personen onder de gediplomeerden voldoende groot moeten zijn. Hieronder wordt gekeken naar het aandeel van de allochtone studenten onder het totaal aantal personen dat een lesbevoegdheid haalde in de periode 2004-2008. Figuur 6: Percentage gediplomeerde mannen per soort lerarenopleiding 2004-2008 (bron: hbo-raad, bewerkt door sbo) 14
2004
2005
2006
2007
2008
12 10 8 6 4 2 0 leraar bo
leraar so
leraar vo leraar vo (2e graads (1e graads hbo) hbo)
niet-westers allochtoon
•
•
•
•
•
•
leraar bo
leraar so
leraar vo (2e graads hbo)
leraar vo (1e graads hbo)
westers allochtoon
Zowel de westerse als de niet-westerse allochtonen zijn binnen de lerarenopleiding het best vertegenwoordigd bij de tweedegraads opleidingen. Het aandeel van beide allochtone groepen onder de gediplomeerden aan de tweedegraads opleidingen lag rond de 10 procent; Binnen het speciaal onderwijs zijn de niet-westerse allochtonen het minst vertegenwoordigd onder de afstudeerders. Hun aandeel schommelt rond de 2 procent en groeide in 2008 tot 2,7 procent van het totaal aantal gediplomeerden. Het percentage westers allochtone studenten onder de gediplomeerden voor het speciaal onderwijs ligt ongeveer twee keer zo hoog als de niet-westers allochtonen. In 2008 vormde deze groep bijna 6 procent van alle gediplomeerden van dit type lerarenopleiding; Onder de mensen die in de periode 2004-2008 hun bevoegdheid haalden om les te geven in het basisonderwijs, was het aandeel westerse en niet-westerse allochtonen ongeveer even groot, steeds rond de 4 à 5 procent van het totaal aantal afgestudeerden; Bij de eerstegraads hbo-opleidingen ligt het aandeel westers allochtone gediplomeerden door de jaren heen hoger dan het aandeel niet-westers allochtone afstudeerders. Tegelijkertijd lijkt het aandeel westers allochtonen met wat schommelingen terug te lopen, maar neemt het aandeel niet-westerse allochtonen bij deze opleiding tussen 2005 en 2008 gestaag toe. In 2008 was het aandeel niet-westerse allochtone studenten onder de gediplomeerden 4,6 procent en het aandeel westerse allochtonen 6,5 procent; Bij de universitaire lerarenopleidingen wordt geen onderscheid gemaakt naar westers en nietwesters allochtoon, maar naar Nederlandse en niet-Nederlandse studenten. In de jaren 20042008 varieerde het aandeel van de niet-Nederlanders onder de gediplomeerden van 3,5 tot 6 procent.
Deze en meer gegevens zijn te vinden op www.stamos.nl
pagina 6 van 6