Thema: Leerlingen/studentenaantallen Onderwerp: Ontwikkeling aantal leerlingen Sectoren: Basisonderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen tussen 2010 en 2014 juist toegenomen. Het aantal leerlingen nam onder andere toe in de provincies Drenthe en Utrecht. Uit een prognose van het aantal leerlingen blijkt echter dat het aantal leerlingen de komende jaren in beide sectoren zal dalen. Daling aantal leerlingen basisonderwijs. Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-20131 (index: 2009 = 100) 106
106
104
104
102
102
100
100
98
98
96
96
94
94
92
92
90
90 2009
1
Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2014-2019 (index: 2014 = 100)
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Basisonderwijs
Basisonderwijs
Voortgezet onderwijs
Voortgezet onderwijs
2019
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2009 en 2013 met bijna 5% afgenomen. In 2009 waren er 1.547.800 leerlingen in het basisonderwijs, in 2013 is dit aantal gedaald tot 1.476.500. De daling van het aantal leerlingen in de periode 2009-2013 zal volgens de prognose tussen 2014 en 2019 doorzetten. Tussen 20142019 daalt het aantal leerlingen in het basisonderwijs met ruim 4%, van ongeveer 1.457.300 leerlingen in 2014 naar ongeveer 1.393.000 leerlingen in 2019. Daarentegen is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs tussen 2009 en 2013 met ruim 4% toegenomen. Waren er in 2009 nog 902.000 leerlingen in het voorgezet onderwijs, in 2013 is dit aantal toegenomen tot 940.400. Nadat het aantal leerlingen in de periode 2009-2013 is gestegen, geeft de prognose aan dat deze groei na 2015 niet wordt doorgezet. Tussen 2014-2019 daalt het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs naar verwachting met bijna 4%.
Bron: Kerncijfers 2009 - 2013, Ministerie van OCW
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.
Thema: Leerlingen/studentenaantallen Onderwerp: Ontwikkeling aantal leerlingen Sectoren: Basisonderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Grootste daling leerlingen basisonderwijs in Limburg Figuur 3: Ontwikkeling aantal leerlingen basisonderwijs per provincie 2010-2014 Nederland
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg -12%
-10%
-8%
-6%
-4%
-2%
0%
Een groot deel van de leerlingen in het basisonderwijs krijgt les in de provincie ZuidHolland, Noord-Holland of Noord-Brabant. In deze provincies volgen in 2014 respectievelijk 314.000, 235.000 en 209.000 leerlingen onderwijs. Daartegenover staat dat Zeeland (31.000), Flevoland (42.000) en de noordelijke provincies elk relatief kleine provincies zijn als het gaat om leerlingaantallen. In de provincie Limburg is het aantal leerlingen in het basisonderwijs tussen 2010 en 2014 het meest sterk gedaald (-11%). In 2010 waren er bijna 88.000 leerlingen in deze provincie; in 2014 is dit aantal gedaald tot ruim 78.000 leerlingen. In Gelderland is er in absolute aantallen sprake van de grootste daling. In 2010 waren er ruim 192.000 leerlingen in Gelderland. Dit aantal daalde met bijna 15.000 tot ruim 177.000 in 2014. De krimp is tussen 2010 en 2014 het minst sterk zichtbaar in de Randstad.
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.
Thema: Leerlingen/studentenaantallen Onderwerp: Ontwikkeling aantal leerlingen Sectoren: Basisonderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Krimp in Zeeland en Limburg, groei in andere provincies in het voortgezet onderwijs Figuur 4: Ontwikkeling aantal leerlingen voortgezet onderwijs per provincie 2010-2014 Nederland
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg -4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
Leerlingen in het voortgezet onderwijs volgen relatief vaak onderwijs in de provincie Zuid-Holland (208.000 leerlingen in 2014). Hierna volgt Noord-Holland, waar het aantal leerlingen tussen 2010 en 2014 met bijna 12.000 is toegenomen, tot 159.000 leerlingen in 2014. Drenthe (28.000), Flevoland (26.000) en Zeeland (21.000) zijn elk relatief kleine provincies als het gaat om leerlingaantallen. In alle provincies van Nederland, met uitzondering van Zeeland en Limburg, is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs tussen 2010 en 2014 toegenomen. De stijging van het aantal leerlingen is relatief het grootst in de provincies Drenthe (9%), Utrecht (8,5%) en Noord-Holland (8%). In Zeeland is er sprake van een daling van ongeveer 1%, in Limburg is er een daling van meer dan 2%.
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.
Thema: Leerlingen/studentenaantallen Onderwerp: Ontwikkeling aantal leerlingen Sectoren: Basisonderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Toename aantal leerlingen op samenwerkingsscholen Figuur 5: Ontwikkeling aantal leerlingen naar denominatie in het basisonderwijs (links) en voortgezet onderwijs (rechts) 2010-2014 (index: 2010 = 100)
106
112
104
110
102
108
100
106
98
104
96
102
94
100
92
98
90
96
88 2010
2011
openbaar
2012
2013
2014
94
niet-openbaar
samenwerking
2010
2011
openbaar
2012
2013
2014
niet-openbaar
samenwerking
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs dat les krijgt op een samenwerkingsschool in denominatie-overstijgende vorm is de afgelopen jaren toegenomen (4%). In 2010 kregen ruim 16.000 leerlingen in het basisonderwijs les op een dergelijke school; in 2014 is dit aantal toegenomen tot bijna 17.000. Het aandeel leerlingen op een openbare en niet-openbare school daalde met respectievelijk 28.000 (6%) en 50.000 leerlingen (5%). Ondanks deze daling steeg het aantal leerlingen op Reformatorische scholen (34%) en Islamitische scholen (22%) wel ruim. In het voortgezet onderwijs is sprake van een stijging binnen alle drie de denominaties. Net als in het basisonderwijs heeft op de samenwerkingsscholen in denominatie-overstijgende vorm de grootste stijging plaatsgevonden (10%). In 2010 kregen ruim 112.000 leerlingen les op een samenwerkingsschool, in 2014 is dit aantal toegenomen tot ruim 123.000. Het aantal leerlingen op niet-openbare scholen groeide in dezelfde periode met 3,5%, van ruim 587.000 in 2010 naar bijna 608.000 in 2014. Het aantal leerlingen op een openbare school is met bijna 5% gestegen, van 248.000 leerlingen in 2010 naar 260.000 leerlingen in 2014. Het aantal leerlingen op Antroposofische scholen nam in deze periode relatief het meest toe (24%).
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.
Thema: Leerlingen/studentenaantallen Onderwerp: Ontwikkeling aantal leerlingen Sectoren: Basisonderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Afname aandeel gewichtenleerlingen basisonderwijs Figuur 6: Ontwikkeling aandeel gewichtenleerlingen basisonderwijs 2010-2014 (in %). 100% 98% 96% 94% 92% 90% 88% 86% 84% 82% 80% 2010
2011 geen gewicht
2012 0.30
2013
2014
1.20
De gewichtenregeling in het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld een basisschool krijgt om onderwijsachterstanden weg te werken2. Dit gebeurt op basis van het opleidingsniveau van de ouders en het postcodegebied van de school. Het opleidingsniveau van de ouders bepaalt het gewicht dat de school toekent aan een leerling. Heeft een leerling het gewicht 0,3 of 1,2, dan krijgt de school extra geld. Meer informatie over deze regeling is te vinden op stamos.nl. Het aandeel gewichtenleerlingen is de afgelopen jaren afgenomen. In 2010 is aan 12,8% van de leerlingen in het basisonderwijs een gewicht toegekend, in 2014 is dit afgenomen tot 10,1%. Het aandeel leerlingen met het gewicht 1.20 is gedaald van 5,5% in 2010 naar 4,7% in 2014. Het aandeel leerlingen met het gewicht 0.30 daalde in deze periode sterker, van 7,3% in 2010 naar 5,4% in 2014.
2
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/taalachterstand/vraag-en-antwoord/wat-is-degewichtenregeling-in-het-basisonderwijs
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.