Thema: Lerarenopleiding Onderwerp: Ontwikkeling instroom Sectoren: Opleidingen basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Het aantal studenten dat start met een opleiding tot leraar basisonderwijs, leraar speciaal onderwijs of leraar voortgezet onderwijs is tussen 2010 en 2014 afgenomen. Bij de tweedegraads en eerstegraads hbo-lerarenopleidingen zijn er wel verschillen waarneembaar tussen de verschillende clusters. Voor de tweedegraads lerarenopleidingen geldt bijvoorbeeld dat de instroom tussen 2010 en 2014 is toegenomen bij het exacte vakkencluster. Bij de eerstegraads hbolerarenopleidingen zijn in deze periode de clusters maatschappij en lichamelijke opvoeding minder populair geworden. Bijna alle lerarenopleidingen hebben te maken met beperkte diversiteit: het merendeel van de instromende studenten is vrouw. Alleen bij de eerstegraads hbolerarenopleidingen stromen meer mannen dan vrouwen in. Ook starten vooral autochtone studenten met een lerarenopleiding.
Aantal instromende studenten tussen 2010 – 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 – 2014.1 10.000 9.000
2010
8.000
2011
7.000
2012
6.000
2013
5.000
2014
4.000 3.000 2.000 1.000 BO
SO
VO 2e graad
VO 1e graad (hbo)
VO 1e graad (ulo)
Het aantal studenten dat start met een lerarenopleiding voor het basisonderwijs of speciaal onderwijs is tussen 2010 en 2014 teruggelopen. Bij de lerarenopleiding basisonderwijs daalde de instroom tussen 2010 en 2014 in totaal met 17 procent, tot 7.581 studenten in 2014. Wel is er tussen 2012 en 2014 weer een toename te zien (9 procent). Bij de lerarenopleiding speciaal onderwijs is tussen 2010 en 2014 sprake van een daling van 28 procent. In 2014 zijn 1.963 studenten met deze opleiding gestart. Ook voor de tweede- en eerstegraads lerarenopleidingen voortgezet onderwijs geldt dat de instroom in 2014, ten opzichte van 2010, is afgenomen. De instroom daalde voor de tweedegraads lerarenopleidingen met 6 procent, terwijl het aantal instromende eerstegraads hbo-studenten met 12 procent daalt. In 2014 zijn 7.265 studenten gestart met een opleiding tot tweedegraads leraar VO; 1.850 studenten zijn datzelfde jaar gestart met een opleiding tot eerstegraads leraar VO.
1
De jaren hebben betrekking op studiejaren. Het jaar 2012 heeft bijvoorbeeld betrekking op het studiejaar 2012/2013. Voor het meest recente studiejaar geldt dat het aantal instromende studenten tot en met 1 oktober is geteld. Alle studenten die na 1 oktober instromen, worden pas een jaar later verrekend. Dit verklaart de ‘dip’ in de instroom aan de ulo in het meest recente jaar.
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.
Thema: Lerarenopleiding Onderwerp: Ontwikkeling instroom Sectoren: Opleidingen basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Kunstvakken trekken minder studenten. Figuur 2: Ontwikkeling instroom per vakkencluster, tweedegraads lerarenopleidingen (2010 is het indexjaar).
130 2e graads exact
120 110
2e graads kunst
100
2e graads maatschappij
90
2e graads talen
80 2e graads beroepsgericht
70
2e graads overig
60 2010
2011
2012
2013
2014
De kunstvakken zijn tussen 2010 en 2014 minder populair geworden. In 2010 zijn 955
studenten gestart met een tweedegraads lerarenopleiding in deze richting. In 2014 zijn dit er 755. Dat is ruim 10 procent van alle studenten die in dit jaar zijn gestart met een tweedegraads lerarenopleiding. Beroepsgerichte vakken en vakken in het cluster maatschappij zijn eveneens minder populair geworden. Deze vakken zijn goed voor respectievelijk 4 (273 studenten) en 28 procent (2.053 studenten) van de instroom in 2014. De instroomcijfers laten zien dat binnen het beroepsgerichte cluster in 2014 37 studenten minder zijn ingestroomd dan in 2010. Bij de maatschappij vakken is het aantal studenten tussen 2010 en 2014 met 12 procent afgenomen. In 2014 stroomden er in dit cluster 269 studenten minder in dan in 2010. Exacte vakken zijn daarentegen juist steeds meer in trek. Op dit moment kiest 17 procent (1.227 studenten) van de instromende studenten voor een exact vak. Ten opzichte van 2010 is de instroom met 6 procent toegenomen, terwijl er tussen 2010 en 2011 nog sprake was van een daling van 11 procent.
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.
Thema: Lerarenopleiding Onderwerp: Ontwikkeling instroom Sectoren: Opleidingen basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Lichamelijke opvoeding minder populair. Figuur 3: Ontwikkeling instroom per vakkencluster, eerstegraads hbo-lerarenopleidingen (2010 is het indexjaar). 140 130 1e graads exact
120
1e graads kunst
110
1e graads maatschappij 100 1e graads talen 90 1e graads lichamelijk opvoeding
80 70 60 2010
2011
2012
2013
2014
In relatieve aantallen is het aantal studenten dat start met een eerstegraads hbolerarenopleiding in het cluster kunst sinds 2010 het sterkst gegroeid. In absolute aantallen valt dit echter mee: van 100 instromende studenten in 2010 naar 128 in 2014. In 2014 is de instroom in dit cluster goed voor 7 procent van de totale instroom in de eerstegraads hbolerarenopleidingen. Het aantal nieuwe studenten binnen het vakkencluster lichamelijke opvoeding laat tussen 2010 en 2014 een daling zien van bijna 17 procent. In 2010 zijn 1.325 studenten gestart met deze opleiding, in 2014 is dit aantal teruggelopen tot 1.103. Startende studenten binnen dit cluster zijn goed voor bijna 60 procent van alle instroom in de eerstegraads hbo-lerarenopleidingen. De instroom van studenten in de vakkenclusters maatschappij en talen blijft eveneens achter op het basisjaar 2010. Binnen het vakkencluster maatschappij is er tussen 2010 en 2014 sprake van een daling van meer dan 17 procent. Binnen het vakkencluster talen is er sprake van een daling van ruim 12 procent ten opzichte van 2010. Ondanks deze daling is het aandeel van alle instroom in de eerstegraads hbo-lerarenopleidingen met 12 procent gelijk gebleven.
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.
Thema: Lerarenopleiding Onderwerp: Ontwikkeling instroom Sectoren: Opleidingen basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Instromende studenten zijn voornamelijk vrouw en autochtoon. Figuur 4: Ontwikkeling diversiteit lerarenopleidingen. 100% 90%
2010 2014
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
De samenstelling van de instromende studenten is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd:
het grootste deel van de instromende studenten is autochtoon en vrouw. Bij de lerarenopleiding speciaal onderwijs is in 2014 maar liefst 90 procent van de instroom
autochtoon. Daarnaast is 90 procent van de instromende studenten vrouw. Deze verhouding is min of meer gelijk aan de situatie in 2010. Wel is het aantal niet westerse-allochtonen gestegen van 3 procent in 2010 tot 5 procent in 2014. Bij de lerarenopleiding basisonderwijs zijn de verhoudingen vergelijkbaar: bijna 87 procent van de instromende studenten is autochtoon; het aandeel instromende niet-westerse allochtonen ligt rond de 8 procent. Het aandeel instromende vrouwen bij de lerarenopleiding basisonderwijs is, ondanks een ruime meerderheid, de afgelopen jaren gedaald, van 81 procent in 2010 naar 77 procent in 2014. Het aandeel autochtone studenten dat start met een tweedegraads lerarenopleiding is in 2014 lager dan het aandeel bij de lerarenopleidingen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs en de eerstegraads lerarenopleidingen voortgezet onderwijs, maar nog altijd bijna 76 procent. In datzelfde jaar is 16 procent van de tweedegraads instromende studenten niet-westers allochtoon en 8 procent westers allochtoon. Het aandeel autochtone studenten dat instroomt in een eerstegraads hbo-lerarenopleiding is in de periode 2010-2014 licht gedaald van 88 naar 86 procent. Het aantal autochtone studenten dat start aan de ulo is in diezelfde periode licht gestegen, van 96 procent in 2010 naar 98 procent in 2014. Voor bijna alle lerarenopleidingen geldt dat er meer vrouwen dan mannen instromen, met uitzondering van de eerstegraads hbo-lerarenopleidingen. Hier is 39 procent van de instromende studenten in 2014 vrouw. Bij de ulo gaat de man-vrouw verhouding redelijk gelijk op: in 2014 is 61 procent vrouw. Ditzelfde geldt voor de tweedegraads lerarenopleiding voortgezet onderwijs: in 2014 is 58 procent vrouw.
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.
Thema: Lerarenopleiding Onderwerp: Ontwikkeling instroom Sectoren: Opleidingen basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs Datum: Oktober 2015
Aantal instromende voltijdstudenten lerarenopleidingen basisonderwijs neemt toe. Figuur 1: Ontwikkeling voltijd (in %) instroom lerarenopleidingen 2010 – 2014. 100% 90% 80% 70% 2010
60%
2011
50%
2012
40%
2013
30%
2014
20% 10% 0% BO
SO
VO 2e graad
VO 1e graad (hbo)
VO 1e graad (ulo)
Het aantal studenten dat start met een lerarenopleiding voor het basisonderwijs of speciaal onderwijs en daarbij kiest voor de voltijd-variant, is tussen 2010 en 2014 toegenomen. Bij de lerarenopleiding basisonderwijs steeg de voltijd-instroom tussen 2010 en 2014 van ruim 79 procent van alle instroom in 2010 naar bijna 87 procent in 2014. Bij de lerarenopleiding speciaal onderwijs is sprake van een stijging van ruim 8 procent in 2010, naar bijna 13 procent in 2014. Deze opleiding wordt overwegend in deeltijd gevolgd. Ook voor de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs tweedegraads en de ulo geldt dat meer studenten kiezen voor de voltijd-variant. De instroom in de voltijd-variant stijgt voor tweedegraads lerarenopleidingen van 65 procent van alle instroom in 2010 naar 72 procent in 2014 en voor de ulo van 82 procent in 2010 naar 87 procent in 2014. Het aandeel studenten dat start met een voltijd eerstegraads hbo-lerarenopleiding voortgezet onderwijs is daarentegen gedaald van 63 procent van de instroom in 2010 naar 60 procent in 2014. In 2014 zijn 5.200 studenten gestart met een voltijd opleiding tot tweedegraads leraar VO; datzelfde jaar zijn 1.092 studenten gestart met een voltijd opleiding tot eerstegraads hbo leraar VO en 741 studenten met een voltijd ulo-opleiding.
Alle gegevens zijn afkomstig van stamos.nl, tenzij anders vermeld.