Fietsen doe je met je hoofd, trappen met je benen. Persoonlijke belevenissen van Parijs Brest Parijs 2011. Op zondagmiddag 21 augustus was de start van Parijs Brest Parijs. Een afstand van 1230 km, 9000 hoogtemeters en met 5000 deelnemers uit de hele wereld. De tocht werd voor het eerst in 1891 georganiseerd en de eerste winnaar reed hem uit in 71 uur en 22 minuten. Het is de oudste tocht die nu nog steeds wordt verreden.
Ongeveer 20 jaar geleden reed ik met mijn zwager Jaap een cyclosportive tocht van 200 km in de Franse Cevennen. In het groepje fransen waar wij meereden, was er een die Parijs Brest Parijs had gefietst en dat sprak tot mijn verbeelding. Zes jaar geleden las ik een verslag van een Stadion renner die de tocht had gereden. Vorig jaar had ik me voorgenomen om in 2011 zelf mee te doen. Om mee te mogen doen moet je eerst vier brevetten van 200, 300, 400 en 600 km rijden. Vorig jaar had ik deze brevetten al gereden, maar het bleek dat je daarmee alleen voorrang kreeg op de inschrijving. Dat betekende dat ik ze dit voorjaar opnieuw moest rijden. Deze brevet reeksen worden door randonneurs verenigingen op 4 plaatsen in Nederland georganiseerd en gemiddeld zijn er zo’n 50 deelnemers (hoewel het aantal deelnemers meestal iets minder wordt, naarmate de afstand toeneemt). Het rijden van de brevetten is een verplichting, maar ook een goede voorbereiding. Met name geestelijk, als je na 30 km bedenkt dat je nog 570 km het te gaan en het begint te regenen… Ook is het een goede training om krachten te leren te verdelen, want als na 300 km al het licht uit gaat, kan het nog een hele lange zit worden. Dit jaar reed ik bij de meeste brevetten de eerste helft met een peloton mee en de tweede helft, als het tempo inzakte ,of als de rustpauzes te lang werden ging ik er alleen of samen met een ander vandoor. Bij de laatste tocht van 600 km bleef de groep van 10 man, na 250 km in de heuvels van Munsterland achter en reed ik met een Groningse student door. Hoewel je niet veel mogelijkheid hebt om te praten (kop over kop) vertelde deze jongen mij dat hij vorig jaar 8100 km had gereden in een maand. Elke dag 13 keer hetzelfde rondjes van 23 km en dat 27 dagen lang. Zulke idioten doen dus mee dacht ik bij mezelf, maar het zijn wel doorzetters. Zaterdagmiddag 20 augustus reed ik met de Thalys naar Parijs en was nog net op tijd om mijn fiets te laten keuren en de stempelkaart in ontvangst te nemen. Ik had me ingeschreven voor de snelste groep, met een tijdslimiet van 80 uur en deze groep startte zondagmiddag om 16.00 uur als eerste. Zaterdagavond dacht ik lekker te kunnen slapen, maar ik kreeg last van migraine en sliep slecht. Met aspirines de nacht doorgekomen en
Persoonlijk verslag Parijs Brest Parijs 2011
1
’s ochtend had ik weinig eetlust. Shit, hou je met alles rekening, maar niet dat je koppijn krijgt vlak voor vertrek. Gelukkig heb ik in de ochtend nog weer geslapen en toen ik om 13.00 opstond, was de hoofdpijn aardig gezakt en kreeg ik weer goeie moed dat ik de komende 3 uur verder zou herstellen. Om 14.30 uur reed ik met een grote rugzak met alle bagage naar de startplek. De rugzak kon ik bij de startplek achterlaten, maar een aantal rijders dachten dat ik met deze rugzak de hele tocht ging fietsten, getuige de opmerkingen, “wow you have got a lot of stuff with you”. Om 15.00 uur, ruim op tijd dacht ik ging ik naar de verzamelplek, maar daar waren al ruim 1000 mensen aanwezig. Er wordt in groepen van 400 om het half uur gestart, om de menigte een beetje te spreiden. Het wachten in de brandende zon (33 graden) was echter niet zo aangenaam, dus toen ik een mogelijkheid zag, ben ik naar het voorste groepje geslopen, zodat ik met de eerste groep om 16.00 kon vertrekken. Je leest diverse verhalen van mensen die zich in het begin over de kop rijden en dat vaak later moeten bekopen, maar daar leek niemand zich wat van aan te trekken. Met 40 tot soms 50 per uur werd er hard gereden. Gelukkig waren de kruisingen afgezet en ook voor de stoplichten hoefden we niet te stoppen. De eerste post was na 140 km en na een paar uur, dunde de groep langzaam een beetje uit. Vooral in de langere klimmetjes raakten we mensen kwijt. Iemand naast me, reed met prachtig carbon voorwiel, maar raakte een fietser voor hem. Naast gekraak, veel gevloek, maar niemand stopte. Na 80 km waren mijn 2 bidons volledig leeg e ik kreeg steeds meer dorst. Na een paar dorpjes te zijn gepasseerd, zonder dorpspomp, bij een restaurantje gestopt. Er waren er meer die dorst hadden bleek, dus na het vullen reden we met 4 man weer terug naar de grote groep. Dan moet je ineens zelf hard werken en het is verbazingwekkend hoe snel je een achterstand oploopt, oftewel hoe lang het duurt voordat je de aansluiting weer hebt gevonden. Net toen we de groep in het vizier kregen, verloor ik echter mijn Garmin navigatie. Shit, voorzichtig stoppen om geen ongelukken te veroorzaken en dan zoeken in de berm. Even overwoog ik nog om door te rijden, maar zonder navigatie is de kans toch groot dat je later in het donker ergens verdwaalt. Gelukkig Garmin gevonden en weer de achtervolging ingezet. Uiteindelijk na een half uur de groep weer achterop gereden, maar ik vroeg me af of (of beter gezegd wanneer) ik deze inspanning zou moeten bekopen. De eerste 300 km liepen verder voorspoedig en werden in 10 uur afgelegd, inclusief twee stops voor stempelen, bidons bijvullen en eten (kopen). Zeven uur na de start werd het donker en leek de rust een beetje in de groep te zijn gekomen. Met een toch nog redelijk groep van zo’n 30 man werd er door de nacht gereden, maar ik zat lekker in de bus. Op eerdere tochten kreeg ik in de vroege ochtend nog wel eens last van slaperigheid, maar dat viel nu erg mee. Misschien de adrenaline? Het lijkt misschien oersaai uren op de fiets, maar op de een of andere manier ben je zeer intensief bezig, om de bordjes van de andere leeg te eten. Proberen jezelf zoveel mogelijk te sparen, maar toch de vaart erin te
Persoonlijk verslag Parijs Brest Parijs 2011
2
houden. Zal ik nu wat eten of toch nog even wachten. Hoe ver is het naar de volgden post, zou ik binnen 24 uur in Brest zijn? Mijn strategie was simpel, eerst zorgen dat je zo snel mogelijk in Brest komt, daarna maar kijken hoe je weer thuiskomt. Het weer was redelijk. In de ochtend begon het te regenen, en ik had me al ingesteld op regen tot Brest. In Brest regende het inderdaad ook, maar tussendoor was het toch nog uren droog geweest. De groepjes werden steeds kleiner. Vaak vertrok ik alleen vanaf een stempelpost, onderweg pikte je dan mensen en soms groepjes op. Als ik het idee had dat deze een goed tempo hadden, dan sloot ik me aan. Vaak werd er kop over kop gereden, maar sommige leken altijd op kop te willen rijden, terwijl andere zicht juist steeds drukte. Vooral Franse rijders en Italiaanse rijders waren wieltjesplakkers. De Duitsers reden als groep goed georganiseerd en wilden daar ook geen andere rijders tussen. De Zweden en Denen reden vaak een goed tempo en schuwde het kopwerk niet. Nederlanders kwam ik weinig tegen. Een man herkende ik van een brevet tocht, met hem had ik een 300 km en 600 km brevet tocht gereden en ik wist dat hij goed kon rijden. Hij had ook al meerdere keren meegedaan en zijn beste tijd was 63 uur. Ik rekende op een tijd tussen de 60 en 70 uur. Op maandag rond 15.00 uur kwam ik in Brest aan, binnen de 24 uur die mezelf als streefwaarde had opgelegd. Na een korte pauze en een warme maaltijd, ging ik alleen op weg terug naar Parijs. Ik was benieuwd wanneer het tempo zou inzakken of de slaap zou opkomen. Maandagavond na 770 km non stop te hebben gefietst, voelde ik me nog steeds niet slaperig, maar al wel behoorlijk vermoeid. Het frisse was eraf en er waren steeds minder rijders met wie ik een groepje kon vormen. Wat wel motiveerde was het aanzicht van alle mensen die je tegemoet reden, die waren immers nog op weg naar Brest. Honderden wielrijders tandems, ligfietsen, oude mannen, jonge vrouwen een heel gemêleerd gezelschap. Het was een prachtige avond en ik genoot van de omgeving en de zonsondergang. Toen betrok de lucht plotseling en werd het angstaanjagend donker en windstil. De bekende stilte voor de storm. Niet veel later brak er een geweldig onweer los. Net voordat ook de regen losbarstte zag ik een boerenschuur, waar een paar rijders stonden te schuilen. Het was o.a. een groep Spanjaarden, die nog naar Brest moesten. Het was een heel aparte sfeer om daar te schuilen met mensen vanuit de hele wereld, lichtflitsen en donders en natuurlijk al ruim 30 uur op de fiets. Het onweer was na een half uur over, maar het bleef maar doorregenen. Toen ik een paar wielrijders zag passeren op weg naar Parijs dacht ik, hup er achteraan. Snel vond ik de aansluiting, maar het was linke soep. Felle tegenlichten (sommige 3 lichten boven elkaar (een op de naaf, een op het stuur en een op de helm) die recht in je gezicht schijnen, hevige regen en dan snel afdalen om de aansluiting niet te missen… Toen ik in mijn ooghoek, pizzeria/hotel zag, besloot ik om te stoppen. Er bleek een kamer vrij en binnen was het rustig. Er zat een Italiaan pizza te eten met een biertje. La meme chose pour moi svp ! Nog nooit zo genoten van mijn pizza en biertje, met het vooruitzicht op een heerlijke douche en bedje. Later kwam er nog een Fransman aanschuiven. Helemaal een goed gevoel was dat zij nog op weg naar Brest waren en ik nog maar 460 km hoefde. Mijn kamer keek uit op de weg waar een continue stroom van wielrenners passeerde in de stromende regen op weg naar Brest. Ik zou kostbare uren verliezen, maar ik hield mezelf voor dat er toch ook genoten moest worden.
Persoonlijk verslag Parijs Brest Parijs 2011
3
Om 5 uur ’s ochtends stond ik op. De eigenaar van het hotel was de hele nacht opgebleven om fietsers te ontvangen en was erg behulpzaam. In het donker reed ik weer op weg naar Parijs. Het was inmiddels droog , 16 graden en ik voelde me goed uitgerust en heb in gedachten nog lang nagenoten van mijn stop. In de loop van de ochtend reed een groep Franse renners achterop bij wie ik me aansloot. We passeerden ook nog een Engelse, die zich aan de groep klampte. Hij was volgens mij slaapdronken en slingerde nogal over de weg. Iedereen was dan ook opgelucht toen hij na verloop weer uit de groep werd gelost. Bij een stop sprak ik een andere Engelsman die moeilijk liep, maar wel in fietskleren was gestoken. Het bleek een handbiker, die net was aangekomen en moest opgeven. Hij verwachte de volgende post niet meer op tijd te halen. De vele klimmetjes waren hem fataal geworden. Ja en zo gleed de tijd en de kilometers weg. In de klimmetjes zakte het tempo naar 15 tot 19 km/u, maar op het vlakke reed ik iets boven de 30. Het zijn met name de stops die het gemiddelde omlaag halen. Je rust er eigenlijk ook niet echt van uit. Het vreemde is echter dat je op elk traject, heel erg gefocust bent op het halen van de volgende stop (in totaal zijn er ongeveer 15 stops), maar zodra je er bent probeer je weer zo snel mogelijk weg te komen. In de middag kwam ik een Deense wielrenner tegen en uiteindelijk hebben we de rest van de tocht samen uitgereden. Na elke post reden we eerst met zijn tweeën, maar na verloop van tijd werd de groep steeds groter doordat de mensen die we “opveegden” zich aansloten. Ik bedacht me dat iedereen de we nu tegen kwamen ongeveer hetzelfde niveau zou moeten hebben, omdat ze anders of ver voor of ver achter zouden moeten zijn. Dat bleek ook wel redelijk het geval, hoewel we de laatste 200 km nog veel mensen passeerden die niet meer aan konden haken. Ik was trouwens zelf ook af en toe blij dat ik het wiel kon houden want die Deen reed een stevig tempo. Er werd voor mijn gevoel steeds weer harder gereden met “de handen in de beugels” en snelheden op het vlakke van tegen de 40. Het leek wel alsof er jacht werd gemaakt op de voorliggers. Zodra er iemand, soms als klein stipje, in het vizier kwam, ging de snelheid iets omhoog, om de prooi te grijpen. Als we dan vlakbij waren, werd er even ingehouden om de prooi te laten spartellen. Dan was het “erop en erover” en werd de prooi verslonden. Misschien kwam het door het slaapgebrek of was het de verveling, maar zo ervoer ik de laatste 200 km, waarop ook niemand meer aanhaakte. De laatste loodjes wegen het zwaarst zegt men, ik zeg de laatste km doen het meeste pijn. Mijn kont was inmiddels geheel ontvelt en ik kon bijna wel janken van de pijn. Vooral het eerste halfuur na een stop deed het vreselijk zeer, maar na verloop van tijd verdoofde de pijn. Je voelde ook wel je knieën, je nek, je achillespees, je voeten en de handen (never a dull moment), maar dat is een ander soort pijn dan “rauw vlees”. Na de laatste post was het nog maar 65 km naar de finish en we konden dat voor dinsdagmiddernacht halen. Ik verwachte vooraf in de loop van woensdag te finishen. Toch was dat laatste deel geestelijk nog erg zwaar., Je denkt, nog maar een klein stukje, maar anderzijds ruim 2 uur op de fiets pijn lijden. Op de een of andere manier moest ik steeds de neiging onderdrukken, om te stoppen. Als ik stop is de pijn over, maar wat dan…. Maar goed een bordje de laatste 15 km, dan de laatste 10 km en tenslotte de laatste 5. Pas toen had ik zoiets van: die is binnen. Rond 23.30 kwamen we over de streep, 55 uur en 23 minuten onderweg.
Persoonlijk verslag Parijs Brest Parijs 2011
4
We konden nauwelijks meer lopen, hoewel we toch weinig km hadden gelopen. Na het inleveren van de stempelkaart naar de kantinetent gegaan ,waar we recht hadden op een gratis consumptie. In de tent was het vrij uitgestorven, hoewel de snelste rijders al bijna 10 uur binnen waren. (Dat zijn de mannen die niet slapen en echt kunnen fietsen). In de tent ontmoete ik een Ierse en Noorse jongen die ik ook in Brest had gezien. Zij waren ook samen opgereden en met zijn vieren hebben we nog een rondje bier gedaan en elkaars belevenissen aangehoord. Ik zei nog: " jammer he, dat het nu is afgelopen", maar daar dachten ze toch heel anders over. Vreemd eigenlijk dat je je op iets verheugd en vervolgens blij bent dat het achter de rug is. In de sportzaal lagen wat gymmatten en daar ben ik na het douchen met een voldaan gevoel gaan slapen. De volgende ochtend vroeg naar het centrum van Parijs gereisd en daar een hotelletje genomen en mijn fiets en bagage afgeleverd. Heerlijk op een terrasje in de zon, een café crème en croissant. Veel honger heb je meestal niet na een lange tocht. Het was een heerlijke dag in Parijs, boek gekocht, door Parijs geslenterd, bioscoop gepakt en genoten van al het moois dat het leven te bieden heeft. Je vraagt je af, waar doe het eigenlijk voor? Het is toch een hele belevenis die je niet gauw vergeet, de sfeer de kameraadschap met mensen die niet kent maar met wie je, zonder veel te zeggen, wel een band opbouwt maakt het allemaal wel bijzonder. En dan natuurlijk de opluchting dat het weer achter de rug en dat je weer iets intenser kunt genieten van de geneugtes des levens. Wytze Schuurmans, De Bilt, 26 augustus 2011
Persoonlijk verslag Parijs Brest Parijs 2011
5