FEEDBACK COMENIUSPROJECT 2013-‐2015 ‘THE POWER OF FEEDBACK’ Wat is feedback? •
Alle informatie die ons gedrag stuurt in de richting van een bepaald doel is feedback (veel en dikwijls onbewust).
Voor onderwijs: specifieker •
Feedback is een instrument (van onderwijsmensen) om informatie over het leren van leerlingen te verzamelen via observaties en prestaties en om te zetten in zinvolle vragen en adviezen om het leren van leerlingen te bevorderen.
ESSENTIE van feedback • •
De kloof verkleinen tussen waar de leerling is (huidige resultaten) en waar hij hoort te zijn (succescriteria). Kloof tussen actuele niveau en gewenst niveau. Verminderen van het verschil tussen huidig begrip en/of gedrag en gewenst resultaat. o Feedback geeft richting o Feedback verbindt leren met evalueren o Feedback werkt als hefboom o Feedback volgt ALTIJD na instructie
Relatie feedback – evalueren • •
Feedback = evalueren OM te leren (formatief) Evaluatie = evalueren VAN het leren (summatief)
Belang van feedback: • • •
Leer-‐motivatie (zin in leren, ik wil..) Leer-‐eigenaarschap (eigen leerproces in handen nemen, door schakelen naar hogere feedbackniveaus zelfregulering) Leer-‐winst (de kloof verkleinen)
Belangrijke feedbackvragen en feedbackniveaus 3 belangrijke feedbackvragen (Where am I going? How am I doing? Where to next?): •
Feedup: waar ga ik naartoe? Focus op de leerdoelen o Transparant o Communiceren (begin van een les: wat is het doel?) o Vertrekt van huidige situatie o Wordt vertaald naar succescriteria o Zijn uitdagend
•
•
o Vragen inzet Feedback: hoe ga ik daarnaartoe? Focus op de weg daarnaartoe o Geeft informatie over waar je staat t.o.v. het leerdoel, in vergelijking met een norm, in vergelijking met jezelf (vroegere prestaties), in vergelijking met succes of falen bij delen van een taak. Feedforward: wat is de volgende stap? Focus op de progressie
4 feedbackniveaus (taak, proces, zelfregulatie, zelf): •
Taak: hoe goed is de taak uitgevoerd? o Goed/fout o Meer informatie nodig o Extra input nodig o Meer kennis opbouwen o Extra instructie nodig
De kunst bestaat erin te weten wanneer je feedback op een volgend niveau brengt: de taakkennis moet groot genoeg zijn om ruimte te krijgen om aan strategie te denken. Nieuwe dingen = taakniveau Bepaalde graad van bekwaamheid = proces niveau Hoge graad van bekwaamheid = zelfregulatie •
Proces: geeft informatie over onderliggende processen o Relaties tussen ideeën o Strategie van de leerling om fouten op te sporen o Leren van fouten o Geeft ook informatie over de relatie tussen de inzet en succes (fixed – growth mindset) o Er ontstaat diep begrip van leren wanneer de leerling de transfer kan maken naar nieuwe taken.
•
Zelfregulatie (metacognitie): hoe leerling zijn acties reguleert, monitoort en zelfevalueert o Vaardigheid om te komen tot zelfevaluatie o Leerling heeft de wil om zelf feedback te zoeken en te gebruiken o Graad van vertrouwen van de leerling in de juistheid van de antwoorden o Hoe een leerling denkt over waarom hij succes heeft of faalt (attributies) o Niveau van bekwaamheid om hulp te zoeken
•
Zelf (persoon): heeft te maken met lof, prijzen o POSITIEF: wanneer prijzen gericht is op inspanning en betrokkenheid. § Gericht op gedrag of resultaat van een taak, niet gericht op individu § Moet specifiek zijn en gericht naar vooruitgang § Alleen wanneer leerling duidelijk inspanning heeft gedaan, dus niet als de taak te gemakkelijk is.
o NEGATIEF (zelfs contraproductief!): wanneer lof de aandacht afleidt van de taak en gericht is naar de persoon § Leidt tot afhankelijkheid (leerlingen die steeds bevestiging vragen aan de leerkracht ‘ben ik goed bezig?’, ‘doe ik het goed?’) § Leidt tot aangeleerde hulpeloosheid § Leidt tot competitiedrang § Geen vergelijking maken met andere leerlingen § Niet uit medelijden, is niet geloofwaardig § Zie verder: Dweck ‘Fixed mindset – growth mindset’ Wat werkt? Wanneer is feedback effectief? KRITISCHE FACTOR voor effectieve feedback: = POSITIEF KLASKLIMAAT! • •
Vertrouwensrelatie met leerlingen vormen de basis (positief en veilig klasklimaat) FOUTEN maken mag/moet/ fouten worden ALTIJD positief benoemd!
FAIL = First Attempt In Learning Effectieve feedback: •
•
• • • • • • • •
Feedback gaat over het leerdoel en de succescriteria o Communiceer het doel (helder en gericht, geen 10!) o Bepaal succescriteria: specifiek, de belangrijkste, niet teveel (teveel dan is gerichte feedback geven moeilijk) Feedback gebeurt tijdens het leerproces o Timing is belangrijk: liefst onmiddellijk o Kwaliteit van feedback is belangrijker dan frequentie Feedback geeft informatie over hoe en waarom de leerling de succescriteria wel of niet behaalde Feedback is beschrijvend (kies 2 positieve en 1 groeipunt – zie bijlage 2 sterren en een wens) Feedback reikt strategieën aan om te verbeteren Feedback dat het verband benoemt tussen inspanning en het niveau van bekwaamheid, verhoogt de prestatie en de motivatie Feedback stimuleert het zelfvertrouwen Feedback is het meest effectief als de leerling er zelf naar vraagt Vraag als leerkracht zelf ook feedback aan de leerling: is de informatie genoeg om verder te kunnen? Weet je wat je nu moet doen? Feedback is krachtiger als je leerlingen tijdens de les tijd geeft om een taak te verbeteren. De focus van de leerling ligt dan op de gegeven feedback om te
•
groeien, te verbeteren. Dit verhoogt de waarde van de gegeven feedback en laat toe dat de leerlingen werken in een ondersteunende omgeving. Praat over de gegeven feedback, gebruik een leer-‐schrift
Wat leert onderzoek over de vorm van feedback? Punten of commentaren? •
•
•
Punten (ook een vorm van feedback) leiden NIET tot verbetering van het leren van leerlingen. Leerling geraakt geen stap verder. Punten hebben wel effect op het zelfbeeld van leerlingen (goede punten: zelfvertrouwen en zelfbeeld stijgt, slechte punten: zelfbeeld daalt, ‘het heeft geen zin, ik kan het toch niet’) o Punt = afrekenen! Komt over als beloning of straf en heeft invloed op ego. Demoraliseert zwakkere leerders. Mondelinge of schriftelijke beschrijvende commentaren zorgen voor 30% stijging van het niveau van de leerling o Laat groei of verbetering toe De combinatie van punten en commentaar doet het effect van de commentaar volledig teniet.
Growth mindset – fixed mindset (Carol Dweck) Intelligentie en zelfbeeld Intelligentie en succes Wat is intelligentie?
Mindset:
persoonlijke opvatting over intelligentie ü Aanleg. Intelligenter worden kan niet. à Fixed mindset ü Ontwikkelbaar. Moeilijke dingen maken je intelligenter. à Growth mindset Fixed mindset •
Imagodoelen bij presteren
•
Vergelijken met anderen (beter of slechter)
•
Weinig moeite hebben betekent: intelligent
Effect van een fixed mindset bij moeilijkheden (of nieuwe leerstof): •
Schrik! “Dit is mijn plafond!”
•
Ontwijking en schaamte! “Dit kan ik niet.”
•
Vasthouden aan slechte leerstrategieën
•
Twijfel aan capaciteiten
•
Twijfel aan eerdere prestaties!
à Belemmert ontwikkeling Growth mindset •
Leerdoelen bij presteren
•
Vergelijken met jezelf, eigen evolutie zien
•
Met makkelijk presteren leer je niks
Effect van growth mindset bij moeilijkheden (of nieuwe leerstof): •
Geen alarm
•
“Hiermee kan ik wat leren.”
•
Enthousiasme
•
Volharding
•
Openstaan voor feedback
•
Besef van ontwikkelingskansen
•
Realistische kijk op eigen evolutie
à Bevordert ontwikkeling Wat is deze mindset? ü Stabiele persoonlijkheidstrek? ü Aangeboren? ü Ontwikkelbaar? Oorsprong van mindset •
Al bij jonge kinderen
•
Ontstaat in interactie met sociale omgeving
•
Fixed of growth mindset ontstaat door feedback op succes en falen
Feedback op succes en falen: Feedback gericht op de persoon à fixed mindset •
Wat kan jij goed tekenen
•
Wat ben jij slim
•
Je hebt een wiskundeknobbel
•
Je bent niet goed in rekenen, maar wel in taal
Feedback gericht op het proces à growth mindset •
Vertel eens wat er gebeurt in je tekening?
•
Je hebt goed je best gedaan op die moeilijke som
•
Goed gedaan, wil je er nog beter in worden?
•
Zullen we eens kijken of je het handiger kan aanpakken?
Feedback bij een makkelijk behaald succes?
Niet: “Wat ben jij slim!”
Wel: “Je bent verder dan dit, hier kan je niks meer mee leren. We zoeken iets moeilijkers.”
Feedback naar een kind dat zegt “Hier ben ik niet goed in?”
Bijvoorbeeld: “Wil je er beter in worden?”
Feedback naar een kind dat het label ‘hoogbegaafd’ heeft gekregen
Bijvoorbeeld: Je kan/weet al dingen die veel andere kinderen doen/weten als ze ouder zijn. We gaan voor school ook zulk werk zoeken.
Voor wie meer wil lezen: ‘Feedback geven. Een sterke leerkrachtvaardigheid.’ Ellie Kamphuis & Kees Vernooy.