FEEDBACK II: OEFENEN MET HET GEVEN EN ONTVANGEN VAN FEEDBACK Maart 2001 Docentendeel
HUISARTSOPLEIDING
Algemene gegevens
Dit onderwijsprogramma is ontwikkeld door de staf van de afdeling Huisartsopleiding van de Vrije Universiteit ten behoeve van de huisartsopleiding aan de VU. De Onderwijscoördinator HAIO-onderwijs van de afdeling heeft uiteindelijk de ontwerptekst vastgesteld. Nadere informatie kan verkregen worden bij de onderstaande personen die de ontwerptekst hebben samengesteld. De gegevens van dit programma wordt aangeboden aan het Samenwerkings Verband Universitaire Huisartsopleidingen in Utrecht voor centrale archivering in de Centrale Onderwijs Bank. In geval anderen dan de Huisartsopleidingen, van dit programma gebruik willen maken of, indien de uitgave voor andere doeleinden of in een ander verband wordt gebruikt, geldt het volgende: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het hoofd van de afdeling Huisartsopleiding van de Vrije Universiteit. Programmamaker(s): Marion Schmitz en Ruud van den Berg Trefwoorden : ICPC : LHK :
Datum en naam laatste wijzigingen: 22 maart 2001, Ruud van den Berg
Contactpersoon Telefoon
: Ruud van den Berg : 020-4449347
Huisartsopleiding VU Medisch Centrum Overschiestraat 180 1081 BT Amsterdam
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ............................................................................................................................................................ 4 1 1.1 1.2
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN ....................................................................................... 4 Aanvangsniveau........................................................................................................................................ 4 Doelstellingen:.......................................................................................................................................... 4
2
METHODIEK ............................................................................................................................................... 4
3 3.1 3.2
ORGANISATIE ............................................................................................................................................ 4 Voorbereiding deelnemers........................................................................................................................ 4 Tijdschema................................................................................................................................................ 5
4 4.1 4.2
LITERATUUR.............................................................................................................................................. 5 Verplichte literatuur.................................................................................................................................. 5 Facultatieve literatuur ............................................................................................................................... 5
5 5.1 5.2 5.3
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT .......... 6 Inhoud HAIO-deel .................................................................................................................................... 6 Voorbereiding docent ............................................................................................................................... 6 Docentinstructie........................................................................................................................................ 6
6 6.1 6.2
VOORBEREIDING SECRETARIAAT ....................................................................................................... 9 Materiaal................................................................................................................................................... 9 Copieren.................................................................................................................................................... 9
7 SAMENVATTING FEEDBACK II: OEFENEN MET HET GEVEN EN ONTVANGEN VAN FEEDBACK ........................................................................................................................................................... 9 BIJLAGE 1 REGELS BIJ FEEDBACK GEVEN.............................................................................................. 10 BIJLAGE 2 GEVAREN VAN FEEDBACK..................................................................................................... 12 BIJLAGE 3A
INSTRUCTIE HAO-ROL........................................................................................................ 13
BIJLAGE 3B INSTRUCTIE HAIO - ROL ....................................................................................................... 14 BIJLAGE 4 OEFENEN MET HET GEVEN EN ONTVANGEN VAN FEEDBACK...................................... 15 BIJLAGE 5 STAPPEN BIJ HET GEVEN VAN FEEDBACK ......................................................................... 16 BIJLAGE 6 STAPPEN BIJ HET ONTVANGEN VAN FEEDBACK ............................................................. 17
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
3
INLEIDING Het doel van dit programma is vaardigheden te oefenen in het geven en ontvangen van feedback. Daarbij wordt voortgeborduurd op de ervaringen die de HAIO's hebben opgedaan naar aanleiding van het eerder gegeven programma ‘Feedback 1’. Uitgangspunt is dat de HAIO in staat moet zijn feedback te kunnen geven, maar ook te ontvangen.
1
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN
1.1
Aanvangsniveau Dit is een vervolg op het programma ‘Feedback geven 1’, waarin de HAIO al met zijn HAO afspraken had gemaakt over het geven en ontvangen van feedback. In deze fase van de opleiding staat het eerste evaluatiegesprek met de opleider voor de deur. In de opleidingsgroep is nu voldoende vertrouwdheid om elkaar feedback te kunnen geven.
1.2
Doelstellingen: − − −
2
De HAIO kan de regels benoemen voor het geven en ontvangen van feedback. De HAIO kan twee persoonlijke factoren noemen die bij hem/haar een rol spelen in het geven van feedback en eveneens in het ontvangen van feedback. De HAIO is in staat de feedbackregels toe te passen in de praktijk van een leersituatie.
METHODIEK − − − −
De persoonlijke ervaringen die de HAIO’s hebben opgedaan in het geven/ontvangen van feedback worden geactualiseerd door middel van een uitwisseling in 3-tallen. Aan de hand van de ervaringen worden plenair de feedback-regels besproken. Er wordt geoefend met verschillende vormen van feedback geven. Plenair wordt persoonlijke leerpunten geïnventariseerd.
3
ORGANISATIE
3.1
Voorbereiding deelnemers − − − −
Lees bijlage 1 (Regels bij feedback geven) nog een keer door (deze regels zijn reeds in het programma ‘Feedback I’ gelezen en besproken) Lees bijlage 2 (Gevaren van feedback) Benoem één positieve en één negatieve ervaring die je hebt opgedaan naar aanleiding van het geven of ontvangen van feedback. Bedenk een paar positieve en negatieve feedbackpunten voor medegroepsleden, de groepsbegeleiders of voor je HAO.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
4
3.2
Tijdschema Tijdschema
Programma
Tijdsduur
00 – 10
Inleiding
10
10 – 45
Persoonlijke ervaringen met feedback
35
45 – 90
Demonstratie van feedback geven
45
90 – 105
Pauze
15
105 – 165
Oefenen met het geven/ontvangen van feedback
60
165 – 180
Evaluatie:
15
4
LITERATUUR
4.1
Verplichte literatuur Bijlage 1 (Regels bij feedback geven) Bijlage 2 (Gevaren van feedback)
4.2
Facultatieve literatuur Wouda Jan e.a. Medische Communicatie. Gespreksvaardigheden voor de arts. Uitg. De Tijdstroom, Utrecht. 1997. Hoofdstuk 10.4 Kritiek geven en kritiek krijgen Hoofdstuk 8.7 Herkennen van heftige emoties
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
5
5
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT
5.1
Inhoud HAIO-deel Inleiding, hoofdstuk 1 tot en met 4, bijlage 1 en 2
5.2
Voorbereiding docent − − −
5.3
Besluit welke van de 2 beschreven opties je kiest bij het programma-onderdeel ‘Demonstratie van feedback geven. Docent: GW'er
Docentinstructie
Inleiding (10 min) 1.
2.
Refereer aan het vorige programma ‘Feedback 1. Inleiding’. Er wordt nu verder op doorgegaan, omdat de evaluatiegesprekken met de HAO voor de deur staan en omdat feedback geven een moeilijke vaardigheid is die niet in één keer geleerd is. Het moet gezien worden als een proces van leren. Geef daarbij aan – zeker als er weerstand bestaat - dat dit programma juist bedoeld is om te leren zo zorgvuldig mogelijk met elkaar om te gaan, maar ook om open tegen elkaar te durven zijn: om van elkaar te kunnen leren. Neem kort de lijn van het programma door • Begonnen word met ieders ervaringen met feedback geven/krijgen. Van jongsaf aan heeft ieder daar ervaringen mee opgedaan en een eigen stijl hierin ontwikkeld. Wat werkt wel/niet prettig bij het geven/ontvangen van feedback? Naar aanleiding van het gesprek in de subgroepjes worden de feedbackregels nog een keer besproken. • Daarna volgt een demonstratie van feedback geven • Vervolgens wordt er in subgroepjes geoefend. • Tot slot is er een evaluatierondje: wat heeft ieder geleerd?
Persoonlijke ervaringen met feedback (35 min) 1. 2.
Maak 3-tallen. Laat elk drietal circa 20 minuten de huiswerkopdracht bespreken (het bedenken van een positieve en een negatieve ervaring met feedback geven of ontvangen). Doel is om aan te sluiten bij persoonlijke ervaringen en om die later te vertalen naar de regels: wat werkt wel en wat werkt niet? 3. Wissel plenair de ervaringen uit. Mogelijke vragen zijn: • Wat kwam er in de groepjes naar voren? • Wat heeft ieder van jullie geleerd uit de ervaringen die je hebt meegemaakt? • Kun je aangeven wat precies de verschillen zijn tussen positieve feedback (complimenten) en negatieve feedback (kritiek)? Wat maakt het in elk van deze 2 vormen moeilijk om hem te geven? En te ontvangen? 4. Toon op sheet bijlage 5 (Stappen bij het geven van feeback) en 6 (Stappen bij het ontvangen van feedback). Zeg erbij dat deze punten inhoudelijk erg lijken op de feedbackregels van bijlage 1 die de HAIO’s al eerder hebben gelezen. Het verschil is dat ze hier meer gecomprimeerd zijn en dat ze in een (chronologisch) ‘stappenplan’ zijn ondergebracht. Vraag naar reacties.
Demonstratie van feedback geven (45 min) Voor dit programa-onderdeel zijn 2 opties beschreven. Kies er zelf een uit die je het meest zinvol lijkt voor deze groep, op dit moment van de opleiding.. Eventueel kun je met de groep overleggen.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
6
Optie 1: plenaire rollenspellen 1. Leg uit dat er nu twee rollenspellen worden gedaan. Gebruik daarvoor de casussen en de instructies van bijlagen 3A en 3B. Eventueel kan ook een echte situatie uit de groep worden genomen, maar misschien kost dat te veel tijd. 2. Zeg dat het gaat om een situatie tussen een HAIO en een HAO. Vraag aan de groep • wie wil er HAIO spelen (2 mensen) en geef hen bijlage 3B • wie wil er HAO spelen (deze speelt 2 keer achter elkaar) en geef hem bijlage 3A. 3. Geef (op de gang) de persoon met de HAIO - rol de opdracht om de kritiek op een ongezouten / recht voor zijn raap manier te uien. 4. Speel het rollenspel circa 5 minuten en bespreek het aldus na: • Vraag aan de spelers: hoe was het om dit te spelen? (doe dat kort: alleen de gevoelens hierover laten spuien, nog niet hierover in discussie gaan) • Vraag aan de groep: hoe werd de feedback precies gegeven en ontvangen? (eerst alleen objectieve waarnemingen) • Discussie: wat was het effect van deze aanpak (betrek hierbij ook de gevoelens van de spelers) 5. Laat nu de 2e HAIO spelen. Geef hem (op de gang) de opdracht om de kritiek op een voorzichtige, sparende manier te uiten. 6. Bespreek het rollenspel na op dezelfde wijze als bij het eerste rollenspel. Geef daarbij duidelijk aan wat de verschillen waren tussen deze twee vormen en waarom ze niet goed waren. Verwijs daarbij ook naar bijlage 2 (Gevaren van feedback), die de HAIO’s als huiswerk hebben gelezen
Optie 2: Oefening in 3 - tallen 1. Leg uit dat er nu geoefend wordt met het formuleren van feedback 2. Maak 3 tallen en geef hen de volgende instructies: • Bedenk een positief of negatief punt over je HAO, een mede HAIO of een groepsbegeleider, dat je niet makkelijk (misschien wel nooit!) tegen de ander zou durven te zeggen. (Kies niet iemand die nu in je subgroepje zit). Het mag ook iets zijn wat écht moeilijk is (‘je stinkt uit je bek’) • Leg aan je andere 2 HAIO’s voor wat het is en bespreek met elkaar op welke manier je het toch tegen de desbetreffende persoon zou kunnen zeggen, als je de feedbackregels zou toepassen. Help elkaar in het zoeken van een juiste formulering • Doe dan een mini-rollenspelletje, waarbij je inderdaad de feedback geeft (een van de andere 3 mensen speelt de andere partij). • Bespreek met elkaar hoe dat was: hoe vond je het om de feedback te geven, hoe ervaarde de ontvanger het, wat vond de observator ervan? • Zorg dat iedereen uit het 3-tal op deze manier aan bod komt 3. Wissel plenair ervaringen uit. Mogelijke richtvragen zijn: • Was het moeilijk om iets te bedenken? • Wat het moeilijk om het te gieten in een vorm die klopt met de feedbackregels? • Viel het – toen je het eenmaal had gedaan - mee of tegen? • Kun je je voorstellen dat je deze feedback ooit in het echt zou geven? • Welke conslusie trek je daar uit?
PAUZE (15 min)
Oefenen met het geven/ontvangen van feedback (60 min) 1. 2. 3.
Leg uit dat er nu geoefend wordt met het geven en ontvangen van ‘echte’ feedback Maak 3-tallen (liefst in een andere samenstelling dan de vorige groepjes) Deel bijlage 4 uit (Oefenen met het geven en ontvangen van feedback) en licht de volgende punten er nog even uit: • Voor de hele oefening is 45 minuten. Ieder is om beurten feedback-gever, feedback-ontvanger en observator. Zorg dat je de tijd eerlijk verdeelt, dus circa 15 minuten per persoon (7 minuten voor de feedback, 7 voor de nabespreking).
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
7
• •
De feedbackgever moet besluiten of hij positieve of negatieve feedback geeft. Zowel feedbackgever als –ontvangen mogen hun ‘spiekbriefje’ bij de hand houden, respectievelijk bijlage 5 (Stappen bij het geven van feeback) en bijlage 6 (Stappen bij het ontvangen van feedback) • De observator bespreekt de oefening na met behulp van dezelfde bijlagen 5 en 6. • De docent zal om beurten bij een groepje gaan zitten. 4. Bespreek de ervaringen in de subgroepen plenair na (15 min.) Vragen hierbij kunnen zijn: • Wat hebben jullie uit deze oefening gehaald? • Wat heeft deze oefening opgeleverd?
Evaluatie (15 min) − −
− −
Geef iedereen 3 min. de tijd om voor zichzelf de belangrijkste leerpunten van dit programma op te schrijven. Bespreek deze punten plenair, toegespitst op de vraag: hoe gaan jullie hiermee verder? Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld: • De eerst volgende terugkomdag bespreken hoe een en ander gevallen is. (het verdient aanbeveling om dit sowieso te doen, omdat een dergelijke oefening vaak intensief is en het nodige opoept) • de eerstvolgende Reflectieronde gebruiken om opgedane persoonlijke ervaringen met het geven/ontvangen van feedback te bespreken. • dit punt in de eerstkomende evaluatie/planning aan de orde te stellen: wat heb je in de praktijk gehad aan dit programma? Bespreek deze opties met de groep en maak er een afspraak over. Zeg erbij dat feedback later in de opleiding nog vaak zal terugkomen, waaronder één keer expliciet en uitgebreid bij het programma ‘Hoe communiceer ik’. Daarin zullen de HAIO’s ook elkaar feedback geven.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
8
6
VOORBEREIDING SECRETARIAAT
6.1
Materiaal • •
6.2
Copieren • • • • •
7
Sheet maken van bijlage 5 (Stappen bij het geven van feeback) Sheet maken van bijlage 6 (Stappen bij het ontvangen van feedback)
Bijlage 3A (Instructie HAO-rol):2 keer Bijlage 3B (Instructie HAIO-rol): 2 keer Bijlage 4 (Oefenen met het geven en ontvangen van feedback): x aantal deelnemers Bijlage 5 (Stappen bij het geven van feeback) x aantal deelnemers Bijlage 6 (Stappen bij het ontvangen van feedback) x aantal deelnemers
SAMENVATTING FEEDBACK II: OEFENEN MET HET GEVEN EN ONTVANGEN VAN FEEDBACK Het doel van het programma is vaardigheden te ontwikkelen in het geven en ontvangen van feedback. Tijdens het programma op de terugkomdag worden de persoonlijke ervaringen geactualiseerd door middel van een uitwisseling in 3-tallen. Aan de hand van de ervaringen worden plenair de feedback regels op kennis-niveausproken: regels met betrekking tot het geven /ontvangen van feedback. In een plenair rollenspel worden twee vormen van inefficiënt kritiek geven gedemonstreerd: ongezouten en sparend. De effecten hiervan worden besproken. De regels voor het geven van feedback worden nog eens gekoppeld aan deze ervaringen. Ook de gevaren van het op onjuiste wijze geven van feedback worden besproken. Daarna wordt in drietallen ervaring opgedaan met het geven van genuanceerde positieve en/of negatieve feedback (=kritiek) aan elkaar. Plenair wordt geïnventariseerd wat ieder persoonlijk geleerd heeft met betrekking tot het geven en ontvangen van feedback.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
9
BIJLAGE 1
REGELS BIJ FEEDBACK GEVEN
REGELS BIJ FEEBACK GEVEN Regel 1:
Regel 2:
GEEF FEEDBACK ALS IEMAND ER OPEN VOOR STAAT
GEEF IK-BOODSCHAPPEN
Het heeft geen zin om iemands gedrag te becommentariëren, als diegene te kennen geeft er geen zin of tijd voor te hebben. Tussen twee drukke spreekuren in, of in tien minuten bij de koffie is geen goede planning voor het geven van feedback. Iemand kan zich makkelijker openstellen voor het persoonlijke oordeel van één persoon, als deze zich niet beroept op de algemene geldigheid van zijn oordeel. De uitspraak: "jij doet te weinig", roept meer weerstand op dan: "ik vind dat jij te weinig doet". Het geven van etiketten is in dit licht ook af te raden ("jij bent onzeker").
Regel 3:
GEEF FEEDBACK OVER WAARGENOMEN GEDRAG
Een oordeel over één aspect van je functioneren ("ik heb dat verslag nog niet van je ontvangen") wordt makkelijker geaccepteerd dan een oordeel over de totale persoon ("ik vind jou lui"). Veronderstellingen over de achtergrond van bepaald gedrag kunnen beter worden vermeden. ("Volgens mij heb je een minderwaardigheidscomplex").
Regel 4:
GEEF JE GEVOELENS OVER HET WAARGENOMEN GEDRAG VAN DE ANDER
Als er ook emotionele motieven meespelen om iemands gedrag te willen veranderen, is het minder bedreigend om die onder woorden te brengen, dan de ander er naar te laten raden. Verwijten kunnen beter achterwege gelaten worden.
Regel 5:
ZEG WAT JE VAN DE ANDER WILT
"Zomaar" feedback geven, om je gemoed te luchten, of omdat je het leuk vindt de ander te kleineren, bevordert dat de ander zich afsluit of verdedigt. Je biedt namelijk geen andere uitweg. Die uitweg biedt je wel als je duidelijk maakt wat je wilt van de ander.
Regel 6: GEEF DE KANS OM TE REAGEREN
Als er éénrichtingsverkeer is, kan de ontvanger zich in stilte afsluiten. (bijv. "ze moeten mij ook altijd hebben", "daar heb je hem weer", "laat maar uitrazen, gaat wel over", "d`r deugt ook niks").
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
10
Regel 7: DOSEER JE COMMENTAAR
Als iemand iets nieuws leert, heeft hij/zij in het begin eigenlijk alleen maar behoefte aan veel en positief commentaar. Richt je dus aanvankelijk op datgene wat goed gaat. Schiet hierin niet te ver door, laat iemand ook eens een tijdje zijn eigen fouten maken (trial and error). Heb je echt ernstige kritiek, zout het dan niet op in een poging de persoon te 'sparen'. Vaak komt het er later alleen maar heftiger en in niet te hanteren proporties uit.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
11
BIJLAGE 2
GEVAREN VAN FEEDBACK GEVAREN VAN FEEDBACK
Niet in alle situaties is het goed om feedback te geven. Let daarom op of het volgende misschien van toepassing is. -
De feedback die gegeven wordt, kan geheel nieuw zijn voor de feedback-ontvanger. Deze feedback levert gevaar op wanneer de identiteit van de ontvanger zo wankel is, dat nieuwe informatie van anderen kan leiden tot volledige twijfel over zichzelf. Wanneer er geen hulp aanwezig is om de nieuwe informatie te verwerken, overweeg dan of de feedback wel gegeven moet worden.
-
Vergelijkbaar met het vorige punt geldt, dat veel feedback tegelijkertijd geven teveel van het goede (of kwade) kan zijn en daardoor een averechts effect heeft op de ontvanger, die dicht kan klappen en dan verder niets meer hoort en het gevoel kan krijgen de grond ingeboord te worden.
-
Feedback wordt vaak gegeven naar aanleiding van gedrag dat als negatief wordt beleefd. Dergelijke feedback wordt dan vaak verstaan als een eis aan de feedback-ontvanger om zijn gedrag te veranderen. De keus om al dan niet te veranderen kan alleen door de ontvanger zélf gedaan worden. Formuleer de feedback dan ook niet als een eis maar als een wens.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
12
BIJLAGE 3A
INSTRUCTIE HAO-ROL
Rol van de HAO Je hebt sinds 3 maanden weer een nieuwe HAIO na een tijd zonder. Je moet er weer helemaal aan wennen. Zo'n HAIO kost je wel erg veel tijd. Veel meer dan je je herinnerde van je vorige HAIO. Deze vraagt ook erg veel aandacht van je tussendoor voor consultaties en is nog erg onzelfstandig. Dat houdt je erg op en daardoor heb je niet veel tijd meer over voor leergesprekken. Jullie hebben regelmatig 's morgens een nabespreking van het spreekuur: wie heeft de HAIO gezien, en hoe heeft hij/zij het afgehandeld? Daar heb je ook wel behoefte aan om zicht te houden op wat er in de praktijk gebeurt. Er is ook een afspraak voor leergesprekken op de woensdagmiddag. Het is nu woensdagmiddag en 16.45 uur, je bent wat laat, je komt gehaast binnen: je moet maar gauw aan het werk want je wilt niet te laat thuis zijn.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
13
BIJLAGE 3B
INSTRUCTIE HAIO - ROL
Rol van de Haio Je bent 3 maanden bij een opleider (die een tijd geen HAIO heeft gehad) en je vindt dat je te weinig leergesprekken met hem hebt. De afspraak was iedere woensdagmiddag om 16.00 uur een leergesprek te houden maar de laatste drie weken is het er steeds niet van gekomen. Er is wel regelmatig 's morgens een nabespreking van het spreekuur: wie heb je gezien en hoe heb je het afgehandeld? Ook kun je bij je opleider tijdens het spreekuur voor consultaties altijd wel erg goed terecht. Maar echte leergesprekken waar het vooral om jouw vragen gaat mis je. Het is nu weer woensdagmiddag en om 16.45 uur komt je opleider gehaast binnen. Je hebt al drie kwartier zitten wachten! Je zou het over het nut van de pilcontroles willen hebben. Dat heb je afgesproken.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
14
BIJLAGE 4 OEFENEN MET HET GEVEN EN ONTVANGEN VAN FEEDBACK
Oefen in drietallen met het geven van (positieve of negatieve) feedback. Daarbij kun je gebruik maken van − Bijlage 5: Stappen bij het geven van feedback − Bijlage 6: Stappen bij het ontvangen van feeback
Opdracht: ieder is om beurten feedback-gever, feedback-ontvanger en observator:
1.
De feedbackgever bedenkt van tevoren welke feedback hij gaat geven. Hij moet dus een keuze maken tussen: − −
positieve feedback: als je kijkt hoe de ander in de groep functioneert of hoe hij zijn vak uitoefent, wat vind je daar dan goed aan? negatieve feedback: als je kijkt hoe de ander in de groep functioneert of hoe hij zijn vak uitoefent, waar heb je dan moeite mee?
2.
De feedback ontvanger houdt tijdens de oefening bijlage 6 bij de hand (Stappen bij het ontvangen van feedback)
3.
De observator observeert en bespreekt na m.b.v. de stappen. Hij houdt ook de tijd in de gaten. In totaal is er 15 minuten per persoon (7 minuten feedback geven en 7 minuten nabespreken. Verdeel de tijd eerlijk onder elkaar.
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
15
BIJLAGE 5
Stap 1
STAPPEN BIJ HET GEVEN VAN FEEDBACK
Geef de feedback − − −
−
Stap 2
Vraag een reactie − −
Stap 3
Praat vanuit jezelf, formuleer in ik-termen Benoem het specifiek gedrag waar het om gaat (bekritiseer dus nooit de hele persoon) Maak een onderscheid tussen • de feiten • je interpretatie • het effect ervan op jou, je gevoel Vermijd verwijten (‘jij komt altijd te laat’)
Check of de ander je feedback begrepen heeft Geef de ander de ruimte om te reageren
Uit je behoeften en wensen − −
Maak duidelijk wat je behoeften of verlangens zijn achter de kritiek Geef aan wat je van de ander wil
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
16
BIJLAGE 6 STAPPEN BIJ HET ONTVANGEN VAN FEEDBACK
Stap 1: Neem de feedback ‘in ontvangst’ − − −
Stap 2:
Neem een standpunt in − −
Stap 3:
Vraag jezelf af: wat wordt er precies gezegd? Check of je het goed begrepen hebt (bedoelen wij hetzelfde?) Vermijd defensief (of juist aanvallend gedrag). Dus: • Ga niet in de aanval • Ga je niet meteen schuldig voelen, • Reageer niet te bescheiden op complimenten • Schiet niet meteen in de verdediging
Vraag je af of je de feedback terecht vindt Vraag je af of je het een belangrijk punt vind (dus bij kritiek: vind je het belangrijk genoeg om het te veranderen)
Geef een reactie − − −
Vraag je af wat je de ander duidelijk wil maken (dus bij kritiek: wat wil je gaan veranderen) Vraag je af hoe en wanneer je dat wilt gaan doen Geef je feitelijke reactie
M:\HO\OWP\1E JAAR\FEEDBACK + MACRO\OWP - FEEDBACK 2 - 2001.DOC
17