Infosessies voor energiedeskundigen type A januari/februari 2011 Deel IV Verduidelijkingen en aanpassingen in de werkwijze voor het bepalen van de U-waarden van de gebouwschil
U-waarde bepaling • Invoerveld ‘U-waarde EPB-aangifte’ ○ Enkel voor constructiedelen in een EPB-aangifte
2
1
U-waarde bepaling • Overige gevallen ○ U-waarde bepaald op basis van de invoergegevens van: ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
Isolatie Spouw Constructie- of hoofdtype vh schildeel Oriëntatie Helling Begrenzing
○ Te bepalen volgens de werkwijze vastgelegd in het IP => gebaseerd op vaststellingen ter plaatse + eventuele bijkomende (geldige) bewijsstukken
3
Bewijsstukken • IP legt vast : ○ welke bewijsstukken ○ voor welke invoergegevens ○ voorwaarden ◦ Oa: steeds adresgegevens (of kadastraal nummer) van de wooneenheid
• Niet: ○ Verklaring van de eigenaar, aannemer, architect, … ○ Facturen, lastenboeken, … met foutieve adresgegevens of kadastraal nummer ○ Gegevens uit isolatieformulieren
• Wel: ○ Bouwaanvraagplannen op schaal 1/50 of groter
4
2
Bewijsstukken • Mits voorwaarden: ○ Technische documentatie => op voorwaarde dat via een vaststelling of een (geldig) bewijsstuk kan worden aangetoond dat het materiaal uit de technische documentatie in de wooneenheid is gebruikt
○ Offerte => op voorwaarde dat via een vaststelling of een (geldig) bewijsstuk kan worden aangetoond dat de offerte (voor het betreffende invoergegeven) is toegepast in de betreffende wooneenheid
5
Bewijsstukken • Bij tegenspraak tussen vaststelling en bewijsstuk ○ Vaststelling primeert ◦ Dus bewijsstukken steeds toetsen aan de werkelijkheid
• Bij tegenspraak tussen bewijsstukken ○ Recenste bewijsstuk dat expliciet betrekking heeft op het constructiedeel primeert ○ Geen uitsluitsel => minst gunstigste aanname
6
3
Bewijsstukken • Bijhouden bewijsstukken => verplicht • Bewijsstukken aankruisen in de software (bronnen)
7
Isolatie • Lijst met isolatiematerialen => IP • Minstens 2 cm dik • ‘Onbekend‘ ○ als bij de visuele inspectie geen gegevens kunnen vastgesteld worden of als uit de bewijsstukken geen gegevens bekend zijn ○ ifv (ver)bouwjaar => indien isolatie ‘onbekend’ => aannamen isolatiedikte/-materiaal
• ‘Afwezig’ ○ zichtbaar geen isolatie
• ‘Aanwezig’ ○ zichtbaar isolatie of aangetoond via (geldige) bewijsstukken ○ indien de dikte niet meetbaar of gekend is via bewijsstukken dan dikte onbekend 8
4
Isolatie • Isolerende materialen niet opgesomd in IP ○ Als kan aangetoond worden dat de lambda-waarde (door geleiding) = of < 0,09W/mK en de dikte > of = 2cm => software: vermiculietplaten ◦ Let op: isolerende mortels (argex, …), dunne reflecterende folies, houtvezelcementplaten, … => voldoen meestal niet
• 2 ≠ isolatiematerialen ○ Dan meest voordelige: ◦ Meest nadelige isolatiemateriaal over de volledige dikte ◦ Meest voordelige isolatiemateriaal over de dikte van het gekozen materiaal ◦ Vb: 4cm PUR (op de kepers) + 7cm MW (tss de kepers) – Meest voordelige tss 11cm MW of 4cm PUR => 11cm MW
9
Spouw • Spouw (software) = stilstaande of matig geventileerde luchtlaag ◦ Voorbeelden: – luchtlaag in een spouwmuur – luchtlaag in klassiek spantendak tss onderdak en de binnenafwerking – luchtlaag in een houten stijlwand of een houten zolder indien boven en onder een afwerking ◦ minimaal 2 cm en maximaal 30 cm
1 0
5
Spouw • Spouw ○ Herkennen door aanwezigheid van: ◦ Vaststellingen – verluchtingsroosters – Open stootvoegen – Metselverband vd gevelsteen: strekse stenen en breedte muur > 30cm ◦ Bewijsstukken ◦ Tenzij andere bevindingen uit de visuele inspectie dit tegenspreken
1 1
Spouw • Ingeven software ○ indien spouw maar geen zekerheid over aanwezigheid van: ◦ Isolatie ◦ Stilstaande of matig geventileerde luchtlaag
=> dan meest voordelige ◦ isolatie onbekend en spouw afwezig ◦ isolatie afwezig en spouw aanwezig
1 2
6
Schildeel: muur • 5 muurtypen ○ Dikte en spouw niet mee rekenen voor het bepalen van het muurtype
• Muurtype 1 ○ Voorbeelden: ◦ Klassieke spouwmuur (want breedte zonder isolatie en spouw kleiner dan 30cm) ◦ Massieve buitenmuren zonder buitenafwerking ◦ Houten stijlmuren ◦ Massieve houten muren met een dikte kleiner dan 10cm
1 3
Schildeel: muur • Muurtype 2 ◦ Dikte (zonder isolatie/spouw) > 30 cm ◦ In baksteen, snelbouwsteen of geëxpandeerde betonblokken ◦ Met buitenafwerking (tegen regen): buitenbepleistering, natuursteen, leien, bebording, cementering, gevelsteen, keramische tegels … (niet: verven, coatings)
○ Muurtype 2 met isolatie ‘onbekend’ of spouw ‘onbekend’ => onrealistisch ○ Erratum IP => laatste paragraaf p16 (vervolg p17) => vervalt
1 4
7
Schildeel: muur • Muurtype (3) in isolerende snelbouw ○ Randvoorwaarde: maximaal 0,35W/mK => (geldige) bewijsstukken nodig
• Massieve houten muren met een dikte gelijk aan of groter dan 10cm ○ => muren in cellenbeton (= hoofdtype 4)
1 5
Schildeel: muur • Aannamen ○ Wooneenheid (quasi) volledig elektrisch verwarmd => ‘isolatie aanwezig maar dikte onbekend’ ◦ tenzij uit vaststellingen of (geldige) bewijsstukken het tegendeel blijkt of de dikte blijkt
○ Muren grenzend aan AOR en gebouwd in één bouwtraject => Isolatie ‘afwezig’ ◦ tenzij uit vaststellingen of (geldige) bewijsstukken het tegendeel blijkt
1 6
8
Schildeel: muur • Aannamen ○ Muren grenzend aan grond => Isolatie ‘afwezig’ ◦ tenzij uit vaststellingen of (geldige) bewijsstukken het tegendeel blijkt
○ Muren opgetrokken in dezelfde bouwfase en met dezelfde opbouw => Dezelfde invoergegevens ◦ tenzij uit vaststellingen of (geldige) bewijsstukken het tegendeel blijkt
1 7
Schildeel: vloer • Aanname ○ Vloerverwarming => isolatie ‘aanwezig’, dikte ‘3cm’ en isolatiematieraal ‘onbekend’ ◦ tenzij uit vaststellingen of (geldige) bewijsstukken het tegendeel blijkt
• Zelden ○ volledige vloer van (ééngezins)woning grenzend aan buiten ○ vloer in cellenbeton => niet toegelaten bij isolerende mortel
○ vaststellen van isolatie in vloer op volle grond => bewijsstukken
1 8
9
Schildeel: hellend dak • Aannamen hellend dak ○ Wooneenheid (quasi) volledig elektrisch verwarmd => ‘isolatie aanwezig maar dikte onbekend’ tenzij uit vaststellingen of (geldige) bewijsstukken het tegendeel blijkt of de dikte blijkt
○ Hellend daken opgetrokken in dezelfde bouwfase en met dezelfde opbouw (materialen/dikte/samenstelling) => dezelfde invoergegevens ◦ tenzij uit vaststellingen of (geldige) bewijsstukken het tegendeel blijkt ◦ Niet voor de daken van een dakkapel, zoldervloer, …
1 9
Schildeel: plat dak - zoldervloer • Zelden: ○ Plat dak/zoldervloer in cellenbeton => niet toegelaten bij isolerende mortel
2 0
10
Schildeel: openingen: profielen • Kunststofraamprofielen ○ Kunststofraamprofielen: ◦ 2 of meer kamerprofiel – of vanaf 1980 – of profielbreedte van 65mm of meer - Bij (hef)schuiframen => bij opengeschoven schuifvleugel - Bij opendraaienderamen => vast kader zonder bijkomend aangebrachte profielen zoals rolluikgeleider, …
– Indien niet voldaan aan de vw => bewijsstukken nodig
2 1
Schildeel: openingen: profielen
hefschuiframen
opendraaiende ramen
Opengeschoven schuifvleugel
vaste deel
2 2
11
Schildelen: openingen: glas • Vaststellen coating ○ Vlammentest ◦ geen verkleuring => aanwezigheid van een coating nog niet uitgesloten => geen tegenspraak met eventuele andere bewijsstukken
○ Op basis van aanwezigheid van coating en bouwjaar kan type beglazing vastgelegd worden ◦ Coating en ‘voor 2000’ => hoogrendementsglas < 2000 ◦ Coating en ‘2000 of later’ => hoogrendementsglas >= 2000
○ Glasdiktemeter ◦ Om dikten van de spouw/glasbladen te meten
2 3
Schildelen: openingen: glas • Voorzetramen ○ Indien spouw tss beide ramen meer dan 30cm of geventileerd is => AOR
• Zelden ○ Driedubbele beglazing ◦ Drie glasbladen + 2 spouwen
2 4
12
Schildelen: openingen: glas • Polycarbonaatplaten ○ Indien dwarse verbindingen ◦ Als de U-waarde gekend is – Dan eerstvolgende beglazing met een u-waarde groter dan de U-waarde van de polycarbonaatplaat ◦ Als de U-waarde niet gekend is – Twee- en of driewandig => enkele beglazing – Vanaf vierwandig => dubbele beglazing
○ Indien geen dwarse verbindingen ◦ Aantal bladen is bepalend voor het type
2 5
Schildelen: openingen: zonwering • Ook luiken ○ Voorwaarden: ◦ kunnen sluiten (geen sierluik) ◦ volledige raamoppervlakte bedekken
• Dakoversteken en luifels ○ Voorwaarden: ◦ Breedte van de horizontale oversteek niet kleiner dan de helft vd raamhoogte
2 6
13
Schildelen: openingen: vulpanelen • Vulpanelen/deuren ○ Opgelet: ◦ Indien ter plaatse geen isolatie kan worden vastgesteld (zichtbaar) => dan bewijsstukken nodig om ‘geïsoleerd’ te kunnen aanduiden
2 7
14