Föderaler Öffentlicher Dienst Inneres

MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005.

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005.

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :

www.moniteur.be

www.staatsblad.be

Direction du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809

Gratis tel. nummer : 0800-98 809 N. 98

181e ANNEE

181e JAARGANG

JEUDI 31 MARS 2011

DONDERDAG 31 MAART 2011

SOMMAIRE

INHOUD

Lois, décrets, ordonnances et règlements

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen

Service public fédéral Intérieur

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

7 JANVIER 1958. — Loi concernant les Fonds de sécurité d’existence. Coordination officieuse en langue allemande, p. 21298.

7 JANUARI 1958. — Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid. Officieuze coördinatie in het Duits, bl. 21298.

26 JUIN 1992. — Loi portant des dispositions sociales et diverses. Coordination officieuse en langue allemande d’extraits, p. 21303.

26 JUNI 1992. — Wet houdende sociale en diverse bepalingen. Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels, bl. 21303.

24 DECEMBRE 2002. — Loi-programme (I). Coordination officieuse en langue allemande d’extraits, p. 21309.

24 DECEMBER 2002. — Programmawet (I). Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels, bl. 21309.

10 JUILLET 2008. — Loi coordonnée relative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins. Traduction allemande de dispositions modificatives, p. 21316.

10 JULI 2008. — Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. — Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen, bl. 21316.

18 AOUT 2010. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 11 juillet 2003 fixant certains éléments de la procédure à suivre par le service de l’Office des Etrangers chargé de l’examen des demandes d’asile sur la base de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. Traduction allemande, p. 21323.

18 AUGUSTUS 2010. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Duitse vertaling, bl. 21323.

¨ ffentlicher Dienst Inneres Föderaler O 7. JANUAR 1958 — Gesetz über die Fonds für Existenzsicherhei. Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, S. 21298. 26. JUNI 1992 — Gesetz zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache von Auszügen, S. 21303. 24. DEZEMBER 2002 — Programmgesetz (I). Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache von Auszügen, S. 21309. ¨ bersetzung von 10. JULI 2008 — Koordiniertes Gesetz über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen. Deutsche U Abänderungsbestimmungen, S. 21316. 18. AUGUST 2010 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 zur Festlegung bestimmter Verfahrenselemente, die vom Dienst des Ausländeramtes, der mit der Prüfung von Asylanträgen aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern beauftragt ist, eingehalten werden ¨ bersetzung, S. 21323. müssen. Deutsche U

270 pages/bladzijden

21294

MONITEUR BELGE − 31.03.2011 − BELGISCH STAATSBLAD Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

Service public fédéral Sécurité sociale 13 MARS 2011. — Arrêté royal rendant obligatoire la décision du 28 septembre 2010 de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers concernant la fixation des dates de vacances pour l’année 2011, p. 21329.

13 MAART 2011. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 28 september 2010 van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2011, bl. 21329.

28 MARS 2011. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 10 juillet 1990 fixant l’intervention visée à l’article 37, § 12, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994 dans les maisons de soins psychiatriques, p. 21331.

28 MAART 2011. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 juli 1990 tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de psychiatrische verzorgingstehuizen, bl. 21331.

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

13 MARS 2011. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 14 juillet 1997 relatif aux critères de pureté des additifs pouvant être utilisés dans les denrées alimentaires, en transposant la Directive 2010/67/UE, et l’arrêté royal du 1er mars 1998 relatif aux additifs autorisés dans les denrées alimentaires à l’exception des colorants et des édulcorants, en transposant la Directive 2010/69/UE, p. 21333.

13 MAART 2011. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt, ter omzetting van Richtlijn 2010/67/EU, en van het koninklijk besluit van 1 maart 1998 betreffende in voedingsmiddelen toegelaten toevoegsels met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, ter omzetting van Richtlijn 2010/69/EU, bl. 21333.

Gouvernements de Communauté et de Région

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Communauté flamande

Vlaamse Gemeenschap

Autorité flamande

Vlaamse overheid

4 MARS 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 1998 déterminant la forme et la procédure de délivrance du certificat d’enseignement fondamental, p. 21363. Environnement, Nature et Energie

4 MAART 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan, bl. 21360. Leefmilieu, Natuur en Energie

10 FEVRIER 2011. — Arrêté ministériel fixant la fréquence et les éléments d’inspection des systèmes de climatisation ayant une puissance frigorifique nominale de plus de 12 kW dans des bâtiments, p. 21366.

10 FEBRUARI 2011. — Ministerieel besluit tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen, bl. 21366.

Gemeinschafts- und Regionalregierungen Deutschsprachige Gemeinschaft Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft 14 FEBRUARI 2011 — Programmadecreet 2011, S. 21367.

Communauté germanophone

Duitstalige Gemeenschap

Ministère de la Communauté germanophone

Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap

14 FEVRIER 2011. — Décret-programme 2011, p. 21373.

Autres arrêtés Service public fédéral Intérieur Personnel. Nominations, p. 21386. — Personnel. Nominations, p. 21387. Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale

14 FEBRUARI 2011. — Programmadecreet 2011, bl. 21379.

Andere besluiten Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Personeel. Benoemingen, bl. 21386. — Personeel. Benoemingen, bl. 21387. Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

13 MARS 2011. — Arrêté royal portant remplacement d’un membre du Conseil national du Travail, p. 21387.

13 MAART 2011. — Koninklijk besluit houdende vervanging van een lid van de Nationale Arbeidsraad, bl. 21387.

13 MARS 2011. — Arrêté royal portant remplacement d’un membre du Conseil national du Travail, p. 21388.

13 MAART 2011. — Koninklijk besluit houdende vervanging van een lid van de Nationale Arbeidsraad, bl. 21388.

Direction générale Relations collectives de travail. Arrêtés concernant les membres des commissions paritaires, p. 21389.

Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. Besluiten betreffende de leden van de paritaire comités, bl. 21389.

MONITEUR BELGE − 31.03.2011 − BELGISCH STAATSBLAD Service public fédéral Sécurité sociale

21295

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

Institut national d’assurance maladie-invalidité. Groupe de direction de l’accréditation, institué auprès du Service des soins de santé. Nomination de membres, p. 21394. — Institut national d’assurance maladie-invalidité. Conseil technique médical, institué auprès du Service des indemnités. Démission et nomination de membres, p. 21394. — Institut national d’assurance maladie-invalidité. Groupe de direction de l’accréditation, institué auprès du Service des soins de santé. Renouvellement de mandats et nomination de membres, p. 21395.

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Accrediteringsstuurgroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. Benoeming van leden, bl. 21394. — Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Technisch medische raad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. Ontslag en benoeming van leden, bl. 21394. — Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Accrediteringsstuurgroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. Hernieuwing van mandaten en benoeming van leden, bl. 21395.



Personnel. Nomination, p. 21395. Service public fédéral Justice

Personeel. Benoeming, bl. 21395. Federale Overheidsdienst Justitie

Ordre judiciaire, p. 21396. — Ordre judiciaire, p. 21396.

Rechterlijke Orde, bl. 21396. — Rechterlijke Orde, bl. 21396.

Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

22 MARS 2011. — Décision de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire portant retrait de l’agrément de laboratoires d’analyse dans le cadre de ses missions de contrôle, p. 21396.

Gouvernements de Communauté et de Région

22 MAART 2011. — Beslissing van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen tot intrekking van de erkenning van analyselaboratoria in samenhang met zijn controleopdrachten, bl. 21396.

Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid Bestuurszaken Onteigeningen. Machtigingen, bl. 21397. — Vernietiging besluiten, bl. 21398. — Vernietiging besluit, bl. 21398. — Vernietiging besluit, bl. 21398. — Autonoom gemeentebedrijf. Oprichting rechtspersoon. Goedkeuring, bl. 21398. Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Verlenging erkenningen Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn voor schuldbemiddeling, bl. 21399. — Erkenningen als vrijwilligersorganisatie, bl. 21399. Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Arrest van de Raad van State. Vernietiging besluiten, bl. 21399. — Eervol ontslag van de secretaris-generaal van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, bl. 21400.

Région wallonne

Waals Gewest

Service public de Wallonie

Waalse Overheidsdienst

Personnel, p. 21400. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Trans Star, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21402. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SCRL Mabrex Transport, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21403. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SCS Eca Transport, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21404. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL TMC Express, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21406. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Rapiday, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21407. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Distri Service, en

Personeel, bl. 21401.

21296

MONITEUR BELGE − 31.03.2011 − BELGISCH STAATSBLAD

qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21409. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « BVBA Scripta », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21410. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Maquet & fils, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21411. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « NV Meersman », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21413. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « BV Oudenallen », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 21414.

Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region ¨ ffentlicher Dienst der Wallonie O Personal, S. 21400.

Officiële berichten

Avis officiels

Grondwettelijk Hof

Cour constitutionnelle Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, p. 21416.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, bl. 21416.

Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, p. 21417.








Verfassungsgerichtshof Bekanntmachung Bekanntmachung Bekanntmachung Bekanntmachung Bekanntmachung

vorgeschrieben vorgeschrieben vorgeschrieben vorgeschrieben vorgeschrieben

durch Artikel durch Artikel durch Artikel durch Artikel durch Artikel

74 74 74 74 74

des des des des des

Sondergesetzes Sondergesetzes Sondergesetzes Sondergesetzes Sondergesetzes

Fonds des Rentes Rapport sur les opérations de l’exercice 2010, publié conformément à l’article 7 de l’arrêté-loi du 18 mai 1945, portant création d’un Fonds des Rentes, p. 21420. SELOR. — Bureau de Sélection de l’Administration fédérale Recrutement. Résultats, p. 21432. Service public fédéral Finances Administration générale de la Fiscalité. Impôts sur les revenus. Versements anticipés. Exercice d’imposition 2012, p. 21432.

Service public fédéral Mobilité et Transports Indices du prix de revient du transport professionnel de marchandises par route, p. 21465. — Indices du prix de revient du transport professionnel de personnes par route (services occasionnels), p. 21466.

vom vom vom vom vom

6. 6. 6. 6. 6.

Januar Januar Januar Januar Januar

1989, 1989, 1989, 1989, 1989,

S. S. S. S. S.

21416. 21417. 21418. 21419. 21420.

Rentenfonds Verslag over de operaties van het boekjaar 2010, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds, bl. 21420. SELOR. — Selectiebureau van de Federale Overheid Werving. Uitslagen, bl. 21432. Federale Overheidsdienst Financiën Algemene administratie van de Fiscaliteit. — Inkomstenbelastingen. Voorafbetalingen. Aanslagjaar 2012, bl. 21449.

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Indexcijfers van de kostprijs van het beroepsgoederenvervoer over de weg, bl. 21465. — Indexcijfers van de kostprijs van het beroepspersonenvervoer over de weg (ongeregeld vervoer), bl. 21466.

MONITEUR BELGE − 31.03.2011 − BELGISCH STAATSBLAD

21297



2 MARS 2011. — Circulaire ministérielle abrogeant la circulaire du 13 mars 2007 relative à la composition, au commerce et à l’utilisation de certains types d’aliments pour animaux riches en additifs ou matières premières pour aliments des animaux, p. 21466.

2 MAART 2011. — Ministeriële omzendbrief tot opheffing van de omzendbrief van 13 maart 2007 betreffende de samenstelling, de handel en het gebruik van bepaalde types dierenvoeders met een hoog gehalte aan toevoegingsmiddelen of voedermiddelen, bl. 21466.

Service public fédéral Justice Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, p. 21467. — Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, p. 21467. Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie

Federale Overheidsdienst Justitie Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. Bekendmakingen, bl. 21467. — Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. Bekendmakingen, bl. 21467. Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Indice des prix à la consommation du mois de mars 2011, p. 21469.

Indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand maart 2011, bl. 21469.

Service public fédéral de Programmation Intégration sociale, Lutte contre la Pauvreté et Economie sociale

Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie

14 MARS 2011. — Circulaire relative la compétence territoriale des C.P.A.S. pour les demandeurs d’asile, p. 21471.

14 MAART 2011. — Omzendbrief betreffende de territoriale bevoegdheid van de O.C.M.W.’s voor asielzoekers, bl. 21471. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Jobpunt Vlaanderen Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een afdelingshoofd waterbouwkunde bij NV De Scheepvaart, bl. 21474. Vlaamse overheid Mobiliteit en Openbare Werken 7 FEBRUARI 2011. — Gezamenlijke Bekendmaking. Nr. 01-2011, bl. 21476.

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 21479 à 21562.

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 21479 tot bl. 21562.

21298

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR F. 2011 — 880

[C − 2011/00170]

7 JANVIER 1958 Loi concernant les Fonds de sécurité d’existence Coordination officieuse en langue allemande Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langue allemande de la loi du 7 janvier 1958 concernant les Fonds de sécurité d’existence (Moniteur belge du 7 février 1958), telle qu’elle a été modifiée successivement par : — la loi du 10 octobre 1967 contenant le Code judiciaire (Moniteur belge du 31 octobre 1967); — la loi du 18 décembre 1968 modifiant la loi du 7 janvier 1958 concernant les Fonds de sécurité d’existence (Moniteur belge du 30 janvier 1969); — la loi du 15 juillet 1970 modifiant la loi du 10 octobre 1967 contenant le Code judiciaire ainsi que d’autres dispositions légales (Moniteur belge du 30 juillet 1970, err. du 8 septembre 1970); — l’arrêté royal du 1er mars 1971 mettant le texte de certaines dispositions légales en concordance avec les dispositions de la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires (Moniteur belge du 11 mars 1971); — la loi-programme du 22 décembre 1989 (Moniteur belge du 30 décembre 1989, err. du 4 avril 1990); — la loi du 8 juillet 1991 modifiant, en ce qui concerne la prescription de l’action publique, la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence (Moniteur belge du 22 octobre 1991); — la loi du 23 mars 1994 portant certaines mesures sur le plan du droit du travail contre le travail au noir (Moniteur belge du 30 mars 1994, err. du 25 mai 1994); — la loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l’emploi (Moniteur belge du 19 février 1998); — la loi du 26 juin 2000 relative à l’introduction de l’euro dans la législation concernant les matières visées à l’article 78 de la Constitution (Moniteur belge du 29 juillet 2000); — la loi du 25 avril 2007 portant des dispositions diverses (IV) (Moniteur belge du 8 mai 2007); — la loi du 8 juin 2008 portant des dispositions diverses (I) (Moniteur belge du 16 juin 2008, err. des 16 juillet 2008 et 30 juillet 2008); — la loi du 6 juin 2010 introduisant le Code pénal social (Moniteur belge du 1er juillet 2010). Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par le Service central de traduction allemande à Malmedy.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN N. 2011 — 880

[C − 2011/00170] 7 JANUARI 1958 Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits

De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij : — de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967); — de wet van 18 december 1968 tot wijziging van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 30 januari 1969); — de wet van 15 juli 1970 tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek en van andere wetsbepalingen (Belgisch Staatsblad van 30 juli 1970, err. van 8 september 1970); — het koninklijk besluit van 1 maart 1971 waarbij de tekst van sommige wetsbepalingen in overeenstemming wordt gebracht met de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1971); — de programmawet van 22 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1989, err. van 4 april 1990); — de wet van 8 juli 1991 tot wijziging van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, aangaande de verjaring van de strafvordering (Belgisch Staatsblad van 22 oktober 1991); — de wet van 23 maart 1994 houdende bepaalde maatregelen op arbeidsrechtelijk vlak tegen het zwartwerk (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1994, err. van 25 mei 1994); — de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling (Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998); — de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 29 juli 2000); — de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV) (Belgisch Staatsblad van 8 mei 2007); — de wet van 8 juni 2008 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 16 juni 2008, err. van 16 juli 2008 en 30 juli 2008); — de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek (Belgisch Staatsblad van 1 juli 2010). Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES D. 2011 — 880

[C − 2011/00170] 7. JANUAR 1958 — Gesetz über die Fonds für Existenzsicherheit Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache

Der folgende Text ist die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache des Gesetzes vom 7. Januar 1958 über die Fonds für Existenzsicherheit, so wie es nacheinander abgeändert worden ist durch : — das Gesetz vom 10. Oktober 1967 zur Einführung des Gerichtsgesetzbuches, — das Gesetz vom 18. Dezember 1968 zur Abänderung des Gesetzes vom 7. Januar 1958 über die Fonds für Existenzsicherheit, — das Gesetz vom 15. Juli 1970 zur Abänderung des Gesetzes vom 10. Oktober 1967 zur Einführung des Gerichtsgesetzbuches und anderer Gesetzesbestimmungen, — den Königlichen Erlass vom 1. März 1971 zur Anpassung des Textes bestimmter Gesetzesbestimmungen an die Bestimmungen des Gesetzes vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen Kommissionen, — das Programmgesetz vom 22. Dezember 1989, — das Gesetz vom 8. Juli 1991 zur Abänderung des Gesetzes vom 7. Januar 1958 über die Fonds für Existenzsicherheit, was die Verjährung der Strafverfolgung betrifft, — das Gesetz vom 23. März 1994 zur Festlegung bestimmter Maßnahmen auf Ebene des Arbeitsrechts gegen die Schwarzarbeit, — das Gesetz vom 13. Februar 1998 zur Festlegung beschäftigungsfördernder Bestimmungen, — das Gesetz vom 26. Juni 2000 über die Einführung des Euro in die Rechtsvorschriften in Bezug auf die in Artikel 78 der Verfassung erwähnten Angelegenheiten,

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD — das Gesetz vom 25. April 2007 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (IV), — das Gesetz vom 8. Juni 2008 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (I), — das Gesetz vom 6. Juni 2010 zur Einführung des Sozialstrafgesetzbuches. ¨ berDiese inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche U setzungen in Malmedy erstellt worden.

¨ RSORGE MINISTERIUM DER ARBEIT UND DER SOZIALFU 7. JANUAR 1958 — Gesetz über die Fonds für Existenzsicherheit KAPITEL I — Allgemeine Bestimmungen Artikel 1 - [Der König kann in den im [Gesetz vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen Kommissionen] vorgesehenen Formen die kollektiven Arbeitsabkommen dieser Kommissionen für allgemein verbindlich erklären, durch die diese Kommissionen Fonds für Existenzsicherheit einrichten im Hinblick auf: 1. die Finanzierung, Gewährung und Auszahlung sozialer Vorteile für bestimmte Personen, 2. die Finanzierung und Organisation der beruflichen Ausbildung der Arbeitnehmer und Jugendlichen, 3. die Finanzierung und Gewährleistung der Sicherheit und Gesundheit der Arbeitnehmer im Allgemeinen.] Art und Umfang dieser Vorteile und die Bedingungen für ihre Gewährung werden in denselben Formen festgelegt. Vorliegende Bestimmung lässt die Bestimmung von Artikel 5 des Erlassgesetzes vom 25. Februar 1947 über die Gewährung von Lohn an Arbeitnehmer für eine bestimmte Anzahl Feiertage pro Jahr, abgeändert durch das Gesetz vom 30. Dezember 1950, unberührt. [Art. 1 Abs. 1 ersetzt durch Art. 1 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969) und abgeändert durch Art. 10 Nr. 1 des K.E. vom 1. März 1971 (B.S. vom 11. März 1971)] Art. 2 - Die Fonds für Existenzsicherheit besitzen Rechtspersönlichkeit. Ihre Satzungen werden von den paritätischen Kommissionen festgelegt und in den in Artikel 1 erwähnten Formen für verbindlich erklärt. Die Bezeichnung ″Fonds für Existenzsicherheit″ darf ausschließlich für die in Anwendung des vorliegenden Gesetzes errichteten Einrichtungen benutzt werden. Art. 3 - Die Fonds für Existenzsicherheit werden von Vertretern der Arbeitgeber und der Arbeitnehmer paritätisch verwaltet. Art. 4 - In der Satzung eines Fonds für Existenzsicherheit muss Folgendes vermerkt sein: 1. [Bezeichnung und Adresse des Sitzes des Fonds,] 2. der Zweck seiner Einrichtung, 3. die Personen, die in den Genuss der vom Fonds gewährten Vorteile kommen können, die Art dieser Vorteile und die Bedingungen für ihre Gewährung und Auszahlung, 4. die Kategorien Arbeitgeber, die zur Zahlung der Beiträge zur Finanzierung der Vorteile verpflichtet sind, 5. der Betrag oder die Weise der Festlegung dieser Beiträge und die Art ihrer Einziehung, 6. der Modus für die Ernennung der Verwalter und deren Befugnisse, 7. die Weise der Festlegung der Bilanz und der Rechnungen, 8. die Form, in der und die Frist, binnen deren das Verwaltungsorgan des Fonds der paritätischen Kommission Bericht erstatten muss über die Erfüllung seines Auftrags, 9. die Weise der Auflösung und Liquidation des Vermögens und dessen Zweckbestimmung. [Art. 4 einziger Absatz Nr. 1 ersetzt durch Art. 65 des G. vom 25. April 2007 (B.S. vom 8. Mai 2007)] Art. 5 - Das Verwaltungsorgan legt jedes Jahr den Teil der Einnahmen fest, der zur Deckung der Verwaltungskosten des Fonds benutzt werden darf. Das Verwaltungsorgan bestimmt die Kosten, die als Verwaltungskosten angerechnet werden können. Sie umfassen insbesondere: 1. die Kosten für die Einziehung und Beitreibung der Beiträge, 2. die Kosten für die Auszahlung der Leistungen, 3. die Kosten für die in Artikel 13 vorgesehene Kontrolle. [Art. 5bis - Die Fonds für Existenzsicherheit garantieren, dass die von ihnen gewährten Vorteile für die Begünstigten kostenlos sind. Den Begünstigten dürfen in keiner Weise Kosten zu Lasten gelegt werden.] [Art. 5bis eingefügt durch Art. 65 des G. vom 8. Juni 2008 (B.S. vom 16. Juni 2008)] KAPITEL II — Einziehung und Beitreibung der Beiträge Art. 6 - Wenn in der Satzung vorgesehen ist, dass der Fonds selbst die Einziehung und Beitreibung der Beiträge vornimmt, wird in ihr auch die Frist festgelegt, binnen deren die geschuldeten Beiträge von den betreffenden Arbeitgebern gezahlt werden müssen. In der Satzung können ebenfalls der Zuschlag und die Zinsen festgelegt werden, die Arbeitgeber schulden, die die Frist nicht beachten. Der Satz des Zuschlags und der Zinsen darf nicht höher sein als der Prozentsatz, der in Anwendung des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer für die Sozialversicherungsbeiträge vorgesehen ist.

21299

21300

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 7 - [In der Satzung kann vorgesehen sein, dass die Beiträge von einer der mit der Einziehung der Sozialversicherungsbeiträge beauftragten Einrichtungen eingezogen oder beigetrieben werden. In einem solchen Fall werden die Bedingungen für dieses Intervenieren im Voraus von der paritätischen Kommission im gemeinsamen Einvernehmen mit der betreffenden Einrichtung festgelegt.] [In diesem Fall sind die Modi für die Berechnung, Einziehung und Beitreibung dieser Beiträge dieselben wie diejenigen der Sozialversicherungsbeiträge, mit deren Einziehung die Einrichtung beauftragt ist. Gleiches gilt für die Beitragszuschläge und Verzugszinsen.] [Art. 7 Abs. 1 ersetzt durch Art. 2 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969); Abs. 2 eingefügt durch Art. 2 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969)] Art. 8 - […] [Art. 8 aufgehoben durch Art. 7 Nr. 2 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969)] KAPITEL III — Gewährung und Auszahlung der Leistungen Art. 9 - In der Satzung kann vorgesehen werden, dass die Leistungen durch eine oder mehrere mit der Auszahlung der Sozialversicherungsleistungen beauftragte Einrichtungen ausgezahlt werden. In diesem Fall werden die Bedingungen für das Intervenieren dieser Einrichtungen im gemeinsamen Einvernehmen mit dem Fonds festgelegt. Art. 10 - Die Bestimmungen von Artikel 8 des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer sind anwendbar auf die Leistungen der Existenzsicherheit. Art. 11 - Die Auszahlung der Leistungen darf auf keinen Fall abhängig gemacht werden von der Zahlung der in Artikel 4 Nr. 5 vorgesehenen Beiträge durch einen oder mehrere Arbeitgeber. KAPITEL IV — Kontrolle Art. 12 - [Unbeschadet der Anwendung der Artikel 52 und 53 des Gesetzes vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen Kommissionen] wird die Verwaltung eines jeden Fonds einer Kontrolle durch einen Revisor oder Buchprüfer unterzogen. Dieser Revisor oder Buchprüfer wird von der zuständigen paritätischen Kommission bestimmt. Kann die paritätische Kommission sich nicht auf eine bestimmte Person einigen, schlägt sie dem Ministerium der Arbeit und der Sozialfürsorge zwei Personen vor, und das Ministerium entscheidet. Dieser Revisor oder Buchprüfer hat das uneingeschränkte Recht, alle Buchführungsverrichtungen des Fonds zu überwachen und zu überprüfen, ohne sich dabei jedoch in die Verwaltung des Fonds einmischen zu dürfen. Er kann vor Ort die Bücher, den Briefwechsel, die Protokolle und egal welche anderen Schriftstücke des Fonds einsehen. Der Revisor oder Buchprüfer informiert das Verwaltungsorgan des Fonds regelmäßig über die Ergebnisse seiner Untersuchungen und gibt ihm alle Empfehlungen, die er für zweckdienlich hält. [Art. 12 Abs. 1 abgeändert durch Art. 10 Nr. 2 des K.E. vom 1. März 1971 (B.S. vom 11. März 1971)] Art. 13 - Der Revisor oder Buchprüfer legt der zuständigen paritätischen Kommission mindestens ein Mal jährlich einen Bericht über seinen Auftrag vor, und die Kommission lässt dem Ministerium der Arbeit und der Sozialfürsorge eine Kopie davon zukommen. Dieser Bericht wird zusammen mit dem Jahresbericht des Fonds öffentlich bekannt gemacht. [Art. 13bis - Der König kann durch einen im Ministerrat beratenen Erlass nach Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates die Maßnahmen in Sachen Kontrolle über die Fonds für Existenzsicherheit sowie die Sanktionen bei Nichteinhaltung dieser Kontrollmaßnahmen festlegen.] [Art. 13bis eingefügt durch Art. 73 des G. vom 13. Februar 1998 (B.S. vom 19. Februar 1998)] Art. 14 - Kommt es zu einer finanziellen Schieflage, die das Bestehen des Fonds oder die Auszahlung der Leistungen gefährdet, fordert der Minister der Arbeit und der Sozialfürsorge die zuständige paritätische Kommission nach Berichterstattung des Revisors oder Buchprüfers dazu auf, die in dieser Situation gebotenen Maßnahmen zu treffen. Der Antrag des Ministers muss mit Gründen versehen sein. Trifft die paritätische Kommission diese Maßnahmen nicht binnen der vom Minister festgelegten Frist, werden sie vom König von Amts wegen festgelegt. Die so vom König von Amts wegen festgelegten Maßnahmen bleiben anwendbar, bis der König [ein diesbezügliches in der paritätischen Kommission abgeschlossenes kollektives Arbeitsabkommen] für allgemein verbindlich erklärt hat. [Art. 14 Abs. 3 abgeändert durch Art. 10 Nr. 3 des K.E. vom 1. März 1971 (B.S. vom 11. März 1971)] KAPITEL V — Sanktionen Art. 15 - [Unbeschadet des Artikels 496 des Strafgesetzbuches wird mit einer Gefängnisstrafe von acht Tagen bis zu einem Monat und einer Geldbuße von 26 bis zu 500 [EUR] oder mit nur einer dieser Strafen belegt, wer für eine andere Einrichtung als die in Anwendung des vorliegenden Gesetzes errichteten Einrichtungen öffentlich von der Bezeichnung ″Fonds für Existenzsicherheit″ Gebrauch macht.] [Art. 15 ersetzt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969) und abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom 29. Juli 2000)] Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 15 wie folgt: ″Art. 15 - [Die Verstöße gegen die Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes und seiner Ausführungserlasse werden gemäß dem Sozialstrafgesetzbuch ermittelt, festgestellt und sanktioniert.] ¨ berwachungsauftrags [Wenn die Sozialinspektoren von Amts wegen oder auf Antrag im Rahmen ihres Informations-, Beratungs- und U mit Bezug auf die Einhaltung der Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes und seiner Ausführungserlasse handeln, verfügen sie über die in den Artikeln 23 bis 39 des Sozialstrafgesetzbuches erwähnten Befugnisse.] [Art. 15 Abs. 1 ersetzt durch Art. 41 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010); Abs. 2 eingefügt durch Art. 41 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

Art. 16 - [Unbeschadet der Artikel 269 bis 274 des Strafgesetzbuches werden mit einer Gefängnisstrafe von acht Tagen bis zu einem Monat und einer Geldbuße von 26 bis zu 500 [EUR] oder mit nur einer dieser Strafen belegt,

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 1. die Arbeitgeber, ihre Angestellten oder Beauftragten sowie die Arbeitnehmer, die sich des Verstoßes gegen die in Ausführung des vorliegenden Gesetzes ergangenen Königlichen Erlasse oder gegen die durch Königlichen Erlass für allgemein verbindlich erklärten Arbeitsübereinkommen paritätischer Kommissionen schuldig gemacht haben, 2. die Arbeitgeber, ihre Angestellten oder Beauftragten sowie die Arbeitnehmer, die die aufgrund des vorliegenden ¨ berwachung behindert haben,] Gesetzes organisierte U [3. die Fonds für Existenzsicherheit und ihre Verwalter, die gegen Artikel 5bis verstoßen.] [Art. 16 ersetzt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969); einziger Absatz einleitende Bestimmung abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom 29. Juli 2000); einziger Absatz Nr. 3 eingefügt durch Art. 66 des G. vom 8. Juni 2008 (B.S. vom 16. Juni 2008)] Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 16 wie folgt: ″Art. 16 - […] [Art. 16 aufgehoben durch Art. 109 Nr. 14 Buchstabe a) des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

[Art. 16bis - Der Richter, der zu Lasten des Arbeitgebers, seiner Angestellten oder Beauftragten, die die Beiträge nicht oder nicht binnen den festgelegten Fristen gezahlt haben, die Strafe verkündet, verurteilt den Arbeitgeber von Amts wegen zur Zahlung an die mit der Einziehung der Beiträge beauftragte Einrichtung der rückständigen Beiträge, der Beitragszuschläge und der Verzugszinsen, die dieser Einrichtung zum Zeitpunkt des Urteils noch nicht ausgezahlt wurden.] [Art. 16bis eingefügt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969)] Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 16bis wie folgt: ″[Art. 16bis - […]] [Art. 16bis eingefügt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969) und aufgehoben durch Art. 109 Nr. 14 Buchstabe a) des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

Art. 17 - [Im Wiederholungsfall binnen einem Jahr nach einer Verurteilung kann die Strafe auf das Doppelte der Höchststrafe festgelegt werden.] [Art. 17 ersetzt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969)] Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 17 wie folgt: ″Art. 17 - […] [Art. 17 aufgehoben durch Art. 109 Nr. 14 Buchstabe a) des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

Art. 18 - [Der Arbeitgeber ist zivilrechtlich verantwortlich für die Zahlungen, zu denen seine Angestellten oder Beauftragten verurteilt wurden.] [Art. 18 ersetzt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969)] Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 18 wie folgt: ″Art. 18 - […] [Art. 18 aufgehoben durch Art. 109 Nr. 14 Buchstabe a) des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

Art. 19 - [§ 1 - Alle Bestimmungen von Buch I des Strafgesetzbuches, Kapitel V ausgenommen, aber Kapitel VII einbegriffen, sind auf die im vorliegenden Gesetz erwähnten Verstöße anwendbar. § 2 - Artikel 85 des vorerwähnten Gesetzbuches ist auf die im vorliegenden Gesetz erwähnten Verstöße anwendbar, ohne dass der Betrag der Geldbuße 40 % der im vorliegenden Gesetz erwähnten Mindestbeträge unterschreiten darf.] [Art. 19 ersetzt durch Art. 89 des G. vom 13. Februar 1998 (B.S. vom 19. Februar 1998)] Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 19 wie folgt: ″Art. 19 - […] [Art. 19 aufgehoben durch Art. 109 Nr. 14 Buchstabe b) des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

[Art. 19bis - Die Strafverfolgung wegen der Verstöße gegen die Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes und der in dessen Ausführung ergangenen Königlichen Erlasse sowie gegen die durch Königlichen Erlass für allgemein verbindlich erklärten kollektiven Arbeitsabkommen paritätischer Kommissionen verjährt in [fünf Jahren] ab der Tat, die Anlass zu der Strafverfolgung gegeben hat.] [Art. 19bis eingefügt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969) und abgeändert durch einzigen Artikel des G. vom 8. Juli 1991 (B.S. 22. Oktober 1991) und Art. 25 § 2 Nr. 2 des G. vom 23. März 1994 (B.S. vom 30. März 1994)] Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 19bis wie folgt: ″[Art. 19bis - […]] [Art. 19bis eingefügt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969) und aufgehoben durch Art. 109 Nr. 14 Buchstabe c) des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

[Art. 19ter - Für die in Artikel 16 Nr. 1 erwähnten Verstöße wird die Geldbuße so oft angewandt, wie es Personen gibt, für die die Beiträge nicht gezahlt wurden, wobei der Betrag der Geldbuße 50.000 [EUR] aber nicht überschreiten darf.] [Art. 19ter eingefügt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. 30. Januar 1969) und abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom 29. Juli 2000)] Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 19ter wie folgt: ″[Art. 19ter - […]] [Art. 19ter eingefügt durch Art. 3 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. 30. Januar 1969) und aufgehoben durch Art. 109 Nr. 14 Buchstabe d) des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

[Art. 19quater - Unbeschadet der Befugnisse der Gerichtspolizeioffiziere überwachen die vom König bestimmten Beamten die Einhaltung des vorliegenden Gesetzes und seiner Ausführungserlasse. ¨ berwachung gemäß den Bestimmungen des Gesetzes vom 16. November 1972 über Diese Beamten üben diese U die Arbeitsinspektion aus.] [Art. 19quater eingefügt durch Art. 225 des G. vom 22. Dezember 1989 (B.S. 30. Dezember 1989)]

21301

21302

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Ab einem gemäß Art. 111 des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010) vom König festzulegenden Datum und spätestens am 1. Juli 2011 lautet Art. 19quater wie folgt: ″[Art. 19quater - […]] [Art. 19quater eingefügt durch Art. 225 des G. vom 22. Dezember 1989 (B.S. 30. Dezember 1989) und aufgehoben durch Art. 109 Nr. 14 Buchstabe e) des G. vom 6. Juni 2010 (B.S. vom 1. Juli 2010)]″

Art. 20 - Unbeschadet der eventuellen Strafverfolgung kann vom Genuss der durch den Fonds für Existenzsicherheit gewährten Leistungen für maximal dreizehn oder - im Wiederholungsfall - sechsundzwanzig Wochen ausgeschlossen werden, wer unrechtmäßigerweise in den Genuss der besagten Leistungen gekommen ist oder es versucht hat, und zwar entweder indem er eine unrichtige, unvollständige oder verspätete Erklärung gemacht hat oder indem er es versäumt hat, eine Erklärung abzulegen, zu der er verpflichtet ist, oder aber indem er ein unrichtiges oder gefälschtes Dokument vorgelegt hat. KAPITEL VI — Verjährung Art. 21 - Es verjähren in drei Jahren: 1. ab dem Datum, an dem der Beitrag fällig wird: die Klage gegen einen Arbeitgeber wegen Nicht-Zahlung dieses Beitrags, 2. ab dem Datum, an dem die Leistung ausgezahlt werden musste: die Klage eines Begünstigten gegen den Fonds für Existenzsicherheit. KAPITEL VII — Gerichtsbarkeit Art. 22 - [Das Arbeitsgericht entscheidet über Streitfälle mit Bezug auf Rechte, die sich aus vorliegendem Gesetz ergeben, und wendet auf Antrag des Fonds für Existenzsicherheit die in Artikel 20 des vorliegenden Gesetzes erwähnten Sanktionen an.] [Art. 22 ersetzt durch Art. 3 (Art. 75) des G. vom 10. Oktober 1967 (B.S. vom 31. Oktober 1967(Anlage))] [Art. 22bis - [Streitfälle mit Bezug auf die Zahlung der dem Fonds für Existenzsicherheit geschuldeten Beiträge fallen in die Zuständigkeit der Arbeitsgerichte. Diese entscheiden letztinstanzlich bis zu einem Betrag in Höhe von 3.500 Franken.]] [Art. 22bis eingefügt durch Art. 4 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969) und ersetzt durch Art. 68 des G. vom 15. Juli 1970 (B.S. vom 30. Juli 1970)] ¨ bergangsbestimmungen KAPITEL VIII — U Art. 23 - Die Fonds für Existenzsicherheit, die erwähnt sind in Artikel 2 des Gesetzes vom 28. Juli 1953, abgeändert durch die Gesetze vom 23. Mai 1956 und 29. Dezember 1956, und die Fonds, die nach Inkrafttreten des vorerwähnten Gesetzes eingerichtet wurden durch den Beschluss einer paritätischen Kommission, der in der im Erlassgesetz vom 9. Juni 1945 zur Festlegung des Statuts der paritätischen Kommissionen vorgesehenen Form für verbindlich erklärt wurde, bleiben weiterhin bestehen und unterliegen den Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes. Die betreffenden paritätischen Kommissionen sind verpflichtet, die Bestimmungen, die diese Fonds regeln, mit den Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes in Einklang zu bringen. Versäumen es diese paritätischen Kommissionen, binnen dem Jahr nach der Veröffentlichung des vorliegenden Gesetzes im Belgischen Staatsblatt neue Satzungsbestimmungen festzulegen, werden diese von Amts wegen vom König festgelegt. Die so vom König von Amts wegen festgelegten Bestimmungen bleiben anwendbar, solange die neuen von der paritätischen Kommission festgelegten Bestimmungen noch nicht in der [im Erlassgesetz vom 9. Juni 1945 zur Festlegung des Statuts der paritätischen Kommissionen oder im Gesetz vom 5. Dezember 1968] vorgesehenen Form für verbindlich erklärt wurden. [Was den Fonds für Existenzsicherheit für die Arbeitnehmer des Kohlehandels von Antwerpen und Umgebung betrifft, bleiben die vor dem 1. Januar 1958 bestehenden Modalitäten für die Festlegung und Einziehung der Beiträge anwendbar. Der König kann die kollektiven Arbeitsabkommen der paritätischen Kommission für den Kohlehandel in Antwerpen und Umgebung, durch die der Beitragsbetrag geändert wird, für allgemein verbindlich erklären.] [Art. 23 Abs. 3 abgeändert durch Art. 10 Nr. 4 des K.E. vom 1. März 1971 (B.S. vom 11. März 1971); Abs. 4 eingefügt durch Art. 5 des G. vom 18. Dezember 1968 (B.S. vom 30. Januar 1969)] Art. 24 - Das Gesetz vom 28. Juli 1953, abgeändert durch das Gesetz vom 23. Mai 1956 und 29. Dezember 1956, hat keine Auswirkungen mehr ab dem Datum, an dem vorliegendes Gesetz in Kraft tritt, mit Ausnahme dessen, 1. was die Fonds für Existenzsicherheit betrifft, die gemäß Artikel 23 Absatz 1 ihre Satzung regularisieren müssen und für die das Gesetz vom 28. Juli 1958 als verlängert angesehen wird, bis die abgeänderte Satzung veröffentlicht worden ist, 2. was die Bestimmungen von Artikel 2 des vorerwähnten Gesetzes vom 28. Juli 1953 betrifft, die anwendbar bleiben. Art. 25 - Vorliegendes Gesetz tritt am 1. Januar 1958 in Kraft. Jedoch bleiben die Bestimmungen - selbst die anders lautenden - der Satzungen der in Artikel 23 Absatz 1 erwähnten Fonds anwendbar, solange sie nicht mit den Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes in Einklang gebracht worden sind.

21303

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

F. 2011 — 881 [C − 2011/00187] 26 JUIN 1992. — Loi portant des dispositions sociales et diverses Coordination officieuse en langue allemande d’extraits

N. 2011 — 881 [C − 2011/00187] 26 JUNI 1992. — Wet houdende sociale en diverse bepalingen Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels

Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langue allemande des articles 118 à 141 et 145 de la loi du 26 juin 1992 portant des dispositions sociales et diverses (Moniteur belge du 30 juin 1992), tels qu’ils ont été modifiés successivement par : - la loi du 30 décembre 1992 portant des dispositions sociales et diverses (Moniteur belge du 9 janvier 1993); - la loi du 5 avril 1994 régissant le cumul des pensions du secteur public avec des revenus provenant de l’exercice d’une activité professionnelle ou avec un revenu de remplacement (Moniteur belge du 7 mai 1994); - l’arrêté royal du 20 juillet 2000 portant exécution de la loi du 26 juin 2000 relative à l’introduction de l’euro dans la législation concernant les matières visées à l’article 78 de la Constitution et qui relèvent du Ministère des Finances (Moniteur belge du 30 août 2000, err. du 8 mars 2001); - la loi du 6 mai 2002 portant création du Fonds des pensions de la police intégrée et portant des dispositions particulières en matière de sécurité sociale (Moniteur belge du 30 mai 2002, err. du 4 octobre 2002);

De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de artikelen 118 tot 141 en 145 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992), zoals ze achtereenvolgens werden gewijzigd bij : - de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 9 januari 1993); - de wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen (Belgisch Staatsblad van 7 mei 1994); - het koninklijk besluit van 20 juli 2000 houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en die ressorteert onder het Ministerie van Financiën (Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2000, err. van 8 maart 2001); - de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 30 mei 2002, err. van 4 oktober 2002); - de wet van 3 februari 2003 houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector (Belgisch Staatsblad van 13 maart 2003, err. van 22 mei 2003); - het koninklijk besluit van 4 juni 2003 met toepassing van artikel 132, § 2, van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 2 juli 2003); - de wet van 25 april 2007 betreffende de pensioenen van de openbare sector (Belgisch Staatsblad van 11 mei 2007); - het koninklijk besluit van 19 juli 2007 tot uitvoering van verscheidene wetten inzake pensioenen van de openbare sector (Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2007); - het koninklijk besluit van 27 september 2009 met toepassing van artikel 132, § 2 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2009). Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

- la loi du 3 février 2003 apportant diverses modifications à la législation relative aux pensions du secteur public (Moniteur belge du 13 mars 2003, err. du 22 mai 2003); - l’arrêté royal du 4 juin 2003 pris en application de l’article 132, § 2, de la loi du 26 juin 1992 portant des dispositions sociales et diverses (Moniteur belge du 2 juillet 2003); - la loi du 25 avril 2007 relative aux pensions du secteur public (Moniteur belge du 11 mai 2007); - l’arrêté royal du 19 juillet 2007 pris en exécution de diverses lois en matière de pensions du secteur public (Moniteur belge du 8 août 2007); - l’arrêté royal du 27 septembre 2009 pris en application de l’article 132, § 2, de la loi du 26 juin 1992 portant des dispositions sociales et diverses (Moniteur belge du 22 octobre 2009). Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par le Service central de traduction allemande à Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES D. 2011 — 881

[C − 2011/00187] 26. JUNI 1992 — Gesetz zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache von Auszügen

Der folgende Text ist die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache der Artikel 118 bis 141 und 145 des Gesetzes vom 26. Juni 1992 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen, so wie sie nacheinander abgeändert worden sind durch: - das Gesetz vom 30. Dezember 1992 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen, - das Gesetz vom 5. April 1994 zur Regelung des gleichzeitigen Bezugs von Pensionen des öffentlichen Sektors und Einkommen aus einer Berufstätigkeit oder Ersatzeinkommen, - den Königlichen Erlass vom 20. Juli 2000 zur Ausführung des Gesetzes vom 26. Juni 2000 über die Einführung des Euro in die Rechtsvorschriften in Bezug auf die in Artikel 78 der Verfassung erwähnten Angelegenheiten, für die das Ministerium der Finanzen zuständig ist, - das Gesetz vom 6. Mai 2002 zur Schaffung des Pensionsfonds der integrierten Polizei und zur Festlegung besonderer Bestimmungen in Sachen soziale Sicherheit, - das Gesetz vom 3. Februar 2003 zur Abänderung verschiedener Rechtsvorschriften über die Pensionen im öffentlichen Sektor, - den Königlichen Erlass vom 4. Juni 2003 zur Anwendung von Artikel 132 § 2 des Gesetzes vom 26. Juni 1992 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen, - das Gesetz vom 25. April 2007 über die Pensionen im öffentlichen Sektor, - den Königlichen Erlass vom 19. Juli 2007 zur Ausführung verschiedener Gesetze in Sachen Pensionen des öffentlichen Sektors, - den Königlichen Erlass vom 27. September 2009 zur Anwendung von Artikel 132 § 2 des Gesetzes vom 26. Juni 1992 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen. ¨ berDiese inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche U setzungen in Malmedy erstellt worden.

21304

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD DIENSTSTELLEN DES PREMIERMINISTERS 26. JUNI 1992 — Gesetz zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen (...) TITEL V — Maßnahmen in Bezug auf die Pensionen des öffentlichen Sektors KAPITEL I — Ausführung des Abkommens über die Sozialprogrammierung - Garantierte Mindestpensionsbeträge Abschnitt 1 — Anwendungsbereich Art. 118 - § 1 - Vorliegendes Kapitel findet Anwendung: 1. auf Personen, die einer Regelung für Ruhestandspensionen unterliegen, deren Aufwendung folgende Einrichtungen tragen: a) Staatskasse, b) Einrichtungen, auf die der Königliche Erlass Nr. 117 vom 27. Februar 1935 zur Festlegung des Pensionsstatuts des Personals der autonomen öffentlichen Einrichtungen und der vom Staat eingerichteten Regien Anwendung findet, c) Postregie, d) Regie der Seetransporte, e) Einrichtungen, auf die das Gesetz vom 28. April 1958 über die Pension der Personalmitglieder bestimmter Einrichtungen öffentlichen Interesses und ihrer Berechtigten Anwendung findet, f) lokale Verwaltungen, die in Sachen Pensionen dem Landesamt für soziale Sicherheit der provinzialen und lokalen Verwaltungen angeschlossen sind, [g) Pensionsfonds der integrierten Polizei,] 2. auf Empfänger einer Pension als hinterbliebener Ehepartner zu Lasten der Staatskasse [oder des Pensionsfonds der integrierten Polizei], 3. auf Empfänger eines Wartegehalts, für das in den Gesetzes- beziehungsweise Verordnungsbestimmungen vorgesehen ist, dass es mindestens dem Pensionsbetrag entsprechen muss. § 2 - Vorliegendes Kapitel ist jedoch nicht anwendbar auf Personen, die Empfänger sind von: 1. einer Ruhestands- oder Hinterbliebenenpension oder eines Wartegehalts, die in § 1 erwähnt sind und im Rahmen der Ausübung eines Nebenamtes gewährt werden, 2. einer sofort einsetzenden Pension, so wie in Artikel 46 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der Pensionsregelungen vorgesehen, wenn, unabhängig von Dienstaltersverbesserungen aufgrund von Studien und anderer Zeiträume, die als für die Festlegung des Gehalts zulässige Dienste angerechnet werden, die Gesamtdauer der für die Eröffnung des Anspruchs auf Pension zulässigen Dienste weniger als zwanzig Jahre beträgt, 3. einer aufgeschobenen Pension, so wie in Artikel 46 des vorerwähnten Gesetzes vom 15. Mai 1984 vorgesehen, 4. einer aufgeschobenen Pension, die in Anwendung der Artikel 55 bis 62 des Gesetzes vom 5. August 1978 zur Festlegung von Wirtschafts- und Haushaltsreformen gewährt worden ist, 5. einer Hinterbliebenenpension als hinterbliebener Ehepartner des Empfängers einer in Nr. 2, 3 oder 4 erwähnten Pension oder als hinterbliebener Ehepartner einer Person, die nicht im aktiven Dienst verstorben ist und die auf eine solche Pension hätte Anspruch erheben können, 6. einer Ruhestandspension als ehemaliger amtlicher Sachwalter, 7. einer Ruhestands- oder Invaliditätspension als ehemaliges Mitglied des Berufspersonals der Kader in Afrika. [Art. 118 § 1 einziger Absatz Nr. 1 einziger Absatz Buchstabe g) eingefügt durch Art. 35 Nr. 1 des G. vom 6. Mai 2002 (B.S. vom 30. Mai 2002); § 1 einziger Absatz Nr. 2 abgeändert durch Art. 35 Nr. 2 des G. vom 6. Mai 2002 (B.S. vom 30. Mai 2002)] Abschnitt 2 — Begriffsbestimmungen Art. 119 - § 1 - Für die Anwendung des vorliegenden Kapitels versteht man unter ″Nebenamt″: 1. Amt, das zur Gewährung einer Pension führt beziehungsweise führen würde, die gemäß dem Königlichen Erlass Nr. 206 vom 29. August 1983 zur Regelung der Berechnung der Pension des öffentlichen Sektors für Dienste mit Teilzeitleistungen festgelegt wird und für die das in Artikel 2 § 1 Absatz 1 Buchstabe c) dieses Erlasses erwähnte Verhältnis weniger als fünf Zehntel beträgt, 2. Amt, das zur Gewährung einer Pension geführt hat, die nicht gemäß den Bestimmungen des vorerwähnten Königlichen Erlasses Nr. 206 vom 29. August 1983 festgelegt worden ist und die während der letzten fünf Jahre der Laufbahn Dienste mit Teilzeitleistungen umfasst hat, die durchschnittlich weniger als fünf Zehnteln der gleichen Dienste mit Vollzeitleistungen entsprechen. § 2 - Unter ″alleinstehenden Pensionierten″ versteht man männliche beziehungsweise weibliche Pensionierte, die ledig, verwitwet, geschieden oder von Tisch und Bett getrennt sind. § 3 - Unter ″garantiertem Mindestbetrag″ versteht man den Mindestpensionsbetrag, auf den eine Person in Anwendung des vorliegenden Kapitels Anspruch erheben kann. Unter ″Zulage″ versteht man den Betrag, der dem Nennbetrag der Pension hinzugefügt wird, um den garantierten Mindestbetrag zu erreichen. § 4 - Unter ″garantierter Besoldung″ versteht man die in Artikel 3 des Königlichen Erlasses vom 29. Juni 1973 zur Gewährung einer garantierten Besoldung an gewisse Bedienstete der Ministerien erwähnte Besoldung, die Bediensteten gewährt wird, die in Sachen soziale Sicherheit nur der Kranken- und Invalidenpflichtversicherungsregelung, Zweig Gesundheitspflege, unterliegen. Abschnitt 3 — Mindestbeträge der Ruhestandspensionen Unterabschnitt 1 — Ruhestandspensionen aufgrund des Alters oder des Dienstalters Art. 120 - Für Personen, die aufgrund ihres Alters oder ihres Dienstalters in den Ruhestand versetzt werden und das Alter von sechzig Jahren erreicht haben, wird der garantierte Mindestbetrag festgelegt auf: - [9.601,00 EUR] pro Jahr für alleinstehende Pensionierte, - [12.001,00 EUR] pro Jahr für verheiratete Pensionierte. [Art. 120 einziger Absatz erster und zweiter Gedankenstrich abgeändert durch Art. 2 Nr. 34 des K.E. vom 20. Juli 2000 (B.S. vom 30. August 2000), Art. 1 des K.E. vom 4. Juni 2003 (B.S. vom 2. Juli 2003) und Art. 1 des K.E. vom 27. September 2009 (B.S. vom 22. Oktober 2009)]

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Unterabschnitt 2 — Ruhestandspensionen wegen körperlicher Untauglichkeit Art. 121 - § 1 - Für Personen, die wegen körperlicher Untauglichkeit oder gemäß Artikel 83 des vorerwähnten Gesetzes vom 5. August 1978 von Amts wegen in den Ruhestand versetzt werden, wird der garantierte Mindestbetrag festgelegt: 1. für alleinstehende Pensionierte auf 50 Prozent des Durchschnittsgehalts der letzten fünf Jahre der Laufbahn, mit Ausnahme der Besoldungsbestandteile, die für die Berechnung der Ruhestandspension nicht berücksichtigt werden, 2. für verheiratete Pensionierte auf 62,50 Prozent dieses Durchschnittsgehalts. § 2 - [Die Erhöhungen des ursprünglichen Nennbetrags der Pension, die in Anwendung von Artikel 12 § 9 des Gesetzes vom 9. Juli 1969 zur Abänderung und Ergänzung der Rechtsvorschriften über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen der Bediensteten des öffentlichen Sektors gewährt werden, führen zu einer proportionalen Erhöhung des in § 1 erwähnten Durchschnittsgehalts.] § 3 - Ist das in § 1 erwähnte Durchschnittsgehalt niedriger als [19.202,00 EUR], wird es auf diesen Betrag erhöht. [Wenn das in § 1 erwähnte Durchschnittsgehalt höher als [19.202,00 EUR] ist und die Gesamtdauer der für die Berechnung der Pension zulässigen Dienste, unabhängig von Dienstaltersverbesserungen aufgrund von Studien und anderer Zeiträume, die als für die Festlegung des Gehalts zulässige Dienste angerechnet werden, jedoch erhöht um den Zeitraum zwischen dem Datum des Einsetzens der Pension und dem ersten Tag des Monats nach dem 65. Geburtstag, weniger als zwanzig Jahre beträgt, wird das vorerwähnte Gehalt auf diesen Betrag begrenzt.] [Für die Anwendung von Absatz 2 wird die Dauer der zulässigen Dienste ohne Berücksichtigung der in Artikel 2 des Königlichen Erlasses Nr. 206 vom 29. August 1983 zur Regelung der Berechnung der Pension des öffentlichen Sektors für Dienste mit Teilzeitleistungen vorgesehenen Reduzierung des Zeitraums festgelegt.] § 4 - Der wegen körperlicher Untauglichkeit gewährte garantierte Mindestbetrag darf weder 75 Prozent des Höchstgehalts in der Gehaltstabelle, die mit dem letzten Dienstgrad des Betreffenden vor seiner Versetzung in den Ruhestand verbunden ist, noch 100 Prozent der garantierten Besoldung, wenn es sich um einen alleinstehenden Pensionierten handelt, beziehungsweise 125 Prozent dieser Besoldung, wenn es sich um einen verheirateten Pensionierten handelt, übersteigen. [Art. 121 § 2 ersetzt durch Art. 57 des G. vom 25. April 2007 (B.S. vom 11. Mai 2007); § 3 Abs. 1 abgeändert durch Art. 2 Nr. 34 des K.E. vom 20. Juli 2000 (B.S. vom 30. August 2000), Art. 2 des K.E. vom 4. Juni 2003 (B.S. vom 2. Juli 2003) und Art. 2 des K.E. vom 27. September 2009 (B.S. vom 22. Oktober 2009); § 3 Abs. 2 eingefügt durch Art. 29 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003) und abgeändert durch Art. 2 des K.E. vom 4. Juni 2003 (B.S. vom 2. Juli 2003) und Art. 2 des K.E. vom 27. September 2009 (B.S. vom 22. Oktober 2009); § 3 Abs. 3 eingefügt durch Art. 29 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Abschnitt 4 — Mindestbeträge der Hinterbliebenenpensionen Art. 122 - Für hinterbliebene Ehepartner, die Empfänger einer Hinterbliebenenpension sind, wird der garantierte Mindestbetrag auf [8.369,00 EUR] pro Jahr festgelegt. Der vorliegende Artikel findet keine Anwendung auf die in Artikel 2 § 2 des vorerwähnten Gesetzes vom 15. Mai 1984 vorgesehene zeitweilige Pension. [Art. 122 Abs. 1 abgeändert durch Art. 2 Nr. 34 des K.E. vom 20. Juli 2000 (B.S. vom 30. August 2000), Art. 3 des K.E. vom 4. Juni 2003 (B.S. vom 2. Juli 2003) und Art. 3 des K.E. vom 27. September 2009 (B.S. vom 22. Oktober 2009)] Abschnitt 5 — Gemeinsame Bestimmungen Art. 123 - Die Zulage, die aus der Anwendung der Artikel 120 und 121 hervorgeht, wird in Kalenderjahren, in denen der Pensionierte irgendeine Erwerbstätigkeit ausübt, die ihm ein jährliches Bruttoeinkommen von [607,59 EUR] oder mehr einbringt, nicht ausgezahlt. [Art. 123 abgeändert durch Art. 2 Nr. 34 des K.E. vom 20. Juli 2000 (B.S. vom 30. August 2000)] Art. 124 - Die Zulage, die aus der Anwendung von Artikel 122 hervorgeht, wird in Zeiträumen, in denen die Hinterbliebenenpension [gemäß den Bestimmungen des Gesetzes vom 5. April 1994 zur Regelung des gleichzeitigen Bezugs von Pensionen des öffentlichen Sektors und Einkommen aus einer Berufstätigkeit oder Ersatzeinkommen] gekürzt oder ausgesetzt wird, [...] nicht ausgezahlt. [Art. 124 abgeändert durch Art. 80 des G. vom 30. Dezember 1992 (B.S. vom 9. Januar 1993), Art. 21 des G. vom 5. April 1994 (B.S. vom 7. Mai 1994) und Art. 30 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Art. 125 - § 1 - Wenn der Empfänger eines garantierten Mindestbetrags andere Ruhestands- beziehungsweise Hinterbliebenenpensionen oder Alters- beziehungsweise Hinterbliebenenrenten oder als solche geltende Vorteile zu Lasten einer Pensionsregelung empfängt, die gemäß belgischen oder ausländischen Rechtsvorschriften festgelegt ist, werden diese Pensionen, Renten und Vorteile von der Zulage abgezogen. Von dieser Zulage werden ebenfalls Renten, Entschädigungen beziehungsweise Zulagen, die dem Betreffenden gemäß belgischen oder ausländischen Rechtsvorschriften als Schadenersatz für einen Arbeitsunfall, einen Wegeunfall oder eine Berufskrankheit gewährt werden, sowie die dem Betreffenden gewährten Entschädigungspensionen aus Friedenszeiten abgezogen. [Entschädigungen wegen primärer Arbeitsunfähigkeit, Invaliditätsentschädigungen, Arbeitslosenentschädigungen beziehungsweise Vorteile gleicher Art, die dem Betreffenden gemäß ausländischen Rechtsvorschriften gewährt werden, werden ebenfalls von der Zulage abgezogen.] § 2 - Handelt es sich um einen verheirateten Pensionierten, werden von der Zulage ebenfalls abgezogen: 1. die Einkünfte, die sein Ehepartner durch die Ausübung einer Berufstätigkeit bezieht, 2. die nachstehend aufgelisteten Vorteile, die sein Ehepartner empfängt: a) Ruhestands- beziehungsweise Hinterbliebenenpensionen oder Alters- beziehungsweise Hinterbliebenenrenten oder als solche geltende Vorteile zu Lasten einer Pensionsregelung, die gemäß belgischen oder ausländischen Rechtsvorschriften festgelegt ist, b) Entschädigungen wegen primärer Arbeitsunfähigkeit, Invaliditätsentschädigungen oder Arbeitslosenentschädigungen, die gemäß belgischen Rechtsvorschriften gewährt werden, oder Vorteile gleicher Art, die gemäß ausländischen Rechtsvorschriften gewährt werden, c) Renten, Entschädigungen beziehungsweise Zulagen, die gemäß belgischen oder ausländischen Rechtsvorschriften als Schadenersatz für einen Arbeitsunfall, einen Wegeunfall oder eine Berufskrankheit gewährt werden, d) Entschädigungspensionen aus Friedenszeiten. § 3 - Wenn eine der in den Paragraphen 1 oder 2 erwähnten Pensionen oder Renten ganz oder teilweise in Form eines Kapitals ausgezahlt worden ist, wird für die Anwendung des vorliegenden Artikels und von Artikel 126 die mit dem ausgezahlten Kapital übereinstimmende fiktive Rente berücksichtigt.

21305

21306

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD § 4 - Für die Anwendung des vorliegenden Artikels werden Leistungen gleicher Art wie die in den Paragraphen 1 und 2 erwähnten, die von einer völkerrechtlichen Einrichtung gewährt werden, den Leistungen zu Lasten einer Pensionsregelung, die gemäß ausländischen Rechtsvorschriften festgelegt ist, gleichgesetzt. [Art. 125 § 1 Abs. 3 eingefügt durch Art. 31 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Art. 126 - § 1 - Für den in Artikel 125 § 2 Nr. 1 erwähnten Abzug wird das jährliche Einkommen berücksichtigt. Unter jährlichem Einkommen versteht man das tatsächlich vom Arbeitgeber ausgezahlte beziehungsweise zuerkannte Bruttoeinkommen, reduziert um die Pflichtabzüge zur Ausführung der sozialen Rechtsvorschriften oder einer hiermit gleichgesetzten gesetzlichen beziehungsweise verordnungsrechtlichen Regelung und um die pauschalen Werbungskosten, die steuerlich abzugsfähig sind. Wenn es sich um eine Berufstätigkeit als Selbständiger handelt, entspricht das jährliche Einkommen dem Einkommen, das als Grundlage für die Berechnung der für das laufende Jahr fälligen Sozialbeiträge dient, reduziert um diese Beiträge. Bei Regularisierung der vorläufig von einem Selbständigen gezahlten Beiträge wird der in Artikel 125 § 2 Nr. 1 erwähnte Abzug unter Berücksichtigung der Einkünfte, die für die definitive Berechnung der Sozialbeiträge berücksichtigt werden, revidiert. § 2 - Die in Artikel 125 § 1 Absatz 2 und § 2 Nr. 2 Buchstabe c) und d) erwähnten Vorteile werden lediglich in Höhe der Hälfte ihres Betrags berücksichtigt. [Die in Artikel 125 § 1 Absatz 3 erwähnten Vorteile werden lediglich in Höhe von 80 Prozent ihres Betrags berücksichtigt.] § 3 - Für die Anwendung von Artikel 125 § 2 werden die in dieser Bestimmung erwähnten Einkünfte beziehungsweise Vorteile im Voraus in Höhe eines Betrags reduziert, der 50 Prozent dieser Einkünfte beziehungsweise Vorteile entspricht, wobei dieser Betrag [205,00 EUR] pro Monat nicht übersteigen darf. [Bei Anwendung von Artikel 130 Absatz 2 findet die in Absatz 1 vorgesehene Befreiung jedoch keine Anwendung auf den Teil der Pension des Ehepartners, der der in Anwendung von Artikel 127 gewährten Basismindestzulage entspricht, da diese Zulage erst nach den in Artikel 125 § 1 erwähnten Abzügen berücksichtigt wird.] Für die Anwendung von Absatz 1 wird das in Artikel 125 § 2 Nr. 1 erwähnte Einkommen in Höhe eines Zwölftels seines Betrags berücksichtigt. § 4 - [...] [Art. 126 § 2 Abs. 2 eingefügt durch Art. 32 Nr. 1 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003); § 3 Abs. 1 abgeändert durch Art. 2 Nr. 34 des K.E. vom 20. Juli 2000 (B.S. vom 30. August 2000) und Art. 3 des K.E. vom 19. Juli 2007 (B.S. vom 8. August 2007); § 3 neuer Absatz 2 eingefügt durch Art. 32 Nr. 2 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003); § 4 aufgehoben durch Art. 85 Nr. 15 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Art. 127 - Der Gesamtumfang der in Anwendung von Artikel 125 § 2 vorgenommenen Abzüge wird auf die Differenz zwischen dem garantierten Mindestpensionsbetrag und 40 Prozent der garantierten Besoldung begrenzt. [Die Differenz zwischen 40 Prozent der garantierten Besoldung und dem Nennbetrag der Pension bildet die Basismindestzulage.] [Art. 127 Abs. 2 eingefügt durch Art. 33 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Art. 128 - § 1 - Wenn für die Festlegung des Nennbetrags der Pension die in Artikel 2 des vorerwähnten Königlichen Erlasses Nr. 206 vom 29. August 1983 vorgesehene Reduzierung des Zeitraums Anwendung gefunden hat, werden die in Artikel 120 erwähnten garantierten Mindestbeträge und die in den Artikeln 121 § 1, 121 § 4 und 127 vorgesehenen Prozentsätze mit dem in Artikel 2 § 1 Absatz 1 Buchstabe c) dieses Erlasses vorgesehenen Verhältnis multipliziert. Absatz 1 findet keine Anwendung, wenn die Gesamtdauer der in Artikel 2 § 1 Absatz 1 Buchstabe a) und b) des vorerwähnten Königlichen Erlasses Nr. 206 vom 29. August 1983 erwähnten zulässigen Dienste mindestens zwanzig Dienstjahren mit Vollzeitleistungen entspricht. § 2 - Für die am Datum des Inkrafttretens des vorliegenden Kapitels laufenden Ruhestandspensionen wegen körperlicher Untauglichkeit, die sich auf Laufbahnen, die Dienste mit Teilzeitleistungen umfassen, beziehen und ohne Anwendung der Bestimmungen des vorerwähnten Königlichen Erlasses Nr. 206 vom 29. August 1983 berechnet worden sind, werden die in den Artikeln 121 §§ 1 und 4 und 127 vorgesehenen Prozentsätze mit dem Koeffizienten multipliziert, der gemäß Artikel 2 § 1 Absatz 1 Buchstabe a) dieses Erlasses festgelegt worden wäre, wenn dieser Erlass Anwendung gefunden hätte. Absatz 1 findet keine Anwendung, wenn die Anzahl der für die Berechnung der Pension berücksichtigten Dienstjahre, multipliziert mit dem in Absatz 1 erwähnten Koeffizienten, mindestens zwanzig beträgt. § 3 - Bei Anwendung des vorliegenden Artikels stimmen die Gehälter, die für die Bestimmung des in Artikel 121 § 1 erwähnten Durchschnittsgehalts berücksichtigt werden, mit den Gehältern überein, die in Artikel 3 des vorerwähnten Königlichen Erlasses Nr. 206 vom 29. August 1983 vorgesehen sind. Die aus der Anwendung des vorliegenden Artikels hervorgehenden neuen Prozentsätze werden bis einschließlich der vierten Dezimalstelle festgelegt. Art. 129 - Personen, die wegen körperlicher Untauglichkeit oder gemäß Artikel 83 des vorerwähnten Gesetzes vom 5. August 1978 von Amts wegen in den Ruhestand versetzt werden und zum Zeitpunkt ihrer Versetzung in den Ruhestand die Bedingungen hinsichtlich Alter und Dienstzeit erfüllen, um auf den in Artikel 120 vorgesehenen Mindestbetrag Anspruch erheben zu können, erhalten letztgenannten Mindestbetrag, wenn dieser vorteilhafter ist als der, auf den sie in Anwendung von Artikel 121 Anspruch erheben könnten. Die in Absatz 1 erwähnten Personen, die den in Artikel 120 erwähnten Vorteil erhalten haben, können später auf den in Artikel 121 erwähnten Vorteil keinen Anspruch mehr erheben. Art. 130 - Wenn der in den Artikeln 120, 121 beziehungsweise 122 erwähnte Vorteil für ein und dieselbe Person im Rahmen mehrerer Pensionen gewährt werden kann, findet allein die Bestimmung Anwendung, die Anspruch auf den höchsten garantierten Mindestbetrag eröffnet; ist dieser Betrag bei jeder der Pensionen gleich, wird er nur im Rahmen der Pension gewährt, deren Nennbetrag der niedrigste ist. [Wenn bei verheirateten Pensionierten beide auf einen der in Artikel 120 beziehungsweise 121 vorgesehenen garantierten Mindestbeträge Anspruch erheben können: - wird die aus der Anwendung von Artikel 127 hervorgehende Basismindestzulage gegebenenfalls beiden Ehepartnern gewährt, - wird die Zulage beziehungsweise der Teil der Zulage, der die Basismindestzulage übersteigt, nur dem Ehepartner gewährt, für den sich das vorliegende Kapitel als am vorteilhaftesten herausstellt, sowohl unter Berücksichtigung des garantierten Mindestbetrags, auf den jeder der Ehepartner Anspruch erheben kann, als auch unter Berücksichtigung der in Artikel 125 § 2 erwähnten Einkünfte beziehungsweise Vorteile jedes Ehepartners, so wie sie nach Anwendung von Artikel 126 § 3 berücksichtigt werden.]

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD [Wenn einem der Ehepartner infolge der Anwendung von Absatz 2 unrechtmäßig Beträge ausgezahlt worden sind, können diese von den fälligen und noch nicht ausgezahlten Beträgen des anderen Ehepartners abgezogen werden. Diese Aufrechnung darf in keinem Fall für Beträge gelten, die vor mehr als zehn Jahren vor dem Datum, an dem sie ausgeführt wird, unrechtmäßig ausgezahlt worden sind.] [Art. 130 Abs. 2 ersetzt durch Art. 34 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003); Abs. 3 eingefügt durch Art. 34 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Art. 131 - Die Zulage ist für volle Kalendermonate, in denen der Pensionierte in einem Gefängnis inhaftiert beziehungsweise in einer Einrichtung zum Schutz der Gesellschaft oder in einem Arbeitshaus interniert war, nicht fällig. Die Zulage ist aber wohl für den Zeitraum der Untersuchungshaft fällig, wenn diese sich als gesetzwidrig oder überschießend herausstellt. Art. 132 - § 1 - Die in den Artikeln 120, 121 § 3, 122, 123 und 126 § 3 erwähnten Beträge sind an den Schwellenindex 138,01 gebunden. Die in den Artikeln 120, 122, 123 und 126 § 3 erwähnten Beträge sowie die aus der Anwendung von Artikel 121 hervorgehende Zulage sind auf die gleiche Weise wie die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen zu Lasten der Staatskasse von der Entwicklung des Verbraucherpreisindexes abhängig. Für die Anwendung von Absatz 1 wird in Bezug auf den in Artikel 123 erwähnten Betrag auf den am 1. Januar des betreffenden Kalenderjahres gültigen Schwellenindex verwiesen. § 2 - Die in den Artikeln 120, 121 § 3, 122, 123 und 126 § 3 erwähnten Beträge können vom König erhöht werden. Art. 133 - Die Vorteile der Bestimmungen des vorliegenden Kapitels werden nur auf Antrag der Betreffenden gewährt. Dieser Antrag muss bei der Einrichtung eingereicht werden, die die Pensionsregelung, der die Betreffenden unterliegen, verwaltet. Abschnitt 6 -— Zulage bei schwerwiegender Behinderung Art. 134 - § 1 - Eine Pauschalzulage von jährlich [1.215,18 EUR], die dem Nennbetrag beziehungsweise dem garantierten Mindestbetrag der Pension hinzugefügt wird, wird Personen gewährt, die wegen körperlicher Untauglichkeit infolge einer schwerwiegenden Behinderung, die während ihrer Laufbahn aufgetreten ist und durch die ihrer Dienstzeit ein definitives Ende bereitet worden ist, in den Ruhestand versetzt worden sind. Diese Zulage wird ebenfalls Personen gewährt, die gemäß Artikel 83 des vorerwähnten Gesetzes vom 5. August 1978 [oder gemäß Artikel 82 des Gesetzes vom 26. April 2002 über die wesentlichen Elemente des Statuts der Personalmitglieder der Polizeidienste und zur Festlegung verschiedener anderer Bestimmungen über die Polizeidienste] von Amts wegen in den Ruhestand versetzt werden und deren Abwesenheiten wegen Krankheit vor ihrer Versetzung in den Ruhestand Folge einer schwerwiegenden Behinderung sind, die während ihrer Laufbahn aufgetreten ist. Der in Absatz 1 erwähnte Vorteil ist Personen vorbehalten, für die der Verlust des Selbständigkeitsgrads infolge einer schwerwiegenden Behinderung auf mindestens 12 Punkte festgelegt ist, und zwar gemäß der im Ministeriellen Erlass vom 30. Juli 1987 zur Festlegung der Kategorien und des Leitfadens für die Beurteilung des Selbständigkeitsgrades im Hinblick auf die Untersuchung des Anrechts auf die Eingliederungsbeihilfe vorgesehenen Beurteilungsmethode. § 2 - Der König legt die Modalitäten und das Verfahren zur Gewährung der in § 1 vorgesehenen Zulage fest. Er kann den Betrag dieser Zulage erhöhen. [Art. 134 § 1 Abs. 1 abgeändert durch Art. 2 Nr. 34 des K.E. vom 20. Juli 2000 (B.S. vom 30. August 2000) und Art. 21 des G. vom 25. April 2007 (B.S. vom 11. Mai 2007)] Art. 135 - Die Gewährung der in Artikel 134 erwähnten Zulage darf nicht zur Folge haben, dass der Gesamtbetrag der Pension einen Betrag erreicht, der das Doppelte der garantierten Besoldung übersteigt. Gegebenenfalls wird die Zulage entsprechend gekürzt. Für die Bestimmung des in Absatz 1 erwähnten Gesamtbetrags der Pension werden alle Ruhestandsbeziehungsweise Hinterbliebenenpensionen oder Alters- beziehungsweise Hinterbliebenenrenten oder als solche geltende Vorteile zu Lasten einer Pensionsregelung, die gemäß belgischen oder ausländischen Rechtsvorschriften festgelegt ist, oder zu Lasten der Pensionsregelung einer völkerrechtlichen Einrichtung berücksichtigt. [Wenn eine der in Absatz 2 erwähnten Pensionen oder Renten ganz oder teilweise in Form eines Kapitals ausgezahlt worden ist, wird für die Anwendung des vorliegenden Artikels die mit dem ausgezahlten Kapital übereinstimmende fiktive Rente berücksichtigt.] [Art. 135 Abs. 3 eingefügt durch Art. 35 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Art. 136 - Der Betrag der aus der Anwendung der Artikel 134 und 135 hervorgehenden Zulage wird um die Beträge aller anderen Pensionen, Renten oder als solche geltenden Vorteile, die für dieselbe Behinderung gewährt werden, gekürzt. [Wenn eine der in Absatz 1 erwähnten Pensionen oder Renten ganz oder teilweise in Form eines Kapitals ausgezahlt worden ist, wird für die Anwendung des vorliegenden Artikels die mit dem ausgezahlten Kapital übereinstimmende fiktive Rente berücksichtigt.] [Art. 136 Abs. 2 eingefügt durch Art. 36 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Art. 137 - Personen, die Empfänger mehrerer Ruhestandspensionen sind, kann nur eine Zulage wegen schwerwiegender Behinderung gewährt werden. Gegebenenfalls wird die Zulage im Rahmen der höchsten Pension ausgezahlt. [Art. 137bis - Die Zulage, die aus der Anwendung von Artikel 134 hervorgeht, wird in Kalenderjahren, in denen der Pensionierte irgendeine Erwerbstätigkeit ausübt, die ihm ein jährliches Bruttoeinkommen von 607,59 EUR oder mehr einbringt, nicht ausgezahlt.] [Art. 137bis eingefügt durch Art. 37 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)]

21307

21308

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 138 - [§ 1 - Die in den Artikeln 134 und 137bis erwähnten Beträge sind an den Schwellenindex 138,01 gebunden und auf die gleiche Weise wie die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen zu Lasten der Staatskasse von der Entwicklung des Verbraucherpreisindexes abhängig. Für die Anwendung von Absatz 1 wird in Bezug auf den in Artikel 137bis erwähnten Betrag auf den am 1. Januar des betreffenden Kalenderjahres gültigen Schwellenindex verwiesen. § 2 - Der in Artikel 137bis erwähnte Betrag kann vom König erhöht werden.] [Art. 138 ersetzt durch Art. 38 des G. vom 3. Februar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Abschnitt 7 — Harmonisierungsmaßnahmen Art. 139 - Die Mindestpensionsbeträge, die bei Versetzung in den Ruhestand aufgrund des Alters oder des Dienstalters oder wegen körperlicher Untauglichkeit vorgesehen sind, die Mindestbeträge der Hinterbliebenenpensionen und die Zulagen bei schwerwiegender Behinderung, die im Rahmen der in Artikel 38 Nr. 2 Buchstabe a), e) und g) des vorerwähnten Gesetzes vom 5. August 1978 erwähnten Pensionsregelungen gewährt werden, dürfen sich ab dem Datum des Inkrafttretens des vorliegenden Kapitels nicht von den Beträgen unterscheiden, die im Rahmen dieses Kapitels Personen gewährt werden, auf die dieselben Umstände zutreffen. Laufende Pensionen werden gegebenenfalls gemäß den Bestimmungen von Artikel 140 § 1 revidiert.

¨ bergangsbestimmungen Abschnitt 8 — U Art. 140 - § 1 - Die Bestimmungen des vorliegenden Kapitels, mit Ausnahme der in Abschnitt 6 enthaltenen Bestimmungen, finden auf die am 31. Dezember 1992 laufenden Pensionen Anwendung. Unter Vorbehalt der im vorliegenden Artikel bestimmten besonderen Regeln finden diese Bestimmungen von Amts wegen Anwendung. Wenn der Pensionierte an dem vorerwähnten Datum nicht tatsächlich eine in Anwendung von Buch I Titel II des vorerwähnten Gesetzes vom 15. Mai 1984 gewährte Zulage erhält, werden ihm die Vorteile der Bestimmungen des vorliegenden Kapitels erst gewährt, wenn er einen entsprechenden Antrag einreicht. § 2 - Für die Anwendung von Artikel 121 § 1 auf die am 31. Dezember 1989 laufenden Pensionen wird das Durchschnittsgehalt der letzten fünf Jahre unter Berücksichtigung des Schwellenindexes 138,01 mit einem Bruch multipliziert, dessen Zähler dem Höchstwert in der am 1. Januar 1993 gültigen Gehaltstabelle entspricht und dessen Nenner unter Berücksichtigung des vorerwähnten Schwellenindexes 138,01 dem Höchstwert in der Gehaltstabelle entspricht, die am Datum des Einsetzens der Pension gültig war. Für diese Indexbindung finden die Bestimmungen von Artikel 10 § 1 Absatz 3 des Gesetzes vom 2. Januar 1990 zur zeitweiligen Gewährung eines Pensionszuschlags an bestimmte Pensionierte des öffentlichen Sektors Anwendung. Für die in Absatz 1 erwähnten Pensionen findet Artikel 121 § 2 nur auf Erhöhungen Anwendung, die nach dem 1. Januar 1993 gewährt werden. § 3 - Für die am 31. Dezember 1992 laufenden Ruhestandspensionen, deren Empfänger an diesem Datum tatsächlich eine Zulage erhalten, die als Mindestpensionsbetrag gewährt wird, bleiben die zu diesem Zeitpunkt geltenden Bestimmungen vollständig anwendbar, solange sie sich als vorteilhafter als die Bestimmungen des vorliegenden Kapitels erweisen. Während dieses Zeitraums kann die Anwendung dieser Bestimmungen jedoch keinen Vorteil mit sich bringen, der größer ist als der, über den der Betreffende tatsächlich am vorerwähnten Datum verfügte, ungeachtet der weiteren Entwicklung seiner Lage. Bei Anwendung von Absatz 1 wird der aus der Anwendung der früheren Bestimmungen hervorgehende Mindestbetrag weiterhin auf der Grundlage der Sätze, Gehaltstabellen und des Schwellenindexes festgelegt, die am 31. Dezember 1992 gültig waren. Des Weiteren sind die Bestimmungen des früheren Artikels 30 § 1 Absatzen 3 und 4 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 nicht mehr anwendbar. [§ 4 - Die in Artikel 121 § 3 Absatz 2 vorgesehene Begrenzung findet keine Anwendung auf die am 31. Dezember 2002 laufenden Ruhestandspensionen.]

[Art. 140 § 4 eingefügt durch Art. 22 des G. vom 25. April 2007 (B.S. vom 11. Mai 2007)] Art. 141 - In Abweichung von Artikel 126 § 3 werden der Prozentsatz von 50 Prozent und der Betrag von [202,53 EUR] jeweils ersetzt durch: - 10 Prozent und [40,51 EUR] für das Jahr 1993, - 20 Prozent und [81,02 EUR] für das Jahr 1994, - 30 Prozent und [121,52 EUR] für das Jahr 1995, - 40 Prozent und [162,03 EUR] für das Jahr 1996. [Art. 141 einziger Absatz einleitende Bestimmung und erster bis vierter Gedankenstrich abgeändert durch Art. 2 Nr. 34 des K.E. vom 20. Juli 2000 (B.S. vom 30. August 2000)] Abschnitt 9 — Schlussbestimmungen

(...) Art. 145 - Die Bestimmungen des vorliegenden Kapitels treten am 1. Januar 1993 in Kraft.

(...)


21309

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR


F. 2011 — 882 [C − 2011/00173] 24 DECEMBRE 2002. — Loi-programme (I) Coordination officieuse en langue allemande d’extraits

N. 2011 — 882 [C − 2011/00173] 24 DECEMBER 2002. — Programmawet (I) Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels

Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langue allemande des articles 41 à 62, 80 à 82 et 187 à 189 de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002 (Moniteur belge du 31 décembre 2002, err. du 7 février 2003), tels qu’ils ont été modifiés successivement par : - l’arrêté royal du 25 mars 2003 portant exécution de l’article 45, § 2, de la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers (Moniteur belge du 31 mars 2003);

De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de artikelen 41 tot 62, 80 tot 82 en 187 tot 189 van de programmawet (I) van 24 december 2002 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2002, err. van 7 februari 2003), zoals ze achtereenvolgens werden gewijzigd bij : - het koninklijk besluit van 25 maart 2003 tot uitvoering van artikel 45, § 2, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten (Belgisch Staatsblad van 31 maart 2003); - de programmawet van 22 december 2003 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2003, err. van 16 januari 2004); - de programmawet van 9 juli 2004 (Belgisch Staatsblad van 15 juli 2004); - de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen (Belgisch Staatsblad van 10 november 2006); - de programmawet (I) van 27 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, err. van 24 januari 2007, 13 februari 2007 en 23 februari 2007); - de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2008); - de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 10 mei 2010). Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

- la loi-programme du 22 décembre 2003 (Moniteur belge du 31 décembre 2003, err. du 16 janvier 2004); - la loi-programme du 9 juillet 2004 (Moniteur belge du 15 juillet 2004); - la loi du 27 octobre 2006 relative au contrôle des institutions de retraite professionnelle (Moniteur belge du 10 novembre 2006); - la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 (Moniteur belge du 28 décembre 2006, err. des 24 janvier 2007, 13 février 2007 et 23 février 2007); - la loi du 24 juillet 2008 portant des dispositions diverses (I) (Moniteur belge du 7 août 2008); - la loi du 28 avril 2010 portant des dispositions diverses (Moniteur belge du 10 mai 2010). Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par le Service central de traduction allemande à Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES D. 2011 — 882 [C − 2011/00173] 24. DEZEMBER 2002 — Programmgesetz (I) — Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache von Auszügen Der folgende Text ist die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache der Artikel 41 bis 62, 80 bis 82 und 187 bis 189 des Programmgesetzes (I) vom 24. Dezember 2002, so wie sie nacheinander abgeändert worden sind durch: - den Königlichen Erlass vom 25. März 2003 zur Ausführung von Artikel 45 § 2 des Gesetzes vom 2. August 2002 über die Aufsicht über den Finanzsektor und die Finanzdienstleistungen, - das Programmgesetz vom 22. Dezember 2003, - das Programmgesetz vom 9. Juli 2004, - das Gesetz vom 27. Oktober 2006 über die Kontrolle der Einrichtungen der betrieblichen Altersversorgung, - das Programmgesetz (I) vom 27. Dezember 2006, - das Gesetz vom 24. Juli 2008 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (I), - das Gesetz vom 28. April 2010 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen. ¨ bersetzunDiese inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche U gen in Malmedy erstellt worden.

¨ DERALER O ¨ FFENTLICHER DIENST KANZLEI DES PREMIERMINISTERS FO 24. DEZEMBER 2002 — Programmgesetz (I) (...) TITEL II — Soziale Angelegenheiten und Pensionen KAPITEL 1 — Sozialstatut der Selbständigen (...) Abschnitt 4 — Ergänzende Altersversorgung für Selbständige Unterabschnitt 1 — Zweck, Anwendungsbereich und Begriffsbestimmungen Art. 41 - Vorliegender Abschnitt dient der Regelung der Beziehungen in Sachen ergänzende Altersversorgung, einschließlich der eventuellen Solidaritätsleistungen, zwischen dem Selbständigen, dem mithelfenden Ehepartner, dem selbständigen Helfer, dem Versorgungsanwärter und seinen Rechtsnachfolgern, der Versorgungseinrichtung und gegebenenfalls der juristischen Person, die mit der Organisation der Solidaritätsregelung, mit dem Schutz der für die Versorgungsanwärter und ihre Rechtsnachfolger aufgebauten Versorgungsansprüche und -rücklagen und mit der Erhöhung der Transparenz für die Versorgungsanwärter beauftragt ist. Art. 42 - Für die Anwendung des vorliegenden Abschnitts und seiner Ausführungserlasse versteht man unter: 1. ergänzender Altersversorgung: eine Ruhestandsrente und/oder bei Tod des Versorgungsanwärters vor oder nach der Pensionierung eine Hinterbliebenenrente oder den ihr entsprechenden Kapitalwert, die auf der Grundlage von Einzahlungen, die in einem Altersversorgungsabkommen festgelegt sind, als Ergänzung einer aufgrund einer gesetzlichen Regelung der sozialen Sicherheit festgelegten Pension aufgebaut wird,

21310

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 2. Altersversorgungseinrichtung: ein Unternehmen beziehungsweise eine Einrichtung, die [in Artikel 2 § 1 beziehungsweise § 3 Nr. 5 des Gesetzes vom 9. Juli 1975 über die Kontrolle der Versicherungsunternehmen oder in Artikel 2 Nr. 1 des Gesetzes vom 27. Oktober 2006 über die Kontrolle der Einrichtungen der betrieblichen Altersversorgung erwähnt sind und] mit dem Aufbau der ergänzenden Altersversorgung und/oder der Auszahlung der Leistungen beauftragt sind, 3. [Selbständigem: - sozialversicherungspflichtige Selbständige, die in Artikel 12 § 1 des Königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 zur Einführung des Sozialstatuts der Selbständigen erwähnt sind, - sozialversicherungspflichtige Selbständige, die in Artikel 12 § 2 desselben Erlasses erwähnt sind und Sozialbeiträge entrichten müssen, die mindestens den in Artikel 12 § 1 desselben Erlasses erwähnten Sozialbeiträgen entsprechen, - sozialversicherungspflichtige Selbständige, die in Artikel 13bis § 2 Nr. 1 desselben Erlasses erwähnt sind,] [- sozialversicherungspflichtige Selbständige, die in Artikel 13 § 1 desselben Erlasses erwähnt sind und nicht tatsächlich eine Ruhestands- oder Hinterbliebenenpension aufgrund der Pensionsregelung für Selbständige oder einer anderen Pensionsregelung beziehen, vorzeitig oder nicht, und die Sozialbeiträge entrichten müssen, die mindestens den in Artikel 12 § 1 desselben Erlasses erwähnten Sozialbeiträgen entsprechen,] 4. mithelfendem Ehepartner: Personen, die in Artikel 7bis § 1 des Königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 zur Einführung des Sozialstatuts der Selbständigen erwähnt sind [und Beiträge entrichten müssen, die [in den Artikeln 12 § 1 und 13bis § 2 Nr. 2] erwähnt sind oder gemäß Artikel 12 § 1ter des vorerwähnten Königlichen Erlasses Nr. 38 berechnet werden], 5. Helfer: sozialversicherungspflichtige Helfer, die die gemäß [den Artikeln 12 § 1 und 13bis § 2 Nr. 1] des Königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 zur Einführung des Sozialstatuts der Selbständigen für eine hauptberuflich ausgeübte Tätigkeit geschuldeten Beiträge entrichten müssen, 6. Versorgungsanwärter: Selbständige, mithelfende Ehepartner und Helfer, die ein Altersversorgungsabkommen geschlossen haben, und ehemalige Selbständige, mithelfende Ehepartner und Helfer, die weiterhin derzeitige oder aufgeschobene Ansprüche gemäß dem Altersversorgungsabkommen geltend machen, 7. Altersversorgungsabkommen: Abkommen in Sachen ergänzende Altersversorgung, in dem die Rechte und Pflichten des Versorgungsanwärters, seiner Rechtsnachfolger und der Versorgungseinrichtung sowie die Regeln für den Aufbau der ergänzenden Altersversorgung und die Auszahlung der Leistungen festgelegt sind, 8. erdienten Rücklagen: Rücklagen, auf die der Versorgungsanwärter gemäß dem Altersversorgungsabkommen zu einem bestimmten Zeitpunkt Anrecht hat, 9. Solidaritätsregelung: zugunsten der Versorgungsanwärter und/oder ihrer Rechtsnachfolger eingeführte Regelung der Solidaritätsleistungen, 10. Solidaritätsordnung: Regelung, in der die Rechte und Pflichten der Versorgungsanwärter und/oder ihrer Rechtsnachfolger und der juristischen Person, die die Solidaritätsregelung organisiert, sowie die Regeln für die Durchführung der Solidaritätsregelung festgelegt sind, 11. [Gesetz vom 27. Oktober 2006: das Gesetz vom 27. Oktober 2006 über die Kontrolle der Einrichtungen der betrieblichen Altersversorgung,] 12. [″Rechtsvorschriften über die aufsichtsrechtliche Kontrolle″: das Gesetz vom 9. Juli 1975 über die Kontrolle der Versicherungsunternehmen und das Gesetz vom 27. Oktober 2006 über die Kontrolle der Einrichtungen der betrieblichen Altersversorgung sowie deren Ausführungserlasse,] [13. ″CBFA″: die Kommission für das Bank-, Finanz- und Versicherungswesen, die durch Artikel 44 des Gesetzes vom 2. August 2002 über die Aufsicht über den Finanzsektor und die Finanzdienstleistungen eingesetzt worden ist.] [Art. 42 einziger Absatz Nr. 2 abgeändert durch Art. 187 Nr. 1 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); einziger Absatz Nr. 3 ersetzt durch Art. 70 Nr. 1 des G. vom 24. Juli 2008 (B.S. vom 7. August 2008); einziger Absatz Nr. 3 vierter Gedankenstrich eingefügt durch Art. 89 des G. vom 28. April 2010 (B.S. vom 10. Mai 2010); einziger Absatz Nr. 4 abgeändert durch Art. 93 Buchstabe b) des G. vom 22. Dezember 2003 (B.S. vom 31. Dezember 2003) und Art. 70 Nr. 2 des G. vom 24. Juli 2008 (B.S. vom 7. August 2008); einziger Absatz Nr. 5 abgeändert durch Art. 93 Buchstabe c) des G. vom 22. Dezember 2003 (B.S. vom 31. Dezember 2003) und Art. 70 Nr. 3 des G. vom 24. Juli 2008 (B.S. vom 7. August 2008); einziger Absatz Nr. 11 ersetzt durch Art. 187 Nr. 2 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); einziger Absatz Nr. 12 ersetzt durch Art. 187 Nr. 3 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); einziger Absatz Nr. 13 eingefügt durch Art. 187 Nr. 4 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Art. 43 - Vorliegender Abschnitt findet Anwendung auf Versorgungsanwärter und ihre Rechtsnachfolger, mit dem Aufbau der ergänzenden Altersversorgung und/oder der Auszahlung der Leistungen beauftragte Versorgungseinrichtungen, mit der Organisation einer Solidaritätsregelung beauftragte juristische Personen sowie bei den vorerwähnten Einrichtungen und juristischen Personen bestimmte Kommissare und Versicherungsmathematiker. Unterabschnitt 2 — Altersversorgungsabkommen 1. Allgemeine Bestimmungen Art. 44 - § 1 - Im Hinblick auf den Aufbau einer ergänzenden Altersversorgung können Selbständige, mithelfende Ehepartner oder selbständige Helfer mit einer Versorgungseinrichtung ein Versorgungsabkommen schließen. Der Text des Versorgungsabkommens wird dem Versorgungsanwärter übermittelt. § 2 - Der vom Versorgungsanwärter im Hinblick auf den Aufbau der ergänzenden Altersversorgung eingezahlte Beitrag wird in einem Prozentsatz der beruflichen Einkünfte ausgedrückt, die in Artikel 11 § 2 des Königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 zur Einführung des Sozialstatuts der Selbständigen bestimmt sind. [Auf gemeinsamen Vorschlag des Ministers der Finanzen, des Ministers des Mittelstands und des Ministers der Pensionen bestimmt der König Mindestbeitrag und Höchstbeitragssatz.] Der Höchstbeitragssatz darf jedoch [8,17 Prozent] der beruflichen Einkünfte, deren Mindest- und Höchstbetrag der König auf gemeinsamen Vorschlag des Ministers der Finanzen, des Ministers des Mittelstands und des Ministers der Pensionen festlegt, nicht überschreiten. Der König legt fest, wie die Beiträge zu Beginn oder bei Wiederaufnahme der Berufstätigkeit berechnet werden. Er bestimmt zu diesem Zweck, was unter Beginn oder Wiederaufnahme der Berufstätigkeit im Sinne des vorliegenden Paragraphen zu verstehen ist.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD [Wenn die beruflichen Einkünfte niedriger als zwei Drittel des in Artikel 12 § 1 Absatz 2 des Königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 erwähnten Betrags sind und unbeschadet der Bestimmungen von Absatz 2 können Selbständige und Helfer einen Beitrag in Höhe von 8,17 Prozent ihrer beruflichen Einkünfte einzahlen. Mithelfende Ehepartner können unter denselben Bedingungen einen Beitrag in Höhe von 8,17 Prozent ihrer beruflichen Einkünfte einzahlen, wenn ihr Referenzeinkommen niedriger als zwei Drittel der Hälfte des im vorhergehenden Absatz erwähnten Betrags ist.] § 3 - Der Anteil des Landesinstituts für Kranken- und Invalidenversicherung an Sozialvorteilen, die im Rahmen der in dem am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetz über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung erwähnten nationalen Vereinbarungen und Abkommen gewährt werden, ist von den in § 2 vorgesehenen Einschränkungen nicht betroffen. § 4 - Die [CBFA] erstellt alle zwei Jahre einen Bericht [über die im vorliegenden Abschnitt und seinen Ausführungserlassen erwähnten Angelegenheiten und insbesondere] über die Kostenstruktur, die Art der Gewinnbeteiligung und die Anwendung einer Rückkaufentschädigung. [Art. 44 § 2 Abs. 2 ersetzt durch Art. 233 Nr. 1 des G. vom 9. Juli 2004 (B.S. vom 15. Juli 2004); § 2 Abs. 3 abgeändert durch Art. 94 des G. vom 22. Dezember 2003 (B.S. vom 31. Dezember 2003); § 2 Abs. 5 und 6 eingefügt durch Art. 233 Nr. 2 des G. vom 9. Juli 2004 (B.S. vom 15. Juli 2004); § 4 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003) und Art. 188 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Art. 45 - Die im vorliegenden Gesetz erwähnten Beiträge sind in Sachen Einkommensteuer mit den in Ausführung der sozialen Rechtsvorschriften einzuzahlenden Beiträgen gleichzusetzen, sofern der Versorgungsanwärter während des betreffenden Jahres die aufgrund des Sozialstatuts der Selbständigen einzuzahlenden Beiträge tatsächlich und vollständig eingezahlt hat. 2. Sonderbestimmungen für soziale Altersversorgungsabkommen Art. 46 - § 1 - Der in Artikel 44 § 2 Absatz 2 erwähnte Höchstbeitragssatz wird um 15 Prozent erhöht für Versorgungsabkommen, die die folgende Bedingung erfüllen: - An das Versorgungsabkommen ist eine [in Unterabschnitt 6] erwähnte Solidaritätsregelung gebunden, deren Leistungen durch einen Solidaritätsbeitrag von mindestens 10 Prozent finanziert werden, der auf den Beitrag erhoben wird, den der Versorgungsanwärter im Rahmen von Artikel 44 § 2 eingezahlt hat. § 2 - Im sozialen Versorgungsabkommen wird ausdrücklich angegeben, dass es in Anwendung des vorliegenden Artikels geschlossen worden ist. § 3 - Die [CBFA] erstellt alle zwei Jahre einen Bericht [über die im vorliegenden Abschnitt und seinen Ausführungserlassen erwähnten Angelegenheiten und insbesondere] über die Kostenstruktur, die Art der Gewinnbeteiligung und die Anwendung einer Rückkaufentschädigung. [Art. 46 § 1 einziger Absatz einziger Gedankenstrich abgeändert durch Art. 189 Nr. 1 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); § 3 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003) und Art. 189 Nr. 2 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Unterabschnitt 3 — Erdiente Rücklagen, erdiente Leistungen und Garantien Art. 47 - Der Versorgungsanwärter behält jederzeit das Recht auf die gemäß dem Versorgungsabkommen erdienten Rücklagen. Bei einer Pensionierung werden die vereinbarten Leistungen bei Bedarf bis in Höhe des Teils der eingezahlten Beiträge ergänzt, der weder für die Deckung des Todesfallrisikos vor der Pensionierung noch gegebenenfalls für die Finanzierung der Solidaritätsleistungen verzehrt worden ist. Die Bestimmung von Absatz 2 ist im Falle einer Pensionierung binnen fünf Jahren nach Abschluss des Versorgungsabkommens nicht anwendbar. Art. 48 - § 1 - Die Versorgungseinrichtung übermittelt den Versorgungsanwärtern, mit Ausnahme der Rentenempfänger, mindestens einmal im Jahr einen Rentenauszug, der mindestens folgende Angaben umfasst: 1. den Betrag der erdienten Rücklagen unter Angabe des Betrags, der der in Artikel 47 Absatz 2 erwähnten Garantie entspricht, 2. die Variablen, die für die Berechnung der in Nr. 1 erwähnten Beträge berücksichtigt werden, 3. den Betrag der erdienten Rücklagen des Vorjahres, [4. den aktuellen Finanzierungsstand der erdienten Rücklagen und der in Artikel 47 Absatz 2 erwähnten Garantie, 5. den Betrag der im Laufe des vorhergehenden Jahres eingezahlten Beiträge, aufgeschlüsselt nach Vorteilen, 6. gegebenenfalls die Informationen über die vom König festgelegte Gewinnbeteiligung, 7. gegebenenfalls den Betrag der dem Versorgungsanwärter im Laufe des vorhergehenden Geschäftsjahres zur Last gelegten Zuschläge, 8. gegebenenfalls den im Laufe des vorhergehenden Geschäftsjahres garantierten Zinssatz.] ¨ bersicht über § 2 - Die Versorgungseinrichtung übermittelt dem Versorgungsanwärter auf einfache Anfrage eine U ¨ bersicht kann auf den Zeitraum des Anschlusses bei der die Entwicklung der in § 1 Nr. 1 erwähnten Angaben. Diese U Versorgungseinrichtung und den Zeitraum nach Inkrafttreten des vorliegenden Gesetzes begrenzt werden. § 3 - Die Versorgungseinrichtung teilt allen Versorgungsanwärtern ab einem Alter von 45 Jahren mindestens alle fünf Jahre den Betrag der Rente ohne Abzug von Steuern mit, den sie bei ihrer Pensionierung erwarten können. Zu diesem Zweck werden folgende Hypothesen und Angaben berücksichtigt: 1. für aktive Versorgungsanwärter: a) eine durchgehende Einzahlung der letzten Beiträge, b) die erdienten Rücklagen und die noch einzuzahlenden Beiträge[, kapitalisiert mit dem vom König festgelegten Zinssatz,] oder die vereinbarten Versorgungsleistungen, 2. für ehemalige Versorgungsanwärter: die erdienten Rücklagen[, kapitalisiert mit dem vom König festgelegten Zinssatz,] oder die verringerten Versorgungsleistungen. [Solange der König die in § 3 Absatz 2 Nr. 1 Buchstabe b) und Nr. 2 erwähnten Erlasse nicht fasst, beläuft sich der dort erwähnte Zinssatz auf 3,75 Prozent.]

21311

21312

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD [§ 4 - Bei der Pensionierung oder wenn andere Leistungen einforderbar werden, informiert die Versorgungseinrichtung den Empfänger beziehungsweise dessen Rechtsnachfolger über die zu gewährenden Leistungen und die entsprechenden Auszahlungsmöglichkeiten.] [§ 5 - Die Versorgungseinrichtung kann für die Gesamtheit oder einen Teil der von ihr verwalteten Versorgungsabkommen von den in den Paragraphen 1 bis 4 auferlegten Verpflichtungen befreit werden, sofern die VoG SIGeDIS, gegründet gemäß Artikel 12 des Königlichen Erlasses vom 12. Juni 2006 zur Ausführung von Titel III Kapitel II des Gesetzes vom 23. Dezember 2005 über den Solidaritätspakt zwischen den Generationen, sich auf Grundlage einer Vereinbarung mit der Versorgungseinrichtung verpflichtet, diese Verpflichtungen zu übernehmen.] [Art. 48 § 1 einziger Absatz Nr. 4 bis 8 eingefügt durch Art. 190 Nr. 1 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); § 3 Abs. 2 Nr. 1 einziger Absatz Buchstabe b) abgeändert durch Art. 190 Nr. 2 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); § 3 Abs. 2 Nr. 2 abgeändert durch Art. 190 Nr. 2 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); § 3 Abs. 3 eingefügt durch Art. 190 Nr. 3 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); § 4 eingefügt durch Art. 190 Nr. 4 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); § 5 eingefügt durch Art. 308 des G. (I) vom 27. Dezember 2006 (B.S. vom 28. Dezember 2006, Err. vom 13. Februar 2007)] ¨ bertragung der Rücklagen Art. 49 - § 1 - Außer in den in § 2 erwähnten Fällen und für die in Artikel 51 erwähnte U an eine andere Versorgungseinrichtung kann der Versorgungsanwärter erst zum Zeitpunkt seiner Pensionierung beziehungsweise ab dem Zeitpunkt, an dem er das Alter von 60 Jahren erreicht hat, das Recht auf Rückkauf seiner Rücklagen ausüben oder die Auszahlung seiner Leistungen erhalten[, sofern das Versorgungsabkommen dies ausdrücklich vorsieht]. § 2 - Vorschüsse auf Leistungen, Verpfändungen von Versorgungsansprüchen oder die Möglichkeit, den Rückkaufswert zur Wiederherstellung eines Hypothekarkredits zu verwenden, dürfen nur zugelassen werden, um dem Versorgungsanwärter zu ermöglichen, auf dem Gebiet der Europäischen Union unbewegliche Güter, die steuerpflichtige Einkünfte erzeugen, zu erwerben, zu bauen, zu verbessern, instand zu setzen oder umzubauen. Diese Vorschüsse und Anleihen müssen zurückgezahlt werden, sobald diese Güter nicht mehr Teil des Vermögens des Versorgungsanwärters sind. Sind im Versorgungsabkommen Vorschüsse auf Leistungen, Verpfändungen von Versorgungsansprüchen oder die Möglichkeit, den Rückkaufswert zur Wiederherstellung eines Hypothekarkredits zu verwenden, vorgesehen, müssen die in Absatz 1 erwähnten Einschränkungen ausdrücklich im Versorgungsabkommen vermerkt sein. [Art. 49 § 1 abgeändert durch Art. 191 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Art. 50 - § 1 - Wird die Leistung in Form eines Kapitals ausgezahlt, haben der Versorgungsanwärter beziehungsweise bei seinem Tod seine Rechtsnachfolger das Recht, die Umwandlung in eine Rente zu beantragen. Der König legt die Berechnungsmodalitäten fest. Die Versorgungseinrichtung informiert den Versorgungsanwärter zwei Monate vor der Pensionierung beziehungsweise binnen zwei Wochen, nachdem sie von der vorzeitigen Pensionierung erfahren hat, über dieses Recht. Bei Tod des Versorgungsanwärters informiert die Versorgungseinrichtung die Rechtsnachfolger binnen zwei Wochen, nachdem sie von dem Tod erfahren hat, über dieses Recht. § 2 - Wenn der jährliche Betrag der Rente von Anfang an niedriger als oder gleich 500 EUR ist, wird die Leistung in Form eines Kapitals ausgezahlt. Der Betrag von 500 EUR wird indexiert gemäß den Bestimmungen des Gesetzes vom 2. August 1971 zur Einführung einer Regelung, mit der Gehälter, Löhne, Pensionen, Beihilfen und Zuschüsse zu Lasten der Staatskasse, bestimmte Sozialleistungen, für die Berechnung bestimmter Beiträge der Sozialversicherung der Arbeitnehmer zu berücksichtigende Entlohnungsgrenzen sowie den Selbständigen im Sozialbereich auferlegte Verpflichtungen an den Verbraucherpreisindex gebunden werden. Unterabschnitt 4 — Beendigung des Altersversorgungsabkommens und Pensionierung Art. 51 - Versorgungsanwärter können jederzeit das Versorgungsabkommen beenden und mit einer anderen Versorgungseinrichtung ein neues Versorgungsabkommen schließen. Versorgungsanwärter haben das Recht, erdiente Rücklagen auf dieses neue Versorgungsabkommen zu übertragen. Dem Versorgungsanwärter dürfen Ausfälle von Gewinnbeteiligungen weder zur Last gelegt noch von den zum ¨ bertragung erdienten Rücklagen abgezogen werden. Die neue Versorgungseinrichtung darf Zeitpunkt der U Abschlussaufwendungen nicht auf übertragene Rücklagen anrechnen. ¨ bertragung ist auf den Teil der Rücklagen begrenzt, der nicht für einen Vorschuss oder [Die in Absatz 2 erwähnte U eine Verpfändung beziehungsweise im Rahmen der Wiederherstellung eines Hypothekarkredits verwendet worden ist.] ¨ bertragung der Die Versorgungseinrichtung teilt spätestens binnen dreißig Tagen nach dem Antrag auf U Rücklagen auf schriftlichem oder elektronischem Wege den Betrag der erdienten Rücklagen mit. [Art. 51 neuer Absatz 3 eingefügt durch Art. 192 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Art. 52 - Die Versorgungseinrichtung teilt spätestens binnen dreißig Tagen nach Notifizierung der Pensionierung durch die Versorgungsanwärter auf schriftlichem oder elektronischem Wege den Betrag des aufgebauten Altersversorgungskapitals, gegebenenfalls erhöht bis zu den in Anwendung von Artikel 47 garantierten Beträgen, und die entsprechende Rente mit. Unterabschnitt 5 — Transparenz [Art. 52bis - Die Versorgungseinrichtung arbeitet eine schriftliche Erklärung über die Grundsätze ihrer ¨ nderung der Anlagepolitik aus. Sie überprüft sie mindestens alle drei Jahre und unverzüglich nach jeder wesentlichen A Anlagepolitik. In dieser Erklärung wird zumindest auf die angewandten Verfahren zur Bewertung des Anlagerisikos, das Risikomanagement und die Strategie in Bezug auf die Mischung der Vermögenswerte je nach Art und Dauer der Altersversorgungsverbindlichkeiten eingegangen. ¨ nderung der Erklärung über die Die Versorgungseinrichtung teilt der CBFA binnen einem Monat jegliche A Grundsätze der Anlagepolitik mit. Die CBFA kann im Wege einer Regelung präzisere Regeln in Bezug auf den Inhalt und die Form dieser Erklärung festlegen.] [Art. 52bis eingefügt durch Art. 193 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Art. 53 - [§ 1] - Die Versorgungseinrichtung erstellt jedes Jahr einen Bericht über die Verwaltung der Versorgungsabkommen. Dieser Bericht wird allen Versorgungsanwärtern und/oder Interessehabenden, die dies beantragen, zur Verfügung gestellt.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Der Bericht muss Informationen über die folgenden Punkte beinhalten: 1. die lang- und kurzfristige Anlagestrategie und inwiefern soziale, ethische und ökologische Aspekte berücksichtigt werden, 2. die Anlageerträge, 3. die Kostenstruktur, 4. gegebenenfalls die Gewinnbeteiligung der Versorgungsanwärter. [§ 2 - Die Versorgungseinrichtung übermittelt den Versorgungsanwärtern, ihren Rechtsnachfolgern beziehungsweise ihren Vertretern auf einfache Anfrage: 1. die Erklärung über die in Artikel 52bis erwähnten Grundsätze der Anlagepolitik, 2. den Jahresabschluss und den Jahresbericht der Versorgungseinrichtung sowie gegebenenfalls den Jahresabschluss und den Jahresbericht der Versorgungsregelung des Versorgungsanwärters, 3. gegebenenfalls die Auswahl von möglichen Anlageformen und das Anlagenportfolio sowie Informationen über das Risikopotenzial und die mit den Anlagen verbundenen Kosten, sofern der Versorgungsanwärter das Anlagerisiko trägt. Die CBFA kann im Wege einer Regelung den Inhalt und die Form der im vorliegenden Paragraphen erwähnten Informationen bestimmen.] [Art. 53 § 1 (frühere Absätze 1 und 2) nummeriert durch Art. 194 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); § 2 eingefügt durch Art. 194 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Unterabschnitt 6 — Solidarität Art. 54 - Die in Artikel 46 § 1 erwähnte Solidaritätsregelung wird durch eine Solidaritätsordnung geregelt, deren Text den Versorgungsanwärtern auf einfache Anfrage übermittelt wird. Der König bestimmt durch einen im Ministerrat beratenen Erlass die zu berücksichtigenden Solidaritätsleistungen, die die Finanzierung des Aufbaus der ergänzenden Altersversorgung während bestimmter Zeiträume der Inaktivität, die Entschädigungen bei Einkommensausfall in bestimmten Fällen oder die Erhöhung der laufenden Zahlungen betreffen, und gibt die Leistungen an, die die Solidaritätsregelung mindestens umfassen muss. Art. 55 - Der König legt die Modalitäten für die Finanzierung und Verwaltung der Solidaritätsregelung fest. Art. 56 - Der Träger der Solidaritätsregelung wird im Versorgungsabkommen bestimmt. Die Versorgungseinrichtung oder juristische Person, die Träger einer Solidaritätsregelung ist, verwaltet die Regelung separat von ihren sonstigen Aktivitäten. Art. 57 - Die Bestimmungen von Artikel 53 sind entsprechend anwendbar. Unterabschnitt 7 — Kontrolle Art. 58 - Die Kontrolle der Einhaltung der Bestimmungen des vorliegenden Abschnitts und seiner Ausführungserlasse wird der [CBFA] anvertraut. [Art. 58 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003)] [Art. 58bis - Im Hinblick auf die Kontrolle der Einhaltung der Bestimmungen des vorliegenden Abschnitts und seiner Ausführungserlasse übermitteln die von der Durchführung der Solidaritätsregelungen betroffenen Versorgungseinrichtungen und juristischen Personen der CBFA die Liste der von ihnen verwalteten Versorgungsabkommen und Solidaritätsregelungen und die Informationen über die verwalteten Zusagen, die die CBFA bestimmt. Die CBFA legt fest, wie häufig, mit welchem Inhalt und auf welchem Datenträger die in Absatz 1 erwähnten Informationen übermittelt werden.] [Art. 58bis eingefügt durch Art. 195 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] [Art. 58ter - Im Hinblick auf die Kontrolle der Einhaltung der Bestimmungen des vorliegenden Abschnitts und seiner Ausführungserlasse legen die von der Durchführung der Solidaritätsregelungen betroffenen Versorgungseinrichtungen und juristischen Personen auf Ersuchen der CBFA alle Informationen und Unterlagen vor. Die im vorliegenden Absatz erwähnten Informationen und Unterlagen werden in der gesetzlich auferlegten Sprache zur Verfügung gestellt. Zu demselben Zweck kann die CBFA vor Ort Inspektionen durchführen oder Kopien aller Informationen im Besitz der Versorgungseinrichtung anfertigen, nachdem sie gegebenenfalls die zuständigen Behörden des Herkunftsmitgliedstaates darüber informiert hat. Zu demselben Zweck sind die Bediensteten, Makler und Zwischenpersonen verpflichtet, der CBFA auf einfache Anfrage alle Informationen in Bezug auf die dem vorliegenden Gesetz unterliegenden Versorgungsabkommen beziehungsweise Solidaritätsregelungen zur Verfügung zu stellen. Die CBFA kann für die Ausführung der drei vorangehenden Absätze Mitglieder ihres Personals oder selbständige, zu diesem Zweck bevollmächtigte Sachverständige abordnen, die ihr Bericht erstatten.] [Art. 58ter eingefügt durch Art. 196 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] [Art. 58quater - § 1 - Stellt die CBFA fest, dass die in Artikel 58ter erwähnten Einrichtungen und juristischen Personen die Bestimmungen des vorliegenden Abschnitts oder seiner Ausführungserlasse nicht einhalten, legt sie eine Frist fest, in der diesem Missstand abgeholfen werden muss. Wenn dem Missstand nach Ablauf dieser Frist nicht abgeholfen worden ist, kann die CBFA, unabhängig von den anderen durch oder aufgrund des Gesetzes vorgesehenen Maßnahmen, den Versorgungsanwärtern und Begünstigten der Versorgungsabkommen beziehungsweise deren Vertretern ihre Anmahnungen mitteilen. Unter den im vorliegenden Artikel vorgesehenen Bedingungen kann die CBFA ihre Anmahnungen im Belgischen Staatsblatt oder in der Presse veröffentlichen. Die Kosten für die Mitteilung und Veröffentlichung gehen zu Lasten der verwarnten Versorgungseinrichtung oder juristischen Person. § 2 - Bleiben die in Artikel 58ter erwähnten Einrichtungen und Personen nach Ablauf der in § 1 erwähnten Frist weiter säumig, kann die CBFA, nachdem die Einrichtung beziehungsweise Person angehört oder wenigstens vorgeladen worden ist, ihr eine Geldbuße bis zu einem Maximalbetrag von 1.875.000 EUR pro Verstoß beziehungsweise einem Maximalbetrag von 2.500 EUR pro Tag des Verzugs auferlegen. § 3 - Das Verfahren für die Auferlegung der im vorliegenden Artikel erwähnten Sanktionen wird durch die Artikel 70 bis 73 des Gesetzes vom 2. August 2002 über die Aufsicht über den Finanzsektor und die Finanzdienstleistungen bestimmt.

21313

21314

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Die in Anwendung von § 2 auferlegten Geldbußen werden von der Kataster-, Registrierungs- und Domänenverwaltung zugunsten der Staatskasse eingenommen.] [Art. 58quater eingefügt durch Art. 197 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Art. 59 - [Die zugelassenen Kommissare und die Versicherungsmathematiker, die gemäß den Rechtsvorschriften über die aufsichtsrechtliche Kontrolle bestimmt sind,] bringen der [CBFA] alle Fakten und Beschlüsse zur Kenntnis, von denen sie im Rahmen ihres Auftrags erfahren haben und die einen Verstoß gegen die Bestimmungen des vorliegenden Abschnitts und seiner Ausführungserlasse darstellen. Die Mitteilung in gutem Glauben der in Absatz 1 erwähnten Fakten und Beschlüsse durch die zugelassenen Kommissare und die Versicherungsmathematiker an die [CBFA] gilt nicht als Verstoß gegen irgendeine durch Vertrag oder eine Gesetzes-, Verordnungs- beziehungsweise Verwaltungsbestimmung auferlegte Einschränkung in Sachen Informationsverbreitung und bringt für die betreffenden Personen keinerlei Haftung in Bezug auf den Inhalt dieser Mitteilung mit sich. [Art. 59 Abs. 1 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003) und Art. 198 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006); Abs. 2 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003)] Art. 60 - Unter der Bezeichnung ″Rat für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige″ wird ein Organ ¨ berwachung der Anwendung der Bestimmungen des vorliegenden Abschnitts eingesetzt, das mit der regelmäßigen U und mit der periodischen Bewertung seiner Anwendung beauftragt ist. Auf Ersuchen oder auf eigene Initiative kann der Rat Stellungnahmen oder Empfehlungen für die [CBFA] beziehungsweise die zuständigen Minister verfassen. Zudem wird er mit allen Aufgaben betraut, die ihm aufgrund eines Gesetzes oder vom König zugewiesen werden. Der Rat für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige setzt sich zusammen aus jeweils zwei Vertretern des Ministeriums des Mittelstands, des Ministeriums der Sozialen Angelegenheiten und des Ministeriums der Finanzen, die von den jeweiligen zuständigen Ministern bestimmt werden, sowie aus zwei Vertretern der [CBFA], die auf Vorschlag des Rates der [CBFA] vom Minister der Wirtschaft bestimmt werden. Der Rat für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige erstellt seine Geschäftsordnung. [Art. 60 Abs. 1 und 2 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003)] Art. 61 - § 1 - Unter der Bezeichnung ″Kommission für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige″ wird ein Beratungsorgan eingesetzt, das beauftragt ist, Stellungnahmen über Erlasse abzugeben, die in Ausführung des vorliegenden Abschnitts gefasst werden, und über jegliche Fragen in Bezug auf die Anwendung des vorliegenden Abschnitts und seiner Ausführungserlasse zu beraten, die ihm von den zuständigen Ministern, dem Rat für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige und der [CBFA] vorgelegt werden. Die Kommission für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige kann auf eigene Initiative Stellungnahmen über jegliche Probleme in Bezug auf die Anwendung des vorliegenden Abschnitts und seiner Ausführungserlasse abgeben. § 2 - Die Kommission für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige setzt sich aus fünfzehn Mitgliedern zusammen, die vom König aufgrund ihrer Erfahrung in den durch vorliegenden Abschnitt geregelten Angelegenheiten ernannt werden: 1. sechs Mitglieder werden aus einer Liste mit je zwei vom Allgemeinen geschäftsführenden Ausschuss für das Sozialstatut der Selbständigen vorgeschlagenen Kandidaten pro zu vergebendes Mandat ausgewählt, um die Interessen der Selbständigen, der mithelfenden Ehepartner und der selbständigen Helfer zu vertreten, 2. zwei Mitglieder werden aus den Vertretern der in Belgien aktiven Versorgungseinrichtungen ausgewählt, die auf einer Liste mit je zwei von den repräsentativsten Berufsorganisationen vorgeschlagenen Kandidaten pro zu vergebendes Mandat vermerkt sind, 3. zwei Mitglieder werden aus den Vertretern der pensionierten Selbständigen ausgewählt, die auf einer Liste mit je zwei von dem Beratenden Ausschuss für den Pensionssektor vorgeschlagenen Kandidaten pro zu vergebendes Mandat vermerkt sind, 4. die übrigen fünf Mitglieder müssen Qualifikation und Erfahrung in den durch vorliegenden Abschnitt geregelten Angelegenheiten aufweisen. § 3 - Die Dauer des Mandats der Mitglieder der Kommission für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige beträgt sechs Jahre; es ist erneuerbar. Bei der ersten Ernennung wird das Mandat von fünf Mitgliedern, die durch das Los bestimmt werden, ausnahmsweise auf zwei Jahre begrenzt. Das Mandat von fünf anderen Mitgliedern, die ebenfalls durch das Los bestimmt werden, wird auf vier Jahre begrenzt. Der König bestimmt den Präsidenten der Kommission für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige unter den Mitgliedern der Kommission und legt die Entschädigungen fest, die die Mitglieder beziehen. § 4 - Die [CBFA] übernimmt die Sekretariatsgeschäfte der Kommission für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige. Die Kommission für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige erstellt ihre Geschäftsordnung. [Art. 61 § 1 Abs. 1 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003); § 4 Abs. 1 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003)] Unterabschnitt 8 — Strafbestimmungen Art. 62 - Mit einer Gefängnisstrafe von einem Monat bis zu fünf Jahren und mit einer Geldbuße von [25 bis zu 250 EUR] oder mit nur einer dieser Strafen werden die Verwalter, Geschäftsführer beziehungsweise Beauftragten der Versorgungseinrichtungen und der anderen mit der Organisation der Solidaritätsregelung beauftragten juristischen Personen belegt, die der [CBFA] beziehungsweise der von ihr bevollmächtigten Person wissentlich und willentlich falsche Erklärungen über die Anwendung des vorliegenden Abschnitts abgegeben haben oder die sich geweigert haben, die in Anwendung des vorliegenden Abschnitts oder seiner Ausführungserlasse angeforderten Informationen zu übermitteln. Dieselben Sanktionen finden Anwendung auf die Verwalter, Kommissare, die bestimmten Versicherungsmathematiker, die Direktoren, Geschäftsführer beziehungsweise Beauftragten der Versorgungseinrichtungen und der anderen mit der Organisation der Solidaritätsregelung beauftragten juristischen Personen, die den durch vorliegenden Abschnitt oder seine Ausführungserlasse auferlegten Verpflichtungen nicht nachgekommen sind oder die bei der Durchführung von Versorgungsabkommen mitgewirkt haben, die im Widerspruch zu dem vorliegenden Abschnitt oder zu seinen Ausführungserlassen stehen.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Alle Bestimmungen von Buch I des Strafgesetzbuches, einschließlich Kapitel VII und Artikel 85, finden Anwendung auf die im vorliegenden Abschnitt beschriebenen Straftaten, wobei der Betrag der Geldbuße nicht unter 40 Prozent der im vorliegenden Unterabschnitt bestimmten Mindestbeträge liegen darf. [Art. 62 Abs. 1 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003) und Art. 199 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] (...) Unterabschnitt 12 — Schlussbestimmungen Art. 80 - [Auf gemeinsamen Vorschlag des Ministers der Pensionen, des mit dem Mittelstand beauftragten Ministers, des Ministers der Wirtschaft und nach Stellungnahme der Kommission für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige, des Rates für die freie ergänzende Altersversorgung für Selbständige und der CBFA fasst der König die erforderlichen Erlasse zur Ausführung des vorliegenden Abschnitts. Der König kann insbesondere Folgendes bestimmen: 1. die Mindestbedingungen für Versorgungs- und Solidaritätsverpflichtungen, einschließlich der Bedingungen für die Leistungen in Sachen Invalidität und Arbeitsunfähigkeit, 2. die Verpflichtungen der Versorgungseinrichtungen in Sachen Transparenz und Information der Versorgungsanwärter und -empfänger. Die zuständigen Minister können Fristen festlegen, in denen die Kommission, der Rat und die CBFA ihre Stellungnahmen abgeben müssen. Werden eine oder mehrere dieser Fristen nicht eingehalten, ist die entsprechende Stellungnahme nicht mehr erforderlich.] [Art. 80 ersetzt durch Art. 200 des G. vom 27. Oktober 2006 (B.S. vom 10. November 2006)] Art. 81 - Um die ordnungsgemäße Ausführung der Aufträge zu gewährleisten, die der [CBFA] durch das vorliegende Gesetz zugewiesen werden, dehnt der König den Stellenplan der [CBFA], der in Ausführung von Artikel 34 Absatz 1 des Gesetzes vom 9. Juli 1975 bestimmt worden ist, binnen einem Jahr ab Inkrafttreten des vorliegenden Artikels aus. [Art. 81 abgeändert durch Art. 31 des K.E. vom 25. März 2003 (B.S. vom 31. März 2003)] Art. 82 - Die Artikel 41 bis 71 sowie 80 und 81 treten am 1. Januar 2004 in Kraft, mit Ausnahme der Artikel 60 und 61, die am Datum der Veröffentlichung des vorliegenden Gesetzes im Belgischen Staatsblatt in Kraft treten. Die Artikel 72 bis 79 treten ab dem Steuerjahr 2005 in Kraft. (...) KAPITEL 13 — Verjährungsfrist in Sachen Auszahlung der Pensionen Art. 187 - Für die Anwendung des vorliegenden Kapitels versteht man unter Leistungen die Leistungen, die das Landespensionsamt, die Sozialversicherungskasse für Selbständige und Versicherungsträger aufgrund von Verträgen auszahlen, die sie im Rahmen der Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionsregelung für Selbständige abgeschlossen haben, und zwar: 1. Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen, die im Rahmen der Pensionsregelung für Lohnempfänger gewährt werden und Leistungen, deren Gewährung an den Bezug der vorerwähnten Pensionen gebunden ist, insbesondere die Heizkostenzulage, das Urlaubsgeld, das zusätzliche Urlaubsgeld und die Aufwertungsprämie, 2. Altersrenten- und Witwenrentenzuschläge, 3. Alters- und Witwenrenten, die durch die Pflichteinzahlungen gemäß den Bestimmungen aufgebaut werden, die in Artikel 1 des Gesetzes vom 28. Mai 1971 zur Vereinheitlichung und Harmonisierung der im Rahmen der Gesetze über die Versicherung im Hinblick auf das Alter und den vorzeitigen Tod eingeführten Kapitalisierungssysteme aufgezählt sind, 4. das garantierte Einkommen für Betagte und die pauschale Heizkostensonderzulage, 5. die Einkommensgarantie für Betagte, 6. Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen, die im Rahmen der Pensionsregelung für Selbständige gewährt werden und Leistungen, deren Gewährung an den Bezug der vorerwähnten Pensionen gebunden ist, insbesondere die Sonderbeihilfe für Selbständige, die Pensionszulage und die Aufwertungsprämie, 7. Pensionen als geschiedener Ehepartner, die im Rahmen der Regelung für Selbständige gewährt werden und Leistungen, deren Gewährung an den Bezug der vorerwähnten Pensionen gebunden ist, insbesondere die Sonderbeihilfe für Selbständige und die Aufwertungsprämie, 8. bedingungslose Pensionen für Selbständige und die aus der Anwendung eines Lebensversicherungsvertrags entstandenen Renten, 9. ergänzende Beihilfen, Beihilfen zur Ergänzung des garantierten Einkommens für Betagte und Beihilfen für die Hilfe einer Drittperson. Art. 188 - Die Auszahlung der im vorliegenden Kapitel vorgesehenen Leistungen verjährt nach zehn Jahren ab dem Tag ihrer Einforderbarkeit. Neben den in Artikel 2244 des Zivilgesetzbuches vorgesehenen Fällen wird die Verjährung durch einen per Einschreiben eingereichten Antrag unterbrochen, der entweder mit Bezug auf die vom Landespensionsamt ausgezahlten Vorteile an das Landespensionsamt beziehungsweise das Landesinstitut der Sozialversicherungen für Selbständige, mit Bezug auf die von der Sozialversicherungskasse für Selbständige ausgezahlten Vorteile an diese Kasse oder mit Bezug auf die vom zuständigen Versicherungsträger ausgezahlten Renten an diesen Träger gerichtet wird. Für die Anwendung von Artikel 2248 desselben Gesetzbuches wird je nach Fall die Notifizierung eines ersten Beschlusses, eines neuen Beschlusses und der Berichtigung eines Rechtsirrtums oder materiellen Irrtums in der Ausführung eines Beschlusses der Anerkennung des Rechts desjenigen, gegen den die Verjährung läuft, durch den Schuldner gleichgesetzt. Art. 189 - Der König bestimmt das Datum des Inkrafttretens der Artikel 187 und 188. (...)

21315

21316



F. 2011 — 883 [C − 2011/00186] 10 JUILLET 2008. — Loi coordonnée relative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins. — Traduction allemande de dispositions modificatives

N. 2011 — 883 [C − 2011/00186] 10 JULI 2008. — Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. — Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen

Les textes figurant respectivement aux annexes 1re à 3 constituent la traduction en langue allemande : - des articles 1er à 15 et 26 à 29 de l’arrêté royal du 19 juin 2009 modifiant l’arrêté royal du 10 juillet 2008 portant coordination de la loi relative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins (Moniteur belge du 28 juillet 2009); - des articles 2 à 4 de la loi du 10 décembre 2009 portant des dispositions diverses en matière de santé (Moniteur belge du 31 décembre 2009); - des articles 54 à 57 de la loi-programme du 23 décembre 2009 (Moniteur belge du 30 décembre 2009). Ces traductions ont été établies par le Service central de traduction allemande à Malmedy.

De respectievelijk in bijlagen 1 tot 3 gevoegde teksten zijn de Duitse vertaling : - van de artikelen 1 tot 15 en 26 tot 29 van het koninklijk besluit van 19 juni 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 2008 houdende coördinatie van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen (Belgisch Staatsblad van 28 juli 2009); - van de artikelen 2 tot 4 van de wet van 10 december 2009 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid (Belgisch Staatsblad van 31 december 2009); - van de artikelen 54 tot 57 van de programmawet van 23 december 2009 (Belgisch Staatsblad van 30 december 2009). Deze vertalingen zijn opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES D. 2011 — 883 [C − 2011/00186] 10. JULI 2008 — Koordiniertes Gesetz über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen ¨ bersetzung von Abänderungsbestimmungen Deutsche U ¨ bersetzung: Die in den Anlagen 1 bis 3 aufgenommenen Texte sind die deutsche U - der Artikel 1 bis 15 und 26 bis 29 des Königlichen Erlasses vom 19. Juni 2009 zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 10. Juli 2008 zur Koordinierung des Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen, - der Artikel 2 bis 4 des Gesetzes vom 10. Dezember 2009 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Gesundheit, - der Artikel 54 bis 57 des Programmgesetzes vom 23. Dezember 2009. ¨ bersetzungen sind von der Zentralen Dienststelle für Deutsche U ¨ bersetzungen in Malmedy erstellt Diese U worden.

Anlage 1 ¨ DERALER O ¨ FFENTLICHER DIENST VOLKSGESUNDHEIT, FO SICHERHEIT DER NAHRUNGSMITTELKETTE UND UMWELT 19. JUNI 2009 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 10. Juli 2008 zur Koordinierung des Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen (…) Artikel 1 - In Artikel 24 der Anlage zum Königlichen Erlass vom 10. Juli 2008 zur Koordinierung des Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen wird der heutige Text von Absatz 1 den Paragraphen 1 und der heutige Text von Absatz 2 den Paragraphen 2 bilden. Art. 2 - Artikel 25 der Anlage zum selben Erlass wird wie folgt abgeändert: 1. Vor den Wörtern «Die krankenpflegerische Aktivität muss» wird die Angabe «§ 1 -» eingefügt. 2. Vor den Wörtern «Der König schafft» wird die Angabe «§ 2 -» eingefügt. 3. Vor den Wörtern «Die in § 2 erwähnte Evaluation» wird die Angabe «§ 3 -» eingefügt. 4. Vor den Wörtern «Der König kann» wird die Angabe «§ 4 -» eingefügt. Art. 3 - [Abänderung des französischen Textes] Art. 4 - [Abänderung des französischen Textes] Art. 5 - In Artikel 55 Absatz 4 der Anlage zum selben Erlass werden die Wörter «in den Artikeln 23 und 24» durch die Wörter «in den Artikeln 36 und 37» ersetzt. Art. 6 - [Abänderung des französischen Textes] Art. 7 - [Abänderung des französischen Textes] Art. 8 - [Abänderung des französischen Textes] Art. 9 - [Abänderung des französischen Textes] Art. 10 - [Abänderung des französischen Textes] Art. 11 - In Artikel 120 § 1 Nr. 5 der Anlage zum selben Königlichen Erlass wird der Verweis «Artikel 91» durch den Verweis «Artikel 98» ersetzt. Art. 12 - In Artikel 145 der Anlage zum selben Königlichen Erlass wird der heutige Text von Absatz 1 § 1 und der heutige Text von Absatz 2 den Paragraphen 2 bilden. Art. 13 - Artikel 155 § 6 der Anlage zum selben Erlass wird gestrichen. Art. 14 - In Artikel 159 der Anlage zum selben Erlass wird der heutige Text von Absatz 1 den Paragraphen 1, der heutige Text von Absatz 2 den Paragraphen 2 und der heutige Text von Absatz 3 den Paragraphen 3 bilden. Art. 15 - Artikel 168 der Anlage zum selben Erlass wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 2 Nr. 4 werden die Wörter «Artikel 152 § 2 Absatz 2, was alle Fachärzte betrifft,» durch die Wörter «Artikel 152 § 2 Absatz 2, so wie er durch Artikel 45 Nr. 3 des Gesetzes vom 13. Dezember 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Gesundheit abgeändert worden ist, was alle Fachärzte betrifft,» ersetzt.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 2. In Absatz 3 werden zwischen den Wörtern «Für die Kinderärzte tritt Artikel 152 § 2 Absatz 2» und «in Kraft» die Wörter «, so wie er durch Artikel 45 Nr. 3 des Gesetzes vom 13. Dezember 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Gesundheit abgeändert worden ist, am 1. Januar 2007» eingefügt. Art. 16 - 25 - [Abänderungsbestimmungen mit Bezug auf die nicht ins Deutsche übersetzten Fußnoten] Art. 26 - Die erste Konkordanztabelle, die demselben Erlass beigefügt ist, wird wie folgt abgeändert: ¨ berschrift wird wie folgt ersetzt: «KONKORDANZTABELLE GESETZ U ¨ BER DIE KRANKENHA ¨ USER 1. Die U UND ANDERE PFLEGEEINRICHTUNGEN». 2. Zwischen der vorletzten und der letzten Reihe werden zwei neue Reihen mit folgenden Angaben eingefügt: -

168

-

169

3. In der letzten Reihe der rechten Spalte wird die Angabe «168» durch die Angabe «170» ersetzt. Art. 27 - § 1 - In denselben Erlass wird eine zweite Konkordanztabelle mit folgendem Wortlaut eingefügt: Neuer Artikel

Alter Artikel

1

1

2

2

3

3

4

4

5

5

6

6

7

7

8

8

9

9

10

9bis

11

9ter

12

9quater

13

9quinquies

14

9sexies

15

10

16

11

17

12

18

13

19

14

20

15

21

16

22

17

23

17bis

24

17ter

25

17quater

26

17quinquies

27

17sexies

28

17septies

29

17octies

30

17novies

31

18

32

19

33

20

34

21

35

22

36

23

37

24

38

25

39

26

40

27

21317

21318

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 41

28

42

29

43

30

44

31

45

32

46

32bis

47

33

48

34

49

35

50

36

51

37

52

38

53

39

54

40

Aufgehoben

40bis

55

41

56

42

57

43

58

44

59

44bis

60

44ter

61

45

62

45bis

63

46

64

46bis

65

47

Aufgehoben

48 bis 67

66

68

67

69

68

70

69

70bis

70

70ter

71

70quater

72

71

73

72

74

73

75

74

76

75

77

75bis

78

76

79

76bis

Aufgehoben

76ter

80

76quater

81

76quinquies

82

76sexies

83

77

84

78

85

79

86

80

87

81

88

82

89

83


84

91

85

92

86

93

86bis

94

86ter

95

87

96

88

Aufgehoben

89

97

90

98

91

99

92

Aufgehoben

93

100

94

101

94bis

102

95

103

96

104

96bis

105

97

106

97bis

107

97ter

108

98

109

99

110

100

111

101

112

102

113

103

114

104

115

104bis

116

104ter

117

104quater

118

105

119

106

120

107

Aufgehoben

107bis

121

107ter

122

107quater

123

107quinquies

124

108

125

109

126

110

Aufgehoben

111 bis 114

21319

21320


115

128

116

129

117

130

118

131

119

132

120

133

121

134

122

135

123

136

124

137

125

138

126

139

127

140

128

141

128bis

142

129

143

129bis

144

130

145

131

146

132

147

133

148

134

149

135

150

136

151

137

152

138

153

139

154

139bis

155

140

156

141

157

142

158

142bis

159

143

160

144

161

145

162

146

163

147

164

148

165

149

166

150

167

151

168

-

169

-

170

Art. 5 des Gesetzes vom 27. Juni 1978 zur Abänderung der Rechtsvorschriften über die Krankenhäuser und betreffend bestimmte andere Formen der Pflegeerbringung

¨ berschrift der zweiten Konkordanztabellelautet wie folgt: «KONKORDANZTABELLE GESETZ U ¨ BER § 2 - Die U ¨ USER UND ANDERE PFLEGEEINRICHTUNGEN». DIE KRANKENHA Art. 28 - [Abänderung des französischen Textes] Art. 29 - Vorliegender Erlass wird mit 17. November 2008 wirksam.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Anlage 2 ¨ ¨ FODERALER OFFENTLICHER DIENST VOLKSGESUNDHEIT, SICHERHEIT DER NAHRUNGSMITTELKETTE UND UMWELT 10. DEZEMBER 2009 — Gesetz zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Gesundheit ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß! Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: (…) ¨ KAPITEL 2 — Föderaler Offentlicher Dienst Volksgesundheit, Sicherheit der Nahrungsmittelkette und Umwelt Abschnitt 1 — Abänderung des am 10. Juli 2008 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen Art. 2 - Artikel 9 des am 10. Juli 2008 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen wird wie folgt ersetzt: «Was die Bestimmungen der Artikel 18 bis 22, ausgenommen Artikel 18 Absatz 2 Nr. 1 und Titel IV, betrifft, werden die in Artikel 3 Absatz 1 des Königlichen Erlasses Nr. 78 vom 10. November 1967 über die Ausübung der Gesundheitspflegeberufe erwähnten Fachkräfte der Zahnheilkunde sowie die Apotheker oder Lizentiaten der chemischen Wissenschaft, die in einem Krankenhaus arbeiten und gemäß Artikel 5 § 2 desselben Erlasses befugt sind, Analysen im Bereich der klinischen Biologie durchzuführen, mit Krankenhausärzten gleichgestellt.» Art. 3 - Artikel 18 Absatz 2 Nr. 2 des am 10. Juli 2008 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: « In Abweichung von Nr. 2 Absatz 1 können Apotheker oder Lizentiaten der chemischen Wissenschaft, die gemäß Artikel 5 § 2 des Königlichen Erlasses Nr. 78 vom 10. November 1967 über die Ausübung der Gesundheitspflegeberufe befugt sind, Analysen im Bereich der klinischen Biologie durchzuführen, lediglich Dienstleiter eines Labors für klinische Biologie werden.» Art. 4 - Artikel 98 des am 10. Juli 2008 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: «Jede Information oder Klausel, die in einem anderen Dokument als dem in Absatz 1 Buchstabe c) erwähnten Dokument angegeben ist und im Widerspruch zu den Informationen steht, die in dem in Absatz 1 Buchstabe c) erwähnten Dokument angegeben sind, oder die Beträge im Sinne von Absatz 1 Buchstabe a) enthält, die mit den Beträgen, die in dem in Absatz 1 Buchstabe c) erwähnten Dokument angegeben sind, nicht übereinstimmen, ist ungültig.» (...) Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. Gegeben zu Brüssel, den 10. Dezember 2009

ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Sozialen Angelegenheiten und der Volksgesundheit, beauftragt mit der Sozialeingliederung Frau L. ONKELINX Mit dem Staatssiegel versehen: Der Minister der Justiz S. DE CLERCK

Anlage 3 ¨ ¨ FODERALER OFFENTLICHER DIENST KANZLEI DES PREMIERMINISTERS 23. DEZEMBER 2009 — Programmgesetz ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß! Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: (...) TITEL 4 — Volksgesundheit KAPITEL 4 — Abänderungen des am 10. Juli 2008 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen Art. 54 - Artikel 97 des am 10. Juli 2008 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser und andere Pflegeeinrichtungen wird wie folgt abgeändert: 1. In § 1 Absatz 1 werden die Wörter «oder in einem Zweibettzimmer» aufgehoben. 2. [Abänderung des niederländischen Textes] 3. In § 1 Absatz 3 werden die Wörter «und in einem Zweibettzimmer» aufgehoben. 4. In § 1 wird Absatz 4 aufgehoben. 5. In § 2 wird Absatz 2 aufgehoben.

21321

21322

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 55 - In Artikel 100 desselben Gesetzes wird Absatz 1 durch folgende Bestimmung ersetzt: «Unbeschadet des Artikels 97 deckt der Finanzmittelhaushalt pauschal die Kosten für den Aufenthalt und für die Erbringung der Pflegeleistungen für die Patienten im Krankenhaus, einschließlich der Patienten im Tageskrankenhausaufenthalt, wie er vom König definiert ist.» Art. 56 - Folgende Erlasse werden aufgehoben: 1. der Königliche Erlass vom 29. September 2002 zur Ausführung von Artikel 90 § 1 Absatz 3 des am 7. August 1987 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser, 2. der Königliche Erlass vom 14. Juni 2006 zur Ausführung von Artikel 90 des am 7. August 1987 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser. Art. 57 - Die Artikel 54 bis 56 des vorliegenden Gesetzes werden wirksam mit 1. Januar 2010. (...) Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. Gegeben zu Brüssel, den 23. Dezember 2009

ALBERT Von Königs wegen: Der Premierminister Y. LETERME Der Minister der Finanzen D. REYNDERS Für die Ministerin der Sozialen Angelegenheiten und der Volksgesundheit, abwesend:

Der Minister der Pensionen und der Großstädte M. DAERDEN Die Ministerin der Beschäftigung Frau J. MILQUET Der Minister des Haushalts G. VANHENGEL Die Ministerin der K.M.B., der Selbständigen und der Landwirtschaft Frau S. LARUELLE Der Minister des Klimas und der Energie P. MAGNETTE ¨ ffentlichen Unternehmen Die Ministerin der O Frau I. VERVOTTE Für den Minister für Unternehmung und Vereinfachung, abwesend: Die Ministerin des Innern Frau A. TURTELBOOM Die Ministerin des Innern Frau A. TURTELBOOM Der Staatssekretär für Mobilität E. SCHOUPPE Der Staatssekretär für Haushalt M. WATHELET Mit dem Staatssiegel versehen: Der Minister der Justiz S. DE CLERCK


21323



F. 2011 — 884 [C − 2011/00177] 18 AOUT 2010. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 11 juillet 2003 fixant certains éléments de la procédure à suivre par le service de l’Office des Etrangers chargé de l’examen des demandes d’asile sur la base de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. — Traduction allemande

N. 2011 — 884 [C − 2011/00177] 18 AUGUSTUS 2010. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. — Duitse vertaling

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de l’arrêté royal du 18 août 2010 modifiant l’arrêté royal du 11 juillet 2003 fixant certains éléments de la procédure à suivre par le service de l’Office des Etrangers chargé de l’examen des demandes d’asile sur la base de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers (Moniteur belge du 3 septembre 2010).

De hiernavolgende tekst is de Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 18 augustus 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (Belgisch Staatsblad van 3 september 2010). Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

Cette traduction a été établie par le Service central de traduction allemande à Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES D. 2011 — 884 [C − 2011/00177] 18. AUGUST 2010 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 zur Festlegung bestimmter Verfahrenselemente, die vom Dienst des Ausländeramtes, der mit der Prüfung von Asylanträgen aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern beauftragt ist, eingehalten werden müssen — Deutsche ¨ bersetzung U ¨ bersetzung des Königlichen Erlasses vom 18. August 2010 zur Abänderung des Der folgende Text ist die deutsche U Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 zur Festlegung bestimmter Verfahrenselemente, die vom Dienst des Ausländeramtes, der mit der Prüfung von Asylanträgen aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern beauftragt ist, eingehalten werden müssen. ¨ bersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche U ¨ bersetzungen in Malmedy erstellt worden. Diese U

¨ DERALER O ¨ FFENTLICHER DIENST INNERES FO 18. AUGUST 2010 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 zur Festlegung bestimmter Verfahrenselemente, die vom Dienst des Ausländeramtes, der mit der Prüfung von Asylanträgen aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern beauftragt ist, eingehalten werden müssen ¨ NIG BERICHT AN DEN KO Sire, vorliegender Königlicher Erlass dient in erster Linie dazu, den Königlichen Erlass vom 11. Juli 2003 zur Festlegung bestimmter Verfahrenselemente, die vom Dienst des Ausländeramtes, der mit der Prüfung von Asylanträgen aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern beauftragt ist, eingehalten werden müssen, infolge der Reform des Asylverfahrens, die durch das Gesetz vom 15. September 2006 zur Abänderung der Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern eingeführt worden ist, anzupassen. Durch diese Reform ist die Rolle des Ausländeramtes im Asylverfahren stark eingeschränkt worden. Die Unterscheidung zwischen der Zulässigkeit und der Begründetheit eines Asylantrags sowie die damit verbundenen Phasen für die verschiedenen Asylbehörden sind aufgehoben worden. Das Ausländeramt fasst somit keine inhaltlichen Beschlüsse über Asylanträge mehr. Seine Rolle beschränkt sich auf die administrative Unterstützung. Das Ausländeramt nimmt den Asylantrag gegen Empfangsbescheinigung entgegen, nimmt die Fingerabdrücke der Asylsuchenden ab, prüft, ob ein anderes Land für die Bearbeitung des Asylantrags zuständig ist, legt die Verfahrenssprache fest, hält die Erklärungen des Ausländers in Bezug auf seine Identität, seine Herkunft und seine Reisewege fest und übergibt dem Ausländer einen Fragebogen, in dem er die Gründe, die ihn bewogen haben einen Asylantrag einzureichen, und die Möglichkeiten zur Rückkehr in das Land, aus dem er geflüchtet ist, darlegen soll. Ferner bleibt das Ausländeramt die zuständige Instanz, um einen Beschluss in Sachen Aufenthalt zu fassen, und kann, falls erforderlich, einen Beschluss zur Festhaltung des Ausländers fassen. Nur wenn ein abgewiesener Asylsuchender einen neuen Asylantrag einreicht, muss das Ausländeramt prüfen, ob er neue Sachverhalte anführt, aus denen hervorgeht, dass - was ihn betrifft - ernsthafte Hinweise auf eine begründete Verfolgungsbefürchtung oder auf eine tatsächliche Gefahr ernsthaften Schaden zu erleiden bestehen, und kann einen Beschluss zur Verweigerung der Berücksichtigung des Asylantrags fassen. Obwohl die Rolle des Ausländeramtes in Sachen Anhörung im Zuge des neuen Asylverfahrens stark verändert worden ist, werden die Verfahrensrechte und -garantien, die für die Asylsuchenden beim Ausländeramt bereits vorgesehen waren, durch den vorliegenden Königlichen Erlass beibehalten und sogar erweitert. Der vorliegende Königliche Erlass dient also hauptsächlich dazu, technische Anpassungen des Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 vorzunehmen. Des Weiteren werden durch den vorliegenden Königlichen Erlass verschiedene Bestimmungen der Richtlinie 2005/85/EG des Rates vom 1. Dezember 2005 über Mindestnormen für Verfahren in den Mitgliedstaaten zur Zuerkennung und Aberkennung der Flüchtlingseigenschaft und der Richtlinie 2004/83/EG des Rates vom 29. April 2004 über Mindestnormen für die Anerkennung und den Status von Drittstaatsangehörigen oder Staatenlosen als Flüchtlinge oder als Personen, die anderweitig internationalen Schutz benötigen, und über den Inhalt des zu gewährenden Schutzes umgesetzt.

21324

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Die Europäische Kommission hat vor dem Gerichtshof der Europäischen Union gegen Belgien eine Klage wegen Vertragsverletzung aufgrund verspäteter und unvollständiger Umsetzung der Richtlinie 2005/85/EG eingereicht. Die Verabschiedung des vorliegenden Erlassentwurfs ist also dringend. Kommentar zu den Artikeln Artikel 1 enthält gemäß Artikel 38 Absatz 1 Unterabsatz 2 der Richtlinie 2004/83/EG und Artikel 43 Absatz 2 der Richtlinie 2005/85/EG die obligatorische Bezugnahme auf die Richtlinien, die durch den vorliegenden Königlichen Erlass teilweise umgesetzt werden. In Artikel 2 ist eine technische Anpassung von Artikel 1/1 (umnummeriert) des Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 vorgesehen. Die Begriffsbestimmung des Asylsuchenden wird aufgrund der Einführung des subsidiären Schutzstatus und der Begriffsbestimmung abgeändert, die in der Richtlinie 2004/83/EG des Rates vom 29. April 2004 über Mindestnormen für die Anerkennung und den Status von Drittstaatsangehörigen oder Staatenlosen als Flüchtlinge oder als Personen, die anderweitig internationalen Schutz benötigen, und über den Inhalt des zu gewährenden Schutzes verwendet wird. In den Artikeln 3 und 4 werden inhaltliche Anpassungen der Artikel 2 und 3 desselben Erlasses vorgenommen, damit sie den in Artikel 10 Absatz 1 Buchstabe a der Richtlinie 2005/85/EG erwähnten Garantien entsprechen. Artikel 10 Absatz 1 Buchstabe a der Richtlinie 2005/85/EG enthält die Verpflichtung der Mitgliedstaaten, alle Asylsuchenden in einer Sprache, deren Kenntnis vernünftigerweise vorausgesetzt werden kann, über den Verlauf des Verfahrens und über ihre Rechte und Pflichten während des Verfahrens sowie darüber zu informieren, welche Folgen es haben kann, wenn sie ihren Pflichten nicht nachkommen und nicht mit den Behörden zusammenarbeiten. Sie werden ebenfalls über die Frist und die Möglichkeiten unterrichtet, die ihnen zur Einhaltung der Verpflichtung, die Angaben nach Artikel 4 der Richtlinie 2004/83/EG vorzulegen, zur Verfügung stehen. Diese Informationen werden so rechtzeitig gegeben, dass die Asylsuchenden die in der vorliegenden Richtlinie garantierten Rechte in Anspruch nehmen und ihren in Artikel 11 dieser Richtlinie genannten Verpflichtungen nachkommen können. Artikel 2 des Königlichen Erlasses wird dahingehend angepasst, dass von nun an ausdrücklich vorgesehen ist, dass Asylsuchenden, wenn sie einen Antrag einreichen oder wenn sie sich in dem in Artikel 51/7 des Gesetzes vorgesehenen Fall beim zuständigen Dienst melden, eine allgemeine Informationsbroschüre in einer Sprache zur Verfügung gestellt wird, deren Kenntnis vernünftigerweise vorausgesetzt werden kann. Artikel 3 Nr. 2 desselben Erlasses wird unter Berücksichtigung des neuen Instruments abgeändert, das im Rahmen der Bestimmung des Mitgliedstaats, der für die Bearbeitung von Asylanträgen zuständig ist, verwendet wird; hierbei handelt es sich um die Verordnung (EG) Nr. 343/2003 des Rates vom 18. Februar 2003 zur Festlegung der Kriterien und Verfahren zur Bestimmung des Mitgliedstaats, der für die Prüfung eines von einem Drittstaatsangehörigen in einem Mitgliedstaat gestellten Asylantrags zuständig ist (″Dublin II″). Artikel 3 Nr. 3 desselben Erlasses wird aufgrund der Einführung des subsidiären Schutzstatus abgeändert. In Artikel 3 desselben Erlasses wird nach Nummer 7 eine Nummer 8 eingefügt, in der die in Artikel 11 Absatz 2 Buchstabe b der Richtlinie 2005/85/EG erwähnte Verpflichtung des Asylsuchenden berücksichtigt wird, alle in seinem Besitz befindlichen Unterlagen, die für die Prüfung seines Asylantrags sachdienlich sind, vorzulegen. Die betreffenden Unterlagen werden detailliert angegeben. Diese Auflistung entspricht den Anhaltspunkten, die der Asylsuchende gemäß Artikel 4 Absätze 1 und 2 der vorerwähnten Richtlinie 2004/83/EG so schnell wie möglich zur Begründung seines Antrags auf internationalen Schutz darlegen muss. In Artikel 3 Nr. 9 desselben Erlasses ist von nun an ebenfalls vorgesehen, dass die allgemeine Informationsbroschüre Erläuterungen über die Möglichkeiten der Festhaltung während des Asylverfahrens enthalten muss. In Artikel 3 Nr. 11 desselben Erlasses ist vorgesehen, dass die Kontaktinformationen des Vertreters in Belgien des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Flüchtlinge (UNHCR) in der Informationsbroschüre aufgeführt sind, damit der Asylsuchende gemäß Artikel 10 Absatz 1 Buchstabe c der Richtlinie 2005/85/EG mit dem UNHCRH oder einer anderen im Auftrag des UNHCR aufgrund einer Vereinbarung mit dem betreffenden Mitgliedstaat im Hoheitsgebiet dieses Mitgliedstaats tätigen Organisation Verbindung aufnehmen kann. In Artikel 5 ist vorgesehen, dass in Artikel 4 desselben Erlasses erneut die Anhaltspunkte aufgelistet werden, die der Asylsuchende gemäß Artikel 4 Absätzen 1 und 2 der vorerwähnten Richtlinie 2004/83/EG so schnell wie möglich zur Begründung seines Antrags auf internationalen Schutz darlegen muss. In Artikel 6 ist eine Anpassung von Artikel 5 desselben Erlasses vorgesehen, um diesen mit dem neuen Asylverfahren in Einklang zu bringen. Das Ausländeramt übermittelt dem Generalkommissariat für Flüchtlinge und Staatenlose die Originale der vom Asylsuchenden vorgelegten Unterlagen zur gleichen Zeit wie die gemäß Artikel 51/10 des Gesetzes festgehaltene Erklärung und den bei der Anhörung eventuell ausgefüllten Fragebogen. Fasst das Ausländeramt einen Beschluss im Sinne von Artikel 51/5 § 3 Absatz 2 (Anlage 25quater/26quater Beschluss zur Einreiseverweigerung/Aufenthaltsverweigerung - Belgien ist nicht für die Prüfung des Asylantrags zuständig) oder Artikel 51/8 Absatz 1 des Gesetzes (Anlage 13quater - Verweigerung der Berücksichtigung eines Asylantrags), werden dem Asylsuchenden die Originale der vorgelegten Unterlagen bei der Notifizierung dieses Beschlusses zurückgegeben. In Artikel 7 ist eine Ausweitung der Möglichkeiten zur Notifizierung eines neuen Anhörungstermins vorgesehen, indem in Artikel 6 desselben Erlasses ein Verweis auf Artikel 51/2 Absatz 6 des Gesetzes eingebaut wird. In Artikel 51/2 des Gesetzes wird nämlich bestimmt, dass der Asylsuchende auf verschiedene Weisen vorgeladen werden kann, entweder durch persönliche Notifizierung, Notifizierung per Einschreiben beziehungsweise durch Boten gegen Empfangsbestätigung an den bestimmten Wohnsitz oder durch Notifizierung per Fax, wenn der Asylsuchende seinen Wohnsitz bei seinem Rechtsbeistand bestimmt hat. In der Praxis wird der neue Anhörungstermin meistens persönlich notifiziert, indem das Datum auf dem Dokument, das dem Muster in Anlage 26 des Königlichen Erlasses vom 8. Oktober 1981 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern entspricht, angegeben wird oder indem dem Asylsuchenden eine Vorladung übergeben wird. Durch Artikel 8 wird Artikel 7 desselben Erlasses aufgehoben. Durch Artikel 9 werden im Hinblick auf eine verbesserte Gewährleistung der Garantien für Asylsuchende zu Beginn ihrer Anhörung zwei neue Absätze in Artikel 8 § 1 desselben Erlasses eingefügt. In Artikel 8 § 1 neuer Absatz 2 desselben Erlasses wird somit ausdrücklich die Verpflichtung des Bediensteten vermerkt, dem Asylsuchenden zu erklären, welche Rolle er selbst und der anwesende Dolmetscher spielen und wie die Anhörung sowie das weitere Asylverfahren ablaufen werden. Der Bedienstete muss sich ebenfalls vergewissern, dass der Asylsuchende und der Dolmetscher einander ausreichend verstehen; dies erfolgt im Rahmen der in Artikel 10 Absatz 1 Buchstabe a der vorerwähnten Richtlinie 2005/85/EG erwähnten Informationspflicht.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD In Artikel 8 § 1 neuer Absatz 3 desselben Erlasses wird gemäß Artikel 13 Absatz 2 der Richtlinie 2005/85/EG festgelegt, dass die persönliche Anhörung unter Bedingungen erfolgt, die eine angemessene Vertraulichkeit gewährleisten. An dieser Stelle sei daran erinnert, dass die Vorschriften mit Bezug auf den öffentlichen Dienst und insbesondere Artikel 10 des Königlichen Erlasses vom 2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts der Staatsbediensteten Bedienstete zu Diskretion und Achtung des Privatlebens anderer verpflichten. Bedienstete sind ebenfalls zur Einhaltung des Gesetzes vom 8. Dezember 1992 über den Schutz des Privatlebens hinsichtlich der Verarbeitung personenbezogener Daten verpflichtet. Des Weiteren ist in Artikel 9 aufgrund der Einführung des subsidiären Schutzstatus eine technische Anpassung von Artikel 8 § 2 desselben Erlasses vorgesehen. In Artikel 10 ist im Hinblick auf die Umsetzung von Artikel 17 der Richtlinie 2005/85/EG eine Anpassung von Artikel 9 desselben Erlasses vorgesehen. Ein neuer Absatz wird eingefügt, in dem gemäß Artikel 17 Absatz 4 Buchstabe a der Richtlinie 2005/85/EG vorgesehen ist, dass die Anhörung eines unbegleiteten minderjährigen Asylsuchenden von einer Person durchgeführt werden muss, die über die nötige Kenntnis der besonderen Bedürfnisse Minderjähriger verfügt. Diese Kenntnis wird im Rahmen der Weiterbildung vermittelt, die der Ausbildungsdienst des Ausländeramtes erteilt. ¨ berschrift von Kapitel V desselben Erlasses angepasst, um sie mit dem neuen Asylverfahren In Artikel 11 wird die U in Einklang zu bringen. In Artikel 12 sind die folgenden Abänderungen von Artikel 10 desselben Erlasses vorgesehen: Die ersten zwei Paragraphen von Artikel 10 desselben Erlasses werden angepasst, um sie mit dem neuen Asylverfahren in Einklang zu bringen. In Artikel 10 § 2 wird außerdem formell daran erinnert, dass der Bedienstete seinen Beschluss individuell, objektiv und unparteiisch fassen muss. In Artikel 10 desselben Erlasses wird im Hinblick auf die Umsetzung von Artikel 22 der Richtlinie 2005/85/EG ein neuer § 3 eingefügt. Um dem Gutachten des Staatsrates vom 10. Juni 2009 Folge zu leisten, ist eine umfassendere Umsetzung von Artikel 22 der Richtlinie 2005/85/EG vorgesehen worden, da ein Asylantrag in Belgien gemäß Artikel 49/3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 sowohl einen Antrag auf Anerkennung der Flüchtlingseigenschaft als auch einen Antrag auf Zuerkennung des subsidiären Schutzstatus umfasst. So ist es Bediensteten verboten, Informationen über einzelne Asylanträge oder über die Tatsache, dass ein Asylantrag gestellt wurde, an die Stellen weiterzugeben, die den Asylsuchenden seinen Angaben zufolge verfolgt oder ihm ernsthaften Schaden zugefügt haben. Ebenfalls verboten ist ihm, Informationen bei den Stellen, die den Asylsuchenden seinen Angaben zufolge verfolgt oder ihm ernsthaften Schaden zugefügt haben, in einer Weise einzuholen, die diesen Stellen die Tatsache zur Kenntnis bringen würde, dass der betroffene Asylsuchende einen Asylantrag gestellt hat, und die seine körperliche Unversehrtheit oder diejenige seiner unterhaltsberechtigten Angehörigen oder die Freiheit und Sicherheit seiner noch im Herkunftsstaat lebenden Familienangehörigen in Gefahr bringen würde. Es sei darauf hingewiesen, dass die Vorschriften mit Bezug auf den öffentlichen Dienst und insbesondere Artikel 10 des Königlichen Erlasses vom 2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts der Staatsbediensteten Bedienstete zu Diskretion und Achtung des Privatlebens anderer verpflichten. Bedienstete sind ebenfalls zur Einhaltung des Gesetzes vom 8. Dezember 1992 über den Schutz des Privatlebens hinsichtlich der Verarbeitung personenbezogener Daten verpflichtet. In Artikel 13 wird eine technische Anpassung von Artikel 12 desselben Erlasses vorgenommen, um diesen mit dem neuen Asylverfahren in Einklang zu bringen. Des Weiteren wird ″Stufe 1″ durch ″Stufe A″ ersetzt, so wie im Königlichen Erlass vom 4. August 2004 über die Laufbahn der Stufe A der Staatsbediensteten erwähnt. In Artikel 14 werden aufgrund des neuen Asylverfahrens und der Einführung des subsidiären Schutzstatus zwei technische Anpassungen von Artikel 13 Absatz 1 desselben Erlasses vorgenommen. In Artikel 15 ist eine Anpassung von Artikel 14 § 2 Absatz 3 desselben Erlasses vorgesehen. Auch hier werden die Möglichkeiten zur Notifizierung eines neuen Anhörungstermins ausgeweitet, indem ein allgemeiner Verweis auf Artikel 51/2 Absatz 6 des Gesetzes eingebaut wird. ¨ berschrift von Kapitel VIII desselben Erlasses vorgesehen, um In Artikel 16 ist eine technische Anpassung der U diese mit dem Wortlaut von Artikel 51/10 des Gesetzes in Einklang zu bringen. In Artikel 17 sind technische Anpassungen von Artikel 16 desselben Erlasses vorgesehen, um diesen mit dem neuen Asylverfahren in Einklang zu bringen. Außerdem werden die folgenden Abänderungen vorgenommen: In Artikel 16 Absatz 1 vierter Gedankenstrich desselben Erlasses ist vorgesehen, dass die Erkennungsnummer des anwesenden Dolmetschers in die Erklärung aufgenommen wird. In Artikel 16 Absatz 1 sechster Gedankenstrich desselben Erlasses ist vorgesehen, dass statt der Identität des Bediensteten seine Initialen aufgenommen werden. Diese ¨ ffentlichkeit der Verwaltung und dienen dazu, die Identität Abänderungen sind im Einklang mit dem Gesetz über die O des Dolmetschers und des Bediensteten zu schützen. In Artikel 16 desselben Erlasses wird ein neuer Absatz 2 eingefügt. Gemäß Artikel 51/10 des Gesetzes übermittelt das Ausländeramt ebenfalls einen Fragebogen, in dem der Asylsuchende die Gründe, die ihn bewogen haben einen Asylantrag einzureichen, und die Möglichkeiten zur Rückkehr in das Land, aus dem er geflüchtet ist, darlegen soll. Dieser Fragebogen ist vom Generalkommissariat für Flüchtlinge und Staatenlose aufgesetzt worden, um die Anhörung und die Prüfung des Asylantrags durch diese Instanz vorzubereiten. Den Fragebogen kann der zuständige Bedienstete während der Anhörung zusammen mit dem Asylsuchenden und gegebenenfalls mit der Hilfe eines Dolmetschers durchgehen und ausfüllen. Aus internen Gründen des Dienstes oder auf Anfrage des Asylsuchenden kann der Bedienstete ebenfalls beschließen, ihm den Fragebogen mitzugeben.

21325

21326

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD In Artikel 18 sind technische Anpassungen von Artikel 17 desselben Erlasses vorgesehen, um diesen mit dem neuen Asylverfahren in Einklang zu bringen. Des Weiteren ist vorgesehen, dass der gegebenenfalls anwesende Dolmetscher und die gegebenenfalls anwesende Person, die die elterliche Gewalt, die Vormundschaft gemäß dem nationalen Gesetz des Minderjährigen beziehungsweise die spezifische Vormundschaft nach belgischem Gesetz ausübt, die Erklärung und gegebenenfalls den bei der Anhörung ausgefüllten Fragebogen unterzeichnen müssen. Wenn sich der Asylsuchende oder gegebenenfalls die anwesende Person, die die elterliche Gewalt, die Vormundschaft gemäß dem nationalen Gesetz des Minderjährigen beziehungsweise die spezifische Vormundschaft nach belgischem Gesetz ausübt, weigert, die Erklärung und gegebenenfalls den bei der Anhörung ausgefüllten Fragebogen zu unterzeichnen, wird dies auf diesen Unterlagen vermerkt; die Gründe für die Weigerung werden ebenfalls vermerkt. Die Ausstellung eines Anhörungsberichts im Rahmen eines Widerspruchs im Dringlichkeitsverfahren wird im Zuge des neuen Asylverfahrens aufgehoben, da auch die Zulässigkeitsphase aufgehoben wird. Von nun an erhält der Asylsuchende eine Kopie des Fragebogens, sofern dieser bei der Anhörung ausgefüllt worden ist. In Artikel 19 ist eine technische Anpassung von Artikel 18 desselben Erlasses vorgesehen, um diesen mit dem neuen Asylverfahren in Einklang zu bringen. Gemäß Artikel 51/10 des Gesetzes übermittelt das Ausländeramt die Erklärung und gegebenenfalls den bei der Anhörung ausgefüllten Fragebogen unverzüglich an das Generalkommissariat für Flüchtlinge und Staatenlose. Wenn der Asylsuchende zusätzliche Anmerkungen oder Schriftstücke übermitteln möchte, muss er diese direkt an das Generalkommissariat richten. Nur wenn der Asylantrag auf der Grundlage von Artikel 51/8 oder 51/5 des Gesetzes geprüft wird und dem Asylsuchenden am Tag der Anhörung noch kein Beschluss zur Kenntnis gebracht worden ist, kann er seine zusätzlichen Anmerkungen oder Schriftstücke dem Ausländeramt übermitteln. Von nun an ist es ebenfalls möglich, diese gegen Empfangsbestätigung zu übermitteln, ¨ bermittlung per Einschreiben vorgesehen war. während in der alten Regelung grundsätzlich nur die U ¨ berschrift von Kapitel IX und von Artikel 19 In den Artikeln 20 und 21 ist eine technische Anpassung der U desselben Erlasses vorgesehen, um diese in Einklang mit dem neuen Asylverfahren zu bringen. In Artikel 22 ist die Aufhebung von Artikel 20 desselben Erlasses vorgesehen, da dieser Artikel eine Wiederholung von Bestimmungen umfasst, die bereits an anderer Stelle geregelt sind. Wie der Staatsrat in seinem Gutachten angibt, ist die Verpflichtung zur Informierung über die Möglichkeiten der Festhaltung bereits in Artikel 3 Nr. 9 desselben Erlasses, so wie abgeändert durch Artikel 4 Buchstabe e) des vorliegenden Entwurfes, enthalten. Die Bereitstellung der Hausordnung des Ortes, an dem der Ausländer festgehalten wird, ist bereits vorgesehen in Artikel 18 des Königlichen Erlasses vom 8. Juni 2009 zur Festlegung der Regelung und der Arbeitsweise, die auf die in Artikel 74/5 § 1 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern vorgesehenen bestimmten Orte im Grenzgebiet anwendbar sind, und in Artikel 17 des Königlichen Erlasses vom 2. August 2002 zur Festlegung der Regelung und der Arbeitsweise, die auf die auf belgischem Staatsgebiet gelegenen und vom Ausländeramt verwalteten Orte anwendbar sind, an denen ein Ausländer in Anwendung der in Artikel 74/8 § 1 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern erwähnten Bestimmungen inhaftiert, zur Verfügung der Regierung gestellt oder festgehalten wird. Wir haben die Ehre, Sire, die ehrerbietigen und getreuen Diener Eurer Majestät zu sein. Die Vizepremierministerin und Ministerin, beauftragt mit der Migrations- und Asylpolitik Frau J. MILQUET Der Staatssekretär für Migrations- und Asylpolitik M. WATHELET

18. AUGUST 2010 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 zur Festlegung bestimmter Verfahrenselemente, die vom Dienst des Ausländeramtes, der mit der Prüfung von Asylanträgen aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern beauftragt ist, eingehalten werden müssen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß! Aufgrund der Verfassung, Artikel 108; Aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, Artikel 51/2, eingefügt durch das Gesetz vom 18. Juli 1991 und abgeändert durch die Gesetze vom 6. Mai 1993, 15. Juli 1996, 22. Dezember 2003 und 15. September 2006, Artikel 51/4, eingefügt durch das Gesetz vom 10. Juli 1996 und abgeändert durch die Gesetze vom 22. Dezember 2003 und 15. September 2006, Artikel 51/5, eingefügt durch das Gesetz vom 15. Juli 1996 und abgeändert durch die Gesetze vom 18. Februar 2003, 22. Dezember 2003 und 15. September 2006, Artikel 51/8, eingefügt durch das Gesetz vom 15. Juli 1996 und abgeändert durch die Gesetze vom 15. September 2006 und 22. Dezember 2008, und Artikel 51/10, eingefügt durch das Gesetz vom 15. September 2006; Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 zur Festlegung bestimmter Verfahrenselemente, die vom Dienst des Ausländeramtes, der mit der Prüfung von Asylanträgen aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern beauftragt ist, eingehalten werden müssen;

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Aufgrund der Stellungnahmen des Finanzinspektors vom 30. März 2009 und 29. April 2010; Aufgrund des Einverständnisses des Staatssekretärs für Haushalt vom 18. Juni 2010; Aufgrund der Gutachten Nr. 46.693/4 und Nr. 48.473/2/V des Staatsrates vom 10. Juni 2009 beziehungsweise 26. Juli 2010, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat; Auf Vorschlag der Ministerin der Migrations- und Asylpolitik sowie des Staatssekretärs für Migrations- und Asylpolitik Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Kapitel I des Königlichen Erlasses vom 11. Juli 2003 zur Festlegung bestimmter Verfahrenselemente, die vom Dienst des Ausländeramtes, der mit der Prüfung von Asylanträgen aufgrund des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern beauftragt ist, eingehalten werden müssen, wird vor dem früheren Artikel 1, der zu Artikel 1/1 umnummeriert wird, ein neuer Artikel 1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: ″Artikel 1 - Durch vorliegenden Königlichen Erlass werden die Richtlinie 2005/85/EG des Rates vom 1. Dezember 2005 über Mindestnormen für Verfahren in den Mitgliedstaaten zur Zuerkennung und Aberkennung der Flüchtlingseigenschaft und die Richtlinie 2004/83/EG des Rates vom 29. April 2004 über Mindestnormen für die Anerkennung und den Status von Drittstaatsangehörigen oder Staatenlosen als Flüchtlinge oder als Personen, die anderweitig internationalen Schutz benötigen, und über den Inhalt des zu gewährenden Schutzes teilweise umgesetzt.″ Art. 2 - Im früheren Artikel 1 desselben Erlasses, umnummeriert zu Artikel 1/1, wird Nr. 2 wie folgt ersetzt: ″2. Asylsuchenden: Ausländer, die einen Antrag auf Anerkennung der Flüchtlingseigenschaft oder des subsidiären Schutzstatus eingereicht haben,″. Art. 3 - In Artikel 2 desselben Erlasses werden die Wörter ″Asylsuchenden wird eine allgemeine Informationsbroschüre zur Verfügung gestellt, wenn sie sich als Flüchtling melden oder ihren Antrag auf Anerkennung der Flüchtlingseigenschaft einreichen gemäß Artikel 50, 50bis oder 51 des Gesetzes″ durch die Wörter ″Asylsuchenden wird eine allgemeine Informationsbroschüre in einer Sprache, deren Kenntnis vernünftigerweise vorausgesetzt werden kann, zur Verfügung gestellt, wenn sie einen Antrag gemäß Artikel 50, 50bis, 50ter oder 51 des Gesetzes einreichen″ ersetzt. Art. 4 - Artikel 3 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: a) Nummer 2 wird wie folgt ersetzt: ″2. Anwendung der Verordnung (EG) Nr. 343/2003 des Rates vom 18. Februar 2003 zur Festlegung der Kriterien und Verfahren zur Bestimmung des Mitgliedstaats, der für die Prüfung eines von einem Drittstaatsangehörigen in einem Mitgliedstaat gestellten Asylantrags zuständig ist, und die Konsequenzen, die sich daraus ergeben können, einschließlich der Beschwerdemöglichkeiten,″. b) Nummer 3 wird durch folgende Wörter ergänzt: ″und Kriterien, die zur Zuerkennung des subsidiären Schutzstatus, so wie in Artikel 48/4 des Gesetzes vorgesehen, führen können,″. c) In Nr. 5 werden die Wörter ″Möglichkeit für einen Asylsuchenden, der gemäß seinem nationalen Gesetz als Minderjähriger gilt, sich während seiner Anhörung durch einen Bediensteten des zuständigen Dienstes beistehen zu lassen″ durch die Wörter ″Möglichkeit für einen minderjährigen Asylsuchenden unter achtzehn Jahren, sich während seiner Anhörung durch einen Bediensteten des zuständigen Dienstes gegebenenfalls beistehen zu lassen″ ersetzt. d) Nach Nummer 7 wird eine neue Bestimmung mit folgendem Wortlaut eingefügt: ″8. Verpflichtung für einen Asylsuchenden, so schnell wie möglich alle in seinem Besitz befindlichen Unterlagen, die für die Prüfung seines Asylantrags sachdienlich sind, vorzulegen, das heißt alle Angaben zu Alter, familiären und sozialen Verhältnissen - auch der betroffenen Verwandten -, Identität, Staatsangehörigkeit(en), Land/Ländern und Ort(en) des früheren Aufenthalts, früheren Asylanträgen, Reisewegen, Identitätsausweisen und Reisedokumenten sowie alle anderen Unterlagen zur Unterstützung seines Asylantrags,″. e) Die frühere Nummer 8 wird zu Nummer 9 und durch folgende Wörter ergänzt: ″und Informationen über die Möglichkeiten der Festhaltung während des Asylverfahrens″. f) Die frühere Nummer 9 wird zu Nummer 10. g) Die frühere Nummer 10 wird zu Nummer 11 und durch folgende Wörter ergänzt: ″und Kontaktinformationen des Vertreters in Belgien des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Flüchtlinge″. Art. 5 - In Artikel 4 desselben Erlasses wird Absatz 1 durch die Wörter ″, das heißt alle Angaben zu Alter, familiären und sozialen Verhältnissen - auch der betroffenen Verwandten -, Identität, Staatsangehörigkeit(en), Land/Ländern und Ort(en) des früheren Aufenthalts, früheren Asylanträgen, Reisewegen, Identitätsausweisen und Reisedokumenten sowie alle anderen Unterlagen zur Unterstützung ihres Asylantrags″ ergänzt. Art. 6 - Artikel 5 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: 1. Die Wörter ″zum Zeitpunkt der Beschlussfassung″ werden durch die Wörter ″zum selben Zeitpunkt wie die Erklärung und gegebenenfalls der bei der Anhörung ausgefüllte Fragebogen″ ersetzt. 2. Dieser Artikel wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: ″Wird dem Asylsuchenden ein Beschluss im Sinne von Artikel 51/8 Absatz 1 oder Artikel 51/5 § 3 Absatz 2 des Gesetzes notifiziert, werden ihm die Originale der vorgelegten Unterlagen zurückgegeben. Diese Rückgabe wird auf der Empfangsbestätigung, die der Asylsuchende zuvor erhalten hat, vermerkt.″

21327

21328

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 7 - In Artikel 6 § 2 desselben Erlasses werden die Wörter ″wird das für diese Anhörung festgelegte Datum auf dem Dokument, das dem Muster in Anlage 26 zum Königlichen Erlass vom 8. Oktober 1981 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern entspricht und das dem Asylsuchenden gemäß Artikel 71/4, 73, 78 oder 79 desselben Erlasses ausgehändigt wird, angegeben″ durch die Wörter ″wird ein neuer Anhörungstermin anberaumt und dem Asylsuchenden gemäß Artikel 51/2 Absatz 6 des Gesetzes zur Kenntnis gebracht″ ersetzt. Art. 8 - Artikel 7 desselben Erlasses wird aufgehoben. Art. 9 - Artikel 8 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: 1. Paragraph 1 wird durch zwei Absätze mit folgendem Wortlaut ergänzt: ″Der Bedienstete erläutert dem Asylsuchenden seine Rolle und gegebenenfalls die des anwesenden Dolmetschers. Er erklärt, wie die Anhörung und das weitere Asylverfahren ablaufen werden, und vergewissert sich, dass der Asylsuchende und der Dolmetscher einander ausreichend verstehen. Die Anhörung erfolgt unter Bedingungen, die eine angemessene Vertraulichkeit gewährleisten.″ 2. In § 2 werden die Wörter ″Hinweise auf geschlechtsspezifische Verfolgung″ durch die Wörter ″Hinweise auf geschlechtsspezifische Asylgründe″ ersetzt. Art. 10 - Artikel 9 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 1 werden die Wörter ″können Asylsuchende, die gemäß ihrem nationalen Gesetz minderjährig sind, von der Person, die gemäß dem nationalen Gesetz des Minderjährigen die elterliche Gewalt beziehungsweise die Vormundschaft ausübt, beigestanden werden″ durch die Wörter ″wird minderjährigen Asylsuchenden unter achtzehn Jahren von der Person, die gemäß dem nationalen Gesetz des Minderjährigen die elterliche Gewalt beziehungsweise die Vormundschaft ausübt, gegebenenfalls beigestanden″ ersetzt. 2. Der Artikel wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: ″Der mit der Anhörung eines minderjährigen Asylsuchenden beauftragte Bedienstete des zuständigen Dienstes muss über die nötige Kenntnis der besonderen Bedürfnisse Minderjähriger verfügen.″ ¨ berschrift von Kapitel V desselben Erlasses werden die Wörter ″Prüfung von Asylanträgen und Art. 11 - In der U dem in Artikel 52 § 5 des Gesetzes vorgesehenen Beschluss″ durch die Wörter ″Prüfung von Asylanträgen und den in den Artikeln 51/8 oder 51/5 des Gesetzes vorgesehenen Beschlüssen″ ersetzt. Art. 12 - Artikel 10 desselben Erlasses wird wie folgt ersetzt: ″Art. 10 - § 1 - Die mit der Anhörung beauftragten Bediensteten des zuständigen Dienstes informieren die Asylsuchenden über die Notwendigkeit, so korrekt wie möglich auf die Fragen zu antworten, und über die Risiken, denen sie sich bei Prüfung ihres Antrags aussetzen, wenn diese Ratschläge nicht befolgt werden. § 2 - Die Bediensteten des zuständigen Dienstes, die mit der Prüfung von Asylanträgen und dem in den Artikeln 51/8 oder 51/5 des Gesetzes vorgesehenen Beschluss beauftragt sind, berücksichtigen alle Informationen, über die sie in Bezug auf die Lage der Asylsuchenden verfügen. Sie fassen ihren Beschluss individuell, objektiv und unparteiisch. § 3 - Die mit der Anhörung beauftragten Bediensteten des zuständigen Dienstes und die Bediensteten des zuständigen Dienstes, die mit der Prüfung von Asylanträgen und dem in den Artikeln 51/8 oder 51/5 des Gesetzes vorgesehenen Beschluss beauftragt sind, geben keine Informationen über einzelne Asylanträge oder über die Tatsache, dass ein Asylantrag gestellt wurde, an die Stellen weiter, die den Asylsuchenden seinen Angaben zufolge verfolgt oder ihm ernsthaften Schaden zugefügt haben. Ebenso wenig holen sie Informationen bei den Stellen, die den Asylsuchenden seinen Angaben zufolge verfolgt oder ihm ernsthaften Schaden zugefügt haben, in einer Weise ein, die diesen Stellen die Tatsache zur Kenntnis bringen würde, dass der betroffene Asylsuchende einen Asylantrag gestellt hat, und die seine körperliche Unversehrtheit oder diejenige seiner unterhaltsberechtigten Angehörigen oder die Freiheit und Sicherheit seiner noch im Herkunftsstaat lebenden Familienangehörigen in Gefahr bringen würde.″ Art. 13 - In Artikel 12 desselben Erlasses werden die Wörter ″ein Bediensteter der Stufe 1″ durch die Wörter ″ein Bediensteter der Stufe A″ und die Wörter ″in Artikel 52 § 5″ durch die Wörter ″in den Artikeln 51/8 oder 51/5″ ersetzt. Art. 14 - In Artikel 13 Absatz 1 desselben Erlasses werden die Wörter ″in Artikel 52 § 5″ durch die Wörter ″in den Artikeln 51/8 oder 51/5″ ersetzt und zwischen den Wörtern ″Genfer Abkommens vom 28. Juli 1951 über die Rechtsstellung der Flüchtlinge″ und den Wörtern ″der Belgien bindenden internationalen Abkommen über die Menschenrechte″ die Wörter ″der Gesetzesbestimmungen über den subsidiären Schutzstatus″ eingefügt. Art. 15 - In Artikel 14 § 2 Absatz 3 desselben Erlasses werden die Wörter ″der je nach Fall auf dem in Artikel 6 § 2 erwähnten Dokument angegeben oder an den vom Asylsuchenden gemäß Artikel 51/2 Absatz 6 des Gesetzes gewählten Wohnsitz geschickt wird″ durch die Wörter ″der dem Asylsuchenden gemäß Artikel 51/2 Absatz 6 des Gesetzes zur Kenntnis gebracht wird″ ersetzt. ¨ berschrift von Kapitel VIII desselben Erlasses wird das Wort ″Anhörungsbericht″ durch die Art. 16 - In der U Wörter ″Erklärung und Fragebogen″ ersetzt. Art. 17 - Artikel 16 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 1 werden die Wörter ″sofort nach der Anhörung einen Bericht″ durch die Wörter ″während der Anhörung eine Erklärung″ und die Wörter ″Der Anhörungsbericht″ durch die Wörter ″Die Erklärung″ ersetzt. 2. In Absatz 1 vierter Gedankenstrich werden zwischen den Wörtern ″eventuelle Anwesenheit eines Dolmetschers″ und den Wörtern ″, gegebenenfalls vom Asylsuchenden gemäß Artikel 14 verlangter Wechsel des Dolmetschers″ die Wörter ″unter Angabe seiner Erkennungsnummer″ eingefügt. 3. In Absatz 1 sechster Gedankenstrich wird das Wort ″Identität″ durch das Wort ″Initialen″ ersetzt. 4. Absatz 2 wird durch zwei neue Absätze mit folgendem Wortlaut ersetzt: ″Wird der Asylantrag im Rahmen von Artikel 51/10 des Gesetzes bearbeitet, übermittelt der Bedienstete des zuständigen Dienstes ebenfalls einen Fragebogen. Den Fragebogen kann der zuständige Bedienstete während der Anhörung zusammen mit dem Asylsuchenden und gegebenenfalls mit der Hilfe eines Dolmetschers durchgehen und ausfüllen. Der Asylsuchende erhält eine Kopie des bei der Anhörung ausgefüllten Fragebogens und eine Empfangsbestätigung.

21329

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Die Erklärung und gegebenenfalls der bei der Anhörung ausgefüllte Fragebogen sind eine getreue Wiedergabe der Fragen an den Asylsuchenden und dessen Antworten. In der Erklärung und gegebenenfalls in dem bei der Anhörung ausgefüllten Fragebogen werden ebenfalls Zusätze und Anmerkungen vermerkt, die während der Anhörung vom Asylsuchenden oder gegebenenfalls von der Person, die die elterliche Gewalt, die Vormundschaft gemäß dem nationalen Gesetz des Minderjährigen beziehungsweise die spezifische Vormundschaft nach belgischem Gesetz ausübt, gemacht worden sind.″ Art. 18 - Artikel 17 desselben Erlasses wird wie folgt ersetzt: ″Art. 17 - Die Erklärung und gegebenenfalls der bei der Anhörung ausgefüllte Fragebogen werden - eventuell unter Hinzuziehung eines Dolmetschers - vorgelesen und gegebenenfalls verbessert. Sie werden datiert und von dem Bediensteten des zuständigen Dienstes, dem Asylsuchenden, dem gegebenenfalls anwesenden Dolmetscher und der gegebenenfalls anwesenden Person, die die elterliche Gewalt, die Vormundschaft gemäß dem nationalen Gesetz des Minderjährigen beziehungsweise die spezifische Vormundschaft nach belgischem Gesetz ausübt, unterzeichnet. Wenn sich der Asylsuchende oder gegebenenfalls die anwesende Person, die die elterliche Gewalt, die Vormundschaft gemäß dem nationalen Gesetz des Minderjährigen beziehungsweise die spezifische Vormundschaft nach belgischem Gesetz ausübt, weigert, die Erklärung und gegebenenfalls den bei der Anhörung ausgefüllten Fragebogen zu unterzeichnen, wird dies auf diesen Unterlagen vermerkt; die Gründe für die Weigerung werden ebenfalls vermerkt.″ Art. 19 - Artikel 18 desselben Erlasses wird wie folgt ersetzt: ″Art. 18 - Wenn der Asylantrag im Rahmen von Artikel 51/8 oder 51/5 des Gesetzes geprüft wird und dem Asylsuchenden am Tag der Anhörung noch kein Beschluss zur Kenntnis gebracht worden ist, kann er dem zuständigen Dienst, der mit der Prüfung des Asylantrags beauftragt ist, per Einschreiben oder gegen Empfangsbestätigung zusätzliche Anmerkungen oder Schriftstücke zukommen lassen. Der zuständige Dienst berücksichtigt rechtzeitig übermittelte Anmerkungen und Schriftstücke.″ ¨ berschrift von Kapitel IX desselben Erlasses werden die Wörter ″in Artikel 52 § 5″ durch die Art. 20 - In der U Wörter ″in Artikel 51/8 Absatz 1 oder in Artikel 51/5 § 3 Absatz 2″ ersetzt. Art. 21 - In Artikel 19 desselben Erlasses werden die Wörter ″in Artikel 52 § 5″ durch die Wörter ″in Artikel 51/8 Absatz 1 oder in Artikel 51/5 § 3 Absatz 2″ ersetzt. Art. 22 - Artikel 20 desselben Erlasses wird aufgehoben. Art. 23 - Vorliegender Erlass tritt am zehnten Tag nach seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft. Art. 24 - Der für die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern zuständige Minister ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Gegeben zu Brüssel, den 18. August 2010

ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Migrations- und Asylpolitik Frau J. MILQUET Der Staatssekretär für Migrations- und Asylpolitik M. WATHELET

* SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2011 — 885

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [2011/201417]

13 MARS 2011. — Arrêté royal rendant obligatoire la décision du 28 septembre 2010 de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers concernant la fixation des dates de vacances pour l’année 2011

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

N. 2011 — 885

[2011/201417]

13 MAART 2011. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 28 september 2010 van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2011 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 38, alinéa 1er, 4;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 38, eerste lid, 4;

Vu les lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés coordonnées le 28 juin 1971, notamment l’article 8;

Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 8;

Vu l’arrêté royal du 30 mars 1967 déterminant les modalités générales d’exécution des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés, notamment l’article 63, alinéa 1er;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, inzonderheid op artikel 63, eerste lid;

21330


Vu la demande de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers de rendre obligatoire la décision du 28 septembre 2010 concernant la fixation des dates de vacances pour l’année 2011; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers waarbij de algemeen verbindend verklaring wordt gevraagd voor de beslissing van 28 september 2010 betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2011; Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Art. 1. - Est rendue obligatoire la décision reprise en annexe du 28 septembre 2010 de la Sous-commission paritaire de l’industrie du textile de l’arrondissement administratif de Verviers concernant la fixation des dates de vacances pour l’année 2011.

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 28 september 2010 van het Paritair Subcomité van de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2011.

Art. 2. - Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Donné à Bruxelles, le 13 mars 2011.

ALBERT

Gegeven te Brussel, 13 maart 2011.

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Ministre de l’Emploi, Mme J. MILQUET

De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET

ANNEXE

BIJLAGE

Sous-Commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers

Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers

Convention collective de travail du 28 septembre 2010 relative à la fixation des dates de vacances 2011 A. DATES D’OCTROI Article 1er. Les vacances annuelles seront octroyées collectivement au cours des périodes suivantes : 1o) Octroi de la période allant du lundi 11 juillet 2011 au samedi 30 juillet 2011 inclus. 2o) Octroi le : vendredi 3 juin 2011; Jeudi 22 décembre 2011; vendredi 23 décembre 2011; mardi 27 décembre 2011; mercredi 28 décembre 2011; 1 jour à prendre librement au plan de l’entreprise 3o) Date obligatoire pour deux des quatre jours complémentaires : jeudi 29 décembre et vendredi 30 décembre 2011. B. DEROGATIONS. Art. 2. 1o) Moyennant accord pris au préalable au plan de l’entreprise avec le personnel concerné, il peut être dérogé aux dates d’octroi des vacances annuelles fixées ci-dessus.

Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2010 betreffende de vakantiedata 2011 A. TOEKENNINGSDATA Artikel 1. De jaarlijkse vakanties worden collectief toegekend tijdens de volgende periodes : 1o) Toekenning van de periode die loopt van maandag 11 juli 2011 tot en met zaterdag 30 juli 2011. 2o) Toekenning van : vrijdag 3 juni 2011; donderdag 22 december 2011; vrijdag 23 december 2011; dinsdag 27 december 2011; woensdag 28 december 2011; Een dag vrij te nemen op het vlak van het bedrijf 3o) Verplichte data voor twee van de vier aanvullende dagen : donderdag 29 december en vrijdag 30 december 2011. B. AFWIJKINGEN Art. 2. 1o) Er kan van de hierboven bepaalde toekenningsdata van de jaarlijkse vakanties afgeweken worden middels een voorafgaandelijke overeenkomst met het betrokken personeel, op het niveau van de onderneming. 2o) Een akkoord op ondernemingsniveau dat afwijkingen op de normale toekenningsdata van de jaarlijkse vakanties behelst moet, om geldig te zijn, in viervoud worden bezorgd aan de voorzitter van het Paritair Subcomité, rue de Bruxelles 41 te 4800 Verviers, ten laatste op 29 april 2011. Op eenzelfde document, moet er, bij het sluiten van een dergelijke overeenkomst, vermeld worden : a) de reden voor de wijziging van de vakantiedata; b) de nieuwe vakantiedata voor iedere werknemer (deze data moeten worden gecontrasigneerd door de betrokken arbeiders); 3o) Als een werkgever, door onvoorziene omstandigheden, verplicht is na de in 2o bepaalde limietdatum een afwijkende overeenkomst in te dienen, wordt deze overeenkomst als geldig beschouwd op voorwaarde dat zij wordt ingediend voor 20 JUNI 2011 en dat de betrokken werkgever vermeldt dat het hem onmogelijk was de overeenkomst in kwestie in te dienen binnen de normale termijn bepaald in 2o).

2o) Un accord conclu au plan d’une entreprise, ayant pour effet de déroger suivant 1o ) aux dates normales d’octroi des vacances annuelles doit, pour être valable, faire l’objet d’une communication en quatre exemplaires au président de la Sous-commission paritaire, rue de Bruxelles 41, 4800 Verviers, pour le 29 avril 2011 au plus tard. Sur un même document, il y a lieu lors de la conclusion de pareil accord de : a) motiver la raison du changement de dates de vacances; b) donner les nouvelles dates de vacances pour chacun des travailleurs et faire contresigner les ouvriers concernés; 3o) Si, par suite de circonstances imprévisibles, un employeur est contraint après la date limite prévue au 2o), à introduire un accord dérogatoire, cet accord, s’il est transmis avant le 20 JUIN 2011, est considéré comme valable pour autant que l’employeur concerné établisse qu’il a été dans l’impossibilité de transmettre l’accord en question dans les délais normaux dont il est question au 2o).


21331

C. CHAMP D’APPLICATION Art. 3. La présente décision s’applique à toutes les entreprises relevant de la compétence de la Sous-Commission Paritaire de l’Industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers à l’exception de l’entreprise ASTENJOHNSON SPRL Buschbergerweg 46/50 4701 Eupen (Kettenis) D. DUREE DE VALIDITE. Art. 4. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2011 et cesse d’être en vigueur le 31 décembre 2011. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 13 mars 2011

C. TOEPASSINGSGEBIED Art. 3. Deze beslissing is van toepassing op alle ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de Textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers met uitzondering van het bedrijf ASTENJOHNSON SPRL Buschbergerweg 46/50 4701 Eupen (Kettenis) D. GELDIGHEIDSDUUR. Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2011. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2011

Le Ministre de l’Emploi, Mme J. MILQUET

De Minister van Werk, Mme J. MILQUET

* SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

F. 2011 — 886 [C − 2011/22126] 28 MARS 2011. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 10 juillet 1990 fixant l’intervention visée à l’article 37, § 12, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994 dans les maisons de soins psychiatriques

N. 2011 — 886 [C − 2011/22126] 28 MAART 2011. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 juli 1990 tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de psychiatrische verzorgingstehuizen

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, article 37, § 12, alinéa 1er, modifié par les lois du 20 décembre 1995 et 19 décembre 2008; Vu l’arrêté ministériel du 10 juillet 1990 fixant l’intervention visée à l’article 37, § 12, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994 dans les maisons de soins psychiatriques; Vu l’avis de la Commission de contrôle budgétaire, donné le 2 juillet 2010; Vu la proposition du Comité de l’assurance soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, faite le 12 juillet 2010; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 7 septembre 2010; Vu le refus d’accord du Secrétaire d’Etat au Budget du 28 octobre 2010; Vu la délibération du Conseil des Ministres du 3 février 2011 permettant de passer outre au refus d’accord du Secrétaire d’Etat au Budget; Vu l’avis 49.249/2 du Conseil d’Etat, donné le 28 février 2011, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, Arrête : er

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37, § 12, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995 en 19 december 2008; Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 1990 tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de psychiatrische verzorgingstehuizen; Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 02 juli 2010; Gelet op het voorstel van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gedaan op 12 juli 2010; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 september 2010; Gelet op de weigering van akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting op 28 oktober 2010; Gelet op het besluit van de Ministerraad van 3 februari 2011 om voorbij te gaan aan de weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting; Gelet op advies 49.249/2 van de Raad van State, gegeven op 28 februari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

er

Article 1 . A l’article 1 , de l’arrêté ministériel du 10 juillet 1990 fixant l’intervention visée à l’article 37, § 12, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 dans les maisons de soins psychiatriques, remplacé par l’arrêté ministériel du 15 janvier 1993 et modifié par les arrêtés ministériels du 1 octobre 2001, 25 février 2005, 27 avril 2007, 25 juin 2007 et 20 février 2009 sont apportées les modifications suivantes :

Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 10 juli 1990 tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de psychiatrische verzorgingstehuizen, vervangen bij het ministerieel besluit van 15 januari 1993, en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 1 oktober 2001, 25 februari 2005, 27 april 2007, 25 juni 2007 en 20 februari 2009 worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° au § 1er, les mots « 62,84 euros » sont remplacés par les mots « 65,09 euros »;

1° in § 1 worden de woorden « 62,84 euro » vervangen door de woorden « 65,09 euro »;

2° au § 2, les mots « 68,29 euros » sont remplacés par les mots « 70,54 euros »;

2° in § 2 worden de woorden « 68,29 euro » vervangen door de woorden « 70,54 euro ».

3° le § 6 est remplacé comme suit : « § 6. Pour la couverture de la prime d’attractivité, les montants tels que visés au § 1er sont majorés de 0,46 euro du 1er juillet 2006 au 31 décembre 2006 (y compris un montant de rattrapage pour 2006), de 0,51 euro du 1er janvier 2007 au 30 septembre 2007, de 0,53 euro du 1er octobre 2007 au 31 décembre 2007, de 0,74 euro du 1er janvier 2008

3° § 6 wordt vervangen als volgt : « § 6. Voor de dekking van de attractiviteitspremie worden de bedragen zoals bedoeld in § 1 verhoogd met 0,46 euro van 1 juli 2006 tot 31 december 2006 (inclusief een inhaalbedrag voor 2006), met 0,51 euro van 1 januari 2007 tot 30 september 2007, met 0,53 euro van 1 oktober 2007 tot 31 december 2007, met 0,74 euro van 1 januari 2008

21332


au 31 décembre 2008, de 0,82 euro du 1er janvier 2009 au 30 septembre 2010 et de 0,85 euro à partir du 1er octobre 2010.

tot 31 december 2008, met 0,82 euro van 1 januari 2009 tot 30 september 2010 en met 0,85 euro vanaf 1 oktober 2010.

Pour la couverture de la prime d’attractivité, les montants tels que visés au § 2 sont majorés de 0,50 euro du 1er juillet 2006 au 31 décembre 2006 (y compris un montant de rattrapage pour 2006), de 0,55 euro du 1er janvier 2007 au 30 septembre 2007, de 0,57 euro du 1er octobre 2007 au 31 décembre 2007, de 0,80 euro du 1er janvier 2008 au 31 décembre 2008, de 0,89 euro du 1er janvier 2009 au 30 septembre 2010 et de 0,92 euro à partir du 1er octobre 2010. ».

Voor de dekking van de attractiviteitspremie worden de bedragen zoals bedoeld in § 2 verhoogd met 0,50 euro van 1 juli 2006 tot 31 december 2006 (inclusief een inhaalbedrag voor 2006), met 0,55 euro van 1 januari 2007 tot 30 september 2007, met 0,57 euro van 1 oktober 2007 tot 31 december 2007, met 0,80 euro van 1 januari 2008 tot 31 december 2008, met 0,89 euro van 1 januari 2009 tot 30 september 2010 en met 0,92 euro vanaf 1 oktober 2010. ».

Art. 2. L’article 1er du même arrêté ministériel, est complété par le § 8 rédigé comme suit :

Art. 2. Artikel 1 van hetzelfde ministerieel besluit wordt aangevuld met een § 8, luidende :

« § 8 Pour la rémunération des heures de prestations irrégulières des praticiens de l’art infirmier, des aides-soignants et/ou des éducateurs prestées entre 19 et 20 heures ou qui sont prestées jusqu’après minuit quelle que soit l’heure à laquelle la prestation a été entamée et qui ne sont pas rémunérées dans l’intervention comme visée aux paragraphes 1er et 2, cette intervention est majorée de 0,60 euro à partir du 1er janvier 2011.

« § 8 Voor de vergoeding van de uren van onregelmatige prestaties voor verpleegkundigen, zorgkundigen en/of opvoeders die gepresteerd worden ’s avonds tussen 19 uur en 20 uur of die gepresteerd worden tot na middernacht ongeacht het uur waarop de prestatie is begonnen en die niet zijn vergoed in de tegemoetkoming zoals bedoeld in paragrafen 1 en 2, wordt deze tegemoetkoming verhoogd met 0,60 euro vanaf 1 januari 2011.

Pour la rémunération des heures de prestations irrégulières au moins les suppléments suivants sont accordés au personnel concerné :

Voor de vergoeding van de uren van onregelmatige prestaties wordt aan het betrokken personeel minstens de volgende toeslagen toegekend :

1) pour les heures prestées entre 19 h et 20 h, au prorata de la prestation effectivement prestée dans cette tranche horaire :

1) voor de gepresteerde uren tussen 19 u. en 20 u., pro rata de effectief gepresteerde uren tijdens deze uurperiode :

a) pour le personnel payé selon le régime dit « à la prestation » : 20 % de salaire barémique horaire quel que soit le jour de la semaine, le sursalaire des samedis, dimanches et jours fériés étant d’application s’il est supérieur à ces 20 %;

a) voor het personeel dat wordt betaald volgens het zogenaamde regime « per prestatie » : 20 % van het barema-uurloon ongeacht de dag van de week aangezien de toeslag op zaterdag, zon- en feestdagen van toepassing is indien voordeliger dan de 20 %;

b) pour le personnel payé au forfait de 11 % : le complément horaire de nuit octroyé pour les prestations de nuit, ajouté au barème de 111 %, quel que soit le jour de la semaine, y compris les samedis, dimanches et jours fériés;

b) voor het personeel dat via het forfait van 11 % betaald wordt : de toeslag voor het nachtuurloon toegevoegd aan het basisbarema van 111 %, ongeacht de dag van de week, inclusief zaterdag en zon- en feestdagen;

2) les heures prestées entre 20 h et 6 h sont considérées comme des heures de nuit et rémunérées comme telles, dans les conditions en vigueur au 31 décembre 2009, aussi bien pour la semaine que pour les samedis, dimanches et jours fériés. En outre, toutes les heures ou fractions d’heure d’une prestation qui dépasse minuit sont aussi considérées comme des heures de nuit et rémunérées comme telles, même si la prestation commence avant 20 h ou se termine après 6 h.

2) de gepresteerde uren tussen 20 u. en 6 u. worden beschouwd als nachturen en als dusdanig betaald, volgens de geldende voorwaarden op 31 december 2009, zowel voor de week als voor de zaterdagen, zondagen en feestdagen. Bovendien worden alle uren of fracties ervan, van een prestatie die middernacht overschrijdt, beschouwd en betaald als nachturen zelfs indien de prestatie start voor 20 u. of eindigt na 6 u.

Les accords ou pratiques plus favorables restent d’application, y compris pour les autres catégories de personnel.

De akkoorden of gebruiken die betere voorwaarden bepalen, blijven van toepassing ook wat betreft de andere personeelscategorieën.

Le paiement des suppléments pour prestations irrégulières aux membres du personnel tel qu’il est défini au présent paragraphe est une condition pour le financement des interventions fixées à l’article 1er.

Het betalen van de toeslagen voor onregelmatige prestaties aan de personeelsleden zoals bepaald in onderhavige paragraaf is een voorwaarde voor de financiering van de tegemoetkomingen vastgelegd in artikel 1.

Les montants de l’article 1er, §§ 1er et 2, sont majorés du 1er janvier 2011 au 30 juin 2011 inclus de 0,65 euro à titre de montant de rattrapage pour la rémunération des heures de prestations irrégulières pour le second semestre 2010.

Als inhaalbedrag voor de vergoeding van de uren van onregelmatige prestaties voor het tweede semester 2010 worden de bedragen van artikel 1, §§ 1 en 2, vanaf 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011 verhoogd met 0,65 euro.

Les montants de l’article 1er, §§ 1er et 2, sont majorés de 0,65 euro, à titre de montant de rattrapage, du 1er janvier 2011 au 30 juin 2011 pour les maisons de soins psychiatriques qui auront transmis au plus tard le 31 décembre 2010 au Service des soins de santé de l’INAMI une déclaration sur l’honneur dans laquelle elles confirment que les avantages visés au deuxième alinéa du présent paragraphe sont appliqués depuis le 1er janvier 2010.

Voor psychiatrische verzorgingstehuizen die ten laatste op 31 december 2010 aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV een verklaring op eer overmaken waarin zij bevestigen dat de voordelen zoals bedoeld in het tweede lid van deze paragraaf worden toegepast vanaf 1 januari 2010, worden, als inhaalbedrag, de bedragen van artikel 1, §§ 1 en 2, vanaf 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011 verhoogd met 0,65 euro.

Les montants de rattrapage mentionnés dans ce paragraphe ne sont pas liés à l’indice pivot comme indiqué à l’article 1erbis. »

De inhaalbedragen vermeld in deze paragraaf zijn niet gekoppeld aan het spilindexcijfer zoals vermeld in artikel 1bis. »

Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets le 1er octobre 2010 à l’exception de l’article 2 qui produit ses effets le 1er juillet 2010.

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2010 met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang vanaf 1 juli 2010.

Bruxelles, le 28 mars 2011. La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l’Intégration sociale, Mme L. ONKELINX

Brussel, 28 maart 2011. De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX

21333

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT F. 2011 — 887

[C − 2011/24049]

13 MARS 2011. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 14 juillet 1997 relatif aux critères de pureté des additifs pouvant être utilisés dans les denrées alimentaires, en transposant la Directive 2010/67/UE, et l’arrêté royal du 1er mars 1998 relatif aux additifs autorisés dans les denrées alimentaires à l’exception des colorants et des édulcorants, en transposant la Directive 2010/69/UE

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N. 2011 — 887

[C − 2011/24049]

13 MAART 2011. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt, ter omzetting van Richtlijn 2010/67/EU, en van het koninklijk besluit van 1 maart 1998 betreffende in voedingsmiddelen toegelaten toevoegsels met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, ter omzetting van Richtlijn 2010/69/EU ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, l’article 4, § 1er;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, artikel 4, § 1;

Vu l’arrêté royal du 14 juillet 1997 relatif aux critères de pureté des additifs pouvant être utilisés dans les denrées alimentaires;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt;

Vu l’arrêté royal du 1er mars 1998 relatif aux additifs autorisés dans les denrées alimentaires à l’exception des colorants et des édulcorants;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1998 betreffende in voedingsmiddelen toegelaten toevoegsels met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen;

Vu l’avis 49.165/3 du Conseil d’Etat, donné le 25 janvier 2011, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnés le 12 janvier 1973;

Gelet op advies nr. 49.165/3 van de Raad van State, gegeven op 25 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Sur la proposition de la Ministre de la Santé publique et de la Ministre de l’Agriculture,

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw,

Nous avons arrêté et arrêtons : er

Article 1 . Le présent arrêté transpose

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting

- la Directive 2010/67/UE de la Commission du 20 octobre 2010 modifiant la Directive 2008/84/CE portant établissement de critères de pureté spécifiques pour les additifs alimentaires autres que les colorants et les édulcorants et

- van Richtlijn 2010/67/EU van de Commissie van 20 oktober 2010 tot wijziging van Richtlijn 2008/84/EG tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen en

- la Directive 2010/69/UE de la Commission du 22 octobre 2010 modifiant les annexes de la Directive 95/2/CE du Parlement européen et du Conseil concernant les additifs alimentaires autres que les colorants et les édulcorants.

- van Richtlijn 2010/69/EU van de Commissie van 22 oktober 2010 tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen.

Art. 2. L’annexe de l’arrêté royal du 14 juillet 1997 relatif aux critères de pureté des additifs pouvant être utilisés dans les denrées alimentaires, modifiée par les arrêtés royaux des 1er décembre 1998, 15 février 1999, 25 janvier 2000, 23 janvier 2001, 28 septembre 2001, 20 mars 2002, 7 septembre 2003, 5 juin 2004, 27 décembre 2004, 21 janvier 2005, 22 avril 2005, 2 février 2007, 19 novembre 2007, 1er octobre 2008, 20 janvier 2010 et 4 octobre 2010 est modifiée conformément à la partie I de l’annexe du présent arrêté.

Art. 2. De bijlage bij het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 december 1998, 15 februari 1999, 25 januari 2000, 23 januari 2001, 28 september 2001, 20 maart 2002, 7 september 2003, 5 juni 2004, 27 december 2004, 21 januari 2005, 22 april 2005, 2 februari 2007, 19 november 2007, 1 oktober 2008, 20 januari 2010 en 4 oktober 2010 wordt gewijzigd overeenkomstig deel I van de bijlage bij dit besluit.

Art. 3. L’annexe de l’arrêté royal du 1er mars 1998 relatif aux additifs autorisés dans les denrées alimentaires à l’exception des colorants et des édulcorants, modifiée par les arrêtés royaux des 8 février 1999, 19 février 2002, 4 février 2004, 21 septembre 2004, 8 décembre 2004, 22 avril 2005, 12 mars 2008 et 1er octobre 2008, est modifiée conformément à la partie II de l’annexe du présent arrêté.

Art. 3. De bijlage bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 betreffende in voedingsmiddelen toegelaten toevoegsels met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 februari 1999, 19 februari 2002, 4 februari 2004, 21 september 2004, 8 december 2004, 22 april 2005, 12 maart 2008 en 1 oktober 2008, wordt gewijzigd overeenkomstig deel II van de bijlage bij dit besluit.

Art. 4. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5. Le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions et le Ministre qui a la Sécurité de la Chaîne alimentaire dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.

Art. 5. De Minister bevoegd voor Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Bruxelles, le 13 mars 2011.

Brussel, 13 maart 2011.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Ministre de la Santé publique, Mme L. ONKELINX

De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

La Ministre de l’Agriculture, Mme S. LARUELLE

De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

21334

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe à l’arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 14 juillet 1997 relatif aux critères de pureté des additifs pouvant être utilisés dans les denrées alimentaires, en transposant la Directive 2010/67/UE, et l’arrêté royal du 1er mars 1998 relatif aux additifs autorisés dans les denrées alimentaires à l’exception des colorants et des édulcorants, en transposant la Directive 2010/69/UE


21335

21336



21337

21338



21339

21340



21341

21342



21343

21344



21345

21346


Vu pour être annexé à notre arrêté du 13 mars 2011 modifiant l’arrêté royal du 14 juillet 1997 relatif aux critères de pureté des additifs pouvant être utilisés dans les denrées alimentaires, en transposant la Directive 2010/67/UE, et l’arrêté royal du 1er mars 1998 relatif aux additifs autorisés dans les denrées alimentaires à l’exception des colorants et des édulcorants, en transposant la Directive 2010/69/UE.

ALBERT Par le Roi : La Ministre de la Santé publique, Mme L. ONKELINX La Ministre de l’Agriculture, Mme S. LARUELLE

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Bijlage bij het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt, ter omzetting van Richtlijn 2010/67/EU en van het koninklijk besluit van 1 maart 1998 betreffende in voedingsmiddelen toegelaten toevoegsels met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, ter omzetting van Richtlijn 2010/69/EU

21347

21348



21349

21350



21351

21352



21353

21354



21355

21356



21357

21358



Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 13 maart 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt, ter omzetting van Richtlijn 2010/67/EU, en van het koninklijk besluit van 1 maart 1998 betreffende in voedingsmiddelen toegelaten toevoegsels met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, ter omzetting van Richtlijn 2010/69/EU.

ALBERT Van Koningswege :

De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX


21359

21360


GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2011 — 888

[C − 2011/35258]

4 MAART 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 56 en artikel 57; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan, en op de bijlage; Gelet op het advies van de onderwijsinspectie, gegeven op 4 oktober 2010; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 januari 2011; Gelet op het advies nr. 49.201/1 van de Raad van State, gegeven op 17 februari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 juni 2000, 1 juni 2001, 15 juli 2002, 18 juli 2003, 30 april 2004, 15 april 2005, 20 april 2007, 12 december 2008 en 5 februari 2010 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « gemeentelijke basisschool, Willem van Haechtlaan 66, te 2050 Antwerpen » worden vervangen door de woorden « gemeentelijke basisschool, Onderwijsstraat 19, te 2540 Hove »; 2° de woorden « vrije basisschool, Godfried Bomansstraat 17, te 3920 Lommel » worden vervangen door de woorden « vrije lagere school, Kloosterstraat 6, 3930 Hamont-Achel ». Art. 2. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « Het departement » vervangen door de woorden « Het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming ». Art. 3. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art.10. De onderwijsinspectie houdt toezicht op het verloop en de correctheid van het examen en stelt daarover een rapport op vóór eind juni van het lopende schooljaar ». Art. 4. In artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, worden de woorden « het departement » vervangen door de woorden « het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming ». Art. 5. In hetzelfde besluit worden de bijlagen vervangen door de bijlagen, die bij dit besluit zijn gevoegd. Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2011, met uitzondering van artikel 5, dat in werking treedt op 1 september 2011. Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 4 maart 2011. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Bijlage 1. Model getuigschrift basisonderwijs

VLAAMSE GEMEENSCHAP – KONINKRIJK BELGIE DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING

Getuigschrift van basisonderwijs

uitgereikt krachtens de artikelen 53 en 54 van het decreet basisonderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan. Ondergetekende (voornaam en familienaam in blokletters) .......................................................................................................................................................................................................... voor het schoolbestuur (volledige naam en adres van de administratieve vestigingsplaats van de school) .......................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................... gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap (1) gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap (1) erkend door de Vlaamse Gemeenschap (1) bevestigt hiermee dat (voornaam en familienaam van de leerling in blokletters) .......................................................................................................................................................................................................... geboren te (geboorteplaats) ....................................................................................................................................................... op (geboortedatum, waarvan de maand voluit geschreven) .............................................................................................. — aan onze lagere school in voldoende mate de doelen van het leerplan heeft bereikt. (1) — aan onze lagere school de leerdoelen van een handelingsplan heeft bereikt die door de onderwijsinspectie als gelijkwaardig worden beschouwd met die van het gewoon lager onderwijs.(1) Als bewijs wordt hem / haar op de laatste dag van het schooljaar............... -............... (twee opeenvolgende jaartallen van telkens vier cijfers) dit getuigschrift afgegeven. Handtekening van de voorzitter en de leden van de klassenraad : (2)

Schoolstempel

Voor het schoolbestuur :

Handtekening van de houd(st)er :

(1) Schrappen wat niet van toepassing is. (2) Ten minste de helft van het aantal leden van de klassenraad. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011 betreffende het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan. Brussel, 4 maart 2011. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET

21361

21362

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Bijlage 2. Model getuigschrift basisonderwijs via examencommissie

VLAAMSE GEMEENSCHAP – KONINKRIJK BELGIE DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING

Getuigschrift van basisonderwijs

uitgereikt krachtens het artikel 56 van het decreet basisonderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan. Ondergetekende (voornaam en familienaam in blokletters) .......................................................................................................................................................................................................... voor het schoolbestuur (volledige naam en adres van de administratieve vestigingsplaats van de school) .......................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................... gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap (1) gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap (1) erkend door de Vlaamse Gemeenschap (1) bevestigt hiermee dat (voornaam en familienaam van de leerling in blokletters) .......................................................................................................................................................................................................... geboren te (geboorteplaats) ....................................................................................................................................................... op (geboortedatum, waarvan de maand voluit geschreven) .............................................................................................. aan onze school, die fungeert als examencommissie, geslaagd is voor de examens tot het behalen van het getuigschrift basisonderwijs. Als bewijs wordt hem/haar op de laatste dag van het schooljaar .....................- ..................... (twee opeenvolgende jaartallen van telkens vier cijfers) dit getuigschrift afgegeven. Handtekening van de voorzitter en de leden van de examencommissie : (2)

Schoolstempel

Voor het schoolbestuur :

Handtekening van de houd(st)er :

(1) Schrappen wat niet van toepassing is. (2) Ten minste de helft van het aantal leden van de commissie. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011 betreffende het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan. Brussel, 4 maart 2011. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET

21363

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2011 — 888

[C − 2011/35258]

4 MARS 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 1998 déterminant la forme et la procédure de délivrance du certificat d’enseignement fondamental Le Gouvernement Flamand,

Vu le décret relatif à l’enseignement fondamental du 25 février 1997, notamment les articles 56 et 57; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 1998 déterminant la forme et la procédure de délivrance du certificat d’enseignement fondamental, et l’annexe; Vu l’avis de l’Inspection de l’Enseignement, rendu le 4 octobre 2010; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 12 janvier 2011; Vu l’avis n° 49 201/1 du Conseil d’Etat, rendu le 17 février 2011, en application de l’article 84, § 1er, alinéa premier, 1°, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Sur la proposition du Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires bruxelloises; Après délibération, Arrête : Article 1er. A l’article 6 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 1998 déterminant la forme et la procédure de délivrance du certificat d’enseignement fondamental, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 16 juin 2000, 1er juin 2001, 15 juillet 2002, 18 juillet 2003, 30 avril 2004, 15 avril 2005, 20 avril 2007, 12 décembre 2008 et 5 février 2010, les modifications suivantes sont apportées : 1° les mots « gemeentelijke basisschool, Willem van Haechtlaan 66, 2050 Antwerpen », sont remplacés par les mots « gemeentelijke basisschool, Onderwijsstraat 19, 2540 Hove »; 2° les mots « vrije basisschool, Godfried Bomansstraat 17, 3920 Lommel » sont remplacés par les mots « vrije lagere school, Kloosterstraat 6, 3930 Hamont-Achel ». Art. 2. Dans l’article 8 du même arrêté, les mots « le département » sont remplacés par les mots « l’Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs » (Agence pour la Gestion de la Qualité dans l’Enseignement. Art. 3. L’article 10 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante : « Art. 10. L’inspection de l’enseignement est chargé du contrôle du déroulement et de la correction de l’examen et en rédige un rapport avant fin juin de l’année scolaire en cours ». Art. 4. Dans l’article 12 du même arrêté, modifié par l’arrêté du Gouvernement flamand du 18 juillet 2003, les mots « le département » sont remplacés par les mots « l’Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming ». Art. 5. Dans le même arrêté, l’annexe est remplacée par les annexes jointes au présent arrêté. Art. 6. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er mars 2011, à l’exception de l’article 5, qui entre en vigueur le 1er septembre 2011. Art. 7. Le Ministre flamand qui a l’Enseignement, la Jeunesse, l’Egalité des Chances et les Affaires bruxelloises dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 4 mars 2011. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires bruxelloises, P. SMET

21364

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe 1re. Modèle de certificat d’enseignement fondamental

COMMUNAUTE FLAMANDE – ROYAUME De Belgique DEPARTEMENT DE L’ENSEIGNEMENT ET DE LA FORMATION

Certificat d’enseignement fondamental

délivré conformément aux articles 53 et 54 du décret relatif à l’enseignement fondamental et à l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 1998 déterminant la forme et la procédure de délivrance du certificat d’enseignement fondamental. Le (La) soussigné(e) (nom et prénom en majuscules) .......................................................................................................................................................................................................... pour l’autorité scolaire (nom et adresse en toutes lettres de l’implantation administrative de l’école) .......................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................... financée par la Communauté flamande (1) subventionnée par la Communauté flamande (1) agréée par la Communauté flamande (1) certifie que (prénom et nom de l’élève en majuscules) .......................................................................................................................................................................................................... né(e) à (lieu de naissance)) ........................................................................................................................................................ le (date de naissance, dont le mois est écrit en toutes lettres) ........................................................................................... — a suffisamment atteint les objectifs du programme d’études dans notre école primaire. (1) — a atteint dans notre école primaire les objectifs d’apprentissage d’un plan d’action jugés équivalents par l’inspection de l’enseignement à ceux de l’enseignement primaire ordinaire. (1) En foi de quoi, le présent certificat lui est délivré au dernier jour de l’année scolaire...............-................ (deux années consécutives de quatre chiffres chacune). Signature du président et des membres du conseil de classe : (2)

Sceau de l’établissement scolaire

Pour l’autorité scolaire :

Signature du/de la titulaire :

(1) Supprimer la mention inutile. (2) Au moins la moitié des membres du conseil de classe. Vu pour être annexé à l’arrêté du Gouvernement flamand du 4 mars 2011 modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 1998 déterminant la forme et la procédure de délivrance du certificat d’enseignement fondamental. Bruxelles, le 4 mars 2011. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires bruxelloises, P. SMET

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe 2. Modèle de certificat d’enseignement fondamental via jury

COMMUNAUTE FLAMANDE – ROYAUME DE BELGIQUE DEPARTEMENT DE L’ENSEIGNEMENT ET DE LA FORMATION

Certificat d’enseignement fondamental

délivré conformément à l’article 56 du décret relatif à l’enseignement fondamental et à l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 1998 déterminant la forme et la procédure de délivrance du certificat d’enseignement fondamental. Le (La) soussigné(e) (nom et prénom en majuscules) .......................................................................................................................................................................................................... pour l’autorité scolaire (nom et adresse en toutes lettres de l’implantation administrative de l’école) .......................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................... financée par la Communauté flamande (1) subventionnée par la Communauté flamande (1) agréée par la Communauté flamande (1) certifie que (prénom et nom de l’élève en majuscules) .......................................................................................................................................................................................................... né(e) à (lieu de naissance)) ........................................................................................................................................................ le (date de naissance, dont le mois est écrit en toutes lettres)............................................................................................. a subi avec succès, devant le jury constitué par notre école, les examens pour la délivrance du certificat de l’enseignement fondamental. En foi de quoi, le présent certificat lui est délivré au dernier jour de l’année scolaire.............. -................ (deux années consécutives de quatre chiffres chacune). Signature du président et des membres du jury : (2)

Sceau de l’établissement scolaire

Pour l’autorité scolaire :

Signature du/de la titulaire :

(1) Supprimer la mention inutile. (2) Au moins la moitié des membres du jury. Vu pour être annexé à l’arrêté du Gouvernement flamand du 4 mars 2011 modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 1998 déterminant la forme et la procédure de délivrance du certificat d’enseignement fondamental. Bruxelles, le 4 mars 2011. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires bruxelloises, P. SMET

21365

21366

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie N. 2011 — 889 [2011/201464] 10 FEBRUARI 2011. — Ministerieel besluit tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, artikel 20, eerste lid, vervangen bij het decreet van 22 december 1993; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, artikel 5.16.3.3, § 3, 4o, tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006; Gelet op advies nr. 49.079/3 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1o, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, zoals herschikt bij richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010. Art. 2. Airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW worden ten minste iedere vijf jaar gekeurd. Airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van 50 kW of meer worden ten minste iedere drie jaar gekeurd. Airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van 250 kW of meer worden ten minste iedere twee jaar gekeurd. Art. 3. Airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW die na de inwerkingtreding van dit artikel worden geïnstalleerd, worden binnen twaalf maanden na de eerste inbedrijfstelling ervan gekeurd. Art. 4. De keuring omvat een controle van de documentatie, een visuele inspectie van het airconditioningsysteem, een beoordeling van het correcte gebruik van het airconditioningsysteem en het controleren van een aantal werkingsparameters van het airconditioningsysteem. Airconditioningsystemen worden gekeurd op basis van het rekenblad ″Keuring-energieprestatieairconditioningsystemen″, dat ter beschikking wordt gesteld op de website van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Art. 5. Artikel 3 treedt in werking op de eerste dag van de vijfde maand die volgt op de maand waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Brussel, 10 februari 2011. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE Environnement, Nature et Energie F. 2011 — 889 [2011/201464] 10 FEVRIER 2011. — Arrêté ministériel fixant la fréquence et les éléments d’inspection des systèmes de climatisation ayant une puissance frigorifique nominale de plus de 12 kW dans des bâtiments La Ministre flamande de l’Environnement, de la Nature et de la Culture, Vu le décret du 28 juin 1985 relatif à l’autorisation écologique, notamment l’article 20, premier alinéa, remplacé par le décret du 22 décembre 1993; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 1er juin 1995 fixant les dispositions générales et sectorielles en matière d’hygiène de l’environnement, notamment l’article 5.16.3.3, § 3, 4o, deuxième alinéa, inséré par l’arrêté du Gouvernement flamand du 8 décembre 2006; Vu l’avis no 49.079/3 du Conseil d’Etat, donné le 11 janvier 2011, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er,1o, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, Arrête : Article 1er. Le présent arrêté prévoit la transposition partielle de la Directive 2002/91/CE du Parlement européen et du Conseil du 16 décembre 2002 sur la performance énergétique des bâtiments, telle que réordonnée par la Directive 2010/31/UE du Parlement européen et du Conseil du 19 mai 2010. Art. 2. Les systèmes de climatisation ayant une puissance frigorifique nominale de plus de 12 kW sont inspectés au moins tous les cinq ans. Les systèmes de climatisation ayant une puissance frigorifique nominale de 50 kW ou plus sont inspectés au moins tous les trois ans. Les systèmes de climatisation ayant une puissance frigorifique nominale de 250 kW ou plus sont inspectés au moins tous les deux ans. Art. 3. Les systèmes de climatisation ayant une puissance frigorifique nominale de plus de 12 kW qui sont installés après l’entrée en vigueur du présent article, sont inspectés dans les douze mois suivant leur première mise en service.

21367

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 4. L’inspection comprend un contrôle de la documentation, une inspection visuelle du système de climatisation, une évaluation de l’utilisation correcte du système de climatisation et le contrôle d’un certain nombre de paramètres de fonctionnement du système de climatisation. Les systèmes de climatisation sont inspectés sur la base du tableur « Keuring-energieprestatieairconditioningsystemen » (Inspection de la performance énergétique des systèmes de climatisation), mis à disposition sur le site web du Département de l’Environnement, de la Nature et de l’Energie. Art. 5. L’article 3 entre en vigueur le premier jour du cinquième mois suivant le mois de sa publication au Moniteur belge. Bruxelles, le 10 février 2011. La Ministre flamande de l’Environnement, de la Nature et de la Culture, J. SCHAUVLIEGE

DEUTSCHSPRACHIGE GEMEINSCHAFT COMMUNAUTE GERMANOPHONE — DUITSTALIGE GEMEENSCHAP MINISTERIUM DER DEUTSCHSPRACHIGEN GEMEINSCHAFT D. 2011 — 890

[2011/201349] 14. FEBRUAR 2011 — Programmdekret 2011

Das Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft hat das Folgende angenommen und wir, Regierung, sanktionieren es: KAPITEL 1 — PERSONENBEZOGENE ANGELEGENHEITEN Artikel 1 - Entschuldungsfonds. Artikel 2 des Dekrets vom 14. Dezember 1992 zur Einrichtung eines Entschuldungsfonds in der Deutschsprachigen Gemeinschaft, abgeändert durch das Dekret vom 29. April 1996, wird wie folgt abgeändert: 1. Absatz 1 wird wie folgt ersetzt: «Der Fonds dient zur Deckung der Ausgaben, die sich aus der Entschuldung von Privatpersonen oder -haushalten ergeben, und zur Garantiedeckung von Darlehen, die im Rahmen des begleiteten Sozialkredits gewährt wurden.» 2. Nach Absatz 1 wird ein neuer Absatz mit folgendem Wortlaut eingefügt: «Die Regierung kann pro Kalenderjahr für alle gewährten begleiteten Sozialkredite insgesamt eine Garantie mit einem Höchstbetrag von 2.000 Euro übernehmen». Art. 2 - Schuldnerberatung und Entschuldung. In Artikel 12 des Dekrets vom 29. April 1996 über Schuldnerberatung und Entschuldung wird nach dem zweiten Satz folgender Satz eingefügt: «Die Vergabekommission erteilt Gutachten zur Ablehnung oder Gewährung eines Antrags auf eine Intervention des Entschuldungsfonds». Art. 3- Nicht dringender Krankentransport. Artikel 2 des Dekrets vom 4. Juni 2007 über den nicht dringenden Krankentransport wird wie folgt abgeändert: 1. § 1 Absatz 3 wird wie folgt ersetzt: «Die Anerkennung ist unbefristet.» 2. In § 4 Absatz 1 wird die Wortfolge ″zur Verlängerung oder″ gestrichen. Art. 4 - Häusliche Hilfe. Artikel 10 des Dekrets vom 16. Februar 2009 über die Dienste der häuslichen Hilfe und die Schaffung einer Beratungsstelle für die häusliche, transmurale und stationäre Hilfe wird wie folgt ersetzt: «Art. 10 - Bezuschussung. § 1 - Die Regierung bestimmt im Rahmen der verfügbaren Haushaltsmittel die Höhe der Bezuschussung, die Bezuschussungsbedingungen und die Modalitäten, unter denen die Dienste der häuslichen Hilfe ihre Aufgaben erfüllen. Die Regierung kann zur Festlegung der Bezuschussung der in Artikel 9 erwähnten Hilfen jährliche Pauschalbeträge oder jährliche Stundenpakete für die zu erbringenden Dienstleistungsstunden beim Nutznießer festlegen. Bei der Festlegung der Höhe des Zuschusses wird den geschätzten Einnahmen des Dienstes Rechnung getragen. Der Pauschalbetrag kann sich auf die gesamten Kosten der Organisation oder auf gewisse Personal- und/oder Funktionskosten der Organisation beziehen. § 2 - Sind Stundenpakete festgelegt, erfolgt die Berechnung des Zuschusses für die betroffenen Hilfen durch die Multiplikation der festgelegten Stundenpakete mit einer von der Regierung festgelegten Stundenpauschale. Die Stundenpauschale für die entsprechenden Hilfen bezieht sich auf alle mit der Hilfeleistung in Verbindung stehenden Kosten der Organisation. Die Regierung kann die jährlichen Stundenpakete im Laufe des betreffenden Jahres bei entsprechendem Bedarf abändern. § 3 - Erreicht der bezuschusste Dienst in einem Kalenderjahr das in Anwendung von § 2 festgelegte Stundenpaket nicht oder kann er die Kosten für den in Anwendung von § 1 festgelegten Pauschalbetrag nicht belegen, fordert die Regierung den Betrag von jeder nicht geleisteten Stunde bzw. von allen nicht belegten Kosten im darauffolgenden Jahr zurück oder verrechnet diesen Betrag mit dem Zuschuss für das darauffolgende Kalenderjahr».

21368

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD KAPITEL 2 — KULTURELLE ANGELEGENHEITEN Art. 5 - BRF. Artikel 1 Absatz 3 des Dekrets vom 27. Juni 1986 über das Belgische Rundfunk- und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft wird gestrichen. Art. 6 - Geschäftsführungsvertrag mit dem BRF. Artikel 1bis desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 16. Oktober 1995 und abgeändert durch die Dekrete vom 3. Februar 2003 und vom 8. November 2004, wird zu Artikel 1.9. Art. 7 - Auftrag des BRF. Nach Artikel 1 desselben Dekrets werden acht neue Artikel mit folgendem Wortlaut eingefügt. Es handelt sich dabei um die Artikel 1.1 bis 1.8: «Art. 1.1 - Das Zentrum ist mit folgenden Aufgaben beauftragt: 1. der Veranstaltung von linearen audiovisuellen Mediendiensten; 2. der Bereitstellung von mit der Tätigkeit gemäß Nummer 1 in Zusammenhang stehenden nichtlinearen audiovisuellen Mediendiensten; 3. dem Betrieb von technischen Einrichtungen, die für die Veranstaltung von linearen audiovisuellen Mediendiensten oder für die Bereitstellung von nichtlinearen audiovisuellen Mediendiensten notwendig sind; 4. allen Geschäften und Maßnahmen, die für die Tätigkeiten gemäß den Nummern 1 bis 3 oder für die Vermarktung dieser Tätigkeiten geboten sind. Art. 1.2 - Das Zentrum sorgt nach Maßgabe der technischen Entwicklung und der wirtschaftlichen Tragbarkeit dafür, dass in Bezug auf Programm- und Empfangsqualität alle Bewohner des deutschen Sprachgebiets gleichmäßig und ständig mit zwei linearen auditiven Mediendiensten und einem linearen televisuellen Mediendienst versorgt werden. Es sorgt darüber hinaus dafür, dass deutschsprachige Bewohner außerhalb des deutschen Sprachgebiets mit mindestens einem linearen auditiven und einem linearen televisuellen Mediendienst versorgt werden. Zum Versorgungsauftrag zählt auch die Bereitstellung von mit linearen Mediendiensten im Zusammenhang stehenden nichtlinearen Mediendiensten gemäß Artikel 1.4. Art. 1.3 - Das Zentrum hat durch die Gesamtheit seiner gemäß Artikel 1.2 verbreiteten Mediendienste folgenden Kernauftrag: 1. die umfassende Information der Bevölkerung über alle wichtigen politischen, sozialen, wirtschaftlichen, kulturellen und sportlichen Fragen; 2. die Förderung des Verständnisses für alle Fragen des demokratischen Zusammenlebens; 3. die Förderung der Identität der Deutschsprachigen Gemeinschaft im Blickwinkel der europäischen Geschichte und Integration; 4. die Förderung des Verständnisses für die europäische Integration; 5. die Vermittlung und Förderung von Kultur, Kunst, Sprache und Wissenschaft; 6. die angemessene Berücksichtigung und Förderung der künstlerischen und kreativen Produktion in der Deutschsprachigen Gemeinschaft; 7. die Vermittlung eines vielfältigen kulturellen Angebots; 8. die Darbietung von Unterhaltung; 9. die angemessene Berücksichtigung aller Altersgruppen; 10. die angemessene Berücksichtigung der Anliegen behinderter Menschen einschließlich der Bewusstseinsbildung zur Integration behinderter Menschen in der Gesellschaft und am Arbeitsplatz; 11. die angemessene Berücksichtigung der Anliegen der Familien und der Kinder sowie der Gleichberechtigung von Frauen und Männern; 12. die angemessene Berücksichtigung der Bedeutung der verschiedenen anerkannten Kulte und anerkannten nichtkonfessionellen weltanschaulichen Gemeinschaften; 13. die Verbreitung und Förderung von Jugend-, Schul- und Erwachsenenbildung und die Förderung der Medienkompetenz; 14. die Information über Themen der Gesundheit und des Natur-, Umwelt- sowie Verbraucherschutzes unter Berücksichtigung der Förderung des Verständnisses über die Prinzipien der Nachhaltigkeit; 15. die Förderung des Interesses der Bevölkerung an aktiver sportlicher Betätigung; 16. die Information über die Bedeutung, Funktion und Aufgaben der Deutschsprachigen Gemeinschaft; 17. die Förderung des Verständnisses für wirtschaftliche, soziale, ökologische und kulturelle Zusammenhänge; 18. die angemessene Berücksichtigung und Förderung sozialer und humanitärer Aktivitäten. In Erfüllung seines Auftrags stellt das Zentrum ein differenziertes Angebot von Information, Kultur, Unterhaltung und Sport für alle bereit. Das Angebot orientiert sich an der Vielfalt der Interessen aller Hörer und Zuschauer und berücksichtigt sie in ausgewogener Art und Weise. Die Anteile am Gesamtprogramm stehen in einem angemessenen Verhältnis zueinander. Art. 1.4 - Zur Erfüllung des öffentlich-rechtlichen Kernauftrags gemäß Artikel 1.3 stellt das Zentrum auch ein nichtlineares Angebot bereit, das insbesondere sendungsbegleitende und in direktem Zusammenhang mit seinen linearen Mediendiensten stehende Inhalte umfasst. Dieses nichtlineare Angebot beinhaltet nach Maßgabe der technischen Entwicklung und der wirtschaftlichen Tragbarkeit: 1. Informationen über das Zentrum und seine gemäß Artikel 1.2 veranstalteten linearen audiovisuellen Mediendienste und bereitgestellten nichtlinearen audiovisuellen Mediendienste; 2. eine tagesaktuelle Überblicksberichterstattung; 3. einen Abrufdienst für die Sendungen, die über die in Artikel 1.2 genannten linearen audiovisuellen Mediendienste ausgestrahlt werden. Art. 1.5 - Das Zentrum stellt nach Maßgabe der technischen Entwicklung und der wirtschaftlichen Tragbarkeit über das Angebot gemäß Artikel 1.4 hinaus weitere nichtlineare Angebote bereit, die einen wirksamen Beitrag zur Erfüllung des öffentlich-rechtlichen Kernauftrags gemäß Artikel 1.3 leisten. Darunter fallen auch Abrufdienste. Solche Angebote dürfen nur nach Erstellung eines Angebotskonzepts erbracht werden. Sind die Voraussetzungen des Artikel 1.6 erfüllt, wird eine Auftragsvorprüfung gemäß den Artikeln 1.6 bis 1.8 durchgeführt.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Folgende Online-Angebote dürfen nicht im Rahmen des öffentlich-rechtlichen Auftrags bereitgestellt werden: 1. Anzeigenportale, Anzeigen oder Kleinanzeigen; 2. Branchenregister und -verzeichnisse; 3. Preisvergleichsportale sowie Berechnungsprogramme, wie Preisrechner und Versicherungsrechner; 4. Bewertungsportale für Dienstleistungen, Einrichtungen und Produkte, soweit kein Bezug zu einer konkreten Sendung oder zu einem konkreten Angebotsinhalt besteht; 5. Partner- und Kontaktbörsen; 6. Tauschbörsen, sofern sie nicht wohltätigen Zwecken dienen; 7. Business-Networks; 8. Telekommunikationsdienstleistungen einschließlich Access Providing; 9. Erotikangebote; 10. das Inrechnungstellen für Dritte; 11. Glücksspiele und Wetten; 12. Softwareangebote, soweit nicht zur Wahrnehmung des eigenen Angebots erforderlich; 13. Routenplaner, ausgenommen im Zusammenhang mit Verkehrsinformationen; 14. Musikdownload von kommerziellen Fremdproduktionen; 15. Spiele und Unterhaltungsangebote, die keinen Sendungs- oder Angebotsbezug haben; 16. SMS-Dienste, ausgenommen solche, die sich auf die eigenen audiovisuellen Mediendienste beziehen oder sendungsbegleitend sind; 17. Suchdienste, ausgenommen solche, die sich auf die eigenen audiovisuellen Mediendienste beziehen; 18. Online-Auktionen, ausgenommen nicht-kommerzielle Auktionen für gemeinnützige Zwecke; 19. E-Commerce und E-Banking; 20. Klingeltöne und E-Cards; 21. Fotodownload ohne Sendungsbezug; 22. Veranstaltungskalender, soweit sie nicht Angebote gemäß Artikel 1.4 und Artikel 1.5 Absatz 1 begleiten und kein umfassendes und eigenständiges Angebot darstellen; 23. Foren und Chats; 24. Verlinkungen, die nicht der Verbreitung, Ergänzung, Vertiefung oder Erläuterung eines Eigeninhalts, auch von Beteiligungsunternehmen, dienen. Diese dürfen nicht unmittelbar zu Kaufaufforderungen führen; 25. Fach- und Zielgruppenangebote, die in Form und Inhalt über ein Angebot von allgemeinem Interesse hinausgehen, soweit es sich nicht um sendungsbegleitende Angebote handelt; zulässig sind jedenfalls Angebote zu wohltätigen Zwecken; 26. Ratgeberportale ohne Sendungsbezug. Redaktionell begleitete, nicht-ständige Angebote zur Übermittlung oder Veröffentlichung von Inhalten durch Nutzer in inhaltlichem Zusammenhang mit gesendeten Fernseh- oder Hörfunkprogrammen sind zulässig. Voraussetzung für die Veröffentlichung von Nutzerinhalten in solchen Angeboten ist die Registrierung des Nutzers unter Angabe von Vor- und Nachname und der Wohnadresse. Die Registrierung ist nur zulässig, wenn der Nutzer ohne Zwang und in Kenntnis der Sachlage für den konkreten Fall in die Verwendung seiner Daten ausdrücklich eingewilligt hat. Das Zentrum hat Nutzer bei begründetem Verdacht auf unrichtige Registrierungsangaben zum Nachweis der Richtigkeit der Angaben binnen angemessener Frist bei sonstiger Löschung des Registrierungsprofils aufzufordern und Nutzer mit offenkundig unrichtigen Angaben von vornherein von der Registrierung auszuschließen. Die bei der Registrierung übermittelten Daten dürfen zu keinem über die Registrierung hinausgehenden Zweck verwendet werden. Auf Verlangen des Nutzers sind sämtliche Daten, einschließlich des Registrierungsprofils, zu löschen. Art. 1.6 - Eine Auftragsvorprüfung ist dann durchzuführen, wenn das Zentrum ein neues nichtlineares Angebot im Sinne des Absatzes 2 anzubieten beabsichtigt. Als neue Angebote gelten: 1. audiovisuelle Mediendienste gemäß Artikel 1.2, die erstmals veranstaltet oder bereitgestellt werden und sich wesentlich von den vom Zentrum aufgrund der Artikel 1.2 bis 1.4 bereits zum Zeitpunkt der Auftragsvorprüfung erbrachten audiovisuellen Mediendiensten unterscheiden, oder 2. bestehende audiovisuelle Mediendienste gemäß Artikel 1.2, die so geändert werden, dass sich das geänderte Programm oder Angebot voraussichtlich wesentlich vom bestehenden audiovisuellen Mediendienst unterscheiden wird. Ein wesentlicher Unterschied im Sinne des Absatzes 2 liegt insbesondere vor: 1. wenn sich die Angebote durch ihren Inhalt, die Form ihrer technischen Nutzbarkeit oder ihres Zugangs wesentlich von den bestehenden audiovisuellen Mediendiensten gemäß Artikel 1.2 unterscheiden oder 2. wenn die Angebote eine wesentlich andere Zielgruppe ansprechen als bestehende audiovisuelle Mediendienste gemäß Artikel 1.2. Maßgeblich für die Beurteilung, ob eine wesentliche Änderung im Sinne von Absatz 3 vorliegt, sind insbesondere das Angebotskonzept, soweit ein solches besteht, die Programmpläne und die Jahressende- und Jahresangebotsschemen. Ein neues Angebot darf vor Erteilung einer Genehmigung gemäß Artikel 1.8 nicht erbracht werden. Art. 1.7 - Das Zentrum arbeitet für die Auftragsvorprüfung einen Vorschlag für ein neues Angebot mit folgendem Inhalt aus: 1. einem Angebotskonzept; 2. einer detaillierten Begründung, weshalb das neue Angebot im Unternehmensgegenstand liegt und zur wirksamen Erbringung des öffentlich-rechtlichen Kernauftrags sowie der besonderen Aufträge zweckmäßig erscheint; 3. einer Darstellung der Finanzierung des neuen Angebots und 4. einer Darstellung der voraussichtlichen Auswirkungen des neuen Angebots auf die Wettbewerbssituation auf dem jeweils für das Angebot relevanten Markt sowie auf die Angebotsvielfalt für Zuschauer, Hörer oder Nutzer.

21369

21370

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Der Vorschlag für das neue Angebot wird vom Zentrum dem Medienrat der Deutschsprachigen Gemeinschaft übermittelt sowie auf dessen Website leicht auffindbar, unmittelbar und für die Dauer der Konsultation ständig zugänglich gemacht. Dabei wird darauf aufmerksam gemacht, dass alle vom geplanten Angebot Betroffenen binnen einer angemessenen, mindestens zweiwöchigen Frist Stellung nehmen können. Die erhaltenen Stellungnahmen werden, soweit sie nicht vertrauliche Daten enthalten, vom Zentrum auf seiner Website veröffentlicht. Sofern das Zentrum nicht vom neuen Angebot absieht, übermittelt es den Vorschlag, die Stellungnahmen sowie eventuell aufgrund der Stellungnahmen vorgenommene Änderungen des Angebotskonzepts nach Ende der Frist gemäß Absatz 2 dem Medienrat und beantragt die Genehmigung des neuen Angebots. Der Medienrat kann die föderale Wettbewerbsbehörde bitten, Stellung zu den voraussichtlichen Auswirkungen des neuen Angebots auf die Wettbewerbssituation anderer in der Deutschsprachigen Gemeinschaft tätiger Medienunternehmen zu nehmen. Art. 1.8 - Der Medienrat genehmigt das neue Angebot innerhalb von vier Wochen nach Ende der in Artikel 1.7 genannten Konsultation, wenn es den Vorgaben dieses Dekrets entspricht und: 1. zu erwarten ist, dass das neue Angebot zur Erfüllung der sozialen, demokratischen und kulturellen Bedürfnisse der Bevölkerung und zur wirksamen Erbringung des öffentlich-rechtlichen Kernauftrags, insbesondere zur Erreichung der in Artikel 1.3 genannten Ziele, beiträgt und 2. nicht zu erwarten ist, dass das neue Angebot negative Auswirkungen auf die Wettbewerbssituation auf dem jeweils für das Angebot relevanten Markt und auf die Angebotsvielfalt für Zuschauer, Hörer und Nutzer haben wird, die im Vergleich zu dem durch das neue Angebot bewirkten Beitrag zur Erfüllung des öffentlich-rechtlichen Kernauftrags unverhältnismäßig sind. Eine Genehmigung gemäß Absatz 1 ist unter Auflagen zu erteilen, soweit diese erforderlich sind, um die Auswirkungen des neuen Angebots auf die Wettbewerbssituation auf dem jeweils für das Angebot relevanten Markt oder die Angebotsvielfalt für Zuschauer, Hörer und Nutzer auf ein Ausmaß zu reduzieren, das mit Absatz 1 Nummer 2 vereinbar ist. Auflagen können insbesondere die technische Ausgestaltung und Nutzbarkeit des Angebots und die vom Angebot erfassten Inhaltskategorien betreffen. Sie können auch zur Absicherung von im Rahmen des Angebotskonzepts gemachten inhaltlichen Zusagen des Zentrums erteilt werden. Konkrete Inhalte des neuen Angebots dürfen nicht im Wege von Auflagen vorgeschrieben werden. Im Rahmen der Beurteilung gemäß den Absätzen 1 und 2 berücksichtigt der Medienrat insbesondere: 1. das bestehende im öffentlich-rechtlichen Auftrag gelegene Angebot; 2. das existierende, mit dem geplanten Angebot vergleichbare Angebot anderer auf dem Medienmarkt tätiger Medienunternehmen; 3. die besonderen Anforderungen und einen deshalb zu erwartenden Mehrwert des neuen Angebots gegenüber ansonsten vergleichbaren anderen Angeboten auf dem Medienmarkt; 4. eine eventuell durch das neue Angebot bewirkte Förderung der deutschen Sprache und Kultur sowie die Notwendigkeit, in den Programmbereichen gemäß Artikel 1.3 Absatz 1 über ein spezifisch regional geprägtes Medienangebot zu verfügen, sofern das vom Zentrum vorgeschlagene Angebot eine solche Prägung voraussichtlich aufweisen wird; 5. eventuelle positive Wettbewerbsauswirkungen des neuen Angebots insbesondere aufgrund seiner im Vergleich zu existierenden Medienangeboten innovativen journalistischen oder technischen Ausgestaltung; 6. eventuelle positive Auswirkungen des neuen Angebots auf die Angebotsvielfalt für Zuschauer, Hörer und Nutzer; 7. die Stellungnahmen gemäß Artikel 1.7 Absatz 4. Das Zentrum macht das Angebotskonzept samt Genehmigung durch den Medienrat auf seiner Website leicht auffindbar und für die Dauer seiner Gültigkeit ständig zugänglich.» Art. 8 - Zusammenarbeit mit anderen Rundfunk- und Fernsehanstalten. In Artikel 5 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 16. Oktober 1995, wird folgender Satz eingefügt: «Insbesondere sichert es eine enge Zusammenarbeit mit den anderen belgischen und ausländischen Rundfunkund Fernsehanstalten.» Art. 9 - Amateurkunstvereinigungen und Kammermusikensembles. Artikel 2 § 1 Nummer 2 des Dekrets vom 28. Juni 1988 über die Einstufung und Bezuschussung von Amateurkunstvereinigungen und Kammermusikensembles, abgeändert durch das Dekret vom 15. Dezember 2008, wird wie folgt ersetzt: «2. keine Gewinnerzielungsabsichten verfolgen;». Art. 10 - Tourismus. Artikel 1 des Dekrets vom 23. November 1992 über Ferienwohnungen, Gästezimmer und Bed and Breakfast, abgeändert durch das Dekret vom 27. April 2009, wird wie folgt abgeändert: 1. In Nummer 1bis wird die Wortfolge ″Pro Antragsteller dürfen nicht mehr als fünf Gästezimmer betrieben werden″ gestrichen; 2. In Nummer 1ter wird die Wortfolge ″Pro Besitzer dürfen nicht mehr als fünf Unterkünfte ″Bed and Breakfast″ betrieben werden″ gestrichen. Art. 11 - Sport. In Artikel 42 Absatz 1 des Sportdekrets vom 19. April 2004 wird folgende Nummer 5 eingefügt: «5. die an die Regierung gerichtete Empfehlung, Diplome aus dem Sportbereich zu beglaubigen und andere inländische oder ausländische Diplome aus dem Sportbereich gleichzustellen.»

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD KAPITEL 3 — DENKMALSCHUTZ Art. 12 - Sonderregelung zum Schutzbereich. In das Dekret vom 23. Juni 2008 über den Schutz der Denkmäler, Kleindenkmäler, Ensembles und Landschaften sowie über die Ausgrabungen, abgeändert durch das Dekret vom 15. März 2010, wird folgender Artikel 8.1 eingefügt: «Artikel 8.1 - Sonderregelung zum Schutzbereich. § 1 - Die Regierung kann Unterschutzstellungen ohne spezifisch festgelegten Schutzbereich, die bis zum 31. Dezember 2008 in Kraft getreten sind, um einen solchen ergänzen. Der Erlassentwurf zur Eintragung eines Schutzbereichs wird gleichzeitig folgenden Personen und Einrichtungen zur Begutachtung vorgelegt: 1. der Kommission; 2. dem zuständigen Gemeindekollegium zwecks Bekanntmachung durch Aushang und Veröffentlichung in mindestens einer Tageszeitung und einem kostenlos verteilten Anzeigenblatt binnen einer Frist von fünfzehn Kalendertagen nach Empfang der Mitteilung mit dem Vermerk einer Frist von fünfzehn Kalendertagen zur Übermittlung von Anmerkungen. Letztere sind an die Gemeinde zu richten. Während der gesamten Zeit des Aushangs ist die komplette Akte bei der Gemeindeverwaltung einsehbar, die sich für Erläuterungen zur Verfügung hält. Das Gemeindekollegium übermittelt seinen Bericht über diese Anmerkungen mitsamt seines Gutachtens innerhalb der in Absatz 4 vorgesehenen Frist. Der Antrag auf Begutachtung enthält: 1. die Angabe der Gründe, die die Eintragung des Schutzbereichs rechtfertigen; 2. eine Beschreibung des Schutzbereichs; 3. einen Katasterplan mit Einzeichnung des geschützten Gutes und seines Schutzbereichs; 4. aktuelle Fotos. Die Frist für die Abgabe der verschiedenen Gutachten beträgt sechzig Kalendertage und beginnt an dem Datum, an dem der Erlass zur Eintragung eines Schutzbereichs übermittelt wurde. Geht innerhalb dieser Frist kein Gutachten ein, kann das Verfahren fortgesetzt werden. § 2 - Der Erlass zur Eintragung eines Schutzbereichs enthält im Anhang einen Lageplan, der den Schutzbereich des geschützten Gutes festlegt. Zur Erfüllung der Informationspflicht gemäß Artikel 13 § 2 Absatz 2 wird der Erlass zur Eintragung eines Schutzbereichs dem zuständigen Gemeindekollegium übermittelt. Das Gemeindekollegium informiert die Eigentümer der sich im Schutzbereich befindlichen Güter. Zur Information wird der Erlass zur Eintragung eines Schutzbereichs der Kommission, dem Provinzkollegium, der Regierung der Wallonischen Region und dem Eigentümer des geschützten Gutes übermittelt. § 3 - Der Erlass zur Eintragung des Schutzbereichs wird beim Hypothekenamt eingetragen.» Art. 13 - Archäologische Sondierungen oder Ausgrabungen. In Artikel 26 Absatz 2 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 15. März 2010, wird das Wort ″Stätte″ durch die Wortfolge ″Ausgrabung oder archäologische Sondierung″ ersetzt. Art. 14 - Strafbestimmung. In Artikel 43 Absatz 1 desselben Dekrets werden folgende Nummern 6 und 7 eingefügt: «6. wer archäologische Sondierungen oder Ausgrabungen ohne die in Artikel 26 vorgesehene Erlaubnis oder entgegen den darin enthaltenen Vorschriften durchführt; 7. wer nicht der in Artikel 34 vorgesehenen Meldepflicht nachkommt.» Art. 15 - Gerichtspolizeioffiziere. Artikel 46 desselben Dekrets wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 1 wird das Wort ″mündlich″ gestrichen und nach der Wortfolge ″ohne Denkmalgenehmigung″ wird die Wortfolge ″bzw. ohne Grabungsgenehmigung″ eingefügt; 2. in Absatz 2 wird die Wortfolge ″fünf Tagen″ durch die Wortfolge ″sieben Kalendertagen″ ersetzt.

KAPITEL 4 — VERSCHIEDENE BESTIMMUNGEN Art. 16 - Infrastruktur. In das Dekret zur Infrastruktur vom 18. März 2002, zuletzt abgeändert durch das Dekret vom 15. März 2010, wird in Kapitel I Abschnitt 1 folgender Artikel 3quater eingefügt: «Art. 3quater - Öffentlich-Private Partnerschaft. Wenn sich ein Antragsteller einem Infrastrukturprojekt der Regierung im Rahmen einer Öffentlich-Privaten Partnerschaft anschließt, werden die Modalitäten seiner finanziellen Beteiligung im Rahmen einer Konvention geregelt. Dabei ist gewährleistet, dass dem Antragsteller keine höheren Kosten entstehen, als dies bei einer Bezuschussung aufgrund des vorliegenden Dekrets der Fall wäre.»

21371

21372

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 17 - Ausgewogene Vertretung in beratenden Gremien. Artikel 5 des Dekrets vom 3. Mai 2004 zur Förderung der ausgewogenen Vertretung von Männern und Frauen in beratenden Gremien wird wie folgt ersetzt: «Art. 5 - Bericht an das Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft. Die Regierung legt dem Parlament im jeweils letzten Jahr der Legislaturperiode einen Bericht über die Anwendung des vorliegenden Dekrets vor.» Art. 18 - Gemeindefinanzierung. Artikel 11 des Dekrets vom 15. Dezember 2008 über die Finanzierung der Gemeinden und öffentlichen Sozialhilfezentren durch die Deutschsprachige Gemeinschaft wird wie folgt ersetzt: «Art. 11 - Betrag. § 1 - Die Gesamtdotation für die Basisförderung von Kultur-, Folklore-, Sport- und Freizeitvereinigungen sowie öffentlichen Bibliotheken beträgt 428.000 Euro. Dieser Betrag wird wie folgt unter den Gemeinden aufgeteilt: Gemeinde

Kultur- und Folklorevereinigungen

Sport- und Freizeitvereinigungen

Öffentliche Bibliotheken

Total

Amel

15.500 EUR

15.000 EUR

11.000 EUR

41.500 EUR

Büllingen

17.500 EUR

19.500 EUR

9.500 EUR

46.500 EUR

Burg-Reuland

16.500 EUR

4.000 EUR

4.500 EUR

25.000 EUR

Bütgenbach

15.000 EUR

29.500 EUR

11.000 EUR

55.500 EUR

Eupen

18.500 EUR

55.000 EUR

17.000 EUR

90.500 EUR

Kelmis

11.500 EUR

25.000 EUR

6.000 EUR

42.500 EUR

Lontzen

5.000 EUR

8.000 EUR

1.000 EUR

14.000 EUR

Raeren

12.000 EUR

20.000 EUR

7.000 EUR

39.000 EUR

Sankt Vith

25.500 EUR

31.000 EUR

17.000 EUR

73.500 EUR

137.000 EUR

207.000 EUR

84.000 EUR

428.000 EUR

Total

Ab dem Haushaltsjahr 2010 werden diese Beträge jährlich indexiert. § 2 - Die Dotation für Sport- und Freizeitvereinigungen umfasst für die Gemeinde Eupen 6.000 Euro und für die Gemeinde Sankt Vith 2.500 Euro, die ausschließlich zur Förderung der Seniorenstätten in diesen Gemeinden dienen.» Art. 19 - Ombudsmann. Artikel 2 Absatz 1 Nummern 4-6 des Dekrets vom 26. Mai 2009 zur Schaffung des Amtes eines Ombudsmanns für die Deutschsprachige Gemeinschaft sind aufgehoben. Art. 20 - Ombudsmann. Artikel 3 desselben Dekrets wird wie folgt abgeändert: 1. § 2 ist aufgehoben; 2. § 3, der zu § 2 wird, wird wie folgt ersetzt: «§ 2 - Der Ombudsmann ist nicht dafür zuständig, Beschwerden in Bezug auf gesetzliche Bestimmungen zu behandeln.» Art. 21 - Haushaltsordnung. In Artikel 65 § 1 Absatz 2 des Dekrets vom 25. Mai 2009 über die Haushaltsordnung der Deutschsprachigen Gemeinschaft wird das Wort ″ohne″ jeweils durch die Wortfolge ″ohne oder mit″ ersetzt. KAPITEL 5 — SCHLUSSBESTIMMUNGEN Art. 22 - Inkrafttreten. Vorliegendes Dekret tritt mit Wirkung vom 1. Januar 2011 in Kraft mit Ausnahme von: 1. Artikel 7, der mit Wirkung vom 1. November 2010 in Kraft tritt; 2. Artikel 14, der mit Wirkung vom 20. Dezember 2010 in Kraft tritt. Art. 23 - Aufhebungsbestimmung. Sind aufgehoben: 1. der Erlass der Exekutive vom 18. September 1985 betreffend die Unterstützung von Initiativen, die zur Förderung des Familienlebens und der Gesundheitsfürsorge beitragen; 2. der Erlass der Exekutive vom 23. August 1988 zur Bewilligung eines Förderungskredits an Familien- und Seniorenhilfsdienste; 3. der Erlass der Exekutive vom 23. August 1988 zur Festlegung der Bezuschussung der Koordinationsveranstaltungen für anerkannte Familien- und Seniorenhilfsdienste, abgeändert durch die Erlasse vom 17. Dezember 1998 und vom 29. März 2000; 4. der Erlass der Exekutive vom 23. August 1988 zur Festlegung der Bezuschussung der Weiterbildungsveranstaltungen für anerkannte Familien- und Seniorenhilfsdienste, abgeändert durch die Erlasse vom 10. Dezember 1997 und vom 17. Dezember 1998;

21373

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 5. der Erlass der Exekutive vom 23. August 1988 zur Festlegung der Modalitäten für den Antrag auf Zuschuss für anerkannte Familien- und Seniorenhilfsdienste; 6. der Erlass der Exekutive vom 23. August 1988 zur Festlegung des Pauschalbetrages pro Stunde der Beteiligung an den anerkannten Lohn- und Funktionskosten der Familien- und Seniorenhilfsdienste, abgeändert durch den Erlass vom 22. Juni 2001. Wir fertigen das vorliegende Dekret aus und ordnen an, dass es durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. Eupen, den 14. Februar 2011 K.-H. LAMBERTZ Ministerpräsident, Minister für lokale Behörden O. PAASCH Minister für Unterricht, Ausbildung und Beschäftigung Frau I. WEYKMANS Ministerin für Kultur, Medien und Tourismus H. MOLLERS Minister für Familie, Gesundheit und Soziales Fußnote Sitzungsperiode 2010-2011 Nummerierte Dokumente: 60 (2010-2011) 60 (2010-2011) 60 (2010-2011) 60 (2010-2011) Text. Ausführlicher Bericht: 14. Februar 2011 -

-

Nr. 1 Dekretvorschlag. Nrn. 2-4 Abänderungsvorschläge. Nr. 5 Bericht. Nr. 6 Abänderungsvorschläge zu dem vom Ausschuss angenommenen

Nr. 21 Diskussion und Abstimmung.

TRADUCTION MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE F. 2011 — 890

[2011/201349] 14 FEVRIER 2011. — Décret-programme 2011

Le Parlement de la Communauté germanophone a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : CHAPITRE 1er. — MATIERES PERSONNALISABLES Article 1 . Fonds pour l’apurement de dettes. A l’article 2 du décret du 14 décembre 1992 portant création d’un Fonds pour l’apurement de dettes en Communauté germanophone, modifié par le décret du 29 avril 1996, les modifications suivantes sont apportées : 1o le premier alinéa est remplacé par ce qui suit : « Le Fonds sert à couvrir les dépenses découlant de l’apurement de dettes encourues par des personnes ou ménages privés et la garantie d’emprunts consentis dans le cadre du crédit social accompagné. » 2o L’article est complété par un alinéa rédigé comme suit : « Par année civile, le Gouvernement peut prendre en charge une garantie totale plafonnée à 2.000 euros pour tous les crédits sociaux accompagnés consentis. » Art. 2. Médiation et apurement de dettes. L’article 12 du décret du 29 avril 1996 concernant la médiation et l’apurement de dettes est complété par la phrase suivante : « La Commission de répartition émet un avis quant au rejet ou à l’acceptation d’une demande d’intervention du Fonds d’apurement de dettes. » Art. 3. Transport non urgent de patients. A l’article 2 du décret du 4 juin 2007 relatif au transport non urgent de patients les modifications suivantes sont apportées : 1o le § 1er, alinéa 3, est remplacé par ce qui suit : « L’agrément est octroyé pour une durée indéterminée. » 2o au § 4, alinéa 1er, les mots ″l’octroi ou″ sont abrogés. Art. 4. Aide à domicile. L’article 10 du décret du 16 février 2009 concernant les services d’aide à domicile et créant un bureau de consultation pour l’aide à domicile, semi-résidentielle et résidentielle est remplacé par ce qui suit : « Art. 10. Subventionnement. § 1er. Le Gouvernement détermine, dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le montant du subside, les conditions de subventionnement et les modalités selon lesquelles les services d’aide à domicile remplissent leurs missions. Pour déterminer le subventionnement des aides mentionnées à l’article 9, le Gouvernement peut fixer des forfaits annuels ou un contingent annuel d’heures pour les heures de prestation à fournir chez le bénéficiaire. Lors de la fixation du montant du subside, les recettes estimées du service sont prises en considération. Le montant forfaitaire peut se rapporter soit à l’ensemble des coûts organisationnels soit à certains coûts de personnel et/ou de fonctionnement de l’organisation. er

21374

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD § 2. Si des contingents d’heures sont fixés, le calcul du subside s’opère, pour les aides concernées, en multipliant les contingents fixés par un forfait d’heures déterminé par le Gouvernement. Le forfait d’heures pour les aides correspondantes se rapporte à tous les coûts de l’organisation en rapport avec lesdites aides. Si besoin est, le Gouvernement peut modifier les contingents annuels d’heures au cours de l’année en question. § 3. Si, pour une année civile, le service subsidié n’atteint pas le contingent d’heures fixé en application du § 2 ou ne peut justifier les frais pour le montant forfaitaire fixé en application du § 1er, le Gouvernement exige l’année suivante le remboursement du montant de chaque heure non prestée ou de tous les frais non justifiés ou déduit ce montant du subside pour l’année civile suivante.″ CHAPITRE 2. — MATIERES CULTURELLES Art. 5. BRF. L’article 1er, alinéa 3, du décret du 27 juin 1986 relatif au Centre belge pour la Radiodiffusion-Télévision de la Communauté germanophone est abrogé. Art. 6. Contrat de gestion conclu avec le BRF. L’article 1bis du même décret, inséré par le décret du 16 octobre 1995 et modifié par les décrets des 3 février 2003 et 8 novembre 2004, devient l’article 1.9. Art. 7. Mission du BRF. Après l’article 1er du même décret sont insérés huit nouveaux articles. Il s’agit des articles 1.1 à 1.8., rédigés comme suit : « Art. 1.1 - Le Centre a les missions suivantes : 1o organiser des services de médias audiovisuels linéaires; 2o mettre à disposition des services de médias audiovisuels non linéaires en rapport avec l’activité visée au 1o; 3o faire fonctionner les installations techniques nécessaires pour organiser des services de médias audiovisuels linéaires ou pour mettre à disposition des services de médias audiovisuels non linéaires; 4o conclure toutes les affaires et prendre toutes les mesures requises pour les activités visées aux points 1o à 3o ou pour leur commercialisation. Art. 1.2. Tout en respectant l’évolution technique et la viabilité économique, le Centre veille - en ce qui concerne la qualité des programmes et de la réception - à ce que deux services sonores linéaires et un service télévisuel linéaire soient fournis de façon uniforme et permanente à tous les habitants de la région de langue allemande. En outre, il veille à ce qu’au moins un service sonore linéaire et un service télévisuel linéaire soient fournis aux habitants germanophones en dehors de la région de langue allemande. La mise à disposition de services de médias non linéaires en relation avec des services de médias linéaires conformément à l’article 1.4 relève également de la mission de service public. Art. 1.3. Par le biais de tous les services de médias qu’il diffuse conformément à l’article 1.2, le Centre a pour mission de base : 1o d’informer de manière détaillée la population sur toutes les questions d’ordre politique, social, économique, culturel et sportif; 2o de promouvoir la compréhension de toutes les questions relatives à la société démocratique; 3o de promouvoir l’identité de la Communauté germanophone sous l’angle de l’histoire et de l’intégration européenne; 4o de promouvoir la compréhension de l’intégration européenne; 5o de transmettre et promouvoir la culture, l’art, la langue et les sciences; 6o de tenir dûment compte de la production artistique et créative en Communauté germanophone et de promouvoir celle-ci; 7o de transmettre une offre culturelle multiple; 8o d’offrir du divertissement; 9o de tenir dûment compte de toutes les catégories d’âge; 10o de tenir dûment compte des attentes des personnes handicapées, y compris la prise de conscience quant à leur intégration sociale et professionnelle; 11o de tenir dûment compte des attentes des familles et des enfants ainsi que de l’égalité entre hommes et femmes; 12o de tenir dûment compte de l’importance des différents cultes reconnus et des communautés philosophiques non confessionnelles reconnues; 13o d’élargir et soutenir la formation des jeunes, la formation scolaire et la formation des adultes, et de promouvoir la compétence en matière de médias; 14o d’informer sur des thèmes relatifs à la santé, à la protection de la nature, de l’environnement et du consommateur, en tenant compte de la promotion de la compréhension des principes du développement durable; 15o promouvoir l’intérêt de la population pour l’activité sportive; 16o d’informer sur la signification, la fonction et les missions de la Communauté germanophone; 17o de promouvoir la compréhension des rapports économiques, sociaux, écologiques et culturels; 18o de tenir dûment compte des activités sociales et humanitaires et de promouvoir ces activités. Pour remplir sa mission, le Centre met à la disposition de tous une offre différenciée d’information, de culture, de divertissement et de sport. L’offre s’oriente d’après les intérêts divers de tous les auditeurs et spectateurs et en tient compte de manière équilibrée. Sur l’ensemble des programmes, les différentes contributions sont équilibrées. Art. 1.4. Pour remplir sa mission de base de droit public conformément à l’article 1.3, le Centre met aussi à disposition une offre non linéaire comprenant surtout des contenus connexes et en rapport direct avec son service de médias linéaires. Tout en respectant l’évolution technique et la viabilité économique, cette offre non linéaire comprend : 1o des informations sur le Centre, les services de médias audiovisuels linéaires qu’il organise et les services de médias audiovisuels non linéaires qu’il met à disposition, et ce conformément à l’article 1.2; 2o un compte rendu de l’actualité du jour; 3o un service à la demande pour les programmes diffusés par les services de médias audiovisuels linéaires mentionnés à l’article 1.2.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 1.5. Tout en respectant l’évolution technique et la viabilité économique, le centre met à disposition - en plus de l’offre proposée conformément à l’article 1.4 - d’autres offres non linéaires qui contribuent à remplir efficacement la mission de base de droit public conformément à l’article 1.3. Les services à la demande en font partie. De telles offres ne peuvent être proposées qu’après élaboration d’un projet d’offres. Si les conditions de l’article 1.6 sont remplies, un examen préliminaire de la demande aura lieu conformément aux articles 1.6 à 1.8. Les offres online suivantes ne peuvent mises à disposition dans le cadre de la mission de droit public : 1o les portails d’annonces, les annonces ou les petites annonces; 2o les registres et répertoires professionnels; 3o les portails comparatifs de prix ainsi que les programmes de calcul tels que les calculateurs de prix et calculateurs d’assurance; 4o les portails d’évaluation pour des services, des établissements et des produits, tant qu’il n’existe aucun rapport avec un programme concret ou un contenu concret de l’offre; 5o les sites de rencontre et de contact; 6o les bourses d’échange, dans la mesure où elles ne poursuivent pas un but de bienfaisance; 7o les réseaux d’affaires; 8o les services de télécommunications, y compris la fourniture d’accès; 9o les offres érotiques; 10o la facturation pour tiers; 11o les jeux de hasard et paris; 12o les offres de logiciels, dans la mesure où ceux-ci ne sont pas nécessaires pour exécuter sa propre offre; 13o les planificateurs d’itinéraire, sauf en rapport avec l’infotrafic; 14o le téléchargement de musique produite par des tiers à des fins commerciales; 15o les jeux et divertissements sans rapport avec les programmes ou l’offre; 16o les services de SMS, sauf ceux qui se rapportent à ses propres services de médias audiovisuels ou sont connexes aux programmes; 17o les services de recherche, sauf ceux qui se rapportent à ses propres services de médias audiovisuels; 18o les enchères en ligne, sauf les enchères non commerciales qui poursuivent des objectifs d’utilité publique; 19o l’e-commerce et l’e-banking; 20o les sonneries et les e-cartes; 21o le téléchargement de photos sans rapport avec les programmes; 22o les calendriers de manifestations, s’ils ne sont pas connexes à des offres au sens de l’article 1.4 et de l’article 1.5, alinéa 1er, et ne constituent pas une offre complète et autonome; 23o les forums et les ″chats″; 24o les liens ne servant pas à élargir, compléter, approfondir ou expliquer son propre contenu, y compris celui d’entreprises détenues. Ces liens ne peuvent pas inciter directement à l’achat; 25o des offres s’adressant à une discipline ou à un groupe-cible et dépassant en forme et en contenu une offre d’intérêt général, tant qu’il ne s’agit pas d’offres connexes aux programmes, les offres poursuivant un but de bienfaisance étant en tout cas autorisées; 26o les portails de conseil sans rapport avec les programmes. Les offres visant la diffusion ou la publication, par des utilisateurs, de contenus en rapport avec les programmes de radiodiffusion sonore ou télévisuelle retransmis sont autorisées lorsqu’il s’agit d’offres non permanentes accompagnées d’un rédactionnel. La condition pour que des utilisateurs publient des contenus dans de telles offres est qu’ils s’enregistrent en indiquant leurs nom, prénom(s) et adresse. L’enregistrement n’est valable que lorsque l’utilisateur a, sans contrainte et en connaissance de cause, expressément marqué son accord à l’utilisation de ses données pour le cas concret. En cas de suspicion fondée de données d’enregistrement incorrectes, le Centre invitera l’utilisateur, sous peine d’effacement du profil d’enregistrement, à prouver l’exactitude des données dans un délai raisonnable; le Centre exclura a priori l’enregistrement d’utilisateurs fournissant des données manifestement incorrectes. Les données transmises lors de l’enregistrement ne peuvent être utilisées à d’autres fins que celui-ci. A la demande de l’utilisateur, toutes les données seront effacées, y compris le profil d’enregistrement. Art. 1.6. Un examen préliminaire de la mission aura lieu si le Centre envisage de proposer une nouvelle offre non linéaire au sens du deuxième alinéa. Sont considérées comme nouvelles offres : 1o les services de médias audiovisuels au sens de l’article 1.2 organisés ou mis à disposition pour la première fois et se distinguant fondamentalement des services de médias audiovisuels que le Centre, au moment de l’examen préliminaire, fournit déjà conformément aux articles 1.2 à 1.4 ou 2o les services de médias audiovisuels au sens de l’article 1.2 qui existent déjà mais sont modifiés de telle manière que, selon toute probabilité, le programme ou l’offre modifié se distinguera fondamentalement du service de médias audiovisuels existant. Des offres se distinguent fondamentalement au sens de l’alinéa 2, notamment : 1o lorsque, par leur contenu, leur disponibilité technique ou leur accessibilité, elles se distinguent fondamentalement des services de médias audiovisuels au sens de l’article 1.2 qui existent déjà ou 2o lorsqu’elles s’adressent à un groupe-cible fondamentalement différent de celui des services de médias audiovisuels au sens de l’article 1.2 qui existent déjà.

21375

21376

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Sont notamment déterminants pour juger s’il existe une modification fondamentale au sens du troisième alinéa : le concept d’offre, s’il en existe un, les grilles de programmes, ainsi que les schémas de annuels de diffusion et d’offre. Une nouvelle offre ne peut être fournie avant l’approbation conformément à l’article 1.8. Art. 1.7. Pour l’examen préliminaire, le Centre établit une proposition de nouvelle offre contenant : 1o un concept d’offre; 2o une motivation détaillée des raisons pour lesquelles la nouvelle offre s’inscrit dans le cadre de l’objet social et semble pertinente pour remplir la mission de base de droit public et les missions spécifiques; 3o une présentation du financement de la nouvelle offre; 4o une présentation des répercussions que la nouvelle offre aurait, selon toute probabilité, en ce qui concerne la concurrence sur le marché pertinent pour l’offre en question et la diversité de l’offre proposée aux spectateurs, auditeurs ou utilisateurs. Le Centre transmet la proposition de nouvelle offre au Conseil des médias de la Communauté germanophone et la rend facilement accessible sur son site Internet, directement et pour toute la durée de la consultation, en attirant l’attention sur le fait que toutes les personnes concernées par l’offre envisagée peuvent prendre position dans un délai raisonnable d’au moins deux semaines. Dans la mesure où elles ne contiennent pas de données confidentielles, les prises de position reçues sont publiées par le Centre sur son site Internet. Si le Centre ne renonce pas à sa nouvelle offre, il transmet au Conseil des médias, au terme du délai visé au deuxième alinéa, la proposition, les prises de position et les modifications éventuellement apportées au projet d’offre en raison des prises de position et demande l’approbation de la nouvelle offre. Le Conseil des médias peut demander à l’autorité fédérale de la concurrence de prendre position quant aux répercussions que la nouvelle offre aura, selon toute probabilité, en ce qui concerne la position concurrentielle d’autres entreprises de médias actives en Communauté germanophone. Art. 1.8. Le Conseil des médias approuve la nouvelle offre dans les quatre semaines suivant la fin de la consultation mentionnée à l’article 1.7 si elle répond aux exigences de ce décret et : 1o qu’il faut s’attendre à ce que la nouvelle offre contribue à répondre aux besoins sociaux, démocratiques et culturels de la population et à remplir efficacement la mission de base de droit public, notamment à atteindre les objectifs mentionnés à l’article 1.3 et 2o qu’il ne faut pas s’attendre à ce que la nouvelle offre ait des répercussions négatives en ce qui concerne la concurrence sur le marché pertinent pour l’offre en question et la diversité de l’offre proposée aux spectateurs, auditeurs ou utilisateurs, ces répercussions étant sans commune mesure avec la manière dont la nouvelle offre contribue effectivement à remplir la mission de base de droit public. Une approbation conformément au premier alinéa sera assortie de conditions si celles-ci sont nécessaires pour réduire à un niveau compatible avec l’alinéa 1er, 2o, les répercussions négatives de la nouvelle offre, en ce qui concerne la concurrence sur le marché pertinent pour l’offre en question et la diversité de l’offre proposée aux spectateurs, auditeurs ou utilisateurs. Les conditions peuvent entre autres concerner l’équipement technique et la disponibilité de l’offre ainsi que les catégories de contenu couvertes par l’offre. Elles peuvent aussi être imposées pour garantir les promesses faites par le Centre à propos du contenu dans le cadre du concept d’offre. Les contenus concrets de la nouvelle offre ne peuvent être prescrits par le biais de conditions. Dans le cadre de l’évaluation conformément aux alinéas 1er et 2, le Conseil des médias tient compte notamment : 1o de l’offre existante s’inscrivant dans la mission de droit public; 2o de l’offre déjà proposée par d’autres entreprises de médias actives sur le marché et comparable à l’offre envisagée; 3o des exigences spécifiques et de la plus-value escomptée de la nouvelle offre face à d’autres offres comparables du marché des médias; 4o de la promotion éventuelle de la langue et de la culture allemande par la nouvelle offre ainsi que de la nécessité de disposer dans les domaines relevant du programme, conformément à l’article 1.3, alinéa 1er, d’une offre médiatique spécifique à caractère régional si, selon toute probabilité, l’offre proposée par le Centre revêtira un tel caractère; 5o de répercussions positives éventuelles qu’aurait la nouvelle offre sur la concurrence, et ce en raison notamment du caractère novateur, au niveau journalistique ou technique, par rapport à des offres médiatiques existantes; 6o de répercussions positives éventuelles qu’aurait la nouvelle offre sur la diversité de l’offre proposée aux spectateurs, auditeurs et utilisateurs; 7o des prises de position communiquées conformément à l’article 1.7, alinéa 4. Le Centre rend le concept d’offre et son approbation par le Conseil des médias facilement accessibles sur son site Internet, et ce pour toute sa durée de validité. » Art. 8. Coopération avec d’autres organismes de radiodiffusion sonore et télévisuelle. L’article 5 du même décret, modifié par le décret du 16 octobre 1995, est complété par la phrase suivante : « Il assure en particulier une étroite coopération avec les autres organismes de radiodiffusion sonore et télévisuelle, belges ou étrangers. »

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 9. Associations d’art amateur et ensembles de musique de chambre. L’article 2, § 1er, 2o, du décret du 28 juin 1988 relatif au classement et au subventionnement des associations d’art amateur et des ensembles de musique de chambre, modifié par le décret du 15 décembre 2008, est remplacé par ce qui suit : « 2o ne pas poursuivre de but lucratif; ». Art. 10. Tourisme. A l’article 1er du décret du 23 novembre 1992 relatif aux habitations de vacances, chambres d’hôtes et ″Bed and Breakfast″, modifié par le décret du 27 avril 2009, les modifications suivantes sont apportées : 1o au point 1erbis, les mots ″. Chaque demandeur ne peut exploiter plus de 5 chambres d’hôtes″ sont abrogés; 2o au point 1erter, les mots ″. Le propriétaire ne peut exploiter plus de cinq ″Bed and Breakfast″ à la fois″ sont abrogés. Art. 11. Sport. L’article 42, alinéa 1er, du décret sur le sport du 19 avril 2004, est complété par un 5o, rédigé comme suit : « 5o recommander au Gouvernement d’homologuer les diplômes délivrés dans le secteur sportif et de reconnaître l’équivalence d’autres diplômes, belges ou étrangers, délivrés dans le secteur sportif. »

CHAPITRE 3. — PROTECTION DES MONUMENTS Art. 12. Régime spécial pour la zone de protection. Dans le décret du 23 juin 2008 relatif à la protection des monuments, du petit patrimoine, des ensembles et sites, ainsi qu’aux fouilles, modifié par le décret du 15 mars 2010, il est inséré un article 8.1, rédigé comme suit : « Article 8.1. Régime spécial pour la zone de protection. § 1er. Aux classements sans zone de protection spéciale entrés en vigueur jusqu’au 31 décembre 2008, le Gouvernement peut ajouter une telle zone de protection. Le projet d’arrêté portant enregistrement d’une zone de protection est soumis simultanément pour avis aux personnes et institutions suivantes : 1o à la commission; 2o au collège communal compétent pour publication par voie d’affichage et par insertion dans au moins un journal local et un toutes boîtes, dans les quinze jours calendrier de la réception de la communication, en mentionnant que toute observation doit lui parvenir dans un délai de quinze jours calendrier. Les observations doivent être adressées à la commune. Pendant toute la durée de l’affichage, le dossier complet peut être consulté auprès de l’administration communale qui se tient à disposition pour toute information complémentaire. Le collège communal transmet son rapport sur lesdites observations, en même temps que son avis, dans le délai prévu à l’alinéa 4; La demande d’avis contient : 1o les motifs justifiant l’enregistrement de la zone de protection; 2o une description de la zone de protection; 3o un plan cadastral avec délimitation du bien classé et de sa zone de protection; 4o des photos actuelles. Le délai pour remettre les différents avis est de soixante jours calendrier et débute à la date à laquelle l’arrêté portant enregistrement d’une zone de protection a été transmis. Si aucun avis n’est remis dans le délai imparti, la procédure peut être poursuivie. § 2. L’arrêté portant enregistrement d’une zone de protection comporte en annexe un plan de situation déterminant la zone de protection du bien classé. Afin de satisfaire au devoir d’information conformément à l’article 13, § 2, alinéa 2, l’arrêté portant enregistrement d’une zone de protection est transmis au collège communal compétent. Le collège communal informe les propriétaires des biens situés dans la zone de protection. L’arrêté portant enregistrement d’une zone de protection est transmis, pour information, à la commission, au collège provincial, au Gouvernement de la Région wallonne ainsi qu’au propriétaire du bien classé. § 3. L’arrêté portant enregistrement de la zone de protection est enregistré au bureau des hypothèques. » Art. 13. Sondages archéologiques ou fouilles. Dans l’article 26, alinéa 2, du même décret, modifié par le décret du 15 mars 2010, les mots ″à un site déterminé″ sont remplacés par les mots ″à une fouille ou un sondage archéologique déterminé″. Art. 14. Disposition pénale L’article 43, alinéa 1er, du même décret est complété par les 6o et 7o rédigés comme suit : ″6o celui qui mène des sondages ou fouilles archéologiques sans l’autorisation prévue à l’article 26 ou en enfreignant les prescriptions de celle-ci; 7o celui qui ne respecte pas le devoir d’information prévu à l’article 34.″

21377

21378

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 15. Officiers de police judiciaire A l’article 46 du même décret les modifications suivantes sont apportées : 1o au premier alinéa, le mot ″verbalement″ est abrogé et les mots ″ou sans autorisation de fouille″ sont insérés après les mots ″sans ledit permis″; 2o au deuxième alinéa, les mots ″cinq jours″ sont remplacés par les mots ″sept jours calendrier″. CHAPITRE 4 - DISPOSITIONS DIVERSES Art. 16. Infrastructure Dans le chapitre Ier, section 1re, du décret du 18 mars 2002 relatif à l’infrastructure, modifié en dernier lieu par le décret du 15 mars 2010, il est inséré un article 3quater, rédigé comme suit : ″Art. 3quater - Partenariat public/privé Lorsqu’un demandeur se rallie à un projet d’infrastructure du Gouvernement dans le cadre d’un partenariat public/privé, les modalités de sa participation financière sont réglées dans le cadre d’une convention. Ceci garantit que le demandeur ne devra pas supporter des frais supérieurs à ceux qu’ils devrait supporter en cas de subventionnement en vertu du présent décret.″ Art. 17.- Présence équilibrée dans des organes consultatifs L’article 5 du décret du 3 mai 2004 promouvant la présence équilibrée d’hommes et de femmes dans les organes consultatifs est remplacé par ce qui suit : ″Art. 5 - Rapport adressé au Parlement de la Communauté germanophone La dernière année d’une législature, le Gouvernement soumet au Parlement de la Communauté germanophone un rapport relatif à l’application du présent décret.″ Art. 18. Financement des communes. L’article 11 du décret du 15 décembre 2008 portant financement des communes et des centres publics d’aide sociale par la Communauté germanophone est remplacé par ce qui suit : « Art. 11. Montant. § 1er. La dotation globale pour l’encouragement de base des associations culturelles, folkloriques, sportives et récréatives ainsi que des bibliothèques publiques s’élève à 428.000 EUR. Ce montant est réparti comme suit entre les communes : Associations culturelles et folkloriques

Associations sportives et récréatives

Amblève

15.500 EUR

15.000 EUR

11.000 EUR

41.500 EUR

Bullange

17.500 EUR

19.500 EUR

9.500 EUR

46.500 EUR

Commune

Bibliothèques publiques

Total

Burg-Reuland

16.500 EUR

4.000 EUR

4.500 EUR

25.000 EUR

Butgenbach

15.000 EUR

29.500 EUR

11.000 EUR

55.500 EUR

Eupen

18.500 EUR

55.000 EUR

17.000 EUR

90.500 EUR

La Calamine

11.500 EUR

25.000 EUR

6.000 EUR

42.500 EUR

Lontzen

5.000 EUR

8.000 EUR

1.000 EUR

14.000 EUR

Raeren

12.000 EUR

20.000 EUR

7.000 EUR

39.000 EUR

Saint-Vith

25.500 EUR

31.000 EUR

17.000 EUR

73.500 EUR

137.000 EUR

207.000 EUR

84.000 EUR

428.000 EUR

Total

Ces montants seront indexés chaque année à partir de l’année budgétaire 2010. § 2. La dotation pour les associations sportives et récréatives comprend 6.000 EUR pour la commune d’Eupen et 2.500 EUR pour la commune de Saint-Vith, et ce exclusivement pour soutenir les établissements pour personnes âgées implantés dans ces communes. » Art. 19. Médiateur. Dans l’article 2, alinéa 1er, du décret du 26 mai 2009 instituant la fonction de médiateur pour la Communauté germanophone, les 4o à 6o sont abrogés. Art. 20. Média. A l’article 3 du même décret les modifications suivantes sont apportées : 1o le § 2 est abrogé; 2o le § 3, qui devient le § 2, est remplacé par ce qui suit : « § 2. Le médiateur n’est pas compétent pour traiter des réclamations relatives à des dispositions légales. » Art. 2.1 Règlement budgétaire. A l’article 65, § 1er, alinéa 2, du décret du 25 mai 2009 relatif au règlement budgétaire de la Communauté germanophone, le mot ″sans″ est chaque fois remplacé par les mots ″avec ou sans″. CHAPITRE 5. — DISPOSITIONS FINALES Art. 22. Entrée en vigueur. Le présent décret produit ses effets le 1er janvier 2011, à l’exception : 1o de l’article 7, qui produit ses effets le 1er novembre 2010; 2o de l’article 14, qui produit ses effets le 20 décembre 2010.

21379

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 23. Disposition abrogatoire. Sont abrogés : 1o l’arrêté de l’Exécutif du 18 septembre 1985 concernant le soutien d’initiatives contribuant à l’épanouissement de la vie familiale et au développement de la Santé publique; 2o l’arrêté de l’Exécutif du 23 août 1988 portant octroi d’un crédit d’encouragement aux services d’aide aux familles et aux personnes âgées; 3o l’arrêté de l’Exécutif du 23 août 1988 fixant la subsidiation des activités de coordination pour les services agréés d’aide aux familles et aux personnes âgées, modifié par les arrêtés des 17 décembre 1998 et 29 mars 2000; 4o l’arrêté de l’Exécutif du 23 août 1988 fixant la subsidiation de la formation continue pour les services agréés d’aide aux familles et aux personnes âgées, modifié par les arrêtés des 10 décembre 1997 et 17 décembre 1998; 5o l’arrêté de l’Exécutif du 23 août 1988 fixant les modalités de demande de subsides pour les services agréés d’aide aux familles et aux personnes âgées; 6o l’arrêté de l’Exécutif du 23 août 1988 fixant le forfait horaire de participation aux coûts salariaux et frais de fonctionnement des services agréés d’aide aux familles et aux personnes âgées, modifié par l’arrêté du 22 juin 2001. Promulguons le présent décret et ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. Eupen, le 14 février 2011. K.-H. LAMBERTZ, Ministre-Président, Ministre des Pouvoirs locaux O. PAASCH, Ministre de l’Enseignement, de la Formation et de l’Emploi Mme I. WEYKMANS, Ministre de la Culture, des Médias et du Tourisme H. MOLLERS, Ministre de la Famille, de la Santé et des Affaires sociales Note Session 2010-2011. Documents parlementaires : 60 (2010-2011), no 1. Proposition de décret. 60 (2010-2011), nos 2-4. Propositions d’amendement. 60 (2010-2011), no 5. Rapport. 60 (2010-2011), no 6. Propositions d’amendement au texte adopté par la commission. Compte rendu intégral : 14 février 2011, no 21. Discussion et vote.

VERTALING MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP N. 2011 — 890

[2011/201349] 14 FEBRUARI 2011. — Programmadecreet 2011

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. — PERSOONSGEBONDEN AANGELEGENHEDEN Artikel 1. Fonds voor afbetaling van schulden. In artikel 2 van het decreet van 14 december 1992 houdende inrichting van een Fonds voor afbetaling van schulden in de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 29 april 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het fonds is bestemd om de uitgaven te dekken die voortvloeien uit de afbetaling van de schulden van particulieren of particuliere gezinnen en om de waarborg te dekken voor kredieten die in het kader van het begeleid sociaal krediet toegekend zijn. » 2o Artikel 2 wordt aangevuld met een lid, luidende : « Per kalenderjaar kan de Regering in totaal een waarborg van maximaal 2.000 euro ten laste nemen voor alle begeleide sociale kredieten die zijn toegekend. » Art. 2. Schuldbemiddeling en afbetaling van schulden. Artikel 12 van het decreet van 29 april 1996 betreffende de schuldbemiddeling en de afbetaling van schulden wordt aangevuld met de volgende zin, luidende : « De Verdelingscommissie verstrekt advies over de weigering of toekenning van een aanvraag om tegemoetkoming van het Fonds voor afbetaling van schulden. » Art. 3. Niet-dringend ziekenvervoer. In artikel 2 van het decreet van 4 juni 2007 betreffende het niet-dringend ziekenvervoer worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o § 1, derde lid, wordt vervangen als volgt : « De erkenning geldt voor onbepaalde tijd. » 2o In § 4, eerste lid, worden de woorden ″toekenning of″ opgeheven. Art. 4. Thuishulp. Artikel 10 van het decreet van 16 februari 2009 betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp wordt vervangen als volgt : « Art. 10. Subsidiëring.

21380

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD § 1. De Regering bepaalt binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen het bedrag van de subsidie, de voorwaarden voor de subsidiëring en de nadere regels volgens welke de thuishulpdiensten hun taken vervullen. Om de subsidiëring van de in artikel 9 vermelde hulp vast te leggen, kan de Regering jaarlijkse forfaitaire bedragen of jaarlijkse urencontingenten bepalen voor de dienstverleningsuren die bij de gebruiker moeten worden gepresteerd. Bij het vastleggen van het bedrag van de subsidie wordt rekening gehouden met de geschatte ontvangsten van de dienst. Het forfaitaire bedrag kan betrekking hebben op alle kosten van de organisatie of op bepaalde personeels- en/of werkingskosten van de organisatie. § 2. Indien urencontingenten zijn vastgelegd, wordt de subsidie voor de betrokken hulp berekend door de vastgelegde contingenten te vermenigvuldigen met een door de Regering vastgelegd urenforfait. Het urenforfait voor de betrokken hulp heeft betrekking op alle kosten van de organisatie die verband houden met de hulp. Indien nodig kan de Regering de jaarlijkse urencontingenten in de loop van het betrokken jaar wijzigen. § 3. Indien de gesubsidieerde dienst in een kalenderjaar het met toepassing van § 2 vastgelegde urencontingent niet bereikt of de kosten voor het met toepassing van § 1 vastgelegde forfaitaire bedrag niet kan bewijzen, vordert de Regering het bedrag van elk niet-gepresteerd uur of van alle niet-bewezen kosten in het daaropvolgende jaar terug of verrekent ze dat bedrag met de subsidie voor het daaropvolgende kalenderjaar. »

HOOFDSTUK 2. — CULTURELE AANGELEGENHEDEN Art. 5. BRF. Artikel 1, derde lid, van het decreet van 27 juni 1986 betreffende het Belgische Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap wordt opgeheven. Art. 6. Beheersverdrag met het BRF. Artikel 1bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 16 oktober 1995 en gewijzigd bij de decreten van 3 februari 2003 en 8 november 2004, wordt vernummerd tot artikel 1.9. Art. 7. Opdracht van het BRF. Na artikel 1 van hetzelfde decreet worden acht nieuwe artikelen ingevoegd. Het gaat om de artikelen 1.1 tot 1.8, luidende : « Art. 1.1 - Het Centrum is belast met de volgende taken : 1o het organiseren van lineaire audiovisuele mediadiensten; 2o het aanbieden van niet-lineaire audiovisuele mediadiensten die verband houden met de activiteit vermeld in de bepaling onder 1o; 3o het beheren van de technische voorzieningen die noodzakelijk zijn om lineaire audiovisuele mediadiensten te organiseren of niet-lineaire audiovisuele mediadiensten aan te bieden; 4o alle handelsovereenkomsten sluiten en alle maatregelen nemen die noodzakelijk zijn voor de activiteiten vermeld in de bepalingen onder 1o tot 3o of voor de commercialisering daarvan. Art. 1.2. Overeenkomstig de technische ontwikkeling en de economische haalbaarheid zorgt het Centrum ervoor dat, wat de kwaliteit van de programma’s en van de ontvangst betreft, gelijkmatig en permanent twee lineaire klankdiensten en één lineaire televisiedienst worden aangeboden aan alle inwoners van het Duitse taalgebied. Voorts zorgt het Centrum ervoor dat aan de Duitstalige bewoners buiten het Duitse taalgebied minstens één lineaire klankdienst en één lineaire televisiedienst worden aangeboden. Tot zijn opdracht van openbare dienstverlening behoort ook het beschikbaar stellen van niet-lineaire mediadiensten die verband houden met lineaire mediadiensten overeenkomstig artikel 1.4. Art. 1.3. Via alle mediadiensten die overeenkomstig artikel 1.2 worden verbreid, heeft het Centrum de volgende kernopdracht : 1o de bevolking uitvoerig informeren over alle belangrijke politieke, sociale, economische, culturele en sportonderwerpen; 2o het begrip bevorderen voor alles wat te maken heeft met een democratische samenleving; 3o de identiteit van de Duitstalige Gemeenschap bevorderen in het licht van de Europese geschiedenis en de Europese integratie; 4o het begrip voor de Europese integratie bevorderen; 5o cultuur, kunst, taal en wetenschap bijbrengen en bevorderen; 6o op passende wijze rekening houden met de kunstzinnige en creatieve productie in de Duitstalige Gemeenschap en die productie op passende wijze bevorderen; 7o een veelzijdig cultureel aanbod verstrekken; 8o amusementsprogramma’s aanbieden; 9o op passende wijze rekening houden met alle leeftijdscategorieën; 10o op passende wijze rekening houden met de wensen van gehandicapten, waartoe ook sensibilisering behoort inzake integratie van gehandicapten in de maatschappij en op het werk; 11o op passende wijze rekening houden met de wensen van gezinnen en kinderen, alsook met de gelijke behandeling van mannen en vrouwen;

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 12o op passende wijze rekening houden met het gewicht van de verschillende erkende erediensten en erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen; 13o jongeren-, school- en volwasseneneducatie verspreiden en bevorderen, alsook mediacompetentie bevorderen; 14o informeren over gezondheid, natuur-, milieu- en consumentenbescherming en daarbij het inzicht in de duurzaamheidsbeginselen bevorderen; 15o de bevolking meer belangstelling doen krijgen om zelf aan sport te doen; 16o informeren over de betekenis, functie en taken van de Duitstalige Gemeenschap; 17o het inzicht in economische, sociale, ecologische en culturele samenhangen bevorderen; 18o op passende wijze rekening houden met sociale en humanitaire activiteiten en die activiteiten op passende wijze bevorderen. Ter vervulling van zijn opdracht stelt het Centrum iedereen een gedifferentieerd aanbod aan informatie, cultuur, ontspanning en sport ter beschikking. Het aanbod is gericht op de diverse interesses van alle luisteraars en kijkers en houdt er op evenwichtige wijze rekening mee. De bijdragen tot het totale programma staan in evenredige verhouding tot elkaar. Art. 1.4. Ter vervulling van zijn publiekrechtelijke kernopdracht overeenkomstig artikel 1.3. stelt het Centrum ook een niet-lineair aanbod ter beschikking dat vooral inhouden omvat die uitzendingen begeleiden en in rechtstreekse samenhang staan met zijn lineaire mediadiensten. Dat niet-lineaire aanbod omvat overeenkomstig de technische ontwikkeling en de economische haalbaarheid : 1o informatie over het Centrum en zijn overeenkomstig artikel 1.2 georganiseerde lineaire audiovisuele mediadiensten en aangeboden niet-lineaire audiovisuele mediadiensten; 2o een nieuwsoverzicht van de dag; 3o een dienst op aanvraag voor programma’s die via de in artikel 1.2 vermelde lineaire audiovisuele mediadiensten worden uitgezonden. Art. 1.5. Overeenkomstig de technische ontwikkeling en de economische haalbaarheid stelt het Centrum, naast het aanbod in de zin van artikel 1.4, andere niet-lineaire mediadiensten ter beschikking die een werkzame bijdrage leveren om de publiekrechtelijke kernopdracht in de zin van artikel 1.3 te vervullen. Daartoe behoren ook de diensten op aanvraag. Zulke mediadiensten mogen eerst worden aangeboden nadat een aanbodconcept is opgesteld. Als aan de voorwaarden van artikel 1.6 is voldaan, vindt overeenkomstig de artikelen 1.6 tot 1.8 een voorafgaand onderzoek plaats. Volgende onlinediensten mogen niet ter beschikking gesteld worden in het kader van de publiekrechtelijke opdracht : 1o advertentieportalen, advertenties of kleine advertenties; 2o beroepenregisters en beroepengidsen; 3o prijsvergelijkingsportalen, alsook berekeningsprogramma’s zoals programma’s om prijzen en verzekeringen te berekenen; 4o portalen voor de evaluatie van dienstverleningen, instellingen en producten, voor zover ze geen verband houden met een concreet programma of de concrete inhoud van een aangeboden mediadienst; 5o partner- en contactbeurzen; 6o ruilbeurzen, voor zover ze geen liefdadigheidsdoelstelling hebben; 7o businessnetwerken; 8o telecommunicatiediensten, met inbegrip van toegangsaanbieding; 9o erotisch aanbod; 10o het factureren voor derden; 11o kansspelen en weddenschappen; 12o softwarediensten, voor zover ze niet nodig zijn om de eigen mediadiensten te gebruiken; 13o routeplanners, behalve in samenhang met verkeersinformatie; 14o muziekdownload van commerciële niet-eigen producties; 15o spel- en amusementsaanbod dat geen verband houdt met de programma’s of het aanbod; 16o sms-diensten, met uitzondering van sms-diensten die betrekking hebben op eigen audiovisuele mediadiensten of bij een programma horen; 17o zoekdiensten, met uitzondering van zoekdiensten die betrekking hebben op de eigen audiovisuele mediadiensten; 18o onlineveilingen, met uitzondering van niet-commerciële veilingen voor doeleinden van algemeen belang; 19o e-commerce en e-banking; 20o beltonen en e-cards; 21o het downloaden van foto’s die geen verband houden met een uitzending; 22o activiteitenkalenders, voor zover ze niet bij aangeboden diensten horen in de zin van artikel 1.4 en artikel 1.5, eerste lid, en geen autonoom en volledig aanbod vormen; 23o fora en chats; 24o links die niet dienen om eigen inhoud - ook inhoud van deelnemende ondernemingen - te verspreiden, aan te vullen, te verdiepen of te verduidelijken. Die links mogen niet rechtstreeks aanzetten tot kopen; 25o een vak- of doelgroepgericht aanbod dat qua vorm en inhoud verder reikt dan een aanbod van algemeen belang, voor zover het niet gaat om een aanbod dat bij een uitzending hoort; een aanbod voor liefdadigdheidsdoeleinden is in elk geval toegestaan; 26o adviesportalen die geen verband houden met de uitzendingen. Diensten waarmee gebruikers inhouden kunnen meedelen of bekendmaken die inhoudelijk verband houden met uitgezonden geluids- of televisieprogramma’s zijn toegestaan, indien het om een niet-permanent aanbod gaat dat redactioneel begeleid wordt. In zulke aangeboden diensten kan een gebruiker alleen inhouden bekendmaken indien hij geregistreerd is met vermelding van zijn naam, voornaam en adres. De registratie is alleen geldig wanneer de gebruiker, zonder dwang en met kennis van zaken, voor het concrete geval uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om zijn gegevens te gebruiken. Wanneer er duidelijk reden is om te vermoeden dat de registratiegegevens onjuist zijn, maant

21381

21382

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD het Centrum de gebruikers aan om de juistheid van de gegevens binnen een redelijke termijn te bewijzen omdat het registratieprofiel anders wordt gewist en weigert a priori de registratie van gebruikers van wie de gegevens kennelijk onjuist zijn. De gegevens die bij de registratie worden meegedeeld, mogen niet voor andere doeleinden dan de registratie worden gebruikt. Op verzoek van de gebruiker worden alle gegevens, met inbegrip van het registratieprofiel, gewist. Art. 1.6. Er wordt een voorafgaand onderzoek uitgevoerd wanneer het Centrum van plan is om een nieuw niet-lineair aanbod in de zin van het tweede lid aan te bieden. Als nieuw aanbod worden beschouwd : 1o audiovisuele mediadiensten in de zin van artikel 1.2 die voor het eerst georganiseerd of ter beschikking gesteld worden en zich wezenlijk onderscheiden van de audiovisuele mediadiensten die het Centrum op grond van de artikelen 1.2 tot 1.4 reeds op het tijdstip van het voorafgaand onderzoek aanbiedt of 2o bestaande audiovisuele mediadiensten in de zin van artikel 1.2 die zo gewijzigd worden dat het gewijzigde programma of aanbod zich naar alle waarschijnlijkheid wezenlijk van de bestaande audiovisuele mediadienst zal onderscheiden. Er is inzonderheid een wezenlijk onderscheid in de zin van het tweede lid : 1o wanneer het aanbod zich qua inhoud, vorm van technische beschikbaarheid of vorm van toegang wezenlijk onderscheidt van de bestaande audiovisuele mediadiensten in de zin van artikel 1.2 of 2o wanneer het aanbod gericht is tot een wezenlijk andere doelgroep dan die van de bestaande audiovisuele mediadiensten in de zin van artikel 1.2. Doorslaggevend om te bepalen of er sprake is van een wezenlijke wijziging in de zin van het derde lid zijn in het bijzonder het aanbodconcept, indien dat bestaat, de programmaplanning en de jaarschema’s van de uitzendingen en van de aangeboden diensten. Een nieuw aanbod mag eerst worden aangeboden nadat het overeenkomstig artikel 1.8 is goedgekeurd. Art. 1.7. Voor het voorafgaande onderzoek werkt het Centrum een voorstel voor een nieuw aanbod uit met de volgende inhoud : 1o een aanbodconcept; 2o een uitvoerige motivering waarin staat waarom het nieuwe aanbod aan het doel van de onderneming beantwoordt en nuttig lijkt om de publiekrechtelijke kernopdracht en de bijzondere opdrachten doeltreffend te vervullen; 3o een voorstelling van de financiering van het nieuwe aanbod; 4o een voorstelling van de uitwerkingen die het nieuwe aanbod naar alle waarschijnlijkheid zal hebben op de mededinging op de markt die voor het aanbod in kwestie relevant is, alsook op de keuzevrijheid voor de kijkers, luisteraars of gebruikers. Het Centrum bezorgt het voorstel voor het nieuwe aanbod aan de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap en plaatst het onmiddellijk op zijn website waar het makkelijk kan worden gevonden en tijdens de hele duur van de raadpleging kan worden ingekeken. Daarbij wordt erop gewezen dat iedereen voor wie het geplande aanbod bestemd is, binnen een redelijke termijn van minstens twee weken opmerkingen kan maken. Het Centrum maakt de ingekomen opmerkingen, voor zover ze geen vertrouwelijke gegevens bevatten, bekend op zijn website. Voor zover het Centrum niet van het nieuwe aanbod afziet, bezorgt het het voorstel, de opmerkingen en de eventuele wijzigingen die op basis van de opmerkingen in het aanbodconcept zijn aangebracht, na het verstrijken van de termijn bedoeld in het tweede lid aan de Mediaraad en vraagt de goedkeuring van het nieuwe aanbod aan. De Mediaraad kan de federale mededingingsautoriteiten vragen om een standpunt in te nemen over de uitwerkingen die het nieuwe aanbod naar alle waarschijnlijkheid zal hebben op de concurrentiepositie van andere media-ondernemingen die in de Duitstalige Gemeenschap werkzaam zijn. Art. 1.8. De Mediaraad keurt het nieuwe aanbod goed binnen vier weken na het verstrijken van de raadpleging vermeld in artikel 1.7 wanneer het voldoet aan de voorschriften van dit decreet en : 1o wanneer te verwachten valt dat het nieuwe aanbod ertoe bijdraagt om te voorzien in de sociale, democratische en culturele behoeften van de bevolking en om de publiekrechtelijke kernopdracht doeltreffend te vervullen, in het bijzonder om de doelstellingen vermeld in artikel 1.3 te bereiken en 2o wanneer niet te verwachten valt dat het nieuwe aanbod negatieve uitwerkingen zal hebben op de concurrentiepositie op de markt die voor het aanbod in kwestie relevant is en op de keuzevrijheid voor de kijkers, luisteraars en gebruikers, die onevenredig zijn in vergelijking met de bijdrage die het nieuwe aanbod levert om de publiekrechtelijke kernopdracht te vervullen. Aan de goedkeuring in de zin van het eerste lid worden voorwaarden verbonden, voor zover die noodzakelijk zijn om de uitwerkingen van het nieuwe aanbod op de mededinging op de markt die voor het aanbod in kwestie relevant is of op de keuzevrijheid voor de kijkers, luisteraars en gebruikers te beperken tot een peil dat verenigbaar is met het eerste lid, 2o. De voorwaarden kunnen onder meer betrekking hebben op de technische uitrusting en beschikbaarheid van het aanbod en de inhoudelijke categorieën van het aanbod. Ze kunnen ook worden opgelegd ter waarborging van de inhoudelijke beloften die het Centrum in het kader van het aanbodconcept heeft gemaakt. Concrete inhouden van het nieuwe aanbod mogen niet worden voorgeschreven in de vorm van voorwaarden.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD In het kader van de beoordeling overeenkomstig het eerste en het tweede lid houdt de Mediaraad in het bijzonder rekening met : 1o het bestaande aanbod dat binnen de publiekrechtelijke opdracht valt; 2o het bestaande, met het geplande aanbod vergelijkbare aanbod van andere mediabedrijven die op de markt van de media werkzaam zijn; 3o de bijzondere eisen en een daardoor te verwachten meerwaarde van het nieuwe aanbod ten aanzien van het voor het overige vergelijkbare aanbod op de markt van de media; 4o een eventuele bevordering van de Duitse taal en de Duitse door het nieuwe aanbod, alsook de noodzaak om in de programmering overeenkomstig artikel 1.3, eerste lid, over een specifiek media-aanbod met een regionaal karakter te beschikken, voor zover het door het Centrum voorgestelde aanbod naar alle waarschijnlijkheid een regionaal karakter zal hebben; 5o eventuele positieve gevolgen die het nieuwe aanbod voor de mededinging zou kunnen hebben, in het bijzonder wegens zijn, in vergelijking met het bestaande media-aanbod, innovatief karakter op het gebied van journalistiek of techniek; 6o eventuele positieve gevolgen die het nieuwe aanbod zou kunnen hebben op de keuzevrijheid voor de kijkers, luisteraars en gebruikers; 7o de opmerkingen overeenkomstig artikel 1.7, vierde lid. Het Centrum zorgt ervoor dat het aanbodconcept en de goedkeuring ervan door de Mediaraad gemakkelijk terug te vinden is op zijn website en tijdens de hele geldigheidsduur kan worden ingekeken. » Art. 8. Samenwerking met andere radio- en televisieomroepen. Art. 65. Artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 16 oktober 1995, wordt aangevuld met de volgende zin : « Het zorgt in het bijzonder voor nauwe samenwerking met de andere Belgische en buitenlandse radio- en televisieomroepen. » Art. 9. Amateurkunstverenigingen en kamermuziekensembles. Artikel 2, § 1, 2o, van het decreet van 28 juni 1988 betreffende de classificatie en subsidiëring van amateurkunstverenigingen en kamermuziekensembles, gewijzigd bij het decreet van 15 december 2008, wordt vervangen als volgt : « 2o geen winstoogmerk beogen; ». Art. 10. Toerisme. In artikel 1 van het decreet van 23 november 1992 betreffende de vakantiewoningen, gastenkamers en bed and breakfast, gewijzigd bij het decreet van 27 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o in de bepaling onder 1bis worden de woorden ″. Per aanvrager mogen er niet meer dan vijf gastenkamers worden uitgebaat″ opgeheven; 2o in de bepaling onder 1ter worden de woorden « . Per eigenaar mogen er niet meer dan vijf verblijven van het type ″Bed and Breakfast″ worden uitgebaat » opgeheven. Art. 11. Sport. Artikel 42, eerste lid, van het sportdecreet van 19 april 2004 wordt aangevuld met een bepaling onder 5o, luidende : « 5o de Regering aan te bevelen om sportdiploma’s te homologeren en de gelijkwaardigheid van andere, Belgische of buitenlandse, sportdiploma’s te erkennen. » HOOFDSTUK 3. — MONUMENTENZORG Art. 12. Bijzondere regeling voor het beschermingsgebied. In het decreet van 23 juni 2008 betreffende de bescherming van monumenten, klein erfgoed, ensembles en landschappen en betreffende de opgravingen, gewijzigd bij het decreet van 15 maart 2010, wordt een artikel 8.1 ingevoegd, luidende : « Artikel 8.1. Bijzondere regeling voor het beschermingsgebied § 1. De Regering kan een beschermingsgebied toevoegen aan rangschikkingen waarvoor geen specifiek beschermingsgebied is vastgelegd en die tot 31 december 2008 in werking zijn getreden. Het ontwerp van besluit houdende opname van een beschermingsgebied wordt tegelijkertijd om advies voorgelegd aan de volgende personen en instellingen : 1o de commissie; 2o het bevoegde gemeentecollege voor bekendmaking door aanplakking en door publicatie in ten minste een dagblad en een huis-aan-huis-blad binnen vijftien kalenderdagen na de ontvangst van de mededeling, met vermelding dat de opmerkingen binnen een termijn van vijftien kalenderdagen moeten worden meegedeeld. De opmerkingen moeten aan de gemeente worden gericht. Tijdens de hele duur van de aanplakking ligt het volledige dossier ter inzage bij het gemeentebestuur, dat voor elke verdere inlichting ter beschikking staat. Het gemeentecollege doet zijn verslag over de opmerkingen samen met zijn advies toekomen binnen de termijn voorgeschreven in het vierde lid. De adviesaanvraag bevat : 1o de redenen voor de opname als beschermingsgebied; 2o een beschrijving van het beschermingsgebied; 3o een kadasterplan met afbakening van het beschermde goed en van het daarbij horende beschermingsgebied; 4o actuele foto’s.

21383

21384

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD De termijn waarbinnen de verschillende adviezen moeten worden uitgebracht, bedraagt 60 kalenderdagen en gaat in op de datum waarop het besluit houdende opname van een beschermingsgebied overgezonden is. Indien binnen die termijn geen advies binnenkomt, kan de procedure voortgezet worden. § 2. Het besluit houdende opname van een beschermingsgebied bevat als bijlage een situatieplan waarin het beschermingsgebied van het beschermde goed wordt bepaald. Ter vervulling van de informatieplicht voorgeschreven bij artikel 13, § 2, tweede lid, wordt het besluit houdende opname van een beschermingsgebied aan het bevoegde gemeentecollege overgezonden. Het gemeentecollege informeert de eigenaars van de goederen die in het beschermingsgebied liggen. Het besluit houdende opname van een beschermingsgebied wordt ter kennisgeving overgezonden aan de commissie, het provinciecollege, de Regering van het Waalse Gewest en de eigenaar van het beschermde goed. § 3. Het besluit houdende opname van het beschermingsgebied wordt op het hypotheekkantoor ingeschreven.″ Art. 13. Archeologische peilingen of opgravingen. In artikel 26, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 maart 2010, wordt het woord ″vindplaats″ vervangen door de woorden ″opgraving of archeologische peiling″. Art. 14. Strafbepaling. Artikel 43, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende bepalingen onder 6o en 7o, luidende : « 6o wie archeologische peilingen of opgravingen uitvoert zonder de in artikel 26 bedoelde machtiging te hebben verkregen of in overtreding van de voorschriften ervan; 7o wie de in artikel 34 bedoelde informatieplicht niet nakomt. » Art. 15. Officieren van gerechtelijke politie. In artikel 46 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o het eerste lid wordt als volgt gesteld : ″De in artikel 44 bedoelde ambtenaren en beambten kunnen ter plaatse de staking van de werken, van het gebruik van het gebouw of van handelingen gelasten wanneer zij vaststellen dat deze niet in overeenstemming met de verleende vergunning zijn of zonder erfgoedvergunning resp. zonder opgravingsmachtiging worden uitgevoerd. De eventuele kosten die de betrokkene daartoe heeft gemaakt, worden niet vergoed.″; 2o in het tweede lid worden de woorden ″vijf dagen″ vervangen door de woorden ″zeven kalenderdagen″. HOOFDSTUK 4. — DIVERSE BEPALINGEN Art. 16. Infrastructuur. In het decreet betreffende de infrastructuur van 18 maart 2002, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 15 maart 2010, wordt hoofdstuk I, afdeling 1, aangevuld met een artikel 3quater, luidende : « Art. 3quater. Publiek-privaat partnerschap. Wanneer een aanvrager zich in het kader van een publiek-privaat partnerschap aansluit bij een infrastructuurproject van de Regering, worden de nadere regels betreffende zijn financiële participatie geregeld in het kader van een overeenkomst. Daarbij wordt gewaarborgd dat voor de aanvrager geen hogere kosten ontstaan dan die welke zouden ontstaan in geval van een subsidiëring krachtens dit decreet. » Art. 17. Evenwichtige vertegenwoordiging in adviesorganen. Artikel 5 van het decreet van 3 mei 2004 tot bevordering van de evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen wordt vervangen als volgt : « Art. 5. Verslag aan het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap. In elk laatste jaar van een regeerperiode dient de Regering een verslag over de toepassing van dit decreet in bij het Parlement. » Art. 18. Financiering van de gemeenten. Artikel 11 van het decreet van 15 december 2008 betreffende de financiering van de gemeenten en van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn door de Duitstalige Gemeenschap wordt vervangen als volgt : « Art. 11. Bedrag. § 1. De totale dotatie voor de basisondersteuning voor cultuur-, folklore-, sport- en vrijetijdsverenigingen alsook openbare bibliotheken bedraagt 428.000 EUR. Dat bedrag wordt als volgt onder de gemeenten verdeeld : Gemeente

Cultuur- en folkloreverenigingen

Sport- en vrijetijdsverenigingen

Openbare Bibliotheken

Totaal

Amel

15.500 EUR

15.000 EUR

11.000 EUR

41.500 EUR

Büllingen

17.500 EUR

19.500 EUR

9.500 EUR

46.500 EUR

Burg-Reuland

16.500 EUR

4.000 EUR

4.500 EUR

25.000 EUR

Bütgenbach

15.000 EUR

29.500 EUR

11.000 EUR

55.500 EUR

Eupen

18.500 EUR

55.000 EUR

17.000 EUR

90.500 EUR

Kelmis

11.500 EUR

25.000 EUR

6.000 EUR

42.500 EUR

Lontzen

5.000 EUR

8.000 EUR

1.000 EUR

14.000 EUR

Raeren

12.000 EUR

20.000 EUR

7.000 EUR

39.000 EUR

25.500 EUR

31.000 EUR

17.000 EUR

73.500 EUR

137.000 EUR

207.000 EUR

84.000 EUR

428.000 EUR

St. Vith Totaal

Vanaf het begrotingsjaar 2010 worden deze bedragen jaarlijks geïndexeerd.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD § 2. De dotatie voor sport- en vrijetijdsverenigingen omvat voor de gemeente Eupen 6.000 EUR en voor de gemeente Sankt Vith 2.500 EUR die uitsluitend bestemd zijn voor de ondersteuning van bejaardentehuizen in die gemeenten.″ Art. 19. Ombudsman. In artikel 2, eerste lid, van het decreet van 26 mei 2009 tot instelling van het ambt van ombudsman voor de Duitstalige Gemeenschap worden de bepalingen onder 4o tot 6o opgeheven. Art. 20. Ombudsman. In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o § 2 wordt opgeheven; 2o § 3, die § 2 wordt, wordt vervangen als volgt : « § 2. De ombudsman is niet bevoegd om klachten inzake wettelijke bepalingen te behandelen. » Art. 21. Financieel reglement. In artikel 65, § 1, tweede lid, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap wordt het woord ″zonder″ telkens vervangen door de woorden ″met of zonder″. HOOFDSTUK 5. — SLOTBEPALINGEN Art. 22. Inwerkingtreding. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011, met uitzondering van : 1o artikel 7, dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 2010; 2o artikel 14, dat uitwerking heeft met ingang van 20 december 2010. Art. 23. Opheffingsbepaling. Volgende regelingen worden opgeheven : 1o het besluit van de Executieve van 18 september 1985 betreffende de ondersteuning van initiatieven die tot de ontplooiing van het gezinsleven en de bevordering van de gezondheidszorg bijdragen; 2o het besluit van de Executieve van 23 augustus 1988 houdende verlening van een bevorderingskrediet ten gunste van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp; 3o het besluit van de Executieve van 23 augustus 1988 tot vastlegging van de subsidiëring van coördinatieactiviteiten ten gunste van erkende diensten voor gezins- en bejaardenhulp, gewijzigd bij de besluiten van 17 december 1998 en 29 maart 2000; 4o het besluit van de Executieve van 23 augustus 1988 tot vastlegging van de subsidiëring van de voortdurende vorming ten gunste van de erkende diensten voor gezins- en bejaardenhulp, gewijzigd bij de besluiten van 10 december 1997 en 17 december 1998; 5o het besluit van de Executieve van 23 augustus 1988 tot vastlegging der modaliteiten van de aanvraag om subsidies door erkende diensten voor gezins- en bejaardenhulp; 6o het besluit van de Executieve van 23 augustus 1988 tot vastlegging van het forfaitaire uurbedrag van de tegemoetkoming in de loon- en werkingskosten van de erkende diensten voor gezins- en bejaardenhulp, gewijzigd bij het besluit van 22 juni 2001. Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. Eupen, 14 februari 2011. K.-H. LAMBERTZ, Minister-President, Minister van Lokale Besturen O. PAASCH, Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid Mevr. I. WEYKMANS, Minister van Cultuur, Media en Toerisme H. MOLLERS, Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden

Nota

Zitting 2010-2011. Parlementaire stukken : 60 (2010-2011), nr. 1. Voorstel van decreet. 60 (2010-2011), nr. 2-4. Voorstellen tot wijziging. 60 (2010-2011), nr. 5. Verslag. 60 (2010-2011), nr. 6. Voorstellen tot wijziging van de door de commissie aangenomen tekst. Integraal verslag : 14 februari 2011, nr. 21. Bespreking en aanneming.

21385

21386


AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


[2011/00125]

[2011/00125] Personnel. — Nominations

Personeel. — Benoemingen

Par arrêté royal du 23 novembre 2010, Mme Aline Lacroix est nommée en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1, au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 16 avril 2010.

Bij koninklijk besluit van 23 november 2010 wordt Mevr. Aline Lacroix, benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1, bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 16 april 2010.

Par arrêté royal du 23 novembre 2010, Mme Sophie Lobet est nommée en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 1er mai 2010.

Bij koninklijk besluit van 23 november 2010 wordt Mevr. Sophie Lobet benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 1 mei 2010.

Par arrêté royal du 23 novembre 2010, Mme Florence Angelici est nommée en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 1er juillet 2010.

Bij koninklijk besluit van 23 november 2010 wordt Mevr. Florence Angelici benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 1 juli 2010.

Par arrêtes royaux du 23 novembre 2010, Mme Coralie Lepage et Mme Amel Lahiani sont nommées en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1, au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 1er août 2010.

Bij koninklijke besluiten van 23 november 2010 worden Mevr. Coralie Lepage en Mevr. Amel Lahiani benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1, bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 1 augustus 2010.

Par arrêtés royaux du 23 novembre 2010, Mme Yasmine Staelens, Mme Christine Deknop, Mme Bunna Tea, Mme Natacha Maloteaux, Mme Aude Joly, Mme Dihomo Djongakodi-Yoto, Mme Juliette Kavaruganda, Mme Isabelle Minicucci, Mme Teresa Yates, Mme Enanga Mbungani, Mme Muriel Fremal et Mme Nathalie Triest sont nommées en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1, au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 1er septembre 2010.

Bij koninklijke besluiten van 23 november 2010 worden Mevr. Yasmine Staelens, Mevr. Christine Deknop, Mevr. Bunna Tea, Mevr. Natacha Maloteaux, Mevr. Aude Joly, Mevr. Dihomo Djongakodi-Yoto, Mevr. Juliette Kavaruganda, Mevr. Isabelle Minicucci, Mevr. Teresa Yates, Mevr. Enanga Mbungani, Mevr. Muriel Fremal en Mevr. Nathalie Triest benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1, bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 1 september 2010.

Par arrêtés royaux du 23 novembre 2010, M. Khalid Bakhat, M. Olivier Roderbourg, M. Christophe Orban, M. Nicolas Baudinet, M. Jérôme Noel, M. Xavier Lejeune, M. Thierry Noel, M. Bob Andre et M. Brieux Dumont sont nommés en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 1er septembre 2010.

Bij koninklijke besluiten van 23 november 2010 worden de heer Khalid Bakhat, de heer Olivier Roderbourg, de heer Christophe Orban, de heer Nicolas Baudinet, de heer Jérôme Noel, de heer Xavier Lejeune, de heer Thierry Noel, de heer Bob Andre en de heer Brieuc Dumont benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 1 september 2010.

Par arrêtés royaux du 24 novembre 2010, Mme Marie Lecomte, Mme Maryvonne Jacquemin et Mme Diku Meta sont nommées en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1, au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 1er septembre 2010. Par arrêté royal du 5 décembre 2010, Mme Nathalie Godart, est nommée en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1, au Service public fédéral Interieur, Services régionaux, à partir du 1er septembre 2010.

Bij koninklijke besluiten van 24 november 2010 worden Mevr. Marie Lecomte, Mevr. Maryvonne Jacquemin en Mevr. Diku Meta benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1, bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 1 september 2010. Bij koninklijk besluit van 5 december 2010 wordt Mevr. Nathalie Godart benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1, bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Regionale Diensten, met ingang van 1 september 2010. Bij koninklijk besluit van 8 december 2010 wordt Mevr. Céline Delarue benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1, bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 1 september 2010. Bij koninklijk besluit van 8 december 2010 wordt Mevr. América Riveros benoemd tot rijksambtenaar in klasse A1, bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Centrale Diensten, Franstalig kader, met ingang van 1 oktober 2010.

Par arrêté royal du 8 décembre 2010, Mme Céline Delarue est nommée en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1, au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 1er septembre 2010. Par arrêté royal du 8 décembre 2010, Mme América Riveros est nommée en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A1, au Service public fédéral Intérieur, Services centraux, cadre linguistique français, à partir du 1er octobre 2010.


21387

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C − 2011/00169]

[C − 2011/00169] Personnel. — Nominations

Personeel. — Benoemingen

Par arrêté royal du 23 février 2011, Mme Karolien Journee et Mme Veerle Jordant sont nommées en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, services centraux, cadre linguistique néerlandais, à partir du 1er décembre 2010.

Bij koninklijk besluit van 23 februari 2011 worden Mevr. Karolien Journee en Mevr. Veerle Jordant benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, centrale diensten, Nederlands taalkader met ingang van 1 december 2010.

Par arrêté royal du 23 février 2011, M. Jeroen Jans est nommé en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, services centraux, cadre linguistique néerlandais, à partir du 1er octobre 2010.

Bij koninklijk besluit van 23 februari 2011 wordt de heer Jeroen Jans benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, centrale diensten, Nederlands taalkader met ingang van 1 oktober 2010.

Par arrêté royal du 23 février 2011, Mme Laurence Decroos est nommée en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, services centraux, cadre linguistique néerlandais, à partir du 4 décembre 2010.

Bij koninklijk besluit van 23 februari 2011 wordt Mevr. Laurence Decroos benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, centrale diensten, Nederlands taalkader met ingang van 4 december 2010.

Par arrêté royal du 23 février 2011, Mme Wendy Van Doorneveldt est nommée en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, services centraux, cadre linguistique néerlandais, à partir du 1er septembre 2010.

Bij koninklijk besluit van 23 februari 2011 wordt Mevr. Wendy Van Doorneveldt benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, centrale diensten, Nederlands taalkader met ingang van 1 september 2010.

Par arrêté royal du 23 février 2011, Mme Katrien Jansseune est nommée en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, services centraux, cadre linguistique néerlandais, à partir du 17 décembre 2010.

Bij koninklijk besluit van 23 februari 2011 wordt Mevr. Katrien Jansseune benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, centrale diensten, Nederlands taalkader met ingang van 17 december 2010.

Par arrêté royal du 23 février 2011, M. Marc Verburgh est nommé en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public fédéral Intérieur, services régionaux, à partir du 1er mars 2007.

Bij koninklijk besluit van 23 februari 2011 wordt de heer Marc Verburgh benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, regionale diensten, met ingang van 1 maart 2007.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE [2011/200282] 13 MARS 2011. — Arrêté royal portant remplacement d’un membre du Conseil national du Travail ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [2011/200282] 13 MAART 2011. — Koninklijk besluit houdende vervanging van een lid van de Nationale Arbeidsraad ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi organique du 29 mai 1952 du Conseil national de Travail, article 2, remplacé par la loi du 30 décembre 2009 portant des dispositions diverses, et article 5, modifié par la loi du 27 juillet 1979;

Gelet op de wet van 29 mei 1952 tot inrichting van de Nationale Arbeidsraad, artikel 2, vervangen bij de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen, en artikel 5, gewijzigd bij de wet van 27 juli 1979;

Vu l’arrêté royal du 24 juin 1952 déterminant les modalités de présentation des membres du Conseil national du Travail, modifié par l’arrêté royal du 4 mars 2010;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 juni 1952 tot bepaling van de modaliteiten van de voordracht van de leden van de Nationale Arbeidsraad, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 2010;

Vu l’arrêté royal du 4 mars 2010 établissant la répartition des mandats pour les organisations les plus représentatives des travailleurs au sein du Conseil national du Travail;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 maart 2010 tot verdeling van de mandaten van de meest representatieve werknemersorganisaties in de Nationale Arbeidsraad;

Vu l’arrêté royal du 22 avril 2010 nommant les membres du Conseil national du Travail;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 2010 tot benoeming van de leden van de Nationale Arbeidsraad;

Considérant qu’il y a lieu de pourvoir au remplacement d’un membre de ce Conseil;

Overwegende dat er aanleiding toe bestaat een lid van deze Raad te vervangen;

Vu les présentations faites par une des organisations les plus représentatives de travailleurs;

Gelet op de voordracht gedaan door een der meest representatieve werknemersorganisaties;

21388

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Op de voordracht van de Minister van Werk,

Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi,

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2011. Art. 3. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 13 mars 2011.

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De heer Paul LOOTENS, te Pont-à-Celles, wordt, als vertegenwoordiger van een der meest representatieve werknemersorganisaties, tot plaatsvervangend lid benoemd van de Nationale Arbeidsraad, ter vervanging van de heer Jacques MICHIELS, te Namen, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen. Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011. Art. 3. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 13 maart 2011.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. M. Paul LOOTENS, à Pont-à-Celles, est nommé, en qualité de représentant d’une des organisations les plus représentatives de travailleurs, membre suppléant du Conseil national du Travail, en remplacement de M. Jacques MICHIELS à Namur, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [2011/200283]

[2011/200283] 13 MARS 2011. — Arrêté royal portant remplacement d’un membre du Conseil national du Travail ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

13 MAART 2011. — Koninklijk besluit houdende vervanging van een lid van de Nationale Arbeidsraad ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi organique du 29 mai 1952 du Conseil national de Travail, article 2, remplacé par la loi du 30 décembre 2009 portant des dispositions diverses, et article 5, modifié par la loi du 27 juillet 1979;

Gelet op de wet van 29 mei 1952 tot inrichting van de Nationale Arbeidsraad, artikel 2, vervangen bij de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen, en artikel 5, gewijzigd bij de wet van 27 juli 1979;

Vu l’arrêté royal du 24 juin 1952 déterminant les modalités de présentation des membres du Conseil national du Travail, modifié par l’arrêté royal du 4 mars 2010;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 juni 1952 tot bepaling van de modaliteiten van de voordracht van de leden van de Nationale Arbeidsraad, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 2010;

Vu l’arrêté royal du 4 mars 2010 établissant la répartition des mandats pour les organisations les plus représentatives des travailleurs au sein du Conseil national du Travail;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 maart 2010 tot verdeling van de mandaten van de meest representatieve werknemersorganisaties in de Nationale Arbeidsraad;

Vu l’arrêté royal du 22 avril 2010 nommant les membres du Conseil national du Travail;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 2010 tot benoeming van de leden van de Nationale Arbeidsraad;

Considérant qu’il y a lieu de pourvoir au remplacement d’un membre de ce Conseil;

Overwegende dat er aanleiding toe bestaat een lid van deze Raad te vervangen;

Vu les présentations faites par l’une des organisations les plus représentatives d’employeurs;

Gelet op de voordracht gedaan door een der meest representatieve werkgeversorganisaties;

Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. M. Geert VERSCHRAEGEN , à Aalter, est nommé, en qualité de représentant d’une des organisations les plus représentatives d’employeurs, membre effectif du Conseil national du Travail, en remplacement de M. Stephan VANHAVERBEKE à Oud-Heverlee, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur. Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2011. Art. 3. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 13 mars 2011.

ALBERT

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De heer Geert VERSCHRAEGEN , te Aalter, wordt, als vertegenwoordiger van een der meest representatieve werkgeversorganisaties, tot werkend lid benoemd van de Nationale Arbeidsraad, ter vervanging van de heer Stephan VANHAVERBEKE te Oud-Heverlee , van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen. Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011. Art. 3. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 13 maart 2011.

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

21389

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [2011/201535]

[2011/201535] Direction générale Relations collectives de travail Arrêtés concernant les membres des commissions paritaires

Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen Besluiten betreffende de leden van de paritaire comités

Commission paritaire auxiliaire pour ouvriers

Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, M. Angelo BASILE, à Manage, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de la Commission paritaire auxiliaire pour ouvriers, en remplacement de M. Michel GOLDMANN, à Mettet, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt de heer Angelo BASILE, te Manage, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, ter vervanging van de heer Michel GOLDMANN, te Mettet, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.

Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de calcaire non taillé et des fours à chaux, des carrières de dolomies et des fours à dolomies de tout le territoire du Royaume

Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011 : M. Hugues JUDONG, à Chaudfontaine, est nommé, en qualité de représentant de l’organisation d’employeurs, membre effectif de la Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de calcaire non taillé et des fours à chaux, des carrières de dolomies et des fours à dolomies de tout le territoire du Royaume, en remplacement de M. François HERMESSE, à Ans, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur; MM. Michel CALOZET, à Etterbeek, Yves VIATOUR, à Charleroi, Carlo MORETTIN, à Fontaine-l’Evêque et Bertrand LEJEUNE, à Wellin, sont nommés, en qualité de représentants de l’organisation d’employeurs, membres suppléants de cette sous-commission, en remplacement respectivement de Mme Anne VAN DER SMISSEN, à Braine-l’Alleud, MM. Benoît VERLINDEN, à Watermael-Boitsfort, Eric LOURTIE, à Les Bons Villers et Pierre-Christophe VANVLODORP, à SommeLeuze dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui les avait présentés; ils achèveront le mandat de leurs prédécesseurs.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011 : wordt de heer Hugues JUDONG, te Chaudfontaine, als vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie, tot gewoon lid benoemd van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, ter vervanging van de heer François HERMESSE, te Ans, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen; worden de heren Michel CALOZET, te Etterbeek, Yves VIATOUR, te Charleroi, Carlo MORETTIN, te Fontaine-l’Evêque, en Bertrand LEJEUNE, te Wellin, als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangende leden benoemd van dit subcomité, respectievelijk ter vervanging van Mevr. Anne VAN DER SMISSEN, te Eigenbrakel, de heren Benoît VERLINDEN, te Watermaal-Bosvoorde, Eric LOURTIE, te Les Bons Villers en Pierre-Christophe VANVLODORP, te Somme-Leuze, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hen had voorgedragen; zij zullen het mandaat van hun voorgangers voleindigen.

Commission paritaire de l’industrie céramique

Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme An VANEMPTEN, à Genk, et M. Godefridus JANSSEN, à Hechtel-Eksel, sont nommés, en qualité de représentants de l’organisation d’employeurs, membres suppléants de la Commission paritaire de l’industrie céramique, en remplacement respectivement de MM. Francis COLLIGNON, à Zonhoven, et Jozef PAREDIS, à Hasselt, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui les avait présentés; ils achèveront le mandat de leurs prédécesseurs.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, worden Mevr. An VANEMPTEN, te Genk, en de heer Godefridus JANSSEN, te Hechtel-Eksel, als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangende leden benoemd van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, respectievelijk ter vervanging van de heren Francis COLLIGNON, te Zonhoven, en Jozef PAREDIS, te Hasselt, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hen had voorgedragen; zij zullen het mandaat van hun voorgangers voleindigen.

Commission paritaire de l’industrie chimique

Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Ellen DE LAENDER, à Zottegem, est nommée, en qualité de représentante de l’organisation d’employeurs, membre suppléant de la Commission paritaire de l’industrie chimique, en remplacement de M. Pierre BAUJARD, à Etterbeek, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt Mevr. Ellen DE LAENDER, te Zottegem, als vertegenwoordigster van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, ter vervanging van de heer Pierre BAUJARD, te Etterbeek, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen.

21390

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Commission paritaire pour le commerce de combustibles

Paritair Comité voor de handel in brandstoffen

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Evy SMETS, à Beringen, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation d’employeurs, membre suppléant de la Commission paritaire pour le commerce de combustibles, en remplacement de M. Jozef RULAND, à Hasselt, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt Mevr. Evy SMETS, te Beringen, als vertegenwoordigster van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, ter vervanging van de heer Jozef RULAND, te Hasselt, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen.

Sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la Flandre orientale

Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011 : Mme Katrien VERWIMP, à Vilvorde, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation de travailleurs, membre effectif de la Sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la Flandre orientale, en remplacement de M. Marc HEYNDRICKX, à Zaventem, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur; M. Johan OPSOMER, à Ledegem, membre suppléant de cette sous-commission, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre effectif de cette sous-commission, en remplacement de M. Raphael WOUTERS, à Anvers, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur; M. Simon DE GELDER, à Louvain, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de cette sous-commission, en remplacement de M. Johan OPSOMER, à Ledegem, qui est nommé membre effectif; il achèvera le mandat de son prédécesseur; M. Jan SANNEN, à Westerlo, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de cette souscommission, en remplacement de M. Dirk CLAEYS, à Gand, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011 : wordt Mevr. Katrien VERWIMP, te Vilvoorde, als vertegenwoordigster van een werknemersorganisatie, tot gewoon lid benoemd van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van OostVlaanderen, ter vervanging van de heer Marc HEYNDRICKX, te Zaventem, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen; wordt de heer Johan OPSOMER, te Ledegem, plaatsvervangend lid van dit subcomité, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot gewoon lid benoemd van dit subcomité, ter vervanging van de heer Raphael WOUTERS, te Antwerpen, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen; wordt de heer Simon DE GELDER, te Leuven, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van dit subcomité, ter vervanging van de heer Johan OPSOMER, te Ledegem, die tot gewoon lid wordt benoemd; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen; wordt de heer Jan SANNEN, te Westerlo, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van dit subcomité, ter vervanging van de heer Dirk CLAEYS, te Gent, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.

Commission paritaire de l’industrie des cuirs et peaux et des produits de remplacement

Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Wendy VAN HAUT, à Alost, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de la Commission paritaire de l’industrie des cuirs et peaux et des produits de remplacement, en remplacement de Mme Annick CANNAERT, à Denderleeuw, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présentée; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt Mevr. Wendy VAN HAUT, te Aalst, als vertegenwoordigster van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten, ter vervanging van Mevr. Annick CANNAERT, te Denderleeuw, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die haar had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorgangster voleindigen.

Sous-commission paritaire de l’industrie de la chaussure, des bottiers et des chausseurs

Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Wendy VAN HAUT, à Alost, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de la Sous-commission paritaire de l’industrie de la chaussure, des bottiers et des chausseurs, en remplacement de Mme Annick CANNAERT, à Denderleeuw, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présentée; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt Mevr. Wendy VAN HAUT, te Aalst, als vertegenwoordigster van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, ter vervanging van Mevr. Annick CANNAERT, te Denderleeuw, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die haar had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorgangster voleindigen.

Sous-commission paritaire de la sellerie, de la fabrication de courroies et d’articles industriels en cuir

Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Wendy VAN HAUT, à Alost, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de la Sous-commission paritaire de la sellerie, de la

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt Mevr. Wendy VAN HAUT, te Aalst, als vertegenwoordigster van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder,


21391

fabrication de courroies et d’articles industriels en cuir, en remplacement de Mme Annick CANNAERT, à Denderleeuw, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présentée; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

ter vervanging van Mevr. Annick CANNAERT, te Denderleeuw, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die haar had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorgangster voleindigen.

Commission paritaire pour la production des pâtes, papiers et cartons

Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011 : M. Guillaume HAELDERMANS, à Bilzen, membre suppléant de la Commission paritaire pour la production des pâtes, papiers et cartons, est nommé, en qualité de représentant de l’organisation d’employeurs, membre effectif de cette commission, en remplacement de M. Pascal DUBUSSY, à Pepinster, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur; M. Pierre STAQUET, à Nivelles, est nommé, en qualité de représentant de l’organisation d’employeurs, membre suppléant de cette commission, en remplacement de M. Guillaume HAELDERMANS, à Bilzen, qui est nommé membre effectif; il achèvera le mandat de son prédécesseur; M. Wim UITTENHOVE, à Gand, est nommé, en qualité de représentant de l’organisation d’employeurs, membre suppléant de cette commission, en remplacement de M. Kurt DE BECKER, à Haacht, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011 : wordt de heer Guillaume HAELDERMANS, te Bilzen, plaatsvervangend lid van het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, als vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie, tot gewoon lid benoemd van dit comité, ter vervanging van de heer Pascal DUBUSSY, te Pepinster, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen; wordt de heer Pierre STAQUET, te Nijvel, als vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van dit comité, ter vervanging van de heer Guillaume HAELDERMANS, te Bilzen, die tot gewoon lid wordt benoemd; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen; wordt de heer Wim UITTENHOVE, te Gent, als vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van dit comité, ter vervanging van de heer Kurt DE BECKER, te Haacht, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.

Commission paritaire de l’imprimerie, des arts graphiques et des journaux

Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011 : Mme Ilse STRAETMAN, à Hamme, membre suppléant de la Commission paritaire de l’imprimerie, des arts graphiques et des journaux, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation d’employeurs, membre effectif de cette commission, en remplacement de M. Karel MERTENS, à Zaventem, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur; M. Stijn LONCKE, à Louvain, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation d’employeurs, membre suppléant de cette commission, en remplacement de Mme Ilse STRAETMAN, à Hamme, qui est nommée membre effectif; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011 : wordt Mevr. Ilse STRAETMAN, te Hamme, plaatsvervangend lid van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, als vertegenwoordigster van een werkgeversorganisatie, tot gewoon lid benoemd van dit comité, ter vervanging van de heer Karel MERTENS, te Zaventem, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen; wordt de heer Stijn LONCKE, te Leuven, als vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van dit comité, ter vervanging van Mevr. Ilse STRAETMAN, te Hamme, die tot gewoon lid wordt benoemd; hij zal het mandaat van zijn voorgangster voleindigen.

Commission paritaire de l’imprimerie, des arts graphiques et des journaux

Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, M. Paul DE LOCHT, à Anvers, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de la Commission paritaire de l’imprimerie, des arts graphiques et des journaux, en remplacement de M. Victor VAN BEYLEN, à Willebroek, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt de heer Paul DE LOCHT, te Antwerpen, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, ter vervanging van de heer Victor VAN BEYLEN, te Willebroek, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.

Commission paritaire pour employés de l’industrie chimique

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Ellen DE LAENDER, à Zottegem, est nommée, en qualité de représentante de l’organisation d’employeurs, membre suppléant de la Commission paritaire pour employés de l’industrie chimique, en remplacement de M. Pierre BAUJARD, à Etterbeek, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt Mevr. Ellen DE LAENDER, te Zottegem, als vertegenwoordigster van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, ter vervanging van de heer Pierre BAUJARD, te Etterbeek, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen.

21392


Commission paritaire pour employés de l’industrie chimique

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, M. Werner SELS, à Ranst, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre effectif de la Commission paritaire pour employés de l’industrie chimique, en remplacement de M. Frans GEERTS, à Oud-Turnhout, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt de heer Werner SELS, te Ranst, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot gewoon lid benoemd van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, ter vervanging van de heer Frans GEERTS, te OudTurnhout, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.

Commission paritaire pour les employés de la sidérurgie

Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011 : M. Dominique SELBIANI, à Visé, et Mme Kristel NEERINCKX, à Gand, membres suppléants de la Commission paritaire pour les employés de la sidérurgie, sont nommés, en qualité de représentants de l’organisation d’employeurs, membres effectifs de cette commission, en remplacement respectivement de MM. André LECLERCQ-ADAM, à Waterloo, et Geert VAN POELVOORDE, à Maldegem, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui les avait présentés; ils achèveront le mandat de leurs prédécesseurs;

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011 : worden de heer Dominique SELBIANI, te Wezet, en Mevr. Kristel NEERINCKX, te Gent, plaatsvervangende leden van het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid, als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie, tot gewone leden benoemd van dit comité, respectievelijk ter vervanging van de heren André LECLERCQADAM, te Waterloo, en Geert VAN POELVOORDE, te Maldegem, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hen had voorgedragen; zij zullen het mandaat van hun voorgangers voleindigen; worden de heren Wim VAN GERVEN, te Wachtebeke, en Diederik VAN DUN, te Hasselt, als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie, tot gewone leden benoemd van dit comité, respectievelijk ter vervanging van de heren Marc VEREECKE, te Evergem, en Marc DEDECKER, te Zutendaal, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hen had voorgedragen; zij zullen het mandaat van hun voorgangers voleindigen; worden Mevrn. Bernadette MARENNE, te Beyne-Heusay, en Annelies LEUNIS, te Dendermonde, als vertegenwoordigsters van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangende leden benoemd van dit comité, respectievelijk ter vervanging van de heer Dominique SELBIANI, te Wezet, en Mevr. Kristel NEERINCKX, te Gent, die tot gewone leden worden benoemd; zij zullen het mandaat van hun voorgangers voleindigen; wordt de heer Xavier CULOT, te Terhulpen, als vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van dit comité, ter vervanging van de heer David VANHOEBROEK, te Fleurus, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.

MM. Wim VAN GERVEN, à Wachtebeke, et Diederik VAN DUN, à Hasselt, sont nommés, en qualité de représentants de l’organisation d’employeurs, membres effectifs de cette commission, en remplacement respectivement de MM. Marc VEREECKE, à Evergem, et Marc DEDECKER, à Zutendaal, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui les avait présentés; ils achèveront le mandat de leurs prédécesseurs; Mmes Bernadette MARENNE, à Beyne-Heusay, et Annelies LEUNIS, à Termonde, sont nommées, en qualité de représentantes de l’organisation d’employeurs, membres suppléants de cette commission, en remplacement respectivement de M. Dominique SELBIANI, à Visé, et Mme Kristel NEERINCKX, à Gand, qui sont nommés membres effectifs; elles achèveront le mandat de leurs prédécesseurs; M. Xavier CULOT, à La Hulpe, est nommé, en qualité de représentant de l’organisation d’employeurs, membre suppléant de cette commission, en remplacement de M. David VANHOEBROEK, à Fleurus, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné

Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, M. Leo VAN DEN BERGH, à Willebroek, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre effectif de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, en remplacement de Mme Marianne COOPMAN, à Anvers, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présentée; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt de heer Leo VAN DEN BERGH, te Willebroek, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot gewoon lid benoemd van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, ter vervanging van Mevr. Marianne COOPMAN, te Antwerpen, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die haar had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorgangster voleindigen.

Commission paritaire pour les employés du commerce international, du transport et de la logistique

Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Aurore PLISNIER, à Woluwe-Saint-Pierre, MM. Dirk VANHAEREN, à Wemmel, et Raymond TROCH, à SintAmands, sont nommés, en qualité de représentants de l’organisation d’employeurs, membres suppléants de la Commission paritaire pour les employés du commerce international, du transport et de la logistique, en remplacement respectivement de Mme Sara MERTENS, à Anvers, MM. Patrick FRANSSEN, à Woluwe-Saint-Pierre, et Marc VANDERSTEEN, à Bruges, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui les avait présentés; ils achèveront le mandat de leurs prédécesseurs.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, worden Mevr. Aurore PLISNIER, te Sint-PietersWoluwe, de heren Dirk VANHAEREN, te Wemmel, en Raymond TROCH, te Sint-Amands als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangende leden benoemd van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, respectievelijk ter vervanging van Mevr. Sara MERTENS, te Antwerpen, de heren Patrick FRANSSEN, te Sint-Pieters-Woluwe, en Marc VANDERSTEEN, te Brugge, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hen had voorgedragen; zij zullen het mandaat van hun voorgangers voleindigen.


21393

Sous-commission paritaire pour le port de Gand

Paritair Subcomité voor de haven van Gent

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, M. Dirk STEVENS, à Gand, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de la Sous-commission paritaire pour le port de Gand, en remplacement de M. Roger TERRYN, à Merelbeke, membre suppléant décédé, dont il achèvera le mandat.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt de heer Dirk STEVENS, te Gent, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Subcomité voor de haven van Gent, ter vervanging van de heer Roger TERRYN, te Merelbeke, overleden plaatsvervangend lid, van wie het mandaat hij zal voleindigen.

Sous-commission paritaire pour la production de films

Paritair Subcomité voor de filmproductie

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Véronique ANSELME, à Herent, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation d’employeurs, membre effectif de la Sous-commission paritaire pour la production de films, en remplacement de M. Luc VAN BOXEL, à Saint-Gilles, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt Mevr. Véronique ANSELME, te Herent, als vertegenwoordigster van de werkgeversorganisatie, tot gewoon lid benoemd van het Paritair Subcomité voor de filmproductie, ter vervanging van de heer Luc VAN BOXEL, te Sint-Gillis, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen.

Sous-commission paritaire des compagnies aériennes

Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, Mme Anne DAVREUX, à Schaerbeek, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation d’employeurs, membre effectif de la Sous-commission paritaire des compagnies aériennes, en remplacement de M. Jan ALEN, à Lubbeek, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt Mevr. Anne DAVREUX, te Schaarbeek, als vertegenwoordigster van de werkgeversorganisatie, tot gewoon lid benoemd van het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen, ter vervanging van de heer Jan ALEN, te Lubbeek, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen.

Commission paritaire pour les entreprises de travail adapté et les ateliers sociaux

Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, M. Philippe CONTENT, à Amay, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de la Commission paritaire pour les entreprises de travail adapté et les ateliers sociaux, en remplacement de M. Manuel FERNANDEZ CORRALES, à Tubize, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt de heer Philippe CONTENT, te Amay, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, ter vervanging van de heer Manuel FERNANDEZ CORRALES, te Tubeke, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.

Sous-commission paritaire pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française

Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, M. Pol GILLES, à Aywaille, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de la Sous-commission paritaire pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française, en remplacement de M. Manuel CORRALES FERNANDEZ, à Tubize, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt de heer Pol GILLES, te Aywaille, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, ter vervanging van de heer Manuel CORRALES FERNANDEZ, te Tubeke, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.

Sous-commission paritaire pour les entreprises de travail adapté de la Région wallonne et de la Communauté germanophone

Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011 : Mme Isabelle PARENT, à Charleroi, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation de travailleurs, membre effectif de la Sous-commission paritaire pour les entreprises de travail adapté de la Région wallonne et de la Communauté germanophone, en remplacement de M. Patrick VANDENBERGHE, à Bruges, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur;

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011 : wordt Mevr. Isabelle PARENT, te Charleroi, als vertegenwoordigster van een werknemersorganisatie, tot gewoon lid benoemd van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, ter vervanging van de heer Patrick VANDENBERGHE, te Brugge, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen;

21394


Mme Anne-Françoise LESCEUX, à Marche-en-Famenne, est nommée, en qualité de représentante d’une organisation de travailleurs, membre suppléant de cette sous-commission, en remplacement de M. Philippe CONTENT, à Amay, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; elle achèvera le mandat de son prédécesseur.

wordt Mevr. Anne-Françoise LESCEUX, te Marche-en-Famenne, als vertegenwoordigster van een werknemersorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van dit subcomité, ter vervanging van de heer Philippe CONTENT, te Amay, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; zij zal het mandaat van haar voorganger voleindigen.

Commission paritaire des établissements et des services de santé

Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten

Par arrêté du Directeur général du 3 mars 2011, qui entre en vigueur le 10 mars 2011, M. Denis HENRARD, à Wanze, est nommé, en qualité de représentant d’une organisation d’employeurs, membre suppléant de la Commission paritaire des établissements et des services de santé, en remplacement de M. Jean-Noël HENRARD, à Namur, dont le mandat a pris fin à la demande de l’organisation qui l’avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.

Bij besluit van de Directeur-generaal van 3 maart 2011, dat in werking treedt op 10 maart 2011, wordt de heer Denis HENRARD, te Wanze, als vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie, tot plaatsvervangend lid benoemd van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, ter vervanging van de heer Jean-Noël HENRARD, te Namen, van wie het mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.



[C − 2011/22124] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Groupe de direction de l’accréditation, institué auprès du Service des soins de santé. — Nomination de membres

[C − 2011/22124] Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Accrediteringsstuurgroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Benoeming van leden

Par arrêté royal du 17 mars 2011, sont nommés membres du Groupe de direction de l’accréditation, institué auprès du Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, en tant que représentants les organisations professionnelles représentatives des médecins, à partir du 30 septembre 2010 : 1° médecins généralistes agréés : MM. BAUVAL, M., MOUAWAD, F., SCHEVENEELS, D. et VERMEYLEN, M., en qualité de membres effectifs et MM. BLONDA, Q., DE ROECK, M., DRIELSMA, P., LECLERCQ, D. et LEMYE, R., en qualité de membres suppléants; 2° médecins spécialistes : MM. BERNARD, D., LEONARD, J.-P., MOENS, M. et ZIEGELS, P., en qualité de membres effectifs et MM. DEMEERE, J.-L., FONZE, V., KANFAOUI, A. et VAN DRIESSCHE, R., en qualité de membres suppléants.

Bij koninklijk besluit van 17 maart 2011, worden benoemd tot leden van de Accrediteringsstuurgroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, als vertegenwoordigers van de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren, vanaf 30 september 2010 : 1° erkende huisartsen : de heren BAUVAL, M., MOUAWAD, F., SCHEVENEELS, D. en VERMEYLEN, M., in de hoedanigheid van werkende leden en de heren BLONDA, Q., DE ROECK, M., DRIELSMA, P., LECLERCQ, D. en LEMYE, R., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden; 2° geneesheren-specialisten : de heren BERNARD, D., LEONARD, J.-P., MOENS, M. en ZIEGELS, P., in de hoedanigheid van werkende leden en de heren DEMEERE, J.-L., FONZE, V., KANFAOUI, A. en VAN DRIESSCHE, R., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden.

Par le même arrêté, sont nommés membres dudit Groupe de direction, à partir de la date de cette publication, en tant que représentants les organisations professionnelles représentatives des médecins : 1° médecins généralistes agréés : MM. PIROTTE, R. et TOUSSAINT, D., en qualité de membres effectifs, en remplacement respectivement de MM. SCHRAEPEN, G. et BOULANGER, S.; 2° médecins spécialistes : MM. GRYSOLLE, Y. et MAES, E., en qualité de membres effectifs, en remplacement respectivement de MM. PORIAU, S. et VAN HECKE, W.;

Bij hetzelfde besluit worden benoemd tot leden bij voornoemde stuurgroep, vanaf de datum van deze bekendmaking, als vertegenwoordigers van de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren :

MM. BRAUNER, J. et VAN HECKE, W., en qualité de membres suppléants, en remplacement respectivement de MM. DE SCHOUWER, P. et DEBOIS, J.

1° erkende huisartsen : de heren PIROTTE, R. en TOUSSAINT, D., in de hoedanigheid van werkende leden, ter vervanging van respectievelijk de heren SCHRAEPEN, G. en BOULANGER, S.; 2° geneesheren-specialisten : de heren GRYSOLLE, Y. en MAES, E., in de hoedanigheid van werkende leden, ter vervanging van respectievelijk de heren PORIAU, S. en VAN HECKE, W.; de heren BRAUNER, J. en VAN HECKE, W., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, ter vervanging van respectievelijk de heren DE SCHOUWER, P. en DEBOIS, J.



[C − 2011/22122] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil technique médical, institué auprès du Service des indemnités. — Démission et nomination de membres

[C − 2011/22122] Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Technisch medische raad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. — Ontslag en benoeming van leden

Par arrêté royal du 17 mars 2011, qui entre en vigueur le jour de la présente publication, démission honorable de leurs fonctions de membres du Conseil technique médical, institué auprès du Service des indemnités de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, est accordée à M. OLIN, J., membre effectif et à Mme FERON, D., membre suppléant.

Bij koninklijk besluit van 17 maart 2011, dat in werking treedt de dag van deze bekendmaking, wordt eervol ontslag uit hun functies van leden van de Technisch medische raad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, verleend aan de heer OLIN, J., werkend lid en aan Mevr. FERON, D., plaatsvervangend lid.

21395

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Par le même arrêté, sont nommés audit Conseil, au titre de représentants d’un organisme assureur, Mme FERON, D., en qualité de membre effectif et M. WILMET, E., en qualité de membre suppléant, en remplacement respectivement de M. OLIN, J. et de Mme FERON, D., dont ils achèveront les mandats.

Bij hetzelfde besluit, worden benoemd bij genoemde raad, als vertegenwoordigers van een verzekeringsinstelling, Mevr. FERON, D., in de hoedanigheid van werkend lid en de heer WILMET, E., in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid, ter vervanging van respectievelijk de heer OLIN, J. en Mevr. FERON, D., wier mandaten zij zullen voleindigen.



[C − 2011/22123] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Groupe de direction de l’accréditation, institué auprès du Service des soins de santé. — Renouvellement de mandats et nomination de membres

[C − 2011/22123] Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Accrediteringsstuurgroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Hernieuwing van mandaten en benoeming van leden

Par arrêté royal du 17 mars 2011, sont renouvelés pour un terme de quatre ans, prenant cours le 30 septembre 2010, en qualité de membres du Groupe de direction de l’accréditation, institué auprès du Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, les mandats de : - MM. DE BACKER, W. et KARTOUNIAN, H., en qualité de membres effectifs et MM. PELEMAN, R. et VAN ROYEN, P., en qualité de membres suppléants, au titre de représentants des universités belges; - Mme VAN de VLOED, O. et MM. MEGANCK, M. et OP DE BEECK, B., en qualité de membres effectifs et Mme MATTHYS, F. et M. VAN OBBERGH, L., en qualité de membres suppléants, au titre de représentants des organisations scientifiques médicales;

Bij koninklijk besluit van 17 maart 2011, worden hernieuwd voor een termijn van vier jaar, ingaande op 30 september 2010, als leden van de Accrediteringsstuurgroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, de mandaten van : - de heren DE BACKER, W. en KARTOUNIAN, H., in de hoedanigheid van werkende leden en de heren PELEMAN, R. en VAN ROYEN, P., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van Belgische universiteiten; - Mevr. VAN de VLOED, O. en de heren MEGANCK, M. en OP DE BEECK, B., in de hoedanigheid van werkende leden en Mevr. MATTHYS, F. en de heer VAN OBBERGH, L., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van wetenschappelijke geneeskundige verenigingen; - de dames BONNEWYN, C., FERON, D. en VAN ROMPAEY, B. en de heren BOYDENS, J., COOLS, L., HILKENS, M., NELIS, G., SCHUHMANN, M., SUMKAY, F., VAN DEN OEVER, R. en VANSTECHELMAN, R., in de hoedanigheid van werkende leden en de dames DOYE, L. en DUYCK, M. en de heren BAEYENS, P., BOLY, J., CLINCKERS, C., KENNES, P., LAMBRECHTS, R., LOIX, M., STOQUART, E. en VAN HOUTE, Y., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen.

- Mmes BONNEWYN, C., FERON, D. et VAN ROMPAEY, B. et MM. BOYDENS, J., COOLS, L., HILKENS, M., NELIS, G., SCHUHMANN, M., SUMKAY, F., VAN DEN OEVER, R. et VANSTECHELMAN, R., en qualité de membres effectifs et Mmes DOYE, L. et DUYCK, M. et MM. BAEYENS, P., BOLY, J., CLINCKERS, C., KENNES, P., LAMBRECHTS, R., LOIX, M., STOQUART, E. et VAN HOUTE, Y., en qualité de membres suppléants, au titre de représentants des organismes assureurs.

Par le même arrêté, sont nommés membres audit Groupe de direction, à partir du jour de cette publication, pour un terme expirant le 29 septembre 2014 : - Mme BRUWIER, G. et MM. ANDRY, G., AVONTS, D., DE LEPELEIRE, J. et LERUT, J., en qualité de membres effectifs et MM. BURETTE, Ph., HOEBEKE, M. et ROLAND, M., en qualité de membres suppléants, au titre de représentants des universités belges; - MM. HAESAERT, S. et MAES, B., en qualité de membres effectifs et Mme GEBOERS, K. et M. LEFEBVRE, L., en qualité de membres suppléants, au titre de représentants des organisations scientifiques médicales; - Mme BRIHAYE, F., en qualité de membre effectif et Mme HUSDEN, Y. et M. BERKEIN, Ph., en qualité de membres suppléants, au titre de représentants des organismes assureurs.

Bij hetzelfde besluit, worden benoemd tot leden bij voornoemde stuurgroep, vanaf de dag van deze bekendmaking, voor een termijn verstrijkend op 29 september 2014 : - Mevr. BRUWIER, G. en de heren ANDRY, G., AVONTS, D., DE LEPELEIRE, J. en LERUT, J., in de hoedanigheid van werkende leden en de heren BURETTE, Ph., HOEBEKE, M. en ROLAND, M., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van Belgische universiteiten; - de heren HAESAERT, S. en MAES, B., in de hoedanigheid van werkende leden en Mevr. GEBOERS, K. en de heer LEFEBVRE, L., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van wetenschappelijke geneeskundige verenigingen; - Mevr. BRIHAYE, F., in de hoedanigheid van werkend lid en Mevr. HUSDEN, Y. en de heer BERKEIN, Ph., in de hoedanigheid van p l a a t s v e r v a n g e n d e l e d e n , a l s v e r t e g e n w o o rd i g e r s v a n verzekeringsinstellingen.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU [C − 2011/24051]

[C − 2011/24051] Personnel. — Nomination

Personeel. — Benoeming

Par arrêté royal du 25 janvier 2011, Mme DE JAEGHER, Sigrid, est nommée au niveau supérieur, à partir du 1er février 2010, au titre d’attaché dans un emploi de classe A1, dans le cadre linguistique néerlandais au Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement – Administration centrale.

Bij koninklijk besluit van 25 januari 2011 wordt Mevr. DE JAEGHER, Sigrid, in het hogere niveau benoemd, met ingang van 1 februari 2010, in de titel van attaché in de klasse A1 op het Nederlandse taalkader, bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu - Hoofdbestuur.

21396

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2011/09232]

[C − 2011/09232]

Ordre judiciaire

Rechterlijke Orde

Par arrêté royal du 15 février 2011, entrant en vigueur à la date de la prestation de serment, Mme Somers, P., substitut du procureur général près la cour d’appel de Liège, est désignée au mandat de magistrat fédéral près le parquet fédéral pour un terme de cinq ans.

Bij koninklijk besluit van 15 februari 2011, dat in werking treedt op de datum van de eedaflegging, is Mevr. Somers, P., substituut-procureurgeneraal bij het hof van beroep te Luik, aangewezen tot het mandaat van federaal magistraat bij het federaal parket voor een termijn van vijf jaar. Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akte met individuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.

Le recours en annulation de l’acte précité à portée individuelle peut être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE


[C − 2011/09237]

[C − 2011/09237]

Ordre judiciaire

Rechterlijke Orde

Par arrêté royal du 28 mars 2011, M. De Troy, W., juge au tribunal de première instance de Bruxelles, est désigné aux fonctions de juge d’instruction à ce tribunal pour un terme d’un an prenant cours le 1er avril 2011. Le recours en annulation de l’acte précité à portée individuelle peut être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.

Bij koninklijk besluit van 28 maart 2011 is de heer De Troy, W., rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, aangewezen tot de functie van onderzoeksrechter in deze rechtbank, voor een termijn van één jaar met ingang van 1 april 2011. Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akte met individuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.

* AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

[C − 2011/18117]

[C − 2011/18117]

22 MARS 2011. — Décision de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire portant retrait de l’agrément de laboratoires d’analyse dans le cadre de ses missions de contrôle

22 MAART 2011. — Beslissing van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen tot intrekking van de erkenning van analyselaboratoria in samenhang met zijn controleopdrachten

L’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire,

Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen,

Vu l’arrêté royal du 22 février 2001 organisant les contrôles effectués par l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire et modifiant diverses dispositions légales, notamment l’article 3, § 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, inzonderheid op artikel 3, § 5;

Vu l’arrêté royal du 15 avril 2005 relatif à la désignation des laboratoires officiels, fixant la procédure et les conditions d’agrément des laboratoires qui effectuent des analyses dans le cadre des missions de contrôle de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire et portant exécution de la loi du 15 juillet 1985 relative à l’utilisation de substances à effet hormonal, à effet anti-hormonal, à effet bêta-adrénergique ou à effet stimulateur de production chez les animaux, notamment l’article 2, 2°;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking, inzonderheid op artikel 2, 2°;

Vu la décision de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire du 26 mai 2009 portant agrément de laboratoires d’analyse dans le cadre de ses missions de contrôle, publiée au Moniteur Belge du 10 juin 2009;

Gelet op de beslissing van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van 26 mei 2009 tot erkenning van analyselaboratoria in samenhang met zijn controleopdrachten, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 juni 2009;

Vu que le laboratoire « Laboraco SPRL » a renoncé à son agrément en date du 16 février 2011,

Overwegende dat het laboratorium « Laboraco SPRL » op 16 februari 2011 afstand deed van zijn erkenning,

Arrête : Article unique. L’agrément du laboratoire « Laboraco SPRL », rue du Filleul 22, 1190 Bruxelles, est retiré à partir du 17 février 2011.

Besluit : Enig artikel. De erkenning van het laboratorium « Laboraco SPRL », rue du Filleul 22, 1190 Bruxelles wordt ingetrokken met ingang van 17 februari 2011. Brussel, 22 maart 2011.

Bruxelles, le 22 mars 2011. L’Administrateur délégué, G. Houins

De Gedelegeerd bestuurder, G. Houins

21397



VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID Bestuurszaken

[2011/201463] Onteigeningen. — Machtigingen WVI. — Bij besluit van 3 maart 2011 de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand wordt de dienstverlenende vereniging WVI ertoe gemachtigd over te gaan tot de gerechtelijke onteigening van de onroerende goederen gelegen te Middelkerke kadastraal bekend zoals vermeld op het onteigeningsplan, ter realisatie het bedrijventerrein De Kalkaert. Hetzelfde besluit verklaart dat de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden, bepaald bij artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 op deze onteigening mag worden toegepast. Tegen dit besluit kan per aangetekende brief een beroep tot nietigverklaring, al dan niet voorafgegaan door of vergezeld van een beroep tot schorsing, worden ingesteld bij de afdeling administratie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, binnen een termijn van zestig dagen die ingaat de dag nadat het besluit en alle relevante stukken aan de verzoeker werden betekend of de dag nadat hij er kennis van heeft kunnen hebben. Een beroep ingesteld door de onteigenden en derdebelanghebbenden is slechts ontvankelijk voordat de gerechtelijke onteigeningsprocedure wordt ingezet.

WVI. — Bij besluit van 17 maart 2011 de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand wordt de dienstverlenende vereniging WVI ertoe gemachtigd over te gaan tot de gerechtelijke onteigening van de onroerende goederen gelegen te Ingelmunster kadastraal bekend zoals vermeld op het onteigeningsplan, ter realisatie het bedrijventerrein Zandberg. Hetzelfde besluit verklaart dat de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden, bepaald bij artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 op deze onteigening mag worden toegepast. Tegen dit besluit kan per aangetekende brief een beroep tot nietigverklaring, al dan niet voorafgegaan door of vergezeld van een beroep tot schorsing, worden ingesteld bij de afdeling administratie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, binnen een termijn van zestig dagen die ingaat de dag nadat het besluit en alle relevante stukken aan de verzoeker werden betekend of de dag nadat hij er kennis van heeft kunnen hebben. Een beroep ingesteld door de onteigenden en derdebelanghebbenden is slechts ontvankelijk voordat de gerechtelijke onteigeningsprocedure wordt ingezet.

GEMEENTE BOECHOUT. — Bij besluit van 17 maart 2011 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand wordt de gemeente Boechout ertoe gemachtigd over te gaan tot de gerechtelijke onteigening van de onroerende goederen gelegen te Boechout, kadastraal bekend zoals vermeld op het onteigeningsplan, waarbij alle percelen uit deze onteigeningsmachtiging worden gehouden uitgezonderd de percelen sectie B, nrs. 20e, 20g, 59a en 67g, gezien de gemeente deze percelen reeds minnelijke heeft kunnen verwerven of er reeds eigenaar van is; met het oog op de realisatie van het rooilijnplan Vremdesesteenweg. Hetzelfde besluit verklaart dat de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden, bepaald bij artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 op deze onteigening mag worden toegepast. Tegen dit besluit kan per aangetekende brief een beroep tot nietigverklaring, al dan niet voorafgegaan door of vergezeld van een beroep tot schorsing, worden ingesteld bij de afdeling administratie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, binnen een termijn van zestig dagen die ingaat de dag nadat het besluit en alle relevante stukken aan de verzoeker werden betekend of de dag nadat hij er kennis van heeft kunnen hebben. Een beroep ingesteld door de onteigenden en derdebelanghebbenden is slechts ontvankelijk voordat de gerechtelijke onteigeningsprocedure wordt ingezet.

21398

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD POM ANTWERPEN. — Bij besluit van 4 maart 2011 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand wordt de POM Antwerpen ertoe gemachtigd over te gaan tot de gerechtelijke onteigening van de onroerende goederen gelegen te Putte kadastraal bekend zoals vermeld op het onteigeningsplan, ter realisatie het RUP Muggenberg. Hetzelfde besluit verklaart dat de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden, bepaald bij artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 op deze onteigening mag worden toegepast. Tegen dit besluit kan per aangetekende brief een beroep tot nietigverklaring, al dan niet voorafgegaan door of vergezeld van een beroep tot schorsing, worden ingesteld bij de afdeling administratie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, binnen een termijn van zestig dagen die ingaat de dag nadat het besluit en alle relevante stukken aan de verzoeker werden betekend of de dag nadat hij er kennis van heeft kunnen hebben. Een beroep ingesteld door de onteigenden en derdebelanghebbenden is slechts ontvankelijk voordat de gerechtelijke onteigeningsprocedure wordt ingezet.

* VLAAMSE OVERHEID Bestuurszaken [2011/201469] Vernietiging besluiten Bij besluit van 4 maart 2011 heeft de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand de besluiten van het college van burgemeester en schepenen en van de gemeenteraad van de stad Hasselt van respectievelijk 10 en 17 februari 2011 en van 22 februari 2011 betreffende het overnemen van een optie tot aankoop van gronden en het lichten van deze optie, vernietigd.

* VLAAMSE OVERHEID Bestuurszaken [2011/201467] Vernietiging besluit Bij besluit van 7 maart 2011 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand wordt het besluit van 26 maart 2010 van het politiecollege van de politiezone Vlaamse Ardennen, waarbij instemmend akte wordt genomen van het besluit van het college van burgemeester en schepenen d.d. 1 maart 2010 betreffende het leveringscontract aardgas tussen enerzijds ECS en anderzijds de stad, het O.C.M.W. en de politiezone, vernietigd.

* VLAAMSE OVERHEID Bestuurszaken [2011/201468] Vernietiging besluit Bij besluit van 7 maart 2011 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand wordt het besluit van 1 maart 2010 van het college van burgemeester en schepenen van de stad Oudenaarde, waarbij een leveringscontract aardgas wordt afgesloten tussen de stad Oudenaarde en ECS Electrabel tegen de maximumprijs van 29,70 euro/MWh en dit voor de periode van 1 september 2010 tot 1 januari 2012, vernietigd.

* VLAAMSE OVERHEID Bestuurszaken [2011/201466] Autonoom gemeentebedrijf. — Oprichting rechtspersoon. — Goedkeuring Bij besluit van 10 maart 2011 hecht de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand zijn goedkeuring aan de beslissing van de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen van 26 november 2010 waarbij beslist wordt tot oprichting van de Private Stichting Stedelijk Onderwijs Antwerpen conform het artikel 242, § 5 van het Gemeentedecreet.

21399

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID Welzijn, Volksgezondheid en Gezin [2011/201455] Verlenging erkenningen Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn voor schuldbemiddeling Bij de besluiten van de secretaris-generaal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 17 maart 2011 wordt het volgende bepaald : 1) De erkenning van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Lierde als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 10 oktober 2011. 2) De erkenning van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Oudenaarde als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 11 september 2011. 3) De erkenning van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Affligem als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 28 oktober 2011. 4) De erkenning van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Kruibeke als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 27 november 2011. 5) De erkenning van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Zuienkerke als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 5 oktober 2011. 6) De erkenning van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Beerse als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 11 september 2011.

* VLAAMSE OVERHEID Welzijn, Volksgezondheid en Gezin [2011/201456] Erkenningen als vrijwilligersorganisatie Bij de besluiten van de secretaris-generaal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 14 maart 2011 wordt het volgende bepaald : 1) De organisatie Vlaamse Alzheimer Liga vzw, Stationstraat 60-62 te 2300 Turnhout, blijft erkend als vrijwilligersorganisatie zoals bedoeld in artikel 3 van het decreet van 3 april 2009 betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Deze erkenning geldt voor een onbepaalde duur en gaat in op 3 april 2010. De erkenning kan worden ingetrokken als blijkt dat de organisatie niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden zoals bepaald in de regelgeving betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk. De bepalingen van dit erkenningsbesluit blijven geldig zolang de regelgeving betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk deze niet wijzigt. 2) De organisatie Coma België vzw, Jacobus De Keukelaerestraat 12 bus 1 te 9041 Gent, blijft erkend als vrijwilligersorganisatie zoals bedoeld in artikel 3 van het decreet van 3 april 2009 betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 3 april 2010 tot 31 december 2010, datum van de ontbinding van de vzw.

* VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

[2011/201460] Arrest van de Raad van State. — Vernietiging besluiten Bij arrest nr. 210.543 van 20 januari 2011 vernietigt de Raad van State : a. het besluit van 15 mei 2008 van de deputatie van de provincieraad van Limburg houdende afschaffing en onttrekking aan het openbaar domein van het gedeelte van buurtweg nr. 136 aangeduid in blauwe kleur op het uittreksel uit de atlas van de buurtwegen en in gele kleur op het toelichtingsplan van 8 april 2008; b. het besluit van 24 oktober 2008 van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening houdende verwerping van het administratief beroep van Jenny Wolfs en Tony Geraerts tegen het voornoemde besluit van 15 mei 2008.

21400

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [2011/201452] Eervol ontslag van de secretaris-generaal van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Bij besluit van de Vlaamse Regering van 25 februari 2011 wordt het volgende bepaald : Artikel 1. Aan de heer Guy Braeckman, personeelsnummer 202935, wordt met ingang van 1 augustus 2011, eervol ontslag verleend uit zijn ambt van secretaris-generaal bij het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed. Art. 2. De betrokkene wordt ertoe gemachtigd de eretitel van zijn ambt te voeren. Art. 3. Dit besluit zal aan de belanghebbende worden meegedeeld. Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed, de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting en de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, ieder wat hem of haar betreft, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201476] Personnel Par arrêté ministériel du 1er mars 2011, M. Luc Vanorle, inspecteur général, est admis à la retraite à partir du 1er juillet 2011.

Par arrêtés ministériels des 9 mars 2011 qui produisent leurs effets le 15 février 2010, MM. Yannick Gérard et Patrick Menne, sont nommés à titre définitif au grade d’attaché.

Par arrêtés du directeur général du 1er mars 2011, MM. Alexis Dehovre et Raymond Polome, premiers attachés, sont admis à la retraite à partir du 1er juillet 2011.

Par arrêté du directeur général du 1er mars 2011, M. Guy Bertrand, attaché, est admis à la retraite à partir du 1er août 2011.

Par arrêtés du directeur général du 1er mars 2011, MM. Jean-François Ars et Alain Wintgens, premiers attachés, sont admis à la retraite à partir du 1er août 2011.

Par arrêté du directeur général du 1er mars 2011, M. Maxime Feron, directeur, est admis à la retraite à partir du 1er septembre 2011.

Par arrêté du directeur général du 2 mars 2011, M. Berek Szwarcensztajn, premier attaché, est admis à la retraite à partir du 1er juillet 2011.

ÜBERSETZUNG ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE [2011/201476] Personal Durch Ministerialerlass vom 1. März 2011 wird Herr Luc Vanorle, Generalinspektor, am 1. Juli 2011 in den Ruhestand versetzt.

Durch Ministerialerlasse vom 9. März 2011, die am 15. Februar 2010 wirksam werden, werden Herr Yannick Gérard und Herr Patrick Menne endgültig im Dienstgrad eines Attachés ernannt.

21401

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Durch Ministerialerlasse vom 1. März 2011 werden Herr Alexis Dehovre und Herr Raymond Polome, erste Attachés, am 1. Juli 2011 in den Ruhestand versetzt.

Durch Ministerialerlass vom 1. März 2011 wird Herr Guy Bertrand, Attaché, ab dem 1. August 2011 in den Ruhestand versetzt.

Durch Ministerialerlasse vom 1. März 2011 werden Herr Jean-François Ars und Herr Alain Wintgens, erste Attachés, am 1. August 2011 in den Ruhestand versetzt.

Durch Ministerialerlass vom 1. März 2011 wird Herr Maxime Feron, Direktor, ab dem 1. September 2011 in den Ruhestand versetzt.

Durch Ministerialerlass vom 2. März 2011 wird Herr Berek Szwarcensztajn, erster Attaché, ab dem 1. Juli 2011 in den Ruhestand versetzt.

VERTALING WAALSE OVERHEIDSDIENST [2011/201476] Personeel Bij ministerieel besluit van 1 maart 2011 is de heer Luc Vanorle, inspecteur-generaal, pensioengerechtigd vanaf 1 juli 2011.

Bij ministeriële besluiten van 9 maart 2011, die in werking treden op 15 februari 2010, worden de heren Yannick Gérard en Patrick Menne in vast verband benoemd in de graad van attaché.

Bij besluiten van de directeur-generaal van 1 maart 2011 zijn de heren Alexis Dehovre en Raymond Polome, eerste attachés, pensioengerechtigd vanaf 1 juli 2011.

Bij besluit van de directeur-generaal van 1 maart 2011 is de heer Guy Bertrand, attaché, pensioengerechtigd vanaf 1 augustus 2011.

Bij besluiten van de directeur-generaal van 1 maart 2011 zijn de heren Jean-François Ars en Alain Wintgens, eerste attachés, pensioengerechtigd vanaf 1 augustus 2011.

Bij besluit van de directeur-generaal van 1 maart 2011 is de heer Maxime Feron, directeur, pensioengerechtigd vanaf 1 september 2011.

Bij besluit van de directeur-generaal van 2 maart 2011 is de heer Berek Szwarcensztajn, eerste attaché, pensioengerechtigd vanaf 1 juli 2011.

21402

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201253] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Trans Star, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SPRL Trans Star, le 30 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SPRL Trans Star, sise rue Manteau 51, à 1000 Bruxelles, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-22. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration.

21403

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201254] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SCRL Mabrex Transport, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SCRL Mabrex Transport, le 30 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SCRL Mabrex Transport, sise rue Fosse Botton 8, à 4458 Juprelle, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-23. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets.

21404

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201255] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SCS Eca Transport, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets;

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Vu la demande introduite par la SCS Eca Transport, le 30 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SCS Eca Transport, sise rue Au Gros Thier 4, à 4051 Chaudfontaine, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-24. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport.

21405

21406

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201256] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL TMC Express, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SPRL TMC Express, le 30 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SPRL TMC Express, sise clos des Marais 7, à 4621 Retinne, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-25. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur.

21407

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD § 3. La procédure visée au § 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201257] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Rapiday, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SPRL Rapiday, le 30 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SPRL Rapiday, sise rue Charlemagne 6, à 4020 Jupille, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-26. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés.

21408

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201258] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Distri Service, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SPRL Distri Service, le 30 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SPRL Distri Service, sise rue d’Hougaarde 14, à 1315 Incourt, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-27. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux; Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans.

21409

21410

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201259] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « BVBA Scripta », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la « BVBA Scripta », le 30 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La « BVBA Scripta », sise rue de l’Institut 39, à 4632 Cerexhe-Heuseux, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-28. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport;

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201260] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Maquet & fils, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SPRL Maquet & fils, le 30 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SPRL Maquet & fils, sise rue Vivaldi 12, à 4100 Seraing, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-29. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés.

21411

21412

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

21413

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201261] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « NV Meersman », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la « NV Meersman », le 31 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé; Acte : Article 1er. § 1er. La « NV Meersman », sise Kasteelstraat 44, à 1730 Asse, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-30. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration.

21414

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2011/201262] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « BV Oudenallen », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la « BV Oudenallen », le 31 décembre 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé; Acte : Article 1er. § 1er. La « BV Oudenallen », sise Geerhade 14, à 3648 NX Wilnis, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2011-01-11-31. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 11 janvier 2011. Ir A. HOUTAIN

21415

21416


AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN COUR CONSTITUTIONNELLE [2011/201444] Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 7 février 2011 en cause du Fonds des maladies professionnelles contre Cesira Martinelli, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour le 16 février 2011, la Cour du travail de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : « 1. L’article 35bis, alinéas 1 à 3, des lois relatives à la prévention des maladies professionnelles et à la réparation des dommages résultant de celles-ci, coordonnées le 3 juin 1970, tel qu’il était en vigueur avant la loi-programme du 23 décembre 2009, viole-t-il les articles 10, 11 et 23 de la Constitution lus en combinaison avec l’article 1er du 1er protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l’homme et l’article 14 de cette Convention, ainsi qu’avec l’article 1.2. de la Convention O.I.T. no 18, en ce qu’en cas de révision du taux d’incapacité de travail après 65 ans, il réduit ou supprime la prise en compte des facteurs socio-économiques alors que pareille réduction n’est pas d’application pour les victimes d’accidents du travail, créant ainsi une différence de traitement entre deux catégories de personnes se trouvant dans une situation comparable ? 2. L’article 35bis, alinéas 1 à 3, des lois relatives à la prévention des maladies professionnelles et à la réparation des dommages résultant de celles-ci, coordonnées le 3 juin 1970, tel qu’il était en vigueur avant la loi-programme du 23 décembre 2009, viole-t-il les articles 10, 11 et 23 de la Constitution lus en combinaison avec l’article 1er du 1er protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l’homme et l’article 14 de cette Convention, en ce qu’en cas de révision du taux d’incapacité de travail après 65 ans, il réduit ou supprime la prise en compte des facteurs socio-économiques alors que pareille réduction n’est pas d’application pour les victimes d’une maladie professionnelle indemnisée conformément à la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public, créant ainsi une différence de traitement entre deux catégories de personnes se trouvant dans une situation comparable ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5105 du rôle de la Cour. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.

GRONDWETTELIJK HOF [2011/201444] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 7 februari 2011 in zake het Fonds voor de beroepsziekten tegen Cesira Martinelli, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 februari 2011, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 35bis, eerste tot derde lid, van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, zoals het van kracht was vóór de programmawet van 23 december 2009, de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 14 van dat Verdrag, alsook met artikel 1, lid 2, van het IAO-Verdrag nr. 18, doordat het bij een herziening van de graad van arbeidsongeschiktheid na 65 jaar, het in aanmerking nemen van de sociaaleconomische factoren beperkt of intrekt terwijl zulk een beperking niet geldt voor de slachtoffers van arbeidsongevallen, waardoor het een verschil in behandeling creëert tussen twee categorieën van personen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden ? 2. Schendt artikel 35bis, eerste tot derde lid, van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, zoals het van kracht was vóór de programmawet van 23 december 2009, de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 14 van dat Verdrag, doordat het bij een herziening van de graad van arbeidsongeschiktheid na 65 jaar, het in aanmerking nemen van de sociaaleconomische factoren beperkt of intrekt terwijl zulk een beperking niet geldt voor de slachtoffers van een beroepsziekte die wordt vergoed overeenkomstig de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, waardoor het een verschil in behandeling creëert tussen twee categorieën van personen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5105 van de rol van het Hof. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2011/201444] Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 7. Februar 2011 in Sachen des Fonds für Berufskrankheiten gegen Cesira Martinelli, dessen Ausfertigung am 16. Februar 2011 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Brüssel folgende präjudizielle Fragen gestellt: «1. Verstößt Artikel 35bis Absätze 1 bis 3 der am 3. Juni 1970 koordinierten Gesetze über die Vorbeugung von und die Entschädigung für Berufskrankheiten in der vor dem Programmgesetz vom 23. Dezember 2009 geltenden Fassung gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschrechtskonvention, mit Artikel 14 dieser Konvention und mit Artikel 1 Absatz 2 des

21417

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD ILO-Übereinkommens Nr. 18, indem er im Falle der Revision des Arbeitsunfähigkeitsgrades nach dem Alter von 65 Jahren die Berücksichtigung der sozialwirtschaftlichen Faktoren herabsetzt oder aufhebt, während eine solche Herabsetzung nicht für die Opfer von Arbeitsunfällen gilt, wobei er somit einen Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Personen einführt, die sich in einer vergleichbaren Situation befinden? 2. Verstößt Artikel 35bis Absätze 1 bis 3 der am 3. Juni 1970 koordinierten Gesetze über die Vorbeugung von und die Entschädigung für Berufskrankheiten in der vor dem Programmgesetz vom 23. Dezember 2009 geltenden Fassung gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschrechtskonvention und mit Artikel 14 dieser Konvention, indem er im Falle der Revision des Arbeitsunfähigkeitsgrades nach dem Alter von 65 Jahren die Berücksichtigung der sozialwirtschaftlichen Faktoren herabsetzt oder aufhebt, während eine solche Herabsetzung nicht für die Opfer einer Berufskrankheit gilt, die gemäß dem Gesetz vom 3. Juli 1967 über die Vorbeugung von oder den Schadenersatz für Arbeitsunfälle, Wegeunfälle und Berufskrankheiten im öffentlichen Sektor entschädigt werden, wobei er somit einen Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Personen einführt, die sich in einer vergleichbaren Situation befinden?». Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 5105 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragen. Der Kanzler, P.-Y. Dutilleux.

* GRONDWETTELIJK HOF [2011/201445] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 11 februari 2011 in zake Mikhail Petrushevich tegen de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 februari 2011, heeft de Arbeidsrechtbank te Mechelen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in ’ samenhang ’ gelezen met artikel 191 ervan, met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met artikel 1 van het eerste aanvullend protocol bij dat verdrag, doordat het een onderscheid maakt tussen een vreemdeling die ingevolge een machtiging om zich in het koninkrijk te vestigen in het bevolkingsregister is ingeschreven en een vreemdeling die ingevolge een machtiging om in het koninkrijk onbeperkt te verblijven in het vreemdelingenregister is ingeschreven ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5107 van de rol van het Hof. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

COUR CONSTITUTIONNELLE [2011/201445] Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 11 février 2011 en cause de Mikhail Petrushevich contre le Service public fédéral Sécurité sociale, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 février 2011, le Tribunal du travail de Malines a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 4 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en ’ combinaison ’ avec son article 191, avec l’article 14 de la Convention européenne des droits de l’homme et avec l’article 1er du Premier Protocole additionnel à cette Convention, en ce qu’il fait une distinction entre un étranger inscrit au registre de la population par suite d’une autorisation d’établissement dans le Royaume et un étranger inscrit au registre des étrangers par suite d’une autorisation de séjour illimité dans le Royaume ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5107 du rôle de la Cour. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.

VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2011/201445] Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 11. Februar 2011 in Sachen Mikhail Petrushevich gegen den Föderalen Öffentlichen Dienst Soziale Sicherheit, dessen Ausfertigung am 18. Februar 2011 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Mecheln folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 4 des Gesetzes vom 27. Februar 1987 über die Behindertenbeihilfen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 191, mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, indem er zwischen einem Ausländer, der infolge einer Erlaubnis, sich im Königreich niederzulassen, im Bevölkerungsregister eingetragen ist, und einem Ausländer, der infolge Erlaubnis, sich für unbeschränkte Dauer im Königreich aufzuhalten, im Fremdenregister eingetragen ist, unterscheidet?». Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 5107 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragen. Der Kanzler, P.-Y. Dutilleux.

21418

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD GRONDWETTELIJK HOF [2011/201447] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 9 februari 2011 in zake Stefanie Rommens tegen de nv « Modular Lighting Instruments », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 februari 2011, heeft de Arbeidsrechtbank te Kortrijk de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 39 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de werknemer die wordt ontslagen tijdens de periode waarin hij zijn arbeidsprestaties in het kader van het tijdskrediet met toepassing van de CAO nr. 77bis heeft verminderd, slechts recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon waarop hij effectief recht heeft op het ogenblik van zijn ontslag, terwijl de werknemer die wordt ontslagen tijdens de periode waarin hij ouderschapsverlof opneemt, met toepassing van artikel 105, § 3, van de herstelwet van 22 januari 1985 recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon dat hij krachtens zijn arbeidsovereenkomst zou hebben verdiend indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd, en dit terwijl aan beide vormen van loopbaanonderbreking de bezorgdheid ten grondslag om de werknemer toe te laten zijn privé- en beroepsleven beter te kunnen combineren ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5109 van de rol van het Hof. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

COUR CONSTITUTIONNELLE [2011/201447] Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 9 février 2011 en cause de Stefanie Rommens contre la SA « Modular Lighting Instruments », dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour le 21 février 2011, le Tribunal du travail de Courtrai a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 39 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le travailleur qui est licencié au cours de la période pendant laquelle il a réduit ses prestations de travail dans le cadre du crédit-temps, par application de la CCT no 77bis, a droit seulement à une indemnité de congé calculée sur la base de la rémunération à laquelle il a effectivement droit au moment de son licenciement, alors que le travailleur qui est licencié au cours de la période pendant laquelle il exerce son droit au congé parental a droit, par application de l’article 105, § 3, de la loi de redressement du 22 janvier 1985, à une indemnité de congé calculée sur la base de la rémunération qu’il aurait perçue en vertu de son contrat de travail s’il n’avait pas réduit ses prestations de travail, et ce alors que le fondement des deux formes d’interruption de carrière est le souci de permettre au travailleur de mieux combiner sa vie privée et sa vie professionnelle ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5109 du rôle de la Cour. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.

VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2011/201447] Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 9. Februar 2011 in Sachen Stefanie Rommens gegen die «Modular Lighting Instruments» AG, dessen Ausfertigung am 21. Februar 2011 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Kortrijk folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 39 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem der Arbeitnehmer, der während der Zeitspanne, in der er seine Arbeitsleistungen im Rahmen des Zeitkredits in Anwendung des kollektiven Arbeitsabkommens Nr. 77bis verkürzt hat, entlassen wird, nur Anrecht auf eine auf der Grundlage der zum Zeitpunkt der Entlassung ihm tatsächlich zustehenden Entlohnung berechnete Entlassungsentschädigung hat, während der Arbeitnehmer, der während der Zeitspanne, in der er seinen Elternurlaub in Anspruch nimmt, entlassen wird, in Anwendung von Artikel 105 § 3 des Sanierungsgesetzes vom 22. Januar 1985 Anrecht auf eine Entlassungsentschädigung hat, die auf der Grundlage der Entlohnung, auf die er kraft seines Arbeitsvertrages Anspruch gehabt hätte, wenn er seine Leistungen nicht verkürzt hätte, berechnet wird, während beiden Formen der Laufbahnunterbrechung das Bemühen, dem Arbeitnehmer die Möglichkeit zu bieten, sein Privatund sein Berufsleben besser miteinander zu verbinden, zugrunde liegt?». Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 5109 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragen. Der Kanzler, P.-Y. Dutilleux.

21419

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD COUR CONSTITUTIONNELLE [2011/201448] Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 21 février 2011 et parvenue au greffe le 23 février 2011, un recours en annulation des articles 92, 93, 95 et 96 du décret-programme de la Région wallonne du 22 juillet 2010 « portant des mesures diverses en matière de bonne gouvernance, de simplification administrative, d’énergie, de logement, de fiscalité, d’emploi, de politique aéroportuaire, d’économie, d’environnement, d’aménagement du territoire, de pouvoirs locaux, d’agriculture et de travaux publics » (publié au Moniteur belge du 20 août 2010, troisième édition) a été introduit par Jean-Claude Dierckx, demeurant à 4600 Visé, Allée Verte 77, et Henri Gérard, demeurant à 4684 Haccourt, rue des 7 Bonniers 80. Cette affaire est inscrite sous le numéro 5112 du rôle de la Cour. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.

GRONDWETTELIJK HOF [2011/201448] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 februari 2011 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 februari 2011, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 92, 93, 95 en 96 van het programmadecreet van het Waalse Gewest van 22 juli 2010 « houdende verschillende maatregelen inzake goed bestuur, bestuurlijke vereenvoudiging, energie, huisvesting, fiscaliteit, werkgelegenheid, luchthavenbeleid, economie, leefmilieu, ruimtelijke ordening, plaatselijke besturen, landbouw en openbare werken » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2010, derde editie) door Jean-Claude Dierckx, wonende te 4600 Wezet, Allée Verte 77, en Henri Gérard, wonende te 4684 Haccourt, rue des 7 Bonniers 80. Die zaak is ingeschreven onder nummer 5112 van de rol van het Hof. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2011/201448] Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 21. Februar 2011 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 23. Februar 2011 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 92, 93, 95 und 96 des Programmdekrets der Wallonischen Region vom 22. Juli 2010 «zur Festlegung verschiedener Maßnahmen in Sachen verantwortungsvolle Staatsführung, administrative Vereinfachung, Energie, Wohnungswesen, Steuerwesen, Beschäftigung, Flughafenpolitik, Wirtschaft, Umwelt, Raumordnung, lokale Behörden, Landwirtschaft und öffentliche Arbeiten» (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 20. August 2010, dritte Ausgabe): Jean-Claude Dierckx, wohnhaft in 4600 Visé, Allée Verte 77, und Henri Gérard, wohnhaft in 4684 Haccourt, rue des 7 Bonniers 80. Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 5112 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragen. Der Kanzler, P.-Y. Dutilleux.

* GRONDWETTELIJK HOF [2011/201449] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 24 februari 2011 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 25 februari 2011, heeft de Vlaamse Regering beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 2, 3 en 5 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 9 juli 2010 tot wijziging van het decreet van 14 januari 1999 betreffende de erkenning van de gastkamers en de toelating om de benaming « gastkamers » te gebruiken (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2010).

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5114 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

21420

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD COUR CONSTITUTIONNELLE [2011/201449] Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 24 février 2011 et parvenue au greffe le 25 février 2011, le Gouvernement flamand a introduit un recours en annulation des articles 2, 3 et 5 du décret de la Commission communautaire française du 9 juillet 2010 modifiant le décret du 14 janvier 1999 relatif à l’agrément des chambres d’hôtes et à l’autorisation de faire usage de la dénomination « chambres d’hôtes » (publié au Moniteur belge du 30 août 2010). Cette affaire est inscrite sous le numéro 5114 du rôle de la Cour. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.

VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2011/201449] Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 24. Februar 2011 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 25. Februar 2011 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob die Flämische Regierung Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 2, 3 und 5 des Dekrets der Französischen Gemeinschaftskommission vom 9. Juli 2010 zur Abänderung des Dekrets vom 14. Januar 1999 über die Zulassung der Gästezimmer und die Genehmigung zur Verwendung der Bezeichnung «Gästezimmer» (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 30. August 2010). Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 5114 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragen. Der Kanzler, P.-Y. Dutilleux.

* RENTENFONDS

FONDS DES RENTES [C − 2011/03115]

[C − 2011/03115]

Rapport sur les opérations de l’exercice 2010, publié conformément à l’article 7 de l’arrêté-loi du 18 mai 1945, portant création d’un Fonds des Rentes

Verslag over de operaties van het boekjaar 2010, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds

Le présent rapport reprend les comptes annuels du Fonds des Rentes, tels qu’ils sont transmis pour contrôle à la Cour des Comptes, ainsi que des commentaires sur l’évolution, au cours de l’exercice, des principaux éléments du bilan, du portefeuille de fonds publics et des résultats.

Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten.

Un rapport annuel, édité par le Fonds des Rentes et normalement disponible vers le mois de mai 2011, donnera en outre un aperç u des développements intervenus sur les marchés secondaires belges des fonds publics. Il décrira également les activités exercées par le Fonds dans le cadre de ses compétences de réglementation et de contrôle et contiendra une annexe statistique.

Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks mei 2011, zal bovendien een overzicht geven van de ontwikkelingen op de Belgische secundaire markten van de overheidsfondsen. Tevens zullen de activiteiten worden beschreven die het Fonds, in het kader van zijn regelgevende en toezichthoudende bevoegdheden, heeft verricht. Het zal ook een statistische bijlage bevatten.

1. EVOLUTION DES PRINCIPAUX POSTES DU BILAN DU FONDS DES RENTES (voir aussi tableau 1 et annexe explicative)

1. VERLOOP VAN DE VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS (zie ook tabel 1 en verklarende bijlage)

La valeur comptable du portefeuille des fonds publics a diminué, revenant de 151,1 millions d’euros à la fin de l’exercice précédent à 138,1 millions d’euros à la fin de l’année sous revue. Les cours ayant baissé durant la période sous revue, la valeur boursière s’est contractée dans des proportions encore plus importantes, à savoir de 15,7 millions d’euros, pour s’établir à 140,1 millions d’euros.

De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is verminderd van S 151,1 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar tot S 138,1 miljoen aan het einde van het verslagjaar. Wegens de teruglopende koersen tijdens de beschouwde periode is de beurswaarde nog sterker ingekrompen, te weten met S 15,7 miljoen tot S 140,1 miljoen.

Le Fonds des Rentes conserve un portefeuille dans chaque bon d’Etat permettant à l’apporteur de liquidité, qui est actif sur le marché continu, d’acheter des titres ou d’en emprunter sous la forme de cessions-rétrocessions auprès du Fonds. Si l’apporteur de liquidité se voit confronté à une pénurie de titres pour un bon d’Etat donné, la liquidité de ce bon est ainsi préservée sur le marché secondaire. Puisque le Fonds dispose pour chaque bon d’un stock de titres de taille comparable et que l’on a dénombré moins d’émissions de bons que de remboursements à l’échéance finale au cours de l’année sous revue, le portefeuille du Fonds des Rentes, constitué essentiellement de bons d’Etat, s’est contracté.

Het Rentenfonds houdt van elke staatsbon een portefeuille aan zodat de liquiditeitsverschaffer, die op de doorlopende markt actief is, bij het Fonds effecten kan aankopen of ontlenen in de vorm van cessiesretrocessies. Aldus kan de liquiditeitsverschaffer, als hij met een tekort aan effecten in een gegeven staatsbon wordt geconfronteerd, de liquiditeit in die bon op de secundaire markt vrijwaren. Omdat het Fonds in elke bon een in omvang vergelijkbare voorraad aanhoudt en er tijdens het verslagjaar minder bons zijn uitgegeven dan er op eindvervaldag zijn terugbetaald daalde de portefeuille van het Rentenfonds, die vooral uit staatsbons bestaat.

En raison de la diminution du portefeuille du Fonds des Rentes, les fonds propres ont généralement excédé le portefeuille de titres à financer à partir de début septembre. Conformément à la convention du 1er juillet 1994 entre l’Etat belge et le Fonds des Rentes relative au financement par l’Etat des activités du Fonds des Rentes, le Fonds a mis ces excédents de liquidités à la disposition de l’Etat belge. A la fin de 2010, le Fonds a consenti 3,6 millions d’euros d’avances à l’Etat belge, alors qu’il avait encore fait appel à 10 millions d’euros d’avances par l’Etat belge à la fin de 2009.

Wegens de vermindering van de portefeuille van het Rentenfonds overtroffen vanaf begin september de eigen middelen doorgaans de te financieren effectenportefeuille. Conform de overeenkomst van 1 juli 1994 tussen de Belgische Staat en het Rentenfonds betreffende de financiering door de Staat van de activiteiten van het Rentenfonds, stelde het Fonds deze liquiditeitsoverschotten ter beschikking van de Belgische Staat. Eind 2010 verstrekte het Fonds S 3,6 miljoen voorschotten aan de Belgische Staat, terwijl het nog S 10 miljoen voorschotten vanwege de Belgische Staat ontving eind 2009.


21421

Conformément à la répartition statutaire des bénéfices, le bénéfice de 1,8 million d’euros réalisé durant l’exercice a été intégralement transféré à la réserve.

De tijdens het boekjaar gerealiseerde winst van S 1,8 miljoen werd, overeenkomstig de statutaire winstverdeling, integraal bij de reserve gevoegd.

2. FLUCTUATIONS DU PORTEFEUILLE DE FONDS PUBLICS (voir tableau 2)

2. SCHOMMELINGEN VAN DE PORTEFEUILLE OVERHEIDSFONDSEN (zie tabel 2)

La valeur nominale du portefeuille de fonds publics a continué de se réduire de 152,4 millions d’euros à la fin de l’exercice précédent à 140,7 millions d’euros.

De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is verder afgenomen van S 152,4 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot S 140,7 miljoen.

Depuis le transfert des bons d’Etat au marché continu, le Fonds des Rentes n’exerce plus son rôle de régulateur sur le marché du fixing que sur un nombre limité d’emprunts perpétuels et d’emprunts à lots et à tirages. Ces interventions de régulation du marché, qui ne se déroulent qu’une fois par semaine, ont donné lieu à une vente nette réduite de titres d’un montant de 0,3 million d’euros. L’année précédente, ces interventions n’avaient influencé que de manière marginale la taille du portefeuille.

Sinds de overheveling van de staatsbons naar de doorlopende markt treedt het Rentenfonds op de fixingmarkt enkel nog regulerend op in een beperkt aantal perpetuele leningen, lotenleningen en leningen met trekkingen. Deze marktregulerende operaties, die maar één maal per week plaatsvinden, gaven aanleiding tot een beperkte nettoverkoop van effecten voor een bedrag van S 0,3 miljoen. Het jaar voordien hadden deze operaties maar een marginale invloed op de omvang van de portefeuille.

Le Fonds a souscrit aux bons d’Etat pour 20,6 millions d’euros, soit moins que les souscriptions enregistrées l’année précédente, qui s’élevaient à 25,8 millions d’euros. La diminution du nombre de bons d’Etat émis, qui est revenu de dix en 2009 à huit durant l’année sous revue, explique la baisse du montant des souscriptions par le Fonds des Rentes.

Het Fonds tekende voor S 20,6 miljoen in op staatsbons, wat lager uitvalt dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van S 25,8 miljoen. De vermindering van het aantal uitgegeven staatsbons van tien in 2009 naar acht tijdens het verslagjaar verklaart het geringere bedrag aan intekeningen door het Rentenfonds.

Les encaissements de titres remboursables n’ont pratiquement pas varié : ils se sont élevés à 30,9 millions d’euros, contre 30,4 millions d’euros en 2009.

De inningen van terugbetaalbare effecten bleven praktisch onveranderd. Ze beliepen S 30,9 miljoen vergeleken met S 30,4 miljoen in 2009.

Les opérations hors bourse se sont clôturées par une vente nette de 1,1 million d’euros, contre un solde vendeur de 0,9 million d’euros l’année précédente. Il s’agit d’opérations hors bourse auxquelles le Fonds a procédé, essentiellement à la demande de l’apporteur de liquidité, en vue de soutenir le bon fonctionnement du marché continu.

De buitenbeurstransacties sloten met een nettoverkoop van S 1,1 miljoen. In het voorgaande jaar was een verkoopsaldo van S 0,9 miljoen opgetekend. Het betreft buitenbeursoperaties die het Fonds, vooral op verzoek van de liquiditeitsverschaffer, heeft uitgevoerd om de vlotte werking van de doorlopende markt te ondersteunen.

3. RESULTATS (voir tableau 3)

3. RESULTATEN (zie tabel 3)

3.1 Résultats financiers sur le portefeuille

3.1 Financiële resultaten op de portefeuille

Au cours de l’exercice, un résultat financier positif de 5,2 millions d’euros a été enregistré sur le portefeuille de fonds publics. Il résulte d’environ 5,2 millions d’euros de résultats financiers ainsi que d’un montant limité de bénéfices non récurrents sur transactions.

Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van S 5,2 miljoen opgetekend. Het vloeit voort uit ongeveer S 5,2 miljoen lopende financiële resultaten alsook uit een beperkt bedrag aan transactiewinsten die niet recurrent zijn.

Les résultats financiers courants sur le portefeuille de fonds publics s’obtiennent en déduisant des résultats d’intérêts les intérêts sur les avances consenties par l’Etat belge, qui ont assuré partiellement le financement du portefeuille. La part autofinancée du portefeuille a contribué à concurrence de 5,1 millions d’euros aux résultats financiers courants. Bien que le rendement moyen du portefeuille ait été largement supérieur au coût de financement moyen sur les avances consenties par l’Etat belge, la contribution de la part du portefeuille financée par des moyens externes est demeurée limitée à 0,1 million d’euros parce qu’en moyennes journalières, seule une petite partie du portefeuille a été financée de la sorte.

De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die de portefeuille gedeeltelijk hebben gefinancierd. Het met eigen middelen gefinancierde deel van de portefeuille heeft voor S 5,1 miljoen bijgedragen tot de lopende financiële resultaten. Ofschoon het gemiddelde rendement van de portefeuille de gemiddelde financieringsvoet op de ontleende voorschotten van de Belgische Staat ruim overtrof, bleef de bijdrage van het met vreemde middelen gefinancierde deel beperkt tot S 0,1 miljoen omdat, in daggemiddelden uitgedrukt, maar een klein deel van de portefeuille aldus werd gefinancierd.

Les résultats financiers courants ont régressé de 0,3 million d’euros par rapport à l’exercice précédent étant donné que le fléchissement de 0,5 million d’euros des résultats d’intérêts a été insuffisamment compensé par le recul de 0,2 million d’euros des coûts de financement.

De lopende financiële resultaten gingen met S 0,3 miljoen achteruit ten opzichte van het voorgaande boekjaar omdat de terugval van de renteresultaten met S 0,5 miljoen onvoldoende werd gecompenseerd door de inkrimping van de financieringskosten met S 0,2 miljoen.

3.1.1 Résultats d’intérêts

3.1.1 Renteresultaten

Les résultats d’intérêts se composent, d’une part, des intérêts bruts promérités et, d’autre part, de la différence entre la valeur comptable des titres, recalculée chaque jour d’après leur rendement actuariel moyen, et leur valeur comptable moyenne antérieure. Les différences d’évaluation par rapport à leur précédente valeur d’inventaire sont également prises en compte dans les résultats d’intérêts.

De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven brutointeresten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die dagelijks op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen met de vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.

Les résultats d’intérêts de l’exercice ont atteint 5,2 millions d’euros, soit 0,5 million d’euros de moins qu’au cours de l’exercice précédent. Ce repli découle à la fois de la réduction de la taille du portefeuille et de la baisse du taux de rendement moyen de ce dernier, lequel est revenu de 3,70 p.c. en 2009 à 3,56 p.c.

De renteresultaten van het boekjaar bedroegen S 5,2 miljoen, dat is S 0,5 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. Deze vermindering vloeit zowel voort uit de daling van de omvang van de portefeuille als uit de daling van de gemiddelde opbrengstvoet van de portefeuille, namelijk van 3,70 pct. in 2009 tot 3,56 pct.

21422


3.1.2 Intérêts sur les avances consenties par l’Etat belge La Banque centrale européenne a maintenu le taux d’intérêt des opérations principales de refinancement à 1 p.c. durant toute l’année. Le taux moyen de financement dû par le Fonds des Rentes sur les avances consenties par l’Etat belge s’est de ce fait établi à 1 p.c., contre 1,29 p.c. en 2009. Conjuguée à l’arrêt du recours à ces avances par le Fonds, cette baisse a entraîné un nouveau repli des intérêts dus sur celles-ci, lesquels sont revenus de 0,2 million d’euros en 2009 à 40.000 euros. 3.1.3 Résultats sur transactions Les résultats sur transactions se composent des différences entre, d’une part, le produit des ventes de titres durant l’exercice et, d’autre part, la valeur comptable moyenne de ces titres. Comme le Fonds des Rentes ne réalise désormais qu’un volume relativement limité d’opérations sur le marché du fixing et hors bourse, l’incidence des résultats sur transactions sur les résultats financiers du portefeuille a sensiblement diminué. Les résultats sur transactions se sont clôturés par un bénéfice de quelque 31.000 euros, contre 43.000 euros l’année précédente. 3.2 Intérêts sur les avances consenties à l’Etat Belge Depuis le début de septembre, le Fonds des Rentes a consenti des avances à l’Etat belge. La convention de financement conclue entre l’Etat belge et le Fonds des Rentes stipule que le taux d’intérêt auquel il prête est également le taux marginal des opérations principales de refinancement de la Banque centrale européenne. Ces avances ont rapportées environ 3.000 euros d’intérêts au Fonds des Rentes. 3.3 Frais généraux administratifs Les frais généraux administratifs sont constitués des rémunérations, charges sociales et pensions, ainsi que d’autres frais administratifs. Le Fonds des Rentes apporte, conformément à l’article 2, 2° de sa loi organique, son concours technique sur le plan des ressources humaines nécessaires aux activités de l’Agence de la dette créée au sein de l’Administration générale de la trésorerie. Un montant de 1,6 million d’euros a été consacré aux rémunérations, charges sociales et pensions y afférentes. Les autres frais administratifs, qui se sont montés à 0,4 million d’euros, comprennent principalement les coûts liés à la surveillance du marché réglementé hors bourse des obligations linéaires, des titres scindés et des certificats de trésorerie, ainsi que les frais de bourse. 3.4 Réductions de valeur sur le portefeuille de fonds publics La hausse des taux d’intérêt a induit un recul de la valeur boursière des obligations. Conformément au principe de prudence comptable, une réduction de valeur a été appliquée aux titres du portefeuille présentant, à la fin de l’année, une valeur comptable supérieure à la valeur boursière, de manière à aligner l’une sur l’autre. Ces réductions de valeur ont totalisé 1,4 million d’euros. 3.5 Bénéfice net de l’exercice L’exercice comptable s’est clôturé par un bénéfice net à affecter de 1,8 million d’euros. Celui-ci provient des résultats financiers sur le portefeuille de fonds publics, à concurrence de 5,2 millions d’euros, ainsi que d’un faible montant d’intérêts perç us sur les avances consenties à l’Etat belge, après déduction des réductions de valeur sur le portefeuille à hauteur de 1,4 million d’euros et de charges diverses pour un montant de 2 millions d’euros. L’article 6 des statuts du Fonds des Rentes dispose que le bénéfice net enregistré est transféré à la réserve à concurrence de 3 p.c. de la dotation, soit près de 2,1 millions d’euros, et que le solde est versé au Trésor. Ainsi, l’intégralité du bénéfice net à affecter, qui s’élève à 1,8 million d’euros, a été transférée à la réserve.

3.1.2 Interesten op voorschotten van de Belgische Staat De Europese Centrale Bank handhaafde heel het jaar de rentevoet van de basisherfinancieringstransacties op 1 pct. De door het Rentenfonds verschuldigde gemiddelde financieringsvoet op de ontleende voorschotten van de Belgische Staat liep hierdoor terug van 1,29 pct. in 2009 tot 1 pct. Samen met de uitdoving van het beroep van het Fonds op die voorschotten resulteerde dit in een verdere afname van de hierop verschuldigde interesten van S 0,2 miljoen in 2009 tot nagenoeg S 40.000. 3.1.3 Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens het boekjaar verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten. Het Rentenfonds voert voortaan nog maar een relatief beperkt volume aan operaties uit op de fixingmarkt zowel als buiten beurs waardoor de impact van de transactieresultaten op de financiële resultaten van de portefeuille gevoelig aan belang heeft ingeboet. De transactieresultaten leverden een batig saldo op van ruim S 31.000 vergeleken met S 43.000 het jaar voordien. 3.2 Interesten op voorschotten aan de Belgische Staat Het Rentenfonds verstrekte vanaf begin september voorschotten aan de Belgische Staat. De financieringsovereenkomst tussen de Belgische Staat en het Rentenfonds bepaalt dat die eveneens tegen de rentevoet van de basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank worden verleend. Deze voorschotten leverden het Rentenfonds ruim S 3.000 aan interesten op. 3.3 Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten. Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand in het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Administratie van de thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld. Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van S 1,6 miljoen besteed. De andere administratieve kosten, goed voor S 0,4 miljoen, omvatten in hoofdzaak de kosten verbonden aan het toezicht op de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, alsook de beurskosten. 3.4 Waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen De stijging van de rentevoeten leidde tot een daling van de beurswaarde van de obligaties. Overeenkomstig het boekhoudkundige voorzichtigheidsbeginsel werd voor de waarden uit de portefeuille waarvan aan het einde van het jaar de beurswaarde lager uitviel dan de boekwaarde een waardevermindering toegepast om die met elkaar in overeenstemming te brengen. Deze waardeverminderingen totaliseerden S 1,4 miljoen. 3.5 Nettowinst van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een te bestemmen nettowinst van S 1,8 miljoen. Zij vloeit voort uit de financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen ten belope van S 5,2 miljoen alsook een klein bedrag aan interesten op de voorschotten aan de Belgische Staat, na aftrek van waardeverminderingen op de portefeuille voor S 1,4 miljoen en van diverse lasten ten bedrage van S 2 miljoen. Artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds bepaalt dat de geboekte nettowinst ten belope van 3 pct. van de dotatie, d.i. bijna S 2,1 miljoen, bij de reserve wordt gevoegd en het saldo aan de Schatkist wordt gestort. Bijgevolg werd de te bestemmen nettowinst van S 1,8 miljoen volledig bij de reserve gevoegd.

Annexe explicative

Verklarende bijlage

BILAN Actif Avances consenties à l’Etat Belge Lorsque le Fonds des Rentes dispose de liquidités excédentaires, il les prête à l’Etat belge sous la forme d’avances. Elles sont octroyées pour un jour ouvrable bancaire et les intérêts sont payés lors du remboursement de l’avance. Le taux applicable est égal au dernier taux marginal en vigueur des opérations principales de refinancement (MROMarginal Rate) de la Banque centrale européenne.

BALANS Activa Voorschotten aan de Belgische Staat Als het Rentenfonds overtollige liquiditeiten beschikbaar heeft worden die aan de Belgische Staat uitgeleend in de vorm van voorschotten. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. De rentevoet die aangerekend wordt is de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Portefeuille de fonds publics

21423

Portefeuille overheidsfondsen

Le portefeuille de fonds publics est constitué principalement des emprunts d’Etat que le Fonds des Rentes utilise soit pour assurer la régulation sur le marché boursier du fixing soit pour prêter des titres à l’apporteur de liquidité sur le marché continu.

De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gebruikt hetzij voor de regulering van de fixingmarkt hetzij om effecten te lenen aan de liquiditeitsverschaffer op de doorlopende markt.

Le portefeuille est valorisé selon les principes qui sont d’application pour le portefeuille de placement des établissements de crédit. A l’achat, les titres sont comptabilisés au prix d’acquisition. Par la suite, ils sont évalués sur la base de leur rendement actuariel moyen d’acquisition. Toutefois, lorsque la valeur comptable d’un emprunt devient supérieure à sa valeur boursière, la différence est actée en réduction de valeur de manière à aligner sa valeur comptable sur sa valeur boursière. Si ces réductions de valeur diminuent ou disparaissent lors de l’exercice suivant, une reprise de provision a lieu. Par contre, si la valeur comptable de l’emprunt est inférieure à sa valeur boursière, dans un souci de prudence comptable, aucune plus-value n’est enregistrée dans le compte de résultats.

De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.

Autres actifs Sous cet intitulé, sont repris essentiellement les lots tirés au cours de l’exercice sous revue mais payés l’année suivante. Comptes de régularisation Cette rubrique comprend principalement les intérêts courus sur fonds publics qui ne peuvent réellement être encaissés qu’au cours de l’exercice comptable suivant.

Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar getrokken loten die pas het volgende jaar worden uitbetaald. Overlopende rekeningen Deze post omvat voornamelijk de verlopen interesten op overheidsfondsen die maar in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk kunnen worden geïnd.

Passif

Passiva

Avances consenties par l’Etat belge

Voorschotten van de Belgische Staat

Les avances de l’Etat belge constituent la source principale de financement externe du portefeuille de fonds publics. Elles sont octroyées pour un jour ouvrable bancaire et les intérêts sont payés lors du remboursement de l’avance. Le taux applicable est égal au dernier taux marginal en vigueur des opérations principales de refinancement (MRO-Marginal Rate) de la Banque centrale européenne. Cessions-rétrocessions Dans cette rubrique est enregistrée la contre-valeur des titres du Fonds des Rentes mis à la disposition de LCH.Clearnet dans le cadre de cessions-rétrocessions de titres. Ce mécanisme a été mis en place afin de permettre à LCH.Clearnet de pallier une éventuelle absence de livraison, à la date de liquidation prévue, de titres vendus sur le marché boursier des rentes. Part de bénéfice à verser à l’Etat belge La part de bénéfice de l’Etat, à verser au Trésor le 31 mars de l’année qui suit l’exercice comptable, correspond au solde du bénéfice net constaté au bilan après déduction du montant destiné statutairement à la réserve. Autres passifs Sous cette rubrique sont repris notamment les rémunérations et charges sociales relatives à l’exercice considéré mais qui ne seront payées qu’au cours de l’année suivante.

De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. De rentevoet die aangerekend wordt is de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank. Cessies-retrocessies Deze rekening omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet in het kader van de cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op de beursrentemarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen. Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd. Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.

21424


Comptes de régularisation

Cette rubrique comprend les intérêts à payer sur les avances consenties par l’Etat belge.

Provision pour pensions et obligations similaires

Cette provision couvre les engagements contractuels relatifs au personnel, constitués au cours d’un exercice mais qui ne seront déboursés que lors d’un exercice ultérieur.

Dotation du Trésor public

Ce poste reprend le montant que l’Etat belge a alloué au Fonds des Rentes en application de l’article 9 de la loi du 19 juin 1959.

Réserve

En vertu de l’article 6 des statuts du Fonds des Rentes, la réserve est normalement alimentée à concurrence de 3 p.c. de la dotation par an, soit environ 2 millions d’euros.

Overlopende rekeningen

Deze post omvat de nog te betalen interesten op voorschotten van de Belgische Staat.

Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen

Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.

Dotatie van de Schatkist

Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.

Reserve

Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 pct. van de dotatie, hetzij ongeveer S 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.

POSTES HORS BILAN

POSTEN BUITEN BALANSTELLING

Opérations au comptant de titres en voie de liquidation

Te liquideren contantverrichtingen op effecten

Les achats et les ventes de titres conclus au comptant dont le délai de liquidation n’est pas encore écoulé sont repris pour leur valeur comptable.

Garanties données

Dans le poste « actifs grevés de sûretés réelles pour compte propre » figure la valeur nominale des titres cédés à LCH.Clearnet dans le cadre des cessions-rétrocessions décrites ci-avant dans les comptes de passif du bilan et gagés dans le cadre du système de compensation opéré par LCH.Clearnet afin de garantir la bonne fin des opérations.

Valeurs de tiers reç ues en dépôt

Le poste « euros à livrer à terme » reprend la contre-valeur des espèces à remettre à LCH.Clearnet lors du dénouement des cessionsrétrocessions avec cette dernière.

De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.

Gegeven waarborgen

De rekening « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.

Waarden van derden in bewaarneming

De rekening « op termijn te leveren euro’s » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies.


21425

21426



21427

21428



21429

21430



21431

21432


SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

Recrutement. — Résultats

Werving. — Uitslagen [2011/201565]

[2011/201565] Sélection comparative de Project/Facility Managers, francophones La sélection comparative de Project/Facility Managers (m/f) (niveau A), francophones, pour le SPF Justice (AFG10840) a été clôturée le 24 mars 2011. Le nombre de lauréats s’élève à 3.

Vergelijkende selectie van Franstalige Project/Facility Managers De vergelijkende selectie van Franstalige Project/Facility Managers (m/v) (niveau A) voor de FOD Justitie (AFG10840) werd afgesloten op 24 maart 2011. Er zijn 3 geslaagden.

* SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

[2011/201566] Sélection comparative d’experts techniques homologation des véhicules, francophones

[2011/201566] Vergelijkende selectie van Franstalige technisch deskundige goedkeuring voertuigen

La sélection comparative d’experts techniques homologation des véhicules (m/f), francophones, (niveau B) pour le SPF Mobilité et Transports (AFG10858) a été clôturée le 25 mars 2011. Le nombre de lauréats s’élève à 3.

De vergelijkende selectie van Franstalige technisch deskundige goedkeuring voertuigen (m/v) (niveau B) voor de FOD Mobiliteit en Vervoer (AFG10858) werd afgesloten op 25 maart 2011. Er zijn 3 geslaagden.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C − 2011/03064] Administration générale de la Fiscalité. — Impôts sur les revenus. — Versements anticipés Exercice d’imposition 2012 INTRODUCTION GENERALITES En principe, l’impôt afférent aux revenus professionnels des indépendants, de leur conjoint aidant et des dirigeants d’entreprise ainsi que l’impôt des sociétés, l’impôt des non-résidents/sociétés et, dans des cas bien déterminés, l’impôt des personnes morales sont majorés d’un pourcentage déterminé. Cette majoration peut toutefois être évitée en versant anticipativement cet impôt à des périodes bien déterminées. Les autres contribuables (personnes physiques) qui, pour quelque motif que ce soit, doivent encore verser un supplément lors de la régularisation de leur situation fiscale, peuvent bénéficier d’une réduction (bonification) en payant totalement ou partiellement ce supplément anticipativement. Ceci est également valable pour les indépendants, leur conjoint aidant et les dirigeants d’entreprise, mais uniquement en ce qui concerne la partie des versements anticipés qui dépasse le montant nécessaire pour échapper à la majoration visée au premier alinéa. Cette matière fait l’objet des articles 157 à 168, 175 à 177, 218, 226, 243, 246, alinéa 1er, 1°, et alinéa 2, et 463bis du Code des impôts sur les revenus 1992 et des articles 64 à 71, 139, § 3, et 142, § 1er de l’arrêté royal d’exécution du Code des impôts sur les revenus 1992. IMPOSITION COMMUNE AU NOM DES DEUX CONJOINTS Depuis l’exercice d’imposition 2005, lorsqu’une imposition commune est établie, la majoration pour absence ou insuffisance de versements anticipés et la bonification pour versement anticipé de l’impôt se calculent dans le chef de chaque ″conjoint″ (personne mariée ou cohabitant légal) sur la base de ses propres revenus et compte tenu des versements anticipés qu’il a effectués en son nom propre (pour l’application de cette disposition, la quote-part des revenus professionnels imputée au conjoint dont les revenus professionnels n’atteignent pas 30 % du total des revenus professionnels des deux conjoints - voir partie V, Chapitre Ier, I, C, 1, alinéa 1er - est considérée comme un revenu propre de celui qui l’octroie et non de celui auquel elle est imputée). L’article 157 du Code des impôts sur les revenus 1992 prévoit toutefois que lorsqu’un conjoint qui attribue une partie de ses bénéfices ou de ses profits au conjoint aidant par application de l’article 86 dudit Code, a effectué des versements anticipés qui excèdent ceux nécessaires pour éviter la majoration d’impôt dans son chef, le solde est utilisé pour éviter la majoration dans le chef du conjoint aidant. PARTIE I. — Versements anticipés nécessaires pour échapper à la majoration CHAPITRE 1er. — Qui est concerné par la majoration d’impôt ? I. PRINCIPES Il s’agit : a) des personnes physiques, résidentes ou non-résidentes, qui perç oivent des revenus professionnels imposables globalement, provenant d’une activité exercée en qualité : — de dirigeant d’entreprise; — d’industriel, de commerç ant ou d’agriculteur; — de titulaire de profession libérale, charge, office ou autre occupation lucrative (indépendante); — de conjoint aidant d’un contribuable qui perç oit des revenus professionnels d’une activité exercée en qualité d’industriel, de commerç ant, d’agriculteur ou de titulaire de profession libérale, charge, office ou autre occupation lucrative (indépendante); b) des sociétés résidentes assujetties à l’impôt des sociétés (ISoc.); c) des intercommunales assujetties à l’impôt des personnes morales (IPM);

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD d) des sociétés étrangères assujetties à l’impôt des non-résidents (INR/soc.), qui se livrent à une exploitation ou à des opérations de caractère lucratif. Ces personnes physiques et morales seront respectivement désignées ci-après par les termes ″indépendants″ (voir a) ci-avant), ″sociétés (voir b) et d) ci-avant) et ″intercommunales″ (voir c) ci-avant). II. EXCEPTION Aucune majoration n’est due par les indépendants qui s’établissent pour la première fois en 2009, en 2010 ou en 2011 dans une profession indépendante principale. Les sociétés qui, sur base de l’article 15 du Code des sociétés, sont considérées comme petites sociétés, ne subissent aucune majoration sur l’impôt qui se rapporte aux trois premiers exercices comptables à partir de leur constitution (article 218, § 2, CIR 92). CHAPITRE 2. — En quoi consiste la majoration d’impôt ? I. GENERALITES La quotité de l’impôt afférente aux revenus imposables visés sub II ci-après est en principe majorée d’un pourcentage déterminé. II. REVENUS DONNANT LIEU A LA MAJORATION A. Dans le chef des indépendants La majoration ne s’applique qu’à l’impôt afférent au montant net des rémunérations des dirigeants d’entreprise, des rémunérations des conjoints aidants, des bénéfices et des profits perç us dans le cadre d’une activité professionnelle d’indépendant, à l’exclusion des revenus qui sont effectivement imposés distinctement. B. Dans le chef des sociétés La majoration s’applique à l’ISoc. et à l’INR/soc. afférents à l’ensemble des revenus imposables. Pour l’exercice d’imposition 2012, ces revenus imposables sont ceux : — réalisés ou recueillis en 2011 par des sociétés qui tiennent leur comptabilité par année civile; — afférents à un exercice comptable clôturé en 2012, avant le 31 décembre, pour les sociétés tenant leur comptabilité autrement que par année civile. Toutefois, aucune majoration n’est applicable : — aux cotisations distinctes; — aux cotisations spéciales se rapportant à des opérations réalisées avant le 1.1.1990 : — partage de l’avoir social; — avantages de toute nature accordés par des sociétés en liquidation. L’attention est attirée sur le fait que les règles visées ci-avant en matière de majoration s’appliquent également aux sociétés mises en liquidation à partir du 1.1.1990. C. Dans le chef des intercommunales La majoration est applicable à l’IPM dû par les intercommunales visées à l’article 180, 1°, CIR 92, dans la mesure où cet impôt se rapporte au montant total des sommes attribuées par ces intercommunales à titre de dividendes à toute société ou autre personne morale, à l’exclusion de celles attribuées à l’Etat, aux Communautés, aux Régions, aux provinces, aux agglomérations, aux fédérations de communes, aux communes et aux centres publics d’action sociale, ainsi qu’à d’autres intercommunales dont il est question au même article 180, 1°. III. CALCUL DE LA MAJORATION A. Base de la majoration Le montant qui sert de base pour le calcul de la majoration est égal à 106 % (103 % pour les sociétés et les intercommunales) de l’impôt dû sur les revenus donnant lieu à majoration, diminué, le cas échéant, des précomptes et autres éléments imputables (quotité forfaitaire d’impôt étranger, crédits d’impôt, précompte mobilier, etc.) afférents à ces mêmes revenus. B. Taux de la majoration Pour l’exercice d’imposition 2012, le taux de la majoration s’élève à 2,25 %. C. Calcul de la majoration Pour obtenir le montant de la majoration globale due en principe, la base de la majoration est multipliée par 2,25 %. Dans le cas d’une personne physique, la majoration n’est cependant retenue qu’à concurrence de 90 % (cette disposition n’est donc applicable ni pour les sociétés, ni pour les intercommunales). D. Remarque Aucune majoration n’est due quand son montant n’atteint pas 1 % de l’impôt qui sert de base à son calcul ou 40,00 EUR. IV. EXEMPLES A. Exemple 1 — Revenus professionnels nets estimés pour l’année 2011 d’un contribuable imposé isolément, sans charge de famille : 13.593,75 EUR. — Montant de l’impôt :

2.178,50 EUR.

— Base de calcul de la majoration : 2.178,50 EUR × 106 % =

2.309,21 EUR

— Calcul de la majoration globale due en principe : 2.309,21 EUR × 2,25 % = — Réduction de 10 % : 51,96 EUR × 10 % = — Majoration due :

51,96 EUR − 5,20 EUR 46,76 EUR

21433

21434

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD B. Exemple 2 — Bénéfice net d’une société dont l’exercice comptable coïncide avec l’année civile 2011 et qui n’est pas exclue du bénéfice des taux réduits : 150.000,00 EUR. — Montant de l’ISoc. (y compris la contribution complémentaire de crise) avant imputation des précomptes : 48.319,88 EUR. — Montant de l’ISoc. après imputation des précomptes (12.000,00 EUR) : 36.319,88 EUR. — Majoration globale due en principe : 36.319,88 EUR × 2,25 % = 817,20 EUR. CHAPITRE 3. — Comment éviter la majoration ? I. PRINCIPE En vue d’éviter la majoration d’impôt, les contribuables concernés doivent verser anticipativement l’impôt afférent aux revenus donnant lieu à majoration. II. COMMENT EVALUER LE MONTANT DES VERSEMENTS ANTICIPES A EFFECTUER ? Les indépendants, les sociétés et les intercommunales dont l’exercice comptable coïncide avec l’année civile (1) peuvent évaluer comme suit le montant des versements anticipés à effectuer pour l’année 2011 : 1° évaluer le montant des revenus pour lesquels l’impôt est soumis à majoration; 2°

déterminer approximativement l’impôt qui serait dû sur le montant visé au 1° (les données reprises à la partie V ci-après permettront de calculer approximativement le montant de l’impôt);

3°

uniquement pour les indépendants, multiplier cet impôt par 106/100 tandis que pour les sociétés et les intercommunales, cet impôt est à multiplier par 103/100;

4°

soustraire, le cas échéant, les précomptes et autres éléments imputables y afférents (le résultat obtenu est, en principe, le montant qui doit être versé par avance);

5°

diviser par quatre le montant de l’impôt annuel ainsi déterminé;

6°

arrondir le quotient obtenu, de préférence à la dizaine d’EUR;

7°

verser ce montant arrondi, chaque trimestre.

Le contribuable est cependant libre d’adopter une autre répartition pour ses versements. Ainsi, il lui est loisible de payer, pour le premier trimestre déjà, un montant supérieur au quart de son impôt annuel présumé pour bénéficier directement de l’avantage le plus élevé -3 % du montant effectivement payé- quitte à adapter, si cela s’avère nécessaire, l’un ou l’autre paiement ultérieur. De même, le contribuable qui, pour l’une ou l’autre raison, n’aura pas versé suffisamment pour le premier trimestre par exemple, pourra combler cette insuffisance à l’occasion du versement suivant et limiter ainsi la majoration d’impôt qu’il subirait s’il ne redressait pas ses versements au fur et à mesure qu’il constaterait que ses prévisions initiales en la matière sont dépassées. Quoi qu’il en soit, le contribuable a intérêt à payer, selon une répartition trimestrielle judicieusement choisie, une somme totale se rapprochant du montant de l’impôt qui sera dû en définitive de manière à ne devoir payer une majoration que sur le plus petit montant possible. III. QUAND FAUT-IL VERSER ? Pour l’exercice d’imposition 2012, les versements anticipés doivent être effectués : — pour le premier trimestre : au plus tard le 11 avril 2011; — pour le deuxième trimestre : au plus tard le 12 juillet 2011; — pour le troisième trimestre : au plus tard le 10 octobre 2011; — pour le quatrième trimestre : au plus tard le 20 décembre 2011. Ces quatre versements sont respectivement dénommés, de manière abrégée, VA 1, VA 2, VA 3 et VA 4. CHAPITRE 4. — Calcul de la majoration en cas d’insuffisance de versements anticipés I. GENERALITES Dans ce cas, la majoration globale due en principe est réduite à concurrence du total des avantages attachés aux versements anticipés effectués. Le solde n’est cependant retenu qu’à concurrence de 90 % en ce qui concerne les personnes physiques. II. DETERMINATION DES AVANTAGES LIES AUX VERSEMENTS ANTICIPES Pour l’exercice d’imposition 2012, le montant de ces avantages est égal à la somme des produits suivants : a) montant du VA 1 × 3 %; b) montant du VA 2 × 2,5 %; c) montant du VA 3 × 2 %; d) montant du VA 4 × 1,5 %. Il est à noter que la moyenne de ces pourcentages correspond au taux de la majoration (2,25 %). En ce qui concerne les sociétés, les taux cités ci-avant sont applicables à tous les contribuables pour lesquels les versements anticipés sont étalés sur quatre trimestres (voir chapitre 3 ci-avant), c’est-à-dire : — les sociétés pour lesquelles l’exercice comptable coïncide avec l’année civile; — les sociétés dont les revenus résultent d’une comptabilité tenue autrement que par année civile et dont l’exercice comptable couvre une période égale ou supérieure à douze mois (voir partie IV, chapitre 2); — les sociétés dont la date de clôture de l’exercice comptable est modifiée, celles dont il est procédé à la dissolution ou celles dont la liquidation est clôturée au cours du dernier trimestre de l’année ou de l’exercice comptable (voir partie IV, chapitre 3); — les sociétés qui commencent leur activité professionnelle au cours du premier trimestre de l’année ou de l’exercice comptable (voir partie IV, chapitre 4).

21435

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD III. EXEMPLES Exemple 1 — Montant présumé de l’impôt des personnes physiques dû par un indépendant sur ses revenus de l’année 2011 : 5.625,00 EUR. — Versements anticipés effectués : — VA 1 : 925,00 EUR; — VA 2 : 500,00 EUR; — VA 3 : 875,00 EUR; — VA 4 : 250,00 EUR. —

Calcul de la majoration effectivement due : — Base de la majoration : 5.625,00 EUR × 106 % = 5.962,50 EUR. — Majoration globale due en principe : 5.962,50 EUR × 2,25 % =

134,16 EUR

— Avantages des VA effectués : — VA 1 : 925,00 EUR × 3 % =

27,75 EUR

— VA 2 : 500,00 EUR × 2,5 % =

12,50 EUR

— VA 3 : 875,00 EUR × 2 % =

17,50 EUR

— VA 4 : 250,00 EUR × 1,5 % =

3,75 EUR − 61,50 EUR

— Différence positive :

72,66 EUR

— Réduction de 10 % : 72,66 EUR × 10 % =

− 7,27 EUR

— Majoration effectivement due :

65,39 EUR

Exemple 2 — Montant présumé de l’impôt des personnes physiques dû par un indépendant sur ses revenus nets de l’année 2011 : 9.650,00 EUR. — Versements anticipés effectués : — VA 1 : 1.900,00 EUR; — VA 2 : 2.500,00 EUR; — VA 3 : néant; — VA 4 : 2.000,00 EUR. — Calcul de la majoration effectivement due : — Base de la majoration : 9.650,00 EUR × 106 % = 10.229,00 EUR. — Majoration globale due en principe : 10.229,00 EUR × 2,25 % =

230,15 EUR

— Avantages des VA effectués : — VA 1 : 1.900,00 EUR × 3 % =

57,00 EUR

— VA 2 : 2.500,00 EUR × 2,5 % =

62,50 EUR

— VA 3 : 0,00 EUR × 2 % = — VA 4 : 2.000,00 EUR × 1,5 % =

0,00 EUR 30,00 EUR − 149,50 EUR

— Différence positive : — Réduction de 10 % : 80,65 EUR × 10 % = — Différence :

80,65 EUR − 8,07 EUR 72,58 EUR

Comme cette différence (72,58 EUR) est inférieure à 1 % de la base de la majoration (10.229,00 EUR × 1 % = 102,29 EUR), elle doit être ramenée à zéro. — Majoration effectivement due : néant.

21436

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Exemple 3 Cessation de l’activité professionnelle le 15 mai 2011. — Revenus d’indépendant nets du 1.1.2011 au 15.5.2011 : 8.000,00 EUR. — Contribuable imposé isolément. — Personne à charge : 0. — Impôt servant de base au calcul de la majoration : 292,50 EUR × 106 % = 310,05 EUR. — Versement anticipé effectué : — VA 1 : 100,00 EUR. — Calcul de la majoration effectivement due : — Majoration globale due en principe : 310,05 EUR × 2,25 % =

6,98 EUR

— Avantages des VA effectués : VA 1 : 100,00 EUR × 3 % =

- 3,00 EUR

— Différence positive :

3,98 EUR

— Réduction de 10 % : 3,98 EUR × 10 % =

− 0,40 EUR

— Différence :

3,58 EUR

Comme cette différence est inférieure à 40,00 EUR, elle doit être ramenée à zéro. — Majoration effectivement due : néant. Exemple 4 — Société dont l’exercice comptable coïncide avec l’année civile 2011 et qui n’est pas exclue du bénéfice des taux réduits. — Bénéfice net : 200.000,00 EUR. — Versements anticipés effectués : — le 11.4.2011 : (VA 1) néant; — le 12.7.2011 : (VA 2) 10.000,00 EUR; — le 10.10.2011 : (VA 3) 20.000,00 EUR; — le 20.12.2011 : (VA 4) néant. — Montant de l’ISoc. avant imputation des précomptes, majoré de la CCC : 64.162,50 EUR × 103 % = 66.087,38 EUR. — Précomptes imputables : 12.000,00 EUR. — Montant de l’ISoc. (après imputation des précomptes) : 54.087,38 EUR. — Calcul de la majoration effectivement due : — Majoration globale due en principe : 54.087,38 EUR × 2,25 % =

1.216,97 EUR

— Avantages attachés aux VA effectués : VA 2 : 10.000,00 EUR × 2,5 % =

250,00 EUR

VA 3 : 20.000,00 EUR × 2 % =

400,00 EUR − 650,00 EUR


566,97 EUR

Exemple 5 — Société dont la comptabilité couvre la période du 1.7.2011 au 30.6.2012. — Bénéfice net : 600.000,00 EUR. — Versements anticipés effectués : — le 10.10.2011 : (VA 1) 30.000,00 EUR; — le 10.1.2012 : (VA 2) 30.000,00 EUR; — le 10.4.2012 : (VA 3) 20.000,00 EUR; — le 20.6.2012 : (VA 4) 20.000,00 EUR. — Montant de l’ISoc. (y compris la CCC) avant imputation des précomptes : 203.940,00 EUR. — Précomptes imputables : 5.000,00 EUR. — Montant de l’ISoc. (après imputation des précomptes) : 198.940,00 EUR. — Calcul de la majoration effectivement due : —Majoration globale due en principe : 198.940,00 EUR × 2,25 % =

4.476,15 EUR

21437

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD — Avantages attachés aux VA effectués : VA 1 : 30.000,00 EUR × 3 % =

900,00 EUR

VA 2 : 30.000,00 EUR × 2,5 % =

750,00 EUR

VA 3 : 20.000,00 EUR × 2 % =

400,00 EUR

VA 4 : 20.000,00 EUR × 1,5 % =

300,00 EUR − 2.350,00 EUR


2.126,15 EUR

CHAPITRE 5. — Quel est le sort réservé aux versements anticipés excédentaires ? Dans le chef des indépendants, les versements anticipés qui excèdent ceux qui sont nécessaires pour éviter la majoration d’impôt dans le chef du contribuable lui-même et, le cas échéant, dans le chef du conjoint aidant auquel une partie des bénéfices ou des profits est attribuée en application de l’article 86 du Code des impôts sur les revenus 1992, peuvent donner droit à une bonification (voir partie II). Les versements les plus anciens seront, par priorité, imputés pour éviter la majoration. En tout état de cause, pour tous les contribuables, l’excédent de versements anticipés qui n’est pas imputé sur l’impôt est remboursé. PARTIE II. — Versements anticipés donnant droit à la bonification d’impôt CHAPITRE 1er. — Qui peut bénéficier de la bonification d’impôt ? La bonification d’impôt peut être accordée à toutes les personnes physiques qui, nonobstant la déduction des précomptes et autres éléments imputables, restent redevables d’un impôt sur leurs revenus. A noter que les nouveaux indépendants qui ne subissent pas la majoration d’impôt visée à la partie I (voir chapitre 1er, II, al. 1er) peuvent également bénéficier de la bonification en cause. CHAPITRE 2. — En quoi consiste la bonification d’impôt ? I. REGLE Une réduction d’impôt ou bonification est accordée aux personnes physiques qui acquittent, sous la forme de versements anticipés, la quotité de l’impôt porté à 106 % qui excède les précomptes et autres éléments imputables, en ce compris les versements anticipés nécessaires pour éviter la majoration d’impôt visée à la partie I. Lorsque le revenu imposable comprend des revenus avec majoration, les versements anticipés (en commenç ant par les plus anciens) sont affectés par priorité pour éviter cette majoration; ce n’est que le solde qui peut être pris en considération pour l’octroi d’une éventuelle bonification. II. MONTANT A VERSER Le contribuable est évidemment libre de déterminer les montants qu’il souhaite verser anticipativement. Il est cependant conseillé de verser chaque trimestre un quart du supplément d’impôt estimé. III. QUAND FAUT-IL VERSER ? Pour l’exercice d’imposition 2012, les versements anticipés doivent être effectués : — pour le premier trimestre : au plus tard le 11 avril 2011; — pour le deuxième trimestre : au plus tard le 12 juillet 2011; — pour le troisième trimestre : au plus tard le 10 octobre 2011; — pour le quatrième trimestre : au plus tard le 20 décembre 2011. Ces quatre versements sont respectivement dénommés, de manière abrégée, VA 1, VA 2, VA 3 et VA 4. CHAPITRE 3. — Comment se calcule la bonification ? I. PRINCIPES Pour l’exercice d’imposition 2012, le montant de la bonification est égal à la somme des produits suivants : a) montant du VA 1 × 1,5 %; b) montant du VA 2 × 1,25 %; c) montant du VA 3 × 1 %; d) montant du VA 4 × 0,75 %. II. EXEMPLES Exemple 1 — L’impôt des personnes physiques dû par un employé sur ses revenus de 2011 s’élève à 2.500,00 EUR. — Précompte professionnel imputable : 1.750,00 EUR. — Versements anticipés effectués : — VA 1 :

175,00 EUR;

— VA 2 :

175,00 EUR;

— VA 3 :

175,00 EUR;

— VA 4 :

175,00 EUR;

— Total :

700,00 EUR.

21438

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD — Montant maximum d’impôt pour lequel une bonification peut être obtenue : — 2.500,00 EUR × 106 % = — Précompte :

2.650,00 EUR − 1.750,00 EUR

— Reste :

900,00 EUR

Etant donné que le supplément d’impôt dépasse les versements anticipés effectués (700,00 EUR), la totalité de ceux-ci donne droit à bonification. — Bonification : — VA1 : 175,00 EUR × 1,5 % =

2,63 EUR

— VA 2 : 175,00 EUR × 1,25 % =

2,19 EUR

— VA 3 : 175,00 EUR × 1 % =

1,75 EUR

— VA 4 : 175,00 EUR × 0,75 % =

1,31 EUR

— Montant de la bonification =

7,88 EUR

— Impôt à payer (2) : 900,00 EUR - 700,00 EUR - 7,88 EUR = 192,12 EUR. Exemple 2 —

L’impôt des personnes physiques dû par un fonctionnaire sur ses revenus de 2011 s’élève à 3.750,00 EUR.

—

Précompte professionnel imputable : 2.900,00 EUR.

—

Versements anticipés effectués : — VA 1 :

500,00 EUR;

— VA 2 :

250,00 EUR;

— VA 3 :

250,00 EUR;

— VA 4 :

250,00 EUR;

— Total :

1.250,00 EUR.

— Montant maximum d’impôt pour lequel une bonification peut être obtenue : — 3.750,00 EUR × 106 % = — Précompte :

3.975,00 EUR − 2.900,00 EUR

— Reste : 1.075,00 EUR Sur 1.250,00 EUR de VA, 1.075,00 EUR seulement donnent droit à bonification (= montant du supplément). — Bonification : — VA 1 : 500,00 EUR × 1,5 % =

7,50 EUR

— VA 2 : 250,00 EUR × 1,25 % =

3,13 EUR

— VA 3 : 250,00 EUR × 1 % =

2,50 EUR

— VA 4 : 75,00 EUR × 0,75 % =

0,56 EUR

— Montant de la bonification =

13,69 EUR

— Remboursement à accorder (3) : 1.075,00 EUR - 1.250,00 EUR - 13,69 EUR = - 188,69 EUR. Exemple 3 — Un ménage est composé du mari qui exerce une activité indépendante et une activité salariée, et de l’épouse sans revenus propres. L’impôt dû sur les revenus de 2011 s’élève à 12.400,00 EUR. — L’impôt sur les revenus soumis à majoration, envisagés séparément, s’élève à 5.000,00 EUR. — Précompte professionnel imputable sur le salaire : 2.000,00 EUR. — Versements anticipés effectués par le mari : — VA 1 :

1.750,00 EUR;

— VA 2 :

1.750,00 EUR;

— VA 3 :

1.750,00 EUR;

— VA 4 :

1.750,00 EUR;

— Total :

7.000,00 EUR.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 1. Calcul de la majoration (voir chapitre 2 de la partie I) : — impôt sur les revenus soumis à majoration : 5.000,00 EUR. — base de calcul de la majoration : 5.000,00 EUR × 106 % = 5.300,00 EUR. — majoration globale : 5.300,00 EUR × 2,25 % =

119,25 EUR

— avantage du VA 1 : 1.750,00 EUR × 3 % =

− 52,50 EUR

— Reste :

66,75 EUR

— avantage du VA 2 : 1.750,00 EUR × 2,5 % =

− 43,75 EUR

— Reste :

23,00 EUR

— avantage du VA 3 : (23,00 EUR × 100/2) × 2 % = 1.150,00 EUR × 2 % =

− 23,00 EUR

— Reste :

0,00 EUR

— total des VA nécessaires pour éviter la majoration : 1.750,00 EUR + 1.750,00 EUR + 1.150,00 EUR = 4.650,00 EUR. 2. Calcul de la bonification : — impôt des personnes physiques dû : 12.400,00 EUR. — montant maximum d’impôt pour lequel une bonification peut être obtenue : — 12.400,00 EUR × 106 % =

13.144,00 EUR

— précompte :

− 2.000,00 EUR

— versements anticipés imputés en vue d’échapper à la majoration :

− 4.650,00 EUR

— Reste :

6.494,00 EUR

— versements anticipés donnant droit à la bonification : 7.000,00 EUR - 4.650,00 EUR = 2.350,00 EUR. — calcul de la bonification : — VA 3 (solde) : 600,00 EUR × 1 % =

6,00 EUR

— VA 4 : 1.750,00 EUR × 0,75 % =

13,13 EUR

— montant de la bonification :

19,13 EUR

3. Impôt à payer : Impôt dû :

12.400,00 EUR

— précompte :

− 2.000,00 EUR

— VA :

− 7.000,00 EUR

— bonification VA : Solde :

− 19,13 EUR 3.380,87 EUR

Taxe communale 12.400,00 EUR × 7 % = Impôt à payer :

868,00 EUR 4.248,87 EUR

21439

21440

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD PARTIE III. — Procédure CHAPITRE 1er. — Comment faire un versement anticipé ? I. NUMEROS DE COMPTE ET DELAIS Les versements anticipés doivent être effectués pour chaque date d’échéance, par versement ou virement à l’un des numéros de compte du ″Service des Versements anticipés″ (4) : pour les sociétés et les intercommunales : au compte IBAN : BE20 6792 0023 3056 et BIC : PCHQ BEBB du ″SERVICE VERSEMENTS ANTICIPES - SOCIETES″, pour les particuliers : au compte IBAN : BE07 6792 0023 4066 et BIC : PCHQ BEBB du ″SERVICE VERSEMENTS ANTICIPES - PERSONNES PHYSIQUES″, Etant donné qu’un ordre de paiement ne produit généralement ses effets que quelques jours ouvrables après sa remise à l’organisme financier, il convient de ne pas attendre la date d’échéance pour effectuer le paiement. ATTENTION Les paiements parvenus au Service des Versements anticipés après la date d’échéance, sont automatiquement comptabilisés pour la période suivante. II. PAIEMENTS, FORMULES DE PAIEMENT, COMMUNICATION STRUCTUREE Votre paiement est lié à un ″compte versements anticipés″ sur base des données mentionnées dans la zone communication. Grâce à une communication structurée exacte, tout se passe automatiquement et correctement. Votre ″compte versements anticipés″ est identifié par un numéro d’immatriculation auprès du Service des Versements anticipés. Votre numéro d’entreprise est en règle générale également votre numéro d’immatriculation. En l’absence d’un tel numéro, le service des Versements anticipés vous attribuera un numéro d’immatriculation. A. Si vous êtes déjà connu auprès du Service des Versements anticipés, vous recevez alors spontanément une invitation avec une formule de paiement Ce formulaire est déjà complété à votre nom ou au nom de votre société et votre numéro d’entreprise/numéro d’immatriculation est incorporé dans la communication structurée. Le formulaire de paiement mentionne également le compte bancaire correct du Service des Versements anticipés. Utilisez ce formulaire exclusivement pour vous même, ou pour la personne ou l’entreprise pour laquelle ce formulaire a été libellé. Si vous payez via un système électronique, reprenez alors soigneusement la communication structurée. Si vous faites effectuer le paiement par un tiers - par exemple par une banque dans le cadre d’un contrat de financement - assurez-vous que celui-ci utilise également la communication structurée ou connaisse votre numéro d’entreprise/numéro d’immatriculation. Sur base de ce numéro, il pourra composer lui-même la communication structurée. Remarque : Si, pendant un an, vous ne faites pas de versements anticipés, l’envoi spontané d’une invitation est interrompu. Vous pouvez toujours recommencer à effectuer des versements anticipés en reprenant la même communication structurée. B. S’il s’agit de votre premier paiement — Vous êtes une personne physique et disposez d’un numéro d’entreprise en tant qu’assujetti T.V.A. ou comme employeur : Payez de préférence via un compte bancaire libellé à votre nom. Indiquez le numéro d’entreprise dans la zone communication. Payez au compte : IBAN : BE07 6792 0023 4066 et BIC : PCHQ BEBB du ″Service Versements anticipés - Personnes physiques″, — Vous êtes une personne physique ne possédant pas de numéro d’entreprise : Payez de préférence via un compte bancaire libellé à votre nom. Indiquez dans la zone communication ″NOUVEAU″ suivi de votre numéro de registre national (11 positions) que vous trouvez sur votre carte d’identité ou sur votre carte SIS. Si exceptionnellement, vous n’avez pas de numéro de registre national, mentionnez dans la communication ″NOUVEAU″ suivi de votre date de naissance sous la forme ANNEE en quatre positions, MOIS en deux positions, JOUR en deux positions (ex. NOUVEAU 1991.02.11). Payez au compte : IBAN : BE07 6792 0023 4066 et BIC : PCHQ BEBB du ″Service Versements anticipés - Personnes physiques″, — Vous êtes une personne morale, vous disposez donc toujours d’un numéro d’entreprise : Payez de préférence via un compte bancaire libellé au nom de la personne morale. Indiquez le numéro d’entreprise dans la zone communication. Payez au compte : IBAN : BE20 6792 0023 3056 et BIC : PCHQ BEBB du ″Service Versements anticipés - Sociétés″.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Toute autre manière de procéder entraîne un risque considérable d’erreurs et de retard dans le traitement des paiements. Si vous faites effectuer le paiement par un tiers, ces mêmes règles sont d’application. Si vous disposez d’un numéro d’entreprise, assurez-vous que ce tiers le connaisse également. Sur base de ce numéro d’entreprise, il pourra composer lui-même la communication structurée. Après le traitement de ce premier paiement, le ″Service des Versements anticipés″ enverra spontanément des invitations avec formule de paiement. Ces invitations sont déjà complétées à votre nom ou au nom de votre société et votre numéro d’entreprise ou celui de votre société est incorporé dans la communication structurée. Remarques importantes : 1. En ce qui concerne les particuliers (personnes mariées ou cohabitants légaux) pour lesquels une imposition commune sera établie, chaque ″conjoint″ doit effectuer pour son propre compte, les VA qu’il juge nécessaires pour éviter la majoration d’impôt ou bénéficier de la bonification correspondante (voir page 1, imposition commune au nom des deux conjoints). 2. Le contribuable a la possibilité, dès réception d’un avertissement-extrait de rôle lui annonç ant un remboursement d’impôt, de faire valoir celui-ci en tant que versement anticipé pour la période imposable suivante, pour autant qu’avant que ce remboursement ne lui soit liquidé, il en fasse la demande par lettre adressée au Service des Versements anticipés (5). Ce service l’informe de la suite réservée à sa demande et, le cas échéant, des modalités pratiques à suivre. CHAPITRE 2. — Modification de la destination originale d’un versement anticipé I. NATURE DES MODIFICATIONS QUI PEUVENT ETRE APPORTEES 1° Les tiers peuvent demander le redressement, le cas échéant, par remboursement, d’erreurs matérielles qu’ils justifient avoir commises lors de l’exécution de versements ou virements pour le compte du contribuable. 2° Les contribuables au nom desquels les versements anticipés sont comptabilisés peuvent demander que les montants versés soient totalement ou partiellement : — remboursés; — transférés au compte de chèques postaux d’un bureau de recette; — reportés pour la période imposable suivante. II. CONDITIONS REQUISES POUR MODIFIER LA DESTINATION ORIGINALE 1° Le versement ne peut pas encore avoir été imputé sur l’impôt dû par le contribuable au nom duquel il a été comptabilisé par le ″Service des Versements anticipés″. 2° L’extrait de compte VA (voir Chapitre 3) doit, pour autant qu’il ait été reç u, accompagner la demande de modification de la destination au service précité. 3° Les demandes de modification de la destination des VA doivent être adressées par écrit au ″Service des Versements anticipés″. Remarque importante Lorsque le contribuable sollicite le remboursement d’un versement anticipé, la somme à restituer peut, conformément à l’article 334 de la Loi-programme du 27.12.2004 tel que modifié par l’art. 194 de la Loi-programme du 22.12.2008, être affectée sans formalités au paiement des sommes dues par cette personne en application des lois d’impôts ou au règlement de créances fiscales ou non fiscales dont la perception et le recouvrement sont assurés par le SPF Finances. Cette affectation est limitée à la partie non contestée de ces créances et s’effectue, même en cas de saisie, de cession, de situation de concours ou de procédure d’insolvabilité. Ladite somme à restituer peut également, conformément à l’article 166, AR/CIR 92, être affectée sans formalités par le receveur des contributions directes à l’apurement des précomptes, des impôts sur les revenus et des taxes y assimilées, en principal et accessoires encore dus par l’intéressé, même lorsque ces derniers sont contestés. III. DELAI DANS LEQUEL LES TIERS PEUVENT DEMANDER LE REDRESSEMENT D’ERREURS MATERIELLES La demande de redressement doit parvenir au ″Service des Versements anticipés″ au plus tard le dernier jour du deuxième mois qui suit la période imposable à laquelle les versements ou virements se rapportent. IV. DELAI DANS LEQUEL LES CONTRIBUABLES PEUVENT DEMANDER LE REMBOURSEMENT, LE TRANSFERT OU LE REPORT La demande de remboursement, de transfert ou de report doit parvenir au ″Service des Versements anticipés″ au plus tard le dernier jour du deuxième mois qui suit la période imposable à laquelle les versements ou virements se rapportent. Ce délai ne peut toutefois être inférieur à un mois à compter de l’envoi de l’extrait de compte VA (voir Chapitre 3). CHAPITRE 3. — Extrait de compte VA A l’expiration de la période imposable, le ″Service des Versements anticipés″ envoie aux contribuables intéressés un ″extrait de compte VA″ sur lequel sont mentionnées toutes les opérations (paiements anticipés, remboursements, chaque fois avec mention de la date de prise en considération) de la période imposable. Ce document est à conserver soigneusement. PARTIE IV. — Sociétés - Cas particuliers CHAPITRE 1er. — Principe Lorsque l’exercice comptable de production des revenus des sociétés ne coïncide pas entièrement avec l’année civile, le principe du versement anticipé trimestriel est également applicable dans les cas particuliers visés ci-après étant entendu qu’il convient de tenir compte des dispositions spéciales suivantes : 1. si l’exercice comptable : — ne débute pas le premier jour d’un mois, ce mois n’est pas compté; — ne se termine pas le dernier jour d’un mois, ce mois est compté pour un mois entier; 2. un trimestre commencé est compté pour un trimestre entier. Ces deux dispositions doivent être envisagées dans leur ensemble. Autrement dit, un trimestre déterminé ne doit être compté pour un trimestre entier que s’il comprend au moins un mois considéré comme un mois entier.

21441

21442

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE 2. — Sociétés qui tiennent leur comptabilité autrement que par année civile I. EXERCICE COMPTABLE DE DOUZE MOIS Quatre versements anticipés doivent être effectués, à concurrence, chaque fois, d’un quart du montant total de l’impôt. Les paiements sont à effectuer au plus tard le dixième jour du quatrième, du septième et du dixième mois, et le vingtième jour du dernier mois de l’exercice comptable (6). Exemple Société dont l’exercice comptable s’étend du 1.7.2011 au 30.6.2012 ou du 16.6.2011 au 15.6.2012. Les quatre VA relatifs à l’exercice d’imposition 2012 doivent être effectués au plus tard aux dates suivantes : — VA 1 : le 10.10.2011; — VA 2 : le 10.1.2012; — VA 3 : le 10.4.2012; — VA 4 : le 20.6.2012. II. EXERCICE COMPTABLE D’UNE DUREE SUPERIEURE A DOUZE MOIS Dans ce cas, l’impôt doit également être acquitté au moyen de quatre versements anticipés d’un montant correspondant chaque fois au quart de cet impôt. Quant aux dates ultimes de paiement, elles se déterminent comme si les bénéfices avaient été réalisés au cours des douze derniers mois de l’exercice comptable. La règle à appliquer est donc, selon le cas, la règle générale (voir partie I) ou la règle visée au titre I ci-avant. Exemple 1 Société dont l’exercice comptable couvre la période allant du 1.11.2010 au 31.12.2011. Les quatre VA relatifs à l’exercice d’imposition 2012 doivent être effectués au plus tard aux dates suivantes : — VA 1 : le 11.4.2011; — VA 2 : le 12.7.2011; — VA 3 : le 10.10.2011; — VA 4 : le 20.12.2011. Exemple 2 Société dont l’exercice comptable couvre la période allant du 12.8.2011 au 31.10.2012. Les quatre VA relatifs à l’exercice d’imposition 2012 doivent être effectués au plus tard aux dates suivantes : — VA 1 : le 10.2.2012; — VA 2 : le 10.5.2012; — VA 3 : le 10.8.2012; — VA 4 : le 22.10.2012. CHAPITRE 3. — Exercice comptable d’une durée inférieure à douze mois en raison d’une modification de la date de clôture de l’exercice comptable, de la dissolution ou de la clôture de la liquidation I. SOCIETES QUI TIENNENT LEUR COMPTABILITE PAR ANNEE CIVILE La règle à appliquer varie selon le trimestre au cours duquel la clôture de l’exercice comptable, la dissolution ou la clôture de la liquidation a lieu. Dans un but pratique, les diverses éventualités, ainsi que la règle qui leur est propre, sont présentées ci-après sous forme de tableau.

Trimestre au cours duquel l’exercice comptable est clôturé Premier

Règle à suivre Nombre de versements anticipés à faire Un

Quotité de l’impôt total à payer et date ultime de paiement Totalité re

le 10 avril

Deuxième

Deux

1 moitié 2e moitié

le 10 avril le 10 juillet

Troisième

Trois

1er tiers 2e tiers 3e tiers

le 10 avril le 10 juillet le 10 octobre

Quatrième

Quatre

1er quart 2e quart 3e quart 4e quart

le le le le

10 10 10 20

avril juillet octobre décembre (7)

Exemple Dissolution d’une société tenant une comptabilité par année civile : — le 17.3.2012 : l’impôt total doit être payé au plus tard le 10.4.2012 (VA 4); — le 19.5.2012 : l’impôt doit être payé par moitié au plus tard le 10.4.2012 (VA 3) et le 10.7.2012 (VA 4); — le 16.10.2012 : l’impôt doit être payé par quart au plus tard le 10.4.2012 (VA 1), le 10.7.2012 (VA 2), le 10.10.2012 (VA 3) et le 20.12.2012 (VA 4).

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD II. SOCIETES QUI TIENNENT LEUR COMPTABILITE AUTREMENT QUE PAR ANNEE CIVILE Dans cette hypothèse, les dates des 10 avril, 10 juillet, 10 octobre et 20 décembre, citées dans le tableau repris sub I ci-avant, sont à remplacer respectivement par celles du dixième jour du quatrième, du septième et du dixième mois, et du vingtième jour du dernier mois de l’exercice comptable normal de 12 mois (8). Exemple Une société qui clôture annuellement ses écritures le 31 mai décide, lors de son assemblée générale du 17.10.2011 de clôturer désormais et pour la première fois en 2011 sa comptabilité le 31 décembre. L’exercice comptable s’étend donc du 1.6.2011 au 31.12.2011. Cette société doit effectuer les versements anticipés suivants : — le 1er tiers : le 12.9.2011 (VA 2); — le 2e tiers : le 12.12.2011 (VA 3); — le 3e tiers : le 12.3.2012 (VA 4). CHAPITRE 4. — Exercice comptable d’une durée inférieure à douze mois en raison du début de l’activité professionnelle I. SOCIETES QUI TIENNENT LEUR COMPTABILITE PAR ANNEE CIVILE La règle à appliquer varie selon le trimestre au cours duquel l’activité professionnelle a été commencée. Le tableau ci-après récapitule les diverses éventualités ainsi que la règle qui leur est applicable. Règle à suivre Trimestre de la constitution

Nombre de versements anticipés à faire

Quotité de l’impôt total à payer et date ultime de paiement

Premier

Quatre

1er quart 2e quart 3e quart 4e quart

le le le le

Deuxième

Trois

1er tiers 2e tiers 3e tiers

le 10 juillet le 10 octobre le 20 décembre

Troisième

Deux

1re moitié 2e moitié

le 10 octobre le 20 décembre

Quatrième

Un

Totalité

le 20 décembre (9)

10 10 10 20

avril juillet octobre décembre

Exemple 1 Constitution le 20.5.2011 d’une société tenant une comptabilité par année civile et dont le premier exercice comptable est clôturé le 31.12.2011 : — le mois de mai n’est pas compté puisqu’il n’est pas complet; — le début de l’activité professionnelle se situe au cours du deuxième trimestre puisque celui-ci compte au moins un mois complet; — l’impôt total doit en conséquence être payé anticipativement, à concurrence chaque fois d’un tiers de son montant, au plus tard le 12 juillet, le 10 octobre et le 20 décembre 2011. Exemple 2 Mêmes données que dans l’exemple 1, mais constitution le 17.6.2011 : — le mois de juin n’est pas compté puisqu’il n’est pas complet; — le début de l’activité professionnelle est dès lors censé se situer au cours du troisième trimestre; — l’impôt total doit en conséquence être payé anticipativement, par moitié, au plus tard le 10 octobre et le 20 décembre 2011. II. SOCIETES QUI TIENNENT LEUR COMPTABILITE AUTREMENT QUE PAR ANNEE CIVILE Dans cette hypothèse, les dates des 10 avril, 10 juillet, 10 octobre et 20 décembre, citées dans le tableau repris sub I ci-avant, sont à remplacer respectivement par celles du dixième jour du quatrième, du septième et du dixième mois, et du vingtième jour du dernier mois de l’exercice comptable. Exemple Constitution le 17.6.2011 d’une société qui ne tient pas sa comptabilité par année civile et qui clôture pour la première fois ses écritures le 31.3.2012 : — le mois de juin n’est pas compté puisqu’il n’est pas complet; — le début de l’activité professionnelle est dès lors censé se situer au cours du deuxième trimestre; — l’impôt total doit en conséquence être payé anticipativement, par tiers, au plus tard le 10.10.2011, le 10.1.2012 et le 20.3.2012. CHAPITRE 5. — Taux et pourcentages applicables dans les cas spéciaux Sont visés ici : — les cas où, en raison de la modification de la date de clôture de l’exercice comptable, de la dissolution ou de la clôture de la liquidation d’une société, l’exercice comptable a une durée inférieure à 12 mois (voir Chapitre 3); — les cas de début de l’activité d’une société dont le premier exercice comptable a une durée inférieure à 12 mois (voir Chapitre 4). Pour l’exercice d’imposition 2012, il y a lieu de tenir compte de ce qui suit. Les trimestres doivent être déterminés eu égard aux dispositions spéciales prévues aux chapitres 3 et 4 ci-avant. La majoration globale qui serait due en l’absence de versements anticipés n’est pas calculée au taux de 2,25 %, mais varie : — selon la durée, exprimée en trimestres, de l’exercice comptable; — selon le rang que chaque trimestre occupe ou est censé occuper.

21443

21444

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Dans un but pratique, le pourcentage de majoration globale est présenté ci-après, sous forme de tableau. Quant au calcul des avantages procurés par les versements anticipés, il s’effectue, comme dans les cas ordinaires, au taux de 3, de 2,5, de 2 ou de 1,5 %, selon que le paiement est ou est censé être relatif au 1er, au 2e, au 3e ou au 4e trimestre de l’année, étant entendu que le rang des trimestres doit être déterminé comme suit : Durée de l’exercice comptable (en trimestres) Un trimestre

Rang du ou des trimestres

Majoration globale due en principe si aucun versement anticipé n’a été effectué

4

1,5 %

Deux trimestres

3+4

1,75 %

Trois trimestres

2+3+4

2

%

Exemple — Société qui tient une comptabilité par année civile qui n’est pas exclue d’office du bénéfice des taux réduits et qui a été dissoute (ou dont la liquidation a été clôturée) le 29.9.2012. — Bénéfice net : 80.000,00 EUR. — Versements anticipés effectués : le 10.4.2012 : (VA 2) 4.000,00 EUR; le 10.7.2012 : (VA 3) 3.000,00 EUR; le 10.10.2012 : (VA 4) 3.000,00 EUR. — Précomptes imputables : 1.000,00 EUR. — Montant de l’ISoc. (y compris la CCC) avant imputation des précomptes : 23.805,88 EUR. — Montant de l’ISoc. (après imputation des précomptes) : 22.805,88 EUR. — Calcul de la majoration : — Majoration globale : 22.805,88 EUR × 2 % =

456,12 EUR

— Avantages attachés aux VA effectués : VA 2 : 4.000,00 EUR × 2,5 % =

100,00 EUR

VA 3 : 3.000,00 EUR × 2 % =

60,00 EUR

VA 4 : 3.000,00 EUR × 1,5 % =

45,00 EUR - 205,00 EUR


251,12 EUR PARTIE V. — Calcul de l’impôt

CHAPITRE 1er. — Impôt des personnes physiques I. REGIME D’IMPOSITION A. Rappel Pour déterminer la quotité de l’impôt des personnes physiques susceptible d’engendrer une majoration, il ne faut prendre en considération que les revenus d’indépendant visés au Chapitre 2, II, de la partie I. B. Impositions individuelles Pour les contribuables imposés isolément, les revenus nets imposables sont soumis à l’impôt sur la base des règles reprises sub II ci-après. Les personnes mariées et les cohabitants légaux sont imposés isolément pour l’année du mariage (10) ou de la déclaration de cohabitation légale, à partir de l’année qui suit celle au cours de laquelle une séparation de fait est intervenue (pour autant qu’il n’ait pas été mis fin à cette séparation), pour l’année de la dissolution du mariage (11) ou de la séparation de corps, ou de la cessation de la cohabitation légale (11), ainsi que lorsqu’un conjoint recueille des revenus professionnels pour un montant supérieur à 9.470,00 EUR qui sont exonérés conventionnellement et qui n’interviennent pas pour le calcul de l’impôt afférent à ses autres revenus. C. Impositions communes 1. Principes Les revenus des ″conjoints″ (personnes mariées ou cohabitants légaux) ne sont pas cumulés. Si un des ″conjoints″ a peu ou pas de revenus professionnels propres, une quote-part des revenus professionnels de l’autre ″conjoint″ lui est imputée, sauf si l’impôt s’en trouve majoré. A noter que la quote-part des revenus professionnels qui est attribuée au conjoint aidant est assimilée à un revenu professionnel propre de ce dernier. Il existe donc en principe deux bases imposables séparées constituées par les revenus de chacun des conjoints. Chacune des deux bases d’imposition est soumise, indépendamment de l’autre, au tarif d’imposition et bénéficie d’une quotité du revenu exemptée d’impôt (cf. sub II ci-après). 2. Un seul des conjoints bénéficie de revenus professionnels propres Lorsqu’un seul des conjoints bénéficie d’un revenu professionnel propre, une quote-part est imputée à l’autre conjoint sauf si l’impôt s’en trouve majoré. Cette quote-part s’élève à 30 % du montant de ce revenu professionnel sans toutefois pouvoir excéder 9.470,00 EUR. A partir du moment où le revenu professionnel atteint 31.566,67 EUR, la quote-part imputée est donc toujours égale à 9.470,00 EUR.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Exemples 1° revenu professionnel : 12.400,00 EUR, la quote-part à imputer s’élève à 12.400,00 EUR × 30 % soit 3.720,00 EUR; 2° revenu professionnel : 37.200,00 EUR, la quote-part à imputer est égale à 9.470,00 EUR. 3. Les deux conjoints bénéficient de revenus professionnels propres En l’occurrence, deux hypothèses doivent être envisagées : 1re hypothèse : le montant des revenus professionnels du conjoint qui en a le moins n’atteint NI 30 % du total des revenus professionnels du ménage, NI 9.470,00 EUR. Dans ce cas, une quote-part des revenus professionnels du conjoint qui en a le plus est imputée à l’autre de manière à ce que les revenus de ce dernier atteignent la limite de 30 % du total des revenus professionnels du ménage, sans excéder 9.470,00 EUR. Aucune imputation n’est toutefois effectuée si l’impôt s’en trouve majoré. Exemples 1° - Revenus professionnels : — du conjoint A : 15.000,00 EUR; — du conjoint B : 2.500,00 EUR. — Quotité des revenus professionnels du conjoint A à imputer au conjoint B : (15.000,00 EUR + 2.500,00 EUR) × 30 % - 2.500,00 EUR = 5.250,00 EUR - 2.500,00 EUR = 2.750,00 EUR. — Les revenus professionnels du ménage seront donc répartis comme suit : — conjoint A : 15.000,00 EUR - 2.750,00 EUR = 12.250,00 EUR; — conjoint B : 2.500,00 EUR + 2.750,00 EUR = 5.250,00 EUR. 2° - Mêmes données, sauf que le conjoint A a recueilli des revenus professionnels nets de 29.500,00 EUR. — Quotité des revenus professionnels du conjoint A à imputer au conjoint B : (29.500,00 EUR + 2.500,00 EUR) × 30 % = 9.600,00 EUR à limiter à 9.470,00 EUR et à diminuer de 2.500,00 EUR, soit 6.970,00 EUR (9.470,00 EUR - 2.500,00 EUR). — Les revenus professionnels du ménage seront donc répartis comme suit : — conjoint A : 29.500,00 EUR - 6.970,00 EUR = 22.530,00 EUR; — conjoint B : 2.500,00 EUR + 6.970,00 EUR = 9.470,00 EUR. e

2 hypothèse : le montant des revenus professionnels du conjoint qui en a le moins atteint 30 % du total des revenus professionnels du ménage OU 9.470,00 EUR. En pareille hypothèse, aucune imputation de revenus ne peut être opérée. Exemples Aucune imputation ne peut être opérée lorsque les revenus professionnels se présentent comme suit : Revenus d’un des conjoints

Revenus de l’autre conjoint

10.000,00 EUR 10.000,00 EUR 25.000,00 EUR

4.500,00 EUR 7.000,00 EUR 9.470,00 EUR

II. REGLES DU CALCUL DE L’IMPOT A. Généralités Pour calculer l’impôt, il faut en principe procéder chaque fois aux opérations suivantes : — calculer un impôt de base compte tenu du tarif figurant ci-après; — déterminer l’impôt sur la quotité du revenu exemptée d’impôt visée sub C ci-après; — calculer l’impôt réellement dû en effectuant la différence entre ces deux impôts et en déduisant du solde les précomptes et autres éléments imputables. Pour les contribuables mariés et les cohabitants légaux, l’impôt est calculé distinctement sur chacune des bases imposables. B. Tarif d’imposition Base imposable de 0,01 EUR à 8.070,00 EUR de 8.070,01 EUR à 11.480,00 EUR de 11.480,01 EUR à 19.130,00 EUR de 19.130,01 EUR à 35.060,00 EUR à partir de 35.060,01 EUR

Impôt correspondant 25 % 2.017,50 EUR + 30 % de la tranche dépassant 8.070,00 EUR 3.040,50 EUR + 40 % de la tranche dépassant 11.480,00 EUR 6.100,50 EUR + 45 % de la tranche dépassant 19.130,00 EUR 13.269,00 EUR + 50 % de la tranche dépassant 35.060,00 EUR

Ce barème ne tient pas compte de la quotité du revenu exemptée d’impôt (voir C ci-après), ni des taxes communale et d’agglomération. C. Quotité du revenu exemptée d’impôt 1. Généralités Tous les contribuables ont droit à une quotité du revenu exemptée d’impôt. Cette quotité exemptée peut être majorée en fonction de la situation familiale du contribuable. Cette quotité du revenu exemptée d’impôt est imputée sur les tranches inférieures de revenus en commenç ant par celle de 25 %, puis celle de 30 %, etc.

21445

21446

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 2. Montant de base Le montant de base de la quotité du revenu exemptée d’impôt s’élève à : 1° lorsque le revenu imposable du contribuable ne dépasse pas 24.410,00 EUR : 6.830,00 EUR; 2° lorsque le revenu imposable du contribuable est compris entre 24.410,00 EUR et 24.670,00 EUR : 6.830,00 EUR diminués de la différence entre le revenu imposable et 24.410,00 EUR; 3° dans les autres cas : 6.570,00 EUR. 3. Majorations pour enfants à charge La quotité du revenu exemptée d’impôt est, pour enfant(s) à charge, majorée des montants suivants : — un enfant :

1.400,00 EUR;

— deux enfants :

3.590,00 EUR;

— trois enfants :

8.050,00 EUR;

— quatre enfants :

13.020,00 EUR;

— supplément par enfant au-delà du quatrième :

4.970,00 EUR.

4. Imputation Les majorations visées au n° 3 sont imputées dans le chef du conjoint qui a le revenu imposable le plus élevé. Si le revenu imposable de l’un des conjoints est inférieur à sa quotité du revenu exemptée d’impôt, la différence est ajoutée à la quotité du revenu exemptée d’impôt de l’autre conjoint. D. Méthode de calcul simplifiée de l’impôt 1. Remarque préalable Les présentes règles ont pour but, non pas de calculer l’impôt avec exactitude, mais bien de l’évaluer, rapidement et avec assez de précision, dans la majorité des cas. 2. Impôt dû par les contribuables imposés isolément et les conjoints imposés ensemble lorsqu’un seul des conjoints a recueilli des revenus professionnels Impôt dû Revenu professionnel net

A. Impositions individuelles

B. Impositions communes un seul des conjoints a recueilli des revenus professionnels

10.000,00 EUR

889,00 EUR

0,00 EUR

11.500,00 EUR

1.341,00 EUR

0,00 EUR

13.000,00 EUR

1.941,00 EUR

0,00 EUR

14.500,00 EUR

2.541,00 EUR

252,00 EUR

16.000,00 EUR

3.141,00 EUR

702,00 EUR

17.500,00 EUR

3.741,00 EUR

1.229,00 EUR

19.000,00 EUR

4.341,00 EUR

1.778,50 EUR

20.500,00 EUR

5.009,50 EUR

2.311,00 EUR

22.000,00 EUR

5.684,50 EUR

2.843,50 EUR

23.500,00 EUR

6.359,50 EUR

3.376,00 EUR

25.000,00 EUR

7.099,50 EUR

3.908,50 EUR

26.500,00 EUR

7.774,50 EUR

4.441,00 EUR

28.000,00 EUR

8.449,50 EUR

5.013,50 EUR

29.500,00 EUR

9.124,50 EUR

5.621,00 EUR

31.000,00 EUR

9.799,50 EUR

6.228,50 EUR

32.500,00 EUR

10.474,50 EUR

6.878,00 EUR

34.000,00 EUR

11.149,50 EUR

7.583,00 EUR

35.500,00 EUR

11.846,50 EUR

8.293,00 EUR

37.000,00 EUR

12.596,50 EUR

8.968,00 EUR

38.500,00 EUR

13.346,50 EUR

9.643,00 EUR

40.000,00 EUR

14.096,50 EUR

10.318,00 EUR

41.500,00 EUR

14.846,50 EUR

10.993,00 EUR

43.000,00 EUR

15.596,50 EUR

11.668,00 EUR

44.500,00 EUR

16.346,50 EUR

12.343,00 EUR

46.000,00 EUR

17.096,50 EUR

13.091,50 EUR

47.500,00 EUR

17.846,50 EUR

13.841,50 EUR

49.000,00 EUR

18.596,50 EUR

14.591,50 EUR

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Remarque Lorsqu’en cas d’imposition commune, un des conjoints a recueilli un revenu professionnel qui n’excède ni 30 % du total des revenus professionnels du ménage ni 9.470,00 EUR, le barème B s’applique à ce montant total (par exemple : revenu d’un des conjoints : 19.000,00 EUR et revenu de l’autre conjoint : 3.000,00 EUR; prendre l’impôt sur 22.000,00 EUR). 3. Impôt dû par les conjoints imposés ensemble lorsqu’ils bénéficient tous deux de revenus professionnels Lorsque les deux conjoints bénéficient de revenus professionnels propres de plus de 30 % du total des revenus professionnels des deux conjoints, ou de plus de 9.470,00 EUR, l’impôt total dû est estimé en calculant sur le revenu de chaque conjoint, l’impôt applicable en cas d’imposition individuelle (voir sub 2, barème A). 4. Réduction pour enfants à charge Sur l’impôt ainsi calculé, une réduction pour enfant(s) à charge est appliquée : Nombre d’enfants à charge

Montant minimum de la réduction d’impôt accordée

1 2 3 4 5 6 7

350,00 1.002,00 2.654,00 4.665,00 6.901,50 9.138,00 11.374,50

EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR

5. Exemple Revenus nets des conjoints A et B : — revenus professionnels nets du conjoint A : 25.000,00 EUR; — revenus professionnels nets du conjoint B : 14.500,00 EUR. Enfants à charge : 3. Calcul de l’impôt estimé — sur les revenus du conjoint A (voir sub 2, barème A) :

7.099,50 EUR

— sur les revenus du conjoint B (voir même barème) : sous-total :

+ 2.541,00 EUR 9.640,50 EUR

— réduction pour 3 enfants à charge (voir sub 4) : Impôt (12) estimé :

− 2.654,00 EUR 6.986,50 EUR

CHAPITRE 2. — Impôt des sociétés (ISoc.) et impôt des non-résidents/sociétés (INR/soc.) I. REMARQUE LIMINAIRE Pour la supputation de l’ISoc. et de l’INR/soc., il n’est pas possible de publier des tableaux détaillés donnant le montant exact qui sera dû pour l’exercice d’imposition 2012 dans toutes les hypothèses qui peuvent se présenter. Les données suivantes permettront cependant de calculer approximativement le montant de l’impôt pour ledit exercice d’imposition. II. TARIF D’IMPOSITION A. Impôt des sociétés pouvant donner lieu à majoration 1. Revenus imposables Les sociétés résidentes, visées à l’article 179, CIR 92, sont imposables sur le montant total : — des bénéfices réservés; — des dépenses non admises; — et des dividendes, et ce, après les déductions légales. 2. Taux Le taux de l’ISoc. est fixé à 33 %. Lorsque le revenu imposable n’excède pas 322.500,00 EUR, l’impôt est toutefois fixé comme suit : — sur la tranche de 0 à 25.000,00 EUR : 24,25 %; — sur la tranche de 25.000,00 EUR à 90.000,00 EUR : 31 %; — sur la tranche de 90.000,00 EUR à 322.500,00 EUR : 34,5 %. Ces taux réduits ne sont cependant pas applicables : 1°

aux sociétés visées à l’article 215, al. 3, 1°, CIR 92;

2°

aux sociétés (autres que les sociétés coopératives agréées par le Conseil national de la coopération) dont les actions ou parts représentatives du capital social sont détenues à concurrence d’au moins la moitié par une ou plusieurs autres sociétés;

3°

aux sociétés dont les dividendes distribués excèdent 13 % du capital libéré au début de la période imposable;

21447

21448

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 4°

aux sociétés, autres que les sociétés coopératives agréées par le Conseil national de la coopération, qui n’allouent pas à au moins un de leurs dirigeants d’entreprise, une rémunération à charge du résultat de la période imposable égale ou supérieure au revenu imposable de la société lorsque cette rémunération n’atteint pas 36.000,00 EUR;

5°

aux sociétés qui font partie d’un groupe auquel appartient un centre de coordination visé à l’arrêté royal n° 187 du 30.12.1982 relatif à la création de centres de coordination;

6°

aux sociétés d’investissement visées à l’article 6 de la loi du 20 juillet 2004 relative à certaines formes de gestion collective de portefeuilles d’investissement, ainsi qu’aux organismes de financement de pensions visés à l’article 8 de la loi du 27 octobre 2006 relative au contrôle des institutions de retraite professionnelle, dans la mesure où l’article 185bis, § 1er, s’applique.

Enfin l’article 216, CIR 92, prévoit que le taux de l’ISoc. est fixé : — à 21,5 % pour l’Office belge de l’économie et de l’agriculture; — à 16,5 % en ce qui concerne les sommes imposables à l’occasion d’une opération visée aux articles 210, § 1er, 5°, et 211, § 1er, al. 3, CIR 92; — à 5 % pour les sociétés commerciales locales et les fédérations régionales ou professionnelles de ces sociétés, admises à fournir des crédits à l’outillage artisanal en vertu du statut de la SA Crédit professionnel, de même que pour certaines sociétés de logement (voir art. 216, 2°, b), CIR 92). Une contribution complémentaire de crise de 3 centimes additionnels est établie sur l’ISoc. (art. 463bis, CIR 92). B. Impôt des non-résidents/sociétés L’impôt est calculé de la manière prévue à l’article 246, al. 1er, CIR 92, c’est-à-dire comme en matière d’ISoc. L’article 246, al. 2, CIR 92, stipule également que dans le cas prévu à l’article 231, § 2, al. 2, du même Code (opérations de fusion, de scission ou d’apport auxquelles prend part une société d’investissement à capital fixe en biens immobiliers ou en actions non cotées agréée), le taux est fixé à 16,5 %. Une contribution complémentaire de crise de 3 centimes additionnels est établie sur l’INR/soc. (art. 463bis, CIR 92).

CHAPITRE 3. — Impôt des personnes morales relatif aux intercommunales En vertu de l’article 224, CIR 92, les intercommunales visées à l’article 180, 1°, CIR 92, sont également imposables sur le montant total des sommes attribuées à toute société ou autre personne morale à titre de dividendes, à l’exclusion de celles attribuées à l’Etat, aux Communautés, aux Régions, aux provinces, aux agglomérations, aux fédérations de communes, aux communes et aux centres publics d’action sociale, ainsi qu’à d’autres intercommunales. Suivant l’article 225, al. 2, 6°, CIR 92, l’impôt sur ces dividendes est calculé au taux de 15 % (13). Enfin, l’article 226, CIR 92, dispose que cet impôt est éventuellement majoré comme il est prévu à l’article 218, CIR 92, en cas d’absence ou d’insuffisance de versements anticipés visés audit article. Cette majoration est, par conséquent, calculée suivant les règles applicables en matière d’ISoc.

Notes (1) Pour les sociétés qui tiennent une comptabilité autrement que par année civile, voir partie IV. (2) A supposer que la taxe communale s’élève à 6 %. (3) A supposer que la taxe communale s’élève à 6 %. (4) North Galaxy, Tour A - boulevard du Roi Albert II 33, bte 42, 1030 Bruxelles. N° de téléphone : 0257-640 50. N° de fax : 0257-995 11. (5) North Galaxy, Tour A - boulevard du Roi Albert II, 33, bte 42, 1030 Bruxelles. (6) Si la date d’échéance tombe un samedi, un dimanche ou un jour férié légal, elle est automatiquement reportée au plus prochain jour ouvrable. (7) Si la date d’échéance tombe un samedi, un dimanche ou un jour férié légal, elle est automatiquement reportée au plus prochain jour ouvrable. (8) Si la date d’échéance tombe un samedi, un dimanche ou un jour férié légal, elle est automatiquement reportée au plus prochain jour ouvrable. (9) Si la date d’échéance tombe un samedi, un dimanche ou un jour férié légal, elle est automatiquement reportée au plus prochain jour ouvrable. (10) Les cohabitants légaux sont néanmoins imposés ensemble pour l’année au cours de laquelle ils contractent mariage, sauf si la déclaration de cohabitation légale a été faite la même année. (11) Pour l’année de la dissolution par décès du mariage ou de la cohabitation légale, le ″conjoint″ survivant peut toutefois opter pour une imposition commune. (12) Avant application de la taxe communale et de la taxe d’agglomération éventuelle. (13) Avant application de la contribution complémentaire de crise de 3 centimes additionnels.

21449

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN [C − 2011/03064] Algemene administratie van de Fiscaliteit. — Inkomstenbelastingen Voorafbetalingen. — Aanslagjaar 2012 INLEIDING ALGEMEEN In beginsel wordt de belasting betreffende de beroepsinkomsten van zelfstandigen, hun meewerkende echtgenoot en bedrijfsleiders, alsook de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners/vennootschappen en in welbepaalde gevallen, de rechtspersonenbelasting, met een bepaald percentage vermeerderd. Die vermeerdering kan evenwel worden vermeden door die belasting op welbepaalde tijdstippen vooraf te betalen. De andere belastingplichtigen (natuurlijke personen) die, om welke reden ook, bij de regularisatie van hun fiscale toestand nog een supplement moeten betalen, kunnen een vermindering (bonificatie) krijgen door dat supplement geheel of gedeeltelijk vooraf te betalen. Dit geldt ook voor de zelfstandigen, hun meewerkende echtgenoot en bedrijfsleiders, doch slechts met betrekking tot het gedeelte van de voorafbetalingen dat niet nodig is om de in het eerste lid bedoelde vermeerdering te vermijden. Deze materie wordt geregeld door de artikelen 157 tot 168, 175 tot 177, 218, 226, 243, 246, eerste lid, 1°, en tweede lid, en 463bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 64 tot 71, 139, § 3, en 142, § 1, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG OP NAAM VAN DE BEIDE ECHTGENOTEN Sedert aanslagjaar 2005 worden, wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan en de bonificatie voor voorafbetaling van de belasting, bij elke ″echtgenoot″ (gehuwde of wettelijke samenwonende) berekend op grond van zijn eigen inkomsten en rekening houdend met de op zijn eigen naam gedane voorafbetalingen (voor de toepassing van die bepaling wordt het deel van de beroepsinkomsten dat wordt toegerekend aan de echtgenoot van wie de beroepsinkomsten minder bedragen dan 30 % van het totale bedrag van de beroepsinkomsten van beide echtgenoten - zie deel V, Hoofdstuk 1, I, C, 1, eerste lid aangemerkt als een eigen inkomen van de echtgenoot die het toerekent en niet van de echtgenoot aan wie het wordt toegerekend). Artikel 157 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalt evenwel dat wanneer een echtgenoot, die een deel van zijn winst of zijn baten aan de meewerkende echtgenoot toekent met toepassing van artikel 86 van hetzelfde Wetboek, voorafbetalingen heeft gedaan die meer bedragen dan die welke nodig zijn om bij hem de vermeerdering van belasting te vermijden, het overschot wordt aangewend om de vermeerdering bij de meewerkende echtgenoot te vermijden. DEEL I. — Voorafbetalingen die ertoe strekken een vermeerdering te vermijden HOOFDSTUK 1. — Wie is onderworpen aan de belastingvermeerdering ? I. ALGEMEEN Het betreft : a) natuurlijke personen, rijksinwoners en niet-inwoners, die gezamenlijk belastbare beroepsinkomsten verkrijgen uit een werkzaamheid als : — bedrijfsleider; — nijveraar, handelaar of landbouwer; — beoefenaar van een vrij beroep, ambt, post of andere (zelfstandige) winstgevende bezigheid; — meewerkende echtgenoot van een belastingplichtige die beroepsinkomsten verkrijgt uit een werkzaamheid als nijveraar, handelaar, landbouwer of beoefenaar van een vrij beroep, ambt, post of andere (zelfstandige) winstgevende bezigheid; b) binnenlandse vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbelasting (Ven.B); c) intercommunales onderworpen aan de rechtspersonenbelasting (RPB); d) buitenlandse vennootschappen onderworpen aan de belasting van niet-inwoners (BNI/ven.), die zich bezighouden met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard. Deze natuurlijke en rechtspersonen worden hierna respectievelijk ″zelfstandigen″ (zie a hierboven), ″vennootschappen″ (zie b en d hierboven) en ″intercommunales″ (zie c hierboven) genoemd. II. UITZONDERING Geen vermeerdering is verschuldigd door zelfstandigen die zich in 2009, 2010 of 2011 voor de eerste maal als zelfstandige in een hoofdberoep hebben gevestigd. De vennootschappen, die op grond van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen als kleine vennootschap worden aangemerkt, zijn geen vermeerdering verschuldigd op de belasting die betrekking heeft op de eerste drie boekjaren vanaf hun oprichting (art. 218, § 2, WIB 92). HOOFDSTUK 2. — Waaruit bestaat de belastingvermeerdering ? I. GRONDBEGINSELEN Het gedeelte van de belasting dat betrekking heeft op de sub II hierna bedoelde belastbare inkomsten wordt in principe vermeerderd met een bepaald percentage. II. VOOR VERMEERDERING VATBARE INKOMSTEN A. Zelfstandigen De vermeerdering is alleen van toepassing op de belasting die overeenstemt met het nettobedrag van de bezoldigingen van bedrijfsleiders, van de bezoldigingen van meewerkende echtgenoten alsmede van de winst of baten die in het kader van een zelfstandige beroepswerkzaamheid zijn verkregen, met uitzondering van de inkomsten die werkelijk afzonderlijk zijn belast. B. Vennootschappen De vermeerdering is van toepassing op de Ven.B en op de BNI/ven. die betrekking heeft op het totaal van de belastbare inkomsten. Voor aanslagjaar 2012 zijn aldus belastbaar, de inkomsten die : — in 2011 werden behaald of verkregen door vennootschappen die hun boekhouding per kalenderjaar voeren;

21450

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD — betrekking hebben op een boekjaar dat in 2012 vóór 31 december is afgesloten, voor de vennootschappen die hun boekhouding anders dan per kalenderjaar voeren. De vermeerdering is evenwel niet van toepassing op : — de afzonderlijke aanslagen; — de bijzondere aanslagen met betrekking tot verrichtingen die vóór 1.1.1990 hebben plaatsgegrepen : — verdeling van het maatschappelijk vermogen; — voordelen van alle aard door vennootschappen in vereffening. De aandacht wordt erop gevestigd dat de bovenvermelde regels inzake vermeerdering ook van toepassing zijn op vanaf 1.1.1990 in vereffening gestelde vennootschappen. C. Intercommunales De vermeerdering is van toepassing op de RPB verschuldigd door intercommunales als bedoeld in artikel 180, 1°, WIB 92, voor zover deze belasting betrekking heeft op het totale bedrag van de sommen toegekend door die intercommunales als dividenden aan enige vennootschap of andere rechtspersoon, met uitzondering van die toegekend aan de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsmede aan andere intercommunales als bedoeld in het voormelde artikel 180, 1°. III. BEREKENING VAN DE VERMEERDERING A. Grondslag van de vermeerdering Het bedrag dat als grondslag van de vermeerdering dient is gelijk aan 106 % (103 % voor vennootschappen en intercommunales) van de belasting verschuldigd op de inkomsten die vatbaar zijn voor vermeerdering, in voorkomend geval verminderd met de voorheffingen en andere verrekenbare bestanddelen (forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting, belastingkredieten, roerende voorheffing, enz.) met betrekking tot diezelfde inkomsten. B. Tarief van de vermeerdering Voor aanslagjaar 2012 bedraagt het tarief van de vermeerdering 2,25 %. C. Berekening van de vermeerdering Om het bedrag van de in principe verschuldigde globale vermeerdering te bekomen, volstaat het de grondslag van de vermeerdering te vermenigvuldigen met 2,25 %. Bij een natuurlijke persoon wordt de vermeerdering slechts voor 90 % in aanmerking genomen (dit geldt niet voor vennootschappen en intercommunales). D. Opmerking Geen vermeerdering is verschuldigd indien het bedrag ervan lager is dan 1 % van de belasting waarop zij is berekend, of 40,00 EUR. IV. VOORBEELDEN A. Voorbeeld 1 — Vermoede nettoberoepsinkomsten voor het jaar 2011 van een belastingplichtige die alleen wordt belast en geen gezinslasten heeft : 13.593,75 EUR. — Bedrag van de belasting :

2.178,50 EUR

— Berekeningsbasis van de vermeerdering : 2.178,50 × 106 % =

2.309,21 EUR

— Berekening van de in principe verschuldigde globale vermeerdering : 2.309,21 × 2,25 % =

51,96 EUR

— Vermindering van 10 % : 51,96 × 10 % =

− 5,20 EUR

— Werkelijk verschuldigde vermeerdering :

46,76 EUR

B. Voorbeeld 2 — Nettowinst van een vennootschap waarvan het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar 2011 en die niet is uitgesloten van de verminderde tarieven : 150.000,00 EUR. — Bedrag van de Ven.B (met inbegrip van de aanvullende crisisbijdrage) vóór verrekening van voorheffingen : 48.319,88 EUR. — Bedrag van de Ven.B na verrekening van 12.000,00 EUR voorheffingen : 36.319,88 EUR. — In principe verschuldigde globale vermeerdering : 36.319,88 EUR × 2,25 % = 817,20 EUR. HOOFDSTUK 3. — Hoe vermeerdering vermijden ? I. PRINCIPE Om belastingvermeerdering te vermijden moeten de betrokken belastingplichtigen de belasting voorafbetalen die betrekking heeft op de inkomsten die vatbaar zijn voor vermeerdering. II. HOE HET BEDRAG VAN DE VOORAFBETALINGEN RAMEN ? De zelfstandigen, de vennootschappen en de intercommunales waarvan het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar (1), kunnen de voor het jaar 2011 uit te voeren voorafbetalingen als volgt ramen : 1° het bedrag ramen van de inkomsten waarop de belasting voor vermeerdering vatbaar is; 2° bij benadering de belasting bepalen die zou verschuldigd zijn op het onder 1° bedoelde bedrag (de hierna in Deel V vermelde gegevens maken het mogelijk het bedrag van de belasting bij benadering te berekenen); 3° bij zelfstandigen deze belasting vermenigvuldigen met 106/100, terwijl bij vennootschappen en intercommunales deze belasting met 103/100 is te vermenigvuldigen; 4° in voorkomend geval de ermede verrekenbare voorheffingen en bestanddelen aftrekken (in principe is het bekomen resultaat het bedrag dat moet worden voorafbetaald); 5° het aldus bepaalde jaarbedrag van de belasting delen door vier; 6° het bekomen quotiënt bij voorkeur op het tiental EUR afronden;

21451

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 7°

het bekomen bedrag ieder kwartaal storten.

Het staat de belastingplichtige nochtans vrij een andere verdeling voor zijn stortingen te kiezen. Aldus kan de belastingplichtige naar eigen goeddunken reeds voor het eerste kwartaal een hoger bedrag betalen dan één vierde van het vermoede jaarbedrag van zijn belasting, dit om onmiddellijk het hoogste voordeel - 3 % van de werkelijk betaalde som - te kunnen genieten; later kan hij nog altijd, indien dit nodig blijkt, de ene of de andere storting aanpassen. Evenzo kan de belastingplichtige die, om een of andere reden, voor het eerste kwartaal bijvoorbeeld niet genoeg zou hebben gestort, dit nog verhelpen bij zijn eerstvolgende storting, om aldus de belastingvermeerdering te beperken die hij zou ondergaan indien hij naliet zijn stortingen aan te vullen naarmate hij vaststelt dat zijn oorspronkelijke vooruitzichten terzake worden overtroffen. Hoe dan ook, de belastingplichtige heeft er belang bij om, volgens een nauwkeurig gekozen verdeling in driemaandelijkse stortingen, een totaal bedrag te betalen dat het bedrag van de uiteindelijk verschuldigde belasting benadert, ten einde slechts op een zo klein mogelijk bedrag een vermeerdering te moeten betalen. III. WANNEER STORTEN ? Voor aanslagjaar 2012 moeten de voorafbetalingen geschieden : — voor het eerste kwartaal : uiterlijk op 11 april 2011; — voor het tweede kwartaal : uiterlijk op 12 juli 2011; — voor het derde kwartaal : uiterlijk op 10 oktober 2011; — voor het vierde kwartaal : uiterlijk op 20 december 2011. Verkort worden deze vier stortingen respectievelijk aangeduid als VA 1, VA 2, VA 3 en VA 4. HOOFDSTUK 4. — Berekening van de vermeerdering in geval van ontoereikende voorafbetalingen I. ALGEMEEN De in principe verschuldigde globale vermeerdering wordt in dit geval verminderd met het totale bedrag van de voordelen verbonden aan de gedane voorafbetalingen. Vervolgens wordt het saldo, wat de natuurlijke personen betreft, slechts voor 90 % in aanmerking genomen. II. VASTSTELLING VAN DE VOORDELEN VERBONDEN AAN DE VOORAFBETALINGEN Voor aanslagjaar 2012 is het bedrag van die voordelen gelijk aan de som van de volgende producten : a) bedrag van VA 1 × 3 %; b) bedrag van VA 2 × 2,5 %; c) bedrag van VA 3 × 2 %; d) bedrag van VA 4 × 1,5 %. Men bemerkt dat het gemiddelde van die percenten overeenstemt met het tarief van de vermeerdering (2,25 %). Wat vennootschappen betreft zijn de hierboven vermelde tarieven van toepassing op alle belastingplichtigen waarvoor de voorafbetalingen over vier kwartalen zijn gespreid (zie Hoofdstuk 3 hierboven), te weten : — vennootschappen waarvoor het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar; — vennootschappen waarvan de inkomsten blijken uit een boekhouding anders dan per kalenderjaar gehouden en waarvoor het boekjaar een periode dekt gelijk aan of groter dan twaalf maanden (zie Deel IV, Hoofdstuk 2); — de vennootschappen waarvan in de loop van het laatste kwartaal van het jaar of boekjaar, de afsluitingsdatum van het boekjaar wordt gewijzigd, tot ontbinding wordt overgegaan of de vereffening wordt afgesloten (zie Deel IV, Hoofdstuk 3); — vennootschappen die hun beroepswerkzaamheid beginnen in de loop van het eerste kwartaal van het jaar of van het boekjaar (zie Deel IV, Hoofdstuk 4). III. VOORBEELDEN Voorbeeld 1 — Vermoed bedrag van de door een zelfstandige op zijn inkomsten van het jaar 2011 verschuldigde personenbelasting : 5.625,00 EUR. —

Verrichtingen voorafbetalingen : — VA 1 : 925,00 EUR; — VA 2 : 500,00 EUR; — VA 3 : 875,00 EUR; — VA 4 : 250,00 EUR.

—

Berekening van de werkelijk verschuldigde vermeerdering : — Grondslag van de vermeerdering : 5.625,00 EUR × 106 % = 5.962,50 EUR. — Principieel vrschuldigde globale vermeerdering : 5.962,50 EUR × 2,25 % =

134,16 EUR

21452

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD — Voordelen wegens gedane VA : — VA 1 : 925,00 EUR × 3 % =

27,75 EUR

— VA 2 : 500,00 EUR × 2,5 % =

12,50 EUR

— VA 3 : 875,00 EUR × 2 % =

17,50 EUR

— VA 4 : 250,00 EUR × 1,5 % =

3,75 EUR − 61,50 EUR

— Positief verschil :

72,66 EUR

— Vermindering van 10 % : 72,66 EUR × 10 % =

− 7,27 EUR


65,39 EUR

Voorbeeld 2 — Vermoed bedrag van de door een zelfstandige op zijn inkomsten van het jaar 2011 verschuldigde personenbelasting : 9.650,00 EUR. — Verrichte voorafbetalingen : — VA 1 : 1.900,00 EUR; — VA 2 : 2.500,00 EUR; — VA 3 : nihil; — VA 4 : 2.000,00 EUR. — Berekening van de werkelijk verschuldigde vermeerdering : — Grondslag van de vermeerdering : 9.650,00 EUR × 106 % = 10.229,00 EUR. — Principieel verschuldigde globale vermeerdering : 10.229,00 EUR × 2,25 % =

230,15 EUR

— Voordelen wegens gedane VA : — VA 1 : 1.900,00 EUR × 3 % =

57,00 EUR

— VA 2 : 2.500,00 EUR × 2,5 % =

62,50 EUR

— VA 3 : 0,00 EUR × 2 % = — VA 4 : 2.000,00 EUR × 1,5 % =

0,00 EUR 30,00 EUR − 149,50 EUR

— Positief verschil : — Vermindering van 10 % : 80,65 EUR × 10 % = — Verschil :

80,65 EUR − 8,07 EUR 72,58 EUR

Daar dit verschil (72,58 EUR) lager is dan 1 % van de grondslag van de vermeerdering (10.229,00 EUR × 1 % = 102,29 EUR), moet het tot nul worden herleid. — Werkelijk verschuldigde vermeerdering : nihil. Voorbeeld 3 Stopzetting van de beroepswerkzaamheid op 15 mei 2011. — Netto-inkomsten als zelfstandige van 1.1.2011 tot 15.5.2011 : 8.000,00 EUR. — Belastingplichtige die alleen wordt belast. — Personen ten laste : 0. — Belasting dienende tot grondslag voor de berekening van de vermeerdering : 292,50 EUR × 106 % = 310,05 EUR — Verrichte voorafbetaling : — VA 1 : 100,00 EUR. — Berekening van de werkelijk verschuldigde vermeerdering : — Principieel verschuldigde globale vermeerdering : 310,05 EUR × 2,25 % = 6,98 EUR — Voordelen wegens gedane VA : VA 1 : 100,00 EUR × 3 % = − 3,00 EUR — Positief verschil : — Vermindering van 10 % : 3,98 EUR × 10 % = — Verschil : — Aangezien dit verschil kleiner is dan 40,00 EUR moet het tot nul worden herleid. — Werkelijk verschuldigde vermeerdering : nihil.

3,98 EUR − 0,40 EUR 3,58 EUR

21453

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Voorbeeld 4 — Vennootschap waarvan het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar 2011 en die niet is uitgesloten van de verminderde tarieven. — Nettowinst : 200.000,00 EUR. — Verrichte voorafbetalingen : — op 11.4.2011 : (VA 1) nihil; — op 12.7.2011 : (VA 2) 10.000,00 EUR; — op 10.10.2011 : (VA 3) 20.000,00 EUR; — op 20.12.2011 : (VA 4) nihil. — Bedrag van de Ven.B vóór verrekening van voorheffingen, verhoogd met de ACB : 64.162,50 EUR × 103 % = 66.087,38 EUR. — Verrekenbare voorheffingen : 12.000,00 EUR. — Bedrag van de Ven.B (na verrekening van de voorheffingen) : 54.087,38 EUR. — Berekening van de werkelijk verschuldigde vermeerdering : — In principe verschuldigde globale vermeerdering : 54.087,38 EUR × 2,25 % =

1.216,97 EUR

— Voordelen wegens gedane VA : VA 2 : 10.000,00 EUR × 2,5 % =

250,00 EUR

VA 3 : 20.000,00 EUR × 2 % =

400,00 EUR − 650,00 EUR


566,97 EUR

Voorbeeld 5 — Vennootschap waarvan het boekjaar loopt over de periode van 1.7.2011 tot 30.6.2012. — Nettowinst : 600.000,00 EUR. — Verrichte voorafbetalingen : — op 10.10.2011 : (VA 1) 30.000,00 EUR; — op 10.1.2012 : (VA 2) 30.000,00 EUR; — op 10.4.2012 : (VA 3) 20.000,00 EUR; — op 20.6.2012 : (VA 4) 10.000 EUR. — Bedrag van de Ven.B (met inbegrip van de aanvullende crisisbijdrage) vóór verrekening van voorheffingen : 203.940,00 EUR. — Verrekenbare voorheffingen : 5.000,00 EUR. — Bedrag van de Ven.B (na verrekening van de voorheffingen) : 198.940,00 EUR. — Berekening van de werkelijk verschuldigde vermeerdering : — In principe verschuldigde globale vermeerdering : 198.940,00 EUR × 2,25 % =

4.476,15 EUR

— Voordelen wegens gedane VA : VA 1 : 30.000,00 EUR × 3 % =

900,00 EUR

VA 2 : 30.000,00 EUR × 2,5 % =

750,00 EUR

VA 3 : 20.000,00 EUR × 2 % =

400,00 EUR

VA 4 : 20.000,00 EUR × 1,5 % =

300,00 EUR − 2.350,00 EUR


2.126,15 EUR

HOOFDSTUK 5. — Bestemming van het teveel aan voorafbetalingen Voor zelfstandigen kan het gedeelte van de voorafbetalingen dat niet nodig is om belastingvermeerdering te vermijden, bij de belastingplichtige zelf en, in voorkomend geval, bij de meewerkende echtgenoot voor wie een deel van de winst of van de baten wordt toegekend met toepassing van artikel 86 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, aanleiding geven tot een bonificatie (zie Deel II). De oudste stortingen worden bij voorrang aangewend om vermeerdering te vermijden. In ieder geval wordt, voor alle belastingplichtigen, het overschot van de voorafbetalingen dat niet op de belasting is aangerekend, terugbetaald. DEEL II. — Voorafbetalingen die recht geven op een bonificatie HOOFDSTUK 1. — Wie kan een bonificatie genieten ? Een bonificatie kan worden verleend aan alle natuurlijke personen die, na aftrek van de voorheffingen en andere verrekenbare bestanddelen, nog belasting op hun inkomsten verschuldigd zijn. Opgemerkt wordt dat beginnende zelfstandigen die niet aan de in Deel I bedoelde belastingvermeerdering onderworpen zijn (zie Hoofdstuk 1, II, eerste lid), eveneens die bonificatie kunnen genieten.

21454

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK 2. — Waaruit bestaat de bonificatie ? I. REGEL Een belastingvermindering of bonificatie wordt verleend aan de natuurlijke personen die de tot 106 % verhoogde belasting, verminderd met de voorheffingen, de andere verrekenbare bestanddelen en de voorafbetalingen die nodig zijn om de in Deel I bedoelde belastingvermeerdering te vermijden, bij wijze van voorafbetaling voldoen. Indien hun belastbare inkomsten, inkomsten met vermeerdering omvatten, worden de voorafbetalingen (te beginnen met de oudste) bij voorrang aangewend om die vermeerdering te vermijden; slechts het saldo kan in aanmerking genomen worden voor het verlenen van een eventuele bonificatie. II. TE STORTEN BEDRAG Uiteraard staat het de belastingplichtige vrij de bedragen te bepalen die hij wenst vooraf te betalen. Het is nochtans aangeraden ieder kwartaal één vierde van het vermoede belastingsupplement te storten. III. WANNEER STORTEN ? Voor aanslagjaar 2012 moeten de voorafbetalingen geschieden : —

voor het eerste kwartaal : uiterlijk op 11 april 2011;

—

voor het tweede kwartaal : uiterlijk op 12 juli 2011;

—

voor het derde kwartaal : uiterlijk op 10 oktober 2011;

—

voor het vierde kwartaal : uiterlijk op 20 december 2011.

Deze vier stortingen worden verder respectievelijk als VA 1, VA 2, VA 3 en VA 4 aangeduid. HOOFDSTUK 3. — Berekening van de bonificatie I. PRINCIPE Het bedrag van de bonificatie is voor aanslagjaar 2012 gelijk aan de som van de volgende producten : a) bedrag van VA 1 × 1,5 %; b) bedrag van VA 2 × 1,25 %; c) bedrag van VA 3 × 1 %; d) bedrag van VA 4 × 0,75 %. II. VOORBEELDEN Voorbeeld 1 —

Een bediende is 2.500,00 EUR personenbelasting verschuldigd op zijn inkomsten van 2011.

—

Hiermede te verrekenen bedrijfsvoorheffing : 1.750,00 EUR.

—

Verrichte voorafbetalingen : — VA 1 :

175,00 EUR;

— VA 2 :

175,00 EUR;

— VA 3 :

175,00 EUR;

— VA 4 :

175,00 EUR;

— Totaal :

700,00 EUR.

— Maximumbelasting die aanleiding kan geven tot bonificatie : — 2.500,00 EUR × 106 % = — voorheffing : — blijft :

2.650,00 EUR − 1.750,00 EUR 900,00 EUR

Daar het supplement groter is dan de gedane voorafbetalingen (700,00 EUR), geven deze laatste voor hun totaal bedrag recht op bonificatie. — Bonificatie :

—

— VA1 : 175,00 EUR × 1,5 % =

2,63 EUR

— VA 2 : 175,00 EUR × 1,25 % =

2,19 EUR

— VA 3 : 175,00 EUR × 1 % =

1,75 EUR

— VA 4 : 175,00 EUR × 0,75 % =

1,31 EUR

— bedrag van de bonificatie :

7,88 EUR

Te betalen belasting (2) : 900,00 EUR - 700,00 EUR - 7,88 EUR = 192,12 EUR.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Voorbeeld 2 —

Een ambtenaar is 3.750,00 EUR personenbelasting verschuldigd op zijn inkomsten van 2011.

—

Te verrekenen bedrijfsvoorheffing : 2.900,00 EUR.

—

Verrichte voorafbetalingen : — VA 1 :

500,00 EUR;

— VA 2 :

250,00 EUR;

— VA 3 :

250,00 EUR;

— VA 4 :

250,00 EUR;

— Totaal :

1.250,00 EUR.

— Maximumbelasting die aanleiding kan geven tot bonificatie : — 3.750,00 EUR × 106 % =

3.975,00 EUR

— voorheffing :

− 2.900,00 EUR

— blijft :

1.075,00 EUR

Van de 1.250,00 EUR gestorte VA geven er slechts 1.075,00 EUR (= bedrag van het supplement) recht op bonificatie. —

Bonificatie : — VA 1 : 500,00 EUR × 1,5 % =

7,50 EUR

— VA 2 : 250,00 EUR × 1,25 % =

3,13 EUR

— VA 3 : 250,00 EUR × 1 % =

2,50 EUR

— VA 4 : 75,00 EUR × 0,75 % =

0,56 EUR

— bedrag van de bonificatie : —

13,69 EUR

Te verlenen terugbetaling (3) : 1.075,00 EUR - 1.250,00 EUR - 13,69 EUR = - 188,69 EUR.

Voorbeeld 3 —

Een handelaar die naast een zelfstandige activiteit ook een bezoldigde werkzaamheid uitoefent, is gehuwd met een vrouw die geen eigen inkomsten heeft. Op de inkomsten van 2011 zijn zij 12.400,00 EUR belasting verschuldigd.

—

Op de inkomsten met vermeerdering, afzonderlijk berekend, bedraagt de belasting : 5.000,00 EUR.

—

Te verrekenen bedrijfsvoorheffing op de bezoldiging : 2.000,00 EUR.

—

Door hem verrichte voorafbetalingen : — VA 1 :

1.750,00 EUR;

— VA 2 :

1.750,00 EUR;

— VA 3 :

1.750,00 EUR;

— VA 4 :

1.750,00 EUR;

— Totaal :

7.000,00 EUR.

1. Berekening van de vermeerdering (zie Hoofdstuk 2 van Deel I) : — belasting op inkomsten met vermeerdering : 5.000,00 EUR. — grondslag van de vermeerdering : 5.000,00 EUR × 106 % = 5.300,00 EUR. — globale vermeerdering : 5.300,00 EUR × 2,25 % = — voordeel VA 1 : 1.750,00 EUR × 3 % = — verschil : — voordeel VA 2 : 1.750,00 EUR × 2,5 % = — verschil :

119,25 EUR − 52,50 EUR 66,75 EUR − 43,75 EUR 23,00 EUR

— voordeel VA 3 : (23,00 EUR × 100/2) × 2 % = 1.150,00 EUR × 2 % = — verschil :

− 23,00 EUR 0,00 EUR

— totaal van de voorafbetalingen nodig om de vermeerdering te ontgaan : 1.750,00 EUR + 1.750,00 EUR + 1.150,00 EUR = 4.650,00 EUR.

21455

21456

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 2. Berekening van de bonificatie : — verschuldigde personenbelasting : 12.400,00 EUR. — maximumbelasting die aanleiding kan geven tot een bonificatie : — 12.400,00 EUR × 106 % =

13.144,00 EUR

— voorheffing :

− 2.000,00 EUR

— voorafbetalingen aangewend om de vermeerdering te ontgaan :

− 4.650,00 EUR

— verschil :

6.494,00 EUR

— voorafbetalingen die recht geven op bonificatie : 7.000,00 EUR - 4.650,00 EUR = 2.350,00 EUR. — berekening van de bonificatie : — VA 3 (saldo) : 600,00 EUR × 1 % = — VA 4 : 1.750,00 EUR × 0,75 % = — bedrag van de bonificatie :

6,00 EUR 13,13 EUR 19,13 EUR

3. Te betalen belasting : Verschuldigde belasting :

12.400,00 EUR

— voorheffing :

− 2.000,00 EUR

— VA :

− 7.000,00 EUR

— bonificatie : Saldo :

− 19,13 EUR 3.380,87 EUR

Gemeentebelasting : 12.400,00 EUR × 7 % = Te betalen belasting :

868,00 EUR 4.248,87 EUR DEEL III. — Procedure

HOOFDSTUK 1. — Wijze van voorafbetalen I. REKENINGNUMMERS EN TERMIJNEN De voorafbetalingen moeten voor elke vervaldatum worden gedaan door storting of overschrijving op één van de volgende rekeningnummers van de ″Dienst der Voorafbetalingen″ (4) : voor de vennootschappen en de intercommunales : op rekening IBAN : BE20 6792 0023 3056 en BIC : PCHQ BEBB van de ″DIENST VOORAFBETALINGEN - VENNOOTSCHAPPEN″, voor de natuurlijke personen : op rekening : IBAN : BE07 6792 0023 4066 en BIC : PCHQ BEBB van de ″DIENST VOORAFBETALINGEN - NATUURLIJKE PERSONEN″. Daar er steeds een paar werkdagen kunnen verlopen tussen de betalingsopdracht en de uitvoering ervan, is het aanbevolen niet te wachten tot de vervaldag om de betaling te verrichten. OPGELET De betalingen die na de vervaldatum bij de Dienst der Voorafbetalingen toekomen, worden automatisch voor de volgende periode geboekt. II. BETALEN, BETAALFORMULIEREN, GESTRUCTUREERDE MEDEDELING Uw betaling wordt gekoppeld aan een ″rekening voorafbetaling″ op basis van hetgeen in de zone mededeling van uw betaling is vermeld. Met de gepaste gestructureerde mededeling gebeurt dit correct en automatisch. Uw ″rekening voorafbetaling″ wordt geïdentificeerd met uw registratienummer bij de ″Dienst der Voorafbetaling″. Uw ondernemingsnummer is in regel tevens dit registratienummer. Bij gebrek hieraan zal de Dienst der Voorafbetalingen u een eigen registratienummer toekennen. A. Indien u reeds gekend bent bij de Dienst der Voorafbetalingen dan ontvangt u spontaan een uitnodiging met betaalformulier Het is reeds ingevuld met uw naam of benaming van uw vennootschap en in de gestructureerde mededeling is uw ondernemingsnummer/registratienummer verwerkt. Het betaalformulier bevat tevens de correcte bankrekening van de Dienst der Voorafbetalingen. Maak van dit formulier uitsluitend gebruik voor uzelf, zijnde de persoon of onderneming die op het formulier vooraf is ingevuld. Als u betaalt via elektronische weg, neem dan nauwkeurig de gestructureerde mededeling over. Als u de betaling door een derde - bijvoorbeeld door een bank in het kader van een financieringscontract - laat uitvoeren, zorg er voor dat deze derde eveneens de gestructureerde mededeling gebruikt of uw ondernemingsnummer/registratienummer kent, aan de hand waarvan deze derde zelf de gestructureerde mededeling kan samenstellen. Opmerking : Indien u gedurende een jaar geen voorafbetalingen doet, valt de spontane verzending van een uitnodiging weg. U kan steeds de voorafbetaling hervatten met dezelfde gestructureerde mededeling.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD B. Indien het gaat om uw eerste betaling — U bent een natuurlijk persoon en u beschikt over een ondernemingsnummer als btw-plichtige of als werkgever : Betaal dan bij voorkeur via een bankrekening die op uw naam staat. Zet het ondernemingsnummer in de zone mededeling. Betaal op rekening : IBAN : BE07 6792 0023 4066 en BIC : PCHQ BEBB van de ″Dienst Voorafbetalingen Natuurlijke Personen″. — U bent een natuurlijk persoon maar beschikt NIET over een ondernemingsnummer : Betaal dan bij voorkeur via een bankrekening die op uw naam staat. Zet in de zone mededeling ″NIEUW″ gevolgd door uw rijksregisternummer (11 posities) dat u kan terugvinden op uw identiteitskaart of op uw SIS-kaart. Als u, uitzonderlijk, geen rijksregisternummer hebt, vermeld in de mededeling ″NIEUW″ gevolgd door uw geboortedatum onder vorm JAAR in vier posities, MAAND in twee posities, DAG in twee posities (vb. NIEUW 1991.02.11). Betaal op rekening : IBAN : BE07 6792 0023 4066 en BIC : PCHQ BEBB van de ″Dienst Voorafbetalingen Natuurlijke Personen″. —

U bent een rechtspersoon; dan beschikt u steeds over een ondernemingsnummer :

Betaal dan bij voorkeur via een bankrekening die op naam van de rechtspersoon staat. Zet het ondernemingsnummer in de zone mededeling. Betaal op rekening : IBAN : BE20 6792 0023 3056 en BIC : PCHQ BEBB van de ″Dienst Voorafbetalingen Vennootschappen″. Elke andere werkwijze brengt een aanzienlijk risico van fouten en vertragingen met zich mee in de verwerking van de gedane betalingen. Als u de betaling door een derde laat uitvoeren, dient deze dezelfde regels te volgen. Als u over een ondernemingsnummer beschikt, zorg dat deze derde uw ondernemingsnummer kent. Hiermee zal deze derde zelf de gestructureerde mededeling kunnen aanmaken. Na de verwerking van die eerste betaling zal de ″Dienst der Voorafbetalingen″ spontaan uitnodigingen met betaalformulier toesturen. Die uitnodiging is reeds ingevuld met uw naam of de benaming van uw vennootschap en in de gestructureerde mededeling is uw ondernemingsnummer of dat van uw vennootschap al verwerkt. Belangrijke opmerkingen 1. Wat betreft de particulieren (gehuwden of wettelijke samenwonenden) voor wie een gemeenschappelijke aanslag zal gevestigd worden, moet elke ″echtgenoot″ voor eigen rekening de nodige voorafbetalingen storten die hij nodig acht, om de belastingvermeerdering te vermijden of om van de overeenkomstige bonificatie te kunnen genieten [zie bladzijde 1, gemeenschappelijke aanslag op naam van beide echtgenoten]. 2. De belastingschuldige die een aanslagbiljet ontvangt dat een fiscale terugbetaling aankondigt, kan deze terugbetaling in aanmerking doen nemen als voorafbetaling voor het volgende belastbare tijdperk. Daartoe dient hij, per brief, een verzoek te richten aan de Dienst der Voorafbetalingen (5). Het verzoek moet worden gedaan vóór de daadwerkelijke vereffening van de terugbetaling. De Dienst der Voorafbetalingen zal de belastingschuldige inlichten over het gevolg dat aan zijn verzoek wordt gegeven en over de te volgen praktische werkwijze. HOOFDSTUK 2. — Wijziging van de oorspronkelijke bestemming der voorafbetalingen I. AARD VAN DE WIJZIGINGEN DIE KUNNEN WORDEN AANGEBRACHT 1° Derden kunnen om rechtzetting verzoeken, zo nodig door terugbetaling, van de materiële vergissingen die begaan zijn bij het uitvoeren van stortingen of overschrijvingen voor rekening van de belastingplichtige. 2° De belastingplichtigen op wiens naam de voorafbetalingen worden geboekt, kunnen vragen dat de gestorte bedragen, geheel of ten dele, worden : —

terugbetaald;

—

overgeschreven op de postrekening van een ontvangkantoor der belastingen;

—

overgedragen naar het volgende belastbare tijdperk.

II. VOORWAARDEN VOOR HET WIJZIGEN VAN DE OORSPRONKELIJKE BESTEMMING 1° De betaling mag nog niet verrekend zijn met de inkomstenbelasting verschuldigd door de belastingplichtige op wiens naam de betaling door de ″Dienst der Voorafbetalingen″ is geboekt. 2° Het rekeninguittreksel VA (zie Hoofdstuk 3) moet, voor zover dit reeds is ontvangen, met de aanvraag tot wijziging van de bestemming aan de voormelde dienst worden toegezonden. 3° Aanvragen tot wijziging van de bestemming van de VA moeten schriftelijk aan de ″Dienst der Voorafbetalingen″ worden gericht. Belangrijke opmerking Wanneer een belastingplichtige om de teruggave van een voorafbetaling verzoekt, mag de terug te betalen som, overeenkomstig artikel 334 van de Programmawet van 27.12.2004, zoals gewijzigd door art. 194 van de Programmawet van 22.12.2008, zonder formaliteit worden aangewend ter betaling van de door deze persoon verschuldigde bedragen bij toepassing van de belastingwetten of ter voldoening van de fiscale of niet-fiscale schuldvorderingen waarvan de inning en invordering door de FOD Financiën worden verzekerd. Die aanwending wordt beperkt tot het niet-betwiste gedeelte van de schuldvorderingen en blijft van toepassing zelfs in geval van beslag, overdracht, toestand van samenloop of van een insolvabiliteitprocedure. Deze terug te geven som mag ook, overeenkomstig artikel 166, KB/WIB 92, door de ontvanger der directe belastingen zonder formaliteit worden aangewend ter aanzuivering van de voorheffingen, de inkomstenbelastingen en de ermee gelijkgestelde belastingen, in hoofdsom en aanhorigheden, die door de betrokkene nog verschuldigd zijn, zelfs indien deze betwist zijn.

21457

21458

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD III. TERMIJN WAARBINNEN DERDEN RECHTZETTING VAN MATERIELE VERGISSINGEN KUNNEN VRAGEN De aanvraag om rechtzetting moet uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand die volgt op het belastbare tijdperk waarop de stortingen of de overschrijvingen betrekking hebben bij de ″Dienst der Voorafbetalingen″ toekomen. IV. TERMIJN WAARBINNEN DE BELASTINGPLICHTIGEN TERUGBETALING, OVERSCHRIJVING OF OVERDRACHT KUNNEN VRAGEN De aanvraag om terugbetaling, overschrijving of overdracht moet uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand die volgt op het belastbare tijdperk waarop de voorafbetalingen betrekking hebben op de ″Dienst der Voorafbetalingen″ toekomen. Die termijn kan echter niet minder zijn dan één maand te rekenen vanaf de verzending van het rekeninguittreksel VA (zie Hoofdstuk 3). HOOFDSTUK 3. — Rekeninguittreksel VA Na het verstrijken van het belastbare tijdperk zendt de ″Dienst der Voorafbetalingen″ aan de betrokken belastingplichtigen een ″rekeninguittreksel VA″, waarop alle verrichtingen (betalingen, terugbetalingen, telkens met de in aanmerking genomen datum) van het belastbare tijdperk worden vermeld. Dit document moet zorgvuldig worden bewaard. DEEL IV. — Vennootschappen - Bijzondere gevallen HOOFDSTUK 1. — Principe Wanneer het boekjaar waarin de inkomsten van vennootschappen worden behaald niet volledig samenvalt met het kalenderjaar is het principe van de voorafbetaling per trimester eveneens toepasselijk in de hierna volgende bijzondere gevallen, met dien verstande dat moet rekening worden gehouden met de volgende speciale beschikkingen : 1. indien het boekjaar : — niet aanvangt op de eerste dag van een maand, wordt die maand niet meegeteld; — niet eindigt op de laatste dag van een maand, wordt die maand voor een volle geteld; 2. een begonnen kwartaal wordt voor een vol kwartaal geteld. Deze beide bepalingen moeten worden samengenomen, d.w.z. dat een bepaald kwartaal slechts volledig wordt geteld indien het ten minste één vol geachte maand bevat. HOOFDSTUK 2. — Vennootschappen die hun boekhouding anders dan per kalenderjaar voeren I. BOEKJAAR VAN TWAALF MAANDEN Er moeten vier voorafbetalingen worden gedaan, telkens ten belope van een vierde van het totale bedrag van de belasting. De betalingen moeten worden gedaan uiterlijk de tiende dag van de vierde, de zevende en de tiende maand, en de twintigste dag van de laatste maand van het boekjaar (6). Voorbeeld Vennootschap waarvan het boekjaar loopt van 1.7.2011 tot 30.6.2012 of van 16.6.2011 tot 15.6.2012. De vier VA betreffende het aanslagjaar 2012 moeten uiterlijk op volgende data worden gedaan : — VA 1 : op 10.10.2011; — VA 2 : op 10.1.2012; — VA 3 : op 10.4.2012; — VA 4 : op 20.6.2012. II. BOEKJAAR VAN MEER DAN TWAALF MAANDEN In dit geval, moet de belasting eveneens betaald worden door middel van vier voorafbetalingen, ten bedrage van telkens een vierde van die belasting. De uiterste data voor de betaling worden bepaald alsof de winst zou behaald zijn tijdens de laatste twaalf maanden van het boekjaar. De toe te passen regel is dus, volgens het geval, de algemene regel (zie Deel I) of de regel bedoeld in Titel I hiervoor. Voorbeeld 1 Vennootschap waarvan het boekjaar loopt van 1.11.2010 tot 31.12.2011. De vier VA betreffende het aanslagjaar 2012 moeten uiterlijk op de volgende data worden gedaan : — VA 1 : op 11.4.2011; — VA 2 : op 12.7.2011; — VA 3 : op 10.10.2011; — VA 4 : op 20.12.2011. Voorbeeld 2 Vennootschap waarvan het boekjaar loopt van 12.8.2011 tot 31.10.2012. De vier VA betreffende het aanslagjaar 2012 moeten uiterlijk op de volgende data worden gedaan : — VA 1 : op 10.2.2012; — VA 2 : op 10.5.2012; — VA 3 : op 10.8.2012; — VA 4 : op 22.10.2012. HOOFDSTUK 3. — Boekjaar van minder dan twaalf maanden wegens wijziging van de afsluitingsdatum van het boekjaar, ontbinding of afsluiting van de vereffening I. VENNOOTSCHAPPEN DIE HUN BOEKHOUDING PER KALENDERJAAR VOEREN De toe te passen regel varieert volgens het kwartaal waarin de wijziging van de afsluitingsdatum van het boekjaar, de ontbinding of de afsluiting van de vereffening plaatsheeft. Om praktische redenen worden de verschillende eventualiteiten evenals de regels die hun eigen zijn, hierna in tabelvorm weergegeven.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Te volgen regel Kwartaal waarin het boekjaar afsluit

Aantal uit te voeren voorafbetalingen

Te betalen gedeelte van de totale belasting en uiterste betalingsdatum

Eerste

een

Totaal bedrag op 10 april

Tweede

twee

1e helft op 10 april 2e helft op 10 juli

Derde

drie

1e derde op 10 april 2e derde op 10 juli 3e derde op 10 oktober

Vierde

vier

1e 2e 3e 4e

vierde vierde vierde vierde

op op op op

10 10 10 20

april juli oktober december (7)

Voorbeelden Ontbinding van een vennootschap die boekhoudt per kalenderjaar : — op 17.3.2012 : de totale belasting moet betaald worden uiterlijk op 10.4.2012 (VA 4); — op 19.5.2012 : de belasting moet per helft betaald worden uiterlijk op 10.4.2012 (VA 3) en 10.7.2012 (VA 4); — op 16.10.2012 : de belasting moet per vierden betaald worden uiterlijk op 10.4.2012 (VA 1), 10.7.2012 (VA 2), 10.10.2012 (VA 3) en 20.12.2012 (VA 4). II. VENNOOTSCHAPPEN DIE HUN BOEKHOUDING NIET PER KALENDERJAAR VOEREN In deze veronderstelling moeten de data van 10 april, 10 juli, 10 oktober en 20 december, vermeld in de tabel opgenomen onder bovenstaand I, vervangen worden door respectievelijk, de tiende dag van de vierde, de zevende en de tiende maand, en de twintigste dag van de laatste maand van het normale boekjaar van 12 maanden (8). Voorbeeld Een vennootschap die jaarlijks afsluit op 31 mei, beslist op haar algemene vergadering van 17.10.2011 voortaan en voor de eerste maal in 2011 af te sluiten op 31 december. Het boekjaar loopt dus van 1.6.2011 tot 31.12.2011. Die vennootschap moet de volgende voorafbetalingen doen : — het 1ste derde : 12.9.2011 (VA 2); — het 2de derde : 12.12.2011 (VA 3); — het 3de derde : 12.3.2012 (VA 4). HOOFDSTUK 4. — Boekjaar van minder dan twaalf maanden wegens aanvang van de beroepswerkzaamheid I. VENNOOTSCHAPPEN DIE HUN BOEKHOUDING PER KALENDERJAAR VOEREN De toe te passen regel varieert volgens het kwartaal waarin de beroepswerkzaamheid werd aangevangen. Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de verschillende eventualiteiten alsook van de regel die er op van toepassing is. Te volgen regel Aantal uit te voeren voorafbetalingen

Kwartaal van oprichting

Te betalen gedeelte van de totale belasting en uiterste betalingsdatum

Eerste

vier

1e 2e 3e 4e

vierde vierde vierde vierde

op op op op

10 10 10 20

april juli oktober december

Tweede

drie

1e derde op 10 juli 2e derde op 10 oktober 3e derde op 20 december

Derde

twee

1e helft op 10 oktober 2e helft op 20 december

Vierde

een

Totaal bedrag op 20 december (9)

Voorbeeld 1 Oprichting op 20.5.2011 van een vennootschap die boekhoudt per kalenderjaar en voor de eerste maal afsluit op 31.12.2011 : — de maand mei wordt niet meegeteld omdat ze niet volledig is; — de aanvang van de beroepswerkzaamheid wordt gesitueerd in het tweede kwartaal omdat dit minstens één volle maand bevat; — de totale belasting moet, telkens voor een derde voorafbetaald worden uiterlijk op 12 juli, op 10 oktober en op 20 december 2011. Voorbeeld 2 Zoals in voorbeeld 1; oprichting echter op 17.6.2011 : — de maand juni wordt niet meegeteld omdat ze niet volledig is; — de aanvang van de beroepswerkzaamheid wordt derhalve geacht in de loop van het derde kwartaal plaats te vinden; — de totale belasting moet telkens voor de helft voorafbetaald worden uiterlijk op 10 oktober en op 20 december 2011.

21459

21460

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD II. VENNOOTSCHAPPEN DIE HUN BOEKHOUDING NIET PER KALENDERJAAR VOEREN In deze veronderstelling moeten de data van 10 april, 10 juli, 10 oktober en 20 december, vermeld in de tabel opgenomen onder bovenstaand I, vervangen worden door respectievelijk de tiende dag van de vierde, de zevende en de tiende maand, en de twintigste dag van de laatste maand van het boekjaar. Voorbeeld Oprichting op 17.6.2011 van een vennootschap die niet boekhoudt per kalenderjaar en voor de eerste maal afsluit op 31.3.2012 : — de maand juni wordt niet meegeteld omdat ze niet volledig is; — de aanvang van de beroepswerkzaamheid wordt derhalve geacht in de loop van het tweede kwartaal plaats te vinden; — de totale belasting moet telkens voor een derde voorafbetaald worden uiterlijk op 10.10.2011, 10.1.2012 en 20.3.2012. HOOFDSTUK 5. — Toepasselijke tarieven en percenten voor bijzondere gevallen Worden hier bedoeld : —

de gevallen van wijziging van de datum van afsluiting van het boekjaar, de ontbinding of de afsluiting van de vereffening van een vennootschap, waardoor het boekjaar minder dan 12 maanden telt (zie Hoofdstuk 3);

—

de gevallen van aanvang van de beroepswerkzaamheid van een vennootschap, waarvan het eerste boekjaar minder dan 12 maanden telt (zie Hoofdstuk 4).

Voor aanslagjaar 2012 moet rekening worden gehouden met wat hierna volgt. De kwartalen moeten vastgesteld worden in het licht van de bijzondere beschikkingen voorzien in de hoofdstukken 3 en 4 hierboven. De globale vermeerdering verschuldigd ingeval geen voorafbetalingen werden gedaan wordt niet berekend tegen 2,25 %, maar is veranderlijk : —

naargelang van de duur van het boekjaar, uitgedrukt in kwartalen;

—

naargelang van de rangorde die elk kwartaal inneemt of geacht wordt in te nemen.

Om praktische redenen wordt het globaal vermeerderingspercent hierna in tabelvorm weergegeven. De berekening van de voordelen opgebracht door de voorafbetalingen gebeurt, zoals voor de gewone gevallen, tegen de rentevoeten van respectievelijk 3, 2,5, 2 of 1,5 %, naargelang de betaling betrekking heeft of geacht wordt betrekking te hebben op het eerste, tweede, derde of vierde kwartaal van het jaar, met dien verstande dat de rangorde van de kwartalen als volgt moet worden vastgesteld :

Duur van het boekjaar (in kwartalen) Eén kwartaal Twee kwartalen Drie kwartalen

Rangorde van het of de kwartalen

Principieel verschuldigde totale vermeerdering ingeval geen enkele voorafbetaling is gedaan

4 3+4 2+3+4

1,5 % 1,75 % 2%

Voorbeeld — Vennootschap die boekhoudt per kalenderjaar en die niet is uitgesloten van de verminderde tarieven en die ontbonden wordt (of afsluiting van de vereffening) op 29.9.2012. — Nettowinst : 80.000,00 EUR. — Verrichte voorafbetalingen : op 10.4.2012 (VA 2) : 4.000,00 EUR; op 10.7.2012 (VA 3) : 3.000,00 EUR; op 10.10.2012 (VA 4) : 3.000,00 EUR. — Verrekenbare voorheffingen : 1.000,00 EUR. — Bedrag van de Ven.B (met inbegrip van de aanvullende crisisbijdrage) vóór verrekening van voorheffingen : 23.805,88 EUR. — Bedrag van de Ven.B (na verrekening van de voorheffingen) : 22.805,88 EUR. — Berekening van de vermeerdering : — Globale vermeerdering : 22.805,88 EUR × 2 % =

456,12 EUR

— Voordelen weens gedane VA : VA 2 : 4.000,00 EUR × 2,5 % =

100,00 EUR

VA 3 : 3.000,00 EUR × 2 % =

60,00 EUR

VA 4 : 3.000,00 EUR × 1,5 % =

45,00 EUR - 205,00 EUR


251,12 EUR

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD DEEL V. — Berekening van de belasting HOOFDSTUK 1. -— Personenbelasting I. BELASTINGSTELSEL A. Voorafgaande opmerking Om het voor vermeerdering vatbare gedeelte van de personenbelasting vast te stellen, moeten slechts de in Hoofdstuk 2, II, van Deel I bedoelde inkomsten van zelfstandigen in aanmerking worden genomen. B. Individuele aanslagen De belastbare netto-inkomsten van belastingplichtigen die alleen worden belast, worden aan de belasting onderworpen volgens de sub II hierna vermelde regels. Gehuwden en wettelijk samenwonenden worden alleen belast voor het jaar van het huwelijk (10) of van de verklaring van wettelijke samenwoning, vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding heeft plaatsgevonden (voor zover die scheiding in het belastbare tijdperk niet ongedaan is gemaakt), voor het jaar van de ontbinding van het huwelijk (11) of van de scheiding van tafel en bed of van de beëindiging van de wettelijke samenwoning (11), alsook wanneer één van de echtgenoten beroepsinkomsten heeft van meer dan 9.470,00 EUR die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en die niet in aanmerking komen voor de berekening van de belasting op zijn andere inkomsten. C. Gemeenschappelijke aanslagen 1. Grondbeginselen De inkomsten van ″echtgenoten″ (gehuwden of wettelijk samenwonenden) worden niet samengevoegd. Indien één van de ″echtgenoten″ weinig of geen eigen beroepsinkomsten heeft, wordt hem een deel van de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot toegerekend, behalve wanneer daardoor de belasting wordt verhoogd. Opgemerkt wordt dat het deel van de beroepsinkomsten dat aan de meewerkende echtgenoot wordt toegekend, gelijkgesteld wordt met een eigen beroepsinkomen van deze laatste. Er zijn dus in principe twee wel onderscheiden aanslagbasissen, bestaande in de inkomsten van elk der echtgenoten. Beide aanslagbasissen worden los van elkaar aan het tarief onderworpen; op beide wordt een belastingvrije som toegekend (zie sub II hierna). 2. Slechts één echtgenoot heeft eigen beroepsinkomsten Wanneer slechts één echtgenoot eigen beroepsinkomsten heeft, wordt een deel ervan aan de andere echtgenoot toegerekend, behalve wanneer daardoor de belasting wordt verhoogd. Dit deel bedraagt 30 % van dat beroepsinkomen, met een maximum evenwel van 9.470,00 EUR. Van zodra het beroepsinkomen 31.566,67 EUR bereikt, is het toegerekende gedeelte dan ook steeds gelijk aan 9.470,00 EUR. Voorbeelden 1° beroepsinkomen : 12.400,00 EUR; het toe te rekenen deel bedraagt 12.400,00 EUR × 30 % = 3.720,00 EUR; 2° beroepsinkomen : 37.200,00 EUR; het toe te rekenen deel is gelijk aan 9.470,00 EUR. 3. Beide echtgenoten hebben eigen beroepsinkomsten Twee gevallen kunnen zich voordoen : 1e geval : het bedrag van de beroepsinkomsten van de echtgenoot die er het minst heeft, bereikt geen 30 % van de totale beroepsinkomsten van het gezin, noch 9.470,00 EUR. In dit geval wordt een deel van de beroepsinkomsten van de echtgenoot die er het meest heeft, aan de andere echtgenoot toegerekend, zodanig dat de inkomsten van deze laatste 30 % van de beroepsinkomsten van het gezin bedragen, zonder evenwel 9.470,00 EUR te mogen overschrijden. Er wordt echter geen toerekening verricht wanneer daardoor de belasting wordt verhoogd. Voorbeelden 1° - Beroepsinkomen : — van echtgenoot A : 15.000,00 EUR; — van echtgenoot B : 2.500,00 EUR. — Aan echtgenoot B toe te rekenen gedeelte van het beroepsinkomen van echtgenoot A : (15.000,00 EUR + 2.500,00 EUR) × 30 % - 2.500,00 EUR = 5.250,00 EUR - 2.500,00 EUR = 2.750,00 EUR. — De beroepsinkomsten van het gezin zijn dus als volgt verdeeld : — echtgenoot A : 15.000,00 EUR - 2.750,00 EUR = 12.250,00 EUR; — echtgenoot B : 2.500,00 EUR + 2.750,00 EUR = 5.250,00 EUR. 2° - Zelfde gegevens, doch echtgenoot A heeft een nettoberoepsinkomen van 29.500,00 EUR. — Aan echtgenoot B toe te rekenen deel van het beroepsinkomen van echtgenoot A : (29.500,00 EUR + 2.500,00 EUR) × 30 % = 9.600,00 EUR te beperken tot 9.470,00 EUR en te verminderen met 2.500,00 EUR, zijnde 6.970,00 EUR (9.470,00 EUR - 2.500,00 EUR). — De beroepsinkomsten van het gezin zijn dus als volgt verdeeld : — echtgenoot A : 29.500,00 EUR - 6.970,00 EUR = 22.530,00 EUR; — echtgenoot B : 2.500,00 EUR + 6.970,00 EUR = 9.470,00 EUR. 2e geval : het bedrag van de beroepsinkomsten van de echtgenoot die er het minst heeft, bereikt 30 % van de totale beroepsinkomsten van het gezin of 9.470,00 EUR. In dergelijk geval mag geen enkele toerekening van inkomsten gebeuren. Voorbeelden Geen enkele toerekening van inkomsten mag gebeuren als de beroepsinkomsten als volgt zijn samengesteld : Inkomsten van de ene echtgenoot

Inkomsten van de andere echtgenoot

10.000,00 EUR 10.000,00 EUR 25.000,00 EUR

4.500,00 EUR 7.000,00 EUR 9.470,00 EUR

21461

21462

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD II. REGELS VOOR DE BEREKENING VAN DE BELASTING A. Algemeen Om de belasting te berekenen moet in principe telkens als volgt worden gehandeld : — de basisbelasting berekenen volgens het hierna vermelde barema; — de belasting vaststellen die verband houdt met de in C hierna vermelde belastingvrije som; — de werkelijk verschuldigde belasting berekenen door het verschil te maken tussen deze twee belastingen en door van het aldus bekomen saldo de voorheffingen en andere verrekenbare bestanddelen af te trekken. Voor gehuwden en wettelijk samenwonenden wordt de belasting op elke aanslagbasis afzonderlijk berekend. B. Barema Aanslagbasis van 0,01 EUR tot 8.070,00 EUR van 8.070,01 EUR tot 11.480,00 EUR van 11.480,01 EUR tot 19.130,00 EUR van 19.130,01 EUR tot 35.060,00 EUR vanaf 35.060,01 EUR

Belasting 25 % 2.017,50 EUR + 30 % op de schijf boven 8.070,00 EUR 3.040,50 EUR + 40 % op de schijf boven 11.480,00 EUR 6.100,50 EUR + 45 % op de schijf boven 19.130,00 EUR 13.269,00 EUR + 50 % op de schijf boven 35.060,00 EUR

Dit barema houdt geen rekening met de belastingvrije som (zie C hierna), noch met de gemeente- en agglomeratiebelasting. C. Belastingvrije som 1. Algemeen Alle belastingplichtigen hebben recht op een belastingvrije som. Het bedrag ervan verschilt evenwel naargelang de gezinstoestand van de belastingplichtige. Deze belastingvrije som wordt aangerekend op de laagste inkomstenschijven, te beginnen met die van 25 %, dan die van 30 %, enz. 2. Basisbedrag Het basisbedrag van de belastingvrije som is gelijk aan : 1° wanneer het belastbare inkomen van de belastingplichtige niet meer bedraagt dan 24.410,00 EUR : 6.830,00 EUR; 2° wanneer het belastbare inkomen van de belastingplichtige begrepen is tussen 24.410,00 EUR en 24.670,00 EUR : 6.830,00 EUR verminderd met het verschil tussen het belastbare inkomen en 24.410,00 EUR; 3° in de andere gevallen : 6.570,00 EUR. 3. Verhoging voor kinderen ten laste De belastingvrije som wordt met de volgende toeslagen voor kinderen ten laste verhoogd : — één kind :

1.400,00 EUR;

— twee kinderen :

3.590,00 EUR;

— drie kinderen :

8.050,00 EUR;

— vier kinderen :

13.020,00 EUR;

— supplement per kind boven het vierde :

4.970,00 EUR.

4. Aanrekening De in nr. 3 bedoelde toeslagen worden aangerekend bij de echtgenoot met het hoogste belastbare inkomen. Wanneer het belastbare inkomen van een van beide echtgenoten lager is dan zijn belastingvrije som, wordt het saldo bij de belastingvrije som van de andere echtgenoot gevoegd. D. Vereenvoudigde berekeningsmethode van de belasting 1. Voorafgaande opmerking De hiernavolgende regels hebben niet tot doel de belasting volledig juist te berekenen, maar de mogelijkheid te bieden in de meeste gevallen snel en met voldoende nauwkeurigheid de belasting te ramen. 2. Belasting verschuldigd door belastingplichtigen die alleen worden belast en door gezamenlijk belaste echtgenoten wanneer slechts één echtgenoot beroepsinkomsten verkrijgt Verschuldigde belasting Nettoberoepsinkomen

A. Individuele aanslagen

B. Gemeenschappelijke aanslagen : slechts één echtgenoot verkrijgt beroepsinkomsten

10.000,00 EUR

889,00 EUR

0,00 EUR

11.500,00 EUR

1.341,00 EUR

0,00 EUR

13.000,00 EUR

1.941,00 EUR

0,00 EUR

14.500,00 EUR

2.541,00 EUR

252,00 EUR

16.000,00 EUR

3.141,00 EUR

702,00 EUR

17.500,00 EUR

3.741,00 EUR

1.229,00 EUR

19.000,00 EUR

4.341,00 EUR

1.778,50 EUR

20.500,00 EUR

5.009,50 EUR

2.311,00 EUR

22.000,00 EUR

5.684,50 EUR

2.843,50 EUR

23.500,00 EUR

6.359,50 EUR

3.376,00 EUR

25.000,00 EUR

7.099,50 EUR

3.908,50 EUR

26.500,00 EUR

7.774,50 EUR

4.441,00 EUR

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Verschuldigde belasting Nettoberoepsinkomen

A. Individuele aanslagen

B. Gemeenschappelijke aanslagen : slechts één echtgenoot verkrijgt beroepsinkomsten

28.000,00 EUR

8.449,50 EUR

5.013,50 EUR

29.500,00 EUR

9.124,50 EUR

5.621,00 EUR

31.000,00 EUR

9.799,50 EUR

6.228,50 EUR

32.500,00 EUR

10.474,50 EUR

6.878,00 EUR

34.000,00 EUR

11.149,50 EUR

7.583,00 EUR

35.500,00 EUR

11.846,50 EUR

8.293,00 EUR

37.000,00 EUR

12.596,50 EUR

8.968,00 EUR

38.500,00 EUR

13.346,50 EUR

9.643,00 EUR

40.000,00 EUR

14.096,50 EUR

10.318,00 EUR

41.500,00 EUR

14.846,50 EUR

10.993,00 EUR

43.000,00 EUR

15.596,50 EUR

11.668,00 EUR

44.500,00 EUR

16.346,50 EUR

12.343,00 EUR

46.000,00 EUR

17.096,50 EUR

13.091,50 EUR

47.500,00 EUR

17.846,50 EUR

13.841,50 EUR

49.000,00 EUR

18.596,50 EUR

14.591,50 EUR

Opmerking Wanneer in het geval van een gemeenschappelijke aanslag, één van de echtgenoten een beroepsinkomen heeft verkregen dat noch 30 % van de totale beroepsinkomsten van het gezin, noch 9.470,00 EUR bereikt, pas dan barema B toe op die totale beroepsinkomsten (b.v. inkomen van één der echtgenoten : 19.000,00 EUR en inkomen van de andere echtgenoot : 3.000,00 EUR; neem de belasting op 22.000,00 EUR). 3. Belasting verschuldigd door gezamenlijk belaste echtgenoten wanneer zij beiden beroepsinkomsten verkrijgen Indien beide echtgenoten eigen beroepsinkomsten verkrijgen van meer dan 30 % van de totale beroepsinkomsten van beide echtgenoten of van meer dan 9.470,00 EUR, wordt de totaal verschuldigde belasting geraamd door op het inkomen van elke echtgenoot de belasting verschuldigd in het geval van een individuele aanslag toe te passen (zie punt 2, tabel A). 4. Vermindering voor kinderen ten laste Op de aldus berekende belasting wordt een vermindering voor kinderen ten laste toegepast : Aantal kinderen ten laste

Minimumbedrag van de belastingvermindering

1 2 3 4 5 6 7

350,00 1.002,00 2.654,00 4.665,00 6.901,50 9.138,00 11.374,50

5. Voorbeeld Netto-inkomen van de echtgenoten A en B : —

nettoberoepsinkomen van echtgenoot A : 25.000,00 EUR;

—

nettoberoepsinkomen van echtgenoot B : 14.500,00 EUR.

Kinderen ten laste : 3. Berekening van de vermoede belasting — op de inkomsten van echtgenoot A (zie punt 2, tabel A) :

7.099,50 EUR

— op de inkomsten van echtgenoot B (zie zelfde tabel) : subtotaal :

+ 2.541,00 EUR 9.640,50 EUR

— vermindering voor 3 kinderen ten laste : (zie punt 4) : Geraamde belasting (12) :

− 2.654,00 EUR 6.986,50 EUR

EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR

21463

21464

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK 2. — Vennootschapsbelasting (Ven.B) en belasting van niet-inwoners/ vennootschappen (BNI/ven.) I. VOORAFGAANDE OPMERKING Het is niet mogelijk om, voor de raming van de Ven.B en de BNI/ven., gedetailleerde tabellen te publiceren die het juiste bedrag vermelden dat voor aanslagjaar 2012, voor alle mogelijke gevallen verschuldigd is. De hierna vermelde gegevens moeten nochtans toelaten het bedrag van de belasting voor het voormelde aanslagjaar bij benadering te berekenen. II. BELASTINGTARIEVEN A. Vennootschapsbelasting die vermeerdering kan ondergaan 1. Belastbare inkomsten De in het artikel 179, WIB 92, bedoelde binnenlandse vennootschappen zijn belastbaar op het totaal van : —

de gereserveerde winst;

—

de verworpen uitgaven;

—

en de dividenden,

dit alles na de wettelijke aftrekkingen. 2. Tarief Het tarief van de Ven.B is vastgesteld op 33 %. Wanneer het belastbare inkomen niet meer dan 322.500,00 EUR bedraagt, wordt de belasting evenwel als volgt vastgesteld : —

op de schijf van 0 tot 25.000,00 EUR : 24,25 %;

—

op de schijf van 25.000,00 EUR tot 90.000,00 EUR : 31 %;

—

op de schijf van 90.000,00 EUR tot 322.500,00 EUR : 34,5 %.

De verminderde tarieven zijn nochtans niet van toepassing op : 1°

de in artikel 215, derde lid, 1°, WIB 92, bedoelde vennootschappen;

2°

de vennootschappen (die geen door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn), waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen voor ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen;

3°

de vennootschappen waarvan de dividenduitkering hoger is dan 13 % van het gestorte kapitaal bij het begin van het belastbare tijdperk;

4°

de vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk niet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging hebben toegekend die gelijk is aan of hoger is dan het belastbare inkomen van de vennootschap, wanneer die bezoldiging minder bedraagt dan 36.000,00 EUR;

5°

de vennootschappen die deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort als vermeld in het koninklijk besluit nr. 187 van 30.12.1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra;

6°

op de beleggingsvennootschappen bedoeld in artikel 6 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, alsmede de organismen voor de financiering van pensioenen bedoeld in artikel 8 van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, in de mate dat artikel 185bis, § 1, toepassing vindt.

Artikel 216, WIB 92, tenslotte, bepaalt dat het tarief van de Ven.B wordt vastgesteld op : —

21,5 % voor de Belgische dienst voor bedrijfsleven en landbouw;

—

16,5 % voor wat de belastbare bedragen betreft bij een in de artikelen 210, § 1, 5° en 211, § 1, derde lid, WIB 92, vermelde verrichting;

—

5 % voor de plaatselijke handelsvennootschappen en de gewestelijke of beroepsverenigingen van die vennootschappen, die tot uitvoering van het statuut van de NV Beroepskrediet krediet voor ambachtsoutillage mogen verstrekken, alsmede voor bepaalde vennootschappen voor huisvesting (zie artikel 216, 2°, b), WIB 92).

Een aanvullende crisisbijdrage van 3 opcentiemen wordt gevestigd op de Ven.B (artikel 463bis, WIB 92). B. Belasting van niet-inwoners/vennootschappen De belasting wordt berekend zoals vermeld in artikel 246, eerste lid, WIB 92, d.w.z. zoals inzake Ven.B. Artikel 246, tweede lid, WIB 92, bepaalt eveneens dat in het geval bedoeld in artikel 231, § 2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek (fusie-, splitsing- of inbrengverrichting waaraan een erkende vennootschap met vast kapitaal voor belegging in onroerende goederen of in niet genoteerde aandelen heeft deelgenomen) het tarief wordt vastgesteld op 16,5 %. Een aanvullende crisisbijdrage van 3 opcentiemen wordt gevestigd op de BNI/ven. (artikel 463bis, WIB 92). HOOFDSTUK 3. — Rechtspersonenbelasting met betrekking tot intercommunales Artikel 224, WIB 92, bepaalt dat intercommunales, bedoeld in artikel 180, 1°, WIB 92, eveneens belastbaar zijn op het totale bedrag van de sommen toegekend als dividenden aan enige vennootschap of andere rechtspersoon met uitzondering van die toegekend aan de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsmede aan andere intercommunales.

21465

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Luidens artikel 225, tweede lid, 6°, WIB 92, wordt de belasting op deze dividenden berekend tegen het tarief van 15 % (13). Ten slotte bepaalt artikel 226, WIB 92, dat de voormelde belasting eventueel wordt vermeerderd zoals bepaald in het artikel 218, WIB 92, ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen als bedoeld in dat artikel zijn gedaan. Die vermeerdering wordt derhalve berekend volgens de regels die van toepassing zijn inzake de Ven.B.

(1) (2) (3) (4)

(5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12) (13)

Nota’s Voor vennootschappen die een boekhouding voeren anders dan per kalenderjaar, zie Deel IV. Gesteld dat de gemeentebelasting 6 % bedraagt. Gesteld dat de gemeentebelasting 6 % bedraagt. North Galaxy, Toren A - Koning Albert II-laan 33, bus 42, 1030 Brussel. Telefoonnummer : 0257/640 40. Faxnummer : 0257/995 10. North Galaxy, Toren A - Koning Albert II-laan 33, bus 42, 1030 Brussel. Wanneer de vervaldatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag valt, wordt deze automatisch naar de eerstvolgende werkdag verschoven. Wanneer de vervaldatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag valt, wordt deze automatisch naar de eerstvolgende werkdag verschoven. Wanneer de vervaldatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag valt, wordt deze automatisch naar de eerstvolgende werkdag verschoven. Wanneer de vervaldatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag valt, wordt deze automatisch naar de eerstvolgende werkdag verschoven. Voor het jaar waarin de wettelijk samenwonenden met elkaar in het huwelijk treden, worden zij evenwel gezamenlijk belast, tenzij de verklaring van wettelijke samenwoning tijdens hetzelfde jaar is afgelegd. Voor het jaar van ontbinding van het huwelijk of de wettelijke samenwoning door overlijden, kan de overlevende ″echtgenoot″ echter altijd kiezen voor een gemeenschappelijke aanslag. Vóór toepassing van de gemeentebelasting en de eventuele agglomeratiebelasting. Vóór toepassing van de aanvullende crisisbijdrage van 3 opcentiemen.

*

SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER [2011/42403]

[2011/42403] Indices du prix de revient du transport professionnel de marchandises par route

Indexcijfers van de kostprijs van het beroepsgoederenvervoer over de weg

Le Service public fédéral Mobilité et Transports communique ci-après les indices du prix de revient du transport professionnel de marchandises par route pour le mois de mars 2011 (base 31 décembre 2003 = 100) :

De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer deelt hierna de indexcijfers van de kostprijs van het beroepsgoederenvervoer over de weg mede voor de maand maart 2011 (basis 31 december 2003 = 100) :

Indice mars 2011

Moyenne mobile 3 mois

Transport national

Indexcijfer maart 2011

Voortschrijdend gemiddelde 3 maanden

Nationaal vervoer

Messagerie

128,94

127,98

Stukgoed

128,94

127,98

Général

130,32

129,01

Algemeen

130,32

129,01

Transport international général

Algemeen internationaal vervoer

Belgique - Allemagne

143,24

141,80

België - Duitsland

143,24

141,80

Belgique - France

130,55

129,34

België - Frankrijk

130,55

129,34

Belgique - Italie

132,52

131,31

België - Italië

132,52

131,31

Belgique - Espagne

131,58

129,91

België - Spanje

131,58

129,91

Indice standard (autres cas)

133,46

132,06

Standaardindexcijfer (andere gevallen)

133,46

132,06

21466


SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

[2011/43003] Indices du prix de revient du transport professionnel de personnes par route (services occasionnels)

[2011/43003] Indexcijfers van de kostprijs van het beroepspersonenvervoer over de weg (ongeregeld vervoer)

Le Service public fédéral Mobilité et Transports communique ci-après les indices du prix de revient du transport professionnel de personnes par route (services occasionnels) pour le mois de mars 2011 (indices sur la base 100 = 31 décembre 2006) :

De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer deelt hierna de indexcijfers van de kostprijs van het beroepspersonenvervoer over de weg mede (ongeregeld vervoer) voor de maand maart 2011 (indices met basis 100 = 31 december 2006) :

Indices mars 2011

Moyenne mobile 3 mois

Indexcijfers maart 2011

Voorchrijdend gemiddelde 3 maanden

Tourisme d’un jour

114,06

112,99

Dagtoerisme

114,06

112,99

Séjour international de max. six jours

110,54

109,54

Internationale verblijfsreis max. zes dagen

110,54

109,69

Séjour international de plus de six jours

119,50

118,51

Internationale verblijfsreis meer dan zes dagen

119,50

118,51

Navette internationale

116,75

115,30

Internationale pendel

116,75

115,30

Voyage sports d’hiver

118,58

117,88

Skireis

118,58

117,88

Tourisme réceptif de douze jours

122,18

121,18

Receptief toerisme twaalf dagen

122,18

121,18

*

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

[C − 2011/24054]

[C − 2011/24054]

2 MARS 2011. — Circulaire ministérielle abrogeant la circulaire du 13 mars 2007 relative à la composition, au commerce et à l’utilisation de certains types d’aliments pour animaux riches en additifs ou matières premières pour aliments des animaux

2 MAART 2011. — Ministeriële omzendbrief tot opheffing van de omzendbrief van 13 maart 2007 betreffende de samenstelling, de handel en het gebruik van bepaalde types dierenvoeders met een hoog gehalte aan toevoegingsmiddelen of voedermiddelen

Cette circulaire est adressée à tous les opérateurs actifs dans la production et/ou dans le commerce de « suppléments nutritionnels » pour animaux, ainsi qu’aux utilisateurs de tels produits.

Deze omzendbrief is gericht aan alle operatoren die actief zijn in de productie van en/of de handel in zogenaamde « voedingssupplementen » bestemd voor dieren, evenals aan de gebruikers ervan.

Le 13 mars 2007 une circulaire ministérielle relative à la composition, au commerce et à l’utilisation de certains types d’aliments pour animaux riches en additifs ou matières premières pour aliments des animaux, à été promulguée (publiée au Moniteur belge le 6 avril 2007). Cette circulaire avait comme but principal d’attirer l’attention sur le fait que ces « suppléments nutritionnels » pour animaux doivent satisfaire aux dispositions légales sur le commerce et l’utilisation des aliments pour animaux en vigueur.

Op 13 maart 2007 werd een ministeriële omzendbrief betreffende de samenstelling, de handel en het gebruik van bepaalde types diervoeders met een hoog gehalte aan toevoegingsmiddelen of voedermiddelen, uitgevaardigd (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 6 april 2007). Deze omzendbrief had als voornaamste doelstelling om de aandacht te vestigen op het feit dat de zogenaamde « voedingssupplementen » voor dieren moeten voldoen aan de geldende wettelijke bepalingen inzake de handel en het gebruik van diervoeders.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Depuis le 1er septembre 2010, cette circulaire n’est plus très pertinente. Le commerce et l’utilisation de « suppléments nutritionnels » pour animaux tombent clairement dans le champ d’application du Règlement (CE) n° 767/2009 du Parlement européen et du Conseil du 13 juillet 2009 concernant la mise sur le marché et l’utilisation des aliments pour animaux, modifiant le Règlement (CE) n° 1831/2003 du Parlement européen et du Conseil et abrogeant la Directive 79/373/CEE du Conseil, la Directive 80/511/CEE de la Commission, les Directives 82/471/CEE, 83/228/CEE, 93/74/CEE, 93/113/CE et 96/25/CE du Conseil, ainsi que la Décision 2004/217/CE de la Commission.

21467

La circulaire du 13 mars 2007 mentionnée ci-dessus est par conséquent abrogée. Bruxelles, le 2 mars 2011.

Sinds 1 september 2010 is deze omzendbrief weinig relevant geworden. De handel en het gebruik van « voedingssupplementen » voor dieren vallen immers duidelijk binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie. De bovengenoemde omzendbrief van 13 maart 2007 wordt bijgevolg opgeheven. Brussel, 2 maart 2011.

La Ministre de l’Agriculture, Mme S. LARUELLE




[C − 2011/09214] Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms Publications

[C − 2011/09214] Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen Bekendmakingen

Par arrêté royal du 13 mars 2011, M. Isshak, Achour, né à Khaldeh (République arabe syrienne) le 3 mai 1973, demeurant à Bruxelles, est autorisé sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Isaac », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 13 maart 2011 is machtiging verleend aan de heer Isshak, Achour, geboren te Khaldeh (Syrische Arabische Republiek) op 3 mei 1973, wonende te Brussel, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Isaac » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 13 mars 2011, la nommée Kapalata Maizango, Yanina Sophie Iko, née à Liège le 15 mars 2010, demeurant à Ougrée, est autorisée sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Kapalata », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 13 maart 2011 is machtiging verleend de genaamde Kapalata Maizango, Yanina Sophie Iko, geboren te Luik op 15 maart 2010, wonende te Ougrée, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Kapalata » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.



[C − 2011/09216] Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms Publications

[C − 2011/09216] Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen Bekendmakingen

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, M. Vandecasteele, Diego, né à Roulers le 18 septembre 1985, demeurant à Menin, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Desodt » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan de heer Vandecasteele, Diego, geboren te Roeselare op 18 september 1985, wonende te Menen, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Desodt » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, Mme Cicek, Fadime, née à Tercan Gedikdere (Turquie) le 20 juillet 1974, demeurant à Hasselt, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à ¨ zbulut » après substituer à son nom patronymique celui de « O l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan Mevr. Cicek, Fadime, geboren te Tercan Gedikdere (Turkije) op 20 juli 1974, wonende te Hasselt, om, behoudens tijdig verzet waarover ¨ zbulut » te zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « O veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, Mlle Ponet, Lien, née à Anvers, district Deurne le 1er décembre 1991, y demeurant, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Van den Plas » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan Mej. Ponet, Lien, geboren te Antwerpen, district Deurne op 1 december 1991, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Van den Plas » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, M. Notermans, Robin Maarten Peter, né à Hasselt le 28 avril 1984, demeurant à Houthalen-Helchteren; et

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan de heer Notermans, Robin Maarten Peter, geboren te Hasselt op 28 april 1984, wonende te Houthalen-Helchteren; en

21468


Mme Notermans, Eleni Els Martine, née à Hasselt le 19 juillet 1986, demeurant à Borgloon, ont été autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Declercq » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Mevr. Notermans, Eleni Els Martine, geboren te Hasselt op 19 juli 1986, wonende te Borgloon, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Declercq » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, le nommé Gündüz, Sam Isa, né à Maastricht (Pays-Bas) le 18 mars 2010, y demeurant, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Geenen » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan de genaamde Gündüz, Sam Isa, geboren te Maastricht (Nederland) op 18 maart 2010, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Geenen » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, Mme Tisayeva, Mariam, née à Grozny (Union des Républiques socialistes soviétiques) le 15 septembre 1959, demeurant à Genk, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Dolava » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan Mevr. Tisayeva, Mariam, geboren te Grozny (Unie der Socialistische Sovjetrepublieken) op 15 september 1959, wonende te Genk, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Dolava » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, Mme Pashaj, Stela, née à Shkodra (Albanie) le 25 novembre 1968, demeurant à Hasselt, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Radoja » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan Mevr. Pashaj, Stela, geboren te Shkodra (Albanië) op 25 november 1968, wonende te Hasselt, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Radoja » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, le nommé Pascoa Delgado, Mauro, né à Edegem le 6 août 2010, demeurant à Anvers, district Wilrijk, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Delgado » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan de genaamde Pascoa Delgado, Mauro, geboren te Edegem op 6 augustus 2010, wonende te Antwerpen, district Wilrijk, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Delgado » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, Mlle Tchutchaev, Aza, née à Gand le 10 août 2010, demeurant à Wetteren, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Tchutchaeva » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan Mej. Tchutchaev, Aza, geboren te Gent op 10 augustus 2010, wonende te Wetteren, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Tchutchaeva » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 28 janvier 2011, M. Aranguiz-Espina, Kim, né à Asse le 10 janvier 1986, y demeurant, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Braeckmans » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 28 januari 2011 is machtiging verleend aan de heer Aranguiz-Espina, Kim, geboren te Asse op 10 januari 1986, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Braeckmans » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.


21469

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE [2011/40303] Indice des prix à la consommation du mois de mars 2011

[2011/40303] Indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand maart 2011

Le Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie communique que l’indice des prix à la consommation s’établit à 116.91 points en mars 2011, contre 116.33 points en février 2011, ce qui représente une hausse de 0.58 point ou 0.50 %. L’indice santé, tel que prévu dans l’arrêté royal du 24 décembre 1993 (Moniteur belge du 31 décembre 1993), s’élève pour le mois de mars 2011 à 115.39 points. La moyenne arithmétique des indices des quatre derniers mois, soit décembre 2010 et janvier, février et mars 2011 s’élève à 114.67 points.

De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie deelt mee dat het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de maand maart 2011, 116.91 punten bedraagt, tegenover 116.33 punten in februari 2011, hetgeen een stijging van 0.58 punt of 0.50 % betekent. Het gezondheidsindexcijfer, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 31 december 1993), bedraagt 115.39 punten voor de maand maart 2011. Het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de laatste vier maanden, namelijk december 2010 en januari, februari en maart 2011, bedraagt 114.67 punten.

Produit ou service

01. 01.1. 01.1.1. 01.1.2. 01.1.3. 01.1.4. 01.1.5. 01.1.6 01.1.7. 01.1.8. 01.1.9. 01.2. 01.2.1. 01.2.2.

Produits alimentaires et boissons Produits alimentaires Pain et céréales Viandes Poissons Lait, fromage et œufs Huiles et graisses Fruits Légumes (y compris les pommes de terre) Sucreries et similaires Autres produits alimentaires Boissons non alcoolisées Café, thé et cacaco Eaux minérales, boissons rafraîchissantes et jus de fruits 01.3. Boissons alcoolisées 01.3.1. Spiritueux 01.3.2. Vins 01.3.3. Bières 02. Tabac 03. Articles d’habillement et articles chaussants 03.1. Articles d’habillement 03.2. Articles chaussants (y compris les réparations) 04. Logement, eau, électricité, gaz et autres combustibles 04.1. Loyers 04.1.1.0.1. Loyers non-sociaux 04.1.1.0.2. Loyers sociaux 04.3. Entretien et réparations courantes du logement 04.4. Eau et autres services relatifs au logement 04.4.1. Consommation d’eau 04.4.2. Collecte des déchets ménagers 04.4.4. Autres services relatifs au logement 04.5. Electricité, gaz et autres combustibles 04.5.1. Electricité 04.5.2. Gaz 04.5.2.1. Gaz naturel 04.5.2.2. Gaz de pétrole 04.5.3. Combustibles liquides 04.5.4. Combustibles solides 05. Ameublement, appareils ménagers, entretien du logement 05.1. Meubles, articles d’ameublement, revêtements de sol

Février − Februari

Mars − Maart

119.09 120.54 128.80 115.29 122.23 120.42 126.64 107.72 124.68 122.42 121.97 115.46 130.03 111.79

118.93 120.35 129.91 115.23 123.42 120.71 127.67 108.58 118.87 122.40 121.78 115.10 130.10 111.32

01. 01.1 01.1.1. 01.1.2. 01.1.3. 01.1.4. 01.1.5. 01.1.6. 01.1.7. 01.1.8. 01.1.9. 01.2. 01.2.1. 01.2.2.

Voedingsmiddelen en dranken Voedingsmiddelen Brood en granen Vlees Vis Melk, kaas en eieren Oliën en vetten Fruit Groenten (aardappelen inbegrepen) Suikerwaren en dergelijke Andere voedingsmiddelen Alcoholvrije dranken Koffie, thee en cacaco Mineraalwater, frisdrank en fruitsap

110.20 109.75 107.46 117.43 130.24 104.54

110.44 110.12 107.74 117.50 130.13 104.67

01.3. 01.3.1. 01.3.2. 01.3.3. 02. 03.

Alcoholhoudende dranken Gedistilleerde dranken Wijnen Bieren Tabak Kleding en schoeisel

103.34 109.67

103.47 109.85

03.1. 03.2.

Kleding Schoeisel (schoenreparaties inbegrepen)

130.11

132.15

04.

113.67 112.29 129.30 121.40

113.81 112.32 130.67 121.89

129.68

129.59

143.22 106.73 118.20 151.87 131.67 157.48 158.25 140.90 201.82 119.40 110.81

143.08 106.73 118.21 157.12 133.59 161.67 162.50 143.78 219.03 119.48 110.97

110.66

110.87

Product of dienst

Huisvesting, water, elektriciteit, gas, brandstoffen 04.1. Huur 04.1.1.0.1. Niet-sociale huur 04.1.1.0.2. Sociale huur 04.3. Normaal onderhoud en reparaties van de woning 04.4. Water en andere diensten in verband met de woning 04.4.1. Waterverbruik 04.4.2. Huisvuilophaling 04.4.4. Andere diensten in verband met de woning 04.5. Elektriciteit, gas en andere brandstoffen 04.5.1. Elektriciteit 04.5.2. Gas 04.5.2.1. Aardgas 04.5.2.2. Petroleumgas 04.5.3. Vloeibare brandstoffen 04.5.4. Vaste brandstoffen 05. Stoffering, huishoudapparaten en onderhoud van woning 05.1. Meubelen, stoffering, vloerbekleding

21470


Produit ou service

Février − Februari

Mars − Maart

Product of dienst

05.2.

Articles de ménage en textiles

114.26

114.98

05.2.

Huishoudtextiel

05.3.

Appareils ménagers et réparations

102.46

102.37

05.3.

Huishoudapparaten en reparaties

05.4.

Verrerie, vaisselle et ustensiles de ménage

116.85

117.66

05.4.

Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen

05.5

Outillage pour la maison et le jardin

102.25

102.26

05.5

Gereedschap voor huis en tuin

05.6.

Biens et services pour l’entretien de l’habitation

116.28

116.33

05.6

Goederen en diensten voor onderhoud van de woning

06.

Dépenses de santé

103.44

103.37

06.

Gezondheidsuitgaven

06.1.

Médicaments et autres produits pharmaceutiques

102.39

102.23

06.1.

Geneesmiddelen en andere farmaceutische producten

06.2.

Services de médecins et autres praticiens

102.02

102.02

06.2.

Diensten van medisch geschoolden

06.3.

Soins des hôpitaux & assimilés

109.33

109.44

06.3.

Verpleging in ziekenhuis

07.

Transport

118.61

120.38

07.

Vervoer

07.1.

Achats de véhicules

105.54

105.64

07.1.

Aankoop van voertuigen

07.2.

Utilisation des véhicules personnels

131.91

135.39

07.2.

Gebruik van privévoertuigen

07.3.

Services de transport

110.35

110.93

07.3.

Vervoersdiensten

08.

Communications

87.81

87.81

08.

Communicatie

08.1.

Services postaux

122.82

122.82

08.1.

Posterijen

08.2.

Equipements de téléphone et de télécopie

69.84

69.90

08.2.

Telefoon- en faxtoestellen

08.3.

Services de téléphone et de télécopie

87.44

87.44

08.3.

Telefoon- en faxdiensten

09.

Loisirs et culture

108.53

108.01

09.

Recreatie en cultuur

09.1.

Appareils et accessoires, y compris les réparations

59.44

59.06

09.1.

Apparaten en toebehoren, reparaties inbegrepen

09.2.

Autres biens durables pour loisirs et culture

105.43

105.76

09.2.

Andere duurzame goederen voor recreatie en cultuur

09.3.

Autres articles récréatifs, horticulture, animaux

116.62

112.92

09.3.

Andere recreatieve artikelen, tuinbouw, huisdieren

09.4.

Services récréatifs et culturels

116.48

116.52

09.4.

Diensten inzake recreatie & cultuur

09.5.

Presse, librairie et papeterie

120.72

121.34

09.5.

Kranten, boeken en schrijfwaren

09.6.

Voyages touristiques, tout compris

122.30

123.48

09.6.

Pakketreizen

10.

Enseignement

115.72

115.72

10.

Onderwijs

11.

Hôtels, cafés et restaurants

120.84

121.49

11.

Hotels, cafés en restaurants

11.1.

Restaurants et débits de boissons

122.64

122.96

11.1.

Restaurants en drankgelegenheden

11.2.

Services d’hébergement

105.35

108.92

11.2.

Accommodatie

12.

Autres biens et services

118.94

119.17

12.

Diverse goederen en diensten

12.1.

Soins personnels

116.55

116.93

12.1.

Lichaamsverzorging

12.3.

Effets personnels n.d.a.

142.48

143.44

12.3.

Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g.

12.4.

Protection sociale

113.83

113.83

12.4.

Sociale bescherming

12.5.

Assurances

120.31

120.31

12.5.

Verzekeringen

12.6.

Services financiers n.d.a.

112.49

112.49

12.6.

Financiële diensten, n.e.g.

12.7.

Autres services n.d.a.

112.51

112.56

12.7.

Andere diensten, n.e.g.

1.

Produits alimentaires et boissons

119.09

118.93

1.

Voedingsmiddelen en dranken

2.

Produits non-alimentaires

116.81

117.94

2.

Niet-voedingsmiddelen

3.

Services

114.42

114.74

3.

Diensten

4.

Loyers

113.67

113.81

4.

Huur

116.33

116.91

Index

Indice

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL DE PROGRAMMATION INTEGRATION SOCIALE, LUTTE CONTRE LA PAUVRETE ET ECONOMIE SOCIALE

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE

[C − 2011/11105] 14 MARS 2011. — Circulaire relative la compétence territoriale des C.P.A.S. pour les demandeurs d’asile

21471

[C − 2011/11105] 14 MAART 2011. — Omzendbrief betreffende de territoriale bevoegdheid van de O.C.M.W.’s voor asielzoekers

A Mesdames les Présidentes, A Messieurs les Présidents des centres publics d’action sociale,

Aan de Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn,

Mme la Présidente,

Geachte Voorzitster,

M. le Président,

Geachte Voorzitter,

Par la présente circulaire, je tiens à vous informer de la récente modification de la règle de compétence territoriale des C.P.A.S. pour les demandeurs d’asile de l’article 2, § 5, de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’action sociale et à vous rappeler l’application de la règle de compétence de l’article 2, § 8, de la même loi.

Via deze omzendbrief breng ik u op de hoogte van de recente wijziging omtrent de bevoegdheidsregel voor asielzoekers vervat in artikel 2, § 5, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en herinner ik u aan de toepassing van de bevoegdheidsregel vervat in artikel 2, § 8, van de voormelde wet.

1. Nouvelle règle de compétence de l’article 2, § 5, de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’action sociale.

1. Nieuwe bevoegdheidsregel van artikel 2, § 5, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

L’article 2, § 5, de la loi du 2 avril 1965 a été modifié par l’article 164 de la loi portant des dispositions diverses du 29 décembre 2010 (Moniteur belge du 31 décembre 2010 - éd. 3).

Artikel 2, § 5, van de wet van 2 april 1965 werd gewijzigd bij artikel 164 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 31 december 2010 – ed. 3).

Cette disposition prévoit désormais que :

Deze bepaling voorziet thans het volgende :

« Par dérogation à l’article 1er, 1°, est compétent pour accorder l’aide sociale à un candidat réfugié ou à une personne bénéficiant de la protection temporaire dans le cadre d’afflux massif de personnes déplacées, le centre public d’action sociale :

« In afwijking van artikel 1, 1°, is bevoegd om maatschappelijke dienstverlening aan een kandidaat-vluchteling of aan een persoon die van de tijdelijke bescherming geniet in het kader van de massale toestroom van ontheemden toe te kennen, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn :

a) de la commune où il est inscrit au registre d’attente, pour autant que cette inscription ne soit pas celle de l’adresse de l’Office des Etrangers ou du Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides, ou

a) van de gemeente waar hij in het wachtregister is ingeschreven, voor zover deze inschrijving niet het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen betreft of

b) de la commune ou il est inscrit au registre de la population ou au registre des étrangers.

b) van de gemeente waar hij in de bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister is ingeschreven.

Lorsque plusieurs communes sont mentionnées dans l’inscription d’un candidat réfugié ou d’une personne bénéficiant de la protection temporaire dans le cadre d’afflux massif de personnes déplacées, le centre public d’action sociale de la commune désignée en lieu obligatoire d’inscription est compétent pour lui accorder l’aide sociale.

Wanneer verschillende gemeenten vermeld zijn in de inschrijving van een kandidaat-vluchteling of van een persoon die van de tijdelijke bescherming geniet in het kader van de massale toestroom van ontheemden is het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente aangeduid als verplichte plaats van inschrijving, bevoegd om hem maatschappelijke dienstverlening toe te kennen.

Nonobstant le maintien de la désignation d’un lieu obligatoire d’inscription, cette compétence territoriale prend fin lorsque :

Niettegenstaande het behoud van de aanduiding van een verplichte plaats van inschrijving houdt deze territoriale bevoegdheid op wanneer :

— soit la procédure d’asile se termine par l’expiration du délai de recours contre une décision du Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides ou de la Commission permanente de recours des Réfugiés ou par l’arrêt de rejet du recours en annulation porté devant le Conseil d’Etat contre une décision du Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides ou de la Commission permanente de recours des Réfugiés;

— ofwel de asielprocedure beëindigd is door het verstrijken van de beroepstermijn tegen een beslissing van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen of van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen of ingevolge het arrest tot verwerping van het beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State tegen een beslissing van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen of van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen;

— soit lorsqu’il est mis fin à la protection temporaire des personnes déplacées. »

— ofwel de tijdelijke bescherming van de ontheemden is beëindigd. »

Il résulte de cette disposition que le C.P.A.S. compétent pour accorder l’aide sociale à un demandeur d’asile est le C.P.A.S. de la commune désignée en lieu obligatoire d’inscription (code 207 C.P.A.S.).

Uit deze bepaling volgt dat het O.C.M.W. van de gemeente die is aangeduid als verplichte plaats van inschrijving (code 207 O.C.M.W.) bevoegd is voor de toekenning van maatschappelijke dienstverlening aan een asielzoeker.

21472


Lorsqu’aucun C.P.A.S. ni structure d’accueil pour demandeurs d’asile n’a été désigné comme lieu obligatoire d’inscription (en code 207) pour le demandeur d’asile, c’est le C.P.A.S. de la commune où l’intéressé est inscrit au registre d’attente qui est compétent pour accorder l’aide sociale (aide sociale financière, premier loyer, etc.)

Wanneer geen enkel O.C.M.W. of opvangstructuur voor asielzoekers werd aangeduid als verplichte plaats van inschrijving (in code 207) voor de asielzoeker, dan is het O.C.M.W. van de gemeente waar de betrokkene in het wachtregister is ingeschreven bevoegd voor het toekennen van maatschappelijke dienstverlening(financiële maatschappelijke hulp, eerste huur, etc…).

En ce qui concerne l’inscription au registre d’attente, le demandeur d’asile est inscrit au registre d’attente de la commune où il a établi sa résidence principale (code 001 et 020) (1). Lorsque le demandeur d’asile n’est pas en mesure d’indiquer une résidence quelconque au moment où il introduit sa demande d’asile, il est alors inscrit provisoirement à l’adresse de l’Office des Etrangers ou du Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides (2).

Wat de inschrijving in het wachtregister betreft, wordt de asielzoeker ingeschreven in het wachtregister van de gemeente waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd (code 001 en 020) (1). Wanneer de asielzoeker bij het indienen van zijn asielaanvraag geen verblijfplaats kan opgeven, wordt hij voorlopig ingeschreven op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (2).

Comme il a été souligné lors des travaux préparatoires de l’article 164 de la loi portant des dispositions diverses du 29 décembre 2010, lorsqu’un demandeur d’asile était inscrit au registre d’attente à l’adresse de l’Office des Etrangers ou du Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides, cela avait pour conséquence d’entraîner la compétence territoriale du C.P.A.S. de Bruxelles en vue de l’octroi de l’aide sociale et ce, pour autant qu’il n’y ait pas eu de désignation d’un lieu obligatoire d’inscription ou que cette désignation a été supprimée en application de la loi du 12 janvier 2007 sur l’accueil des demandeurs d’asile et de certaines autres catégories d’étrangers. Considérant que dans ce cas d’espèce, l’inscription correspond à une adresse fictive, la modification de l’article 2, § 5, de la loi du 2 avril 1965 veut remédier à cet inconvénient. Il ne sera plus tenu compte de cette inscription administrative à l’adresse de l’Office des Etrangers ou du Commissariat général au Réfugiés et aux Apatrides pour déterminer la compétence territoriale du C.P.A.S.

Zoals werd benadrukt tijdens de werkzaamheden ter voorbereiding van artikel 164 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen, had de inschrijving in het wachtregister van een asielzoeker op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen tot gevolg dat het O.C.M.W. van Brussel bevoegd was voor de toekenning van maatschappelijke dienstverlening, voor zover er geen verplichte plaats van inschrijving werd aangeduid of deze aanduiding werd opgeheven met toepassing van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen. Omdat in dit geval de inschrijving in feite gebeurt op een fictief adres, wil de wijziging van artikel 2, § 5, van de voornoemde wet dit ongemak verhelpen. Er zal met deze administratieve inschrijving op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of van het Commissariaatgeneraal voor Vluchtelingen en Staatlozen niet langer rekening worden gehouden voor het bepalen van de territoriale bevoegdheid van het O.C.M.W.

Suite à sa modification par l’article 164 de la loi portant des dispositions diverses du 29 décembre 2010, l’article 2, § 5, de la loi du 2 avril 1965 précise désormais qu’est compétent « le centre public d’action sociale de la commune où il est inscrit au registre d’attente, pour autant que cette inscription ne soit pas celle de l’adresse de l’Office des Etrangers ou du Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides ».

Ingevolge de wijzing ervan bij artikel 164 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 31 december 2010 – ed. 3) bepaalt artikel 2, § 5, van de voornoemde wet thans dat « het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar hij in het wachtregister is ingeschreven [bevoegd is], voor zover deze inschrijving niet het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen betreft ».

Ainsi, lorsque le demandeur d’asile est inscrit au registre d’attente à l’adresse de l’Office des Etrangers ou du Commissariat Général aux Réfugiés et aux Apatrides, cette inscription administrative ne sera pas prise en considération pour la détermination du C.P.A.S. compétent.

Wanneer de asielzoeker in het wachtregister wordt ingeschreven op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of van het Commissariaatgeneraal voor Vluchtelingen en Staatlozen, zal deze administratieve inschrijving dus niet meer in aanmerking worden genomen om te bepalen welk O.C.M.W. bevoegd is.

Dans ce cas, vu que cette inscription au registre d’attente ne peut pas être prise en considération, la règle générale de compétence de l’article 1er, 1°, de la loi précitée est d’application pour déterminer le C.P.A.S. compétent sauf si une autre règle spécifique de compétence prévue à la loi du 2 avril 1965 trouve à s’appliquer. Par exemple, dans le cas où le demandeur d’asile est considéré comme une personne sans abri, c’est le C.P.A.S. de la commune où l’intéressé a sa résidence de fait qui est compétent pour intervenir, en vertu de l’article 2, § 7, de la loi du 2 avril 1965.

Aangezien met deze inschrijving in het wachtregister geen rekening kan worden gehouden, is in dit geval de algemene bevoegdheidsregel van artikel 1, 1°, van de voornoemde wet van toepassing om te bepalen welk O.C.M.W. bevoegd is, behalve indien een andere specifieke bevoegdheidsregel van de wet van 2 april 1965 moet worden toegepast. Bijvoorbeeld wanneer de asielzoeker als een dakloze wordt beschouwd, is het O.C.M.W. van de gemeente waar de betrokkene zijn feitelijke verblijfplaats heeft bevoegd om tussen te komen, en dat krachtens artikel 2, § 7, van de wet van 2 april 1965.

Cette inscription du demandeur d’asile à l’adresse de l’Office des Etrangers ne peut également pas être prise en considération pour déterminer le C.P.A.S. compétent lorsque le demandeur d’asile réside dans un établissement visé à l’article 2, § 1er, de la loi du 2 avril 1965.

Deze inschrijving van de asielzoeker op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken kan dus evenmin nog in aanmerking worden genomen om het bevoegd O.C.M.W. te bepalen als de asielzoeker verblijft in een instelling bedoeld bij artikel 2, § 1, van de wet van 2 april 1965.

La règle spécifique de compétence de l’article 2, § 5, de la loi précitée ne s’applique qu’aux candidats réfugiés. Cette disposition n’est pas applicable pour les demandeurs d’asile qui ont obtenu une reconnaissance du statut de réfugié, une protection subsidiaire, une régularisation de séjour ou une recevabilité de leur demande de régularisation de séjour sur la base de l’article 9ter de la loi du 15 décembre 1980 et pour les personnes dont la procédure d’asile a été clôturée de manière négative et qui sont en séjour illégal sur le territoire.

De specifieke bevoegdheidsregel van artikel 2, § 5, van voormelde wet geldt enkel voor kandidaat-vluchtelingen. Deze bepaling is niet van toepassing op de asielzoekers die een erkenning van het statuut van vluchteling, een subsidiaire bescherming, een regularisatie van hun verblijf of de ontvankelijkheid van hun aanvraag voor regularisatie van hun verblijf op basis van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 hebben bekomen en op de personen wier asielprocedure negatief werd afgesloten en die illegaal verblijven op het grondgebied.


21473

2. Rappel des autres règles de compétence applicables aux demandeurs d’asile

2. Herhaling van de overige bevoegdheidsregels van toepassing op asielzoekers

Lorsque les demandeurs d’asile ont le droit de quitter une structure d’accueil et ne se voient plus attribuer un code 207, une règle spécifique de compétence territoriale des C.P.A.S. est prévue pour l’octroi de la garantie locative.

Wanneer asielzoekers het recht hebben om een opvangstructuur te verlaten en er geen code 207 meer wordt toegekend, is er een specifieke regel inzake de territoriale bevoegdheid van de O.C.M.W.’s voorzien voor de toekenning van de huurwaarborg.

Un paragraphe 8 a été inséré dans l’article 2 de la loi du 2 avril 1965 par l’article 6 de la loi-programme du 22 décembre 2008 (Moniteur belge 29 décembre 2008) qui est entré en vigueur le 8 janvier 2009.

In artikel 2 van de wet van 2 april 1965 werd een nieuwe paragraaf 8 ingevoegd, bij artikel 6 van de programmawet van 22 december 2008 (Belgisch Staatsblad 29 december 2008), dat in werking is getreden op 8 januari 2009.

L’article 2, § 8, de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’action sociale dispose que :

Artikel 2, § 8, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt het volgende :

« Par dérogation à l’article 1er, 1°, le centre public d’action sociale de la commune où se trouve le logement pour lequel l’intéressé sollicite la garantie locative est compétent pour lui accorder cette aide lors de sa sortie d’une structure d’accueil au sens de l’article 2, 10°, de la loi du 12 janvier 2007 sur l’accueil des demandeurs d’asile et de certaines autres catégories d’étrangers. »

« In afwijking van artikel 1, 1°, is het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar de woonst zich bevindt waarvoor de betrokkene de huurwaarborg vraagt, bevoegd om deze hulp te verlenen bij het verlaten van een opvangstructuur in de zin van artikel 2, 10°, van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen. »

Trois éléments essentiels se dégagent de cette disposition :

Uit deze bepaling komen drie essentiële elementen naar voor :

¶ Quant à la personne aidée : elle sort d’une structure d’accueil.

¶ Met betrekking tot de persoon die steun krijgt : hij verlaat een opvangstructuur.

Ceci signifie que la demande de constitution d’une garantie locative doit être introduite avant la sortie de la structure d’accueil. Comme il a été précisé lors des travaux préparatoires de l’article 6 de la loiprogramme du 22 décembre 2008 (3), cette règle spécifique n’est pas applicable lorsque la personne a déjà quitté la structure d’accueil et s’est déjà installée dans un logement ou est devenue sans abri.

Dat wil zeggen dat de aanvraag voor een huurwaarborg moet zijn ingediend vóór het verlaten van de opvangstructuur. Zoals werd verduidelijkt tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor artikel 6 van de programmawet van 22 december 2008 (3), geldt deze specifieke regel niet wanneer de persoon de opvangstructuur reeds heeft verlaten en reeds een woning heeft betrokken of dakloos is geworden.

¶ Quant au type d’aide : une garantie locative à accorder lors de la sortie d’une structure d’accueil.

¶ Met betrekking tot het type steun : een huurwaarborg die toegekend dient te worden bij het verlaten van een opvangstructuur.

¶ Quant au C.P.A.S. compétent : le C.P.A.S. de la commune où se trouve le logement pour lequel l’intéressé sollicite la garantie locative est compétent pour l’octroi de celle-ci.

¶ Met betrekking tot het bevoegde O.C.M.W. : het O.C.M.W. van de gemeente waar de woning zich bevindt waarvoor de betrokkene de huurwaarborg aanvraagt, is bevoegd voor de toekenning van deze huurwaarborg.

Lorsqu’un demandeur d’asile a le droit de quitter une structure d’accueil et qu’il introduit une demande de garantie locative pour pouvoir quitter la structure d’accueil et s’installer dans un logement, la règle spécifique de compétence de l’article 2, § 8, de la loi du 2 avril 1965 est d’application pour déterminer le C.P.A.S. compétent pour examiner sa demande de garantie locative.

Wanneer een asielzoeker het recht heeft om een opvangstructuur te verlaten en hij een aanvraag voor een huurwaarborg indient om de opvangstructuur te kunnen verlaten en een woning te betrekken, geldt de specifieke bevoegdheidsregel van artikel 2, § 8, van de wet van 2 april 1965 om te bepalen welk O.C.M.W. bevoegd is om zijn aanvraag voor een huurwaarborg te onderzoeken.

C’est le C.P.A.S. de la commune où se trouve le logement pour lequel l’intéressé sollicite la garantie locative et dans lequel il va s’installer lors de sa sortie du centre d’accueil qui est compétent pour examiner sa demande de garantie locative.

Het is het O.C.M.W. van de gemeente waar de woning waarvoor de betrokkene de huurwaarborg aanvraagt en die hij zal betrekken bij het verlaten van het opvangcentrum zich bevindt dat bevoegd is om zijn aanvraag voor een huurwaarborg te onderzoeken.

Lorsque les règles spécifiques de compétence pour les demandeurs d’asile stipulées aux articles 2, § 5, et 2, § 8, de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’action sociale ne sont pas applicables, la règle générale de compétence de l’article 1, 1°, de la loi précitée entre en application sauf si une autre règle spécifique de compétence prévue à la loi du 2 avril 1965 trouve à s’appliquer (par exemple, l’article 2, § 1er ou 2, § 7).

Wanneer de specifieke bevoegdheidsregels voor de asielzoekers van artikelen 2, § 5, en 2, § 8, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn niet van toepassing zijn, geldt de algemene bevoegdheidsregel van artikel 1, 1°, van voormelde wet, behalve indien een andere specifieke bevoegdheidsregel van de wet van 2 april 1965 moet worden toegepast (bijvoorbeeld artikel 2, § 1 of 2, § 7).

Je vous prie d’agréer, Mme la Présidente, M. le Président, l’expression de ma considération distinguée. Le Secrétaire d’Etat à l’Intégration sociale, Ph. COURARD

De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, Ph. COURARD

Notes

Nota’s

(1) Conformément à la loi du 24 mai 1994 créant un registre d’attente pour les étrangers qui se déclarent réfugiés ou qui demandent la reconnaissance de leur qualité de réfugié. (2) Conformément à la circulaire du Ministre de l’Intérieur du 30 octobre 1995 relative à la tenue du registre d’attente.

(1) Overeenkomstig de wet van 24 mei 1994 tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. (2) Overeenkomstig de omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 30 oktober 1995 betreffende het houden van het wachtregister. (3) Parl. St. Kamer, nr. 52/1608/001, p.11.

(3) Doc. Parl. Chambre, n° 52/1608/001, p.11.

21474



VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE JOBPUNT VLAANDEREN [2011/201567] Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een afdelingshoofd waterbouwkunde bij NV De Scheepvaart Doel van de functie : Het afdelingshoofd van de afdeling waterbouwkunde bepaalt het beleid en de strategische krachtlijnen binnen de afdeling. Hij/zij staat in voor de voorbereiding, uitvoering en opvolging van alle infrastructuurwerken van de vennootschap. Hij/zij heeft de eindverantwoordelijkheid voor de vlotte werking van de afdeling en voor de installaties en aanhorigheden, zodat de doelstellingen van NV De Scheepvaart op een efficiënte en verantwoorde wijze worden bereikt. Belangrijkste resultaatgebieden : — heeft de algemene leiding en de organisatie van de afdeling; — is verantwoordelijk voor het opstellen en bewaken van het budget van de afdeling; — draagt bij tot het maken van beleidsvoorstellen en adviezen, teneinde het strategisch beleid van NV De Scheepvaart mee vorm te geven; — organiseert, coördineert, controleert, volgt op en stuurt de beleidsuitvoerende activiteiten bij, teneinde te verzekeren dat de afspraken en aangeboden diensten (kwantitatief en kwalitatief) worden gerealiseerd en dat het beleid van NV De Scheepvaart correct en tijdig wordt uitgevoerd; — is verantwoordelijk voor de invulling van het beleid van de vennootschap op basis van het goedgekeurd investeringsprogramma; — is verantwoordelijk voor het opzetten en onderhouden van een adequate organisatiestructuur en het toewijzen van het beschikbare menselijk potentieel binnen de afdeling; — voert binnen de grenzen van de toegekende middelen het goedgekeurde personeelsbeleid uit teneinde steeds te beschikken over een competent en gemotiveerd team; — zorgt voor de onderlinge coördinatie en grondige evaluatie van de werking van de verschillende cellen van de afdeling waterbouwkunde; — geeft richtlijnen met betrekking tot investeringen waarvoor partners moeten worden gezocht; — zorgt voor een goede interne communicatie en afstemming binnen de afdeling teneinde een goede informatiedoorstroming en een maximale afstemming binnen de afdeling te waarborgen; — onderhoudt goede contacten met andere externe afdelingen teneinde samen de gestelde doelstellingen te halen. Kennis : — heeft een zeer grondige kennis van de structuur en de werking van de Vlaamse overheid en NV De Scheepvaart in het bijzonder; — heeft een grondig inzicht in de strategische doelstellingen van NV De Scheepvaart; — heeft een zeer goed inzicht in zijn/haar opdracht; — heeft inzicht in de technologische evoluties en in de verschillende domeinen van de waterbouw; — heeft een goede kennis van projectwerking, administratieve procedures en reglementen; — heeft een degelijke kennis van managementtechnieken en -vaardigheden; — heeft een grondige technische kennis in zijn/haar vakgebied en ook daarbuiten. Generieke competenties en vaardigheden : Voortdurend verbeteren : voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de dienst/afdeling, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen. Niveau III : leert over andere vakgebieden, methodes, technieken en werkt actief mee aan het verbeteren van de werking van de dienst. — heeft belangstelling voor aanverwante onderwerpen om zijn kennis te verruimen; — benut informatie afkomstig uit andere vakgebieden om de eigen aanpak en werking te optimaliseren; — onderkent de impact van nieuwe processen, technieken, methodes in andere vakgebieden op de eigen werking; — stuurt de eigen werking proactief bij in functie van wijzigingen op het niveau van de afdeling; — zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het eigen takenpakket overstijgen. Klantgerichtheid : met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Niveau IV : onderneemt structurele acties om de dienstverlening van de organisatie ten aanzien van klanten te optimaliseren. — stelt voor de eigen entiteit meetbare doelstellingen voorop op het vlak van klantgerichtheid en klantentevredenheid; — past binnen de entiteit de diensten, procedures, doelstellingen aan om beter aan toekomstige behoeften en verwachtingen van klanten te beantwoorden; — zet systemen op om een kwaliteitsvolle aanpak te garanderen; — voorziet voor de eigen afdeling in een systematische bevraging rond klantentevredenheid; — stimuleert anderen om de klantgerichtheid van hun aanpak voortdurend in vraag te stellen en te verbeteren. Betrouwbaarheid : handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg,...). Afspraken nakomen en zijn verantwoordelijkheid opnemen. Niveau III : schept randvoorwaarden zodat de deontologische code in de praktijk kan worden gebracht. — vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken, rond sociale en ethische normen en in het omgaan met diversiteit; — is verantwoordelijk voor een transparante inrichting van de entiteit; — zorgt dat iedereen in de entiteit op de hoogte is van de verwachte normen voor gedrag; — spreekt anderen aan wanneer onethische handelingen worden gesteld, regels en afspraken niet worden nageleefd enz.; — weet op een flexibele, maar zorgvuldige, objectieve en correcte wijze om te gaan met bestaande regels en procedures wanneer de situatie dit vereist. Samenwerken : een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op niveau van een team, entiteit of de organisatie, ook wanneer dit niet onmiddellijk van persoonlijk belang is. Niveau IV : creëert gedragen samenwerkingsverbanden met en tussen andere entiteiten. — creëert structuren om de samenwerking met andere entiteiten te verbeteren; — neemt informele initiatieven om de samenwerking met en tussen andere entiteiten te verstevigen; — draagt samenwerking uit als belangrijke waarde in de entiteit en daarbuiten en spreekt anderen daarop aan; — creëert een draagvlak voor problemen, beslissingen en acties die de eigen entiteit overstijgen; — creëert/benut de gepaste communicatiekanalen en stimuleert het overleg rond aangelegenheden die de eigen entiteit overstijgen; — werkt actief aan het scheppen van een goede vertrouwensband met andere entiteiten. 360o inlevingsvermogen : het vermogen om uitgesproken en onuitgesproken informatie op te pikken en adequaat daarop te reageren, en dit zowel ten aanzien van personeelsleden, collega’s, klanten, hiërarchie,... Niveau II : reageert adequaat op door anderen geuite gedachten, gevoelens, behoeften, verwachtingen. — communiceert begrip voor de gevoelens, de behoeften en de belangen van de ander; — toont begrip door het eigen non-verbaal gedrag; — houdt bij beleidsvoorbereiding rekening met de standpunten van relevante actoren; — toont begrip voor de reacties van anderen ten aanzien van een bepaalde situatie; — gaat adequaat in op persoonlijke en/of emotionele boodschappen. Synthetisch denken (oordeelsvorming) : meningen uiten en zicht hebben op de consequenties ervan, op basis van een afweging van relevante criteria. Niveau III : vormt een goed onderbouwd en geïntegreerd oordeel. — bekijkt een probleem vanuit verschillende invalshoeken; — heeft een veelzijdige, genuanceerde kijk; — heeft oog voor kritische factoren en activiteiten en benut de mogelijkheden hiervan voor de organisatie; — benoemt van het eigen oordeel of voorstel zowel de positieve als negatieve kanten; — geeft een inhoudelijke meerwaarde aan de thema’s die hij naar voren brengt. Besluitvaardigheid : zich eenduidig uitspreken over een bepaald standpunt of over een bepaalde actie en het verzamelen van voldoende informatie om tot een besluit te komen. Niveau II : neemt beslissingen in situaties waarin het risico duidelijk in te schatten is. — schat op correcte wijze in of hij over onvolledige maar voldoende informatie beschikt om een beslissing/voorstel te onderbouwen; — neemt beslissingen waarvoor voldoende, maar nog niet alle informatie aanwezig is; — neemt operationele beslissingen op zelfstandige basis; — neemt een beslissing eens hij voldoende inschatting heeft van de gevolgen; — neemt ingecalculeerde risico’s (er is een zeker risico, en dit kan worden bepaald). Richting geven : het aansturen, ontwikkelen en motiveren van personeelsleden zodat ze hun doelstellingen en die van de entiteit op een correcte manier kunnen realiseren, zowel individueel als in teamverband. Niveau II : geeft richting op het niveau van processen en structuren. — schept duidelijkheid over de taken, rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende teamleden; — zorgt voor een efficiënt inzetten van beschikbare mensen en middelen in functie van de gezamenlijk te behalen doelstelling;

21475

21476

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD — voorziet mogelijkheden voor communicatie en overleg binnen het team en stimuleert het gebruik daarvan; — heeft oog voor processen die remmend of faciliterend kunnen inspelen op aspecten zoals diversiteit, genderneutraliteit,...; — stuurt, indien nodig, processen en structuren bij om de efficiëntie van de werking en/of de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen; — voorziet de organisatorische randvoorwaarden voor het ontwikkelen van de personeelsleden. Functiespecifieke competenties en vaardigheden : Voortgangscontrole : het opvolgen van de voortgang in tijd en van de kwaliteit van eigen processen en/of die van collega’s of medewerkers. Niveau III : ontwikkelt systemen om de voortgang op te volgen. — stelt procedures op om de voortgang van de eigen taken en verantwoordelijkheden te bewaken; — stelt procedures op om de voortgang van gedelegeerde taken te bewaken; — definieert processen om anderen op te volgen op hun voortgang ten aanzien van langere termijn resultaten; — definieert duidelijke criteria ten aanzien waarvan de voortgang en de kwaliteit van het proces zal beoordeeld worden. Organisatiebetrokkenheid : zich verbonden tonen met de vennootschap, taak en beroep; de belangen ervan verdedigen bij anderen. Niveau III : bewaakt en verdedigt op consequente wijze de belangen, de opdracht en de handelswijze van de vennootschap. — durft harde standpunten innemen die ten goede komen van de gehele vennootschap, zelfs indien die minder populair zijn binnen de eigen entiteit; — praat over ’wij’ in plaats van ’zij’ als hij het over de eigen vennootschap heeft; — geeft er in de eigen aanpak blijk van de belangen van de vennootschap te onderkennen en zelf conform te handelen; — legt uit hoe men tot belangrijke beslissingen is gekomen; — verdedigt de keuzes van de entiteit ten aanzien van collega’s, eigen medewerkers en derden; — identificeert zich naar eigen medewerkers en ″buitenstaanders″ met de standpunten en/of beslissingen van de eigen hiërarchie. Omgaan met stressfactoren : efficiënt gedrag vertonen in situaties met hoge complexiteit, tijds- of werkdruk en/of bij tegenslag, teleurstelling of kritiek. Niveau III : blijft kalm en rustig in complexe situaties waarin hij met een langdurige of regelmatig weerkerende hoge druk en/of met crisissituaties die de eigen opdracht overstijgen, wordt geconfronteerd. — blijft onder moeilijke werkomstandigheden hoofd- en bijzaak in het eigen werk onderscheiden; — presteert goed in situaties waar sprake is van langdurige of zich herhalende hoge tijdsdruk, tegenslag en complicaties; — handhaaft zich in complexe situaties en situaties met onzekerheden en onbekenden; — blijft zich niettegenstaande grote tijdsdruk open opstellen voor meningen of opmerkingen van anderen; — blijft in situaties van grote druk en weerstand zoeken naar een aangepaste stijl en aanpak om toch zijn doelstelling te bereiken. Rapporteert aan : — de gedelegeerd bestuurder. Bijkomende vereisten voor de functie : — heeft een zeer goede kennis van waterbouwkunde en hydraulica.

* VLAAMSE OVERHEID Mobiliteit en Openbare Werken

[C − 2011/35260] 7 FEBRUARI 2011. — Gezamenlijke Bekendmaking. — Nr. 01-2011

Toegelaten afmetingen en diepgangen voor zeeschepen op het Kanaal van Gent naar Terneuzen De Nederlandse Rijkshavenmeester Westerschelde en de Vlaamse Administrateur-generaal van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust maken het volgende bekend : dat tijdens diverse proefperioden de toegelaten afmetingen en diepgangen voor zeeschepen op het Kanaal van Gent naar Terneuzen zijn vergroot en dat deze proefperioden voorspoedig zijn verlopen; dat bij besluit van 20 september 2010 het Nederlandse Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen is gewijzigd (Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 2010, 748); dat ter verzekering van het belang van de veiligheid van het scheepvaartverkeer alsmede het belang van de instandhouding van de werken het noodzakelijk is de nodige voorschriften vast te stellen; gelet op artikel 38, tweede lid en artikel 53, tweede lid, van het Nederlandse Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen en gelet op artikel 52, tweede paragraaf, van het Belgische Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen;

21477

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD alsdan worden de volgende voorschriften vastgesteld : Hoofdstuk I — Zeeschepen met een breedte tot en met maximaal 34 meter en een lengte tot en met maximaal 265 meter Artikel 1. Opvarende zeeschepen 1. In aanvulling op artikel 38, eerste lid, respectievelijk artikel 38, eerste paragraaf, van het Nederlandse respectievelijk het Belgische Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen mogen zeeschepen met een diepgang vanaf 12,25 meter tot en met maximaal 12,50 meter en met een kielspeling van tenminste 1 meter opvaren, waarbij zowel de diepgang als de kielspeling gelden in een situatie van zoetwater en bij stilliggend schip, indien : a. voorafgaand aan de opvaart de diepgang van het schip wordt gemeten door een daartoe erkend en gecertificeerd bedrijf waarbij de meting wordt uitgevoerd in de Put van Terneuzen of ten laatste in de Westbuitenhaven van het sluizencomplex te Terneuzen; b. een gekwalificeerde roerganger wordt ingezet; c. sleepboten worden ingezet conform hetgeen in artikel 3 is bepaald. Artikel 2. Afvarende zeeschepen 1. In aanvulling op artikel 38, eerste lid, respectievelijk artikel 38, eerste paragraaf, van het Nederlandse respectievelijk het Belgische Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen mogen zeeschepen met een diepgang vanaf 12,25 meter tot en met maximaal 12,30 meter afvaren, waarbij de diepgang geldt in een situatie van zoetwater en bij stilliggend schip, indien : a. voorafgaand aan de afvaart de diepgang van het schip op de plaats van vertrek wordt gemeten door een daartoe erkend en gecertificeerd bedrijf; b. een gekwalificeerde roerganger wordt ingezet; c. sleepboten worden ingezet conform hetgeen in artikel 3 is bepaald. Artikel 3. Inzet sleepboten 1. Afhankelijk van de lengte en de diepgang van het zeeschip dienen als volgt sleepboten te worden ingezet : Lengte over alles

Diepgang

(in meters)

(in meters)

Aantal sleepboten Voor

Achter

≥ 180 en < 210

≤ 12,30

≥ 210 en < 245

> 12,30 en ≤ 12,50

2 x ≥ 25 ton

1 x ≥ 39 ton

≥ 245 en ≤ 265

> 12,30 en ≤ 12,50

2 x ≥ 30 ton

1 x ≥ 39 ton

voldoende sleepboothulp

2. In afwijking van het eerste lid kan, indien de omstandigheden en de manoeuvreereigenschappen van het schip dat veilig mogelijk maken, in overleg tussen de verkeersdienst te Terneuzen en de loods van het schip worden besloten tot de inzet van slechts één voorsleepboot met tenminste de in de tabel aangegeven trekkracht. Hoofdstuk II — Zeeschepen met een breedte vanaf 34 meter tot en met maximaal 37 meter en een lengte tot en met maximaal 230 meter Artikel 4. Opvarende zeeschepen In aanvulling op artikel 38, eerste lid, respectievelijk artikel 38, eerste paragraaf, van het Nederlandse respectievelijk het Belgische Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen mogen zeeschepen met een lengte over alles tot en met maximaal 230 meter en met een breedte vanaf 34 meter tot en met maximaal 37 meter en met een diepgang tot en met maximaal 12,50 meter en met een kielspeling van tenminste 1 meter opvaren, waarbij zowel de diepgang als de kielspeling gelden in een situatie van zoetwater en bij stilliggend schip, indien : a. de diepgang van het schip groter is dan 12,25 meter voorafgaand aan de opvaart de diepgang wordt gemeten door een daartoe erkend en gecertificeerd bedrijf waarbij de meting wordt uitgevoerd in de Put van Terneuzen of ten laatste in de Westbuitenhaven van het sluizencomplex te Terneuzen; b. twee gekwalificeerde loodsen worden ingezet; c. een gekwalificeerde roerganger wordt ingezet; d. sleepboten worden ingezet conform hetgeen in artikel 9 en artikel 10 is bepaald. Artikel 5. Afvarende zeeschepen In aanvulling op artikel 38, eerste lid, respectievelijk artikel 38, eerste paragraaf, van het Nederlandse respectievelijk het Belgische Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen mogen zeeschepen met een lengte over alles tot en met maximaal 230 meter en met een breedte vanaf 34 meter tot en met maximaal 37 meter en met een diepgang tot en met maximaal 12,30 meter afvaren, waarbij de diepgang geldt in een situatie van zoetwater en bij stilliggend schip, indien : a. de diepgang van het schip groter is dan 12,25 meter voorafgaand aan de afvaart de diepgang op de plaats van vertrek wordt gemeten door een daartoe erkend en gecertificeerd bedrijf; b. twee gekwalificeerde loodsen worden ingezet; c. een gekwalificeerde roerganger wordt ingezet; d. een ledig schip zijn maximale ballastmogelijkheden benut; e. sleepboten worden ingezet conform hetgeen in artikel 9 en artikel 10 is bepaald.

21478

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Artikel 6. Passage van de sluis Gedurende het naderen, het invaren en het uitvaren van de sluis dient een door de Rijkshavenmeester Westerschelde aanvaard sluisnaderingssysteem actief te zijn. Artikel 7. Zicht Gedurende de opvaart of de afvaart dient het horizontale zicht rondom het schip minstens 1000 meter te bedragen. Artikel 8. Windkracht 1. De opvaart of de afvaart van een geladen schip wordt slechts toegestaan tot en met windkracht 6 Beaufort. 2. De opvaart of de afvaart van een schip in ballast wordt slechts toegestaan tot en met windkracht 5 Beaufort. 3. De windkracht (gebaseerd op de gemiddelde windkracht gedurende 10 minuten) en de windrichting worden gemeten op de Westsluis te Terneuzen. Artikel 9. Inzet sleepboten ten behoeve van de sluispassage Afhankelijk van de windkracht en de vaarsnelheid/manoeuvreersnelheid bij dead-slow dienen de sleepboten met de aldaar vermelde trekkracht in tonforce (Bollard-Pull), en die vooral achter, bij voorkeur van het type « Z-peller » of vergelijkbaar zijn, als volgt te worden ingezet : Aantal sleepboten ter assistentie van een geladen schip in opvaart

Wind

Aantal sleepboten ter assistentie van een schip in ballast in afvaart

Vaarsnelheid < 5 knopen bij dead-slow

Vaarsnelheid ≥ 5 knopen bij dead-slow



≥ 0 Bft. ≤ 5 Bft.

Voor : 1 x ≥ 30 tonf Midden : 2 x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 39 tonf

Voor : 1 x ≥ 30 tonf Midden : 2 x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 60 tonf of : 2 x ≥ 30 tonf

Voor : 1 x ≥ 30 tonf Midden : 2 x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 39 tonf

Voor : 1 x ≥ 30 tonf Midden : 2x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 60 tonf of : 2 x ≥ 30 tonf

> 5 Bft. ≤ 6 Bft.

Voor : 1 x ≥ 30 tonf Midden : 2 x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 60 tonf of 2 x ≥ 30 tonf

Voor : 1 x ≥ 30 tonf Midden : 2x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 60 tonf of : 2 x ≥ 30 tonf

Vaart niet toegestaan


> 6 Bft.





Artikel 10. Inzet sleepboten ten behoeve van de vaart op het Kanaal en in de Westbuitenhaven 1. Afhankelijk van de windkracht en de vaarsnelheid/manoeuvreersnelheid bij dead-slow dienen de sleepboten met de aldaar vermelde trekkracht in tonforce (Bollard-Pull), en die vooral achter, bij voorkeur van het type « Z-peller » of vergelijkbaar zijn, als volgt te worden ingezet : Aantal sleepboten ter assistentie van een geladen schip in opvaart

Wind

Aantal sleepboten ter assistentie van een schip in ballast in afvaart





≥ 0 Bft. ≤ 5 Bft.

Voor : 2 x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 39 tonf

Voor : 2 x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 60 tonf of : 2x ≥ 30 tonf

Voor : 2 x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 39 tonf

Voor : 2 x ≥ 30 tonf Achter : 1 x ≥ 60 tonf of : 2 x ≥ 30 tonf

> 5 Bft. ≤6 Bft.





> 6 Bft.





2. In afwijking van het eerste lid kan, indien de omstandigheden en de manoeuvreereigenschappen van het schip dat veilig mogelijk maken, in overleg tussen de verkeersdienst te Terneuzen en de loodsen van een opvarend schip worden besloten tot de inzet van slechts één voorsleepboot bij de vaart in de Buitenvoorhaven/invaart van de Westsluis met tenminste de in de tabel aangegeven trekkracht en onder de gelijktijdige voorwaarde dat voldoende sleepboten met tenminste de in de tabel vermelde trekkracht in het midden worden ingezet. 3. In afwijking van het eerste lid kan, indien de omstandigheden en de manoeuvreereigenschappen van het schip dat veilig mogelijk maken, in overleg tussen de verkeersdienst te Terneuzen en de loodsen van een afvarend schip worden besloten tot het na het uitvaren van de Westsluis maar nog in de Buitenvoorhaven losgooien van de voorsleepbo(o)t(en). Hoofdstuk III — Slotbepaling Artikel 11. Inwerkingtreding Deze voorschriften treden in werking met ingang van 1 maart 2011. Brussel/Middelburg, 7 februari 2011.

De Rijkshavenmeester Westerschelde, Mr. R.J. van der Kluit De Administrateur-generaal van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, Kapt. J. D’Havé


21479

Voorstel tot besluit nr. 1 :

PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS

‘De algemene vergadering keurt de jaarrekening afgesloten op 31 december 2010 goed, inclusief de daarin voorgestelde resultaatsbestemming met uitkering van een bruto dividend van vier euro en dertig cent (EUR 4,30) per aandeel betaalbaar als volgt :

WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN

- een bruto bedrag van twee euro en negentig cent (EUR 2,90) per aandeel tegen overlegging van coupon nr. 12 (gewoon dividend), volgens volgende modaliteiten : * “Ex date” 17 mei 2011; * “Record date” 19 mei 2011; en

Decreet van 8 mei 2009 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening Gemeente Tielt-Winge Bekendmaking openbaar onderzoek Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan « Sport- en jeugdaccommodatie Houwaart »

* “Payment date” 20 mei 2011. - een bruto bedrag van één euro en veertig cent (EUR 1,40) per aandeel tegen overlegging van coupon nr. 13 (buitengewoon dividend), volgens volgende modaliteiten : * ”Ex date” 16 augustus 2011; * ”Record date” 18 augustus 2011; en * “Payment date” 19 augustus 2011.

Het college van burgemeester en schepenen van Tielt-Winge brengt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 2.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, ter kennis van het publiek dat vanaf 31 maart 2011 een openbaar onderzoek wordt ingesteld met betrekking tot het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan « Sport- en jeugdaccommodatie Houwaart », voorlopig aanvaard door de gemeenteraad in zitting van 10 maart 2011.

Een bedrag gelijk aan één percent (1 %) van de geconsolideerde nettowinst na belastingen werd gereserveerd voor een participatieplan overeenkomstig de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen.’

Het dossier ligt, tijdens de openingsuren, ter inzage van het publiek van 31 maart 2011 tot 30 mei 2011, op de dienst ruimtelijke ordening, Kruisstraat 2, 3390 Tielt-Winge, en kan tevens geraadpleegd worden op de gemeentelijke website.

‘De algemene vergadering geeft kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat tot en met 31 december 2010.’

Al uw bezwaren en opmerkingen moeten uiterlijk op 30 mei 2011, bij een ter post aangetekende brief worden toegestuurd aan de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (Gecoro), p/a Kruisstraat 2, 3390 Tielt-Winge, of afgegeven tegen ontvangstbewijs op hetzelfde adres. (11425)

4. Kwijting aan de bestuurders. Voorstel tot besluit nr. 2 :

5. Kwijting aan de commissaris. Voorstel tot besluit nr. 3 : ‘De algemene vergadering geeft kwijting aan de commissaris voor de uitoefening van zijn mandaat tot en met 31 december 2010.’ 6. raad van bestuur : benoeming van bestuurders. Voorstel tot besluit nr. 4 : ‘De algemene vergadering beslist het bestuurdersmandaat van de heer Jan STEYAERT* te hernieuwen voor een periode van drie jaar. Zijn mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014.’

Annonces − Aankondigingen SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN

Voorstel tot besluit nr. 5 : ‘De algemene vergadering beslist het bestuurdersmandaat van Mevr. Brigitte BOURGOIN-CASTAGNET* te hernieuwen voor een periode van drie jaar. Haar mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014.’ Voorstel tot besluit nr. 6 :

MOBISTAR, naamloze vennootschap, Bourgetlaan 3, 1140 Brussel RPR 0456.810.810 (Brussel) BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De raad van bestuur nodigt de aandeelhouders uit om deel te nemen aan de jaarlijkse, buitengewone en bijzondere algemene vergadering die gehouden zal worden op 4 mei 2011 om 11 uur, te Evere (1140 Brussel), Bourgetlaan 3. De agenda van deze vergadering luidt als volgt : 1. Lezing en bespreking van het jaarverslag van de raad van bestuur met betrekking tot de jaarrekening van de vennootschap per 31 december 2010. 2. Verslag van de commissaris met betrekking tot genoemde jaarrekening. 3. Goedkeuring van de jaarrekening van de vennootschap afgesloten op 31 december 2010 en bestemming van het resultaat. Kennisname van de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op dezelfde datum.

‘De algemene vergadering beslist het bestuurdersmandaat van Mevr. Nathalie THEVENON-CLERE* te hernieuwen voor een periode van drie jaar. Haar mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014.’ Voorstel tot besluit nr. 7 : ‘De algemene vergadering beslist het bestuurdersmandaat van de heer Bertrand DU BOUCHER* te hernieuwen voor een periode van drie jaar. Zijn mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014.’ Voorstel tot besluit nr. 8 : ‘De algemene vergadering beslist het bestuurdersmandaat van de heer Olaf MEIJER SWANTEE* te hernieuwen voor een periode van drie jaar. Zijn mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014.’ Voorstel tot besluit nr. 9 : ‘De algemene vergadering beslist het bestuurdersmandaat van de heer Benoit SCHEEN* te hernieuwen voor een periode van drie jaar. Zijn mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014.’

21480


Voorstel tot besluit nr. 10 : ‘De algemene vergadering beslist het bestuurdersmandaat van WIREFREE SERVICES BELGIUM NV, vertegenwoordigd door de heer Aldo CARDOSO* te hernieuwen voor een periode van drie jaar. Haar mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014.’ Voorstel tot besluit nr. 11 : ‘De algemene vergadering beslist over te gaan tot de definitieve benoeming van de heer Gérard RIES* (gecoöpteerd door de raad van bestuur op 15 december 2010 ter vervanging van de heer Gervais PELLISSIER, ontslagnemend bestuurder) als bestuurder van de vennootschap voor een periode van drie jaar. Zijn mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014.’ Voorstel tot besluit nr. 12 : ‘De algemene vergadering beslist het bestuurdersmandaat van de heer Eric DEKEULENEER* te hernieuwen voor een periode van drie jaar. Zijn mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014. Uit de gegevens waarover de vennootschap beschikt en uit de verklaring die werd afgelegd door de heer Eric DEKEULENEER blijkt dat deze laatste voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria voorzien in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.’ Voorstel tot besluit nr. 13 : ‘De algemene vergadering beslist CONSEILS GESTION ORGANISATION NV, vertegenwoordigd door de heer Philippe DELAUNOIS* te benoemen als bestuurder van de vennootschap voor een periode van drie jaar. Haar mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014. Uit de gegevens waarover de vennootschap beschikt en uit de verklaring die werd afgelegd door CONSEILS GESTION ORGANISATION NV, vertegenwoordigd door de heer Philippe DELAUNOIS blijkt dat deze laatsten voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria voorzien in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.’ Voorstel tot besluit nr. 14 : ‘De algemene vergadering beslist SOGESTRA BVBA (vennootschap in oprichting) vertegenwoordigd door Mevr. Nadine ROZENCWEIGLEMAITRE* te benoemen als bestuurder van de vennootschap voor een periode van drie jaar. Haar mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014. Uit de gegevens waarover de vennootschap beschikt en uit de verklaring die werd afgelegd door SOGESTRA BVBA (vennootschap in oprichting) vertegenwoordigd door Mevr. Nadine ROZENCWEIG-LEMAITRE blijkt dat deze laatsten voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria voorzien in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.’ Voorstel tot besluit nr. 15 : ‘De algemene vergadering beslist de heer Johan DESCHUYFFELEER* te benoemen als bestuurder van de vennootschap voor een periode van drie jaar. Zijn mandaat zal vervallen na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014. Uit de gegevens waarover de vennootschap beschikt en uit de verklaring die werd afgelegd door de heer Johan DESCHUYFFELEER blijkt dat deze laatste voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria voorzien in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.’ 7. raad van bestuur : remuneratie van de bestuurders. Voorstel tot besluit nr. 16 : ‘Op voorstel van de raad van bestuur beslist de algemene vergadering het volgende : - De remuneratie van elke onafhankelijke bestuurder wordt forfaitair vastgelegd op een bedrag van drieëndertigduizend euro (EUR 33.000) per volledig boekjaar. Een bijkomende remuneratie van tweeduizend tweehonderd euro (EUR 2.200) zal hen worden toegekend voor elke vergadering van een comité van de vennootschap waaraan zij effectief hebben deelgenomen. De betaling van deze remuneratie zal (desgevallend pro rata) gebeuren na afloop van de algemene vergadering die de jaarrekening van het betrokken boekjaar heeft goedgekeurd.

- De remuneratie van de voorzitter van de raad van bestuur wordt forfaitair vastgelegd op een bedrag van zesenzestigduizend euro (EUR 66.000) per volledig boekjaar en dit gedurende de hele duur van zijn voorzittersmandaat. Een bijkomende remuneratie van tweeduizend tweehonderd euro (EUR 2.200) zal hem worden toegekend voor elke vergadering van een comité van de vennootschap waarvan de voorzitter lid is en waaraan hij effectief heeft deelgenomen. De betaling van deze remuneratie zal (desgevallend pro rata) gebeuren na afloop van de algemene vergadering die de jaarrekening over het betrokken boekjaar heeft goedgekeurd. Het mandaat van de andere bestuurders wordt ten kosteloze titel uitgeoefend overeenkomstig artikel 20 van de statuten van de vennootschap en het corporate governance charter van de vennootschap.’ 8. Remuneratiebeleid voor de leden van het uitvoerend management. Voorstel tot toepassing van de uitzondering vervat in artikel 520ter van het Wetboek van Vennootschappen (in combinatie met artikel 525 van het Wetboek van Vennootschappen) om rekening te houden met de concurrentiële en voortdurend evoluerende omgeving die eigen is aan de telecommunicatiesector. Ten gevolge hiervan, voorstel tot behoud (en voor zover nodig, bekrachtiging van de toepassing) van hetzelfde remuneratiebeleid als dat van de vorige jaren voor de leden van het uitvoerend management met betrekking tot het variabel deel op korte termijn (“performance bonus”), de Strategic Letter en de LTI’s zoals vermeld in het remuneratieverslag dat door de vennootschap wordt gepubliceerd. Voorstel tot besluit nr. 17 : ‘De algemene vergadering beslist om de uitzondering voorzien in artikel 520ter van het Wetboek van Vennootschappen (in combinatie met artikel 525 van het Wetboek van Vennootschappen) toe te passen voor wat betreft de variabele remuneratie van de leden van het uitvoerend management. In het bijzonder beslist de algemene vergadering hetzelfde remuneratiebeleid als dat van de vorige jaren te behouden (en voor zover nodig, bekrachtigt zij de toepassing ervan) voor de leden van het uitvoerend management inzake het variabel deel op korte termijn (“performance bonus”), de Strategic Letter en de LTI’s zoals vermeld in het remuneratieverslag dat door de vennootschap wordt gepubliceerd.’ 9. Commissaris : benoeming en remuneratie. In navolging van de aanbeveling van het auditcomité, stelt de raad van bestuur aan de algemene vergadering voor om Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d’Entreprises BV CVBA, vertegenwoordigd door de heer Rik Neckebroeck te benoemen als commissaris van de vennootschap voor een periode van drie jaar die onmiddellijk na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014 vervalt. De vergoeding van de commissaris voor het vervullen van zijn statutaire opdracht wordt forfaitair vastgelegd op tweehonderdzestienduizend euro (EUR 216.000) per jaar. Voorstel tot besluit nr. 18 : ‘De algemene vergadering beslist na aanbeveling van het auditcomité en op voorstel van de raad van bestuur om Deloitte Bedrijfsrevisoren/ Réviseurs d’Entreprises BV CVBA, vertegenwoordigd door de heer Rik Neckebroeck als commissaris van de vennootschap te benoemen voor een periode van drie jaar die onmiddellijk na de jaarlijkse algemene vergadering van 2014 vervalt. De vergoeding van de commissaris voor het vervullen van zijn statutaire opdracht wordt forfaitair vastgelegd op tweehonderdzestienduizend euro (EUR 216.000) per jaar.’ 10. Opheffing van de overgangsbepaling in artikel 12 van de statuten van de vennootschap. Deze bepaling betreft obligaties, converteerbare obligaties en warrants aan toonder van de vennootschap. Aangezien dergelijke effecten niet meer in omloop zijn en gelet op de wetgeving aangaande de afschaffing van effecten aan toonder heeft de overgangsbepaling geen bestaansreden meer. Voorstel tot besluit nr. 19 : ‘De algemene vergadering beslist de overgangsbepaling van artikel 12 van de statuten van de vennootschap op te heffen.’ 11. Wijziging van artikel 13, 3e lid van de statuten van de vennootschap teneinde een verduidelijking toe te voegen die verband houdt met de wet van 17 december 2008 inzonderheid tot oprichting van een auditcomité in de genoteerde vennootschappen en de financiële ondernemingen.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Voorstel tot besluit nr. 20 :

21481

‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 13, 3e lid van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst :

de variabele remuneratie en lange termijn prestatiepremies, al dan niet gebonden aan aandelen, in de vorm van aandelenopties of andere financiële instrumenten, en van vertrekvergoedingen, en waar toepasselijk, de daaruit voortvloeiende voorstellen die door de raad van bestuur dienen te worden voorgelegd aan de aandeelhouders;

“De uittredende bestuurders zijn herbenoembaar, mits inachtneming van de beperkingen die door het Wetboek van Vennootschappen worden opgelegd inzake de herbenoeming in de hoedanigheid van onafhankelijk bestuurder.” ’

- het voorbereiden van het remuneratieverslag met het oog op de invoeging ervan door de raad van bestuur in de verklaring inzake deugdelijk bestuur zoals bedoeld in artikel 96 § 2 van het Wetboek van Vennootschappen;

12. Wijziging van artikel 16, 2e lid van de statuten van de vennootschap teneinde rekening te houden met de technologische evoluties inzake het overmaken van documenten :

- het toelichten van het remuneratieverslag op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders;

Voorstel tot besluit nr. 21 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 16, 2e lid van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst : “De oproepingen vermelden de plaats, de datum, het uur en de agenda van de vergadering en worden met inachtneming van een redelijke termijn voor de vergadering verzonden per brief, fax, e-mail of op een andere schriftelijke wijze.” ’ 13. Wijziging van artikel 16, 4e lid van de statuten van de vennootschap teneinde rekening te houden met de technologische evoluties inzake het overmaken van documenten : Voorstel tot besluit nr. 22 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 16, 4e lid van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst : “Iedere bestuurder kan per brief, fax, e-mail of op een andere schriftelijke wijze volmacht geven aan een andere bestuurder om hem op een vergadering van de raad van bestuur te vertegenwoordigen.” ’ 14. Wijziging van artikel 25, 2e lid van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals gewijzigd door de wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector. Voorstel tot besluit nr. 23 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 25, 2e lid van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst : “De voorwaarden voor de aanstelling van de leden van het directiecomité, hun ontslag, hun bezoldiging, de duur van hun opdracht en de werkwijze van het directiecomité worden bepaald door de raad van bestuur in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen.” ’ 15. Wijziging van artikel 26 van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals gewijzigd door de wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector. Voorstel tot besluit nr. 24 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 26 van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst : “ARTIKEL 26 - REMUNERATIE- EN BENOEMINGSCOMITE Het remuneratie- en benoemingscomité heeft als taak de raad van bestuur bij te staan door onder andere volgende taken te vervullen : - het formuleren van voorstellen aan de raad van bestuur over het remuneratiebeleid van de bestuurders, de leden van het directiecomité (indien van toepassing) en de andere leiders zoals bedoeld in artikel 96 § 3 van het Wetboek van Vennootschappen alsook, waar toepasselijk, over de daaruit voortvloeiende voorstellen die door de raad van bestuur dienen te worden voorgelegd aan de aandeelhouders; - het formuleren van voorstellen aan de raad van bestuur over de individuele remuneratie van de bestuurders, de leden van het directiecomité (indien van toepassing) en de andere leiders zoals bedoeld in artikel 96 § 3 van het Wetboek van Vennootschappen, met inbegrip van

het formuleren van aanbevelingen aan de raad van bestuur in verband met de benoeming van bestuurders, leden van het directiecomité (indien toepasselijk) en andere leiders zoals voorzien in artikel 96 § 3 van het Wetboek van Vennootschappen; - erover waken dat de procedures betreffende de selectie en de evaluatie van bestuurders, leden van het directiecomité (indien van toepassing) en andere leiders zoals bedoeld in artikel 96 § 3 van het Wetboek van Vennootschappen op de meest objectief mogelijke wijze worden toegepast. Het remuneratie- en benoemingscomité brengt bij de raad van bestuur geregeld verslag uit over de uitoefening van zijn taken. Het remuneratie- en benoemingscomité komt samen telkens de goede werking van het comité dit vereist en ten minste tweemaal per jaar. Het remuneratie- en benoemingscomité is samengesteld uit ten minste drie bestuurders. Alle leden van het remuneratie- en benoemingscomité dienen niet-uitvoerende bestuurders te zijn en ten minste een meerderheid van de leden van het remuneratie- en benoemingscomité moet bestaan uit onafhankelijke bestuurders in de zin van het Wetboek van Vennootschappen. Onverminderd het voorgaande, zit de voorzitter van de raad van bestuur of een andere niet-uitvoerende bestuurder dit comité voor. De leden van het remuneratie- en benoemingscomité worden benoemd en kunnen te allen tijde ontslagen worden door de raad van bestuur. De duur van het mandaat van een lid van het remuneratie- en benoemingscomité mag de duur van diens mandaat als bestuurder niet overschrijden.” ’ 16. Wijziging van artikel 31 van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals dat eventueel wordt gewijzigd door elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet. Voorstel tot besluit nr. 25 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 31 van de statuten van de vennootschap door de volgende tekst te vervangen en dit onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring, de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de inwerkingtreding van elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet : “ARTIKEL 31 - BIJEENROEPING De raad van bestuur of de commissaris(sen) roept/roepen de algemene vergadering bijeen. Deze oproepingen bevatten minstens de vermeldingen voorzien in artikel 533bis van het Wetboek van Vennootschappen. Ze worden gedaan in de vorm en binnen de termijnen voorgeschreven door de artikelen 533 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen. De agenda dient de te behandelen onderwerpen te bevatten evenals de voorstellen tot besluit. Het voorstel van het auditcomité met betrekking tot de benoeming of de herbenoeming van de commissaris wordt vermeld in de agenda. Elk jaar wordt ten minste één algemene vergadering gehouden waarvan de agenda onder andere de volgende punten vermeldt : de bespreking van het jaarverslag en van het verslag van de commissaris(sen), de stemming over het remuneratieverslag, de bespreking en de goedkeuring van de jaarrekening, de bestemming van het resultaat, de kwijting aan de bestuurders en de commissaris(sen) en, in voorkomend

21482


geval, de benoeming van de bestuurders en de commissaris(sen) evenals de voorafgaande goedkeuring van elke overeenkomst afgesloten met een uitvoerend bestuurder, een lid van het directiecomité (indien van toepassing) of een andere leider zoals bedoeld in artikel 96 § 3 van het Wetboek van Vennootschappen die in een vertrekvergoeding voorziet die hoger is dan 12 maanden loon of die, op gemotiveerd advies van het remuneratie- en benoemingscomité, hoger is dan 18 maanden loon. De personen die krachtens het Wetboek van Vennootschappen tot een algemene vergadering dienen te worden opgeroepen en die aan een vergadering deelnemen of er zich doen vertegenwoordigen, worden als rechtsgeldig opgeroepen beschouwd. Dezelfde personen kunnen tevens, voor of na de bijeenkomst van een algemene vergadering welke zij niet bijwoonden, verzaken zich te beroepen op het ontbreken van een oproeping of op enige onregelmatigheid in de oproeping.” ’ 17. Wijziging van artikel 32 van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals dat eventueel wordt gewijzigd door elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet. Voorstel tot besluit nr. 26 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 32 van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst en dit onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring, de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de inwerkingtreding van elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet : “ARTIKEL 32 - TOELATING Het recht om deel te nemen aan de algemene vergadering en om er het stemrecht uit te oefenen wordt slechts verleend op grond van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder, op de veertiende dag vóór de algemene vergadering, om vierentwintig uur (Belgische tijd), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling, ongeacht het aantal aandelen dat de aandeelhouder bezit op de dag van de algemene vergadering. De dag en het uur bedoeld in het eerste lid vormen de registratiedatum. De aandeelhouder meldt, uiterlijk op de zesde dag vóór de datum van de vergadering, aan de vennootschap of aan de daartoe door haar aangestelde persoon, dat hij wil deelnemen aan de algemene vergadering. Teneinde toegelaten te worden tot de algemene vergadering zal de aandeelhouder bovendien zijn identiteit moeten kunnen aantonen. De vertegenwoordiger van een aandeelhouder-rechtspersoon zal de documenten moeten kunnen voorleggen waaruit diens hoedanigheid van maatschappelijk vertegenwoordiger of van volmachtdrager blijkt, en dit ten laatste bij de aanvang van de algemene vergadering. Overgangsbepaling Elke houder van aandelen aan toonder moet zich op de registratiedatum laten registreren door de voorlegging van de aandelen aan toonder aan één of meerdere financiële tussenpersonen die worden aangewezen door de raad van bestuur in de oproeping zonder dat verder rekening wordt gehouden met het aantal aandelen dat de aandeelhouder bezit op de dag van de algemene vergadering. De aandeelhouder meldt, uiterlijk op de zesde dag vóór de datum van de vergadering, aan de vennootschap of aan de daartoe door haar aangestelde persoon, dat hij wil deelnemen aan de algemene vergadering. Teneinde toegelaten te worden tot de algemene vergadering zal de aandeelhouder bovendien zijn identiteit moeten kunnen aantonen. De vertegenwoordiger van een aandeelhouder-rechtspersoon zal de documenten moeten kunnen voorleggen waaruit diens hoedanigheid van maatschappelijk vertegenwoordiger of van volmachtdrager blijkt, en dit ten laatste bij de aanvang van de algemene vergadering.”’

18. Wijziging van artikel 33 van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals dat eventueel wordt gewijzigd door elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet. Voorstel tot besluit nr. 27 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 33 van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst en dit onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring, de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de inwerkingtreding van elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet : “ARTIKEL 33 - VERTEGENWOORDIGING Alle stemgerechtigde aandeelhouders kunnen in persoon of bij volmacht stemmen. Een aandeelhouder mag voor een bepaalde algemene vergadering slechts één persoon aanwijzen als volmachtdrager, en dit zonder afbreuk te doen aan de uitzonderingen die door het Wetboek van Vennootschappen zijn voorzien. De volmachtdrager dient geen aandeelhouder te zijn. De aanwijzing van een volmachtdrager geschiedt schriftelijk en moet ondertekend worden door de aandeelhouder. De raad van bestuur mag in de oproeping de vorm van de volmachten bepalen. De kennisgeving van de volmacht aan de vennootschap moet per brief, fax of e-mail gebeuren en dit overeenkomstig de modaliteiten die door de raad van bestuur in de oproeping worden vastgelegd. De vennootschap moet de volmacht uiterlijk op de zesde dag vóór de datum van de algemene vergadering ontvangen. De volmachten die ter kennis worden gebracht van de vennootschap vóór de bekendmaking van een aangevulde agenda overeenkomstig artikel 533ter van het Wetboek van Vennootschappen blijven geldig voor de op de agenda opgenomen te behandelen onderwerpen waarvoor zij gelden. In afwijking van het voorgaande kan de volmachtdrager, voor de op de agenda opgenomen te behandelen onderwerpen waarvoor met toepassing van artikel 533ter van het Wetboek van Vennootschappen nieuwe voorstellen tot besluit zijn ingediend, tijdens de vergadering afwijken van de eventuele instructies van de volmachtgever, indien de uitvoering van die instructies de belangen van de volmachtgever zou kunnen schaden. De volmachtdrager moet de volmachtgever daarvan in kennis stellen.” ’ 19. Wijziging van artikel 35 van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals dat eventueel wordt gewijzigd door elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet. Voorstel tot besluit nr. 28 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 35 van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst en dit onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring, de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de inwerkingtreding van elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet : “ARTIKEL 35 - VERDAGING De raad van bestuur heeft het recht, tijdens de zitting, de beslissing met betrekking tot de goedkeuring van de jaarrekening vijf weken uit te stellen. Deze verdaging doet geen afbreuk aan de andere genomen besluiten, behoudens andersluidende beslissing van de algemene vergadering hieromtrent. De raad van bestuur moet de algemene vergadering opnieuw bijeenroepen binnen de termijn van vijf weken om te beslissen over de agendapunten die aldus werden verdaagd. De formaliteiten die vervuld werden om aan de eerste vergadering deel te nemen, met inbegrip van de registratie van effecten of de eventuele kennisgeving van volmachten of van formulieren voor het stemmen op afstand, blijven geldig voor de tweede vergadering.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Nieuwe kennisgevingen van volmachten of van formulieren voor het stemmen op afstand zijn toegestaan binnen de termijnen en op de voorwaarden vermeld in deze statuten. De verdaging kan slechts één keer gebeuren. De tweede vergadering beslist definitief over de uitgestelde agendapunten.” ’ 20. Wijziging van artikel 36, 2e lid van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals dat eventueel wordt gewijzigd door elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet. Voorstel tot besluit nr. 29 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 36, 2e lid van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst en dit onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring, de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de inwerkingtreding van elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet : “De houders van obligaties, warrants en certificaten die met medewerking van de vennootschap werden uitgegeven, mogen de algemene vergadering bijwonen, doch enkel met raadgevende stem. Het recht om de algemene vergadering bij te wonen is onderworpen aan dezelfde voorwaarden als diegene die krachtens deze statuten van toepassing zijn op de aandeelhouders, en dit in functie van de aard van de betrokken effecten.” ’ 21. Wijziging van artikel 37 van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals dat eventueel wordt gewijzigd door elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet. Voorstel tot besluit nr. 30 : ‘De algemene vergadering beslist de huidige tekst van artikel 37 van de statuten van de vennootschap te vervangen door de volgende tekst en dit onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring, de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de inwerkingtreding van elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet : “ARTIKEL 37 - BERAADSLAGING Alvorens de zitting wordt geopend, ondertekenen de aandeelhouders of hun volmachtdrager een aanwezigheidslijst waarop de naam en het adres van de aandeelhouders wordt vermeld alsmede het aantal aandelen dat zij aanhouden. Een aanwezigheidslijst die de naam en het adres aangeeft van de houders van obligaties, warrants en certificaten die met de medewerking van de vennootschap werden uitgegeven alsook het aantal effecten dat zij aanhouden, wordt eveneens ondertekend door deze houders of door hun volmachtdrager. De algemene vergadering kan niet beraadslagen over punten die niet op de agenda vermeld staan, tenzij alle aandeelhouders op de algemene vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn en ze met eenparigheid besluiten tot uitbreiding van de agenda. De bestuurders geven antwoord op de vragen die hun door de aandeelhouders, tijdens de vergadering of schriftelijk, worden gesteld met betrekking tot hun verslag of tot de agendapunten, voor zover de mededeling van gegevens of feiten niet van dien aard is dat zij nadelig zou zijn voor de zakelijke belangen van de vennootschap of voor de vertrouwelijkheid waartoe de vennootschap of haar bestuurders zich hebben verbonden. De commissaris(sen) geeft/geven antwoord op de vragen die hun door de aandeelhouders, tijdens de vergadering of schriftelijk, worden gesteld met betrekking tot zijn/hun verslag, voor zover de mededeling van gegevens of feiten niet van dien aard is dat zij nadelig zou zijn voor de zakelijke belangen van de vennootschap of voor de vertrouwelijkheid waartoe de vennootschap, haar bestuurders of de commissaris(sen) zich hebben verbonden.

21483

De aandeelhouders hebben het recht om tijdens de zitting of schriftelijk vragen te stellen. De schriftelijke vragen kunnen langs elektronische weg tot de vennootschap worden gericht via het in de oproeping tot de algemene vergadering vermelde adres. De schriftelijke vragen dienen uiterlijk op de zesde dag vóór de datum van de algemene vergadering door de vennootschap te worden ontvangen. Behoudens andersluidende wettelijke of statutaire bepalingen, worden de besluiten genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal op de vergadering vertegenwoordigde aandelen. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de uitgebrachte stemmen geteld. De stemmingen gebeuren door handopsteken of bij naamafroeping, tenzij de algemene vergadering er met eenvoudige meerderheid van de uitgebrachte stemmen anders over beslist. Het voorgaande doet geen afbreuk aan het recht van iedere aandeelhouder om per brief te stemmen door middel van een formulier dat door de vennootschap ter beschikking wordt gesteld en dat ten minste de vermeldingen voorzien in artikel 550 § 2 van het Wetboek van Vennootschappen bevat. De vennootschap moet het formulier voor de stemming per brief uiterlijk op de zesde dag vóór de algemene vergadering ontvangen. Het formulier voor het stemmen op afstand dat naar de vennootschap wordt verstuurd voor een bepaalde vergadering, geldt voor de opeenvolgende vergaderingen die met dezelfde agenda worden bijeengeroepen. De formulieren voor het stemmen op afstand die werden ontvangen vóór de bekendmaking van een aangevulde agenda overeenkomstig artikel 533ter van het Wetboek van Vennootschappen blijven geldig voor de op de agenda opgenomen te behandelen onderwerpen waarop zij betrekking hebben. In afwijking op het voorgaande is de stemming over een op de agenda opgenomen te behandelen onderwerp waarvoor met toepassing van artikel 533ter van het Wetboek van Vennootschappen een nieuw voorstel tot besluit is ingediend, nietig.” ’ 22. Toevoeging van een derde lid aan artikel 38 van de statuten van de vennootschap teneinde het in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen zoals dat eventueel wordt gewijzigd door elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet. Voorstel tot besluit nr. 31 : ‘De algemene vergadering beslist een derde lid aan de huidige tekst van artikel 38 van de statuten van de vennootschap toe te voegen en dit onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring, de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de inwerkingtreding van elke wetgeving die richtlijn 2007/36/EG van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in het Belgisch recht omzet : “De notulen bevatten minstens de vermeldingen voorzien in artikel 546 van het Wetboek van Vennootschappen en worden binnen vijftien dagen na de algemene vergadering openbaar gemaakt op de website van de vennootschap.” ’ 23. Coördinatie van de statuten - machtiging. Voorstel tot besluit nr. 32 : ‘De algemene vergadering verleent aan de heer Johan Van den Cruijce, met recht van substitutie, alle bevoegdheden om onmiddellijk de tekst van de statuten van de vennootschap te coördineren in overeenstemming met de beslissingen genomen tengevolge van de voorstellen tot besluit nrs. 19 tot 24 van de huidige algemene vergadering, deze te ondertekenen en neer te leggen op de griffie van de bevoegde rechtbank van koophandel, overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake. De algemene vergadering verleent bovendien aan de heer Johan Van den Cruijce, met recht van substitutie, alle bevoegdheden om de tekst van de statuten van de vennootschap te coördineren in overeenstemming met de beslissingen genomen tengevolge van de voorstellen tot besluit nrs. 25 tot 31 van de huidige algemene vergadering, deze te ondertekenen en neer te leggen op de griffie van de bevoegde rechtbank van koophandel, overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake en dit zodra de opschortende voorwaarde voorzien in de voormelde voorstellen tot besluit is verwezenlijkt.’

21484


24. Goedkeuring en, voor zover nodig, bekrachtiging van artikel 10.1 (i) van het “Revolving Credit Facility Agreement” afgesloten op 22 december 2010 tussen de vennootschap en Atlas Services Belgium NV, overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van Vennootschappen. Deze overeenkomst voorziet in een financiering door Atlas Services Belgium NV ten belope van maximaal EUR 450.000.000. Het artikel 10.1 (i) laat Atlas Services Belgium NV toe het contract te ontbinden in geval van een controlewijziging over de vennootschap. Voorstel tot besluit nr. 33 : ‘Overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van Vennootschappen, keurt de algemene vergadering artikel 10.1 (i) van het “Revolving Credit Facility Agreement” afgesloten op 22 december 2010 tussen de vennootschap en Atlas Services Belgium NV goed, en bekrachtigt, voor zover nodig, voormeld artikel.’ 25. Corporate Governance : informatie/discussie. Om aangenomen te worden moeten de voorstellen tot besluit nrs. 1 tot en met 18, 32 en 33 van de agenda de gewone meerderheid van de aanwezige of geldig vertegenwoordigde stemmen waarmee aan de stemming wordt deelgenomen, behalen. Om aangenomen te worden moeten de voorstellen tot besluit nrs. 19 tot en met 31 van de agenda drie vierden van de aanwezige of geldig vertegenwoordigde stemmen waarmee aan de stemming wordt deelgenomen, behalen. Bovendien dienen de personen die deelnemen aan de vergadering, de helft van het maatschappelijk kapitaal te vertegenwoordigen, zoals vereist door artikel 558 van het Wetboek van Vennootschappen. Teneinde de deelname aan de algemene vergadering te stimuleren, heeft de raad van bestuur beslist de houders van aandelen aan toonder of van gedematerialiseerde aandelen toe te laten deel te nemen aan de algemene vergadering of zich er te laten vertegenwoordigen, op de twee manieren voorzien in artikel 32 van de statuten van de vennootschap : * Voor de houders van aandelen aan toonder : - ofwel door hun aandelen uiterlijk op dinsdag 26 april 2011 te deponeren aan de loketten van ING Bank of KBC Bank; - ofwel door aan te tonen dat zij aandeelhouder zijn van de vennootschap op woensdag 27 april 2011 om 24 uur, Belgische tijd (de “Registratiedatum”). De aandeelhouders dienen het bewijs van hun aandeelhouderschap op de Registratiedatum te leveren aan de loketten van ING Bank of KBC Bank. * Voor de houders van gedematerialiseerde aandelen :

volgende adres : [email protected] binnen dezelfde termijn, voor zover de ondertekende originele volmachten uiterlijk bij het begin van de vergadering aan het bureau van de algemene vergadering worden overhandigd. De volmachten, opgesteld overeenkomstig het model voorgeschreven door de vennootschap, kunnen worden aangevraagd op de maatschappelijke zetel van de vennootschap en zijn beschikbaar op de website van de vennootschap op het volgende adres : www.mobistar.be/aandeelhouderinfo. Teneinde toegelaten te worden tot de vergadering, zullen de aandeelhouders en volmachtdragers hun identiteit en/of bevoegdheden moeten bewijzen en de vertegenwoordigers van vennootschappen zullen de documenten moeten voorleggen die hun hoedanigheid van maatschappelijke vertegenwoordiger of volmachtdrager bewijzen en dit uiterlijk bij het begin van de vergadering. De documenten die betrekking hebben op de punten van de agenda van de algemene vergadering zullen ter inzage beschikbaar zijn op de maatschappelijke zetel van de vennootschap en een kopie ervan zal kosteloos kunnen worden verkregen door de aandeelhouders die de formaliteiten hebben vervuld om toegelaten te worden tot de algemene vergadering. Deze documenten zijn tevens beschikbaar op de website van de vennootschap op het volgende adres : www.mobistar.be/ aandeelhouderinfo. * De CV’s van de kandidaat bestuurders zijn beschikbaar op de website van de vennootschap. De raad van bestuur. (11426)

MOBISTAR, société anonyme, avenue du Bourget 3, 1140 Bruxelles RPM 0456.810.810 (Bruxelles) CONVOCATION ASSEMBLEE GENERALE DES ACTIONNAIRES Le conseil d’administration invite les actionnaires à assister à l’assemblée générale annuelle, extraordinaire et spéciale qui se tiendra le 4 mai 2011 à 11 heures, à Evere (1140 Bruxelles), avenue du Bourget 3. L’ordre du jour de cette assemblée est le suivant : 1. Lecture et discussion du rapport de gestion du conseil d’administration sur les comptes annuels de la société arrêtés au 31 décembre 2010. 2. Rapport du commissaire sur lesdits comptes annuels.

- ofwel door uiterlijk op dinsdag 26 april 2011 een door een erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteld attest neer te leggen aan de loketten van ING Bank of KBC Bank waaruit de onbeschikbaarheid blijkt van de gedematerialiseerde aandelen tot op de datum van de algemene vergadering;

3. Approbation des comptes annuels de la société arrêtés au 31 décembre 2010 et affectation du résultat. Communication des comptes annuels consolidés arrêtés à la même date.

- ofwel door aan te tonen dat zij aandeelhouder zijn van de vennootschap op woensdag 27 april 2011 om 24 uur, Belgische tijd (de “Registratiedatum”) door aan de loketten van ING Bank of KBC Bank een door een erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteld attest neer te leggen.

‘L’assemblée générale approuve les comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2010 y compris l’affectation du résultat qui y est présentée avec distribution d’un dividende brut de quatre euros trente cents (4,30 EUR) par action, payable comme suit :

De vennootschap benadrukt dat deze formaliteiten kosteloos zijn voor de aandeelhouders.

- un montant brut de deux euros nonante cents (2,90 EUR) par action payable contre remise du coupon n° 12 (dividende ordinaire), selon les modalités suivantes :

Overeenkomstig artikel 32 van de statuten van de vennootschap en overeenkomstig de beslissing van de raad van bestuur, dienen de houders van aandelen op naam om aan de algemene vergadering deel te nemen of er zich te laten vertegenwoordigen, uiterlijk op dinsdag 26 april 2011 aan de raad van bestuur hun intentie mee te delen om deel te nemen aan de algemene vergadering. Deze kennisgeving kan per fax gebeuren op het nummer +32-2 745 86 45, per e-mail op het volgende adres : [email protected] of per brief te verzenden aan de maatschappelijke zetel van de vennootschap (ter attentie van Mevr. Anske De Porre). Overeenkomstig artikel 33 van de statuten van de vennootschap kan elke aandeelhouder zich laten vertegenwoordigen op de algemene vergadering door een volmachtdrager. De originele volmachten, opgesteld overeenkomstig het model voorgeschreven door de vennootschap, moeten uiterlijk op woensdag 27 april 2011 aan de vennootschap worden overhandigd. De volmachten mogen ook per fax gestuurd worden naar het nummer +32-2 745 86 45 of per e-mail naar het

Proposition de décision n° 1 :

* « Date de détachement » le 17 mai 2011; * « Date d’enregistrement » le 19 mai 2011; et * « Date de paiement » le 20 mai 2011. - un montant brut d’un euro quarante cents (1,40 EUR) par action payable contre remise du coupon n° 13 (dividende extraordinaire), selon les modalités suivantes : * « Date de détachement » le 16 août 2011; * « Date d’enregistrement » le 18 août 2011; et * « Date de paiement » le 19 août 2011. Un montant égal à un pour cent (1 %) du bénéfice net consolidé après impôts a été réservé pour un plan de participation visé par la loi du 22 mai 2001 relative aux régimes de participation des travailleurs au capital et aux bénéfices des sociétés.’

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 4. Décharge aux administrateurs. Proposition de décision n° 2 : ‘L’assemblée générale donne décharge aux administrateurs pour l’accomplissement de leur mandat jusqu’au 31 décembre 2010.’ 5. Décharge au commissaire. Proposition de décision n° 3 : ‘L’assemblée générale donne décharge au commissaire pour l’accomplissement de son mandat jusqu’au 31 décembre 2010.’ 6. Conseil d’administration : nomination d’administrateurs. Proposition de décision n° 4 : ‘L’assemblée générale décide de renouveler le mandat d’administrateur de M. JAN STEYAERT* pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014.’ Proposition de décision n° 5 : ‘L’assemblée générale décide de renouveler le mandat d’administrateur de Mme Brigitte BOURGOIN-CASTAGNET* pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014.’ Proposition de décision n° 6 : ‘L’assemblée générale décide de renouveler le mandat d’administrateur de Mme Nathalie THEVENON-CLERE* pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014.’ Proposition de décision n° 7 : ‘L’assemblée générale décide de renouveler le mandat d’administrateur de M. Bertrand du BOUCHER* pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014.’ Proposition de décision n° 8 : ‘L’assemblée générale décide de renouveler le mandat d’administrateur de M. Olaf MEIJER SWANTEE* pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014.’ Proposition de décision n° 9 : ‘L’assemblée générale décide de renouveler le mandat d’administrateur de M. Benoit SCHEEN* pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014.’ Proposition de décision n° 10 : ‘L’assemblée générale décide de renouveler le mandat d’administrateur de la SA WIREFREE SERVICES BELGIUM représentée par M. Aldo CARDOSO pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014.’ Proposition de décision n° 11 : ‘L’assemblée générale décide de procéder à la nomination définitive de M. Gérard RIES* (coopté par le conseil d’administration lors de sa réunion du 15 décembre 2010, en remplacement de M. Gervais PELLISSIER, démissionnaire) en qualité d’administrateur de la société pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014.’ Proposition de décision n° 12 : ‘L’assemblée générale décide de renouveler le mandat d’administrateur de M. Eric DEKEULENEER* pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014. Il ressort des éléments connus de la société et de la déclaration faite par M. Eric DEKEULENEER que ce dernier satisfait aux critères d’indépendance définis à l’article 526ter du Code des sociétés.’ Proposition de décision n° 13 : ‘L’assemblée générale décide de nommer la SA CONSEILS GESTION ORGANISATION représentée par M. Philippe DELAUNOIS* en qualité d’administrateur de la société pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle

21485

de 2014. Il ressort des éléments connus de la société et de la déclaration faite par la SA CONSEILS GESTION ORGANISATION représentée par M. Philippe DELAUNOIS que ces derniers satisfont aux critères d’indépendance définis à l’article 526ter du Code des sociétés.’ Proposition de décision n° 14 : ‘L’assemblée générale décide de nommer la SPRL SOGESTRA (société en formation) représentée par Mme Nadine ROZENCWEIGLEMAITRE* en qualité d’administrateur de la société pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014. Il ressort des éléments connus de la société et de la déclaration faite par la SPRL SOGESTRA (société en formation) représentée par Mme Nadine ROZENCWEIG-LEMAITRE que ces dernières satisfont aux critères d’indépendance définis à l’article 526ter du Code des sociétés.’ Proposition de décision n° 15 : ‘L’assemblée générale décide de nommer M. Johan DESCHUYFFELEER* en qualité d’administrateur de la société pour une durée de trois ans. Son mandat viendra à échéance à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014. Il ressort des éléments connus de la société et de la déclaration faite par M. Johan DESCHUYFFELEER que ce dernier satisfait aux critères d’indépendance définis à l’article 526ter du Code des sociétés.’ 7. Conseil d’administration : rémunération des administrateurs. Proposition de décision n° 16 : ‘Sur proposition du conseil d’administration, l’assemblée générale décide de ce qui suit : La rémunération de chaque administrateur indépendant est fixée forfaitairement et pour chaque exercice complet à un montant de trentetrois mil euros (33.000 EUR). Une rémunération supplémentaire de deux mil deux cents euros (2.200 EUR) leur sera accordée pour chaque réunion d’un comité de la société à laquelle l’administrateur concerné aura assisté en personne. Le paiement de cette rémunération s’effectuera (le cas échéant au pro rata) à l’issue de l’assemblée générale approuvant les comptes annuels de l’exercice concerné. La rémunération du président du conseil d’administration est fixée forfaitairement et pour chaque exercice complet à un montant de soixante-six mil euros (66.000 EUR) et ce, pendant toute la durée de son mandat de président. Une rémunération supplémentaire de deux mil deux cents euros (2.200 EUR) lui sera accordée pour chaque réunion d’un comité de la société dont le président est membre et à laquelle il aura assisté en personne. Le paiement de cette rémunération s’effectuera (le cas échéant au pro rata) à l’issue de l’assemblée générale approuvant les comptes annuels de l’exercice concerné. Le mandat des autres administrateurs est exercé à titre gratuit, conformément à l’article 20 des statuts de la société et à la charte de gouvernance d’entreprise de la société.’ 8. Politique de rémunération de membres du management exécutif. Proposition de faire application de l’exception prévue à l’article 520ter du Code des sociétés (combinée avec l’article 525 du Code des sociétés) pour tenir compte du contexte concurrentiel et en constante évolution propre au secteur des télécommunications. En conséquence, proposition de conserver (et pour autant que de besoin, de ratifier l’application de) la même politique de rémunération que celle des années antérieures pour les membres du management exécutif concernant la part variable court terme (« performance bonus »), la Strategic Letter et les LTI tels que mentionnés dans le rapport de rémunération publié par la société. Proposition de décision n° 17 : ‘L’assemblée générale décide de faire application de l’exception prévue à l’article 520ter du Code des sociétés (combinée avec l’article 525 du Code des sociétés) en ce qui concerne la rémunération variable des membres du management exécutif. En particulier, elle décide de conserver (et pour autant que de besoin, ratifie l’application de) la même politique de rémunération que celle des années antérieures pour les membres du management exécutif concernant la part variable court terme (« performance bonus »), la Strategic Letter et les LTI tels que mentionnés dans le rapport de rémunération publié par la société.’

21486


9. Commissaire : nomination et rémunération. A la suite de la recommandation faite par le comité d’audit, le conseil d’administration propose à l’assemblée générale de nommer Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d’Entreprises SC SCRL, représentée par M. Rik Neckebroeck en tant que commissaire de la société, pour une période de trois ans expirant à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014. Les émoluments du commissaire pour sa mission statutaire sont fixés forfaitairement à deux cent seize mil euros (216.000 EUR) par an. Proposition de décision n° 18 : ‘Sur recommandation du comité d’audit et proposition du conseil d’administration, l’assemblée générale décide de nommer Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d’Entreprises SC SCRL, représentée par M. Rik Neckebroeck en tant que commissaire de la société, pour une période de trois ans expirant à l’issue de l’assemblée générale annuelle de 2014. Les émoluments du commissaire pour sa mission statutaire sont fixés forfaitairement à deux cent seize mil euros (216.000 EUR) par an.’ 10. Suppression de la disposition transitoire de l’article 12 des statuts de la société. Cette disposition est relative aux obligations, obligations convertibles ou droits de souscription au porteur de la société. Dès lors que ces titres ne sont plus en circulation et vu la législation relative à la suppression des titres au porteur, la disposition transitoire n’a plus de raison d’être. Proposition de décision n° 19 : ‘L’assemblée générale décide de supprimer la disposition transitoire de l’article 12 des statuts de la société.’ 11. Modification de l’article 13, alinéa 3 des statuts de la société afin d’apporter une précision liée à la loi du 17 décembre 2008 instituant notamment un comité d’audit dans les sociétés cotées et dans les entreprises financières.

Proposition de décision n° 23 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 25, alinéa 2 des statuts de la société par le texte suivant : « Les conditions de désignation des membres du comité de direction, leur révocation, leur rémunération, la durée de leur mission et le mode de fonctionnement du comité de direction, sont déterminés par le conseil d’administration et ce, conformément aux dispositions du Code des sociétés applicables. »’ 15. Modification de l’article 26 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel que modifié par la loi du 6 avril 2010 visant à renforcer le gouvernement d’entreprise dans les sociétés cotées et les entreprises publiques autonomes et visant à modifier le régime des interdictions professionnelles dans le secteur bancaire et financier. Proposition de décision n° 24 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 26 des statuts de la société par le texte suivant : « ARTICLE 26 - COMITE DE REMUNERATION ET DE NOMINATION Le comité de rémunération et de nomination a pour mission d’assister le conseil d’administration en étant chargé notamment des missions suivantes : - faire des propositions au conseil d’administration sur la politique de rémunération des administrateurs, des membres du comité de direction (si d’application) et des autres dirigeants visés à l’article 96, § 3, du Code des sociétés et, le cas échéant, sur les propositions qui en découlent et qui doivent être soumises par le conseil d’administration aux actionnaires;

‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 13, alinéa 3 des statuts de la société par le texte suivant :

- faire des propositions au conseil d’administration sur la rémunération individuelle des administrateurs, des membres du comité de direction (si d’application) et des autres dirigeants visés à l’article 96 § 3 du Code des sociétés, en ce compris la rémunération variable et les primes de prestation à long terme – liées ou non à des actions – octroyées sous forme d’options sur actions ou autres instruments financiers et les indemnités de départ et, le cas échéant, sur les propositions qui en découlent et qui doivent être soumises par le conseil d’administration aux actionnaires;

« Les administrateurs sortants sont rééligibles, dans les limites de ce qui est prévu par le Code des sociétés concernant la réélection en qualité d’administrateur indépendant. »’

- préparer le rapport de rémunération en vue de son insertion, par le conseil d’administration, dans la déclaration de gouvernement d’entreprise visée à l’article 96 § 2 du Code des sociétés;

12. Modification de l’article 16, alinéa 2 des statuts de la société pour tenir compte des évolutions technologiques en matière de transmission de documents :

- commenter le rapport de rémunération lors de l’assemblée générale annuelle des actionnaires;

Proposition de décision n° 20 :

Proposition de décision n° 21 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 16, alinéa 2 des statuts de la société par le texte suivant : « Les convocations mentionnent le lieu, la date, l’heure et l’ordre du jour de la réunion. Elles sont envoyées à l’avance, moyennant un délai raisonnable par lettre, télécopie, e-mail ou tout autre moyen écrit. »’ 13. Modification de l’article 16, alinéa 4 des statuts de la société pour tenir compte des évolutions technologiques en matière de transmission de documents : Proposition de décision n° 22 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 16, alinéa 4 des statuts de la société par le texte suivant : « Tout administrateur peut donner procuration par lettre, télécopie, e-mail ou tout autre moyen écrit pour le représenter à une réunion du conseil d’administration. Le mandataire doit être un administrateur. »’ 14. Modification de l’article 25, alinéa 2 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel que modifié par la loi du 6 avril 2010 visant à renforcer le gouvernement d’entreprise dans les sociétés cotées et les entreprises publiques autonomes et visant à modifier le régime des interdictions professionnelles dans le secteur bancaire et financier.

- formuler des recommandations au conseil d’administration sur la nomination des administrateurs, des membres du comité de direction (si d’application) et des autres dirigeants visés à l’article 96 § 3 du Code des sociétés; - veiller à ce que les procédures de sélection et d’évaluation des administrateurs, des membres du comité de direction (si d’application) et des autres dirigeants visés à l’article 96 § 3 du Code des sociétés s’effectuent de la faç on la plus objective possible. Le comité de rémunération et de nomination fait régulièrement rapport au conseil d’administration sur l’exercice de ses missions. Le comité de rémunération et de nomination se réunit chaque fois que le bon fonctionnement du comité le requiert, et à tout le moins deux fois par an. Le comité de rémunération et de nomination est composé d’au moins trois administrateurs. Tous les membres du comité de rémunération et de nomination doivent être des administrateurs non-exécutifs et au moins la majorité des membres du comité de rémunération et de nomination doit être composée d‘administrateurs indépendants au sens du Code des sociétés. Sans préjudice à ce qui précède, le président du conseil d’administration ou un autre administrateur non-exécutif préside ledit comité. Les membres du comité de rémunération et de nomination sont nommés et peuvent être révoqués à tout moment par le conseil d’administration. La durée du mandat d’un membre du comité de rémunération et de nomination ne peut excéder celle de son mandat d’administrateur. »’

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD 16. Modification de l’article 31 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel qu’éventuellement modifié par toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/ 36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées. Proposition de décision n° 25 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 31 des statuts de la société par le texte suivant et ce, sous la condition suspensive de l’adoption, la publication au Moniteur belge et l’entrée en vigueur de toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées : « ARTICLE 31 - CONVOCATION L’assemblée générale se réunit sur convocation du conseil d’administration ou du/des commissaire(s). Ces convocations contiennent au moins les mentions prévues à l’article 533bis du Code des sociétés. Elles sont faites dans les formes et délais prescrits par les articles 533 et suivants du Code des sociétés. L’ordre du jour doit contenir l’indication des sujets à traiter, ainsi que les propositions de décision. La proposition du comité d’audit relative à la nomination ou au renouvellement de la nomination du commissaire est mentionnée dans l’ordre du jour. Chaque année il est tenu au moins une assemblée générale dont l’ordre du jour mentionne entre autres : la discussion du rapport de gestion et du rapport du/des commissaire(s), le vote sur le rapport de rémunération, la discussion et l’approbation des comptes annuels, l’affectation du résultat, la décharge à accorder aux administrateurs et au/aux commissaire(s) et s’il y a lieu, la nomination d’administrateur(s) et de commissaire(s) et l’approbation préalable de toute convention conclue avec un administrateur exécutif, un membre du comité de direction (si d’application) ou un autre dirigeant visé à l’article 96 § 3 du Code des sociétés qui prévoit une indemnité de départ qui dépasse les 12 mois de rémunération ou, sur l’avis motivé du comité de rémunération et de nomination, dépasse les 18 mois de rémunération. Les personnes qui, en vertu du Code des sociétés, doivent être convoquées à une assemblée générale et qui y participent ou qui s’y font représenter, sont censées être valablement convoquées. Ces personnes peuvent également, avant ou après une assemblée générale à laquelle elles n’ont pas participé, renoncer à invoquer l’absence d’une convocation ou une convocation irrégulière. »’ 17. Modification de l’article 32 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel qu’éventuellement modifié par toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/ 36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées. Proposition de décision n° 26 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 32 des statuts de la société par le texte suivant et ce, sous la condition suspensive de l’adoption, la publication au Moniteur belge et l’entrée en vigueur de toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées : « ARTICLE 32 - ADMISSION Le droit de participer à l’assemblée générale et d’y exercer le droit de vote est subordonné à l’enregistrement comptable des actions au nom de l’actionnaire le quatorzième jour qui précède l’assemblée générale, à vingt-quatre heures (heure belge), soit par leur inscription sur le registre des actions nominatives de la société, soit par leur inscription dans les comptes d’un teneur de compte agréé ou d’un organisme de liquidation, sans qu’il soit tenu compte du nombre d’actions détenues par l’actionnaire au jour de l’assemblée générale. Les jour et heure visés au premier alinéa constituent la date d’enregistrement. L’actionnaire indique à la société, ou à la personne qu’elle a désignée à cette fin, sa volonté de participer à l’assemblée générale, au plus tard le sixième jour qui précède la date de l’assemblée générale.

21487

Afin d’être admis à l’assemblée générale, l’actionnaire devra en outre pouvoir démontrer son identité. Le représentant d’un actionnaire, personne morale, devra présenter les documents prouvant sa qualité de représentant social ou de mandataire et ce, au plus tard avant le début de l’assemblée générale. Disposition transitoire Tout propriétaire d’actions au porteur doit se faire enregistrer à la date d’enregistrement par la production des actions au porteur à un ou plusieurs intermédiaire(s) financier(s) désigné(s) par le conseil d’administration dans la convocation, sans qu’il soit tenu compte du nombre d’actions détenues par l’actionnaire au jour de l’assemblée générale. L’actionnaire indique à la société, ou à la personne qu’elle a désignée à cette fin, sa volonté de participer à l’assemblée générale, au plus tard le sixième jour qui précède la date de l’assemblée générale. Afin d’être admis à l’assemblée générale, l’actionnaire devra en outre pouvoir démontrer son identité. Le représentant d’un actionnaire, personne morale, devra présenter les documents prouvant sa qualité de représentant social ou de mandataire et ce, au plus tard avant le début de l’assemblée générale. »’ 18. Modification de l’article 33 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel qu’éventuellement modifié par toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/ 36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées. Proposition de décision n° 27 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 33 des statuts de la société par le texte suivant et ce, sous la condition suspensive de l’adoption, la publication au Moniteur belge et l’entrée en vigueur de toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées : « ARTICLE 33 - REPRESENTATION Tous les actionnaires ayant droit de vote peuvent voter eux-mêmes ou par procuration. Un actionnaire ne peut désigner, pour une assemblée générale donnée, qu’une seule personne comme mandataire, sans préjudice des exceptions prévues au Code des sociétés. Le mandataire ne doit pas être actionnaire. La désignation d’un mandataire intervient par écrit et doit être signée par l’actionnaire. Le conseil d’administration peut arrêter la forme des procurations dans la convocation. La notification de la procuration à la société doit se faire par lettre, télécopie ou e-mail, conformément aux modalités arrêtées par le conseil d’administration dans la convocation. La procuration doit parvenir à la société au plus tard le sixième jour qui précède la date de l’assemblée générale. Toute procuration qui parviendrait à la société avant la publication d’un ordre du jour complété conformément à l’article 533ter du Code des sociétés reste valable pour les sujets à traiter inscrits à l’ordre du jour qu’elle couvre. Par exception à ce qui précède, pour les sujets à traiter inscrits à l’ordre du jour qui font l’objet de propositions de décision nouvelles déposées en application de l’article 533ter du Code des sociétés, le mandataire peut, en assemblée générale, s’écarter des éventuelles instructions données par son mandant si l’exécution de ces instructions risquerait de compromettre les intérêts de son mandant. Il doit en informer son mandant. »’ 19. Modification de l’article 35 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel qu’éventuellement modifié par toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/ 36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées.

21488


Proposition de décision n° 28 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 35 des statuts de la société par le texte suivant et ce, sous la condition suspensive de l’adoption, la publication au Moniteur belge et l’entrée en vigueur de toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées : « ARTICLE 35 - PROROGATION Le conseil d’administration a le droit de proroger, séance tenante, la décision relative à l’approbation des comptes annuels de la société à cinq semaines. Cette prorogation n’annule pas les autres décisions prises, sauf si l’assemblée générale en décide autrement. Le conseil d’administration doit à nouveau convoquer l’assemblée générale dans le délai de cinq semaines pour décider des points à l’ordre du jour reportés. Les formalités remplies pour assister à la première assemblée générale, y compris l’enregistrement des titres ou la notification éventuelle des procurations ou des formulaires de vote par correspondance, restent valables pour la seconde assemblée. De nouvelles notifications de procurations ou de formulaires de vote par correspondance seront autorisés, dans les délais et aux conditions mentionnés dans les présents statuts. Le report ne peut avoir lieu qu’une seule fois. La seconde assemblée générale prend des décisions définitives concernant les points à l’ordre du jour reportés. »’ 20. Modification de l’article 36, alinéa 2 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel qu’éventuellement modifié par toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées. Proposition de décision n° 29 :

Les administrateurs répondent aux questions qui leur sont posées par les actionnaires, en assemblée ou par écrit, au sujet de leur rapport ou des points portés à l’ordre du jour, dans la mesure où la communication de données ou de faits n’est pas de nature à porter préjudice aux intérêts commerciaux de la société ou aux engagements de confidentialité souscrits par la société ou ses administrateurs. Le(s) commissaire(s) répond(ent) aux questions qui lui (leur) sont posées par les actionnaires, en assemblée ou par écrit, au sujet de son (leur) rapport, dans la mesure où la communication de données ou de faits n’est pas de nature à porter préjudice aux intérêts commerciaux de la société ou aux engagements de confidentialité souscrits par la société, ses administrateurs ou le(s) commissaire(s). Les actionnaires ont le droit de poser des questions en séance ou par écrit. Les questions écrites peuvent être adressées à la société par voie électronique à l’adresse indiquée dans la convocation à l’assemblée générale. Les questions écrites doivent parvenir à la société au plus tard le sixième jour qui précède la date de l’assemblée générale. Sauf disposition légale ou statutaire contraire, toute décision est prise par l’assemblée générale, à la majorité simple des voix, quel que soit le nombre d’actions qui y sont représentées. Les votes blancs ou irréguliers ne peuvent être ajoutés aux voix émises. Les votes se font à main levée ou par appel nominal à moins que l’assemblée générale n’en décide autrement à la majorité simple des voix émises. Ce qui précède ne porte pas atteinte au droit de chaque actionnaire de voter par correspondance, au moyen d’un formulaire mis à disposition par la société et contenant au minimum les indications prévues à l’article 550 § 2 du Code des sociétés. Le formulaire de vote par correspondance doit parvenir à la société au plus tard le sixième jour qui précède l’assemblée générale. Le formulaire de vote par correspondance adressé à la société pour une assemblée générale vaut pour les assemblées successives convoquées avec le même ordre du jour.

‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 36, alinéa 2 des statuts de la société par le texte suivant et ce, sous la condition suspensive de l’adoption, la publication au Moniteur belge et l’entrée en vigueur de toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées :

Tout formulaire de vote par correspondance qui parviendrait à la société avant la publication d’un ordre du jour complété conformément à l’article 533ter du Code des sociétés reste valable pour les sujets à traiter inscrits à l’ordre du jour qu’il couvre. Par exception à ce qui précède, le vote exercé sur un sujet à traiter inscrit à l’ordre du jour qui fait l’objet d’une proposition de décision nouvelle en application de l’article 533ter du Code des sociétés, est nul. »’

« Les porteurs d’obligations, warrants et certificats émis avec la collaboration de la société, peuvent assister à l’assemblée générale mais avec voix consultative seulement. Le droit d’assister à l’assemblée générale est soumis aux mêmes formalités que celles qui s’appliquent, conformément aux dispositions des présents statuts, aux actionnaires, en fonction de la nature des titres visés. »’

22. Rajout d’une troisième alinéa à l’article 38 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel qu’éventuellement modifié par toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées.

21. Modification de l’article 37 des statuts de la société afin de le mettre en ligne avec le Code des sociétés, tel qu’éventuellement modifié par toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/ 36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées. Proposition de décision n° 30 : ‘L’assemblée générale décide de remplacer le texte actuel de l’article 37 des statuts de la société par le texte suivant et ce, sous la condition suspensive de l’adoption, la publication au Moniteur belge et l’entrée en vigueur de toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées : « ARTICLE 37 - DELIBERATION

Proposition de décision n° 31 : ‘L’assemblée générale décide de rajouter un troisième alinéa au texte actuel de l’article 38 des statuts de la société et ce, sous la condition suspensive de l’adoption, la publication au Moniteur belge et l’entrée en vigueur de toute législation transposant, en droit belge, la directive 2007/36/CE du 11 juillet 2007 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires de sociétés cotées : « Les procès-verbaux contiennent au moins les mentions prévues à l’article 546 du Code des sociétés et sont publiés sur le site Internet de la société dans les quinze jours qui suivent l’assemblée générale. »’ 23. Coordination des statuts - pouvoirs. Proposition de décision n° 32 :

Avant d’entrer en séance, une liste de présence indiquant le nom et les adresses des actionnaires ainsi que le nombre d’actions qu’ils détiennent, est signée par chacun d’eux ou par leur mandataire. Une liste de présence indiquant le nom et les adresses des porteurs d’obligations, warrants et certificats émis avec la collaboration de la société ainsi que le nombre de titres qu’ils détiennent, est également signée par chacun d’eux ou par leur mandataire.

‘L’assemblée générale confère à M. Johan Van den Cruijce, avec faculté de substitution, tous pouvoirs afin de procéder immédiatement à la coordination du texte des statuts de la société conformément aux décisions de la présente assemblée générale prises à la suite des propositions de décision n° 19 à 24, de le signer et de le déposer au greffe du tribunal du commerce compétent, conformément aux dispositions légales en la matière.

L’assemblée générale ne peut délibérer sur les points ne figurant pas à l’ordre du jour sauf si tous les actionnaires sont présents ou représentés à l’assemblée générale et décident à l’unanimité de délibérer sur ces points.

L’assemblée générale confère en outre à M. Johan Van den Cruijce, avec faculté de substitution, tous pouvoirs afin de procéder à la coordination du texte des statuts de la société conformément aux décisions de la présente assemblée générale prises à la suite des

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD propositions de décision n° 25 à 31, de le signer et de le déposer au greffe du tribunal du commerce compétent, conformément aux dispositions légales en la matière et ce, dès réalisation de la condition suspensive prévue aux propositions de décisions mentionnées ci-dessus. ’ 24. Approbation et, pour autant que de besoin, ratification de l’article 10.1 (i) du « Revolving Credit Facility Agreement » conclu le 22 décembre 2010 entre la société et Atlas Services Belgium SA, conformément à l’article 556 du Code des sociétés. Ce contrat prévoit un financement de la société par Atlas Services Belgium SA et ce, à concurrence d’un montant de maximum 450.000.000 EUR. L’article 10.1 (i) permet à Atlas Services Belgium SA de résilier ce contrat en cas de changement de contrôle de la société. Proposition de décision n° 33 : ‘Conformément à l’article 556 du Code des sociétés, l’assemblée générale approuve et, pour autant que de besoin, ratifie l’article 10.1 (i) du « Revolving Credit Facility Agreement » conclu le 22 décembre 2010 entre la société et Atlas Services Belgium SA.’ 25. Corporate Governance : information/discussion. Pour être adoptées, les propositions de décision n° 1 à 18, 32 et 33 de l’ordre du jour doivent réunir la majorité simple des voix présentes ou valablement représentées participant au vote. Pour être adoptées, les propositions de décision n° 19 à 31 de l’ordre du jour doivent réunir les trois quarts des voix présentes ou valablement représentées participant au vote. En outre, ceux qui participent à la réunion doivent représenter la moitié du capital social comme prescrit à l’article 558 du Code des sociétés. Afin de favoriser la participation à l’assemblée générale, le conseil d’administration a décidé de permettre aux détenteurs d’actions au porteur ou dématérialisées de participer à l’assemblée générale, ou de s’y faire représenter, des deux manières prévues à l’article 32 des statuts de la société : * Pour les détenteurs d’actions au porteur : - soit en déposant leurs actions le mardi 26 avril 2011 au plus tard aux guichets de la banque ING ou de la banque KBC; - soit en démontrant qu’ils sont actionnaires de la société le mercredi 27 avril 2011 à 24 heures, heure belge (la « Date d’enregistrement »). Les actionnaires doivent fournir la preuve du fait qu’ils sont actionnaires aux guichets de la banque ING ou de la banque KBC à la Date d’enregistrement. * Pour les détenteurs d’actions dématérialisées : - soit en déposant, le mardi 26 avril 2011 au plus tard aux guichets de la banque ING ou de la banque KBC, une attestation délivrée par un teneur de compte agréé ou par l’organisme de liquidation, indiquant l’indisponibilité des actions dématérialisées jusqu’à la date de l’assemblée générale; - soit en démontrant qu’ils sont actionnaires de la société le mercredi 27 avril 2011 à 24 heures, heure belge (la « Date d’enregistrement ») en déposant, aux guichets de la banque ING ou de la banque KBC, une attestation délivrée par un teneur de compte agréé ou par l’organisme de liquidation. La société insiste sur le fait que ces formalités sont gratuites pour les actionnaires. Conformément à l’article 32 des statuts de la société et conformément à la décision du conseil d’administration, les détenteurs d’actions nominatives doivent, afin d’être admis à l’assemblée générale ou de s’y faire représenter, communiquer au conseil d’administration, au plus tard le mardi 26 avril 2011, leur intention de participer à l’assemblée générale. Cette notification peut être adressée par fax au numéro +32-2 745 86 45, par e-mail à l’adresse suivante : [email protected] ou par courrier au siège social de la société (à l’attention de Mme Anske De Porre). Conformément à l’article 33 des statuts de la société, chaque actionnaire peut se faire représenter à l’assemblée générale par un mandataire. Les procurations originales, établies conformément au modèle prescrit par la société, doivent être remises au plus tard le mercredi 27 avril 2011 à la société. Les procurations peuvent également être envoyées par fax au numéro +32-2 745 86 45 ou par e-mail à l’adresse suivante : [email protected] endéans le même délai et ce,

21489

pour autant que les originaux signés soient remis au bureau de l’assemblée générale au plus tard avant le début de l’assemblée. Les procurations, établies conformément au modèle prescrit par la société, peuvent être demandées au siège social de la société et sont disponibles sur le site Internet de la société à l’adresse suivante : www.mobistar.be/ infoinvestisseur. Afin d’être admis à l’assemblée, les actionnaires et mandataires devront pouvoir démontrer leur identité et/ou pouvoirs, et les représentants de sociétés devront présenter les documents prouvant leur qualité de représentant social ou de mandataire, et ce au plus tard avant le début de l’assemblée. Les documents qui se rapportent aux points à l’ordre du jour de l’assemblée générale seront disponibles pour consultation au siège social de la société et une copie pourra en être obtenue sans frais par les actionnaires ayant rempli les formalités pour être admis à l’assemblée générale. Ces documents sont par ailleurs disponibles sur le site Internet de la société à l’adresse suivante : www.mobistar.be/ infoinvestisseur. * Le CV des administrateurs concernés est disponible sur le site Internet de la société. Le conseil d’administration. (11426) FINANCIERE DE TUBIZE, société anonyme Assemblée générale extraordinaire du 26 avril 2011, à 10 h 45 m Les actionnaires sont invités à prendre part à l’assemblée générale extraordinaire de la société qui se tiendra le mardi 26 avril 2011, à 10 h 45 m, au siège social de la société, allée de la Recherche 60, à 1070 Bruxelles, pour délibérer sur l’ordre du jour suivant : Ordre du jour : La présente assemblée a pour ordre du jour : 1. Modification de la date de tenue de l’assemblée générale ordinaire pour fixer celle-ci au quatrième mercredi du mois d’avril, à onze heures, et pour la première fois en deux mille douze. Il est proposé à l’assemblée générale extraordinaire de remplacer la deuxième phrase de l’article 33 des statuts par la disposition suivante : « L’assemblée générale ordinaire se tient le quatrième mercredi du mois d’avril à onze heures ». Le conseil d’administration vous invite à adopter cette proposition. 2. Modification des statuts : renouvellement de l’autorisation de l’assemblée générale donnée au conseil d’administration en cas d’acquisition d’actions propres pour éviter un dommage grave et imminent. Il est proposé à l’assemblée générale extraordinaire de décider de la modification de l’article 11, alinéa 4, des statuts de la société comme suit : « L’autorisation de l’assemblée générale n’est pas requise lorsque l’acquisition d’actions propres est nécessaire pour éviter à la société un dommage grave et imminent. Dans ce cas, le conseil d’administration est autorisé à acquérir, conformément aux dispositions légales alors en vigueur, les actions de la société par voie d’achat ou d’échange. Cette autorisation est conférée pour une durée de trois ans à dater de la publication de la modification des présents statuts décidée par l’assemblée générale du 26 avril 2011. Cette autorisation peut être prorogée pour des termes identiques conformément aux dispositions du Code des sociétés ». Le conseil d’administration vous invite à adopter cette proposition. 3. Modification des statuts : renouvellement de l’autorisation de l’assemblée générale donnée au conseil d’administration en cas d’aliénation d’actions propres pour éviter un dommage grave et imminent. Il est proposé à l’assemblée générale extraordinaire de décider de la modification de l’article 11, alinéa 7, des statuts de la société comme suit : « Lorsqu’il s’agit d’éviter à la société un dommage grave et imminent, il est autorisé à aliéner toutes actions en bourse ou à la suite d’une offre en vente faite aux mêmes conditions à tous les actionnaires. Cette dernière autorisation est conférée pour une durée de trois ans à dater de la publication de la modification des présents statuts décidée par l’assemblée générale des actionnaires du 26 avril 2011. » Le conseil d’administration vous invite à adopter cette proposition.

21490


4. Modification des statuts afin de les mettre en concordance avec le Code des sociétés. Il est proposé à l’assemblée générale de modifier les statuts comme suit : supprimer les mots « des lois coordonnées sur les sociétés commerciales » et de les remplacer par « du Code des sociétés » aux articles suivants : Deuxième alinéa de l’article 1er; et, Deuxième alinéa de l’article 18. ajouter les mots « à l’exception de la forme au porteur » à la fin du dernier paragraphe de l’article 8. Le conseil d’administration vous invite à adopter cette proposition. 5. Modification des statuts afin de les mettre en concordance avec le Code des sociétés et la loi concernant certains droits des actionnaires de sociétés cotées. Il est proposé à l’assemblée générale extraordinaire de modifier les statuts comme suit, étant entendu que lesdites modifications ne sortiront leurs effets qu’au 1er janvier 2012, et ce sous la condition suspensive que la loi transposant la Directive 2007/36 concernant l’exercice de certains droits des actionnaires des sociétés cotées entre en vigueur avant cette date. Article 31 : remplacer le texte actuel par le texte suivant : « Les actionnaires sont admis à l’assemblée et peuvent y exercer leur droit de vote s’ils ont enregistré leurs actions le quatorzième jour qui précède l’assemblée générale, à vingt-quatre heures (heure belge), soit par leur inscription sur le registre des actions nominatives de la société, soit par leur inscription dans les comptes d’un teneur de compte agréé ou d’un organisme de liquidation, soit par la production des actions au porteur à un intermédiaire financier, sans qu’il soit tenu compte du nombre d’actions détenues par l’actionnaire au jour de l’assemblée générale. L’actionnaire indiquera sa volonté de participer à l’assemblée générale au plus tard le sixième jour qui précède la date de l’assemblée. » Article 32 : la première phrase de cet article est remplacée par le texte suivant : « Tout actionnaire peut se faire représenter à l’assemblée générale par un mandataire de son choix. » les deuxième et troisième paragraphes de cet article sont supprimés. le quatrième paragraphe de cet article est remplacé par le texte suivant : « Le conseil d’administration détermine la forme des procurations; celles-ci doivent être déposées au siège social au plus tard le sixième jour qui précède la réunion. » Article 35 : le texte suivant est inséré après le premier paragraphe de l’article 35 en tant que deuxième paragraphe : « Un ou plusieurs actionnaires possédant ensemble au moins trois pourcent (3 %) du capital social peuvent, au plus tard le 22e jour précédant la date de celle-ci, requérir l’inscription de sujets à traiter à l’ordre du jour de toute assemblée générale, ainsi que déposer des propositions de décision concernant des sujets à traiter inscrits ou à inscrire à l’ordre du jour. Ces demandes sont formulées par écrit et sont accompagnées soit du texte du sujet à traiter et des propositions de décision y afférentes soit du texte de proposition de décision. Au plus tard le quinzième jour qui précède la date de l’assemblée générale, la société publie, conformément au Code des sociétés, un ordre du jour complété des sujets à traiter additionnels et des propositions de décision y afférentes qui y auraient été portés, et/ou des propositions de décision qui seules auraient été formulées. Simultanément, la société met à la disposition des actionnaires, sur son site internet, les formulaires qui peuvent être utilisés pour voter complétés des sujets à traiter additionnels et des propositions de décision y afférentes qui y auraient été portés, et/ou des propositions de décision qui seules auraient été formulées. Les procurations de vote notifiées à la société antérieurement à la publication d’un ordre du jour complété restent valables pour les sujets à traiter inscrits à l’ordre du jour qu’elles couvrent. » Article 38 : le texte suivant est inséré en tant que deuxième paragraphe : « Les procès-verbaux des assemblées générales mentionnent pour chaque décision, le nombre d’actions pour lesquelles des votes ont été valablement exprimés, la proportion du capital social représentée par ces votes, le nombre total de votes valablement exprimés et pour et contre chaque décision et, le cas échéant, le nombre d’abstentions. Ces informations sont rendues publiques sur le site internet de la société dans les quinze jours qui suivent l’assemblée générale. » Article 40 : remplacer le terme « quinze » par celui de « trente » au quatrième alinéa. Le conseil d’administration vous invite à adopter cette proposition.

6. Prolongation de la durée du mandat des administrateurs à quatre (4) ans. Il est proposé à l’assemblée générale de prolonger la durée du mandat des administrateurs à quatre (4) ans et, en conséquence, de modifier le deuxième paragraphe de l’article 13 des statuts comme suit : « Les administrateurs sont nommés pour un terme de quatre ans. Leur renouvellement se fait par ordre d’ancienneté de nomination. » Le conseil d’administration vous invite à adopter cette proposition. 7. Pouvoirs à conférer pour l’exécution des résolutions qui précèdent. Pouvoirs à conférer avec faculté de subdéléguer au conseil d’administration pour l’exécution des résolutions qui précèdent et à Mme Stéphanie Ernaelsteen et Mme Catherine Lelong, agissant séparément, pour l’établissement du texte coordonné des statuts, ainsi que pour les modifications visées au point 5 ci-avant pour constater la réalisation de la condition suspensive et pour établir en conséquence une nouvelle coordination des statuts. Le conseil d’administration vous invite à adopter cette proposition. Pour assister à cette assemblée générale ou s’y faire représenter, les actionnaires voudront bien se conformer aux dispositions de l’article 31 des statuts. Le dépôt des titres au porteur doit se faire au plus tard 5 jours francs avant l’assemblée et exclusivement : au siège social, Allée de la Recherche, 60 à 1070 Bruxelles; ou au guichet des établissements financiers suivants : BNP Paribas Fortis, Banque Degroof. Les détenteurs d’actions dématérialisées devront de même déposer cinq jours francs au moins avant l’assemblée au siège social ou auprès de BNP Paribas Fortis ou Banque Degroof une attestation établie par le teneur de compte agréé ou l’organisme de liquidation constatant l’inscription et l’indisponibilité de ces actions jusqu’à la date de l’assemblée. Les titulaires de titres nominatifs doivent, au plus tard 5 jours francs avant l’assemblée, être inscrits dans le registre des actions nominatives. Le conseil d’administration. Bruxelles, le 24 mars 2011. Assemblée générale ordinaire du 26 avril 2011 à 11 heures Ordre du jour : Les actionnaires sont invités à prendre part à l’assemblée générale ordinaire de la société qui se tiendra le mardi 26 avril 2011, à 11 heures, au siège social de la société, allée de la Recherche 60, à 1070 Bruxelles, pour délibérer sur l’ordre du jour suivant : 1. Rapport de gestion du conseil d’administration sur l’exercice social clôturé au 31 décembre 2010. 2. Rapport du commissaire sur l’exercice social clôturé le 31 décembre 2010. 3. Comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2010 et affectation du résultat bénéficiaire de l’exercice. Proposition de décision : approuver les comptes annuels clôturés au 31 décembre 2010, en ce compris l’affectation du résultat qui s’y trouve proposée. 4. Décharge aux administrateurs. Proposition de décision : donner décharge aux administrateurs pour l’exercice de leur mandat au cours de l’exercice social clôturé au 31 décembre 2010. 5. Décharge au commissaire. Proposition de décision : donner décharge au commissaire pour l’exercice de son mandat au cours de l’exercice social clôturé au 31 décembre 2010. 6. Nominations d’administrateurs : Baron Daniel Janssen atteint par la limite d’âge ne renouvelle pas son mandat. Le conseil propose que le Baron Charles Antoine Janssen soit nommé au poste d’administrateur vacant. Les mandats de la Comtesse Evelyn du Monceau et de M. Cyril Janssen viennent à échéance à l’issue de l’assemblée, ils sont rééligibles et se présentent à vos suffrages. Proposition de décision : Le conseil propose que le Baron Charles Antoine Janssen soit nommé comme nouvel administrateur. Le conseil propose également le renouvellement des mandats d’administrateur de la Comtesse Evelyn du Monceau et de M. Cyril Janssen.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Leur mandat aura une durée de quatre ans expirant à l’issue de l’assemblée générale ordinaire de 2015. Le Conseil propose que le Baron Daniel Janssen soit nommé Président Honoraire de la Financière de Tubize en reconnaissance des services rendus à la société. 7. Rémunération des Administrateurs et du Président : Proposition de décision : le Conseil propose à l’Assemblée générale que l’émolument d’administrateur soit maintenu à 10.000 S par an mais que l’émolument du Président du Conseil d’Administration soit porté à 20.000 S par an. Pour assister à cette assemblée générale ou s’y faire représenter, les actionnaires voudront bien se conformer aux dispositions de l’article 31 des statuts. Le dépôt des titres au porteur doit se faire au plus tard 5 jours francs avant l’assemblée et exclusivement : au siège social, allée de la Recherche 60, à 1070 Bruxelles; ou au guichet des établissements financiers suivants : BNP Paribas Fortis, Banque Degroof. Les détenteurs d’actions dématérialisées devront de même déposer cinq jours francs au moins avant l’assemblée au siège social ou auprès de BNP Paribas Fortis ou Banque Degroof une attestation établie par le teneur de compte agréé ou l’organisme de liquidation constatant l’inscription et l’indisponibilité de ces actions jusqu’à la date de l’assemblée. Les titulaires de titres nominatifs doivent, au plus tard 5 jours francs avant l’assemblée, être inscrits dans le registre des actions nominatives. Le conseil d’administration. Bruxelles, le 24 mars 2011. (11427)

FINANCIERE DE TUBIZE, naamloze vennootschap Buitengewone algemene vergadering van 26 april 2011, om 10 u. 45 m De aandeelhouders worden verzocht deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van de vennootschap op dinsdag 26 april 2011, om 10 u. 45 u., op de zetel van de vennootschap, Researchdreef 60, 1070 Brussel, om te beraadslagen over de volgende agenda : Agenda : Deze vergadering heeft als agenda : 1. Wijziging van de datum van de gewone algemene vergadering en vaststelling van deze datum op de vierde woensdag van de maand april om elf uur en dit voor de eerste keer in tweeduizend en twaalf. Er wordt aan de buitengewone algemene vergadering voorgesteld de tweede zin van artikel 33 van de statuten te vervangen door de volgende bepaling : “De gewone algemene vergadering vindt plaats op de vierde woensdag van de maand april, om elf uur.” De raad van bestuur verzoekt u dit voorstel goed te keuren. 2. Wijziging van de statuten : vernieuwing van de door de algemene vergadering aan de raad van bestuur verleende toestemming in geval van de verwerving van eigen aandelen om een ernstig en dreigend nadeel te vermijden. Er wordt voorgesteld aan de buitengewone algemene vergadering om te besluiten artikel 11, lid 4 , van de statuten van de vennootschap als volgt te wijzigen : “De toestemming van de algemene vergadering is niet vereist als de verwerving van eigen aandelen noodzakelijk is om de vennootschap te vrijwaren van een ernstig en dreigend nadeel. In dat geval mag de raad van bestuur overeenkomstig de op dat ogenblik geldende wettelijke bepalingen, de aandelen van de vennootschap verwerven door middel van aankoop of ruil. Deze toestemming wordt verleend voor een periode van drie jaar die ingaat op de datum van publicatie van de wijziging van deze statuten waartoe besloten werd door de algemene vergadering van 26 april 2011. Deze toestemming kan voor dezelfde termijnen worden verlengd overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek Vennootschappen.” De raad van bestuur verzoekt u dit voorstel goed te keuren. 3. Wijziging van de statuten : vernieuwing van de door de algemene vergadering aan de raad van bestuur verleende toestemming in geval van de vervreemding van eigen aandelen om een ernstig en dreigend nadeel te vermijden

21491

Er wordt voorgesteld aan de buitengewone algemene vergadering om te besluiten artikel 11, lid 7, van de statuten van de vennootschap als volgt te wijzigen : “Wanneer het noodzakelijk is de vennootschap te vrijwaren van een ernstig en dreigend nadeel, is het toegelaten alle aandelen te vervreemden op de beurs of na een verkoopbod onder dezelfde voorwaarden aan alle aandeelhouders. Deze toestemming wordt verleend voor een periode van drie jaar die ingaat op de datum van publicatie van de wijziging van deze statuten waartoe besloten werd door de algemene vergadering van 26 april 2011.” De raad van bestuur verzoekt u dit voorstel goed te keuren. 4. Wijziging van de statuten om ze in overeenstemming te brengen met het Wetboek vennootschappen. Er wordt voorgesteld aan de algemene vergadering de statuten als volgt te wijzigen : de woorden “van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen” te schrappen en ze te vervangen door “van het Wetboek vennootschappen” en dit in de volgende artikelen : tweede lid van artikel 1; en tweede lid van artikel 18. de woorden “met uitzondering van de vorm aan toonder” toe te voegen op het einde van de laatste paragraaf van artikel 8. De raad van bestuur verzoekt u dit voorstel goed te keuren. 5. Wijziging van de statuten om ze in overeenstemming te brengen met het Wetboek vennootschappen en met de wet betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen. Er wordt voorgesteld aan de buitengewone algemene vergadering de statuten als volgt te wijzigen, met dien verstande dat deze wijzigingen pas in werking zullen treden op 1 januari 2012 onder de opschortende voorwaarde dat de wet tot omzetting van Richtlijn 2007/36 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen vóór die datum van kracht wordt. Artikel 31 : de huidige tekst vervangen door de volgende tekst : “De aandeelhouders worden toegelaten tot de vergadering en kunnen er hun stemrecht uitoefenen als ze op de veertiende dag vóór de algemene vergadering, om vierentwintig uur (Belgische tijd), hun aandelen hebben geregistreerd, hetzij door ze in te schrijven in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door ze in te schrijven in de rekeningen van een vergunde rekeninghouder of vereffeningsinstelling, hetzij door de aandelen aan toonder voor te leggen aan een financieel bemiddelaar, zonder dat er rekening wordt gehouden met het aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder op de dag van de algemene vergadering. De aandeelhouder maakt zijn wil om deel te nemen aan de algemene vergadering kenbaar uiterlijk op de zesde dag vóór de datum van de vergadering.” Artikel 32 : de eerste zin van dit artikel wordt vervangen door de volgende tekst : “Elke aandeelhouder kan zich laten vertegenwoordigen op de algemene vergadering door een mandataris naar keuze.”; de tweede en derde paragraaf van dit artikel worden geschrapt; de vierde paragraaf van dit artikel wordt vervangen door de volgende tekst : “De raad van bestuur stelt de vorm van de volmachten vast; deze dienen te worden neergelegd op de zetel van de vennootschap uiterlijk op de zesde dag vóór de vergadering.” Artikel 35 : de volgende tekst wordt als tweede paragraaf ingevoegd na de eerste paragraaf van artikel 35 : “Eén of meer aandeelhouders die samen minstens drie procent (3 %) van het vennootschapskapitaal bezitten kunnen, uiterlijk op de 22e dag vóór de datum hiervan, eisen dat er te behandelen onderwerpen worden opgenomen in de agenda van een algemene vergadering alsook voorstellen tot besluit indienen over te behandelen onderwerpen die op de agenda staan of moeten worden opgenomen in de agenda. Dergelijke aanvragen dienen schriftelijk te worden geformuleerd en vergezeld te gaan van hetzij het te behandelen onderwerp en de bijbehorende voorstellen tot besluit, hetzij van de tekst van het voorstel tot besluit. Uiterlijk de vijftiende dag vóór de datum van de algemene vergadering maakt de vennootschap, overeenkomstig het Wetboek vennootschappen, een agenda bekend aangevuld met de bijkomende te behandelen onderwerpen en de bijbehorende voorstellen tot besluit die erin opgenomen zouden zijn, en/of de voorstellen tot besluit die geformuleerd zouden zijn.

21492


Tegelijkertijd stelt de vennootschap op haar website aan de aandeelhouders de formulieren ter beschikking die kunnen worden gebruikt om te stemmen over de bijkomende te behandelen onderwerpen en bijbehorende voorstellen tot besluit die erin opgenomen zouden zijn, en/of de voorstellen tot besluit die geformuleerd zouden zijn geworden. De stemvolmachten waarvan de vennootschap in kennis werd gesteld vóór de bekendmaking van een aangevulde agenda, blijven geldig voor de te behandelen onderwerpen die zijn opgenomen in de agenda waarop ze betrekking hebben.” Artikel 38 : de volgende tekst wordt ingevoegd als tweede paragraaf : “De notulen van de algemene vergaderingen vermelden voor elk besluit het aantal aandelen waarvoor geldige stemmen zijn uitgebracht, het percentage dat deze aandelen in het vennootschapskapitaal vertegenwoordigen, het totale aantal geldig uitgebrachte stemmen, en het aantal stemmen dat voor of tegen elk besluit is uitgebracht, alsmede het eventuele aantal onthoudingen. Deze informatie wordt openbaar gemaakt op de website van de vennootschap binnen vijftien dagen na de algemene vergadering.” Artikel 40 : de term “vijftien” vervangen door de term “dertig” in het vierde lid. De raad van bestuur verzoekt u dit voorstel goed te keuren. 6. Verlenging van de duur van het bestuurdersmandaat tot vier (4) jaar Er wordt voorgesteld aan de algemene vergadering de duur van het bestuurdersmandaat te verlengen tot vier (4) jaar en, bijgevolg, het tweede lid van artikel 13 van de statuten als volgt te wijzigen : “De bestuurders worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Hun vernieuwing gebeurt in volgorde van benoemingsanciënniteit.” De raad van bestuur verzoekt u dit voorstel goed te keuren. 7. Toe te kennen bevoegdheden voor de uitvoering van voorafgaande besluiten Toe te kennen bevoegdheden met mogelijkheid tot subdelegatie aan de raad van bestuur voor de uitvoering van voorafgaande resoluties en aan Mevr. Stéphanie Ernaelsteen en Mevr. Catherine Lelong, die elk apart handelen, voor de opstelling van de gecoördineerde tekst van de statuten alsook voor de wijzigingen als beoogd onder punt 5 om de verwezenlijking vast te stellen van de opschortende voorwaarde en, bijgevolg, een nieuwe coördinatie van de statuten op te stellen. De raad van bestuur verzoekt u dit voorstel goed te keuren. Om deel te nemen aan deze algemene vergadering of zich er te laten vertegenwoordigen dienen de aandeelhouders de bepalingen van artikel 31 van de statuten na te leven. De effecten aan toonder dienen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering te worden neergelegd, en dit uitsluitend op de zetel van de vennootschap of aan het loket van de volgende financiële instellingen : BNP Paribas Fortis, Bank Degroof. Ook de houders van gedematerialiseerde aandelen dienen minstens vijf dagen vóór de algemene vergadering op de zetel van de vennootschap of bij BNP Paribas Fortis of Bank Degroof een verklaring in te dienen van de vergunde rekeninghouder of vereffeningsinstelling waaruit blijkt dat deze aandelen ingeschreven zijn en tot aan de datum van de vergadering onbeschikbaar zijn. De houders van effecten op naam dienen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering ingeschreven te zijn in het register van aandelen op naam. De raad van bestuur. Brussel, 24 maart 2011.

Voorstel tot besluit : de jaarrekening afgesloten op 31 december 2010 en de daarin voorgestelde bestemming van het resultaat goedkeuren. 4. Kwijting aan de bestuurders. Voorstel tot besluit : kwijting verlenen aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2010. 5. Kwijting aan de commissaris. Voorstel tot besluit : kwijting verlenen aan de commissaris voor de uitoefening van zijn mandaat tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2010. 6. Benoeming van bestuurders : Baron Daniel Janssen, die de leeftijdgrens heeft bereikt, vernieuwt zijn mandaat niet. De raad stelt voor om baron Baron Charles-Antoine Janssen te benoemen voor de vrijgekomen bestuurdersfunctie. De mandaten van gravin Evelyn du Monceau en de heer Cyril Janssen lopen af na deze vergadering. Ze zijn herkiesbaar en stellen zich opnieuw kandidaat. Voorstel tot besluit : de raad stelt voor dat de Baron Charles-Antoine Janssen wordt benoemd als nieuwe bestuurder. De raad stelt tevens voor om de bestuurdersmandaten van Gravin Evelyn du Monceau en de heer Cyril Janssen te vernieuwen. Hun mandaat zal vier jaar duren en aflopen na de gewone algemene vergadering van 2015. De raad stelt voor dat baron Daniel Janssen wordt benoemd als erevoorzitter van de vennootschap Financière de Tubize als erkenning voor zijn diensten aan de vennootschap. 7. Bezoldiging van de bestuurders en de voorzitter : Voorstel tot besluit : de raad stelt aan de algemene vergadering voor dat de bestuurdersbezoldiging behouden blijft op S 10.000 jaarlijks, maar dat de bezoldiging van de voorzitter van de raad van bestuur op S 20.000 per jaar wordt gebracht. Om deel te nemen aan deze algemene vergadering of zich er te laten vertegenwoordigen, dienen de aandeelhouders de bepalingen van artikel 31 van de statuten na te leven. De effecten aan toonder dienen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering te worden neergelegd, en dit uitsluitend op de zetel van de vennootschap of aan een loket van de volgende financiële instellingen : BNP Paribas Fortis, Bank Degroof. Ook de houders van gedematerialiseerde aandelen dienen minstens vijf dagen vóór de algemene vergadering op de zetel van de vennootschap of bij BNP Paribas Fortis of Bank Degroof een verklaring in te dienen van de vergunde rekeninghouder of vereffeningsinstelling waaruit blijkt dat deze aandelen ingeschreven zijn en tot aan de datum van de vergadering onbeschikbaar zijn. De houders van effecten op naam dienen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering ingeschreven te zijn in het register van aandelen op naam. De raad van bestuur. Brussel, 24 maart 2011. (11427)

Gewone algemene vergadering van 26 april 2011, om 11 uur Agenda : De aandeelhouders worden verzocht deel te nemen aan de gewone algemene vergadering van de vennootschap op dinsdag 26 april 2011, om 11 uur, op de zetel van de vennootschap, Researchdreef 60, 1070 Brussel, om te beraadslagen over de volgende agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten op 31 december 2010. 2. Verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op 31 december 2010. 3. Jaarrekening afgesloten op 31 december 2010 en bestemming van de winst van de vennootschap.

VAN DE VELDE, naamloze vennootschap, Lageweg 4, 9260 Schellebelle Ondernemingsnummer 0448.746.744 Oproeping voor de buitengewone en gewone algemene vergadering van woensdag 27 april 2011 De raad van bestuur nodigt de aandeelhouders uit om deel te nemen aan de buitengewone en de gewone algemene vergadering van de vennootschap, die zullen gehouden worden op 27 april 2011, om 17 uur, op de maatschappelijke zetel.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING Voorstellen aan de buitengewone algemene vergadering 1. Hernieuwing van de machtiging aan de raad van bestuur om gebruik te maken van het toegestaan kapitaal na openbaar overnamebod en overeenkomstige wijziging van de statuten, meer bepaald in punt 1 van de rubriek ″OVERGANGSBEPALINGEN″. Voorstel van besluit : De buitengewone algemene vergadering machtigt de raad van bestuur uitdrukkelijk om bij toepassing van artikel 607 van het Wetboek van vennootschappen gedurende drie jaar te rekenen vanaf heden gebruik te maken van het toegestaan kapitaal vanaf de datum van de notificatie door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen aan de vennootschap van een openbaar overnamebod op de aandelen van de vennootschap. De vergadering beslist bijgevolg om de bestaande tekst in punt 1, 5e alinea, van de rubriek ″OVERGANGSBEPALINGEN″ in de statuten te vervangen als volgt : ″De algemene vergadering kent uitdrukkelijk de bevoegdheid toe aan de raad van bestuur binnen de geldigheidsduur van het toegestaan kapitaal om het geplaatste kapitaal te verhogen in één of meerdere keren, vanaf de datum van de notificatie door de Commissie voor het Bank-, Financië- en Assurantiewezen aan de vennootschap van een openbaar overnamebod op de aandelen van de vennootschap, door inbrengen in speciën met opheffing of beperking van het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders of door inbrengen in natura overeenkomstig artikel 607 Wetboek van vennootschappen. Deze bevoegdheid wordt toegekend voor een periode van drie jaar vanaf 27 april 2011 en kan hernieuwd worden.” 2. Wijziging van de statuten teneinde een overgangsbepaling in te lassen met betrekking tot de opmaak van en stemming over het remuneratieverslag, en meer in het bijzonder als volgt : Inlassing in fine van de statuten onder de rubriek “OVERGANGSBEPALINGEN” van een punt 3. met als titel “Remuneratieverslag” en waarvan de tekst als volgt luidt : Voorstel van besluit : 3. Remuneratieverslag. Bij toepassing van artikel 12, eerste lid van de Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector, zal het remuneratieverslag als bedoeld in artikel 96, § 3, van het Wetboek van vennootschappen slechts voor de eerste maal onderdeel uitmaken van het jaarverslag voor het boekjaar van de vennootschap dat is aangevangen op 1 januari 2011 en dat zal afgesloten worden op 31 december 2011 derhalve dat het gezegd remuneratieverslag slechts voor de eerste maal als onderdeel van het jaarverslag op de agenda zal geplaatst worden van de jaarvergadering van de vennootschap die zal gehouden worden in 2012. Bijgevolg zal de afzonderlijke stemming over het remuneratieverslag als bedoeld in artikel 37, tweede alinea, van de statuten, slechts voor de eerste maal plaatsvinden op de jaarvergadering die zal gehouden worden in 2012.” 3. Kennisname van verslaggeving en documenten in het kader van de voorgestelde doelwijziging. Kennisname van het verslag van de raad van bestuur dat de hieronder voorgestelde doelwijziging omstandig verantwoord, met bijhorende staat van activa en passiva afgesloten op 31/12/2010, evenals van het verslag van de commissaris over deze staat, opgesteld overeenkomstig artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen en het bijkomende actualisatieverslag dd. 20 april 2011 opgesteld door de raad van bestuur en de commissaris. 4. Wijziging van de statuten teneinde het doel van de vennootschap uit te breiden, en meer in het bijzonder als volgt : Inlassing in fine van artikel 3 van de statuten, meer bepaald na de reeds bestaande 7e alinea, van vier nieuwe alineas waarvan de tekst als volgt luidt : Voorstel van besluit : “De vennootschap heeft eveneens tot doel : a) uitsluitend in eigen naam en voor eigen rekening : het aanleggen, het ordeelkundig uitbouwen en beheren van een onroerend vermogen; alle verrichtingen, al dan niet onder het stelsel van de BTW, met betrekking tot onroerende goederen en onroerende zakelijke rechten, zoals de aan- en verkoop, de bouw, de verbouwing, de binnenshuisinrichting en decoratie, de huur- en verhuur, de ruil, de verkaveling en, in het algemeen, alle verrichtingen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op het beheer of op het produktief maken, van onroerende goederen of onroerende zakelijke rechten; b) uitsluitend in eigen naam en voor eigen rekening : het aanleggen, het oordeelkundig uitbouwen

21493

en beheren van een roerend vermogen; alle verrichtingen met betrekking tot roerende goederen en rechten, van welke aard ook, zoals de aan- en verkoop, de huur- en verhuur, de ruil; in het bijzonder het beheer en de valorisatie van alle verhandelbare waardepapieren, aandelen, obligaties, staatsfondsen; c) uitsluitend in eigen naam en voor eigen rekening : het aangaan en verstrekken van leningen, kredieten, financieringen en het aangaan van leasingcontracten, in het kader van de bovenvermelde doelstellingen. De vennootschap kan samenwerken met, deelnemen in, of op gelijk welke wijze, rechtstreeks of onrechtstreeks, belangen nemen in andere ondernemingen en aan deze ondernemingen bijstand, advies en leiding verlenen. De vennootschap kan daartoe zelf of als tussenpersoon alle hulpmiddelen verschaffen, bestuurdersfuncties waarnemen of laten waarnemen en diensten verlenen die direct of indirect verband houden met de voorgaande. De vennootschap kan zowel tot waarborg van eigen verbintenissen als tot waarborg van verbintenissen van derden borg stellen, onder meer door haar goederen in hypotheek of in pand te geven, inclusief de eigen handelszaak. De vennootschap kan in het algemeen alle commerciële, industriële, financiële, roerende en/of onroerende handelingen verrichten in rechtstreeks of onrechtstreeks verband met haar maatschappelijk doel of die van aard zouden zijn de verwezenlijking ervan geheel of ten dele te vergemakkelijken.” 5. Wijziging van de statuten teneinde overgangsbepalingen in te lassen met betrekking tot de algemene vergadering, en meer in het bijzonder als volgt : Inlassing in fine van de statuten onder de rubriek “OVERGANGSBEPALINGEN” van een punt 4 tot 7 waarvan de tekst als volgt luidt : 4. Bijeenroeping Wanneer een Belgische wet met als doel de implementatie van EU Richtlijn 2007/36 van 11 juli 2007 (betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen), met inbegrip van enige afgeleide wet of koninklijk besluit (naar de Belgische implementatiewet en enige afgeleide wet of koninklijk besluit wordt hierna gezamenlijk verwezen als de “Implementatie Wetgeving”) wordt aangenomen, wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en in werking treedt, wordt artikel 28, tweede alinea vervangen als volgt : ″Deze oproepingen bevatten de gegevens en geschieden in de vorm en binnen de termijnen vereist door artikelen 533, 533bis, 533ter en 535 van het Wetboek van vennootschappen.″ 5.Toelating Wanneer de Implementatie Wetgeving wordt aangenomen, wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en in werking treedt, wordt artikel 29 a), b), c), en d) vervangen als volgt : ″Het recht om deel te nemen aan een algemene vergadering en om er het stemrecht uit te oefenen wordt overeenkomstig artikel 536 § 2 van het Wetboek van vennootschappen slechts verleend op grond van de registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder, op de veertiende dag vóór de algemene vergadering, om vierentwintig uur (Belgisch uur) (de Registratiedatum), hetzij voor aandelen op naam door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij voor gedematerialiseerde aandelen door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeninginstelling, hetzij voor aandelen aan toonder door voorlegging van de aandelen aan een financiële tussenpersoon, ongeacht het aantal aandelen dat de aandeelhouder bezit op de dag van de algemene vergadering. Om tot de algemene vergadering te worden toegelaten en er het stemrecht uit te oefenen moet de aandeelhouder, uiterlijk op de zesde dag vóór de datum van de vergadering, aan de vennootschap, of aan de daartoe door haar aangestelde persoon, melden dat hij deel wil nemen aan de algemene vergadering.″ 6. Vertegenwoordiging Wanneer de Implementatie Wetgeving wordt aangenomen, wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en in werking treedt, wordt artikel 30 vervangen als volgt : ″Iedere afwezige aandeelhouder kan, behalve voor de uitzonderingen voorzien in artikel 547bis, § 1, van het Wetboek van vennootschappen, volmacht verlenen aan slechts één bijzondere lasthebber al dan niet aandeelhouder om hem te vertegenwoordigen op de algemene

21494


vergadering, schriftelijk of via elektronische weg, overeenkomstig artikel 547bis, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, ondertekend door de afwezige aandeelhouder (al dan niet met een elektronische handtekening). De oproeping tot de algemene vergadering bevat de procedure voor het stemmen bij volmacht, met name een formulier dat hiervoor gebruikt kan worden, de voorwaarden waarop de vennootschap bereid is elektronische kennisgevingen van de aanwijzing van een volmachtdrager te aanvaarden, evenals de termijn waarbinnen het recht om te stemmen bij volmacht moet worden uitgeoefend. De vennootschap moet de volmacht uiterlijk op de zesde dag vóór de datum van de vergadering ontvangen.″ 7. Verdaging Wanneer de Implementatie Wetgeving wordt aangenomen, wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en in werking treedt, wordt artikel 32 gewijzigd als volgt : De woorden ″met drie weken″, in de eerste zin, worden vervangen door de woorden ″met vijf weken″. De woorden ″op drie weken″, in de derde zin, worden vervangen door de woorden ″overeenkomstig artikelen 533, 533bis en artikel 533ter van het Wetboek van vennootschappen″. De zin “De formaliteiten verricht om de eerste zitting bij te wonen blijven geldig voor de tweede” wordt geschrapt. 6. Volmachten a. Volmacht aan de raad van bestuur Voorstel van besluit : De algemene vergadering geeft volmacht aan de raad van bestuur tot nadere uitvoering van de beslissingen genomen door de buitengewone algemene vergadering van 27 april 2011. a. Volmacht voor formaliteiten Voorstel van besluit : De algemene vergadering geeft volmacht aan Mevr. Nathalie De Kerpel, Legal Counsel, met recht van indeplaatsstelling en zonder afbreuk te doen aan andere bestaande machtigingen voorzover die van toepassing zijn, om over te gaan tot (i) de coördinatie van de statuten als gevolg van de wijzigingen waarvan hierboven sprake, de ondertekening van de gecoördineerde statuten en hun neerlegging bij de bevoegde griffie van de rechtbank van koophandel (ii) het vervullen van om het even welke andere neerleggings- en/of publicatieformaliteit met betrekking tot de voorgaande besluiten. GEWONE ALGEMENE VERGADERING Voorstellen aan de Gewone Algemene Vergadering 1. Lezing, bespreking en toelichting van de geconsolideerde jaarrekening en van het geconsolideerd jaarverslag over het boekjaar 2010. 2. Kennisname van het statutair en geconsolideerd controleverslag van de Commissaris over het boekjaar 2010. 3. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening en het statutair jaarverslag over het boekjaar 2010. Voorstel tot besluit : ‘De Algemene Vergadering keurt de statutaire jaarrekening en het statutair jaarverslag van het boekjaar afgesloten op 31 december 2010 goed.’ 4. Goedkeuring van de voorgestelde winstverdeling inclusief dividenduitkering over het boekjaar 2010. Voorstel tot besluit : ‘De Algemene Vergadering keurt de voorgestelde winstverdeling, inclusief dividenduitkering over het boekjaar afgesloten op 31 december 2010 goed.’ 5. Kwijting aan de leden van de raad van bestuur en aan de Commissaris. Voorstel tot besluit : ‘De Algemene Vergadering verleent bij afzonderlijke stemming kwijting aan de bestuurders en aan de Commissaris in functie gedurende het boekjaar 2010 voor de door hen in de loop van het afgesloten boekjaar vervulde opdracht.’ 6. Herbenoeming van bestuurders Voorstel tot besluit : “de Algemene Vergadering herbenoemt de volgende bestuurders voor een termijn van zes jaar, tot de gewone Algemene Vergadering in 2017 : BVBA Dirk Goeminne, vast vertegenwoordigd door Dirk Goeminne (onafhankelijk bestuurder in de zin van artikel 526ter W. Venn.) BVBA Dirk Goeminne ontvangt voor haar mandaat als bestuurder een jaarlijkse vergoeding van 12.000 EUR. Per mandaat in een comité ontvangt zij een bijkomende jaarlijkse vergoeding van 2.500 EUR.“ 7. Varia

Om de vergadering bij te wonen worden de houders van effecten verzocht zich te schikken naar de bepalingen van artikel 29 van de statuten. De eigenaars van effecten op naam die ingeschreven staan in het register van aandelen en die de vergadering wensen bij te wonen, moeten ten laatste op 21 april 2011 aan de raad van bestuur schriftelijk hun inzicht te kennen geven de vergadering bij te wonen en voor welk aantal aandelen zij wensen deel te nemen aan de vergaderingen. De eigenaars van effecten aan toonder die de vergadering wensen bij te wonen, moeten ten laatste op 21 april 2011 hun effecten aan toonder neerleggen aan de loketten van een erkende bankinstelling. Zij worden tot de vergadering toegelaten op voorlegging van het bewijs van deponering. De eigenaars van gedematerialiseerde effecten moeten ten laatste op 21 april 2011 aan de loketten van een erkende bankinstelling een hetzij door een erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteld attest neerleggen waarbij de onbeschikbaarheid van de aandelen tot de algemene vergadering wordt vastgelegd. De eigenaars van effecten kunnen zich laten vertegenwoordigen op de algemene vergadering door een gevolmachtigde, bij schriftelijk volmacht overeenkomstig het type exemplaar dat ter beschikking is op de zetel van de vennootschap of op de website www.vandevelde.eu/ investeerders/aandeelhoudersinformatie/oproeping van de aandeelhouders. Deze volmachten dienen ten laatste op 21 april 2011 te worden neergelegd bij een erkende bankinstelling of op de zetel van de vennootschap. Na voorlegging en goedkeuring van het bewijs van neerlegging zal een toegangskaart worden bezorgd, waarmee aan de vergadering kan worden deelgenomen. De jaarbrochure, het ontwerp van de jaarrekening en de staat van activa en passiva afgesloten op 31/12/2010 en de verslagen van de raad van bestuur en commissaris in toepassing van artikel 559 van het Wetboek van Vennootschappen zijn beschikbaar op de zetel van de vennootschap. De raad van bestuur. (11428)

HENEX, naamloze vennootschap, Hertogstraat 21, 1000 BRUSSEL Ondernemingsnummer 0402.549.109 De aandeelhouders worden verzocht deel te nemen aan de gewone algemene vergadering die plaats zal vinden op de maatschappelijke zetel van Verbond van Belgische Ondernemingen (VBE) te 1000 Brussel, Ravensteinstraat 4, op woensdag 27 april 2011, om 11 uur, met de volgende agenda : Agenda : 1. Verslag van de bestuurders en de commissaris. 2. Onderzoek van de jaarrekening afgesloten op 31 december 2010. Voorstel : goedkeuring van de jaarrekening. 3. Bestemming van het resultaat van het boekjaar. Voorstel : goedkeuring van de bestemming van het resultaat. 4. Kwijting verlenen aan de bestuurders. Voorstel : deze kwijting verlenen voor het boekjaar 2010. 5. Kwijting verlenen aan de commissaris. Voorstel : deze kwijting verlenen voor het boekjaar 2010. 6. Statutaire benoemingen : 6.1 Voorstel, om de heer Thierry d’Udekem d’Acoz opnieuw tot bestuurder te benoemen voor een periode van 3 jaar. 6.2 Voorstel, om de heer Philippe Muûls tot bestuurder te benoemen voor een periode van 4 jaar. 6.3 Voorstel, om Graaf André de Kerchove de Denterghem tot bestuurder te benoemen voor een periode van 4 jaar. 6.4 Voorstel, om Deloitte Reviseurs d’Entreprise, SC s.f.d. SCRL, vertegenwoordigd door de heer Didier Boon, tot commissaris te benoemen voor een periode van 3 jaar. 6.5 Voorstel, om de honoraria van de commissaris vast te leggen op S 9.480,00 per jaar, exclusief btw, geïndexeerd.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Overeenkomstig artikel 26 en 27 van de statuten, moeten de aandelen aan toonder of de gedematerialiseerde aandelen uiterlijk drie werkdagen vóór de algemene vergadering aan de loketten van de BNP Paribas Fortisbank worden afgegeven. De raad van bestuur. (11633)

21495

Administrations publiques et Enseignement technique Openbare Besturen en Technisch Onderwijs PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN

BELGIAN TREBORO, naamloze vennootschap, Kattendijkdok WK 29-30, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0457.049.845

Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Beerse

Algemene vergadering ter zetel op 20/4/2011, om 18 uur. Agenda : Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers. (AOPC11006008/31.03) (11634)

Het O.C.M.W. van Beerse is voor haar woonzorgcentrum op zoek naar :

CABRA, naamloze vennootschap, Entrepotkaai 5, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0425.019.752 Algemene vergadering op de administratieve zetel, Kasteel Calesberg, te 2900 Schoten op 20/4/2011, om 17 uur. Agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekeningn per 31 december 2010. 3. Kwijting aan bestuurders. (AOPC-1-11-01364/31.03) (11635) DUPRET J-P & C°, société anonyme, rue du Congrès 5, 1000 Bruxelles

Kinesitherapeut(e) (BV1-BV3) halftijds — onbepaalde duur Zorgbehoevende bejaarden fysisch in staat stellen zo mobiel en zelfredzaam mogelijk te functioneren in een volwaardig thuis(vervangend) milieu, waardoor een kwaliteitsverbetering van het leven van de bejaarde wordt nagestreefd. Ergotherapeut(e) (BV1-BV3) voltijds-onbepaalde duur De mentale, fysische en sociale mogelijkheden van de bewoners stimuleren om zich maximaal te kunnen oriënteren en functioneren in de tijd en in hun sociale omgeving. Wij bieden een moderne en dynamische werkomgeving met aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden (gratis hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, fietsvergoeding, ruim vormingsaanbod, ...). Word JIJ onze nieuwe collega ?

Numéro d’entreprise 0473.546.971

Aarzel dan niet en stuur je kandidatuur met je diploma, uiterlijk op 21 april 2011 aangetekend naar O.C.M.W.-Beerse, personeelsdienst, Gasthuisstraat 49, 2340 Beerse.

Assemblée ordinaire au siège social le 13/4/2011, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Nominations. Divers. (AOPC-1-11-01950/31.03) (11636)

Meer info en het sollicitatieformulier kan je bekomen bij Luc Stessens, directeur woonzorgcentrum, tel. 014-62 28 91, directeurWZC@ ocmwbeerse.be. Er wordt tevens een wervingsreserve aangelegd voor één jaar. (11429)

HOLINTER, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles

Commune d’Uccle

Numéro d’entreprise 0451.980.408 Assemblée ordinaire au siège social le 20/4/2011, à 17 heures. Ordre du jour : Commentaires sur les comptes annuels. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers. (AOPC-1-11-00109/31.03) (11637)

Un examen sera organisé prochainement en vue du recrutement d’un secrétaire communal (h/f). Etre porteur d’un des diplômes suivants ou équivalent : docteur ou licencié en droit; licencié en sciences administratives;

IMMOBILIERE OLD ENGLAND, société anonyme, rue du Sart 8, 1370 MELIN Numéro d’entreprise 0405.768.816

licencié en sciences politiques; licencié en sciences économiques; licencié en sciences commerciales;

Assemblée ordinaire au siège social le 20/4/2011, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Nominations. (AOPC-1-11-01520/31.03) (11638) REYNA, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles 17 Numéro d’entreprise 0451.985.158 Assemblée ordinaire au siège social le 20/4/2011, à 17 heures. Ordre du jour : Commentaires sur les comptes annuels. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers. (AOPC-1-11-00107/31.03) (11639)

ingénieur commercial; diplômé, après un cycle de cinq ans, de la section des sciences administratives de l’Institut d’enseignement supérieur Lucien Cooremans à Bruxelles. Etre en possession, le 28 mai 2011 au plus tard, du brevet du Selor sur la connaissance informatisée (article 11) et sur la connaissance suffisante orale de la seconde langue pour les grades légaux. Les demandes d’inscription à établir sur le formulaire que le service du personnel délivre sur simple demande écrite ou verbale doivent parvenir au bourgmestre d’Uccle le 30 avril 2011 au plus tard. Renseignements : service du personnel, rue Xavier de Bue 20 (Mme De Geyter - tél. 02-348 66 10). (11430)

21496

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Gemeente Ukkel

Een examen zal eerstdaags georganiseerd worden voor de werving van een gemeentesecretaris (m/v). Houder zijn van één van de volgende diploma’s of gelijkgesteld : doctor of licentiaat in de rechten;

gediplomeerde na een cyclus van vijf jaar van de afdeling bestuurswetenschappen van het Hoger Instituut voor Bestuurs- en Handelswetenschappen te Elsene. In bezit zijn, ten laatste op 28 mei 2011, van het Selor-brevet over de voldoende computergestuurde kennis (artikel 11) en de voldoende mondelinge kennis van de tweede taal, afgeleverd door Selor voor de wettelijke graden. De aanvragen tot deelname, gesteld op het daartoe bestemd formulier dat de personeelsdienst op eenvoudig mondeling of schriftelijk verzoek zal afleveren, moeten in het bezit zijn van de burgemeester van Ukkel ten laatste op 30 april 2011.

licentiaat in de bestuurswetenschappen; licentiaat in de politieke wetenschappen; licentiaat in de economische wetenschappen;

Inlichtingen : personeelsdienst, Xavier de Buestraat 20 (Mevr. De Geyter - tel. 02-348 66 10). (11430)

licentiaat in de handelswetenschappen; handelsingenieur;

Haute Ecole Lucia de Brouckère APPEL AUX CANDIDATS POUR DES EMPLOIS DU PERSONNEL ADMINISTRATIF A CONFERER DANS LA HAUTE ECOLE LUCIA DE BROUCKERE POUR L’ANNEE ACADEMIQUE 2011-2012 Le présent appel est lancé conformément aux dispositions de l’article 172 du décret du 20 juin 2008 relatif aux membres du personnel administratif des Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté franç aise Il vise les emplois des fonctions de rang 1 à pourvoir dans la Haute Ecole Lucia de Brouckère tels que défini dans le décret du 20 juin 2008 relatif aux membres du personnel administratif des Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté Franç aise; Les fonctions de recrutement s’établissent comme suit : 1. Fonction de niveau 1 : Attaché, 2. Fonction de niveau 2+ : Adjoint administratif, 3. Fonction de niveau 2 : Agent administratif de niveau 2, 4. Fonction de niveau 3 : Agent administratif de niveau 3. Titres requis pour les fonctions mentionnées ci-dessus : 1. Fonction de niveau 1 : le grade de docteur, de médecin, de médecin vétérinaire ou de master, délivrés conformément à la législation des grades académiques, un autre grade de master délivré par l’enseignement supérieur de type long, ou par un jury d’enseignement supérieur constitué par le Gouvernement, le grade de master sanctionnant des études artistiques de deuxième cycle de type long, le diplôme délivré par une école royale militaire, à l’issue d’un deuxième cycle d’études. 2. Fonction de niveau 2+ le diplôme conformément aux articles 14 et 15 du décret du 5 août 1995 fixant l’organisation générale de l’enseignement en Hautes Ecoles, le grade de bachelier sanctionnant des études artistiques de type court, le grade de bachelier sanctionnant des études artistiques de premier cycle de type long. 3. Fonction de niveau 2 le certificat d’enseignement secondaire supérieur, 4. Fonction de niveau 3 le certificat d’enseignement secondaire du deuxième degré. Pour la bonne compréhension de la suite du présent appel, il y a lieu d’entendre par Emploi vacant : tout emploi organique qui n’est pas attribué à un membre du personnel nommé à titre définitif ou désigné à titre temporaire pour une durée indéterminée. Les emplois des fonctions de rang 1 à pourvoir dans la Haute Ecole conformément à l’article 171 et 172 du décret du 20 juin 2008 visés par le présent appel sont accessibles aux : candidats à une désignation à titre temporaire MOD CTDD : demande de désignation à titre temporaire pour une durée déterminée, MOD CTDI : demande de désignation à titre temporaire pour une durée indéterminée Les emplois à attribuer d’une manière temporaire à durée déterminée (TDD) en 2011-2012 dans de la Haute Ecole Lucia de Brouckère figurent dans le tableau ci-après : N°

Institution

1

IAH

2

ISE

Catégorie

EV/ENV

Fonction

Volume de la charge

ECO/PARA/AGRO

EV2010

Adjoint administratif (niveau 2+)

10/10e

ECO

EV2010

Adjoint administratif (niveau 2+)

10/10e


21497

Forme de la Candidature : La demande sera rédigée sur feuille de format A4 d’après le modèle approprié reproduit ci-après : La demande mentionnera : 1° L’identité du pouvoir organisateur; 2° L’identité du membre du personnel; 3° Le niveau de la fonction, la nature de la charge, la description de la fonction à exercer, ainsi que le ou les lieux où cette fonction sera exercée; 4° La date d’entrée en service; 5° La date à laquelle la désignation ou l’engagement prend fin pour les désignations ou les engagements à durée déterminée; 6° Si l’emploi a été déclaré vacant conformément à l’appel visé à l’article 5 ou non; 7° S’il s’agit d’un remplacement conformément à la procédure visée à l’article 8, § 1er, le nom du titulaire; 8° Le cas échéant, les obligations visées selon le cas aux articles 98, alinéa 3 ou 138 et les incompatibilités visées selon le cas aux articles 108 ou 139. Le pouvoir organisateur délivre au temporaire un acte écrit reprenant les mentions prévues à l’alinéa 1er. En l’absence d’écrit, le membre du personnel est réputé désigné ou engagé dans la fonction et la charge qu’il occupe effectivement. Il est réputé selon le cas être désigné ou engagé à titre temporaire à durée déterminée ou à durée indéterminée. La demande sera établie en double exemplaire. CONDITIONS REQUISES Nul ne peut être désigné ou engagé à titre temporaire s’il ne remplit les conditions suivantes au moment de la désignation ou de l’engagement à titre temporaire : 1° Etre Belge ou ressortissant d’un autre Etat membre de l’Union européenne, sauf dérogation accordée par le Gouvernement; 2° Etre d’une conduite répondant aux exigences de la fonction; 3° Jouir des droits civils et politiques; 4° Avoir satisfait aux lois sur la milice; 5° Etre porteur d’un des titres de capacité pour la fonction à conférer mentionnés à l’article 3 du décret du 20 juin 2008; 6° Satisfaire aux dispositions légales et réglementaires relatives au régime linguistique; 7° Avoir introduit sa candidature dans la forme et le délai fixés par l’appel aux candidatures; 8° Ne pas faire l’objet d’une suspension disciplinaire ou d’une mise en non-activité disciplinaire dans une fonction de membre du personnel administratif au sein du pouvoir organisateur concerné, ni faire l’objet d’une constatation d’incompatibilité visée selon le cas à l’article 73 ou à l’article 106; 9° Ne pas avoir fait l’objet d’une révocation ou d’un licenciement pour faute grave en qualité de membre du personnel administratif au sein du pouvoir organisateur concerné. DOCUMENTS A ANNEXER a. un certificat de bonne conduite, vie et murs « MODELE 2 », demandé pour accéder à une activité qui relève de l’éducation, de la guidance psycho-médico-sociale, de l’aide à la jeunesse, de la protection infantile, de l’orientation ou de l’encadrement de mineurs (circulaire du er 1 juillet 2002, du Ministre de l’Intérieur Antoine DUQUESNE, adressée aux Gouverneurs de Province et aux Bourgmestres), b. une copie, certifiée conforme du (des) diplôme(s) ou brevet(s) ou certificat(s) requis, c. un certificat de milice modèle 33 délivré par l’administration communale. INTRODUCTION DES CANDIDATURES Les candidatures doivent être introduites par une lettre recommandée à la poste et dans la forme fixée par le présent appel Les personnes intéressées doivent adresser leur candidature au Directeur-Président Haute Ecole Lucia de Brouckère avenue Emile Gryzon 1, 1070 Bruxelles au plus tard 15 jours ouvrables à partir de la date de parution au Moniteur belge de l’appel (le cachet de la poste faisant foi).

21498



21499

(11431)

21500

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Haute Ecole Lucia de Brouckère

APPEL AUX CANDIDATS POUR LES FONCTIONS DE RANG 1 A CONFERER DANS LA HAUTE ECOLE LUCIA DE BROUCKERE POUR L’ANNEE ACADEMIQUE 2011-2012 Le présent appel est lancé conformément aux dispositions de l’article 207 du Décret du 24 juillet 1997 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant et du personnel auxiliaire d’éducation des Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté franç aise Il vise les emplois vacants des fonctions de rang 1 à pourvoir dans la Haute Ecole Lucia de Brouckère. Le décret du 25 juillet 1996 relatif aux charges et emplois dans les Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté Franç aise définit comme suit les fonctions de rang 1 : 1. Maître de formation pratique, 2. Maître-assistant de type court, 3. Maître-assistant de type long, 4. Chargé de cours. Pour la bonne compréhension de la suite du présent appel, il y a lieu d’entendre par : Emploi vacant : tout emploi organique qui n’est pas attribué à un membre du personnel nommé à titre définitif ou désigné à titre temporaire pour une durée indéterminée (cf. article 9 du décret du 25-07-96 modifié par le décret du 24-07-97). Changement d’affectation : l’affectation nouvelle qu’obtient le membre du personnel, mis en disponibilité par défaut d’emploi, dans un emploi vacant d’une Haute Ecole autre que celle où il est affecté à titre définitif. Ce changement d’affectation est d’abord provisoire puis éventuellement définitif (cf. article 27, § 4 du décret du 25-07-96 tel que modifié). Changement de fonction : pour les fonctions de rang 1, le changement de la fonction de maître assistant à celle de chargé de cours et inversement, sur base volontaire (cf. article 12, § 2 du décret du 25-07-96 précité). Mutation : le transfert, dans la même fonction que celle à laquelle il est nommé à titre définitif, d’un membre du personnel de la Haute Ecole où il est affecté vers une autre Haute Ecole. La mutation est d’abord provisoire pour une période probatoire d’une année académique (cf. article 2 du décret du 24-07-97 précité). Extension de charge : l’extension de la charge d’un membre du personnel nommé à titre définitif ou désigné à titre temporaire pour une durée indéterminée, dans la même fonction et les mêmes cours à conférer ou dans la même fonction et d’autres cours à conférer, jusqu’à concurrence d’une charge complète au maximum (cf. article 2 du décret du 24-07-97 précité). Les emplois vacants des fonctions de rang 1 visés par le présent appel sont accessibles aux : 1. membres du personnel nommés à titre définitif : MOD DCA : par demande de changement d’affectation; MOD DCF : par demande de changement de fonction; MOD DM : par demande de mutation; MOD DEC : par demande d’extension de charge. 2. membres du personnel temporaire désignés pour une durée indéterminée : MOD TDIEC : demande d’extension de charge d’un membre du personnel désigné à titre temporaire pour une durée indéterminée. 3. candidats à une désignation à titre temporaire : MOD CTDI : demande de désignation à titre temporaire pour une durée indéterminée : seuls les candidats désignés à durée déterminée pour l’année académique 2010-2011 dans un emploi déclaré vacant lors de l’appel au Moniteur belge du 01-04-10 et les candidats désignés à durée déterminée pour l’année académique 2009-2010 dans un emploi déclaré vacant lors de l’appel au Moniteur belge du 09-04-09, dont la désignation a été reconduite à durée déterminée pour l’année académique 2010-2011 peuvent être désignés à durée indéterminée dans l’emploi vacant qu’ils occupaient, à condition que leur rapport sur la manière de servir établi par le Collège de Direction et soumis au Conseil d’administration porte la mention ″a satisfait″. MOD CTDD : demande de désignation à titre temporaire pour une durée déterminée. Remarque : un rapport sur la manière de servir établi par le Collège de Direction et soumis au Conseil d’Administration est joint dans le cas d’un renouvellement éventuel dans un même cours à conférer et une même fonction.

21501


Les emplois vacants (EV) ou non vacants à attribuer d’une manière temporaire à durée déterminée (TDD) en 2011-2012 dans chacune des implantations de la Haute Ecole Lucia de Brouckère figurent dans le tableau ci-après : N°

Cours à conférer

Volume de la charge

Institution

Catégorie

EV/ENV

Fonction

Matières

1

IAH

ECO

EV

MA

Langue franç aise

Correspondance, rapports et communication; techniques de communication

10/10

2

IAH

ECO

EV

MA

Sciences économiques

Organisation; comptabilité

03/10

3

IAH

ECO

EV-2010

MA

Langues étrangères : espagnol

Espagnol

05/10

4

IAH

ECO

EV-2010

MA

Langues étrangères : néerlandais

Néerlandais

05/10

5

IAH

ECO

EV-2010

MA

Langues étrangères : anglais

Anglais

01/10

6

IAH

AGRO

EV

MA

Architecture des Jardins et du paysage

Etude du paysage; technique de visualisation

01/10

7

IAH

AGRO

EV

MA

Architecture des Jardins et du paysage

Ateliers d’aménagement du territoire et gestion du paysage; techniques d’aménagement; étude du paysage

01/10

8

IAH

PARA

EV

MA

Diététique et Nutrition

Diététique générale; physiologie digestive; épidémiologie nutritionnelle

02/10

9

HE

///

EV2010

MA

Chimie

Gestion de la qualité

10/10

10

HE

///

EV2010

MA

Psychopédagogie

Aide à la réussite

08/10

11

ISPE

PEDA

EV2010

MA

Sciences mathématiques

Mathématiques

05/10

12

SJF

PEDA

EV

MA

Sciences mathématiques

Mathématiques

05/10

13

SJF

PEDA

EV2010

MFP

Ateliers de formation professionnelle


02/10

14

ISPE

PEDA

EV2010

MFP



02/10

15

ISPE

PEDA

EV

MA

Communication

Relations à la communication

02/10

16

ISPE

PEDA

EV

MA

Autre cours à conférer

Neutralité

01/10

17

SJF

PEDA

EV2010

MA

Pédagogie méthodologie

Pédagogie; méthodologie

10/10

18

SJF

PEDA

EV2010

MA

Pédagogie méthodologie

Pédagogie; méthodologie

01/10

19

ISPE

PEDA

EV2010

MA

Psychologie

Psychologie

02/10

20

ISPE

PEDA

EV

MA

Education physique

Education physique

01/10

21

ISPE

PEDA

EV2010

MA

Sciences géographiques

Géographie

03/10

22

ISPE

ECO

EV

MA


Stages

01/10

23

SJF

ECO

EV2010

MA


Anglais

03/10

24

SJF

ECO

EV

MA


Anglais

07/10

25

SJF

ECO

EV2010

MA

Informatique de gestion

Informatique

01/10

26

SJF

ECO

EV

MA

Mathématique

Mathématique financière

02/10

27

SJF

TC

EV2010

MA

Electricité, électronique

Automatisation

01/10

28

SJF

TC

EV

MA


Electricité; électronique; contrôle qualité; applications analogiques

10/10

29

SJF

TC

EV

MA


Techniques digitales

02/10

30

SJF

ECO

EV

MA

Informatique de gestion

Informatique

02/10

31

ISE

ECO

EV

MA


Economie générale; méthodologie des enquêtes de marchés; commerce et institutions européennes; AIP

02/10

32

ISE

ECO

EV

MA


Techniques des approvisionnements et achat; circuits et formes de distribution; AIP

02/10

33

ISE

ECO

EV

MA

Droit

Droit AIP

01/10

international

public;

(1) L’emploi de maître de formation pratique – Atelier de formation professionnelle est un emploi vacant à conférer au maximum pour un mi-temps en vue d’assurer l’encadrement pédagogique des ateliers de formation professionnelle prévu à l’article 18 du décret du 12 décembre 2000 définissant la formation initiale des instituteurs.

21502


Le membre du personnel entrant en ligne de compte pour une désignation à durée déterminée dans cet emploi est exclusivement un enseignant en fonction comme instituteur primaire et régent, nommé ou engagé à titre définitif dans l’enseignement organisé ou subventionné par la Communauté franç aise. Le maître de formation pratique susvisé désigné à titre temporaire pour un mi-temps au maximum continue obligatoirement à exercer un mi-temps au minimum dans l’établissement ou les établissements d’enseignement fondamental ou d’enseignement secondaire, ordinaire ou spécial, organisé(s) ou subventionné(s) par la Communauté franç aise dans le(s)quel(s) il est en fonction. Forme de la Candidature : La demande sera rédigée sur feuille de format A4 d’après le modèle approprié reproduit ci-après : MOD DCA : demande de changement d’affectation; MOD DCF : demande de changement de fonction; MOD DM : demande de mutation; MOD DEC : demande d’extension de charge; Les modèles ″D″ sont réservés uniquement aux seuls membres du personnel nommés à titre définitif; MOD TDIEC : demande d’extension de charge d’un membre du personnel désigné à titre temporaire pour une durée indéterminée (modèle réservé uniquement aux membres du personnel désignés à titre temporaire pour une durée indéterminée); MOD CTDI : demande de désignation à titre temporaire pour une durée indéterminée : seuls les candidats désignés à durée déterminée pour l’année académique 2010-2011 dans un emploi déclaré vacant lors de l’appel au Moniteur belge du 09-04-09 et les candidats désignés à durée déterminée pour l’année académique 2008-2009 dans un emploi déclaré vacant lors de l’appel au Moniteur belge du 23-04-08, dont la désignation a été reconduite à durée déterminée pour l’année académique 2010-2011 peuvent être désignés à durée indéterminée dans l’emploi vacant qu’ils occupaient, à condition que leur rapport sur la manière de servir établi par le Collège de Direction et soumis au Conseil d’administration porte la mention ″a satisfait″; MOD CTDD : demande de désignation à titre temporaire pour une durée déterminée, rapport éventuel d’évaluation en vue d’un renouvellement. La demande mentionnera : l’emploi vacant sollicité repris au tableau ci-avant (fonction, cours à conférer, volume de la charge), l’identité du candidat, ses titres et son expérience utile, la liste de ses publications scientifiques, le relevé de ses diverses expériences professionnelles. La demande sera établie en double exemplaire. Si le candidat sollicite plusieurs emplois vacants, il établira une demande séparée en double exemplaire, pour chaque emploi. Le candidat joindra les annexes 1 et 2 à chaque demande. L’annexe 3 ne concerne que les candidats à l’emploi de maître-assistant en gestion administrative et juridique. Les annexes 4 et 5 ne concernent que les candidats à la fonction de maître de formation pratique dont l’expérience utile n’a pas encore été reconnue CONDITIONS REQUISES Nul ne peut être désigné à titre temporaire s’il ne remplit les conditions suivantes : 1. être belge ou ressortissant d’un autre Etat Membre de l’Union Européenne, sauf dérogation accordée par le Gouvernement, 2. jouir des droits civils et politiques, 3. être porteur d’un des titres requis visés au décret du 8 février 1999 relatif aux fonctions et titres du personnel enseignant des Hautes Ecoles. Les candidats à une désignation à titre temporaire à la fonction de maître de formation pratique doivent en outre justifier une expérience utile reconnue du métier d’au moins deux ans ou d’un an, s’ils étaient en fonction dans une Haute Ecole avant le 1er février 1999 (voir documents à annexer, point d). Aucune expérience utile du métier n’est cependant exigée pour les candidats à une désignation à titre temporaire à la fonction de maître de formation pratique pour les cours de bureautique ayant déjà fonctionné dans ces cours dans les Hautes Ecoles avant le 1er février 1999.


21503

Les candidats à une désignation à titre temporaire à durée déterminée à la fonction de maître de formation pratique – atelier de formation professionnelle – dans un emploi vacant à mi-temps au maximum dans la section normale primaire de la catégorie pédagogique doivent en outre être en fonction, selon le cas, comme instituteur primaire ou régent, nommé ou engagé à titre définitif dans un établissement d’enseignement organisé ou subventionné par la Communauté franç aise. Pour pouvoir exercer les prestations pour lesquelles ils auraient été désignés dans le cadre des Ateliers de formation professionnelle, les membres du personnel n’appartenant pas au réseau de la Communauté franç aise doivent avoir obtenu l’accord préalable de leur pouvoir organisateur exprimé par le biais d’une demande de congé pour exercer une autre fonction ou une fonction mieux rémunérée. 4. s’il s’agit d’une désignation à durée déterminée : remettre, lors de l’entrée en fonction un certificat médical daté de moins de six mois, attestant qu’il se trouve dans des conditions de santé telles qu’il ne puisse mettre en danger celle des étudiants et des autres membres du personnel. s’il s’agit d’une désignation à durée indéterminée : avoir satisfait à un examen médical vérifiant les aptitudes physiques fixées par le Gouvernement. 5. satisfaire aux dispositions légales et réglementaires relatives au régime linguistique, 6. être de conduite irréprochable, 7. avoir satisfait aux lois sur la milice DOCUMENTS A ANNEXER (POUR LES CANDIDATS A UNE DESIGNATION A TITRE TEMPORAIRE) a. un certificat de bonne conduite, vie et mœurs « MODELE 2 », demandé pour accéder à une activité qui relève de l’éducation, de la guidance psycho-médico-sociale, de l’aide à la jeunesse, de la protection infantile, de l’orientation ou de l’encadrement de mineurs (circulaire du er 1 juillet 2002, du Ministre de l’Intérieur Antoine DUQUESNE, adressée aux Gouverneurs de Province et aux Bourgmestres), b. une copie, certifiée conforme du(des) diplôme(s) ou brevet(s) ou certificat(s) requis, c. un certificat de milice modèle 33 délivré par l’administration communale, d. pour les candidats à la fonction de maître de formation pratique : une attestation prouvant une expérience utile du métier d’au moins deux ans ou d’un an, s’ils étaient en fonction dans une Haute Ecole avant le 1er février 1999. Cette expérience utile doit être reconnue comme ayant un rapport avec les cours à conférer. Les candidats à la fonction de maître de formation pratique qui possèdent l’un ou l’autre titres requis à l’annexe 1 du décret du 8 février 1999, précité, mais qui ne peuvent fournir cette attestation, sont invités à introduire, sans attendre une désignation éventuelle, une demande de reconnaissance à titre d’expérience utile des services accomplis soit dans le secteur public ou privé, soit dans un métier ou une profession. Cette demande sera formulée au moyen des documents figurant en annexes 1 et 2 de l’arrêté du Gouvernement du 23 juin 1999 pris en application de l’article 8 du décret du 8 février 1999 et de la circulaire du 3 février 2000 adressée aux Hautes Ecoles. Elle sera introduite, par lettre recommandée à la poste adressée à M. B. GORET, Président de la Commission de reconnaissance d’expérience utile Administration générale des Personnels de l’Enseignement Bureau 3E302 boulevard Léopold II 44 1080 Bruxelles Elle doit comporter tous les éléments permettant à la Commission d’émettre un avis en toute connaissance de cause ainsi que toutes les pièces de nature à contrôler ces éléments. Ce point ne concerne pas les candidats pour les cours de bureautique visés in fine dans la condition figurant au point 3 repris ci-avant. INTRODUCTION DES CANDIDATURES Les personnes intéressées doivent adresser leur candidature au : Directeur-Président Haute Ecole Lucia de Brouckère avenue Emile Gryzon 1 1070 Bruxelles au plus tard 15 jours ouvrables à partir de la date de parution au Moniteur belge de l’appel (le cachet de la poste faisant foi). Les candidatures doivent être introduites par une lettre recommandée à la poste et dans la forme fixée par le présent appel.

21504



21505

21506



21507

21508



21509

21510



21511

21512



21513

21514



21515

(11432)

21516

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Châtelet

Actes judiciaires et extraits de jugements Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen

Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil

Suite à la requête déposée le 6 janvier 2011, par ordonnance du juge de paix du canton de Châtelet, rendue le 21 mars 2011, Mme Alice Lardinois, née à Auvelais le 20 mars 1929, domiciliée à 6200 Châtelet, rue de Couillet 44, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Gérard Hucq, avocat dont le cabinet est sis à 6240 Farciennes, rue Albert Ier 236. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Christine Plateau. (63932)

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek

Désignation d’administrateur provisoire Aanstelling voorlopig bewindvoerder

Justice de paix du second canton d’Anderlecht

Suite à la requête déposée le 24 février 2011, par ordonnance du juge de paix du canton de Châtelet, rendue le 21 mars 2011, M. Luciano Gristina, né à Charleroi le 23 septembre 1974, domicilié à 6200 Châtelet, résidence Normandie 49, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Laetitia Mainas, avocat dont le cabinet est sis à 6200 Châtelet, rue du Rempart 11. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Christine Plateau. (63933)

Par ordonnance du juge de paix du second canton d’Anderlecht, en date du 7 mars 2011, la nommée Mme Rimaux, Maria Philomena, née à Anderlecht le 27 juin 1938, veuve, domiciliée « Résidence du Golf » à 1070 Anderlecht, rue du Sillon 121, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire étant Mme Dielemans, Carine, domiciliée à 1070 Anderlecht, avenue Adolphe Willemijns 327. Pour extrait conforme : la greffière déléguée, (signé) Helga Asselman. (63929)

Suite à la requête déposée le 23 février 2011, par ordonnance du juge de paix du canton de Châtelet, rendue le 21 mars 2011, M. Guy Lorent, né à Charleroi le 12 août 1963, domicilié à 6200 Châtelet, rue Ferrer 197, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Luc Collart, avocat dont le cabinet est sis à 6000 Charleroi, quai de Brabant 12. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Christine Plateau. (63934)

Justice de paix du canton de Beauraing-Dinant-Gedinne, siège de Dinant Justice de paix du canton d’Enghien-Lens, siège de Lens Par ordonnance du juge de paix du canton de Beauraing-DinantGedinne, siège de Dinant, prononcée le 22 mars 2011, déclarons que Mme Delville, Maria, née à Tourinnes-la-Grosse le 11 octobre 1930, domiciliée à 5500 Dinant, rue Ariste Caussin 99C/301, est hors d’état de gérer ses biens, désignons en qualité d’administrateur provisoire, avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c du Code civil, Me Scaillet, Roxane, avocat, dont les bureaux sont établis à 5520 Onhaye, place Collignon 13. Pour extrait conforme : le greffier assumé, (signé) Eddy Besohé. (63930)

Suite à la requête déposée le 2 mars 2011, par ordonnance du juge de paix du canton d’Enghien-Lens, siège de Lens, rendue le 23 mars 2011, M. François Waszak, né à Maricourt le 22 janvier 1925, domicilié à 7331 Saint-Ghislain, RHMS, rue Louis Caty 140, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de sa nièce, Mme Marie-Christine Mielcarek, domiciliée à 7330 Saint-Ghislain, rue des Petites Préelles 100. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Marcel Delavallée. (63935)

Justice de paix du deuxième canton de Charleroi Justice de paix du canton de Fléron

Par ordonnance de M. le juge de paix du deuxième canton de Charleroi, rendue le 23 mars 2011, la nommée Marie-Eve Bisarello, née à Charleroi le 13 juillet 1984, domiciliée à 6001 Marcinelle, rue Jules Destrée 102/0001, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire de biens en la personne de Me Desart, Vincent, avocat à 6000 Charleroi, boulevard Pierre Mayence 35.

Suite à la requête déposée le 3 février 2011, par ordonnance du juge de paix du canton de Fléron, rendue le 7 mars 2011, Mme Chaudoir, Annie, née à Vaux-sous-Chèvremont le 8 juin 1924, pensionnée, domiciliée à 4051 Chaudfontaine, rue de Chèvremont 53, résidant à « La Sapinière », rue Fond des Maçons 30, 4051 Chaudfontaine, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Gerardy, Lucie, avocat, domiciliée à 4880 Aubel, rue de la Station 47.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Jean-Marie Demarteau. (63931)

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth. (63936)

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Forest

Par ordonnance du juge de paix du canton de Forest, en date du 17 mars 2011, sur requête déposée le 1er mars 2011, Mme Danielle Jacqueline De Clerck, née à Anderlecht le 26 juin 1940, domiciliée à 1190 Forest, avenue Saint-Augustin 10/0003, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire étant Defays, Christiane, avocat, ayant son cabinet à 1190 Forest, rue du Vignoble 44. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Patrick De Clercq. (63937)

Justice de paix du canton de Gembloux-Eghezée, siège de Gembloux

Suite à la requête déposée le 12 janvier 2011, par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Gembloux-Eghezée, siège de Gembloux, rendue le 22 mars 2011, le nommé M. Joseph Alexandre François Léon Ghislain Kest, né à Chastre-Villeroux-Blanmont le 6 octobre 1932, veuf de Claus, Lydie, domicilié à 5140 Ligny (Sombreffe), rue des Communes 13, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Karl Steinier, avocat, dont les bureaux sont situés à 5004 Bouge (Namur), rue des Faucons 61. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Fabienne Rouer. (63938)

Suite à la requête déposée le 17 janvier 2011, par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Gembloux-Eghezée, siège de Gembloux, rendue le 22 mars 2011, le nommé M. Sekou Sylla, né à Boffa (Guinée) le 31 décembre 1992, domicilié à 5030 Gembloux, Association Joseph Denamur, Centre El Paso, rue de Mazy 1, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Baudhuin Rase, avocat, dont le cabinet est établi à 5100 Jambes (Namur), boulevard de la Meuse 25. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Fabienne Rouer. (63939)

21517

Suite à la requête déposée le 28 février 2011, une ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 23 mars 2011 a déclaré M. Auguste, Jean-Michel Jacques Henri, né à Liège le 3 décembre 1973, domicilié à 4020 Liège, place Saint Pholien 3/0041, résidant à 4000 Liège, rue Professeur Mahaim 84, incapable de gérer ses biens et a, en conséquence, été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Vandenbeylaardt, Lise, avocate à 4600 Visé, rue de Berneau 3. Liège, le 23 mars 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gavage, Jean-Claude. (63942)

Suite à la requête déposée le 26 janvier 2011, une ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 23 mars 2011 a déclaré Mme Hennuy, Christel Martine Laurence, née à Seraing le 6 mai 1984, domiciliée à 4000 Liège, place Saint-Jacques 13 (adresse de référence), résidant à 4000 Liège, rue Montagne Sainte-Walburge 4A, incapable de gérer ses biens et a, en conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me François, Christine, avocate à 4000 Liège, quai de Rome 1/032. Liège, le 23 mars 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gavage, Jean-Claude. (63943)

Suite à la requête déposée le 2 mars 2011, une ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 23 mars 2011 a déclaré Mme Heuskin, Michèle Jeanne Jacqueline, née à Liège le 30 juin 1948, domiciliée à 4000 Liège, boulevard Piercot 4/13, résidant à 4100 Seraing, rue Laplace 40, incapable de gérer ses biens et a, en conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Jammaer, Thierry, avocat, à 4000 Liège, rue de Campine 293. Liège, le 23 mars 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gavage, Jean-Claude. (63944)

Justice de paix du premier canton de Huy Justice de paix du troisième canton de Liège Suite à la requête déposée le 17 février 2011, par jugement du juge de paix du premier canton de Huy, rendu le 23 mars 2011, M. Jacques Jules Ghislain Marie de Munck, né à Couthuin le 2 décembre 1946, domicilié à 4570 Marchin, parc des Dix Bonniers 23, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Liliane Jenne Hélène Vincent, domiciliée à 4570 Marchin, parc des Dix Bonniers 23. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Laurence, Haond. (63940)

Justice de paix du deuxième canton de Liège

Suite à la requête déposée le 10 mars 2011, une ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 23 mars 2011 a déclaré M. Van Reeth, Guy Yvon Alex Gérard, né a Oupeye le 18 août 1988, domicilié à 4000 Liège, rue Fabry 16, incapable de gérer ses biens et a, en conséquence, été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Gillis, Marielle, avocate à 4000 Liège, rue SainteVéronique 20. Liège, le 23 mars 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gavage, Jean-Claude. (63941)

Suite à la requête déposée le 25 février 2011, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 21 mars 2011, M. Emmanuel Bonfond, né à Liège le 26 mai 1966, domicilié à 4920 Aywaille, rue de Bastogne 92/c, résidant à 4000 Liège, Montagne Sainte-Walburge 4A, Agora, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Françoise Girouard, domiciliée à 4000 Liège, rue Gilles Demarteau 8. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Dumoulin, Pascal. (63945)

Suite à la requête déposée le 4 février 2011, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 21 mars 2011, Mme Marie Legros, née le 1er février 1924, domiciliée à 4560 Clavier, route de Liège 7, résidant à 4000 Liège, Montagne Sainte-Walburge 4B, Ipal site Le Peri, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme l’avocat Marielle Donne, domiciliée à 4171 Comblain-au-Pont, place Puissant 13. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Dumoulin, Pascal. (63946)

21518


Suite à la requête déposée le 10 mars 2011, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 21 mars 2011, M. Jules Riga, né à Ciney le 21 juin 1942, domicilié à 5590 Ciney, rue du Chêne 1, résidant à 4000 Liège, Montagne Sainte-Walburge 4B, Le Peri, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Christian Van Langenacker, avocat, domicilié à 4000 Liège, rue Agimont 3. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Dumoulin, Pascal. (63947)

Suite à la requête déposée le 25 février 2011, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 21 mars 2011, Mme MarieThérèse Bawin, née à Liège le 21 octobre 1958, domiciliée à 4040 Herstal, esplanade de la Paix 6/124, résidant à 4000 Liège, Montagne SainteWalburge 4A, Agora, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Sophie Thiry, domicilié à 4000 Liège, rue Paul Delvaux 2. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Dumoulin, Pascal. (63948)

Justice de paix du canton de Nivelles

Suite à la requête déposée le 3 mars 2011, par ordonnance du juge de paix du canton de Nivelles, rendue le 17 mars 2011, M. Marc Vanwelkenhuyzen, né à Bruxelles le 19 juillet 1972, domicilié à 1400 Nivelles, rue Georges Willame 27, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Gilles Oliviers, avocat à 1040 Etterbeek, avenue de la Chasse 132. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Anne-Marie Farin. (63953)

Suite à la requête déposée le 11 mars 2011, par décision du juge de paix du canton de Saint-Nicolas, rendue le 23 mars 2011, Mme Gabrielle Roster, née à Liège le 23 mars 1925, domiciliée rue des Boutisses 52 à 4420 Saint-Nicolas, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Claude Philippart de Foy, avocat dont l’étude est sise quai des Tanneurs 24 à 4020 Liège. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Sarlet, Léa. (63954)

Justice de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg

Par ordonnance du juge de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg en date du 16 mars 2011, le nommé Ernst, Albert, né à Moresnet le 21 juin 1935, domicilié et résidant à la maison de repos « Domaine du Bel’Fays » à 4830 Limbourg, avenue Reine Astrid 85, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire étant Bourguet, Bernadette, avocat, dont le cabinet est établi à 4830 Limbourg, rue Guillaume Maisier 17. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Chantal Houyon. (63949)

Suite à la requête déposée le 22 février 2011, par décision du juge de paix du canton de Saint-Nicolas, rendue le 23 mars 2011, M. Denis Zanatta, né à Waremme le 18 septembre 1959, domicilié rue HautDouy 39 à 4430 Ans, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme MarieHélène Bastin, née à Liège le 9 février 1958, domiciliée rue HautDouy 39 à 4430 Ans. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Sarlet, Léa. (63955)

Justice de paix du premier canton de Schaerbeek Par ordonnance du juge de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg en date du 16 mars 2011, la nommée Boniver, Georgette, née à Verviers le 17 décembre 1928, domiciliée et résidant à la maison de repos « Belœil » à 4841 Henri-Chapelle, chaussée de Liège 47, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire étant Halleux, Geneviève, avocate, dont le cabinet est établi à 4800 Verviers, rue Laoureux 37. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Chantal Houyon. (63950)

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Schaerbeek, en date du 16 mars 2011, la nommée Lepoivre, Gilberte, née à PetitRœulx-lez-Braine le 23 avril 1939, domiciliée à 1030 Schaerbeek, rue Thomas Vinçotte 36, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire étant Derveaux, Dominique, avocat, dont le cabinet est établi à 1050 Bruxelles, avenue Louise 50. Pour copie conforme : le greffier délégué, (signé) Michaël Schippefilt. (63956)

Justice de paix du premier canton de Mons

Suite à la requête déposée le 10 février 2011, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Mons, rendue le 11 mars 2011, Mme Josiane Rose Cleves, née à Trivières le 18 juin 1948, domiciliée à 7110 La Louvière, rue du Croquet 2, résidant à l’hôpital « Le Chêne aux Haies », chemin du Chêne-aux-Haies 24 à 7000 Mons, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Eric Soccio, domicilié à 7000 Mons, boulevard Sainctelette 46. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Christian Chatelle. (63951)

Suite à la requête déposée le 3 juin 2008, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Mons, rendue le 4 mars 2011, Mme AnneMarie Hoyois, née à Jurbise le 17 décembre 1949, domiciliée à 7033 Mons, rue de l’Espinette 42, résidant à l’hôpital « Le Chêne aux Haies », chemin du Chêne-aux-Haies 24 à 7000 Mons, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Olivier Lesuisse, avocat, domicilié à 7000 Mons, Croix-Place 7. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Christian Chatelle. (63952)

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Schaerbeek, en date du 16 mars 2011, la nommée Badoudi, Ghizlaine, née à Bruxelles le 21 juin 1990, domiciliée à 1030 Schaerbeek, rue des Palais 298, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire étant Valvekens, Sandrine, avocat, dont le cabinet est établi à 1050 Ixelles, rue de Livourne 45. Pour copie conforme : le greffier délégué, (signé) Michaël Schippefilt. (63957)

Justice de paix du second canton de Tournai

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue le 4 mars 2011, Fiacre, André, né à Péruwelz le 26 septembre 1956, domicilié à 7500 Tournai, rue Piquet 18/1, résidant au CRP « Les Marronniers », pavillon « Les Pins » à 7500 Tournai, rue des Fougères 35 a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’une administratrice provisoire en la personne de Waignein, Michèle, avocate, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, boulevard du Roi Albert 51. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Emmanuelle Wallez. (63958)

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue le 14 mars 2011, Neyts, Jonathan, né à Tournai le 7 janvier 1985, domicilié à 7600 Péruwelz, rue de Roucourt 23, résidant au CRP « Les Marronniers », pavillon « Les Frênes » à 7500 Tournai, rue des Fougères 35 a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Vanneste, Damien, avocat, domicilié à 7600 Péruwelz, boulevard Léopold III 88. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Emmanuelle Wallez. (63959)

Justice de paix du canton de Visé

Par décision prononcée par Mme le juge de paix du canton de Visé, le 17 mars 2011, Mme Thonet, Yvette, née à Houtain-Saint-Siméon le 7 février 1929, domiciliée rempart des Arbalétriers 8/A1 à 4600 Visé, résidant à la « Clairefontaine », rue de la Fontaine 76 à 4600 Visé, a été déclarée incapable de gérer ses biens, et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Eliane Ramaekers, domiciliée à 4600 Visé, rue de l’Ecluse 80. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Darcis, Marie-Noëlle. (63960)

21519

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift werd neergelegd op 21 februari 2011. Aalst, 24 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Luc Renneboog. (63963)

Vredegerecht van het derde kanton Antwerpen

Bij vonnis van de vrederechter van het derde kanton Antwerpen, verleend op 17 maart 2011, werd D’Hondt, Marie José, geboren op 7 december 1926, wonende te 2600 Antwerpen, Haachtstraat 38, ZNA Hoge Beuken, 2660 Antwerpen (Hoboken), Cdt. Weynsstraat 165, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : De Smet, Carla, geboren te Berchem op 10 juni 1957, wonende te 2600 Antwerpen, Haachtstraat 36. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 23 februari 2011. Antwerpen, 24 maart 32011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Patrik Rietjens. (63964)

Vredegerecht van het vijfde kanton Antwerpen Justice de paix du canton de Waremme

Suite à la requête déposée le 21 février 2011, par décision du juge de paix de Waremme, rendue le 17 mars 2011, Mme Nelis, Michelle, née à Liège le 1er octobre 1976, domiciliée à 4300 Waremme, rue des Alouettes, allée 1 n° 28, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Gob, Marylin, avocat, dont les bureaux sont établis à 4300 Waremme, avenue Ed. Leburton 97/1. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) Léonard, Anne. (63961)

Bij vonnis van de vrederechter van het vredegerecht Antwerpen-5, verleend op 4 maart 2011, werd Van Peteghem, Frans Theophiel Maria, geboren te Eksaarde op 17 maart 1926, wonende te 2070 Zwijndrecht, Adhemar Borinstraat 42, doch verblijvende in het WZC De Regenboog, te 2070 Zwijndrecht, Regenbooglaan 14, niet in staat verklaard om zelf zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder, zijn dochter : Van Peteghem, Anna Maria, geboren te Wilrijk op 3 augustus 1954, wonende te 2560 Nijlen, Oude Bevelsesteenweg 129. Antwerpen, 24 maart 2011. De hoofdgriffier, (get.) Huysmans, François. (63965)

Vredegerecht van het kanton Deinze Vredegerecht van het eerste kanton Aalst

Bij vonnis van de vrederechter van het eerste kanton Aalst, verleend op 23 maart 2011, werd Dumanli, Mehmet, geboren te Aalst op 11 oktober 1992, wonende te 9300 Aalst, Bert Van Hoorickstraat 46A, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Ruyssinck, Jo, advocaat, te 9340 Lede, Kasteeldreef 44. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift werd neergelegd op 22 februari 2011. Aalst, 24 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Luc Renneboog. (63962)

Bij vonnis van de vrederechter van het eerste kanton Aalst, verleend op 23 maart 2011, werd Veldeman, Petra, geboren te Aalst op 9 juni 1980, wonende te 9340 Lede, Smesweg 9, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Quintijn, Reine, advocaat, te 9340 Lede, Poortendries 53.

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Deinze, verleend op 23 maart 2011, werd Deconinck, Yolanda, geboren te Petegem-aan-deleie op 23 augustus 1941, verblijvende te 9800 Deinze, R.V.T. Sint-Jozef, Kortrijksesteenweg 61, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Nichels, Frank, advocaat, met kantooradres te 9831 Deurle, Pontstraat 88. Deinze, 23 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Dora Stevens. (63966)

Vredegerecht van het eerste kanton Brugge

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kanton Brugge, d.d. 18 maart 2011, werd De Vadder, Patrick, geboren te Brugge op 28 april 1971, wonende en verblijvende in het SintAmandusinstituut, te 8730 Beernem, Reigerlostraat 10, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Vandermersch, Caroline, advocaat, met kantoor te 8340 Damme, Vossenberg 10. Brugge, 24 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) Gregory De Poorter. (63967)

21520


Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kanton Brugge, d.d. 21 maart 2011, werd Beuckelaere, Simonne, geboren te Koekelare op 31 oktober 1929, wonende te 8310 Assebroek (Brugge), Wiermeers 10, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Leys, Pascal, advocaat, met kantoor te 8000 Brugge, Ezelpoort 6. Brugge, 24 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) Gregory De Poorter. (63968)

Vredegerecht van het kanton Diksmuide

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Diksmuide, verleend op 21 maart 2011, werd Deraedt, Maria, geboren te Woumen op 8 juni 1922, wonende te 8600 Diksmuide, IJzerheemplein 1, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Decruyenaere, Ann, advocate, wonende te 8600 Diksmuide, Kaaskerkestraat 164. Diksmuide, 22 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Ingrid Janssens. (63973)

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kanton Brugge, d.d. 18 maart 2011, werd Senesael, Herman, geboren te Roeselare op 28 juni 1957, wonende te 8400 Oostende, Gelijkheidstraat 1/ 0002, doch thans verblijvende in het Sint-Amandusinstituut, te 8730 Beernem, Reigerlostraat 10, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Vandermersch, Caroline, advocaat, met kantoor te 8340 Damme, Vossenberg 10. Brugge, 24 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) Gregory De Poorter. (63969)

Vredegerecht van het kanton Eeklo

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Eeklo, verleend op 22 maart 2011, werd De Smet, Mariëtta, geboren te Eeklo op 27 november 1931, wonende te 9900 Eeklo, Tieltsesteenweg 25, met keuze van woonst bij notaris Frank De Raedt, te 9950 Waarschoot, Schoolstraat 60, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Claeys, Franco, wonende te 9950 Waarschoot, Olmenstraat 26, met keuze van woonst bij notaris Frank De Raedt, te 9950 Waarschoot, Schoolstraat 60. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Sabrina De Pauw. (63974)

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kanton Brugge, d.d. 18 maart 2011, werd Paternoster, Filip, geboren te Brugge op 10 juni 1960, wonende en verblijvende in het Sint-Amandusinstituut, te 8730 Beernem, Reigerlostraat 10, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Ducheyne, Filip, advocaat, met kantoor te 8310 Assebroek (Brugge), Baron Ruzettelaan 417. Brugge, 24 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) Gregory De Poorter. (63970)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Eeklo, verleend op 22 maart 2011, werd Goossens, Ghislain, geboren te Maldegem op 5 november 1936, wonende te 9990 Maldegem, Kraailokerkweg 12, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Van Asch, Veronique, advocaat, te 9000 Gent, Suzanne Lilarstraat 91, bus 201, stellen aan als vertrouwenspersoon : Goossens, Karoline, wonende te 9990 Maldegem, Kraailokerkweg 4. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Sabrina De Pauw. (63975)

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kanton Brugge, d.d. 18 maart 2011, werd Hessens, Esperance, geboren te Brugge op 21 mei 1927, wonende te 8310 Assebroek (Brugge), Kongostraat 90, doch thans verblijvende in het R.V.T. Zeventorentjes (Kamer 201B), Sint-Lucaslaan 50, te 8310 Assebroek (Brugge), niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Coucke, Luc, advocaat, met kantoor te 8300 Brugge, Cordoeaniersstraat 17. Brugge, 24 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) Gregory De Poorter. (63971)

Vredegerecht van het kanton Genk

Vonnis, d.d. 21 maart 2011, verklaart Brans, Alice Maria Lambertina, geboren te Munsterbilzen op 6 augustus 1929, gedomicilieerd in het rusthuis Heiderust, 3600 Genk, Weg naar As 58, niet in staat zelf haar goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Surinx, Marc François Michel, bedrijfsleider, wonende te 3590 Diepenbeek, Jeugdstraat 49. Genk, 24 maart 2011. De hoofdgriffier, (get.) Lode Thijs. (63976)

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kanton Brugge, d.d. 23 maart 2011, werd Van De Kerckhove, Rita, geboren te Haine-Saint-Paul op 7 maart 1956, wonende te 8000 Brugge, Pleinstraat 8, doch thans verblijvende in het AZ Sint-Lucas, Sint-Lucaslaan 29, 8310 Assebroek (Brugge), niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Leys, Pascal, advocaat, met kantoor te 8000 Brugge, Ezelpoort 6. Brugge, 24 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) Gregory De Poorter. (63972)

Verbeterend bericht Vredegerecht van het vierde kanton Gent

In het Belgisch Staatsblad van 8 maart 2011, bl. 15559, akte nr. 62863, betreffende bewindvoering Gisèle Faversienne, de postcode van de voorlopige bewindvoerder is 9041 Oostakker (Gent). (63977)


21521

Vredegerecht van het kanton Grimbergen

Vredegerecht van het kanton Kontich

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Grimbergen, verleend op 17 maart 2011, werd Mevr. Debuyzer, Erna Marie, geboren te Vilvoorde op 16 juli 1955, wonende te Bloemenstraat 5, 1982 Zemst, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg als voorlopig bewindvoerder toegevoegd : Mr. De Munck, Liesbet, advocaat, met kantoor te 1852 Beigem, Eversemsesteenweg 76.

Beschikking, d.d. 22 maart 2011, verklaart Thoen, Miranda, geboren te Deurne op 16 september 1968, gezinshulp, wonende te 2100 Antwerpen, Bisschoppenhoflaan 593, verblijvende UZA Antwerpen, te 2650 Edegem, Wilrijkstraat 20, niet in staat zelf haar goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Thoen, Fredi, geboren te Lauta (Duitsland) op 28 maart 1945, wonende te 2630 Aartselaar, Lindelei 16.

Grimbergen, 24 maart 2011. De hoofdgriffier, (get.) Christiane Vanden Wyngaert. (63978)

Kontich, 23 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Boudrez, Nancy. (63982)

Vredegerecht van het tweede kanton Kortrijk Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Grimbergen, verleend op 17 maart 2011, werd de heer Pletincx, Eddy Robert, geboren te Halle op 22 mei 1959, wonende te Kerkstraat 2, 1670 Pepingen, verblijvende in het Sint-Alexiusinstituut, te 1850 Grimbergen, Grimbergsesteenweg 40, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg als voorlopig bewindvoerder toegevoegd : Mr. De Munck, Liesbet, advocaat, met kantoor te 1852 Beigem, Eversemsesteenweg 76.

Bij beslissing van de vrederechter van het tweede kanton Kortrijk, verleend op 22 maart 2011, werd Margareta Tanghe, wonende te 8870 Izegem, Kapelstraat 1, benoemd als voorlopige bewindvoerder over Decoker, Denise, geboren te Poperinge op 22 december 1921, verblijvende in het WZC Lichtendal, te 8500 Kortrijk, E. Sabbelaan 2, met de algemene bevoegdheid zoals voorzien in artikel 488bis, f van het Burgerlijk Wetboek. Kortrijk, 24 maart 2011. De griffier, (get.) Claus, Nathalie.

Grimbergen, 24 maart 2011.

(63983)

De hoofdgriffier, (get.) Christiane Vanden Wyngaert. (63979) Vredegerecht van het kanton Mechelen Vredegerecht van het kanton Haacht

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Haacht, verleend op 24 maart 2011, werd Denise Hortensia, Scheepmans, geboren te Leuven op 20 januari 1961, wonende te 3001 Heverlee (Leuven), Doleegstraat 21, verblijvende te Vlasselaar 3, 3111 Wezemaal (Rotselaar), niet in staat haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Scheepmans, Patrick Christiaan, geboren te Leuven op 20 juni 1963, informatiebemiddelaar, wonende te 3001 Heverlee (Leuven), Doleegstraat 2.

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Mechelen, verleend op 14 maart 2011, werd De Boeck, Victor Ludovica Alfons, geboren te Leest op 24 juli 1926, verblijvende in Huize Sinte-Angela, te 2861 SintKatelijne-Waver, Bosstraat 9/A000, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Vannueten, Nancy, advocaat, te 2861 Sint-Katelijne-Waver, Dijk 21/2. Het verzoekschrift werd neergelegd op 10 februari 2011. Mechelen, 23 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Vanessa Van Lent. (63984)

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 7 maart 2011. Haacht, 24 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Peeters, Annika. (63980)

Vredegerecht van het kanton Halle

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Mechelen, verleend op 23 maart 2011, werd Van Humbeeck, Lucienne Melanie Celestine, geboren te Mechelen op 27 november 1934, wonende te 2812 Muizen (Mechelen), Vennecourtlaan 66, verblijvende in Home Battenbroek, te 2800 Walem (Mechelen), Battenbroek 1, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : De Neys, Henri Gabriëlle Charles Antoine, geboren te Mechelen op 9 januari 1931, wonende te 2812 Muizen (Mechelen), Vennecourtlaan 66. Het verzoekschrift werd neergelegd op 10 maart 2011.

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Halle, verleend op 11 maart 2011, werd Cleris, Jeanne, geboren te Brussel op 15 september 1924, wonende te 1601 Ruisbroek, Alfons Vandenboschstraat 2, bus 2, verblijvende WZC Sint-Augustinus, Monsigneur Senciestraat 4, te 1500 Halle, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : De Puydt, An, advocaat, met kantoor te 1700 Dilbeek, Verheydenstraat 61, en als vertrouwenspersoon : Gaëtant, Jacqueline, wonende te 1601 Ruisbroek, Meerweg 70. Halle, 23 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Verena De Ridder. (63981)

Mechelen, 24 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Peter Vankeer. (63985)

Vredegerecht van het kanton Mol

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Mol, verleend op 17 maart 2011, werd Huysmans, Maria Augusta Josepha, geboren te Mol op 21 juli 1943, gedomicilieerd en verblijvende in het Woonzorgcentrum « Witte Meren », te 2400 Mol, Collegestraat 69, niet in staat verklaard om zelf haar goederen te beheren en werd haar toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Stessens, Eef, advocaat, kantoorhoudende te 2400 Mol, Colburnlei 22.

21522


Mol, 24 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Willy Huysmans. (63986)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Mol, verleend op 17 maart 2011, werd Smeyers, Maria Gerarda Julia, geboren te Mol op 8 oktober 1919, gedomicilieerd en verblijvende in het Woonzorgcentrum « Ten Hove », te 2400 Mol, Jakob Smitslaan 26, niet in staat verklaard om zelf haar goederen te beheren en werd haar toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Stessens, Eef, advocaat, kantoorhoudende te 2400 Mol, Colburnlei 22. Mol, 24 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Willy Huysmans. (63987)

Vredegerecht van het kanton Zandhoven

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zandhoven, uitgesproken op 24 maart 2011, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neergelegd op 11 maart 2011, werd aan Franciscus Ludovicus Dingenen, van Belgische nationaliteit, ongehuwd, geboren te Antwerpen op 6 april 1941, wonende en verblijvende te 2980 Zoersel, Kerkstraat 20, als voorlopige bewindvoerster toegevoegd : Mr. Patricia Van Gelder, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor te 2600 Berchem (Antwerpen), Grotesteenweg 638. Zandhoven, 24 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Willy Van Thielen. (63992)

Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind Het vonnis van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden, verleend op 22 maart 2011, verklaart Verstappen, Godfried, geboren te Leopoldsburg op 11 december 1926, wonende te 3970 Leopoldsburg, De Wittelaan 6/1, verblijvende P.C. Ziekeren, Halmaalweg 2, te 3800 Sint-Truiden, niet in staat zelf zijn goederen te beheren en voegt toe als voorlopige bewindvoerder : Pellens, Adriaan, advocaat, te 3910 Neerpelt, Dorpsstraat 21. Sint-Truiden, 23 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Marina Derwael. (63988)

Vredegerecht van het kanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Veurne

Vonnis uitgesproken door de vrederechter van het kanton VeurneNieuwpoort, zetel Veurne, d.d. 15 maart 2011, verklaart Chevalier, Julien, geboren te Boussu op 21 februari 1993, wonende te 8432 Middelkerke, Patrijsstraat 47, verblijvende V.O.C. De Rozenkrans, te 8670 Koksijde, Albert I-Laan 54, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Vanspeybrouck, Nicolas, advocaat, kantoorhoudende te 8660 De Panne, Markt 10. Veurne, 24 maart 2011. De hoofdgriffier, (get.) Gina Huyghe. (63989)

Vonnis uitgesproken door de vrederechter van het kanton VeurneNieuwpoort, zetel Veurne, d.d. 17 maart 2011, verklaart Ameel, Maria, geboren te Lichtervelde op 18 augustus 1921, wonende te 8660 De Panne, Duinhoekstraat 83, verblijvende Koningin Elisabeth Instituut, te 8670 Koksijde, Dewittelaan 1, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Gevaert, Franka, advocaat, kantoorhoudende te 8630 Veurne, Sasstraat 14. Veurne, 24 maart 2011. De hoofdgriffier, (get.) Gina Huyghe. (63990)

Vonnis uitgesproken door de vrederechter van het kanton VeurneNieuwpoort, zetel Veurne, d.d. 17 maart 2011, verklaart Hennebert, Marguerite, wonende te 8670 Koksijde, Abdijstraat 46, verblijvende Koningin Elisabeth Instituut, te 8670 Koksijde, Dewittelaan 1, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Allaert, Stefanie, advocaat, met kantoor te 8600 Diksmuide, Fabriekstraat 4, bus 1. Veurne, 24 maart 2011. De hoofdgriffier, (get.) Gina Huyghe. (63991)

Justice de paix du second canton de Verviers

Suite à la requête déposée le 28 janvier 2011, par ordonnance du juge de paix du second canton de Verviers, rendue le 24 mars 2011, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 25 mai 2007, à l’égard de Mme Hertay, Alberte Mélanie Marie Joseph, née à Soiron le 25 octobre 1922, domiciliée de son vivant rue du Palais 86/12 à 4802 Verviers, mais résidant de son vivant à la maison de repos « La Lainière », rue de Heusy 95 à 4800 Verviers, cette personne étant décédée en date du 27 novembre 2010, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire à savoir Mme Brimbois, Paulette Prospérine Joséphine Colette, domiciliée place Joseph Briamont 15 à 4801 Verviers. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Hendrick, Christine. (63993)

Justice de paix du second canton de Wavre

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 23 mars 2011, il a été constaté que la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 26 novembre 2009 a pris fin suite au décès de M. Francizkow, Bronislaw, né à Pilatkowse (Pologne) le 1er janvier 1922, domicilié à 1340 Ottignies-Louvain-la-Neuve, avenue des Combattants 93, décédé à Ottignies-Louvain-la-Neuve le 14 mars 2011. Par conséquent, après dépôt d’un rapport de gestion, il a été mis fin à la mission de son administrateur provisoire, Me Philippe Roche, avocat à 1348 Ottignies-Louvain-la-Neuve, rue de Clairvaux 40/202. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Christine Hermant. (63994)

Justice de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre

Par ordonnance rendue le 14 mars 2011, le juge de paix de WoluweSaint-Pierre constate que par le décès de la personne protégée, Mme Jacqueline Boutfeu, née le 23 février 1929, domiciliée de son vivant à 1200 Bruxelles, rue de la Charrette 27, l’ordonnance rendue par ce siège le 15 novembre 1999 désignant Mme Dominique Silance, avocat, dont les bureaux sont sis à 1060 Bruxelles, chaussée de Charleroi 138/5, en qualité d’administrateur provisoire de la personne préqualifiée, cesse de produire ses effets à dater du 4 février 2011. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Isabelle Steels. (63995)

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het kanton Bilzen

21523

Vredegerecht van het kanton Haacht

Beschikking d.d. 23 maart 2011. Verklaart Mr. Bollen, Margareta, advocate, met kantoor te 3740 Bilzen, Spurkerweg 34, aangesteld bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Bilzen, op 10 april 1992 (rolnummer 1993 - Rep. R. 933/1992), tot voorlopig bewindvoerder over Loos, Philomina Maria, geboren te Wijchmaal op 7 december 1933, in leven wonende te 3740 Bilzen, Medisch Centrum Sint-Jozef, Abdijstraat 2, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 april 1992, onder nr. 6644, ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is te Bilzen op 4 maart 2011.

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Haacht, verleend op 22 maart 2011, werd Lucien Julia Buelens, geboren te Nederokkerzeel op 24 juli 1954, wonende te 3191 Hever (Boortmeerbeek), Heihoekweg 10, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Haacht, op 10 mei 2010 (rolnummer 10A256 Rep. R. 855/2010), tot voorlopig bewindvoerder over Anna Lukinowa, geboren te Trychibinka (USSR) op 3 maart 1923, laatst verblijvende in rusthuis Ravestein, te 3191 Hever (Boortmeerbeek), Bovylaan 2, met ingang van heden ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Haacht, 24 maart 2011.

Bilzen, 14 maart 2011. De griffier, (get.) Ria Merken. (63996)

Beschikking d.d. 23 maart 2011. Verklaart Wouters, Eric, advocaat, met kantoor, gevestigd te 3600 Genk, Collegelaan 14, bus 3, aangewezen bij beslissing verleend door de vrederechter vredegerecht Genk, op 7 februari 2007 (rolnummer 07A148 - Rep. nr. 404/2007), tot voorlopig bewindvoerder over Hugens, Maria, geboren te Sint-Niklaas op 29 september 1929, voorheen wonende te 8550 Zwevegem, Vredelaan 41, verblijvende rusthuis De Olijfboom, te 3600 Genk, Erfstraat 9, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 februari 2007, blz. 27801 en onder nr. 61762), met ingang van 8 februari 2011, ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Genk, 23 maart 2011. De hoofdgriffier, (get.) Lode Thijs. (63997)

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Discart, Mia. (64000)

Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder Justice de paix du canton de Jette

Suite à la requête déposée le 14 mars 2011, par jugement du juge de paix du canton de Jette, rendu le 18 mars 2011, il a été mis fin à la date du 18 mars 2011, au mandat de Kandjamba Bulembu, Mimiche, domiciliée à 1080 Molenbeek-Saint-Jean, rue Fernand Brunfaut 35/45, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Umba-Yombe, née le 25 novembre 1962 à Boma (Congo), domiciliée à 1081 Koekelberg, « Simonis », avenue de Jette 2, et a été désignée en qualité de nouvel administrateur provisoire, Me Sandrine Valvekens, avocat à 1050 Bruxelles, rue de Livourne 45. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Veronica Hubrich. (64001)

Beschikking d.d. 28 februari 2011. Verklaart Vollrath, Erna Paula Werner Jose, geboren te Genk op 4 april 1954, wonende te 3520 Zonhoven, Saarbroekweg 58, aangewezen bij beslissing verleend door de vrederechter vredegerecht Genk, op 4 juli 2008 (rolnummer 08A1204 - Rep. R. nr. 2702/2008), tot voorlopig bewindvoerder over Bijloos, Lucienne Louisa Henriette Aldegonde, geboren te Genk op 18 augustus 1920, gedomicilieerd in het rusthuis Heiderust, te 3600 Genk, Weg Naar As 58, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 juli 2008, blz. 36762 en onder nr. 67963), met ingang van 22 februari 2011, ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Genk, 24 maart 2011. De hoofdgriffier, (get.) Lode Thijs. (63998)

Justice de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean

Suite à la requête déposée le 13 septembre 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, rendue le 17 mars 2011, M. Zugic, Zian, né à Mons le 9 décembre 1987, domicilié à 1080 Molenbeek-Saint-Jean, rue F. Brunfaut 2/6, un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Me Six, Anne, avocat, domiciliée à 1080 Molenbeek-Saint-Jean, rue des Houilleurs 2, en remplacement de Me Joly, Nathalie, avocat. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Martine Rimaux. (64002)

Vredegerecht van het eerste kanton Gent Justice de paix du premier canton de Mons Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, verleend op 23 maart 2011, werd Abbeloos, Ilse, advocate, met kantoor, te 9000 Gent, Fortlaan 28, aangesteld als voorlopig bewindvoerder bij beschikking verleend door de vrederechter van het eerste kanton Gent, op 7 oktober 2010, over de goederen van Benoodt, Albert, geboren te Halluin (Frankrijk) op 25 april 1918, laatst wonende te 9000 Gent, Malachietstraat 50, laatst verblijvende te 9000 Gent, WZC wonen op Ramen en Poel, Poel 14, ontlast van haar ambt als voorlopige bewindvoerder ingevolge het overlijden van Benoodt, Albert op 27 februari 2011. Gent, 24 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Smet, Ellen. (63999)

Suite à la requête déposée le 31 janvier 2011, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Mons, rendue le 24 février 2011, il a été mis fin à la mission de M. Bernard Vertenoeil, en sa qualité d’administrateur provisoire de biens de Mme Sylvianne Julia Coninck, née à Nogent-sur-Seine le 5 juillet 1929, domiciliée à 7970 Beloeil, rue de Favarcq 157, résidant à la résidence « Léopold », rue Léopold III 117, à 7011 Mons, un nouvel administrateur provisoire a été désigné en la personne de M. David Vertenoeil, domicilié à 7600 Péruwelz, rue de la Buissière 28. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Chatelle, Christian. (64003)

21524


Justice de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, siège de Paliseul

Suite à la requête déposée le 17 mars 2011, par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, siège de Paliseul, rendue le 23 mars 2011, Mme Françoise Lemaire, née le 31 décembre 1956 à Assenois, domiciliée à 6850 Paliseul, « Séniorie de Carlsbourg », rue de Bièvre 5, déclarée incapable de gérer ses biens par ordonnance du 11 décembre 2002, Moniteur belge du 20 décembre 2002, a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Yves Duquenne, avocat, dont le cabinet est sis à 6880 Bertrix, rue de la Gare 132, en remplacement de Me Esther Lapaige, avocate, rue de la Gare 132. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Hélène Mathieu. (64004)

Justice de paix du premier canton de Schaerbeek

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Schaerbeek, en date du 23 mars 2011, il a été mis fin au mandat de Polet, Quentin, avocat, dont le cabinet est établi à 1030 Schaerbeek, avenue de l’Opale 58, en sa qualité d’administrateur provisoire de Verstraeten, Joseph Charles Alexandre, né à Schaerbeek le 12 avril 1921, domicilié à 1180 Uccle, rue Melkriek 100, un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Verstraeten, Françoise, domiciliée à 1180 Uccle, drève Pittoresque 16. Pour copie conforme : le greffier délégué, (signé) Michaël Schippefilt. (64005)

Vredegerecht van het kanton Mechelen

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Mechelen, verleend op 18 maart 2011, werd een einde gesteld aan het mandaat van voorlopig bewindvoerder De Kooning, Erna, advocaat, kantoorhoudende te 2800 Mechelen, Hombeeksesteenweg 62 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 19 februari 2008, blz. 10545, nr. 61816), over de goederen van : Helmer, Leopoldina Adriana, geboren te Amsterdam (Nederland) op 11 maart 1947, verblijvende in Borgerstein te 2860 SintKatelijne-Waver, IJzerenveld 147, en werd als nieuwe voorlopig bewindvoerder toegevoegd : Goris, Karin, advocaat, kantoorhoudende te 2800 Mechelen, Nekkerspoelstraat 61. Mechelen, 23 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : (get.) Vanessa Van Lent, griffier. (64006)

Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek Acceptation sous bénéfice d’inventaire Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving

Er blijkt uit een verklaring afgelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 17 maart 2011, dat de heer Dupont, Filip Richard Josephine, geboren te Brugge op 6 maart 1961, wonende te 8310 Brugge (Sint-Kruis), Foerierstraat 3, handelende voor rekening van zijn zoon, met name jongeheer Dupont, Alec, geboren te Brugge op 3 oktober 1997, wonende te 8000 Brugge (Sint-Kruis), Foerierstraat 3, vertegenwoordigd door notaris Francis Moeykens, te Brugge, Moerkerksesteenweg 493, blijkens onderhandse volmacht van 17 februari 2011, de nalatenschap van wijlen Mevr. Vandenbussche, Gudrun, geboren te Roeselare op 6 september 1962, in leven laatst wonende te 8310 Brugge (Sint-Kruis), Foerierstraat 3, en overleden te Brugge op 25 januari 2011, hebben aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving.

Er werd keuze van woonst gedaan op het kantoor van notaris F. Moeykens, te 8310 Brugge, Moerkerksesteenweg 493, alwaar de schuldeisers en legatarissen zich dienen bekend te maken. Brugge, 22 maart 2011. (Get.) Francis Moeykens, notaris. (11433)

Er blijkt uit een verklaring afgelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 17 maart 2011, dat Mevr. Masclet, Dorothée Cathy Masclet, geboren te Douai (Frankrijk) op 23 augustus 1976, wonende te 8000 Brugge, Sint-Pieterskaai 74, handelende voor rekening van haar dochter, met name Mej. Michèle VanderMeiren, geboren te Turnhout op 31 augustus 1999, wonende te 8000 Brugge, Sint-Pieterskaai 74, vertegenwoordigd door notaris Francis Moeykens, te Brugge, Moerkerksesteenweg 493, blijkens onderhandse volmacht van 4 juni 2010, de nalatenschap van wijlen de heer Vander-Meiren, Pascal Jules Gustave, geboren te Cambrai op 28 maart 1968, wonende te 8000 Brugge, Sint-Pieterskaai 74, overleden te Cuincy (France) op 2 mei 2010, hebben aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving. Er werd keuze van woonst gedaan op het kantoor van notaris F. Moeykens, te 8310 Brugge, Moerkerksesteenweg 493, alwaar de schuldeisers en legatarissen zich dienen bekend te maken. Brugge, 22 maart 2011. (Get.) Francis Moeykens, notaris. (11434)

Verklaring van aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving voor de griffier van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 18 maart 2011, door Mr. Lieve Declerck, advocaat, met kantoor te 8850 Ardooie, Stationsstraat 3, handelend in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder over : 1. De heer Gotelaere, René, geboren te Ardooie op 11 februari 1943, wonende te 8850 Ardooie, Processiestraat 3, daartoe aangesteld bij beschikking van de vrederechter van het kanton Tielt van 2 februari 2011. 2. De heer Gotelaere, André, geboren te Ardooie op 11 april 1945, wonende te 8850 Ardooie, Processiestraat 3, daartoe aangesteld bij beschikking van de vrederechter van het kanton Tielt van 8 februari 2011. Voorwerp van de verklaring : aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving van de nalatenschap van wijlen de heer Gotelaere, Frans Roger, geboren te Ardooie op 22 september 1936, in leven laatst wonende te 8850 Ardooie, Processiestraat 3, en overleden te Ardooie op 22 december 2010, broer van de heer Gotelaere, René, en de heer Gotelaere, André, voornoemd. Bijzondere machtiging tot aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving als voorlopig bewindvoerder van de heer Gotelaere, René : beschikking van de vrederechter van het kanton Tielt van 9 maart 2011. Bijzondere machtiging tot aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving als voorlopig bewindvoerder van de heer Gotelaere, André : beschikking van de vrederechter van het kanton Tielt van 9 maart 2011. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van Mr. G. Monballyu, notaris, te 8740 Pittem, Wielewaalstraat 3, bij wie woonplaatskeuze wordt gedaan. (Get.) L. Declerck, voorlopig bewindvoerder. (11436)

Uit een akte, van de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, gedagtekend op 25 februari 2011, met nummer 11-438, blijkt dat de heer Delbart, Pascal, geboren te Elsene op 29 maart 1964, wonende te 1541 Herne, Markstraat 10, handelend in zijn hoedanigheid van drager van het ouderlijk gezag over zijn minderjarig kind, te weten Delbart, Anita (geboren op 4 augustus 1994),

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD na machtiging van de vrederechter van het kanton van Herne-SintPieters-Leeuw, te hebben bekomen blijkens beschikking van 23 december 2010 verklaard heeft de nalatenschap van Mevr. Murorunkwere, Gloriose, geboren te Kigali (Rwanda) op 9 mei 1965, laatst wonende te Brussel, Leopoldstraat 112, en overleden op 15 mei 2010 te Brussel, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. (Get.) Chantal Loché, geassocieerd notaris. (11437)

Tribunal de première instance de Neufchâteau

Suivant acte n° 11-46 (répertoire n° 11-338) dressé au greffe du tribunal de première instance de Neufchâteau, en date du 25 mars 2011 :

laquelle comparante a, au nom de sa mandante, autorisée à ce faire en vertu d’une ordonnance rendue le 20 décembre 2010, par M. le juge de paix du premier canton de Namur, déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Mme Adnet, Marcelle Irma Julia Ghislaine, née à Bouvignes-sur-Meuse le 19 octobre 1925, en son vivant domiciliée avenue de La Gare 49, à Messancy, et décédée à Arlon le 30 août 2010. Dont acte dressé, sur réquisition expresse de la comparante, qu’après lecture faite, elle a signé avec nous, greffier. Les créanciers et légataires éventuels de ladite défunte sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Michel Béchet, notaire, dont l’étude est située à 6740 Etalle. Arlon, le 25 mars 2011. Le greffier chef de service, (signé) Isabelle Gobert. (11440)

Me Stany Collard, avocat à 6600 Bastogne, rue des Hêtres 24, en sa qualité d’administrateur provisoire de : M. Pascal Joseph, domicilié à 6800 Libramont-Chevigny, rue des Alliés 57/7, a accepté, sous bénéfice d’inventaire, la succession de son grand-père, M. Gilbert Joseph, né à Bastogne le 28 juillet 1922, de son vivant domicilié à 6600 Bastogne, chaussée d’Houffalize 1/A, et décédé le 8 décembre 2010 à Bastogne. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion à Me Joël Tondeur, notaire de résidence à Bastogne, rue de Neufchâteau 31. Bastogne, le 25 mars 2011. (Signé) Stany Collard, administrateur provisoire. (11438)

Tribunal de première instance d’Arlon

L’an 2011, le 25 mars, au greffe du tribunal de première instance d’Arlon, et par-devant nous, Isabelle Gobert, greffier chef de service, a comparu : Mme Krafft, Anita Colette, née à Arlon le 11 avril 1968, domiciliée rue du Marquisat 150, à 6717 Attert, laquelle comparante a, en son nom personnel, déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Davreux, Baudoin Jean Jacques Marie, né à Uccle le 28 mai 1963, en son vivant domicilié rue du Maitrank 72, à Bonnert et décédé à Arlon le 26 janvier 2010. Dont acte dressé, sur réquisition expresse de la comparante, qu’après lecture faite, elle a signé avec nous, greffier. Les créanciers et légataires éventuels dudit défunt sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Philippe Bosseler, notaire, dont l’étude est située à 6700 Arlon. Arlon, le 25 mars 2011. Le greffier chef de service, (signé) Isabelle Gobert. (11439)

L’an 2011, le 25 mars, au greffe du tribunal de première instance d’Arlon, et par-devant nous, Isabelle Gobert, greffier chef de service, a comparu : Mme Marie-Josée Thines, épouse Michel Béchet, notaire, domiciliée rue du Moulin 5, à 6740 Etalle, porteuse d’une procuration lui délivrée le 17 mars 2011, par : Mme Adnet, Françoise Nelly Marie, née à Charleroi le 18 mars 1957, domiciliée rue d’Anthée 7, à 5644 Ermeton-sur-Biert, agissant en sa qualité de tutrice de : M. Adnet, Pierre Emile, neveu de la défunte, né à Namur le 10 avril 1964, domicilié rue de l’Ange 4, à 5000 Namur, placé sous statut de minorité prolongée en vertu du jugement du tribunal de première instance de Namur du 19 mai 1993,

21525

L’an 2011, le 24 mars, au greffe du tribunal de première instance d’Arlon, et par-devant nous, Isabelle Gobert, greffier chef de service, a comparu : Mme Lordong, Francine, fille du défunt, née à Arlon le 6 août 1973, domiciliée rue du Monument 16, à 6747 Meix-le-Tige, laquelle comparante a, en son nom personnel, déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Lordong, Raymond Jean, né à Sélange le 11 juin 1948, en son vivant domicilié rue de la Fontaine 6, à Sélange, et y décédé le 10 février 2011. Dont acte dressé, sur réquisition expresse de la comparante, qu’après lecture faite, elle a signé avec nous, greffier. Les créanciers et légataires éventuels dudit défunt sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Bricart, Jean-François, notaire, dont l’étude est située à 6780 Messancy. Arlon, le 24 mars 2011. Le greffier chef de service, (signé) Isabelle Gobert. (11441)

L’an 2011, le 25 mars, au greffe du tribunal de première instance d’Arlon, et par-devant nous, Isabelle Gobert, greffier chef de service, a comparu : Mme Marie-Josée Thines, épouse Michel Béchet, notaire, domiciliée rue du Moulin 5, à 6740 Etalle, porteuse de procurations lui délivrées par : Thomas, Noémie Marie Isabelle Patricia, fille de la défunte, née à Arlon le 21 décembre 1986, domiciliée rue de Rabais 52, à 6790 Ethe, en son nom personnel; Thomas, Pauline Nathalie Huguette, fille de la défunte, née à Arlon le 15 mars 1989, domiciliée Grand-Rue 127, à 6747 Châtillon, en son nom personnel; Thomas, Julien Bernard André, fils de la défunte, né à Arlon le 2 février 1983, domicilié rue de France 60, à 6747 Saint-Léger, en son nom personnel, laquelle comparante a, au nom de ses mandants, déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Mme Crélot, Marie-Noëlle Jeannine, née à Saint-Léger le 24 décembre 1958, en son vivant domiciliée cour du Château 1, à 6747 Saint-Léger, et décédée à Arlon le 7 janvier 2011. Dont acte dressé, sur réquisition expresse de la comparante, qu’après lecture faite, elle a signé avec nous, greffier. Les créanciers et légataires éventuels de ladite défunte sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Michel Béchet, notaire, dont l’étude est située à 6740 Etalle. Arlon, le 25 mars 2011. Le greffier chef de service, (signé) Isabelle Gobert. (11442)

21526


L’an 2011, le 24 mars, au greffe du tribunal de première instance d’Arlon, et par-devant nous, Pascale Haverlant, greffier, a comparu : Mme Duvigneaud, Murielle, née à Messancy le 22 juin 1968, domiciliée rue du Pont 22, à 6792 Halanzy, agissant en sa qualité de détentrice de l’autorité parentale à l’égard de son fils mineur : Schallenbergh, Mathys, petit-fils du défunt, né à Arlon le 25 décembre 2000, laquelle comparante a, au nom de son enfant mineur, autorisée à ce faire en vertu d’une ordonnance rendue le 2 mars 2011, par M. le juge de paix du canton de Messancy, déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Schallenbergh, Daniel, né à Chairière le 27 décembre 1946, en son vivant domicilié rue F. Couturier 15, à 6790 Aubange, et décédé à Virton le 27 septembre 2010. Dont acte dressé, sur réquisition expresse de la comparante, qu’après lecture faite, elle a signé avec nous, greffier. Les créanciers et légataires éventuels dudit défunt sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Nicolas Peiffer, notaire, dont l’étude est située à 6790 Aubange. Arlon, le 24 mars 2011.

Tribunal de première instance de Mons

L’an 2011, le 22 mars, au greffe et devant nous, Carine Sebret, greffier délégué au tribunal de première instance séant à Mons (Province de Hainaut), a comparu : Me Van Haesebroeck, Valérie, avocat, à 6560 Erquelinnes, rue Albert 1er 48, agissant en qualité d’administrateur provisoire de : Mme Van Hove, Nathalie, née à Braine-le-Comte le 29 mai 1968, domiciliée à 7110 Houdeng-Aimeries, avenue Beau Site 21. La comparante, ès dites qualités, désignée à cette fonction par ordonnance de M. le juge de paix du canton de La Louvière en date du 18 mai 2010, et dûment habilité aux fins des présentes par ordonnance du même juge de paix cantonal en date du 23 novembre 2010 et que nous annexons, ce jour, au présent acte en copie conforme, nous a déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de : Van Hove, Philogène, né à Grammont le 6 septembre 1919, en son vivant domicilié à La Louvière, rue du Moulin 54, et décédé à La Louvière, le 6 mai 2009. Desquelles déclarations nous avons dressé le présent acte que la comparante a signé avec nous après lecture. (Signatures illisibles).

Le greffier, (signé) Pascale Haverlant. (11443)

Il a été fait usage uniquement de la langue française. Le greffier délégué (signé) C. Sebret. (11446)

Tribunal de première instance de Dinant Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen Suivant acte n° 11/396 dressé au greffe du tribunal de première instance de Dinant, le 25 mars 2011, Mme Marjorie Alexandre, née le 27 décembre 1981, domiciliée à Auvelais, rue des Glaces Nationales 146, a déclaré, accepter sous bénéfice d’inventaire le succession qui lui est dévolue par le décès de son père Alain Alexandre, né à Pesche le 9 juillet 1950, en son vivant domicilié à Petigny, Les Roches 7, et décédé à Chimay le 15 mars 2011. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la présente à Me Alain Beyens, notaire de résidence à 5060 Tamines, place Saint-Martin 9. Dinant, le 25 mars 2011. Le greffier, (signé) J. Colin. (11444)

Tribunal de première instance de Huy

L’an 2011, le 25 mars, au greffe du tribunal de première instance de Huy, a comparu : M. Mohr, Morgan Alain E., né à Liège le 25 février 1983, domicilié à 4000 Liège, rue de Gueldre 8, fils du défunt, agissant à titre personnel. Lequel comparant a déclaré : accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de Mohr, Alain Francis Laure Ghislain, né à Huy le 18 septembre 1954, de son vivant domicilié à Huy, rue Sous-leChâteau 71/3 et décédé le 13 février 2011 à Huy. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Dapsens, Vincent, notaire dont les bureaux sont situés à 4570 Marchin, chemin de Sandron 2, où les créanciers et légataires sont invités à faire valoir leurs droits par avis recommandé dans les trois mois de la présente insertion. Dont acte signé, lecture faite par le comparant et le greffier, (signatures illisibles). (11445)

Volgens akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, op 23 maart 2011, heeft Impens, Caroline, geboren te Antwerpen op 8 februari 1982, wonende te 2630 Aartselaar, Pierstraat 232, handelend in eigen naam, verklaard dat zij bij akte, verleden voor de griffier van voormelde rechtbank op 27 maart 2009, verklaard heeft te verwerpen de nalatenschap van wijlen Impens, Elisa Josepha Helena, geboren te Borgerhout op 13 februari 1941, in leven laatst wonende te 2610 Wilrijk (Antwerpen), Prins Boudewijnlaan 84, bus 9, en overleden te Wilrijk op 15 maart 2009, en dat zij ingevolge artikel 790 van het Burgerlijk Wetboek bevoegd blijft deze nalatenschap alsnog te aanvaarden, de wettelijke verjaring nog niet zijnde ingetreden van het recht te aanvaarden en deze nalatenschap nog niet aanvaard zijnde door andere erfgenamen en door derden ook geen rechten verkregen zijnde op de goederen van die nalatenschap door bijvoorbeeld handelingen die wettig verricht zijn met de curator van die nalatenschap, indien deze onbeheerd zou zijn. Caroline Impens, verklaart voormelde verwerping van nalatenschap te herroepen en uitdrukkelijk gezegde nalatenschap te aanvaarden. Er wordt woonstkeuze gedaan bij Caroline Impens, wonende te 2630 Aartselaar, Pierstraat 232. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht hun rechten te doen kennen, binnen de drie maanden te rekenen van deze bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekend bericht gericht aan de door de erfgenaam gekozen woonplaats. Antwerpen, 23 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) C. Debecker. (11447)

Volgens akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, op 25 maart 2011, hebben : Meiri, Rina, geboren te Scheveningen (Nederland) op 18 maart 1915, wonende te Israël, 12 Haalon St. Raanana; Eckhaus, Lea, geboren te Scheveningen (Nederland) op 8 juli 1920, wonende te Israël, 121 Uziel St. Ramat Gan; Kohn, Michel, geboren te Antwerpen op 28 mei 1968, wonende te Israël, Sahlav, Naharia;


21527

Zucker, Yolande, geboren te Antwerpen op 28 juli 1937, wonende te 2018 Antwerpen, Consciencestraat 42;

— Feys, Siemen Lode Eliane, geboren te Leuven op 13 december 1994;

Engelmayer, Yael, geboren te Afula (Israël) op 9 september 1938, wonende te Israël, Tel Aviv, 10 Be’eri St.;

— Feys, Warre Pieter Nicole, geboren te Leuven op 10 november 1997.

Hersazft, Mireille, geboren te Antwerpen op 30 oktober 1938, wonende te Israël, Hatsedef str. 3 apt 607a Herzliya Pituach 46652;

2. De heer Feys, Seppe Jan Els, wonende te 3090 Overijse, Kouterstraat 56.

Ginati, Nurit, geboren te Tel Aviv (Israël) op 13 maart 1944, wonende te Israël, 34 Katzin St. Raanana;

Toelating : beschikking van de vrederechter van het kanton OverijseZaventem, zetel Overijse, d.d. 17 maart 2011.

Sternberg, Armin, geboren te Norfolk (Virginia - Verenigde Staten van Amerika) op 24 december 1951, wonende in de Verenigde Staten van Amerika, 39 Elm St. Lenox dale ma 01242, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Burger, Hendrik, geboren te Antwerpen op 8 november 1922, in leven laatst wonende te 2018 Antwerpen-1, Verdussenstraat 6, en overleden te Antwerpen op 24 oktober 2010. Er wordt woonstkeuze gedaan op het kantoor van notaris Jean Jacques Leclef, te 2020 Antwerpen, Eric Sasselaan 37. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht hun rechten te doen kennen, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekend bericht gericht aan de door de erfgenamen gekozen woonplaats. Antwerpen, 24 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) C. Debecker. (11448)

Voorwerp verklaring : aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving. a/d. nalatenschap van Feys, Erik Jan Constance, geboren te Leuven op 16 juni 1966, in leven wonende te Overijse, Kouterstraat 56, en overleden op 1 januari 2011 te Overijse. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend bericht hun rechten te doen kennen, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van onderhavige opneming gericht aan Mr. Van Den Moortel, Maryelle, notaris, te 3090 Overijse, Graven Egmont en Hoornlaan 18a. Brussel, 25 maart 2011. De griffier, (get.) Van Wynendaele. (11450)

Rechtbank van eerste aanleg te Gent Op 25 maart 2011, is voor ons, C. Debecker, afgevaardigd griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, ter griffie van deze rechtbank verschenen : Van Den Bleeken, Christiane Irma J., geboren te Ekeren op 20 juli 1964, wonende te 2950 Kapellen, Hoogboomsteenweg 158, handelend in haar hoedanigheid van moeder over de in staat van verlengde minderjarigheid verklaarde (bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, d.d. 28 juni 2004); Van Hole, Kevin Josephine Jan, geboren te Kapellen op 1 december 1985, wonende te 2950 Kapellen, Hoogboomsteenweg 158. Verschijnster verklaart ons, handelend in haar voormelde hoedanigheid, de nalatenschap van wijlen Van Hole, Joseph Ludovicus Alphons, geboren te Baal op 3 november 1926, in leven laatst wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Kanstanjeboomplein 18, en overleden te Antwerpen (district Merksem) op 12 november 2010, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Er wordt woonstkeuze gedaan op het kantoor van Mr. Jacques Van Roosbroeck, notaris, te 2170 Merksem, Bredabaan 840. Verschijnster legt ons de beschikking van de vrederechter van het kanton Kapellen, d.d. 22 maart 2011, voor, waarbij zij hiertoe gemachtigd werd.

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, op 25 maart 2011, heeft De Clercq, Saskia, wonende te 9850 Landegem, Kasteellaan 38, medewerkster notariskantoor Christof Gheeraert, handelend als gevolmachtigde van Vanhaecke, Valère, geboren te Beernem op 11 december 1928, wonende te 9850 Landegem, Stationsstraat 55, handelend in zijn hoedanigheid van drager van het ouderlijk gezag over zijn bij hem inwonend verlengd minderjarig kind : Vanhaecke, Johan, geboren te Gent op 26 september 1965, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Lancksweirdt, Gerarda Maria Augusta, geboren te Hansbeke op 1 september 1922, in leven laatst wonende te 9850 Landegem, Stationsstraat 55, en overleden te Gent op 5 november 2010. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter studie van Mr. Christof Gheeraert, notaris, met kantoor te 9031 Gent (Drongen), Antoon Catriestraat 3. Gent, 25 maart 2011. De griffer, (get.) Twiggy De Zutter. (11451)

Waarvan akte, datum als boven. Na voorlezing ondertekend door verschijnster en ons afgevaardigd griffier. (Get.) C. Van Den Bleeken; C. Debecker. Voor eensluidend verklaard afschrift afgeleverd aan verschijnster : de griffier, (get.) C. Debecker. (11449)

Rechtbank van eerste aanleg te Brussel

Volgens akte (akte nr. 11-652), verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel op 25 maart 2011, door de heer Caron, Willy Pierre Joseph, wonende te 3090 Overijse, Memlingdreef 63, in hoedanigheid van volmachtdrager krachtens een hierbijgevoegde onderhandse volmacht, gedateerd van 24 maart 2011, en gegeven door : 1. Mevr. Desmadryl, Lieve Maria Josefa, wonende te 3090 Overijse, Kouterstraat 56, handelend in eigen naam en in haar hoedanigheid van moeder en draagster van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kinderen :

Rechtbank van eerste aanleg te Ieper

Vandaag, 24 maart 2011, is ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, verschenen : Lesage, Christy Olivia Madeleine, geboren te Ieper op 10 september 1979, wonende te 8952 Heuvelland, Nieuwkerkestraat 100, in eigen naam en in haar hoedanigheid van ouder, drager van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kinderen : — Vuylsteker, Angie Evelyne, geboren te Ieper op 5 oktober 2002, wonende te 8952 Heuvelland, Nieuwkerkestraat 100; — Vuylsteker, Laticha Stephanie, geboren te Ieper op 5 oktober 2002, wonende te 8952 Heuvelland, Nieuwkerkestraat 100, daartoe gemachtigd bij beschikking van de vrederechter van het kanton Ieper II-Poperinge, met zetel te Poperinge, d.d. 17 maart 2011. Zij heeft in die hoedanigheid verklaard de nalatenschap van wijlen Vuylsteker, Johnny, geboren te Ieper op 28 april 1975, in leven laatst wonende te 8952 Heuvelland (Wulvergem), Nieuwkerkestraat 100, en overleden te Heuvelland op 6 maart 2010, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.

21528


De comparante verzoekt de schuldeisers en legatarissen hun rechten te doen kennen, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van de opneming van deze verklaring in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekend bericht, te sturen aan notaris Thevelin, Henri, te 8957 Mesen, Gentstraat 12. De griffier heeft daarvan akte opgemaakt en heeft die na voorlezing samen met de comparante ondertekend. (Get.) Christy Lesage; Jeannine Froyman. Ieper, 24 maart 2011. De griffier, (get.) J. Froyman.

Aerts, Jean Leon P., geboren te Mechelen op 16 januari 1956, wonende te 1820 Steenokkerzeel, Lodewijk Mulslaan 29, handelend in eigen naam en in hoedanigheid van bijzondere gevolmachtigde, ingevolge volmacht hem verleend voor en in naam van : — Aerts, Johan André J., geboren te Vilvoorde op 9 september 1982, wonende te 1930 Zaventem, Parklaan 20; — Aerts, Peter Simon F., geboren te Vilvoorde op 26 juli 1979, wonende te 1851 Humbeek, Spekveld 9;

(11452)

Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, op 25 maart 2011, heeft verklaard Mr. An Sterckx, advocaat, te 8800 Roeselare, Kachtemsestraat 328, handelend in haar hoedanigheid van curator over het faillissement van Maes, Ivan Remi, geboren te Roeselare op 24 november 1952, en wonende te 8800 Roeselare (Rumbeke), Rumbeeksesteenweg 443, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nr. 0680.173.995, hiertoe aangesteld bij vonnis van 15 september 2010 van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, handelend in haar gezegde hoedanigheid, onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Maes, Albrecht Odiel, geboren te Rumbeke op 3 oktober 1923, in leven laatst wonende te 8800 Roeselare, Rumbeeksesteenweg 443, en overleden te Roeselare op 30 augustus 2010. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van notaris An Sterckx, advocaat, te 8800 Roeselare, Kachtemsestraat 328. Kortrijk, 25 maart 2011. De griffier, (get.) Marc Audoor.

— Aerts, Cynthia Simona, geboren te Mechelen op 18 juli 1975, wonende te 3078 Everberg, Molenstraat 43, allen handelend in eigen naam, Mevr. Renneson, Julie Sophie, geboren te Watermaal-Bosvoorde op 3 april 1978, wonende te 1851 Humbeek, Spekveld 9, en de heer Aerts, Peter, handelend in hoedanigheid van dragers van het ouderlijk gezag over hun inwonend minderjarig kind : Aerts, Eline, geboren te Brussel op 20 januari 2010, hiertoe gemachtigd bij beschikking van de vrederechter van het kanton Grimbergen, d.d. 15 maart 2011 (11B80), verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Cleynhens, Simona Stephania, geboren te Boortmeerbeek op 15 januari 1928, in leven laatst wonende te 2812 Muizen (Mechelen), Alfred Nobelstraat 39, en overleden te Mechelen op 11 februari 2011. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van notaris Filip De Sagher, Tervuursesteenweg 224, 1820 Steenokkerzeel. Mechelen, 24 maart 2011. De afgevaardigd griffier, (get.) Kelly Van Lierop. (11455)

Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren (11453)

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, op 25 maart 2011, heeft verklaard Mr. An Sterckx, advocaat, te 8800 Roeselare, Kachtemsestraat 328, handelend in haar hoedanigheid van curator over het faillissement van Maes, Ivan Remi, geboren te Roeselare op 24 november 1952, en wonende te 8800 Roeselare (Rumbeke), Rumbeeksesteenweg 443, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nr. 0680.173.995, hiertoe aangesteld bij vonnis van 15 september 2010 van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, handelend in haar gezegde hoedanigheid, onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Dewitte, Hendrika Maria Robertina, geboren te Rumbeke op 26 juni 1925, in leven laatst wonende te 8800 Roeselare, Rumbeeksesteenweg 443, en overleden te Roeselare op 3 februari 2011.

Ten jare 2011, op 9 februari, ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Tongeren, voor ons, Moens, Mireille, griffier-hoofd van dienst is verschenen : Prikken, Marylène, geboren te Maaseik op 28 mei 1968, vrachtwagenchauffeur, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Rijksweg 320, handelend in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, hiertoe aangesteld bij beschikking van de vrederechter van het kanton Maaseik, d.d. 10 november 2010, over Grondelaers, Maria Magdalena, geboren te Opglabbeek op 1 mei 1943, zonder beroep, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Kasteeldreef 42, hiertoe gemachtigd bij beschikking van de vrederechter van het kanton Maaseik, d.d. 26 januari 2011, die ons in het Nederlands verklaart de nalatenschap van wijlen Prikken, Theo Hendrikus Mathijs, geboren te Hasselt op 4 oktober 1938, in leven wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Kasteeldreef 42, overleden te Dilsen-Stokkem op 15 november 2010, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van notaris An Sterckx, advocaat, te 8800 Roeselare, Kachtemsestraat 328.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend schrijven hun rechten te doen gelden, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de datum van de opneming van deze akte in het Belgisch Staatsblad.

Kortrijk, 25 maart 2011. De griffier, (get.) Marc Audoor. (11454)

Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen

Dat aangetekend schrijven moet verzonden worden aan notaris Anita Indekeu, met standplaats te 3680 Maaseik-Neeroeteren, Maaseikerlaan 30. Waarvan akte opgemaakt op verzoek van de verschijner en door deze, na voorlezing, ondertekend samen met ons griffier. (Get.) M. Moens; M. Prikken.

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, op 24 maart 2011, hebben : Schampaert, Ingrid Amelie, geboren te Mechelen op 13 januari 1958, wonende te 1820 Steenokkerzeel, Lodewijk Mulslaan 29, handelend in eigen naam;

Voor eensluiden verklaard afschrift afgeleverd aan Prikken, Marylène, wonende te Dilsen-Stokkem. Tongeren, 9 februari 2011. Hoofdgriffier, (get.) Y. Kielich. (11456)

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Ten jare 2011, op 22 maart, ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Tongeren, voor ons, Yvan Kielich, hoofdgriffier, is verschenen : Mr. Tom Lenaerts, geboren te Maaseik op 19 september 1973, advocaat, met kantoor te 3680 Maaseik, Prinsenhoflaan 4, handelend in zijn hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, hiertoe aangesteld bij vonnis verleend door de vrederechter van het kanton Maaseik, op 28 oktober 2009 (rolnr. 09A819 rep. 1900/2009), en bijzonder gemachtigd om namens de beschermde persoon, Prikken, Bart Jos Renaat, van Belgische nationaliteit, geboren te Maaseik op 8 juli 1973, schoonmaakster, wonende te 3650 DilsenStokkem, Kasteeldreef 42, die ons in het Nederlands verklaart de nalatenschap van wijlen Prikken, Theo Hendrikus Mathijs, geboren te Hasselt op 4 oktober 1938, in leven wonende te Elen, Kasteeldreef 42, overleden te Dilsen-Stokkem op 15 november 2010, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend schrijven hun rechten te doen gelden, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de datum van de opneming van deze akte in het Belgisch Staatsblad. Dat aangetekend schrijven moet verzonden worden aan notaris Anita Indekeu, met standplaats te 3680 Maaseik, Maaseikerlaan 30. Waarvan akte opgemaakt op verzoek van de verschijner en door deze, na voorlezing, ondertekend samen met ons, hoofdgriffier.

21529

Publication faite en exécution de l’article 805 du Code civil Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 805 van het Burgerlijk Wetboek

Nous (...) désignons Me François-Xavier Choffray, avocat à Profondeville, chaussée de Dinant 30A, en qualité d’administrateur judiciaire à la succession de Brasseur, Patrick, né à Namur le 25 juin 1959, domicilié de son vivant à Jambes, rue Charles Lamquet 279/8 (rez-dechaussée à gauche) et décédé le 13 octobre 2010. Disons pour droit que l’administrateur judiciaire, dans le cadre de l’administration et la liquidation de la succession, aura pour mission de faire l’inventaire des biens du défunt, de mettre fin au bail de celui-ci relativement à l’appartement loué sis à Jambes, rue Charles Lamquet 279/8 (rez-de-chaussée à gauche), de libérer les lieux, de mettre en dépôt ou de vendre publiquement ou de gré à gré les biens meubles meublant de cet appartement : plus généralement, d’administrer et de liquider la succession et à cette fin, d’encaisser toutes créances, dépôts, avoirs; payer tous frais et dettes, répartir les fonds aux ayants droit et consigner le solde sur un compte bancaire rubriqué; de déposer, s’il échet, à la fin de sa mission, une requête en désignation d’un curateur à succession vacante. (Signé) F.-X. Choffray, avocat. (11459)

(Onleesbare handtekeningen.) Voor eensluidend verklaarde kopie, afgeleverd aan Mr. Lenaerts, Tom, wonende te Maaseik. Tongeren, 22 maart 2011.

Réorganisation judiciaire − Gerechtelijke reorganisatie

Tribunal de commerce de Charleroi

De hoofdgriffier, (get.) Y. Kielich. (11457)

Ten jare 2011, op 15 februari, ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Tongeren, voor ons, Bert Cryns, griffier, is verschenen : Hansoul, Ivonne, geboren te Sint-Truiden op 3 oktober 1963, wonende te 3800 Sint-Truiden, Akkerhof 31, handelend in zijn hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder over Brulmans, Hélène Philomène, geboren te Heers op 29 november 1933, wonende te 3724 Kortessem, Huyse Fliedermael Kersendaalstraat 11, hiertoe gemachtigd bij beschikking van de vrederechter te Borgloon, d.d. 13 januari 2011, die ons in het Nederlands verklaart de nalatenschap van wijlen Hansoul, Joseph Herman, geboren te Groot-Gelmen op 9 juni 1932, in leven wonende te Kortessem, Kersendaelstraat 11, overleden te Kortessem op 31 juli 2010, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend schrijven hun rechten te doen gelden, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de datum van de opneming van deze akte in het Belgisch Staatsblad. Dat aangetekend schrijven moet verzonden worden aan notaris Anita S. D’Huys, met standplaats te Kortessem. Waarvan akte opgemaakt op verzoek van de verschijnster en door deze, na voorlezing, ondertekend samen met ons, griffier.

Par jugement du 25 mars 2011, la deuxième chambre du tribunal de commerce de Charleroi a prorogé le sursis, conformément à l’article 38 § 2 de la loi du 31 janvier 2009, relative à la continuité des entreprises, octroyé par jugement du 1er décembre 2010, à la SPRL Rénovation, Toiture et Construction, dont le siège social est sis à 6010 Couillet, route de Châtelet 368, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0898.517.136, ayant pour activité la restauration en bâtiments, toiture, ardoiserie. Le nouveau sursis prend cours ce jour pour se terminer le 25 septembre 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Painblanc, M.-B. (11460)

Par jugement du 25 mars 2011, la deuxième chambre du tribunal de commerce de Charleroi a prorogé le sursis, conformément à l’article 38 § 2 de la loi du 31 janvier 2009, relative à la continuité des entreprises, octroyé par jugement du 25 février 2011, à la SA Distral, dont le siège social est sis à 6000 Charleroi, rue Zénobe Gramme 67-69, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0458.958.864, ayant pour activité l’exploitation d’un supermarché sous l’enseigne « Spar », situé à Strée et un commerce de détail de produits de solderie sous l’enseigne 1 2 3 à Lessines et une activité de grossiste dans la livraison de produits au sein de 1 2 3. Le nouveau sursis prend cours ce jour pour se terminer le 25 août 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Painblanc, M.-B. (11461)

(Get.) Bert Crijns; Ivonne Hansoul. Voor eensluidend verklaarde kopie, afgeleverd aan Hansoul, Ivonne, wonende te Sint-Truiden. Tongeren, 15 februari 2011. De hoofdgriffier, (get.) Y. Kielich. (11458)

Par jugement du 24 mars 2011, la deuxième chambre du tribunal de commerce de Charleroi a mis fin à la procédure en réorganisation judiciaire par accord collectif accordée, par jugement du 27 janvier 2011, à la SCRL à finalité sociale « Arkheia », dont le siège social est établi à 6001 Marcinelle, rue Destrée 139, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0885.492.692, et a déclaré ouverte la procédure de réorganisation judiciaire par transfert sous autorité de justice.

21530


Me Alain Fiasse, avocat, dont le cabinet est établi à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 23/14, a été désigné en qualité de mandataire de justice. La durée du sursis complémentaire est de six mois prenant cours le 24 mars 2011, pour se terminer le 24 septembre 2011. Le tribunal a désigné M. le juge consulaire Michel Gaillard, dont la résidence administrative est sise au palais de justice, boulevard Janson 87, à 6000 Charleroi, en qualité de juge délégué à cette procédure. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Painblanc, M.-B. (11462)

Tribunal de commerce de Namur

Par jugement du 24 mars 2011, le tribunal de commerce de Namur a modifié l’objectif de la procédure en réorganisation judiciaire, à savoir le transfert en lieu et place de l’accord collectif de la SA First Motorsport, ayant son siège social à 5300 Andenne, rue du Géron 30, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0421.452.210, ayant pour activité la vente, l’entretien et la réparation de véhicules automobiles et plus précisement la préparation de véhicules de compétition. Le même jugement désigne en qualité de mandataire de justice pour effectuer le transfert de M. Benoît Hoc, avocat à 5100 Wépion, route de Saint-Gérard 98. Juge délégué : Mme N. Ajvazov, juge consulaire, désignée par ordonnance du 5 janvier 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Picard. (11463)

Bepaalt de terechtzitting waarop gestemd zal worden over het reorganisatieplan en waarop zal worden geoordeeld over de homologatie op 17 mei 2011 om 14 u. 30 m in de zittingszaal 1.3 van het gerechtsgebouw te 9000 Gent, Opgeëistenlaan 401. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Van de Wynkele, hoofdgriffier. (11466)

Rechtbank van koophandel te Leuven

Bij vonnis van 24 maart 2011 verklaart de rechtbank van koophandel te Leuven het verzoek door de BVBA Dakatona, met zetel te 3118 Werchter, Varenstraat 29-31, KBO nr. 0881.545.601, tot het bekomen van de rechterlijke reorganisatie met het oog het bereiken van een collectief akkoord, ontvankelijk en gegrond en bijgevolg geopend. De rechtbank bepaalt de duur van de artikel 16 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit bedoelde opschorting op drie maanden, vanaf 24 maart 2011 om te eindigen op 24 juni 2011. De stemming van het reorganisatieplan en de beoordeling over de homologatie zal doorgaan op de zitting van de rechtbank van koophandel te Leuven op maandag 20 juni 2011 om 16 uur (zittingszaal 95, tweede verdieping, gerechtsgebouw, Smoldersplein 5 te 3000 Leuven). De griffier, (get.) L. Nackaerts. (11467)

Faillite − Faillissement

Rechtbank van koophandel te Brussel Tribunal de commerce de Verviers

Par jugement du jeudi 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a déclaré ouverte une procédure de réorganisation judiciaire au nom de la SPRL TBX International, dont le siège social est établi à 4650 Herve, rue de la Clef 41, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0455.176.656 pour l’achat et la vente de châssis de portes et fenêtres. Juge délégué : M. Léon Gramme. Un sursis prenant cours le 17 mars 2011, et venant à échéance le 16 septembre 2011, a été accordé à l’entreprise. Le vote des créanciers sur le plan de réorganisation de l’entreprise aura lieu à l’audience du 1er septembre 2011, à 10 heures. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Monique Coutelier. (11464)

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : J.M. Ondernemingen BVBA, Reebokweg 10, 3090 Overijse. Faillissementsnummer : 20110545. Datum faillissement : 22 maart 2011. Handelsactiviteit : dakwerken. Ondernemingsnummer 0884.141.934. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. Billiet, Johan, Louizalaan 146, bus 9/9, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011.

Par jugement du 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a homologué le plan de réorganisation judiciaire présenté par Zegels, Philippe, né à Verviers le 9 février 1968, domicilié à 4651 Battice (Herve), Mur du Couvent 119, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0774.242.419, en qualité de menuisier charpentier ébéniste. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Monique Coutelier. (11465)

Rechtbank van koophandel te Gent

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11468)

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Denemat BVBA, Bergensesteenweg 709, 1600 Sint-Pieters-Leeuw. Faillissementsnummer : 20110540. Datum faillissement : 22 maart 2011.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel Gent, derde kamer d.d. 22 maart 2011, werd in de procedure gerechtelijke reorganisatie van Brechtje Tack, handel drijvende onder de benaming « Reve Infini », Vlaanderenstraat 116 te 9000 Gent, met ondernemingsnummer 0892.100.288, de opschorting verlengd vanaf 31 maart 2011 om te verstrijken op 15 juni 2011.

Handelsactiviteit : houten bouwmaterialen. Ondernemingsnummer 0882.520.747. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. De Chaffoy, J.L., Kunstlaan 24/9A, 1000 Brussel.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11469)

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Bounthavi CVBA, Brusselsesteenweg 576, 3090 Overijse.

21531

Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. De Chaffoy, J.L., Kunstlaan 24/9A, 1000 Brussel. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11472)

Faillissementsnummer : 20110542. Datum faillissement : 22 maart 2011. Handelsactiviteit : horeca. Ondernemingsnummer 0445.569.597. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. Billiet, Johan, Louizalaan 146, bus 9/9, 1050 Brussel-5.

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Tiens BVBA, Heuveldal 36, bus 9, 1853 Strombeek-Bever. Faillissementsnummer : 20110537. Datum faillissement : 22 maart 2011.

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.

Handelsactiviteit : lingerie.

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011.

Curator : Mr. De Chaffoy, J.L., Kunstlaan 24/9A, 1000 Brussel.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11470)

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Amotech BVBA, Driesbosstraat 96, 1640 Sint-Genesius-Rode. Faillissementsnummer : 20110543. Datum faillissement : 22 maart 2011.

Ondernemingsnummer 0469.519.095. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P.

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11473)

Handelsactiviteit : tussenpersoon. Ondernemingsnummer 0818.174.016. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. Billiet, Johan, Louizalaan 146, bus 9/9, 1050 Brussel-5.

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : 4 US BVBA, Olmestraat 8, 1785 Merchtem.


Faillissementsnummer : 20110538.


Ondernemingsnummer 0881.510.660.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Catoir-Smeyers BVBA, Weversstraat 34, 1730 Asse. Faillissementsnummer : 20110536. Datum faillissement : 22 maart 2011. Handelsactiviteit : woninginrichting. Ondernemingsnummer 0414.444.475.

Datum faillissement : 22 maart 2011. Handelsactiviteit : holding.

Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. De Chaffoy, J.L., Kunstlaan 24/9A, 1000 Brussel. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11474)

21532

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Tribunal de commerce de Bruxelles

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : European Telematic Group SA, avenue Maréchal Joffre 82, 1190 Forest.

Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011.

Numéro de faillite : 20110510.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : service télématique.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M.

Numéro d’entreprise 0445.618.889.

(11476)

Juge-commissaire : M. Motyl. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (11475)

Rechtbank van koophandel te Brussel

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Michel Otto BVBA, Emile des Grées du Loûsquare 5, 1190 Vorst. Faillissementsnummer : 20110511. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : moto’s. Ondernemingsnummer 0425.445.463. Rechter-commissaris : de heer Motyl. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : European Telematic Group NV, Maarschalk Joffrelaan 82, 1190 Vorst. Faillissementsnummer : 20110510. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : telematicadiensten. Ondernemingsnummer 0445.618.889. Rechter-commissaris : de heer Motyl. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11475)


Tribunal de commerce de Bruxelles

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : New Models Agency SPRL, chaussée d’Alsemberg 367, 1190 Forest. Numéro de faillite : 20110512. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : agence de mannequins. Numéro d’entreprise 0449.450.488.


Juge-commissaire : M. Motyl. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Michel Otto SPRL, square Emile des Grées du Loû 5, 1190 Forest. Numéro de faillite : 20110511. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : garage de motos. Numéro d’entreprise 0425.445.463. Juge-commissaire : M. Motyl. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (11477)

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Rechtbank van koophandel te Brussel

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : New Models Agency BVBA, Alsembergsesteenweg 367, 1190 Vorst. Faillissementsnummer : 20110512.

21533

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.

Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : modellenbureau. Ondernemingsnummer 0449.450.488.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11478)

Rechter-commissaris : de heer Motyl. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11477)


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Le Belge à Croquer SPRL, rue de l’Eglise Saint-Martin 105, 1083 Ganshoren. Numéro de faillite : 20110517. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : snack + petite restauration. Numéro d’entreprise 0822.402.919. Juge-commissaire : M. Decleire, Philippe. Curateur : Me Herinckx, Catherine, rue du Mail 13, 1050 Bruxelles-5.


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : International Medevac Services SA, rue Steyls 118, 1020 Laeken. Numéro de faillite : 20110516.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : assistance médicale.



(11479)

Juge-commissaire : M. Decleire, Philippe. Curateur : Me Herinckx, Catherine, rue du Mail 13, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.



Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Le Belge a Croquer BVBA, Sint-Martinuskerkstraat 105, 1083 Ganshoren.


Faillissementsnummer : 20110517. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : snack + restaurant.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (11478)

Ondernemingsnummer 0822.402.919. Rechter-commissaris : de heer Decleire, Philippe.


Curator : Mr. Herinckx, Catherine, Maliestraat 13, 1050 Brussel-5.

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : International Medevac Services NV, Steylsstraat 118, 1020 Laken.


Faillissementsnummer : 20110516. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : medische hulp. Ondernemingsnummer 0865.755.781. Rechter-commissaris : de heer Decleire, Philippe. Curator : Mr. Herinckx, Catherine, Maliestraat 13, 1050 Brussel-5.

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11479)

21534

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Tribunal de commerce de Bruxelles


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Regie P.M.E.-K.M.O. SA, avenue de la Sauvagine 1/23, 1170 Watermael-Boitsfort.




Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : intermédiaire.



(11481)

Juge-commissaire : M. Decleire, Philippe. Curateur : Me Herinckx, Catherine, rue du Mail 13, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (11480)


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Aviation Plus BVBA, Crokaertlaan 167, 1150 Sint-Pieters-Woluwe. Faillissementsnummer : 20110522. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : luchtverkeer. Ondernemingsnummer 0471.949.144. Rechter-commissaris : de heer Pilette-Vlug.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Regie P.M.E.K.M.O. NV, Waterwildlaan 1/23, 1170 Watermaal-Bosvoorde. Faillissementsnummer : 20110518. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : tussenpersoon. Ondernemingsnummer 0455.396.192. Rechter-commissaris : de heer Decleire, Philippe. Curator : Mr. Herinckx, Catherine, Maliestraat 13, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11480)

Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4

Luc,

Commandant

Lothairelaan

14,



Ouverture de la faillite, sur aveu, de : La Tanière SPRL, avenue Georges Henri 411, 1200 Woluwe-Saint-Lambert. Numéro de faillite : 20110523. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : débit de boissons. Numéro d’entreprise 0807.448.091.


Juge-commissaire : M. Pilette-Vlug. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Aviation Plus SPRL, avenue Crokaert 167, 1150 Woluwe-Saint-Pierre. Numéro de faillite : 20110522. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : promotion de la navigation aérienne. Numéro d’entreprise 0471.949.144. Juge-commissaire : M. Pilette-Vlug. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (11482)

21535

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Rechtbank van koophandel te Brussel


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : La Taniere BVBA, Georges Henrilaan 411, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe. Faillissementsnummer : 20110523.

Handelsactiviteit : dranken.

Rechter-commissaris : de heer Pilette-Vlug. Commandant

Lothairelaan

14,


De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.


Luc,

Commandant


Datum faillissement : 21 maart 2011.


Luc,

Lothairelaan

14,


Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11483)


Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11482)

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Tramet Holding SPRL, avenue Montjoie 38, bte 10, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20110525. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : holding. Numéro d’entreprise 0890.035.673.


Juge-commissaire : M. Pilette-Vlug.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Les Copains d’Abord SPRL, avenue Prekelinden 72, 1200 Woluwe-Saint-Lambert. Numéro de faillite : 20110524. Date de faillite : 21 mars 2011.

Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011.

Objet social : restaurant. Numéro d’entreprise 0474.177.966. Juge-commissaire : M. Pilette-Vlug. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (11484)

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Tramet Holding BVBA, Montjoielaan 38, bus 20, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20110525.


Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : holding.


Ondernemingsnummer 0890.035.673. Rechter-commissaris : de heer Pilette-Vlug.

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Les Copains d’Abord BVBA, Prekelindenlaan 72, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe. Faillissementsnummer : 20110524. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : restaurant. Ondernemingsnummer 0474.177.966. Rechter-commissaris : de heer Pilette-Vlug.


Luc,

Commandant

Lothairelaan

14,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011.

21536




Ouverture de la faillite, sur aveu, de : International Trade of Metals SA (en abrégé : I.T.M.), avenue Montjoie 38/20, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20110530. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : trading de métal.


Numéro d’entreprise 0412.809.234. Juge-commissaire : M. Fielz. Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Global-Express SPRL, rue Longue Vie 36, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20110529. Date de faillite : 21 mars 2011.

Curateur : Me Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011.

Objet social : courrier et fret.


Numéro d’entreprise 0459.860.073. Juge-commissaire : M. Fielz.


Curateur : Me Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (11485)


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : International Trade of Metals NV (afgekort : I.T.M.), Montjoielaan 38/20, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20110530. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : koerier. Ondernemingsnummer 0412.809.234. Rechter-commissaris : de heer Fielz.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Global-Express BVBA, Langlevenstraat 36, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20110529. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : koerier. Ondernemingsnummer 0459.860.073. Rechter-commissaris : de heer Fielz.

Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11486)

Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011.


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : La Librairie de Rome SA, rue Jean Stas 16, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20110531. Date de faillite : 21 mars 2011.


Objet social : librairie. Numéro d’entreprise 0403.518.515. Juge-commissaire : M. Fielz. Curateur : Me Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Bruxelles-18.

21537

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.



Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Arshan BVBA, Brogniezstraat 147, 1070 Anderlecht.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (11487)

Faillissementsnummer : 20110539. Datum faillissement : 22 maart 2011. Handelsactiviteit : voedingsmiddelen. Ondernemingsnummer 0477.071.041. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. De Chaffoy, J.L., Kunstlaan 24/9A, 1000 Brussel.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : La Librairie de Rome NV, Jan Stasstraat 16, 1060 Sint-Gillis. Faillissementsnummer : 20110531.

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11488)

Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : boekhandel. Ondernemingsnummer 0403.518.515. Rechter-commissaris : de heer Fielz. Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (11487)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Immo Maryhold SPRL, rue des Vierges 6, 1000 Bruxelles. Numéro de faillite : 20110541. Date de faillite : 22 mars 2011. Objet social : consultancy. Numéro d’entreprise 0883.998.018. Juge-commissaire : M. De Jonckheere, P. Curateur : Me 1000 Bruxelles.

De

Chaffoy,

J.L.,

avenue

des

Arts

24/9A,



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Arshan SPRL, rue Brogniez 147, 1070 Anderlecht.




Date de faillite : 22 mars 2011. Objet social : alimentation.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11489)

Numéro d’entreprise 0477.071.041. Juge-commissaire : M. De Jonckheere, P. Curateur : Me 1000 Bruxelles.

De

Chaffoy,

J.L.,

avenue

des

Arts

24/9A,

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11488)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Immo Maryhold BVBA, Maagdenstraat 6, 1000 Brussel. Faillissementsnummer : 20110541. Datum faillissement : 22 maart 2011. Handelsactiviteit : consultancy. Ondernemingsnummer 0883.998.018. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. De Chaffoy, J.L., Kunstlaan 24/9A, 1000 Brussel.

21538




Ouverture de la faillite, sur citation, de : Polygestion Benelux SA, chaussée de Charleroi 49, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20110546. Date de faillite : 22 mars 2011. Objet social : bureau d’études de marchés. Numéro d’entreprise 0448.643.410. Juge-commissaire : M. De Jonckheere, P. Curateur : Me Billiet, Johan, avenue Louise 146, bte 9/9, 1050 Bruxelles-5.



Ouverture de la faillite, sur citation, de : American Cars One SCS, rue du Fort 7, 1060 Saint-Gilles.


Numéro de faillite : 20110544. Date de faillite : 22 mars 2011. Objet social : voitures. Numéro d’entreprise 0806.630.620.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11491)

Juge-commissaire : M. De Jonckheere, P. Curateur : Me Billiet, Johan, avenue Louise 146, bte 9/9, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Polygestion Benelux NV, Charleroisesteenweg 49, 1060 Sint-Gillis.




Handelsactiviteit : marktonderzoekbureau.



Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : American Cars One GCV, Fortstraat 7, 1060 Sint-Gillis. Faillissementsnummer : 20110544. Datum faillissement : 22 maart 2011. Handelsactiviteit : auto’s.

Datum faillissement : 22 maart 2011. Ondernemingsnummer 0448.643.410. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. Billiet, Johan, Louizalaan 146, bus 9/9, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11491)

Ondernemingsnummer 0806.630.620. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P. Curator : Mr. Billiet, Johan, Louizalaan 146, bus 9/9, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11490)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Monde des Services SPRL, rue du Belvédère 20, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20110547. Date de faillite : 22 mars 2011. Objet social : ordinateurs. Numéro d’entreprise 0472.763.053. Juge-commissaire : M. De Jonckheere, P. Curateur : Me Billiet, Johan, avenue Louise 146, bte 9/9, 1050 Bruxelles-5.


21539




Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : African Cash & Carry BVBA, Waverse Steenweg 17, 1050 Elsene.


Faillissementsnummer : 20110513. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : niet-diepgevroren voedingsmiddelen. Ondernemingsnummer 0864.147.165. Rechter-commissaris : de heer Motyl.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Monde des Services BVBA, Belvederestraat 20, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20110547. Datum faillissement : 22 maart 2011. Handelsactiviteit : computers. Ondernemingsnummer 0472.763.053. Rechter-commissaris : de heer De Jonckheere, P.

Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11493)

Curator : Mr. Billiet, Johan, Louizalaan 146, bus 9/9, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11492)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : African Cash & Carry SPRL, chaussée de Wavre 17, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20110513. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : commerce de gros non spécialisé de denrées non-surgelées. Numéro d’entreprise 0864.147.165.


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Bati-Bob SPRL, rue de la Tulipe 37, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20110514. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : constructions spécialisées. Numéro d’entreprise 0869.725.754. Juge-commissaire : M. Motyl. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11494)

Juge-commissaire : M. Motyl. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18.



Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Bati-Bob BVBA, Tulpstraat 37, 1050 Elsene.

Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11493)

Faillissementsnummer : 20110514. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : bouwwerken. Ondernemingsnummer 0869.725.754. Rechter-commissaris : de heer Motyl. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18.

21540




Ouverture de la faillite, sur citation, de : Sara Entreprises SPRL, rue Docteur de Meersman 29, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20110519. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : commerce de gros de linge de maison. Numéro d’entreprise 0865.231.090. Juge-commissaire : M. Decleire, Philippe. Curateur : Me Herinckx, Catherine, rue du Mail 13, 1050 Bruxelles-5.


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Philippe Melard & Company SA, avenue Général de Gaulle 46, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20110515. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : études de marché et sondage d’opinion. Numéro d’entreprise 0438.463.457.


Juge-commissaire : M. Motyl. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11495)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Philippe Melard & Company NV, Generaal de Gaullelaan 46, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20110515. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : marktonderzoek. Ondernemingsnummer 0438.463.457.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Sara Entreprises BVBA, Dokter De Meersmanstraat 29, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20110519. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : huishoudlinnen. Ondernemingsnummer 0865.231.090. Rechter-commissaris : de heer Decleire, Philippe. Curator : Mr. Herinckx, Catherine, Maliestraat 13, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11496)

Rechter-commissaris : de heer Motyl. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Sultantex SPRL, rue des Tanneurs 134, 1000 Bruxelles-1.



De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11495)

Objet social : commerce de gros de déchets et de débris métalliques.

Date de faillite : 21 mars 2011.

Numéro d’entreprise 0881.259.747. Juge-commissaire : M. Decleire, Philippe. Curateur : Me Herinckx, Catherine, rue du Mail 13, 1050 Bruxelles-5.

21541

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.



Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Art Bati Pro BVBA, Vital Riethuisenlaan 23/4, 1083 Ganshoren.


Faillissementsnummer : 20110521. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : elektrische verlichting. Ondernemingsnummer 0896.705.711. Rechter-commissaris : de heer Decleire, Philippe. Curator : Mr. Herinckx, Catherine, Maliestraat 13, 1050 Brussel-5.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Sultantex BVBA, Huidevettersstraat 134, 1000 Brussel-1. Faillissementsnummer : 20110520. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : metaalafval. Ondernemingsnummer 0881.259.747. Rechter-commissaris : de heer Decleire, Philippe.


Curator : Mr. Herinckx, Catherine, Maliestraat 13, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11497)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Art Bati Pro SPRL, avenue Vital Riethuisen 23/4, 1083 Ganshoren. Numéro de faillite : 20110521. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : fabrication d’appareils d’éclairage électrique.


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Zam Zam SPRL, boulevard Saint-Michel 47, 1040 Etterbeek. Numéro de faillite : 20110526. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : commerce de gros de linge. Numéro d’entreprise 0473.292.296. Juge-commissaire : M. Pilette-Vlug. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11499)

Numéro d’entreprise 0896.705.711. Juge-commissaire : M. Decleire, Philippe.


Curateur : Me Herinckx, Catherine, rue du Mail 13, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Zam Zam BVBA, Sint-Michielslaan 47, 1040 Etterbeek. Faillissementsnummer : 20110526.






Handelsactiviteit : linnen. Rechter-commissaris : de heer Pilette-Vlug. Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.

Luc,

Commandant

Lothairelaan

14,

21542




Ouverture de la faillite, sur citation, de : Erdeg SPRL, rue du Progrès 233, 1030 Schaerbeek. Numéro de faillite : 20110528. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : cafés et bars. Numéro d’entreprise 0461.196.792. Juge-commissaire : M. Pilette-Vlug. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4.



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Setegu SPRL, rue Martin V 31, 1200 Woluwe-Saint-Lambert.




Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : activités de géomètres.


Numéro d’entreprise 0468.342.625. Juge-commissaire : M. Pilette-Vlug. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Erdeg BVBA, Vooruitgangstraat 233, 1030 Schaarbeek.




Handelsactiviteit : cafés en bars.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Setegu BVBA, Martinus V-straat 31, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe. Faillissementsnummer : 20110527.

Handelsactiviteit : landmeteractiviteiten. Ondernemingsnummer 0468.342.625. Rechter-commissaris : de heer Pilette-Vlug. Commandant

Rechter-commissaris : de heer Pilette-Vlug. Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.

Luc,

Commandant

Lothairelaan

14,

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11501)


Luc,




Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.


Lothairelaan

14,



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Performance Construct SPRL, rue du Champ de l’Eglise 91, 1020 Laeken. Numéro de faillite : 20110533. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : construction spécialisée. Numéro d’entreprise 0881.522.538. Juge-commissaire : M. Fielz. Curateur : Me Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Bruxelles-18.


21543




Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Yeni Dogal CVBA, Kerkveldstraat 15, 1020 Laken.


Faillissementsnummer : 20110534. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : restaurant. Ondernemingsnummer 0433.738.171. Rechter-commissaris : de heer Fielz.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Performance Construct BVBA, Kerkveldstraat 91, 1020 Laken. Faillissementsnummer : 20110533. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : bouwwerken. Ondernemingsnummer 0881.522.538. Rechter-commissaris : de heer Fielz.

Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11503)

Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 27 april 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11502)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Ogur SPRL, rue Jan Bollen 58, 1020 Laeken. Numéro de faillite : 20110535. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : commerce alimentaire. Numéro d’entreprise 0876.424.989. Juge-commissaire : M. Fielz. Curateur : Me Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Bruxelles-18.


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Yeni Dogal SCRL, rue du Champ de l’Eglise 15, 1020 Laeken. Numéro de faillite : 20110534. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : restauration.


Numéro d’entreprise 0433.738.171. Juge-commissaire : M. Fielz.


Curateur : Me Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 27 avril 2011. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, Eylenbosch, J.-M. (Pro deo) (11503)

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Ogur BVBA, Jan Bollenstraat 58, 1020 Laken. Faillissementsnummer : 20110535. Datum faillissement : 21 maart 2011. Handelsactiviteit : voedingsmiddelen. Ondernemingsnummer 0876.424.989. Rechter-commissaris : de heer Fielz. Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Brussel-18.

21544




Les déclarations de créances doivent être déposées au greffe du tribunal de commerce de Huy, dans les trente jours, à compter dudit jugement. Dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances, le mercredi 18 mai 2011, à 8 h 45 m, au greffe de ce tribunal. Le greffier, (signature illisible). (11507)

Par jugement du tribunal de commerce de Huy du 23 mars 2011, a été déclarée ouverte, sur aveu, la faillite de M. Moisse, Eric André P., né le 4 décembre 1961 à Huy, domicilié rue de Landen 78/6, à 4280 Hannut, ayant exercé le commerce à 4280 Hannut, rue Zenobe Gramme 9, sous la dénomination : « Aux Caves de Hesbaye », inscrit à la B.C.E. sous le n° 0890.526.613 pour l’activité de cafés et bars, retauration de type rapide. Juge-commissaire : André George, juge consulaire.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Au Club SPRL, rue Picot 12B, 6150 Anderlues. Numéro de faillite : 20110532. Date de faillite : 21 mars 2011. Objet social : café. Numéro d’entreprise 0478.849.903. Juge-commissaire : M. Fielz.

Curateur : Pierre Machiels, avocat à 4500 Huy, rue des Croisiers 15. Les déclarations de créances doivent être déposées au greffe du tribunal de commerce de Huy, dans les trente jours, à compter dudit jugement. Dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances, le mercredi 18 mai 2011, à 8 h 45 m, au greffe de ce tribunal. Le greffier, (signature illisible). (11508)

Curateur : Me Oschinsky, Yves, Dieweg 274, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Tribunal de commerce de Liège


Par jugement du 24 mars 2011, le tribunal de commerce de Liège a déclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Beton Mosan, B.C.E. n° 0460.259.555 dont le siège social est établi à 4020 Liège, rue du Dossay 4.


Activité : commerce de détail de matériaux de construction. Juge-commissaire : M. Jean-Claude Weicker. Curateur : Me Jean-Luc Lempereur, avocat à 4020 Liège, quai G. Kurth 12.

Tribunal de commerce de Huy

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce de Liège à 4000 Liège, ilôt Saint-Michel, rue Joffre 12, endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Par jugement du tribunal de commerce de Huy du 23 mars 2011, a été déclarée ouverte, sur aveu, la faillite de la SPRL Falco F., dont le siège social et le siège d’exploitation sont établis à 4480 Engis, rue d’Ehein 33A, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0889.155.745 pour l’activité de transports routier de fret.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Juge-commissaire : Jacques Pleinevaux, juge consulaire. Curateur : Natalie Debouche, avocat à 4470 Saint-Georges-surMeuse, rue Albert Ier 23/4. Les déclarations de créances doivent être déposées au greffe du tribunal de commerce de Huy, dans les trente jours, à compter dudit jugement. Dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances, le mercredi 18 mai 2011, à 8 h 45 m, au greffe de ce tribunal. Le greffier, (signature illisible). (11506)

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances est fixé au 5 mai 2011. Pour extrait conforme : le greffier (signature illisible). (11509)

Par jugement du 25 mars 2011, le tribunal de commerce de Liège a déclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Luc Tagnon, B.C.E. n° 0463.563.493 dont le siège social est établi à 4000 Liège, rue de Méry 12, et le siège d’exploitation à 4000 Liège, boulevard de la Sauvenière 80. Activité : des agences de voyage. Juge-commissaire : M. Jean-Paul Pruvot.

Par jugement du tribunal de commerce de Huy du 23 mars 2011, a été déclarée ouverte, sur aveu, la faillite de la SPRL Pêche Frédéric, dont le siège social et le siège d’exploitation sont établis à 4280 Grand-Hallet, rue des Vignes 2, bte 1, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0893.807.488 pour l’activité d’entreprise générale de construction. Juge-commissaire : André George, juge consulaire. Curateur : Benoît Stevart, avocat à 4280 Hannut, rue Vasset 2/C.

Curateur : Me Jean-Paul Tasset, avocat à 4020 Liège, quai Marcellis 4/011. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce de Liège à 4000 Liège, ilôt Saint-Michel, rue Joffre 12, endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances est fixé au 5 mai 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Yolande Heselmans. (11510)

Par jugement du 25 mars 2011, le tribunal de commerce de Liège a déclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Numa, B.C.E. n° 0475.291.882 dont le siège social est établi à 4620 Fléron, avenue des Martyrs 291. Activité : atelier de fabrication de vêtements. Juge-commissaire : M. Eric Reuter. Curateur : Me Jean-Luc Paquot, avocat à 4000 Liège, avenue Blonden 33. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce de Liège à 4000 Liège, ilôt Saint-Michel, rue Joffre 12, endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances est fixé au 5 mai 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Yolande Heselmans. (11511)

Par jugement du 19 octobre 2010, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation, la faillite de la SPRL 3 D Mention et a désigné, en application de l’article 185 du Code des sociétés, en qualité de liquidateur M. Franck Bouckaert, domicilié place Emile Vandervelde 32, à 4420 Montegnée et a donné décharge au curateur de sa mission. (Signé) Pierre Ramquet, avocat. (11512)

Par jugement du 1er février 2011, le tribunal de commerce de Liège a clôturé la faillite de M. Calogero Salamone, domicilié rue Sainte-Marguerite 85/13, à 4000 Liège, ayant exploité une entreprise de construction sous la dénomination : « E.C.B. », inscrit à la BanqueCarrefour des Entreprises sous le n° 0757.399.061. Faillite déclarée en date du 2 avril 2001. Le failli est déclaré excusable et le curateur est déchargé de sa mission. Le curateur, (signé) Me Joëlle Delhaxhe, avocat, avenue Albert Ier 25, à 4053 Embourg. (11513)

Cour d’appel de Mons

Par arrêt du 21 mars 2011, la première chambre de la cour d’appel de Mons, met à néant le jugement prononcé le 3 mars 2009, par le tribunal de commerce de Charleroi, statuant sur l’excusabilité. Réformant, déclare André Richard, domicilié à 6060 Gilly, rue de la Duchère 7, précédemment inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0715.066.182, déclaré en faillite par jugement de la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi du 20 juin 2007, excusable. Le greffier chef de service, (signé) Cl. Chevalier. (11514)

21545

Tribunal de commerce de Namur

Par jugement prononcé le 17 mars 2011, par le tribunal de commerce de Namur, ont été déclarées closes, par liquidation, les opérations de la faillite de la SPRL Construgen, dont le siège social était sis rue des Ursulines 1, à 5000 Namur, ayant eu comme activité la construction générale de bâtiments résidentiels, travaux de terrassement, travaux routiers, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0426.155.048. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur, en date du 22 janvier 2009. Ledit jugement donne décharge à Me Murielle Delforge, avocat au barreau de Namur de son son mandat de curateur et considère M. Christophe Verhulst, domicilié chaussée de Waterloo 5, à 5000 Namur, comme liquidateur. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (11515)

Par jugement prononcé le 17 mars 2011, par le tribunal de commerce de Namur, ont été déclarées closes, par insuffisance d’actif, les opérations de la faillite de la SCS, Promibat, dont le siège social était établi à 5060 Tamines, avenue Président Roosevelt 43/3, y ayant exploité une entreprise d’aménagement paysager, de construction, etc..., inscrite à la B.C.E. sous le n° 0882.347.137. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur, en date du 8 mai 2008. Ledit jugement donne décharge à Me Baudhuin Rase, avocat au barreau de Namur de son son mandat de curateur et considère M. Sergio Provenza, domicilié rue du Gay 14, à 5060 Sambreville, comme liquidateur. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (11516)

Par jugement prononcé le 17 mars 2011, par le tribunal de commerce de Namur, ont été déclarées closes, par faute d’actif, les opérations de la faillite de Mme Pacella, Anna, née à Afragola (Italie) le 19 novembre 1969, de nationalité italienne, ci-avant domiciliée à Spy, rue de Goyet 44, bte 6, et actuellement à 6200 Châtelet, rue du Calvaire 33/0001, ayant exploité jusqu’au 14 mars 2010, à Franière, place de la Gare 4, un commerce de détail en fruits et légumes et alimentation générale sous la dénomination : « Epicerie de la Gare », inscrite à la B.C.E. sous le n° 0817.163.038. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur, en date du 9 septembre 2010. Ledit jugement donne décharge à Me Anne-Catherine Geubelle, avocat au barreau de Namur de son son mandat de curateur et dit y avoir lieu de prononcer l’excusabilité. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (11517)

Tribunal de commerce de Nivelles

Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 21 mars 2011, a été déclarée ouverte, sur révocation de procédure de réorganisation judiciaire, la faillite de la SPRL TDA, avenue de Vossegat 25/16, à 1180 Bruxelles 18. N° B.C.E. 0889.866.815. Juge-commissaire : M. Smet, Roger. Curateur : Me Braun, Antoine, avocat à 1300 Wavre, boulevard de l’Europe 145. Date limite du dépôt des créances : dans les trente jours de la date de la faillite. Dépôt par la curatelle du premier procès-verbal de vérification des créances : au plus tard le 2 mai 2011.

21546


Dit que les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personelle du failli, ont le moyen d’en faire déclaration au greffe, conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : la greffier en chef f.f., (signé) P. Fourneau. (11518)

Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 24 mars 2011, a été déclarée ouverte, sur aveu, la faillite de la SA Geminus Industrial Assemblies, rue du Bosquet 41, à 1400 Nivelles. N° B.C.E. 0454.003.352. Activité : production de matériel électronique. Juge-commissaire : M. Pietquin, Bernard. Curateurs : Me Vanham, Bernard, avocat à 1400 Nivelles, rue de Charleroi 2; Me Dedobbeleer, Geneviève, avocat à 1400 Nivelles, rue de Charleroi 2. Date limite du dépôt des créances : dans les trente jours de la date de la faillite. Dépôt par la curatelle du premier procès-verbal de vérification des créances : au plus tard le 2 mai 2011. Dit que les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personelle du failli, ont le moyen d’en faire déclaration au greffe, conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : la greffier en chef f.f., (signé) P. Fourneau. (11519)

Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 24 mars 2011, a été déclarée ouverte, sur aveu, la faillite de la SA IIG Europe, avenue Robert Schuman 2, à 1400 Nivelles. N° B.C.E. 0450.630.722. Activité : entreprise d’impression d’étiquettes et d’emballage.

Juge-commissaire : Leblanc, Yvon. Tournai, le 24 mars 2011. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (11521)

Tribunal de commerce de Verviers

Par jugement du jeudi 10 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a prononcé la clôture de liquidation de la SPRL Groupe Multi Services, en liquidation, dont le siège social est établi à 4800 Verviers, rue Saint-Remacle 23, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0452.473.425 pour l’exploitation et la gestion de supermarchés, d’épiceries et de night-shop. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Monique Coutelier. (11522)

Faillite de la SPRL Rosimo, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0861.121.755, dont le siège social est établi à 4820 Dison, rue du Corbeau 23. Faillite déclarée par jugement du 22 septembre 2008. Curateur : Me Bernard Leroy. Par jugement du jeudi 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a clôturé la faillite préqualifiée, pour insuffisance d’actif. Liquidateurs (conformément à l’article 185 du Code des sociétés) : M. Denis Saint-Ghislain, domicilié à 1040 Bruxelles 4, rue Capitaine Joubert 38, et M. André Delrée, domicilié à 4100 Seraing, rue du Chêne 107. Le greffier en chef, (signé) Marianne Dereze. (11523)

Juge-commissaire : M. Smet, Roger. Curateurs : Me Chardon, Christophe, avocat à 1400 Nivelles, rue de la Procession 25. Date limite du dépôt des créances : dans les trente jours de la date de la faillite. Dépôt par la curatelle du premier procès-verbal de vérification des créances : au plus tard le 2 mai 2011. Dit que les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personelle du failli, ont le moyen d’en faire déclaration au greffe, conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : la greffier en chef f.f., (signé) P. Fourneau. (11520)

Faillite de la SPRL JMT Racing Team, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0472.253.012, dont le siège social est établi à 4801 Stembert, Haut de Treme 1. Faillite déclarée par jugement du 18 septembre 2007. Curateur : Me Bernard Leroy. Par jugement du jeudi 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a clôturé la faillite préqualifiée, pour insuffisance d’actif. Liquidateur (conformément à l’article 185 du Code des sociétés) : Mme Anne Engelbos, rue de Gollard 32, à 1350 Jauche. Le greffier en chef, (signé) Marianne Dereze. (11524)

Tribunal de commerce de Tournai

Par jugement rendu le 24 mars 2011, par le tribunal de commerce de Tournai, a été ouverte, sur aveu, la faillite de la SPRL Lido-Food, ayant son siège social à 7603 Bon-Secours, rue Royale (B.S.) 27, inscrite à la B.C.E. sous le n° d’entreprise 0871.868.563 et ayant pour activité commerciale l’exploitation d’une supérette.

Faillite de Sarlette, Liliane, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0652.558.392, dont le siège social est établi à 4950 Waimes, rue de la Gare 87. Faillite déclarée par jugement du 4 août 2009. Curateur : Geoffrey Saive.

Les créanciers sont tenus de produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce de Tournai, rue des Filles Dieu 1, à 7500 Tournai, dans un délai de trente jours (24 avril 2011).

Par jugement du 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a déclaré excusable Mme Sarlette, Liliane. Le greffier en chef, (signé) Marianne Dereze. (11525)

Pour bénéficier de la décharge, les personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli sont tenues de déposer au greffe du tribunal de commerce une déclaration attestant que leur obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leur patrimoine, les pièces dont question à l’article 72ter de la loi sur les faillites devant être jointes à cette déclaration.

Faillite de Moriaux, Jessica, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0886.181.607, dont le siège social est établi à 4650 Grand-Rechain, avenue des Platanes 102.

Le premier procès-verbal de vérification des créances sera déposé au greffe du tribunal de commerce de Tournai le 14 mai 2011. Curateur : Me Claeys, Marc, rue Saint-Eleuthère 186/188, à 7500 Tournai.

Faillite déclarée par jugement du 30 avril 2009. Curateur : Lucie Gerardy. Par jugement du 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a clôturé, par liquidation, la faillite préqualifiée.

21547

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Par le même jugement, Mme Moriaux, Jessica, a été déclarée excusable. Le greffier en chef, (signé) Marianne Dereze. (11526)

Faillites sur aveu

Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.) De griffier, (R. Gentier).

Par jugement du jeudi 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a déclaré la faillite de la SPRL AMC Electronique, dont le siège social est établi à 4800 Verviers, rue Lucien Defays 73, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0476.921.383 pour le commerce de détail en articles électroménagers. Curateur : Me Jean-Luc Ransy, avocat à 4840 Welkenraedt, rue Lamberts 36. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les trente jours. Clôture du premier procès-verbal de vérification des créances : le 18 mai 2011, à 9 h 30 m, au palais de justice de Verviers. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Monique Coutelier. (11527)

Par jugement du jeudi 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a déclaré la faillite de la société en commandite simple, Chrysalide, dont le siège social est établi à 4830 Limbourg, place Léon d’Andrimont 35, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0829.718.796 pour l’exploitation d’un débit de boissons au siège social sous l’appellation : « Le Grand Charmont »..

(Pro deo)

(11530)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Maktex BVBA, Sint-Elisabethstraat 15, 2060 Antwerpen-6, verwerking en conservering van vlees, exclusief vlees van gevogelte, ondernemingsnummer : 0464.310.096, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. Van Passel, Marc, Frankrijklei 146, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.) De griffier, (R. Gentier). (Pro deo)

(11531)

Curateur : Me Pierre Andri, avocat à 4800 Verviers, place Albert Ier 8. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les trente jours. Clôture du premier procès-verbal de vérification des créances : le 18 mai 2011, à 9 h 30 m, au palais de justice de Verviers. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Monique Coutelier. (11528)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Pycke, Ronny, geboren te Antwerpen op 18 november 1971, wonende te 2610 Wilrijk, Letterkundestraat 155, dakwerkzaamheden, ondernemingsnummer : 0812.405.880, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. 2000 Antwerpen-1.

Laughs,

Guy,

Mechelsesteenweg

12/8,

Datum der staking van betaling : 24 maart 2011.

Faillite sur citation

Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Par jugement du jeudi 17 mars 2011, le tribunal de commerce de Verviers a déclaré la faillite de la SPRL Alvan, ayant son siège social à 4800 Verviers, rue des Prairies 13, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0427.253.029 pour l’entretien et la réparation de véhicules automobiles. Curateur : Me Pierre Schmits, avocat à 4800 Verviers, rue Laoureux 42. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les trente jours. Clôture du premier procès-verbal de vérification des créances : le 18 mai 2011, à 9 h 30 m, au palais de justice de Verviers. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Monique Coutelier. (11529)

Rechtbank van koophandel te Antwerpen

Laugs,

Guy,

Mechelsesteenweg

Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.) De griffier, (R. Gentier). (Pro deo)

(11532)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is King Diamond BVBA, Hoveniersstraat 55, bus 75, 2018 Antwerpen-1, groothandel in diamant en andere edelstenen, ondernemingsnummer : 0817.708.416, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. Leenders, Sven, Grote Steenweg 154, 2600 Berchem (Antwerpen).

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Orkaan BVBA, voorheen met zetel te 2140 Borgerhout, Bacchuslaan 72, en thans met zetel te 7134 Binche, route de Charleroi 248A, goederenvervoer over de weg, met uitzondering van verhuisbedrijven, ondernemingsnummer : 0474.202.613, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. 2000 Antwerpen-1.

Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen.

12/8,

Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.) De griffier, (R. Gentier). (Pro deo)

(11533)

21548


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Arda BVBA, Waaslandstraat 25, 2660 Hoboken (Antwerpen), eetgelegenheden met beperkte bediening, ondernemingsnummer : 0473.748.295, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. Leenders, Sven, Grote Steenweg 154, 2600 Berchem (Antwerpen).

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.). De griffier, (get.) R. Gentier. (Pro deo) (11537)

Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.) De griffier, (R. Gentier). (Pro deo) (11534)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is GEP Antwerpen WKK BVBA, Congobootstraat 11, 2660 Hoboken (Antwerpen), computerconsultancy activiteiten, ondernemingsnummer : 0453.047.903, bij dagvaarding failliet verklaard.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Confirmare BVBA, Klein Veerle 103, 2960 Brecht, goederenvervoer over binnenwateren, ondernemingsnummer 0896.278.317, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. Van 2000 Antwerpen-1.

Moorleghem,

Stephane,

Frankrijklei

105,

Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.). De griffier, (get.) R. Gentier. (Pro deo) (11538)

Curator : Mr. Leysen, Louis JR., Jan Van Rijswijcklaan 17, 2018 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.) De griffier, (R. Gentier). (Pro deo) (11535)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Van Linden, Davy, handelaar, geboren te Duffel op 22 april 1980, voorheen wonende te 2020 Antwerpen, Athenestraat 8, thans sinds 23 februari 2010 afvoering van ambtswege, ondernemingsnummer : 0886.501.410, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. Leysen, Louis JR., Jan Van Rijswijcklaan 17, 2018 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.) De griffier, (R. Gentier). (Pro deo) (11536)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Croesinsky GCV, Antwerpsesteenweg 38, 4de verdieping, 2630 Aartselaar, tussenpersoon in de handel, ondernemingsnummer 0897.331.063, bij dagvaarding failliet verklaard.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Confiance BVBA, Klein Veerle 103, 2960 Brecht, goederenvervoer over binnenwateren, ondernemingsnummer 0871.731.674, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. Van 2000 Antwerpen-1.

Moorleghem,

Stephane,

Frankrijklei

105,


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is HD Cleaning BVBA, IJzerlaan 18-20, 2060 Antwerpen-6, bouwrijp maken van terreinen, ondernemingsnummer 0816.716.442, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. 2018 Antwerpen-1.

Marinower,

Claude,

Consciencestraat

7,


Curator : Mr. Loyens, Jan, Grote Steenweg 417, 2600 Berchem (Antwerpen). Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Hope and Glory BVBA, Vleminckveld 74, 2000 Antwerpen-1, drinkgelegenheden, ondernemingsnummer 0810.290.290, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. 2018 Antwerpen-1.

Marinower,

Claude,

Consciencestraat

7,

21549

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor : 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail. W.). De griffier, (get.) R. Gentier. (Pro deo) (11541)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Maxi-Service BVBA, Prins Boudewijnlaan 321 OA, 2610 Wilrijk (Antwerpen), tussenpersoon in de handel, ondernemingsnummer 0862.284.072, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. Van Passel, Marc, Frankrijklei 146, 2000 Antwerpen-1.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Baumgarte, Ralph, geboren te Terneuzen op 11 september 1974, Nederlandse nationaliteit, wonende en handeldrijvende te 2180 Ekeren, Tulpenlaan 43, onder de benaming « Evolution Contracting », accountants en belastingconsulenten, ondernemingsnummer 0887.966.407, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Claes, Dominique, Jan Van Rijswijcklaan 232, 2020 Antwerpen-2. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11545)


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 24 maart 2011, is Tigny BVBA, Van Arteveldestraat 51, 2060 Antwerpen-6, cafés en bars, ondernemingsnummer 0897.378.573, bij dagvaarding failliet verklaard. Curator : Mr. Claes, Dominique, Jan Van Rijswijcklaan 232, 2020 Antwerpen-2.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Zakopane BVBA, Provinciestraat 207, 2018 Antwerpen-1, detailhandel in niet-gespecialiseerde winkels waarbij voedings- en genotmiddelen overheersen, ondernemingsnummer 0891.318.350, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Cools, Veerle, Mechelsesteenweg 12, 6e verd., 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11546)


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is R.P. King BVBA, Willem Linningstraat 2, 1e verdieping, 2060 Antwerpen, detailhandel in uurwerken en sieraden in gespecialiseerde winkels, ondernemingsnummer 0478.304.327, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Claes, Dominique, Jan Van Rijswijcklaan 232, 2020 Antwerpen-2. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11544)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Attivo BVBA, Verlatstraat 35, 2000 Antwerpen-1, groothandel in niet-elektrische huishoudelijke artikelen, ondernemingsnummer 0478.625.912, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Bruneel, Tomas, Bredestraat 4, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11547)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Snob BVBA, Anselmostraat 38, 2018 Antwerpen-1, detailhandel in damesbovenkleding in gespecialiseerde winkels, ondernemingsnummer 0415.753.480, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Wouters, 2018 Antwerpen-1.

Louis,

Jan

Van

Rijswijcklaan

1-3,

Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen.

21550


De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11548)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Bernard Philippe Marceau, geboren te Calais op 28 april 1963, wonende en handeldrijvende te 2000 Antwerpen, Ankerrui 42, onder de benaming « Tornado », goederenvervoer over binnenwateren, ondernemingsnummer 0588.703.490, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Van Doosselaere, Thierry, Lange Gasthuisstraat 27, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11549)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is De Ster Verhuizingen BVBA, Nieuwe Donk 21, 2100 Deurne (Antwerpen), verhuisbedrijven, ondernemingsnummer 0876.512.388, op bekentenis, failliet verklaard.

Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11552)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Gecko Computers BVBA, Korte Kievitstraat 22C/12, 2018 Antwerpen-1, detailhandel in computers, randapparatuur en software in gespecialiseerde winkels, ondernemingsnummer 0479.774.173, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Van Doosselaere, Thierry, Lange Gasthuisstraat 27, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11553)

Curator : Mr. Vercraeye, Peter, Britselei 1, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11550)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Van Stijvoort, Peter Seraphine, geboren te Borgerhout op 19 januari 1982, wonende te 2850 Boom, Antwerpsestraat 91/ 009D, en handeldrijvende te 2170 Merksem, Ringlaan 133, onder de benaming « Metamorfose », haarverzorging, ondernemingsnummer 0896.790.833, op bekentenis, failliet verklaard.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Kebap « De Molen » BVBA, Jaak Embrechtsstraat 65, 2100 Deurne (Antwerpen), eetgelegenheden met beperkte bediening, ondernemingsnummer 0880.459.397, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Vercraeye, Peter, Britselei 76, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11554)

Curator : Mr. Bruneel, Tomas, Bredestraat 4, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11551)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Luvet BVBA, Handelslei 248, 2980 Zoersel, haarverzorging, ondernemingsnummer 0444.147.459, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Bruneel, Tomas, Bredestraat 4, 2000 Antwerpen-1.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Thermotechniek BVBA, Middenstraat 36, 2910 Essen, installatie van verwarming, klimaatregeling en ventilatie, ondernemingsnummer 0457.372.024, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Wouters, 2018 Antwerpen-1.

Luc,

Jan

Van

Rijswijcklaan

13,

Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (11555)

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, op datum van 24 maart 2011, is de datum van staking der betalingen in het faillissement Binergy Ieper NV, Brusselstraat 59, 2018 Antwerpen, ondernemingsnummer 0891.229.565, met curator : Mr. Moestermans, Borg, advocaat, Generaal Van Merlenstraat 3, 2600 Berchem (Antwerpen), uitgesproken op 19 augustus 2010, op 1 mei 2010 teruggebracht. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (11556)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 maart 2011, is Stone Carpets BVBA, met zetel te 2100 Deurne, Merksemsesteenweg 194, bouw van autowegen en andere wegen, ondernemingsnummer 0860.086.924, en beveelt bijgevolg de voortijdige beëindiging van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, op bekentenis, voortijdige beëindiging van W.C.O., failliet verklaard. Curator : Mr. Cools, Veerle, Mechelsesteenweg 12, 6e verd., 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 24 maart 2011. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 22 april 2011. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 20 mei 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (11557)

21551

Datum staking van betaling : 23 maart 2011, onder voorbehoud van artikel 12, lid 2, F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op de griffie van de rechtbank, op vrijdag 29 april 2011. Elke schuldeiser, die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling, vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bestrijding, moeten de natuurlijke personen, die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld, voor de gefailleerde op de griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (art. 72bis F.W. en art. 10, wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (11559)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 24 maart 2011, werd Alu-Met BVBA, aluminiumconstructie, Zavelbaan 53-59, 9300 Aalst, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer : 0418.919.442. Rechter-commissaris : Marc Tackaert. Curator : Mr. Marga Pieters, te 9300 Aalst, Affligemdreef 144.

Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende

Bij vonnis van de derde kamer van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende, werd op 25 maart 2011, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van Robaeys, Johan, geboren te Oostende op 19 april 1970, wonende te 8400 Oostende, Raversijdestraat 3/104, handelend in eigen naam, met handelsuitbating te 8400 Oostende, Torhoutsesteenweg 47, volgens eigen verklaring gestopt op 13 februari 2011, gekend onder het ondernemingsnummer 0874.930.201, hebbende als handelsactiviteiten eetgelegenheden met beperkte bediening, onder de handelsbenaming « Pickles ». De datum van staking van betaling is vastgesteld op 25 maart 2011.

Datum staking van betaling : 23 maart 2011, onder voorbehoud van artikel 12, lid 2, F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op de griffie van de rechtbank, op vrijdag 29 april 2011. Elke schuldeiser, die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling, vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.).

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gafailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail. W.

Om te kunnen genieten van de bestrijding, moeten de natuurlijke personen, die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld, voor de gefailleerde op de griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (art. 72bis F.W. en art. 10, wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (11560)

Het eerste proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen zal dienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank uiterlijk op 6 mei 2011. Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier, (get.) N. Pettens. (Pro deo) (11558)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 25 maart 2011, werd T-Immo BVBA, verkoop/verhuur vastgoed, Gentsesteenweg 102C, 9240 Zele, in staat van faillissement verklaard.

Tot curator werd aangesteld : Mr. Marc Schuyesmans, advocaat te 8400 Oostende, Frere Orbanstraat 113. De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden ter griffie van de rechtbank van koophandel te 8400 Oostende, Canadaplein, vóór 25 april 2011.

Ondernemingsnummer : 0474.968.517. Rechter-commissaris : Marc Tackaert. Rechtbank van koophandel te Dendermonde

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 24 maart 2011, werd D’Haese, Hansy, kleinhandel in voeding, Binnenstraat 97, 9300 Aalst, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer : 0829.355.839. Rechter-commissaris : Marc Tackaert. Curator : Mr. Marc Peeters, te 9200 Dendermonde, Kerkstraat 52.

Curator : Mr. Magda Jannis, te 9200 Dendermonde, Grote Markt 19. Datum staking van betlaing : 25 maart 2011, onder voorbehoud van artikel 12, lid 2, F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op de griffie van de rechtbank, op vrijdag 6 mei 2011.

21552


Elke schuldeiser, die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling, vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bestrijding, moeten de natuurlijke personen, die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld, voor de gefailleerde op de griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (art. 72bis F.W. en art. 10, wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (11561)

Rechtbank van koophandel te Gent

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 22 maart 2011, bij dagvaarding, derde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Reno Building Construct BVBA, ontwikkeling van residentiële bouwprojecten, met maatschappelijke zetel, te 9000 Gent, Noordstraat 18F, hebbende als ondernemingsnummer 0816.959.041. Rechter-commissaris : de heer Van Hoecke, Hugo. Datum staking der betalingen : 22 maart 2011. Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 19 april 2011. Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 4 mei 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld) kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis en art. 72ter F.W.). De curator : Mr. De Poorter, Edmond, advocaat, kantoorhoudende te 9052 Zwijnaarde, Hekers 39. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. Van de Wynkele. (11562)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 22 maart 2011, bij dagvaarding, derde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Zuidstation BVBA, eetgelegenheden met volledige bediening, met maatschappelijke zetel, te 9000 Gent, Zuidstationstraat 31-33, hebbende als ondernemingsnummer 0864.048.977. Rechter-commissaris : de heer Vanhoutte, Hendrik. Datum staking der betalingen : 22 maart 2011. Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 19 april 2011. Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 3 mei 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld) kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis en art. 72ter F.W.). De curator : Mr. De Muynck, Luc, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Jozef Kluyskensstraat 25, bus 8. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. Van de Wynkele. (11563)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 22 maart 2011, bij dagvaarding, derde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Lo-Select BVBA, detailhandel in auto’s en lichte bestelwagens, met maatschappelijke zetel, te 9920 Lovendegem, Grote Baan 260, hebbende als ondernemingsnummer 0465.540.315. Rechter-commissaris : de heer Van Den Bossche, Peter.

Datum staking der betalingen : 22 maart 2011. Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 19 april 2011. Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 4 mei 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld) kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis en art. 72ter F.W.). De curator : Mr. De Schrijver, Helena, advocate, kantoorhoudende te 9000 Gent, Rijsenbergstraat 37. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. Van de Wynkele. (11564)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 22 maart 2011, bij dagvaarding, derde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Lefevre Van Impe & C° Consultants BV onder de vorm van BVBA, in vereffening, met maatschappelijke zetel, te 9060 Zelzate, Karnemelkstraat 3, hebbende als ondernemingsnummer 0430.327.929. Rechter-commissaris : de heer Francois, Marc. Datum staking der betalingen : 14 maart 2011. Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 19 april 2011. Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 9 mei 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld) kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis en art. 72ter F.W.). De curator : Mr. De Muer, Karin, advocate, kantoorhoudende te 9900 Eeklo, Visstraat 20. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. Van de Wynkele. (11565)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 22 maart 2011, bij dagvaarding, derde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Café Planche VOF, uitbating van cafés en bars, met maatschappelijke zetel, te 9991 Maldegem (Adegem), Staatsbaan 10A, hebbende als ondernemingsnummer 0818.536.676, en werden tevens in faling verklaard in hun hoedanigheid van zaakvoerder van de VOF : Lammens, Nico, geboren te Eeklo op 18 mei 1967, wonende te 9991 Maldegem (Adegem), Staatsbaan 10, doch ambtshalve afgevoerd en De Vent, Sonja, geboren te Mortsel op 27 november 1969, wonende te 9991 Maldegem (Adegem), Staatsbaan 10, doch ambtshalve afgevoerd. Rechter-commissaris : de heer Van Den Dorpe, Marc. Datum staking der betalingen : 22 maart 2011. Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 19 april 2011. Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 5 mei 2011. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld) kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis en art. 72ter F.W.). De curator : Mr. De Muynck, Luc, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Jozef Kluyskensstraat 25, bus 8. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. Van de Wynkele. (11566)

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 22 maart 2011, op bekentenis, derde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake MJ-Constructions BVBA, schrijnwerkerij, met maatschappelijke zetel gevestigd te 9940 Evergem, Finlandstraat 5B, hebbende als ondernemingsnummer 0892.029.915.

21553

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 24 maart 2011, op bekentenis, zesde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Buysse, Christiana, geboren te Sleidinge op 8 februari 1950, wonende te 9940 Evergem, Dotterbloemstraat 4, in haar hoedanigheid van hoofdelijke aansprakelijke voor de VOF Everflam.

Rechter-commissaris : de heer Van Der Wulst, Peter.

Rechter-commissaris : de heer Kiekens, Frank.

Datum staking der betalingen : 14 maart 2011.


Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 19 april 2011.


Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 3 mei 2011.


De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld) kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis en art. 72ter F.W.).


De curator : Mr. De Meyer, Hans, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Coupure 373.

De curator : Mr. De Freyne, Geert, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 361.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. Van de Wynkele. (11567)


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 22 maart 2011, bij dagvaarding, derde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Plein Histoires CVOHA, eetgelegenheden met volledige bediening, met maatschappelijke zetel, te 9000 Gent, Gaardeniersweg 77, bus 4, hebbende als ondernemingsnummer 0881.336.456.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 24 maart 2011, op bekentenis, vijfde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Arda Construct BVBA, isolatiewerkzaamheden, met maatschappelijke zetel, te 9040 Gent, Antwerpsesteenweg 789, hebbende als ondernemingsnummer 0891.907.971.

Rechter-commissaris : de heer Meyvaert, Paul.

Rechter-commissaris : de heer Van De Velde, Daniel.


Datum staking der betalingen : 30 september 2010.







De curator : Mr. De Vliegher, Fernand, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Pacificatielaan 33.




Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 22 maart 2011, bij dagvaarding, derde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Van Hecke, Christiane, uitbaatster van café, geboren te Gent op 19 september 1962, wonende te 9940 Evergem, Kapellestraat 54, hebbende als ondernemingsnummer 0811.272.960.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 24 maart 2011, op bekentenis, zesde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Van Poucke, Gilbert, geboren te Sleidinge op 10 januari 1946, wonende te 9940 Evergem, Dotterbloemstraat 4, in zijn hoedanigheid als hoofdelijke aansprakelijke voor de VOF Everflam.












De curator : Mr. Defreyne, Geert, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 361.



21554


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 24 maart 2011, op bekentenis, zesde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake Everflam, vennootschap onder firma, groot- en kleinhandel in verwarmingstoestellen, met maatschappelijke zetel te 9940 Evergem, Dotterbloemstraat 4, met handelsuitbating te 9940 Evergem, Finlandstraat 8B, hebbende als ondernemingsnummer 0811.012.149. Rechter-commissaris : de heer Kiekens, Frank. Datum staking der betalingen : 23 maart 2011. Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 21 april 2011. Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 5 mei 2011.

Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op donderdag 5 mei 2011, om 14 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. (11575)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 24 maart 2011, de faillietverklaring, op bekentenis, uitgesproken van Vandensavel, Evi, Cicindriastraat 2A, te 3890 Gingelom.



De curator : Mr. Defreyne, Geert, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 361. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. Van de Wynkele. (11573)

Rechter-commissaris : de heer De Meester, C.

Handelswerkzaamheid : krantenwinkel. Dossiernummer : 7160. Curatoren : Mr. Deckmyn, Jessie, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Johan, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Lieve, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 24 maart 2011.

Rechtbank van koophandel te Hasselt

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 24 maart 2011, de faillietverklaring, op bekentenis, uitgesproken van PC Tuning BVBA, Nieuwstraat 181, te 3590 Diepenbeek. Ondernemingsnummer 0879.836.718. Handelswerkzaamheid : computerverkoop. Dossiernummer : 7162.

Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 24 april 2011. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op donderdag 5 mei 2011, om 14 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. (11576)

Rechter-commissaris : de heer De Meester, C. Curatoren : Mr. Deckmyn, Jessie, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Johan, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Lieve, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 1 december 2010.

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 24 maart 2011, de faillietverklaring, op bekentenis, uitgesproken van Van Bijlen, Tim, Englebert Adanglaan 11, te 3970 Leopoldsburg.

Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 24 april 2011.


Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op donderdag 5 mei 2011, om 14 uur.

Dossiernummer : 7159.

De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. (11574)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 24 maart 2011, de faillietverklaring, op bekentenis, uitgesproken van Deva Bouw A-D-I BVBA, Heerlestraat 2, te 3540 Herk-deStad. Ondernemingsnummer 0808.203.604. Handelswerkzaamheid : vochtbehandeling. Dossiernummer : 7161.

Handelswerkzaamheid : schoenwinkel. Rechter-commissaris : de heer De Meester, C. Curatoren : Mr. Deckmyn, Jessie, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Johan, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Lieve, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 24 maart 2011. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 24 april 2011. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op donderdag 5 mei 2011, om 14 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. (11577)

Rechter-commissaris : de heer De Meester, C. Curatoren : Mr. Deckmyn, Jessie, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Johan, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Lieve, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 24 maart 2011. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 24 april 2011.

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 24 maart 2011, de faillietverklaring, op dagvaarding, uitgesproken van Event Suppliers NV, Klaverbladstraat 7/10, te 3560 Lummen. Ondernemingsnummer 0477.100.933. Dossiernummer : 7157.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Rechter-commissaris : de heer De Meester, C. Curatoren : Mr. Deckmyn, Jessie, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Johan, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Lieve, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 24 maart 2011. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 24 april 2011. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op donderdag 5 mei 2011, om 14 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. (11578)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 24 maart 2011, de faillietverklaring, op dagvaarding, uitgesproken van Zedka Benelux BVBA, Kapittelhof 4F, te 3920 Lommel.

21555

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 24 maart 2011, de faillietverklaring, op dagvaarding, uitgesproken van Bouwconsulent VOF, Kolderstraat 130, te 3530 Houthalen. Ondernemingsnummer 0472.736.230. Dossiernummer : 7155. Rechter-commissaris : de heer De Meester, C. Curatoren : Mr. Deckmyn, Jessie, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Johan, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Lieve, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 24 maart 2011. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 24 april 2011. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op donderdag 5 mei 2011, om 14 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. (11581)

Ondernemingsnummer 0887.869.308. Dossiernummer : 7158. Rechter-commissaris : de heer De Meester, C. Curatoren : Mr. Deckmyn, Jessie, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Johan, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Lieve, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 24 maart 2011. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 24 april 2011. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op donderdag 5 mei 2011, om 14 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. (11579)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 24 maart 2011, de faillietverklaring, op dagvaarding, uitgesproken van Sahin & MG Cars BVBA, Kuringersteenweg 198, bus 2, 2e verd., te 3500 Hasselt. Ondernemingsnummer 0888.744.880. Dossiernummer : 7156. Rechter-commissaris : de heer De Meester, C. Curatoren : Mr. Deckmyn, Jessie, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Johan, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt; Mr. Dehaese, Lieve, Luikersteenweg 187, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 24 maart 2011. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 24 april 2011. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op donderdag 5 mei 2011, om 14 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. (11580)

Rechtbank van koophandel te Leuven

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven dd. 22 maart 2011 werd aan mevr. Wery, Monique, wonende te 3550 Linter, Langstraat 73, handeldrijvende onder de benaming « Carleston - Dirtypool Bluesrock Café », met uitbating te 3300 Tienen, Nieuwstraat 1, K.B.O. nr. 0855.790.637, in faling gesteld bij vonnis dd. 18 juni 2010, de vervoegde verschoonbaarheid toegekend. De griffier, (get.) W. Coosemans. (11582)

Rechtbank van koophandel te Oudenaarde

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde, tweede kamer, dd. 24 maart 2011, werd, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van de heer Lieven Desmet, geboren te Kortrijk op 4 maart 1958, wonende te 9690 Kluisbergen, Grote Herreweg 160, doch verblijvende te 8760 Meulebeke, Duivelputstraat 5, met ondernemingsnummer 0525.389.513 voorheen met als activiteit de uitbating van een café Het Zevende Zegel te Kluisbergen, stopgezet op 15 januari 2011. De datum staking van betaling is vastgesteld op 15 januari 2011. Rechter-commissaris : rechter in handelzaken de heer Rik Delmulle. Curatoren : Mr. Gunter Stevenaert, advocaat te 9700 Oudenaarde, Ommegangstraat 3 en Mr. Maude Rubbens, advocaat te 9600 Ronse, Glorieuxlaan 144. Indienen van de schuldvordering met bewijsstukken, uitsluitend ter griffie van de rechtbank van koophandel te 9700 Oudenaarde, Bekstraat 14 vóór 24 april 2011. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal door de curatoren neergelegd worden op dinsdag 24 mei 2011 ter griffie van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde; de daaropvolgende processen-verbaal van verificatie zullen neergelegd worden op 24 september 2011, 24 januari 2012, 24 mei 2012 en 24 september 2012. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidssteling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.).

21556


Om te kunnen genieten van de bevrijding moeten de natuurlijke personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechbank van koophandel een verklaring neerleggen waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (art. 72ter en art. 72bis F.W.).

Om te kunnen genieten van de bevrijding moeten de natuurlijke personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechbank van koophandel een verklaring neerleggen waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (art. 72ter en art. 72bis F.W.).

Voor eensluiden verklaard uittreksel : (get.) Ingrid Verheyen, griffier. (11583)

Voor eensluiden verklaard uittreksel : (get.) Marijke Fostier, griffier. (11585)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde, tweede kamer, dd. 24 maart 2011, werd, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van De Boswilg VOF, met zetel te 9620 Zottegem, Bontestraat 46, met ondernemingsnummer 0826.252.433. De datum staking van betaling is vastgesteld op 24 maart 2011. Rechter-commissaris : rechter in handelzaken de heer Rik Delmulle. Curatoren : Mr. Gunter Stevenaert, advocaat te 9700 Oudenaarde, Ommegangstraat 3 en Mr. Maude Rubbens, advocaat te 9600 Ronse, Glorieuxlaan 144. Indienen van de schuldvordering met bewijsstukken, uitsluitend ter griffie van de rechtbank van koophandel te 9700 Oudenaarde, Bekstraat 14 vóór 24 april 2011. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal door de curatoren neergelegd worden op dinsdag 17 mei 2011 ter griffie van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde; de daaropvolgende processen-verbaal van verificatie zullen neergelegd worden op 17 september 2011, 17 januari 2012, 17 mei 2012 en 17 september 2012. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidssteling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding moeten de natuurlijke personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechbank van koophandel een verklaring neerleggen waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (art. 72ter en art. 72bis F.W.). Voor eensluiden verklaard uittreksel : (get.) Marijke Fostier, griffier. (11584)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde, tweede kamer, dd. 24 maart 2011, werd, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van Softbiz BVBA, met zetel te 9600 Ronse, Politiegevangenenstraat 11, bus 2, met ondernemingsnummer 0442.469.161. De datum staking van betaling is vastgesteld op 10 maart 2011. Rechter-commissaris : rechter in handelzaken de heer Jo Van Den Daele. Curatoren : Mr. Ilse Van Royen, advocaat te 9660 Brakel, Boekelstraat 63. Indienen van de schuldvordering met bewijsstukken, uitsluitend ter griffie van de rechtbank van koophandel te 9700 Oudenaarde, Bekstraat 14 vóór 24 april 2011. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal door de curatoren neergelegd worden op dinsdag 24 mei 2011 ter griffie van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde; de daaropvolgende processen-verbaal van verificatie zullen neergelegd worden op 24 september 2011, 24 januari 2012, 24 mei 2012 en 24 september 2012. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidssteling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding moeten de natuurlijke personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechbank van koophandel een verklaring neerleggen waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (art. 72ter en art. 72bis F.W.). Voor eensluiden verklaard uittreksel : (get.) Marijke Fostier, griffier. (11586)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde, tweede kamer, dd. 24 maart 2011, werd, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van Van Praet, Heidi, geboren te Willebroek op 12 september 1974, wonende te 9500 Geraardsbergen, Bosstraat 74, met ondernemingsnummer 0634.477.988, in haar persoonlijke naam alsook in haar hoedanigheid van beheren vennoot van de GCV At-HomePublicity. De datum staking van betaling is vastgesteld op 12 februari 2011. Rechter-commissaris : rechter in handelzaken de heer Lieven Vande Weghe. Curatoren : Mr. Luc Blockeel, advocaat te 9700 Oudenaarde, Deinzestraat 1.

Dissolution judiciaire rapportée Intrekking gerechtelijke ontbinding

Par jugement prononcé le 8 février 2011, la première chambre du tribunal de commerce de Tournai, a mis à néant le jugement du 10 mars 2009 qui a prononcé la dissolution judiciaire de la SPRL Le Colimaçon, dont le siège social est sis à 7503 Froyennes, rue des Roselières 16/28, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0862.473.025. Fait à Tournai, le 25 mars 2011. (Signé) E. Wery, avocat. (11587)

Indienen van de schuldvordering met bewijsstukken, uitsluitend ter griffie van de rechtbank van koophandel te 9700 Oudenaarde, Bekstraat 14 vóór 24 april 2011. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal door de curatoren neergelegd worden op dinsdag 24 mei 2011 ter griffie van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde; de daaropvolgende processen-verbaal van verificatie zullen neergelegd worden op 24 september 2011, 24 januari 2012, 24 mei 2012 en 24 september 2012. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidssteling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.).

Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel

Suivant acte reçu par le ministère de Me Vincent Stasser, notaire à Gouvy, le 22 mars 2011, M. Choffray, Eric Emile Christian Ghislain, cultivateur, né à Montleban le 5 avril 1966 (NN 66.04.05 159-38), et son épouse, Mme Thilmany, Renée Denise Ghislaine, employée, née à Limerlé le 29 décembre 1967 (NN 67.12.29 166-67), demeurant et domiciliés ensemble à Montleban, Gouvy 60, ont modifié leur régime matrimonial.

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD Le contrat modificatif comporte maintien du régime étant le régime de la séparation de biens avec apport de différents bien immobiliers appartenant en propre à M. Choffray, dans une société qui appartiendra à concurrence de cinquante pour cent à M. Choffray, Eric, et à concurrence de cinquante pour cent à Mme Thilmany, Renée. Gouvy, le 22 mars 2011. (Signé) V. Stasser, notaire. (11588)

Aux termes d’un acte reçu par Me Matthieu Derynck, notaire associé à Bruxelles, le 21 mars 2011, M. Charles Eric Irénée Marie Ghislain Dessain, né à Kraainem le 14 mai 1927, et son épouse, Mme Marie Gabrielle Edmée Josèphe Ghislaine Muûls, née à Bruxelles le 4 mars 1930, domiciliés ensemble à 1950 Kraainem, avenue des Myrtilles 21, mariés sous le régime de la communauté réduite aux acquêts aux termes du contrat de mariage reçu par le notaire Hubert Scheyven, à Bruxelles, le 5 décembre 1950, lequel a été modifié une première fois suivant acte reçu par le notaire Matthieu Derynck, à Bruxelles, le 2 mars 2011 (sans que cet acte n’ait modifié le régime matrimonial adopté) ont encore modifié comme suit ledit contrat de mariage :

21557

D’un acte reçu par le notaire Jean-Pierre Marchant, de résidence à Uccle, le 2 mars 2011, M. Lamoral-Theys, Claude Emile Robert, né à Uccle le 4 mars 1936, et son épouse, Mme Guyaux, Nadine Germaine Pierette, née à Charleroi le 25 août 1952, domiciliés à 1180 Bruxelles (Uccle), square Coghen 69, mariés le 27 juin 1980 devant l’officier d’état civil d’Uccle sous le régime de la séparation des biens suivant leur contrat de mariage reçu par le notaire Charles Ooms, à Bruxelles, le 18 juin 1980, ont modifié leur régime matrimonial comme suit : 1) en adjoignant à leur régime une communauté limitée; 2) par l’apport par M. Claude Lamoral-Theys, au profit de ladite communauté limitée, d’un immeuble qui lui est propre, sis à Knokke, Cottagepad 9. (Signé) J.-P. Marchant, notaire. (11592)

En vertu d’un acte de modification du régime matrimonial reçu par le notaire Renaud, Lilien, à Eupen le 23 mars 2011, M. Bari, Blal, né à Laayoune (Maroc) le 1er août 1975, et son épouse, Mme Karim, Latifa, née à Eupen le 3 novembre 1977, demeurant ensemble à Baelen, rue Longue 4, ont adopté le régime de la séparation de biens. Pour les époux : (signé) Renaud, Lilien, notaire. (11593)

M. Charles Dessain, prénommé, a fait apport de biens immobiliers à la communauté. (Signé) M. Derynck, notaire associé. (11589)

Extrait de l’acte modificatif des conventions matrimoniales entre M. Ghekiere, Jacques René Ghislain, pensionné, né à Guignies le 11 août 1940, et son épouse, Mme Lebot, Thérèse, pensionnée, née à Tournai le 24 février 1942, tous deux de nationalité belge, domiciliés ensemble à 7620 Brunehaut-Hollain, rue de Tournai 47, dressé en exécution de l’article 1396 du Code civil. De cet acte reçu par nous, Me Pierre Taeke, notaire de résidence à Jollain-Merlin, en date du 10 mars 2011, enregistré à Tournai 2, le 17 mars suivant, volume 294, folio 40, case 4 aux droits de vingtcinq euros, par le receveur Denage, O. Il résulte :

Par acte du 25 février 2011, portant la mention de l’enregistrement suivante, enregistré à Visé le 1er mars 2011, registre 5, volume 204, folio 51, case 2, deux rôles deux renvois, reçu vingt-cinq euros, l’inspecteur principal a.i. Bosch, Ch., M. Hensenne, Joseph Fernand Henri Lambert, né à Haccourt le 13 novembre 1937 (RN 37.11.13 15518), et son épouse, Mme Manteleers, Emma Micheline Marie Thérèse, née à Haccourt le 16 juillet 1944 (RN 44.07.16 174-28), domiciliés ensemble à 4684 Oupeye (Haccourt), avenue Lipert Froidmont 28. Mariés à Haccourt le 29 juin 1967, sous le régime légal de la communauté, à défaut d’avoir fait précéder leur union d’un contrat de mariage, régime non modifié à ce jour, ainsi qu’ils le déclarent ont apporté une modification de régime matrimonial qui porte sur un apport de bien propre à M. Joseph Hensenne, et un apport de bien propre de Mme Manteleers, Emma, au patrimoine commun. Description du bien propre à M. Hensenne : Commune d’Oupeye, deuxième division (Haccourt) Matrice cadastrale : numéro 3056.

1) que lesdits époux ont contracté mariage à Hollain, en date du 20 mars 1965, sous le régime légal de la communauté sans avoir fait précéder leur union d’un contrat de mariage; 2) que par acte du notaire Taeke, soussigné, du 25 février 2011, ils ont inclus dans le régime légal de communauté une clause d’attribution au profit du conjoint survivant; 3) qu’aux termes de l’acte reçu par nous, notaire, le 10 mars 2011, dont question ci-avant, Mme Lebot, a fait apport d’un bien propre à la communauté. Pour extrait conforme : (signé) Pierre Taeke, notaire. (11590)

D’un acte reçu par Me Luc Janssens, notaire associé à Celles (Velaines), en date du 9 mars 2011, enregistré à Tournai II le 14 mars 2011, volume 295, folio 4, case 3, rôle trois, renvoi sans, il résulte que M. Vanseymortier, Willy Gérard Camille, né à Molenbaix le 13 août 1943, et son épouse, Mme Nef, Rose Marie Aline Julia, née à Tournai le 23 avril 1946, domiciliés à 7760 Celles (Molenbaix), rue du Château (MOL) 9, ont fait procédé à la modification de leurs conventions matrimoniales. Cette modification de régime matrimonial maintient leur régime de communauté existant mais contient apport de différents immeubles par Mme Nef, au patrimoine commun. Pour extrait analytique conforme : (signé) Luc Janssens, notaire associé. (11591)

Revenu cadastral : sept cent soixante-et-un euros (S 761,00). Une maison d’habitation sise avenue Libert Froidmont 28, cadastrée section A, numéro 802 R, d’une contenance cadastrale de trois cent septante mètres carrés (370 m2). Description du bien propre à Mme Manteleers : Commune d’Oupeye, deuxième division (Haccourt) Matrice cadastrale : numéro 4521. Revenu cadastral : cent vingt-trois euros (S 123). Un bâtiment sis avenue Libert Froidmont +52, cadastré section A, numéro 872 R, d’une contenance cadastrale de trois cent trentedeux mètres carrés (332 m2). Que la présente modification n’entraîne pas liquidation du régime préexistant et emporte modification d’un patrimoine commun sans que le régime matrimonial soit par ailleurs modifié (article 1396 du Code civil). Fait à Visé, le 23 mars 2011. Pour extrait analytique conforme : (signé) Thierry Martin, notaire à Visé. (11594)

D’un acte reç u devant nous, Damien Collon-Windelinckx, notaire de résidence à Etterbeek, en date du 22 mars 2011, il est extrait qu’il est modifié conventionnellement au régime matrimonial de M. Matthys, Daniel Omer Pierre, né à Haine-Saint-Paul le 2 mars 1958, de nationalité belge, numéro national : 58.03.02 049-63, et son époux, M. Eyben, Jean Sébastien Paul Renée Marie, né à Saint-Nicolas (Waes) le 3 février 1975,

21558


de nationalité belge, numéro national : 75.02.03 087-57, domiciliés ensemble à 1040 Etterbeek, boulevard Louis Schmidt 28/19, mariés devant M. l’officier de l’état civil de la commune d’Etterbeek, en date du 8 septembre 2006, sous le régime de la séparation des biens, régime non modifié, ainsi déclaré. Ce contrat prévoit le régime de la séparation de biens avec société d’acquêts, en lieu et place du régime de séparation des biens pure et simple, avec apport au patrimoine commun par M. Matthys, Daniel de la moitié en pleine propriété des biens immeubles suivant : Commune d’Etterbeek - troisième division Dans un immeuble à appartements multiples de huit étages, sur et avec terrain, sis à l’angle du boulevard Louis Schmidt (anciennement boulevard Saint-Michel), où l’immeuble porte le numéro 28 et de l’avenue Hansen Soulie (anciennement rue des Semeurs), cadastré section B, numéro 333/F/5, pour 4 ares 55 centiares. 1/ L’appartement numéro 5G, sis au cinquième étage, en faç ade avenue Hansen Soulie, et à l’angle du boulevard Louis Schmidt, comprenant :

Inbreng van onroerend goed. Uit de minuut in ons bezit, welke noch voorbehoud noch bedingen bevat strijdig met de inhoud van dit uittreksel. Voor eensluidend letterlijk uittreksel : (get.) J. Van Hemeldonck, notaris. (11596)

Krachtens akte verleden voor notaris Katrien Eerens te Geel op 24 maart 2011 hebben de heer Bertens, Dimitri Jozef Paula, geboren te Lier op 18 november 1973, en echtegenote mevr. Van Looy, Elly, geboren te Herentals op 1 juli 1977, wonende te Herentals, Kleine Markt 29, verklaard het stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen te behouden en werd een inbreng gedaan door Mevr. Van Looy, Elly van een onroerend goed, met toevoeging van een verdelingsbeding. Voor de echtgenoten Bertens-Van Looy : (get.) Katrien Eerens, geassocieerd notaris te Geel. (11597)

a) en propriété privative et exclusive un hall d’entrée, un vestiaire, deux salons, une salle à manger, une cuisine équipée, une terrasse, un garde-manger, une trémie pour ordures, deux chambres à coucher dont une avec meuble et lavabo, une salle de bain installée, un grand placard, un water-closet; la cave numéro dix-huit (18); la chambre de bonne numéro neuf (9) au huitième étage. b) en copropriété et indivision forcée cent soixante-huit/deux mille cinquantièmes (168/2050èmes) des parties communes en ce compris le terrain. 2/ Le garage numéro deux (2) comprenant :

Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Nathalie Desimpel te Waregem op 15 maart 2011, houdende de wijziging huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Devos, Yves Olga Marcel en zijn echtgenote Mevr. Dufaux, Hilda Germaine Albert Marie Helena, samenwonend te 8790 Waregem, Stationsstraat 193, in die zin dat er een beperkte gemeenschap werd ingelast waarin voornoemde echtegenoot een onroerend goed heeft ingebracht en de inlassing van een keuzebeding en een beding van aanwas in volle eigendom. Voor de echtgenoten Devos Yves-Dufaux Hilda : (get.) Thérèse Dufaux, notaris te Waregem. (11598)

a) en propriété privative et exclusive : le garage proprement dit avec sa porte; b) en copropriété et indivision forcée quinze/deux mille cinquantièmes (15/2050èmes) des parties communes en ce compris le terrain. 3/ La cave numéro neuf (9), sans quotité dans les parties communes. 4/ Le garage numéro (un), comprenant : a) en propriété privative et exclusive : le garage proprement dit avec sa porte; b) en copropriété et indivision forcée quinze deux mille cinquantièmes (15/2050èmes) des parties communes en ce compris le terrain. Tels que ces biens sont décrits à l’acte de base avec règlement de copropriété dressé par le notaire Ingeveld, à Ixelles, le 12 décembre 1934, transcrit. Pour extrait analytique conforme : (signé) Damien Collon, notaire. (11595)

Uittreksel uit de akte van wijziging aan het huwelijksstelsel van de heer Wouters, Eddy Libert Elza, geboren te Hoogstraten op 24 december 1958, rijksregisternummer 58.12.24-375 13, en zijn echtgenote Mevr. Vertommen, Brigitte Irma; geboren te Duffel op 5 juni 1962, rijksregisternummer 62.06.05-094 33, wonende te Olen, Waterstraat 60. Opgemaakt om te worden meegedeeld aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Olen waar het huwelijk voltrokken is op 14 mei 1993, in uitvoering van artikel 1395, § 1, eerste lid en derde lid van het Burgerlijk Wetboek. Opgemaakt om te worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad in uitvoering van artikel 1396, § 1, Burgerlijk Wetboek. Uit deze wijzigende akte verleden voor mij, notaris Jan Van Hemeldonck, te Olen, op 18 maart 2011, geregistreerd twee bladen zonder verzendingen te Herentals, Registratie, de 22 maart 2011, boek 5/153, blad 66, vak 11, ontvangen vijfentwintig (25) euro, de ontvanger a.i., (getekend) V. Gistelynck, blijkt wat volgt : De echtgenoten blijven gehuwd onder hun oorspronkelijk wettelijk stelsel.

Blijkens akte dd. 8 maart 2011, verleden voor notaris Christophe Verhaeghe te Ruiselede, hebben de heer Devolder, Jan Frans Maria, geboren te Tielt op 19 januari 1966, en zijn echtgenote Mevr. Libbrecht, Lieve Julia Coleta, geboren te Sint-Niklaas op 29 oktober 1967, samenwonende te 8790 Waregem, Kruiskesstraat 72/A, hun huwelijksvermogensstelsel (zijnde het wettelijk stelsel), gewijzigd, ondermeer door inbreng door de heer Jan Devolder van tegenwoordige en toekomstige goederen, in het gemeenschappelijk vermogen. Namens de echtgenoten : (get.) Chr. Verhaeghe, notaris te Ruiselede. (11599)

Voor notaris Xavier Voets te Bilzen werd op 24 maart 2011 een akte verleden houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Habex, Luc Joseph, geboren te Genk op 9 mei 1962, van Belgische nationaliteit, en zijn echtgenote, Mevr. Partoens, Lydia Maria Cornelia, geboren te Waltwilder op 3 juli 1965, van Belgische nationaliteit, samen wonende 3740 Bilzen (Waltwilder), Langestraat 42A, gehuwd te Bilzen op 7 juni 1988, onder het wettelijk stelsel zonder huwelijkscontract. Krachtens voormelde wijzigingsakte werd een onroerend goed door Mevr. Partoens, Lydia ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen, en een beding van vooruitmaking naar keuze toegevoegd aan hun stelsel. Bilzen, 24 maart 2011. Namens de echtgenoten Habex-Partoens : (get.) X. Voets, notaris te Bilzen. (11600)

Uit een akte verleden voor notaris François Leconte te Mortsel op 24 februari 2011 blijkt dat : de heer Diepvens, Tony Benny Ludwig, bediende, geboren te Koersel op 4 april 1966, hebbende de Belgische nationaliteit (Rijksregister nummer 66.04.04-271 53) en mevr. Verdezoto Aguirre, Ivonne Vanessa, zonder beroep, geboren te Guayaquil (Ecuador) op 12 juni 1980, hebbende de Belgische nationaliteit (Rijksregister nummer 80.06.12-524 62), samenwonende te 3581 Beringen (Beverlo), Grootdonkstraat 12, gehuwd te Beringen op 26 november 2009 onder het wettelijk huwelijksvermogensstelsel. Hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd hebben overeenkomstig

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD artikel 1394 en volgende van het Burgerlijk Wetboek door het aannemen van het stelsel van scheiding van goederen naar Belgisch Recht en het regelen van hun wederzijdse rechten. Namens de echtgenoten Diepvens-Verderzoto Aguirre : (get.) F. Leconte, notaris. (11601)

Uit een akte wijziging huwelijkscontract verleden voor notaris Godelieve Monballyu, te Pittem, op 8 maart 2011 blijkt dat de heer Martens, Eddy Arthur, geboren te Zwevezele op 2 maart 1955, en zijn echtgenote Mevr. Desmet, Marleen Julienne Marie Thérèse, geboren te Tielt op 17 januari 1959, wonende te 8750 Wingene (Zwevezele), Hille 217B, gehuwd te Pittem op 15 december 1978, onder het stelsel der wettelijke gemeenschap bij gebrek aan voorafgaand huwelijkscontract, hun huwelijksstelsel gewijzigd hebben, waarbij het huidig stelsel wordt behouden, doch met inbreng van een onroerende goederen in de huwgemeenschap door de heer Martens, Eddy, het betreft een huis en een huis met werkplaats, gelegen te 8750 Wingene (Zwevezele), Hille 150 en Hille 217B en +217B, ten kadaster getekend onder sectie C deel van nummer 171/Y en sectie B nummers 553/H/2 en 553/K/2, en door toevoeging van een keuzebeding in verband met de verdeling van het gemeeschappelijk vermogen bij ontbinding door overlijden. 23 maart 2011. (Get.) Godelieve Monballyu, notaris. (11602)

Bij akte, verleden op 14 maart 2011, voor notaris Francis Lemey, te Gent, hebben de heer Bondroit, Robert Florimond Jules Corneel, en zijn echtgenote, Mevr. Rosseel, Annie Lydie Maria, een wijziging aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, door inbreng van onroerende goederen in de huwelijksgemeenschap en door de aanneming van een keuzebeding omtrent de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen. Voor eensluidend uittreksel : (get.) Mr. Francis Lemey, notaris, met standplaats te Gent. (11603)

Uit een akte, verleden voor Mr. Guy Van den Brande, notaris te Lier, op 2 maart 2011, blijkt dat : 1. de heer Dyckmans, Florent Melania Gommaine (rijksregisternummer 39.10.05-339.12, vermeld met zijn toestemming), gepensioneerde, geboren te Lier op 5 oktober 1939, wonende te 2500 Lier, Kardinaal Cardijnstraat 16; 2. Mevr. Richart, Josée Gommaar (rijksregisternummer 44.04.05414.97, vermeld met haar toestemming), gepensioneerde, geboren te Lier op 5 april 1944, wonende te 2500 Lier, Kardinaal Cardijnstraat 16, een wijziging hebben gebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel zonder het hoofdstelsel te wijzigen maar een aantal goederen uit het gemeenschappelijk vermogen onder te brengen respectievelijk naar het eigen vermogen van de man en naar het eigen vermogen van de vrouw. De echtgenoten Dyckmans-Richart zijn gehuwd te Lier op 10 juli 1965, onder het wettelijk huwelijksstelsel bij ontstentenis aan huwelijkscontract, welk stelsel behouden blijft. Voor uittreksel : (get.) G. Van den Brande, notaris. (11604)

Bij akte, verleden voor notaris Maria Neven, te Riemst (Kanne), Statiestraat 36, op datum van 25 maart 2011, hebben de heer Smets, Stefan Jozef Maria, geboren te Tongeren op 14 maart 1979, nationaal nummer 790314 159 34, en zijn echtgenote, Mevr. Onclin, Katja, geboren te Tongeren op 14 januari 1980, nationaal nummer 800114 066 37, wonende te 3770 Riemst, Vijf Kruisenstraat 16, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd inhoudende van het wettelijk stelsel der gemeenschap van goederen naar het stelsel van volledige scheiding van goederen. Namens de echtgenoten Smets-Onclin, (get.) Lucien Barthels, notaris te Riemst (Kanne). (11605)

21559

Bij akte, verleden voor notaris Thierry Devos, te Wervik, op 2 februari 2011, werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd tussen de heer Vanwijnsberghe, Christiaan Jules Aloïs, geboren te Waregem op 13 maart 1952, en Mevr. Verbeke, Elijane Albertine, geboren te Wervik op 14 september 1943. De echtgenoten Christiaan Vanwijnsberghe-Verbeke, Elijane waren gehuwd te Wervik op 6 juli 1979 onder het stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen bij gebrek aan huwelijkscontract en hebben bij voormelde wijzigende akte dit huwelijksstelsel behouden. Krachtens voormelde wijzigende akte werd door Mevr. Verbeke, Elijane, een (eigen) onroerend goed in de gemeenschap ingebracht. Wervik, 1 maart 2011. Voor gelijkluidend uittreksel : (get.) Thierry Devos, notaris te Wervik. (11606)

Bij akte, verleden voor notaris Stephan Mourisse, met standplaats Roesbrugge-Haringe (Poperinge), op 9 maart 2011, en dragende volgende melding van registratie, « geregistreerd te Poperinge, op 15 maart 2011, vijf bladen, geen verzending, boek 437, blad 52, vak 2. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25). De eerstaanwezend inspecteur a.i., (get.) L. Engels », werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd tussen de heer Vanveuren, Marc Jozef Cyriel Corneel, geboren te Oostende op 10 juni 1955, en zijn echtgenote, Mevr. Deeren, Ria Cecile André Cornelia, geboren te Veurne op 7 mei 1959, samenwonend te 8630 Veurne (Houtem), Doornstraat 7. De echtgenoten waren gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten, ingevolge de bepalingen van een huwelijkscontract, verleden voor notaris Marc Swennen, te Nieuwpoort, op 19 maart 1981. Krachtens voormelde wijzigende akte werd door de heer Marc Vanveuren onroerende goederen in de gemeenschap ingebracht. Poperinge (Roesbrugge-Haringe), 22 maart 2011. Voor ontledend uittreksel : (get.) Stephan Mourisse, notaris. (11607)

Bij akte, verleden voor notaris Stephan Mourisse, met standplaats Roesbrugge-Haringe (Poperinge), op 14 maart 2011, en dragende volgende melding van registratie, « geregistreerd te Poperinge, op 15 maart 2011, drie bladen, geen verzending, boek 437, blad 52, vak 12. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25). De eerstaanwezend inspecteur a.i., (get.) L. Engels », werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd tussen de heer Depoorter, Roger Achille, geboren te Poperinge op 29 september 1930, en zijn echtgenote, Mevr. Schier, Godelieve Madeleine Cornelia, geboren te Vlamertinge op 11 april 1933, samenwonend te 8970 Poperinge, Boomgaardstraat 43. De echtgenoten waren gehuwd onder het wettelijk stelsel, bij gebrek aan bestaand huwelijkscontract. Krachtens voormelde wijzigende akte werd door de heer Roger Depoorter onroerende goederen in de gemeenschap ingebracht. Poperinge (Roesbrugge-Haringe), 22 maart 2011. Voor ontledend uittreksel : (get.) Stephan Mourisse, notaris. (11608)

Bij akte, verleden voor notaris Marc Sobrie, te Zwalm, op 1 maart 2011, werd een akte wijziging huwelijksvermogensstelsel verleden. Ingevolge deze akte hebben de echtgenoten, de heer Erauw, Norbert Hector Ernest, geboren te Sint-Maria-Latem op 23 februari 1936, en zijn zijn echtgenote, Mevr. Reynaert, Fernanda Pharailde Odila, geboren te Mater op 15 juni 1936, beiden wonende te 9630 Zwalm, Sylvain Van De Veldestraat 69, verklaard gehuwd te willen blijven onder het wettelijk stelsel en dat de wijziging slaat op een keuzebeding met betrekking tot de huwelijksgemeenschap en de inbreng door de heer Erauw van een hem persoonlijk toebehorend onroerend goed. (Get.) Marc Sobrie, notaris. (11609)

21560


Bij authentieke akte de dato 11 maart 2011, verleden voor notaris Jessica Verhaeghe, te Gistel, geregistreerd op het eerste registratiekantoor Oostende, op 16 maart 2011, drie bladen, geen verzendingen, boek 746, blad 74, vak 11, ontvangen : vijfentwintig euro (25,00 EUR), de e.a. inspecteur-ontvanger (get.) H. Gryson, hebben de heer de Grave, Fernand Camille Cornelius, (rijksregisternummer 43.02.19 281-66, identiteitskaartnummer 590-3722698-58, uitgereikt te Veurne op 20 juli 2006), geboren te Diksmuide op 19 februari 1943, en zijn echtgenote, Mevr. Vermote, Maria Louisa Irma, (rijksregisternummer 45.06.15 306-37, identiteitskaartnummer 590-3608099-16, uitgereikt te Veurne op 5 juli 2006), geboren te Oostende op 15 juni 1945, wonende te 8630 Veurne, Zoutenaaiestraat 5, gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Stene, op 12 september 1970, onder het stelsel der gemeenschap van aanwinsten, ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Hugo de Grave, te Lo, op 7 september 1970, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd. In deze akte werd door de echtgenoten het stelsel der gemeenschap van aanwinsten behouden maar zijn er wijzigingen, tot stand gekomen zoals vermeld, die niet leiden tot de vereffening van dit stelsel, doch wel een dadelijke verandering in de samenstelling van de vermogens tot gevolg hebben, waarbij zij verzaken aan de mogelijheid een voorafgaandelijk boedelbeschrijving en een regeling wederzijdse rechten op te maken. Namens de voornoemde echtgenoten, (get.) Jessica Verhaeghe, notaris. (11610)

Uittreksel uit een akte verleden voor notaris Angélique Vandaele, te Gent (Sint-Denijs-Westrem), op 25 februari 2011, geregistreerd te Gent-6, op 7 maart 2011, boek 184, blad 44, vak 20, vijf rollen, drie verzendingen, ontvangen : vijfentwintig euro (25,00 S), de eerstaanwijzend inspecteur, (get.) K. Devos, Bevernage, waarin het huwelijksvermogensstelsel werd gewijzigd tussen de heer Cornelis Pascal, geboren te Deinze op 15 juni 1972, nationaal nummer 72.06.15321.07, en zijn echtgenote, Mevr. Hautekeete, Fanny Nancy Tonia, geboren te Deinze op 26 september 1971, nationaal nummer 71.09.26208.81, samenwonende te 9800 Deinze, Markt 85, bus 2. De echtgenoten Cornelis-Hautekeete zijn gehuwd te Deinze op 29 december 1995, onder het stelsel van scheiding van goederen ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Alfred Deurinck, destijds te Nevele, op 5 december 1995, ongewijzigd. Krachtens voormelde wijzigende akte werd hun stelsel gewijzigd met toevoeging van een beding betreffende de vereffening van hun stelsel, weliswaar met behoud van het stelsel en werd een vennootschap van aanwinsten toegevoegd aan hun stelsel. Verder werd door beide voornoemde echtgenoten een onroerend goed in de vennootschap van aanwinsten ingebracht. Voor gelijkluidend uittreksel : (get.) Angélique Vandaele, notaris te Gent (Sint-Denijs-Westrem). (11611)

Uittreksel uit een akte verleden voor notaris Angélique Vandaele, te Gent (Sint-Denijs-Westrem), op 3 maart 2011, geregistreerd te Gent-6, op 14 maart 2011, boek 184, blad 46, vak 13, drie rollen, geen verzending, ontvangen : vijfentwintig euro (25,00 S), de eerstaanwijzend inspecteur, (get.) K. Devos, Bevernage. Bij voormelde akte werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd tussen de heer Pynaet, André Jean Julien, geboren te Gent op 6 mei 1925, nationaal nummer 25.05.06015.74, en zijn echtgenote, Mevr. Baeckeland, Arlette Julia Joseph Yvonne, geboren te Gent op 14 augustus 1933, nationaal nummer 33.08.14-012.26, samenwonende te 9051 Gent, Goedingenstraat 68. De echtgenoten Pynaet-Baeckeland zijn gehuwd te Gent op 14 september 1954, onder het wettelijk stelsel bij ontstentenis van een huwelijkscontract, ongewijzigd, en hebben bij voormelde akte beslist hun bestand huwelijksvermogensstelsel te wijzigen, met behoud van het stelsel, door toevoeging van een beding betreffende de vereffening van het stelsel.

Beide echtgenoten hebben tevens beslist een aantal gemeenschappelijke roerende goederen uit het gemeenschappelijk vermogen te halen en in te brengen in hun respectievelijke eigen vermogens. Voor gelijkluidend uittreksel : (get.) Angélique Vandaele, notaris te Gent (Sint-Denijs-Westrem). (11612)

Uit een akte, verleden voor notaris Dirk Hendrickx, te Brugge, op 2 maart 2011, geregistreerd twee bladen, vijf verzendingen, te Brugge-2, op 11 maart 2011, boek 262, blad 25, vak 12, ontvangen vijfentwintig euro (S 25,00), de e.a. inspecteur, (get.) P. Bailleul, blijkt dat de heer Derynck, Daniel Maurice, geboren te Jabbeke op 13 oktober 1952 (houder van de identiteitskaart met nummer 5911175163-13, ingeschreven in het nationaal register onder nummer 52.10.13-165.25), en zijn echtgenote Mevr. Boujmil, Saïda, geboren te Manig-Sahal (Marokko) op 15 augustus 1952 (houder van de identiteitskaart met nummer 591-1175132-79, ingeschreven in het nationaal register onder nummer 52.08.15-422.82), samenwonend te 8490 Jabbeke (Varsenare), Gistelsteenweg 78, hun huwelijksstelsel (wettelijk stelsel bij gebrek aan huwelijkscontract) gewijzigd hebben. Hetgeen overeenkomstig artikel 1395, paragraaf 1, van het Burgerlijk Wetboek bij middel van dit uittreksel wordt medegedeeld aan het gemeentebestuur waar zij gehuwd zijn, te weten Jabbeke. Voor ontledend uittreksel : (get.) Dirk Hendrickx, notaris. (11613)

Bij akte van 7 maart 2011 verleden voor notaris Jan Michoel, te Hoogstraten, hebben de heer Jan Boeren, en zijn echtgenote, Mevr. Cornelia Maria Leuris, wonende te 2310 Rijkevorsel, Kleine Gammel 39, gehuwd onder het wettelijk stelsel der gemeenschap, bij gebrek aan huwelijkscontract, een wijziging aangebracht aan de samenstelling hun vermogens door de inbreng van onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen overeenkomstig artikel 1394, 5° van het Belgisch Burgerlijk Wetboek, toevoeging van een keuzebeding en schrapping van een gifte tussen echtgenoten. Voor de verzoekers : (get.) Jan Michoel, notaris te Hoogstraten. (11614)

Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Frank Celis, te Antwerpen op 10 maart 2011 (Geregistreerd vijf bladen, één renvooi, te Antwerpen, zevende kantoor der registratie op 17 maart 2011, boek 151, blad 73, vak 18, ontvangen 25 S. De ontvanger, (get.) W. Wuytack), hebben de heer De la Ruelle, Hugo Gerard, laborant, en zijn echtgenote Mevr. Seyssens, Monique, bediende, beiden van Belgische nationaliteit, samenwonende te 9185 Wachtebeke, Ramonshoek 94B, hun huwelijksstelsel gewijzigd van een wettelijk stelsel naar een stelsel van scheiding van goederen. (Get.) Frank Celis, geassocieerd notaris. (11615)

Bij akte verleden voor notaris Peter Timmermans, te Antwerpen, op 16 maart 2011, hebben de heer Vanderheyden, Gilbert Charles Jeanne Albert, geboren te Antwerpen op 13 april 1942, en zijn echtgenote, Mevr. Dyckhoff, Wilfrieda Clementina Jozefina Albertina, geboren te Deurne op 4 september 1940, samenwonende te 2950 Kapellen, Roerdomplei 24, hun huwelijkscontract gewijzigd, met behoud van het stelsel. (Get.) Peter Timmermans, notaris. (11616)

Bij akte verleden voor notaris Jan Michoel te Hoogstraten op 9 maart 2011 hebben de heer Guido Jan Annie Van De Locht, en zijn echtgenote, Mevr. Elisabeth Astrid Maria Francisca Martha Van Bavel, wonende te 2328 Meerle, Strijbeekseweg 89, gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Juliaan Michoel te Hoogstraten op 27 december 1976 een wijziging aangebracht aan de samenstelling van hun vermogens door

MONITEUR BELGE — 31.03.2011 — BELGISCH STAATSBLAD de inbreng van onroerende goederen in het toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen, gemeenschappelijk vermogen overeenkomstig artikel 1394, 5° van het Belgisch Burgerlijk Wetboek, door inbreng van roerende goederen en door toevoeging van een keuzebeding. Voor de verzoekers : (get.) Jan Michoel, notaris te Hoogstraten. (11617)

Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Christiaan Eyskens met standplaats te Weelde, gemeente Ravels, Moleneinde 14 op 18 maart 2011 werd het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Oosthoek, Alexander, en Mevr. Van Prooijen, Cornelia, wonende te 2300 Turnhout, Kastelein 112, gewijzigd zonder dat het stelsel zelf vereffend werd. (Get.) geassocieerd notaris Christiaan Eyskens. (11618)

Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Filip Segers met standplaats te Weelde, gemeente Ravels, Moleneinde 14 op 22 maart 2011 werd het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Maes, Karel Maria Nicolaus, en Mevr. Van Der Steen, Maria Pelagia Francisca, wonende te 2380 Ravels, Grote Baan 81/a, gewijzigd zonder dat het stelsel zelf vereffend werd. (Get.) geassocieerd notaris Christiaan Eyskens. (11619)

Het blijkt uit een akte verleden door ondergetekende notaris René Van Kerkhoven te Broechem (Ranst), op 2 maart 2011, « Geregistreerd vier bladen geen verzendingen te Zandhoven, Registratie, de 7 maart 2011, boek 120, blad 53, vak 2. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De e.a. inspecteur W. Laureys. Dat de heer Grimon, Louis Mathildis, boekhouder, op rust, geboren te Emblem op 6 januari 1948, rijksregisternummer 48.01.06-495 49 en zijn echtgenote Mevr. Peeters, Louisa, gepensioneerd, geboren te Wiekevorst op 25 augustus 1938, rijksregisternummer 38.08.25-078 26 beiden wonende te 2520 Emblem (Ranst), Oostmalsesteenweg 48B, een minnelijke wijziging aan hun huwelijksvermogensstelsel hebben laten opmaken, met behoud van het stelsel. (Get.) Van Kerkhoven, notaris. (11620)

21561

Bij akte verleden op 21 maart 2011 voor Mr. Herman Verschraegen, geassocieerd notaris te Wuustwezel, hebben de heer Van Eyndt, Luc Karel Maria, geboren te Essen op 30 juli 1963, van Belgische nationaliteit en zijn echtgenote Mevr. Brosens, Lydia Josepha Maria Francine, geboren te Essen op 9 november 1965, van Belgische nationaliteit, wonend te 2920 Kalmthout, Brasschaatsteenweg 204, hun huidig huwelijksvermogensstelsel gewijzigd, inhoudende de inbreng van eigen onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen en de opname van een beding van vooruitmaking op keuze. Namens de verzoekers : (get.) Isis Vermander, geassocieerd notaris. (11623)

Bij akte verleden voor notaris Peter Timmermans, te Antwerpen, op 17 maart 2011, hebben de heer Vanhees, Paul Hubert Ghislain, geboren te Bilzen op 25 juni 1948, en zijn echtgenote, Mevr. Eeckelaert, Arlette Amelia Johannes, geboren te Wilrijk op 16 januari 1954, samen wonende te 2970 Schilde, Maretak 39, hun huwelijksstelsel gewijzid door inbreng van onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen. (Get.) Peter Timmermans, notaris. (11624)

Uit een akte verleden voor notaris Maurice Ide, te Hamme, op 3 maart 2011, geregistreerd op het kantoor van Sint-Niklaas-1, op 15 maart 2011, vier rol, twee verwijzing, boek 570, blad 86, vak 7. Ontvangen : vijfentwintig euro (25 S). (Get.) de ontvanger, V. Vertongen. Blijkt dat de heer Mannaert, Richard Marie Leon, en zijn echtgenote Mevr. Van Nuffel, Lutgardis Euphrasie Maurits, beiden wonende te 9280 Lebbeke, Koning Albert I-straat 19, gehuwd onder het stelsel der zuivere scheiding van goederen blijkens akte verleden voor notaris Achille Eeman, destijds te Lebbeke, op 16 december 1964, gewijzigd, met behoud van voormeld stelsel, bij akte verleden voor notaris Luc Eeman, te Lebbeke, op 17 april 2002, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd inhoudende het behoud van het bestaande huwelijksstelsel, doch met inbreng van onroerende goederen door de heer Mannaert, Richard, en Mevr. Van Nuffel, Lutgardis, in het door hen ingevoerd beperkt gemeenschappelijk vermogen. (Get.) M. Ide. (11625)

Er blijkt uit een akte verleden voor Mr. Ilse De Brauwere, geassocieerd notaris met zetel van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Notariskantoor Bael — De Brauwere » te Gent op 1 maart 2011, geregistreerd te Gent 2, de 3 maart 2011, boek 225, blad 52, vak 06, vijf rollen, twee verz. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De eerstaanwezend inspecteur (get.) S. Haegeman, dat de heer Astère Deweirdt en Mevr. Cécile Moens, samenwonende te 9051 Gent (Sint-DenijsWestrem), Schuttershof 8, wijzigingen hebben aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel. Voor gelijkvormig uittreksel : (get.) Jan Bael, geassocieerd notaris te Gent. (11621)

Er blijkt uit een akte verleden voor Mr. Jan Bael, geassocieerd notaris met zetel van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Notariskantoor Bael — De Brauwere » te Gent op 2 maart 2011, geregistreerd te Gent 2, de 11 maart 2011, boek 225, blad 55, vak 06, vijf rollen, geen verz. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De eerstaanwezend inspecteur (get.) S. Haegeman, dat de heer Roland De Corte en Mevr. Paula Van De Ginste, samenwonende te 9000 Gent, Rooigemlaan 563, wijzigingen hebben aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel. Voor gelijkvormig uittreksel : (get.) Jan Bael, geassocieerd notaris te Gent. (11622)

Uit een akte verleden voor mij, Johanna De Witte, notaris te Ieper, op 28 februari 2011, geregistreerd : geboekt twee bladen, geen verzending, te Ieper op 4 maart 2011, boek 173, blad 56, vak 5, ontvangen vijfentwintig euro (25 EUR). De ontvanger a.i. (handtekening) Jean-Pierre Lemaire, en houdende de wijziging van de huwelijksvoorwaarden van de heer Deceuninck, André Paul Henri, geboren te Wervik op 25 november 1946, nationaal nummer 46.11.25-223-70 en zijn echtgenote Mevr. Vandaele, Cécile Christiane Maria, geboren te Ieper op 9 mei 1950, nationaal nummer 50.05.09-052-84, samenwonende te 8900 Ieper, Zonnebeekseweg 260, blijkt : 1. dat zij gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Ieper, op 20 februari 1971, onder het stelsel van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten ingevolge een huwelijkscontract verleden voor notaris Robert van den Boogaerde, destijds te Ieper op 15 februari 1971, niet gewijzigd noch gehandhaafd tot op heden, aldus verklaard, 2. dat zij, gebruik makend van de mogelijkheid hen verleend door artikel 1394, en volgende van het Burgerlijk Wetboek, hun huwelijkse voorwaarden wensen te wijzigen. Ieper, 23 maart 2011. Voor eensluidend ontledend uittreksel : (get.) Johanne De Witte, notaris. (11626)

21562


Uit een akte, verleden voor Mr. Leen Van Breedam, geassocieerd notaris, vennoot van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Marij Hendrickx & Leen Van Breedam, geassocieerde notarissen », met zetel te Heusden-Zolder (Zolder), Koeltorenlaan 11, op 1 maart 2011, geregistreerd met volgend relaas : « geregistreerd, twee bladen, geen verz. te Hasselt, de 8 maart 2011, boek 781, blad 47, vak 6. Ontvangen vijfentwintig eur. (25 S) (get.) K. Blondeel, e.a. inspecteur a.i. ». Blijkt dat de heer Vanherle, Roger André Albert, geboren te Paal op 11 januari 1956, en zijn echtgenote Mevr. Gijbels, Ria Renée, geboren te Zolder op 1 april 1962, samenwonende te 3550 Heusden-Zolder, Vrunstraat 92, met elkaar gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Heusden-Zolder, op 23 juli 1980, onder het stelsel der algemene gemeenschap ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris André Hendrickx, te Beringen, op 3 juni 1980, dat tot op heden niet werd gewijzigd, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd. De wijziging heeft niet de vereffening van het bestaand huwelijksvermogensstelsel tot gevolg, maar betreft uitsluitend de wijziging van het overlevingsbeding en inbreng van toekomstige onroerende goederen of rechten, zonder dat voor het overige het huwelijksvermogensstelsel wordt gewijzigd. Voor beknopt ontledend uittreksel, afgeleverd om overeenkomstig artikel 1395, paragraaf 2 van het Burgerlijk Wetboek, te worden overgemaakt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te HeusdenZolder.

zij volgende wijzigingen aan hun huwelijkscontract hebben aangebracht : zij artikel 9 van hun voormeld huwelijkscontract hebben herroepen en vervangen door een nieuw artikel 9, houdende een verblijvingsbeding met keuze, zij artikel 01 van hun voormeld huwelijkscontract hebben herroepen en vervangen door een nieuw artikel 10, houdende inbreng van onroerende goederen door Mevr. Godelieve Sanders. (Get.) Chr. Blindeman, geassocieerd notaris. (11629)

Bij akte verleden voor notaris François Bouckaert, te Oosterzele op 22 maart 2011, hebben de heer Peter De Sutter, geboren te Gent op 7 oktober 1976, en Mevr. Baeyens, Els, geboren te Lokeren op 17 mei 1974, samenwonend te 9860 Oosterzele, Houtemstraat 47, hun huwelijksstelsel gewijzigd als volgt : 1. de heer De Sutter, Pieter, verklaart negenennegentig procent volle eigendom (99 %) die hij bezit in het hierna beschreven goed in te brengen in het gemeenschappelijk vermogen om tot deze gemeenschap te behoren te rekenen vanaf het ondertekenen van deze akte. 2. Mevr. Baeyens, Els, verklaart één procent volle eigendom (1 %) die zij bezit in het hierna bechreven goed in te brengen in het gemeenschappelijk vermogen om tot deze gemeenschap te behoren te rekenen vanaf het ondertekenen van deze akte, van Gemeente Oosterzele :

(Get.) Leen Van Breedam, geassocieerd notaris. (11627)

Bij akte inhoudende een wijziging van huwelijksstelsel, verleden voor notaris Annemie Coussement, met standplaats te Duffel, op 17 februari 2011, geregistreerd « Geregistreerd Mechelen, tweede kantoor, op 2 maart 2011, vier bladen, geen verzendingen, boek 309, blad 25, vak 8. Ontvangen : vijfentwintig euro (25,00 S). De ontvanger : M.-R. Van Vlasselaer, hebben de heer Sels, Paul Jacobus, geboren te Deurne op 26 augustus 1941, nationaal nummer 41082615579, en zijn echtgenote Mevr. Lauwers, Agnes Josepha Constantia, geboren te Boechout op 4 maart 1942, nationaal nummer 42030419011, beiden wonende te Putte, Schrieksesteenweg 48, gehuwd te Borsbeek, op 20 januari 1968, onder het stelsel van zuivere scheiding van goederen, een wijziging aangebracht. De echtgenoten nemen het stelsel van algehele gemeenschpa van goederen aan zoals dit door artikel 1453 van het Burgerlijk Wetboek voorzien wordt. Zij brengen dus al hun vermogens door de inbreng van al hun tegenwoordige en toekomstige roerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen en tevens al hun onroerende goederen. Opgemaakt door notaris Annemie Coussement, te Duffel op 16 april 2010. (Get.) Annemie Coussement, notaris te Duffel.

Een woonhuis met aanhorigheiden op en met grond, staande en gelegen Houtemstraat 47, ten kadaster gekend, gemeente Oosterzele, eerste afdeling, sectie B, nummers 271 P en 273 C, met een oppervlakte van éénentwintig aren vierendertig centiaren (21 a 34 ca). Namens de echtgenoten : (get.) François Bouckaert, notaris. (11630) Succession vacante − Onbeheerde nalatenschap

Par ordonnance délivrée en chambre du conseil par la troisième chambre du tribunal de première instance de Verviers, en date du 14 mars 2011, Me François-Xavier Groulard, avocat, dont les bureaux sont établis rue Laoureux 42, à 4800 Verviers, a été désigné en qualité de curateur à la succession dite vacante de feu M. Jongen, Grégory Louis Fernand Ghislain, né à Verviers le 1er avril 1980, divorcé, ayant eu son dernier domicile à 4820 Dison, rue Albert Ier 46/3, décédé à Dison le 12 juillet 2010. Les créanciers sont invités à prendre contact avec le curateur dans les trois mois de la présente publication. (Signé) François-Xavier Groulard, avocat. (11631)

(11628) Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen Uittreksel uit de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel, verleden op 1 maart 2011, voor geassocieerd notaris Christophe Blindeman, te Gent, door de heer Van De Walle, Dirk August Prudent Prosper, geboren te Gent op 31 maart 1938, en zijn echtgenote Mevr. Sanders, Godelieve Rita Marie Odile, geboren te Gent op 26 augustus 1941, gedomicilieerd en verblijvende te 9670 Koksijde, Zeedijk 413, bus 301. Uit voormelde akte wijziging huwelijksvermogensstelsel de dato 1 maart 2011, blijkt dat : de echtgenoten gehuwd blijven onder het stelsel van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Antoine Vanpeteghem te Merelbeke, op 5 februari 1966,

Op 22 februari 2011, verleende de tweede B kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen een vonnis waarbij Mr. Peter De Maeyer, advocaat te Antwerpen, kantoorhoudende te 2018 Antwerpen Jan Van Beersstraat 44, werd aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Leo Clement Van den Bosch, geboren te Antwerpen op 7 januari 1938, laatst wonende te 2070 Zwijndrecht, Burchtsestraat 60, uit de echt gescheiden van Elise Walther Claessens, en overleden te Edegem op 21 juni 2006. Antwerpen, 24 maart 2011. De griffier, (get.) C. Cox.

Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel. Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME

(11632)

Föderaler Öffentlicher Dienst Inneres

Recommend Documents