Faculteit der Letteren Onderwijs- en ExamenRegeling 2010 - 2011 Bacheloropleiding
American Studies Inhoud: 1.
Algemene bepalingen
2.
Opbouw van de opleiding
3.
De propedeutische fase van de opleiding
4.
Studievoortgang, inclusief studieadvies
5.
Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase
5a. Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase cohorten 2009-2010 en eerder 6.
De postpropedeutische fase van de opleiding
7.
Tentamens en examens van de opleiding
8.
Vooropleiding
9.
Inschrijving voor colleges en Studiebegeleiding
10. Overgangs- en slotbepalingen Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies, pagina 1
Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding American Studies, hierna te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW); b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. opleiding: de bacheloropleiding genoemd in artikel 1.1 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden; d. studiepunt: eenheid uitgedrukt in ECTS, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren; e. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; f. volgen van een onderdeel: onder volgen van een studieonderdeel, resp. het gevolgd hebben van een onderdeel wordt verstaan dat een student heeft deelgenomen (en indien van toepassing heeft voldaan aan de aanwezigheidplicht) aan het college en, indien van toepassing, de daarbij behorende werkzaamheden heeft verricht. In de studiehandleiding van het onderdeel wordt vermeld of de werkzaamheden slechts hoeven te worden gemaakt dan wel voldoende moeten zijn gemaakt; g. toets: tentamen als bedoeld in artikel 7.10 van de wet; h. tentamen: formele afsluiting van een onderdeel; i. deeltentamen: in het geval het tentamen bestaat uit verschillende delen dan wordt gesproken van deeltentamens; j. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7. 13 van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een scriptie (afstudeerwerkstuk); - het maken van een werkstuk of een proef-ontwerp; - het uitvoeren van een onderzoeksopdracht; - het actief deelnemen aan veldwerk of een excursie; - het doorlopen van een stage; - het actief deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. k. propedeuse: de propedeutische fase van de bacheloropleiding, bedoeld in artikel 7.8 van de wet. l. postpropedeuse: het gedeelte van de bacheloropleiding dat volgt op de propedeutische fase. m. examen: het propedeutisch of het bachelorexamen van de opleiding; n. definitief studieadvies: advies als bedoeld in artikel 7.8 b, lid 1 van de wet; 0. bindend studie advies (BSA): afwijzend definitief studieadvies als bedoeld in artikel 7.8 b, lid 3 van de wet, namens het College van Bestuur uitgebracht door het faculteitsbestuur, betreffende de inschrijving van de student voor de opleiding; p. studievoortgangsoverzicht, een overzicht van de gerealiseerde studielast; q. voorlopig studieadvies, een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de opleiding; r. doorstroomprogramma: programma van meer dan 60 ECTS-studiepunten, bedoeld voor het wegwerken van deficiënties ten behoeve van doorstroom naar een aansluitend Maprogramma. Het programma wordt afgesloten met een Ba-diploma. s. schakel / pre-master programma: programma met een omvang tot en met 60 ECTSstudiepunten bedoeld voor het wegwerken van deficiënties ten behoeve van doorstroom naar aan aansluitend masterprogramma. Dit programma wordt niet afgesloten met een Baprogramma. t. major: het geheel van verplichte onderwijseenheden in de propedeutische- en post- propedeutische fase;
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies, pagina 2
u. v. w.
minor: het geheel van onderwijseenheden in de vorm van een vast keuzepakket verbonden met de major in propedeutisch en postpropedeutische fase; studie in het buitenland: een pakket van vakonderdelen die binnen het domein van de opleiding liggen dat de student naar eigen inzicht mag samenstellen onder goedkeuring van de examencommissie; semester: deel van een studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks medio februari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks medio juli.
De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd dat de student een zodanige academische vorming verwerft in termen van kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de Amerikanistiek dat: - voldaan wordt aan de ingangseisen voor toelating tot aansluitende Master-opleidingen, met het recht op toegang tot in ieder geval de maatschappelijk georiënteerde Master-opleiding American Studies van de Rijksuniversiteit Groningen; - de student in staat is tot het met succes uitoefenen van functies waarvoor academische kennis en vaardigheden op bachelorsniveau op bovengenoemd gebied vereist dan wel wenselijk zijn. Artikel 1.4 Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd.
Paragraaf 2 Opbouw van de opleiding Artikel 2.1 Indeling en examens van de opleiding 1.
In de opleiding worden de volgende examens afgelegd: a. het propedeutisch examen; b. het afsluitend d.w.z. het bachelorexamen. 2. De opleiding is opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase. Het geheel van de opleiding bestaat uit een major, een minor en een studieverblijf in het buitenland. 3. De opleiding kent de volgende minor: Onderdeel* Facultaire minor
semester 2 (BA-1), 1 (BA-2) en 2 (BA-2)
De student kiest één van de volgende onderdelen: Onderdeel* 1. Spaans 2. Media en journalistiek cultuur 3. Filmwetenschap 4. Internationale betrekkingen 5. Niet-Westerse studies Artikel 2.2 Studielast 1.
De opleiding heeft een studielast van 180 ECTS studiepunten, waarbij één ECTS studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie. 2. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 ECTS studiepunten. 3. De studielast wordt uitgedrukt in hele ECTS studiepunten.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies, pagina 3
Artikel 2.3 Verdeling major-minor 1.
De volgende verdeling van studiepunten geldt voor de major, minor en studieverblijf in het buitenland: a. De major bestaat uit 120 ECTS studiepunten. b. De minorruimte beslaat 30 ECTS studiepunten en dient te worden gekozen uit de set zoals aangegeven in artikel 2.1, lid 3 van de OER. c. Het studieverblijf in het buitenland van 30 ECTS studiepunten bestaat uit een opleidingsgerelateerd programma van onderdelen die de student volgt aan een instelling van hoger onderwijs in de Verenigde Staten en vindt plaats binnen één van de bilaterale uitwisselingsprogramma’s waarin de opleiding American Studies participeert. Dit opleidingsgerelateerde programma dient te bestaan uit vakonderdelen die liggen binnen het disciplinaire domein van American Studies; dat wil zeggen dat de student alleen vakken kan kiezen die belendend zijn aan de major. Deze onderdelen behoeven goedkeuring van de examencommissie voorafgaand aan de buitenlandstudie in de vorm van een leerovereenkomst. Deze leerovereenkomst dient te worden ondertekend door de examencommissie, de student en een vertegenwoordiger van de buitenlandse (partner-) instelling. Indien er tussentijds wijzigingen optreden in het programma dient de leerovereenkomst te worden gewijzigd en dient deze opnieuw te worden ondertekend door bovengenoemde partijen. Studenten die om gegronde redenen niet naar het buitenland kunnen gaan, stellen een alternatief opleidingsgerelateerd programma samen, bestaande uit additionele studieonderdelen die worden verzorgd binnen het major programma van American Studies, dan wel uit onderdelen liggende binnen het disciplinaire domein van American Studies die elders aan de RuG of aan een andere universitaire instelling in Nederland worden verzorgd. Een alternatief opleidingsgerelateerd programma heeft vooraf toestemming nodig van de examencommissie van de opleiding. 2. In zijn/haar alternatief opleidingsgerelateerd programma kan de student er voor kiezen een stage (10 ECTS) te volgen. De examencommissie moet hieraan goedkeuring verlenen. Voorwaarde voor een stage is dat de propedeuse is behaald en dat ten minste 120 ECTS-studiepunten zijn behaald in de combinatie van major- en minoronderdelen (erkend door de examencommissie van de majoropleiding). Voorafgaand aan de stage wordt een stageplan opgesteld, dat een omschrijving van de doelstellingen, de inhoud van de stage en een activiteitenplan omvat. Dit plan wordt goedgekeurd door de begeleiders. De beoordeling van de stage wordt verricht door een begeleider vanuit de opleiding en een begeleider vanuit de stagegever, die als examinator zijn aangewezen door de examencommissie. De stage wordt afgesloten met een stageverslag dat wordt beoordeeld door de begeleider vanuit de opleiding en ter kennis wordt gesteld van de stagegever. Artikel 2.4 Studieverblijf buitenland
De student wordt in staat gesteld in de postpropedeutische fase onderdelen met een totaal volume van ten minste 30 ECTS studiepunten te volgen aan een universiteit in de VS (of, in uitzonderingsgevallen, Canada) waarmee de opleiding een formele uitwisselingsrelatie heeft en dient te worden gekozen uit vakonderdelen zoals aangegeven in artikel 2.3, lid 1.c van de OER. Artikel 2.5 Vrij Programma Een student kan kiezen voor het Vrije Programma van American Studies. Een Vrij Programma heeft vooraf goedkeuring nodig van de examencommissie van de opleiding. Het Vrije Programma dient ten minste 120 ECTS (van de 180 ECTS) aan major onderdelen te bevatten. Deze kunnen niet worden vervangen door andere of soortgelijke onderdelen.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies, pagina 4
Artikel 2.6 Honoursprogramma 1. De Faculteit der Letteren neemt deel aan het honoursprogramma van het University of Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. 2. Studenten die zijn toegelaten tot de bacheloropleiding American Studies kunnen aan dit honoursprogramma deelnemen, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College 3. Op het honoursprogramma, waar het facultaire verdiepende deel een onderdeel van is, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. 4. In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement wordt van het behalen van de honoursbul een aantekening gemaakt. Artikel 2.7 Academische vorming De opleiding van de student dient naar het oordeel van de examencommissie voldoende elementen te bevatten ten dienste van de academische vorming van de student. Hier volgt een overzicht van de eindtermen van de opleiding. Studenten die de Propedeuse American Studies voltooid hebben zijn in staat algemene academische vaardigheden op basisniveau toe te passen. Onder academische en algemene vaardigheden wordt in dit verband verstaan: Academische en algemene vaardigheden en attitudes a. Het beschikken over het vermogen effectief te studeren, de tijd efficiënt in te delen, goed om te kunnen gaan met deadlines b. Het beschikken over het vermogen snel en efficiënt bibliografische informatie te vinden c. Het logisch en conceptueel kunnen redeneren d. Het kritisch kunnen beoordelen van documenten en informatie, en het inzicht hebben in hun standpuntgebondenheid e. Het kunnen maken van betrouwbare en bruikbare verslagen en samenvattingen f. Het kunnen verzorgen van mondelinge presentaties betreffende een aan de discipline gerelateerd onderwerp, voor een geïnteresseerde publieksgroep g. Het kunnen samenwerken in groepsverband h. Het beschikken over goede mondelinge en schriftelijke vaardigheden van het Engels i. Het beschikken over goede mondelinge en schriftelijke vaardigheden van het Engels om actief aan het academisch debat in die taal te kunnen deelnemen. j. Het beschikken over de basisvaardigheden aangaande ICT-gebruik Vakgerelateerde vaardigheden en attitudes Studenten die de propedeuse American Studies voltooid hebben zijn in staat vakgerelateerde vaardigheden op basisniveau toe te passen. Onder vakgerelateerde vaardigheden wordt in dit verband verstaan: a. Het kunnen opzoeken van bibliografische en historische documentatie en het kunnen selecteren op basis van kwaliteit b. Het zich bewust zijn van de factoren van tijd en ruimte in de studie van de geschiedenis van de Verenigde Staten c. Het geïnitieerd zijn in de eisen (waaronder die van wetenschappelijke integriteit) waaraan een werkstuk moet voldoen, en het hebben van enige ervaring daarmee Vakgerelateerde theoretische en inhoudelijke kennis Studenten die de propedeuse American Studies voltooid hebben zijn in staat om vakgerelateerde theoretische en inhoudelijke kennis op basisniveau toe te passen. Onder vakgerelateerde theoretische en inhoudelijke kennis wordt in dit verband verstaan: a. Het beschikken over de theoretische en inhoudelijk kennis die nodig is als grondslag voor een Bachelor-opleiding American Studies b. Het beschikken over zowel panoramische als oriënterende overzichten van de deelgebieden van de Amerikanistiek: de moderne cultuur- en letterkunde, de cultuurtheorie (m.n. op het gebied van popular culture), de moderne geschiedenis, de rol van etniciteit, de nationale identiteit en ideologie c. Het beschikken over een helder inzicht in de interdisciplinaire aard van de opleiding
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies, pagina 5
Studenten met een Bachelorsdiploma American Studies zijn in staat om Academische en algemene vaardigheden met succes toe te passen. Onder academische en algemene vaardigheden wordt in dit verband verstaan: Academische en algemene vaardigheden en attitudes 1 Het in staat zijn snel en efficiënt informatie te vinden in academische instellingen 2 Het op kritische wijze kunnen analyseren en het kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken 3 Het kunnen verwerken van grote hoeveelheden informatie 4 Het in staat zijn om het voorlopige en complexe karakter van wetenschappelijke kennis en onderzoek naar waarde te schatten 5 Het in staat zijn om op kritisch wijze aan standpuntreflectie te doen 6 Het zich bewust zijn van de interdisciplinaire en mondiale dimensie van de wetenschap 7 Het hebben van permanente aandacht voor hun taal, stijl en betooglogica 8 Het zich schriftelijk en mondeling beheerst, helder en correct kunnen uitdrukken, zowel in het Nederlands als in het Engels 9 Het hebben kennis gemaakt met minstens één niet-schriftelijke techniek 10 Het in staat zijn om actief deel te nemen aan groepsprojecten 11 Het actief en voorbereid kunnen deelnemen aan discussies, met respect voor opvattingen van anderen Studenten met een Bachelorsdiploma American Studies zijn in staat om vakgerelateerde vaardigheden en attitudes met succes toe te passen. Onder vakgerelateerde vaardigheden en attitudes wordt in dit verband verstaan: Vakgerelateerde vaardigheden en attitudes 12 Het kennis hebben van de methoden en begrippen van de Amerikanistiek, en het kunnen extrapoleren ervan naar tradities binnen andere wetenschapgebieden 13 Het in staat zijn om zowel mondeling als schriftelijk een beargumenteerd en kritisch verslag te doen van de stand van zaken betreffende onderwerpen binnen één of meer deelgebieden van de Amerikanistiek, en om vanuit deze bevindingen verantwoorde conclusies te trekken 14 Het hebben van inzicht in de aard en de functie van wetenschapsbeoefening in het algemeen, en in de samenhang van het eigen vak met andere wetenschappen in het bijzonder 15 Het ervaring hebben met bronnenonderzoek en met literatuuronderzoek 16 Het probleemgericht kunnen denken en het kunnen bedenken van plausibele stellingen en het kunnen onderbouwen ervan met argumenten 17 Het kunnen plaatsen van processen en structuren in hun historische en cultuurtheoretische context 18 Het kunnen plaatsen van nieuwe gegevens en interpretaties in hun context 19 Het hebben van begrip voor andere landen, volkeren, culturen en hun geschiedenis 20 Het begrijpen van de wijze waarop waarheidsbevinding en theorievorming in cultuurhistorisch onderzoek plaatsvindt 21 Het kunnen aantonen van vorderingen door middel van een afsluitend werkstuk Studenten met een Bachelordiploma American Studies zijn in staat om vakgerelateerde theoretsiche en inhoudelijke kennis met succes toe te passen. Onder vakgerelateerde theoretische en inhoudelijke kennis wordt in dit verband verstaan: Vakgerelateerde theoretische en inhoudelijke kennis 22 Het bezitten van een brede basiskennis van de deelgebieden der Amerikanistiek: de cultuur- en letterkunde, de cultuurtheorie (m.n. op het gebied van het cultuurbegrip, ideologie, culturele en nationale identiteit), de geschiedenis, het staatsrecht, de (sociale) geschiedenis, de popular culture (m.n. op het gebied van film en de media), en de historische en culturele relaties tussen de Verenigde Staten en Canada/Mexico. 23 Het bezitten over een specifiek inzicht in de ontwikkeling van de kenmerken, het begrippenapparaat en de methoden en theoretische concepten van het vakgebied der Amerikansitiek 24 Het beschikken over het vermogen de cultuur van het object van studie (de Verenigde Staten) te beschouwen vanuit een theoretisch-analytisch raamwerk 25 Het beschikken over een adequate passieve en actieve beheersing van de Engelse taal
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies, pagina 6
26
Het bezitten van een brede basiskennis van de theorievorming inzake de cultuurwetenschap in het algemeen, en die ten aanzien van de Verenigde Staten in et bijzonder
Omwille van het bereiken van een adequate academische vorming in de breedte beschikt de student, naast bovenbedoelde kennis en vaardigheden, over elementair inzicht in en overzicht van (een) ander(e) disciplinegebied(en) dan de gekozen major.
Paragraaf 3
De propedeutische fase van de opleiding
Artikel 3.1 Samenstelling propedeutische fase De propedeutische fase omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: nr. onderdeel 1 2 3 4 5 6 7 8 1 De
omvang in ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS
Cultuurtheorie I: Populaire cultuur De Amerika’s I: De Amerikaanse eeuw en verder Retoriek en compositie 1: (B2/C1) De Amerika’s II: Nieuwe grenzen Minor Verdiepingsvak Ia:Religie en Amerikaanse samenleving 1 Verdiepingsvak Ib: Politiek drama 1 Verdiepingsvak Ic: [volgt]. 1 Verdiepingsvak Id: [volgt]. 1 student kiest één van deze vier onderdelen.
Artikel 3.2 Onderwijsuitvoering in de propedeutische fase 1.
Voor de volgende onderdelen van de propedeuse geldt: als een onderwijseenheid bestaat uit werken hoorcolleges kan het tentamen van dit onderdeel pas worden afgelegd nadat de werkcolleges met voldoende resultaat zijn afgelegd. Hieronder wordt tenminste verstaan het actief deelnemen aan tenminste 80% van de werkcolleges. Precisering van de voorwaarden voor een succesvolle afronding van het werkcollege is opgenomen in de studiehandleiding van het betreffende college.
nr. 1
onderdeel Cultuurtheorie I: Populaire cultuur
2
De Amerika’s I: De Amerikaanse eeuw en verder
3 4
Retoriek en compositie 1: (B2/C1) De Amerika’s II: Nieuwe grenzen
5 6 7 8
Verdiepingsvak Ia: Religie en Amerikaanse samenleving 1 Verdiepingsvak Ib: Politiek drama 1 Verdiepingsvak Ic: [volgt] 1 Verdiepingsvak Id: [volgt] 1
Type college hoorcollege, werkcollege, zelfstudie hoorcollege, werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie hoorcollege, werkcollege, zelfstudie Werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie
2. Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de werkzaamheden van de onderwijseenheid als het behalen van het desbetreffende tentamen: N.v.t. 3. Bij afwezigheid tot 20% (in de regel drie van de veertien werkcolleges) mag de docent vervangende opdrachten verlangen. Bij afwezigheid van meer dan 20% wordt de student uitgesloten van verdere deelname aan het college en van het tentamen. Afmelden voor een college geschiedt altijd, onder opgaaf van redenen. Wie zonder opgaaf van reden de eerste twee colleges afwezig is, verliest het participatierecht ten voordele van een student op een eventuele wachtlijst.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies, pagina 7
Paragraaf 4
Studievoortgang, inclusief studieadvies
Artikel 4.1 - Studievoortgangsoverzicht In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student omstreeks week 13 van het studiejaar, doch in ieder geval gedurende het eerste semester van de opleiding een studievoortgangoverzicht, met daarin een overzicht van de gerealiseerde studielast. Artikel 4.2 - Voorlopig studieadvies / bindend studieadvies 1. 2. 3.
4. 5.
Omstreeks week 23 van het studiejaar, en zo mogelijk vóór het begin van het tweede semester ontvangt de student een schriftelijk voorlopig studieadvies, Dit voorlopig studieadvies geeft een waarschuwing indien er sprake is van onvoldoende studievoortgang, zodat de student nog de gelegenheid heeft om zijn prestaties te verbeteren. Wanneer de studievoortgang zodanig is dat in redelijkheid niet te verwachten is dat de student aan de voorwaarden als genoemd in artikel 4.3. lid 2 zal gaan voldoen, wordt de student uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseur. Dit gesprek heeft tot doel het bespreken van de wijze van studeren, een heroverweging van de studiekeuze en een eventuele verwijzing naar een andere opleiding. Indien de resultaten hiertoe aanleiding geven wordt na het voorlopig studieadvies een bindend studieadvies als bedoeld in artikel 4.3 lid 2 uitgebracht, conform de procedure als beschreven in artikel 4.5. De procedure als genoemd in lid 4 wordt geacht in werking te treden indien de student in week 21 minder dan 10 ECTS-studiepunten heeft behaald en in week 42 minder dan 40 ECTSstudiepunten heeft behaald.
Artikel 4.3 - Definitief studieadvies / bindend studieadvies 1. 2.
3. 4.
In week 45 van het studiejaar, doch uiterlijk aan het einde van het tweede semester in het eerste jaar van inschrijving ontvangt de student nogmaals een schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding: het definitief studieadvies. Onverminderd het bepaalde in artikel 4.6 wordt aan dit studieadvies een afwijzing met een bindend karakter verbonden (het bindend studieadvies), indien de student minder dan 40 studiepunten (bij een deeltijdopleiding minder dan 20 studiepunten) heeft behaald in het eerste jaar van zijn inschrijving, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving (bij een deeltijdopleiding aan het eind van zijn derde jaar van inschrijving). De afwijzing geldt gedurende een termijn van 2 volgende studiejaren en heeft betrekking op de CROHO-opleiding van inschrijving. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten tellen alleen de studiepunten van de vakken als bedoeld in paragraaf 3. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in dit artikel tellen de studiepunten van verworven vrijstellingen mee.
Artikel 4.4 - Afwijkingen definitief studieadvies / bindend studieadvies 1.
2.
Aan de student die een verzoek tot uitschrijving met ingang van 1 februari van het eerste jaar van inschrijving doet, wordt geen definitief studieadvies uitgebracht. Indien deze student zich in een volgend studiejaar opnieuw inschrijft, zal in dat volgende studiejaar het definitieve studieadvies worden uitgebracht. De student die zich met ingang van 1 februari inschrijft voor een bacheloropleiding van de RUG, krijgt een bindend studieadvies indien hij aan het eind van het tweede semester van het eerste jaar van inschrijving minder dan 20 studiepunten van deze opleiding (bij een deeltijdopleiding minder dan 10 studiepunten) heeft behaald. Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in artikel 4.3 van overeenkomstige toepassing.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 8
Artikel 4.5 - Procedure uitreiken definitief studieadvies / bindend studieadvies 1. 2.
Het definitief studieadvies / bindend studieadvies wordt namens het College van Bestuur uitgebracht door het faculteitsbestuur. Alvorens een bindend studieadvies wordt uitgebracht, wordt de student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door of namens het faculteitsbestuur.
Artikel 4.6 - Persoonlijke omstandigheden 1.
2. 3.
In zijn afweging om een bindend studieadvies uit te brengen betrekt het faculteitsbestuur op verzoek van de student diens persoonlijke omstandigheden. Uitsluitend persoonlijke omstandigheden die door de student na intreden zo spoedig als redelijkerwijs kan worden verlangd bij de studieadviseur zijn gemeld, worden door het faculteitsbestuur betrokken in zijn afweging. Indien op grond van de omstandigheden als bedoeld in lid 1 van een bindend studieadvies wordt afgezien, wordt aan de student aan het einde van diens volgende studiejaar opnieuw het studieadvies als bedoeld in art 4.3 uitgebracht. Omstandigheden als bedoeld in het eerste lid leiden niet automatisch tot een succesvolle aanspraak op een uitkering uit het Profileringsfonds.
Artikel 4.7 – Beroepsbepaling In het besluit wordt melding gemaakt van de geldende rechtsbeschermingsvoorziening.
Paragraaf 5
Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase
Artikel 5.1 - Criteria toelating postpropedeutische fase 1. 2. 3. 4.
Toelaatbaar tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, is de bezitter van het propedeutisch getuigschrift; Voorwaardelijk toelaatbaar is de student die tenminste 40 ECTS-studiepunten in het eerste jaar van de propedeutische fase heeft behaald. De voorwaardelijke toelating geldt niet voor majoronderdelen van het derde jaar van de opleiding. Hiervoor is het propedeutisch getuigschrift vereist. De voorwaardelijke toelating vervalt indien niet is voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 4.3 lid 2.
Paragraaf 5A Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase voor cohorten 2009-2010 en eerder Artikel 5A.1
Toelating
Toelaatbaar tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, is • de bezitter van het propedeutisch getuigschrift; • de student die tenminste 45 ECTS-studiepunten in de propedeutische fase heeft behaald. Artikel 5A.2 Voorwaardelijke toelating 1.
Een student die zich voorbereidt op het propedeutisch examen van de in artikel 1.1 genoemde bacheloropleiding en minimaal 30 ECTS-studiepunten en maximaal 45 ECTS-studiepunten heeft behaald in de propedeutische fase wordt door het faculteitsbestuur voorwaardelijk toegelaten tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, mits de student tezamen met de Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 9
studieadviseur/mentor/ aangewezen begeleider van de opleiding een studieplanning opstelt die tenminste behelst: a. de propedeusevakken die nog niet zijn behaald met het daarbij behorende tijdpad; b. de postpropedeutische vakken die in aanvulling op de onder a. genoemde vakken zouden kunnen worden gevolgd. De studieplanning als bedoeld in lid 1 is onderworpen aan de volgende voorwaarden: a. Indien de propedeusedeficiëntie vakken betreft uit het eerste semester van het eerste jaar, dient de student zich voor die vakken opnieuw in te schrijven in het eerste semester van het tweede jaar en kan hij het daarvoor te behalen aantal ECTS-studiepunten aanvullen met vakken uit de postpropedeutische fase tot een totaal van 30 ECTS-studiepunten. b. Indien de propedeusedeficiëntie vakken betreft uit het tweede semester van het eerste jaar, kan hij zich inschrijven voor postpropedeutische vakken in het eerste semester, doch dient hij zich voor de propedeuse vakken waarvoor hij deficiënt is opnieuw in te schrijven in het tweede semester van het tweede jaar en kan hij in dat tweede semester het daarvoor te behalen aantal ECTS-studiepunten aanvullen met vakken uit de postpropedeutische fase tot een totaal van 30 ECTS-studiepunten. c. Indien de propedeusedeficiëntie vakken betreft uit zowel het eerste als het tweede semester van het eerste jaar, dient de student zich in beide semesters van het tweede jaar opnieuw in te schrijven voor die vakken en kan hij in elk semester het aantal daarvoor nog te behalen ECTSstudiepunten aanvullen met vakken uit de postpropedeutische fase tot een totaal per semester van 30 ECTS-studiepunten. De voorwaardelijke toelating tot het tweede jaar van de opleiding vervalt: aan het einde van het tweede semester van het tweede jaar, indien de student als bedoeld in lid 2 niet heeft voldaan aan de voorwaarde dat tenminste 45 ECTS van de propedeutische vakken moeten zijn behaald. De examencommissie kan nadere voorwaarden en/of regels stellen hieromtrent. De voorwaardelijke toelating geldt niet voor majoronderdelen van het derde jaar van de opleiding. Hiervoor is het propedeutisch getuigschrift vereist.
2.
3.
4. 5.
Paragraaf 6
De postpropedeutische fase van de opleiding
Artikel 6.1 Samenstelling postpropedeutische fase 1.
De postpropedeuse omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast:
nr. onderdeel 9 10 11 12 13 14
De Amerika’s III: Van exploratie tot vroege republiek Minor Retoriek en compositie 2 (C1/C2) Amerikaans Staatsrecht Minor Verdiepingsvak IIa 1 Verdiepingsvak IIb 1 Verdiepingsvak IIc 1
Buitenlandverblijf 2 Cultuurtheorie III: Consument en natie Mobiliteit, migratie en transculturatie Bachelorscriptie American Studies 1 De student kiest één van deze drie onderdelen. 15 16 17
2
omvang in ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 30 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS
Studenten die om gegronde redenen niet naar het buitenland kunnen gaan volgen een hiervoor aangewezen opleidingsgerelateerd programma (zie par. 2.3).
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 10
Artikel 6.2 Onderwijsuitvoering in de postpropedeutische fase 1.
Voor de volgende postpropedeutische onderdelen geldt: als een onderwijseenheid bestaat uit een werk- en een hoorcollege kan het tentamen van dit onderdeel pas worden afgelegd nadat de werkcolleges met voldoende resultaat zijn afgelegd. Hieronder wordt tenminste verstaan het actief deelnemen aan ten minste 80% van de werkcolleges. Precisering van de voorwaarden voor een succesvolle afronding van het werkcollege is opgenomen in de studiehandleiding van het betreffende college.
nr. 9 10 11 12 13 14 15 16 17 2.
3.
4.
Onderdeel De Amerika’s III: Van exploratie tot vroege republiek Retoriek en compositie 2 (C1/C2) Amerikaans Staatsrecht Verdiepingsvak IIa 1 Verdiepingsvak IIb 1 Verdiepingsvak IIc 1 Cultuurtheorie III: Consumentennatie Mobiliteit, migratie en transculturatie Bachelorscriptie American Studies
type college Werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie werkcollege, zelfstudie zelfstudie (begeleid)
Bij afwezigheid tot 20% (in de regel drie van de veertien werkcolleges) mag de docent vervangende opdrachten verlangen. Bij afwezigheid van meer dan 20% wordt de student uitgesloten van verdere deelname aan het college en van het tentamen. Afmelden voor een college geschiedt altijd, onder opgaaf van redenen. Wie zonder opgaaf van reden de eerste twee colleges afwezig is, verliest het participatierecht ten voordele van een student op een eventuele wachtlijst. Selectie van studenten voor themawerkgroepen, kernvakken, onderzoekscolleges, research seminars (de opleiding kan de selectie van vakken preciseren). Bij overtekening voor een werkcollege wordt er door of namens de examencommissie een selectie gemaakt gebaseerd op volgorde van inschrijving, rekening houdend met de toelatingseisen van het vak, de fase waarin de student zich bevindt op basis van zijn studiegedrag en –vorderingen, en rekening houdend met het geen vermeld staat onder artikel 4.2.2. Een alsnog toegelaten student mag maximaal 20% van de colleges hebben gemist. Voor bepalingen over de herkansing van werkcolleges zie artikel 5.7 OER. Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de werkzaamheden van de onderwijseenheid als het behalen van het desbetreffende tentamen: N.v.t.
Paragraaf 7 Tentamens en examens van de opleiding Artikel 7.1 Algemeen 1. 2.
Het tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij/zij de gestelde leerdoelen zal bereiken respectievelijk heeft bereikt. Hij/zij wordt daarbij geadviseerd over zijn/haar verdere deelname aan het betreffende programma. Het oordeel over een tentamen is voldoende dan wel onvoldoende, in afgeronde cijfers op een schaal van 10 (tien) uitgedrukt: 6 (zes) of hoger, respectievelijk 5 (vijf) of lager.
Artikel 7.2 Toegang tot en verplichte volgorde van tentamens 7.2.1 Toegang tot tentamens Om deel te kunnen nemen aan een tentamen dient een student zich online via ProgRESS-WWW in te schrijven. De inschrijfperiode wordt jaarlijks vastgelegd in het collegerooster. Indien een student zich door overmacht niet tijdig heeft kunnen intekenen, kan gebruik worden gemaakt van een beperkte mogelijkheid van na-inschrijving. Details van deze regeling worden jaarlijks tijdig bekend gemaakt. Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 11
7.2.2 Verplichte volgorde van tentamens 1. Aan de hierna te noemen examenonderdelen en bijbehorende tentamens kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald dan wel, indien expliciet vermeld, de studieonderdelen naar behoren zijn gevolgd: a. propedeuse: n.v.t. b. postpropedeuse: nr. 9 10 11 12 13 14 15
onderdeel De Amerika’s III: Van exploratie tot vroege republiek Retoriek en compositie 2 (C1/C2) Amerikaans Staatsrecht Verdiepingsvak IIa 1 Verdiepingsvak IIb 1 Verdiepingsvak IIc 1 Cultuurtheorie III: Consumentennatie
16
Mobiliteit, migratie en transculturatie
17
Bachelorscriptie American Studies
nr.
na het behalen van onderdeel De Amerika’s I OF: De Amerika’s II Retoriek en compositie 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Propedeuse Retoriek and compositie II Cultuuurtheorie II Propedeuse Retoriek en compositie II Cultuurtheorie II Propedeuse Retoriek en compositie II Cultuurtheorie II
7.2.2 A Verplichte volgorde van tentamens voor cohorten 2009-2010 en eerder 1.
Aan de hierna te noemen examenonderdelen en bijbehorende tentamens kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald dan wel, indien expliciet vermeld, de studieonderdelen naar behoren zijn gevolgd: a. propedeuse: n.v.t. b. postpropedeuse:
nr. 9 10 11 12 13 14 15
onderdeel De Amerika’s III: Van exploratie tot vroege republiek Retoriek en compositie 2 (C1/C2) Amerikaans Staatsrecht Verdiepingsvak IIa 1 Verdiepingsvak IIb 1 Verdiepingsvak IIc 1 Cultuurtheorie III: Consumentennatie
16
Mobiliteit, migratie en transculturatie
17
Bachelorscriptie American Studies
nr.
na het behalen van onderdeel Modern Amerikaanse geschiedenis OF: Modern Amerikaanse cultuur Retoriek en compositie 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Propedeuse Retoriek and compositie II Vroeg Amerikaanse geschiedenis* Vroeg Amerikaanse cultuur* * OF: De Amerika’s III Propedeuse Retoriek en compositie II Vroeg Amerikaanse geschiedenis* Vroeg Amerikaanse cultuur* * OF: De Amerika’s III Propedeuse Retoriek en compositie II Vroeg Amerikaanse geschiedenis* Vroeg Amerikaanse cultuur* * OF: De Amerika’s III
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 12
Artikel 7.3 Tijdvakken en frequentie tentamens 1.
Tot het afleggen van de tentamens van de in artikel 3.1 en artikel 6.1 genoemde onderdelen wordt tweemaal per studiejaar de gelegenheid gegeven. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet is gegeven, in dat jaar slechts eenmaal de gelegenheid gegeven. 3. Indien ten aanzien van een onderdeel in deze regeling niet is aangegeven hoeveel malen per studiejaar het tentamen kan worden afgelegd, omdat het onderdeel betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is daarvoor geldende onderwijs- en examenregeling bepaalde van toepassing. Artikel 7.4 Vorm van de toetsing 1.
De onderdelen, genoemd in artikel 3.1 en artikel 6.1, worden getoetst met alleen een schriftelijke toets, met uitzondering van de volgende onderdelen*: a. propedeuse:
nr. 1 2 3 4 5 6 7 8
onderdeel Cultuurtheorie I: Populaire cultuur De Amerika’s I: De Amerikaanse eeuw en verder Retoriek en compositie 1: (B2/C1) De Amerika’s II: Nieuwe grenzen Verdiepingsvak Ia: Religie en Amerikaanse samenleving 1 Verdiepingsvak Ib: Politiek drama 1 Verdiepingsvak Ic: [volgt] 1 Verdiepingsvak Id: [volgt] 1 b. postpropedeuse:
nr. 9 10 11 12 13 14 15 16 17 *
onderdeel De Amerika’s III: Van exploratie tot vroege republiek Retoriek en compositie 2 (C1/C2) Amerikaans Staatsrecht Verdiepingsvak IIa 1 Verdiepingsvak IIb 1 Verdiepingsvak IIc 1 Cultuurtheorie: Consumentennatie Mobiliteit, migratie en transculturatie Bachelorscriptie American Studies
de exacte vorm van de toetsing wordt vastgesteld door de examencommissie nadat de onderdelen verder zijn uitgewerkt en geregeld in de studiehandleiding.
2. Op schriftelijk verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. Van de verplichting tot het deelnemen aan werkzaamheden voor een college kan door de examencommissie vrijstelling worden verleend. In dat geval bepaalt de examencommissie dat de werkzaamheden voor een college op een andere, door haar te bepalen wijze wordt verricht. 3. Aan studenten met een functiebeperking wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 4. Indien ten aanzien van een onderdeel in deze regeling niet is aangegeven op welke wijze het tentamen kan worden afgelegd, omdat het onderdeel betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is het daaromtrent in de daarvoor geldende onderwijs- en examenregeling bepaalde van toepassing.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 13
Artikel 7.5 Mondelinge tentamens 1.
Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Een mondeling tentamen wordt schriftelijk, analoog of digitaal vastgelegd. Bij schriftelijke vastlegging is de aanwezigheid van een tweede examinator vereist. Artikel 7.6 Deeltentamens 1. Als een onderdeel is opgesplitst in meerdere subonderdelen, waarvan de minimale omvang tenminste 5 ECTS per onderdeel is, dan wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen gemiddelde van de - niet afgeronde - cijfers van de deeltentamens. Deelcijfers lager dan een 5 zijn niet toegestaan. Alleen resultaten van deeltentamens die voorzien zijn van een eigen ProgRESS-code dienen te worden gepubliceerd op ProgRESS-WWW. Deelcijfers zonder code worden op Nestor geplaatst. 2. Voor de volgende onderdelen geldt dat de studiepunten verbonden aan het onderdeel worden toegekend nadat alle deeltoetsen met voldoende resultaat zijn afgelegd. De vorm van de deeltoetsen alsmede de wegingsfactor ter bepaling van het eindcijfer worden geregeld in het toetsplan van de opleiding. nr.
onderdeel
1 2 3 4 5,6, 7,8
Cultuurtheorie I: Populaire cultuur De Amerika’s I: De Amerikaanse eeuw en verder Retoriek en compositie 1: (B2/C1) De Amerika’s II: Nieuwe grenzen Verdiepingsvak Ia t/m Id
aantal ECTS na behalen van alle deeltoetsen 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS
Artikel 7.7 Herkansing van werkcolleges 1. 2.
Indien het tentamen (d.w.z. het gewogen gemiddelde van de resultaten voor de samenstellende toetsonderdelen) en de herkansing daarvan niet met goed gevolg is afgesloten, dient de student het onderdeel opnieuw te volgen. Indien een onderdeel niet of niet uitsluitend wordt afgesloten met een tentamen, vindt herkansing van de werkzaamheden verbonden aan het onderdeel uiterlijk plaats in het semester volgend op het reguliere college. Indien de werkzaamheden ook in de herkansing niet met goed gevolg zijn afgesloten, dient de student het onderdeel opnieuw te volgen.
Artikel 7.8 De gang van zaken tijdens tentamens 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De duur van het tentamen is afhankelijk van de aard van het tentamen en wordt vastgesteld door de examencommissie. De surveillant verstrekt alle papieren waarop de tentamenuitwerking wordt gemaakt. Gebruik van ander papier is niet toegestaan. De student dient alle personalia die op de antwoordpapieren worden gevraagd duidelijk en volledig in te vullen. Of tentamenopgaven en kladantwoorden door de student na afloop van het tentamen mogen worden meegenomen, wordt door de verantwoordelijke docent en/of namens deze door de surveillant bepaald. Tot een half uur na de aanvang van het tentamen krijgt een laattijdige student alsnog toegang tot de ruimte waarin het tentamen word afgelegd. Tegelijk is het niet toegestaan dat een student gedurende het eerste half uur de tentamenruimte verlaat. Toiletbezoek is tijdens het eerste en laatste half uur van het tentamen niet toegestaan. Het is de studenten niet toegestaan met elkaar te communiceren of papieren of ander materiaal uit te wisselen. Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 14
8. 9.
Mobiele telefoons zijn uitgeschakeld en mogen niet meegenomen worden naar de toiletten. Laptops, palm-pc’s of andere zakcomputers mogen niet worden meegenomen in de tentamenruimte. 10. De student tekent voor deelname aan het tentamen bij het inleveren van alle tentamenstukken bij de surveillant. 11. De student is verplicht alle aanwijzingen van surveillanten voor, tijdens en onmiddellijk na afloop van het tentamen op te volgen. Indien dit niet gebeurt, kan de student worden uitgesloten van verdere deelname, echter niet dan nadat hij/zij is gehoord. Uitsluiting betekent dat er geen uitslag van het tentamen wordt vastgesteld. 12. Indien een student door wangedrag de voortgang van het tentamen belemmert en dit wangedrag na één waarschuwing nog steeds vertoont, heeft de surveillant het recht deze student van verdere deelnamen aan het tentamen uit te sluiten.
Artikel 7.9 De gang van zaken tijdens een tentamen voor studenten met een functiebeperking Artikel 7.8 geldt onverkort voor studenten met een functiebeperking, met dien verstande, dat studenten met een erkende functiebeperking bij de examencommissie een beroep kunnen doen op een regeling voor specifieke tentamenomstandigheden. Dit kan gaan om: meer tijd voor een tentamen, faciliteiten om het tentamen te maken (een door of namens de RUG gecontroleerde laptop), of andere maatregelen, vastgesteld door de examencommissie. Artikel 7.10 Scriptie 1. 2. 3.
De scriptie wordt beoordeeld door een door de examencommissie aan te wijzen examinator, zijnde de begeleidende docent. Indien een student twee opleidingen volgt, dient de student in beginsel een zelfstandige scriptie per opleiding in te leveren. De scriptie mag alleen dan in een andere taal dan het Engels worden gesteld, indien er door de examencommissie toestemming is verleend.
Artikel7.11 Fraude en plagiaat 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8.
Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn/haar kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Onder plagiaat wordt verstaan: a. het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding; b. het als onderdeel van het eigen betoog opnemen van een vertaling of parafrase van tekstgedeelten gemaakt door anderen; c. het indienen van eenzelfde of vergelijkbare tekst voor opdrachten van meerdere opleidingsonderdelen. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan de examinator de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen. In geval van fraude met een tentamen kan de examencommissie besluiten de examinandus uit te sluiten van deelname aan het tentamen voor een door haar vast te stellen periode. Deze periode is maximaal een jaar. In geval van plagiaat in een praktische oefening kan de examencommissie besluiten de examinandus uit te sluiten van deelname aan de praktische oefening voor de duur van een door haar vast te stellen periode. Deze periode is maximaal een jaar. In voorkomende gevallen van plagiaat kan de examencommissie behandeling daarvan in handen geven van de facultaire plagiaatcommissie. De examencommissie neemt een beslissing inzake uitsluiting naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de surveillant van de door hem/haar geconstateerde fraude, en na het horen van de examinandus. De examencommissie/facultaire plagiaatcommissie neemt een beslissing inzake uitsluiting naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de examinator van de door hem/haar geconstateerde
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 15
fraude respectievelijk het door hem/haar geconstateerde plagiaat, en na het horen van de examinandus. 9. Een uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld voor het desbetreffende tentamen of de praktische oefening. 10. De examencommissie/facultaire plagiaatcommissie stelt het faculteitsbestuur op de hoogte van gevallen van fraude en/of plagiaat.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 16
Artikel 7.12 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De maximale nakijktermijn bedraagt in principe tien werkdagen na de dag waarop een tentamen is afgelegd of een werkstuk is ingeleverd. In geval van een tentamen met essayvragen dat door meer dan 50 studenten is gemaakt kan deze termijn worden verlengd tot vijftien werkdagen. Indien de resterende tijd tussen tentamen/werkstuk en bijstelling studieplanning korter is dan 10 resp. 15 werkdagen, geldt een termijn van uiterlijk één dag voor de sluiting van de planningsmodule in ProgRESS-WWW. In afwijking van het gestelde in het eerste lid stelt de examinator terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt hij/zij de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. Bij de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 7.14, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Aan een onderdeel c.q. tentamen dat met voldoende resultaat is afgesloten kan niet opnieuw worden deelgenomen. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen.
Artikel 7.13 Geldigheidsduur 1.
De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is maximaal zes jaar vanaf het moment dat het onderdeel met succes is afgesloten. 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan de examencommissie m.b.t. een onderdeel waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, dit onderdeel alsnog erkennen, indien de verworven leerstof nog steeds relevant is, dan wel een aanvullend of vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van een examen. Artikel 7.14 Inzagerecht 1.
Gedurende ten minste zes weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examencommissie kan bepalen dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op ten minste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. Artikel 7.15 Vrijstelling 1.
De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. 2. De examencommissie kan de student op diens verzoek vrijstelling verlenen van de propedeuse indien de student in het bezit is van een diploma dat naar het oordeel van de examencommissie ten minste gelijkwaardig is aan het propedeutisch diploma. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, wordt vrijstelling niet verleend dan nadat het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met succes kunnen volgen van het onderwijs
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 17
Artikel 7.16 Examen 1.
Een student die alle examenonderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel alle onderdelen van het door de examencommissie goedgekeurde programma met goed gevolg heeft afgelegd, dient uiterlijk binnen vier weken na afloop hiervan het getuigschrift aan te vragen. De examendatum die door de examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum waarop naar het oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd. 2. Indien de student het getuigschrift na de in het vorige lid bedoelde termijn aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum waarop de examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de datum waarop de examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven. 3. Tot het afleggen van het propedeutisch examen wordt ten minste drie maal per jaar de gelegenheid geboden. 4. Tot het afleggen van het afsluitend examen wordt ten minste tien maal per jaar de gelegenheid geboden. 5. Indien een student twee opleidingen heeft gevolgd, dan dient hij/zij voor het verkrijgen van beide diploma’s van deze opleidingen tenminste 50% aan separate opleidingsonderdelen te hebben gehaald (zie ook artikel7.10.2 OER). Artikel 7.17 Graad 1.
Aan degene die het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad ‘Bachelor of Arts’ verleend. 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. Artikel 7.18 Judicium
1. 2.
3. 4. 5. 6. 7.
De examencommissie beoordeelt of aan het bachelorgetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima: • ‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is tenminste 8,0; • ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is tenminste 9,0. b) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderwijseenheden, exclusief de scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is • groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; • groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’. Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in ECTS meer dan de helft van het totaal aantal ECTS van de opleiding bedraagt. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderwijseenheid slechts eenmaal afgelegd mag zijn. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager dan 7,0 is behaald. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden twee tot en met vijf van dit artikel. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 18
Paragraaf 8 Vooropleiding Artikel 8.1 Vereiste vooropleiding De vier VWO-profielen Cultuur en Maatschappij (CM), Economie en Maatschappij (EM), Natuur en Gezondheid (NG) en Natuur en Techniek (NT) geven alle recht op toelating tot de opleiding. Automatische toelating wordt ook gegeven aan bezitters van het diploma VWO-oude stijl en bezitters van een HBO-propedeuse. Artikel 8.2 Voertaal Deze opleiding wordt in de Engelse taal aangeboden. 1.
2.
Conform artikel 7.2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) wordt het onderwijs gegeven en worden de examens afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd: a. wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft; b. wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt, of; c. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode. 1a. en 1c. zijn van toepassing op deze opleiding. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Engels taal wordt voldaan door het overleggen van een van de volgende bewijsstukken: a. een deelcertificaat VWO Engels (cijfer 6 of hoger) b. de internet-based TOEFL test (iBT TOEFL, minimumscore 79) c. IELTS, Academic Module, minimumscore 6.5 d. een certificaat van het Talencentrum RuG, minimaal B2, CEFR.
Artikel 8.3 Gelijkwaardige vooropleiding De examencommissie kan de bezitter van een getuigschrift van bekwaamheid tot het volgen van universitair onderwijs, afgegeven door buitenlandse instellingen van onderwijs, toegang verlenen tot het afleggen van het propedeutisch examen, onverminderd het bepaalde in art. 8.1. Indien het onderwijs wordt gegeven en examens worden afgenomen in het Nederlands, wordt toegang niet verleend dan nadat het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Artikel 8.4 Colloquium doctum 1.
Het toelatingsonderzoek als bedoeld in art. 7.29 van de wet omvat de volgende onderdelen: Nederlands, Engels, en naar keuze van de aanvrager Geschiedenis, Duits of Frans. 2. De faculteit kent een afzonderlijk colloquium-doctumreglement waarin het toelatingsonderzoek nader wordt geregeld. Het colloquium-doctumreglement maakt deel uit van deze regeling.
Paragraaf 9 Inschrijving voor colleges en studiebegeleiding Artikel 9.1 Inschrijving voor colleges 1.
Alle ingeschreven studenten dienen vóór aanvang van het academische jaar in ProgRESS-WWW aan te geven welke colleges zij gaan volgen. De periode waarin de student zich kan inschrijven wordt jaarlijks door de Faculteit vastgesteld. Per semester kunnen zij zich in beginsel voor ten hoogste 40 ECTS studiepunten inschrijven. Slechts in overleg met de studieadviseur van de betrokken opleiding kan hiervan worden afgeweken.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 19
2. De college-inschrijving van nieuwe studenten van een vaststaand propedeuseprogramma wordt ingevoerd door Bureau StudentZaken. Voor het tweede semester dienen studenten zich zelf in te schrijven voor het minorprogramma in de propedeutische fase. 3. De college-inschrijving van nieuwe studenten voor een doorstoomprogramma, van nietletterenstudenten of van studenten van andere vooropleidingen dient vóór 1 september schriftelijk te worden ingeleverd bij Bureau Studentzaken, waarna Bureau Studentzaken zorgt voor invoering in ProgRESS-WWW. Artikel 9.2 Studievoortgangadministratie 1.
Het faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor de registratie van de individuele studieresultaten van de studenten. 2. Een student kan online via ProgressWWW de door hem/haar behaalde studieresultaten raadplegen. 3. Een student kan bij het Bureau StudentZaken een gewaarmerkte uitdraai van zijn/haar studieresultaten verkrijgen. Artikel 9.3 Studiebegeleiding
Het faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding.
Paragraaf 10
Slotbepalingen
Artikel 10.1 Wijzigingen 1.
Wijzigingen van deze regeling worden door het faculteitsbestuur, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijze niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige beslissing die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 10.2 Bekendmaking 1.
Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het bureau van de faculteit een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 10.3 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2010. Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 31 augustus 2010.
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding American Studies pagina 20