12 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding Technische Natuurkunde Par. 1 Algemeen Art. 1 t/m 5a Par. 2 Propedeuse Art. 6 en 7 Par. 3 Postpropedeuse Art. 8 en 9 Par. 4 Goedkeuring onderwijseenheden Art. 10 Par. 5 Afleggen van tentamens Art. 11 t/m 14 Par. 6 Tentamenuitslag Art. 15 t/m 17 Par. 7 Vrijstelling Art. 18 Par. 8 Examens Art. 19 en 20 Par. 9 Vooropleiding Art. 21 t/m 23 Par. 10 Studiebegeleiding Art. 24 en 24a Par. 11 Slot- en invoeringsbepalingen Art. 25 t/m 27
1
12 Het bestuur van de faculteit Technische Natuurkunde gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek; gezien: het besluit d.d 9 oktober 2002 van de faculteitsraad, waarbij instemming werd gegeven aan het voorgenomen besluit tot vaststelling van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Technische Natuurkunde
gezien: het advies d.d.19 september 2002 van de opleidingscommissie van de bacheloropleiding Technische Natuurkunde B E S L U I T: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Technische Natuurkunde vast te stellen:
Par. 1 - Algemeen artikel 1 - toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Technische Natuurkunde verder te noemen: de opleiding. Van de bacheloropleiding is op dit moment slechts de propedeuse ingericht. De opleiding wordt verzorgd binnen de faculteit Technische Natuurkunde verder te noemen: de faculteit. artikel 2 – begripsbepalingen 1 . In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek ; b. propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in art. 7.8 van de wet, die wordt afgesloten met een propedeutisch examen; c. postpropedeuse: het gedeelte van de opleiding, dat volgt op de propedeuse en dat wordt afgesloten met een afsluitend examen; d. practicum: een praktische oefening binnen of buiten de universiteit, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: het maken van een scriptie, het maken van een werkstuk of een proefontwerp, het uitvoeren van een onderzoekopdracht, het deelnemen aan veldwerk of een excursie, het doorlopen van een stage, of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van
2
12 bepaalde vaardigheden. 2. Waar in deze regeling wordt gesproken van student wordt daaronder tevens verstaan extraneus. artikel 3 - doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd: - kennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen op het gebied van technische natuurkunde, - academische vorming en - voorbereiding voor verdere studie met in ieder geval het recht op toegang tot de masteropleiding(en) verzorgd door de faculteit Technische Natuurkunde van de TU/e . artikel 4 – vorm van de opleiding De opleiding is voltijds ingericht. De opleiding kan ook in deeltijd gevolgd worden. artikel 5 - de examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: - het propedeutisch examen; - het afsluitend examen (het bachelor examen). artikel 5a – de studielast van de opleiding De studielast van de opleiding bedraagt 180 studiepunten (ECTS) (European Credit Transfer System), waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren.
Par. 2 - Propedeuse artikel 6 – Samenstelling 1. De opleiding kent een propedeuse. 2. De studielast van de propedeuse bedraagt 60 studiepunten (ECTS). 3. De propedeuse omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast. - 3A200 Mechanica 1 3 ECTS - 3A210 Mechanica 2
3 ECTS
- 3A530 Elektriciteit en Magnetisme 1
3 ECTS
- 3A540 Elektriciteit en magnetisme 2
3 ECTS
- 3A300 Thermische verschijnselen
3 ECTS
- 3A310 Trillingen en golven
3 ECTS
- 3A490 Speciale onderwerpen binnen de natuurkunde
2 ECTS
- 3A550 Moderne ontwikkelingen in de technische natuurkunde
2 ECTS
- 3A123 Inleiding PC-gebruik
3 ECTS
- 3A560 Inleiding fysisch experimentele vaardigheden
4 ECTS
- 3A573 Fysisch experimentele vaardigheden
4 ECTS
- 3A593 OGO ingenieursproject
4 ECTS
3
12 - 2Y140 Analyse 1
5 ECTS
- 2Y180 Analyse 2
5 ECTS
- 2Y220 Analyse 3
4 ECTS
- 2Y510 Lineaire algebra en lineaire analyse 1
4 ECTS
- 5C050 Elektronica 1
3 ECTS
- 0A280 Ingenieur van beroep
2 ECTS
4. lndien de student daarom verzoekt, kan de examencommissie goedkeuren, dat hij een of meer onderwijseenheden vervangt door een of meer andere onderwijseenheden, mits zijn propedeutische studielast daardoor niet minder dan 60 studiepunten gaat bedragen. 5. Goedkeuring van de examencommissie als bedoeld in lid 4 wordt verkregen indien het de navolgende onderwijseenheden betreft, welke behoren tot de gezamenlijke propedeuse Natuurkunde/Wiskunde. 6. De in lid 5 genoemde gezamenlijke propedeuse BTN/BTW omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast: - 3A200 Mechanica 1
3 ECTS
- 3A210 Mechanica 2
3 ECTS
- 3A530 Elektriciteit en Magnetisme 1
3 ECTS
- 3A540 Elektriciteit en magnetisme 2
3 ECTS
- 3A300 Thermische verschijnselen
3 ECTS
- 3A310 Trillingen en golven
3 ECTS
- 3A560 Inleiding fysisch experimentele vaardigheden
4 ECTS
- 3A573 Fysisch experimentele vaardigheden
4 ECTS
- 3A593 OGO ingenieursproject
4 ECTS
- 2Y140 Analyse 1
5 ECTS
- 2Y180 Analyse 2
5 ECTS
- 2Y220 Analyse 3
4 ECTS
- 2Y510 Lineaire algebra en lineaire analyse 1
4 ECTS
- 2F715 Algebra 1
4 ECTS
- 2S270 Kansrekening en statistiek
4 ECTS
- 2A060 Fundamentele analyse 1
4 ECTS
- 2Z820 Programmeren 1 voor Wiskunde
3 ECTS
- 2F813 Practicum Mathematica
3 ECTS
4
12 artikel 7 - propedeutische practica 1. De volgende onderwijseenheden van de propedeuse omvatten tevens een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: a. Inleiding PC gebruik, 4 halve dagen in het eerste trimester; 9 halve dagen in het derde trimester (toetsing via practicum); b.
Inleiding fysisch experimentele vaardigheden: 6 halve dagen (bijwonen practisch gedeelte en toetsing via tentamen over collegestof).
2. Van de verplichting tot het deelnemen aan een practicum kan door de examencommissie vrijstelling worden verleend, onder meer op grond van gewetensbezwaren. In dat geval kan de examencommissie bepalen dat het practicum op een andere, door haar te bepalen wijze wordt verricht. 3. Het tentamen van een hierna genoemde onderwijseenheid kan slechts met voldoende resultaat worden behaald nadat eveneens het desbetreffende practicum met voldoende resultaat is verricht: Inleiding fysisch experimentele vaardigheden (3A560). 4. Het met voldoende resultaat verrichten van de hierna genoemde practica geldt als het behalen van het tentamen van de desbetreffende onderwijseenheden: Fysich-experimentele vaardigheden (3A573), OGO-ingenieursprojekt (3A593), Practicum inleiding PC-gebruik (3A123).
Par. 3 - Postpropedeuse artikel 8 –Samenstelling postpropedeuse 1. De studielast van de postpropedeuse bedraagt 120 studiepunten (ECTS). 2 . De postpropedeuse van de bacheloropleiding is voor het studiejaar 2002-2003 nog niet ingericht. Vooralsnog zullen de onderwijseenheden gelijk zijn aan die van het tweede en derde jaar van de kandidaatsfase van de 5-jarige opleiding in afbouw.
artikel 9 – Practica postpropedeuse Ook voor de practica geldt dat de postpropedeuse 2002-2003 nog niet is ingericht. Vooralsnog zullen de practica gelijk zijn aan die van het tweede en derde jaar van de kandidaatsfase van de 5-jarige opleiding in afbouw.
5
12 Par. 4. - Goedkeuring onderwijseenheden artikel 10. De goedkeuringsprocedure 1 . Een verzoek tot goedkeuring van een keuze van een of meer onderwijseenheden als bedoeld in artikel 6 van deze regeling wordt door de student tenminste twee maanden voordat hij zich voor het desbetreffende examen dient aan te melden, bij de examencommissie ingediend. 2. Een verzoek tot toestemming voor een vrij onderwijsprogramma als bedoeld in art. 7.3c van de wet wordt door de student tenminste twee maanden voordat hij zich voor het eerste tot dat programma behorende tentamen dient aan te melden, bij de examencommissie ingediend. 3. Een besluit goedkeuring respectievelijk toestemming te onthouden wordt door de examencommissie gemotiveerd genomen, nadat de student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 4. De examencommissie beslist binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek, of, indien het verzoek is ingediend binnen een academische vakantie, binnen tien werkdagen na afloop daarvan. De examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste tien werkdagen verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de student. 5. De student wordt van de beslissing onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. Indien de examencommissie niet binnen de eventueel verdaagde termijn, bedoeld in het vierde lid, heeft beslist, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.
Par. 5 - Afleggen van tentamens artikel 11 - tijdvakken en frequentie tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de in art. 6 genoemde onderwijseenheden wordt tenminste tweemaal per jaar gelegenheid gegeven en wel in de examenperiode aan het eind van het trimester waarin het onderwijs in die onderwijseenheid is beëindigd, alsmede eenmaal - bij voorkeur - in de daarop volgende examenperiode. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet is gegeven, in dat jaar slechts eenmaal de gelegenheid gegeven. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie al dan niet op verzoek van de student toestaan dat wordt afgeweken van het bepaalde in lid 1 en 2. artikel 12 - volgorde tentamens 1. Aan de tentamens van de hierna te noemen onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd:
6
12 propedeuse: Een student kan niet eerder beginnen aan het OGO-project dan na behalen van de vakken 3A560 Inleiding fysisch experimentele vaardigheden en 3A573 Fysisch experimentele vaardigheden. Het vak Inleiding fysisch experimentele vaardigheden (3A560) kan niet eerder worden afgesloten dan nadat - naast het met goed gevolg afleggen van het tentamen - ook de experimentele onderdelen verricht zijn. artikel 13 - vorm van de tentamens 1. De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 6 worden schriftelijk afgelegd, met uitzondering van de volgende tentamens, die op de daarbij aangegeven wijze worden afgelegd: - Speciale onderwerpen binnen de natuurkunde (3A490): scriptie, - Inleiding PC-gebruik (3A120): practische oefening via practicum (3A123), - Fysisch experimentele vaardigheden (3A573): praktische oefeningen en verslag, - OGO-ingenieursproject (3A593): verslag en presentatie, - Moderne ontwikkelingen in de technische natuurkunde (3A550): verslag. 2. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. artikel 14 - mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Een mondeling tentamen wordt in het openbaar afgenomen, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt.
Par. 6 - Tentamenuitslag artikel 15 - vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag I . Terstond na het afnemen van een mondeling tentamen stelt de examinator de uitslag vast en reikt hij de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast en verschaft de nodige gegevens aan de administratie van de faculteit binnen de hierna te noemen termijnen: a. met betrekking tot een tot de propedeuse behorend tentamen: 10 werkdagen na afloop van de examenperiode, waarin het tentamen is afgenomen; b. met betrekking tot een tentamen dat buiten een examenperiode is afgenomen: 20 werkdagen na het afnemen van het tentamen. De administratie van de faculteit maakt de uitslag onverwijld aan de student bekend.
7
12 3. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 4. Op de verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 17, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens en de in acht te nemen beroepstermijn. artikel 16 - geldigheidsduur De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de examencommissie m.b.t. een onderwijseenheid waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden met goed gevolg is afgelegd, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen. artikel 17 -inzagerecht 1. Gedurende tenminste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student al dan niet op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een exemplaar verschaft van dat werk. 2. De examencommissie kan bepalen dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. lndien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. 3. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
Par. 7 - Vrijstelling artikel 18 - vrijstelling van tentamens De examencommissie kan op verzoek van de student, de desbetreffende examinator gehoord, vrijstelling verlenen van een tentamen van een in art. 6 genoemde onderwijseenheid, indien de student tenminste voldoet aan een van de hierna te noemen voorwaarden: 1. behaald tentamen van een qua inhoud en studielast overeenkomstige onderwijseenheid van een andere universitaire opleiding in Nederland of daarbuiten, van de Open Universiteit dan wel van een vergelijkbare hogere beroepsopleiding in Nederland; 2. bewijs van tijdens een opleiding buiten het Nederlands hoger onderwijs opgedane kennis of ervaring dan wel van door hem in ander verband reeds verrichte werkzaamheden.
8
12 Par. 8 - Examens artikel 19 - aanmelding voor uitslag examen Tenminste drie maal per jaar stelt de examencommissie de uitslag van het examen vast van die studenten die zich daartoe via Internet in het OWIS systeem hebben aangemeld. artikel 20 - uitslag examen en getuigschrift 1. De examencommissie onderzoekt of de student de tot de propedeuse behorende tentamens met goed gevolg heeft afgelegd. Is dat het geval, dan is het examen behaald. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student m.b.t. een of meer tot de opleiding behorende onderwijseenheden. 3. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift wordt namens de examencommissie ondertekend door de voorzitter en tenminste een ander lid van de examencommissie. Bij de uitreiking van het getuigschrift wordt mededeling gedaan van de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens en de in acht te nemen beroepstermijn.
Par. 9 - Vooropleiding artikel 21 - vervangende eisen deficiënties VWO-diploma oude stijl 1 . Deficiënties in de vooropleiding m.b.t. de vakken Natuurkunde en Wiskunde B worden opgeheven door het met goed gevolg afleggen van de toetsen Natuurkunde en Wiskunde B, af te nemen door de Centrale Commissie van Toelating. 2. Indien eisen gesteld zijn inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt daaraan voldaan door het met goed gevolg afleggen van de toets Nederlands, af te nemen door de Centrale Commissie van Toelating. artikel 21a- vervangende eisen deficiënties VWO-diploma profiel N+G 1.De deficiëntie bij een VWO-diploma van het profiel Natuur en Gezondheid m.b.t het vak Wiskunde b12 wordt opgeheven door het met goed gevolg afleggen tijdens de propedeutische fase van de tentamens van het navolgende wiskunde-vak uit het curriculum van de propedeuse, af te nemen door de examencommissie: 2Y140 Analyse 1. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de deficiëntie m.b.t. het vak Wiskunde b12 al vóór de aanvang van de studie worden opgeheven door het met goed gevolg afleggen van de desbetreffende toets, af te nemen door de Centrale Commissie van Toelating. artikel 21b - vervangende eisen deficiënties andere diploma’s 1.Bij deficiënties in de vooropleiding bij een ander diploma/profiel als bedoeld in art. 7.28 lid 1 en lid 2 van de wet beslist de examencommissie welke onderwijseenheden met goed gevolg dienen te worden afgelegd.
9
12 2. Indien eisen gesteld zijn inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt daaraan voldaan door het met goed gevolg afleggen van de toets Nederlands, af te nemen door de Centrale Commissie van Toelating. artikel 22 - equivalente vooropleiding De door de Centrale Commissie van Toelating erkende equivalente diploma's van secundair c.q. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs geven toegang tot de opleiding, onverminderd het bepaalde in art. 21, 21a en 21b. artikel 23 - colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.29 van de wet, bestaat uit de toetsen Wiskunde, Natuurkunde en Engels alsmede een mondeling onderhoud met de Centrale Commissie van Toelating, waarin blijk dient te worden gegeven van geschiktheid voor de opleiding en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal om het onderwijs met vrucht te kunnen volgen.
Par. 10. - Studiebegeleiding artikel 24 - studievoortgang en studiebegeleiding 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste eenmaal per trimester aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. 2. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. artikel 24a- studieadvies Uiterlijk aan het eind van de cursusduur van de propedeutische fase wordt iedere student die voor de eerste maal is ingeschreven om deel te nemen aan het door de faculteit verzorgde onderwijs van die fase, schriftelijk geadviseerd over de voortzetting van zijn/haar studie in of buiten de opleiding. Het advies is gebaseerd op de behaalde studieresultaten en wordt uitgebracht door het faculteitsbestuur.
Par. 11. - Slot- en invoeringsbepalingen artikel 25a- tentamens en examens “oude stijl” 1.Voor de studenten die in het studiejaar voorafgaand aan het tijdstip van invoering van deze regeling waren ingeschreven voor de opleiding Technische Natuurkunde alsmede voor studenten die in het studiejaar 2002-2003 instromen in de verkorte opleiding of voor studenten die afkomstig zijn van het LUC te Hasselt is de desbetreffende onderwijs- en examenregeling van de kandidaatsfase van de 5-jarige opleiding in afbouw, laatstelijk vastgesteld op ..........., van kracht, onder de volgende voorwaarden: a. tot 1 september 2003 wordt de gelegenheid geboden het propedeutisch examen af te leggen; hierna wordt een student ingeschreven in de propedeutische fase van de Bachelor opleiding.
10
12 b. tot 1 september 2006 wordt aan degenen die het onder a. bedoelde examen hebben behaald, de gelegenheid geboden het kandidaatsexamen af te leggen; c. tot 1 september 2009 wordt aan degenen die het onder b. bedoelde examen hebben behaald, de gelegenheid geboden het afsluitend examen af te leggen. 2. a. Het onderwijs dat voorbereidt op het in lid 1 onder a. bedoelde examen, wordt voor de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2002 - 2003 b. Het onderwijs dat voorbereidt op het in lid 1 onder b. bedoelde examen, wordt voor de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2005-2006 c. Het onderwijs dat voorbereidt op het in lid 1 onder c. bedoelde examen, wordt voor de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2008-2009 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie aan andere studenten dan die bedoeld in lid 1 toestemming verlenen tentamens en examens af te leggen volgens de in het eerste lid bedoelde onderwijs- en examenregeling. Het bepaalde in lid 1 sub a., b. en c. blijft daarbij onverminderd van kracht. artikel 25b – wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door het faculteitsbestuur op de wettelijk voorgeschreven wijze bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op: -de goedkeuring, die krachtens art. 6 lid 4 is verkregen; -enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de examencommissie ten aanzien van een student is genomen. artikel 26 - bekendmaking 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. artikel 27 – lnwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2002. Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de faculteit Technische Natuurkunde op ............2002 prof.dr.ir. W.J.M. de Jonge, decaan
drs. E.M.G.H. Bernard, directeur
11
12
12