Koopstromenonderzoek Randstad 2011
Leeswijzer factsheets
Factsheets
Leeswijzer Voor het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 zijn naast een hoofdrapport en een internetapplicatie factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten overzichtelijk en helder te presenteren. Er zijn op drie niveaus factsheets samengesteld: • herkomstregio’s (33 stuks); • gemeenten (129 stuks); • aankooplocaties (222 stuks). Er zijn factsheets gemaakt voor alle regio’s. Voor gemeenten en aankooplocaties zijn geen factsheets samengesteld als er te weinig waarnemingen zijn en geen betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan. Deze notitie beschrijft wat er op de factsheets wordt getoond en hoe tabellen/grafieken/kaarten geïnterpreteerd moeten worden. De factsheets zijn als PDF bestand beschikbaar op de website www.kso2011.nl . Enkele algemene opmerkingen: • percentages hoeven door afrondingsverschillen niet altijd op te tellen tot exact 100 procent; • bestedingen zijn weergegeven in miljoenen euro’s; • waar geen vergelijking met 2004 mogelijk is, staat een streepje; • de term ‘consumentenbestedingen’ is omwille leesbaarheid soms vervangen door ‘omzet’. In de bijlage met onderzoeksverantwoording wordt in detail beschreven hoe de gegevens zijn verzameld, welke bewerkingen zijn gedaan (o.a. weging) en welke definities zijn gehanteerd. Deze bijlage is ook beschikbaar op de website.
Koopstromenonderzoek Randstad 2011
Leeswijzer factsheets
1. Factsheets voor herkomstregio’s Voorkant De voorkant van de factsheets voor herkomstregio’s bestaat naast een algemene samenvatting over het onderzoek en de belangrijkste resultaten uit vier kaarten. • Kaart 1, linksboven, geeft weer waar de omzet voor de dagelijkse sector vandaan komt, uitgesplitst naar regio’s. Gebieden waar minder dan 1 procent van de omzet vandaan komt, zijn niet gearceerd en samengenomen in ‘overig Nederland’. Alle percentages in de kaart, samen met het percentage ‘overig Nederland’ onder de kaart telt op tot 100%. Door afronding kan het totaal ook optellen tot 99 of 101 procent. • Kaart 2, rechtsboven, geeft weer waar inwoners van de regio hun dagelijkse aankopen doen. Het gaat hier dus om binding aan de eigen regio en afvloeiing naar andere regio’s. Daarnaast is er sprake van afvloeiing naar regio’s die niet op de kaart zijn weergegeven (minder dan 1 procent afvloeiing). De relatieve omvang hiervan is opgeteld weergegeven als ‘overig Nederland’ onder de kaart. Samen met de afvloeiing naar internet (in de titel) tellen de percentages op tot 100 procent. Door afronding kan het totaal ook optellen tot 99 of 101 procent. • Kaart 3, linksonder, geeft weer waar de omzet voor de niet-dagelijkse sector vandaan komt, uitgesplitst naar regio’s. Gebieden waar minder dan 1 procent van de omzet vandaan komt, zijn niet gearceerd en samengenomen in ‘overig Nederland’. Alle percentages in de kaart, samen met het percentage ‘overig Nederland’ onder de kaart telt op tot 100%. Door afronding kan het totaal ook optellen tot 99 of 101 procent. • Kaart 4, rechtsonder, geeft weer waar inwoners van de regio hun niet dagelijkse aankopen doen. Het gaat hier dus om binding aan de eigen regio en afvloeiing naar andere regio’s. Daarnaast is er sprake van afvloeiing naar regio’s die niet op de kaart zijn weergegeven (minder dan 1 procent afvloeiing). De relatieve omvang hiervan is opgeteld weergegeven als ‘overig Nederland’ onder de kaart. Samen met de afvloeiing naar internet (in de titel) tellen de percentages op tot 100 procent. Door afronding kan het totaal ook optellen tot 99 of 101 procent.
Achterkant Kerngegevens van de regio • De linkertabellen geven de binding, toevloeiing en de omzet (binding en toevloeiing opgeteld) weer, voor zowel dagelijkse als niet dagelijkse artikelen. Waar mogelijk is ook een vergelijking met 2004 gemaakt. Als er streepjes staan is geen vergelijking met de vorige meting mogelijk. Bedragen zijn afgerond op miljoenen euro’s. • De rechtertabellen geven de afvloeiing naar andere regio’s en de afvloeiing naar internet weer (in percentages en miljoenen euro’s). • De binding vormt samen met de afvloeiing naar andere regio’s en de afvloeiing naar internet het bestedingspotentieel: inwoners maal bestedingen. • De vloerproductiviteit is berekend door de totale bestedingen in de regio te delen door het verkoopvloeroppervlak. Hierbij is leegstand buiten beschouwing gelaten.
Koopstromenonderzoek Randstad 2011
Leeswijzer factsheets
Winkelaanbod Voor 2004 en 2011 is het winkelaanbod weergegeven (in aantal winkels en winkelvloeroppervlakte). De cijfers zijn afkomstig van Locatus. De leegstand is apart vermeld. Hierbij gaat het om (winkel-)panden waarvan het redelijkerwijs te verwachten is dat in het (leegstaande) pand een verkooppunt in de detailhandel, horeca of consumentgerichte dienstverlening zal terugkomen. Kooporïentatie en bestdingen aanvullende aankoopkanalen In de tabel kooporiëntatie is weergegeven welk deel van de inwoners van de regio internetaankopen doet, warenmaktaankopen doet, koopzondagen bezoekt, een supermarkt op zondag bezoekt en woon-werk aankopen doet. Tevens zijn de gemiddelde bestedingen weergegeven. Tot slot is een vergelijking gemaakt met het gehele onderzoeksgebied. Bedragen zijn afgerond op hele euro’s. Belangrijkste aankooplocaties voor mensen uit de regio De grafieken onderaan de factsheet laten zien wat de grootste aankooplocaties in de regio zijn. De aankooplocaties zijn gesorteerd op respectievelijk de dagelijkse omzet (links) en de niet-dagelijkse omzet (rechts). Het gaat om de bestedingen van inwoners en consumenten van buiten bij elkaar opgeteld. Bestedingen zijn afgerond op miljoenen euro’s. Waar geen bedragen zijn opgenomen is een vergelijking met 2004 niet mogelijk.
Koopstromenonderzoek Randstad 2011
Leeswijzer factsheets
2. Factsheets voor gemeenten Voorkant De voorkant van de factsheets voor gemeenten bestaat naast een algemene samenvatting over het onderzoek en de belangrijkste resultaten uit vier kaarten. • Kaart 1, linksboven, geeft weer waar de omzet voor de dagelijkse sector vandaan komt, uitgesplitst naar gemeenten. Gemeenten waar minder dan 1 procent van de omzet vandaan komt, zijn niet gearceerd en samengenomen in ‘overig Nederland’. Alle percentages in de kaart, samen met het percentage ‘overig Nederland’ onder de kaart telt op tot 100%. Door afronding kan het totaal ook optellen tot 99 of 101 procent. • Kaart 2, rechtsboven, geeft weer waar inwoners van de gemeente hun dagelijkse aankopen doen. Het gaat hier dus om binding aan de eigen gemeente en afvloeiing naar andere gemeenten. Daarnaast is er sprake van aflvoeiing naar gemeenten die niet op de kaart zijn weergegeven (minder dan 1 procent afvloeiing). De relatieve omvang hiervan is opgeteld weergegeven als ‘overig Nederland’ onder de kaart. Samen met de afvloeiing naar internet (in de titel) tellen de percentages op tot 100 procent. Door afronding kan het totaal ook optellen tot 99 of 101 procent. • Kaart 3, linksonder, geeft weer waar de omzet voor de niet-dagelijkse sector vandaan komt, uitgesplitst naar gemeenten. Gemeenten waar minder dan 1 procent van de omzet vandaan komt, zijn niet gearceerd en samengenomen in ‘overig Nederland’. Alle percentages in de kaart, samen met het percentage ‘overig Nederland’ onder de kaart telt op tot 100%. Door afronding kan het totaal ook optellen tot 99 of 101 procent. • Kaart 4, rechtsonder, geeft weer waar inwoners van de gemeente hun niet-dagelijkse aankopen doen. Het gaat hier dus om binding aan de eigen regio en afvloeiing naar andere regio’s. Daarnaast is er sprake van aflvoeiing naar regio’s die niet op de kaart zijn weergegeven (minder dan 1 procent afvloeiing). De relatieve omvang hiervan is opgeteld weergegeven als ‘overig Nederland’ onder de kaart. Samen met de afvloeiing naar internet (in de titel) tellen de percentages op tot 100 procent. Door afronding kan het totaal ook optellen tot 99 of 101 procent.
Achterkant Kerngegevens van de regio • De linkertabellen geven de binding, toevloeiing en de omzet (binding en toevloeiing opgeteld) weer, voor zowel dagelijkse als niet dagelijkse artikelen. Waar mogelijk is ook een vergelijking met 2004 gemaakt. Als er streepjes staan is geen vergelijking met de vorige meting mogelijk. Bedragen zijn afgerond op miljoenen euro’s. • De rechtertabellen geven de afvloeiing naar andere regio’s en de afvloeiing naar internet weer (in percentages en miljoenen euro’s). • De binding vormt samen met de afvloeiing naar andere gemeenten en de afvloeiing naar internet het bestedingspotentieel: inwoners maal bestedingen. • De vloeproductiviteit is berekend door de totale bestedingen in de gemeente te delen door het verkoopvloeroppervlak. Hierbij is leegstand buiten beschouwing gelaten.
Koopstromenonderzoek Randstad 2011
Leeswijzer factsheets
Winkelaanbod Voor 2004 en 2011 is het winkelaanbod weergegeven (in aantal winkels en winkelvloeroppervlakte). De cijfers zijn afkomstig van Locatus. De leegstand is apart vermeld. Hierbij gaat het om (winkel-)panden waarvan het redelijkerwijs te verwachten is dat in het (leegstaande) pand een verkooppunt in de detailhandel, horeca of consumentgerichte dienstverlening zal terugkomen. Kooporïentatie en bestdingen aanvullende aankoopkanalen In de tabel kooporiëntatie is weergegeven welk deel van de inwoners van de inwoners internetaankopen doet, warenmarktaankopen doet, koopzondagen bezoekt, een supermarkt op zondag bezoekt en woon-werk aankopen doet. Tevens zijn de gemiddelde bestedingen weergegeven. Tot slot is een vergelijking gemaakt met het gemiddelde van qua omvang vergelijkbare gemeenten. Bedragen zijn afgerond op hele euro’s. Kerngegevens vergeleken De laatste tabel vergelijkt kerngegevens van de gemeente met die van gemeenten die qua omvang vergelijkbaar zijn (referentiegemeenten). Het gaat om: • het bindingspercentage (welk deel van de inwoners in een gemeenten blijft voor dagelijkse / niet dagelijkse artikelen in de eigen gemeente?) • de vloeproductiviteit: bestedingen gedeeld door het vloeroppervlak • m2 wvo per 1.000 inwoners: een verhoudingsgetal van het winkelopperlvak in de gemeenten in relatie tot het inwonertal.
Koopstromenonderzoek Randstad 2011
Leeswijzer factsheets
3. Factsheets voor aankooplocaties Voorkant De voorkant van de factsheets voor herkomstregio’s bestaat naast een algemene samenvatting over het onderzoek en de belangrijkste resultaten uit (maximaal) twee kaarten en een tabel met omzet naar branche. • Kaart 1, linksboven, geeft weer waar de omzet voor de dagelijkse sector vandaan komt, uitgesplitst naar regio’s. Gemeenten waar minder dan 1 procent van de omzet vandaan komt, zijn niet gearceerd en samengenomen in ‘overig Nederland’. Alle percentages in de kaart, samen met het percentage ‘overig Nederland’ onder de kaart telt op tot 100%. De ligging van de aankooplocatie is met een rode stip op de kaart aangegeven. Voor enkele aankooplocacties (vooral woonboulevards) is deze kaart niet weergegeven omdat er geen bestedingen in de dagelijkse sector zijn. • Kaart 2, rechtsboven, geeft weer waar de omzet voor de niet-dagelijkse sector vandaan komt, uitgesplitst naar gemeenten. Gemeenten waar minder dan 1 procent van de omzet vandaan komt, zijn niet gearceerd en samengenomen in ‘overig Nederland’. Alle percentages in de kaart, samen met het percentage ‘overig Nederland’ onder de kaart telt op tot 100%. De ligging van de aankooplocatie is met een rode stip op de kaart aangegeven. De tabel onderaan de pagina geeft de omzet (bestedingen) per artikelgroep voor de desbetreffende aankooplocatie weer. In de rijen wordt weergegeven: 1) de omzet die afkomstig is uit de Gemeente 2) de omzet die afkomsting is uit de rest van het herkomstgebied (bij Almere en Amsterdam valt de gemeentegrens en de regiogrens samen, hierdoor zijn daar geen bestedingen uit het overig deel van de herkomstregio. 3) De omzet uit elders (dus buiten de herkomstregio) 4) De totale omzet (kolom 1-3 opgeteld), samen 100 procent. In de kolommen zijn de bestedingscijfers uitgesplitst voor dagelijks en niet dagelijkse artikelen. Binnen niet dageljkse artikelen is een uitsplitsing gemaakt naar negen artikelgroepen. De bedragen zijn afgerond op tienden van miljoenen. Percentages zijn op hele cijfers afgerond.
Achterkant Kerngegevens • de linkertabellen geven de binding aan de gemeente en de toevloeiing van buiten de gemeente weer, voor zowel dagelijkse als niet dagelijkse artikelen. De rechtertabel geeft inzicht in de omzet (binding en toevloeiing samen), alsmede de vloerproducitviteit (totale omzet gedeeld door het winkelvloeroppervlak. Waar mogelijk is ook een vergelijking met 2004 gemaakt. Als er streepjes staan is geen vergelijking met de vorige meting mogelijk.
Koopstromenonderzoek Randstad 2011
•
Leeswijzer factsheets
Bij met name kleinere centra is het wel mogelijk bindingspercentages te reproduceren, zonder dit te kunnen vertalen in omzet. Het kan dus zijn dat percentages wel zijn weergegeven en de omzet niet. Bedragen zijn afgerond op miljoenen euro’s.
Winkelaanbod Voor 2004 en 2011 is het winkelaanbod weergegeven (in aantal winkels en winkelvloeroppervlakte). De cijfers zijn afkomstig van Locatus. De leegstand is apart vermeld. Hierbij gaat het om (winkel-)panden waarvan het redelijkerwijs te verwachten is dat in het (leegstaande) pand een verkooppunt in de detailhandel, horeca of consumentgerichte dienstverlening zal terugkomen. Bezoekfrequentie De bezoekfrequentie is uitgesplitst naar dagelijkse/wekelijkse boodschappen en winkelen. Verder is een onderscheid gemaakt tussen bezoekers afkomstig uit de eigen gemeente en bezoekers van buiten de gemeente. Aankoopmomenten & vervoer In de enquête is gevraagd op welke dag men voor het laatst gewinkeld heeft in de desbetreffende aankooplocatie. Indien er te weinig waarnemingen zijn, worden de percentages niet gepresenteerd. Ook het gebruikte vervoermiddel is geïnventariseerd, zowel voor dagelijkse/wekelijkse boodschappen, alsmede voor winkelen. De categorie OV is een samenvoeging van bus, trein, tram en metro. Bromfietsers zijn bij fietsers geteld. Beoordeling kwaliteitsaspecten De kwaliteit van de aankooplocaties is beoordeeld aan de hand van zeven aspecten. Respondenten konden hiervoor een rapportcijfer geven. Indien er te weinig waarnemingen zijn, worden de cijfers niet gepresenteerd. De rapportcijfers zijn afgerond op een tiende. Er is een vergelijking gemaakt met aankooplocaties die qua type en omvang vergelijkbaar zijn. Op de website is een overzicht opgenomen met daarin de samenstelling van de referentiegroepen (onder uitkomsten / overige bijlagen). Het relatieve verschil (in percentages) met het gemiddelde is weergegeven. Groen is een bovengemiddelde score. Rood is een score lager dan het gemiddelde. Oranje is een gelijke score, of houdt in dat een vergelijking niet mogelijk is, bijvoorbeeld door te weinig waarnemingen. De onderdelen bezoekfrequentie, aankoopmomenten & vervoer en beoordeling kwaliteitsaspecten zijn achterwege gelaten voor aankooplocaties waar vooral gerichte aankopen worden gedaan (niet winkelen). Dit komt met name voor bij woonboulevards.