Factsheets Sociale Veerkracht
Auteurs Drs. Wim Haarmann Ruben Smeets, MSc Tilburg, 30 april 2014
Documentnummer: 14.097
Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013 - 466 87 12 F 013 - 466 34 99
[email protected] www.telos.nl
Inhoudsopgave
Welvaart en Welzijn
7
Inkomen Leefomgeving Huisvesting Onderwijs Gezondheid Criminaliteit
7 8 9 9 11 12
Mobiliteit Sociale samenhang Voorzieningen en ontmoetingsplaatsen
13 16 18
4
Factsheets Sociale Veerkracht
5
6
Factsheets Sociale Veerkracht
Welvaart en Welzijn Inkomen Indicator Welvaart en welzijn
Lage inkomens
Omschrijving indicator
Eenheid
Het aantal huishoudens die zich in de laagste 40-procentgroep bevinden. Bij de laagste 40-procent-groep worden de eerste (laagste) veertig procent personen ingeteld met een persoonlijk inkomen tot maximaal 19 200 euro. Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Percentage
Aggregatieniveau Bron
Buurt CBS, Sociaal Statistisch Bestand
Periode Opmerkingen
2000 - 2010 -
Indicator
Langdurig in de bijstand
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator
Inkomen Percentage inwoners dat langdurig bijstand ontvangt. Personen die op het peilmoment ten minste drie jaar algemene bijstand ontvingen. Het gaat hierbij om een aaneengesloten periode van drie jaar.
Eenheid Aggregatieniveau
Percentage Buurt
Bron Periode
CBS 2000 – 2010
Opmerkingen
-
Indicator
Werkgelegenheid
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator Eenheid
Inkomen Percentage huishoudens dat als voornaamste inkomensbron ‘arbeid’ heeft. Percentage
Aggregatieniveau Bron
Buurt CBS
Periode Opmerkingen
2000 – 2010 -
Inkomen
7
Leefomgeving
8
Indicator Welvaart en welzijn
Vandalisme
Omschrijving indicator
Het aantal aangehouden verdachten van vernielingen en verstoring van de openbare orde per 10.000 inwoners.
Eenheid Aggregatieniveau
Percentage Gemeente
Bron Periode
CBS 2000 – 2010
Opmerkingen
-
Indicator
Geluidsoverlast
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator Eenheid
Woonomgeving Percentage van de inwoners dat ‘soms’ of ‘vaak’ hinder ondervindt van geluid in de omgeving. Percentage
Aggregatieniveau Bron
Gemeente WoON
Periode Opmerkingen
2000 - 2012 -
Indicator Welvaart en welzijn
Groen in de omgeving
Omschrijving indicator
Eenheid
De gemiddelde afstand tot openbaar groen in de gemeente. Groen in de stad speelt een belangrijke rol in de vrijetijdsbesteding van mensen. Daarbij zijn nabijheid van het groen en de toegankelijkheid erg belangrijk. kilometer
Aggregatieniveau Bron
Buurt CBS
Periode Opmerkingen
2005-2008 -
Woonomgeving
Woonomgeving
Factsheets Sociale Veerkracht
Huisvesting Indicator Welvaart en welzijn
WOZ-waarde
Omschrijving indicator Eenheid
Mediaan WOZ-waarde van woningen in de buurt. Euro
Aggregatieniveau Bron
Buurt CBS
Periode Opmerkingen
2000 – 2010 -
Indicator Welvaart en welzijn
Verhuisbewegingen
Omschrijving indicator
Eenheid
Percentage van het aantal inwoners dat vertrekt uit de wijk, waarbij het oude en nieuwe adres niet in dezelfde wijk ligt op het totaal aantal inwoners van de wijk. Percentage
Aggregatieniveau Bron
Buurt CBS
Periode Opmerkingen
2000 – 2010 -
Huisvesting
Huisvesting
Onderwijs Indicator
Voortijdig schoolverlaters
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator Eenheid
Onderwijs Het percentage leerlingen dat zonder op zijn minst een MBO niveau 1 diploma het onderwijs verlaat. Percentage
Aggregatieniveau Bron
Gemeente DUO
Periode Opmerkingen
2000 – 2010 -
9
Indicator
Opleidingsniveau
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator
Onderwijs Percentage inwoners met middelbaar en/of hoger onderwijsniveau. Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder). Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun voorgangers) en het laagste niveau van het beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo kwalificatieniveau 1). Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee vergelijkbaar zijn. Verklaring van de gebruikte afkortingen: ISCED - International Standard Classification of Education Soi - Standaard onderwijsindeling Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen Mbo 3: WEB Vakopleidingen Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d. Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Hbo - Hoger beroepsonderwijs Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Eenheid Aggregatieniveau
Percentage Buurt
Bron Periode
CBS 2000 – 2010
Opmerkingen
-
10
Factsheets Sociale Veerkracht
Gezondheid
Indicator
Lichamelijk
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator
Gezondheid De Lichamelijke kwaliteit van Leven (gem. score range 1366). Deze gegevens zijn afkomstig uit de Gezondheidsmonitor Volwassenen 2009 van de GGD'en van Brabant en Zeeland. Bijna 42.000 19- t/m 64 jarigen woonachtig in de vier GGD-regio's in Brabant en Zeeland hebben de vragenlijst ingevuld. De cijfers zijn met behulp van zogenaamde weegfactoren gecorrigeerd voor de werkelijke leeftijds- en geslachtsopbouw in een gemeente of in de regio.
Eenheid Aggregatieniveau
Percentage Gemeente
Bron Periode
GGD Atlas Brabant 2000 – 2010
Opmerkingen
-
Indicator
Geestelijk
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator
Gezondheid Psychische kwaliteit van Leven (gem score range 12-70) Deze gegevens zijn afkomstig uit de Gezondheidsmonitor Volwassenen 2009 van de GGD'en van Brabant en Zeeland. Bijna 42.000 19- t/m 64 jarigen woonachtig in de vier GGD-regio's in Brabant en Zeeland hebben de vragenlijst ingevuld. De cijfers zijn met behulp van zogenaamde weegfactoren gecorrigeerd voor de werkelijke leeftijds- en geslachtsopbouw in een gemeente of in de regio.
Eenheid Aggregatieniveau
Percentage Gemeente
Bron Periode
GGD Atlas Brabant 2000 – 2010
Opmerkingen
-
11
Criminaliteit
Indicator
Geweldsdelicten
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator
Criminaliteit Percentage inwoners dat aangeeft het afgelopen jaar slachtoffer te zijn geweest van één of meer geweldsdelicten.
Eenheid Aggregatieniveau
Percentage Gemeente
Bron Periode
Veiligheidsmonitor 2000 – 2010
Opmerkingen
-
Indicator Welvaart en welzijn
Vermogensdelicten
Omschrijving indicator
Percentage inwoners dat aangeeft het afgelopen jaar slachtoffer te zijn geweest van één of meer vermogensdelicten.
Eenheid Aggregatieniveau
Percentage Gemeente
Bron Periode
Veiligheidsmonitor 2000 – 2010
Opmerkingen
-
Indicator
Verkeersongevallen
Welvaart en welzijn Omschrijving indicator
Criminaliteit Het aantal verkeersongevallen per 1.000 inwoners.
Eenheid Aggregatieniveau
Percentage Gemeente
Bron Periode
Nationale Atlas Volksgezondheid 2010
Opmerkingen
-
12
Criminaliteit
Factsheets Sociale Veerkracht
Mobiliteit Indicator
Mobiliteit van personen naar motief
Mobiliteit Omschrijving indicator
Meting sociale interactie
Eenheid Aggregatieniveau
Km pppd Gemeente, regio
Bron
RWS DVS, Databestand MON (Mobiliteitsonderzoek Nederland) 2007-2009; CBS, OViN (Onderzoek Verplaatsingen in Nederland), 2010-2012
Periode Opmerkingen
resp. 2007-2009 en 2010-2012 Volgtijdelijke jaarlijkse onderzoeken op nationale schaal : beperkte methodebreuken in aantallen verplaatsingen pppd en afgelegde afstand pppd; OViN uitkomsten tot 10% lager dan MON; ten dele a.g.v. verbeterde weging, ten dele reële daling a.g.v. economische ontwikkeling.
De afgelegde afstand bij verplaatsingen van personen, per verplaatsingsmotief pppd. De meeteenheid is 1 verplaatsing. 1 verplaatsing is te definiëren als een reis of een gedeelte van een reis afgelegd met één motief. Verplaatsingen zijn voor de onderhavige indicator gerubriceerd naar/ samengevoegd tot 6 motieven (kort: werk, school, winkelen, sport/ov. recreatieve activiteiten, logeren/bezoek en overig (w.o. persoonlijke diensten). De basisgegevens zijn afkomstig uit twee opeenvolgende dataverzamelingen: Mobiliteits-onderzoek Nederland (MON) en Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN). Als gevolg van beperkte steekproef van jaarlijks ca. 40.000 respondenten in heel Nederland is detaillering naar (alle) gemeenten alleen mogelijk door samenvoeging uitkomsten van tenminste 3 jaren.
13
Indicator
Mobiliteit van personen i.v.m. werk, naar richting en afstand
Mobiliteit Omschrijving indicator
Meting sociale interactie Het aantal banen van werknemers naar woon- x werkgemeente. De basisgegevens zijn ontleend aan de POLIS administratie en betreffen populatie-aantallen. Met behulp van een afstandenmatrix heeft het CBS aan de woonwerkstromen de hemelsbrede afstanden tussen woon- en werkgemeenten gekoppeld. Aldus kan niet alleen de omvang van het woon-werkverkeer voor werknemers naar richting worden berekend, maar ook naar gemiddeld afgelegde afstand. De data zijn gebaseerd op de (alle) loonaangiften bij de Belastingdienst. Voor de samenstelling van de onderhavige statistiek heeft het CBS in de periode 2006-2011 voor elk jaar de december-aangiften van om en nabij 8 miljoen personen verwerkt. In 2011 heeft het CBS een bijstelling van de berekenings-methodiek doorgevoerd als gevolg waarvan de uitkomsten ongeveer 1% hoger uitvallen (ca. 80.000 personen voor heel Nederland). Voor de meting van de sociale interactie zijn de uitkomsten geanalyseerd voor twee deelperioden: 2006-2008 en 20092011. De berekeningen voor de deelperioden resulteerden op een hoger aggregatieniveau in dusdanig kleine verschillen dat is besloten alleen uitkomsten voor de hele beschouwde periode in beeld te brengen. Een kanttekening: kleine woon-werkstromen worden in de statistiek onderbelicht door de afronding in de gepresenteerde uitkomsten door het CBS op 100-tallen c.q. het laten voorkomen van relatief grote aantallen onbekenden in de randen van de gemeenten-gemeenten matrix. Met diverse ‘IPF-’ bewerkingen (IPF: Iterative Proportional Fitting) zijn kleine woon-werkstromen alsnog van bescheiden positieve waarden voorzien.
Eenheid
Aantal banen van werknemers per woon-en werkgemeente en hemelsbrede afstand in km tussen centra van woon- en werkgemeenten Regio’s en gemeenten
Aggregatieniveau Bron
Periode
14
CBS, Banen van werknemers, ontleend aan de POLISadministratie. Deze bron is afkomstig van het UWV en omvat alle Loonaangiften bij de Belastingdienst; CBS, Afstandenmatrix gemeenten-gemeenten 2011 Dec. 2006-dec. 2011
Factsheets Sociale Veerkracht
Opmerkingen
Uit de uitkomsten valt af te leiden in welke mate personen (werknemers) werk vinden in de eigen gemeente, (dichtbij) in de regio, of (verder van huis) buiten de eigen regio, resp. welke afstand zij gemiddeld naar het werk moeten afleggen.
15
Sociale samenhang De indicatoren in het onderdeel Sociale netwerken zijn afkomstig uit de index sociale samenhang van het CBS. Voor achtergrondinformatie betreffende deze indicatoren 1 verwijzen wij door naar het rapport ‘Meetlat sociaal kapitaal’ Indicator
Sociale participatie
Sociale netwerken Omschrijving indicator
Participatie Dit onderdeel bestaat uit een aantal deelindicatoren: sociale contacten familie (aandeel personen van 18
jaar of ouder dat wekelijks contact heeft met familie) sociale contacten vrienden (aandeel personen van 18
jaar of ouder dat wekelijks contact heeft met vrienden) sociale contacten met buren (aandeel personen van 18 jaar of ouder dat wekelijks contact heeft met buren) informele hulp (aandeel personen van 18 jaar of ouder dat informele hulp geeft) Eenheid
Percentage
Aggregatieniveau Bron
Regio POLS
Periode Opmerkingen
2005 - 2010 -
Indicator Sociale netwerken
Maatschappelijke participatie
Omschrijving indicator
Dit onderdeel bestaat uit een aantal deelindicatoren: deelname verenigingen (aandeel personen van 18
Participatie
jaar of ouder dat minimaal maandelijks aan een verenigingsactiviteit deelneemt) vrijwilligerswerk ( aandeel vrijwilligers 18 jaar of ouder) opkomstpercentage verkiezingen (opkomst kiesgerechtigden verkiezing Tweede Kamer) deelname politieke activiteiten (aandeel personen van 18 jaar of ouder dat in de afgelopen 5 jaar aan politieke acties heeft deelgenomen) Eenheid
Percentage
Aggregatieniveau Bron
Regio POLS
Periode Opmerkingen
2005 - 2010 -
_______________________________________________________________________________________________ 1 http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/C4C4EF37-6542-4BD3-A657-A1599BC41908/0/2011meetlatsociaalkapitaalpub.pdf
16
Factsheets Sociale Veerkracht
Indicator Sociale netwerken
Vertrouwen
Omschrijving indicator
Dit onderdeel bestaat uit een aantal deelindicatoren: algemeen sociaal vertrouwen (in andere mensen)
Vertrouwen
(personen die aangeven dat "de meeste mensen wel te vertrouwen zijn") vertrouwen in leger (personen die aangeven "tamelijk veel" of "heel veel vertrouwen" te hebben in genoemde instituties) vertrouwen in politie (personen die aangeven "tamelijk veel" of "heel veel vertrouwen" te hebben in genoemde instituties) vertrouwen in rechters (personen die aangeven "tamelijk veel" of "heel veel vertrouwen" te hebben in genoemde instituties) vertrouwen in ambtenaren (personen die aangeven "tamelijk veel" of "heel veel vertrouwen" te hebben in genoemde instituties) vertrouwen pers (personen die aangeven "tamelijk veel" of "heel veel vertrouwen" te hebben in genoemde instituties) vertrouwen grote bedrijven (personen die aangeven "tamelijk veel" of "heel veel vertrouwen" te hebben in genoemde instituties) vertrouwen in tweede kamer (personen die aangeven "tamelijk veel" of "heel veel vertrouwen" te hebben in genoemde instituties)
Eenheid
Percentage
Aggregatieniveau Bron
Regio POLS
Periode Opmerkingen
2009 - 2010 -
17
Voorzieningen en ontmoetingsplaatsen Indicator Voorzieningen
Voorzieningen en ontmoetingsplaatsen index
Omschrijving indicator
Index van voorzieningen- en ontmoetingsplaatsen geeft heeft voorzieningen niveau van een buurt weer. Hoe meer voorzieningen voor een buurt beschikbaar (in de buurt zelf of in de nabijheid) hoe hoger de score. De score loopt van 0 tot 72.
Voorzieningen en ontmoetingsplaatsen
De volgende voorzieningen zijn opgenomen: grote supermarkt, overige dagelijkse levensmiddelen, café, cafetaria, basisschool, bibliotheek, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en zwembad. Afstand indicatorwijk in km
scores
0,0-0,5 0,6-1,5 1,6-3,0 3,1-6 6,1-10 10,1 >
6 5 4 3 2 1
Daarnaast zijn nog 5 indicatoren in het rekenmodel opgenomen waarvan de afstand niet bekend was namelijk: peuterspeelzaal, sporthal en verenigingen (voetbal, tennis en hockey). Hiervoor zijn alleen de score ‘0’ voor afwezig en ‘2’ voor aanwezig in de wijk toegekend. Een wijk scoort minimaal 7 en maximaal 62 punten. Naast de algemene voorzieningen index is ook gekeken naar voorzieningen die gekenmerkt kunnen worden als een publieke ontmoetingsplaats. Eenheid Aggregatieniveau
Score tussen 0 en 72 Buurten en gemeenten
Bron Periode
Bronnen van PON 2012
Opmerkingen
-
18