Factsheet Nieuwe Nederlanders, Nieuwe Zorg
1.
Demografische trends
Nederland is in de afgelopen decennia verkleurd en zal dat in de komende decennia versneld blijven doen. Volgens de nieuwe allochtonenprognose 20082050 van het CBS (2009) zal Nederland in 2050 bijna 5 miljoen allochtonen tellen. Dat betekent een toename van 1,8 miljoen in vergelijking met 2008. Het percentage allochtonen1 zal in dezelfde periode toenemen van 19,6 naar 28,7 procent van de totale bevolking. Vooral het aandeel niet-westerse allochtonen zal groeien van 1,8 miljoen (10,8% van de bevolking) naar 3 miljoen (17,2 %) in 2050. Voor de zorgsector zijn de implicaties van deze demografische ontwikkelingen duidelijk. In de drie grootste steden van Nederland (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag), zal halverwege deze eeuw ongeveer twee op de vijf zorgvragers een niet-westerse etnische-culturele achtergrond hebben. Landelijk gezien geldt dit voor ongeveer één op de vijf zorgvragers.2 1.1 Vergrijzing Een andere belangrijke demografische trend is de vergrijzing: de leeftijd van de gemiddelde zorgvrager stijgt. Oudere mensen (65+) doen een relatief groot beroep op vrijwel het gehele spectrum van zorg. Het aantal allochtone ouderen (65+) in Nederland zal tussen nu (50.000) en 2050 vertienvoudigen tot 500.000. Halverwege deze eeuw zal naar verwachting één op de acht 65+-ers een nietwesterse allochtone achtergrond hebben.3 1.2 Veranderende zorgvraag De statistieken wijzen uit dat mensen met een niet-westerse etnische en culturele achtergrond in de komende decennia steeds meer een beroep doen op de zorg. Van belang is te weten in hoeverre zorgbehoeften en zorggedrag veranderen.Op een aantal punten is er een duidelijk verschil te constateren tussen het algemene ziektebeeld van eerste generatie Turken en Marokkanen en dat van autochtonen. Zo is bijvoorbeeld uit onderzoek gebleken dat vooral onder de Turkse bevolkingsgroep de kans op hart- en vaatziekten beduidend lager is dan onder de autochtone bevolking. Daarnaast is uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de positie en situatie van allochtone ouderen gebleken dat de gezondheid bij veel allochtone ouderen slecht is.4 Geconcludeerd moet worden dat niet-westerse allochtonen gemiddeld een slechtere gezondheid en een kortere levensverwachting hebben. Wel zijn er, uitgesplitst naar ziekte, geslacht, sociaaleconomische status en etnische herkomst, veel nuances aan te geven. Voor zover het ziektebeeld en de gezondheid van niet-westerse allochtonen verschillen van die van de autochtone bevolking, brengt een veranderde etnische-culturele bevolkingssamenstelling wel degelijk een veranderde zorgvraag met zich mee. 1
Allochtoon volgens definitie van het CBS: Persoon die in Nederland woonachtig is en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Wie zelf in het buitenland is geboren, hoort tot de eerste generatie, wie in Nederland is geboren, hoort tot de tweede generatie. 2 CBS Statline, 2009 3 Aedes-Actiz Kenniscentrum, Multiculturele voorzieningen voor oudere migranten (2007) 4 R. Schellingerhout, Gezondheid en welzijn van allochtone ouderen, SCP (2004)
ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
2
2.
Interculturalisatie in de zorg
Interculturalisatie is een ingewikkeld proces dat verschillende lagen en dimensies kent en op verschillende niveaus en terreinen binnen een organisatie ingrijpt. Interculturalisatie raakt beleidsmatige zaken binnen organisaties en onderwerpen op individueel niveau bij de medewerkers. Voorbeelden hiervan zijn communicatie, houding en inlevingsvermogen. Waar het bij interculturalisatie uiteindelijk om draait is het primaire proces, namelijk het optimaal bedienen van de cliënt. De Raad voor de Volkgezondheid en Zorg en het Trimbos Instituut formuleren interculturalisatie in een studie uit 2001 als volgt: “Interculturalisatie is geen doel op zich, maar een middel om te bereiken dat de toegankelijkheid, kwaliteit en effectiviteit van de zorg aan allochtone cliënten gelijkwaardig is aan die van autochtone cliënten. Voor de uitvoering van de zorg en de professionaliteit van de hulpverleners betekent interculturalisatie differentiatie van de zorg.” Vanuit het oogpunt van adequate zorg en gelijke toegang tot de zorg is in het aanbod meer ruimte voor culturele verscheidenheid en eigen identiteit nodig. Differentiatie van de zorg heeft tot gevolg dat het zorgaanbod niet altijd uniform en identiek zal zijn. Immers, juist om de doelstellingen van toegankelijkheid, kwaliteit en effectiviteit van de zorg te bereiken zijn soms specifieke maatregelen nodig om drempels te slechten (tolken), om communicatieverschillen te overbruggen (allochtone zorgconsulenten) of om een meer herkenbaar en vertrouwd klimaat te bieden. Interculturalisatie is een benadering die rekening houdt met de diversiteit van patiënten en daarom niet alleen allochtone patiënten ten goed komt, maar tevens een kwaliteitsverbetering kan betekenen voor alle patiënten.5
5
H.J. Wennink, R. Boomstra, J.A.C. Meeuwissen, Allochtone cliënten en geestelijke gezondheidszorg, Raad voor de Volkgezondheid en Zorg (RVZ), Trimbos Instituut, NCB (2001)
ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
3
3.
Stand van zaken
In hoeverre de zorgsector geïnterculturaliseerd is, is niet makkelijk te meten. Een organisatiecultuur, kwaliteit van een zorgdiagnose, houding van een hulpverlener etc. zijn slecht grijpbaar. Wel kunnen bijvoorbeeld de personeelssamenstelling, aantal studenten die een studie in zorg volgt en de verdeling naar culturele achtergrond gemeten worden. 3.1 Personeelssamenstelling binnen de zorgsector Statistieken ten aanzien van personeel en leerlingenpopulatie geven niet het gehele verhaal weer van interculturalisatie. Het proces van interculturalisatie zal zich op een bepaalde wijze vertalen in een toename van niet-westerse allochtonen onder het personeel of de leerlingenpopulatie binnen de opleidingen. Het gaat vooral om het herkennen van trends en daarom is het niet bezwaarlijk om de analyse tot de Amsterdamse situatie te beperken. Deze situatie is waarschijnlijk niet geheel representatief voor de landelijke situatie. Zorgsector Ziekenhuizen Verpleging & Verzorging (V&) GGZ GHZ Overig Totaal Aantal allochtone medewerkers (op basis van steekproef)6
sector Ziekenhuizen V&V GGZ GHZ Gemiddeld Evenredigheid
Turkije 4% 3% 4% 8% 4% 13%
Percentage allochtone werknemers % 10% 29% 12% 7% 14% 14% in
Marokko 6% 10% 9% 5% 7% 20%
Amsterdamse
Suriname 34% 54% 35% 45% 39% 37%
zorginstellingen
Antill./Aru 6% 8% 12% 11% 7%
in
2006
Overig 50% 25% 40% 31% 43% 30%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Verdeling allochtone medewerkers binnen de Amsterdamse zorginstellingen in 2006
Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat het aandeel van allochtone medewerkers binnen het personeelsbestand van de Amsterdamse zorgsector als geheel een licht stijgende tendens vertoont (van 12% in 2002 naar 14% in 2006), maar achterblijft bij het percentage dat op basis van het aandeel binnen de Amsterdamse bevolking zou mogen worden verwacht (19%). Ook lopen de percentages tussen de verschillende zorgsectoren uit elkaar. Verder zijn etnische groepen zeer ongelijk vertegenwoordigd binnen de zorg, met een opvallend laag aandeel van Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Allochtone medewerkers stromen daarnaast minder vaak door en zijn nauwelijks terug te vinden in de hogere regionen van de organisatie.
6 SIGRA, Allochtone medewerkers in de zorg. Een inventarisatie onder gezondheidszorginstellingen in Amsterdam en omsterken over 2006 (2008)
ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
4
3.2 Samenstelling leerling-populatie binnen zorgopleidingen Hoe zal de personeelssamenstelling binnen de zorgsector in de nabije toekomst eruit zien? Dit is af te leiden uit de leerling-populatie binnen de zorgopleidingen. De uitkomsten van het in opdracht van SIGRA uitgevoerde, Resultaten OPLEIDING-enquete gezondheidszorg regio Amsterdam 1993-2006 geven aanzetten voor een antwoord. Jaar 2003 2004
Totaal 3.429 4.155
2005
4.357
2006
5.290
Autochtoon 2.627 (77&) 3.219 (77%) 2.971 (68%) 3.487 (66%)
Allochtoon 802 (23%) 936 (23%)
Respons 100% 100%
1.386 (32%)
100%
1.803 (34%)
100%
Er mag worden geconcludeerd dat het aandeel allochtone leerlingen binnen zorgopleidingen een duidelijk stijgende tendens vertoont. Maar dit aandeel blijkt zeer ongelijkmatig verdeeld over de verschillende opleidingsniveaus: bij de lagere niveaus (niv. 1t/m 3) is het allochtone aandeel onevenredig hoog, bij de niveaus 4 en 5 juist onevenredig laag. Er is daarom sprake van een opzichtige scheefgroei in de richting van de lagere opleidingsniveaus, wat een zorgelijke ontwikkeling is. Ook in de hogere beroepen binnen de zorg zijn de allochtonen namelijk nodig.
ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
5
4.
Visies en uitgangspunten
Steeds meer zorginstellingen, van groot tot klein, zijn bezig met een proces van interculturalisatie. Enkele daarvan pakken het ambitieus en integraal aan, andere doen het bescheiden en stap-voor-stap. Het ontwikkelen en implementeren van een visie op interculturalisatie is richtinggevend voor het handelen van een organisatie. Het impliceert een herbezinning en herijking van uitgangspunten en dat vraagt om prioritering en dus een tijdsinvestering. Soms ook ingrijpende herziening van vanzelfsprekende uitgangspunten en behandelwijzen. De weerstanden en onzekerheden die daarmee gepaard kunnen gaan maken sommige organisaties huiverig en kopschuw om deze weg in te slaan of om deze tot het eind te volgen. 4.1 Verschillende benaderingen In de praktijk van interculturalisatie kiezen zorginstellingen voor verschillende benaderingen al naar gelang de visie op het belang van cultuur. Globaal zijn er drie benaderingwijzen te onderscheiden:7 • De eerste is gebaseerd op de universaliteithypothese. Symptomen van fysieke of psychische aandoeningen komen volgens dit uitgangspunt universeel voor, een cultuurspecifieke behandelingsmethode is daarom niet nodig. •
D tweede gaat uit van het tegenovergestelde uitgangspunt, de relativiteitshypothese. Elke cultuur –ook de westerse- moet als een afzonderlijk geheel worden beschouwd, met eigen opvattingen over normen en abnormaal gedrag. Fysieke, maar vooral psychische aandoeningen kunnen alleen binnen de culturele en religieuze context van het individu aangeduid, gediagnosticeerd en behandeld worden.
•
De derde wijze is een combinatie van opvattingen uit de eerste en tweede benadering. Ziektes hebben universele kenmerken, maar tegelijkertijd geldt ook dat de intensiteit, de frequentie en vooral de verschijningsvorm van de symptomen en de processen onder invloed van sociale en culturele factoren staan. Centrale symptomen worden in vele, zo niet alle, culturen aangetroffen, maar de wijze van manifesteren is zeer variabel.
7
H.J. Wennink, R. Boomstra, J.A.C. Meeuwissen, Allochtone cliënten en geestelijke gezondheidszorg. Raad voor de Volkgezondheid en Zorg (RVZ), Trimbos Instituut, NCB (2001). M. van den Berg, Werk -en organisatievormen in de zorg voor allochtonen, in: J. de Jong en M. van den Berg, Transculturele psychiatrie en psychotherapie (1996)
ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
6
4.2 Integrale of categorale zorg Categorale zorginstellingen gaan er van uit dat er voorzieningen nodig zijn die qua personeel en zorgaanbod geworteld zijn in een samenleving van de doelgroep en die uitgaan van de taal, cultuur en identiteit van die groep. Voorzieningen speciaal gericht op die doelgroep zullen in deze opvatting blijvend nodig zijn en bieden de cliënt in ieder geval een extra keuzemogelijkheid.8 Bij de integrale benadering is het uitgangspunt dat zorgvoorzieningen algemene instellingen zijn en volgens de wet voor iedereen gelijk toegankelijk moeten zijn. Dit betekent een regulier zorgaanbod waarin alle hulpverleners in staat moeten zijn om alle cliënten – met welke etnische-culturele achtergrond dan ookadequaat te begeleiden en te behandelen. Interculturalisatie betekent in deze benadering een innovatieproces waarbij de gehele instelling, van bestuur tot ondersteunend personeel, betrokken is.9 Wat betreft de inhoud en kwaliteit van de zorg zal de cliënt in beide gevallen geen verschil zien tussen een integrale dan wel categorale instelling. 4.3 Differentiatie van en binnen het personeelsbestand Binnen het interculturalisatiebeleid kan het personeelsbeleid verschillend worden ingevuld. Enerzijds de keuze voor het streven naar etnische en cultureel diverse gezichten binnen de organisatie waarbij deze diversiteit ook naar buiten toe wordt gecommuniceerd. Anderzijds de keuze voor het benadrukken en gebruiken van interculturele competenties. Volgens Meander10 kan de instroom van allochtoon personeel alleen tot positieve resultaten leiden als het bestaande personeel de motivatie en deskundigheid heeft om met mensen uit andere culturen te communiceren en om te gaan. Vragen die een organisatie zich moet stellen op het gebied van de opbouw van het personeelsbestand: • Waarom vinden wij het belangrijk om etnisch en cultureel diverse medewerkers in dienst te hebben? • Denken wij dat etnisch en cultureel diverse medewerkers/hulpverleners bijdragen aan een beter dienstverlening aan allochtone klanten? Waarom en in welk opzicht? • Wat is in dit verband precies hun meerwaarde ten opzichte van intercultureel competente medewerkers? • Hoe belangrijk vinden wij het dat medewerkers over (voldoende) interculturele competenties beschikken? • Verwachten wij van alle medewerkers dat zij goed om kunnen gaan met allochtone klanten? Of beschouwen wij dit meer als een specialisme? • Gaan wij medewerkers trainingen op dit gebied aanbieden? Gaan wij het volgen hiervan verplicht stellen? Gaan wij medewerkers op hun interculturele competenties beoordelen/afrekenen? 8 H.J. Wennink, R.Boomstra, J.A.C. Meeuwissen Allochtone cliënten en geestelijke gezondheidszorg. Raad voor de Volkgezondheid en Zorg (RVZ), Trimbos Instituut, NCB (2001) 8 Idem 9 Meander, Handleiding interculturalisatie instellingen (2004)
ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
7
5.
Werken in de zorg
Een van de zaken waar zorginstellingen tegenaan lopen bij het initiëren van het interculturalisatie proces, is de moeizame werving van geschikte allochtoon personeel. Vrouwen vormen met 85% van het personeelsbestand het leeuwendeel van het personeel in de zorg. 11 Ondanks de aanzienlijke vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt met betrekking tot emancipatie en participatie van niet-westerse allochtone vrouwen in Nederland, hebben met name Turkse en Marokkaanse vrouwen wat betreft arbeidsparticipatie nog steeds een enorme achterstand ten opzichte van autochtone vrouwen. 5.1 Vertegenwoordiging De arbeidsparticipatie van vrouwen van Turkse en Marokkaanse afkomst is ten opzichte van de autochtone vrouwen vooral op jonge leeftijd laag. 15-24 25-39 Autochtonen 40% 75% Turkije 26% 41% Marokko 29% 40% Suriname 31% 75% Antillen en 23% 53% Aruba Arbeidsparticipatie van vrouwen uit uitgesplitst naar leeftijdscategorie12
40-64 51% 18% 17% 53% 52% verschillende
herkomstgroeperingen
Nog slechter nieuws is dat van de Turkse en Marokkaanse vrouwen die wel participeren op de arbeidsmarkt naar verhouding slechts een bescheiden deel voor werken in de zorg kiest. Dit gebrekkige enthousiasme voor een baan in de zorg komt al in het onderwijs, het voortraject op de arbeidsmarkt, duidelijk tot uiting. Studierichting
Welzijn
Zorg
Economie administratie 9% 32% 31% 24%
en
Autochtonen 28% 21% Turkije 31% 10% Marokko 40% 10% NW allochtoon 24% 16% overig Keuze MBO-vrouwen voor een opleidingsrichting naar herkomstgroepering13 De Turkse en Marokkaanse meiden kiezen niet alleen beduidend minder vaak voor de zorg, maar ook prefereren ze sterk de richtingen welzijn en economie/administratie. 11 12 13
Raad voor Werk en Inkomen, Diversiteit in de zorg vraagt om doorpakken (2008) S.Keuzekamp, A. Merens (red.), Sociale atlas van vrouwen uit etnische minderheden, SCP (2006) I.Bloemendaal, S. de Kroon, F. van der Velde, Allochtone vrouwen in de zorg, Prismant (2008)
ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
8
Er kan geconcludeerd worden dat een massale instroom van vooral Turkse en Marokkaanse vrouwen in de zorgsector voorlopig niet te verwachten is. De sector moet haar uiterste best blijven doen om deze groepen te werven want deze groep heeft minder interesse in het werken in deze sector en is ook nog eens geneigd op lagere functies in te zetten. Ook lijkt het dat veel Turkse en Marokkaanse meiden zomaar uit beeld verdwijnen tussen opleiding en arbeidsmarkt. Goede ondersteuning en coaching in het scholingstraject zou wel eens het verschil kunnen maken tussen afhaken enerzijds en werkelijk kiezen voor werken in de zorg anderzijds. 5.2 Werken in de zorg; belemmeringen In het recente interviewonderzoek Allochtone vrouwen in zorg door Prismant (Kennis en expertise centrum in de zorg)14 noemen Turkse en Marokkaanse vrouwen factoren voor het minder vaak kiezen van verzorgende/verplegende beroepen: • Kennis en cultuur binnen de gezondheidszorg • Problemen met wassen van mannen en andere intieme lichamelijke verzorging • Status van het werk in de zorg • Rol van de omgeving • Arbeidsvoorwaarden Het beeld dat uit het onderzoek van Prismant komt, is tweeledig. Enerzijds ervaren Turkse en Marokkaanse vrouwen belemmeringen die binnen hun sociale, culturele en religieuze context reëel zijn. Voor deze vrouwen is werken in de zorg waarschijnlijk werkelijk geen optie. Anderzijds is duidelijk dat een deel van de belemmeringen die vrouwen menen te ervaren direct zijn te herleiden tot onjuiste of onvolledige beeldvorming ten aanzien van werken in de zorg. Veel Turkse en Marokkaanse vrouwen hebben gewoon geen realistisch beeld van wat werken in de zorg werkelijk inhoudt. En het beeld dat zij hebben wordt te vaak bepaald door cultuurbepaalde, stereotype en eenzijdige beeldvorming. In het beïnvloeden van dit laatste is nog een wereld te winnen. Het feit dat de beeldvorming zich niet tot de eerste generatie beperkt, maar ook bij de tweede en derde generatie veelal een belangrijke rol speelt, roept de vraag op of een structureel grotere instroom van deze groepen te verwachten is zonder een omvangrijke en structurele inspanning van de sector op het gebied van voorlichting.
14
I. Bloemendaal, S. de Kroon, F. van der Velde, Allochtone vrouwen in de zorg, Prismant (2008)
ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
9
6.
Bereiken van allochtone cliënten
In de nabije toekomst zal de zorg in Nederland voor een steeds groter deel verleend worden aan mensen met een niet-westerse allochtone achtergrond. De meeste zorginstellingen slagen er echter niet in om niet-westerse allochtone cliënten voldoende te bereiken. De cliënten kennen de zorgstructuur niet, er is een taalbarrière, ze houden zich bezig met mantelzorg en schamen zich als er iets met de gezondheid aan de hand is. Instellingen kunnen op dit moment niet op de vraag inspelen door het gebrek aan kennis over de niet-westerse allochtone doelgroep. 6.1
Good Practices
Er zijn projecten die wel degelijk geslaagd zijn rondom interculturalisatie van het personeelsbeleid bij zorginstellingen. Een voorbeeld hiervan: ZIP Amsterdam ZIP was een meerjarig project, afgerond in 2006, bedoeld om de interculturalisatie van het personeelsbeleid bij de zorginstellingen in de regio Amsterdam te ondersteunen en bevorderen. Zip was onderdeel van het convenant Hechten en Sluiten II, dat in 2003 werd ondertekend door de gemeente Amsterdam, SIGRA, het Duaal Zorgsector Overleg (DZO), het CWI en het Platform Zorgopleidingen. Het convenant Hechten en Sluiten heeft als hoofddoel het verminderen van de personeelstekorten in de zorg. In het kader van deze unieke gezamenlijke inspanning door de overheid en andere voor de zorg relevante sectoren zijn voor de periode 2004-2006 targets geformuleerd en gerealiseerd op de volgende terreinen: • Verzorgen van voorlichting over leren en werken in de zorg aan allochtone leerlingen/potentiële instromers • Ontwikkeling van intercultureel beleid bij zorginstellingen • Volgen van relevante trainingen interculturalisatie door leidinggevenden en management functies • Verhogen van instroom van allochtoon personeel • Ontwikkeling van netwerken van belangrijke zelforganisatie van migranten • Verzorgen van loopbaanbegeleiding Voor meer informatie: SIGRA www.sigra.nl Kijk voor meer Good Practices op: www.acbkenniscentrum.nl/publicaties/arbeidsmarkt_en_interculturalisatie - Zorgambassadeurs - VETC- Voorlichters Eigen Taal en Cultuur/allochtone zorgconsulenten - GGZ kiest kleur - Informentaal - Hudsonhof - De drie Hoven (dagopvang voor Turkse ouderen) - Kraka-e-Sewa - Sint Jacob ( Indische huiskamer, Indische middag) - DIAGIS (Methodische zorg voor diabetes patiënten) ACB Kenniscentrum 2010 Factsheet Nieuwe Nederlanders, nieuwe zorg
10