Toeslagenonderzoek Hoe gaan Nederlanders om met de nieuwe Toeslagensystematiek ?
Utrecht, maart 2006
Inleiding Begin 2006 is er van alles veranderd in het huishoudboekje van veel Nederlanders. Huursubsidie werd huurtoeslag, het bestaande systeem van ziekenfonds en particuliere ziektekostenverzekeringen is verdwenen en er is een nieuwe vorm van inkomensondersteuning gekomen: de zorgtoeslag. Naast de huurtoeslag moest er nu dus ook een zorgtoeslag aangevraagd worden, al liep de aanvraag wel grotendeels samen met de huurtoeslag. Verder is de levensloopregeling geïntroduceerd en zijn er veranderingen in de regelingen voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en (vervroegd) pensioen. De uitkering van de zorgtoeslag loopt niet geheel in de pas met het tijdstip waarop veel mensen de premie voor de ziektekostenverzekering moeten betalen. De zorgtoeslag krijgt men aan het begin van de maand bijgeschreven, terwijl de premie pas aan het eind van de maand betaald hoeft te worden. Aan de ene kant ontstaat het gevaar dat mensen het geld dat bedoeld is voor de verzekeringspremie al hebben besteed aan andere dingen tegen de tijd dat de rekening voor ziektekostenverzekering betaald moet worden. Aan de andere kant wordt het allemaal misschien een stukje duidelijker: de premie zit niet meer gedeeltelijk verstopt in het salarisstrookje en als er recht is op zorgtoeslag, dan is een apart stukje inkomen alvast gereserveerd voor de verzekering. De vraag is hoe mensen gereageerd hebben op de veranderingen rondom de ziektekostenverzekering en op het systeem van toeslagen.
Methode van onderzoek Voor het antwoord op deze vragen is gebruik gemaakt van het Twee Vandaag Opinie Panel (TOP). Het Twee Vandaag Opinie Panel is een internetpanel van het televisieprogramma Twee Vandaag. Kijkers kunnen zich aanmelden voor het panel. In totaal bestaat het panel uit ongeveer 40.000 personen. Op 10 maart 2006 is een oproep om mee te doen aan de Toeslagen-enquête aan alle panelleden verstuurd. Panelleden hadden tot 16 maart de tijd om de enquête in te vullen. In totaal hebben 20984 panelleden de enquête ingevuld. Door herweging op leeftijdsklasse, opleiding, geslacht en provincie is het bestand als representatief te beschouwen. Personen in de jongste leeftijdscategorie (onder de 21 jaar) zijn in de analyses niet meegenomen. Daarmee bleven 18592 respondenten over. Door de omvang van deze steekproef kunnen relatief kleine groepen bekeken worden. Kanttekening hierbij is dat deze enquête is afgenomen via internet. Echt kwetsbare groepen als dak- en thuislozen, hoogbejaarden e.d. en allochtonen die de Nederlandse taal niet beheersen zullen duidelijk ondervertegenwoordigd zijn.
1
Overstappen van verzekeraar Van de respondenten gaf 24,8% aan van verzekeraar gewisseld te zijn. 1,2% gaf aan nog bezig te zijn en 0,1% wist het niet. Opvallend hierbij is dat vooral huishoudens waarvan een deel particulier en een deel ziekenfondsverzekerd was, is overgestapt. Van deze groep gaf 36% aan van verzekeraar gewisseld te zijn; van de huishoudens die volledig particulier verzekerd waren, gaf 26% aan overgestapt te zijn en van de huishoudens die volledig ziekenfonds verzekerd waren is 21% overgestapt. Het kan zijn dat huishoudens die eerst bij twee verzekeraars (een ziekenfonds en een particulier) verzekerd waren, dit nu bij één verzekeraar onderbrengen. Deze tendens blijkt uit ook uit tabel 1. Voornamelijk de hogere inkomens zijn overgestapt. Zij hebben het meest geprofiteerd van de keuzevrijheid om een goedkopere of betere verzekeraar te kiezen. Tabel 1: Overstappen naar verzamelinkomen huishouden Niet Overgestapt overgestapt Minder dan 15000 euro per jaar 15000 – 25000 euro per jaar 25000 – 40000 euro per jaar Meer dan 40000 euro per jaar Weet niet Geen opgave
82,2% 77,1% 72,2% 66,3% 74,7% 69,7%
16,4% 21,7% 26,6% 32,5% 23,7% 28,3%
Weet niet Bezig over te stappen 1,1% 0,3% 1,2% 0,0% 1,1% 0,0% 1,1% 0,1% 1,6% 0,0% 1,6% 0,3%
N
3241 4404 5352 3717 738 1143
Ook zijn jongeren meer overgestapt dan ouderen, zoals te zien is tabel 2. Tabel 2: Overstappen naar verzamelinkomen huishouden Niet Overgestapt overgestapt 20-24 jaar 25-39 jaar 40-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
66,3% 69,7% 73,0% 76,5% 83,1%
31,8% 27,9% 26,1% 23,0% 16,6%
Bezig Weet niet over te stappen 1,5% 0,4% 2,2% 0,2% 0,9% 0,0% 0,5% 0,0% 0,2% 0,0%
N
1468 5435 5434 2853 3399
De redenen om over te stappen zijn niet gelijk verdeeld. Bij de lagere inkomens is de prijs een doorslaggevend argument, bij de hogere inkomens is het aanbod van een collectief contract via de werkgever bepalender.
2
Tabel 3: Redenen overstappen naar verzamelinkomen huishouden Goedkoper
Minder dan 15000 euro per jaar 15000 – 25000 euro per jaar 25000 – 40000 euro per jaar Meer dan 40000 euro per jaar Weet niet Geen opgave TOTAAL
37,0% 40,8% 25,9% 25,7% 28,0% 25,7% 30,3%
Collectief via werkgever
24,0% 26,0% 43,8% 41,5% 28,0% 37,5% 36,2%
Aanvullende verzekering beter
Ontevreden over oude verzekeraar
18,9% 18,3% 14,9% 15,5% 12,8% 13,0% 16,0%
6,6% 7,9% 5,3% 4,2% 13,7% 8,4% 6,2%
Andere reden
12,8% 6,9% 9,9% 13,0% 17,1% 15,2% 11,1%
Premiebetaling De ziektekostenpremie kan op verschillende manieren betaald worden. Bij automatische betaling is de invloed van huishoudens op de timing van de betaling klein; bij betaling via acceptgiro kan een huishouden er voor kiezen om iets later te betalen. Twee op de drie (68,8%) betalen de premie via een automatische overschrijving. 14,1% betaalt via een acceptgiro, bij 13,2% wordt de premie direct van de loonstrook ingehouden. 2,6% betaalt op een andere manier en 1,3% weet het niet. Het is niet verwonderlijk dat vooral bij werkenden (en dus de hogere inkomens) de premie vaker via de loonstrook loopt. Bij de huishoudens met een verzamelinkomen van meer dan 40.000 euro betaalt 24% de premie via de loonstrook. Er is nauwelijks verschil naar inkomen als we kijken naar de verhouding tussen automatisch betalen of betalen via acceptgiro. Huishoudens met een laag inkomen kiezen er niet vaker voor om per acceptgiro te betalen om zodoende tijdelijk financiele ruimte te creeren. Blijkbaar zien ze de verzekeringspremie als een onontkoombare last die ze sowieso willen betalen. Wel is het opvallend dat mensen met een bijstandsuitkering veel minder (36%) betalen via een automatische overschrijving. 22% betaalt via acceptgiro’s. Ook betaalt 19% via de bijstandsuitkering en geeft 19% “anders” te betalen. Waarschijnlijk zijn dit collectieve contracten die de sociale dienst met een verzekeraar heeft afgesloten. Niet alleen de betaalwijze kan verschillen, ook de frequentie van betalen kan verschillen. Een aantal verzekeraars geeft korting bij betaling per kwartaal en meer korting bij betaling per jaar. Keerzijde is wel dat dat bedrag dan in één keer op tafel gelegd moet kunnen worden. Verreweg de meesten (93,4%) betalen hun ziektekostenverzekering per maand. 1,6% betaalt de premie per kwartaal en 3,1% betaalt per jaar. Betaling per jaar komt voornamelijk voor bij hogere inkomens. Van de huishoudens met een inkomen boven de 40.000 euro, betaalt 6,5% de premie per jaar.
3
Zorgtoeslag Van alle respondenten denkt 55% recht te hebben op de zorgtoeslag. 39% denkt geen recht te hebben op de zorgtoeslag en 6% weet het niet. Recht op zorgtoeslag is natuurlijk sterk afhankelijk van het inkomen. Tabel 4: Recht op zorgtoeslag naar verzamelinkomen huishouden en huishoudsamenstelling Ja Nee Weet niet Minder dan 15000 euro per jaar 96,3% 0,8% 2,9% Samenwonend Alleenstaand Alleenstaande ouder
93,9% 97,2% 97,6%
1,3% 0,6% 0,0%
4,7% 2,2% 2,4%
84,4%
10,7%
5,0%
86,6% 80,7% 91,0%
9,0% 14,0% 6,6%
4,4% 5,4% 2,5%
41,8%
49,9%
8,3%
50,7% 6,3% 11,7%
40,7% 87,0% 79,6%
8,6% 6,7% 2,7%
4,8%
91,1%
4,2%
2,9% 9,2%
93,0% 84,8%
4,1% 6,0%
TOTAAL 55,0% De gearceerde gedeelten geven de juiste keuze aan.
39,1%
5,9%
15000 – 25000 euro per jaar Samenwonend Alleenstaand Alleenstaande ouder
25000 – 40000 euro per jaar Samenwonend Alleenstaand Alleenstaande ouder
Meer dan 40000 euro per jaar Samenwonend Alleenstaand Alleenstaande ouder
N 760 1907 296 2513 1324 244 3925 940 137 3230 217 < 50
Te zien is dat bij de lage inkomens (tot 15000 euro) ruim 90% denkt recht te hebben op de zorgtoeslag. Bij de samenwonenden in die groep ligt het percentage dat “weet niet” antwoordt wat hoger. Dat kan ook te maken hebben met het feit dat de partner de financiën regelt. Overigens geldt hier dat de moeilijkst bereikbare groepen waarschijnlijk ook ondervertegenwoordigd zijn in dit panel. Bij de samenwonenden met een wat hoger inkomen (25000 – 40000 euro) is de zorgtoeslag minder bekend. Van die groep denkt ruim 40% geen recht op zorgtoeslag te hebben, terwijl ze dat wel hebben. Nu moesten de respondenten in deze enquête zelf het verzamelinkomen van hun huishouden schatten. Dat is geen gemakkelijke opgave: de term verzamelinkomen is een moeilijke en wanneer je partner de belastingaangifte regelt, kun je een fout maken. Desalniettemin is een percentage van 40 een hoog percentage. Het gaat bij deze groep om relatief lage bedragen, maar zij lopen op het ogenblik toch een paar euro per maand mis. Het is mogelijk de zorgtoeslag per maand uitgekeerd te krijgen, maar het is ook mogelijk de zorgtoeslag achteraf te ontvangen. Verreweg de meeste mensen (97,4%) die denken recht te hebben op de zorgtoeslag, hebben deze ook aangevraagd. Slechts een zeer klein aantal (1,8%) wil pas na afloop van het jaar de zorgtoeslag aanvragen. Principiële weigeraars zijn op de vingers van een hand te tellen. De meeste huishoudens die zorgtoeslag ontvangen, vinden het bedrag aan zorgtoeslag nodig. Slechts een kleine groep geeft aan buiten het bedrag te kunnen en het als een extraatje te zien. Dat zijn voornamelijk de wat hogere inkomens, waar het bedrag aan zorgtoeslag een stuk lager is. Tabel 5 geeft meer details.
4
Tabel 5: Noodzaak zorgtoeslag naar verzamelinkomen huishouden en huishoudsamenstelling (% van de huishoudens die zorgtoeslag ontvangen) Nodig om rond te Nodig om Zie het als komen extraatje premie te betalen Minder dan 15000 euro per jaar Samenwonend Alleenstaand Alleenstaande ouder
N
1,7% 3,3% 0,0%
70,0% 49,8% 60,3%
28,1% 45,3% 39,7%
709 1830 287
8,2% 14,7% 6,8%
61,4% 41,4% 39,7%
29,0% 40,3% 52,1%
2143 1044 219
20,7%
49,1%
21,8%
1921
15000 – 25000 euro per jaar Samenwonend Alleenstaand Alleenstaande ouder
25000 – 40000 euro per jaar Samenwonend
Van de mensen met een bijstandsuitkering zegt 55% de zorgtoeslag nodig te hebben om rond te komen. Aanvragen zorgtoeslag Het aanvragen van de zorgtoeslag werd door 19,5% van de aanvragers heel makkelijk gevonden. 40,8% vond het makkelijk, 22,7% vulde neutraal in. Van de aanvragers vond 11,6% het aanvragen van de zorgtoeslag moeilijk en 3,0% vond het heel moeilijk. Er was weinig onderscheid tussen verschillende groepen; 65-plussers leken het aanvragen iets makkelijker te vinden, mensen met alleen lager onderwijs vonden het iets moeilijker. Mensen die ook huurtoeslag aanvroegen, vonden het over algemeen makkelijker. Van de aanvragers heeft 76,7% zelf, zonder hulp, de aanvraag gedaan. 16,1% heeft hulp gehad van familie, vrienden of kennissen en 6,3% heeft hulp via de Belastingdienst gekregen. Ook hier blijkt dat mensen met alleen lager onderwijs hulp nodig hadden bij de aanvraag. Van hen heeft 57,4% zelf de aanvraag gedaan. Verder blijkt het dat de jongste groep (20-24 jaar) en de oudste groep (65-plus) relatief vaak hulp hebben gevraagd. Bij de jongste groep waren dat relatief vaak (27%) vrienden, kennissen en familie, bij de oudste groep was dat relatief vaak (10%) de belastingdienst.
Huurtoeslag Van de respondenten woont 47,7% in een huurhuis en 50,1% in een koophuis. Van de huurders denkt 40,0% recht te hebben op een huurtoeslag, 51,2% denkt van niet en 8,7% weet het niet. Bij lagere inkomens is er meer recht op huurtoeslag: van de huurders met een verzamelinkomen van 15000 euro of minder, zegt 75,8% recht te hebben op huurtoeslag. De mensen die recht op huurtoeslag hebben, hebben ook vrijwel allemaal (98,8%) recht op de zorgtoeslag. Huurders van boven de 65 hebben vaker recht op een huurtoeslag dan huurders onder de 65. Van die groep heeft 53% recht op de huurtoeslag. Degenen die menen recht te hebben op de huurtoeslag, vragen deze ook vrijwel allemaal aan. 94,9% vraagt de huurtoeslag aan. 2,1% wil achteraf verrekenen en 0,3% wil principieel geen huurtoeslag ontvangen. 2,6% tenslotte weet het niet. 5
Bij de huurtoeslag gaat het om relatief forse bedragen, vergeleken met de zorgtoeslag. De zorgtoeslag bedraagt voor alleenstaanden maximaal 34 euro in de maand, en voor samenwonenden maximaal 92 euro. Van de huishoudens in het panel die huurtoeslag ontvangen, krijgt 11,1% minder dan 50 euro per maand, 19,2% ontvangt tussen de 50 en 100 euro per maand, 46,8% ontvangt tussen de 100 en 200 euro in de maand en 13,6% ontvangt meer dan 200 euro per maand. De huurtoeslag wordt door veel mensen dan ook als noodzakelijk gezien. Slechts 1,7% van de ontvangers als een leuk extraatje. 58,2% heeft de huurtoeslag nodig om de huur te betalen en 38,3% heeft de huurtoeslag nodig om rond te komen. Tabel 6: Noodzaak huurtoeslag naar verzamelinkomen huishouden en huishoudsamenstelling (% van de huishoudens die zorgtoeslag ontvangen) Nodig om rond te Zie het als Nodig om komen extraatje huur te betalen Minder dan 15000 euro per jaar Samenwonend Alleenstaand Alleenstaande ouder
N
0,5% 0,5% 0,0%
74,3% 60,2% 59,7%
24,9% 38,5% 38,9%
381 1232 226
1,4% 2,8% 0,8%
64,0% 31,7% 54,8%
34,3% 64,0% 44,4%
636 353 124
15000 – 25000 euro per jaar Samenwonend Alleenstaand Alleenstaande ouder
Kinderopvangtoeslag 553 huishoudens in het panel maken gebruik van erkende kinderopvang. 77,5% van hen heeft recht op de kinderopvangtoeslag. 12,1% denkt van niet en 10,4% weet het niet. Van degenen die menen recht te hebben op de kinderopvangtoeslag, heeft 90% deze aangevraagd. 9% wil hem achteraf verrekenen. 11% van de ontvangers van de kinderopvangtoeslag, ziet het als een leuk extraatje; 77% heeft het nodig om de kinderopvangtoeslag te kunnen betalen en voor 11% vindt de kinderopvangtoeslag noodzakelijk om rond te kunnen komen. Het laatste percentage is relatief laag ten opzichte van de mening over de zorgtoeslag en de huurtoeslag. Reden hiervoor is ook dat in huishoudens aan wie kinderopvangtoeslag verstrekt wordt over het algemeen tweeverdieners zijn met een relatief hoog inkomen. Alleenstaande ouders vinden de kinderopvangtoeslag dan ook noodzakelijker. Van hen heeft 20% de toeslag nodig om rond te komen en vindt 80% de toeslag nodig om de kinderopvang te kunnen betalen. Geen van hen ziet de toeslag als een extraatje, waar ze buiten zouden kunnen.
6